Lesboek dierverzorging - safaripark.nl · Leven de dieren alleen of in groepen? Als zij in groepen...

7
LESBOEK DIERVERZORGING WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

Transcript of Lesboek dierverzorging - safaripark.nl · Leven de dieren alleen of in groepen? Als zij in groepen...

Lesboek dierverzorging

WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

excursiesafaripark beekse bergen

DocENT:

KLas:

NaaM (oF NaaM gRoEp):

WERKBLaDEN BovENBoUW havo/vWo WerkbLaden DIERvERzoRgINg

WeLkom in safaripark beekse bergen

veeL pLezier EN sUccEs BIJ hET MaKEN

vaN JE opDRachTEN!

2 3

vier huisregels1. Voer de dieren niet.

2. Neem waarschuwingsborden in acht.

3. Deponeer afval in de daarvoor bestemde bakken.

4. Gun de dieren rust, niet naar ze schreeuwen of plagen.

oM ERvooR TE zoRgEN DaT JULLIE EEN LEUKE EN LEERzaME ExcURsIE hEBBEN, voLgEN hIER ENKELE TIps EN hUIsREgELs.LEEs DIE goED EN aaNDachTIg DooR!

zes tips voor een geslaagd bezoek Het safaripark is zeer uitgestrekt. Gebruik de plattegrond die je hebt ontvangen om de weg te vinden

en om op de juiste tijd op de afgesproken verzamelplek te komen.

In het park staan ook diverse informatieborden met een plattegrond waar je de verschillende diersoorten kunt vinden.

De wandelroute van de entree tot aan Kongo is ongeveer anderhalve kilometer lang. Dat is ongeveer drie kwartier wandelen.

Gebruik voor de opdrachten je gezond verstand, de informatieborden langs de route, de plattegrond, de informatie van de rangers, je schoolboek en eventueel ook informatie die je op internet kunt vinden.

Toiletten kun je vinden bij de horecapunten.

Houd je aan de huisregels. Doe je dit niet, dan kun je uit het park worden verwijderd en verdere toegang worden ontzegd!

WERKBLaDEN BovENBoUW havo/vWo

opdrachten tijdens de WandeLsafari (aLgemeen)

In het safaripark leven Przewalskipaarden en twee soorten zebra’s, te weten de Grant zebra en de Grévy zebra. Noem twee redenen waarom deze dieren niet in hetzelfde verblijf kunnen worden gehuisvest.

Noem nog twee voorbeelden van diersoorten die niet bij elkaar kunnen leven in één verblijf in het safaripark.

1

2

Reden 1:––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Reden 2:––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Voorbeeld 1:–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Voorbeeld 2:–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

WerkbLaden DIERvERzoRgINg

Eén van de redenen dat je de dieren in het park niet mag voeren is dat dit bedelgedrag veroorzaakt. Noem nog een andere reden.

Dieren maken vaak gebruik van dezelfde paden en wegen: de wildpaden of wissels. Kijk eens goed of je ze kunt vinden! Wat is het voordeel van zulke paden of wissels als een dier ineens moet vluchten voor een roofdier?

Dieren in dierentuinen zijn geregistreerd in stamboeken. Om de dieren te herkennen worden ze gemerkt met bijvoorbeeld ringen en oormerken. Tegenwoordig werkt Safaripark Beekse Bergen ook met chips die een uniek registratienummer bevatten en die bij dieren onder de huid wordt aangebracht. Met afleesapparatuur kun je het dier dan scannen. Noem twee voordelen van deze manier van identificeren.

In het stamboek worden codes gebruikt. Zo staat 1.0.0 voor één mannetje, 0.1.0 voor één vrouwtje en indien het geslacht onbekend is gebruikt men de code 0.0.1. Als een groep Afrikaanse wilde honden wordt aangeduid met 12.8.5, uit hoeveel dieren bestaat de groep dan en wat is de geslachtsverhouding?

5

4

5

6

7

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Voordeel 1:––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Voordeel 2:––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

4

Zebra’s herkennen elkaar onder meer aan het strepenpatroon dat bij elk dier uniek is. Bij de geboorte zondert de moeder zich van de kudde af. Na een paar dagen gaat de moeder met het veulen terug in de groep. Welk voordeel heeft dit gedrag?

3

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Totaal:––––––––––

Mannetjes:–––––––

Vrouwtjes:–––––––

Onbekend:–––––––

WerkbLaden DIERvERzoRgINg

6 7

Dierverzorgers kunnen de dieren in het safaripark niet altijd van dichtbij benaderen. Vaak zijn ze ook nog gevaarlijk voor mensen, omdat de dieren hen zien als indringers in hun territorium. Daarom werken de verzorgers in het park vanuit auto’s. Om zich te verdedigen hebben veel dieren ‘wapens’. Denk aan horens, hoeven, geweien, nagels, tanden, stekels, snavels en gifklieren.

Wat zijn de wapens van de volgende dieren?

Hieronder staat een tabel met huisdieren en de wilde dieren waar zij vanaf stammen. Schrijf in de laatste kolom nog een dier op dat in het safaripark leeft en dat veel lijkt op het huisdier.

Noem enkele verschillen tussen wilde dieren en gedomesticeerde dieren (huisdieren).

8

9

10–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Vale gier: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Struisvogel: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Axishert: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Blauwe gnoe: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Giraffe: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Wrattenzwijn: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Kraanvogel: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Stokstaartje: ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Naam: Afstammeling: Huisdier sinds: Lijkt op:

Hond Wolf 12.000 jaar

Paard Wild paard 5.000 jaar

Kat Nubische kat 4.000 jaar

Varken Wild zwijn 6.000 jaar

Rund Oerrund 6.000 jaar

WERKBLaDEN BovENBoUW havo/vWo

Wanneer je iets te weten wilt komen over het gedrag van dieren moet je heel goed naar ze kijken. Dieren zijn niet altijd even actief en doen niet altijd hetzelfde.

Het is van te voren niet precies te bepalen welk gedrag je kunt waarnemen. Wanneer je natuurfilms bekijkt, zie je in korte tijd veel verschillende gedragingen. Dat komt doordat de filmer veel geduld heeft, gedurende een lange tijd veel opnames maakt en de leukste stukjes film achter elkaar monteert.

Als je in een dierentuin dieren bestudeert, moet je daar rekening mee houden. Soms zijn dieren ook minder goed te zien. Ga dan naar de andere diersoort.

8

WerkbLaden DIERvERzoRgINg

9

observatieopdrachten (groepsopdracht)

1–––––––––––––––––––––––––––––––––––– 2–––––––––––––––––––––––––––––––––––––

vaN JE DocENT KRIJg JE TWEE DIERsooRTEN ToEgEWEzEN. vaN ELKE sooRT oBsERvEER JE ééN DIER. vooR DEzE opDRachT hEB JE ééN UUR DE TIJD, DUs DERTIg MINUTEN pER DIER. LET DaaRoM op DE TIJD!

Zoek de diersoorten m.b.v. de plattegrond. Beantwoord voor iedere diersoort vraag 1 t/m 5. Maak over één van de twee diersoorten een verslag en verwerk daarin de antwoorden van vraag 6 t/m 9. Gebruik de volgende pagina’s om aantekeningen te maken en de vragen te beantwoorden. Bekijk de volgende twee diersoorten:

Kijk voor de antwoorden naar de informatie op de borden in het safaripark. Kijk op school ook in dierenboeken en op internet. En verwerk in je verslag ook datgene wat je tijdens je observatie ziet.

In het park worden verschillende manieren toegepast om dieren in hun verblijf te houden. Voorbeelden hiervan zijn hekken, grachten, wildroosters, stroomdraden en hoogteverschillen (greppels). Geef twee voorbeelden van dieren die door een barrière van water in hun verblijf blijven.

11

Voorbeeld 1:–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Voorbeeld 2:–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Wilde dieren proberen het voor roofdieren te verbergen wanneer ze ziek en dus zwakker zijn. Zij zijn dan immers een makkelijker te vangen prooi. Noem enkele manieren waarop verzorgers en de dierenarts toch kunnen controleren of de dieren wel of niet gezond zijn. Houd er rekening mee dat de dieren niet lichamelijk te onderzoeken zijn, omdat het te gevaarlijk is om er dichtbij te komen.

12

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

WerkbLaden DIERvERzoRgINg

10 11

KIEs NU ééN vaN DE TWEE DIEREN UIT EN oBsERvEER hET vIJF ToT TIEN MINUTEN.verWerk deze vragen

in je versLagWat is het nut van de wetenschappelijke namen voor dieren?

Noteer eventuele bijzonderheden en wat je opvalt. Wat is het belang van observeren in relatie tot de verzorging van dieren?

Leven de dieren alleen of in groepen? Als zij in groepen leven, wat is dan meestal de samenstelling van de groep?

Worden de dieren bedreigd in het wild? Zo ja, waardoor?

Waar komen de dieren voor en wat is daar hun leefgebied?

Zoek op hoe hun voortplanting verloopt. Denk aan voortplantingsgedrag, draagtijd, aantal jongen, nestplaats enzovoorts.

16

3

5

2

4

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Wat is het kenmerkende gedrag van het dier? Denk aan voedingsgedrag, voortplantingsgedrag, sociaal gedrag enzovoorts.7

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Hoe ziet het verblijf van de dieren eruit? Op welke manier is het aangepast aan ‘jouw’ diersoort?

Wat eten de dieren in het wild? En wat is hun menu in het safaripark?

8

9

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

WerkbLaden DIERvERzoRgINg

notities/antWoorden

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––