LELYSTAD, 14 APRIL 2019 - Stella Maris · lelystad, 14 april 2019 johann sebastian bach (1685-1750)...

28

Transcript of LELYSTAD, 14 APRIL 2019 - Stella Maris · lelystad, 14 april 2019 johann sebastian bach (1685-1750)...

LELYSTAD, 14 APRIL 2019

JOHANN SEBASTIAN BACH (1685-1750)

JOHANNES PASSION BWV 245

ORATORIUMVERENIGING STELLA MARIS

ROBBERT OVERPELT – EVANGELIST

BERT VAN DE WETERING – JEZUS

LAUREN ARMISHAW – SOPRAAN

MIRJAM SCHREUR – ALT

GERBEN HOUBA – TENOR

ROBBERT MUUSE – BAS

NEDERLANDS BEGELEIDINGSORKEST

HENK TROMMEL – DIRIGENT

Wilt u uw mobiele telefoon tijdens het concert uitschakelen?

| 1

STELLA MARIS

Stella Maris werd 50 jaar geleden – twee jaar na de officiële start van onze stad - opgericht als een christelijke gemengde zang-vereniging. Oorspronkelijk legde zij zich toe op het zingen van het geestelijke en klassieke repertoire. Bij het 25-jarig bestaan werd de naam gewijzigd in Christelijke Oratorium Vereniging Stella Maris. Tot op de dag van vandaag is Stella Maris het enige oratoriumkoor in Flevoland en heeft momenteel ongeveer zeventig leden. Met de komst van dirigent Henk Trommel – ruim dertig jaar geleden - heeft het koor tal van bekende en onbekende klassieke werken uitgevoerd samen met professionele solisten en beroepsorkesten. Muzikale hoogtepunten waren de Hohe Messe, de Matthäus- en de Johannes Passion en het Weihnachtsoratorium van Bach, de Messiah van Händel, de Schöpfung en de Jahreszeiten van Haydn en de Elias en de Paulus van Mendelssohn–Bartholdy. Naast deze bekende werken werden talloze missen, cantates en psalmen ten gehore gebracht. Ook was er aandacht voor meer eigentijdse composities: Misa Criolla van Ramirez, Le Roi David van Honegger, de Misa a Buenos Aires van Palmeri en de Saint Nicolas Cantata van Britten. Een bijzonder moment was de wereldpremière van het oratorium de Novissimis Rebus van Alexander Comitas in 2000. Dit werk werd in opdracht van het koor speciaal voor de eeuwwisseling gecomponeerd. In dit jubileumjaar worden twee van de werken die de omslag van zang-vereniging naar oratoriumkoor hebben gekenmerkt opnieuw uitgevoerd; vanavond de Johannes Passion van Bach en op 16 november de Jahreszeiten van Haydn. Mocht u geïnteresseerd zijn in het zingen van klassieke muziek, is nu het moment om kennis te maken met ons koor. We repeteren elke woensdagavond van 20.00 uur tot 22.00 uur in het Anker, Karveel 33-01, Lelystad. De repetitie van a.s. woensdag (17/4) is speciaal toegesneden op nieuwe aspirantleden. Zie ook de website: www.stella-maris.nl.

2 |

HENK TROMMEL - DIRIGENT Henk Trommel kreeg vanaf zijn achtste jaar orgelles in zijn woonplaats Aalsmeer. Later nam hij les bij Piet van Egmond, vervolgde zijn studie aan het Sweelinck-conservatorium in Amsterdam en behaalde daar het diploma Orgel - B en het solistendiploma Orgel - C (cum laude). Daarnaast studeerde hij koordirectie en kerkmuziek. Henk Trommel is op veel muziekgebieden actief. Zo is hij muziekdocent aan een middelbare school te Aalsmeer, gastdocent op studie- en themadagen voor koren, zangers en koordirigenten, cantor-organist van de Kruiskerk te Amstelveen, orgelsolist bij concerten (o.m. samen met zijn zoon Leonard (cello) en Judith van der Plas (klarinet)), dirigent van Het Bindingkoor te Aalsmeer. Daarnaast is hij al meer dan dertig jaar – vakbekwaam, inspirerend en enthousiast - dirigent van Stella Maris.

ROBBERT OVERPELT – TENOR

De tenor Robbert Overpelt begon zijn muzikale ontwikkeling als koorknaap in het Noord-Hollands Jongenskoor, waardoor hij op jonge leeftijd al bekend raakte met klassieke muziek. In 1986 zong hij voor het eerst de Evangelistenpartij in een serie uitvoeringen van de Matthäus Passion. Naast zijn studie bedrijfseconomie studeerde hij acht jaar intensief solozang bij Max van Egmond. Na deze studieperiode volgde hij lessen bij Kurt Equiluz in Wenen, bij Peter Kooy in Duitsland en momenteel wordt hij gecoacht door Margreet Honig in Amsterdam. Robbert Overpelt ontwikkelde zich in zeer snel tempo tot één van de meest gevraagde oratoriumzangers in Nederland, maar treedt ook internationaal veelvuldig op, met name in Duitsland. Hoewel zijn repertoire vele stijlperioden omvat, geniet hij de meeste bekendheid als vertolker van barokmuziek. Zo werkte hij met dirigenten als Ton Koopman, Gustav Leonhardt, Hermann Max, Charles de Wolff, Matthias Janz, Peter Dijkstra en vele anderen. Ook trad hij op in de VARA Matinee onder leiding van Edo de Waart. Voorts werkte hij mee aan verschillende radio- en televisieopnamen en is hij inmiddels te horen op diverse Cd-opnamen

| 3

BERT VAN DE WETERING –

BAS

Bas-bariton Bert van de Wetering behaalde in 2007 zijn diploma aan het conservatorium te Zwolle bij Lodewijk Meeuwsen. Tijdens zijn studie volgde hij ook lessen bij Max van Egmond. Na zijn conservatoriumstudie volgde Bert lessen bij oa Frans Fiselier, Raymond Modesti, Paul Triepels en Hanneke de Wit. Momenteel wordt hij gecoacht door Margreet Honig. Masterclasses volgde Bert bij Roberta Alexander, Michael Chance, Rudolf Jansen, Jard van Nes en David Wilson Johnson. Bert is vooral te horen in oratoriumwerken zoals alle grote werken van Bach, The Messiah van Händel het Requiem van Brahms, Fauré en Mozart en Verdi, de Schöpfung, Jahreszeiten en verschillende missen van Haydn, de 9e symfonie van Beethoven, de Petite Messe Solennelle en het Stabat Mater van Rossini, de Messa di Gloria van Puccini en het Stabat Mater van Dvoràk. Op operagebied vertolkte Bert de rol van ‘Aeneas’ in Purcell’s opera ‘Dido and Aeneas’, zong hij Papageno in Mozart’s ‘Zauberflöte’ en Figaro in ‘Le nozze di Figaro’ olv Tilo Lehmann. In het collectief ‘Vliegwiel’ werkte Bert samen met Brigitte van Hagen (sopraan), Sara Klein Horsman (mezzosopraan) en Anouk de Jong (piano) in twee theaterproducties: ‘Schuim’ en ‘As’. Zij stonden met deze productie in vele theaters in Nederland en ook op festivals. Met zijn broer Geerten, organist van de Kloosterkerk te Den Haag, is hij al enige jaren een vast duo en verzorgt hij regelmatig concerten.

LAUREN ARMISHAW – SOPRAAN Sopraan Lauren Armishaw (1978) is geboren in Nieuw Zeeland. Daar is zij afgestudeerd in zowel zang als wiskunde aan de Victoria Universiteit in Wellington. In 2002 verhuisde ze naar Nederland. Ze studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar ze lessen volgde bij Rita Dams, Jill Feldman en Michael Chance. In 2007 behaalde zij cum laude haar Master’s diploma in oude muziek.

4 |

Lauren is een veel gevraagde soliste voor zowel barok- als klassieke muziek. Naast werken van Händel, Bach, Monteverdi, Mozart en Haydn, zingt zij ook regelmatig werken van minder bekende componisten (bijv. Maria Dolorata van Leonardo Vinci en La Maddalena a piedi di Cristo van Giovanni Bononcini). Als soliste trad ze op met o.a. Les Muffatti (België), L’Arpeggiata (Frankrijk) en De Nederlandse Bachvereniging. Ze werkte samen met dirigenten als Christina Pluhar, Peter van Heyghen, Jos van Veldhoven, Rinaldo Alessandrini en Sigiswald Kuijken. In 2012 reisde ze twee keer naar Nieuw Zeeland, voor concerten met NZBarok en Auckland Choral Society. In 2013 maakt Lauren haar debuut in Het Concertgebouw met Amsterdams Gemengd Koor, heeft ze concerten en een CD productie met Gesualdo Consort o.l.v. Harry van der Kamp en zingt ze samen met sopraan Zsuzsi Toth en de Nederlandse Bachvereniging een duet programma, Duo Seraphim. Lauren treedt regelmatig op met haar eigen trio Lacrime Amorose (sopraan/ barokharp/ theorbe) en deJongdeJong+ (harmoniums/vocalisten) met wie ze recentelijk twee CD’s heeft uitgebracht: Folksong en Carols. In 2008 was ze finaliste in zowel de Internationale Musica Sacra Concours in Rome als het Internationale Canto Barocco Concours in Napels. Ze was één van de Laureaten van de Nederlandse Vocalisten Presentatie 2009. Zij zong op het Roma Festival Barocco, het Händel Festival te Karlsruhe, het beroemde Tanglewood Festival in Amerika en bij Oude Muziek Festivals in Utrecht, België, Frankrijk en Spanje.

MIRJAM SCHREUR – ALT

De Nederlandse mezzosopraan Mirjam Schreur studeerde solozang en muziekdrama aan het Conservatorium Maastricht bij Barbara Schlick. In 2000 behaalde zij haar tweede fase-diploma’s. Daarna zette zij haar opleiding voort bij de bekende mezzosopraan Jard van Nes, die haar nu nog steeds coacht. Ook volgde ze masterclasses en speciale cursussen bij Roberta Alexander, Rudolf Piernay, Maureen Lehane, Semjon Skigin, Ulrich Eisenlohr, Paul Esswood en Gerhard Darmstadt. In het Theater Bonbonniere te Maastricht bracht ze de rol van Dido in de opera Dido and Aeneas van Purcell. Bij Opera Zuid zong ze de rollen van Beggar-woman en Russian mother in de opera Death in Venice van Britten o.l.v. James Lockhart en Mike Ashman. In 2010 vertolkte ze o.a. de rollen

| 5

Gismonda, Sesto, Vitige in het Händel Opera -projekt “Hoop, Liefde, Verraad en Wraak” van Concerto Barocco olv Jonathan Talbott. Ook haar carrière als oratorium/concertzangeres ontwikkelt zich gestaag. Met het Limburgs Symfonie Orkest voerde ze in 2011 verschillende werken uit; de Matthäus Passionen serie olv Paul Goodwin, de Missa Solemnis van Beethoven olv Roberto Rizzi-Brignoli en de concertserie Messiah’s olv Kynan Johns. Eveneens maakte Mirjam dat jaar haar debuut in het Paleis voor de Schone Kunsten te Brussel; Ze soleerde in de Psalm 137 van Liszt uitgevoerd met het professionele kamerkoor Studium Chorale olv Hans Leenders en geregistreerd door Klara radio. In 2011 voerde Mirjam een concertserie van de Tweede Symfonie van Mahler uit olv Manon Meijs . Inmiddels heeft ze een breed repertoire opgebouwd, waarin alle stijlperiodes (barok, klassiek, romantiek, 20-ste eeuws en eigentijds) vertegenwoordigd zijn. In hedendaags repertoire zong ze o.a de wereldpremieres van Cantico Espiritual van Jo van de Booren tijdens Musica Sacra en Cantate Domino van Werner Jacob in Nürnberg. Beide projekten werden uitgevoerd in samenwerking met Studium Chorale olv. Hans Leenders. Het eerste werd opgenomen door de KRO, het tweede door de Bayerische Rundfunk. Samen met de harpiste Bianca Tabois vormt ze een duo genaamd “con corde”, waarin Mirjam naast het zingen ook afwisselend de mandoline bespeelt.In 2009 startte ze haar eigen bedrijf genaamd Zang & Concert Praktijk Mirjam Schreur.

GERBEN HOUBA - TENOR

De tenor Gerben Houba zingt al zijn hele leven. Op zeventienjarige leeftijd inspireerde zijn muziekleraar Cees Mobach hem om zanglessen te nemen. Zijn huidige coaches zijn Marcel Reijans en Paul Triepels, daarvoor studeerde hij zang bij Geert Berghs. Hij volgde masterclasses bij Margeet Honig en Kurt Equiluz en bij regisseur Maarten Vonk volgde hij acteer- en bewegingslessen. In 2010 ontving hij op het Peter de Grote Festival in Groningen de Honorary Award for outstanding Musicianship. Als concertsolist maakte hij in 2007 zijn debuut in de grote zaal van het concertgebouw met werk van Helmut Barbe. Verder zong hij Strawinsky’s Cantata en The Voynich Cyphermanuscript van Hans-Peter Kyburz. Dit laatste stuk bracht hij ten gehore in de grote zaal van Cite de la Musique in Parijs. Naast de meer hedendaagse muziek is Gerben ook regelmatig als solist te beluisteren in traditionele oratoria van componisten als Mozart, Händel en Bach. Van Bach

6 |

staan naast veel arias ook de evangelistpartij in zowel de Johannes Passion als de Matthäus Passion op zijn repertoire. Op het gebied van opera soleerde hij in diverse producties, zoals de titelrol in Orfeo van Monteverdi, in Thyeste van Jan van Vlijmen en in 2009 de titelrol in Dichtertje, een nieuw geschreven opera van Harke-Jan van der Meulen, naar de gelijknamige novelle van Nescio. Gerben maakt deel uit van het vocaal kwartet Quatre Bouches. Verder is hij als remplaçant verbonden aan het Groot Omroepkoor en maakt hij sinds 1995 deel uit van de vaste bezetting van Cappella Amsterdam onder leiding van Daniel Reuss.

ROBBERT MUUSE - BAS

Bariton Robbert Muuse is een bekende solist in concerten, opera’s en liedrecitals. Hij vertolkte als oratoriumzanger vele werken van renaissance tot hedendaags, variërend van motetten, solocantaten, missen, oratoria tot symfonieën en concertwerken. Zijn solorepertoire omvat de bas-en baritonpartijen in belangrijke werken uit het standaardrepertoire en talloze verrassende kleinere werken, zoals cantates en concertwerken. Hij werkte als solist met o.a. dirigenten Ed Spanjaard, Reinbert de Leeuw, Jan Willem de Vriend, Jos van Veldhoven, Klaas Stok, Erik van Nevel, Valéry Gergiev, Paul Goodwin en Christoph Poppen; met Holland Baroque, Combattimento Consort, de IJ-Salon (formatie uit Kon. Concertgebouworkest), Vlaams Radio Orkest, Concerto d’Amsterdam, De Nederlandse Bachvereniging, Southbank Sinfonia (Londen), het Verbier Festival Orchestra. In 2016 zong hij met pianoduo Arthur en Lucas Jussen de Carmina Burana van Carl Orff, o.l.v. Louis Buskens. Hij zong tientallen operarollen, o.a. in opera’s van Tsjaikovsky (titelrol Onegin), Mozart, Purcell, Händel, Lully, Humperdinck, Bizet, J.Strauss, Donizetti, Janáček. Robbert zong 10 jaar als baroksolist in het Franse Ensemble Pierre Robert o.l.v. Frédéric Desenclos; in het herenensemble “Taralli” en freelance bij het Nederlands Kamerkoor. Al 20 jaar zingt Robbert liedrecitals, meestal in samenwerking met pianiste Micha van Weers. Zij maakten samen diverse liedopnamen, waaronder Schubert ‘Die Schöne Müllerin’, en bij Challenge Records liederen van Cyril Scott, Ralph Vaughan Williams en Julius Röntgen.

| 7

Robbert Muuse werd vocaal gecoacht in Engeland door Gary Coward en de vermaarde liedpianist Julius Drake; hij studeerde solozang en opera cum laude af bij Mya Besselink (Conservatorium van Maastricht), vervolgde zijn studie bij Donald Litaker (Opernschule Karlsruhe), Liedgestaltung bij Konrad Richter (Stuttgart) en Hartmut Höll (Mozarteum Salzburg). Hij nam deel aan diverse internationale masterclasses van beroemde zangers en hij won verschillende prijzen.

HET NEDERLANDS

BEGELEIDINGS-

ORKEST

Het Nederlands Begeleidingsorkest legt zich volledig toe op het begeleiden van koren en solisten. Het orkest, dat geheel bestaat uit professionele musici, werd begin jaren negentig opgericht en werkte aanvankelijk alleen in het midden en oosten van het land. Inmiddels hebben koren en solisten uit het hele land het Nederlands Begeleidingsorkest ontdekt. Vakmanschap, bevlogenheid en betrouwbaarheid zijn kenmerken. Recensenten, dirigenten en koorbesturen loven de professionaliteit van het orkest en de toegewijde houding van de musici. Het Nederlands Begeleidingsorkest heeft met Stella Maris een langdurige en warme band.

EVERT JAN SCHUUR - CONCERTMEESTER Evert Jan Schuur studeerde viool aan het Brabants Conservatorium bij Maurits van der Berg, barokviool bij Marie Leonardt aan het Rotterdams Conservatorium en kamermuziek aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Lucy van Dael. Evert Jan speelde veel in het buitenland onder andere met La Chapelle Royale, La Grande Ecurie, Das Neue Orchester en La Stagione Frankfurt. Momenteel speelt hij nog bij Die Cappella Coloniensis en in La Académie Sainte-Cécile. Naast het concertmeesterschap bij het Nederlands Begeleidingsorkest speelt Evert Jan Schuur in het pianotrio Camerata 1800 en in Camerata Artemisia.

8 |

JOHANN SEBASTIAN BACH

Johann Sebastian Bach was een telg uit een hoogbegaafde en wijdvertakte familie van musici die circa twee eeuwen bijna alle belangrijke cantor- en organistenfuncties in de Duitse deelstaat Thüringen bezette. Als koorknaap zong Bach al jong de solopartijen. Daarnaast ontwikkelde hij zijn grote muzikale talenten als organist en componist. Geboren en opgevoed in een streng gelovige (lutherse) traditie heeft Bach zich – met al zijn muzikale talenten – gedurende zijn hele leven beziggehouden met kerkmuziek. Men zou kunnen zeggen dat Bachs leven zich – naast de aandacht voor zijn gezin - grotendeels in en rond de kerk afspeelde. In de periode dat Bach hoforganist was in Weimar groeide zijn faam als orgelvirtuoos en werd hij internationaal bekend en geëerd. In 1722 werd Bach cantor (muzikaal leider) van de Thomaskirche in Leipzig. In die functie schreef hij verplicht honderden composities voor de eredienst. Daarbij putte hij regelmatig uit eerder eigen werk: een praktijk die bij componisten in de tijd van Bach regelmatig voorkwam. Bach kon zich nauwelijks veroorloven om een compositie te schrijven waarvoor de bestemming niet tevoren vaststond. Componeren alleen vanuit innerlijke scheppingsdrang was ten tijde van Bach nog niet gebruikelijk; een componist was meer een muzikaal handwerksman. Naast de vele composities voor kerkelijk gebruik schreef Bach ook belangrijke muzikale studies. Enkele daarvan - Das wohltemperierte Klavier en Die Kunst der Fuge – zijn zo beroemd geworden, dat ze tot in onze tijd worden bestudeerd, gespeeld en bewerkt. Johann Sebastian Bach schreef in totaal meer dan duizend composities voor solo-instrumenten, orkesten en de menselijke stem in kleine en grote bezettingen. Bij het grote publiek zijn vooral bekend en geliefd geworden de zes Brandenburgse Concerten, de Johannes Passion, de Matthäus Passion, het Weihnachtsoratorium en de Mis in H-moll, nu bekend als Hohe Messe.

JOHANNES PASSION

In de Johannes Passion zet Bach het lijdensverhaal van Jezus op muziek zoals dat verteld wordt in het bijbelboek Johannes. Hij voerde het stuk voor het eerst uit in de Vesperdienst van Goede Vrijdag (de vrijdag voor Pasen) in Leipzig. Het was de eerste passiemuziek die hij als cantor in Leipzig schreef. De rode draad in de Johannes Passion is de bijbeltekst die traditioneel op Goede Vrijdag gelezen wordt, Johannes 18 en 19. Jezus wordt gevangen, voor Kajafas en Pilatus geleid, veroordeeld, gekruisigd en sterft. De bijbeltekst wordt voorgedragen door de tenorsolist (de evangelist) en de verschillende rollen (Jezus, Pilatus, de discipelen, het volk) worden ingevuld door de andere

| 9

zangers. Op sleutelmomenten voegde Bach bekende kerkliederen toe, die hij door het hele ensemble liet zingen en spelen. Voor de solo-aria’s gebruikte hij poëzie uit populaire passiebundels van Barthold Heinrich Brockes, Christian Weise en Christian Heinrich Postel. Het passieverhaal zoals dat wordt verteld in het evangelie van Johannes, verschilt van dat in de drie andere evangeliën – die van Matteüs, Lucas en Marcus. De nadruk ligt bij Johannes op de goddelijke afkomst van Jezus. Door het lijden heen blijft die goddelijke afkomst steeds een rol spelen, Jezus wordt nergens zo menselijk als in de andere evangeliën. Hij is niet bang en weet alles wat er gaat gebeuren, dus ook dat de kruisdood het einde niet zal zijn. Dit blijkt al meteen in het openingskoor: Christus wordt aangeroepen als ‘Herrscher dessen Ruhm in allen Landen herrlich ist’ . Dit in tegenstelling tot het openingskoor in de Matthäus Passion waarin het gaat over het lam dat naar de slachtbank wordt gevoerd. Bach geeft met zijn muziek vaak een extra lading aan de tekst. Vrij directe tekstuitbeelding is te vinden in veel van de recitatieven, bijvoorbeeld als de evangelist vertelt hoe Jezus gegeseld wordt. Zowel in de zangpartij als in de begeleiding van het continuo wordt het geselen duidelijk hoorbaar gemaakt. In de aria ‘Ach mein Sinn’ wordt de onrust en de wroeging van Petrus ondersteund door de strijkers. De begeleiding is onstuimig en onrustig en de aria eindigt abrupt. In de korte koorstukken wordt veel geroepen, geschreeuwd en gescholden. Bach onderstreept in zijn muziek het geschreeuw en gejoel. In het koor ‘Bist du nicht’ bijvoorbeeld, zetten de stemmen steeds sneller en steeds korter na elkaar in, zodat het net lijkt of er steeds meer mensen gaan roepen. Het koraal ‘Durch dein Gefängnis Gottes Sohn’ vormt het hart van de passie. Veel van de snelle tutti-koren die voor dit koraal gezongen zijn, komen er na weer terug, maar dan met een andere tekst en in omgekeerde volgorde (zoals bijvoorbeeld ‘Wir haben ein Gesetz’ – ‘Lässest du diesen los’ of ‘Sei gegrüßet’ – ‘Schreibe nicht’). Bovendien vat het koraal de essentie van de passie nog eens samen: ‘Durch dein Gefängnis Gottes Sohn, muss uns die Freiheit kommen’. Bach voerde de Johannes Passion vaak uit. Na de première, in 1725, verving hij het openingskoor ‘Herr unser Herrscher’ door de koraalbewerking ‘O Mensch bewein dein Sünde groß’ (later gebruikt als slot van het eerste deel van de Matthäus Passion). Ook verschillende aria’s werden geschrapt of vervangen. Bij latere uitvoeringen greep hij grotendeels terug op zijn eerste versie.

10 |

JOHANN SEBASTIAN BACH: JOHANNES PASSION BWV 245

Erster Teil Chor: Herr, unser Herrscher, dessen Ruhm in allen Landen herrlich ist! Zeig’uns durch deinen Passion dass du, der wahre Gottessohn zu aller Zeit, auch in der grössten Niedrigkeit, verherrlicht worden bist.

Eerste Deel Heer, onze Heerser, wiens roem in alle landen verheerlijkt wordt! Toon ons, door uw lijdensweg dat u, de ware zoon van God,voor altijd en in alle nederigheid verheerlijkt wordt.

Evangelist: Jesus ging mit seinen Jüngern über den Bach Kidron, da war der Garten, darein ging Jesus und seine Jünger. Judas aber, der ihn verriet, wusste den Ort auch, denn Jesus versammelte sich oft daselbst mit seinen Jüngern. Da nun Judas zu sich hatte genommen die Schar, und der Hohenpriester und Pharisäer Diener, kommt er dahin mit Fakkeln, Lampen und mit Waffen; Als nun Jesus wusste alles, was ihm begegnen sollte, ging er hinaus und sprach zu ihnen:.

Jezus ging met zijn leerlingen naar de overkant van de beek Kidron, waar hij met zijn leerlingen een boomgaard inging; Ook Judas, zijn verrader, kende die plaats, want Jezus en zijn leerlingen waren daar vaker bij elkaar gekomen. Ook Judas ging erheen met een aantal soldaten en tempelwachters van de opperpriesters en Farizeeërs. Zij hadden fakkels, lantaarns en wapens. Jezus, die wist wat hem te wachten stond, ging hen tegemoet en sprak:

Jesus: Wen suchet ihr?

Wie zoeken jullie?

Evangelist: Sie antworteten ihm

Zij antwoordden

Chor: Jesum von Nazareth

Jezus van Nazareth.

Evangelist: Jesus spricht zu ihnen

Jezus zei hen

Jesus: Ich bin’s

Dat ben ik

Evangelist: Judas aber, der ihn verriet, stund auch bei ihnen. Als nun Jesus zu ihnen sprach: ‘Ich bin’s!’ Wichen sie zurück, und fielen zu Boden. Da fragete er sie abermal:

Judas, de verrader, stond er ook bij. Bij Jezus’ woorden: ‘Dat ben ik’ deinsden ze terug en vielen op de grond. Hij vroeg hen nogmaals:

Jesus: Wen suchet ihr?

Wie zoeken jullie?

| 11

Evangelist: Sie aber sprachen En zij zeiden

Chor: Jesum von Nazareth Jezus van Nazareth.

Evangelist: Jesus antwortete

Jezus antwoordde

Jesus: Ich hab’s euch gesagt, dass ich’s sei: suchet ihr denn mich, so lasset diesen gehen!’

Ik heb u al gezegd dat ik dat ben. Als het om mij gaat, laat hen dan gaan!

Choral: O grosse Lieb’,o Lieb’ ohn’ alle Masse, Die dich gebracht hat auf diese Marterstrasse. Ich lebte mit der Welt in Lust und Freuden, und du musst leiden

O grote liefde, o onmetelijke liefde, die u op deze martelweg bracht. Ik leefde in een wereld, vol lust en vreugde terwijl u moet lijden

Evangelist: Auf dass das Wort erfüllet würde, welches er sagte: Ich habe der keine verloren die du mir gegeben hast. Da hatte Simon Petrus ein Schwert, und er zog es aus, und schlug nach des Hohenpriesters Knecht und hieb ihm sein recht’ Ohr ab; und der Knecht hiess Malchus. Da sprach Jesus zu Petro

Zo ging in vervulling wat hij eens gezegd had:”van hen die u mij hebt toevertrouwd, heb ik niemand verloren laten gaan” Toen trok Simon Petrus zijn zwaard: hij sloeg naar de knecht van de hogepriester en hakte diens rechteroor af. Malchus heette de man. Toen zei Jezus tegen Petrus

Jesus: Stecke dein Schwert in die Scheide! Soll ich den Kelch nicht trinken , den mir mein Vater gegeben hat?

Steek je zwaard in de schede: moet ik de lijdensbeker niet drinken, die mijn vader mij heeft gegeven?

Choral: Dein Will’ gescheh’, Herr Gott zugleich auf Erden wie im Himmelreich. Gib uns Geduld in Leidenszeit, Gehorsamsein in Lieb’ und Leid, wehr’und steur’ allem Fleisch und Blut, das wider deinen Willen tut.

Uw wil geschiede, oh God, zowel op aarde als in de hemel. Geef ons geduld in lijdenstijd, in lief en leed gehoorzaamheid, houd alles tegen van vlees en bloed dat tegen uw wil in gaat.

Evangelist: Die Schar aber und der Oberhauptmann, und die Diener der Juden nahmen Jesum und bunden ihn, und führeten ihn aufs erste zu Hannas, der war Caiphas Schwäher, welcher des Jahres Hoherpriester war. Es war aber Caiphas, der den Juden riet,’es

De soldaten en hun aanvoerder en de mensen van de tempelwacht arresteerden Jezus en deden hem de boeien om en brachten hem eerst naar Annas, de schoonvader van Kajafas die dat jaar hogepriester was. Diezelfde Kajafas had de joodse

12 |

wäre gut, dass ein Mensch würde umbracht für das Volk.

leiders de raad gegeven: ‘het is beter dat er één man sterft voor het volk’.

Alt: Von den Stricken meiner Sünden mich zu entbinden, wird mein Heil gebunden. Mich von alle Lasterbeulen völlig zu heilen lässt er sich verwunden

Om mij uit de wurggreep van mijn zonden te bevrijden word mijn Heiland vastgebonden. Om mij van alle zonden volkomen te genezen laat hij zich verwonden

Evangelist: Simon Petrus aber folgete Jesu nach, und ein and’rer Jünger

Simon Petrus en een andere leerling volgden Jezus

Sopran: Ich folge dir gleichfalls mit freudigen Schritten und lasse dich nicht, mein Leben, mein Licht. Befördre den Lauf und höre nicht auf selbst an mir zu ziehen, zu schieben, zu bitten.

Ik volg u ook eveneens met verheugde stappen en verlaat u niet, mijn leven, mijn licht. Help mij op mijn weg en houd niet op me aan te trekken mij te duwen en mij aan te sporen.

Evangelist: Derselbige Jünger war dem Hohenpriester bekannt, und ging mit Jesu hinein in des Hohenpriesters Palast. Petrus aber stund draussen vor der Tür. Da ging der andere Jünger, der dem Hohenpriester bekannt war, hinaus, und redete mit der Türhüterin und führete Petrum hinein. Da sprach die Magd, die Türhüterin zu Petro:

Die andere discipel was een kennis van de hogepriester; daarom ging hij samen met Jezus het huis van die hogepriester in. Petrus stond echter buiten voor de poort. De andere leerling, die de hogepriester kende, kwam naar buiten en praatte met de portierster en bracht Petrus naar binnen. Het meisje bij de poort vroeg aan Petrus:

Türhüterin: Bist du nicht dieses Menschen Jünger einer?’

Ben jij ook niet een leerling van die man?’

Evangelist: Er sprach: Hij zei:

Petrus: Ich bin’s nicht! Dat ben ik niet!

Evangelist: Es stunden aber die Knechte und Diener, und hatten ein Kohlfeu’r gemacht (denn es war kalt) und wärmeten sich. Petrus aber stund bei ihnen und wärmete sich. Aber der Hohepriester fragte Jesum um seine Jünger und um seine Lehre. Jesus antwortete ihm:

Omdat het koud was hadden de knechten en de bewakers een vuur van houtskool aangelegd waar ze zich bij stonden te warmen. Ook Petrus ging erbij staan om zich te warmen. De hogepriester stelde Jezus vragen over zijn volgelingen en zijn leer. Jezus antwoordde:

| 13

Jesus: Ich habe frei, öffentlich geredet vor der Welt. Ich habe allzeit gelehret in der Schule un in dem Tempel, da alle Juden zusammen kommen, und habe nichts im Verborg’nen gered’t Was fragest du mich darum? Frage die darum, die gehöret haben, was ich zu ihnen geredet habe. Siehe dieselbigen wissen, was ich gesaget habe!

Ik heb altijd vrijuit in het openbaar gesproken. Steeds heb ik onderwezen in een synagoge of in de tempel waar alle Joden samenkomen en heb niets in het geheim gezegd. Waarom ondervraagt u mij dan? Vraag mijn toehoorders wat ik hen verteld heb. Zij weten wat ik gezegd heb!’

Evangelist: Als er aber solches redete, gab der Diener einer, die dabei stunden, Jesu einen Backenstreich und sprach:

Toen hij dat zei gaf een van zijn bewakers hem een klap in het gezicht en zei:

Diener: Solltest du dem Hohenpriester also antworten?

Is dat een manier om de hogepriester te antwoorden?

Evangelist: Jesus aber antwortete:

En Jezus antwoordde:

Jesus: Hab’ ich übel gered’t, so beweise es, dass es böse sei; hab’ ich aber recht gered’t, was schlägest du mich?

Als ik iets verkeerd gezegd heb, zeg dan wat verkeerd was, maar als het juist was wat ik zei, waarom sla je me dan?

Choral: Wer hat dich so geschlagen, mein Heil, und dich mit Plagen so übel zugericht’t? Du bist ja nicht ein Sünder wie wir und unsre Kinder von Missetaten weisst du nicht Ich, ich und meine Sünden, die sich wie Körnlein finden des Sandes an dem Meer, die haben nicht erreget, das Elend das dir schläget, und das betrübte Marterheer.

Wie heeft u zo geslagen, mijn Heiland, en u met klappen zo toegetakeld? U bent toch geen zondaar zoals wij en de onze kinderen. Van misdaden weet u niets. Ik en al mijn zonden, zo ontelbaar als zandkorrels aan het strand, die zijn de oorzaak van de ellende die u treft, en het bedroefde leger martelaren.

Evangelist: Und Hannas sandte ihn gebunden zu dem Hohenpriester Caiphas; Simon Petrus stund und wärmete sich; da sprachen sie zu ihm

Toen stuurde Annas hem geboeid naar Kajafas, de hogepriester. Simon Petrus stond zich nog steeds bij het vuur te warmen en men vroeg hem:

Chor:‘Bist du nicht seiner Jünger einer?

Ben jij niet één van zijn discipelen?

Evangelist: Er leugnete aber und Hij ontkende echter en zei

14 |

sprach

Petrus: Ich bin’s nicht! Dat ben ik niet!

Evangelist: Spricht des Hohenpriesters Knecht einer, ein Gefreund’ter dess, dem Petrus das Ohr abgehauen hatte:

Toen vroeg een van de dienaars van de hogepriester, een familielid van de man van wie Petrus het oor had afgeslagen:

Diener: Sahe ich dich nicht ihm Garten bei ihm?

Heb ik je niet bij hem in de boomgaard gezien?

Evangelist: Da leugnete Petrus abermal, und also bald krähete der Hahn. Da gedachte Petrus an die Worte Jesu und ging hinaus und weinete bitterlich.

Petrus ontkende echter opnieuw, en meteen kraaide er een haan. En Petrus herinnerde zich wat Jezus gezegd had, en hij ging de poort uit en huilde bittere tranen.

Tenor: Ach, mein Sinn wo willst du endlich hin; wo soll ich mich erquicken? Bleib’ ich hier, oder wünsch ich mir oder wünsch ich mir Berg und Hügel auf den Rücken? Bei der Welt ist gar kein Rat, und im Herzen steh’n die Schmerzen meiner Missetat, weil der Knecht den Herrn verleugnet hat.

Ach, waar moet ik met mijn gedachten heen? Waar kan ik troost vinden? Blijf ik hier of wil ik liever een last als heuvels en bergen op mijn rug voelen? Ik weet me hier op aarde geen raad en in mijn hart blijft de pijn van mijn misdaad omdat de knecht zijn meester verloochend heeft

Choral: Petrus, der nicht denkt zurück seinen Gott verneinet der doch auf ein’n ernsten Blick, bitterlichen weinet;Jesu blicke mich auch an,wenn ich nicht will büssen. Wwenn ich Böses hab’ getan rühre mein Gewissen.

Petrus, die niet terug wil denken heeft zijn God verloochend maar die bij een ernstige blik bittere tranen huilt; Jezus, kijk ook mij aan, als ik zonder berouw het kwade heb gedaan, beroer dan mijn geweten.

Zweiter Teil Choral: Christus, der uns selig macht, kein Bös’s hat begangen, der ward für uns in der Nacht als ein Dieb gefangen, geführt vor gottlose Leut’ und fälschlich verklaget, verlacht, verhöhnt und verspeit, wie denn die Schrift saget

Tweede Deel Christus die ons zalig maakt heeft geen kwaad gedaan. Hij is, voor ons, in de nacht als een dief opgepakt, opgebracht door goddelozen en vals beschuldigd uitgelachen, weg-gehoond en bespuwd zoals in de schrift te lezen is.

Evangelist: Da führeten sie Jesum von Caiphas vor das Richthaus, und

Van Kajafas brachten ze Jezus naar het gerechtsgebouw. Het was vroeg

| 15

es war frühe. Und sie gingen nicht in das Richthaus, auf dass sie nicht unrein würden, sondern Ostern essen möchten. Da ging Pilatus zu ihnen hinaus und sprach:

in de morgen. Zelf gingen ze niet naar binnen, ze moesten rein blijven, anders konden ze het paasmaal niet eten. Pilatus kwam naar buiten en sprak:

Pilatus: Was bringet ihr für Klage wider diesen Menschen?

Waarvan beschuldigt u deze man?

Evangelist: Sie antworteten und sprachen zu ihm:

Zij antwoordden

Chor: Wäre dieser nicht ein Übeltäter. Wir hätten dir ihn nicht überantwortet.

Als hij geen misdadiger is, zouden we hem niet voorgeleid hebben.

Evangelist: Da sprach Pilatus zu ihnen:

Pilatus antwoordde hen:

Pilatus: So nehmet ihr ihn und richtet ihn nach eurem Gesetze!

Neem hem dan mee en berecht hem volgens jullie eigen wetten.

Evangelist: Da sprachen die Juden zu ihm:

De joden zeiden tegen hem

Chor: Wir dürfen niemand töten!

Wij mogen niemand doden!’

Evangelist: Auf dass erfüllet würde das Wort Jesu, welches er sagte, da er deutete, welches Todes er sterben würde. Da ging Pilatus wieder hinein in das Richthaus und rief Jesum und sprach zu ihm

Zo gingen de woorden van Jezus in vervulling waarin hij voorspelde op welke manier hij zou sterven. Pilatus ging weer naar binnen en liet Jezus bij zich roepen en sprak:

Pilatus: Bist du der Juden König?

Bent u de koning van de Joden?

Evangelist: Jesus antwortete:

Jezus antwoordde:

Jesus: Redest du das von dir selbst, oder haben’s dir andere von mir gesagt?

Stelt u me deze vraag uit uzelf of hebben anderen dat over mij gezegd?’

Evangelist: Pilatus antwortete:

Pilatus zei:

Pilatus: Bin ich ein Jude? Dein Volk und die Hohenpriester haben dich mir überantwortet; was hast du getan?

Ben ik soms een Jood. Het is uw volk en de hogepriesters, die u bij mij hebben voorgeleid. Wat heeft u

16 |

gedaan?

Evangelist: Jesus antwortete:

Jezus antwoordde

Jesus: Mein Reich ist nicht von dieser Welt; wäre mein Reich von dieser Welt, meine Diener würden darob kämpfen, dass ich den Juden nicht überantwortet würde aber, nun ist mein Reich nicht von dannen

Mijn rijk is niet van deze wereld; als dat zo was dan hadden mijn dienaars wel gevochten om mij uit de handen van de joden te houden. Nee, mijn rijk is niet van hier

Choral: Ach grosser König, gross zu allen Zeiten, wie kann ich g’nugsam diese Treu’ ausbreiten? Kein’s Menschen Herze mag indes ausdenken was dir zu schenken. Ich kann’s mit meinen Sinnen nicht erreichen, womit doch dein Erbarmen zu vergleichen. Wie kann ich dir denn deine Liebestaten im Werk erstatten?

Ach grote koning, groot ten allen tijden, hoe kan mijn trouw aan U nog groter? Geen mensenhart kan omvatten wat U te schenken. Ik kan onmogelijk bedenken waarmee ik uw barmhartigheid kan vergelijken. Wat kan ik uitrichten om Uw liefde te vergoeden

Evangelist: Da sprach Pilatus zu ihm:

Toen zei Pilatus tegen hem

Pilatus: So bist du dennoch ein König?

Bent u dan toch een koning?

Evangelist: Jesus antwortete:

Jezus antwoordde:

Jesus: Du sagt’s ich bin ein König. Ich bin dazu geboren und in die Welt kommen, dass ich die Wahrheit zeugen soll. Wer aus der Wahrheit ist, der höret meine Stimme

U zegt dat ik een koning ben. Ik ben op de wereld gekomen om te getuigen van de waarheid. Iedereen die geeft om de waarheid hoort mijn stem.

Evangelist: Spricht Pilatus zu ihm:

Pilatus vroeg hem:

Pilatus: Was ist Wahrheit?

Wat is waarheid?

Evangelist: Und da er das gesaget, ging er wieder hinaus zu den Juden und spricht zu ihnen:

Toen ging Pilatus weer naar buiten en zei tegen de Joden

Pilatus: Ich finde keine Schuld an ihm. Ihr habt aber eine Gewohnheit, dass ich euch einen losgebe: wollt ihr nun, dass ich euch der Juden König

Ik kan niets vinden waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt. Maar het is de gewoonte dat ik (met Pasen) iemand vrijlaat. Willen Julie nu dat ik

| 17

losgebe? de koning der joden vrijlaat??’

Evangelist: Da schrieen sie wieder allesamt und sprachen

De menigte schreeuwde opnieuw:

Chor: Nicht diesen, sondern Barrabam!

‘Nee, hem niet, maar Barrabas!’

Evangelist: Barrabas aber war ein Mörder. Da nahm Pilatus Jesum und geisselte ihn.

Barrabas was een moordenaar. Toen liet Pilatus Jezus geselen.

Bas: Betrachte meine Seel’ mit ängstlichem Vergnügen mit bittern Lasten hart beklemmt von Herzen dein höchstes Gut in Jesu Schmerzen, wie dir auf Dornen so ihn stechen die Himmelsschlüsselblume blüht Du kannst viel süsse Frucht von seinen Wermut brechen drum sieh’ ohn’ Unterlass auf Ihn

Aanschouw, mijn ziel, met angstig genoegen, met bittere vreugde en met beklemd hart, je hoogste goed in Jezus’ smarten; hoe voor jou op de doornen, die hem steken de hemel-sleutelbloemen bloeien. Je kunt vele zoete vruchten van zijn bitterheid plukken; houdt hem daarom steeds in het oog.

Tenor: Erwäge, wie sein blutgefärbter Rücken, in allen Stücken dem Himmel gleiche geht! Daran, nachdem die Wasserwogen von unsrer Sündflut sich verzogen, der allerschönste Regenbogen als Gottes Gnadenzeichen steht!

Bedenk dat zijn bebloede rug in alle opzichten op de hemel lijkt! Waaraan, nadat de golven van onze zonde zich hebben teruggetrokken, de allermooiste regenboog als teken van Gods genade ontstaat!

Evangelist: Und die Kriegsknechte flochten eine Krone von Dornen und setzten sie auf sein Haupt, und legten ihm ein Purpurkleid an und sprachen:

De soldaten vlochten een krans van doornige takken, zetten die op zijn hoofd en deden hem een purperrode mantel om en zeiden:

Chor: Sei gegrüsset, lieber Judenkönig!

Wees Gegroet, koning van de Joden

Evangelist: Und gaben ihm Backenstreiche. Da ging Pilatus wieder heraus und sprach zu ihnen:

En sloegen hem in het gezicht. Pilatus kwam weer naar buiten en zei tegen hen

Pilatus: Sehet ich führe ihn heraus zu euch, dass ihr erkennet, dass ich keine Schuld an ihm finde.

Kijk, ik breng hem nu naar buiten, zodat jullie zien dat ik geen schuld bij hem kan vinden.

18 |

Evangelist: Also ging Jesus heraus, und trug eine Dornenkrone und Purpurkleid. Und er sprach zu ihnen:

En zo ging Jezus naar buiten met de doornenkroon op en de purperrode mantel om. Hij zei

Pilatus: Sehet, welch ein Mensch!

Kijk toch, wat een mens!!

Evangelist: Da ihn die Hohenpriester und die Diener sahen, schrieen sie und sprachen:

Toen de opperpriesters en hun mannen hem zagen schreeuwden zij

Chor: Kreuzige, kreuzige!

Aan het kruis met hem!

Evangelist: Pilatus sprach zu ihnen:

Pilatus zei tegen hen:

Pilatus: Nehmet ihr ihn hin und kreuziget ihn; denn ich finde keine Schuld an ihm!

Neem hem dan maar mee en kruisig hem zelf, want volgens mij is hij onschuldig

Evangelist: Die Juden antworteten ihm:

De Joden antwoordden hem:

Chor: Wir haben ein Gesetz, und nach dem Gesetz soll er sterben, denn er hat sich selbst zu Gottes Sohn gemacht’

Wij hebben een wet, die zegt dat hij moet sterven omdat hij zich heeft uitgegeven voor de Zoon van God’

Evangelist: Da Pilatus das Wort hörete, fürchtet’ er sich noch mehr und ging wieder hinein in das Richthaus, und sprach zu Jesu

Toen Pilatus dit hoorde, werd hij nog ongeruster. Hij ging zijn paleis weer binnen en vroeg aan Jezus:

Pilatus: Von wannen bist du?

Waar komt u vandaan?

Evangelist: Aber Jesus gab ihm keine Antwort. Da sprach Pilatus zu ihm:

Maar Jezus gaf geen antwoord. Pilatus zei hem:

Pilatus: Redest du nicht mit mir? Weissest du nicht dass ich Macht habe, dich zu kreuzigen, und Macht habe dich loszugeben?

Wilt u niet tegen mij praten? Weet u niet dat ik de macht heb om u vrij te laten maar ook om u te laten kruisigen?

Evangelist: Jesus antwortete:

Jezus antwoordde:

Jesus: Du hättest keine Macht über mich, wenn sie dir nicht wäre von oben herab gegeben; Darum, der mich dir

U zou helemaal geen macht over mij hebben, als die u niet van boven af gegeven was. Daarom ligt de

| 19

überanwortet hat der hat gröss’re Sünde.

grootste schuld bij hem die mij aan u heeft uitgeleverd’

Evangelist: Von dem an trachtete Pilatus, wie er ihn losliesse

Daarna deed Pilatus alle moeite om hen vrij te laten

Choral: Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn, ist uns die Freiheit kommen. Dein Kerker ist der Gnadentrohn, die Freistatt aller Frommen, denn gingst du nicht die Knechtschaft ein, müsst’ uns’re Knechtschaft ewig sein.

Door uw gevangenis, zoon van God, moet voor ons de vrijheid komen. Uw kerker is de troon van genade, de vrijplaats voor alle gelovigen. Want als u de slavernij niet had aanvaard, zou onze slavernij eeuwig zijn.

PAUZE

Choral: Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn, ist uns die Freiheit kommen. Dein Kerker ist der Gnadentrohn, die Freistatt aller Frommen, denn gingst du nicht die Knechtschaft ein, müsst’ uns’re Knechtschaft ewig sein.

Door uw gevangenis, zoon van God, moet voor ons de vrijheid komen. Uw kerker is de troon van genade, de vrijplaats voor alle gelovigen. Want als u de slavernij niet had aanvaard, zou onze slavernij eeuwig zijn.

Evangelist: Die Juden aber schrieen und sprachen:

Maar de Joden schreeuwden:

Chor: Lässest du diesen los, so bist du des Kaisers Freund nicht, denn wer sich zum Könige machet, der ist wider den Kaiser

Als u deze man vrijlaat bent u geen vriend van de keizer! Want ieder die zich koning noemt is tegen de keizer

Evangelist: Da Pilatus das Wort hörete, führete er Jesum heraus und setzte sich auf den Richtstuhl, an der Stätte die da heisset: Hochpflaster, auf Ebräisch aber: Gabbatha. Es war aber der Rüsttag in Ostern, um die sechste Stunde und er sprach zu den Juden:

Toen Pilatus dat hoorde liet hij Jezus naar buiten brengen; Hij nam plaats op de rechterstoel op het zogeheten Stenen Plaveisel: ‘Gabbatta’ in het Hebreeuws. Het was ongeveer twaalf uur in de middag van de dag waarop men het Paasfeest voorbereidde en vroeg aan de Joden:

Pilatus: Sehet, das ist euer König!’

Kijk dit is jullie koning

Evangelist: Sie schrieen aber:

Zij schreeuwden:

Chor: Weg, weg mit dem, kreuzige ihn!

Weg, weg met hem, aan het kruis met hem!

20 |

Evangelist: Spricht Pilatus zu ihnen:

Pilatus vroeg hen:

Pilatus: Soll ich euren König kreuzigen?

Moet ik jullie koning laten kruisigen?

Evangelist: Die Hohenpriester antworteten:

En de hogepriesters antwoordden:

Chor: Wir haben keinen König, denn den Kaiser.’

De enige koning die we hebben is de keizer.’

Evangelist: Da überantwortete er ihn, dass er gekreuziget würde. Sie nahmen aber Jesum und führeten ihn hin. Und er trug sein Kreuz, und ging hinaus zur Stätte, die da heisset Schädelstätt welches heisset auf Ebräisch: Golgatha

Toen leverde hij Jezus aan hen uit om hem te kruisigen. Ze namen Jezus mee. Zelf droeg hij het kruis de stad uit naar de zogenaamde Schedelplaats: in het Hebreeuws Golgota.

Bass mit Chor: Eilt, ihr angefocht’nen Seelen geht aus euren Marterhöhlen, eilt Wohin? eilt nach Golgatha ! Nehmet an des Glaubens Flügel, flieht Wohin? flieht zum Kreuzes Hügel, eure Wohlfahrt blüht allda!

Haast u, zwaar beproefde zielen, verlaat uw martelkelders, haast u Waarheen? haast u naar Golgotha ! Gebruik de vleugels van het geloof Waarheen? naar de heuvel van het kruis, uw welzijn vind u daar!

Evangelist: Allda kreuzigten sie ihn, und mit ihm zween andere zu beiden Seiten, Jesum aber mitten inne. Pilatus aber schrieb eine Überschrift, und setzte sie auf das Kreuz, und war geschrieben: ´Jesus von Nazareth, der Juden König’. Diese Überschrift lasen viel Juden, denn die Stätte war nahe bei der Stadt, da Jesus gekreuziget ist. Und es war geschrieben auf Ebräische, Griechische und Lateinische Sprache. Da sprachen die Hohenpriester der Juden zu Pilato:

Daar kruisigden ze hem, samen met twee anderen, de een links, de ander rechts, jezus in het midden. Pilatus had ook een bord met een opschrift laten maken dat op het kruis werd vastgemaakt. De tekst ervan luidde:’Jezus van Nazareth, de koning van de Joden’ Dat werd door heel wat Joden gelezen, want de plaats waar Jezus werd gekruisigd, lag even buiten de stad, het stond er in het Hebreeuws, in het Latijn en in het Grieks. De hogepriesters zeiden tegen Pilatus:

Chor: Schreibe nicht: der Juden König, sondern dass er gesaget habe:Ich bin der Juden König!’

Er moet niet staan: de koning van de Joden, maar hij heeft gezegd: Ik ben de koning van de Joden.’

Evangelist: Pilatus antwortete: Pilatus antwoordde:

| 21

Pilatus: Was ich geschieben habe, das habe ich geschrieben.’

Wat ik geschreven heb blijft geschreven

Choral: In meines Herzens Grunde, dein Nam’ und Kreuz allein funkelt all’ Zeit und Stunde. Drauf kann ich fröhlich sein. Erschein mir in dem Bilde zu Trost in meiner Not, wie du, Herr Christ, so milde, dich hast geblut’t zu Tod.

In de grond van mijn hart blijft uw naam en kruis ten alle tijden schijnen, daarom kan ik blij zijn. Laat het beeld in mij verschijnen, tot troost in mijn ellende, van hoe u, Christus,zo mild bent doodgebloed.

Evangelist: Die Kriegsknechte aber, da sie Jesum gekreuziget hatten, nahmen seine Kleider und machten vier Teile, einem jeglichen Kriegesknechte sein Teil, dazu auch den Rock. Der Rock aber war ungenähet, von oben an gewürket durch und durch. Da sprachen sie untereinander:

Toen de soldaten Jezus gekruisigd hadden, pakten zij zijn kleren en verdeelden die in vieren: elke soldaat een stuk. Toen bleef zijn onderkleed nog over. Het was aan een stuk geweven en had nergens een naad Zij zeiden tegen elkaar

Chor: Lasset uns den nicht zerteilen, sondern darum losen, wess er sein soll

Laten we het niet verscheuren maar erom om loten wie het krijgt

Evangelist: Auf dass erfüllet würde die Schrift, die da saget: Sie haben meine Kleider unter sich geteilet, und haben über meinen Rock das Los geworfen’. Solches taten die Kriegesknechte. Es stund aber bei dem Kreuze Jesu seine Mutter und seiner Mutter Schwester, Maria, Cleophas’ Weib und Maria Magdalena. Da nun Jesus seine Mutter sahe und den Jünger dabei stehen, den er lieb hatte, spricht er zu seiner Mutter:

Zodat in vervulling moest gaan wat er in de schrift stond: Ze hebben mijn kleren onder elkaar verdeeld; ze hebben gedobbeld om mijn onderkleed.’ Dat hebben de soldaten gedaan Bij het kruis stonden Jezus’ moeder met haar zuster, Maria de vrouw van Klopas en Maria Magdalena. Toen Jezus zijn moeder zag en de leerlingen die hij liefhad, zei hij tegen zijn moeder:

Jesus: Weib! Siehe, das ist dein Sohn!’

Vrouw,Zie, dat is uw zoon!

Evangelist: Darnach spricht er zu dem Jünger:

En tegen zijn leerlingen:

Jesus:Siehe das ist deine Mutter!

Zie, Zij is jullie moeder

22 |

Choral: Er nahm alles wohl in acht in der letzten Stunde seine Mutter noch bedacht setzt ihr ein’n Vormunde O Mensch, mach Richtigkeit Gott und Menschen liebe, stirb darauf ohn’ alles Leid und dich nicht betrübe

Hij droeg zorg voor alles. Tot in zijn laatste uur dacht hij nog aan zijn moeder en gaf haar een voogd. O mens, breng alles op orde, heb God en de mensen lief, sterf dan zonder enig lijden en wees niet bedroefd!

Evangelist: Und von Stund’ an nahm sie der Jünger zu sich. Danach, als Jesus wusste, dass schon alles vollbracht war, dass die Schrift erfüllet würde, spricht er:

Van die dag af heeft de leerling haar bij zich in huis genomen. Jezus wist nu dat alles volbracht was om de schrift in vervulling te laten gaan en zei hij:

Jesus: Mich dürstet

Ik heb dorst

Evangelist: Da stund ein Gefässe voll Essigs. Sie fülleten aber einen Schwamm mit Essig und legten ihn um einen Isoppen und hielten es ihm dar zum Munde. Da nun Jesus den Essig genommen hatte sprach er:

Er stond daar een kruik vol landwijn; ze maakten er een spons mee nat, staken die op een hysoptak en brachten de spons aan zijn lippen Toen Jezus van die wijn gedronken had zei hij:

Jesus: Es ist vollbracht

Het is volbracht

Alt: Es ist vollbracht. O Trost für die gekränkten Seelen die Trauernacht. lässt mich die letzte Stunde zählen. Der Held aus Juda siegt mit Macht und schliesst den Kampf Es ist vollbracht!

Het is volbracht! O troost voor gekwetste zielen. Van de nacht van treurnis breekt het laatste uur aan. De held van Juda zal machtig zegevieren en staakt de strijd. Het is volbracht!

Evangelist: Und neigte das Haupt und verschied.

Toen boog hij zijn hoofd en stierf

Bass mit Chor: Mein teurer Heiland, lass dich fragen: da du nunmehr an’s Kreuz geschlagen, und selbst gesaget: Es ist vollbracht! Bin ich vom Sterben freigemacht? Kann ich durch deine Pein und Sterben das Himmelreich ererben? Ist aller Welt Erlösung da? Du kannst vor Schmerzen zwar nichts sagen, doch neigest du das Haupt und sprichst stillschweigend: Ja! Jesu der du warest tot, lebest nun ohn’ Ende in der letzten Todesnot nirgend

Mijn dierbare heiland, mag ik u vragen nu u aan het kruis geslagen bent en zelf gezegd hebt: het is volbracht Ben ik van het sterven bevrijd? Kan ik door de pijn en sterven het hemelrijk erven? Is er nu verlossing voor iedereen? U kunt door de pijn niet praten maar U buigt uw hoofd en spreekt stilzwijgend : Ja! Jezus die nu gestorven is. zal nu eeuwig leven in de laatste

| 23

mich hinwende als zu dir, der mich versühnt! O mein trauter Herre gib mir nur, was du verdient mehr ich nicht begehre.

doodsnood kan ik nergens anders heen dan naar U, die mij verzoent! O mijn lieve heer geef mij slechts, wat U heeft verdient meer verlang ik niet

Evangelist: Und siehe da, der Vorhang im Tempel zerriss in zwei Stück von oben an bis unten aus. Und die Erde erbebete und die Felsen zerrissen, und die Gräber taten sich auf, und stunden auf viele Leiber der Heiligen

Op dat moment scheurde het gordijn in de tempel in tweeën van boven tot onderen. Er volgde een aardbeving en de rotsen braken in stukken. Graven gingen open en de lichamen van vele heilige mensen, die gestorven waren stonden op.

Tenor: Mein Herz, indem die ganze Welt, bei Jesu Leiden gleichfalls leidet, die Sonne sich in Trauer kleidet, der Vorhang reisst, der Fells zerfällt die Erde bebt, die Gräber spalten weil sie den Schöpfer sehn erkalten, was willst du deines Ortes tun?

Mijn hart, nu de hele wereld, door het lijden van Jezus eveneens lijdt, nu de zon zich in rouw kleedt, de gordijnen scheuren, der rotsen splijten, de aarde beeft, de graven zich openen omdat ze de schepper zien verstijven. wat zou jij in jouw plaats doen?

Sopran: Zerfliesse mein Herze, in Fluten der Zähren dem Höchsten zu ehren! Erzähle der Welt und dem Himmel die Not dein Jesus ist tot!

Vloei uiteen, mijn hart, in stromen van tranen om de hoogste te eren! Vertel de wereld en de hemel van de ramp Uw Jezus is dood!

Evangelist: Die Juden aber, dieweil es der Rüsttag war, dass nicht die Leichname am Kreuze blieben den Sabbat über (denn desselbigen Sabbatstag war sehr gross), baten sie Pilatum, dass ihre beine gebrochen, und sie abgenommen würden. Da kamen die Kriegsknechte und brachen dem ersten die Beine und dem andern, der mit ihm gekreuziget war. Als sie aber zu Jesu kamen, da sie sahen dass er schon gestorben war, brachen sie ihm die Beine nicht; sondern der Kriegsknechte einer eröffnete seine Seite mit einem Speer, und also bald ging Blut und Wasser heraus. Und der das gesehen hat, der hat es bezeuget, und sein Zeugnis ist wahr, und derselbige weiss, dass er die Wahrheit

De Joden, die alles klaar wilden maken voor het Paasfeest, wilden niet dat de lichamen op de sabbat aan het kruis bleven hangen, vooral omdat deze sabbat een heel bijzondere was, vroegen aan Pilatus om de ledematen van de gekruisigden te mogen breken en hen van het kruis af te halen De soldaten gingen naar de mannen die samen met Jezus gekruisigd waren sloegen van de een zowel als van de ander de ledematen stuk. Maar toen ze bij Jezus kwamen, zagen ze dat hij al gestorven was en braken daarom zijn ledematen niet. Een van de soldaten stak echter zijn lans in Jezus’ zij, en meteen liep er bloed en water uit En hij die het gezien heeft,

24 |

saget, auf dass ihr glaubet. Denn solches ist geschehen, auf dass die Schrift erfüllet würde:Ihr sollet ihm kein Bein zerbrechen. Und abermal spricht eine andere Schrift : sie werden sehen, in welchen sie gestochen haben.

heeft ervan getuigd, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat u gelooft. Want dit is gebeurd opdat de Schrifttekst 'Jullie zullen hem geen been breken', zou worden vervuld: En ook zegt een andere tekst: 'Ze zullen zien in wie ze hebben gestoken.'

Choral: O hilf, Christe, Gottes Sohn durch dein bitter Leiden dass wir dir stets untertan all’ Untugend meiden Deinen Tod und sein Ursach’. fruchtbarlich bedenken dafür wiewohl arm und schwach dir Dankopfer schenken

O help ons, Christus, zoon van God, door uw bitter lijden dat wij, steeds aan u onderdanig, alle kwaad vermijden. Dat wij uw dood en de oorzaak ervan met vrucht overdenken en daarvoor, ofschoon wij arm en zwak zijn, U dankoffers schenken

Evangelist: Darnach bat Pilatum Joseph von Arimathia, der ein Jünger Jesu war (doch heimlich, aus Furcht vor den Juden), dass er möchte abnehmen den Leichnam Jesu. Und Pilatus erlaubete es. Derowegen kam er und nahm den Leichnam Jesu herab. Es kam aber auch Nicodemus, der vormals in der Nacht zu Jesu gekommen war, und brachte Myrrhen und Aloen untereinader, bei hundert Pfunden Da nahmen sie den Leichnam Jesu, und bunden ihn in leinen Tüscher mit Spezereien, wie die Juden pflegen zu begraben. Es war aber an der Stätte, da er gekreuziget ward, ein Garten, und im Garten ein neu Grab in welches niemand je gelegen war. Daselbst hin legten sie Jesum, um des Rüsttags willen der Juden, dieweil das Grab nahe war.

Daarna vroeg Jozef van Arimathea, die een volgeling van Jezus was (maar in het geheim, uit vrees voor de joden) aan Pilatus of hij het lichaam van Jezus van het kruis mocht halen. Pilatus gaf zijn toestemming. Jozef haalde dus het lichaam van Jezus van het kruis af. Nicodemus, de man die Jezus vroeger die nacht had opgezocht, ging ook mee.Hij had een mengsel hij zich van mirre en aloë, wel honderd pond. Ze namen het lichaam van Jezus mee en wikkelden het met de balsems in linnen doeken, zoals de Joden plegen te doen als ze iemand gaan begraven. Vlakbij de plaats waar Jezus was gekruisigd, was een hof en in de hof was een nieuw graf, waarin nog niemand lag. Ze legde Jezus daarin neer, omdat het bijna sabbat was en het graf dichtbij was.

Chor: Ruht wohl, ihr heiligen Gebeine, die ich nun weiter nicht beweine; Ruht wohl, und bringt auch mich zu Ruh’ Das Grab so euch bestimmet ist, und

Rust zacht, u heilig gebeente waarom ik niet verder zal huilen Rust zacht, en breng ook mij tot rust! Het graf, zoals het voor U is bestemd en

| 25

ferner keine Not umschliesst, macht mir den Himmel auf und schliesst die Hölle zu

nu geen nood meer kent, opent voor mij de hemel en sluit de toegang tot de hel.

Choral: Ach Herr, lass dein lieb Engelein am letzten End’ die Seele mein in Abrahams Schoss tragen! Den Leib in sein’m Schlafkämmerlein gar sanft, ohn’ ein’ge Qual und Pein, ruh’n bis am jüngsten Tage! Allsdann vom Tod, erwecke mich dass meine Augen sehen dich in aller Freud’ o Gottes Sohn mein Heiland und Genadentrohn! Herr Jesu Christ, erhöre mich ich will dich preisen ewiglich!

Ach Heer, laat Uw lieve engelen aan mijn eind van mijn leven, mijn ziel naar Abrahams schoot dragen! Laat mijn lichaam in zijn slaapkamer heel zacht, zonder smart en pijn rusten tot aan de jongste dag! Wek mij dan op uit de dood, opdat mijn ogen U mogen zien in alle vreugde, o Zoon van God, mijn Heiland en genadetroon! Heer Jezus Christus, verhoor mij dan; ik zal U eeuwig prijzen!

WIJ DANKEN VOOR DE FINANCIËLE STEUN VAN:

Vrienden van Stella Maris Ineke Severs – Frerichs Jan en Fokje Tulner Ynze en Riet van der Honing Krijn Louwerse Herman en Nora Leemreijze

TEVENS BEDANKEN WIJ:

Tineke van der Veen en Martha van der Stoep voor de bloemversieringen in de zaal. Jan Kreuter voor zijn rol als pianobegeleider en repetitor tijdens de repetities Diete en Floris Munneke voor het ontwerpen van de poster en flyer Mieke Rovers, Carla Veltkamp en andere koorleden voor het verzorgen van de lunch bij de generale repetitie Herbert van Loo en Kees van de Haspel voor het uitreiken van de programma’s Hans de Boer voor de technische ondersteuning in de Agora. Afbeelding voorkant: Diete Munneke Teksten, vormgeving en lay-out: Floris Takkenberg.

ONS VOLGENDE CONCERT:

16 november 2019, Agora Lelystad

Joseph Haydn: Die Jahreszeiten

M.m.v. Margreet Rietveld, Leon van Liere en Frans Fiselier