landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire...

36
Mei 2010 Landbouw-service MAGAZINE NieuwighedeN werktuigeNdageN SeNtiNel helpt toekomSt vaN looNSproeierS rijcomfort bij tractoreN

Transcript of landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire...

Page 1: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

Mei 2010

landbouw-serviceM A G A Z I N E

NieuwighedeN werktuigeNdageN

SeNtiNel helpt toekomSt vaN looNSproeierS

rijcomfort bij tractoreN

Page 2: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

> v e r b o n d s n i e uw s

i n H o u d

VOORWOORD 3

VERKEEROngevallen met landbouwmachines op openbare weg 4Rijcomfort bij tractoren: wat vinden chauffeurs belangrijk? 6Modder op de weg: Gemeente en boer veroordeeld 8Q-Platen voor loonwerkers? 9

SOCIALE ACTUALITEITENLonen 9Ecocheques 10Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf 1 april 2010 12

TOEKOMST VAN DE EUROPESE LANDBOUWSpanje en Italië veranderd in woestijn over amper 50 jaar 13“Na 2013 nood aan sterker Europees landbouwbeleid” 14Europa voorspelt forse daling landbouwinkomens 19

IKKBIKKB Standaard staat garant voor een voedselveilige en traceerbare dienstverlening 15

ACTUEELVerkoop landbouwmachines daalt met een kwart 16Vanaf april 2010 milieubijdrage op banden van nieuwe tractor 16Loonwerk in het buitenland 17

VRAGENVragen van leden 18

WERKTUIG ENDAGENNieuwigheden werktuigendagen 20

DOSSIER MILEUAan welke voorwaarden moet een fytolokaal/kast voldoen? 24Sentinel helpt toekomst van loonsproeiers verzekeren 26Vullen en reinigen van het spuittoestel: knelpunten naar puntvervuiling 30Vlaamse mestbalans blijft in evenwicht 32Omzet meststoffenfabrikanten daalt door zuinige boeren 33Mestverwerkingscapaciteit in Vlaanderen gestegen 34Splitsing van erkenningen van bestrijdingsmiddelen 34

UITSMIJTERWereldkampioenschap wentelploegen 35

2 / L a n d b o u w - s e r v i c e

C o L o F o nlandbouw-service

“Landbouw-Service” is een periodieke nieuwsbrief voor de leden van de Nationale Centrale Landbouw-Service,de enig erkende beroepsver-eniging voor aannemers van land- en tuinbouwwerken, loonsproeiers, handelaars in veevoeders en in meststoffen.

Copyright: Nationale Centrale Landbouw-Service is niet aansprakelijk voor het gebruik van de informatie in deze publicatie. Citeren mag mits bronvermelding.

Verantwoordelijke uitgever: Johan Van Bosch, Algemeen Secretaris Nationale Centrale Landbouw-Service, Spastraat 8, 1000 Brussel, tel.: 02/238.06.33, fax: 02/238.04.41, e-mail: [email protected]

2 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 3

Page 3: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

v e r b o n d s n i e uw s  <

v o o rwoo rd

De voorjaarswerkzaamheden zijn al goed gevorderd. Materiaal wordt in orde gesteld

voor de zomerwerkzaamheden. We merken dit aan de vragen die op het secretariaat binnen-

komen met betrekking tot de breedtevergunningen en de vergunningen voor uitzonderlijk

vervoer. Het is positief dat onze sector zich in regel wil stellen met alle wetgevingen.

In januari 2010 organiseerde Landbouw-Service spreekdagen voor de leden. 50 leden

hebben we op drie dagen kunnen verder helpen. Toch staat de telefoon op het secretariaat

nog steeds roodgloeiend. En het is heel moeilijk om telefonisch toelichting te geven bij spe-

cifieke problemen zoals breedtevergunningen. Daarom zal Landbouw-Service in mei en juni

nog spreekdagen organiseren. Iedereen die een vraag heeft, is uitgenodigd. Een aparte uit-

nodiging zal u per brief en mail ontvangen.

In maart 2010 was er in Bocholt een ernstig ongeval met een landbouwtractor, waarbij

vier mensen het leven lieten. Het was een helse week. Elke dag was dit ongeval voorpagina-

nieuws in de kranten. Iedereen had hier wel een mening over. Ook de politiekers. De gewone

man in de straat was de eerste om een hoop verwijten te maken naar onze sector. Vaak

wist de gewone man niet waarover hij het had… Tractoren die 90 km/u rijden, de witte die-

sel, dat tractoren niet gehomologeerd zijn en geen technische keuring hebben… Heel veel

misverstanden… Daarom is er een taak weggelegd voor Landbouw-Service. We hebben al

diverse contacten met de politieke partijen. Maar ook naar de publieke opinie is er een taak

voor Landbouw-Service weggelegd. Op dat vlak zullen we contact zoeken met de landbouw-

organisaties. Samen met hen moeten we het grote publiek inlichten. Meer informatie vindt u

in dit magazine.

Graag doen we ook nog een oproep om u in orde te stellen met het IKKB-systeem.

IKKB is een middel om als loonbedrijf in orde te zijn met de wetgeving van volksgezondheid

en milieu.

Er zijn nog steeds leden die hun e-mail

adres niet hebben doorgegeven. U weet dat

steeds meer informatie via e-mail binnen-

komt en die wij direct doorsturen naar onze

leden. Het kost niets en het gaat heel snel.

Hierbij een oproep om uw e-mail adres door

te geven.

Landbouw-Service zal zich blijven inzet-

ten voor de rechten van de loonwerkers, daar

mag u van op aan! Steeds bereid voor verdere

toelichting en ook uw suggesties zijn welkom

op het vertrouwde adres!

johan vaN boSch

Algemeen secretaris Landbouw-service

[email protected]

L a n d b o u w - s e r v i c e / 3

i n H o ud

2 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 3

Page 4: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

4 / L a n d b o u w - s e r v i c e

> v e r K e e r

Er kwam heel wat reactie, zowel poli­tiek, maar zeker ook in de media.

Vele dagen was het ongeval het onder­werp van de eerste pagina van de krant.

• Ook in de pers kwamen er heel wat reacties. Heel wat verontruste burgers gaven hun mening in het programma “Peeters & Pichal” op Radio 1. Hierbij een greep van de reacties:

• De landbouw verdwijnt uit het dage­lijks leven. Het vrijetijdsverkeer zit massaal op de landbouwwegen. Er moest dus wel eens iets gebeuren.

• Wanneer wordt er eens evenveel heisa gemaakt telkens een stomme vracht­

Ongevallen met landbOuwmachinesop openbare weg

wagenchauffeur een dodelijke fout maakt?

• Wedervraag: hoe worden vrachtwagens gecontroleerd? Enorme ladingen, te snel, met een chauffeur aan het stuur die aan 100 km/u zichzelf een koffietje uitschenkt…

• Respect voor de hardwerkende boer die met zijn tractor zijn eigen veld omploegt en zaait. Maar intussen zijn er loonwerkers die met reuzetractoren en dorsmachines en dergelijke in zo weinig mogelijk tijd zo veel mogelijk ploegen/bemesten/oogsten… want tijd is geld, en daarom knallen die over die landbouwwegeltjes, die intussen veel

fietsers bevatten, van veld naar veld.• Tractoren die geen 50 km/u halen… ik

word dan toch met andere machines geconfronteerd. De meeste landbou­wers en loonwerkers weten dat ze op grote machines werken, maar er zijn een aantal die deze machines als race­machines zijn gaan beschouwen. Ze willen even snel gaan als het gemotori­seerd verkeer.

• Wielertoeristen bevuilen de landbouw­wegen met blikjes, de landbouwsector mag het opruimen, hun afval blokkeert de waterafloop in de grachten.

• Ook ken ik mensen die enkel in het seizoen met pikdorsers rijden. Dat zijn mensen met een fulltime job, maar als bijverdienste nemen ze even verlof. Zij zijn niet gewend met die machines te rijden, en dan nog met slaapgebrek.

• Ook toeristen negeren vaak de bord­jes aan het begin van de landbouw­wegen. De boeren worden onvoldoende gecontroleerd, maar de toeristen die

Bocholt: In maart 2010 stond de ganse verzamelde pers ineens op de barrikaden om ongevallen met landbouwvoertuigen aan te kaarten. Aanleiding was het verkeersongeval in Bocholt, waar een loonwerker - lid van Landbouw-Service inreed op een groep fiet-sers, waarbij vier mensen om het leven kwamen.

L a n d b o u w - s e r v i c e / 5

Page 5: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

>

verkeersborden negeren, en zonder degelijke begeleiding een groepsuit­stap maken ook niet…

• Er moet een jaarlijkse technische controle komen op ALLE landbouw­voertuigen. Die voertuigen rijden hier in onze gemeente met niet werkende lichten, en als de zwaailichten wer­ken op de tractor en er hangt een kar aan, dan zie je niets van de tractorsig­nalisatie. Politie doet niets, want de landbouwsector is 60 % van het “kies­publiek”.

• Zware tractoren worden gebruikt voor het vervoer van zware graafmachines en bouwafval. Als bijberoep racen de heren met hun zware logge tracto­ren door de straat en laten modder en smurrie achter waar de fietsers en buurtbewoners niets aan kunnen ver­helpen. Moeten er slachtoffers vallen?

• Wanneer gaat de overheid eens einde­lijk de wetten toepassen? Landbouw­voertuigen zijn voertuigen die enkel mogen ingezet worden bij landbouw­werkzaamheden. Vervoer van de boer­derij naar het veld en omgekeerd en van de eigen producten naar de vei­ling. Zij genieten een deel voordelen: betalen geen verkeersbelasting, geen eurovignet, lage verzekeringspremies, rode diesel, geen tachograaf, eenma­lige technische controle bij in dienst name. Waarom geen fietsbeveiligingen, onderrijbeveiliging, dodehoekspiegel, remmentesten, bumper, spatlappen, spiegels en fatsoenlijke lichten. Een landbouwvoertuig mag maximum 40 km/u rijden. De toestellen die in de bouw worden ingeschakeld rijden veel sneller. Een chauffeur van een vracht­wagen dient zich te houden aan rij­

en rusttijden en wordt hier streng op beboet.

• Het oneigenlijk gebruik van landbouw­voertuigen moet aan banden gelegd worden.

• Het laatste woord over tractoren is nog niet gezegd. Zo klaagt ook de UPTR (Unie van Professionele Transporteurs en Logistiek Ondernemers) de veilig­heidsproblematiek van landbouwvoer­tuigen op de openbare weg aan. Vaak komt er ook oneerlijke concurrentie bij kijken: sommige transportbedrijven huren namelijk graag een boer en zijn tractor in om hun materiaal te vervoe­ren. Dat is flink wat goedkoper dan het werk door een vrachtwagenchauffeur te laten uitvoeren. En tractor wordt immers minder gecontroleerd: die kan gemakkelijk met rode diesel rondrij­den, en uren à volonté kloppen.

Maar de beste uitspraak was de volgende:Een Vlaams boerke wordt bezocht door de Belastingen, de Sociale en Economi­sche Inspectie. Hij wordt gecontroleerd omdat hij zijn werknemers niet correct zou betalen.De controleur: ik zou graag de lijst zien van jouw werknemers en hun lonen.De boer: wel, er is mijn meesterknecht, die werkt hier nu drie jaar. Ik betaal hem 400 euro per week plus kost en inwoon. Er is ook de kokkin, zij werkt hier nu 18 maanden en verdient 300 euro plus kost en inwoon. Tenslotte is er ook ene die wat simpel is, die werkt ongeveer 18u per dag en doet 90 % van het werk op de boerderij. Hij verdient 10 euro per week, betaalt zijn eigen kost en inwoon en ik koop hem iedere zaterdag avond een fles whiskey. Af en toe slaapt hij bij

Ongevallen met minstens één landbouwtractor en alle slachtoffer van deze ongevallen

ongevallen Doden Ernstig gewond

Licht gewonden

2003 285 13 76 284

2003 285 12 66 319

2005 290 8 67 322

2006 274 9 56 275

2007 290 26 74 294

Bron: FOD Economie AD SEI-Infografie: BIVV.

mijn vrouw.De controleur: dat is de kerel waar ik mee wil praten.De boer: hij staat hier voor je, want dat ben ik…U merkt het, de publieke opinie weet vaak niet waarover ze het hebben. Daarom is er een taak weggelegd voor de beroepsvereniging. Vanuit Landbouw­Service leggen we contacten met de poli­tieke partijen, om hen duidelijk te maken wat de taak is van de loonwerker, wat kan en wat niet kan, waar we voor willen pleiten, en de zaken die we niet kunnen verdedigen.Maar ook naar de publieke opinie is er een taak voor Landbouw­Service wegge­legd. Op dat vlak zullen we contact zoe­ken met de landbouworganisaties. Samen met hen moeten we het grote publiek inlichten.Ik herinner me nog vurig het programma op de toenmalige BRT: “Voor Boer en Tuinder”. Het was een informatief pro­gramma, dat toch wel veel bekeken werd. Nu is er niets meer van de landbouw­sector op tv. Behalve dan plattelandstv, maar hoeveel “gewone” mensen worden daardoor bereikt?Landbouw­Service zal zich blijven inzet­ten voor de rechten van de loonwerkers, daar mag u van op aan!

Periode 2003 - 2007Van 2003 tot 2007 deden zich in ons land op de openbare weg jaarlijks tussen 274 en 290 ongevallen voor met landbouwma­chines. Hierbij vielen 68 doden (met een piek van 26 in 2007), 339 zwaargewonden en 1.494 lichtgewonden. Terwijl het aantal ongevallen op de open­bare weg met landbouwmachines redelijk stabiel blijft, vertoont het aantal ongeval­len met bespannen voertuigen een dui­delijk stijgende lijn van 21 in 2003 tot 48 in 2007. In de periode 2003­2007 vielen hierbij in totaal 7 doden, 46 zwaargewon­den en 254 lichtgewonden.Het aantal ongevallen met paarden op de openbare weg was in de vermelde periode wisselvallig. Er deden zich in de periode 2003­2007 144 ongevallen voor waarbij 3 doden vielen, 26 zwaar­ en 148 lichtgewonden.

L a n d b o u w - s e r v i c e / 5

Page 6: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

> v e r K e e r

Om een representatief beeld te krij­gen van wat chauffeurs m.b.t. het rij­

comfort bij trekkers belangrijk vinden, werd een enquête opgesteld. Deze enquê­te werd gericht naar de loonwerkers in Vlaanderen. De enquête werd om prakti­sche redenen beperkt tot de loonwerkers. Deze groep werd gekozen omdat loonwer­kers normaal gezien vele uren achter het trekkerstuur doorbrengen, zowel op de weg als op het land. De loonwerkers wer­den op drie manieren bereikt. Ten eerste werd er een groot deel aangesproken op Agrifuture op 18 december 2008, een eve­nement voor loonwerkers. Daarnaast werden de enquêtes verstuurd per post en werden ook enquêtes mondeling afge­nomen door een aantal loonwerkers zelf te bezoeken. In het totaal verkregen we 196 volledig ingevulde enquêtes waarop de resultaten gebaseerd zijn. Er werd wel voor gezorgd dat ieder merk vertegen­woordigd werd volgens zijn marktaan­deel. Hierbij werd er rekening gehouden met de verkoopresultaten van Fedagrim en met de trekkerkeuze van de loonwer­

Rijcomfort bij tractoren:

Tractoren halen steeds hogere snelheden, het loonwerk moet steeds vlugger gebeuren, de werkdagen worden langer… Deze eisen verplichten de fabrikanten blijvend aandacht te besteden aan de verbetering van het rijcomfort van trekkers. Zowel basis-uitrustingen als technische snufjes zorgen hiervoor. Maar wat vin-den de chauffeurs zelf nu eigenlijk belangrijk? Studenten, Master in de Biowetenschappen van de Hogeschool Gent vroegen het hen via een enquête.

ker. De verdeling van de enquêtes over de merken heen wordt weergegeven in figuur 1. Tevens komen 65% van de enquêtes uit West­ en Oost­Vlaanderen, omdat het merendeel van de loonwerkers daar gevestigd is.

De enquête zelf bestond uit twee delen. In een eerste deel gaven de chauffeurs een score van 10 tot 1 (waarbij score 10 de belangrijkste en 1 het minst belang­rijkste is) aan tien verschillende kenmer­ken die bijdragen tot het rijcomfort. Deze kenmerken zijn: wendbaarheid, zicht, transmissie, vering, verlichting, klimati­satie, stuurhulp, cabine, bedieningsge­mak en onderhoud.

In een tweede deel werd elk kenmerk nogmaals opgesplitst (bv. vering: voor­as, cabine en zetel). De geënquêteer­den konden terug een score geven aan elk subkenmerk volgens hun mening. Hier was ook de mogelijkheid om een suggestie te maken. Aspecten die niet vermeld stonden of waaraan de fabri­

kanten geen aandacht besteden, konden aangevuld worden. Hierdoor konden we een meer gedetailleerd beeld bekomen. We benadrukken dat de loonwerkers niet hun tractor beoordelen, maar hun ideaal beeld van rijcomfort weergeven.

Uit de resultaten van het eerste deel van de enquête, kon afgeleid worden dat vooral het bedieningsgemak van groot belang is voor de loonwerker. Daarnaast zijn wendbaarheid en zicht, op de voet gevolgd door onderhoud en transmissie, belangrijk voor de ideale trekker van de

Figuur1: Verdeling van het aantal enquêtes

New Holland

John Deere

Fendt

Deutz

Massey Ferguson

Claas

510

10

1525

35

0

5

10

15

20

wen

dbaa

rhei

d

zich

t

tran

smis

sie

veri

ng

verl

icht

ing

klim

atis

atie

stuu

rhul

p

cabi

ne

bedi

enin

gsge

mak

onde

rhou

d

1514

12

67

4 4

6

19

13

New Holland

John Deere

Fendt

Deutz

Massey Ferguson

Claas

510

10

1525

35

0

5

10

15

20

wen

dbaa

rhei

d

zich

t

tran

smis

sie

veri

ng

verl

icht

ing

klim

atis

atie

stuu

rhul

p

cabi

ne

bedi

enin

gsge

mak

onde

rhou

d

1514

12

67

4 4

6

19

13

Trekkermarktaandeel (%)

wat vinden chauffeurs belangrijk?

6 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 7

Page 7: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

>

Figuur 2: hoofdonderdelen trekker

New Holland

John Deere

Fendt

Deutz

Massey Ferguson

Claas

510

10

1525

35

0

5

10

15

20

wen

dbaa

rhei

d

zich

t

tran

smis

sie

veri

ng

verl

icht

ing

klim

atis

atie

stuu

rhul

p

cabi

ne

bedi

enin

gsge

mak

onde

rhou

d

1514

12

67

4 4

6

19

13

loonwerker. De volledige resultaten wor­den weergegeven in figuur 2.

In het tweede deel was het de bedoe­ling de drie belangrijkste punten voor de loonwerker te selecteren en een verdere onderverdeling te maken. Onder het bedieningsgemak werd gevraagd een onderscheid te maken tus­sen hefinrichting, hydrauliek, aftakas en buitenbediening. Hierbij werd bij de hefinrichting gekeken naar de moeilijk­heid van instellen en het aantal instellin­gen. Bij de hydrauliek werd de plaatsing van de hendels, het aantal ventielen en het pompdebiet bedoeld en bij aftakas werd er aangestuurd op het makkelijk veranderen van het toerental in de cabi­ne en het in­ en uitschakelen. Uiteinde­lijk waren zowel de hefinrichting als de hydrauliek het belangrijkste onderdeel voor 29% van de ondervraagden. Op de derde plaats volgde de buitenbediening (22%) en minst van belang voor de loon­werker is het bedieningsgemak van de aftakas (20%).

Bij wendbaarheid is vooral de draaicirkel van de tractor een sterk beïnvloedende factor, 35% van de ondervraagde loonwer­kers vinden dit het belangrijkste punt. Daarna volgen het aantal omwentelin­gen aan het stuur (23%) die nodig waren om het stuur van links naar rechts om te draaien. Als minst belangrijk werden de lengte van de trekker en de breedte van de trekker (beide 21%) aangeduid.Wat het zicht betreft, werd gekeken naar de spiegels en hun overzicht op de aanhangwagen of de werktuigen. Maar ook het voorzicht op de weg, het

achterzicht (naar aanpikken van werktui­gen toe) en het zicht omhoog bij werken met een frontlader werden beoordeeld. Hierbij vond 30% van de loonwerkers dat het zicht via de spiegels het belangrijkst is, gevolgd door het voorzicht (28%), het achterzicht (26%) en het bovenzicht (16%). Het lage percentage aan belang van bovenzicht kan verklaard worden door het feit dat menig loonwerker dit niet toepast tijdens het dagelijks werk.

Bedieningsgemak

De loonwerker kreeg ook de mogelijkheid om zelf nog aanvullingen te maken bij de enquête. Als meest opvallende punten kwamen hier naar voor dat ook het zij­zicht van belang is en dat de loonwerker een makkelijke controle van het oliepeil eist. Daarnaast waren de netheid van de ruiten en een radio punten van aandacht voor de cabine. Voor bedieningsgemak wordt er gelet op het aan­ en afsluiten van de hydraulische leidingen.

Dit artikel werd opgesteld door D’Eer Kathleen, Malfait Christophe,

Thienpont Jeroen, Vandaele Mario en Van Parys Pascal en kwam tot stand naar

aanleiding van een groepsopdracht voor het vak Aanvullingen Landbouwmechanisatie

o.l.v. docent Bart Sonck.

6 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 7

Page 8: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

> v e r K e e r

De Vlaams­Brabantse gemeente Lennik en een landbouwer zijn

veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan iemand die met zijn bromfiets ten val kwam als gevolg van modder op de weg. De schadevergoeding loopt voorlopig op tot 7.500 euro voor de motorrijder en 3.000 euro voor verzekeraar Ethias. De feiten dateren uit november 2005. De bromfietser kwam die bewuste dag in november van zijn werk in een beschutte werkplaats en reed met zijn motor huiswaarts. Tijdens die rit kwam hij ten val door modder op de weg. Er lag volgens hem een modder­laag van tien centimeter omdat de boer net bieten had geoogst.Volgens de boer was de modder geen gevolg van de bietenoogst. De mod­der was afgespoeld van aangren­zende percelen. De bietenoogst had een week voor het ongeval plaatsge­vonden. Toen lieten de loonwerkers modder achter, maar dat was door

de boer opgeruimd. Nadien lagen er nog wat bladeren van de bomen en een bruine schijn van de modder op de weg. De politie schreef in zijn pv dat de weg werd gereinigd en dat er waarschuwingsborden stonden.De gemeente Lennik argumenteerde dat de motorrijder zelf verantwoor­delijk is omdat de man zijn snelheid niet aanpaste en omdat de modder­laag goed zichtbaar was. Toch had de politierechter geen oor naar de argumenten van beide partijen. Hij oordeelde dat Lennik als wegbeheer­der verantwoordelijk is voor wegen die door de modder gebrekkig gewor­den zijn.Zowel de boer als de gemeente moe­ten aan de bromfietser een voorlo­pige schadevergoeding betalen van 7.500 euro en verzekeraar Ethias moeten ze 3.000 euro betalen. Een deskundige moet de lichamelijke schade van de motorrijder nog verder onderzoeken en berekenen.

mOddeR Op de wegGemeente en boer veroordeeld

Een boer uit het Vlaams­Brabantse Herne is schuldig bevonden aan

een valpartij van drie wielertoeristen in 2007. Zij kwamen net voor zijn erf ten val door modder en maïspulp op de weg. De politierechter van Halle veroordeelde de landbouwer tot het betalen van een schadevergoeding van 4.000 euro. Daarnaast moet hij nog een boete betalen van 275 euro. Bij hun val raakten de wielertoeristen slechts lichtgewond, maar de schade aan hun dure fietsen was wel aanzien­lijk. De getroffen fietsers wilden hun geleden schade verhalen, maar toen

Landbouwer veroordeeld voor modder op de wegontstond er discussie over wie verant­woordelijk was. Volgens de boer moest de loonwerker die de maïs oogstte de nodige signalisatie voorzien en de weg opnieuw moddervrij maken, terwijl de loonwerker die verantwoordelijk­heid bij de landbouwer legde. De boer beschuldigde ook de wielertoeristen van onvoorzichtig rijgedrag.Bij wie de schuldvraag nu precies lag, werd overgelaten aan het oordeel van de politierechter. Zowel de boer, de loonwerker als het bedrijf van de loon­werker werden gedagvaard. De politie­rechter oordeelde dat de slachtoffers

geen schuld trof. Over de aansprake­lijkheid van de firma van de loonwer­ker kon hij niet oordelen, want die werd op de verkeerde manier gedag­vaard. Ook de loonwerker zelf werd vrijgesproken.Bleef er nog de landbouwer over. Die was volgens de rechter wel verant­woordelijk voor de slippartij en hij en zijn verzekeraar moeten nu samen een schadevergoeding van een kleine 4.000 euro ophoesten. Daarnaast moet de boer een boete van 275 euro beta­len. Dit laatste geldt ook voor de loon­werker.

8 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 9

Page 9: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

s o C i A L e   A C T u A L i T e i T e n  <

Q-PLATEN voor loonwerkers?De wet van 3 mei 1999 legt op dat de aanhangwagen

van een loonwerker moet uitgerust zijn met een Q­nummer plaat als hij producten vervoert die niet zijn eigendom zijn. Landbouw­Service en Boerenbond zijn na tien jaar onderhandelen met de overheid tot een oplos­sing gekomen.De dienstnota van de adviseur­generaal licht de weg­controleurs in dat aanhangwagens bij “vervoer van land­bouw of bosbouwproducten in het kader van landbouw­ of bosbouwwerken en in opdracht van een landbouwbe­drijf” niet uitgerust moeten zijn met een Q­plaat. Hierbij is het wel essentieel dat het vervoer direct verbonden is met een landbouw­ of bosbouwwerk, zoals bijvoorbeeld een loonwerker die mais afvoert van het veld naar de silo, onmiddellijk nadat hij deze mais zelf gehakseld heeft. We noemen dit secundair transport (transport, direct gekoppeld aan het loonwerk).De wet van 3 mei 1999 stelde verder nog dat de gebruik­te voertuigen eigendom moeten zijn van of gehuurd moeten zijn door de loonwerker en dat het vervoer slechts een secundaire bedrijvigheid mag zijn van de landbouwwerken.Landbouw­Service is tevreden met deze tegemoetko­ming van de overheid, het geeft eindelijk rechtszeker­heid aan alle loonwerkers. We herhalen dat grondverzet geen landbouwactiviteit is en dus niet van deze uitzondering kan genieten. Wie met een Q­plaat rijdt, moet in principe met witte diesel rijden, wegentaks betalen en periodiek naar de keuring gaan met zijn voertuig. Zoals we in vorige nieuwsbrieven reeds gemeld hebben, mogen alle landbouwtractoren wel rijden met rode diesel.

LonenZoals u weet zijn de lonen binnen het paritair comité voor technische land­ en tuinbouwwerken gekoppeld aan de index. Meestal maakt de index sprongen naar boven, en stijgen de lonen. Het voorbije jaar (op 1/10/2009 en op 1/04/2010) was er evenwel een negatieve indexsprong.Om het systeem niet onnodig te belasten, werd tussen de vakbonden en Landbouw­Service overeengekomen om de lonen niet aan te passen aan de negatieve index. Er werd eveneens overeengekomen om de negatieve index wel mee in rekening te brengen bij volgende indexaties of volgende sectorale onderhandelingen.

Technische land- en tuinbouwwerken (132.000)

01/04/2010

CATEGORIE 1 > Categorie 1A € 7,92

> Categorie 1B € 9,66

•Anciënniteit vanaf 5 jaar (+0,05 €) € 9,71

•Anciënniteit vanaf 10 jaar (+0,15 €) € 9,81

•Anciënniteit vanaf 15 jaar (+0,25 €) € 9,91

CATEGORIE 2 > Categorie 2 € 10,15

•Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05) € 10,20

•Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15) € 10,30

•Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25) € 10,40

CATEGORIE 3> Categorie 3 € 10,67

•Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05) € 10,72

•Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15) € 10,82

•Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25) € 10,92

CATEGORIE 4> Categorie 4 € 11,75

•Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05) € 11,80

•Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15) € 11,90

•Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25) € 12,00

CATEGORIE 5> Categorie 5 € 12,90

•Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05) € 12,95

•Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15) € 13,05

•Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25) € 13,15

VergoedingenVergoeding op verplaatsing € 14,40

Huisvestingsvergoeding €14,40

Scheidingsvergoeding per verplichte overnachting

€ 7,79

8 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 9

Page 10: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

Wat zijn ecocheques?Ecocheques zijn in het Belgisch arbeids­reglement vrij nieuw. Het is een formule om aan werknemers een netto­loonsver­hoging toe te kennen zonder dat dit aan de werkgever meer kost dan wat de werk­nemer netto krijgt.De ecocheque is een betaalmiddel dat de werkgever aan zijn werknemers toekent en waarmee de werknemer bepaalde pro­ducten kan aankopen. Met de cheque kunnen ecologisch verantwoorde goede­ren en diensten aangekocht worden.

Waarvoor kunnen ecocheques gebruikt worden?Deze kunnen aangewend worden voor de aankoop van ecologisch verantwoor­de goederen en diensten. Er is een lijst

> s o C i A L e   A C T u A L i T e i T e n

houdingsgewijs verminderd door toepas­sing van volgende formule:• 125 euro voor 2009 of 250 euro voor

2010 vermenigvuldigen met het aan­tal volledige kalendermaanden gedekt door de arbeidsovereenkomst tijdens de referteperiode gedeeld door 12.

• Voor onvolledige kalendermaanden wordt de premie pro rata berekend volgens de regels van toepassing op deeltijdse arbeiders. Het bedrag van de premie is dan de som van beide resultaten.

Arbeiders verbonden met een arbeids­overeenkomst voor deeltijdse arbeid hebben recht op een premie toegekend ter waarde van 125 euro voor 2009 en van 250 euro voor 2010, vermenigvuldigd met het aantal effectief gepresteerde en gelijkgestelde dagen tijdens de refer­teperiode gedeeld door 260. (312 in het stelsel van de zesdagenweek).Elke effectieve dagprestatie, of hiermee gelijkgesteld telt voor één dag, ongeacht de duur van de dagprestatie.

Wanneer worden de ecocheques geleverd?De ecocheques worden geleverd nadat de werkgever de factuur van de uitgifte­maatschappij betaald heeft. De leverings­periode voor 2009 was in principe eind december 2009 of januari 2010.Zoals u weet konden leden van Land­bouw­Service een korting krijgen op de bijkomende administratieve kosten, als de ecocheques werden aangekocht bij Sodexo en ze inlogden via een speciale link op internet.

ecochequesAan de arbeiders in onze sector (paritair comité 132) werd in het jaar 2009 een éénmalige premie toegekend van maximum € 125 netto, in de vorm van ecocheques, de invoering van maaltijd-cheques of een verhoging van de werkgeverstussenkomst in de bestaande maaltijdcheques, een cadeaucheque, of een combinatie ervan. In het jaar 2010 en volgende wordt onder dezelfde voor-waarden zoals in 2009 een éénmalige premie toegekend van maximum € 250 netto.

opgemaakt door de Nationale Arbeids­raad die kan geconsulteerd worden op internet: www.nar-cnt.be.

Voor welk bedrag?De referteperiode voor het berekenen van de premie wordt bepaald op de peri­ode van 1 december tot 30 november. Aan elke voltijdse arbeider, gedurende de volledige referteperiode verbonden met een arbeidsovereenkomst met de werk­gever wordt één keer per jaar een premie toegekend ter waarde van 125 euro voor 2009 en van 250 euro voor 2010.

De premie voor de voltijdse arbeiders die niet gedurende de hele referteperiode verbonden waren door een arbeidsover­eenkomst met de werkgever wordt ver­

10 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 11

Page 11: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

 >

Odernemingen met minder dan 10 werknemers kunnen worden vrij­

gesteld van het betalen van deze cri­sispremie, indien ze zich in economi­sche moeilijkheden bevinden. Zij moeten in elk geval het formulier “Bijlage ­C4­ crisispremie” invullen. Dit formulier is beschikbaar op de website van de RVA (www.rva.be). De wijze waarop bepaald wordt of een onderneming minder dan 10 werkne­mers tewerkstelt, de voorwaarden waaraan de onderneming moet vol­doen om beschouwd te worden als zijnde in economische moeilijkheden en de te volgen procedure om deze vrijstelling te bekomen zijn vastge­

FORFaitaiRe cRisispRemie voor ontslagen arbeidersIedere arbeider waarvan de arbeidsovereenkomst door de werkgever tussen 1 janu-ari 2010 en 30 juni 2010 wordt beëindigd zonder dringende redenen, heeft recht op een forfaitaire cri-sispremie van 1.666 euro (ten laste van de RVA en/of de werkgever). Deze premie is niet verschuldigd wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd met het oog op pensionering of brugpen-sioen, tijdens de proefperi-ode of in het kader van een herstructurering indien de arbeider zich kan inschrijven in de tewerkstellingscel.

legd door het Koninklijk Besluit van 11 februari 2010 betreffende de uitvoering van artikel 153, § 2, van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepa­lingen, betreffende de erkenning als onderneming in moeilijkheden van de ondernemingen met minder dan 10 werk­nemers. Dit Koninklijk Besluit is gepubli­ceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 februari 2010.

De commissie Ondernemings-plannen neemt een beslissing op basis van de twee volgende criteria: • de onderneming is een onderneming

met minder dan 10 werknemers

• de onderneming kent economische moeilijkheden

De werkgevers die een vrijstelling wil­len bekomen, kunnen gebruik maken van het modelformulier Aanvraag tot afwijking van de betaling van de crisispremie. Dit formulier moet samen met alle nuttige documen­ten per elektronische post ([email protected]) of per aangetekend schrijven verstuurd worden aan de directeur­generaal van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrek­kingen van de Federale Overheids­dienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Ernest Blerotstraat 1 te 1070 Brussel.

10 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 11

Page 12: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

> s o C i A L e   A C T u A L i T e i T e n

De rode draad doorheen de cao is het begrip “preventie”. Met een preven­

tief alcohol­ en drugsbeleid wil men de problemen voorkomen en/of vroegtijdig aanpakken in plaats van te wachten tot zich zware gevolgen voordoen. Een pre­ventieve aanpak is van belang voor de gezondheid en veiligheid van alle werk­nemers, voor de werking van de organisa­tie, maar vooral voor de werknemer met een probleem. De aanpak die de cao voorstaat is om personen met een (mogelijk) alcohol­ of drugsprobleem in een onderneming aan te spreken op basis van hun functione­

ren, namelijk hun arbeidsprestaties en werkrelaties. Belangrijk op te merken is dat het hier gaat om een kader­cao die de bakens uitzet voor een preventief alcohol­ en drugsbeleid dat in de ondernemingen moet worden uitgedacht.

InwerkingtredingDe cao is in werking getreden op 1 april 2009, maar om de ondernemingen de tijd te geven om de nodige initiatieven te nemen en het overleg hierover binnens­kamers te voeren, krijgen ze tot 1 april 2010 de tijd om een preventief alcohol­ en drugsbeleid uit te werken. Ondernemingen die reeds over een alco­hol­ en drugsbeleid beschikken, dienen af te toetsen of hun bestaand onderne­mingsbeleid beantwoordt aan de wetge­ving en de vereisten die de cao stelt.

Vier mogelijke pijlersEen goed alcohol­ en drugsbeleid bestaat uit vier pijlers: voorlichting en vorming, concrete regels rond beschikbaarheid en gebruik, procedures te volgen bij acuut en chronisch misbruik en hulpverlening. De uitdieping van het beleid is afhanke­lijk van de concrete omstandigheden in de onderneming en de consensus die over het te voeren beleid gevonden kan wor­den. Het zal niet voor alle ondernemin­gen haalbaar zijn om de vier pijlers van een geïntegreerd alcohol­ en drugsbeleid op hetzelfde moment en in dezelfde mate uit te werken. De uitwerking van het ondernemings­beleid zal dan ook best in handen zijn van een stuurgroep waarin alle personen die een rol vervullen bij de aanmaak en

uitvoering van dergelijk beleid moeten vertegenwoordigd zijn (hiërarchische lijn, hrm­dienst, preventieadviseurs, syn­dicale afvaardiging, juridische dienst, vormingsdienst, ...).

Concrete uitwerking van het beleidElke werkgever uit de private sector moet, al dan niet in twee fasen, een pre­ventief alcohol­ en drugsbeleid opstellen. Dit beleid moet aangepast zijn aan de grootte van de onderneming, aan de aard van de activiteiten (bvb. logistiek) en de specifieke risico’s die eigen zijn aan bepaalde groepen van personen (bvb. veiligheidsfuncties).• Verplichte eerste fase. In een eerste

fase moet iedere werkgever de uit­gangspunten en doelstellingen van zijn alcohol­ en drugspreventiebeleid bepalen. Concreet dient de werkgever een beleids­ of intentieverklaring op te stellen, die de krijtlijnen voor het beleid bevat. Het is aangewezen om de uitwerking van deze beleidsver­klaring over te laten aan een speci­aal daarvoor opgerichte stuurgroep De werkgever zal het werkstuk van de stuurgroep aan het comité voor pre­ventie en bescherming op het werk of de ondernemingsraad, elk binnen de perken van hun eigen bevoegd­heid, dienen voor te leggen. Is er geen comité, dan worden de opdrachten ervan uitgeoefend door de vakbonds­afvaardiging. In de ondernemingen waar noch een comité, noch een vak­bondsafvaardiging bestaat, worden de werknemers zelf betrokken bij het aannemen van de beleidsverklaring. Alle werknemers worden over de beleidsverklaring geïnformeerd. De beleidsverklaring dient daarnaast ook te worden opgenomen in het arbeids­reglement. De gebruikelijke procedure voor het wijzigen van het arbeidsregle­ment moet hierbij niet gevolgd worden.

op het loonwerkbedrijf vanaf 1 april 2010alcOhOl- en dRugbeleidOp 1 april 2009 sloten de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 100 betref-fende het voeren van een preventief alcohol- en drugsbeleid in de onderneming.

12 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 13

Page 13: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

ToeKoMsT vAn de euroPese LAndbouw <

• Facultatieve tweede fase. De ver­dere uitwerking van het alcohol­ en drugsbeleid in een eventuele twee­de fase zal afhankelijk zijn van de inhoud van de beleidsverklaring en de concrete omstandigheden in de onderneming. De cao geeft wel aan waarin een nuttige verdere uitwer­king van het beleid kan bestaan. Zo kunnen in een tweede fase van het beleid de procedures uitgeschreven worden die moeten gevolgd worden bij de vaststelling van disfunctioneren op het werk ten gevolge van mogelijk alco­hol­ of drugsgebruik of bij de vaststel­ling van de overtreding van deze regels. In een tweede fase van het beleid kan de werkgever ook de regels opnemen die dienen gevolgd te worden bij het afnemen van testen op drugs en alco­hol. De enige toegelaten testen, op voorwaarde dat de werknemer ermee akkoord gaat, zijn testen zoals adem­testen en psychomotorische testen (eenvoudige reactietesten en vaardig­heidstesten). Het gaat hier om testen die niet geijkt zijn, zij geven enkel een positieve of negatieve indicatie, maar geven geen zekerheid over intoxicatie. De cao legt heel strikte voorwaarden op voor de afname van testen. Een werkgever die het afnemen van tes­ten wil mogelijk maken moet zich hier voorafgaand grondig over informeren. De maatregelen die in een tweede fase worden genomen, dienen (net zoals de beleidsverklaring in de eerste fase), door middel van een participatieve pro­cedure te worden aangenomen (inter­ventie comité, ondernemingsraad, vak­bondsafvaardiging dan wel rechtstreek­se deelname van de werknemers). Anders dan in de eerste fase, moet de normale procedure voor de wijzi­ging van het arbeidsreglement wél gevolgd worden voor de opname van de concrete regels die opgesteld wer­den in de tweede fase van de uitvoe­ring van het ondernemingsbeleid. Om het beleid tenslotte te doen toe­passen is informatie over het beleid aan alle werknemers en specifieke vor­ming aan sleutelfiguren aangewezen.

S panje, Italië, Griekenland en Turkije zullen in 2060 veran­

derd zijn in een woestijn. Onze zomers zullen zijn zoals we ze nu kennen in Bagdad. Onze winters zullen erg nat en stormachtig wor­den. Maar al bij al nog redelijk leef­baar. En dat gaat honderden miljoe­nen klimaatvluchtelingen naar Bel­gië en de buurlanden brengen.

“Catastrofe”het Met Office Hadley Center, zowat het meest gerespecteerde metero­logisch instituut in de wereld, heeft een angstaanjagend rapport aan de Britse overheid overgemaakt. Daarin staat dat tenzij we bijzonder drastisch ingrijpen de gemiddelde temperatuur op aarde met 4 graden celsius zal gestegen zijn tegen het jaar 2060, wat omschreven wordt als “een catastrofe”. Over amper vijftig jaar dus.“Iedereen denkt altijd maar dat het iets is voor de volgende generaties”, zegt Richard Betts, hoofd van het Met Office Hadley Centre, “maar je moet dus niet zo oud zijn om het nog te zullen meemaken.”

Griezelige feitenIn het kort, een opwarming van vier graden doet dit met onze planeet:• De helft van de wereldbevolking zal zonder drinkbaar water komen te zitten.• De helft van de soorten dieren en planten op onze planeet zullen verdwijnen.• De meeste grote kuststeden zullen verdwijnen.• Koraalriffen zijn dood. De zee verandert in een woestijn wegens te zuur. Geen

plankton betekent het einde van alles tussen een makreel en een walvis.• Het Amazonewoud verdwijnt.• Er zullen honderden miljoen klimaatvluchtelingen komen aankloppen in

Noordelijk Europa.• De meeste eilanden zijn onbewoonbaar geworden.• De Sahara zal optrekken tot voorbij de Pyreneeën. Spanje, Italië, Griekenland

en Turkije veranderen in een woestijn. De zomers in ons deel van de wereld zullen vergelijkbaar zijn met die zoals ze nu in Bagdad of Marrakesch zijn. De Alpen zullen er uitzien zoals het Atlasgebergte.

In sommige gebieden zal het tegen 2060 geen vier maar tien graden warmer zijn. De Noordpool bijvoorbeeld. Die wordt voor eerst in drie miljoen jaar ijsvrij. Ook zuidelijk Afrika en Australië krijgen het erg zwaar. Die regios worden tout court onleefbaar.

SPANjE EN ITALIë VErANDErD IN WOESTIjNover amper 50 jaar

12 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 13

Page 14: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

> ToeKoMsT vAn de euroPese LAndbouw

De Europese landbouwcommissaris stelde dat het landbouwbeleid nood

heeft aan verandering, maar ze bena­drukte dat die veranderingen het beleid moeten versterken en niet verzwakken. Ze ziet daarvoor een aantal redenen. Europa heeft nood aan een sterk land­bouwbeleid omwille van de voedselze­kerheid. De wereldbevolking blijft groei­en. Om die te voeden, moet Europa de productie met 70 tot 100 % opdrijven.Fischer Boel vindt een sterk beleid ook nodig om een goed landmanagement te verzekeren. Wanneer landbouwactivi­teiten in onze regio worden stopgezet, zou dit enorme ecologische gevolgen hebben. Denk maar aan landdegradatie en een daling van de biodiversiteit. Het aanpakken van de klimaatverandering is voor haar een derde goede reden voor een sterk landbouwbeleid. Tot slot is het ook van belang voor de ontwikkeling van het platteland.Maar een sterk beleid betekent voor de eurocommissaris zeker geen ‘back

“NA 2013 NOOD AAN STErkEr EurOPEES LANDBOuWBELEID”

Mariann Fischer Boel, eurocommissaris voor Landbouw, benadrukt dat Europa ook in de toekomst nood heeft aan een sterk Europees landbouwbeleid. “In de media word ik vaak afgeschilderd als een ultraliberaal die alles aan de markt wil overlaten, maar dat zijn nonsens”, zei Fischer Boel tij-dens een workshop over de toekomst van het landbouwbeleid.

to the future’­verhaal. De dagen van een sterk gestuurde markt zijn voorbij. Deze aanpak heeft indertijd vruchten afgeworpen, maar het was niet efficiënt genoeg om het inkomen van landbou­wers op peil te houden en het had ook negatieve effecten.Ze waarschuwt ervoor dat de publieke opinie zich zal afkeren van het Europees landbouwbeleid als er geen nieuwe stap voorwaarts gezet wordt. Als de burgers merken dat Europa overweegt om het systeem uit het verleden in stand te hou­den, dan zal de steun voor een Europees landbouwbeleid verdwijnen. En er zijn kapers genoeg op de kust om het land­bouwbudget naar zich toe te trekken.Maar dit bekent volgens Fischer Boel niet dat zij voorstander is van “complete deregulatie”. Wel moeten landbouwers voldoende vrijheid krijgen om competi­tief en creatief op marktsignalen in te spelen. Maar aan de andere kant moeten we hen ondersteunen in geval van een crisis zodat onze productiebasis geen

onnodige schade oploopt.In de ogen van Mariann Fischer Boel is het mogelijk een veiligheidsnet in te bou­wen dat competitiviteit niet ontmoedigt. Europa moet landbouwers zien als part­ners in het behoud van de natuur. Europa moet deze rol ook voldoende ondersteu­nen, want deze kosten worden niet door de markt betaald.Hetzelfde geldt volgens haar voor maat­regelen die landbouwers nemen in het kader van de klimaatverandering. Ook plattelandsontwikkeling moet in de toe­komst een rol blijven spelen. Fischer­Boel denk dat de basisaanpak waarbij lidstaten uit een heel menu van maatre­gelen kunnen kiezen, een goede aanpak is. Maar ze is er ook zeker van dat verbe­teringen mogelijk zijn.De eurocommissaris waarschuwt meteen ook voor opportunisme. Nieuwe doelstel­lingen zullen geformuleerd moeten wor­den. Maar nieuwe doelstellingen hebben ook implicaties voor hoe het geld dat onder de lidstaten wordt verdeeld.

14 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 15

Page 15: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

i K K b  <

iKKb standaard

IKKB staat voor Integraal Keten Kwaliteit Beheer

staat garant voor een voedselveilige en traceerbare dienstverlening

nu instappen!

Voor de aannemers van land- en tuinbouwwerken betekent de certificatie voor de IKKB Standaard een duidelijke commerciële meerwaarde, omdat het een garantie biedt inzake de kwaliteit en de traceerbaarheid van zijn diensten.

V erder voorziet de IKKB standaard voor landbouwers dat de landbouwer

zich tot een IKKB gecertificeerde loon­werker moet richten. Daarom werken steeds meer landbouwers met IKKB gecertificeerde loonwerkers. De lijst van IKKB gecertificeerde loonwerkers kan gratis geraadpleegd worden op de web­site van Vegaplan (www.vegaplan.be), de vzw die zich bezig houdt met het admi­

nistratief beheer van de sectorgidsen en IKKB Standaarden voor de land­ en tuin­bouwers en loonwerkers actief in de plantaardige productie.Wat het vervoer naar GMP gecertificeer­de producten betreft, heeft OVOCOM het IKKB certificaat als voldoende erkend, mits het bijhouden van de rittenstaten, een tussentijdse audit in het midden van de 3­jaarlijkse periode, en het respec­

teren van enkele bijkomende eisen i.v.m. hygiëne. Bovendien is het IKKB certificaat gelijkwaardig met het VKL certificaat uit Nederland wat mogelijk maakt dat de Belgische en Nederland­se loonwerkers zonder meerkost (dub­bel certificatie) actief kunnen zijn in beide landen.

Voor meer informatie:

Op www.vegaplan.be of telefonisch bij Vegaplan op het nr. 02 775 80 47

i

14 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 15

Page 16: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

> A C T u e e L

Verkoop tractorenHet aantal ingeschreven tractoren in ons land daalde in 2009 met 30 %. Daarmee valt de verkoop van landbouwtractoren terug op de situatie van 2005. Ook bij de verkoop van landbouwmachines was er een daling van 25 %. De aanvragen voor nieuwe machines lopen wel binnen, maar we merken dat door de crisis de beslis­singen worden uitgesteld.De jaren 2006 tot 2008 waren voor de tractorconstructeurs zeer goede jaren. Dit jaar komt er een eind aan deze posi­tieve trend en valt de verkoop met bijna een derde terug. De daling situeert zich vooral bij de tractoren die gekocht wor­den door de landbouwers zelf. Voor trac­toren met meer dan 160 pk die eerder door loonwerkers worden aangeschaft, is de daling minder groot.Opvallend goede verkoopcijfers worden er ook gerealiseerd bij de tuinbouwtrac­toren. Het segment van de kleine trac­toren realiseerde een stijging van 110 %. Bij de landbouwmachines is de verkoop

wel teruggelopen met 25 %. Dit is vooral een gevolg van uitgestelde beslissingen door de crisis waarin de sector verkeert. Het segment van machines voor de tuin­sector ontsnapt wel aan terugvallende verkoopscijfers. De verkoop van ketting­zagen, snoeischaren, bladblazers, enz. blijft stabiel.

Verkoop akkerbouwmachinesDe Europese markt voor akkerbouwma­chines lijkt te stabiliseren. In 2009 nam de totale omzet met 20 % af. Maar we mogen niet vergeten dat 2008 dan weer een topjaar was. De verkoop van meststrooiers daalde met ongeveer 50 %, terwijl de omzet in zaai­ en spuitmachines 20 tot 25 % lager uit­viel. Als 2008 buiten beschouwing wordt gelaten, bleef de omzet in 2009 op het­zelfde peil als de vijf jaar ervoor. Ondanks de crisis neemt de vraag naar met name ploegen zelfs weer toe.Cema, de brancheorganisatie voor Euro­pese producenten van machines, ver­

Verkoop landbouwmachines DAALT mET EEN kWArT

wacht dat verkopen in Duitsland en Frankrijk, de grootste markten voor machines, nog licht zullen verslechteren. In Rusland en Oekraïne liggen verkopen op een laag niveau maar worden volgens de organisatie na lange tijd totale stilte weer zaken gedaan.Volgens Cema eisen dealers en boe­ren steeds kortere levertijden, hetgeen machinebouwers problemen bezorgt.

V anaf 1 april 2010 heft Recytyre, het beheersorganisme voor afvalbanden in België, een milieubijdrage op de

banden van nieuwe tractoren, landbouwmachines en aan­hangwagens. Hiermee zal de inzameling en verwerking van afvalbanden in de toekomst gefinancierd worden. Voor de zogenaamde silobanden is er nog steeds geen oplossing. Er was al een milieubijdrage in voege voor de aankoop van nieuwe banden, waarbij de gebruiker zijn oude banden meteen kon inleveren. Vanaf 1 april heft Recytyre ook een bijdrage op de banden van een nieuw landbouwvoertuig. Alle rubberbanden die van de velg ontdaan kunnen worden, komen in aanmerking, rupsbanden niet.De bijdrage hangt af van het volume en gewicht van de band en varieert van 1,32 euro tot 99,41 euro. Wie nieuwe tractoren, landbouwmachines of aanhangwagens verkoopt,

Vanaf april 2010 milieubijdrage OP BANDEN VAN NIEuWE TrACTOr

moet de milieubijdrage aan de klant aanrekenen.Wie tussen 1 mei 2009 en 31 maart 2010 een voertuig aan­kocht, hoeft geen bijdrage te betalen met terugwerkende kracht, maar mag de banden wel inleveren als ze versleten zijn. Wie aankoopt met factuurdatum op 1 april 2010 of later, krijgt de bijdrage wel aangerekend.Tweedehandsvoertuigen, voorzien van nieuwe banden, krijgen ook een milieubijdrage aangerekend. Als ze niet met nieuwe banden verkocht worden, moeten ze zonder milieubijdrage gefactureerd worden.

Recytyre werd opgericht door de zes belangrijkste banden­producenten en verenigt 170 bandenhandelaars. Via zo’n 5.000 ophaalpunten worden in ons land jaarlijks 65.000 ton afvalbanden verwerkt.

r e C y T y r e  <

16 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 17

Page 17: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

A C T u e e L  <

Soms vragen we ons af waar het naar­toe gaat met de Belgische loonwerk­

sector. Waar liggen er nog kansen, waar zitten nog opportuniteiten? In welke machines moeten we investeren? Of waar beginnen we liever niet aan, welke activi­teiten kunnen we beter afstoten? Het zijn vragen waar iedere loonwerker zich mee moet bezig houden.In dat kader heeft Landbouw­Service ook zijn schouders gezet onder het kostprijs­berekeningsprogramma Mecacost. U kan dit programma via internet raadplegen op http://mecacost.cra.wallonie.be/.

Duitse enquête bij loonwerkersOok onze Duitse collega’s liggen wak­ker van de toekomst. Het Duitse loon­werkersblad Lohnunternehmen heeft recentelijk een enquête gedaan bij de Duitse loonwerkers. En de resultaten zijn onwaarschijnlijk. Er waren zowel algemene vragen als vragen over de toe­komst van landbouw. Zo merken we in Duitsland ook een trend naar activiteiten

buiten de landbouw of buiten de typische landbouwgewassen.

• Hoeveel procent van zijn tijd brengt de Duitse loonwerker in zijn voertuig door?­ 34 % van de Duitse loonwerkers zit

tot 30 % in zijn voertuig.­ 44 % zit van 30 tot 50 % in zijn

voertuig.­ 14 % zit van 50 tot 70 % in zijn

voertuig.­ 8 % zit meer dan 70 % van zijn tijd in

zijn voertuig.• Hoe zit het met de transporttijden op de

openbare weg? De Duitse loonwerkers geven aan dat ze langer op de openbare weg zijn (62 %), en dus niet direct bezig zijn met activiteiten op het land. Toch wordt met deze tijd bijna nooit rekening gehouden bij de prijsberekening.

• Hoe snel rijdt de gemiddelde Duitse loonwerker?

• Slechts 20 % van de loonwerkers rijdt minder dan 40 km/u. 60 % van de loon­

lOOnweRK in het buitenlandwerkers rijdt tot 50 km/u, 16 % rijdt tot 60 km/u en dan zijn er nog 4 % hard­rijders die sneller dan 60 km/u op de openbare weg rijden.

• Wat is het mais­areaal dat de Duitse loonwerker bewerkt?­ 18 % van de loonwerkers bewerkt tot

250 ha per jaar.­ 44 % van de loonwerkers bewerkt

tussen 250 ha en 500 ha per jaar.­ 20 % van de loonwerkers bewerkt

tussen 500 en 1000 ha per jaar.­ 8 % bewerkt tussen 1000 en 1500 ha

per jaar.­ 10 % bewerkt meer dan 1500 ha per

jaar.• Energiemais: hoeveel energiemaïs

(biogas) wordt er bewerkt door de Duitse loonwerker?­ 18 % van de loonwerkers geeft aan

dat ze geen biogasmais bewerken.­ Toch bewerkt 39 % van de loonwer­

kers tot 20 % biogasmais.­ 23 % van de loonwerkers bewerkt

zelfs meer dan 50 % biogasmais.

16 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 17

Page 18: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

> v r A g e n  

Vraag: Moeten loonwerkers betalen aan het Voedselagentschap?Zijn loonwerkers in de sector primaire productie de heffing verschuldigd? De loonwerkers zijn de heffing niet verschul­digd in de primaire sector behalve als zij bestrijdingsproducten of meststoffen of bodemverbeteraars verkopen. Zij maken dan deel uit van de sector groothandel of de sector detailhandel al naargelang van de aard van hun klantenbestand en beta­len dus een heffing. • Wat verstaat men onder de “de sector

Groothandel” en welke activiteiten val­len onder die sector?

De sector omvat de aankoop, de invoer, het hanteren, het opslaan van producten met het oog op het kos-teloos of tegen betaling afstaan van producten aan operatoren. (De ont­vanger is dus geen particulier, maar

vRagen van ledenIn januari 2010 organiseerde Landbouw-Service spreekda-gen voor de leden. Alle leden kregen de kans om hun indi-viduele vragen en problemen voor te leggen aan Landbouw-Service. Tijdens de eerste edi-tie van de spreekdagen kregen we 50 leden over de vloer. Toch kwamen er nadien ook nog heel wat vragen. Daarom wil-len we eerstdaags terug nieuwe spreekdagen houden. Het is immers onmogelijk om op alle vragen telefonisch te antwoor-den. Een persoonlijk contact is dan veel beter en veel efficiën-ter. We bundelen hier enkele algemene vragen van leden.

een professional). In samenhang met de heffingen wordt

een onderneming die voor meer dan 50% van haar omzet aan andere opera­toren levert beschouwd als deel uitma­kend van de sector groothandel.

Wat verstaat men onder de “sector Detailhandel” en welke activiteiten val­len onder die sector?

• De sector “Detailhandel” omvat de ver-koop of levering aan de eindgebruiker van producten die onder de bevoegd-heid van het FAVV vallen, met uitslui-ting van de sector “Horeca”.

In samenhang met de heffingen wordt een onderneming die voor meer dan 50 % van haar omzet aan andere opera­toren levert beschouwd als deel uitma­kend van de groothandel of de transfor­matie, al naargelang van de activiteit.

Vraag: Moeten de activiteiten van een loonwerker of aannemer van land- en tuinbouwwerken bij het Voedselagentschap worden geregistreerd?De activiteiten van een loonwerker of aannemer van land­ en tuinbouwwer­ken moeten bij het Voedselagentschap worden geregistreerd bij middel van het «aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning» dat beschikbaar is op het internet (http://www.afsca.be/erkenningen/).De activiteiten van een aannemer van land­ en tuinbouwwerken zijn in de acti­viteitenboom van het Agentschap ver­meld bij de sector dienstverlening op plaats “dienstverlener” (plaatscode: 69010000).Elke aannemer wordt bovendien gekop­peld aan een van de drie hierna vermelde

18 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 19

Page 19: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

 <

activiteiten:• Loonwerk voor land­ en tuinbouw met

gebruik en stockage van gewasbe­schermingsmiddelen ­ activiteitcode: 69101000,

• Loonwerk voor land­ en tuinbouw met gebruik zonder stockage van gewasbe­schermingsmiddelen ­ activiteitcode: 69102000,

• Loonwerk voor land­ en tuinbouw zon­der gebruik van gewasbeschermings­middelen ­ activiteitcode: 69103000.

Vraag: Binnen welke termijn moet de informatie over door loonwerkers verrichte werken aan de landbouwers worden verstrekt?De gids schrijft voor dat de informatie binnen 7 dagen na uitvoering van de wer­ken moet worden verstrekt. Het Agent­schap eist echter alleen een strikte nale­ving van die termijn:• voor groente­ en fruitteelten, ongeacht

om welke activiteit het gaat (inzaai, behandeling, oogst,…),

• voor alle teelten als de aannemer behandelingen met bestrijdingsmid­delen uitvoert,

In andere gevallen is een termijn van een maand voor het doorsturen van de infor­matie aanvaardbaar.

Vraag over IKKB: Wat zijn de voorschriften voor het verstrekken van informatie aan de landbouwer als de loonwerker niet door de landbouwer zelf werd aangeduid maar door een bedrijf waarmee de landbouwer een teeltcontract heeft?Er moet dan worden nagegaan wie ver­antwoordelijk is voor de gewassen. Als de landbouwer zijn grond beschikbaar stelt en zich niet bezighoudt met de productie en er niet de eigenaar van is, moet hij niet in kennis worden gesteld.Als de landbouwer daarentegen een con­tract heeft met een bedrijf om iets te produceren, als werken worden uitge­voerd door een door dat bedrijf gestuurde aannemer en het gewas eigendom is van de landbouwer die het uiteindelijk ver­koopt aan het bedrijf waarmee hij een contract heeft, blijft de landbouwer ver­antwoordelijk voor het gewas. De land­bouwer moet in die gevallen in kennis worden gesteld van de door de aannemer uitgevoerde werken. Concreet moet de informatieverstrekking worden geregeld binnen de overeenkomst tussen de aan­nemer en het bedrijf dat hem aanstelt. In een schriftelijke overeenkomst moet worden vastgelegd dat het bedrijf aan de aannemer de informatie verstrekt die

hij nodig heeft om zijn verplichtingen op het vlak van informatieverstrekking aan de verantwoordelijke landbouwer te kunnen nakomen.Die eis geldt vanaf 2011. In 2010 heeft het niet verstrekken van informatie aan de landbouwer, in de beschreven situ­atie, geen verder gevolg.

Vraag over bestrijdingsmiddelen en IKKB: Mag een loonwerker bestrijdingsmiddelen die aan landbouwers toebehoren, bewaren?Ja, wanneer hij door deze landbouwers wordt gevraagd bespuitingen met hun bestrijdingsmiddelen uit te voeren, moet hij zijn eigen bestrijdingsmidde­len niet gescheiden houden van deze van zijn klanten. Hij moet echter wel een goede IN en OUT traceerbaarheid garanderen en zijn klanten de nodige informatie bezorgen voor het bijhouden van hun registers. Bij problemen ivm met opgeslagen bestrijdingsmiddelen, is de aannemer verantwoordelijk.Indien hij bestri jdingsmiddelen afkomstig van buurlanden en bestemd voor bespuitingen in het buitenland bewaart, moet hij over een toelating voor de import en export beschikken.

L andbouwinkomens in de Europese Unie zullen de komende tien jaar flink dalen. Tegelijkertijd ver­

schuift de productie naar de meest concurrerende gebie­den, zo blijkt uit een studie van de EU. In het rapport gaan de onderzoekers van de Europese Commissie uit van drie mogelijke scenario’s, gebaseerd op de recente poli­tieke ontwikkelingen. In alle modellen wordt het land­bouwbudget met minstens 20 % teruggeschroefd. Uit de studie blijkt dat verregaande liberalisering ­ afschaffing van alle subsidies en handelsverstorende

EurOPA voorspelt forse daling landbouwinkomensmaatregelen ­ de grootste inkomensval met zich brengt. In dat geval gaan boereninkomens in Europa er gemid­deld 22 % op achteruit. Maar ook in het referentie­ en conservatieve scenario dalen de financiële opbrengsten met zo’n 7 %.De veranderingen zijn vooral nadelig voor de rundvlees­producenten, stellen de onderzoekers. Producenten van varkens­ en pluimveevlees kunnen waarschijnlijk de con­currentie met niet­EU­landen in 2020 nog wel aan. De productie van gewassen zal waarschijnlijk stijgen.

ToeKoMsT vAn de euroPese LAndbouw <

18 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 19

Page 20: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

> we r K T u i g  e n d A g e n

nieuwigheden

Tijdens de laatste editie van de Werktuig-endagen organiseerde Landbouw-Service een ontbijtvergadering voor de leden. Tijdens deze ontbijtvergadering werden een aantal nieuwig-heden voorgesteld door johny Willem van het PCLT. Door de organisatoren van de werktuig-dagen werd aan de exposanten de gelegen-heid geboden om hun nieuwigheden aan te melden. Hier wordt een overzicht gegeven van de nieuwigheden die er te zien waren.

werktuigendagen

20 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 21

Page 21: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

>

Tractoren en wielladers

Case/SteyrDe nieuwe Case IH Puma CVX/Steyr CVT 6200 is de voorbode van een total nieuwe generatie tractoren met conti­nu variabele transmissie. De bediening werd nog veel verder vereenvoudigd, terwijl men voor het eerst een systeem met dubbele koppeling gebruikt in een landbouwtrekker.Het nieuwe gamma van 165 tot 250 pK (met Power Boost) beschikt over de nieuwe armleuning met Multicontrol­lerrijhendel. De armleuning groepeert de meest gebruikte bedieningen, onder andere de regelventielen en de joystick, het geïntegreerde controlepaneel, de dubbele gashendel en het nieuwe AFS 300­touchscreen.De trekker bereikt 50 km/u bij slechts 1550 omw./min. De 4 mechanische overbrengingsverhoudingen worden aangestuurd door één enkele dubbele koppeling: 4 keer 100% mechanisch van 0 tot 50 km/u.

matermaco: mF 8600Vanuit Matermaco stelt men de nieuwe MF 8600 voor. Deze tractor is uitge­rust met milieuvriendelijke en uiterst zuinige motoren dankzij de SCR­tech­nologie. Het e3­systeem van Agco Sisu Power voor het besturen van de motor en het behandelen van de uitlaatgas­sen, vermindert de uitstoot van milieu­belastende bestanddelen in de uitlaat sterk; ook het brandstofverbruik daalt zonder te moeten inleveren op de pres­taties van de motor. De uitlaatgassen worden behandeld met Ad­Blue.De exacte dosis van deze vloeistof wordt via de doseerunit van Bosch geïnjecteerd in de katalysator, waar de schadelijke Nox­verbindingen omgezet worden naar onschadelijke stikstofgas en water.Het SCR­systeem is heel eenvoudig te controleren en te onderhouden. De Ad Blue­vloeistof wordt opgeslagen in een reservoir naast de brandstoftank, dat slechts om de twee brandstofbeurten opgevuld hoeft te worden. Met het SCR­ >

systeem haalt de tractor de emissie­normen van het volgende decennium, er wordt een kostenbesparing gereali­seerd bij stijgende brandstofprijzen en het leefmilieu wordt gespaard.

Hilaire Van der Haeghe NVDe 200 Vario V/F/P­smalspoortractoren zetten een nieuwe mijlpaal in de cate­gorie van de speciaaltractoren. Voor­eerst beschikt deze nieuwe reeks over de volledig traploze­transmissie, die u toestaat comfortabel te werken in alle omstandigheden en aan alle snelheden. Door deze nieuwe Vario­transmissie hebben de tractoren uit de 200 Vario­reeks ook een vlakke cabinevloer. De vlotte bediening met de rijhendel en de hoogtechnologische hydraulica maken deze smalspoortractor geschikt voor alle werkzaamheden en in alle comfort.De firma Hilaire Van der Haeghe biedt sinds kort de producten van SBG inno­vatie aan in België. Ze tonen u de Fendt 820 Vario uitgerust met de SBGuidance automatisch stuursysteem met RTK­nauwkeurigheid. Hierbij maken ze geen gebruik van een RTK­basisstation, waardoor de totale kostprijs van dit zeer nauwkeurige systeem flink beperkt kan worden.

Ag-TecDeze firma stelt op de werktuigda­gen de nieuwe Arion 400 trekker van Claas voor. Met dit model versterkt Claas zijn gamma met een complete, compacte(hoogte 2 m 78) viercilinder die plaatsneemt tussen de series Axos en Arion 500.De trekker is gebaseerd op de belang­rijkste componenten van de Arion 500­ en de 600­reeks en bevat boven­dien een paar interessante nieuwig­heden. De 400 is er in 3 modellen met vermogens van 90 tot 130 pK. Claas blijft trouw aan DPS met 4.5 l motor met commonrailinjectie, EGR en turbo intercooler. De Quadrishift transmissie laat het elektrohydrau­lisch schakelen van de versnellingen

en groepen toe zonder te ontkoppe­len. Nieuw is de Electropilot, die op één joystick alle functies van de frontla­der en de bediening van de versnel­lingen groepeert. Economisch is de mogelijkheid om 2 hydraulsiche pom­pen te koppelen met een schakelaar om extra capaciteit vrij te maken voor bepaalde toepassingen.

WeidemannMet de nieuwe wiellader 8080 CX 120 presenteert Weidemann voor het eerst een lader in de zware 8 ton klasse. Het nieuwe model is uiterst geschikt voor zware laadwerken in biogasin­stallaties; het kan ingezet worden in graanopslagplaatsen, in grote rund­ en pluimveestallen en vele andere plaatsen. De nieuwe 8080 CX 120 is uitgerust met een 4­cilinder Deutzmo­tor, met 88 kW/120 pK en een traploze Ecospeed­hydrostaataandrijving. De precieze vierwielbesturing zorgt voor een veilige en flexibele wendbaarheid, bij een draaicirkel van slechts 3,45 m. voor speciale doeleinden kan je over­schakelen op de voorwielsturing. Als optie is de ‘hondengang’­aandrijving beschikbaar. De machine weegt 8400 kg. Met een standaardbak is de 8080 CX 120 6,55m lang en 2,24 m breed, de wielafstand bedraagt 2,30m. De stapelhoogte gaat tot 3,47 m en de hefhoogte aan bakdraaipunt is 3,47 m.Recht naast de stoel vind je de bedie­ning van het toebehoren, die werkt met een voorgestuurde hydraulische eenheid.Standaard is de 8080 CX 120 uitge­rust met een geveerd en geluidsdichte cabine, met warmtebestendige begla­zing. De getinte ruiten lopen ver naar onderen uit en verzekeren zo een goed zicht rondom, waardoor de bestuurder zijn werktuigen altijd goed in het oog heeft. De wiellader is voorzien van een hydraulisch snelwisselsysteem, voor het snel en comfortabel wisselen van accessoires.

20 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 21

Page 22: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

> Spuitmachines

DelvanoDelvano presenteert Boompilot, een automatische aanstu­ring van sectiekranen. Centerline 230 stuurt d.m.v. dgps­informatie de sectiekranen automatisch volgens de positie in het veld. Dit ontziet de bestuurder en hij kan tijdens zijn werkzaamheden op het veld zijn aandacht over andere taken verdelen. Het spuiten gebeurt efficiënter en milieu­vriendelijker want over­ en onbehandelde oppervlaktes worden drastisch gereduceerd. Het hoofdbestanddeel van dit systeem is de zogenaamde Section Drive Module(SDM), voor de positieafhankelijke aansturing van de sectiekranen. Wanneer de veldspuit een al behandeld deel van het veld nadert, sluit een outputsignaal aan de SDM de sectiekranen die betrokken zijn bij een eventuele overlapping. Boompilot kijkt hierbij als het ware vooruit in de rijrichting. Boompi­lot is een onmisbare bijdrae in de automatisering van spuitmachines ­ zeker gelet op de hedendaagse vraag naar steeds groter wordende werkbreedtes­ die het arbeidspro­ces in de akkerbouw verder optimaliseert. De contructeur stelt ook Fieldpilot voor, om automatisch evenwijdig te rijden aan een vooraf bepaalde referentielijn.

Automatische systemen

Grondbewerkingen en andere

Packo Agri• RotoreggenKuhnserie104en1004 Deze zijn respectievelijk geschikt voor tractoren

tot 190 of 250 pK. Dankzij een aantal nieuwe ontwikkelingen, bieden deze rotoreggen een nog betere kwaliteit opvlak van werk en een nog hoger comfort voor de gebruiker.

• LijnzaaimachineKuhnPremia Dit is de nieuwste aanwinst op het vlak van

gedragen mechanische lijnzaaimachines en het resultaat van 40 jaar ervaring met schroefvormig schuifrad.

• Deprecisie-ontstoppelaarKöckerlingTrio De ontstoppelaar is uitgerust met 3 balken

en TOPMIX tanden. Dit maakt deze machine geschikt voor oppervlakkige stoppelbewerking of voor diepere bewerking tot 25 cm. De Trio light is geschikt voor tractoren van 120 pK en is voorzien van tanden met boutbeveiliging, een rij nivel­leerbladen met een kooirol van 530 mm voor een werkbreedte van 3 m.

• DefrontladerMXuithetgammautility Deze richt zich tot gebruikers die op zoek zijn

naar een eenvoudig maar kwaliteitsvol verhande­lingswerktuig. Het gamma MX Manubal voor het verhandelen van balen stro, hooi of gewikkelde pakken werd volledig vernieuwd.

• DraagbaarweegsysteemMPE3vanMX. Dit is het eerste draadloze en draagbare elektro­

nische weegsysteem voor frontladers

FarmstoreNieuw bij Farmstore is de Farmtec Big Rotar diepspit­machine, speciaal bedoeld voor aspergeteelt. Deze is verkrijgbaar in gedragen uitvoering en in getrokken uitvoering. De getrokken uitvoering heeft een diepte­werking van 50 tot 130 cm. Deze midden aangedreven diepspitters, zonder ketting zijn nagenoeg onder­houdsvrij.

Geometius Trimble aanleunend bij GPS-systemenHet trimble AgGPs FmX­display is het meest geavanceerde display op de markt. Het display met 12,1 inch kleurentou­chscreen in geschikt voor handmatig en automatisch sturen, maar ook voor werktuigbesturing.Het FmX heeft 2 ingebouwde ontvangers, die maar liefst 40 s zonder RTK­signaal gefixed blijven. Om beter zicht op zijn werk te hebben, kan de gebruiker tot 4 camera’s kop­pelen aan het systeem. De Nederlandstalige software zit vol handige functies zoals het loggen van rasgegevens, marke­ren van spuitsporen en het genereren van hoogtekaarten. Percelen kunnen geopend worden in Crop, Google Earth en Mijn Akker. Door de vele uitbreidingsmogelijkheden is het Trimble FmX een investering voor de toekomst.

rDS-ElectronicsDe grainmaster is een eenvoudig toestel om het vocht in granen te meten op het veld, met een minimum aan granen. Door het ingebouwde maalsysteem geeft het toestel een heel correcte weergave van het vochtgehalte van het gemalen graan. Ook het vochtgehalte van maïs kan gemeten worden alsook van koolzaad, rogge, wintertarwe, zomertarwe,gerst, triticale, haver.

> we r K T u i g  e n d A g e n

22 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 23

Page 23: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

<

Oogstmachines

ClaasHet Claas Hybrid System, dat staat voor de combinatie van een APS­voortrommel met Roto Plusrestkorrelafscheiding is nu ook op de Tucano beschikbaar. De hybrid Tucano 470(326 pK) en 480(365 pK) zijn uitgerust met één enkele rotor van grote diameter. Het APS­systeem(accelerated preparation), met een dorstrommel van 1580 mm breed en een diameter van 450 mm, versnelt de gewasstroom. De nieuwe rotor met een diameter van 570 mm zorgt voor een hoge centrifugale kracht vanaf een laag toerental, met een maximale afschei­ding als resultaat. De toerentallen van de dorstrommel en de rotor kunnen afzonderlijk ingesteld worden, zodat men zich perfect aan alle omstandigheden en gewassen kan aanpassen.

Vernieuwde maïsbekken voor 12 rijen van de New Hol-landhakselaar

AgramDe firma Agram heeft haar gamma hooibouwmaterieel uit­gebreid met diverse nieuwe modellen. Zo is er de Jet Fan SP 1108, een halfgedragen schudder met 8 rotoren en een werkbreedte van 11 m. Verder is er de Hay Row Jet 8000, een getrokken hark die een werkbreedte heeft van 8 meter. De Double Jet 6000 en 7300, zijn getrokken harken met werk­breedtes van 6 en 7,3 meter met zijdelings zwad en waarbij de rotoren door middel van een parallellogram met elkaar zijn verbonden en hydraulisch worden aangedreven. De JET Revers 6000, een op de driepunt gedragen hark, kan zowel vooraan als achteraan op de trekker gemonteerd worden en aldus gecombineerd worden met een pers, waarbij in één werkgang geharkt en geperst wordt. De JET Round Roller Drive is een rondebalenpers met vaste kamer met een dia­meter van 1,20 meter. Ze is voorzien van 17 aandrijfrollen en een brede pick­up van 2 meter. De balen worden gebonden met een dubbele draad of net. De bediening gebeurt via een elektronisch bedieningsbord in de cabine.

Transport

Groenteoogstmachines

Farmstore importeur van Asalift uit Denemarken, heeft de allernieuwste ontwikkeling op het gebied van preirooiers laten zien. De boxen worden hierbij automatisch gevuld. Er kunnen 6 verschillende maten kisten voorgeprogrammeerd worden. De preirooiers zijn als gedragen, getrokken en zelfrijdende model­len beschikbaar.Verder demonstreerden volgende firma’s ook hun preirooiers: Metaalcontructie Bouckaert met hun oprolsysteem in matten, Baekelandt Metaalconstructie, Lauwers NV, Vanhoucke machi­nebouw, Verhoest Marc BVBA.

DezeureDe hydraulische driehoeksophanging wordt gebruikt bij gronddumpes, silagewagens, hoog­losers en haakarmsystemen. Het is een uiterst stabiel en lenig systeem. De ophanging is uitgerust met een nieuwe koppeling aan het chasis. Het bestaande scharnierpunt werd vervangen door een onderhoudsvrij en extra stevig scharnierblok.Op de haaksystemen van het bedrijf komt een vol­ledig nieuwe haakarm. Ook het onderstel wordt aangepast zodat een stabiele ophanging op 2,55m breedte gegarandeerd wordt.Hooglossers worden ingezet om vrachtwagens effeciënt te laden. De hooglossers Transmax, het nieuwste en grootste model van Dezeure, is een echte primeur. Hij kan in slechts 5 min een vracht­wagen vol laden. Met de Trans Max kan je aard­appelen, bieten, … uiterst snel laden. De speci­ale uitvoering kan je ook gebruiken voor kleinere gewassen zoals erwten of maïs.

joskinDe Betimax veewagengamma zijn onlangs heel vernieuwd. Er was ook een schommel­oproldekzeil met afstandsbediening te zien nl. de Joskin Teleco­ver.•De Joskin bemesters zijn nu volledig gegalvani­

seerd.•De Monosem TFC is de nieuwe frontrijenbemes­

ter voor zaai­ en schoffelmachines.•De Krone Comprima is de nieuwe oprolpers die

er voorgesteld werd.•De Siroko is de nieuwe stalmestverspreider van

Joskin.• Voorts was er een nieuw model zoutstrooier van

Rauch de Axeo 18.1.

22 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 23

Page 24: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

De gewasbeschermingsmiddelen en biociden moeten opgeslagen worden

in een afgesloten lokaal of kast. Zeker op bedrijven waar weinig middelen in kleine verpakkingen aanwezig zijn, volstaat een kast. Alle vereisten die verder omschre­ven worden voor het fytolokaal zijn ook van toepassing voor een fytokast (en/of de omgeving ervan).Het lokaal moet steeds op slot zijn. U mag de sleutel bewaren op een onop­vallende plaats in de nabijheid van het lokaal. Zorg er voor dat deze sleutel zeker niet bereikbaar is voor kinderen.

aan welke voorwaarden moet een fytolokaal/kast voldoen?De gewasbeschermingsmiddelen en biociden moeten opgeslagen worden in een afgesloten lokaal of kast. Zeker op bedrijven waar weinig middelen in kleine verpakkingen aanwezig zijn, volstaat een kast. Alle vereisten die verder omschreven worden voor het fytolokaal zijn ook van toepassing voor een fytokast (en/of de omgeving ervan).

Een degelijke verlichting laat toe dat men steeds de etiketten van de produc­ten kan lezen. Een zaklamp is hiervoor onvoldoende. Het lokaal moet droog zijn om te vermijden dat poeders voch­tig worden en dat er schimmelgroei kan optreden. Het lokaal moet ook voldoende verlucht worden, bijvoorbeeld door een verluchtingsrooster in de muur of deur, door in de muur enkele bakstenen op de zijkant te plaatsen, door een opening te laten in de muur en die af te spannen met een gaas om ongedierte buiten te houden. Wanneer er ook vloeibare pro­ducten worden opgeslagen, zorg er dan voor dan het lokaal in de winter vorstvrij is. Hiervoor mag het lokaal tijdelijk afge­sloten worden.Op bedrijven waar er producten voor­komen uit deel 1 van bijlage 10 van het KB van 28 februari 1994, moet het fyto­lokaal gescheiden zijn van woonplaats, stallen, voeder­ en bewerkingsruimtes. In het lokaal mogen enkel gewasbescher­mingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik en biociden worden opgeslagen. Producten zoals meststoffen en schoon­maakmiddelen horen hier dus niet thuis. De producten worden bewaard in hun oorspronkelijke verpakking en vergezeld van hun originele etiket. Oude, vervallen en niet meer erkende producten moe­ten via het ophaalsysteem aan Phytofar recover meegegeven worden binnen de 2 jaar na hun uiterste gebruiksdatum. Tot dan moeten ze wel afgezonderd worden van de andere producten en aangeduid

worden met de vermelding “vervallen”. Ook producten voor privé gebruik worden aangeduid met “privé”. Noteer dat de ophaling enkel in de onpare jaren plaats vindt.

Lege verpakkingen worden gespoeld en moeten op een droge en veilige plaats worden bewaard, dit mag maar moet niet in het spuitlokaal zijn. Bovendien dient u uw deelname aan Phytofar Recover aan te tonen via het bewijs van de laatste opha­ling of het bezit van Phytofar zakken.

Het pictogram “doodshoofd”, samen met de vermelding “vergif” (op elke direc­te toegangsdeur) tonen aan dat het om gevaarlijke producten gaat. Wanneer het een lokaal betreft moet ook de vermel­ding “geen toegang voor onbevoegden” aangebracht worden.

In of nabij het lokaal moet voldoende en geschikte meet- en weegapparatuur aanwezig zijn. Een weegschaal voor vaste producten en maatbekers voor de granu­laten en vloeibare producten.

De producten moeten ordelijk gestapeld worden zodat men vlot het juiste product terug kan vinden. Vloeistoffen mogen niet boven poeders staan (tenzij in een opvangbak) om insijpeling van lekken­de vloeistoffen te voorkomen. Grotere hoeveelheden poeders zet u best op een palet om contaminatie te voorkomen van

24 / L a n d b o u w - s e r v i c e

> d o s s i e r   M i L i e u

L a n d b o u w - s e r v i c e / 25

Page 25: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

lekkage of vocht op de grond. Voor vloei­stoffen voorziet u best opvang van lek­kage. Deze opvang moet de inhoud van de grootst aanwezige verpakking kunnen bevatten. Plaats vloeibare producten in kleine opvangbakken, voorzie een gro­tere opvangbak onderaan het rek waarop de middelen staan of voorzie voor de toe­gangsdeur een vloeistofdichte drempel (bv. één laag stenen).

De ondergrond moet verhard zijn om doorsijpeling naar de bodem te voorko­men (bv. stenen vloer, beton, tegels).Gemorste producten moet men onmid­dellijk kunnen opruimen. Hiervoor zijn een borstel, een vuilnisblik en absorbe-rend materiaal (zoals zand of zaagmeel) aanwezig.

Het lokaal en deur zijn gemaakt uit brandveilige materialen: baksteen, beton, gyproc, bekistingsplaat, triplex, multi­plex, metaal, hout behandel met brand­werende verf, …

De planken van het rek bestaan uit niet­absorberende materialen zoals metaal, plastiek of houten planken die geplastifi­ceerd worden of behandeld met verf.

chemisch resistente handschoenen uit bv. neopreen of nitril rubber. Ook een ademhalingsmasker met een stoffilter en een gas­ en dampfilter (te herkennen

aan een bruine band) dient aanwezig te zijn. Bewaar dit masker in een afgesloten doos en kijk regelmatig na of de vervalda­tum nog niet overschreden is.

In de nabijheid van het lokaal (op maxi­mum 10 m) moet schoon, stromend water aanwezig zijn. Is dit niet het geval dan kan ook een oogdouche voorzien wor­den (te koop in de apotheek).

Voor meer informatie:

www.vegaplan.be of telefonisch bij Vegaplan op het telefoonnummer: 02/775.80.47.

iTen slotte moet er voor de toepasser ook voldoende beschermkledij aanwezig zijn in de nabijheid van het fytolokaal: laar­zen, een overall (bv. een katoenen over­all, regenkledij, speciale spuitoverall),

24 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 25

Page 26: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

SENTINEL helpt toekomst van loonsproeiers verzekerenGewasbeschermingsmiddelen komen de laatste tijd meer en meer onder (maatschappelijke) druk te staan. Als loonsproeier merken we dat niet alleen aan een steeds strenger wordende wetgeving, maar er worden ook steeds meer voorwaarden gekoppeld aan hun gebruik en middelen worden vaker uit de markt gehaald. Oorzaak hiervan is ondermeer de toenemende mate waarin overschrijdingen aan con-centraties gewasbeschermingsmiddelen in ons oppervlakte- en grondwater worden teruggevonden.

26 / L a n d b o u w - s e r v i c e

> d o s s i e r   M i L i e u

L a n d b o u w - s e r v i c e / 2726 / L a n d b o u w - s e r v i c e

Page 27: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

>

SENTINEL helpt toekomst van loonsproeiers verzekeren

Hoe erg is het gesteld met onze waterkwaliteit?De overheid (VMM) en de drinkwater­maatschappijen doen op regelmatige basis analyse om de concentratie aan gewasbe­schermingsmiddelen te bepalen. Europa legt normen op voor de concentratie aan gewasbeschermingsmiddelen in opper­vlakte­, grond­ en drinkwater. De norm voor drink­ en grondwater ligt op 0.1 µg/l per actieve stof (of 1 g per 10 000 000 l water) en op 0.5 µg /l voor de som van alle actieve stoffen. Voor oppervlaktewa­ter worden de gemeten concentraties getoetst aan drempelwaarden voor chro­nische toxiciteit (PNEC­waarde) en acute toxiciteit (MAC­waarde). Op de kaart met overschrijding van de PNEC­waarde per meetplaats, geven de dikste bollen aan dat er op die meetplaatsen 11 actieve stoffen langdurig aanwezig waren in een concen­tratie die giftig is voor het waterleven. Om die PNEC­waarde te overschrijden moet een actieve stof heel frequent voorkomen in het water. De meeste middelen die een overschrijding vertonen van deze waarde zijn herbiciden. We zien ook duidelijk dat het Ijzerbekken en Demerbekken, gebie­den waar intensief aan landbouw wordt gedaan, naar voren komen als regio’s met de meeste overschrijdingen. Maar er zijn ook weinig meetplaatsen waar geen chronische giftigheid vast te stellen is. De MAC­waarde geeft dan weer een idee van de meetplaatsen waar actieve stoffen minstens eenmaal per jaar in een concen­tratie aanwezig waren die giftig is voor het waterleven. De kans tot overschrijding van de MAC­waarde is het grootst bij actie­ve stoffen met een lage drempelwaarde. Insecticiden hebben vaak zeer lage drem­pelwaarden waardoor ze gemakkelijker de MAC­waarde overschrijden. Niet alle actieve stoffen worden geme­ten, wel evolueert het aanbod van te screenen stoffen. Dit maakt dat de situ­atie waarschijnlijk minder positief is dan hier voorgesteld. Bovendien valt uit de meetgegevens ook af te leiden dat actieve stoffen die een verboden stof vervangen vaak hetzelfde verloop vertonen. Om te vermijden dat we in een vicieuze cirkel terecht komen en er steeds meer actieve stoffen worden verboden omdat ze in te

hoge concentraties worden teruggevon­den in waterlopen, is het belangrijk om dit mechanisme te doorbreken. Dit kan door de nodige maatregelen te nemen naar het vermijden van drift en puntver­vuilingen. Nog alarmerender is de vaststelling dat we de laatste tijd meer overschrijdingen vaststellen van gewasbeschermingsmid­delen in grondwater. Grondwater is niet alleen ons waterreservoir en dus uiterma­te belangrijk voor onze watervoorziening in de toekomst, ook voor drinkwaterdoel­einden wordt het veel gebuikt. Aangezien de norm voor drinkwater op 0.1 µg/l ligt, moet er dus door de drinkwatermaat­schappijen flink gezuiverd worden door middel van actieve kool om deze norm te behalen. Dit is een heel duur proces en het gebeurt nog te vaak dat deze norm zelfs na zuivering niet wordt gehaald en de productie moet worden stilgelegd.

Wat zegt de wetgeving?De wetgeving die we tot op vandaag ken­nen rond water en gewasbescherming, komt in hoofdzaak vanuit Europa en kent dan een regionale of federale vertaling (afhankelijk van de bevoegdheden). Ook de normen die hierboven werden bespro­ken, worden door Europa opgelegd. De

grootste impact mogen we ongetwijfeld verwachten van de Europese Kader­richtlijn Water. In Vlaanderen werd deze richtlijn vertaald in het Decreet Integraal Waterbeleid. De kaderrichtlijn stelt dat er tegen 2015 geen stoffen meer in het oppervlaktewater aanwezig mogen zijn die schadelijk zijn voor het waterleven (nor­men mogen niet overschreden worden). Vlaanderen stelt in dit decreet dat er op 1 meter afstand van oppervlaktewaterlicha­men niet mag worden bemest, bewerkt en bespoten. Naast de Kaderrichtlijn Water en het Decreet Integraal Waterbeleid is er ook nog de veel besproken Richtlijn 91/414 waaronder het op de markt brengen van middelen en de bufferzonereglemente­ring valt. Er is ook de nieuwe richtlijn rond duurzaam gebruik van gewasbe­schermingsmiddelen met onder meer de spuitlicentie (kenniscertificaat) en een uitbreiding van de bufferzonereglemente­ring van waterlopen naar gevoelige gebie­den (ziekenhuizen, scholen, parken, …). Je ziet dat er reeds heel wat regelgeving bestaat omtrent het toepassen en terug­vinden van gewasbeschermingsmiddelen. Verwacht wordt dat deze regelgeving in de toekomst steeds strenger zal worden als de waterkwaliteit niet beter wordt.

Figuur1: Kaart met PNEC-overschrijdingen voor Vlaanderen in 2008 (Bron: VMM)

Potentiële chronische effecten: aantal bestrijdingsmiddelen waarvoor gemiddelde (ontwerp)norm overschreden werd. Toets voor 30-tal stoffen

>

1 - 3 bestrijdingsmiddelen4 - 5 bestrijdingsmiddelen6 - 10 bestrijdingsmiddelen11 bestrijdingsmiddelengeen overschrijdingen

noordzee

Frankrijk

26 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 27

   >

Page 28: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

Hoe komen de gewasbe-schermings middelen in ons water?Gewasbeschermingsmiddelen kunnen op verschillende manieren het oppervlak­te­ en grondwater verontreinigen. Er zijn de diffuse bronnen zoals drift, run off, drainage, erosie en uitloging. Het laatste heeft enkel gevolgen naar het grondwater. Directe verliezen of puntverliezen zijn een andere manier waarop gewasbescher­mingsmiddelen in ons oppervlaktewater terecht komen. Puntvervuiling is tevens de belangrijkste oorzaak van de veront­reiniging van het oppervlaktewater en het vermijden ervan heeft dan ook de groot­ste impact op het terugdringen van de overschreden concentraties. Bovendien is het makkelijk te realiseren zodat we niet altijd grote investeringen hoeven te doen. Het heeft vooral te maken met hoe we met gewasbeschermingsmiddelen omgaan, hoe we er tegenover staan en hoeveel we weten over de producten die we gebrui­ken. Vermijden begint met een verande­ring in ons gedrag en onze handelingen. Puntvervuilingen zijn zo risicovol omdat zij bijna steeds plaatsvinden op verharde, ondoorlaatbare oppervlaktes zoals beton of asfalt. Komt hierop product terecht dan spoelt het snel en makkelijk af naar riole­ring of oppervlaktewater. Gewasbeschermingsmiddelen worden uit­voerig getest vooraleer ze op de markt worden gebracht zodat ze veilig zijn voor het (aquatisch) milieu. Alleen bij een niet correct gebruik of bij het niet correct omgaan met de middelen kunnen deze in zodanige concentraties worden terugge­vonden dat er toch problemen rijzen.

Waar liggen de grootste risico’s qua puntvervuiling? Bij het afmeten en het vullen van het spuittoestel kan er heel wat misgaan. Een maatbeker kan worden omgestoten, pro­duct kan worden gemorst, de tank kan overlopen, de spuitoplossing kan gaan schuimen, …Maar het grootste probleem doet zich voor wanneer we kijken waar dit precies gebeurt. Vullen gebeurt meestal op het bedrijf zelf, bvb op beton. Daar is zelden iets voorzien om eventuele ver­liezen op te vangen. Vullen in het veld is inderdaad niet steeds praktisch. Toch

raden we dit sterk aan omdat de bodem aangepast is om resten van gewasbescher­mingsmiddelen op een biologische manier af te breken. Hulpmiddelen bij het vullen zijn een vultrechter, een plastiek opvang­zeil, absorberend materiaal (zand, katten­bakvulling) of opvang voorzien onder vorm van een citerne of opvangvat. Vergeet niet om ook lege verpakkingen, maatbekers en zegels mee te spoelen en dit spoelwater op te vangen of bij de spuitoplossing te doen. Gouden regel: werk voorbereid en gecon­centreerd en probeer voorzien te zijn op eventuele ongevallen. Ook het spoelen van het spuittoestel en de verdunning van resterende spuitvolumes zijn een knelpunt. Hier geldt eveneens de regel: laat zoveel mogelijk op het veld ach­ter, daar wordt het biologisch afgebroken. Bovendien moeten we volgens de Code Goede Landbouwpraktijk het spoelwater terug uitrijden op het reeds behandelde veld en moeten we een spoelmethode gebruiken die ons voldoende verdunning oplevert van de rest aan spuitoplossing in de tank. Goed spoelen en voldoende ver­dunnen is niet alleen van belang om punt­vervuiling te vermijden, het is vooral heel belangrijk om te vermijden dat we schade hebben aan het volgende gewas dat we gaan sproeien. De problemen die tijdens het spoelen worden vastgesteld zijn de

onmogelijkheid om het spoelwater terug uit te rijden op het perceel, onvoldoende volume proper water en een spoelmetho­de die onvoldoende verdunning geeft. Een verdunning van 1/100 geeft je voldoende zekerheid en veiligheid naar een volgende bespuiting toe. In de praktijk stellen we jammer genoeg vast dat het proper water uit de schoonwatertank in één keer in de spuittank wordt gebracht. Dit geeft je nochtans maar een verdunning van 10% van de oorspronkelijke concentratie in de tankrest. In één keer spoelen is het meest gangbare want het neemt het minst tijd in beslag, je moet maar één keer de kranen open en dicht draaien en je moet maar één keer opnieuw uitrijden. Jam­mer genoeg zal je met een verdunning van 10% je spuittank, pomp en leidingen niet echt proper gemaakt hebben, je hebt alleen een verdunde tankrest doorheen je systeem laten lopen. Wanneer we het proper water in twee stappen gaan toe­dienen en telkens opnieuw gaan uitrijden dan bekomen we al een verdunning van 1/30. De meeste verdunning (1/100) krijg je door een drievoudige spoelmethode te gebruiken: het proper water toedienen in drie stappen. Het vraagt meer tijd en een extra inspanning maar dan ben je zeker dat hetgeen wat nog in het spuit­toestel achterblijft, effectief proper is.

De Sentinel wordt ingezet om het restwater van loonsproeibedrijven te verwerken.

>

28 / L a n d b o u w - s e r v i c e

> d o s s i e r   M i L i e u

L a n d b o u w - s e r v i c e / 29

Page 29: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

Wie interesse heeft om in dit project te stappen kan contact opnemen met:• Een bestuurslid van Volsog ­ [email protected]• Met Phytofar ­ [email protected] of met• Het POVLT ­ [email protected]

i

Een alternatief is overstappen naar een continue spoelmethode. Met een derge­lijke methode spaar je zowel op tijd als op waterverbruik. Lozen is absoluut verboden en indien je het spoelwater niet kwijt kan op het veld dan moet je dit opvangen op je bedrijf en nadien (laten) verwerken. Ook de reiniging van het spuittoestel aan de buitenkant houdt enig risico in naar puntverontreiniging. Reinigen gebeurt voornamelijk op een plaats waar de hoge­drukspuit zich bevindt en waar ook de andere toestellen worden gekuist. We staan er vaak niet bij stil dat er nog heel wat product blijft kleven aan de achter­kant van het toestel, aan de wielen en aan de spuitboom. Volgens een Neder­landse studie zelfs tot 1% van het totaal aan actieve stof dat tijdens het seizoen (of tussen twee reinigingsbeurten) werd

gebruikt. Aangezien op de bedrijven nau­welijks opvang voor­zien is voor dit reini­gingswater, komt dit eveneens terecht in het oppervlaktewater. Je kan dit voorko­men door in het veld de buitenkant van het toestel te kuisen (beschikbaarheid hogedrukspuit is een probleem) of op een stukje gras of braak dicht bij je bedrijf. Vermijd absoluut om dicht tegen opper­vlaktewater of riole­ring te gaan reinigen.

SentinelOm restwater belast met gewasbescher­mingsmiddelen te verwerken op gecoör­dineerde schaal, werd door drie organisaties eind 2009 een pro­ject opgestart dat zich specifiek richt op loonsproeiers. De Sentinel is een toe­stel dat op een fysico­

chemische manier restwater gaat zuive­ren tot water van drinkwaterkwaliteit. Aangezien loonsproeiers gemiddeld geno­men meer restwater hebben en ook een hogere belastingsgraad (in vergelijking met een doorsnee land­ of tuinbouwbe­drijf), is het voor loonbedrijven minder aangewezen voor de verwerking over te stappen naar biozuivering (fytobak of bio­filter). Phytofar, POVLT en Volsog sloegen de handen in elkaar om een georgani­

Aan de buitenkant van het spuittoestel blijft nog heel wat product kleven.

seerde verwerking van dit restwater op te starten. Phytofar kocht het toestel aan, POVLT zorgt voor de technische onder­steuning en het transport en Volsog komt tegemoet aan zijn leden in de verwer­kingskost. De loonsproeiers zelf vangen gedurende het seizoen hun restwater op, in de kalmere periodes wordt de Sentinel op het bedrijf gebracht om het te verwer­ken. Het gezuiverde water kan opnieuw worden gebruikt als aanmaakwater voor een totale onkruidbestrijding of voor een eerste spoeling van het spuittoestel. De loonsproeiers betalen 45€ per behandel­de m³, hiermee worden de chemicaliën betaald die nodig zijn voor de zuivering van het restwater. Momenteel is er bij verschillende loon­sproeiers in totaal ruim 20 m³ verwerkt, nog eens 10 loonsproeiers hebben zich aangemeld om deze zomer hun restwater te laten verwerken, voor een totaal van 35 m³. De eerste reacties zijn lovend en ook de analyses van het gezuiverde water tonen duidelijk aan dat de verwerking­zeer goede resultaten oplevert. Wij hopen dat wij dit project als sector verder kunnen blijven ondersteunen en kunnen uitbreiden. Hoe meer loonsproei­ers hun restwater opvangen en laten zui­veren, hoe kleiner de hoeveelheden die in het oppervlaktewater terecht komen, en bijgevolg hoe beter de kwaliteit van ons water. Want indien de kwaliteit niet beter wordt, zullen er binnenkort nog meer middelen van de markt verdwijnen wat zal resulteren in problemen om de gewassen te beschermen tegen bepaalde ziekten en plagen. Daarom vragen wij ook jullie medewerking, zodat we een zekere toekomst en een duurzame landbouw tegemoet kunnen gaan.

Inge Mestdagh, Provinciaal Onderzoeks- en

Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw

Rumbeke-Beitem.

Product kan worden gemorst tijdens het vullen van het spuittoestel.

28 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 29

   <

Page 30: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

vullen en Reinigen van het spuittOestel:knelpunten naar puntvervuilingPuntvervuilingen of directe verliezen, zijn verliezen die los staan van het eigenlijke gebruik van de gewasbeschermingsmiddelen maar die het gevolg zijn van de handelingen met die middelen. Ze komen op elk bedrijf voor meestal zonder dat de landbouwer er zich van bewust is. Puntvervuilingen zijn onder meer het mor-sen bij het afmeten, het overlopen van de tank bij het vullen, lozen van spoel- en reinigingswater, … Daarbij zijn de grootste knelpunten zonder twijfel het vullen en het reinigen van de spuit-toestellen.

de riolering of naar de gracht, beek. In tegenstelling tot het vullen op een door­laatbaar oppervlak, kan bij een ondoor­laatbaar oppervlak de nodige opvang voor spuitoplossing of geconcentreerd product worden voorzien. Andere heikele punten naar puntvervui­ling toe zijn het spoelen van het spuit­toestel en het verwijderen van eventu­ele overschotten. Reinigen en spoelen gebeurt bij voorkeur zoveel mogelijk in het veld, indien niet dan moet er opvang en een behandeling van het spoel­ en reinigingswater worden voorzien. Maar ook in het veld moet er op een correcte manier worden gespoeld zodat er vol­doende kan worden verdund en gerei­nigd, enerzijds om gewasschade in de volgende teelt te voorkomen anderzijds om puntlozingen te vermijden. Om te kunnen spoelen op het veld, is er vooreerst een schoonwa­tertank nodig en een voldoen­d e g r o o t v o l u m e van deze schoonwa­t e r t a n k . Daarnaast is een 3­voudige spoel­methode nodig om voldoende verdun­

Waarom is het vermijden van deze puntvervuilingen belangrijk?Naast drift is puntvervuiling de groot­ste oorzaak van de verontreiniging van grond­ en oppervlaktewater door res­ten van gewasbeschermingsmiddelen. Een kleine hoeveelheid geconcentreerd spuitmiddel kan zeer grote hoeveelheden water onbruikbaar maken voor drinkwa­terproductie. Het resultaat hiervan is dat indien te hoge concentraties van actieve stof in het milieu voorkomen, dit er kan voor zorgen dat erkenningen van bepaal­de producten worden ingetrokken, of dat er beperktere toepassingsperiodes en ­mogelijkheden worden opgesteld, … . Dit is dus zeker niet wat de sector nodig heeft, en kan enkel voorkomen worden door een gemeenschappelijke inspan­

ning. Zowel de landbouwsector als het milieu heeft er dus alle belang bij om te vermijden dat gewasbeschermingsmid­delen elders terecht komen dan op het te bespuiten gewas of oppervlak.De handelingen tijdens het spuitpro­ces die het meeste risico inhouden naar puntvervuiling zijn het vullen en het spoelen, reinigen van het spuittoe­stel. De kritieke punten bij het vullen van het spuittoestel zijn ten eerste de plaats waar het spuittoestel met gewas­beschermingsmiddelen wordt gevuld en het gebrek aan (voldoende) opvangcapa­citeit in geval er iets misgaat. Indien er wordt gevuld op een verhard, ondoorlaat­baar oppervlak dan kunnen verliezen bij het morsen of door het overlopen van de tank snel en gemakkelijk afspoelen naar

30 / L a n d b o u w - s e r v i c e

> d o s s i e r   M i L i e u

L a n d b o u w - s e r v i c e / 31

Page 31: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

Demonstratie van de verschillende stappen met een demotoestel.

Vlaamse overheid) demonstreert enkele mogelijkheden om puntverliezen te redu­ceren, o.a.: • bij het vullen van de spuitmachine en

het bereiden van de spuitoplossing: ingerichte vulplaats, vulsluis op de spuitmachine, …

• tijdens het spuiten: driftreducerende spuittechniek, goede landbouwkundige praktijken, …

• na het spuiten: behandeling van spui­toverschotten, reinigen/spoelen van de spuitmachine, ingerichte reiniging­plaats, …

Er zijn dus heel wat technische oplos­singen beschikbaar die puntvervuiling kunnen helpen voorkomen tijdens het proces van het vullen van de spuitma­chine, het bereiden van de spuitoplossing tot het reinigen van de spuitmachine en de behandeling van spoelwater. Deze technieken zijn nog niet op elke spuit­machine/bedrijf aanwezig en het gebruik ervan is vaak nog onvoldoende gekend.Het PCLT (Praktijkcentrum voor Land­ en Tuinbouw, promotor) en het WPA (Westvlaamse Proeftuin voor de Akker­bouw, POVLT, partner) willen met dit ADLO demonstratieproject ‘Demonstra­ties rond spuittechniek vs. puntvervui­ling door gewasbeschermingsmiddelen’ de land­ en tuinbouw verder sensibili­seren over deze problematiek. Daarvoor nodigen we u graag uit op één van onze demonstratiedagen. De eerstvolgende gaat door op 16 december om 13 15 u in het POVLT (Ieperseweg 87 Rumbeke­Beitem).

ning (=1/100) te verkrijgen. Wordt de volledige inhoud van de schoon­

watertank in 1 maal toegediend dan is de verdunning onvol­doende. Loos in elk geval nooit spoelwater of overschot!

Overschotten vermijden kan door exact te berekenen wat nodig

is, dit betekent dat er ook rekening gehouden moet worden met buf­

ferzones, perceelsranden,… Zorg er daarnaast voor dat het spuittoestel cor­

rect staat afgesteld en nauwkeurig werkt (kalibreer daarom jaarlijks

zelf het spuittoestel). Beperk de hoeveelheid surplus die je rekent tot een minimum dan zit je achteraf ook niet ver­veeld met overschot dat je

moet zien kwijt te gera­ken. Is er dan toch over­

schot, verdun deze en

Voor meer informatie:

• West­Vlaams Proefcentrum voor de Akkerbouw (POVLT), Inge Mestdagh, Tel. 051/273248, Fax. 051/240020

• Praktijkcentrum voor Land­ en Tuinbouw (PCLT), Steven De Meyer, Tel. 051/245884, Fax. 051/242368

i

rijd het versneld terug uit op het reeds behandelde gewas. Doe het zelfde met het spoelwater. Indien het spoelwater of de verdunde overschotten niet opnieuw op het veld kunnen worden uitgespoten, dan dient er geschikte opvang en behan­deling te worden voorzien (bijvoorbeeld via een erkende firma of biozuiverings­systemen).Ook met de uitwendige reiniging van het spuittoestel dient men voorzichtig te zijn. Onder meer door drift blijft nog heel wat product aan de buitenkant van het toestel kleven. Bij het reinigen of door regen spoelen deze resten af en kunnen zo een verontreiniging veroor­zaken. Dit ADLO­project ‘Demonstratie rond spuittechniek versus puntvervuiling door gewasbeschermingsmiddelen’ (met steun van de Europese Unie en Duur­zame Landbouwontwikkeling van de

   <

30 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 31

Page 32: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

vlaamse mestbalans

Sinds het eerste mestdecreet in 1991 in Vlaanderen het levenslicht zag, is

er al een hele weg afgelegd. Het blijft niettemin elk jaar uitkijken naar de resultaten van het Voortgangsrapport, de jaarlijkse schets van de mestsituatie. Het rapport boekt ook niet in aan actuali­teitswaarde. Binnenkort starten immers opnieuw de onderhandelingen met Euro­pa over de vernieuwing van het Vlaams actieplan en de verlenging van de dero­

Voor het tweede jaar op rij is de mestbalans in Vlaanderen in evenwicht. Die positieve bood-schap mocht minister van Leefmilieu Joke Schauvliege meegeven bij de voorstelling van het Voortgangsrapport 2009 van de Mestbank. Ook op milieuvlak werpt het nieuwe mestdecreet zijn vruchten af, al evolueert de kwaliteit van het grondwater te traag.

gatie, die hogere bemestingsnormen voor dierlijk mest toelaat.Het rapport 2009 toont aan dat voor het tweede jaar op rij de Vlaamse mest­balans in evenwicht is. Dat betekent concreet dat elke landbouwer in staat is zijn dierlijke mest correct af te zetten op Vlaamse landbouwgrond of weg te werken via mestverwerking of export. Minister Schauvliege merkte ook op dat in 2008 en 2009 zo’n 3.500 landbouwers

voor derogatie kozen, ofwel één landbou­wer op tien.De kwaliteit van het oppervlaktewater blijft de goede weg opgaan. Het percen­tage MAP­meetpunten waar geen enkele overschrijding van de Europese nitraat­norm (50 mg nitraat per liter) wordt vastgesteld, steeg van 63 naar 73 %. Ook het percentage meetpunten zonder over­schrijdingen van 25 milligram nitraat per liter steeg, van 36 naar 45 %. Volgens de

blijft in evenwicht

32 / L a n d b o u w - s e r v i c e

> d o s s i e r   M i L i e u

L a n d b o u w - s e r v i c e / 33

Page 33: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

Bij het Waalse meststoffenbedrijf Rosier daalde de omzet enorm en

werd een groot verlies geboekt. Ook Tessenderlo Chemie maakte al bekend dat haar resultaten waren aangetast door de malaise in de landbouwsector.Veel boeren grepen in 2009 terug naar traditionele bemesting in plaats van dure kunstmest te gebruiken. De bemesting gebeurt ook steeds selec­tiever wat een besparing oplevert van 20 tot 30 %. Bovendien is de bodem in Vlaanderen verzadigd van stikstof, fosfaat en kalium doordat hij in het verleden soms al te rijkelijk werd bemest. Volgens specialisten zal een jaartje overslaan de teelt niet te erg benadelen.Landbouwers kopen nu de goedkoop­ste meststoffen. Zij kopen enkelvou­

Omzet meststOFFenFabRiKanten daalt door zuinige boeren

De fabrikanten van meststoffen en krachtvoeders beleven moei-lijke tijden. De aanhoudende cri-sis in de landbouwsector doet boeren steeds meer besparen.

Zo hebben de Europese landbouwers dit jaar tot 30 % minder kunstmest op hun akkers gestrooid en

kochten ze 20 % minder kracht-voer. Ook de aan-kopen voor 2010

worden uitgesteld wegens een te grote

prijsonzekerheid.

dige in plaats van samengestelde meststoffen. Ook de verkoop van kali­ummeststoffen slabakt. De prijs van kalium is de voorbije twee jaar sterk gestegen en staat nog altijd hoog.Ook voor 2010 zijn de vooruitzichten niet goed. Er heerst grote onzeker­heid over de prijzen. Eind 2009 was er een sterke prijsdaling van meststoffen, met 20 tot 30 %. Die kwam na een peri­ode van sterke prijsstijgingen. Ook voor de mengvoederfabrikanten zijn het geen bloeiende tijden. De verkoop van krachtvoer is in 2009 met 20 % gedaald, vooral bij de Waal­se en Franse melkveehouders. De prijs van veevoeder is ook fors terug­gevallen. Sommige boeren stellen nu zelf hun krachtvoeder samen om geld te sparen.

minister gaat het om het beste resultaat sinds de start van de metingen.Toch merkt Schauvliege op dat nog steeds 27 % van de meetpun­ten niet aan de Europese norm voldoet. “In tegenstelling tot de gunstige evolutie van de opper­vlaktewaterkwaliteit, verbetert de kwaliteit van het grondwa­ter veel trager, te traag”, stelde Schauvliege. Ze merkte daarbij op dat water traag door de bodem stroomt en dat het grondwater dus minder snel reageert op een gewijzigd mestbeleid. Toch riep ze op de evolutie verder in de gaten te houden en zonodig bijko­mende maatregelen te nemen.Ook wat fosfaat betreft, is er volgens de minister nog werk voor de boeg. Terwijl dat bij andere sectoren wel het geval is, worden er onvoldoende dui­delijke verbeteringen vanuit de landbouwsector vastgesteld. Schauvliege wil nagaan welke extra maatregelen kunnen wor­den genomen om de afspoeling en doorslag van fosfaat te ver­minderen.Intussen is ook het nitraatresi­du in de bodem jaar na jaar ver­beterd. In 2006 lag het gemid­delde nitraatresidu nog op 107 kilo nitraatstikstof per hec­tare, terwijl dat vorig jaar was teruggelopen tot ruim onder de limietwaarde van 90 kilo. Ook de ammoniakemissie, waarvan de landbouw en dan vooral de veeteelt de belangrijkste bron is, daalde sterk. Zelfs in die mate dat, zelfs als alle aange­vraagde maar nog niet inge­vulde rechten voor berijfsuit­breiding in 2010 zouden worden ingevuld, de ammoniakemissie uit de veehouderij de Europese norm van 40,2 kiloton niet zal overschrijden.

32 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 33

d o s s i e r   M i L i e u    <

Page 34: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu deelt de bekendmaking

mee van het Koninklijk Besluit van 10 januari 2010 tot wijzi­ging van het Koninklijk Besluit van 28 februari 1994 betreffen­de het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik. Dit besluit voert officieel de splitsing van de erkenningen van de gewasbe­schermingsmiddelen tussen amateur­ en beroepsgebruik in.Dit besluit heeft tevens gevolgen voor de verkopers aan ama­teurgebruikers (detailhandel in sproeistoffen en in mest­stoffen). De bestrijdingsmiddelen die voor beroepsgebruik bestemd zijn, zijn niet beschikbaar voor amateurgebruikers. Een duidelijke fysieke scheiding tussen de beroeps­ en ama­teurproducten moet in de verkooppunten voorzien worden. Het is belangrijk op te merken dat middelen die een erkenning voor amateurgebruik bekomen hebben, vrij verkocht mogen worden.

SPLITSING van erkenningen van bestrijdingsmiddelen

> g ewA s b e s C H e rM i n g sM i d d e L e n   i n   b e Lg i e

De mestverwerkingscapaciteit is tus­sen 1 juli 2008 en 30 juni 2009 in

Vlaan deren opmerkelijk gestegen. Dat blijkt uit de jaarlijkse enquête van het Vlaams Coördinatiecentrum Mest­verwerking (VCM).Er is zo’n 21,5 miljoen kilogram stikstof uit dierlijke mest verwerkt en dat is 1,8 miljoen kilogram meer dan het jaar voor­dien. Om buurtprotesten bij plannen voor de bouw van mestverwerkingsinstallaties tegen te gaan, maakten VCM en Biogas­E een brochure op over de communicatie­mogelijkheden vanaf het ontstaan van een idee tot de exploitatie van de installatie.Vlaanderen telt op vandaag 112 operati­

mestverwerkingscapaciteitin vlaanderen gestegenonele mestverwerkingsinstallaties. 60 % situeert zich in West­Vlaanderen. Er zijn 97 vaste installaties in agrarisch gebied, 12 installaties op een industrieterrein en 3 mobiele installaties. In vergelijking met de voorbij jaren is er vooral een stijging van de verwerking van varkensmest. Dit is voornamelijk te verklaren door het opstarten van een aantal nieuwe biologi­sche mestverwerkingsinstallaties en ver­gistingsinstallaties met nageschakelde technieken. De verwerking van pluim­veemest is constant gebleven terwijl de export van ruwe pluimveemest een daling vertoonde.Volgens VCM is op korte termijn nood aan

een rechtszekere en duidelijke oplossing voor de problematiek rond de uitstel­afstelregeling van het oude Mestdecreet. Een voorstel tot aanpassing van het Verzameldecreet is al de deur uit naar het kabinet van Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege. VCM pleit ook voor een uniforme toepassing van de bepalingen uit de rondzendbrief ruim­telijke ordening over de inplanting van installaties én voor een grotere juridische draagkracht ervan. VCM wil ook werk maken van de admi­nistratieve vereenvoudiging en een ver­laging van het BTW­tarief van 21 naar 6 % bij mestverwerking en vergisting.

Voor meer informatie:

www.fytoweb.fgov.be en www.health.fgov.be

i

34 / L a n d b o u w - s e r v i c e

> d o s s i e r   M i L i e u

L a n d b o u w - s e r v i c e / 35

Page 35: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

u i T s M i j T e r  <

De zoon van loonbedrijf Cuyvers, aangesloten bij Landbouw­Ser­

vice is in het nieuws gekomen. De 33­jarige Neerpeltenaar Roel Cuyvers

wentelploegenweReldKampiOenschap

kroonde zich in Slovenië tot wereld­kampioen wentelploegen. De laatste keer dat een Belg nog eens wereld­kampioen werd, is al ruim twintig jaar geleden.

Als tiener nam hij het nog gewoon op tegen kameraden, voor het plezier. In 1992 stapte Cuyvers in het wedstrijd­circuit. Eerst moest ij zich opwerken op provinciaal niveau, daarna werd hij nationaal kampioen, wat een ticket opleverde voor het wereldkampioen­schap. Zelf is Roel Cuyvers tweevoudig Belgische kampioen.

Cuyvers leerde ploegen op het loonwer­kersbedrijf van zijn ouders. Die erva­ring is van goudwaarde, want ‘ploegen’ is geen kwestie van er eens fors in te vliegen. Elk perceel is anders. Tel­kens moet de ploeg afgesteld worden. Meten en blijven meten tot het op de millimeter juist zit, is de boodschap.

Cuyvers reisde niet alleen met eigen ploeg en tractor naar Slovenië, maar ook met een eigen coach, een gepensi­oneerde loonwerker uit Nederland. Hij geeft aanwijzingen en gaat ook eens kijken bij de andere deelnemers.

34 / L a n d b o u w - s e r v i c e L a n d b o u w - s e r v i c e / 35

Page 36: landbouw service 2010-01.pdf · SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen 9 Ecocheques 10 Forfaitaire crisispremie voor ontslagen arbeiders 11 Alcohol- en drugbeleid op het loonwerkbedrijf vanaf

Een mustWelkom op de informatiedag voor landbouwloonwerkers op maandag 26 juli om 09u45 in het Business Center (vooraf inschrijven)

Van 23 tot 26 juli 2010 op het beursterrein van Libramont en op 27 juli te Bras-Libramont (3de internationale graslanddemo)

www.foiredelibramont.comTel. 061 23 04 04