Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

56

description

essay: Ann Demeester, 'Telkens weer een nieuw Pasen. Over de cyclische heropstanding van de schilderkunst' grafisch ontwerp: Maarten Evenhuis uitgever: Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam

Transcript of Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

Page 1: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 2: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 3: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

Ko

nin

Kl

ijK

e p

rij

s v

oo

r v

rij

e s

ch

ild

er

Ku

nst

200

5

Page 4: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

inhoud

ten geleide 5

juryrapport 6

Mariëlle Buitendijk 10

Melissa Gordon 18

Aukje Koks 26

William Monk 34

telkens weer een nieuwe pasen Over de cyclische heropstanding van de schilderkunstdoor Ann demeester 42

lijst winnaars sinds 1947 51de winnaars 2005 52de exposanten 2005 53colofon 54

Page 5: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

5Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

ten geleide

jaarlijks wordt door hare Majesteit de Koningin de Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst uitgereikt. deze aanmoedigingsprijs, die in 1871 door Koning Willem iii werd ingesteld als Koninklijke subsidie is bedoeld om jong talent op het gebied van de schilderkunst te stimuleren. Koningin emma, Koningin Wilhelmina, Koningin juliana en Koningin Beatrix heb-ben deze traditie van de prijs tot op de dag van vandaag voort-gezet.

traditioneel wordt de Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst uitgereikt in het Koninklijk paleis te Amsterdam. dit jaar biedt het GeM, Museum voor Actuele Kunst te den haag gastvrij onderdak omdat het paleis vanwege renovatiewerk-zaamheden niet beschikbaar is. de prijsuitreiking en de tentoon-stelling vinden plaats onder auspi-ciën van de stichting Koninklijk paleis te Amsterdam.

iedere nederlandse beeldend kunstenaar die de beeldende kunst beroepsmatig en zelfstandig beoefent en op 1 januari 2005 de leeftijd van 35 jaar nog niet had bereikt, kon meedingen naar een Koninklijke prijs. Kunstenaars die de prijs reeds eerder ontvin-gen, mochten, indien zij op de genoemde datum jonger waren dan 30 jaar, nogmaals meedin-gen. prijswinnaars zijn wanneer zij reeds drie maal de prijs ver-kregen van verdere deelname uitgesloten.

een jury draagt vier kunstenaars voor die voor een Koninklijke prijs in aanmerking kunnen komen, groot =c4.600 per kun-stenaar. over dit bedrag hoeft geen belasting of premie te wor-den afgedragen. Met ingang van het jaar 2005 is het prijzengeld verhoogd naar =c6.000 per kun-stenaar.

in 2005 zonden, in reactie op advertenties in diverse media, 313 kunstenaars dia’s en docu-mentatie in. ruim 1500 dia’s passeerden de revue. Aan 83 kunstenaars werd gevraagd twee schilderijen in te zenden voor de tweede ronde.

in het kader van de tentoonstel-ling wordt jaarlijks een publieks-prijs toegekend. in 2004 kreeg peter vos de meeste stemmen.

Page 6: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

juryrapport

‘hoe de Koninklijke subsidies er in de toekomst ook uit mogen zien, ze moeten in stand wor-den gehouden. Ze hebben hun bestaansrecht bewezen. de inten-ties die erachter zitten, zijn niet alleen sympathiek, ze zijn ook zeldzaam en van levensbelang voor een samenleving die de cul-tuur dreigt te gaan verwaarlozen en die bij het woord kwaliteit vooral interesse lijkt te hebben voor het prijskaartje dat eraan hangt.’

‘Maar de Koninklijke onder-scheidingen ter aanmoediging voor de vrije schilderkunst zijn vooral van vitaal belang voor de groep waarvoor het allemaal begonnen is. de jonge kunste-naars zelf, voor wie de lage drem-pel van de open inzending een unieke entree kan betekenen.’

Aldus schreef de helaas veel te jong overleden kunstcriticus cathérine van houts in de catalogus bij de tentoonstelling van de Koninklijke subsidie in 1987, naar aanleiding van de overzichtstentoonstelling van 7 jaar Koninklijke subsidie onder Koningin Beatrix. Zelf was cathérine een journalist die de actuele ontwikkelingen op de huid zat en dat leverde vaak intelligente en indringende por-tretten van kunstenaars op. haar uitspraak over het belang van een koninklijke aanmoedigings-prijs voor jonge schilders heeft vandaag de dag, bij het 25-jarig ambtsjubileum van onze vorstin, haar geldigheid behouden. het signaleren van jong talent dat in de toekomst haar waarde kan bewijzen is immers een belang-rijke doelstelling van de subsidie die sinds 2003 Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst heet. ook het engagement met cul-tuur dat uit de prijs spreekt, is

voor onze samenleving van grote betekenis. de jury wil dan ook graag respect en bewondering uitspreken voor hare Majesteit Koningin Beatrix en haar niet aflatende enthousiasme voor de ontwikkeling van de Koninklijke prijs.

Mede dankzij het affiche van dit jaar, ontworpen door jurylid suzan drummen, heeft weer een groot aantal kunstenaars uit het hele land dia’s ingestuurd. Jamstones en andere schitterste-nen omlijsten een fotografische impressie van de uitreiking van vorig jaar in het paleis op de dam. de jury is ieder jaar weer onder de indruk van de gastvrije, informele en vooral feeste-lijke sfeer van deze gebeurtenis waarbij hare Majesteit op een rondgang langs de tentoonge-stelde werken iedere kunstenaar persoonlijk spreekt. het affiche is een mooie weerspiegeling van deze sfeer.

spannend voor de jury is iedere keer het eerste moment als de inzendingen voor de Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst worden bekeken. de verwach-tingen zijn hooggespannen als het gaat om het beeld van de schil-derkunst dat uit het aanbod naar voren komt. de eerste indruk is gebaseerd op dia`s terwijl bij de tweede ronde van de jurering de werken zelf aanwezig zijn. juryleden komen en juryleden gaan en de jury is zich dan ook altijd bijzonder bewust van het feit dat de dingen verander-lijk zijn en het eigen blikveld beperkt. des te groter is de uit-daging om een beargumenteerde selectie van winnaars voor de Koninklijke prijs en voor de bij-behorende expositie te maken.

tijdens de tweede ronde werden 166 werken beoordeeld, waarbij uiteenlopende criteria als oor-

spronkelijkheid, visie en inhoud, artistieke kwaliteit en uitvoering als leidraad dienden. Als er werk werd ingestuurd door kunste-naars die al eerder meedongen naar de prijs, was de jury vooral kritisch op het punt van de ont-wikkeling die een kunstenaar het afgelopen jaar had doorgemaakt.

de jury was enthousiast over de inzendingen – waaronder opvallend veel aanmeldingen van zeer jonge kunstenaars – die gemiddeld een hoog niveau had-den. Men sprak van dynamisch, expansief en gedurfd werk. Keuzes ten aanzien van motieven en thema’s tonen een duidelijk verband met het beeld van afge-lopen jaren. Zo lijken motieven ontleend aan de natuur nog altijd een grote rol in de schilderkunst te spelen en is de politiek-maat-schappelijke actualiteit opnieuw geen gangbaar onderwerp.

nog steeds maakt een aantal kun-stenaars gebruik van fotografie als basis, maar dit jaar gebeurt dat op een meer gevarieerde en creatieve wijze. de schilderkunst lijkt vanuit een wat barokkere insteek benaderd te worden en de beelden zijn als het ware ‘voller’. hoewel er nog altijd overwegend tekenachtig wordt geschilderd – gedacht vanuit de lijn, waarbij ruimtelijkheid eerder ontstaat vanuit de vorm dan vanuit kleur – is er dit jaar toch meer sprake van puur verfgebruik. opvallend waren de grote formaten van de ingezonden werken.

Abstractie is ook bij de inzen-dingen voor de Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005 nagenoeg afwezig. Figuratie is nog steeds dominant, maar er zijn minder ‘taferelen’, minder (auto)biografische vertellingen en minder (zelf)portretten. de vrou-welijke identiteit is een thema dat in het werk van vrouwelijke

Page 7: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

7Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Winnaars Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Mariëlle BuitendijkMelissa GordonAukje KoksWilliam Monk

exposanten Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

heddy-john leon Appeldoorn Alex BarendregtAnna Bas Backer toon Berghahn Morgan Betz Aquil copier isabel cordeiro roger cremers jasper hagenaar nathan van heynsbergen jorn janssen emile Miedema julia Münstermann Kim van norren Malin persson simon cornelis schrikker ingrid simons chantal spit lucy stein pär strömberg peter vos jeroen vrijsen

kunstenaars wel regelmatig terug-keert. het is ondoenlijk om op basis van deze indrukken con-clusies te trekken aangaande de positie van de schilderkunst van dit moment.

tijdens het jureren werd bij de één meer gesproken over de houding van de kunstenaar, terwijl bij anderen het beeld zelf explicieter aan de orde kwam. de noodzakelijk geachte verbin-ding tussen idee en verbeelding fungeerde steeds als leidraad in het gesprek. een punt van aan-dacht dat bij het jureren dit jaar expliciet en veelvuldig ter sprake kwam is het feit dat veel kunste-naars die werk inzenden, naast het schilderen ook andere dingen doen, zoals muziek maken of het werken met video. daardoor wordt dus maar een beperkt deel van de mentaliteit van een kun-stenaar inzichtelijk gemaakt. de jury acht het daardoor vooral een taak voor zichzelf om op uiteen-lopende niveaus op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de actuele kunst.

de jurering resulteerde in het unanieme besluit van de jury om vier kunstenaars voor te dragen aan hare Majesteit als kandidaten voor de Koninklijke prijs voor de vrije schilderkunst 2005. de vier geselecteerde kunstenaars zijn in alfabetische volgorde: Mariëlle BuitendijkMelissa GordonAukje KoksWilliam Monk naast het selecteren van de vier prijswinnaars was er, zoals gebruikelijk, bijzondere aandacht voor het samenstellen van een representatieve tentoonstel-ling uit de inzendingen voor de Koninklijke prijs voor de vrije schilderkunst. dit jaar nemen 26 exposanten deel aan de tentoon-

stelling in het GeM, Museum voor Actuele Kunst in den haag. voor het brede publiek is de ten-toonstelling die verbonden is met de Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst een eerste ken-nismaking met het werk van deze jonge kunstenaars, voor galerie-houders, verzamelaars en curato-ren is het een vijver waar graag uit gevist wordt. Met de tentoon-stelling en de bijbehorende publi-catie waaraan Ann demeester een bijdrage in de vorm van een essay leverde, hoopt de jury ook dit jaar een bij te dragen aan de discussie over de betekenis van de schilderkunst.

de jury bestond in 2005 uit: suzan drummen, lisette pelsers, hermann pitz, Michael raedecker, Gé-Karel van der sterren, Marien schouten, pietje tegenbosch (voorzitter), en (luc tuymans).

namens de jury,pietje tegenbosch

Page 8: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 9: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 10: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

10Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Mariëlle Buitendijk

Page 11: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 12: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

12Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Mariëlle Buitendijk

< ZW.4spuitbus op paneel122 x 158 cm2005

> ZW.5spuitbus op paneel122 x 177 cm2005

Page 13: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 14: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

14Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Mariëlle Buitendijk

de overwegend zwart-wit schil-derijen van Mariëlle Buitendijk waren aanleiding tot een inspi-rerende discussie over de ‘do’s en don’ts’ van de schilderkunst. de wijze waarop Buitendijk de schilderkunst inzet is gedurfd, spannend en vooral ook oncon-ventioneel. Ze verstopt zich ner-gens achter de spraytechniek die ze hanteert, zoals bijvoorbeeld te zien is aan de keuze van de relatief kleine formaten van de werken. onopgeloste details en onscherpte zijn geen tekenen van onverschilligheid, maar overtui-gen als een intelligente bijdrage aan de betekenis van het werk dat een fascinatie lijkt in te houden voor de psychologische aspecten van architectuur. lege voetbal-stadions vormen het motief van de schilderijen en de binnen-ruimte van deze stadions hebben een hallucinerende, bijna sur-realistische sfeer door het gebruik van licht en donker.

Page 15: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

15Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Page 16: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 17: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 18: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

18Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Melissa Gordon

Page 19: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 20: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

20Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Melissa Gordon

< Snake HandlerAcrylverf op doek170 x 220 cm2005

> Shelia was a poor shotAcrylverf op doek230 x 161 cm2005

Page 21: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 22: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

22Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Melissa Gordon

Melissa Gordon behoort tot die uitzonderlijke groep kunstenaars met een groot narratief talent. Gearticuleerd en trefzeker en tegelijk ook subtiel zet ze de ver-schillende middelen in om haar verhaal te vertellen. de jury is vol lof over de wijze waarop Gordon een schilderkunstige ruimte cre-eert met behulp van even brutale als vitale composities. in haar als collages opgebouwde schilderijen lijkt het licht van alle kanten te komen waardoor de kijker actief mee moet bewegen. ondanks de fragmentatie en het steeds wis-selende perspectief neem je als kijker het beeld wel voortdurend als één geheel aan. Fictieve ele-menten en hun verontrustende diepere betekenissen worden speels aaneengesmeed tot een fil-misch totaalbeeld.

Page 23: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

23Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Page 24: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 25: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 26: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

26Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Aukje Koks

Page 27: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 28: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

28Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Aukje Koks

< Zonder titelolieverf en eitempera op katoen 141 x 170 cm2005

> Zonder titeltempera op doek105 x 138 cm2004

Page 29: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 30: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

30Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Aukje Koks

stille krachten bepalen de beelden van Aukje Koks. de zoekende blik die langzaam langs de objecten in een ruimte glijdt, blijft haken. een bed, een brandend boek, een hoek van de kamer: vanuit stilstand komen de dingen plotseling in een ander perspectief te staan. het is niet de beweging, een filmisch aspect, maar juist die stilstand die een sfeer genereert waar de beschouwer ingetrokken wordt. ogenschijnlijk zijn de beelden van Koks verhalend, maar het is moeilijk de vinger te leggen op deze interieurs die ogen als stil-levens. enerzijds zijn ze zacht en transparant, anderzijds blijven ze, mede door het kleurgebruik, ook unheimisch. de jury prijst de spannende ruimtelijkheid in het werk van Aukje Koks, net als het effectieve gebruik van de verf die afwisselend glacerend en dik wordt opgebracht.

Page 31: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

31Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Page 32: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 33: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 34: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

34Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

William Monk

Page 35: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 36: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

36Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

William Monk

< Tomorrow never knowsolieverf op doek200 x 240 cm2004

> Will I dream?olieverf op doek200 x 240 cm2004

Page 37: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 38: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

38Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

William Monk

‘Goed gek’, zei een van de jury-leden over het werk van William Monk. die omschrijving was bedoeld als een bijzonder com-pliment en de hele jury kon zich daar in vinden. exuberant en stralend zijn de grote schilderijen van deze kunstenaar die de kijker geen rust gunt en hem opzweept om te blijven kijken, gedwongen heen en weer bewegend tussen de grote lijn en de kleinste details. de energie druipt van de doeken af. tegelijk zijn ze echter ook weerbarstig. het zijn beelden die met een microscopische precisie het landschap van de geest in kaart lijken te brengen, refere-rend aan gebeurtenissen uit het verleden, associaties, ervaringen en herinneringen. het werk van Monk is allesbehalve in zichzelf gekeerd, de kunstgeschiedenis schemert erin door terwijl er ook een voorschot op de toekomst genomen wordt.

Page 39: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

39Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Page 40: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 41: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 42: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

42Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

de stichting Koninklijk paleis te Amsterdam nodigt jaarlijks, op voordracht van de jury, één of meer nederlandse critici uit een beschouwing te geven over de actuele schilderkunst in nederland of bepaalde aspecten daarvan. dit jaar werd hiervoor uitgenodigd Ann demeester, directeur W139.

Page 43: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

43Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Telkens weer een nieuwe Pasen Over de cyclische heropstanding van de schilderkunst

de schilderkunst lijkt in vele opzichten een kat met zeven levens. Gemiddeld om de twintig jaar wordt haar relevantie heftig betwist. Kenners en specialis-ten beweren dan in koor dat de schilderkunst niet in staat is het contemporaine te vatten, dat het een verouderd medium is dat niet aan de noden van onze heden-daagse tijd is aangepast en der-halve geen geschikt instrument is om een visie op de huidige maatschappij uit te drukken. Met regelmatige intervallen wordt de schilderkunst dan ook met grote stelligheid en verbale bombarie dood verklaard. elk ‘sterven’ blijkt echter een schijndood te zijn en wordt na een korte rouw-periode herroepen, gevolgd door een spectaculaire herrijzenis. na elk overlijdensbericht verschijnt de schilderkunst opnieuw ten tonele in een andere incarnatie. telkens weer een nieuwe pasen. of zoals ‘stercurator’ Francesco Bonami het formuleerde naar aanleiding van de tentoonstel-ling ‘examining pictures’ (1999, McA – chicago/Whitechapel Gallery – london): ‘painting is the ultimate virtual space that has been continuously challenged, attacked, dismissed and subver-ted, but never abandoned or forgotten.’

het lijkt erop dat wij sinds de eeuwwisseling opnieuw een reveil van de schilderkunst mogen meemaken. na de her-opleving in de jaren tachtig met stromingen als Neue Wilden en Bad Painting en de temporaire eclips in de jaren negentig, is de schilderkunst anno 2005 weer toe aan een picturale renaissance. tal van tentoonstellingen en publi-caties vormen het tastbare bewijs

van deze heropstanding. phaidon press lanceerde in 2002 de bij-zonder lijvige semi-encyclopedie ‘vitamin p: new perspectives in painting’ die een exhaustief over-zicht moest brengen van recente trends en ontwikkelingen in de actuele schilderkunst. na ambi-tieuze projecten als ‘twisted’ (2000, eindhoven) en ‘painting on the edge of the World’ (2001, Minneapolis) volgden mega-groepsretrospectieves als ‘urgent painting’ (2002, parijs), ‘lieber Maler, male Mir’ (2002, parijs-Wenen), ‘painting pictures’ (2003, Wolfsburg), ‘pittura-painting – From rauschenberg to Murakami’ (2003, venetië) en ‘painting on the Move’ (2003, Basel). stuk voor stuk medium-specifieke tentoonstellingen die de vitaliteit en ‘persistence of painting’ 2 illustreerden en ‘trans-gressieve’ tendensen in de actuele schilderkunst – de vervagende grenzen tussen fotografie, video-kunst, performance en schilder-kunst – in kaart brachten.

Anno 2004 lanceerde medi-umgigant charles saatchi de driedelige tentoonstellingreeks ‘the triumph of painting’ waarin de revival van de schil-derkunst – aan de hand van zijn eigen, steeds verder uitdijende collectie – wordt geïllustreerd en gecelebreerd. het tijdschrift Artnews wijdde een recent the-manummer aan een, overigens erg oppervlakkig, onderzoek naar het wezen van de schilderkunst 3 en het editorial-curatorial team van het italiaanse kunstblad Flash Art – bij hoofde van de alom-tegenwoordige hoofdredacteur Gian carlo politi en diens eega – besloot om de omstreden twee-de editie van de Biënnale van praag integraal te wijden aan het fenomeen ‘expanded painting’. ondertussen wordt het werk van jonge schilders als de pool Wilhelm sasnal en de schotse

1 thierry de duve, ‘resonances of

duchamp’s visit to Munich’, in: Marcel

Duchamp, Artist of the Century, edited

by rudolf e.Kunezli and Francis M.

naumann, Mit press, cambridge

– Massachusetts, london – england, 1996.

2 uitdrukking ontleend aan het project

‘reflexive Figurations / persistence of

painting’, een tentoonstelling en sym-

posium van Annette Balkema en henk

slager voor Galerie Ferdinand van dieten

– d’eendt, Amsterdam, 17-3-2000 tot

28-4-2000.

3 Artnews, ‘painting now – What

makes a painting a painting’, volume 104,

number 4, april 2005.

‘painting is named, always already named, even before the artist, impelled by his desire to become a painter, puts his brush to the canvas; his historical task, in a culture circumscribed in time and space by the phenomenon of the avant-garde, is to break the pact that gives painting its name and to antici-pate a new pact that will be renewed later in a new situation; the destiny of the artist to whom this is revealed will be linked to the death of painting insofar this death, always already announced, is the paradoxical historical condition for the sur-vival of painting, the reprieve that comes from its name being unpronounceable for a while.’ 1

thierry de duve

Page 44: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

44Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

lucy Mc Kenzie zo waanzin-nig populair dat hun doeken na een aantal jaren al op de second market zijn beland en worden we geconfronteerd met de niet aflatende ‘uprise von Kraut-Art’ of wat het duitse tijdschrift der spiegel ‘den globalen siegeszug der jungdeutschen Malerei’ en ‘der internationale ostalgie’ 4 noemt. de belangstelling voor de ‘dresdner en leipziger schule’, met als bekendste protagonisten neo rauch, thomas scheibitz en eberhard havekost, en voor het werk van multitalenten als jonathan Meese, Kai Althoff en daniel richter neemt zulke pro-porties aan dat het Amerikaanse magazine Art newspaper naar aanleiding van Art Basel Miami Beach 2004 beweerde dat ‘de toekomst duits is’ en aangaf dat de leipziger realos het eerste, wereldwijde kunstfenomeen van de 21st eeuw is.’

Al deze manifestaties en hypes vormen het bewijs van de hard-nekkigheid en rusteloosheid van de schilderkunst, een medium dat onophoudelijk muteert en tel-kens weer in een anders verschij-ningsvorm de kop opsteekt. het hoe en waarom van de recente schilderkunst-boom blijft echter een mysterie. curator Alison Gingeras, medeverantwoordelijk voor de hierboven vermelde ten-toonstelling ‘lieber Maler’ wijt het aan het feit dat nu duidelijk is geworden dat schilderkunst, veel beter dan fotografie, in staat is om als een soort reservoir voor het collectieve en individuele geheugen te functioneren.5 velen relateren de overspannen belang-stelling voor werk op doek echter aan het zogenaamde kapitalisti-sche warenfetisjisme. doorgaans worden dan ook verklaringen aangehaald die marktgerelateerd zijn of zoals sven lütticken het in een recensie omschreef : ‘ook wie zich niet aan vulgair

economisch determinisme wil bezondigen, kan zich moeilijk aan de indruk onttrekken dat de schilderkunst in de huidige sfeer van economische en politieke malaise weer eens een veilige thuishaven biedt voor kopers die geld hebben, maar door de onzekere economie intuïtief op safe spelen en daarom kiezen voor “echte kunst”, dat wil zeg-gen olieverf op doek – net als in de jaren rond 1980.’6 hieraan wordt door andere recensenten en beschouwers vaak onder-staande bevinding gekoppeld: het kunstminnende – en kopende publiek is ‘gemakzuchtig’, ze zijn vertrouwd met de (traditionele) codes en tekens die schilders han-teren en dat maakt het medium verstaanbaar en toegankelijk. Wie echter naar het bijzonder pluri-forme hedendaagse aanbod (een ware heterotopie) kijkt, krijgt het gevoel dat niets minder waar is. er is zo’n diversiteit aan stijlen, posities en picturale strategieën dat de doorsnee kunstkijker al heel snel het spoor bijster raakt en er niet in slaagt een beeld te krijgen van wat anno 2005 nu daadwerkelijk schilderkunst ís. de dichotomie abstractie-figu-ratie is al lang niet meer relevant, het antagonisme tussen schilders die er een andere esthetica op nahouden is zo goed als verdwe-nen en een groot aantal in wezen conflictueuze of tenminste met elkaar in strijd zijnde opvattingen over de essentie van de schil-derkunst bestaan in vreedzame co-existentie annex nevenschik-king. het is verbazingwekkend om te zien dat de poëtische uncanny figuratie van een Michael raedecker kan bestaan naast de geometrisch-narratieve abstractie van sarah Morris en dat de schil-derkunstige etno kitsch van chris ofili evenzeer in de belangstel-ling staat als het architectonische deconstructivisme van julie Mehretu. het is opmerkelijk dat

eenzelfde verzamelaar met een lichte neiging tot eclecticisme zowel de elegante abstracties van Bernard Frize als de nouveau pop van Michel Majerus aan-koopt en niemand het een blijk van inconsequentie zal vinden als een schilderkunstafficiando zowel het schilderkunstige cartoonisme van haluk Akakce en Murakami kan appreciëren als de meta-schilderkunst van luc tuymans en de retro-esthetiek van Michaël Borremans.

4 ulrike Knoefel, ‘Kraut-Art fur die

Welt’, in: Der Spiegel special – 4 , die

deutschen – 60 jahre nach Kriegsende,

2005

5 ‘Certain contemporary painters have long

since understood the mnemonic insufficiency of

the photograph and have capitalized on their

own medium’s strength in this domain. The

painted image, with its material sensuality, tac-

tility, and atmospheric possibilities, corresponds

more closely to the imprecision of the human

brain’s mnemonic functions. Memory is often

triggered by the banal, by otherwise vacant or

impressionistic details that prompt the senses

through association. Painted images – precisely

because they lack the pictorial authority and

truth-telling capacity of photography – can more

easily trigger a free play of association or become

a catalyst for a web of connections that relate

to the viewer’s own memory bank. Inverting

the photograph’s claim to instantaneity, the

painstaking, artisanal nature of a painting’s

own making metaphorically relates to the

mental intensity and time required by the act of

reminiscence. As curator Russell Ferguson has

surmised, ‘with photography in command of

specificity, advanced painting seeks ambiguity.’

Aldus Alison Gingeras, in het essay ‘the

mnemonic function of the painted image’,

in catalogus The Triumph of Painting,

saatchi Gallery, london, 2003.

6 sven lütticken, ‘schilderkunst’,

recensie van de tentoonstellingen ‘painting

pictures’ en ‘Arena’ in: de Witte Raaf,

mei 2003.

Page 45: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

45Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

dit gebrek aan eenheid en unifor-miteit is echter niet nieuw en is gerelateerd aan een steeds verder voortschrijdende de-definitie van het ‘veld’ of het ‘domein’ schilderkunst. schilderkunst is meer dan een drager, de verbin-dende factor is niet langer het feit dat elke schilder uiteindelijk gebruik maakt van ezel, palet en penseel, dat het product dat hij aflevert zich kenmerkt door het ‘aanbrengen van verf op doek’ of ‘covering a surface with pig-ment.’ 8 het idee dat schilderen een conceptuele praktijk is, heeft al langer ingang gevonden en is nagenoeg een conventie gewor-den. het gaat er niet om dat ‘schilders tot op zekere hoogte denkers zijn geworden’, zoals hans den hartog jager het for-muleert in zijn interviewboek ‘verf’, ‘denkers over illusie en werkelijkheid.’ over beeldcul-tuur. over de mate waarin de afbeelding nog een werkelijkheid vertegenwoordigde.’ 9 Maar eer-der dat schilderen ‘een manier van denken is’ 10 zoals luc tuymans het formuleerde naar aanleiding van de door hem en collega-kunstenaar narcisse tordoir samengestelde tentoonstelling ‘troublespot painting’ (1999, Antwerpen). de tentoonstelling gaf blijk van een picturale promis-cuïteit en maakte voor een breed publiek duidelijk dat schilders niet gebonden zijn aan een bepaalde techniek of aan specifieke mate-rialen. Zowel een 16 mm–film van bijvoorbeeld elske neus, een ruimtelijke installatie van Koenraad dedobbeleer, de objec-ten van Franck Bragigand, muurs-culpturen van Avery preesman als de virtuele architectuur van Boy & erik stappaerts ‘qualify as painting’ aldus de gelegenheids-curatoren. videomakers zowel als fotografen kunnen blijk geven van een schilderkunstige blik en een schilderij is niet noodzakelijk een tweedimensionaal gegeven.

7 Barry schwabsky, ‘painting in the inter-

polatie mode’, essay in Vitamine P – New

Perspectives in Painting, phaidon press,

london, 2002.

8 idem

9 hans den hartog jager, Verf

– Hedendaagse Nederlandse schilders over hun

werk, Atheneum – polak & van Gennep,

Amsterdam, 2004.

10 vincent Geyskens’ interview met

narcisse tordoir en luc tuymans in

catalogus TroubleSpot Painting, nicc en

MuhKA, Antwerpen, 1999.

‘once art historical narratives were organized by “schools”; although the notion persisted into the Modernist era (ecole de paris, new York school), a new historical unit, the “movement” (cubist, Abstract expressionism), eclipsed it. But today an introduction on contemporary paint-ing no longer forms a chapter in the chronicle of succes-sive movements any more than it charts a geography of adjacent schools. positions are now multiple, simul-taneous and decen-tred ... on the face of it today there is no consistent “look”, no particular method, style, material sub-ject or theme that identifies painting as credibly contempo-rary or, on the other hand, disqualifies it from consideration as such.’Barry schwabsky7

‘First of all what do pictures consist of? What are they all about? there is no end in fact to the number of differ-ent kinds of pictures. naturally artists have from time to time struggled to enlarge on these limitations and the history of art is a succession of their succeses and failures, see the impressionists and the cubists.’john Baldessari, text painting ‘examing pictures’, 1967.

Page 46: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

46Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

referentieel is, niet noodzakelijk een boodschap hoeft te hebben maar louter op zichzelf lijkt te bestaan. een beeld dat tegelij-kertijd onoverkomelijk lijkt en ongrijpbaar is. een beeld dat tot op zekere hoogte gesloten blijft (als het niet zo’n taboewoord zou zijn, zou ik zeggen ‘mysterieus’ blijft). een beeld dat buiten ons linguïstisch systeem valt, waarvan we de (visuele) mechanismen - ondanks onderzoeksdisciplines als visual semiotics - niet helemaal kunnen kraken en decoderen. een beeld dat, ook al wordt het onderworpen aan kunsthistori-sche vivisectie, nog steeds intact blijft.

‘Words paint to the imagination, but every man (sic) forms the thing to himself in his own way: language is very imperfect: there are innumerable colours, and figures for which we have no name, and infinity of other ideas which have no certain words uni-versally agreed upon as denoting them; whereas the painter can convey his ideas of these things clearly, and without ambiguity; and what he says every one understands in the sense he intends it. And this is a language that is universal; men of all nations hear the poet, moralist, histo-rian, divine, or what-ever other character the painter assumes, speaking to them in their own mother tongue.’jonathan richardson, An essay on the theory of painting, 1725.

hoewel de organisatoren van ‘troublespot painting’ er niet echt in slaagden om hun basispre-mises duidelijk te formuleren en de vraag naar de ‘core nature’ van de schilderkunst onbeantwoord bleef, was deze tentoonstelling een belangrijke stap in het toe-werken naar een hernieuwde implementatie van het idee van de schilder als beeldenmaker par excellence. de schilder is niet alleen een begenadigd kijker met bijzonder visuele vaardigheden maar in eerste instantie nog steeds een superieur imagemaker. een iconofiel die de kracht van het beeld en zijn werking haarfijn heeft geanalyseerd en die ken-nis in de praktijk omzet door ‘beelden’ te produceren die ons ‘verwonderen’, ondanks het feit dat wij dagelijks overspoeld worden door een niet aflatende beeldenstroom en er dus een zekere gewenning annex onver-schilligheid is opgetreden. het zou achterhaald en romantisch zijn om terug te verlangen naar beelden die een soort ‘stendhal syndroom’11 veroorzaken, maar het is een (onloochenbaar) feit dat schilders kunnen en willen inspelen op ‘talen naar’, naar ‘verwondering’. de heden-daagse schilderkunst speelt in op ons verlangen om de hele complexe en veelvoudig verwar-rende werkelijkheid in een enkel beeld te vatten, ons verlangen naar het onontkoombare beeld. in een tijd waarin we dagelijks gebombardeerd worden met een spreekwoordelijk spervuur aan (multimediale) beelden ontstaat het verlangen naar een enkelvou-dig en tastbaar beeld. een beeld dat op een indirecte manier met ons communiceert. een beeld dat niet makkelijk te consumeren is en nog minder te verbaliseren valt. een beeld dat niet louter representatie is, illustratie of afbeelding is maar voorstelling en verbeelding. een beeld dat niet

in die zin is richardson ook vandaag nog actueel. schilders, of ze daarbij nu gebruik maken van pixel of pigment doet weinig ter zake, zijn degenen die ons de woordenloze kracht van het beeld doen inzien en beleven. Ganz einfach so.

Ann demeester, Amsterdam, 2005

Page 47: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

47Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

11 Zo genoemd naar een ervaring van

stendhal annex Marie-henri Beyle die

in 1817 Florence bezocht en helemaal

overweldigd werd door de nalaten-

schap van kunst en geschiedenis in deze

stad en onwel werd met emotie toen hij

santa croce bezocht (begraafplaats van

Michelangelo, Machiavelli en Galilea) en

daar Giotto’s plafondschildering zag. in de

jaren zeventig van deze eeuw lanceerde

Graziella Magherini, hoofd psychiatrie

van het santa Maria nuova hospitaal

in Firenze de term toen ze vaststelde dat

bepaalde toeristen gedesoriënteerd raakten

na een bezoek aan Firenze, paniekaanval-

len kregen of echt symptomen van geestes-

ziekten vertoonden.

Page 48: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 49: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005
Page 50: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

50Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Page 51: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

51Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

lijst van de winnaars sinds 1947

¶ 1947 ¬ pieter defesche ¬ jef diederen ¬ chris van Geel ¬ jan Groenestein ¬ Frans Wiegers ¬ nicolaas Wijnberg ¬ ¶ 1948 ¬ herman Berserik ¬ jef diederen ¬ theo Kroeze ¬ Ger lataster ¬ Frans Wiegers ¬ ¶ 1949 ¬ herman Berserik ¬ elisabeth de Boer ¬ jef diederen ¬ Ger lataster ¬ Frans nols ¬ ¶ 1950 ¬ elisabeth de Boer ¬ nora van der Flier ¬ cootje horst-van Mourik Broekman ¬ Frans nols ¬ Max reneman ¬ dirk trap ¬ ¶ 1951 ¬ henk Bies ¬ dirk Breed ¬ Mia jongmans ¬ jacob Kuyper ¬ dirk trap ¬ jan jaap vegter ¬ ¶ 1952 ¬ rudi Bierman ¬ Arie Kater ¬ harry op de laak ¬ Frans nols ¬ pierre van soest ¬ co Westerik ¬ ¶ 1953 ¬ jaap ploos van Amstel ¬ Max reneman ¬ pierre van soest ¬ Marijke stultiens-thunnissen ¬ Gerrit veenhuizen ¬ co Westerik ¬ ¶ 1954 ¬ Geery de Bakker ¬ hans engelman ¬ Kees Franse ¬ jaap ploos van Amstel ¬ Wim strijbosch ¬ Marijke stultiens-thunnissen ¬ ¶ 1955 ¬ Ko oosterkerk ¬ lei Molin ¬ hans truyen ¬ Aat velthoen ¬ louis visser ¬ toon Wegener ¬ ¶ 1956 ¬ jacques Frenken ¬ hens de jong ¬ lei Molin ¬ jan sierhuis ¬ Marijke stultiens-thunnissen ¬ ¶ 1957 ¬ jaap hillenius ¬ han Mes ¬ Ko oosterkerk ¬ ton orth ¬ Willem den ouden ¬ Aat velthoen ¬ ¶ 1958 ¬ Gerard van den eerenbeemt ¬ pieter engels ¬ ton Frenken ¬ jaap hillenius ¬ trees suringh ¬ Auke de vries ¬ ¶ 1959 ¬ Gerard van den eerenbeemt ¬ Arie van houwelingen ¬ steven Kwint ¬ Guillaume lo-A-njoe ¬ Annemiek rutten ¬ lukas smits ¬ ¶ 1960 ¬ henk dorré ¬ Willem Kloppers ¬ han Mes ¬ ton orth ¬ Gerard verdijk ¬ Aat verhoog ¬ ¶ 1961 ¬ peter jansen ¬ Willem Kloppers ¬ han Mes ¬ jacques slegers ¬ jan Willem smeets ¬ ¶ 1962 ¬ han Mes ¬ Wim Moerenhout ¬ ton orth ¬ jan roeland ¬ lukas smits ¬ ¶ 1963 ¬ pat Andrea ¬ Gustave Asselbergs ¬ hans hamers ¬ ton Klop ¬ joop van Meel ¬ ¶ 1964 ¬ jan dibbets ¬ jaap van der pol ¬ jacques slegers ¬ ¶ 1965 ¬ peter jansen ¬ ton Klop ¬ jaap van der pol ¬ henk Westein ¬ ¶ 1966 ¬ Frits calon ¬ ton Klop ¬ theo schuurman ¬ henk Westein ¬ ¶ 1967 ¬ Mareike Geys ¬ henk huig ¬ evert Maliangkay ¬ Wim Moerenhout ¬ r.W. van de Wint ¬ jacob Zekveld ¬ siet Zuyderland ¬ ¶ 1968 ¬ Mareike Geys ¬ Age Klink ¬ jacob Zekveld ¬ ¶ 1969 ¬ Walter nobbe ¬ Kees spermon ¬ r.W. van de Wint ¬ Wladimir Zwaagstra ¬ pieter Zwaanswijk ¬ siet Zuyderland ¬ ¶ 1970 ¬ Mareike Geys ¬ cécile hessels ¬ Kees spermon ¬ jacob Zekveld ¬ pieter Zwaanswijk ¬ siet Zuyderland ¬ ¶ 1971 ¬ pat Andrea ¬ peter Blokhuis ¬ Gèr Boosten ¬ Mareike Geys ¬ r.W. van de Wint ¬ pieter Zwaanswijk ¬ ¶ 1972 ¬ Arie van Geest ¬ dick Gorter ¬ Mareike Geys ¬ Gerard van Zon ¬ ¶ 1973 ¬ jules Bekker ¬ Annemarie Fischer ¬ dick Gorter ¬ Burgert Konijnendijk ¬ nelleke Montfoort ¬ Flip rutten ¬ ¶ 1974 ¬ hans Boer ¬ Arie van Geest ¬ dick Gorter ¬ Burgert Konijnendijk ¬ peter leeuwen ¬ johan van oord ¬ ¶ 1975 ¬ hans Boer ¬ hedy Gubbels ¬ Burgert Konijnendijk ¬ j.F.B. stuurman ¬ peter thijs ¬ ¶ 1976 ¬ hans Boer ¬ hedy Gubbels ¬ Burgert Konijnendijk ¬ j.F.B. stuurman ¬ peter thijs ¬ hans de Wit ¬ ¶ 1977 ¬ Gerard hendriks ¬ john van ‘t slot ¬ peter thijs ¬ Frans van veen ¬ Albert verkade ¬ hans van Wingerden ¬ ¶ 1978 ¬ nic Blans jr. ¬ cees Bouw ¬ roland sohier ¬ toon teeken ¬ elizabeth de vaal ¬ Willem van veldhuizen ¬ ¶ 1979 ¬ Alumet ¬ inge van haastert ¬ sjef henderickx ¬ egidius Knops ¬ pieter Mol ¬ Marc volger ¬ ¶ 1980 ¬ hedy Gubbels ¬ eugène jongerius ¬ henk Metselaar ¬ sonia rijnhout ¬ tiny van der sar ¬ ¶ 1981 ¬ ernst Blok ¬ Ansuya Blom ¬ jan commandeur ¬ peter Kenniphaas ¬ emo verkerk ¬ henk van Woerden ¬ ¶ 1982 ¬ Arja van den Berg ¬ jos Boomkamp ¬ joris Geurts ¬ Kees de Goede ¬ Maarten ploeg ¬ nies vooijs ¬ ¶ 1983 ¬ helma pantus ¬ F.F. Beckmans ¬ peter Klashorst ¬ jos van Merendonk ¬ Marien schouten ¬ han schuil ¬ ¶ 1984 ¬ Bettie van haaster ¬ Frank hutchison ¬ Guus Koenraads ¬ erik pott ¬ conrad van de ven ¬ Willem van Weelden ¬ ¶ 1985 ¬ ellen van eldik ¬ Manuel esparbé Gasca ¬ reggy Gunn ¬ Berend hoekstra ¬ lex van lith ¬ Kees versloot ¬ ¶ 1986 ¬ steven Aalders ¬ jan van den dobbelsteen ¬ Bart domburg ¬ Michiel duvekot ¬ diederick van Kleef ¬ Gerard Kodde ¬ ¶ 1987 ¬ hans ensink op Kemna ¬ hewald jongenelis ¬ jacqueline peeters ¬ lauran schijvens ¬ Marianne theunissen ¬ Klaasje vroon ¬ ¶ 1988 ¬ siert dallinga ¬ nour-eddine jarram ¬ Karenina de jonge ¬ ton Kraayeveld ¬ Bob negrijn ¬ Maaike vonk ¬ ¶ 1989 ¬ suzan drummen ¬ Mirjam hagoort ¬ Marja van der heiden ¬ Benoît hermans ¬ hein jacobs ¬ Wim Konings ¬ ¶ 1990 ¬ Britta huttenlocher ¬ W.j.M. Kok ¬ jan van der ploeg ¬ F.G.th. ros ¬ paul vos de Wael ¬ ¶ 1991 ¬ tjong Ang ¬ ton Boelhouwer ¬ jacqueline Böse ¬ noëlle von eugen ¬ Kiki lamers ¬ robert suermondt ¬ ¶ 1992 ¬ Wim Bosch ¬ sarianne Breuker ¬ hans Broek ¬ Allard Budding ¬ janpeter Muilwijk ¬ rinke nijburg ¬ ¶ 1993 ¬ richard Brouwer ¬ pierre cops ¬ rens janssen ¬ Michael raedecker ¬ Wouter van riessen ¬ h.W. Werther ¬ ¶ 1994 ¬ irina Balen ¬ hannah van Bart ¬ Koen ebeling Koning ¬ Gijs Frieling ¬ elsa hartjesveld ¬ rob verf ¬ ¶ 1995 ¬ noud van dun ¬ Maarten janssen ¬ carla Klein ¬ paul nassenstein ¬ danne van schoonhoven ¬ Machiel van soest ¬ ¶ 1996 ¬ Annemiek de Beer ¬ norbert Grunschel ¬ Bas Meerman ¬ rik Meijers ¬ dino ruissen ¬ ellen Zwarteveen ¬ ¶ 1997 ¬ Frank lenferink ¬ paul nassenstein ¬ dieuwke spaans ¬ serge verheugen ¬ ¶ 1998 ¬ Arthur den Boer ¬ Mattijs van den Bosch ¬ natasja Kensmil ¬ dieuwke spaans ¬ ¶ 1999 ¬ robbert-jan Gijzen ¬ Frederika hasselaar ¬ joris van der horst ¬ Gé-Karel van der sterren ¬ ¶ 2000 ¬ henk jonker ¬ Fahrettin Örenli ¬ Bas Zoontjens ¬ ina van Zijl ¬ ¶ 2001 ¬ peter Brenner ¬ sara van der heide ¬ rezi van lankveld ¬ Marcelino stuhmer ¬ ¶ 2002 ¬ lise haller Baggesen ¬ raaf van der sman ¬ esther tielemans ¬ chantal veerman ¬ ¶ 2003 ¬ Antoine Adamowicz ¬ Wafae Ahalouch el Keriasti ¬ sander van deurzen ¬ thomas raat ¬ ¶ 2004 ¬ thomas raat ¬ Marjolein rothman ¬ peter vos ¬ Barbara Wijnveld ¬ ¶ 2005 ¬ Mariëlle Buitendijk ¬ Melissa Gordon ¬ Aukje Koks ¬ William Monk ¬

Page 52: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

52Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Winnaars Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

§ Mariëlle Buitendijk – 1976 – tuinbouwdwarsstraat 11 – 9717 ht GroningenZW.4 – spuitbus op paneel, 122 x 158 cm, 2005ZW.5 – spuitbus op paneel, 122 x 177 cm, 2005§ Melissa Gordon – 1981 – reinwardtstraat 79 B – 1093 hB AmsterdamSnake Handler – Acrylverf op doek, 170 x 220 cm, 2005Shelia was a poor shot – Acrylverf op doek, 230 x 161 cm, 2005§ Aukje Koks – 1977 – haven 22 – 4811 Wl BredaZonder titel – olieverf en eitempera op katoen, 141 x 170 cm, 2005Zonder titel – tempera op doek, 105 x 138 cm, 2004§ William Monk – 1977 – reinwardtstraat 79 B – 1079 hB AmsterdamTomorrow never knows – olieverf op doek, 200 x 240 cm, 2004Will I dream? – olieverf op doek, 200 x 240 cm, 2004

Page 53: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

53Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

exposanten Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

§ heddy-john leon Appeldoorn – 1975 – haaksbergenstraat 149-228 – 7513 el enschedeSnowdragon – olieverf op doek, 165 x 219 cm, 2005§ Alex Barendregt – 1973 – Middellandplein 35 A – 3021 BW rotterdamMcMurdo and the Southwind Surrender – olieverf, acrylverf en hoogglanslak op doek, 90 x 175 cm, 2005§ Anna Bas Backer – 1981 – oppelnerstrasse 11 – 10997 BerlijnSunken Pool 01 – olieverf op doek, 200 x 160 cm, 2005§ toon Berghahn – 1970 – hoofdweg 168 hs – 1057 dc AmsterdamEvening Glory – olieverf en acrylverf op doek, 200 x 130 cm, 2005§ Morgan Betz – 1974 – 1e jacob van campenstraat 14 – 1072 Be AmsterdamAndrew Blake – olieverf op doek, 150 x 120 cm, 2005§ Aquil copier – 1973 – ranonkelkade 16 i – 1031 Xs AmsterdamGeen titel – olieverf op hout, 116 x 90 cm, 2005§ isabel cordeiro – 1973 – oudezijds voorburgwal 2 e – 1012 Gd AmsterdamGeen titel – latex, acrylverf, cement, epoxy op MdF, 150 x 200 cm, 2005§ roger cremers – 1972 – Blankenstraat 378 iii – 1018 sK AmsterdamAloëvera Deductie – lak, acrylverf, olieverf en potlood op MdF, 122 x 90 cm, 2002§ jasper hagenaar – 1977 – schoenerstraat 17 – 3534 rK utrechtZonder titel – Acrylverf en olieverf op doek, 170 x 190 cm, 2005§ nathan van heynsbergen – 1979 – reinwardstraat 79 B – 1093 hB AmsterdamPaper, cardboard, prints, tape & spraypaint – Mixed media, 280 x 249 cm, 2004§ jorn janssen – 1979 – Brinkstraat 173 – 7512 ed enschedeZonder titel – lakverf op MdF, 60 x 90 cm, 2005§ emile Miedema – 1980 – Walnootstraat 8 – 3552 Gt utrechtZonder titel – olieverf op doek, 170 x 140 cm, 2005§ julia Münstermann – 1977 – Bestevaerstraat 100 ii – 1056 hs AmsterdamZonder titel (Automat) – Acrylverf op doek, 190 x 145 cm, 2005§ Kim van norren – 1980 – stadhouderskade 86 – 1073 At AmsterdamLife is peanuts – olieverf, acrylverf en alkydverf op doek, 260 x 200 cm, 2005§ Malin persson – 1978 – Fannius scholtenstraat 73 iii – 1051 ev AmsterdamDarkness cover light – olieverf en spray op doek, 156 x 196 cm, 2005§ simon cornelis schrikker – 1973 – oudedijk 165 B – 3061 Ac rotterdamZonder titel – olieverf op doek, 200 x 170 cm, 2005§ ingrid simons – 1976 – Aalsterweg 202 – 5644 rj eindhovenAnonymous IV – olieverf op doek, 120 x 80 cm, 2005§ chantal spit – 1971 – pieter van der doesstraat 17 r – 1056 vB AmsterdamMatter of time – olieverf op doek, 199 x 120 cm, 2004§ lucy stein – 1979 – nolensstraat 206 – 1067 Kl AmsterdamBig eyes, electric nerves – olieverf op doek, 150 x 100 cm, 2005§ pär strömberg – 1972 – KnsM laan 179 – 1019 lc AmsterdamMis kerzu – very black month – olieverf op doek, 200 x 200 cm, 2005§ peter vos – 1975 – 1e jan van der heydenstraat 98 i – 1072 vA AmsterdamDas Matterhorn – olieverf op doek, 120 x 140 cm, 2005§ jeroen vrijsen – 1975 – nieuwe Fellenoord 8 – 5612 Kc eindhovenLandschap mit Weg – olieverf op doek, 197 x 131 cm, 2005

Page 54: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

54Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

catalogus Koninklijke prijs voor

vrije schilderkunst 2005

isBn 9072080343

organisatie

stichting Koninklijk paleis te Amsterdam

educatieve dienst

redactie

Marianna van der Zwaag

Fotografie

studio tom haartsen,

ouderkerk a/d Amstel

Grafisch ontwerp

Maarten evenhuis, Amsterdam

druk en lithografie

drukkerij rosbeek Bv, nuth

Bindwerk

Binderij hexspoor bv, Boxtel

tentoonstelling GeM, Museum voor

Actuele Kunst te den haag

8 oktober tot en met 27 november 2005

Alle rechten voorbehouden. niets uit

deze uitgave mag worden verveelvou-

digd, opgeslagen in een geautomatiseerd

gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in

enige vorm of op enige wijze, hetzij elek-

tronisch, mechanisch, door fotokopieën,

opnamen, of enig andere manier, zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van

de uitgever.

© stichting Koninklijk paleis te

Amsterdam

Bij het regelen van de auteursrechten van

de illustraties is met grote zorgvuldigheid

te werk gegaan. Mochten er onvolko-

menheden geconstateerd worden dan zal

de uitgever daarvan graag op de hoogte

worden gesteld.

Page 55: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

55Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005

Page 56: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005