Kunst in de Noord /Zuidlijn › cms › wp-content › uploads › 2018 › 10 › ... ·...

36
Kunst in de Noord/Zuidlijn

Transcript of Kunst in de Noord /Zuidlijn › cms › wp-content › uploads › 2018 › 10 › ... ·...

Kunst in de Noord /Zuidlijn

Colofon opdrachtgever ontwerp tekst� fotografie

drukwerk uitgave cover Noord/Zuidlijn cover Oostlijn

Gemeente Amsterdam in samenwerking met GVBoil for live communicationPaul van Mieghem, BxHxDGert Jan van Rooij, Jorrit ’t Hoen, Gé DubbelmanImago Printingjuli 2018Station EuropapleinStation Wibautstraat

Van lokale inspiratie naar bijzondere collectie

Amsterdam ruimt al eeuwenlang graag en veel plaats in voor het werk van schilders, beeldhouwers, dichters en andere kunstenaars. Overal in de hoofdstad kom je kunst tegen. Al in de eerste fase van de bouw van de Noord/Zuidlijn was duidelijk dat kunst een onderdeel zou worden in de nieuwe stations. De Noord/Zuidlijn 52 brengt iedere dag duizenden mensen bij elkaar, maar verbindt ook buurten, die stuk voor stuk een eigen karakter hebben en een eigen gezicht. De kunst in de stations versterkt die gezichten en maakt ze nóg herkenbaarder. Van Noord naar Zuid – en andersom – trekt een gevarieerde en toch samenhangende collectie aan je voorbij.

In ieder station van de Noord/Zuidlijn is een kunstwerk te vinden. De acht kunstenaars hebben bij het maken van hun werken de directe omgeving van het station als startpunt gekozen.

Wat ze in de buurt zagen, hoorden en voelden, hebben ze verwerkt en uitvergroot tot uiteenlopende ideeën, vormen en beelden. Lokale inspiratie is omgezet in een bijzondere kunstcollectie.

De Noord/Zuidlijncollectie is een permanente tentoonstelling. Voor reizigers en voorbijgangers, bewoners en bezoekers.

De kunstwerken in de stations van de Noord/Zuidlijn zijn tot stand gekomen tussen 2013 en 2018.

manonraats
Notitie
Graag 52 tussenhaakjes zetten (lijn 52)

‘Flyways’Harmen Liemburg (Nederland)2018

Station Noord

In Noord nader je de rand van de stad. Eenmaal daar voorbij verandert het landschap en is er plotseling ruimte voor weilanden, water en weidse uitzichten. Het domein van de gevleugelde reizigers.

In een tijd waarin we het scherm van onze telefoon geen moment uit het oog verliezen, is ‘naar beneden kijken’ bijna een tweede natuur geworden. Op station Noord komt dat goed uit. Op de vloer heeft Harmen Liemburg een groot aantal vogels van uiteenlopende pluimage afgebeeld. Ze spiegelen zich als het ware aan de indrukwekkende overkapping van het station.

Dankzij de rijkdom aan vormen en soorten raak je als reiziger niet uitgekeken op de vogelvloer. Toch zijn de tekeningen bepaald niet lukraak over het vloer­oppervlak verspreid.

Vanuit de noordkant van het perron vliegen ganzen zuidwaarts. In het midden zijn onder meer de kleine karekiet in het riet, watervogels in de polder en een gruttokuiken in het natte weiland te zien. In het zuidelijke deel van het perron zijn vogels aan het nestelen en broeden om daarna te vertrekken naar warmere oorden.

De tekeningen zijn op de vloer aange­bracht door de getekende vormen uit te snijden in donkergrijze en lichtgrijze tegels en de contrasterende elementen handmatig in de perronvloer te leggen.

Heb je een scherpe blik, dan zul je naast de gierzwaluw, de blauwe reiger en de fuut ook de wc­eend en de badeend aantreffen.

“Alles heeft te maken met waarneming; openstaan voor de wereld zoals die zich aan je voordoet.” (Harmen Liemburg)

De omgeving van station Noorderpark werd van oudsher gedomineerd door zware industrie en traditionele arbeiders­wijken. Veel huizen dateren er uit het begin van de twintigste eeuw; de hoogtijdagen van de Amsterdamse School.

Neem je de metro van het Centraal Station naar Noord, dan zijn ze het eerste dat je ziet wanneer je na het IJ weer ‘boven water’ komt: De 7 Poorten. Statig en sprookjesachtig glijden ze voorbij. Ze laten je zien dat het snel kan gaan; van opbouw naar afbraak, van verleden naar toekomst. Aan de horizon ligt het oude Amsterdam. Ook Amsterdam­Noord is een stadsdeel met historie, maar de bevolking is er jong, ambitieus en volop in beweging.

De Amsterdamse School, met zijn metsel­patronen en bakstenen ornamenten, komt uitbundig terug in de vormen en materialen van De 7 Poorten.

Persijn Broersen en Margit Lukács hebben aan het romantische ideaal van ‘schoonheid voor de arbeider’ een nieuwe invulling gegeven. De middelste poort is een visuele echo van de stadspoort aan de overkant: het statige Centraal Station, in 1890 gebouwd door architect Pierre Cuypers. Maar ook de toekomst is prominent aanwezig. De 7 Poorten zijn overwoekerd – niet door gras of mos, maar door grillige vormen die we kennen uit computergames.

Heb je de kans om in het donker met de metro langs De 7 Poorten te rijden? Doen! De theatrale belichting zorgt voor een extra dimensie.

“Amsterdam­Noord is oud, maar bouwt tegelijkertijd aan de toekomst.” (Persijn Broersen en Margit Lukács)

Station Noorderpark

‘De 7 Poorten’Persijn Broersen en Margit Lukács

(Nederland)2018

In de metrohal van het Centraal Station komt de hele wereld samen, iedere dag opnieuw. Iedereen heeft haast, alles beweegt en rusteloosheid lijkt de enige constante factor. Een kleurrijker plek is nauwelijks denkbaar.

Te midden van al die dynamiek komen twee schepen de hal binnenvaren die een enorme hoeveelheid verhalen vertellen. De Tulpen Palepai van Jennifer Tee, vormgegeven met behulp van 100.000 zorgvuldig geselecteerde tulpenblaadjes.

Palepai zijn ceremoniële kleden die lang geleden op Sumatra werden gemaakt ter gelegenheid van de grote gebeurtenissen in het leven: geboorte, huwelijk en dood. Op de wanden van het Centraal Station heeft het Indonesische ritueel een nieuwe invulling gekregen, met afbeeldingen en thema’s uit heden en verleden en uit alle windstreken.

“Veel mensen maken een overtocht met onbekende bestemming.” (Jennifer Tee)

Soms heel duidelijk, soms mysterieus. Neem er de tijd voor en je ontdekt steeds meer. Rusteloze zielen die onderweg zijn van de ene wereld naar de andere, van dit leven naar het volgende. Tegelijkertijd is de Tulpen Palepai een feest van herkenning. In de bonte stoet van beelden en symbolen zijn de historische lantaarns van het Damrak te vinden, maar ook Amsterdamse pakhuizen, de vorm van de grachtengordel en de metro zelf.

De Tulpen Palepai in de metrohal van het Centraal Station is een zorgvuldig ingescande print van het ontwerp met 100.000 échte tulpenblaadjes. Dit werk was in het voorjaar van 2017 drie maanden lang te zien in het Rijksmuseum.

Centraal Station – metrohal

‘Tulip Palepai, navigating  the river of the world’Jennifer Tee (Nederland)2017

Centraal Station – perron

‘Weather Engine’David Claerbout (België)2018

Op het perron van de Noord/Zuidlijn in het Centraal Station bevind je je 15 meter onder zeeniveau. De imposante hoogte, het bijzondere plafond en de enorme zuilen hebben de hal de bijnaam ‘de kathedraal’ bezorgd. Een buitengewone plek voor een weergaloos weerbericht.

Op een langgerekt videoscherm, met een breedte van ruim 23 meter, is een typisch Noord­Hollands landschap te zien. Een vaart, een strook gras, een rij bomen. En daarboven de lucht. De lijnen van Mondriaan zijn er goed in te herkennen, maar hier gebeurt méér. Dit landschap leeft en verandert en het ondergaat de seizoenen. Bovendien is er een anonieme bewoner, die zich actief bezighoudt met zijn leefomgeving. In de herfst harkt hij de blaadjes bij elkaar, ’s zomers zet hij een tentje op of luiert hij wat in de zon.

En als de regen met bakken uit de lucht valt, probeert hij met een emmer te voorkomen dat de boel overstroomt.

Het dagritme van het personage past zich aan de routine van de reizigers aan. Tijdens de ochtendspits gaat hij aan de slag, tegen het eind van de dag zit het werk erop. Tussen de bedrijven door mag hij graag een beetje lanterfanten en juist daardoor komt hij werkelijk tot leven. Want volgens David Claerbout is verveling een uitstekende methode om je staande te houden in een wereld vol prikkels.

En dan is er nog het weerbericht, waar Weather Engine zijn naam aan ontleent. Op basis van internetvoorspellingen laat het scherm precies zien wat voor weer je morgen om deze tijd kunt verwachten.

“Tijd is geld? Er is ook een eindeloze tijd, die gratis is en voor iedereen bestaat.” (David Claerbout)

Station Rokin

‘The crocodile, the melodica,  the pike fish, the high heel pump…’Dewar & Gicquel (Frankrijk)2017

Rokin en Damrak behoren tot het historische hart van Amsterdam. Het was dus niet verwonderlijk dat het graafwerk bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn een schat aan historisch materiaal opleverde. Maar liefst 700.000 voorwerpen haalden de archeologen naar boven. Een selectie uit die enorme verzameling is samengebracht in grote vitrines tussen de roltrappen van station Rokin. De tastbare geschiedenis van de stad in één oogopslag. De lange perronwanden zijn een antwoord op de vitrines. Ook hier is een grote hoeveelheid alledaagse voorwerpen te zien. Niet afkomstig uit het verleden, maar juist uit het heden.

Het kunstenaarsduo Daniel Dewar en Grégory Giquel haalt objecten die we elke dag zien, gebruiken of aantrekken graag uit hun context. Ze kijken ernaar met een onbevangen blik, alsof ze geen idee hebben wat ze ermee aan moeten.

In station Rokin hebben ze de voorwerpen sterk uitvergroot en weergegeven als mozaïeken. Dat levert een aangename en amusante omgeving op.

Rijd je met de metro station Rokin binnen of wandel je over het perron, dan is het alsof je een lange zin van beelden leest. Soms staat zo’n beeld op z’n kop, zoals de de schoen en de eend. De parallel met ons hedendaagse internetgebruik ligt voor de hand: we verwerken een onophoudelijke stroom beelden waarvan er soms één blijft hangen.

Alle afbeeldingen van de voorwerpen zijn uitgevoerd in natuursteen, in Frankrijk geselecteerd en samengesteld door de kunstenaars.

‘Ik ben in metrostation Rokin.’ ‘Ik ook! Waar sta je?’ ‘Bij de dobbelstenen.’

“De vitrines en de kunstwerken laten allebei een complex beeld zien van onze cultuur.” (Dewar & Gicquel)

Gebouwen geven vorm en structuur aan een stad, maar het zijn de mensen die er kleur aan geven. Ondernemers en artiesten, harde werkers en flierefluiters, bewoners en voorbijgangers. Het kunst­werk in station Vijzelgracht is een ode aan één van die mensen, maar tegelijkertijd een eerbetoon aan ieder individu die in de loop van het leven kleur geeft aan de straat, aan de buurt, aan de stad.

Acteur en chansonnier Ramses Shaffy, geboren in Parijs, belandde als kind in Nederland en groeide uit tot een van de iconen in het roerige Amsterdam van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Het Ramses Shaffy Art Project zorgde ervoor dat de zanger in station Vijzelgracht is vereeuwigd. Onontkoombaar, want het kunstwerk is geïntegreerd in een glazen wand van 24 bij 13 meter, die boven de langste

“Waar ga ík naar toe, welke keuzes maak ík?” (Marjan Laaper)

Station Vijzelgracht

‘Ramses Shaffy, Levenslijnen’Marjan Laaper (Nederland)2016

roltrap van de Benelux hangt. Tijd genoeg om het goed te bekijken dus.

Het kunstwerk van Marjan Laaper plaatst het leven van Shaffy in een breder perspectief. In een vorm die sterk doet denken aan een metrokaart, laat het zien hoe toevallige ontmoetingen, intensieve vriendschappen en langdurige verbindingen je levensloop bepalen. In het werk zijn de levenslijnen te zien van 28 mensen met wie de hoofdpersoon door de jaren heen te maken heeft gehad. De LED­lijnen lichten in willekeurige volgorde, snelheid en helderheid op en brengen zo het portret stapsgewijs tot stand.

Heb je tijd over, neem dan gerust de roltrap nóg een keer; door de ‘random’ programmering nemen de lijnen steeds een andere wending. Net als het leven zelf.

Als je in De Pijp woont, weet je dat je hier creatief moet omgaan met de beperkte ruimte. Passen de twee sporen van de Noord/Zuidlijn niet naast elkaar? Dan maar bóven elkaar. Metrostation De Pijp is een weerslag van de buurt: druk, knus en gezellig. Het kunstwerk in dit station voegt daar geen extra rumoer aan toe. Integendeel. De subtiele tonen van Sipping Colors lijken speciaal bestemd voor reizigers die bereid zijn om beter te kijken.

Werk van de Argentijnse Amalia Pica is te zien in de meest gerenommeerde musea van de wereld. Van Mexico tot Londen en van Eindhoven tot New York. Maar toen ze aan de Rijksakademie in Amsterdam studeerde, woonde ze ‘gewoon’ in De Pijp. Ze had dus jarenlang de gelegenheid om de unieke sfeer in zich op te nemen van de buurt die misschien wel de meest gemêleerde, dynamische en luidruchtige is van de hele stad.

Vlaggetjes spelen een belangrijke rol in het werk van Pica. Ze hebben te maken met mensen die op straat samenkomen, feestvieren en vrolijk zijn. Die vrolijkheid is in een abstracte vorm terug te vinden in de twee bovengrondse entreegebieden van station De Pijp. Van daaruit sijpelen de kleuren als het ware naar de ondergrondse metrohal. Lichtheid en luchtigheid heten je welkom en blijken je, eenmaal beneden, nog steeds te vergezellen.

In De Pijp is het de moeite waard om de kunst (ook) van héél dichtbij te bekijken. Het werk is gescand, op folie gedrukt en achter glas geplaatst, maar in de kleine verfverdichtingen, vlekjes en spatjes is het authentieke handwerk van de aquarel nog goed te zien.

“Je loopt naar buiten en voelt je nét iets lichter en gelukkiger.” (Amalia Pica)

Station De Pijp

‘Sipping colors’Amalia Pica (Argentinië)

2017

Station Europaplein

‘I want a permanent wave’Gerald van der Kaap (Nederland)2018

Na De Pijp is het Europaplein een oase van ruimte en licht. Het metrostation neemt alvast een voorschot op het spektakel en de grootschaligheid die je te wachten staan als je naar buiten loopt richting beurzen en congressen van de RAI. Het grote gebaar is ook terug te vinden in het kunstwerk van dit metrostation. VJ en kunstenaar Gerald van der Kaap gebruikte de woorden ‘I want a permanent wave’ eerder al eens voor een video performance. Hier vormen ze de basis voor een fascinerend filmscenario. Een romantische rolprent, onder meer geïnspireerd door Brief Encounter, een film noir uit 1945.

Zodra je het station betreedt, dendert het filmische�spektakel�van�twee�kanten�op�je�af. In de scènes aan de ene kant eist een mysterieuze vrouw over de volle breedte van het perron de hoofdrol voor zich op, aan de overkant van het spoor biedt een man haar tegenspel.

Wie zijn dit? Wat is hun verhaal? Speelt het zich af in onze tijd of in de oudheid? Want die Griekse munt van 2 euro, verankerd in de tegels van het perron, zit er natuurlijk niet voor niets. En dan die vluchtige ontmoeting, bij de noordelijke uitgang,�is�dat�het�einde�van�de�film�of�juist�het begin?

Laat je meeslepen in het verhaal, vind je eigen antwoorden. En schrik er vooral niet voor terug om met een andere plotwending alles weer opnieuw in beweging te brengen.

“Een ontmoeting op het station laat het verlangen zien naar permanente beweging.” (Gerald van der Kaap)

53 54

Noord52

52 Zuid

Noorderpark

Rokin

Vijzelgracht

De Pijp

Europaplein

Centraal Station

Noord / Zuidlijn (lijn 52)

Station Noord ‘Flyways’ Harmen Liemburg

Station Noorderpark ‘De 7 Poorten’ Persijn Broersen en Margit Lukács

Centraal Station – metrohal ‘Tulip Palepai, navigating the river of the world’ Jennifer Tee

Centraal Station – perron ‘Weather Engine’ David Claerbout

Station Rokin ‘The crocodile, the melodica, the pike fish…’ Dewar & Gicquel

Station Vijzelgracht ‘Ramses Shaffy, Levenslijnen’ Marjan Laaper

Station De Pijp ‘Sipping Colors’ Amalia Pica

Station Europaplein ‘I want a permanent wave’ Gerald van der Kaap

Station Zuid

53

54

52

52

Gaasperplas

Nieuwmarkt

Waterlooplein

Weesperplein

Wibautstraat

Amstel

Spaklerweg

Van der Madeweg

Diemen Zuid

Verrijn Stuartweg

Ganzenhoef

Kraaiennest

Venserpolder

Gein

Strandvliet

Bijlmer ArenA

Bullewijk

Holendrecht

Reigersbos

Duivendrecht

Centraal Station

Oostlijn (lijn 53 en 54)Centraal Station ‘Natuursteen mozaïek‘ Joost van Rooijen

Station Nieuwmarkt ‘Wortels van de stad’ Louis van Gasteren ‘Slopersbal‘ Jan Sierhuis ‘Scheuren en gaten in de wanden’ Bert Griepink ‘Groeten uit de Nieuwmarkt’ Roel van den Ende, Bert Griepink, Louis van Gasteren, Jan Sierhuis ‘Wonen is geen gunst maar een recht’ Tine Hofman

Station Waterlooplein ‘Waterloo’ Willem Sandberg ‘Sporen van verlichte voetstappen’ Dirk Müller

Station Weesperplein ‘Luchtspiegelingen’ Matthijs van Dam ‘Verplaatsing’ Charles Bergmans ‘Signatuur van de anonieme arbeider’ Pieter Engels

Station Wibautstraat ‘De krant in vijf kunstwerken’ Opland

Station Van der Madeweg [zonder titel] Cornelius Rogge

Station Strandvliet ‘Kleurstructuur van gekleurd glas’ Rolf Adel

Station Verrijn Stuartweg ‘Windmolen’ Jos Wong Lun Hing

Station Holendrecht ‘Tension Pieces’ Shlomo Korèn

Station Gaasperplas ‘Achtergelaten bagage’ Antoine Mes

De Oostlijn compleet

In de stations van de Oostlijn is een omvangrijke collectie kunst te zien. In dit overzicht ontbreekt de ruimte om uitgebreid aandacht te besteden aan álle kunstwerken. De onderstaande werken worden in dit boekje niet uitgebreid beschreven. Ze zijn wél de moeite van het bekijken waard:

‘Natuursteen mozaïek’ Joost van Rooijen (Nederland)1980Centraal Station

‘Verplaatsing’Charles Bergmans (Nederland)1977Station Weesperplein

‘Signatuur van de anonieme arbeider’Pieter Engels (Nederland)1977Station Weesperplein

[zonder titel]Cornelius Rogge (Nederland)1977Station Van der MadewegDit kunstwerk wordt later in 2018 herplaatst.

‘Kleurstructuur van gekleurd glas’Rolf Adel (Nederland)1977Station Strandvliet

‘Tension Pieces’Shlomo Korèn (Duitsland)1977Station Holendrecht

‘Windmolen’Jos Wong Lun Hing (Nederland)1977Station Verrijn Stuartweg

Reizigers en hun spullen. In een metro­station kom je ze meestal in elkaars gezelschap tegen. Haal je ze uit elkaar, dan ontstaat een bijzonder effect. Antoine Mes liet in 1977 op metrostation Gaasperplas zes tassen, twee koffers en een plunjezak achter. Ze vertellen verhalen en prikkelen de fantasie. Ze roepen herinneringen op, maar ook vragen. Van wie is die aktetas? Wat zit er in die koffer? En waar gaat die plunjezak heen?

Een ‘Amsterdamser’ materiaal dan bak­stenen is nauwelijks denkbaar. Gevels en ornamenten van baksteen zijn één van de belangrijkste kenmerken van de Amsterdamse School, de kunst­ en architectuurstroming die zo’n honderd jaar geleden furore maakte. Gebouwen, brug­gen en kunstwerken uit de Amsterdamse School zijn nog altijd in grote aantallen in de stad te vinden. De beelden van gele en rode baksteen op het perron van station

Gaasperplas zijn zowel een eerbetoon als een voortzetting. Na de plaatsing, in 1977, groeide het tiendelige ensemble al snel uit tot een publieksfavoriet. Achtergelaten bagage behoort waarschijnlijk tot de meest gefotografeerde kunstwerken in de Amsterdamse openbare ruimte.

Voor een realistisch kunstwerk is baksteen een ongebruikelijk materiaal. De uitvoering vereist de ambachtelijke vaardigheden van een metselaar én een steenhouwer. Het houwen van baksteen was aan het begin van de twintigste eeuw een experimentele techniek en dat is het eigenlijk altijd gebleven. De beelden van Antoine Mes op het perron van metrostation Gaasperplas zijn ook in dat opzicht uniek.

In de hoofden van de reizigers zijn in de loop van de jaren al duizenden verhalen ontstaan bij het zien van de Achtergelaten bagage. Er kunnen er nog duizenden bij.

“De reiziger stapt in. Op het perron blijft een koffer vol verhalen achter.” (Anoniem)

Station Gaasperplas

‘Achtergelaten bagage’Antoine Mes (Nederland)

1977

In de jaren waarin Amsterdam begon aan het bouwen van de eerste metrolijn, vestigden de Volkskrant, het Parool en Trouw zich aan de Wibautstraat. Kunstenaar Opland, vooral bekend geworden door zijn politieke spotprenten, kreeg opdracht om voor het metrostation Wibautstraat ‘iets journalistieks’ te maken. Zijn vijfdelige kunstwerk vertelt het complete verhaal van de krant.

Verspreid over de perronwanden zijn letters te zien, geschilderd in warme, vrolijke kleuren en ogenschijnlijk ontsnapt uit de krant.

Bij de noordelijke hal is boven de trappen een repeterende foto aangebracht van een straat in De Pijp. Een realistisch en herkenbaar beeld van een typisch negentiende­eeuwse straat. Door de manier waarop de afbeelding zichzelf herhaalt, ontstaat een bijna abstracte

Station Wibautstraat

‘De krant in vijf kunstwerken’Opland (Nederland)

1974-1977“Je gelooft je ogen niet. Dit is een andere tijd.” (Opland, pseudoniem van Rob Wout,

voorstelling met een overduidelijke knipoog naar de Pop Art en Andy Warhol.

Midden op het perron staat een onopvallend betonnen huisje. Wie goed kijkt, ziet dat de wanden een ‘leesbaar’ reliëf hebben. In het beton zijn de matrijzen van voorpagina’s van kranten afgedrukt.

In de zuidelijke hal van het station laten, enigszins verscholen achter brandveilig­heidsroosters, twee wandschilderingen in cartoonstijl het drukproces van de krant zien.

In de knipselcollage, aan de zuidkant van het station, trekt het nieuws van een willekeurige dag in 1977 aan je voorbij. Het beeld is gedateerd en tijdloos tegelijk. De collage nodigt je uit om stil te staan en verder te lezen. Prima idee, maar kies wel je moment; het kan druk zijn op de trap.

< uitspraak opgetekend door Geert Mak)

De meeste mensen staan er nauwelijks bij stil dat de vaste grond onder je voeten je belangrijkste houvast is in het leven. Daal je af naar een ondergrondse ruimte, dan bevindt die vaste grond, het ‘normale’ niveau, zich opeens boven je. Je staat niet meer tussen en naast het voorbijrazende verkeer, maar eronder. Dat gekantelde perspectief heeft Matthijs van Dam in metrostation Weesperplein zichtbaar gemaakt.

Luchtspiegelingen bestaat uit twaalf imaginaire kijkgaten in het plafond. Jarenlang hingen de panelen boven de perrons. Keek je in het metrostation omhoog, dan zag je boven ieder perron zes panelen. Daarop was een gedroomd onderaanzicht te zien van het verkeer dat zich boven je, op het Weesperplein, voortbeweegt. Maar je zag ook de ‘onderkant’ van de lijnen op het wegdek, de trambaan, een zebrapad. En een heel

stuk hoger dreven de wolken voorbij, onder een blauwe lucht.

Door brandveiligheidsingrepen moesten de Luchtspiegelingen in 2010 verdwijnen. Dankzij de renovatie van de Oostlijn, zijn ze nu (vanaf medio 2018), gereinigd en wel, weer in volle glorie te zien aan het plafond van de immense verdeelhal van metrostation Weesperplein.

Luchtspiegelingen is een trompe l’oeil, een ‘bedrieger van het oog’. Vooral als je er recht onder staat, word je als het ware meegezogen in de enorme diepte die het werk suggereert. Zulke bedrieglijke plafondschilderingen waren vooral populair in Italië, ten tijde van de renaissance (rond 1500) en de barok (rond 1700). Ze zijn ook te vinden in Amsterdamse grachtenhuizen uit de zeventiende en achttiende eeuw.

“De�toeschouwer�(…)�krijgt�een�onbestaanbaar�doorzicht�door�het�wegdek.”�(Matthijs�van�Dam)

Station Weesperplein

‘Luchtspiegelingen’Matthijs van Dam (Nederland)

1977

artist impression Group A

Toen het Waterlooplein in 1882 werd aangelegd, moesten de straathandelaren van de Jodenbreestraat en omgeving hun kraampjes op last van de gemeente verplaatsen naar het nieuwe plein. Het was het begin van een markt, die bijna een eeuw lang dagelijks openging. De aanleg van de Oostlijn maakte daar tijdelijk een eind aan, maar sinds de bouwput weer dicht is, is op het plein iedere dag een vlooienmarkt.

De muren van station Waterlooplein zijn�voorzien�van�typografische�muurschilderingen met een opvallend lettertype. De letters zijn opgebouwd uit geometrische�figuren;�cirkels,�rechthoeken,�driehoeken en trapezia. Het is een robuuste schildering die gezien vanuit een rijdende metro nog aan kracht wint. Ontwerper Willem Sandberg (van 1945 tot 1963 directeur van het Stedelijk Museum) geldt internationaal als een van de meest ‘Sporen van verlichte voetstappen’ 

Dirk Müller (Nederland)1980 “De grote kunstwerken van alle tijden passen

bij elkaar.” (Willem Sandberg)

gerenommeerde�grafisch�ontwerpers.�Waterloo is zijn enige monumentale werk.

Loop je in het Rijksmuseum gedachteloos aan de Nachtwacht voorbij? Vast niet. Ook onder het Waterlooplein heb je alle reden om met aandacht te kijken. Je staat er oog in oog met een meesterwerk van een wereldberoemde Amsterdammer.

Het tweede kunstwerk in het station, van Dirk Müller, is een typisch voorbeeld van kunst uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. De voetstappen, die één voor één oplichten, hebben een vervreemdend effect, ze zijn bedoeld om nieuwsgierigheid op te wekken. Mocht je de sporen willen volgen, let op! Eén van de twee oplichtende paden loopt plotseling tegen de muur omhoog.

Station Waterlooplein

‘Waterloo’Willem Sandberg (Nederland)

1980

De Nieuwmarkt heeft een bewogen geschiedenis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het plein een van de verzamelplaatsen bij de deportaties van Joodse Amsterdammers. Ruim twintig jaar later besloot de gemeente dat in de leeggeroofde en vervallen buurt een groot aantal huizen plaats moest maken voor brede ontsluitingswegen, hoge kantoren en de eerste lijn van het stadsspoor, de metro. Buurtbewoners, studenten en krakers kwamen tegen die plannen rond 1975 langdurig en hardnekkig in actie.

Enkele jaren later kregen vijf kunstenaars de opdracht om het metrostation van kunst te voorzien. Het vijftal koos ervoor met een collectief kunstwerk de geschiedenis van de buurt uit te drukken. Het resultaat is een grimmig ensemblewerk, waar de verontwaardiging en de woede van afdruipen.

Amsterdam, die mooie stad, is gebouwd op palen, luidt de eerste zin van een eeuwenoud liedje. Louis van Gasteren laat de reizigers tegen die palen (de wortels) aankijken. Hij onderstreept hun kwetsbaarheid door ze te ondersteunen met stalen balken. De ‘wortels’ zijn het ondergrondse bewijs van wat er bovengronds niet meer is: de huizen en het bestaan van de mensen.

Het kunstwerk van Jan Sierhuis bestaat uit een slopersbal aan een ketting, een bakstenen muur die op het punt staat te bezwijken en een zwart­witfoto die associaties wekt met beroemde schilderijen uit de Romantiek.

De afbrokkelende bakstenen muren van Bert Griepink laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Tussen de rafelige wanden zijn beelden te zien van het

“Er�wordt�over�ons�heen�gelopen,�figuurlijk�maar�ook�letterlijk.”�(Tine�Hofman)

verzet tegen de sloop en teksten als WIJ BLIJVEN HIER WONEN. Voor wie het dan nog niet begrepen heeft, is er een dichtregel van verzetsheld H.M. van Randwijk: Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht...!

Groeten uit de Nieuwmarkt zet tegenover het verleden (met onder meer schilderijen van Rembrandt, beelden uit de Tweede Wereldoorlog en een oprukkend ME­peloton) een aantal gebroken spiegels – een onheilspellend beeld van heden en toekomst.

Het kunstwerk van Tine Hofman zegt wat het is en is wat het zegt. Granitotegels in de perronvloer vormen de titel van het werk. Wil je de zin lezen? Loop dan over de middenlijn van het perron en kijk afwisselend links en rechts naast je.

Station Nieuwmarkt

‘Wortels van de stad’Louis van Gasteren (Nederland)

1978-1980

‘Slopersbal’Jan Sierhuis (Nederland)

1978-1980

‘Scheuren en gaten in de wanden’ Bert Griepink (Nederland)

1980

‘Groeten uit de Nieuwmarkt’Roel van den Ende, Bert Griepink,

Louis van Gasteren, Jan Sierhuis (Nederland)1980

‘Wonen is geen gunst maar een recht’Tine Hofman (Nederland)

1979

Van rumoer tot verstilling Voor een kalm en rimpelloos bestaan moet je niet in Amsterdam zijn. Hier gaat geen dag voorbij zonder ophef en vertier, kabaal en beroering. Die constante commotie in de hoofdstad is van alle tijden, maar de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw waren wel héél onrustig. Zelfs voor Amsterdamse begrippen. De plannen voor ‘cityvorming’, een autosnelweg dwars door de stad én de bouw van de metro waren een aanzienlijke bron van onvrede en protest. De komst van de Oostlijn en met name de sloop van een groot aantal huizen in de Nieuwmarktbuurt leidde tot een jarenlange strijd, die niet alleen met woorden werd gestreden.

De Oostlijn (lijnen 53 en 54) kwam er uiteindelijk, maar na alle opschudding hadden de stads bestuurders voorlopig even genoeg van nieuwe metrolijnen. Het zou zo’n twintig jaar duren voordat weer iemand het woord ‘metro’ hardop durfde

uitspreken in het stadhuis. Inmiddels zijn de stofwolken al lang neergedwarreld en is de Oostlijn niet meer weg te denken uit de stad. De sporen van het tumult zijn grotendeels weggesleten, vervaagd en verdwenen in de tijd. De Nieuwmarkt neemt langs de Oostlijn een bijzondere plaats in en dat geldt ook voor de kunst in het station. Geëngageerde kunstenaars hebben er op uiteenlopende manieren uiting gegeven aan hun ongenoegen. De scherven van de geschiedenis liggen er nog voor het oprapen. De opdracht om die kunstwerken te maken, kwam uitgerekend van de gemeente Amsterdam. Is dat het toppunt van ironie of het ultieme bewijs van een vrije samenleving? Wie het weet, mag het zeggen.

De kunstwerken nemen je onontkoombaar mee terug in de tijd. Het vijftal kunst­werken in station Nieuwmarkt doet dat op een rechtstreekse, confronterende

manier. Op andere stations roepen de kunstwerken direct of indirect een tijdsbeeld in herinnering. Waar de emoties hoog opliepen, is de kunst rumoerig, verder weg van het centrum krijgt verstilling de ruimte.

De kunstwerken in de stations van de Oostlijn zijn tot stand gekomen tussen 1974 en 1980.

Kunst in de Oostlijn