LOB projectplan 1.3 - maken.wikiwijs.nl · Op dit moment volgen leerlingen in klas 1 en 2 de vakken...

63
LOB in de steigers Versie: 1.2 Bestandsnaam: LOB projectplan Datum opgesteld: 24-3-2016 Naam opdrachtgever Contactgegevens Jan Schoeren Voor akkoord: Datum: 29-3-2016 Naam projectleider Contactgegevens Thijs de Corte Projectcode

Transcript of LOB projectplan 1.3 - maken.wikiwijs.nl · Op dit moment volgen leerlingen in klas 1 en 2 de vakken...

LOB in de steigers Versie: 1.2 Bestandsnaam: LOB projectplan

Datum opgesteld: 24-3-2016 Naam opdrachtgever Contactgegevens

Jan Schoeren Voor akkoord: Datum: 29-3-2016

Naam projectleider Contactgegevens

Thijs de Corte

Projectcode

InhoudsopgaveVraagstellingenachtergrond..........................................................................................................3Aanleidingvoordestartvanhetproject.........................................................................................3Visieendoelstelling.........................................................................................................................4Opteleverenresultaat/resultaten..................................................................................................5Afbakening......................................................................................................................................5ProgrammavanEisen.....................................................................................................................6Risicoanalyse.................................................................................................................................11Randvoorwaardenvoordeuitvoeringvanhetproject..................................................................12Faseringenplanningvantussenresultaten...................................................................................13Projectbeheersing..........................................................................................................................14Tijd.................................................................................................................................................14Kwaliteit........................................................................................................................................14Organisatie....................................................................................................................................14Geld...............................................................................................................................................15Informatie......................................................................................................................................16Gedetailleerdeactiviteitenplanning..............................................................................................17Bijlage1Loopbaancompetentiesenkerntaken............................................................................18Bijlage2VariantenpraktijknabijLOBindeleerwegenvanhetvmbo...........................................19Bijlage3mogelijketaakverdelingenbinnenLOBproces...............................................................24Bijlage4VoorbeeldLOB-kalender.................................................................................................25Bijlage5ChecklisthuidigeLOBactiviteiten...................................................................................28Bijlage6VerdiepingvandecategoriseringLOBactiviteiten.........................................................31Bijlage7Leerroutesmetlessuggestiesenideeënvooropdrachten..............................................33Bijlage8Kadersvoordebegeleidingsactiviteiten.........................................................................35Bijlage9ReflectiemodelLOBgebaseerdopSpiraalmodelvanKorthagen....................................37Bijlage10ChecklistinvullingLOBalsvak......................................................................................44Bijlage11Knelpunten,succesfactorenenaanbevelingenvanuitpraktijk.....................................54BegrippenlijstLOBvanuitSLO.......................................................................................................58

Vraagstelling en achtergrond Het Ministerie van Onderwijs heeft vastgesteld dat binnen het voortgezet onderwijs elke vmbo moet beschikken over een doorlopende leerlijn betreffende loopbaan oriëntatie begeleiding (LOB). Daarnaast moet dit door elke leerling worden vastgelegd in een loopbaandossier. In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de ‘loopbaancompetenties’: kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken (Kuijpers, 2012). In het loopbaandossier wordt beschreven bij een aantal uitgevoerde activiteiten: de beoogde doelen, de resultaten, de evaluatie en een conclusie en welke vervolgactiviteiten zijn gepland op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies. Op dit moment volgen leerlingen in klas 1 en 2 de vakken Praktische Sector Oriëntatie (PSO) en Praktisch werken (PW). Bij PSO wordt een eigen ontwikkelde lessencyclus gebruikt om leerlingen bewust voor een profiel binnen onze school te kiezen. De opdrachtenbundel die bij PSO hoort, is de verslaglegging voor de onderbouwing van de profielkeuze. Bij PW gaat de leerling in klas 1 elke profiel verkennen. In klas 2 gaan ze zich verdiepen in twee profielen, waarna ze rond maart/april hun definitieve keuze bekend moeten maken. Ouders worden voornamelijk op de hoogte gebracht door informatieavonden. In klas 3 en 4 werken leren de leerlingen de verschillende aspecten van het profiel kennen binnen de praktische uren o.a. door het lopen van twee stages van twee weken. Leerlingen kiezen eind klas 4 voor een vervolgopleiding. Hiervoor kunnen ze in gesprek gaan met hun mentor. Mentoren hebben hiervoor geen opleiding gehad. Van deze gesprekken volgt geen verslaglegging. De mentor en leerling vullen halverwege klas 4 een digitaal doorstroomportfolio in zodat de vervolgopleiding op de hoogte is van de belangrijkste kenmerken van de leerling. Indien een mentor een leerling niet genoeg kan ondersteunen in de keuze van een vervolgopleiding, dan kan de leerling worden aangemeld voor gesprekken met een doorstroomcoach. Op het Commanderij College worden verschillende activiteiten georganiseerd, maar deze voldoen samen nog niet aan nieuwe wettelijke eisen van een LOB programma. Aanleiding voor de start van het project Vanaf schooljaar 2016-2017 is verplicht om een LOB programma te verzorgen dat aan bovenstaande wettelijke eisen voldoet. In 2009 heeft de VO-raad geconcludeerd dat er een algemene consensus was over het gegeven dat LOB onvoldoende tot zijn recht komt op scholen, dat de loopbaan van leerlingen te weinig centraal staat en dat het belang van goede LOB op toekomstige (studie)loopbanen van de leerlingen onvoldoende erkend was. Het implementatietraject heeft vertraging opgelopen doordat de hiermee gepaard gaande vernieuwing van de beroepsgerichte vakken op het Commanderij College vertraging heeft opgelopen. Daarom is gekozen om een projectleider aan te wijzen speciaal voor de implementatie van het LOB programma.

Visie en doelstelling Leerlingen moeten worden voorbereid op een steeds veranderende maatschappelijke werkelijkheid. Onderwijs binnen het Commanderij College is gericht op het stimuleren van de talenten van leerlingen. Dit gebeurt door vakinhoudelijke kennis, toekomstgerichte vaardigheden en lob vaardigheden samen te laten komen binnen een waarborgingskader van het sociaal emotioneel welzijn van de leerling. Figuur 1 Doel van LOB is leerlingen in staat stellen (kennis, inzichten, vaardigheden, attituden) om zelfstandig een keuzeproces te doorlopen dat leidt tot verantwoorde keuzes tijdens en na de schoolloopbaan. Het Commanderij College is wettelijk verplicht dit mogelijk maken door tijd, organisatie en begeleiding. Het Commanderij College moet er op toezien dat leerlingen informatie hebben ingewonnen over vervolgopleidingen. Daarnaast moet het Commanderij College er voor zorgdragen dat leerlingen zijn nagegaan in hoeverre zij capaciteiten en interesses op het gebied van studiehouding en vaardigheden bezitten voor vervolgopleidingen en beroepskeuzes (zie bijlage 1). Dit moeten door de leerlingen worden vastgelegd in een loopbaandossier. In dit loopbaandossier moeten de leerlingen beschrijven bij een aantal activiteiten wat hun beoogde doelen zijn, de resultaten, de evaluatie en conclusie, welke vervolgactiviteiten zijn gepland op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies. Kuiijpers (2006) stelt dat binnen een goede leerbaangerichte leeromgeving aan drie voorwaarden moet worden voldaan:

o Een praktijknabije, krachtige leeromgeving. Dit is een leeromgeving waarbij het leren gestuurd wordt door echte praktijkproblemen met een echte opdrachtgever/probleemeigenaar o Een dialogische” leeromgeving (dialoog met zichzelf en met anderen) De gedachten en gevoelens van de deelnemer over ervaringen en keuzes in zijn studie staan centraal in de gesprekken. Het vertrouwen tussen deelnemer en de studiecoach is daarbij vanzelfsprekend van groot belang o Een “vraaggerichte” leeromgeving De deelnemer krijgt medezeggenschap in zijn leerproces doordat hem keuzemogelijkheden geboden worden.

Binnen dit proces zijn drie partijen continue bezig om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen:

• Kind • Ouder(s) • School

Figuur 2 Alle partijen zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen om tot een prestatie te komen. Deze wederzijdse verantwoordelijkheid moet worden gewaarborgd binnen het LOB proces. Dit komt binnen dit plan naar voren in het programma van eisen. Het Commanderij College heeft ervoor gekozen om LOB in klas 1 en 2 als vak weg te zetten in de lessentabel. In klas 3 en 4 zal het een geïntegreerd zijn in het sectorale beroepsgerichte programma (zie bijlage 2). Op te leveren resultaat/resultaten Het projectresultaat voor einde schooljaar 2015-2106:

• Procesplan betreffende LOB activiteiten 2016-2017 • Opzet eerste versie activiteitenkalender voor leerjaren 1 t/m 4 2016-2017 • Opzet voor de leeromgeving waarbinnen LOB lessen zullen plaatsvinden in 2016-

2017 • Keuze voor een lesmethode loopbaan oriëntatie begeleiding startend in 2016-2017 • Invoering loopbaandossier voor alle leerjaren in 2016-2017 • Scholingstraject voor mentoren tot loopbaancoach startend in 2016-2017

Afbakening

Deze projectgroep gaat niet zich niet richten op de activiteiten inzake loopbaan oriëntatiebegeleiding voor het lopende schooljaar 2015-2016. Deze projectgroep stelt kaders waarop LOB in 2016-2017 kan voortbouwen. Eventuele taken die hieruit voortvloeien kunnen door leden van de projectgroep als accenttaak op zich worden genomen. Acquisitie voor taken binnen en buiten de organisatie behoort ook tot de mogelijkheid. Daarnaast houdt de projectgroep zich niet bezig met het invullen van het praktisch werk. Hiervan ligt de verantwoordelijkheid bij de betreffende vakgroepen. Zij worden hierbij aangestuurd door Marcel Schevers.

Programma van Eisen Bij de invoering van een procesplan moet rekening worden gehouden met: • Eenduidige verspreiding van informatie via 1 centraal punt à Thijs de Corte? • Per stap in het proces wordt beschreven:

o Wie alle betrokkenen zijn in de voorbereiding, uitvoering, evaluatie en bijstelling (leerling, ouders, mentor, decaan, lob coördinator, vakdocent, teamleiders, directeur onderwijs, bureau bedrijfsvoering, oop, externen etc.)

o Wat de taken en verantwoordelijkheden zijn. Een mogelijke verdeling staat in bijlage 3.

o Wanneer vinden de voorbereidingen, activiteiten, evaluatie en bijstelling plaats

o Hoe worden de voorbereidingen, activiteiten en evaluatie uitgevoerd • Er moet een nieuwe decaan worden aangesteld. Henriette Harks heeft hiervoor een

profielschets. Acquisitie binnen en buiten de organisatie is mogelijk. • Keuze van LOB binnen lessentabel voor basis, kader en mavo. Zie bijlage 1. • Invulling LOB proces circulaire spinnenweb • Afstemming met het havo/vwo moet plaatsvinden à Vivian Fernandez-Buch en Frans

Quaedvlieg • Het procesplan wordt weggezet en bijgesteld binnen het achtbaan model:

Figuur 3 Bij de opzet van een activiteitenkalender moet rekening worden gehouden met:

• Ten eerste wordt er een inventarisatie en evaluatie gemaakt van huidige activiteiten. § Maatschappelijke stage § Reguliere stages § Praktisch werken à Gemert en Laarbeek? § Beroepenmarkt § Excursies naar MBO’s § VSV traject § Voorlichtingsavonden

Zie bijlage 4 voor een voorbeeld LOB-kalender en een LOB programma. Een checklist voor de huidige LOB activiteiten is terug te vinden in bijlage 5

• Activiteitenkalender geeft een duidelijk en continue proces weer voor leerjaar 1 t/m 4.

• In de activiteitenkalender zijn ook de keuzemomenten opgenomen per leerjaar per niveau.

• In de activiteitenkalender zijn ook andere belangrijke momenten voor de leerling opgenomen.

• De activiteiten zijn erop gericht om leerlingen praktijknabije ervaringen op te doen. De leerling krijgt zoveel mogelijk levensechte taken, binnen en buiten school, en komt veelvuldig in contact met beroepsbeoefenaars en met docenten en studenten in vervolgopleidingen.

• De activiteiten zijn georganiseerd vanuit het belang voor de leerling en onder te verdelen in vier fasen: introductie, oriëntatie, verkenning en verdieping. Hierbij is van belang dat de ontwikkeling van loopbaancompetenties wordt gestimuleerd in een leeromgeving die praktijknabije en vraaggestuurd is en waarin reflectie plaatsvindt op de opgedane ervaringen door met leerlingen in dialoog te hebben over die ervaringen.

Fasen in het LOB proces

Leeractiviteiten Loopbaan-vragen

Ervaringen Reflectie-partners

Dialoog/ reflectie

Om welke fase in de loopbaan- oriëntatie gaat het?

Welke leeractiviteiten worden ingezet?

Op welke loopbaanvragen wordt de nadruk gelegd?

Welke inzichten levert de leeractiviteit op

Wie helpen de leerling bij het opdoen van ervaringen en/of voeren van een dialoog

Hoe komt de interne en/of externe dialoog tot stand

• Introductie Leerjaar 1

• Oriëntatie Leerjaar 2

• Verkennende Leerjaar 3

• Verdiepende Leerjaar 4

Tabel 1 Voor een verdere uitdieping zie bijlage 6. Enkele uitgewerkte voorbeeld van vmbo’s zijn te vinden op http://www.slo.nl/downloads/2010/mbo-opleidingsbeelden-ontwikkelen.pdf/

• De activiteiten moeten zowel het beroepsbeeld als opleidingsbeeld voor de leerlingen duidelijk maken. Een leerling moet dus weten dat een beroep bij hem past en dat de opleiding die daarop voorbereidt ook past. De activiteiten binnen LOB kunnen dus worden ingedeeld in drie gebieden, zoals uitgebeeld in onderstaand figuur. Voorbeelden van opdrachten om het beroeps- en opleidingsbeeld te ontwikkelen zijn opgenomen in bijlage 7

Figuur 4

2. Ontwikkelen van opleidingsbeelden In dit hoofdstuk gaan we in op de relatie tussen opleidingsbeelden en beroepsbeelden. In paragraaf twee komen vanuit een meer theoretisch perspectief de uitgangspunten voor goede LOB-programma's aan de orde en we sluiten af met enkele opmerkingen over de noodzakelijke samenwerking tussen vmbo-scholen en roc's. 2.1 Relatie opleidingsbeelden en beroepsbeelden Leerlingen ontwikkelen opleidingsbeelden en beroepsbeelden door het verwerven van informatie, het opdoen van ervaringen en het betekenis geven aan die informatie en ervaringen. Beroepsbeelden zijn binnen het vmbo belangrijk voor het kiezen van een vervolgopleiding. Op een open dag van een roc wordt bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan het toekomstige beroep. Als de leerling kiest voor een beroep dan komt daar min of meer automatisch de keus voor de opleiding uit voort. Met het beroepsbeeld (1) wordt ook een deel van het opleidingsbeeld (2) duidelijk, want het beroep vormt immers een belangrijk deel van de inhoud van de opleiding. Deze overlap is terug te zien in de hier afgebeelde cirkels.

Beroeps- Opleidings- beeld beeld

1 2 3

Het lijkt erop alsof de verdere vorming van het opleidingsbeeld in LOB-trajecten minder expliciete aandacht krijgt. LOB-activiteiten zijn over het algemeen vooral gericht op de ontwikkeling van een beroepsbeeld en minder expliciet op het opleidingsbeeld. Als een leerling eenmaal weet welk beroep hij/zij wil gaan doen, zijn vaak afstand, denominatie en wat bekenden over die opleiding of dat roc zeggen, doorslaggevende factoren voor de opleiding. Toch is het van belang om ook na te gaan of een deelnemer voldoende opleidingsbeeld ontwikkeld heeft voor het maken van een gedegen keus voor een opleiding. Een groot aantal van de uitvallers en switchers haakt af, omdat de opleiding zélf niet aanspreekt of anders is dan de deelnemer had verwacht. Dus ook al weet een leerling dat een beroep bij hem/haar past, ook de opleiding moet passen. Om dit te kunnen bepalen is allerlei informatie en ervaring nodig die niet direct samenhangt met het beroepsbeeld. Beroepsopleidingen en vmbo-instellingen moeten zich realiseren dat ze niet alleen begeleiden bij de ontwikkeling van een beroepsbeeld. Het gaat ook om het ontwikkelen van meer opleidingsbeeld (3). Een leerling moet dus weten dat een beroep bij hem past en dat de opleiding die daarop voorbereidt ook past. Het beroepsbeeld en het opleidingsbeeld vallen dan met elkaar samen zoals de beelden van een verrekijker: de toekomst wordt als het ware dichterbij gehaald.

~ 7

• Bij het creëren van een goed beroepsbeeld en opleidingsbeeld staan vijf

loopbaancompetenties centraal:

Tabel 2

• Bij de invulling en uitvoering van de activiteiten moet het eigen maken van actieve houding door alle betrokkenen centraal staan. Bij de activiteiten is het belangrijk dat ouders, leerling en school in gesprek zijn.

• Reflecteren binnen het LOB proces is van cruciaal belang. Reflecteren wordt zowel doel als middel. Leerlingen leren het door te doen. Hiervoor moet aandacht zijn binnen de activiteiten. In bijlage 8 staan voorbeelden van reflecterende activiteiten binnen vier verschillende fases: introductie, oriëntatie, verkenning en verdieping. In bijlage 9 staat een voorbeeld van een reflectiemethode..

• Leerling krijgt de mogelijkheid om zichzelf in een breed persoonlijk perspectief te plaatsen waarbij de leerling keuzemogelijkheden krijgt geboden

• Plaatsbepaling binnen pto/pta moet worden bepaald • Periodieke gesprekken met leerlingen en ouders moeten mogelijk worden maken. • Per activiteit moeten de afspraken uitgeschreven worden betreffende het circulaire

spinnenweb (Van den Akker, 2003): Figuur 5 In bijlage 10 is een checklist gemaakt voor de draden waarbij ze zijn gekoppeld aan de uitgangspunten voor LOB.

~ 7

2. Doelen van een eigentijds LOB In dit hoofdstuk worden de doelen van LOB beschreven zoals die de laatste jaren steeds gangbaarder zijn geworden in het vmbo. De doelstellingen zijn ontleend aan diverse recente onderzoeken naar loopbaangerichte leeromgevingen (Meijers, Kuijpers & Bakker, 2006; Kuijpers, Meijers & Bakker, 2006; Meijers, Kuijpers & Winters, 2010). De huidige maatschappij wordt gekenmerkt door een grote dynamiek, waarbij werknemers vaak wisselen van baan, functies snel veranderen of verdwijnen en er geheel nieuwe functies bij komen. Van werknemers wordt gevraagd mee te bewegen met de dynamiek op de arbeidsmarkt en - wanneer noodzakelijk - zich bij te scholen of zelfs om te scholen. Daarnaast wordt van werknemers gevraagd betaald werk, zorgtaken, vrijwilligerswerk, studie en de invulling van vrije tijd te combineren. De vele keuzemogelijkheden op al deze terreinen gaan gepaard met vaak even zovele dilemma's. Om met deze dilemma's om te kunnen gaan is niet alleen een bepaalde persoonlijke kennis vereist. Daar hoort ook bij: een onderzoekende houding, het bepalen van de ambities, het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes. De uitdaging waar scholen voor staan is leerlingen via een samenhangend en doorlopend programma LOB die competenties aan te leren waardoor zij leren te onderzoeken, leren keuzes te maken en leren sturing te geven aan hun loopbaan. Daarmee is het doel van een programma voor LOB gedefinieerd, namelijk het ontwikkelen van loopbaancompetenties (zie tabel 1). Loopbaancompetenties zijn competenties die de leerling gedurende zijn hele loopbaan, dus ook na school in zijn of haar arbeidzame leven, kan gebruiken en nodig heeft om tot gefundeerde keuzes te komen. In deze visie staat niet de (eenmalige) geïnformeerde keuze maar het keuzeproces, het leren kiezen centraal. Tabel 1 Loopbaancompetenties en hun betekenis Loopbaancompetenties Betekenis Capaciteitenreflectie

De leerling leert zichzelf kennen, onderzoekt wat zijn capaciteiten zijn en krijgt zicht op zijn eigen wensen en (on)mogelijkheden.

Motievenreflectie

De leerling onderzoekt wat zijn interesses en motieven zijn en ontdekt wat hij1 belangrijk vindt in het leven.

Werkexploratie:

De leerling onderzoekt wat voor beroeps- en opleidingsmogelijkheden er zijn en ontdekt wat hem wel en niet interesseert en waarom.

Loopbaansturing De leerling ontdekt wat hij (nog) nodig heeft aan kennis, houding en vaardigheden om zijn doelen te realiseren en oefent daarop invloed uit; hij maakt keuzes en verantwoord keuzes.

Netwerken De leerling ontdekt dat anderen van betekenis kunnen zijn voor zijn toekomst: hij legt contacten en onderhoud contacten.

1 Waar hij genoemd wordt, bedoelen wij ook zij.

Bij de keuze voor een lesmethode LOB moet rekening worden gehouden met:

• Aansluiting met visie op LOB binnen Commanderij College: stimuleren van talent • Aansluiting met de methoden van de praktijkvakken in de bovenbouw • Gebruik makend van een praktijknabije leeromgeving • Reflecteren binnen het LOB proces is van cruciaal belang. Reflecteren wordt zowel

doel als middel. Leerlingen leren het door te doen. Hiervoor moet aandacht zijn binnen de lesmethode.

• Aansluiting bij de behoefte van het onderwijsniveau: basis/kader versus mavo • Verwerking van vaardigheden in de methode zoals bijvoorbeeld de 21th century

skills en werkvaardigheden • Het gestelde financiële kader • Nieuwe digitale leeromgeving/laptop per leerling

o Schooljaar 2016-2017 in klas 3 basis en kader o Schooljaar 2017-2018 in klas 1, 2, 3 en 4 alle niveaus

• Ervaringen van anderen scholen moeten worden meegenomen. Er zullen andere scholen moeten worden bezocht.

• Een checklist voor de beoordeling LOB methodes is opgenomen in bijlage 11. • Bij de lesmethode moet ook een invulling worden gegeven aan de leeromgeving met

behulp van het circulaire spinnenwebmodel

Figuur 6 Bij de invoering van het digitaal loopbaandossier moet rekening gehouden worden met:

• Koppeling aan magister en advies/afstemming met ELO werkgroep: o Single sign on accepteren is voldoende

• Koppeling aan doorstroomportfolio naar het MBO • Toegankelijkheid voor alle betrokkenen:

o Leerling o ouder o mentor

• Duidelijke afspraken over de inhoud o ervaringen centraal of competenties? o Plusdocumenten

• Leerling is eigenaar en hoofdverantwoordelijke voor de inhoud van het loopbaandossier. Uit het dossier moet blijken dat de leerling loopbaancompetent is.

• Wettelijke eis1 dat leerlingen activiteiten met beoogde doelen, resultaten, de evaluatie en welke vervolgactiviteiten zijn gepland bijhouden. Hierbinnen moet de loopbaanontwikkeling van de leerling tot uitdrukking worden gebracht t.a.v.

1 Navragen bij Monique Verheijen of deze eisen nog zijn veranderend

kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken (Kuijpers, 2012). Dit kan worden verwerkt in twee kerntaken (zie bijlage 1):

o Kerntaak 1 Leerling benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken

o Kerntaak 2 Leerling stuurt de eigen loopbaan

Het is de bedoeling dat leerlingen nadenken over zichzelf en zicht oriënteren op arbeid, vervolgonderwijs en een beroep.

• Alle betrokkenen zullen de benodigde scholing/voorlichting krijgen betreffende de invoering en invulling van het digitaal loopbaandossier.

• Loopbaandossier moet een gefundeerde basis kunnen vormen voor de gesprekken tussen mentor, leerling en ouders.

• Afstemming met het havo/vwo.

Bij het scholingstraject voor mentoren moet rekening worden gehouden met:

• Aansluiting met visie op LOB binnen Commanderij College: stimuleer talent. Hierin moet ook een keuze worden gemaakt t.a.v. het onderwijzend personeel.

o De mentor is verantwoordelijke per klas per leerjaar o Een loopbaancoach is verantwoordelijk voor vaste groep:

§ Bijvoorbeeld 10 leerlingen worden in klas 1 en 2 door dezelfde docent begeleid en in klas 3 en 4 door dezelfde docent

§ Bijvoorbeeld 10 leerlingen worden in klas 1 t/m 4 door dezelfde docent begeleid

o Koppeling aan visie “stimuleer talent” • Aansluiting met gekozen lesmethode • Verschil in ondersteuningsbehoefte voor mentoren/loopbaancoach

o Differentiatie is bijvoorbeeld mogelijk m.b.t. instroomniveau op het gebied van vakkennis, vaardigheden en attitude (zie ook bijlage 9)

o Koppelen aan visie “stimuleer talent”. o Prioritering voor klas 1, 2 en 3 voor schooljaar 2016-2017

• Teamleiders hebben ongeveer €13000 gereserveerd in het boekjaar 2016 voor het LOB scholingstraject. De projectgroep LOB mag deze gelden inzetten voor het realiseren van het scholingstraject in 2016.

• Ervaringen van andere scholen moeten worden meegenomen. Er zullen andere scholen moeten worden bezocht.

Figuur 7

Risicoanalyse Risico Maatregel Verantwoordelijk Te weinig tijd om samen naar leveranciers te zoeken en deze te bekijken

Naar mogelijkheden kijken in het rooster en binnen de studiedagen.

Thijs

Te veel leveranciers gaan bekijken

22 april (meivakantie) is mijlpaal waarop mogelijke leveranciers bekend zijn.

Loopbaandossier: Carlijn Lesmethode: Anita Scholing: Thijs

Niet de goede leveranciers bekijken

Navragen bij andere scholen bijv. Varendonck College

Thijs

Verdeeldheid binnen projectgroep

Bevoegdheden bepalen inzake informeren, meedenken en beslissen

Thijs

Uitblijven van een goedkeuring door directie

Thijs en Peter

Verkeerde of onvolledige informatie richting projectgroep

Checken Concreet blijven in wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe

Iedereen

Afstemming met meerdere partijen intern en extern

Bevoegdheden bepalen inzake informeren, meedenken en beslissen

Thijs

Geen actieve bijdragen van collega’s, leerlingen en ouders

Binnen het invoeren en uitvoeren van nieuwe activiteiten input meenemen door vragenlijsten, info avonden, gesprekslunches

Ralph

Onduidelijke of onvolledige communicatie vanuit projectgroep naar anderen betrokkenen

Communicatiestrategie bepalen

Thijs en Peter

Tabel 3 In bijlage 11 staat een opsomming knelpunten, succesfactoren en aanbevelingen m.b.t. het keuzeproces die is samengesteld vanuit interviews met vier decanen.

Randvoorwaarden voor de uitvoering van het project Benoem de afspraken waaronder projectteam en opdrachtgever samenwerken. Het gaat hier om:

• Opdrachtgever bepaalt financieel kader, binnen dit kader heeft het projectteam de bevoegdheid om te beslissingen te nemen in het bovengenoemde programma van eisen.

• Projectteam bepaalt welke leveranciers worden bekeken. Opdrachtgever kan wel suggesties doen. Er zullen meerdere leveranciers bekeken worden. Mogelijke partijen zijn:

o Dedecaan.net o Qompas o Dubbelklik o Tumult o Blik op talent o Loymans en de Rooy o www.talenteon.nl o opleidingenberoep.nl o SLO voor gesprekstechnieken

Via wikiwijs.nl kunnen methoden worden vergeleken. • Projectteam bepaalt vooraf hoeveel tijd er wordt besteed aan het project. Dit wordt

meegenomen in de normjaartaak van 2015-2016. Aanpassingen achteraf zijn mogelijk. De inschatting is gemaakt op 3 uur en 6 uur per week tot en met het einde van het schooljaar.

Persoon Aantal uren Carlijn van Gaal 50 Ralph v/d Putten 50 Thijs de Corte 150

Tabel 4

• Projectteam krijgt de tijd om samen leveranciers te bekijken. Dit kan plaatsvinden onder teamvergaderingen, studiedagen en incidenteel onder lestijd. Leden van het projectteam worden hiervoor uitgeroosterd. Thijs de Corte geeft dit aan bij teamleiders en sluit dit zelf direct kort met Erik Kanters.

• 17 Juni moeten de leveranciers bekend zijn van het loopbaandossier, de lesmethode en scholing voor het schooljaar 2016-2017.

• 17 Juni moet de eerste opzet activiteitenkalender 2016-2017 bekend zijn. • 15 Juli moet het procesplan LOB voor 2016-2017 zijn goedgekeurd door directie

Fasering en planning van tussenresultaten Fase (Tussen)resultaten/

producten Startdatum Einddatum Datum

akkoord opdracht-gever

1. Initiatieffase Inlezen in project 15-2-2016 26-2-2016 2. Definitiefase Vaststellen projectvoorstel 29-2-2016 7-3-2016 3. Ontwerpfase Samenstellen projectteam en

taakverdeling 9-3-2016 23-3-2016

4. Voorbereidingsfase • De “ist” en “soll” situatie in kaart gebracht t.a.v. de processen en leeromgeving

• Mogelijke leveranciers geselecteerd voor het loopbaandossier, lesmethode en scholing personeel.

23-3-2016 22-4-2016

5. Realisatiefase • Keuze voor leveranciers van loopbaandossier, lesmethode en scholing personeel

• Aanstellen decaan

9-5-2016 10-6-2016

6. Implementatie/ nazorg/evaluatie

• Verandertraject beschreven om van “ist” naar “soll” te komen t.a.v. de processen en leeromgeving

• Docenten informeren betreffende keuzes en verandertrajecten

• Eerste scholing voor goede start nieuw schooljaar.

• Doorstartplan voor 2016-2017

13-6-2016 8-7-2016

Tabel 5

Projectbeheersing Tijd

• 2 wekelijkse update naar opdrachtgever op nader overeen te komen moment • Duidelijke fasering en planning (tussen)resultaten op basis van goedgekeurd

projectplan Kwaliteit

• Kwaliteit wordt beheerst doordat het projectteam uit meerdere leden bestaan die ieder vanuit hun ervaringen en expertise input geven in de beoordeling van de kwaliteit

• 2 wekelijkse update naar opdrachtgever op nader overeen te komen moment. • Intervisie met betrokkenen binnen en buiten school door bijvoorbeeld

schoolbezoeken • Beoordelingslijsten bij het evalueren van de verschillende leveranciers • Bestudering van relevante informatie vanuit SLO

Organisatie Organisatie betekent welke deskundigheid heb je nodig om het project uit te voeren met de beschreven kwaliteit en hoeveel capaciteit (werkuren) is er nodig om de gestelde deadlines te halen? Wie gaat wat doen? Wie Functie Verantwoordelijkheid Bevoegdheid Jan Schoeren opdrachtgever -tijdige

communicatie met projectleider - tijdig akkoord op tussenresultaten

-afkeuren van tussenresultaten -stellen financieel kader

Thijs de Corte projectleider -tijdige oplevering tussenresultaten -beheren versies projectplan -ontwikkeling en invoering projectplan volgens achtbaan model -opstellen beoordelingslijsten scholing personeel - contact onderhouden met kartrekkersoverleg vernieuwing vmbo -afstemming met havo/vwo en pro -Afspraken maken voor veldonderzoek binnen Orion.

-inzetten teamleden voor presentaties leveranciers, vergaderingen en visitaties aan anderen scholen -uitnodigen leveranciers - keuzeproces voor scholingstraject

Carlijn van Gaal LOB Laarbeek -waarborging comptabiliteit en

- keuzeproces voor loopbaandossier

afstemming met Laarbeek -Leiden keuzetraject loopbaandossier

Ralph v/d Putten Decaan -opzet activiteitenkalender 2016-2017 -input realiseren van collega’s, ouders en leerlingen door infomomenten, werklunches, online vragenlijsten

- keuzeproces voor activiteiten op kalender

Anita van Bussel Projectleider VSV -Leiden keuzetraject lesmethode

- keuzeproces voor lesmethode

Henriette Harks Personeelszaken Lid beoordeling scholing personeel

-opstellen beoordelingslijsten scholing personeel -beoordelen mogelijke leveranciers van scholing. -maken profielschetsen t.a.v. LOB -contact onderhouden met andere orion scholen

- profielschetsen - uitzetten vacature

Peter Francken Teamleider Mavo Gemert

-Informeren teamleiders in locatiebreed overleg - contact met magister werkgroep -beoordelen mogelijke leveranciers van scholing

Tabel 6 Geld

• LOB lesmethode mag €30 per leerling per jaar kosten • Loopbaandossier mag €5 per leerling per jaar kosten • Vergoeding voor een lob coördinator is 100 uur per jaar • Vergoeding voor een decaan is ?? uur per jaar • Voor scholing LOB is door de teamleiders €13000 gereserveerd binnen de begroting

van 2016. Hiervoor moeten stelposten worden bepaald in overleg met Elise Swinkels

Informatie Thijs de Corte communiceert met Jan Schoeren over de invulling van het projectplan en de realisatie van de (tussen)resultaten. Deze communicatie zal plaatsvinden via de mail en binnen een tweewekelijks overleg. Tijdstip is nader te bepalen. Teamleden communiceren via de mail. Hiervoor wordt een mailgroep aangemaakt binnen office365. Thijs de Corte zal vergaderingen uitschrijven. Dit kunnen vergaderingen zijn met het gehele projectteam of met een gedeelte al naar gelang gewenst en mogelijk. Informatie opvragen bij leveranciers mag door elk betrokken teamlid worden gedaan. Een afspraak voor een demonstratie zal verlopen via Thijs de Corte. Zodoende kan gekeken worden naar de beschikbaarheid van mensen en het clusteren van meerdere leveranciers. Het projectplan wordt aangepast door Thijs de Corte. Dit wordt in samenspraak met opdrachtgever en teamleden gedaan.

Gedetailleerde activiteitenplanning

Figuur 8

Bijlage 1 Loopbaancompetenties en kerntaken

Bijlage 2 Varianten praktijknabij LOB in de leerwegen van het vmbo

~ 21

O-variant

'Traditionele' LOB Variant 1 LOB via project(en)

Variant 2 LOB als apart 'vak'

Variant 3 (bb/kb/gl) LOB geïntegreerd in het sectorale, intrasectorale, of intersectorale beroepsgerichte programma (voor tl als 7e vak)

Variant 4 (tl) LOB vanuit de vakken

Kenmerken programma

Een klassikale keuzebegeleiding aan de hand van een methode, vragenlijsten en testen, aangevuld met incidentele voorlichtingsactiviteiten. In de tl wordt dikwijls in het derde jaar een bezoek aan het nabijgelegen ROC gebracht.

Beperkt aantal incidentele beroepsoriënterende activiteiten rond bijvoorbeeld één of meerdere sectoren; al of niet gekoppeld aan het sectorwerkstuk.

Een samenhangend keuzeprogramma van opdrachten en activiteiten met een bepaalde ordening (bijvoorbeeld arbeidsgebieden, activiteitengebieden, beroepsgerichte programma's) gericht op het ontwikkelen van beroeps- en opleidingsbeelden.

Leerlingen krijgen LOB in het kader van een bestaand beroepsgericht programma. Waar nodig/mogelijk kunnen leerlingen ter oriëntatie, keuzes maken voor programma-inhouden van andere beroepsgerichte programma's.

Een samenhangend programma voor praktijknabije LOB, vooral ingevuld door een deel van de sectorverplichte vakken en aangevuld met extra LOB -activiteiten. Onderdelen van het programma worden vastgelegd in het PTA.

Rol van de leerling

Alle leerlingen doorlopen hetzelfde programma.

Alle leerlingen doorlopen hetzelfde programma.

De leerling houdt vorderingen bij in een loopbaandossier en kan keuzes beargumenteren. Hij kiest onder begeleiding.

De leerling houdt vorderingen bij in een loopbaandossier en kan keuzes beargumenteren. Hij kiest onder begeleiding.

Alle leerlingen doorlopen hetzelfde programma, omdat onderdelen van het examenprogramma in het LOB-programma verwerkt zijn.

~ 22

O-variant

'Traditionele' LOB Variant 1 LOB via project(en)

Variant 2 LOB als apart 'vak'

Variant 3 (bb/kb/gl) LOB geïntegreerd in het sectorale, intrasectorale, of intersectorale beroepsgerichte programma (voor tl als 7e vak)

Variant 4 (tl) LOB vanuit de vakken

Rol van de (overige) vakken

Niet van toepassing. Algemene vaardigheden, bij de vakken aangeleerd, worden toegepast.

Daar waar mogelijk worden inhoudelijke verbanden met de vakken gelegd.

Overige vakken leveren via opdrachten (in methodes) een bijdrage aan de oriëntatie op alle sectoren.

Sectorverplichte vakken zijn leidend daar waar mogelijk leveren ook ander vakken een inhoudelijke bijdrage.

Rol van docent, mentor

De mentor voert in samenwerking met de decaan programmaonderdelen uit die het keuzeproces ondersteunen.

Een (wisselend) projectteam is verantwoordelijk voor de inhoud van de projecten en de begeleiding.

De mentor is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma en de begeleiding. Hij/zij heeft oog voor ervaringen die de leerling in andere vakken heeft opgedaan.

De docent van het beroepsgerichte programma, tevens mentor, is verantwoordelijk voor de LOB-activiteiten en de -begeleiding. Hij/zij heeft oog voor ervaringen die de leerling in andere vakken heeft opgedaan.

De docenten van de sectorverplichte vakken zijn als team verantwoordelijk voor het programma en de begeleiding.

Reflectie De decaan ziet de leerling incidenteel en heeft een adviserende rol.

De mentor reflecteert met leerlingen op het project.

Reflectie is een belangrijk onderdeel. De mentor kent de leerling en gaat met de leerling op zoek naar wat hij nodig heeft. "Wat heb je nodig?"

De docent van het beroepsgerichte programma begeleidt de leerling intensief en voert met hem de dialoog aan de hand van het loopbaandossier.

De begeleidende docent reflecteert met de leerling op de ervaringen en de resultaten.

~ 23

Implicaties voor de organisatie O-variant

'Traditionele' LOB Variant 1 LOB via project(en)

Variant 2 LOB als apart 'vak'

Variant 3 (bb/kb/gl) LOB geïntegreerd in het sectorale-, intrasectorale, of intersectorale beroepsgerichte programma (voor tl als 7e vak)

Variant 4 (tl) LOB vanuit de vakken

Implicaties voor het programma

De aanschaf van een methode.

Ontwikkelen van diverse beroepsoriënterende projecten.

Ontwikkelen van een breed programma met volop keuzemogelijkheden voor leerlingen.

Gebruik maken van mogelijkheden in de globaal beschreven examenprogramma's.

Ontwikkelen van een programma in relatie tot de examenprogramma's van de sectorverplichte vakken. Kansen benutten in de geglobaliseerde examenprogramma's.

Implicaties voor de overige vakken/docenten

Niet van toepassing. Docenten van de betrokken vakken integreren algemene kennis en vaardigheden, daarbij kan ook gedacht worden aan onderhoudsvaardigheden rekenen en taal.

Docenten overige vakken zijn zich bewust van LOB-aspecten in hun onderwijs en voegen eventueel LOB-opdrachten toe. Zij dragen bij aan de reflectie van de leerling.

Docenten overige vakken zijn zich bewust van LOB-aspecten in hun onderwijs en voegen eventueel LOB-opdrachten toe. Zij dragen bij aan de reflectie van de leerling.

Overige vakken integreren daar waar mogelijk.

Implicaties voor de begeleidende docent (mentor, (loopbaan)coach)

De mentor voert uit. De decaan ondersteunt.

Een (wisselend) projectteam is verantwoordelijk voor de inhoud en de uitvoering van projecten. De mentor maakt deel uit van het projectteam.

Stevige begeleidende rol voor de mentor. De mentor is op hoofdlijnen bekend met beroepsoriënterende inhouden bij de overige vakken. Hij/zij heeft kennis van maatschappelijke

Eén docent, de docent van het beroepsgerichte programma, tevens mentor is verantwoordelijk voor de LOB-activiteiten en de -begeleiding. Hij/zij is op hoofdlijnen bekend met beroepsoriënterende

De docenten van de sectorverplichte vakken zijn als team verantwoordelijk voor de inhoud van het programma en de begeleiding. Leerlingen kiezen hun coach.

~ 24

ontwikkelingen, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en kennis van mbo-opleidingen.

inhouden bij de overige vakken. Hij/zij heeft kennis van maatschappelijke ontwikkelingen, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en kennis van mbo-opleidingen.

Implicaties voor decaan

De decaan begeleidt het keuzeproces.

De decaan heeft een adviserende rol.

De decaan ontwikkelt het programma in samenwerking met de mentoren. Ondersteunt bij maatwerktrajecten. Bewaakt de kwaliteit van het uitgevoerde programma. Deelt met de docenten kennis over opleidingen en beroepen.

De decaan ontwikkelt het programma in samenwerking met de docenten van de beroepsgerichte programma's. Ondersteunt bij maatwerktrajecten. Bewaakt de kwaliteit van het uitgevoerde programma. Deelt met de docenten kennis over opleidingen en beroepen.

De decaan ontwikkelt in samenwerking met de begeleidende docenten, onder wie docenten van de sectorverplichte vakken, het programma. Bewaakt de kwaliteit van het uitgevoerde programma. Deelt met de docenten kennis over opleidingen en beroepen.

Implicaties voor reflectie

Niet van toepassing. Mentor reserveert tijd voor reflectie in zijn les.

Reflectie of POP-gesprekken structureel faciliteren in het rooster.

Reflectie of POP-gesprekken structureel integreren in het beroepsgerichte programma.

Reflectie structureel faciliteren in het rooster.

Implicaties voor leertijd

Tijdens mentoruren. Geconcentreerd in een beperkt aantal dagen, weken of periodes van een x-aantal weken.

Structureel, ca. 2 uur per week en flexibel in verband met (individuele) buitenschoolse activiteiten.

LOB structureel geïntegreerd in het beroepsgerichte programma. Aanbod van keuzemodules als een band geprogrammeerd in het rooster.

Structureel, een lesdag per week. De sectorverplichte vakken staan uren af omdat in het LOB-programma de relatie is gelegd met de vakken.

Bro

n: w

ww

.slo

.nl

1/

3

Varia

nten

van

pro

gram

ma'

s pr

aktij

knab

ije L

OB

voo

r tl e

n gl

M

ate

van

sam

enha

ng

Gee

n sa

men

hang

van

vak

ken

Wel

sam

enha

ng v

an v

akke

n, in

tegr

atie

van

vak

ken

Varia

nten

LO

B v

ia h

et p

rogr

amm

a te

chno

logi

e

Doo

r SLO

in s

amen

wer

king

met

sch

olen

en

ande

re o

ntw

ikke

lpar

tner

s on

twik

keld

van

af 2

002.

LOB

als

op

zich

zelf

staa

nd p

rogr

amm

a D

oor D

e W

erkp

laat

s K

inde

rgem

eens

chap

Bilt

hove

n on

twik

keld

van

af 2

003.

LOB

vor

mge

geve

n va

nuit

de s

ecto

rver

plic

hte

vakk

en

met

inte

grat

ie v

an N

eder

land

s Is

doo

r SLO

ont

wik

keld

in s

amen

wer

king

met

Sc

holin

gsbo

ulev

ard

Ensc

hede

, 200

8.

LOB

vor

mge

geve

n va

nuit

de s

ecto

rver

plic

hte

vakk

en m

et

inte

grat

ie v

an a

vo-v

akke

n Is

doo

r SLO

in s

amen

wer

king

met

resp

ectie

velijk

OS

G

Sch

oono

ord

te Z

eist

en

Cor

laer

Col

lege

Nijk

erk

ontw

ikke

ld e

n ui

tgev

oerd

, 201

1.

Dit

prog

ram

ma

kan

ook

in d

e TL

aan

gebo

den

wor

den,

met

de

vrijh

eid

om (s

choo

leig

en)

exam

enee

nhed

en to

e te

voe

gen,

pas

send

bij

de

regi

onal

e of

loka

le a

rbei

dsm

arkt

.

Visi

e P

rogr

amm

a is

leer

stof

- en

leer

lingg

eric

ht e

n ric

ht

zich

op

bred

e or

iënt

atie

en

(uitg

este

lde)

se

ctor

keuz

e aa

n he

t ein

d va

n le

erja

ar 3

doo

r m

idde

l van

een

bij

het m

bo a

ansl

uite

nde

dida

ktie

k.

Het

pro

gram

ma

is le

erlin

gger

icht

; het

nee

mt e

rvar

inge

n en

keu

zes

van

leer

linge

n al

s ui

tgan

gspu

nt.

Het

pro

gram

ma

is le

erst

of- e

n le

erlin

gger

icht

en

richt

zic

h op

ee

n br

ede

bero

eps-

en

ople

idin

gsor

iënt

atie

. H

et p

rogr

amm

a is

leer

stof

- en

leer

lingg

eric

ht e

n ric

ht z

ich

voor

al o

p be

roep

sorië

ntat

ie.

Type

ring

Leer

linge

n or

iënt

eren

zic

h br

eed

in d

e se

ctor

en

tech

niek

, zor

g &

wel

zijn

en

econ

omie

. Le

erlin

gen

ontw

ikke

len

zow

el b

eroe

ps- e

n op

leid

ings

beel

den,

als

alg

emen

e va

ardi

ghed

en z

oals

pl

anne

n en

org

anis

eren

, keu

zes

mak

en, s

amen

wer

ken

en p

rese

nter

en.

Leer

linge

n on

twik

kele

n zo

wel

ber

oeps

- en

ople

idin

gsbe

elde

n al

s ke

nnis

en

vaar

digh

eden

van

sec

torv

erpl

icht

e va

kken

en

van

Ned

erla

nds.

H

et p

rogr

amm

a is

ont

wik

keld

voo

r lee

rjaar

3.

Leer

linge

n on

twik

kele

n zo

wel

ber

oeps

- en

ople

idin

gsbe

elde

n al

s ke

nnis

en

vaar

digh

eden

van

sec

torv

erpl

icht

e- e

n av

o-va

kken

. V

oor l

eerja

ar 4

ont

wik

kele

n de

sch

olen

een

pro

gram

ma

geric

ht

op o

plei

ding

sbee

lden

. Le

erdo

elen

Le

erlin

gen

krijg

en z

icht

op

drie

sec

tore

n (te

chni

ek,

zorg

en

wel

zijn

en

econ

omie

): ze

kun

nen

op h

et

eind

van

het

der

de le

erja

ar b

inne

n he

t pro

gram

ma

tech

nolo

gie

voor

één

van

de

drie

sec

tore

n ki

ezen

. Le

erlin

gen

lere

n IC

T-va

ardi

ghed

en e

n al

gem

ene

vaar

digh

eden

aan

.

Leer

linge

n ku

nnen

in d

ecem

ber v

an h

et 3

e le

erja

ar e

en

eers

te, e

n in

mei

van

het

zelfd

e le

erja

ar e

en d

efin

itiev

e va

kken

pakk

etke

uze

mak

en e

n in

janu

ari v

an h

et v

ierd

e le

erja

ar e

en v

ervo

lgop

leid

ing

kiez

en.

Leer

linge

n on

twik

kele

n ee

n be

eld

van

de d

rie s

ecto

ren

en

kunn

en a

an h

et e

ind

van

klas

3 e

en b

ewus

te s

ecto

r- en

va

kken

pakk

etke

uze

mak

en. H

et u

itein

delijk

doe

l is

dat

leer

linge

n ee

n op

leid

ings

keuz

e ku

nnen

mak

en d

ie b

ij he

n pa

st.

Leer

linge

n re

alis

eren

ein

dter

men

van

de

betro

kken

(s

ecto

rver

plic

hte)

vak

ken

en o

ntw

ikke

len

een

zoda

nig

beel

d va

n de

vie

r sec

tore

n, d

at z

ij ee

n be

wus

te k

euze

voo

r een

ve

rvol

gopl

eidi

ng k

unne

n m

aken

.

Leer

inho

ud

Exam

enee

nhed

en:

x 3e le

erja

ar: a

lgem

een

deel

, ger

icht

op

orië

ntat

ie o

p de

drie

sec

tore

n.

x 4e le

erja

ar: s

ecto

rspe

cifie

k de

el (d

iffer

entia

tie

naar

eig

en k

euze

).

Via

bez

oeke

n aa

n R

OC

's, e

en s

tage

wee

k in

een

bed

rijf

of in

stel

ling

naar

keu

ze e

n, m

et b

ehul

p va

n he

t se

ctor

wer

kstu

k, o

riënt

eren

leer

linge

n zi

ch o

p se

ctor

en,

bero

epen

en

ople

idin

gen.

Via

real

istis

che

opdr

acht

en w

aarin

een

ber

oeps

cont

ext

cent

raal

sta

at, o

riënt

eren

leer

linge

n zi

ch z

owel

bin

nen-

als

bu

iten

scho

ol o

p be

roep

en e

n op

leid

inge

n.

Ein

dter

men

van

vak

prog

ram

ma'

s zi

jn h

et le

iden

d pr

inci

pe in

re

alis

tisch

e op

drac

hten

waa

r ste

eds

één

bero

ep c

entra

al s

taat

.

Leer

activ

iteite

n Le

erlin

gen

voer

en m

et b

ehul

p va

n ee

n w

ebsi

te

indi

vidu

ele

en g

roep

sopd

rach

ten

uit.

Waa

r m

ogel

ijk z

ijn d

e op

drac

hten

geo

rgan

isee

rd

rond

om e

en d

enkb

eeld

ig b

edrij

f (b

edrij

fssi

mul

atie

s), z

oals

dom

otic

a in

de

zorg

, ee

n su

perm

arkt

, een

fiet

senm

aker

. Het

is d

e be

doel

ing

dat d

e le

erlin

gen

de in

form

atie

zov

eel

mog

elijk

bui

ten

de s

choo

l, in

bed

rijve

n of

m

aats

chap

pelij

ke in

stel

linge

n zo

eken

(doo

r mid

del

van

gesp

rekk

en, o

bser

vatie

s en

ond

erzo

eken

op

de w

erkp

lek)

.

Ged

uren

de p

erio

des

van

telk

ens

één

wee

k tij

dens

het

de

rde

leer

jaar

en

verv

olge

ns in

het

eer

ste

deel

van

het

vi

erde

leer

jaar

, voe

ren

de le

erlin

gen

de v

olge

nde

activ

iteite

n ui

t: x

Opd

rach

ten

geric

ht o

p ve

rhel

derin

g va

n he

t zel

fbee

ld.

x W

erk-

en

obse

rvat

ieop

drac

hten

in v

ersc

hille

nde

sect

oren

van

een

RO

C e

n ge

spre

kken

met

stu

dent

en

en d

ocen

ten

ter p

lekk

e.

x E

en w

eek

stag

e in

een

bed

rijf o

f ins

telli

ng v

an d

e se

ctor

waa

rnaa

r de

bela

ngst

ellin

g ui

tgaa

t. x

Doe

- en

mee

loop

dage

n op

een

RO

C.

x V

oorb

erei

ding

en

pres

enta

tie v

an h

et s

ecto

rwer

kstu

k in

het

ver

leng

de v

an d

e st

age

en/o

f de

sect

or

waa

rnaa

r de

bela

ngst

ellin

g ui

tgaa

t. x

Volg

en v

an le

ssen

in d

e ha

vo e

n vo

eren

van

ge

spre

kken

met

hav

o 4-

leer

linge

n (v

oor l

eerli

ngen

m

et e

en h

avo-

advi

es).

Leer

linge

n or

iënt

eren

zic

h op

/via

: x

Ber

oepe

n bi

nnen

de

sect

or e

n in

terv

iew

en e

en

bero

epsb

eoef

enaa

r. x

Sec

tors

peci

fieke

ber

oeps

activ

iteite

n.

x Be

drijv

en in

de

nabi

jhei

d va

n de

sch

ool b

inne

n de

sec

tor.

x M

bo-o

plei

ding

en in

rela

tie to

t de

sect

or.

x E

en re

alis

tisch

e op

drac

ht m

et e

en v

oor d

e se

ctor

ke

nmer

kend

ber

oep

en k

enm

erke

nde

bero

epsa

ctiv

iteit.

Le

erlin

gen

refle

cter

en o

p di

vers

e m

anie

ren

en g

aan

na o

f de

sect

or b

ij he

n pa

st.

x Le

erlin

gen

verw

erve

n va

nuit

een

voor

de

sect

or ty

pere

nd

bero

ep e

n ee

n ke

nmer

kend

e be

roep

sact

ivite

it, k

enni

s en

va

ardi

ghed

en v

an v

ersc

hille

nden

vak

ken

in s

amen

hang

. x

Leer

linge

n re

flect

eren

op

hun

erva

ring

met

and

eren

en

gaan

na

of d

e se

ctor

bij

hen

past

.

Bro

n: w

ww

.slo

.nl

2/

3

Varia

nten

van

pro

gram

ma'

s pr

aktij

knab

ije L

OB

voo

r tl e

n gl

M

ate

van

sam

enha

ng

Gee

n sa

men

hang

van

vak

ken

Wel

sam

enha

ng v

an v

akke

n, in

tegr

atie

van

vak

ken

Varia

nten

LO

B v

ia h

et p

rogr

amm

a te

chno

logi

e

Doo

r SLO

in s

amen

wer

king

met

sch

olen

en

ande

re o

ntw

ikke

lpar

tner

s on

twik

keld

van

af 2

002.

LOB

als

op

zich

zelf

staa

nd p

rogr

amm

a D

oor D

e W

erkp

laat

s K

inde

rgem

eens

chap

Bilt

hove

n on

twik

keld

van

af 2

003.

LOB

vor

mge

geve

n va

nuit

de s

ecto

rver

plic

hte

vakk

en

met

inte

grat

ie v

an N

eder

land

s Is

doo

r SLO

ont

wik

keld

in s

amen

wer

king

met

Sc

holin

gsbo

ulev

ard

Ensc

hede

, 200

8.

LOB

vor

mge

geve

n va

nuit

de s

ecto

rver

plic

hte

vakk

en m

et

inte

grat

ie v

an a

vo-v

akke

n Is

doo

r SLO

in s

amen

wer

king

met

resp

ectie

velijk

OS

G

Sch

oono

ord

te Z

eist

en

Cor

laer

Col

lege

Nijk

erk

ontw

ikke

ld e

n ui

tgev

oerd

, 201

1.

Dit

prog

ram

ma

kan

ook

in d

e TL

aan

gebo

den

wor

den,

met

de

vrijh

eid

om (s

choo

leig

en)

exam

enee

nhed

en to

e te

voe

gen,

pas

send

bij

de

regi

onal

e of

loka

le a

rbei

dsm

arkt

.

Doc

ente

nrol

len

Eén

doc

ent v

oert

het p

rogr

amm

a ui

t. D

e m

ento

ren

van

de d

erde

en

vier

de k

lass

en z

ijn a

ls

team

ver

antw

oord

elijk

voo

r de

ontw

ikke

ling

en u

itvoe

ring

van

het p

rogr

amm

a. E

lke

men

tor v

oert

twee

kee

r per

jaar

ee

n P

OP

-ges

prek

met

een

leer

ling.

Daa

rbij

is o

ok e

en

oude

r aan

wez

ig is

.

Doc

ente

n va

n de

bet

rokk

en v

akke

n be

gele

iden

de

leer

linge

n.

In d

e pr

aktij

k be

teke

nt d

it da

t doc

ente

n so

ms

ook

vera

ntw

oord

elijk

zijn

voo

r ond

erde

len

die

niet

tot h

un

desk

undi

ghei

dsge

bied

beh

oren

. Eén

van

de

betro

kken

do

cent

en is

teve

ns d

e m

ento

r van

de

leer

linge

n. H

ij he

eft d

e ta

ak o

p de

cru

cial

e ke

uzem

omen

ten

refle

ctie

gesp

rekk

en m

et

leer

linge

n te

voe

ren.

Doc

ente

n va

n de

bet

rokk

en v

akke

n be

gele

iden

de

leer

linge

n al

s te

am. I

n de

pra

ktijk

bet

eken

t dit

dat d

ocen

ten

som

s oo

k ve

rant

woo

rdel

ijk z

ijn v

oor o

nder

dele

n di

e ni

et to

t hun

de

skun

digh

eids

gebi

ed b

ehor

en. E

én v

an d

e be

trokk

en

doce

nten

is te

vens

men

tor v

an d

e le

erlin

gen.

Hij

heef

t de

taak

op

de

cruc

iale

keu

zem

omen

ten

refle

ctie

gesp

rekk

en m

et

leer

linge

n te

voe

ren.

B

ronn

en e

n m

ater

iale

n

Er k

an a

an d

e ha

nd v

an e

en d

igita

le m

etho

de

gew

erkt

wor

den.

Er i

s ee

n ke

uze

tuss

en tw

ee

uitg

ever

s en

twee

leve

ranc

iers

van

leer

mid

dele

n.

De

leer

mid

dele

n be

staa

n ui

t doo

r de

men

tore

n on

twik

keld

e op

drac

hten

en

mat

eria

len,

die

do

or d

e le

erlin

gen

zijn

te b

enad

eren

via

de

elek

troni

sche

le

erom

gevi

ng (m

et e

en li

nk n

aar D

ecaa

nnet

.nl).

De

leer

mid

dele

n vo

or le

erja

ar 3

, bes

taan

uit

door

SLO

en

de

scho

ol o

ntw

ikke

lde

mod

ulen

(lee

rling

mat

eria

al) v

oor d

e se

ctor

en te

chni

ek, e

cono

mie

en

zorg

en

wel

zijn

. Het

m

ater

iaal

bes

taat

uit

opdr

acht

en m

et w

erkb

lade

n.

Het

mat

eria

al v

oor l

eerja

ar 3

bes

taat

uit

door

SLO

en

de

scho

ol o

ntw

ikke

lde

inst

ruct

iebo

ekje

s vo

or le

erlin

gen

met

da

arin

de

cent

rale

opd

rach

t, w

erkb

lade

n te

n be

hoev

e va

n re

flect

ie, e

en n

auw

keur

ig u

itgew

erkt

e en

in o

pbre

ngst

en

omsc

hrev

en s

tudi

ewijz

er, e

en o

verz

icht

van

de

bela

ngrij

kste

va

ktak

en e

n be

oord

elin

gsw

ijze

en -c

riter

ia p

er ta

ak.

Gro

eper

ings

vorm

D

e le

erlin

gen

wer

ken

indi

vidu

eel e

n in

kle

ine

groe

pjes

. D

e le

erlin

gen

wer

ken

afha

nkel

ijk v

an h

et d

oel e

n de

aar

d va

n de

leer

activ

iteit

indi

vidu

eel o

f in

groe

pjes

van

twee

, dr

ie o

f vie

r.

De

leer

linge

n w

erke

n, a

fhan

kelijk

van

het

doe

l en

de a

ard

van

de le

sact

ivite

it, in

gro

epje

s va

n tw

ee o

f drie

. Ind

ivid

ueel

w

erk

kom

t ook

voo

r.

De

leer

linge

n w

erke

n, a

fhan

kelijk

van

het

doe

l en

de a

ard

van

de le

sact

ivite

it, in

gro

epje

s va

n tw

ee o

f drie

. Ind

ivid

ueel

wer

k ko

mt o

ok v

oor.

Leer

omge

ving

Le

erlin

gen

wer

ken

voor

al b

inne

nsch

ools

, ond

er

mee

r met

sim

ulat

ies

en o

p w

erkp

lekk

en.

Op

enke

le s

chol

en v

indt

een

dee

l van

de

activ

iteite

n pl

aats

bij

bedr

ijven

en/

of

maa

tsch

appe

lijke

inst

ellin

gen.

E

r zijn

adv

ieze

n vo

or lo

kaal

inric

htin

g en

inve

ntar

is

(voo

rbee

lden

hie

rvan

zijn

bes

chik

baar

via

de

web

site

).

De

less

en w

orde

n ui

tgev

oerd

op

een

leer

plei

n of

in

klas

loka

len.

De

leer

linge

n be

zoek

en R

OC

's, d

e O

nder

wijs

beur

s (w

aar m

bo-s

ecto

ren

zich

pre

sent

eren

) en

, in

het k

ader

van

hun

sta

ge, b

edrij

ven

en in

stel

linge

n.

De

less

en v

inde

n ov

erw

egen

d bi

nnen

de

scho

ol p

laat

s en

, in

dien

nod

ig, i

n va

klok

alen

. Ied

ere

mod

ule

voor

ziet

ook

in

activ

iteite

n bu

iten

de s

choo

l.

De

lesa

ctiv

iteite

n zi

jn v

oorn

amel

ijk b

inne

nsch

ools

en

zijn

nie

t af

hank

elijk

van

één

loka

al. S

oms

zijn

spe

cial

e vo

orzi

enin

gen

zoal

s co

mpu

ters

gew

enst

.

Leer

tijd

Zow

el h

et in

ters

ecto

raal

pro

gram

ma

in le

erja

ar 3

al

s he

t sec

tora

al p

rogr

amm

a in

leer

jaar

4 k

ent e

en

omva

ng v

an v

ier l

esur

en v

an 5

0 m

inut

en p

er

wee

k.

In d

e TL

gaa

t het

in p

rinci

pe o

m h

etze

lfde

aant

al

uren

. In

de p

rakt

ijk is

het

de

vraa

g of

sch

olen

dit

aant

al o

ok b

esch

ikba

ar s

telle

n.

De

leer

linge

n do

orlo

pen

dit p

rogr

amm

a in

het

der

de

leer

jaar

gro

tend

eels

tijd

ens

vier

pro

ject

wek

en.

In h

et v

ierd

e le

erja

ar b

este

den

de le

erlin

gen

gedu

rend

e on

geve

er v

ijftie

n w

eken

gem

idde

ld e

en u

ur p

er w

eek

aan

het L

OB

-pro

gram

ma,

naa

st h

et s

ecto

rwer

kstu

k.

Voo

r de

uitv

oerin

g va

n he

t LO

B-p

rogr

amm

a is

vijf

uur

per

w

eek

gere

serv

eerd

. Elk

e m

odul

e vr

aagt

gem

idde

ld ti

en

lesu

ren.

De

uren

voo

r LO

B w

orde

n in

dag

dele

n va

n dr

ie u

ur

gero

oste

rd. I

eder

e op

drac

ht k

ost c

irca

vijft

ien

uur i

n de

ui

tvoe

ring.

Bro

n: w

ww

.slo

.nl

3/

3

Varia

nten

van

pro

gram

ma'

s pr

aktij

knab

ije L

OB

voo

r tl e

n gl

M

ate

van

sam

enha

ng

Gee

n sa

men

hang

van

vak

ken

Wel

sam

enha

ng v

an v

akke

n, in

tegr

atie

van

vak

ken

Varia

nten

LO

B v

ia h

et p

rogr

amm

a te

chno

logi

e

Doo

r SLO

in s

amen

wer

king

met

sch

olen

en

ande

re o

ntw

ikke

lpar

tner

s on

twik

keld

van

af 2

002.

LOB

als

op

zich

zelf

staa

nd p

rogr

amm

a D

oor D

e W

erkp

laat

s Ki

nder

gem

eens

chap

Bilt

hove

n on

twik

keld

van

af 2

003.

LOB

vor

mge

geve

n va

nuit

de s

ecto

rver

plic

hte

vakk

en

met

inte

grat

ie v

an N

eder

land

s Is

doo

r SLO

ont

wik

keld

in s

amen

wer

king

met

Sc

holin

gsbo

ulev

ard

Ensc

hede

, 200

8.

LOB

vor

mge

geve

n va

nuit

de s

ecto

rver

plic

hte

vakk

en m

et

inte

grat

ie v

an a

vo-v

akke

n Is

doo

r SLO

in s

amen

wer

king

met

resp

ectie

velijk

OS

G

Scho

onoo

rd te

Zei

st e

n C

orla

er C

olle

ge N

ijker

k on

twik

keld

en

uitg

evoe

rd, 2

011.

D

it pr

ogra

mm

a ka

n oo

k in

de

TL a

ange

bode

n w

orde

n, m

et d

e vr

ijhei

d om

(sch

oole

igen

) ex

amen

eenh

eden

toe

te v

oege

n, p

asse

nd b

ij de

re

gion

ale

of lo

kale

arb

eids

mar

kt.

Toet

sing

To

etsi

ng v

indt

pla

ats

in h

et k

ader

van

het

pr

ogra

mm

a Te

chno

logi

e. D

it is

(van

af 2

010)

een

re

gulie

r exa

men

prog

ram

ma

met

een

sch

oold

eel

en e

en c

entra

al e

xam

en in

de

vorm

van

een

ce

ntra

al s

chrif

telijk

- en

prak

tisch

exa

men

(CS

PE

).

In d

e TL

kan

tech

nolo

gie

als

zeve

nde

vak

verm

eld

wor

den

op h

et d

iplo

ma.

Lee

rling

en k

unne

n da

n ge

woo

n m

eedo

en m

et h

et C

E.

Er i

s te

vens

een

land

elijk

cer

tific

aat v

oor

leer

linge

n di

e ni

et m

eedo

en a

an h

et C

SPE

tech

nolo

gie,

maa

r wel

het

SE

hebb

en

gevo

lgd/

afge

rond

.

Het

pro

gram

ma

is o

ntw

ikke

lings

geric

ht. L

eerli

ngen

m

aken

ver

slag

en v

an u

itgev

oerd

e ac

tivite

iten.

Dez

e vo

rmen

, sam

en m

et d

e vo

ortg

ang

in le

erre

sulta

ten,

de

inpu

t voo

r de

PO

P-ge

spre

kken

met

de

men

tor.

Het

se

ctor

wer

kstu

k m

oet d

aarn

aast

naa

r beh

oren

wor

den

afge

rond

.

De

men

tor b

eoor

deel

t en

besp

reek

t de

ontw

ikke

ling

van

leer

linge

n aa

n de

han

d va

n de

loop

baan

com

pete

ntie

s in

een

ge

spre

k sa

men

met

de

leer

ling.

De

deel

opdr

acht

en d

ie v

oor

Ned

erla

nds

in d

e m

odul

es z

ijn o

pgen

omen

, wor

den

beoo

rdee

ld d

oor d

e va

kdoc

ente

n en

telle

n m

ee v

oor d

at v

ak.

Leer

linge

n m

aken

div

erse

pro

duct

en, w

aarv

an d

e on

derd

elen

be

trekk

ing

hebb

en o

p ve

rsch

illen

de v

akke

n. D

eze

resu

ltate

n w

orde

n in

cijf

ers

op v

akni

veau

uitg

edru

kt. T

even

s br

enge

n le

erlin

gen

met

beh

ulp

van

een

com

pete

ntie

met

er h

un

ontw

ikke

ling

op h

et g

ebie

d va

n lo

opba

anco

mpe

tent

ies

in

beel

d. O

ver d

eze

ontw

ikke

ling

gaat

de

men

tor m

et d

e le

erlin

g in

ges

prek

.

Voor

dele

n x

Vast

ond

erde

el v

an h

et c

urric

ulum

. x

Kan

t-en-

klaa

r exa

men

prog

ram

ma

met

m

ogel

ijkhe

den

voor

sch

oole

igen

invu

lling

. x

Er i

s in

mid

dels

een

gro

ot a

anta

l (>1

00)

scho

len

en d

ocen

ten

dat e

rvar

ing

heef

t op

geda

an m

et h

et p

rogr

amm

a te

chno

logi

e op

vm

bo G

L (h

et a

anta

l sch

olen

voo

r TL

dat h

et

prog

ram

ma

in d

e bo

venb

ouw

aan

bied

t gr

oeit)

.

x LO

B is

een

vas

t ond

erde

el v

an h

et c

urric

ulum

, maa

r ko

st re

latie

f wei

nig

tijd.

x

Mee

rder

e do

cent

en z

ijn b

etro

kken

bij

de o

rgan

isat

ie

en u

itvoe

ring

van

het p

rogr

amm

a.

x Ke

nnis

en

erva

ring

kunn

en g

emak

kelij

k w

orde

n ge

deel

d.

x E

r is

een

dire

cte

rela

tie m

et h

et m

ento

raat

, dat

de

alge

hele

beg

elei

ding

van

de

leer

ling

ten

goed

e ko

mt.

x LO

B s

truct

uree

l in

het c

urric

ulum

. x

Mee

rder

e do

cent

en z

ijn b

etro

kken

bij

de o

rgan

isat

ie e

n vo

rmge

ving

van

het

pro

gram

ma.

x

Kenn

is e

n er

varin

g ku

nnen

wor

den

gede

eld.

x

Doc

ente

n w

orde

n ei

gena

ar v

an h

et p

rogr

amm

a.

x E

r is

een

dire

cte

rela

tie m

et h

et m

ento

raat

, dat

de

alge

hele

beg

elei

ding

van

de

leer

ling

ten

goed

e ko

mt.

x Le

erlin

gen

orië

nter

en z

ich

zow

el o

p be

roep

s- a

ls

ople

idin

gsbe

elde

n.

x LO

B st

ruct

uree

l geï

nteg

reer

d in

de

vakk

en.

x M

eerd

ere

doce

nten

zijn

bet

rokk

en b

ij de

org

anis

atie

en

vorm

gevi

ng v

an h

et p

rogr

amm

a.

x Ke

nnis

en

erva

ring

kunn

en w

orde

n ge

deel

d.

x D

ocen

ten

wor

den

eige

naar

van

het

pro

gram

ma.

x

Er i

s ee

n di

rect

e re

latie

met

het

men

tora

at d

at d

e al

gehe

le

bege

leid

ing

van

de le

erlin

g te

n go

ede

kom

t. x

Leer

linge

n or

iënt

eren

zic

h zo

wel

op

bero

eps-

als

op

leid

ings

beel

den.

N

adel

en

x O

orsp

ronk

elijk

nie

t als

LO

B-p

rogr

amm

a be

doel

d.

x Te

chno

logi

e is

een

aan

gele

genh

eid

van

slec

hts

één

doce

nt d

ie h

et p

rogr

amm

a ui

tvoe

rt.

x R

elat

ie m

et m

ento

raat

is n

iet h

elde

r. x

Orië

ntat

ie o

p se

ctor

Gro

en is

nie

t aan

wez

ig.

x R

efle

ctie

gesp

rekk

en o

ntbr

eken

. x

Ond

uide

lijk

is o

f lee

rling

en z

ich

orië

nter

en o

p op

leid

inge

n.

x Le

erlin

gen

kom

en w

eini

g in

aan

raki

ng m

et

bero

eps-

en

ople

idin

gspr

aktij

k.

x E

r lig

t een

voo

rbee

ldpr

ogra

mm

a, m

aar r

elat

ies

met

ve

rvol

gopl

eidi

ngen

en

bedr

ijven

zul

len

door

elk

e sc

hool

zel

f gel

egd

moe

ten

wor

den.

x D

e ke

uzev

rijhe

id v

oor l

eerli

ngen

is b

eper

kt.

x D

e le

uzev

rijhe

id v

oor l

eerli

ngen

is b

eper

kt.

x H

et p

rogr

amm

a is

ove

rweg

end

binn

ensc

hool

s ge

orië

ntee

rd.

Extr

a in

form

atie

ht

tp://

ww

w.p

latfo

rmte

chno

logi

e.nl

/ Sc

hool

portr

et

Voor

beel

dopd

rach

t zor

g &

wel

zijn

M

eer m

odul

es z

ijn b

esch

ikba

ar v

ia: s

ecre

taria

at v

mbo

-mbo

.

Voor

beel

dopd

rach

t gro

ene

sect

or

Voor

de

over

ige

sect

oren

zijn

ook

mod

ulen

ont

wik

keld

. D

eze

kunt

u o

pvra

gen

via:

jvan

hout

en@

corla

erco

llege

.nl.

Bijlage 3 mogelijke taakverdelingen binnen LOB proces

27

Pr

ogra

mm

a pr

aktij

knab

ije L

OB

voo

r bb

en k

b. W

at z

ijn d

e ta

ken?

Wat doet de LOB coördinator of decaan ? A

ctiv

iteite

n ge

richt

op:

leer

plan

ontw

ikke

ling

• co

ördi

natie

prof

essi

onal

iser

ing

• on

ders

teun

ing

De

LOB

coö

rdin

ator

of d

ecaa

n:

� on

twik

kelt

visi

e, s

telt

een

LOB-

bele

idsp

lan

op e

n zo

rgt v

oor d

raag

vlak

in d

e sc

hool

; �

kent

de

aans

luiti

ngsp

robl

emat

iek:

bas

ison

derw

ijs –

vm

bo e

n vm

bo –

mbo

;

� ev

alue

ert e

n ac

tual

isee

rt he

t LO

B-le

erpl

an m

et b

etro

kken

en (o

ntw

ikke

len

en b

ijste

llen)

; �

onde

rste

unt e

n in

stru

eert

doce

nten

/men

tore

n bi

j de

uitv

oerin

g va

n he

t LO

B-le

erpl

an;

� ov

erle

gt m

et d

irect

ie o

ver d

e in

houd

en

de v

oortg

ang

van

het L

OB-

leer

plan

; �

over

legt

met

dire

ctie

ove

r sch

olin

gspr

ogra

mm

a's

voor

col

lega

's;

� on

ders

teun

t lee

rling

en m

et o

plei

ding

svra

gen

en v

erw

ijst,

zo n

odig

, lee

rling

en d

oor n

aar e

xter

ne lo

opba

anad

vise

urs;

coör

dine

ert b

uite

nsch

ools

e ac

tivite

iten

zoal

s ex

curs

ies,

sta

ges

en b

ezoe

ken

aan

verv

olgo

plei

ding

en;

� co

ördi

neer

t de

war

me

over

drac

ht tu

ssen

men

tore

n en

ver

volg

ople

idin

gen;

anal

ysee

rt, e

valu

eert

en ra

ppor

teer

t de

door

stro

om v

an (o

ud) l

eerli

ngen

naa

r het

ver

volg

onde

rwijs

; �

onde

rhou

dt e

xter

ne c

onta

cten

; �

onde

rhou

dt d

e ei

gen

expe

rtise

; �

geef

t voo

rlich

ting

aan

leer

linge

n en

oud

ers.

K

orto

m: g

eeft

leid

ing

aan

de u

itvoe

ring

van

het L

OB-

prog

ram

ma

en is

ein

dver

antw

oord

elijk

.

Wat doet de LOB-docent/mentor/loopbaanbegeleider?

Act

ivite

iten

geric

ht o

p:

• ui

tvoe

ring

bege

leid

ing

• ev

alua

tie

De

doce

nt in

de

rol v

an m

ento

r of l

oopb

aanb

egel

eide

r: �

ziet

het

nut

en

de w

aard

e in

van

LO

B;

� vo

ert h

et L

OB

-pro

gram

ma

uit;

� la

at le

erlin

gen

tale

nten

en

mog

elijk

hede

n on

tdek

ken;

stim

ulee

rt le

erlin

gen

de b

eroe

pspr

aktij

k te

ont

dekk

en;

� st

imul

eert

leer

linge

n de

opl

eidi

ngsp

rakt

ijk te

ont

dekk

en;

� be

gele

idt l

eerli

ngen

bij

loop

baan

vrag

en;

� re

flect

eert

met

leer

linge

n op

hun

erv

arin

gen

en h

ante

ert d

aarb

ij ve

rsch

illen

de w

erkv

orm

en;

� vo

ert m

et le

erlin

gen

(indi

vidu

eel)

loop

baan

refle

ctie

gesp

rekk

en;

� or

gani

seer

t gro

epsg

espr

ekke

n w

aarin

de

leer

linge

n ve

rtelle

n ov

er o

pged

ane

erva

ringe

n;

� on

ders

teun

t lee

rling

en b

ij he

t geb

ruik

van

een

por

tfolio

; �

kent

zijn

leer

linge

n;

� as

sist

eert

bij b

uite

nsch

ools

e ac

tivite

iten

zoal

s ex

curs

ies,

sta

ges

en p

roef

stud

eera

ctiv

iteite

n;

� ev

alue

ert e

n ac

tual

isee

rt he

t LO

B-pr

ogra

mm

a m

et c

olle

ga's

(ont

wik

kele

n en

bijs

telle

n);

� ke

nt h

et m

bo e

n he

eft z

icht

op

mog

elijk

hede

n in

het

mbo

; �

is o

p de

hoo

gte

van

de a

ansl

uitin

gspr

oble

mat

iek;

stim

ulee

rt de

naa

dloz

e aa

nslu

iting

op

het m

bo.

Wat doet de vakdocent?

Act

ivite

iten

geric

ht o

p:

• ui

tvoe

ring

bege

leid

ing

• ev

alua

tie

De

vakd

ocen

t: �

ziet

het

nut

en

de w

aard

e in

van

LO

B;

� le

gt v

anui

t zijn

vak

een

rela

tie m

et b

eroe

pen

en o

plei

ding

en: d

e ec

hte

bero

epsp

rakt

ijk;

� on

twik

kelt

voor

zijn

vak

opd

rach

ten

waa

rin le

erlin

gen

in c

onta

ct k

omen

met

de

bero

eps-

en

ople

idin

gspr

aktij

k;

� re

flect

eert

met

leer

linge

n op

hun

erv

arin

gen

en h

ante

ert d

aarb

ij ve

rsch

illend

e w

erkv

orm

en;

� ev

alue

ert e

n ac

tual

isee

rt de

LO

B-ac

tivite

iten

in h

et e

igen

vak

prog

ram

ma

(ont

wik

kele

n en

bijs

telle

n);

� de

elt z

ijn e

rvar

inge

n m

et c

olle

ga's

.

Wat doen de ouders?

Act

ivite

iten

geric

ht o

p:

• be

gele

idin

g

De

oude

r(s)/v

erzo

rger

(s):

� st

imul

eren

hun

zoo

n/do

chte

r inf

orm

atie

bije

enko

mst

en e

n op

en d

agen

te b

ezoe

ken;

bezo

eken

oud

erav

onde

n ov

er h

et k

euze

proc

es;

� ne

men

dee

l aan

doc

ent-

en le

erlin

gges

prek

ken

voor

de

bela

ngrij

ke k

euze

mom

ente

n in

de

scho

ollo

opba

an;

� pr

aten

met

hun

zoo

n/do

chte

r ove

r zijn

inte

ress

e, m

ogel

ijkhe

den,

cap

acite

iten

en a

mbi

ties;

stim

uler

en z

oon/

doch

ter z

ich

te o

riënt

eren

en

een

keuz

e te

mak

en v

oor e

en p

asse

nde

verv

olgo

plei

ding

.

Bijlage 4 Voorbeeld LOB-kalender

~ 14

LOB-kalender: activiteiten die van belang zijn voor loopbaanoriëntatie en studiekeuze

Afbeelding 3 Kalender LOB De tijd nemen: een ingeroosterd dagdeel met allerlei activiteiten Door voor LOB een vast dagdeel in te roosteren (3 à 4 lesuren), wordt het mogelijk om allerlei activiteiten binnen en buiten de school af te wisselen. Op Het Noordik in Vriezenveen hebben de leerlingen van de theoretische leerweg een dagdeel per week LOB onder 'aansturing' van een vaste docent die zelf voor een groot deel verantwoordelijk is voor de invulling van het programma. Er wordt gewerkt met een LOB-methode, er zijn excursies naar bedrijven en instellingen.

KLAS 3

Sept. MENTOR- LESSEN (2 lesuren per week) en LOB- METHODE "KEUZE-

MAAT-SCHAPPELIJKE STAGE

Okt. Internationale uitwisseling

Nov. � Oriëntatiemiddag � POP gesprek

Dec.

Jan. Infomarkt

Voorlopige sectorkeuze

Febr. Open dagen ROC

� Oriëntatiemiddag � POP gesprek

Mrt. Meeloopdagen ROC

Definitieve sectorkeuze

Apr. Internationale uitwisseling

SECTOR- WERKSTUK (A)

Mei

� Oriëntatiemiddag � POP gesprek

Juni

Juli

KLAS 4

DOSSIER"

SECTOR- WERKSTUK ( B, C, D)

Sept.

Okt. Meeloopdagen ROC

Nov. Dec. Jan.

Feb. Presentatie sectorwerkstuk

Mrt. Apr. Mei Juni Juli

23

Bijl

age

1 Pr

ogra

mm

a pr

aktij

knab

ije L

OB

voo

r bb

en k

b.

Pr

ogra

mm

a pr

aktij

knab

ije L

OB

voo

r bb

en k

b. W

at d

oet d

e sc

hool

?

Vi

sie

Het

doe

l van

LO

B is

dat

leer

linge

n le

ren

kiez

en e

n he

t keu

zepr

oces

lere

n do

orgr

onde

n om

zo

voor

bere

id te

zijn

op

een

leve

n w

aarin

ste

eds

wee

r keu

zes

voor

opl

eidi

ng e

n ar

beid

gem

aakt

moe

ten

wor

den.

C

entra

al in

het

LO

B-p

roce

s st

aat h

et o

ntw

ikke

len

van

loop

baan

com

pete

ntie

s: c

apac

iteite

nref

lect

ie (W

at k

an ik

?), m

otie

venr

efle

ctie

(Wat

wil

ik?)

, wer

kexp

lora

tie (H

oe k

an m

ijn w

erk

erui

t zie

n? W

aar v

oel i

k m

e op

mijn

pla

ats?

), lo

opba

anst

urin

g (H

oe m

aak

ik d

e ju

iste

keu

zes?

) en

netw

erke

n (W

ie h

eb ik

daa

rbij

nodi

g?).

Met

hoo

fd, h

art e

n ha

nden

erv

aren

en

door

lope

n le

erlin

gen

het k

euze

proc

es. E

en s

teed

s w

eer t

erug

kere

nd e

lem

ent i

s re

flect

ie o

p (p

rakt

ijk)e

rvar

inge

n en

geb

eurte

niss

en in

het

leve

n va

n de

leer

ling.

O

nder

bouw

/bov

enbo

uw

Ond

erbo

uw

Bov

enbo

uw

Le

erja

ar

Vmbo

leer

jaar

1

Vmbo

leer

jaar

2

Vmbo

leer

jaar

3

Vmbo

leer

jaar

4

Mbo

B

elan

grijk

e ke

uzem

omen

ten

Se

ctor

keuz

e/va

kken

pakk

et

O

plei

ding

skeu

ze

A

ccen

t op

Zelfe

xplo

ratie

Ze

lfexp

lora

tie

Sect

oror

iënt

atie

Ze

lfexp

lora

tie

(Sec

toro

riënt

atie

bij

inte

rsec

tora

al)

Ber

oepe

norië

ntat

ie (O

plei

ding

enor

iënt

atie

)

Zelfe

xplo

ratie

B

eroe

peno

riënt

atie

O

plei

ding

sorië

ntat

ie

Dip

lom

erin

g vo

or- e

n to

elei

ding

naa

r de

arbe

idsm

arkt

of v

ervo

lgop

leid

ing

Wat doet de school?

Doe

l

De

scho

ol s

telt

zich

ten

doel

dat

: •

de le

erlin

g kr

ijgt z

icht

op

zijn

eig

en ta

lent

en

en m

ogel

ijkhe

den

al o

f nie

t gek

oppe

ld a

an

bero

epsc

onte

xten

en

antw

oord

kan

gev

en o

p vr

agen

als

-

Wie

ben

ik?

- W

at k

an ik

? -

Wat

wil

ik?

De

scho

ol s

telt

zich

ten

doel

dat

: •

de le

erlin

g - o

p ne

utra

le w

ijze

- erv

arin

gen

opdo

et in

de

vier

sec

tore

n en

kan

ver

telle

n w

elke

sec

tor b

ij he

m/h

aar p

ast.

De

scho

ol s

telt

zich

ten

doel

dat

: •

de le

erlin

g be

teke

nisv

olle

pr

aktij

kerv

arin

gen

opdo

et. I

n ve

rsch

illen

de

wer

kvel

den

van

de (v

ersc

hille

nde)

se

ctor

(en)

en

de v

oor-

en n

adel

en o

ntde

kt.

De

leer

ling

leer

t de

erva

ringe

n te

ve

rbin

den

met

de

eige

n w

ense

n, w

aard

en

en m

ogel

ijkhe

den.

De

scho

ol s

telt

zich

ten

doel

dat

: •

de le

erlin

g do

or k

enni

s en

erv

arin

g in

de

vers

chill

ende

sec

tore

n m

et b

eroe

pen

en

door

erv

arin

gen

met

opl

eidi

ngen

een

ke

uze

kan

mak

en v

oor e

en o

plei

ding

of

voor

een

opl

eidi

ngsd

omei

n in

het

mbo

.

De

ontv

ange

nde

scho

ol s

telt

zich

ten

doel

da

t: •

de le

erlin

g ge

ïnfo

rmee

rd e

n ge

mot

ivee

rd e

en s

tartk

wal

ifica

tie

beha

alt.

Act

ivite

iten

geric

ht o

p:

• re

alis

atie

eval

uatie

De

scho

ol:

• he

eft e

en ja

arpl

anni

ng m

et e

en ro

oste

r waa

rin

LOB

-act

ivite

iten

stru

ctur

eel z

ijn o

pgen

omen

in

leer

jaar

1;

• he

eft e

en L

OB

-leer

plan

voo

r lee

rjaar

1 g

eric

ht

op z

elfe

xplo

ratie

; •

eval

ueer

t het

LO

B-p

rogr

amm

a en

in

schr

ijvin

gen

van

leer

jaar

1.

De

scho

ol:

• he

eft e

en ja

arpl

anni

ng m

et e

en ro

oste

r w

aarin

LO

B-a

ctiv

iteite

n st

ruct

uree

l zijn

op

geno

men

in le

erja

ar 2

; •

heef

t een

LO

B-le

erpl

an v

oor l

eerja

ar 2

, ge

richt

op

zelfe

xplo

ratie

en

sect

oror

iënt

atie

; •

orga

nise

ert i

ndiv

idue

le

refle

ctie

gesp

rekk

en;

• ev

alue

ert h

et L

OB

-pro

gram

ma.

De

scho

ol:

• he

eft e

en ja

arpl

anni

ng m

et e

en ro

oste

r w

aarin

LO

B-a

ctiv

iteite

n st

ruct

uree

l zijn

op

geno

men

in le

erja

ar 3

; •

heef

t een

leer

plan

voo

r lee

rjaar

3, g

eric

ht

op z

elfe

xplo

ratie

, sec

tork

euze

, be

roep

enor

iënt

atie

en

even

tuee

l op

leid

inge

norië

ntat

ie;.

• or

gani

seer

t ind

ivid

uele

re

flect

iege

spre

kken

; •

eval

ueer

t het

LO

B-p

rogr

amm

a en

de

sect

orke

uzes

.

De

scho

ol:

• he

eft e

en ja

arpl

anni

ng m

et e

en ro

oste

r w

aarin

LO

B-a

ctiv

iteite

n st

ruct

uree

l zijn

op

geno

men

in le

erja

ar 4

; •

heef

t een

leer

plan

voo

r lee

rjaar

4 g

eric

ht

op z

elfe

xplo

ratie

, ber

oeps

orië

ntat

ie e

n op

leid

ings

orië

ntat

ie;

• or

gani

seer

t ind

ivid

uele

re

flect

iege

spre

kken

; •

eval

ueer

t het

LO

B-p

rogr

amm

a en

de

insc

hrijv

inge

n vo

or d

e ve

rvol

gopl

eidi

ng.

De

ontv

ange

nde

scho

ol:

• ev

alue

ert d

e re

sulta

ten

van

leer

linge

n m

et d

e to

elev

eren

de s

choo

l.

Act

ivite

iten

geric

ht o

p:

• ou

derp

artic

ipat

ie

De

scho

ol:

• br

engt

het

bel

ang

van

LOB

onde

r de

aand

acht

van

oud

ers.

De

scho

ol:

• be

trekt

oud

ers

bij L

OB

-act

ivite

iten;

orga

nise

ert d

ocen

t – le

erlin

g - o

uder

ge

spre

kken

; •

bren

gt h

et k

euze

proc

es o

nder

de

aand

acht

va

n ou

ders

; •

bren

gt h

et b

elan

g va

n 'p

rate

n m

et

kind

(ere

n)' o

ver e

rvar

inge

n en

ge

beur

teni

ssen

in h

et k

ader

van

het

ke

uzep

roce

s on

der d

e aa

ndac

ht.

De

scho

ol:

• be

trekt

oud

ers

bij L

OB

-act

ivite

iten

(als

ro

lmod

el, c

oach

, sta

gebe

gele

ider

, ga

stsp

reke

r);

• or

gani

seer

t doc

ent –

leer

ling

- oud

er

gesp

rekk

en;

• or

gani

seer

t oud

erav

onde

n w

aaro

p le

erlin

gen

resu

ltate

n va

n LO

B-a

ctiv

iteite

n pr

esen

tere

n.

De

scho

ol:

• be

trekt

oud

ers

bij L

OB

-act

ivite

iten

(als

ro

lmod

el, c

oach

, sta

gebe

gele

ider

, ga

stsp

reke

r);

• in

form

eert

oude

rs o

ver v

ervo

lgop

leid

inge

n;

• w

ijst o

p he

t bel

ang

sam

en m

et h

et k

ind

de

open

dag

en te

bez

oeke

n en

ove

r de

erva

ring

te s

prek

en;

• or

gani

seer

t doc

ent-,

leer

ling-

oude

r ge

spre

kken

; •

orga

nise

ert o

uder

avon

den

waa

rop

leer

linge

n re

sulta

ten

van

LOB

-act

ivite

iten

pres

ente

ren.

De

ontv

ange

nde

scho

ol:

• in

form

eert

oude

rs e

n le

erlin

gen

obje

ctie

f ove

r de

inho

ud e

n de

w

erkw

ijze

op d

e op

leid

ing;

info

rmee

rt ou

ders

en

leer

linge

n ob

ject

ief o

ver d

e to

ekom

stm

ogel

ijkhe

den;

info

rmee

rt ou

ders

en

leer

linge

n ob

ject

ief o

ver d

e do

orst

room

mog

elijk

hede

n.

25

Prog

ram

ma

prak

tijkn

abije

LO

B v

oor b

b en

kb.

Wat

doe

t de

leer

ling?

Visi

e H

et d

oel v

an L

OB

is d

at le

erlin

gen leren

kiez

en e

n he

t keu

zepr

oces

lere

n do

orgr

onde

n om

zo

voor

bere

id te

zijn

op

een

leve

n w

aarin

ste

eds

wee

r keu

zes

voor

opl

eidi

ng e

n ar

beid

gem

aakt

moe

ten

wor

den.

C

entra

al in

het

LO

B-p

roce

s st

aat h

et o

ntw

ikke

len

van

loop

baan

com

pete

ntie

s: c

apac

iteite

nref

lect

ie (W

at k

an ik

?), m

otie

venr

efle

ctie

(Wat

wil

ik?)

, wer

kexp

lora

tie (H

oe k

an m

ijn w

erk

erui

t zie

n? W

aar v

oel i

k m

e op

mijn

pla

ats?

), lo

opba

anst

urin

g (H

oe m

aak

ik d

e ju

iste

keu

zes?

) en

netw

erke

n (W

ie h

eb ik

daa

rbij

nodi

g?).

Met

hoo

fd, h

art e

n ha

nden

erv

aren

en

door

lope

n le

erlin

gen

het k

euze

proc

es. E

en s

teed

s w

eer t

erug

kere

nd e

lem

ent i

s re

flect

ie o

p (p

rakt

ijk)e

rvar

inge

n en

geb

eurte

niss

en in

het

leve

n va

n de

leer

ling.

O

nder

bouw

/bov

enbo

uw

Ond

erbo

uw

Bov

enbo

uw

Le

erja

ar

Vmbo

leer

jaar

1

Vmbo

leer

jaar

2

Vmbo

leer

jaar

3

Vmbo

leer

jaar

4

Mbo

B

elan

grijk

e ke

uzem

omen

ten

Se

ctor

keuz

e/va

kken

pakk

et

O

plei

ding

skeu

ze

Ac

cent

op

Zelfe

xplo

ratie

Ze

lfexp

lora

tie

Sect

oror

iënt

atie

Ze

lfexp

lora

tie

(Sec

toro

riënt

atie

bij

inte

rsec

tora

al)

Ber

oepe

norië

ntat

ie (O

plei

ding

enor

iënt

atie

)

Zelfe

xplo

ratie

B

eroe

peno

riënt

atie

O

plei

ding

sorië

ntat

ie

Dip

lom

erin

g vo

or- e

n to

elei

ding

naa

r de

arbe

idsm

arkt

of v

ervo

lgop

leid

ing

Wat doet de leerling?

Activ

iteite

n ge

richt

op:

HAN

DEN

: er

vare

n en

voe

len

• H

ART:

in

voel

en e

n vo

orst

elle

n •

HO

OFD

: re

flect

eren

, ana

lyse

ren

en c

oncl

uder

en

De

leer

ling:

voel

t wie

hij

is e

n w

at h

ij ka

n;

• dr

oom

t ove

r zijn

toek

omst

; •

praa

t met

and

eren

ove

r zijn

to

ekom

stdr

omen

; •

onde

rzoe

kt d

e m

ogel

ijkhe

den

voor

zi

chze

lf;

• sp

reek

t met

and

eren

ove

r zijn

wen

sen

en a

mbi

ties;

houd

t zijn

ont

wik

kelin

g in

een

por

tfolio

bi

j.

De

leer

ling:

erva

art d

e vi

er s

ecto

ren

'aan

den

lijv

e';

• be

denk

t hoe

het

is o

m in

de

sect

oren

te w

erke

n;

• pr

aat m

et a

nder

en (v

olw

asse

nen

en

med

elee

rling

en) o

ver z

ijn e

rvar

inge

n in

de

sect

oren

; •

verb

indt

de

erva

ring

met

zijn

eig

en w

ense

n en

m

ogel

ijkhe

den

en m

aakt

een

sec

tork

euze

; •

houd

t zijn

ont

wik

kelin

g in

een

por

tfolio

bij.

De

leer

ling:

erva

art e

n on

derz

oekt

de

vers

chille

nde

wer

kvel

den

binn

en d

e se

ctor

(en)

'aan

den

lij

ve' e

n ve

rken

t daa

rin d

e vo

or- e

n na

dele

n;

• st

elt z

ich

voor

hoe

het

is o

m in

de

betre

ffend

e w

erkv

elde

n te

wer

ken;

geef

t met

and

eren

bet

eken

is a

an. z

ijn

erva

ringe

n;

• le

gt v

erba

nden

tuss

en z

ijn e

rvar

inge

n en

zi

jn m

ogel

ijkhe

den

en w

ense

n;

• tre

kt e

en c

oncl

usie

; •

houd

t zijn

ont

wik

kelin

g in

een

por

tfolio

bij.

De

leer

ling:

kijk

t ron

d in

ver

schi

llend

e m

bo-

ople

idin

gen

en e

rvaa

rt en

kele

opl

eidi

ngen

do

or m

idde

l van

een

pro

efst

udie

traje

ct;

• sc

hat i

n of

de

ople

idin

g bi

j hem

pas

t; •

spre

ekt m

et a

nder

en o

ver z

ijn e

rvar

inge

n;

• tre

kt e

en c

oncl

usie

doo

r ver

band

en te

le

ggen

tuss

en z

ijn m

ogel

ijkhe

den

en z

ijn

wen

sen;

houd

t zijn

ont

wik

kelin

g in

een

por

tfolio

bij.

De

mbo

-dee

lnem

er:

• le

ert e

n lo

opt s

tage

bin

nen

zijn

be

roep

sopl

eidi

ng;

• ve

rken

t wer

kvel

den

binn

en z

ijn

ople

idin

gske

uze;

onde

rzoe

kt o

f hij/

zij v

erde

r wil

stud

eren

; •

beha

alt z

ijn s

tartk

wal

ifica

tie.

Bijlage 5 Checklist huidige LOB activiteiten

~ 31

Checklist LOB

Stel u zelf bij het invullen van de checklist steeds de vragen: Waaruit blijkt dat? Hoe hebben we dat gerealiseerd? Waar zien we dat? Zie voor de verklaring van de begrippen de LOB-begrippenlijst.

Ja, w

ij he

bben

dit

gere

alis

eerd

Ja, d

it is

bijn

a ge

real

isee

rd

Nee

, dit

is n

og in

ont

wik

kelin

g

Nee

, dit

moe

t nog

geb

eure

n

Visie en uitgangspunten

1 Is er draagvlak voor LOB?

2 Is er een schoolbrede visie op LOB?

3 Is de visie vertaald in een doorlopend programma?

Ondersteunt de visie alle uitgangspunten van praktijknabije LOB:

a. ervaringsgericht

b. praktijknabij 4 c. vraaggestuurd

d. reflectief

e. ontwikkelen van loopbaancompetenties

Leerdoelen

5 Wordt er gewerkt aan capaciteitenreflectie (Wat kan ik het best?)?

6 Wordt er gewerkt aan motievenreflectie (Waar ga en sta ik voor?)?

7 Is er sprake van werkexploratie (Waar ben ik het best op mijn plek?)?

8 Is er sprake van loopbaansturing (Hoe bereik ik mijn doel?)?

9 Is er sprake van netwerken (Wie heb ik nodig om mijn doel te bereiken?)?

~ 32

Checklist LOB

Stel u zelf bij het invullen van de checklist steeds de vragen: Waaruit blijkt dat? Hoe hebben we dat gerealiseerd? Waar zien we dat? Zie voor de verklaring van de begrippen de LOB-begrippenlijst.

Ja, w

ij he

bben

dit

gere

alis

eerd

Ja, d

it is

bijn

a ge

real

isee

rd

Nee

, dit

is n

og in

ont

wik

kelin

g

Nee

, dit

moe

t nog

geb

eure

n

Leerinhouden

10 Zijn de LOB-leerinhouden van alle leerjaren gericht op zelfexploratie?

11 Zijn de leerinhouden van leerjaar 2 vooral gericht op sectororiëntatie (op alle vier sectoren: GN, ZW, TN, EC)?

12 Zijn de LOB-leerinhouden in de bovenbouw gericht op werkexploratie?

13 Zijn de leerinhouden van leerjaar 3 gericht op beroepen en beroepsdilemma's?

14 Zijn de leerinhouden van leerjaar 4 gericht op vervolgopleidingsmogelijkheden?

Leeractiviteiten

15 Zijn de leeractiviteiten gebaseerd op concrete praktijkervaringen?

16 Zijn er voor leerlingen keuzemogelijkheden?

17 Is er sprake van reflectie in de opdrachten door middel van dialoog?

18 Brengen de leeractiviteiten de leerling in contact met beroepsbeoefenaren?

19 Bevatten de leeractiviteiten beroepsdilemma's?

20 Vormen de leeractiviteiten de basis voor reflectieve loopbaangesprekken?

Docentrollen

21 Heeft de school een LOB-coördinator of decaan aangesteld?

22 Heeft de LOB-coördinator of decaan taken en verantwoordelijkheden?

23 Heeft de school LOB-docenten of loopbaanbegeleiders aangesteld?

24 Hebben de LOB-docenten of loopbaanbegeleiders taken en verantwoordelijkheden?

~ 33

Checklist LOB

Stel u zelf bij het invullen van de checklist steeds de vragen: Waaruit blijkt dat? Hoe hebben we dat gerealiseerd? Waar zien we dat? Zie voor de verklaring van de begrippen de LOB-begrippenlijst.

Ja, w

ij he

bben

dit

gere

alis

eerd

Ja, d

it is

bijn

a ge

real

isee

rd

Nee

, dit

is n

og in

ont

wik

kelin

g

Nee

, dit

moe

t nog

geb

eure

n

Bronnen en materialen

25 Zijn docenten of loopbaanbegeleiders in staat reflectieve loopbaangesprekken te voeren?

26 Zijn de gebruikte leermiddelen in overeenstemming met de visie?

27 Bereikt men met de gebruikte leermiddelen de beoogde leerdoelen?

28 Ondersteunen de gebruikte leermiddelen de dialoog?

29 Zijn er voor de leerlingen keuzemogelijkheden?

Leeromgeving

30 Is de leeromgeving praktijknabij?

31 Is de leeromgeving dialogisch?

32 Is de leeromgeving gericht op vraagsturing?

Tijd

33 Is er structureel tijd ingeroosterd voor LOB-activiteiten?

34 Is er structureel tijd gepland voor loopbaanreflectie?

35 Hebben LOB-docenten voldoende tijd voor het voorbereiden en begeleiden van LOB-activiteiten?

Toetsing

36 Hanteert de school duidelijke richtlijnen voor de beoordeling?

37 Wat wordt beoordeeld?

38 Hoe wordt beoordeeld?

39 Hoe wordt beoordeeld? Zijn er schoolbreed afspraken hoe de vorderingen van de leerlingen worden vastgelegd?

Bijlage 6 Verdieping van de categorisering LOB activiteiten

deelnemer. Een activiteit is altijd een onderdeel in een groter proces. Op hoofdlijnen kan dit proces getypeerd worden in vier fasen: introductie, oriëntatie, verkenning en verdieping (Van Lanschot Hubrecht en anderen, 2008). Voor de ontwikkeling van opleidingsbeelden is deze fasering als volgt in te vullen: x Introductie: de leerling oriënteert zich op het LOB-proces dat voor hem ligt, zodat hij dat

traject met een bepaalde focus start. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag wat de leerling al weet over zijn kwaliteiten, behoeften en motivatie in relatie tot het beroepsbeeld.

x Oriëntatie: de leerling vormt zich een breed beeld van de inhoud van meerdere sectoren. Voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen vindt dit plaats tijdens de praktische sectororiëntatie in het tweede leerjaar. Door leerlingen in de gemengde en theoretische leerweg wordt aan het eind van het derde jaar een sector gekozen (hoewel hier vaak van afgeweken kan worden door intersectorale programma's of met behulp van vrije ruimte)

x Verkenning: de leerling krijgt een beeld van enkele opleidingen die passen binnen zijn interesse en beroepsbeelden. Op deze manier krijgt de leerling zicht op wat hij in het vervolg van het LOB-traject wil uitdiepen.

x Verdieping: de leerling doet ervaring op in de praktijk van een opleiding en maakt uiteindelijk zijn opleidingskeuze.

Overigens wil dit niet zeggen dat iedere leerling zich volgens deze lijn ontwikkelt. Wanneer leerlingen in de verkennende fase een nieuwe keuze voor een opleiding of beroep maken, dan begint er opnieuw een oriënterende fase. Daarnaast kan ook het tempo per leerling verschillen en de fasen zijn bovendien niet altijd goed van elkaar te onderscheiden. De fasering is daarom meer te beschouwen als een houvast voor de onderwijsinstelling om de leerling te kunnen begeleiden in zijn ontwikkeling. 2e kolom: leeractiviteiten Het opdoen van ervaringen is nodig voor leerlingen om te ervaren wat wel en niet bij ze past. De school speelt een belangrijke rol door leeractiviteiten aan te bieden die het opdoen van ervaringen stimuleren. Door het verzamelen van informatie en het opdoen van diverse ervaringen krijgt de leerling gaandeweg een beeld van het beroep en de vervolgopleiding(en). De leeractiviteiten kunnen ook buitenschools plaatsvinden en zelfs ook zonder dat de school er bij betrokken is. Suggesties voor leeractiviteiten per fase worden onder andere gedaan in de SLO-publicatie 'Leerroutes voor LOB'. 3e kolom: loopbaanvragen Om sturing te kunnen geven aan de eigen loopbaan worden drie competenties2 genoemd die voor leerlingen van belang zijn om te ontwikkelen (Meijers, Kuijpers & Bakker, 2006). x Loopbaanreflectie (motievenreflectie en kwaliteitenreflectie): het onderzoeken van welke

motieven en kwaliteiten van belang zijn voor de ontwikkeling in de loopbaan. x Loopbaanvorming (werkexploratie en loopbaansturing): het onderzoeken van eisen en

waarden in het werk, het maken van weloverwogen keuzes rondom werken en leren, het onderzoeken van consequenties van mogelijkheden en daadwerkelijk actie ondernemen gericht op het realiseren van de eigen loopbaan.

x Netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt gericht op de loopbaanontwikkeling.

2 In sommige LOB-publicaties wordt uitgegaan van de vijf loopbaancompetenties. Uit het onderzoek van

Meijers en anderen, blijkt echter dat een aantal van die competenties in de praktijk moeilijk te

onderscheiden zijn bij leerlingen. Om die reden zijn ze hier samengevoegd tot drie.

~ 9

Bij deze competenties passen verschillende vragen en het is van belang dat leerlingen antwoorden zoeken op die zogenoemde loopbaanvragen. Het formuleren van vragen kan bijvoorbeeld helpen om het gesprek tussen leerling en begeleider te focussen. Ook kunnen leeractiviteiten gepland worden aan de hand van de loopbaanvragen. In de derde kolom van het overzicht zijn de loopbaanvragen toegespitst op de ontwikkeling van opleidingsbeelden. Deze loopbaanvragen zijn niet één op één te koppelen aan een bepaalde fase, of een bepaalde activiteit, maar er kunnen wel accenten gelegd worden. 4e kolom: ervaringen De leeractiviteiten leveren ervaringen op die de input vormen voor reflectie. Als leerlingen een praktijkopdracht doen in de zorg waarbij ze bijvoorbeeld koffie moeten schenken voor reumapatiënten, dan zullen sommige leerlingen daarover veel kunnen vertellen. Het opdoen van echte ervaringen met het beroep in een praktijksituatie (of -simulatie) geeft hen de mogelijkheid zich een beter beeld te vormen van wat hen te wachten staat. Dit geldt ook voor echte ervaringen in de beroepsopleiding; een aantal lessen op het mbo volgen, daar een opdracht uitvoeren onder begeleiding van mbo-studenten en het ondergaan van een competentiegerichte beoordeling. Dergelijke ervaringen zullen de vmbo'ers een goed idee geven hoe het eraan toegaat op de vervolgopleiding. Ze kunnen aan de hand hiervan met hun mentor of een andere reflectiepartner bespreken of een beroep of een opleiding wel of niet bij hen past. Helaas wordt er nog te vaak vanuit gegaan dat het verwerken van informatie voldoet om een goede keuze te maken (Meijers, Kuijpers & Bakker, 2006). Voor de ontwikkeling van loopbaancompetenties is het van groot belang om daarnaast concrete ervaringen op te doen, die in principe voor elke individuele leerling verschillend zijn. 5e kolom: reflectiepartners In de vijfde kolom worden mogelijke reflectiepartners genoemd. Dit kunnen verschillende personen zijn. Voor de begeleiding van het binnenschoolse LOB-proces kan gedacht worden aan mentoren, mbo-docenten, klasgenoten of deelnemers van het mbo. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld ouders of vrienden ook een rol spelen bij het bespreken van de opgedane ervaringen. Belangrijk is wel dat leerlingen er alert op zijn dat ze zich niet direct laten beïnvloeden: leerlingen doen immers graag hetzelfde als hun peers en ouders geven goede raad, maar hebben soms weinig zicht op de complexe structuur van het mbo (Kenniscentrum Handel, 2004). 6e kolom: dialoog/reflectie De dialoog met anderen helpt de deelnemer zin en betekenis te geven aan zijn ervaringen in het licht van de loopbaanvragen. Door over de ervaringen te praten kan hij op nieuwe gezichtspunten gebracht worden of hij kan ze koppelen aan andere ervaringen. In diverse onderzoeken wordt het belang van dialoog als hulpmiddel om ervaringen een plek te geven, benadrukt. Probleem is echter dat op school een echte loopbaandialoog vaak ontbreekt (Meijers, Kuijpers & Bakker, 2006). Er wordt wel tegen de leerling gepraat, maar weinig mét de leerling. Begeleidingsgesprekken zijn veelal gericht op het zorgen dat de leerling met zo min mogelijk problemen door de opleiding heen komt. Wat de leerling echt belangrijk vindt, lijkt vaak niet aan bod te komen, zo is de gedachte. In de publicatie 'Reflecteren op maat' (Fernandes & van Lanschot Hubrecht, 2008) worden suggesties gedaan voor het voeren van begeleidingsgesprekken in het kader van loopbaanoriëntatie.

~ 10

Bijlage 7 Leerroutes met lessuggesties en ideeën voor opdrachten

Bijlage 8 Kaders voor de begeleidingsactiviteiten

Bijlage 9 Reflectiemodel LOB gebaseerd op Spiraalmodel van Korthagen

A

D V

B

C

A

D V

B

C

A

D V

B

C

Bijlage 10 Checklist invulling LOB als vak

~ 25

Bijlage 2 Checklist invulling LOB als vak

Leerplanaspect

Aandachtspunten

Huidig ja/nee

Gewenst ja/nee

Actiepunt

Leerdoelen

Doel van het LOB-programma is dat leerlingen loopbaancompetenties ontwikkelen. - Leren reflecteren - Leren kiezen - Leren netwerken - Beroepsbeelden ontwikkelen - Opleidingsbeelden

ontwikkelen Doel van het LOB-programma is dat leerlingen beroeps- en opleidingsbeelden ontwikkelen.

Doel van het programma is dat leerlingen begeleid worden bij het maken van een keuze voor een vervolgopleiding. In het LOB-programma worden verbanden gelegd tussen LOB-doelen en doelen voor andere vakken.

Inhoud

Het programma bevat onderwijsactiviteiten die bijdragen aan het ontwikkelen van loopbaancompetenties: In het LOB-programma is ruimte voor vraagsturing. Het LOB-programma bevat onderwijsactiviteiten die tegelijkertijd aan LOB-doelen en aan doelen voor andere vakken werken. Het LOB-programma bevat activiteiten waarvoor vmbo en vervolgonderwijs samen verantwoordelijk zijn (bijvoorbeeld maken van het sectorwerkstuk).

~ 26

Leerplanaspect

Aandachtspunten

Huidig ja/nee

Gewenst ja/nee

Actiepunt

Leeractiviteiten

Er zijn leeractiviteiten die bijdragen aan het bereiken van de LOB-doelen: - In LOB-lessen - In het kader van andere vakken - Met gecombineerde doelen

(LOB en vak) - Binnen en buiten school - In veelvuldig contact met

beroeps- en opleidingspraktijk Er zijn ingeroosterde begeleidings- en reflectiemomenten. Er wordt een groot scala aan werkvormen ingezet. Leerlingen hebben keuzemogelijkheden voor verschillende leeractiviteiten. Leerlingen hebben contact met docenten en studenten van vervolgopleidingen.

Lesmaterialen en bronnen

Er wordt gebruik gemaakt van een LOB-methode. Er wordt gebruik gemaakt van ander bestaand LOB-materiaal (ook digitaal / online). Er wordt materiaal gebruikt met gecombineerde doelen (zowel LOB als vak). Het lesmateriaal biedt ruimte voor differentiatie. Het lesmateriaal biedt ruimte voor eigen inbreng van leerlingen.

~ 27

Leerplanaspect

Aandachtspunten

Huidig ja/nee

Gewenst ja/nee

Actiepunt

Groeperings-vormen

Er wordt zowel klassikaal gewerkt als individueel en in groepjes of tweetallen. Ook bij begeleiding / reflectie wordt soms individueel gewerkt en soms in groepjes.

Tijd

Er zijn uren ingeroosterd voor LOB. Er zijn uren ingeroosterd voor begeleiding / reflectie. Er is een kalender of jaaroverzicht van LOB-activiteiten en overige activiteiten.

Locaties

LOB-activiteiten vinden zowel binnen als buiten school plaats. De leerlingen maken kennis met diverse beroepsomgevingen. De leerlingen maken kennis met gebouwen en leeromgevingen van vervolgopleidingen. De leerlingen ervaren (als dat relevant is) hoe het is om naar een school in een andere plaats te reizen.

~ 28

Leerplanaspect

Aandachtspunten

Huidig ja/nee

Gewenst ja/nee

Actiepunt

Rollen

De mentor heeft een coachende rol, er is sprake van een echte dialoog met de leerling. De mentor heeft een centrale rol in het LOB-proces. Rollen en taken m.b.t. LOB zijn vastgelegd in de school en voor alle betrokkenen duidelijk. Er is afstemming tussen de taken van - mentor - decaan - andere docenten - afdelingsleider De rol van ouders in het LOB-proces is omschreven en wordt met de ouders gecommuniceerd. Er worden beroepsbeoefenaren ingeschakeld; er worden afspraken met hen gemaakt over hun rol. Er worden docenten en medewerkers van vervolgopleidingen ingeschakeld. Er zijn afspraken over hun rollen. Er worden leerlingen / studenten van vervolgopleidingen ingeschakeld. Er zijn afspraken over hun rol en taken.

~ 29

Leerplanaspect

Aandachtspunten

Huidig ja/nee

Gewenst ja/nee

Actiepunt

Evaluatie

Leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt in het kader van LOB en worden hierop aangesproken. Leerlingen worden beoordeeld op het uitvoeren van LOB-activiteiten. Leerlingen worden beoordeeld op producten van LOB-activiteiten (bijvoorbeeld verslagen). Leerlingen voeren reflectieopdrachten uit en communiceren daarover met de mentor. LOB is opgenomen in het PTA.

Bijlage 11 Werkblad keuze leermiddelen voor LOB als vak

~ 31

Bijlage 3 Werkblad keuze leermiddelen voor LOB als vak

LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo Aandachtsgebieden Vragen Toelichting op de vraag Ruimte voor

antwoorden Beoordeling

Samenstelling Uit welke onderdelen bestaat de methode?

Voorbeeld van onderdelen: x werkboek x cd-romelektronische

leeromgeving x portfolio x materiaal voor ouders

/ . -

Visie Wat is de achterliggende visie van de methode op LOB?

Voorbeelden van visies op LOB: x LOB richt zich op de

ontwikkeling van loopbaancompetenties.

x LOB richt zich vooral op de keuze voor een vervolgopleiding.

/ . -

Uitgangspunten Wat zijn de uitgangspunten van de methode?

Voorbeelden van uitgangspunten van de methode: x De leerling kan

zelfstandig met de methode werken, op iedere tijd en plaats.

x De methode kan aangepast worden aan de wensen van de school.

/ . -

Onderwijsdoelen Welke accenten worden in de methode gelegd?

Voorbeelden van onderwerpen waar in de methode het accent op kan liggen: x ontwikkelen van

loopbaancompetenties; x ontwikkelen van beroeps-

en opleidingsbeelden; x maken van een keuze

voor een vervolgopleiding.

/ . -

~ 32

LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo Aandachtsgebieden Vragen Toelichting op de vraag Ruimte voor

antwoorden Beoordeling

Inhouden Hoe zijn de inhouden in de methode geordend?

Voorbeelden van ordeningen: x Zelfbeeld -

beroepsbeelden - opleidingsbeelden.

x Loopbaanportfolio is sturend.

/ . -

Komen de inhouden die u als school belangrijk vindt aan bod in de methode?

/ . -

Welke plek heeft kennis in de methode?

Voorbeelden van de mogelijke rol van de kennisaspecten: x Er wordt een breed

overzicht aangeboden van sectoren en beroepen.

x Leerlingen worden gestimuleerd om veel kennis te verwerven over beroepen en opleidingen.

x Kennis staat ten dienste aan het proces van competentieontwikkeling.

/ . -

Op welke wijze wordt er in de methode rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen?

Voorbeelden: x Na een brede oriëntatie

voor iedereen is er veel ruimte voor een individuele leerroute, met eigen activiteiten.

x Leerlingen kunnen een keuze maken uit opdrachten.

/ . -

Leeractiviteiten Wat voor soort leeractiviteiten zijn gekoppeld aan de inhouden?

Voorbeelden van leeractiviteiten: x Open opdrachten x Invuloefeningen x Creatieve opdrachten x Buitenschoolse

opdrachten x Reflectie-opdrachten

/ . -

~ 33

LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo Aandachtsgebieden Vragen Toelichting op de vraag Ruimte voor

antwoorden Beoordeling

Leeractiviteiten Is er ruimte voor een eigen invulling van de leeractiviteiten door leerlingen?

/ . -

Op welke wijze ondersteunt ICT de leeractiviteiten?

Voorbeelden van ICT-ondersteuning: x De methode is voor een

(groot) deel digitaal. x De methode is

webbased. x Leerlingen werken met

een digitaal portfolio. x Leerlingen moeten veel

dingen via internet opzoeken.

/ . -

Tijd Hoeveel leerjaren beslaat de methode?

Voorbeeld: x Eén methode voor klas 1

t/m 4 x Een methode voor klas 3

en 4

/ . -

Hoeveel tijd kost het werken met de methode?

Voorbeeld: x De methode gaat uit van

2 lesuren per week. x De methode kan flexibel

ingezet worden, de school kan zelf bepalen hoe men ermee werkt.

/ . -

Docent Welke rol heeft de docent in het LOB-proces?

Voorbeelden van de rol van een docent: x Docent is coach bij het

proces van competentieontwikkeling.

x Docent stuurt en begeleidt het keuzeproces.

/ . -

Welke rol heeft de docent tijdens de leeractiviteiten?

Voorbeelden van de rol van een docent: x procesbegeleider x coach

/ . -

~ 34

LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo Aandachtsgebieden Vragen Toelichting op de vraag Ruimte voor

antwoorden Beoordeling

Hoe wordt de docent ondersteund?

Voorbeelden van ondersteuning voor een docent: x Er worden alternatieve

leeractiviteiten beschreven.

x Er worden handreikingen gedaan voor begeleiding en reflectie.

x Er is een volgsysteem bij het digitale portfolio.

/ . -

Bronnen Naar welke bronnen wordt verwezen?

Voorbeelden van bronnen: x Websites x Boeken x Informatiemateriaal van

branches, bedrijven en instellingen

x Informatiemateriaal van scholen en opleidingen

x Beroepsbeoefenaren x Medewerkers en

studenten van vervolgopleidingen.

/ . -

Groeperingsvormen Welke groeperingsvormen worden ingezet?

Voorbeelden van groeperingsvormen: x Klassikaal x In groepjes x Individueel

/ . -

Locatie Welke eisen worden aan de locatie gesteld?

Voorbeelden van eisen aan de locatie: x Er moet een

internetaansluiting zijn voor elke deelnemer.

x Het moet mogelijk zijn om in groepjes te werken.

/ . -

Voortgang Hoe wordt de voortgang gevolgd?

Voorbeelden van manieren waarop de voortgang gevolgd kan worden: x Reflectieformulieren x Portfolio x Volgsysteem (digitaal)

/ . -

Toetsing (Hoe) wordt de leerling beoordeeld?

x Er wordt afgetekend wat de leerling heeft gedaan.

x De competentieontwikkeling wordt beoordeeld.

/ . -

~ 35

LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo Aandachtsgebieden Vragen Toelichting op de vraag Ruimte voor

antwoorden Beoordeling

x Er zijn toetsen voor kennis en vaardigheden.

Kosten Wat zijn de kosten voor het aanschaffen en gebruiken van de methode?

Voorbeelden van kosten: x Kosten per leerling x Jaarlijkse kosten voor

bijvoorbeeld werkboeken x Kosten voor additioneel

materiaal x Kosten voor buiten-

schoolse activiteiten.

/ . -

Bijlage 11 Knelpunten, succesfactoren en aanbevelingen vanuit praktijk

Om vanuit de schoolpraktijk meer zicht te krijgen op de knelpunten en de succesfactoren in het keuzeproces is ten behoeve van dit project een viertal decanen geïnterviewd. Centraal in de interviews stond de volgende definitie van het keuzeproces: "Het keuzeproces is het proces van de leerling waarbij hij na een brede praktijknabije oriëntatie op sectoren en opleidingen en zonder gehinderd te worden door 'andere belangen' een vervolgkeuze kan maken. In dit proces vindt reflectie plaats door - zonder de leerling te beïnvloeden - de ervaringen van de leerling te verbinden met zijn talenten en interesses." De vetgedrukte kenmerken in de bovenstaande definitie vormden de leidraad in de gesprekken met de decanen. In de hierna volgende paragraaf lichten we elk van de in de definitie gemarkeerde kenmerken toe en doen we per kenmerk verslag van enkele knelpunten en succesfactoren uit de scholen. Ieder kenmerk sluiten we af met een aanbeveling. Het keuzeproces Het keuzeproces kenmerken we als een proces van de leerling, waarbij de leerling vrij van eigen vooroordelen en niet beïnvloed door voorkeuren, meningen of belangen van anderen een vervolgkeuze kan maken. Het keuzeproces bestaat zowel uit een inhoudelijke component als een begeleidingscomponent. Knelpunten uit de scholen

• Wij bieden alleen datgene aan wat we zelf in huis hebben.

• Beroepsgerichte docenten promoten tijdens de PSO-lessen de eigen afdeling, daardoor krijgt PSO een wervend karakter.

• Docenten zijn zich nog te weinig bewust van het belang van LOB. (Beroepsgerichte)

vakdocenten leggen de prioriteit bij de inhoud van hun vak en kunnen de leerlingen daardoor moeilijk objectief begeleiden.

• Er is te weinig/geen expertise in huis om in de onderbouw alle vier de sectoren te

bedienen. • Het programma is aanbodgericht waardoor niet of nauwelijks rekening gehouden kan

worden met de leervragen van de leerling.

• Leerlingen hebben vaak een verkeerd beeld van een sector op basis van een vooroordeel.

Succesfactoren uit de scholen

• Wij zoeken de samenwerking met scholen en/of bedrijven en instellingen in de buurt, om leerlingen ook die oriëntatie te geven die we zelf niet kunnen bieden.

• Wij organiseren speeddatebijeenkomsten met beroepsbeoefenaren, daardoor krijgen leerlingen een breder beeld van de arbeidsmogelijkheden.

• Niet de beroepsgerichte docent maar de vakdocent is bij ons de loopbaanbegeleider

en de spil van het LOB-programma.

• De mentor heeft een goede relatie met de leerling en zijn ouders en er is structureel overleg tussen mentoren onderling en tussen mentoren en decanen.

Aanbeveling

• Borg het keuzeproces als proces van de leerling en ontwikkel hierin beleid.

• Geef leerlingen in de onderbouw een realistisch beeld van alle vier de sectoren.

• Creëer in het programma momenten waarop rekening gehouden kan worden met de leervragen van de leerling (medezeggenschap van leerlingen).

• Selecteer de begeleiders van het keuzeproces zorgvuldig, bepaal vooraf de competenties waarover een loopbaanbegeleider zou moeten beschikken (zie daarvoor: De beroepsgerichte vakdocent als loopbaanbegeleider: De veranderende rol van de beroepsgerichte vakdocent in het vmbo (SLO, 2011).

• Organiseer professionaliseringsactiviteiten voor docenten.

Praktijknabije oriëntatie Het kenmerk van een praktijknabije oriëntatie is dat leerlingen ervaringen opdoen aan de hand van realistische opdrachten in de echte beroeps- en opleidingspraktijk of, indien dit niet mogelijk is, in een gesimuleerde praktijksituatie. Het doel is dat leerlingen realistische beroeps- en opleidingsbeelden ontwikkelen. Knelpunten uit de scholen

• De PSO-activiteiten zijn vooral binnenschoolse activiteiten, leerlingen komen niet in contact met de echte beroepspraktijk.

• Docenten vinden het lastig (geen contacten en geen tijd) om buitenschoolse activiteiten te organiseren.

• Jonge leerlingen vinden buitenschoolse ervaringen 'eng'.

• Het programma van de onderbouw sluit onvoldoende aan op het programma van de

bovenbouw.

• Georganiseerde buitenschoolse activiteiten van bijvoorbeeld brancheverenigingen en excursies zijn vaak te passief.

• Er is te weinig tijd in het curriculum om praktijknabije activiteiten te organiseren.

Succesfactoren uit de scholen

• Wij laten de leerlingen zoveel mogelijk buitenschoolse activiteiten uitvoeren. De ervaringen die leerlingen opdoen, werken motiverend en overstijgen het school- en afdelingsbelang. Hiervoor is structureel tijd ingepland.

• De mentor is verplicht twee vervolgopleidingen per jaar te bezoeken, zodat hij zicht

krijgt op de vervolgmogelijkheden. Aanbeveling

• Begin klein en veilig, sluit aan bij de ervaring van de leerling met werk (oppassen, pony verzorgen, krantenwijk) en sluit aan bij de ontwikkeling van de leerling.

• Ook kleine, op vaardigheden gerichte, buitenschoolse opdrachten ondersteunen leerlingen bij het ontwikkelen van beroepsbeelden. Bijvoorbeeld: vergelijk het werk van een

kassamedewerker in een drietal winkels (in drie sectoren). Andere vaardigheden die ingezet kunnen worden: observeren, interviewen, onderzoeken.

• Breng leerlingen in contact met beroepsdilemma's. Hierdoor kunnen leerlingen realistische beroepsbeelden ontwikkelen en ontdekken zij waar ze zich voor in willen spannen. Een beroepsdilemma is een discussie (innerlijke strijd) die voortkomt uit dilemma's/kwesties die spelen in het werkveld of de sector. Bijvoorbeeld een zorgdilemma: Ik loop achter op mijn tijdschema, ga ik mevrouw Jansen wel of niet de steunkousen aantrekken? Ga ik wel of niet biologische groenten verkopen? Kies ik voor meer personeel in het kinderdagverblijf of voor een veilige speelomgeving?

• Investeer in een structurele samenwerking met bedrijven en instellingen in de

omgeving van de school. Onderzoek wat de leerling voor het bedrijf of de instelling kan betekenen: wat kan hij doen, welke bijdrage kan hij leveren?

Reflectie Tijdens het reflectiemoment gaat de leerling in dialoog met zijn loopbaanbegeleider over zijn ervaringen. In dit gesprek blikt hij terug en kijkt vooruit om te ontdekken waar hij moeite voor wil doen. Knelpunten uit de scholen

• Niet alle docenten zijn geschikt om reflectieve gesprekken te voeren.

• Reflectie en dialoog zijn niet structureel opgenomen in het programma.

• Mentoren komen nauwelijks toe aan reflectie en dialoog, ze hebben te veel leerlingen die ze moeten volgen.

• Het ontbreekt mentoren aan kennis en kunde om loopbaanreflectiegespreken te

voeren. "Als praktijknabije oriëntatie niet gevolgd wordt door reflectie en dialoog, dan kun je die activiteiten net zo goed niet doen." Succesfactoren uit de scholen

• Bij ons zijn alle mentoren geschoold in het voeren van reflectieve loopbaangesprekken en zijn daarmee loopbaanbegeleiders geworden.

• Leerlingen schrijven een persoonlijk levensverhaal dat input levert voor de

reflectiegesprekken.

• Loopbaanreflectiegesprekken met leerlingen zijn structureel ingeroosterd. Aanbeveling

• Zorg voor een professionaliseringstraject van docenten op het gebied van effectieve en efficiënte reflectieve werkvormen.

• Ontwikkel visie en beleid ten aanzien van de begeleiding.

• Zorg voor een variatie aan reflectieve werkvormen (zie daarvoor: Bewust leren door

reflecteren. SLO, 2006).

• In de bovenbouw veranderen de rollen en taken van de beroepsgerichte vakdocent. De traditionele vakdocent was vooral 'vakgericht' terwijl deze bij integratie van LOB meer 'leerlinggericht' zal worden. De veranderende rol van de beroepsgerichte vakdocent in het vmbo vraagt om aanvullende competenties die een plaats kunnen krijgen in het personeelsbeleid van de school (Van Hilten, 2010).

Tot slot van deze bijlage merken we op dat uit de interviews gebleken is dat veel bovengenoemde kenmerken erg afhankelijk zijn van de eigen, vaak totaal verschillende, omstandigheden waar scholen mee te maken hebben. Wat bij de ene school makkelijk te realiseren is, blijkt bij een andere school totaal niet mogelijk.

Begrippenlijst LOB vanuit SLO

37

Naam

Afk

ortin

g

Betekenis en functie

Vm

bo

onde

rbou

w

Vm

bo

bove

nbou

w

Mbo

Toelichting

Algemene (basis) vaardigheden (of vakoverstijgende vaardigheden)

Tot de algemene vaardigheden behoren onder andere communiceren, samenwerken, informatie verwerken, verwerken, presenteren en experimenteren. Deze zijn beschreven in de kerndoelen van de onderbouw en in de preambule die voorafgaat aan de examenprogramma's van het vmbo.

X X Voorbeelden: • communiceren; • samenwerken; • informatie verwerven en verwerken; • presenteren; • experimenteren.

Arbeids- oriënterende stage

Kortlopende kennismaking met de beroepspraktijk.

X Meer informatie over soorten stages en stage mogelijkheden is te vinden op: rijksoverheid stage info punt kom in het leerbedrijf

Arbeidsidentiteit De mate waarin de leerling kan aangeven wat arbeid betekent voor zijn eigen leven en wat hij met arbeid kan betekenen voor anderen.

X X

Assessment Beoordeling die bedoeld is voor selectie en kwalificatie. Een assessment kan verschillende vormen hebben.

X

Bedrijfsbezoek Excursie naar een bedrijf, ter oriëntatie en om leerlingen kennis te laten maken met (de verschillende functies binnen) het bedrijf.

X X X

~ 38

Naam

Afk

ortin

g Betekenis en functie

Vm

bo

onde

rbou

w

Vm

bo

bove

nbou

w

Mbo

Toelichting

Bedrijfssimulaties Opdrachten die sterk lijken op opdrachten die in het werkveld uitgevoerd worden en waardoor leerlingen actief en samen met anderen kennis, attituden en vaardigheden ontwikkelen.

X X X

Beroepsbeelden Beelden van de praktijktaken en benodigde kennis, houding en vaardigheden van beroepen en van de context waarin beroepen worden uitgevoerd.

X X X

Beroepsdilemma Een beroepsdilemma is een discussie (innerlijke strijd) voortkomend uit dilemma's/kwesties die spelen in concrete werksituaties, of situaties in het werkveld of de sector.

X X X Een beroepsdilemma kan gaan over wat er gedaan moet worden, hoe het gebeurt en waarom het zo gebeurt, bezien vanuit verschillende tegengestelde standpunten. De waarden van de tegenstelling dienen verkend te worden, de argumenten pro of contra.worden verzameld en een standpunt ingenomen.

Beroepsidentiteit De mate waarin de leerling zichzelf identificeert met een bepaalde beroepsbeoefenaar en zichzelf in staat om dit beroep uit te voeren.

X X

Beroepsinteresse-test (beroeps-keuzetest)

BIT Onderzoek naar persoonlijkheid en werkinteresse.

X Meer informatie: www.123test.nl

~ 39

Naam

Afk

ortin

g Betekenis en functie

Vmbo

on

derb

ouw

Vm

bo

bove

nbou

w

Mbo

Toelichting

Beroepsoriënte-rende opdrachten

Praktijknabije opdrachten in de context van een beroep en/of werkveld.

X X

Beroepspraktijk-vorming

BPV Beroepspraktijkvorming/stage bij een bedrijf, instelling of organisatie.

X Meer informatie: site kenniscentra

Beroepsvaardig- heden

Vaardigheden die kenmerkend zijn voor een bepaald beroep.

X X Zoals: plannen; onderzoeken; ontwerpen; meten; produceren; installeren; monteren; testen; organiseren; verzorgen; begeleiden.

Buddystage Beroepsoriënterende werkervaring onder begeleiding van een buddy (meestal een mbo niveau 4 deelnemer).

X X Zie ook: Draaiboek buddystage (2009) www.slo.nl/LOB

Coach Docent / persoon die het beste uit de leerling weet te halen, de leerling op de juiste momenten kan stimuleren en motiveren.

X X X

Competentiegericht onderwijs

CGO Onderwijs waarin kennis, vaardigheden en houding als een geheel in aan de praktijk ontleende situaties aangeboden wordt.

X X

Competenties Het vermogen van de leerling om in bepaalde (beroeps) situaties adequaat gedrag te vertonen.

X X X

Decaan (1) Studieadviseur, ondersteunt leerlingen bij het kiezen van een vervolgstudie en/of beroepsopleiding,

X X

Decaan (2) Studieadviseur en curriculair leider aangaande het LOB-programma

40

Naam

Afk

ortin

g

Betekenis en functie

Vmbo

on

derb

ouw

Vm

bo

bove

nbou

w

Mbo

Toelichting

Determinatie Proces om elke leerling op een passende, uitdagende en perspectiefrijke plek in het onderwijs en op de arbeidsmarkt te krijgen.

X X X

Dialogische leeromgeving

Leeromgeving waarbij de leerling, in dialoog met zichzelf en met anderen, vragen leert stellen zoals: • Wie ben ik? • Wat kan ik? • Wat wil ik? • Wat drijft mij? • Wat past bij mij?

X X X

Doorlopende leerlijn LOB

Een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden leidend naar een einddoel.

X X X

Ervaringsgericht leren

Aan de praktijk ontleende activiteiten die gericht zijn op het opdoen van concrete ervaringen.

X X X

Feedback FB Terugkoppeling (eenrichtingverkeer) van de docent naar de leerling over het product en het proces.

X X X

Gastlessen Persoon van buiten de school, bijvoorbeeld een beroepsbeoefenaar, die lessen verzorgt.

X X X Meer informatie is te vinden op: bedrijf voor de klas

41

Naam

Afk

ortin

g Betekenis en functie

Vm

bo

onde

rbou

w

Vm

bo

bove

nbou

w

Mbo

Toelichting

Keuzebegelei-dingslessen

Lessen gericht op de begeleiding van het keuzeproces van de leerling.

X

Krachtige loopbaangerichte leeromgeving

Praktijknabije leeromgeving, waarbij de leerling vraaggestuurd ervaringen opdoet en hierover kan reflecteren met andere(n) (volwassenen).

X X

Kwalificatiedossier KD Een kwalificatiedossier beschrijft voor een een mbo-opleiding voor een specifiek beroep of beroepsgroep de kwalificatie-eisen: • de inhoud van het beroep; • de benodigde competenties voor een

beginnende beroepsbeoefenaar; • de benodigde kennis en vaardigheden

voor een beginnende beroepsbeoefenaar.

X De kwalificatiedossiers van het mbo zijn te vinden op: mbo-2010

Leerplein Leeromgeving die bestaat uit kenmerkende praktijksituaties.

X X X

Leerwerktraject Een combinatie van werken en leren in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo.

X Meer informatie over soorten stages en stage mogelijkheden: stages-in-het-vmbo stageinfopunt kominhetleerbedrijf

42

Naam

Afk

ortin

g Betekenis en functie

Vmbo

on

derb

ouw

Vm

bo

bove

nbou

w

Mbo

Toelichting

Leven lang leren LLL Activiteiten die gedurende het hele leven ontplooid worden om kennis, vaardigheden en competenties vanuit een persoonlijk, burgerlijk/sociaal en/of werkgelegenheids-perspectief te verbeteren.

X Bron: Ministerie van OCW www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw

LOB-coördinator Functionaris die in de school LOB-activiteiten coördineert, bewaakt en deze afstemt met het curriculum.

X X

Loopbaanbegeleider Loopbaancoach

Functionaris die de individuele leerling begeleidt, volgt en helpt in zijn ontwikkeling en met het keuzeproces.

X Ook wel LOB-docent genoemd.

Loopbaancompe-tenties

Vijf competenties die de leerling, gedurende zijn hele leerloopbaan, maar ook daarna, in zijn arbeids- en levensloopbaan kan gebruiken om tot goede keuzes te komen: • Kwaliteitenreflectie: Wat kan ik het best? • Motievenreflectie: Waar ga en sta ik

voor? • Werkexploratie: Waar ben ik het meest

op mijn plek? • Loopbaansturing: hoe bereik ik mijn

doel? • Netwerken: Wie kan mij helpen mijn doel

te bereiken?

X X Meijers, F., Kuijpers, M., & Bakker, J. (2006). Over leerloopbanen en loopbaanleren. Loopbaancompetenties in het (v)mbo. Driebergen: Het Platform Beroepsonderwijs.

~ 43

Naam

Afk

ortin

g Betekenis en functie

Vmbo

on

derb

ouw

Vm

bo

bove

nbou

w

Mbo

Toelichting

Loopbaandialoog (loopbaanreflectie-gesprek)

Open gesprek tussen loopbaanbegeleider (of mentor) en leerling waarin de loopbaanbegeleider de leerling helpt verbanden te leggen tussen ervaringen binnen- en buiten school, terug te blikken en vooruit te kijken.

X X

Loopbaanleren LBL Het leerproces waarin studenten gaandeweg zelfsturend worden wat betreft hun (studie)loopbaan.

X Loopbaanleren en – begeleiden in het hbo (Kuijpers en Meijers, 2008).

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB)

LOB Het doel van LOB is dat leerlingen leren kiezen en het keuzeproces leren doorgronden, om zo voorbereid te zijn op een leven waarin steeds weer keuzes voor opleiding en arbeid gemaakt moeten worden. Centraal in het LOB-proces staat het ontwikkelen van loopbaancompetenties.

X

Maatschappelijke stage

Een vanuit het onderwijs georganiseerde bijdrage van de leerling aan de samenleving door vrijwilligerswerk.

X X Meer informatie is te vinden op: maatschappelijkestage

Meeting Point

Schakel tussen school, buurt, organisaties en bedrijven.

X X Ook wel dienstencentrum genoemd. Diverse vmbo-scholen en ROC ‘s hebben een dienstencentrum.

Mentor Begeleider van een groep leerlingen in het groeps-, leer- en keuzeproces.

X X

~ 44

Naam

Afk

ortin

g Betekenis en functie

Vmbo

on

derb

ouw

Vmbo

bo

venb

ouw

Mbo

Toelichting

Mentorlessen Lessen gericht op het begeleiden van studievaardigheden, sociale vaardigheden en beroepsoriëntatie.

X X

Ontwikkelingsgericht onderwijs

Onderwijs dat is gericht op de ontwikkeling en vorming van de leerling en de persoonlijke identiteit van de leerling.

X X X

Opleidingsbeeld Beeld van de leeromgeving, de inhoud en inrichting van onderwijs in het vervolgonderwijs.

X X X

Oriëntatie op leren en werken

Examendomein in de examenprogramma's van alle avovakken. Soms als vak op het lesrooster als Oriëntatie op studie en beroep (OSB).

X Meer informatie is te vinden op: www.examenblad.nl

Persoonlijk Activiteitenplan

PAP Plan waarbij de deelnemer op de korte termijn aangeeft welke activiteiten hij wil ondernemen om zijn doelen te bereiken.

X

Persoonlijk Ontwikkelingsplan

POP Plan waarbij de deelnemer zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling voor de lange termijn kan plannen.

X X

Portfolio pf Registratie van verworven kennis, vaardigheden en competenties.

X X Vaak in de vorm van een verzameling bewijzen.

Praktijklokaal Lokaal voor onderwijs in praktijkvakken waarin praktijksimulaties mogelijk zijn of praktische vaardigheden geoefend kunnen worden.

X X

~ 45

Naam

Afk

ortin

g

Betekenis en functie

Vm

bo

onde

rbou

w

Vm

bo

bove

nbou

w

Mbo

Toelichting

Praktijknabij De mogelijkheid om ervaringen in de praktijk op te doen met realistische opdrachten.

X Indien het realiseren van de echte praktijksituatie niet mogelijk is, kan deze gesimuleerd worden. Meer informatie is te vinden op de sites: sapfabriek en maasleerfabrieken

Praktische sectororiëntatie

PSO Actieve, motiverende, onderwijsvorm, die leerlingen in de onderbouw van het vmbo de mogelijkheid biedt om kennis te maken en ervaring op te doen met de vier sectoren.

X

Proeve van bekwaamheid

PvB Eindopdracht waarin een leerling in de praktijk laat zien dat hij de competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar beheerst.

X

PSO-docent Docent die de lessen en organisatie rondom praktische sectororiëntatie verzorgt.

X

PSO-modulen Lessen van een bepaalde omvang die deel uitmaken van een programma

X

Realistische beroepsactiviteiten

Activiteiten die in een beroepssituatie worden uitgevoerd.

X X X

Reflectie Proces waarbij de leerling terugkijkt op zijn eigen handelen, betekenis geeft aan zijn opgedane ervaringen en vooruitblikt wat hij met de ervaringen gaat doen.

X X X

Sectorbeelden Beelden van de werkzaamheden in een sector en van de context waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden.

X

46

Naam

Afk

ortin

g Betekenis en functie

Vmbo

on

derb

ouw

Vmbo

bo

venb

ouw

Mbo

Toelichting

Sectororiëntatie SO Brede oriëntatie van leerlingen op de sectoren economie, groen, techniek en zorg en welzijn.

X X

Snuffelstage Kortlopende kennismaking met de beroepspraktijk.

X Meer informatie over soorten stages en stagemogelijkheden zijn te vinden op: rijksoverheid stageinfopunt kominhetleerbedrijf

Sociale vaardigheden SOVA Vaardigheden gericht op het menselijk contact, de sociale omgang met anderen.

X Voorbeelden: • contacten leggen; • een gesprek beginnen; • omgaan met kritiek; • opkomen voor jezelf; • omgaan met gevoelens; • omgaan met pesten.

Sollicitatieproject Project om leerlingen te laten oefenen in het solliciteren. Achtereenvolgens komen de vacaturekeuze, het schrijven van een sollicitatiebrief en het sollicitatiegesprek in een realistische context aan de orde.

X Veelal in samenwerking met plaatselijke werkgevers, bijvoorbeeld via: • Rotary; • verenigingen van werkgevers; • ondernemersverenigingen; • de Kamer van Koophandel.

Speed dating Werkvorm om leerlingen door middel van korte gesprekken snel in contact te brengen met beroepsbeoefenaren (bijvoorbeeld in verband met een stage of bedrijfsbezoek).

X X

~ 47

Naam

Afk

ortin

g Betekenis en functie

Vmbo

on

derb

ouw

Vm

bo

bove

nbou

w

Mbo

Toelichting

Studieadviseur Functionaris die de individuele leerling adviseert tijdens zijn/haar studieloopbaan.

X

Studieloopbaan-begeleider

Degene die de leerlingen begeleidt bij het leer- en loopbaanproces gedurende de schoolloopbaan.

X X

Toelatingstest Test met als doel te kijken of een leerling tot een opleiding kan worden toegelaten.

X

Vakkenintegratie VI Inhoudelijke afstemming en samenwerking tussen vakken of tussen vakken en beroepsgerichte programma's

X

Vmbo Carrousel Beroepsoriënterende excursies, waarbij leerlingen in groepjes meerdere bedrijven of instellingen bezoeken.

X Meer informatie is te vinden op: vmbocarrousel

Voortgangsgesprek Gesprek over de vorderingen van een leerling met de focus op schoolresultaten.

X X X

Vraaggestuurd onderwijs

Onderwijs waarbij rekening gehouden wordt met de leervragen van de leerling.

X X Meer informatie is te vinden op de site: http://www.Leraar24.nl

Werkplekken-structuur (werk-pleksimulatie)

WPS Leeromgeving waarbij leerlingen rouleren langs werkveldopstellingen.

X