Locatietheater: De locatie dicteert

5
Locatietheater De locatie dicteert verslag van expertmeeting over locatietheater NAI Rotterdam, 24 juni 2010

description

Naar aanleiding van de tentoonstelling Ergens en Overal, samengesteld door het Theater Instituut Nederland (TIN) en de Vrede van Utrecht, organiseerde het Nederlands Architectuur Instituut (NAi) in samenwerking met het TIN een expertmeeting over de betekenis van locatie in de praktijk van architecten, theatermakers en beeldend kunstenaars. Op welke wijze zetten zij de locatie in ten behoeve van hun werk en in hoeverre verschillen deze benaderingen van elkaar?

Transcript of Locatietheater: De locatie dicteert

Page 1: Locatietheater: De locatie dicteert

Locatietheater

De locatie dicteert verslag van expertmeeting over locatietheater

NAI Rotterdam, 24 juni 2010

Page 2: Locatietheater: De locatie dicteert

Locatietheater

De locatie dicteert –

Expertmeeting over locatietheater

1 www.ergensenoveral.nl

De locatie dicteert Naar aanleiding van de tentoonstelling Ergens en Overal, samengesteld door het Theater Instituut Nederland

(TIN) en de Vrede van Utrecht, organiseerde het Nederlands Architectuur Instituut (NAI) in samenwerking met

het TIN een expertmeeting over de betekenis van locatie in de praktijk van architecten, theatermakers en

beeldend kunstenaars. Op welke wijze zetten zij de locatie in ten behoeve van hun werk en in hoeverre

verschillen deze benaderingen van elkaar?

Ze zitten allemaal aan de grote tafel in het midden van de

blauwe kubus die het hart vormt van de tentoonstelling

Ergens en Overal, midden in de grote hal van het NAI: Ben

Zwaal, oud-artistiek leider van theatergroep BEWTH, Like

Bijlsma en Eileen Schreurs van SUB Office architecten,

beeldend kunstenaars Kamiel Verschuren en Lucas Lenglet,

installatiekunstenaar Maze de Boer en theaterregisseur Floris

van Delft. Onder leiding van gespreksleiders Tanja Elstgeest

(productiehuis Rotterdam) en Christel Vesters (NAI)

vertellen zij allen over de rol van de locatie binnen hun

diverse disciplines.

Foto: Marisa Manck

Gebouwen als uitgangspunt

„Curieus dat ik hier ben, als theatermaker in ruste,‟ valt

Ben Zwaal, artistiek leider van de voormalige bewegings-

theatergroep BEWTH (1965-2005), met de deur in huis.

„Maar ik ben blij dat ik nog over mijn werk mag komen

vertellen.‟ BEWTH was pionier op het gebied van locatie-

theater en maakte specifiek architectuurtheater: gebouwen

waren het uitgangspunt van de voorstellingen en dicteerden

wat de groep ging doen. Maar dat is niet altijd zo geweest,

vertelt Zwaal. „In 1965, toen we net begonnen, was het

adagium: hoe kunnen we door beweging de ruimte zichtbaar

maken? We ontwikkelden onze stukken toen nog in de studio

en lieten ons leiden door het stoelenplan, in plaats van door

het pand. Maar toen theatre en ronde en publieksparticipatie

opgeld begonnen te doen, ontstond onze vorm van locatie-

theater, vanuit een esthetische hartstocht voor het gebouw in

al zijn ruimtelijkheid en vanuit de drang om een indringend

theaterbeeld te scheppen door de samenwerking van de

architectuur en de menselijke beweging.‟

De stem van de bewoner

Architecten Like Bijlsma en Eileen Schreurs van het

Rotterdamse bureau SUB Office bekijken „de locatie‟ vanuit

een heel ander uitgangspunt. Voor hen is de locatie een

ruimtelijk gegeven, de definitie van „vandaag‟, waarbij

rekening moet worden gehouden met het dagelijks leven: de

belangrijkste voorwaarde voor hun werk. Niet alleen de

locatie dicteert, maar – veel belangrijker nog – de bewoner.

Met hem en zijn beleving moet de architect rekening houden,

betogen zij. De kiosk die zij bouwden in de Rotterdamse

wijk het Nieuwe Westen is hier een goed voorbeeld van. De

wijk bestaat uit verschillende soorten publieke ruimte, zowel

representatief als informeel. Hoe verbind je die plekken met

elkaar? Van de bewoners begrepen Bijlsma en Schreurs dat

zij graag een kiosk wilden waar ze konden samenkomen. De

kiosk kwam uiteindelijk in een park te staan: een formele,

representatieve locatie die door de komst van de kiosk op een

informele manier werd gebruikt. Door de kiosk op te bouwen

uit elementen die overal in de negentiendeeeuwse

wijk terug te vinden zijn, werd op een nieuwe manier een

verbinding gelegd tussen deze kleine locatie en de rest van

de wijk. En dat is belangrijk, vinden Bijlsma en Schreurs.

“ Het gaat om de vraag op welke

schaal je denkt over de locatie

waarmee je werkt! ”

- Bijlsma en Schreurs

Page 3: Locatietheater: De locatie dicteert

De locatie dicteert –

Expertmeeting over locatietheater

2 www.ergensenoveral.nl

Een nieuwe kijk op het publieke domein

Deze vraag houdt ook beeldend kunstenaar Kamiel

Verschuren bezig. Hij is een multidisciplinair kunstenaar, die

veel gebruikmaakt van de openbare ruimte en het publieke

domein. „Ik accepteer de vanzelfsprekendheid van een

kunstwerk niet zomaar en vind dat de kunst een eigen

context moet creëren waarin deze kan ontstaan.‟ Als

voorbeeld noemt hij zijn opdracht voor de buitenruimte van

de gevangenis in Breda. „Vroeger stond de gevangenis in het

buitengebied van Breda, nu is hij helemaal opgenomen in de

stad. Om de vraag naar - het maatschappelijk bepaald -

onderscheid wat mogelijk goed of slecht zou zijn, op scherp

te stellen heb ik de openbare ruimte rondom de gevangenis

doorgetrokken onder de muren van het gebouw door.‟ Dit

resulteerde in een alledaags straten-plan binnen de muren

van de gevangenis, met stoepen, asfalt en zelfs een bushalte.

In de bushalte hangt een kaart die precies aangeeft op welke

locatie je je in het onderwerp bevindt en hoe het samenhangt

met de buitenruimte. Het is een kunstproject dat zich kan

blijven ontwikkelen, onder invloed van ontwikkelingen in de

maatschappij of de politiek. Het is dan ook per definitie niet

gemaakt om de gevangenen perse te plezieren (die ook geen

enkele inspraak hebben gehad in de totstandkoming) of als

prestigeproject voor de gemeente, maar bestaat „voor en door

zichzelf‟.

“ Wij komen met grote vrachtwagens

een dorp binnen en roepen naar de

mensen: “Hallo, we maken even

een voorstelling in uw voortuin! Dat

vindt u zeker wel goed hè?”

- Floris van Delft - PeerGrouP

Samenspraak met bewoners

Installatiekunstenaar Lucas Lenglet maakt juist beelden in de

openbare ruimte als inhoudelijke reactie op de problematiek

van de directe omgeving. Hij vertelt over de ontwikkeling

van zijn bouwwerk Columbarium, dat hij zowel bouwde in

het Poolse Zamošć als in het Duitse Potsdam. De armoede en

het alcoholgebruik in het Poolse plaatsje, waar hij een

kunstwerk mocht maken voor de tentoonstelling Ideal city,

invisible cities, maakte een dusdanige indruk op hem dat hij

zich begon af te vragen wat de noodzaak was om hier kunst

te maken terwijl er zo‟n behoefte aan meer basale dingen

was. „Dat riep allemaal vragen op, want in de eerste plaats

wil ik me niet laten beïnvloeden door het publiek en punt

twee: de communicatie met kunstleken begint toch bij het

esthetische‟ aldus Lenglet. Het is een vraag die steeds weer

terugkomt als het om kunst in de openbare ruimte gaat. De

toren kwam op een binnenplaats van een wooncomplex te

staan en hoewel Lenglet had besloten de bewoners van

tevoren in te lichten, is dit uiteindelijk niet gedaan.

Het gevolg: grote woede in de gemeenschap toen de zes

meter hoge bakstenen toren voor hun ramen verrees.

Theaterregisseur Floris van Delft, die onder andere werkt

voor locatietheatergroep PeerGrouP, herkent dat. „Wij

komen met grote vrachtwagens een dorp binnen en roepen

naar de mensen: “Hallo, we maken even een voorstelling in

uw voortuin! Dat vindt u zeker wel goed hè?” Negen van de

tien keer vinden mensen dat natuurlijk helemaal niet goed,

het is een grote inbreuk op hun persoonlijke leefsfeer. Als we

de bewoners echter bij het ontwikkelingsproces betrekken,

gaat het vaak juist ontzettend goed en is iedereen

enthousiast.‟

Dat ontdekte Lucas Lenglet ook toen hij uiteindelijk wel

contact ging leggen met de omwonenden. Dat wekte onder

hen zoveel enthousiasme dat er uiteindelijk werd geruzied

over wie Columbarium mocht gaan onderhouden.

Verschuren trekt het nog breder: „Ik vind dat je als

kunstenaar altijd bereikbaar moet zijn voor reacties van

bewoners of het publiek en je daarvoor ook moet

openstellen. Ook al maakt dat je kwetsbaar. Het kunstwerk

begint pas echt te „werken‟ nadat de werkzaamheden om het

daar te krijgen klaar zijn. Bovendien moet je je goed

afvragen wie je publiek is: bij inspraak vertegenwoordigen

mondige bewoners vaak alleen zichzelf en niet alle

afwezigen.‟

De vraag wordt opgeworpen of bewoners eerder in verzet

komen bij permanente kunstwerken of gebouwen dan bij

tijdelijke theatervoorstellingen of bouwwerken in de

openbare ruimte. Het is alle aanwezige kunstenaars in elk

geval opgevallen dat de regelgeving rondom locaties de

laatste jaren een stuk strenger is geworden en dat er een grote

angst bestaat voor de vraag wie de schuld krijgt als er iets

mis gaat. Volgens Kamiel Verschuren gaat deze discussie

eigenlijk meer over de vraag hoe het werk er komt, hoe het

wordt ingebracht in een bestaande situatie. Floris van Delft

nuanceert dat: „Ik moet natuurlijk mijn eigen voorstelling

kunnen maken, maar ik kan niet uit het oog verliezen dat ik

afhankelijk ben van de locatie en de mensen die er wonen.‟

Voor architecten Bijlsma en Schreurs geldt dit ook, maar op

een andere manier: „Mensen vragen ons zelden ergens om,

maar we signaleren wel veel onderhuidse behoeftes, zoals in

het geval van de kiosk. Het is onze taak die behoeftes in

kaart te brengen en daar iets mee te doen.‟

Verplaatsbaar of niet?

Naast de vraag welke rol omwonenden bekleden, doet zich

ook een andere belangrijke vraag voor bij kunst op locatie: is

dit werk onlosmakelijk verbonden aan deze locatie, of

is de locatie inwisselbaar? „Ik denk altijd het eerste‟, zegt

Lucas Lenglet, „maar ik kom daar vaak op terug. Ik verdiep

Page 4: Locatietheater: De locatie dicteert

De locatie dicteert –

Expertmeeting over locatietheater

3 www.ergensenoveral.nl

me altijd enorm in de locatie, maar als het werk er eenmaal

staat, zie ik vaak dat het toch wel verplaatsbaar is.‟

Dat gebeurde ook bij Columbarium – in Potsdam werd een

nieuwe versie van de toren gebouwd. Omdat de locatie

veranderde, werden echter ook de functie en de betekenis

van het werk totaal anders dan in Zamošć. De toren staat nog

altijd in Potsdam en is aan de stad geschonken. De locatie

van het Columbarium was inwisselbaar, maar desondanks is

het werk nu onlosmakelijk verbonden met de plek in

Potsdam.

Verwarring creëren

Maze de Boer is scenograaf en maakt tijdelijke en

permanente werken in de openbare ruimte die een beroep

doen op de ervaring van het publiek. „Het publiek moet het

bijna altijd afmaken.‟ De Boer gaat voor zijn werk altijd uit

van de historie en de context van de locatie en

tentoonstelling en doet hiervoor uitvoerig (historisch)

onderzoek. Maar: „De locatie vormt uiteindelijk altijd het

uitgangspunt, daardoor wordt mijn werk gevormd.‟ Zo

plaatste De Boer eens een hele rij touringcars voor de deur

van de Rijksacademie, tijdens een open dag die besloten was.

De kunstwereld raakte in verwarring: waren er zomaar

duizenden mensen binnen, terwijl dat nog helemaal niet kon?

Foto: Jochem Jurgens

Eenzelfde verwarring creëerde De Boer bij de bezoekers van

het fake metrostation dat hij neerzette onder het POST CS-

gebouw in Amsterdam, het tijdelijke Stedelijke Museum.

Mensen stonden soms minutenlang te wachten op een metro

die nooit kwam. Op het moment dat zij doorkregen dat het

niet om een werkelijk metrostation ging, veranderde hun

functie als het ware: ze werden onderdeel van het kunstwerk:

bijna een vorm van theater. Toch zou De Boer zijn werk

geen theater willen noemen: „In het theater wordt vaak

gebruik gemaakt van één perspectief, namelijk dat van de

toeschouwer. In mijn werk wordt er op veel meer gebieden

een appèl gedaan op het publiek.‟ Kamiel Verschuren ziet

nog een ander verschil tussen beeldende kunst en theater op

locatie. „Bij beeldende kunst is het soms niet duidelijk waar

de ervaring begint of eindigt, dit in tegenstelling tot theater.

De kunst die ik maak, gaat uiteindelijk deel uitmaken van de

werkelijkheid, terwijl het in het theater ophoudt als het doek

valt.‟ Lucas Lenglet is echter van mening dat zowel een

object als een performance of theaterstuk onderdeel kan

worden van het stedelijk weefsel. In alle gevallen wordt de

bezoeker geconfronteerd met iets waarom hij niet heeft

gevraagd en wat hij niet

verwachtte. Geldt dat ook voor de architectuur? „Wij hebben

te maken met echt gebruik van onze gebouwen, dat is

wezenlijk anders,‟ zeggen Like Bijlsma en Eileen Schreurs

van SUB Office. „Maar de kiosk waarover we het zojuist

hadden, heeft wel een enorme invloed op de ruimte, en

daarmee dus ook op de werkelijkheid.‟

Geen eindproduct zonder voortraject

De laatste presentatie komt van theaterregisseur Floris van

Delft. Hij werkt onder andere voor PeerGrouP, een

locatietheatergroep uit Veenhuizen die zich bedient van een

gevarieerd programma van visueel en fysiek theater, meestal

op locaties op het platteland. De groep geeft ook lezingen en

voordrachten, en kookt: eten is een heel belangrijk onderdeel

van de projecten van PeerGrouP. Elke plek kan een geschikte

locatie zijn. De groep reist ernaartoe en ter plekke wordt een

verhaal gevonden. Het gaat, in tegenstelling tot het werk van

de andere sprekers, voor PeerGrouP vooral om dit proces

voorafgaand aan de performance: hoe ontdek je hét verhaal

van deze locatie en hoe creëer je een band met de bewoners?

„We zoeken naar de beste manier om naar een verhaal te

graven en proberen ook dit voortraject vorm te geven. Dat is

een onlosmakelijk onderdeel van het gehele project,‟ aldus

Van Delft. Hij vertelt over het Drentse dorpje Amen, waar al

jaren geen bakker meer was. Door brood te gaan bakken

voor de lokale bevolking kweekte PeerGrouP een stevige

band met de bewoners en een goede sfeer om verhalen los te

peuteren voor een voorstelling. Bijkomend voordeel: op deze

manier werf je ook je publiek, hoewel dat niet de

belangrijkste motivatie is. Het gaat om de dialoog. Is deze

aanpak voorbehouden aan het platteland, of kan het ook in de

stad? Met andere woorden: is ook voor de PeerGrouP de

locatie inwisselbaar? Van Delft vraagt het zich af. „In de stad

is je proces anders, denk ik. Bij ons dicteert de locatie het

proces. De boeren van Amen gingen ons bijvoorbeeld helpen

toen ze zagen hoe goed wij alles technisch voor elkaar

hadden, uit respect. Ik weet niet of je dit soort respect ook

kunt afdwingen in een stedelijke omgeving.‟ Hoewel

misschien niet elke locatie geschikt is voor alle kunst-

uitingen, de vraag in hoeverre je bewonersparticipatie moet

toestaan niet eenduidig te beantwoorden blijkt en de

gespreksdeelnemers ook geen consensus hebben bereikt over

de vraag of de locatie inwisselbaar is, zijn ze het uiteindelijk

over één ding allemaal eens: locatie en kunstwerk kun je niet

los van elkaar zien; ze zijn onlosmakelijk met elkaar

verbonden.

Page 5: Locatietheater: De locatie dicteert

Locatietheater

De locatie dicteert –

Expertmeeting over locatietheater

4 www.ergensenoveral.nl

Colofon

Deze uitgave hoort bij de tentoonstelling Ergens & Overal van

Theater Instituut Nederland

Redactie

MoreTXT - Neeltje Huirne

Met dank aan

Vrede van Utrecht

Ontwerp en opmaak

Theater Instituut Nederland

Lava Graphic Design

WWW.TIN.NL

Sarphatistraat 53

1018 EW Amsterdam

Nederland

Postadres

Theater Instituut Nederland

Postbus 10783

1001 ET Amsterdam

Nederland

T 020 551 33 00

F 020 551 33 03

E [email protected]