LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas...

10

Transcript of LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas...

Page 1: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.
Page 2: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.

LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuwverscholen onder lakense jas en hoge hoedhet magma van zijn verlangen eeuwig gloeiendingehouden, dan weer erupterend, dan weer beschaamd dan weer met grote spijt zo dicht bij te zijn geweesten toch te bang, gevangen in burgermanswaardenen dat de jaren waarin alles kon en tegelijk onmogelijk waswegspoelden door gaten in de tijd  als hij zich terugvindt bij een uitgedoofd vuur, versteendals zijn gedachten, waarvan de inkt als tranenuitvloeit over het vliegend blad dat hij verstrooit. Annemieke van Rooijen, augustus 2007

Page 3: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.

OP DE TRAPPEN

Toen ik de schandelijke trap afging,kwam jij binnen door de deur, en één momentzag ik jouw onbekend gezicht en jij zag mij.Ik verborg me toen, dan zou jij mij niet nogmaals zien,en jij ging vlug langs, je gezicht verbergend,en glipte het schandelijke huis binnenwaarin je evenmin als ik genot zou vinden. En toch, de liefde die jij wilde had ik je kunnen geven;de liefde die ik wilde – dat zeiden me je vermoeide,argwanende ogen – had jij mij kunnen geven.Onze lichamen voelden dat en zochten,ons bloed, onze huid begreep. Maar we verborgen ons allebei, in verwarring. KAVAFIS (vertaald door Hans Warren en Mario Molengraaf)

OP DE TRAPPEN  Ik verborg me toen, zei ik, dan zou jij mijniet nogmaals zien – hoe groot kan een vergissing zijn!Hoe vaak hebben we elkaar vanaf die dag gezien?Telkens als een lezer m’n herinneringnieuw leven leest, dan naderen we elkaar,schichtig op en af de trappen, tot het middenom niet stil te hoeven staan bij het moment dat ons bestaan in onze eigen handen ligt. Tot vandaag. We naderen elkaar, zoals we talloze malen hebben gedaan, totdat ik mijn gangvertraag, alsof de tijd slowmotion wordt.De verbazing op je gezicht, omdat je niet weetdat een gebeurtenis die eenmaal in een gedicht beschreven is, kan veranderen – je stopt. Je vreet mijn ogen op terwijl mijn handje wang streelt. Ik vaar de haven binnendie zo lang gesloten bleef.Ademloos ligt mijn naam op mijn tongte wachten totdat ik me voorstel – totdat ik het anker uitgooi in jouw leven. Hein Walter

Page 4: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.

HEEL ZELDEN

Hij is een oude man. Uitgeput en krom,afgetakeld door de jaren en door onmatig levengaat hij langzaam lopend door het straatje.En toch, als hij zijn huis in gaat om daarde onmatigheid van het oud zijn te verbergen, denkt hijover het aandeel dat ook hij nog aan de jeugd heeft. Jonge mannen declameren nu zijn verzen.Aan hun levendige ogen gaan zijn beelden nu voorbij.Hun gezonde, sensuele geest,hun welgevormde, sterk gebouwde lichamenworden door zijn openbaring van de schoonheid nu ontroerd.  K.P.Kavafis. Uit Verworpen gedichten/ 1984, 1991Vertaling en toelichting Hans Warren /MarioMolegraaf  Daar zit hij dangevangen in zijn eigenbeeld,troostloze hoge murenbespringen hem  de wazige beeldenvan een vervlogenbandeloze jeugdbesluipen hem.  Knap, hoogmoedig enbrandend van hartstochtverliefder danNarcissus. Een jonge god was hij,koos voor het leven vol lusten vlammend - verterend - volledig - Daar zit hij dan verstild - hij waant zich Icarus stijgend naarde warme gloed een nachtvlinder wenteltzich wellustig in een lichtbundel. Rim Sartori 2007

Page 5: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.

FORTISSIMO Veel had je niet te doen, jeZat daar zo stil achteraan,Nog achter fagot en contrabas.Het voorspel trok stom aan je voorbij. Voor het hoogtepunt ging je Staan - met de linkerhand streek Je even je rok nog glad – gloeiendNu, klaar om toe te slaan en bereid.  Zoals je de grande caisseStriemde met je trommelstok –Zo zou ik gekend willen worden,In het kreunen van het slotakkoord.  Cees Noordhoek

Page 6: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.

Turis Belanda – de Nederlandse toerist Het heeft helemaal geen zin een ongeduldige Nederlander te zijn – want, hij flip-flopt naar de becak-rijdernet als de man uit de stadskampong,grijnst, walmt kruidnagels, op verschoten kleedjeskomt pisang goreng rakelings voorbij. Hij vergeetPondok Indah Plaza* waar exclusiviteitge-aircoed is. Maar hurkt, wordt gelaten,filosofeert op de breedbeeldtelevisies van de toko’sIndonesian Idols performen Celine Dion. Ontwaartde maansikkel met ster en teltde pleïaden. Luistert, pinksterzangeres metelektrische gitaar en pneumatisch applaus. Scherp drijft over de sawah’s-de metropool een groezelig waas- het ritmischegeklapwiek van een Garuda-vogel**.  De Nederlander valt onder de waringin in slaap, zijn mobiele telefoonklinkt als een gekko in de nacht.  Dorine Ratulangie, Juni 2007

•shoppingmalls in Jakarta zijn voorzien van bijvoorbeeld winkels•van Mango, Louis Vuitton en Prada, oosterse en westerse restaurants, •Starbucks waar een latte 3,50 euro kost (elders in Indonesië •koop je daar een uitgebreide maaltijd voor), bioscopen en klimmuren.** mythische vogel uit de epische ‘Ramayana’-vertelling, van oorsprong Hindoestaanse

Page 7: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.

Koningen van de mat Twee jassen waren het hoogste doelGeen lijnen bepaalden onze dribbelonze slalomonze slidingHi Ha Hondenpoep Geen keeper weerstond onze punterbinnenkant paalGeen lat keerde ons schotop het keukenraamGeen achterlijn dwong ons in de hoekDriemaal corner pinanti Wij waren de koningenvan het poepveldKeizer waren we en Cruijff Koningen waren weop weg naar de zege in de Europacupnaar de triomfboog in Barcelonanaar het koningsdrama in München Troonsafstand deden we paswanneer we om halfzeshuiswaarts keerdenmet eretekens van grasop de hermelijnen mantels Niels Blomberg, april 2007

Page 8: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.

De winkeljurk Als twee handen van twee klanten elkaar raken bij het keuren van een blauwe zomerjurk en de handen elk een armsgat ingaan, houdt het winkelmeisje haar adem in. De jurk wordt warm van de vingers die elkaar eerst voorzichtig raken en dan intens bevoelen. De duimen die langs de palmen strijken De pinken die rondjes draaien om elkaar. De jurk wordt blij van het leven in haar binnenste Zij wil roe- pen en het lipje glijdt even langs de tandjes van haar rits. De jurk valt langzaam op de vloer.De vrouwen lachen en lopen heupaanrakend naar de deur. Het winkelmeisje staart.De jurk zucht en voelt een diep verlangen in haar lege lijf.Het winkelmeisje loopt naar het zomerjurkenrek.

Frouke Hansum, augustus 2007

Page 9: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.

De dichter Ik ken Kavafis nietzal hem nooit echt leren kennenalleen zijn gedichten lezenis daarvoor niet genoeg Ik kan alleen maar hopendat hij zijn dromen heeft meegenomen En zij die nu of latermijn woorden lezenzullen niet weten wie ik ben of wie ik ooit ben geweest Ik alleen, zal voor altijdmijn dromen meenemen

Petra Luijten 22 augustus 2007

Page 10: LIED VOOR KAVAFIS In de verborgen kamers van zijn strakgetrokken eeuw verscholen onder lakense jas en hoge hoed het magma van zijn verlangen eeuwig gloeiend.

Je leeft nog steeds op de aarde… Weet je nog, hoe vaak vervloekte je jouw geboorte stad?Zat je te bidden met een lege maag!Centloos, liep je langs weelderige etalages, hangend met je hoofd als een namiddags zonnebloem. Moedeloos liep je—de laatste nacht—langs de universiteit,waarbij je zo lang had verlangen te behoren. Voor een tijdje boeide jou de zonsondergang. Trots wandelde je langs de beschaafde boulevards, en warme bakkerijen,totdat de vervloekte stad, je in je dromen bezocht, en smeekte om je medelijden, hem weer te omhelzen. Ineens, geraakt door sentimentele bliksems, draaide je jouw rug met afschuw, naar de zonsondergang. Leer eens, je leven realistisch op te vatten.Ieder mens moet ooit, zich in de aarde wortelen.Groet hartelijk de vruchtbare bomen van de vreemde wijk!Kus de grond en de stenen van haar straten! Denk niet dat je nu, jouw vervloekte stad hebt verraden!De vreemde wijk, met wie je je net hebt verenigd,is een tweezijdige spiegel voor je geworden.Voortaan zal zij je geboorte stad veelkleurig weerspiegelen. De vreemde wijk is al een deel van je geboorte stad geworden.Je leeft nog steeds op de aarde, mijn verre broeder! … Rezart Palluqi, Almere, 19-08-2007