Krokodillentranen in hulpmiddelenoperatie Beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning werkzaam maken, dat is waar u en ik dagelijks mee bezig zijn. De uitleen van hulpmiddelen decentraliseren naar de Wmo, was dat nu zo’n goed idee? Einde hulpmiddelenoperatie Het kabinet besloot onlangs om de kortdurende uitleen van een aantal hulpmiddelen uit de AWBZ en de ZvW niet naar de Wmo te decentraliseren. De VNG betreurt dit en noemt de vervallen ‘hulpmiddelenoperatie’ een goede maatregel. De VNG maakt er niet echt een punt van: ‘om prioriteit te kunnen geven aan de drie decentralisatie-opgaven’. Doel hulpmiddelenoperatie Doel was om het voor de burger te versimpelen: Van drie naar twee loketten is meer duidelijkheid voor de burger. AWBZ hulpmiddelen voor ‘zelfredzaamheid in en om de woning’ zou naar de Wmo gaan. Hulpmiddelen voor een specifieke beperking naar de ZvW. De uitleen van hulpmiddelen, op grond van de AWBZ, zou worden opgeheven. Decentralisatie naar Wmo geen goed idee Het verstrekken van AWBZ hulpmiddelen door ca. 400 gemeenten leidt tot versnippering van de inkoop. Daarnaast zouden gemeenten, naast de decentralisaties, ook voor deze taak beleid moeten opstellen, inkooptaken moeten uitvoeren, organisatie van de vraag inrichten en kennis opbouwen over de beoordeling. De overheveling zou voor de burger veel onzekerheid geven. Moet een verzekerde met een hulpmiddel vanuit de ZvW, het hulpmiddel inleveren en opnieuw aanvragen? In de praktijk zou de overgang van de hulpmiddelen een hoop gedoe en extra kosten geven in een toch al drukke en dure tijd voor gemeenten. Samenwerken rond inkoop en verstrekking Los van wel of geen decentralisatie blijft het voor gemeenten zinnig om samen te werken met zorgverzekeraars. Het onderscheid tussen hulpmiddelen voor een aandoening en hulpmiddelen voor ‘zelfredzaamheid in en om de woning’, is in de praktijk niet zo duidelijk. De vraag is hoe gemeenten en zorgverzekeraars daar in de praktijk mee omgaan? Gezamenlijke inkoop en verstrekking zou niet alleen veel efficiënter zijn maar voor de burger ook de meeste duidelijkheid geven: Niet drie, niet twee maar één loket.