L R 0) ) + (1 0) = 1 gbrink/opg24sept.pdfOpg. 1. [Bernoulli lemniscaat] Het Bernoulli lemniscaat is...
Click here to load reader
Transcript of L R 0) ) + (1 0) = 1 gbrink/opg24sept.pdfOpg. 1. [Bernoulli lemniscaat] Het Bernoulli lemniscaat is...
Opg. 1. [Bernoulli lemniscaat] Het Bernoulli lemniscaat is de verzameling
L := {(x, y) ∈ R2 | ||(x, y)− (1, 0)|| ||(x, y) + (1, 0)|| = 1 }
a. Laat zien dat (x, y) ∈ L dan en slechts dan als
F (x, y) = (x2 + y2)2 − 2x2 + 2y2 = 0 .
b. Laat zien dat (0, 0), (√
2, 0) en (12
√3, 1
2) elementen van L zijn.
c. Bereken de partiele afgeleiden ∂F (x,y)∂x en ∂F (x,y)
∂y . Ga na of deze inverteerbaar zijn inde bovengenoemde punten.
d. Bewijs de volgende uitspraken met behulp van de impliciete functiestelling:
i) Er bestaan een ε > 0 en δ > 0 en een C∞ functie Y : (12
√3−ε, 1
2
√3+ε)→ (1
2−δ,12 +δ)
met de volgende eigenschap: x ∈ (12
√3 − ε, 1
2
√3 + ε) en y ∈ (1
2 − δ,12 + δ) voldoen aan
F (x, y) = 0 dan en slechts dan als y = Y (x).
ii) Er bestaan een ε > 0 en δ > 0 en een C∞ functie X : (12−δ,
12 +δ)→ (1
2
√3−ε, 1
2
√3+ε)
met de volgende eigenschap: x ∈ (12
√3 − ε, 1
2
√3 + ε) en y ∈ (1
2 − δ,12 + δ) voldoen aan
F (x, y) = 0 dan en slechts dan als x = X(y).
iii) Er bestaan een ε > 0 en δ > 0 en een C∞ functie X : (−δ, δ)→ (√
2− ε,√
2 + ε) metde volgende eigenschap: x ∈ (
√2− ε,
√2 + ε) en y ∈ (−δ, δ) voldoen aan F (x, y) = 0 dan
en slechts dan als x = X(y).
e. Waarom is er niet zo’n functie x 7→ Y (x) met Y (√
2) = 0? Waarom zijn er niet zulkefuncties x 7→ Y (x) en y 7→ X(y) met X(0) = 0 of Y (0) = 0?
2. [Cylindercoordinaten, Inleveropgave] Laat de afbeelding f : R3 → R3 gegevenzijn door
f(r, φ, z) = (r cosφ, r sinφ, z) .
a. Bereken de totale afgeleide Df(r, φ, z). Laat zien dat
detDf(r, φ, z) = r .
Laat nu zien dat Df(r, φ, z) inverteerbaar is dan en slechts dan als r 6= 0.
b. Bewijs dat ieder punt (r, φ, z) ∈ R3 waarvoor r 6= 0 een open omgeving U heeft metde eigenschap dat f : U → f(U) ⊂ R3 een inverteerbare afbeelding is met C∞ inverse(f |U )−1 : f(U)→ U .
c. Laat zien dat f niet injectief is.
d. Definieer D := (0,∞) × (−π, π) × R. Definieer B := f(D), het beeld van f beperkttot D. Laat zien dat B gelijk is aan het complement in R3 van R≤0 × {0} × R. Laat nuzien dat de beperking f |D van f tot D injectief is door aan te tonen dat (f |D)−1 : B → Dgegeven wordt door
(f |D)−1(x, y, z) = (√x2 + y2, 2 arctan
(y
x+√x2 + y2
), z) .
Toon aan dat deze laatste een C∞ afbeelding is.