reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 1

leesboek 1

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 2

In de kar Anja loopt op straat. Ze heeft last van haar rug. Ze loopt niet met een tas maar met een kar. Er is vis in de kar en kaas en kool en meel. Jan zit in de kar. Jan is het kind van Anja. De val van Jan Jan ligt in de kar. Hij gaat staan, maar dan gaat het mis. De kar valt en Jan valt ook. Jan valt met zijn oog op de kar.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 3

In de tas Anja heeft een tas. De tas is groot. Jan speelt met de tas. Er kan veel in. De kaas is in de tas en het meel ook. Jan heeft een lap op zijn oog. Hij wil iets uit de tas, maar hij kan het niet zien. Dat is stom! Hassan Ik ben Hassan. Ik ben de man van Anja. Jan is mijn kind. Hij heeft een tas. Hij geeft de tas aan mij. Er zit veel in. Ik pak de kaas en het meel uit de tas. Dat gaat in de kast.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 4

Jan is vies Het meel is in de kast. Jan pakt het meel. Hij speelt ermee. Hij heeft meel in zijn haar, en meel op zijn rug, en meel op zijn kin. Jan is vies en Anja is boos op hem.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 5

De sok Ik pak een sok en trek hem aan. Er zit een gat in. Ik trek de sok uit en pak een andere. Die sok is heel. De Inno Els gaat naar de Inno. Ze past een rok. De rok is te kort. Ze past nog een andere. Die rok past wel. Els gaat met de rok naar de kassa. De rok kost maar 5 euro. Ze gaat naar huis. Ze pakt de rok uit haar tas. Maar wat is dat? Er zit een gat in de rok! Els is boos. Ze gaat terug naar de Inno. Ze wil haar geld terug.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 6

Dries Dries is mijn kind. Hij is vier jaar. Ik maak iets voor Dries. Ik maak een pak: een broek, een jas en een pet. Alles is voor Dries. Morgen is het klaar.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 7

Boos Ik ben boos. Niet een beetje boos, maar heel erg boos. Ik ben boos op Luk. Hij is gemeen. Niet soms, maar vaak. Hij slaat mij en ik kan niets. Ik ben niet sterk. Nee. Ik ben boos. Boos op Luk.

Raar Ik heb een tas met kaas en kool en vis. Ik pak de tas en pak de kaas en de kool en de … De vis is er niet meer. Raar hoor. Heel gek … geen vis meer.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 8

Maat 50 Mijn gat is dik. Ik pas een rok Een gele rok. De rok past niet. Mijn gat is te dik. Rotgat! Verdorie!

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 9

Mier Er loopt een mier. De mier loopt hier. Vlak bij mijn teen en op mijn been. Hij klimt omhoog tot bij mijn oog en dan terug tot op mijn rug en in mijn nek. Het is heel gek. Het is heel raar. Een mier in je haar.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 10

Tulpen De kamer is leeg. Er staat niets in. Ik mis hier iets. Ik heb een plan. Ik ga naar de markt en koop tulpen. Gele tulpen voor in de kamer. Ik geniet!

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 11

Alles gaat mis

Ik sta op. Ik stap op de staart van de kat. De kat is boos. Hij slaat mij met zijn poot. Dan stoot ik mijn been aan het bed. en de melk smaakt vies en het brood is op. Ik ga met de bus, maar de bus is te laat. In de bus val ik in slaap. Ik kom veel te laat op mijn werk. Mijn baas is boos. Verdorie Alles gaat mis vandaag. Lag ik maar in bed, want als ik slaap gaat er niets mis.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 12

Tom

Hallo, ik heet Tom. Ik leef op straat en speel gitaar. Voor mij ligt een pet. Als er geld in ligt kan ik brood kopen en melk Dat eet ik op en dan speel ik weer op mijn gitaar. 21 maart

Vandaag geen jas, geen das, geen pet. Het is een beetje warm. Ik hoor een vogel. Ik zie een lammetje. Het is lente vandaag.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 13

Ik snap het niet Ik loop op straat. Er lopen veel mensen op straat. Iedereen praat. Iedereen praat heel snel. Ik niet. Ik ben stil. Ik praat niet veel en ik praat niet snel. Op taalles snap ik alles, maar op straat niet. Heb jij dat ook? Appels Ik loop op straat.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 14

Ik hoor iets. Er valt iets. Het is een appel en nog een en nog een. Er zit een gat in mijn tas, een groot gat. Mijn tas is kapot. Ik kan hem niet meer maken. Ik loop met de appels in mijn armen over straat. Het gaat niet snel, maar het lukt. Ik pak de bus. Alles is okee.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 15

Rat Er is een rat. De rat eet aan alles. Ik ril van de rat. De kat is er ook. De kat valt de rat aan. Mis! De rat valt de kat aan. Mis! Ik val aan met een lat. Raak, raak, raak!

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 16

Slimme kat

Melek koopt vis op de markt. Hij koopt veel vis en stopt die in zijn tas. Melek koopt ook kaas en vlees. Dat stopt hij ook in de tas. Melek maakt de vis en het vlees klaar. De kaas is in de tas en de tas staat op de mat. Daar komt de kat. De kat is slim. Hij pakt de kaas en eet hem snel op. Snelle kat

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 17

Daar rent een kat. Hij rent over straat. Hij rent bijna tegen een bus. Pas op! Ga maar naar een boom. Klim maar naar boven. Daar is het veel beter, veel beter dan op straat. Een tik voor de kat Vera leest in de krant, de krant van Lies. Vera hoort de kat, de kat van Lies. De kat eet vis, de vis van Vera. Vera slaat de kat, de kat van Lies.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 18

Niet erg slim Het is 6 uur. Wim wil niet opstaan, maar hij moet naar zijn werk. Hij loopt naar de kraan. Hij maakt een oor nat en nog een oor en zijn nek. Hij veegt door zijn haar. Hij kamt zijn snor. Broek aan, jas aan, klaar. Wim loopt over straat. Dan merkt hij iets. Zijn ene sok is rood en de andere is geel. Dat is niet erg slim. Het staat een beetje raar, maar Wim vindt het niet erg. Hij loopt naar zijn werk.

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 19

Met gemak Ik lees. Ik lees in de krant. Ik lees veel in de krant. Ik sla de krant om. Dat valt mee. Ik kan het. Ik lees!

reeks 1

leesboekje 1 leesteksten

Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 20

De kat pikt

Kaat eet veel vis, vis en sla. De kat van Kaat eet ook vis. De vis zit in de tas. De kat ook. De kat likt aan de tas. De kat likt aan de vis. De tas valt. De kat valt. De vis valt. Kaat hoort de val van de kat. De kat eet vis. Kaat ook? Post

Ik wil post, post van mijn man, post uit Marokko. Een brief, een kaartje, een pakje, alles is goed. Als het maar post is. Ik mis mijn man. Hij is in Marokko en ik ben hier en ik wil post.