LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i...

220
L. F. VISSENAEKEN, Eere-Bestuurder-Opziener van ' t Onderwijs, te Berchem (Antwerpen). LEUTE EN LEED Gedichten en Versjes ter Voordracht, met Verhandeling over „ Het De clam eeren ^ r. 1934

Transcript of LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i...

Page 1: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

L. F. VISSENAEKEN,Eere-Bestuurder-Opziener van ' t Onderwijs,

te Berchem (Antwerpen).

LEUTE EN LEED

Gedichten en Versjes ter Voordracht,

met

Verhandeling over „ Het Declameeren ^ r.

1934

Page 2: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 3: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 4: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 5: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

LEUTE EN LEED

Page 6: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Ieder exemplaar is genaamstempeld.

Page 7: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

HULDEVAN

HARTELIJKE wAARDEERING

EN

BLIJ VENDEN DANK

AAN

VROUW EN KIND

Page 8: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 9: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

L. F. ,

err. ^ ..

ere- estuu- ziener van t Onderwijs, s,p J

te erc em ntwer en .p

LEUTE EN LEED

Gedichten en versjes ter Voordracht,

met

verhandeling over „Het Declameeren

Iederevoel heeft ook in 't sprekeng Pz'n eigen melodie.g

-- Het levende woord is sterker dan dehand : het treft de ziel, die door dehand niét kan bereikt worden.

't Is 't hart, dat Pwels rekend maakt

(QUINTILIANUS.)

1934

Page 10: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 11: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

EENIGE

BEOORDEELINGEN OVER DIT WERK.

Ik heb uwe Verzameling met véél belangstelling doorloopen...De INLEIDING betreffende het VOORbRAGEN, enz. vind ik zeer

interessant...In 't bijzonder bevallen mij best de "AARDIGHEIDJES " en de

„ LUIM OP DE LEERVAKKEN ". Daar zijn eerelfjes bij !Alles samengenomen : een mooië verzameling. Ik wensch U veel succes

bij de uitgave.Leo ROELS,

Gewestelijk Staatsinspecteur L. 0. voor 't Vlaamsche Land.

Met veel genoegen heb ik kennis genomen vin uw bundel gedichten.Het doel, dat Gij U voorstelt, is edel en in den vollen zin des woords

opvoedend. Het is méér dan tijd eene ernstige pogin i4 te doen om onze omgangs-taal te zuiveren en eene beschaafde uitspraak in onze huisgezinnen te doenbinnendringen. Immers, door eene beschaafde taal kinnen wij, Vlamingen, voor-naam doen, al spreken wij onze 1VloedertaaL en daarom is het wél nuttig eenvoorbeeld te nemen bij onze noorderburen.

„Declamatie " wordt maar al te dikwijls in onze lagere scholen als eenmin-waardig vak behandeld en naar het achterplan geschoven. Men geeft teweinig acht op de opvoedende waarde van dit leefvak.

In uw rijke keuze van voordrachtstukken wordt ruim rekening gehoudenmet het opwekken van edele gevoelens. De zedeles vloeit natuurlijk voort uithet opgezegde, en een lange zedepreek wordt overbodig.

lets gansch nieuw is de reeks „ LUIM Op DE LEERVAKKEN "'.Hierbij zullen leerkrachten en leerlingen véél genoegen beleven.

Nogeens, hartelijk proficiat om uw prachtig werk, en moge het weldraingang vinden in al onze onderwijsgestichten !

Joz.-G. LUYTENS,Eere-Staats-Hoofdinspecteur L.O. te Antwerpen.P ^ P

9

Page 12: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

„LEUTE EN LEED ” van Sere-Inspecteur VISSENREKEN past inde scholen waar het onderwijs „aantrekkelijk " is.

Zijn lange ondervinding te midden der volkskinderen, gesteund op aan-geboren bekwaamheid is hem een rijke bron, waaruit hij gemakkelijk puttenkan. De schrijver weet wat de kinderen verlangen en hoé hij het zeggen moet.Hij lost de vraag op : „Welke dichtstukjes moeten ivij aanleeren ? '"

Reeds dikwijls hadden wij de gelegenheid, bij onze schoolbezoeken, stukjeste hooren opzeggen, door heer Vissenaeken geschreven, als zijn „ONZEFRANS ", „HOE KLEINE KAREL ZICH UIT DEN SLAG TROK ",„ DE MAAN IN DEN DAG " en zoo meer. Dikwijls ook hebben wij gretiggeluisterd naar den schrijver zelf, wanneer hij zóó kunstig zijn mooië dicht-stukken voordroeg. En telkens waren we getuige van zijn succes en dat derkinderen.

Met Al het spijt dat we hadden, gelijk zoovele anderen, toen heer Visse-naeken ontslag nam, zijn we thans gelukkig, dat hij tijd gevonden heeft, omalles te verzamelen en uit te geven ten dienste der volksschool. We zijn er hemdankbaar om en bevelen heel gaarne zijn werk aan, omdat we weten, dat heteen grapte aanwinst is voor het onderwijs in de moedertaal.

Het Onderwijzend Personeel zal ook met véél belangstelling zijn InleidendWoord lezen : WAAROM, WAT , en HOE men VOORDRAGEN moetHIER IS IETS TE LEEREN !

Aug. TROCH,Staats-Hoofdinspecteur L. O. Schoolgebied Mechelen.

Ik wensch ons geluk dat uw hart jong blijft en rijk : Zóó krijgt onzeVlaamsche jeugd weer een bundel declamatiestof haar waardig, stralend vangezondheid, warm van gevoel, wars van sentimentaliteit, echt Vlaamsch, echtdeugdelijk.

Er trilt ontroering in uw aanhef : „AAN M'N JONGENS ", en diestemming doortintelt heel uw werk.

Ge kent uw jongens; vandaar uw ernst zonder pedanterij en uw luim, ueigen, die lachen doet en ook ontroeren.

Wat u kenmerkt, dat is het ongekunstelde en rake woord, gekuischt ja,doch ongeschminkt.

Maar wat ik zeer op prijs stel zijn de wenken. — dit woord zegt te weinig,— over Voordrachtkunst : DAAR HEBBEN WE EINDELIJK EENVOORMAN, DIE KLARE TAAL SPREEKT EN NAGELS METKOPPEN SLAAT.

Wat zal die bundel onze Jongens deugd doen

H. MARIEN,Staats-Schoolopziener voor 't Schoolgebied Antwerpen-Zuid (A).P $ P

10

Page 13: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

geluk wen schen om alleszins-^ dienen we den schrijver u te^ we s en de esz .s

Allereerst e 9'knappe wijze, waarop hij zijn meening omtrent dpel, en methodischepP l ^ P 1 J 9 p^ waarde o e

het Voordragen lagere verwoord heeft. i'van et oor op de er school erw r . Zijnbehandeling 9 p g e 1k het is en

niet alleen welksprekend, re en s tevens overtuigend, i en e de aan-

et oot is nt e p , ^ e u ,P ga menigeen, die totnogtoe het vak-uit-de-vakjes als eenchtt leztn eruan z l e toe tda e9' lezing 9^ 9^

assc e oesbeschouwde,tot an ere inzichten ren en.PIn de ruime VERZAMELING VOORD ACHTSTUKKEN komen

voor welke, naar onze meening, minder ssen zijn voor onze lagere-gedichten

r , g^, r p J ere9'^ is verre li1 t e. Er ts een v rre nagalm m van r et rte en de behandeling e nsc o0 0o er J s ^ e 9^ vanP 9 „

sommige onderwerpen is niet es kinds trouwens de schrijver ze maa t9^,,,e

.. .. Ihij . .dit voorbehoud in zijne Inleiding. eer i wt s echter slaagt t er in den kin-JJ1

e li' e te treffen en, in eenvoudige woo en en vokinderen treffendnr n toon ,r een voorreJ reit te schilderen. lk meen, dat enkele van deze gedichten reeds de vuurproef,^ 9^

doorstonden en, in vele klassen, met succes werdn aangeleerd., , eg .In de reeks der in de laatste jaren verschenen verzamelingen van oëzie1P. n géén

^ voor kinderen, zal deze bundel een onaardig^ uur s aan. Defijnzinnige

9 9'meester, die te kiezen weet, kan dit boek met bijvalgebruiken., , 1^

Em. VAN HEMELDONCK,Staatsinspecteur L. . voor 't Schoolgebied Turnhout.g

In vergelijkingmet et buitenland is onze l literatuur over -DRACHTKUNST r uur ov r

. ..en daaraan verbonden e tc tengeschikt om bt etP ^bijLagerOnderwijs voor te ra en schaarsch te noe en. ààrom alleen reeds isdragen,

mij„ ..het voor mt een groote vreugde uw werk „ hartelijkJ 9' 9' J

welkom te heeten.Ikt het e n ein n over d' worden vwee e r a e av we kaa t kunst wor en vaakr 1 e un^9' 9^

esc reven om niet gelezen te worden en nog i gevolgd, omdat,, wor n o m er evo , o at, naar9' 9 9^ 9 9'men zegt, ieder waarachtig kunstenaar u s naa oprechtn i me t o e t hebben, te r me^tz n te9^ ^zijn

.gevonden. Mij echter zal het steeds een en e t n andere inzichten -g 1 r s ee g oeg n z J ere z en aand voordrachtkunst wijzigen.engaande voor rac nst te leeren kennen, eu n , en zwakkere te wt zt .9' J9^Het is waar, wat ze t : .dat men voo ac t nu eenmaal niet uit een

, g r r, uboek 'e of verhandelingen leert maa e ebezielendevoorzichtiger w oa ten1, rvoorbeeld.

Voorzichtig: omdat ieder student toch ov er eigen temperament, smaak en ^Paanvoelen beschikt. Het kan tienmaal anders, en tienmaal weergoed.,

Er zijn nog andere redenen waarom ik het verschijnen van uw werkJ 9' I 1toe 'uic , n de laatste jaren immers is de a inGroot-Antwerpen inJ J rs s an ac t nruimerenrin gevraagd voor het gebruik eenerzuiverderesc aa er taal,

9^9' 9^ 9e e ren ,en wij zijngelukkigaarin vooruitgangte it a z ezeJ J bespeuten. en. Uwe uitgaaf a P 9'

11

Page 14: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

in het onderwijs,nog versterken, vooral n ^ lager ond s waarvoor,werking n r r l rw r or naar het mt9' 9^ ^ 9' 1 > mijlijkt, uw vooral is geschreven.9'

9^o e uw Werk de vele ween en harten vinden waartoe en waarvoor het9'is bestemd.

Modest LAUWERYS,Leeraar van Voordrachtkunst in 't Koninklijkl

Vlaamsch Conservatorium, te Antwerpen.P

Met een onvermengd genoegen heb ik kennis genomen van uw dichtbundel„ LEUTE EN LEED ". — Dat ik er zooveel tijd op gezet heb vindt hiérinzijn oorzaak, dat ik er aan hield slechts van tijd tot tijd enkele versjes te lezen.Zulks schijnt mij de éénige manier om gedichten te genieten, die iets méér tebeteekenen hebben dan een banale, zij het dan ook handige rijmelarij. Dit isvoor mij trouwens het Benig betrouwvol criterium om te ondervinden of ik met„ stielvaardigheid '", of met waarachtig „dichterschap " te doen heb. —Voormij is nog steeds een dichter : „iemand, die iets te zeggen heeft '". Als diepersoon dan over voldoende taalgevoel beschikt, en zin heeft voor melodie enritme, volgt de Benig-mogelijke juiste vorm vanzelf. De „ mooië vorm "dus als„resultaat ", nooit als „vertrekpunt ". Hoezeer mijn bezigheden op het gebiedvan tooneel en voordrachtkunst mij ook verplichten een maximum van aandachtte besteden aan de verzorging van den „vorm '", toch hoop ik nog lang vande beroepsdeformatie gespaard te blijven, die hiérin bestaat, dat men, bij hetgenieten van een gedicht, blijft haperen aan de theorie, „ la musique avantfoute chose ", — trouwens een uitlating, die niet méér aandacht verdient danmen gewoon is te schenken aan een geestige „boutade ", ze kome dan ook vanVerlaine.

Welnu, dat is het precies wat ik in uw bundel het meest waardeer : U hebtiets te zeggen ! Dat U het te zeggen had aan „kinderen ", maakte U de taakdes te moeilijker; maar deze moeilijkheid heeft „ de schoolman " in U, met eenverbazende gemakkelijkheid weten te overwinnen. In al uw versjes leeft eenfrissche inspiratie, waardoor zij zich zoo gunstig onderscheiden van de hon-derden, —weliswaar leerrijke en stichtende, —maar tenslotte zeer dorre„ bedenksels ", waarmede men nog, in de meeste scholen de kinderen... ver-veelt. —Vooral uw „AARDIGHEIDJES " en uw „ LUIM OP DE LEER-VAKKEN " leven zoo heelemaal in de atmosfeer, waarin kinderen zich ophun gemak voelen, hetgeen precies een éérste voorwaarde is, om van de leer-lingen te bekomen, dat zij zich op een natuurlijke en ongedwongen wijze zoudenuiten. — Onze meeste schoolgedichten richten zich bijna uitsluitend tot het„ begrijpen ", en niét tot het „aanvoelen ". Waar zij eens „kinderlijk "pogente zijn, vervallen ze meestal in een hopelooze banaliteit. Dat hebt U weten tevermijden; een lach en een traan worden, op smaakvolle wijze gedoseerd.

12

Page 15: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

• ''bijna 'al uwgemakkelijk k zeggenEn wat nu den vorm betreft hoe m „ ze9^ J 99 Jpoëtische schoonheid ei hier allerminst eenes En alhoewel het bereiken van sc e sversjes p

verzen ontmoet, die voor denhoofdbekommernis was, heb ikherhaaldelijk,in en zeergeschikte voorbereidingunnen zijn tot het leeren-genieten een, enietenleerling J 9

van woordkunst.1 betreft : ik zou durven zeggen dat zij indienWat nu uw f

9'9' J' IS

DE VOLLEDIGSTE VERHANDELING OVER DE BETEEKENIS VANHET VOORDRAGEN OP DE LAGERE

mogelijk,meer no dan uw dichtbundel un e voldoet aan een echte leemte. nog

DIE WIJ IN rSCHOOL,DEREN BEZITT EN. Indien ik mocht wijzen op een kleine bijzonderheid :1 p eiJGraag zag ik het verschil tusschen , maat en „ ritme op uitdrukkelijke wt ze9' 9' pJaangetoond. te zeer immers wordt er bij het voordragen ts aan ac ts1slechts

ef

aan de juiste „ intonatie ; het ritmeeren van het gedicht beteekentgeschonken J 9^i e al de maat hetvoor de meeste onderwijzers n et gareel oo en, zooals e „9^ loopen

En hiermedeoo ik, zoobeknopt mogelijk,mijn gedacht over uw werkp ^ eJ 9'tehebbeneze . — Graag zag ik het ingevoerd in vele scholen, omdat het9' 9' 9' 9' 9'tenslotte een werk is dat niet a eenvoor de jeugd, maar tevens door>, J g ,haar werd opgebouwdin et rij gemoed van een hoogstaandpedagoog,wiens

J 9' 9' versjes hier een ontroerende blijk van zijndankbaarheidetee enen tegenoverJ J zijn9'zijn jongens, die hem het „ jong blijven mogelijkmaa ten.J 1 ^ J 9' J

Odiele DAEM,Bestuurder der Handel gafdeelin van Sint-Michiels-College, te Brasschaatg g^ Brasschaat;Leeraar van Phonetiek en Voordachtkunst in de emeentelijke Muziek-

$ lschool, te Berchem;Prijs van besten Tooneelregisseur in drie verschillende Wedstrijden voor

^ lhet Koninklijke Landjuweel.l

13

Page 16: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 17: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

VERHANDELING

OVER

„HET DECLAMEEREN"IN DE SCHOLEN

Page 18: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 19: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

'c WAAROM ? .-- 't WAT ? ,—, 't HOE ?

INLEIDING TER „VOORDRACHT "

EN VOORDRACHT TER INLEIDING.

„ Ha, ha ! nieuwe gedichten en versjes om op te zeggen !..." — Verschoo-ning, Juffrouw, — neen, lezer, NIET om „ op te ze99en ", maar om „voor tedragen ", „ aesthetisch voor te dragen ". —Opgezegd, opgedreund, op- of...afgerammeld wordt er genoeg, en daardoor veel heerlijks en veel moois baat-loos vermoord; doch smaakvol voordragen, met eerbied voor elk eerbiedwaardiggedicht, en met het oog op het veelzijdig nut der aesthetische voordracht, datwordt te weinig aangeleerd en beoefend.

Alle moderne opvoedkundigen verdedigen het kunstig voordragen metmacht van redenen; het Modelprogramma der Lagere Scholen legt het op vooriedere klas; 't is verplichtend bij iedere Opvoedkundige Conferentie; 't komtdan ook voor op elke Tafel van Werkzaamheden, doorgaans onder de beteeke-nis-verminkende benaming van „ Geheugenoefening ". Feitelijk echtèr behoort„ voordragen ", in de meeste scholen, tot de verstootelingen, tot de paria's onderde leervakken,... en dat is jammer, zéér jammer !

Stelt U gerust, onderwijzeressen en leeraars, —ergert U niet voorbarig,leeraressen en onderwijzers : We zijn niét van dezen, die, door méér dan gewonekennis, door bijzondere bekwaamheid in —, of ongemeenen aanleg voor een ofander vak, onstuimig hetzelve als 'n stokpaard bespringen, en 't met teugel-booze voortvarendheid maar steeds berijden, driftig gedreven door 'n blindevoorliefde, zonder, of zonder voldoende rekening te houden met de andere leer-vakken van 't algemeen programmagebouw. 'Neen ! hoofdvakken blijven hoofd-vakken; bijvakken hebben en houden hun eigen en wederzijdsch belang; doch„ GESTYLEERD VOORDRAGEN " is voor onze Vlaamsche kinderen vanzóó groote beteekenis en gewicht, dat wij de verwaarloozing daarvan aanzienals 'n pedagogische zonde; en oordeelt men, door gebrek aan inzicht; dat dezeoefening onwaardig is van „ cet excès d'honneur ", ze verdient zéker niet„ cette indignité ! ". Dit willen we betongen

17

Page 20: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

't WAAROM ?

Laat ons even toekijken : Ons volk, onze kinderen gebruiken, over 't alge-meen, hunne taal zonder eerbied; ze spreken onbeholpen, grof, ruw, soms nietenkel dialectisch, maar gemeen. Dit is het treurige gevolg van 'n honderdjarigeverwaarloozing der Vlaamsche taal, — de moedertaal nochtans der groote meer-derheid in ons land, — van een stelselmatig verdringen en misprijzen, van'n onzinnige poging om haar te vervangen door 'n vreemde. —Sedert eenigentijd is men eindelijk gaan inzien, dat de eigen taal de onsterfelijke ziel is vaneen volk, de voorwaarde van z'n leven, de draagster van z'n eigendommelijkengeest, het natuurlijk en adekwaatste werktuig voor z'n verstandelijke ontwikke-ling en kultureelen opgang. Na jaren-langen taaién strijd, herovert onze moeder-taal thans moeizaam hare rechten; wetten worden gestemd welke, mits eerlijketoepassing, die taal opnieuw stilaan de eereplaats zullen vergunnen, waarvanmen ze nooit had mogen verdrijven. Edoch, de volledige overwinning en normaletoestanden zullen niet worden bereikt, zoolang de taalkloof tusschen de standenniet gedempt is, en taaleenheid de noodwendige, heilzaam-wisselwerkende toena-dering niet heeft tot stand gebracht tusschen de verschillende maatschappelijkeklassen in het Vlaamsche land.

Ondertusschen staan wij voor de ellendige gevolgen der honderdjarigetaalverachting : Ons volk, onze kinderen gebruiken hunne taal zonder eerbied;ze spreken ze onbeholpen en grof... En juist die heerschende taalruwheid derVlaamsch-sprekende gemeenschap blijft 'n oorzaak van de miskenning en ver-worpenheid onzer moedertaal bij de hoogere standen, die boven haar het Franschverkiezen... 't Is wel waar dat zij, zooals dat elders gebeurt, het goede voorbeeldzouden moeten geven; doch eene verbasterde opvoeding en een vervreemdendonderwijs hebben hun dat onmogelijk gemaakt. De nieuwe taalwetten op hetmiddelbaar en 't honger onderwijs laten toe daarin verbetering te verhopenvoor de toekomst; doch inmiddels blijft het 'n proefondervindelijke waarheidWordt de taal niet beschaafder aangeleerd en algemeen gesproken, dan zal zij,ondanks alle wetten, in de hoogere kringen nooit de plaats vermogen in tenemen, welke haar logisch en rechtmatig toekomt; want in lompen wordt menniet toegelaten in salons en op holleblokken komt men niet in 'n paleis... Dietaaldualiteit is vernederend en hoogst nadeelig voor ons Vlaamsche volk, datdaarmee gespeend blijft van den beschavenden invloed, welke van de leidendeklassen moet uitgaan en neerstralen, zooals dat elders 't geval is bij beschaafdevolken Dààr zijn de hoogere en ontwikkelde standen in vruchtbaar contactmet de gemeenschap, zooals 't hoort, en naast en boven de dialecten weten zij,met eerbied en zorg, hun beschaafde omgangstaal te gebruiken. Wat heeft hetVlaamsche volk, ons volk, nog veel in te loopen, om tot die heilzame taaleenheidte geraken, en . onder de andere kultuurrassen ontzien, geëerd en gewaardeerdte worden, zooals 't voegt volgens z'n hoedanigheden, z'n eigenschappen, ver-diensten en geschiedenis

Bewust van deze waarheden, werden te Antwerpen en elders reeds vrijeVereenigingen opgericht tot het beoefenen en verspreiden van de BeschaafdeOmgangstaal; dit, als onmiddellijk heelmiddel voor volwassenen. Edoch, hoe

18

Page 21: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

aanbevelenswaardig deze verdienstelijke werking ook moge zijn, de radikaleverbetering, de doorslaande omwenteling op dit gebied is alleen te verwachtenvan het nieuw-aantredend geslacht en door de school. Evenals de lagere schoolden spaargeest zoodanig heeft verbreid, dat er tegenwoordig postspaarboekjeszijn uitgegeven in de verhouding van één voor-wat-meer-dan-twee inwoners,— evenals de school eertijds het vooruitzicht voor den ouden dag heeft inge-burgerd, en de massale aansluiting der kinderen bij de Lijfrentkas heeft teweeg-gebracht, —evenals de schoolpropaganda, met beduidende vrucht, mede denland- en volksgeesel van het alkoolism heeft geknakt, zooóok is weer hoofd-zakelijk de school aangewezen om 't Algemeen Beschaafd te verpreiden, endaardoor onze moedertaal opnieuw 't Vlaamsche land in en rond te voeren, inhut en paleis, gehuld in haar koninklijk gewaad van welluidendheid, rijkdom,sierlijkheid en kracht, door algemeen verfijnde en beschaafde uitingsgewoonten,aangeworven van in den Kindertuin en vervolmaakt in de lagere school; mid-delbare en hoogere Onderwijsinrichtingen mogen ze dan verder leeren cise-leeren aan de bevoorrechten en de geleerden, wier gezaghebbend voorbeeld danweer fortuinlijk terugwerken kan op het arbeidende volk.

Het Modelprogramma der Lagere Scholen beveelt trouwens nadrukkelijk„ Er kan geen zorg genoeg besteed worden aan de studie van de moedertaal...Het eerste doel van het moedertaalonderwijs is de kinderen, naast hun dialect,het Algemeen Beschaafd Nederlandsch te leeren spreken... Dat AlgemeenBeschaafd mag geen stijve boekentaal zijn, doch die vloeiënde, smeedbareomgangstaal, welke in de beschaafde kringen van Nederland en... (in enkelevan) Vlaamsch België gehoord wordt. — De leerlingen moeten er toe gebrachtworden zich met gemak uit te drukken in het Algemeen Beschaafd, daarbij hetjuiste woord te gebruiken en er prijs op te stellen hun taal nauwkeurig en sier-lijk te spreken... "

Deze verheffende vaardigheid kan het kind slechts aanwerven dooropmerkzaamheid, navolging en oefening; doch daarom ook „ is het plicht voorden onderwijzer zelf het voorbeeld te geven, en voortdurend een gekuischtetaal te laten hooren, en het kind, door talrijke oefeningen, in staat te stellen dietaal zelf te leeren gebruiken,... en zijne gedachten nauwkeurig en duidelijkmet luider stem uit te drukken... Slordige spreekgewoonten dienen in de eersteplaats bestreden. " — Deze positieve stellingen van het Modelprogramma zijngezond en meer dan ooit „ up to date ". Mochten alle Normaalscholen immergedenken, dat hun kweekelingen daartoe geroepen zijn en alle andere onder-wijsinstellingen er doelbewust, wilskrachtig en volhardend naar streven ! —We voegen daar nog bij, dat onze kinderen later veel meer zullen moetenspreken dan schrijven, en dat 'n gelouterde spreekvaardigheid, 'n kenmerkzijnde van opvoeding en beschaving, hen in hanger aanzien stellen zal en dus'n niet geringe macht is in het leven.

Welnu, „ AESTHETISCH VOORDRAGEN " is 'n afdeeling van hetmoedertaalonderwijs, waarbij de volmaakt-keurige verklanking der beschaafdetaal 'n primordiale eisch en voorwaarde is; en we zijn er diep van overtuigd datdeze oefening, — niet aanzien als 'n lastig bijloopertje, 'n toevallig karweitjeof 'n weinig bèteekenend grapje, — doch ernstig opgenomen en verstandigingeoefend, — zij 't slechts met de officiëel-toebedeelde maat, — het sterkstemiddel en het meest doeltreffende werktuig is, om het belangrijke oogmerk te

19

Page 22: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

helpen bereiken, waarover wij, met inzicht, hierboven hebben uitgeweid. Wedurven als 'n axioma verklaren : De beste oefenschool voor het vaardig gebruikvan 'n beschaafde taal is de verzorgde declamatie van uitgelezen stukken.

De éérste trap om naar de declamatie te klimmen is 't aesthetisch lezen;doch 't is klaar bewezen, dat gemis aan ernstige oefening in 't kunstmatig voor-dragen 'n zeer schadelijken terugslag heeft op het begrijpend-schoonlezen. —Hoofdinspecteur JUL. MELON, wijdt daaraan 'n heel hoofdstuk, in zijnwerk : „POUR LA PRECISION DE LA CULTURE ESTHETIQUE " enzegt onder meer : „ La classe oil l'on néglige la déclamation et oà on lise bien,,— j'entends par la : de favon esthétique, — elle est aussi rare que le Chien bleu;je nous avoue pour ma part ne l'avoir pas encore rencontrée...'"

Dit alles ware voorzeker voldoende om het waarom en 't nut deraesthetische voordrachtoefeningen te bewijzen; doch zij leveren daarenbovennog 'n menigte andere vruchten, welke men ongelijk zou hebben te versmaden

Eerstens kunnen ze machtig bijdragen om den onnatuurlijken, vervelen-den zaagtoon uit te roeiën, welke nog heerscht in vele scholen, waar hij, samenmet 'n ongebreidelde gewestspraak, het opvoedend onderwijswerk verlaagt enonteert.

De spraakorganen, onder tucht gesteld, veroveren langzamerhand eerrebetrachtenswaardige mechanische en psychologische spreekvaardigheid. „Doorgoed lezen, flink declameeren en lustig zingen, zal de stem in welluidendheiden gesmijdigheid toenemen; niet zelden ziet men daarmee wonderen verrichten ",zegt H. TE1IdN1ERMAN, oud-Bestuurder der Staatsnormaalschool van Lier,in zijn werk, „ DE ONDERWIJZER DER TOEKOMST ".

In ruime mate verrijken de bestudeerde stukken den woordenschat derleerlingen; zij bevorderen tevens de juiste woordenkeus, zelfs het begrip vanwoordenbouw. — Ze leveren de kinderen 'n overvloed van kernachtige uitdruk-kingen, spreuken en zegswijzen. — Ze leerera daarenboven 't soms ongewoon,doch smaakvol bouwen, 't verrassend verbinden van zinnen, de mooië voorstel-ling der gedachten, de indrukwekkende wijze van gevoelsuiting, de bekoorlijkeletterkundige beelden en treffende vormen. Aldus wordt stijlvermogen opge-wekt en ontwikkeld, en 't opstellen is er dus ten zeerste mede gebaat : De voor-drachtstukken worden als modellen aangeëigend en meegedragen. Zij verrui-men de verbeelding en het oordeel, terwijl het geheugen, op aangename wijze,wordt geoefend en gescherpt.

De declamatiestukken bevorderen de zedelijke vorming, en wel op demeest nadrukkelijke manier; immers, zij prenten veelal, aantrekkelijk en over-tuigend, allerlei opvoedende lessen, verzedelijkende begrippen en vaderlandschegevoelens in de zoo ontvankelijke kinderzielen, —lessen, begrippen en gevoe-lens welke, zooniet onmiddellijk, dan wellicht in 't latere leven vaak als zadenzullen ontkiemen, opbloeien en rijpen tot heerlijk-zedelijke vrucht.

't Voordragen kan 'n goede, gezellige stemming brengen in de school en'n aangename afwisseling leveren met de andere studievakken. En buiten deschool werkt het nog gunstig na : Een kind, dat knap voordraagt, bevalt, wordtthuis, op familie- en andere feestjes met vreugd en voldoening begroet, graagaanhoord, aangemoedigd en toegejuicht; aldus heeft het zelfs 'n voordeeligen

20

Page 23: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

weerslag op den familiegeest, welke ongelukkiglijk meer en meer verzwakt enverloren gaat.

Het optreden met voordrachten is ook 'n uitstekend middel om de aan-klevende linkschheid onzer kinderen te keer te gaan en ze aan welvoeglijke enbevallige houdingen te gewennen : 't overwint de schroomvalligheid, versterktde drufkracht en schept zelfbeheersching en -vertrouwen, met hoofsche vrij-moedigheid als nuttig gevolg.

Men mag bevestigen, dat de „ gestyleerde declamatie " de grondslag enhet kweekbed is van de „Besproken woordkunst " in de verscheidenheid harerveelvuldige vormen; dus ook van het tooneel, dat de Vlamingen in 't bloed zit,en dat zij de eeuwen door, — en thans nog, — met voorliefde hebben beoefend.De tallooze tooneelkringen, over heel het Vlaamsche land verspreid, zijn deopvolgers der middeleeuwsche Rederijkerskamers. De herinrichting van hetLandjuweel, door wijlen koning Albert, in 1922, is 'n prikkelende spoorslaggeweest voor den opbloei van het Vlaamsche volkstaoneel, dat allerwegen aan-zienlijk heeft gewonnen aan taalzuiverheid, uiterlijke verzorging, innerlijkewaarde en hoogere kunstexpressie.

Wanneer de schouwburg, —zonder zelfs de deftige vermaakskunst uit tesluiten, — in hoofdzaak 'n tempel is, waar het volk, als 'n zalvende wijdingvoelt ,en ontvangt van pure schoonheid, stichtende ontroering en zuiver gevoel,van verheffend gedacht en veredelende verbeelding, dan vervult de kunst vanhet tooneel 'n gewichtige rol in de opvoeding en de kultureele ontwikkeling vandit volk, en dan is zij ook alle belangstelling en aanmoediging waardig.

Tegenwoordig hoorera wij echter noodkreten slaken door de nog werkzameen toegewijde tooneeldilettanten, omdat de jeugd zich meer en meer overgeeften zich bijna uitsluitend verslaaft aan sportwoede, dansmanie, kinemadrift, enz.,en zich afzijdig houdt van de beoefening der tooneelspeelkunst. De tooneelkrin-gen roepen op jong bloed, om hun verder leven voor de toekomst te verzekerenen de traditie te kunnen voortzetten Jeugdafdeelingen voor kindertooneelworden aangeprezen en hier en daar ingericht; wijzend op z'n pedagogischewaarde, wordt beroep gedaan op leerkrachten en schoolopzieners, om het kin-dertooneel in de school aan te bevelen en in te burgeren; en reeds gaan, intooneelkongressen, stemmen op om, van Regeeringswege, het tooneelkundigopleiden der kinderen verplichtend te maken in de scholen... De bedoeling isonbetwistbaar prijzenswaardig; veel nuttigs is daaraan voor de jeugd verbon-den; ze houdt er ook wel van, vooral wanneer ze tevens actief deel mag nemenaan het samenstellen van schermen, het opzoeken, aanbrengen of vervaardigenvan „ requisieten ", enz. Dansnummertjes en kindertooneeltjes hebben gewoon-lijk bijval, en kunnen den luister van schoolfeestjes, prijsuitdeelingen, enz. aan-zienlijk verhoogen. Dit alles echter op ééne volstrekt noodzakelijke voorwaardeDe opvoering moet, onder alle opzichten, verzorgd zijn; en wil ze dat zijn, danvraagt het aanleeren verstandige oefening en geduldige dressuur, naast veel,veel tijd, — zóóveel, dat hij niet, zonder ernstig nadeel, van de gewone leerurenkan afgenomen worden. Daarom, wil men de schoolkinderen wat moois enkunstigs op tooneelgebied doen vertoonen, (nooit de grove, boertige klucht) ,dan moet het inoefenen hoofdzakelijk na klastijd gebeuren.

Kunstmatig voordragen is echter de geriefelijkste trap, die naar hetpodium

21

Page 24: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

voert; 't heeft z'n plaats op den uurrooster, en zou dus, — al is 't ook nietopzettelijk, — het gebrek aan jonge tooneelkrachten gunstig kunnen beïnvloe-den; zulks vooral, wanneer de tooneelklassen of de leergangen van phonetiek envoordracht, welke bij iedere muziekschool behooren, de vruchten der lagereschool tot rijpe volkomenheid aandrijven en opkoesteren. Aldus zou er, doorernstige voordrachtstudie in de scholen, 'n frissche reserve ontstaan voor hetvolkskultuurelement, het gezonde Vlaamsche tooneelwezen, dat niét stervenmag !

En eindelijk, iedereen heeft behoefte, en onze kinderen hebben derhalverecht op SCHOONHEID ! — Wat het Modelprogramma der Lagere Scholenopgeeft als „raadgeving ", zou „wet "moeten wezen : „ In de school dient hetkind te leven in een omgeving van kalmte, van vreugde en van SCHOON-HEID. " — W. E. CHANNING zegt terecht : „ Grenzelooze vreugd is voorde wereld verloren, bij gebrek aan 't ontwikkelen van het schoonheidsgevoel ! ".— En die schoonheid weze vooral niet enkel van stoffelijken aard, als de rein-en sierlijkheid van lokalen, meubelen en leermateriaal, het opsmukken vangangen, klassen en speelplaatsen met bloemen en planten ! Neen ! men gunnede kinderen ook geestelijke schoonheid, die zedelijk, die in- en uitwendig vere-delt, loutert en verheft, die onvermoede zielevreugden biedt, idealen wekt en't leven zooveel mooiër maakt ! Ja, schoonheidsonderwijs ! — „ Je veux "schrijftHoofdinspecteur J. MELON, „que nos chers enfants des classes primaireseivent dans une atmosphere de beauté, qu'ils étudient sur de la beauté, qu'àtous les moments de la traversée scolaire, on multiplee pour eux les merveilleusesémotions du beau ". En kanunnik NOEL beaamt zulks als volgt : „ Miner legout du beau chez l'enfant, eest éíever son idéal, et projeter sur toute sa vie unrayon de joies pures. "

En dààrom nogmaals weze de gestyleerde declamatie "aanbevolen;immers, de taal- en letterkundige hoedanigheden, welke de voordrachten moe-ten bezitten, leggen niet enkel den grondslag voor taalgevoel, taalmuziek enrhythme, ze kweeken niet alleen liefde voor die taal, doch ze leeren teven sletterkundige schoonheid voelen en smaken, en... poëzie genieten. Het dichter-lijke in de taal aanvoelen wordt veel beter en „intenser "bewerkt door voor-dragen dan door lezen.

Voornoemde heer Hoofdopziener J. MELON verklaart „Dans cetteoeuvre séduisante autant qu'ardue de l'éducation esthétique de l'enfance, lapoésie a sa place toute marquée. Aussi j'attache, — et j'attacherai toujours, ,-une grande importance a la déclamation. " — De heer J. MENNEKENS,Bestuurder van 't Openbaar Onderwijs te Sint-Jans-Molenbeek, in zijn werkje., KINDERPOEZIE ", oordeelt desgelijks, waar hij schrijft : „ ...dat een mooigedicht, hoe eenvoudig ook, keurig voorgedragen, evenals een schoon lied, zui-ver gezongen en tot in de puntjes verzorgd wat dictie betreft, méér doen voor deesthetische opvoeding dan lange preekera ", en zóó is 't

Niet overbodig is 't voorzeker er tenslotte nog op te wijzen, dat, door devoordrachtstukken, de leerlingen in voeling worden gebracht met onze Vlaam-sche letterkunde, zonder opzettelijken leergang van literatuur, welke niét tothet gebied der lagere school behoort. Evenzoo geraken zij in kennis met onze

22

Page 25: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

goede Vlaamsche schrijvers en dichters, leeren ze genieten, waardeeren endiensvolgens... beminnen, zooals zij 't verdienen.

Het leven is 'n aanhoudende strijd; ook onze kinderen zullen te kampenhebben in en voor hun bestaan...; ze moeten zich kunnen verdedigen, minstensmet hun aangeworven spreekvaardigheid. — „ Het woord is een machtmiddel;taalmeesterschap is een scherp wapen ", zegt OTTO WILLMANN in het3 e deel van z'n „ DIDAKTIEK ". — 0 ! de kracht, de zooveel vermogendekracht van het gesproken woord, waaraan Lod. Van Deyssel zoon subliemehymne heeft gezongen ! men onderschatte ze niet : De bezielde redenaar boeit,overtuigt, begeestert en sleept de volksmassa's mee, waar hij ze hebben wil; depredikant ontroert en brengt tot inkeer en boetvaardigheid; de advokaat pleitvrij wie oogenschijnlijk schuldig is; alles door de onweerstaanbare macht vanhet woord ! — En neen ! onze kinderen zijn dit doeltreffende wapen niet vol-doende machtig ! Is 't waar of niet, dat zelfs onze grootste leerlingen steedsmoeite hebben om hun gedachten en gevoelens behoorlijk onder woorden tebrengen wat ellende ! Ze worstelen met hun taal en delven gewoonlijk't onderspit. Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat we zien en weten, dat het kindde zaak kent en verstaat, en toch de juiste woorden niet vindt om het te bewij-zen, makende aldus BOILEAU leugenachtig, waar hij zegt : „ Ce qui se convoitbien, s'énonce clairement, et les mots pour le dire arrivent aisément "... Wglketaalarmoe en welke zwakheid ! — Ieder kan voorwaar geen redenaar, geenacteur worden; dat behoeft ook niet; doch ieder leerling moest, door 't bezielendvoorbeeld van z'n opvoeders en vooral bij middel van verzorgde voordracht-oefeningen, het leven kunnen ingaan met het kostbaar bezit van een beschaafd enrijk zegvermogen, dat hem, in alle omstandigheden, zal toelaten z'n gedachtenen gevoelens vaardig, zuiver, met kracht, klem en overtuiging uit te drukkenin eigen, geëerbiedigde taal!

Na al wat voorgaat, veroorloven wij ons te herhalen en te besluiten't Verwaarloozen van 't gestyleerd voordragen is 'n fout, 'n pedagogische zonde,want de declamatiekunst is een der meest vormende middelen, in 't bijzondervoor taal en opvoeding .►

23

Page 26: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

't WAT ?

Zonder 't aanleeren en 't opsnijden van prozastukken algemeen en overalaf te keuren en te verbannen, — want er bestaan er zeer geschikte in onze lite-ratuur, — geven wij toch de voorkeur aan gedichten. Reeds de onberedeneerde,doch blijkbare voorliefde der kinderen voor dicht boven ondicht ware voldoendeom deze voorkeur te billijken : Zij ondergaan onbewust de bekoring van klank-maat en rhythme, van taalmuziek en rijm, en vinden behagen in de rake woor-denkeus, de schilderende uitdrukking van gedachten, de soms heerlijke beeld-spraak, enz. Poëzie doet, vooral bij kinderen, beter den goeden smaak ontluikenen wassen dan proza. —Verzen worden ook gemakkelijker aangeleerd enonthouden. — De heer J. MELON denkt evenzoo en schrijft positief : „Pour1'en f ant surtout, la récitation des vers s'impose. "Trouwens de keurpoëzie onzerVlaamsche en der Nederlandsche dichters is geen weeldeartikel voor de aristo-cratie, — al ware 't dié van den geest, — en waarvan onze volkskinderen moe-ten verstoken blijven; wel integendeel

Dus vooral versjes en gedichten ? — Ja ! doch ze moeten keurig zijn onderopzicht van vorm, taal, inhoud. Men verbeuzele geen tijd en moeite aan onbe-duidende prulletjes, aan stukken, waarin men vergeefs zou zoeken naar 'ngezond gedacht, 'n geestig woord, 'n mooië uitdrukking, 'n treffende spreuk,'n roerend feit; géén stukken welke, zinledig, enkel geestelijke armoede verradenof vloeken tegen het schoonheidsgevoel ! 't Gelde als regel en wet : Wat niet

waard is te worden onthouden, is ook 't aanleeren niet waard !

De zending der school is „ opvoeden " en „onderwijzen ', en van dietwee doeleinden is „ opvoeden" 't voornaamste. De beroemde Zwitserschepedagoog, P. GIRARD, kristalliseert zijn betoog desaangaande in deze woor-den : „ MORALISER plutót qu'INSTRUIRE; INSTRUIRE pour MORALI-SER ": hij wil bovenal „ un instituteur,... FORMANT L'ESPRIT, POURFORMER LE CCELIR. " — Het bestudeeren, voordragen en onthouden vangedichten beschouwen we als 'n uitstekend opvoedingsmiddel, weshalve dezestukken, over 't algemeen, rechtstreeks of onrechtstreeks moeten strekken totloutering van den geest, tot vorming van hart en karakter, tot prikkel voor plicht,eer en deugd, tot afkeer voor 't lage en 't booze, en tot liefde voor al wat wààris en schoon, — in een woord, tot algemeene veredeling en zedelijken opgang.

Men vergisse zich echter niet in onze bedoeling : Géén flauwe geschiede-nissen van >, brave Hendrikken " of „lamme Pieten ", of van onwezenlijke„ Jantjes " die, onder 'n pruimeboom, hun inwendige braafheid, uitwendig en

dogmatisch-beredeneerd staan uit te tateren, zóó luid, dat de afwezig -verklaardevader 't willens-nillens toch hopren moét. ... — géén stukken, waarin de zedeles,

bij de haren getrokken, met geweld wordt bijgesleurd. — En dan, schoonheiden kunstwaarde mogen niet over 't hoofd worden gezien om wille der zedeles.

Wij vinden 't ook niet volstrekt noodzakelijk, dat ALLE voor te dragenstukken zedeleerend zijn, of vervaardigd hoofdzakelijk met het oog op een of

ander zedelijk beginsel of opvoedend begrip. Neen ! men verwerpe niet licht-

veerdig de lieve, waardevolle stukjes, de poëtische vondsten, de dichterlijke

24

Page 27: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

aardigheidjes, enz., enkel omdat een opzettelijke zedeles ontbreekt. Als 't maarschoon is, als 't maar kunst is ! Immers, buiten 't moraliseeren, kunnen en moe-ten de voordrachtoefeningen ook dienen om taalliefde, zegkunst, dichterlijkheid,goeden smaak, schoonheidsbesef en kunstgevoel te wekken en te ontwikkelen;dus...

Daarenboven, m'n waarde onderwijzeressen en onderwijzers, laat onsvroolijkheid brengen en blijdschap in de school ! Dat er toch dikwijls weergalmede heerlijke vreugdesymphonie van den onbedwongen, hartelijken kinderlach !Dat is de verkwikkende dauw voor het kindergemoed; 't is telkens of er bloemenbinnenvallen ! Ja, blijde meesters, blijde kinderen ! Weg met de school, waar demeester altoos zuur kijkt, waar, door den altijd even killen ernst, alles verstijften verstart, en waar de natuurlijke, gezonde behoefte van den kinderlach alsmisdaad onderdrukt wordt ! Gij verkracht 'n ingeschapen aandrift en dooft dekoesterende zon, die de vruchten doet rijpen ! De school is geen gevangenis,.géén kazerne, géén tuchthuis ! Wee de kinderen, die niet lachen mogen ! Endaarom, leert, als afwisseling, nu en dan eens 'n stukje voordragen, dat moge-lijk als Benig doel en verdienste heeft aardig, luimig, pittig te wezen en 'n sma-kelijk lachen op te wekken. Trouwens, het goedmoedig, open, vroolijk gelach,om frisschen humor of fijne spiritualiteit heeft ook z'n opvoedende waarde !En ge zult eens zien hoe graag en snel de kinderen zoon leutig stukje leerenthoe gemakkelijk ze 't onthouden; hoeveel gemakkelijker hierbij los- en natuur-lijkheid worden verkregen; hoeveel bijval ze daarmee zullen oogsten, thuis enelders ! En 't is juist omdat dergelijke stukjes niet zoo talrijk zijn, en debestaande-goede van den tand geraken door overbekendheid, dat wij, dooronze verzameling „ AARDIGHEIDJES " en „ LUIM OP DE LEERVAK-KEN " in dezen bundel, daarin eenigszins hebben pogen te voorzien.

Dat de voordrachtstukjes moeten overeenkomen met den ontwikkelings-graad der leerlingen is zóó logisch en natuurlijk, zóó zielkundig-juist, dat het onsbijna overbodig schijnt daarop aan te dringen; dit is ten andere wet voor elkeles in ieder vak. De kinderen moeten bekwaam zijn, of toch, — door bevattelijkenuitleg en duidelijke verklaring, — in de mogelijkheid gesteld kunnen worden,om de teksten, hun gedachten en gevoelens volkomen te begrijpen. Men wezenochtans niet al te schroomvallig op dat gebied : Gezien de reeds gesteldeeischen, zou de keuze bepaald moeilijk kunnen worden, indien men 'n veto moeststellen op ieder stuk dat, in z'n geheel of in zekere deelen, niet volkomen zouaangepast schijnen aan den psychologischen ouderdom der kinderen, — ouder-dom, welke trouwens ook niet altijd overeen komt met ieders leeftijd. Menverwijdere niet stelselmatig een gedicht, om wille van enkele moeilijke woorden.welke door synoniemen of omschrijvingen bevattelijk kunnen gemaakt worden;of om reden van nieuwe, zelfs ongewone uitdrukkingen, welke door 't zinsver-band worden opgehelderd of door eenvoudigen uitleg te verduidelijken zijn;zulks gebeurt wel bij iedere leesles. Wellicht dragen de leerlingen zulke nieu-wigheden wel mede, en 't aanwerven daarvan is een der doelstellingen van devoor te dragen geheugenoefeningen. — Men mag wel niet al te veel wagen;'t blijft 'n psychologisch axioma dat men rekening heeft te houden met hetbegripsvermogen en het gemoedsleven van het kind; doch, met altoos even

25

Page 28: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

kinderlijk te wezen, zal 't niét hoóger geraken; het kind moet niet. „kind "blijven; om het te kunnen, moet het ook leéren klimmen. — Over „ 't vertellen -zegt J. MENNEKENS : >, Laat ons trachten op het gemoed te werken, en optijd en stond verhaaltjes kiezen, waarbij het kind allengs de hoogte in gaat. "DIT, en wat volgt is evenzeer toepasselijk op de keus der aan te leeren voor-drachtstukken : „ Wij moeten immers tot het kind afdalen, niét om er mede inde diepte te sukkelen..., maar om het op te voeren. " En de heer J. L. WOlI-TERS heeft gelijk, als hij schrijft in 't Voorwoord van z'n „NIEUWE LEER-GANG VAN MOEDERTAAL : „ Men bewijst de jeugd geenen dienst, wan-neer men steeds tot haar afdaalt en haar nooit tot zich opheft. " — De onder-vinding eener méér dan veertigjarige praktijk heeft ons overtuigend geleerd,dat men met kinderen heel wat bereiken kan, en ze geestdriftig kan stemmen,ook voor stukken, welke hun feitelijke ontwikkeling wel eenigszins te bovengaan; natuurlijk op voorwaarde van ze eerst over de moeilijkheden heen tehelpen, en hun daarna den zwier van het rhythme, de cadans van het zingenderijm, het rake der beelden of de frischheid, de schoonheid, de kunst van hetpoëma, met liefde, te doen aanvoelen.

Hoofdzaak is, dat de stukken belangwekkend zijn voor de kinderen; alleendezulke slaan in, schenken vreugde, geven zielsgenot, blijven in 't geheugen enleveren wat op. Hierbij weze opgemerkt dat, buiten het onderwerp, hetwelk zelfsdogmatisch kan zijn, de belangwekkendheid soms schuilt in de sierlijkheid dertaal, de keurigheid van den vorm, de eigenaardigheid der bewerking. Eens datde leerlingen, spontaan of na uitleg, het gedicht, z'n inhoud, beteekenis enwaarde hebben begrepen, verraden ze wel dadelijk hun belangstelling, of... menleest in hun Dogen : „flauw... -

't Is een niet te versmaden criterium voor de

samenstelling van 't repertorium.

Zoudt gij denken dat stukken, reeds als lees- of taalles behandeld, ofwelke de leerlingen, op hun eentje, reeds herhaaldelijk in hun leesboek hebbenbesnuffeld, nog veel aantrek kunnen hebben als, zoogezegd-nieuw, voordracht-stuk ?... Neen ! dan ligt de belangstelling bepaald te zieltogen, als ze niet reeds...morsdood is. Men kieze diensvolgens, in algemeenen regel, géén stukjes, welkein 't leesboek staan. Men vorme 'n eigen verzameling die, door 't onbekende,door 't nieuwe behaagt.

De lengte der stukken weze, zooveel als 't kan, in verhouding met denleeftijd en het ontwikkelingspeil der leerlingen. Wanneer een gedicht hunbehaagt, of als de meester er stemming en liefde heeft weten voor op te wekken,zullen de leerlingen niet licht over Benige uitgebreidheid klagen.

Men mag bevestigen, dat er veel te weinig voordrachtstukken wordenbehandeld. In iedere klas zouden, per jaar, minstens 'n tiental gedichten moetenbestudeerd en opgenomen worden; dat is niets te veel; edoch, we voegen eronmiddellijk aan toe, dat we veel méér houden aan kwaliteit dan aan kwantiteit.

26

Page 29: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

't HOE ?

't Is niet ons inzicht hier 'n volledigen leergang van voordrachtkunst teschrijven; daarover bestaan uitgebreide handleidingen voor liefhebbers enberoepskunstenaars. Overigens de echte declamatorische kunst, in gansch harenomvang en verscheidenheid, behoort tot het gebied van het Conservatorium,, enniét tot dat der lagere school; „ beschaafd voordragen " heeft daar echter geluk-kiglijk z'n bijzonder aangewezen plaats.

Over „ 't hoe ? "geven we dus enkel aan, wat onmisbaar te weten is bij devoordrachtoefeningen in de scholen; want eens de beredeneerde keuze van eenstuk gedaan, verkrijgt het eerst z'n volle waarde door de kundige manier, waarophet wordt uitgegalmd en voorgedragen.

Er zijn kinderen, van nature uitzonderlijk begaafd met ingeboren talent;veel andere hebben aanleg; 't ware onverantwoordelijk zulke kostbare eigen-schappen onverschillig braak te laten liggen. Integendeel, deze gelukkig-bedeel-den leere men, met bijzondere zorg, hun gaven te ontplooiën, te verfijnen en tete volmaken, en deze kunstenaars-in-den-dop bezige men als vóórtrekkendemodellen, na te volgen door de algemeenheid. Zulke voorbeelden van kunnenen durven zijn van grooten invloed op hunne medeleerlingen : Deze krijgen lustin, en worden gevoelig voor deze kunst.

Bijna alle kinderen kunnen betamelijk leeren voordragen, maar ze wetenhet niet; ze vermoeden het zelfs niet, zijn daarom schuchter en durven derhalvezeer moeilijk uit hun hokje komen. Het stoute voorbeeld van 'n klasgezel moedigthen aan om 't dan zelf ook eens te wagen, wat vaak gelukt boven hun eigenverwachting.

Vooreerst moeten de leerlingen goed verstaan wat zij te zeggen hebbenMoeilijke woorden, ongewone zinswendingen, beelden en figuren worden ver-klaard. Dit doet men liefst en best bij de voordrachtles zelf, en in den kortst-mogelijken tijd. Van 't voordrachtuur make men, in 's hemels naam, géén taalles!Als men eerst ieder gedicht kleinzielig gaat uitpluizen in Al z'n spraakkundigemogelijk- en bijzonderheden, dan vergiftigt men op voorhand de stemming endan staat de gewekte verveling in den weg van 't nut, van de vreugd en 't genot.„ Uitgebreid taalkundig onderzoek is hier uit den booze. " (F. PERSOONS,Leeraar in de Normaalschool van Mechelen a.Maas.) „Laat de spraakkunst hetwoord niet versmachten, éér het zelfs hart en geest verrijken kan. " (J. MEN-NEKENS.) Wijst liever, onderweg, op de zangerigheid van den vorm, op deletterkundige schoonheden en op de uitgedrukte gevoelens, welke de schrijveruit de aandoeningen van zijn hart heeft geput, en waarin hij de hoorders wenschtte doen deelen; Al de rest is hier ballast, die de schoonheid, 't inzicht en 't poë-tische verkilt en doet stollen.

„Een gedicht voordragen " is, 't zoo volmaakt mogelijk „ intecpreteeren ",dat is, keurig en met stijl, er Al de taal- en vormschoonheden van te doen uitko-men, op indrukwekkende wijze den gedachteninhoud mede te deelen, door per-soonlijke ontroering de gevoelens over te planten, welke de dichter in z'n schep-

27

Page 30: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

ping heeft vermogen te leggen. — Zulks gebeurt niet door kennis van regels,niét door theorie, enkel door „het doen ", door praktijk. En om die praktijk, metgoed gevolg, te doen verwerven, heeft het kind, als maatstaf, het goede voor-beeld noodig, en dat nu moet komen van den onderwijzer. „ De beste redenaars,de grootste acteurs of zangers zijn begonnen met „ kinderen te zijn van hunnemeesters '", niet van de theorie ". (W. ESDERS.) — Ze nemen over en bootsenna, doch ieder wijzigt en verbetert, of schept volgens den omvang, de veelzij-digheid, de kracht van z'n eigen talent, z'n persoonlijk kunstvermogen, z'n indi-viduëele fantasie, z'n eigen karakter en temperament. Echter „van kinderen zalmen nooit kunnen vergen : een bestudeerde eigen voordrachtwijze. " (F. PER-SOONS.) Dit weten alle schoolmannen wel uit ervaring.

Doch nu zegge de onderwijzer (-es) toch niet te gemakkelijk : „ ik kan nietdeclameeren ! "... Gij hebt toch het aesthetisch lezen beoefend en ook, als hoofd-vak, aan te leeren t en • wat is „schoonleien "anders dan „voordragen " zondergebaren ? Ten anderen, we betrappen u met driftig gebaar en gelaatsuitdrukkingbij gesprekken, debatten of betwistingen, we zien u onder elkaar redeneeren op'n toon en met een vuur, welke ruim voldoende zijn om, naar omstandigheden,'n declamatiestuk behoorlijk te „ styleeren ". „ Ik kan niet, denkt de trage, Endààrom kan hij niet L. " (JAN VAN DROOGENBROECK.) Zelfs „ Deonderwijzer moet er geestdriftig bij te werk gaan, ten einde, bij de kinderen,geestdrift voor die oefening op te wekken. Daarbij is het noodig, dat hij nogalveeleischend zij. Als 't bijna goed is, kan men nog beter ", zegt H. TEMMER-MAN in z'n „HANDBOEK VOOR OPVOED- EN ONDERWIJS-KUNDE ".

Er zijn echter wel Benige theoretische beginselen, geldend voor alien envoor ieder stuk, en welke daarom nooit of door niemand verwaarloosd mogenworden... Deze beginselen betreffen : a) STAND en HOLiDING; b) deTOON; c) het RHYTHME; d) de GELAATSUITDRUKKING en e) deGEBAREN. Daarover zullen we thans handelen

a) STAND EN HOLiDING. —Los en natuurlijk komt men op en neemtrustig plaats. Na 'n korte poos, welke gerucht en gesprekken doet verstommen,groet men vriendelijk, door 't lichaam lichtjes te buigen, met loshangendearmen; meisjes maken de gewone „reverentie ". Bij 't groeten kijkt men nietnaar den grond, doch men laat den blik over de toeschouwers gaan. — Kalmneemt men dan « positie »; géén turnstand ! Het lichaam rust op één dereenigszins vooruitgeschoven voeten; het hoofd rechtop, normaal; de armen vrij— los naast het lichaam, de handen half gesloten, —dus... géén hofrijven...Men stelle zich net en bevallig aan.

Duidelijk, klaar en traag genoeg om goed verstaan te worden, zegt men dentitel van' het stuk; oudere leerlingen geven bovendien den naam op van denschrijver. — Men begint nu niet dadelijk, maar wacht even, wat de stiltebegunstigt, de aandacht trekt en stemming maakt; men begint niét. alvorensalle gerucht zwijgt. — Men richt het woord tot gansch het gehoor; derhalvekijke men niet naar 't gewelf of naar den vloer, ook niet naar de voorste of deachterste rij, doch men overschouwe gansch het publiek; het rustpunt voor denblik kieze men in 't midden van het luisterend gezelschap.

28

Page 31: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Verder wordt nu de houding bepaald en telkens gewijzigd door den aard,het karakter, de beteekenis en soms wel het rhythme van het stuk; gedachten-en gevoelsinhoud vergen telkens aangepaste houdingen, welke zoozeer verschil-len, dat we daarover hier niet kunnen uitweiden.

Na de laatste woorden, wachte men weer 'n oogenblik; men groet beleefden de leeraar belette vooral het overhaastig afloopen.

b) DE TOON. —Hoofdzaak bij iedere declamatie, en trouwens bij iede-ren tak der gesproken woordkunst, is DE TOON. „ De toon, en hij alleen,bepaalt in de éérste plaats den gedachteninhoud van den zin. " (W. ESDERS.)

Voorafgaandelijk weze hier herhaald, dat onderwijzers, zoowel als leer-lingen, zich streng gebonden moeten houden aan het Algemeen BeschaafdNederlandsch, zijnde dat een der bijzonderste bedoelingen van 't voordragen.Men bedenke daarbij, dat men daardoor niét verstaat „ op de letter spreken ",wat gelijk staat met „zeer slecht spreken " : en vervolgens, dat „ declameeren "niet beteekent „onredelijk-hard schreeuwen ".

En 't weze nu eindelijk ook eens gedaan met de ergernis van 't weer-zinwekkend zagen, opdreunen of aframmelen, en dus doelloos vermoorden vaneen van buiten geleerd stuk; beter NIET dan ZOO

Wie goed en op pepasten toon wil voordragen, moet z'n ademhalingweten te beheerschen en meester zijn over z'n stem; hij moet deze leeren dwin-gen tot zóó lenige buigzaamheid, dat hij, bij beschaafde uitspraak en duidelijke„ articulatie ", door aangepaste toonhoogte, toonwijziging en toonvolumengeraakt tot 'n klare, kundige zegging, welke de toehoorders bevalt, inneemt,noopt en verplicht tot luisteren.

Iedere bijzondere gemoedsstemming vraagt 'n bijzondere stembuiging entoon, en die bestaan niet alleen in klem of nadruk... De meesters van het woordplooiën hun stem naar ieder geval; ze maken hun toon zacht of hard, verwaand,trotsch of ootmoedig, lijzig of bijtend, lyrisch of naïef; ze fluisteren of bulderen,galmen, ratelen of stotteren, blijken kind, vrouw, ouderling, enz., al naar deomstandigheden. Ze bereiken soms klanknabootsingen en zeer artistieke effek-ten, door sommige letters, woorden of zindeelen opvallend uit te rekken of afte knappen. Hebt ge nooit wijlen Dr Osc. De Gruyter of Alb. Vogel hoorenvoordragen ?... Neen ?... Gaat dan eens luisteren als Modest Lauwerijs, leeraarvan voordrachtkunst, in 't Koninklijk Vlaamsch Conservatorium van Ant-werpen, met "Klokke Koeland " van Albrecht Rodenbach, die klokke doetrillen en trillen, grommen en brommen, jubelen en jammeren, of u de „ Gier-zwaluwen "van Guido Gezelle, — 'k zou haast zeggen „aanschouwelijk " —doet zien en hooren, wél door z'n rhythme, maar vooral door stemheerschappijen toonschakeering. — Dat zijn echter kunstenaars, bevoorrecht met ingeborenuitdrukkingsmiddelen en talenten, welke niet iedereen, zelfs met goeden wil enlang-volgehouden krachtsinspanningen vermag te benaderen. Zóóveel kan mendan ook van meesters noch van leerlingen vergen. Dat hoeft ook niet; dochieder onderwijzer (-es) is evenwel bekwaam, en de leerlingen kunnen bekwaamgemaakt worden, om kalmte of verrassing, bedreiging of bede, vreugd of droef-

29

Page 32: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

heid, liefde of haat, door een opmerkelijk verschil in den toon, van elkaar tedoen onderscheiden. Die toonafwisseling weze nochtans altoos natuurlijk,zoodat zij ongekunsteld aandoet.

Men lette met de meeste zorg op de juiste beklemtoning der lettergrepenin de woorden, der woorden en zindeelen in de zinnen. Daaraan is veel gele-gen, want door de meeste Vlamingen wordt de klemtoon zeer dikwijls verkeerdgelegd; en daardoor krijgen woord, uitdrukking of zin vaak 'n heel anderebeteekenis als dié, welke door den dichter werd bedoeld. Voor kinderen, diekunnen lezen, zet men een „accent " op den klinker der lettergrepen, welkeden klemtoon moeten krijgen en men onderlijne de beklemtoonde zindeelen;met kleurkrijt is, op dit gebied, veel doelmatigs te verrichten : men kan er zelfs„ toontinten " door „ suggereeren ".

Ten aanzien van al wat voorgaat is 't dus van 't grootste belang dat demeester, — het voorbeeld, — hij 't éérst, het te bestudeeren stuk noordrage,in 't passend tempo, met al de vereischte pauzen, klemtonen en toonschakeeringen, en dat hij 't, bij herhaling, altijd op dezelfde wijze doe. Wanneerde meester 't vandaag anders zegt dan gisteren, sticht hij 'n verwarring, waaruitde kinderen nog moeilijk te redden vallen. Daarom is 't onafwijsbaar noodig.dat hij zelf, op voorhand, het stuk aandachtig bestudeere en de toonkleuren,uitdrukkingsnuancen, enz. beslissend bepale; immers ieder leeraar weet genoeg,hoe bezwaarlijk het valt nog af te leeren, wat eenmaal verkeerd is aangeworven.— Om deze reden ook, mag géén stuk op voorhand worden van buiten geleerd,want dan is er al heel wat bedorven ! Het „ memoriseeren " ga luid-op, in devoordrachtles zelve, en ineens „geassocieerd " met minstens toon, rhythme enzelfs mimiek, dat is houding, gebaar en gelaatsuitdrukking, zoodat de kinderenvan eerstaf 'n totaalindruk krijgen van wat ze te betrachten hebben.

Menw n zin- -e en e de leerlingen en rekening te houden van de zin en rust

9 g gen : verduidelijken n niet alleen n' van zin; bepalen

teekens Ze i i talen beteekenis n i ze eae

er u e ^ e e de e ee s v den z, p

n hunnen en wenken afwisselingook de pauzen en un en duur, e we en en nooden tevens tot a w ssep 9van toon, vooraldubbelpunt, vraa r uitroep- en sc orsin stee en enz. 9^ p 9 ^

c) HET RHYTHME. — Dat is de bewegingsverhouding, onderlingtusschen lettergrepen, woorden en zinnen te leggen.

Hierover gaan we ook niet breedvoerig spreken; immers wij hebben vooralkinderen en gewone scholen in het oog. — De voordragende meester moet zelfvoelen welk rhythme hij hoeft te bezigen, om het gewenschte effekt te bekomen.Trouwens, de meest-gebruikte vers-poëzie, welke lange en korte lettergrepenregelmatig in versregels groepeert, geeft zelf het verlangde rhythme aan. —Men gedenke nochtans, dat er ook rhythme leeft in goed proza, al vertoonthet zich niet zoo regelmatig als in verzen. Hier hoeft de voordrager, volgensden inhoud, de uitgedrukte gevoelens, den aard der gedachten, den algemeenenof bijzonderen geest en 't vermoedelijk inzicht van den schrijver, het rhythmezelf te regelen en te bepalen. De zin- en rustteekens geven daarvoor, — alsverkeersagenten, —nuttige hoofdaanduidingen.

De voordrager moet meester zijn over z'n ademhaling, niet slechts om

30

Page 33: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

toon- en klankgehalte te regelen, doch ook om de vereischte maatbeweging tekunnen volhouden, zonder het rhythme, door ontijdig ademhalen, te breken.

Onverbiddelijk moet men ingaan tegen de neiging der kinderen om, eensbegonnen, het tempo steeds te versnellen, en maar door te draven als naar'n verlossing, zoodat de hoorders onmogelijk nog den gedachtengang kunnenvolgen; dit is niet alleen 't verwoesten van alle rhythme, maar 't is de kari-katuur van 't voordragen

d) DE GELAATSLIITDRLiKKING. —Aangepaste wezenstrekkenbehooren mede den gevoelsinhoud van den tekst te helpen uitdrukken en ver-sterken. — Het gelaat kan spreken zonder woorden : Men denke al maar aanhet communicatieve gelaatsspel der filmsterren op 't witte doek.

Hoewel het kind z'n aangezicht wel geschikt weet te plooiën bij spel, twisten andere toevallig-voorkomende omstandigheden en toestanden, 't is er moei-lijk toe te brengen de gewenschte gelaatsuitdrukking te leveren bij 't uitgalmenvan stukken. De oorzaak daarvan is dat, in 't eerste geval, het spierenspelnatuurlijk, spontaan en haast onbewust geboren wordt, doch dat, in het tweede,'n opzettelijk wilsbevel de vereischte trekken moet opcommandeeren. Hetgelaatsspel is echter de thermometer van 't uitdrukkingsbegrip en -vermogen;derhalve mag men de physionomie niét verwaarloozen, al kan men hierin't ideale niet verkrijgen. — Auriez-vous la plus belle diction et les plus beauxgestes, si vous n'avez pas la physionomie, it vous manquera tout. Voos serezt roid. et vous laisserez froid ceux qui vous écoutecont. ' Zoo schrijft HAR-MAND-DAMIEN, in „ L'ART DE SE FAIRE ECOLITER-.

We zullen ons wel wachten te bevestigen, dat het gemakkelijk valt, metkinderen uitstekende resultaten te bekomen; nochtans... 't Is hier weer 'n kwestievan stout vóórdoen door den onderwijzer, en van durf voor den leerling. Deeerste pogingen zijn doorgaans maar ontmoedigend; doch met volhardendenaandrang geraakt men wel tot wat ! Weest er maar goed van overtuigd, datkinderen veel méér kunnen, dan wij denken of vermoeden, en dat véél komtmaar te voorschijn door den invloed van 't herhaalde goede voorbeeld, hetsporend geprikkel en aangemoedigde oefening.

De studie der gelaatsuitdrukking kan men vinden in bijzondere hand-leidingen. Hier moge 't volgende volstaan

Uitdrukking geven aan 't gelaat geschiedt vooral' met de oogen, — 't zijnimmers de spiegels der ziel en hare beroeringen, — met den mond, de wenk-brauwen en het voorhoofd.

De gelaatsuitdrukking weze natuurlijk, doch expressievol, en steeds inharmonie met het woord; ze weze nooit gemeen, en ontaarde nimmer tot grimas.

In luimige stukken, komt de geestigheid vooral tot haar recht door deguitige plooi der wezenstrekken.

Op onderhavig gebied mag men wel niet in overdrijving vervallen, dochmen vergenoege zich nooit met het onveranderlijk koud en strak kijken derkinderen, ook dan, wanneer er toch zóóveel, van 'n bijzondere gelaatstaal, aan>, suggestie " en gevoelsindruk zou kunnen uitgaan. — Door afzonderlijkedriloefeningen in de gelaatsmimiek kan men ook kinderen er wel toe brengen

31

Page 34: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

om, door 't spel der wezenstrekken, zoet, zuur of bitter, gramschap of mede-lijden, vreugd of smart, enz. op 't gelaat te doen afschilderen.

e) DE GEBAREN. —Alhoewel wij, betrekkelijk de gebaren, de zuinig-heid moeten aanprijzen, en „overdreven gesticulatie "als dwaas-artificiëel enstorend aanzien, kunnen wij ons moeilijk vereenigen met dézen die, tegen-woordig, ieder gabaar afwijzen. Ons dunkt, dat men daardoor 'n niet te ver-smaden kunstelement noodeloos verwerpt. Als men wil houden staan, dat hetgebaar niet „intensiever "werkt dan het woord, „ 't wordt er toch zéker doorgenuanceerd en versterkt'', zegt J. VAN GINNIKEN, in „ GELAAT-,GEBAAR- EN KLANKEXPRESSIE "; en HARMAND-DAMM1EN isnog stelliger ,,...sans lui (le geste), it n'y a pas d'action oratoire..." De ziel zingthare gevoelens uit door de stem, doch schildert ze door physionomie engebaren. "

't Kan wel eens gebeuren dat kinderen, door eigen aandrang of vinding,persoonlijke, passend-eigenaardige gebaren in hun voordracht aanwenden, endan dient deze persoonlijkheid geëerbiedigd te worden; doch over 't algemeenverstouten zij zich niet van zelf gebaren te maken; ze moeten er stilaan toeworden geleid en gedreven, door 't voorbeeld en de bestendige aansporing vanden onderwijzer. Deze heeft er voor te zorgen geen verwarring of onzekerheidte stichten, door de aangegeven bewegingen van heden, morgen weer teveranderen.

Elk gebaar, — immer aesthetisch en verzorgd, — hoeft in reden te hebbenen nuttig te wezen om plastisch de beteekenis van woord of gedacht beter tedoen inslaan of te versterken; dus is 't bv. belachelijk en dom de kinderen naaroog, oor of 'n ander lichaamsdeel te doen wijzen, telkens als 't genoemd wordt...,of drie vingeren te doen opsteken, om 't publiek goed wijs te maken, hoeveel„drie " eigenlijk is...; dat heeft nut noch reden.

Stijve, linksche, potsierlijke, onduidelijke, karakterlooze, evenals brutaleof gemeene gebaren hoeven volstrekt gebannen !

Het gebaar weze steeds volledig, en begeleide gansch het betreffendewoord of de bedoelde uitdrukking : Liever géén gebaar, dan 'n schuchter half . ►

Men verwijde ook de herhaling van steeds hetzelfde gebaar, „ le gested'habitude ", zegt HENNEBERT.

Zonder bijzondere bedoeling mag 'n gebaar nooit het gelaat verbergen.Het gebaar moet juist op z'n tijd komen : doorgaans iéts vóór > of minstens

te gelijk met het woord waar 't bij behoort; komt het te laat, dan is 't bespot-telijk en sloopend.

Behoudens uitzonderlijke gevallen, kijkt men gewoonlijk in de richtingvan waar 't gebaar zal uitgevoerd worden; de beweging zelf echter bekijktmen niet.

32

Page 35: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

DE VOORDRACHTLESSEN

I. VVerondersteldwordt, dat deleerlingen unnen lezen :^

Het aan te leerera stuk staat gereed, zeer duidelijk geschreven op 'n los ofdraaibord, doch blijft voorloopig nog verborgen voor 't oog der kinderen. —Best ga men nu volgenderwijze te werk

1. Een der knapste voordragers declameert, vóór de leerlingen, 'n vroe-ger, in déze of in vorige klassen aangeleerd stuk. Dat wekt aandacht enstemming.

2. De meester VERTELT, telkens als 't mogelijk is, op aantrekkelijkewijze, den inhoud van 't nieuwe stuk. — Bij dit verhaal gebruikt hij reeds denieuwe woorden en wendingen, welke zullen voorkomen, en waarover hijreeds, bondig, verklaring en uitleg verschaft.

3. De tekst wordt zichtbaar gemaakt. — De meester leest hem voor, insierlijke taal en op den vereischten toon; want men vergete niét dat, van na af,„het algemeen-memoriseeren " bij de kinderen begint.

4. De onderwijzer verduidelijkt nog hier en daar als 't noodig is; hij trektde aandacht op de deelen en hun samenhang, op de bijzondere taal- en dichter-lijke schoonheden, waardoor hij de gewenschte gemoedsstemming en geestdriftverwekt. Hij leert den schrijver en z'n verdiensten nader kennen.

5. De meester herleest keurig. — Onder deze tweede lezing, krijgen deklanken der beklemtoonde lettergrepen het nadruksteeken (accent) , en derge-lijke woorden of zindeelen worden met kleurkrijt onderlijnd. —Indien noodig,kan men de pauzen, welke niet door zinteekens zijn aangewezen, door vertikalestreepjes doen opmerken.

6. In onberispelijke taal, DRAAGT nu de meester 't stuk gevoelvolVOOR, juist zooals 't worden moet : Hij geeft dus overal den voegendentoon; houdt rekening van tempo en rhythme, neemt de passende houdingen enlevert aanschouwelijk de geschikte mimiek.

7. De leerlingen herhalen te zamen 't geheel, of bij deelen die 'n bedui-dend en samenhangend geheel vormen. Ze pogen den meester, die meezegt enmeedoet, na te volgen in taal en toon, physionomie en gebaar. — Zulks wordtbest gedaan, rechtstaande tusschen de bankenrijen : de collectieve daad maaktstoutmoediger.

33

Page 36: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

8. Zóó wordt het stuk enkele malen herhaald. — Dan duurt het nietlang of de kinderen hebben het grootendeels, en met de gepaste kleur, in't geheugen, zoodat er daarna geen groot gevaar meer bestaat om hetdesnoods, verder thuis doen van buiten te leeren.

In 'n volgende les wordt de voordracht hervat, — zoohaast mogelijk zondertekst onder 't oog, — eerst gezamenlijk, en vervolgens komen de persoonlijke„ prestatie's ". De beste voordragers komen eerst aan de beurt. Men wake opgroet, beginstand, aftreden, enz.

De meester verbetert, niet onder, doch na den afloop van ieders poging.Geen enkele missing tegen uitspraak, klemtoon, intonatie of mimiek worde onge-zuiverd doorgelaten. — Ook de medeleerlingen mogen wel eens aangeven,waaraan de voordrager te kort kwam.

Bij 't individuëel voordragen, is 't goed, dat de andere leerlingen, zondergeluid, meelippen.

Onder vele opzichten is 't een nuttige naoefening het bestudeerde stukeens uit het geheugen te doen schrijven.

Men hoeft de vrucht van z'n inspanning vast te leggen, door veelvuldigeherhaling. Desbetreffende wete en gedenke men, dat er beter resultaat wordtverkregen met bv. zes dagen lang, telkens éénmaal te herhalen, dan zesmaalop eenzelfden dag.

II. — Voor kinderen, die nog niet lezen kunnen

1.oor ra en van 'n gekend versje, door 'n uitblinker.9 9 l^

2. Den inhoud van 't nieuwe gedichtje doen kennen, bij middel van'n fraai, levendig verhaaltje. — Wie illustreeren kan, late niet na personen enfeiten, „suggestief ", liefst gekleurd, op 't bord te brengen. Platen en prenten,soms voorwerpen kunnen vaak van dienst zijn.

3. Moeilijke woorden en zegswijzen eenvoudig-bevattelijk doen begrij-pen en gebeurlijk meermaals doen naspreken. De aàndacht trekken op de volg-orde der deelen.

4. Twee- driemaal, met den vereischten toonval, enz., gevoelvol, en vol-maakt als een te betrachten model, het dichtje voordragen, en dan de kinderen,staande tusschen de banken, het zoo dikwijls doen nazeggen, tot het in dehoofdjes zit.

In de volgende les, eerst gezamenlijk doen herhalen, desgevallende ver-beteren; — dan doen opsnijden door de halve klas, — door één rij, en eindelijkafzonderlijk, de besten éérst.

Dikwijls herhalen.

34

Page 37: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

ALGEMEENE RAADGEVINGEN. — a) Men late nooit na elkebijzondere inspanning of verbetering, elke blijkbare vordering of bewijs vandurf en moed te waardeeren, door bescheiden lof en prikkelende aanmoediging.Men verbiede zelfs niet de spontane toejuichingen der klas voor 'n bizonder-geslaagde prestatie van 'n medeleerling; doch men dulde nooit spotgejuich bij'n mislukking.

b) a zouden deleerlingen ie er een sc rijVan in denMiddengraadrboekmoeten aanleggen, waarin al de aangeleerde voordrachten worden o ere9 e pg

volgende klassen wordt dan bijgevuld en aldus blijven en bewaard. In va ven^g l9 der school, in bezit van 'n uitgelezen reeks keurigede kinderen, bij 't verlaten, eg gl

eversjes en puike gedichten, waaraan ze gewis later nog wel vreugd en genot> g gl P g g g• immers, wanneer de gulden kindertijd in onsgeheugen o uizu en beleven; immers, „ wa ne r u n J opduikt,9'

e verbonden met het rhythme van een opduikend kindervers :dan is het zeer vaak e oy pn weer in bewustzijn, maar ook de naïeveniet enkel de woorden ervan treden r ,J

gevoelens, die er vroeger mee verbonden waren, wellen naar boven. (Br. Dr.DENIJS-M.)

c) Voordrachtoefeningen kunnen 'n snoer van genegenheid vlechtentusschen meesters, leerlingen en ouders; edoch ze leveren slechts nut en goedenuitslag op, als die lessen steeds gegeven worden met het oog op de vele hooger-aangegeven doeleinden, tevens met liefde, geduld en volharding.

Geachte Lezeressen en Lezers,

Er is over het behandelde onderwerp nog heel wat méér engewichtigs tep gInleidende Verhandeling"n oon ezereeds al te uitvoerig , ofschoon „ g

toeschijnen.e en et zó' in h n 'mo We zóó, de hoop en met het vertrouwen himoge, p e we errdoor aan alle onbevooroordeelde en redeneerende opvoeders en jeugdleiders eovertuigingt n o t versterken, dat het voordragen "'niette geven ze te t et „ aes^ e^isc vo r ra en ni g^

in mag worden geschat; het integendeel 'zoo gering wor e esc at, dat et i te en ee 'n voorname zaak is en

g g g 9 g'n' m nt middel tot gewichtig —uit u en i e to ew c i doel. Hebben onzekinderen hg g ebehoefte te

ati nlichaamszorgen n methodischeaan r o ee een zi e enln' in éch^ me r verfijndeh'iet m er r o e beschaving in taal, houding en fatsoen, oopg g opde vorming, de veredelingvan art en gemoed. Ze zijn zoo vatbaar voor hoogeree

g ► g l gzielsaandoeningen en schoonheidsindrukken; we mo en ze un niét onthouden; gdit zijn alle opvoeders' aan n ' ! `` zijn ook hun volk verschuldigd i , En aarom dringen wiji„ g gaanec

op declamatiezelve,

met ^es^ e^isc -vormen ebedoeling; min er m ep„ o,.amatie unst

— want 't is niet onze rolberoepskunstenaars te r,weeen — doch, zooals W. besluit, wille r, , s s u,,, om w e der veelvuldige t e u^uur9^

mogelijkheden,ie ui^ e^ es^ eergesproken ' " •woord voortvloeiëngestyleerd

35

Page 38: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Behoort „ de declamatie " niet tot de aristokraten onder de leervakken,men eerheffe ze toch, uit het proletariaat, waarin ze bijna allerwegen verne-derd ligt, tot den deftigen middenstand, welke haar toekomt !

Op dit gebied nemen de gisteren-nog-onverschilligen, van heden af eenswat plichtbewust initiatief ! 't is dat toch maar, dat „schoolmeesters " tot„opvoeders " en echte „schoolmannen " bevordert ! En men Legge er zich optoe met de liefde, die liefde baart, — met warmte, met bezieling ! Zonder ziel,géén leven ! en zonder leven, géén vrucht !

In dien geest bieden wij U thans aan onze verzameling gedichten„ LEUTE EN LEED ". —Enkele dezer stukken verschenen reeds in onsvroeger werk, „JUBEL en JAMMER ", doch méér dan de negen tiendenzijn niét verspreid. Ze werden grootendeels gemaakt voor onze eigen leerlingen,op verzoek van ambtgenooten, of voor conferentiën, prijsuitdeelingen en andereschoolfeesten, prijskampen van kindervoordracht, enz. In den laatsten tijdwerden die aangevuld met nieuwe stukken, ontstaan uit opwellingen van„ leute " of van „leed ", in oogenblikken van aandrift of ingeving.

Men denke nu maar niet, dat we zoo vermetel zijn te meenen, dat al dezegedichten, als modellen beantwoorden aan de verschillende eischen, hoogergesteld; neen ! trouwens, sommige werden eerder bedoeld als lied dan als voor-dracht; andere werden vervaardigd voor familie- of maatschappijfeestjes, voorspeciale individuën of voor bijzondere gelegenheden.

Voor wie of wat , zijn de stukken van dezen bundel dan wel bestemd ?...— Wel, m'n waarde lezers,... ze zijn voor... wie ze gebruiken kan, 't zij in, 't zijbuiten de school. Er zijn er wel enkele onder, geschikt voor den eersten graadder lagere school, —meerdere voor den middengraad, — het grootste getalechter past alleen in derden en vierden graad, of hooger. Ze zijn hier nochtansaldus niét ingedeeld en gerangschikt; met het oog, zoowel op hetgeen weschreven over „ 't Wat ? ", als op de beschikbare hoeveelheid van eiken aard,worden ze U voorgesteld als volgt

I. STUKKEN MET OPVOEDENDE STREKKING.

II. STUKKEN MET VADERLANDSCHE STREKKING.

III. AARDIGHEIDJES.

IV. LLiIM OP ' DE LEERVAKKEN.

We voegen daarbij Benige ZANGDICHTEN of CANTATEN en

GELEGENHEIDSSTUKKEN, die voor leerkrachten vaak van pas kunnenkomen, om henzelven of om anderen te helpen en dienst te bewijzen.

Menigmaal deden we jonge en oudere kinderen met één dezer stukkenoptreden; ze hadden doorgaans méér dan gewonen bijval; en er werd ons zóó

dikwijls om afschrift gevraagd, dat we zijn gaan gelooven het Vlaamsche

Leeraarskorps misschien dienst te bewijzen door ze uit te geven. — ja, ze

36

Page 39: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

lagen daar toch, zoo onnuttig verlaten, al die letterkindjes, in den langen loopder vele dienstjaren geboren, — met hun gebreken en hoedanigheden, gewis,— maar desondanks toch zeer geliefd, en, naar veler meening toch te goed omvoor immer begraven en vergeten te worden... We durven hopen, dat de kin-deren en de jeugd in ruimeren zin, ook vele leerkrachten er Benig genoegenmogen aan beleven, en dat deze „versjes en gedichten " eenigszins zullenbijdragen tot het bereiken van „ 't WAAROM ? ", in onze Verhandelinguiteengezet. Daarvoor is 't echter noodzakelijk, en we verstouten Ons dat nog-maals te herhalen

Niét doen „OPZEGGEN ", doch „ AESTHETISCH leeren VOOR-DRAGEN ".

't Zal ons „leute "geven dit nu en dan te vernemen... Moesten ze, hier ofdaar, al te erg... mishandeld worden,... ons dunkt, dat we't, met „leed ", zoudenvoelen...

L.-F. VISSENAEKEN.Berchem ( Antwerpen ).

1934.

37

Page 40: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 41: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

iAan m n .Jongens.

M'n jongens, 'k draag 'n blijvend leed, omdat ik u moet derven.Ik voel het diep : „vertrekken is bepaald een weinig sterven "...Ruim veertig jaar schonk uwe jeugd me frisschen levenslust;'k Bleef jong met u, van lijfsverval en leeftijd onbewust...'k Ontving u klein, doch zag met vreugd uw geest en lichaam groeiën,En 'k hielp uw gaven, uw verstand, uw zielen openbloeiën.Thans mis ik u, en 'k voel mij oud en nooit zoo wel te pasAls toen de wereld mijne school, de school m'n wereld was...

Gij, jongens, kijkt het leven in, met toekomstflonkeringen;Doch ouderdom ziet op 't verleên en zijn herinneringen...Zoo droom ik vaak van u, m'n jongens, uit m'n goeden tijd,Nog kind thans, of die jongeling en man geworden zijt;Een leger trekt me dan voorbij, verscheidene geslachten,En zooveel goed en schoons herleeft in 't diepst van mijn gedachtenIk zie er zwart van haren, bruin, gekroezeld, rood of blond,Arm of bemiddeld, zwak en bleek, of blozend en gezond,Een ruime wereldwei, bevolkt met half-ontloken bloemen...Voorwaar ik kan niet meer, als toen, u bij uw namen noemen;Doch als ik aan u denk, dan telkens is m'n hart in feest,Omdat ik, in uw midden, steeds gelukkig ben geweest !Gedwee kondt ge u doorgaans naar reglement en wenschen vouwen,En nergens vond ik grouter liefde, erkent'nis en vertrouwen.Er werd gewerkt, gespeeld, geleerd met lust, in ernst en lach;De school was één familie onder vaderlijk gezag.— De leeraars stonden, plichtbewust, getrouw aan onze flanken.En 't is me een vreugd die, openbaar, hier nog te kunnen danken ! —

Gij hebt met ons gestreefd naar al wat waar is, goed en schoon,En vreedzaam met elkander leeren vechten voor de kroon;Want gretig was „het algemeen " belust op nieuwe zaden,Gemoed en hart ontvankelijk voor les en goede raden.Ik denk aan uw gehoorzaamheid, en ik verheug me stilOver uw vlijtig streven en uw grooten goeden wil.Ik kon véél vrijheid gunnen, zonder orde of tucht te schaden,Omdat gij wist dat ieder kind moest instaan voor z'n daden.Hun huislijk leed, hun vreugd of smart werd vaak mij toevertrouwdDoor kind'ren, eerlijk van gemoed en met een hart van goud.Voorzeker, naast hoedanigheden hadt gij ook gebreken;Doch 't luttel kwaad, dat 'k ondervond, moet voor veel moois verbleeken;En was er soms iets onbehoorlijks of verkeerds geschied,'t Was jeugdige lichtzinnigheid, maar boosheid was het niet.

39

Page 42: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Gij weet niet hoeveel zielsgenot ge me ooit wist te verschaffen,Omdat ik veelal bonen kon, en zelden had te straffen.'k Getuige tot uw eer en lof, en 't blijve hier vermeld'k Kon alles van u krijgen, zonder kijven of geweld !'k Ben fier op u, herdenkend tal van onvergeetb're feiten,Die schitt'rend voor uw goeden geest, uw hart, uw inzicht pleiten— Ik zie hem nog, den kleinen knaap die, van zijn overvloed,Verborgen, weken lang 'n armen makker had gevoed...— En 't kind, des nachts door brand verjaagd uit kamer en van bed enDat tot z'n moeder huilend riep „ z'n schooltasch éérst te redden ! ..— Hoe elke missing werd geboet met tranen van berouw,En hoe, bij 't sterven van een kind, gij Allen waart in rouw,Terwijl, uit eigen aandrang, 't zijn gezellen kon gelukkenHun liefde te uiten door zijn graf met bloemen gaan te smukken.— Eens was 'n grove fout begaan, alléén en na de klas;Geen mensch kon ooit vermoeden wie daarvan de dader was...Op mijn beroep, en zonder vrees voor een verdiend kastijden,Trad hij vrijwillig uit de rij en kwam z'n schuld belijden...— En werd niet steeds, uit eerlijkheid, gevonden goed of geldDen opgespoorden eigenaar of mij ter hand gesteld ? —— Een groep speelt met den bal... hij vliegt, en is niet meer te stuiten...Een dwaze worp,... verkeerd gemikt... de bal vliegt door de ruiten...'n Oogenblik verslagenheid..., dan... jongens-heldenmoedDe groep zou samensparen tot de schade was vergoed...— 'k Weet nog hoe een behoeftig kind, wanhopig en verdokenTe schreiën stond : Al spelend was z'n kostb're bril gebroken...Z'n moeder zou hem straffen en z'n vader misschien slaan...Beschermend is een troepje toen met hem naar huis gegaan„ Uw jongen, moeder, heeft géén schuld ! en... ons moogt ge vertrouwen,„WIJ brengen samen 't geld bijeen ! ' en... z' hebben woord gehouwen !

Gij hebt mij, jongens, vaak ontroerd, bemoedigd en verblijdl l^ l g 9 lDoor deze schoolgemeenschap,aseest solidariteit. 9

t vaderlijke asten ,Zoo zag i ie ' ren „ rooie zich steeds9 9't met één van de nieuwe gasten.eersten dag van t schooljaar, aar, et ee weastenP g l 9

Die kleinen, — zóóesc ut gesteund, vonden al spoedigtroost,g't van hun meer, en de moeder van haar kroost.Voor t afscheid ei a n o , e

— Ik kan niet over al uw schoone en eed'le daden schrijven;Doch één geval bespreek ik nog : het hoeft bewaard te blijven't Gebeurde bij de grooten, in 'n knappe hoogste klas,Waar broederschap, naast werkzaamheid oprecht kenschetsend was.Eens had een leerling toch aan zijn gemakzucht toegegeven,En toonde een werk vol slordigheid en zorgeloos geschreven.De meester, zacht en vaderlijk, vermaande met fatsoen„ Zóó niét, Raymond, gij kunt het wel en moet dus beter doen. "Toch moest de leeraar 's anderdaags den jongen ernstig lakenHet werk was slecht; hij werd verplicht het beter te herenaken.

40

Page 43: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

't Was of de knaap bezeten was : zoo lui als roekeloosViel hij een derde male...; maar nu werd de meester boos;Hij keef vol verontwaardiging, bedroefd en opgewonden;„ Nooit had hij van een leerling zoo iets spijtigs ondervonden ! 'Er viel, — het was nog nooit gebeurd, — 'n ongewone straf...De klas zat droef-bedrukt, en 't was zoo stil als in een graf;Want heel de schaar vond zich bevlekt, vernederd en geslagen...Het was of elk een deel der schuld huns makkers had te dragen...'t Werd kalm als naar gewoonte en, normaal, ging alles voort;Doch op het eind der klas vroeg plots een knaap vrijmoedig 't woord„ M'nheer, Raymond heeft nu wel spijt...; hij wil u niét mishagen;...„ Hij heeft ons vast beloofd... voortaan... zich beter te gedragen...„ En... als hij door z'n werken toont,... dat hij z'n fout betreurt...„ Zoudt GIJ dan niet... vergeven kunnen... wat er is gebeurd ? "...Dat kind, geen twaalf jaar oud, was mooi en heerlijk om te aanschouwen;Z'n vrees bezweek voor zijnen moed, z'n hoop en sterk vertrouwen;Zijn staam'lend pleiten had den glans als van een vroom gebed,En schandevrij, gelouterd, had hij de eer der klas gered !...

Ik wil van enk'le minder goede jongens nog niet sprekenGeen kans werd hun gegund den schonnen schoolgeest te verbreken;Ze werden door de goeden overspoeld, niet veel geteldEn, die in 't kwaad volhardden, soms aan „boycot " blootgesteld...De massa trad ons toe met eerbied, echter zonder vreezen,En liet den inhoud harer ziel in de open oogen lezen.En nu 'k den luchtkring van uw trouw, uw liefde en dank ontbeer,Kwelt heimwee mij met blijvend leed, en doet soms 't hart mij zeer...Doch aan u denken levert mij nog troost en levensspranken,En 'k kan me niet weerhouden, jongens, u daarvoor te danken !Ja, 'k dank u, jongens, allen, zelfs den moeilijksten kapoenGe gaaft me kans om in mijn leven ook wat goeds te doen.'k Verlang u, — naast m'n medewerkers, — alle heil te wenschen;Blijft steeds gelijk ge als kind'ren waart, weest eed'le groote menschen;Want valt ge in oneer of in schand, door eigen grove schuld,Het zal me treffen of ik zelf m'n plicht niet had vervuld...

Dit boek bedoelt een nieuw verband met u : ofschoon me ontweken,Zóó kan ik somtijds, onrechtstreeks, misschien tot u nog spreken...'k Vergeet u niet, en de indruk van uw daden blijft me bij;Wellicht denkt iemand onder u soms nog wel eens aan mij...

41

Page 44: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 45: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

I.

STUKKEN MET OPVOEDENDE STREKKING.

Page 46: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 47: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

1. M13n Moederkan.

dat ik dieper bemin, aard, e eeen schepselop p ,Dan eneest van ons huis, en de zon van 'tgezin :9 g

Mijn moederken !...

Een vrouwen, zooals er geen vrouwen meer zijn .Uw moeder anoe zijn, maar niét als de mijn, l^ l,

Mijn moederken .

Haar stem klinkt zóó zoet, en haar blik is zóó zacht...Ze werkt van den worgend tot laat in den nacht,

Mijn moederken.

Zij poetst en ze kleedt en ze voedt mij te gaar,En doet steeds alsof zij de nietigste waar',

Mijn moederken.

Zij leeft, zou men zeggen, voor vader en mij;Ze lacht als ik lach, en ze weent als ik schrei,

Mijn moederken...

'k Kan spreken en bidden, en zingen en gaan;Dat heeft, — zegt mijn vader, — uw moeder gedaan,

Mijn moederken.

Geen veiliger plaats voor mijn droefheid of smart.Dan tusschen de armen en tegen het hart.

Van moederken...

Zij droogt mijne tranen, ze troost en geneest :l 9' mijne 9Ze is vroeger voorzeker 'n engel geweest,g g 9

i'n moederken...Mij

Zijstreeft naar mijn heil, nog nooit voer ik slecht,is ee J e, g o ve sec ,

h lessen, enAls ikhoor r r n e wats i oo aa heur esse , doe a ze gze t,Mijn moe er en...l

En als zij, op wacht, aan mijn beddeken zit,Dan roeren haar lippen : 'k geloof, dat ze bidt,

Mijn moederken...

'k Ontvlied, als een vogel somwijlen het nest;Doch, waar ik ook weze, bij moeder is 't best,

Bij moederken.

••

45

Page 48: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Voor loon vraagt ze braafheid alléén; o, wie hadEr ooit op de wereld zóó goedkoop een schat

Als moederken !

'k Herhaal wat ik zei, en ik zeg wat ik meenGelijk mijne moeder, zoo is er maar één,

Mijn moederken

Zoo braaf en zoo vroom, en zoo zoet en zoo fijn,Ze is waardig om Jezukens moeder te zijn,

Mijn moederken !...

'k Gevoel me bij haar, in onze armoede, rijk !Ik wil in m'n leven steeds hand'len gelijk

Mijn moederken !

0 wil, goede God, haar nog jaren behoén;Want moest ik haar derven, wat moest ik gaan doen,

0 moederken !...

En groei ik eens op tot volslagene vrouw,Gedwee als een kindeken blijf ik getrouw

Aan moederken !

Voor knapen

En groei ik eens op tot volwassenen man,Ik blijf toch 't ootmoedige kindeken van

Mijn moederken !

46

Page 49: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

2. Mijn Vader.

Het beeld van een man staat in 't hart mij geplant,De flinkste, de braafste, de beste van 't land

Mijn vader !

Gij hoórdet van hem, of ge ként hem misschien,Want knappere man is er nergens te zien,

Als vader !

Zoo sterk als een eik, en zoo hoog als een dén,Zoodat ik een nietig kabouterken ben,

Naast vader...

Hij pronkt met een knevel en krullenden baard,En is van geen spoken of schelmen vervaard,

Mijn vader !...

Bij zon of bij regen, in storm of tempeest,Hij gaat naar den arbeid, als wij naar een feest,

Mijn vader !

Het werk komt volmaakt uit z'n veerdige hand,Als vrucht van bedrevenheid, schrander verstand

Van vader i

De baas zegt, „dat hij, zonder vader, niet kan;„ Hij héét niet alleen, maar hij is ook „ 'n Jan ",

Uw vader !... "

Zijn drinkgeld wordt voedsel voor heel ons gezin;i^n ri ge wo s e gez ,Wantdrankhuisroe en aa komt hij niet in.t of , daar i net

9 lMijni^n vader .

Hij kleutert van blik, of van hout, of van steen,Het aardigste en heerlijkste speelgoed aaneen,

Ons vader!

Hij lacht als hij thuis komt, hij lacht bij 't ontbijt,Hij lacht met ons spelen, we lachen altijd

Bij vader !

Hij kan ons vertellen, zóó schoon, en zóó raak,Dan denken we op honger, op dorst noch op vaak

Bij vader!

47

Page 50: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Ik zag, in m'n leven, maar éénmaal hem kwaad;Maar toen was ik stout, en... ik maakte wat praat

Vóór vader...

Dat nooit meer, al werd hij wel honderd jaar oud !„ Ik kwetste ", zegt moeder, „het harte van goud

Van vader. "

— „Groei braaf en gehoorzaam, in eerbaarheid groot;„ Want, werdt gij ondeugend,... 'k zag liever u dood !

Zegt vader...

Hij is mijn behoeder, m'n duurbaarste vriend,En géén, die m'n liefde zoo eerlijk verdient

Als vader !

Hij schept voor ons allen 't gelukkigste lot !Nooit krijg ik nog grooteren zegen van God

Dan vader !

En 's avonds, te zamen geknield voor 't gebed,Is 't juist de familie van Nazareth,

Met vader...

Ons droefheid wordt vreugde, ons smart maakt hij blij...Ik wensch Alle kind'ren 'n kerel als hij

Voor vader !

'k Zal braaf zijn, en leeren zoovéél als ik kàn'k Wil worden en zijn, en 'k wil blijven een man

Als vader !

Ik kan nog niet werken : ik ben nog te klein;9 9Maar zorg voor zijn rust, als hij grijsaard zal zijn, zijn lgl l,

Mijn vader...l

Hoed lang, lieve God, die zoo trouw U bemint,Den steun van mijn moeder, den schat van zijn kind,

Mijn vader !

48

Page 51: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

3. Het schoonste dat ik ken.

Ik vond géén schat op aarde,— Al zocht ik mij ook blind, —

Zóó schoon, zoo hoog in waardeAls een nog jeugdig kind !

Hoort, hoe 't zijn éérste woordjesEn zinnen samenspint...

Is 't niet als frissche akkoordjesDat kweelen van een kind ?...

Zegt mij of ge op de wereldNog puurder spiegels vindt

Dan de oogen, rein van onschuld,Dan de oogen van een kind !...

En droeg de hals der moederOoit waardevoller lint

Of kostelijker snoerenDan de armen van haar kind ?...

Géén troost in 't harde leven,Die béter smart verwint,

Dan kusjes u gegevenDoor een liefhebbend kind

49

Page 52: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

4. Onze Onderwijzer.

Wij hebben 'n meester gekregen,'n Nieuwen, — hij kwam nog maar pas. —

We waren hem weinig genegenWe wisten nog niet „hoe ' hij was...

Hij deed ons wel eenigszins schrikkenZ'n haar en z'n oogen zijn zwart...

Edoch, trots z'n ernstige blikken,We voelden al spoedig zijn hart.

't Gebeurde over enkele dagenEen jongen, aan 't einde der klas,

Werd bleek, en M'nheer ging hem vragen,Of hij soms onpasselijk was.

En, achter hem, een van de snaken,'n Waaghals, ondeugend en frank,

Was zotte gebaren aan 't maken,En stond overeind op z'n bank...

De mëester keek om... : onbewogenGing hij op den stouterik af...

Die zat met z'n hoofd al gebogen,En wachtte op de woede en de straf.

t nochtans, kalm en waardig,

De meester oc e, g,' ' toen,Lei an op z n schouder,... er,... en oe ,

. „M'n vriend zei hij, zacht engoedaardig,„,

, ^, Dat moo ^ ge nu nimmermeer doen..."

„„ 99

Géén kijven, géén straf noch verschrikken...We waren getroffen...; bedeesd,

Van spijt zat de waaghals te snikken,Omdat hij zoo stout was geweest...

Dan sprak onze Meester : „ M'n braven,„ Aanhoort nu eens goed hoé ik 't meen

„ 'k Heb gist'ren m'n moeder begraven...„ Nu ben ik volkomen alleen...

„ Ik wil al m'n liefde nu geven' „Aan u, kind'ren, grooten en klein;„ Verdient ge't, dan wensch ik te streven

>, Om altoos uw vader te zijn.

50

Page 53: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

„ Ge moogt me niet dwingen te straffen,.'k Verafschuw de zweep en het zwaard! —

„ Die nu nog groot kwaad doen zijn laf en„ De liefde van vader niet waard !...

„ Ik vraag géén beloften in woorden;„ Belooft het me maar in 't gemoed,

„Want praten, zegt men, zijn geen oorden;„Neemt vast uw besluit, dan is 't goed ! ”

De school liep ten einde... De daderWas treurig... en 't hart deed hem zeer...

Ontroerd ging hij recht naar... dien vader,En zuchtte : „Vergeef me, Mijnheer... "

De Meester zag diep in z'n Dogen...Hij heeft hem op 't voorhoofd gekust,

En zeide dan simpel, bewogen„ M'n jongen, 't is goed, wees gerust. "

Géén meester, dien we ooit liever zagenGéén kind, dat hem hindert of tart;

Hij wordt op de handen gedragenDie man... is 'n-man-met-'n-hart !

51

Page 54: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

5. Wat blijven zal...

De tijd voert maand en jaren meê,Zooals de baren van de zee

In blinde, woeste vaart zich volgen en verdringen...'t Smelt alles weg als in een kroes;Het lost zich op, en slaapt zijn roes

In de eind'looze eeuwigheid,... de menschen en de dingen...

De menschen éérst...; ze gaan voorbijIn eigenwaan en hoovaardij...

Gij hebt hen pas gegroet, —^ ze zijn alreeds verdwenen...De plaatsen dan, waar zij als kind,Als man, als ouderling bemind,

Gehaat, vereerd, benijd, of gansch onmisbaar schenen...

Wij stappen op dezelfde baanVan hen, die ons zijn vóórgegaan,

En die weldra, op beurt, door 't nakroost wordt betreden...En wat ons dringt, of wat ons drijft,Gedenken wij, dat niéts en blijft,

Dan enkel 't weinig goeds, dat wij op aarde deden !...

(Naar het Fransch van MAZEPPA).

LEVENSREGEL.

Wat gij niet wilt dat u geschied',Doe dat ook aan ander niet;

Maar wat gij voor uzelf zoudt wenschen,Doe evenzoo voor and're menschen.

52

Page 55: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

6. VerdienJe Les.

Kent gij, jongens, FRITSKE FRANK ? —Die is pas 'n jaar of negen,

En wil, tegen elk fatsoen,Steeds lijk groote menschen doen,

Frank, en nooit verlegen...

,Lest vond hij 'n stuk sigaar :

l ^

—" ► ...„ Dat is , sprak hij, nog niet kwader .p J g• in ren worden daarvan ziek, ,

,,Maar ik smoor als 'n fabriek,„ ,„ 'k Kan 't zoo goed als vader ! It-

Maar de jongen had geen vuur...Dan maar vlug eens uitgekeken...

Ginder kwam een rooker aan;Frits hield stout den rooker staan,

Vroeg om aan te steken.

't Scheen, dat die menheer wel wou;Doch 't sloeg Fritske toch nog tegen

Groot gelijk 'n generaal,Bleef die recht staan als een paal,

Zonder te bewegen...

- Och, mmijnheer zei Fritske, frank,Dat zal zóó maar lmoei i' lukken :

s gij nu zoo recht blijft staan>> 9 l lik aan uw vuur niet aan,

„ outeuwi enbukken. " —g

„— , Luister, ventje , sprak de heer,ventje PWil wel graag u vuur vergunnen,g g 9

a ziet, zijt te klein,„ Maar zijt e e ,• Wacht, tote zoo groot zult zijn9 g zijn

Om hier aan tekunnen...

53

Page 56: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

7. Beleefdheid.

Ik ken 'n wondre kracht, die Alles kan doen bukken,Een tooverstaf om steeds in 't leven te gelukken,

Een eigenschap, waaraan geen mensch kan wederstaan,Die zonneweelde schept om 't wederzijdsch bestaan...

Zij is de schoonste wel van Al de schoone kunsten,De zegenvolle bron van liefde, voordeel, gunsten,

Een kenmerk van beschaving, edel en voornaam,Een schat voor ieder, en... BELEEFDHEID is heur naam.

Wijl grofheid haat'lijk is, en alles kan bederven,Maakt hoflikheid bemind, en doet ons véél verwerven.

De ruwheid stoot steeds af; Beleefdheid trekt zóó aan,Dat ied're deur en hart gewillig opengaan.

Slechts afkeer treft den mensch, wiens botheid ieder griefde,Terwijl Beleefdheid sympathie verwekt en liefde

De ruwe diamant heeft aanzien noch waardij,Doch, fijn geslepen, zelfs in 't donker glinstert hij

Wellevendheid kan schoonheid en talent vervangen,Ontwapent nijd en afgunst, past aan Alle rangen

Wél hem, die haar bezit, —oplettend er naar streeftHij krijgt steeds zegen voor den zegen, dien hij geeft

Beleefdheid kan 't verkeer vereed'len en verwarmen;Sieraad voor d'edelman, en rijkdom zelfs voor de armen,

Is zij een veilig paspoort voor welkdanig strand,Een munt, die gangbaar is in ied're stad of land !

Edoch deze eigenschap, terecht zóó hoog geprezen,Moet wort'len in het hart, om echt en wààr te wezen,

En de eerlijkheid der ziel weerspieg'len op 't gelaat. —Die kostb're schat kost niéts, terwijl hij niemand schaadt.

Beleefdheid is een lust, en nooit 'n last geblekenBlijft levenslang haar trouw beoefenen en kweekent

Zij is een kapitaal, dat nimmer bracht als gunst;En sterker dan de meest ervaren staatsmanskunst i

54

Page 57: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

8. Wrakken.

Levensmoê en zwaar gebogenZwerft hij, doelloos als een wrak,

En z'n diepgezonken oogenStaren op z'n bedelzak...

Knoestig kijken maagre knokenDoor verteerde lompen heen;

Alles heeft hem lang ontbroken...Hij is arm... en gansch alleen...

Wis, hij mijmert op de tijden,Toen hij zwom in weeldepronk !...

Waarom moet hij thans zóó lijden ?—Vrienden-lief, die man,... hij dronk!...

Ziet gij, in die ziekenzate,Waar 't gekerm het klagen wekt,

Aangetast door tal van kwalenDezen lijder uitgestrekt ?

Ziet gij z'n gebroken oogen ?Elke trek verraadt 'n smart,

En de Kunst zal niets vermogenTegen 't afgeleefde hart...

0 ! wie zal ons dit verklarenHij, die van gezondheid blonk,

Uitgeput in 't puik der jaren !...— Kind'ren-lief, die man... hij dronk !

Dié daar, eens zóó hoog gezeten,Ligt nu in de kerkercel,

Vastgeklonken aan 'n keten,Als verdoemden in de hel...

Nimmer zal hij nog begroeten't Vrije licht; zijn euveldaad

Zal hij levenslang hier boeten,Met het schandmerk op 't gelaat !...

Weet gij wat hem heeft verdorvenEn hem in de boeiën klonk,

Oneer, schande heeft verworven ?...— Kind'ren-lief, die man,... hij dronk

Gansch beroofd van geestesgaven,'t IJz'ren hok voor wereldgrens,

Zit hij, levend, als begraven...— Is dat schepsel nog een mensch ? !...

55

Page 58: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Blikken, die van woede branden;Saamgetrokken elke spier;

Vlokkend schuim op mond en handenWoedt hij, als een razend dier !

— Staak, o staak uw zinloos rallenEn uw redeloos gebonk !...

Mensch ! hoe diep zijt gij gevallen !...— Kind'ren-lief, die man,... hij dronk

Treedt nu in die arme woning,Ginder, in die schaam'le wijk...

— God ! hoe aak'lig die vertonning !Op den stroozak ligt een lijk...

Kind'ren veeenen, vol van rouwe,Zich de onschuldige oogen rood,

En, in 't hoekje van de schouweSnikt 'n arme moeder : „Dood !... "

Wien de schuld, dat man en vaderVóór zijn tijd ten grave zonk ?...

Nogmaals, 't is dezelfde dader— Kind'ren-lief, die man,... hij dronk !

56

Page 59: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

,t

9. Een eerlijk Vonnis.

De school was herbegonnen, en voor rusttijd was 't gebeld;De jongens kwamen, klas na klas, de speelplaats opgesneld.Het spel begon : 't was al gejuich, geloop, gelach, rumoer,Alsof de drift van jonge kracht door al die knapen voer.Alleen de kleine bultenaar, die nieuw gekomen was,Zag, met weemoedig oog, naar 't spel der mannen van z'n klas...Hij was zoo ziekelijk en zwak, wanstaltig en misdeeldEn, met z'n zachten duldersblik, oprecht een lijdensbeeld...Hij waagde zich niét in 't gewoel, was schuchter voor gesprek;Toch schimpten enk'le jongens onbeschaamd met zijn gebrek...

De spotters waren weer aan gang, met bonzen, wreeden lust,En lieten 't arme bocheltje geen oogenblik met rust...Dat werd door Koenraad opgemerkt, den grootste onzer klas;Hij snelde toe en schreeuwde luid, alsof hij meester was„ Is 't hier gedaan, gij lafaards ! ge kent meélij noch fatsoen !" Maar de eerste, die dat kind nog 'raakt, die heeft met mij te doen !De meeste spotters weken, als beschaamd en met berouw;Toch was er nog een vlegel, die 't bevel trotseeren zou„ Dat is de kernel onzer school, — die draagt de nieuwe brug ! "Zoo tergde hij, en duwde 't kind geweldig in den rug...Doch op denzelfden oogenblik kreeg hij van Koen 'n slag,Zoodat hij duizelde en gewis wel honderd sterren zag...Met groot misbaar wou hij terstond naar onzen meester vlién;Doch deze kwam reeds bij en sprak : „ Ik heb het feit gezien;..." Ik zou u moeten straffen, Koen,... uw tuchtiging... was grof;..." Maar... 't nobel inzicht uwer daad... verdient... den grootsten lof !..." 'k Begrijp,... ge waart getroffen,... als persoonlijk aangerand "...Toen drukte hij, beteek'nisvol en vriend'lijk Koenraads hand...De jongens juichten driftig toe; de vreugd was algemeen;De laffe spotter stond beschaamd, vernederd en... alleen...

't Gedrag van knaap en meester was een zegen voor het kind :t e 9 P gHet bultenaartje werd ontzien en ieder werd z , n vriend.l ►

57

Page 60: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

10. Le Gust.

Gust is 'n kloeke jongen;Maar lui..., en... voor de rust...

Er wordt al op gezongen„ Weg met dien luiën Gust ! "

Want, — is hij ook 'n sterke, —Zoo plomp als 'n pompoen,

ZIET hij veel liever werkenDan zelf maar iéts te doen...

Komt men hem 's morgends wekken,Hij antwoordt met... 'n gaap...;

Hij ligt zich wat te rekkenEn... valt terug in slaap...

Aan roepen of aan bellenDaar stoort hij zich niet aan,

Tot vader aan komt snellen,En dwingt hem op te staan.

Hij wascht zich... heel profijtig...Hij kamt eens door z'n haar;

Maar éten doet hij vlijtig...Zóó raakt hij eindlijk klaar...

Hij hengelt naar z'n boeken...Hij stropt in elke straat,

Of hij de school moest zoeken;En... komt daar véél te laat...

Zoo gaat dat alle dagen;Hij is zelfs traag bij 't spel,

En niémand vindt behagenIn zoo 'n lui gezel.

Geen ijver en geen orde,Geen werklust of geen moed,

Dat zal 'n kerel worden !Voor niemendalle goed !...

58^O

Page 61: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

11. .Toni wordt Oud.

Jeugdig meisje, jonge knaap,'k Hoor uw lachen en uw zangen;

Zonder kommer is uw slaap,Vrij van zorg en van belangen...

Jong en rein zijn is een schat,De artsenij voor alle lijden,

En hij is zóó kostbaar, datMan en vrouwe 't u benijden.

Doch de snelle tijd spoedt voortHeden blijft op gist'ren volgen,

Morgen staat weer voor de poort,En de jeugd is dra verzwolgen...

't Lachen stierf,... uw zangen vloón,En, den schedel als omgeven

Van een zilverwitte kroon,Wordt gij naar het graf gedreven...

Jeugdig knaapje, jonge meid,'k Zie de genster in uw oogera,

Die van onbedwingbaarheidEn van kracht spreekt en vermogen !

Ge zijt frisch, gezond en sterk;Op uw wangen rozen bloeiën,

En, in d'uitgespreiden vlerk,Daaglijks voelt ge uw krachten groeiën !

Maar toch eenmaal komt de dag,Die u als een grijzen, strammen

Ouderling begroeten mag,En uw spieren zal verlammen,

U met krankheid overlaàn,Uw vermogens overwinnen,

't Werktuig uit uw hand zal slaanWaar ge uw broodje moest meê winnen...

Weeld'rig meisje, sterke knaap,Met uw lach en glinsteroogen,

Met uw kommerloozen slaap,Met uw jeugd en uw vermogen,

Zoo gij ondervinding schat,Luist'ren wilt naar wijze wenken,

Leert dan uit mijn woorden, datGe op den ouden dag moet denken...

59

Page 62: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

12. Wat ben ik ?...

Nu weet ik waarachtig niet meer wie ik bén...Ben ik een engel,

Of ben ik een bengel ?Wié kan 't me zeggen ? want zie, ik bekén,IK weet waarachtig niet meer wat ik ben !...

Moeder zegt „engel ", — en 'k houd van dit woord; —Vader, soms ,> bengel ", dat minder bekoort;

Engeltje,Bengeltje

Gaat het maar voort...'k Denk er op na, 'k lig te twijfelen... en...'k Weet ik ten slotte niet meer wat ik ben !...

Als ik maar doe wat mijn moeder gebiedt;Als ik haar liefkoos bij ieder verdriet;Als ik mij beter van ieder gebrek,En heur gelaat met m'n kussen bedek,Wijl ik, vol liefde, haar hoofd omstrengel,Dan zegt mijn moeder : „Gij, lieve engel ! "

Maar... als ik mij niet goed gedraag;Of hond, of kat, of zusje plaag;Aan alles proef, aan alles peuter,En 't huisgerief aan stukken kleuter,Of peper met het zout eermengel,Dan roept mijn vader : „Gij stoute bengel !... ,

Ha! maar nu denk ik wel dat ik het weet...Ben ik een engel,

Of ben ik een bengel ?Ja stellig, nu heb ik het antwoord wel beetEn meen, dat ik eensklaps mezelven herken'k Geloof, dat ik 't eén soms en 't andere ben...

Hoor ik het éérste, dan is alles goed;'t Klinkt me zoo lief, en zoo zalig en zoet;Maar bij het tweede is dat alles verdwenen;'k Voel me zoo droef dan, en 'k zou wel gaan veeenen...„ BENGEL ', — dat woord deed mij immer maar pijn...

'k Zal dan maar pogen,Met heel mijn vermogen,

Altijd maar liever ,. 'n ENGEL " te zijn i

60

Page 63: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

13. Helpt elkander 1.

Ingespannen met 'n koord,Trok Matthijs z'n handkar voort

Opgetast met volle zakken,Werkgerief en zware bakken;

Zóó moest hij de helling op...De aad'ren zwollen in z'n kop;

't Zweet liep langs z'n witte haren,Want Matthijs was oud van jaren.

Nooit geraakt hij aan z'n hut,Want de man is uitgeput...

Walter en z'n kleine makkerMerkten toen den armen stakker,

Zagen plots elkander aan...Zwijgend was die blik verstaan,

Bleven niet op 't schouwspel gapen,Wenkten nog drie and're knapen,

Riepen, zonder pralerij„Vriend Matthijs, we springen bij ! "-

Zonder wijken noch versagen,Duwden ze achter aan den wagen

Met vereende kinderkracht,Tot Matthijs was thuisgebracht.

De arme man sprak, diep bewogen,Met de tranen in z'n oogen

„ Kind'ren, gij zijt braaf en goed;„ Edel zijt ge van gemoed;

„ Menschlijk hebt ge mij bejegend;„ 'k Dank u zeer, en... weest gezegend ! "

't Vijftal zei Matthijs vaarwel,En ging opgeruimd aan 't spel.

0 ! wat zou het heerlijk wezen,Als eenieder deed als dézen

't Zou op aard veel beter gaanVrede zou uit liefde ontstaan !

Steunt wie zwak is, HELPT ELKANDER,'t Weze vriend of tegenstander

Daad is beter dan gebed;Broederliefde zij de wet i

61

Page 64: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

14. Ons Broerken.

Wij hebben thuis 'n broerken,Zoo groot... als vaders leers...

Zoo blozend als een boerken,Zoo recht gelijk een keers.

Het springt gelijk een puitje;Z'n vel is blank en zacht;

Het heeft een snoezig snuitje,Dat altijd, altijd lacht !...

Als kussentjes z'n pollen;Zijn armpjes, dik en malsch,

En zijne blonde krollenOmlijsten zijnen hals.

Met oogen als karbonken,Vol glinst'rend starrenlicht,

Kan het zoo aardig lonken,Als was het afgericht.

Het zingt en praat en kwettertDen ganschen, ganschen dag,

En allerwegen schettertZ'n lustig-luid gelach !

Het is ons guitig ratjeIn den familiekring;

Het is mijns vaders schatje,En moeders lieveling.

Maar als het, voor 't Lief-Vrouwken,Dat op ons kasken staat,

Z'n kniekeus neer laat zinkenEn de oogskens nederslaat,

Met d'handekens te zamenZijn Vader-onsken bidt,

Dan zou men waarlijk zeggen,Dat daar een engel zit...

62

Page 65: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

15. miest.

Ik heb een domme man gekend, die in den rijkdom plaste,Doch blindelings en achteloos zijn geld en goed verbraste...Des Zomers had die rijkaard ijs, des Winters, fijne vruchten;En was het jaargetij te koud, hij trok naar zoeler luchten...Hij at en dronk en liet z'n lijf in rijke koetsen bollen,En had voor spreuk : „Het geld is rond; men moet het laten rollen ".

Die domme man, hij spaardeGeen appel voor den dorst;

Het geld en had geen waarde...Thans... knaagt hij aan een droge korst.,,

Ik heb een slimme man gekend, uit de allerlaagste standen;Hij had geen geld, maar toch een schat : de kracht van zijne handen;Bedreven was hij, vol van moed, en ijvrig in zijn streven,En leidde, deugdzaam en gerust, een matig werkersleven.Hij wist, bij schrand're zuinigheid, z'n lusten te bedwingen,En had voor spreuk : „Het geld is rond; maar 'k laat het niet ontspringen ".

Die slimme man vergaardeWel appels voor den dorst,

En, met hetgeen hij spaarde,Thans leeft hij rustig als een vorst

63

Page 66: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

16. 'n Gemeenheid.

'k Geloof niét dat 'k een engel ben;Rechtuit gesproken, ik erken,

Dat ik soms thuis of in de stratenWeleens de regels overschreed,En 't een of 't ander zei of deed,

Dat beter was gelaten...

Maar nutloos schade toegebracht,Dat kwam nog nooit in m'n gedacht,

En dat moogt ge ook aan ieder vragen!Besmeuren of vernielen, ziet,Het wekt m'n gramschap en verdriet,

Dat kan ik niet verdragen

Ik zag, met krijt en kolengruis,Den gevel van een zind'lijk huis

Echt snood bekladden en ontsieren...'k Verjoeg den lagen „lorejas "Bevuilen wat zóó zuiver was,

Wat zijn dat voor manieren ? !

Doet, vrienden, zulke daden niet !Wat moet een vreemd'ling, die dat ziet,

Van ons en ons beschaafdheid peizen ?...Wie zóó misdrijft werpt schuld en schandOp eigen dorp of stad en land,

En doet z'n volk misprijzen !

Laat mensch en dier en plant met vreé !Doet nooit aan schaden, schenden meê

Wat rein en schoon is wekt behagen.Wie met bezoed'len zich vermaakt,Wat lief en schoon is Teelijk maakt

Verdient verwijt en... slagen !...

64

Page 67: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

17. Onze vrijwillige Slaaf.

Van al de dieren is er één

Zóó edelaardig-goed !En zeker evenaart hem géén

Naar inborst en gemoed.Hij is des menschen beste vriend

Op gansch het wereldrond,En géén, die hem volmaakter dient.

Dan onze slaaf, — de hond !...

Slaap zonder kommer, sluimer zacht,Hij ligt voor u op loer

Uw waker, en hij houdt de wachtVoor d'afgebeulden boer.

Al mist hij 't voedsel in zijn trog,Hij waakt op goed en grond

Ach ! deden alle menschen tochHun plicht, gelijk... de hond !...

Hij kruit het kreunend kraampje voortMet groenten, melk of zand;

Hij hoedt de kudde, wacht de poortMet kennis en verstand.

Meewarig leidt hij 't blinde mensch...0, vrienden-lief, wie jont

Zijn hulpbehoevende' evenmenschDe diensten van den hond ?...

,Hi j t gedwee 't bevelend woord,Ofl g g, ,ook t bevel hem krenk',

m spoedt hij vliegend voortEn buigzaam s eg p l g' meesters minsten wenp s mees erswenk.

Hij , .' leest den wensch en t willen nog 9zijns IVan z^^ns gebieders ers mond !...

! kind'ren waren alle in ren tochGehoorzaam... als de hond I....

Paleis of hut, of steeg of wijk,Wat ook het lot hem gaf,

Hij blijft z'n meester, arm of rijk,Getrouw tot aan het graf !

Géén pronk of pracht, géén weelde tochDie zijn verkleefdheid schond !

Ach ! waren alle menschen tochZoo trouw... gelijk de hond i

65

Page 68: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Z'n meester, in gevaar gebracht,Dan toont de hond zich groót !

Hij worstelt tegen de overmacht,Al kost de strijd z'n dood !...

In taaië zelfverlooch'ning tochVergeet hij smart en wond...

Ach ! hadden alle menschen tochDen moed van hunnen hond !

Hij toont, door driftig staartgewuif,Hoe dank zijn hart bewoog;

Bij 't minzaam woord, 'n streel, 'n kluif,Spreekt vreugd uit 't schrander oog.

Hij jubelt van erkentenisAls hij maar vriendschap vond !

Zegt mij, wie uwer, kind'ren, isZoo dankbaar als de hond ?...

'k Bewonder die dienstvaardigheid,Z'n trouwe, liefde en moed,

Z'n lijdzame onderdanigheid,Den dank van zijn gemoed !

In hem is baatzucht noch bedrog,En 'k denk, op goeden grond

Ach ! hadden alle menschen toch't Karakter... van den hond !...

0 ' die, in uw dolle drift,

gij, , ,,Dien ee en dienaar slaat,,U , k , f gegriftweze t merk op t hoofd e rie p o gg

' IVan sc^ aamt ooze onverlaat .geschat;Wielaagheidee t wor t laag esc ,

pleegt 99

.. . eMijn vonnis is ron •

l 99 •gij geen eeuw'ge ziele hadt,

„ Als g^ gee eeuwge zee ,r mijn Koos boven u... mi^n hond I....„

66

Page 69: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

ló. Een knappe Meid.

„ Ach ! " zei moeder tegen Fientje,„Ach ! het is al achternoen,

„ 'k Ben al moê gewerkt en, kindje,„ Er is nog zooveel te doen !...

„ Speel wat met uw poppendoosje;„ Is uw huiswerk al gedaan ?...

„ Onderwijl slaap ik 'n poosje,„Dan zal 't werk weer beter gaan.

tt

Snel was moê in slaap gezegen...Fientje deed haar speelgoed weg,

Ging aan 't kuischen en aan 't vegen,Naarstig, en met overleg.

Ze nam 't stof van al de kassen,Poetste koperwerk en schoen;

Schotels werden afgewasschen,Lijk ze 't moeder had zien doen.

Nergens liet ze vlek of smetjes,En dan ging ze nog eens rond,

Om te kijken of wel netjesAlles op z'n plaataken stond.

Moeders dutje was ten einde...Ze keek rond,... verward van geest...

" Is 't getooverd ? ", vroeg ze, ,> of zijn deBoschkabouters hier geweest ?..."

Fientje zat haar werk te maken,lMet eenglimlach van plezier.g P

M ê begreep alras de zaken...o g pFientje , zei ze„, kom eens ier .l

Wat ze ee dat kunt ge eizen...^ g peizen... was om haar kindverblijd, ,l

— en steeds zei ze :Fier, gelukkig, e s et ► it

„ Fien, ge zijt n knappe mei .9 l Pp

tt

67

Page 70: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

19. Een Drama.

'k Was gist'ren hevig aangedaan; ik heb niét kunnen eten...Maar wat ik buiten had gezien, dat zal ik nooit vergeten !...

Ik hoor opeens 'n scherpen kreet, die mij den boezem scheurt;De menschen loopera samen,... er was zéker iets gebeurd...Nieuwsgierig, alhoewel ontsteld, spoed ik mij ook alrasNaar 't groepje, om te kunnen zien en t'hooren wat het was...Ik zag een arme en oude vrouw, die op een dorpel zat;Ze huilde en streelde 't bloedig lijk van eene doode kat...Het poesje was door 't raam gestuikt vanuit 'n hoog verdiep,En 't was zóó duiz'lig, dat het vlak onder 'n auto liep...De straatkapoenen, onbeschaamd, ze schimpten, grof en luid;Ze dreven met 't geval den spot en lachten 't vrouwken uit...Er was ook nog 'n jonge man, die sprak : „Maar voor den droes !„ M'n vrouwken, waarom huilt ge zoo, het is toch maar 'n poes ! "Toen zei de vrouw al snikkend : „ Ja, ik weet 't is maar 'n beest,„Doch 't is altoos het beste vriendje van mijn kind geweest;„ Mijn dochterken heeft, als 'n moeder, 't beestje groot gebracht;„ Ze spraken met elkander en ze scheidden dag noch nacht.„ M'n dochter is gestorven.., en begrijpt ge nu m'n spijt ?>, Nu ben ik ook haar trouwen vriend, heur schat, heur katje kwijt...„ Thans ben ik gansch alleen, ik heb géén dochter meer, géén vriend !„ Met wie kan ik nog spreken nu,... nog spreken van m'n kind ?..."

Dat roerend woord sneed door m'n ziel, en 'k had die wreede laffen,Die spotters, — had ik 't in m'n macht, — eens duchtig willen straffen.Hebt deernis en hebt eerbied steeds voor al wie tranen stort !Wie dat niet kan heeft geen gevoel, of heeft z'n hart verdord !

68

Page 71: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

20. Mag ik U wat vertellen ?...

Toen ik nog maar heel kleintjes was,Dan sliep ik in een wiegsken,En kwam er dan een vliegsken,

Dan joeg mijn moederken alrasDie krevelende, stoute guit

Het venster uit.

Wijs moederken !

En als ik 's avonds slapen ging,Dan zong ze zacht een liedjeVan Janneken en Mietje;

Dan zei ze lachend : „Aardig ding,„Wat hebt ge vaak ! wat zijt ge moê

Doe de oogjes toe I

Braaf moederken !

En als ik weende van de smart,Of ik verloor mijn ballen,Of als ik was gevallen,

Dan drukte zij me tegen 't hart;Dan kuste zij me warm en lang

Op mond en wang !

Zoet moederken !

Nu zit ik niet meer op haar schoot(Ik ga weeral verjaren,)En 'k moet m'n moeder sparen,

En toch daarvoor word ik te groot ! —En, als ze 't vraagt, houd ik me stil,

Omdat ZIJ 't wil,

Lief moederken !

Ik bid voor moeders lang behoudEn zal haar altijd Beren;Ook wil ik vlijtig leeren,

Want eenmaal wordt mijn moeder oud;dochter

Maar dan staat hier beur jongen klaar, kindje

IK werk voor haar,

Voor m'n wijs, braaf, zoet, lief moederken !

69

Page 72: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

21. Neen 1.

Onze rijke MoedertaleHeeft zoo menig machtig woord,

Dat kan sterken en verstalen,En door hart en ziele boort,

Dat kan treffen als de schichtenOf den gladden slingersteen,

En den vijand kan doen zwichten !...Zulk een krachtig woord is „NEEN "

Kent die kracht, m'n lieve knapen;Zij vermindert noch verslijt.

't Is een „woord ", maar ook een „wapen "In den harden levensstrijd

Spant de Boosheid u haar netten,Lokt Verleiding u daarheen,

Wilt u dan met kracht verzetten !Lieve kindren, zegt dan... NEEN !

Treedt, o treedt niet in die krochten,Stapelplaatsen van venijn,

Waar, verschroeid door helsche vochten,Reeds zóóveel bezweken' zijn !

Reikt menuden onheilsbeker,Weigert stout, al stondt ge alleen !

Weigert, kindren-lief, en spreekt er't Machtig en behoedend NEEN !

Eert en mint de schoone taleWaar ge zijt in opgekweekt,

Zangrig als de nachtegalen,En die uwe moeder spreekt !

Leert men u die taal verachten,Haar verschoppen en vertreên,

Richt u op ! en doet haar achtenLieve kindren, zegt dan... NEEN

Leert niet ergeren, maar stichten,Door uw voorbeeld en verstand.

Eischt uw recht, maar doet uw plichten,En bemint uw Vaderland !

70

Page 73: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

nToeft ge in afgelegenoor e,9Laat uw vlagge niet vertreén;

Die u tot verraad e oor en,Zegt hun, lieve in ren, „ NEEN I. "

't Zal ook vaak uw hart doen bloeden,Als men lastert, als men spot,

Twijfel zaait of boos vermoedenOver eer en deugd en God...

Noopt u iemand tot verzaken,Fier uw hoofden opgericht !

Drijft de schaamte naar zijn kaken,Slaat uw NEEN hem in 't gezicht !

71

Page 74: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

22. Jan IKlattekwaad.

In het hoekje van den haardZat de vader in zijn zetel;Moeder stond bij haren ketel;

Kleine Jan reed los te paard !...

Jantje reed; maar weet ge op wat ?...Ha ! nog in geen twintig keerenRaadt ge 't; doch ik zal 't u leeren

Op den rug van „Mol ", de kat...

Mol 'was een zachtaardig dier;Maar 't is niet om te vertellen,Hoe de knaap het beest kon kwellen,

Alle, alle dagen schier !

En sprak vader van „geplaag ",„ Menschlijkheid " of „medelijden ",— „ 0 ! ", zei Jan, „zoo paardje rijden,

„ Dat heeft onze Mol wat graag ..."

Zie, wat booze nijdigaardHij is van de kat gestegen,Om weer ander kwaad te plegen,

Want, hij grijpt heur bij den staart...

— „Jan ! ", roept vader, „ is 't gedaan„ Met dat onbermhartig rekken,„ Aan den staart der kat te trekken ?

„ Weg ! en raak er niet meer aan ! "

— „Vader toch ! ", mort onze gast,„ Mó1 is 't, die heur staart wil rekken;„Zij doet anders niet dan trekken;...

„ IK,... ik houd den staart maar vast !..."

Doch de straf volgt snel op 't kwaadOnder vreeselijk miauwenSlaat de kat heur scherpe klauwen

In des dierenbeuls gelaat...

En, aan de vierdubb'le lijn,Loopend over Jantje's wangen,Zag men 't bloed, in parels, hangen...

Tranen tuigden van z'n pijn...

Jan's gemoed was zwaar belast...— „Vader, moeder ", kwam hij klagen,„ Nooit wil ik nog dieren plagen ! " —

Nooit.. hield hij nog staarten vast...

72

Page 75: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

23. De Pop van mijn ,zusje.

Ze zit in 't hoekje van de schouw,Allan..., als 'n verlaten stakker...Ze roert zich niet, —blijft altoos wakker,

En weet van hitte noch van kou...

Haar kleedjen is van kant en tullen,Met lendeband van kleurig lint;Heur kaakjes zijn licht-roos van tint,

En 't hoofdje pronkt met blonde krullen.

Ze zit daar in bescheiden luister;Een glimlach zweeft op 't zoet gelaat,En 't oog, zoo lief als dageraad,

Staart starlings in het vallend duister...

Ik denk : „Waar zou ze wel van droomen ?..."Wellicht aan handjes van fluweelEn hun bevallig-zacht gestreel..

Aan woordjes, die uit 't harte komen...

Het schijnt, als voelt ze nog de drukkingTegen mijn zusjes troostend hart,Bij iedere ingebeelde smart,

Want zie, ze lacht, als in verrukking...

Ze lacht,... en peinst met welbehagenAan eiken teed'ren liefdekusVan haar beschermster, mijne zus,

Heur kameraad van alle dagen...

Zoo wacht ze, stil en braaf, tot morgen...Ze lacht, omdat zij ondervindtDe warme liefde van een kind,

En dezes moederlijke zorgen...

73

Page 76: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

24. Naar Buiten !

Welaan, vooruit ! 't is feest, gezellen !De velden in, met lichten voet !

Géén kommer mag ons harte kwellen;Verheugd en blij zij ons 't gemoed !

De lucht is blauw; een milde zonneVerguldt én veld, én wei, én woud;

De vischjes spelen in de bronnetDe vogels schaafren in het hout !

Laat ons, in 't lommer neergezeten,Te zamen, door een krachtig lied,

De zorgen en de smart vergeten,Want, slechts de boorzen zingen niet!

25. van Jfk.— „ Jefke, wat hebt ge nu toch gedaan ?Hebt ge nu zwarte handschoenen aan ?...Zéker van op den grond te rollen ?Foei ! wat 'n vuile, zwarte pollen

Jefke, hoe hebt ge dat toch gedaan ?Zijt ge op uw handen uit wand'len gegaan ?...

Blond zijn uw haren en blank is uw wezen,En ge staat daar met handen als van Congoleezen !...

Hebt ge gewerkt in de kolen en de asah ?Goed ! maar zóó komt ge toch niet in de klas !

Gaat ge naar huis, wat zal moeder dan grollenOp zulke vuile en zwarte pollen !...

Straks nog zoo zuiver, zoo rein en zoo wit,En nu zoo zwart als die van den smid...

Weg ! want ik wil ze niet langer aanschouwen't Zijn lijk de klauwen der bietebouwen !...

Gauw naar de pomp, en gespoeld en geplast,Tot ze weer wit zijn, en blank als albast,

Rein als uw ziel, waar géén smet mag op kleven,En... kom me dan eens 'n WIT polleken geven ! ' —

74

Page 77: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

26. Lente.

De Lente is weergekeerd en, met haar zoele geuren,Ze balsemt reeds het veld, de dalen en het woud...

De boezem zwelgt de lucht, — het oog, de rijke kleuren,En 't oude als 't nieuwe nest weerklinkt van voog'lenkout.

Daar groent alweer het mos in 't lommer van de boonren;Het glinst'rend zonnelicht verguldt én pad én laan;

De grijsaard zelve schept begoochelende droomen,Vergeet het winterwee, en droogt opnieuw z'n traan...

Ginds, in 't bezaaide land, werkt vlijtig de arme zwoeger;Het weeld'rig jonge graan verlustigt hem een wijl...

't Heelal herleeft, herbloeit; en de aarde, weer als vroeger,Ontsluit haar vrucht'bren schoot voor zegening en heil !

Genadig jaargetij, als aarde en hemel gloeiën,Wen alles kiemt en kookt van wellust en genot !

0, hergeboortetijd, die hart en ziel kan boeiën,En ons betasten laat de heerlijkheid van God !...

Want, in een grootsch akkoord, zoo wonder saamgeweven,En mensch, én dier én plant, de kleinste bloem in bot,

't Zingt alles van den Heer, de bron van alle leven,En wat men hoort of ziet verraadt de hand van God...

Gegroet zijt gij, Natuur ! gij onuitputb're moeder,Die door uw Lenteweelde elk schepsel overwon !

'k Buig neer voor U, o Heer, van al wat leeft de Voeder,Door 't tooverend gestraal van uwe gulden zon !...

75

Page 78: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

27. Een .Sprookje.

Er leefde eens, heel ver, in het Zuiden van 't land,Een deugdzame klompenkapper.

Eenvoudig, bescheiden, tevrée met z'n stand,Hij werkte steeds eerlijk en dapper.

Z'n vrouwke was zorgzaam en braaf tegelijk,Zachtzinnig, en vlijtig van handje.

Ze waren wel arm, en toch waren ze rijkMet hun schat van een zoon, met hun jantje.

Ze slaafden, en droomden geluk voor hun kind,En vonden niets hoogers te wenschen;

Zóó leefden ze simpel, door ieder bemind,Welgevallig aan God en de menschen.

In stilte sneed vader, voor Jantje's gerief,Twee blokjes, met bloemen en beeldjes,

Zoo rank en zoo blank, en zoo snoezig en lief,Twee blokjes als echte juweeltjes.

Zóó was er geen tweede paar klompjes in 't land;En als Sint Niklaas was gekomen,

Vond Jantje, verbluft, dit geschenk in z'n mand,En was, van geluk, niet te toornen...

Het jubelde en juichte met klinkenden lach,En het sprong en het danste op zijn blokjes;

Z'n plezier klonk klappettrend den godganschen dag,Gelijk levende, klepprende klokjes !...

Maar het duurde niet lang, want hun Jantje werd ziek.En ze konden geen dokter betalen...

't Was stil nu, —gedaan met de blokjesmuziek,Want Ons Heer kwam hun Janneken halen...

Wat grievende treurnis voor de ouders was dat !Hoe bitter ze schreiden, dat gist je.

Ze kusten het lijkje en ze legden hun schatMet de nutlooze blokjes in 't kistje...

Ze zochten 't vergeten in 't dagelijksch werk;Maar 't verdriet was nog nimmer geweken...

Met Kerstmis ging vader, geknakt, naar de kerk,Om 'n kaars voor z'n Jantje te ontsteken...

76

Page 79: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Hij kwam met z'n kaarsje naar voren gegaan,Eerbiedig, al dichter en dichter;

Daar zag hij 't armoedige stalleken staan,En alles werd lichter en lichter

Maria en jozef, en ezel en os,En herders, en lammerensnoetjes,

Maar zie, 't Heilig Kindje, op wat strop en wat mos,Had... de klompjes van Jantje aan z'n voetjes...

En 't Kindeken Jezus, door godlijke macht,Het wenkte den man met z'n handje,

En 't lachte zóó vriendlijk, en 't fluisterde zacht„ Ik breng u de groeten van Jantje...

„ 't Bewoog mij, om toch eens naar u toe te gaan„Met wat moed en wat troost en wat zegen...

„ En Jantje had gezegd : „Doe mijn blokjes maar aan,„Want bij ons ligt de sneeuw op de wegen... "

En 's avonds, toen alles in rust lag en vrée,— Met Jantje's portret in hun midden, —

Zat vader met moeder, erkentlijk, gedwee,In troostende tranen te bidden...

77

Page 80: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

2$. Miskandel Beene Dieren.

Mensch, uw Schepper zelf verklaarde„ Voer, als koning, heerschappij I

" Gansch het dierenrijk der aarde" Stel Ik onder uw voogdij ! "

Menig dierken kan u stichten,U vermaken, onderrichten;

Menig ander, tot zijn dood,Helpt u aan het daaglijksch brood !

Maar, wié heeft u macht gegeven,Bij uw kennis en verstand,

Nut'loos dieren doen te snevenAls een woeste dwingeland ?

Redeloosheid te kastijden,Lust te scheppen uit het lijden ?...

Welke rechten ge ook geniet,Mensch, dat recht en hebt ge niet !

Menschenadel moet verzinken,Bij die 't roekeloos bestaan

Zwakke dieren te verminken,Hen te schoppen of te slaan !

Dwingeland, ge pleegt verkrachtingTreffe u de algemeen verachting !

Gij die, doof voor elke klacht,Misbruik maakt van uwe macht

GijZult i zóó verdiensten oonenu ^ zo re .Leg dan ook uw menschheid af I.

h i niet kan toomen, fWie zijn boosheid e ,taf ^Dien betaamt geen koningsstaf .g g

n 't dier wil koelenDie zijn toom op f er w ae el pnoch gevoel,Heeft noch schaamte, oc e , eneg

Onverschilligheidaan smartToont de ruwheid van het hart.

Mensch, uw Schepper zelf verklaarde„ Voer, als koning, heerschappij !

" Heel het dierenrijk der aarde"Stel Ik onder uw voogdij ! "

Heersch dan, ja ! doch heersch met liefde;Wee hem, die de zwakken griefde

Eerbied, voor wat God u gaf !Hij, die dieren plaagt, IS LAF !

78

Page 81: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

29. :M ' n twee Gehuren.

Naast ons woont er 'n Janneken,Zoo rap gelijk 'n sim;

Het is 'n heel klein manneken;Maar dapper, vlug en slim.

Het heeft 'n lachend wezen;Het werkt en leert met moed;

Wordt overal geprezenOprecht, dié doet het goed !

't Leest knap, en kan ook schrijvenZoo keurig als 'n klerk,

Is, zonder overdrijven,In alle vakken sterk,

Is braaf, beleefd, gezellig,Eenieder houdt ervan,

En dit weet ik wel stelligDat Jantje wordt „EEN JAN!"

Rechtover woont 'n jongen,Zoo vadsig als 'n kalf;

Die doet niets als gedwongen,En dan is't nog maar half...

Door luiheid blijft hij lomp enWat hem wordt ingeplant,

't Is juist als water pompenIn 'n versleten mand...

Hij wil zich niet gewennenl 9Aan ueijver en ;

ijver geduld;

Dus, als hij niets zal kennen, s ^ ,Ian is't z'n eigen schu .9

i geen leugen...

ook eziet o0 op ee ul p9 9aar ieder zegt daarvan :g

ie jongen wil niet deugen :„ l 9 g' I"Dat wordt... „ .

79

Page 82: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

30. Onze Scliat.

We dartelden, speelden en zongen,En maakten een duivelsch gedruisch !

We tuimelden, liepen en sprongen,Tot honger ons voortdreef naar huis.

Daar werd dan het lamplicht ontstoken,Het knappende vuurtje gepookt;

De geurende soep stond te ronkenDie had onze moeder gekookt !...

We hadden, al stoeiënd, gekropen,Gedanst en gebuiteld in 't zand... .

We hadden om 't hardste geloopen,Door weiden en dreven en land...

Wij huppelden voort langs de stratenNaar huis, zoo bezweet en zoo moê...

We hadden ons kousen vol gaten...Maar... moederken stopte die toe...

Soms was, door verboden vermaken,(Ik heb het zoo dikwijls betreurd,)

Bij 't klimmen op boonren of staken,Ons vest of ons broekje gescheurd...

Toen had ik soms wel kunnen schreiën,Bij moeders verdrietig gezicht...

Ze zweeg... maar hield op van haar breiën,En... naaide de scheuren weer dicht...

En, bleven we binnen soms woelen,Dan werd er nog minder gespaard

We maakten een trein van de stoelen,En reden op borstels te paard !...

Toen bleef er maar weinig geborgen;We maakten het waarlijk te vet;

Daarna werd, door moederkens zorgen,'t Weer al op z'n plaatsken gezet.

Zij troost ons in al wat ons griefde;Voor alles weet moederken raad.

Wij lezen haar levende liefdeOp 't levende, lieve gelaat.

En is er ons kleedsel bedoezeld,Zijn handjes en snuitje niet rein,

Dan gaan we maar weer naar ons moeder,Die wascht en strijkt alles weer fijn...

80

Page 83: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Zij kan ons zóó koest'ren en streelen;Ze is nimmer van liefkoozen moê;

En 's avonds, vermoeid door het spelen,Als de oogskens ons pimpelen toe,

Dan brengt ze ons naar boven in 't bedje,Zoo blank, en zoo warm en zoo zacht;

Ze leest nog een aardig gebedje,En kust ons op beurt „goeden nacht "...

In al wat ons drukte of verheugde,Zij deelde met liefderijk hart;

Zóó schonk ze ons steeds dubbele vreugde,En droeg zij de helft onzer smart...

— Wij danken U duizenden malen,Gij, zegen van heel ons bestaan !

Hoe kunnen wij ooit toch betalen,Wat moeder voor ons heeft gedaan ?... —

0 moeder, blijf lang in ons midden !Met U is't verdriet ons nog zoet...

Voor U zal ik werken en bidden,Met vurige vroomheid en moed.

En... breekt eens die bloem van haar stengel,De hemel onthale haar geest;

0 God, maak van haar dan een engelZe is hiér al een engel geweest !...

81

Page 84: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

31. Opdracht aan iecleren I,uiërik.

Zeg mij eens, vadsigaard, wat zoudt ge zonal peizen,Indien ik u een frisschen vogel aan moest wijzen,

Voorzien van sterke vleugels, die uit louter grilNiet vliegen wil ?...

Wat zoudt ge zeggen, of toch denken hier van binnen,Van visschen die, bedeeld met kieuwen en met vinnen,

Te lui om te voldoen aan 't doel van hun bestaan,Nooit zwemmen gaan ?...

Werd zulke visch of vogel ergens ooit gevonden,Zoudt gij en ieder niet verklaren en verkonden

„ Die zijn onwaardig, en versmaden, lui en laf,Wat God hun gaf ? !

Doet GIJ wat men terecht van u zou mogen wachten ?...Gij kreegt gezond verstand, en ziels- en lichaamskrachten;

Bekén, dat ge Al waarmeé gij werdt gebenedijd,Niet waardig zijt !

32. IKlruidj e–roer–mij -niet.

0, kruidje-roer-mij-niet !Uw aanblik baart me soms verdrietGe zijt als 't beeld van 't korzel kindDat, lichtgeraakt en boosgezind,Voor elke beuzeling, gezwind,Z'n lipjes morrend hangen liet...

Doch, kruidje-roer-mij-niet,Uw teergevoeligheid bediedtAlleen des kinds gesteldheid nietGij, mensch, die laat uw toren los,En licht u verft met grammen blos,Om nietigheid van kleur verschiet,Gij zijt... een „Kruidje-roer-mij-niet

82

Page 85: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

33. Onze Tom.

nzeom dat is een perel, p

hemzien!

h ^ eVan een hond ! Ge moest 't 'n r flinke kerel,t Is groote, e9

^En hij heeft wel macht voor tien .l

Hij kan dragen, hij kan trekken;l g ^ lHij kan bijten, maar ook lekken :l l ^

' i' is hij bovenmaat. .rien ^ s ^ o eHiji' verstaat elk woord of tee en;Met zijn oogen kan hij spreken;zijn g l

' ►'t Is mijn beste kameraad .^

Ben ik naar de school getogen,Met geduld zit hij op wacht...

Dan komt hij me toegevlogen,Met een snuit alsof hij lacht...

't Is een vroolijk blaffen, springen,Hij doet alle zotte dingen,

Draait soms rond gelijk een rad;Juichend likt hij aan mijn ving ren,En z'n staartje staat te sling'ren

Of er elektriek in zat !...

Hij heel 't gezin vermaken.l, g

In den dag is't ieders lust;'s

i

sNachtsi t hij getrouw te waken,g l g,En wij slapen us gerust.

Iklg

beklaag den man z'n billen,Die ons kwaadzou doen of willen...

, >Doch, voor ons, n woord, 'n blik

al wenschen;En hij doet wat we we scl ^

Ja, e oorzaam ieve mensc eng , ,hi' ruim als ik...Is hij... ru zoo goed s..

't Is een held bij ongevallen !Zoo, over 'n dag of tien,

Zus was in de beek gevallen...Niemand had er iets gezien...

Tom, die wakk're, knappe jongen,Was zoo vlug haar nagesprongen

Als 'n kat achter 'n muis,...

Knap ! hij greep haar bij de lcleéren;Zonder 't kindje te bezeeren,

Bracht hij zóó mijn zusje thuis...

83

Page 86: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Toen kreeg hij de fijnste beten,En werd overal vermaard;

Ook, van 't beste dat wij eten,Krijgt hij altijd ruim z'n paart.

En... hij draagt 'n eerelintje...Wordt verzorgd gelijk een kindje,

Uit oprechte erkentenis.Wat we voor hem doen, dat schat hij,En hij voelt voorzeker dat hij

Ook ,> van de familie " is...

3Q. Ik zing 1

Ik hoor den leeuwrik zingenWanneer hij, in zijn vlucht,

Met uitgespreide zwingenDoorklieft de vrije lucht

Zoo zingen al de braven;— De bonzen zingen niet;

Zij missen ook de gaveVan 't levenslustig lied !

De droeve mijmeringen,De kiemen van de smart

Verdrijf ik, door te zingenEen liedje naar mijn hart !

Als moed me wil begeven,Of 'k worstel met verdriet,

Heb ik steeds aangehevenEen geestvervoerend lied !

Ik zing der Deugd ter eeresIk zing voor Gods Natuur;

Bij weelde of bij ontberen,Ik zing in zoet en zuur !

Ik zing in rein bedoelen;Ik zing tot loon en straf

'k Loof God, die mij gevoel, enDaarbij een stemure gaf !

84

Page 87: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

35. De wijsneus.

Fik is onverdragelijkHIJ alleen heeft steeds gelijk;

Zeg maar iets,... HIJ weet het beter...'t Is zoon soort van allesweter...

Als een jongen iets vertelt,HIJ had dit al lang voorspeld !...

En dan zijn 'n sterkste zetten„ 'k Wist dat al, uit de gazetten ! "...

Hooveerdij met ijd'le praalSpreekt verwaand uit daad en taal;

Doch dit trotsche babbelaartjeKomt, in 't leeren, steeds aan 't staartje...

Maar hij kreeg, aan zijn adres,Van den meester pas 'n les,

Die hem zeker heeft getroffen...Zout nu uit zijn met z'n boffen ?...

„ Ga, "sprak hij tot onzen held," Ga eens kijken naar het veld,

" En daar zult ge dan ervaren," Dat de volle korenaren

" Need'rig buigen naar den grond..." Telkens als ik er een vond

" Met het hoofd fier naar den hemel," Zocht ik vruchtloos... graan of zemel...

,, n at

leve jongen, ge ?0 op 't een ent ander vat,P P

En dat 't hardste zal weerklinken"I.eet geen drop om van te drinken ...g P

" Dwazen maken veel gerucht," Steken 't hoofd trotsch in de lucht,

" Al is't nog zoo hol en ledig !„ ECHT VERSTAND IS STIL EN... ZEDIG. "

85

Page 88: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

36. Arbeid adelt.

Kijkt eens hoe vlug, — jonge mannen en vrouwen,De vage}kens vliegen, hun nesteken bouwen,

't Bieken z'n was en z'n honig brouwt,Hoe ieder bloempje z'n blaadjes ontvouwt.

't Is al bedrijvig, ook winden en regen,Heel de natuur, zelfs de wolken aan 't zwerk;

't Geeft alles 't voorbeeld, en roept ieder tegenWERK !

God heeft ons 't werk, als gebod, voorgeschreven.Arbeid geeft adel en waarde aan herleven;

Werken verheft, wijl de ledigheid schaadt,Want, wie niet arbeidt, doet zekerlijk kwaad !

't Werk is géén vloek, maar veeleer is't een zegen;'t Stempelt op ieder 't verhevenste merk;

Blijf dus kloekmoedig den arbeid genegenWERK !

Hij, die de pit van de noten wil smaken,Kan dit niet, zonder de schelpen te kraken;

Wie geur en kleur wil genieten der roos,Maken de dorens niet bang of niet boos.

Werk om te leven, en leef om te werken;Leg uw gemakzucht aan palen en perk

Wie hoog wil stijgen, die reppe z'n vlerkenWERK !

Wakkere vlijt heeft nog niemand bedrogen't Werk is de bron van bezit en vermogen;

't Doodt de verveling; het troost bij verdriet;'t Geeft een genot, dat géén luiaard geniet !

't Werk triomfeert over ondeugd en lusten;'t Baat de gezondheid, de zwakke wordt sterk !

Hiér is't een werkveld, daarna komt het rustenWERK !

Luiheid kan lichaams- en zielskracht verwoesten !Beter verslijten dan liggen te roesten !

Zie, hoe de spittende spade steeds blinkt,Hoe 't rustend water vertroebelt en stinkt.

Zijt ge student, — moet ge delven of bouwen,Wordt gij eens huisvrouw, of werkman of klerk,

Steek steeds de handen maar druk uit de mouwenWERK !

86

Page 89: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Arbeid is plicht, en 'n zaak van geweten.Hij, die niet arbeidt, verdient ook niet te eten I

Schande aan den luiaard, verachting en smaad IHeil aan den wroeter, den man van de daad !

Arm of bemiddeld, eenieder moet strevenIn zijn belang, voor het Land of de Kerk !

Nuttig gezwoeg weze 't doel van uw levenWERK !

Zóó zal zelfs onspoed u nooit kunnen vellen;Trouwens, het werk en 't geluk zijn gezellen !

Leve de mensch, die steeds deed wat hij moet !Hem onze hulde en ons eeregroet !

'k Zou nog, vol eerbied, voor hem kunnen buigen,Rustt' hij in vrêe onder zoden of zerk,

Als men rechtzinnig van hem kan getuigen

HIJ DEED Z'N PLICHT EN WAS VRIEND VAN HET WERK !

37. De Brief van den Doode.

Het lieve kind was dood...; en 't gele, houten kistjeZonk, op het doodenveld, in 't enge kuiltje neer...

En met beklemd gemoed, en roodbekreten oogen,Ze keerden troosteloos ter droeve woning weer...

Er hing 'n luwe geur van uitgedoofde kaarsen...De man bezag de vrouw...; doch deze snikte en zweeg...

Wanhopig trad zij voort naar 't hoekje van de kamerHet bedje stond er wel, maar 't bedje stond er leêg...

Ze sprokkelt hier en daar, als duurb're relikwieën,Het speelgoed en de boeken van 't verdwenen wicht,

En spreidt ze eerbiedig uit op hare beide knieën,En kust den schaam'len schat, zoo kostelijk als licht...

Ze bladert in zijn schrift; ...men ziet haar plots verbleeken;Ze siddert, gansch ontroerd, en 't boek rijst op den grond.

Ze las daar een gedacht...; edoch ze kan niet spreken...'t Was als een brief, dien hij haar uit den hemel zond...

Zij had een blad gezien, en naast een werk gelezenDe ontboez'ming, die haar kind daar achteloos schreef neer.

En die haar eens te meer hun groot verlies bewezen„O moeder, moeder-lief ! ik min U toch zóózeer ! "...

(Zeer vrij naar het Fransch van D. CAILLÉ).

87

Page 90: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

3ó. Riksice áe witte.

— ,> Jongen, jongen ! hoe ziet ge er toch uitDot's geen gezicht meer, 't is eerder... 'n snuit...

Hoe zijt ge daar toch aan geraakt ?Waar hebt ge u toch zoo zwart gemaakt ? !

Hebt ge eerst siropen brood gegeten,En dan in 't zwarte zoet gezeten ?...

Ge zijt gelijk een doezeman,Dien niemand nog erkennen kan !...

En seffens wordt ge nog bespotGelijk 'n vastenavondzot...

En zéker zal thuis, met zulke grillen,Uw moeder van u geen kus meer willen...

Met water en zeep ga u wasschen, wantDe negers wonen in 't Moorenland.

Géén zwarte kraai onder blanke vlinderen !Hier willen we niet als witte kinderen !

Vooruit ! en spoel 't zwarte masker u kwijt !Laat zien, dat ge RIKSKE DE WITTE nog zijt.

Met het blanke vel en de blozende wangen,Om van moeder weer warme kussen te ontvangen. "

88

Page 91: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

39. Op de Boerderij .

Aardig kieksken, goeden dag ! —Weet gij wat ik 't liefste mag ?

Hoor, ik zal 't u maar eens zeggenDe eitjes zijn't, die gij wilt leggen

En die ik zoozeer waardeer.Ze zijn lekker, fijn als boter;'k Word er sterker van, en grooter !

Lieflijk kieksken, 'k dank U zeer !...

Schaapje met uw krullebol,Heel uw lijf staat dik van wol,

Die gij jaarlijks af laat pakkenVoor m'n koussen, voor m'n frakken

En m'n broekjes van flanel...Gij wilt zelf uw pels verliezen,Opdat ik niet zou bevriezen;

Liefste schaapje, 'k dank u wel !...

Knorrend zwijntje, vet en rond,Zijt ge Frisch nog en gezond ?

0 ! ge moest mij hopren smakken,Als ons moeder spek wil bakken ! —

Eet maar al wat gij verlangt;Maak maar spek en „ karmenijen ',Hesp en vette lekkernijen !

Rozig zwijntje, wees bedankt !...

Brave, rooie dikke koe, ,Vriend van mi' en van ons moë,mij

mat i' a heel m'n levengJOns uw me senhebte even.9g

Gaf uraa een uso drie;g gDoch,... ik moet er aan verzaken,

ik k an niét aan uw kaken;r,Maar ik zeg u toch : „ Merci I. ...g

89

Page 92: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Q0. De Kroeg.

Schijn bedriegt zoo vaak in 't levenZiet ge 't huis, dat ik u wijs ?

Op zijn gevel staat geschreven>, IN HET AARDSCHE PARADIJS ! "

Vlucht ! en laat u niet bekorenDoor 't verleidend lokselschrift,

Want, men schenkt er 't voedzaam koren,Omgeknoeid tot vuig vergift !...

Vuig vergift, dat u zal schaffenOneer, armoe, smart en rouw;

Schandig, als gezochte straffen,Ziel en lichaam dooden zou !...

Laat die deur u niet ontsluiten 1Vol gezondheid, opgewekt

Treedt ge er in, en... men komt buiten,Laag verbeest, en soms... bevlekt...

Dààr begint de kortste baneNaar volslagen ondergang

Dààr bereidt men bloed en tranen !'t Is de leerschool voor 't gevang !...

Dààr verkracht men hart en wetten,,Snijdt er rede en welvaart a;l

Men verkoopt er de biljettenlhVoor den sneltrein... naar et ra ...9

Schijn bedriegt zoo vaak in 't leven !Vrienden-lief, onthoudt het wél,

Op dien gevel moest geschreven

„HIER IS 'T VOORPORTAAL DER HEL ! "

90

Page 93: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

41. Moeder en Zoon.

De moeder zat stom en met droef gelaat;Gebogen het hoofd, als was ze gesmaad;Het oog vol verdriet; — en zoo stil en zoo langVloeiden heur tranen langs iedere wang...

Hij was een zoo lief en aantrekkelijk kind,Met weelderig haar, en zoo rozig van tint,Met oogen zoo hel als 'n zonnige dag,Waar zachtheid met liefde in te schitteren lag...

Hij stond bij het venster, bedroefd en alleen...Bedrukt en beschaamd, en zoo roerloos als steen...Hij voelde zijn moeders verwijtenden blik,En loste z'n spijt in geween en gesnik...

Toen kwam hij naar moeder, en zuchtte zoo zwaar,En vroeg weer en smeekte om een kus van haar...Ze nam zijne handen; doch „neen ! "zegde zij,„ Kniel neder,... beloof me... en bid met mij !..."

Waarom kreeg de zoon moeders kussen niet meer ?Waarom vloeiden voort moeders tranen neer,Terwijl ze met hem om vergiffenis bad ?...— Omdat haar jongen gelogen had... —

91

Page 94: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

42. Mijn Maatje.

'k Heb thuis 'n capucientje,Geen pater..., maar 'n duif;

Dat is m'n beste vriendje,En zeg ik : „dag m'n kindje ",

Dan knikt ze met haar kuif.

Ge zoudt ervan ontroeren !...Ge vraagt wellicht waarom ?

Ge zult ze straks zien toeren,En al maar schoolwaarts loeren

Ofdat ik nog niet kom...

Ik houd met haar wel praatjesAls had het beest verstand.

Gezworen kameraadjes,Pikt zij het graan, de zaadjes

Uit mijne kinderhand...

Ben ik eens uitgetogen,Gaan zien naar dat of dit,

Dan komt zij toegevlogen,In cirkels en in bogen,

Tot ze op m'n schouder zit...

Wilt, kind'ren, toch gedenken,Onthoudt het voor altijd

Men mag géén dieren krenkenZe zullen vriendschap schenken,

Als ge er maar goed voor zijt !

92

Page 95: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Q3. Lief Zusje.

Ze ligt zoo stil op moeders schoot;De dartelheid ishaar ontschoten;

Haar oogjes zien zoo pijnlijk-rood,En blijven immer vast gesloten...

Dat oog, waarin de hemel glom,Is krank, en doet mijn zusje lijden;

Heur snatermondje blijft nu stom,Dat ons zoo geestig kon verblijden.

En moeder kust en koestert dan,En koost en zorgt, in rust'loos slaven,

En plengt, zooals 't een moeder kan,Haar vollen schat van liefdegaven.

Zij prangt het wicht aan 't minnend hart,En troost, en zucht en zingt te zamen,

En 't kind vergeet z'n leed en smart,Bijmoeders vloed, van zoete namen...

Eerst lacht het, als in zaligheid;Maar 't kan niet langer zich bedwingen,

En, als een tol van dankbaarheid,Laat het een traan zijn oog ontspringen...

,En Moeder, vol meewarigheid :, g._^ lekk're ^ .„ Wilt gij uw speelgoed.... e re koeken ...gl

Zeg toch, waarom uw oogje schreit... - —„ g ,

_I„ Omdat het niet zien kan, moeken !...

93

Page 96: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Q4. wat is gezond ?

ETEN, vrienden, is gezond;Doch weest meester van uw mond.

't Voedsel moet uw lichaam sterken;Wie niet êet kan ook niet werken

't Vuur der kachel raakt verleptAls er niet wordt opgeschept...

Overdaad is echter schande !Graaft uw graf niet met uw tanden...

Eten, vrienden, is gezond;Doch blijft meester van uw mond.

SLAPEN, kind'ren, is gezond.Slaapt gerust acht uren rond

Om uw krachten te herstellen;Doch laat 's imorgends u niet kwellen,

Hoé ge ook van uw bed genoot;„ Blijven slapen..." is de dood...

Luiaards rusten overdreven,En verslapen half hun leven.

Schenkt aan alles 't juiste deel;Slaapt genoeg, maar niét te veel.

SPELEN, kind'ren, is gezond;Daarom is u 't spel gejond.

't Zal uw lichaamskracht ontwikk'len,Hart en geestvermogens prikk'len;

't Geeft u spieren van metaal,Lust, in strijd en zegepraal;

Doch het spelen heeft zijn perkenNa het spel hoeft ge ook te werken

Spelen is gezond en frisch;Altijd spelen, dat is mis.

LACHEN, vrienden, is gezond.Lach, als 't past, maar gul en rond;

't Zal upret en vreugde geven !Lachen is de zon van 't leven !

Matig lachen schenkt genot;Altijd lachen doet de tot...

Daarom, wilt ge zijn geprezen,Moet ge ook ernstig kunnen wezen.

Lacht dus, doch op goeden grond;Lachen, vrienden, is gezond !

94

Page 97: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Eet op tijd en eet met lust;Slaapt voldoende en slaapt gerust;

Speelt met driftig welgevallen;Lacht soms,... om omver te vallen...

Kind'ren, maar vergeet niet lichtArbeid is een heil'ge plicht;

Lachen, spelen, slapen, etenDoen u nooit dien plicht vergeten !

Denkt er aan, en weet vooral

WERKEN IS 'T GEZONDST VAN AL !

4S. Een Beul.

Wat de mensch niet kan verdragenHangt hij vaak de dieren aan

Krakend, kreunend kruit de wagenLangs de hobbelige baan;

't Koppel paarden spant de spieren;'t Slaat de gensters uit den grond,

En de lenden van de dierenZijn gekneusd en zijn gewond...

Wijl de zware wielen huilen,Steekt een dubb'le dampenpluim

Uit de wijde neuzekuilen...Op de tanden wast het schuim...

Voerman, zult ge niet beseffen,Dat, hetgeen gij eischt, niet kan,

Want de vrachten overtreffenAl de krachten van 't gespan !

Neen !... Door overmacht verwonnen,Stremt en stropt de logge sleep...

— „Wat mijn vloeken niet en konnen,„ Dat vermag gewis m'n zweep ! "

Schreeuwt de voerman..., en de slagenVallen striemend... — >, Zeg eens, vriend,

„Span uzelven voor den wagen,„Gij hebt zelf de zweep verdiend i "

95

Page 98: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Q6. Wi1skrackt.

— „Wie zal toch mijn taak verlichten !Zucht de loonre dompelaar,

„ Al die werken, al die 'plichten„ Zijn toch zoo geweldig zwaar !..."

Ziet hem wank'len, ziet hem hinken,Moedeloos zijn armen zinken...

— Wie zijn leven zóó begintBlijft een onbeholpen kind ! —

Gij, beducht voor ieder streven,Die op elke moeite grolt,

Denkt gij dan, dat in het levenAlles maar op wielen rolt ?

Kunt gij wil noch moed hetoonen,Ga 't Luilekkerland bewonen;

Wie niet wil of niet en kan,Nooit of nimmer wordt een man !

WILLEN, bloodaard, dat is KUNNEN I't Is een spreekwoord onzer taal.

Leer u eens 't genot vergunnenVan den strijd en zegepraal

Die op krachtsinspanning knorrenScheppen niéts, het blijven dorren

Die van edel pogen triltBrengt wat voort en... heeft gewild

Wilskracht kent géén hindernissen,Vreeze noch schroomvalligheid !

Wilt gij geen karakter missen,Oefen die hoedanigheid !

Zij, die immer krachtig willen,Heerschen over luim en grillen,

Over driften en gevoel,En bereiken steeds hun doel !

Géén vermogen is zoo krachtig ! -- Uitgeoefend sterk en snel

Maakt de wilskracht niet almachtig,Maar voorzeker machtig wel !

Geef uw willen van de sporen !Haast u, of ge zijt verloren !

Willers gaan, in elk bedrijf,Laffe bloodaards over 't lijf !

96

Page 99: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Q%. De Grafsckender.

Een schobbejak uit onze straatWas, 's avonds laat,

Z'n woning uitgeslapen...Er hing een zwarte dondervlaag...Toch was hij, door een gat der haag,

Het kerkhof opgekropen.

Daar stond hij, donker en alléénBij kruis en steen...

De vlaag was losgebroken;Een felle bliksem kloof de lucht...Z'n hart stond stil..., hij liet een zucht

De donder had gesproken...

Toch zag hij van z'n doel niet afHij zocht een graf

Waarop veel kransen lagen...Hij greep 'n paarlen kroon of twee,En al de bloemen nam hij mee,

Zooveel als hij kon dragen...

Hij hoort gerucht... en, vliegensvlugWil, hij terug...

Doch 't was of hij versteendeDe bliksem schiet, het dondert grof,De regen plast, — het was alsof

De hemel keef en weende...

Hij had nog maar één stap gedaanOf hij bleef staan,

Door doodsangst als benepen...„ Halt ! "riep een grafstem, grof en rauw,En voelde, door 'n killen klauw

Zich bij den nek gegrepen...

Hij gilde en loste zijnen buit..'t Zweet brak hem uit;

Hij beefde en kon niet spreken;Maar dacht : het is met mij gedaan...Die doode is woedend opgestaan

Om zich op mij te wreken...

97

Page 100: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

De wachter, die hem had verrast,Wist onzen gast

Geducht zijn loon te schenken...Toen droop hij af, beschaamd van blik,Vernederd, en z'n oogen dikVan bitter leed en droef gesnik,En... met z'n broek vol... „natten schrik... II

Hij zal dat lang gedenken !

X18. Kom meê met ons 1.

(MATIGHEIDSLIED.)

Kom meê met ons, het jong geslachtHet leven in, met lust en kracht !

Klimt op als kloeke ranken !We doen wat ons tot eere strekt;We mijden alles wat bevlekt,

Vooral de sterke dranken I

Géén lichaam sterk, géén ziele rein,Die zich verzadigt met venijn

Uit kleine of groote glazen !Wie schande en dood koopt met z'n geld,Zijn vijand blind in de armen snelt

Zijn plichtvergeten dwazen !

Geen soberheid — geen ware vreugd,Geen hartevreé, geen eer en deugd

Een drinker is verloren !...Ge lokt vergeefs ons naar uw krocht,Gij, onheilstichtend duiv'lenvochl,

Dat hebben wij gezworen !

En wie of wat ons ooit bekoort,We blijven trouw aan 'tplechtig woord,

En willen, sloopend, bouwenOns voorbeeld weze als vruchtbaar zaad;Het wekke 't inzicht en de daad

Bij mannen en bij vrouwen !

Kom meê met ons, het nieuw geslacht !En sticht wat men van ons verwacht,

Beslist, en grootsch en prachtig,Door Matigheid een Volk van Eer,Van geest en moed, gelijk weleer,

Een Volk, gezond en machtig

98

Page 101: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Q9. Het .Matroosje.

en h'vlug zoo vinnig hij waswakker, zoo u eZoo w o g g l was,0oa hij thans roerloos daar neder,

Alg l

dansend op 't schuim van den o ven en plas,p g pBij 't woeden van 't stormende weder...l

—in ?... en vaart beste maats,

Vaarwel, kapitein .... e vaartwel, spBewaar voor mijn roeren mijn opene plaats...^ ► mijn mijn P Paats

Groet moeer... en zuster... — eenglimlach...,een oos'e... poosje...En doodwas het lichte matroosje...l

En was als geween in den huilenden wind,Als tranenvloed stortte de regen...

Zoo akelig kraakten en mast en gebint,De manschappen .peinsden... en zwegen...

Zóó vèr van zijn land, en zoo vèr van zijn huis,Beroofd van een tempel, een kerkhof, een kruis,...

Gekist in een houten en nutteloos doosjeLag 't lichaam van 't jonge matroosje...

Hij was zóó geliefd om z'n vlijt, om z'n trouw,Z'n vriendschap, z'n schuldeloos mallen.

De hemel, het schip en het volk was in rouw,Alsof hij het kind was van allen...

De zeekapitein, door het leven verdord,Die nooit nog 'n enkelen traan had gestort,

Sprak snikkend : ,> Arm knaapje, —gebrokene roosje,Vaarwel, m'n heldhaftig matroosje !..." —

En na eeno vruc ti en innigg g gegeWerd etei' 'e te water aten...

ll g't in den schoot van het vochtige bt Verdween e sc o c e bed, ,

Onder 't vochtige van z'n maten...er t voc i e oog v z te ..

g gh den rand, het harte verscheurd, bij raZe stonden, et ar e versc eu , el

Gebogen et hoofd, en de pet in de hand,

^ p,En zongen eerbiedign zie roeren voosje, l ►

Hun afscheid aan 't lieve matroosje...u sc ei a e oo l e...

Wie peilt en wie heelt er de grievende smartGinder vèr van die troostlooze moeder,

Van 't bevallige zusterleen; — schat van zijn hart, —Van dien eenigen, jongeren broeder ?...

Voor dit drietal was 't kind als een vader geweest.Vergeefs is 't gewacht en gehoopt en gevreesd;

Nooit ziet gij 'hem weder, uw liev'ling, uw KoosjeDe zee heeft het arme matroosje...

99

Page 102: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

50. Vaders Raad.

Gij trekt het leven in, mijn zoon;Doch, eer ik afzet mijne kroon,

En 't nieuwe licht zal pogen 't oude te verduist'ren,Aanhoor een woord in uw belang;Beschouw het als mijn zwanenzang,

En ouderdom is wijs, dus waardig te beluist'ren...

Met vaste hand, in wél en wee,Loods steeds uw gondel recht door zee,

En oefen eer en deugd in omgang en in handel.Geef aan uws harten stem gehoor,En schrijf uzelf als richtsnoer voor

De deftigheid in woord, in daad en levenswandel !

Wees wars van valschheid en bedrog !Beginselvast, —verdraagzaam toch, —

Misgun aan niets of niemand 't licht van Gerdes zonneBlijf steeds tot huich'len onbekwaam;Hoed als een schat uw goeden naam,

Hij heeft een kracht, die nooit geheel wordt overwonnen

Geraak' uw ton ge nooit verwardgIn va sc e tui nis van uw art .tuig 'ni

kuipen!Veracht e veinzerij en 't sluw arglistig.l g 9Heb eeerbied voore roe Gezag,P 9En buiggedwee, als buigen mag,

Maar zoek uw voordeel nooit door knielen of doorkruipen .

Door stamgevoelen, sterk als staal,Steun meé den strijd voor eigen taal,

Die tevens 't heil omvat van godsdienst en van zeden !Op ! Keerlenzoon, en eisch uw recht !Stort geestdrift in 't gewijd gevecht !

Ons taal werd lang genoeg mishandeld en vertreden

De taalverdrukking is de koord,Waarmeé men traag een Volk vermoordt,

Of 't in verachting schopt naar 't lage, diep beneden...Géén Volk, wiens fame heller glomHelp Vlaand'ren aan zijn ziel weerom,

En glinst'ren zal 't weldra zoo fel als in 't verleden !

100

Page 103: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Wees Vlaamsch van hart en Vlaamsch van aardEn, hebt ge vrienden, blijf hén waard

Wier handslag was als wet, als zegel te vertrouwen;Die van elkanders vreugd geniet,In droefheid, troost en hulpe biedt,

Op wier gegeven woord men steunen kan en bouwen !

Leer vreedzaam strijden...; sta nu juistNiet steéds met 't wapen in de vuist,

Maar wil voor 't Goede en 't Schoone en 't Ware en 't Recht ontbranden !Nooit kenne uw hals het slaventouw !Uit overtuiging blijf getrouw

Aan God, aan Volk en Vorst, aan Moedertaal en Lande !

De deugd alléén bezit een kracht,Die weerstand biedt voor elke macht,

Die niémand klinken kan aan boeiën of in kerker...En, wordt gij om de deugd gehoond,Aanzie 't als lauwer, die u kroont;

Misprijs den spot vandaag, dan staat ge morgen sterker !...

In zulk een leven ligt de bron,'t Geheim van eene welvaartszon

Die gloeien blijft, wijl and'ren vallen of verslijten !Zóó wast ge als eeuwig jong plantsoen,Dat blijft tot in z'n grijsheid groen,

Waarop de tand des lots vergeefs zich komt verbijten !...

101

Page 104: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 105: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

II.

STUKKENMET VADERLANDSCHE STREKKING.

Page 106: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 107: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

1. Aan Koning, V01k en Land.

Ik wist er mijn Landje zoo rijk en zoo schoon,Met lachende dorpen en steden;

Een Koning vol wijsheid zat neer op den troon;Het volk was er vrij en tevreden.

Mijn Land was zóó lief, en mijn Volk was zoo klein,De Koning nog jong, maar zoo edel en rein,

Een vader, een vriend en een broeder !Ik had aan dien Vorst, aan dat Volk en dat LandVoor immer mijn hart en mijn liefde verpand,

Een liefde als het kind voor z'n moeder i...

Ik zag er mijn Landje met puinen bedekt,En verwoest zijne dorpen en steden,

Zijn lachende velden met bloed bevlekt,Zijn Volk op den boezem getreden...

En ginder, op 't laatste stuk vrijën grond,Zwierf moedig de Vorst met zijn leger nog rond,

Dat vechtend wou sterven of winnen !Hoe dieper, mijn Vorst en mijn Volk, uwe smart,Ik gevoel, o mijn Landeken, dat er mijn hart

Des te dieper U ook zal beminnen !

Gij streedt voor de Waarheid, voor de Eer en voor 't Recht,En deed ook 't geweld U bezwijken,

Al waart Gij gekneveld, gekneusd en geknecht,Al treurden we op dierbare lijken,

Al vloeiden de tranen, al neep er de nood,Al spookte er het jammer, al heerschte er de dood,Nooit was er mijn Vorst en mijn Landje zoo groot ! —

De wonden, zij zullen genezen !Getooid nu, als mart'laar, met de eerelaurier,De wereld buigt neer voor uw reine banier,Bewonderd, aanbeden... Ik ben en blijf fier

Een zoon van mijn Landje te wezen !

105

Page 108: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

2. Cesars en Artevelden.

0 ! matigt uwe geestdriftBetoomt den dwazen gloed,

Voor die hun lauw'ren wonnenIn stroomen menschenbloed,

Gespild, in doembaar streven,Op dwingelands bevel !...

WIJ hebben Beene CESARS,Maar ARTEVELDEN wel !

Géén krijgsroem, die den onzeIn glorie evenaart

Zoo vaak onze oud'ren streden,Hun strijden bleef vermaard !

Maar, —zonder weerga dapper,In 't kampen drakenfel, —

Toch hebben wij géén CESARS,Maar ARTEVELDEN wel !

Begeerte tot vernielingNoch heerschzucht dreef hen aan

Zij vochten voor hun Rechten,Hun Land, hun Vrij Bestaan !

Dan kusten ze in begeestringHun gade en kroost vaarwel,

En volgden nimmer CESARS,Maar ARTEVELDEN wel i

0 ! matigt uwe geestdrift,En dempt den dwazen gloed,

Voor die zich noodloos baaddenIn kostbaar menschenbloed !...

Vertolken we ons verlangenIn liedren luid en hel:

WIJ WILLEN GEENE CESARS,MAAR ARTEVELDEN WEL !

106

Page 109: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

3. Aan 't Voorgeslacht.

Hier zijn de Vlaamsche Belgen !Met laaiënd hart en vlammend oog,

De roembewuste telgenVan 't Voorgeslacht, dat brak noch boog,Dat reuzenvolken overwonEn vrede uit lange twisten spon,De vaan der Vrijheid heeft geplant,Die heden wappert over 't Land !

Hou zee !

Aan U ons lofgezangen,0, koene helden van weleer !

Kwam ooit een boei U prangen,Verbrijzeld werd die kluister weer..Gegroet ! om uwe dapperheid !Gregroet ! om uwe noeste vlijt !Gegroet ! Gij die, voor Belgie's jeugd,De spiegel zijt van Burgerdeugd !

Hou zee !

In 't kleinste van de landen,Bleeft Ge ook, na 't strijden, even sterk !

Hoe menig beet z'n tandenVerwoed aan stukken op uw werk !Verloor het schip soms roer en zeil,Of men 't beschoot met giften pijl,Met lasterspog, benijdersschroot,Nooit kreeg men Vlaamsche Belgen dood !

Hou zee !

Uw roem zal nimmer tanenGij, die voor niemand hebt gezwicht;

Ten prijs van bloed en tranen,Het Vrijë Belgie hebt gesticht !Wij zweren plechtig op uw graf,Te hoeden wat uw moed ons gaf,En wijden hoofd, en hart, en handAan 't heil van 't lieve Vaderland

Hou zee !

107

Page 110: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

4. Groei 1.

Eens werd, aan 't Noordzeestrand, een bloedloon wicht geboren,Zoo tenger, zwak en broos...; z'n wiege scheen z'n graf... —

Daar werd een kern gezaaid, in drassig-dorre voren,Die, in den eersten tijd, noch kiem noch wortel gaf...

Triomf ! het luttel zaad, tot reuzenboom gerezen,Staat, stevig als de rots, geworteld in zijn grond,

Wordt, zonder voorbehoud, geroemd thans en geprezen,En strooit nu, ruim en gul, zijn milde vruchten rond

Gegroet ! wees fier gegroet, gij liefste van de landen !De zwak'ling wies tot man, en lei z'n macht ten toon

Al worstelend gegroeid, verbrak hij boei en banden,Schiep Vrede uit Oorlogswee, en won de Vrijheidskroon !

Die krone kostte veel gejammer, bloed en snikken...Maar overheerschend klonk het steeds : „pro Patria ! "

En thans, bewust van kracht, zoekt hij met vranke blikken,Vergeefs in 't wereldrond z'n kleine wederga

0, duurbaar Belgenland, ontwoekerd aan moerassen,Uw kind'ren zweren U, in eendracht, eeuwig trouw;

En zonder onderscheid van rang, of stand, of klassen,Zij juichen bij uw heil; ze veeenen in uw rouw

108

Page 111: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

5. Juweel.

Als, op Europa's landkaart,Ik speur naar Belgenland,

En 't onbeduidend vlekjeDuikt weg onder mijn hand,

En als ik dan beschouwe't Gebied van Seine en Rijn,

Dan zucht ik, vol van rouwe„ Wat zijt Ge nietig-klein !..."

Maar denk ik aan uw steden,Uw rijkdom, uw gewas,

De noestheid en de zedenVan uw doorluchtig ras,

Dan maak ik met ontroeringDen fieren schedel bloot,

En 'k zinge, vol vervoering„ Wat zijt Ge machtig groot ! "

Wen, op de wereldglobe,Mijn oog naar Belgie vorscht,

Dan dekt m'n kleine vingerDes nietlings hoofd en borst...

„ 0 dwergland, eng besloten„ In zoo bekrompen lijn,

„Omringd van Reuzengrooten,„ Wat zijt Ge ellendig klein !..."

Maar spreekt mij dan d'HistorieVan eertijds en van thans,

Van Belgie's roem en glorie,Z'n grootheid en zijn glans,

En hoe zijn licht en luisterDe wereld overgoot...

Ik kniele neer... en fluister,> Wat zijt Ge almachtig-groot ! "

Dit Land zal ik vergoden,Trots zijn gering bestek

Het rijkste der kleinnodenBehoeft geen ruime plek !

„ Ge zijt, om wat Gij teelde'„ Uit uwen vruchtbren schoot,

„ De Moeder onzer Weelde,.. Zóó klein,... en toch zóó groot ! "

109

Page 112: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

6. Aan vorstenpaar en Leger.Voorgedragen o de route Huldebetoo in , ingericht door het Gemeentebestuur, ter eere derop g ^ g g

Soldaten van Berchem, tot Sluiting van de Vredefeesten, op 14 September 1919.g P P

We waren nog zóó jong, zóó klein, en zonder zorgen,Toen 't stormde op middernacht,... en... we begrepen niet...

Doch nooit vergeten wij den akeligen morgen,Als vader ons verliet...

In 't oud soldatenpak, lag hij in moeders armen...De kindren, onbewust, ze schreiden om erbarmen...

Plots schalde de klaroen !Manhaftig rukte hij los en, of hij ons niet kendeHij snelde heen...; Maar nu nog voelen wij de ellende

Van vaders laatsten zoen...

Hij snelde heen uit plicht : De Koning had geroepenDe vijand brak in 't land, en, trots beproefden moed,

Was de eerste menschendijk te zwak voor d'helsche troepenVan den barbarenvloed...

Des vijands overmacht deed d'eersten dam bezwijken;Hij brandde zich een weg, langs puinen en langs lijken

Door gansch ons mooi gebied,Tot, in ons Vlaanderland, in 't IJzerslijk verscholen,De Koning en zijn 4eir den dwingeland bevolen

,> Tot hiér ! en verder niét ! "

Doch hoe -a land gekneusd, verdrukt voor an e tijden,

lag 9 ^9 lZieltogendneergetrapt oor vreem en eersc ers ie ...

OnsVolk be on den bitt'ren kruisweg van zijn lijden

9 ^ J JNaar lichaam en naar ziel...

De jonkheid werd ontvoerd; het ur ers ui gevangen;l 9 p 9 9^De volkskracht werdgesloopt;p e os ontvlood de wanen :

't9

tWashoogtij voor den dood...langs n banen, in ren liepen bar an s steeds o vei e a ,p ^ 9

Verslonden de arme korst, — doorweekt met moeders tranen, —Van 't schamel zwarte brood...

Doch nimmer is de moed van 't Belgisch ras bezweken !Spijts nood en marteling, spijts honger en verdriet

Kon de tyran misschien wel onze lijven breken,Ons zielen brak hij niet !

In Vorst en Leger lag, bewust, ons sterk vertrouwen;Hun daden gaven zwakke kinderen en vrouwen

Een schroomloos mannenhart !Soldaten ! ja, Gij waart de troost in al ons lijden;Gij dreeft ons fiere hoop, door d'echo van uw strijden,

Tot bóven onze smart !

110

Page 113: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Heil U dan, heil zij U, mijn Vorst, Gij WereldglorieLaat toe dat ik U krone en Held en Mart'laar noem';

Gij hebt, zóó needrig-groot, het boek van ons HistorieDoen schitteren van roem !

Als Paladijn van Eer, van Waarheid, Plicht en Rechten.Dorst Gij, zoo waardig-kalm, het woest geweld bevechten

Met uwe zwakke macht;Gij hadt, voor 't Ideaal, de kostbaarste of ferande,Maar hebt daardoor Uzelf, ons Volk en onzen Lande

De ónsterflijkheid gebracht !

Heb dank, o zoete Vrouw, Gij bloem der koninginnen !'s Lands Fee in vredestijd; 's Lands troost bij oorlogsgruw !

Zooals een dankbaar kind z'n moeder kan beminnen,Zóó ja, zóó minnen we U.

Uw bijzijn en uw blik vervoérde de gezonden;Uw koninklijke hand verpleegde de gewonden

Bij balsemend gesus.0 Heil'ge, die nog zoetheid bracht bij 't off'rend sterven,U, Moederken des Lands, U passén eeuw'ge gerven,

En kroon, en kinderkus...

Geestdriftig groeten we U, zeeghaftige Soldaten,Verlossers van ons Volk, Bevrijders van ons Land !

Gij deedt, trots stikbom, vlam- en laffe gasgranaten.Onze' ouden roem gestand !

Terug hebt Gij den Reus in 't huichelnest gedrongenDoor U is 't Belgisch Volk den slavendans ontsprongen,

Zijn ondergang in wee...Gij hebt den dood getart, uw jeugdig bloed vergoten,Den overmoed beschaamd van machtige despoten;

Soldaten, — ons hoezee!

Koning zonder vlek, — gezegende Vostinne, zo d e0 0

5 ► g 9 ,Land omgeeft ns,Die troon en a en Volk om ee ^ met glorie glans,g g g

nie zoo onverdeeld, elks liefde konden winnen,, ,^U, den ictorie ra s .

Gij, koeneIJzerhelden, nooit enoe te roemen,l^genoegAanveerdt, met onzen dank, dees nederige oemen;

, ,En, is ooit 't Land in nood, ,

,. .Vertrouwt op e ie s jeugd, de meisjes als de knapen,P g l g ^ l p>Zij blijven Vorst en Volk, en Land en Vlag en Wapenl l^ g p

^ ►Getrouw tot in den dood .

111

Page 114: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

7. De Vrijkeidsboom.

De boom, zoo fier en afgezonderd,Wiens kruine schier de wolken raakt;

Door buitenlanders vaak bewonderd,Dien 't eigen volk met eerbied naakt,

Hij is een zinbeeld van victorie,Volvoering van een vromen droom;

Hij zingt ons méér dan onze glorie't Is de aangebeden Vrijheidsboom !

Wanneer de storm, in dolle woede,De wouden schudde met hun grond,

Wist Vorst en Volk hem te behoedenAlleen de Vrijheidsboom weerstond !

't Orkaan steekt op !... hij zal 't versmaden...Onsterflijk, is hij zonder schroom

Wat ongeweerte kan ooit schadenDen diepgevesten Vrijheidsboom !

Reeds honderd jaar deelt hij zijn zegen,Z'n overvloed van vruchten mee;

Den voorspoed zaait hij allerwegen,En bloei, en volksgeluk en vreé.

Een wijze Vorst weet ons te stieren,Zachtmoedig, met gevierden toom;

Wij kronen Hem met eerlaurieren,Gewonnen op den Vrijheidsboom !

Heeft ieder ras gelijke rechten,Dan zullen beiden, hand aan hand,

Als ware broeders dapper vechtenVoor 't algemeene Vaderland

Laat eensgezinde zegezangenWeergalmen tot aan Belgie's zoom !

De Tweedracht kan géén plaats erlangenIn 't lommer van den Vrijheidsboom ! (1)

(1) Vrij, naar La Braban onne jubilaire " verschenen in Le Moniteur bel ge ''van 24juli 1856.), „ ^ ) > >^ g

112

Page 115: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

8. De wij de wereld in I

Kind'ren-lief, zijt ge eenmaal groot,Worstelt gij met tegenspoeden,

Mangelt u het daaglijksch broodOm uw gade en kroost te voeden;

Is uw tranenbronne droog...Wanhoopt niet, maar schouwt omhoogNaar het blauwe firmament,Zonder aanvang, zonder end...In die ruime azuren Hal,Godes zon schijnt overal !...

Is u 't vaderland te nauw ?Voelt gij de enge grens u prangen ?

Is de kleur der toekomst grauw ?Draagt gij billijk-hoog verlangen ?...

Hoopt, en spoedt u westwaarts voort,Dààr is Belgie's WaterpoortToegang tot de blauwe zee,Wijdsch en wild, en toch gedwee,Waar een wereld achter ligt,Oók door Godes maan verlicht !...

Hebt ge een harte, stout en warm,Dat voor Volk en Land kan kloppen ?

Hebt ge spieren in den arm ?Hebt ge wil, en schrand're koppen ?

Voor uw welzijn boorde uw VorstDoor Afrika's buitenkorst,En ontsloot een schattenschrijn,Voor die knap en moedig zijnGinds waar, in heur blauwe lijst,Congo's gulden sterre rijst !...

113

Page 116: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

9. Aan een gesneuvelden ,soldaat.

Hij was een man van eer, — een hart, als staal getrouwe,In overtuiging sterk, en groot in woord en daad,

Karaktervast, en breed in voelen en beschouwenEen held're zonnedag aan zijnen dageraad...

Hij trok z'n levenslijn langs reine liefdewegen.Gehuld in waardigheid, en slaaf van eer, en plicht,

Was wéldoen steeds zijn doel, en elke daad een zegen,Een weerschijn van zijn ziel, zijn idealenlicht !

Hoe vreedzaam ook van aard, geestdriftig vloog hij vechten,Met riddermoed en fier bood hij zijn hart en hand,

Z'n geest, zijn jeugdig bloed voor ons vertrapte rechten,En viel op 't eereveld, voor Vorst en Volk en Land !...

Hij viel voor de eer der vlag, naast Belgie's beste zonen...En al is 't scheiden hard en zijn ontberen zwaar,

't Was zijner waard z'n jeugdig leven te bekronenMet 't heerlijk offer van den vrijheidsmartelaar !...

Het past LI, vriendenschaar, U, Zuster, en U, Broeder,Dat eene vreugdetraan uw jammerkreet verzelt !

Na 't buigen, beurt het hoofd, beproefde Vader, Moeder,En weent op uwen zoon, maar juicht om uwen held !

Hij heeft der menschen dank en Godes gunst verworven;Z'n daden zijn te schoon voor wereldsch loon en prijs

Voor Plicht heeft hij geleefd, voor Plicht is hij gestorven,Aan dié is de eereplaats in 's Hemels Paradijs

114

Page 117: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

10. weest fier!

(Bekroonddoor het Ministerie van Openbaar Onderwijs.)o p s^

Hoort gij wel hoe Vreemden roemenOp hun oude rassenkracht;

Fier 'n reeks van mannen noemen,Scheppers van hun faam en macht ? —Belgen op ! steekt onbeducht,Stout uw hoofden in de lucht IGéén Geslacht is zóó vermaard,Dat 't uw Vaadren evenaart !

Ziet gij vóór den geest niet rijzen,Uit der tijden grauwen nacht,

Helden, Kunstenaars en Wijzen,Sterren uit het Voorgeslacht ? —Belgen op ! steekt onbeducht,Stout uw hoofden in de lucht !Géén Geslacht is zóó vermaard,Dat 't uw Vaadren evenaart !

Laat elk Volk z'n geestdrift zweepen,Eeren z'n „Beroemde Rij ";

Laat ze juichen, laat ze dweepen;Richt u op, en... doet als zij !Dus, de hoofden in de lucht !Rept uw wieken, neemt uw vluchtGéén Geslacht is zoo vermaard.Dat 't uw Vaadren evenaart

O de bekroonde m uziek van Mevr. JENNY VAN DEN HOVE, met Fransche overzetting vanP gM. DE RUDDER, verschenen in VERZAMELING VADERLANDSCHE LIEDEREN, euit -geven door het Ministerie van Onderwijs, bij Schott fréres, te Brussel.)g Onderwijs

Page 118: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

11. Aan •

mijn Land.

Ik love steeds, en onvermoeid,Mijn duurbaar Belgenland,

Dat aan Europa's krone gloeitAls middendiamant !

Wie zulk 'n moeder niet bemint,—Gevoelloos en ontaard, —

Is vloekbaar als 't verdorven kind,En 't levenslicht niet waard !...

Daar kronkelt menig beek en stroomDoor menig vette wei;

Voor 't oog ontrolt, als in een droom,Een reuzenschilderij...

De stoere landman ploegt den grondMet onverstoorb'ren moed,

En dankbaar spat, uit elke wond,De weelde en d'overvloed

Fabrieken spuwen rook en aschNaar 't helder, rein azuur,

En binnen toetst een nijv'rig rasDe grondstof aan het vuur...

En wijl de Vlaming zaait en plant,De Waal zinkt koen en stout

Te midden Belgie's ingewand,En delft er „ 't zwarte goud ! "...

Terwijl de Vorst het Land bewaakt,De jeugd ontgint haar geest;

En, na het eerbaar zwoegen, maaktHet volk er gaarne feest !

Dan klinkt het lied zoo jeugdig-warmTot in de minste kluis;

Want in ons Land is rijk en armAls koning in zijn huis

En wie door rampspoed wordt geschokt,Of klaagt van schraal gewin,

Hij zingt : „ De wijde wereld lokt,Ik trek de wereld in ! "

Doch, waar hij ook vertoeven mag,Hij blijft zijn ras gestand

Hij vordert eerbied voor z'n Vlag,Z'n Vorst, z'n Taal, z'n Land !

116

Page 119: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

't Bezin ge steeds, en onvermoeidt e >egi'n duurbaar e enan

Mijn gDat aanuro a s krone gloeitp gAls mi Imiddendiamant .

1 'n moeder niet mint

Wie zu e bemint,Gevoelloos en ontaard, —

,Is v oe b aar als t verdorven kind,

' IEn 't levenslicht t niet waard !...

12. Der Belgen Knapenschap.

Hoort ons juublen, juichen, joelen !Welke jonkheid is zoo knapAls der Belgen knapenschap

Ziet ons dartelen en woelen !'t Is de toekomst van den Lande,

Die in ons besloten ligt;En wij oef'nen hoofd en handen

Tot den vaderlandschen plicht

Staat de Zomerzon teoeiëngGlanst ons wezen van het zweet,'t Doet ons bitter leedt oet o s ttier weinig

Wij en vreezen geen verst roeien .Want in de a er eetstega en,

Staan wij met gebruind gezicht, —l g gHitte kan ons niet verslagen :

een, die voor de zonne zwicht .

Speurt ons na in 't kil getijde,Als de vorst de zon bevecht,Beek en stroom aan banden legt,

Wind of sneeuw ons daagt ten strijde...Ei ! wat geeft dat winterwoeden

Aan ons kokend knapenbloedDonderweer en regenvloeden,

Hitte en kou zijn even zoet I-

117

Page 120: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

13. Voor onze Invalieden.

Zein en al zingend,g g g ,Kloekmoedig,gezwind, 9 ,

En kusten de tranenVan vrouw en van kind,

Verlieten hun vader,Hun moeder, hun bruid,

En rukten, uit plicht, naarHet eereveld uit...

Zij leden en stredenIn jammer en nood,

En tartten als heldenDen martelaarsdood;

Want als er geen lichtglansHun graven verguldt,

Dan is het Gods wil enVoorwaar niet hun schuld.

Maar ginds komt de stoetVan wie tast en wie hinkt,

Van de lijven in puinEn de leden verminkt...

Voor't en, 9

Door 't harteloos brons...Een eermerk voor hen, maar

Eenic tsc u voor ons !...P

Weest GIJ thans hun schildEn hun steun en hun stuw,

Groothartig en mildWant... ze lijden... voor u...

0 Broeders, al gaaft ge alUw rijkdom en pracht,

Wié heeft dan nog 't heere-lijkste offer gebracht ?...

118

Page 121: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

14. Vlaamsche Volksknapen. (1)

Gejuicht en gezongen, schoolgezellenEen liedje maakt den arbeid licht;

Het doet de geestdrift bovenwellen,Die in ons hart besloten ligt !

— Wij pochen met géén trotsche namenZOON VAN HET VOLK, zóó heeten wij I

Wie onzer zou zijn afkomst schamen't VOLK is de bloem der MAATSCHAPPIJ i

Gezondheid bloost blij op onze kaken;Wij hebben vurig bloed in 't lijf,

En koppen, die van fierheid blaken,Bij ieder vaderlandsch bedrijf !

En zijn wij eens tot man gerezen,— Bij 't stout ontwik'len van 't verstand, —

Dan zullen wij de Króne wezen,Lijk nu de Hoop van 't VADERLAND !

Wij minnen de spraak van onze Vaadren,De heerlijke, Vlaamsche Moedertaal !

Vergeefs zal men ons ooit benaadrenMet vreemden bluf en vreemden praal !

Zóó zijn we voor verbast'ring veilig,En alle uitheemsche snoeverij !

Komt, zweren wij het nu reeds heiligWe blijven VLAAMSCH, en vroom en vrij

Dààr hebt ge, wat in ons jonge borstenTe smachten ligt naar ruimer sfeer,

Dat vaak naar uiting ligt te dorsten,En opbruist als 't onstuimig meer !

We dienen vrij, maar zijn géén knechten;Doch zullen streven, trouw als staal,

En willen zingen, werken, vechten,Voor VOLK en LAND en MOEDERTAAL !

1 Kanezon en worden op de muziek van 't Werkmanslied van Vrede-St-Amands, door LEOg ^ PVAN HOOF.

119

Page 122: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

15. van t Groeninglierve.

(T W E

I

Hoe prachtig dat schouwspel, die schitt'rende schaarVan ridder en ruiter en ros,

Met wapprenden wimpel, gebiedend gebaar,In weeld'rige rusting en dos !

Dit adellijk leger, zoo eindeloos lang,Met vreeselijk oorlogsgedoe,

Schoof ordelijk voort, als een glimmende slangZe gingen naar Groeninghe toe...

Zij pochten en zwetsten, hoogmoedig en fier,En bezems bekroonden hun speer...

Ze deelden de huid van het levende dier,Al twistend om posten van eer...

Ze snapten, en vloekten de ziedende zon,En spraken van „ moy " en van „nous "...

Ze wonnen den slag, eer de slag nog begon...Ze gingen naar Groeninghe toe...

Wat haav'looze bende vliedt vluchtend naar 't Zuid,Van jammer en bloedgeur omringd ?...

De luchten weerkermen van kreunend geluid't Is alles gekneusd en verminkt...

Ze hinken vernederd, beschaamd langs den grond,En, achter hun kreupelen draf,

Een krassende raaf, en een huilende hond...Ze kwamen van Groeninghen af !...

Ze sleepten de bloedlomp der Leliënvlag...Géén slot of géén aadlike bouw

Waarin niet een ridder te zieltogen lag !Heel Frankrijk was diep in den rouw...

De graaflijke kroon en het prinsenblazoen,'t Werd alles de prooi van het graf

Besmeurd was elk wapen, banier en penoenZe kwamen van Groeninghen af !...

120

Page 123: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

11 Juli 1302.I K)

II

Hoe somber bescheiden, die hopende hoopVan ambachtsman, burger en boer F

Zij dreven, als golven, hun langzamen loop,Zoo stout en zoo sterk en zoo stoer...

Hun vaandel : De Leeuw op zijn gelende veld !Hun wapen : Een vreeslijke roê... (1)

En iedere man werd voor drie man geteldZij gingen naar Groeninghe toe...

Zij gingen..., en zagen zoo somber bedaard,Zóó waardig, zóó ernstig, zoo kalm...

De grijsheid was nevens de jonkheid geschaard;Ze gaven geen gil of geen galm...

De „ engienen " (2) doorgroefden het gloeiënde zand,Al bachten hun schimmel of koe...

Dat leger, geknield, gaf den kus aan zijn landZe gingen naar Groeninghe toe...

Hoe prachtig dat schouwspel, die schett'rende schaarVan voetknecht en ruiter en ros,

Met wapp'renden wimpel, met biddend gebaar,In vleklooze rusting en dos !

Ze weenden van wonne, zij, vroeger zóó koudZe hakten den vijand tot kaf !

Ze waren beladen met Sporen van GoudZij kwamen van Groeninghen af !...

De Belforten zongen hun zegezang rondBedwongen lag dwingelandij !

De dwerg sloeg den reus toch zoo blauw en zoo bont,En Vlaanderens Volk was weer vrij

De dreunende lucht droeg het daavrend geschreeuw,Den vreemden verdrukker tot straf

„Wat Walsch is, dat valsch is ! " en „ Vlaandren den Leeuw ! '"Ze kwamen van Groeninghen af !...

(1) De GOEDENDAG.

Door ENGIENEN verstond men alle bele erin stuf en; sommige dienden om steenen te werpen,^ g g ggof andere vernielingsmiddelen, andere wierden gebezigd om te schieten. De bijzonderste en iepeng g gengiene

de blijden of manganeelen, d e springalen,de stedebo en of

waren : de pedrieren, g , stedebogen ^ blijden en de ram en de stormkat.bankbogen,

121

Page 124: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

16. weet wie ge waard Weet wie ge zijd

Gezegend oord, door Maas en ScheldBevruchtigend besprongen,

En door een taai en nijv'rig rasAan zand en drab ontwrongen,

Dat steeds in roem en weelde won,En nooit zich liet beheeren,

En waar, van ied'ren horizon,De Volken kwamen leeren !

Dààr rezen, uit dit puikgewest,Een schaar van heldenborsten,

Die schreven wil en wetten voorAan plichtvergeten vorsten;

Die, stout van blik en 't hoofd gedektVerschenen vóór hun Heeren !

Van hen kwam elk gemeenebestGepaste FIERHEID leeren !

Zij wisten eiken dwingelandKloekmoedig te verderven,

En, stierven zij voor 't Vaderland,Ze juichten bij hun sterven !...

Zij dwongen vaak des vijands heir,Verpletterd, weer te keeren,

En 't is van hen, dat gansch Euroop'De DAPPERHEID kwam leeren !

Zij strooiden van de WetenschapAlom de milde gunsten,

En voerden steeds het koningschapVan Kennis en van Kunsten i

Bezwaarlijk is, op dit gebied,Hun glorie te vermeeren,

Want heel de wereld kwam van henDe SCHOONE KUNSTEN leeren !

En had verdrukking, laf en snood,Hun boeiën aangevijzeld,

Dan klonk het wrekend : „Vrij of dood !De kluister werd verbrijzeld !

Weet wie ge waart ! weet wie ge zijt !Zoo zult ge uw vaad'ren Beren !

Men kan nog nu, als vroeger tijd,Bij ons de VRIJHEID leeren !

1 2

Page 125: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

17. Leprozenkneckt. (1)

Er ligt een somber eiland in de eind'looze Oceaan,Gesard van zee en stormen, gespuwd door een vulkaan,Geschuwd, door wat kan sterven, als een gevloekte grond...Dààr vliegt een gruwbaar monster vernielend in het rond;Vergeefs ontvlucht men 't kussen van zijn besmetten muil't Is al, na knagend lijden, gestempeld voor den kuil...Er dwalen duizend schimmen, als spoken, bleek en vaal,En hun verdorven lijken, ze baren nog de kwaal !...

Daar ijlt, in vromen fever, een zoon van BelgenlandDe woeste zeeën over, naar dat gevloekte strand,HIJ wil, uit menschenliefde, naar Molokai gaan,Er lachen tegen 't lijden, er troosten met een traan...HIJ zoekt, wat allen vlieden : 't afzichtelijk gespuis,Trekt af op 't vuige monster, gewapend... met z'n kruis...Ziet Gij, beschaafde Menschheid, dien grooten niet'ling wel ?Ginds daalt hij, als een godheid, ter neder in die hel !...

Dààr schudt de ontzette wereld de doemelingen af,Die dooden binst hun leven, die dooden in hun graf...HIJ koestert, heelt en balsemt, en eischt zijn deel van 't wee;Waar zalven niet kan baten, daar troost hij met een bed...Hij wascht de grage wonden, zoo zacht als moeders doen,En geeft aan ied'ren doem'ling z'n broederlijken zoen...HIJ zegent en brengt hope, waar hoop verbannen scheen;En niémand wordt vergeten, geen mensch, dan hij alleen...

Omringd van levend-dooden, hij worstelt zestien jaar;Geraakt door 't booze monster, hij sterft als martelaar... —Buigt neer, o Landgenooten ! vereert uw moedig kind !Wie zóó vermocht te strijden, al vallend overwint !Ontdekt U, Vorst en Volken, en al wat roem geniet

Er leefden groote Helden, maar grooter zéker niét ! —Komt, wijden we in verrukking een lied, een beé, een traan,Den VADER DER LEPROZEN, — aan PATER DAMIAAN !

(1) PATER DAMIAAN (Jozef DE VEUSTER werd, den 3 n anuari 1840, te Tremeloo in1Brabant, geboren. — Den 31 n October 1863 vertrekt hij uit Bremen en landt, den 19 n Maart 1864,g hij , 1864,te Honolulu, hoofdplaats der Sandwich-Eilanden. Priester geworden, begeeft hij zich naar het eilandP g g hij

Hawaï en wijdt er negen jaar aan zwaar en onvermoeid apostelschap. Den 10n Mei 1873,J g jaarsteekt hij over naar het eiland Molokaï, waar, volgens eene wet Al de melaatschen van hethij gkoninkrijk Hawal werden heengevoerd. DAMIAAN wil hunne ellende en verlatenheid deelen, engheldhaftig den dood tarten uit verheven naastenliefde... Hij is voor die 800 ongeneesbare zieken,g J gonder zedelijk zooals onder lichamelijk en stoffelijk opzi cht, 'n onvermoeibare weldoener, 'n ware vader.zedelijk lichamelijk ) P— In 1885 wordt hij door de bezoedelende melaatschheid aangetast, en... verdubbelt in zorgen voorJ g gzijne rampspoedige kudde... Hij bezwijkt den 15 n April 1889, door ansch de beschaafde wereld,) bezwijkt P g

onaangezien gezindheid, wijsgeerig gevoelen of godsdienstige belijdenis, rechtzinnig bewonderdg g lg gg g g l gen onverdeeld betreurd. Engeland, met z'n koning aan het hoofd, heeft het standbeeld van den KristenEngeland, gheld, op Molokaï doen oprichten. Te Leuven is ook een gedenkstuk geplaatst. Zoo iemand, van hier ofP P g gPvan elders, vereeuwiging verdient, dan is 't voorzeker de zalige heillooze, PATER DAMIAAN 1g g g

123

Page 126: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Zó. Heil uit Onkeil.

(1830- 1930)

(Voor den Vaderlandschen Feestdag van 21 Juli.)

Een rilling voer den bodem rond der beide Nederlanden,Tenauwernood aaneengesnoerd door perkamenten banden...

Een dof gemor, verward gemompel en geruchtWast snel en dreigend in de vaderlandsche lucht...

Het losgebreideld volk, in eed'le woede ontstoken,Jaagt Vrede op de vlucht...

De Tweedracht wet heur zwaard; het Oproer ligt te koken;De fakkel van den Krijg wordt allerwege ontstoken;De bliksem splijt het zwerk : De Storm is losgebroken !...

Ieder gordt den degen aan't Land eischt zijne zonen

Voorrecht mag vóór Recht niet gaan,En „het Vrije Volksbestaan "

Moet de koenheid loonen !...Vrijheid adelt man en Volk ;

Dienstbaarheid teelt bonzen !Trooste dan dit onderpand,Met den dank van 't Vaderland,

De arme vaderloozen...

De strijd vangt aan en woedt in teugellooze vaart...Het Noorden geldt het Zuid, ze zijn elkander waardDe slag volgt op den slag; het schroot weerspreekt het schroot;'t Kanon, met zijn metalen gramschap, spuwt den dood...

Weldra, van in de Maasvallei tot aan den boord der zee,Weergalmt der vaad'ren jubelkreet, een donderend „hoezee ! 'Men hoort alom de dank- en huldelied'ren juichend schallenDe Belgen bleken eens te meer >, de dappersten der Gallen ! "

Zege ! zege !Ons diadeem wordt dubbel schoon

De volle Vrijheid is verkregen,Het duurste kleinood onzer kroon

124

Page 127: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Opp ! Belgen, op ! en jubelt luid, laat fier de driekleur wapp'ren,En viert uw Onafhank'likheid, het feest van onze dapp'ren !

De vruchtb're Vrede sproot weleer uit hunnen heldenstrijd;Vandaag wordt onze welvaartszon, de wereld door, benijd !

't Is honderd jaar geleên,... die zon ging aarz'lend op...Thans staat zij middaghoop; géén zwerk kan haar doen tanenEn, stout van eigenkracht, tart stormen en orkanen

Ons Land blijft heerlijk als weleer !Géén vijand haalt zijn wimpel neer i

Daar wil vandaag, — daar zal ook morgenDe Vaderlandsche jeugd voor zorgen

Hoezee ! hoezee ! Gegroet ! gegroet !Met jongen durf, met jongen moedDe glorietoekomst te gemoet

1i. Aan Graaf Frederik cie Merode.(Kinderlied uit de „ DE MERODE-CANTATE '. —Muziek van Lod. MORTELMANS.)

Pas ontglipt der kinderwiege,Wees men ons uw manlik graf

— „Hier ligt Hij, die, voor den Lande,„ Rust en jeugd en leven gaf...

„ Die ons boeiën heeft verbroken;„ 't Rijk der Vrijheid aangelegd ! "

Zóó heeft vader van U gesproken;Zóó heeft onze meester 't gezegd...

— ,. Hij en velen zijn bezweken...„ Blijft die dapp'ren steeds verkleefd !

„ Leert, dat eerst de knop moet breken,„ Eer hij bloem en vruchten geeft...

„ Laat, als Zij, den boezem koken„ Voor uw Volk, uw Land, uw Recht ! "

Zóó heeft vader van U gesproken;Zóó heeft onze meester 't gezegd...

— „Dank, voor 't heil, dat Ge ons liet erven !„Vocht Gij Volk en Bodem vrij,

„ Wist Gij voor het Land te sterven,„ Daarvoor léven willen wij !

„ Smaadt men U, — Ge wordt gewroken !„ Niemand onzer daalt tot knecht ! " —

Zóó hebben wij tot vader gesproken;Zóó tot onzen meester gezegd

125

Page 128: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

20. Jongens. `1'

Wij zijn de strijders voor het Recht,De strijders voor het goede recht !

Hoezee !Wij vlechten krans en eerekroonVoor al wat waar is, goed en schoon !Hij, die naar Recht en Waarheid streeft,

Is waardig dat hij leest !Hoezee !

Wij worden mannen van de daad,De mannen van de koene daad !

Hoezee !Eens winnen wij het adelmerkVoor 't nuttig en verheffend werk ! —Rein, onder onzen groven kiel,

Wij houden lijf en ziel !Hoezee !

Wij zijn de jongens uit het volk,De jongens uit het Vlaamsche volk !

Hoezee !Verbast'ring houden wij voor slecht !We dragen 't hoofd, als Vlaming, recht;Want Vlaming zijn is adeldom,

En fier zijn wij daaromHoezee !

Wij zijn de zonen van ons Land,l lDe zonen van ons Belgenland I.

IHoezee .hWij steunen met ons hart en handl

nsein maar edelVaderland,,En, wat er ook gebeuren mag,g g

Wij ^schutten onze vlagl gIoezee .

(1) Kangezo en worden op de muziek van B. RAES; zie DE VLAAMSCHE ZANGER, eersteg Pdeel `b1z.173.

126

Page 129: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

21. Kinciterhuije aan áe Gesneuvelden.

hun erera ter gelegenheid der Vieringvan den Wapenstilstand,

11 November)

' spreekte^rne ises r e .J P

LIEVE DOODEN,

Gebroken, als bloemen op 't bloedige veld;Gevallen, als offers van 't oorlogsgeweld,

Al hadt Ge ook géén schuld of geen misdrijf te boeten !...We komen vandaag U weer dankbaar begroeten;

Want GIJ hebt voor ons de verlossing behaaldEn, met uw jong leven, ons vrijheid betaald !... —

Men heeft ons geleerd, hoe Gij kloek hebt gestreden;Men heeft ons verteld, hoe Gij wreed hebt geleden,

En hoe uwe dood U tot Mart'laars verhief !...We danken U zéér, en wij hebben U lief...

Wij hadden zóó graag uwe smart willen sussen,Als 't kon, uwe kil-doode wangen nog kussen...

Toch blijven we U Beren, zoo mórgen als nu,En, vol van betrouwen, wij bidden voor U !...

De jongen vervolgt

Wij bidden voor U, die gesneuveld daar ligt,Als roemvolle Helden, voor Eer en voor Plicht,

En, — dood, — in ons hart toch onsterflijk blijft léven !Gij hebt ons de heerlijkste lessen gegeven

Voor 't heil van uw Volk en de toekomst van 't Land,Zoo zijt Ge gevallen, als zaden in 't zand !...

Gij hebt, moedig-fier, aan de wereld doen blijken,Hoé heerlijk het is, voor iets edels bezwijken !

In off'rende liefde en trouw gingt Ge ons voor;Als 't moét doen we als Gij, want wij volgen uw spoor;

Doch meenen, — zooals wordt gezegd en geschreven, —Dat 't beter nog is voor het Land kunnen léven

Wij bidden voor U, ja, doch smceken den Heer

„ LAAT VREDE REGEEREN ! GEEN OORLOGEN MEER " ! !

Samen :

— Zoo leggen wij neer, op Bees heiligen grond,'t Gedenkstuk van „ Berchem's Soldatenbond ' —.

127

Page 130: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

22. Ode aan HenJrik Conscience,

bij .

zijner de Plechtige Vieringan en l n Verjaardagzi nerGeboorte,c ev 0

) g )o es^e en voorgedragenopgesteld

o verzoe van ^ M T ".CONSCIENCE-KOMITEIT TC » .

Wat staat Gij, vreemdeling, verrukt en opgetogenTe luist'ren naar den jubelstorm zoo vrij van band,

Die wervelt uit het volk, die neerzweeft uit den hoogen,En feestberoering zaait in 't gansche Nederland !

Gij hoort naar 't heilgejuich, 't kristallen beiaardklinken,Terwijl uw gretig oog zich graag laat dronken drinken

Aan 't prachtvertoon, dat vóór uw starend blikken glom...Ge ziet Geschiedenis in weeldestoet verrijzen,Met Helden van • weleer, met Kunstenaars en Wijzen,Met tempels en kasteel, met wandlende paleizen,

En vraagt verbaasd : „WAAROM ?... "

WAAROM ?

Eens lag het Vlaamsche Volk, zóó roemrijk in 't verleden,Op grootsche daden fier, aan wijze mannen rijk,

Vernederd en verschopt, vertrappeld en vertreden,De ontbinding tot een prooi, verzonken in het slijk...

Z'n taal, de levensbron die Maerlant eens bezielde,Verstooten en verdrukt, veracht als 'n vernielde

Zocht veeg, gekneusd, verminkt, in schaam'le stulpen wijk...'t Was uit met Vlaand'rens Volk, z'n macht, z'n taal, z'n luister,Het kroop ellendig voort in zevendubbel duister,Terwijl de vijand nog beschroefde met z'n kluister

't Geduchte reuzenlijk...

Doch de Almacht, als met Vlaand'rens nood en wee bewogen,Zoo redeloos gedoemd tot den vergetelkolk.

Wou zulk een schandeval voor Vlaand'ren niet gedongen,Voor zijne rijke taal, noch voor zijn heerlijk Volk !

Reeds was, aan 't Scheldestrand, het Heldenwicht geboren,Dat eens, met nieuwen glans, dat Vlaand'ren zou begloren,

Het doode Land en Volk verwekken uit hun asch;Trots hinder en verzet, en vrij van vaar of vreezen,

Zijn broeders van hun doodend slapen kwam genezen,En door zijn woord en daad voor ons is opgerezen

Als Vlaamsche Messias i

128

Page 131: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

„ EPHPHETA I ” sprak Hij, tot ons dichtgesloten ooren (1),„ EPHPHETA ! " tot ons hart, tot ons geloken oog... —Hij zong van 't Keerlendom, den Slag der Gulden Sporen,

Van 't groote Voorgeslacht, dat nimmer brak noch boog l...Tot wekstem, vol van kracht, zwol zijn aanvank'lijk fluist'ren;Weldra kwam gansch het land naar zijne zangen luist'ren,

Genieten van de telkens nieuw ontloken bloem...Hij sloop door zijn gevoel in aller harten binnen;Hij leerde om Taal en Recht ons worstelen en winnen IHij gaf 't gebod : GIJ ZULT UW VADERLAND BEMINNEN,

Z'N TAAL EN ZIJNEN ROEM

Groot was Hij in z'n werk, en groot in zijne wegen,Groot in z'n need'righeid, en groot door z'n gevoel,

Groot in zijn rijke kunst, en groot door zijnen zegen,Groot in z'n woord en daad, z'n middel en z'n doel

Tot nieuwe toekomst richtte Hij ons wankelschredenEn, mocht Hij zélf 't Beloofde Land niet binnentreden,

Hij wees het lichtspoor aan tot ons behoudenis !En dààrom, vreemdeling, die vele jubelnooden;Dààrom hoort Gij Conscience's naam en werk vergodenWij vieren 't eeuwgetij van een doorluchtig Doode,

Die toch onsterf'lijk is !...

Hij zong den zoeten zang van zijne zuiv're ziele,En schreef heur rijken schat in honderd boeken neer,

Waarin wij, bont, ons volk, vol leven rond zien krielen,Zooals het heden is, zooals het was weleer...

Wie kon, als Hij, zóólang begeest'ren en bekoren ?Hij deed de blinden zien, Hij deed de dooven hooren,

En heeft met liefde zijn ellendig volk gekust...Hij perste uit ons oog de tranen der ontroering,Of joeg door lijf en bloed de vlamme der vervoering,Bracht, tegen bastaardij, z'n broeders in beroering

HIJ maakte ons zelfbewust !

Hij wekt en trekt tot al wat schoon is en verhevenDe liefde der natuur, de mannelijke deugd,

Het goddelijk gevoel van 't kuische liefdeleven,En weent met moedersmart, en juicht bij vadervreugd !...

Hij haalt zijn helden op uit burchten en uit holen...Wat parels van gevoel, aan 't menschlik hart ontstolen,

Stelt Hij, navolgenswaard, in 't helderst zonnelicht !Hij maalt het vreedzaam heil der eerb're dorpelingen,Of gispt het laf gedoe van wufte bastaardkringen,En immer hoort men 't edel voorschrift bovenzingen

Blijft trouw aan Eer en Plicht i

(1) EPHPHETA = WORDT GEOPEND I Zoo spreekt de priester in het plechtig DoopselP P P g Pwanneer hij de ooren en de oogen van het kind, met zijn speeksel aanraakt.g zijn P

129

Page 132: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Van „ 't Wonderjaar " tot „Geld en Adel " (1), immer bleven,In kunstgaaf en talent, z'n boeken even frisch !

Z'n goudbron van gevoel heeft ons een snoer geweven,Waarvan elk onderdeel een kostbaar kleinood is !

Hij leerde, in elken vorm, het kwade te verachten,'t Betrouwen in den steun der zedelijke krachten,

Bewees, wie stijgen wil, gewis ook stijgen kan !Zijn woord lokt onbewust u steeds zijn doelwit nader;Men nut zijn zedenleer als 't kind die van den vader;'t Komt alles voortgevloeid uit onbezoedelde ader,

Eenvoudig,... als de man !...

Vernuftig blies Hij ziel in de oude doode tijdenHij donderde over 't land 't herwordend krijgsgeschreeuw,

Dat onze boeiën brak, en eens ons zal bevrijden,Door 't blijvend meesterwerk, „het Epos van den Leeuw ! ' (2)

Een rilling voer door 't land, vol heil' ge zegeningen,Die onze paria's, de Vlaamsche doemelingen

Ontembaar op deed staan tot hergeboortestrijd,Met zelfvertrouwen, moed, hen 't loonre lijf omgordde,Bevruchtend weer opnieuw wat hopeloos verdorde !Leest dit onsterf'lijk boek, en ge zult Vlaming worden,

Indien ge 't niet en zijt !

Toch rijst Hij voor ons oog, als 't beeld van lout're goedheid,Zoo eerlijk, trouw en waar, rechtzinnig van gemoed,

En 't is vooral z'n deugd, zijn milde liefde en zoetheid,Die aantrekt en bevalt, en Hem beminnen doet...

Hij klopt op geest en hart, en roert de fijnste snaren;Hij laat ons in den spiegel van zijn ziele staren,

Maakt onbewust verliefd op eigen aard en taal.Hij weet ontwikkelend te toov'ren en te treffen,Leert eigenwaarde en macht aan 't vooze volk beseffen,En geeft het lust en moed om trots zich te verheffen

Tot honger Ideaal

Hij ploetert niet in 't gift van lage afzicht'lijkheden...Niéts heeft den zuidren toon van zijne lier besmet,

En de eenvoud van zijn trant, de reinheid van zijn zedenHeeft noch verscheidenheid, noch rijken oogst belet !

Géén ondeugd wordt verschoond in zijne vele schriften;Hij zoekt den bijval niet in 't vleiën van de driften;

Géén dwaling, onrecht, misdaad krijgt een gunstig lichtHij zingt den lof der deugd, den afkeer voor de bonzen;Voor Hem moet jongeling, noch maagd, noch kindje blozen;Hij heeft, z'n roep bewust, 't apostelschap verkozen,

Gebeterd en gesticht !

1 Conscience 's éérste en z'n laatste boek.

(2) DE LEEUW VAN VLAANDEREN " een strijdlied en een zegezang.

130

Page 133: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Heb dank, Gij Harpenaar, bedeeld met aad'laarsvlerken,Wiens vleeschgeworden woord steeds in ons midden woont !

GIJ zijt een Edelman, al mist Ge ook adelmerken,Daar 't hart van 't Vlaamsche Volk U als z'n koning kroont 1

GIJ heerscht op onzen geest, — het puik der heerschappijen,Staat boven 't eng gebied van klassen en partijen,

Met scepter, mantel, kroon, in gouden schitterglans !Gij deedt niet slechts uw Volk van uit zijn graf verrijzen,Maar wist het levenslang naar hart en geest te spijzen;Gij heerscht op oud en jong, in hutten en paleizen,

Gij zijt ons Vlaand'ren gansch

Doch gij, die dezen Vorst zoo dwepend komt vereeren,Kleeft er geen Fransch glazuur meer op uw Vlaamschen bast ?...

Sloegt gij het vreemde stof reeds van uw vreemde kleêren,En leeft en handelt gij, zooals 't een Vlaming past ?...

Wee hen, die Vaders laatsten wil en wensch ontduiken !Waarom laat gij nog steeds uw Vlaamsche rechten fnuiken ?

Of schiet het u opnieuw aan moed en kracht te kort ?Leert van den Meester dan, hoe onrecht wordt gewroken;Hoe 't koene Voorgeslacht z'n ketens heeft verbroken !HIJ heeft, voor Volk en Taal, den dageraad ontstoken,

Maakt dat het middag word' !

Drijft op die milde zon, die rassen doet gedijen !... —Van ziel en lichaam sterk, doorlaaid van eed'len gloed,

Weest, mannen, in uw land de méésters, géén lakeiën,En geeft ons zonen weer met Keerl- en Klauwaartsbloed ! —

Gij, vrouwen, die door Hem zoo heerlijk werdt bezongen,Spreekt fier uw eigen taal met uwe toovertongen !

Kweekt nooit, tot eigen schand, Siska Van Roosemael'sDakerlia's (1) , zóó moeten uwe docht'ren wezen !Laat hun, aan 's Meesters hand, van zijn heldinnen lezen,En, staat de vrouw met ons, dan is de zon gerezen

Des vollen zegepraals !...

Dan zie ik 't Vlaamsche ras, verknocht aan Taal en Zeden,Weldra in 't vol bezit van zijn ontstolen recht

Dan rijst ons Vlaand'ren weer zoo hoog als in't verleden,Zooals Conscience 't ons profetisch heeft voorzegd !...

Zelfstandig en ontvoogd, als gansch ontwikkeld-vrijen,Hernemen we onze plaats dan in de Volkenrijen,

Met vruchten van vernuft en werkzaamheid belaán...Dan zal verholen Kunst weer uit haar zwachtels breken,De Vlaamsche Hoogeschool weer eigen Denkers kweekentDan zal de wereld gansch den hoogsten lof Hem spreken

„ DAT HEEFT CONSCIENCE GEDAAN ! "

(1) DAKERLIA WULF uit DE KERELS VAN VLAANDEREN.

131

Page 134: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Ik groet met geestdrift U, bevruchtigende Grijze,Die hier de kiem van Vlaand'rens Hergeboorte droegt !

Ik groet U, Godes Tolk, Gij Ziener, Schepper, Wijze,Die lafaards eens tot stambewuste Vlamen sloegt ! —

Géén grafstuk, log en zwaar, kan U gekluisterd houênGij wandelt onder ons, door Vlaand'rens lieve gouwen,

Nog zwoegend met uw geest aan uw verheven doel !...Géén vijand kan uw tocht door Vlaanderland beknellen,Géén uitheemsche afgunst ooit uw invloed nedervellen !Blijf man en vrouw en kind van Plicht en Deugd vertellen

Van uit uw bronzen stoel !...

Uw naam, de wereld door, steeg tot de hoogste tintten;Uw hoofd is zwaar bevracht met kronen van den roem;

Bij 't eerbetoon van 't Volk, van Vorst en Koninginne,We vlechten, zielsgemeend, dees nederige bloem...

Conscience uw geniale geest blijft ons bezielenVernuften sterven niet ofschoon zij ons ontvielen,

Zij voeren, door hun werk, als Meesters het bewind !En wat de tijd ook slecht', doe vallen of ontblader',Gij hebt en Gij behoudt het hart, 'de levensader,De liefde van uw Volk : 't Aanbidt U als den Vader,

Die langzaam 't leven gaf voor 't leven van zijn kind !

1912.

132

Page 135: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

AARDIGHEIDJES.

Page 136: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 137: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

1. wanneer ??... Wanneer 11,,,

Heb in min art 'n groot verdriet, et ,l gei'n van onvoldaan verlangen...pl

i het maar niét,Eerst dacht Toe, ze et aar e ,9Want voelde mij wel wat bevangen...l 9

Maar 'k droom er van, al twee-drie jaar;Mijn hart is vol, — ik kan 't niet zwijgen

Ik moét ! — en daarom, 'k zeg het maar„WANNEER ZAL IK MOUSTACH " GAAN KRIJGEN ? !...

Ik word nu toch al reed'lijk groot;Ik schrijf al schoon, — 'k kan vloeiënd lézen;

Nooit zit ik nog op moeders schoot;Ik slaap alléen, — en ken géén vreezen !...

Mijn vader heeft 'n vollen baard,En ook m'n broer heeft al 'n knevel; —

IK blijf daar loopen als ont(h)aard,Vernederd, met m'n blooten gevel...

De gunst is immer voor m'n broers;'k Ben thuis nog altijd „onze kleine... "

Ge zijt zoo niks,... en 'k ben jaloerschOp onze kat en ons konijnen...

'k Wil worden wat ik worden kanIk heb van alles reeds begrippen;

Maar niémand telt u voor 'n man,Heeft men geen hààr op zijne lippen !...

Ziet Noé maar, — en Abraham,En Alle kunstenaars en helden

Ze droegen baarden als 'n vlam;Ziet Rubens eens, en de Artevelden...

En Mozes had 'n reuzensnor,Die hij wel in z'n nék kon knoopen...

Bij mij blijft alles bloot en &ór;Waar blijft dat toch ? deplaats is Open ! ! !

135

Page 138: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Ik zag 'nen bruinen pater gaan,Met eenera baard in lange klissen;

Ik ben afgunstig blijven staanHIJ had te véél, wat ik moet missen...

En eiken worgend als 'k ontwaak,— En zelfs nog vóór 'k begin te bidden, —

Dan tast ik naar m'n lip en kaak,Doch... niéts opzij..., en niéts in 't midden...

'k Loop met 'n spiégel in m'n zak.. .Doch telkens valt m'n hoop in puinen

'k Blijf even kaal en even vlakAls meisjes uit de Kindertuinen...

Ik heb m'n spaargeld eens verteerdAan zoo 'n flesch, die 't haar doet groeiën...

'k Heb héél de flesch eraan gesmeerd...'t Is niéts gekort, — ik blijf maar knoeiën...

En dat is nu m'n groot verdriet,De pijn, die ik niet kan verzwijgen

Wie helpt me toch ? wie weet er ietOm mij moustache doen te krijgen ? !...

En toch geef ik den moed niet op'k Zal in m'n boeken goed studeeren;

Eens vind ik 't middel, — want 'k houd kop, —Om met papa te concurreeren !...

En vind ik 't middel nog al vlug,Gelijk een licht door dikken nével,

Dan kom ik 't volgend jaar terug,Met vóllen baard, en... zóó 'n knevel !...

136

Page 139: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

2. De Trommel.

„ 'k Word soldaat ! " is Jantje's woord;Er is houden aan noch binden,Hij snelt toe gelijk de winden

Als hij maar soldaten hoort !Hij heeft gouden epauletten,Vlaggen, sabels en trompetten;

Pas zoo groot als... 'n bobijn,Speelt hij reeds voor kapitein...

Kapitein ! want hij bestuurt,In geregeld rechte rangen,Op de maat der krijgsgezangen,

Al de kleuters uit de buurt't Gaat nochtans niet naar zijn wenschen,Want, van al die kleine menschen,

Dié gaat stil en gêne, rap,En zijn leger houdt geen stap...

Hij doet vader zijn beklag,Tusschen vrees en tusschen hopen— „Vader, zult ge een trommel knopen ? '

Bidt en smeekt hij dag op dag...— „Zwijg ! " zegt vader, „ uw trompetten,„Die mij alle rust beletten,

„ Voeren me tot razernij„ Koop ik daar een trommel bij ! "

Jantje iet n ie en zucht;diepeDoch hi'gaf zich niet verloren :l^

Och ! zult er niets van hooren;- „ c ge z ,'k I„ Trommel... zonder iets gerucht ...."

Toen hiji' zag, dat vader lachte,9^Riep hij fijn gedachte,ep J eze J ge c e,

Uit zijn vinding opgeraapt :l 9Zal maar trom en als gij slaapt ..

... s 9 l P ..

„ 'k Word soldaat ! " is Jantje's woord;Er is houden aan noch binden,Hij vliegt toe gelijk de winden,

Als hij maar soldaten hoortHij heeft gouden epauletten,Vlaggen, sabels en trompetten;

Hij heeft ook, — ge weet waarom,Thans 'n groote, groote trom

137

Page 140: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

3. Dat wordt n .Man.

Nu is't bij ons plezierig ! niets dan blijdschap en gelach,Om wille van ons broerken, die de held is van den dagEerst kroop het, als 'n schildpad, zoo maar altijd langs den grond,Of wipte, lijk 'n jonge puit, heel onze keuken rond

Doch nu heeft onze kleine schachtWellicht gedacht

„ 'k Heb lang genoeg gekropen;„ 'k Wil op m'n voeten loopen, "

En heeft dat ook volbracht;Want over veertien dagen,Zoo zonder iets te vragen,

Heel onverwacht,Stond onze kleine knechtOpp z'n twee voeten recht !...Hij had het stout gewaagd,

En heeft het ook gewonnen;Dan is hij, onversaagd,

Aan 't stappen maar begonnen.Ge moest het zien, hoe onze gast,

Onzeker en onvast,Doch vol van moedMet eiken voet

Al wank'lend naar z'n steunpunt tast...Eerst wast een weifelen

En twijfelen,'n TobberenEn dobberen...'n WaggelenEn gaggelen...

En als er dan iemand hem helpen ging,Dan klonk z'n protest of de wereld verging !

Zoo juist alsof onze stoute kapoenWou zeggen : „LAAT ME DOEN ! "

En gisteren, met groot geraas,Liep hij dwaasAls 'n baasDe kamer rond...Hij struikeldeEn duikeldeBots op den grond !...

We liepen er heen en... — 't is wààr, wat ik zeg, —Hij wilde geen hulp en joeg iedereen weg...

138

Page 141: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

hij nMaar krochend kroop i rap te been,r P J p ,hij aEn J bezag

Ons met een lach,^ ,^

l en . ...1 dat wel al e: doeDie zeggen wou ,> o

Zoo trekt onze kleuter, van nu af, z'n plan;M'n moeder staat stom over wat hij al kan,En vader heeft pret, en is fier op z'n Jan;

Hij zegt daarvan„ Die heeft durf en wil, en kent géén schromen.

Die zal er wél komen;Dat wordt 'N MAN ! "

4. biesje en haar Pop.,

(Het kleine meisje kijft tegen haar omeisje J 9' pop,

die, op het toonee in haar stoeltje zit.)p ^ J

— „ Wat zegt ge ? wat ! schoon kleed aan doen ?En in de week ! ?... Hoe durft ge 't vragen !...

Vandaag uw kleedje van katoen !...'t Is niets gekort !... ge moet niét zagen !...

n kindje, néén vandaag niete ki e nee ! van a nog et .„ Neen, ^, g ogGe zoudt eansc e straat doen gapen;g gp, a — .^Als t Zondag is, en eerder niet .

, g in 't a — en tweemaal laNog eerst, e ee slapen...

„ Hoé zegt ge ?... voor 'n wandeling ?Voorzichtig zijn, en zuiver houwen ?

Ge wordt gij een hoovaardig dingNeen ! dat kan moeder niet betrouwen !...

„ Wat ! praat ge nog ?... Is 't nog niet uit ?...Maar hoort nu toch, —wat fijne streken...

'k Heb néén gezegd ! — en 't is nu uitEn zwijg, als groote menschen spreken !... » —

139

Page 142: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

5. Onze Frans.

Ei I wat kent hij toch nog weinigVan de dieren, onze Frans

Tegen 't haantje zegt hij kieken;Tegen de eerde zegt hij gans...

Ratten heet hij dikke muizen,En een kikvorsch, groene pad;

En bij 't zien van eereen tijgerRoept hij : „ 0 ! wat groote kat ! "...

In Oostende en BlankenbergeZag hij ezels aan het strand

— „Kijkt nu ", kreet hij, „hoeveel hazenGinder spelen in het zand ! "...

Nimmer heb ik méér gelachen,Dan hij d'aanvang dezer week,

Toen hij, in den Dierentuin, denLoggen olifant bekeek !

— „Ziet, die dikke heeft twee staarten,Sprak hij, „achter- en vóórop ! "...

En hij vroeg : „Aan welke zijde,Vader-lief, staat nu de kop ? "...

En toen vader had gewezen,Waar 't verstandig oogsken stond,

Riep hij, wijzend op de tanden— „Die heeft horens in zijn mond ! "...

Aan het hok der buideldierenStond hij lang verbaasd, en sprak

— „Vader, als men dié wil pakken,Kruipen ze dan in dien zak ? ? "...

In de verte zag hij zebra's;Hij liep weg en liet ons staan;

— „Komt ", riep hij, „hier loopen ezelsMet een strepen truiken aan ! ! ".,,

't Langste bleef hij starlings starenOp de slangen... Hemel toch !

Wat hij daar ging van vertellen !...Elken dag lacht vader nog !...

140

Page 143: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

— „Slangen, moeder, dat is wonder ",Sprak hij, „niet om te verstaan

Dat zijn staarten..., en die kwisp'len,Zonder hond of kat er aan ! ! "...

Maar 't is uit met die plezierenOnze Frans komt naar de school;

Anders brengt hij gansch zijn dieren-rijk nog eindlijk op den dool i...

6. De vuurberg.

Gist'ren is er wat gelachenRond de tafel van 't gezin,

Met de spreuken en gedachtenVan mijn zusje, Norbertin !

Vader sprak ons van vulkanen,En van menig menschenras,

En zij wilde seffens weten,Wat toch wel een vuurberg was.

— „Dat zijn bergen ", zegde vader,„ Opgerezen uit den grond;

„ Aan hun toppunt is een krater,„Als ge wilt, — een groote mond...

„ Soms, na onderaardsch gerommel,,> En een zonderling geluid,

„ Braakt de vuurberg rook en steenen,„ Assche, vuur en vlammen uit !...

„ Is 't begrepen : „vroeg ons vader,„Kleine, hebt ge 't nu gevat ? "

— „Zeker, zéker ! " riep mijn zusje„ 't Is een berg,... die buikpijn had !... " —

141

Page 144: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

7. De Klokken van Rome.

'k Kan maar slecht m'n vreugd betonmen !In mijn hart is't volop feest

Morgen gaan de klokken komen,Die naar Rome zijn gewest I

'k Was wel gaarne opgeblevenEn niét naar m'n bed gegaan

'k Wou de klokken aan zien zweven,En een eindje tegengaan...

'k Heb van moeder dan vernomen,Dat zoo iets nog nooit mocht zijn,

Dat géén klokken binnenkomenAls de kind'ren wakker zijn...

Dat zij donk're mantels dragen,Lijk 'n bruine Capucien,

En, als ik het toch moest wagen,'k Zou ze toch niet kunnen zien...

'k Zou ze ook niet kunnen hooren,Want ze reizen stil en zacht,

Ieder naar heur eigen toren,Door den duist'ren, zwarten nacht...

'k Zal dan maar gedwee gaan slapen...kZa do ew5 9 P^ IAls ik nu maar slapen kan !...

Zal nniét door 'n spleetje a en,gapen is eerlijk toch m n plan...l p

'k Zal er zeker wel van droomen,Want 't spookt altoos is mijn geest

Morgen gaan de klokken komen,Die naar Rome zijn geweest !...

Als ik mij maar kan bedwingenTot het éérste klokgeluid;

Want dan zal ik nogal springenMet een wip m'n bedjen uit !

'k Grijp m'n korfken als 'n wapen;'k Vlieg den trap af met 'n plof

En dan gaan wij eiërs rapenIn de struiken van den hof ! !

142

Page 145: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

8. Hoe kleine Karel zicii uit den slag trok...

'n kiklijk n rKarel bloosde es ^ kriek,aar...i' zocht uit school te blijven...l l„ , zóó ..

,— Vader sprak hij, ben zoo ziek...„ , p ^, „,Kan m ^^pijnen niétbeschrijven ..„ pl..

'k niet wat t ... ik weet niet wààr...„ Weet e ,.. e'k hiér, .. „Heb het ier, en heb het aar ... —

In zijn oogen blonk een traan,Schoon hij lachte hier van binnen...

— „ Is mijn vader heengegaan ”,Dacht hij, „ dan zal 't spel beginnen !...

„ 't Is veel beter op het gras,„ Dan in die verdufte klas !... "

Maarrr de kermis duurt niet lang,Dat heeft Karel waargenomen

Vader, voor de ziekte bang,Had „ M'nheer Doktoor " doen komen...

„Hemel ! "dacht de kleine guit,„ Nu komt vast mijn leugen uit !... ' '

Dit hadKarel niet voorzien,ni' bloosde nu nog harder...l 9- Karel, alaat uw tong eens zien „

Sprak de dokter, — „ ...no wat verder...p ^ 9—„ Kan niet ! zei de eineast,9

Want... zij is van achter va.. ).—„ zij st.

143

Page 146: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

9. Mijn aardig zusje.

Ik heb een drollig zusterken,Met name, Celestin';

Die doet zóó grappige guitenstreken;Ze kan zóó komieke spreuken spreken,

En dààrom heet ze bij ons „Chaplin' ".

Met lust en met welbehagen,Heel fier en zelfvoldaan,

Is ze over enk'le dagenVoor 't eerst naar school gegaan.

En nu zwijgt ze den ganschen avond nietVan wat ze daar allemaal hoort en ziet;

Maar we lachen de kramp in onze kaken,Want dààr kan ze zoo nogal wat van maken !...

Zoo vertelt ze, „dat men de klassen ingaatLangs Bene rechte, smalle straat... "

Zóó heeft ze den langen gang gedoopt,Die nevens Al de klassen loopt...

— „Aan den muur van de klas, in lange rijen,„ Hangen allemaal schilderijen... "

Daarmee bedoelt ze, dat 's gewis,De platen van land en geschiedenis...

Hoort, hoe ze zich gist'ren heeft uitgelatenOver het stel der inhoudsmaten

— „ Op een schap staan allemaal pottekens,>, Flink in rang, lijk wijze zottekens,

„ Van buiten zwart, en van binnen rood,„ Vanaf 'n heel kleintje, tot 'n heel groot...>, Het kleinste is zoo klein als 'n vingerlid;„ En 't grootste is zoo groot als onze marmit..,

„ Ze zijn kort en dik en stijf als boerkens;„'t Is net Klein Duimpje met al zijn broerkens!..."

Begint de klas, dan luidt er... „ 'n klok... "Z'heeft al gemeten met... „Benen stok... "Ze toont ons hoe schoon ze op heur banksken zit.— „ Pa ", zegt ze, „schrijft altijd met zwart op wit;„ Maar ons Juffrouw schrijft immer met wit op zwert,„ En dat gaat met een stokske op een houten berd... -

144

Page 147: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

, •• , ..e— de kinderen hebben n ei... i 'n wafel...►► l. vóór 1„ Ze zitten naasteen, voor nkleine... tafel,,Behalve die moeten rechtstaan voor straf,) —„

En daar rolt alles plezierig af...„ P 9 a— zóó „ En onder die tafel ,r ,zoo spreekt ze daarvan, —

'n schuif, die niet schuiven àn„ Is er n sc , e e sc u ve kan...Maar van vóór is die open, en hangt ze te gapen,„ P } a9 9P. „En daar leggen wij a ons gerief in te slapen...„ l ggg

— >, En waar is de Juffrouw?"—vroeg vader, droog.— „ De Juffrouw, die zit achter heuren toog...„Ten minste wanneer ze bij ons niet staat. " —

En toen begon ze te vertellen— „Vandaag hebben we leeren tellen„ Met gele en ronde frikadellen„ Aan eenen zwarten ijzerdraad... "

We hebben gelachen al om ter meest,Want dat is zeker „het telraam "geweest...

In de klas van de grooten, daar had ons >, Chaplien "Een „opgeblazen landkaart " gezien,

Gelijk eenen voetbal, zoo rond en zoo vol...Dat was waarschijnlijk... de wereldbol...

Wat zal die Juffrouw nog mogen knippenIn al die verkeerde en die valsche begrippen !

En toch is m'n zusje onze lieveling,Want, zijn hare kennissen nog zoo gering,'t Is in ieder geval toch een aardig ding !...

145

Page 148: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

10. De Maan in tien Dad.

Mijn broerken zag,In vollen dag,

Tusschen 't wolkengewemel,Voor de éérste maal

De volle maanDaar lachend staanAan den hemel...

Dat sloeg hem stom...Hij keerde zich om,

En liep,En riep

„ Vader,Nader,

Er is wat gebeurd,Dat moet ik U verhalen

Nu heeft men van morgenti Janneke-maanLaten staan,

En... vergeten binnen te halen ! !..."

146

Page 149: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

11. ^t Zal toch nimmer kunnen zijn 1...

Klein, zoowel als groote menschen,Iedereen, zoolang hij leeft,

Heeft zoo dit of dat te wenschenIn de plaats van wat hij heeft

Bleeke Klaar wil ronde wangen...Jan... heet liever Boudewijn...

Weet ge wat IK zou verlangen ?...'k Zou 'n jongsken willen zijn !:..

,Zoo 'n kleine jongen wezenl g wezen,

Dat m'n I

'kat is sedert lang m ^ room .g

Zal er moeilijk van genezen,l g ,'k dat zonder oomEn beken zo er schroom. .

: IZegt nu niet . „ Wat dwaze streken .eace

..! ^„

„ Hoe i^ . hoe dom .Laat me toe van uit te spreken,

„Dan verklaar ik u waarom :„

Een klein meisje moet steeds hand'lenVolgens moeders streng bevel:

Lóópen niét, maar deftig wand'len,Lijk 'n fijne manvezel...

Bij de jongens daarentegenKomt dat alles niet van pas

Ze zijn los, en nooit verlegenDat ik maar een jongsken was !

Altijd met die poppen spelen,l p PPOf 'nen zoo nen ruigen beer, ►

Li t al lang me te vervelen, ►,En 't is ook

Igeen mode meer ....g

'k sprookjes ngeen lust in lezen,Vind gee us sproo ^es ,Ook ineenbazar-ballon;g

't is flauw Mamaatje wezenEn s uw n^ w en lVan een in en... in karton !...kindjen..

laten zich niét temmen,Zien zoo nauw niet op fatsoen;

'k Wensch te tuim'len, klimmen, zwemmen,Wild, gelijk de jongens doen !

'k Zou wel loopen met de duiven,Zonder hoed en zonder jas !...

Ja, het zou er nogal stuiven,Als ik maar een jongen was !

147

Page 150: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Lóóp maar eens met al die rokken,Die u hind'ren als 'n vloek I

Jongens loopen op hun zokken IEn ze dragen ook 'n broek

En de broek is toch het teeleenDat men baas is, overal,

Dat men recht heeft van te spreken !Zóó is toch doorgaans 't geval

't Zijn wel al geen Alexanders,Want, — maar houdt dat onder ons,

Thuis bij ons is 't soms wel andersPa is tam gelijk 'n spons...

Maar, als IK 'n broek moest dragen,'k Was wél meester I 'k hield me kras 1

'k Zou mij als 'n man gedragen,Als ik maar 'n jongen was !...

Dan liet ik 'n knevel groeiën,En een vollen blonden baard;

Vrij van alle meisjesboeiën,Reed ik spoedig los te paard

'k Ging „ direkt " bij de gendarmen;'k Droeg 'n sabel aan m'n zij;

Doch, met rokken... wél, och arme!Komt men daar maar moeilijk bij !...

'k Loop hier rond... lijk 'n vergissing,Die ik zoo maar dulden moet;

Inderdaad, is dat geen missingMeisje zijn... met jongensbloed ?...

Doch wat helpt mij al dat kniezen ?'k Heb al lang genoeg gezaagd...

Had ik maar eens mogen kiezen IDoch men heeft mij niets gevraagd !...

'k Zal m'n spijt dan maar versmoren;Meisje of jongen, 't is 'n feit...

Als men juffrouw is geboren,Blijft men dat in eeuwigheid...

Doch, al ben ik zóó misprezen,'k Zal toch doen al wat ik kan,

Om weldra 'n vrouw te wezen,Zoo verdienst'lijk al 'n man !

148

Page 151: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

12. IKlinderwoord.

— „Kunt ge mij een dierken noemen ",Vroeg de meester in de klas,

„ Dat, met bitter-weinig voedsel,Immer toch tevreden was ? " —

En de jonge geesten zochten,Zochten vlijtig en, tot slot,

Sprak 'n kleine, slimme kleuter— „Zulk een dierken is... de mot ! " —

Doch de meester schuddebolde— „ Uw gedacht is zéker mis;

>, 'k Vind ik, dat de mot vraatzuchtig„ En bijzonder gulzig is. " —

Doch de fijnaard had de redenVan zijn antwoord al gereed

— „ 'k Vind haar niet bijzonder gulzig,„Daar zij niets dan gaatjes eet... " —

149

Page 152: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

13. Een Acivokaat.

Onze kleuter kan wél stappen;Doch die aardige kapoen

Kan bijlange nog niét klappen,En toch wil hij 't altijd doen...

Hoort hij 't een of 't ander zeggen,Seffens is z'n tong erbij;

HIJ wil alles uit gaan leggen,En... hij kent 'n woord of drij...

Ziet hij vader door de ruiten,0 ! dan jubelt hij weldra,

Dat ge't hooren kunt tot buitenPa-pa-pa-pa-pa- papa !...

Altijd maar steekt hij ons moederZijne mollige armpjes toe,

En dan roept hij maar gedurigMoe-moe-moe-moe-moe- moerroe !...

Juichend schreeuwt hij naar ons katjePoe-poe-poe-poe-poe-poe- poes!

Als men klopt... dan zegt ons ratjeDoe-doe-doe-doe-doe-doe- does...

Kreten aati' wel ontsnappenl PpEn wat zonderlinge raat;9P

: Hij kan klappen zegt moeder .,, i a9 l pPenka t

^Lijk de beste a vo a ....„l

150

Page 153: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

14. Slimme Piet.

knaap't Was een aa van vier-vijf aren .p llKlein van was, maar slim van kop,

Blauw van oog en bruin van haren,gWangen als 'n roze nop .

Vader, moeder, bloedverwanten,Ieder minde tnaa 'e zeer,pl

En metieuw'aar, rijkbeladenl lkwam hij weer .Metgeschenken, w m l

Prentenboeken, schilderdoozenHad hij, — ook een blinkend zwaard,

En een schip met zijn matrozen,En een prachtig houten paard!

— „Kom ", zei moeder, „ 'k help wat dragen;„ 't Is nog vèr, en voor uw kracht

„ Veel te zwaar; ge zult bezwijken., Onder zulke groote vracht ! " —

— ► r, . en INeen ! sprak Piet, , wil at niet vragen .„ , gp! kreet hij onversaagd •„ een. zoo ee l g.

„IK zal gansch den boel wel dragen,9► ^^—

s GIJ, moeder, maar draagt....>, ,

151

Page 154: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

15. Ili ben een .Middenstander.

't Was gist'ren mijn verjaardag, enNu ben ik toch zóó blij

Ik kreeg een aardig winkeltje,Een winkeltje voor mij 1...

Vol schuifjes en vol schabbetjes,'n Weegschaal en 'nen toog,

En Alles is zoo net gekleurdGelijk een regenboog L.

En als ge 't deurken open doetDan hoort ge een bel'ken gaan...

'k Geloof niét, dat er ergens nogIets schooners kan bestaan !...

En Má deed al de bakjes vol;En dezen achternoen

Heeft zij gezegd : » Ge zijt voorzien,Nu kunt ge „affaire "doen..."

Ik heb al reed'lijk-goed verkocht'k Geriefde al zevenmaal;

Doch wanneer krijg ik uw bezoek ?'k Verwacht u allemaal !

'k Ben vriend'lijk met de menschen; al-les kraakt van zuiverheid;

'k Verkoop niet dan artikels vanDe beste kwaliteit !

Komt allen eens wat halen, zooVerdien ik ook m'n brood;

Die groote magazijnen enBazars... dat is ons dood !...

Komt allen in vertrouwen; 't gaatEr eerlijk, rein en vlug,

En wie eens in mijn winkel kooptKomt zekerlijk terug.

Ik geef géén >> bons ' of „zegels ", maarOm Allen te voldoen

Geef ik aan eiken vasten klant,Bij ied'ren koop,... 'n zoen.

152

Page 155: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

IV.

LUIM OP DE LEERVAKKEN.

Page 156: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 157: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

I. -- GEWIJDE GESCHIEDENIS.

1. De Ark van Noë.

'tt Is in de school nogaldikwijls ezant !...g plezan

hebben maar kinderverstand

't Is soms verbluffend, en niét te bepalen,

Waar zij hun spreuken en antwoorden halen !

Soms zijn ze slim en verstandig of lief;

Maar dikwijls dwaas, of... onnoozel-naïef...

Zoo is 't gebeurd, dat de meester verteldezuster

Hoé Noë 't zondige menschdom. voorspelde,

Dat weldra 't uur van de straffe zou slaan,

En al wat leefde door 't water vergaan.

Hij had het bouwen van de arke beschreven;ZijHoe elke diersoort daarin werd gedreven,

En daarenboven omstandig verklaard,

Wié van de menschen zou worden gespaard;

Hoe toen de valdeur der ark werd gesloten;

't Water des Zondvloeds kwam nedergegoten...

Om nu te zien of de les wases aa ,g g

Werd eelkeeer in e) op beurt ondervraagd.g Pi'lZoo deed h!! heel de geschied' nis ontleden...

zij

i'nh eert Ging nogal goed, en was tevreden.g 9 g asoLur

hi'l.. nu allemanAls

Eindelijkvroeg „ ezij

n ark gegaan wat dan ? ...de a e was, w deed oe an .,> g g ,

Toen viel het plots van onnoozele lippen

— „ Meester, dan is hij de kaartjes gaan knippen !..." -- „Zuster,

155

Page 158: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

II. -- TAALKUNDE.

2. De Trappen van Vergelijking.

NEEL RAKKERS was een losbol en 'n echte robbedoes,Zoo wild als 'n jong veulen, lijk bezeten van den droes;Hij tuimelde in het water, of hij viel in Benen kuil,En zelden kwam hij binnen zonder bluts of zonder buil...

Eens zei hij aan z'n moeder, — 't was 'n ongeleerde vrouw, —Dat de meester, des namiddags, van >> de trappen " leeren zou,„ De trappen van beteekenis of vergelijking, " datBedoelde hij; maar moeder had het anders opgevat

„ Neel, jongen ! "riep ze, — want ze was voor hem weeral verweerd, —>, Wees toch voorzichtig als de meester u „die trappen " leert;,> Ge zijt zoon wilde dwaaskop, die maar altijd jokt en malt,„ Zie dat ge weer de been niet breekt en... van „die trappen "valt ! l,,,"

156

Page 159: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

3. Dwaze Navolging.

De meester wou spreekwoorden leerenEn spreuken uit de eigene taal;

Dat deden de kinderen geerenZe luisterden ook allemaal.

En telkens de meester verklaardeDe wijsheid, die 't spreekwoord had in;

Zóó voelden de kind'ren de waardeVan dezes beteek'nis en zin.

De klas was vol lust en vol leven !Nu werden de jongens gespoord,

Om spreekwoorden zélf op te geven,Gelezen, gekend of gehoord.

Vlug volgden de spreuken elkander;Het werd als 'n spreekwoordenstroom;

En dit was het spreekwoord van Sander„ De peer valt niet ver van den boom. "

„ 't Is goed ", kwam de meester verkonden...Toen gaf dwaze Fons, heel bedaard,

Het spreekwoord, dat hij had gevonden„ De vijg valt niet ver van het paard..."

157

Page 160: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

4. Gevecht met áe v4Terkwoorden.

Vandaag had de taalles een aardig verloopOp 't einde stond heel onze klas overhoop;

De meester moest lachen om niet te bedaren;Toch scheen hij wanhopig en trok aan z'n haren...

Rumoer was erg veel, en er dreigde getier;De leerlingen schaterden 't uit van plezier !

Maar 'k zal dat in proza u uit moeten leggen,Want zóó iets kan niemand in verzen ooit zeggen

't Ging over de ongelijkvloeiënde of sterke werkwoorden.We moesten de hoofdvormen opgeven van werkwoorden, door den meester

op 't bord geschreven.In 't begin ging dat goed; alzoo hoorde men

DRINKENVINDENBIJTEN

ik drink,ik vind,ik bijt,

— ik dronk,— ik vond,— ik beet,

— ik heb gedronken.— ik heb gevonden.— ik heb gebeten.

Doch nu werd het al lmoei i' er. Er stond : ZIJN WERK OVER-SCHRIJVEN.

De éérste sloeg er naast, want hij sprak :Ik .. g ^ lp

overscoverschrijf mijn werk, ik overschreef mijn werk, ik heb over mijn mijn ► mijn > nlwerk geschreven...

•kDe meester bracht ons terug op den goeden weg en zei : schrijf mijng P g g l l mijn over, — en dan volgde gemakkelijk: ik schreef mi^n werk

iover, — heb mijne m ^ werk overgeschreven.

Toen kwam : ZIJNE HAREN RIJZEN TE BERGE; en 't antwoordluidde : Zijne haren rijzen te berge, — zijne haren rezen te berge, — ZIJNEHAREN ZIJN VAN DE BERGEN GEREZEN...

Dat werd verbeterd; doch er werd al gegicheld met „die haren, die vande bergen rezen..."

Eindelijk stond er : HET ONDERSPIT DE LVEN.De éérste leerling sprak:Ik delf het onderspit, — ik dolf het onderspit, — ik heb ONDER HET

SPIT GEDOLVEN...„ Mis ! "zei de meester, „gij daar, verbeter ! " — En 't klonkIk delf het onderspit, — ik dolf het onderspit — Ik heb HET SPIT

ONDERGEDOLVEN...„ Mis ! — de volgende ! "Ik delf het onderspit, — ik dolf het onderspit, — ik heb ONDER DEN

DOLF GESPIT...

158

Page 161: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

„Dat is nog slechter ! ” — De volgende sprak met bewuste zekerheidIk delf het onderspit, — ik dolf het onderspit, — ik het ONDER DEN

DOLF GESPOTEN... — Er kwam gejoel en gegil...De volgende besloot met : ik heb DEN DOLF ONDERGESPOTEN...We lachten als gekken, terwijl de meester, van ergenis schuddebolde... —

De laatste riep eindelijk met galmende overtuigingIk delf het onderspit, — ik dolf het onderspit, — IK HEB DEN DOLF

ONDERGESPIT...

En zóó haddie taalles een aardig verloop,g p,IEn stond op het eind heel de klas overhoop .p p

• ^iDe meester riep proestend : „ Waar zijn uw gedachten ten .....pp l g„ „We zullen het spit en den Dolf laten wachten.Zoekt allen, voor morgen, eens hoé het moet zijnDan trekken we 't onderspit delven int rein;

We zullen daar morgen opnieuw over„ praten;9 p p'k " I I ...Maar hoop,... dat „ dan gerust wordt gelaten ..p ^ 9 ^

159

Page 162: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

III. — OPSTEL.

5. „ Eerlijk duurt het langste.

Zoo dikwijls was 't ons al gezegd„Wanneer gij iets wilt leeren,

„ Betrouwt alleen op eigen kracht;„ Doet zélf uw werk, en zoekt, en tracht

Te vinden, door studeeren ! "

Voor luië Gust was dat 'n plaagHij kon zich niet behelpen...

Het huiswerk vond hij steeds te zwaar;Hij kwam daarmeê maar zelden klaar,

Of... vader moest hem helpen...

Het schooljaar was voorbij gesneldWe stonden voor 't examen...

En luië Gust kwam nergens dóór;Maar 't was 'n overwinning voor

De werkers, de bekwamen.

Nu kwam het Opstel-onderzoek...Daarvan was Gust nog 't bangste...

— „Vertelt wat ", zei de meester leuk,„ Bewijst de waarheid van de spreuk,

„ Dat „eerlijk duurt het langste. "

Gust zat te denken,... machteloos,Bedrukt en toch geprikkeld...

Maar eensklaps raakte hij op dreef,En hoort nu wat hij nederschreef,

Hoé 't spreekwoord werd ontwikkeld

— „Dat eerlijk 't langste duurt is waar,>, En 't is om meê te grijzen

„Mijn huiswerk is „ direkt " gedaan,„Als vader mij heeft bijgestaan

,> En alles willen wijzen...

„Doch als ik het alléén wil doen,„ Dan moet ik dat bezuren

„ Als ik het eerlijk zelve maak,„ Dan is dat steeds 'n zware taak

„Dan duurt dat wel twee uren !... f

160

Page 163: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

IV. -- REKENEN.

6. H00fd. . .relcenen.

't Is toch spijtig voor die AnnaZe is zoo vriendlijk en zóó goed;

Doch ze kan maar moeilijk leeren,En ze werkt nochtans met moed.

'k Wil niet zeggen, dat ze dom is;Want zij antwoordt, door den band,

Geestig, en soms met gevatheid,Schalks, of met gezond verstand.

Godsdienst, taal en and're vakkenKan ze nogal goed verstaan;

Maar dat ongelukkig reek'nen !'t Reek'nen, 't reek'nen wil niet gaan ...

Overtijd had onze JuffrouwIn de klas 'n prijs beloofd,

Voor het kind, dat uit zou muntenIn het reek'nen uit' het hoofd.

— „Neemt eens vier maal een en twintig;„ Deelt daarna 't produkt door drij,

„ En, na zeven af te tellen.„ Doet gij daar weer negen bij.

„ 'k Ben nieuwsgierig ', zei de Juffrouw,„ Of geheel m'n klas dat kan...

Gij daar, Anna, laat eens hooren,,,^ , ,

mij wat ? „

„ Zeg mi eens, „ wat krijgt ge dan ....g l l9 g

— Neem ik vier maal een en twintigZei ze,... — maar ze zat al strop...p

• Dan Juffrouw, dan krijg..., dan krijg ik...Krijg i ... pijn in mijnen o^ ► l9 ...P l mijnen p

Z'heeft den prijs wel niet gekregenVoor dat antwoord, slim en mal;

Maar we zijn ontploft van 't lachen,En ons Juffrouw 't hardst van al !

161

Page 164: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

7. Een moeilijk Vraagstuk.

Toontje kwam naar huis geloopen.„ Moeder ! " riep hij, „doe eens open— „ 'k Was in 't reek'nen altijd slap,,> Maar nu komt er beterschap !„ 'k Heb daar straks de beste koppen„ In , het reek'nen kunnen kloppen ! —

,.Onze meester gaf vandaag„ Eene zware rekenvraag.

„ Luister maar eens : „ Hoe zult gij te werk gaan om DRIEappelen gelijkelijk te verdeelen onder VIER kinderen? "

„Wie van al m'n dertig snaken ",Sprak hij, ,> zal daar uitgeraken ?..."

„ Hij vroeg heel 't gezelschap rond...„ Er was niémand die het vond;>, Steeds was 't antwoord slecht of pover,„ 't Was „ te kort of „ er schoot over...",. Toen was 't eindelijk aan mij;„ 'k Ben dan rechtgestaan, en zei„ Meester, ik kan er geraken,. 'k Zou er appelspijs van maken,„ En ik gaf, van 't appelnat,„ Ieder kind dezelfde klad i...

„Allen lachten, opgewonden,„ Omdat ik het had gevonden !...„ Want de meester heeft gezegd:„ Da's verduiveld nog niet slecht !..."

162

Page 165: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

V. — AARDRIJKSKUNDE.

8. Wat ligt er onder ons ?

Laat ons het zeggen gelijk het ook is

Kind'ren zijn dikwijls toch vreemde rabauwen,

Strekken tot last en tot ergenis

Aan hunne meesters of hunne juffrouwen...

'k Wil nog niet spreken van vlijt en gedrag;

Werken, die zijn als met fouten doorweven;

Van snakerijen, gepraat of gelach,

Maar van gekke antwoorden, die ze soms geven...

Laatst had de meester de ligging geleerdjuffrouwVan werelddeelen, van zeeën en landen;

De aardglobe werd ons gedraaid en gekeerd:

Hij zegde en wees 't ons... met handen en tanden...Z En toen daarna de ondervraging begon,

Reisde onze geest over zeeën en landen;

Ieder sprak uit wat hij wist, wat h9 kon.zij zijOver de ligging van streken en stranden.

Toen stelde meester, te midden 't gegons,juffrouw,

Een nieuwe vraag, die ons maakte verlegen

— ,> Wat zou er liggen hier vlak onder ons,

„ Aan de and're zijde der weréld ?..." We zwegen...

— „Komt ", zei de meester, ik help u er uitjuffrouw,„ Moest ik een gat dwars door de aard kunnen boren,

„ Kroop ik daar dóór dan... waar kwam ik dan uit ?...

„Zeg gij dat eens, Benediktus Verschoren !..."MargarietjeDikzus dacht zéker, dat hij 't had gevatGrietje zij,

— „Als gij ", zoo sprak hl > >, daar dóór wildet kruipen,zip„ Meester, dan kwaamt gij uit... uit... uit het gat !...„ Juffrouw,

Meester stond paf L. en de klas lachte stuipen...Juffrouw

163

Page 166: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

9. Colombtis.

Wij hebben op school 'n kameraad,Gelijk er weinig loopen

Als is hij nog geen dertien jaar,Hij weegt al vijftig kilos zwaar;En wie ooit met hem vechten wouIs te beklagen, want hij zou

Het zeker duur bekoopen...

Gespierd en struisch;'n Kop lijk 'n Pruis,

Met bollige, blozende wangen;Daarboven 'n Bosch van borstelhaar,En armen gelijk een worstelaar,

Met handen, zoo sterk als tangen...En is zijn hals wel wat te kort,Hij heeft 'n borst gelijk 'n fort,

En beenen lijk pilaren...Zoo is die ventEen monument,

Waar ieder verbaasd blijft op staren...Doch, is z'n lijf zoo rijk bevleesd,Wat is hij eng en arm van geestHij spant zich in; hij doet z'n plicht;

Doch ied're les komt openbaren,Dat hij wel groot is als lantaren,

Maar met een klein, 'n heel klein licht...

En toch is 't een goedzak, zonder blaamHij weet zich in alles te schikken;

We kennen nauw'lijks zijnen naam,Want iedereen noemt hem : „DEN DIKKE..."

Doch sedert nog maar korten tijdGeraakte hij dien naam weer kwijt,En ik vertel, als ge 't niet weet,Waarom hij thans „ COLOMBUS " heet...

We stonden eens allen, aandachtig, bedaard,Rondom den wereldbol geschaard.

De meester deed eerst ons van alles wijzen,Aleer hij begon met de wereldreizen.

Toen werd tot ons reusken de vraag gericht„Toon gij mij eens aan waar Amerika ligt !..."

164

Page 167: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Hij draaide wel driemaal den wereldbol rond;Hij draaide en hij keek,... en hij zocht en... hij vond,

Want,Nogal pedant,Als met verstand,Legde onze kwantZ'n zware hand

Op heel de Nieuwe Wereld I...

„ Bravo ! "riep de meester, opgewekt;,> Maar zeg me nu ook eens : Wie heeft dat ontdekt? "

En onze kornuitStak fier z'n ronde borst vooruit

En, triomfant'lijk luid,Antwoordde, zelfbewust, ,> de Dikke "

„ IKKE !..."

En nu hebt ge 't voorzeker beet,Waarom hij thans „ COLOMBUS "heet..,

En, 'k weet het wel, dat is niet schoonEen bijnaam is somtijds een hoon;Doch onze goedzak, dik en vet,Is, met „ COLOMBUS ", opgezet;

Hij denkt gewis, op goede gronden

„ HEB IK HET POEDER NIET-, 'K HEB TOCH AMERIKA GEVONDEN !..."

165

Page 168: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

VI. -- VADERLANDSCHE GESCHIEDENIS.

10. De eerste Daad van Leopold I.

EMMA DITTEN uit onze klasIs een gansje als er nergens een wasWat ook de Juffrouw ons uitlegt of leert,Moet Emma spreken, — 't is zéker verkeerd i...

Onlangs wou Juffrouw, in enkele malen,Heel de Geschiednis van Belgie herhalen.

ZIJ ondervroeg, en 't herhalen ging rapWIJ zaten wakker en antwoordden knap.

't Ging over Nerviërs en de Romeinen;Clovis, die doopen zich liet met de zijnen;

Karel den Groote, — 't Leenroerig Gezag,Kruistochten en Guldensporenslag;

Breydel, de Coninck, — de twee Artevelden;Kunstenaars, dichters, geleerden en helden;

Dan Keizer Karel, het vorstelijk kind,'t Spaansch, 't Oostenrijksch en het Fransche Bewind;

Hoe 't Hollandsch Tijdvak maar pas was begonnen,Als onze vaad'ren hun vrijheid herwonnen;

Hoe het Congres, voor ons land, — nog zóó broos, —Vorst Leopold tot zijn koning verkoos...

- Flink! zei de Juffrouw, „e t weinig ver eten...9 g gMaar nu wou ze toch nog het volgende weten :9 9— „ Wat deedonzeonin onmi i nadat9 l

Hijplechtig den troon nu beklommen had ....lP 9En zóó klonkhet antwoord van Emma Ditten :— „ Juffrouw, dan isi aaro gaan zitten !..."l P9

166

Page 169: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

VII. — NATUURWETENSCHAPPEN.

11. Een Feniks.

Wij hebben onlangs, in onze klas,Een nieuwen leerling bijgekregen;

We dachten, dat het 'n feniks was,Maar 't is niet waar, hij valt maar tegen...

Hij speelde tennis... en viool...Hij sprak tot ons als een gebieder,

Want HIJ kwam van 'n Fransche school...En zag minachtend neer op ieder...

Doch 't bleek alras 'n ijdeltuitVerstand en kennis zijn maar mager;

De zotste dingen flapt hij uit...Ook zingt hij al een toontje lager...

In de Natuurkunst schijnt hij „straf ! ?...Z'n antwoord, of onzinnig tateren

Zet onzen meester dikwijls pafEn brengt de gansche klas aan 't schateren...

Van mineralen had hij nooit gehoord...Hij kende niets van planten noch van bloemen...

Toen werd hij door den meester aangespoordOm hem dan toch „een viervoeter " te noemen.

En hij stond recht..., en keek... naar Noord en Zuid...Het kostte veel gezoek, getast, geschrafel...

Toen kwam er eindelijk, met overtuigd geluid,Dees wonderbare „viervoet " uit

'N TAFEL ! ? ! ?...

Eens leerde onze meester, aanschouwlijk en goed,Hoe koude de lichamen inkrimpen doet,

En warmte, volgens natuurlijke wetten,De dingen vergroot en ze uit doet zetten.

Hij toonde en hij noemde ons bewijzen genoeg;Maar toen hij ons nog nieuwe voorbeelden vroeg,

Dan had onze feniks, op weinige stonden,Het volgende onwraakbare voorbeeld gevonden

— „Dat koude doet krimpen en hitte zet uit,„ Dat wijzen ons ook de vacantiën uit

„ Des Winters zijn die op acht dagen verstreken...„In Zomertijd zetten die uit tot zes weken !! ... '

167

Page 170: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

We lachten eens lekker; maar 't was niet gedaan;Het gekste van alles kwam nog achteraanDe meester bracht duidelijk aan ons verstand,Wat men „doorzichtig "noemt of „transparant ",En dat er zoo lichamen zijn, die 't gezichtNiet verhind'ren te zien wat er achter ligt.„ Wie kent zulk een lichaam ? " vroeg hij, tot besluit,En allen wij riepen te zamen : „ 'n ruit ! "— „ 't Is goed ! maar wie kent nog een voorbeeld te méér ? " —Toen riep onze feniks hooghartig : „ 'N LEER ! ! "...We proestten het uit; doch hij heeft zich hervatEn noemde, als „doorzichtig ",... EEN SLEUTELGAT ! ! ! ?...

Een storm brak er los, want we lachten ons ziek !De meester riep uit : „ dat staat boven kritiek ! "...

Nu heeft hij z'n hoogmoed wel leeren bedwingenHij weet nu, dat „windblazen "lichtelijk springen...

168

Page 171: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Juffrouw12. wat een tegenkomt 11,,,

M

G'hebt wellicht gelezen van

„Wat een Moeder lijden kan ",

Een der roerende verhalen,

Die Conscience ons wist te malen;

Maar als hij geweten had,

Wat op school, in dorp en stad.

Kindergeesten kunnen gissen,

Hoe ze falen, hoe ze missen,

Wat hun mond dan op kan disschep,

Of als 't hem was opgesomd,

Voorverteld en ingegeven,

Had hij zeker 't boek geschreven

„ Wat een Wfrouw ^tegenkomt !i..."ester

Zoo gaf de Juffrouw les, over 'n zeekien tijd;meester

Zij sprak ons van de kracht der elektriciteit,Hij P

Van bliksem, warmte, licht, elektrische motoren,

En proeven gaven ons zooveel te zien als t'hooren.

— „ Is er verschil ", vroeg hid; of Benig onderscheid

,. Tusschen het bliksemlicht en de elektriciteit ? " —

En 't antwoord dient bewaard in onze schoolannalen;

Want zóó sprak toen... 'n dwaze GrietPiet„ Den bliksem krijgen we voor niét,

„ En de elektriciteit, die moeten wij betalen !!..." —

De Juffrouw wou, 'n and'ren keer,Meester

Zich even vergewissen,

Of we nog kenden wat weleer

Hid leerde van de visschep.

169

Page 172: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

We noemden dierengroep en -klas.

Waar visschen toe behooren,

En dat ze in 't water, —stroom ofplas, —

Nog kunnen zien en hooren.

— „Wat nog al ? vroeg de Juffrouw,meester, fijn...

Toen riep opeens... 'n kieken

„ Als visschen lang uit 't water zijn,

„Dan kunnen zij ook... rieken !..."

Meesterheeft gebromd

„ Wat een Juffrouw tegenkomt !!..."Meester

En de Ill frouw

170

Page 173: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

V.

ZANGDICHTEN OF CANTATEN.

Page 174: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 175: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

1. Ons beven l

KINDERCANTATE R LT .

► HE.(Muziekvan em.

' ri' s i e in derGemeentescholen nl1932 uitgevoerd

r op de Plechtige u^ eg P g ) gvan Berchem;

in Plechtige i'sui^ ee in der Aangenomen Scholenin 1933, op de ec ^^ e r^ g J g cg oPvanntwer en.P

Algemeen koor. Als zwermende bijen, door geestdrift gespoord,Went'len de kindren uit de opene poort,Vrij als de vogels in 't lokkende veld,

Armen zwaaiënd,Vreugde kraaiënd;

Stoeiënd,Loeiënd,

Van zegewalmen,Weergalmen,

Onstuimig, in straten en leiën,Als knetterend vuurwerk, de batterijen

Van jong geweld !

Juicht mee ! juicht mee !Hoera ! hoezee !

Wij juichen mee : Hoera ! hoezee !Hoezee !

Jongens.

Meisjes.1Jongens en meisjes.1

Jongens. Meisjes, gij, zoo zoet en zacht,Meisjes. Jongens, zoo vol moed en kracht,Jongens. Zijden kousjes, waaiënde rokjes,Meisjes. Flodderbroekjes en korte zokjes,Jongens. 'k Zag u steeds, met zoo brave snoetjes,

Hip'len en trip'len op veeren voetjes,Waarom zingt ge ?Waarom springt ge,

Buiten uw voornaam fatsoen,Dwaas, als dwaze jongens doen ?

Meisjes. En waarom rent gij zoo uitgelaten,Stampt ge als vuur uit de steenen der straten ?...

173

Page 176: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Algemeen koor. Het schooljaar is afgeloopen !We waren van 't leeren zoo moêDe deur der vacantie gaat open;De deur van de schole gaat toe !

We blokten zóólang reeds, met klimmende vlijt,Gegroet thans, gegroet, o volzalige tijdGegroet, schoone dagen van leute en van lust,Van heerlijke vrijheid, van zorglooze rust !

Meisjes. Gegroet ! GegroetJongens. Gegroet ! Gegroet !Samen. Gegroet !

Meisjes. We trekken in rangen, in zwermen en trossenNaar buiten, zoo 'prachtig met bloemen getooid;We spelen en dart'len in velden en bosschen,Waar God vóór ons oog z'n mirak'len ontplooit...Doch hoe ook 't genot ons vermag te overstelpen.We zullen ook thuis... ons moeder helpen...

Jongens. En wij : „Wij reizen om te leeren,„Door heel het land,

„ En hebben, als wij keeren,„ Ook méér verstand !

Meisjes. „Hoe weeft men het kleergoed, waarmede wij pronken ?Jongens. „Fabrieken, wat kracht doet uw wielen zoo ronken ?

„ Hoe schept men het gaslicht ? hoe giet men het brons ?Samen. Heel 't land met z'n schatten staat open voor ons

„ Wij reizen om te leeren,„ Door heel het land,

„ En hebben, als wij keeren,„Ook méér verstand ! " (1) .

Meisjes. Weldra is 't weer uit met het spel en 't gezangDe schoonste liedjes en duren niet lang...

Jongens. 't Verlof is nu afgeloopen;Ook reizen en rusten maakt moé

Samen. De deur van de school gaat weer open;De deur der vacantie gaat toe !...

Jongens. Juicht mee ! juicht mee !Hoera ! hoezee !

Meisjes. Wij juichen meeHoezee ! hoezee !

Samen. Hoezee !

(1) Uit „REISLIED " van PETER BENOIT.

174

Page 177: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Meisjes. De zon heeft ons wangen vol rozen gekustVerfrischt staan we klaar om te werken met lust I

jongens. We wonnen aan inzicht; we wonnen aan kracht;9IDat eetons de rust en het reizengebracht .

Slotkoor. Als zwermende bijen, door geestdrift gespoord,Went'len we opnieuw binnen de opene poort;We zullen vrijwillig den schoolband omgordenWe zijn nog niet veel, maar we willen wat worden !

Dies, vaardig en wijs,We nemen bezit van ons schoolpaleisDaar krijgen we lessen voor 't leven;'t Gevoel wordt gevormd, de geest, verlicht,

't Gemoed gesticht;Dààr leeren wij eerlijk streven

Voor Eer en Plicht;Dààr leiden ons steunende handen,Zachte harten en wijze eerstanden,

In vreugd,Naar DeugdEn 't LichtHou zee !!

175

Page 178: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

2. .Muziek en Vaderland.

(Zangdicht voor 21 Juli.)

DE TOONKUNST

Ik drijf de wanhoop weg op 's werelds went'lend wiel;Uit begeest'ring ontstaan, en begeest'ring verwekkend,Bedwelmend herin'ring aan jammer bedekkend,

Ben ik 'n artsenij voor de gekneusde ziel...

MANNEN

Uw zang'rige taal heeft zoo vaak ons bekoord;Ons oor heeft zóó gretig uw tonen gedronken,

Dat wrevel verzwond, onze drift werd gesmoord,Of 't hart ons verkaatst werd tot laaiënde vonken !

In lachen herschiept ge ons weemoedig gesnik,En dwongt ons toornig oog opnieuw tot kalmen blik...

Maar wen ge in ons gemoedBegeestering kwaamt gieten,

De ziele gansch in gloedEn vlammend op deedt schieten,

En zóó, voor Land en Volk,In ons vervoering baarde',

Toen gaaft ge 't hoogste peilVan uw verheven waarde !

VROUWEN

Aan u ons groet ! aan u ons gunst !Een godengift is uwe kunst

Zij tolkt het diep gevoel, waarvan de boezems hijgen,Dat men niet zeggen kan, en ook niet wil verzwijgen.

0, zielevoedsel, weergaloos, gij, nimmer moe aanhoord,Laat levenslang ons laven aan uw hemelsch tooverwoord !...

Niet slechts tot speelschen dansKondt ge onze jonkheid dwingen;

Gij wist den roem en glansVan Vorst en Volk te zingen !

Zóó is uw hoogste taakDoe kille harten blaken !

Gij moet voor 't Vaderland,De laffen moedig maken !

176

Page 179: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

OUDERLINGEN

(Mannen en vrouwen.)

Afgetobd en neergebogen,Door verveling uitgezogen,Meer dan half reeds heengetogen,

Gaaft gij verstrooiing ons, voor 't afgefolterd brein...Wen uwe akkoorden dreunen, of zoetstreelend ruischenEn, in de vrije lucht, zoo samenstemmend kruisen,Dan gaat 't gestolde bloed, verjongd, ons weer aan 't bruisen

Gij biedt den ouderdom z'n laatsten zonneschijn !...Gij gundet menigmaal

Dit zalig zielsverrukken,Dat gééne woordentaal

Zoo machtig uit kan drukken;Maar wen ge ons hebt ontroerd

Met 't roemen van 't Verleden,Dan hebt ge ons méést vervoerd,

Dan hebben we u aanbeden !...

KINDEREN,

( Meisjes en knapen.)

Jochij!Komt bij,

Bloemen van de wereldwei ! —Hoort

TrompetterenSchetteren...Voort,

Jeugdige scharen,In groepen en paren,

Naar leeftijd en soortWij hooren fanfaren,

Komt, reppen we ons voort !De zon spreidt heur gulden tapijt op de baan,En steekt op elk speeltuig z'n starrekens aan...

De trommenGrommen

En brommen zoo luid;De tuigen

SpuigenHun parelen uit;

De luchtenZuchten

Van 't galmend geluid !

177

Page 180: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Wij kind'ren,Als vlinderen

Dansen vooruitIn trossen, in zwermen, in uitgespannen rangen,Gevleugeld van voet, en arm aan arm gehangen;

Wij dart'lenEn spart'len

Doorplassen en maren,En dwar'len als rook

Wij hooren fanfaren,Waar dié zijn, — wij ook

Hoezee ! gij doodt de smart,En maakt ons opgetogen,

Drijft bliksems uit ons hart,Jaagt bliksems uit onze oogen...

Genoeg voor dans en spelZwijgt, opgeruimde deunen

Steekt op ons éigen lied,Laat Belgie's Volkslied dreunen !

(Het Belgische Volkslied wordt gezongen of gespeeld.)

DE TOONKUNST

Ik drijf de wanhoop weg op 's levens went'lend wiel;Uit begeest'ring ontstaan, en begeest'ring verwekkend,Bedwelmend herin'ring aan jammer bedekkend,Ben ik 'n artsenij voor de gekneusde ziel...

Ik ben der volkien vreugd,En zalf wanneer zij lijden;

'k Bezinge moed en deugd,Want zingen is bevrijden !...

Ik daal d'Olympus af,Bij voorkeur om de boeiën

Te breken, en voor 't LandDe kilsten te doen gloeiën

ALLEN

Hoezee ! zwaai zóó den tooverstaf in uw almachtig' handen !Hoezee ! doe 't vaderlandsch gevoel bij jeugd en grijsheid branden !

Die zending baart u aller hulde, dank en eer,En het erkent'lijk volk buigt juub'lend voor u neer !

Hoezee, de Toonkunst ! Het Vaderland, hoezee !Hoezee

178

Page 181: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

3. IKlinderfeest.

" ' ' geschikt op de motieven vanvoor de r^ sui^ ee in esc ^^(Koor g, g p)I I door JOHAN STRAUSS).LE SANG VIENNOIS " ^

Als voog'len zingen wijEen jaar is weer voorbijEen jaar is heengesneld,En de oogst bekroont het veld

Vrij en blij, juichen wij,Als verrukt door zomerpoëzij !

Vrij en blij, juichen wij,En begroeten 't heerlijk oogstgetij !

I.Weg 'de smart !Hoog het hart !

Ook voor ons is het zwoegen voorbij't Eerlijk loon,Mild en schoon,

Als de vrucht van ons werk, wachten wij !

't Zonlicht na regenLachen we tegen

Wij leggen weerDe boeken neer !

Doch eerst wij loonenMet zegekronen

Wie blonk altijdIn deugd en vlijt !

II.Klinke thans uit onze zegezangen,

OnbevangenOns verlangen !

Met den blos op onze jonge wangenSmachten wij naar den vacantietijd !

Ja, nu vliegen al ons kinderfustenNaar de kustenVan het rusten...

Wie steeds moedig was in het verrichtenVan al zijn plichten,

Hem zijDe vacantie blij !

179

Page 182: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

III.Ziet, we komen,

Dankbaar van gemoed,Vol van jongen gloed,Met ons hulde-groet,

Voor de vromen,Die de frissche jeugd

Vaderlijk geleiden op het pad der deugd !U groeten wij,

Die met milde hand,In ons kinderrij

Weeld'rig zaait enplant;Want zonder dank aan ons BestierEn gaan we niet voldaan van hier !Want zonder dank aan ons Bestier

En gaan we niet van hier !

IV.Uw wil en wensch zij steeds volbracht;'t Gestrooide zaad ontkieme zacht;We blijven aan uw lessen trouw,In zuur en zoet, in vreugd en rouw

Vader-lief, moeder-zoet,Ziet uw dierbaar kroost, uw hoogste goed,

Lauwerkrans, eerlaurierLeggen wij met vreugd aan uw voet !

Blij van zin't Leven in !

Schenken wij kracht en geest, hart en hand,Vol vermaakAan de taak

't Heil van Volk en van Taal en van Land !

Zoo zij ons levenSteeds een edel streven,

Met welgevallenToegewijd aan allen !

Hoezee !Met verheugden geest,

Hoezee !Klinke 't onbevreesd

Op ons heerlijk kinderfeest !

Q. Heil uit Onbeil. zie tekst blz. 124.

1 8

Page 183: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

VI.

GELEGENHEIDSSTUKKEN.

Page 184: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 185: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

1. Dank voor Liefde.

" m'n Vriend, SchoolbestuurderJoz.P Ean wi em m ^ oe en rien c oo es^uur e .l goeden ^

Ik hoef, m'n goede vriend, geen vleiwoord uit te spreken,Waar, onverdeeld, een volk te recht uw deugd verkondt;

Waar blijvend wordt getreurd, om 't diepgevoeld ontbrekenDer liefde van uw hart, der wijsheid van uw mond...

Heldhaftig boodt Gij 't hoofd aan 't stormgeweld uws levens,Al boogt Ge ootmoedig-groot voor 't weebeproef van God.

Goed vader voor uw kroost, waart Gij zijn moeder tevens,Wijl 't kind des volks U dankt den zegen van zijn lot.

Een menschenleven lang kwam Berchem's jeugd zich lavenAan uwe rijke bron van lessen, goeden raad,

— De milde vruchten van uw vele gulle gaven, —Aan 't rake van uw woord, — den spiegel van uw daad !

Géén ramp kon kinderliefde of plichtsgevoel U rooven !Gij, arts voor lichaamsleed, leviet voor zielepijn,

Sloegt in het jong gemoed uw hopen en gelooven,De liefdevlam voor al wat goed is, waar en rein !...

't Gemis uws vaders, kind'ren, kan geen mensch vergoeden...Leeft naar zijn woord en houdt z'n beeld in uw gedacht;

Weest dankbaar, bidt voor Hem, want nooit zult gij bevroedenAl wat Hij voor u deed, — wat offers Hij u bracht !...

De Jezus-Kindervriend '' beloone 't stichtend leven't eigen kind;dievreemde als Hem, evavader was voor ee e a s 't e e9

t' vergeven, ar ig ei , o Heer !... Hem weze veel vergeve ,Want, — trouw aan uw gebod, — Hij heeft z66veel bemin ....

183

Page 186: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

2. Bij deInhuldiging van nieuwe Scboollokalen.

Hoezee ! hoezee 1 hoezee !De zomerzonne staat te gloren;

Ons dorp weergalmt van feestgedruisch;De wimpel wappert op den toren;

De vlagge vlamt aan ieder huis !Laat onze frissche zegezangen

Verdub'len de algemeene praal !Wij blikken fier, met blij verlangen,

Naar 't heerlijk nieuwe schoollokaal !

Daar rijst het statig voor onze oogenHet toevluchtsoord voor onze jeugd,

De bron van kennis en vermogen,'t Paleis van Wetenschap en Deugd !

Door wijze mannen wijs geraden,En door hun voorbeeld steeds gesticht,

Ontvangen we er de milde zadenVan Levenseer en Levensplicht !

meisjes,Zingt, jongens, hiér en langs de straten,

kind'renAls eerbetoon en dankbewijs,

Goedheil aan onze Magistraten,Om hunne zorg voor 't Onderwijs !

Dat God de vrome daad U Toone !Dit schoolpaleis, vol nutte pracht,

Het blijve U als 'n eerekrone,Bij ons en bij het nageslacht i

Hoezee ! hoezee ! hoezee !De zomerzonne staat te gloren;

Ons dorp weergalmt van feestgedruisch;De vlagge wappert op den toren;

De wimpel vlamt aan ieder huis !Gegroet ! gij lust voor hart en oogen

Gij, hoop voor ouderdom en jeugd,Gij, bron van kennis en vermogen,

Paleis van Wetenschap en Deugd !Hoezee ! hoezee ! hoezee !

184

Page 187: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

3. Gesneuveld.

Hij ging..., doch steeds z'n naam lag op ons aller tongen...Hij was zijns vaders trots, en moeders „lieve jongen ",Z'n broers en zusteren een troost, een steun, 'n kracht;En thans..., hij is niet meer...; wie had het ooit gedacht 1...Géén zwaarder slag kon ooit ons levensheil vergallenHij was ons liefde en hoop, die ginder is gevallen...Ons wordt, op 't onverwacht, de krone van het hoofdEn, van den dierb'ren struik, de frischte bloem geroofd !...

— >> Geliefden, ja 't valt hard, zóó jong te moeten sterven,„ Uw kind, uw zoon en broêr zoo vroeg te moeten derven;„ Maar als een vijand snood z'n eerewoord verkracht,„ En 't duurbaar Vaderland in wee en jammer bracht;„Wanneer een Heldenvorst, als de armen en de rijken„ Eendrachtig staan in 't veld, om 't euvel in te dijken,„ Dan is het nooduur daar, dat welk gevoel ook zwicht„Voor 't honger ideaal, den vaderlandschen plicht ! —

ie dapper voor zijn Vorst, zijn Land en Volk kon sneven,>> PP zijn ^ zijn zijn ! —erwint terwijl hij valt..., zi n dood is 't glorie leven .>> J l l 9, ,

„ Weest moedig, biedt het hoofd aan t barnen des gevaars .9 9n^ i' die der martelaars,„ zi miJn eerekroon ! mij, e eJ

Want Christus reikt gewis zijn zegenende handen► ^ 9 l e9. ,.Aan wien voor Eer en Plicht, z n jeugd en kracht verpandde,„ , ^ l 9

'^— en leef voortaan Hem,„ Zijn bloed gaf voor z n Land ! e ee voortaa met el 9.e

' ^ —„ ie weende op t komend wee van zijnJeruzalem .... »P l

185

Page 188: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Q. Vaders Verjaardag.

Mijn vaderken verjaart vandaag !Wie is er niet verheugd ?

Ziet, moeder, zusters en ik ookZijn allen vol van vreugd !

En is't vandaag een blijde dagVoor allen die hier zijn,

Dan klopt toch niemands hartje zooGeweldig als het mijn !

Want, — wie U kent vereert U wel,Zoo hier als overal; —

Doch, mint U iemand nog zoo fel,IK zie U 't liefst van al

Gij werkt voor mij van 's morgends vroeg,Totdat Ge niet meer ziet,

Dag-op, dag-af, jaar-in, jaar-uit,En dat vergeet ik niet !

Zóó hebt Ge al jaren lang gedaan,Met altijd nieuwen moed;

Gij gaaft, — als 't mijn geluk moest zijn, —Uw laatsten druppel bloed !...

Lief Vaderken, 'k beloof oprechtZoo braaf te zijn als 't kan;

Wat zal ik leeren in de school,Wees daar maar zeker van !

Ik wensch, dat Gij nog menig jaarMoogt slijten aan ons zij

Voor zulk een vader doet Ons HeerNog vijftig jaar erbij !...

Gij zijt mijn toevlucht en mijn steun,In vreugd gelijk in smart

Ik schenk U vol erkentenisDe liefde van mijn hart !

186

Page 189: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

En vóór 't Lief Vrouwken op de kastGeknield, zoo bid ik dan

„ Maak van mijn vader, Vrouwken-lief,„ Een hoogst gelukkig man ! " —

Mijn vaderken verjaart vandaag !Wie is er niet verheugd ?

Ziet, moeder, zusters en ik ookZijn Allen vol van vreugd !

En is't vandaag een blijde dagVoor allen die hier zijn,

Dan klopt toch niemands hartje zooGelukkig als het mijn !

Want, — wie U kent vereert U wel,Zoo hier als overal : —

Doch, mint U iemand nog zoo fel,IK zie U 't liefst van al !

187

Page 190: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

5. Niet vergeten...

" Mejuffrouw MARIA A L ERSchoolbestuurster.Mi M rouan wijlen e)u w ,

— „Laat ", had Zij in haar jeugd gezegd, „ de kleinen tot me komen "...En gééne moeder heeft zóó hoog heur zending opgenomen

Zij heeft de kinderziel geleid, gevormd, beschut, behoed,Hun hart versierd met deugden, —onderwezen, opgevoed.

Haar goedheid schiep voor 't kind nog vreugd bij de allervreugdeloostenZe zalfde eenieders pijn, en Alle smarten kon Zij troosten.

Ze was, in 't duister dolen, voor haar kind'ren 't levend licht.Gespoord door hare Liefde, en gedreven door den Plicht.

Door Liefde en Plicht vermocht Ze 't niet heur streven te beperken,Want, naast heur hoofdtaak, was Ze een steun voor Alle goede werken.

Ze gaf zóóveel, ze gaf zich gansch, hoewel Ze weinig vroeg...Nooit heeft Zij iemand leed gedaan, wijl Ze veel leed verdroeg,

En tot heur laatsten ademtocht, zoo rusteloos als wakker,Heeft Zij gezwoegd en heil gezaaid op God- Bevallig akker !

Gevallen is Ze, de eed'le vrouw, bezweken op de bres.Haar leven was een voorbeeld, en haar dood was nog 'n les...

Eerbiedig en bewond'rend buigen oud en jong voor 't grafVan Haar, die off'rend gansch haar geest en groote gaven gaf.

Laat ons, in ons gebed, de vrome ziele steeds gedenken,En moge God, tot zalig loon, Haar 't Eeuwig Leven schenken !

188

Page 191: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

g,,7• D ScboolkinJeren aan liunnen H00fd-

on erwijzer.

.. . P EBEE K den knappen Bestuurdern Vriend Z F eAan mijn goeden , ppl g.on enssc oo r 1, te Berchem(Antwerpen),van emeentel g ^

bij " F TOnderwijzer. R EI asZ1 zi n) )

I. - Hulde van de groote Leerlingen.

GEACHTE HEER BESTUURDER,

Met den vreugdeglans in de oogen,Groot en klein rond U geschaard,

Staan we, blij en opgetogen,Als de bloesem in den gaard.

Onze meester kwam verklarenDat Gij, plichtbewust en knap,

Méér dan vijf en twintig jarenUitmunt in uw leeraarschap.

Laat ons, juichend, dan U groeten,Omdat Gij, zoo langen tijd,

Heel uw kunnen, al uw wroetenAan het volkskind hebt gewijd !

Heil U ! die zóóvele knapenHebt geleid en voorgelicht,

Als een herder, die zijn schapenOp de beste wegen richt

Strem ons niet in 't zwakke pogenDat ons dankbaarheid vermeldt,

Aan wien kennis en vermogenOns zoo gul ten dienste stelt !

Gij, bekend met levensstormen,Past ons juist de deugden aan,

Die ons hart en ziele vormenOm den aanval te weerstaan.

189

Page 192: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Lokkend biedt Gij ons den bekerVol van wijsheid en verstand

Zulk een meester leeft er zekerNergens in het gansche land !

Leerend vormen, vormend leerenDoet Gij, zóó beminnenswaard,

Dat wij daaglijks voelen hoe deLiefde wederliefde baart

Zie, tot U ons hoofden neigen,Als, wie dorst heeft, naar de bron,

Als de vlinders naar de bloemen,Als de bloemen naar de zon...

Thuis we laten vader achter,En ons lieve, lieve moé,

Maar zóó zoet als moeder lacht erHier 'n nieuwe vak ons toe...

Is het volskind vreemd aan weelde,GIJ maakt 't armste kindje rijk,

Want GIJ laat ons opwaarts klimmen,Als het eiloof rond den eik !...

Hoe verheffend is uw spreken !Gij, zoo graag tot lof bereid,

Zoo genadig voor gebrekenWegens één hoedanigheid !...

Trots den angel, mint ge 't bieken,Daar het ook wel honig biedt...

Gij waardeert den geur der roze,Alhoewel zij dorens schiet...

Blij met ons en opgetogen,Zijt Ge droef om onze smart,

Dat gevoelen met onze oogen

En dat zien we met ons hart !...

Als een arts en als een priesterHeelt Ge ons lijfs- en zielepijn;

Hoé kan, in één menschenlichaamZóóveel hart besloten zijn !...

190

Page 193: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Liefde spreekt er uit uw loonentLiefde spreekt er uit uw straf;

Vrienden, laat ons God bedanken,Die ons zulk een Leidsman gaf !

Géén van ons zal ooit U hind'ren,Gij die, als een moeder zacht

Ons behandelt, en den kind'renZóóveel offers hebt gebracht !...

Makkers, laat ons daaglijks biddenVoor al 't heil, dat Hij verdient,

Die geen „meester "wilde wezen,Maar een „vaderlijke vriend ! "

De eng'len vlechten al te zamenAan 'n uitgelezen kroon,

Die zij reeds U voorbeschikken,Als een heerlijk hemelsch loon...

Menig jaar zal de arbeid duren,Dat is zéker Jezus' plan,

Want Hij weet, dat Berchem's jonkheidU nog lang niet missen kan

Troffen soms U onheilsdolken,Kwol U edik met azijn,

Breke thans door uwe wolkenDe allermildste zonneschijn !

II. - Wenschje van de kleine Leerlingen.

LIEVE HEER HOOFDONDERWIJZER,

Ziet Gij al die oogskens laaiën ?Ziet Gij onze handjes zwaaiën ?

Hoe ons hoofdjes zijn gerichtAls de bloemen naar het licht ?...

Hoort Gij niet met welgevallenNaar de liedjes van ons allen,

Vreugdetonen, vrome pret,Luide kreten, stil gebed ?

191

Page 194: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Stekelharen, kroezelkoppen,Als ons hartjes staan te kloppen !

Nooit zijn we zóó blij geweestAls voor uw Zilv'ren Jubelfeest !

Gij, voor ieder zóó rechtvaardig,l^Z66beminnend,zóó zachtaardig,

Zooevoe i voor ons smart9 9'n ►Zijt n man met vrouwenhart ....

Wedermin van klein en grooten,Zelfs de schaamte van de stouten,

Buigzaamheid voor uwen wenkBrengen we U als feestgeschenk !

Leve Hij, die hier van binnenZóóveel kind'ren kan beminnen !

Daarom klinket gansch de week

LEVE 1VIIJNHEER OPDEBEECK

192

Page 195: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

8. Vrome Hulde.

Aan wijlen Mevrouw SCHOENMAECKERS-DIRICX, Schoolhoofd.

Als beeld van zachte zoetheid, zoo ging Ze door het leven;Dienstvaardig, vol van goedheid, heeft Zij zich gànsch gegeven,

Genietend van 't gegund genot aan elk; onwankel woordgetrouw,Zóó was de VROUW...

Als 't veil aan d'eikestam, — in leed of in verblijden, —Aan heur gemaal verkleefd, kon Zij, uit liefde, lijden...Zij was z'n steun en troost, de spoor voor al zijn daden

Zóó was de GADE...

Straks vijftig jaar wist Zij de zwakke jeugd te stichten,'t Gemoed te louteren, de geesten te verlichten,

In woord en voorbeeld steeds voor ieder kind 'n les:Zóó was de MEESTERES !

Uw beelt'nis blijft ons bij; wij stappen in uw schreden;We putten moed in dank, en troost in ons gebeden,

Vertrouwend dat de Heer, in z'n bermhartigheid,U, langs de dood, tot 't Glorieleven heeft geleid !

193

Page 196: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

9. Huldevers

op den ZILVEREN KLOOSTERJUBEL

eener ZUSTER-ONDERWIJZERES.

Gegroet, o blijde jubelstond !Nu ieders hart U dank mag wijden;

Nu oudertong en kindermondErkentelijk uw roem verspreiden !

We gaan U juichend te gemoet;We bidden vroom tot God den Heere;

Ons lied klinke als een huldegroet,ZUSTER HORTENSIA ter eere !

Gegroet ! die vijf en twintig jaar,In 't kloosterkleed, naar ieders wenschen

Gezwoegd hebt, stil en openbaar,Ter liefde Gods en 't heil der menschen !

Gij weest de baan ons van den plicht,Der vroomheid met haar reine vreugden;

Gij hebt gevormd, geleerd, gesticht,En ons geleid op 't pad der deugden !

Heb dank, o Zuster, voor uw werk !We blijven immer U genegen !

Gij waart voor 't volk en voor de KerkEen need'rige en bescheiden zegen !

Leef lang nog, en bewaar de krachtOm hiér uw pogen te bekronen,

Tot welzijn van het jong geslacht !En namaals moge God U loonen !

Gegroet, o blijde jubelstond !Nu ieders hart U dank mag wijden;

Nu oudertong en kindermondErkentelijk uw roem verspreiden !

We gaan U juichend te gemoet;We bidden vroom tot God den Heere;

Ons lied klinke als een huldegroet,ZUSTER HORTENSIA ter eere !

194

Page 197: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

10. Op ket graf

van een jong-bestorven•

Onderwijzer.

Lodewijk-Ferdin. VAN MELLAERT.

Met drift bestreefde Hij z'n edel IdeaalHij zou de kinderzielen voeden, laven, stichten,Hun lichaam sterken en hun geest verlichten,

En daarop ging Hij los met Benen wil van staal !

Hij vroég niet, doch Hij gaf : het voorbeeld zijner deugd;Hij wou z'n jonge kracht, z'n blank en eerlijk leven,Met echt apostelvuur, in zelfopoff'ring geven

Voor 't lijfs-en zielenheil der kristen werkersjeugd I

Gebroken hooge hoop baart immer diepe pijn...Wij hebben onzen schonnen schitterschat begraven,Geknakt, nog in den knop, —gezonken in de haven...

God had beschikt; —helaas ! het heeft niét mogen zijn...

En toch, zeg niet meer ,,,arme jongen ", moeder-lief;Gij, vader, treur niet meer om uwen „knappen kerel ",Nu God Hem, reeds zóó vroeg, als uitverkoren perel,

Vèr boven 't aardsch gewoel, in 't Paradijs verhief...

Berust gedwee in 't lot; laat 's Hemels wil geschiènVerlost van smart en pijn, — van 's werelds wee en rampen,Verteert Hij thans z'n drift in goddelijke lampen

En, in dién glorieglans, zult Ge eens Hem wederzien !...

195

Page 198: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

11. Bloemen,

geboden aan DRIE VERDIENSTELIJKE AMBTGENOOTEN,

vereerd met het BURGERLIJK EERETEEKEN van l e klas,

ter FEESTVERGADERING,

ingericht door den „Onderwijzerskring van Berchem ".

Géén ambacht, géén beroep, hoe eerlijk en rechtvaardig,— Hoe 't ook alom gestaag met puike vruchten praalt, —

Is van zóó groot belang, is zooveel eerbied waardig,Als 't ambt, dat door het woord OPVOEDER wordt bepaald

Ginds, in dat groot gebouw, bebloemd en opgeluisterd,Verzorgt hij, dag na dag,' het kind, de zwakke plant;

Dààr klinkt zijn warme woord, gezongen of gefluisterd,Dààr kweekt hij, liefdevol, de bloemen van het Land !...

Hij zal den jongen geest ontzwacht'len en verlichten,De kind'ren voeren tot hun aardsch en hemelsch doel.

Zijn woord maakt hen bewust; z'n voorbeeld zal hen stichten,En langzaam vormt hij hart, karakter en gevoel...

Zooals de knaap, de man ! zooals de school, de volken !Toch, „ 't onderwijzer zijn "leidt zelden tot den roem

Is soms de hemel blauw, veel vaker drijven wolken...De baan, aan dorens rijk, is doorgaans arm aan bloem...

U, Jubeltrits, zij lof ! Gij, die er op kunt bogen,Zoo menig, menig jaar, met gansch uw hart en geest,

Met kennis en vernuft, met gaven en vermogen,Tot heil van 't kind des volks, zóó mild te zijn geweest !

Dat d'hulde U thans gebracht, 't gulhartig feestgewemel,Versiering en geschenk, het woord, het lied zoo blij,

Een warme zonnestraal verbeelde aan uwen hemel,Deze avond, van uw baan, een puike bloeme zij !

Met eerbied valt uw naam alom van alle tongen;Zóó, aan verdiensten rijk, hebt Gij, door uw beleid,

Uw opwaarts-strevend werk, den eerbied afgedwongenVan al wie U regeert, van iedere overheid !

Steekt dien ontloken knop van achting en waardeering ,Bij 't eerkruis dat U past, met fierheid op het hart

Hij is doorgaans de vrucht van offer en ontbering,Want deze kostb're bloem groeit zelden zonder smart...

196

Page 199: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

't Gevoel van 't dankb're volk komt ook U toegetogenHoe menig vader, die ontroerd den schedel bukt;

De erkent'nis straalt U toe uit veler moeders oogen,Omdat zij, in hun kroost, uw hart zien afgedrukt !

Hun handslag, deze groet, en soms die enk'le klanken,U weze dit genot, zoolang als Gij nog leeft !

De erkentenis des volks, dit sprakeloos bedanken,Het is de bloem die troost, die moed en hope geeft !...

Hoort, hoe de kinderschaar genegen U blijft noemen;Ze neigen Uwaarts 't hoofd, als dorstig naar de bron;

Ze vliegen vlug U toe, als vlinders naar de bloemen,En staren trouw U aan, als bloemen naar de zon...

0 ! dat is't tegengift van wat U smartte of griefdeDe kindermond heeft zich met uwen roem belast

Heil U ! voor U ontluikt de warme kinderliefde,De heerelijkste bloem, die in ons tuinen wast !

Vergunne U de Opperheer nog lange, vruchtb're jaren,Verzeld van levenslust, gezondheid, moed en kracht;

En blijft uw gulle gaven van gemoed bewaren,Tot zegening en heil van Berchem's jong geslacht ! —

Tot welzijn van uw kroost, tot vreugd van uw verwanten,Wensch ik U menig jaar van vrede en poëzij,

En 'k wou zoo graag dit pad bezaaiën en beplantenMet bloemen, bloemen slechts, geheel van dorens vrij

U, Onderwijzerskring, U, vrienden, moet ik prijzenDit prachtige betoog hebt Gij terecht besteed

Om, blijvend, uw gevoel en leuze te bewijzen,En dezer drij „verdiensten "hoog te schatten weet !

En klinkt dan, Hen ter eer, uw kreet tot de gewelven,En galmt uw zegezang voor Hen in 't rond, -welnu,

Die poging, zóó geslaagd, vereert voorwaar LTzelven !Dit Onderwijzerskring, is eene bloem voor LI !

Steeds vond ik, in U drie, wat méér dan ambtgenootenUw vriendschap is't gevoel, dat ik zoo diep waardeer !

Nooit was, tot medeleed of -vreugd, uw hart gesloten,En 'k voel die vriendschap nog, zoo trouw gelijk weleer !...

Daarom, bij al 't gebloemt. waarmee 'k uw garven vulde,In al te kranke taal, in al te korten span,

Aanveerdt dit nietig blijk van mijn gemeende huldeDie bloemen zeggen wis, wat ik niet zeggen kan...

197

Page 200: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

12. Bij bet graf van onzen goeden .Meester.

(Voor wijlen Heer Jozef HANNET).

Wij hebben zoovele malenAan U, lieve Meester, gedacht;

Wij hebben, in 't lange afzijn,Zoo vurig naar U getracht

Wij hoorden wel van uw lijden,Beproeving en tegenspoed;

Doch wisten wel, dat Ge zoudt strijdenWe kenden uw taaiën moed.

En heden staan al uwe kinderen,Terneder geslagen en droef,

Als moegejaagde vlinderen,Gebroken bij uwe groef...

Gij hebt tot den droesem gedronken...Nu is het al volbracht...

Daar ligt Ge ten grave gezonken...Lieve Meester, wie had het gedacht !...

Ons oog heeft in tranen gezwommen,Ons boezem gebaad in de smart...

We voelden ons tonge verstommen,En diep was het wee van ons hart...

Wij hadden zoo graag U gehuldigd,Zoo heerlijk als GIJ dat verdient

We zijn toch zóóveel U verschuldigd !Gij waart onze vader en vriend...

Gij weefdet de liefdebandenTusschen ons en uw eigen gemoed;

Gij hebt onze jonge verstandenMet den schat van uw wijsheid gevoed

Uw woord wist zoo vaak ons te treffen,Zoo gul en zoo graag en zoo goed;

Gij kondt onze zielen verheffen,Zoo zéker, zoo zalig, zoo zoet !...

198

Page 201: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Hoe bracht Ge ons gevoel in ontroeringVoor alles wat schoon is en écht

Hoe joegt Gij ons hart in vervoeringVoor deugd en voor waarheid en recht

Nu moeten we uw lessen gaan derven...— De dood is 'n hartlooze dief ! —

OMeester, waarom moest Ge sterven ?...Wij hadden U allen zoo lief !...

Wij hoopten nog lang te genietenVan de lavende bron van uw brein;

Die hoop zien we ons heden ontschieten...Helaas 1 het heeft niét mogen zijn...

Doch wat men ons thans ook ontroofde,Zóó heeft het de Hemel gewild...

Wij bukken gedwee onze hoofdenGods vonnis en hoeft niet bedild...

Maar hoé ook de tijd moge loopen ,En hoe hij ons allen verstrooit,

Uw beeld is in 't hart ons geslopenU, Meester, vergeten we nooit !

GIJ waart en Ge blijft de geliefde,Hoe later ons levenslot zij !

Voor U bloeit de bloem onzer liefde,En de bloem van erkent'nis daarbij !...

Dat de engelen zalig U kronen,Met kransen van hemelschee gloor !

God moge uw verdiensten beloonen !Daar bidden en smeeken wij voor.

Gij louterde' uw ziel door het lijden,Berustend bij kwalengekwel;

Wij wenschen U 't hemelsch verblijden !VAARWEL, GOEDE MEESTER..., VAARWEL !...

199

Page 202: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

13. Op iet Graf van mijnen JierharenVader.

Geloken 't goedig oog, waaruit z'n zoetheid straalde;Verstomd de wijze mond, die mijne ziel verstaalde,

De tong, wier minzaam woord tot liefde of vriendschap dwong.De geest, die door z'n luim het diepste leed verdrong;

Verstijfd en machteloos die nijverige handen;Gebroken elke spier, de laatste levensbanden;

En koud is't warme hart, zóó edel, zóó verknocht,Het grootste menschenhart, dat ik ontmoeten mocht...

— Gij waart, — in 't zwoegen taai, — een plichtbewuste gade;Als vader, voor 't gezin, 'n hemelsche genade,

Steeds in karaktersterkte en geesteskracht gelijk,Verdraagzaam, vrij van haat, aan liefde en vrienden rijk !

En toch, hoe luttel heils is op zijn weg ontloken !Geen zweerd van menschenwee, of 't heeft zijn hart doorstoken...

Gevoelig als 'n vrouw, weemoedig als 'n kind,Droeg hij stoïek de smart, lijk wie de smart bemint...

Verheven staat Ge in mij, vèr boven vele helden !Géén marmer of geen brons zal ooit uw lof vermelden,

Doch uw eerwaardig beeld leeft, groot en onbesmet,In mijnen geest, mijn hart, m'n tranen en gebed !

Het blijft mijn hoogste vreugd, mijn eerekroon, te wetenDat GIJ mijn vader waart, en IK uw zoon mocht heeten !

0 die heil doornenGod, e voor ons ei de oor e roneroe t,9En voor uw eigen beulen om genade vroegt,g g g,

Hij werd zóó hard beproefd, Hij boette gansch zijn leven, P ^ l g zijn ,Hem wat Hij heeft, uit m n hl'Vergeef e w e^ut ^k misdreven...ege ^ e^, esc zwak, s ee.

h •Houd uw berm hartig oog op zijn verdiensten n n stil .o z v e s^e stg g P l^ ,. —Gun vader Eeuw' gen ree, i., was van goeden wil !...

200

Page 203: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

14. Aandenken voor mijn Dockterken,tere e en ei van hareg g

PLECHTIGE HEILIGE COMMUNIE.

Mijn kind, wat zijt Ge schoon vandaag,Zoo schoon om te verrukken !

Wat heeft uw moeder, liefdegraag,U weten op te smukken !

Uit helderblanke praalkleedijDuikt rein uw aangezichtje...

Uw lichaam gansch is smettenvrij;Ge lijkt een koningswichtje

Nooit hing uw haartooi, glibberglad,In weelderiger vlokken,

En hield uw hoofdje lief omvatIn 't raam van kroezellokken...

Uw hand en voetje, wit geschoeid,Ze reppen, zonder sporen;

De blos, die op uw wangen gloeit,Verhoogt nog uw bekoren !

Mijnn kind, wat zijt Ge schoon vandaag ...,l l g—Bevalligwaart Gij immer : — l.,

Maar zoo betoov'rend, , als in vaag,(*)'' schoon zag ik nimmer

0o sc oo z g re i.

hblankerui s ewaa ,g1' haren,,Het glimmen uwer are9

De rozenblos op uw gelaat,

P 9h 'n enUw houding ge gebaren,

't Is al verganklijk praalgetooi...En, staat het U ook aardig,

Niet dat maakt U voor ons zoo mooiEn zoo beminnenswaardig...

(*) VAAG = bloei, jeugdige kracht.

201

Page 204: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Maar als ik in uwe oogen schouw,Die hunnepuurheid waden

In 't bad van ongeschonden dauw,Als met aroom beladen,

Dan glinstert, uit hun diepste diepEen schitterlicht me tegen,

Dat gansch uw wezen als herschiep,Lijk 't dorre veld na regen...

Uw oogen worden dan, subtiel,Een koppel remonstrancen,

Waarin een weerschijn uwer zielMij hel komt tegenglansen...

En 'k onderdruk een juichgeschreeuwVan vreugde zonder name,

Omdat heur blankheid zelfs de sneeuw,De lelie kan beschamen i...

Mijn kind, wat zijt Ge schoon vandaag !Zóó schoon, om voor te knielen...

Doch als ik van uw pracht gewaag,Dan doel ik op uw ziele !

Al is uw lichaam nog zoo rein,En 't kleedsel vrij van smetten,

Moest in uw ziel nog ondeugd zijn,'t Zou alle schoon beletten.

Doch, groote boosheid bleef U vreemd,En de enk'le zwarte stipjes,

Die vielen gist'ren, welgemeend,Berouwvol van uw lipjes...

En zóó, gelouterd van gemoed,Zijt Ge U gaan voeden, laven,

Met Jezus' vleesch, met Jezus' bloed,De gulste Godesgaven !

202

Page 205: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Weet Gij, m'n kind, wie Jezus is,Dien Gij, met heet verlangen,

En 't harte vol erkentenisVan morgenti hebt ontvangen ?...

Eens lag het Menschdom, door gebrasEn ondeugd, als bedronken...

En, schandig, gansch de wereld wasIn duisternis gezonken...

Toen kwam, uit 't Oosten, hemelsch lichtDen zwarten nacht doorgloren,

Langs 't wezen van een godlijk WichtDe Heiland was geboren !...

En de eng'len zongen rond zijn krib;De herders en de vorsten

Omhelsden Hem met grage lip,Zooveel zij zoenen dorsten...

Nog kind, strooid' Hij z'n wijsheid rond,Als man, z'n wonderwerken...

Wat ziek was maakte Hij gezond;De zwakken werden sterken !...

Verbrijzeld viel de keten neerDer diepverachte slaven...

Hij gaf den mensch den hemel weerTot heil en heul en haven !...

Hij leerde, met Geloofen Hoop,Als broeders ons Beminnen,

't Geheim, in levens e eim, om ^ des eve s loopDen Booze te overwinnen.

Hij schonk, van zachtheid gansch vervuld,Vergeving wie Hem griefde;

Voldeed voor groote menschenschuldDoor grooter Godenliefde !...

Hij opende op zijn eertrofée,— het kruis, — z'n godlike armen,

Als om heel 't Menschdom met zijn weeTe zoenen en te warmen...

203

Page 206: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Zijn leer, naast 't voorbeeld dat Hij gaf,Was bron van 't echt beschaven !

En levend rees Hij uit zijn graf,Om deze leer te staven !...

Ziedaar, mijn kind, wie Jezus is,Dien Gij, met heet verlangen,

En 't harte vol erkentenisVan worgend hebt ontvangen !...

Hij heeft U, onder schijn van brood.Z'n majesteit verborgen...

Voor de éérste maal waart Gij genoodGezegend zij die morgen !

Voor de éérste male Ge ondervindtHet bovenaardsch versterken,

Dat 't schepsel aan zijn Schepper bindt,Langs heimnisvolle werken...

Mijn dochterkan, wat zijt Ge schoonWant zie, uw moeder, teeder,

Geleidde een kind naar 's Heeren woon,En bracht een engel weder...

Gij zaagt, door Jezus zelf begroet,Den hemel U ontsluiten...

Daarom is't feest in ons gemoedVeel méer dan feest daarbuiten !

Ge zijt door ouders, maag en vriendJ ^ g

l :Zoo eer ie vo omgeven. ^ mijnGij viert den zaa en dag, mi n kind,l g g l

^Den schoonsten van uw even .

Doch, zeker niet voor U alleenZijn al die liefdeblijken

Ook voor de kind'ren om U heen,Die U zoo goed gelijken

Uw nicht Maria ging U vóórOp Godes zonnewegen,

En Leentje drukt hetzelfde spoorVan zaligheid en zegen.

204

Page 207: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

O, kind'ren lief, wat zijt Ge schoon !Zoo vrij van alle schulden

Past U dezelfde blanke kroon,Dezelfde plaats en hulde !

Verheft vandaag uw smeekgebeênVoor allen die U minden

De goede Jezus zegt niet „neen "Aan zijne beste vrienden

Verlangt Ge uw eigen leven blij,Gelukkig en tevreden ?

Houdt dan uw hart van zonden vrij,Onschuldig zooals heden !

MIJN KIND, — zoo schoon op dezen stond,Naar lichaam en naar ziele, —

Wen straks, gedwee, Gij op den grondVoor 't bedje neer zult knielen,

En, 't oog gericht op 't Christi-kruis,Uw vroom gebed zult slaken,

Denk... op de zonne van ons huisEn, voor uw hart, het baken...

Bid, kind, nu gansch van smetten vrij,Alvorens gaan ter ruste,

Voor Haar, die steeds U slapen lê?,En 's morgends wakker kuste...

ZIJ is uw hoogste wereldsch heil,Uw schutsgeest, uw behoeder;

Voor U heeft Zij haar leven veil !Bid, kind, voor uwe moeder !...

Bid, kind, Zij is uw bidden waard !Tracht Jezus te verleiden,

Opdat Hij lang, nog lang Heur spaart,Ten zegen voor ons beiden !...

Want wie Haar kent, en niet waardeert,Is blind door zijn gebreken !

Doch, wat Haar hindert of verneêrtZal onze liefde wreken !...

205

Page 208: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Bid, kind, vandaag zóó schoon, zóó rein,Voor magen, die bezweken...

Bid wél voor alien die hier zijn,En ook... voor die ontbreken...

Bid voor de bonzen, zwaar belaán,Met hart en ziel aan flarden...

Bid, voor die boosheid wederstaan,Opdat ze in 't goed volharden.

En gundet Gij die gansche rijDe gunst van 't vroom gemoedje,

Bid dan, m'n kind, daarna voor mijEen enkel „Wees-gegroetje... "

Laat lang, m'n kind, geknield ten grond,Uw bidden 't hart ontspruiten

Zoo schoon als Gij dees dag begontMoet Ge ook dees dag besluiten,

Ga nu, Gij licht van moeders oogEn vaders liefdezegen,

Ga nu, — uw schoonste dag vervloog,De toekomst lacht U tegen...

Doch, eer Ge in 't leven verder trekt,Wil vader U iets vragen ;

Gij hebt ons steeds tot vreugd verstrekt,Blijf zóó U steeds gedragen.

Ik wil om eerbied, lof of dankU nu of nimmer smeeken,

Als ik, door daden, niet de sprankVan eerbied kan ontsteken !

Ik vrage zelfs uw liefde niet,— Die'k echter not) zou derven, —

Als ik niet slaag, op elk gebiedUw liefde te verwerven...

Maar wat ik vraag, 't is dat uw jeugdEn gansch uw verder leven

Gestempeld zij door eer en deugd,In woord en daad en streven !

206

Page 209: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Géén schepsel kent uw verder lot...Zal men U vloeken ?... roemen ?...

Zorg steeds dat moeder, vader, GodU „engel " kunnen noemen...

En moest, door zwakheid van natuur,U Benig kwaad doen zwichten,

Denk dan op dézen dag, dit uurHet helpt U op te richten !

En als Gij in verzoeking zijt,Valvaardig of misprezen,

Beloof me, kind, van dan altijdDit dichtstuk te overlezen...

Het wekt gewis een duur gevoel,Dat lusten leert beperken...

Ge ontdekt, in vaders woord, zijn doel,En 't zal uw zwakheid sterken !

Mijn kind, Ge zijt zóó schoon vandaag,Dat de eng'len rond U zweven...

0, dochterken ! zóó zag ik graagU tijdens gànsch uw leven !

Van uwen vader,met gansch zijn hart.

207

Page 210: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 211: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

..Gemeente n erwi zer te erc : 1888-1909. o ) e em

Bestuurder cler u tensc o en : 1904-1909.

c :191000 00 1910-1927.

Administratief

ministratie Bestuurder crenieentesc en : 1 ^

o .

AlgemeenBestuurder-Opziener van etOnderwijs• 1

^. .

Page 212: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 213: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Inhoud met Bladaanwijzer.

Bladz.

Eenige BEOORDEELINGEN over dit Werk ^ 9

VERHANDELING over „HET DECLAMEEREN " in de Scholen : 15

'T WAAROM ? — 'T WAT ? — 'T HOE ? 17

DE VOORDRACHTLESSEN 33

AAN M'N JONGENS 39

I. STUKKEN MET OPVOEDENDE STREKKING' 43

1. Mijn Moederken 45

2. Mijn Vader 473. Het Schoonste dat ik ken 49

4. Onze Onderwijzer 50

5. Wat blijven zal... 52

6. Verdiende Les 537. Beleefdheid. 54

8. Wrakken 55

9. Een eerlijk Vonnis 5710. Luië Gust 5811. Jong wordt oud... 59

12. Wat ben ik ?... 60

13. Helpt elkander ! 6114. Ons Broerken 6215. Kiest ! 6316. 'n Gemeenheid 64

17. Onze vrijwillige Slaaf 6518. Een knappe Meid 6719. Een Drama 6820. Mag ik u wat vertellen ?... 6921. Neen ! 7022. Jan Kattekwaad 7223. De Pop van mijn Zusje 7324. Naar Buiten ! 7425. Van Jefke • - • 7426. Lente 7527. Een Sprookje 7628. Mishandel Beene Dieren 7829. M'n twee Geburen 79

211

Page 214: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Bladz.

30. Onze Schat 80

31. Opdracht aan Tederen Luiërik

8232. Kruidje - roer - mij - niet

82

33. Onze Tom . 8334. Ik zing !

8435. De Wijsneus . 8536. Arbeid adelt

8637. De Brief van den Doode . 8738. Rikske de Witte . 8839. Op de Boerderij . 8940. De Kroeg . 9041. Moeder en Zoon

9142. Mijn Maatje . 9243. Lief Zusje . 9344. Wat is gezond ? . 9445. Een Beul

9546. Wilskracht

9647. De Grafschender

9748. Kom meé met ons

9849. Het Matroosje 99

50. Vaders Raad . 100

II. -STUKKEN MET VADERLANDSCHE STREKKING . 103

1. Aan Koning, Volk en Land . 1052. Cesars en Artevelden 1063. Aan 't Voorgeslacht 1074. Groei ! 1085. Juweel 1096. Aan Vorstenpaar en Leger 1107. De Vrijheidsboom 1128. De wijde Wereld in ! 1139. Aan een gesneuvelden Soldaat 114

10. Weest Fier ! 11511. Aan mijn Land ! 11612. Der Belgen Knapenschap . 117

13. Voor onze Invalieden 11814. Vlaamsche Volksknapen 11915. Van 't Groeningherveld (tweeluik) 120-12116. Weet wie ge waart ! Weet wie ge zijt ! 12217. Leprozenknecht 12318. Heil uit Onheil (1830-1930) 12419. Aan Graaf Frederik de Merode . 12520. Jongens 12621. Kinderhulde aan de Gesneuvelden . 12722. Ode aan Hendrik Conscience 128

212

Page 215: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Bladz.

III. —AARDIGHEIDJES

133

1. Wanneer ? !... wanneer ! ?... 1352. De Trommel 1373. Dat wordt 'n Man ! . 1384. Liesje en haar Pop 1395. Onze Frans 1406. De Vuurberg 1417. De Klokken van Rome . 1428. Hoe kleine Karel zich uit den Slag trok... 1439. Mijn aardig Zusje 144

10. De Maan in den Dag 14611. 't Zal toch nimmer kunnen zijn !... 14712. Kinderwoord 14913. Een Advokaat... 15014. Slimme Piet 15115. Ik ben een Middenstander 152

IV. — LUIM OP DE LEERVAKKEN 153

I. GEWIJDE GESCHIEDENIS.

1. De Ark van Noë 155

II. TAALKUNDE.

2. De Trappen van Vergelijking . 1563. Dwaze Navolging 1574. Gevecht met de Werkwoorden 158

III. OPSTEL.

5. >, Eerlijk duurt het langst é " 160

IV. REKENEN.

6. Hoofd... rekenen 1617. Een moeilijk Vraagstuk 162

V. AARDRIJKSKUNDE.

8. Wat ligt er onder ons ? 1639. Colombus 164

VI. VADERLANDSCHE GESCHIEDENIS

10. De éérste Daad van Leopold I 166

VII. NATUURWETENSCHAPPEN.

11. Een Feniks 167

12. Wat een 1uffrouw tegenkomt 11 169Meester g

213

Page 216: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^

Bladz.

V. —ZANGDICHTEN OF CANTATEN . 171

1. Ons Leven ! 1732. Muziek en Vaderland 1763. Kinderfeest 1794. Heil uit Onheil . 180

VI. — GELEGENHEIDSSTLiKKEN 181

1. Dank voor Liefde ! 1832. Bij de Inhuldiging van nieuwe Schoollokalen 1843. Gesneuveld... 1854. Vaders Verjaardag . 1865. Niet vergeten... 1886.-7. De Schoolkinderen aan hunnen Hoofdonderwijzer

I. Hulde van de groote Leerlingen 189II. Wenschje van de kleine Leerlingen 191

8. Vrome Hulde . 1939. Huldevers op den Zilveren Kloosterjubel eener Zuster-Onderwij-

wijzeres . 19410. Op het Graf van een jong-gestorven Onderwijzer . 19511. Bloemen 19612. Bij het Graf van onzen goeden Meester . 19813. Op het Graf van mijn dierbaren Vader . 20014. Aandenken voor mijn Dochterken ter gelegenheid harer Plech-

tige H. Communie 201

" 211Inhoud met Bladaanwijzer .n oud e l

214

Page 217: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 218: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 219: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^
Page 220: LEUTE EN LEEDP et oot is niet alleen nt e welksprekend,k pre en , het iss tevens ^ overtuigend,e u i en e de aan-g , en dachtt 9'e leztn eruan z llezing a menigeen, die totnogtoe 9^