Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf]...

520
Kompleete dichtwerken. Deel 1 Isaäc da Costa editie J.P. Hasebroek bron I. Da Costa, Da Costa's kompleete dichtwerken. Eerste deel. A.C. Kruseman, Haarlem 1861 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/cost002jpha01_01/colofon.htm © 2007 dbnl

Transcript of Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf]...

Page 1: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen

Kompleete dichtwerken Deel 1

Isaaumlc da Costa

editie JP Hasebroek

bronI Da Costa Da Costas kompleete dichtwerken Eerste deel AC Kruseman Haarlem 1861

Zie voor verantwoording httpwwwdbnlorgtekstcost002jpha01_01colofonhtm

copy 2007 dbnl

1

[Woord vooraf]

Met een gevoel van innigen weemoed bied ik aan de vereerders van DA COSTA -neen van echte schoone en verhevene Poezij wier geest in hem boven velenleefde en aan zoovele zijner dichterlijke scheppingen een onsterfelijk leven gaf -hun bied ik hierbij het Eerste Deel van des ontslapenen Zangers k omp l e e t eD i c h t w e r k e n aan - Men zal daarin zijn gedichten zooveel mogelijk naar tijdsordegeregeld vinden Wat tot opheldering van den inhoud scheen te kunnen bijdragenis door mij in de T o e l i c h t i n g e n medegedeeld waarin tevens des Dichters eigenVoorredenen en Aanteekeningen bij zijne verschillende werken gevoegd zijnopgenomen en wel zoacuteoacute dat het niet moeijelijk zijn zal het eigen werk des Dichtersvan mijn bijwerk (welk laatste tusschen [ ] is geplaatst) te onderscheiden Dat ookin de wijze van uitvoering alle zorg is besteed om deze uitgave den grooten Zangerwaardig en aldus als een letterkundig gedenk- en eereteeken op zijn pas geslotengraf te doen zijn - ik vertrouw dat een enkele oogopslag op dezen Bundelgenoegzaam zal wezen om den Lezer daarvan te overtuigen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

2

En zoo ga dan nu deze nieuwe Uitgave die de gansche dichterlijke Nalatenschapvan DACOSTA beide in zijne uitgegevene en nog onuitgegeveneGedichten kompleetbevatten zal haren weg Zij verrijke de Boekverzameling van allen die het wegravelmeenenmet de Vaderlandsche Letteren en Schoone Kunst Maar zij vinde niet daacuteaacuteralleen hare plaats zij worde opgenomen in de hoofden en harten van alle kinderenonzes Volks die vatbaar zijn om door den klank der dichterlijke luit niet alleenbekoord gestreeld en geboeid maar ook bezield veredeld geheiligd te wordenZoo blijve DA COSTA voor ons volk niet alleen een Zanger bij uitnemendheid maarlosse de bewondering en waardering van de eenige gave hem geschonken zichop - ik gebruik voor dien wensch hem betreffende en in zijnen geest geuit zijneeigene woorden - lsquoin de kennis en aanbidding van Hem die gekend en geeumlerd wilworden in Zijne werken en in de werken van Zijne werkenrsquo

Amsterdam30 Junij 1861JP HASEBROEK

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

3

Lof der dichtkunst

t Was nacht als ieder mensch het zoete rusten smaakteMy dacht toen in den droom dat ik den berg genaakteDie t schoonst verblijf is van Apollos zustrenrijk Liep langs een welig veld van koude en hitte vrijMet myrten rijk beplant en bloeiende laurierenWaarmeecirc de Musen zich in hare feesten sierenGeen bloem was daar verwelkt geen boom van groen beroofdHier hief de populier ginds de eikenboom het hoofdDat t helder hemelblaauw vermetel scheen te tergenDoch van mijn zwakke lier kan ik t verhaal niet vergenVan alles wat mijn oog bewonderde in dien oordIk zag er wat ooit ziel en zinnen heeft bekoordMaar naauwlijks was ik dus tot Pindus voet gekomenOf k voelde me onverwacht door Zefirs opgenomenk Snelde in een oogenblik en lucht en wolken door

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

4

lsquoEn niets dan vrolijkheid in mijnen tempel zietDus blijft verdienste nooit van t billijk loon verstokenrsquo

Na dat Apol tot my dees woorden had gesprokenVerdween en koor en berg voor mijn verwonderd oogZoo ook als aan de kim de schittrende IrisboogIn volle sieraad op het schoonst begint te prijkenZiet men haar duizendtal van kleuren ras bezwijken

Auroor vertoonde nu haar lieflijk morgenroodTerwijl zy voor de Zon de hemelpoort ontslootEn daar geen donkre wolk haar glans ons kwam ontroovenScheen zy een heldren dag aan daarde te belovenToen wekte me uit den slaap der vooglen zoet geluidToen riep ik door mijn droom verrukt dees woorden uit

De schoone poeumlzy zal altijd glansrijk pralenZoo lang de gulden Zon haar luisterrijke stralenZal schieten en de mensch van edel kunstgevoelVerrukt zal blaken Gy die ver van stadsgewoelWanneer aan s hemels trans de sterren prachtig blinkenApolloos heilig nat in eenzaamheid gaat drinkenUw naam sterft nooit o neen zelfs als de wreede tijdDen zwarten sluijer op uw lichaam heeft gespreid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

5

Homeer veracht den nijd van driemaal duizend jarenGelijk een vaste rots in t midden van de barenDe kruin ver uitsteekt en haar ijdle woede tart

De dichtkunst wekt den moed of streelt t gevoelig hartTyrtaeus kon den Griek in oorlogsvuur ontstekenHy zong en geen gevaar deed den Spartaan verbleekenDoch als Homerus in zijn goddelijk gedichtToont hoe Andromache met haar onnoozel wichtHaar lieven Hector van het slagveld poogt te weerenHoe ze om het denkbeeld treurt dat hy nooit weecircr zal keerenWie dan gevoelt zich niet op t tederst aangedaanWien rolt langs t aangezicht dan niet een zachte traan

O wonderlijke kracht van dichterlijke tonenHet volk dat zonder wet in bosschen plagt te wonenBewogen door het zoet van Orpheus lier en zangVereent zich op zijn raad voor t algemeen belangVan daar verhaalde men dat tijgers boomen steenenHem volgden om het oor aan zijne stem te leenenMijn geestdrift sleept my weg Ik zie hem zelv daar staanOmsingeld van het volk dat luistrend aangedaanMet open oog en mond hem t nut van t zamenlevenHoort zingen en gedwee zich laat de wetten geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

6

Een man dus door natuur met rijk vernuft begaafdHeeft door welluidend dicht den woesten mensch beschaafd

De dichter schildert ons wat andren slechts verhalenAls Maro en Homeer het bloedig strijden malenZie k vonken springen uit het bliksemende zwaardIk hoor t geschreeuw van hen die neecircrgestort ter aardDen overwinnaar om het leven nedrig smeekenIk hoor het moordend staal en helm en harnas breken

Mijn Zangnimf t is genoeg Onmachtig is mijn toonHet nut der poeumlzy en haar verrukkend schoonEn onweerstaanbre kracht in sierlijk dicht te zingenLaat hen die Phebus mint naar dezen lauwer dingenIk trek uit mijne lier geen liefelijk geluidEn druk mijn warm gevoel in zwakke verzen uit

1812

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

7

De verlossing van Nederland

Als t aardrijk weecircr begint te bloeienAls t land zich dekt met geurig groen

De stroomen onverhinderd vloeienNa s harden winters hevig woecircn

Als blad en bloem de sneeuw vervangenEen Zefir d onbetoombren storm

Dan klinken Philomeles zangenDe mensch herleeft - de kleinste worm

Zoo grijp ik ook schoon dichtren zingenHet speeltuig in de zwakke hand

Ook ik ik wil de either dwingenVoor t vrij geworden Vaderland

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

8

Hoe flaauw mijn laaggespannen snarenHoe kunsteloos mijn zangster zij

Mijn hart gebiedt dat k uw altarenO Nederland dit offer wij

Wy zijn dan eindlijk vrij Wy zijn den ijzren bando Dwingland dan ontrukt waarin gy NederlandZoo lang gekluisterd hieldt De ketens zijn aan stukkenWaarvoor de fiere kop van Hollands leeuw moest bukkenDien leeuw te lang door u en door uw volk verachtDien leeuw die reeds te lang naar wraak naar vrijheid smacht

Gelijk de reiziger die aan t geweld der barenOntrukt zijn Vaderland na duizend doodsgevarenHerziet met warm gevoel dien dierbren grond betreedtEn sprakeloos van vreugd t geleden kwaad vergeetHet zoetst genoegen smaakt nu hy het woecircn der windenDe golf die t ranke schip al draaiend ging verslindenAl d ijsselijken nood waaraan t ten prooie lagIn veiligheid aan gade en kindren schetsen mag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

9

Zoo moet ge o Hollandsch volk het slaafsche juk herdenkenWaardoor een vreemd tiran uw voorge roem dorst krenkenEn zweren by de deugd der vadren by het bloedVan hen door wie weleer uw vrijheid is behoed(Wier geesten tot uw heil nog om dees landen zweven)Dat ge eer uw stad uw land der vlam ten prooi zult gevenOf dat ge uw dijken eer doorbreken zult uw werkVernielen en de zee doen dondren uit haar perkEer vreemde meesters weecircr van vrijheid u beroovenEn in vergetelheid uw schoonen naam verdoven -o Hoon o slavernij o nooit vergeetbre schandAfstammelingen van de heldenteelt die t landVan Spanjes wreeden Vorst weleer heeft vrijgeslagenBloost Nederlanders bloost gy hebt den naam gedragenVan woeste snoodaarts die natuur en recht ten spotHun koning doemden tot een smadelijk schavotHun koning die voor t heil van die ontmenschten blaakteEn eigen veiligheid voor hun behoud verzaakteBloost Nederlanders bloost gy hebt het juk getorschtVan t monster dat naar bloed en naar vernieling dorstVan t monster dat uw land ontzenuwde en uw telgenDen moederarm ontscheurde om rijken te verdelgenEn gantsch Euroop voor hem in t stof te zien geknieldDe tijd is daar wreekt nu met d ouden moed bezield

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

10

Den hoon u aangedaan gy hebt uw naam herkregenGy zaagt Oranje weecircr klem den gevreesden degenWaar t Spaansche heir voor vlood uw sterk gespierde handDuld nu geen Gauler in t herboren VaderlandHy viel hy die Euroop in t ijzren juk wou knellenDie waande dat geen macht zijn reuzenmacht kon vellenHet recht verwon hy viel een woesten stroom gelijkDie de ijdle golven breekt voor d opgeworpen dijk

t Was middernacht De slaap door t menschdom afgebedenGoot zijn verkwikkend vocht op d afgetobde ledenMaar Frankrijks dwingland waakt door felle smart geprangdOntvlucht de rust zijn oog dat na haar zoet verlangtNu dondert in zijn oor de wraakstem van t gewetenZijn bloed verstijft terwijl zijn leden rillend zweetenDe kracht zijn ziel begeeft beweegloos staat hy daarMet strakgespannen oog en opgerezen hairDaar schrikbre beelden zich in t matte brein vergadrenDe schim van Lodewijk hem dreigend schijnt te nadrenHet zwaard te toonen dat zijn misdaecircn straffen moetEn hy een bloedrivier ziet zwalpen aan zijn voetZijn moed keert eindlijk weecircr de nare hersenspokenVerdwijnen hy barst los en spreekt in woede ontstoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

11

lsquoNeen schoon mijn oog door u gefolterd eeuwig waaktSchoon gy de dagen my tot nare nachten maaktEn my mijn wandaecircn steeds weecircrgalmen doet in d oorenGeweten k trots uw wraak ik zal uw stem versmorenWat menschenbloed wat ramp het koste ik zal den tijdMijn naam doen sparen u en gantsch t heelal ten spijtEuropa hate my ik zal haar meester wezenk Begeer haar liefde niet k wil my van haar doen vrezenGeweten ja de straf die gy my dragen doetWordt op dit denkbeeld in het lijdend hart verzoetWelaan het zwaard hervat k wil tot de verste strekenk Wil tot Europas grens het oorlogsvuur ontsteken -Het uitgestrekte land door Peters wijze wetIn vroeger eeuw beschaafd zij door mijn volk bezetk Zal overwinnend zelfs tot in zijn hoofdsteecircn dringenEn daar zijn opperheer tot onderwerping dwingenZoo vestig ik de kroon onwrikbaar op mijn kruinEn heersch op heel Euroop of op Europes puinrsquoHy spreekt de zon had naauw haar gouden kar bestegenHy roept zijn benden zaacircm voorspelt een wisse zegenZy volgen hem hy snelt verwint de vijand vliedtEn t zegevierend heir stroomt op zijn grondgebiedReeds is t op s dwinglands wenk naar Moscows wal getogenVol hoogmoed nadert hy - wat schouwspel treft zijn oogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

12

Een zwarte wolk van rook stijgt op aan alle kantVertoont de vuurge lucht den ijsselijken brandDe schrik op dit gezicht vermeestert zijne zinnenHy snelt vertwijfelend in aller ijl naar binnenEn ziet de ontvolkte stad t vernielend vuur ten buitVergeefs barst hy verwoed in lasterwoorden uitZijn volk tracht op zijn last den woesten brand te dovenVergeefs d onbluschbre vlam stijgt meer en meer naar bovenDriewerven rijst de zon en driemaal daalt ze neecircrDe vierde dag verrijst - en Moscow is niet meerJa edelmoedig volk door eer en deugd bewogenHebt gy den dwingland in zijn zoetste hoop bedrogenGy hebt ten offer aan t geliefde Vaderland(Het menschdom zag t verbaasd) uw eigen stad verbrandDie daad heeft aan Euroop de vrijheid weecircr gegevenEn dankbaar zal t uw naam zoo lang t bestaat doen levenEn gy o Nederland gy dat dit voorbeeld zietHerleeft in u de gloed der vrijheidsliefde nietDenkt ge aan uw Reddren niet den schrik der dwingelandenWier vuist u heeft verlost van Spanjes wreede bandenGord gord in t eind het zwaard o Neecircrland aan uw zijEn wreek in s vijands bloed uw voorge slavernijZoo zag de Dwingland dan die stad in asch verkeerenWaar hy de strengste koucirc zich vleide te trotseren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

13

Het kondigt al de komst des grijzen winters aanReeds vloeit de stroom min snel en blijft beweegloos staanEn dekt zich met een korst de droeve lange nachtenVerdubblen nu de koucirc het krijgsvolk voelt zijn krachtenOntzinken t zwaard ontvalt de machtelooze handDaar ligt gy zonder hulp ver van het vaderlandRampzaligen weleer ontscheurd aan vriend en magenOm voor een snood tiran de wreedste smart te dragenDaar ligt gy blootgesteld aan dakeligsten doodVermoeid verteerd verstijfd van koucirc en hongersnoodHet monster ziet elk dag zijn volk by drommen snevenD een zinneloos van pijn derft gillende zijn levenEen ander valt verstijfd en afgemarteld neecircrDe dood dwaalt overal door t uitgeputte heirDe vijand middlerwijl zakt neecircr met rassche schredenEn valt op t volk dat door natuur zelf wordt bestredenEn jaagt het overhoop hier baat geen tegenstandEen laffe vlucht alleen rest nog den dwingelandNog weigert hy den vrede aan s volks gedurig smeekenHy zweert van spijt ontzind dien fellen hoon te wrekenOntscheurt den onderdaan op nieuw en kroost en goedEn snelt vol trotsche hoop zijn vijand te gemoetRechtvaardig God zal dan de misdaad zegevierenZal dan de lauwer weecircr der Gaulen schedel sieren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

14

Neen neen het recht in t eind behaalt den zegepraalEn de overwonnen Gal valt nu ten tweeden maalO Leipsich by wier wal de dwingland is verslagenZoo lang van Marathon het menschdom zal gewagenZoo lang t zal denken aan Plateacutea SalamisWaar Griekens vrijheid op den Pers bevochten isZoo lang zal t ook uw naam uw heilgen naam bewarenGelijk wanneer de Nijl zijn opgezwollen barenOp t schoon Egipte stort de drooge velden drenktEn rijken overvloed aan dakkerbouwer schenktZoo stroomt aan alle kant het heir der Noordsche heldenEn brengt de vrijheid weecircr gekocht op Leipsichs veldenTriumf ook Nederland is van het juk bevrijdHaar leeuw verheft weecircr t hoofd den dwingeland ten spijtO laat dan ook uw moed o Neecircrlands volk herlevenEn tracht op t edelst spoor uw vadren na te strevenJuicht lang verdrukten juicht en gy o dappre jeugdHef aan en uit in zang uw vrijheidsliefde uw vreugdlsquoDiep lag het Hollandsch volk vervallen kroost van heldenDiep lag t vernederd in de ketens die het kneldenDoor een gevloekt tiran Europes schrik verdruktDiep lag het Hollandsch volk diep lag t in t stof gebuktDe Godheid hoorde in t eind ons hartverscheurend weenenZy wenkt de vrijheidszon zoo lang voor ons verdwenen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

15

Schiet ons haar stralen weecircr Ja Neecircrland gy zijt vrijGeen vreemde hand alleen verbrak uw slavernijWelaan dan kondt ge zelf uw ketens helpen brekenGy kunt dan ook uw ramp op Frankrijks dwingland wrekenZie ons ten strijd gereed wiens hart staat niet in brandWie offert zich niet op aan t heilig VaderlandO Goddelijke kracht van haat tot slavernijeZie hoe de Spanjaard zich t geweld der dwinglandijeOnttrok en brandend voor zijn vrijheid en zijn VorstDer Gallen legermacht met moed verwachten dorstHy ziet zijn vruchtbaar land door t oorlogsvuur vernielenMaar voelt met nieuwen moed zijn eedle borst bezielenEn zweert dat eer de vlam zijn land verteren zalEer hy zich onderwerp aan den gehaten GalHet was in Nederland (helaas in andre dagenToen t heir van trotschen Flips uit Holland werd verslagen)Dat de Iber ondervond hoe alles zwichten moetAls vrijheidsmin een volk het zwaard aanvaarden doetHeeft hy dan uit zijn land den wreevlen Gal verdrevenEn zou het Neecircrlandsch volk voor s dwinglands benden bevenWy vliegen dan ten strijd en vreezen geen gevaarVoor t dierbaar Vaderland gy teedre vrouwenschaarDie ons het leven schonkt o stort om ons geen tranenWy scharen ons vol moed om vaderlandsche vanen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

16

De zege volgt het recht wy keeren winnaars weecircrDe dwingland en zijn rot valt voor ons zwaard ter neecircrOf doet een droevig lot ons t leven strijdend dervenDenkt dan hoe schoon het is voor t Vaderland te stervenDus werd het voorgeslacht van Spanjes dwang bevrijdNa tachtig jaren krijg Dus zag in later tijdDer Gaulen Vorst die tot does landen was gedrongenZich overwonnen tot vernedering gedwongenOranje aan uw geslacht zij Hollands dankbaarheidt Was Eerste WILLEM door wiens moed en wijs beleidDe Nederlander op zijn beulen triomfeerdeDie de eendracht onderhield den tegenspoed trotseerdeEn alles wagen dorst voor t welzijn van den StaatJa toen hy lag geveld door t schandelijkst verraadRees zijn doorluchtig Kroost in t zelfde vuur ontstokenEn streed tot dat de Belg zijn keetnen zag verbrokenWat Nederlander is zijn vadren zoo ontaardDat hy Oranjes naam niet in zijn hart bewaartZoo lang dit edel bloed regeert op Hollands StatenZal nooit de dapperheid het Neecircrlandsch volk verlatenWy vliegen dan ten strijd Wiens hart staat niet in brandWie offert zich niet op aan t heilig VaderlandNeen nooit vergeten we u gelukkigste aller dagenToen wy den heldentelg Oranje wederzagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

17

Hoe klinkt nog in ons oor de zuivre vreugdezangDoor t afgemarteld volk na jaren ramp en dwangVan t haatlijkst monster vrij met duizenden van tongenO Vorst van Nederland by uwe komst gezongenToen zwoert ge o Hollands volk met een onschendbren eedDat gy de ketens door den dwingeland gesmeedAlom vernielen zoudt Wil wil dien eed gedenkenEn vrij aan andren ook de vrijheid helpen schenkenO Gy die met eacuteeacuten wenk t oneindig Al regeertGy wiens onperkbaarheid al wat bestaat vereertHergeef Euroop de rust zoo lang by haar verlorenVerlos haar van t gedrocht tot hare straf geborenEn droog de stroomen van t gestorte menschenbloedDoor eeuwen vrede zij de afgrijsbre krijg vergoedt Geluk herrijz voor ons na zoo veel tegenhedenEn Neecircrland bloeie weecircr door Eendracht Moed en Zedenrsquo

1814

Aan de wel edele heeren Mr W Bilderdijk en Mr DJ van Lennep

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

18

Aan de eedle twee wier oog mijn wankle schredenOp t glibbrig pad der Dichtkunst gadeslaat

Tot Hollands eer door beider voet betredenBiedt hier mijn hand in Nederlandsch gewaad

Den grootschen zang van d oorlogshaften dichterWien Melpomeen haar eersten lauwer schonk

Wiens naam en roem als kunst- en vrijheidsstichterNog in den vloed der eeuwen niet verzonk

Den grootschen zang roemruchtig zegeteekenOp vreemd geweld en dwingelandenwaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

19

Door d eigen arm die t vaderland hielp wrekenGevestigd eens om nimmer te vergaan

Maar wien wien durft mijn lente t bloemtjen wijdenOnsierlijk kroost van d eersten zonnegloed

Aan t hoog vernuft den glans van onze tijdenIn t heiligdom der Dichtkunst opgevoed

Wiens stoute veecircr in d opgang van zijn jarenEen Sophocles in t Hollandsch lied herschiep

Die op den klank der onweecircrstaanbre snarenDen outerdienst van d echten smaak herriep

En hem die meecirc in vaderlandsche strekenZoo menig spruit der Grieken heeft herplant

Wiens kindschheid reeds de Roomsche luit deed sprekenNiet wagglend in de meesterlijke hand

Wien de eigen gloed het hart wordt ingedrevenDoor Latiums en Hollands dichtrengoocircn

Het is aan U door zoo veel roem verhevenDoor t fijnst gevoel voor t hemelsch kunstenschoon

Dat geestdrift voor de kunst wellicht vermetenEen gunstig oor voor wat ze voortbracht vraagt

Wat zeg ik Neen niet aan de puikpoeumltenWaar de oude vest des Amstels roem op draagt

Verstout ik my dees ruwen zang te heiligenOp dat hun naam op Pindus aangebeecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

20

De teecircre vrucht der jonkheid mocht beveiligenOf als een gift hun grootheid waardig neen

Wier milde zorg geleerdheids eecirclste schattenOntdekt heeft aan t verlangen van mijn jeugd

En in dien les den kostbrer wist te omvattenVan t ware goed van wijsheid recht en deugd

Dien biedt mijn hart dees versch gelezen bloemenVan Griekschen stam ofschoon verbasterd aan

Vermocht mijn tuin op geurig loof te roemenOf gaacircrde ik eens op de ingerende baan

Laurier en palm den prijs van dichterzangenIk sierde er u den achtbren schedel meecirc

Wilt dan dees blaacircn toegefelijk ontfangenEn met dees blaacircn de oprechtste hartebeecirc

Bloeit bloeit nog lang om kennis te verspreidenOm Hollands eer te staven om de bloem

Der jonglingschap op t eenzaam spoor te leidenDat naar de bron van Wijsheid voert en Roem

Brengt hen te rug der Dichtkunst gouden dagenOp Neecircrlands grond als Griekens thans weecircr vrij

En word haar dank u beiden opgedragenVan na- tot nageslacht zoo vurig als van my

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

21

De Perzen dramatisch dichtstuk

Personaadjen

XERXES Koning van PerzieumlATOSSA weduwe van Darius en moeder van XerxesREI VAN PERZISCHE GRIJZAARTSDE SCHIM VAN DARIUSEEN BODE

Het Tooneel is te Suze in den voorhof van het koninklijk paleis naby het graf vanDarius

Eerste tooneel

DE REIHet heir der Perziaansche scharenDat voor t gewoel der krijgsgevarenDen vaderlandschen grond verlietHeeft ons de zorg van al hun schatten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

22

Op s Konings voorbeeld op doen vattenDie heel zijn machtig rijksgebiedVertrouwde aan dees zijn uitverkorenDarius dierbre telg ach keer

Breng ons die fiere manschap weecircrO mocht ik t voorgevoel versmorenDat my een gruwzaam lot voorspeltTrok niet heel Azieuml te veldTerwijl we in eindelooze klachtenOm onze jonglingschap versmachtenVergeefs van dag tot dag verbeidEn in de wreedste onzekerheidEen boocirc zelf vruchteloos verwachtenGy Suze Cissa EkbataanGy zaagt uw muren dan verlatenUw jeugd gewapend tot soldatenIn woesten moed naar t strijdperk gaanHen voert de bloem van onze GrootenAmistres Artaphernes aanEn Megabazes deelgenootenVan vorstelijke macht en eerEn hoofden van een talloos heirVan zaamgedrongen ruiterscharenEn schutters vol ervarenheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

23

Een leger tuk op krijgsgevarenWiens enkele aanblik schrik verspreidtNiet minder uitgelezen heldenVerzellen stouten PharnacesImeacuteus en ArtembaresDaar zelfs de korenrijke veldenBevrucht door s Nijlstrooms koestrend slijkOntelbare onverschrokken bendenVolijvrig tot hun koning zendenPegaston in t Egyptisch rijkGeboren en die Memphis murenEn Thebes oude vest besturenZijn aan de spits dier legermachtt Moerassig land geeft vlugge knapenOm t handig roeijen hoog geachtDe Lydieumlr in wulpsche prachtVerzonken rukte meecirc te wapenEn volgt geheel het vastelandDat van het edelst krijgsvuur brandtEn schaart zich moedig om de vanenVan s konings machtigste onderdanenWien hy dees streken heeft vertrouwdHet vorstlijk Sardes rijk in goudGeeft keur van kostbre wagenscharen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

24

Wier breede rangen ijzing barenMaar Mardon voert van Tmolus voetZijn krijgren aan in t heetst verlangenDen Griek in ketenen te prangenHet roemrijk Babel zendt een stoetVan scheeplingen en schuttersdrommenDie met geoefend oog en handDen taaien boog nooit vruchtloos krommenJa heel dit uitgestrekte landHeeft wat maar wapenen kon dragenVerlaten en zijn Vorst verzeldNu slijten we onze droeve dagenHet hart vol zorgen en bekneldBy ouders beide en echtgenootenSteeds in hun hoop te leur gesteldDient ieder dag met angst geteldSlechts om hun kommer te vergrooten

KEEROntzachlijk heir gy zijt gegaan

Gy hebt den Griekschen grond betredenEn brengt den vijand en zijn stedenIn ieder tred verwoesting aan

De zee die Hella heeft verzwolgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

25

Had u vergeefs den weg ontzegdHaar heeft hoe schriklijk ook verbolgenUw arm in ketenen gelegd

TEGENKEERDe koning heeft aan alle kant

t Verraschte Grieken overvallenMet onze duizend-duizend tallenTer zee gewapend en te land

Hy voert hen aan met al de GrootenOmgeven van zijn bloeiend rijk

De Vorst uit godenbloed gesprotenEn goden-zelf in rang gelijk

Met oogen schittrend van den gloedVan heldenvuur en leeuwenmoedEn op een rijkversierden wagenAan t hoofd der benden omgedragenVoert hy den Perziaanschen boogDe Grieksche spietsen tegenWat vijand hoopt nog op de zegenDie tegen hem ten strijde toogWie waagt het de opgezwollen stroomenMet dijk of paalwerk in te toomen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

26

Zoo schriklijk zijt ge o Perzisch volkMaar ach een akelige wolkBenevelt blijde hoop uw luisterDer goden wegen zijn ons duisterWat stervling kan hun wil weecircrstaanDes noodlots ijzren wet ontgaanOf t loosgespannen net vermijdenHem door der goden hand gespreidTe dikwerf door hun gunst misleidTracht hy zijn loopkring te verwijdenEn altijd verder afgedwaaldZiet hij zich eindelijk verradenVervoerd op afgelegen padenWaar alle vluchtenspoging faalt

EERSTE KEERDer goden bystand heeft dit landBeveiligd en van alle kantTen welvaarts top verheven

Dankt Perzen dankt het haar alleenDie zelfs de sterkst bemuurde steecircnVoor uwe vuist deed beven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

27

EERSTE TEGENKEERDankt haar die u den wijden vloedIn t golven schuimend en verwoedIn t eind deed overkomen

Toen ge u een veilgen overtochtOp zaamgebonden kielen wrochtBetemmers van de stroomen

TWEEDE KEERO laat die gunst u nooit verlatenKlink nooit die rouwkreet door uw stratenO Suzes teecircrgeliefde vest

Die kreet wiens doffe klank mijn harteOntzet door ongekende smarteW e e w e e h e t P e r z i s c h e g e w e s t

TWEEDE TEGENKEERBegeeft my aaklige gedachtenZoudt ge ook o Cissa van die klachtenWeecircrgalmen in uw hoogen wal

Uw vrouwen zich de sluijers scheurenDoor geen vertroosting op te beurenIn wanhoop om des legers val

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

28

DERDE KEERGelijk een dichte bijeumlnwolkStoof overal het dappre volk

Uit onze rijkbewoonde stedenDe zee die ons van d overkantWou weeren ligt gedwee in band

En Xerxes leger heeft Europische aard betreden

DERDE TEGENKEERDe teedre vrouw slijt dag en nachtIn afgebroken klacht op klacht

En t eenzaam bed is nat van tranenHet jeugdig zacht gevoelend hartKwijnt weg in nooit verpoosde smart

Om degacirc die haar liet voor s konings heldenvanen

Waartoe waartoe die ramp gespeldNeen voelen we ons van zorg doorknagenVoor hunne ons overdierbre dagen -Kom laten we eer naar de aankomst vragenEens boden die ons licht den staat van t leger meldtEn tijding geeft van s vorsten levenEn wie verwinnaar is gebleven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

29

De boog der schutters van het OostOf t puntig staal van Griekens kroost -Maar s Konings moeder richt haar schredenTot ons met glans omstraald gelijk het oog der goocircnGy bidt haar aan naar onze zedenEn zij uw hulde haar al knielend aangeboocircn

Tweede tooneel

ATOSSA DE REI

DE REIVerheven Koningin der trouwe PerzianenOntfang den welkomstgroet van minnende onderdanenGy eedle koningsweeuw en moeder van een godVan welvaart voor deez Staat zoo t albestierend lotNiet keerde maar ons steeds voor rampen blijft behoeden

ATOSSAHelaas dit enkel woord doet my het harte bloedent Is daarom dat ik thans het vorstlijk huis verlaatEn troost en balsem wacht mijn vrienden van uw raad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

30

Ik zal u de oorzaak van die jagende angst verklarenk Vrees voor ons Staatsgebouw te hoog in bloei gevarenOch dat dit roemrijk werk door hemelsche genacircGevestigd niet op eens ter neecircr storte en vergaEen volk hoe talrijk zoo t van rijkdom is verstokenIs kwijnend maar zijn kracht wordt eerder nog verbrokenWaar t rijk van schatten vol gebrek aan manschap heeftDie ramp is t waar mijn hart (en zonder end) voor beeftWee wee ons zoo dit land zijn jonglingschap moest dervenGetrouwen laat ik heul van uwe reecircn verwervenOp u heb k steeds gesteund het is uw grijzend hoofdWiens wijsheid my ook thans voldoenden raad belooft

DE REIDoorluchtigste zoo naauw aan t vorstlijk huis verbondenHebt ge ons in raad en daad steeds blakende gevondenEn nimmer wordt die gloed in t dankbaar hart gebluscht

ATOSSAMijn slaap wordt ieder nacht door droom op droom ontrustSints mijn geliefde zoon verwoed op Griekens stedenOp keur van benden trotsch hun bodem heeft betredenMaar nooit nog heeft me een droom met zulk een angst bekneldAls t nachtspook dat mijn geest deez nacht werd voorgesteld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

31

Een jeugdig vrouwenpaar verscheen me en hield mijn oogenDoor dracht en houding van verwondring opgetogenDe een hing het Perzisch kleed bevallig om de leecircnMaar de andre sierde een Grieksch beicirc in aanloklijkheecircnOnovertrefbaar In de fijnbesneden trekkenWas aanstonds op het klaarst haar zusterschap te ontdekkenGescheiden door het lot had deze op Griekschen grondGene in dit werelddeel haar zetel Nu ontstondEr twist en grimmigheid dat beider oogen blonkenMaar Xerxes nadert haar en dooft die oorlogsvonkenMaar voert ze met zich meecirc op t eigen oogenblikEn kromt haar onder t juk nog roerloos van den schrikSlaat haar zijn teugels om en ketent ze aan zijn wagenDe een biedt geen tegenstand vereerd den boei te dragenVan d onverwinbren Vorst van t Perzische gebiedMaar de andre brandt van toorn daar zy geen rang ontzietEn rukt zich spartlend los en waagt het vrij van bandenDen vorstenwagen vol verwoedheid aan te randenEn trapt het haatlijk juk en scheurt de wielen afDe vorst stort neecircr Ik zie Darius uit zijn grafVerrezen met een zucht dit droef tooneel aanschouwenEn mijn verneecircrden zoon in steeds ontroostbrer rouwenVersmelten k Zag dit en het nachtgezicht verdweenk Stond op en liep vol drift naar zuivre bronnen heen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

32

Om met een reine hand de goden te vereerenMet offers dat hun gunst dit onheil af mocht keerenOp eens vernam mijn oog een snellen adelaar(Een havik vloog hem na) zich spoedend naar t altaarIk voelde op dit gezigt mijn gorgel toegeknepenReeds heeft de haviksklaauw den vluchtende aangegrepenEn pijnigt hem den kop die zelfs geen weecircrstand biedtZiedaar wat in mijn hart die siddring achterlietWat roem had Xerxes van een zegepraal te wachtenEn thans - voorzie k den val van zoo veel legermachtenZoo t noodlot hem verried o Blijv hy slechts gespaardGeen neecircrlaag maakt hem ooit de koningskroon onwaard

DE REIWy wagen t niet Mevrouw dit wonder te verklarenRoep Godenbystand aan en wil geen offers sparenOpdat hun almacht die verschrikkelijke wolkVerdrijve en zegen storte op u uw kroost en volkEn pleng een heilig vocht aan de onderaardsche strekenLicht schenkt uw echtgenoot vol deernis met uw smeekenEn nedrige offers uit het diepst van s afgronds nachtVersterking aan dit rijk en zijn doorlucht geslachtDees raad slechts kunnen we u in uw bekommring geven -En mooglijk wordt zy dus in beter uur verdreven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

33

ATOSSAMijn dierbren in dees taal voor t lijdend hart zoo zoetBlinkt schittrend in mijn oog uw vroom uw trouw gemoedHet lot vervulle uw wensch t Paleis weecircr ingetredenDraal ik geen oogwenk meer met reukwerk en gebedenEn aarde- en hemelgoocircn te naadren Melde uw mondMy dit nog aan wat kant ligt toch de Atheensche grond

DE REIIn t Westen

ATOSSAEn deez stad poogt Xerxes te vernielen

DE REIHeel Grieken zou met haar voor s konings schepter knielen

ATOSSAEn waakt een groote macht tot hoede van haar muur

DE REIOns heir beproefde t eens En ach het stond ons duur

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

34

ATOSSAEn heeft ze ook schatten waar de steden meest door bloeien

DE REIJa mijnen heeft ze die van zilver overvloeien

ATOSSAEn zijn hun schutters vlug met pijl en schietgeweer

DE REIZy strijden met geen boog maar met den vasten speer

ATOSSAWat vorst is aan hun hoofd

DE REIZy noemen dit als slaven

In t onverdraaglijk juk van koningen te draven

ATOSSAEen ordelooze hoop durft de onzen dan weecircrstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

35

DE REIAch eens deed zulk een hoop Darius heir vergaan

ATOSSAO al te wreede zorg voor t weeke moederharte

DE REIVersmoor Mevrouw een wijl die pijnigende smarteEen bode nadert ons Verkondig hy ellendOf heil de onzekerheid voor t minste spoedt ten end

Derde tooneel

ATOSSA DE REI EEN BODE

DE BODEO smart o vaderland o eenmaal blijde stedenVan t schittrend Azieuml Wat hebt ge een ramp geledenHoe deed een enkle dag der Perzen heil vergaanMet heel uw voorgen glans Helaas wat gaat my aanIk breng tot overmaat der jammren die my drukken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

36

U nog de bittre maar van al uw ongelukkenMaar ach het moet zoo zijn k Weecircrsta den nood niet meerVerneemt verneemt den val van t gantsche Perzisch heir

DE REI - EERSTE KEERHelaas wat donder trof mijn oorenWat schrikbre ramp brengt my dees dag

Wie zal in tranen niet versmorenNa zulk een pletterenden slag

DE BODEt Is alles redloos k Heb ter naauwernood mijn levenVan t hoogst gevaar gered en my tot u begeven

DE REI - EERSTE TEGENKEERO droevig einde van mijn dagenIk heb te lang te lang geleefd

Nu de ijslijkste van s noodlots slagenMijn dierbaar land getroffen heeft

DE BODEHelaas het is te waar Geen ander deelde myt Verhaal dier neecircrlaag meecirc Ik-zelf ik was er by

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

37

DE REI - TWEEDE KEERHelaas de keur van onze heldenWerd vruchtloos uitgerust ten strijd

Zy vielen neecircr op Griekens veldenAan t machtig Godendom gewijd

DE BODEHet strand van Salamis en de omgelegen vlekkenZag k met d onmeetbren hoop dier lijken gantsch bedekken

DE REI - TWEEDE TEGENKEERDaar dobbren dan die dappre scharenOp de altijd rustelooze zee

Ten spel der hobbelende barenMet de afgedwaalde wrakken meecirc

DE BODEGeen moed geen wapen mocht hier baten heel de vlootVond in den heetsten strijd een jammerlijken dood

DE REI - DERDE KEERO wee wat kan ons leed verzachteno Perzen by uw ondergang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

38

Stort uit stort uit uw bittre klachtenIn t allerroerendst treurgezang

DE BODEO haatlijk Salamis o hatelijk AthenenHoe zullen we ooit uw naam herdenken zonder weenen

DE REI - DERDE TEGENKEERHoe dikwerf ach hebt ge onze vrouwenAtheen tot raadloosheid gebracht

Terwijl ze om de echtgenooten rouwenDie door uw handen zijn geslacht

ATOSSAk Bleef sprakeloos van schrik by zulk een maar verpletDie me al mijn krachten stremt en t schreien-zelf beletEn bevend vrage ik u t verhaal dier ongelukkenMaar ach de stervling moet voor s noodlots wetten bukkenHerneem dan zelf den moed en ik ik hoor bedaardUw andwoord aan Wie heeft de wreede dood gespaardWat hoofden zaagt ge hem t verstrooide volk ontscheurenWat helden moet ons hart met s legers val betreuren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

39

DE BODEVoor t minst uw zoon Mevrouw is t stervenslot ontvlucht

ATOSSAO onverwachte troost Gy geeft mijn boezem luchtEen straal van vreugde dringt zich heen door zoo veel wolkenVoor heel ons treurend huis en zijn verneecircrde volken

DE BODEMaar t hoofd van duizenden de stoute ArtembaresViel neecircr op t bloedig strand en veldheer DadacesWerd doodelijk gewond in t bruischend nat bedolvenHier stort op Ajax grond omsingeld van de golvenHet lijk van Tenago dien fieren BactriaanDaar valt Pheresbus met Adeua van de mondenDes afgelegen Nijls uw zoon ter hulp gezondenVan uit het hooge schip in zee aan de andre zijMetallus t strijdbaar hoofd der zwarte ruiterijDees prachtig uitgedoscht in t schitterende wapenZiet overal den dood hem dreigend tegengapenEn verwt in eigen bloed de schoone blonde baardk Zag wijzen Arathus neecircrtuimelen ter aardHem volgden Artames en dappere Arimardes

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

40

(Ontzettelijke ramp voor t glorierijke Sardes)Amistris Sisames Amphistreus zoo geachtOm t slingren van zijn schicht met meer dan mannenkrachtDe schoone Tharybis die vijfmaal vijftig schepenTen strijd voert wordt met hen door t moordstaal aangegrepenSyennezis vindt meecirc den eedlen heldendoodHy die den krijgren van Cilicieuml geboodHy steeds gewoon in t bloed van vijanden te badenEn om zijn deugd geroemd als om zijn oorlogsdadenZie daar die s noodlots toorn ons heir betreuren deedEn ach hoe weinig nog by alles wat het leed

ATOSSAWat treurenswaard verlies van onze grootste heldenWat onuitwischbren smaad kwaamt ge ons bedroefden meldenHeeft dan zoo groot een macht gebukt voor Griekens vlootGy spreek wat stelde ons toch aan zulk een onheil blootHoe groot dan was t getal der Grieksche schepelingenHoe dorst het tegen ons naar de overwinning dingen

DE BODEHelaas o koningin k beken t tot onze schandDe vijand had naar t scheen slechts luttel tegenstandTe bieden en zijn vloot scheen lichtlijk te vernielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

41

Zy streden met niet meer dan vijfmaal zestig kielenTien uitgelezen en de Perzen met een machtVan duizend uitgerust met ongelijkbre prachtEn echter vielen wy door t Grieksche staal verwonnenGewis ter kwader uur werd deze krijg begonnenDe wreedheid van een God ons eenmaal bloeiend landVijandig boog de schaal van t noodlot naar hun kant

ATOSSAEen God beschermt de stad Minerva toegeheiligd

DE BODEOnneembaar is ze ja en voor geweld beveiligdZoo lang der burgren arm haar vestingmuur bewaart

ATOSSAMaar was de Grieksche vloot het eerst ten strijd geschaardOf heeft mijn dierbre zoon den vijand aangevallenVertrouwend op de hulp van zoo veel duizendtallen

DE BODEVoorzeker heeft een God of woedend helgedrochtVoacuteoacuter d aanvang van t gevecht die nederlaag gewrochtOns had een vluchteling van uit het heir der Grieken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

42

Bericht dat als de nacht zijn zwartgeverwde wiekenZou uitslaan hunne vloot voor onze macht beduchtGeen zeestrijd wagen maar een onverwachte vluchtTe baat zou nemen en t gevreesd gevaar ontloopenAls stond geen andre weg voor hun behoudnis openNaauw had de looze Griek geeumlindigd of uw zoon(Onkundig van zijn list en van den haat der Goocircn)Geeft overal bevel dat als de zonnestralenTen westen en de nacht op t aardrijk neecircr zou dalenDe gantsche vloot zich schaar op een driedubble rijOp dat de vlucht ter zee den Griek onmooglijk zijEn t strand van Salamis aan alle kant beslotenEn zoo de vijand nog zich reddende in zijn botent Gevaar ontkomen mocht en onze waakzaamheidDan was den schepeling een wisse straf bereidWy zouden vruchteloos geknield voor s konings voetenOnze onvoorzichtigheid met onze hoofden boetenZoo waant hy vol van hoop helaas hoe min verdachtOp de ongenacirc van t lot en t onheil dat hem wachtOp s konings hoogen wil stelt elk der schepelingenZich onverwijld in staat den vijand te bespringenGesterkt met spijs en wijn en bindt de riemen aanOm op den eersten wenk ten vaart gereed te staanMaar toen de glans der zon den hemel had verlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

43

Vliegt alles saam naar t strand en roeiers en soldatenEn klimt de schepen op en spoort vol vuur en moedZijn tochtgenooten aan tot dallermeesten spoedWy glijden op en neecircr op t wentlen van de barenGehoorzaam aan t bevel der hoofden en bewarenDen uitgang ons vertrouwd en hadden heel den nachtMet brandend ongeduld den vijand afgewachtNu was de duisternis reeds van den trans gewekenNog merken we aan het strand geen kiel of vluchtensteekenMaar naauwlijks breekt de zon de bleeke kimmen doorOf ijlings treft een kreet ons gretig luistrend oorEen kreet met zang vermengd dien de Echo van de rotsenVerdubbeld wijd en zijd tot ons te rug doet botsenEen plotselijke schrik gaat onze dappren aanVervallen op die klank van hun langduurgen waanWant ach het is geen klacht van weeke vluchtelingenMaar heldenoorlogszang wat thans de Grieken zingenOntstoken op t geschal der hooge krijgstrompetReeds bruischt de holle zee door hunne vloot bezetReeds schuimt zy op den slag van t samenruischend roeienEn eindlijk zien wy hen tot onze kielen spoeienDe rechtervleugel gaat de gantsche macht vooruitOp t schoonst ten strijd geschaard terwijl een woest geluidVan kreten zonder end zich opheft tot de wolken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

44

En dus onze ooren treft lsquoO Griekens eedle volkenStrijdt strijdt uw vaderland van vreemde heerschzucht vrijUw vrouwen en uw kroost van s vijands woestaardijMet de outers van de Goocircn met uwer vaadren gravenDees dag beslist uw lot en maakt u vrij of slavenrsquoOns heir heft van zijn kant een schrikbren wapenkreetElk in zijn tongval aan tot strijden beicirc gereedNu raakt men handgemeen de menigte der schepenHeeft reeds van wederzij elkander aangegrepenEen Grieksche hulk die t eerst aan t hoofd van s vijands vloott Gevecht begon vernielt een Perziaansche bootWy hadden moedig reeds den aanval afgeslagenTot we allen eensklaps ons op t naauwst besloten zagenIn de engten dat geen schip tot s anders redding spoecircnNoch iets de Perzen voor een neecircrlaag kon behoecircnWy hooren het gebots der saamgehorte kielenEn zien onze eigen vloot zich in dien schok vernielenDe wreede winnaar valt met dubbel woeden aanEn doet de schepen in t verzwelgend nat vergaanDe golven zijn verkeerd in purperroode stroomenMet wrakken overdekt de menigte omgekomenIn t strijden ligt op rots en bank en strand verspreidWy hadden vol van schrik ons tot de vlucht bereidMaar nog moest s vijands wraak de matte vloot vervolgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

45

Hy laat geen oogwenk rust maar slaat op t felst verbolgenOns droevig overschot gelijk een visschenzwermMet brokken mast en riem te pletter Een gekermVan smart en wanhoop doet zich onophoudlijk hoorenTot daar de schaacircuw der nacht dien gruwbren moord kwam storenNeen k melde u niet al t kwaad dat Xerxes leger leedAl breidde ik dit verhaal tien dagen uit Want weetDat nooit de zonnekar de kimmen heeft beklommenTer neecircr ziende op den dood van zoo veel heldendrommen

ATOSSAWat onbeperkte stroom van rampen zonder talBrengt met ons vaderland heel Azieuml ten val

DE BODEEn k deed u nog niet eens de helft der plagen hoorenWier ijslijkheid ons trof Nog was ons eacuteeacuten beschorenDie op t verdrukte hoofd met dubble zwaarte woog

ATOSSAWat nog verschrikbrer lot viel op ons van omhoogAch meld my welk een slag na zoo veel bittre slagenOns tot nog dieper smaad en wanhoop kon verlagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

46

DE BODEHelaas die fiere rij van onze schoonste jeugdDie schitterend in rang en groot in oorlogsdeugdMet onverbreekbre trouw des konings macht verzeldeWerd uitgedelgd door t zwaard dat heel ons leger velde

ATOSSAMijn vrienden ik bezwijk verwonnen van de smartk Wil echter k wil bedrukte in weecircrwil van mijn hartAl t onheil weten dat dien braven is weecircrvaren

DE BODENiet ver van Salamis aan dandren kant der barenLigt midden in hun schoot een naauwgenaakbaar landWaar Pan zijn herderen ten feestdans voert op t strandDaar wordt die eedle jeugd voacuteoacuter t strijden heen gezondenOp dat zy zoo de Griek door ons geweld ontbondenDaar hulp en veiligheid of nieuwe krachten zochtZijn laatste poging in zijn bloed versmoren mochtEn de onzen redden uit den drang der zeegevarenMaar anders moest de wil der Goden zich verklarenDe zege had zich nu aan s vijands zij gehechtEn hy nog afgemat van t bloedige gevecht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

47

Springt straks zijn kielen uit en schaart in naauwe kringenZich om het eiland rond dat onzen jongelingenGeen uitkomst overblijft noch wegen om te vliecircnZy zoeken in dien nood nog wederstand te biecircnMet vlugge pijl op pijl en pletterende steenenMaar alles is vergeefsch hun doodsuur is verschenenDe vijand valt op eens vereenigd op hen aan(Onmachtig dit geweld nog langer te weecircrstaan)En staakt zijn woede niet van trots en wrevel dronkenVoor ze allen aan zijn voet zieltogend zijn gezonkenUw zoon barst middlerwijl in bittre tranen losVan op een heuveltop naby het golfgeklotsHad hy op t moordtooneel zijn benden gacirc geslagenNu ziet hy ijzend neecircr op d afgrond onzer plagenEn scheurt van wanhoop dol het vorstelijk gewaadAan stukken geeft bevel tot d aftocht en verlaatHet slagveld om met ons op t spoedigste te vluchtenDie mare hadt gy nog by al uw ramp te duchten

ATOSSAo Goocircn wat valsche hoop hebt gy ons aangeboocircnIs dit is dit de wraak voor d onvergeetbren hoonDien t wijdberoemd Atheen ons eenmaal deed weecircrvarenOf heeft geen bloed genoeg van Perziaansche scharen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

48

Op t ons noodlottig veld van Marathon gevloeidEn moest dan als mijn zoon dien schandvlek zoo verfoeidPoogt uit te wisschen een nog schrikbrer onheil volgenAch meld my waar het lot op de onzen zoo verbolgenDer schepen overschot voor t minst belanden deed

DE BODEDe hoofden stelden zich ter wilde vlucht gereedEn vliecircn op willekeur van golf en wind gedrevenVan t ons nog ovrig heir verloor een deel het levenNaby Beotieuml van dorst en hitte droogDaar reeds een frissche bron zich opdeed aan hun oogWy moede en uitgeput van rust en spijs verstekenWy loopen Phocis af en Doris hooger strekenEn waar Spercheacuteus t veld met vruchtbre stroomen drenktTot daar Thessalieuml ons een korte schuilplaats schenktHier zagen wy op nieuw ontelbren onzer vrindenIn honger en gebrek het aakligst sterflot vindenWy door Magnezieuml en het Macedonisch rijkBy Axius rivier en Bolbes rietig slijkTot aan Pangeacuteus berg in t eind gevorderd spoeddenNaar t naadrend Thracieuml wanneer t ontijdig woedenDes winters ons den stroom des zilvren Strymons slootNu smeekten we of ons aard of hemel bystand bood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

49

En zelfs wie voor dien tijd het Goddelijk vermogenMiskend had hief met ons zijn noodgebed ten hoogenDus bidden wy de Goocircn om hulpverleening aanEn wagen het den rug der waatren op te gaanWy stappen veilig op de toegevroren barenZoo lang wy nog geen glans aan de Oosterkim ontwarenMaar toen de zonnekar in brandend licht verscheenDrong zich zijn hette door t kristal der stroomen heenEn smolt ze t Oovrig heir dat d overkant der golvenNog niet bereikt had werd geheel in t nat bedolvenEn zalig die het eerst den veegen aacircm verloorWy - kwamen Thracieuml en haar hindernissen doorEn zien u eindlijk weecircr o vaderlandsche strekenMaar ach hoe moet die komst het Perzisch harte brekenWien onze kleine hoop herinnert aan t gemisDer dierbre manschap die ons afgestorven isZie daar een deel Mevrouw dier onoptelbre plagenWaarmeecirc der Goden toorn dees landen heeft geslagen

DE REIOntzachelijke Goocircn hoe heeft uw overmachtIn onbeperkte woede ons rijk ten val gebracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

50

ATOSSAZoo is dan onze jeugd o Perzie omgekomenNeen gy bedroogt my niet gy spoken me in mijn droomenVerschenen die my t lot mijn ramp ten voorbocirc zondGy grijzen die dien wenk miskendet toen uw mondMijn angst wou stillen k zal uw raad niet minder volgenk Zal plengen aan de Goocircn op ons geslacht verbolgenEn offeren aan de aard en t bleeke schimmenrijkIk weet t geleden kwaad is onherroepelijkMaar t noodlot kan ons nog voor nieuwe jammren dekkenO laat uw trouwe zorg my thans tot hulp verstrekkenBeraadt u onvermoeid en naar der zaken eischEn als mijn droeve zoon het vorstelijk paleisGenaakt leidt gy hem in en troost hem o mijn vrindenEn laat zijn lijden hier voor t minst een eindperk vinden

Vierde tooneel

DE REIO machtige Oppervorst der GoocircnWiens albeschikkende geboocircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

51

De ontelbre macht van onze heldenOp vreemden grond ter neder veldenZie door uw gramschap EkbataanEn Suzes vest in smart vergaanZie op de tranen onzer vrouwenZie ze om ons onheil troostloos rouwenEn rukken met de zachte handZich hoofdhair af en zilvren bandZie heel een schaar van trouwgenootenDie pas den echtknoop heeft geslotenEn reeds den echtgenoot betreurtHaar in t noodlottigst uur ontscheurdO kwelling naauwlijks te verdragenZy zal de schoonste van haar dagenVan t zuiver heilgenot beroofdHaar in dien blijden staat beloofdIn t aklig weduwbed verteerenWat kan de wanhoop van haar keeren

Ik zelf helaas ik voel elk oogenblikMijn rouw verdubblen nog verpletterd van den schrik

EERSTE KEERHoe treuren de omgelegen veldenVan heel haar mannenteelt ontbloot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

52

Ach Xerxes Xerxes moest ge uw heldenTen offer voeren aan den dood

Och of een God u had weecircrhouecircnVan t roekloos macht- en zelfvertrouwenBy d aanvang dier onzaalge tocht

En t spoor doen volgen van uw vaderDie held en vreedzaam vorst te gaderZijn volken niet dan weldaacircn wrocht

EERSTE TEGENKEERGy zwarte vluggewiekte kielenMet onzer mannen keur belaacircn

Gy zaagt die dappren dan vernielenEn alles in hun val vergaan

De koning zelf in vreemde landenTer naauwernood uit s vijands handenBehouden door een snelle vlucht

Keert eindlijk dit gevaar ontkomenDoor Thracieumls bevroren stroomenTe rug in vaderlandsche lucht

TWEEDE KEERHelaas hoe menig onzer bravenOp Cychreus heilig strand gedood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

53

Ligt daar misvormd en onbegravenVerlaten in dien bangen nood

Ja laat ons treuren laat ons klagenDat niets voor t minst na zoo veel plagenDe klanken onzer droefheid stuit

En t hart door rouw van eacuteeacuten geretenGalme Echo onze wanhoopkretenDoor lucht en wolk ten hemel uit

TWEEDE TEGENKEERHun lijken dwarlen met de golvenVan holle draai- tot draaikolk meecirc

Of zijn in d afgrond reeds bedolvenOf t aas der monsters van de zee

O vaders wien uw zoetste pandenDoor t staal in s overwinnaars handenVan t bloedend harte zijn gerukt

Hoe stelt ge een eindpaal aan uw klachtenWat zal het foltrend leed verzachtenWiens last uw grijze haren drukt

Nu zal der Perzen vorst geen wettenAan heel dit werelddeel meer zettenNoch van de hoogte van zijn troon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

54

De schatting knielend aangeboocircnOntvangen want o smaad zijn luisterVerzonk voor eeuwig in het duisterMet d ouden rijkdom bloei en machtJa by t vervallen onzer krachtZal elk dier volken t juk verbrekenAls vrijgeboren handlen sprekenNiet meer bedwongen door geweldHelaas waar t leger is geveldDaar werd met hun ontzielde leden

Geheel het Perzisch rijk in t bloedig stof vertreden

Vijfde tooneel

ATOSSA DE REI

ATOSSAWien t wanklend hulkjen op de golf van t leven voertZoo lang geen stormgeweld den afgrond nog beroertVerheft zich op de rust der winden vol vertrouwenDat t noodlot hem ter gunst hen zal geketend houecircn -Maar de opgeruide zee heeft op zijn kiel gewoed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

55

Vervlogen is de waan in t kommervol gemoedHet kleinste golfjen baart hem doodsangst Dus mijn vrindenVoel ik my t krimpend hart van zorg en rouw verslindenIn ieder voorwerp waar t beneveld oog zich wendDreigt my de haat der Goocircn k Hoor zuchten zonder endEn klachten die een kou verspreiden door mijn aadrenZiet thans uw koningin verslagen tot u naadrenVan koninglijken praal en kleederdracht ontblootk Breng treurige offers aan den Vorst mijn echtgenootSneeuwwitte melk de vrucht van vetgeweide koeienZal op t gewijd altaar zijn schim ter eere vloeienMet honig die de bij uit keur van bloemen wrochtEn onvermengden wijn en t kristallijne vochtVan bronnen in wier stroom nooit stervelingen baaddenHet steeds herboren groen der malsche olijvenbladenEn t kroost der weeldrige aard tot kransen zaamgevlechtHang ik het outer om Gy middlerwijl ontzegtMe uw zangen niet en moog geroerd door uwe bedenDarius eacuteeacutenmaal nog dees dierbren grond betreden

ATOSSAVervul Vorstin vervul den offerplichtDie t aardrijk gunstig moge ontvangenWy storten lof- en offerzangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

56

Aan de onderaardsche Goocircn gerichtEn smeeken de uitkomst op t u dringende verlangenGy sombre Godheecircn onder de aardGy die de doocircn in Plutoos rijk vergaacircrtGy zelf o Opperheer der doodenZij door dees kreet Darius geest ontbodenIn t langgemiste levenslichtEn t hoog besluit der strenge GodenOns door zijn bleeken mond bericht

EERSTE KEERO Vorst gezegend van de Goocircn

Daalt niet dees noodbeecirc tot uw oorenAls we in de angstvalligheecircn die ons de ziel doorboren

Met luiden hartversmeltbren toonDe rust van aard en hemel storenTreft treft ons prangend zielsverdriet

In t diepst zelfs van de hel uw teedren boezem niet

EERSTE TEGENKEEROntsluit o hel de onschendbre poort

Van diamanten zaacircmgeklonkenZij hy ons schreiend oog een oogwenk weecircrgeschonken

De Vorst de God met wiens geboort

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

57

Dit eens zoo bloeiend rijk mocht pronkenHergeef hergeef hem aan den dag

O aard wier bodem nooit zijn wedergade zag

TWEEDE KEERJa heilig zijt ge ons en het oord

Waaraan we o Vorst uw asch betrouwdenWorde onze klaagstem aangehoordHerzie op Plutoos krachtig woord

t Paleis waarin we uw glans zoo menigmaal aanschouwden

TWEEDE TEGENKEERGeen dolle zucht naar macht en roem

Kwelde onder u de PerzianenNoch riep des noodlots ijzren doemOp uwer jongelingen bloem

O Vader aangebeecircn van dankbare onderdanen

DERDE KEEROntzachbre groote dierbre KoningSla onze hartebeecirc niet af

Rijs uit de holle doodenwoningOp d oever van uw heilig graf

Verschijn voor onze eerbiedige oogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

58

Gy nog door gantsch uw volk geloofdVan t purpren Koningskleed omtogenDe rijke sluijerkroon op t hoofd

DERDE TEGENKEERWy zullen vreemde jammren meldenVerschriklijk voor het Perzisch oor

Den dood der duizend duizend heldenDie t rouwend vaderland verloor

De Styxkolk met verpeste dampenBesmette de onbewolkte lucht

Verschijn verschijn verneem de rampenWaar onze bange borst om zucht

Slotzang

Wy zitten troostloos aan de randen Van uw door tranen vochtig graf Want ach descepter in uw handen Weerde allen rampspoed van ons af De dood die u heeftaangegrepen Sleepte onze welvaart met u meecirc En - met demenigte onzer schepenZonk onze welvaart in de zee

Zesde tooneel

DE SCHIM VAN DARIUS DE REI ATOSSA

DE SCHIMGetrouwe grijzaartsrij en steunsels van dit rijkMy in der jaren bloei in ouderdom gelijkWat onverwachte ramp heeft u dus overvallenVan waar dit naar gekerm in Suzes dierbre wallenWat jammren trof mijn oor in t stil verblijf der doodIk nam het offer aan dat my mijn gade boodEn rees gedrongen door uw sombere gezangenDe hel ontsluit zich licht om hoopen doocircn te ontfangenMaar laat geen uitgang vrij aan d eens verzwolgen buitMy echter liet haar Vorst mijn rang vereerend uitEn k vloog om in den rouw die u verteert te deelenGy spreekt en wilt my niets van wat u trof verheelen

DE REIOp dees ontzachelijken stondStaar k roer- en spraakloos op den grondDe stem besterft my in den mond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

60

DE SCHIMIn het koel verblijf der schimmen werd mijn rust door u gestoordk Hoorde uw bede en ijlings spoedde ik naar dit onvergeetbaar oordEn nu draalt ge en blijft beweegloos ach verdrijft dien ijdlen schrikk Toef niet lang de tijd is kostbaar maakt gebruik van t oogenblik

DE REIk Tracht vruchteloos mijn vrees te smorenIk zal u jammeren doen hoorenDie heel dit volk het hart doorboren

DE SCHIMHeerscht die vrees zoo onverwinbaar in dees eerbiedwaarde rijDierbre vrouw eens deelgenoote van mijn sponde meld dan gyWat dit zuchten wat dit snikken in ons Suze deed ontstaanWees bedaard gij weet geen stervling kan des noodlots wil ontgaanTegen hem spant de aarde zamen met den hemel met de zeeOm zijn leven te verbittren door onafgebroken wee

ATOSSAO gelukkigste der vorsten toen gy t levenslicht genootHoogstgelukkig in de welvaart van het rijk dat gy geboodtDat uw troon vereerde en aanbad als den zetel van een God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

61

Ik benij uw zalig sterven Ja het eigen zeegnend lotSloot uw oogen voor de rampen die ons thans ter nederslaanSlechts eacuteeacuten woord omvat al t onheil T IS MET PERZIEuml GEDAAN

DE SCHIMWat geluid verrascht mijn ooren Viel dit bloeiende gewestDoor het oproer onzer volken of door d adem van de pest

ATOSSANeen ons leger werd verpletterd voor de muren van Atheen

DE SCHIMOnder wien van onze telgen trok het Perzisch heir daar heen

ATOSSAOnder Xerxes heet op krijgsroem t Gansche volk vloog met hem meecirc

DE SCHIMToog t te land naar s vijands steden of op de ongetrouwe zee

ATOSSAt Had zich tot een heir vergaderd en een sterke vloot bemand

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

62

DE SCHIMEn hoe toog het voetvolk over naar het vijandlijke land

ATOSSAHellaas engte werd gesloten door een breede schepenrij

DE SCHIMEn de zee voor Xerxes zwichtend liet hem dan den doortocht vrij

ATOSSAJa een Godheid was het zeker die hem bystond met zijn raad

DE SCHIMJa een helsche Godheid bracht hem tot die roekelooze daad

ATOSSADe uitkomst leerde t welk een onheil deze poging baren zou

DE SCHIMWat was de oorzaak van die rampen die u dompelen in rouw

ATOSSAOnze vloot uit een geslagen sleepte t landvolk in zijn val

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

63

DE SCHIMZoo verging dan t Perzisch krijgsvolk in dien strijd geheel en al

ATOSSATuig dit Suzes doffe rouwkreet en haar leecircggestorven vest

DE SCHIMOnze roem is dan verloren met den steun van dit gewest

ATOSSABactrieuml verloor de hoop zelfs van het volgende geslacht

DE SCHIMO mijn Xerxes welke krijgren heeft uw waan ter dood gebracht

ATOSSAHy ontkwam (zoo zegt men) t onheil van een zwakken stoet verzeld

DE SCHIMEn wat middel voert hem weder in dit land waarnaar hy snelt

ATOSSAHy bereikte reeds t gevaarte dat Euroop aan ons verbindt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

64

t Lijdt geen twijfel dat hy thands reeds zich in veiligheid bevindt

DE SCHIMHeilge orakels van de Goden in mijn zoon werdt gy volbrachtOp zijn schedel borst hun gramschap Aan een later nageslachtHoopte t zorglijk vaderharte dat die straf beschoren was -Maar wie t wraak vuur tergt des hemels slaat de bliksem dra tot aschWat onperkbren vloed van plagen heeft uw onbezonnen handO mijn Xerxes doen ontspringen voor dit aangebeden landAch de moed van t jeugdig harte had u t heldere verstandMet een duistre wolk omneveld toen ge een gruwelijken bandOm de Hellespontsche golven als hun meester durfde slaanToen ge een God waagde aan te randen in zijn nooitverstoorbre baanEn de vlakte van zijn waatren dekte met een kielenrijWaar uw leger over heen toog naar den grond van de overzijAl den Goden in Neptunus tot een nooit verzoenbren smaadLicht misleide neen gy zaagt niet dat de rijkdom van uw StaatBinnen kort ten prooi kon liggen aan uitheemsche plonderzucht

ATOSSAHaatlijk ras van laffe vleijers al die rampen zijn de vruchtVan de heerschzucht die uw omgang in mijn Xerxes wortlen deedToen uw mond in s vaders lofspraak hem zijn werkloosheid verweetHem de vrede leerde haten en de hand aan t oorlogszwaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

65

Dag aan dag den schat vermeerdren dien mijn egacirc had vergaacircrdGy zijt de oorzaak van zijn dwaasheid gy zijt de oorzaak van dien tochtDie den val van onze grootheid in des legers neecircrlaag wrocht

DE SCHIMZoo is dit grootsch ontwerp met schand ten eind gebrachtEen schrikbaar voorbeeld tot voor t verste nageslachtEens noodlots als nog nooit op Suzes burgren woeddeSints de Opperste der Goocircn der volken macht en hoedeDen deugden van eacuteeacuten Vorst vertrouwde t Was een MeedDie t eerst dees streken voor zijn scepter knielen deedZijn kroost zijn edel kroost dien vader waard in wijsheidVerving in t rijksgebied zijn afgeleefde grijsheidEn sterkte dag aan dag den vaderlijken troonHem volgde Cyrus op de lievling van de GoocircnWiens s helden deugd behaagde en hartelijke bedenDees deed door krijgsbeleid de rondgelegen stedenDe macht erkennen van zijn onafweerbaar staalMaar schonk zijn volk de vrucht van zege- op zegepraalEen duurzaam vredeheil Naauw meester van dees statenVerloor zijn zoon het licht t Rijk werd ten prooi gelatenAan de eerzucht van een Maag wiens schaamtelooze voetDen troon betreden dorst van dit doorluchtig bloedTot Artaphernes en zijn moedige eedgenooten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

66

(Door loosheid of geweld) des dwinglands val beslotenZoo schonk my t gunstigst lot de koninklijke kroonEn zegen aan mijn volk Ik-zelf k was meecirc gewoonAan t hoofd te strijden van mijn dappre legerbendenMaar nooit door zucht naar roem de rust van t land te schendenMijn zoon vergat den les dien ik hem stervend gafEn stichtte uw onheil Neen nooit dreigde zulk een straf(Gy weet het dierbren wien een vroeger eeuw zag bloeien)Wat vorst den troon bezat de Perzen uit te roeien

DE REIAch meld veeleer wat raad t geledene vergoedtOf t kwaad kan stuiten dat zoo ijslijk op ons woedtWat baat het of uw taal ons felbezorgden grijzenDe deugd der vaadren op dit uur poogt aan te wijzen

DE SCHIMGeen Pers stoor immer met een Godverwaten armDe rust van Griekenland door t staal al hadt ge een zwermVan strijdren grooter nog dan t leger waar we om klagenHun grond zelf is in staat den vijand te verjagen

DE REIHoe de onbezielde grond biedt onzen krijgren weer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

67

DE SCHIMDie t zwaard ontvluchten mocht valt van gebrek ter neecircr

DE REINog is ons voor het minst eacuteeacuten leger bijgebleven

DE SCHIMHelaas dit derft weldra op d eigen grond het leven

DE REIHeeft ons die zaalge hoop bedrogen dat het meecircTe rug toog over t nat van Hellaas enge zee

DE SCHIMSlechts weinig zal de roecirc van t straffend noodlot sparent Orakel spelde t my wiens echtheid wy ontwarenIn t onheil dat ons drukt Verblind door wanhoop lietMijn zoon dat leger na in t vijandlijk gebiedDaar waar Azopus vloed zijn onberoerde waterenIn t rijk Beoumltieuml door hem bevrucht doet klaterenDaar opent zich voor hen een onvermijdlijk grafHun dolle plonderzucht tot een gerechte strafWier hand zich niet ontzag de Godgewijde altaren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

68

En t beeld der Goden in hun woede niet te sparenMaar heel den tempelraad te rooven en in t endDe heilge tempels zelf door hun alleen miskendTen offer aan de vlam te geven Ja de GodenDoor zulk een hoon getergd verpletteren die snodenMet neecircr- op neecircrlaag Want nog hangt een zwangre wolkHet overschot op t hoofd Een ijsselijke kolkVan bloed breekt op den slag der Dorische geweerenPlateacuteaas vlakten uit Het nageslacht zal leerenWanneer t den moord verneemt van dien verschrikbren dagDat zich geen sterveling zoo stout verheffen magDer menschen trotschheid maait een oogst van bloed en tranenVoor alles wat zy zaaide o Laat de PerzianenAtheen en t gantsch tooneel van de ondergane schandGedachtig nimmer weecircr den bloei van t vaderlandVoor t lokkend uitzicht op veroveringen wagenEr leeft een Jupiter die hovaardij verlagenEn t kwaad door haar gesticht ten goede keeren kanEn nu daar Xerxes naakt geliefde rei verbanDen hoogmoed uit zijn hart die menschen tergt en GodenZijn afgematte geest heeft wijzen raad van noodenGy teedre en dierbre Gacirc breng uw bedroefden zoonEen kleeding naar zijn rang Door d onverduurbren hoonDie al zijn hoop verwoest in t harte diep gebeten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

69

Heeft hy het vorstlijk kleed uit rouw van een geretenNu hangt het achteloos aan flarden om zijn lijfVoor alles dat uw stem die woeste drift verdrijvDoor haar slechts kan de rust in Xerxes borst weecircr dalenVaart wel ik keer te rug in Plutoos sombre zalenGy dat die felle ramp u niet in wanhoop stortGeniet van dag tot dag dien levenstijd zoo kortWaarin ge op s noodlots gunst u nimmer kunt verlatenIn t rijk der dooden zal geen rijkdom meer u baten

Zevende tooneel

DE REI ATOSSA

DE REIHelaas hoe wordt onze angst vermeerderd daar zijn mondOns nieuwe jammren in de toekomst heeft verkond

ATOSSAGerechte Goocircn ziet neecircr op alles wat wy lijdenMet hoe veel zorgen heeft mijn moederhart te strijdenWanneer t den hoon herdenkt eens zoons ter naauwernood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

70

Van dekking zelfs beroofd ontkomen aan den doodIk keer een oogwenk in d ontsierde vorstenwoningEn poog te rug te zijn voor de aankomst van den koningMijn zorg verschaft hem dra een schitterend gewaadVloekwaardig die zijn kroost in t ongeluk verlaat

Achtste tooneel

DE REI - KEERToen vorst Darius hier regeerde

Die onverwinbre Vorst in wijsheid Goocircn gelijkWien de uitgestrektheid van dit rijk

In t wettige gezag met dankbre aanbidding eerdeToen bloeide ons dierbaar vaderlandGelukkig in den zachtsten band

TEGENKEERVoor vijandlijke macht en lagen

Behoedde het een heir door dapperheid vermaardVoor innige onrust t heilig zwaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

71

Der wet en mocht al eens de vorst een oorlog wagenNooit werd zijn eerzucht door het bloedVan zoo veel burgeren geboet

In hoe veel wijdberoemde stedenWerd niet de scepter aangebedenVan vorst Darius schoon zijn voetNiet buiten Halys breeden vloed

Noch van den troon zelfs was gewekenZoo werd hy meester van den grondGelegen aan des Strymons mond

Naast Thracieumls onvruchtbre strekenMaar dieper in het vaste landLag stad op stad in d eigen band

Met die de Hellespontsche stroomenEn die Propontis zee omzoomenEn Pontus onherbergzaam strand

Ook de eilanden om wie de golven klotsenDoor Egeus val berucht bestierden zijn geboocircn

Als Lesbos rijk in druiventrossenMet Naxos Chios wien de Goocircn

Den mildsten wijnoogst steeds verleenenEn Paros door haar marmersteenenBeroemd en Andros en Mycoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

72

En de aan de zee nabijgelegen stedenDe hoofdvest van Ikaar

En Temnus Rhodus Gnidus waarDe Mingodin op t sterkst wordt aangebeden

En Paphus Solus Cyprus glansEn gy o Salamis die t aanzijn hebt gekregen

Van t plekjen waar de Grieksche lansHet heir der Perzen heeft doorregenAl wat de Griek in Azieuml bezatWerd in Darius rijk omvat

En t bleef door zijn beleid den ouden bloei bewarenZijn troon werd ondersteund door duizend heldenscharen

En op den eersten wapenkreetWas bond- by bondgenoot gereedVoor hem ten krijg te spoeden

En nu - nu zuchten we onder t woedenVan d op ons rijk vergramden God

Ach in de roodgeverwde golvenWaar in ons leger werd bedolven

Toont zich de willekeur van t omgewenteld lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

73

Negende tooneel

XERXES DE REI

XERXESWee my wee my k heb u verlorenGeliefde hoop van beter tijd

Gy die my t grievendst leed o noodlot had beschorenIk zie te wel dat ge onverbidlijk zijtMijn afgematte knieeumln trillenEn wat mijn jagende angst moest stillen

t Herzien van dit paleis beknelt mijn hart nog meerO waartoe moest naast mijn verpletterd heir

O Jupiter uw bliksem my slechts sparen

DE REIDer Perzen bloemDer Perzen roemIs heengevaren

Dees kermende aarde vraagt haar eerZy vraagt haar spruiten weecircr

Die gy o Vorst met Pluto zaacircmverbonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

74

Gaaft weg te maaien aan den doodOok Ekbataan ziet zich geschonden

Door t jammerlijk verlies der helden uit haar schootVergeefs beroemd door leeuwen-moed en krachten

XERXESHelaas wat stof tot eindelooze klachten

DE REIVorst van dit eenmaal machtig rijkZie t thans verneecircrd vertrapt in t slijk

XERXESEn t heeft aan mj zijn val te dankenMy wien dees grond het leven gafZich zelv en mijn geslacht ter straf

DE REIWy bieden u slechts jammerklankenEn tranen aan voor welkomstgroet

Heft onze stem zich tot de wolkenWy vieren de uitvaart uwer volkenWaar ons t geteisterd hart van bloedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

75

XERXESJa heft een luiden kreet naar bovenHy dringe my door t rouwend hart

Zoo k my van alles zag beroovenUw zang vernieuwe in my de smart

DE REIGy zult gy zult een doffen rouwzang hooren

Wy zijn gereedTe melden wat gy hebt verloren

En al ons leedEn hoe de God van krijg en zegenIn vreemde lucht des vijands degenDeed zamenspannen met de zeeOm ons te dompelen in wee

XERXESMijn vrienden houdt niet op te klagenGy moogt my vrij naar al ons onheil vragen

DE REIWaar bleef waar bleef uw trouwste raadAlpist de steun van dezen Staat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

76

Die fiere krijgsman die in de aderent Bloed onverbasterd draagt van zijn doorluchte vaderenDie met zijn duizenden uw krijgstocht heeft verzeld

Ligt hy daar meecirc op t bloedig veldDen vijand tot een zegeteekenWaar bleven Psammis DatamesEn Suzas en PharandacesWaar al de grooten dezer streken

Waar bleef Susiscanes de roem van Ekbataan

XERXESDie zijn vergaan die zijn vergaan

Ik zag hun menigte op de rotsenVan Salamis zieltogend botsen

En sterven op dat strand geverwd van Perzisch bloed

DE REIIs ook Artembares gebleven

Pharnuchus door ontembren moedSebalces door zijn rang verhevenMasistras Memphis Tharybis

En de uit een vorstenstam gesprotenLileacuteus Treft ook hun gemis

U by den dood van zoo veel andre Grooten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

77

XERXESWat reeks van helden voert uw taal my voor den geest

Helaas ook dezen zijn geweestHet oog gewend naar die gehate muren

Waar al ons onheil uit ontsprootZijn zy gedood

Ik kan het denkbeeld niet verdurenHet hart krimpt me in mijn gantsche lichaam beeftTerwijl de stem my in den gorgel kleeft

DE REIEn Xanthes de overste der onverschrokken MardenEn die van krijgen onverzaad

Zich tegen moeilijkheecircn en lijfsgevaar verharddenDe ruitrenhoofden Cigdabaat

Lithymnas Arsaces Zaagt ge ook die helden vallen

XERXESMet mijn ontelbre duizendtallenZijn zy door t eigen lot verrast

Ach al die uitgelezen bravenZijn onder bergen doocircn begraven

Van t eerbewijs beroofd dat zulke helden past

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

78

DE REIRampzalige offers van den toorn der hemelingen

Uw neecircrlaag stort ons allen neecircrVan enkel ramp zien we ons omringenDaar is voor ons geen redding meer

Met de allerijsselijkste plagenHeeft ons des noodlots hand geslagenEn laat zijn woeden eindlijk aft Is onmacht om nog grooter straf

By wat wy lijden uit te denkenWanhopig vloeken wy den dag

Die onzen roem die al ons heil moest krenkenEn voor de Grieksche vloot den Pers verzinken zag

XERXESO welk een heir heb ik verlorenWat diepe val was my beschorenEn heel dit uitgestrekt gebied

Van al de pracht waar meecirc k mijn scharenTen verren oorlog deed vergaacircren

Is deze pijlbus t al wat my de hemel lietHerinnert my de harde rampenWaarmeecirc gy allen hebt te kampen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

79

En die gy wijten kunt aan uw misleiden VorstKweekt kweekt de wroeging in mijn borst

Laat sombre rouw- en zoengezangenHier uit uw mond mijn wanhoopkreet vervangen

DE REI - EERSTE KEERHerinnering aan beter tijdenHoe foltert gy d ontstelden geest

Te midden van het wreedste lijdenGevoel ik wat wy zijn geweest

Ik kan het denkbeeld niet verjagenDat onophoudlijk om my zweeft

De welvaart die mijn oogen zagenEn die k helaas heb overleefd

EERSTE TEGENKEERTot aan het blaauw der hemelstrekenReikte onzer Perzen oppermacht

Door Godenhulp en t zorglijk kwekenVan eedle Vorsten opgebracht

Haar breede takken hingen overOp heel dit aangebeden land

En onder schaduw van hun loverWas t hoogst geluk in onzen band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

80

TWEEDE KEERHoud thands o Pers het hoofd gebogenUw eens zoo fier gedragen hoofd

De gunst der Goden is vervlogenUw eer uw bloem is u ontroofd

Wat zoudt ge o droeven thands nog pralenMet een u ongetrouwen Vorst

Die voor een ijdel roembehalenUw gantsche welzijn wagen dorst

TWEEDE TEGENKEERVraagt kinders moeders echtgenootenAan uw te diep verneecircrden heer

Uw dappre vaders en uw lotenUw jeugdige egacircs nimmer weecircr

Zj rusten in de schoot der zeeeumlnOf in t met bloed gedrenkte zand

En zijn bevrijd van al de weeeumlnVan hun rampzalig vaderland

DERDE KEERTrekt Grieken onze muren binnenGy gunstelingen van het lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

81

Die onze krijgren mocht verwinnenVerplet hun treurig overschot

Wat staat ons thands niet nog te wachtenNa t geen dees dag ons heeft verkond

Wat hoop nog kan ons leed verzachtenWat balsem storten in den wond

DERDE TEGENKEERGy die in tempels en altarenGehoond door krijgsmansovermoed

U wreekte in t bloed van onze scharenIs nog die schennis niet geboet

Of zijn wy zelve te misdadigEn is voor ons geen deernis meer

Voor t minst o Goden ziet genadigOp onze onnoozle telgen neecircr

XERXESWat Godheid geeft my ooit mijn dierbaar leger weecircr

DE REI

Slotzang

Staak o Vorst het nutloos kwekenVan uw tomelooze drift

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

82

Wil veeleer den Hemel smeekenMet gebeecircn en offergift

Laat ons onheil dit u leerenU en t laatste nageslacht

W i e e e n G o d h e i d d u r f t t r o t s e e r e nW o r d t t e n w i s s e n v a l g e b r a c h t

1816

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

83

Proeve van overwerking

De Perzen (Bladz 21-29)

Het heir der Perziaansche scharen Dat voor de Grieksche krijgsgevaren Denvaderlandschen grond verliet Gaf ons het opzicht hunner schatten Naar s Koningsvoorgang op te vatten Die tot de zorg voor zijn gebied Ons zwakke grijzaarts heeftverkoren Keer Koninklijke telg ei keer Breng Perzieuml zijn manschap weecircr Achkon ik t voorgevoelen smoren Dat me enkel somberheden spelt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

84

De bloem van Azieuml is te veld En daar we in eindelooze klachten Om onzejonglingschap versmachten Wordt in die wreede onzekerheid Een tijding zelfsvergeefs verbeid Gy Suze Cissieuml Ecbataan Hoe zaagt ge uwmuren dus verlatenUw jeugd herschapen in soldaten Te paard te scheep naar t strijdperk gaan Henvoert de bloem van onze Grooten Amistres en Astaspes aan En Megabazesdeelgenooten Van s grooten Konings macht en eer Nu hoofden van een talloosheir Te zaam gedrongen ruiterscharen En schutters vol ervarenheid Een leger tukop krijgsgevaren Wiens enkele aanblik schrik verspreidt Geen mindere uitgelezenhelden Zijn op hun rossen Sosthanes Imeacuteus en Artembares Masistres enPharandaces Daar ook de korenrijke velden Vet van des Nyls bevruchtend slijk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

85

Ontelbare onverschrokken benden Volijvrig tot den Koning zenden Pegastagonzelf uit dat rijk Geboortig en die Memphis muren En Thebes oude vest besturenAriomardus Arsames Op hun verheven krijgskales Voor krijg en krijgsbevelgeschapen Zijn aan de spits dier legermacht t Moerassig land geeft keur vanknapen Om t handig roeien hoog geacht De Lydieumlr in wulpsche pracht Gedokenrukte toch te wapen En meacutet hem t gantsche vasteland Zich moedig scharend omde vanen Door s Konings prinslijke onderdanen Arceus Metragathes geplant Hetweeldrig Sardes gaf zijn mannen Met tal van wagens rijk bespannen Ten schrikdes vijands over zee Op d ongelijkbren krijgstocht meecirc In t Aziatisch zielsverlangenDen Griek in ketenen te prangen Zag m onder t oog van Tharybis

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

86

En Mardon wat in Mysieuml is Met Tmolus naaste nageburen Hun spiessen tot denoorlog schuren Maar t gouden Babel zond een stoet Van scheeplingen vol gloeden moed En afgerichte schuttersdrommen Die nooit vergeefs den handboogkrommen Wel trok heel Azieuml te veld Het heeft gehoorzaam aan zijn wenken DenKoning op zijn tocht verzeld Maar wy als wy dien bloem van t vaderland gedenkenZoo voelt naar mate t uur verloopt Van tijdingen reeds lang gehoopt Ons hart tottwijflen zich genoopt Voor oudren beide en echtgenooten Van stond tot stond teloor gesteld Rijst ieder dag met angst geteld Slechts om den kommer te vergrooten

KEERDes Konings heir is uitgegaan

Het heeft den overkant betredenEn brengt den vijand en zijn stedenBy elken tred verwoesting aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

87

De zee die Hella heeft verzwolgenHad hun vergeefs een pad ontzegd

Haar werd hoe woelig en verbolgenHet vlottend juk haast opgelegd

TEGENKEERDe Koning die van krijgsdrift brandt

Heeft met zijn honderdduizendtallent Vermetel Grieken overvallenEn overdekt ter zee te land

Hy zelf gaat voor door al de GrootenOmringd gesteund van t Perzisch rijk

De Vorst uit Perseus zelf gesprotenEn goden op hun troon gelijk

Met oogen glimmend van den gloedVan heldenkracht en leeuwenmoedVoert hem de koninklijke wagenIn onuitspreeklijk welbehagenDat onafzienbaar leger rondMet duizend schepen in verbondDe Grieksche spiessen zullen wijkenVoor onzen Persiaanschen boog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

88

En elke vijand haast bezwijkenWaar zulk een macht ten strijde toogOf wie zou de opgebruischte stroomenDoor dijken keeren of betoomenZoo machtig wierp het Perzisch heirZich op t verbaasd Europa neecircr -En toch der Goden weg is duisterOndanks dien duizelenden luisterTe dikwerf door hun gunst misleidBemerkten eensklaps stervelingenOp hunnen weg een net gespreid

Waaruit geen voet hoe vlug zich weder los kon wringen

EERSTE KEERHet Noodlot geeft en deelt en doetGelijk het wil Dankt hem den moedOns Perzieumlrs gegeven -

Die kracht in worstling en gevechtDie ruiters velt en torens slechtDat s vijands steden beven -

EERSTE TEGENKEERJa ook den wijden blanken vloedVoorspoedig overtrekken doet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

89

Verwinnend overkomenOp kielen kunstvol toebereidDat ook de zee den roem verbreidDier temmers harer stroomen

TWEEDE KEEREn toch zoo ongedachte slagenOns eens nog jammer deden klagenlsquoWee wee der Perzen legerschaarrsquo

En t s vijands steden moesten hoorenDat Suzes manschap ging verlorenDe hoofdstad leeggestorven waar

TWEEDE TEGENKEEREn dat wie Cissieuml bewonenDe weecircrslag trof dier jammertoonenlsquoWee wee ook dezen hoogen wal

Ook daar ontroostbre vrouwenscharenDen band zich scheurend van de hairenOm onzer legerbenden val

DERDE KEERGelijk een zwarte bijenwolkStoof overal ons heldenvolk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

90

Uit zijne dicht bevolkte vestenDe Koning zelve ging steeds voorDe wijdberoemde zeestraat door

Die Azieuml verbindt aan d oevergrens van t Westen

DERDE TEGENKEERMaar de egade ach slijt dag en nachtIn afgebroken klacht op klacht

Doornat is t huwlijksbed van tranenDe teedre Perziaansche vrouwGevoelt reeds weduwlijken rouw

Om hem die haar verliet voor s Konings oorlogsvanen

Maar waartoe langer ramp vermeldOf vreemde jammeren gespeldNeen voelen we ons van zorg doorknagenVoor de ons zoo overdierbre dagenKomt laat ons eer naar de aankomst vragenEens boden die ons licht den staat der zaken zegtEn tijding geeft van t kostbaar levenDes grooten Konings ons gegevenNaar onzer vaadren heilig recht -En wie verwinnaar is gebleven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

91

De boog der schutters van het OostOf t staal der spies van Griekens kroost -Maar s Konings moeder richt haar schreden

Tot ons omstraald met glans als t voorhoofd van de goocircnk Val voor haar neecircr naar onze zedenEn ook uw hulde word haar knielend aangeboocircn

18161853

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

92

Het verhaal van den bode uit EschylusZeven tegen Thebe

Ik kom van s vijands stand op t zekerste bewustk Zag rondom onze vest zijn Hoofden uitgerustIn vollen wapendosch en voor de poorten staandeHun door het lot bestemd eerst woesten Tydeus gaandeMet schrikverwekbren stap naar de oevers van IsmeenEn Pretus poort terwijl des vroomen Wichlaars reecircnNoch onheilspellingen zijn woede doen bedarenWant heet van ongeduld naar t tarten van gevarenEn razende van dorst naar stroomend krijgrenbloedDurft hy Oiumlcleus zoon gebrek aan mannenmoedVerwijten en roept uit dat vrees voor t bloedig kampenAlleen de voorbocirc is van naderende rampenDit schreeuwt hy met een stem die door den hemel loeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

93

Als t grommen van een draak door t middagvuur geschroeidHy gaat en schudt den helm wiens breede en zwarte veecircrenNaar t golven van den wind zich heen en weder keerenTerwijl een holle klank van onder t schild ontstaatVan brokken schel metaal waartegen t koper slaatMet een vertoont hy t schild dat kunstig uitgehouwenHet stargewelf verbeeldt Men ziet er t luchtruim blaauwenDe sterren glinstren aan de vlakke hemelbaanEn midden in hun glans de zilvren bol der maanUitblinken Van zijn trots op t prachtig wapen dronkenTrapt hy op d oever van d Ismenus en schiet vonkenVan krijgsvuur uit het oog in rusteloozen moedGelijk het jeugdig ros dat in zijn teugel woedtEn brandend van de zucht ten aanval uit te brekenHet blij geluid verbeidt van t daavrend oorlogsteekenWie gaat met dezen held den fellen kampstrijd aanWie durft voor Pretus poort als haar beschermer staanMaar schrikkelijker held stapt tegen Thebes wallenBestemd Electraas poort in t stormen te overvallent Is dolle Capaneus die mensch- noch Godheid eertEn in zijn lastertaal des hemels wraak braveertHy zweert zijn krachtige arm zal onzen muur verplettenOfschoon zich tegen hem de Goden-zelf verzettenEn Jupiter in toorn zijn woede ging te keer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

94

Ja viel het bliksemvuur voor zijne voeten neecircrHy achtte t als den gloed van heete zomerdagenMaar op het kostlijk schild met zwier vooruit gedragenVoorspelt een naakte reus wiens vuist een toorts bevatIn gouden letteren VERDELGING AAN DE STADWie onzer zal den trots van t Godonteerend sprekenOp d onverschrokken kop van dien ontzinde wreken De derde door het lot voor Neiumls poort geplaatstIs fiere Eteoclus wiens rossenspan reeds raastEn worstlend rondspringt met de teugels die hen klemmenMet ziet den kalmen held hun ongeduld betemmenTerwijl ze in de ijdle drift ter stadspoort heen te spoecircnHun vuurgen adem in den omtrek zuizen doenEn t blanke schuim op aarde en eigen boezem spattenk Zag ook zijn vasten arm den zwaren beuklaar vattenWiens oppervlakte t beeld eens forschen krijgsmans draagtDie langs een ladder klimt door s vijands vest geschraagdZijn houding reeds baart vrees Hy schreeuwt den steedling tegenDat Mars-zelf van den muur eacuteeacutens door zijn voet bestegenHem niet verdrijven zal Dus luidt het opschrift datZijn schittrend schild omgeeft dit dreigt hy onze stadOok hier hier wordt een arm in d oorlog hoogst ervarenVereischt om Thebes vest een droeven val te sparenMaar verder voor de poort die Pallas tempel hoedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

95

Vertoont Hippomedon rondzwevende als verwoedZijn reuzige gestalte en heft een schild naar bovenWiens aanzien reeds vermag den heetsten moed te dovenHet is geen grootspraak wat ik meld Dees beukelaar(Onovertrefbaar werk van d eecirclsten kunstenaar)Verbeeldt een Typho met wiens adem dikke wolkenVan dampen uit zijn mond als uit verpeste kolkenGestegen en een vlam die in het midden brandtZich wentlen naar om hoog terwijl de breede randEen schrikbren kring bevat van kronkelende slangenGestrengeld om elkaacircr Maar zinloos van verlangenMet oogen waar de gloed van t kokend hart in blaaktDat louter moordzucht aacircmt en naar vernieling haaktDoet hy de lucht alom weecircrgalmen van zijn kretenEen priesterin gelijk door Bacchus geest bezetenWie zal de bange stad beschermen tegen hemDie reeds haar siddren doet door de enkle kracht der stem Hy die de poort bedreigt nabij die eenzame oordenWaar wijze Amphion rust barst meecirc in lasterwoordenEn woesten grootspraak uit Dees zweert by t scherpe zwaardHem heilger dan een God en meer dan t leven waardDat Cadmus oude stad ten spijt der HemelmachtenHaar ondergang van hem op t zekerst heeft te wachtenZoo roemt een jonge held de kindschheid pas ontgroeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

96

Wiens frissche en schoone wang in t eerste dons nog bloeitParthenopeacuteus wien een jachtnimf op de drevenVan t blijde Arcadieuml het aanzijn heeft gegevenHy voert een stalen hart in t rijzig lichaam omZijn oog blikt wreedheid by zoo teecircr een ouderdomMaar op het koopren vlak bescherming van zijn ledenZijn door de hand der kunst twee beelden uitgesnedenHerinnering van smaad en jammren in dees vestGeleden t Is een Sphinx de schrik van dit gewestAan wier gekromde klaauw een Theber schijnt te hangenDie op t metalen lijf de schichten zal ontfangenHy gordt niet vruchteloos t vernielend krijgstuig aanNoch heeft van Argos rijk zoo groot een weg gedaanOm van een lang beleg met schande weecircr te keerenHy durft beloven (dat de Goden t onheil weeren)Dat hy de zorg ter loon beproefd in Argos walMet Thebes rijke buit haar dra versieren zalBy Homolouumls poort zal vroomer krijgsman strijdenDe wichlaar voor wiens oog t geheim van later tijdenZich opent en wiens moed zijn wijsheid evenaartHy barst op Tydeus voor zijn woeden onvervaardIn bitse woorden uit en schreeuwt hem toornig tegenDat hy wiens gantsche heil in d oorlog is gelegenWiens moordend staal zich nooit van menschenbloed verzaadt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

97

Die steeds tot misdrijf spoort met zijn vervloekten raadOok thans Adrastus hart door valsche taal mocht winnenEn tot den krijg bewoog de straf der WraakgodinnenDie licht het leger treft wijte Argos hem alleenMaar tot uw broeder wendt hy dus zijn sombre reecircnZijn naam herhalend met een zucht lsquoGy hebt den zegenDer Goden voor dees tocht ontwijfelbaar verkregenEn onvergankbre roem wacht u by t nageslachtWiens onberaden toorn een vreemde legermachtDorst waapnen tegen t land wiens schoot uw eerste dagenGekoesterd heeft Wat straf moet niet de snoodaart dragenDie aan eens moeders lijf een gruwbre hand durft slaanEn gy gy randt uw stad in t dwaas vertrouwen aanDat ze u die haar verried niet eindeloos zal hatenVoor my ik vlieg ten strijd en wacht mijn lot gelatenSchoon de aard die k thans betreed weldra mijn graf zal zijnMen vreest geen sterven met een hart gelijk het mijnrsquoHy spreekt en schudt het schild waarop geen beelden schittrenNoch woorden die den haat door ijdlen trots verbittrenHem leert het vruchtbre brein waar immer wijsheid bloeitEn t van gepasten raad en deugden overvloeitOnwankelbaren moed met zedigheid te parenOm tegen dezen held den ingang te bewarenWordt vroomheid van gemoed vereischt by leeuwenkracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

98

Want vreesselijk is hy die deugd en Godsdienst achtMaar voor de laatste poort staat razende op dees wallenUw eigen broeder Vorst gereed haar aan te vallenEn boezemt in een kreet den wensch der wraakzucht uitVerwinnaar van dees vest door t schaterend geluidDer zegezangen van zijn krijgsvolk reeds gehuldigdAls meester van een rijk hem sedert lang verschuldigdHoopt hy u-zelv in t end te ontmoeten op den walDoor u verslagen u te sleepen in zijn valOf doet ook daar het zwaard hem overwinnaar blijvenU juichend op zijn beurt in ballingschap te drijvenMet al den smaad belaacircn eens door hem-zelv geleecircnHiertoe stort hy den Goocircn onafgebroken beecircnZoo woedt hy en treedt voort Men hoort het koper klinkenOp wiens bewerkten grond twee gouden beelden blinkenEen jonge vrouw wier hand eens krijgsmans schreecircn geleidtTen strijde toegerust verbeeldt RechtvaardigheidEn schijnt het randschrift van den beuklaar uit te sprekenIK-ZELV IK VOER HEM WEEcircR IN DE OUDERLIJKE STREKENDEES DAG IS T DIE HEM STAD EN KROON HERWINNEN ZALZoo schaart zich om den muur het Vorstlijk zeventalIk heb mijn last volbracht U is de zorg gelatenDen ramp te keeren van uw kwijnende onderzaten

1816

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

99

Alfonsus de Eerste treurspel

Φίλος γὰρ ἐχθρὸ ἐγένɛτ᾿ ἀλλ᾿ὅμως Φίλος EURIP PHOEN

Personaadjen

DON ALFONSUS Zoon en opvolger van Graaf Hendrik van PortugalDONA MATHILDA zijne EchtgenooteDONA THERESIA Weduwe van Graaf Hendrik moeder van Don Alfonsus enhertrouwd metDON FERDINAND PEREZ Graaf de TRAVA Castiljaansch EdelmanDON EGAS MONIZ Portugeesch Edelman opvoeder van Don AlfonsusOMAR Afgezant van den Oppervorst der MoorenDON LORENZO DAGANIL Hoofd van Don Alfonsus LijfwachtDON PEDRO DAVILA Hoofd van Graaf de Travaas LijfwachtDONA LEONORA Vertrouwde van Dona MathildaEen SchildknaapSpaansche en Portugeesche Edellieden aan de Trava gehecht met DONALONZO GOMEZ aan hun hoofdPortugeesche EdelliedenLijfwachten van Don Alfonsus en de Trava

Het Tooneel is te Guimaraens de toenmalige Hoofdstad liggende op de rivier denAve Het Eerste Vierde en Vijfde Bedrijf speelt in het Paleis van Don Alfonsus hetTweede en Derde in dat van den Graaf de Trava - Het stuk neemt een aanvangtegen den middag van den eenen dag en eindigt tegen dien van den volgendenTusschen het Derde en Vierde Bedrijf onderstelt men de ruimte van eacuteeacutenen nacht

Eerste bedrijf

Eerste tooneel

DONA MATHILDA DONA LEONORA

LEONORAHoe steeds verdiept Mevrouw in zorgen zonder baatHet uur des nachts voert u geen troost de dageraad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

100

Verrascht uw slaaploos oog in steeds vernieuwde tranenWy zien op uw gelaat den glans der jonkheid tanenIn nevelen van smart Gy eedle deelgenootDer trouw die heel een volk door moed en braafheid grootAan de afkomst toedraagt van den held die t deed herbloeienGy wier aanminnigheid zijn boezem deed ontgloeienIn liefde waar hy zints geheel zijn lust in vondGy treuren zonder end waar t al u heil verkondtWe eerbiedigen Mevrouw de smart die gy doet blijkenMaar t zachte vrouwenhart pleegt eerder te bezwijkenVoor ingebeeld gevaar en dreiging van het lotZoo smoor die bange vrees wier foltring u t genotDer kalme zielrust licht voor eeuwig kan verstorenDe vaderlijke kroon is uw gemaal beschorenEn ras verrijst de zon die u begroeten zalAls wettige Gravin van t juichend PortugalO laat geen knagende angst u zulk een hoop verbittrenDe dag door ons verbeid zal onbeneveld schittren

MATHILDAMijn Leonoor helaas hoe dikwerf heeft mijn hartZich zelf de weekheid niet verweten van zijn smartOnwillig baadt mijn oog in tranen zucht op zuchtenBeklemmen my de borst als stond me een slag te duchten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

101

Niet af te keeren en verschrikkingvol k AanbidDe deugden van een Gacirc die heel mijn ziel bezitDe kroon waarmeecirc zijn hand my eenmaal moet versierenIs dierbaar aan mijn hart maar waan de flonkervierenDer vorstendiadeem niet machtig om mijn wondTe heelen t Is die min die my aan hem verbondWier zorgen dus mijn borst en rusteloos bezwarenAch ieder oogenblik verdubbelt de gevarenWaaraan mijn angstig oog Alfonsus bloot ziet staanBedriegelijke tijd wiens voorspoed my den waanVan onverstoorbaar heil zoo onbedacht deed kwekenUw uitzicht is van my voor eeuwig afgewekenMijn Leonoor uw trouw herinnert zich dien tijdToen heel mijn aanzijn aan de zoetste hoop gewijdNiet vatbaar dan voor vreugd geen kommer kon vermoedenAan mijn Alfonsus zij t Noodlottig uur moest spoedenDat my heel de ijslijkheid mijns noodlots openslootZints drukt me een looden zorg ter neecircr mijn oog verstootDen slaap geen troost hoe lief vermag mijn moed te sterkenk Doorzag met killen schrik wat heerschzucht kan bewerkenEn waar ik de oogen wend of waar ik toevlucht zoekt Vertoont zich overal als of des hemels vloekGereed staat op het hoofd van mijn gemaal te dalen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

102

LEONORAWat laat ge dus Mevrouw uw sombre geesten dwalenIn t uitzicht op een smart die gy u-zelve baartWaar is die donkre wolk van jammeren bezwaardWaar t voorgevoelig hart een onweecircr uit kan spellenLaat af door ijdle zorg uw teedre jeugd te kwellenOf leer my wat de bron van zoo veel angsten zij

MATHILDAEen vreemdling oefent hier Graaf Hendriks heerschappijEn de erfgenaam van t rijk door goddelooze boosheidVerraderlijk verdrukt in doffe werkeloosheidZiet in zijn toorn geboeid door die hem t leven gafZijn heiligst recht vertreecircn op t vaderlijke grafAlfonsus lijdt dien hoon en ik ik zou niet beven

LEONORAO dat dees schrikbare angst uw boezem moog begevenHoe daar heel Portugal den blijden dag verbeidtWaarop de Trava zelf uw Gacirc ten troon geleidtGelukkig in den glans die van zijn kruin zal stralen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

103

MATHILDAOnnoosle doch ook ik moest eens zoo argloos dwalenGy kent de Trava en zijn echtgenoote nietZy willig afzien van het vorstelijk gebiedZy zelven Hendriks kroost s rijks erfgenaam verklarenOf dulden dat het heersch waar zy eens meester warenk Erken t de Travas list en huichelend gelaatOntveinst met de eigen kunst zijn heerschzucht en zijn haatMaar nooit gelukte t hem Alfonsus te misleidenWie meldt de ontwerpen al steeds uitgedacht door beiden(Graaf Hendriks Weduw en den Voogd van Portugal)Om hem en t wettig huis te storten in zijn valNaauw had Don Hendriks dood de teugels dezer StatenAan t moederlijk bestier der rijksvoogdes gelatenTot eens mijn Egacirc zelf met mannelijke krachtZijn rechten oefnen mocht of zy terstond bedachtHaar kroost haar eigen kroost van de oppermacht te weerenEn met geroofd gezag zijn volken te regeerenDeelt door een tweeden trouw de schendige voogdijEen vreemden krijgsman meecirc heerschzuchtig trotsch als zyWiens listig staatsbeleid en oorlogsfaam haar sterkenIn t gruwelijk ontwerp dat zy hier uit wil werkenZints was Alfonsus steeds het voorwerp van haar haat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

104

De haat o hemel van een moeder Men bestaatIn t eerst den heldenmoed van t jeugdig hart te stremmenEn houdt hem brandende de vuist om t zwaard te klemmenIn laffe rust geboeid op dat hy dus het bloedWaaruit hy d oorsprong nam verloochnend het gemoedDes dappren Portugees zich zou afkeerig makenEn diep vervallen uit die sluimring nooit ontwakenEn mooglijk waar die list waarvan gy gruwt geluktHad niet de braafste held hem aan t verderf ontruktDon Egas steeds gereed zich voor zijn Vorst te wagenDorst met standvastigheid zich by den Voogd beklagenDat grooten Hendriks zoon dus vreemd bleef aan het staalEn voert zijn kweekeling ten strijd ten zegepraalVan daar is t zoo mijn Gacirc een oorlogsroem mocht winnenWiens grootheid hier zijn naam vereeren doet en minnenEn by den Saraceen nog siddering verspreidtEn thans daar heel het volk en de adel zich bereidtHem plechtig t hoog gebied zijns vaders op te dragenThans poogt men steeds dien dag op t kunstigst te vertragenEn woelt aan alle kant om zich in de oppermachtTe staven wat ik zie is my van hun verdachtAlfonsus middlerwijl wiens fier en moedig harteGeweld en onrecht haat verkwijnt als ik in smarteAan t welzijn van zijn volk aan zijn geheiligd recht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

105

Aan de eer zijns Vaders met geheel zijn ziel gehechtHad hy zints lang de smet die op hem kleeft gewrokenWerd niet zijn gramschap nog hoe fel in t bloed ontstokenWeecircrhouden door den naam dien zijn vervolgster voertEn nu mijn Leonoor (k zie u als my ontroerd)Is t zwakheid zoo ik leve in zorgen tranen klachtenWie weet wat wreede slag mijn liefde staat te wachtenAan wat verschrikklijk lot ons huis is blootgesteldDe Staatzucht kent geen wet waar t overmeestring geldtJa mooglijk (k ijs van t woord dat ik hier uit ga spreken)Durft ze in Alfonsus bloed haar snoode ontwerpen wreken

LEONORAWat siddring grijpt my aan op t hooren van dees taalAch k deel thans in uw angst Mevrouw Doch uw GemaalSchijnt met zijn trouwsten Vrind zijn schreden hier te richtenLicht dat uw treurigheid voor hun gesprek zal zwichtenk Verwijder my

Tweede tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS DONA MATHILDA

MATHILDAWel nu mijn dierbre brengt ge in t end

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

106

Vertroosting aan een hart der vreugd zints lang ontwendOf heeft uw Egacirc nog die somberheid te vrezenDie op uw voorhoofd heerscht en meldt my heel uw wezent Verschrikkelijk besluit dat in uw boezem broedtAls onherroeplijk aan O schenk mijn teecircrheid moedHeb deernis met een angst de plaag van beider levenWaarvan mijn hart door u of nimmer wordt ontheven

ALFONSUSGeliefde heeft die vrees en my en u onwaardZoo diep geworteld in uw geest Verbeelding baartDer liefde van een vrouw die zoo als gy kan minnenBezorgdheid zonder perk door liefde te overwinnenJa dierbre veel te lang regeert hier de overmoedEens vreemdlings die op de asch op de eer mijns Vaders woedtWiens lage heerschzucht op mijn rechten dol verbolgenMijn moeder eigen kroost leert haten en vervolgenTe lang zucht Portugal naar vorsten harer waardEn de Adel schaamt het zich het eerlijk oorlogzwaardTe voeren tot den dienst des dwingelands Op hedenZal ik mijn recht en rang en afkomst lang vertredenHandhaven en welhaast staat hy d ontroofden stafMet hoe veel kracht geklemd den zoon van Hendrik af

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

107

MATHILDAHoe is t dan waarheid is mijn onheil niet te keerenZoo stelt de onzaalge zucht voor grootheid en regeerenDus roekloos met uw bloed t heil van uw gade blootGa koop de diadeem voor een oneedle doodWat is my zonder u haar glans mijn rang mijn levenOf zal de Trava thans haar needrig overgevenDie jaren lang het doel van zijn verwoedheid wasO staak dit wreed besluit k bezweer het u by de aschDiens Vaders die ge op my op my alleen gaat wrekenNeen hy verbiedt u niet te zwichten voor mijn smekenHy eischt niet dat ge uw bloed dus zonder vrucht vergiet

ALFONSUSVerg alles van mijn min maar verg mijn oneer niet

MATHILDAUw oneer dierbre neen ik draag in vrouwlijke aadrenGeen zoo verbasterd bloed van oorlogshafte vaadrenDat ik mijn echtgenoot lafhartig wenschen konJa riep u krijgsmansplicht ten oorlog k overwonMet mannelijken moed al de angsten die ik lijdeIk zou met eigen hand u wapenen ten strijde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

108

Maar hier waar t snoodst verraad om t Grafelijk gebiedGeen laagheid geen geweld geen gruwelen ontzietBestaat ge in blinden moed die wreeden uit te dagenOm in hun razernij het uiterste te wagenHun troon moet door uw dood met dubble vastheid staanOf hun gevloekte haat u met hun doen vergaanOf zou zijn deerenis den zoon van Hendrik sparenOf mangelt het zijn woede aan vuige moordenarenWier laagheid met uw bloed zijn gunsten winnen magAfgrijsselijk verdriet helaas ik vloek den dagDie me in het leven riep om eindeloos in zuchtenTe kwijnen en voor t lot van t dierbaarste te duchten

ALFONSUSMathilde een Hemel hoedt de brooze menschlijkheidZijn liefderijke zorg baat meer dan ons beleidVertrouw dien zoo als ik Ik heb mijn recht en levenMet onverwrikte hoop in Zijne hoecirc gegevenEn sneve ik t is voor de eer van t bloed waaruit ik sprootIk Egas kweekling ik Mathildaas echtgenootIk zou om ijdle vrees de stem der plicht versmorenOf was t my niet genoeg voor de Oppermacht geborenHier in mijn wettig erf te leven onderdaanOnmachtig zelfs mijn volk in d oorlog voor te gaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

109

En echter k droeg dien hoon en offerde aan een moeder(Gevoelloos voor mijn liefde en ieder dag verwoeder)De drift die zonder haar mijn hand gewapend hadNeen t is te lang geduld dat men uw eer vertradMijn Vader reeds te lang heeft my uw schim verwetenDat ik in laffe rust uw grootheid heb vergetenUw arm heeft dezen grond den Saraceen ontroofdUw vuist de Gravenkroon gevestigd op uw hoofdEn k laat een vreemdeling hier ongestoord regeerenUw krijgsgenooten door zijn bittren trots verneecircrenIk dulde uw Portugal zijn gunstlingen ten buitOf dat hy met den Moor een laffe vrede sluit(Wiens duizenden uw arm zoo dikwerf heeft verslagen)Om veiliger uw volk zijn ketens te doen dragenNeen k eisch nog op dees dag de erkenning van mijn rechtEn t zij de kracht van t zwaard er de uitkomst van beslechtHet zij men door verraad mijn neecircrlaag wil verwervenIk zal voor t minst niet meer als onderworpling stervenOf gaat mijn drift te ver is t heerschzucht die my spoort

Wanneer mijn boezem nog in droefheid schier versmoortDat ik een vijandin moet temmen in een moederHeb k nog haar niet voldaan Spreek eedle WapenbroederEens vaders dien uw deugd te rug voert voor mijn hartIs t eindlijk lang genoeg dat men mijn gramschap tart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

110

EGASGraaf zints uw eerste jeugd vertrouwd werd aan mijn zorgenHeeft nimmer u mijn mond de waarheid nog verborgenEn k zou noch jonglingsdrift noch heerschzucht hier ontzienOm u in zulk een tijd een trouwen raad te biecircnDe nagedachtenis van uw doorluchten VaderEn t dierbaarste belang van Portugal te gaderVereischen dat uw hand de teugels klemm van t rijkEn wettelooze macht voor uw gezag bezwijkGy hebt de plicht voldaan verschuldigd aan een moederThans ziet het rijk in u zijn Vorst en zijn BehoederVerlos het van den dwang dien t van zijn voogden lijdtEn toon t door uw bestier uit wien ge ontsproten zijt

MATHILDAVereent zich t al dan om mijn droefheid te vermeecircrenGy ook getrouwe held zult dan den slag niet keerenDie me in mijn Gade dreigt

EGASStel u gerust Mevrouw

De dag die thans verrijst is u geen dag van rouwZy is voor u en hem een boocirc van heil en glorie

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

111

ALFONSUSNeen dierbre wanhoop niet de hemel schenkt viktorieWaar Egas en het recht zich scharen aan mijn zij

MATHILDAZoo sta zijn gunst uw moed en mijne zwakheid by

Derde tooneel

DE VORIGEN DON LORENZO DAGANIL

LORENZOEen afgezant Mijn Heer van d Oppervorst der MoorenVraagt toegang en gehoor

ALFONSUSVan my k Heb nooit te voren

Den Saraceen gekend dan met de hand aan t zwaardk Ontveins niet dat zijn komst my hier verwondring baartGelei hem herwaarts

(Lorenzo vertrekt)

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

112

(Tot Egas die vertrekken wil)

Blijf mijn Egas mijn vertrouwenZal nooit uw vriendschap vreemd aan mijn belangen houecircn

MATHILDAIk store uw onderhoud met d Afrikaner nietEn voer uit uw gezicht mijn doodelijk verdriet

(Zy vertrekt)

Vierde tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS OMAR

OMAROpvolger van den held wiens nagedachtnis we eerenWien t schittrendst voorbeeld leerde op mannen te regeerenEn die met heel dit rijk zijn roem uw erfdeel zietAls t welzijn van zijn volk De Moorsche Koning biedtU schoon nog in t bezit van t Graafschap niet gehuldigdDen broedergroet reeds aan uw rang en deugd verschuldigdMijn Koning schoon heel t land en de omgelegen zeeZijn krijgsmacht tuigen kan bemint een eerbre vreecircEn zoo reeds sedert lang uw beider onderzaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

113

In ongestoorde rust d alouden haat vergatenDie vriendschap was zijn hart uit achting voor uw kroonSteeds onuitspreeklijk zoet Moge als Graaf Hendriks zoonDe teugels van t gebied met eigen hand zal voerenGeen wreevlig staatsgeschil die eendracht ooit beroeren

ALFONSUSMijn Heer voor dat de zee uw rijk van t onze scheidtBelove ik nooit een eind aan onze oneenigheidOf heeft uw Oppervorst het heilig recht vergetenWaarmeecirc de Europeaan dees landstreek heeft bezetenTot waar hem de Oceaan zijn grens heeft aangeduidEn maakte zich uw volk ons vaderland ten buitWanneer t met de overmacht van duizend duizendtallenVan de overkant der zee ons op het lijf kwam vallen -Het lot des oorlogs heeft ons uit ons erf verjaagdDe wapens in de hand wordt dit weecircr opgevraagdNeen hy kent de inborst niet der fiere PortugezenDie wanen mocht dat zy den last des oorlogs vrezenEn eert uw Vorst in my Graaf Hendriks erfgenaamHy verg van my geen daad die ik me als krijgsman schaam

OMARMijn last strekt zoo ver niet om over t recht te spreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

114

Dat tusschen u en ons den oorlog kon ontstekenEen dringender belang voor u en uw geslachtHeeft my in s Konings naam Graaf hier voor u gebrachtAls bondgenoot als vriend zond hy me in dees gewestenOm t wankelend gebied in uwe macht te vestenUw Vader (wel is waar) heeft heel zijn levenstijdTen dienst der vijanden van onzen Staat gewijdMaar weten we ons op t veld met leeuwenkracht te weerenWy kunnen ook de deugd in vijanden vereerenBeschermen wreken zelfs en by den SaraceenWordt schittrende oorlogsroem in wien ook aangebeecircnZints lang reeds zijn mijn Vorst de schandelijke lagen

Bekend waarmeecirc verraad uw eerste jonglingsdagenAan alle kant omgeeft Men spaart noch list noch bloedZoo slechts uw ondergang een vloekbre heerschlust boetMijn Vorst vermag u thans gereede hulp te biedenEen vloot die t Noordlijkst deel van Spanje moet bespiedenKruist dicht naby dees kust verlangt ge in eacuteeacutenen dagU in t bezit te zien van t Grafelijk gezagIk wapen tot uw dienst die dappre vlotelingenDat ze onder mijn gelei in deze vesten dringenGy zelf verklaart u Vorst en zonder tegenstandVermeestert gy de stad en met haar heel het landEn wy wy vergen niets voor deze dienstbetooning

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

115

Dan dat gy Portugal in leen houdt van den Koning

ALFONSUSO stoutheid zonder maat Ik leenman van uw VorstTen loon van t eerloos feit dat gy my voorslaan dorstGa vlied naar t schendig hof van die u heeft gezondenOm hem mijn antwoord - neen mijn woede te verkondenZeg hem dat ik mijn recht van geen verraders houcircEn dat schoon anders niets mijn handen waapnen zouDees dag dees dag-alleen mijn haat zal doen ontgloeienOm hem en heel zijn huis voor eeuwig uit te roeien

OMARZoo loont men s Konings gunst met smaad

ALFONSUSVertrek Mijn Heer

Ik wil geen enkel woord van zulk een gruwel meer

Vijfde tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS

EGASBedaar en laat de zorg voor dierbaarder belangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

116

Uw verontwaardiging geliefde Vorst vervangenGeen oogwenk dient verzuimd waar list en staatzucht waaktEn hartstocht en verdriet voor t grootsch ontwerp verzaakt

ALFONSUSNeen hoe my t lot vervolgt getrouwste mijner vrindenVrees niet dat ge ooit mijn moed zult neecircrgeslagen vindenAan vorstenplicht gewijd aan de eer van mijn geslachtSchenkt wat ik lijden mag mijn boezem nieuwe krachtKom gaan we t hoog besluit is eindelijk genomenEn moet der burgren bloed in deze wallen stroomenMijn hand is schuldeloos Dees dag getuigt mijn valOf voert Graaf Hendriks zoon ten troon van Portugal

Tweede bedrijf

Eerste tooneel

DEGRAAFDETRAVA DONATHERESIA Spaansche en Portugeesche Edellieden met DONALONZO GOMEZ aan het hoofd

DE TRAVABeschermers van den Staat doorluchte rei van heldenWier wijsheid in de vreecirc wier moed op de oorlogsvelden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

117

U t voorbeeld heeft gemaakt van ridderlijke deugdOntfangt mijn welkomsgroet Hoe is mijn hart verheugdVoor t heil van mijn gebied mijn dapperste onderdanenDen adel van dit rijk den bloem der CastiljanenRondom mijn troon geschaard zoo broederlijk vereendTe aanschouwen Deze band heeft ons de kracht verleendOm met standvastigheid dit Graafschap naauw geborenTe hoeden voor t geweld der ongetrouwe MoorenEn zoo t de rust der vreecirc na zoo veel jaren strijdMet roem erlangen mocht aan U is t dat men t wijtDoch schoon zich t al vereende om dit gebied te sterkenNog is de nijd in staat zijn onheil te bewerkenVerheft ze als winnares d afschuwelijken kopZoo stort dees troon in puin en richt zich nooit weecircr opMijn vrienden neen mijn hart houdt aan uw trouwe zorgen

Het droevig lot dat hem bedreigt niet meer verborgent Is geen uitheemsch geweld dat ons hier waapnen zalt Verraadt smeedt zijn ontwerp in t hart van PortugalJa t kroost van uw Gravin (ik gruw het uit te spreken)Bereidt zich tegen haar het oorlogsvuur te ontstekenAlfonsus groot door rang en mannelijken moedMaar trotsch en woest van aart en in zijn drift verwoedNaar de opperheerschappij werd zints zijn eerste dagenOmringd door vleijerij gevormd naar t welbehagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

118

Van staatsliecircn onder schijn van trouw aan zijn geslachtOp eigen grootheid slechts by s vorsten gunst bedachtDus leerde men zijn hart van dolle driften blakent Belang van heel een rijk zijn eigen bloed verzakenZijn moeder en haar gacirc zijn t voorwerp van zijn haatHet oogenblik is daacuteaacuter voor t schaamteloos verraadWaarop t de Gravenkroon van onze kruin moet rukkenOm ze op het wufte hoofd eens jongelings te drukkenO zoo t ontwerp gelukt rampzalig PortugalMen voert u met geweld tot een gewissen valGeen leidsman opgevoed in staats- en krijgsgevarenZal meer uw wanklend rijk voor d ondergang bewarenDe prooi der driften van een onberaden vorstDe prooi der gunstlingen wier onverzaadbre dorstNaar grootheid voor zijn macht uw welzijn zal vertredenZiet daar het heilzaam doel der gruwlen die zy smedenHet heilig vorstenrecht moet schandelijk versmaadCastieljes dochter die den pas herwonnen StaatTen huwlijksgoed ontfing van haar roemruchten VaderMoet in haar wettig erf gehoond beroofd te gaderOp dat het uitgeput door wie t beschermen moestIn t einde nederstort door t eigen zwaard verwoestWaarvan t Castieljes Vorst gered heeft en gewrokenEen enkel oogenblik en t twistvuur is ontstoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

119

Getrouwen gy-alleen kunt wat ons dreigen mochtDe rampen temmen die gevloekte baatzucht wrochtVertoont u eacuteeacuten en trouw in eedle krijgsmanszedenEn leidt den zwakken op naar t pad door u betredenDe zege volgt u en een dubble glans van eerDaalt op het achtbaar hoofd van s lands bevrijders neecircr

THERESIAGeen echte spruit van t bloed der oude PortugezenGeen Castiljaansche held kan ons vijandig wezenIk ben gerust t is geen rechtschapen EdelmanDie in t onschendbaarst recht een vrouw verraden kan

GOMEZGebieders van dit rijk die t eenig kunt behouecircnO ja ons brandend hart beantwoordt uw vertrouwenGy zijt het die ons steeds het edelst voorbeeld gaaftIn oorlogstijd en vreecirc Uw macht uw wijsheid staaftDen adel en den rang geboorte en deugd verschuldigdZints lang zijt gy voor ons in t graaflijk recht gehuldigdDie hulde stave ons zwaard en beev wie t onderstaatTe dingen naar uw kroon door wapens of verraad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

120

DE TRAVAk Erken in deze taal mijn dierbre wapenbroedersSteeds gloeiende voor recht en rijks- en troonbehoedersMijn baanders leiden u op t pad van eer en roemEn volgt ze uw dappre schaar der Edellieden bloemOns zwaard of ons beleid zal t oproervuur versmorenWy houden we ons gereed Geen oogwenk zij verlorenEn barst de staatstorm uit voorzien zints zoo veel tijdZoo voere ons de eerste maar ter raadzaal of ten strijdVaartwel

(De Edellieden vertrekken DE TRAVA vervolgt tegen DAVILA die bij hun uitgaan binnengetreden is)

Gy dAvila gelei Don Egas binnen

(dAvila vertrekt)

Welaan het uur is daacuteaacuter de kampstrijd gaat beginnenIk wacht u trotsche slaaf van een onwaardig VorstEn wat zich tegen my uw haat vermeten dorstOm in Alfonsus naam mijn Staten te regeerenGy zult op hem en u mijn wraak zien triumfeeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

121

Tweede tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA DON EGAS

DE TRAVA met bitterheidWat onverwacht geval voert hier Don Egas schreecircnHet Graaflijk hof zints lang heeft geene aantreklijkheecircnVoor u wiens gansch bestaan aan wichtiger belangenGewijd is dan t genot der hoven op te vangenSpreek wat bedoelt uw komst

EGASHet welzijn van ons land

De wil eens meesters aan dat welzijn naauw verwantVereischen t onderhoud Graaf dat ik u deed vragenIk kom om u mijn last op t spoedigst voor te dragenHet edel kroost des helds wiens schittrende oorlogskrachtDe vrijheid in dit rijk de kroon in zijn geslachtGevestigd heeft wenscht thans dat rijper jeugd zijn handenIn staat stelt zelf de staf te voeren dezer landenEen einde aan alle macht die hier nog heerschen magHeel Portugal als hy verwacht met drift den dagWaarop de rijksvoogdij wier zorgen zoo veel jaren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

122

Graaf Hendriks Weduwe en haar Echtgenoot bezwarenZal keeren in den schoot van de opperheerschappij

THERESIAHoe wat vermeet men zich Alfonsus vergt van myDat ik met eigen voet mijn rechten zal vertredenMijn Egacirc zal verraacircn De troon dien wy bekledenWas Hendriks eigendom is thans dat van zijn zoonAls of mijn vaders wil de Grafelijke kroonMijn bruidschat onbepaald aan vreemden had geschonkenOntaarde heeft haar glans u dus in t oog geblonkenOm ze aan een moeders hoofd te ontweldigen WelaanWat mart ge nog mijn zoon de hand aan t zwaard te slaanOm met mijn bloed bespat u zelf ten troon te heffenKom eer nog moet uw wraak my met de mijnen treffenEer moet die troon vergaan en eerder heel dit rijkDan dat Theresia gewillig voor u wijk

EGASHoe heeft dan niet Mevrouw Don Hendrik deze StatenAan de Oppermacht zijns zoons aan uw voogdij gelatenEn hebt ge u zelve niet tot Rijksvoogdes verklaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

123

DE TRAVARampzalige uitvlucht en zoo stout een aanslag waardSpreek wat vermocht een vrouw van vijanden omgevenVerbitterd op haar rang haar afkomst en haar levenZy zag van t troonrecht af voor een geliefden zoonEn vestte op hem haar hoop Zijn haat zie daar haar loonZie daar den invloed van verachtelijke vrindenZints deed een tweede trouw haar een beschermer vindenIn dEgacirc dien zy koos Gy ziet haar thans in staatHaar recht te wreken en te straffen wie t versmaadt -Niet dat haar moederliefde uw kweekling wil verstotenOfschoon zijn boezem zich voor haar heeft toegeslotenIk-zelf zoo dier verknocht aan Don Alfonsus bloedHeb meecirc met heel mijn hart de vaste hoop gevoedDat hy in t rijksbezit ons eenmaal zal vervangenMaar neen men eischt veel meer zijn toomeloos verlangenWacht niet dat onze dood hem t Graafschap schenken zalDe drift der jonglingschap moet over PortugalMoet over t lot van hem die haar met roem regeerdeVan hem om wiens ontzag de nabuur haar vereerdeBeslisschen en zijn wil reeds heden uitgevoerdDees wankelende Staat door helsche twist beroerdHaar Ridderen verkeerd in woeste muitelingen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

124

Om t al naar willekeur van hun belang te dwingenZie daar het edel werk van hem wiens vroege jeugdDe rijkskroon heeft verdiend door weecircrgacirclooze deugd

EGASMijn Heer heel Portugal kan tuigen wie van beidenDe jammren oorzaak gaf die zich voor haar bereidenIndien men door het staal de kroon herwinnen moett Kan tuigen wie van beicirc de banden van het bloedMiskend heeft en vertrapt en of Alfonsus dadenOntembre heerschzucht of rechtaarde deugd verradenMaar waartoe een verwijt zoo ongegrond weecircrlegdZijn deugd beslischt hier niets t Is zijn geheiligd rechtDat k opeisch uit zijn naam Nog blijft dat recht geschondenIk breng uw antwoord weecircr aan die my heeft gezondenGy ziet my thans niet meer Alfonsus afgezantk Verkondig hier den wil der Ridderschap van t landAan Hendrik en zijn huis heeft ze eens haar trouw gezworenZy doet dien eed gestand aan t kroost uit hem geborenEn van dees dag af aan erkent zy geen voogdijNoch in heel Portugal een andre macht dan hyZy zal zich om zijn troon als om zijn lijf vergarenEn wijden d eigen arm die Hendriks krijgsgevarenGedeeld heeft aan den dienst van zijn doorluchten zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

125

THERESIAO hemel tot hoe lang dulde ik zoo fel een hoonGa hoofd en afgezant van vuige muitelingenDie zelve naar de macht van hun gebieders dingenGa doe hun uit mijn naam hun ware plicht verstaanDon Hendrik heeft hun eed van trouwheid hem gedaanAlleen als Egacirc van Theresia ontfangenDie eed behoudt haar kracht voor hen die hem vervangenIn d echt die ons verbond als in mijn rijksgebied

EGASToen de overwonnen Moor dees streken siddrend lietMevrouw ontfing de deugd des winnaars van uw VaderHet vrijgevochten land en uwe hand te gaderMaar nimmer had zijn wil (verschoon mijn vrije taal)Zijn gift onttrokken aan het kroost van uw GemaalNoch had hy toegestaan dat willekeur van vrouwenAan Hendriks erfgenaam het Graafschap zou onthouecircnOm t op te geven aan eens vreemdlings heerschappij

DE TRAVAVermetel onderdaan Hoe wat verwijt ge myZoo zag Don Hendrik dan het daglicht in deze oorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

126

En naauwer band verbond hem Portugal wien t NoordenTer weering van den Moor naar Spanjes Vorsten zondAan grond en zeden vreemd

EGASZijn bloed vloeide op dees grond

Zijn degen deed den naam der eedle PortugezenIn t overzeesche rijk der Saraceenen vrezenZijn hand sloot nooit met hun een schandelijk verdragBeschermheer van zijn volk voor d adel vol ontzagVerried hy hun belang aan geen uitheemsche GrootenZie daar wat hem ons hart voor eeuwig heeft ontslotenZie daar zijn rechten op de Portugeesche kroonVerschuldigd door zijn dood aan zijn heldhaften zoon

DE TRAVAGenoeg t Is reeds te lang dat gy t ontzag dorst krenkenDat u mijn rang beveelt Gy moest voor t minst bedenkenDat ik nog meester ben en dat mijn gramschap uMijn onderdaan nog kan noodlottig zijn En nu -t Is noodloos dit gesprek hier verder te verlengenGy hebt mijn wil verstaan Gy kunt dien overbrengen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

127

EGASIk ga maar keer te rug voor t uur van middernachtAan t hoofd der Ridderschap die slechts uw antwoord wachtOm vreedzaam haren Graaf de kroon op t hoofd te drukkenOf t wraakzwaard uit de scheecirc voor Vorst en eer te rukken

Derde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA vervolgens DAVILA

THERESIAO wanhoop k zal den smaad van zoo veel overmoedDan dulden en mijn hand niet in des trotschaarts bloedEen muiter straffen steeds het voorwerp van mijn woedeDie in het hart mijns zoons zijn vloekbre heerschzucht voeddeZijn dood zijn dood-alleen herstelt mijn lijdende eerAch drukte ons dus de keer van t trouwloos noodlot neecircrDat waar zoo wreed een hoon mijn boezem doet ontgloeienOnze eigen veiligheid den felsten haat moet boeien

DE TRAVAVolharden wy Mevrouw by t dringen van den nood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

128

Het uur der wraak genaakt of t uur van onze dood

DAVILA binnen tredendeHeer Graaf men vraagt gehoor

DE TRAVAt Is de Afgezant der Mooren

Gelei hem binnen

(dAvila vertrekt hy vervolgt)

Welk een lot werd ons beschorenDe Saraceensche hulp ter weering van t gevaarO foltring voor een hart als t mijn

Vierde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA OMAR

OMARHet uur is daacuteaacuter

Heer Graaf t ontwerp door u tot heden afgeslagenKan thans geen uitstel meer geen aarzeling verdragenBesluit en op uw wenk is t al gereed De vlootWier bijstand u mijn Vorst ten pand van vriendschap bood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

129

Is eindlijk (dank zij t lot) gevorderd tot uw kustent Is thans het oogenblik de manschap uit te rustenDaar waar zich Aves vloed met d Oceaan vermengtDaar moet de dappre stoet die u de zege brengtZich scheiden van de vloot en varen met hun botenDen stroom op Laat geen zorg dan meer die hulp verstotenDe dag die morgen rijst berokkent ligt uw valGebruik de gunst van t lot en zy brengt PortugalVoor eeuwig in uw macht Verschoon dit dringend pogenGy hebt als ik de ramp die u bedreigt voor oogenReeds woelt het wufte volk reeds mompelt het den naamUws mededingers roemt zijn deugd en oorlogsfaamt Draagt alles blijk van t vuur dat eindlijk uit moet brekenNog kunt gy t smoren nog regeeren nog u wrekenEn ge aarzelt

THERESIAt Volk Mijn Heer wiens muiterij gy vreest

Is aan zijn wettig Heer steeds naauw verknocht geweestHet liet zich mooglijk thans door listiger verblindenEen wenk (vertrouw het vrij) doet het zijn plicht hervindenEn t oog der vorsten ziet in zulke onrustigheecircnGeen woede van een volk met hun gebied te onvreecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

130

OMARWel nu zal dit gewoel van zelven weecircr bedarenEn spelt het in uw oog geen grooter staatsgevarenZoo houde ik langer niet op onzen bijstand aanEn

DE TRAVAk Deed u nog Mijn Heer ons antwoord niet verstaan

Ja dikwerf weigerde ik uw hulp my aangebodenDus eischte t vorstenplicht Thans dat de macht der snoodenEen eerbiedwaardig volk in gruwbre rampen trachtTe storten en het al een stouten aanslag wachtThans kan het schoon ons hart onvatbaar is voor vrezenTot redding van dit volk welligt noodzaaklijk wezenTot steun van dezen troon geen middlen meer te ontzienDe heuschheid van uw Vorst liet my zijn bijstand biecircnMijn vriendschap deelde steeds met vuur in zijn belangenIk zal van wederzij dit blijk van trouw ontfangenTer staving van mijn recht maar meer nog om als VorstHet bloed te sparen waar de muiteling naar dorst

OMARWelaan ik vlieg Mijn Heer om d uitslag te bezorgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

131

De nacht geleidt ons op de golven en op morgenIs Portugal aan u en Guimaraecircns1 in vreecirck Vertrek nog in dit uur naar de oevers van de zeeDie onze schepen voert

DE TRAVAVertoef en wil niet vrezen

Dat rijper overleg ons zal noodlottig wezenDaar waar eacuteeacuten enkle stap het lot van heel een StaatBeslischt daar dient geen drift gehoord maar wijze raadIk draal niet ons besluit mijn Eedlen te openbarenk Stel hun zijn doelwit voor zijn omvang zijn gevarenDen plicht hun opgeleid Gy Omar volg mijn schreecircnEn ons vooruitzicht moet om alle onzekerheecircnGevaarlijk doodlijk voor de hoop op t zegepralenTe keeren heel den loop van ons ontwerp bepalen

(Tot Theresia)

Gy ziet my weecircr Mevrouw na d afloop van den Raad

OMAR ter zijde in het heengaanIk volg in zegepraal den wreker van mijn smaad

1 De ae in dit driesyllabig woord wordt als ai uitgesproken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

132

Vijfde tooneel

DONA THERESIA alleenOp morgen valt de trots van muitende onderdanenEn alles kromt zich voor de Castiljaansche vanenOp morgen triumfeert Theresia Het bloedZal vloeien tot een zoen van haar getergd gemoedMijn oog getuigt den dood van haatlijke verraadrenEn niemand zal mijn troon meer dan met siddring naadrenUw dorst naar wraak wordt haast gelescht Wat eischt ge meerMijn hart Wat pijniging slaat al die vreugde neecircrGerechte hemel kan het waarheid zijn GewetenHeeft zoo veel poging nog me uw stem niet doen vergetenNeen zoo veel gruwlen duldt uw strengheid niet Die troonDat voorwerp van mijn drift ontweldigd aan een zoonZijn bloed welligt gestort om t misdrijf te versterkenGeen banden ooit ontzien om zijn verderf te werkenMijn boezem ijst k verfoei die kroon zoo duur gekochtMy zelve en t huwelijk dat me aan een Gacirc verknochtVerhard nog meer dan ik in heerschzuchts ijslijkhedenWat aangevangen in mijn angsten Afgetreden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

133

Van t onheilvol gebied de bron van al ons kwaadHet gruwzaam moordzwaard dat mijn zoon te wachten staatGeweerd Kom vliegen wy Wat doe ik onberadenIk ga op t hachlijkst uur mijn echtgenoot verradenO denkbeeld vreeslijker dan alles wat ik lijIk ban en hem en my van de opperheerschappijOm van mijn eigen kroost in t eind genacirc te smekenNeen van zijn gunstlingen wier trotschheid ik ging wrekenO zwakheid die me onteert - Neen gy verwint my nietOf is t een gruwel voor den schijnglans van t gebiedDe banden der natuur in dolle drift te schendenZoo zwicht mijn zoon ten spijt van zijn verwoede bendenk Verhard my zoo als hy en mijn gewetenssmartZal ja een foltring zijn voor t weeke moederhartMaar toonde ik nimmer vrees in krijgs- en staatsgevarenDie foltering kan meecirc mijn hart geen angsten barenk Kan moedig dragen wat een toornig lot gebiedtMaar wijken van mijn recht maar buigen kan ik niet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

134

Derde bedrijf

Eerste tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA

DE TRAVAt Wacht alles slechts een wenk om ons ter hulp te spoedenGeen voorzorg werd verzuimd om ons ontwerp te hoedenDe raad der Edelliecircn heeft d aanslag goedgekeurdDie eenig redden kan ofschoon hun fierheid treurtDen vaak verwonnen Moor den zegepraal te dankenHoe t zij hun beider trouw slaat nimmer aan het wankenEn inborst en belang verbindt den CastiljaanEn Omar onze zaak met geestdrift toegedaanWacht slechts op mijn bevel om daadlijk te vertrekken

THERESIAHoe waartoe dit vertrek nog langer uit te rekkenWaar t dringendste gevaar met ieder oogenblikVermeecircrt

DE TRAVAVerban Mevrouw een ongegronden schrik

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

135

De zorg van uw Gemaal heeft geen belang vergetenMen zal zich tegen ons op heden niets vermetenEn Omars toeven stremt geen oogenblik den loopVan t rijpdoordacht ontwerp het standpunt onzer hoopHy heeft in aller ijl een slaaf vooruitgezondenDie heel ons staatsbesluit den vlootvoogd zal verkondenEn Omars aankomst vindt den vloteling bereidMaar voor hy naar de stad zijn vreemde benden leidtIs t noodig nog een stap voor haar behoud te wagenMislukt die k zal hun komst geen oogenblik vertragenNeen vleijen wy ons niet dat volk zoo fier van aartZal nimmermeer een vorst wiens kroon het Moorsche zwaardVerdedigde zijn trouw zijn liefde en eerbied schenkenEn t diep gevoel van eer dat het bezielt te krenkenIs de ondergang wellicht van wie het durft bestaanZoo pogen we t gevaar der vreemde hulp te ontgaanIndien t nog mooglijk is Ik heb uw zoon ontbodenMevrouw ik ken zijn hart ontaard op t spoor van snoodenDoor heerschzucht weggesleept door jonglingsdrift verblindMaar dat de heilge band die u aan hem verbindtNog niet verbroken heeft t Waar mooglijk dat uw klachtent Nog weifelend gemoed tot onderwerping brachtenEacuteeacuten traan eacuteeacuten enkel woord dat in zijn boezem daalIs machtiger op hem dan al de kracht van t staal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

136

Maar wee hem zoo hy nog hardnekkig durft weecircrstrevenZijn vonnis is geveld Wy geven bloed en levenMet de eer het heil t bestaan van dit weecircrspannig rijkOp dat zijn hoogmoed met zijn ademtocht bezwijk

THERESIAWat eischt ge van uw Gacirc dat zy zich zal verneecircrenOm met een dubble schand beladen weecircr te keerenGeen tranen werken meer op zijn verhit gemoedOf zoo er zulk een kracht in de inspraak ligt van t bloedKunt gy die zwakheid dan niet van een moeder wachten

DE TRAVAHoe Travaas gemalin mistrouwt dit uur haar krachtenWanneer zich t dierbaar doel van jaren zorg beslischtHier dient geweld gespaard noch heimelijke listMen komt k laat u alleen Mevrouw Wil slechts bedenkenDat gy ons op dit uur de zegepraal kunt schenken

THERESIA tot de Trava die vertrektIk zal u waardig zijn - Herinnring aan mijn hoonSluit gy mijn boezem toe voor een ontaarden zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

137

Tweede tooneel

DONA THERESIA DON ALFONSUS

ALFONSUS ter zijde by het inkomenHoe is mijn ziel ontroerd by t naadren van deze oordenGy hemel die my kent verteder voor mijn woordenHet moederlijke hart dat steeds my van zich stietEn eindig op dit uur mijn folterend verdriet

(Tot Theresia)

Men heeft me uit uwen naam ontboden en ik sneldeMevrouw op uw gebod waar ik me een heil uit speldeOnschatbaar voor mijn hart

THERESIAMijn Heer een afgezant

Van muitelingen aan den roem van t vaderlandVijandig dorst zich hier aan ons gezicht vertoonenOm plechtig uit hun naam zijn wettig Heer te hoonenEn eischen op uw last zijn afstand van t gebiedIs t laster of zijt gy t die dus den Staat verriedtk Eisch voor de laatste maal de rechten van een moeder

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

138

Spreek heeft die woeste drift van dag tot dag verwoederU eindlijk dan vervoerd om aan der muitren hoofdTe pronken met een kroon aan onze kruin ontroofdOm wars van matigheid u tot geweld te wendenEn in eens moeders recht dat van den Staat te schenden

ALFONSUSDe leidsman van mijn jeugd mijns vaders krijgsgenoot(Geen muiteling Mevrouw van schaamte en deugd ontbloot)Kwam hier om t Graaflijk recht zijns kweeklings op te vragenMaar ach t is de eigen haat die zints mijn eerste dagenEen hart gepijnigd heeft geheiligd aan zijn bloedDie (ik doorzie t te wel) nog in uw boezem woedtO moet die wreede straf my eeuwig dan vervolgenBlijft uw misleid gemoed steeds op een zoon verbolgenEn is (o ijslijkheid) verzaking van mijn plichtHet eenig liefdeblijk waarvoor uw gramschap zwicht

THERESIAOntaarde durft gy nog van kinderlijke liefdeGewagen die zoo fel een moeders boezem griefdeDurft gy gewagen van verplichting eer of deugdWiens dwaze drift naar macht reeds zints uw vroegste jeugdEen eeuwgen oorlog zwoer aan die haar tegenstonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

139

Helaas heeft ooit het bloed uw hart aan my verbondenUw kindschheid my reeds vreemd wees na uws vaders doodDe troost de teecircrheid af die u een moeder boodEen stoute hoveling dorst my uw liefde ontroovenDorst u de Gravenkroon van Portugal belovenTen koste van mijn eer ten koste van mijn bloedWanhopig diep gewond in t vorstelijk gemoedWierp zich mijn weecircrloosheid in Graaf de Travaas armenOm door dees tweeden echt mijn rechten te beschermenZints dien tijd groeide uw haat k zag van rondom mijn troonVan vijanden bedreigd en aan hun hoofd mijn zoonGe ontveinst het doel niet meer dat gy u voor dorst stellenDe wapens in de vuist ons beiden neecircr te vellenEn grijpen met een hand nog van dien moord bebloedDe teugels van een rijk verdiend door muitrenmoedZoo ver werdt gy verleid door een gevloekt verraderDoor lage vleijerij en door uw drift te gader

ALFONSUSWat hoor ik kan het zijn en is t uw hart MevrouwDat zoo veel misdaacircn op my laadt dat Egas trouwMiskent en ons de ramp der droeve oneenighedenWaarvan ons beider ziel zoo gruwzaam heeft geledenVerwijt o hemel Ik een moeders liefde en recht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

140

Versmaden Ik den glans aan de oppermacht gehechtDoor onrecht en geweld door moedermoord ontwijdenHelaas moet ik u nog herinnren aan die tijdenToen de onschuld van mijn jeugd vergeefsch uw teecircrheid zochtVerzwolgen in t gevoel dat Staatzucht in u wrochtNeen nimmer heeft mijn hart die zaligheid genotenNeen nimmer zaagt ge in my het kroost uit u gesprotenMaar steeds den erfgenaam van Hendriks rijksgebiedGy zijt het die my haat gy die my steeds verstietGy wilt den Castiljaan mijn wettig erfdeel schenkenGy de eer van Portugal die van mijn afkomst krenkenEn dringen haar en my een vreemden meester opHoe lang verdroeg ik niet Thans rijst uw woede in topNu alles van my vergt dat ik mijn macht zal toonenGeen wraakzucht wapent my Men poogde my te hoonenTe domplen in een rust verachtlijk in een Vorstk Vergeef met heel mijn ziel wie my verneecircdren dorstMaar de eer mijns vaders neen laat ik niet ongewrokenEn moet een oorlogsvlam zoo gruwzaam hier ontstokenIk strijd voor t recht mijns volks voor t recht op een gebiedWier hoede hy aan t zwaard van zijn Alfonsus lietNeen liever met den haat van heel een aard beladenDan zijn geheiligde asch lafhartig te verradenZints lang wanneer de nacht reeds heldert aan de kim

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

141

Verheft zich aan mijn oog zijn eerbiedwaarde schimEn wijst met de eigen hand wier kracht in vroeger dagenUws vaders vijanden zoo dikwerf heeft verslagenNaar de eerkroon die hem siert de GravendiadeemEn t bleek gelaat vertoont een akelige zweemVan droefheid dat men hem zoo schielijk kon vergetenEn nu - wat misdaacircn ook uw drift my heeft verwetenVerg alles van een zoon die om uw weecircrmin smeektBeroof hem hier van t licht zoo dit uw gramschap wreektMaar o weecircrstreef hem niet in t volgen van zijn plichten

THERESIA ontroerdEn moet mijn fierheid dan voor uwen invloed zwichtenEn bleef ik meer dan gy mijn rang mijn afkomst waardZoo k afzag van den troon als voor geweld vervaard

ALFONSUSGeen edelmoedigheid zal u by t volk verneecircrent Zal u als moeder meer dan als Vorstin vereerenVerstomp in hunne hand het staal en dat mijn jeugdDen scepter van dit rijk ontfange van uw deugd

THERESIA ter zijde met ontroeringWat vreemd en teecircr gevoel wordt meester van mijn zinnen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

142

O hemel zou zijn taal mijn heerschzucht-zelf verwinnenEn bracht dit oogenblik my t hart van moeder weecircr

ALFONSUSMen komt

THERESIAMijn echtgenoot Gy zijt gered mijn eer

Derde tooneel

DE VORIGEN DE GRAAF DE TRAVA

DE TRAVAGy zegeviert Mijn Heer t volk heeft zijn plicht vergetenDe stad weecircrgalmt alom van woedende oproerkretenMen roemt uw naam als Vorst als vader van het rijkAls wreker van zijn recht en hoont en vloekt ten blijkDer onverwrikbre trouw u in die drift gezworenUw moeder en haar gacirc t Is al voor hun verlorenDe kroon met zoo veel glans door hun gevoerd valt afEen zegeteeken nog ontbreekt uw roem hun grafDe zwaarden zijn gewet en niets meer zal ontbreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

143

Om t lang versmoord verdriet nog in dit uur te wrekenMen spare ons leven niet Ik wacht van Hendriks zoonGeen weldaad dan een dood gewenscht na zoo veel hoonOndankbren die nu juicht als van een dwang ontslagenVoor uw onbuigbren trots onteerend niet te dragenPas uit uw nietigheid herboren hebt ge t myTe danken en t ontzag van mijne heerschappijWier roem aan uwen naam zijn luister mocht verleenenZoo gy niet nogmaals kruipt in t juk der SaraceenenZoo zij na zoo veel dienst uw laffe haat mijn deelt Is aan uw eigen hand dat ik mijn wraak beveelWat eerbied wachtte ik nog voor weldaacircn rang of plichtenVoor heerschzucht en verraad moet thans het alles zwichten

ALFONSUSk Erken in deze taal den dwingland van dees StaatDie de asch het kroost den roem van haar bevrijder haatMen poog haar grootheid en zijn deugden te verneecircrenk Verwaardig my hier niet die poging af te weeren

(Tot Theresia)

Maar gy o geef gehoor aan de inspraak der natuurMevrouw uw heil en t mijn hangt in dit plechtig uurAan u aan u-alleen Spreek mag uw zoon nog hopenOf moet hy de eer zijns stams met uwen haat bekoopen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

144

THERESIAHoe ik ik zou ten loon van t hemeltergendst woecircnVan t recht dat ik bezit gewillig afstand doenAlfonsus kan van my die lafheid niet verwachtenZijn voorbeeld leerde my geen banden heilig te achtenGeen weecircrstand van het hart te ontzien waar t heerschen geldtGy ziet my onbeschroomd te zwichten voor geweldWaar met mijn kroost en volk verraadren zamenspannenOm my van dezen troon mijn erfgoed te verbannenMaar heeft de hemel t dus besloten dat ik vallIk zweere t dat mijn mond u nooit erkennen zalHier eindigt uwe macht Laat thans uw grootheid vrezenDat hem een moeders toorn licht kan noodlottig wezenOok ik ik buige niet en zij dit de eerste strafDie neecircrdale op t bezit van een geroofde staf

ALFONSUSO hemel is t genoeg voor plicht en eer geledenMijn volk mijn vaders eer moet schandelijk vertredenOm d ijsselijken vloek die my bedreigt te ontgaanWelaan hy kneuz mijn hoofd ik heb mijn plicht voldaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

145

DE TRAVAVoor wie zich zeker ziet de zege te behalenIs t licht met schijn van deugd en tederheid te pralenGeloof niet dat die schijn de Travaas oog verblindtHeerschzuchtig door een drift steeds opgewekt ontzindScheen my t is waar uw hart nog voor een moeder openEn deed my voor haar liefde een beter uitkomst hopenk Bedroog my en dees dag vernietigde mijn waanUw snoode dorst naar macht schoon t alles moest vergaanIs in dit onderhoud op t duidelijkst geblekenIk heb genoeg gehoord t is tijd hier af te brekenGy kunt thans tegen ons t geweld verzaamlen gaanUw Ridderschap zal dra ons laatst besluit verstaan

ALFONSUSGeveinsde t is dit oord te lang door u ontheiligdDat u nog voor de straf dier lastertaal beveiligtDe val bestemd aan uw gevloekte dwinglandijIs foltering genoeg voor snoodaarts zoo als gy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

146

Vierde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA

THERESIAGa trotschaart gy kunt thans uw helsche heerschlust boetenUw moeder uw vorstin ziet ge eindlijk aan uw voetenGeniet met heel uw ziel die langgewachte wraakVoor dat het dreigend uur van uw verderf genaakGy zijt mijn zoon niet meer en niets kan my belettenWat bloed het kosten mag t zwaard tot uw val te wetten

DE TRAVAMijn boezem is als de uwe in fellen toorn ontgloeidDe drift die my bezielt kent niets meer dat haar boeitNeen k draal niet alles moet ter wraak ter redding spoedenMen wil t welaan de krijg zal op dees vesten woedenOproerigen k ontzie uw haat uw onheil nietVervloekt mijn zegepraal mijn wetteloos gebiedIk zal dien vloek ten spijt uw opperheerscher wezenEn met de hand aan t staal die heerschappij doen vrezenMijn troon viel door verraad door list en krijgsgeweld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

147

Ziet gy hem morgen weecircr met nieuwe kracht hersteldIn t antwoord heden nog door de Edelen bedongenDoen we afstand van de kroon als door hun wil gedwongenTerwijl hun straf genaakt in schaduw van den nachtMaar k ga de Saraceen die mijn bevelen wachtMoet zonder meer verwijl zich spoeden naar de kustenBeef jongling nog dees nacht kunt ge als verwinnaar rustenGy kunt mijn oppermacht nog zoo lang slechts ontgaanDe dag die morgen rijst ziet u mijn onderdaan

Vierde bedrijf

Eerste tooneel

DON EGAS Portugeesche Edellieden

EGASDoorluchte Riddrenrei gewoon aan t zegepralenWat treffender triomf kon ooit uw deugd behalenDan die waarvan dees dag den eersten glans begroetDe zoon des oorlogshelds zoo heilig aan uw moedDie op zijn vaders spoor en t uw met de eigen vanenZijn krijgren steeds het spoor der glorie wist te banen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

148

Die in het prilst der jeugd reeds de ongunst ondervondVan t noodlot en zoo grootsch t langdurig leed doorstondWiens deugd de diadeem hem door zijn rang verschuldigdVerdiende wordt in t einde als wettig Graaf gehuldigdDe dwinglandij die hier den kop verheffen dorstVerneecircrt zich voor een wenk van d Adel en den VorstEn wie hen hoonen dorst zal hier geen wet meer gevenJa edelmoedig volk gy zijt van t juk onthevenDer vreemden t Is het kroost gekoesterd in uw schootVan die u redding bracht in d ijsselijksten noodDie van een nieuwen dwang u weder mocht bevrijdenHeil driemaal heil den dag die t eind ziet van uw lijdenHerbloei mijn Portugal en doe den SaraceenDie zich nog veilig acht door onze oneenigheecircnOp nieuw uwe overmacht op t slagveld ondervindenMijn boezem is verrukt van vreugde Ja mijn vrindenk Weecircrhou de stem van t hart by zoo veel blijdschap nietk Ontfing het levenslicht in dit geliefd gebiedIk zag den Saraceen beheerscher dezer strekenk Zag door Don Hendriks arm die overmeestring wrekenIn t heetste krijgsgevaar steeds strijdend aan zijn zijIk zag het vaderland in zijne heerschappijGelukkig en zijn zorg steeds voor haar welzijn vaardigIk kweekte t dierbaar kroost zoo groot een vader waardig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

149

In diepen eerbied op voor zijn gedachtenisEn zoo hy t voorwerp thans van uw vereering isIk zag die deugden in het jeugdig hart ontluikenDie t schandelijk ontwerp van snoode heerschzucht fnuikenMaar wat onschatbre vreugd dees dag van glorie biedtVergeten wy t gevaar dat hier kan schuilen nietDe Travaas staatszucht voor geen misdrijf ooit verlegenZoekt in zijn woede licht door heimelijke wegenTe keeren tot dien troon waarvan hy afstand deedGy kent zijn haat voor u en Hendriks zoon Wie weetWat gruwelen hy smeedt om zich op beicirc te wrekenZoo wachten we ons het zwaard reeds zorgloos op te stekenDe Vorst heeft op mijn raad in d afgelopen nachtDriehonderd Ridderen in haast bijeen gebrachtOm op het eerst gerucht van naadrende gevarenZich tot de nederlaag der snooden te vergacircrenGy zelf houdt u gereed te strijden aan hun hoofdSchoon ons dit uur nog niets dan zuivre vreugd belooftMen komt het is de Graaf zijn Gade volgt zijn schreden

(Ter zijde)

Hoe tuigt nog t voorhoofd wat zijn boezem heeft geleden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

150

Tweede tooneel

DE VORIGEN DON ALFONSUS DONA MATHILDA

EGASOntfang geliefde Vorst door s hemels wil hersteldIn rechten lang miskend door t Castiljaansch geweldDe hulde van een volk dat zonder u verlorenNog t dwangjuk torschen zou door vreemden haar beschorenUw trouwelooze voogd verrader van den StaatEn by den Portugees zints lang veracht gehaatLeicirc zijn geroofde macht in onze handen nederEn zien wy dezen dag een wettig meester wederZoo breng de Ridderschap steeds trouw aan Hendriks bloedU als regeerend Graaf den allereersten groetWy zweeren plechtig nooit die trouwheid te verzaken

Voor u en voor uw kroon als voor ons land te wakenAan uw en hun behoud ons leven met ons zwaardTe wijden Dierbre schim die om ons henen waartEn meecirc de vrijheid viert van dees geliefde strekenGetuig dees heilgen eed en help den meineed wrekenEn zie wanneer het graf ons kluistert in haar nachtOnze afkomst steeds getrouw aan uw doorlucht geslacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

151

ALFONSUSEn ik ik zweer met u aan t heil der PortugezenAan de eer van deze kroon steeds toegewijd te wezenHet recht te eerbiedigen en wie het mocht versmaacircnTe straffen met dit staal al moet ik zelf vergaanOf zoo ik ooit het spoor mijns vaders mocht vergetenZoo k me ooit de schennis van uw rechten kon vermetenZoo wreek haar uwe deugd en zij op de eigen stondDe band vernietigd hier gesloten door uw mondJa dierbaar is me een kroon uit uwe hand ontfangen

En dierbaar het bestuur van Portugals belangenMaar ach de schittering der Graaflijke oppermachtGeneest de wonden niet mijn boezem toegebrachtHelaas die hooge rang waarin ik werd geborenHeeft voor Alfonsus hart zints lang haar zoet verlorenEn zoo zy thans dit rijk van t vreemd geweld verlostGy weet het trouwe rei wat my die zege kost

(Tot Mathilda)

Eacuteeacuten heil nog is voor my de vrucht van t zegevierenUw schedel met den glans der diadeem te sierenGeliefde leedgenoote en heul by zoo veel leedEn o dat zy in t eind den nevel scheuren deedDie t voorhoofd overdekt van kommeren beladen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

152

MATHILDADe bron der tranen waar mijn oogen steeds in baaddenIs nog niet uitgeput Helaas nog blijft mijn hartBedrukt en ducht een ramp voor mijn verstand verwardDe dwingland leicirc zijn macht vrijwillig aan uw voetenWel nu zoo heeft hy thans een dubble wraak te boetenJa helden wijt mijn vrees de zwakheid van een vrouwAan d afstand dien hy deed blijft Trava nooit getrouwEn daar zijn vijanden zich reeds verwinnaars wanenSchaart licht een snoode stoet zich heimlijk om zijn vanen

ALFONSUSEn wien verdenkt uw zorg van zulk een laf verraadIn t vorstlijk Guimaraecircns dat met geheel den StaatDen dwingland met haar vloek zints lang heeft overladenZijn Spaansche gunstlingen Ziedaar wie hem aanbadenZiedaar de vijanden nog op dit uur geduchtOf dierbare is er vrees waar op het minst geruchtDrie honderd Edelen gehard in krijgsgevarenNiet minder groot in deugd zich om mijn lijf vergaren

MATHILDAJa voor mijn angstig oog is alles hier verdacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

153

En zoo ge u voor geweld genoeg beveiligd achtKende ooit uw eedle ziel de afschuwelijke padenDie t zwart verraad doorkruipt om zijn vergif te ontladenNog gistren was t de macht des wreeden dwingelandsWaarvoor ik sidderde Het is zijn onmacht thansO hemel die my kent en wat ik heb geleden

Uw gunst verleene een perk aan mijne angstvallighedenOf dreigt my in deze angst een nog verschrikbrer rampDan al de tegenheecircn waar k jaren reeds meecirc kampEn is dees dag van roem noodlottig voor mijn GadeZoo eindig met mijn dood des noodlots ongenadeTe siddren zonder eind voor t dreigen van den noodIs wreeder duizendmaal dan de allerwreedste dood

Derde tooneel

DE VORIGEN DON LORENZO DAGANIL

LORENZODe Graaf de Trava

ALFONSUSHy kan t zijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

154

(Tot Lorenzo)

Men doe hem naadren

(Lorenzo vertrekt)

MATHILDADe Trava Welk een schrik verspreidt zich door mijn aadrenOp t hooren van dien naam die me ijslijkheecircn voorspelt

ALFONSUSGy ziet my diep verbaasd k Had nooit my voorgesteldMijn moeders echtgenoot te aanschouwen in deze oorden

MATHILDAVertrouw zijn daden niet maar even min zijn woorden

Vierde tooneel

DE VORIGEN DE GRAAF DE TRAVA

DE TRAVAHet onstandvastig lot dat troonen sticht en slechtWiens grilligheden noch verdienste ontzien noch rechtHeeft op het onverwachtst my van den troon verstoten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

155

Waartoe me een huwlijk riep tot steun van t rijk geslotenk Zie thans in uwe hand den scepter dien ik droegk Betreur die grootheid niet Het is mijn hart genoegDat ik wat laster zich mijn vijanden vermetenNooit vorstenwaarde of plicht laaghartig heb vergetenIn d oorlog opgevoed in t doornig staatsbestierWachtte eindlijk kalmer tijd mijn matte grijsheid hierEn zoo tot nog mijn hand de teugels dezer StatenGeklemd heeft en haar macht van zelf niet heeft verlatenDe roepstem van de plicht weecircrhield haar Heeft mijn echtMy deelgenoot gemaakt aan t thans verschopte rechtDer Spaansche rijksprinses mijn gemalin uw moederZoo was ik steeds haar rijk- en eer- en troonbehoederEn riep zy nog dit uur als Portugals GravinHaar oude rechten en haar gaacircs bescherming inIk zou niet aarzlen die te omhelzen en te wrekenIk volg ook thans haar wil Haar fierheid is bezwekenVoor t openlijk geweld bevolen door haar zoonZoo woeste muiterij beslischt van dezen troonZoo acht ik my als haar ver boven hem verheven -Wy hebben beide ons recht aan t oproer opgegeven

ALFONSUSIs dit het doel Mijn Heer het geen u herwaarts bracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

156

Een volk te lasteren dat zich gewettigd achtZich van een vreemden dwang ontslagen te verklarenZoo deedt gy beter my dit onderhoud te sparen

DE TRAVA ter zijdeO trots dien k nog verdraag maar haast verplettren zal

(Tot Alfonsus)

Verschoon k vergat in u den Graaf van PortugalEen wichtiger belang geleidde hier mijn schredenEen moeder eischt van u na wat zy heeft geledenEacuteeacuten gunst eacuteeacuten recht nog op Als zoon als Vorst Mijn HeerVraagt zy van u t herstel van haar geschonden eerZy werd tot d afstand ja der heerschappij gedwongenEn steeg haar zetel af Men heeft nog niet bedongenDat wie hier gistren nog met vorstelijk ontzagVereerd werd die den Graaf gehuldigd op dees dagHet licht gaf ook den hoon dien zy ontfing zou smorenNog was zy s lands Gravin toen zy den smaad moest hoorenVan wie uw naam en last misbruikten Zy verwachtDat hier voor t minst uw hart gevoelig aan haar klachtOm haar- om uwentwil haar wraak niet zal versmadenWie strafloos onze kruin met hoon dorst overladenRandt uw ontzag weldra met de eigen stoutheid aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

157

ALFONSUSO hemel kan het zijn en heb ik wel verstaanOf was t een ijdle klank als in verwarde droomenBedrieglijk voor t gehoor - Wat deed u herwaarts komenVerklaar uw reednen spreek wat wil men

DE TRAVAEgas straf

Of hield dit meecirc de last dien hem zijn meester gafBy d afstand dien hy eischte uw moeder snood te hoonenZoo neen zoo moet geen gunst een onderdaan verschoonenWaar t de eer van uw gebied de eer van uw afkomst geldt

ALFONSUSHoe durft men van mijn hand de straf van zulk een heldVerwachten Ik den bloem der Portugeesche RidderenWiens onverwrikte moed het misdrijf steeds deed sidderenEn voor wiens grootsche ziel ik geen belooning kenOpoffren aan een haat waarvan ik t voorwerp benMijn hand waar eer in staat den snoodaart neecircr te vellenk Vergeef uw wanhoop slechts wat gy my voor dorst stellen

(Men hoort van binnen een gerucht van inkomenden)

Maar welk een woest gerucht drong door tot deze zaal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

158

Wat zie k O hemel t is mijn moeder

DE TRAVAk Zegepraal

Vijfde tooneel

DE VORIGEN DONA THERESIA gewapend gevolgd door Spaansche Edellieden

THERESIAGehate muiters beeft en kromt u aan mijn voetenGy zult nog in dit uur uw vloekbren aanslag boetenk Verklaar my hier op nieuw Gravin van Portugal

MATHILDAHeb deernis hemel en verhoed Alfonsus valVerschrikkend voorgevoel gy hebt te waar gesproken

THERESIADe smet is uitgewischt onze oneer is gewrokenGebannen van mijn erf door een ontmenschten zoonWreekt my een vreemde hand van dees ondraagbren hoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

159

(Tot Alfonsus)

Ga hoed de rechten thans die muiters u verleenenVoor t lot dat hen bedreigt Vijfhonderd SaraceenenOntblooten tot uw val het straffend oorlogszwaard

ALFONSUSEn waant ge Alfonsus ziel voor dreigingen vervaardEn waant men dat ik niet eer voor mijn recht zou snevenDan t aan het krijgsgeweld der Mooren op te gevenMaar s hemels gunst waakt nog voor dees verdrukten StaatEn stelt het doel te loor van t schreeuwendste verraadDees snoodbedreigde stad zal nog beschermers vindenDe vaak verneecircrde Moor die zich durft onderwindenDen wil des Lusitaans te dwingen met het staalSchenkt haast mijn Ridderen een dubblen zegepraalRoem vrij uwe overmacht Eacuteeacuten handvol van mijn heldenZal meer dan duizenden zal meer dan legers gelden

MATHILDAGaat wreedaarts die nu juicht by zoo veel gruweldaecircnGaat doet geheel het rijk in mijn Gemaal vergaanEn beeft Mijn wanhoop zal zijn neecircrlaag overlevenMaar zal zijn val ten zoen verraders u doen sneven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

160

DE TRAVAWat waagt men van verraad - Voor wetteloos geweldBezweek ons recht De hulp eens bondgenoots hersteltDe dochter van Castielje in t erfgoed van haar vaderEn ik als wettig Graaf als haar gemaal te gaderk Gebied het voor het laatst Men keere tot zijn plichtHet wraakzwaard is gereed zoo t oproer nog niet zwicht

ALFONSUSMen wil t ik aarsel niet Welaan Ten strijd getogenEn t recht der kroon door t bloed beslischt Het AlvermogenWaakt Ridders voor onze eer en voor het vaderland

THERESIAOntaarde ja ten strijd gevlogen k Voel me ontbrandIn nooit gevoelde drift om Vorsteneer te wrekenGeen kracht zal in den strijd aan dezen arm ontbrekenVeroordeeld door het lot stelt ge u vergeefsch te weecircrOp heden stort uw trots voor s hemels bliksem neecircr

(Zy vertrekt met haar echtgenoot en gevolg)

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

161

Zesde tooneel

DON ALFONSUS DONA MATHILDA DON EGAS Portugeesche Edellieden

ALFONSUSTen strijd dan zoo t moet zijn Kom spoeden wy mijn heldenEn rook het Moorsche bloed op dees roemruchte veldenDoor hun ontheiligd k Ga u voor waar t de eer gebiedtWelaan de pijn versmoord van t wreedste zielsverdrietDe hand vergeten met uw haters zaamgezworenMijn Portugal om my den boezem te doorborenk Ben de uwe de uwe alleen zoo lang hier de oorlog woedtEn aan uw vrijheid wijde ik meer nog dan mijn bloedKom gaan wy laat dees dag een schooner zege tuigenDan ooit den Saraceen den snooden kop deed buigenEn dan herneem uw prooi verteerend smartgevoel

(Tot Mathilda)

En gy mijn dierbre o weer de wanhoop t krijgsgewoelIs niet wat my bedreigt met de ijslijkste gevarenVertrouw de kampstrijd zal hem aan uw liefde sparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

162

MATHILDADe moed mag wondren doen maar de overmacht verplet

ALFONSUSHet vaderland in nood geliefde moet ontzetZy zal het door den moed van mijn rechtschapen RidderenEn k weet zoo min als zy voor de overmacht te sidderenVaar wel Gy ziet weldra my als verwinnaar weecircr

(Hy vertrekt met de zijnen)

MATHILDAO hemel stem mijn beecirc Helaas ik kan niet meer

(Zy zijgt in een armstoel neder)

Vijfde bedrijf

Eerste tooneel

DONA MATHILDA alleenHoe is mijn borst beklemd mijn geest ter neecircrgeslagenO angsten drukkender dan t onheil zelf te dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

163

O angsten groeiende met ieder oogenblikHelaas het minst gerucht vervult mijn hart van schrikDe stilte beeldt den dood voor mijn benevelde oogenMijn Egacirc is ten strijd (en welk een strijd) getogenEn ik ik deel met hem in al zijn aakligheecircnDe slagen van het zwaard weecircrgalmen door mijn leecircnEn ieder slag dreigt my zijn val Wat moet ik vrezenZal de uitslag van den strijd my hemel doodlijk wezen -En niemand nadert nog - Zal my voor t minst geen boocircDe pletterende maar mijns onheils brengen OZoo maakte een snelle dood aan mijne onzekerhedenEen eind - Waar vinde ik troost of waar wende ik mijn schredenAch mocht ik vliegen naar den strijd Ach mocht mijn oogGetuigen dat mijn angst mijn minnend hart bedroogWaar- waarom mocht mijn arm der waapnen last niet dragenk Zou waken voor zijn hoofd ik zou des vijands slagenAfweeren op mijn borst of sneven aan zijn zijIn dit paleis geboeid is t gruwlijkst wat ik lijMen nadert t is een boocirc van uit den strijd gezondenHoe klopt mijn hart voor t geen zijn mond my gaat verkonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

164

Tweede tooneel

DONA MATHILDA EEN SCHILDKNAAP

MATHILDAMijn echtgenoot

DE SCHILDKNAAPHy leeft Mevrouw Nooit blonk zijn moedMet schitterender glans Het Saraceensche bloedStroomt waar hy treedt langs t veld en mengt zich aan de golvenDes Aves die t besproeit De trouwe Ridders volgenDen weg hun door zijn zwaard gebaand ten zegepraal

MATHILDAKan t zijn en mag mijn hart dit strelende verhaalVertrouwen jongeling laat my uw mond nog meldenWat wonder medewerkt tot redding onzer heldenDat de overmacht des Moors hun niet te vrezen zij

DE SCHILDKNAAPJa s hemels gunst Mevrouw stond onze helden byDe Castiljaansche stoet had dit paleis verlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

165

De vloekkreet van het volk weecircrgalmde langs de stratenZy snellen langs een weg wier eenzaamheid hen hoedtDe pas ontscheepte macht der Mooren te gemoetDe Graaf was middlerwijl tot aan het oord genaderdWaar zich de menigte der Ridders had vergaderdVerwittigd van t gevaar door d algemeenen schrikDrie honderd krijgeren zijn in een oogenblikRondom den Vorst vergaacircrd gereed het al te wagent Vertrouwen dat hun deugd de zege weg zal dragenLeeft in zijn glinstrend oog en geeft een nieuwen moedAan t volk dat hem alom met dankbre zegens groetDus waren wy de stad ter poort toe doorgetrokken

In stille statigheid en stapten onverschrokkenDen vijand in t gemoet wiens ijdele overmachtMet brandend ongeduld het uur van strijden wachtMen schaart zich onverwijld Van uit het heir der MoorenDoet zich aan alle kant het dreigend ALLAH hoorenEn davert door de lucht met steeds vernieuwd geweldWy naadren kalm en stil tot midden op het veldUw Egacirc aan ons hoofd het oog ten hemel heffendZijn boezem lucht geeft in dees woorden grootsch en treffendlsquoO hemel die het lot der menschlijkheid bestiertHet zij mijn degen in den kampstrijd zegeviertHet zij me een eerlijk graf op t slagveld is beschoren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

166

Getuig gy welk een drift my heden aan kon sporenDen slag te weeren dien een moeder my bereidtk Strijd voor mijn vaders eer voor de onafhanklijkheidVan t rijk bevrijd door hem door zijn gebied beveiligdIk heb aan hunne zaak mijn leven toegeheiligdEn k zal voor hunne zaak verwinnen of vergaanrsquoWy heffen op dees taal een kreet ten antwoord aanReeds woedt des veldheers zwaard op s vijands dichtste drommenWy volgen hem de vlam des oorlogs is ontglomment Gekletter van het staal der krijgren woest geruchtHet nederploffen der gewonden vult de luchtWie maalt de stroomen bloed die bruischen langs de veldenWie meldt de menigte der reeds gevallen heldenDe aanvallers dringen aan met leeuwenkracht De MoorBiedt hun wanhopig weecircr en staat hun woede doorMaar wat verduurt de kracht van Don Alfonsus degenWaar hy dien bliksem zwaait staat hem geen vijand tegenEn mooglijk had de Moor voor zijnen arm beduchtZich reeds beveiligd door een overhaaste vluchtMaar Trava en zijn Gacirc die woedend op ons vielenEn steeds vooruit zijn in het heetst des strijds bezielenHun bondgenooten met den haat die in hun brandtDoch wat die woeste moed vermag hun tegenstand(Geen twijfel) zal weldra voor eedler moed bezwijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

167

Toen ik het slagveld liet zag k reeds allengs hen wijkenVerwacht elk oogenblik de tijding van hun valMevrouw ik spoed naar t oord dat dien getuigen zal

Derde tooneel

DONA MATHILDA daarna DONA LEONORA

MATHILDAO onverwachte troost gy schenkt my t leven wederVoltooi dien zegepraal o hemel en vernederDen haat die aan den rang van mijn Gemaal gehechtDe wreedste foltring schiep uit een zoo zaalgen echt

(Tot Leonora die binnen treedt)

Wat brengt mijn Leonoor wat heeft uw oog vernomenIs reeds mijn echtgenoot t gevreesd gevaar ontkomenHeeft de overwinning zich voor de onzen reeds verklaard

LEONORAVan op den torentrans heeft lang mijn oog gestaardOp t slagveld dat eerlang ons noodlot moet bepalenk Zag t zwaardgeflikker in den gloed der zonnestralenMijn oog vernam den krijg- en woede- en wanhoopkreet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

168

Der strijdren die geen blijk my onderkennen deedIn t wisselend gewoel der wapenen verzwolgenZoo mocht mijn oog alleen den stand der legers volgenIk staar dien bevend na mijn hart richt naar den loopDer golvende banier zijn angsten en zijn hoopLang stond de kans des krijgs de Castiljaansche vanenZag k beurtlings deinzen voor t geweld der LusitanenEn beurtelings den grond herwinnen als in t endOp eens een voorval me op dit uur nog onbekendHet stijgend krijgsrumoer een tijd lang deed bedarenAan beide kanten zag k het heir zich vreedzaam scharenDe klank van t moordmetaal zweeg eacuteeacutensklaps in de lucht -Eeacuten schrikkelijke kreet vernieuwt het woest geruchtDe woede van de wraak schijnt thans den strijd te mengenHet zwaard met heeter dorst des vijands bloed te plengenMaar toen ik tot u spoedde en van den toren weekScheen t my de Saraceen die reddeloos bezweek

MATHILDAWat heeft mijn bange ziel van uw verhaal te wachtenEen enkel oogenblik mocht slechts mijn smart verzachtenEen enkel oogenblik stort me in nog wreeder angst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

169

LEONORAHet uitstel tergt Mevrouw uw tedere verlangstWat vreest gy als de Moor voor de onzen is geweken

MATHILDAAch t is mijn Gade licht dien thans zijn Ridders wreken

LEONORALorenzo nadert ons Verban uw vrees Mevrouwk Voorspel uit zijne komst het einde van uw rouw

Vierde tooneel

DE VORIGEN LORENZO

LORENZOMevrouw de zege is ons de Saraceenen vluchtenGeen overweldiging staat langer ons te duchtenUw Egacirc heeft den kop des dwingelands verpletOns Portugal is vrij en Guimaraecircns gered

MATHILDAAlfonsus triomfeert O vreugde zonder gade

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

170

O zielverrukkend blijk der hemelsche genadeSpreek bode van mijn heil hoe is dit toegegaanDoe my een trouw verhaal des zegepraals verstaan

LORENZOt Is u bewust Mevrouw hoe de aanval onzer RidderenBy d allereersten schok den Saraceen deed sidderenEn hoe hy daadlijk reeds verbaasd van zoo veel moedMet onuitwischbre schand zijn stoutheid had geboetZoo Travaas woede niet zijn arm met zijn vertrouwenGesterkt had en zijn voet op t veld van eer weecircrhouecircnMaar toen Alfonsus zwaard zijn krijgren wijd en zijdTer neecircr velde en vervolgde en de uitslag van den strijdNaby scheen met de vlucht van Travaas bondgenootenToen heeft de wanhoop hem eacuteeacuten middel nog ontslotenDe laatste poging van zijn moed en krijgsbeleidZijn krijgren in t gevecht te ver uit een verspreidVergaacircrt hy in eacuteeacuten wenk tot dichtgesloten drommenEn stelt zich aan het hoofd dier machtige kolommenEn rukt op de onzen aan met onverdeelde krachtWy staan een oogenblik voor Travaas overmachtVerbaasd - Op s Vorsten spoor in nieuwe woede ontstokenHeeft onze vuist weldra dit oogenblik gewrokenNu was der strijdren bloed van weecircrzij felst ontgloeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

171

Nu was de strijd ten top van hevigheid gegroeidAls op het onverwachtst waar hy het schrikbaarst blaakteEen treffender tooneel de krijgsrumoeren staakteEn aller oogen op eacuteeacuten punt gevestigd hieldDon Egas in t gevecht nog met het vuur bezieldDer jeugd en in t gewoel der dringendste gevarenGereed om met zijn bloed zijn kweekling te bewarenHad Travaas wakend oog getroffen De oude haatWaarmeecirc zijn snoode ziel de reinste deugd belaadtJuicht dat zy in het eind Don Egas mag ontmoetenHy vliegt om in zijn bloed haar heete dorst te boetenEn roept eer dat de held dien aanval nog vermoedtHem woedend toe lsquoVersmoor oproerige in uw bloedEn klaag uw Hendrik t lot aan wie hem eert beschorenrsquoDe stem des dwingelands drong in Alfonsus oorenReeds is hy toegesneld reeds is de slag geweerdEn t zwaard dat Egas dreigde op uw Gemaal gekeerdZijn hart ontbrandt in drift lsquoUw straf hoort my verraderrsquoDus galmt hy vurig uit lsquoGy schimmen van mijn VaderTe lang ontheiligd door zijn overmoed Zijn valVerzoen dit uur uwe asch en de eer van PortugalrsquoHy spreekt en heeft met een den tweestrijd aangevangenVan wiens beslissching t lot der legers af zal hangenLang weifelt de oorlogskans lang vindt des wrekers hand

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

172

In s vijands grijs beleid hardnekkig tegenstandNu waagt hy t uiterste om t uiterste te trachtenEn tilt het zwaard om hoog en zamelt al zijn krachtenEn klieft den koopren helm en met hem s dwinglands kopDe galm des zegekreets heft zich ten hemel opDe kreet der woede van den vijand galmt hem tegenDe wanhoop van den Moor is nu ten top gestegenHy wil in blinden moed zich wreken en vergaanDe trouwlooze Afgezant voert zelf hen op ons aant Is vruchtloos s vorsten staal heeft ras zijn borst doorstotenEn alles is gedaan Zijn woeste krijgsgenotenVerliezen met zijn dood hun redeloozen moedEn vlieden over t veld bedekt met stroomen bloedUw Egaacircs moeder zelf zoekt vruchtloos door te brekenOm d echtgenoot wiens lot zy pas vernam te wrekenDe stroom der vluchtenden vervoert haar met geweldDe Ridders middlerwijl vergaderd op het veld

Biecircn hulde aan uw Gemaal voor zoo veel deugdbetooningDe lucht herhaalt op eens hun kreten LEEF DE KONINGHet is die naam voortaan waaronder PortugalZijn redder en t geslacht zijns redders eeren zalDe stad weecircrgalmt dien naam van blijdschap uitgelatent Snelt alles zamen door haar vrijgevochten stratenOm d aangebeden Vorst den eersten groet te biecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

173

Gy zult weldra Mevrouw hem in deze oorden zienElke oogwenk tevens tergt zijn ongeduld

(Men hoort het gejuich der menigte van verre)

Hy nadertDe kreet van t juichend volk rondom zijn schreecircn vergaderdVerkondigt ons den Vorst

Vijfde tooneel

DE VORIGEN DON ALFONSUS DON EGAS Gevolg van Portugeesche Edellieden

MATHILDAWees welkom aan mijn hartVerwinnaar van t geweld en temmer van mijn smartDes hemels eecirclste gunst heeft u der min behouecircn

ALFONSUSO zaligende stond die me u weecircr deed aanschouwenDie de aakligheecircn verdrijft der zorg die u verteertGy ziet me in zegepraal als Koning weecircrgekeerdMaar weet hoe min die glans my kan gelukkig makenHet is slechts aan uw zij dat ik nog heil kan smaken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

174

MATHILDAWat somberheid trekt uw gelauwerd voorhoofd zaamUw moeder (ach mijn mond noemt bevende dien naam) -Is Travaas gade u nog de bron der bangste zorgen

ALFONSUSWat heeft mijn hart voor u mijn zielsvriendin verborgenk Ontveins niets voor het oog der liefde Ja dees stondBestemt het lot van heel mijn leven door den mondDier moeder zoo geducht - Na dat zy met haar bendenIn t eind genoodzaakt werd zich tot de vlucht te wendenHeeft ze in haar nederlaag met d eigen moed bezieldZich in een burcht verschanst vervallen half vernieldOm met haar zwakken stoet verslagen oorlogsliedenVan alle hoop ontbloot nog wederstand te biedenIk deed haar onverwijld den vrijen aftocht biecircn -En wacht elk oogenblik den zendling hier te zienDaar is hy zelf Wat lot zal my zijn komst verkonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

175

Zesde tooneel

DE VORIGEN DE SCHILDKNAAP

ALFONSUSWelnu

DE SCHILDKNAAPZie daar Mijn Vorst het antwoord u gezonden

(Alfonsus leest den brief hem overgegeven met zichtbare ontroering)

MATHILDAHoe is zijn oog ontroerd

EGASHoe is mijn ziel begaan

ALFONSUSGerechte hemel t Is met alle hoop gedaanVerneemt verneemt met my het vonnis van een moederDen laatsten slag van t lot steeds op mijn hoofd verwoederlsquoDe roover van mijn kroon de moorder van mijn GacircTot overmaat van smaad biedt my nog lijfsgenacirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

176

k Verfoei den hoon dier gunst en ga een rijk verlatenDat ik van dezen stond zoo fel als u zal hatenMaar baan my zelf een weg zoo t zijn moet met mijn bloedMijn vloek ziedaar uw straf ziedaar mijn afscheidsgroetrsquoVerpletterende wraak werd daartoe dan mijn levenGespaard O had me uw hand op t slagveld eer doen snevenMijn moeder en uw haat getriomfeerd op t lijkVan uw rampzaalgen zoon

MATHILDAAch dat die wanhoop wijk

Geliefde voor de smart die my ter dood zal voerenHoe kan mijn tederheid uw boezem niet ontroerenIs zy die tot uw val geen gruwel heeft gespaardU meer dan t leven van eene echtgenoote waard

EGASMijn Koning uwe hand heeft voor de zaak gestredenDes hemels en uw deugd een moeders vloek verbedenGeniet den roem der zege en schuldeloos vergeetWat zich haar razernij nog tegen u vermeet

ALFONSUSNeen aangebeden vrouw neen edelste aller vrinden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

177

De wond van deze borst zal nooit verzachting vindenHet lot wiens toorn ik lij vereeuwigt zich dees dagGa stervling leer van my wat al de glans vermagVan rang en grootheid Op de koningstroon gezetenIs s overwinnaars borst van rouw van een geretenEn rein van hart en hand draagt hy des booswichts strafO hemel k onderwerp me aan wat uw gramschap gafIk weet het ook de deugd kan hier rampzalig wezenUw liefde spaart voor haar een heil meer uitgelezenMaar ach verhoor de beecirc die hier mijn boezem stortIndien een moeders vloek door u gehandhaafd wordtBehoed na zoo veel smart mijn aangebeden GadeBehoed mijn Portugal bevrijd door Uw genadek Stond jaren droefheid door met beiden lotgemeenMaar treff dees laatste slag Alfonsus hoofd alleen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

178

Bij het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 15 Julij 1818

Voorzang

1

God vol deernis vol genadeVan wien alle zegen daalt

Sla uw teecircre kinders gadeWaar hun zwakke poging faalt

In uwe albezielende oogenLigt de luister van dees dag

Dale een wenk dan uit den hoogenDie ons kracht verleenen mag

2

Wat is al hetgeen wy dervenRijkdom wereldgrootheid Heer

Wat uw liefde ons deed verwervenIs ons eindloos eindloos meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

179

Eedle mensch- en kindervrindenDie een hopelooze jeugd

t Aardsch geluk doen wedervindenIn beschaafdheid en in deugd

3

God vol deernis vol genadeo Bekroon hun grootsche zucht

Sla uw teecircre kinders gadeBy het oogsten van de vrucht

Zij hun weldaad niet verlorenMaar laat onze dankbre mond

Hier geen woord geen klank doen hoorenDie niet hunnen roem verkond

Tusschenzang

1

t Beeld van God kwam niet in t levenTot een onverpoosd genot

Maar t verstand werd hem gegevenOm met kracht en werk te strevenNaar het schitterende lotHem bereid beloofd door God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

180

2

Zalig die zijn gaaf waardeerenNiet in aardsche lust verdwaald

Die verstand en harte leerenGod en deugd vereacuteeacutenigd te eerenUit wie t zielsgenoegen daaltWaar geen ander heil by haalt

3

Zalig die zijn kostbre gavenKweken in het hart der Jeugd

God zelf zal hun poging stavenHy zal waken voor die bravenVoor de poging van een deugdWaar Hy zelf zich in verheugt

Slotzang

1

Tot aanbidding van Gods naamVoegt zich aarde en hemel zaam

Laat ons zwakke stervelingenMeecirc zijn macht zijn weldaacircn zingenVoert dien nederigen toonEnglen voor Gods hemeltroon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

181

2

Dat wy leven is van HemHem behooren hart en stem

Dat dan onze dankbre klankenEerst Hem om het leven dankenHem die waar zijn oogwenk daaltLeven en genieting straalt

3

Maar verwijderd van zijn hofWat vermogen we op dit stof -

Hy zal onze zwakheid stavenHy verzorgt den weg des bravenEn geheel de wereld zwichtWaar de mensch zijn oogen richt

4

Eindloos loven we U o GodLiefdrijk meester van ons lot

Gy alleen gy kunt verheffenGy alleen met rampen treffenGy gy zelf waakt om het hoofdVan die in Uw naam gelooft

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

182

Op den marteldood van Raphael Gomez Salsedo

Voor de eer van d eacuteeacutenen God in t foltrend vuur te stervenWas nooit een offer voor het Joodsche hart te groot

t Is leven Zijn genacirc door martling te verwervenTe leven buiten Hem is eerst de ware dood

Salsedo ook uw moed trotseert de moordaltarenEn staat voor t heil der ziel het nietig lichaam af

Zoo moest geloof uw dood die dood uw glorie barenDe vlam ontrukt uw lijf maar ook uw naam aan t graf

Laat dan de Dwinglandij nog op uw assche woedenGy hebt den boei geslaakt die u van God weecircrhield

En teekent ons den weg om hemelwaart te spoedenMet de eigen outervlam die t lichaam heeft vernield

Naar het Spaansch

Sept 1818

Op het feest der verbroedering aan Leydens Hoogeschool 21November 1818

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

183

De levendige vlam die t jeugdig hart bezieltIs onder t heilig dak van Pallas tempelkorenGeen onbetembaar vuur dat rust en lust vernielt

Om tot gevloekte vete en woesten nijd te sporenWien hier de boezem overvloeitWien hier het bloed in de aadren gloeitVan rusteloos verlangen

Die heeft in dien onbluschbren gloedEen uit den hemel spruitend goedGeen geest van twist ontvangen

Gy weet het Broeders wat het zegtDat wat in dit gebied de fiere borst kan treffenDe zucht voor Waarheid is voor Schoonheid Deugd en Recht

De zucht om t edel hart ten hemel te verheffenDe zucht voor Roem voor Edelmoedigheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

184

Minerve ja is ook ten strijd bereidZy voert niet vruchteloos den krijgshelm op haar schedelZy drilt niet vruchteloos de goddelijke lansMaar de oorlogsvlam die in haar blaakt is edelEn waagt zy zich aan de oorlogskans

Zoo zij t voor de eer van haar ontzachtbren TempelZoo zij t voor Vaderland en Vorst

En siddre dan wie haar miskennen dorstMaar zij de Broedertwist gebannen van haar drempel

Hier in dit koor strekk zich de hand niet uitDan om des Broeders hand te drukkenDe band die Leydens Jeugd omsluit

Vermoog het algeweld des tijds niet los te rukken

Grijze Rhijn zoo lang uw golven door dees wallen strandwaarts gaanZal by Pallas kwekelingen de open borst eenstemmig slaanKweke uw adem frissche Zefirs Pallas heiligen olijfEn ontziet hem woeste stormen dat hy immer bloeien blijvOnder schaduw van zijn takken klink het Iouml van haar JeugdEn de vrucht die hy zal rijpen zal beroemdheid zijn en deugdLeydens vest in vroeger dagen door standvaste trouwheid grootBloeie steeds in Pallas zoonen die zy koestert in haar schootIouml leve deze vriendschap in de schoonste zucht gegrond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

185

Schooner schittrender dan immer rijze ze uit het schoonst VerbondWie in helsche broedertwisten immer lust of grootheid zoekDien bant Pallas uit haar reijen dien belaadt zy met haar vloekMaar die tot haar dienst vergaren voor de stem der Tweedracht doofVoor dier schedel buigt de lauwer zijn voor eeuwig groenend loofHeft den feestbokaal ten hoogen en met hem t oprechte hartOm den blijden dag te zeegnen temmer van Minerves smartKwekelingen van de Godheid stemt uw harte met het mijnGloeie u t hart steeds van de vriendschap als dees beker van haar wijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

186

Bij het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 19 Mei 1819

Voorzang

1

Dag van vreugd dien we aan de kimmenVol verlangen zagen klimmenMet een opgeruimd gemoedBrengen we u den welkomstgroet

Bode van Gods rijksten zegenGalme u t dankbaar loflied tegenDat het kinderharte slaaktAan den God die voor hun waakt

2

Morgenzon wier gouden stralenOnze zangen blij onthalenOp uw goddelijk gezichtWordt dees donkere aardbol licht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

187

Zoo ontleent al t heil der aardeVan dien God geheel zijn waardeWien ons hart zijn loflied slaaktVan den God die voor ons waakt

3

Hem wiens weldaacircn ons omringenHem te danken Hem te zingenIs een zaligheid op aardMeer dan al haar schatten waard

Wat wat zou ons staan te vrezenWelk een lot beklaaglijk wezenAls ons hart zijn loflied slaaktAan den God die voor ons waakt

4

Goedertieren AlvermogenZoo ons zwak maar hartlijk pogenAan uw vaderhart behaagtZiet dees dag ons onvertsaagd

Ja wy treecircn vrijmoedig naderIn uw Uw naam Almachtig VaderDaar ons hart zijn loflied slaaktAan den God die voor ons waakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

188

Tusschenzang

1

Voor ons waken VaderoogenUit den HoogenGod

God had deernis met ons lott Zijn Zijn weldaacircn die ons voedenDie ons hoeden

Hy is t die voor onzen noodEedle harten openslootO laat onze zwakke klankenHem bedanken

Tot den jongsten levensaacircmEn die brave stervelingenMeecirc bezingen

Die ons redden in Zijn naam

2

Dat de beecirc die wy verheffenU moog treffenGod

God Beschermer van ons lotOverlaad o Heer die bravenMet uw gaven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

189

Die onze onmacht onze jeugdLeiden tot geluk en deugdImmer zullen onze klankenU bedanken

Tot den jongsten levensaacircmEn die brave stervelingenMeecirc bezingen

Die ons redden in Uw naam

Slotzang

1

Aan God zij de glorieGeluk en ViktorieOntspruiten van HemVerhef u naar bovenOm Zijn naam te lovenKlink luid o mijn stem

2

Hoor Hemel Hoor AardeDe kracht die u baardeIs de Almacht van GodZijn wenken bezielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

190

Zijn wenken vernielenZijn woord is ons lot

3

Slechts Hy kan verheffenWat rampen u treffenDe hoop blijve op HemZijn troostende zegenStraalt droeven u tegenEn daalt op uw stem

4

Aan God zij de glorieGeluk en ViktorieOntspruiten uit HemVerhef u naar bovenOm zijn naam te lovenKlink luid o mijn stem

5

Neen staakt uwe zangenDe Heemlen vervangenDen lof van hun VorstLaat de EngelenkorenHun hymnen doen hooren -God leest in uw borst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

191

6

Zijn naam zij gezegendWat lot ons bejegentt Zij voorspoed of smartDen Vader hierbovenIs t wellust te loven -Aanbid o mijn hart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

192

Prometheus Dramatisch dichtstuk naar Eschylus

Nec fulminantis magna Jovis manus

Personaadjen

IOumlPROMETHEUSMERCURIUSVULCAANREI VAN ZEENIMFENDE WRAAKGODIN

OCEAAN

Eerste tooneel

DE WRAAKGODIN VULCAAN PROMETHEUS

DE WRAAKGODINZie daar dan t oord bestemd Prometheus straf te tuigenHier leer de oproerige voor hooger machten buigenVulcaan ge ontfingt den last van d oppersten der goocircnUw vader t Is uw plicht hier Themis stouten zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

193

Te kluistren aan de rots met diamanten boeienOm in deze eenzaamheid zijn misdrijf te verfoeienHy waagde t aan den mensch een godenheilgenotTe schenken zoek hy thans verlichting van zijn lotIn menschendankbaarheid De elendeling verzaakteAan godenplicht en rang u zelf die t vuur bewaakteDer heemlen schat en roem ten onvergeetbren hoonOntfang hy van uw hand het lang verdiende loon

VULCAANGodesse k ken den last my door Jupyn gegevenVermetel waar t en dwaas dien wil te wederstrevenGy hebt uw plicht volbracht laat laat de zorg aan myDen mijnen te voldoen Het treuren staat my vrijWanneer k veroordeeld ben eens dierbren broeders handenDe handen van een god te knellen in dees bandenO al te fiere zoon van Themis de eigen smartDie uwen boezem knaagt vervult ook my het hartOp dit noodlottig uur Helaas ik ben gezondenOm u in naam der goocircn uw vonnis te verkondenGy zijt verbannen tot dees aaklige woestijnDit rotsgebergte moet voortaan uw woonplaats zijnWaar zelfs de nagalm niet van menschentaal mag naadrenHier moet u ieder dag een gloeiend vuur in de aadren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

194

Ontsteken hier de nacht waarnaar gy dor geroostZult smachten t matte lijf voor lafenis en troostDoen siddren van zijn kou en schadelijke dampenVerwissling telken reis van steeds vergrootte rampenWaar aan k geen eind voorzie Wie waagt of wie vermagUw redding uit een boei bestemd reeds sints den dagDat gy voor t menschlijk heil der goden gunst verzaakteWaar was uw wijsheid toen ge u hem ten vijand maakteWiens hand nog ongewoon aan t klemmen van den stafGevoelig tuchtigt en geen deernis kent by straf

DE WRAAKGODINWat mart gy Is t geen tijd den snoodaart te kastijdenZoo haatlijk aan de goocircn Waartoe dat medelijdenMet hem die u u zelv zoo fel beleedigd heeft

VULCAANBeleedigd t Zij zoo maar hoe naauw het harte kleeftAan maagschap weet gy niet

DE WRAAKGODINEn t vonnis van uw vader

Is niet zijn hooge wil Vulcaan u eindloos nader

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

195

VULCAANUw woorden zijn altoos van bitterheid vervuld

DE WRAAKGODINBezielt u nog de hoop dat gy hem redden zultZoo niet wat baat het u den tijd in nutloos treurenTe slijten

VULCAANDat ik me aan dit schrikoord mocht ontscheuren

Helaas moest mijne hand Jupyn ten dienste staan

DE WRAAKGODINWat zwakheid hebt gy ooit iets tot zijn val gedaan

VULCAANO had my Jupiter van dezen last ontslagen

DE WRAAKGODINNeen machtig zijn de goocircn maar steeds hun welbehagenTe volgen staat aan hun zoo min als t menschdom vrijHet is die godheid slechts die de opperheerschappijDer heemlen voert wier wil zich waarlijk vrij kan achten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

196

VULCAANHoe ondervinde ik dit

DE WRAAKGODINWelaan besteed uw krachten

Aan t u vertrouwde werk zoo gy in de ongenacircDes heiligschenners niet verkiest te deelen SlaDe diamanten boei hem om de forsche ledenEn knel hem aan de rots Maar kost gy schakels smedenVan keetnen waar zijn list niet uit te breken weet

VULCAANk Volbreng mijn last met smart maar wat ik hier ook deedDeed k naauwgezet en trouw dees ketens mogen t tuigen

DE WRAAKGODINHier leer dan de onverlaat voor s hemels vorst te buigenWegkrimpende in de pijn wijt hy zich zelv het al

VULCAANO Themis eedle zoon wie ooit my haten zalGy gy alleen hebt recht Hoe deele ik in uw lijden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

197

DE WRAAKGODINHoe met d oproerling die ons allen dorst bestrijdenTe treuren schaamt ge u niet Gy stort u zelv in t leedVerblinde

VULCAANNeen zijn lot zoo hartverscheurend wreed

Ontzeg k mijn deernis niet schoon k even veel mocht wagen

DE WRAAKGODINEen muiter in zijn straf Geeft u dit stof van klagenKlem eer des booswichts voet wat naauwer in zijn ringDat hy zich niet op eens uit onze handen wringEn wy onze achtloosheid niet boeten met de woedeVan Jupiter wien niets Prometheus straf vergoedde

VULCAANZwijg wreede zwijg in t eind Uw vreesselijk gelaatVerraadt genoeg dat hart niet slaande dan voor haat

DE WRAAKGODINLust het u laf te zijn ik gun u dit genoegenk Verkies niet by zijn straf die van my zelf te voegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

198

VULCAANNeen langer wedersta k dit aaklig schouwspel niet

(Hy vertrekt)

DE WRAAKGODIN tot PrometheusWaar is uw trotschheid thans vermetele Gy zietWat heerlijk lot hem wacht die t hemelrijk ontwijdenEn voor des aardrijks heil Jupyn zelf durft bestrijdenHoog klonk in vroeger tijd de roem van uw verstandAan kloeken raad was zelfs de klank uws naams verwantEn kost ge niet voorzien dat dit uw lot zou wezenOf had uw stout ontwerp geen tegenstand te vrezenGy hebt uw faam verbeurd zoo gy geen middel weetDe boei te ontkomen die ge u zelven hebt gesmeed

Tweede tooneel

PROMETHEUS alleenAlziende godheid die mijn geest ontwaart in t ruischenDer winden in t geklots der golven in het bruischenOntzachlijke Oceaan van uw onmeetbren vloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

199

O aardgodes wier schoot steeds voortbrengt laaft en voedtGy Zon wier hemelsch oog zijn glans leent aan de dagenGetuigt het wat een god van goden moet verdragenGy kent mijn onschuld kent mijn schrikbaar noodlot meecircJa duizenden van eeuwen zullenHaar onafzienbren kring vervullen

Eer ik den hemelgrond mijn oorsprong weecircr betreecircEn by die boeien die geweld en onrecht smeeddenMoet goden de genade uws Konings aangebeden -Mijn foltring groeit met ieder oogenblik

De toekomst opent zich en spelt nog wreeder plagenGroeit folteringen groeit k Verwachtte u zonder schrikEn k zal u de eeuwen door steeds onvernederd dragenWant zoo k u thans gevoel reeds lang waart gy voorzienToen t teecircrst gevoel my drong om t menschdom hulp te biecircnEn immer was mijn moed als t noodlot ons beschorenNiet om te zetten Neen k doe hier geen klachten hoorenGeen weekheid past een god en t allerminst aan myMaar t is me een wellust in de doodsmart die ik lijMy zelf te erinneren aan wat ik heb misdrevenRampzalig menschdom ach een leven zonder levenOntfingt gy van de goocircn Mijn hand heeft u bezieldToen zy het hemelvuur dat u hun trots onthieldU meecircdeelde en uwe aard den hemel deed gelijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

200

Geen vloek van t algeweld deed me in dit uur bezwijkenIk boet die zege thans en gruwzaam maar mijn hartZiet juichend op u neecircr en zegent zelfs zijn smart

Derde tooneel

PROMETHEUS DE REI DER ZEENIMFEN vertoont zich in een wagen boven de rots

PROMETHEUSMaar wat gerucht dringt tot mijn oorenWat nieuwe plaag is my beschoren -

Of nadert iemand my Wie zijt ge mensch of godDie t schouwspel tuigen wilt van mijn verschriklijk lotDe vijand van den Vorst der goden van hun allenDie zelfverloochenend hem voor de voeten vallenStaat voor u boetende voor wat hy t menschdom gaf -Wie nadert Rondom heen voel ik den luchtstroom trillenEn wieken klepperen Ach wat kan t my verschillenIk wacht alleen verzwaring van mijn straf

DE REIVrees niets wy brengen u geen plagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

201

Maar troost indien t kan zijn De hemelen gewagenMet aarde en zee en hel Prometheus van t geweldDat u aan deze rots zoo wreed heeft vastgekneld -Door zulk een rampspoed diep bewogen

Heb k voor de schaamte doof die t maagdlijk hart bestiertDoof voor mijns vaders raad mijn deernis bot gevierdEn ben der waatren rijk ontvlogenOm u mijn zwakken troost te biecircn

PROMETHEUSO dat ge in zulk een staat een hemeling moet zienGy teedre nimfenstoet gesproten

Uit hem die heel deze aard houdt in zijn arm geslotenKroost van den grijzen OceaanO kunt gy kunt gy t nog bestaan

Den droeven balling te genakenDen droeven balling en de rots

Waarop hy by den klank van t brommend zeegeklotsGedoemd is eeuwen door te waken

DE REIPrometheus ach mijn ziel ontzet

Zou ons geen traan het oog ontvloeienDat u in deze onbreekbre boeien

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

202

Geprangd moet zien - Een nieuwe wetRegeert d Olympus en de godenVol schrik voor Jupiters geboden

Vernietigen met hem wat eacuteeacutenmaal heilig was

PROMETHEUSBeneden s aardrijks schoot benedenDes Tarters giftige moeras

Waar nog de keten die mijn ledenOmstrengelt machtloos op mijn ziel

Zoo iets mijn zuchten op kan wekkenZoo is het dat ik hun ten schouwspel moet verstrekkenDie uit den hemelhof waar van ik nederviel

Ter neecircr zien op een leed niet aan hun smaad te onttrekken

DE REIWie wie der goden zou in t hartGeen deernis voeden met uw smart

Wie in de ontembre gramschap deelenVan Jupiter die daar hy t Al regeert

Een heemling straffeloos verneecircrtEn straffeloos zijn ziel met wraak vermag te streelen

Waaraan k geen ander einde wachtDan t einde van zijn oppermacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

203

PROMETHEUSEn echter zal dees rots nog eens het uur getuigenDat Jupiter den trotschen kop zal buigen

Op dat des doemlings veege mondDe duistre Godspraak die zijn kroon bedreigt verkondWanneer k noch voor de list van honigzoete klanken

Noch voor het woedendste geweldIn t heiligste besluit zal wankenVoor dat k in d ouden rang hersteld

Van hem voldoening zal erlangenVan wien mijn godenhand dees kluisters heeft ontfangen

DE REIUw stoutheid baart me een killen schrik

Hoe schier verzonken in steeds aangegroeide rampenBestaat gy t met den dondraar nog te kampenUw roekelooze taal uw onverzette blik

Vernielt de hoop die ik nog voeddeNeen Jupiters verschrikbre woedeZwicht voor geen woesten wanhoopkreet

Uw stalen moed verdubbelt slechts het leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

204

PROMETHEUSJa machtig en niet om te zettenSchijnt hy voor wiens onzaalge wettenDe Olympus thans de kruin verneecircrt

En echter kan de dag ontluikenDie zijn ontzachbren toorn zal fnuikenEn onzen haat in eendracht keert

DE REIIndien de erinnering aan d oorsprong uwer kwalenNiet machtig was de wond nog dieper op te halenDie u de borst verscheurt zoo wenschten we uit uw mondTe hooren uit wat bron zoo fel een straf ontstond

PROMETHEUSVerscheurend is t verhaal verscheurender t versmoorenDer ramp waar k onder zwoeg wier oorzaak gy zult hoorenAch aan mijn rang ontscheurd wat had ik sints dien valTe wachten rondom heen dan plagen zonder tal -De twist is u bekend die t godendom beroerdeVoor dat nog Jupiter den hemelscepter voerdeEen deel wou Cronus hoofd ontblooten van de kroonEn schenken de oppermacht aan zijn ondankbren zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

205

Een ander koos de zij der aangerande grijsheidHet zijn zijn broeders t kroost van Uranus dat wijsheidNoch krijgsbeleid ontziet op enkel krachten stoutIk toonde hun vergeefsch den weg aan van behoudk Voorzei dat krijgsgeweld voor krijgslist hier zou wijkenHun trots verwierp mijn raad de vijand moest bezwijkenVoor wapens moed alleen de hemelsche oppermachtBeslisschen en het recht afhangen van de krachtDoch ik ik had te vaak van Themis zelf vernomenDat niemand in t bezit van Cronus rijk zou komenDan die t veroovren mocht door bloed niet maar door listHet was mijn plicht den wil van t noodlot dien ik wistTe volgen t was mijn plicht die trotschaarts te verlatenEn k bracht den wijzen raad die nimmer hun kon baten(Mijn moeder stemde t meecirc) aan Cronus trotscher zoonEn zoo de Titans nu in d afgrond van de doocircnHun weecircrstand boeten met onafgebroken plagenZoo Jupiter de kroon des hemels weg mocht dragenEn d ijzren scepter klemt der wreedste dwinglandijMijn vijand triumfeert door my Hy dankt het myDat hy my foltren kan Ja k moest het ondervindenDe dwingland haat het al en allermeest zijn vrindenHoort nu van welk een schuld ik hier de straf ontfangNaauw meester van d Olymp bestemde hy den rang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

206

Der goocircn en nam op zich t bestier der hemelzakenMaar voor het droevig lot der menschlijkheid te wakenWas Jupiter onwaard het reeds bestaand geslachtDer menschen moest verdelgd een nieuw hervoortgebrachtGeen andre godheid dorst dit wreed ontwerp weecircrsprekenIk dorst hen voorstaan en ik deed het onbezwekenHet menschdom werd nog niet vernietigd over de aardMijn deernis was me een straf zoo gruwzaam kwellend waardEn ik by wien vinde ik die deernis met mijn plagenAls smart en spijt en smaad mijn ingewand verknagenWanneer my de aartstiran van uit den hemel bantTen schouwspel van t heelal maar tevens hem tot schand

DE REIVan ijzer is het hart van deernis niet doordrongenWanneer t Prometheus u in boeien ziet gewrongenGeen droever mare kon my treffen dan uw strafEn t oog dat haar getuigt wendt zich in tranen af

PROMETHEUSGy zelf mijn vijanden gy zoudt hier tranen plengenO goden Deernis zou zich by uw woede mengenWare alle deernis niet gebannen uit uw ziel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

207

DE REIMaar heeft geen andre schuld de straf die op u vielVerlokt

PROMETHEUSEacuteeacuten weldaad nog k Onttrok aan s menschen oogen

De toekomst hem bestemd Het lot werd overtogenDoor t schemerlicht der hoop en t menschdom werd bevrijdVan angsten zonder tal My zag dezelfde tijdHet vuur der heemlen aan den stervling mededeelenDat de aard verkwikken moest en niet dan weldaacircn teelenZiedaar t geen ik misdeed

DE REIEn t geen Jupyn verwoed

U met een eindloosheid van plagen boeten doetOf hoopt gy tegen hem door moed iets uit te richten

PROMETHEUSIk h o o p niet maar ik w a c h t dat eens zijn toorn zal zwichten

DE REIGy wacht En op wat grond Waar voert de drift u heen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

208

Miskent gy dat gy dwaalde Ach u met scherpe reecircnTe tergen in den nood is ons gevoel onwaardigMaar vinden we u voor t minst tot eigen redding vaardig

PROMETHEUSt Is licht wanneer het lot eens anders kruin verpletMet wijzen raad gepraald Ik word niet omgezetDoor t schijnschoon van belang dat recht en eer weecircrsprekenIk wist het dat Jupyn zich op mijn deugd zou wrekenIk wist het en mijn wil bleef onveranderd - MaarDat my die ijslijkheid van straf beschoren waarTot de eenzaamheid gedoemd van dees afschuwbre strekenWie had my t ooit voorzegd - Doch blijven we onbezwekenEn gy o Nimfen spaart me uw moedelooze klachtOp t geen eens wezen moet heeft smart noch wanhoop krachtStijgt voor een oogenblik eer van uw hemelwagenOp deze rotsen af Getuigen van mijn plagenOnttrekt my niet de troost die my uw bijzijn geeftAls ik u t lot vertrouw dat me overrompeld heeftWie kan zich voor den keer van t noodlot veilig achtenWie weigert zich t genot een onheil te verzachtenDat al wat ademt treffen kan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

209

DE REI van den wagen afstappendeGewillig late ik dezen wagen

Op raderen van goud den luchtstroom doorgedragenVoor t rotsig strafoord van den man

Die zich voorlang zijn jammren zag ontscheurenIndien ik iets vermocht met ongeveinsd te treuren

Vierde tooneel

PROMETHEUS OCEAAN DE REI

OCEAANOntfang den gullen groet van d ouden OceaanPrometheus k Heb den ramp die u weecircrvoer verstaanEn haastte me om het oord dat u ontfing te naderent Is niet het godenbloed alleen dat beider aderenDoorstroomt wiens naauwe band my dus aan u verbindtOm wijsheid en om deugd heb ik u meer bemindMaak op de vriendschap staat die ik u heb gezworenHet is geen ijdle klank dien u mijn mond doet hoorenSpreek eisch van my een dienst wat die my kosten magHangt het van vriendschap af ik redde u nog dees dag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

210

PROMETHEUSHoe gy ook in dit oord van ballingschap en plagenHoe dorst gy zulk een reis mijn grijze vader wagenHoe hebt ge uw zeepaleis verlaten voor dit strandVan ijzer slechts bevrucht met enkel rots beplantKomt ge ook den godentelg die Jupiter de kroon gafBeschouwen in den boei dien hem zijn haat ten loon gafJa t is wel de eigen hand die t hemelsche gebiedBeslischte die gy hier in ketens knellen ziet

OCEAANk Aanschouw t met diepe smart Doch duld den raad der grijsheidHoe hoog de glorie reikt van uw verstand en wijsheidKeer in u zelven weecircr en ban van uit uw zielDie onbetoomde drift De godenstaf vervielVan Cronus op zijn zoon de Olymp eert nieuwe wettent Is niet in onze macht t voorleden om te zettenZoo buig gedwee het hoofd met heel het godendomWat baat het of uw toorn tot zulk een hoogte klomDat gy u niet ontziet door onbedwongen smalenDe dubble wraak van hem u op den hals te halenWiens strafroecirc reeds zoo streng licht nog verschrikbrer wordt -Wellicht mishaagt de taal die hier mijn boezem stort

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

211

Uw borst verhard in t leed verfoeit genacirc te vragenHet zij zoo maar u steeds aan t ijslijkste te wagenEn tegen smart en nood te wapenen met haatIs dwaasheid Geef gehoor Prometheus aan mijn raadGeen machtig koning zwicht voor morrende onderdanenEn wat hier baten kan is needrigheid en tranenWelaan ik werpe my den donderaar te voetk Bedaar door zachte taal zijn fel verhit gemoedIndien t nog mooglijk is maar wil die kreten stakenVan oproer die uw lot nog vreesselijker makenDen druk te ontlasten van t verkropte hart is zoetMaar vluchtig is t genot en lang de straf die t boet

PROMETHEUSO ondoordringbaar lot Gy bleeft voor straf beveiligdOfschoon ge aan eacuteeacutene zaak met my waart toegeheiligdt Zij verre dat k de rust die gy geniet benijMaar werd ik t offer van gevloekte dwinglandijVerg gy niet dat k mijn lot verdiene door te buigenSpil hier geen kostbren tijd noch tracht my te overtuigenZorg eerder dat ge u zelf niet meecirc stort in het leed

OCEAANTot heil van andren hebt ge uw wijsheid steeds besteed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

212

En nimmer voor u zelf Waartoe my thans weecircrhouecircnZoo k snelle naar Jupyn t is in het vast vertrouwenDat gy op mijne beecirc uw ketens vallen ziet

PROMETHEUSDe deernis die uw hart den droeven balling biedtDe hulp die gy voor hem met eigene gevarenBeraamt vergeet ik nooit Maar wil die poging sparenZe is vruchteloos voor my en stelt u zelven blootOf zou het voor dit hart een troost zijn in den noodDat vrienden de ijslijkheid mijns noodlots ondervonden

OCEAANNeen niet om u alleen heb ik my onderwondenJupyn te naderen Mijn broeder Atlas draagtZijn ongenacirc als gy Zijn forsche schouder schraagtEn aard en hemelen tot straf van vroeger pogenOok Typhoos lot was hard en heeft my diep bewogenWy zagen hem den reus het honderdvoudig hoofd(Thans kwijnend en verneecircrd van d ouden moed beroofd)Ten hemel heffen met een blik die t al deed bevenWy zagen hem verwoed de goocircn in t aanzicht strevenDie hy alleenig stond Zijn longen aacircmden vuurZijn oog schoot vlam op vlam Wy tuigden haast het uur

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

213

Dat hy op Jupiter de zege ging behalenMaar t bliksemvuur daalt neecircr en zet zijn woede palenDe slingerende schicht treft hem het kokend hartEn kracht en strijdlust zijn verzwolgen in de smartDaar lag hy uitgestrekt als waar hy zonder levenMaar de onbezielde klomp deed wie hem zag nog bevenHeel de Etna dekte nu den reeds verslagen kopEn t aanbeeld van Vulcaan dreunt op haar hoogen topNog veilig Want de dag zal aan den hemel klimmenDat Etnaas kruin van eacuteeacuten zal scheuren en de kimmenBespatten met een vuur dat op Sicieljes grondBy stroomen vloeien moet t Is de eigen Typhoos mondDie d onderaardschen gloed tot vlammen aan zal blazenDie vlammen over de aard die op hem weegt doen razenEn toonen dat hy nog door t lot onomgezetZijn haat den teugel viert schoon door Jupyn verplet

PROMETHEUSWelnu Begeert gy meecirc die ijsselijke plagenTen deel Laat af laat af zoo stout een kans te wagenVoor my laat my een leed dat k zonder zwakheid lijk Wacht met standvast geduld het eind der dwinglandij

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

214

OCEAANGepaste reden kan dat einde licht bespoeden

PROMETHEUSNeen t Is niet in het felst van t vijandlijke woedenDat zich de ontroerde geest door zachtheid paaien laat

OCEAANDe poging voor het minst

PROMETHEUSVernedert zonder baat

OCEAANIs t dwaasheid laat m in my dien trek van dwaasheid wrakent Is wijsheid soms den schijn van wijsheid te verzaken

PROMETHEUSHelaas dit is te waar

OCEAANEn gy gy aarzelt niet

En stoot de hulp te rug die u de vriendschap biedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

215

PROMETHEUSIk moet Licht vielt gy reeds dit uur in ongenade

OCEAANVan Jupiter

PROMETHEUSVan hem

OCEAANIk sloeg den afloop gade

Van uw vermetelheid en k wete wat ik waag

PROMETHEUSZoo ga en wacht u steeds voor t geen Jupyn mishaag

OCEAANIk zie het al te wel uw haat is niet te teugelen -Mijn zeepaard trapt sints lang en geesselt met zijn vleugelenDe lucht rondom hem heen Ik voere hem ter rustEn my uit de aakligheid van dees rampzaalge kust

(Hy vertrekt)

Vijfde tooneel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

216

PROMETHEUS DE REI

DE REI - KEERDoorluchtig godenkroost uw lijdenIs voor ons meecirc een bittre smart

De traan die wy uw jammren wijdenWelt uit een fel beknepen hart

Streng is uw straf o Vorst der godenMaar allerhevigst drukt uw macht

Op hun die zelven eens gebodenEn op hun diep verneecircrd geslacht

TEGENKEERIn de oorden die uw grootheid zagenPrometheus galmt een kreet van rouw

Wie dacht het dat dit heir van plagenOp t hoofd van goden storten zou

Om t lot der heemlen treurt nu de aardeDe sterveling beklaagt zijn goocircn

Het lot vooral dat u weecircrvaardeUw vaderzorg voor hem ten loon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

217

TWEEDE KEERDie Colchis rijken grond bewonenEn t heir der manlijke AmazoonenBetreuren t onheil dat u trof

In t woeste Scythieuml weecircrgalmen jammertoonenEn paren zich aan uwen lof

TWEEDE TEGENKEERZelfs in deze afgelegen strekenDie enkel moordend ijzer kweken

En waar de strijdbre borst verhard voor deernis schijntVoelt zich het mannenharte brekenDat gy in zulk een leed verkwijnt

DERDE KEERk Zag slechts eacuteeacuten held als gy die goden had tot ouderen

En onder t juk zwoegt van hun strafk Zag Atlas vast gespierde schouderen

Wien Jupiter geheel zijn rijk te dragen gafDen nooit verpoosden last verrichten

Waarvoor de kracht van goocircn zelf scheen te zwichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

218

DERDE TEGENKEERt Gebied der zeeeumln gromt met ongestuime golven

Zijn klachten tegen t noodlot uitOok de onderwereld is verbolgen

Des aardrijks bodem dreunt met naar en dof geluidt Bezielt zich al van t medelijden

Dat we aan uw lot vervallen heemling wijden

PROMETHEUSMisduid mijn zwijgen niet o Nimfen t Is geen trotsNoch achterhoudendheid De vreemde keer mijns lotsHoudt op dit tijdstip nog mijn geesten ingespannenHoe ik ik door die goocircn van uit mijn rang gebannenWier macht mijn ondergang ik zelf heb doen ontstaanGy weet het zegge ik eer wat k verder heb misdaanUit deernis voor t geslacht der menschen door de godenVernederd en gehaat maar die ik hulp gebodenEn schier tot halve goocircn hersteld heb Hun bestaanWas nietig t Voorwerp deed alleen het zintuig aanNiet meer verbonden aan een werkkring meer verhevenDe zielskracht sliep De zelfbewustheid van het levenOntbrak als in den droom Zy stichtten nog op de aardGeen schuilplaats voor de kracht van zon en lucht bewaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

219

Een duistre boschspelonk was mensch en dier tot woningEn niets bestond er dat t gedierte van hun koningNog onderkennen deed want woest en onbeschaafdWas heel de kracht des geests aan t grove lijf verslaafdEen hooger vlucht ontwend - Wie mocht de hemelteekenenMet de oogen nagaan en den weg der zon berekenenWie perkte nog t gebied der jaargetijden afOf leerde wat gesternt het bloeiend voorjaar gafWat andren t feestgetij der herfstgodes voorspellenOf t stroomnat met geweld zijn oevers uit doen zwellenDoor my is t zoo zy thans het op- en ondergaanDer sterren en den stand der heemlen gadeslaanHet denkbeeld van getal in vast bepaalde klankenEn beelden uitgedrukt heeft de aarde my te dankenAan my meecirc dat de taal die uit den boezem breektTot s werelds uiterste eind en tot de toekomst spreektIn teekens afgemaald naar t buigen onderscheidenVan t spraakdeel in wiens vorm de toonen zich verspreidenk Deed d arbeid van den mensch door t redelooze dierVerpozen t Moedig paard eens op zijn vrijheid fierLeerde ik zich in den toom die hem bedwingt verblijdenk Deed d uitgeholden boom op de oppervlakte glijdenDer waatren toegerust met vleugelen van doekDit waagde ik en nog meer die ondanks s hemels vloek

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

220

Den diep vervallen mensch gelukkig wist te makenMaar ach geen middel weet om dezen boei te slaken

DE REIGy lijdt het is te waar maar verre dwaaldet gyWat ziekte krenkte u dus Wat wondre razernijDreef u in t dreigend leed Gy hadt uw lot voor oogenEn thans zijt ge onbekwaam tot redding iets te pogen

PROMETHEUSAch tot der menschen heil ontbrak my nooit de machtHeb ik niet tegen t heir der ziekten hulp gebrachtWat wisten zy voacuteoacuter my van heeling voor hun wondenGeen balsem kenden zy maar lagen onverbondenEn stierven zonder hulp of laafnis s Aardrijks schootGaf vruchtloos heilzaam kruid en de onverbidbre doodVerraschte steeds een prooi wier zwakheid zich niet weerdeVoor dat hun hooger hulp de tooverkrachten leerdeDer godlijke artsenij Geheimen van het lotZoo diep verborgen voor het oog zelfs van een godk Vermocht u wederom aan t menschdom te openbarenHaast spelde hem de kunst wat heil of wat gevarenHem wachtten alles sprak tot d eens verlichten geestDen zin des duistren drooms ontwikkelt hy hy leest

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

221

Zijn toekomst in de vlucht der vooglen gaat te radeBy bosch- en stroomgedruisch en slaat elk teeken gadeMet naauwgezet vernuft De heilige offerandTer eer van t godendom is t eerst door mijne handOntstoken en de vlam die opgolft tot de wolkenEn t rookend ingewand tot nieuwe orakeltolkenVerheven Uit het diepst des aardrijks rees de gloedVan goud en zilver die het menschdom met den voetVertrapte onwetend nog wat schatten de aard hem baardeVan vierderlei metaal waarvan k gebruik en waardeHem leerde voor zijn heil zorgvuldig zonder maatJa deze is de eenge troost dien my het noodlot laatDat wat de stervling ooit voor weldaacircn heeft genotenHem uit Prometheus borst alleacuteeacuten zijn toegevloten

DE REIJa zorgloos voor u zelf aan andrer heil gewijdZoo waart gy Maar het leed waar ge in gedompeld zijtIs nog door buigzaamheid te ontkomen O vernederUw hoogmoed en welhaast groet u de hemel wederZijn burger die Jupyn in wijsheid evenaart

PROMETHEUSNeen Niet langs dezen weg is my het eind bespaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

222

Van deze ballingschap Met onoptelbre rampenHeeft my de wil van t lot nog opgelegd te kampenEn ik ik onderwerp me O deze borst heeft krachtEn moed die met de smert van ijdle kwalen lachtMaar om den loop dien zich het noodlot koos te keerenIs t vruchtloos iets getracht Haar vonnissen vereerenDe goocircn zelfs Jupiter wijkt van haar wet niet afVan haar ontstond zijn macht van haar ontstond mijn strafEn wat de ziel vermag is dulden en verwachten

DE REIMaar hoe verwacht gy dan dat weecircr de hemelmachtenVerwisslen zullen en de zetel van Jupyn

PROMETHEUSNeen Blijve dit geheim en wilt gedachtig zijnDat ik van zwijgen slechts mijn redding heb te hopenDe dwingland moet t geheim met mijn ontslag bekoopen

DE REI - KEERBewaar bewaar o machtig lotMijn zwakke ziel van met den god

Die op d Olymp regeert in zulk een strijd te tredenO winne ik zijn genacirc door offers en gebeden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

223

Ik zal ik zal hem steeds ontzienHem innig needrig hulde biecircn

Want wat wat baat het hem te tergenVoor wiens geweld zich niets vermag te bergen

TEGENKEERWaartoe steeds angst en zorg gezochtWaartoe een oogwenk heils gekocht

Voor rampen waar t verstand geen eind aan kan bepalen -Zijn dan ook wy bestemd van ramp in ramp te dwalen

En is der aardbewoonren lotGemeen aan t leven van een god

Prometheus schrikbaar is uw voorbeeldEen godheid tot de straf eens stervelings veroordeeld

TWEEDE KEERGa roep hen thans ter hulp die gy gelukkig maakte

Voor wie gy t hemelsch heil verzaakteWat is het sterfelijk geslachtWat is zijn aanzijn Wat zijn macht

Een schim een schaduw die een oogwenk doet verschijnenEen oogwenk wederom verdwijnen

Blind voor t gevaar dat hem omgeeft aan alle kantZal u hun dankbaarheid bevrijden van uw band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

224

TWEEDE TEGENKEERO moet ik u mijn groet in rouwgezangen brengen

Moet ik hier tranen zuchten plengenIk de eigen die in vroeger tijdDen dag aan uwen echt gewijd

Weecircrgalmen deed van andre zangenDoor t heilgejuich der zeecircgoon opgevangen

Toen k zuster Hesioon uw liefde in de armen brachtO ommekeer van t lot wie had u ooit verwacht

Zesde tooneel

PROMETHEUS IOuml DE REI

IOumlWaar ben ik wat geslacht van menschen voedt dees grondWat zie ik aan den top van deze bergen

Een godheid vastgesnoerd Wat schrikbaar vonnis bondHem aan dit foltertuig

(Tot Prometheus)

Mag k u een antwoord vergenO zeg my waar my t lot gebracht heeft op dees stond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

225

Helaas hoe wreed is t nog op my verbolgenHoe rustloos voel ik my vervolgen

Door t duizendoogig spook dat leefde voor mijn strafEn dat vergeefsch verzwolgen in het graf

My nog van killen schrik de wereld door doet zwervenLaat my in t eind o goden rust verwervenIk val van angst k val van vermoeinis neecircr -

De poorten van de hel heroopnen zich en gevenDe schim van Argus de aarde weecircrIk zie het monster om my zweven

Het volgt my waar ik sta t bewaakt op nieuw mijn schreecircnNog ruischt de toon der rietpijp door mijn zinnen

Die eens vermogend was den woestaart te overwinnenMaar machtloos thans - Waar waar voert gy my heen

O Jupiter Van waar die reeks van plagenOp my die ach uw deernis slechts verdienMoet eerst de laatste van mijn dagenHet einde dezer foltring zien

Of zoo ik misdaacircn heb te boetenZoo splijte de aarde voor mijn voeten

Of zij my de afgrond van de zeeeumln tot een grafUw bliksem moge my verpletten

De doodwond zal alleen my van mijn leed ontzettenk Ben afgefolterd k zal bezwijken in mijn straf

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

226

Bespoedig slechts het uur bespoedig t op mijn smeken

DE REIHoort ge uit het hart der maagd den kreet der wanhoop breken

PROMETHEUSIk hoor den kreet der maagd vervolgd door Junoos haatEens door Jupyn geliefd thans door Jupyn versmaadHet kroost van Inachus treedt tot ons moecirc van t zwervenEn t hijgen naar een rust die zy te lang moest derven

IOumlWie noemt mijn vader in dit oord -O onderrichte my een woord

Eacuteeacuten woord slechts wie gy zijt en waar my t noodlot voerdeWie zijt ge gy wiens stem mijn ziel zoo diep ontroerde

Die ongelukkig zoo als ikMijn naam mijn afkomst toont te wetenEn de oorzaak van dien helschen schrik

Waar Ioumlos geest zoo wreed van is bezeten -Wie is er buiten my die dus dus schuldloos lijdtGy ziet het offer van den dolsten minnenijd -O gy dien alles my een hemeltelg doet denken

Kunt ge Inachus wanhopig kroost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

227

Een enkel oogenblik van troostEen enklen straal van licht omtrent haar toekomst schenken

PROMETHEUSVraagt gy my wie ik ben k verheel mijn naam u nietVerbonden als wy zijn door eenerlei verdrietGy ziet Prometheus hier den vriend der stervelingen

IOumlPrometheus En wie dorst u in dees ketens wringen

PROMETHEUSDe handen van Vulcaan het vonnis van Jupyn

IOumlEn welk een gruwelstuk kon hiervan de oorzaak zijn

PROMETHEUSIk meldde u de oorzaak reeds mijn weldaacircn aan de menschen

IOumlVoldoe nog met een woord den billijksten der wenschenHoe lang nog zwerve ik rond ten prooi aan t eigen leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

228

PROMETHEUSAch zwijge ik hier van eer Wat baat u dat ge t weet

IOumlVerberg verberg my niets wat lot me ook zij beschoren

PROMETHEUSWat ik u melden zou zoudt gy met wanhoop hooren

IOumlt Is zulk een wijsheid niet wier weldaad ik behoef

PROMETHEUSWel nu dan t is uw wil k zal spreken

DE REIO vertoef

Een wijl k Voel Ioumlos klacht geheel mijn borst doordringenAch mochten wy den loop dier lotverwisselingenWier storm haar voor ons voert vernemen uit haar mondVoor dat uw godspraak hier des hemels wil verkond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

229

PROMETHEUSOntvouw ons droeve Nimf door wat gebeurtenissenGy t vaderlijk gebied sints reeds zoo lang moet missenGy hebt de zusteren van Inachus gehoordVerstoot haar bede niet zy sproot uit deernis voortEen deernistraan geeft lucht aan t teecircrgevoelig hartet Verwekken van dien traan verlicht de zwaarste smarte

IOumlk Gevoel in my geen kracht uw reednen te weecircrstaant Verhaal dat gy my vergt vang k zonder dralen aanMaar ach mijn voorhoofd wordt van droefheid overtogenEn schaamte dat ik dus my toone voor uwe oogenEn k bloos schoon schuldeloos om t geen my zoo ver brachtDe kindschheid pas ontgroeid ontwaarde ik nacht op nachtEen wondre zachte stem dus fluistrende in mijn oorenlsquoGelukkige waartoe het heillot u beschorenOntweken Jupiter verlangt u tot zijn bruidHy brandt van min voor u gy Iouml vlied van uitUws vaders watergrot naar Lernaas breede weidenDe koning van d Olymp zal daar uw komst verbeidenrsquok Bepeinsde heel den dag het wonder van den nachtOnzeekrer ieder stond hoe meer ik t overdacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

230

Was ik door de ijdelheid eens vluggen drooms bedrogenOf daalde wezenlijk een stem van uit den hoogenDen wil verkondigend van Jupiter In t endMaakte ik mijn droeven staat aan Inachus bekendDe grijzaart hoorde en schrikte Een menigte van bodenVerspreidde zich alom om t antwoord van de godenUit Pythoos heiligdom en t Dodoneesche boschTe lokken Doch vergeefs De taal des zonnegodsBleef duister en verward en de eikenboomen zwegen -Tot we eindelijk op eens t verplettrend antwoord kregenDat ons en ons geslacht de bliksem van JupynVerdelgen zou zoo k nog mocht wederspannig zijnEn dat zijn hooge wil reeds voorlang had beslotenDat my mijn vader uit zijn armen moest verstotenEn nimmer weecircrzien mocht Wanhopig scheidden wyRampzalige offers van de scherpste dwinglandijDoch onderwerping zelfs mocht Iouml niet meer batenIk had den grijzaart naauw en zijn verblijf verlatenOf k zag my dus misvormd Mijn voorhoofd eens zoo fierOp d eerbren maagdenblos verlaagt my tot het dierMaar weinig nog gezweept door angsten zonder voorbeeldZag k Lerna in het eind genaderd my veroordeeldEens herders wenk te ontzien die t honderdvoudig oogSteeds wakende op my richtte en last had van omhoog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

231

Mijn schreden gacirc te slaan en me op t wreedaartigst kweldek Weet niet wat keer van t lot dat gruwzaam monster veldeHy viel Maar t helsche beeld leeft in mijn zwak gemoedEn spreidt me een nieuwen schrik door t fel verhitte bloedZoo vluchte ik voor my zelf wanhopig over de aardeEn zoek vergeefsch den dood - Welaan ik openbaardeU de oorzaak en den loop van mijn hardnekkig leedOntvouw my t oovrig thans zeg moedig t geen gy weetIk smeek verbloem my niets uit ijdel mededogenIk vrees niets erger thans dan dat k dus werd bedrogen

DE REIO dag van nooit beproefde smartHoe wordt op ieder stond mijn hart

Door slag op slag van een geretenk Zie goden uit hun rang in d afgrond neecircrgesmeten

Ik zie de onnoozelheid verdruktEn onder jammeren gebukt

Waar k nooit me een denkbeeld van kon makenHoe wenschte ik ach Prometheus boei te slaken

Hoe meng k mijn tranen aan uw klachto Iouml Dat voor t minst mijn rouw uw smart verzacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

232

PROMETHEUSGy treurt om haar verhaal Gy zult nog bittrer treurenWanneer gy weten zult het geen nog moet gebeuren

DE REIZoo spreek wy luisteren Deel haar een uitzicht meecircOp t end hoe ver nog af van haar onlijdlijk wee

PROMETHEUSUw ongeduld heeft thans geen uitstel meer te wachtenGy Iouml geef gehoor en wapen u met krachtenGy zult van my verstaan hoe en tot welk een tijdGy t offer nog moet zijn van min en minnenijdHet Oosten roept u t eerst Gy zult uw schreden wendenNaar t woeste Scythieuml wier onbeschaafde bendenGeen vaste haardsteecircn maar slechts tenten met hun rondGedragen kennen en verplaatst op ieder stondZoek geen gastvrijheid daar maar schuw hen na te komenTrek door dit aaklig oord in allerijl de stroomenDer zee langs die t bespoelt tot aan Hybristes vloedTreed daar den oever op tot waar die stroom den voetDes Caucasus ontspringt die de aarde met de kimmenTot eacuteeacuten te voegen schijnt Gy moet dien overklimmen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

233

En keeren u naar t Zuid Hier wordt door de AmazoonNaby Thermodons vloed u teedre hulp geboocircnEn de enge zee getoond die gy moet overvarenEn die aan t nageslacht de erinnring zal bewarenDat gy door dezen weg het andre werelddeelBereikte - Gy verschrikt t geen k spel schijnt u te veelOnnoozle kent Jupyn of deernis of genadeOm u versmaadde hy in dartle lust zijn gadeMaar om dier liefde wil u hulp of troost te biecircnWacht dit van hem niet die gewoon is niets te ontzien

IOumlO goden

PROMETHEUSIouml moed en wil die wanhoop smoren

Gy eischte dat ik sprak Gy hebt nog meer te hooren

DE REIHelaas is nog de maat dier rampen niet vervuld

PROMETHEUSNiet voacuteoacuter het tijdstip dat gy straks vernemen zult

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

234

IOumlGy goden die my haat ach ware ik nooit geborenOf in de wieg gesmoord Maar neen t was my beschorenTe leven tot een spel van uwe heerschappijDoch ik ik-zelf wat draal k Waartoe niet zelve myTer neecircr geslingerd van dees rotsen tegen de aardeEn t lot te leur gesteld dat my uw wreedheid spaarde

PROMETHEUSHoe dus vervreemd van geest Wat zwakheid spoort u aanHet op u rustend leed door zulk een stap te ontgaanWat zoudt gy die u dus door wanhoop laat vervoerenIndien ge u zoo als ik aan ketens vast zaagt snoerenWaarvan geen dood my redt die eeuwig leven moetJa eeuwig lijden zoo my s dwinglands val niet hoedt

IOumlZijn val Wie waagde t ooit hem naar de kroon te steken

PROMETHEUSk Voorspel ik zie den tijd die u en my zal wreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

235

IOumlWie rukt de koningstaf uit een zoo forsche hand

PROMETHEUSZijn eigen roekloosheid een dwaze huwlijksband

IOumlHeeft hy de gade dan die hy zich koos te vrezen

PROMETHEUSZijn eigen kroost zal eens de schrik zijns vaders wezenZoo hy mijn boei niet slaakt en dus zich zelf behoedt

IOumlWie anders brak dien los

PROMETHEUSEen held van uit uw bloed

IOumlIs t mooglijk Van mijn kroost hebt gy uw heil te wachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

236

PROMETHEUSVan t kroost uit uwen schoot na dertien nageslachten

IOumlt Is duister voor mijn geest wat my uw mond voorspelt

PROMETHEUSWelaan u zij de keus wat wenscht gy dat ik meldOf d afloop van uw reis of d afloop van mijn plagen

DE REIOntzeg ons niet kan t zijn van beiden te gewagenHaar hebt ge t een beloofd vergun aan onze beecircHet ander eacuteeacuten gevoel treft ons om beider wee

PROMETHEUSGy wie uw deernis noopt den balling niet te latenHoe wreed hem t lot vervolgt hoe fel de goocircn hem hatenWat zoude ik ooit uw beecirc ontsproten uit een zuchtVan weldoen afslaan neen En gy schep eindlijk luchtBeklagenswaarde maagd wy zijn aan t eind gekomenDer rampen die uw jeugd uw onschuld overstroomenIk meldde u langs wat weg gy uit dit werelddeel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

237

t Naburig Azie zult intreecircn een tooneelVan nieuwen schrik Hier hebt ge Phorcys kroost te mijdenWien beide zon en maan t weldadig licht benijdenHet menschdom hatend en van wederzij verfoeidDoor al wat sterflijk is Een nest van slangen broeitOp t hoofd wiens aanschijn moordt Wacht wacht u haar te naderenVermijd de reuzen ook die t oevergoud vergaderenDer Arimaspias Met eacuteeacuten oog uitgerustAacircmt hun misvormd gelaat de moord- en plonderlustGy waan geen vreemdlings recht by deze monsters heiligNu opent zich voor u een landstreek meerder veiligU buigt de Egyptenaar zijn schedel zwart geblaaktDoor t zonvuur waar geen wolk een frisschen droppel slaaktHeil heil u wen de Nyl zijn zegenende golvenZal rollen voor uw oog Het lot zoo lang verbolgenBevredigt zich de grond waarop gy d eersten troostErlangt is uw gebied is t erfdeel van uw kroostZiedaar hetgeen me t lot veroorlooft u te ontdekkenEn moog die godspraak u een nieuwen moed verwekkenOf twijfelt gy en heeft mijn taal nog duisterheidSpreek waar ik helpen kan vindt me Iouml steeds bereid

DE REIHeb dank doch duld met een dat wy nog meer verwachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

238

PROMETHEUSVan t geen k heb toegezegd kunt gy u zeker achtenO telg van Inachus ten teeken dat mijn mondHier t echte vonnis van het strenge lot verkondtZal u mijn kennis zijn van reeds vervlogen tijdenk Zal hier heel d omvang niet van uw langdurig lijdenHerhalen Dat ge u slechts het uur herinnren mochtToen gy Thesprotieuml en Dodones bosch bezochtGy zaagt terwijl gy vloodt de godgeheiligde eikenHun takken neigen naar den grond en tot u reikenEn murmelen u toe h e i l g a d e v a n J u p y n Maar ach dit kon geen troost by zoo veel jammren zijnUw angst verdubbelde de wanhoop gaf u krachtenGy vloodt langs t strand der zee die volgende geslachtenBenoemen zullen naar den naam dien gy nog draagtEn ijldet naar dit oord - Gy ziet bedroefde maagdDat ik uw noodlot ken k Weet wat gy hadt te lijdenEn nog te lijden hebt maar k spel u beter tijdenDaar waar de Nyl zijn vocht aan t zilte zeenat mengtDaar snelt der goden Vorst u in t gemoet Hy wenktNu gaan uw smerten zich in louter vreugde keerenZoo ver de Nyl zich strekt zal uw geslacht regeerenEen fiere heldenstam zal spruiten uit uw schoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

239

En bloeien de eeuwen door Een hunner zal de noodMet vijftig dochteren naar Argos wederbrengenOm aan zijn broeders bloed het zijne niet te mengenVergeefs In Argos zelf vervolgt een vijftigtalVan minnaars t huwelijk dat hen verdelgen zalWant hier hier moet de nacht geen minvlam zien ontbrandenMaar tuigen mannenmoord gepleegd door vrouwenhandenSlechts eacuteeacutene eacuteeacutene enkle maagd ontziet haar echtgenootEn toont zich vrouw en waard haar afkomst uit uw schootMet haar geredden gacirc zal ze Argos rijkskroon dragenEn hy wiens heldendeugd heel t aardrijk zal gewagenDat hy verlossen moet van monsters zonder talDie me uit een foltering van eeuwen redden zalMoet spruiten uit dit bloed Zie daar den wil der godenEn t geen ik melden mag en meer is my verboden

IOumlGezegend tijdstip spoed spoed aanMaar wat bedriegelijke waan

Gelogenstraft door de angst waarvan k my voel bespringenNeen zelfs in d afgrond van het grafHoop ik geen eind aan dees mijn straf

Verheugt verheugt u hemelingenIn t geen onschuldige Iouml lijdt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

240

En gy vooral neem wraak onzaalge minnenijdk Bezwijk niet neen noch ben bestemd te stervenIk ben bestemd van smart tot smart

Van foltering in foltering te zwervenEn enkel wanhoop is de toevlucht van mijn hart

(Zy vertrekt)

DE REI - KEERMet recht o sterveling met rechtSchuwt gy een ongelijken echt

De liefde stort in onafzienbre rampenAls zy verbinden wil hetgeen het noodlot scheidt

Ge erkent u machteloos om tegen dit te kampenEn wien by u zijn gunst een troon heeft toegezeid

Slaat op geen herdersmaagd een blik van tederheid

TEGENKEERRampzalige Iouml ach uw lotSproot uit de liefde van een god

Wie dacht haar ooit gedoemd tot zulk een lijdenOm wie der goden Vorst verliefde zuchten slaakt

En wie wie zou haar thans die hooge gunst benijdenDaar Junoos minnenijd zoo vreeslijk om haar waakt

En voor de onnoozle maagd een hel van de aarde maakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

241

Slotzang

Slaat nooit op ons o goden de oogen neecircrZij ons een gacirc bestemd van uit het rijk der zeeeumln

Ons needrig hart verlangt niets meerEn siddert om de bron van Ioumlos weeeumln

PROMETHEUSEn echter zal die trots zich eenmaal diep vernederenDat hart zal beven dat geen liefde kan vertederenGeen wanhoopkreet doordringt Gy werkt uw eigen valVrijmachtbre Jupiter De vloek uws vaders zalZich eens vervullen Ja de grijze godenkoningVerstoten door zijn zoon van uit de hemelwoningMoet zich gewroken zien wanneer die zelfde zoonDoor eigen overmoed zal tuimlen van den troonUw donder moge nog verschriklijk om ons grommenEens zal zijn schrikgeluid in uwe hand verstommenUw bliksem moog nog de angst verspreiden over de aardVoor al dien praal van macht is t Noodlot niet vervaardDe kroon wankt op uw kruin gy zult uw gruwlen boetenOnmijdbaar is uw val of k zie u aan mijn voetenZiet gy den vijand niet die u verpletten moet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

242

Met vlammen ijslijker dan heel uw bliksemgloedBestormt hy uw Olymp Zijn hoofd reikt tot de starrenHy trapt van krijgsdrift en doet d afgrond opensparrenDe bergen daavren en de zee ontspringt haar bedEn gy gy stort ter neecircr Van zulk een slag ontzetZiet Pluto u vol schrik t gebied der hel betredenTerwijl het menschdom juicht dat eindelijk zijn bedenVerhoord zijn door dat Lot dat eenig t Al regeertEn dat de goden zelf als t Hem behaagt verneecircrt

DE REIWat waanzin laat laat af dus Jupiter te tergen

PROMETHEUSWat zou ik dees mijn wensch den dwingeland verbergent Is waarheid wat k verkond Daar leeft een hooger machtUit wie de zijne daalt

DE REIMaar nog nog heeft hy kracht

U om zoo stout een taal op t ijslijkst te kastijden

PROMETHEUSMijn dood vermag hy niet en k heb geleerd te lijden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

243

Verneecircre zich wie wil voor dwingelandentrotsPrometheus kent geen vrees zijn boezem is van rotsWanneer het rechten geldt die hy niet mag verzaken -Maar k zie Mercurius dit eenzaam oord genakenWat of zijn komst ons brengt - De bode van JupynDen Oppervorst der goocircn zal hy niet lang meer zijn

Zevende en laatste tooneel

PROMETHEUS DE REI MERCURIUS

MERCURIUSHardnekkige wiens list het heiligste aan dorst randenEn goocircn verachten die met doemenswaarde handenHet vuur tot hunne dienst ontglommen aan t geslachtDer slijkbewoonren als uw eigen weldaad brachtDe Koning van de goocircn gebiedt u my te meldenWat gruwzaam huwelijk uw woeste orakels speldenDat hem van t wettig rijk een dag verstoten zouk Verwacht Prometheus hier geen tegenstand OntvouwDe waarheid zonder kunst en trouweloos verdichtenOf waant gy dat Jupyn voor uwen wil zal zwichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

244

PROMETHEUSk Erken in deze taal en schaamtloos trotschen toonDen zendling van een Vorst zijn scepter ongewoonOnnooslen waant u vrij in uwe hemelwallenBeveiligd tegen t lot k Zag reeds twee goden vallenEn zinken van hun troon in d afgrond Dieper schandVerwacht by sneller val den derden dwingelandEn my my zou t geweld dier pas verheven godenDoen siddren Mijn gemoed zich krommen voor die snoodenGa Jongling keer te rug naar die u herwaarts zondHet antwoord dat gy vergt komt nimmer uit mijn mond

MERCURIUSDie hoogmoed heeft sints lang u t levenszoet verbitterd

PROMETHEUSVoor al den hemelglans waarvan uw slaafschheid schittertRuilde ik de wreedheid niet van t noodlot dat ik lijGeketend aan dees rots mijn foltertuig maar vrijZie k met verachting neecircr op u en uws gelijkenDie voor dit nieuw gezag met kruipende eerbied wijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

245

MERCURIUSZoo is de droeve staat waarin gy thans verkwijntNog zalig in uw oog zoo t uit uw reednen schijnt

PROMETHEUSTreff zulk een zaligheid mijn vijanden k BenijdeU t laf genoegen dier bekentnis niet ja k lijdeEn plagen zoo als gy verdiend hadt te ondergaan

MERCURIUSHoe ik Wat heb ik toch tot uwe ramp misdaan

PROMETHEUSMijn fel getergde haat kan geen der goocircn verschoonenDie met een ijzren hart mijn braafheid dus beloonen

MERCURIUSWat woeste ziekte heeft uw geestkracht dus ontsteld

PROMETHEUSDe haat voor laagheid en voor wetteloos geweld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

246

MERCURIUSO zoo gy heerscher waart wat lot werd ons beschoren

PROMETHEUSHelaas

MERCURIUSIn t hemelsch hof doet nooit zich weeklacht hooren

PROMETHEUSDe tijd treedt langzaam voort en voert mijn antwoord meecirc

MERCURIUSZoo weigert gy dan steeds voldoening aan mijn beecircEn laat my zonder vrucht gelijk een slaaf hier wachten

PROMETHEUSSlaaf zijt ge en als een slaaf zal ik u immer achtenMaar wat toch geeft u hoop dat ik verandren zalVoor dat dees vuige boei van om mijn leden vallGeen straf geen pijniging geen ons bedachte vondenDoen ooit mijn veege borst de orakelstem verkondenZoo plettere de schicht des Donderaars mijn kruin

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

247

En keer zijn dolle storm heel t aardrijk tot een puinIk buig niet en t geheim dat hem zoo wreed doet zorgenBlijft voor zijn angstig oog zoo lang hy heerscht verborgen

MERCURIUSWat baat dit aan uw leed

PROMETHEUSIk heb het dus bepaald

MERCURIUSOntzie de stormen die den weg waarop gy dwaaltBedreigen en keer weecircr

PROMETHEUSO staak dit ijdel pogen

Gy hadt dees strandrots eer dan mijn gemoed bewogenIk voer geen vrouwenbloed om bevend voor een troonTe knielen of den glans van een geroofde kroonTe aanbidden recht en eer lafhartig te verlatenEn smeken om de gunst van wien k het felst moet hatenIn zulk een gruwelstuk vervalt Prometheus niet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

248

MERCURIUSVergeefsch dan is de raad dien u mijn vriendschap biedtGeen rede kan het staal van uw gemoed doordringenMaar vruchtloos worstelt gy om u den nood te ontwringenAls t jong en vurig ros dat in zijn teugels woedtAls hy zult ge in het end bezwijken De overmoedBaat weinig waar geen macht gereed staat haar te sterkenDoch is geen bede in staat uw redding te bewerkenZoo hoor voor t minst het lot verhonderdvuldigd wreedDat langer tegenstand u zal berokknen WeetDat Jupiter dees rots van uit zijn wortel rukkenU zelven door de lucht geslingerd met zijn stukkenGeen rustplaats gunnen zal dan in het diepst der helDaar opent zich voor u een nieuwe jammrenwelDaar zult ge uw vrijheid nog in schrikbrer boei betreurenDaar zal u de adelaar het ingewand verscheurenHerlevend telkens tot vernieuwing van een pijnUw godenleven lang bestemd uw straf te zijnZoo niet een held verrijst die in het rijk der plagenMet onvertsaagden voet zich levende durft wagenEn u te rug voert in het lang gemiste lichtBeraad u naar dit kort maar onvervalscht berichtDer toekomst t Past geen god door Jupiter gezonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

249

Verachtbre striktaal voor orakels te verkondenEn o dat niet altoos onbuigbre hovaardijU meer dan wijsheid meer dan heel uw aanzijn zij

DE REIUw rede zendling van Jupyn heeft ons bewogenJa overdreven trots Prometheus blindt u de oogenDurf ze oopnen t Is den man die wijsheid mint geen schandZich te onderwerpen aan den invloed van t verstand

PROMETHEUSOm my mijn toekomst te openbaren

Had ik geen hemelboocirc van nooden k Ken JupynWat dan zijn felste haat kon my beschoren zijnHet onweecircr moog zich om mijn hoofd vergacircren

Ontbrand de bliksem van rondomEn laat zich t woedende gegrom

Der stormen aan t geknal des schorren donders parenDe bevende aarde splijte en oopne zich de hel

En dat de zee tot aan de wolken zwellLaat my die zelfde schok in t diepst des afgronds voerenWaar een onbreekbre band mijn leden klemmen zal

Geen kwelling zal mijn vrij gemoed ontroerenMijn leven en mijn wil zijn hooger dan t geval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

250

MERCURIUSZijn onbetembre zinnen dwalenDe vrees der opgehoopte kwalen

Die hem bedreigen voert de rede hem niet weecircrGy schoone Nimfenrei wier troost hem bijstaat keerNaar veilger oord en dat een snelle vlucht u hoedeVoor t enkele geraas van s hemelskonings woede

DE REIWy volgen nimmer dezen raad

Hy is ondraaglijk aan onze oorenIk heb den lafaart steeds gehaatDie d ongelukkige overlaat

Aan t onheil dat hem staat beschorenWy deelen in zijn jammerlijken staat

En kozen kon het zijn eer met den held te snevenDan met den smet van snood verraad te leven

MERCURIUSZoo wijt u zelve t kwaad dat u bereiken moogEn waagt het nimmer op Jupyn de schuld te ladenAls of t u dreigend leed ontgaan was aan uw oogGewaarschuwd voor zijn toorn zijt gy t die onberaden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

251

U in gevaren storten gaatWaarin geen naberouw uw roekeloosheid baat

(Hy vertrekt)

PROMETHEUSDe godspraak wordt vervuld de daavrende aarde

Scheurt weg het bliksemvuur dat zich aan t zwerk vergaardeIs losgebroken en geheel de trans ontgloeit

De donder gromt de noodstorm loeitHet stof stijgt op in reuzige kolommen

De zee ontwassen aan haar perk is opgeklommenTot aan de hemelen die neigen tot hun val

t Is alles zaamgespannen in t HeelalOm mijn gemoed tot slavernij te dwingen

Gy Godheid waar k uit wierd die over stervelingenEn goden t alziend oog de tijden door laat gaanGetuig gy wat ik lijde en wat ik heb misdaan

(Hy verdwijnt)

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

252

Cassandraas voorzeggingEen fragment uit Eschylus Agamemnon

CLYTEMNESTRA CASSANDRA DE REI

CLYTEMNESTRA tot CassandraStijg af en volg mijn schreecircn Cassandra Zoo de goocircnU redloos teisterden met Trojes staat en troonEn doemden tot slavin by t zinken van haar wallenGeen harde slavernij is u te beurt gevallenJa kluisters vielen vaak ten deel aan t edelst bloedHeeft niet ook Hercules des noodlots toorn geboetEn ketenen getorscht - Bevoorrecht moogt ge u roemenDat gy geen anderen dan Vorsten heer moet noemenVerplettend is de last van opgekomen machtDe hand den toom gewoon der heerschappij is zacht

DE REIVerstandig is dees taal Gy vreemde leer de slagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

253

Van t noodlot met geduld (het morren baat niet) dragen

CLYTEMNESTRAZy onderwerpe zich aan een onmijdbre smartDe troost dien ik haar bied dringt zeker haar door t hartZoo slechts t barbaarsch gehoor zich aan de Grieksche klankenNiet weigere

DE REI tot CassandraGy moogt uw koninginne danken

Voor zulk een wijzen raad en volgen dien gedwee

CLYTEMNESTRAk Heb reeds te veel vertoefd Reeds bracht men t offerveeBy t plechtig feestaltaar Erkentlijk vier ik hedenDen dag der wederkomst zoo vurig afgebeden

(Tot Cassandra)

Gy doe u voor het minst door teekenen verstaanZoo de uitdruk u ontbreekt

DE REIk Ben met haar lot begaan

Aan taal en zeden vreemd heeft zy hier hulp van nooden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

254

CLYTEMNESTRAWeecircrspannig toont zy zich aan t vonnis van de godenEn om den val van Troje is ze innig nog verwoedDus poogt zich t vurig ros bespat met schuim en bloedTe ontworstlen aan de hand des ruiters Wat kan t batenBedaar haar ijdle drift Voor my k moet u verlaten

(Zy vertrekt)

DE REIGeen wrevel vult ons hart maar deernis met uw rouwGeef onze stem gehoor stijg af rampzaalge vrouw

CASSANDRAUw bijstand smeeke ik God der dagen

DE REIHoe durft ge van Apol in dees uw toestand wagen

CASSANDRAApol uw bijstand roepe ik aan

DE REIWat klanken doet gy ons verstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

255

Men roept dien god niet aan om zich van leed te vrijdenDie uitgalm dient tot niets dan om zijn naam te ontwijden

CASSANDRAToon u dees dag voor t eerst weldadig jegens myApol Apol uw bijstand heb k van nooden

DE REIDe toekomst vult haar t hart Nog in de slavernijVoelt zy zich weggesleept door d invloed van de goden

CASSANDRAApol waar heeft my t lot geleidApol wat leed wordt my bereid

Waar ben ik In wat oord ben ik gelast te woonen

DE REIGy zijt aan t hof van Koning Atreus Zonen

CASSANDRAO schrikkelijke naam Zoo ben ik in het oordWaarop de vloek rust aller godent Verblijf der meest ontmenschte snoden

Waar alles steeds getuigt van gruwelen en moord

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

256

DE REINog deed de tijd het bloed hier eens gestort niet droogenDer vreemde Wichlares gloeit deze smet in de oogen

CASSANDRAZiet gy die kinderen niet zweven langs de wandDie Wraakzuchts godvergeten hand

Deed sneven en voor spijs den vader voor dorst zetten

DE REILaat af o Wichlares Wil t hart ons niet verplettenMet die herinnering We erkennen in uw mondDe ware orakeltaal maar spaar ze ons op dees stond

CASSANDRAk Zal niet meer reppen van t voorleden

De toekomst die ik zie voert erger gruwlen meecircPaleis van Atreus stam tooneel van ijslijkheden

Verwacht verwacht een nieuwe zeeVan jammeren niet af te weeren -

Die ze eacuteeacutenig weeren kon ziet gy helaas niet keeren1

1 Orestes Agamemnons zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

257

DE REIHoe moet ik deze taal dees duistre taal verstaan

CASSANDRAVerraderes wat vangt gy aan

Hoe is mijn mond in staat uw misdaad uit te sprekenO met hoe valsch een voorhoofd spoedtGe uw Egacirc juichend in t gemoet

Uw eene hand omhelst en de andere stort bloed -Mijn stem gy weigert u Mijn oogen k voel u breken

DE REIDe klanken die gy slaakt zijn telkens meer verward

CASSANDRAHoe pijnigt t geen ik zie mijn hart -De hel de hel-zelf legt hier lagenEn broeit een nooit gehoord verraad

Hier moet een vrouw den aanslag wagenEn drukken hem aan t hart dien zy vermoorden gaatHeft heft den vloekkreet aan ocirc eerbiedwaarde grijzenEn doet uw stad van haar beheerschers ijzen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

258

DE REIEen vloekkreet op dit huis Wat vergt gy van mijn trouwOnthou ons zulk een taal meecirclijdenswaarde vrouwMaar hemel waar van daan verbleeken my de wangenVan welk een angst voel ik mijn boezem prangen

Of t ware een doodelijke slagMijn oogen dicht sloot voor den dag

Iets gruwzaams schijnt voorwaar ons over t hoofd te hangen

CASSANDRAWat draalt ge Ontrukt ontrukt den Vorst

Aan de armen van een trouwelooze GadeEer zy zich in de stroomen badeVan t bloed waarnaar de wraakzucht dorst

DE REIO duistre orakeltaal die ik niet uit mag leggen

Ik sidder voor uw donkren zinAch t geen ons Wichelaars voorzeggenHeeft al te zelden voorspoed in

CASSANDRAO mijn te lang gerekte dagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

259

Zou k om het vreeslijk eind niet klagenDat u op vreemden bodem wacht

Op Trooischen grond mocht ik niet stervenO ongelukkig Vorst gy hebt my hier gebrachtOm met u t levenslicht te derven

DE REIWat god bezielt den toon die uit uw boezem weltDe zangerige stem die dus in klachten smeltIs als de stem der nachtegalenWanneer ze t nooit vergeten leedEn Itys noodlot al te wreed

Aan t luisterende bosch herhalen

CASSANDRAUw lot is zacht by t mijn o Philomeel

Het godendom meecircwarig met uw klachtenDeed u op dunne vleugelschachtenHet hartverscheurende tooneel

Ontvlieden en door kweelende gezangenDen doffen wanhoopkreet vervangenEn my Weet gy wat lot my wacht

Te stikken in mijn bloed door monsters omgebracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

260

DE REIWat zwarte toekomst doet ge ons vreezenMaar hoe betoovert ge ons gehoor

Een godlijke invloed straalt in al uw woorden doorHetgeen gy spelt moet waarheid wezen

CASSANDRAO Paris Paris ijslijk boetOns droef geslacht uw overmoed -

Scamander wiens verlaten stroomenNog rood zien van het Trooische bloedOntfang mijn verren afscheidsgroet

De tijd is in het end gekomenDat my Cocytus sombre boordDe wichlarijen slaken hoort

Zoo vaak versmaad in uw nabijheidToen ik den val voorzag van Trojes roem en vrijheid

DE REIHelaas het blijkt het blijkt te zeer

Dat ge ons iets ijslijks hebt te spellenk Bevroed het uit dien toon van wanhoop maar nog meerUit de angsten die mijn eigen hart beknellen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

261

CASSANDRAO afschrikbarend lot van een gevallen stad

O Troje Troje vruchtloos hadMijn vader uw behoud door zoo veel duizendtallen

Van offeranden afgebeecircnIk zag helaas uw muren vallenUw vorsten in het stof vertreecircn

Uw vorsten wie de goocircn als heel hun rijk verfoeienMijn bloed alleen ontbrak hun woede nog t zal vloeien

DE REIHoe kwelt die godheid u wier adem u bezieltDie invloed is geen gunst maar foltring niet te dragenDe komst vooruit te zien van zulke schrikbre dagenVerdubbelt slechts het kwaad terwijl t de hoop vernielt

CASSANDRAWelaan mijn angstig hart van sombre orakels zwangerGeev zich in t einde lucht k Omwikkel thans niet langerDe waarheid die ik zie in woordenduisterheidVerschijne dan voor u de toekomst ons bereidGy volgt mijn schreecircn en voer mijn hand u tot de boordenDiens Oceaans van ramp die al te dra deze oorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

262

Moet overweldigen - Herdenkt den vroeger tijdIs is dit schrikpaleis niet aan den vloek gewijdDer Eumenieden Ziet den roodgevlekten drempelOmzwerven zy verwoed en merken met den stempelDer onontgaanbre wraak geheel dit schendig oordTooneel van broederhaat van overspel en moordEn kinderslachting die de Zon terug deed tredenWel nu ben k onderricht van t weggesneld voorledenSlaat men mijn wichlarij nog roekloos in den windZiet ge enkel in dees taal een vrouw van smart ontzindEn kent gy d invloed van een godheid niet Spreekt grijzenDeelt me uw gevoelens meecirc

DE REIUw woorden doen my ijzen

Ach verg niet dat ik spreek Van d overkant der zeeKwaamt gy Wie leerde u dus t aloud en erflijk weeVan Argos Koningstam

CASSANDRAU heb k die gunst te danken

Apol Uw aacircm bezielt dees borst met hemelklankenEn t menschdom niettemin is voor mijn woorden doof

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

263

DE REIHelaas maar al te veel verdient gy zijn geloof

CASSANDRAOp nieuw grijpt my de geest der godheid aan De dagenDer toekomst dreigen wraak en naadren zwaecircr van plagenZijn niet die knapen die den ingang van t paleisBewaken uit het graf herrezen om den eischVan t Lot voldaan te zien en hunnen moord gewrokenO slaat de houding gacirc dier onverzoende spokenZy wijzen op den disch die met hun vleesch en bloedBeladen (groote goocircn) hun vader heeft gevoedDe schuld uws vaders gaat gy boeten o mijn KoningEen wolf verhit op moord sloop in de vorstenwoningEn loert daar in den nacht gewikkeld van t verraadHet lang berekend uur der wraak af Ach het slaatGy valt doorluchte Vorst Verwinnaar der TrojanenGy valt Uwe echtgenoot die met geveinsde tranenU in haar armen drukt biedt offers aan de goocircnVan vreugde dat ze in t end haar Gade in t rijk der doocircnMag neecircr doen storten O voorbeeldelooze woedeO opzet bloediger dan immer tijger broeddeO vrouw vloekwaarder dan Charybdis als haar schoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

264

Den scheepling inzwelgt en weecircr opgeeft aan den doodUw naam te noemen is me een gruwel Ja de zegenIs u Gy roept die uit en de afgrond juicht u tegenGy siddert eedle rei maar twijfelt aan mijn reecircnHoe sluit gy de oogen nog voor t licht Wat zeg ik neenHoud houd dien twijfel vast te dra zult gy hem dervenEn ik mijn wichlarij bezeeglen met te sterven

DE REIIk ken de gruwlen die gy meldt Thyestes dischEn al t onschuldig bloed dat hier vergoten isMaar ach wat baat het u een toekomst te verkondenWaarvoor ons hart zich sluit en die t niet kan doorgronden

CASSANDRADat Agamemnon nog op heden sterven moetZie daar wat ik u spel

DE REIDat ons de Hemel hoed

CASSANDRAKan t woord eens stervelings den wil van t Lot doen falen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

265

DE REINeen maar kent gy dien wil Ook wichlaars kunnen dwalen

CASSANDRAO hemel welk een vlam doortintelt mijn gemoedDe dwang der godheid is t die my nog spreken doetIk zie de tijgerin den fieren Woudvorst zoekenIn blakend ongeduld elk oogwenk toevens vloekenDe laffe deelgenoot van haar ontuchtig bedEgisth verzelt haar schreecircn de dolken zijn gewetHun zegepraal genaakt uw sterfstond is gekomenO Argos groote Vorst en ook mijn bloed gaat stroomen -Weg dorre kransen en gy ijdle wichlaarstafLig daar Wat baat ge my in t naar my gapend grafWat hebt ge my gebaat in t bloeien van mijn levenToen ik de heilge gaaf my door de goocircn gegevenVan vijand beide en vriend miskend zag en bespotTerwijl mijn hooploos hart den wil doorzag van t lotOnzaalge hulsels weg Versiert eens anders harenGy kunt een andre kruin thans met het leed bezwarenDat zoo lang woog op my Hier hier wenkt my de handDes langgewenschten doods Ver van mijn vaderlandVerrees in dezen dag de laatste van mijn dagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

266

Want zelfs aan t vlietend bloed van mijn vermoorde magenDe stroomen van het mijn te mengen werd me ontzeidEn k werd gespaard voor t lot dat me op dees grond verbeidtDoch onze laatste zucht zal niet met d aacircm der windenVervliegen en onze asch haar wreker eenmaal vindenMijn Koning t Is uw zoon thans zwervende over de aardHem voert een godheid hier om t onmeecircdoogend zwaardZijn moeder door het hart te stooten tot verzoeningDer felvertoornde goocircn en onze wraakvoldoening -Maar k staak mijn klacht in t end De dood is my geen leedZag k niet den val van Troje - Ach die haar zinken deedDerft dra met my het licht Verwinnaar en gevallenHervinden zich in t graf eacuteeacuten lot vereacuteeacutent ons allenZoo vloeie dan mijn bloed het kwijnend lichaam uitEn spoed u stervensuur O reeds van zelven sluitMijn oog zich voor deze aard en al haar ijslijkhedenVerblijf der rust ontfang me Ik heb te lang geleden

DE REIO ongelukkige het zij ge waarheid meldtHet zij zich uw gemoed met hersenschimmen kweltMaar hemel waar van daan by de aaklige bewustheidVan t dreigendste gevaar die wondre zielsgerustheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

267

CASSANDRAMijn uiteinde is bestemd k zie t naadren zonder schrikGelatenheid verzoet het stervensoogenblik

DE REIO stervling leer van haar zoo lang des voorspoeds dagenZacht henenrollen u in t onheil meecirc gedragen

CASSANDRAO mijn verdelgd geslacht t uur onzes weecircrziens slaat

(Zij wil in het paleis treden maar deinst met afgrijzen terug)

O gruwel

DE REIWichlares Wat nieuwe siddring gaat

U aan dat zich uw tred niet op den drempel veste

CASSANDRAt Is de adem van den dood die reeds dit oord verpestte

DE REIO overmaat van schrik

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

268

CASSANDRAk Verlate u in het end

t Geen thans gebeuren gaat maakte u mijn mond bekendHerdenkt my Grijzen als ons beider bloed zal stroomenHerdenkt my als de tijd der hemelwraak zal komenWanneer uws konings kroost der overspeelren bloedAan vaders gramme schim ten offer plengen moetHerdenkt my dan en tuigt Cassandraas laatste klankenEeacuten woord nog Aan den god wien ik de gaaf moet dankenDier droeve wichelkunst met zoo veel leeds betaaldO Zonnegod wiens gloed my hier voor t laatst bestraaltDoe haast den dag der wraak aan deze kim ontluikenDag die der snooden trots en zegepraal zal fnuikenGekwetste vorsteneer herstellen en dit oordBevrijden van den smet van laffen vrouwenmoord -Zoo is het menschlijk lot Het heden te vertrouwenIs op de wenteling der holle zee te bouwenDenk stervling aan de les van reeds beproefden noodEn midden in uw heil wacht tegenspoed en dood

(Zy ijlt naar binnen)

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

269

Het treurspel (Ode)

Aartsengelin die van Gods zijGevlogen uw aanbidbre heerschappijOp ons vervallen stervelingenAls op de reine hemelkringenOnwederstaanbaar werken doet

O Dichtkunst tolk van God in t u gewijd gemoedLust het u soms de blanke Cherubsveecircren

Van uit de hoogste hemelsfeerenNaar onzen stofklomp uit te slaan

Lust het u soms in schraler lucht te zwevenOm met een nieuw een Godlijk leven

Te zaligen zoo ver uw wenk kan gaan

O neen Wat zeg k het ware u honenUw vlucht te lokken naar deze aard

Hoe zou de hemelklank dier toonen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

270

Voor de Englen Gods alleen bewaardDie klank waar Zijn volkomenhedenZich spiegelen in al haar pracht

Voor dit ons uitgedord benedenZich wederscheppen in zijn kracht

Voor altoos weekt gy van deze aardeMet al de weldaacircn die gy baardeMet ware schoonheid deugd en recht

En thans eacuteeacuten toon van u die in verheevner ordenGeheele werelden doet worden

Deed ons onheiligen aan aardsche lust gehechtMet heel deze aarde in t niet waaruit wy werden zinken

Doch o is t voor het minst geen al te stout bestaanDien toon hoe flaauw ook na te klinken

Is t met der schoonheids rijk voor eeuwig niet gedaanIs t niet vergeefsch dat West en NoordenZich paren aan de weeldrige oordenVan t door God zelf geheiligd Oost

Om door hun vlammende gezangenUwe albezieling te vervangenBy t u onwaardig menschenkroost

Verkond ons wie der Kunstgodinnen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

271

In Griek en Romers tempeltinnenMet heidensche offers aangebeecircn

Na u dien troon op de aarde mocht bekleecircnVan waar gy eacuteeacutenmaal zelf het menschlijk harte roerdetVerhieft vergeestlijktet en aan Gods voeten voerdet

Wien hoort de glans dier zegepraalIs t Clio wier manhafte taal

Den roem van s aardrijks vroegste tijdenAan t laatste nageslacht verkondtDie door des blinden dichters mondHet plekjen waar eens Troje stond

Aan de eeuwigheid vermag te wijdenEen rij van koningen een fiere heldenstoetDien ze uit het graf herroept en ons aanbidden doet

Kent haar de zege toe Zy vlechten hun laurierenStemt gy het meecirc in eacuteeacuten om Clioos kruin te sieren

Maar neen een andre toon ontstaatEuterpe roert de gouden snarenDaar treedt zy voor met losse haren

De Godheid in het oog die door haar spreken gaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

272

Zy zingt Het aardrijk is verdwenent Verleden en de toekomst smelt in eacuteeacutenen

De hemel opent zich voor t menschdom t Is te veelGeen stervling viel de kracht ten deel

Haar stouten hemelvaart te teugelenOf t spoor te volgen van haar vleugelen

De ziel verliest zich in die vluchtErkent haar machtloosheid en stort in lager lucht

Gy zijt het Melpomeen de kroon past op uw harenU zij het dichterlijk gebied

U die den gloed der lierzang weet te parenAan t grootsch geluid van t heldenlied

O weigert gy niet aan deze oordenDien toon der hooge heemlen lust

O tokkelt ge die zilvren koordenWaar op der heemlen waarheid rust

Ge ontrukt ge ontrukt ons aan ons zelvenGy voert ons tot de stargewelven

Tot voor dat licht waar meecirc Gods Almacht zich omhultGy kent en gy verkondt die wegenWaardoor Zijn vonnis of Zijn zegenZich in dit jammerdal vervult

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

273

Maar hoe wat bloed- wat treur- wat schriktoneelenMeestres van t diep geschokte hartDie door het knijpen zelfs der smart

De ziel te boeien weet te streelenWat ijslijkheden voert ge ons aan

Hier broeders heet op t bloed van broedersDaar aan zich zelve ontvallen moeders

Die aan haar eigen kroost verwoede handen slaanHier vorsten by den troon geborenTer neecircr gebliksemd van dien troon

Daar de eer die braafheid scheen beschorenOntwijd aan gruwelen ten loon

Wat vreemde tegenstrijdighedenDoor t sterfelijk verstand bestredenEn die ge t weggesleept gemoedErkennen en aanbidden doet

Want zwevende op azuren wolkenOntdekt gy d opgetogen volkent Ontzachelijk geheim van t Lot

En wijst by t stroomen onzer tranen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

274

By t bulderen der driftorkanenOp de Alvoorzienigheid van God

De loop van werelden en tijdenDus leert ge is door eacuteeacuten woord voor de eeuwigheid beschiktEn t eens bestemde lot blijft pal en onverwrikt

Den slag door dit gedreigd te mijdenIs boven t perk der menschlijkheid

En al die standverwisselingenDie zich elk oogenblik verdringen

Geleiden ons naar t heil door Zijn genacirc bereid

Verheven rei van s Oudheids treurspeldichterenVan schoon- van groot- van waarheidstichterenEn gy vooral doorluchte dichtrenvorstO Eschylus uw stoute dichtvlucht dorstHet spoor tot hooger waarheecircn banenDan blinde heidnenzielen wanenDe zetel van hun valsche goocircnSchokte op het galmen van uw toon

Uit hooger ja uit hemelsche oordenDrong met den klank van uwe woordenEen straal van waarheid in het hart

Verheffend voor den geest en balsem voor de smartZoo Dichtkunst voegt het u te loven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

275

De traan in t oog het oog gericht naar bovenBezield met heldenkracht op vorstengrootheid fier

Gy zijt het Melpomeen de kroon past op uw hairenDat dan die kroon uw hairen sier

En roere uw Zustrenrei ter uwer eer de snarenTer uwer eer Tot die van GodVan Hem die heel des werelds lot

Met eacuteeacutenen wenk bestemde in eacuteeacuten hand houdt omslotenVan Hem uit wien de glorie daaltDie om het hoofd van Vorsten straalt

Waarvan Zijn hand het eacuteeacutenig kan ontblotenVan Hem die zegent Hem die wreektWiens invloed in den dichter spreekt

Wanneer het woudgediert zich opdringt aan zijn kluisterenHet stof zelf zich bezielt en aarde en heemlen luisteren

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

276

Liefde

In d eersten gloed der jeugd wen t ligt getroffen hartDe prikkling van t vermaak en t knellen van de smartIn al hun kracht ontfangt wanneer de driften woelenDoor heel ons aanzijn en de Godheid doen gevoelenDie noopt tot zaligheid - wat voorwerp heeft natuurDen dichter waardiger dan liefde uw hemelsch vuurVoor u dan klink mijn zang Geliefde zanggodinnenBezielt me k ga een lied het lied der jeugd beginnen

Wie zijt ge hemeltelg wier goddelijke gloedt Heelal in wezen houdt Wat drift de boezem voedVan u is de edelste de heiligste van allenVan u de machtigste By duizend duizendtallenBiedt u het menschdom dag aan dag het offer aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

277

Van harten die voor u voor u-alleenig slaanUw aacircm is heeter dan de gloed der hemeldakenWen Sirius gesternt het aardrijk dor doet blakenDe drift die op uw wenk het ziedend hart vervoertIs woester dan de orkaan die d Oceaan beroert

Wie zijt ge hemeltelg Uw frissche myrtenkransenZijn duizendwerf meer waard dan de onbetrouwbre glansenDer kroon De vorstlijke eik de slanke populierVerneecircren voor uw myrt hun fierheid De laurierBeschaduwt s dichters hoofd om zich aan haar te parenAanschouw de menigte die zich om uw altarenVerdringt Het bleek gelaat getuigt de minnesmartDie merg en bloed verteert gekoesterd in het hartDes krijgsmans woestheid is in tranen weggezonkenUit de oogen die alleen van oorlogsijver blonkenZijn moordlust is gesmoord hy ademde in de luchtDie in dees streken speelt een liefelijker zuchtVerg dichter van uw lier geen moedige oorlogszangenHet kwelend liefdelied heeft die van zelf vervangenEn alles stemt te zaacircm om d invloed van de minTe zingen alles roept haar dierbre gunsten in

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

278

Wie zijt ge hemeltelg Wat dit uw alvermogenDaal neecircr aanbidlijke voor onze aanbiddende oogenEen lentekoelte waait en spreidt zijn ambergeurDoor t trillende geboomt de frissche grond stort keurVan bloemen alles aacircmt een nieuw een beter levenWat ruischt gy golfjes door een teedre lust gedrevenEn spat in schuim op En gy zoete melodyVan t tjilpend pluimgediert spreek wat verkondigt gyWees welkom heilgodes gy nadert uit den hoogenVerblindend is uw glans uw schoonheid voor onze oogenMaar ja wy kennen u des hemels oudste kroostDoor wie het menschdom werd en die zijn jammren troostGeen kind vol wreedheid dat met dartelende handenVermaak schept met zijn gif het weecircrloos hart te brandenO neen een engelin die waar haar voetstap naaktHet doode levend en wat leeft gelukkig maaktGelukkig duizendmaal op wien uw gaven dalenWie al de schatten van een wereld niet betalenGelukkig duizendmaal wiens uiterste ademtochtAan u geheiligd uw gezegend heil bekochtVergeefs misgunt een zee u de allerzoetste kussenLeander zou haar woede uw brandend minvuur blusschenUw arm tart golf en storm en overwint de nood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

279

Verhonderdvoudigt uw geluk maar zelfs de doodWaar zoet mag Heroos hart er t offer van ontfangen

O mocht mijn boezem eens zich aan uw boezem prangenNaar wie mijn hart vergeefs sints de eerste kindschheid zuchtWier tooverbeeld me omzweeft wier wezen my ontvluchtk Zou door het bruisschen heen der opgezette barenMy storten in uw arm ja duizend doodsgevarenTrotseeren om eacuteeacuten blik van uw aanminnig oogDe roem van oorlogsmoed de roem der kunst klinkt hoogEn zoet weecircrgalmt haar stem in vrijgeboren hartenMaar ach wat is dat zoet by t heil ja by de smartenDer liefde Lauwerkrans die t dichtrenhoofd omvlechtWas ooit mijn jeugdig hart aan uw bezit gehechtt Waar om u met dit hart der schoonheid aan te bieden

Maar gy o Engelin wat spoedt gy ons te ontvliedenU danken we u alleen wat de aard tot hemel maaktVerleen uw bijzijn aan den dankgalm dien zy slaaktMaar neen gy toeft niet moecirc van t nietig stofgewemelSpreidt gy den goudglans van uw wieken uit ten hemelOns oog verliest u in zijn bogen voer de beecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

280

Van t onvoldane hart voor t minste met u meecircIk vraag geen aardsche macht noch ligt vergankbre schattenDie onrust zonder maat geen rein geluk bevattenIk hijg naar t heil van een door u gezegelde echtO mag ik heel den loop mijns levens aan het rechtTer Godgeliefde dienst van d onderdrukten wijdenZoo laat my voor die zaak de felste rampen lijdenIk ben gelukkig k ben verheven boven de aardZoo gy my slechts een bloem op dit mijn pad bespaart

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

281

Aan Bilderdijk by het afsterven van zijn zoon Julius Willem

Ja TRANEN ZIJN ONS DEEL OP AARDEn wat de weg des levens baart

Is distel voor den voet en voor de lippen alsemHier treffen slagen waar wy treecircnHier groeien jammren rondom heen

En de aarde die ze teelt teelt voor ons leed geen balsem

Dit klonk uw lier doorluchte BardZoo vroeg reeds aan de wrangste smart

t Hardnekkigst lijden prooi gegevenDit klonk die lier wier melodySteeds somber maar steeds groot en vrij

De waarheid in den toon der Poezy deed leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

282

Gy wachtte sints uw eerste jeugdVan geen ontluisterde aarde vreugd

Dan die geboren wordt uit moed en plichtsbetrachtingGewapend tegen t grimmig lotMet onbeperkte hoop op God

En met de toovermacht der Dichtkunst tot verzachting

Ach t was geen aardsche tegenspoedDie zulk een steun die zulk een moed

In d eedlen boezem kon verwrikkenDes noodlots toorn verzelde uw schreecircnGy zaagt haar dreigende om u heenMet onverzette blikken

Maar ach een ijsselijker slagDan al wat jammer heeten mag

Trof uw in t leed vergrijsde hairenEen slag o God O had mijn bloedDen eisch van t ijzren lot geboet

Het had gestroomd om hem uw hoofd te sparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

283

Vergeefs ontzag het brandende OostOntzag de storm het dierbaar kroost

Dat aan den boezem snelt te lang van hem gescheidenDe dood staat van haar prooi niet afEn de akelige toon van t graf

Vervangt het welkomstlied wiens galmen hem verbeidden

Wie zal wie kan het thans bestaanDe bittre hartverscheurbre traan

Die op de wangen brandt der ouderen te drogenWie spreekt hier ijdle troostreecircn uitVerzwolgen in het smartgeluid

Waarin de spraak verstikt by t onbescheiden pogen

Neen wie uw zielsgevoel verstaatStort hier geen machtelooze maat

Om de overstelpte borst aan t foltrend wee te ontscheurenZijn lier omfloersd met treurend zwartGeeft slechts den doffen toon der smart

En wat zijn hart vermag is met het uw te treuren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

284

Van U alleen o God komt troostGy geeft en gy herneemt het kroost

Waar t ingewand aan kleeft de ziel in leeft der ouderenIs niet van U en ramp en vreugdEn t aardsche lijden zelfs der deugd

Verlicht niet Gy den last van de afgetobde schouderen

Van uit Uw alomvattend HofWaar t alles juicht in Uwen lof

Slaat Gy Uw droeve kinders gadeEn uit de diepste kolk der smartVerheft Uw hand weecircr t zinkend hart

En de Englen loven Uw genade

Der troostelooze moeders zuchtZal niet versmelten in de lucht

Maar voor Uw glansrijk aanzijn stijgenDe kreet des vaders om zijn zoonDringt door o God tot voor Uw troon

En doet de hemelvreugde zwijgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

285

De geest des afgestorvnen leeftDe geest des afgestorvnen zweeft

Naby het kwijnend moederharteZijn geest omzweeft dat achtbaar hoofdIn leedverduring afgesloofd

En lenigt ongezien zijn smarte

Ja heilbocirc van Gods oppermachtZal hy in schaduw van den nacht

U t uur verkondigen dat onzen boei moet slakenDen heildag die het gantsch HeelalIn d eacuteeacutenen God vereenen zal

En in der schepslen heil des Scheppers werk volmaken

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

286

By het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 17 Mei 1820

Voorzang

1

Gezegend Gy die ons het leven gaaftWy danken U voor t uit U spruitend levenWy danken U die de armen troost en laaft

Om t geen Ge ons meer dan t leven hebt gegevenOntfang den toon dien U onze onmacht biedtIn U begint in U voleindt ons lied

2

Weldadigheid houdt hoogtijd op dees dagOp dezen dag viert men het heil der armenWy smeken U met kinderlijk ontzag

Dat Uwe gunst hun poging moog beschermenGun ons dees dag der schepslen hoogst genot

Tot Uwen lof te handlen o mijn God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

287

3

En voor dees Rij wier milde zorg en deugdOns de ongenacirc van t grillig lot vergoedenVoor die heft meecirc dees diep getroffen jeugd

Den smeekzang aan dat Gy hen moogt behoedenUw zegen ruste op hun eerwaardig hoofd -En zij Uw naam in eeuwigheid geloofd

Eerste tusschenzang

1

Brave wakkre hovenierenStrooien hier het zaad der deugd

t Zaad van kennis en beschavingIn het hart der schaamle jeugd

Moog Gods oog dat zaad doen rijpenAls een koesterende zon

Moog Zijn heilgenacirc volmakenWat hun liefdezorg begon

2

Eindlijk is de dag gekomenLang met angst en hoop verbeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

288

Angst om onze jonk- en zwakheidHoop op Uw Voorzienigheid

Schenk ons Hemel schenk ons krachtenLaat het blijken op dees dag

Wat vertrouwen op Uw invloedWat erkentlijkheid vermag

3

Weezen strekt Gy tot een VaderEn Gy zijt der armen schat

In Uw gunst almachtig KoningIs het heil der aarde omvat

Waarom zouden wy dan schroomenGy verzorgdet steeds ons lot

Onze kracht is Uwe bijstandOnze Vader onze God

Tweede tusschenzang

1

t Oog dat wy naar boven slaanIs bevochtigd met een traanUit het jeugdig hart gevloeidDat van dankerkentnis gloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

289

Met de wijsheid van een vaderMet een moeders tederheidVoelen we ons door God geleid

Tot geluk en deugd te gader

2

God als onze stem zich paartMet geheel een lovende aardDan verzinken we in Uw lofVan verrukking weg in t stof

Maar Uw teedre zorg te roemenIs nog zoeter aan ons hartEn t vergoedt de wrangste smart

Dat we U Vader mogen noemen

3

Deze naam past onzen mondPast vooral op dezen stondDaar Gy met een VaderoogOns versterktet van omhoog

Vader goedertieren VaderDie Uw kinders hebt verhoordDe enkele uitspraak van dit woord

Voert ons aan Uw hemel nader

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

290

Slotzang

Looft den God die aarde en hemelOp een wenk ontspruiten deed

Looft den Vader van zijn schepselsDie versterking schenkt in t leed

Hy alwetend alvermogendZorgt niet eenig voor t geheel

Neen Zijn oog Zijn zorg Zijn zegenHoedt ook t allerkleinste deel

Heft uw stem dan naar den HoogenLooft Hem met een rein gemoed

Hy verhoort oprechte hartenIn genot en tegenspoed

Looft den God die aarde en hemelOp een wenk ontspruiten deed

Looft den Vader van zijn schepselsDie versterking schenkt in t leed

Zalig die op Hem vertrouwenDie Hem ware hulde doen

Heel de wereld zaamgespannenZou op zulken vruchtloos woecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

291

Wie dan Hy vermag te straffenWie dan Hy deelt schande en eer

Laat het menschdom vrij verneecircrenHy verheft den braven weecircr

God regeert op aarde en hemelHy is meester van ons lot

Wanhoop niet bedroefde zwakheidVoor uw welzijn waakt een God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

292

Den heere Dr Imanuel Capadose by het afsterven zijner echtgenootevrouwe Batseba Capadose geboren Da Costa

תמת ישפנ תןמ םיךשי יהתן יתיךחא ןהמכ num XXIII 10

Rechtschapen Grijzaart die het eerbiedwaardig hoofdWeemoedig buigt ter aard en dus versmelt in smarteAch zoo ons zulk een smart nog troost veroorelooft

Ontfang d oprechten toon van t met u nokkend harteDe God wiens heilge wil zich hier vervullen moet

Wiens doel ver boven t oog van t menschdom is verhevenDe God die lijden doet de God die sterven doet

Maar lijden uit genacirc maar sterven om te levenDie God heeft ook uw kruin vergrijsd in deugd en eer

Getroffen met een slag niet heelbaar op deze aarde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

293

Eene aangebeden Gacirc vraagt ge aan de grafkuil weecircrDe helft uws levens stierf en de andre mist haar waardeDe dierbre viel wier heil in t uw besloten lag

Wier lijden t uwe was sints twee maal achttien jarenDie dierbre lijdensmoecirc sloot de oogen voor den dag

Dien zelfs uw liefdezorg haar langer niet kon sparenVier vier den teugel aan t rechtmatigste verdriet

En slaak den zilten traan die opbruischt naar uwe oogenWant heilig is die traan Hy is van wanhoop niet

Maar wekt op uwe wang der heemlen mededogenGy brave aanbidt ook hier Gods liefderijke hand

Die immer balsems druipt die t aardsche leed verzoetenU wijst een heilge Hoop op beter vaderland

Waar de Englen reeds uw Gade als nieuw geboren groeten -Ach t nietig stof alleen zonk in de nacht van t graf

De reine ziel stijgt op om hooger welzijn te ervenMaar ziet nog neecircr op u zy die het voorbeeld gaf

Van wel te leven eerst en thans - van wel te sterven

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

294

Eurydice

Te veniente die te decedente canebat VIRGILIUS

lsquoHerhaal mijn lier herhaal den zangDien eenmaal Orpheus zong

Den toon dien t klemmendst zielverdrietHem uit den boezem wrongrsquo

Eurydice EurydicelsquoDus galmde dag en nacht

Aan Strymons eenzaam oeverzandDes Dichters jammerklachtrsquo

Eurydice EurydiceKeer weecircr tot uw gemaal

Mijn boezem slaakt geen andre beecircZoo lang ik adem haal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

295

Genot des levens op deze aardGy hebt gedaan voor my

Eurydice werd u ontscheurdEn haar gemaal als zy

Mijne oogen gunt den tranenvloedEen onbeperkten loop

De tranen zijn mijn toeverlaatDe wanhoop is mijn hoop

Wat anders bleef er voor dat hartNiet levend dan in schijn

Voor welk een vreugd voor welk een leedZou t nog gevoelig zijn

Ten tweedenmale kwijne ik wegIn weduwlijken rouw

k Sterf tweemaal eacuteeacutene zelfde doodk Derf tweemaal eacuteeacutene vrouw

O goden hadt ge nog uw haatNiet fel genoeg geboet

Toen ik uw strengheid tuigen moestMet meerder dan mijn bloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

296

Toen ik in d eersten bloei der jeugdEen gade sterven zag

En op t meecircdogenlooze grafWaanzinnig stervend lag

Toen ik uw bliksems tergen dorstEn afriep op mijn hoofd

En my ten prijs bood aan de doodDie me alles had ontroofd

Maar neen uw toorn misgunde myDe kalmte van het graf

En k werd gespaard na al dien rouwTot nog verschrikbrer straf

Op eens schiet door mijn veege borstEen straal van hoop en moed

En stort een nieuwen levensgeestIn d omloop van mijn bloed

k Heradem k voel weecircr dat ik leefIk ben my zelve weecircr

t Ben de Orpheus weecircr van vroeger tijdNeen duizendmalen meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

297

De heilge drift der poeumlzyVervangt de plaats der smart

k Ontwaar met nooit beproefden gloedDe Godheid in mijn hart

De Godheid ja der poeumlzyVerleent my godenkracht

Een meer dan menschelijk bestaanMoet op dien stond volbracht

t Verleden onheil moet hersteldDe wet van t Lot bestreecircn

En de onverbiddelijke doodDoor mijne stem verbeecircn

Op de inspraak moedig van den GodDie t dichtrenhart bezielt

Ontruk ik my aan t dierbaar grafDat my geketend hield

Ik hang het gouden speeltuig omCalliopees geschenk

Dat eens t verbaasde woudgediertDeed hangen aan mijn wenk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

298

k Vertrek ik spoed ik ijl ik vliegNaar t uiterst eind der aard

Waar zich het rijk der levendenAan t rijk der dooden paart

De zwarte golven van den StyxBespoelen reeds mijn voet

Reeds heeft my Charon in het oogEn roeit my in t gemoet

Hy nadert maar erkent een menschGeen schim van vleesch ontbloot

lsquoVan hierrsquo graauwt my de grijzaart toelsquoGeen levende in dees boot

Daar is geen toegang tot dit oordDan door de nacht van t graf

En wachte wie het kennen wilHet uur van sterven afrsquo

Ik antwoord niet maar grijp met eacuteeacutenDe cither van mijn zij

k Lok uit de zacht bewogen snaarEen sombre melody

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

299

Een onbestemde melodyZielroerend als een zucht

Die uit het diepst des harten weltEn wegsmelt in de lucht

De bootsman luistert en voor t eerstTreft hem eens menschen klacht

Zijn fronslend voorhoofd heldert opZijn norsche blik verzacht

k Vervolg het bootjen nadert steedsDen oever meer en meer

t Ontfangt my eindlyk en o heilDe grijzaart biedt geen weer

Nu vare ik met de zoetste hoopIn t opgeruimd gemoed

De negendubble kronkling omVan d onderaardschen vloed

Wy landen k richt een vasten tredNaar Plutoos schrikpaleis

Als op des hemels hulp gerustOp mijn vermeetle reis

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

300

Nu valt Cerbeer my grommend aan -Eeacuten toon slechts van mijn luit

Bedwingt zijn opgesparde keelEn dooft zijn gramschap uit

De ivoiren poorten oopnen zichDe helwacht staat geschaard

k Stap midden door die monsters heenVoor dood noch leed vervaard

Eeacuten oogwenk voert my in t gezichtDer onderaardsche goocircn

Eeacuten oogwenk voert my aan den voetVan hun ontzachbren troon

Daar zat de norsche geestenvorstNaast Ceres schoone spruit

Dien trek van strengheid op t gelaatDie weinig heil beduidt

Met de uitgezochtste mengelingVan tonen hemelzoet

Breng ik het koninklijke paarDen dichterlijken groet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

301

Door nooit gevoelde boezemdriftDoor nooit gekende kunst

Win ik by de eerste snarengreepHun aandacht ja hun gunst

Ik huw aan d invloed der muzijkDe kracht der dichtrentaal

En golvend op den cithergalmVervult mijn stem de zaal

Nu zing ik van de kracht der minHet zoet der huwlijkstrouw

Nu zing k het hoogste heil des mansDe weecircrmin van een vrouw

k Verhef in gloeiend maatgezangDen lof van t godlijk kind

Dat aarde en hemelen bezieltEn goden-zelf verwint

Ik voer die gouden dagen weecircrVan uit der eeuwen nacht

Toen Pluto zelf zich onderwierpAan Liefdes oppermacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

302

Ik zing de hemelschoone maagdVan Ennaas bloeiend veld

Ten troon van t schimmenrijk gevoerdDoor t wenschelijkst geweld

Maar nu vervangt een ander liedHet zachte lied der min

Ik stel in hoog gestemden toonDen lof der goden in

Den lof der goden hef ik aanVan hemel hel en zee

Bedeelers van der menschen lotGevoelig aan hun wee

Groot en aanbidlijk is hun handAls zy kastijdt voor t kwaad

Maar de eigen hand herstelt ook vaakDe wonden die zy slaat

En met een tweeden overgangTot teedrer melody

Begint mijn stem het droef verhaalDer rampspoed die ik lij

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

303

Ik maal dat meer dan menschlijk heilHelaas zoo ras verbeurd

Ik maal de aanminnigheecircn der gacircMy van het hart gescheurd

Ik melde wat ik eenmaal wasIk toone wat ik werd

Een bloote schaduw van my zelfEen levend beeld der smert

Ik zinge uit overmaat van rouwAls droeve Philomeel

En t is haar kunstelooze toonDien k half bewustloos kweel

In t eind begeeft my zelfs die krachtIk wil maar kan niet meer

Mijn cither zwijgt ik storte myVoor s Vorsten voeten neecircr

lsquoWeldadig Godrsquo roep ik nog uitlsquoEurydice of t grafrsquo

Dus eindig ik mijn bittre klachtEn wacht mijn vonnis af

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

304

Dat vonnis (hemel welk een vreugd)Zal my genadig zijn

k Bespeur den voorbocirc van mijn heilIn t oog van Proserpijn

Dat oog doorglinsterd van een traanWendt zy tot haar Gemaal

Dat oog dringt door tot in zijn hart -En ik ik zegepraal

lsquoVermeetle maar gelukkigersquoDus spreekt my Pluto aan

lsquoDe dood hergeeft voor t eerst haar prooiUw bede is toegestaan

k Hergeef Eurydice aan de aard -Maar hoor naar mijn gebod

Want uw gehoorzaamheid alleenBeslist uw volgend lot

Bedwing uw vuurge liefdedriftAanschouw uw gade niet

Zoo lang uw voet den grond betreedtVan mijn geducht gebied

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

305

Wend thans uw aanzicht van my afOntfang uw ecircgacircs hand

Leid haar in hooger luchten weecircrMaar doe mijn woord gestandrsquo

Zoo spreekt hy k dank hem met een traanIk wend mijn aanzicht af

En t machtig heilwoord wordt vervuldDat my de Godheid gaf

Ik druk die aangebeden handDaar ze in de mijne rust

De boezem vol van tederheidVerlangst en hemellust

Ik worstel met mijn ongeduldTerwijl wy opwaarts gaan

k Bedwing mijn oog en zelfs mijn stem -Het uur der vreugd spoedt aan

Reeds glanst de heldre gloed der zonWeldadig op ons neecircr

Een enkele oogwenk toevens nogEn k heb mijn gade weecircr

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

306

Helaas een enkel oogenblikVerandert heel mijn lot

Mijn brandend ongeduld vergeetHet Vorstelijk gebod

Aan mijn te volle borst ontvloeitHet zalig WELLEKOM

lsquoWees welkom (roep ik) dierbre gacircrsquoEn hemel ik zie om

k Zie om en ach geen gade meerIk ben op nieuw alleen

In t zwart verschiet versmelt een schim -Eurydice verdween

Wat zoude ik op dien schrikbren stondMy zelf van schuld bewust

Het hart van schaamte en rouw vervuldIn plaats van hoop en lust

Helaas ik deed geen poging meerTot redding in dien nood

k Verwachtte voor geen tweede maalGenade van den Dood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

307

Ik geef my over aan mijn lotAan wanhoop zonder perk

En keer naar t aardsche strafverblijfIn dit vooruitzicht sterk

Gy Strymons Stroomgod ziet my sintsVerkwijnen aan uw boord

Terwijl noch sterveling noch GodMijn bittre klachten hoort

De zon die opstijgt uit de zeeVerrast my in dien staat

In de eigen houding ziet ze myAls zy de kim verlaat

Dit droevig oord kent reeds mijn smartEn aan den doffen toon

Die mijne Eurydice herroeptIs de Echo reeds gewoon

Gy Stroomgod die mijn tranen zwelgtTuig eeuwig van mijn leed

Tuig Orpheus nooit verbroken trouwTuig Orpheus dieren eed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

308

Ik zweer t by mijn verloren heilBy mijn onlijdlijk wee

By uwe nagedachtenisO mijne Eurydice

Ja by de waatren van den stroomVan t wreede rijk der doocircn

(Een eed nooit strafloos overtreecircnZelfs door de Hemelgoocircn)

Dat nooit een tweede huwlijksvlamZal blaken in dat hart

Mijn gantsche leven lang bestemdTot weduwlijke smart

Ja k zweer o wufte MingodesUw dienst voor eeuwig af

Aan de assche van mijn gacirc getrouwTot aan den rand van t graf

Intusschen klink mijn cither klinkMaar niet dan WEE EN ACH

Ter eer der aangebeden schimTot aan mijn jongsten dag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

309

En als de naneef Orpheus roemtAls dichter eenmaal groot

Zoo kenne zoo betreur hy ookZijn lot als echtgenoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

310

De traan

HET ENGELSCH VAN LORD BYRON VAN ZEER VERRE GEVOLGD

De traan die opbruischt naar onze oogenIn liefde en vriendschap vreugde en smartDie is de ware tolk van t hart

Wie door een mond ooit werd bedrogenDie een geveinsden glimlach plooitEen traan een traan misleidde nooit

De traan naar boven opgedrevenBy t heimlijk slaken van een zuchtGeeft den gepersten boezem lucht

Men ziet hem als een nevel zwevenMaar door dien nevel speelt de gloedVan t weder ademend gemoed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

311

De traan van t smeltend mededogenDat in des naasten lijden lijdtEn hem eens broeders zorgen wijdt

Verkondigt in de glinstrende oogenDe Godlijke afkomst onzer zielHoe diep zy van zich zelf verviel

De traan des zeemans die gevarenNoch t naderende doodsuur vreestIs t afscheidsteeken van den geest

Aan vrouw en kind wanneer de barenVan d opgeruiden OceaanHet dobbrend schip verzwelgen gaan

Waar Roemzucht wederzijds ontstokenD onmenschelijken kampstrijd mengtOok daar wordt vaak een traan geplengd

En t recht der menschheid is gewrokenWanneer hy s winnaars oog ontvloeitEn t vijandlijke lijk besproeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

312

Of als wy t dierbaar oord begevenDat onzen eersten kinderlachDat onzen eersten bloeitijd zag

Om dieper in te treecircn in t levenDan staren wy t weemoedig aanEn t droef Vaarwel spreekt door een traan

Maar gy vooral gevoel van liefdeUw alveroverende tochtWekt stroomen van dit balsemvocht

Voor wie uw gloecircnde pijl doorgriefdeZijn tranen wellust van het hartIn liefdes vreugd in liefdes smart

Ook wien de geestdrift heeft bevangenDie t moedig hart waarin zy blaaktTot aller harten meester maaktDien verwt een gloeiend rood de wangenDien wemelt in het oog een traanDie meer dan woorden doet verstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

313

Wien eerbied ooit de ziel vervuldeIn t brandend tijdperk van de jeugdVoor mannenmoed voor mannendeugd

De traan is s harten eecirclste huldeEn die de nagedachtenisVan groote namen waardig is

Zoo wekken Cesars lauwerkroonenZoo Alexanders fiere moedZoo Maurits grootheid waard zijn bloed

Diep uit het hart der heldenzonenEen traan op die voor t oog verraadtVan welk een zucht de boezem slaat

Het marmer is een koude huldeMijn vrienden welle een enkle dropUit uw gevoelge harten op

(Is slechts de geest die my vervuldeZoo liefelijk een hulde waard)Wanneer k zal rusten onder de aard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

314

De Hollandsche poeumlzy

Voorgelezen op de maaltijd gehouden bij gelegenheid van de jaarlijkschealgemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Kunsten enWetenschappen in mdcccxx

Daar waar der Kunsten outer blaaktVan feestlijke offeranden

En t hart de reinste zuchten slaaktVoor t heil der Nederlanden

Daar moogt by t vonklen van den wijnGy Dichtkunst niet vergeten zijnOp dezend grond zoo bloeiend

Voor Hollands dichterlijke taalKlink dan op nieuw de feestbokaalVan t purpren druifnat gloeiend

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

315

Bloeit Hollands taal en poeumlzyVlecht Deugd en Godsdienst palmen

Doet door uw stoute harmonyDen toon der Wijsheid galmen

Gy kunt het Geve uw HeliconWaar nimmer ondeugd lauwren wonHet zwakke rijk der Logen

Aan vreemde Zanggodessen opMaar lokk ze op haar verheven topDe Waarheid uit den hoogen

Aacircm hier o Dichtkunst dubblen moedSla uit uw breede veecircren

Zoek voedsel voor uw hemelgloedIn t hoogst der hemelsfeeren

De taal die t Hollandsch hart ontvloeitWas immer van uw vlam doorgloeidUw adem is haar leven

Zy zy vermag geheel den schatDien Uwe scheppingskracht bevatIn klanken weecircr te geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

316

Geen andre kweelt de zucht zoo zoetAan t minnend hart ontvallen

Geen andre doet met warmer moedDe krijgstrompetten schallen

Geen andre weet zoo schoon een brandVan geestdrift voor het VaderlandIn aller hart te ontsteken

Noch t diep ontzag voor God en plichtWaarvoor t geweld des onheils zwichtMet zoo veel klem te kweken

Welaan dan achtbre priestrenrijVan onze Zanggodinnen

Bewaakt die kostbre poeumlzyAls t vuur der Vestalinnen

Dat dweepery noch ongeloofHaar onbezwalkten glans verdoovDie over de aard moet schittren

En laat geen vreemde bastaardyHet zoet van taal en melodyVoor kieschheids smaak verbittren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

317

Dan is de luister dien zy spreidtEen toorts van geestverlichting

Die op het doornig pad geleidtVan koene plichtverrichting

Dan is ze een zwaard dat onverstandVervolgt en nedervelt en bantEn de ondeugd doet verbleeken

Een stroom die uit zijn bed geslaaktDe dorre velden vruchtbaar maaktEn t heilzaamst kruid doet kweken

Bloeit Hollands taal en poeumlzyVlecht Deugd en Godsdienst palmen

Doet door uw stoute harmonyDen toon der Wijsheid galmen

En als by t jammerlijkst vervalGeen plek op de aarde wezen zalVoor Schoon- of Waarheid veilig

Dan nog blijv beider naam en machtTot aan het laatste nageslachtOp Neecircrlands Zangberg heilig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

318

De zesde december

Wat schijnt gy lachend aan de transenO dag welks wedergacirc den held ontluiken zag

Wiens onverwelkbre lauwerkransenZich Hollands grond met wellust eignen magOok die werd door de jubeltonenVan Nederlands rechtschapen zonenAls de allerheuchelijkste dag

Begroet Maar ach hy blonk niet met dien luisterDie thans ons hart ter gulle vreugd ontsluitEen grijze damp rees toen het duisterVan s afgronds diepten dreigend uit

En dofte t blaauw der hemelwandenEn mengde in t dankbaar wierookbrandenEen ongekend gevoel van smart

Een angst die t juichend hart bekneldeEn rampen aan Euroop voorspeldeNog voor het zwak verstand verward

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

319

Maar ja dit smartgevoel sprak waarheidStraks keerden trans- en zonneklaarheidIn een ontzachbre doodsche nacht

Orkanen gromden uit de wolkenEen oproerzee sprong uit haar kolkenEn dreigde t aardrijk met haar kracht

Ook Holland moest het ondervindent Geweld van dien ontembren vloed

Die over dijk en dam zich wegen wist te vindenDer Vrijheidsmaagd ontviel en speer en hoed

Gy ook die thands de glorie der BatavenMet eigen bloed en doodsgevaar hielpt staven

Gy moest van t leven naauw bewustDe door den Gal verpeste lucht ontweken

Gestevend naar een vreemde kustUw kindschheid slijten ver van Vaderlandsche streken

Van t nog standvastig Britsche strandZaagt gy den moedwil triumfeerend Afgrijselijksten dwingeland

Met moorden en verraad Europa overheerenDit zaagt ge en voeldet t jeugdig bloed

(Dat bloed van de edelsten der mannenAloude temmers van tyrannen)Ontstoken in een nieuwen gloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

320

En greept het wrekend zwaard in handenDat eens de ondragelijke bandenDes wreevlen Gaulers stuk zou slaanEen heldenvolk was opgestaan

In t Zuiden groot en fier geborenDe Spanjaard en zijn nagebuurDie in t verhevenst oorlogsvuur

Zich zelv den dood hun land verdelging zworenEer Frankrijks bloed- en onrechtvaanOoit op hun vrijen grond zou staan

Daar vloogt gy heen en hielpt die bravenZich tegen s dwinglands woeste slavenVan t gruwelijk gareel ontslaanUw eedle Vaadren zagen t aan

Van uit der Zaalgen vreedzame oordenEn zegenden hun kroost daar Taag- en Iberboorden

Zijn roem weecircrgalmden wijd en zijdMaar Holland zuchtende in zijn ketenWas de oude dapperheid vergeten

En voedde een hoop op U schoon nog niet rijp ten strijdZy zag haar kinders zich ontwringenGewapend met onzaalge klingen

Ten dienst eens booswichts tegen Vrijheid Godsdienst EerEn zelfs de naam van Holland was niet meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

321

Maar herroepen wy die tijdenVan geweld en schande niet

Om het vreugdgevoel te ontwijdenDat dees schoone dag ons biedt

Holland bleef niet altijd zuchtenJammren schreijen in haar band

En geknield den aanblik duchtenVan den trotschen dwingeland

Stervling mocht gy t ooit verwachtenWat uw oog getuigen mag

Uit dien aakligsten der nachtenRees de schitterendste dag

Aan de Noordelijke transenGlom der Vrijheid dageraad

En stort thans haar schoonste glansenWeecircr op Neecircrlands ouden Staat

Maar o overmaat van zegens Hemels weldaad schonk nog meer

Holland heeft zijn naam herkregenEn met hem zijn krijgsroem weecircr

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

322

Heil dien naam dan pas herkregenHeil die vrijheid heil dien roem

Heil den glorierijken degenVan Oranje en Hollands bloem

Driemaal heil den held wiens strijdenJa wiens bloed ons vrij behield

Wien we hart en zangen wijdenMet den warmsten gloed bezield

Ja mijn broeders Pallas zonenDie voor eer en vrijheid blaakt

Vangt ze gunstig op die tonenDie mijn dankbre boezem slaakt

Thans de feestkelk vol geschonkenMet het edelst druivenvocht

En met geestdrift leecircg gedronken -Voor den boei van t schrikgedrocht

Dan voor Holland pas herborenDat het bloeie in krijg en vreecirc

En wat nijd zijn rust moog storenMet den leeuwenklaauw vertreecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

323

Voor den Vorst der NederlandenDie deez Staat verlossing bracht

Uit de gruwelijkste bandenHem tot heil en zijn geslacht

Dat de Held van Neecircrland leveDat zijn echt volzalig zij

Dat die echt hem telgen geveHollands steunsels zoo als hy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

324

Ter verjaring van den veldslag by Waterloo

Griekenland was vrijgevochten en het schaatrend zegeliedHad den wapenkreet vervangen op zijn bloedig grondgebiedt Hart ontlast van t moedig krijgsvuur dat hun kracht gaf in den strijdGaf zich over aan een invloed even krachtig meer gewijdNog bevlekt van t bloed des vijands greep de dichterlijke handt Door een God besnaarde speeltuig voor t geredde VaderlandLofgezang vervulde t luchtruim en verkondigde overalDe overwinning van de Vrijheid en des overheerschers valAlles luisterde alles voelde t alles werd op eens bezieldEn bood hulde aan t zwaard der volken dat hun rechten heilig hieldLeed en kommer was vergeten en het fiere heldenoogZag de neecircrlaag slechts des Konings waar heel Azieuml voor boog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

325

Meer beschaafd en meer gevoelig kweekte Pallas stad alleenMidden in haar zegefeesten midden in haar krijgstrofeecircnt Droef geheugenis der helden die haar redden met hun bloedEn de vreugd verloor haar woestheid in het diep geroerd gemoedDus dus vierde Atheen haar zegen en een sombrer poeumlzyVloeide aandoenlijk van de lippen der Atheensche dichtrenrijEn de lof- en treur- en lijkzang vloeide met een tranenplasOp het eerlijk graf der helden dierbaarst offer aan hun aschDichters dit s een zang u waardig en de redders van EuroopZingt hen aan het roemrijk einde van hun aardschen levensloopWie de zege mocht beleven huldigt heel een juichende aardMaar den dooden held te kroonen bleef voor uwe hand bewaardZoo vereeuwig hen uw zangtoon en vervang het ruwer liedDat de volheid van mijn boezem aan hun nagedachtnis biedt

Wanhopig op het graf gebogenVan t kroost gesproten uit haar schoot

Verwijt met blind gekreten oogenHet brekend moederhart zijn dood

Aan heel de wereld die haar t levenVan den op t roemrijk oorlogsveldVoor t Vaderland gevallen heldNiet weecircr kan geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

326

Zy vloekt den oorlog en zijn plagenVerwenscht dat onmeecircdogend zwaard

Naar dolle staat- en eerzuchtsvlagenVerdelger van de kermende aard

Met hem die uit een rots gesprotenHet eerst het gruwelstuk bestondt Metaal te delven uit den grond

Om t in een menschenborst te stoten

Rampzalige Ja wy ook treurenIn uw onlijdelijke smart

Wie t zwaard voor t onrecht op kan beurenIs meecirc vloekwaardig aan ons hart

Het bloed dat druppelt van zijn handenZal op hem kleven tot in t grafEn tot een eindelooze strafOp t schuldig harte branden

Maar wie om de eerbanier te volgenVan Recht en Onschuld t zwaard aanvat

Dien is geen Godheid ooit verbolgenOm t bloed dat om zijn voeten spat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

327

Die hiervoor dood- en krijgsgevarenMet onverschrokken hart bespotDiens degen is gewijd aan GodDen God der legerscharen

Dit zwaard o Noordelijke heldenBlonk in uw ridderlijke vuist

Op Waterloos roemruchte veldenEn Frankrijks krijgsmacht werd vergruisd

Te sterven onder t zegepralenWas t wenschlijkst lot voor uwen moedGy braven die met eigen bloed

Europes vrijheid mocht betalen

Dus wenschten die rechtschapen zielenEn s Hemels wil bestemde t zoo

Met d overwonnen vijand vielenZe op t zoenaltaar van Waterloo

Nog treurt Europe in t triomfeerenOm t heldenvolk dat zy verloorEn dankbaar zal zy de eeuwen door

Hun zegepraal hun graf vereeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

328

Dat lijkcypressen t oord versierenWaar t zielloos lichaam molmt tot stof

En eeuwig groenende laurierenVerkondigen des dooden lof

De wind die dartelt in die luchtenVerspreide op d uitgestrekten vlerkDen naam die schittert op den zerk

En dien de vijand nog zal duchten

Waar t bloed gevloeid heeft dier getrouwenDaar durft geen vijand ooit meer staan

By wien hun tombe mag aanschouwenZal nooit de vrijheidzucht vergaan

Zoo voer de heiligste der dagenHet nakroost zamen op hun graf

En legge t daar den eed met geestdrift afOm nimmermeer der vreemden dwang der vreemden naam te dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

329

Gevoel

O wie beschrijft my t geen gy zijtGevoel van t kloppend harte

Wiens werking vaak de ziel verblijdtMaar meer nog klemt in smarte

Gy mijner Dichtkunst ziel en doelGy zijt de bron mijns levens

Maar overweldigend gevoelDie van mijn sterven tevens

Gy zijt de onwederstaanbre gloedDie my tot dichter maakte

Die in mijn rusteloos gemoedSints de eerste kindschheid blaakte

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

330

Gy zijt die min wier zaalge smartMijn eerste zuchten riepen

Toen in t nog pas ontluikend hartDer driften stormen sliepen

Gy zijt die zucht naar hooger lustDan van een nietige aarde

Waardoor k my zelven ben bewustVan een verheevner waarde

Gy zijt t geen my verbindt met HemVoor wien de Serafs knielen

Gy zijt de weecircrgalm van Zijn stemIn onze doffe zielen

Gelijk de poging van het kindDat zwikt by ieder schrede

En ieder stond zich hulploos vindtZoo is de kracht der Rede

Maar als gy onze stappen leidtGevoel van God gegeven

Zoo snellen wy ter zaligheidDoor t stormen heen van t leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

331

k Wil op mijn Rede zwak en koelMijns levens hoop niet bouwen

Mijn krachtig brandend zielsgevoelOp u wil ik vertrouwen

Het zij gy vreugde brengt of smartEn sterven doet of leven

Aan uwen invloed wil mijn hartZich eindloos overgeven

k Wil naar uw tooverend gebodBeminnen zingen loven

En t oovrig van mijn levenslotVerblijve aan God hier boven

Doordring het stof dat my omkleedtDooradem en beziel het

Of is uw ademgloed te heetOntzie niet en verniel het

Te sterven op het veld van eerIs echte krijgsmansglorie

De dood heeft niets verschriklijks meerIn de armen der viktorie

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

332

Maar ook de priester van het schoonLaat zonder leed het leven

Wanneer hy in zijn laatsten toonZijn laatste zucht mag geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

333

Het genie

Weg met lauwertak en palmenWeg met dwaze gloriegalmenWaant niet dat uw ijdelheid

Moed of kunstdrift kan ontwikkelenOf den grootschen aanleg prikkelenDoor Natuur in t hart geleid

Zoudt gy om een handvol loverenAlexander de aard veroverenHadt gy ooit een laffe vreecirc

Boven t krijgsrumoer verkorenSchoon geen faam in menschlijke oorenUw bedrijven galmen deecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

334

Gy Homeeren en PindarenAls aan uw gewijde snarenDie verheven toon ontviel

Dien der eeuwen dichtkoralenMet een heilge drift herhalenWat gevoelde toen uw ziel

Of wat deed uw boezems zwellenPraxitelen en ApellenAls ge uit marmer goden schiept

Als ge op ziellooze paneelenMet den zwaai van uw penseelenLeven uit den hemel riept

Was het om een naam te winnenBy een volkshoop wuft van zinnenOf op dat eens onder de aard

Uw gebeente nog mocht juichenAls de naneef zou getuigenHoe verheven ge eenmaal waart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

335

Vorsten helden malers dichtersOnvergangbre gloriestichtersVer van u die gloriedorst

t Is om waarlijk groot te wezenNiet als groot te zijn geprezenDat de drift roept van uw borst

Neen die drift is te verhevenHoort niet tot dit menschlijk levenIs een vonk van Gods verstand

En gy zijt wanneer gy wettenAan geheel een aard durft zettenWerktuig in een hooger hand

Hollands taal zoo rijk zoo krachtigIs het echte woord niet machtigDat ons uitdrukt t geen gy zijt

Gaaf des hemels die verovertLoutert wegsleept en betoovertEn van t logge stof bevrijdt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

336

Geen verdrukking houdt u tegenBergen mogen op u wegenGy ontworstelt hun gewicht

En uw hoofd reikt tot de transenSchittrend in het wederglansenVan het ongeschapen Licht

Als het stroomnat niet zal vloeienAls het zonvuur niet zal gloeienDan op menschelijk gebiecircn

Dan eerst zullen groote zielenVoor een lauwertakjen knielenEn den blaam der aard ontzien

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

337

Voorafspraak bij de voorlezing van eenige dichtstukken in deHollandsche Maatschappy van Fraaie Kunsten en Wetenschappenafdeeling Amsterdam

Van uit den stroom die Pindus voet omkronkeltEen teug geschept die t dorstig hart verkwikk

Als onze kelk van dezen nektar vonkeltGeniet de ziel haar zaligst oogenblik -

Een enkle drup uit dien gewijden aderWekt in de borst een nieuwe levenskracht

De vrije geest voelt zich zijn oorsprong naderEn schept zich licht uit dezer wereld nacht

Dit stof versmelt in gloeiende idealenMet zorg en leed met ziels- en lichaamspijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

338

Dit stof zinkt weg der heemlen vreugden dalenGevoel van heil doortintelt heel ons ZIJN

O dat de galm aan s dichters lier ontsprongenVan dit gevoel de ziel doordringen mocht

Dat de adem zich vernieuwend in uw longenU t eigen heil in t diepst des boezems brocht

O dat mijn tong hier woorden wist te knedenGelijk mijn ziel gebaad in poeumlzy

Ik schroomde niet als dichter op te tredenBezitter van der harten heerschappy

De krijgstrompet zou schallen in mijn verzenHet heldenhart zou bruischen op mijn zang

Of k zou geschoeid met Sophocleesche laerzenEen heilzaam vocht doen leken langs uw wang

De heetste drift zou aller borst vervullenVoor Godsdienst liefde en plichtgevoel en moed

k Zou voor uw oog der Waarheid schoon onthullenGy zoudt haar zien in al haar hemelgloed

Maar ach mijn hart verslingerd en verlorenIn de overmaat van t brandendste gevoel

Als t dit gevoel herscheppen wil voor de oorenVindt ieder klank vindt ieder uitdruk koel

O wil my dan begaafde Rei verschoonenStelt hier mijn lied uw grootsche hoop te loor

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

339

Verwacht van my geen hoog gespannen tonenk Ben in de ziel meer dichter dan voor t oor

Doch om aan U den dichtgeest in te gevenIs mogelijk mijne onmacht zelfs in staat

Eeacuten vers eacuteeacuten woord gelukkig neecircrgeschrevenDoordringt een hart dat voor de schoonheid slaat

Een Orpheus ja moest toovren op de snarenOm bijgestaan door zijner Muse gunst

In de ijzren borst van Thracische barbarenEen sprank gevoel te scheppen voor de kunst

Hier is die vlam niet moeielijk te ontstekenGelijk de snaar beantwoordt aan de snaar

En onze stem de Nimf der lucht doet sprekenZoo stemmen hier de harten met elkaecircr

Wel aan k heb dan uw strengheid niet te vreezenAls k mijn gevoel aan zang en versmaat huw

Gy zelf gy zult daar heel mijn hart in lezenGy mijn gevoel volmaken in het uw

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

340

In het album van den heer Mr Jeronimo de Vries

Voor rijkdom heel den schat der fijn geletterde OudenVoor macht het zacht gebied van t minlijkst huisgezin

Dit deel begeerde uw hart en t werd u niet onthoudenDit lot had steeds DE VRIES voor u den hemel in

Zoo blijve uw kalme ziel vreemd aan den klem der smarteIn t heil dat haar omringt nog lang aan de aard geboeid

Zie daar der vriendschap stem zie daar den wensch van t harteDie met den trek mijns naams de oprechte pen ontvloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

341

Waarheid

Zoek d oorsprong van het dichterlijke liedGy die my leest in t dor geschiedboek nietDe werklijkheid van t dagelijksche levenWordt moeielijk tot poeumlzy verhevenEn echter t is t is Waarheid wat de geestIn t droomgezicht der dichtvervoering leestt Is Waarheid ja maar Waarheid uit den hemelEn onerkend by t duizlend stofgewemelEn t geen op aard voor t sterflijk oog geschiedt

Bestaat als beeld daarvan en op zich zelve niet

Naar het Hoogduitsch van

MUumlLLNER

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

342

Zucht ten hemel

Dierbaar leven van mijn leven ziel van mijn verlaten zielMet wie rust en zelfbewustheid aan mijn dorrend hart ontvielDe Almacht riep u tot dien hemel naar wiens heil gy smachtend waartRust volzalig en (zoo t zijn moet) blijve ik sterven op deze aardDoch van uit dat schittrend lustoord zoo de keurlingen van GodNog met deernis mogen neecircrzien op der aardbewoonren lotWerp een blik dan op mijn minvlam die u eenmaal heeft behaagdEn nog in mijn oogen glansend aan mijn laatste krachten knaagtZoo de droefheid die my wegsleept u niet ongevallig isBid dan als ik zal bezwijken in de smart van uw gemisBid dan God dat my zijn Engel even snel weecircr tot u voerAls hy d echtknoop losgerukt heeft dien ons beider hart bezwoer

Naar het Portugeesch van

CAMOENS

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

343

Grafschrift

De Roomsche Themis treurt op t stille graf des bravent Is VAN DER KEESSEL wiens gebeent hier ligt begravenGy wie ge ook zijn moogt die dees tombe naadren zultIs t meer dan zucht voor t aardsch wat u het hart vervultEn is t gevoelig voor vernuft voor kundighedenVoor onvervalschte deugd en zuiverheid van zedenZoo eer hier met den naam der Godspraak van de WetDe nagedachtenis eens leeftijds zonder smet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

344

Vijf bijschriften

Je maintiendrai

Aan Jhr Mr W van Hogendorp

t Palladium van Hollands rust en glorieTe menigmaal aan t zuchtend volk ontroofd

By t blij gejuich der heiligste viktorieTe rug gevoerd met nieuwen glans om t hoofd

De aloude stam van t vlekkeloos OranjeWiens schaduw roem en vrede en vrijheid spreidtWiens heldenteelt meer heerschzucht dan van SpanjeTot Hollands heil in ketens heeft geleid

Omhangen weecircr met gouden welvaartsvruchtenEn wortelvast in aller ziel geplant

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

345

Heeft eindelijk geen Staatschok meer te duchtenEn Nassaus Leeuw werd die van Nederland

Maar zag dit volk zijn wenschen en zijn rechtenVervullen en een Vorstelijke kroon

Zich om de kruin van zijn beschermers vlechtenDrie honderd jaar van weldaacircn tot een loon

Een andre stem doet meecirc haar eischen geldenHet is de stem der Waarheid lang versmoord

Der Waarheid lang door Staat- en LetterheldenVan uit den rang verstoten die haar hoort

t Historieblad is zijn vervalsching moedeEn vergt een hand herstelster van zijn smaad

Die onbeducht voor des Vooroordeels roedeEn onbesmet van Loevensteinschen haat

Het onrecht wreek door ongetrouwe pennenAan ware Deugd en ware Trouw begaan

En t nageslacht het voorrecht dwing te erkennenTen allen tijd gehecht aan Nassaus vaan

Zie daar den eisch der klagende HistorieEn wie dien eisch of zijn voldoening wraak

De Poeumlzy bedeeleres van glorieStaat aan haar zij en ijvert voor haar zaak

Die Poeumlzy het leven van mijn levenVoor Vorstengunst en wereldgrootheid koel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

346

Maar waar het geldt tot Waarheids hulp te strevenVol ongeduld en bruischend van gevoel

Die Poeumlzy bezielt dees beeldtenissenDer eedle Reeks van t Vijftal zonder gacirc

(Wiens roem geen Nijd in staat was uit te wisschenGeen kroonengoud verhoogt of komt te nacirc)

Wanneer mijn hart met luttel kunstvermogenMaar met een hand bestierd door t hart-alleacuteeacuten

Hun trekken schetst en schittren doet in oogenTe vaak verblind door schijnhoedanigheecircn

Doch schoon geen blaam mijn Zangster staat te vreezenAls k aan haar lied mijn zielsgevoelen huw

Wien zal dat lied die denkwijs welkom wezenWien dit tafreel - VAN HOGENDORP aan U

Aan U die steeds van de eigen geestdrift blaaktetVoor zoo veel moed en zelfverloochening

En vaak met my een traan van weemoed slaaktetDe schim ter eer der helden die ik zing

Die met een hand bezield door Calliope(De Zanggodin van koningen en goocircn)

En in den naam van t vrijgewerkt EuropeEen parel vlocht in Derden Willems kroon

Ontfang ze dan dees dichterlijke bladenWaarop de Trouw haar stempel heeft geprent

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

347

Gy dierbre Vriend gy zult ze niet versmadenGy die mijn hart gy die mijn doelwit kent

En tuigen zy als de omloop van de jarenBestemmen zal de waarheid van mijn zang

Getuigen zy hoe eensgezind wy warenIn onze zucht voor Nederlands belang

Die zucht by my ontwikkelt zich in zangenZy brengt by U gantsch andre vruchten voort

Reeds bloesemend in t edele verlangenDat voor de dienst des scepters in u gloort

VAN HOGENDORP ik durf het U voorspellenEen tijd spoedt aan met nieuwen roem bevracht

(O mocht mijn lier zijn grootschen loop verzellen)Die schittren zal by t laatste nageslacht

Ja Neecircrland zal der volken voorbeeld wezenEn onverleid door t filozoofsch geschreeuw

Aan God en plicht nog trouwer dan voordezenVerplettren eens het oproer dezer eeuw

Oranjes kroon zal heel Euroop vereerenOranjes troon staat onomstootlijk vast

Oranjes stam zal heel de wereld leerenWat houding thands aan s werelds Vorsten past

En gy gy zult verheven VaderlanderZuil van een rijk met zoo veel trouw gesticht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

348

Onwrikbaar steeds wat weifele of veranderIn t echt besef van onderdanenplicht

Europe t beeld des braven Staatsmans toonenDie als zijn mond zijn Koning hulde zweert

Geen staf aanbidt die straffen kan en loonenMaar in den Vorst Gods Stedehouder eert

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

349

I Willem de Eerste

Unus qui restituit rem

Der Middeneeuwen Zon ging in Euroop verdwijnenEn Staatskunst trad in t Recht van Ridderoorlogsmoed

Toen t Willem van Oranje ontzagvol zag verschijnenIn staat- en oorlogskunst door Karel opgevoed

Die by de heldenkracht van Ridderlijke VaderenDe Wijsheid schittren deed van een verlichter tijd

En op de stem van t bloed in de onverbasterde aderenAan des Gewetens recht die beiden had gewijd

Standvastig moedig vroom doordringend ondoordringbaarBeleidvol in den raad beleidvol in het veld

Door list noch nood noch ramp in zijn besluit verwringbaarTot wijken onbekwaam voor de almacht van t geweld

Het oog met kalme hoop tot God den Heer geslagenMet de eene hand aan t zwaard met de andre aan t roer van Staat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

350

Dorst hy den stoutsten kamp dien ooit Euroop zag wagenEn temde uitheemsch geweld en binnenlandschen haat

Wat drijfveecircr deed die reeks van deugden zamenwerkenTot een zoo grootsch bestaan tot een zoo heerlijk doel

Was t roemzucht zucht naar macht ontspattend aan haar perkenNeen Godsdienst was t alleen en heilig plichtgevoel

Wie twijfle de Almacht-zelf verklaarde hier haar oordeelToen Hollands vrije Maagd beveiligd door zijn hand

Min uit erkentenis dan tot haar eigen voordeelZijn kruin ging sieren met den Vorstelijken band

Toen was het einde daar van dat doorluchtig levenWaarnaar zoo menige arm tot dien dag vruchtloos dong

De kogel des verraads deed grooten Willem sneven -Hem was een martelkroon bestemd geen Gravenwrong

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

351

II Maurits

Esse quam videri

Hy die by s Vaders deugd en manlijke gehechtheidAan t Godgevallig pleit voor Neecircrland aangegaan

Achilles leeuwenmoed en mannelijke oprechtheidEn Cesars vorstenziel ten toon spreidde in zijn daacircn

Prins Maurits leeft in t hart des echten NederlandersHy leeft in ieder hart dat van Gods invloed blaakt

Niet als de held alleen die aan zijn oorlogstandersMet heel Europes lof de zege dienstbaar maakt

Maar als de Staatsman meecirc die straffen wist waar t hoordeEn met een brekend hart maar met een vaste hand

(Hoe zwaar hem t pleit ook viel) de slang van oproer smoordeDie naar de hartaacircr stak van t dierbaar Vaderland

Eer Hem voor wien de Dwang zijn ijzren nek moet krommenWanneer zijn forsche vuist den oorlogsbliksem klemt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

352

Eer Hem die t wangeluid der Staatzucht doet verstommenEn t droef verdeelde Land tot zijn behoudnis stemt

Eer Hem die altijd kalm wanneer de golven woelenEn t slingrend schip van Staat naby is aan t vergaan

Het dwaalgesternte niet van t wufte volksgevoelenMaar t spoor alleacuteeacuten vertrouwt dat Plicht hem in deed slaan

Eer Hem die waar hy wenkt zijn vijanden doet zwichtenMaar die geen vijand kent dan wie den Staat beroert

En in het hart te vreecirc met Orde en Recht te stichtenDoor voorspoed nooit verblind door heerschzucht nooit vervoerd

Meer dan de diadeem aan Willems bloed verschuldigdDe lauweren bemint die hem zijn degen won

En in der braven ziel alleen als Vorst gehuldigdAls Dienaar sterft van t Land waarop hy heerschen kon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

353

III Fredrik Hendrik

Fortes creantur fortibus

Die aan des legers spits een Maurits kon vervangenDe glorie winnen kon met Maurits oorlogszwaard

Prins Fredrik Hendrik leeft in onvergankbre zangenEn Grols Veroveraar was Vondels loflied waard

Hy schittert in de rij dier Duitsche MachabeeeumlnAan wier ontzachbre reeks dit land zijn aanzijn dankt

Met wie het d oorlog tart en zijn verschrikbre weeeumlnEn zonder wie het kwijnt en machtloos wordt en wankt

Maar t strekke tot den roem van Fredriks stamgenootenDat in zoo schoon een rij hy-zelf de minste stond

En tuig t historieblad door Waarheids hand ontslotenWanneer t aan t nageslacht zijn grootheid luid verkondt

Dat hy nog grooter waar zoo t voorbeeld van een broederHem meer bewogen had dan vrees voor muitrenhaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

354

En in zijn Nassausch bloed een meer verheven moederGeen zwakheid had gemengd gevaarlijk voor den Staat

Ja dan dan had zijn naam eerst vlekloos uitgeblonkenIndien hy een party door Maurits moed getemd

En tot het heil des volks reeds half in t niet gezonkenDe hand niet had gereikt en in haar wensch gestemd

Indien hy d overmoed van kleine dwingelandenVerdrukkers van het volk en haters van zijn stam

Met een manhaften blik weecircrhouden had in bandenWier strengheid alle hoop aan t Staatsverraad ontnam

Hoe t zij ook hy was groot en toonde zich OranjeWel in de vastheid niet van t binnenlandsch gebied

Maar in den heldenstrijd gestreden tegen SpanjeEn in het kroost vooral dat hy aan Neecircrland liet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

355

IV Willem de Tweede

Tu Marcellus eris

De krijgskans is beslist en Neecircrland vrijgevochtenEn Munster heeft den hoed gevestigd op haar kruin -

De Spaansche macht stortte in Maar nieuwe StaatsgedrochtenVerhieven t gruwzaam hoofd gerezen uit haar puin

Van op het Raadgestoelt der opgekomen StedenDoemt Burgerdwinglandy de Vrijheid tot haar buit

Zy ijvert om den leeuw der Nassaus plat te tredenEn ziet met ongeduld naar hun verwijdring uit

Vergeten zijn de dienst het bloed de heldenwerkenTot Neecircrlands heil besteed door hun doorluchten stam

Men moet hun arm hun macht verlammen en beperken -En de eerste tegenstand gaat op uit Amsterdam

De tweede Willem weet wat stormen zich vergacircrenDoorziet zijn recht zijn plicht met grijsheids kalmen zin

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

356

En met een kracht van ziel zoo bloeiend als zijn jarenRukt op het middenpunt van t broeiend onweecircr in

Doch t uur was nog niet daacuteaacuter van Neecircrlands rust en glorieHet grootsch ontwerp mislukt De brave Willem sterft

Nu heerscht de ondankbaarheid nu kraait zy luid viktorieTen spot van t jammrend volk dat zijn beschermers derft

En gy o Nageslacht dat uw verdrukking huldigtOok gy valt Willem af en hoont zijn heldenasch

En hy wordt door uw mond van tyranny beschuldigdWiens braafheid haar bestreed wiens zucht uw vrijheid was

Hy die zoo de arm des doods zijn vroege jeugd gespaard hadD ondragelijken trots der Steden had beperkt

En t heillot dat Gods gunst voor dit geslacht bewaard hadDoor onbezweken moed reeds in zijn tijd bewerkt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

357

V Willem de Derde

Hic murus aheneus esto

In t nimmer feilbaar boek des Noodlots stond geschrevenDat Frankrijk zelf in t juk eens dwingelands gekneld

Naar de Opperheerschappy der wereld eens zou strevenEn stichten op haar grond een troon van Algeweld

De tweede Lodewijk van t stamhuis der BourbonnenWaant in zijn Babeltrots dien roem voor zich gespaard

En t vleigezang van t hof zoo slaafsch als onbezonnenVerheft zijn Koning reeds tot Koning van heel de aard

Nu ijvren om het Al in Frankrijks wet te dwingenDe moed in t oorlogsveld de list van t kabinet

Het schitterende staal van ridderlijke klingenEn t goud dat harten wint en weecircrstand nederzet

En alles waar gelukt aan hun vereenigd pogenHad niet eacuteeacuten Jongling toen het Staatstooneel betreecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

358

En met onwrikbren moed en steeds hernieuwd vermogenDer Heerschzucht wapens en haar invloed moecirc gestreecircn

Een Willem is t op nieuw een Willem van OranjeVoor wien de Dwinglandy gelijk het Oproer beeft

Die Frankrijk siddren doet gelijk zijn Vaadren SpanjeEn t waggelend Euroop zijn evenwicht hergeeft

Zoo heeft Hy wien de Nijd van t Staatsroer eenmaal weerdeNiet Holland slechts gered maar heel Euroop met haar

Ontzaggebiedend groot wanneer hy triomfeerdeMaar eindloos grooter nog in onheil en gevaar

En als een Josua die machtig door vertrouwenDen loop stuit van de zon in t wentlend hemelveld

Den machtigsten Monarch in t stoutst ontwerp weecircrhouecircnEn t lot dat de aard bedreigde een eeuw lang uitgesteld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

359

De gaaf der poeumlzy

Gevoel Verbeelding HeldenmoedTot eacuteeacutene ondeelbre kracht verbondenTe zaam gesmolten tot eacuteeacuten gloed

En door den boezem uitgezondenOp vleugelen van melody

Om al wat ademt te betooverenOm al wat hart heeft te veroveren -Zie daar de gaaf der Poeumlzy

Gevoel dat plotseling ontwaaktBy ieder indruk uit den hoogenZich uitbreidt meecircdeelt brandt en blaakt

Met telkens aangegroeid vermogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

360

En ieder zenuw trillen doetDoor fijner dan lichaamlijk prikkelenEn hemelwellust weet te ontwikkelenUit ieder druppel van ons bloed

Verbeelding grijpende om zich heenOm voedsel voor die vlam te vindenEn machtig het Heelal tot eacuteeacuten

Eeacuten enkel denkbeeld te verbindenDe buit die zich haar kracht vergaacircrt

Is beide Toekomst en VerledenHaar buit natuurs verborgenhedenHaar buit de hemelen en de aard

Des Dichters hand stort wel geen bloed(Hy is geen gruwzaam tweedrachtstichter)Maar echter is zijn wezen - moed

En zonder heldenmoed geen DichterMoed die waar recht of waarheid spreekt

Tyrannen vreest noch schandschavottenNoch voor het woedend zamenrottenEens God vijandig volks verbleekt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

361

Moed die de snaren hymnen vergtBy t lasteren der OngodistenEn t oproer met de hulde tergt

Die t Gods gezalfden durft betwistenMoed zonder steun dan in zijn God

En zonder wapen dan die zangenIn Goddelijke drift ontfangenWaar meecirc hy inrukt tegen t lot

Zie daar de gaaf der PoeumlzyWie roemt zich dat zy in hem leveDie oefene zijn heerschappy

Dat Dwaas- en Boosheid voor hem beveHem juicht de brave te gemoet

Gods wenk verzekert hem viktorieGods Almacht schiep hem tot haar glorieHet leed der wereld is hem zoet

Versmade hy de lauwerkransHem door een aardsche hand gevlochtenGeen andre zege geev hem glans

Dan die op d Afgrond is bevochten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

362

Geen menschenblaam mag hy ontzienHy moet hun ongenade dragenNiet streelen moet hy niet behagenMaar overwinnen maar gebiecircn

Hy dwing met reuzenovermachtDen geest der eeuw te rug te tredenHy leere ons zinnelijk geslacht

Den weg tot hooger zalighedenAan t hoofd der menschheid streve hy

Om alle zelfheid te verdelgenEn Englenwellust in te zwelgenVan wereldsche verleiding vrij

Zie daar de gaaf der PoeumlzyHet ideaal van dichtvermogenVerwant aan heilge profecy

Als zy gezante van den hoogenWat is by dit het maatgeluid

Van ongewijde cithertonenDie de aarde toejuicht waar we op wonenGeen ziel die uit den hemel spruit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

363

Wat dan het nederige rietBy den standvasten vorst der boomenWat dan een namelooze vliet

By Donau- Rhijn of WolgastroomenWat dan by zomermiddaggloed

Het wufte hupplen der kapellenBy t aarde- en luchtverbazend snellenDes Aadlaars die de zon ontmoet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

364

Vrijheid

Odi profanum vulgus

HORATIUS

Het oproer heeft zich door de volkenAls een verslindend vuur verspreid

Een woeste kreet heeft tot de wolkenZijn daverenden galm verbreid

Een leus van waanverstand en logenVerrijst Godlasterend ten hoogenEn t zinneloos Euroop juicht toe

t Juicht toe en ziet met gretige oogenNaar t uur uit dat een gruwzaam pogenHet in den afgrond zinken doe

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

365

Om Vrijheid schreeuwen die verwatenOm Vrijheid bandloos als de orkaan

Die uit zijn kerker losgelatenEen halve wereld doet vergaan

Om Vrijheid - van de hemelwettenOm Vrijheid - de onschuld te verplettenEn wat hun driften weecircr durft biecircn

Om Vrijheid - Koningen te moordenEn smaad te werpen op Gods woordenEn geen Jehovah meer te ontzien

Geen Vorsten Het zijn dwingelandenGeen God ook Hy is een tyran

Geen plichten met haar slaafsche bandenDe Wijsbegeerte gruwt er van

Neen weg met troonen en altarenWorde in het bloed der martelaren(Vermeetle dienaars van hun plicht)

Hun allerlaatste puin verslondenEn op den bodem waar zy stondenDe kerk van Lucifer gesticht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

366

Gaat hemelstormers onzer dagenPoogt op het voorbeeld van uw Held

Op God de zege weg te dragenHet zij door list dan of geweld

t Zij met de wapens in de handenWaarmeecirc hy God waande aan te randenEn openlijken oorlog deed

Of met de slangenhuid omtogenDie t eerste menschenpaar bedrogenEn meecircgesleept heeft in zijn leed

Gaat om de Godsdienst uit te roeienMoet ieder middel dierbaar zijn

Uw zwaard doe bloedrivieren vloeienUw tong verspreide haar venijn

Bedwingt de snood verleide volkenMet moordschavotten en met dolkenEn wringt den gorgel dicht der deugd

Of dooft met ijdlen praal van klankenDe Goddelijkste waarheidssprankenIn t argelooze hart der jeugd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

367

Veroveringen zult gy maken(De Hemel heeft het voorbestemd)

Tot dat de Wreker zal ontwakenEn d opstand van Zijn schepping temt

Die tijden zullen zich vervullenDe leeuw der gramschap Gods zal brullenEn u verstijven doen van schrik

En uw rampzaalge volksverlichtingEn uw verfoeibre waanzinstichtingIn t niet doen zinken met eacuteeacuten blik

Want Hy Hy leeft de God der godenDe Heer de Rechter van t Heelal

Die de overtreding van de snoodenDuldt en herstelt maar straffen zal

Wee u Hy leeft de onzichtbre KoningDie Dagon in zijn godenwoningTot stukken brijzelt zonder strijd

Ontbindt u woedende kohortenWant ook uw Dagons zullen stortenAfgodendienaars van mijn tijd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

368

Maar gy onnoozlen en verblindenWie een misbruikte naam verleidt

Die Waar- en Vrijheid waant te vindenIn t spoor der ongerechtigheid

Breekt los in t eind van uit die bandenWaar filozoofsche dwingelandenUw ziel in boeien aan den grond

Rukt af den blinddoek van uw oogenAanschouwt de waarheid in den hoogenAanbidt den God die ze u verkondt

Aanbidden loven en gelooven -Ziet daar den sleutel van t Heelal

De zon van kennis die van bovenOp den getrouwen stralen zal

Ten spijt van dwaze LiberalenDen dwang de drogreecircn en het smalenWaarmeecirc zy heerschen over de aard

Aanbidden loven en geloovenEn hun ontmenschte leus verdovenDit is een Vrijheid onzer waard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

369

Voor my eacuteeacuten doel slechts heeft mijn levenEeacuten uitzicht vult geheel mijn ziel

En moog my de adem eer begevenDan dat dit uitzicht my ontviel

t Is met der Dichtkunst geestverrukkingHet Ongeloof en zijn verdrukkingOm ver te stoten van zijn troon

Hy die de Goliaths doet treffenKan de aard van t ongeloof ontheffenDoor eacuteeacutenen dichterlijken toon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

370

Aan mijne egade

Zeg het my herhaal het myDat ik u gelukkig makeDat de zucht waar van ik blakeAls ik u mijn leven wij

Niet vergeefsch ten hemel steigertNoch dat God Zijn zegen weigertAls ik t oog naar boven slaVoor uw welzijn dierbre Gacirc

k Ben u schuldig wat een manMet geen schatten met geen kroonenMet zijn bloed zelf niet beloonenOf genoeg erkennen kan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

371

Liefde mildlijk toegedragenWaar des Hemels welbehagenZich in spiegelt op eene aardBuiten haar zoo luttel waard

k Weet uw zacht uw rein gemoedWenscht geen schatten wenscht geen kroonenOm uw teecircrheid te beloonenNoch het offer van mijn bloed

k Weet uw boezem is te vredenMet de ontfangen huwlijkseedenMet het u geheiligd hartVan een onberoemden Bard

Doch een hart gelijk het mijnSints den aanvang zijner dagenTreurig kwijnend en verslagenKan dat uwer waardig zijn

Of wat vreugde kunt gy smakenMy heel de aard te zien verzakenOm te drijven op den stroomVan een dichterlijken droom

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

372

Zeg het my herhaal het myDat gy deel neemt zonder smarteIn den toestand van mijn harteIn mijn dorre poeumlzy

Dat de lente van uw dagenDoor de sombre najaarsvlagenVan de klachten die ik stortNiet geheel ontluisterd wordt

O gezegend zij de traanEn de glimlach zij gezegendDie mijn oog van u bejegentDie me uw antwoord doen verstaan

Ja uw ziel verstaat de mijneEn de zucht waarvan ik kwijne(Wie haar ooit miskennen moog)Is geheiligd in uw oog

Meer nog - Dierbre wy zijn eacuteeacutenAan de weecircrhelft van mijn levenIs mijn zucht niet vreemd geblevenZe is ons beiden thands gemeen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

373

De eigen dag die onze handenSloot in zachte huwlijksbandenStemde ook onze zielen zaamIn des Echtbeschikkers naam

Sints dien onvergeetbren tijdWerd uw boezem in de smartenMijns aandoenelijken harten(Maar blijmoedig) ingewijd

O gy deelt in mijn verdrukkingMaar gy deelt ook mijn verrukkingAls me een licht des hemels treftOf de Dichtgeest my verheft

Op de vleugelen der minStijgen wy vereend ten hoogenKeeren naar deze aard onze oogenMet gelijken wederzin

Branden van gelijk begeerenNaar de ontmoeting onzes HeerenEn verachten t rijk der stofMenschenblaam en menschenlof

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

374

Voor de Waarheid leven wyVoor de Waarheid wil ik strijdenVoor de Waarheid wil ik lijdenEn mijn dierbre gy met my

Als de stormen zich vergacircrenDie dees sombre dagen barenWilt gy aan mijn zijde staanEn uw wenschen zijn voldaan

Heer der Schepping neen een wenschLeeft in t hart steeds van een gadet Is de trek dien uw genadeIngeplant heeft in den mensch

Dat ook onze huwlijksspondeD ouden zegen weer verkondeDien Uw liefde aan t achtbaar hoofdOnzer stammen heeft beloofd

O indien een dierbaar kroostMocht herbloeien uit mijn aderenTot de glorie van zijn vaderent Droevige verval ten troost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

375

En in dit herbergzaam NoordenAls aan Taag- en IberboordenCostas oud en eerlijk bloedWeder blonk van riddergloed

O indien doch zwijg mijn mondWeten wy verblinde menschenWat wy van den hemel wenschenIn een onbedachten stond

Die ons t aanzijn heeft gegevenZal dat aanzijn doen herlevenDierbre weecircrhelft uit uw schootOp den dag dien Hy besloot

Neen ik slake slechts eacuteeacuten wenschEn die wensch wordt niet verstotenWant hy is uit God gesprotenNiet uit d opgeblazen mensch

t Is Almachtige GenadeDat ik leve voor mijn gadeDat ik sterve voor mijn GodEn - gezegend is mijn lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

376

Aan Doctor Abraham Capadose

Noch voor u noch voor my is deze aarde gemaaktNoch de droom van haar laffe vermaken

Onze vleugels gerept onze boeien geslaaktOm een hooger aanschouwing te smaken

Vliegen we uit naar de Hoop die de Toekomst omkleedtMet den weecircrschijn van t schoone Voorleden

Uit de sombre tooneelen van t wereldsche leedUit den treurigen kerker van t Heden

Ach uw hart als het mijn by het roerend vervalDat de Wijsgeer verbeetring moog wanen

By de kwijnende ziekte van t menschlijk HeelalWerd een bronwel van bloedige tranen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

377

Ja de hand dezer Tijden is zwaar over de aardt Is een herfst die de bosschen ontbladert

t Is een winter die stormen en nevels vergaacircrt -Maar de lente der hemelen nadert

Treure uw ziel met de mijne over Israeumlls lott Schuldig kroost der verkorene Vaderen

t Wederspannig geslacht der miskenners van GodMet het bloed der Profeten in de aderen

O hun vleesch is ons vleesch en hun bloed is ons bloedHun vergrijp is een nacht in onze oogen

Hun verval is een dolk en doorpriemt ons gemoed -Maar herstel is beloofd uit den hoogen

Treur met my om den Leeuw van ons Vorstlijk geslachtDie in Spanje zoo wakker nog brulde

Dien het West vol ontzag voor zijne Oostersche krachtMet den glans van zijn Ridders omhulde

Hy viel neecircr en hy slaapt en zijn glorie heeft uit -Maar hy zal ja hy zal weecircr ontwaken

Op de daavrende klank van t bazuinengeluidDat den kerker der dooden zal slaken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

378

Welk een hoop o mijn Vriend is de hoop die ik zingWelk een glans stort zy uit op ons leven

t Licht des hemels breekt door in d etherischen kringDien wy lovende zamen doorzweven

Blijf my by in dien kring Blijf my by in die vluchtTeedre Vriend van mijn zaligste dagen

Eeacuten in bloed in geloof in verwachting in zuchtMoeten de eigenste wieken ons dragen

Blijf my by met uw edel en dichterlijk hartMet uw schittrend verstand met uw voorbeeld

Gy wiens lijdzaamheid juichend by t nijpen der smartNooit wanhopig uw noodlot veroordeelt

In de dorre woestijn van den weg naar het grafIs me uw vriendschap een smeltende regen

By de stormen des Lots in dit leven van strafIs me uw vriendschap een schuilplaats een zegen

Aan den overkant eerst van het graf dat ons beidtStroomt de bron naar wier laving wy smachten

En de Tempel der Godlijke onsterfelijkheidIs t gebouw waar wy rust in verwachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

379

Al de vreugd al de smart van dit nietige stofWordt gelouterd versmolten verloren

In de bruischende zeeeumln van eeuwigen lofDien de zielen der Zaligen hooren

Doch de vriendschap die hier onze harten verbondIn den naam van den God onzer Vaderen

Zinkt niet weg in den schoot van den gapenden grondDie onze asch in zijn nacht zal vergaderen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

380

Dichteren-wereld

Wat zoekt ge o sterveling genotOp een vervallen wereld God

En al wat Gods is vreemd gewordenWat zoekt ge wijsgeer op een aardDie niets dan smert en onzin baart

Die waarheid t eigendom van meer verheven orden

Neen t is het brooze zintuig nietDat laafnis aan de weetdorst biedtVan die naar kennis zwoegen

Neen t is het brooze zintuig nietWaardoor zich t hart bevredigd ziet

Wanneer het rustloos hijgt naar onvermengd genoegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

381

Versmaad wat u een wereld geeftWaar t logge werktuig slechts in leeft

Geen ziel naar t evenbeeld des Eeuwigen ontsprotenO Wil slechts en een hooger kringDie van den reinen hemeling

Is voor uw reine zucht ontsloten

o Hemelkroost o poeumlzyWy roepen uwen invloed by

Om d aardschen wansmaak te vernielenGalme uit Gods liefelijken hofEen toon van u op dit ons stof

En t doode stof zal zich bezielen

Neen eindloos grooter is de machtVan uw aanbidbre tooverkracht

Die hoogste wellust van de heilge CherubskoorenGeheel dit stofverblijf vergaatVan uit het hart dat u verstaat

Een nieuwe wereld is geboren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

382

Gy zwarte neevlen die ons oogWanneer t zijn toevlucht zocht omhoog

De vaderhand verbergt die onze stappen veiligtGy zijt verdwenen met den nachtDie Dwaasheid voor het daglicht acht

En tot wiens eer de naam van waarheid wordt ontheiligd

Ja in het dichterlijke rijkZijn wy aan de Engelen gelijk

Almachtige die aan uw voeten zwevenDe blinddoek die ons drukt viel afUw zegen zien wy in de straf

En in het graf den ingang van het leven

Vervallen stervling triomfeerHier zijt gy s hemels lievling weecircr

Hier weecircr de vorst van dit benedenWien heel een wereld schatting boodEn wien geen onheil of geen dood

In t vlekloos aangezicht dorst treden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

383

En gy aan wier standvasten moedGeen wreevlige aarde hulde doetVernederde Hebreeuwen

Mijn broeders op uw achtbaar hoofdVan de oostelijke kroon beroofd

Drukt vruchtloos de ongenacirc van twintig woedende eeuwen

In onze wereld vindt gy troostIn onze wereld zijt gy t kroost

Dat de Almacht zich heeft uitverkorenEn schiet de vonkelende gloedVan Judaas leeuw u in t gemoet

Reeds grijpend naar de staf hem over de aard beschoren

Geen waan is t die t verstand beroertDe dichtgeest die ons hart vervoert

Is de echte Godspraak van de waarheidOnfeilbaar woord der profecyWat zijt ge dan die poeumlzy

Voor wie der toekomst nacht versmelt in zonneklaarheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

384

o Dat me uw adem steeds omzweefo Dat me uw wereld nooit begeef

Gy Schoon- gy Waarheidskroost gy leven in dit levenOnttrek geen nevel aan mijn oogDen gloed waarmede uw vlucht omhoog

Het stoute spoor bekleedt om hemelwaart te streven

Aan dezen Goddelijken gloedOntsteekt zich hier onwinbre moed

Om uwer haatren haat te dragenEn waar het Recht en Waarheid geldtHet zaamgezworene geweld

Van duizend werelden ten open strijd te dagen

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

385

Geluk en plicht

Neen heerschappij noch rang noch schattenDoen stervling u gelukkig zijn

t Is zorg en last wat zy bevattenEn al hun heilbelofte is schijn

Verblindend is de glans der kroonenVerlokkend is de praal der macht

Maar ach waar hun bezitters wonenDaar houdt een eeuwige onrust wacht

Waartoe het strand gevlucht ontzindenEn een onzeekre zee gebouwd

Waartoe aan d adem van de windenHet lot uws levens toebetrouwd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

386

Waartoe op ongestuime barenEen ijdle schaduw nagejaagd

En zich aan ziels- en lijfsgevarenOm wereldsche ijdelheecircn gewaagd

Zoo ge al het voorwerp van uw zwoegenGoud staat en aanzien machtig werdt

Nog zou dit uiterlijk genoegenGeen vrede schenken aan uw hart

Wat meest aan s noodlots vlagen bloot leitIs juist die hoog verheven stand

En in de schaacircuw der aardsche grootheidSchuilt al te dikwerf leed en schand

t Is waar dan wat de dichters zingenEn wat de strenge wijsgeer leert

De middenstand geeft stervelingenDat heil met zooveel drift begeerd

Ver van het dartle hof der grootenVer van het wichtig roer van Staat

Wordt die tevredenheid genotenDie aan der Eerzucht wensch ontgaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

387

Almachtige de beecirc der bravenIs om dien zaalgen middenstand

Deze is de dierbaarste der gavenDie t menschdom afsmeekt van uw hand

Geluk met veiligheid te gaderWoont by den huisselijken haard

En t stille heil van gade en vaderIs t wezenlijkste heil der aard

Maar anders klinkt de beecirc des bravenWanneer de plicht zijn bijstand vergt

Als door een hoop verachtbre slavenUw hemelsch wraakzwaard wordt getergd

Als t oproer woedend losgebrokenEn vorst en vaderland bedreigt

En t volk in dweepzuchts gloed ontstokenTot een verfoeiden afval neigt

Dan is het lafheid slechts te strevenNaar t kalme huisselijk genot

Dan moet die wellust opgegevenEn de ongenacirc geduld van t lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

388

Dan past het grootsch geboren harten(Zoo slechts hun eedle poging baat)

En zee- en stormgevaar te tartenOp t dobberende schip van Staat

Maar dan ook is geen wereldglorieDer braven hoop of loon of doel

Zijn prikkel de eer niet der viktorieMaar zuiver Gods- en plichtgevoel

Wel hem die t needrig burgerlevenVer boven roem en grootheid stelt

Maar ook dien heilstaat op kan gevenWanneer het plichtsbetrachting geldt

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

389

Aan mijn vader [Opdracht van den bundel lsquoPoezyrsquo]

Gunt gy t hoog vereerde VaderDat een zoon U hulde bied

Met den eerstling van een aderDie nog ruwe zangen schiet

Dat hy drie en twintig jarenIn uw weldaacircn doorgebracht

Met de galmen van zijn snaren(Ach hoe min) te erkennen tracht

Voor het sterflijk oog verborgenRicht de Koning van t Heelal

Met in al voorziende zorgenHeel den loop van t Lotgeval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

390

Door Zijn ondoorzienbre wegenWorden wy hier rondgeleid

De aardsche beeldtnis van dien zegenIs eens Vaders tederheid

Wat die teecircrheid kan omvattenO mijn Vader toondet Gy

k Loonde met geen aardsche schattenMet geen wereldheerschappy

Al uw zwoegen al uw pogenIn de vorming van mijn jeugd

Immer zwevend voor mijn oogenMet het voorbeeld van uw deugd

t Bloed vooral dat in mijn aderenMet een deel uws aanzijns vloeit

Kostbaar erfdeel onzer VaderenDie van Oostersch vuur doorgloeid

Daar waar Taag en Iber vlietenEenmaal schitterden op de aard

En wier grootheecircn ons verlietenDoch - hun eer bleef nog bewaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

391

God beschouwt het uit den hoogenWat Gy voor my waart en zijt

Ik ik bloos van t onvermogenDer erkentnis U gewijd

Ik bied vruchten aan voor dankenIn der Muzen hof geplukt

Klanken ja maar in die klankenHeeft mijn ziel zich afgedrukt

O mijn Vader k leg dan hedenMet een diep geroerd gemoed

(Stell mijn zucht uw recht te vreden)Hart en dichtlier aan uw voet

Wil die van elkaecircr niet scheidenNeem ze beiden gunstig aan

Schenk uw zegening aan beidenEn mijn wenschen zijn voldaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

392

Voorafspraak bij de voorlezing van het dichtstuk lsquoDes dichterslotbestemmingrsquo

Wat vergt ge my dat ik hier zingen zalDat ik voor u de dichtlier zal bespelenBedriegt ge u niet Heb ik dien hemelval

Die eeniglijk uw kiesch gehoor kan streelenHeb ik dien toon dien onweecircrstaanbren toon

Die innig roert en zielen weg kan slepenZal zich die lier een meesterhand gewoon

Niet weigeren aan mijn onvaste grepenEn moet dees zaal waar Hollands dichtrenrij

Zoo menigmaal de harten wist te buigenDoor t zoet geweld der schoonste melody

Mijn flaauwen galm mijn machtloosheid getuigen -

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

393

Gy wilt nochthans Welaan k weecircrsta u nietIk weet gy zult mijn poging heusch onthalenEn vordren niet van t ruwe jonglingslied

Den tooverklank van uwe nachtegalenMaar ook den toon der schaterende vreugd

Moet ge in mijn zang mijn hoorders niet verwachtenSchoon in den bloei der pas ontloken jeugd

Stort hier mijn hart slechts weemoed uit en klachtenVerwondert ge u Ach dichtkunst is gevoel

Des is ze niet de dartling van t genoegenDes blijft haar toon voor ijdel juichen koel

En weet zich niet by t volksgeschreeuw te voegenEn of het bloed nog frisch door de aders vloeit

Of de ouderdom zijn sneeuw strooit op de harenWat dichter is wordt van eacuteeacuten vlam doorgloeid

En deelt eacuteeacuten zucht eacuteeacuten zelfde zielsbezwaren -Maar waar van daan in t dichterlijk gebied

Die somberheid die wondre hartbeklemmingDie vraag wellicht beantwoordt u mijn lied

Ik zing u hier DES DICHTERS LOTBESTEMMING

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

394

Des dichters lotbestemming

Vulnus alit venis et caeco carpitur igniVIRGILIUS

Wie zijt ge gunsteling des hemels aan wiens oogGeheel een wereld hangt als de invloed van omhoogIn menschlijke aderen dat hemelsch vuur doet vloeienWaarvan uw adem brandt waarvan uw tonen gloeienWiens enkel stemgeluid met onbeperkter krachtZich uitbreidt dan t geweld der waapnen dan de machtDer scherpste dwinglandy Want gy regeert op zielenEn wat een hart bezit moet voor uw almacht knielenWie zijt ge o dichter mensch of Engel Engel wisIndien der Englen taal der Englen kenmerk isOf mensch O dan voor t minst gelukkigste der menschenBegaafd met hooger heil dan t doel zelfs van hun wenschenAls zy den glans van roem van aanzien rang en goudAfsmeeken van het Lot en zich hun mond verstout

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

395

Aan de Alvoorzienigheid de wegen af te perkenWaar langs zich t levensheil zijns schepsels moet bewerkenNeen dichter neen gy deelt in hun verblindheid nietDier driften heerschappy is vreemd aan uw gebiedTe vreecirc met in uw borst der Godheid aacircm te ontfangenEn dien met heel uw ziel te storten in uw zangenKent gy noch hooger goed noch d aanval van de smartEn t heil der wereld woont in uw gelouterd hart

Het heil der wereld Ja in die volzaalge stonden(Te vluchtig) wen de geest als van het stof ontbondenWeecircr naar zijn oorsprong trekt en t wereldsche gewoelVan om hem heen verdwijnt en plaats maakt voor t gevoelWiens zaligend geweld hem wegsleept idealenVan schoon- en waarheid uit de hemelkringen dalenDe aloudheid zich herschept de toekomst zich onthultO heilig dan de vlam die s dichters hart vervultEn voor een oogwenk ja de weelde leent der EngelenAls ze in den aanschijn Gods hun lofgezangen mengelenO voor het hemelsch licht dat deze vlam verspreidtVervliegt de duisternis van drieste onwetendheidEn bleekt de scheemring weg van ingebeelde kennisWaar de afgevallen mensch zich meecirc tot heiligschennisEn eigen jammer heeft gewapend Dichter gy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

396

Geniet dien heilstaat reeds door t woord der profecyAan t menschdom eens beloofd wanneer de nietighedenDer aarde voor t genot van t ons herwonnen EdenBezwijken zullen en voor blinden eigenwaanHet wezenlijk geluk by t menschdom zal bestaan

Maar ach niet altoos blaakt die toovervlam in t harteOok gy o dichter werdt voor de aardsche levenssmarteDoor t lichaam zijt ge meecirc aan t doode stof verwantEn tegen d invloed van een God is t niet bestandVoor dierlijk zijn gevormd zou t in dien gloed verteerenOf t grove lichaam moest in t fijnste weefsel keeren

Zoo breekt die droom dan af (die waarheid eens zal zijn)Wiens weldaad machtiger dan ziel- en lichaamspijnU inwijdt in t besef van leven Ach te spoedigOntglipt hy u en gy verlaatne die zoo moedigDe ziel verheffen dorst tot heemlenheilgenotGy zinkt weecircr in ons niet gy deelt weecircr in ons lotHelaas des werelds heil omvat uw hart niet langerMaar meerder nog dat hart van andre zuchten zwangerDan de aarde kan voldoen en aan zich zelf bewustVan hooger vatbaarheecircn en van verheevner lustVernoegt zich met geen praal van grootheid met geen logen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

397

Der zinnen Hemelsch heil zweeft voor uw sterflijke oogenVerbeelding stookt de vlam van uw verlangen aanEn de aard heeft niets meer dat voldoening schenkt t bestaanGeen oogenblik genot dan slechts de zielsvervoeringDer Dichtkunst de eigen bron dier steeds vernieuwde ontroering

O treurig strafverblijf van Adam en zijn bloedDat nog voor t eerst vergrijp van d eersten vader boetTooneel van gruwelen van onrecht leed en plagenHoe kwelt gy s dichters geest Hoe diep is hy verslagenBy t jammerlyk gezicht der strenge wraak van GodZijn oogen schreien bloed by t diep vervallen lotVan Edens ballingen Ach waar hy de oogen wendeWat ziet hy dan het merk van misdaad en ellendeWaar bleef dat wezen naar zijns Scheppers evenbeeldGeschapen dat den rang der Geesten heeft gedeeldWien t alles hulde bracht als Opperheer der aardeDie Engelenvernuft aan kindrenonschuld paardeWaar bleef dat hemelsch schoon van lichaam beide en zielWaar bleef hun kracht hun glans - Helaas dat wezen vielt Vergat zijn God zich zelf zijn vroeger heil en grootheidEn t menschlijk harte werd het heiligdom der snoodheidHet menschlijk lichaam tot der wormen aas bestemdSints heeft een ijzren doem des geestes vlucht gestremd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

398

Als hy naar hooger tracht dan de aardsche schijnvermakenHy blijft gevallen eens zijn afkomst steeds verzakenEn gy o dichter zoudt niet treuren Gy wiens oogNog soms doordringen mag wat zegens van omhoogOp t nog onschuldig hoofd des menschdoms moesten dalenDie thans niet anders zijn dan blinkende idealenNeen t treuren past u en de toon der droefenisIs t eenig troostgevoel by zulk een wreed gemis

Zoo is die boezem dan zoo fijn- zoo diepgevoeligSteeds somber en bedrukt steeds onbestemd en woeligIn t rustloos haken naar een meer dan aardsch genotAch onverschilligheid is vreemd aan s dichters lotAls t needrig beekjen niet wiens golfjens zachtkens klotsenMaar als de woeste stroom die neecircrschuimt van de rotsenZoo vloeit een eedle drift zijn kokende aders doorHet zij de plicht hem roept om lijdende onschuld voorTe strijden en t geweld van onrecht en verdrukkingManhaftig weecircr te biecircn t zij teedrer zielsverrukkingZijn hart vermeesterd heeft en hy zich zelf verliestIn de aangebeden vrouw die hem de liefde kiestDe liefde Zoo bestaat er heil nog voor den dichterAanminnig machtig kind en eecirclste welluststichterWien de oudheid Venus gaf tot moeder was zijn borst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

399

Ooit voor uw invloed koel Of kon de heete dorstVerwekt door uw kwetsuur ooit boezems meer verschroeienDan waar uw tooverschicht poeumleten deed ontgloeienStrooi gy dan rozen op zijn doornig levenspadWat ooit dit dorre stof nog hemelsch in zich hadDankt u het menschdom u verheffen s dichters tonenU golft zijn wierook toe Gy kunt die hulde loonenOm u versmaadde hy een halven leeftijd smartEn op uw gunst alleen hoopt zijn gefolterd hart

Maar ook uwe ongenacirc heeft hy te vaak te duchtenO vlijmend is uw schicht wanneer de vuurge zuchtenDer min verwaaien en een lot ondraaglijk wreedOns hart van t voorwerp scheurt waar voor t zich zelf vergeetWat kweelt gy Puikpoeumlet die door Vaucluses drevenUw nagedachtenis door de eeuwen heen ziet levenWat kweelt ge als t vogeltjen dat om een gade schreitEn stort uw roerend lied met sombere achtloosheidSlachtoffer van een min zoo rein zoo zielverheffendWie deelt niet in uw smart meer dan uw kunst nog treffendAch de aangebedene mag nimmer de uwe zijnHet leven heeft gedaan voor u Petrarca kwijnIn smeltend klagen weg tot u de dood verrasse -Thands stort Euroop een traan van deernis op uw assche

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

400

En nog beklagen we u na zulk een tijdverloopU minnaar steeds zoo trouw en minnaar zonder hoop

Itaalje bakermat en voedstrares van kunstenWie t zanggodinnendom steeds overlaadt met gunstenItaalje waar natuur zich met de kunst verbondOm hemelschoon op de aard te scheppen om uw grondTe kweken tot een hof van ziels- en lichaamsweeldeOok Tassoos wieg droegt gy Ook Tassoos Zangnimf speeldeHet ridderlijke lied op Italjaansche maatMaar ook zijn vroegen dood getuigt gy Hy vergaatHet offer meecirc der min Een doodelijke smarteStolt zang- en mindrift beide in t hopelooze harteGy wie zijn taal en toon door merg en zenuw dringtHet zij zijn fiere stem van oorlogsglorie zingtt Zij liefde en tederheid zijn dichtpenseel bestierenO siert zijn tombe niet met bloeiende laurieren(De lauwer groeit van zelf by s dichters overschot)Maar plant er wilg en myrt - Of kent gy niet het lotWiens wreedheid in het eind den draad brak van zijn levenZoo hoort my maar (k voorzie t) gy zult voor d invloed bevenVan t dichterlijk gevoel op d aardschen levenstocht

Sints Tasso voor het eerst Ferrares hof bezocht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

401

Ontsprong de bron der ramp aan t teedre hart beschorenUit adelouden stam en deugdzaam bloed geborenEn wijd en zijd befaamd door dichterlijken lofEn schitterend vernuft ontfing hem t vorstlijk hofMet d eerbied die een eeuw van ware geestbeschaafdheidAan d invloed toedraagt van die hemelsche begaafdheidMaar ach in Tassoos oog had hoffelijke praalGeen waarde noch de gunst van t vorstelijk onthaalNoch t juichen van een volk dat in den heldendichterHomerus volgling en Itaaljes gloriestichterAanschouwt Eeacuten voorwerp slechts is Tassoos aanblik waardEeacuten voorwerp dat alleacuteeacuten al t schoon vereent der aardt Is s Vorsten zuster zelf Lenora in wier oogenDe zetel is geplaatst van Liefdes alvermogenEn met de majesteit van t koninklijke bloedDe zacht- en teecircrheid spreekt van t engelrein gemoedHy ziet haar en bemint Het lot van heel zijn levenBestemt zich hoop en rust moet eeuwig opgegevenWat doet ge Dichter en wat dolheid gaat u aanHoe durft ge op uw vorstin een blik van liefde slaanHoe durft ge Ach kent de min den invloed van de redeZy streelt niet maar gebiedt en sleept en rukt u medeEn gy gy lijdt en kwijnt in radelooze smartMaar kropt de kwelling in van t fel getergde hart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

402

Slechts de Echo van het woud gewoon aan minneklachtenDie voor een oogenblik de storm der drift verzachtenGetuigt uw wanhoop soms terwijl ze met u treurtMaar welk een boezem ooit van minnewee verscheurdKon voor t geoefend oog de diepe wond bedekkenAch alles kenmerkt haar De stem de ontstelde trekkenVan t beurtlings blozende en verbleekende gelaatBy t naderen van haar voor wie ons harte slaatt Noodlottige geheim ontvalt de smeltende oogenIn tranen vruchteloos weecircrhouden Al uw pogenIs ijdel t Werd bekend wat Tasso zich vermatHoe hy van liefde gloeide en Leonore aanbadNu moet des noodlots schuld op s dichters hoofd gewrokenDe vorstelijke trots in fellen toorn ontstokenVerbant hem van zijn hof Eens kerkers aakligheidIs t heilloon dat de Min haar Dichter heeft bereidDaar ligt hy nu en zwoegt de dagen en de nachtenIn sombre wanhoop door en stort onvruchtbre klachtenEn roept den dood te hulp die naar geen klachten hoortOf als dan de overmaat der smart de smart versmoortEn zich de dichtgeest weecircr een oogwenk lucht kan gevenDan meldt zijn doffe zang de plagen van zijn levenDan in t aandoenlijk beeld van droevigen TancreedOf teedre Erminia schetst hy zijn eigen leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

403

En smaakt een bittre vreugd hun onheil te betreurenEn t zijne en telkens zelf zijn wonden op te scheuren

Zoo leefde Tasso zoo vervulde zich zijn lotAls dichter tot de hand van d eacuteeacutenig wijzen GodHem tot zich riep in t end en uit de nietighedenEn foltringen der aard het leven in deed treden

Gevoelige poeumlet dus vindt ge in d eigen gloedt Vermogen van de kunst en de onrust van t gemoedEn t menschdom dat uw vlucht meecirc opvoert tot de wolkenBiedt u by zoo veel leed geen troost Geheele volkenVerheffen niet uw naam en galmen niet den lofVan s hemels keurling uit wiens toon hen zaligt OfBestrooien niet het pad waar langs hy heen zal tredenMet feestelijk gebloemt O neen de grillighedenVan algeweldnaars toe te juichen als hun vuistVoor eigen glans en roem der volken hoop vergruist -En om de zegekar te dringen van die heldenZoo lang de onzeekre kans der bloedige oorlogsveldenHun woeste heerschzucht dient zie daar des menschdoms smaakWat is hun of uw hart van s hemels invloed blaakWat weten zy van deugd- en echte kunstwaardeerenDe Dichtkunst werd niet voor hun ijdlen lof Homeeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

404

Verrijzen en vergaan vergeten of verdruktWanneer hun moedig hoofd voor willekeur niet bukt

Maar wat is de ongenacirc van lot en menschdom tevensVoor u wiens hoop begint aan t eindperk eerst uws levensHiermeecirc staat gy geweld en smaad en onrecht doorHiermeecirc staat ge onschuld deugd en t recht der Waarheid voorEn gadert langs uw baan de vrucht der levenswijsheidEn deelt die met de jeugd in t kalm saisoen der grijsheidEn zoekt naar wetenschap tot aan den rand van t grafEn draagt het oog op God wat God te dragen gafTot de Engel van den dood u t wrakke lijf moet slopenEn dan - triumf in t end De hemel staat u open

Jongling waar van daan dat treuren in uw schoonsten levenstijdWaar van daan dat heimlijk zuchtjen dat uw weeke borst ontglijdtWaar van daan dat glinstrend traantjen dat uw kwijnend oog besproeitEn dat onbestemd verlangen dat u op de wangen gloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

405

Voor de schatten van de wereld voor haar kroonen zijt ge koelEn de zucht die u vermeestert heeft gewis een ander doelJa gy haakt naar hooger wellust naar het hoogste heil der aardMeer dan schatten meer dan kroonen meer dan t leven zelve waardJa gy zoekt de lieve gade die dat leven deelen moetEn uw borst kweekt geen verlangen dan naar dit geheiligd goedIn den droom reikt gy haar de armen en zy stort zich aan uw hartMaar ge ontwaakt en mist haar weder en verdort op nieuw in smartDoch de macht die t harte dorst gaf geeft ook laafnis voor dien dorstEn dien trek naar min- en echtheil plantte God-zelf in uw borstEens dan zal de dag ontluiken die zijn heilig doel vervultAls ge (niet in droomen langer) haar in de armen knellen zultDie met de eigen zielsvervoering uwe liefde heeft verbeidEn gy zult met al de volheid van genot en dankbaarheidZelfs die stonden weldaad reeknen toen u wars van aardsche lustt Leven onverdraaglijk toescheen van uw toekomst onbewust

O zoo is de trek naar hooger die in s dichters boezem brandtWaarborg van een beter leven in een beter VaderlandBallingen zijn wy op t aardrijk en de dichter doet geen stapDie hem niet de straf herinnert van die bittre ballingschapDaar van daan die zweem van droefheid die zijn maatgezang doorzweeftDaar van daan die rusteloosheid die om geen genoegens geeftGod-zelf schiep hem dat verlangen naar een dierbrer heil dan de aard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

406

Dierbrer heil dan dat der wereld heeft zijn goedheid hem bespaardDaar waar t koor der Serafijnen zijn eacuteeacutenstemmig Hallel zingtWaar het heir der Uitverkoornen om den troon der Godheid kringtDaacuteaacuter eerst is het rijk der Dichtkunst derwaarts richt zich onze vluchtDaacuteaacuter is Schoonheid daacuteaacuter is Waarheid daacuteaacuter voldoet zich onze zucht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

407

Het natuurlijk verband van wijsbegeerte en dichtkunst

Et prodesse volunt et deleclare poeumltae

HORATIUS

De krijgsman in t geweld der waapnen opgevoedAls Mavors kreet weecircrgalmt en de oorlogsbliksem woedtOntwijkt geen dorstend staal noch dichte pijlenregenMaar ijlt ontembaar in zijn vaart den vijand tegenWaar hem zijn heirspits sterkst t gevecht verschriklijkst schijntZijn zwaard maait wijd en zijd dat drom op drom verdwijntDe drift zijns boezems door geen menigte in te toomenDoet vloeibre vlammen in zijn zwellende aders stroomenSchiet vonken uit zijn oog en verwt zijn fier gelaatEn de overwinnende arm verplettert wat weecircrstaat

Niet anders is de gloed door uwe hand ontstokenO dichtkunst Engelin voor wie er outers rokenWaar menschen zijn die uit het hemelsche gebiedt Verrukte menschdom aan uw voeten storten ziet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

408

Als t heilig priestrendom door uwen aacircm gedrevenIn taal en tonen uit een wereld meer verhevenOntleend de drift ontlast die hun op t harte druktO zalig driewerf hy dien ge aan dit stof ontruktEn met u opvoert in de op aard onzichtbre kringenWaar tallooze Engelen t eenstemmig Hallel zingenUw wezen kennen leert en in zijn grootsche vluchtEen hooger denkkracht schenkt in meer verfijnde luchtDie deelt uw oppermacht verheft de ontvlamde zielenEn dwingt de luistrende aard voor t voorwerp neecircr te knielenDat hy veredeld of geschapen in zijn liedAan d opgetogen geest in al zijn grootheid biedtt Gevoel dat in hem leeft door geen geweld te dovenSchiet allen weecircrstand met vernieuwden gloed te bovenNiets in het wijd Heelal is dit gevoel te hoogEn meer zelfs dan natuur omvangt des dichters oog

Wat stervling waant dan nog dit onbegrensd vermogenOmsloten in den kring van hersenschim en logenEn bant hem uit uw rijk o Wijsbegeerte kroostDes hemels die u zond het aardsche leed ten troostNeen aan geen krijg alleen geen bloedige tafreelenVan heldenkracht en moord geen losse minnespelenGeen treur- of zegelied geen herderlijken kout

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

409

Is s dichters stem gewijd Meer uitgebreid meer stoutWaagt zy t in grover lucht den zang der hemelkorenTe volgen en verheft den lof van d OngeborenEn kweekt in t menschlijk hart de erkentnis voor zijn GodLeert hem vertrouwen op Zijn zorgen leert hem t lotVerwinnen en dees aard dit stofgewaad verachtenMaar in een beter oord een beter noodlot wachtenDit durft ge o Poeumlzy niet roekloos als IkaarDe heemlen naadrend met geleende vleuglen maarGelijk der vooglen vorst door eigen aart gedrevenEn d aandrang der natuur Uw wezen dus verhevenSmelt Schoon- en Waarheid in zijn Godlijk vuur tot eacuteeacuten

Maar wat dan is die bron van uw aanloklijkheecircnWat is die oorzaak van uw uitgestrekt vermogenGodes verspreid uw licht voor mijn verlangende oogen -k Erken het t is gevoel wat s dichters geest ontsteektWat in uwe aadren leeft en uit uw boezem spreektUw wezen is gevoel dit deelt ge uw priesterscharenWier stem u aanroept meecirc Gelijk de zilvren snarenOp d indruk trillen van de hand die haar bespeeltZoo ijlings storten ze uit wat dit gevoel beveeltWee hem die dit miskent en de onbezielde klankenAan t pijnigende werk van t koude brein moet danken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

410

Heil wie dien indruk volgt Met Englen in verbandOntvalt hem op uw wenk de sluijer die t verstandBenevelde en gy-zelf aanbiddelijke WaarheidStraalt in t aanbiddend oog met onbeperkte klaarheid

Want gy ook spreekt in t hart daacuteaacuter doet ge ons s werelds HeerGevoelen daacuteaacuter ons-zelf daacuteaacuter plicht en recht en eerWaacuteaacuter anders werd de band de heilge band geslotenDie de oudren kluistert aan hun kroost die echtgenootenOmvat die mensch en mensch verbroedert en vereacuteeacutent -Ja wat gy edelst hebt is uit uw hart ontleendVergeefs in t hoofd gezocht wat daacuteaacuter slechts is te vindenOnzeekre stervling ook door Rede te verblindenAch raadpleeg uw gevoel verlicht door hooger machtIs t Godspraak wat zy meldt niet straffeloos verachtDe Rede volg haar stem Ze is in dit korte levent Hart door de weldaad van uw God ten dienst gegevenDit heersche op haar en u zy schrijf geen wetten voorNoch kies zich zelve een weg u lokkend op haar spoorBeef zoo zy t onderstaat en van haar boei ontslagenU meecircvoert in de vaart die ze onbezuisd dorst wagenBeef de afgrond is het eind van haar verdwaalden loop

Die dwaling boette ge ook geschokt verzwakt Euroop

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

411

Uw bodem werd geweekt in bloed- en tranenstroomenSints t wufte menschdom in bedriegelijke droomenAls waarheid voorgesteld zich zelf een bron ontslootVan plagen zonder tal van misdaad krijg en doodDe Rede was t wier trots verhit en onberadenDe stem van t hart de stem der Godheid dorst versmadenGeen waarheid hulde deed dan die haar kortziend oogMocht treffen en wat aard en aardsch begrip te hoogZich langs verheevner weg aan t menschdom openbaardeVan op haar rechterstoel voor hersenschim verklaardeHelaas dees schuldige eeuw door gruwelen beruchtZag haar in dolle drift gezag en wet ontvluchtAllengs haar dwinglandy verbreiden s menschen zielenVervreemden van hun aart en voor een afgod knielenDoor t licht verblinde volk voor Waarheid aangebeecircnt Beef de alles voor haar staf een droeve voorboocirc scheenVers chrikbre rampen aan het aardrijk te verkondenDe altaren wankten op hun daverende grondenDe diadeem viel af van de achtbre koningskruinGelijk wen de Etna met haar stroomen gloeiend puinHet om haar siddrend land in vuur dreigt weg te spoelenDe grond voelt schok op schok waaronder vlammen woelenDe zon verbergt haar glans het vee springt angstig rondMet akelig gehuil daar uit des vuurbergs mond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

412

Een dichte nacht van damp zich opheft tot de wolkenTot eindlijk uit het diepst der fel beroerde kolkenEen zee van steenen barst met alverzwelgbren gloedVermengd die gantsche steecircn op eens verdwijnen doetZoo woedde de oproervlam door uw gevloekte spokenO valsche Wijsbegeerte in t menschlijk hart ontstokenEn aan de onrustige aard sints zoo veel tijd voorspeldEuropa werd een prooi van bandeloos geweldDe volken dol van zucht naar heerschappy verplettenWat plicht en recht getrouw haar paal of perk wou zettenWat in de afschuwlijkheecircn van t laagst het schaamtloost rotNiet deelde Onschuldig bloed vloot stroomend van t schavotDat deugd geen misdrijf strafte en met bevlekte handenBestond hun razerny het heiligste aan te randenDoor t afgedwaald verstand miskend De bevende aardZag de outers neecircrgetrapt in t stof een heilloos zwaardDe Godheid-zelf ten smaad t ontzag der vorsten schendenAch om uw deugd gehaat door woeste rooverbendenVeroordeeld boette gy verheven LodewijkMet d eecirclsten marteldood de gruwlen van uw rijkGy vielt Uw troon stortte in werd door een vlam verslondenVan uit den schoot der Hel Maar uit zijn asch ontstondenMet ijsselijk misbaar twee monsters Krijg en DwangVerwoesters van t heelal die twintig jaren lang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

413

De wereld teisterden onstuitbaar in hun woedeTot de Almacht opgestaan ter wraak hun strenge roedeVermorzelde en Euroop op nieuw het leven gafZy zelf zy had dien vloed van rampen tot uw strafVerwaten sterveling doen stroomen die haar gavenOnwaard u aan t gebied des Hoogmoeds liet verslavenDe Rede op s levens pad u door den HemelvorstTen steun gegeven in haar dwaling volgen dorstEn met haar Recht en Deugd verlaten en verachtenGy leedt dien hoon ten zoen leer leer voor t minst haar krachtenMistrouwen t smeekend oog op t uit Hem stralend lichtGeslagen dat u t spoor van waarheid toont en plicht

Maar wat deze eeuw misdeed door ingebeelde kennisVervoerd tot oproerzucht tot moord en heiligschennisWie aan den schijn gehecht dit wijsbegeerte noemtHaar om de wandaacircn in haar naam bedreven doemtWil nooit dien eedlen trek met uw bestaan geborenNaar t hemelsche genot van ware kennis smoorenZy heft u boven t stof zy maakt u d eernaam waardVan mensch haar dankt ge uw heil uw grootheid op deze aardHaar de onverschilligheid voor aardsche nietighedenHaar t uitzicht op een tijd hersteller van t voorledenJa ook de stervling is voor wetenschap gemaakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

414

Gedreven door een vlam die steeds zijn boezem blaaktBeproeft hy t aan natuur haar diepst geheim te ontwringenDe korst der aarde en t ruim der heemlen door te dringenOm voedsel voor zijn geest van weten nooit verzaadWat voorwerp in den kring van t zichtbaar Al bestaatDe lucht die om hem golft de ontelbre flikkervierenDie voor zijn starend oog langs s hemels vlakten zwierenDe grond dien hy betreedt het uitgebreid geslachtDer dieren meecirc dit stof bezielend en de krachtDie t lichaam dat hy draagt beweging geeft en levent Wekt alles in hem op die weetlust zoo verhevenWaarmeecirc hy aan den klem der zinlijkheid ontschietEn zou die eedle drift in t edelst schepsel nietOntvlammen om den God wiens aldoordringend wezenZich in wat adem haalt gevoelen doet en vreezenTe naadren en een straal te ontfangen van dat lichtWiens schittring wijsheid is verblindend voor t gezichtZou t menschdom vol van zucht zich kennis op te delvenIn wat zijn zinnen treft naar kennis van zich-zelvenNiet hijgen zijn natuur zijn plichten en den bandDie hem aan wezens hecht van meer verheven standNeen dit ook heeft de mensch met d adem ingezogenHet is geen dwaze waan geen meer dan menschlijk pogenDe Godheid kweekt dien lust Haar invloed openbaart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

415

Ons waarheid en die gunst is t hoogste heil op aardMaar t is de Rede niet van wier bekrompen krachtenTe licht te vaak misbruikt die weldaad is te wachtenDe Godspraak vult het hart en wijsgeer is wiens mondDe onwankelbare wet van dit gevoel verkondt

Wat priester dan mag die orakelstem doen hoorenDan gy o dichter gy des hemels uitverkorenWiens zielversmeltbre toon in t hart zijn oorsprong heeftWien steeds een grooter macht t belauwerd hoofd omzweeftGy voor wiens toovrend lied verwoede tijgers vielent Geboomte leven krijgt en steenen zich bezielenDwing gy den mensch tot deugd tot liefde voor zijn GodDoe gy hem zalig zijn ten spijt van t nijdig lott Is schoon wanneer uw zang het krijgsvolk bloed en levenVoor eer en vaderland met geestdrift op doet gevenMaar schooner voor die zucht naar krijg en krijgsgewoelIn t schepsel aan uw mond gekluisterd t rein gevoelVan vrees en dankbaarheid voor die hem schiep te wekkenEn wat uw ziel doorziet aan t sterflijk oog te ontdekkenWant ja de koeling-zelf van dichterlijken gloedIn vloeiend maatgezang veredelt uw gemoedEn loutert uw verstand van de aardsche wanbegrippenDie d uitgerekten arm de waarheid doen ontglippen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

416

t Almachtig scheppingswoord had uit het dorre nietd Onmetelijken klomp van t stoffelijk gebiedDoen worden zee en lucht zag t nieuw geslacht der dierenNog pas zich-zelf bewust het feest der schepping vierenMaar wat die aan t gezicht van de alziende EnglenrijVoor wondren bood hun geest zag dit tooneel voorbyDaar ze in ondeelbre zorg hem hem alleen beschouwdeVoor wien zich al die pracht die vruchtbaarheid ontvouwdeOp Adam op een bed van bloemen uitgestrektEn naauwlijks uit den slaap waarin hy wierd gewektOp Adam rustte t oog der heemlen op de ontroeringDie heel zijn lichaam schokt de hooge geestvervoeringEn t nooit beproefd gevoel dat in zijn borst ontstaatEn sneller dan het licht op t Godlijk schoon gelaatTe rug werkt toen hy t eerst een vreemdling op deze aardeVan wat zijn zinnen trof een duister beeld ontwaardet Was al verwarring voor zijn denkkracht Dit alleenBegreep zijn kloppend hart in deze onzekerheecircnHet aanzijn van een God ver boven hem verhevenEn alles wat bestond wiens weldaad hem deed levenIn t overstelpend heil waarvan zijn boezem smeltWordt hem door de Almacht zelf steeds grooter heil voorspeldEn mooglijk waar de mensch van zulk een denkbeeld dronken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

417

In t niet waar aan hy naauw ontrukt was weecircr gezonkenBezweken in t gevoel der heetste dankbaarheidHad niet de Godheid hem eacuteeacuten gaaf nog toegezeidVoor t menschelijk geslacht meer waard dan al de schattenDie de onbegrensdheid der verbeelding mag bevattenHet lichaam naar den wil de werking van t verstandBewogen leert de vlam die in de ziel ontbrandtIn klanken waar zich t hart in spiegelt uit te drukkenNu schijnt een gunstige arm de banden los te rukkenOm Adams borst gehecht een warme tranenvloedOntspringt hem en ontlast de volheid van t gemoedHy richt het vonklend oog in geestdrift naar den hoogenEn ademt zangen uit van godsvrucht opgetogenDie wat zijn boezem op dit heilig uur ontroertVernieuwen voor t gehoor De vlugge Zefir voertHet streelendste geluid tot voor de hemeltronenEn alles blijft geboeid aan zijn verheven tonenHy zwijgt - heel t schepslendom vervangt het vurig liedDat s menschen zilvren stem zijn God ten hulde biedtEen nieuwe lust schijnt heel de schepping te doordringenOm meecirc zijn grootheid meecirc zijn weldaacircn te bezingenEn doet de lucht alom weecircrgalmen van zijn lofNu eindlijk mag de mensch de wondren van het stofBegrijpen en het doel waar God hem toe bestemde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

418

De duisternis verdwijnt die om zijn zinnen klemdeOp eens wordt alles aan d ontboeiden geest verklaardEn Adam kent zich-zelf en voelt zich Vorst der aard

Dus Stervling is de kracht der Dichtkunst als uw zangenDen heilgen invloed van de Wijsbegeerte ontfangenEn t rijk der stofloosheid het rijk des Dichters isGelukkig dan die tijd waar op de erkentenisDe liefde voor een God en zijn geboocircn de snarenBezielden in de hand der vroome priesterscharenZoo zong o Israeumll uw Moses toen de vloedGeweken voor uw schreecircn Egyptes overmoedTen straf tot d ouden loop te rug vloeide om haar telgenIn s afgronds diepten met hun koning te verdelgenZoo deed zijn treffend lied de Goddelijke handErkennen in den val van Isrels dwingelandEn leerde hart en mond die zeegnende Almacht eerenGy ook gewijde grond zoo vruchtbaar in HomeerenO Grieken ook by u verhief de poeumlzyHaar stem om t luistrend volk door zoete melodyTot eerbied voor zijn goocircn tot liefde voor zijn plichtenTe vormen en op t pad der wijsheid voor te lichten

Ja zusters zijt ge en door een onvernielbren band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

419

Vereenigd Wijsbegeerte en Dichtkunst hand aan handDaalt ge uit de wolken neecircr om t menschdom op te leidenTot hooger werelden en wee die u wil scheidenDie is geen dichter neen wiens onbeduidend lied(Een ijdle klank voor t oor) het hart geen voorschrift biedtVan waar- of zeedlijkheid Den dichter is t gegevenIn t schoone dat hy schept die beicirc te doen herlevenEn wat ook t voorwerp van zijn geestverrukking zijZijn dierbaarst doel is steeds DER ZIELEN ARTSENYHomerus zing den val der Trooische legergrootenOf Vorst Ulysses lot die van zijn vlootgenootenDoor de ongenacirc der zee en t woeden van den windBeroofd na jaren leed zijn Ithaka hervindtOf doe een Sophocles in treurige tafreelenHet diep geroerde hart in t lot der helden deelenHerboren op t tooneel en treff het statig koorMet wisslend liergezang het licht aandoenlijk oort Dient alles om den mensch in t edelst vuur te ontstekenVoor deugd om in zijn borst de zaden aan te kwekenVan liefde voor zijn land van mannelijken moedVan Godsvrucht die de ziel haar oorsprong naadren doetVan zucht om wel te doen van t teeder mededogenDer broedermin met hem die onder t leed gebogenGeen heil mag smaken dan die zaligende troost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

420

Dit is de poeumlzy geen ongebonden kroostDer hersnen dat alleen Verbeelding door uw sproken(t Gebied der waarheid vreemd) in zangdrift wordt ontstokenVan hier dan hy wiens toon uit grove zinlijkheidGesproten t hart verlaagt en ten verderf bereidtHem weert de Dichtkunst af van haar ontzachbren tempelHy vluchte en wage t nooit dees onbevlekten drempelTe naadren voor zijn geest van aardsche lust en smaakGezuiverd zich in t end haar gunsten waardig maak

Wel aan gy achtbre Rei van uitgelezen dichtersDie Vondels heilig pad betreden durft gy stichtersDes vaderlandschen roems gy die den vreemdling toontDat de echte dichtgeest ook het Hollandsch hart bewoontNiet in het vocht verstikt van dampige moerassenNoch door de kou van t Noord verhinderd op te wassenZult ge ook uw gouden lier niet stemmen op den toonDer Wijsheid Zal haar kracht zich aan t verheven schoonNiet mengen in uw zang Uw godentaal niet leerenDe deugd als t hoogste goed met daden te vereerenHet duivlenrijk heeft uit dat heel Euroop geknieldHet lijdend hart verkropt en toegeknepen hieldHet is geen noodzaak meer wat heiligst is te honenEn de ondeugd heerscht niet meer in schaacircuw van koningstronen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

421

Nog echter heeft die trots van t menschelijk gemoedZoo lang door t zuchtend volk bezuurd niet uitgewoedGelijk de holle zee wier breede golven kokenDoor t zweepen van den wind haar boorden uitgebrokenSchoon reeds het stormgeweld de heldre lucht verlaatNog met zijn bruischend schuim op rots en banken slaatOf wen t verslindend vuur onmerkbaar opgerezenWeldra een gantsche stad haar ondergang doet vreezenEn de onvermoeide zorg der burgren haar den buitOntweldigt en in t end den loop der vlammen stuitTerwijl een heimlijk vuur blijft smeulen onder de asschenDat licht het zorgloos volk met nieuwen schrik verrasschenIn t onheil domplen zal zoo is de helsche lustNaar dwaze nieuwigheecircn by t menschdom ja gebluschtMaar liet nog vonken na door uwe hulp te smorenO heilge poeumlzy Doe gy de lessen hoorenDer echte Wijsbegeerte en zij de hooge roemDen mensch ter zaligheid te voeren aan den bloemDer Barden uit uw schoot o Nederland geborenBestemd ontwijk hun voet reeds plat getreden sporenHy kieze een nieuwer pad dat naar den zangberg leidtZoo wordt uw roem met hun door heel Euroop verbreidEn door het nageslacht met huivering betredent Herschapen Griekenland in Neecircrland aangebeden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

422

Wie heft me in onnazienbre vluchtDoor wolken heen en etherlucht

En voert my nader aan de boordenVan een nog ongerepte bronWaar zich mijn dorst aan lesschen kon

In onuitputbren stroom van woorden

Uw grootheid zong ik uwen lofBezielster van het doode stof

Als van de zalige EnglenkringenU Godgewijde PoeumlzyWier onweecircrstaanbre heerschappy

t Heelal in ketenen kan dwingen

O naar het buigen van mijn toonZonk de aard aanbiddend voor uw troon

En stortte blakende gezangenEn zee en hemel spande zaamOm in het loven van uw naam

De stem van t menschdom te vervangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

423

Ten prooi aan t wisselzieke lotEn van den zetel van zijn God

Verwijderd balling op dees aardeZijt gy het dierbaar hemelkroostDie s menschen jammeren vertroost

Die hem herinnert aan zijn waarde

Egypte stapel marmer opTot torens die den vasten kop

Tot aan het starrendak verheffenOok die gevaarten zal de tijdWiens nijd geen menschengrootheid lijdt

Met zijn getergden bliksem treffen

Maar wat de dichterlijke gloedIn onzen boezem rijzen doet

Is boven t eigen lot verhevenDie eedle vlam blijft by den valVan t in den baaiert keerend Al

Met de onvergangbre geesten leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

424

Heil heil den naam van d oorlogsheldDoor s dichters loflied eens vermeld

Die is voor ondergang beveiligdDie leeft met nooit vervallen krachtTot by het verste nageslacht

Door heel de menschlijkheid geheiligd

Maar heil het gantsche wereldrondWanneer o dichtrenrei uw mond

De ware wijsheid zal verkondenDan is voor t eerst beneveld oogNatuurs geheim niet meer te hoog

Om op uw voorbeeld te doorgronden

Dan voelt het menschelijk verstandZich aan het Englenrijk verwant

Door u hervormd tot reiner zedenEn onder d invloed van een GodVerzacht de hardheid van ons lot

En de aard verkeert zich in een Eden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

425

En by de naadring van het uurWaarop het vonnis der natuur

Het broze lichaam dreigt te slopenDan ziet voor sterven onbevreesdDe door uw toorts verlichte geest

Het rijk der heemlen voor zich open

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

426

Ines de Castro

Contra huma Dama ocirc peitos carniceirosFerozes vos mostrais e cavalleiros

CAMOENS

DON PEDRO REI VAN HOFJONKVROUWENMen verbeelde zich het Tooneel in een zaal van des Prinsen Paleis te Coiumlmbra

DON PEDROO dierbaar oogenblik met zoo veel vuur verbeidDat my de smart vergoedt der lange afwezigheidIk keere dan in t end in de armen der geliefdeTe rug De teecircrste min die ooit een boezem griefdeBlaakt heden in dit hart met nooit gekenden gloedEn k ijle Maar hoe dus Gy eedle juffrenstoetHoe staat gy dus bedrukt en treurende en verlegenMet wankelende schreecircn treedt gy mijn aankomst tegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

427

Ontfangt my dus mijn huis daar k vol verlangen keerGy zwijgt - en schreit - en slaat het oog weemoedig neecircr -Zou Ines zou mijn kroost Ik sidder t uit te sprekenMeldt meldt om Gods wil my de waarheid

DE REIOns ontbreken

De moed de kracht de stem O dat ik t geen ik zagVergeten kon mijn Prins - Een doodelijke slagBedreigt u En gy eischt dat ik hem toe zal brengen

DON PEDROt Is vruchtloos verder nog mijn twijfel te verlengenk Doorzie den donkren zin van t uitgesproken woordMijne Ines is niet meer Mijne Ines

DE REIWerd vermoord

DON PEDROVermoord - En ik ik leef - Ik overleve een mareDie voor een koeler hart dan t mijne moordend ware -Ja k leef voor eeuwgen rouw voor eeuwig pijngevoelEn t aanzijn heeft voortaan voor Pedro slechts eacuteeacuten doel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

428

Maar wenschlijk is t my nog - Zult gy dien wensch misduidenBeseft gy niet mijn hoop gy dochters van het ZuidenDe wraak de troost der wraak - Neen vreest mijn wanhoop nietVreest niet dat ik bezwijke in t folterend verdrietHy die my Ines schonk en afnam zal my sparenTot de aard verzadigd zij van t bloed der moordenarenMaar gy getrouwe rei zoo teecircr aan haar verknochtMaar gy getuigen van haar jongsten ademtochtOnthoudt my t schrikverhaal der gruwlen hier bedrevenUit ijdle deernis niet Doet gy t gevoel herlevenDat door zoo fel een slag verdoofd werd in mijn hartWekt mijn versteende ziel tot levendige smartWeecircr op Doet t bloedig vocht ontschieten aan mijn oogenWaarvan in de overmaat van ramp de bronnen droogenMeldt my wat duivlenhand zich verwde met haar bloedZegt my haar laatsten wensch zegt my haar laatsten groetZegt my de teedre zucht die ze aan de bleeke lippenVoor echtgenoot en kroost zieltogend liet ontglippenWroet moedig in de wond van dees verscheurde borstIk smeek t als haar gemaal k gebied het als uw Vorst

DE REIk Gehoorzaam maar zoo t bloed by t gruwzaam wee-verhalenTe rug springt naar mijn hart en my de krachten falen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

429

Om t geen ik tuigde op nieuw voor mijn geschokte zielTe voeren ocirc verschoon De bloem der vrouwen vielDe roem van haar geslacht des hemels uitverkorenAls de uwe zag ik hier verraderlijk doorborenIk overleefde naauw zoo pletterend een schrikEn dien (gy eischt het Prins) vernieuwt dit oogenblik

Gy hadt nog pas eacuteeacuten dag dit stil verblijf verlatenWanneer op eens de maar zich door Coiumlmbraas stratenVerspreidt dat zich de Vorst uw Vader herwaarts geeftDie tijding treft ook ons Uw minlijke Ines beeftZy weet het wat die komst voor onheil aan moet voerenMaar ocirc niet voor haar zelf voelt zy haar hart beroerenVan rustlooze angst en zorg Zy siddert voor haar gacircZy siddert voor haar kroost helaas het is te spacircEeacuten hoop welt by haar op Ik moet een poging wagenlsquo(Dus spreekt zy) van behoud en dan Uw welbehagenGeschiede Almachtigersquo Die korte taal ontlastHaar boezem schenkt haar moed en t stout besluit staat vastMet haar onnoozel kroost den vader van haar gadeTe smeeken voor haar recht of (moet het) om genadeIs t eenig wat haar rest en redding brengt misschienZy ijlt naar t vorstlijk hof stort zich aan s konings kniecircnEn spreekt hem die nog naauw hare aankomst heeft vernomen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

430

Met deze woorden aan terwijl haar tranen stroomenlsquoMijn koning zie my hier gebogen aan uw voetMy t voorwerp van uw toorn dien ik onschuldig boetOf dwaalde ik laat dit kroost genacirc voor my verwervenDat in hun aderen uw bloed voert Moet ik stervenOm dat Don Pedro my om dat ik hem aanbidEischt dit de glans der kroon Beveelt s lands welzijn ditOf moet mijn onschuld dan den nijd ten offer snevenVan hovelingen aan mijn afkomst aan mijn levenVijandig en wier haat mijn gade zelf niet spaartDoch voor hun woeste drift was Ines nooit vervaardMaar gy wien k eer als vorst en lief heb als een vader(En echter met een hart van angst gepijnigd nader)Deelt gy mede in dien haat zoo onverdiend zoo wreedEn maakt zich ook uw hand tot mijn verderf gereedZijt ge op my zwakke vrouw zoo gruwzaam dan verbitterdOm dat geen diadeem haar om de slapen schittertDie aan den Prins uw zoon haar trouw verbinden dorstVergeef het aan de drift die in ons beider borstOnwederstaanbaar sloeg Niet tembaar was de liefdeDie Pedroos edel hart voor droevige Ines griefdek Zag wien mijn ziel aanbad wanhopig aan mijn voet -Om weecircrmin smachtend - k zag hem twijflen aan mijn gloed -Was langer wederstand hier mooglijk - k Werd zijn gade

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

431

k Werd moeder o mijn vorst schenk op dien naam genade -Maar is mijn afkomst dan onwaard een vorstlijke echtt Is waar geen koningskroon is aan mijn stam gehechtMaar Spanjes edelst bloed vereent zich in mijn aadrenCastielje en Arragon getuigen van mijn vaadrenWie kent niet Castros naam door deugd en adel grootAch licht welhaast befaamd door Ines vroege doodDie dood die vreze ik niet - voor t minst niet voor my zelveZoo slechts mijn sterven niet t graf van mijn gade delveVerhoed dit groote Vorst spaar my niet spaar uw zoonDen dierbren erfgenaam van uw roemruchten troonOf is mijn straf bepaald - k zal langer om het levenNiet smeeken zij my slechts eacuteeacuten bede toegegevenDat u mijn dood verzoene en dat mijn schuldloos bloedDe bittre veete blusch die tegen Pedro woedt -En voor dees lieve twee Zoo zy hun moeder dervenLaat niet uw ongenade op dit ons kroost verstervenAch zy misdreven niets Zy hebben schoon onze echtU haatlijk moge zijn op uw bescherming rechtHun vader is uw zoon wees hem wees hun een vaderEn breng mijn ondergang u aan uw kindren naderO dien vergeve ik u zoo k u misdadig schijnWant aan dees laatste beecirc zult gy gevoelig zijnrsquoDus spreekt zy met een stem die rotsen had bewogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

432

Nog galmt ze my door t hart nog perst ze my uit de oogenEen vollen tranenstroom - Den Vorst zelf zag k ontroerdEn mooglijk op dien stond schier tot genacirc vervoerdHy richt de smeekende op In zijn ontstelde trekkenIs t zichtbaar welk gevoel haar rede mocht verwekkenZijn hart voelt deernis - Ach hy doet zijn hart geweldBedwingt zich en de plooi der strengheid is hersteldEn machtloos evenzeer tot straffen of verschoonenTe fier om zich voor ons besluiteloos te toonenVerdwijnt hy haastig uit onze oogen Ines keertVan zorg om uwentwil thans meer dan ooit verteerdMaar wisslende angst en hoop verdeelen onze hartent Waar mooglijk dat dees dag het eind zag onzer smartent Waar mooglijk dat de Vorst geroerd door zoo veel deugdOntwapend door haar beecirc gevoelig voor haar jeugd(Want wie kon Ines zien en onvermurwbaar wezen)Verraderen ten spijt de schand der PortugeezenVergeving sprak - Doch zelfs die pijnelijke staatVan twijfel was te kort en de eerste dageraadMoest onzen schrikbren rouw doen tot het uiterst klimmen

De schaduwen der nacht verbleekten aan de kimmenEen woeste mengeling van stemmen treft ons oorMen dringt in dit paleis in naam des konings door

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

433

De wachten staan ontzet wat zou hier weecircrstand batenEn wy bedrukte stoet van alle hulp verlatenVan doodelijken schrik bewusteloos verwardWy naderen en God wat schouwspel voor ons hartO gruwelijke stond dien k nimmer zal vergetenDat hatelijke paar dat felst op u gebetenHun razerny in t hart des Konings overbrachtDie bittre vijanden van Ines braaf geslachtPacheco Alvares staan voor ons t Is verlorenEen eindelooze rouw is aan dit huis beschorenZy eischen Ines op het vonnis van de doodIs uitgesproken en hun zwaarden zijn ontblootOm t uit te voeren Neen k beschrijve u niet hun woedeNiet hoe de felle haat dien steeds hun boezem broeddeZich lucht gaf op dit uur De koninklijke machtSteunt hun vermetelheid die met ons lijden lacht

Maar Ines ziet haar uur met englenkalmte nakenIs t lot geworpen dat haar reine ziel moet slakenZy onderwerpt zich ja biedt zich haar moordren aanMaar vraagt een kort verwijl - het wordt haar toegestaanNu knielt ze en heft het oog gelaten naar den hemellsquoOntfang mijn ziel o God van uit dit stofgewemelGenadig schenk den gacirc voor wien k alleen bestond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

434

Versterking in zijn leed Druip balsem op zijn wondBreng zijn gefolterd hart aan dat zijns vaders naderVergeef mijn vijanden en wees mijn kroost een vaderrsquo

Zy zegt en buigt het hoofd Der beulen euvelmoedOntzet Zy aarzelen en waar t geen tijgrenbloedWat door hun aders vloeit uwe Ines bleef in t levenMaar neen zy schamen zich hun opzet op te gevenEn vatten nieuwen moed en keeren t aanzicht afPacheco grijpt het hoofd dat zy hem overgafEn t zwaard van Alvares Des hemels goedheid spaardeMy t verdere gezicht des gruwels k Zonk ter aardeOf t ware dat my zelve een doodelijke slagVerpletterd had - Maar toen k herrees en om my zagWas alles stil en doodsch k Zag slechts de breede stroomenVan t bloed - Uwe egacirc was ten hemel opgenomen

DON PEDROZoo is dan t bloedontwerp van t zwartst verraad gelukt

Zoo werd dan door het zwaard mijn echtknoop losgeruktMijn vader dat ge u dus door monsters liet omringenDat dus hun helsche raad in uw gemoed kon dringenGeen deernis trof u met een weerelooze vrouwNoch t denkbeeld van uw zoon en van den bittren rouw

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

435

Waarin t ontmenscht besluit der staatszucht hem moet stortenEn die (o hemel stem t) mijn dagen zal verkortenMaar laat my (kan het zijn) vergeten dat ook gyMijn vader schuldig zijt aan t schriklot dat ik lijOp u gevloekte twee lafharte moordenaren(O moog t rechtvaardig lot u tot dat tijdstip sparen)Op u slechts vlamt die wraak waar voor ik eenig leefBeef schendige Alvares en gy Pacheco beefViert viert den zege dien de hel u deed verwervenVerduizendvoudigd wacht de straf u Gy zult stervenOf voegen by het bloed van Ines ook het mijnMijne egacirc ja ik sneve of k zal uw wreker zijnVerfoei my t nageslacht gelijk het zal verfoeienDen naam van t monstrenpaar wiens staal uw bloed deed vloeienVerfoeie my ons kroost verfoei my t gantsch HeelalZoo heel het aardrijk van die wraak niet ijzen zalEn verder - kwijn kwijn weg in tranen o mijn levenWat uitzicht bleef my meer Wat hoop om naar te strevenDe wereld die me omringt is my een wildernisMijn rang zal me eindeloos aan t bloedige gemisHerinnren Neen de kroon die eens mijn hoofd moet drukkenZal nimmermeer mijn hart aan t knagend wee ontrukkenGeen zorg van staat zal ooit uw beeld verflaauwen doenO Ines in dees borst De daavrende klaroen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

436

Die in de prille jeugd het ridderbloed doet kokenEn die zoo menigmaal mijn boezem heeft ontstokenIn heldenroemzucht die de ziel ten hemel heftVindt Pedro doof voortaan Mijn stervend hart beseftEen enkle nooddruft nog die van uw dood te wrekenTe treuren zonder end en smert met smert te kweekenMaar gy zoo t geestendom mag neecircrzien op deze aardBlijve u de teecircrste gacirc nog zorg en deernis waardVan uit het englenrijk waar toe gy werdt verhevenO dat me uw dierbre schim nog zomtijds moge omzwevenVerschijn my als de nacht mijn mat getreurde leecircnt Bedriegelijk genot des slaaps brengt Hoor mijn beecircnDaal slechts eacuteeacuten oogenblik voor de oogen van uw gadeTer neder treffendst pand der hemelsche genadeBy al wat k lijden mag maar welkom bovenalWanneer me uw komst het uur der dood verkonden zalMaar k ga k wil op het lijk den traan der wanhoop plengenk Wil aan de wreed vermoorde een laatste groete brengenDan voer men t lijk naar t graf De ziel vloog hemelwaartKeer t zielloos stofkleed weecircr in t rustig stof der aardEens echter als de loop der wentelende jarenMijn schedel met den last der rijkskroon zal bezwarenWordt mooglijk nog dit stof aan de aard te rug gevraagdDan zal dat dierbaar hoofd zoo gruwzaam eens belaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

437

Nog met den diadeem dien k haar bestemde pralenEn zielloos nog triumf op t beulenrot behalenDat de eer der heerschappy aan Pedroos gemalinBenijdde Heel mijn volk zal haar als koninginEen sombre hulde biecircn Verraders moogt gy levenEn zien voor eerste straf haar op den troon verhevenWie uw gevloekte hand de reine borst doorstietEn t koude lijk vorstin van t Portugeesch gebiedDien naam dien kenne haar by al haar hemelglorieDeze aarde toe Dien naam bevest haar s lands historieEn roem haar t nageslacht in dood en leven grootIn t leven wreed vervolgd gekroonde na den dood

DE REIWelk een akelige kreet

Vult Coiumlmbraas sombre wallenWelk een noodlot gruwzaam wreed

Heeft haar vesten overvallenWaarom rolt Mondegoos vloedMet een dof gemurmel bloed

Door haar jammerende boordenWaarom roept het al tot GodWraak op t helsche beulenrot

Dat een zwakke vrouw kon moorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

438

Ines Ines is niet meerZy is t voorwerp van die klachtenHeel een volk vraagt Ines weecircr

Aan de monsters die haar slachttenHaar die meer dan vrouwendeugdBy het tederst schoon der jeugd

In het vlekloos harte paardeDe eecirclste bloem van Spanje viel -Ach de aan God gewijde ziel

Was te zuiver voor deze aarde

De eerste dood die t aardrijk zagWas de dood des schuldeloozenWat deze aard te tuigen plag

Is de zegepraal der boozenHier regeert noch recht noch GodHier geen ander plichtgebod

Dan de vaste wil des sterkenWie zal t dwingend algeweldDaar t zich zelf geen palen stelt

In zijn dollen loop beperken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

439

Hoe ik keere mijn gezichtk Zie de misdaad triomfeerenTroonen door geweld gesticht

Laffe vleiers die regeerenMuichelmoord en snood verraadAan het eervol roer van Staat

In den purperglans gehuldigdEn der ondeugd schaamtloos hoofdMet het lauwerblad omloofd

Aan rechtaarde deugd verschuldigd

Wat dan heeft dit aardsch tooneelDaar t die gruwelen onteerenDat een edel harte streel

Dat hem t leven doe waardeerenWat genoegen heeft het inMacht- en gouddorst wrevelzin

Driften toomloos losgebrokenWorstlend met elkaacircr te zien -Maar vereend op t hart gebiecircn

Dat zy rusteloos bestoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

440

Onschuld wat zult gy hier doenNederige wapenloozeWat vermoogt gy tegen t woecircn

Van den onbedwongen boozeWeecircrstand bieden vreest gy nietNoch wanneer de plicht gebiedt

t Heerschend onrecht te vervolgent Alomvattende geweldDat zich hier ten meester stelt

Heeft uwe onmacht reeds verzwolgen

Lijden lijden is uw lott Lastig leven door te zwoegenMet de hoop gevest op God

Dit is Onschuld uw genoegenMaar ook dit wordt u misgundZoo gy t hoofd niet buigen kunt

Voor d Afgodendienst der snoodheid -Haat vervolging staan gereedLaster moord en al het leed

Waar uw zwakheid steeds voor bloot leit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

441

Waarom dan de dood betreurdDie geen leed brengt maar bevrijdenDe onschuld uit de klaauwen scheurt

Van haar haatren van haar lijdenAch de wil der Almacht spreektEn de band des lichaams breekt

En de ziel stijgt op ten hoogenDaar herstelt een eeuwge rustDaar verkwikt een eeuwge lust

In den schoot van t Alvermogen

Dierbre koninklijke vrouwOm wie onze tranen stroomenEeuwig voorwerp van den rouw

Die ons hart heeft ingenomenDit dit noodlot is het uwMonsters van wier naam ik gruw

Snoeiden uw onschuldig levenMaar de woede van den haatDie zijn prooi ter nederslaat

Heeft tot de Englen u verheven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

442

Bloei dan welig in Gods hofBloem zoo jeugdig afgesnedenBloem zoo vroeg zoo wreed in t stof

Door een vloekbren voet vertredenDaar herademt ge en vergeetAl het doorgeworsteld leed

Al de broze vreugd der aardeDie eacuteeacuten dag ontluiken zietEeacuten dag omwerkt in verdriet

Vreugde niet voor u van waarde

Maar het naar u smachtend kroostZult ge omzweven en bewakenMaar den ecircgacirc wien geen troost

In t verscheurde hart durft nakenZult ge onzichtbaar gadeslaanEn de wanhoop doen weecircrstaan

Die ons t uiterste doet vreezenJa gy zult ofschoon dees grondDoor geen weldaacircn u verbond

Portugals beschermgeest wezen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

443

Immer blijft de vlek van t bloedOp Coiumlmbraas bodem klevenImmer zal Mondegoos vloed

Klachten murmlen om uw snevenVan uw schoonheid van uw deugdVan uw droef verwelkte jeugd

Zal geheel de wereld wagenEn t ontmenschte beulenrotBy de strenge wraak van God

Ook den vloek der menschheid dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

444

Heldenpleit

t Sigeiumlsch strand zag nu den vorstelijken kringDes Griekschen Raads vergaacircrd tot slechting van t gedingVan uit hun midden treedt met grimmig vlammende oogenKrijgshaftige Ajax op en heft ze norsch ten hoogenTerwijl hij uitbarst in dees woorden Groote goocircnHier in t gezicht der zee hier durft Laeumlrtes zoonMet Ajax naar eacuteeacuten prijs Achilles wapens dingenHier hier op de eigen plek waar onze schepelingenHem vlieden zagen voor de toorts waarmeecirc de handVan Hector heel dees vloot ging steken in den brandDaar ik alleen dorst staan en d aanval deed mislukkenOf moet wellicht de kunst zich listig uit te drukkenIn fijn gesponnen taal op heldendapperheidDe zege winnen zoo is my de zege ontzeidIk heb de gaaf mijn recht met klanken op te sieren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

445

Zoo min als hy die van den degen te bestierenGelijk het krijgsliecircn past Doch t komt op daden aanDe mijne kent gy Wat deze arm hier heeft bestaanGetuigde t licht des dags Hy moog zijn krijgsbedrijvenWijdloopig voor het oor van t Grieksche heir beschrijvenOm t geen hy mooglijk eens in sombre schaauw der nachtEn eenzaam ondernam met valsche woordenprachtTe voeren in het licht Maar zouden laffe listenDen schitterenden prijs dien hy my durft betwistenVerdienen Roem genoeg verstrekt het hem met myTe kampen om eacuteeacuten prijs Hoe dierbaar die me ook zijHy waar my dierbrer nog betwist door andre heldenDoch k doe by meerder deugd nog hooger rechten geldenDie van mijne afkomst k Ben de zoon van TelamonDie onder Hercules de Trooische muren wonEn met Thessaaljes jeugd den stouten tocht dorst wagenOm t gulden wondervlies aan Colchos weecircr te vragenZijn vader was de Vorst die in het helgebiedDe Sisyphussen voor zijn aanblik siddren zietEn wien der goden Vorst niet schroomt zijn zoon te noemenZoo na mag Ajax zich op hemelsche afkomst roemenEen afkomst hem gemeen met Peleus grooten zoonk Heb tot geen kampstrijd van verdiensten me aangeboocircnMaar k eisch hier de erfenis eens broeders Waar t rechtvaardig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

446

Zoo t kroost van Sisyphus dien stamheer overwaardigHet erfrecht meester werd van Eacus geslachtEn wordt het heilge recht eens stamgenoots misachtOf heb ik dit verbeurd om dat ik vrij en moedigMy aanbood tot den tocht die Griekens schande bloedigGing wreken Zoo geeft hem die in het harnas beeftEn t zwaard al siddrend voert Achilles wapens GeeftDe wapens van een held als Peleus zoon aan dezenWien Palamedes van een dolheid moest genezenGeveinsd uit laffen vrees voor t roemrijk krijgsgevaarEn o dat hem die list gelukt mocht zijn Hy waarDit leger niet gevolgd om t in zijn gruweldadenMeecirc in te wikklen en zijn helden te verradenGy zoudt nog met ons zijn rampzaalge Peas zoonDie aan t verschriklijkst leed (ons allen tot een hoon)Ten prooi gelaten werd in Lemnos woeste bosschenEn van het roofgediert en van de doode rotsenEen medelijden vergt door Grieken u ontzeidHelaas thans kwijnt gy weg in de aakligste eenzaamheidEn richt half stervende die wijd geduchte pijlenWaarmeecirc we u tot verderf der Trojers zagen ijlenOp wild gevogelt af tot voedsel van uw weeEn heiligt aan de wraak (o goocircn verhoort zijn beecirc)Laeumlrtes valschen zoon En echter blijft gy leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

447

Door t leed zelf waar ge in zwoegt aan zijnen haat onthevenMaar Palamedes Ach wie geeft dien held ons weecircrDie door des monsters list zijn leven met zijn eerVerbeurde toen de wraak om t schrander listontdekken(Het geen den lafaart dwong met ons te veld te trekken)Op dat onschuldig hoofd zoo gruwzaam werd verzaadUlysses dorst den held van t schandelijkst verraadBetichten en hy zelf (ja k durf de waarheid spreken)Had in des Vorsten tent den goudschat doen verstekenBedriegelijk bewijs van een verdichte schuldVan zulk een dapperheid is zijn gemoed vervuldMet ballingschap en moord woedt hy op Grieksche heldenGevaarlijk in den raad en niet op de oorlogsveldenDit tuige Nestor die door t storten van zijn paardOnweecircrbaar in t gevecht neecircrtuimelend ter aardUlysses dien hy bad hem in dien nood te hoedenTot eigen lijfsbehoud zich ijlings weg zag spoedenDoof voor des grijzaarts stem Dit tuige DiomeedDie hem op d eigen stond zoo laf een vlucht verweetDoch t Godendom doet recht Ook hy zag zich in t strijdenOntbloot aan alle kant en had mijn medelijdenHem niet gered hy waar bezweken in den noodDoch k zag den killen schrik der naderende doodZijn kaken bleeken en ontfermde my des snooden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

448

Ik zwaaide t zwaard in t rond de Trooische drommen vlodenEn deze beukelaar bedekte heel den heldBetwist hy my den zege op t eigen oorlogsveldIndien hy t wagen durft En als des vijands klingenHem wederom zoo na ten lijve zullen dringenZoo oordeel heel het heir wie zegepralen moetHy die geen andre kracht dan in den vluggen voetOp t slagveld overhoudt of die toen Hectors naderenNiet slechts Ulysses t bloed verstijven deed in de aderenMaar onzen dappren meecirc te midden van zijn vaartDen grooten oorlogsman neecircrbonsde tegen de aardEn t vijandlijk geweld te rug stiet WapenbroederenGetuigt het Welk een wensch vermeesterde uw gemoederenToen t lot beslissen moest wien onzer t tweegevechtDoor Hector aangeboocircn zou worden toegezegdBy zulk een overvloed van helden Hooptet ge allenNiet dat die hachlijke eer aan my te beurt mocht vallenDie hoop vervulde zich ik streed en keerde weecircrOnoverwonnen in uw midden en met de eerDer legers ongekrenkt Doch k durf op meerder bogenDien schrikbren onheilsdag voer zich uw geest voor oogenToen Troje en Jupiter met Troje bondgenootIn plettrende overmacht losbarstten op de vlootMet vuur en staal Eeacuten uur ging onze duizend kielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

449

De hoop des wederkeers naar t vaderland vernielenHad ik niet in t gevaar dees borst vooruit gezetEn tegen menschen beide en goden u geredk Heb op erkentnis recht voor zulk een dienstbetooningAchilles waapnen zijn me een billijke beloningIk ben die waard zy my Hetgeen ik heb verrichtIs meer dan Pallas beeld in t duister weggelichtOf wichlaar Helenus verwonnen een bespiederBetrapt en omgebracht en Rhesus moord daar iederZelfs hiervan t allermeest aan Diomedes wijtSta af dan weekeling van d ongelijken strijdDien ge ondernemen dorst Tot loos bedrog geschapenVoegt u t sieraad geenszins van t al te schittrend wapenU zou de gouden helm verraden by de nachtTerwijl gy lagen spreidt terwijl gy zelfs de krachtOm hem te dragen mist Bespotlijk zou het wezenDe zware lans gedrild door Peleus zoon voordezenIn uwe hand te zien en aan uw arm het schildWaarop die godenzoon de wereld droeg Te mildWaar t Grieksche leger wis voor Priams onderzatenIndien t in uw bezit dien wapendosch kon latenOp dat ze dadelijk des vijands prooi zou zijnNeen Grieken neen Aan my dat heldenschild Het mijnWerd tot uw dienst doorboord door menigte van schichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

450

Aan my Doch tusschen ons kunt gy gemaklijk richtenWerpt deze wapenen in t vijandelijke heirEn die ze wederbrengt keere als hun eignaar weecircrrsquo

Dus eindigt Ajax en een gunstig volksgevoelenVolgt murmlend op zijn reecircn Te midden van dit woelenTreedt thands Ulysses op Het neecircrgeslagen oogVerheft hy nederig en statig naar om hoogWeet kalm met schrandre kunst hun aandacht eerst te spannenVoldoet die eindelijk en spreekt lsquoHeldhafte mannenZoo onzer aller beecirc verhoord waar by JupijnDit hachelijk verschil zou niet gerezen zijnAch deze wapendosch zou nog Achilles leden(t Geheugen van den held kost my dees traan) bekleedenDoch heeft de onwrikbre wil des Noodlots ons beroofdVan dien doorluchten Vorst van dat onschatbaar hoofdDan mogelijk doet hy het zekerst erfrecht geldenDoor wien die groote man zich op deze oorlogsveldenBevonden heeft en aan wiens kloekheid en beleidGy menig zege dankt aan grove kracht ontzeidWant Grieken t strekke toch den woestaart niet tot voordeelDat hy zich weet ontbloot van schranderheid en oordeelEn op zijn dwaasheid roemt Wie nuttigst was in t heirDien kroone uw dankbaarheid met de overwinningseer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

451

Niet wat ons voorgeslacht maar wat wy zelven dedenBeslisse Schoon k ook dan niet achteruit zou tredenWant ik ben evenzeer van godlijke geboortGeboorte niet bevlekt door gruwbren broedermoordMaar door mijn moeders bloed uit Majaas zoon geborenNog heerlijker misschien Of wilt gy de eischen hoorenDer bloedverwantschap dan heeft Ajax meecirc geen rechtDan word dees wapendosch aan Pyrrhus toegezegdDes afgestorvnen zoon of aan zijn grijzen vaderDan is hem Ajax ook niet meer dan Teucer naderMeecirc zoon van Telamon Maar neen verdienste alleenBeslechte ons wichtig pleit Wel aan dan wat ik meenSints meer dan negen jaar in t aanschijn onzer heldenTe hebben uitgericht zij t my vergund te melden

Gy weet hoe in het eerst een schrandre moederzorgAchilles fieren moed in vrouwendracht verborgEn aan den tocht onttrok door uwe deugd begonnenWie heeft dien forschen arm voor t Grieksche heir herwonnenWas t Ajax Of was ik t die midden in een stoetVan vrouwen onder wie hy kwijnde t heldenbloedZich zelf verraden en van oorlogzucht deed ziedenDoor d aanblik van het zwaard dat ik wist aan te biedenEn die op d eigen stond hem toeriep lsquoGodenzoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

452

Op u wacht Trojes vest om Menelauumls hoonTe boeten Op ten strijd Gy brengt den Griek viktoriersquoIk sprak hij volgde Hoort een deel sints van zijn glorieNiet my Zy strekken my tot onvergeetbren roemZoo velen door zijn hand van Trojes heldenbloemEn Phrygiaansche steecircn vernield zijn Lesbos wallenEn Chryse Tenedos en Cylla zijn gevallenDoor my Dien Hector meecirc der oorlogsvelden schrikAchilles schittrendste triumf vermeesterde ikMijn wapens dan die t eerst Achilles lijf omgorddenDie kunnen niet betaald dan met de zijne wordenZie daar mijn eerste dienst bewezen aan dit heirNog voor onze aankomst op dees stranden deed ik meerDer duizend schepen vloot gereed in zee te stekenOm de eer van Atreus kroost op Priams huis te wrekenVerbeidde aan Aulis strand der winden gunst alleenDoch vruchtloos waren hier geloften en gebeecircnDiana fel vergramd op d Oppervorst der GriekenVerbiedt den vluggen wind in onzer kielen wiekenTe zwellen zoo men niet haar ongenade boetEn op haar outer plenge Iphigeniaas bloedNu moet door kracht van taal eens vaders hart bewogenHet slachten van zijn kroost op t outer te gedogenIk waag dit voor t belang der Grieken k overreed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

453

(Tuig Agamemnon tuig t wat strijd ik toenmaals streed)Den vader zich de plicht des konings toe te wijdenEn wist den weecircrstand zelfs der moeder te vermijdenDie onbewust van t al my t offer overgeeftDiana wordt voldaan Iphigenia sneeftDe winden zijn ontboeid De Phrygiaansche strandenBetreedt der Grieken heir door mijn beleid Wy landenIk waag voor aller zaak my aan een nieuw gevaarBegeef me in Trojes wal en moedig redenaarOntwikkel in den Raad van Priam Griekens klachtenBedreig hem met den krijg dien onze schepen brachtenEn eisch Heleen te rug met boete voor den hoonDie haren Egacirc trof Mijn taal en stem en toonDoordringt der grijzen hart en lenigt hun gemoederenTerwijl een woeste jeugd en Paris en zijn broederenZich naauw ontzien hun staal te doopen in mijn bloedNu was de hoop op vreecirc verloren de oorlog woedtDoch niet op t open veld De Grieksche en Trooische lansenBeproeven zich nog niet De vijanden verschansenZich binnen hunne veste en t duurt ruim negen jaarEer we onze zucht voldoen naar ernstig krijgsgevaarWat deedt gy woestaart toen die niets verstaat dan vechtenTerwijl ik zorgde en waakte en onze legerknechtenBy t lastige beleg volharding aanbeval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

454

Den vijand lagen spreidde en t leger met een walEn vestingmuur omgaf en voor verrassing hoeddek Was nuttig gy verteerde in vruchtelooze woedeHet leger middlerwijl door Agamemnons droomBedrogen dreigt een schand die ik alleen voorkoomMen wil aan t grootsch ontwerp aan wraak en eer verzakenOm weecircr de rust der vrede en t huislijk heil te smakenHeeft Ajax die zoo grootsch op vaste deugd braveertHeeft Ajax toen die vlugt volijverig gekeerdHeeft hy door raad of daad voor t minste door zijn voorbeeldDe krijgren aangevuurd en hun gedrag veroordeeldO neen daar t al den rug aan Trojes muren boodGetroostte hy zich meecirc die lafheid en hy vloodNiet ik Die t vluchtend volk in t harte weet te treffenEn met een scherp verwijt de schande doe beseffenVan na een lang beleg te keeren onvoldaanEn op den Griekschen naam der eeuwen smaad te laacircnMijn ijver overwint men wendt beschaamd zijn schredenNaar t leger Ajax meecirc keert weder op mijn redenNu wordt door d Oppervorst het gantsche heir vergaardIk voer op nieuw het woord de omstuimigheid bedaartIk straf een muiteling zoo nietig als vermetenEn spoor de krijgren aan dien dag te doen vergetenDoor nieuwe wonderen op t bloedig veld van eer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

455

Zoo strekt dan al t geen sints en Ajax en dit heirVerrichtten my tot lof Doch t is genoeg geblekenWat denkwijze over my alle onze helden kwekenIk ben t als Diomeed een stouten aanslag waagtWien deze dappere tot medehelper vraagtt Is vleiender voorwaar aldus te zijn verkorenDan door een blinde kans ten strijd te zijn beschorenVoor t minst ik wachtte niet dat my het lot geboodOm me in de holle nacht te wagen aan den doodToen ik den Trooischen spie daar hy ons kwam verrassenDe zijnen deed verraacircn en in zijn bloed deed plassenEn daarmeecirc niet vernoegd in Rhesus tenten drongHem met geheel zijn stoet t zwaard door den gorgel wrongEn tot een schittrend blijk mijns krijgsbedrijfs zijn paardenDie zy als t waardig loon van Dolons tocht bewaardenIn t Grieksche leger bracht Maar ook by zonnelichtIn openbaren strijd heb ik niet min verrichtDit heeft Sarpedons drom te droevig ondervondenOp t flikkren van mijn staal door t slagveld half verslondenDit tuigden Prytanis Alastor ChromiusNoeumlmon Halius Alcander CeramusEn zoo veel minderen naar t schimmenrijk gezondenTen koste van mijn bloed Gy ziet het aan dees wondenVersiersels van mijn borst gelijk die groote man

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

456

Hoe trotsch zijn rede klinkt u niet vertoonen kank Beken het hy deed veel in t hachlijk vlootverweerenMaar was hy de eenige die t Trooische vuur dorst keerenEn heeft Patroclus niet in wapens uitgedoschtVan zijn doorluchten vriend den schepeling verlostOf was hy de eenge die met Hector zich dorst metenEn heeft hy t aanbod van acht anderen vergetenWaaronder ge Atreus zoon en ook Ulysses zaagtHet lot bestemde hem Hy streed wel onvertsaagdWel onverneecircrd doch is de zege hem gebleven

Hoe smert het me in uw hart de smert te doen herlevenDer dood van Peleus zoon Doch k moet u aan den dagHerinnren toen uw oog dien krijgsmuur storten zagk Ontvoerde niet ontroerd door klachten kreten tranenTe midden van den drang der juichende TrojanenHet dierbaar overschot aan t vijandlijk geweldEn deze schouder droeg het lichaam van den heldMet de eigen wapenen waarnaar wy heden trachtenNeen by verlichter geest ontbreken me ook geen krachtenMijn leden zijn t gewicht der oorlogsdracht gewendNiet minder dan mijn ziel de hooge waarde kentVan d opgehangen prijs Hoe zouden kunstgewrochtenDie godenhanden slechts te voorschijn brengen mochten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

457

Ten sieraad strekken eens onwetenden soldaatsAch of dit kostlijk schild naar eisch van orde en plaatsDe beeldtnis voert ten toon van hemel beide en aardeNoch kunst noch kennis heeft voor zulk een woestling waardeDoch dat ik in het eerst de kans des krijgs vermeedBeschimpt hy als of dit Achilles meecirc niet deedHem wilde voor t gevaar eens moeders angst beschermenMy een aanbidbre gacirc Doch k rukte me uit haar armenEn zegg hy of ik ooit sints meer dan negen jaarMe om harentwil onttrok aan eenig krijgsgevaarDan waar spreekt Ajax van Kon hy my herwaarts brengenGelijk ik Peleus zoon - Vermoogt gy t te gehengenO Vorsten welk een taal hy zich veroorelooftHy wijt u openlijk dat ge een onschuldig hoofdTer dood veroordeeld hebt om dat ge een daad moest wrekenVan schandelijk verraad op t duidelijkst geblekenJa Palamedes moest de doodstraf ondergaanIk bracht zijn vuig ontwerp den Griekschen krijgsraad aanGy doemdet hem te recht Van Philoctetes smarteBeschuldigt hy slechts my Zy gaat my diep ter harteDoch heb k daar meerder deel dan de andre helden aanGy Grieken gy volbracht wat ik had aangeraacircnOp dat een stille rust onmooglijk in dit legerHem redding schenken mocht Licht waar zijn toestand veeger

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

458

Ja mooglijk waar hy reeds bezweken in t gewoelDat de oorlog met zich brengt zoo was zijn heil mijn doelWel aan daar thans de goocircn verklaarden dat de wallenVan Troje zonder hem onmooglijk konden vallenSpoede Ajax naar hem toe Laat Ajax taal zijn woecircnTen oirbaar van dit heir met kunst bedaren doenVloei rugwaarts Simoiumls naar d oorsprong uwer stroomenSchud Ida van uw top de kroon af uwer boomenWanneer ooit zijn vernuft zoo grootsch een taak verrichtWanneer ooit zijn beleid hier t minste voordeel stichtNeen ik zal Philocteet (hy moog my thands vervloeken)In Lemnos eenzaamheid kloekmoedig gaan bezoekenZijn drift zijn haat zijn wrok doen zwichten voor mijn reecircnEn k voer hem uit zijn rots ten val van Troje heenDit zal ik zoo gewis als k Helenus deed sprekenEn t middel van hem leerde ons op zijn stad te wrekenEn uit de Trooische burcht in der beleegraars machtt Noodlottig Pallasbeeld haar sterkste weering brachtEn waant hy nog dat ik in dezen kamp zou wijkenWien gy t verschuldigd zijt dat Troje kan bezwijkenWaar was hy waar zijn moed en grootspraak op dat uurToen ik het stoutst ontwerp met meer dan heldenvuurTen uitvoer brengen dorst de stad wist in te dringenDe wachters van t kasteel tot de overgaaf te dwingen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

459

En duizendmaal den dood te tarten om dees schat(Die eenig u t bezit verzekert van de stadEn zonder wien hy zelf zijn kracht slechts zou vermoeienIn eindloos langs dees grond een nutloos bloed te sproeien)Te voeren in uw macht Voldappre DiomeedVerzelde me op dien tocht k erken het ja ik weetDien Vorst een deel des lofs van d uitslag toe te wijzenIs onzer beiden moed te minder des te prijzenOf Ajax waart ge alleen by t redden van de vlootU strekte een gansche stoet tot bijstand in den noodMaar my een enkel held Noch deze noch zoo velenDie met u in den roem des hoogsten krijgsmoeds deelenBeweren eenig recht op d eerprijs waar k naar dingZy weten dat beleid meer uitricht dan de klingZy weten dat de kracht nog nooit deed zegevierenWaar t aan verstand ontbrak haar werking te bestierenWie zijt gy die alleen een woest gevecht verstaatBy my die nuttig ben met wapens en met raadZoo veel de vlugge ziel is boven t lichaam te achtenGehoorzaam aan haar wil in t oefnen van zijn krachtenZoo veel de stuurman meer dan die den riem voert geldtDe veldheer meer dan t heir dat op zijn wenken sneltZoo veel beroem ik my dien woestaart te overtreffenDie buiten t strijdperk geen verdienste kan beseffen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

460

Wel aan dan eedle Raad Gy kent het geen ik deedGy acht my in t vervolg steeds evenzeer gereedOm moet er iets verricht met stout- en wijsheid wordenEn wapenen en list om lijf en ziel te gordenEn t al te wagen voor uw dienst en voor onze eerBedenk het wie van ons onmisbaar is voor t heirWie onzer met meer trouw voor zijn belangen waakteWien Troje meerder ducht wie Troje winbaar maakteOf kunt gy aarslen in t beslissen van ons pleitEn heb ik voor mijn recht nog niet genoeg gezeidZoo schenk ze der Godesrsquo

Hy stelt hun t beeld voor oogenVan Pallas door zijn hand aan Trojes vest onttogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

461

Toelichtingen behoorende bij de Kompleete dichtwerken van Da Costa

Waarin tevens zijn opgenomen de Voorredenen en Aanteekeningen des Dichtersbij de verschillende uitgaven zijner werken

Bladz 1

[De kompleete dichtwerken van Da Costa worden geopend met het gedicht getiteldL o f d e r D i c h t k u n s t Het komt voor in den Bundel Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n L e e f t i j d waarin nevens dit nog meer andere Gedichtenuit het eerste tijdperk van des Zangers dichterlijk leven en werken voorkomen DezeBundel werd uitgegeven bij Kruseman in het jaar 1847 Hij werd voorafgegaan doorde Voorrede die hier volgt]

Voorrede voor de Zangen uit verscheidenen leeftijd

De herdruk der twee Deelen mijner P o euml z y gaf aanleiding tot het denkbeeld omhet hier en daar in Tijdschriften of Jaarboekjes verstrooide met een en ander uithetgeen nog gantsch onuitgegeven daacuteaacuter lag in een Deeltje te vergaderen van gelijkformaat en by wege van vervolg der even vermelde nieuweUitgave Als nu sommigenmijner Vrienden den wensch hadden te kennen gegeven dat daarin eene plaatswerd verleend aan een in den handel niet meer verkrijgbaar Dichtstuk uit mijnevroege jongelingsjaren (d e V e r l o s s i n g v a n N e d e r l a n d a0 1814) zoo gingik hieraan voldoende nog een kleinen stap verder achteruit - in overeenstemmingmet dien trek naar

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

462

completeering die ons tot in het onbeduidendste wel eens vervolgt wordt nu dezekleine Bundel geopend met het eerste Hollandsche vers dat ik my herinnergeschreven te hebben en nog voorhanden had Als zoodanig had evenwel hetstukje L o f d e r D i c h t k u n s t toch ook nog eene waarde van herinnering voormy daarin namelijk dat ik door dit vers het eerst in kennis kwam met BILDERDIJKIemand had het hem als den arbeid van een jeugdigen Israeumlliet medegedeeld enhy vond er iets in dat hem aantrok waarschijnlijk het hoofddenkbeeld ontleend voorhet overige van een bekend Grieksch Byschrift op den oudsten en grootsten derHeldendichters Hoe het zij van dat oogenblik gaf ik de Latijnsche Muse haarafscheid - (ik had tot dien tijd toe nooit anders dan in het Latijn poeumlzy geoefendingenomen als ik was geheel en uitsluitend met de oude Klassiken en wat in denieuwere talen dat voetspoor betrad) - voor het eerst had ik nu in my zelven eeniggevoel voor Nederlandsche poeumlzy ontwaard De vrucht hiervan was eerst en meestde overbrenging eeniger Grieksche modellen in onze taal by name uit ESCHYLUSden Treurspeldichter wiens vereenigde Homerische en Oostersche grootaartigheidmy bijzonder had aangetrokken Zoo gaf ik in 1816 zijne P e r z e n in 1820 zijnenP r ome t h e u s in Nederduitsche dichtmaat Aan een Fragment uit de Z e v e nt e g e n T h e b e en nog een ander uit den A g amemn o n welke by dieoverbrengingen als een soort van toevoegsel gegeven zijn ruimde ik in dezetegenwoordige Verzameling eene plaats in mitsgaders aan de Od e a a n h e tT r e u r s p e l zy karakteriseeren voor een aanmerkelijk deel de toenmalige richtingvan mijn gemoed in poeumlzy

Eerst wezenlijk als dichter ontwaakte ik toen in my de Israeumllitische zelfbewustheidontwaakte toen voor my na lang dobberen tusschen een philosophisch Deiumlsmusen een zucht naar positive Godsdienst het voorleden mijner natie tot historie vanGods Openbaring en Wereldregering geworden was toen my de bestemming vandat volk de toekomst der wereld en de eenige weg te gelijk van eigen zielsbehoudbegon helder te worden in Moses en de Propheten - straks in de openbaring desNieuwen Testaments in het Evangelie des naams van Jesus Christus De eerstebladen en bloesems dier nieuwe poeumlzy zoo wel als de geschiedenis harer eerstewording zijn nedergelegd in

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

463

den Dichtbundel van 1821 en 1822 Eenmeer gerijpte vrucht van hetzelfde beginselgaf ik later (a0 1826) in de Hymne G o d me t o n s en in het D i c h t e r l i j kK r i j g sm u z i j k (van dat zelfde jaar) de F e e s t l i e d e r e n en F e e s t z a n g e n(der jaren 1828 en 1829) en misschien in een en ander lied in deze Verzamelingvan Z a n g e n u i t v e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d gelijk die sedert 1821 eenmeerbepaald en zelfstandig karakter hebben gekregen

Later gingen er weder jaren om dat het poeumltisch element zich by myminder bepaaldin den eigenlijken dichtvorm lucht gaf Daar is vooral in onzen tijd op allerlei gebiedeene natuurlijke strekking der poeumlzy tot prosawording d i van het geestelijk-idealenaar het praktisch-reeumlele die ik geloof dat weinige dichters van onzen leeftijdhebben kunnen ontgaan Toch pleegt onder dien indruk aan geen waar dichter zijnepoeumlzy als hoofdelement in denken spreken en schrijven geheel te ontvallen Ookde prosa (wie betwijfeld het) heeft hare poeumlzy en rampzalig (omgekeerd) depoeumlzy die geen ander uitwerksel van zich nalaat dan dat van den welluidendenklank of bevalligen vorm

Intusschen ook waar de Dichter uit hoofde van de stof die hem ter harte gaat uithoofde van de schare tot welke hy zich richt uit hoofde van den tijd waarin hy leeftde meer vrije en populaire vormen van het prosa verkiest keert hy als van zelvemeer dan eens terug tot dien van rijm- en maatzang alsof voor hem toch enkeldaarin de fijnste en gevoeligste n u a n c e s van zijne gedachten zijn weder te gevenDoch ook aan deze poeumlzy kleeft dan wederom wel eens iets van den prosavormaan - eenemenging die (zoo een oordeel zelfs door vergelijking met eigene verzenniet reeds eene aanmatiging is) by my althands een meer rustig gevoel verwektdan vroegere meer bruischende misschien maar ook minder bestemdevoortbrengsels van mijn vroeger tijd Tot deze menging in elk geval schijnen my demeeste latere verzen (sedert 1830) van dezen tegenwoordigen Bundel te behoorenin het bijzonder deV i j f e n Tw i n t i g J a r e n waarin ik voor het eerst die wijzigingna een vrij lange pause in mijn dichterlijke loopbaan recht duidelijk onderscheiddeby my zelven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

464

Hoe het zij prosa of poeumlzy of beide vereenigd - zoo in mijne vroegere of latereschriften immer iets eenige gehalte bezat t was my oacutef vrucht des Evangelies oacutefvoorbereiding of behoeftewekking tot die eeuwige Waarheid Aan deze worde danook wederom wat hier wordt aangeboden getoetst - aan deze dienstbaar gemaaktOok op het gebied van Kunst en Wetenschap heeft dat woord E eacute n d i n g i sn o o d i g zijne hooge beteekenis en de tijden waarin wy leven en die wy te gemoetgaan zullen eerlang ook daacuteaacuter geen ding onverschillig laten tusschen dat ontzachlijkV oacute oacute r MY of t e g e n MY waarin de Heer al wat van ver en van naby tot Zijn Rijk inbetrekking staat eenmaal voor altoos onderscheidde

November 1847

Bladz 1

[LOF DER DICHTKUNST Deze eersteling des Dichters is gelijk hier boven gezegdwerd behalve als zoodanig merkwaardig omdat hij de aanleiding werd tot de eerstekennismaking met Bilderdijk]

Bladz 18

[AAN DE WELEDELE HEEREN MR W BILDERDIJK EN MR DJ VAN LENNEP Deze opdragtheeft betrekking tot het Treurspel d e P e r z e n waarvan de eerste oorspronkelijkeuitgave in 1816 de tweede in 1853 verscheenDe Voorrede voor den eersten druk luidde als volgt]

Voorrede voor den eersten druk

Een enkel tooneel van Eschylus Perzen oefeningshalve door my in Hollandscheverzen overgezet bracht my op het besluit een zoo genoegelijken arbeid aan hetgantsche stuk te besteden De vrucht van dezen arbeid deel ik thans mijnenlandgenooten mede niet in den waan hun hierdoor een juist denkbeeld van hetoorspronkelijke in hunne moedertaal te geven maar met zucht om de aandachtnader te vestigen op een dichter mijns oordeels

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

465

niet genoeg naarmate van zijne buitengewone verdiensten gelezen en geachtMisschien mag dit stuk in deze tijden eenig bijzonder belang inboezemen uit hoofdevan eene in het oog loopende overeenkomst tusschen deszelfs onderwerp en dejongste gezegende gebeurtenissen in Europa Voor de eer echter der personaadjenvan dit stuk (die in al hunne rampen toch altoos eene recht eerbiedenswaardigegrootheid behouden) had ik niet gaarne dat men deze overeenkomst te veel ind eacute t a i l toepaste Hetgeen ik voorts over den Dichter zelven en zijne P e r z e n tezeggen had heb ik bewaard voor de Inleiding van eenige Aanteekeningen achterde overzetting gedrukt Deze Aanteekeningen hebben voor het grootste gedeeltegeen ander doel dan de verklaring van het geen nog in ons Hollandsch voor denmin bedrevene eenige moeilijkheid kan hebben als toespelingen op oudegebeurtenissen namen van landen en steden en meer diergelijks Zomtijds ookheb ik gemeend rede te moeten geven van den zin waarin ik de eene en andereplaats van het oorspronkelijke opgevat en overgebracht heb D r ama t i s c hD i c h t s t u k voeren de P e r z e n in mijne navolging ten titel omdat ik vreesde dathetGriekschewoord Τραλῳδία door T r e u r s p e l uitgedrukt een verkeerde gedachtevan hetgeen men by de lezing te verwachten heeft zou doen geboren worden Eris voorzeker onder alle de oude dichters niemand wiens Tragedieumln meer van watmen tegenwoordig met den naam van Treurspel bestempelt afwijken dan EschylusLaat my eindelijk nog dit betreffende mijn eigen werk aanmerken dat ik in hetaannemen der geslachten en het regelen der spellingmy voornamelijk heb gedragennaar de gronden aangegeven door den HeerMr Bilderdijk in zijne V e r h a n d e l i n go v e r d e G e s l a c h t e n d e r N a amwo o r d e n Moge de hooge bewondering waarmede de grootheid van den oorspronkelijken

Dichter mijn hart steeds vervuld heeft haren invloed op deze navolging uitgeoefendhebben Het is hier aan alleen en geenszins aan eigene verdiensten dat ik eengunstig onthaal van mijnen arbeid byaldien my dit te beurt viel zou hebben tedanken

[De tweede druk opgenomen in den Bundel getiteld E s c h y l u s d r ama t i s c h ed i c h t s t u k k e n werd voorafgegaan van een Voorberigt dat dus luidt]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

466

Voorrede voor den tweeden druk

Toen ik my nu omstreeks zeven en dertig jaar geleden met een schier kinderlijkedichtpen en misschien ruim zoo zeer kinderlijken overmoed aan de overbrengingvan Eschylus P e r z e n vier jaren later aan die van zijnen P r ome t h e u s waagdegaf ik my eigenlijk aan een onwederstaanbaren indruk een persoonlijken doorniemand zoo zeer by my opgewekten smaak daarby over Weinig wist ik dusdoende dat deze smaak die indruk in verband stond met eene op dat tijdstip overalook elders herlevende en sedert steeds meer toegenomene waardeering van denverhevenen Athener het kolossaal vernuft hetwelk men in deze dagen zoo te rechtvergeleken heeft met die twee hoofden der nieuwe Europeesche Letterkunde Danteen Shakspeare En toch het was zoo want op elk gebied moet vroeg of laat elkelof of blaam van loutere conventie elke miskenning of overdrijving voor de wezenlijkewaarde en waardeering der dingen onderdoen en plaats maken En zoo was danook op het gebied van klassieke Dichtkunst de tijd aangebroken dat de voorrangdoor den veel te hoog opgetilden Euripides onder het by uitstek beroemde drietalder Grieksche Tragediedichters ingenomen niet eens meer aan Sophocles maaraan den veel te lang ongekend gebleven Eschylus moest worden toegewezen HetEuropa der negentiende eeuw vereenigde zich uit zijn zoo geheel onderscheidenstandpunt en onder zoo geheel andere omstandigheden en begrippen met deuitspraak by Socrates en Euripides geestigen tijdgenoot Aristophanes lsquoWat mybetreft ik acht dat aan Eschylus de zege toekomtrsquo Maar ook met betrekking tet deneisch der echte Grieksche taal kende hem nog onlangs onze NederlandscheMeesterin dat vak denzelfden voorrang toe (Cobet C ommen t a t i o d e eme n d a n d ar a t i o n e g r amma t i c a e g r a e c a e d i s c e r n e n d o o r a t i o n ema r t i f i c i a l em a b o r a t i o n e p o p u l a r i p 11)Zy is inderdaad een opmerkelijk en geenszins op zich zelf staand verschijnsel

(trouwens wat verschijnsel op het gebied van den menschelijken geest en van eenzijner beduidendste organen de poezy staat of stond immer op

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

467

zich zelf) zy is voorzeker een merkwaardig verschijnsel die toegenomenewaardeering van Eschylus die eerplaats door den zoo geheel oorspronkelijkenPuikdichter heroverd juist in onze door allerlei bewegingen en bewerkingen zooveelzijdig geoefende en gescherpte negentiende eeuw In vroeger dagen had hetzekerlijk ook dezen sieraad der Atheensche gouden eeuw aan geene geleerdeuitleggers en hoogschatters ontbroken Doch wat de laatste veertig jaren op in hetoog loopende wijze en in nog ongekende mate voor hem den Griek even als voorden even herinnerden Engelschmann der zestiende eeuw tot volle rijpheid brachtenwas een vermeerderde en nieuwe keur egraven van dichterlijke navolgers egraven vanbevoegde bewonderaars - van zorgvuldige proevers en verbeteraars van denschroomlijk bedorven Griekschen tekst bovendienAllerlei natieumln de Fransche zoo wel als de Engelsche en Hoogduitsche de

Belgische zoo wel als de Nederduitsche brachten daaraan als om strijd het haretoe Op Goethe dien dichterlijken Titan van Duitschland is ook van dezen Titan derklassieke Oudheid de invloed merkbaar en aanmerkelijk geweest Lord Byronverklaarde dat de indruk van Eschylus P r ome t h e u s die door hem opHarrow-college met zijne medestudenten driemaal in een enkel jaar gelezen wasop alles wat hy sedert zelf heeft geschreven een beslissende uitwerking geoefendheeft Sints vertaalden hem Fransche Dichters als Edgar Quinet en Cohen enverschenen naast de Commentarieumln en Aanteekeningen der Blomfields ElmsleisSchneiders Wellauers ook van den beroemden Parijschen Boissonnade keurigenoten van den vroeg gestorvenen Emile Frensdorff te Brussel zijne belangwekkendestudieumln op en over Eschylus In ons Nederland heeft niet alleen te Groningen deoverleden Hoogleeraar van Limburg Brouwer zich in meer dan eacuteeacutenen letterkundigenarbeid de machtige verdiensten ook van dezen oudste en stoutste van het TragischeDrietal aangetrokken maar wijdden mede nog onlangs de Hoogleeraar Karsten teUtrecht de school van Cobet te Leyden eene in het oog vallende aandacht enmoeite het zij aan de philologische en esthetische toelichting het zij aan de kritischebehandeling en genezing van hetgeen in de nalatenschap der klassieke GriekscheOudheid uit de pen van Eschylus tot ons kwam

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

468

Omtrent geenen anderen puikdichter misschien heeft de tegenwoordige richting enbeweging binnen het evengemeld drieledig gebied van geleerdheid kritiek enkunstmaak een meer beduidenden en ververschenden invloed op belangstelling enbehandeling ten gevolge gehadVan my Israeliet die ik ben van afkomst en aanleg zal het niemand bevreemden

als ik hier by herhaling te kennen geef dat hetgeen my zoo vroeg en zoo sterk inden Dichter van d e P e r z e n van de Z e v e n t e g e n T h e b e van denP r ome t h e u s van den A g amemn o n aantrok de ruim zoo zeer Oosterscheals Grieksche adem is die deze meesterstukken doorwaait en bezielt Men duidehet my evenmin ten kwade indien ik nog wat verder gaande aan even diezelfdeoorzaak aan des Dichters veelzins Oostersche physionomie en verhevenheid debuiten alle vroegere evenredigheid in onzen tijd aan Eschylus te beurt vallendehoogschatting wijt (Ook Frensdorff was zoo wel als Cohen meen ik Israeliet) Zyliggen in de eigenaartigheid zy behooren tot de teekenen van onzen veelbewogenen veel (al zij het ook soms zijns ondanks) op nieuw erkennenden vooralveel voorspellenden tijd - die trek en aandrift naar het Oosten van waar z o o v e e ldat groot en goed is van waar a l l e s dat op aarde Goddelijk is zijnen oorsprongherleidt naar dat Oosten van waar de zon uitgaat en werwaart zy ook terwijl wyslapen en buiten het bereik onzer zinnelijke waarneming terug keert Naar hetOosten het zij dan over Oud-Griekenland het zij over het oude Byzantium of alware het ook over het Americaansche Westen om weder op te frisschen omeenmaal geheel weder op te leven moet het met onze menschheid vroeg of laattoch eens heenAls dan nu by dergelijken onverflaauwden of liever vernieuwden indruk van een

geliefkoosden Dichter mijner jeugd het voorstel eener nieuwe uitgave na schierveertig jaren tusschenpozing door mijn geachten vriend den BoekhandelaarKruseman tot my kwam kan het niemand die op dit gebied zelf geen vreemdelingis bevreemden dat allerlei gedachten plannen wenschen zich op dien naamklankvan Eschylus by my verdrongen Men zoude zich bijna jeugdige krachten op nieuwen vooral ruimte van vrijen tijd toewenschen om zich weder eens bepaald by zulkeene gelegenheid in den Griekschen hoofddichter van alle zijden in te studeerenMaar jeugdige krach-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

469

ten voor zoo veel die nog niet geheel mochten geweken zijn maar ruimte van tijdzoo veel die gegund wordt zijn aan plichten en werkzaamheden verbonden dievoor geene nevenstudie hoe ernstig en belangrijk ook anders moesten plaatsmaken Na allerlei plannen om egraven de dichterlijke overbrengingen egraven vooral de veelte ledige Voorrede mitsgaders de onbeduidende Aanteekeningen van 1816 en 1820geheel over te werken kwamen al de barensweeeumln van den berg op het zeeronschuldige besluit neder om by dezen herdruk de vroegere uitgave zoo goed alsonveranderd onverbeterd en onvermeerderd alleenlijk weder te geven Zie daardan het weinige dat ik mijnen goedgunstigen Lezer hier heb aan te bieden metuitlating voorts van het fragment uit de Z e v e n t e g e n T h e b e dat vroeger inde P e r z e n bl 72-88 gelezen werd en van het fragment uit den A g amemn o nachter den P r ome t h e u s in der tijd geplaatst mitsgaders van de Od e o p h e tT r e u r s p e l ter inleiding van deze laatste overbrenging gegeven Alle drie dezevruchten van jeugdigen dichtergloed zijn later opgenomen in mijne Z a n g e n v a nv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d (Haarlem by Kruseman 1847)Hetgeen intusschen als natuurlijk wel het meest door my by dezen onveranderden

herdruk betreurd wordt is het onveranderd geblevene van geheel de dichterlijkeoverbrenging zelve Ik had my voorgesteld onder het overlezen hier en daarverbeteringen althands berispingen van mijne eerstelingen in het vak by dezegelegenheid te geven Doch het bleek weldra partieele verbeteringen hadden meergeschaad dan gebaat de zelfkritiek ware in den grond eene aartigheid geweestwaar ik zelf althands minder nog voor over- dan mede op-had aan een degelijkealgeheele overwerking was zonder lang en herhaald uitstel althands van wegetijdsgebrek niet wel te denkenDoe ik na al het gezegde kwalijk wanneer ik evenwel nog aan het slot eene

kleine proeve laat volgen hoe ik op deze mijne jaren wellicht denzelfden arbeidzoude opgevat hebben in elk geval i n b e g i n s e l my nader aan de letter van hetoorspronkelijke zou getracht hebben te houden Jeugdige beoefenaars vandichterlijke vertaalkunst mogen tusschen de twee overzettingen van een enkelfragment uit de P e r z e n (den aanhef) eene keus doen aan welke der twee proeven(behoudens hunne billijke vrijheid om ze beide gelijkelijk af te wijzen of te berispen)zy voor zich zelve by gelijksoortige

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

470

onderneming de voorkeur zouden geven aan den tekst van den achttienjarigen ofaan de variante van de vijf-en-vijftig-jarigen OverzetterEn hiermede zij den vriendelijken Lezer op dat gebied vooral met nadruk het

v a a r w e l toegeroepen na nog even gevraagde verschooning voor zinstorendeop de proef voorbygeziene drukfouten en wat verder zijne opmerking hopen wyniet ontsnappen zal maar evenwel op zijne oogluiking mogen rekenenAmsterdam Juny 1853

Bladz 18

[In de Opdragt van de vertolking van d e P e r z e n aan Bilderdijk en van Lennepopenbaart zich de innige vereering die de Dichter reeds als jongeling aan dezezijne dierbare Leermeesters toedroeg en betoonde Omtrent zijne betrekking totBilderdijk toen en later behoeft hier wel niets meer te worden gezegd Maar ookde betrekking die tusschen Da Costa en van Lennep van des eersten studiejarenaf bestond bleef later steeds voortduren Ondanks menig verschil van inzigt washet Da Costa immer eene behoefte des harten luide te betuigen hoeveel hij dezenhoogvereerden Meester in meer dan eacuteeacuten opzigt verschuldigd was Hij bezong danook diens Vijftigjarigen jubel als Hoogleeraar in een schoon gedicht dat later zalvoorkomen en wijdde hem ook na zijn overlijden in proza eene Hulde toe doe medeis gedrukt in het Album van Schoone Kunsten 1853 pag 49]

Bladz 83

[PROEVE VAN OVERWERKING UIT DE PERZEN - De chronologische orde in de opnameder dichtstukken die men anders zooveel mogelijk heeft pogen te bewaren wordthier voor een enkele maal eenigzins verbroken Immers deze P r o e v e dagteekentvan het jaar 1853 Menmeende echter de beide vertolkingen op elkander te moetenlaten volgen niet alleen omdat zij bij elkander behooren maar ook omdat het dusden dichtlievenden lezer gemakkelijk gemaakt wordt de beide vertalingen metelkander te vergelijken]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

471

Aanteekeningen op De Perzen

De dichter van het oorspronkelijke stuk waarvan wy deze navolging aan onzelandgenooten aanbieden is een der genen geweest welke meest toebrachten totvestiging van den roem der oude Grieken in het vak van tooneeldicht De voorgangervan Sophocles en Euripides in deze voortreffelijke soort van poeumlzy zou dit alleengenoeg zijn om hem onsterflijk te maken al had hy zelf geene meesterstukkenvoortgebracht welke met die van zijne volgers verdienden gelijk gesteld te wordenVan een eenvoudigen lierzang ter eere van eene Godheid by plechtigegelegenheden door een Koor aangeheven nu en dan doorwevenmet eenige verzendoor slechts eacuteeacuten tweede personaadje voorgedragen heeft hy een tooneel geschapendat niet dan geringe beschaving van noode had om tot een trap van volmaaktheidte geraken waartoe gedurende meer dan twintig eeuwen geen volk op aarde in delaatste tijden slechts eacuteeacuten enkel genaderd is Dan die zelfde beschaving welke eenregelmatig treurspel deed geboren worden heeft aan den anderen kant deoorspronkelijke kracht van den lierzang welke er de hoofdrol in speelde doenverflaauwen en langzamerhand den toon waar by onzen dichter zelfs de d i v e r b i a(of zamenspraken buiten het koor) op gedicht zijn in hoogte en stoutheid doenafnemen Van daar is het dat schoon men zijnen mededingers den voorkeur gevewat aangaat de schikking en leiding van des Treurspels onderwerp by Eschylus(die zoo wel ten aanzien van zijne voortbrengselen als van den tijd waarin hy geleefdheeft een midden houdt tusschen deze en de oude nog ruwe lierzangdichters alsThespis) zeker oneindig meer te vinden is voor hem dien het meer om pracht vanstijl rijk- en grootheid van beelden kracht en verhevenheid van uitdrukkingstevigheid en zwier van v e r s i f i c a t i e te doen is De Atheners zelve hebben hemniet alleen boven Euripides maar zelfs boven Sophocles gewaardeerd de nieuwerenhoe zeer niet zoo gunstig over hem denkende hebben echter steeds grooten prijsgesteld op het weinige dat van hem overgebleven is en voorwaar zonder ons overde verdiensten van die drie groote mannen te bestemd uit te laten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

472

meenen wy echter te kunnen beweeren dat Eschylus in een ander opzicht als zijnetwee volgeren uitmuntend geen minder recht heeft op onze bewondering - Wygelooven den lezer geen ondienst te zullen doen zoo wy deze aanteekeningenaanvangen met een nader bericht over Eschylus zelven en over zijne P e r z e n inhet bijzonderOnze dichter dan werd uit een der aanzienlijkste geslachten te Athene geboren

en maakte zich by zijne landgenooten niet minder door dapperheid dan door eenvoortreflijken dichtgeest beroemd Hy woonde de slagen van Marathon Salamisen Plateacutea by en schijnt aldaar bijzonder uitgemunt te hebben Hy heeft echter indat vaderland hetwelk hy door zijn moed hielp verdedigen en tot wiens onsterflijkenroem in het vak der letteren hy niet weinig heeft toegedragen zijne dagen nietgeeumlindigd In de laatste jaren van zijn leven den prijs van het treurspel tegen denjongen Sophocles of gelijk anderen met minder waarschijnlijkheid willen dien vaneen treurdicht op de gesneuvelden by Marathon tegen Simonides verlorenhebbende verliet hy de stad en begaf zich naar den Vorst van Syracuse Hierodenzelfden wiens overwinning in de Olympische en Pythische spelen door Pindarusbezongen is en aan wiens hof zoo wel deze laatste als Simonides Bacchylides(beiden uitstekende dichters van dien tijd) en onze Eschylus het gunstigst onthaalgenoten Uit erkentenis voor de weldaden die hy daar ontfing zegt men dat hy tereere van den koning een treurspel geschreven heeft onder den naam van deE t n a welk treurspel echter niet tot ons gekomen is Hy stierf te Gela eene stadin Sicilieuml drie jaren na zijne komst in dit land in het vijf en zestigste jaar zijnsouderdoms Na zijne dood stelde men te Athene zulk een waarde op zijne werkendat men met een stuk van Eschylus behoorlijk verbeterd ter mededinging tot denprijs van het treurspel werd toegelaten Men verhaalt ook dat treurspeldichtersdikwijls hunne verzen op zijn graf kwamen voorlezen als een hulde toegebrachtaan de schim van hunnen verhevenen voorganger Het getal der stukken die zijnevruchtbare pen opgeleverd heeft beloopt volgens sommigen op een en zeventig(waar onder vijf S a t e r s p e l e n ) volgens anderen op negentig van al het welkslechts zeven treurspelen tot ons gekomen zijn met name P r ome t h e u s h e tb e l e g v a n T h e b e d e P e r z e n d e O f f e r a a r s t e r s A g amemn o n d e Sme e k e n -

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

4 7 3

d e n d e S c h r i k g o d i n n e n Dertien malen is hy overwinnaar geweest enzelfs na zijne dood zijn sommige van zijne stukken bekroond gewordenUit alles wat de oudheid van dezen man te boek gesteld heeft kan men ligt

opmaken dat hy met een schitterend vernuft eene zeldzame vastheid van karakteren edelheid van gevoelens vereenigde Dit blijkt ook voornamelijk uit den rol dienhy zijne personaadjen over het algemeen doet spelen Overal het zij in voor- oftegenspoed onderscheiden zy zich door eene nimmer vervallende grootheid vandenken en spreken welke te gelijk eerbied voor hun inboezemt te gelijk een byuitstek hooge gedachte doet opvatten van de denkwijze des dichters die zulkevoorwerpen weet voor te stellen Er is geen van zijne treurspelen welke hier vangeene bewijzen in menigte oplevert en ook onze P e r z e n zijn er gansch niet vanmisgedeeld De Rei bestaande uit mannen door hunne wijsheid en hooggevorderdejaren uitstekend en daarom door den koning zelven gekozen om gedurende zijneafwezigheid het opzicht over zijne staten te voeren betoont zelfs na deverschrikkelijke tijding van des legers volkomen nederlaag en te midden van deklachten die zy doet ontstaan eene zich altijd gelijk blijvende deftigheid Xerxeszelf hoe roekeloos hoe vernederd hy voorkome behoudt in alle zijne handelingenin alle zijne zeggingen in al zijn wanhoop zelf iets treffends dat geen medelijdenalleen wekt maar zelfs ontzag Zoodanig is Eschylus in de daarstelling van zijnepersonaadjen zoodanig is hy in de wijze waarop zy zich uitdrukken Het grootschehet verhevene is altijd het kenmerk van zijne verzen en de taal die hy zijnen heldenhalven goden en goden in den mond legt is zoo verre boven den gewonen uitdrukverheven als zy zelven boven den gewonen kring der menschenWy zeiden hierboven dat Eschylus ook ten aanzien van zijne voortbrengselen

een midden houdt tusschen Thespis en diens tijdgenooten aan den eenen kantSophocles en Euripides aan den anderen En indedaad zoo men den trant waarinzijne stukken geschreven zijn aandachtig nagaat geloof ik dat deze aanmerkingweldra bevestigd zal worden Maar het zal daar dan ook te gelijk uit blijken dat ergrooter krachten vereischt werden om het treurspel op te voeren tot den trap dienhet Eschylus heeft doen bereiken dan om het op zulk eene hoogte zoo veelvolkomenheid in het werktuigelijk gedeelte by te zetten als by voorbeeld in SophoclesK o n i n g E d i p u s bewonderd wordt In een woord

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

474

behalve al het geen de Atheners den eersten te danken hadden voor al wat hy aande behoorlijke uitvoering der stukken toegebracht heeft (iets dat voor ons vanminderbelang is) heeft hy zoo vele voortreffelijke nieuwigheden in de pas geopendedramatische loopbaan ingevoerd dat men hem met het beste recht den naam vanSchepper van het Grieksche Tooneel zou kunnen toekennenEn dit is voor zoo verre men hem beschouwt met betrekking tot den invloed dien

zijne stukken op de vorming van het treurspel gehad hebben Dan eerst komtEschylus in het schitterendste daglicht voor wanneer men hem als dichterbeschouwt By hem heerscht nog de lierzang in zijn volle zwier en kracht en daarzelfs waar de lateren inzonderheid Euripides een toon aannemen den gematigdenredenaarsstijl nader by komende daalt hy van de eens bereikte hoogte niet af maarmengt in den toon des zuiveren lierzangs welke by de koren uit haren aart vereischtin de d i v e r b i a minder te pas komt eenen naar dien van het heldendicht eenigzinszwemenden voor deze laatsten den bestendigen jambischen (somtijds ook welden trochaiumlschen) voetmaat bezigende Van daar is het dat de stoutstevergelijkingen overdrachtige en andere figuurlijke uitdrukkingen overal in menigteby hem gevonden worden Over het algemeen heeft zijne poeumlzy eene krachtwaarvan niet alleen by de Fransche treurspeldichters maar zelfs by zijne Griekschevolgeren voor zoo verre hunne werken tot ons gekomen zijn weinige of geenevoorbeelden zijn Tot deze kracht werkt niet weinig mede zijne recht schoone engrootsche v e r s i f i c a t i e en het gepaste gebruik dat hy weet te maken van eeneonwaardeerbare eigenschap der Grieksche taal (die ons Hollandsch met haargemeen heeft) de vrijheid namelijk van nieuwe woorden door zamenstelling tevormen Verwonderlijk is de werking welke dit op zijne verhalen vooral uitoefentDeze zijn altijd vol vuur en leven even als zijne hoogdravende koorzangen metnieuwe en keurige epitheta als het ware bezield en stellen met korte maar krachtigetrekken de allertreffendste beelden aan den geest voor Eindelijk om nog iets tot smans lof te melden (want hem in alle de deelen waar hy in uitmunt na te gaan ishier niet te doen) is het alleropmerkenswaardigst hoe zelden onze dichter in welkeomstandigheid ook geplaatst tot een toon ja tot een uitdrukking vervalt het treurspelzoo als hy het zich voorstelde onwaardig iets hetwelk van het grootste belang isen echter

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

475

onder de menigte groote mannen die zich in dit vak beroemd gemaakt hebben nietaltijd zoo streng in acht genomen isHet heeft ook hier wederom niet aan lieden ontbroken die zijne verdiensten door

allerlei spitsvindigheden zochten te kort te doen Zoo zijn er die hem verwijten datzijne poeumlzy niet roerend is gelijk die van Sophocles niet vervuld met zedelessenen wijsgeerige denkbeelden gelijk die van Euripides Wat aangaat het eerste willenzy die hem dit voorwerpen daarmede te kennen geven dat aandoenlijkheid niethet kenschetsende van Eschylus is wat zegt dit anders dan dat de manier van deneenen dichter van die des anderen verschilt Ieder moge nu naar mate zijnerbijzondere gesteltenis of smaak den een boven den ander verkiezen geeft dezekeuze daarom zonder eenige andere gronden recht het daarvan afwijkende teveroordeelen Gewis aan aandoenlijkheid van uitdrukking daar waar het onderwerphet vereischt mangelt het Eschylus even min als aan alle de overige vereischtender tooneelpoezy Dat hy voorts niet zoo vruchtbaar in wijsgeerige en zedelijkelessen is als Euripides dit strekt hem veel eer tot lof dan tot verwijt niet dat dezedeleer en de verbetering en verheffing van het menschelijk hart door grootevoorbeelden van deugd of ondeugd geen vereischten zijn van het treurspel maarom dat Eschylus zonder dit belangrijk doel te veronachtzamen nimmer gelijkEuripides den natuurlijken loop van zijn stuk er in het minst om stoort of dehartstochtelijke taal zijner sprekers door ongepaste uitstappen doet verkoelen Byhem is de zedeleer van de geheele behandeling van zijn onderwerp onafscheidbaaren doet zich ieder oogenblik gevoelen Dus by voorbeeld wordt die gewichtigewaarheid dat men zich op de oogenblikkelijke gunst der fortuin niet moet verlatendat men de Godheid als de eenige bron van alle welvaart hebbe te erkennen enaan te bidden en zich te wachten van haar door heiligschennis tot een gerechtewraak aan te zetten in zijne P e r z e n gedurig betoogd niet met ijdelen praal vanwoorden en in den kouden vorm van wijsgeerige redeneering maar met al hetdichterlijke vuur waar dit uitstekend werk in alle zijne deelen van schittert Opdezelfde wijze gaat ook Sophocles met de zedeleer te werk wiens zoo evenaangehaalde K o n i n g E d i p u s te waarheid van het zeggen dat niemand voorhet oogenblik van zijne dood gelukkig mag genoemd worden overal in het grootstelicht stelt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

476

terwijl de Rei eerst by het einde van het stuk met weinige woorden deze waarachtigespreuk door de op Edipus zoo plotseling uitgebarsten rampen bevestigt Eindelijkverwijt men onzen dichter ook dat hy door eene te ver gedrevene deftigheid dikwijlsin het ruwe en reusachtige vervalt en voorwaar het is geen gering oordeelkundigedie hem iest dergelijks nageeft1 Merken wy dit echter aan dat zoo men zich in hetbeoordeelen van Eschylus by den staat bepaalt waarin het treurspel na hemgebracht is zijn toon zeker te dikwijls veel te hoog rijst doch zoo men deszelfsoorsprong nagaat en het volgens het denkbeeld dat men zich in de oudste tijdener van vormde als een soort van lyrische poeumlzy aanmerken wil deze tegenwerpingaanstonds geheel verdwijnen zal Uit dit oogpunt moet men onzen dichterbeschouwen om hem naar verdienste te waardeeren Over den oorsprong voortsvan het Grieksche en het hedendaagsche treurspel en het daaruit voortvloeiendeonderscheid tusschen deze beiden raadplege men de Verhandeling van den HeerMr Bilderdijk te vinden in het Tweede Deel van zijne Treurspelen Men zie vooralbladz 127 en volg -Het is dan na het geen wy tot nog toe van Eschylus gezien hebben geenszins

te verwonderen dat hy zijn uitstekend dichterlijk vermogen onder anderen ook aande vereeuwiging besteedde eener gebeurtenis zoo gewichtig voor zijnelandgenooten en waaraan hy zelf zoo veel deel genomen had als de verdrijvingder Perzen en het verijdelen van hunne ontwerpen tegen de vrijheid van GriekenlandHet zal hier dunkt my niet onvoegzaam zijn iets te melden van den Perzischenoorlog en hoe het met de zaken der Grieken in dit opzicht geschapen stond tentijde waarop Eschylus dit zijn treurspel vervaardigde In het jaar 502 dan voor degewone tijdrekening bestond Histieacuteus vanMiletus eene stad in Ioumlnie deze gantschelandstreek van de heerschappy der Perzen toen ter tijd meesters van schier heelAzie te bevrijden Door hem tot opstand gewekt roepen de Ioumlnieumlrs de medewerkingin der Europeesche Grieken van wie zy zelve eene volkplanting waren en bekomenwerkelijk twintig schepen van Athene en vijf van Eretrieuml in het eiland Eubeacutea Aldus

1 Rudis in plerisque et incompositus wordt hy by Quintilianus Institt Oratt Lib X C 1 gezegdte zijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

477

gesterkt wagen zy het op Sardes de hoofdstad van Lydie (insgelijks sedert Cresusval onder Perzie behoorende) aan te rukken en maken zich gezamenlijk met hunnehulptroepen meester van de stad maar verlaten door de Atheners worden zy naverscheidene wisselingen van de krijgskans in het zesde jaar na hunnen opstandweder aan de Perzischemacht onderworpen Een geruimen tijd hierna besluit Dariussedert lang vlammend op de beheersching der Grieken en daarenboven door denuit Athene gejaagden tyran Hippias Pisistratus zoon gedurig aangehitst inGriekenland den oorlog te voeren onder voorwendsel van de hulp door de Athenersen Eretrieumlrs aan de oproerigen toegebracht maar in de daad om alle de Griekenonder zijne regeering te vereenen Hy verzamelt hiertoe een machtig leger datonder geleide van twee zijner beste bevelhebbers eerst op zes honderd schepennaar het eiland Eubeacutea trekt Eretrieuml inneemt en verwoest en van daar naar Atticaoversteekt om Athene het eigen lot te doen ondergaan Op de velden van Marathoneen burgt niet ver van Athene komen hun tien duizend Atheners en duizend Plateeumlrste gemoet door tien Veldheeren aangevoerd waaronder Miltiades en Aristides devoornaamsten Na een bloedig gevecht verklaart zich de overwinning voor deGrieken Darius overleeft zijne nederlaag niet lang Zijn zoon door eigenheerschzucht en den raad van zijne hovelingen aangespoord houdt zich gedurendevier jaren met vreesselijke toebereidselen tot den oorlog bezig Hy verlaat zelf zijnehoofdstad aan het hoofd van het leger rukt in Griekenland komt alle hinderpalenmet geweld te boven verbrandt Athene wier inwoners zich alle op de vlootingescheept hadden maar wordt in een zeeslag dien hy kort daarna by Salamislevert volkomen verslagen en begeeft zich op de vlucht naar zijn rijk latende zijnschoonbroeder Mardonius met een talrijk leger in Beoumltieuml achter Maar ook dit legerwordt niet lang daarna by Plateacutea door de verbondene Grieken geheel uit elkandergejaagd Dit gevecht en de zeeslag by Mycale een kaap van Ioumlnieuml op denzelfdendag voorgevallen beslisten den Perzischen oorlog en de vrijheid van GriekenlandHet is dan voornamelijk de slag by Salamis dien onze dichter tot het voorwerp vanzijnen zang wilde maken Maar hy was de man niet die zich te vrede kon stellenmet het bewerken van zijn onderwerp op eene gewone manier Het was geentriomfzang op de overwinning geen treurlied op de in den slag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

478

geblevenen of iets diergelijks waardoor hy naar waarde zulk eene gebeurtenismeende te kunnen verheffen Hy wilde daarenboven den Grieken (het Atheenschevolk in het bijzonder) de vleijendste hulde toebrengen door hen te midden te plaatsenvan het in rouw gedompelde hof des Perzischen konings En hiertoe verkoos hyden vorm van het statige treurspel eene onderneming voorwaar van ongemeenestoutheid en de hooge vlucht die hy in alle zijne stukken pleegt te nemenoverwaardig vooral wanneer men in acht neemt welke onderwerpen te dier tijdevoor het Treurspel geschiktst gerekend werden Immers voor Goden Halve godenof Helden uit de oudste tijdvakken der Grieksche geschiedenis de eigenlijkehoofdpersonaadjen van het dichtstuk moest hy zich thands vergenoegen metmenschen voor te stellen in de eeuw zelf levende waarin hy schreef en aan wiendus niet eens door dichterlijke versiering die bovenmenschlijke grootheid scheente kunnen gegeven worden welke tot de oorspronkelijke kracht van het Treurspelvolstrekt onmisbaar is Maar ook dezemoeilijkheid moest voor den vurigen dichtgeestvan Eschylus zwichten Hy voerde de schim van Darius den grooten Koning denHeld den Vader van zijn volken den eerbiedigen aanbidder der Goden in de eersteoorzaak aan den dag brengende van het gebeurde en wat nog te gebeuren stondvoorspellende en dit alleen was genoeg om dit zijn stuk tot de hoogte van zijneoverigen te verheffen Uit deze plaatsing van het Tooneel in s vijands eigenehoofdstad sproot het dubbel voordeel dat de lof aan den overwinnaar uit den mondvan de overwonnenen toegebracht oneindig streelender werd dan hy onder eenigenanderen vorm voorgesteld zou kunnen geweest zijn terwijl den verlagen Pers inal zijn onheil eene grootheid toegeschreven wordt die de zegepraal der Griekennog schitterender doet voorkomen En aldus werden de P e r z e n van Eschylusgeboren Wat aangaat nu den loop van het stuk deze is gelijk gewoonlijk by hemis allereenvoudigst Eacuteeacutene voorname verdeeling doet zich by de lezing dra gevoelenHet eerste deel stelt den tijd voor waarop het Perzische hof nog geslingerd wordttusschen de hoop waartoe de verbazende macht door ken Koning tot den inval inGriekenland verzameld rede gaf aan den eenen kant en de ongerustheid uit deachterblijving van tijdingen uit het leger de te dikwijls ondervondene wispelturigheidder fortuin en ongunstige voorteekenen spruitende

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

479

aan den anderen kant Het tweede gedeelte bevat de mededeeling der geledenenederlaag by Salamis door een bode die der nog dreigende by Plateacutea door Dariusen de klachten van Xerxes en de zijnen over hunne ongelukken Dus wordt detegenstelling tusschen de oude reusachtige macht der vijanden en hunnetegenwoordige vernedering als zijnde iets van het hoogste gewicht in hetschitterendste licht geplaatst en voorwaar niet zonder reden Het is immers juistdeze tegenstelling welke de bereiking van het hoofddoel des dichters deverheerlijking der Grieksche overwinnaars en die van een tweede niet minderbelangrijk oogmerk de zedeleer by uitnemendheid bevordert Voor het overigewat men ook door ongepaste vooringenomenheid voor het latere tooneel tegendeze eenvoudigheid in de schikking van dit treurspel hebben moge zonder blijkbareongerijmdheid echter zal men toch zijne poeumlzy en versificatie de hoogste goedkeuringniet kunnen ontzeggen Men hoore echter op welk een toon de bekende La Harpezich over een man als Eschylus uitlaat in zijn Cours de Liteacuterature Vol I p 326)alwaar hy na zijn oorde el over den P r ome t h e u s geveld te hebben in dier voegevan de P e r z e n spreektlsquoLes Perses dont le sujet est plus rapprocheacute de la nature noffrent rien de plus

reacutegulier mais on sent combien cet ouvrage devoit plaire aux Atheacuteniens Cest ladeacutefaite des Perses agrave Salamine qui occupe cinq actes en reacutecits en deacutescriptions enpreacutesages en songes en lamentations nulle trace encore daction ni dintrigue Lascegravene est agrave Suze Des vieillards qui forment le choeur attendent avec inquieacutetudedes nouvelles de lexpeacutedition de Xerxegraves Atossa megravere de ce prince vient leurraconter un songe qui leacutepouvante Arrive un soldat eacutechappeacute de larmeacutee qui racontele deacutesastre des Perses Atossa eacutevoque lombre de Darius et contre lordinaire desombres qui ne reviennent que pour reacuteveacuteler aux vivans quelque grand secret celle-cine revient que pour entendre de la bouche d Atossa ce quelle mecircme vient dapprendre de la deacutefaite de Xerxegraves Au cinquiegraveme acte Xerxegraves lui-mecircme paraicirct seulavec un carquois vide qui est dit-il tout ce qui lui reste de cette prodigieuse armeacuteequil avoit ameneacutee contre les Grecs Il sest sauveacute avec bien de la peine Il pleureil geacutemit et ne fait autre chose que de recommander agrave sa megravere et aux vieillards depleurer et de geacutemir Toute la piegravece dailleurs est remplie comme on peut selimaginer des louanges du peuple dAthegravenes il est invincible il est favoriseacute du cielil est le soutien de la Gregravece

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

480

Tout cela eacutetoit vrai alors mais le poeumlte met ces louanges dans la bouche mecircmedes ennemis vaincus et lon sent combien elles en deviennent plus flatteuses Il leurmontre pendant cinq actes les Perses dans la terreur dans lhumiliation dans leslarmes dans ladmiration pour les vainqueurs Avec un tel sujet traiteacute devant desreacutepublicains eacutenivreacutes de leur gloire et qui navoient pas encore appris agrave ecirctre difficileson pouvait ecirctre courronneacute sans avoir fait une scegravene tragique et cest ce qui arrivaBehalve alle de onnaauwkeurigheden van deze korte oordeelvelling zoo men

alleen op haren zakelijken inhoud letten wil valt het aanstonds in het oog dat debeoordeelaar ongevoelig voor de menigvuldige zoogenoemde schoonheden vandeacutetail die dit stuk bevat zich met deszelfs geheel bezig houdende hierin deFransche Tooneel-poeumlzy tot maatstaf gebruikt zeker geen middel om met vruchtover de Grieksche te spreken Op sommige plaatsen zoude men ook wellicht inverzoeking raken te onderstellen dat hy de woorden of de meening van den dichterniet begrepen heeft Wy zullen eenen trek uit het zoo even aangehaalde kiezenwaar in dit het geval is niet om den in vele opzichten zoo verdienstelijken La Harpein zijnen roem te kort te doen maar om dat zy die met het oorspronkelijke nietbekend zijn zich veellicht door zijne oppervlakkige on lichtvaardige beslissing eenverkeerd denkbeeld van hetzelve konden voorstellen Op een luchtigen toon geefthy dan onder anderen te kennen dat de verschijning van Darius schim eigenlijkniets ter zake doet daar hy niet naar het geen by de schimmen gewoonlijk is eengroot geheim komt openbaren maar alleenlijk van Atossa vernemen wat zy-zelveeenige oogenblikken te voren van de nederlaag by Salamis gehoord heeft Dezeaanmerking mag voor hem van belang schijnen die niet verder gelezen heeft dande plaats waar Darius naar de rede vraagt van de droefheid waar heel Suze ingedompeld is en het antwoord daarop By wien het geen hierop volgt bekend ishoe deze Vorst zich een orakel van vroeger tijden herinnert en hierdoor nieuweongelukken by het reeds geledene aankondigt de eenige bewaring voor gelijkerampen in het toekomende in het ongeschonden laten van den Griekschen grondstelt en de gramschap der goden door Xerxes krijgsvolk in Griekenland in hunnetempels gehoond voor de naaste oorzaak van den val der Perzen verklaart bydezen zeg ik zal het

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

481

belang ja de noodzakelijkheid dezer geestverschijning niet in twijfel wordengetrokken en La Harpes berisping niet nalaten te vervallen Het is echter op grondvan zoodanige misvattingen dat hy wat vroeger (p 320) onzen dichter zoo verrebeneden Corneille stelt als hy zelf boven den ouden Treurspelmaker Hardy verdientgeacht te worden Doch men neme in aanmerking het onderscheid tusschen hetGrieksche en het Fransche tooneel men vergelijke de stukken van deze hunnewederzijdsche stichters den staat waarin zy hun tooneel vonden den staat waarinzy het aan hunne volgers lieten de hulpmiddelen die zy beiden hadden en vragezich dan waarop dit partijdige en onbepaalde oordeel des Franschen Letterkundigensteune De vergelijking tusschen Eschylus en Corneille als dichters moet al warehet slechts uit den aart hunner tooneelen noodzakelijk ten voordeele des eerstenuitvallen Misschien zijn de Treurspelen van onzen Vondel de eenige welke in ditopzicht met die van Eschylus verdienen in vergelijking gebracht te wordenTen slotte van dit kort bericht over Eschylus en zijne P e r z e n kunnen wy nog

aanmerken dat dit Treurspel te gelijk met den P r ome t h e u s en nog twee anderestukken waarvan de namen alleen tot ons gekomen zijn ten tooneele gevoerd enbekroond is geworden De dichter was toen omstreeks zestig jaren oud

Bladz 21 v 1Het heir der Perziaansche scharen enz

Na eene korte inleiding dienende om den aanschouwer te onderrichten uit welkepersonen de rei zamengesteld is gaat de dichter onverwijld over tot de voorstellingvan de ongerustheid der Perzianen gedurende de afwezigheid van hunnen KoningEene beknopte vermelding van alle de volken die Xerxes krijgsmacht uitmakengeeft gelegenheid tot verheffing van zijne grootheid tot bemoediging omtrent denuitslag van zijne onderneming Deze streelende hoop wordt gestoord door hetdenkbeeld dat zonder de gunst der goden alle toebereidselen vruchteloos zijn datmen meermalen den hoogsten voorspoed in verschrikkelijke tegenspoeden heeftzien verkeeren (b l a d z 24 vs 18) De daaraanvolgende Keeren en Tegenkeerenbreiden deze gedachte uit en worden gesloten met een beklag over den toestandvan het rijk door den bloem van zijnemanschap verlaten Zoodanig is de zamenhangen overgang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

482

der denkbeelden in dezen eersten Koorzang welke ik met weinige woorden hebgemeend te moeten ophelderen uit hoofde van de moeilijkheid die de bevattingderzelven in lyrische poeumlzy voor den min bedrevenen hebben kan en die ikoordeelde dat misschien niet genoegzaam door mijne overzetting uit den weggeruimd was

Bladz 22 v 8Trok niet heel Azieuml te veld

Dat dit geen dichterlijke grootspraak is maar met het historisch verhaal overeenkomtblijkt uit de volgende woorden van Herodotus Στόλων γὰρ τῶν ἡμεῖν ἴδμεν πολλῷδὴ μέγιστος οὗτος ἐγένετο ὥςτε μήτε τὸν Δαρείου τὸν ἐπί Σϰύϑας παρὰ τοῦτονμηδὲν φαίνεσϑαι μήτε τὸν Σϰυϑιϰόν ὅτε Σϰύϑαι Κιμμερίους διώϰοντες ἐς τὴνΜηδιϰὴν χώρην ἐμβαλόντες σχεδὸν πάντα τὰ ἄνω τῆς Ἀσίης ϰαταστρεψάμεν οιἐνέμοντο - μήτε ϰατὰ τὰ λεγόμενα τὸν Ἀτρειδέων ἐς Ἴλιον μήτε τὸν Μυσῶν τε ϰαὶΤευϰρῶν τὸν πρὸ τῶν Τρωιϰῶν γενόμενον - Αὗται αἱ πᾶσαι οὐδ᾽ ἕτεραι πρὸςταύτῃσι γενόμεναι στρατηλασίαι μιῆς τῆςδε οὐϰ ἄξιαι Τί γὰρ οὐϰ ἤγαγε ἐϰ τῆς Ἀσίηςἔϑνος ἐπὶ τὴν Ἑλλάδα Ξέρξης1 - Διέβη δὲ ὁ στρατὸς αὐτοῦ ἐν ἑπτὰ ἡμέρῃσι ϰαὶ ἐνἑπτὰ εὐφρόνῃσι ἐλινύσας οὐδένα χρόνον Ἐνϑαῦτα λέγεται Ξέρξεω ἤδηδιαβεβηϰότος τὸν Ἑλλήςποντον ἄνδρα εἰπεῖν Ἑλληςπόντιον lsquoὮ Ζεῦ τί δὴ ἀνδρὶεἰδόμενος Πέρσῃ ϰαὶ οὔνομα ἀντὶ Διὸς Ξέρξεα θέμενος ἀνάστατον τὴν Ἑλλάδα ἐϑέλεις ποιῆσαι ἄγων πάντας ἀνθρώπους ϰαὶ γὰρ ἄνευ τουτέων ἐξῆν τοι ποιέειν ταῦταrsquo2- Ὅσον μέν νυν ἕϰαστοι παρεῖχον πλῆϑος ἐς ἀριϑμόν οὐϰ ἔχω εἵπαι τὸ ἀτρεϰέςοὐ γὰρ λέγεται πρὸς οὐδαμῶν ἀνϑρώπων σύμπαντος δὲ τοῦ στρατοῦ τοῦ πεζοῦτὸ πλῆϑος ἐφάνη ἑβδομήϰοντα ϰαὶ ἑϰατὸν μυριάδες3 - Τῶν δὲ τ ριηρέων ἀριϑμὸςμὲν ἐγένετο ἑπτὰ ϰαὶ διηϰόσιαι ϰαὶ χίλιαι4 - dat is Van alle tochten die wy gezienhebben is deze verre de grootste zoo zelfs dat noch het leger van Darius tegende Scythen by dit in vergelijking kan gebracht worden noch dat van de Scythentoen zy de Cimmerieumlrs vervolgende in het Medische rijk vielen en schier heel hetnoordelijk Azieuml meester werden - noch wat men van dat der Atriden tegen Iliumen in vroeger tijden nog van de Mysieumlrs en Teucrieumlrs verhaalt - Alle

1 L 7 c 20 212 Ibid c 563 Ibid c 604 Ibid c 89

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

483

deze tochten en nog anderen daarby kunnen dezen eacuteeacutenen niet opwegen want welkvolk is er in Azieuml dat Xerxes niet heeft medegevoerd - Het leger voer (naar Europa)over gedurende zeven dagen en zeven nachten en dat wel zonder zich op te houdenMen verhaalt dat toen Xerxes den Hellespont reeds over was een bewoner derkusten van deze zee uitriep lsquoo Jupiter waarom hebt gy de gedaante van eenenPers en den naam van Xerxes aangenomen enmet het geheele menschdom eenentocht ter vernieling van Griekenland begonnen daar gy dit toch zonder al dien toestelvermocht te doenrsquo - Hoe vele legerknechten nu elk volk geleverd heeft kan ik nietmet zekerheid bepalen men vindt dit nergens aangeteekend Dit is zeker dat hetgetal in hel geheel beliep op een miljoen zeven maal honderd duizend - Het getalder oorlogschepen bedroeg twaalf honderd en zeven

Bladz 22 v 14Gy Suze Cissa Ekbataan

Suze de hoofdstad van Perzieuml in de landstreek Suziane Cissa in Cissieuml insgelijkseen landstreek onder Perzieuml behoorende Ekbataan de hoofdstad van het oudeMedische rijk

Bladz 23 v 10Pegaston in t Egyptisch rijk enz

Memphis en Thebe beide voorname steden van Egypte welk land CambysesCyrus zoon het eerst aan de Perzische heerschappy onderwierp Het EgyptischThebewordt van het Grieksche veelal onderscheiden door het epitheton ἑϰατόμπυλοςof h o n d e r d p o o r t i g e

Bladz 23 v 14t Moerassig land enz

Men versta de moerassen van Egypte

Bladz 24 v 2Maar Mardon voert van Tmolus voet enz

Tmolus een berg in Lydieuml

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

484

Bladz 24 v 5Het roemrijk Babel zendt een stoet enz

Babel de hoofstad van Babylonieuml welk land insgelijks door vroegere overwinningenonder Perzieuml gebracht was

Bladz 24 v 22De zee die Hella heeft verzwolgen

De Hellenspont dus genoemd naar Hella eene Thebaansche prinses die in harevlucht naar Azieuml in deze engte uit het schip gevallen zijnde het leven verloor

Bladz 25 v 10De Vorst uit godenbloed gesproten

Χρυσογόνου γενεᾶς ἰσόϑεος φώς heeft het oorspronklijke letterlijk d eg o d d e l i j k e m a n u i t e e n g o u d e n g e s l a c h t g e s p r o t e n dat is u i th e t e d e l s t e g e s l a c h t g e s p r o t e n De Perzische Vorsten werden voorafstammelingen van Perseus den zoon van Jupiter en Danaeuml gehouden Misschienook is dit woord χρυσόγονος eene meer bijzondere toespeling op deze afkomstMen weet dat Jupiter gezegd werd zich in een gouden regen veranderd te hebbenomDanaeuml door haren vader Acrisius wien volgens eene voorspelling van het orakelhaar kroost van het leven moest beroven in een welbewaarden toren opgeslotente genaken

Bladz 27 v 4Toen ge u een veilgen overtochtOp zaamgebonden kielen wrocht

Volgens het verhaal van Herodotus1 liet Xerxes twee bruggen van schepen ophunne ankers gevestigd over den Hellespont slaan en werden er tot de eene driehonderd en zestig tot de andere drie honderd en veertien schepen gebruikt

1 L 7 c 36

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

485

Bladz 29 v 6En zij uw hulde haar al knielend aangeboocircn

Het was aan het Perzisch hof niet geoumlorloofd tot de Vorsten anders dan knielendeen aanbiddende te naderen De vreemdelingen die zich hier aan niet wildenonderwerpen werden ten hove niet toegelaten Het is bekend dat de vrije en aanniets dergelijks gewone Grieken wanneer zy den Koning van wege hun vaderlandmoesten onderhouden deze vernederende plechtigheid door allerlei wegen zochtente vermijden Uit denzelfden hoogen eerbied der Perzen voor hunnen Vorst welkeaan dit gebruik den oorsprong gaf is ook de groet te verklaren dien Eschylus inhet begin van het volgende Tooneel den Rei in den mond legt daar hy Atossa metden naam aanspreekt van θεοῦ μὲν εὐνάτειρα Περσῶν ϑεοῦ δὲ ϰαὶ μήτηρ dat ise c h t g e n o o t e e n mo e d e r v a n g o d e n b y d e P e r z e n

Bladz 29 v 14En troost en balsem wacht mijn vrienden van uw raad

De woorden οὐδαμῶς ἐμαυτῆς οὖσ᾽ ἀδείματος heb ik anders verstaan dan zygewoonlijk uitgelegd worden Ik meen dat de zamenhang deze is I k z a l zegt zyu m i j n e z o r g e n me d e d e e l e n (εἰς δ᾽ὑμᾶς ἐρῶ μῦθον) d a a r i k i n m yz e l v e g a n t s c h n i e t z o n d e r v r e e z e b e n d a t enzonderwelkewoordente kennen gegeven wordt dat zy van den Rei eenige geruststeling begeert omtrenthet voorwerp van hare angst Dit laatste denkbeeld heeft mijne overzetting in hethier aangebrachte vers uitgedrukt

Bladz 31 v 1Een jeugdig vrouwenpaar enz

De Ioumlnieumlrs eene volkplanting in Azieuml van de Europeesche Grieken en dus door hetbloed aan hun verbonden waren ten tijde van Xerxes aan de Perzen wederomonderworpen terwijl dezen vruchtelooze pogingen deden om de andere Grieken inhetzelfde juk te dwingen en hunne ondernemingen met

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

486

de grootste onheilen boetten Dit is het geen met dichterlijke versiering deze droomte kennen geeft en wat door denzelven zoo wel als door het voorteeken van denadelaar door een havik vervolgd voorspeld wordt

Bladz 33 v 6Aan wat kant ligt toch de Atheensche grond

Het zal misschien vreemd voorkomen dat een Vorstin wier echtgenoot metGriekenland in oorlog geweest was en wier zoon het nog werkelijk was na zich zoolangen tijd tot den inval in dit land bereid te hebben naar de ligging van Athenevraagt als ware die haar onbekend Men zou welligt deze vraag op eene of anderewijze kunnen verklaren waardoor hare schijnbare ongepastheid verschoond mochtworden Doch het komt my voor dat ook hier wederom in den aart van het GriekscheTreurspel de ware uitlegging gezocht moet worden Het is de dichter zelf die inzijne personaadjen spreekt Hy beschouwt hen in eene dichterlijke a b s t r a c t i e(indien ik het eens zoo noemen) mag alleen in die omstandigheid waar in hy zelfze plaatste buiten verband met hunne andere betrekkingen dan voor zoo verre diemet het hoofdonderwerp onmiddelijk zamenhangen Op deze wijze stelt dan Eschylusons in dit gedeelte van zijn stuk de ongerustheid voor van de moeder des Koningsover het lot van haren zoon en laat haar dus alle die vragen doen welke uit dieongerustheid kunnen geboren worden zonder zich te storen of omstandighedendaarbuiten dezelve minder natuurlijk maken Hoe anders dan op evengemeldengrond zal men by voorbeeld de inleiding van alle die Treurspelen kunnenverdedigen waarin een der personaadjen om den aanschouwer met het onderwerpbekend te maken hem zijn naam afkomst en lotgevallen zelf komt mededeelen

Bladz 34 v 2Ja mijnen heeft ze die van zilver overvloeien

Deze zilvermijnen welke meermalen by de Ouden geroemd worden en onder devoornaamste bezittingen der Atheners gerekend werden waren gelegen onder denberg Laurium in Attica

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

487

Bladz 35 v 1Ach eens deed zulk een hoop Darius heir vergaan

By Marathon Men zie de Inleiding dezer Aanteekeningen

Bladz 39 v 8Hier stort op Ajax grond omsingeld van de golven

Salamis een eiland tegen over Athene gelegen waarop Telamon de vader vanAjax regeerde en deze laatste zelf geboren was

Bladz 41 v 16Ons had een vluchteling van uit het heir der Grieken enz

Deze list had Themistocles bedacht om de Perzen op een voor hun nadeelige plektot den strijd te lokken Omstandig kan men dit alles by Herodotus verhaald vindenin zijn VIIIste Boek

Bladz 46 v 8Niet ver van Salamis enz

Psyttalia werd dit eiland genoemd alwaar Xerxes vier honderd man deed post vattentot het doel by onzen dichter vermeld

Bladz 47 v 4Zy zoeken in dien nood nog wederstand te biecircn enz

Het oorspronkelijke heeft ἀμφὶ δὲ Ἐϰυϰλοῦντο πᾶσαν νῆσον ὥςτ᾽ ἀμηχανεῖν Ὅποιτράποιντο Πολλὰ μὲν γάρ ἐϰ χερῶν Πέτρῃσιν ἠράσσοντο τοξιϰῆς τ᾽ ἀπὸ Θώμιγγοςἰοὶ προςπίτνοντες ὤλλυσαν Τέλος δ᾽ ἐφορμηϑέντες ἐξ ἑνὸς ρόϑου Παίουσιϰρεοϰοποῦσι δυστήνων μέλη ϰ τ ἑ welke woorden ik zie dat men anders pleegtop te vatten dan ik gedaan heb Men begrijpt het namelijk als of de Grieken de opPsyttalia geplaatste manschap aangevallen waren om geene andere

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

488

reden naar mijn oordeel dan om dat by het even voorgaande ἀμηχανεῖν noodzakelijkde Perzen moeten verstaan worden en men daarom dezelfden ook tot het subjectvan ἠράσσοντο wil maken Doch hoe licht deze plotselijke verwisselingen van subjectin het Grieksch plaats vinden behoeft dunkt my geen betoog In de aangehaaldewoorden doet zich reeds een voorbeeld op van soortgelijke verwisseling ὰμφὶ δὲἘϰυϰλοῦντο (Ἕλληνες klaarblijkelijk) πᾶσαν νῆσον ὥςτ᾽ ἀμηχανεῖν (τοὺς Πέρσαςhier noodzakelijk) Ὅποι τράποιντο Daar nu beide uitleggingen grammatischaannemelijk zijn zoo verdient die de voorkeur welke in andere opzichtenwaarschijnlijker is Het komt voorzeker minder natuurlijk voor dat de dichter mannenvan wier dapperheid hy bijzonder gewaagd heeft doe omkomen zonder van eenigentegenstand melding te maken Maar het geen voor mijne uitlegging gunstigst schijntte zijn is het vermelden hier ter plaatse van pijlen een wapen dat den Perzen eigenis en waardoor zy dikwijls van de Grieken onderscheiden worden Een belangrijkvoorbeeld hiervan doet zich in dit Treurspel zelf op aan het einde van het EersteTooneel alwaar de Rei zich aldus uitdrukt Φρο ντίδα ϰεδνὴν ϰαὶ βαϑύβουλονΘώμεϑα - - Πότερον τόξου ρ῾ῦμα τὸ νιϰῶν Ἤ δορυϰράνου Λόγχης ἰσχὺςϰεϰράτηϰεν Letterlijk Laten wy de vereischte zorg nemen (op dat wy te wetenkomen) wat overwonnen heeft het schieten met den boog of de ijzeren punt vande lans dat is wie verwinnaars zijn gebleven de Perzianen of de Grieken Sterkernog ten onzen voordeele is de plaats van het Tweede Tooneel alwaar het gebruikvan pijlen by de Grieken uitdrukkelijk ontkend wordt Op de vraag van Atossa

Πότερα γὰρ τοξουλϰὸς αἰχμὴ διὰ χερός γ᾽ αὐτοῖς πρέπει(En zijn hun schutters vlug met pijl en schietgeweer)

wordt door de Rei geantwoord

Οὐδαμῶς ἔγχη σταδαῖα ϰαὶ φεράσπιδες σαγαί(Zy strijden met geen boog maar met den vasten speer)

Bladz 48 v 13En waar Spercheacuteus t veld met vruchtbre stroomen drenkt

Spercheacuteus een rivier die aan den berg Eta in Thessalieuml zijn oorsprong heeft

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

489

Bladz 48 v 17Wy door Magnezieuml en het Macedonisch rijkBy Axius rivier en Bolbes rietig slijkTot aan Pangeacuteus berg in t eind gevorderd spoeddenNaar t naadrend Thracieuml wanneer t ontijdig woedenDes winters ons den stroom des zilvren Strymons sloot

Magnezieuml een gedeelte van Thessalieuml Axius een rivier in Macedonieuml Bolbe eenmoeras in Mygdonieuml zijnde dat gedeelte van Macedonieuml hetwelk even als de bergPangeacuteus naast aan Tracieuml grenst De rivier Strymon scheidt Macedonieuml van Thracieumlaf

Bladz 50 v 15O machtige Oppervorst der Goocircn

Ὦ Ζεῦ βασιλεῦ o k o n i n g J u p i t e r zegt het oorspronklijke uitdrukkelijk En zooook doet het in den geheelen loop van het stuk de Grieksche goden door dePerzianen inroepen Men begrijpt dat dit eene bloote dichterlijke vrijheid is ten eindede voorstelling voor den Atheenschen aanschouwer duidelijker te maken Het isimmers bekend dat de Perzen de Zon onder den naam van Mithras aanbaden Opdeze dichterlijke versiering echter steunt een groot gedeelte van de zedeleer vandit Treurspel

Bladz 52 v 6En t spoor doen volgen van uw vaderDie held en vreedzaam vorst te gaderZijn volken niet dan weldaacircn wrocht

Darius zelf echter was niet veel gelukkiger geweest in zijne onderneming tegen deGrieken Maar het is in het karakter van eenen lierzang in deze gesteltenisaangeheven vorige rampen voor nietsbeduidende te rekenen by die welke menop het oogenblik zelf betreurt en dus eenen Vorst die dan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

490

toch ook in vele opzichten zijnen zoon verre overtrof in tegenstelling van de verwijtendie deze laatste verdiende met loftuitingen hemelhoog te verheffen

Bladz 52 v 20Op Cychreus heilig strand gedood

Cychreus strand wederom eene benaming van het eiland Salamis naar een harerKoningen Cychreus een zoon van Neptunus en behuwdvader van Telamon diehem in de regeering opvolgde

Bladz 56 v 4Gy die de doocircn in Plutoos rijk vergaacircrt

Mercurius die geloofd werd de zielen der afgestorvenen naar Carons boot te leidenwaarmede zy dan de Styx overvoeren

Bladz 63 v 4Bactrieuml verloor de hoop zelfs van het volgende geslacht

Bactrieuml een aanmerkelijk gedeelte van het Perzische gebied

Bladz 64 v 9Toen ge een gruwelijken bandOm de Hellespontsche golven als hun meester durfde slaanToen ge een God waagde aan te randen enz

Men versta dit zoo wel van de schipbrug over den Hellespont waarvan wy reedsboven gezien hebben als van den dwazen trek dien deGrieken van Xerxes verhalenen waarvan Herodotus1 dus gewag maakt Καὶ δὴ ἐζευγμένου τοῦ πόρουἐπιγενόμενος χειμὼν μέγας συνέϰοψέ τε ἐϰεῖνα πάντα ϰαὶ διέλυσε Ὡς δ᾽ἐπύϑετοΞέρξης δεινὰ ποιεύμενος τὸν Ἑλληςποντον ἐϰέλευσε

1 L VII c 34 35

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

491

τριηϰοσίας ἐπιϰέσϑαι μάστιγι πληγάς ϰαὶ ϰατεῖναι ἐς τὸ πέλαγος πεδέων ζεῦγοςdat is En de zee reeds gesloten zijnde kwam er een geweldige storm op die deschepen uit elkander dreef Xerxes dit vernemende nam het euvel op en beval datmen den Hellespont driehonderd zweepslagen zoude geven en een paar ketenenin die zee werpen

Bladz 65 v 8t Was een MeedDie t eerst dees streken voor zijn scepter knielen deed

Astyages bedoelt de dichter Cyrus grootvader wien zijn zoon Cyaxares opvolgdeen zelf door Cyrus in het gebied vervangen werd Het verhaal van Eschylus komtechter hierin met dat van de geschiedschrijvers geenszins overeen

Bladz 65 v 18Naauw meester van dees statenVerloor zijn zoon het licht

Cambyzes Cyrus zoon is in zijne terugkomst van een gelukkig ten end gebrachtentocht tegen de Egyptenaren omgekomen terwijl by zijn leven reeds een priestergebruik gemaakt had van zijne afwezigheid om zich voor s Konings broederSmerdis door dezen in vroeger tijd omgebracht uit te geven en alzoo den troonmeester te worden Eenige Grooten van Perzieuml tegen den overweldigerzamengezworen beroofden hem van het leven en lieten vervolgens aan het lot terbeslissing over wie van hen de regeering aanvaarden zou Op deze wijze geraakteDarius aan het koninklijk bewind

Bladz 67 v 2Nog is ons voor het minst eacuteeacuten leger bijgebleven

Dat namelijk waarover Mardonius het bevel voerde doch hetwelk kort daarna byPlateacutea in Beotieuml een volkomene nederlaag onderging

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

492

Bladz 67 v 13Hun dolle plonderzucht tot een gerechte strafWier hand zich niet ontzag de Godgewijde altarenEn t beeld der goden in hun woede niet te sparenMaar heel den tempelraad te rooven enz

By de inrukking van Xerxes in Griekenland hadden de Atheners op gedurigeaansporing van Themistocles besloten hunne stad te verlaten en zich op de vlootingescheept de grijzaarts met een gering getal burgers in de vesting latende hunnevrouwen en kinderen in naburige steden Xerxes de Thermopylen doorgekomenen in Attica gevallen zijnde maakte zich weldra van Athene meester De stad werduitgeplonderd en verbrand en zelfs de tempels bleven niet gespaard

Bladz 68 v 9Het nageslacht zal leerenWanneer t den moord verneemt van dien verschrikbren dagDat zich geen sterveling zoo stout verheffen mag

In deze geheele rede van Darius wordt voornamelijk de zedeleer van het gantschestuk aan den dag gelegd Den Perzen wordt hier door den geest zelven van hunnenoverledenen Koning aangekondigd dat zy aan Xerxes overdrevene heerschzuchtaan de oneerbiedigheid jegens Neptunus en de heiligschennis te Athene gepleegdalle hunne tegenwoordige rampen te danken hebben

Bladz 71 v 7Niet buiten Halys breeden vloed

Halys eene rivier in klein Azieuml aan de grenzen van Lydieuml

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

493

Bladz 71 v 15En die Propontis zee omzoomenEn Pontus onherbergzaam strand

Propontis thands de zee van Marmora genoemd Pontus of Pontus Euxinus is detegenwoordige Zwarte Zee

Bladz 71 v 17Ook de eilanden om wie de golven klotsenDoor Egeus val berucht bestierden zijn geboocircn

Egeus Koning van Athene wiens zoon Theseus den tocht tegen den Minotaurusin Crete had ondernomen met belofte by eene gelukkige terugkomst witte zeilen tezullen spannen maar deze belofte vergetende met zwarte zeilen was te ruggekomen had zich uit wanhoop over de ramp die hy vermeende dat hem door ditteeken aangekondigd werd in de zee geworpen die thans de Archipel genoemdwordt en die in oude tijden daarvan den naam kreeg van Egeiumlsche Zee

Bladz 72 v 3En Temnus Rhodus Cnidus waarDe Mingodin op t sterkst wordt aangebedenEn Papus Solus Cyprus glans

Δῆμνον (L emn o n ) leest men in het oorspronkelijke De vermelding van Lemnusechter heeft my hier ter plaatse altijd gehinderd daar de dichter de eilanden van deEgeiumlsche Zee die ten tijde van Darius onder het gebied van Perzieuml stonden reedsopgenoemd heeft en thands gelijk het my toeschijnt uit den zin duidelijk te blijkenvoacuteoacuter heeft van eenige van die steden te gewagen welke door de Perzianen op hetvaste land buiten hun rijk of afzonderlijk op eilanden bezeten werden Het komt mydus waarschijnlijk voor dat hier met eene ligte verandering voor Λῆμνον (L emn o n )Τῆμνον (T emn o n ) moet gelezen worden T emn u s vindt men onder de Eoumllischesteden genoemd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

494

by Herodotus Boek I Hoofdst 149 Ik heb dienvolgens gemeend dat het my vrijstonddeze lezing in eene dichterlijke overbrenging aan te nemen schoon ik het niet opmy zou nemen den Griekschen text zelven naar mijne gissing te veranderen Verdermeen ik ingevolge mijne uitlegging dat door Rhodus hier niet het geheele eilandmaar de stad van dien naam verstaan moet worden Men ziet dat de dichter in hetvervolg ook hier dan van enkele steden gewagmaakt Cnidus is eene Dorische stadin klein Azieuml Paphus en Solus zijn steden op het eiland Cyprus gelegen

Bladz 72 v 6En gy o Salamis die t aanzijn hebt gekregenVan t plekjen waar de Grieksche lansHet heir der Perzen heeft doorregen

Dit Salamis is insgelijks eene stad van het eiland Cyprus Teucer zoon van Telamona zijne terugkomst van den tocht tegen Troje door zijnen vader verbannen om dathy den dood van zijn halven broeder Ajax die zich uit wanhoop Achilles wapenentegen Ulysses verloren te hebben zelf van kant geholpen had op dezen laatsteniet gewroken had zette zich op Cyprus neder en stichtte daar eene stad die hyter geheugenis van zijn geboortestad den naam van Salamis gaf

Bladz 79 v 5Herinnering aan beter tijden enz

Van dezen laatsten Koorzang van het laatste Tooneel (het welk ik over het algemeenmet meer dan gewone vrijheid ja met verplaatsing en uitlating van een aantalverzen heb overgebracht) heeft het oorspronkelijke volstrekt niets Het stuk eindigtdaar met een vrij langdurige afwisseling van afgebroken klachten en uitroepingentusschen Xerxes en de Rei iets het welk niet alleen van onzen smaak allervreemdstis maar by de Grieken-zelve naar alle waarschijnlijkheid door de muziek alleenverlevendigd en opgehouden werd Dit hoop ik zal my ter verschooning dienendat ik het gewaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

495

heb achter eene overbrenging van Eschylus eene plaats aan mijne eigene verzenin te ruimen

Bladz 92

[HETVERHAALVANDENBODEUIT ESCHYLUSZEVENTEGENTHEBE kwam voor in de eersteuitgave van d e P e r z e n en werd later herdrukt in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d ]

Bladz 99

[ALFONSUS DE EERSTE Dit Treurspel werd voor de eerste maal in 1818 voor detweede maal in 1845 uitgegeven Het werd by de eerste en tweede uitgavevoorafgegaan van de volgende]

Voorrede

Omstreeks het einde van de elfde eeuw werd een aanmerkelijk deel van hettegenwoordige P o r t u g a l door een vreemd Prins in dienst van Koning Alfonsusden Zesden van L e o n en C a s t i e l j e op de Saraceenen gewonnen Deze prinsalgemeen onder den naam van Henrik bekend was waarschijnlijk een jonger broederuit het Huis van Bourgondie schoon Camoens hem van Hongarijen anderenwederom van het Grieksche Keizerrijk doen komen Hy ontfing ter belooning vanzijne diensten het door hem-zelven herwonnen land mitsgaders alles wat hy verderop den Moor mocht veroveren met den titel van Graaf in leen en s Koningsnatuurlijke dochter Dona Theresia ten huwelijk Na zijne dood poogde deze dehaar nagelaten voogdij in eene onbepaalde heerschappij voor zich en haar tweedenechtgenoot Graaf de Trava met achterstelling van haren en Henriks zoon Alfonsuste veranderen De Spaansche en Portugeesche Historieschrijvers zijn het over deomstandigheden dezer gebeurtenissen niet eens maar hierin komen zy allenovereen dat de jonge Alfonsus met behulp der voornaamste Ridders van hetGraafschap de vijandelijke ontwerpen van zijne moeder verijdeld en zich in deGrafelijke macht gesteld heeft Onder dien titel heeft hy lang geregeerd en

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

496

het is eerst na zijne beroemde overwinning op vijf Moorsche vorsten by Ouriquedat hij dien van Koning welken ik hem reeds by den afloop van mijn stuk geve heeftgedragen Even zoo onderstelt het zijn huwelijk reeds voltrokken schoon dit eerstvele jaren later in de geschiedenis vermeld wordt

Bladz 178

[BYHETOPENBAAREXAMEN enz afzonderlijk uitgegeven Merkwaardig is het verschilvan geest en toon in dit en het later volgend school-gedicht vergeleken met delatere voortbrengselen van Da Costa Waarschijnlijk is het ook wel daaraan toe teschrijven dat de Dichter in strijd met den door hem zelven vermelden lsquotrek naarcompleteering die ons tot in het onbeduidendste wel eens vervolgtrsquo (Voorrede voacuteoacuterde Z a n g e n ) deze liederen in die verzameling niet mede opgenomen heeft]

Bladz 182

[OP DEN MARTELDOOD VAN RAPHAEL GOMEZ SALSEDO Dit dichtstukje is eene vrijevertolking van een sonnet van den Spaanschen dichter Daniel Levi [Don Miguel]de Barrios waarvan het oorspronkelijke hier wordt medegedeeld]

Soneto al glorioso martirio de RG Salsedo

[Triumphal Carro Flores y Luzes pag 9]

Raphaeumll no hay tormento qua se evitePor confesar un Dios omnipotenteMuerte prolixa en quanto vive sienteEterna vida en quanto muere admite

Lengua de fuego en su loor repiteConstancia tan feliz sobre ara ardienteQue si el Zelo aacute le pena lo consienteA la Gloria le pena lo remite

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

497

Del material incendio al soberanoAlccedilando el buelo Phenix peregrinoDexa el polvo aacute la vista del Tirano

Dando luz al que sigue su caminoRaphael medicina Angel humanoY por medio mortal se faz divino

Bladz 183

[OPHET FEEST DER VERBROEDERINGAAN LEYDENSHOOGESCHOOL Dit dichtstukje komtvoor in een bundeltje van gedichten ter gelegenheid van een verbroederingsfeestaan Leydens Hoogeschool in 1818 Er schijnt toen onder de Leidsche studenteneene vete bestaan te hebben die later is bijgelegd en waarvan de beslechting endaarop gevolgde verbroedering aanleiding gegeven heeft tot feestelijkheden waarbydit dichtstukje is vervaardigd Ook de Hoogleeraar Speyert van der Eyk bezong ineenige Latijnsche dichtregelen die gebeurtenis]

Bladz 186

[BY HET OPENBAAR EXAMEN enz mede afzonderlijk gedrukt]

Bladz 192

[PROMETHEUS Om de chronologische orde komt dit gedicht nu eerst voor ofschoonhet in E s c h y l u s D r ama t i s c h e d i c h t s t u k k e n onmiddelijk achter d eP e r z e n werd geplaatst D e P r ome t h e u s kwam in het licht in 1819 met devolgende]

Voorrede

Even als de navolging der P e r z e n van E s c h y l u s die nu ruim drie jaren geledenin het licht verscheen zoo is ook deze van het meesterstuk van denzelfden dichterharen oorsprong verschuldigd aan den bijzonderen smaak dien ik voor my in zijnepoeumlzy boven die der twee andere Grieksche Treurspeldichters altoos gevondenheb Dikwijls heeft de onbeschrijflijke aandoening

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

498

die my zijne verzen veroorzaken mijne verbeelding zoodanig opgewekt dat ik myniet wederhouden kon den dichter zoo als ik hem opvatte in Nederduitschedichtmaat uit te drukken en alzoo ontstond dan weder zonder eenig bepaaldvoornemen en bijna ongevoelig uit de bewerking van eenige enkele tooneelen dezeoverbrenging van den geheelen P r ome t h e u s die ik wensche dat aan hem diehet oorspronkelijke kent niet onbehagelijk zijn moge en aan die het niet kent ereenig denkbeeld van zal kunnen geven Intusschen is er voor den laatsten wellichteenige voorbereiding noodig tot het ware verstand van een Grieksch tooneelstuken voornamelijk van dit Men houde my dan eenige weinige aanmerkingen tengoede die ik hier te dien einde laat voorafgaanIn de eerste plaats herinner ik den lezer aan den oorsprong van de Grieksche

Tragedie Een dithyrambe ter eere van Bacchus zie daar de kern waar zich eender fraaiste planten van den dichterlijken hof uit ontwikkelen moest De lof van godenen halve goden eerst in een onfgebroken zang aangeheven vervolgens doorwevenmet verhalen van hunne weldaden en heldenwerken die eindelijk door afwisselendepersonaadjen of bezongen of zelfs voorgesteld werden weer weldra het meeralgemeene onderwerp dezer dithyramben waaruit Eschylus vernuft een afzonderlijksoort van poeumlzy gevormd heeft Zijne stukken nog in den hoogdravenden stijl derlierzang geschreven hadden eigenlijk slechts eacuteeacutene belangrijke omstandigheid vaneenig god of held ten onderwerp en deze omstandigheid stelde hy door de personendie er deel aan hadden zelve te doen spreken en onder de i l l u s i e van de doorhem ingevoerde tooneelpraal aan het gezicht zoo wel als aan het gehoor van denaanschouwer levendig voor Nu was het Treurspel geboren en tot een bloeiendejongelingschap opgekweekt S o p h o c l e s volgde en volmaakte het werk By hemwerd het Treurspel de dichterlijke ontwikkeling van eene door het Noodlotvoorbeschikte gewichtige gebeurtenis en nu had de Grieksche Tragedie ook haartijdperk vanmannelijke rijpheid gehad Voor Euripides die deze twee groote mannenopvolgde bleef niets meer overig dan het tijdvak des ouderdoms van het tooneelte vervullenMaar keeren wy tot Eschylus met wien alleen wy hier eigenlijk noodig hebben

te rug Om zijne stukken en inzonderheid zijnen P r ome t h e u s

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

499

wel te vatten moeten wy ons allereerst in een wereld van goden verplaatsen Maarvan goden even als het menschdom aan den wil ondergeschikt van eenOppermachtig Noodlot Noodzakelijkheid Voorbestemming of zoomen het noemenwil dat by de Ouden de plaats verving van het aan ieder mensch en bijzonder aanden dichter zoo dierbaar denkbeeld eener alles bepalende Voorzienigheid Dochmisschien heeft dit nadere opheldering van nooden Eene korte beschouwing vanons dichtstuk zal die opheldering misschien kunnen geven terwijl ze tevens tot hetbegrip van het stuk zelf niet ondienstig zijn zalVolgens onzen dichter regeert het Noodlot over hemel en aarde doch niet

onmiddelijk maar door tusschenkomst van de zoogenaamde Olympische godenaan wier hoofd allereerst de god Uranus gestaan heeft Dezen verjoegen zijnezonen de Titans waaronder Cronus (of Saturnus) die hem in het gebied opvolgdeJupiter Cronus zoon bijgestaan door Prometheus en andere goden en halve godenberooft op zijne beurt zijn vader van de hemelkroon en doet hem met de Titansdie zijne partij gekozen hadden den Olympus ruimen Nu gebruikte hy weldra zijnegoddelijke macht om het menschdom dat onder Cronus zeer gelukkig geweestwas te vernederen en te kwellen Prometheus verzet zich tegen dit voornemenzoo lang hy kan doch toen het menschdom door de ongenade van Jupiter zoo verrevervallen was dat er schier geen onderscheid meer tusschen dit en het redeloozedier bestond bracht hy het vuur der hemelen dat een goddelijke bezielingskrachtbezat op de aarde en herstelde alzoo den mensch tot zijn vroegeren en beterenstand Nu had hy zich ook den haat van Jupiter en de overige ondergeschikte godenop den hals gehaald en tot straf zijner weldaden aan het menschdom wordt hy opbevel van Jupiter in het woeste Scythieuml aan een rots op het strand der zeevastgeklonken en op allerlei wijzen gefolterdHet is hier dat ons dichtstuk eigenlijk een aanvang neemt niet om den toeschouwer

nieuwe gebeurtenissen voor oogen te brengen maar eenvoudig om hem denlijdenden held in zijne droevige omstandigheid te leeren kennen en zijn gedrag enkarakter als twee by uitstek dichterlijke voorwerpen in de hoogere taal der poeumlzyaf te schilderen door hem zelven sprekende in te voeren en in tegenstelling tebrengen met de overige personen van het dicht-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

500

stuk die om hem en om hem alleacuteeacuten ten tooneele gevoerd worden Men verwachtedus hier geene eigenlijk gezegde daad gelijk Sophocles die naderhand tot hetwezen der Tragedie gemaakt heeft en gelijk zy op het hedendaagsche tooneel eenhoofdvereischte uitmaakt P r ome t h e u s i n z i j n e k l u i s t e r s zoo luidt deGrieksche titel en belooft dus geene voorstelling van een daad of gebeurtenis maaralleen van het op zich zelf beschouwde uitwerksel van vroegere gebeurtenissenEen lofzang op de tegen alle geweld onwrikbare braafheid en het innige vertrouwenop een hooger Macht in een wezen dat de menschelijke natuur wel te b o v e n maar niet te b u i t e n gaat en dat ons alzoo te gelijk verheffen en belang inboezemenkan ziedaar het eenige doel van den dichter in zijn P r ome t h e u s Laat ons zienop wat wijze hy dit doel bereiktPrometheus zelf van goddelijken oorsprong acht zich geheel het stuk door en

in al zijn lijden den gelijke van dien Jupiter aan wiens vervolging hy nu bloot staatHy heeft zelfs van zijne moeder Themis een geheim vernomen dat Jupiter betreften voor Jupiter zelven nog verholen is Dit geheim bestaat daarin dat volgens debestemming van het Noodlot Jupiter de heerschappij des hemels moet verliezenwanneer hy met Thetis eene van Oceaans dochteren een huwelijk aanging Wantuit dit huwelijk moest een zoon geboren worden die zijn vader in macht verre zouovertreffen en hem de kroon der hemelen ontrukken Dit lot kon Jupiter alleenontgaan door zich van dien echt te onthouden Een van beiden vertrouwt derhalvePrometheus dat gebeuren moet (want de zekere en bepaalde kennis welk der tweeplaats zal hebben behoort alleen en uitsluitend aan het Noodlot) of Jupiter moeteens den scepter verliezen en hy alzoo van zelf uit zijne boeien ontslagen wordenof die god moet om van Prometheus het gewichtige geheim en de middelen omzich voor den bedreigden val te hoeden te vernemen zijn kluisters breken en zichvoor hem vernederen In dit vertrouwen en met de zelfbewustheid van wel gedaante hebben trotseert hy alle folteringen en het verschrikkelijke uitzicht op devoortduring daarvan gedurende eeuwen en heeft hy stellig besloten noch zijneverontwaardiging tegen zijnen machtigen vervolger te ontveinzen of te matigennoch hem het geheim der toekomst te openbaren voor dat hy in zijn vorigen staathersteld worde en voldoening van het ge-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

501

ledene ontfange Om hem van dit voornemen te rug te brengen zijn de smertenvruchteloos die hy op de rots waaraan hem de aanschouwer vastgebonden zietondergaat vruchteloos de raad en de innemende taal van een Rei van Zeenimfendie hem in zijn leed komt bezoeken De God des Oceaans vertoont zich nu ook omhem te bewegen maar zijne redenen dienen nergens anders toe dan om hetmannelijke karakter van Prometheus tegen de buigzaamheid van het zijne in eenzoo veel te schitterender licht te plaatsen Aan Iouml die mede een offer van Jupiterswreedheid de aarde wanhopig en half zinneloos doorzwerft en uit wie na dertiengeslachten Hercules de bestemde verlosser van Prometheus spruiten moet aanIouml zeg ik spreekt hy hoe lijdende zelf liefderijken troost toe en openbaart haarten blijke van zijne zekere kennis der toekomst het einde van hare jammeren TegenMercurius eindelijk die hem op een gebiedenden toon de verklaring komt vragenvan het orakel waarmede hy Jupiter bedreigt toont hy zich met dezelfde waardigheidonverzettelijk in zijn besluit en wacht met kalmte de vervulling af der verschrikkelijkegebeurtenissen die hem Jupiters zendeling aankondigt Met deze vervulling eindigtdan ook het dichtstuk en te midden van geweldige aardbevingen en dwarrelwindenzinkt Prometheus weg om in het gebied der hel op eene nog wreeder wijze gefolterdte wordenDit weinige zij genoeg tot opheldering des zakelijken inhouds van het

oorspronkelijk Ik voeg hier nog een woord by over mijne navolging die deze reisveel vrijer nog uitgevallen is dan mijne vroegere overbrenging der P e r z e n Voorwie zich over deze vrijheid somtijds verwonderen mocht merke ik alleen aan dathet vertalen van een dichter een hoogst ondichterlijk werk zijn zoude indien mendaarbij iets anders zocht dan de denkbeelden die ons getroffen hebben op onzewijze en in eene ons meer eigene taal en dichtmaat weder te geven En hiermedevalt alle opzet om of het oorspronklijke getrouw te blijven of daarvan naar willekeuraf te wijken noodzakelijk wegWat eindelijk de Aanteekeningen betreft deze hebben geen ander doel dan om

den lezer de moeite van nazoekingen omtrent de toespelingen des dichters op heteen en ander geschiedkundig of mythologisch feit te besparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

502

[De P r ome t h e u s werd besloten met de volgende]

AanteekeningenBladz 192 v 1de wraakgodin

Het oorspronkelijke Grieksch voert hier een dubbele persoon (K r a c h t e ng ew e l d ) ten tooneele om Vulcaan in het volbrengen van Jupiters last te helpenIk heb gemeend dat in eene Hollandsche overbrenging deze rol gevoegelijk aande meer bekende personaadje van de Wraakgodin of Nemesis kon opgedragenworden

Bladz 194 v 14Maar hoe naauw het harte kleeftAan maagschap weet gy niet

Iaumlpetus Prometheus vader was een der zonen van Uranus en de Aarde Titansgenoemd en alzoo broeder van Cronus of Saturnus den grootvader van Vulcaan

Bladz 198 v 6Aan kloeken raad was zelfs de klank uws naams verwant

De Grieksche naam van P r ome t h e u s geeft de eigenschap van voorzichtigheidte kennen

Bladz 203 v 1En echter zal dees rots nog eens het uur getuigen enz

Deze voorzegging wordt bewaarheid in het laatste tooneel

Bladz 209 v 9t Is niet het godenbloed alleen dat beider aderen enz

Oceaan was de zoon van Uranus en de Aarde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

503

Bladz 212 v 11Mijn broeder Atlas enz

Atlas was niet de zoon gelijk Oceaan maar de kleinzoon van Uranus door IaumlpetusOceaan noemt hem hier broeder om dat hy mede onder den algemeenen naamder Titans begrepen werd en in hunne zaak en lotgevallen in den oorlog tegenJupiter gedeeld had

Bladz 212 v 14Ook Typhoos lot was hard

Een reus geboren uit den Tartaar en de Aarde die mede den oorlog tegen dehemelgoden had helpen voeren

Bladz 219 v 15Aan my meecirc dat de taal die uit den boezem breekt enz

Wien deze verzen niet duidelijk zijn raadplege de onlangs in het licht verschenenVerhandeling van den Heer Mr Bilderdijk over den oorsprong van het Letterschriften hy zal daar het eenige systema over dit onderwerp vinden dat den Dichterwaardig is en den Wijsgeer die de waarheid zoekt voldoen kan Dat ik hetzelvePrometheus in den mond legge behoeft denk ik geene rechtvaardiging

Bladz 225 v 3Door t duizendoogig spook enz

Iouml dochter van den Stroomgod Inachus door Jupiter bemind en verleid werd doorde ijverzucht van Juno in eene koe veranderd en aan de wacht vertrouwd van eenmonsterachtig herder Argus geheten en met honderd oogen toegerust Dezenwachter deed Jupiter door Mercurius ombrengen Doch dit bevrijdde Iouml van haarleed niet Juno joeg haar een geweldigen schrik aan en deed ze alzoo een gedeelteder aarde doorzwerven tot dat ze einde-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

504

lijk in Egypte rust vond Jupiter een zoon baarde en als godesse vereerd isgeworden

Bladz 225 v 12Nog ruischt de toon der rietpijp door mijn zinnen enz

Mercurius namelijk had Argus door het geluid eener rietpijp in slaap gezongen enhem in den slaap van kant geholpen

Bladz 229 v 3Gy hebt de zusteren van Inachus gehoord

Inachus werd als alle Stroomgoden voor een zoon van Oceaan gehouden

Bladz 230 v 9En de eikenboomen zwegen

De eikenboomen van het Dodoneesche bosch werden gezegd geluid te geven enorakels te verkondigen

Bladz 230 v 14Mijn voorhoofd eens zoo fier enz

Men neme in acht dat de Dichter de zwervende Iouml wel onder een menschelijkenvorm ten tooneele voert maar tevens ter herinnering aan Junoos vervolging methorens op het voorhoofd

Bladz 233 v 3En de enge zee getoond die gy moet overvaren enz

Versta de tegenwoordige zeeeumlngte van Caffa eertijds Bosporus (o v e r v a a r t d e rk o e in het Grieksch) genaamd ter geheugenis van Ioumlos overvaart in hare viervoetigegedaante

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

505

Bladz 237 v 2Hier hebt ge Phorcys kroost te mijden

Drie in de fabel zeer vermaarde zusteren waaronder Medusa vooral die zichbeurtelings van eacuteeacuten oog aan alle drie gemeen bedienden

Bladz 237 v 8Der Arimaspias

De Arimaspias was een rivier in Scythieuml dus genaamd naar hare oeverbewoonersde Arimaspen

Bladz 239 v 1Een hunner zal de nood enz

Men kent de geschiedenis der vijftig dochters van Danauumls die om het huwelijk vanEgyptus vijftig zonen te ontgaan haar geboorteland Egypte verlieten en in Argoseen schuilplaats zochten Doch ook daar door hare minnaars vervolgd gingen zyhet opgedrongen huwelijk aan maar brachten hare jonge echtgenooten op haarsvaders bevel in den eersten bruiloftsnacht om Een enkele Hypermnestra ontzaghaar gemaal redde hem en besteeg vervolgens met hem den troon van ArgosEgyptus en Danauumls waren broeders zonen van Belus den kleinzoon van Iouml uitEpaphus

Bladz 244 v 4k Zag reeds twee goden vallen

Uranus werd door zijn zoon Cronus en deze op zijn beurt door zijn zoon Jupiter uitden hemel verjaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

506

Bladz 252

[CASSANDRAAS VOORZEGGING Dit fragment uit Eschylus A g amemn o n werd alseen toevoegsel tot den P r ome t h e u s te zamen met dit dichtwerk in 1819uitgegeven Het werd voorafgegaan van de hierna volgende korte]

Inleiding

Agamemnon Koning van Argos van het beleg van Troje terug komende wordtdoor zijn eigen echtgenoote Clytemnestra en haren overspeligenminnaar Egisthusverraderlijk omgebracht en met hem de Trojaansche Prinses Cassandra die hygevankelijk met zich gevoerd had Het is bekend dat deze Vorst een zoon was vanKoning Atreus zoo berucht in de oudheid door zijn wederkeerigen haat tegen zijnbroeder Thyestes Egisthus vader Zie daar de geschiedenis waarvan Eschyluszijnen A g amemn o n heeft gevormd Het fragment dat hier in het Nederduitschonder den naam van C a s s a n d r a a s v o o r z e g g i n g gegeven wordt stelt hettooneel van dit stuk voor alwaar Cassandra die van Apollo de gave van wichelarijin vroeger tijd reeds had ontvangen Agamemnons en haar eigen naderend uiteindeaan een Rei van Argivische Grijzaarts die niets dergelijks vermoeden aankondigtHet tooneel speelt voor den ingang van het vorstelijk paleis alwaar Cassandra

in een wagen zittende een weinig te voren is aangekomen Verdere ophelderingenwaar die noodig mochten zijn blijven voor de aan het slot geplaatste Aanteekeningenbewaard

Bij CASSANDRAAS VOORZEGGING behooren de volgende]

AanteekeningenBladz 252 v 6 en 7Heeft niet ook Hercules des noodlots toorn geboetEn ketenen getorscht

Dit moet verstaan worden van den tijd van zijn verblijf aan het hof van OmphaleKoningin van Lydie op wie hy smoorlijk verliefd was en die zoo veel invloed ophem had dat zy hem vrouwenwerk liet verrichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

507

Bladz 253 v 4Zoo slechts t barbaarsch gehoor enz

Barbaarsch noemden de Grieken al wat vreemd was

Bladz 256 v 3 en volgZiet gy die kinderen niet zweven langs de wand enz

Atreus woedend om het tusschen zijne echtgenoote en zijn broeder Thyestesgepleegd overspel had twee van Thyestes kinderen omgebracht hun vleesch doentoebereiden en op huns vaders disch plaatsen Naar het verhaal der fabel deeddeze verschrikkelijke wraak de Zon van afgrijzen te rug gaan en riep den vloek dergoden op geheel het huis der Pelopieden dat te Argos regeerde De gebeurtenissendie het onderwerp van den A g amemn o n uitmaken waren het gevolg hiervan

Bladz 259 v 10En Itys noodlot al te wreed enz

Philomele door haar schoonbroeder Tereus gewelddadig geschonden klaagdehaar leed aan hare zuster Tereus echtgenoote en ontstak die in zulk een woededat zy haar eigen zoon Itys ombracht en den vader met zijn vleesch spijsde Alledie ongelukkigen verwisselden na deze gebeurtenis van gedaante en wezen enPhilomele werd in een nachtegaal herschapen in wier smeltende toonen de oudheideen klacht over Itys dood waande te bespeuren

Bladz 262 v 17En t menschdom niettemin is voor mijn klanken doof

Apollo had Cassandra met het vermogen van wichlarij begaafd in de hoop dat zyzijne liefde voldoen zoude Zy weigerde dit en daar de God haar de eens verleendegaaf niet weder ontnemen kon voegde hy er tot straf by dat hare voorzeggingendoor niemand geloofd zouden worden Het oorspronkelijke geeft hier d eacute t a i l s vandie wy gemeend hebben te kunnen achterlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

508

Bladz 263 v 20O vrouw vloekwaarder dan Charybdis enz

Charybdis is by de Ouden eene vrouw die om dat ze Hercules bestolen had vanden bliksem getroffen en in de Middellandsche Zee geworpen was alwaar zy aaneen vreesselijken kolk den naam gaf

Bladz 269

[HET TREURSPEL Deze Od e verscheen het eerst in het licht als toevoegsel tot denP r ome t h e u s in 1819 Zij werd later op nieuw uitgegeven in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d Da Costa merkt zelf in lsquode Voorrede van dieZ a n g e n rsquo op dat zy voor een aanmerkelijk deel de toenmalige richting van zijngemoed in poeumlzy karakteriseert]

Bladz 276

[LIEFDE Vroeger niet gedrukt Het eerst opgenomen in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d ]

Bladz 281

[AAN BILDERDIJK BY HET AFSTERVEN VAN ZIJN ZOON JULIUS WILLEM den eersteling vandes grooten Dichters echt als Adelborst in ZM zeedienst op eene terugreis vanChina aan boord van het schip in 1819 overleden De Zanger verheerlijkte denagedachtenis des beminnelijken jongelings in een bundel R o uw z a n g e n De eerste regel van Da Costas Rouwdicht zinspeelt op den aanhef van Bilderdijks

Voorzang voor De E c h t (Bilderdijks Dichtwerken XI blz 122

De tranen zijn uw deel op aardRampzalig sterveling

Van daar bij Da Costa de uitboezeming

JA TRANEN ZIJN ONS DEEL OP AARD]

Bladz 286

[BY HET OPENBAAR EXAMEN enz afzonderlijk gedrukt]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

509

Bladz 292

[Dit gedicht is het eerste dat ontleend is aan den Bundel getiteld P o euml z y die intwee deelen te Leyden by Herdingh en Zoon in het licht verscheen Het was vooraldoor de uitgave van dien Bundel dat Da Costa reeds als gelukkig dichterlijk vertalerberoemd zich ook als geniaal oorspronkelijk Dichter deed kennen en van stondenaan zich eene eigene plaats verwierf die hem door niemand zelfs niet in hetg e n r e waarin hy vooral uitmuntte door zijnen grooten Meester Bilderdijk werdbetwist Wy hebben hier den blakenden gloed der jeugd by de volle rijpheid desmannelijken leeftijds en die beide overstraald door de zon van het heilige OostenHet eerste deel van de P o euml z y werd ingeleid door de volgende]

Voorrede

By de tokkeling der Dichterlijke lier openbaren zich de diepste verborgenheden vanhet hart en zoo staan des Dichters persoonlijke gevoelens aan de kennis van hetAlgemeen aan hetwelk hy de uitvloeisels zijner aandoeningen tot voorwerpen vankunst geworden mededeelt oneindig meer dan die van eenig ander Schrijver blootMisschien geldt dit inzonderheid van dezen bundel Opgevoed in een denkwijzegeheel strijdig met den heerschenden geest der eeuw en in die denkwijze bevestigddoor den les en het voorbeeld van den grooten Dichter die zoo krachtig alsonveranderlijk zich jaren lang tegen dien geest verzet heeft en nog verzet moet hetdes niemand verwonderen dat ik ook in de hier verschijnende stukjens geheelandere dan de tegenwoordig algemeen wordende begrippen belijde en daar openlijken met nadruk voor uitkome Hierin stel ik eer en genoegen Dan voorweldenkenden die (uit hoofde van wat omstandigheid het zijn mag) aan de eeneof andere mijner uitdrukkingen eene beteekenis mochten kunnen hechten voorhunne eigene gezindheid aanstotelijk achte ik het plichtmatig tevens te verklarendat wel zeer verwijderd van zoodanige bedoeling mijn hart geen afkeer voedt enuitdrukt dan tegen de by hun evenzeer gehate beginselen van Ongodistery enomverrewerping der maatschappelijke orde en zich (behoudens ieders wettigegehechtheid aan zijne wijze van beschou-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

510

wen in de verdere byzonderheden) gaarne vereenigt met al wie de hand leent aande bestrijding en verdelging dier afschuwlijkheden Met deze ter goeder trouwgegevene verzekering heb ik de misvatting van oprechte belijders van welkGodsdienstig geloof hier te lande ook niet te vreezenDit weinige zij genoeg over den geest van deze verzameling Nog een enkel woord

betreffende het een en ander der Dichtstukken in dit Eerste Deel vervat Omtrentde I n e s d e C a s t r o merke ik aan dat dit Dichtstuk in den vorm van een Tooneelnaar den trant der Ouden geschreven geenszins als een gedeelte van eenvervaardigd of ontworpen Treurspel moet beschouwd worden Mijne denkbeeldenomtrent de vereischte inrichting van een hedendaagsch Treurspel brengen nietsdiergelijks mede Het vers was bestemd tot de vervulling eener spreekbeurt in hette Amsterdam nieuw opgericht Genootschap V o o r U i t e r l i j k eWe l s p r e k e n d h e i d en had alzoo geen ander doel dan om overeenkomstigde instellingen dezes Genootschaps tot een proeve te verstrekken van den stijl entoon van tragische poeumlzy en versificatie in onze taal De mededeeling der drie doormy overgebrachte stukjens van Lamartine zal misschien den lezer welkom zijn hetzij als herinnering aan het oorspronklijk het zij als eene gelegenheid tot kennismakingmet dezen voortreflijken en belangrijken Dichter tegen wien zommige Franschezoogenaamde L i b e r a l e Dagbladen (die zich waarschijnlijk schamen zoudengezonder denkbeelden over Schoonheid en Kunst te uiten dan zy van Recht enWaarheid toonen te bezitten) zich beijverd hebben een ongunstig vooroordeel teverwekken Deze aanmerking moge tot beveiliging strekken tegen diergelijkepartyzuchtige beoordeelingen waardoor vreemdelingen in eene taal zich op hetgezag van landgenoten des Schrijvers al zeer licht laten wegslepen en diene tevenstot opheldering der aan Lamartine door my gerichte dichtregelen achter deoverbrengingen uit zijn werk geplaatst Wat eindelijk mijne Navolging betreft vanOvidius bekenden redestrijd tusschen Ajax en Ulysses ter zake van Achilleswapenen ik heb hoe vervuld dit stuk zij van eene menigte toespelingen op de Iliasdie het versieren en verlevendigen het echter noodeloos geacht zoodanige plaatsenaan te wijzen en door aanhaling nader op te helderen daar zy den met Homerusbekende lezeren van zelve voor oogen springen en daarentegen weinig waardemeer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

511

hebben als men er eerst naderhand en buiten de zamenhang der verzen opaandachtig wordt gemaaktEn hiermede is het Eerste Deel van dezen bondel dat door een Tweede en laatste

voacuteoacuter den afloop van het jaar (zoo ik hope) gevolgd zal worden besloten Vaarintusschen wel Lezer en kunt gy by den overvloed van heerlijke zangen waarvande Hollandsche Pindus tegenwoordig wedergalmt een oogenblik met welgevallenhet oor leenen aan mijne nederiger tonen het zal meer zijn dan ik durf verwachtendie in het gebied der Dichtkunst op geen andere verdienste aanspraak make danop een brandend gevoel voor hare voortreflijkheid en een diepe overtuiging van dewaarheden die ons door hare bespiegelingen ontdekt worden

[Aan het Tweede Deel ging vooraf deze]

Voorrede

Ter geleide van dit Tweede Deel waarvan byzondere omstandigheden de uitgavetot nog vertraagd hebben voege ik nog eenige weinige woorden by het geen aanhet hoofd van dezen Bondel in het algemeen ter voorafspraak gezegd is Dezewoorden betreffen alleenlijk twee der in dit Deel verschijnende Dichtstukkenwaarover eene korte opheldering noodig is tot dat rechte begrip van den inhoudtot hetwelk de uitgevende Dichter zich verplicht gevoelt zijn lezer de hand te biedenTen eerste dan zij het aangemerkt dat het Dichtstuk onder den titel van de T o c h t

u i t B a b e l hier geplaatst eene omstandigheid onderstelt die ik niet gelovealgemeen genoeg bekend te zijn om er hier een byzonder gewag van te kunnennalaten Deze omstandigheid is de in het Spaansche Schiereiland zoo wel als onderde uitgewekenen dier landen zedert eeuwen verspreide overlevering volgens welkeeen groot aantal der Vorstelijke en aan den Vorstenstam verwante geslachten uitJuda dadelijk of ten minste korten tijd na de verwoesting van den eersten Tempelin het land van Spanje zich hebben nedergezet en voortgeplant en de kiemen diergroote bevolking gebracht die onder het over den aardbodem verspreide Volk vanIsraeumll wederom als een op zich zelf staand geheel behoort te worden beschouwdDeze

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

512

overlevering gelijk zy voor die haar van naby heeft onderzocht hoogst waarschijnlijkis wordt eene waarheid van het hoogste gewicht wanneer men haar in toepassingneemt op de Spaansche en Portugeesche Geschiedenissen over wier dieperekennis zy onbegrijplijk veel licht verspreidt zoo ten aanzien van den toestand derJoden in die landen gedurende eene lange reeks van eeuwen als ten aanzien vanverschillende zeer gewichtige gebeurtenissen (als onder anderen de vestiging dernieuwe Inquisitie tegen het einde der vijftiende Eeuw) welke tot nog toe of geheelniet of althands zeer gebrekkig gekend worden Hoogst belangrijk (en in meeropzichten dan men wel vermoeden zoude) kon eene opzettelijke en uitvoerigebehandeling van dit punt van historie wezen en het is een mijner vurigste wenschente eeniger tijde in de gelegenheid te zijn hetzelve uit te maken met dienaauwkeurigheid die de zaak in mijne oogen by uitstek verdient maar tot welkeeene menigte bouwstoffen onontbeerlijk zijn waarvan de toegang met even zoovele zwarigheden belemmerd is Hier ter plaatse zij het genoeg eenvoudig van hetbestaan der voormelde overlevering te gewagen en daar by aan te merken dat hetDichtstuk waarvan zy het onderwerp is het oogenblik onderstelt waar op de uit deBabylonische heerschappij ontslagene geslachten zich gereed maken in een anderdeel der wereld een schuilplaats te zoekenOnze tweede aanmerking geldt het F r a gme n t v a n L o r d B y r o n s C a iuml n

het vierde der in dit deel geplaatste stukken Dit Fragment is in het door den Autheuronder den titel van M y s t e r i e s p e l uitgegeven Dichtstuk het Tweede en DerdeTooneel van het Eerste Bedrijf met weglating alleen van eenige nietsbeduidendeVerzen over een zeer te onpas aangevoerd geschilpunt tusschen de tweehoofdpersonaadjen van het stuk en met byvoeging van eene Rei van Engelen wierwoorden door een c u r s i e v e n letter in den druk onderscheiden worden ten eindeden Lezer den zamenhang van het Engelsche Oorspronklijk te gemaklijker te doenbemerken Ten aanzien van dit Oorspronklijk-zelf merke ik op dat de C a iuml n vanden Lord Byron wederom is een dier Dichtwerken waarin zich dit voor denmenschkundigemeer nog dan voor den beminnaar van Poezy beschouwenswaardigwezen in alle de vreemdheid van zijn persoonlijk karakter vertoont Men vindt hierden Noordschen Edelman den zwaarmoedigen Engelschman den gevoeligen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

513

Poeumlet den hoogmoedigen en tevens lichtzinnigen Twijfelaar wiens ongelukkigegeestgesteldheid zich de kwade Geest van onze ongodsdienstige eeuw heeft wetenten nutte te maken met alle zijne tegenstrijdigheden te rug De Poeumlzy is hier als inde meeste van s mans schriften by vele gewichtige gebreken overvloeiende tevensvan verbeelding warmte en verheffing en andere dichterlijke hoedanigheden dievan eenheid evenwel en c o n s e q u e n t i e of wat daar naar zwemen mag geheeluitgesloten Zoo ver men uit dit stuk dan eenig bepaald stelsel van des dichtersdenkwijze kan opmaken schijnt hy hier eene soort van Ma n i c h e iuml sm u s tebelijden hetwelk op geen vaster gronden steunt dan de eentoonige steeds onderverschillende vormen voortgebrachte sofismen der Ongodistery doch die in deschitterende kleuren van Lord Byrons Poeumlzy gehuld niet nalaten konden by demeerdere verontwaardiging die zy by my verwekten een geheel andere uitwerkingdan die eener bloote wegwerping van het boek te weeg te brengen En zoo werddan het denkbeeld by my geboren om zemet de wapenen der Dichtkunst van mijnezijde te bestrijden en by eene overbrenging van een gedeelte van dit zonderlingestuk eene wederlegging te voegen door het invlechten van eenen Rei die naar dewijze der oude Treurspeldichters Waarheid en Zedelijkheid handhaven moet Dezemijne wederlegging geloove ik te berusten op gronden van Goddelijke Openbaringalthands ik zoude gruwen van het denkbeeld iets te hebben nedergeschrevendaarvan onafhanklijk Doch voor wie mijne oplossing van de drogredenen der BoozeWezens die de Engelsche Dichter tot zijne tolken schijnt te maken aannemelijkvinden moge dient vooral aangemerkt dat deze en alle andere oplossingen vanhet menschelijk verstand behooren te zijn ondergeschikt aan dat alles omvattendegeloof des harten waarin de Rechtvaardiging Gods buiten de medewerking eenerbekrompene redeneering geschiedt en op hetwelk alle de aanvallen eenergewaande f i l o s o f i e afstuiten schoon ook de Tijd nog niet daar is waarop deVerborgenheden der Wijsheid Gods ook voor de oogen van het Verstand zullengeopend worden

[Bij de nieuwe uitgave der twee deelen in 1847 werd gevoegd dit]

Voorbericht

De Boekhandelaar Kruseman heeft het wenschelijk geacht van dezen Dicht-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

514

bundel welke sedert eenigen tijd tot zijn boekenfonds behoort een nieuwen drukin klein formaat te geven Op de behulpzame hand daartoe van den Autheur haddeze onderneming hare aanspraak Die medewerking intusschen bepaalde zich uitden aart der zaak tot niet veel meer dan het nazien der proeven Indien dan nu bydie gelegenheid hier en daar in uitdrukking of punctuatie iets naar het gevoel of denindruk van het oogenblik veranderd werd de Bundel verschijnt behoudens dezeonbeduidende wijziging als bloote herdruk der uitgave van de jaren 1821 en 1822Aan verbetering die in der daad overwerking ware geworden kon daarby wel nietgedacht worden hoe ook anders na een zoo aanmerkelijk tijdverloop alleen reedsuit het standpunt der dichterlijke kritiek zich een trek tot overwerking mag hebbendoen gevoelen

In het geheel moet wel eene poeumlzy na meer dan het vierde eener eeuw op nieuwonder de aandacht gebracht niet alleen tot een nieuw geslacht van Lezers maarook tot den Dichter zelven in eene gewijzigde betrekking komen Toch blijft aandezen de belangstelling in de vrucht van een vroegeren leeftijd eigen Wel mogehem thands de keus of kleur van menige uiting het zij om hare sterkte het zij omhare zwakte een glimlach zoo niet scherper afkeuring dan dezen afpersen opmeer dan eene plaats herkent hy nog steeds de oogenblikken waarin dezelfbewustheid van dichter te zijn in zijn gemoed opwaakte en misschien reedseenige zelfstandigheid bekwam Meer dan belangrijk neen dierbaar wordt hem dieherkenning voor zoo ver zy zich tevens aansluit aan de gedachtenis van toestandendie voor zijn inen uitwendig leven beslissend zijn geweestDoch is dan alzoo de poeumlzy ook van deze Verzameling geen bloot spel geweest

met taal en denkbeelden maar veeleer de uitdrukking van een innerlijk leven ofstreven bovenal die van inwendige bewegingen en behoeften op Godsdienstiggebied zoo acht de Dichter zich by deze wederverschijning in gemoede tot tenminste eenige rekenschap verplicht van de verhouding waarin zijne tegenwoordigeovertuigingen staan tot hetgeen hy ook in dezen Bundel eenmaal uit zijne binnenstegewaarwording heeft nederlegd Inzonderheid van die zijde beschouwd kan hydeze poeumlzy niet betrekken dan tot een

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

515

tijdstip van w o r d i n g en allerminst van r i j p h e i d Wie met mijne gevoelens gelijkdie in latere vooral in de tien laatste jaren by schrifte openbaar werden eenigermatebekend is dien zal in den hier voorhanden Bundel een soort van bajert bejegenenwaaruit veel zich sedert tot bestemde denkbeelden ontwikkeld heeft of in eenevoortgaande beweging van ontwikkeling gebleven is maar waaruit ook niet weinighet zij men op de zaken of op de woorden zie eerder als verzwonden en opgelostte beschouwen is en voor my althands geene andere dan eene (mag ik ze dusnoemen) personeel historische beteekenis meer heeft Zoo rust dan (welketoegeeflijkheid men ook in het oordeel over de poeumltische waarde zal willen betoonen)op my althands ten aanzien van het wezen dezer dichterlijke uitboezemingen deplicht van een stellig protest tegen ieder andere richting welke daaraan zoudekunnen gegeven worden dan overeenkomstig met mijne later uitgesprokenebelijdenis omtrent de hoogste en dierbaarste waarheden Ja veeleer voor zoo verin deze poeumlzy mijner jeugd galmen gevonden worden die evenzeer of meer in hetgodsdienstig gevoel der Eeuw dan in het positief geloof des Evangelies eenenweecircrklank vinden acht ik het hier de plaats tegen alles wat tot het eerstgemeldterrein behoort des te nadruklijker te waarschuwen als ik voor my zelven ieder dagmeer behoefte heb aan de vastigheid van die historische Openbaring waarvan hetleven en de grondslag is de Heilbelofte des Ouden en des Nieuwen Testaments

Zoo ik in de toepassing van dit protest eenigzins noodig heb te byzonderen ik zouten voorbeelde van de schifting die ik hier wensch aan te bevelen tusschen w o r de n d e n b l i j v e n d tusschen w e z e n l i j k en b y k om s t i g tusschena l g eme e n Go d s d i e n s t i g en b e s t em d B i j b e l s c h bepaaldelijk wijzenop drie der grootereDichtstukken in denBundel deHymne der V o o r z i e n i g h e i d d e R e i e n i n B y r o n s C a iuml n en d e T o c h t u i t B a b e l De tweeeerstgenoemden mogen inzonderheid mijnen jongen mededichteren nog steedseenig belang inboezemen als poeumlzy zy vorderen van wie het om hoogere belangente doen is naauwlettende toetsing aan het Woord van God ter onderscheiding vanbeproefde waarheid en gewaagde dichting Ik zoude thands zeer zeker geen vanbeide zoacuteoacute schrijven ik zou geen van beide thands onderschrijven zonder een zekeremedeplichtigheid aan richtingen die

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

516

ik toen ter tijd daarin niet zoo zeer vreesde of besefte Vooral zou ik huiveren vanhet wedergeven al zij het ook om ze te wederleggen der lasteringen van hetEngelsche Dichtstuk lasteringen waartegenover in elk geval de toon van lofzangen aanbidding maar geenszins eenige poging tot oplossing voegt buiten dat eacuteeacutenewoord van den Apostel W i e z i j t g y d i e t e g e n Go d a n t w o o r d t - Watde T o c h t u i t B a b e l betreft zekerlijk blijft my de historische grondslag van ditVers altijd gewichtig als hebbende betrekking tot eene nationale in mijnemondelingeVoorlezingen over de moderne Geschiedenis der Joden later in het breedebehandelde overlevering die der vestiging voor een gedeelte van den koninklijkenstam van Juda uit Babel in het Spaansche schiereiland kort na de eerste stad- entempelverwoesting van Jeruzalem Ten aanzien evenwel der bewerking zoude ikmy thands voorzeker niet meer veroorloven de prophetische glansen der toekomstigeheerlijkheid van het Joodsche volk onder hunnen eigenen Koning C h r i s t u s toete passen op eenig tijdvak hoe belangwekkend ook anders van Israels geschiedenisbuiten het erfland der vaderen en de gehoorzaamheid aan dien Verlosser die alleacuteeacutend e L e e uw u i t J u d a is wien toekomt de scepter de wetgeving en de eere -w i e n s K o n i n k r i j k k ome September 1847

Bladz 292

[DENHEEREDR IMANUELCAPADOSE Deze Capadose was lijfarts van koning Lodewijkgehuwd met Batseba Da Costa zuster van Daniel Da Costa vader des Dichterswier afsterven hier dichterlijk herdacht en betreurd wordt Hij was een oom van DrAbraham Capadose den boezemvriend van onzen Zanger aan wien zoo menigschoon gedicht door hem toegewijd werdDaar de gedichten in den Bundel Poeumlzy niet alle een jaartal dragen heeft men

de chronologische orde niet verder kunnen volgen dan dat men ze allen een plaatsin het tijdperk van de jaren 1818-1822 gegeven heeft]

Bladz 294

[EURYDICE Een nagalm van de antieke Grieksche luit in schoone Hollandschedichtklanken weecircrgegeven]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

517

Bladz 310

[DE TRAAN Het oorspronkelijke van dit gedicht komt voor in de H o u r s o fI d l e n e s s van Byron en behoort dus tot het tijdperk van dezes Dichterseerstelingen De wensch aan het slot is voor Da Costa nog meer dan voor Byronboven hopen en denken vervuld Onder hoevele stroomen van tranen daalde deHollandsche Zanger ten grave]

Bladz 340

[IN HET ALBUM VAN DEN HEER MR JERONIMO DE VRIES Een dichtbloem ter eere vanden getrouwen vriend van Bilderdijk later ook hoogschatter en vriend van Da Costamogt in de poeumlzy dezes Dichters niet ontbreken]

Bladz 343

[GRAFSCHRIFT De hoogschatting van Bilderdijk voor den beroemden LeydschenHoogleeraar in de Regten v a n d e r K e e s s e l was op zijnen leerling Da Costadie ook zelf mede het onderwijs van dezen uitstekenden Regtsgeleerde genootovergegaan en uit zich in een Blijschrift dat in kortheid en kernachtigheid den geesten too der in dit opzigt zoo voortreffelijke oud-Hollandsche dichtschool weecircrgeeft]

Bladz 344

[VIJF BIJSCHRIFTEN Deze Vijf Bijschriften op het vijftal Oranjevorsten die onzen staathebben gegrondvest en bevestigd zijn opgedragen aan Jhr Mr W van Hogendorpdie aldus genoemdwordt lsquode onvergetelijke de vroeger gedwongene enmet geweldweggevoerde G a r d e d h o n n e u r en in deze betrekking nog in de macht derFranschen toen zijn vader Gijsbert Karel in die gedenkwaardige maand November1813 de vaan der bevrijding opstak toen zijne broeders voor het aangezicht vanvriend en vijand van het volk en zijne verdrukkers het huis op den Kneuterdijkuittraden met de oranjekleuren op hoed en rokrsquo Da Costa geeft van hem in lsquoDeMensch en de Dichter Bilderdijkrsquo eene persoons- en karakter-beschrijving die deinnigste bewondering en de tederste vriendschap ademt zoowel als de hartelijkstedroefheid over des veelbelovenden vroegen dood]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

518

Bladz 359

[DE GAAF DER POEZY In deze bezielde Ode is wel geen trek meer algemeen bekenden beroemd geworden dan de zoo dikwijls aangehaalde aanhef

Gevoel Verbeelding Heldenmoed

een eisch waaraan Da Costa zelf als Dichter de volkomenste vervulling schonkTreffend werd dit onder anderen erkend in den weecircrgalm in Potgieters voortreffelijkenRouwzang I s a a c D a C o s t a (Gids 1860)

S c h o o n t h a r t v a n d e d w a a s h e i d d e s h o o gm o e d s u g r u w e A l d e i j d e l h e i d m o ecirc d e r v e r g a n k l i j k e f a am

G e e n g a v e o f z e i s G o d e s e n e e n i g b l i j k t d e u w e H o e sm e l t d e p o euml t i s c h e t r i t s i n u z a am

G e v o e l i n g e e n v r o u w l i j k e b o r s t s c h u i l t e r t e e r d e r V e r b e e l d i n g g i j v l i e g t m e t d e s d a g e r a a d s v l u g t

E n h e l d e nm o e d t o o n b i j d e k o e n s t e n u w m e e r d e r G e e f O o s t e r l i n g H o l l a n d e r C h r i s t e n u l u c h t ]

Bladz 370

[AANMIJNEEGADE Jonkvrouwe Hannah Belmonte den Dichter in den bloede verwantlater in den gelukkigsten echt met hem verbonden dien zij als treurende dochtevens door God vertrooste weduwe overleeft Dit gedicht is de eersteling van eenganschen stroom van zangen haar toegewijd waarin het van liefde blakend hartdes tederminnenden Echtgenoots niet moede werd zich uit te storten Had menalles willen geven wat er van dien aard in des Dichters nalatenschap voorhandenwas het had op zich zelf een kleinen dichtbundel gevormd Treffend is het dat aandeze tot in den dood toe geliefde Gade ook als met brekend hart en stervende stemde allerlaatste toon van des Dichters harp in de Aanbieding van D e me n s c h e nd e D i c h t e r B i l d e r d i j k toegewijd werd Dit gedichtje zal aan het slot van hetDerde deel zijne plaats vinden]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

519

Bladz 376

[AAN DOCTOR ABRAHAM CAPADOSE den bloed- geestverwant des Dichters die tezamen met hem tot de Christelijke kerk overging en door Lucas Egeling te Leydenuit eacuteeacutene zelfde vonte gedoopt werd Ook later bleven de beide geloofs- enstrijdgenooten in denzelfden geloofsstrijd door de innigste en vertrouwelijkstevriendschap met elkander verbonden Menige harptoon des Dichters klonk denboezemvriend bij onderscheidene gelegenheden ter eere gelijk later uitverscheidene ook vroeger onuitgegevene dichtproeven zal blijken Het slot van ditoverschoone dichtstuk werd door Capadose bij het graf van zijn dichterlijken vriendop de treffendste wijze in herinnering gebragt en herhaald]

Bladz 389

[AAN MIJN VADER Ter opdracht van den Bundel getiteld P o euml z y Deze opdrachtademt niet alleen een geest van pligtmatigen eerbied van den zoon voor den vadermaar tevens klinkt daarin een toon van innige zamenstemming van den vurigenjongeling met de beginselen hem door dien vader ingeprent ja van fierheid enverheffing op het bloed diens vaders dat hij in zijne aderen draagt en voelt Eninderdaad Da Costas vader verdiende zulk een hulde hij die ons geschetst wordt(Koenen Levensberigt) alz zijnde niet zoozeer wetenschappelijk gevormd maarrechtschapen werkzaam en zich kenmerkende door zekere aangeboren fierheiddie men in den zoon hervindt Aan de zorg die deze Daniel Da Costa in vereenigingmet zijne vrome Gade Rebecca Ricardo voor de opleiding van zijnen zoon droegop wiens buitengewonen aanleg beide ouders met reden trotsch waren heeftNederland het te danken dat het kostbaar juweel hun ter bewaring toevertrouwdvan den beginne af met ijver en kunst geslepen en gepolijst en aldus voorbereidwerd om eens in vollen luister te stralen]

Bladz 394

[DES DICHTERS LOTBESTEMMING Dit gedicht werd in de Amsterdamsche Afdeelingvan de Hollandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappenvoorgelezen Het is opmerkelijk dat terwijl aldus deze Maatschappij reeds van denbeginne af toonde de gaven des dichterlijken jongelings op prijs

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

520

te stellen zij het tevens was die het voorregt had den laatsten toon van zijnenzwanenzang op te vangen daar hy in eene harer wintervergaderingen op dringendverzoek zijnen lsquoSlag van Nieuwpoortrsquo slechts korten tijd voacuteoacuter de ziekte die hem tengrave sleepte met jongelingsgeestdrift voordroeg Da Costa wasmet eenige weinigevoorname Letterkundigen Eerelid van deze Maatschappij

Bladz 426

[INES DE CASTRO In dit dramatisch fragment hoort men den oorspronkelijkenNederlandschen Dichter maar kennelijk door den Portugeeschen HoofddichterCamoeumlns altijd een zijner lievelingszangers als aangeblazen en bezield Het iseven als de A l f o n s u s I een laatste nagalm van de harpe Sions gelijk zij in hetland van Camoeumlns en van Cervantes klonk

En nog later zong Juda daar t balling zijn staf voertOf het waar met een zweem van den vroegeren zwier

Waar de Taag langs Lisboa zijn goudkorrels afvoertWaar zich Cordua baadt in den Guadalquivir]

Bladz 444

[HELDENPLEIT Deze vertolking volgt het oorspronkelijke van Ovidius in het XIIIdeBoek zijner Metamorphosen getrouw en toch zonder eenig spoor van dwang opden voet Het beloont de moeite wegravel de vertaling van Da Costa met die van Vondelte vergelijken een wedstrijd als die van de beide Helden in t gedicht waarin mensomtijds niet weet wien de palm te reiken De weglating door Da Costa van denuitslag van den kamp en de gevolgen daarvan in Ajax zelfmoord en zijnegedaante-verandering in een bloem die bij Vondel niet gemist wordt is karakteristiekDe Israelitische dichter kon zich wel in het dramatisch Heldenpleit maar niet in dekinderachtige echt-Heidensche mythe vinden waarmede de Romeinsche Zangernaar luid der gewone legende dit zijn treffelijk lied besluit]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

Page 2: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen

1

[Woord vooraf]

Met een gevoel van innigen weemoed bied ik aan de vereerders van DA COSTA -neen van echte schoone en verhevene Poezij wier geest in hem boven velenleefde en aan zoovele zijner dichterlijke scheppingen een onsterfelijk leven gaf -hun bied ik hierbij het Eerste Deel van des ontslapenen Zangers k omp l e e t eD i c h t w e r k e n aan - Men zal daarin zijn gedichten zooveel mogelijk naar tijdsordegeregeld vinden Wat tot opheldering van den inhoud scheen te kunnen bijdragenis door mij in de T o e l i c h t i n g e n medegedeeld waarin tevens des Dichters eigenVoorredenen en Aanteekeningen bij zijne verschillende werken gevoegd zijnopgenomen en wel zoacuteoacute dat het niet moeijelijk zijn zal het eigen werk des Dichtersvan mijn bijwerk (welk laatste tusschen [ ] is geplaatst) te onderscheiden Dat ookin de wijze van uitvoering alle zorg is besteed om deze uitgave den grooten Zangerwaardig en aldus als een letterkundig gedenk- en eereteeken op zijn pas geslotengraf te doen zijn - ik vertrouw dat een enkele oogopslag op dezen Bundelgenoegzaam zal wezen om den Lezer daarvan te overtuigen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

2

En zoo ga dan nu deze nieuwe Uitgave die de gansche dichterlijke Nalatenschapvan DACOSTA beide in zijne uitgegevene en nog onuitgegeveneGedichten kompleetbevatten zal haren weg Zij verrijke de Boekverzameling van allen die het wegravelmeenenmet de Vaderlandsche Letteren en Schoone Kunst Maar zij vinde niet daacuteaacuteralleen hare plaats zij worde opgenomen in de hoofden en harten van alle kinderenonzes Volks die vatbaar zijn om door den klank der dichterlijke luit niet alleenbekoord gestreeld en geboeid maar ook bezield veredeld geheiligd te wordenZoo blijve DA COSTA voor ons volk niet alleen een Zanger bij uitnemendheid maarlosse de bewondering en waardering van de eenige gave hem geschonken zichop - ik gebruik voor dien wensch hem betreffende en in zijnen geest geuit zijneeigene woorden - lsquoin de kennis en aanbidding van Hem die gekend en geeumlerd wilworden in Zijne werken en in de werken van Zijne werkenrsquo

Amsterdam30 Junij 1861JP HASEBROEK

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

3

Lof der dichtkunst

t Was nacht als ieder mensch het zoete rusten smaakteMy dacht toen in den droom dat ik den berg genaakteDie t schoonst verblijf is van Apollos zustrenrijk Liep langs een welig veld van koude en hitte vrijMet myrten rijk beplant en bloeiende laurierenWaarmeecirc de Musen zich in hare feesten sierenGeen bloem was daar verwelkt geen boom van groen beroofdHier hief de populier ginds de eikenboom het hoofdDat t helder hemelblaauw vermetel scheen te tergenDoch van mijn zwakke lier kan ik t verhaal niet vergenVan alles wat mijn oog bewonderde in dien oordIk zag er wat ooit ziel en zinnen heeft bekoordMaar naauwlijks was ik dus tot Pindus voet gekomenOf k voelde me onverwacht door Zefirs opgenomenk Snelde in een oogenblik en lucht en wolken door

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

4

lsquoEn niets dan vrolijkheid in mijnen tempel zietDus blijft verdienste nooit van t billijk loon verstokenrsquo

Na dat Apol tot my dees woorden had gesprokenVerdween en koor en berg voor mijn verwonderd oogZoo ook als aan de kim de schittrende IrisboogIn volle sieraad op het schoonst begint te prijkenZiet men haar duizendtal van kleuren ras bezwijken

Auroor vertoonde nu haar lieflijk morgenroodTerwijl zy voor de Zon de hemelpoort ontslootEn daar geen donkre wolk haar glans ons kwam ontroovenScheen zy een heldren dag aan daarde te belovenToen wekte me uit den slaap der vooglen zoet geluidToen riep ik door mijn droom verrukt dees woorden uit

De schoone poeumlzy zal altijd glansrijk pralenZoo lang de gulden Zon haar luisterrijke stralenZal schieten en de mensch van edel kunstgevoelVerrukt zal blaken Gy die ver van stadsgewoelWanneer aan s hemels trans de sterren prachtig blinkenApolloos heilig nat in eenzaamheid gaat drinkenUw naam sterft nooit o neen zelfs als de wreede tijdDen zwarten sluijer op uw lichaam heeft gespreid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

5

Homeer veracht den nijd van driemaal duizend jarenGelijk een vaste rots in t midden van de barenDe kruin ver uitsteekt en haar ijdle woede tart

De dichtkunst wekt den moed of streelt t gevoelig hartTyrtaeus kon den Griek in oorlogsvuur ontstekenHy zong en geen gevaar deed den Spartaan verbleekenDoch als Homerus in zijn goddelijk gedichtToont hoe Andromache met haar onnoozel wichtHaar lieven Hector van het slagveld poogt te weerenHoe ze om het denkbeeld treurt dat hy nooit weecircr zal keerenWie dan gevoelt zich niet op t tederst aangedaanWien rolt langs t aangezicht dan niet een zachte traan

O wonderlijke kracht van dichterlijke tonenHet volk dat zonder wet in bosschen plagt te wonenBewogen door het zoet van Orpheus lier en zangVereent zich op zijn raad voor t algemeen belangVan daar verhaalde men dat tijgers boomen steenenHem volgden om het oor aan zijne stem te leenenMijn geestdrift sleept my weg Ik zie hem zelv daar staanOmsingeld van het volk dat luistrend aangedaanMet open oog en mond hem t nut van t zamenlevenHoort zingen en gedwee zich laat de wetten geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

6

Een man dus door natuur met rijk vernuft begaafdHeeft door welluidend dicht den woesten mensch beschaafd

De dichter schildert ons wat andren slechts verhalenAls Maro en Homeer het bloedig strijden malenZie k vonken springen uit het bliksemende zwaardIk hoor t geschreeuw van hen die neecircrgestort ter aardDen overwinnaar om het leven nedrig smeekenIk hoor het moordend staal en helm en harnas breken

Mijn Zangnimf t is genoeg Onmachtig is mijn toonHet nut der poeumlzy en haar verrukkend schoonEn onweerstaanbre kracht in sierlijk dicht te zingenLaat hen die Phebus mint naar dezen lauwer dingenIk trek uit mijne lier geen liefelijk geluidEn druk mijn warm gevoel in zwakke verzen uit

1812

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

7

De verlossing van Nederland

Als t aardrijk weecircr begint te bloeienAls t land zich dekt met geurig groen

De stroomen onverhinderd vloeienNa s harden winters hevig woecircn

Als blad en bloem de sneeuw vervangenEen Zefir d onbetoombren storm

Dan klinken Philomeles zangenDe mensch herleeft - de kleinste worm

Zoo grijp ik ook schoon dichtren zingenHet speeltuig in de zwakke hand

Ook ik ik wil de either dwingenVoor t vrij geworden Vaderland

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

8

Hoe flaauw mijn laaggespannen snarenHoe kunsteloos mijn zangster zij

Mijn hart gebiedt dat k uw altarenO Nederland dit offer wij

Wy zijn dan eindlijk vrij Wy zijn den ijzren bando Dwingland dan ontrukt waarin gy NederlandZoo lang gekluisterd hieldt De ketens zijn aan stukkenWaarvoor de fiere kop van Hollands leeuw moest bukkenDien leeuw te lang door u en door uw volk verachtDien leeuw die reeds te lang naar wraak naar vrijheid smacht

Gelijk de reiziger die aan t geweld der barenOntrukt zijn Vaderland na duizend doodsgevarenHerziet met warm gevoel dien dierbren grond betreedtEn sprakeloos van vreugd t geleden kwaad vergeetHet zoetst genoegen smaakt nu hy het woecircn der windenDe golf die t ranke schip al draaiend ging verslindenAl d ijsselijken nood waaraan t ten prooie lagIn veiligheid aan gade en kindren schetsen mag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

9

Zoo moet ge o Hollandsch volk het slaafsche juk herdenkenWaardoor een vreemd tiran uw voorge roem dorst krenkenEn zweren by de deugd der vadren by het bloedVan hen door wie weleer uw vrijheid is behoed(Wier geesten tot uw heil nog om dees landen zweven)Dat ge eer uw stad uw land der vlam ten prooi zult gevenOf dat ge uw dijken eer doorbreken zult uw werkVernielen en de zee doen dondren uit haar perkEer vreemde meesters weecircr van vrijheid u beroovenEn in vergetelheid uw schoonen naam verdoven -o Hoon o slavernij o nooit vergeetbre schandAfstammelingen van de heldenteelt die t landVan Spanjes wreeden Vorst weleer heeft vrijgeslagenBloost Nederlanders bloost gy hebt den naam gedragenVan woeste snoodaarts die natuur en recht ten spotHun koning doemden tot een smadelijk schavotHun koning die voor t heil van die ontmenschten blaakteEn eigen veiligheid voor hun behoud verzaakteBloost Nederlanders bloost gy hebt het juk getorschtVan t monster dat naar bloed en naar vernieling dorstVan t monster dat uw land ontzenuwde en uw telgenDen moederarm ontscheurde om rijken te verdelgenEn gantsch Euroop voor hem in t stof te zien geknieldDe tijd is daar wreekt nu met d ouden moed bezield

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

10

Den hoon u aangedaan gy hebt uw naam herkregenGy zaagt Oranje weecircr klem den gevreesden degenWaar t Spaansche heir voor vlood uw sterk gespierde handDuld nu geen Gauler in t herboren VaderlandHy viel hy die Euroop in t ijzren juk wou knellenDie waande dat geen macht zijn reuzenmacht kon vellenHet recht verwon hy viel een woesten stroom gelijkDie de ijdle golven breekt voor d opgeworpen dijk

t Was middernacht De slaap door t menschdom afgebedenGoot zijn verkwikkend vocht op d afgetobde ledenMaar Frankrijks dwingland waakt door felle smart geprangdOntvlucht de rust zijn oog dat na haar zoet verlangtNu dondert in zijn oor de wraakstem van t gewetenZijn bloed verstijft terwijl zijn leden rillend zweetenDe kracht zijn ziel begeeft beweegloos staat hy daarMet strakgespannen oog en opgerezen hairDaar schrikbre beelden zich in t matte brein vergadrenDe schim van Lodewijk hem dreigend schijnt te nadrenHet zwaard te toonen dat zijn misdaecircn straffen moetEn hy een bloedrivier ziet zwalpen aan zijn voetZijn moed keert eindlijk weecircr de nare hersenspokenVerdwijnen hy barst los en spreekt in woede ontstoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

11

lsquoNeen schoon mijn oog door u gefolterd eeuwig waaktSchoon gy de dagen my tot nare nachten maaktEn my mijn wandaecircn steeds weecircrgalmen doet in d oorenGeweten k trots uw wraak ik zal uw stem versmorenWat menschenbloed wat ramp het koste ik zal den tijdMijn naam doen sparen u en gantsch t heelal ten spijtEuropa hate my ik zal haar meester wezenk Begeer haar liefde niet k wil my van haar doen vrezenGeweten ja de straf die gy my dragen doetWordt op dit denkbeeld in het lijdend hart verzoetWelaan het zwaard hervat k wil tot de verste strekenk Wil tot Europas grens het oorlogsvuur ontsteken -Het uitgestrekte land door Peters wijze wetIn vroeger eeuw beschaafd zij door mijn volk bezetk Zal overwinnend zelfs tot in zijn hoofdsteecircn dringenEn daar zijn opperheer tot onderwerping dwingenZoo vestig ik de kroon onwrikbaar op mijn kruinEn heersch op heel Euroop of op Europes puinrsquoHy spreekt de zon had naauw haar gouden kar bestegenHy roept zijn benden zaacircm voorspelt een wisse zegenZy volgen hem hy snelt verwint de vijand vliedtEn t zegevierend heir stroomt op zijn grondgebiedReeds is t op s dwinglands wenk naar Moscows wal getogenVol hoogmoed nadert hy - wat schouwspel treft zijn oogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

12

Een zwarte wolk van rook stijgt op aan alle kantVertoont de vuurge lucht den ijsselijken brandDe schrik op dit gezicht vermeestert zijne zinnenHy snelt vertwijfelend in aller ijl naar binnenEn ziet de ontvolkte stad t vernielend vuur ten buitVergeefs barst hy verwoed in lasterwoorden uitZijn volk tracht op zijn last den woesten brand te dovenVergeefs d onbluschbre vlam stijgt meer en meer naar bovenDriewerven rijst de zon en driemaal daalt ze neecircrDe vierde dag verrijst - en Moscow is niet meerJa edelmoedig volk door eer en deugd bewogenHebt gy den dwingland in zijn zoetste hoop bedrogenGy hebt ten offer aan t geliefde Vaderland(Het menschdom zag t verbaasd) uw eigen stad verbrandDie daad heeft aan Euroop de vrijheid weecircr gegevenEn dankbaar zal t uw naam zoo lang t bestaat doen levenEn gy o Nederland gy dat dit voorbeeld zietHerleeft in u de gloed der vrijheidsliefde nietDenkt ge aan uw Reddren niet den schrik der dwingelandenWier vuist u heeft verlost van Spanjes wreede bandenGord gord in t eind het zwaard o Neecircrland aan uw zijEn wreek in s vijands bloed uw voorge slavernijZoo zag de Dwingland dan die stad in asch verkeerenWaar hy de strengste koucirc zich vleide te trotseren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

13

Het kondigt al de komst des grijzen winters aanReeds vloeit de stroom min snel en blijft beweegloos staanEn dekt zich met een korst de droeve lange nachtenVerdubblen nu de koucirc het krijgsvolk voelt zijn krachtenOntzinken t zwaard ontvalt de machtelooze handDaar ligt gy zonder hulp ver van het vaderlandRampzaligen weleer ontscheurd aan vriend en magenOm voor een snood tiran de wreedste smart te dragenDaar ligt gy blootgesteld aan dakeligsten doodVermoeid verteerd verstijfd van koucirc en hongersnoodHet monster ziet elk dag zijn volk by drommen snevenD een zinneloos van pijn derft gillende zijn levenEen ander valt verstijfd en afgemarteld neecircrDe dood dwaalt overal door t uitgeputte heirDe vijand middlerwijl zakt neecircr met rassche schredenEn valt op t volk dat door natuur zelf wordt bestredenEn jaagt het overhoop hier baat geen tegenstandEen laffe vlucht alleen rest nog den dwingelandNog weigert hy den vrede aan s volks gedurig smeekenHy zweert van spijt ontzind dien fellen hoon te wrekenOntscheurt den onderdaan op nieuw en kroost en goedEn snelt vol trotsche hoop zijn vijand te gemoetRechtvaardig God zal dan de misdaad zegevierenZal dan de lauwer weecircr der Gaulen schedel sieren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

14

Neen neen het recht in t eind behaalt den zegepraalEn de overwonnen Gal valt nu ten tweeden maalO Leipsich by wier wal de dwingland is verslagenZoo lang van Marathon het menschdom zal gewagenZoo lang t zal denken aan Plateacutea SalamisWaar Griekens vrijheid op den Pers bevochten isZoo lang zal t ook uw naam uw heilgen naam bewarenGelijk wanneer de Nijl zijn opgezwollen barenOp t schoon Egipte stort de drooge velden drenktEn rijken overvloed aan dakkerbouwer schenktZoo stroomt aan alle kant het heir der Noordsche heldenEn brengt de vrijheid weecircr gekocht op Leipsichs veldenTriumf ook Nederland is van het juk bevrijdHaar leeuw verheft weecircr t hoofd den dwingeland ten spijtO laat dan ook uw moed o Neecircrlands volk herlevenEn tracht op t edelst spoor uw vadren na te strevenJuicht lang verdrukten juicht en gy o dappre jeugdHef aan en uit in zang uw vrijheidsliefde uw vreugdlsquoDiep lag het Hollandsch volk vervallen kroost van heldenDiep lag t vernederd in de ketens die het kneldenDoor een gevloekt tiran Europes schrik verdruktDiep lag het Hollandsch volk diep lag t in t stof gebuktDe Godheid hoorde in t eind ons hartverscheurend weenenZy wenkt de vrijheidszon zoo lang voor ons verdwenen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

15

Schiet ons haar stralen weecircr Ja Neecircrland gy zijt vrijGeen vreemde hand alleen verbrak uw slavernijWelaan dan kondt ge zelf uw ketens helpen brekenGy kunt dan ook uw ramp op Frankrijks dwingland wrekenZie ons ten strijd gereed wiens hart staat niet in brandWie offert zich niet op aan t heilig VaderlandO Goddelijke kracht van haat tot slavernijeZie hoe de Spanjaard zich t geweld der dwinglandijeOnttrok en brandend voor zijn vrijheid en zijn VorstDer Gallen legermacht met moed verwachten dorstHy ziet zijn vruchtbaar land door t oorlogsvuur vernielenMaar voelt met nieuwen moed zijn eedle borst bezielenEn zweert dat eer de vlam zijn land verteren zalEer hy zich onderwerp aan den gehaten GalHet was in Nederland (helaas in andre dagenToen t heir van trotschen Flips uit Holland werd verslagen)Dat de Iber ondervond hoe alles zwichten moetAls vrijheidsmin een volk het zwaard aanvaarden doetHeeft hy dan uit zijn land den wreevlen Gal verdrevenEn zou het Neecircrlandsch volk voor s dwinglands benden bevenWy vliegen dan ten strijd en vreezen geen gevaarVoor t dierbaar Vaderland gy teedre vrouwenschaarDie ons het leven schonkt o stort om ons geen tranenWy scharen ons vol moed om vaderlandsche vanen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

16

De zege volgt het recht wy keeren winnaars weecircrDe dwingland en zijn rot valt voor ons zwaard ter neecircrOf doet een droevig lot ons t leven strijdend dervenDenkt dan hoe schoon het is voor t Vaderland te stervenDus werd het voorgeslacht van Spanjes dwang bevrijdNa tachtig jaren krijg Dus zag in later tijdDer Gaulen Vorst die tot does landen was gedrongenZich overwonnen tot vernedering gedwongenOranje aan uw geslacht zij Hollands dankbaarheidt Was Eerste WILLEM door wiens moed en wijs beleidDe Nederlander op zijn beulen triomfeerdeDie de eendracht onderhield den tegenspoed trotseerdeEn alles wagen dorst voor t welzijn van den StaatJa toen hy lag geveld door t schandelijkst verraadRees zijn doorluchtig Kroost in t zelfde vuur ontstokenEn streed tot dat de Belg zijn keetnen zag verbrokenWat Nederlander is zijn vadren zoo ontaardDat hy Oranjes naam niet in zijn hart bewaartZoo lang dit edel bloed regeert op Hollands StatenZal nooit de dapperheid het Neecircrlandsch volk verlatenWy vliegen dan ten strijd Wiens hart staat niet in brandWie offert zich niet op aan t heilig VaderlandNeen nooit vergeten we u gelukkigste aller dagenToen wy den heldentelg Oranje wederzagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

17

Hoe klinkt nog in ons oor de zuivre vreugdezangDoor t afgemarteld volk na jaren ramp en dwangVan t haatlijkst monster vrij met duizenden van tongenO Vorst van Nederland by uwe komst gezongenToen zwoert ge o Hollands volk met een onschendbren eedDat gy de ketens door den dwingeland gesmeedAlom vernielen zoudt Wil wil dien eed gedenkenEn vrij aan andren ook de vrijheid helpen schenkenO Gy die met eacuteeacuten wenk t oneindig Al regeertGy wiens onperkbaarheid al wat bestaat vereertHergeef Euroop de rust zoo lang by haar verlorenVerlos haar van t gedrocht tot hare straf geborenEn droog de stroomen van t gestorte menschenbloedDoor eeuwen vrede zij de afgrijsbre krijg vergoedt Geluk herrijz voor ons na zoo veel tegenhedenEn Neecircrland bloeie weecircr door Eendracht Moed en Zedenrsquo

1814

Aan de wel edele heeren Mr W Bilderdijk en Mr DJ van Lennep

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

18

Aan de eedle twee wier oog mijn wankle schredenOp t glibbrig pad der Dichtkunst gadeslaat

Tot Hollands eer door beider voet betredenBiedt hier mijn hand in Nederlandsch gewaad

Den grootschen zang van d oorlogshaften dichterWien Melpomeen haar eersten lauwer schonk

Wiens naam en roem als kunst- en vrijheidsstichterNog in den vloed der eeuwen niet verzonk

Den grootschen zang roemruchtig zegeteekenOp vreemd geweld en dwingelandenwaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

19

Door d eigen arm die t vaderland hielp wrekenGevestigd eens om nimmer te vergaan

Maar wien wien durft mijn lente t bloemtjen wijdenOnsierlijk kroost van d eersten zonnegloed

Aan t hoog vernuft den glans van onze tijdenIn t heiligdom der Dichtkunst opgevoed

Wiens stoute veecircr in d opgang van zijn jarenEen Sophocles in t Hollandsch lied herschiep

Die op den klank der onweecircrstaanbre snarenDen outerdienst van d echten smaak herriep

En hem die meecirc in vaderlandsche strekenZoo menig spruit der Grieken heeft herplant

Wiens kindschheid reeds de Roomsche luit deed sprekenNiet wagglend in de meesterlijke hand

Wien de eigen gloed het hart wordt ingedrevenDoor Latiums en Hollands dichtrengoocircn

Het is aan U door zoo veel roem verhevenDoor t fijnst gevoel voor t hemelsch kunstenschoon

Dat geestdrift voor de kunst wellicht vermetenEen gunstig oor voor wat ze voortbracht vraagt

Wat zeg ik Neen niet aan de puikpoeumltenWaar de oude vest des Amstels roem op draagt

Verstout ik my dees ruwen zang te heiligenOp dat hun naam op Pindus aangebeecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

20

De teecircre vrucht der jonkheid mocht beveiligenOf als een gift hun grootheid waardig neen

Wier milde zorg geleerdheids eecirclste schattenOntdekt heeft aan t verlangen van mijn jeugd

En in dien les den kostbrer wist te omvattenVan t ware goed van wijsheid recht en deugd

Dien biedt mijn hart dees versch gelezen bloemenVan Griekschen stam ofschoon verbasterd aan

Vermocht mijn tuin op geurig loof te roemenOf gaacircrde ik eens op de ingerende baan

Laurier en palm den prijs van dichterzangenIk sierde er u den achtbren schedel meecirc

Wilt dan dees blaacircn toegefelijk ontfangenEn met dees blaacircn de oprechtste hartebeecirc

Bloeit bloeit nog lang om kennis te verspreidenOm Hollands eer te staven om de bloem

Der jonglingschap op t eenzaam spoor te leidenDat naar de bron van Wijsheid voert en Roem

Brengt hen te rug der Dichtkunst gouden dagenOp Neecircrlands grond als Griekens thans weecircr vrij

En word haar dank u beiden opgedragenVan na- tot nageslacht zoo vurig als van my

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

21

De Perzen dramatisch dichtstuk

Personaadjen

XERXES Koning van PerzieumlATOSSA weduwe van Darius en moeder van XerxesREI VAN PERZISCHE GRIJZAARTSDE SCHIM VAN DARIUSEEN BODE

Het Tooneel is te Suze in den voorhof van het koninklijk paleis naby het graf vanDarius

Eerste tooneel

DE REIHet heir der Perziaansche scharenDat voor t gewoel der krijgsgevarenDen vaderlandschen grond verlietHeeft ons de zorg van al hun schatten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

22

Op s Konings voorbeeld op doen vattenDie heel zijn machtig rijksgebiedVertrouwde aan dees zijn uitverkorenDarius dierbre telg ach keer

Breng ons die fiere manschap weecircrO mocht ik t voorgevoel versmorenDat my een gruwzaam lot voorspeltTrok niet heel Azieuml te veldTerwijl we in eindelooze klachtenOm onze jonglingschap versmachtenVergeefs van dag tot dag verbeidEn in de wreedste onzekerheidEen boocirc zelf vruchteloos verwachtenGy Suze Cissa EkbataanGy zaagt uw muren dan verlatenUw jeugd gewapend tot soldatenIn woesten moed naar t strijdperk gaanHen voert de bloem van onze GrootenAmistres Artaphernes aanEn Megabazes deelgenootenVan vorstelijke macht en eerEn hoofden van een talloos heirVan zaamgedrongen ruiterscharenEn schutters vol ervarenheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

23

Een leger tuk op krijgsgevarenWiens enkele aanblik schrik verspreidtNiet minder uitgelezen heldenVerzellen stouten PharnacesImeacuteus en ArtembaresDaar zelfs de korenrijke veldenBevrucht door s Nijlstrooms koestrend slijkOntelbare onverschrokken bendenVolijvrig tot hun koning zendenPegaston in t Egyptisch rijkGeboren en die Memphis murenEn Thebes oude vest besturenZijn aan de spits dier legermachtt Moerassig land geeft vlugge knapenOm t handig roeijen hoog geachtDe Lydieumlr in wulpsche prachtVerzonken rukte meecirc te wapenEn volgt geheel het vastelandDat van het edelst krijgsvuur brandtEn schaart zich moedig om de vanenVan s konings machtigste onderdanenWien hy dees streken heeft vertrouwdHet vorstlijk Sardes rijk in goudGeeft keur van kostbre wagenscharen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

24

Wier breede rangen ijzing barenMaar Mardon voert van Tmolus voetZijn krijgren aan in t heetst verlangenDen Griek in ketenen te prangenHet roemrijk Babel zendt een stoetVan scheeplingen en schuttersdrommenDie met geoefend oog en handDen taaien boog nooit vruchtloos krommenJa heel dit uitgestrekte landHeeft wat maar wapenen kon dragenVerlaten en zijn Vorst verzeldNu slijten we onze droeve dagenHet hart vol zorgen en bekneldBy ouders beide en echtgenootenSteeds in hun hoop te leur gesteldDient ieder dag met angst geteldSlechts om hun kommer te vergrooten

KEEROntzachlijk heir gy zijt gegaan

Gy hebt den Griekschen grond betredenEn brengt den vijand en zijn stedenIn ieder tred verwoesting aan

De zee die Hella heeft verzwolgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

25

Had u vergeefs den weg ontzegdHaar heeft hoe schriklijk ook verbolgenUw arm in ketenen gelegd

TEGENKEERDe koning heeft aan alle kant

t Verraschte Grieken overvallenMet onze duizend-duizend tallenTer zee gewapend en te land

Hy voert hen aan met al de GrootenOmgeven van zijn bloeiend rijk

De Vorst uit godenbloed gesprotenEn goden-zelf in rang gelijk

Met oogen schittrend van den gloedVan heldenvuur en leeuwenmoedEn op een rijkversierden wagenAan t hoofd der benden omgedragenVoert hy den Perziaanschen boogDe Grieksche spietsen tegenWat vijand hoopt nog op de zegenDie tegen hem ten strijde toogWie waagt het de opgezwollen stroomenMet dijk of paalwerk in te toomen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

26

Zoo schriklijk zijt ge o Perzisch volkMaar ach een akelige wolkBenevelt blijde hoop uw luisterDer goden wegen zijn ons duisterWat stervling kan hun wil weecircrstaanDes noodlots ijzren wet ontgaanOf t loosgespannen net vermijdenHem door der goden hand gespreidTe dikwerf door hun gunst misleidTracht hy zijn loopkring te verwijdenEn altijd verder afgedwaaldZiet hij zich eindelijk verradenVervoerd op afgelegen padenWaar alle vluchtenspoging faalt

EERSTE KEERDer goden bystand heeft dit landBeveiligd en van alle kantTen welvaarts top verheven

Dankt Perzen dankt het haar alleenDie zelfs de sterkst bemuurde steecircnVoor uwe vuist deed beven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

27

EERSTE TEGENKEERDankt haar die u den wijden vloedIn t golven schuimend en verwoedIn t eind deed overkomen

Toen ge u een veilgen overtochtOp zaamgebonden kielen wrochtBetemmers van de stroomen

TWEEDE KEERO laat die gunst u nooit verlatenKlink nooit die rouwkreet door uw stratenO Suzes teecircrgeliefde vest

Die kreet wiens doffe klank mijn harteOntzet door ongekende smarteW e e w e e h e t P e r z i s c h e g e w e s t

TWEEDE TEGENKEERBegeeft my aaklige gedachtenZoudt ge ook o Cissa van die klachtenWeecircrgalmen in uw hoogen wal

Uw vrouwen zich de sluijers scheurenDoor geen vertroosting op te beurenIn wanhoop om des legers val

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

28

DERDE KEERGelijk een dichte bijeumlnwolkStoof overal het dappre volk

Uit onze rijkbewoonde stedenDe zee die ons van d overkantWou weeren ligt gedwee in band

En Xerxes leger heeft Europische aard betreden

DERDE TEGENKEERDe teedre vrouw slijt dag en nachtIn afgebroken klacht op klacht

En t eenzaam bed is nat van tranenHet jeugdig zacht gevoelend hartKwijnt weg in nooit verpoosde smart

Om degacirc die haar liet voor s konings heldenvanen

Waartoe waartoe die ramp gespeldNeen voelen we ons van zorg doorknagenVoor hunne ons overdierbre dagen -Kom laten we eer naar de aankomst vragenEens boden die ons licht den staat van t leger meldtEn tijding geeft van s vorsten levenEn wie verwinnaar is gebleven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

29

De boog der schutters van het OostOf t puntig staal van Griekens kroost -Maar s Konings moeder richt haar schredenTot ons met glans omstraald gelijk het oog der goocircnGy bidt haar aan naar onze zedenEn zij uw hulde haar al knielend aangeboocircn

Tweede tooneel

ATOSSA DE REI

DE REIVerheven Koningin der trouwe PerzianenOntfang den welkomstgroet van minnende onderdanenGy eedle koningsweeuw en moeder van een godVan welvaart voor deez Staat zoo t albestierend lotNiet keerde maar ons steeds voor rampen blijft behoeden

ATOSSAHelaas dit enkel woord doet my het harte bloedent Is daarom dat ik thans het vorstlijk huis verlaatEn troost en balsem wacht mijn vrienden van uw raad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

30

Ik zal u de oorzaak van die jagende angst verklarenk Vrees voor ons Staatsgebouw te hoog in bloei gevarenOch dat dit roemrijk werk door hemelsche genacircGevestigd niet op eens ter neecircr storte en vergaEen volk hoe talrijk zoo t van rijkdom is verstokenIs kwijnend maar zijn kracht wordt eerder nog verbrokenWaar t rijk van schatten vol gebrek aan manschap heeftDie ramp is t waar mijn hart (en zonder end) voor beeftWee wee ons zoo dit land zijn jonglingschap moest dervenGetrouwen laat ik heul van uwe reecircn verwervenOp u heb k steeds gesteund het is uw grijzend hoofdWiens wijsheid my ook thans voldoenden raad belooft

DE REIDoorluchtigste zoo naauw aan t vorstlijk huis verbondenHebt ge ons in raad en daad steeds blakende gevondenEn nimmer wordt die gloed in t dankbaar hart gebluscht

ATOSSAMijn slaap wordt ieder nacht door droom op droom ontrustSints mijn geliefde zoon verwoed op Griekens stedenOp keur van benden trotsch hun bodem heeft betredenMaar nooit nog heeft me een droom met zulk een angst bekneldAls t nachtspook dat mijn geest deez nacht werd voorgesteld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

31

Een jeugdig vrouwenpaar verscheen me en hield mijn oogenDoor dracht en houding van verwondring opgetogenDe een hing het Perzisch kleed bevallig om de leecircnMaar de andre sierde een Grieksch beicirc in aanloklijkheecircnOnovertrefbaar In de fijnbesneden trekkenWas aanstonds op het klaarst haar zusterschap te ontdekkenGescheiden door het lot had deze op Griekschen grondGene in dit werelddeel haar zetel Nu ontstondEr twist en grimmigheid dat beider oogen blonkenMaar Xerxes nadert haar en dooft die oorlogsvonkenMaar voert ze met zich meecirc op t eigen oogenblikEn kromt haar onder t juk nog roerloos van den schrikSlaat haar zijn teugels om en ketent ze aan zijn wagenDe een biedt geen tegenstand vereerd den boei te dragenVan d onverwinbren Vorst van t Perzische gebiedMaar de andre brandt van toorn daar zy geen rang ontzietEn rukt zich spartlend los en waagt het vrij van bandenDen vorstenwagen vol verwoedheid aan te randenEn trapt het haatlijk juk en scheurt de wielen afDe vorst stort neecircr Ik zie Darius uit zijn grafVerrezen met een zucht dit droef tooneel aanschouwenEn mijn verneecircrden zoon in steeds ontroostbrer rouwenVersmelten k Zag dit en het nachtgezicht verdweenk Stond op en liep vol drift naar zuivre bronnen heen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

32

Om met een reine hand de goden te vereerenMet offers dat hun gunst dit onheil af mocht keerenOp eens vernam mijn oog een snellen adelaar(Een havik vloog hem na) zich spoedend naar t altaarIk voelde op dit gezigt mijn gorgel toegeknepenReeds heeft de haviksklaauw den vluchtende aangegrepenEn pijnigt hem den kop die zelfs geen weecircrstand biedtZiedaar wat in mijn hart die siddring achterlietWat roem had Xerxes van een zegepraal te wachtenEn thans - voorzie k den val van zoo veel legermachtenZoo t noodlot hem verried o Blijv hy slechts gespaardGeen neecircrlaag maakt hem ooit de koningskroon onwaard

DE REIWy wagen t niet Mevrouw dit wonder te verklarenRoep Godenbystand aan en wil geen offers sparenOpdat hun almacht die verschrikkelijke wolkVerdrijve en zegen storte op u uw kroost en volkEn pleng een heilig vocht aan de onderaardsche strekenLicht schenkt uw echtgenoot vol deernis met uw smeekenEn nedrige offers uit het diepst van s afgronds nachtVersterking aan dit rijk en zijn doorlucht geslachtDees raad slechts kunnen we u in uw bekommring geven -En mooglijk wordt zy dus in beter uur verdreven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

33

ATOSSAMijn dierbren in dees taal voor t lijdend hart zoo zoetBlinkt schittrend in mijn oog uw vroom uw trouw gemoedHet lot vervulle uw wensch t Paleis weecircr ingetredenDraal ik geen oogwenk meer met reukwerk en gebedenEn aarde- en hemelgoocircn te naadren Melde uw mondMy dit nog aan wat kant ligt toch de Atheensche grond

DE REIIn t Westen

ATOSSAEn deez stad poogt Xerxes te vernielen

DE REIHeel Grieken zou met haar voor s konings schepter knielen

ATOSSAEn waakt een groote macht tot hoede van haar muur

DE REIOns heir beproefde t eens En ach het stond ons duur

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

34

ATOSSAEn heeft ze ook schatten waar de steden meest door bloeien

DE REIJa mijnen heeft ze die van zilver overvloeien

ATOSSAEn zijn hun schutters vlug met pijl en schietgeweer

DE REIZy strijden met geen boog maar met den vasten speer

ATOSSAWat vorst is aan hun hoofd

DE REIZy noemen dit als slaven

In t onverdraaglijk juk van koningen te draven

ATOSSAEen ordelooze hoop durft de onzen dan weecircrstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

35

DE REIAch eens deed zulk een hoop Darius heir vergaan

ATOSSAO al te wreede zorg voor t weeke moederharte

DE REIVersmoor Mevrouw een wijl die pijnigende smarteEen bode nadert ons Verkondig hy ellendOf heil de onzekerheid voor t minste spoedt ten end

Derde tooneel

ATOSSA DE REI EEN BODE

DE BODEO smart o vaderland o eenmaal blijde stedenVan t schittrend Azieuml Wat hebt ge een ramp geledenHoe deed een enkle dag der Perzen heil vergaanMet heel uw voorgen glans Helaas wat gaat my aanIk breng tot overmaat der jammren die my drukken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

36

U nog de bittre maar van al uw ongelukkenMaar ach het moet zoo zijn k Weecircrsta den nood niet meerVerneemt verneemt den val van t gantsche Perzisch heir

DE REI - EERSTE KEERHelaas wat donder trof mijn oorenWat schrikbre ramp brengt my dees dag

Wie zal in tranen niet versmorenNa zulk een pletterenden slag

DE BODEt Is alles redloos k Heb ter naauwernood mijn levenVan t hoogst gevaar gered en my tot u begeven

DE REI - EERSTE TEGENKEERO droevig einde van mijn dagenIk heb te lang te lang geleefd

Nu de ijslijkste van s noodlots slagenMijn dierbaar land getroffen heeft

DE BODEHelaas het is te waar Geen ander deelde myt Verhaal dier neecircrlaag meecirc Ik-zelf ik was er by

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

37

DE REI - TWEEDE KEERHelaas de keur van onze heldenWerd vruchtloos uitgerust ten strijd

Zy vielen neecircr op Griekens veldenAan t machtig Godendom gewijd

DE BODEHet strand van Salamis en de omgelegen vlekkenZag k met d onmeetbren hoop dier lijken gantsch bedekken

DE REI - TWEEDE TEGENKEERDaar dobbren dan die dappre scharenOp de altijd rustelooze zee

Ten spel der hobbelende barenMet de afgedwaalde wrakken meecirc

DE BODEGeen moed geen wapen mocht hier baten heel de vlootVond in den heetsten strijd een jammerlijken dood

DE REI - DERDE KEERO wee wat kan ons leed verzachteno Perzen by uw ondergang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

38

Stort uit stort uit uw bittre klachtenIn t allerroerendst treurgezang

DE BODEO haatlijk Salamis o hatelijk AthenenHoe zullen we ooit uw naam herdenken zonder weenen

DE REI - DERDE TEGENKEERHoe dikwerf ach hebt ge onze vrouwenAtheen tot raadloosheid gebracht

Terwijl ze om de echtgenooten rouwenDie door uw handen zijn geslacht

ATOSSAk Bleef sprakeloos van schrik by zulk een maar verpletDie me al mijn krachten stremt en t schreien-zelf beletEn bevend vrage ik u t verhaal dier ongelukkenMaar ach de stervling moet voor s noodlots wetten bukkenHerneem dan zelf den moed en ik ik hoor bedaardUw andwoord aan Wie heeft de wreede dood gespaardWat hoofden zaagt ge hem t verstrooide volk ontscheurenWat helden moet ons hart met s legers val betreuren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

39

DE BODEVoor t minst uw zoon Mevrouw is t stervenslot ontvlucht

ATOSSAO onverwachte troost Gy geeft mijn boezem luchtEen straal van vreugde dringt zich heen door zoo veel wolkenVoor heel ons treurend huis en zijn verneecircrde volken

DE BODEMaar t hoofd van duizenden de stoute ArtembaresViel neecircr op t bloedig strand en veldheer DadacesWerd doodelijk gewond in t bruischend nat bedolvenHier stort op Ajax grond omsingeld van de golvenHet lijk van Tenago dien fieren BactriaanDaar valt Pheresbus met Adeua van de mondenDes afgelegen Nijls uw zoon ter hulp gezondenVan uit het hooge schip in zee aan de andre zijMetallus t strijdbaar hoofd der zwarte ruiterijDees prachtig uitgedoscht in t schitterende wapenZiet overal den dood hem dreigend tegengapenEn verwt in eigen bloed de schoone blonde baardk Zag wijzen Arathus neecircrtuimelen ter aardHem volgden Artames en dappere Arimardes

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

40

(Ontzettelijke ramp voor t glorierijke Sardes)Amistris Sisames Amphistreus zoo geachtOm t slingren van zijn schicht met meer dan mannenkrachtDe schoone Tharybis die vijfmaal vijftig schepenTen strijd voert wordt met hen door t moordstaal aangegrepenSyennezis vindt meecirc den eedlen heldendoodHy die den krijgren van Cilicieuml geboodHy steeds gewoon in t bloed van vijanden te badenEn om zijn deugd geroemd als om zijn oorlogsdadenZie daar die s noodlots toorn ons heir betreuren deedEn ach hoe weinig nog by alles wat het leed

ATOSSAWat treurenswaard verlies van onze grootste heldenWat onuitwischbren smaad kwaamt ge ons bedroefden meldenHeeft dan zoo groot een macht gebukt voor Griekens vlootGy spreek wat stelde ons toch aan zulk een onheil blootHoe groot dan was t getal der Grieksche schepelingenHoe dorst het tegen ons naar de overwinning dingen

DE BODEHelaas o koningin k beken t tot onze schandDe vijand had naar t scheen slechts luttel tegenstandTe bieden en zijn vloot scheen lichtlijk te vernielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

41

Zy streden met niet meer dan vijfmaal zestig kielenTien uitgelezen en de Perzen met een machtVan duizend uitgerust met ongelijkbre prachtEn echter vielen wy door t Grieksche staal verwonnenGewis ter kwader uur werd deze krijg begonnenDe wreedheid van een God ons eenmaal bloeiend landVijandig boog de schaal van t noodlot naar hun kant

ATOSSAEen God beschermt de stad Minerva toegeheiligd

DE BODEOnneembaar is ze ja en voor geweld beveiligdZoo lang der burgren arm haar vestingmuur bewaart

ATOSSAMaar was de Grieksche vloot het eerst ten strijd geschaardOf heeft mijn dierbre zoon den vijand aangevallenVertrouwend op de hulp van zoo veel duizendtallen

DE BODEVoorzeker heeft een God of woedend helgedrochtVoacuteoacuter d aanvang van t gevecht die nederlaag gewrochtOns had een vluchteling van uit het heir der Grieken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

42

Bericht dat als de nacht zijn zwartgeverwde wiekenZou uitslaan hunne vloot voor onze macht beduchtGeen zeestrijd wagen maar een onverwachte vluchtTe baat zou nemen en t gevreesd gevaar ontloopenAls stond geen andre weg voor hun behoudnis openNaauw had de looze Griek geeumlindigd of uw zoon(Onkundig van zijn list en van den haat der Goocircn)Geeft overal bevel dat als de zonnestralenTen westen en de nacht op t aardrijk neecircr zou dalenDe gantsche vloot zich schaar op een driedubble rijOp dat de vlucht ter zee den Griek onmooglijk zijEn t strand van Salamis aan alle kant beslotenEn zoo de vijand nog zich reddende in zijn botent Gevaar ontkomen mocht en onze waakzaamheidDan was den schepeling een wisse straf bereidWy zouden vruchteloos geknield voor s konings voetenOnze onvoorzichtigheid met onze hoofden boetenZoo waant hy vol van hoop helaas hoe min verdachtOp de ongenacirc van t lot en t onheil dat hem wachtOp s konings hoogen wil stelt elk der schepelingenZich onverwijld in staat den vijand te bespringenGesterkt met spijs en wijn en bindt de riemen aanOm op den eersten wenk ten vaart gereed te staanMaar toen de glans der zon den hemel had verlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

43

Vliegt alles saam naar t strand en roeiers en soldatenEn klimt de schepen op en spoort vol vuur en moedZijn tochtgenooten aan tot dallermeesten spoedWy glijden op en neecircr op t wentlen van de barenGehoorzaam aan t bevel der hoofden en bewarenDen uitgang ons vertrouwd en hadden heel den nachtMet brandend ongeduld den vijand afgewachtNu was de duisternis reeds van den trans gewekenNog merken we aan het strand geen kiel of vluchtensteekenMaar naauwlijks breekt de zon de bleeke kimmen doorOf ijlings treft een kreet ons gretig luistrend oorEen kreet met zang vermengd dien de Echo van de rotsenVerdubbeld wijd en zijd tot ons te rug doet botsenEen plotselijke schrik gaat onze dappren aanVervallen op die klank van hun langduurgen waanWant ach het is geen klacht van weeke vluchtelingenMaar heldenoorlogszang wat thans de Grieken zingenOntstoken op t geschal der hooge krijgstrompetReeds bruischt de holle zee door hunne vloot bezetReeds schuimt zy op den slag van t samenruischend roeienEn eindlijk zien wy hen tot onze kielen spoeienDe rechtervleugel gaat de gantsche macht vooruitOp t schoonst ten strijd geschaard terwijl een woest geluidVan kreten zonder end zich opheft tot de wolken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

44

En dus onze ooren treft lsquoO Griekens eedle volkenStrijdt strijdt uw vaderland van vreemde heerschzucht vrijUw vrouwen en uw kroost van s vijands woestaardijMet de outers van de Goocircn met uwer vaadren gravenDees dag beslist uw lot en maakt u vrij of slavenrsquoOns heir heft van zijn kant een schrikbren wapenkreetElk in zijn tongval aan tot strijden beicirc gereedNu raakt men handgemeen de menigte der schepenHeeft reeds van wederzij elkander aangegrepenEen Grieksche hulk die t eerst aan t hoofd van s vijands vloott Gevecht begon vernielt een Perziaansche bootWy hadden moedig reeds den aanval afgeslagenTot we allen eensklaps ons op t naauwst besloten zagenIn de engten dat geen schip tot s anders redding spoecircnNoch iets de Perzen voor een neecircrlaag kon behoecircnWy hooren het gebots der saamgehorte kielenEn zien onze eigen vloot zich in dien schok vernielenDe wreede winnaar valt met dubbel woeden aanEn doet de schepen in t verzwelgend nat vergaanDe golven zijn verkeerd in purperroode stroomenMet wrakken overdekt de menigte omgekomenIn t strijden ligt op rots en bank en strand verspreidWy hadden vol van schrik ons tot de vlucht bereidMaar nog moest s vijands wraak de matte vloot vervolgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

45

Hy laat geen oogwenk rust maar slaat op t felst verbolgenOns droevig overschot gelijk een visschenzwermMet brokken mast en riem te pletter Een gekermVan smart en wanhoop doet zich onophoudlijk hoorenTot daar de schaacircuw der nacht dien gruwbren moord kwam storenNeen k melde u niet al t kwaad dat Xerxes leger leedAl breidde ik dit verhaal tien dagen uit Want weetDat nooit de zonnekar de kimmen heeft beklommenTer neecircr ziende op den dood van zoo veel heldendrommen

ATOSSAWat onbeperkte stroom van rampen zonder talBrengt met ons vaderland heel Azieuml ten val

DE BODEEn k deed u nog niet eens de helft der plagen hoorenWier ijslijkheid ons trof Nog was ons eacuteeacuten beschorenDie op t verdrukte hoofd met dubble zwaarte woog

ATOSSAWat nog verschrikbrer lot viel op ons van omhoogAch meld my welk een slag na zoo veel bittre slagenOns tot nog dieper smaad en wanhoop kon verlagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

46

DE BODEHelaas die fiere rij van onze schoonste jeugdDie schitterend in rang en groot in oorlogsdeugdMet onverbreekbre trouw des konings macht verzeldeWerd uitgedelgd door t zwaard dat heel ons leger velde

ATOSSAMijn vrienden ik bezwijk verwonnen van de smartk Wil echter k wil bedrukte in weecircrwil van mijn hartAl t onheil weten dat dien braven is weecircrvaren

DE BODENiet ver van Salamis aan dandren kant der barenLigt midden in hun schoot een naauwgenaakbaar landWaar Pan zijn herderen ten feestdans voert op t strandDaar wordt die eedle jeugd voacuteoacuter t strijden heen gezondenOp dat zy zoo de Griek door ons geweld ontbondenDaar hulp en veiligheid of nieuwe krachten zochtZijn laatste poging in zijn bloed versmoren mochtEn de onzen redden uit den drang der zeegevarenMaar anders moest de wil der Goden zich verklarenDe zege had zich nu aan s vijands zij gehechtEn hy nog afgemat van t bloedige gevecht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

47

Springt straks zijn kielen uit en schaart in naauwe kringenZich om het eiland rond dat onzen jongelingenGeen uitkomst overblijft noch wegen om te vliecircnZy zoeken in dien nood nog wederstand te biecircnMet vlugge pijl op pijl en pletterende steenenMaar alles is vergeefsch hun doodsuur is verschenenDe vijand valt op eens vereenigd op hen aan(Onmachtig dit geweld nog langer te weecircrstaan)En staakt zijn woede niet van trots en wrevel dronkenVoor ze allen aan zijn voet zieltogend zijn gezonkenUw zoon barst middlerwijl in bittre tranen losVan op een heuveltop naby het golfgeklotsHad hy op t moordtooneel zijn benden gacirc geslagenNu ziet hy ijzend neecircr op d afgrond onzer plagenEn scheurt van wanhoop dol het vorstelijk gewaadAan stukken geeft bevel tot d aftocht en verlaatHet slagveld om met ons op t spoedigste te vluchtenDie mare hadt gy nog by al uw ramp te duchten

ATOSSAo Goocircn wat valsche hoop hebt gy ons aangeboocircnIs dit is dit de wraak voor d onvergeetbren hoonDien t wijdberoemd Atheen ons eenmaal deed weecircrvarenOf heeft geen bloed genoeg van Perziaansche scharen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

48

Op t ons noodlottig veld van Marathon gevloeidEn moest dan als mijn zoon dien schandvlek zoo verfoeidPoogt uit te wisschen een nog schrikbrer onheil volgenAch meld my waar het lot op de onzen zoo verbolgenDer schepen overschot voor t minst belanden deed

DE BODEDe hoofden stelden zich ter wilde vlucht gereedEn vliecircn op willekeur van golf en wind gedrevenVan t ons nog ovrig heir verloor een deel het levenNaby Beotieuml van dorst en hitte droogDaar reeds een frissche bron zich opdeed aan hun oogWy moede en uitgeput van rust en spijs verstekenWy loopen Phocis af en Doris hooger strekenEn waar Spercheacuteus t veld met vruchtbre stroomen drenktTot daar Thessalieuml ons een korte schuilplaats schenktHier zagen wy op nieuw ontelbren onzer vrindenIn honger en gebrek het aakligst sterflot vindenWy door Magnezieuml en het Macedonisch rijkBy Axius rivier en Bolbes rietig slijkTot aan Pangeacuteus berg in t eind gevorderd spoeddenNaar t naadrend Thracieuml wanneer t ontijdig woedenDes winters ons den stroom des zilvren Strymons slootNu smeekten we of ons aard of hemel bystand bood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

49

En zelfs wie voor dien tijd het Goddelijk vermogenMiskend had hief met ons zijn noodgebed ten hoogenDus bidden wy de Goocircn om hulpverleening aanEn wagen het den rug der waatren op te gaanWy stappen veilig op de toegevroren barenZoo lang wy nog geen glans aan de Oosterkim ontwarenMaar toen de zonnekar in brandend licht verscheenDrong zich zijn hette door t kristal der stroomen heenEn smolt ze t Oovrig heir dat d overkant der golvenNog niet bereikt had werd geheel in t nat bedolvenEn zalig die het eerst den veegen aacircm verloorWy - kwamen Thracieuml en haar hindernissen doorEn zien u eindlijk weecircr o vaderlandsche strekenMaar ach hoe moet die komst het Perzisch harte brekenWien onze kleine hoop herinnert aan t gemisDer dierbre manschap die ons afgestorven isZie daar een deel Mevrouw dier onoptelbre plagenWaarmeecirc der Goden toorn dees landen heeft geslagen

DE REIOntzachelijke Goocircn hoe heeft uw overmachtIn onbeperkte woede ons rijk ten val gebracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

50

ATOSSAZoo is dan onze jeugd o Perzie omgekomenNeen gy bedroogt my niet gy spoken me in mijn droomenVerschenen die my t lot mijn ramp ten voorbocirc zondGy grijzen die dien wenk miskendet toen uw mondMijn angst wou stillen k zal uw raad niet minder volgenk Zal plengen aan de Goocircn op ons geslacht verbolgenEn offeren aan de aard en t bleeke schimmenrijkIk weet t geleden kwaad is onherroepelijkMaar t noodlot kan ons nog voor nieuwe jammren dekkenO laat uw trouwe zorg my thans tot hulp verstrekkenBeraadt u onvermoeid en naar der zaken eischEn als mijn droeve zoon het vorstelijk paleisGenaakt leidt gy hem in en troost hem o mijn vrindenEn laat zijn lijden hier voor t minst een eindperk vinden

Vierde tooneel

DE REIO machtige Oppervorst der GoocircnWiens albeschikkende geboocircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

51

De ontelbre macht van onze heldenOp vreemden grond ter neder veldenZie door uw gramschap EkbataanEn Suzes vest in smart vergaanZie op de tranen onzer vrouwenZie ze om ons onheil troostloos rouwenEn rukken met de zachte handZich hoofdhair af en zilvren bandZie heel een schaar van trouwgenootenDie pas den echtknoop heeft geslotenEn reeds den echtgenoot betreurtHaar in t noodlottigst uur ontscheurdO kwelling naauwlijks te verdragenZy zal de schoonste van haar dagenVan t zuiver heilgenot beroofdHaar in dien blijden staat beloofdIn t aklig weduwbed verteerenWat kan de wanhoop van haar keeren

Ik zelf helaas ik voel elk oogenblikMijn rouw verdubblen nog verpletterd van den schrik

EERSTE KEERHoe treuren de omgelegen veldenVan heel haar mannenteelt ontbloot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

52

Ach Xerxes Xerxes moest ge uw heldenTen offer voeren aan den dood

Och of een God u had weecircrhouecircnVan t roekloos macht- en zelfvertrouwenBy d aanvang dier onzaalge tocht

En t spoor doen volgen van uw vaderDie held en vreedzaam vorst te gaderZijn volken niet dan weldaacircn wrocht

EERSTE TEGENKEERGy zwarte vluggewiekte kielenMet onzer mannen keur belaacircn

Gy zaagt die dappren dan vernielenEn alles in hun val vergaan

De koning zelf in vreemde landenTer naauwernood uit s vijands handenBehouden door een snelle vlucht

Keert eindlijk dit gevaar ontkomenDoor Thracieumls bevroren stroomenTe rug in vaderlandsche lucht

TWEEDE KEERHelaas hoe menig onzer bravenOp Cychreus heilig strand gedood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

53

Ligt daar misvormd en onbegravenVerlaten in dien bangen nood

Ja laat ons treuren laat ons klagenDat niets voor t minst na zoo veel plagenDe klanken onzer droefheid stuit

En t hart door rouw van eacuteeacuten geretenGalme Echo onze wanhoopkretenDoor lucht en wolk ten hemel uit

TWEEDE TEGENKEERHun lijken dwarlen met de golvenVan holle draai- tot draaikolk meecirc

Of zijn in d afgrond reeds bedolvenOf t aas der monsters van de zee

O vaders wien uw zoetste pandenDoor t staal in s overwinnaars handenVan t bloedend harte zijn gerukt

Hoe stelt ge een eindpaal aan uw klachtenWat zal het foltrend leed verzachtenWiens last uw grijze haren drukt

Nu zal der Perzen vorst geen wettenAan heel dit werelddeel meer zettenNoch van de hoogte van zijn troon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

54

De schatting knielend aangeboocircnOntvangen want o smaad zijn luisterVerzonk voor eeuwig in het duisterMet d ouden rijkdom bloei en machtJa by t vervallen onzer krachtZal elk dier volken t juk verbrekenAls vrijgeboren handlen sprekenNiet meer bedwongen door geweldHelaas waar t leger is geveldDaar werd met hun ontzielde leden

Geheel het Perzisch rijk in t bloedig stof vertreden

Vijfde tooneel

ATOSSA DE REI

ATOSSAWien t wanklend hulkjen op de golf van t leven voertZoo lang geen stormgeweld den afgrond nog beroertVerheft zich op de rust der winden vol vertrouwenDat t noodlot hem ter gunst hen zal geketend houecircn -Maar de opgeruide zee heeft op zijn kiel gewoed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

55

Vervlogen is de waan in t kommervol gemoedHet kleinste golfjen baart hem doodsangst Dus mijn vrindenVoel ik my t krimpend hart van zorg en rouw verslindenIn ieder voorwerp waar t beneveld oog zich wendDreigt my de haat der Goocircn k Hoor zuchten zonder endEn klachten die een kou verspreiden door mijn aadrenZiet thans uw koningin verslagen tot u naadrenVan koninglijken praal en kleederdracht ontblootk Breng treurige offers aan den Vorst mijn echtgenootSneeuwwitte melk de vrucht van vetgeweide koeienZal op t gewijd altaar zijn schim ter eere vloeienMet honig die de bij uit keur van bloemen wrochtEn onvermengden wijn en t kristallijne vochtVan bronnen in wier stroom nooit stervelingen baaddenHet steeds herboren groen der malsche olijvenbladenEn t kroost der weeldrige aard tot kransen zaamgevlechtHang ik het outer om Gy middlerwijl ontzegtMe uw zangen niet en moog geroerd door uwe bedenDarius eacuteeacutenmaal nog dees dierbren grond betreden

ATOSSAVervul Vorstin vervul den offerplichtDie t aardrijk gunstig moge ontvangenWy storten lof- en offerzangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

56

Aan de onderaardsche Goocircn gerichtEn smeeken de uitkomst op t u dringende verlangenGy sombre Godheecircn onder de aardGy die de doocircn in Plutoos rijk vergaacircrtGy zelf o Opperheer der doodenZij door dees kreet Darius geest ontbodenIn t langgemiste levenslichtEn t hoog besluit der strenge GodenOns door zijn bleeken mond bericht

EERSTE KEERO Vorst gezegend van de Goocircn

Daalt niet dees noodbeecirc tot uw oorenAls we in de angstvalligheecircn die ons de ziel doorboren

Met luiden hartversmeltbren toonDe rust van aard en hemel storenTreft treft ons prangend zielsverdriet

In t diepst zelfs van de hel uw teedren boezem niet

EERSTE TEGENKEEROntsluit o hel de onschendbre poort

Van diamanten zaacircmgeklonkenZij hy ons schreiend oog een oogwenk weecircrgeschonken

De Vorst de God met wiens geboort

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

57

Dit eens zoo bloeiend rijk mocht pronkenHergeef hergeef hem aan den dag

O aard wier bodem nooit zijn wedergade zag

TWEEDE KEERJa heilig zijt ge ons en het oord

Waaraan we o Vorst uw asch betrouwdenWorde onze klaagstem aangehoordHerzie op Plutoos krachtig woord

t Paleis waarin we uw glans zoo menigmaal aanschouwden

TWEEDE TEGENKEERGeen dolle zucht naar macht en roem

Kwelde onder u de PerzianenNoch riep des noodlots ijzren doemOp uwer jongelingen bloem

O Vader aangebeecircn van dankbare onderdanen

DERDE KEEROntzachbre groote dierbre KoningSla onze hartebeecirc niet af

Rijs uit de holle doodenwoningOp d oever van uw heilig graf

Verschijn voor onze eerbiedige oogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

58

Gy nog door gantsch uw volk geloofdVan t purpren Koningskleed omtogenDe rijke sluijerkroon op t hoofd

DERDE TEGENKEERWy zullen vreemde jammren meldenVerschriklijk voor het Perzisch oor

Den dood der duizend duizend heldenDie t rouwend vaderland verloor

De Styxkolk met verpeste dampenBesmette de onbewolkte lucht

Verschijn verschijn verneem de rampenWaar onze bange borst om zucht

Slotzang

Wy zitten troostloos aan de randen Van uw door tranen vochtig graf Want ach descepter in uw handen Weerde allen rampspoed van ons af De dood die u heeftaangegrepen Sleepte onze welvaart met u meecirc En - met demenigte onzer schepenZonk onze welvaart in de zee

Zesde tooneel

DE SCHIM VAN DARIUS DE REI ATOSSA

DE SCHIMGetrouwe grijzaartsrij en steunsels van dit rijkMy in der jaren bloei in ouderdom gelijkWat onverwachte ramp heeft u dus overvallenVan waar dit naar gekerm in Suzes dierbre wallenWat jammren trof mijn oor in t stil verblijf der doodIk nam het offer aan dat my mijn gade boodEn rees gedrongen door uw sombere gezangenDe hel ontsluit zich licht om hoopen doocircn te ontfangenMaar laat geen uitgang vrij aan d eens verzwolgen buitMy echter liet haar Vorst mijn rang vereerend uitEn k vloog om in den rouw die u verteert te deelenGy spreekt en wilt my niets van wat u trof verheelen

DE REIOp dees ontzachelijken stondStaar k roer- en spraakloos op den grondDe stem besterft my in den mond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

60

DE SCHIMIn het koel verblijf der schimmen werd mijn rust door u gestoordk Hoorde uw bede en ijlings spoedde ik naar dit onvergeetbaar oordEn nu draalt ge en blijft beweegloos ach verdrijft dien ijdlen schrikk Toef niet lang de tijd is kostbaar maakt gebruik van t oogenblik

DE REIk Tracht vruchteloos mijn vrees te smorenIk zal u jammeren doen hoorenDie heel dit volk het hart doorboren

DE SCHIMHeerscht die vrees zoo onverwinbaar in dees eerbiedwaarde rijDierbre vrouw eens deelgenoote van mijn sponde meld dan gyWat dit zuchten wat dit snikken in ons Suze deed ontstaanWees bedaard gij weet geen stervling kan des noodlots wil ontgaanTegen hem spant de aarde zamen met den hemel met de zeeOm zijn leven te verbittren door onafgebroken wee

ATOSSAO gelukkigste der vorsten toen gy t levenslicht genootHoogstgelukkig in de welvaart van het rijk dat gy geboodtDat uw troon vereerde en aanbad als den zetel van een God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

61

Ik benij uw zalig sterven Ja het eigen zeegnend lotSloot uw oogen voor de rampen die ons thans ter nederslaanSlechts eacuteeacuten woord omvat al t onheil T IS MET PERZIEuml GEDAAN

DE SCHIMWat geluid verrascht mijn ooren Viel dit bloeiende gewestDoor het oproer onzer volken of door d adem van de pest

ATOSSANeen ons leger werd verpletterd voor de muren van Atheen

DE SCHIMOnder wien van onze telgen trok het Perzisch heir daar heen

ATOSSAOnder Xerxes heet op krijgsroem t Gansche volk vloog met hem meecirc

DE SCHIMToog t te land naar s vijands steden of op de ongetrouwe zee

ATOSSAt Had zich tot een heir vergaderd en een sterke vloot bemand

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

62

DE SCHIMEn hoe toog het voetvolk over naar het vijandlijke land

ATOSSAHellaas engte werd gesloten door een breede schepenrij

DE SCHIMEn de zee voor Xerxes zwichtend liet hem dan den doortocht vrij

ATOSSAJa een Godheid was het zeker die hem bystond met zijn raad

DE SCHIMJa een helsche Godheid bracht hem tot die roekelooze daad

ATOSSADe uitkomst leerde t welk een onheil deze poging baren zou

DE SCHIMWat was de oorzaak van die rampen die u dompelen in rouw

ATOSSAOnze vloot uit een geslagen sleepte t landvolk in zijn val

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

63

DE SCHIMZoo verging dan t Perzisch krijgsvolk in dien strijd geheel en al

ATOSSATuig dit Suzes doffe rouwkreet en haar leecircggestorven vest

DE SCHIMOnze roem is dan verloren met den steun van dit gewest

ATOSSABactrieuml verloor de hoop zelfs van het volgende geslacht

DE SCHIMO mijn Xerxes welke krijgren heeft uw waan ter dood gebracht

ATOSSAHy ontkwam (zoo zegt men) t onheil van een zwakken stoet verzeld

DE SCHIMEn wat middel voert hem weder in dit land waarnaar hy snelt

ATOSSAHy bereikte reeds t gevaarte dat Euroop aan ons verbindt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

64

t Lijdt geen twijfel dat hy thands reeds zich in veiligheid bevindt

DE SCHIMHeilge orakels van de Goden in mijn zoon werdt gy volbrachtOp zijn schedel borst hun gramschap Aan een later nageslachtHoopte t zorglijk vaderharte dat die straf beschoren was -Maar wie t wraak vuur tergt des hemels slaat de bliksem dra tot aschWat onperkbren vloed van plagen heeft uw onbezonnen handO mijn Xerxes doen ontspringen voor dit aangebeden landAch de moed van t jeugdig harte had u t heldere verstandMet een duistre wolk omneveld toen ge een gruwelijken bandOm de Hellespontsche golven als hun meester durfde slaanToen ge een God waagde aan te randen in zijn nooitverstoorbre baanEn de vlakte van zijn waatren dekte met een kielenrijWaar uw leger over heen toog naar den grond van de overzijAl den Goden in Neptunus tot een nooit verzoenbren smaadLicht misleide neen gy zaagt niet dat de rijkdom van uw StaatBinnen kort ten prooi kon liggen aan uitheemsche plonderzucht

ATOSSAHaatlijk ras van laffe vleijers al die rampen zijn de vruchtVan de heerschzucht die uw omgang in mijn Xerxes wortlen deedToen uw mond in s vaders lofspraak hem zijn werkloosheid verweetHem de vrede leerde haten en de hand aan t oorlogszwaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

65

Dag aan dag den schat vermeerdren dien mijn egacirc had vergaacircrdGy zijt de oorzaak van zijn dwaasheid gy zijt de oorzaak van dien tochtDie den val van onze grootheid in des legers neecircrlaag wrocht

DE SCHIMZoo is dit grootsch ontwerp met schand ten eind gebrachtEen schrikbaar voorbeeld tot voor t verste nageslachtEens noodlots als nog nooit op Suzes burgren woeddeSints de Opperste der Goocircn der volken macht en hoedeDen deugden van eacuteeacuten Vorst vertrouwde t Was een MeedDie t eerst dees streken voor zijn scepter knielen deedZijn kroost zijn edel kroost dien vader waard in wijsheidVerving in t rijksgebied zijn afgeleefde grijsheidEn sterkte dag aan dag den vaderlijken troonHem volgde Cyrus op de lievling van de GoocircnWiens s helden deugd behaagde en hartelijke bedenDees deed door krijgsbeleid de rondgelegen stedenDe macht erkennen van zijn onafweerbaar staalMaar schonk zijn volk de vrucht van zege- op zegepraalEen duurzaam vredeheil Naauw meester van dees statenVerloor zijn zoon het licht t Rijk werd ten prooi gelatenAan de eerzucht van een Maag wiens schaamtelooze voetDen troon betreden dorst van dit doorluchtig bloedTot Artaphernes en zijn moedige eedgenooten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

66

(Door loosheid of geweld) des dwinglands val beslotenZoo schonk my t gunstigst lot de koninklijke kroonEn zegen aan mijn volk Ik-zelf k was meecirc gewoonAan t hoofd te strijden van mijn dappre legerbendenMaar nooit door zucht naar roem de rust van t land te schendenMijn zoon vergat den les dien ik hem stervend gafEn stichtte uw onheil Neen nooit dreigde zulk een straf(Gy weet het dierbren wien een vroeger eeuw zag bloeien)Wat vorst den troon bezat de Perzen uit te roeien

DE REIAch meld veeleer wat raad t geledene vergoedtOf t kwaad kan stuiten dat zoo ijslijk op ons woedtWat baat het of uw taal ons felbezorgden grijzenDe deugd der vaadren op dit uur poogt aan te wijzen

DE SCHIMGeen Pers stoor immer met een Godverwaten armDe rust van Griekenland door t staal al hadt ge een zwermVan strijdren grooter nog dan t leger waar we om klagenHun grond zelf is in staat den vijand te verjagen

DE REIHoe de onbezielde grond biedt onzen krijgren weer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

67

DE SCHIMDie t zwaard ontvluchten mocht valt van gebrek ter neecircr

DE REINog is ons voor het minst eacuteeacuten leger bijgebleven

DE SCHIMHelaas dit derft weldra op d eigen grond het leven

DE REIHeeft ons die zaalge hoop bedrogen dat het meecircTe rug toog over t nat van Hellaas enge zee

DE SCHIMSlechts weinig zal de roecirc van t straffend noodlot sparent Orakel spelde t my wiens echtheid wy ontwarenIn t onheil dat ons drukt Verblind door wanhoop lietMijn zoon dat leger na in t vijandlijk gebiedDaar waar Azopus vloed zijn onberoerde waterenIn t rijk Beoumltieuml door hem bevrucht doet klaterenDaar opent zich voor hen een onvermijdlijk grafHun dolle plonderzucht tot een gerechte strafWier hand zich niet ontzag de Godgewijde altaren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

68

En t beeld der Goden in hun woede niet te sparenMaar heel den tempelraad te rooven en in t endDe heilge tempels zelf door hun alleen miskendTen offer aan de vlam te geven Ja de GodenDoor zulk een hoon getergd verpletteren die snodenMet neecircr- op neecircrlaag Want nog hangt een zwangre wolkHet overschot op t hoofd Een ijsselijke kolkVan bloed breekt op den slag der Dorische geweerenPlateacuteaas vlakten uit Het nageslacht zal leerenWanneer t den moord verneemt van dien verschrikbren dagDat zich geen sterveling zoo stout verheffen magDer menschen trotschheid maait een oogst van bloed en tranenVoor alles wat zy zaaide o Laat de PerzianenAtheen en t gantsch tooneel van de ondergane schandGedachtig nimmer weecircr den bloei van t vaderlandVoor t lokkend uitzicht op veroveringen wagenEr leeft een Jupiter die hovaardij verlagenEn t kwaad door haar gesticht ten goede keeren kanEn nu daar Xerxes naakt geliefde rei verbanDen hoogmoed uit zijn hart die menschen tergt en GodenZijn afgematte geest heeft wijzen raad van noodenGy teedre en dierbre Gacirc breng uw bedroefden zoonEen kleeding naar zijn rang Door d onverduurbren hoonDie al zijn hoop verwoest in t harte diep gebeten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

69

Heeft hy het vorstlijk kleed uit rouw van een geretenNu hangt het achteloos aan flarden om zijn lijfVoor alles dat uw stem die woeste drift verdrijvDoor haar slechts kan de rust in Xerxes borst weecircr dalenVaart wel ik keer te rug in Plutoos sombre zalenGy dat die felle ramp u niet in wanhoop stortGeniet van dag tot dag dien levenstijd zoo kortWaarin ge op s noodlots gunst u nimmer kunt verlatenIn t rijk der dooden zal geen rijkdom meer u baten

Zevende tooneel

DE REI ATOSSA

DE REIHelaas hoe wordt onze angst vermeerderd daar zijn mondOns nieuwe jammren in de toekomst heeft verkond

ATOSSAGerechte Goocircn ziet neecircr op alles wat wy lijdenMet hoe veel zorgen heeft mijn moederhart te strijdenWanneer t den hoon herdenkt eens zoons ter naauwernood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

70

Van dekking zelfs beroofd ontkomen aan den doodIk keer een oogwenk in d ontsierde vorstenwoningEn poog te rug te zijn voor de aankomst van den koningMijn zorg verschaft hem dra een schitterend gewaadVloekwaardig die zijn kroost in t ongeluk verlaat

Achtste tooneel

DE REI - KEERToen vorst Darius hier regeerde

Die onverwinbre Vorst in wijsheid Goocircn gelijkWien de uitgestrektheid van dit rijk

In t wettige gezag met dankbre aanbidding eerdeToen bloeide ons dierbaar vaderlandGelukkig in den zachtsten band

TEGENKEERVoor vijandlijke macht en lagen

Behoedde het een heir door dapperheid vermaardVoor innige onrust t heilig zwaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

71

Der wet en mocht al eens de vorst een oorlog wagenNooit werd zijn eerzucht door het bloedVan zoo veel burgeren geboet

In hoe veel wijdberoemde stedenWerd niet de scepter aangebedenVan vorst Darius schoon zijn voetNiet buiten Halys breeden vloed

Noch van den troon zelfs was gewekenZoo werd hy meester van den grondGelegen aan des Strymons mond

Naast Thracieumls onvruchtbre strekenMaar dieper in het vaste landLag stad op stad in d eigen band

Met die de Hellespontsche stroomenEn die Propontis zee omzoomenEn Pontus onherbergzaam strand

Ook de eilanden om wie de golven klotsenDoor Egeus val berucht bestierden zijn geboocircn

Als Lesbos rijk in druiventrossenMet Naxos Chios wien de Goocircn

Den mildsten wijnoogst steeds verleenenEn Paros door haar marmersteenenBeroemd en Andros en Mycoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

72

En de aan de zee nabijgelegen stedenDe hoofdvest van Ikaar

En Temnus Rhodus Gnidus waarDe Mingodin op t sterkst wordt aangebeden

En Paphus Solus Cyprus glansEn gy o Salamis die t aanzijn hebt gekregen

Van t plekjen waar de Grieksche lansHet heir der Perzen heeft doorregenAl wat de Griek in Azieuml bezatWerd in Darius rijk omvat

En t bleef door zijn beleid den ouden bloei bewarenZijn troon werd ondersteund door duizend heldenscharen

En op den eersten wapenkreetWas bond- by bondgenoot gereedVoor hem ten krijg te spoeden

En nu - nu zuchten we onder t woedenVan d op ons rijk vergramden God

Ach in de roodgeverwde golvenWaar in ons leger werd bedolven

Toont zich de willekeur van t omgewenteld lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

73

Negende tooneel

XERXES DE REI

XERXESWee my wee my k heb u verlorenGeliefde hoop van beter tijd

Gy die my t grievendst leed o noodlot had beschorenIk zie te wel dat ge onverbidlijk zijtMijn afgematte knieeumln trillenEn wat mijn jagende angst moest stillen

t Herzien van dit paleis beknelt mijn hart nog meerO waartoe moest naast mijn verpletterd heir

O Jupiter uw bliksem my slechts sparen

DE REIDer Perzen bloemDer Perzen roemIs heengevaren

Dees kermende aarde vraagt haar eerZy vraagt haar spruiten weecircr

Die gy o Vorst met Pluto zaacircmverbonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

74

Gaaft weg te maaien aan den doodOok Ekbataan ziet zich geschonden

Door t jammerlijk verlies der helden uit haar schootVergeefs beroemd door leeuwen-moed en krachten

XERXESHelaas wat stof tot eindelooze klachten

DE REIVorst van dit eenmaal machtig rijkZie t thans verneecircrd vertrapt in t slijk

XERXESEn t heeft aan mj zijn val te dankenMy wien dees grond het leven gafZich zelv en mijn geslacht ter straf

DE REIWy bieden u slechts jammerklankenEn tranen aan voor welkomstgroet

Heft onze stem zich tot de wolkenWy vieren de uitvaart uwer volkenWaar ons t geteisterd hart van bloedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

75

XERXESJa heft een luiden kreet naar bovenHy dringe my door t rouwend hart

Zoo k my van alles zag beroovenUw zang vernieuwe in my de smart

DE REIGy zult gy zult een doffen rouwzang hooren

Wy zijn gereedTe melden wat gy hebt verloren

En al ons leedEn hoe de God van krijg en zegenIn vreemde lucht des vijands degenDeed zamenspannen met de zeeOm ons te dompelen in wee

XERXESMijn vrienden houdt niet op te klagenGy moogt my vrij naar al ons onheil vragen

DE REIWaar bleef waar bleef uw trouwste raadAlpist de steun van dezen Staat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

76

Die fiere krijgsman die in de aderent Bloed onverbasterd draagt van zijn doorluchte vaderenDie met zijn duizenden uw krijgstocht heeft verzeld

Ligt hy daar meecirc op t bloedig veldDen vijand tot een zegeteekenWaar bleven Psammis DatamesEn Suzas en PharandacesWaar al de grooten dezer streken

Waar bleef Susiscanes de roem van Ekbataan

XERXESDie zijn vergaan die zijn vergaan

Ik zag hun menigte op de rotsenVan Salamis zieltogend botsen

En sterven op dat strand geverwd van Perzisch bloed

DE REIIs ook Artembares gebleven

Pharnuchus door ontembren moedSebalces door zijn rang verhevenMasistras Memphis Tharybis

En de uit een vorstenstam gesprotenLileacuteus Treft ook hun gemis

U by den dood van zoo veel andre Grooten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

77

XERXESWat reeks van helden voert uw taal my voor den geest

Helaas ook dezen zijn geweestHet oog gewend naar die gehate muren

Waar al ons onheil uit ontsprootZijn zy gedood

Ik kan het denkbeeld niet verdurenHet hart krimpt me in mijn gantsche lichaam beeftTerwijl de stem my in den gorgel kleeft

DE REIEn Xanthes de overste der onverschrokken MardenEn die van krijgen onverzaad

Zich tegen moeilijkheecircn en lijfsgevaar verharddenDe ruitrenhoofden Cigdabaat

Lithymnas Arsaces Zaagt ge ook die helden vallen

XERXESMet mijn ontelbre duizendtallenZijn zy door t eigen lot verrast

Ach al die uitgelezen bravenZijn onder bergen doocircn begraven

Van t eerbewijs beroofd dat zulke helden past

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

78

DE REIRampzalige offers van den toorn der hemelingen

Uw neecircrlaag stort ons allen neecircrVan enkel ramp zien we ons omringenDaar is voor ons geen redding meer

Met de allerijsselijkste plagenHeeft ons des noodlots hand geslagenEn laat zijn woeden eindlijk aft Is onmacht om nog grooter straf

By wat wy lijden uit te denkenWanhopig vloeken wy den dag

Die onzen roem die al ons heil moest krenkenEn voor de Grieksche vloot den Pers verzinken zag

XERXESO welk een heir heb ik verlorenWat diepe val was my beschorenEn heel dit uitgestrekt gebied

Van al de pracht waar meecirc k mijn scharenTen verren oorlog deed vergaacircren

Is deze pijlbus t al wat my de hemel lietHerinnert my de harde rampenWaarmeecirc gy allen hebt te kampen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

79

En die gy wijten kunt aan uw misleiden VorstKweekt kweekt de wroeging in mijn borst

Laat sombre rouw- en zoengezangenHier uit uw mond mijn wanhoopkreet vervangen

DE REI - EERSTE KEERHerinnering aan beter tijdenHoe foltert gy d ontstelden geest

Te midden van het wreedste lijdenGevoel ik wat wy zijn geweest

Ik kan het denkbeeld niet verjagenDat onophoudlijk om my zweeft

De welvaart die mijn oogen zagenEn die k helaas heb overleefd

EERSTE TEGENKEERTot aan het blaauw der hemelstrekenReikte onzer Perzen oppermacht

Door Godenhulp en t zorglijk kwekenVan eedle Vorsten opgebracht

Haar breede takken hingen overOp heel dit aangebeden land

En onder schaduw van hun loverWas t hoogst geluk in onzen band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

80

TWEEDE KEERHoud thands o Pers het hoofd gebogenUw eens zoo fier gedragen hoofd

De gunst der Goden is vervlogenUw eer uw bloem is u ontroofd

Wat zoudt ge o droeven thands nog pralenMet een u ongetrouwen Vorst

Die voor een ijdel roembehalenUw gantsche welzijn wagen dorst

TWEEDE TEGENKEERVraagt kinders moeders echtgenootenAan uw te diep verneecircrden heer

Uw dappre vaders en uw lotenUw jeugdige egacircs nimmer weecircr

Zj rusten in de schoot der zeeeumlnOf in t met bloed gedrenkte zand

En zijn bevrijd van al de weeeumlnVan hun rampzalig vaderland

DERDE KEERTrekt Grieken onze muren binnenGy gunstelingen van het lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

81

Die onze krijgren mocht verwinnenVerplet hun treurig overschot

Wat staat ons thands niet nog te wachtenNa t geen dees dag ons heeft verkond

Wat hoop nog kan ons leed verzachtenWat balsem storten in den wond

DERDE TEGENKEERGy die in tempels en altarenGehoond door krijgsmansovermoed

U wreekte in t bloed van onze scharenIs nog die schennis niet geboet

Of zijn wy zelve te misdadigEn is voor ons geen deernis meer

Voor t minst o Goden ziet genadigOp onze onnoozle telgen neecircr

XERXESWat Godheid geeft my ooit mijn dierbaar leger weecircr

DE REI

Slotzang

Staak o Vorst het nutloos kwekenVan uw tomelooze drift

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

82

Wil veeleer den Hemel smeekenMet gebeecircn en offergift

Laat ons onheil dit u leerenU en t laatste nageslacht

W i e e e n G o d h e i d d u r f t t r o t s e e r e nW o r d t t e n w i s s e n v a l g e b r a c h t

1816

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

83

Proeve van overwerking

De Perzen (Bladz 21-29)

Het heir der Perziaansche scharen Dat voor de Grieksche krijgsgevaren Denvaderlandschen grond verliet Gaf ons het opzicht hunner schatten Naar s Koningsvoorgang op te vatten Die tot de zorg voor zijn gebied Ons zwakke grijzaarts heeftverkoren Keer Koninklijke telg ei keer Breng Perzieuml zijn manschap weecircr Achkon ik t voorgevoelen smoren Dat me enkel somberheden spelt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

84

De bloem van Azieuml is te veld En daar we in eindelooze klachten Om onzejonglingschap versmachten Wordt in die wreede onzekerheid Een tijding zelfsvergeefs verbeid Gy Suze Cissieuml Ecbataan Hoe zaagt ge uwmuren dus verlatenUw jeugd herschapen in soldaten Te paard te scheep naar t strijdperk gaan Henvoert de bloem van onze Grooten Amistres en Astaspes aan En Megabazesdeelgenooten Van s grooten Konings macht en eer Nu hoofden van een talloosheir Te zaam gedrongen ruiterscharen En schutters vol ervarenheid Een leger tukop krijgsgevaren Wiens enkele aanblik schrik verspreidt Geen mindere uitgelezenhelden Zijn op hun rossen Sosthanes Imeacuteus en Artembares Masistres enPharandaces Daar ook de korenrijke velden Vet van des Nyls bevruchtend slijk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

85

Ontelbare onverschrokken benden Volijvrig tot den Koning zenden Pegastagonzelf uit dat rijk Geboortig en die Memphis muren En Thebes oude vest besturenAriomardus Arsames Op hun verheven krijgskales Voor krijg en krijgsbevelgeschapen Zijn aan de spits dier legermacht t Moerassig land geeft keur vanknapen Om t handig roeien hoog geacht De Lydieumlr in wulpsche pracht Gedokenrukte toch te wapen En meacutet hem t gantsche vasteland Zich moedig scharend omde vanen Door s Konings prinslijke onderdanen Arceus Metragathes geplant Hetweeldrig Sardes gaf zijn mannen Met tal van wagens rijk bespannen Ten schrikdes vijands over zee Op d ongelijkbren krijgstocht meecirc In t Aziatisch zielsverlangenDen Griek in ketenen te prangen Zag m onder t oog van Tharybis

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

86

En Mardon wat in Mysieuml is Met Tmolus naaste nageburen Hun spiessen tot denoorlog schuren Maar t gouden Babel zond een stoet Van scheeplingen vol gloeden moed En afgerichte schuttersdrommen Die nooit vergeefs den handboogkrommen Wel trok heel Azieuml te veld Het heeft gehoorzaam aan zijn wenken DenKoning op zijn tocht verzeld Maar wy als wy dien bloem van t vaderland gedenkenZoo voelt naar mate t uur verloopt Van tijdingen reeds lang gehoopt Ons hart tottwijflen zich genoopt Voor oudren beide en echtgenooten Van stond tot stond teloor gesteld Rijst ieder dag met angst geteld Slechts om den kommer te vergrooten

KEERDes Konings heir is uitgegaan

Het heeft den overkant betredenEn brengt den vijand en zijn stedenBy elken tred verwoesting aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

87

De zee die Hella heeft verzwolgenHad hun vergeefs een pad ontzegd

Haar werd hoe woelig en verbolgenHet vlottend juk haast opgelegd

TEGENKEERDe Koning die van krijgsdrift brandt

Heeft met zijn honderdduizendtallent Vermetel Grieken overvallenEn overdekt ter zee te land

Hy zelf gaat voor door al de GrootenOmringd gesteund van t Perzisch rijk

De Vorst uit Perseus zelf gesprotenEn goden op hun troon gelijk

Met oogen glimmend van den gloedVan heldenkracht en leeuwenmoedVoert hem de koninklijke wagenIn onuitspreeklijk welbehagenDat onafzienbaar leger rondMet duizend schepen in verbondDe Grieksche spiessen zullen wijkenVoor onzen Persiaanschen boog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

88

En elke vijand haast bezwijkenWaar zulk een macht ten strijde toogOf wie zou de opgebruischte stroomenDoor dijken keeren of betoomenZoo machtig wierp het Perzisch heirZich op t verbaasd Europa neecircr -En toch der Goden weg is duisterOndanks dien duizelenden luisterTe dikwerf door hun gunst misleidBemerkten eensklaps stervelingenOp hunnen weg een net gespreid

Waaruit geen voet hoe vlug zich weder los kon wringen

EERSTE KEERHet Noodlot geeft en deelt en doetGelijk het wil Dankt hem den moedOns Perzieumlrs gegeven -

Die kracht in worstling en gevechtDie ruiters velt en torens slechtDat s vijands steden beven -

EERSTE TEGENKEERJa ook den wijden blanken vloedVoorspoedig overtrekken doet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

89

Verwinnend overkomenOp kielen kunstvol toebereidDat ook de zee den roem verbreidDier temmers harer stroomen

TWEEDE KEEREn toch zoo ongedachte slagenOns eens nog jammer deden klagenlsquoWee wee der Perzen legerschaarrsquo

En t s vijands steden moesten hoorenDat Suzes manschap ging verlorenDe hoofdstad leeggestorven waar

TWEEDE TEGENKEEREn dat wie Cissieuml bewonenDe weecircrslag trof dier jammertoonenlsquoWee wee ook dezen hoogen wal

Ook daar ontroostbre vrouwenscharenDen band zich scheurend van de hairenOm onzer legerbenden val

DERDE KEERGelijk een zwarte bijenwolkStoof overal ons heldenvolk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

90

Uit zijne dicht bevolkte vestenDe Koning zelve ging steeds voorDe wijdberoemde zeestraat door

Die Azieuml verbindt aan d oevergrens van t Westen

DERDE TEGENKEERMaar de egade ach slijt dag en nachtIn afgebroken klacht op klacht

Doornat is t huwlijksbed van tranenDe teedre Perziaansche vrouwGevoelt reeds weduwlijken rouw

Om hem die haar verliet voor s Konings oorlogsvanen

Maar waartoe langer ramp vermeldOf vreemde jammeren gespeldNeen voelen we ons van zorg doorknagenVoor de ons zoo overdierbre dagenKomt laat ons eer naar de aankomst vragenEens boden die ons licht den staat der zaken zegtEn tijding geeft van t kostbaar levenDes grooten Konings ons gegevenNaar onzer vaadren heilig recht -En wie verwinnaar is gebleven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

91

De boog der schutters van het OostOf t staal der spies van Griekens kroost -Maar s Konings moeder richt haar schreden

Tot ons omstraald met glans als t voorhoofd van de goocircnk Val voor haar neecircr naar onze zedenEn ook uw hulde word haar knielend aangeboocircn

18161853

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

92

Het verhaal van den bode uit EschylusZeven tegen Thebe

Ik kom van s vijands stand op t zekerste bewustk Zag rondom onze vest zijn Hoofden uitgerustIn vollen wapendosch en voor de poorten staandeHun door het lot bestemd eerst woesten Tydeus gaandeMet schrikverwekbren stap naar de oevers van IsmeenEn Pretus poort terwijl des vroomen Wichlaars reecircnNoch onheilspellingen zijn woede doen bedarenWant heet van ongeduld naar t tarten van gevarenEn razende van dorst naar stroomend krijgrenbloedDurft hy Oiumlcleus zoon gebrek aan mannenmoedVerwijten en roept uit dat vrees voor t bloedig kampenAlleen de voorbocirc is van naderende rampenDit schreeuwt hy met een stem die door den hemel loeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

93

Als t grommen van een draak door t middagvuur geschroeidHy gaat en schudt den helm wiens breede en zwarte veecircrenNaar t golven van den wind zich heen en weder keerenTerwijl een holle klank van onder t schild ontstaatVan brokken schel metaal waartegen t koper slaatMet een vertoont hy t schild dat kunstig uitgehouwenHet stargewelf verbeeldt Men ziet er t luchtruim blaauwenDe sterren glinstren aan de vlakke hemelbaanEn midden in hun glans de zilvren bol der maanUitblinken Van zijn trots op t prachtig wapen dronkenTrapt hy op d oever van d Ismenus en schiet vonkenVan krijgsvuur uit het oog in rusteloozen moedGelijk het jeugdig ros dat in zijn teugel woedtEn brandend van de zucht ten aanval uit te brekenHet blij geluid verbeidt van t daavrend oorlogsteekenWie gaat met dezen held den fellen kampstrijd aanWie durft voor Pretus poort als haar beschermer staanMaar schrikkelijker held stapt tegen Thebes wallenBestemd Electraas poort in t stormen te overvallent Is dolle Capaneus die mensch- noch Godheid eertEn in zijn lastertaal des hemels wraak braveertHy zweert zijn krachtige arm zal onzen muur verplettenOfschoon zich tegen hem de Goden-zelf verzettenEn Jupiter in toorn zijn woede ging te keer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

94

Ja viel het bliksemvuur voor zijne voeten neecircrHy achtte t als den gloed van heete zomerdagenMaar op het kostlijk schild met zwier vooruit gedragenVoorspelt een naakte reus wiens vuist een toorts bevatIn gouden letteren VERDELGING AAN DE STADWie onzer zal den trots van t Godonteerend sprekenOp d onverschrokken kop van dien ontzinde wreken De derde door het lot voor Neiumls poort geplaatstIs fiere Eteoclus wiens rossenspan reeds raastEn worstlend rondspringt met de teugels die hen klemmenMet ziet den kalmen held hun ongeduld betemmenTerwijl ze in de ijdle drift ter stadspoort heen te spoecircnHun vuurgen adem in den omtrek zuizen doenEn t blanke schuim op aarde en eigen boezem spattenk Zag ook zijn vasten arm den zwaren beuklaar vattenWiens oppervlakte t beeld eens forschen krijgsmans draagtDie langs een ladder klimt door s vijands vest geschraagdZijn houding reeds baart vrees Hy schreeuwt den steedling tegenDat Mars-zelf van den muur eacuteeacutens door zijn voet bestegenHem niet verdrijven zal Dus luidt het opschrift datZijn schittrend schild omgeeft dit dreigt hy onze stadOok hier hier wordt een arm in d oorlog hoogst ervarenVereischt om Thebes vest een droeven val te sparenMaar verder voor de poort die Pallas tempel hoedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

95

Vertoont Hippomedon rondzwevende als verwoedZijn reuzige gestalte en heft een schild naar bovenWiens aanzien reeds vermag den heetsten moed te dovenHet is geen grootspraak wat ik meld Dees beukelaar(Onovertrefbaar werk van d eecirclsten kunstenaar)Verbeeldt een Typho met wiens adem dikke wolkenVan dampen uit zijn mond als uit verpeste kolkenGestegen en een vlam die in het midden brandtZich wentlen naar om hoog terwijl de breede randEen schrikbren kring bevat van kronkelende slangenGestrengeld om elkaacircr Maar zinloos van verlangenMet oogen waar de gloed van t kokend hart in blaaktDat louter moordzucht aacircmt en naar vernieling haaktDoet hy de lucht alom weecircrgalmen van zijn kretenEen priesterin gelijk door Bacchus geest bezetenWie zal de bange stad beschermen tegen hemDie reeds haar siddren doet door de enkle kracht der stem Hy die de poort bedreigt nabij die eenzame oordenWaar wijze Amphion rust barst meecirc in lasterwoordenEn woesten grootspraak uit Dees zweert by t scherpe zwaardHem heilger dan een God en meer dan t leven waardDat Cadmus oude stad ten spijt der HemelmachtenHaar ondergang van hem op t zekerst heeft te wachtenZoo roemt een jonge held de kindschheid pas ontgroeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

96

Wiens frissche en schoone wang in t eerste dons nog bloeitParthenopeacuteus wien een jachtnimf op de drevenVan t blijde Arcadieuml het aanzijn heeft gegevenHy voert een stalen hart in t rijzig lichaam omZijn oog blikt wreedheid by zoo teecircr een ouderdomMaar op het koopren vlak bescherming van zijn ledenZijn door de hand der kunst twee beelden uitgesnedenHerinnering van smaad en jammren in dees vestGeleden t Is een Sphinx de schrik van dit gewestAan wier gekromde klaauw een Theber schijnt te hangenDie op t metalen lijf de schichten zal ontfangenHy gordt niet vruchteloos t vernielend krijgstuig aanNoch heeft van Argos rijk zoo groot een weg gedaanOm van een lang beleg met schande weecircr te keerenHy durft beloven (dat de Goden t onheil weeren)Dat hy de zorg ter loon beproefd in Argos walMet Thebes rijke buit haar dra versieren zalBy Homolouumls poort zal vroomer krijgsman strijdenDe wichlaar voor wiens oog t geheim van later tijdenZich opent en wiens moed zijn wijsheid evenaartHy barst op Tydeus voor zijn woeden onvervaardIn bitse woorden uit en schreeuwt hem toornig tegenDat hy wiens gantsche heil in d oorlog is gelegenWiens moordend staal zich nooit van menschenbloed verzaadt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

97

Die steeds tot misdrijf spoort met zijn vervloekten raadOok thans Adrastus hart door valsche taal mocht winnenEn tot den krijg bewoog de straf der WraakgodinnenDie licht het leger treft wijte Argos hem alleenMaar tot uw broeder wendt hy dus zijn sombre reecircnZijn naam herhalend met een zucht lsquoGy hebt den zegenDer Goden voor dees tocht ontwijfelbaar verkregenEn onvergankbre roem wacht u by t nageslachtWiens onberaden toorn een vreemde legermachtDorst waapnen tegen t land wiens schoot uw eerste dagenGekoesterd heeft Wat straf moet niet de snoodaart dragenDie aan eens moeders lijf een gruwbre hand durft slaanEn gy gy randt uw stad in t dwaas vertrouwen aanDat ze u die haar verried niet eindeloos zal hatenVoor my ik vlieg ten strijd en wacht mijn lot gelatenSchoon de aard die k thans betreed weldra mijn graf zal zijnMen vreest geen sterven met een hart gelijk het mijnrsquoHy spreekt en schudt het schild waarop geen beelden schittrenNoch woorden die den haat door ijdlen trots verbittrenHem leert het vruchtbre brein waar immer wijsheid bloeitEn t van gepasten raad en deugden overvloeitOnwankelbaren moed met zedigheid te parenOm tegen dezen held den ingang te bewarenWordt vroomheid van gemoed vereischt by leeuwenkracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

98

Want vreesselijk is hy die deugd en Godsdienst achtMaar voor de laatste poort staat razende op dees wallenUw eigen broeder Vorst gereed haar aan te vallenEn boezemt in een kreet den wensch der wraakzucht uitVerwinnaar van dees vest door t schaterend geluidDer zegezangen van zijn krijgsvolk reeds gehuldigdAls meester van een rijk hem sedert lang verschuldigdHoopt hy u-zelv in t end te ontmoeten op den walDoor u verslagen u te sleepen in zijn valOf doet ook daar het zwaard hem overwinnaar blijvenU juichend op zijn beurt in ballingschap te drijvenMet al den smaad belaacircn eens door hem-zelv geleecircnHiertoe stort hy den Goocircn onafgebroken beecircnZoo woedt hy en treedt voort Men hoort het koper klinkenOp wiens bewerkten grond twee gouden beelden blinkenEen jonge vrouw wier hand eens krijgsmans schreecircn geleidtTen strijde toegerust verbeeldt RechtvaardigheidEn schijnt het randschrift van den beuklaar uit te sprekenIK-ZELV IK VOER HEM WEEcircR IN DE OUDERLIJKE STREKENDEES DAG IS T DIE HEM STAD EN KROON HERWINNEN ZALZoo schaart zich om den muur het Vorstlijk zeventalIk heb mijn last volbracht U is de zorg gelatenDen ramp te keeren van uw kwijnende onderzaten

1816

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

99

Alfonsus de Eerste treurspel

Φίλος γὰρ ἐχθρὸ ἐγένɛτ᾿ ἀλλ᾿ὅμως Φίλος EURIP PHOEN

Personaadjen

DON ALFONSUS Zoon en opvolger van Graaf Hendrik van PortugalDONA MATHILDA zijne EchtgenooteDONA THERESIA Weduwe van Graaf Hendrik moeder van Don Alfonsus enhertrouwd metDON FERDINAND PEREZ Graaf de TRAVA Castiljaansch EdelmanDON EGAS MONIZ Portugeesch Edelman opvoeder van Don AlfonsusOMAR Afgezant van den Oppervorst der MoorenDON LORENZO DAGANIL Hoofd van Don Alfonsus LijfwachtDON PEDRO DAVILA Hoofd van Graaf de Travaas LijfwachtDONA LEONORA Vertrouwde van Dona MathildaEen SchildknaapSpaansche en Portugeesche Edellieden aan de Trava gehecht met DONALONZO GOMEZ aan hun hoofdPortugeesche EdelliedenLijfwachten van Don Alfonsus en de Trava

Het Tooneel is te Guimaraens de toenmalige Hoofdstad liggende op de rivier denAve Het Eerste Vierde en Vijfde Bedrijf speelt in het Paleis van Don Alfonsus hetTweede en Derde in dat van den Graaf de Trava - Het stuk neemt een aanvangtegen den middag van den eenen dag en eindigt tegen dien van den volgendenTusschen het Derde en Vierde Bedrijf onderstelt men de ruimte van eacuteeacutenen nacht

Eerste bedrijf

Eerste tooneel

DONA MATHILDA DONA LEONORA

LEONORAHoe steeds verdiept Mevrouw in zorgen zonder baatHet uur des nachts voert u geen troost de dageraad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

100

Verrascht uw slaaploos oog in steeds vernieuwde tranenWy zien op uw gelaat den glans der jonkheid tanenIn nevelen van smart Gy eedle deelgenootDer trouw die heel een volk door moed en braafheid grootAan de afkomst toedraagt van den held die t deed herbloeienGy wier aanminnigheid zijn boezem deed ontgloeienIn liefde waar hy zints geheel zijn lust in vondGy treuren zonder end waar t al u heil verkondtWe eerbiedigen Mevrouw de smart die gy doet blijkenMaar t zachte vrouwenhart pleegt eerder te bezwijkenVoor ingebeeld gevaar en dreiging van het lotZoo smoor die bange vrees wier foltring u t genotDer kalme zielrust licht voor eeuwig kan verstorenDe vaderlijke kroon is uw gemaal beschorenEn ras verrijst de zon die u begroeten zalAls wettige Gravin van t juichend PortugalO laat geen knagende angst u zulk een hoop verbittrenDe dag door ons verbeid zal onbeneveld schittren

MATHILDAMijn Leonoor helaas hoe dikwerf heeft mijn hartZich zelf de weekheid niet verweten van zijn smartOnwillig baadt mijn oog in tranen zucht op zuchtenBeklemmen my de borst als stond me een slag te duchten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

101

Niet af te keeren en verschrikkingvol k AanbidDe deugden van een Gacirc die heel mijn ziel bezitDe kroon waarmeecirc zijn hand my eenmaal moet versierenIs dierbaar aan mijn hart maar waan de flonkervierenDer vorstendiadeem niet machtig om mijn wondTe heelen t Is die min die my aan hem verbondWier zorgen dus mijn borst en rusteloos bezwarenAch ieder oogenblik verdubbelt de gevarenWaaraan mijn angstig oog Alfonsus bloot ziet staanBedriegelijke tijd wiens voorspoed my den waanVan onverstoorbaar heil zoo onbedacht deed kwekenUw uitzicht is van my voor eeuwig afgewekenMijn Leonoor uw trouw herinnert zich dien tijdToen heel mijn aanzijn aan de zoetste hoop gewijdNiet vatbaar dan voor vreugd geen kommer kon vermoedenAan mijn Alfonsus zij t Noodlottig uur moest spoedenDat my heel de ijslijkheid mijns noodlots openslootZints drukt me een looden zorg ter neecircr mijn oog verstootDen slaap geen troost hoe lief vermag mijn moed te sterkenk Doorzag met killen schrik wat heerschzucht kan bewerkenEn waar ik de oogen wend of waar ik toevlucht zoekt Vertoont zich overal als of des hemels vloekGereed staat op het hoofd van mijn gemaal te dalen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

102

LEONORAWat laat ge dus Mevrouw uw sombre geesten dwalenIn t uitzicht op een smart die gy u-zelve baartWaar is die donkre wolk van jammeren bezwaardWaar t voorgevoelig hart een onweecircr uit kan spellenLaat af door ijdle zorg uw teedre jeugd te kwellenOf leer my wat de bron van zoo veel angsten zij

MATHILDAEen vreemdling oefent hier Graaf Hendriks heerschappijEn de erfgenaam van t rijk door goddelooze boosheidVerraderlijk verdrukt in doffe werkeloosheidZiet in zijn toorn geboeid door die hem t leven gafZijn heiligst recht vertreecircn op t vaderlijke grafAlfonsus lijdt dien hoon en ik ik zou niet beven

LEONORAO dat dees schrikbare angst uw boezem moog begevenHoe daar heel Portugal den blijden dag verbeidtWaarop de Trava zelf uw Gacirc ten troon geleidtGelukkig in den glans die van zijn kruin zal stralen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

103

MATHILDAOnnoosle doch ook ik moest eens zoo argloos dwalenGy kent de Trava en zijn echtgenoote nietZy willig afzien van het vorstelijk gebiedZy zelven Hendriks kroost s rijks erfgenaam verklarenOf dulden dat het heersch waar zy eens meester warenk Erken t de Travas list en huichelend gelaatOntveinst met de eigen kunst zijn heerschzucht en zijn haatMaar nooit gelukte t hem Alfonsus te misleidenWie meldt de ontwerpen al steeds uitgedacht door beiden(Graaf Hendriks Weduw en den Voogd van Portugal)Om hem en t wettig huis te storten in zijn valNaauw had Don Hendriks dood de teugels dezer StatenAan t moederlijk bestier der rijksvoogdes gelatenTot eens mijn Egacirc zelf met mannelijke krachtZijn rechten oefnen mocht of zy terstond bedachtHaar kroost haar eigen kroost van de oppermacht te weerenEn met geroofd gezag zijn volken te regeerenDeelt door een tweeden trouw de schendige voogdijEen vreemden krijgsman meecirc heerschzuchtig trotsch als zyWiens listig staatsbeleid en oorlogsfaam haar sterkenIn t gruwelijk ontwerp dat zy hier uit wil werkenZints was Alfonsus steeds het voorwerp van haar haat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

104

De haat o hemel van een moeder Men bestaatIn t eerst den heldenmoed van t jeugdig hart te stremmenEn houdt hem brandende de vuist om t zwaard te klemmenIn laffe rust geboeid op dat hy dus het bloedWaaruit hy d oorsprong nam verloochnend het gemoedDes dappren Portugees zich zou afkeerig makenEn diep vervallen uit die sluimring nooit ontwakenEn mooglijk waar die list waarvan gy gruwt geluktHad niet de braafste held hem aan t verderf ontruktDon Egas steeds gereed zich voor zijn Vorst te wagenDorst met standvastigheid zich by den Voogd beklagenDat grooten Hendriks zoon dus vreemd bleef aan het staalEn voert zijn kweekeling ten strijd ten zegepraalVan daar is t zoo mijn Gacirc een oorlogsroem mocht winnenWiens grootheid hier zijn naam vereeren doet en minnenEn by den Saraceen nog siddering verspreidtEn thans daar heel het volk en de adel zich bereidtHem plechtig t hoog gebied zijns vaders op te dragenThans poogt men steeds dien dag op t kunstigst te vertragenEn woelt aan alle kant om zich in de oppermachtTe staven wat ik zie is my van hun verdachtAlfonsus middlerwijl wiens fier en moedig harteGeweld en onrecht haat verkwijnt als ik in smarteAan t welzijn van zijn volk aan zijn geheiligd recht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

105

Aan de eer zijns Vaders met geheel zijn ziel gehechtHad hy zints lang de smet die op hem kleeft gewrokenWerd niet zijn gramschap nog hoe fel in t bloed ontstokenWeecircrhouden door den naam dien zijn vervolgster voertEn nu mijn Leonoor (k zie u als my ontroerd)Is t zwakheid zoo ik leve in zorgen tranen klachtenWie weet wat wreede slag mijn liefde staat te wachtenAan wat verschrikklijk lot ons huis is blootgesteldDe Staatzucht kent geen wet waar t overmeestring geldtJa mooglijk (k ijs van t woord dat ik hier uit ga spreken)Durft ze in Alfonsus bloed haar snoode ontwerpen wreken

LEONORAWat siddring grijpt my aan op t hooren van dees taalAch k deel thans in uw angst Mevrouw Doch uw GemaalSchijnt met zijn trouwsten Vrind zijn schreden hier te richtenLicht dat uw treurigheid voor hun gesprek zal zwichtenk Verwijder my

Tweede tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS DONA MATHILDA

MATHILDAWel nu mijn dierbre brengt ge in t end

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

106

Vertroosting aan een hart der vreugd zints lang ontwendOf heeft uw Egacirc nog die somberheid te vrezenDie op uw voorhoofd heerscht en meldt my heel uw wezent Verschrikkelijk besluit dat in uw boezem broedtAls onherroeplijk aan O schenk mijn teecircrheid moedHeb deernis met een angst de plaag van beider levenWaarvan mijn hart door u of nimmer wordt ontheven

ALFONSUSGeliefde heeft die vrees en my en u onwaardZoo diep geworteld in uw geest Verbeelding baartDer liefde van een vrouw die zoo als gy kan minnenBezorgdheid zonder perk door liefde te overwinnenJa dierbre veel te lang regeert hier de overmoedEens vreemdlings die op de asch op de eer mijns Vaders woedtWiens lage heerschzucht op mijn rechten dol verbolgenMijn moeder eigen kroost leert haten en vervolgenTe lang zucht Portugal naar vorsten harer waardEn de Adel schaamt het zich het eerlijk oorlogzwaardTe voeren tot den dienst des dwingelands Op hedenZal ik mijn recht en rang en afkomst lang vertredenHandhaven en welhaast staat hy d ontroofden stafMet hoe veel kracht geklemd den zoon van Hendrik af

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

107

MATHILDAHoe is t dan waarheid is mijn onheil niet te keerenZoo stelt de onzaalge zucht voor grootheid en regeerenDus roekloos met uw bloed t heil van uw gade blootGa koop de diadeem voor een oneedle doodWat is my zonder u haar glans mijn rang mijn levenOf zal de Trava thans haar needrig overgevenDie jaren lang het doel van zijn verwoedheid wasO staak dit wreed besluit k bezweer het u by de aschDiens Vaders die ge op my op my alleen gaat wrekenNeen hy verbiedt u niet te zwichten voor mijn smekenHy eischt niet dat ge uw bloed dus zonder vrucht vergiet

ALFONSUSVerg alles van mijn min maar verg mijn oneer niet

MATHILDAUw oneer dierbre neen ik draag in vrouwlijke aadrenGeen zoo verbasterd bloed van oorlogshafte vaadrenDat ik mijn echtgenoot lafhartig wenschen konJa riep u krijgsmansplicht ten oorlog k overwonMet mannelijken moed al de angsten die ik lijdeIk zou met eigen hand u wapenen ten strijde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

108

Maar hier waar t snoodst verraad om t Grafelijk gebiedGeen laagheid geen geweld geen gruwelen ontzietBestaat ge in blinden moed die wreeden uit te dagenOm in hun razernij het uiterste te wagenHun troon moet door uw dood met dubble vastheid staanOf hun gevloekte haat u met hun doen vergaanOf zou zijn deerenis den zoon van Hendrik sparenOf mangelt het zijn woede aan vuige moordenarenWier laagheid met uw bloed zijn gunsten winnen magAfgrijsselijk verdriet helaas ik vloek den dagDie me in het leven riep om eindeloos in zuchtenTe kwijnen en voor t lot van t dierbaarste te duchten

ALFONSUSMathilde een Hemel hoedt de brooze menschlijkheidZijn liefderijke zorg baat meer dan ons beleidVertrouw dien zoo als ik Ik heb mijn recht en levenMet onverwrikte hoop in Zijne hoecirc gegevenEn sneve ik t is voor de eer van t bloed waaruit ik sprootIk Egas kweekling ik Mathildaas echtgenootIk zou om ijdle vrees de stem der plicht versmorenOf was t my niet genoeg voor de Oppermacht geborenHier in mijn wettig erf te leven onderdaanOnmachtig zelfs mijn volk in d oorlog voor te gaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

109

En echter k droeg dien hoon en offerde aan een moeder(Gevoelloos voor mijn liefde en ieder dag verwoeder)De drift die zonder haar mijn hand gewapend hadNeen t is te lang geduld dat men uw eer vertradMijn Vader reeds te lang heeft my uw schim verwetenDat ik in laffe rust uw grootheid heb vergetenUw arm heeft dezen grond den Saraceen ontroofdUw vuist de Gravenkroon gevestigd op uw hoofdEn k laat een vreemdeling hier ongestoord regeerenUw krijgsgenooten door zijn bittren trots verneecircrenIk dulde uw Portugal zijn gunstlingen ten buitOf dat hy met den Moor een laffe vrede sluit(Wiens duizenden uw arm zoo dikwerf heeft verslagen)Om veiliger uw volk zijn ketens te doen dragenNeen k eisch nog op dees dag de erkenning van mijn rechtEn t zij de kracht van t zwaard er de uitkomst van beslechtHet zij men door verraad mijn neecircrlaag wil verwervenIk zal voor t minst niet meer als onderworpling stervenOf gaat mijn drift te ver is t heerschzucht die my spoort

Wanneer mijn boezem nog in droefheid schier versmoortDat ik een vijandin moet temmen in een moederHeb k nog haar niet voldaan Spreek eedle WapenbroederEens vaders dien uw deugd te rug voert voor mijn hartIs t eindlijk lang genoeg dat men mijn gramschap tart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

110

EGASGraaf zints uw eerste jeugd vertrouwd werd aan mijn zorgenHeeft nimmer u mijn mond de waarheid nog verborgenEn k zou noch jonglingsdrift noch heerschzucht hier ontzienOm u in zulk een tijd een trouwen raad te biecircnDe nagedachtenis van uw doorluchten VaderEn t dierbaarste belang van Portugal te gaderVereischen dat uw hand de teugels klemm van t rijkEn wettelooze macht voor uw gezag bezwijkGy hebt de plicht voldaan verschuldigd aan een moederThans ziet het rijk in u zijn Vorst en zijn BehoederVerlos het van den dwang dien t van zijn voogden lijdtEn toon t door uw bestier uit wien ge ontsproten zijt

MATHILDAVereent zich t al dan om mijn droefheid te vermeecircrenGy ook getrouwe held zult dan den slag niet keerenDie me in mijn Gade dreigt

EGASStel u gerust Mevrouw

De dag die thans verrijst is u geen dag van rouwZy is voor u en hem een boocirc van heil en glorie

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

111

ALFONSUSNeen dierbre wanhoop niet de hemel schenkt viktorieWaar Egas en het recht zich scharen aan mijn zij

MATHILDAZoo sta zijn gunst uw moed en mijne zwakheid by

Derde tooneel

DE VORIGEN DON LORENZO DAGANIL

LORENZOEen afgezant Mijn Heer van d Oppervorst der MoorenVraagt toegang en gehoor

ALFONSUSVan my k Heb nooit te voren

Den Saraceen gekend dan met de hand aan t zwaardk Ontveins niet dat zijn komst my hier verwondring baartGelei hem herwaarts

(Lorenzo vertrekt)

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

112

(Tot Egas die vertrekken wil)

Blijf mijn Egas mijn vertrouwenZal nooit uw vriendschap vreemd aan mijn belangen houecircn

MATHILDAIk store uw onderhoud met d Afrikaner nietEn voer uit uw gezicht mijn doodelijk verdriet

(Zy vertrekt)

Vierde tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS OMAR

OMAROpvolger van den held wiens nagedachtnis we eerenWien t schittrendst voorbeeld leerde op mannen te regeerenEn die met heel dit rijk zijn roem uw erfdeel zietAls t welzijn van zijn volk De Moorsche Koning biedtU schoon nog in t bezit van t Graafschap niet gehuldigdDen broedergroet reeds aan uw rang en deugd verschuldigdMijn Koning schoon heel t land en de omgelegen zeeZijn krijgsmacht tuigen kan bemint een eerbre vreecircEn zoo reeds sedert lang uw beider onderzaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

113

In ongestoorde rust d alouden haat vergatenDie vriendschap was zijn hart uit achting voor uw kroonSteeds onuitspreeklijk zoet Moge als Graaf Hendriks zoonDe teugels van t gebied met eigen hand zal voerenGeen wreevlig staatsgeschil die eendracht ooit beroeren

ALFONSUSMijn Heer voor dat de zee uw rijk van t onze scheidtBelove ik nooit een eind aan onze oneenigheidOf heeft uw Oppervorst het heilig recht vergetenWaarmeecirc de Europeaan dees landstreek heeft bezetenTot waar hem de Oceaan zijn grens heeft aangeduidEn maakte zich uw volk ons vaderland ten buitWanneer t met de overmacht van duizend duizendtallenVan de overkant der zee ons op het lijf kwam vallen -Het lot des oorlogs heeft ons uit ons erf verjaagdDe wapens in de hand wordt dit weecircr opgevraagdNeen hy kent de inborst niet der fiere PortugezenDie wanen mocht dat zy den last des oorlogs vrezenEn eert uw Vorst in my Graaf Hendriks erfgenaamHy verg van my geen daad die ik me als krijgsman schaam

OMARMijn last strekt zoo ver niet om over t recht te spreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

114

Dat tusschen u en ons den oorlog kon ontstekenEen dringender belang voor u en uw geslachtHeeft my in s Konings naam Graaf hier voor u gebrachtAls bondgenoot als vriend zond hy me in dees gewestenOm t wankelend gebied in uwe macht te vestenUw Vader (wel is waar) heeft heel zijn levenstijdTen dienst der vijanden van onzen Staat gewijdMaar weten we ons op t veld met leeuwenkracht te weerenWy kunnen ook de deugd in vijanden vereerenBeschermen wreken zelfs en by den SaraceenWordt schittrende oorlogsroem in wien ook aangebeecircnZints lang reeds zijn mijn Vorst de schandelijke lagen

Bekend waarmeecirc verraad uw eerste jonglingsdagenAan alle kant omgeeft Men spaart noch list noch bloedZoo slechts uw ondergang een vloekbre heerschlust boetMijn Vorst vermag u thans gereede hulp te biedenEen vloot die t Noordlijkst deel van Spanje moet bespiedenKruist dicht naby dees kust verlangt ge in eacuteeacutenen dagU in t bezit te zien van t Grafelijk gezagIk wapen tot uw dienst die dappre vlotelingenDat ze onder mijn gelei in deze vesten dringenGy zelf verklaart u Vorst en zonder tegenstandVermeestert gy de stad en met haar heel het landEn wy wy vergen niets voor deze dienstbetooning

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

115

Dan dat gy Portugal in leen houdt van den Koning

ALFONSUSO stoutheid zonder maat Ik leenman van uw VorstTen loon van t eerloos feit dat gy my voorslaan dorstGa vlied naar t schendig hof van die u heeft gezondenOm hem mijn antwoord - neen mijn woede te verkondenZeg hem dat ik mijn recht van geen verraders houcircEn dat schoon anders niets mijn handen waapnen zouDees dag dees dag-alleen mijn haat zal doen ontgloeienOm hem en heel zijn huis voor eeuwig uit te roeien

OMARZoo loont men s Konings gunst met smaad

ALFONSUSVertrek Mijn Heer

Ik wil geen enkel woord van zulk een gruwel meer

Vijfde tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS

EGASBedaar en laat de zorg voor dierbaarder belangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

116

Uw verontwaardiging geliefde Vorst vervangenGeen oogwenk dient verzuimd waar list en staatzucht waaktEn hartstocht en verdriet voor t grootsch ontwerp verzaakt

ALFONSUSNeen hoe my t lot vervolgt getrouwste mijner vrindenVrees niet dat ge ooit mijn moed zult neecircrgeslagen vindenAan vorstenplicht gewijd aan de eer van mijn geslachtSchenkt wat ik lijden mag mijn boezem nieuwe krachtKom gaan we t hoog besluit is eindelijk genomenEn moet der burgren bloed in deze wallen stroomenMijn hand is schuldeloos Dees dag getuigt mijn valOf voert Graaf Hendriks zoon ten troon van Portugal

Tweede bedrijf

Eerste tooneel

DEGRAAFDETRAVA DONATHERESIA Spaansche en Portugeesche Edellieden met DONALONZO GOMEZ aan het hoofd

DE TRAVABeschermers van den Staat doorluchte rei van heldenWier wijsheid in de vreecirc wier moed op de oorlogsvelden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

117

U t voorbeeld heeft gemaakt van ridderlijke deugdOntfangt mijn welkomsgroet Hoe is mijn hart verheugdVoor t heil van mijn gebied mijn dapperste onderdanenDen adel van dit rijk den bloem der CastiljanenRondom mijn troon geschaard zoo broederlijk vereendTe aanschouwen Deze band heeft ons de kracht verleendOm met standvastigheid dit Graafschap naauw geborenTe hoeden voor t geweld der ongetrouwe MoorenEn zoo t de rust der vreecirc na zoo veel jaren strijdMet roem erlangen mocht aan U is t dat men t wijtDoch schoon zich t al vereende om dit gebied te sterkenNog is de nijd in staat zijn onheil te bewerkenVerheft ze als winnares d afschuwelijken kopZoo stort dees troon in puin en richt zich nooit weecircr opMijn vrienden neen mijn hart houdt aan uw trouwe zorgen

Het droevig lot dat hem bedreigt niet meer verborgent Is geen uitheemsch geweld dat ons hier waapnen zalt Verraadt smeedt zijn ontwerp in t hart van PortugalJa t kroost van uw Gravin (ik gruw het uit te spreken)Bereidt zich tegen haar het oorlogsvuur te ontstekenAlfonsus groot door rang en mannelijken moedMaar trotsch en woest van aart en in zijn drift verwoedNaar de opperheerschappij werd zints zijn eerste dagenOmringd door vleijerij gevormd naar t welbehagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

118

Van staatsliecircn onder schijn van trouw aan zijn geslachtOp eigen grootheid slechts by s vorsten gunst bedachtDus leerde men zijn hart van dolle driften blakent Belang van heel een rijk zijn eigen bloed verzakenZijn moeder en haar gacirc zijn t voorwerp van zijn haatHet oogenblik is daacuteaacuter voor t schaamteloos verraadWaarop t de Gravenkroon van onze kruin moet rukkenOm ze op het wufte hoofd eens jongelings te drukkenO zoo t ontwerp gelukt rampzalig PortugalMen voert u met geweld tot een gewissen valGeen leidsman opgevoed in staats- en krijgsgevarenZal meer uw wanklend rijk voor d ondergang bewarenDe prooi der driften van een onberaden vorstDe prooi der gunstlingen wier onverzaadbre dorstNaar grootheid voor zijn macht uw welzijn zal vertredenZiet daar het heilzaam doel der gruwlen die zy smedenHet heilig vorstenrecht moet schandelijk versmaadCastieljes dochter die den pas herwonnen StaatTen huwlijksgoed ontfing van haar roemruchten VaderMoet in haar wettig erf gehoond beroofd te gaderOp dat het uitgeput door wie t beschermen moestIn t einde nederstort door t eigen zwaard verwoestWaarvan t Castieljes Vorst gered heeft en gewrokenEen enkel oogenblik en t twistvuur is ontstoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

119

Getrouwen gy-alleen kunt wat ons dreigen mochtDe rampen temmen die gevloekte baatzucht wrochtVertoont u eacuteeacuten en trouw in eedle krijgsmanszedenEn leidt den zwakken op naar t pad door u betredenDe zege volgt u en een dubble glans van eerDaalt op het achtbaar hoofd van s lands bevrijders neecircr

THERESIAGeen echte spruit van t bloed der oude PortugezenGeen Castiljaansche held kan ons vijandig wezenIk ben gerust t is geen rechtschapen EdelmanDie in t onschendbaarst recht een vrouw verraden kan

GOMEZGebieders van dit rijk die t eenig kunt behouecircnO ja ons brandend hart beantwoordt uw vertrouwenGy zijt het die ons steeds het edelst voorbeeld gaaftIn oorlogstijd en vreecirc Uw macht uw wijsheid staaftDen adel en den rang geboorte en deugd verschuldigdZints lang zijt gy voor ons in t graaflijk recht gehuldigdDie hulde stave ons zwaard en beev wie t onderstaatTe dingen naar uw kroon door wapens of verraad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

120

DE TRAVAk Erken in deze taal mijn dierbre wapenbroedersSteeds gloeiende voor recht en rijks- en troonbehoedersMijn baanders leiden u op t pad van eer en roemEn volgt ze uw dappre schaar der Edellieden bloemOns zwaard of ons beleid zal t oproervuur versmorenWy houden we ons gereed Geen oogwenk zij verlorenEn barst de staatstorm uit voorzien zints zoo veel tijdZoo voere ons de eerste maar ter raadzaal of ten strijdVaartwel

(De Edellieden vertrekken DE TRAVA vervolgt tegen DAVILA die bij hun uitgaan binnengetreden is)

Gy dAvila gelei Don Egas binnen

(dAvila vertrekt)

Welaan het uur is daacuteaacuter de kampstrijd gaat beginnenIk wacht u trotsche slaaf van een onwaardig VorstEn wat zich tegen my uw haat vermeten dorstOm in Alfonsus naam mijn Staten te regeerenGy zult op hem en u mijn wraak zien triumfeeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

121

Tweede tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA DON EGAS

DE TRAVA met bitterheidWat onverwacht geval voert hier Don Egas schreecircnHet Graaflijk hof zints lang heeft geene aantreklijkheecircnVoor u wiens gansch bestaan aan wichtiger belangenGewijd is dan t genot der hoven op te vangenSpreek wat bedoelt uw komst

EGASHet welzijn van ons land

De wil eens meesters aan dat welzijn naauw verwantVereischen t onderhoud Graaf dat ik u deed vragenIk kom om u mijn last op t spoedigst voor te dragenHet edel kroost des helds wiens schittrende oorlogskrachtDe vrijheid in dit rijk de kroon in zijn geslachtGevestigd heeft wenscht thans dat rijper jeugd zijn handenIn staat stelt zelf de staf te voeren dezer landenEen einde aan alle macht die hier nog heerschen magHeel Portugal als hy verwacht met drift den dagWaarop de rijksvoogdij wier zorgen zoo veel jaren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

122

Graaf Hendriks Weduwe en haar Echtgenoot bezwarenZal keeren in den schoot van de opperheerschappij

THERESIAHoe wat vermeet men zich Alfonsus vergt van myDat ik met eigen voet mijn rechten zal vertredenMijn Egacirc zal verraacircn De troon dien wy bekledenWas Hendriks eigendom is thans dat van zijn zoonAls of mijn vaders wil de Grafelijke kroonMijn bruidschat onbepaald aan vreemden had geschonkenOntaarde heeft haar glans u dus in t oog geblonkenOm ze aan een moeders hoofd te ontweldigen WelaanWat mart ge nog mijn zoon de hand aan t zwaard te slaanOm met mijn bloed bespat u zelf ten troon te heffenKom eer nog moet uw wraak my met de mijnen treffenEer moet die troon vergaan en eerder heel dit rijkDan dat Theresia gewillig voor u wijk

EGASHoe heeft dan niet Mevrouw Don Hendrik deze StatenAan de Oppermacht zijns zoons aan uw voogdij gelatenEn hebt ge u zelve niet tot Rijksvoogdes verklaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

123

DE TRAVARampzalige uitvlucht en zoo stout een aanslag waardSpreek wat vermocht een vrouw van vijanden omgevenVerbitterd op haar rang haar afkomst en haar levenZy zag van t troonrecht af voor een geliefden zoonEn vestte op hem haar hoop Zijn haat zie daar haar loonZie daar den invloed van verachtelijke vrindenZints deed een tweede trouw haar een beschermer vindenIn dEgacirc dien zy koos Gy ziet haar thans in staatHaar recht te wreken en te straffen wie t versmaadt -Niet dat haar moederliefde uw kweekling wil verstotenOfschoon zijn boezem zich voor haar heeft toegeslotenIk-zelf zoo dier verknocht aan Don Alfonsus bloedHeb meecirc met heel mijn hart de vaste hoop gevoedDat hy in t rijksbezit ons eenmaal zal vervangenMaar neen men eischt veel meer zijn toomeloos verlangenWacht niet dat onze dood hem t Graafschap schenken zalDe drift der jonglingschap moet over PortugalMoet over t lot van hem die haar met roem regeerdeVan hem om wiens ontzag de nabuur haar vereerdeBeslisschen en zijn wil reeds heden uitgevoerdDees wankelende Staat door helsche twist beroerdHaar Ridderen verkeerd in woeste muitelingen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

124

Om t al naar willekeur van hun belang te dwingenZie daar het edel werk van hem wiens vroege jeugdDe rijkskroon heeft verdiend door weecircrgacirclooze deugd

EGASMijn Heer heel Portugal kan tuigen wie van beidenDe jammren oorzaak gaf die zich voor haar bereidenIndien men door het staal de kroon herwinnen moett Kan tuigen wie van beicirc de banden van het bloedMiskend heeft en vertrapt en of Alfonsus dadenOntembre heerschzucht of rechtaarde deugd verradenMaar waartoe een verwijt zoo ongegrond weecircrlegdZijn deugd beslischt hier niets t Is zijn geheiligd rechtDat k opeisch uit zijn naam Nog blijft dat recht geschondenIk breng uw antwoord weecircr aan die my heeft gezondenGy ziet my thans niet meer Alfonsus afgezantk Verkondig hier den wil der Ridderschap van t landAan Hendrik en zijn huis heeft ze eens haar trouw gezworenZy doet dien eed gestand aan t kroost uit hem geborenEn van dees dag af aan erkent zy geen voogdijNoch in heel Portugal een andre macht dan hyZy zal zich om zijn troon als om zijn lijf vergarenEn wijden d eigen arm die Hendriks krijgsgevarenGedeeld heeft aan den dienst van zijn doorluchten zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

125

THERESIAO hemel tot hoe lang dulde ik zoo fel een hoonGa hoofd en afgezant van vuige muitelingenDie zelve naar de macht van hun gebieders dingenGa doe hun uit mijn naam hun ware plicht verstaanDon Hendrik heeft hun eed van trouwheid hem gedaanAlleen als Egacirc van Theresia ontfangenDie eed behoudt haar kracht voor hen die hem vervangenIn d echt die ons verbond als in mijn rijksgebied

EGASToen de overwonnen Moor dees streken siddrend lietMevrouw ontfing de deugd des winnaars van uw VaderHet vrijgevochten land en uwe hand te gaderMaar nimmer had zijn wil (verschoon mijn vrije taal)Zijn gift onttrokken aan het kroost van uw GemaalNoch had hy toegestaan dat willekeur van vrouwenAan Hendriks erfgenaam het Graafschap zou onthouecircnOm t op te geven aan eens vreemdlings heerschappij

DE TRAVAVermetel onderdaan Hoe wat verwijt ge myZoo zag Don Hendrik dan het daglicht in deze oorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

126

En naauwer band verbond hem Portugal wien t NoordenTer weering van den Moor naar Spanjes Vorsten zondAan grond en zeden vreemd

EGASZijn bloed vloeide op dees grond

Zijn degen deed den naam der eedle PortugezenIn t overzeesche rijk der Saraceenen vrezenZijn hand sloot nooit met hun een schandelijk verdragBeschermheer van zijn volk voor d adel vol ontzagVerried hy hun belang aan geen uitheemsche GrootenZie daar wat hem ons hart voor eeuwig heeft ontslotenZie daar zijn rechten op de Portugeesche kroonVerschuldigd door zijn dood aan zijn heldhaften zoon

DE TRAVAGenoeg t Is reeds te lang dat gy t ontzag dorst krenkenDat u mijn rang beveelt Gy moest voor t minst bedenkenDat ik nog meester ben en dat mijn gramschap uMijn onderdaan nog kan noodlottig zijn En nu -t Is noodloos dit gesprek hier verder te verlengenGy hebt mijn wil verstaan Gy kunt dien overbrengen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

127

EGASIk ga maar keer te rug voor t uur van middernachtAan t hoofd der Ridderschap die slechts uw antwoord wachtOm vreedzaam haren Graaf de kroon op t hoofd te drukkenOf t wraakzwaard uit de scheecirc voor Vorst en eer te rukken

Derde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA vervolgens DAVILA

THERESIAO wanhoop k zal den smaad van zoo veel overmoedDan dulden en mijn hand niet in des trotschaarts bloedEen muiter straffen steeds het voorwerp van mijn woedeDie in het hart mijns zoons zijn vloekbre heerschzucht voeddeZijn dood zijn dood-alleen herstelt mijn lijdende eerAch drukte ons dus de keer van t trouwloos noodlot neecircrDat waar zoo wreed een hoon mijn boezem doet ontgloeienOnze eigen veiligheid den felsten haat moet boeien

DE TRAVAVolharden wy Mevrouw by t dringen van den nood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

128

Het uur der wraak genaakt of t uur van onze dood

DAVILA binnen tredendeHeer Graaf men vraagt gehoor

DE TRAVAt Is de Afgezant der Mooren

Gelei hem binnen

(dAvila vertrekt hy vervolgt)

Welk een lot werd ons beschorenDe Saraceensche hulp ter weering van t gevaarO foltring voor een hart als t mijn

Vierde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA OMAR

OMARHet uur is daacuteaacuter

Heer Graaf t ontwerp door u tot heden afgeslagenKan thans geen uitstel meer geen aarzeling verdragenBesluit en op uw wenk is t al gereed De vlootWier bijstand u mijn Vorst ten pand van vriendschap bood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

129

Is eindlijk (dank zij t lot) gevorderd tot uw kustent Is thans het oogenblik de manschap uit te rustenDaar waar zich Aves vloed met d Oceaan vermengtDaar moet de dappre stoet die u de zege brengtZich scheiden van de vloot en varen met hun botenDen stroom op Laat geen zorg dan meer die hulp verstotenDe dag die morgen rijst berokkent ligt uw valGebruik de gunst van t lot en zy brengt PortugalVoor eeuwig in uw macht Verschoon dit dringend pogenGy hebt als ik de ramp die u bedreigt voor oogenReeds woelt het wufte volk reeds mompelt het den naamUws mededingers roemt zijn deugd en oorlogsfaamt Draagt alles blijk van t vuur dat eindlijk uit moet brekenNog kunt gy t smoren nog regeeren nog u wrekenEn ge aarzelt

THERESIAt Volk Mijn Heer wiens muiterij gy vreest

Is aan zijn wettig Heer steeds naauw verknocht geweestHet liet zich mooglijk thans door listiger verblindenEen wenk (vertrouw het vrij) doet het zijn plicht hervindenEn t oog der vorsten ziet in zulke onrustigheecircnGeen woede van een volk met hun gebied te onvreecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

130

OMARWel nu zal dit gewoel van zelven weecircr bedarenEn spelt het in uw oog geen grooter staatsgevarenZoo houde ik langer niet op onzen bijstand aanEn

DE TRAVAk Deed u nog Mijn Heer ons antwoord niet verstaan

Ja dikwerf weigerde ik uw hulp my aangebodenDus eischte t vorstenplicht Thans dat de macht der snoodenEen eerbiedwaardig volk in gruwbre rampen trachtTe storten en het al een stouten aanslag wachtThans kan het schoon ons hart onvatbaar is voor vrezenTot redding van dit volk welligt noodzaaklijk wezenTot steun van dezen troon geen middlen meer te ontzienDe heuschheid van uw Vorst liet my zijn bijstand biecircnMijn vriendschap deelde steeds met vuur in zijn belangenIk zal van wederzij dit blijk van trouw ontfangenTer staving van mijn recht maar meer nog om als VorstHet bloed te sparen waar de muiteling naar dorst

OMARWelaan ik vlieg Mijn Heer om d uitslag te bezorgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

131

De nacht geleidt ons op de golven en op morgenIs Portugal aan u en Guimaraecircns1 in vreecirck Vertrek nog in dit uur naar de oevers van de zeeDie onze schepen voert

DE TRAVAVertoef en wil niet vrezen

Dat rijper overleg ons zal noodlottig wezenDaar waar eacuteeacuten enkle stap het lot van heel een StaatBeslischt daar dient geen drift gehoord maar wijze raadIk draal niet ons besluit mijn Eedlen te openbarenk Stel hun zijn doelwit voor zijn omvang zijn gevarenDen plicht hun opgeleid Gy Omar volg mijn schreecircnEn ons vooruitzicht moet om alle onzekerheecircnGevaarlijk doodlijk voor de hoop op t zegepralenTe keeren heel den loop van ons ontwerp bepalen

(Tot Theresia)

Gy ziet my weecircr Mevrouw na d afloop van den Raad

OMAR ter zijde in het heengaanIk volg in zegepraal den wreker van mijn smaad

1 De ae in dit driesyllabig woord wordt als ai uitgesproken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

132

Vijfde tooneel

DONA THERESIA alleenOp morgen valt de trots van muitende onderdanenEn alles kromt zich voor de Castiljaansche vanenOp morgen triumfeert Theresia Het bloedZal vloeien tot een zoen van haar getergd gemoedMijn oog getuigt den dood van haatlijke verraadrenEn niemand zal mijn troon meer dan met siddring naadrenUw dorst naar wraak wordt haast gelescht Wat eischt ge meerMijn hart Wat pijniging slaat al die vreugde neecircrGerechte hemel kan het waarheid zijn GewetenHeeft zoo veel poging nog me uw stem niet doen vergetenNeen zoo veel gruwlen duldt uw strengheid niet Die troonDat voorwerp van mijn drift ontweldigd aan een zoonZijn bloed welligt gestort om t misdrijf te versterkenGeen banden ooit ontzien om zijn verderf te werkenMijn boezem ijst k verfoei die kroon zoo duur gekochtMy zelve en t huwelijk dat me aan een Gacirc verknochtVerhard nog meer dan ik in heerschzuchts ijslijkhedenWat aangevangen in mijn angsten Afgetreden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

133

Van t onheilvol gebied de bron van al ons kwaadHet gruwzaam moordzwaard dat mijn zoon te wachten staatGeweerd Kom vliegen wy Wat doe ik onberadenIk ga op t hachlijkst uur mijn echtgenoot verradenO denkbeeld vreeslijker dan alles wat ik lijIk ban en hem en my van de opperheerschappijOm van mijn eigen kroost in t eind genacirc te smekenNeen van zijn gunstlingen wier trotschheid ik ging wrekenO zwakheid die me onteert - Neen gy verwint my nietOf is t een gruwel voor den schijnglans van t gebiedDe banden der natuur in dolle drift te schendenZoo zwicht mijn zoon ten spijt van zijn verwoede bendenk Verhard my zoo als hy en mijn gewetenssmartZal ja een foltring zijn voor t weeke moederhartMaar toonde ik nimmer vrees in krijgs- en staatsgevarenDie foltering kan meecirc mijn hart geen angsten barenk Kan moedig dragen wat een toornig lot gebiedtMaar wijken van mijn recht maar buigen kan ik niet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

134

Derde bedrijf

Eerste tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA

DE TRAVAt Wacht alles slechts een wenk om ons ter hulp te spoedenGeen voorzorg werd verzuimd om ons ontwerp te hoedenDe raad der Edelliecircn heeft d aanslag goedgekeurdDie eenig redden kan ofschoon hun fierheid treurtDen vaak verwonnen Moor den zegepraal te dankenHoe t zij hun beider trouw slaat nimmer aan het wankenEn inborst en belang verbindt den CastiljaanEn Omar onze zaak met geestdrift toegedaanWacht slechts op mijn bevel om daadlijk te vertrekken

THERESIAHoe waartoe dit vertrek nog langer uit te rekkenWaar t dringendste gevaar met ieder oogenblikVermeecircrt

DE TRAVAVerban Mevrouw een ongegronden schrik

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

135

De zorg van uw Gemaal heeft geen belang vergetenMen zal zich tegen ons op heden niets vermetenEn Omars toeven stremt geen oogenblik den loopVan t rijpdoordacht ontwerp het standpunt onzer hoopHy heeft in aller ijl een slaaf vooruitgezondenDie heel ons staatsbesluit den vlootvoogd zal verkondenEn Omars aankomst vindt den vloteling bereidMaar voor hy naar de stad zijn vreemde benden leidtIs t noodig nog een stap voor haar behoud te wagenMislukt die k zal hun komst geen oogenblik vertragenNeen vleijen wy ons niet dat volk zoo fier van aartZal nimmermeer een vorst wiens kroon het Moorsche zwaardVerdedigde zijn trouw zijn liefde en eerbied schenkenEn t diep gevoel van eer dat het bezielt te krenkenIs de ondergang wellicht van wie het durft bestaanZoo pogen we t gevaar der vreemde hulp te ontgaanIndien t nog mooglijk is Ik heb uw zoon ontbodenMevrouw ik ken zijn hart ontaard op t spoor van snoodenDoor heerschzucht weggesleept door jonglingsdrift verblindMaar dat de heilge band die u aan hem verbindtNog niet verbroken heeft t Waar mooglijk dat uw klachtent Nog weifelend gemoed tot onderwerping brachtenEacuteeacuten traan eacuteeacuten enkel woord dat in zijn boezem daalIs machtiger op hem dan al de kracht van t staal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

136

Maar wee hem zoo hy nog hardnekkig durft weecircrstrevenZijn vonnis is geveld Wy geven bloed en levenMet de eer het heil t bestaan van dit weecircrspannig rijkOp dat zijn hoogmoed met zijn ademtocht bezwijk

THERESIAWat eischt ge van uw Gacirc dat zy zich zal verneecircrenOm met een dubble schand beladen weecircr te keerenGeen tranen werken meer op zijn verhit gemoedOf zoo er zulk een kracht in de inspraak ligt van t bloedKunt gy die zwakheid dan niet van een moeder wachten

DE TRAVAHoe Travaas gemalin mistrouwt dit uur haar krachtenWanneer zich t dierbaar doel van jaren zorg beslischtHier dient geweld gespaard noch heimelijke listMen komt k laat u alleen Mevrouw Wil slechts bedenkenDat gy ons op dit uur de zegepraal kunt schenken

THERESIA tot de Trava die vertrektIk zal u waardig zijn - Herinnring aan mijn hoonSluit gy mijn boezem toe voor een ontaarden zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

137

Tweede tooneel

DONA THERESIA DON ALFONSUS

ALFONSUS ter zijde by het inkomenHoe is mijn ziel ontroerd by t naadren van deze oordenGy hemel die my kent verteder voor mijn woordenHet moederlijke hart dat steeds my van zich stietEn eindig op dit uur mijn folterend verdriet

(Tot Theresia)

Men heeft me uit uwen naam ontboden en ik sneldeMevrouw op uw gebod waar ik me een heil uit speldeOnschatbaar voor mijn hart

THERESIAMijn Heer een afgezant

Van muitelingen aan den roem van t vaderlandVijandig dorst zich hier aan ons gezicht vertoonenOm plechtig uit hun naam zijn wettig Heer te hoonenEn eischen op uw last zijn afstand van t gebiedIs t laster of zijt gy t die dus den Staat verriedtk Eisch voor de laatste maal de rechten van een moeder

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

138

Spreek heeft die woeste drift van dag tot dag verwoederU eindlijk dan vervoerd om aan der muitren hoofdTe pronken met een kroon aan onze kruin ontroofdOm wars van matigheid u tot geweld te wendenEn in eens moeders recht dat van den Staat te schenden

ALFONSUSDe leidsman van mijn jeugd mijns vaders krijgsgenoot(Geen muiteling Mevrouw van schaamte en deugd ontbloot)Kwam hier om t Graaflijk recht zijns kweeklings op te vragenMaar ach t is de eigen haat die zints mijn eerste dagenEen hart gepijnigd heeft geheiligd aan zijn bloedDie (ik doorzie t te wel) nog in uw boezem woedtO moet die wreede straf my eeuwig dan vervolgenBlijft uw misleid gemoed steeds op een zoon verbolgenEn is (o ijslijkheid) verzaking van mijn plichtHet eenig liefdeblijk waarvoor uw gramschap zwicht

THERESIAOntaarde durft gy nog van kinderlijke liefdeGewagen die zoo fel een moeders boezem griefdeDurft gy gewagen van verplichting eer of deugdWiens dwaze drift naar macht reeds zints uw vroegste jeugdEen eeuwgen oorlog zwoer aan die haar tegenstonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

139

Helaas heeft ooit het bloed uw hart aan my verbondenUw kindschheid my reeds vreemd wees na uws vaders doodDe troost de teecircrheid af die u een moeder boodEen stoute hoveling dorst my uw liefde ontroovenDorst u de Gravenkroon van Portugal belovenTen koste van mijn eer ten koste van mijn bloedWanhopig diep gewond in t vorstelijk gemoedWierp zich mijn weecircrloosheid in Graaf de Travaas armenOm door dees tweeden echt mijn rechten te beschermenZints dien tijd groeide uw haat k zag van rondom mijn troonVan vijanden bedreigd en aan hun hoofd mijn zoonGe ontveinst het doel niet meer dat gy u voor dorst stellenDe wapens in de vuist ons beiden neecircr te vellenEn grijpen met een hand nog van dien moord bebloedDe teugels van een rijk verdiend door muitrenmoedZoo ver werdt gy verleid door een gevloekt verraderDoor lage vleijerij en door uw drift te gader

ALFONSUSWat hoor ik kan het zijn en is t uw hart MevrouwDat zoo veel misdaacircn op my laadt dat Egas trouwMiskent en ons de ramp der droeve oneenighedenWaarvan ons beider ziel zoo gruwzaam heeft geledenVerwijt o hemel Ik een moeders liefde en recht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

140

Versmaden Ik den glans aan de oppermacht gehechtDoor onrecht en geweld door moedermoord ontwijdenHelaas moet ik u nog herinnren aan die tijdenToen de onschuld van mijn jeugd vergeefsch uw teecircrheid zochtVerzwolgen in t gevoel dat Staatzucht in u wrochtNeen nimmer heeft mijn hart die zaligheid genotenNeen nimmer zaagt ge in my het kroost uit u gesprotenMaar steeds den erfgenaam van Hendriks rijksgebiedGy zijt het die my haat gy die my steeds verstietGy wilt den Castiljaan mijn wettig erfdeel schenkenGy de eer van Portugal die van mijn afkomst krenkenEn dringen haar en my een vreemden meester opHoe lang verdroeg ik niet Thans rijst uw woede in topNu alles van my vergt dat ik mijn macht zal toonenGeen wraakzucht wapent my Men poogde my te hoonenTe domplen in een rust verachtlijk in een Vorstk Vergeef met heel mijn ziel wie my verneecircdren dorstMaar de eer mijns vaders neen laat ik niet ongewrokenEn moet een oorlogsvlam zoo gruwzaam hier ontstokenIk strijd voor t recht mijns volks voor t recht op een gebiedWier hoede hy aan t zwaard van zijn Alfonsus lietNeen liever met den haat van heel een aard beladenDan zijn geheiligde asch lafhartig te verradenZints lang wanneer de nacht reeds heldert aan de kim

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

141

Verheft zich aan mijn oog zijn eerbiedwaarde schimEn wijst met de eigen hand wier kracht in vroeger dagenUws vaders vijanden zoo dikwerf heeft verslagenNaar de eerkroon die hem siert de GravendiadeemEn t bleek gelaat vertoont een akelige zweemVan droefheid dat men hem zoo schielijk kon vergetenEn nu - wat misdaacircn ook uw drift my heeft verwetenVerg alles van een zoon die om uw weecircrmin smeektBeroof hem hier van t licht zoo dit uw gramschap wreektMaar o weecircrstreef hem niet in t volgen van zijn plichten

THERESIA ontroerdEn moet mijn fierheid dan voor uwen invloed zwichtenEn bleef ik meer dan gy mijn rang mijn afkomst waardZoo k afzag van den troon als voor geweld vervaard

ALFONSUSGeen edelmoedigheid zal u by t volk verneecircrent Zal u als moeder meer dan als Vorstin vereerenVerstomp in hunne hand het staal en dat mijn jeugdDen scepter van dit rijk ontfange van uw deugd

THERESIA ter zijde met ontroeringWat vreemd en teecircr gevoel wordt meester van mijn zinnen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

142

O hemel zou zijn taal mijn heerschzucht-zelf verwinnenEn bracht dit oogenblik my t hart van moeder weecircr

ALFONSUSMen komt

THERESIAMijn echtgenoot Gy zijt gered mijn eer

Derde tooneel

DE VORIGEN DE GRAAF DE TRAVA

DE TRAVAGy zegeviert Mijn Heer t volk heeft zijn plicht vergetenDe stad weecircrgalmt alom van woedende oproerkretenMen roemt uw naam als Vorst als vader van het rijkAls wreker van zijn recht en hoont en vloekt ten blijkDer onverwrikbre trouw u in die drift gezworenUw moeder en haar gacirc t Is al voor hun verlorenDe kroon met zoo veel glans door hun gevoerd valt afEen zegeteeken nog ontbreekt uw roem hun grafDe zwaarden zijn gewet en niets meer zal ontbreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

143

Om t lang versmoord verdriet nog in dit uur te wrekenMen spare ons leven niet Ik wacht van Hendriks zoonGeen weldaad dan een dood gewenscht na zoo veel hoonOndankbren die nu juicht als van een dwang ontslagenVoor uw onbuigbren trots onteerend niet te dragenPas uit uw nietigheid herboren hebt ge t myTe danken en t ontzag van mijne heerschappijWier roem aan uwen naam zijn luister mocht verleenenZoo gy niet nogmaals kruipt in t juk der SaraceenenZoo zij na zoo veel dienst uw laffe haat mijn deelt Is aan uw eigen hand dat ik mijn wraak beveelWat eerbied wachtte ik nog voor weldaacircn rang of plichtenVoor heerschzucht en verraad moet thans het alles zwichten

ALFONSUSk Erken in deze taal den dwingland van dees StaatDie de asch het kroost den roem van haar bevrijder haatMen poog haar grootheid en zijn deugden te verneecircrenk Verwaardig my hier niet die poging af te weeren

(Tot Theresia)

Maar gy o geef gehoor aan de inspraak der natuurMevrouw uw heil en t mijn hangt in dit plechtig uurAan u aan u-alleen Spreek mag uw zoon nog hopenOf moet hy de eer zijns stams met uwen haat bekoopen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

144

THERESIAHoe ik ik zou ten loon van t hemeltergendst woecircnVan t recht dat ik bezit gewillig afstand doenAlfonsus kan van my die lafheid niet verwachtenZijn voorbeeld leerde my geen banden heilig te achtenGeen weecircrstand van het hart te ontzien waar t heerschen geldtGy ziet my onbeschroomd te zwichten voor geweldWaar met mijn kroost en volk verraadren zamenspannenOm my van dezen troon mijn erfgoed te verbannenMaar heeft de hemel t dus besloten dat ik vallIk zweere t dat mijn mond u nooit erkennen zalHier eindigt uwe macht Laat thans uw grootheid vrezenDat hem een moeders toorn licht kan noodlottig wezenOok ik ik buige niet en zij dit de eerste strafDie neecircrdale op t bezit van een geroofde staf

ALFONSUSO hemel is t genoeg voor plicht en eer geledenMijn volk mijn vaders eer moet schandelijk vertredenOm d ijsselijken vloek die my bedreigt te ontgaanWelaan hy kneuz mijn hoofd ik heb mijn plicht voldaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

145

DE TRAVAVoor wie zich zeker ziet de zege te behalenIs t licht met schijn van deugd en tederheid te pralenGeloof niet dat die schijn de Travaas oog verblindtHeerschzuchtig door een drift steeds opgewekt ontzindScheen my t is waar uw hart nog voor een moeder openEn deed my voor haar liefde een beter uitkomst hopenk Bedroog my en dees dag vernietigde mijn waanUw snoode dorst naar macht schoon t alles moest vergaanIs in dit onderhoud op t duidelijkst geblekenIk heb genoeg gehoord t is tijd hier af te brekenGy kunt thans tegen ons t geweld verzaamlen gaanUw Ridderschap zal dra ons laatst besluit verstaan

ALFONSUSGeveinsde t is dit oord te lang door u ontheiligdDat u nog voor de straf dier lastertaal beveiligtDe val bestemd aan uw gevloekte dwinglandijIs foltering genoeg voor snoodaarts zoo als gy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

146

Vierde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA

THERESIAGa trotschaart gy kunt thans uw helsche heerschlust boetenUw moeder uw vorstin ziet ge eindlijk aan uw voetenGeniet met heel uw ziel die langgewachte wraakVoor dat het dreigend uur van uw verderf genaakGy zijt mijn zoon niet meer en niets kan my belettenWat bloed het kosten mag t zwaard tot uw val te wetten

DE TRAVAMijn boezem is als de uwe in fellen toorn ontgloeidDe drift die my bezielt kent niets meer dat haar boeitNeen k draal niet alles moet ter wraak ter redding spoedenMen wil t welaan de krijg zal op dees vesten woedenOproerigen k ontzie uw haat uw onheil nietVervloekt mijn zegepraal mijn wetteloos gebiedIk zal dien vloek ten spijt uw opperheerscher wezenEn met de hand aan t staal die heerschappij doen vrezenMijn troon viel door verraad door list en krijgsgeweld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

147

Ziet gy hem morgen weecircr met nieuwe kracht hersteldIn t antwoord heden nog door de Edelen bedongenDoen we afstand van de kroon als door hun wil gedwongenTerwijl hun straf genaakt in schaduw van den nachtMaar k ga de Saraceen die mijn bevelen wachtMoet zonder meer verwijl zich spoeden naar de kustenBeef jongling nog dees nacht kunt ge als verwinnaar rustenGy kunt mijn oppermacht nog zoo lang slechts ontgaanDe dag die morgen rijst ziet u mijn onderdaan

Vierde bedrijf

Eerste tooneel

DON EGAS Portugeesche Edellieden

EGASDoorluchte Riddrenrei gewoon aan t zegepralenWat treffender triomf kon ooit uw deugd behalenDan die waarvan dees dag den eersten glans begroetDe zoon des oorlogshelds zoo heilig aan uw moedDie op zijn vaders spoor en t uw met de eigen vanenZijn krijgren steeds het spoor der glorie wist te banen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

148

Die in het prilst der jeugd reeds de ongunst ondervondVan t noodlot en zoo grootsch t langdurig leed doorstondWiens deugd de diadeem hem door zijn rang verschuldigdVerdiende wordt in t einde als wettig Graaf gehuldigdDe dwinglandij die hier den kop verheffen dorstVerneecircrt zich voor een wenk van d Adel en den VorstEn wie hen hoonen dorst zal hier geen wet meer gevenJa edelmoedig volk gy zijt van t juk onthevenDer vreemden t Is het kroost gekoesterd in uw schootVan die u redding bracht in d ijsselijksten noodDie van een nieuwen dwang u weder mocht bevrijdenHeil driemaal heil den dag die t eind ziet van uw lijdenHerbloei mijn Portugal en doe den SaraceenDie zich nog veilig acht door onze oneenigheecircnOp nieuw uwe overmacht op t slagveld ondervindenMijn boezem is verrukt van vreugde Ja mijn vrindenk Weecircrhou de stem van t hart by zoo veel blijdschap nietk Ontfing het levenslicht in dit geliefd gebiedIk zag den Saraceen beheerscher dezer strekenk Zag door Don Hendriks arm die overmeestring wrekenIn t heetste krijgsgevaar steeds strijdend aan zijn zijIk zag het vaderland in zijne heerschappijGelukkig en zijn zorg steeds voor haar welzijn vaardigIk kweekte t dierbaar kroost zoo groot een vader waardig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

149

In diepen eerbied op voor zijn gedachtenisEn zoo hy t voorwerp thans van uw vereering isIk zag die deugden in het jeugdig hart ontluikenDie t schandelijk ontwerp van snoode heerschzucht fnuikenMaar wat onschatbre vreugd dees dag van glorie biedtVergeten wy t gevaar dat hier kan schuilen nietDe Travaas staatszucht voor geen misdrijf ooit verlegenZoekt in zijn woede licht door heimelijke wegenTe keeren tot dien troon waarvan hy afstand deedGy kent zijn haat voor u en Hendriks zoon Wie weetWat gruwelen hy smeedt om zich op beicirc te wrekenZoo wachten we ons het zwaard reeds zorgloos op te stekenDe Vorst heeft op mijn raad in d afgelopen nachtDriehonderd Ridderen in haast bijeen gebrachtOm op het eerst gerucht van naadrende gevarenZich tot de nederlaag der snooden te vergacircrenGy zelf houdt u gereed te strijden aan hun hoofdSchoon ons dit uur nog niets dan zuivre vreugd belooftMen komt het is de Graaf zijn Gade volgt zijn schreden

(Ter zijde)

Hoe tuigt nog t voorhoofd wat zijn boezem heeft geleden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

150

Tweede tooneel

DE VORIGEN DON ALFONSUS DONA MATHILDA

EGASOntfang geliefde Vorst door s hemels wil hersteldIn rechten lang miskend door t Castiljaansch geweldDe hulde van een volk dat zonder u verlorenNog t dwangjuk torschen zou door vreemden haar beschorenUw trouwelooze voogd verrader van den StaatEn by den Portugees zints lang veracht gehaatLeicirc zijn geroofde macht in onze handen nederEn zien wy dezen dag een wettig meester wederZoo breng de Ridderschap steeds trouw aan Hendriks bloedU als regeerend Graaf den allereersten groetWy zweeren plechtig nooit die trouwheid te verzaken

Voor u en voor uw kroon als voor ons land te wakenAan uw en hun behoud ons leven met ons zwaardTe wijden Dierbre schim die om ons henen waartEn meecirc de vrijheid viert van dees geliefde strekenGetuig dees heilgen eed en help den meineed wrekenEn zie wanneer het graf ons kluistert in haar nachtOnze afkomst steeds getrouw aan uw doorlucht geslacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

151

ALFONSUSEn ik ik zweer met u aan t heil der PortugezenAan de eer van deze kroon steeds toegewijd te wezenHet recht te eerbiedigen en wie het mocht versmaacircnTe straffen met dit staal al moet ik zelf vergaanOf zoo ik ooit het spoor mijns vaders mocht vergetenZoo k me ooit de schennis van uw rechten kon vermetenZoo wreek haar uwe deugd en zij op de eigen stondDe band vernietigd hier gesloten door uw mondJa dierbaar is me een kroon uit uwe hand ontfangen

En dierbaar het bestuur van Portugals belangenMaar ach de schittering der Graaflijke oppermachtGeneest de wonden niet mijn boezem toegebrachtHelaas die hooge rang waarin ik werd geborenHeeft voor Alfonsus hart zints lang haar zoet verlorenEn zoo zy thans dit rijk van t vreemd geweld verlostGy weet het trouwe rei wat my die zege kost

(Tot Mathilda)

Eacuteeacuten heil nog is voor my de vrucht van t zegevierenUw schedel met den glans der diadeem te sierenGeliefde leedgenoote en heul by zoo veel leedEn o dat zy in t eind den nevel scheuren deedDie t voorhoofd overdekt van kommeren beladen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

152

MATHILDADe bron der tranen waar mijn oogen steeds in baaddenIs nog niet uitgeput Helaas nog blijft mijn hartBedrukt en ducht een ramp voor mijn verstand verwardDe dwingland leicirc zijn macht vrijwillig aan uw voetenWel nu zoo heeft hy thans een dubble wraak te boetenJa helden wijt mijn vrees de zwakheid van een vrouwAan d afstand dien hy deed blijft Trava nooit getrouwEn daar zijn vijanden zich reeds verwinnaars wanenSchaart licht een snoode stoet zich heimlijk om zijn vanen

ALFONSUSEn wien verdenkt uw zorg van zulk een laf verraadIn t vorstlijk Guimaraecircns dat met geheel den StaatDen dwingland met haar vloek zints lang heeft overladenZijn Spaansche gunstlingen Ziedaar wie hem aanbadenZiedaar de vijanden nog op dit uur geduchtOf dierbare is er vrees waar op het minst geruchtDrie honderd Edelen gehard in krijgsgevarenNiet minder groot in deugd zich om mijn lijf vergaren

MATHILDAJa voor mijn angstig oog is alles hier verdacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

153

En zoo ge u voor geweld genoeg beveiligd achtKende ooit uw eedle ziel de afschuwelijke padenDie t zwart verraad doorkruipt om zijn vergif te ontladenNog gistren was t de macht des wreeden dwingelandsWaarvoor ik sidderde Het is zijn onmacht thansO hemel die my kent en wat ik heb geleden

Uw gunst verleene een perk aan mijne angstvallighedenOf dreigt my in deze angst een nog verschrikbrer rampDan al de tegenheecircn waar k jaren reeds meecirc kampEn is dees dag van roem noodlottig voor mijn GadeZoo eindig met mijn dood des noodlots ongenadeTe siddren zonder eind voor t dreigen van den noodIs wreeder duizendmaal dan de allerwreedste dood

Derde tooneel

DE VORIGEN DON LORENZO DAGANIL

LORENZODe Graaf de Trava

ALFONSUSHy kan t zijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

154

(Tot Lorenzo)

Men doe hem naadren

(Lorenzo vertrekt)

MATHILDADe Trava Welk een schrik verspreidt zich door mijn aadrenOp t hooren van dien naam die me ijslijkheecircn voorspelt

ALFONSUSGy ziet my diep verbaasd k Had nooit my voorgesteldMijn moeders echtgenoot te aanschouwen in deze oorden

MATHILDAVertrouw zijn daden niet maar even min zijn woorden

Vierde tooneel

DE VORIGEN DE GRAAF DE TRAVA

DE TRAVAHet onstandvastig lot dat troonen sticht en slechtWiens grilligheden noch verdienste ontzien noch rechtHeeft op het onverwachtst my van den troon verstoten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

155

Waartoe me een huwlijk riep tot steun van t rijk geslotenk Zie thans in uwe hand den scepter dien ik droegk Betreur die grootheid niet Het is mijn hart genoegDat ik wat laster zich mijn vijanden vermetenNooit vorstenwaarde of plicht laaghartig heb vergetenIn d oorlog opgevoed in t doornig staatsbestierWachtte eindlijk kalmer tijd mijn matte grijsheid hierEn zoo tot nog mijn hand de teugels dezer StatenGeklemd heeft en haar macht van zelf niet heeft verlatenDe roepstem van de plicht weecircrhield haar Heeft mijn echtMy deelgenoot gemaakt aan t thans verschopte rechtDer Spaansche rijksprinses mijn gemalin uw moederZoo was ik steeds haar rijk- en eer- en troonbehoederEn riep zy nog dit uur als Portugals GravinHaar oude rechten en haar gaacircs bescherming inIk zou niet aarzlen die te omhelzen en te wrekenIk volg ook thans haar wil Haar fierheid is bezwekenVoor t openlijk geweld bevolen door haar zoonZoo woeste muiterij beslischt van dezen troonZoo acht ik my als haar ver boven hem verheven -Wy hebben beide ons recht aan t oproer opgegeven

ALFONSUSIs dit het doel Mijn Heer het geen u herwaarts bracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

156

Een volk te lasteren dat zich gewettigd achtZich van een vreemden dwang ontslagen te verklarenZoo deedt gy beter my dit onderhoud te sparen

DE TRAVA ter zijdeO trots dien k nog verdraag maar haast verplettren zal

(Tot Alfonsus)

Verschoon k vergat in u den Graaf van PortugalEen wichtiger belang geleidde hier mijn schredenEen moeder eischt van u na wat zy heeft geledenEacuteeacuten gunst eacuteeacuten recht nog op Als zoon als Vorst Mijn HeerVraagt zy van u t herstel van haar geschonden eerZy werd tot d afstand ja der heerschappij gedwongenEn steeg haar zetel af Men heeft nog niet bedongenDat wie hier gistren nog met vorstelijk ontzagVereerd werd die den Graaf gehuldigd op dees dagHet licht gaf ook den hoon dien zy ontfing zou smorenNog was zy s lands Gravin toen zy den smaad moest hoorenVan wie uw naam en last misbruikten Zy verwachtDat hier voor t minst uw hart gevoelig aan haar klachtOm haar- om uwentwil haar wraak niet zal versmadenWie strafloos onze kruin met hoon dorst overladenRandt uw ontzag weldra met de eigen stoutheid aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

157

ALFONSUSO hemel kan het zijn en heb ik wel verstaanOf was t een ijdle klank als in verwarde droomenBedrieglijk voor t gehoor - Wat deed u herwaarts komenVerklaar uw reednen spreek wat wil men

DE TRAVAEgas straf

Of hield dit meecirc de last dien hem zijn meester gafBy d afstand dien hy eischte uw moeder snood te hoonenZoo neen zoo moet geen gunst een onderdaan verschoonenWaar t de eer van uw gebied de eer van uw afkomst geldt

ALFONSUSHoe durft men van mijn hand de straf van zulk een heldVerwachten Ik den bloem der Portugeesche RidderenWiens onverwrikte moed het misdrijf steeds deed sidderenEn voor wiens grootsche ziel ik geen belooning kenOpoffren aan een haat waarvan ik t voorwerp benMijn hand waar eer in staat den snoodaart neecircr te vellenk Vergeef uw wanhoop slechts wat gy my voor dorst stellen

(Men hoort van binnen een gerucht van inkomenden)

Maar welk een woest gerucht drong door tot deze zaal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

158

Wat zie k O hemel t is mijn moeder

DE TRAVAk Zegepraal

Vijfde tooneel

DE VORIGEN DONA THERESIA gewapend gevolgd door Spaansche Edellieden

THERESIAGehate muiters beeft en kromt u aan mijn voetenGy zult nog in dit uur uw vloekbren aanslag boetenk Verklaar my hier op nieuw Gravin van Portugal

MATHILDAHeb deernis hemel en verhoed Alfonsus valVerschrikkend voorgevoel gy hebt te waar gesproken

THERESIADe smet is uitgewischt onze oneer is gewrokenGebannen van mijn erf door een ontmenschten zoonWreekt my een vreemde hand van dees ondraagbren hoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

159

(Tot Alfonsus)

Ga hoed de rechten thans die muiters u verleenenVoor t lot dat hen bedreigt Vijfhonderd SaraceenenOntblooten tot uw val het straffend oorlogszwaard

ALFONSUSEn waant ge Alfonsus ziel voor dreigingen vervaardEn waant men dat ik niet eer voor mijn recht zou snevenDan t aan het krijgsgeweld der Mooren op te gevenMaar s hemels gunst waakt nog voor dees verdrukten StaatEn stelt het doel te loor van t schreeuwendste verraadDees snoodbedreigde stad zal nog beschermers vindenDe vaak verneecircrde Moor die zich durft onderwindenDen wil des Lusitaans te dwingen met het staalSchenkt haast mijn Ridderen een dubblen zegepraalRoem vrij uwe overmacht Eacuteeacuten handvol van mijn heldenZal meer dan duizenden zal meer dan legers gelden

MATHILDAGaat wreedaarts die nu juicht by zoo veel gruweldaecircnGaat doet geheel het rijk in mijn Gemaal vergaanEn beeft Mijn wanhoop zal zijn neecircrlaag overlevenMaar zal zijn val ten zoen verraders u doen sneven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

160

DE TRAVAWat waagt men van verraad - Voor wetteloos geweldBezweek ons recht De hulp eens bondgenoots hersteltDe dochter van Castielje in t erfgoed van haar vaderEn ik als wettig Graaf als haar gemaal te gaderk Gebied het voor het laatst Men keere tot zijn plichtHet wraakzwaard is gereed zoo t oproer nog niet zwicht

ALFONSUSMen wil t ik aarsel niet Welaan Ten strijd getogenEn t recht der kroon door t bloed beslischt Het AlvermogenWaakt Ridders voor onze eer en voor het vaderland

THERESIAOntaarde ja ten strijd gevlogen k Voel me ontbrandIn nooit gevoelde drift om Vorsteneer te wrekenGeen kracht zal in den strijd aan dezen arm ontbrekenVeroordeeld door het lot stelt ge u vergeefsch te weecircrOp heden stort uw trots voor s hemels bliksem neecircr

(Zy vertrekt met haar echtgenoot en gevolg)

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

161

Zesde tooneel

DON ALFONSUS DONA MATHILDA DON EGAS Portugeesche Edellieden

ALFONSUSTen strijd dan zoo t moet zijn Kom spoeden wy mijn heldenEn rook het Moorsche bloed op dees roemruchte veldenDoor hun ontheiligd k Ga u voor waar t de eer gebiedtWelaan de pijn versmoord van t wreedste zielsverdrietDe hand vergeten met uw haters zaamgezworenMijn Portugal om my den boezem te doorborenk Ben de uwe de uwe alleen zoo lang hier de oorlog woedtEn aan uw vrijheid wijde ik meer nog dan mijn bloedKom gaan wy laat dees dag een schooner zege tuigenDan ooit den Saraceen den snooden kop deed buigenEn dan herneem uw prooi verteerend smartgevoel

(Tot Mathilda)

En gy mijn dierbre o weer de wanhoop t krijgsgewoelIs niet wat my bedreigt met de ijslijkste gevarenVertrouw de kampstrijd zal hem aan uw liefde sparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

162

MATHILDADe moed mag wondren doen maar de overmacht verplet

ALFONSUSHet vaderland in nood geliefde moet ontzetZy zal het door den moed van mijn rechtschapen RidderenEn k weet zoo min als zy voor de overmacht te sidderenVaar wel Gy ziet weldra my als verwinnaar weecircr

(Hy vertrekt met de zijnen)

MATHILDAO hemel stem mijn beecirc Helaas ik kan niet meer

(Zy zijgt in een armstoel neder)

Vijfde bedrijf

Eerste tooneel

DONA MATHILDA alleenHoe is mijn borst beklemd mijn geest ter neecircrgeslagenO angsten drukkender dan t onheil zelf te dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

163

O angsten groeiende met ieder oogenblikHelaas het minst gerucht vervult mijn hart van schrikDe stilte beeldt den dood voor mijn benevelde oogenMijn Egacirc is ten strijd (en welk een strijd) getogenEn ik ik deel met hem in al zijn aakligheecircnDe slagen van het zwaard weecircrgalmen door mijn leecircnEn ieder slag dreigt my zijn val Wat moet ik vrezenZal de uitslag van den strijd my hemel doodlijk wezen -En niemand nadert nog - Zal my voor t minst geen boocircDe pletterende maar mijns onheils brengen OZoo maakte een snelle dood aan mijne onzekerhedenEen eind - Waar vinde ik troost of waar wende ik mijn schredenAch mocht ik vliegen naar den strijd Ach mocht mijn oogGetuigen dat mijn angst mijn minnend hart bedroogWaar- waarom mocht mijn arm der waapnen last niet dragenk Zou waken voor zijn hoofd ik zou des vijands slagenAfweeren op mijn borst of sneven aan zijn zijIn dit paleis geboeid is t gruwlijkst wat ik lijMen nadert t is een boocirc van uit den strijd gezondenHoe klopt mijn hart voor t geen zijn mond my gaat verkonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

164

Tweede tooneel

DONA MATHILDA EEN SCHILDKNAAP

MATHILDAMijn echtgenoot

DE SCHILDKNAAPHy leeft Mevrouw Nooit blonk zijn moedMet schitterender glans Het Saraceensche bloedStroomt waar hy treedt langs t veld en mengt zich aan de golvenDes Aves die t besproeit De trouwe Ridders volgenDen weg hun door zijn zwaard gebaand ten zegepraal

MATHILDAKan t zijn en mag mijn hart dit strelende verhaalVertrouwen jongeling laat my uw mond nog meldenWat wonder medewerkt tot redding onzer heldenDat de overmacht des Moors hun niet te vrezen zij

DE SCHILDKNAAPJa s hemels gunst Mevrouw stond onze helden byDe Castiljaansche stoet had dit paleis verlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

165

De vloekkreet van het volk weecircrgalmde langs de stratenZy snellen langs een weg wier eenzaamheid hen hoedtDe pas ontscheepte macht der Mooren te gemoetDe Graaf was middlerwijl tot aan het oord genaderdWaar zich de menigte der Ridders had vergaderdVerwittigd van t gevaar door d algemeenen schrikDrie honderd krijgeren zijn in een oogenblikRondom den Vorst vergaacircrd gereed het al te wagent Vertrouwen dat hun deugd de zege weg zal dragenLeeft in zijn glinstrend oog en geeft een nieuwen moedAan t volk dat hem alom met dankbre zegens groetDus waren wy de stad ter poort toe doorgetrokken

In stille statigheid en stapten onverschrokkenDen vijand in t gemoet wiens ijdele overmachtMet brandend ongeduld het uur van strijden wachtMen schaart zich onverwijld Van uit het heir der MoorenDoet zich aan alle kant het dreigend ALLAH hoorenEn davert door de lucht met steeds vernieuwd geweldWy naadren kalm en stil tot midden op het veldUw Egacirc aan ons hoofd het oog ten hemel heffendZijn boezem lucht geeft in dees woorden grootsch en treffendlsquoO hemel die het lot der menschlijkheid bestiertHet zij mijn degen in den kampstrijd zegeviertHet zij me een eerlijk graf op t slagveld is beschoren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

166

Getuig gy welk een drift my heden aan kon sporenDen slag te weeren dien een moeder my bereidtk Strijd voor mijn vaders eer voor de onafhanklijkheidVan t rijk bevrijd door hem door zijn gebied beveiligdIk heb aan hunne zaak mijn leven toegeheiligdEn k zal voor hunne zaak verwinnen of vergaanrsquoWy heffen op dees taal een kreet ten antwoord aanReeds woedt des veldheers zwaard op s vijands dichtste drommenWy volgen hem de vlam des oorlogs is ontglomment Gekletter van het staal der krijgren woest geruchtHet nederploffen der gewonden vult de luchtWie maalt de stroomen bloed die bruischen langs de veldenWie meldt de menigte der reeds gevallen heldenDe aanvallers dringen aan met leeuwenkracht De MoorBiedt hun wanhopig weecircr en staat hun woede doorMaar wat verduurt de kracht van Don Alfonsus degenWaar hy dien bliksem zwaait staat hem geen vijand tegenEn mooglijk had de Moor voor zijnen arm beduchtZich reeds beveiligd door een overhaaste vluchtMaar Trava en zijn Gacirc die woedend op ons vielenEn steeds vooruit zijn in het heetst des strijds bezielenHun bondgenooten met den haat die in hun brandtDoch wat die woeste moed vermag hun tegenstand(Geen twijfel) zal weldra voor eedler moed bezwijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

167

Toen ik het slagveld liet zag k reeds allengs hen wijkenVerwacht elk oogenblik de tijding van hun valMevrouw ik spoed naar t oord dat dien getuigen zal

Derde tooneel

DONA MATHILDA daarna DONA LEONORA

MATHILDAO onverwachte troost gy schenkt my t leven wederVoltooi dien zegepraal o hemel en vernederDen haat die aan den rang van mijn Gemaal gehechtDe wreedste foltring schiep uit een zoo zaalgen echt

(Tot Leonora die binnen treedt)

Wat brengt mijn Leonoor wat heeft uw oog vernomenIs reeds mijn echtgenoot t gevreesd gevaar ontkomenHeeft de overwinning zich voor de onzen reeds verklaard

LEONORAVan op den torentrans heeft lang mijn oog gestaardOp t slagveld dat eerlang ons noodlot moet bepalenk Zag t zwaardgeflikker in den gloed der zonnestralenMijn oog vernam den krijg- en woede- en wanhoopkreet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

168

Der strijdren die geen blijk my onderkennen deedIn t wisselend gewoel der wapenen verzwolgenZoo mocht mijn oog alleen den stand der legers volgenIk staar dien bevend na mijn hart richt naar den loopDer golvende banier zijn angsten en zijn hoopLang stond de kans des krijgs de Castiljaansche vanenZag k beurtlings deinzen voor t geweld der LusitanenEn beurtelings den grond herwinnen als in t endOp eens een voorval me op dit uur nog onbekendHet stijgend krijgsrumoer een tijd lang deed bedarenAan beide kanten zag k het heir zich vreedzaam scharenDe klank van t moordmetaal zweeg eacuteeacutensklaps in de lucht -Eeacuten schrikkelijke kreet vernieuwt het woest geruchtDe woede van de wraak schijnt thans den strijd te mengenHet zwaard met heeter dorst des vijands bloed te plengenMaar toen ik tot u spoedde en van den toren weekScheen t my de Saraceen die reddeloos bezweek

MATHILDAWat heeft mijn bange ziel van uw verhaal te wachtenEen enkel oogenblik mocht slechts mijn smart verzachtenEen enkel oogenblik stort me in nog wreeder angst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

169

LEONORAHet uitstel tergt Mevrouw uw tedere verlangstWat vreest gy als de Moor voor de onzen is geweken

MATHILDAAch t is mijn Gade licht dien thans zijn Ridders wreken

LEONORALorenzo nadert ons Verban uw vrees Mevrouwk Voorspel uit zijne komst het einde van uw rouw

Vierde tooneel

DE VORIGEN LORENZO

LORENZOMevrouw de zege is ons de Saraceenen vluchtenGeen overweldiging staat langer ons te duchtenUw Egacirc heeft den kop des dwingelands verpletOns Portugal is vrij en Guimaraecircns gered

MATHILDAAlfonsus triomfeert O vreugde zonder gade

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

170

O zielverrukkend blijk der hemelsche genadeSpreek bode van mijn heil hoe is dit toegegaanDoe my een trouw verhaal des zegepraals verstaan

LORENZOt Is u bewust Mevrouw hoe de aanval onzer RidderenBy d allereersten schok den Saraceen deed sidderenEn hoe hy daadlijk reeds verbaasd van zoo veel moedMet onuitwischbre schand zijn stoutheid had geboetZoo Travaas woede niet zijn arm met zijn vertrouwenGesterkt had en zijn voet op t veld van eer weecircrhouecircnMaar toen Alfonsus zwaard zijn krijgren wijd en zijdTer neecircr velde en vervolgde en de uitslag van den strijdNaby scheen met de vlucht van Travaas bondgenootenToen heeft de wanhoop hem eacuteeacuten middel nog ontslotenDe laatste poging van zijn moed en krijgsbeleidZijn krijgren in t gevecht te ver uit een verspreidVergaacircrt hy in eacuteeacuten wenk tot dichtgesloten drommenEn stelt zich aan het hoofd dier machtige kolommenEn rukt op de onzen aan met onverdeelde krachtWy staan een oogenblik voor Travaas overmachtVerbaasd - Op s Vorsten spoor in nieuwe woede ontstokenHeeft onze vuist weldra dit oogenblik gewrokenNu was der strijdren bloed van weecircrzij felst ontgloeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

171

Nu was de strijd ten top van hevigheid gegroeidAls op het onverwachtst waar hy het schrikbaarst blaakteEen treffender tooneel de krijgsrumoeren staakteEn aller oogen op eacuteeacuten punt gevestigd hieldDon Egas in t gevecht nog met het vuur bezieldDer jeugd en in t gewoel der dringendste gevarenGereed om met zijn bloed zijn kweekling te bewarenHad Travaas wakend oog getroffen De oude haatWaarmeecirc zijn snoode ziel de reinste deugd belaadtJuicht dat zy in het eind Don Egas mag ontmoetenHy vliegt om in zijn bloed haar heete dorst te boetenEn roept eer dat de held dien aanval nog vermoedtHem woedend toe lsquoVersmoor oproerige in uw bloedEn klaag uw Hendrik t lot aan wie hem eert beschorenrsquoDe stem des dwingelands drong in Alfonsus oorenReeds is hy toegesneld reeds is de slag geweerdEn t zwaard dat Egas dreigde op uw Gemaal gekeerdZijn hart ontbrandt in drift lsquoUw straf hoort my verraderrsquoDus galmt hy vurig uit lsquoGy schimmen van mijn VaderTe lang ontheiligd door zijn overmoed Zijn valVerzoen dit uur uwe asch en de eer van PortugalrsquoHy spreekt en heeft met een den tweestrijd aangevangenVan wiens beslissching t lot der legers af zal hangenLang weifelt de oorlogskans lang vindt des wrekers hand

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

172

In s vijands grijs beleid hardnekkig tegenstandNu waagt hy t uiterste om t uiterste te trachtenEn tilt het zwaard om hoog en zamelt al zijn krachtenEn klieft den koopren helm en met hem s dwinglands kopDe galm des zegekreets heft zich ten hemel opDe kreet der woede van den vijand galmt hem tegenDe wanhoop van den Moor is nu ten top gestegenHy wil in blinden moed zich wreken en vergaanDe trouwlooze Afgezant voert zelf hen op ons aant Is vruchtloos s vorsten staal heeft ras zijn borst doorstotenEn alles is gedaan Zijn woeste krijgsgenotenVerliezen met zijn dood hun redeloozen moedEn vlieden over t veld bedekt met stroomen bloedUw Egaacircs moeder zelf zoekt vruchtloos door te brekenOm d echtgenoot wiens lot zy pas vernam te wrekenDe stroom der vluchtenden vervoert haar met geweldDe Ridders middlerwijl vergaderd op het veld

Biecircn hulde aan uw Gemaal voor zoo veel deugdbetooningDe lucht herhaalt op eens hun kreten LEEF DE KONINGHet is die naam voortaan waaronder PortugalZijn redder en t geslacht zijns redders eeren zalDe stad weecircrgalmt dien naam van blijdschap uitgelatent Snelt alles zamen door haar vrijgevochten stratenOm d aangebeden Vorst den eersten groet te biecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

173

Gy zult weldra Mevrouw hem in deze oorden zienElke oogwenk tevens tergt zijn ongeduld

(Men hoort het gejuich der menigte van verre)

Hy nadertDe kreet van t juichend volk rondom zijn schreecircn vergaderdVerkondigt ons den Vorst

Vijfde tooneel

DE VORIGEN DON ALFONSUS DON EGAS Gevolg van Portugeesche Edellieden

MATHILDAWees welkom aan mijn hartVerwinnaar van t geweld en temmer van mijn smartDes hemels eecirclste gunst heeft u der min behouecircn

ALFONSUSO zaligende stond die me u weecircr deed aanschouwenDie de aakligheecircn verdrijft der zorg die u verteertGy ziet me in zegepraal als Koning weecircrgekeerdMaar weet hoe min die glans my kan gelukkig makenHet is slechts aan uw zij dat ik nog heil kan smaken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

174

MATHILDAWat somberheid trekt uw gelauwerd voorhoofd zaamUw moeder (ach mijn mond noemt bevende dien naam) -Is Travaas gade u nog de bron der bangste zorgen

ALFONSUSWat heeft mijn hart voor u mijn zielsvriendin verborgenk Ontveins niets voor het oog der liefde Ja dees stondBestemt het lot van heel mijn leven door den mondDier moeder zoo geducht - Na dat zy met haar bendenIn t eind genoodzaakt werd zich tot de vlucht te wendenHeeft ze in haar nederlaag met d eigen moed bezieldZich in een burcht verschanst vervallen half vernieldOm met haar zwakken stoet verslagen oorlogsliedenVan alle hoop ontbloot nog wederstand te biedenIk deed haar onverwijld den vrijen aftocht biecircn -En wacht elk oogenblik den zendling hier te zienDaar is hy zelf Wat lot zal my zijn komst verkonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

175

Zesde tooneel

DE VORIGEN DE SCHILDKNAAP

ALFONSUSWelnu

DE SCHILDKNAAPZie daar Mijn Vorst het antwoord u gezonden

(Alfonsus leest den brief hem overgegeven met zichtbare ontroering)

MATHILDAHoe is zijn oog ontroerd

EGASHoe is mijn ziel begaan

ALFONSUSGerechte hemel t Is met alle hoop gedaanVerneemt verneemt met my het vonnis van een moederDen laatsten slag van t lot steeds op mijn hoofd verwoederlsquoDe roover van mijn kroon de moorder van mijn GacircTot overmaat van smaad biedt my nog lijfsgenacirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

176

k Verfoei den hoon dier gunst en ga een rijk verlatenDat ik van dezen stond zoo fel als u zal hatenMaar baan my zelf een weg zoo t zijn moet met mijn bloedMijn vloek ziedaar uw straf ziedaar mijn afscheidsgroetrsquoVerpletterende wraak werd daartoe dan mijn levenGespaard O had me uw hand op t slagveld eer doen snevenMijn moeder en uw haat getriomfeerd op t lijkVan uw rampzaalgen zoon

MATHILDAAch dat die wanhoop wijk

Geliefde voor de smart die my ter dood zal voerenHoe kan mijn tederheid uw boezem niet ontroerenIs zy die tot uw val geen gruwel heeft gespaardU meer dan t leven van eene echtgenoote waard

EGASMijn Koning uwe hand heeft voor de zaak gestredenDes hemels en uw deugd een moeders vloek verbedenGeniet den roem der zege en schuldeloos vergeetWat zich haar razernij nog tegen u vermeet

ALFONSUSNeen aangebeden vrouw neen edelste aller vrinden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

177

De wond van deze borst zal nooit verzachting vindenHet lot wiens toorn ik lij vereeuwigt zich dees dagGa stervling leer van my wat al de glans vermagVan rang en grootheid Op de koningstroon gezetenIs s overwinnaars borst van rouw van een geretenEn rein van hart en hand draagt hy des booswichts strafO hemel k onderwerp me aan wat uw gramschap gafIk weet het ook de deugd kan hier rampzalig wezenUw liefde spaart voor haar een heil meer uitgelezenMaar ach verhoor de beecirc die hier mijn boezem stortIndien een moeders vloek door u gehandhaafd wordtBehoed na zoo veel smart mijn aangebeden GadeBehoed mijn Portugal bevrijd door Uw genadek Stond jaren droefheid door met beiden lotgemeenMaar treff dees laatste slag Alfonsus hoofd alleen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

178

Bij het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 15 Julij 1818

Voorzang

1

God vol deernis vol genadeVan wien alle zegen daalt

Sla uw teecircre kinders gadeWaar hun zwakke poging faalt

In uwe albezielende oogenLigt de luister van dees dag

Dale een wenk dan uit den hoogenDie ons kracht verleenen mag

2

Wat is al hetgeen wy dervenRijkdom wereldgrootheid Heer

Wat uw liefde ons deed verwervenIs ons eindloos eindloos meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

179

Eedle mensch- en kindervrindenDie een hopelooze jeugd

t Aardsch geluk doen wedervindenIn beschaafdheid en in deugd

3

God vol deernis vol genadeo Bekroon hun grootsche zucht

Sla uw teecircre kinders gadeBy het oogsten van de vrucht

Zij hun weldaad niet verlorenMaar laat onze dankbre mond

Hier geen woord geen klank doen hoorenDie niet hunnen roem verkond

Tusschenzang

1

t Beeld van God kwam niet in t levenTot een onverpoosd genot

Maar t verstand werd hem gegevenOm met kracht en werk te strevenNaar het schitterende lotHem bereid beloofd door God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

180

2

Zalig die zijn gaaf waardeerenNiet in aardsche lust verdwaald

Die verstand en harte leerenGod en deugd vereacuteeacutenigd te eerenUit wie t zielsgenoegen daaltWaar geen ander heil by haalt

3

Zalig die zijn kostbre gavenKweken in het hart der Jeugd

God zelf zal hun poging stavenHy zal waken voor die bravenVoor de poging van een deugdWaar Hy zelf zich in verheugt

Slotzang

1

Tot aanbidding van Gods naamVoegt zich aarde en hemel zaam

Laat ons zwakke stervelingenMeecirc zijn macht zijn weldaacircn zingenVoert dien nederigen toonEnglen voor Gods hemeltroon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

181

2

Dat wy leven is van HemHem behooren hart en stem

Dat dan onze dankbre klankenEerst Hem om het leven dankenHem die waar zijn oogwenk daaltLeven en genieting straalt

3

Maar verwijderd van zijn hofWat vermogen we op dit stof -

Hy zal onze zwakheid stavenHy verzorgt den weg des bravenEn geheel de wereld zwichtWaar de mensch zijn oogen richt

4

Eindloos loven we U o GodLiefdrijk meester van ons lot

Gy alleen gy kunt verheffenGy alleen met rampen treffenGy gy zelf waakt om het hoofdVan die in Uw naam gelooft

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

182

Op den marteldood van Raphael Gomez Salsedo

Voor de eer van d eacuteeacutenen God in t foltrend vuur te stervenWas nooit een offer voor het Joodsche hart te groot

t Is leven Zijn genacirc door martling te verwervenTe leven buiten Hem is eerst de ware dood

Salsedo ook uw moed trotseert de moordaltarenEn staat voor t heil der ziel het nietig lichaam af

Zoo moest geloof uw dood die dood uw glorie barenDe vlam ontrukt uw lijf maar ook uw naam aan t graf

Laat dan de Dwinglandij nog op uw assche woedenGy hebt den boei geslaakt die u van God weecircrhield

En teekent ons den weg om hemelwaart te spoedenMet de eigen outervlam die t lichaam heeft vernield

Naar het Spaansch

Sept 1818

Op het feest der verbroedering aan Leydens Hoogeschool 21November 1818

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

183

De levendige vlam die t jeugdig hart bezieltIs onder t heilig dak van Pallas tempelkorenGeen onbetembaar vuur dat rust en lust vernielt

Om tot gevloekte vete en woesten nijd te sporenWien hier de boezem overvloeitWien hier het bloed in de aadren gloeitVan rusteloos verlangen

Die heeft in dien onbluschbren gloedEen uit den hemel spruitend goedGeen geest van twist ontvangen

Gy weet het Broeders wat het zegtDat wat in dit gebied de fiere borst kan treffenDe zucht voor Waarheid is voor Schoonheid Deugd en Recht

De zucht om t edel hart ten hemel te verheffenDe zucht voor Roem voor Edelmoedigheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

184

Minerve ja is ook ten strijd bereidZy voert niet vruchteloos den krijgshelm op haar schedelZy drilt niet vruchteloos de goddelijke lansMaar de oorlogsvlam die in haar blaakt is edelEn waagt zy zich aan de oorlogskans

Zoo zij t voor de eer van haar ontzachtbren TempelZoo zij t voor Vaderland en Vorst

En siddre dan wie haar miskennen dorstMaar zij de Broedertwist gebannen van haar drempel

Hier in dit koor strekk zich de hand niet uitDan om des Broeders hand te drukkenDe band die Leydens Jeugd omsluit

Vermoog het algeweld des tijds niet los te rukken

Grijze Rhijn zoo lang uw golven door dees wallen strandwaarts gaanZal by Pallas kwekelingen de open borst eenstemmig slaanKweke uw adem frissche Zefirs Pallas heiligen olijfEn ontziet hem woeste stormen dat hy immer bloeien blijvOnder schaduw van zijn takken klink het Iouml van haar JeugdEn de vrucht die hy zal rijpen zal beroemdheid zijn en deugdLeydens vest in vroeger dagen door standvaste trouwheid grootBloeie steeds in Pallas zoonen die zy koestert in haar schootIouml leve deze vriendschap in de schoonste zucht gegrond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

185

Schooner schittrender dan immer rijze ze uit het schoonst VerbondWie in helsche broedertwisten immer lust of grootheid zoekDien bant Pallas uit haar reijen dien belaadt zy met haar vloekMaar die tot haar dienst vergaren voor de stem der Tweedracht doofVoor dier schedel buigt de lauwer zijn voor eeuwig groenend loofHeft den feestbokaal ten hoogen en met hem t oprechte hartOm den blijden dag te zeegnen temmer van Minerves smartKwekelingen van de Godheid stemt uw harte met het mijnGloeie u t hart steeds van de vriendschap als dees beker van haar wijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

186

Bij het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 19 Mei 1819

Voorzang

1

Dag van vreugd dien we aan de kimmenVol verlangen zagen klimmenMet een opgeruimd gemoedBrengen we u den welkomstgroet

Bode van Gods rijksten zegenGalme u t dankbaar loflied tegenDat het kinderharte slaaktAan den God die voor hun waakt

2

Morgenzon wier gouden stralenOnze zangen blij onthalenOp uw goddelijk gezichtWordt dees donkere aardbol licht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

187

Zoo ontleent al t heil der aardeVan dien God geheel zijn waardeWien ons hart zijn loflied slaaktVan den God die voor ons waakt

3

Hem wiens weldaacircn ons omringenHem te danken Hem te zingenIs een zaligheid op aardMeer dan al haar schatten waard

Wat wat zou ons staan te vrezenWelk een lot beklaaglijk wezenAls ons hart zijn loflied slaaktAan den God die voor ons waakt

4

Goedertieren AlvermogenZoo ons zwak maar hartlijk pogenAan uw vaderhart behaagtZiet dees dag ons onvertsaagd

Ja wy treecircn vrijmoedig naderIn uw Uw naam Almachtig VaderDaar ons hart zijn loflied slaaktAan den God die voor ons waakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

188

Tusschenzang

1

Voor ons waken VaderoogenUit den HoogenGod

God had deernis met ons lott Zijn Zijn weldaacircn die ons voedenDie ons hoeden

Hy is t die voor onzen noodEedle harten openslootO laat onze zwakke klankenHem bedanken

Tot den jongsten levensaacircmEn die brave stervelingenMeecirc bezingen

Die ons redden in Zijn naam

2

Dat de beecirc die wy verheffenU moog treffenGod

God Beschermer van ons lotOverlaad o Heer die bravenMet uw gaven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

189

Die onze onmacht onze jeugdLeiden tot geluk en deugdImmer zullen onze klankenU bedanken

Tot den jongsten levensaacircmEn die brave stervelingenMeecirc bezingen

Die ons redden in Uw naam

Slotzang

1

Aan God zij de glorieGeluk en ViktorieOntspruiten van HemVerhef u naar bovenOm Zijn naam te lovenKlink luid o mijn stem

2

Hoor Hemel Hoor AardeDe kracht die u baardeIs de Almacht van GodZijn wenken bezielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

190

Zijn wenken vernielenZijn woord is ons lot

3

Slechts Hy kan verheffenWat rampen u treffenDe hoop blijve op HemZijn troostende zegenStraalt droeven u tegenEn daalt op uw stem

4

Aan God zij de glorieGeluk en ViktorieOntspruiten uit HemVerhef u naar bovenOm zijn naam te lovenKlink luid o mijn stem

5

Neen staakt uwe zangenDe Heemlen vervangenDen lof van hun VorstLaat de EngelenkorenHun hymnen doen hooren -God leest in uw borst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

191

6

Zijn naam zij gezegendWat lot ons bejegentt Zij voorspoed of smartDen Vader hierbovenIs t wellust te loven -Aanbid o mijn hart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

192

Prometheus Dramatisch dichtstuk naar Eschylus

Nec fulminantis magna Jovis manus

Personaadjen

IOumlPROMETHEUSMERCURIUSVULCAANREI VAN ZEENIMFENDE WRAAKGODIN

OCEAAN

Eerste tooneel

DE WRAAKGODIN VULCAAN PROMETHEUS

DE WRAAKGODINZie daar dan t oord bestemd Prometheus straf te tuigenHier leer de oproerige voor hooger machten buigenVulcaan ge ontfingt den last van d oppersten der goocircnUw vader t Is uw plicht hier Themis stouten zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

193

Te kluistren aan de rots met diamanten boeienOm in deze eenzaamheid zijn misdrijf te verfoeienHy waagde t aan den mensch een godenheilgenotTe schenken zoek hy thans verlichting van zijn lotIn menschendankbaarheid De elendeling verzaakteAan godenplicht en rang u zelf die t vuur bewaakteDer heemlen schat en roem ten onvergeetbren hoonOntfang hy van uw hand het lang verdiende loon

VULCAANGodesse k ken den last my door Jupyn gegevenVermetel waar t en dwaas dien wil te wederstrevenGy hebt uw plicht volbracht laat laat de zorg aan myDen mijnen te voldoen Het treuren staat my vrijWanneer k veroordeeld ben eens dierbren broeders handenDe handen van een god te knellen in dees bandenO al te fiere zoon van Themis de eigen smartDie uwen boezem knaagt vervult ook my het hartOp dit noodlottig uur Helaas ik ben gezondenOm u in naam der goocircn uw vonnis te verkondenGy zijt verbannen tot dees aaklige woestijnDit rotsgebergte moet voortaan uw woonplaats zijnWaar zelfs de nagalm niet van menschentaal mag naadrenHier moet u ieder dag een gloeiend vuur in de aadren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

194

Ontsteken hier de nacht waarnaar gy dor geroostZult smachten t matte lijf voor lafenis en troostDoen siddren van zijn kou en schadelijke dampenVerwissling telken reis van steeds vergrootte rampenWaar aan k geen eind voorzie Wie waagt of wie vermagUw redding uit een boei bestemd reeds sints den dagDat gy voor t menschlijk heil der goden gunst verzaakteWaar was uw wijsheid toen ge u hem ten vijand maakteWiens hand nog ongewoon aan t klemmen van den stafGevoelig tuchtigt en geen deernis kent by straf

DE WRAAKGODINWat mart gy Is t geen tijd den snoodaart te kastijdenZoo haatlijk aan de goocircn Waartoe dat medelijdenMet hem die u u zelv zoo fel beleedigd heeft

VULCAANBeleedigd t Zij zoo maar hoe naauw het harte kleeftAan maagschap weet gy niet

DE WRAAKGODINEn t vonnis van uw vader

Is niet zijn hooge wil Vulcaan u eindloos nader

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

195

VULCAANUw woorden zijn altoos van bitterheid vervuld

DE WRAAKGODINBezielt u nog de hoop dat gy hem redden zultZoo niet wat baat het u den tijd in nutloos treurenTe slijten

VULCAANDat ik me aan dit schrikoord mocht ontscheuren

Helaas moest mijne hand Jupyn ten dienste staan

DE WRAAKGODINWat zwakheid hebt gy ooit iets tot zijn val gedaan

VULCAANO had my Jupiter van dezen last ontslagen

DE WRAAKGODINNeen machtig zijn de goocircn maar steeds hun welbehagenTe volgen staat aan hun zoo min als t menschdom vrijHet is die godheid slechts die de opperheerschappijDer heemlen voert wier wil zich waarlijk vrij kan achten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

196

VULCAANHoe ondervinde ik dit

DE WRAAKGODINWelaan besteed uw krachten

Aan t u vertrouwde werk zoo gy in de ongenacircDes heiligschenners niet verkiest te deelen SlaDe diamanten boei hem om de forsche ledenEn knel hem aan de rots Maar kost gy schakels smedenVan keetnen waar zijn list niet uit te breken weet

VULCAANk Volbreng mijn last met smart maar wat ik hier ook deedDeed k naauwgezet en trouw dees ketens mogen t tuigen

DE WRAAKGODINHier leer dan de onverlaat voor s hemels vorst te buigenWegkrimpende in de pijn wijt hy zich zelv het al

VULCAANO Themis eedle zoon wie ooit my haten zalGy gy alleen hebt recht Hoe deele ik in uw lijden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

197

DE WRAAKGODINHoe met d oproerling die ons allen dorst bestrijdenTe treuren schaamt ge u niet Gy stort u zelv in t leedVerblinde

VULCAANNeen zijn lot zoo hartverscheurend wreed

Ontzeg k mijn deernis niet schoon k even veel mocht wagen

DE WRAAKGODINEen muiter in zijn straf Geeft u dit stof van klagenKlem eer des booswichts voet wat naauwer in zijn ringDat hy zich niet op eens uit onze handen wringEn wy onze achtloosheid niet boeten met de woedeVan Jupiter wien niets Prometheus straf vergoedde

VULCAANZwijg wreede zwijg in t eind Uw vreesselijk gelaatVerraadt genoeg dat hart niet slaande dan voor haat

DE WRAAKGODINLust het u laf te zijn ik gun u dit genoegenk Verkies niet by zijn straf die van my zelf te voegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

198

VULCAANNeen langer wedersta k dit aaklig schouwspel niet

(Hy vertrekt)

DE WRAAKGODIN tot PrometheusWaar is uw trotschheid thans vermetele Gy zietWat heerlijk lot hem wacht die t hemelrijk ontwijdenEn voor des aardrijks heil Jupyn zelf durft bestrijdenHoog klonk in vroeger tijd de roem van uw verstandAan kloeken raad was zelfs de klank uws naams verwantEn kost ge niet voorzien dat dit uw lot zou wezenOf had uw stout ontwerp geen tegenstand te vrezenGy hebt uw faam verbeurd zoo gy geen middel weetDe boei te ontkomen die ge u zelven hebt gesmeed

Tweede tooneel

PROMETHEUS alleenAlziende godheid die mijn geest ontwaart in t ruischenDer winden in t geklots der golven in het bruischenOntzachlijke Oceaan van uw onmeetbren vloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

199

O aardgodes wier schoot steeds voortbrengt laaft en voedtGy Zon wier hemelsch oog zijn glans leent aan de dagenGetuigt het wat een god van goden moet verdragenGy kent mijn onschuld kent mijn schrikbaar noodlot meecircJa duizenden van eeuwen zullenHaar onafzienbren kring vervullen

Eer ik den hemelgrond mijn oorsprong weecircr betreecircEn by die boeien die geweld en onrecht smeeddenMoet goden de genade uws Konings aangebeden -Mijn foltring groeit met ieder oogenblik

De toekomst opent zich en spelt nog wreeder plagenGroeit folteringen groeit k Verwachtte u zonder schrikEn k zal u de eeuwen door steeds onvernederd dragenWant zoo k u thans gevoel reeds lang waart gy voorzienToen t teecircrst gevoel my drong om t menschdom hulp te biecircnEn immer was mijn moed als t noodlot ons beschorenNiet om te zetten Neen k doe hier geen klachten hoorenGeen weekheid past een god en t allerminst aan myMaar t is me een wellust in de doodsmart die ik lijMy zelf te erinneren aan wat ik heb misdrevenRampzalig menschdom ach een leven zonder levenOntfingt gy van de goocircn Mijn hand heeft u bezieldToen zy het hemelvuur dat u hun trots onthieldU meecircdeelde en uwe aard den hemel deed gelijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

200

Geen vloek van t algeweld deed me in dit uur bezwijkenIk boet die zege thans en gruwzaam maar mijn hartZiet juichend op u neecircr en zegent zelfs zijn smart

Derde tooneel

PROMETHEUS DE REI DER ZEENIMFEN vertoont zich in een wagen boven de rots

PROMETHEUSMaar wat gerucht dringt tot mijn oorenWat nieuwe plaag is my beschoren -

Of nadert iemand my Wie zijt ge mensch of godDie t schouwspel tuigen wilt van mijn verschriklijk lotDe vijand van den Vorst der goden van hun allenDie zelfverloochenend hem voor de voeten vallenStaat voor u boetende voor wat hy t menschdom gaf -Wie nadert Rondom heen voel ik den luchtstroom trillenEn wieken klepperen Ach wat kan t my verschillenIk wacht alleen verzwaring van mijn straf

DE REIVrees niets wy brengen u geen plagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

201

Maar troost indien t kan zijn De hemelen gewagenMet aarde en zee en hel Prometheus van t geweldDat u aan deze rots zoo wreed heeft vastgekneld -Door zulk een rampspoed diep bewogen

Heb k voor de schaamte doof die t maagdlijk hart bestiertDoof voor mijns vaders raad mijn deernis bot gevierdEn ben der waatren rijk ontvlogenOm u mijn zwakken troost te biecircn

PROMETHEUSO dat ge in zulk een staat een hemeling moet zienGy teedre nimfenstoet gesproten

Uit hem die heel deze aard houdt in zijn arm geslotenKroost van den grijzen OceaanO kunt gy kunt gy t nog bestaan

Den droeven balling te genakenDen droeven balling en de rots

Waarop hy by den klank van t brommend zeegeklotsGedoemd is eeuwen door te waken

DE REIPrometheus ach mijn ziel ontzet

Zou ons geen traan het oog ontvloeienDat u in deze onbreekbre boeien

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

202

Geprangd moet zien - Een nieuwe wetRegeert d Olympus en de godenVol schrik voor Jupiters geboden

Vernietigen met hem wat eacuteeacutenmaal heilig was

PROMETHEUSBeneden s aardrijks schoot benedenDes Tarters giftige moeras

Waar nog de keten die mijn ledenOmstrengelt machtloos op mijn ziel

Zoo iets mijn zuchten op kan wekkenZoo is het dat ik hun ten schouwspel moet verstrekkenDie uit den hemelhof waar van ik nederviel

Ter neecircr zien op een leed niet aan hun smaad te onttrekken

DE REIWie wie der goden zou in t hartGeen deernis voeden met uw smart

Wie in de ontembre gramschap deelenVan Jupiter die daar hy t Al regeert

Een heemling straffeloos verneecircrtEn straffeloos zijn ziel met wraak vermag te streelen

Waaraan k geen ander einde wachtDan t einde van zijn oppermacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

203

PROMETHEUSEn echter zal dees rots nog eens het uur getuigenDat Jupiter den trotschen kop zal buigen

Op dat des doemlings veege mondDe duistre Godspraak die zijn kroon bedreigt verkondWanneer k noch voor de list van honigzoete klanken

Noch voor het woedendste geweldIn t heiligste besluit zal wankenVoor dat k in d ouden rang hersteld

Van hem voldoening zal erlangenVan wien mijn godenhand dees kluisters heeft ontfangen

DE REIUw stoutheid baart me een killen schrik

Hoe schier verzonken in steeds aangegroeide rampenBestaat gy t met den dondraar nog te kampenUw roekelooze taal uw onverzette blik

Vernielt de hoop die ik nog voeddeNeen Jupiters verschrikbre woedeZwicht voor geen woesten wanhoopkreet

Uw stalen moed verdubbelt slechts het leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

204

PROMETHEUSJa machtig en niet om te zettenSchijnt hy voor wiens onzaalge wettenDe Olympus thans de kruin verneecircrt

En echter kan de dag ontluikenDie zijn ontzachbren toorn zal fnuikenEn onzen haat in eendracht keert

DE REIIndien de erinnering aan d oorsprong uwer kwalenNiet machtig was de wond nog dieper op te halenDie u de borst verscheurt zoo wenschten we uit uw mondTe hooren uit wat bron zoo fel een straf ontstond

PROMETHEUSVerscheurend is t verhaal verscheurender t versmoorenDer ramp waar k onder zwoeg wier oorzaak gy zult hoorenAch aan mijn rang ontscheurd wat had ik sints dien valTe wachten rondom heen dan plagen zonder tal -De twist is u bekend die t godendom beroerdeVoor dat nog Jupiter den hemelscepter voerdeEen deel wou Cronus hoofd ontblooten van de kroonEn schenken de oppermacht aan zijn ondankbren zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

205

Een ander koos de zij der aangerande grijsheidHet zijn zijn broeders t kroost van Uranus dat wijsheidNoch krijgsbeleid ontziet op enkel krachten stoutIk toonde hun vergeefsch den weg aan van behoudk Voorzei dat krijgsgeweld voor krijgslist hier zou wijkenHun trots verwierp mijn raad de vijand moest bezwijkenVoor wapens moed alleen de hemelsche oppermachtBeslisschen en het recht afhangen van de krachtDoch ik ik had te vaak van Themis zelf vernomenDat niemand in t bezit van Cronus rijk zou komenDan die t veroovren mocht door bloed niet maar door listHet was mijn plicht den wil van t noodlot dien ik wistTe volgen t was mijn plicht die trotschaarts te verlatenEn k bracht den wijzen raad die nimmer hun kon baten(Mijn moeder stemde t meecirc) aan Cronus trotscher zoonEn zoo de Titans nu in d afgrond van de doocircnHun weecircrstand boeten met onafgebroken plagenZoo Jupiter de kroon des hemels weg mocht dragenEn d ijzren scepter klemt der wreedste dwinglandijMijn vijand triumfeert door my Hy dankt het myDat hy my foltren kan Ja k moest het ondervindenDe dwingland haat het al en allermeest zijn vrindenHoort nu van welk een schuld ik hier de straf ontfangNaauw meester van d Olymp bestemde hy den rang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

206

Der goocircn en nam op zich t bestier der hemelzakenMaar voor het droevig lot der menschlijkheid te wakenWas Jupiter onwaard het reeds bestaand geslachtDer menschen moest verdelgd een nieuw hervoortgebrachtGeen andre godheid dorst dit wreed ontwerp weecircrsprekenIk dorst hen voorstaan en ik deed het onbezwekenHet menschdom werd nog niet vernietigd over de aardMijn deernis was me een straf zoo gruwzaam kwellend waardEn ik by wien vinde ik die deernis met mijn plagenAls smart en spijt en smaad mijn ingewand verknagenWanneer my de aartstiran van uit den hemel bantTen schouwspel van t heelal maar tevens hem tot schand

DE REIVan ijzer is het hart van deernis niet doordrongenWanneer t Prometheus u in boeien ziet gewrongenGeen droever mare kon my treffen dan uw strafEn t oog dat haar getuigt wendt zich in tranen af

PROMETHEUSGy zelf mijn vijanden gy zoudt hier tranen plengenO goden Deernis zou zich by uw woede mengenWare alle deernis niet gebannen uit uw ziel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

207

DE REIMaar heeft geen andre schuld de straf die op u vielVerlokt

PROMETHEUSEacuteeacuten weldaad nog k Onttrok aan s menschen oogen

De toekomst hem bestemd Het lot werd overtogenDoor t schemerlicht der hoop en t menschdom werd bevrijdVan angsten zonder tal My zag dezelfde tijdHet vuur der heemlen aan den stervling mededeelenDat de aard verkwikken moest en niet dan weldaacircn teelenZiedaar t geen ik misdeed

DE REIEn t geen Jupyn verwoed

U met een eindloosheid van plagen boeten doetOf hoopt gy tegen hem door moed iets uit te richten

PROMETHEUSIk h o o p niet maar ik w a c h t dat eens zijn toorn zal zwichten

DE REIGy wacht En op wat grond Waar voert de drift u heen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

208

Miskent gy dat gy dwaalde Ach u met scherpe reecircnTe tergen in den nood is ons gevoel onwaardigMaar vinden we u voor t minst tot eigen redding vaardig

PROMETHEUSt Is licht wanneer het lot eens anders kruin verpletMet wijzen raad gepraald Ik word niet omgezetDoor t schijnschoon van belang dat recht en eer weecircrsprekenIk wist het dat Jupyn zich op mijn deugd zou wrekenIk wist het en mijn wil bleef onveranderd - MaarDat my die ijslijkheid van straf beschoren waarTot de eenzaamheid gedoemd van dees afschuwbre strekenWie had my t ooit voorzegd - Doch blijven we onbezwekenEn gy o Nimfen spaart me uw moedelooze klachtOp t geen eens wezen moet heeft smart noch wanhoop krachtStijgt voor een oogenblik eer van uw hemelwagenOp deze rotsen af Getuigen van mijn plagenOnttrekt my niet de troost die my uw bijzijn geeftAls ik u t lot vertrouw dat me overrompeld heeftWie kan zich voor den keer van t noodlot veilig achtenWie weigert zich t genot een onheil te verzachtenDat al wat ademt treffen kan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

209

DE REI van den wagen afstappendeGewillig late ik dezen wagen

Op raderen van goud den luchtstroom doorgedragenVoor t rotsig strafoord van den man

Die zich voorlang zijn jammren zag ontscheurenIndien ik iets vermocht met ongeveinsd te treuren

Vierde tooneel

PROMETHEUS OCEAAN DE REI

OCEAANOntfang den gullen groet van d ouden OceaanPrometheus k Heb den ramp die u weecircrvoer verstaanEn haastte me om het oord dat u ontfing te naderent Is niet het godenbloed alleen dat beider aderenDoorstroomt wiens naauwe band my dus aan u verbindtOm wijsheid en om deugd heb ik u meer bemindMaak op de vriendschap staat die ik u heb gezworenHet is geen ijdle klank dien u mijn mond doet hoorenSpreek eisch van my een dienst wat die my kosten magHangt het van vriendschap af ik redde u nog dees dag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

210

PROMETHEUSHoe gy ook in dit oord van ballingschap en plagenHoe dorst gy zulk een reis mijn grijze vader wagenHoe hebt ge uw zeepaleis verlaten voor dit strandVan ijzer slechts bevrucht met enkel rots beplantKomt ge ook den godentelg die Jupiter de kroon gafBeschouwen in den boei dien hem zijn haat ten loon gafJa t is wel de eigen hand die t hemelsche gebiedBeslischte die gy hier in ketens knellen ziet

OCEAANk Aanschouw t met diepe smart Doch duld den raad der grijsheidHoe hoog de glorie reikt van uw verstand en wijsheidKeer in u zelven weecircr en ban van uit uw zielDie onbetoomde drift De godenstaf vervielVan Cronus op zijn zoon de Olymp eert nieuwe wettent Is niet in onze macht t voorleden om te zettenZoo buig gedwee het hoofd met heel het godendomWat baat het of uw toorn tot zulk een hoogte klomDat gy u niet ontziet door onbedwongen smalenDe dubble wraak van hem u op den hals te halenWiens strafroecirc reeds zoo streng licht nog verschrikbrer wordt -Wellicht mishaagt de taal die hier mijn boezem stort

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

211

Uw borst verhard in t leed verfoeit genacirc te vragenHet zij zoo maar u steeds aan t ijslijkste te wagenEn tegen smart en nood te wapenen met haatIs dwaasheid Geef gehoor Prometheus aan mijn raadGeen machtig koning zwicht voor morrende onderdanenEn wat hier baten kan is needrigheid en tranenWelaan ik werpe my den donderaar te voetk Bedaar door zachte taal zijn fel verhit gemoedIndien t nog mooglijk is maar wil die kreten stakenVan oproer die uw lot nog vreesselijker makenDen druk te ontlasten van t verkropte hart is zoetMaar vluchtig is t genot en lang de straf die t boet

PROMETHEUSO ondoordringbaar lot Gy bleeft voor straf beveiligdOfschoon ge aan eacuteeacutene zaak met my waart toegeheiligdt Zij verre dat k de rust die gy geniet benijMaar werd ik t offer van gevloekte dwinglandijVerg gy niet dat k mijn lot verdiene door te buigenSpil hier geen kostbren tijd noch tracht my te overtuigenZorg eerder dat ge u zelf niet meecirc stort in het leed

OCEAANTot heil van andren hebt ge uw wijsheid steeds besteed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

212

En nimmer voor u zelf Waartoe my thans weecircrhouecircnZoo k snelle naar Jupyn t is in het vast vertrouwenDat gy op mijne beecirc uw ketens vallen ziet

PROMETHEUSDe deernis die uw hart den droeven balling biedtDe hulp die gy voor hem met eigene gevarenBeraamt vergeet ik nooit Maar wil die poging sparenZe is vruchteloos voor my en stelt u zelven blootOf zou het voor dit hart een troost zijn in den noodDat vrienden de ijslijkheid mijns noodlots ondervonden

OCEAANNeen niet om u alleen heb ik my onderwondenJupyn te naderen Mijn broeder Atlas draagtZijn ongenacirc als gy Zijn forsche schouder schraagtEn aard en hemelen tot straf van vroeger pogenOok Typhoos lot was hard en heeft my diep bewogenWy zagen hem den reus het honderdvoudig hoofd(Thans kwijnend en verneecircrd van d ouden moed beroofd)Ten hemel heffen met een blik die t al deed bevenWy zagen hem verwoed de goocircn in t aanzicht strevenDie hy alleenig stond Zijn longen aacircmden vuurZijn oog schoot vlam op vlam Wy tuigden haast het uur

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

213

Dat hy op Jupiter de zege ging behalenMaar t bliksemvuur daalt neecircr en zet zijn woede palenDe slingerende schicht treft hem het kokend hartEn kracht en strijdlust zijn verzwolgen in de smartDaar lag hy uitgestrekt als waar hy zonder levenMaar de onbezielde klomp deed wie hem zag nog bevenHeel de Etna dekte nu den reeds verslagen kopEn t aanbeeld van Vulcaan dreunt op haar hoogen topNog veilig Want de dag zal aan den hemel klimmenDat Etnaas kruin van eacuteeacuten zal scheuren en de kimmenBespatten met een vuur dat op Sicieljes grondBy stroomen vloeien moet t Is de eigen Typhoos mondDie d onderaardschen gloed tot vlammen aan zal blazenDie vlammen over de aard die op hem weegt doen razenEn toonen dat hy nog door t lot onomgezetZijn haat den teugel viert schoon door Jupyn verplet

PROMETHEUSWelnu Begeert gy meecirc die ijsselijke plagenTen deel Laat af laat af zoo stout een kans te wagenVoor my laat my een leed dat k zonder zwakheid lijk Wacht met standvast geduld het eind der dwinglandij

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

214

OCEAANGepaste reden kan dat einde licht bespoeden

PROMETHEUSNeen t Is niet in het felst van t vijandlijke woedenDat zich de ontroerde geest door zachtheid paaien laat

OCEAANDe poging voor het minst

PROMETHEUSVernedert zonder baat

OCEAANIs t dwaasheid laat m in my dien trek van dwaasheid wrakent Is wijsheid soms den schijn van wijsheid te verzaken

PROMETHEUSHelaas dit is te waar

OCEAANEn gy gy aarzelt niet

En stoot de hulp te rug die u de vriendschap biedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

215

PROMETHEUSIk moet Licht vielt gy reeds dit uur in ongenade

OCEAANVan Jupiter

PROMETHEUSVan hem

OCEAANIk sloeg den afloop gade

Van uw vermetelheid en k wete wat ik waag

PROMETHEUSZoo ga en wacht u steeds voor t geen Jupyn mishaag

OCEAANIk zie het al te wel uw haat is niet te teugelen -Mijn zeepaard trapt sints lang en geesselt met zijn vleugelenDe lucht rondom hem heen Ik voere hem ter rustEn my uit de aakligheid van dees rampzaalge kust

(Hy vertrekt)

Vijfde tooneel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

216

PROMETHEUS DE REI

DE REI - KEERDoorluchtig godenkroost uw lijdenIs voor ons meecirc een bittre smart

De traan die wy uw jammren wijdenWelt uit een fel beknepen hart

Streng is uw straf o Vorst der godenMaar allerhevigst drukt uw macht

Op hun die zelven eens gebodenEn op hun diep verneecircrd geslacht

TEGENKEERIn de oorden die uw grootheid zagenPrometheus galmt een kreet van rouw

Wie dacht het dat dit heir van plagenOp t hoofd van goden storten zou

Om t lot der heemlen treurt nu de aardeDe sterveling beklaagt zijn goocircn

Het lot vooral dat u weecircrvaardeUw vaderzorg voor hem ten loon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

217

TWEEDE KEERDie Colchis rijken grond bewonenEn t heir der manlijke AmazoonenBetreuren t onheil dat u trof

In t woeste Scythieuml weecircrgalmen jammertoonenEn paren zich aan uwen lof

TWEEDE TEGENKEERZelfs in deze afgelegen strekenDie enkel moordend ijzer kweken

En waar de strijdbre borst verhard voor deernis schijntVoelt zich het mannenharte brekenDat gy in zulk een leed verkwijnt

DERDE KEERk Zag slechts eacuteeacuten held als gy die goden had tot ouderen

En onder t juk zwoegt van hun strafk Zag Atlas vast gespierde schouderen

Wien Jupiter geheel zijn rijk te dragen gafDen nooit verpoosden last verrichten

Waarvoor de kracht van goocircn zelf scheen te zwichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

218

DERDE TEGENKEERt Gebied der zeeeumln gromt met ongestuime golven

Zijn klachten tegen t noodlot uitOok de onderwereld is verbolgen

Des aardrijks bodem dreunt met naar en dof geluidt Bezielt zich al van t medelijden

Dat we aan uw lot vervallen heemling wijden

PROMETHEUSMisduid mijn zwijgen niet o Nimfen t Is geen trotsNoch achterhoudendheid De vreemde keer mijns lotsHoudt op dit tijdstip nog mijn geesten ingespannenHoe ik ik door die goocircn van uit mijn rang gebannenWier macht mijn ondergang ik zelf heb doen ontstaanGy weet het zegge ik eer wat k verder heb misdaanUit deernis voor t geslacht der menschen door de godenVernederd en gehaat maar die ik hulp gebodenEn schier tot halve goocircn hersteld heb Hun bestaanWas nietig t Voorwerp deed alleen het zintuig aanNiet meer verbonden aan een werkkring meer verhevenDe zielskracht sliep De zelfbewustheid van het levenOntbrak als in den droom Zy stichtten nog op de aardGeen schuilplaats voor de kracht van zon en lucht bewaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

219

Een duistre boschspelonk was mensch en dier tot woningEn niets bestond er dat t gedierte van hun koningNog onderkennen deed want woest en onbeschaafdWas heel de kracht des geests aan t grove lijf verslaafdEen hooger vlucht ontwend - Wie mocht de hemelteekenenMet de oogen nagaan en den weg der zon berekenenWie perkte nog t gebied der jaargetijden afOf leerde wat gesternt het bloeiend voorjaar gafWat andren t feestgetij der herfstgodes voorspellenOf t stroomnat met geweld zijn oevers uit doen zwellenDoor my is t zoo zy thans het op- en ondergaanDer sterren en den stand der heemlen gadeslaanHet denkbeeld van getal in vast bepaalde klankenEn beelden uitgedrukt heeft de aarde my te dankenAan my meecirc dat de taal die uit den boezem breektTot s werelds uiterste eind en tot de toekomst spreektIn teekens afgemaald naar t buigen onderscheidenVan t spraakdeel in wiens vorm de toonen zich verspreidenk Deed d arbeid van den mensch door t redelooze dierVerpozen t Moedig paard eens op zijn vrijheid fierLeerde ik zich in den toom die hem bedwingt verblijdenk Deed d uitgeholden boom op de oppervlakte glijdenDer waatren toegerust met vleugelen van doekDit waagde ik en nog meer die ondanks s hemels vloek

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

220

Den diep vervallen mensch gelukkig wist te makenMaar ach geen middel weet om dezen boei te slaken

DE REIGy lijdt het is te waar maar verre dwaaldet gyWat ziekte krenkte u dus Wat wondre razernijDreef u in t dreigend leed Gy hadt uw lot voor oogenEn thans zijt ge onbekwaam tot redding iets te pogen

PROMETHEUSAch tot der menschen heil ontbrak my nooit de machtHeb ik niet tegen t heir der ziekten hulp gebrachtWat wisten zy voacuteoacuter my van heeling voor hun wondenGeen balsem kenden zy maar lagen onverbondenEn stierven zonder hulp of laafnis s Aardrijks schootGaf vruchtloos heilzaam kruid en de onverbidbre doodVerraschte steeds een prooi wier zwakheid zich niet weerdeVoor dat hun hooger hulp de tooverkrachten leerdeDer godlijke artsenij Geheimen van het lotZoo diep verborgen voor het oog zelfs van een godk Vermocht u wederom aan t menschdom te openbarenHaast spelde hem de kunst wat heil of wat gevarenHem wachtten alles sprak tot d eens verlichten geestDen zin des duistren drooms ontwikkelt hy hy leest

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

221

Zijn toekomst in de vlucht der vooglen gaat te radeBy bosch- en stroomgedruisch en slaat elk teeken gadeMet naauwgezet vernuft De heilige offerandTer eer van t godendom is t eerst door mijne handOntstoken en de vlam die opgolft tot de wolkenEn t rookend ingewand tot nieuwe orakeltolkenVerheven Uit het diepst des aardrijks rees de gloedVan goud en zilver die het menschdom met den voetVertrapte onwetend nog wat schatten de aard hem baardeVan vierderlei metaal waarvan k gebruik en waardeHem leerde voor zijn heil zorgvuldig zonder maatJa deze is de eenge troost dien my het noodlot laatDat wat de stervling ooit voor weldaacircn heeft genotenHem uit Prometheus borst alleacuteeacuten zijn toegevloten

DE REIJa zorgloos voor u zelf aan andrer heil gewijdZoo waart gy Maar het leed waar ge in gedompeld zijtIs nog door buigzaamheid te ontkomen O vernederUw hoogmoed en welhaast groet u de hemel wederZijn burger die Jupyn in wijsheid evenaart

PROMETHEUSNeen Niet langs dezen weg is my het eind bespaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

222

Van deze ballingschap Met onoptelbre rampenHeeft my de wil van t lot nog opgelegd te kampenEn ik ik onderwerp me O deze borst heeft krachtEn moed die met de smert van ijdle kwalen lachtMaar om den loop dien zich het noodlot koos te keerenIs t vruchtloos iets getracht Haar vonnissen vereerenDe goocircn zelfs Jupiter wijkt van haar wet niet afVan haar ontstond zijn macht van haar ontstond mijn strafEn wat de ziel vermag is dulden en verwachten

DE REIMaar hoe verwacht gy dan dat weecircr de hemelmachtenVerwisslen zullen en de zetel van Jupyn

PROMETHEUSNeen Blijve dit geheim en wilt gedachtig zijnDat ik van zwijgen slechts mijn redding heb te hopenDe dwingland moet t geheim met mijn ontslag bekoopen

DE REI - KEERBewaar bewaar o machtig lotMijn zwakke ziel van met den god

Die op d Olymp regeert in zulk een strijd te tredenO winne ik zijn genacirc door offers en gebeden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

223

Ik zal ik zal hem steeds ontzienHem innig needrig hulde biecircn

Want wat wat baat het hem te tergenVoor wiens geweld zich niets vermag te bergen

TEGENKEERWaartoe steeds angst en zorg gezochtWaartoe een oogwenk heils gekocht

Voor rampen waar t verstand geen eind aan kan bepalen -Zijn dan ook wy bestemd van ramp in ramp te dwalen

En is der aardbewoonren lotGemeen aan t leven van een god

Prometheus schrikbaar is uw voorbeeldEen godheid tot de straf eens stervelings veroordeeld

TWEEDE KEERGa roep hen thans ter hulp die gy gelukkig maakte

Voor wie gy t hemelsch heil verzaakteWat is het sterfelijk geslachtWat is zijn aanzijn Wat zijn macht

Een schim een schaduw die een oogwenk doet verschijnenEen oogwenk wederom verdwijnen

Blind voor t gevaar dat hem omgeeft aan alle kantZal u hun dankbaarheid bevrijden van uw band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

224

TWEEDE TEGENKEERO moet ik u mijn groet in rouwgezangen brengen

Moet ik hier tranen zuchten plengenIk de eigen die in vroeger tijdDen dag aan uwen echt gewijd

Weecircrgalmen deed van andre zangenDoor t heilgejuich der zeecircgoon opgevangen

Toen k zuster Hesioon uw liefde in de armen brachtO ommekeer van t lot wie had u ooit verwacht

Zesde tooneel

PROMETHEUS IOuml DE REI

IOumlWaar ben ik wat geslacht van menschen voedt dees grondWat zie ik aan den top van deze bergen

Een godheid vastgesnoerd Wat schrikbaar vonnis bondHem aan dit foltertuig

(Tot Prometheus)

Mag k u een antwoord vergenO zeg my waar my t lot gebracht heeft op dees stond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

225

Helaas hoe wreed is t nog op my verbolgenHoe rustloos voel ik my vervolgen

Door t duizendoogig spook dat leefde voor mijn strafEn dat vergeefsch verzwolgen in het graf

My nog van killen schrik de wereld door doet zwervenLaat my in t eind o goden rust verwervenIk val van angst k val van vermoeinis neecircr -

De poorten van de hel heroopnen zich en gevenDe schim van Argus de aarde weecircrIk zie het monster om my zweven

Het volgt my waar ik sta t bewaakt op nieuw mijn schreecircnNog ruischt de toon der rietpijp door mijn zinnen

Die eens vermogend was den woestaart te overwinnenMaar machtloos thans - Waar waar voert gy my heen

O Jupiter Van waar die reeks van plagenOp my die ach uw deernis slechts verdienMoet eerst de laatste van mijn dagenHet einde dezer foltring zien

Of zoo ik misdaacircn heb te boetenZoo splijte de aarde voor mijn voeten

Of zij my de afgrond van de zeeeumln tot een grafUw bliksem moge my verpletten

De doodwond zal alleen my van mijn leed ontzettenk Ben afgefolterd k zal bezwijken in mijn straf

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

226

Bespoedig slechts het uur bespoedig t op mijn smeken

DE REIHoort ge uit het hart der maagd den kreet der wanhoop breken

PROMETHEUSIk hoor den kreet der maagd vervolgd door Junoos haatEens door Jupyn geliefd thans door Jupyn versmaadHet kroost van Inachus treedt tot ons moecirc van t zwervenEn t hijgen naar een rust die zy te lang moest derven

IOumlWie noemt mijn vader in dit oord -O onderrichte my een woord

Eacuteeacuten woord slechts wie gy zijt en waar my t noodlot voerdeWie zijt ge gy wiens stem mijn ziel zoo diep ontroerde

Die ongelukkig zoo als ikMijn naam mijn afkomst toont te wetenEn de oorzaak van dien helschen schrik

Waar Ioumlos geest zoo wreed van is bezeten -Wie is er buiten my die dus dus schuldloos lijdtGy ziet het offer van den dolsten minnenijd -O gy dien alles my een hemeltelg doet denken

Kunt ge Inachus wanhopig kroost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

227

Een enkel oogenblik van troostEen enklen straal van licht omtrent haar toekomst schenken

PROMETHEUSVraagt gy my wie ik ben k verheel mijn naam u nietVerbonden als wy zijn door eenerlei verdrietGy ziet Prometheus hier den vriend der stervelingen

IOumlPrometheus En wie dorst u in dees ketens wringen

PROMETHEUSDe handen van Vulcaan het vonnis van Jupyn

IOumlEn welk een gruwelstuk kon hiervan de oorzaak zijn

PROMETHEUSIk meldde u de oorzaak reeds mijn weldaacircn aan de menschen

IOumlVoldoe nog met een woord den billijksten der wenschenHoe lang nog zwerve ik rond ten prooi aan t eigen leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

228

PROMETHEUSAch zwijge ik hier van eer Wat baat u dat ge t weet

IOumlVerberg verberg my niets wat lot me ook zij beschoren

PROMETHEUSWat ik u melden zou zoudt gy met wanhoop hooren

IOumlt Is zulk een wijsheid niet wier weldaad ik behoef

PROMETHEUSWel nu dan t is uw wil k zal spreken

DE REIO vertoef

Een wijl k Voel Ioumlos klacht geheel mijn borst doordringenAch mochten wy den loop dier lotverwisselingenWier storm haar voor ons voert vernemen uit haar mondVoor dat uw godspraak hier des hemels wil verkond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

229

PROMETHEUSOntvouw ons droeve Nimf door wat gebeurtenissenGy t vaderlijk gebied sints reeds zoo lang moet missenGy hebt de zusteren van Inachus gehoordVerstoot haar bede niet zy sproot uit deernis voortEen deernistraan geeft lucht aan t teecircrgevoelig hartet Verwekken van dien traan verlicht de zwaarste smarte

IOumlk Gevoel in my geen kracht uw reednen te weecircrstaant Verhaal dat gy my vergt vang k zonder dralen aanMaar ach mijn voorhoofd wordt van droefheid overtogenEn schaamte dat ik dus my toone voor uwe oogenEn k bloos schoon schuldeloos om t geen my zoo ver brachtDe kindschheid pas ontgroeid ontwaarde ik nacht op nachtEen wondre zachte stem dus fluistrende in mijn oorenlsquoGelukkige waartoe het heillot u beschorenOntweken Jupiter verlangt u tot zijn bruidHy brandt van min voor u gy Iouml vlied van uitUws vaders watergrot naar Lernaas breede weidenDe koning van d Olymp zal daar uw komst verbeidenrsquok Bepeinsde heel den dag het wonder van den nachtOnzeekrer ieder stond hoe meer ik t overdacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

230

Was ik door de ijdelheid eens vluggen drooms bedrogenOf daalde wezenlijk een stem van uit den hoogenDen wil verkondigend van Jupiter In t endMaakte ik mijn droeven staat aan Inachus bekendDe grijzaart hoorde en schrikte Een menigte van bodenVerspreidde zich alom om t antwoord van de godenUit Pythoos heiligdom en t Dodoneesche boschTe lokken Doch vergeefs De taal des zonnegodsBleef duister en verward en de eikenboomen zwegen -Tot we eindelijk op eens t verplettrend antwoord kregenDat ons en ons geslacht de bliksem van JupynVerdelgen zou zoo k nog mocht wederspannig zijnEn dat zijn hooge wil reeds voorlang had beslotenDat my mijn vader uit zijn armen moest verstotenEn nimmer weecircrzien mocht Wanhopig scheidden wyRampzalige offers van de scherpste dwinglandijDoch onderwerping zelfs mocht Iouml niet meer batenIk had den grijzaart naauw en zijn verblijf verlatenOf k zag my dus misvormd Mijn voorhoofd eens zoo fierOp d eerbren maagdenblos verlaagt my tot het dierMaar weinig nog gezweept door angsten zonder voorbeeldZag k Lerna in het eind genaderd my veroordeeldEens herders wenk te ontzien die t honderdvoudig oogSteeds wakende op my richtte en last had van omhoog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

231

Mijn schreden gacirc te slaan en me op t wreedaartigst kweldek Weet niet wat keer van t lot dat gruwzaam monster veldeHy viel Maar t helsche beeld leeft in mijn zwak gemoedEn spreidt me een nieuwen schrik door t fel verhitte bloedZoo vluchte ik voor my zelf wanhopig over de aardeEn zoek vergeefsch den dood - Welaan ik openbaardeU de oorzaak en den loop van mijn hardnekkig leedOntvouw my t oovrig thans zeg moedig t geen gy weetIk smeek verbloem my niets uit ijdel mededogenIk vrees niets erger thans dan dat k dus werd bedrogen

DE REIO dag van nooit beproefde smartHoe wordt op ieder stond mijn hart

Door slag op slag van een geretenk Zie goden uit hun rang in d afgrond neecircrgesmeten

Ik zie de onnoozelheid verdruktEn onder jammeren gebukt

Waar k nooit me een denkbeeld van kon makenHoe wenschte ik ach Prometheus boei te slaken

Hoe meng k mijn tranen aan uw klachto Iouml Dat voor t minst mijn rouw uw smart verzacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

232

PROMETHEUSGy treurt om haar verhaal Gy zult nog bittrer treurenWanneer gy weten zult het geen nog moet gebeuren

DE REIZoo spreek wy luisteren Deel haar een uitzicht meecircOp t end hoe ver nog af van haar onlijdlijk wee

PROMETHEUSUw ongeduld heeft thans geen uitstel meer te wachtenGy Iouml geef gehoor en wapen u met krachtenGy zult van my verstaan hoe en tot welk een tijdGy t offer nog moet zijn van min en minnenijdHet Oosten roept u t eerst Gy zult uw schreden wendenNaar t woeste Scythieuml wier onbeschaafde bendenGeen vaste haardsteecircn maar slechts tenten met hun rondGedragen kennen en verplaatst op ieder stondZoek geen gastvrijheid daar maar schuw hen na te komenTrek door dit aaklig oord in allerijl de stroomenDer zee langs die t bespoelt tot aan Hybristes vloedTreed daar den oever op tot waar die stroom den voetDes Caucasus ontspringt die de aarde met de kimmenTot eacuteeacuten te voegen schijnt Gy moet dien overklimmen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

233

En keeren u naar t Zuid Hier wordt door de AmazoonNaby Thermodons vloed u teedre hulp geboocircnEn de enge zee getoond die gy moet overvarenEn die aan t nageslacht de erinnring zal bewarenDat gy door dezen weg het andre werelddeelBereikte - Gy verschrikt t geen k spel schijnt u te veelOnnoozle kent Jupyn of deernis of genadeOm u versmaadde hy in dartle lust zijn gadeMaar om dier liefde wil u hulp of troost te biecircnWacht dit van hem niet die gewoon is niets te ontzien

IOumlO goden

PROMETHEUSIouml moed en wil die wanhoop smoren

Gy eischte dat ik sprak Gy hebt nog meer te hooren

DE REIHelaas is nog de maat dier rampen niet vervuld

PROMETHEUSNiet voacuteoacuter het tijdstip dat gy straks vernemen zult

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

234

IOumlGy goden die my haat ach ware ik nooit geborenOf in de wieg gesmoord Maar neen t was my beschorenTe leven tot een spel van uwe heerschappijDoch ik ik-zelf wat draal k Waartoe niet zelve myTer neecircr geslingerd van dees rotsen tegen de aardeEn t lot te leur gesteld dat my uw wreedheid spaarde

PROMETHEUSHoe dus vervreemd van geest Wat zwakheid spoort u aanHet op u rustend leed door zulk een stap te ontgaanWat zoudt gy die u dus door wanhoop laat vervoerenIndien ge u zoo als ik aan ketens vast zaagt snoerenWaarvan geen dood my redt die eeuwig leven moetJa eeuwig lijden zoo my s dwinglands val niet hoedt

IOumlZijn val Wie waagde t ooit hem naar de kroon te steken

PROMETHEUSk Voorspel ik zie den tijd die u en my zal wreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

235

IOumlWie rukt de koningstaf uit een zoo forsche hand

PROMETHEUSZijn eigen roekloosheid een dwaze huwlijksband

IOumlHeeft hy de gade dan die hy zich koos te vrezen

PROMETHEUSZijn eigen kroost zal eens de schrik zijns vaders wezenZoo hy mijn boei niet slaakt en dus zich zelf behoedt

IOumlWie anders brak dien los

PROMETHEUSEen held van uit uw bloed

IOumlIs t mooglijk Van mijn kroost hebt gy uw heil te wachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

236

PROMETHEUSVan t kroost uit uwen schoot na dertien nageslachten

IOumlt Is duister voor mijn geest wat my uw mond voorspelt

PROMETHEUSWelaan u zij de keus wat wenscht gy dat ik meldOf d afloop van uw reis of d afloop van mijn plagen

DE REIOntzeg ons niet kan t zijn van beiden te gewagenHaar hebt ge t een beloofd vergun aan onze beecircHet ander eacuteeacuten gevoel treft ons om beider wee

PROMETHEUSGy wie uw deernis noopt den balling niet te latenHoe wreed hem t lot vervolgt hoe fel de goocircn hem hatenWat zoude ik ooit uw beecirc ontsproten uit een zuchtVan weldoen afslaan neen En gy schep eindlijk luchtBeklagenswaarde maagd wy zijn aan t eind gekomenDer rampen die uw jeugd uw onschuld overstroomenIk meldde u langs wat weg gy uit dit werelddeel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

237

t Naburig Azie zult intreecircn een tooneelVan nieuwen schrik Hier hebt ge Phorcys kroost te mijdenWien beide zon en maan t weldadig licht benijdenHet menschdom hatend en van wederzij verfoeidDoor al wat sterflijk is Een nest van slangen broeitOp t hoofd wiens aanschijn moordt Wacht wacht u haar te naderenVermijd de reuzen ook die t oevergoud vergaderenDer Arimaspias Met eacuteeacuten oog uitgerustAacircmt hun misvormd gelaat de moord- en plonderlustGy waan geen vreemdlings recht by deze monsters heiligNu opent zich voor u een landstreek meerder veiligU buigt de Egyptenaar zijn schedel zwart geblaaktDoor t zonvuur waar geen wolk een frisschen droppel slaaktHeil heil u wen de Nyl zijn zegenende golvenZal rollen voor uw oog Het lot zoo lang verbolgenBevredigt zich de grond waarop gy d eersten troostErlangt is uw gebied is t erfdeel van uw kroostZiedaar hetgeen me t lot veroorlooft u te ontdekkenEn moog die godspraak u een nieuwen moed verwekkenOf twijfelt gy en heeft mijn taal nog duisterheidSpreek waar ik helpen kan vindt me Iouml steeds bereid

DE REIHeb dank doch duld met een dat wy nog meer verwachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

238

PROMETHEUSVan t geen k heb toegezegd kunt gy u zeker achtenO telg van Inachus ten teeken dat mijn mondHier t echte vonnis van het strenge lot verkondtZal u mijn kennis zijn van reeds vervlogen tijdenk Zal hier heel d omvang niet van uw langdurig lijdenHerhalen Dat ge u slechts het uur herinnren mochtToen gy Thesprotieuml en Dodones bosch bezochtGy zaagt terwijl gy vloodt de godgeheiligde eikenHun takken neigen naar den grond en tot u reikenEn murmelen u toe h e i l g a d e v a n J u p y n Maar ach dit kon geen troost by zoo veel jammren zijnUw angst verdubbelde de wanhoop gaf u krachtenGy vloodt langs t strand der zee die volgende geslachtenBenoemen zullen naar den naam dien gy nog draagtEn ijldet naar dit oord - Gy ziet bedroefde maagdDat ik uw noodlot ken k Weet wat gy hadt te lijdenEn nog te lijden hebt maar k spel u beter tijdenDaar waar de Nyl zijn vocht aan t zilte zeenat mengtDaar snelt der goden Vorst u in t gemoet Hy wenktNu gaan uw smerten zich in louter vreugde keerenZoo ver de Nyl zich strekt zal uw geslacht regeerenEen fiere heldenstam zal spruiten uit uw schoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

239

En bloeien de eeuwen door Een hunner zal de noodMet vijftig dochteren naar Argos wederbrengenOm aan zijn broeders bloed het zijne niet te mengenVergeefs In Argos zelf vervolgt een vijftigtalVan minnaars t huwelijk dat hen verdelgen zalWant hier hier moet de nacht geen minvlam zien ontbrandenMaar tuigen mannenmoord gepleegd door vrouwenhandenSlechts eacuteeacutene eacuteeacutene enkle maagd ontziet haar echtgenootEn toont zich vrouw en waard haar afkomst uit uw schootMet haar geredden gacirc zal ze Argos rijkskroon dragenEn hy wiens heldendeugd heel t aardrijk zal gewagenDat hy verlossen moet van monsters zonder talDie me uit een foltering van eeuwen redden zalMoet spruiten uit dit bloed Zie daar den wil der godenEn t geen ik melden mag en meer is my verboden

IOumlGezegend tijdstip spoed spoed aanMaar wat bedriegelijke waan

Gelogenstraft door de angst waarvan k my voel bespringenNeen zelfs in d afgrond van het grafHoop ik geen eind aan dees mijn straf

Verheugt verheugt u hemelingenIn t geen onschuldige Iouml lijdt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

240

En gy vooral neem wraak onzaalge minnenijdk Bezwijk niet neen noch ben bestemd te stervenIk ben bestemd van smart tot smart

Van foltering in foltering te zwervenEn enkel wanhoop is de toevlucht van mijn hart

(Zy vertrekt)

DE REI - KEERMet recht o sterveling met rechtSchuwt gy een ongelijken echt

De liefde stort in onafzienbre rampenAls zy verbinden wil hetgeen het noodlot scheidt

Ge erkent u machteloos om tegen dit te kampenEn wien by u zijn gunst een troon heeft toegezeid

Slaat op geen herdersmaagd een blik van tederheid

TEGENKEERRampzalige Iouml ach uw lotSproot uit de liefde van een god

Wie dacht haar ooit gedoemd tot zulk een lijdenOm wie der goden Vorst verliefde zuchten slaakt

En wie wie zou haar thans die hooge gunst benijdenDaar Junoos minnenijd zoo vreeslijk om haar waakt

En voor de onnoozle maagd een hel van de aarde maakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

241

Slotzang

Slaat nooit op ons o goden de oogen neecircrZij ons een gacirc bestemd van uit het rijk der zeeeumln

Ons needrig hart verlangt niets meerEn siddert om de bron van Ioumlos weeeumln

PROMETHEUSEn echter zal die trots zich eenmaal diep vernederenDat hart zal beven dat geen liefde kan vertederenGeen wanhoopkreet doordringt Gy werkt uw eigen valVrijmachtbre Jupiter De vloek uws vaders zalZich eens vervullen Ja de grijze godenkoningVerstoten door zijn zoon van uit de hemelwoningMoet zich gewroken zien wanneer die zelfde zoonDoor eigen overmoed zal tuimlen van den troonUw donder moge nog verschriklijk om ons grommenEens zal zijn schrikgeluid in uwe hand verstommenUw bliksem moog nog de angst verspreiden over de aardVoor al dien praal van macht is t Noodlot niet vervaardDe kroon wankt op uw kruin gy zult uw gruwlen boetenOnmijdbaar is uw val of k zie u aan mijn voetenZiet gy den vijand niet die u verpletten moet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

242

Met vlammen ijslijker dan heel uw bliksemgloedBestormt hy uw Olymp Zijn hoofd reikt tot de starrenHy trapt van krijgsdrift en doet d afgrond opensparrenDe bergen daavren en de zee ontspringt haar bedEn gy gy stort ter neecircr Van zulk een slag ontzetZiet Pluto u vol schrik t gebied der hel betredenTerwijl het menschdom juicht dat eindelijk zijn bedenVerhoord zijn door dat Lot dat eenig t Al regeertEn dat de goden zelf als t Hem behaagt verneecircrt

DE REIWat waanzin laat laat af dus Jupiter te tergen

PROMETHEUSWat zou ik dees mijn wensch den dwingeland verbergent Is waarheid wat k verkond Daar leeft een hooger machtUit wie de zijne daalt

DE REIMaar nog nog heeft hy kracht

U om zoo stout een taal op t ijslijkst te kastijden

PROMETHEUSMijn dood vermag hy niet en k heb geleerd te lijden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

243

Verneecircre zich wie wil voor dwingelandentrotsPrometheus kent geen vrees zijn boezem is van rotsWanneer het rechten geldt die hy niet mag verzaken -Maar k zie Mercurius dit eenzaam oord genakenWat of zijn komst ons brengt - De bode van JupynDen Oppervorst der goocircn zal hy niet lang meer zijn

Zevende en laatste tooneel

PROMETHEUS DE REI MERCURIUS

MERCURIUSHardnekkige wiens list het heiligste aan dorst randenEn goocircn verachten die met doemenswaarde handenHet vuur tot hunne dienst ontglommen aan t geslachtDer slijkbewoonren als uw eigen weldaad brachtDe Koning van de goocircn gebiedt u my te meldenWat gruwzaam huwelijk uw woeste orakels speldenDat hem van t wettig rijk een dag verstoten zouk Verwacht Prometheus hier geen tegenstand OntvouwDe waarheid zonder kunst en trouweloos verdichtenOf waant gy dat Jupyn voor uwen wil zal zwichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

244

PROMETHEUSk Erken in deze taal en schaamtloos trotschen toonDen zendling van een Vorst zijn scepter ongewoonOnnooslen waant u vrij in uwe hemelwallenBeveiligd tegen t lot k Zag reeds twee goden vallenEn zinken van hun troon in d afgrond Dieper schandVerwacht by sneller val den derden dwingelandEn my my zou t geweld dier pas verheven godenDoen siddren Mijn gemoed zich krommen voor die snoodenGa Jongling keer te rug naar die u herwaarts zondHet antwoord dat gy vergt komt nimmer uit mijn mond

MERCURIUSDie hoogmoed heeft sints lang u t levenszoet verbitterd

PROMETHEUSVoor al den hemelglans waarvan uw slaafschheid schittertRuilde ik de wreedheid niet van t noodlot dat ik lijGeketend aan dees rots mijn foltertuig maar vrijZie k met verachting neecircr op u en uws gelijkenDie voor dit nieuw gezag met kruipende eerbied wijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

245

MERCURIUSZoo is de droeve staat waarin gy thans verkwijntNog zalig in uw oog zoo t uit uw reednen schijnt

PROMETHEUSTreff zulk een zaligheid mijn vijanden k BenijdeU t laf genoegen dier bekentnis niet ja k lijdeEn plagen zoo als gy verdiend hadt te ondergaan

MERCURIUSHoe ik Wat heb ik toch tot uwe ramp misdaan

PROMETHEUSMijn fel getergde haat kan geen der goocircn verschoonenDie met een ijzren hart mijn braafheid dus beloonen

MERCURIUSWat woeste ziekte heeft uw geestkracht dus ontsteld

PROMETHEUSDe haat voor laagheid en voor wetteloos geweld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

246

MERCURIUSO zoo gy heerscher waart wat lot werd ons beschoren

PROMETHEUSHelaas

MERCURIUSIn t hemelsch hof doet nooit zich weeklacht hooren

PROMETHEUSDe tijd treedt langzaam voort en voert mijn antwoord meecirc

MERCURIUSZoo weigert gy dan steeds voldoening aan mijn beecircEn laat my zonder vrucht gelijk een slaaf hier wachten

PROMETHEUSSlaaf zijt ge en als een slaaf zal ik u immer achtenMaar wat toch geeft u hoop dat ik verandren zalVoor dat dees vuige boei van om mijn leden vallGeen straf geen pijniging geen ons bedachte vondenDoen ooit mijn veege borst de orakelstem verkondenZoo plettere de schicht des Donderaars mijn kruin

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

247

En keer zijn dolle storm heel t aardrijk tot een puinIk buig niet en t geheim dat hem zoo wreed doet zorgenBlijft voor zijn angstig oog zoo lang hy heerscht verborgen

MERCURIUSWat baat dit aan uw leed

PROMETHEUSIk heb het dus bepaald

MERCURIUSOntzie de stormen die den weg waarop gy dwaaltBedreigen en keer weecircr

PROMETHEUSO staak dit ijdel pogen

Gy hadt dees strandrots eer dan mijn gemoed bewogenIk voer geen vrouwenbloed om bevend voor een troonTe knielen of den glans van een geroofde kroonTe aanbidden recht en eer lafhartig te verlatenEn smeken om de gunst van wien k het felst moet hatenIn zulk een gruwelstuk vervalt Prometheus niet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

248

MERCURIUSVergeefsch dan is de raad dien u mijn vriendschap biedtGeen rede kan het staal van uw gemoed doordringenMaar vruchtloos worstelt gy om u den nood te ontwringenAls t jong en vurig ros dat in zijn teugels woedtAls hy zult ge in het end bezwijken De overmoedBaat weinig waar geen macht gereed staat haar te sterkenDoch is geen bede in staat uw redding te bewerkenZoo hoor voor t minst het lot verhonderdvuldigd wreedDat langer tegenstand u zal berokknen WeetDat Jupiter dees rots van uit zijn wortel rukkenU zelven door de lucht geslingerd met zijn stukkenGeen rustplaats gunnen zal dan in het diepst der helDaar opent zich voor u een nieuwe jammrenwelDaar zult ge uw vrijheid nog in schrikbrer boei betreurenDaar zal u de adelaar het ingewand verscheurenHerlevend telkens tot vernieuwing van een pijnUw godenleven lang bestemd uw straf te zijnZoo niet een held verrijst die in het rijk der plagenMet onvertsaagden voet zich levende durft wagenEn u te rug voert in het lang gemiste lichtBeraad u naar dit kort maar onvervalscht berichtDer toekomst t Past geen god door Jupiter gezonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

249

Verachtbre striktaal voor orakels te verkondenEn o dat niet altoos onbuigbre hovaardijU meer dan wijsheid meer dan heel uw aanzijn zij

DE REIUw rede zendling van Jupyn heeft ons bewogenJa overdreven trots Prometheus blindt u de oogenDurf ze oopnen t Is den man die wijsheid mint geen schandZich te onderwerpen aan den invloed van t verstand

PROMETHEUSOm my mijn toekomst te openbaren

Had ik geen hemelboocirc van nooden k Ken JupynWat dan zijn felste haat kon my beschoren zijnHet onweecircr moog zich om mijn hoofd vergacircren

Ontbrand de bliksem van rondomEn laat zich t woedende gegrom

Der stormen aan t geknal des schorren donders parenDe bevende aarde splijte en oopne zich de hel

En dat de zee tot aan de wolken zwellLaat my die zelfde schok in t diepst des afgronds voerenWaar een onbreekbre band mijn leden klemmen zal

Geen kwelling zal mijn vrij gemoed ontroerenMijn leven en mijn wil zijn hooger dan t geval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

250

MERCURIUSZijn onbetembre zinnen dwalenDe vrees der opgehoopte kwalen

Die hem bedreigen voert de rede hem niet weecircrGy schoone Nimfenrei wier troost hem bijstaat keerNaar veilger oord en dat een snelle vlucht u hoedeVoor t enkele geraas van s hemelskonings woede

DE REIWy volgen nimmer dezen raad

Hy is ondraaglijk aan onze oorenIk heb den lafaart steeds gehaatDie d ongelukkige overlaat

Aan t onheil dat hem staat beschorenWy deelen in zijn jammerlijken staat

En kozen kon het zijn eer met den held te snevenDan met den smet van snood verraad te leven

MERCURIUSZoo wijt u zelve t kwaad dat u bereiken moogEn waagt het nimmer op Jupyn de schuld te ladenAls of t u dreigend leed ontgaan was aan uw oogGewaarschuwd voor zijn toorn zijt gy t die onberaden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

251

U in gevaren storten gaatWaarin geen naberouw uw roekeloosheid baat

(Hy vertrekt)

PROMETHEUSDe godspraak wordt vervuld de daavrende aarde

Scheurt weg het bliksemvuur dat zich aan t zwerk vergaardeIs losgebroken en geheel de trans ontgloeit

De donder gromt de noodstorm loeitHet stof stijgt op in reuzige kolommen

De zee ontwassen aan haar perk is opgeklommenTot aan de hemelen die neigen tot hun val

t Is alles zaamgespannen in t HeelalOm mijn gemoed tot slavernij te dwingen

Gy Godheid waar k uit wierd die over stervelingenEn goden t alziend oog de tijden door laat gaanGetuig gy wat ik lijde en wat ik heb misdaan

(Hy verdwijnt)

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

252

Cassandraas voorzeggingEen fragment uit Eschylus Agamemnon

CLYTEMNESTRA CASSANDRA DE REI

CLYTEMNESTRA tot CassandraStijg af en volg mijn schreecircn Cassandra Zoo de goocircnU redloos teisterden met Trojes staat en troonEn doemden tot slavin by t zinken van haar wallenGeen harde slavernij is u te beurt gevallenJa kluisters vielen vaak ten deel aan t edelst bloedHeeft niet ook Hercules des noodlots toorn geboetEn ketenen getorscht - Bevoorrecht moogt ge u roemenDat gy geen anderen dan Vorsten heer moet noemenVerplettend is de last van opgekomen machtDe hand den toom gewoon der heerschappij is zacht

DE REIVerstandig is dees taal Gy vreemde leer de slagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

253

Van t noodlot met geduld (het morren baat niet) dragen

CLYTEMNESTRAZy onderwerpe zich aan een onmijdbre smartDe troost dien ik haar bied dringt zeker haar door t hartZoo slechts t barbaarsch gehoor zich aan de Grieksche klankenNiet weigere

DE REI tot CassandraGy moogt uw koninginne danken

Voor zulk een wijzen raad en volgen dien gedwee

CLYTEMNESTRAk Heb reeds te veel vertoefd Reeds bracht men t offerveeBy t plechtig feestaltaar Erkentlijk vier ik hedenDen dag der wederkomst zoo vurig afgebeden

(Tot Cassandra)

Gy doe u voor het minst door teekenen verstaanZoo de uitdruk u ontbreekt

DE REIk Ben met haar lot begaan

Aan taal en zeden vreemd heeft zy hier hulp van nooden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

254

CLYTEMNESTRAWeecircrspannig toont zy zich aan t vonnis van de godenEn om den val van Troje is ze innig nog verwoedDus poogt zich t vurig ros bespat met schuim en bloedTe ontworstlen aan de hand des ruiters Wat kan t batenBedaar haar ijdle drift Voor my k moet u verlaten

(Zy vertrekt)

DE REIGeen wrevel vult ons hart maar deernis met uw rouwGeef onze stem gehoor stijg af rampzaalge vrouw

CASSANDRAUw bijstand smeeke ik God der dagen

DE REIHoe durft ge van Apol in dees uw toestand wagen

CASSANDRAApol uw bijstand roepe ik aan

DE REIWat klanken doet gy ons verstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

255

Men roept dien god niet aan om zich van leed te vrijdenDie uitgalm dient tot niets dan om zijn naam te ontwijden

CASSANDRAToon u dees dag voor t eerst weldadig jegens myApol Apol uw bijstand heb k van nooden

DE REIDe toekomst vult haar t hart Nog in de slavernijVoelt zy zich weggesleept door d invloed van de goden

CASSANDRAApol waar heeft my t lot geleidApol wat leed wordt my bereid

Waar ben ik In wat oord ben ik gelast te woonen

DE REIGy zijt aan t hof van Koning Atreus Zonen

CASSANDRAO schrikkelijke naam Zoo ben ik in het oordWaarop de vloek rust aller godent Verblijf der meest ontmenschte snoden

Waar alles steeds getuigt van gruwelen en moord

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

256

DE REINog deed de tijd het bloed hier eens gestort niet droogenDer vreemde Wichlares gloeit deze smet in de oogen

CASSANDRAZiet gy die kinderen niet zweven langs de wandDie Wraakzuchts godvergeten hand

Deed sneven en voor spijs den vader voor dorst zetten

DE REILaat af o Wichlares Wil t hart ons niet verplettenMet die herinnering We erkennen in uw mondDe ware orakeltaal maar spaar ze ons op dees stond

CASSANDRAk Zal niet meer reppen van t voorleden

De toekomst die ik zie voert erger gruwlen meecircPaleis van Atreus stam tooneel van ijslijkheden

Verwacht verwacht een nieuwe zeeVan jammeren niet af te weeren -

Die ze eacuteeacutenig weeren kon ziet gy helaas niet keeren1

1 Orestes Agamemnons zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

257

DE REIHoe moet ik deze taal dees duistre taal verstaan

CASSANDRAVerraderes wat vangt gy aan

Hoe is mijn mond in staat uw misdaad uit te sprekenO met hoe valsch een voorhoofd spoedtGe uw Egacirc juichend in t gemoet

Uw eene hand omhelst en de andere stort bloed -Mijn stem gy weigert u Mijn oogen k voel u breken

DE REIDe klanken die gy slaakt zijn telkens meer verward

CASSANDRAHoe pijnigt t geen ik zie mijn hart -De hel de hel-zelf legt hier lagenEn broeit een nooit gehoord verraad

Hier moet een vrouw den aanslag wagenEn drukken hem aan t hart dien zy vermoorden gaatHeft heft den vloekkreet aan ocirc eerbiedwaarde grijzenEn doet uw stad van haar beheerschers ijzen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

258

DE REIEen vloekkreet op dit huis Wat vergt gy van mijn trouwOnthou ons zulk een taal meecirclijdenswaarde vrouwMaar hemel waar van daan verbleeken my de wangenVan welk een angst voel ik mijn boezem prangen

Of t ware een doodelijke slagMijn oogen dicht sloot voor den dag

Iets gruwzaams schijnt voorwaar ons over t hoofd te hangen

CASSANDRAWat draalt ge Ontrukt ontrukt den Vorst

Aan de armen van een trouwelooze GadeEer zy zich in de stroomen badeVan t bloed waarnaar de wraakzucht dorst

DE REIO duistre orakeltaal die ik niet uit mag leggen

Ik sidder voor uw donkren zinAch t geen ons Wichelaars voorzeggenHeeft al te zelden voorspoed in

CASSANDRAO mijn te lang gerekte dagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

259

Zou k om het vreeslijk eind niet klagenDat u op vreemden bodem wacht

Op Trooischen grond mocht ik niet stervenO ongelukkig Vorst gy hebt my hier gebrachtOm met u t levenslicht te derven

DE REIWat god bezielt den toon die uit uw boezem weltDe zangerige stem die dus in klachten smeltIs als de stem der nachtegalenWanneer ze t nooit vergeten leedEn Itys noodlot al te wreed

Aan t luisterende bosch herhalen

CASSANDRAUw lot is zacht by t mijn o Philomeel

Het godendom meecircwarig met uw klachtenDeed u op dunne vleugelschachtenHet hartverscheurende tooneel

Ontvlieden en door kweelende gezangenDen doffen wanhoopkreet vervangenEn my Weet gy wat lot my wacht

Te stikken in mijn bloed door monsters omgebracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

260

DE REIWat zwarte toekomst doet ge ons vreezenMaar hoe betoovert ge ons gehoor

Een godlijke invloed straalt in al uw woorden doorHetgeen gy spelt moet waarheid wezen

CASSANDRAO Paris Paris ijslijk boetOns droef geslacht uw overmoed -

Scamander wiens verlaten stroomenNog rood zien van het Trooische bloedOntfang mijn verren afscheidsgroet

De tijd is in het end gekomenDat my Cocytus sombre boordDe wichlarijen slaken hoort

Zoo vaak versmaad in uw nabijheidToen ik den val voorzag van Trojes roem en vrijheid

DE REIHelaas het blijkt het blijkt te zeer

Dat ge ons iets ijslijks hebt te spellenk Bevroed het uit dien toon van wanhoop maar nog meerUit de angsten die mijn eigen hart beknellen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

261

CASSANDRAO afschrikbarend lot van een gevallen stad

O Troje Troje vruchtloos hadMijn vader uw behoud door zoo veel duizendtallen

Van offeranden afgebeecircnIk zag helaas uw muren vallenUw vorsten in het stof vertreecircn

Uw vorsten wie de goocircn als heel hun rijk verfoeienMijn bloed alleen ontbrak hun woede nog t zal vloeien

DE REIHoe kwelt die godheid u wier adem u bezieltDie invloed is geen gunst maar foltring niet te dragenDe komst vooruit te zien van zulke schrikbre dagenVerdubbelt slechts het kwaad terwijl t de hoop vernielt

CASSANDRAWelaan mijn angstig hart van sombre orakels zwangerGeev zich in t einde lucht k Omwikkel thans niet langerDe waarheid die ik zie in woordenduisterheidVerschijne dan voor u de toekomst ons bereidGy volgt mijn schreecircn en voer mijn hand u tot de boordenDiens Oceaans van ramp die al te dra deze oorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

262

Moet overweldigen - Herdenkt den vroeger tijdIs is dit schrikpaleis niet aan den vloek gewijdDer Eumenieden Ziet den roodgevlekten drempelOmzwerven zy verwoed en merken met den stempelDer onontgaanbre wraak geheel dit schendig oordTooneel van broederhaat van overspel en moordEn kinderslachting die de Zon terug deed tredenWel nu ben k onderricht van t weggesneld voorledenSlaat men mijn wichlarij nog roekloos in den windZiet ge enkel in dees taal een vrouw van smart ontzindEn kent gy d invloed van een godheid niet Spreekt grijzenDeelt me uw gevoelens meecirc

DE REIUw woorden doen my ijzen

Ach verg niet dat ik spreek Van d overkant der zeeKwaamt gy Wie leerde u dus t aloud en erflijk weeVan Argos Koningstam

CASSANDRAU heb k die gunst te danken

Apol Uw aacircm bezielt dees borst met hemelklankenEn t menschdom niettemin is voor mijn woorden doof

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

263

DE REIHelaas maar al te veel verdient gy zijn geloof

CASSANDRAOp nieuw grijpt my de geest der godheid aan De dagenDer toekomst dreigen wraak en naadren zwaecircr van plagenZijn niet die knapen die den ingang van t paleisBewaken uit het graf herrezen om den eischVan t Lot voldaan te zien en hunnen moord gewrokenO slaat de houding gacirc dier onverzoende spokenZy wijzen op den disch die met hun vleesch en bloedBeladen (groote goocircn) hun vader heeft gevoedDe schuld uws vaders gaat gy boeten o mijn KoningEen wolf verhit op moord sloop in de vorstenwoningEn loert daar in den nacht gewikkeld van t verraadHet lang berekend uur der wraak af Ach het slaatGy valt doorluchte Vorst Verwinnaar der TrojanenGy valt Uwe echtgenoot die met geveinsde tranenU in haar armen drukt biedt offers aan de goocircnVan vreugde dat ze in t end haar Gade in t rijk der doocircnMag neecircr doen storten O voorbeeldelooze woedeO opzet bloediger dan immer tijger broeddeO vrouw vloekwaarder dan Charybdis als haar schoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

264

Den scheepling inzwelgt en weecircr opgeeft aan den doodUw naam te noemen is me een gruwel Ja de zegenIs u Gy roept die uit en de afgrond juicht u tegenGy siddert eedle rei maar twijfelt aan mijn reecircnHoe sluit gy de oogen nog voor t licht Wat zeg ik neenHoud houd dien twijfel vast te dra zult gy hem dervenEn ik mijn wichlarij bezeeglen met te sterven

DE REIIk ken de gruwlen die gy meldt Thyestes dischEn al t onschuldig bloed dat hier vergoten isMaar ach wat baat het u een toekomst te verkondenWaarvoor ons hart zich sluit en die t niet kan doorgronden

CASSANDRADat Agamemnon nog op heden sterven moetZie daar wat ik u spel

DE REIDat ons de Hemel hoed

CASSANDRAKan t woord eens stervelings den wil van t Lot doen falen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

265

DE REINeen maar kent gy dien wil Ook wichlaars kunnen dwalen

CASSANDRAO hemel welk een vlam doortintelt mijn gemoedDe dwang der godheid is t die my nog spreken doetIk zie de tijgerin den fieren Woudvorst zoekenIn blakend ongeduld elk oogwenk toevens vloekenDe laffe deelgenoot van haar ontuchtig bedEgisth verzelt haar schreecircn de dolken zijn gewetHun zegepraal genaakt uw sterfstond is gekomenO Argos groote Vorst en ook mijn bloed gaat stroomen -Weg dorre kransen en gy ijdle wichlaarstafLig daar Wat baat ge my in t naar my gapend grafWat hebt ge my gebaat in t bloeien van mijn levenToen ik de heilge gaaf my door de goocircn gegevenVan vijand beide en vriend miskend zag en bespotTerwijl mijn hooploos hart den wil doorzag van t lotOnzaalge hulsels weg Versiert eens anders harenGy kunt een andre kruin thans met het leed bezwarenDat zoo lang woog op my Hier hier wenkt my de handDes langgewenschten doods Ver van mijn vaderlandVerrees in dezen dag de laatste van mijn dagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

266

Want zelfs aan t vlietend bloed van mijn vermoorde magenDe stroomen van het mijn te mengen werd me ontzeidEn k werd gespaard voor t lot dat me op dees grond verbeidtDoch onze laatste zucht zal niet met d aacircm der windenVervliegen en onze asch haar wreker eenmaal vindenMijn Koning t Is uw zoon thans zwervende over de aardHem voert een godheid hier om t onmeecircdoogend zwaardZijn moeder door het hart te stooten tot verzoeningDer felvertoornde goocircn en onze wraakvoldoening -Maar k staak mijn klacht in t end De dood is my geen leedZag k niet den val van Troje - Ach die haar zinken deedDerft dra met my het licht Verwinnaar en gevallenHervinden zich in t graf eacuteeacuten lot vereacuteeacutent ons allenZoo vloeie dan mijn bloed het kwijnend lichaam uitEn spoed u stervensuur O reeds van zelven sluitMijn oog zich voor deze aard en al haar ijslijkhedenVerblijf der rust ontfang me Ik heb te lang geleden

DE REIO ongelukkige het zij ge waarheid meldtHet zij zich uw gemoed met hersenschimmen kweltMaar hemel waar van daan by de aaklige bewustheidVan t dreigendste gevaar die wondre zielsgerustheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

267

CASSANDRAMijn uiteinde is bestemd k zie t naadren zonder schrikGelatenheid verzoet het stervensoogenblik

DE REIO stervling leer van haar zoo lang des voorspoeds dagenZacht henenrollen u in t onheil meecirc gedragen

CASSANDRAO mijn verdelgd geslacht t uur onzes weecircrziens slaat

(Zij wil in het paleis treden maar deinst met afgrijzen terug)

O gruwel

DE REIWichlares Wat nieuwe siddring gaat

U aan dat zich uw tred niet op den drempel veste

CASSANDRAt Is de adem van den dood die reeds dit oord verpestte

DE REIO overmaat van schrik

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

268

CASSANDRAk Verlate u in het end

t Geen thans gebeuren gaat maakte u mijn mond bekendHerdenkt my Grijzen als ons beider bloed zal stroomenHerdenkt my als de tijd der hemelwraak zal komenWanneer uws konings kroost der overspeelren bloedAan vaders gramme schim ten offer plengen moetHerdenkt my dan en tuigt Cassandraas laatste klankenEeacuten woord nog Aan den god wien ik de gaaf moet dankenDier droeve wichelkunst met zoo veel leeds betaaldO Zonnegod wiens gloed my hier voor t laatst bestraaltDoe haast den dag der wraak aan deze kim ontluikenDag die der snooden trots en zegepraal zal fnuikenGekwetste vorsteneer herstellen en dit oordBevrijden van den smet van laffen vrouwenmoord -Zoo is het menschlijk lot Het heden te vertrouwenIs op de wenteling der holle zee te bouwenDenk stervling aan de les van reeds beproefden noodEn midden in uw heil wacht tegenspoed en dood

(Zy ijlt naar binnen)

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

269

Het treurspel (Ode)

Aartsengelin die van Gods zijGevlogen uw aanbidbre heerschappijOp ons vervallen stervelingenAls op de reine hemelkringenOnwederstaanbaar werken doet

O Dichtkunst tolk van God in t u gewijd gemoedLust het u soms de blanke Cherubsveecircren

Van uit de hoogste hemelsfeerenNaar onzen stofklomp uit te slaan

Lust het u soms in schraler lucht te zwevenOm met een nieuw een Godlijk leven

Te zaligen zoo ver uw wenk kan gaan

O neen Wat zeg k het ware u honenUw vlucht te lokken naar deze aard

Hoe zou de hemelklank dier toonen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

270

Voor de Englen Gods alleen bewaardDie klank waar Zijn volkomenhedenZich spiegelen in al haar pracht

Voor dit ons uitgedord benedenZich wederscheppen in zijn kracht

Voor altoos weekt gy van deze aardeMet al de weldaacircn die gy baardeMet ware schoonheid deugd en recht

En thans eacuteeacuten toon van u die in verheevner ordenGeheele werelden doet worden

Deed ons onheiligen aan aardsche lust gehechtMet heel deze aarde in t niet waaruit wy werden zinken

Doch o is t voor het minst geen al te stout bestaanDien toon hoe flaauw ook na te klinken

Is t met der schoonheids rijk voor eeuwig niet gedaanIs t niet vergeefsch dat West en NoordenZich paren aan de weeldrige oordenVan t door God zelf geheiligd Oost

Om door hun vlammende gezangenUwe albezieling te vervangenBy t u onwaardig menschenkroost

Verkond ons wie der Kunstgodinnen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

271

In Griek en Romers tempeltinnenMet heidensche offers aangebeecircn

Na u dien troon op de aarde mocht bekleecircnVan waar gy eacuteeacutenmaal zelf het menschlijk harte roerdetVerhieft vergeestlijktet en aan Gods voeten voerdet

Wien hoort de glans dier zegepraalIs t Clio wier manhafte taal

Den roem van s aardrijks vroegste tijdenAan t laatste nageslacht verkondtDie door des blinden dichters mondHet plekjen waar eens Troje stond

Aan de eeuwigheid vermag te wijdenEen rij van koningen een fiere heldenstoetDien ze uit het graf herroept en ons aanbidden doet

Kent haar de zege toe Zy vlechten hun laurierenStemt gy het meecirc in eacuteeacuten om Clioos kruin te sieren

Maar neen een andre toon ontstaatEuterpe roert de gouden snarenDaar treedt zy voor met losse haren

De Godheid in het oog die door haar spreken gaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

272

Zy zingt Het aardrijk is verdwenent Verleden en de toekomst smelt in eacuteeacutenen

De hemel opent zich voor t menschdom t Is te veelGeen stervling viel de kracht ten deel

Haar stouten hemelvaart te teugelenOf t spoor te volgen van haar vleugelen

De ziel verliest zich in die vluchtErkent haar machtloosheid en stort in lager lucht

Gy zijt het Melpomeen de kroon past op uw harenU zij het dichterlijk gebied

U die den gloed der lierzang weet te parenAan t grootsch geluid van t heldenlied

O weigert gy niet aan deze oordenDien toon der hooge heemlen lust

O tokkelt ge die zilvren koordenWaar op der heemlen waarheid rust

Ge ontrukt ge ontrukt ons aan ons zelvenGy voert ons tot de stargewelven

Tot voor dat licht waar meecirc Gods Almacht zich omhultGy kent en gy verkondt die wegenWaardoor Zijn vonnis of Zijn zegenZich in dit jammerdal vervult

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

273

Maar hoe wat bloed- wat treur- wat schriktoneelenMeestres van t diep geschokte hartDie door het knijpen zelfs der smart

De ziel te boeien weet te streelenWat ijslijkheden voert ge ons aan

Hier broeders heet op t bloed van broedersDaar aan zich zelve ontvallen moeders

Die aan haar eigen kroost verwoede handen slaanHier vorsten by den troon geborenTer neecircr gebliksemd van dien troon

Daar de eer die braafheid scheen beschorenOntwijd aan gruwelen ten loon

Wat vreemde tegenstrijdighedenDoor t sterfelijk verstand bestredenEn die ge t weggesleept gemoedErkennen en aanbidden doet

Want zwevende op azuren wolkenOntdekt gy d opgetogen volkent Ontzachelijk geheim van t Lot

En wijst by t stroomen onzer tranen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

274

By t bulderen der driftorkanenOp de Alvoorzienigheid van God

De loop van werelden en tijdenDus leert ge is door eacuteeacuten woord voor de eeuwigheid beschiktEn t eens bestemde lot blijft pal en onverwrikt

Den slag door dit gedreigd te mijdenIs boven t perk der menschlijkheid

En al die standverwisselingenDie zich elk oogenblik verdringen

Geleiden ons naar t heil door Zijn genacirc bereid

Verheven rei van s Oudheids treurspeldichterenVan schoon- van groot- van waarheidstichterenEn gy vooral doorluchte dichtrenvorstO Eschylus uw stoute dichtvlucht dorstHet spoor tot hooger waarheecircn banenDan blinde heidnenzielen wanenDe zetel van hun valsche goocircnSchokte op het galmen van uw toon

Uit hooger ja uit hemelsche oordenDrong met den klank van uwe woordenEen straal van waarheid in het hart

Verheffend voor den geest en balsem voor de smartZoo Dichtkunst voegt het u te loven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

275

De traan in t oog het oog gericht naar bovenBezield met heldenkracht op vorstengrootheid fier

Gy zijt het Melpomeen de kroon past op uw hairenDat dan die kroon uw hairen sier

En roere uw Zustrenrei ter uwer eer de snarenTer uwer eer Tot die van GodVan Hem die heel des werelds lot

Met eacuteeacutenen wenk bestemde in eacuteeacuten hand houdt omslotenVan Hem uit wien de glorie daaltDie om het hoofd van Vorsten straalt

Waarvan Zijn hand het eacuteeacutenig kan ontblotenVan Hem die zegent Hem die wreektWiens invloed in den dichter spreekt

Wanneer het woudgediert zich opdringt aan zijn kluisterenHet stof zelf zich bezielt en aarde en heemlen luisteren

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

276

Liefde

In d eersten gloed der jeugd wen t ligt getroffen hartDe prikkling van t vermaak en t knellen van de smartIn al hun kracht ontfangt wanneer de driften woelenDoor heel ons aanzijn en de Godheid doen gevoelenDie noopt tot zaligheid - wat voorwerp heeft natuurDen dichter waardiger dan liefde uw hemelsch vuurVoor u dan klink mijn zang Geliefde zanggodinnenBezielt me k ga een lied het lied der jeugd beginnen

Wie zijt ge hemeltelg wier goddelijke gloedt Heelal in wezen houdt Wat drift de boezem voedVan u is de edelste de heiligste van allenVan u de machtigste By duizend duizendtallenBiedt u het menschdom dag aan dag het offer aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

277

Van harten die voor u voor u-alleenig slaanUw aacircm is heeter dan de gloed der hemeldakenWen Sirius gesternt het aardrijk dor doet blakenDe drift die op uw wenk het ziedend hart vervoertIs woester dan de orkaan die d Oceaan beroert

Wie zijt ge hemeltelg Uw frissche myrtenkransenZijn duizendwerf meer waard dan de onbetrouwbre glansenDer kroon De vorstlijke eik de slanke populierVerneecircren voor uw myrt hun fierheid De laurierBeschaduwt s dichters hoofd om zich aan haar te parenAanschouw de menigte die zich om uw altarenVerdringt Het bleek gelaat getuigt de minnesmartDie merg en bloed verteert gekoesterd in het hartDes krijgsmans woestheid is in tranen weggezonkenUit de oogen die alleen van oorlogsijver blonkenZijn moordlust is gesmoord hy ademde in de luchtDie in dees streken speelt een liefelijker zuchtVerg dichter van uw lier geen moedige oorlogszangenHet kwelend liefdelied heeft die van zelf vervangenEn alles stemt te zaacircm om d invloed van de minTe zingen alles roept haar dierbre gunsten in

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

278

Wie zijt ge hemeltelg Wat dit uw alvermogenDaal neecircr aanbidlijke voor onze aanbiddende oogenEen lentekoelte waait en spreidt zijn ambergeurDoor t trillende geboomt de frissche grond stort keurVan bloemen alles aacircmt een nieuw een beter levenWat ruischt gy golfjes door een teedre lust gedrevenEn spat in schuim op En gy zoete melodyVan t tjilpend pluimgediert spreek wat verkondigt gyWees welkom heilgodes gy nadert uit den hoogenVerblindend is uw glans uw schoonheid voor onze oogenMaar ja wy kennen u des hemels oudste kroostDoor wie het menschdom werd en die zijn jammren troostGeen kind vol wreedheid dat met dartelende handenVermaak schept met zijn gif het weecircrloos hart te brandenO neen een engelin die waar haar voetstap naaktHet doode levend en wat leeft gelukkig maaktGelukkig duizendmaal op wien uw gaven dalenWie al de schatten van een wereld niet betalenGelukkig duizendmaal wiens uiterste ademtochtAan u geheiligd uw gezegend heil bekochtVergeefs misgunt een zee u de allerzoetste kussenLeander zou haar woede uw brandend minvuur blusschenUw arm tart golf en storm en overwint de nood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

279

Verhonderdvoudigt uw geluk maar zelfs de doodWaar zoet mag Heroos hart er t offer van ontfangen

O mocht mijn boezem eens zich aan uw boezem prangenNaar wie mijn hart vergeefs sints de eerste kindschheid zuchtWier tooverbeeld me omzweeft wier wezen my ontvluchtk Zou door het bruisschen heen der opgezette barenMy storten in uw arm ja duizend doodsgevarenTrotseeren om eacuteeacuten blik van uw aanminnig oogDe roem van oorlogsmoed de roem der kunst klinkt hoogEn zoet weecircrgalmt haar stem in vrijgeboren hartenMaar ach wat is dat zoet by t heil ja by de smartenDer liefde Lauwerkrans die t dichtrenhoofd omvlechtWas ooit mijn jeugdig hart aan uw bezit gehechtt Waar om u met dit hart der schoonheid aan te bieden

Maar gy o Engelin wat spoedt gy ons te ontvliedenU danken we u alleen wat de aard tot hemel maaktVerleen uw bijzijn aan den dankgalm dien zy slaaktMaar neen gy toeft niet moecirc van t nietig stofgewemelSpreidt gy den goudglans van uw wieken uit ten hemelOns oog verliest u in zijn bogen voer de beecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

280

Van t onvoldane hart voor t minste met u meecircIk vraag geen aardsche macht noch ligt vergankbre schattenDie onrust zonder maat geen rein geluk bevattenIk hijg naar t heil van een door u gezegelde echtO mag ik heel den loop mijns levens aan het rechtTer Godgeliefde dienst van d onderdrukten wijdenZoo laat my voor die zaak de felste rampen lijdenIk ben gelukkig k ben verheven boven de aardZoo gy my slechts een bloem op dit mijn pad bespaart

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

281

Aan Bilderdijk by het afsterven van zijn zoon Julius Willem

Ja TRANEN ZIJN ONS DEEL OP AARDEn wat de weg des levens baart

Is distel voor den voet en voor de lippen alsemHier treffen slagen waar wy treecircnHier groeien jammren rondom heen

En de aarde die ze teelt teelt voor ons leed geen balsem

Dit klonk uw lier doorluchte BardZoo vroeg reeds aan de wrangste smart

t Hardnekkigst lijden prooi gegevenDit klonk die lier wier melodySteeds somber maar steeds groot en vrij

De waarheid in den toon der Poezy deed leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

282

Gy wachtte sints uw eerste jeugdVan geen ontluisterde aarde vreugd

Dan die geboren wordt uit moed en plichtsbetrachtingGewapend tegen t grimmig lotMet onbeperkte hoop op God

En met de toovermacht der Dichtkunst tot verzachting

Ach t was geen aardsche tegenspoedDie zulk een steun die zulk een moed

In d eedlen boezem kon verwrikkenDes noodlots toorn verzelde uw schreecircnGy zaagt haar dreigende om u heenMet onverzette blikken

Maar ach een ijsselijker slagDan al wat jammer heeten mag

Trof uw in t leed vergrijsde hairenEen slag o God O had mijn bloedDen eisch van t ijzren lot geboet

Het had gestroomd om hem uw hoofd te sparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

283

Vergeefs ontzag het brandende OostOntzag de storm het dierbaar kroost

Dat aan den boezem snelt te lang van hem gescheidenDe dood staat van haar prooi niet afEn de akelige toon van t graf

Vervangt het welkomstlied wiens galmen hem verbeidden

Wie zal wie kan het thans bestaanDe bittre hartverscheurbre traan

Die op de wangen brandt der ouderen te drogenWie spreekt hier ijdle troostreecircn uitVerzwolgen in het smartgeluid

Waarin de spraak verstikt by t onbescheiden pogen

Neen wie uw zielsgevoel verstaatStort hier geen machtelooze maat

Om de overstelpte borst aan t foltrend wee te ontscheurenZijn lier omfloersd met treurend zwartGeeft slechts den doffen toon der smart

En wat zijn hart vermag is met het uw te treuren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

284

Van U alleen o God komt troostGy geeft en gy herneemt het kroost

Waar t ingewand aan kleeft de ziel in leeft der ouderenIs niet van U en ramp en vreugdEn t aardsche lijden zelfs der deugd

Verlicht niet Gy den last van de afgetobde schouderen

Van uit Uw alomvattend HofWaar t alles juicht in Uwen lof

Slaat Gy Uw droeve kinders gadeEn uit de diepste kolk der smartVerheft Uw hand weecircr t zinkend hart

En de Englen loven Uw genade

Der troostelooze moeders zuchtZal niet versmelten in de lucht

Maar voor Uw glansrijk aanzijn stijgenDe kreet des vaders om zijn zoonDringt door o God tot voor Uw troon

En doet de hemelvreugde zwijgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

285

De geest des afgestorvnen leeftDe geest des afgestorvnen zweeft

Naby het kwijnend moederharteZijn geest omzweeft dat achtbaar hoofdIn leedverduring afgesloofd

En lenigt ongezien zijn smarte

Ja heilbocirc van Gods oppermachtZal hy in schaduw van den nacht

U t uur verkondigen dat onzen boei moet slakenDen heildag die het gantsch HeelalIn d eacuteeacutenen God vereenen zal

En in der schepslen heil des Scheppers werk volmaken

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

286

By het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 17 Mei 1820

Voorzang

1

Gezegend Gy die ons het leven gaaftWy danken U voor t uit U spruitend levenWy danken U die de armen troost en laaft

Om t geen Ge ons meer dan t leven hebt gegevenOntfang den toon dien U onze onmacht biedtIn U begint in U voleindt ons lied

2

Weldadigheid houdt hoogtijd op dees dagOp dezen dag viert men het heil der armenWy smeken U met kinderlijk ontzag

Dat Uwe gunst hun poging moog beschermenGun ons dees dag der schepslen hoogst genot

Tot Uwen lof te handlen o mijn God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

287

3

En voor dees Rij wier milde zorg en deugdOns de ongenacirc van t grillig lot vergoedenVoor die heft meecirc dees diep getroffen jeugd

Den smeekzang aan dat Gy hen moogt behoedenUw zegen ruste op hun eerwaardig hoofd -En zij Uw naam in eeuwigheid geloofd

Eerste tusschenzang

1

Brave wakkre hovenierenStrooien hier het zaad der deugd

t Zaad van kennis en beschavingIn het hart der schaamle jeugd

Moog Gods oog dat zaad doen rijpenAls een koesterende zon

Moog Zijn heilgenacirc volmakenWat hun liefdezorg begon

2

Eindlijk is de dag gekomenLang met angst en hoop verbeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

288

Angst om onze jonk- en zwakheidHoop op Uw Voorzienigheid

Schenk ons Hemel schenk ons krachtenLaat het blijken op dees dag

Wat vertrouwen op Uw invloedWat erkentlijkheid vermag

3

Weezen strekt Gy tot een VaderEn Gy zijt der armen schat

In Uw gunst almachtig KoningIs het heil der aarde omvat

Waarom zouden wy dan schroomenGy verzorgdet steeds ons lot

Onze kracht is Uwe bijstandOnze Vader onze God

Tweede tusschenzang

1

t Oog dat wy naar boven slaanIs bevochtigd met een traanUit het jeugdig hart gevloeidDat van dankerkentnis gloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

289

Met de wijsheid van een vaderMet een moeders tederheidVoelen we ons door God geleid

Tot geluk en deugd te gader

2

God als onze stem zich paartMet geheel een lovende aardDan verzinken we in Uw lofVan verrukking weg in t stof

Maar Uw teedre zorg te roemenIs nog zoeter aan ons hartEn t vergoedt de wrangste smart

Dat we U Vader mogen noemen

3

Deze naam past onzen mondPast vooral op dezen stondDaar Gy met een VaderoogOns versterktet van omhoog

Vader goedertieren VaderDie Uw kinders hebt verhoordDe enkele uitspraak van dit woord

Voert ons aan Uw hemel nader

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

290

Slotzang

Looft den God die aarde en hemelOp een wenk ontspruiten deed

Looft den Vader van zijn schepselsDie versterking schenkt in t leed

Hy alwetend alvermogendZorgt niet eenig voor t geheel

Neen Zijn oog Zijn zorg Zijn zegenHoedt ook t allerkleinste deel

Heft uw stem dan naar den HoogenLooft Hem met een rein gemoed

Hy verhoort oprechte hartenIn genot en tegenspoed

Looft den God die aarde en hemelOp een wenk ontspruiten deed

Looft den Vader van zijn schepselsDie versterking schenkt in t leed

Zalig die op Hem vertrouwenDie Hem ware hulde doen

Heel de wereld zaamgespannenZou op zulken vruchtloos woecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

291

Wie dan Hy vermag te straffenWie dan Hy deelt schande en eer

Laat het menschdom vrij verneecircrenHy verheft den braven weecircr

God regeert op aarde en hemelHy is meester van ons lot

Wanhoop niet bedroefde zwakheidVoor uw welzijn waakt een God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

292

Den heere Dr Imanuel Capadose by het afsterven zijner echtgenootevrouwe Batseba Capadose geboren Da Costa

תמת ישפנ תןמ םיךשי יהתן יתיךחא ןהמכ num XXIII 10

Rechtschapen Grijzaart die het eerbiedwaardig hoofdWeemoedig buigt ter aard en dus versmelt in smarteAch zoo ons zulk een smart nog troost veroorelooft

Ontfang d oprechten toon van t met u nokkend harteDe God wiens heilge wil zich hier vervullen moet

Wiens doel ver boven t oog van t menschdom is verhevenDe God die lijden doet de God die sterven doet

Maar lijden uit genacirc maar sterven om te levenDie God heeft ook uw kruin vergrijsd in deugd en eer

Getroffen met een slag niet heelbaar op deze aarde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

293

Eene aangebeden Gacirc vraagt ge aan de grafkuil weecircrDe helft uws levens stierf en de andre mist haar waardeDe dierbre viel wier heil in t uw besloten lag

Wier lijden t uwe was sints twee maal achttien jarenDie dierbre lijdensmoecirc sloot de oogen voor den dag

Dien zelfs uw liefdezorg haar langer niet kon sparenVier vier den teugel aan t rechtmatigste verdriet

En slaak den zilten traan die opbruischt naar uwe oogenWant heilig is die traan Hy is van wanhoop niet

Maar wekt op uwe wang der heemlen mededogenGy brave aanbidt ook hier Gods liefderijke hand

Die immer balsems druipt die t aardsche leed verzoetenU wijst een heilge Hoop op beter vaderland

Waar de Englen reeds uw Gade als nieuw geboren groeten -Ach t nietig stof alleen zonk in de nacht van t graf

De reine ziel stijgt op om hooger welzijn te ervenMaar ziet nog neecircr op u zy die het voorbeeld gaf

Van wel te leven eerst en thans - van wel te sterven

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

294

Eurydice

Te veniente die te decedente canebat VIRGILIUS

lsquoHerhaal mijn lier herhaal den zangDien eenmaal Orpheus zong

Den toon dien t klemmendst zielverdrietHem uit den boezem wrongrsquo

Eurydice EurydicelsquoDus galmde dag en nacht

Aan Strymons eenzaam oeverzandDes Dichters jammerklachtrsquo

Eurydice EurydiceKeer weecircr tot uw gemaal

Mijn boezem slaakt geen andre beecircZoo lang ik adem haal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

295

Genot des levens op deze aardGy hebt gedaan voor my

Eurydice werd u ontscheurdEn haar gemaal als zy

Mijne oogen gunt den tranenvloedEen onbeperkten loop

De tranen zijn mijn toeverlaatDe wanhoop is mijn hoop

Wat anders bleef er voor dat hartNiet levend dan in schijn

Voor welk een vreugd voor welk een leedZou t nog gevoelig zijn

Ten tweedenmale kwijne ik wegIn weduwlijken rouw

k Sterf tweemaal eacuteeacutene zelfde doodk Derf tweemaal eacuteeacutene vrouw

O goden hadt ge nog uw haatNiet fel genoeg geboet

Toen ik uw strengheid tuigen moestMet meerder dan mijn bloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

296

Toen ik in d eersten bloei der jeugdEen gade sterven zag

En op t meecircdogenlooze grafWaanzinnig stervend lag

Toen ik uw bliksems tergen dorstEn afriep op mijn hoofd

En my ten prijs bood aan de doodDie me alles had ontroofd

Maar neen uw toorn misgunde myDe kalmte van het graf

En k werd gespaard na al dien rouwTot nog verschrikbrer straf

Op eens schiet door mijn veege borstEen straal van hoop en moed

En stort een nieuwen levensgeestIn d omloop van mijn bloed

k Heradem k voel weecircr dat ik leefIk ben my zelve weecircr

t Ben de Orpheus weecircr van vroeger tijdNeen duizendmalen meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

297

De heilge drift der poeumlzyVervangt de plaats der smart

k Ontwaar met nooit beproefden gloedDe Godheid in mijn hart

De Godheid ja der poeumlzyVerleent my godenkracht

Een meer dan menschelijk bestaanMoet op dien stond volbracht

t Verleden onheil moet hersteldDe wet van t Lot bestreecircn

En de onverbiddelijke doodDoor mijne stem verbeecircn

Op de inspraak moedig van den GodDie t dichtrenhart bezielt

Ontruk ik my aan t dierbaar grafDat my geketend hield

Ik hang het gouden speeltuig omCalliopees geschenk

Dat eens t verbaasde woudgediertDeed hangen aan mijn wenk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

298

k Vertrek ik spoed ik ijl ik vliegNaar t uiterst eind der aard

Waar zich het rijk der levendenAan t rijk der dooden paart

De zwarte golven van den StyxBespoelen reeds mijn voet

Reeds heeft my Charon in het oogEn roeit my in t gemoet

Hy nadert maar erkent een menschGeen schim van vleesch ontbloot

lsquoVan hierrsquo graauwt my de grijzaart toelsquoGeen levende in dees boot

Daar is geen toegang tot dit oordDan door de nacht van t graf

En wachte wie het kennen wilHet uur van sterven afrsquo

Ik antwoord niet maar grijp met eacuteeacutenDe cither van mijn zij

k Lok uit de zacht bewogen snaarEen sombre melody

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

299

Een onbestemde melodyZielroerend als een zucht

Die uit het diepst des harten weltEn wegsmelt in de lucht

De bootsman luistert en voor t eerstTreft hem eens menschen klacht

Zijn fronslend voorhoofd heldert opZijn norsche blik verzacht

k Vervolg het bootjen nadert steedsDen oever meer en meer

t Ontfangt my eindlyk en o heilDe grijzaart biedt geen weer

Nu vare ik met de zoetste hoopIn t opgeruimd gemoed

De negendubble kronkling omVan d onderaardschen vloed

Wy landen k richt een vasten tredNaar Plutoos schrikpaleis

Als op des hemels hulp gerustOp mijn vermeetle reis

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

300

Nu valt Cerbeer my grommend aan -Eeacuten toon slechts van mijn luit

Bedwingt zijn opgesparde keelEn dooft zijn gramschap uit

De ivoiren poorten oopnen zichDe helwacht staat geschaard

k Stap midden door die monsters heenVoor dood noch leed vervaard

Eeacuten oogwenk voert my in t gezichtDer onderaardsche goocircn

Eeacuten oogwenk voert my aan den voetVan hun ontzachbren troon

Daar zat de norsche geestenvorstNaast Ceres schoone spruit

Dien trek van strengheid op t gelaatDie weinig heil beduidt

Met de uitgezochtste mengelingVan tonen hemelzoet

Breng ik het koninklijke paarDen dichterlijken groet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

301

Door nooit gevoelde boezemdriftDoor nooit gekende kunst

Win ik by de eerste snarengreepHun aandacht ja hun gunst

Ik huw aan d invloed der muzijkDe kracht der dichtrentaal

En golvend op den cithergalmVervult mijn stem de zaal

Nu zing ik van de kracht der minHet zoet der huwlijkstrouw

Nu zing k het hoogste heil des mansDe weecircrmin van een vrouw

k Verhef in gloeiend maatgezangDen lof van t godlijk kind

Dat aarde en hemelen bezieltEn goden-zelf verwint

Ik voer die gouden dagen weecircrVan uit der eeuwen nacht

Toen Pluto zelf zich onderwierpAan Liefdes oppermacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

302

Ik zing de hemelschoone maagdVan Ennaas bloeiend veld

Ten troon van t schimmenrijk gevoerdDoor t wenschelijkst geweld

Maar nu vervangt een ander liedHet zachte lied der min

Ik stel in hoog gestemden toonDen lof der goden in

Den lof der goden hef ik aanVan hemel hel en zee

Bedeelers van der menschen lotGevoelig aan hun wee

Groot en aanbidlijk is hun handAls zy kastijdt voor t kwaad

Maar de eigen hand herstelt ook vaakDe wonden die zy slaat

En met een tweeden overgangTot teedrer melody

Begint mijn stem het droef verhaalDer rampspoed die ik lij

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

303

Ik maal dat meer dan menschlijk heilHelaas zoo ras verbeurd

Ik maal de aanminnigheecircn der gacircMy van het hart gescheurd

Ik melde wat ik eenmaal wasIk toone wat ik werd

Een bloote schaduw van my zelfEen levend beeld der smert

Ik zinge uit overmaat van rouwAls droeve Philomeel

En t is haar kunstelooze toonDien k half bewustloos kweel

In t eind begeeft my zelfs die krachtIk wil maar kan niet meer

Mijn cither zwijgt ik storte myVoor s Vorsten voeten neecircr

lsquoWeldadig Godrsquo roep ik nog uitlsquoEurydice of t grafrsquo

Dus eindig ik mijn bittre klachtEn wacht mijn vonnis af

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

304

Dat vonnis (hemel welk een vreugd)Zal my genadig zijn

k Bespeur den voorbocirc van mijn heilIn t oog van Proserpijn

Dat oog doorglinsterd van een traanWendt zy tot haar Gemaal

Dat oog dringt door tot in zijn hart -En ik ik zegepraal

lsquoVermeetle maar gelukkigersquoDus spreekt my Pluto aan

lsquoDe dood hergeeft voor t eerst haar prooiUw bede is toegestaan

k Hergeef Eurydice aan de aard -Maar hoor naar mijn gebod

Want uw gehoorzaamheid alleenBeslist uw volgend lot

Bedwing uw vuurge liefdedriftAanschouw uw gade niet

Zoo lang uw voet den grond betreedtVan mijn geducht gebied

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

305

Wend thans uw aanzicht van my afOntfang uw ecircgacircs hand

Leid haar in hooger luchten weecircrMaar doe mijn woord gestandrsquo

Zoo spreekt hy k dank hem met een traanIk wend mijn aanzicht af

En t machtig heilwoord wordt vervuldDat my de Godheid gaf

Ik druk die aangebeden handDaar ze in de mijne rust

De boezem vol van tederheidVerlangst en hemellust

Ik worstel met mijn ongeduldTerwijl wy opwaarts gaan

k Bedwing mijn oog en zelfs mijn stem -Het uur der vreugd spoedt aan

Reeds glanst de heldre gloed der zonWeldadig op ons neecircr

Een enkele oogwenk toevens nogEn k heb mijn gade weecircr

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

306

Helaas een enkel oogenblikVerandert heel mijn lot

Mijn brandend ongeduld vergeetHet Vorstelijk gebod

Aan mijn te volle borst ontvloeitHet zalig WELLEKOM

lsquoWees welkom (roep ik) dierbre gacircrsquoEn hemel ik zie om

k Zie om en ach geen gade meerIk ben op nieuw alleen

In t zwart verschiet versmelt een schim -Eurydice verdween

Wat zoude ik op dien schrikbren stondMy zelf van schuld bewust

Het hart van schaamte en rouw vervuldIn plaats van hoop en lust

Helaas ik deed geen poging meerTot redding in dien nood

k Verwachtte voor geen tweede maalGenade van den Dood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

307

Ik geef my over aan mijn lotAan wanhoop zonder perk

En keer naar t aardsche strafverblijfIn dit vooruitzicht sterk

Gy Strymons Stroomgod ziet my sintsVerkwijnen aan uw boord

Terwijl noch sterveling noch GodMijn bittre klachten hoort

De zon die opstijgt uit de zeeVerrast my in dien staat

In de eigen houding ziet ze myAls zy de kim verlaat

Dit droevig oord kent reeds mijn smartEn aan den doffen toon

Die mijne Eurydice herroeptIs de Echo reeds gewoon

Gy Stroomgod die mijn tranen zwelgtTuig eeuwig van mijn leed

Tuig Orpheus nooit verbroken trouwTuig Orpheus dieren eed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

308

Ik zweer t by mijn verloren heilBy mijn onlijdlijk wee

By uwe nagedachtenisO mijne Eurydice

Ja by de waatren van den stroomVan t wreede rijk der doocircn

(Een eed nooit strafloos overtreecircnZelfs door de Hemelgoocircn)

Dat nooit een tweede huwlijksvlamZal blaken in dat hart

Mijn gantsche leven lang bestemdTot weduwlijke smart

Ja k zweer o wufte MingodesUw dienst voor eeuwig af

Aan de assche van mijn gacirc getrouwTot aan den rand van t graf

Intusschen klink mijn cither klinkMaar niet dan WEE EN ACH

Ter eer der aangebeden schimTot aan mijn jongsten dag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

309

En als de naneef Orpheus roemtAls dichter eenmaal groot

Zoo kenne zoo betreur hy ookZijn lot als echtgenoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

310

De traan

HET ENGELSCH VAN LORD BYRON VAN ZEER VERRE GEVOLGD

De traan die opbruischt naar onze oogenIn liefde en vriendschap vreugde en smartDie is de ware tolk van t hart

Wie door een mond ooit werd bedrogenDie een geveinsden glimlach plooitEen traan een traan misleidde nooit

De traan naar boven opgedrevenBy t heimlijk slaken van een zuchtGeeft den gepersten boezem lucht

Men ziet hem als een nevel zwevenMaar door dien nevel speelt de gloedVan t weder ademend gemoed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

311

De traan van t smeltend mededogenDat in des naasten lijden lijdtEn hem eens broeders zorgen wijdt

Verkondigt in de glinstrende oogenDe Godlijke afkomst onzer zielHoe diep zy van zich zelf verviel

De traan des zeemans die gevarenNoch t naderende doodsuur vreestIs t afscheidsteeken van den geest

Aan vrouw en kind wanneer de barenVan d opgeruiden OceaanHet dobbrend schip verzwelgen gaan

Waar Roemzucht wederzijds ontstokenD onmenschelijken kampstrijd mengtOok daar wordt vaak een traan geplengd

En t recht der menschheid is gewrokenWanneer hy s winnaars oog ontvloeitEn t vijandlijke lijk besproeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

312

Of als wy t dierbaar oord begevenDat onzen eersten kinderlachDat onzen eersten bloeitijd zag

Om dieper in te treecircn in t levenDan staren wy t weemoedig aanEn t droef Vaarwel spreekt door een traan

Maar gy vooral gevoel van liefdeUw alveroverende tochtWekt stroomen van dit balsemvocht

Voor wie uw gloecircnde pijl doorgriefdeZijn tranen wellust van het hartIn liefdes vreugd in liefdes smart

Ook wien de geestdrift heeft bevangenDie t moedig hart waarin zy blaaktTot aller harten meester maaktDien verwt een gloeiend rood de wangenDien wemelt in het oog een traanDie meer dan woorden doet verstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

313

Wien eerbied ooit de ziel vervuldeIn t brandend tijdperk van de jeugdVoor mannenmoed voor mannendeugd

De traan is s harten eecirclste huldeEn die de nagedachtenisVan groote namen waardig is

Zoo wekken Cesars lauwerkroonenZoo Alexanders fiere moedZoo Maurits grootheid waard zijn bloed

Diep uit het hart der heldenzonenEen traan op die voor t oog verraadtVan welk een zucht de boezem slaat

Het marmer is een koude huldeMijn vrienden welle een enkle dropUit uw gevoelge harten op

(Is slechts de geest die my vervuldeZoo liefelijk een hulde waard)Wanneer k zal rusten onder de aard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

314

De Hollandsche poeumlzy

Voorgelezen op de maaltijd gehouden bij gelegenheid van de jaarlijkschealgemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Kunsten enWetenschappen in mdcccxx

Daar waar der Kunsten outer blaaktVan feestlijke offeranden

En t hart de reinste zuchten slaaktVoor t heil der Nederlanden

Daar moogt by t vonklen van den wijnGy Dichtkunst niet vergeten zijnOp dezend grond zoo bloeiend

Voor Hollands dichterlijke taalKlink dan op nieuw de feestbokaalVan t purpren druifnat gloeiend

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

315

Bloeit Hollands taal en poeumlzyVlecht Deugd en Godsdienst palmen

Doet door uw stoute harmonyDen toon der Wijsheid galmen

Gy kunt het Geve uw HeliconWaar nimmer ondeugd lauwren wonHet zwakke rijk der Logen

Aan vreemde Zanggodessen opMaar lokk ze op haar verheven topDe Waarheid uit den hoogen

Aacircm hier o Dichtkunst dubblen moedSla uit uw breede veecircren

Zoek voedsel voor uw hemelgloedIn t hoogst der hemelsfeeren

De taal die t Hollandsch hart ontvloeitWas immer van uw vlam doorgloeidUw adem is haar leven

Zy zy vermag geheel den schatDien Uwe scheppingskracht bevatIn klanken weecircr te geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

316

Geen andre kweelt de zucht zoo zoetAan t minnend hart ontvallen

Geen andre doet met warmer moedDe krijgstrompetten schallen

Geen andre weet zoo schoon een brandVan geestdrift voor het VaderlandIn aller hart te ontsteken

Noch t diep ontzag voor God en plichtWaarvoor t geweld des onheils zwichtMet zoo veel klem te kweken

Welaan dan achtbre priestrenrijVan onze Zanggodinnen

Bewaakt die kostbre poeumlzyAls t vuur der Vestalinnen

Dat dweepery noch ongeloofHaar onbezwalkten glans verdoovDie over de aard moet schittren

En laat geen vreemde bastaardyHet zoet van taal en melodyVoor kieschheids smaak verbittren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

317

Dan is de luister dien zy spreidtEen toorts van geestverlichting

Die op het doornig pad geleidtVan koene plichtverrichting

Dan is ze een zwaard dat onverstandVervolgt en nedervelt en bantEn de ondeugd doet verbleeken

Een stroom die uit zijn bed geslaaktDe dorre velden vruchtbaar maaktEn t heilzaamst kruid doet kweken

Bloeit Hollands taal en poeumlzyVlecht Deugd en Godsdienst palmen

Doet door uw stoute harmonyDen toon der Wijsheid galmen

En als by t jammerlijkst vervalGeen plek op de aarde wezen zalVoor Schoon- of Waarheid veilig

Dan nog blijv beider naam en machtTot aan het laatste nageslachtOp Neecircrlands Zangberg heilig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

318

De zesde december

Wat schijnt gy lachend aan de transenO dag welks wedergacirc den held ontluiken zag

Wiens onverwelkbre lauwerkransenZich Hollands grond met wellust eignen magOok die werd door de jubeltonenVan Nederlands rechtschapen zonenAls de allerheuchelijkste dag

Begroet Maar ach hy blonk niet met dien luisterDie thans ons hart ter gulle vreugd ontsluitEen grijze damp rees toen het duisterVan s afgronds diepten dreigend uit

En dofte t blaauw der hemelwandenEn mengde in t dankbaar wierookbrandenEen ongekend gevoel van smart

Een angst die t juichend hart bekneldeEn rampen aan Euroop voorspeldeNog voor het zwak verstand verward

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

319

Maar ja dit smartgevoel sprak waarheidStraks keerden trans- en zonneklaarheidIn een ontzachbre doodsche nacht

Orkanen gromden uit de wolkenEen oproerzee sprong uit haar kolkenEn dreigde t aardrijk met haar kracht

Ook Holland moest het ondervindent Geweld van dien ontembren vloed

Die over dijk en dam zich wegen wist te vindenDer Vrijheidsmaagd ontviel en speer en hoed

Gy ook die thands de glorie der BatavenMet eigen bloed en doodsgevaar hielpt staven

Gy moest van t leven naauw bewustDe door den Gal verpeste lucht ontweken

Gestevend naar een vreemde kustUw kindschheid slijten ver van Vaderlandsche streken

Van t nog standvastig Britsche strandZaagt gy den moedwil triumfeerend Afgrijselijksten dwingeland

Met moorden en verraad Europa overheerenDit zaagt ge en voeldet t jeugdig bloed

(Dat bloed van de edelsten der mannenAloude temmers van tyrannen)Ontstoken in een nieuwen gloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

320

En greept het wrekend zwaard in handenDat eens de ondragelijke bandenDes wreevlen Gaulers stuk zou slaanEen heldenvolk was opgestaan

In t Zuiden groot en fier geborenDe Spanjaard en zijn nagebuurDie in t verhevenst oorlogsvuur

Zich zelv den dood hun land verdelging zworenEer Frankrijks bloed- en onrechtvaanOoit op hun vrijen grond zou staan

Daar vloogt gy heen en hielpt die bravenZich tegen s dwinglands woeste slavenVan t gruwelijk gareel ontslaanUw eedle Vaadren zagen t aan

Van uit der Zaalgen vreedzame oordenEn zegenden hun kroost daar Taag- en Iberboorden

Zijn roem weecircrgalmden wijd en zijdMaar Holland zuchtende in zijn ketenWas de oude dapperheid vergeten

En voedde een hoop op U schoon nog niet rijp ten strijdZy zag haar kinders zich ontwringenGewapend met onzaalge klingen

Ten dienst eens booswichts tegen Vrijheid Godsdienst EerEn zelfs de naam van Holland was niet meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

321

Maar herroepen wy die tijdenVan geweld en schande niet

Om het vreugdgevoel te ontwijdenDat dees schoone dag ons biedt

Holland bleef niet altijd zuchtenJammren schreijen in haar band

En geknield den aanblik duchtenVan den trotschen dwingeland

Stervling mocht gy t ooit verwachtenWat uw oog getuigen mag

Uit dien aakligsten der nachtenRees de schitterendste dag

Aan de Noordelijke transenGlom der Vrijheid dageraad

En stort thans haar schoonste glansenWeecircr op Neecircrlands ouden Staat

Maar o overmaat van zegens Hemels weldaad schonk nog meer

Holland heeft zijn naam herkregenEn met hem zijn krijgsroem weecircr

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

322

Heil dien naam dan pas herkregenHeil die vrijheid heil dien roem

Heil den glorierijken degenVan Oranje en Hollands bloem

Driemaal heil den held wiens strijdenJa wiens bloed ons vrij behield

Wien we hart en zangen wijdenMet den warmsten gloed bezield

Ja mijn broeders Pallas zonenDie voor eer en vrijheid blaakt

Vangt ze gunstig op die tonenDie mijn dankbre boezem slaakt

Thans de feestkelk vol geschonkenMet het edelst druivenvocht

En met geestdrift leecircg gedronken -Voor den boei van t schrikgedrocht

Dan voor Holland pas herborenDat het bloeie in krijg en vreecirc

En wat nijd zijn rust moog storenMet den leeuwenklaauw vertreecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

323

Voor den Vorst der NederlandenDie deez Staat verlossing bracht

Uit de gruwelijkste bandenHem tot heil en zijn geslacht

Dat de Held van Neecircrland leveDat zijn echt volzalig zij

Dat die echt hem telgen geveHollands steunsels zoo als hy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

324

Ter verjaring van den veldslag by Waterloo

Griekenland was vrijgevochten en het schaatrend zegeliedHad den wapenkreet vervangen op zijn bloedig grondgebiedt Hart ontlast van t moedig krijgsvuur dat hun kracht gaf in den strijdGaf zich over aan een invloed even krachtig meer gewijdNog bevlekt van t bloed des vijands greep de dichterlijke handt Door een God besnaarde speeltuig voor t geredde VaderlandLofgezang vervulde t luchtruim en verkondigde overalDe overwinning van de Vrijheid en des overheerschers valAlles luisterde alles voelde t alles werd op eens bezieldEn bood hulde aan t zwaard der volken dat hun rechten heilig hieldLeed en kommer was vergeten en het fiere heldenoogZag de neecircrlaag slechts des Konings waar heel Azieuml voor boog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

325

Meer beschaafd en meer gevoelig kweekte Pallas stad alleenMidden in haar zegefeesten midden in haar krijgstrofeecircnt Droef geheugenis der helden die haar redden met hun bloedEn de vreugd verloor haar woestheid in het diep geroerd gemoedDus dus vierde Atheen haar zegen en een sombrer poeumlzyVloeide aandoenlijk van de lippen der Atheensche dichtrenrijEn de lof- en treur- en lijkzang vloeide met een tranenplasOp het eerlijk graf der helden dierbaarst offer aan hun aschDichters dit s een zang u waardig en de redders van EuroopZingt hen aan het roemrijk einde van hun aardschen levensloopWie de zege mocht beleven huldigt heel een juichende aardMaar den dooden held te kroonen bleef voor uwe hand bewaardZoo vereeuwig hen uw zangtoon en vervang het ruwer liedDat de volheid van mijn boezem aan hun nagedachtnis biedt

Wanhopig op het graf gebogenVan t kroost gesproten uit haar schoot

Verwijt met blind gekreten oogenHet brekend moederhart zijn dood

Aan heel de wereld die haar t levenVan den op t roemrijk oorlogsveldVoor t Vaderland gevallen heldNiet weecircr kan geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

326

Zy vloekt den oorlog en zijn plagenVerwenscht dat onmeecircdogend zwaard

Naar dolle staat- en eerzuchtsvlagenVerdelger van de kermende aard

Met hem die uit een rots gesprotenHet eerst het gruwelstuk bestondt Metaal te delven uit den grond

Om t in een menschenborst te stoten

Rampzalige Ja wy ook treurenIn uw onlijdelijke smart

Wie t zwaard voor t onrecht op kan beurenIs meecirc vloekwaardig aan ons hart

Het bloed dat druppelt van zijn handenZal op hem kleven tot in t grafEn tot een eindelooze strafOp t schuldig harte branden

Maar wie om de eerbanier te volgenVan Recht en Onschuld t zwaard aanvat

Dien is geen Godheid ooit verbolgenOm t bloed dat om zijn voeten spat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

327

Die hiervoor dood- en krijgsgevarenMet onverschrokken hart bespotDiens degen is gewijd aan GodDen God der legerscharen

Dit zwaard o Noordelijke heldenBlonk in uw ridderlijke vuist

Op Waterloos roemruchte veldenEn Frankrijks krijgsmacht werd vergruisd

Te sterven onder t zegepralenWas t wenschlijkst lot voor uwen moedGy braven die met eigen bloed

Europes vrijheid mocht betalen

Dus wenschten die rechtschapen zielenEn s Hemels wil bestemde t zoo

Met d overwonnen vijand vielenZe op t zoenaltaar van Waterloo

Nog treurt Europe in t triomfeerenOm t heldenvolk dat zy verloorEn dankbaar zal zy de eeuwen door

Hun zegepraal hun graf vereeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

328

Dat lijkcypressen t oord versierenWaar t zielloos lichaam molmt tot stof

En eeuwig groenende laurierenVerkondigen des dooden lof

De wind die dartelt in die luchtenVerspreide op d uitgestrekten vlerkDen naam die schittert op den zerk

En dien de vijand nog zal duchten

Waar t bloed gevloeid heeft dier getrouwenDaar durft geen vijand ooit meer staan

By wien hun tombe mag aanschouwenZal nooit de vrijheidzucht vergaan

Zoo voer de heiligste der dagenHet nakroost zamen op hun graf

En legge t daar den eed met geestdrift afOm nimmermeer der vreemden dwang der vreemden naam te dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

329

Gevoel

O wie beschrijft my t geen gy zijtGevoel van t kloppend harte

Wiens werking vaak de ziel verblijdtMaar meer nog klemt in smarte

Gy mijner Dichtkunst ziel en doelGy zijt de bron mijns levens

Maar overweldigend gevoelDie van mijn sterven tevens

Gy zijt de onwederstaanbre gloedDie my tot dichter maakte

Die in mijn rusteloos gemoedSints de eerste kindschheid blaakte

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

330

Gy zijt die min wier zaalge smartMijn eerste zuchten riepen

Toen in t nog pas ontluikend hartDer driften stormen sliepen

Gy zijt die zucht naar hooger lustDan van een nietige aarde

Waardoor k my zelven ben bewustVan een verheevner waarde

Gy zijt t geen my verbindt met HemVoor wien de Serafs knielen

Gy zijt de weecircrgalm van Zijn stemIn onze doffe zielen

Gelijk de poging van het kindDat zwikt by ieder schrede

En ieder stond zich hulploos vindtZoo is de kracht der Rede

Maar als gy onze stappen leidtGevoel van God gegeven

Zoo snellen wy ter zaligheidDoor t stormen heen van t leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

331

k Wil op mijn Rede zwak en koelMijns levens hoop niet bouwen

Mijn krachtig brandend zielsgevoelOp u wil ik vertrouwen

Het zij gy vreugde brengt of smartEn sterven doet of leven

Aan uwen invloed wil mijn hartZich eindloos overgeven

k Wil naar uw tooverend gebodBeminnen zingen loven

En t oovrig van mijn levenslotVerblijve aan God hier boven

Doordring het stof dat my omkleedtDooradem en beziel het

Of is uw ademgloed te heetOntzie niet en verniel het

Te sterven op het veld van eerIs echte krijgsmansglorie

De dood heeft niets verschriklijks meerIn de armen der viktorie

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

332

Maar ook de priester van het schoonLaat zonder leed het leven

Wanneer hy in zijn laatsten toonZijn laatste zucht mag geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

333

Het genie

Weg met lauwertak en palmenWeg met dwaze gloriegalmenWaant niet dat uw ijdelheid

Moed of kunstdrift kan ontwikkelenOf den grootschen aanleg prikkelenDoor Natuur in t hart geleid

Zoudt gy om een handvol loverenAlexander de aard veroverenHadt gy ooit een laffe vreecirc

Boven t krijgsrumoer verkorenSchoon geen faam in menschlijke oorenUw bedrijven galmen deecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

334

Gy Homeeren en PindarenAls aan uw gewijde snarenDie verheven toon ontviel

Dien der eeuwen dichtkoralenMet een heilge drift herhalenWat gevoelde toen uw ziel

Of wat deed uw boezems zwellenPraxitelen en ApellenAls ge uit marmer goden schiept

Als ge op ziellooze paneelenMet den zwaai van uw penseelenLeven uit den hemel riept

Was het om een naam te winnenBy een volkshoop wuft van zinnenOf op dat eens onder de aard

Uw gebeente nog mocht juichenAls de naneef zou getuigenHoe verheven ge eenmaal waart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

335

Vorsten helden malers dichtersOnvergangbre gloriestichtersVer van u die gloriedorst

t Is om waarlijk groot te wezenNiet als groot te zijn geprezenDat de drift roept van uw borst

Neen die drift is te verhevenHoort niet tot dit menschlijk levenIs een vonk van Gods verstand

En gy zijt wanneer gy wettenAan geheel een aard durft zettenWerktuig in een hooger hand

Hollands taal zoo rijk zoo krachtigIs het echte woord niet machtigDat ons uitdrukt t geen gy zijt

Gaaf des hemels die verovertLoutert wegsleept en betoovertEn van t logge stof bevrijdt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

336

Geen verdrukking houdt u tegenBergen mogen op u wegenGy ontworstelt hun gewicht

En uw hoofd reikt tot de transenSchittrend in het wederglansenVan het ongeschapen Licht

Als het stroomnat niet zal vloeienAls het zonvuur niet zal gloeienDan op menschelijk gebiecircn

Dan eerst zullen groote zielenVoor een lauwertakjen knielenEn den blaam der aard ontzien

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

337

Voorafspraak bij de voorlezing van eenige dichtstukken in deHollandsche Maatschappy van Fraaie Kunsten en Wetenschappenafdeeling Amsterdam

Van uit den stroom die Pindus voet omkronkeltEen teug geschept die t dorstig hart verkwikk

Als onze kelk van dezen nektar vonkeltGeniet de ziel haar zaligst oogenblik -

Een enkle drup uit dien gewijden aderWekt in de borst een nieuwe levenskracht

De vrije geest voelt zich zijn oorsprong naderEn schept zich licht uit dezer wereld nacht

Dit stof versmelt in gloeiende idealenMet zorg en leed met ziels- en lichaamspijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

338

Dit stof zinkt weg der heemlen vreugden dalenGevoel van heil doortintelt heel ons ZIJN

O dat de galm aan s dichters lier ontsprongenVan dit gevoel de ziel doordringen mocht

Dat de adem zich vernieuwend in uw longenU t eigen heil in t diepst des boezems brocht

O dat mijn tong hier woorden wist te knedenGelijk mijn ziel gebaad in poeumlzy

Ik schroomde niet als dichter op te tredenBezitter van der harten heerschappy

De krijgstrompet zou schallen in mijn verzenHet heldenhart zou bruischen op mijn zang

Of k zou geschoeid met Sophocleesche laerzenEen heilzaam vocht doen leken langs uw wang

De heetste drift zou aller borst vervullenVoor Godsdienst liefde en plichtgevoel en moed

k Zou voor uw oog der Waarheid schoon onthullenGy zoudt haar zien in al haar hemelgloed

Maar ach mijn hart verslingerd en verlorenIn de overmaat van t brandendste gevoel

Als t dit gevoel herscheppen wil voor de oorenVindt ieder klank vindt ieder uitdruk koel

O wil my dan begaafde Rei verschoonenStelt hier mijn lied uw grootsche hoop te loor

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

339

Verwacht van my geen hoog gespannen tonenk Ben in de ziel meer dichter dan voor t oor

Doch om aan U den dichtgeest in te gevenIs mogelijk mijne onmacht zelfs in staat

Eeacuten vers eacuteeacuten woord gelukkig neecircrgeschrevenDoordringt een hart dat voor de schoonheid slaat

Een Orpheus ja moest toovren op de snarenOm bijgestaan door zijner Muse gunst

In de ijzren borst van Thracische barbarenEen sprank gevoel te scheppen voor de kunst

Hier is die vlam niet moeielijk te ontstekenGelijk de snaar beantwoordt aan de snaar

En onze stem de Nimf der lucht doet sprekenZoo stemmen hier de harten met elkaecircr

Wel aan k heb dan uw strengheid niet te vreezenAls k mijn gevoel aan zang en versmaat huw

Gy zelf gy zult daar heel mijn hart in lezenGy mijn gevoel volmaken in het uw

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

340

In het album van den heer Mr Jeronimo de Vries

Voor rijkdom heel den schat der fijn geletterde OudenVoor macht het zacht gebied van t minlijkst huisgezin

Dit deel begeerde uw hart en t werd u niet onthoudenDit lot had steeds DE VRIES voor u den hemel in

Zoo blijve uw kalme ziel vreemd aan den klem der smarteIn t heil dat haar omringt nog lang aan de aard geboeid

Zie daar der vriendschap stem zie daar den wensch van t harteDie met den trek mijns naams de oprechte pen ontvloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

341

Waarheid

Zoek d oorsprong van het dichterlijke liedGy die my leest in t dor geschiedboek nietDe werklijkheid van t dagelijksche levenWordt moeielijk tot poeumlzy verhevenEn echter t is t is Waarheid wat de geestIn t droomgezicht der dichtvervoering leestt Is Waarheid ja maar Waarheid uit den hemelEn onerkend by t duizlend stofgewemelEn t geen op aard voor t sterflijk oog geschiedt

Bestaat als beeld daarvan en op zich zelve niet

Naar het Hoogduitsch van

MUumlLLNER

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

342

Zucht ten hemel

Dierbaar leven van mijn leven ziel van mijn verlaten zielMet wie rust en zelfbewustheid aan mijn dorrend hart ontvielDe Almacht riep u tot dien hemel naar wiens heil gy smachtend waartRust volzalig en (zoo t zijn moet) blijve ik sterven op deze aardDoch van uit dat schittrend lustoord zoo de keurlingen van GodNog met deernis mogen neecircrzien op der aardbewoonren lotWerp een blik dan op mijn minvlam die u eenmaal heeft behaagdEn nog in mijn oogen glansend aan mijn laatste krachten knaagtZoo de droefheid die my wegsleept u niet ongevallig isBid dan als ik zal bezwijken in de smart van uw gemisBid dan God dat my zijn Engel even snel weecircr tot u voerAls hy d echtknoop losgerukt heeft dien ons beider hart bezwoer

Naar het Portugeesch van

CAMOENS

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

343

Grafschrift

De Roomsche Themis treurt op t stille graf des bravent Is VAN DER KEESSEL wiens gebeent hier ligt begravenGy wie ge ook zijn moogt die dees tombe naadren zultIs t meer dan zucht voor t aardsch wat u het hart vervultEn is t gevoelig voor vernuft voor kundighedenVoor onvervalschte deugd en zuiverheid van zedenZoo eer hier met den naam der Godspraak van de WetDe nagedachtenis eens leeftijds zonder smet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

344

Vijf bijschriften

Je maintiendrai

Aan Jhr Mr W van Hogendorp

t Palladium van Hollands rust en glorieTe menigmaal aan t zuchtend volk ontroofd

By t blij gejuich der heiligste viktorieTe rug gevoerd met nieuwen glans om t hoofd

De aloude stam van t vlekkeloos OranjeWiens schaduw roem en vrede en vrijheid spreidtWiens heldenteelt meer heerschzucht dan van SpanjeTot Hollands heil in ketens heeft geleid

Omhangen weecircr met gouden welvaartsvruchtenEn wortelvast in aller ziel geplant

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

345

Heeft eindelijk geen Staatschok meer te duchtenEn Nassaus Leeuw werd die van Nederland

Maar zag dit volk zijn wenschen en zijn rechtenVervullen en een Vorstelijke kroon

Zich om de kruin van zijn beschermers vlechtenDrie honderd jaar van weldaacircn tot een loon

Een andre stem doet meecirc haar eischen geldenHet is de stem der Waarheid lang versmoord

Der Waarheid lang door Staat- en LetterheldenVan uit den rang verstoten die haar hoort

t Historieblad is zijn vervalsching moedeEn vergt een hand herstelster van zijn smaad

Die onbeducht voor des Vooroordeels roedeEn onbesmet van Loevensteinschen haat

Het onrecht wreek door ongetrouwe pennenAan ware Deugd en ware Trouw begaan

En t nageslacht het voorrecht dwing te erkennenTen allen tijd gehecht aan Nassaus vaan

Zie daar den eisch der klagende HistorieEn wie dien eisch of zijn voldoening wraak

De Poeumlzy bedeeleres van glorieStaat aan haar zij en ijvert voor haar zaak

Die Poeumlzy het leven van mijn levenVoor Vorstengunst en wereldgrootheid koel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

346

Maar waar het geldt tot Waarheids hulp te strevenVol ongeduld en bruischend van gevoel

Die Poeumlzy bezielt dees beeldtenissenDer eedle Reeks van t Vijftal zonder gacirc

(Wiens roem geen Nijd in staat was uit te wisschenGeen kroonengoud verhoogt of komt te nacirc)

Wanneer mijn hart met luttel kunstvermogenMaar met een hand bestierd door t hart-alleacuteeacuten

Hun trekken schetst en schittren doet in oogenTe vaak verblind door schijnhoedanigheecircn

Doch schoon geen blaam mijn Zangster staat te vreezenAls k aan haar lied mijn zielsgevoelen huw

Wien zal dat lied die denkwijs welkom wezenWien dit tafreel - VAN HOGENDORP aan U

Aan U die steeds van de eigen geestdrift blaaktetVoor zoo veel moed en zelfverloochening

En vaak met my een traan van weemoed slaaktetDe schim ter eer der helden die ik zing

Die met een hand bezield door Calliope(De Zanggodin van koningen en goocircn)

En in den naam van t vrijgewerkt EuropeEen parel vlocht in Derden Willems kroon

Ontfang ze dan dees dichterlijke bladenWaarop de Trouw haar stempel heeft geprent

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

347

Gy dierbre Vriend gy zult ze niet versmadenGy die mijn hart gy die mijn doelwit kent

En tuigen zy als de omloop van de jarenBestemmen zal de waarheid van mijn zang

Getuigen zy hoe eensgezind wy warenIn onze zucht voor Nederlands belang

Die zucht by my ontwikkelt zich in zangenZy brengt by U gantsch andre vruchten voort

Reeds bloesemend in t edele verlangenDat voor de dienst des scepters in u gloort

VAN HOGENDORP ik durf het U voorspellenEen tijd spoedt aan met nieuwen roem bevracht

(O mocht mijn lier zijn grootschen loop verzellen)Die schittren zal by t laatste nageslacht

Ja Neecircrland zal der volken voorbeeld wezenEn onverleid door t filozoofsch geschreeuw

Aan God en plicht nog trouwer dan voordezenVerplettren eens het oproer dezer eeuw

Oranjes kroon zal heel Euroop vereerenOranjes troon staat onomstootlijk vast

Oranjes stam zal heel de wereld leerenWat houding thands aan s werelds Vorsten past

En gy gy zult verheven VaderlanderZuil van een rijk met zoo veel trouw gesticht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

348

Onwrikbaar steeds wat weifele of veranderIn t echt besef van onderdanenplicht

Europe t beeld des braven Staatsmans toonenDie als zijn mond zijn Koning hulde zweert

Geen staf aanbidt die straffen kan en loonenMaar in den Vorst Gods Stedehouder eert

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

349

I Willem de Eerste

Unus qui restituit rem

Der Middeneeuwen Zon ging in Euroop verdwijnenEn Staatskunst trad in t Recht van Ridderoorlogsmoed

Toen t Willem van Oranje ontzagvol zag verschijnenIn staat- en oorlogskunst door Karel opgevoed

Die by de heldenkracht van Ridderlijke VaderenDe Wijsheid schittren deed van een verlichter tijd

En op de stem van t bloed in de onverbasterde aderenAan des Gewetens recht die beiden had gewijd

Standvastig moedig vroom doordringend ondoordringbaarBeleidvol in den raad beleidvol in het veld

Door list noch nood noch ramp in zijn besluit verwringbaarTot wijken onbekwaam voor de almacht van t geweld

Het oog met kalme hoop tot God den Heer geslagenMet de eene hand aan t zwaard met de andre aan t roer van Staat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

350

Dorst hy den stoutsten kamp dien ooit Euroop zag wagenEn temde uitheemsch geweld en binnenlandschen haat

Wat drijfveecircr deed die reeks van deugden zamenwerkenTot een zoo grootsch bestaan tot een zoo heerlijk doel

Was t roemzucht zucht naar macht ontspattend aan haar perkenNeen Godsdienst was t alleen en heilig plichtgevoel

Wie twijfle de Almacht-zelf verklaarde hier haar oordeelToen Hollands vrije Maagd beveiligd door zijn hand

Min uit erkentenis dan tot haar eigen voordeelZijn kruin ging sieren met den Vorstelijken band

Toen was het einde daar van dat doorluchtig levenWaarnaar zoo menige arm tot dien dag vruchtloos dong

De kogel des verraads deed grooten Willem sneven -Hem was een martelkroon bestemd geen Gravenwrong

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

351

II Maurits

Esse quam videri

Hy die by s Vaders deugd en manlijke gehechtheidAan t Godgevallig pleit voor Neecircrland aangegaan

Achilles leeuwenmoed en mannelijke oprechtheidEn Cesars vorstenziel ten toon spreidde in zijn daacircn

Prins Maurits leeft in t hart des echten NederlandersHy leeft in ieder hart dat van Gods invloed blaakt

Niet als de held alleen die aan zijn oorlogstandersMet heel Europes lof de zege dienstbaar maakt

Maar als de Staatsman meecirc die straffen wist waar t hoordeEn met een brekend hart maar met een vaste hand

(Hoe zwaar hem t pleit ook viel) de slang van oproer smoordeDie naar de hartaacircr stak van t dierbaar Vaderland

Eer Hem voor wien de Dwang zijn ijzren nek moet krommenWanneer zijn forsche vuist den oorlogsbliksem klemt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

352

Eer Hem die t wangeluid der Staatzucht doet verstommenEn t droef verdeelde Land tot zijn behoudnis stemt

Eer Hem die altijd kalm wanneer de golven woelenEn t slingrend schip van Staat naby is aan t vergaan

Het dwaalgesternte niet van t wufte volksgevoelenMaar t spoor alleacuteeacuten vertrouwt dat Plicht hem in deed slaan

Eer Hem die waar hy wenkt zijn vijanden doet zwichtenMaar die geen vijand kent dan wie den Staat beroert

En in het hart te vreecirc met Orde en Recht te stichtenDoor voorspoed nooit verblind door heerschzucht nooit vervoerd

Meer dan de diadeem aan Willems bloed verschuldigdDe lauweren bemint die hem zijn degen won

En in der braven ziel alleen als Vorst gehuldigdAls Dienaar sterft van t Land waarop hy heerschen kon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

353

III Fredrik Hendrik

Fortes creantur fortibus

Die aan des legers spits een Maurits kon vervangenDe glorie winnen kon met Maurits oorlogszwaard

Prins Fredrik Hendrik leeft in onvergankbre zangenEn Grols Veroveraar was Vondels loflied waard

Hy schittert in de rij dier Duitsche MachabeeeumlnAan wier ontzachbre reeks dit land zijn aanzijn dankt

Met wie het d oorlog tart en zijn verschrikbre weeeumlnEn zonder wie het kwijnt en machtloos wordt en wankt

Maar t strekke tot den roem van Fredriks stamgenootenDat in zoo schoon een rij hy-zelf de minste stond

En tuig t historieblad door Waarheids hand ontslotenWanneer t aan t nageslacht zijn grootheid luid verkondt

Dat hy nog grooter waar zoo t voorbeeld van een broederHem meer bewogen had dan vrees voor muitrenhaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

354

En in zijn Nassausch bloed een meer verheven moederGeen zwakheid had gemengd gevaarlijk voor den Staat

Ja dan dan had zijn naam eerst vlekloos uitgeblonkenIndien hy een party door Maurits moed getemd

En tot het heil des volks reeds half in t niet gezonkenDe hand niet had gereikt en in haar wensch gestemd

Indien hy d overmoed van kleine dwingelandenVerdrukkers van het volk en haters van zijn stam

Met een manhaften blik weecircrhouden had in bandenWier strengheid alle hoop aan t Staatsverraad ontnam

Hoe t zij ook hy was groot en toonde zich OranjeWel in de vastheid niet van t binnenlandsch gebied

Maar in den heldenstrijd gestreden tegen SpanjeEn in het kroost vooral dat hy aan Neecircrland liet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

355

IV Willem de Tweede

Tu Marcellus eris

De krijgskans is beslist en Neecircrland vrijgevochtenEn Munster heeft den hoed gevestigd op haar kruin -

De Spaansche macht stortte in Maar nieuwe StaatsgedrochtenVerhieven t gruwzaam hoofd gerezen uit haar puin

Van op het Raadgestoelt der opgekomen StedenDoemt Burgerdwinglandy de Vrijheid tot haar buit

Zy ijvert om den leeuw der Nassaus plat te tredenEn ziet met ongeduld naar hun verwijdring uit

Vergeten zijn de dienst het bloed de heldenwerkenTot Neecircrlands heil besteed door hun doorluchten stam

Men moet hun arm hun macht verlammen en beperken -En de eerste tegenstand gaat op uit Amsterdam

De tweede Willem weet wat stormen zich vergacircrenDoorziet zijn recht zijn plicht met grijsheids kalmen zin

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

356

En met een kracht van ziel zoo bloeiend als zijn jarenRukt op het middenpunt van t broeiend onweecircr in

Doch t uur was nog niet daacuteaacuter van Neecircrlands rust en glorieHet grootsch ontwerp mislukt De brave Willem sterft

Nu heerscht de ondankbaarheid nu kraait zy luid viktorieTen spot van t jammrend volk dat zijn beschermers derft

En gy o Nageslacht dat uw verdrukking huldigtOok gy valt Willem af en hoont zijn heldenasch

En hy wordt door uw mond van tyranny beschuldigdWiens braafheid haar bestreed wiens zucht uw vrijheid was

Hy die zoo de arm des doods zijn vroege jeugd gespaard hadD ondragelijken trots der Steden had beperkt

En t heillot dat Gods gunst voor dit geslacht bewaard hadDoor onbezweken moed reeds in zijn tijd bewerkt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

357

V Willem de Derde

Hic murus aheneus esto

In t nimmer feilbaar boek des Noodlots stond geschrevenDat Frankrijk zelf in t juk eens dwingelands gekneld

Naar de Opperheerschappy der wereld eens zou strevenEn stichten op haar grond een troon van Algeweld

De tweede Lodewijk van t stamhuis der BourbonnenWaant in zijn Babeltrots dien roem voor zich gespaard

En t vleigezang van t hof zoo slaafsch als onbezonnenVerheft zijn Koning reeds tot Koning van heel de aard

Nu ijvren om het Al in Frankrijks wet te dwingenDe moed in t oorlogsveld de list van t kabinet

Het schitterende staal van ridderlijke klingenEn t goud dat harten wint en weecircrstand nederzet

En alles waar gelukt aan hun vereenigd pogenHad niet eacuteeacuten Jongling toen het Staatstooneel betreecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

358

En met onwrikbren moed en steeds hernieuwd vermogenDer Heerschzucht wapens en haar invloed moecirc gestreecircn

Een Willem is t op nieuw een Willem van OranjeVoor wien de Dwinglandy gelijk het Oproer beeft

Die Frankrijk siddren doet gelijk zijn Vaadren SpanjeEn t waggelend Euroop zijn evenwicht hergeeft

Zoo heeft Hy wien de Nijd van t Staatsroer eenmaal weerdeNiet Holland slechts gered maar heel Euroop met haar

Ontzaggebiedend groot wanneer hy triomfeerdeMaar eindloos grooter nog in onheil en gevaar

En als een Josua die machtig door vertrouwenDen loop stuit van de zon in t wentlend hemelveld

Den machtigsten Monarch in t stoutst ontwerp weecircrhouecircnEn t lot dat de aard bedreigde een eeuw lang uitgesteld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

359

De gaaf der poeumlzy

Gevoel Verbeelding HeldenmoedTot eacuteeacutene ondeelbre kracht verbondenTe zaam gesmolten tot eacuteeacuten gloed

En door den boezem uitgezondenOp vleugelen van melody

Om al wat ademt te betooverenOm al wat hart heeft te veroveren -Zie daar de gaaf der Poeumlzy

Gevoel dat plotseling ontwaaktBy ieder indruk uit den hoogenZich uitbreidt meecircdeelt brandt en blaakt

Met telkens aangegroeid vermogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

360

En ieder zenuw trillen doetDoor fijner dan lichaamlijk prikkelenEn hemelwellust weet te ontwikkelenUit ieder druppel van ons bloed

Verbeelding grijpende om zich heenOm voedsel voor die vlam te vindenEn machtig het Heelal tot eacuteeacuten

Eeacuten enkel denkbeeld te verbindenDe buit die zich haar kracht vergaacircrt

Is beide Toekomst en VerledenHaar buit natuurs verborgenhedenHaar buit de hemelen en de aard

Des Dichters hand stort wel geen bloed(Hy is geen gruwzaam tweedrachtstichter)Maar echter is zijn wezen - moed

En zonder heldenmoed geen DichterMoed die waar recht of waarheid spreekt

Tyrannen vreest noch schandschavottenNoch voor het woedend zamenrottenEens God vijandig volks verbleekt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

361

Moed die de snaren hymnen vergtBy t lasteren der OngodistenEn t oproer met de hulde tergt

Die t Gods gezalfden durft betwistenMoed zonder steun dan in zijn God

En zonder wapen dan die zangenIn Goddelijke drift ontfangenWaar meecirc hy inrukt tegen t lot

Zie daar de gaaf der PoeumlzyWie roemt zich dat zy in hem leveDie oefene zijn heerschappy

Dat Dwaas- en Boosheid voor hem beveHem juicht de brave te gemoet

Gods wenk verzekert hem viktorieGods Almacht schiep hem tot haar glorieHet leed der wereld is hem zoet

Versmade hy de lauwerkransHem door een aardsche hand gevlochtenGeen andre zege geev hem glans

Dan die op d Afgrond is bevochten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

362

Geen menschenblaam mag hy ontzienHy moet hun ongenade dragenNiet streelen moet hy niet behagenMaar overwinnen maar gebiecircn

Hy dwing met reuzenovermachtDen geest der eeuw te rug te tredenHy leere ons zinnelijk geslacht

Den weg tot hooger zalighedenAan t hoofd der menschheid streve hy

Om alle zelfheid te verdelgenEn Englenwellust in te zwelgenVan wereldsche verleiding vrij

Zie daar de gaaf der PoeumlzyHet ideaal van dichtvermogenVerwant aan heilge profecy

Als zy gezante van den hoogenWat is by dit het maatgeluid

Van ongewijde cithertonenDie de aarde toejuicht waar we op wonenGeen ziel die uit den hemel spruit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

363

Wat dan het nederige rietBy den standvasten vorst der boomenWat dan een namelooze vliet

By Donau- Rhijn of WolgastroomenWat dan by zomermiddaggloed

Het wufte hupplen der kapellenBy t aarde- en luchtverbazend snellenDes Aadlaars die de zon ontmoet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

364

Vrijheid

Odi profanum vulgus

HORATIUS

Het oproer heeft zich door de volkenAls een verslindend vuur verspreid

Een woeste kreet heeft tot de wolkenZijn daverenden galm verbreid

Een leus van waanverstand en logenVerrijst Godlasterend ten hoogenEn t zinneloos Euroop juicht toe

t Juicht toe en ziet met gretige oogenNaar t uur uit dat een gruwzaam pogenHet in den afgrond zinken doe

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

365

Om Vrijheid schreeuwen die verwatenOm Vrijheid bandloos als de orkaan

Die uit zijn kerker losgelatenEen halve wereld doet vergaan

Om Vrijheid - van de hemelwettenOm Vrijheid - de onschuld te verplettenEn wat hun driften weecircr durft biecircn

Om Vrijheid - Koningen te moordenEn smaad te werpen op Gods woordenEn geen Jehovah meer te ontzien

Geen Vorsten Het zijn dwingelandenGeen God ook Hy is een tyran

Geen plichten met haar slaafsche bandenDe Wijsbegeerte gruwt er van

Neen weg met troonen en altarenWorde in het bloed der martelaren(Vermeetle dienaars van hun plicht)

Hun allerlaatste puin verslondenEn op den bodem waar zy stondenDe kerk van Lucifer gesticht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

366

Gaat hemelstormers onzer dagenPoogt op het voorbeeld van uw Held

Op God de zege weg te dragenHet zij door list dan of geweld

t Zij met de wapens in de handenWaarmeecirc hy God waande aan te randenEn openlijken oorlog deed

Of met de slangenhuid omtogenDie t eerste menschenpaar bedrogenEn meecircgesleept heeft in zijn leed

Gaat om de Godsdienst uit te roeienMoet ieder middel dierbaar zijn

Uw zwaard doe bloedrivieren vloeienUw tong verspreide haar venijn

Bedwingt de snood verleide volkenMet moordschavotten en met dolkenEn wringt den gorgel dicht der deugd

Of dooft met ijdlen praal van klankenDe Goddelijkste waarheidssprankenIn t argelooze hart der jeugd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

367

Veroveringen zult gy maken(De Hemel heeft het voorbestemd)

Tot dat de Wreker zal ontwakenEn d opstand van Zijn schepping temt

Die tijden zullen zich vervullenDe leeuw der gramschap Gods zal brullenEn u verstijven doen van schrik

En uw rampzaalge volksverlichtingEn uw verfoeibre waanzinstichtingIn t niet doen zinken met eacuteeacuten blik

Want Hy Hy leeft de God der godenDe Heer de Rechter van t Heelal

Die de overtreding van de snoodenDuldt en herstelt maar straffen zal

Wee u Hy leeft de onzichtbre KoningDie Dagon in zijn godenwoningTot stukken brijzelt zonder strijd

Ontbindt u woedende kohortenWant ook uw Dagons zullen stortenAfgodendienaars van mijn tijd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

368

Maar gy onnoozlen en verblindenWie een misbruikte naam verleidt

Die Waar- en Vrijheid waant te vindenIn t spoor der ongerechtigheid

Breekt los in t eind van uit die bandenWaar filozoofsche dwingelandenUw ziel in boeien aan den grond

Rukt af den blinddoek van uw oogenAanschouwt de waarheid in den hoogenAanbidt den God die ze u verkondt

Aanbidden loven en gelooven -Ziet daar den sleutel van t Heelal

De zon van kennis die van bovenOp den getrouwen stralen zal

Ten spijt van dwaze LiberalenDen dwang de drogreecircn en het smalenWaarmeecirc zy heerschen over de aard

Aanbidden loven en geloovenEn hun ontmenschte leus verdovenDit is een Vrijheid onzer waard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

369

Voor my eacuteeacuten doel slechts heeft mijn levenEeacuten uitzicht vult geheel mijn ziel

En moog my de adem eer begevenDan dat dit uitzicht my ontviel

t Is met der Dichtkunst geestverrukkingHet Ongeloof en zijn verdrukkingOm ver te stoten van zijn troon

Hy die de Goliaths doet treffenKan de aard van t ongeloof ontheffenDoor eacuteeacutenen dichterlijken toon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

370

Aan mijne egade

Zeg het my herhaal het myDat ik u gelukkig makeDat de zucht waar van ik blakeAls ik u mijn leven wij

Niet vergeefsch ten hemel steigertNoch dat God Zijn zegen weigertAls ik t oog naar boven slaVoor uw welzijn dierbre Gacirc

k Ben u schuldig wat een manMet geen schatten met geen kroonenMet zijn bloed zelf niet beloonenOf genoeg erkennen kan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

371

Liefde mildlijk toegedragenWaar des Hemels welbehagenZich in spiegelt op eene aardBuiten haar zoo luttel waard

k Weet uw zacht uw rein gemoedWenscht geen schatten wenscht geen kroonenOm uw teecircrheid te beloonenNoch het offer van mijn bloed

k Weet uw boezem is te vredenMet de ontfangen huwlijkseedenMet het u geheiligd hartVan een onberoemden Bard

Doch een hart gelijk het mijnSints den aanvang zijner dagenTreurig kwijnend en verslagenKan dat uwer waardig zijn

Of wat vreugde kunt gy smakenMy heel de aard te zien verzakenOm te drijven op den stroomVan een dichterlijken droom

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

372

Zeg het my herhaal het myDat gy deel neemt zonder smarteIn den toestand van mijn harteIn mijn dorre poeumlzy

Dat de lente van uw dagenDoor de sombre najaarsvlagenVan de klachten die ik stortNiet geheel ontluisterd wordt

O gezegend zij de traanEn de glimlach zij gezegendDie mijn oog van u bejegentDie me uw antwoord doen verstaan

Ja uw ziel verstaat de mijneEn de zucht waarvan ik kwijne(Wie haar ooit miskennen moog)Is geheiligd in uw oog

Meer nog - Dierbre wy zijn eacuteeacutenAan de weecircrhelft van mijn levenIs mijn zucht niet vreemd geblevenZe is ons beiden thands gemeen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

373

De eigen dag die onze handenSloot in zachte huwlijksbandenStemde ook onze zielen zaamIn des Echtbeschikkers naam

Sints dien onvergeetbren tijdWerd uw boezem in de smartenMijns aandoenelijken harten(Maar blijmoedig) ingewijd

O gy deelt in mijn verdrukkingMaar gy deelt ook mijn verrukkingAls me een licht des hemels treftOf de Dichtgeest my verheft

Op de vleugelen der minStijgen wy vereend ten hoogenKeeren naar deze aard onze oogenMet gelijken wederzin

Branden van gelijk begeerenNaar de ontmoeting onzes HeerenEn verachten t rijk der stofMenschenblaam en menschenlof

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

374

Voor de Waarheid leven wyVoor de Waarheid wil ik strijdenVoor de Waarheid wil ik lijdenEn mijn dierbre gy met my

Als de stormen zich vergacircrenDie dees sombre dagen barenWilt gy aan mijn zijde staanEn uw wenschen zijn voldaan

Heer der Schepping neen een wenschLeeft in t hart steeds van een gadet Is de trek dien uw genadeIngeplant heeft in den mensch

Dat ook onze huwlijksspondeD ouden zegen weer verkondeDien Uw liefde aan t achtbaar hoofdOnzer stammen heeft beloofd

O indien een dierbaar kroostMocht herbloeien uit mijn aderenTot de glorie van zijn vaderent Droevige verval ten troost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

375

En in dit herbergzaam NoordenAls aan Taag- en IberboordenCostas oud en eerlijk bloedWeder blonk van riddergloed

O indien doch zwijg mijn mondWeten wy verblinde menschenWat wy van den hemel wenschenIn een onbedachten stond

Die ons t aanzijn heeft gegevenZal dat aanzijn doen herlevenDierbre weecircrhelft uit uw schootOp den dag dien Hy besloot

Neen ik slake slechts eacuteeacuten wenschEn die wensch wordt niet verstotenWant hy is uit God gesprotenNiet uit d opgeblazen mensch

t Is Almachtige GenadeDat ik leve voor mijn gadeDat ik sterve voor mijn GodEn - gezegend is mijn lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

376

Aan Doctor Abraham Capadose

Noch voor u noch voor my is deze aarde gemaaktNoch de droom van haar laffe vermaken

Onze vleugels gerept onze boeien geslaaktOm een hooger aanschouwing te smaken

Vliegen we uit naar de Hoop die de Toekomst omkleedtMet den weecircrschijn van t schoone Voorleden

Uit de sombre tooneelen van t wereldsche leedUit den treurigen kerker van t Heden

Ach uw hart als het mijn by het roerend vervalDat de Wijsgeer verbeetring moog wanen

By de kwijnende ziekte van t menschlijk HeelalWerd een bronwel van bloedige tranen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

377

Ja de hand dezer Tijden is zwaar over de aardt Is een herfst die de bosschen ontbladert

t Is een winter die stormen en nevels vergaacircrt -Maar de lente der hemelen nadert

Treure uw ziel met de mijne over Israeumlls lott Schuldig kroost der verkorene Vaderen

t Wederspannig geslacht der miskenners van GodMet het bloed der Profeten in de aderen

O hun vleesch is ons vleesch en hun bloed is ons bloedHun vergrijp is een nacht in onze oogen

Hun verval is een dolk en doorpriemt ons gemoed -Maar herstel is beloofd uit den hoogen

Treur met my om den Leeuw van ons Vorstlijk geslachtDie in Spanje zoo wakker nog brulde

Dien het West vol ontzag voor zijne Oostersche krachtMet den glans van zijn Ridders omhulde

Hy viel neecircr en hy slaapt en zijn glorie heeft uit -Maar hy zal ja hy zal weecircr ontwaken

Op de daavrende klank van t bazuinengeluidDat den kerker der dooden zal slaken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

378

Welk een hoop o mijn Vriend is de hoop die ik zingWelk een glans stort zy uit op ons leven

t Licht des hemels breekt door in d etherischen kringDien wy lovende zamen doorzweven

Blijf my by in dien kring Blijf my by in die vluchtTeedre Vriend van mijn zaligste dagen

Eeacuten in bloed in geloof in verwachting in zuchtMoeten de eigenste wieken ons dragen

Blijf my by met uw edel en dichterlijk hartMet uw schittrend verstand met uw voorbeeld

Gy wiens lijdzaamheid juichend by t nijpen der smartNooit wanhopig uw noodlot veroordeelt

In de dorre woestijn van den weg naar het grafIs me uw vriendschap een smeltende regen

By de stormen des Lots in dit leven van strafIs me uw vriendschap een schuilplaats een zegen

Aan den overkant eerst van het graf dat ons beidtStroomt de bron naar wier laving wy smachten

En de Tempel der Godlijke onsterfelijkheidIs t gebouw waar wy rust in verwachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

379

Al de vreugd al de smart van dit nietige stofWordt gelouterd versmolten verloren

In de bruischende zeeeumln van eeuwigen lofDien de zielen der Zaligen hooren

Doch de vriendschap die hier onze harten verbondIn den naam van den God onzer Vaderen

Zinkt niet weg in den schoot van den gapenden grondDie onze asch in zijn nacht zal vergaderen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

380

Dichteren-wereld

Wat zoekt ge o sterveling genotOp een vervallen wereld God

En al wat Gods is vreemd gewordenWat zoekt ge wijsgeer op een aardDie niets dan smert en onzin baart

Die waarheid t eigendom van meer verheven orden

Neen t is het brooze zintuig nietDat laafnis aan de weetdorst biedtVan die naar kennis zwoegen

Neen t is het brooze zintuig nietWaardoor zich t hart bevredigd ziet

Wanneer het rustloos hijgt naar onvermengd genoegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

381

Versmaad wat u een wereld geeftWaar t logge werktuig slechts in leeft

Geen ziel naar t evenbeeld des Eeuwigen ontsprotenO Wil slechts en een hooger kringDie van den reinen hemeling

Is voor uw reine zucht ontsloten

o Hemelkroost o poeumlzyWy roepen uwen invloed by

Om d aardschen wansmaak te vernielenGalme uit Gods liefelijken hofEen toon van u op dit ons stof

En t doode stof zal zich bezielen

Neen eindloos grooter is de machtVan uw aanbidbre tooverkracht

Die hoogste wellust van de heilge CherubskoorenGeheel dit stofverblijf vergaatVan uit het hart dat u verstaat

Een nieuwe wereld is geboren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

382

Gy zwarte neevlen die ons oogWanneer t zijn toevlucht zocht omhoog

De vaderhand verbergt die onze stappen veiligtGy zijt verdwenen met den nachtDie Dwaasheid voor het daglicht acht

En tot wiens eer de naam van waarheid wordt ontheiligd

Ja in het dichterlijke rijkZijn wy aan de Engelen gelijk

Almachtige die aan uw voeten zwevenDe blinddoek die ons drukt viel afUw zegen zien wy in de straf

En in het graf den ingang van het leven

Vervallen stervling triomfeerHier zijt gy s hemels lievling weecircr

Hier weecircr de vorst van dit benedenWien heel een wereld schatting boodEn wien geen onheil of geen dood

In t vlekloos aangezicht dorst treden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

383

En gy aan wier standvasten moedGeen wreevlige aarde hulde doetVernederde Hebreeuwen

Mijn broeders op uw achtbaar hoofdVan de oostelijke kroon beroofd

Drukt vruchtloos de ongenacirc van twintig woedende eeuwen

In onze wereld vindt gy troostIn onze wereld zijt gy t kroost

Dat de Almacht zich heeft uitverkorenEn schiet de vonkelende gloedVan Judaas leeuw u in t gemoet

Reeds grijpend naar de staf hem over de aard beschoren

Geen waan is t die t verstand beroertDe dichtgeest die ons hart vervoert

Is de echte Godspraak van de waarheidOnfeilbaar woord der profecyWat zijt ge dan die poeumlzy

Voor wie der toekomst nacht versmelt in zonneklaarheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

384

o Dat me uw adem steeds omzweefo Dat me uw wereld nooit begeef

Gy Schoon- gy Waarheidskroost gy leven in dit levenOnttrek geen nevel aan mijn oogDen gloed waarmede uw vlucht omhoog

Het stoute spoor bekleedt om hemelwaart te streven

Aan dezen Goddelijken gloedOntsteekt zich hier onwinbre moed

Om uwer haatren haat te dragenEn waar het Recht en Waarheid geldtHet zaamgezworene geweld

Van duizend werelden ten open strijd te dagen

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

385

Geluk en plicht

Neen heerschappij noch rang noch schattenDoen stervling u gelukkig zijn

t Is zorg en last wat zy bevattenEn al hun heilbelofte is schijn

Verblindend is de glans der kroonenVerlokkend is de praal der macht

Maar ach waar hun bezitters wonenDaar houdt een eeuwige onrust wacht

Waartoe het strand gevlucht ontzindenEn een onzeekre zee gebouwd

Waartoe aan d adem van de windenHet lot uws levens toebetrouwd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

386

Waartoe op ongestuime barenEen ijdle schaduw nagejaagd

En zich aan ziels- en lijfsgevarenOm wereldsche ijdelheecircn gewaagd

Zoo ge al het voorwerp van uw zwoegenGoud staat en aanzien machtig werdt

Nog zou dit uiterlijk genoegenGeen vrede schenken aan uw hart

Wat meest aan s noodlots vlagen bloot leitIs juist die hoog verheven stand

En in de schaacircuw der aardsche grootheidSchuilt al te dikwerf leed en schand

t Is waar dan wat de dichters zingenEn wat de strenge wijsgeer leert

De middenstand geeft stervelingenDat heil met zooveel drift begeerd

Ver van het dartle hof der grootenVer van het wichtig roer van Staat

Wordt die tevredenheid genotenDie aan der Eerzucht wensch ontgaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

387

Almachtige de beecirc der bravenIs om dien zaalgen middenstand

Deze is de dierbaarste der gavenDie t menschdom afsmeekt van uw hand

Geluk met veiligheid te gaderWoont by den huisselijken haard

En t stille heil van gade en vaderIs t wezenlijkste heil der aard

Maar anders klinkt de beecirc des bravenWanneer de plicht zijn bijstand vergt

Als door een hoop verachtbre slavenUw hemelsch wraakzwaard wordt getergd

Als t oproer woedend losgebrokenEn vorst en vaderland bedreigt

En t volk in dweepzuchts gloed ontstokenTot een verfoeiden afval neigt

Dan is het lafheid slechts te strevenNaar t kalme huisselijk genot

Dan moet die wellust opgegevenEn de ongenacirc geduld van t lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

388

Dan past het grootsch geboren harten(Zoo slechts hun eedle poging baat)

En zee- en stormgevaar te tartenOp t dobberende schip van Staat

Maar dan ook is geen wereldglorieDer braven hoop of loon of doel

Zijn prikkel de eer niet der viktorieMaar zuiver Gods- en plichtgevoel

Wel hem die t needrig burgerlevenVer boven roem en grootheid stelt

Maar ook dien heilstaat op kan gevenWanneer het plichtsbetrachting geldt

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

389

Aan mijn vader [Opdracht van den bundel lsquoPoezyrsquo]

Gunt gy t hoog vereerde VaderDat een zoon U hulde bied

Met den eerstling van een aderDie nog ruwe zangen schiet

Dat hy drie en twintig jarenIn uw weldaacircn doorgebracht

Met de galmen van zijn snaren(Ach hoe min) te erkennen tracht

Voor het sterflijk oog verborgenRicht de Koning van t Heelal

Met in al voorziende zorgenHeel den loop van t Lotgeval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

390

Door Zijn ondoorzienbre wegenWorden wy hier rondgeleid

De aardsche beeldtnis van dien zegenIs eens Vaders tederheid

Wat die teecircrheid kan omvattenO mijn Vader toondet Gy

k Loonde met geen aardsche schattenMet geen wereldheerschappy

Al uw zwoegen al uw pogenIn de vorming van mijn jeugd

Immer zwevend voor mijn oogenMet het voorbeeld van uw deugd

t Bloed vooral dat in mijn aderenMet een deel uws aanzijns vloeit

Kostbaar erfdeel onzer VaderenDie van Oostersch vuur doorgloeid

Daar waar Taag en Iber vlietenEenmaal schitterden op de aard

En wier grootheecircn ons verlietenDoch - hun eer bleef nog bewaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

391

God beschouwt het uit den hoogenWat Gy voor my waart en zijt

Ik ik bloos van t onvermogenDer erkentnis U gewijd

Ik bied vruchten aan voor dankenIn der Muzen hof geplukt

Klanken ja maar in die klankenHeeft mijn ziel zich afgedrukt

O mijn Vader k leg dan hedenMet een diep geroerd gemoed

(Stell mijn zucht uw recht te vreden)Hart en dichtlier aan uw voet

Wil die van elkaecircr niet scheidenNeem ze beiden gunstig aan

Schenk uw zegening aan beidenEn mijn wenschen zijn voldaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

392

Voorafspraak bij de voorlezing van het dichtstuk lsquoDes dichterslotbestemmingrsquo

Wat vergt ge my dat ik hier zingen zalDat ik voor u de dichtlier zal bespelenBedriegt ge u niet Heb ik dien hemelval

Die eeniglijk uw kiesch gehoor kan streelenHeb ik dien toon dien onweecircrstaanbren toon

Die innig roert en zielen weg kan slepenZal zich die lier een meesterhand gewoon

Niet weigeren aan mijn onvaste grepenEn moet dees zaal waar Hollands dichtrenrij

Zoo menigmaal de harten wist te buigenDoor t zoet geweld der schoonste melody

Mijn flaauwen galm mijn machtloosheid getuigen -

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

393

Gy wilt nochthans Welaan k weecircrsta u nietIk weet gy zult mijn poging heusch onthalenEn vordren niet van t ruwe jonglingslied

Den tooverklank van uwe nachtegalenMaar ook den toon der schaterende vreugd

Moet ge in mijn zang mijn hoorders niet verwachtenSchoon in den bloei der pas ontloken jeugd

Stort hier mijn hart slechts weemoed uit en klachtenVerwondert ge u Ach dichtkunst is gevoel

Des is ze niet de dartling van t genoegenDes blijft haar toon voor ijdel juichen koel

En weet zich niet by t volksgeschreeuw te voegenEn of het bloed nog frisch door de aders vloeit

Of de ouderdom zijn sneeuw strooit op de harenWat dichter is wordt van eacuteeacuten vlam doorgloeid

En deelt eacuteeacuten zucht eacuteeacuten zelfde zielsbezwaren -Maar waar van daan in t dichterlijk gebied

Die somberheid die wondre hartbeklemmingDie vraag wellicht beantwoordt u mijn lied

Ik zing u hier DES DICHTERS LOTBESTEMMING

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

394

Des dichters lotbestemming

Vulnus alit venis et caeco carpitur igniVIRGILIUS

Wie zijt ge gunsteling des hemels aan wiens oogGeheel een wereld hangt als de invloed van omhoogIn menschlijke aderen dat hemelsch vuur doet vloeienWaarvan uw adem brandt waarvan uw tonen gloeienWiens enkel stemgeluid met onbeperkter krachtZich uitbreidt dan t geweld der waapnen dan de machtDer scherpste dwinglandy Want gy regeert op zielenEn wat een hart bezit moet voor uw almacht knielenWie zijt ge o dichter mensch of Engel Engel wisIndien der Englen taal der Englen kenmerk isOf mensch O dan voor t minst gelukkigste der menschenBegaafd met hooger heil dan t doel zelfs van hun wenschenAls zy den glans van roem van aanzien rang en goudAfsmeeken van het Lot en zich hun mond verstout

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

395

Aan de Alvoorzienigheid de wegen af te perkenWaar langs zich t levensheil zijns schepsels moet bewerkenNeen dichter neen gy deelt in hun verblindheid nietDier driften heerschappy is vreemd aan uw gebiedTe vreecirc met in uw borst der Godheid aacircm te ontfangenEn dien met heel uw ziel te storten in uw zangenKent gy noch hooger goed noch d aanval van de smartEn t heil der wereld woont in uw gelouterd hart

Het heil der wereld Ja in die volzaalge stonden(Te vluchtig) wen de geest als van het stof ontbondenWeecircr naar zijn oorsprong trekt en t wereldsche gewoelVan om hem heen verdwijnt en plaats maakt voor t gevoelWiens zaligend geweld hem wegsleept idealenVan schoon- en waarheid uit de hemelkringen dalenDe aloudheid zich herschept de toekomst zich onthultO heilig dan de vlam die s dichters hart vervultEn voor een oogwenk ja de weelde leent der EngelenAls ze in den aanschijn Gods hun lofgezangen mengelenO voor het hemelsch licht dat deze vlam verspreidtVervliegt de duisternis van drieste onwetendheidEn bleekt de scheemring weg van ingebeelde kennisWaar de afgevallen mensch zich meecirc tot heiligschennisEn eigen jammer heeft gewapend Dichter gy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

396

Geniet dien heilstaat reeds door t woord der profecyAan t menschdom eens beloofd wanneer de nietighedenDer aarde voor t genot van t ons herwonnen EdenBezwijken zullen en voor blinden eigenwaanHet wezenlijk geluk by t menschdom zal bestaan

Maar ach niet altoos blaakt die toovervlam in t harteOok gy o dichter werdt voor de aardsche levenssmarteDoor t lichaam zijt ge meecirc aan t doode stof verwantEn tegen d invloed van een God is t niet bestandVoor dierlijk zijn gevormd zou t in dien gloed verteerenOf t grove lichaam moest in t fijnste weefsel keeren

Zoo breekt die droom dan af (die waarheid eens zal zijn)Wiens weldaad machtiger dan ziel- en lichaamspijnU inwijdt in t besef van leven Ach te spoedigOntglipt hy u en gy verlaatne die zoo moedigDe ziel verheffen dorst tot heemlenheilgenotGy zinkt weecircr in ons niet gy deelt weecircr in ons lotHelaas des werelds heil omvat uw hart niet langerMaar meerder nog dat hart van andre zuchten zwangerDan de aarde kan voldoen en aan zich zelf bewustVan hooger vatbaarheecircn en van verheevner lustVernoegt zich met geen praal van grootheid met geen logen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

397

Der zinnen Hemelsch heil zweeft voor uw sterflijke oogenVerbeelding stookt de vlam van uw verlangen aanEn de aard heeft niets meer dat voldoening schenkt t bestaanGeen oogenblik genot dan slechts de zielsvervoeringDer Dichtkunst de eigen bron dier steeds vernieuwde ontroering

O treurig strafverblijf van Adam en zijn bloedDat nog voor t eerst vergrijp van d eersten vader boetTooneel van gruwelen van onrecht leed en plagenHoe kwelt gy s dichters geest Hoe diep is hy verslagenBy t jammerlyk gezicht der strenge wraak van GodZijn oogen schreien bloed by t diep vervallen lotVan Edens ballingen Ach waar hy de oogen wendeWat ziet hy dan het merk van misdaad en ellendeWaar bleef dat wezen naar zijns Scheppers evenbeeldGeschapen dat den rang der Geesten heeft gedeeldWien t alles hulde bracht als Opperheer der aardeDie Engelenvernuft aan kindrenonschuld paardeWaar bleef dat hemelsch schoon van lichaam beide en zielWaar bleef hun kracht hun glans - Helaas dat wezen vielt Vergat zijn God zich zelf zijn vroeger heil en grootheidEn t menschlijk harte werd het heiligdom der snoodheidHet menschlijk lichaam tot der wormen aas bestemdSints heeft een ijzren doem des geestes vlucht gestremd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

398

Als hy naar hooger tracht dan de aardsche schijnvermakenHy blijft gevallen eens zijn afkomst steeds verzakenEn gy o dichter zoudt niet treuren Gy wiens oogNog soms doordringen mag wat zegens van omhoogOp t nog onschuldig hoofd des menschdoms moesten dalenDie thans niet anders zijn dan blinkende idealenNeen t treuren past u en de toon der droefenisIs t eenig troostgevoel by zulk een wreed gemis

Zoo is die boezem dan zoo fijn- zoo diepgevoeligSteeds somber en bedrukt steeds onbestemd en woeligIn t rustloos haken naar een meer dan aardsch genotAch onverschilligheid is vreemd aan s dichters lotAls t needrig beekjen niet wiens golfjens zachtkens klotsenMaar als de woeste stroom die neecircrschuimt van de rotsenZoo vloeit een eedle drift zijn kokende aders doorHet zij de plicht hem roept om lijdende onschuld voorTe strijden en t geweld van onrecht en verdrukkingManhaftig weecircr te biecircn t zij teedrer zielsverrukkingZijn hart vermeesterd heeft en hy zich zelf verliestIn de aangebeden vrouw die hem de liefde kiestDe liefde Zoo bestaat er heil nog voor den dichterAanminnig machtig kind en eecirclste welluststichterWien de oudheid Venus gaf tot moeder was zijn borst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

399

Ooit voor uw invloed koel Of kon de heete dorstVerwekt door uw kwetsuur ooit boezems meer verschroeienDan waar uw tooverschicht poeumleten deed ontgloeienStrooi gy dan rozen op zijn doornig levenspadWat ooit dit dorre stof nog hemelsch in zich hadDankt u het menschdom u verheffen s dichters tonenU golft zijn wierook toe Gy kunt die hulde loonenOm u versmaadde hy een halven leeftijd smartEn op uw gunst alleen hoopt zijn gefolterd hart

Maar ook uwe ongenacirc heeft hy te vaak te duchtenO vlijmend is uw schicht wanneer de vuurge zuchtenDer min verwaaien en een lot ondraaglijk wreedOns hart van t voorwerp scheurt waar voor t zich zelf vergeetWat kweelt gy Puikpoeumlet die door Vaucluses drevenUw nagedachtenis door de eeuwen heen ziet levenWat kweelt ge als t vogeltjen dat om een gade schreitEn stort uw roerend lied met sombere achtloosheidSlachtoffer van een min zoo rein zoo zielverheffendWie deelt niet in uw smart meer dan uw kunst nog treffendAch de aangebedene mag nimmer de uwe zijnHet leven heeft gedaan voor u Petrarca kwijnIn smeltend klagen weg tot u de dood verrasse -Thands stort Euroop een traan van deernis op uw assche

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

400

En nog beklagen we u na zulk een tijdverloopU minnaar steeds zoo trouw en minnaar zonder hoop

Itaalje bakermat en voedstrares van kunstenWie t zanggodinnendom steeds overlaadt met gunstenItaalje waar natuur zich met de kunst verbondOm hemelschoon op de aard te scheppen om uw grondTe kweken tot een hof van ziels- en lichaamsweeldeOok Tassoos wieg droegt gy Ook Tassoos Zangnimf speeldeHet ridderlijke lied op Italjaansche maatMaar ook zijn vroegen dood getuigt gy Hy vergaatHet offer meecirc der min Een doodelijke smarteStolt zang- en mindrift beide in t hopelooze harteGy wie zijn taal en toon door merg en zenuw dringtHet zij zijn fiere stem van oorlogsglorie zingtt Zij liefde en tederheid zijn dichtpenseel bestierenO siert zijn tombe niet met bloeiende laurieren(De lauwer groeit van zelf by s dichters overschot)Maar plant er wilg en myrt - Of kent gy niet het lotWiens wreedheid in het eind den draad brak van zijn levenZoo hoort my maar (k voorzie t) gy zult voor d invloed bevenVan t dichterlijk gevoel op d aardschen levenstocht

Sints Tasso voor het eerst Ferrares hof bezocht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

401

Ontsprong de bron der ramp aan t teedre hart beschorenUit adelouden stam en deugdzaam bloed geborenEn wijd en zijd befaamd door dichterlijken lofEn schitterend vernuft ontfing hem t vorstlijk hofMet d eerbied die een eeuw van ware geestbeschaafdheidAan d invloed toedraagt van die hemelsche begaafdheidMaar ach in Tassoos oog had hoffelijke praalGeen waarde noch de gunst van t vorstelijk onthaalNoch t juichen van een volk dat in den heldendichterHomerus volgling en Itaaljes gloriestichterAanschouwt Eeacuten voorwerp slechts is Tassoos aanblik waardEeacuten voorwerp dat alleacuteeacuten al t schoon vereent der aardt Is s Vorsten zuster zelf Lenora in wier oogenDe zetel is geplaatst van Liefdes alvermogenEn met de majesteit van t koninklijke bloedDe zacht- en teecircrheid spreekt van t engelrein gemoedHy ziet haar en bemint Het lot van heel zijn levenBestemt zich hoop en rust moet eeuwig opgegevenWat doet ge Dichter en wat dolheid gaat u aanHoe durft ge op uw vorstin een blik van liefde slaanHoe durft ge Ach kent de min den invloed van de redeZy streelt niet maar gebiedt en sleept en rukt u medeEn gy gy lijdt en kwijnt in radelooze smartMaar kropt de kwelling in van t fel getergde hart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

402

Slechts de Echo van het woud gewoon aan minneklachtenDie voor een oogenblik de storm der drift verzachtenGetuigt uw wanhoop soms terwijl ze met u treurtMaar welk een boezem ooit van minnewee verscheurdKon voor t geoefend oog de diepe wond bedekkenAch alles kenmerkt haar De stem de ontstelde trekkenVan t beurtlings blozende en verbleekende gelaatBy t naderen van haar voor wie ons harte slaatt Noodlottige geheim ontvalt de smeltende oogenIn tranen vruchteloos weecircrhouden Al uw pogenIs ijdel t Werd bekend wat Tasso zich vermatHoe hy van liefde gloeide en Leonore aanbadNu moet des noodlots schuld op s dichters hoofd gewrokenDe vorstelijke trots in fellen toorn ontstokenVerbant hem van zijn hof Eens kerkers aakligheidIs t heilloon dat de Min haar Dichter heeft bereidDaar ligt hy nu en zwoegt de dagen en de nachtenIn sombre wanhoop door en stort onvruchtbre klachtenEn roept den dood te hulp die naar geen klachten hoortOf als dan de overmaat der smart de smart versmoortEn zich de dichtgeest weecircr een oogwenk lucht kan gevenDan meldt zijn doffe zang de plagen van zijn levenDan in t aandoenlijk beeld van droevigen TancreedOf teedre Erminia schetst hy zijn eigen leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

403

En smaakt een bittre vreugd hun onheil te betreurenEn t zijne en telkens zelf zijn wonden op te scheuren

Zoo leefde Tasso zoo vervulde zich zijn lotAls dichter tot de hand van d eacuteeacutenig wijzen GodHem tot zich riep in t end en uit de nietighedenEn foltringen der aard het leven in deed treden

Gevoelige poeumlet dus vindt ge in d eigen gloedt Vermogen van de kunst en de onrust van t gemoedEn t menschdom dat uw vlucht meecirc opvoert tot de wolkenBiedt u by zoo veel leed geen troost Geheele volkenVerheffen niet uw naam en galmen niet den lofVan s hemels keurling uit wiens toon hen zaligt OfBestrooien niet het pad waar langs hy heen zal tredenMet feestelijk gebloemt O neen de grillighedenVan algeweldnaars toe te juichen als hun vuistVoor eigen glans en roem der volken hoop vergruist -En om de zegekar te dringen van die heldenZoo lang de onzeekre kans der bloedige oorlogsveldenHun woeste heerschzucht dient zie daar des menschdoms smaakWat is hun of uw hart van s hemels invloed blaakWat weten zy van deugd- en echte kunstwaardeerenDe Dichtkunst werd niet voor hun ijdlen lof Homeeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

404

Verrijzen en vergaan vergeten of verdruktWanneer hun moedig hoofd voor willekeur niet bukt

Maar wat is de ongenacirc van lot en menschdom tevensVoor u wiens hoop begint aan t eindperk eerst uws levensHiermeecirc staat gy geweld en smaad en onrecht doorHiermeecirc staat ge onschuld deugd en t recht der Waarheid voorEn gadert langs uw baan de vrucht der levenswijsheidEn deelt die met de jeugd in t kalm saisoen der grijsheidEn zoekt naar wetenschap tot aan den rand van t grafEn draagt het oog op God wat God te dragen gafTot de Engel van den dood u t wrakke lijf moet slopenEn dan - triumf in t end De hemel staat u open

Jongling waar van daan dat treuren in uw schoonsten levenstijdWaar van daan dat heimlijk zuchtjen dat uw weeke borst ontglijdtWaar van daan dat glinstrend traantjen dat uw kwijnend oog besproeitEn dat onbestemd verlangen dat u op de wangen gloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

405

Voor de schatten van de wereld voor haar kroonen zijt ge koelEn de zucht die u vermeestert heeft gewis een ander doelJa gy haakt naar hooger wellust naar het hoogste heil der aardMeer dan schatten meer dan kroonen meer dan t leven zelve waardJa gy zoekt de lieve gade die dat leven deelen moetEn uw borst kweekt geen verlangen dan naar dit geheiligd goedIn den droom reikt gy haar de armen en zy stort zich aan uw hartMaar ge ontwaakt en mist haar weder en verdort op nieuw in smartDoch de macht die t harte dorst gaf geeft ook laafnis voor dien dorstEn dien trek naar min- en echtheil plantte God-zelf in uw borstEens dan zal de dag ontluiken die zijn heilig doel vervultAls ge (niet in droomen langer) haar in de armen knellen zultDie met de eigen zielsvervoering uwe liefde heeft verbeidEn gy zult met al de volheid van genot en dankbaarheidZelfs die stonden weldaad reeknen toen u wars van aardsche lustt Leven onverdraaglijk toescheen van uw toekomst onbewust

O zoo is de trek naar hooger die in s dichters boezem brandtWaarborg van een beter leven in een beter VaderlandBallingen zijn wy op t aardrijk en de dichter doet geen stapDie hem niet de straf herinnert van die bittre ballingschapDaar van daan die zweem van droefheid die zijn maatgezang doorzweeftDaar van daan die rusteloosheid die om geen genoegens geeftGod-zelf schiep hem dat verlangen naar een dierbrer heil dan de aard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

406

Dierbrer heil dan dat der wereld heeft zijn goedheid hem bespaardDaar waar t koor der Serafijnen zijn eacuteeacutenstemmig Hallel zingtWaar het heir der Uitverkoornen om den troon der Godheid kringtDaacuteaacuter eerst is het rijk der Dichtkunst derwaarts richt zich onze vluchtDaacuteaacuter is Schoonheid daacuteaacuter is Waarheid daacuteaacuter voldoet zich onze zucht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

407

Het natuurlijk verband van wijsbegeerte en dichtkunst

Et prodesse volunt et deleclare poeumltae

HORATIUS

De krijgsman in t geweld der waapnen opgevoedAls Mavors kreet weecircrgalmt en de oorlogsbliksem woedtOntwijkt geen dorstend staal noch dichte pijlenregenMaar ijlt ontembaar in zijn vaart den vijand tegenWaar hem zijn heirspits sterkst t gevecht verschriklijkst schijntZijn zwaard maait wijd en zijd dat drom op drom verdwijntDe drift zijns boezems door geen menigte in te toomenDoet vloeibre vlammen in zijn zwellende aders stroomenSchiet vonken uit zijn oog en verwt zijn fier gelaatEn de overwinnende arm verplettert wat weecircrstaat

Niet anders is de gloed door uwe hand ontstokenO dichtkunst Engelin voor wie er outers rokenWaar menschen zijn die uit het hemelsche gebiedt Verrukte menschdom aan uw voeten storten ziet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

408

Als t heilig priestrendom door uwen aacircm gedrevenIn taal en tonen uit een wereld meer verhevenOntleend de drift ontlast die hun op t harte druktO zalig driewerf hy dien ge aan dit stof ontruktEn met u opvoert in de op aard onzichtbre kringenWaar tallooze Engelen t eenstemmig Hallel zingenUw wezen kennen leert en in zijn grootsche vluchtEen hooger denkkracht schenkt in meer verfijnde luchtDie deelt uw oppermacht verheft de ontvlamde zielenEn dwingt de luistrende aard voor t voorwerp neecircr te knielenDat hy veredeld of geschapen in zijn liedAan d opgetogen geest in al zijn grootheid biedtt Gevoel dat in hem leeft door geen geweld te dovenSchiet allen weecircrstand met vernieuwden gloed te bovenNiets in het wijd Heelal is dit gevoel te hoogEn meer zelfs dan natuur omvangt des dichters oog

Wat stervling waant dan nog dit onbegrensd vermogenOmsloten in den kring van hersenschim en logenEn bant hem uit uw rijk o Wijsbegeerte kroostDes hemels die u zond het aardsche leed ten troostNeen aan geen krijg alleen geen bloedige tafreelenVan heldenkracht en moord geen losse minnespelenGeen treur- of zegelied geen herderlijken kout

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

409

Is s dichters stem gewijd Meer uitgebreid meer stoutWaagt zy t in grover lucht den zang der hemelkorenTe volgen en verheft den lof van d OngeborenEn kweekt in t menschlijk hart de erkentnis voor zijn GodLeert hem vertrouwen op Zijn zorgen leert hem t lotVerwinnen en dees aard dit stofgewaad verachtenMaar in een beter oord een beter noodlot wachtenDit durft ge o Poeumlzy niet roekloos als IkaarDe heemlen naadrend met geleende vleuglen maarGelijk der vooglen vorst door eigen aart gedrevenEn d aandrang der natuur Uw wezen dus verhevenSmelt Schoon- en Waarheid in zijn Godlijk vuur tot eacuteeacuten

Maar wat dan is die bron van uw aanloklijkheecircnWat is die oorzaak van uw uitgestrekt vermogenGodes verspreid uw licht voor mijn verlangende oogen -k Erken het t is gevoel wat s dichters geest ontsteektWat in uwe aadren leeft en uit uw boezem spreektUw wezen is gevoel dit deelt ge uw priesterscharenWier stem u aanroept meecirc Gelijk de zilvren snarenOp d indruk trillen van de hand die haar bespeeltZoo ijlings storten ze uit wat dit gevoel beveeltWee hem die dit miskent en de onbezielde klankenAan t pijnigende werk van t koude brein moet danken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

410

Heil wie dien indruk volgt Met Englen in verbandOntvalt hem op uw wenk de sluijer die t verstandBenevelde en gy-zelf aanbiddelijke WaarheidStraalt in t aanbiddend oog met onbeperkte klaarheid

Want gy ook spreekt in t hart daacuteaacuter doet ge ons s werelds HeerGevoelen daacuteaacuter ons-zelf daacuteaacuter plicht en recht en eerWaacuteaacuter anders werd de band de heilge band geslotenDie de oudren kluistert aan hun kroost die echtgenootenOmvat die mensch en mensch verbroedert en vereacuteeacutent -Ja wat gy edelst hebt is uit uw hart ontleendVergeefs in t hoofd gezocht wat daacuteaacuter slechts is te vindenOnzeekre stervling ook door Rede te verblindenAch raadpleeg uw gevoel verlicht door hooger machtIs t Godspraak wat zy meldt niet straffeloos verachtDe Rede volg haar stem Ze is in dit korte levent Hart door de weldaad van uw God ten dienst gegevenDit heersche op haar en u zy schrijf geen wetten voorNoch kies zich zelve een weg u lokkend op haar spoorBeef zoo zy t onderstaat en van haar boei ontslagenU meecircvoert in de vaart die ze onbezuisd dorst wagenBeef de afgrond is het eind van haar verdwaalden loop

Die dwaling boette ge ook geschokt verzwakt Euroop

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

411

Uw bodem werd geweekt in bloed- en tranenstroomenSints t wufte menschdom in bedriegelijke droomenAls waarheid voorgesteld zich zelf een bron ontslootVan plagen zonder tal van misdaad krijg en doodDe Rede was t wier trots verhit en onberadenDe stem van t hart de stem der Godheid dorst versmadenGeen waarheid hulde deed dan die haar kortziend oogMocht treffen en wat aard en aardsch begrip te hoogZich langs verheevner weg aan t menschdom openbaardeVan op haar rechterstoel voor hersenschim verklaardeHelaas dees schuldige eeuw door gruwelen beruchtZag haar in dolle drift gezag en wet ontvluchtAllengs haar dwinglandy verbreiden s menschen zielenVervreemden van hun aart en voor een afgod knielenDoor t licht verblinde volk voor Waarheid aangebeecircnt Beef de alles voor haar staf een droeve voorboocirc scheenVers chrikbre rampen aan het aardrijk te verkondenDe altaren wankten op hun daverende grondenDe diadeem viel af van de achtbre koningskruinGelijk wen de Etna met haar stroomen gloeiend puinHet om haar siddrend land in vuur dreigt weg te spoelenDe grond voelt schok op schok waaronder vlammen woelenDe zon verbergt haar glans het vee springt angstig rondMet akelig gehuil daar uit des vuurbergs mond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

412

Een dichte nacht van damp zich opheft tot de wolkenTot eindlijk uit het diepst der fel beroerde kolkenEen zee van steenen barst met alverzwelgbren gloedVermengd die gantsche steecircn op eens verdwijnen doetZoo woedde de oproervlam door uw gevloekte spokenO valsche Wijsbegeerte in t menschlijk hart ontstokenEn aan de onrustige aard sints zoo veel tijd voorspeldEuropa werd een prooi van bandeloos geweldDe volken dol van zucht naar heerschappy verplettenWat plicht en recht getrouw haar paal of perk wou zettenWat in de afschuwlijkheecircn van t laagst het schaamtloost rotNiet deelde Onschuldig bloed vloot stroomend van t schavotDat deugd geen misdrijf strafte en met bevlekte handenBestond hun razerny het heiligste aan te randenDoor t afgedwaald verstand miskend De bevende aardZag de outers neecircrgetrapt in t stof een heilloos zwaardDe Godheid-zelf ten smaad t ontzag der vorsten schendenAch om uw deugd gehaat door woeste rooverbendenVeroordeeld boette gy verheven LodewijkMet d eecirclsten marteldood de gruwlen van uw rijkGy vielt Uw troon stortte in werd door een vlam verslondenVan uit den schoot der Hel Maar uit zijn asch ontstondenMet ijsselijk misbaar twee monsters Krijg en DwangVerwoesters van t heelal die twintig jaren lang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

413

De wereld teisterden onstuitbaar in hun woedeTot de Almacht opgestaan ter wraak hun strenge roedeVermorzelde en Euroop op nieuw het leven gafZy zelf zy had dien vloed van rampen tot uw strafVerwaten sterveling doen stroomen die haar gavenOnwaard u aan t gebied des Hoogmoeds liet verslavenDe Rede op s levens pad u door den HemelvorstTen steun gegeven in haar dwaling volgen dorstEn met haar Recht en Deugd verlaten en verachtenGy leedt dien hoon ten zoen leer leer voor t minst haar krachtenMistrouwen t smeekend oog op t uit Hem stralend lichtGeslagen dat u t spoor van waarheid toont en plicht

Maar wat deze eeuw misdeed door ingebeelde kennisVervoerd tot oproerzucht tot moord en heiligschennisWie aan den schijn gehecht dit wijsbegeerte noemtHaar om de wandaacircn in haar naam bedreven doemtWil nooit dien eedlen trek met uw bestaan geborenNaar t hemelsche genot van ware kennis smoorenZy heft u boven t stof zy maakt u d eernaam waardVan mensch haar dankt ge uw heil uw grootheid op deze aardHaar de onverschilligheid voor aardsche nietighedenHaar t uitzicht op een tijd hersteller van t voorledenJa ook de stervling is voor wetenschap gemaakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

414

Gedreven door een vlam die steeds zijn boezem blaaktBeproeft hy t aan natuur haar diepst geheim te ontwringenDe korst der aarde en t ruim der heemlen door te dringenOm voedsel voor zijn geest van weten nooit verzaadWat voorwerp in den kring van t zichtbaar Al bestaatDe lucht die om hem golft de ontelbre flikkervierenDie voor zijn starend oog langs s hemels vlakten zwierenDe grond dien hy betreedt het uitgebreid geslachtDer dieren meecirc dit stof bezielend en de krachtDie t lichaam dat hy draagt beweging geeft en levent Wekt alles in hem op die weetlust zoo verhevenWaarmeecirc hy aan den klem der zinlijkheid ontschietEn zou die eedle drift in t edelst schepsel nietOntvlammen om den God wiens aldoordringend wezenZich in wat adem haalt gevoelen doet en vreezenTe naadren en een straal te ontfangen van dat lichtWiens schittring wijsheid is verblindend voor t gezichtZou t menschdom vol van zucht zich kennis op te delvenIn wat zijn zinnen treft naar kennis van zich-zelvenNiet hijgen zijn natuur zijn plichten en den bandDie hem aan wezens hecht van meer verheven standNeen dit ook heeft de mensch met d adem ingezogenHet is geen dwaze waan geen meer dan menschlijk pogenDe Godheid kweekt dien lust Haar invloed openbaart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

415

Ons waarheid en die gunst is t hoogste heil op aardMaar t is de Rede niet van wier bekrompen krachtenTe licht te vaak misbruikt die weldaad is te wachtenDe Godspraak vult het hart en wijsgeer is wiens mondDe onwankelbare wet van dit gevoel verkondt

Wat priester dan mag die orakelstem doen hoorenDan gy o dichter gy des hemels uitverkorenWiens zielversmeltbre toon in t hart zijn oorsprong heeftWien steeds een grooter macht t belauwerd hoofd omzweeftGy voor wiens toovrend lied verwoede tijgers vielent Geboomte leven krijgt en steenen zich bezielenDwing gy den mensch tot deugd tot liefde voor zijn GodDoe gy hem zalig zijn ten spijt van t nijdig lott Is schoon wanneer uw zang het krijgsvolk bloed en levenVoor eer en vaderland met geestdrift op doet gevenMaar schooner voor die zucht naar krijg en krijgsgewoelIn t schepsel aan uw mond gekluisterd t rein gevoelVan vrees en dankbaarheid voor die hem schiep te wekkenEn wat uw ziel doorziet aan t sterflijk oog te ontdekkenWant ja de koeling-zelf van dichterlijken gloedIn vloeiend maatgezang veredelt uw gemoedEn loutert uw verstand van de aardsche wanbegrippenDie d uitgerekten arm de waarheid doen ontglippen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

416

t Almachtig scheppingswoord had uit het dorre nietd Onmetelijken klomp van t stoffelijk gebiedDoen worden zee en lucht zag t nieuw geslacht der dierenNog pas zich-zelf bewust het feest der schepping vierenMaar wat die aan t gezicht van de alziende EnglenrijVoor wondren bood hun geest zag dit tooneel voorbyDaar ze in ondeelbre zorg hem hem alleen beschouwdeVoor wien zich al die pracht die vruchtbaarheid ontvouwdeOp Adam op een bed van bloemen uitgestrektEn naauwlijks uit den slaap waarin hy wierd gewektOp Adam rustte t oog der heemlen op de ontroeringDie heel zijn lichaam schokt de hooge geestvervoeringEn t nooit beproefd gevoel dat in zijn borst ontstaatEn sneller dan het licht op t Godlijk schoon gelaatTe rug werkt toen hy t eerst een vreemdling op deze aardeVan wat zijn zinnen trof een duister beeld ontwaardet Was al verwarring voor zijn denkkracht Dit alleenBegreep zijn kloppend hart in deze onzekerheecircnHet aanzijn van een God ver boven hem verhevenEn alles wat bestond wiens weldaad hem deed levenIn t overstelpend heil waarvan zijn boezem smeltWordt hem door de Almacht zelf steeds grooter heil voorspeldEn mooglijk waar de mensch van zulk een denkbeeld dronken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

417

In t niet waar aan hy naauw ontrukt was weecircr gezonkenBezweken in t gevoel der heetste dankbaarheidHad niet de Godheid hem eacuteeacuten gaaf nog toegezeidVoor t menschelijk geslacht meer waard dan al de schattenDie de onbegrensdheid der verbeelding mag bevattenHet lichaam naar den wil de werking van t verstandBewogen leert de vlam die in de ziel ontbrandtIn klanken waar zich t hart in spiegelt uit te drukkenNu schijnt een gunstige arm de banden los te rukkenOm Adams borst gehecht een warme tranenvloedOntspringt hem en ontlast de volheid van t gemoedHy richt het vonklend oog in geestdrift naar den hoogenEn ademt zangen uit van godsvrucht opgetogenDie wat zijn boezem op dit heilig uur ontroertVernieuwen voor t gehoor De vlugge Zefir voertHet streelendste geluid tot voor de hemeltronenEn alles blijft geboeid aan zijn verheven tonenHy zwijgt - heel t schepslendom vervangt het vurig liedDat s menschen zilvren stem zijn God ten hulde biedtEen nieuwe lust schijnt heel de schepping te doordringenOm meecirc zijn grootheid meecirc zijn weldaacircn te bezingenEn doet de lucht alom weecircrgalmen van zijn lofNu eindlijk mag de mensch de wondren van het stofBegrijpen en het doel waar God hem toe bestemde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

418

De duisternis verdwijnt die om zijn zinnen klemdeOp eens wordt alles aan d ontboeiden geest verklaardEn Adam kent zich-zelf en voelt zich Vorst der aard

Dus Stervling is de kracht der Dichtkunst als uw zangenDen heilgen invloed van de Wijsbegeerte ontfangenEn t rijk der stofloosheid het rijk des Dichters isGelukkig dan die tijd waar op de erkentenisDe liefde voor een God en zijn geboocircn de snarenBezielden in de hand der vroome priesterscharenZoo zong o Israeumll uw Moses toen de vloedGeweken voor uw schreecircn Egyptes overmoedTen straf tot d ouden loop te rug vloeide om haar telgenIn s afgronds diepten met hun koning te verdelgenZoo deed zijn treffend lied de Goddelijke handErkennen in den val van Isrels dwingelandEn leerde hart en mond die zeegnende Almacht eerenGy ook gewijde grond zoo vruchtbaar in HomeerenO Grieken ook by u verhief de poeumlzyHaar stem om t luistrend volk door zoete melodyTot eerbied voor zijn goocircn tot liefde voor zijn plichtenTe vormen en op t pad der wijsheid voor te lichten

Ja zusters zijt ge en door een onvernielbren band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

419

Vereenigd Wijsbegeerte en Dichtkunst hand aan handDaalt ge uit de wolken neecircr om t menschdom op te leidenTot hooger werelden en wee die u wil scheidenDie is geen dichter neen wiens onbeduidend lied(Een ijdle klank voor t oor) het hart geen voorschrift biedtVan waar- of zeedlijkheid Den dichter is t gegevenIn t schoone dat hy schept die beicirc te doen herlevenEn wat ook t voorwerp van zijn geestverrukking zijZijn dierbaarst doel is steeds DER ZIELEN ARTSENYHomerus zing den val der Trooische legergrootenOf Vorst Ulysses lot die van zijn vlootgenootenDoor de ongenacirc der zee en t woeden van den windBeroofd na jaren leed zijn Ithaka hervindtOf doe een Sophocles in treurige tafreelenHet diep geroerde hart in t lot der helden deelenHerboren op t tooneel en treff het statig koorMet wisslend liergezang het licht aandoenlijk oort Dient alles om den mensch in t edelst vuur te ontstekenVoor deugd om in zijn borst de zaden aan te kwekenVan liefde voor zijn land van mannelijken moedVan Godsvrucht die de ziel haar oorsprong naadren doetVan zucht om wel te doen van t teeder mededogenDer broedermin met hem die onder t leed gebogenGeen heil mag smaken dan die zaligende troost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

420

Dit is de poeumlzy geen ongebonden kroostDer hersnen dat alleen Verbeelding door uw sproken(t Gebied der waarheid vreemd) in zangdrift wordt ontstokenVan hier dan hy wiens toon uit grove zinlijkheidGesproten t hart verlaagt en ten verderf bereidtHem weert de Dichtkunst af van haar ontzachbren tempelHy vluchte en wage t nooit dees onbevlekten drempelTe naadren voor zijn geest van aardsche lust en smaakGezuiverd zich in t end haar gunsten waardig maak

Wel aan gy achtbre Rei van uitgelezen dichtersDie Vondels heilig pad betreden durft gy stichtersDes vaderlandschen roems gy die den vreemdling toontDat de echte dichtgeest ook het Hollandsch hart bewoontNiet in het vocht verstikt van dampige moerassenNoch door de kou van t Noord verhinderd op te wassenZult ge ook uw gouden lier niet stemmen op den toonDer Wijsheid Zal haar kracht zich aan t verheven schoonNiet mengen in uw zang Uw godentaal niet leerenDe deugd als t hoogste goed met daden te vereerenHet duivlenrijk heeft uit dat heel Euroop geknieldHet lijdend hart verkropt en toegeknepen hieldHet is geen noodzaak meer wat heiligst is te honenEn de ondeugd heerscht niet meer in schaacircuw van koningstronen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

421

Nog echter heeft die trots van t menschelijk gemoedZoo lang door t zuchtend volk bezuurd niet uitgewoedGelijk de holle zee wier breede golven kokenDoor t zweepen van den wind haar boorden uitgebrokenSchoon reeds het stormgeweld de heldre lucht verlaatNog met zijn bruischend schuim op rots en banken slaatOf wen t verslindend vuur onmerkbaar opgerezenWeldra een gantsche stad haar ondergang doet vreezenEn de onvermoeide zorg der burgren haar den buitOntweldigt en in t end den loop der vlammen stuitTerwijl een heimlijk vuur blijft smeulen onder de asschenDat licht het zorgloos volk met nieuwen schrik verrasschenIn t onheil domplen zal zoo is de helsche lustNaar dwaze nieuwigheecircn by t menschdom ja gebluschtMaar liet nog vonken na door uwe hulp te smorenO heilge poeumlzy Doe gy de lessen hoorenDer echte Wijsbegeerte en zij de hooge roemDen mensch ter zaligheid te voeren aan den bloemDer Barden uit uw schoot o Nederland geborenBestemd ontwijk hun voet reeds plat getreden sporenHy kieze een nieuwer pad dat naar den zangberg leidtZoo wordt uw roem met hun door heel Euroop verbreidEn door het nageslacht met huivering betredent Herschapen Griekenland in Neecircrland aangebeden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

422

Wie heft me in onnazienbre vluchtDoor wolken heen en etherlucht

En voert my nader aan de boordenVan een nog ongerepte bronWaar zich mijn dorst aan lesschen kon

In onuitputbren stroom van woorden

Uw grootheid zong ik uwen lofBezielster van het doode stof

Als van de zalige EnglenkringenU Godgewijde PoeumlzyWier onweecircrstaanbre heerschappy

t Heelal in ketenen kan dwingen

O naar het buigen van mijn toonZonk de aard aanbiddend voor uw troon

En stortte blakende gezangenEn zee en hemel spande zaamOm in het loven van uw naam

De stem van t menschdom te vervangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

423

Ten prooi aan t wisselzieke lotEn van den zetel van zijn God

Verwijderd balling op dees aardeZijt gy het dierbaar hemelkroostDie s menschen jammeren vertroost

Die hem herinnert aan zijn waarde

Egypte stapel marmer opTot torens die den vasten kop

Tot aan het starrendak verheffenOok die gevaarten zal de tijdWiens nijd geen menschengrootheid lijdt

Met zijn getergden bliksem treffen

Maar wat de dichterlijke gloedIn onzen boezem rijzen doet

Is boven t eigen lot verhevenDie eedle vlam blijft by den valVan t in den baaiert keerend Al

Met de onvergangbre geesten leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

424

Heil heil den naam van d oorlogsheldDoor s dichters loflied eens vermeld

Die is voor ondergang beveiligdDie leeft met nooit vervallen krachtTot by het verste nageslacht

Door heel de menschlijkheid geheiligd

Maar heil het gantsche wereldrondWanneer o dichtrenrei uw mond

De ware wijsheid zal verkondenDan is voor t eerst beneveld oogNatuurs geheim niet meer te hoog

Om op uw voorbeeld te doorgronden

Dan voelt het menschelijk verstandZich aan het Englenrijk verwant

Door u hervormd tot reiner zedenEn onder d invloed van een GodVerzacht de hardheid van ons lot

En de aard verkeert zich in een Eden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

425

En by de naadring van het uurWaarop het vonnis der natuur

Het broze lichaam dreigt te slopenDan ziet voor sterven onbevreesdDe door uw toorts verlichte geest

Het rijk der heemlen voor zich open

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

426

Ines de Castro

Contra huma Dama ocirc peitos carniceirosFerozes vos mostrais e cavalleiros

CAMOENS

DON PEDRO REI VAN HOFJONKVROUWENMen verbeelde zich het Tooneel in een zaal van des Prinsen Paleis te Coiumlmbra

DON PEDROO dierbaar oogenblik met zoo veel vuur verbeidDat my de smart vergoedt der lange afwezigheidIk keere dan in t end in de armen der geliefdeTe rug De teecircrste min die ooit een boezem griefdeBlaakt heden in dit hart met nooit gekenden gloedEn k ijle Maar hoe dus Gy eedle juffrenstoetHoe staat gy dus bedrukt en treurende en verlegenMet wankelende schreecircn treedt gy mijn aankomst tegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

427

Ontfangt my dus mijn huis daar k vol verlangen keerGy zwijgt - en schreit - en slaat het oog weemoedig neecircr -Zou Ines zou mijn kroost Ik sidder t uit te sprekenMeldt meldt om Gods wil my de waarheid

DE REIOns ontbreken

De moed de kracht de stem O dat ik t geen ik zagVergeten kon mijn Prins - Een doodelijke slagBedreigt u En gy eischt dat ik hem toe zal brengen

DON PEDROt Is vruchtloos verder nog mijn twijfel te verlengenk Doorzie den donkren zin van t uitgesproken woordMijne Ines is niet meer Mijne Ines

DE REIWerd vermoord

DON PEDROVermoord - En ik ik leef - Ik overleve een mareDie voor een koeler hart dan t mijne moordend ware -Ja k leef voor eeuwgen rouw voor eeuwig pijngevoelEn t aanzijn heeft voortaan voor Pedro slechts eacuteeacuten doel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

428

Maar wenschlijk is t my nog - Zult gy dien wensch misduidenBeseft gy niet mijn hoop gy dochters van het ZuidenDe wraak de troost der wraak - Neen vreest mijn wanhoop nietVreest niet dat ik bezwijke in t folterend verdrietHy die my Ines schonk en afnam zal my sparenTot de aard verzadigd zij van t bloed der moordenarenMaar gy getrouwe rei zoo teecircr aan haar verknochtMaar gy getuigen van haar jongsten ademtochtOnthoudt my t schrikverhaal der gruwlen hier bedrevenUit ijdle deernis niet Doet gy t gevoel herlevenDat door zoo fel een slag verdoofd werd in mijn hartWekt mijn versteende ziel tot levendige smartWeecircr op Doet t bloedig vocht ontschieten aan mijn oogenWaarvan in de overmaat van ramp de bronnen droogenMeldt my wat duivlenhand zich verwde met haar bloedZegt my haar laatsten wensch zegt my haar laatsten groetZegt my de teedre zucht die ze aan de bleeke lippenVoor echtgenoot en kroost zieltogend liet ontglippenWroet moedig in de wond van dees verscheurde borstIk smeek t als haar gemaal k gebied het als uw Vorst

DE REIk Gehoorzaam maar zoo t bloed by t gruwzaam wee-verhalenTe rug springt naar mijn hart en my de krachten falen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

429

Om t geen ik tuigde op nieuw voor mijn geschokte zielTe voeren ocirc verschoon De bloem der vrouwen vielDe roem van haar geslacht des hemels uitverkorenAls de uwe zag ik hier verraderlijk doorborenIk overleefde naauw zoo pletterend een schrikEn dien (gy eischt het Prins) vernieuwt dit oogenblik

Gy hadt nog pas eacuteeacuten dag dit stil verblijf verlatenWanneer op eens de maar zich door Coiumlmbraas stratenVerspreidt dat zich de Vorst uw Vader herwaarts geeftDie tijding treft ook ons Uw minlijke Ines beeftZy weet het wat die komst voor onheil aan moet voerenMaar ocirc niet voor haar zelf voelt zy haar hart beroerenVan rustlooze angst en zorg Zy siddert voor haar gacircZy siddert voor haar kroost helaas het is te spacircEeacuten hoop welt by haar op Ik moet een poging wagenlsquo(Dus spreekt zy) van behoud en dan Uw welbehagenGeschiede Almachtigersquo Die korte taal ontlastHaar boezem schenkt haar moed en t stout besluit staat vastMet haar onnoozel kroost den vader van haar gadeTe smeeken voor haar recht of (moet het) om genadeIs t eenig wat haar rest en redding brengt misschienZy ijlt naar t vorstlijk hof stort zich aan s konings kniecircnEn spreekt hem die nog naauw hare aankomst heeft vernomen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

430

Met deze woorden aan terwijl haar tranen stroomenlsquoMijn koning zie my hier gebogen aan uw voetMy t voorwerp van uw toorn dien ik onschuldig boetOf dwaalde ik laat dit kroost genacirc voor my verwervenDat in hun aderen uw bloed voert Moet ik stervenOm dat Don Pedro my om dat ik hem aanbidEischt dit de glans der kroon Beveelt s lands welzijn ditOf moet mijn onschuld dan den nijd ten offer snevenVan hovelingen aan mijn afkomst aan mijn levenVijandig en wier haat mijn gade zelf niet spaartDoch voor hun woeste drift was Ines nooit vervaardMaar gy wien k eer als vorst en lief heb als een vader(En echter met een hart van angst gepijnigd nader)Deelt gy mede in dien haat zoo onverdiend zoo wreedEn maakt zich ook uw hand tot mijn verderf gereedZijt ge op my zwakke vrouw zoo gruwzaam dan verbitterdOm dat geen diadeem haar om de slapen schittertDie aan den Prins uw zoon haar trouw verbinden dorstVergeef het aan de drift die in ons beider borstOnwederstaanbaar sloeg Niet tembaar was de liefdeDie Pedroos edel hart voor droevige Ines griefdek Zag wien mijn ziel aanbad wanhopig aan mijn voet -Om weecircrmin smachtend - k zag hem twijflen aan mijn gloed -Was langer wederstand hier mooglijk - k Werd zijn gade

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

431

k Werd moeder o mijn vorst schenk op dien naam genade -Maar is mijn afkomst dan onwaard een vorstlijke echtt Is waar geen koningskroon is aan mijn stam gehechtMaar Spanjes edelst bloed vereent zich in mijn aadrenCastielje en Arragon getuigen van mijn vaadrenWie kent niet Castros naam door deugd en adel grootAch licht welhaast befaamd door Ines vroege doodDie dood die vreze ik niet - voor t minst niet voor my zelveZoo slechts mijn sterven niet t graf van mijn gade delveVerhoed dit groote Vorst spaar my niet spaar uw zoonDen dierbren erfgenaam van uw roemruchten troonOf is mijn straf bepaald - k zal langer om het levenNiet smeeken zij my slechts eacuteeacuten bede toegegevenDat u mijn dood verzoene en dat mijn schuldloos bloedDe bittre veete blusch die tegen Pedro woedt -En voor dees lieve twee Zoo zy hun moeder dervenLaat niet uw ongenade op dit ons kroost verstervenAch zy misdreven niets Zy hebben schoon onze echtU haatlijk moge zijn op uw bescherming rechtHun vader is uw zoon wees hem wees hun een vaderEn breng mijn ondergang u aan uw kindren naderO dien vergeve ik u zoo k u misdadig schijnWant aan dees laatste beecirc zult gy gevoelig zijnrsquoDus spreekt zy met een stem die rotsen had bewogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

432

Nog galmt ze my door t hart nog perst ze my uit de oogenEen vollen tranenstroom - Den Vorst zelf zag k ontroerdEn mooglijk op dien stond schier tot genacirc vervoerdHy richt de smeekende op In zijn ontstelde trekkenIs t zichtbaar welk gevoel haar rede mocht verwekkenZijn hart voelt deernis - Ach hy doet zijn hart geweldBedwingt zich en de plooi der strengheid is hersteldEn machtloos evenzeer tot straffen of verschoonenTe fier om zich voor ons besluiteloos te toonenVerdwijnt hy haastig uit onze oogen Ines keertVan zorg om uwentwil thans meer dan ooit verteerdMaar wisslende angst en hoop verdeelen onze hartent Waar mooglijk dat dees dag het eind zag onzer smartent Waar mooglijk dat de Vorst geroerd door zoo veel deugdOntwapend door haar beecirc gevoelig voor haar jeugd(Want wie kon Ines zien en onvermurwbaar wezen)Verraderen ten spijt de schand der PortugeezenVergeving sprak - Doch zelfs die pijnelijke staatVan twijfel was te kort en de eerste dageraadMoest onzen schrikbren rouw doen tot het uiterst klimmen

De schaduwen der nacht verbleekten aan de kimmenEen woeste mengeling van stemmen treft ons oorMen dringt in dit paleis in naam des konings door

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

433

De wachten staan ontzet wat zou hier weecircrstand batenEn wy bedrukte stoet van alle hulp verlatenVan doodelijken schrik bewusteloos verwardWy naderen en God wat schouwspel voor ons hartO gruwelijke stond dien k nimmer zal vergetenDat hatelijke paar dat felst op u gebetenHun razerny in t hart des Konings overbrachtDie bittre vijanden van Ines braaf geslachtPacheco Alvares staan voor ons t Is verlorenEen eindelooze rouw is aan dit huis beschorenZy eischen Ines op het vonnis van de doodIs uitgesproken en hun zwaarden zijn ontblootOm t uit te voeren Neen k beschrijve u niet hun woedeNiet hoe de felle haat dien steeds hun boezem broeddeZich lucht gaf op dit uur De koninklijke machtSteunt hun vermetelheid die met ons lijden lacht

Maar Ines ziet haar uur met englenkalmte nakenIs t lot geworpen dat haar reine ziel moet slakenZy onderwerpt zich ja biedt zich haar moordren aanMaar vraagt een kort verwijl - het wordt haar toegestaanNu knielt ze en heft het oog gelaten naar den hemellsquoOntfang mijn ziel o God van uit dit stofgewemelGenadig schenk den gacirc voor wien k alleen bestond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

434

Versterking in zijn leed Druip balsem op zijn wondBreng zijn gefolterd hart aan dat zijns vaders naderVergeef mijn vijanden en wees mijn kroost een vaderrsquo

Zy zegt en buigt het hoofd Der beulen euvelmoedOntzet Zy aarzelen en waar t geen tijgrenbloedWat door hun aders vloeit uwe Ines bleef in t levenMaar neen zy schamen zich hun opzet op te gevenEn vatten nieuwen moed en keeren t aanzicht afPacheco grijpt het hoofd dat zy hem overgafEn t zwaard van Alvares Des hemels goedheid spaardeMy t verdere gezicht des gruwels k Zonk ter aardeOf t ware dat my zelve een doodelijke slagVerpletterd had - Maar toen k herrees en om my zagWas alles stil en doodsch k Zag slechts de breede stroomenVan t bloed - Uwe egacirc was ten hemel opgenomen

DON PEDROZoo is dan t bloedontwerp van t zwartst verraad gelukt

Zoo werd dan door het zwaard mijn echtknoop losgeruktMijn vader dat ge u dus door monsters liet omringenDat dus hun helsche raad in uw gemoed kon dringenGeen deernis trof u met een weerelooze vrouwNoch t denkbeeld van uw zoon en van den bittren rouw

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

435

Waarin t ontmenscht besluit der staatszucht hem moet stortenEn die (o hemel stem t) mijn dagen zal verkortenMaar laat my (kan het zijn) vergeten dat ook gyMijn vader schuldig zijt aan t schriklot dat ik lijOp u gevloekte twee lafharte moordenaren(O moog t rechtvaardig lot u tot dat tijdstip sparen)Op u slechts vlamt die wraak waar voor ik eenig leefBeef schendige Alvares en gy Pacheco beefViert viert den zege dien de hel u deed verwervenVerduizendvoudigd wacht de straf u Gy zult stervenOf voegen by het bloed van Ines ook het mijnMijne egacirc ja ik sneve of k zal uw wreker zijnVerfoei my t nageslacht gelijk het zal verfoeienDen naam van t monstrenpaar wiens staal uw bloed deed vloeienVerfoeie my ons kroost verfoei my t gantsch HeelalZoo heel het aardrijk van die wraak niet ijzen zalEn verder - kwijn kwijn weg in tranen o mijn levenWat uitzicht bleef my meer Wat hoop om naar te strevenDe wereld die me omringt is my een wildernisMijn rang zal me eindeloos aan t bloedige gemisHerinnren Neen de kroon die eens mijn hoofd moet drukkenZal nimmermeer mijn hart aan t knagend wee ontrukkenGeen zorg van staat zal ooit uw beeld verflaauwen doenO Ines in dees borst De daavrende klaroen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

436

Die in de prille jeugd het ridderbloed doet kokenEn die zoo menigmaal mijn boezem heeft ontstokenIn heldenroemzucht die de ziel ten hemel heftVindt Pedro doof voortaan Mijn stervend hart beseftEen enkle nooddruft nog die van uw dood te wrekenTe treuren zonder end en smert met smert te kweekenMaar gy zoo t geestendom mag neecircrzien op deze aardBlijve u de teecircrste gacirc nog zorg en deernis waardVan uit het englenrijk waar toe gy werdt verhevenO dat me uw dierbre schim nog zomtijds moge omzwevenVerschijn my als de nacht mijn mat getreurde leecircnt Bedriegelijk genot des slaaps brengt Hoor mijn beecircnDaal slechts eacuteeacuten oogenblik voor de oogen van uw gadeTer neder treffendst pand der hemelsche genadeBy al wat k lijden mag maar welkom bovenalWanneer me uw komst het uur der dood verkonden zalMaar k ga k wil op het lijk den traan der wanhoop plengenk Wil aan de wreed vermoorde een laatste groete brengenDan voer men t lijk naar t graf De ziel vloog hemelwaartKeer t zielloos stofkleed weecircr in t rustig stof der aardEens echter als de loop der wentelende jarenMijn schedel met den last der rijkskroon zal bezwarenWordt mooglijk nog dit stof aan de aard te rug gevraagdDan zal dat dierbaar hoofd zoo gruwzaam eens belaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

437

Nog met den diadeem dien k haar bestemde pralenEn zielloos nog triumf op t beulenrot behalenDat de eer der heerschappy aan Pedroos gemalinBenijdde Heel mijn volk zal haar als koninginEen sombre hulde biecircn Verraders moogt gy levenEn zien voor eerste straf haar op den troon verhevenWie uw gevloekte hand de reine borst doorstietEn t koude lijk vorstin van t Portugeesch gebiedDien naam dien kenne haar by al haar hemelglorieDeze aarde toe Dien naam bevest haar s lands historieEn roem haar t nageslacht in dood en leven grootIn t leven wreed vervolgd gekroonde na den dood

DE REIWelk een akelige kreet

Vult Coiumlmbraas sombre wallenWelk een noodlot gruwzaam wreed

Heeft haar vesten overvallenWaarom rolt Mondegoos vloedMet een dof gemurmel bloed

Door haar jammerende boordenWaarom roept het al tot GodWraak op t helsche beulenrot

Dat een zwakke vrouw kon moorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

438

Ines Ines is niet meerZy is t voorwerp van die klachtenHeel een volk vraagt Ines weecircr

Aan de monsters die haar slachttenHaar die meer dan vrouwendeugdBy het tederst schoon der jeugd

In het vlekloos harte paardeDe eecirclste bloem van Spanje viel -Ach de aan God gewijde ziel

Was te zuiver voor deze aarde

De eerste dood die t aardrijk zagWas de dood des schuldeloozenWat deze aard te tuigen plag

Is de zegepraal der boozenHier regeert noch recht noch GodHier geen ander plichtgebod

Dan de vaste wil des sterkenWie zal t dwingend algeweldDaar t zich zelf geen palen stelt

In zijn dollen loop beperken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

439

Hoe ik keere mijn gezichtk Zie de misdaad triomfeerenTroonen door geweld gesticht

Laffe vleiers die regeerenMuichelmoord en snood verraadAan het eervol roer van Staat

In den purperglans gehuldigdEn der ondeugd schaamtloos hoofdMet het lauwerblad omloofd

Aan rechtaarde deugd verschuldigd

Wat dan heeft dit aardsch tooneelDaar t die gruwelen onteerenDat een edel harte streel

Dat hem t leven doe waardeerenWat genoegen heeft het inMacht- en gouddorst wrevelzin

Driften toomloos losgebrokenWorstlend met elkaacircr te zien -Maar vereend op t hart gebiecircn

Dat zy rusteloos bestoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

440

Onschuld wat zult gy hier doenNederige wapenloozeWat vermoogt gy tegen t woecircn

Van den onbedwongen boozeWeecircrstand bieden vreest gy nietNoch wanneer de plicht gebiedt

t Heerschend onrecht te vervolgent Alomvattende geweldDat zich hier ten meester stelt

Heeft uwe onmacht reeds verzwolgen

Lijden lijden is uw lott Lastig leven door te zwoegenMet de hoop gevest op God

Dit is Onschuld uw genoegenMaar ook dit wordt u misgundZoo gy t hoofd niet buigen kunt

Voor d Afgodendienst der snoodheid -Haat vervolging staan gereedLaster moord en al het leed

Waar uw zwakheid steeds voor bloot leit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

441

Waarom dan de dood betreurdDie geen leed brengt maar bevrijdenDe onschuld uit de klaauwen scheurt

Van haar haatren van haar lijdenAch de wil der Almacht spreektEn de band des lichaams breekt

En de ziel stijgt op ten hoogenDaar herstelt een eeuwge rustDaar verkwikt een eeuwge lust

In den schoot van t Alvermogen

Dierbre koninklijke vrouwOm wie onze tranen stroomenEeuwig voorwerp van den rouw

Die ons hart heeft ingenomenDit dit noodlot is het uwMonsters van wier naam ik gruw

Snoeiden uw onschuldig levenMaar de woede van den haatDie zijn prooi ter nederslaat

Heeft tot de Englen u verheven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

442

Bloei dan welig in Gods hofBloem zoo jeugdig afgesnedenBloem zoo vroeg zoo wreed in t stof

Door een vloekbren voet vertredenDaar herademt ge en vergeetAl het doorgeworsteld leed

Al de broze vreugd der aardeDie eacuteeacuten dag ontluiken zietEeacuten dag omwerkt in verdriet

Vreugde niet voor u van waarde

Maar het naar u smachtend kroostZult ge omzweven en bewakenMaar den ecircgacirc wien geen troost

In t verscheurde hart durft nakenZult ge onzichtbaar gadeslaanEn de wanhoop doen weecircrstaan

Die ons t uiterste doet vreezenJa gy zult ofschoon dees grondDoor geen weldaacircn u verbond

Portugals beschermgeest wezen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

443

Immer blijft de vlek van t bloedOp Coiumlmbraas bodem klevenImmer zal Mondegoos vloed

Klachten murmlen om uw snevenVan uw schoonheid van uw deugdVan uw droef verwelkte jeugd

Zal geheel de wereld wagenEn t ontmenschte beulenrotBy de strenge wraak van God

Ook den vloek der menschheid dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

444

Heldenpleit

t Sigeiumlsch strand zag nu den vorstelijken kringDes Griekschen Raads vergaacircrd tot slechting van t gedingVan uit hun midden treedt met grimmig vlammende oogenKrijgshaftige Ajax op en heft ze norsch ten hoogenTerwijl hij uitbarst in dees woorden Groote goocircnHier in t gezicht der zee hier durft Laeumlrtes zoonMet Ajax naar eacuteeacuten prijs Achilles wapens dingenHier hier op de eigen plek waar onze schepelingenHem vlieden zagen voor de toorts waarmeecirc de handVan Hector heel dees vloot ging steken in den brandDaar ik alleen dorst staan en d aanval deed mislukkenOf moet wellicht de kunst zich listig uit te drukkenIn fijn gesponnen taal op heldendapperheidDe zege winnen zoo is my de zege ontzeidIk heb de gaaf mijn recht met klanken op te sieren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

445

Zoo min als hy die van den degen te bestierenGelijk het krijgsliecircn past Doch t komt op daden aanDe mijne kent gy Wat deze arm hier heeft bestaanGetuigde t licht des dags Hy moog zijn krijgsbedrijvenWijdloopig voor het oor van t Grieksche heir beschrijvenOm t geen hy mooglijk eens in sombre schaauw der nachtEn eenzaam ondernam met valsche woordenprachtTe voeren in het licht Maar zouden laffe listenDen schitterenden prijs dien hy my durft betwistenVerdienen Roem genoeg verstrekt het hem met myTe kampen om eacuteeacuten prijs Hoe dierbaar die me ook zijHy waar my dierbrer nog betwist door andre heldenDoch k doe by meerder deugd nog hooger rechten geldenDie van mijne afkomst k Ben de zoon van TelamonDie onder Hercules de Trooische muren wonEn met Thessaaljes jeugd den stouten tocht dorst wagenOm t gulden wondervlies aan Colchos weecircr te vragenZijn vader was de Vorst die in het helgebiedDe Sisyphussen voor zijn aanblik siddren zietEn wien der goden Vorst niet schroomt zijn zoon te noemenZoo na mag Ajax zich op hemelsche afkomst roemenEen afkomst hem gemeen met Peleus grooten zoonk Heb tot geen kampstrijd van verdiensten me aangeboocircnMaar k eisch hier de erfenis eens broeders Waar t rechtvaardig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

446

Zoo t kroost van Sisyphus dien stamheer overwaardigHet erfrecht meester werd van Eacus geslachtEn wordt het heilge recht eens stamgenoots misachtOf heb ik dit verbeurd om dat ik vrij en moedigMy aanbood tot den tocht die Griekens schande bloedigGing wreken Zoo geeft hem die in het harnas beeftEn t zwaard al siddrend voert Achilles wapens GeeftDe wapens van een held als Peleus zoon aan dezenWien Palamedes van een dolheid moest genezenGeveinsd uit laffen vrees voor t roemrijk krijgsgevaarEn o dat hem die list gelukt mocht zijn Hy waarDit leger niet gevolgd om t in zijn gruweldadenMeecirc in te wikklen en zijn helden te verradenGy zoudt nog met ons zijn rampzaalge Peas zoonDie aan t verschriklijkst leed (ons allen tot een hoon)Ten prooi gelaten werd in Lemnos woeste bosschenEn van het roofgediert en van de doode rotsenEen medelijden vergt door Grieken u ontzeidHelaas thans kwijnt gy weg in de aakligste eenzaamheidEn richt half stervende die wijd geduchte pijlenWaarmeecirc we u tot verderf der Trojers zagen ijlenOp wild gevogelt af tot voedsel van uw weeEn heiligt aan de wraak (o goocircn verhoort zijn beecirc)Laeumlrtes valschen zoon En echter blijft gy leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

447

Door t leed zelf waar ge in zwoegt aan zijnen haat onthevenMaar Palamedes Ach wie geeft dien held ons weecircrDie door des monsters list zijn leven met zijn eerVerbeurde toen de wraak om t schrander listontdekken(Het geen den lafaart dwong met ons te veld te trekken)Op dat onschuldig hoofd zoo gruwzaam werd verzaadUlysses dorst den held van t schandelijkst verraadBetichten en hy zelf (ja k durf de waarheid spreken)Had in des Vorsten tent den goudschat doen verstekenBedriegelijk bewijs van een verdichte schuldVan zulk een dapperheid is zijn gemoed vervuldMet ballingschap en moord woedt hy op Grieksche heldenGevaarlijk in den raad en niet op de oorlogsveldenDit tuige Nestor die door t storten van zijn paardOnweecircrbaar in t gevecht neecircrtuimelend ter aardUlysses dien hy bad hem in dien nood te hoedenTot eigen lijfsbehoud zich ijlings weg zag spoedenDoof voor des grijzaarts stem Dit tuige DiomeedDie hem op d eigen stond zoo laf een vlucht verweetDoch t Godendom doet recht Ook hy zag zich in t strijdenOntbloot aan alle kant en had mijn medelijdenHem niet gered hy waar bezweken in den noodDoch k zag den killen schrik der naderende doodZijn kaken bleeken en ontfermde my des snooden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

448

Ik zwaaide t zwaard in t rond de Trooische drommen vlodenEn deze beukelaar bedekte heel den heldBetwist hy my den zege op t eigen oorlogsveldIndien hy t wagen durft En als des vijands klingenHem wederom zoo na ten lijve zullen dringenZoo oordeel heel het heir wie zegepralen moetHy die geen andre kracht dan in den vluggen voetOp t slagveld overhoudt of die toen Hectors naderenNiet slechts Ulysses t bloed verstijven deed in de aderenMaar onzen dappren meecirc te midden van zijn vaartDen grooten oorlogsman neecircrbonsde tegen de aardEn t vijandlijk geweld te rug stiet WapenbroederenGetuigt het Welk een wensch vermeesterde uw gemoederenToen t lot beslissen moest wien onzer t tweegevechtDoor Hector aangeboocircn zou worden toegezegdBy zulk een overvloed van helden Hooptet ge allenNiet dat die hachlijke eer aan my te beurt mocht vallenDie hoop vervulde zich ik streed en keerde weecircrOnoverwonnen in uw midden en met de eerDer legers ongekrenkt Doch k durf op meerder bogenDien schrikbren onheilsdag voer zich uw geest voor oogenToen Troje en Jupiter met Troje bondgenootIn plettrende overmacht losbarstten op de vlootMet vuur en staal Eeacuten uur ging onze duizend kielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

449

De hoop des wederkeers naar t vaderland vernielenHad ik niet in t gevaar dees borst vooruit gezetEn tegen menschen beide en goden u geredk Heb op erkentnis recht voor zulk een dienstbetooningAchilles waapnen zijn me een billijke beloningIk ben die waard zy my Hetgeen ik heb verrichtIs meer dan Pallas beeld in t duister weggelichtOf wichlaar Helenus verwonnen een bespiederBetrapt en omgebracht en Rhesus moord daar iederZelfs hiervan t allermeest aan Diomedes wijtSta af dan weekeling van d ongelijken strijdDien ge ondernemen dorst Tot loos bedrog geschapenVoegt u t sieraad geenszins van t al te schittrend wapenU zou de gouden helm verraden by de nachtTerwijl gy lagen spreidt terwijl gy zelfs de krachtOm hem te dragen mist Bespotlijk zou het wezenDe zware lans gedrild door Peleus zoon voordezenIn uwe hand te zien en aan uw arm het schildWaarop die godenzoon de wereld droeg Te mildWaar t Grieksche leger wis voor Priams onderzatenIndien t in uw bezit dien wapendosch kon latenOp dat ze dadelijk des vijands prooi zou zijnNeen Grieken neen Aan my dat heldenschild Het mijnWerd tot uw dienst doorboord door menigte van schichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

450

Aan my Doch tusschen ons kunt gy gemaklijk richtenWerpt deze wapenen in t vijandelijke heirEn die ze wederbrengt keere als hun eignaar weecircrrsquo

Dus eindigt Ajax en een gunstig volksgevoelenVolgt murmlend op zijn reecircn Te midden van dit woelenTreedt thands Ulysses op Het neecircrgeslagen oogVerheft hy nederig en statig naar om hoogWeet kalm met schrandre kunst hun aandacht eerst te spannenVoldoet die eindelijk en spreekt lsquoHeldhafte mannenZoo onzer aller beecirc verhoord waar by JupijnDit hachelijk verschil zou niet gerezen zijnAch deze wapendosch zou nog Achilles leden(t Geheugen van den held kost my dees traan) bekleedenDoch heeft de onwrikbre wil des Noodlots ons beroofdVan dien doorluchten Vorst van dat onschatbaar hoofdDan mogelijk doet hy het zekerst erfrecht geldenDoor wien die groote man zich op deze oorlogsveldenBevonden heeft en aan wiens kloekheid en beleidGy menig zege dankt aan grove kracht ontzeidWant Grieken t strekke toch den woestaart niet tot voordeelDat hy zich weet ontbloot van schranderheid en oordeelEn op zijn dwaasheid roemt Wie nuttigst was in t heirDien kroone uw dankbaarheid met de overwinningseer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

451

Niet wat ons voorgeslacht maar wat wy zelven dedenBeslisse Schoon k ook dan niet achteruit zou tredenWant ik ben evenzeer van godlijke geboortGeboorte niet bevlekt door gruwbren broedermoordMaar door mijn moeders bloed uit Majaas zoon geborenNog heerlijker misschien Of wilt gy de eischen hoorenDer bloedverwantschap dan heeft Ajax meecirc geen rechtDan word dees wapendosch aan Pyrrhus toegezegdDes afgestorvnen zoon of aan zijn grijzen vaderDan is hem Ajax ook niet meer dan Teucer naderMeecirc zoon van Telamon Maar neen verdienste alleenBeslechte ons wichtig pleit Wel aan dan wat ik meenSints meer dan negen jaar in t aanschijn onzer heldenTe hebben uitgericht zij t my vergund te melden

Gy weet hoe in het eerst een schrandre moederzorgAchilles fieren moed in vrouwendracht verborgEn aan den tocht onttrok door uwe deugd begonnenWie heeft dien forschen arm voor t Grieksche heir herwonnenWas t Ajax Of was ik t die midden in een stoetVan vrouwen onder wie hy kwijnde t heldenbloedZich zelf verraden en van oorlogzucht deed ziedenDoor d aanblik van het zwaard dat ik wist aan te biedenEn die op d eigen stond hem toeriep lsquoGodenzoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

452

Op u wacht Trojes vest om Menelauumls hoonTe boeten Op ten strijd Gy brengt den Griek viktoriersquoIk sprak hij volgde Hoort een deel sints van zijn glorieNiet my Zy strekken my tot onvergeetbren roemZoo velen door zijn hand van Trojes heldenbloemEn Phrygiaansche steecircn vernield zijn Lesbos wallenEn Chryse Tenedos en Cylla zijn gevallenDoor my Dien Hector meecirc der oorlogsvelden schrikAchilles schittrendste triumf vermeesterde ikMijn wapens dan die t eerst Achilles lijf omgorddenDie kunnen niet betaald dan met de zijne wordenZie daar mijn eerste dienst bewezen aan dit heirNog voor onze aankomst op dees stranden deed ik meerDer duizend schepen vloot gereed in zee te stekenOm de eer van Atreus kroost op Priams huis te wrekenVerbeidde aan Aulis strand der winden gunst alleenDoch vruchtloos waren hier geloften en gebeecircnDiana fel vergramd op d Oppervorst der GriekenVerbiedt den vluggen wind in onzer kielen wiekenTe zwellen zoo men niet haar ongenade boetEn op haar outer plenge Iphigeniaas bloedNu moet door kracht van taal eens vaders hart bewogenHet slachten van zijn kroost op t outer te gedogenIk waag dit voor t belang der Grieken k overreed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

453

(Tuig Agamemnon tuig t wat strijd ik toenmaals streed)Den vader zich de plicht des konings toe te wijdenEn wist den weecircrstand zelfs der moeder te vermijdenDie onbewust van t al my t offer overgeeftDiana wordt voldaan Iphigenia sneeftDe winden zijn ontboeid De Phrygiaansche strandenBetreedt der Grieken heir door mijn beleid Wy landenIk waag voor aller zaak my aan een nieuw gevaarBegeef me in Trojes wal en moedig redenaarOntwikkel in den Raad van Priam Griekens klachtenBedreig hem met den krijg dien onze schepen brachtenEn eisch Heleen te rug met boete voor den hoonDie haren Egacirc trof Mijn taal en stem en toonDoordringt der grijzen hart en lenigt hun gemoederenTerwijl een woeste jeugd en Paris en zijn broederenZich naauw ontzien hun staal te doopen in mijn bloedNu was de hoop op vreecirc verloren de oorlog woedtDoch niet op t open veld De Grieksche en Trooische lansenBeproeven zich nog niet De vijanden verschansenZich binnen hunne veste en t duurt ruim negen jaarEer we onze zucht voldoen naar ernstig krijgsgevaarWat deedt gy woestaart toen die niets verstaat dan vechtenTerwijl ik zorgde en waakte en onze legerknechtenBy t lastige beleg volharding aanbeval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

454

Den vijand lagen spreidde en t leger met een walEn vestingmuur omgaf en voor verrassing hoeddek Was nuttig gy verteerde in vruchtelooze woedeHet leger middlerwijl door Agamemnons droomBedrogen dreigt een schand die ik alleen voorkoomMen wil aan t grootsch ontwerp aan wraak en eer verzakenOm weecircr de rust der vrede en t huislijk heil te smakenHeeft Ajax die zoo grootsch op vaste deugd braveertHeeft Ajax toen die vlugt volijverig gekeerdHeeft hy door raad of daad voor t minste door zijn voorbeeldDe krijgren aangevuurd en hun gedrag veroordeeldO neen daar t al den rug aan Trojes muren boodGetroostte hy zich meecirc die lafheid en hy vloodNiet ik Die t vluchtend volk in t harte weet te treffenEn met een scherp verwijt de schande doe beseffenVan na een lang beleg te keeren onvoldaanEn op den Griekschen naam der eeuwen smaad te laacircnMijn ijver overwint men wendt beschaamd zijn schredenNaar t leger Ajax meecirc keert weder op mijn redenNu wordt door d Oppervorst het gantsche heir vergaardIk voer op nieuw het woord de omstuimigheid bedaartIk straf een muiteling zoo nietig als vermetenEn spoor de krijgren aan dien dag te doen vergetenDoor nieuwe wonderen op t bloedig veld van eer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

455

Zoo strekt dan al t geen sints en Ajax en dit heirVerrichtten my tot lof Doch t is genoeg geblekenWat denkwijze over my alle onze helden kwekenIk ben t als Diomeed een stouten aanslag waagtWien deze dappere tot medehelper vraagtt Is vleiender voorwaar aldus te zijn verkorenDan door een blinde kans ten strijd te zijn beschorenVoor t minst ik wachtte niet dat my het lot geboodOm me in de holle nacht te wagen aan den doodToen ik den Trooischen spie daar hy ons kwam verrassenDe zijnen deed verraacircn en in zijn bloed deed plassenEn daarmeecirc niet vernoegd in Rhesus tenten drongHem met geheel zijn stoet t zwaard door den gorgel wrongEn tot een schittrend blijk mijns krijgsbedrijfs zijn paardenDie zy als t waardig loon van Dolons tocht bewaardenIn t Grieksche leger bracht Maar ook by zonnelichtIn openbaren strijd heb ik niet min verrichtDit heeft Sarpedons drom te droevig ondervondenOp t flikkren van mijn staal door t slagveld half verslondenDit tuigden Prytanis Alastor ChromiusNoeumlmon Halius Alcander CeramusEn zoo veel minderen naar t schimmenrijk gezondenTen koste van mijn bloed Gy ziet het aan dees wondenVersiersels van mijn borst gelijk die groote man

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

456

Hoe trotsch zijn rede klinkt u niet vertoonen kank Beken het hy deed veel in t hachlijk vlootverweerenMaar was hy de eenige die t Trooische vuur dorst keerenEn heeft Patroclus niet in wapens uitgedoschtVan zijn doorluchten vriend den schepeling verlostOf was hy de eenge die met Hector zich dorst metenEn heeft hy t aanbod van acht anderen vergetenWaaronder ge Atreus zoon en ook Ulysses zaagtHet lot bestemde hem Hy streed wel onvertsaagdWel onverneecircrd doch is de zege hem gebleven

Hoe smert het me in uw hart de smert te doen herlevenDer dood van Peleus zoon Doch k moet u aan den dagHerinnren toen uw oog dien krijgsmuur storten zagk Ontvoerde niet ontroerd door klachten kreten tranenTe midden van den drang der juichende TrojanenHet dierbaar overschot aan t vijandlijk geweldEn deze schouder droeg het lichaam van den heldMet de eigen wapenen waarnaar wy heden trachtenNeen by verlichter geest ontbreken me ook geen krachtenMijn leden zijn t gewicht der oorlogsdracht gewendNiet minder dan mijn ziel de hooge waarde kentVan d opgehangen prijs Hoe zouden kunstgewrochtenDie godenhanden slechts te voorschijn brengen mochten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

457

Ten sieraad strekken eens onwetenden soldaatsAch of dit kostlijk schild naar eisch van orde en plaatsDe beeldtnis voert ten toon van hemel beide en aardeNoch kunst noch kennis heeft voor zulk een woestling waardeDoch dat ik in het eerst de kans des krijgs vermeedBeschimpt hy als of dit Achilles meecirc niet deedHem wilde voor t gevaar eens moeders angst beschermenMy een aanbidbre gacirc Doch k rukte me uit haar armenEn zegg hy of ik ooit sints meer dan negen jaarMe om harentwil onttrok aan eenig krijgsgevaarDan waar spreekt Ajax van Kon hy my herwaarts brengenGelijk ik Peleus zoon - Vermoogt gy t te gehengenO Vorsten welk een taal hy zich veroorelooftHy wijt u openlijk dat ge een onschuldig hoofdTer dood veroordeeld hebt om dat ge een daad moest wrekenVan schandelijk verraad op t duidelijkst geblekenJa Palamedes moest de doodstraf ondergaanIk bracht zijn vuig ontwerp den Griekschen krijgsraad aanGy doemdet hem te recht Van Philoctetes smarteBeschuldigt hy slechts my Zy gaat my diep ter harteDoch heb k daar meerder deel dan de andre helden aanGy Grieken gy volbracht wat ik had aangeraacircnOp dat een stille rust onmooglijk in dit legerHem redding schenken mocht Licht waar zijn toestand veeger

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

458

Ja mooglijk waar hy reeds bezweken in t gewoelDat de oorlog met zich brengt zoo was zijn heil mijn doelWel aan daar thans de goocircn verklaarden dat de wallenVan Troje zonder hem onmooglijk konden vallenSpoede Ajax naar hem toe Laat Ajax taal zijn woecircnTen oirbaar van dit heir met kunst bedaren doenVloei rugwaarts Simoiumls naar d oorsprong uwer stroomenSchud Ida van uw top de kroon af uwer boomenWanneer ooit zijn vernuft zoo grootsch een taak verrichtWanneer ooit zijn beleid hier t minste voordeel stichtNeen ik zal Philocteet (hy moog my thands vervloeken)In Lemnos eenzaamheid kloekmoedig gaan bezoekenZijn drift zijn haat zijn wrok doen zwichten voor mijn reecircnEn k voer hem uit zijn rots ten val van Troje heenDit zal ik zoo gewis als k Helenus deed sprekenEn t middel van hem leerde ons op zijn stad te wrekenEn uit de Trooische burcht in der beleegraars machtt Noodlottig Pallasbeeld haar sterkste weering brachtEn waant hy nog dat ik in dezen kamp zou wijkenWien gy t verschuldigd zijt dat Troje kan bezwijkenWaar was hy waar zijn moed en grootspraak op dat uurToen ik het stoutst ontwerp met meer dan heldenvuurTen uitvoer brengen dorst de stad wist in te dringenDe wachters van t kasteel tot de overgaaf te dwingen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

459

En duizendmaal den dood te tarten om dees schat(Die eenig u t bezit verzekert van de stadEn zonder wien hy zelf zijn kracht slechts zou vermoeienIn eindloos langs dees grond een nutloos bloed te sproeien)Te voeren in uw macht Voldappre DiomeedVerzelde me op dien tocht k erken het ja ik weetDien Vorst een deel des lofs van d uitslag toe te wijzenIs onzer beiden moed te minder des te prijzenOf Ajax waart ge alleen by t redden van de vlootU strekte een gansche stoet tot bijstand in den noodMaar my een enkel held Noch deze noch zoo velenDie met u in den roem des hoogsten krijgsmoeds deelenBeweren eenig recht op d eerprijs waar k naar dingZy weten dat beleid meer uitricht dan de klingZy weten dat de kracht nog nooit deed zegevierenWaar t aan verstand ontbrak haar werking te bestierenWie zijt gy die alleen een woest gevecht verstaatBy my die nuttig ben met wapens en met raadZoo veel de vlugge ziel is boven t lichaam te achtenGehoorzaam aan haar wil in t oefnen van zijn krachtenZoo veel de stuurman meer dan die den riem voert geldtDe veldheer meer dan t heir dat op zijn wenken sneltZoo veel beroem ik my dien woestaart te overtreffenDie buiten t strijdperk geen verdienste kan beseffen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

460

Wel aan dan eedle Raad Gy kent het geen ik deedGy acht my in t vervolg steeds evenzeer gereedOm moet er iets verricht met stout- en wijsheid wordenEn wapenen en list om lijf en ziel te gordenEn t al te wagen voor uw dienst en voor onze eerBedenk het wie van ons onmisbaar is voor t heirWie onzer met meer trouw voor zijn belangen waakteWien Troje meerder ducht wie Troje winbaar maakteOf kunt gy aarslen in t beslissen van ons pleitEn heb ik voor mijn recht nog niet genoeg gezeidZoo schenk ze der Godesrsquo

Hy stelt hun t beeld voor oogenVan Pallas door zijn hand aan Trojes vest onttogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

461

Toelichtingen behoorende bij de Kompleete dichtwerken van Da Costa

Waarin tevens zijn opgenomen de Voorredenen en Aanteekeningen des Dichtersbij de verschillende uitgaven zijner werken

Bladz 1

[De kompleete dichtwerken van Da Costa worden geopend met het gedicht getiteldL o f d e r D i c h t k u n s t Het komt voor in den Bundel Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n L e e f t i j d waarin nevens dit nog meer andere Gedichtenuit het eerste tijdperk van des Zangers dichterlijk leven en werken voorkomen DezeBundel werd uitgegeven bij Kruseman in het jaar 1847 Hij werd voorafgegaan doorde Voorrede die hier volgt]

Voorrede voor de Zangen uit verscheidenen leeftijd

De herdruk der twee Deelen mijner P o euml z y gaf aanleiding tot het denkbeeld omhet hier en daar in Tijdschriften of Jaarboekjes verstrooide met een en ander uithetgeen nog gantsch onuitgegeven daacuteaacuter lag in een Deeltje te vergaderen van gelijkformaat en by wege van vervolg der even vermelde nieuweUitgave Als nu sommigenmijner Vrienden den wensch hadden te kennen gegeven dat daarin eene plaatswerd verleend aan een in den handel niet meer verkrijgbaar Dichtstuk uit mijnevroege jongelingsjaren (d e V e r l o s s i n g v a n N e d e r l a n d a0 1814) zoo gingik hieraan voldoende nog een kleinen stap verder achteruit - in overeenstemmingmet dien trek naar

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

462

completeering die ons tot in het onbeduidendste wel eens vervolgt wordt nu dezekleine Bundel geopend met het eerste Hollandsche vers dat ik my herinnergeschreven te hebben en nog voorhanden had Als zoodanig had evenwel hetstukje L o f d e r D i c h t k u n s t toch ook nog eene waarde van herinnering voormy daarin namelijk dat ik door dit vers het eerst in kennis kwam met BILDERDIJKIemand had het hem als den arbeid van een jeugdigen Israeumlliet medegedeeld enhy vond er iets in dat hem aantrok waarschijnlijk het hoofddenkbeeld ontleend voorhet overige van een bekend Grieksch Byschrift op den oudsten en grootsten derHeldendichters Hoe het zij van dat oogenblik gaf ik de Latijnsche Muse haarafscheid - (ik had tot dien tijd toe nooit anders dan in het Latijn poeumlzy geoefendingenomen als ik was geheel en uitsluitend met de oude Klassiken en wat in denieuwere talen dat voetspoor betrad) - voor het eerst had ik nu in my zelven eeniggevoel voor Nederlandsche poeumlzy ontwaard De vrucht hiervan was eerst en meestde overbrenging eeniger Grieksche modellen in onze taal by name uit ESCHYLUSden Treurspeldichter wiens vereenigde Homerische en Oostersche grootaartigheidmy bijzonder had aangetrokken Zoo gaf ik in 1816 zijne P e r z e n in 1820 zijnenP r ome t h e u s in Nederduitsche dichtmaat Aan een Fragment uit de Z e v e nt e g e n T h e b e en nog een ander uit den A g amemn o n welke by dieoverbrengingen als een soort van toevoegsel gegeven zijn ruimde ik in dezetegenwoordige Verzameling eene plaats in mitsgaders aan de Od e a a n h e tT r e u r s p e l zy karakteriseeren voor een aanmerkelijk deel de toenmalige richtingvan mijn gemoed in poeumlzy

Eerst wezenlijk als dichter ontwaakte ik toen in my de Israeumllitische zelfbewustheidontwaakte toen voor my na lang dobberen tusschen een philosophisch Deiumlsmusen een zucht naar positive Godsdienst het voorleden mijner natie tot historie vanGods Openbaring en Wereldregering geworden was toen my de bestemming vandat volk de toekomst der wereld en de eenige weg te gelijk van eigen zielsbehoudbegon helder te worden in Moses en de Propheten - straks in de openbaring desNieuwen Testaments in het Evangelie des naams van Jesus Christus De eerstebladen en bloesems dier nieuwe poeumlzy zoo wel als de geschiedenis harer eerstewording zijn nedergelegd in

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

463

den Dichtbundel van 1821 en 1822 Eenmeer gerijpte vrucht van hetzelfde beginselgaf ik later (a0 1826) in de Hymne G o d me t o n s en in het D i c h t e r l i j kK r i j g sm u z i j k (van dat zelfde jaar) de F e e s t l i e d e r e n en F e e s t z a n g e n(der jaren 1828 en 1829) en misschien in een en ander lied in deze Verzamelingvan Z a n g e n u i t v e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d gelijk die sedert 1821 eenmeerbepaald en zelfstandig karakter hebben gekregen

Later gingen er weder jaren om dat het poeumltisch element zich by myminder bepaaldin den eigenlijken dichtvorm lucht gaf Daar is vooral in onzen tijd op allerlei gebiedeene natuurlijke strekking der poeumlzy tot prosawording d i van het geestelijk-idealenaar het praktisch-reeumlele die ik geloof dat weinige dichters van onzen leeftijdhebben kunnen ontgaan Toch pleegt onder dien indruk aan geen waar dichter zijnepoeumlzy als hoofdelement in denken spreken en schrijven geheel te ontvallen Ookde prosa (wie betwijfeld het) heeft hare poeumlzy en rampzalig (omgekeerd) depoeumlzy die geen ander uitwerksel van zich nalaat dan dat van den welluidendenklank of bevalligen vorm

Intusschen ook waar de Dichter uit hoofde van de stof die hem ter harte gaat uithoofde van de schare tot welke hy zich richt uit hoofde van den tijd waarin hy leeftde meer vrije en populaire vormen van het prosa verkiest keert hy als van zelvemeer dan eens terug tot dien van rijm- en maatzang alsof voor hem toch enkeldaarin de fijnste en gevoeligste n u a n c e s van zijne gedachten zijn weder te gevenDoch ook aan deze poeumlzy kleeft dan wederom wel eens iets van den prosavormaan - eenemenging die (zoo een oordeel zelfs door vergelijking met eigene verzenniet reeds eene aanmatiging is) by my althands een meer rustig gevoel verwektdan vroegere meer bruischende misschien maar ook minder bestemdevoortbrengsels van mijn vroeger tijd Tot deze menging in elk geval schijnen my demeeste latere verzen (sedert 1830) van dezen tegenwoordigen Bundel te behoorenin het bijzonder deV i j f e n Tw i n t i g J a r e n waarin ik voor het eerst die wijzigingna een vrij lange pause in mijn dichterlijke loopbaan recht duidelijk onderscheiddeby my zelven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

464

Hoe het zij prosa of poeumlzy of beide vereenigd - zoo in mijne vroegere of latereschriften immer iets eenige gehalte bezat t was my oacutef vrucht des Evangelies oacutefvoorbereiding of behoeftewekking tot die eeuwige Waarheid Aan deze worde danook wederom wat hier wordt aangeboden getoetst - aan deze dienstbaar gemaaktOok op het gebied van Kunst en Wetenschap heeft dat woord E eacute n d i n g i sn o o d i g zijne hooge beteekenis en de tijden waarin wy leven en die wy te gemoetgaan zullen eerlang ook daacuteaacuter geen ding onverschillig laten tusschen dat ontzachlijkV oacute oacute r MY of t e g e n MY waarin de Heer al wat van ver en van naby tot Zijn Rijk inbetrekking staat eenmaal voor altoos onderscheidde

November 1847

Bladz 1

[LOF DER DICHTKUNST Deze eersteling des Dichters is gelijk hier boven gezegdwerd behalve als zoodanig merkwaardig omdat hij de aanleiding werd tot de eerstekennismaking met Bilderdijk]

Bladz 18

[AAN DE WELEDELE HEEREN MR W BILDERDIJK EN MR DJ VAN LENNEP Deze opdragtheeft betrekking tot het Treurspel d e P e r z e n waarvan de eerste oorspronkelijkeuitgave in 1816 de tweede in 1853 verscheenDe Voorrede voor den eersten druk luidde als volgt]

Voorrede voor den eersten druk

Een enkel tooneel van Eschylus Perzen oefeningshalve door my in Hollandscheverzen overgezet bracht my op het besluit een zoo genoegelijken arbeid aan hetgantsche stuk te besteden De vrucht van dezen arbeid deel ik thans mijnenlandgenooten mede niet in den waan hun hierdoor een juist denkbeeld van hetoorspronkelijke in hunne moedertaal te geven maar met zucht om de aandachtnader te vestigen op een dichter mijns oordeels

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

465

niet genoeg naarmate van zijne buitengewone verdiensten gelezen en geachtMisschien mag dit stuk in deze tijden eenig bijzonder belang inboezemen uit hoofdevan eene in het oog loopende overeenkomst tusschen deszelfs onderwerp en dejongste gezegende gebeurtenissen in Europa Voor de eer echter der personaadjenvan dit stuk (die in al hunne rampen toch altoos eene recht eerbiedenswaardigegrootheid behouden) had ik niet gaarne dat men deze overeenkomst te veel ind eacute t a i l toepaste Hetgeen ik voorts over den Dichter zelven en zijne P e r z e n tezeggen had heb ik bewaard voor de Inleiding van eenige Aanteekeningen achterde overzetting gedrukt Deze Aanteekeningen hebben voor het grootste gedeeltegeen ander doel dan de verklaring van het geen nog in ons Hollandsch voor denmin bedrevene eenige moeilijkheid kan hebben als toespelingen op oudegebeurtenissen namen van landen en steden en meer diergelijks Zomtijds ookheb ik gemeend rede te moeten geven van den zin waarin ik de eene en andereplaats van het oorspronkelijke opgevat en overgebracht heb D r ama t i s c hD i c h t s t u k voeren de P e r z e n in mijne navolging ten titel omdat ik vreesde dathetGriekschewoord Τραλῳδία door T r e u r s p e l uitgedrukt een verkeerde gedachtevan hetgeen men by de lezing te verwachten heeft zou doen geboren worden Eris voorzeker onder alle de oude dichters niemand wiens Tragedieumln meer van watmen tegenwoordig met den naam van Treurspel bestempelt afwijken dan EschylusLaat my eindelijk nog dit betreffende mijn eigen werk aanmerken dat ik in hetaannemen der geslachten en het regelen der spellingmy voornamelijk heb gedragennaar de gronden aangegeven door den HeerMr Bilderdijk in zijne V e r h a n d e l i n go v e r d e G e s l a c h t e n d e r N a amwo o r d e n Moge de hooge bewondering waarmede de grootheid van den oorspronkelijken

Dichter mijn hart steeds vervuld heeft haren invloed op deze navolging uitgeoefendhebben Het is hier aan alleen en geenszins aan eigene verdiensten dat ik eengunstig onthaal van mijnen arbeid byaldien my dit te beurt viel zou hebben tedanken

[De tweede druk opgenomen in den Bundel getiteld E s c h y l u s d r ama t i s c h ed i c h t s t u k k e n werd voorafgegaan van een Voorberigt dat dus luidt]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

466

Voorrede voor den tweeden druk

Toen ik my nu omstreeks zeven en dertig jaar geleden met een schier kinderlijkedichtpen en misschien ruim zoo zeer kinderlijken overmoed aan de overbrengingvan Eschylus P e r z e n vier jaren later aan die van zijnen P r ome t h e u s waagdegaf ik my eigenlijk aan een onwederstaanbaren indruk een persoonlijken doorniemand zoo zeer by my opgewekten smaak daarby over Weinig wist ik dusdoende dat deze smaak die indruk in verband stond met eene op dat tijdstip overalook elders herlevende en sedert steeds meer toegenomene waardeering van denverhevenen Athener het kolossaal vernuft hetwelk men in deze dagen zoo te rechtvergeleken heeft met die twee hoofden der nieuwe Europeesche Letterkunde Danteen Shakspeare En toch het was zoo want op elk gebied moet vroeg of laat elkelof of blaam van loutere conventie elke miskenning of overdrijving voor de wezenlijkewaarde en waardeering der dingen onderdoen en plaats maken En zoo was danook op het gebied van klassieke Dichtkunst de tijd aangebroken dat de voorrangdoor den veel te hoog opgetilden Euripides onder het by uitstek beroemde drietalder Grieksche Tragediedichters ingenomen niet eens meer aan Sophocles maaraan den veel te lang ongekend gebleven Eschylus moest worden toegewezen HetEuropa der negentiende eeuw vereenigde zich uit zijn zoo geheel onderscheidenstandpunt en onder zoo geheel andere omstandigheden en begrippen met deuitspraak by Socrates en Euripides geestigen tijdgenoot Aristophanes lsquoWat mybetreft ik acht dat aan Eschylus de zege toekomtrsquo Maar ook met betrekking tet deneisch der echte Grieksche taal kende hem nog onlangs onze NederlandscheMeesterin dat vak denzelfden voorrang toe (Cobet C ommen t a t i o d e eme n d a n d ar a t i o n e g r amma t i c a e g r a e c a e d i s c e r n e n d o o r a t i o n ema r t i f i c i a l em a b o r a t i o n e p o p u l a r i p 11)Zy is inderdaad een opmerkelijk en geenszins op zich zelf staand verschijnsel

(trouwens wat verschijnsel op het gebied van den menschelijken geest en van eenzijner beduidendste organen de poezy staat of stond immer op

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

467

zich zelf) zy is voorzeker een merkwaardig verschijnsel die toegenomenewaardeering van Eschylus die eerplaats door den zoo geheel oorspronkelijkenPuikdichter heroverd juist in onze door allerlei bewegingen en bewerkingen zooveelzijdig geoefende en gescherpte negentiende eeuw In vroeger dagen had hetzekerlijk ook dezen sieraad der Atheensche gouden eeuw aan geene geleerdeuitleggers en hoogschatters ontbroken Doch wat de laatste veertig jaren op in hetoog loopende wijze en in nog ongekende mate voor hem den Griek even als voorden even herinnerden Engelschmann der zestiende eeuw tot volle rijpheid brachtenwas een vermeerderde en nieuwe keur egraven van dichterlijke navolgers egraven vanbevoegde bewonderaars - van zorgvuldige proevers en verbeteraars van denschroomlijk bedorven Griekschen tekst bovendienAllerlei natieumln de Fransche zoo wel als de Engelsche en Hoogduitsche de

Belgische zoo wel als de Nederduitsche brachten daaraan als om strijd het haretoe Op Goethe dien dichterlijken Titan van Duitschland is ook van dezen Titan derklassieke Oudheid de invloed merkbaar en aanmerkelijk geweest Lord Byronverklaarde dat de indruk van Eschylus P r ome t h e u s die door hem opHarrow-college met zijne medestudenten driemaal in een enkel jaar gelezen wasop alles wat hy sedert zelf heeft geschreven een beslissende uitwerking geoefendheeft Sints vertaalden hem Fransche Dichters als Edgar Quinet en Cohen enverschenen naast de Commentarieumln en Aanteekeningen der Blomfields ElmsleisSchneiders Wellauers ook van den beroemden Parijschen Boissonnade keurigenoten van den vroeg gestorvenen Emile Frensdorff te Brussel zijne belangwekkendestudieumln op en over Eschylus In ons Nederland heeft niet alleen te Groningen deoverleden Hoogleeraar van Limburg Brouwer zich in meer dan eacuteeacutenen letterkundigenarbeid de machtige verdiensten ook van dezen oudste en stoutste van het TragischeDrietal aangetrokken maar wijdden mede nog onlangs de Hoogleeraar Karsten teUtrecht de school van Cobet te Leyden eene in het oog vallende aandacht enmoeite het zij aan de philologische en esthetische toelichting het zij aan de kritischebehandeling en genezing van hetgeen in de nalatenschap der klassieke GriekscheOudheid uit de pen van Eschylus tot ons kwam

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

468

Omtrent geenen anderen puikdichter misschien heeft de tegenwoordige richting enbeweging binnen het evengemeld drieledig gebied van geleerdheid kritiek enkunstmaak een meer beduidenden en ververschenden invloed op belangstelling enbehandeling ten gevolge gehadVan my Israeliet die ik ben van afkomst en aanleg zal het niemand bevreemden

als ik hier by herhaling te kennen geef dat hetgeen my zoo vroeg en zoo sterk inden Dichter van d e P e r z e n van de Z e v e n t e g e n T h e b e van denP r ome t h e u s van den A g amemn o n aantrok de ruim zoo zeer Oosterscheals Grieksche adem is die deze meesterstukken doorwaait en bezielt Men duidehet my evenmin ten kwade indien ik nog wat verder gaande aan even diezelfdeoorzaak aan des Dichters veelzins Oostersche physionomie en verhevenheid debuiten alle vroegere evenredigheid in onzen tijd aan Eschylus te beurt vallendehoogschatting wijt (Ook Frensdorff was zoo wel als Cohen meen ik Israeliet) Zyliggen in de eigenaartigheid zy behooren tot de teekenen van onzen veelbewogenen veel (al zij het ook soms zijns ondanks) op nieuw erkennenden vooralveel voorspellenden tijd - die trek en aandrift naar het Oosten van waar z o o v e e ldat groot en goed is van waar a l l e s dat op aarde Goddelijk is zijnen oorsprongherleidt naar dat Oosten van waar de zon uitgaat en werwaart zy ook terwijl wyslapen en buiten het bereik onzer zinnelijke waarneming terug keert Naar hetOosten het zij dan over Oud-Griekenland het zij over het oude Byzantium of alware het ook over het Americaansche Westen om weder op te frisschen omeenmaal geheel weder op te leven moet het met onze menschheid vroeg of laattoch eens heenAls dan nu by dergelijken onverflaauwden of liever vernieuwden indruk van een

geliefkoosden Dichter mijner jeugd het voorstel eener nieuwe uitgave na schierveertig jaren tusschenpozing door mijn geachten vriend den BoekhandelaarKruseman tot my kwam kan het niemand die op dit gebied zelf geen vreemdelingis bevreemden dat allerlei gedachten plannen wenschen zich op dien naamklankvan Eschylus by my verdrongen Men zoude zich bijna jeugdige krachten op nieuwen vooral ruimte van vrijen tijd toewenschen om zich weder eens bepaald by zulkeene gelegenheid in den Griekschen hoofddichter van alle zijden in te studeerenMaar jeugdige krach-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

469

ten voor zoo veel die nog niet geheel mochten geweken zijn maar ruimte van tijdzoo veel die gegund wordt zijn aan plichten en werkzaamheden verbonden dievoor geene nevenstudie hoe ernstig en belangrijk ook anders moesten plaatsmaken Na allerlei plannen om egraven de dichterlijke overbrengingen egraven vooral de veelte ledige Voorrede mitsgaders de onbeduidende Aanteekeningen van 1816 en 1820geheel over te werken kwamen al de barensweeeumln van den berg op het zeeronschuldige besluit neder om by dezen herdruk de vroegere uitgave zoo goed alsonveranderd onverbeterd en onvermeerderd alleenlijk weder te geven Zie daardan het weinige dat ik mijnen goedgunstigen Lezer hier heb aan te bieden metuitlating voorts van het fragment uit de Z e v e n t e g e n T h e b e dat vroeger inde P e r z e n bl 72-88 gelezen werd en van het fragment uit den A g amemn o nachter den P r ome t h e u s in der tijd geplaatst mitsgaders van de Od e o p h e tT r e u r s p e l ter inleiding van deze laatste overbrenging gegeven Alle drie dezevruchten van jeugdigen dichtergloed zijn later opgenomen in mijne Z a n g e n v a nv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d (Haarlem by Kruseman 1847)Hetgeen intusschen als natuurlijk wel het meest door my by dezen onveranderden

herdruk betreurd wordt is het onveranderd geblevene van geheel de dichterlijkeoverbrenging zelve Ik had my voorgesteld onder het overlezen hier en daarverbeteringen althands berispingen van mijne eerstelingen in het vak by dezegelegenheid te geven Doch het bleek weldra partieele verbeteringen hadden meergeschaad dan gebaat de zelfkritiek ware in den grond eene aartigheid geweestwaar ik zelf althands minder nog voor over- dan mede op-had aan een degelijkealgeheele overwerking was zonder lang en herhaald uitstel althands van wegetijdsgebrek niet wel te denkenDoe ik na al het gezegde kwalijk wanneer ik evenwel nog aan het slot eene

kleine proeve laat volgen hoe ik op deze mijne jaren wellicht denzelfden arbeidzoude opgevat hebben in elk geval i n b e g i n s e l my nader aan de letter van hetoorspronkelijke zou getracht hebben te houden Jeugdige beoefenaars vandichterlijke vertaalkunst mogen tusschen de twee overzettingen van een enkelfragment uit de P e r z e n (den aanhef) eene keus doen aan welke der twee proeven(behoudens hunne billijke vrijheid om ze beide gelijkelijk af te wijzen of te berispen)zy voor zich zelve by gelijksoortige

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

470

onderneming de voorkeur zouden geven aan den tekst van den achttienjarigen ofaan de variante van de vijf-en-vijftig-jarigen OverzetterEn hiermede zij den vriendelijken Lezer op dat gebied vooral met nadruk het

v a a r w e l toegeroepen na nog even gevraagde verschooning voor zinstorendeop de proef voorbygeziene drukfouten en wat verder zijne opmerking hopen wyniet ontsnappen zal maar evenwel op zijne oogluiking mogen rekenenAmsterdam Juny 1853

Bladz 18

[In de Opdragt van de vertolking van d e P e r z e n aan Bilderdijk en van Lennepopenbaart zich de innige vereering die de Dichter reeds als jongeling aan dezezijne dierbare Leermeesters toedroeg en betoonde Omtrent zijne betrekking totBilderdijk toen en later behoeft hier wel niets meer te worden gezegd Maar ookde betrekking die tusschen Da Costa en van Lennep van des eersten studiejarenaf bestond bleef later steeds voortduren Ondanks menig verschil van inzigt washet Da Costa immer eene behoefte des harten luide te betuigen hoeveel hij dezenhoogvereerden Meester in meer dan eacuteeacuten opzigt verschuldigd was Hij bezong danook diens Vijftigjarigen jubel als Hoogleeraar in een schoon gedicht dat later zalvoorkomen en wijdde hem ook na zijn overlijden in proza eene Hulde toe doe medeis gedrukt in het Album van Schoone Kunsten 1853 pag 49]

Bladz 83

[PROEVE VAN OVERWERKING UIT DE PERZEN - De chronologische orde in de opnameder dichtstukken die men anders zooveel mogelijk heeft pogen te bewaren wordthier voor een enkele maal eenigzins verbroken Immers deze P r o e v e dagteekentvan het jaar 1853 Menmeende echter de beide vertolkingen op elkander te moetenlaten volgen niet alleen omdat zij bij elkander behooren maar ook omdat het dusden dichtlievenden lezer gemakkelijk gemaakt wordt de beide vertalingen metelkander te vergelijken]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

471

Aanteekeningen op De Perzen

De dichter van het oorspronkelijke stuk waarvan wy deze navolging aan onzelandgenooten aanbieden is een der genen geweest welke meest toebrachten totvestiging van den roem der oude Grieken in het vak van tooneeldicht De voorgangervan Sophocles en Euripides in deze voortreffelijke soort van poeumlzy zou dit alleengenoeg zijn om hem onsterflijk te maken al had hy zelf geene meesterstukkenvoortgebracht welke met die van zijne volgers verdienden gelijk gesteld te wordenVan een eenvoudigen lierzang ter eere van eene Godheid by plechtigegelegenheden door een Koor aangeheven nu en dan doorwevenmet eenige verzendoor slechts eacuteeacuten tweede personaadje voorgedragen heeft hy een tooneel geschapendat niet dan geringe beschaving van noode had om tot een trap van volmaaktheidte geraken waartoe gedurende meer dan twintig eeuwen geen volk op aarde in delaatste tijden slechts eacuteeacuten enkel genaderd is Dan die zelfde beschaving welke eenregelmatig treurspel deed geboren worden heeft aan den anderen kant deoorspronkelijke kracht van den lierzang welke er de hoofdrol in speelde doenverflaauwen en langzamerhand den toon waar by onzen dichter zelfs de d i v e r b i a(of zamenspraken buiten het koor) op gedicht zijn in hoogte en stoutheid doenafnemen Van daar is het dat schoon men zijnen mededingers den voorkeur gevewat aangaat de schikking en leiding van des Treurspels onderwerp by Eschylus(die zoo wel ten aanzien van zijne voortbrengselen als van den tijd waarin hy geleefdheeft een midden houdt tusschen deze en de oude nog ruwe lierzangdichters alsThespis) zeker oneindig meer te vinden is voor hem dien het meer om pracht vanstijl rijk- en grootheid van beelden kracht en verhevenheid van uitdrukkingstevigheid en zwier van v e r s i f i c a t i e te doen is De Atheners zelve hebben hemniet alleen boven Euripides maar zelfs boven Sophocles gewaardeerd de nieuwerenhoe zeer niet zoo gunstig over hem denkende hebben echter steeds grooten prijsgesteld op het weinige dat van hem overgebleven is en voorwaar zonder ons overde verdiensten van die drie groote mannen te bestemd uit te laten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

472

meenen wy echter te kunnen beweeren dat Eschylus in een ander opzicht als zijnetwee volgeren uitmuntend geen minder recht heeft op onze bewondering - Wygelooven den lezer geen ondienst te zullen doen zoo wy deze aanteekeningenaanvangen met een nader bericht over Eschylus zelven en over zijne P e r z e n inhet bijzonderOnze dichter dan werd uit een der aanzienlijkste geslachten te Athene geboren

en maakte zich by zijne landgenooten niet minder door dapperheid dan door eenvoortreflijken dichtgeest beroemd Hy woonde de slagen van Marathon Salamisen Plateacutea by en schijnt aldaar bijzonder uitgemunt te hebben Hy heeft echter indat vaderland hetwelk hy door zijn moed hielp verdedigen en tot wiens onsterflijkenroem in het vak der letteren hy niet weinig heeft toegedragen zijne dagen nietgeeumlindigd In de laatste jaren van zijn leven den prijs van het treurspel tegen denjongen Sophocles of gelijk anderen met minder waarschijnlijkheid willen dien vaneen treurdicht op de gesneuvelden by Marathon tegen Simonides verlorenhebbende verliet hy de stad en begaf zich naar den Vorst van Syracuse Hierodenzelfden wiens overwinning in de Olympische en Pythische spelen door Pindarusbezongen is en aan wiens hof zoo wel deze laatste als Simonides Bacchylides(beiden uitstekende dichters van dien tijd) en onze Eschylus het gunstigst onthaalgenoten Uit erkentenis voor de weldaden die hy daar ontfing zegt men dat hy tereere van den koning een treurspel geschreven heeft onder den naam van deE t n a welk treurspel echter niet tot ons gekomen is Hy stierf te Gela eene stadin Sicilieuml drie jaren na zijne komst in dit land in het vijf en zestigste jaar zijnsouderdoms Na zijne dood stelde men te Athene zulk een waarde op zijne werkendat men met een stuk van Eschylus behoorlijk verbeterd ter mededinging tot denprijs van het treurspel werd toegelaten Men verhaalt ook dat treurspeldichtersdikwijls hunne verzen op zijn graf kwamen voorlezen als een hulde toegebrachtaan de schim van hunnen verhevenen voorganger Het getal der stukken die zijnevruchtbare pen opgeleverd heeft beloopt volgens sommigen op een en zeventig(waar onder vijf S a t e r s p e l e n ) volgens anderen op negentig van al het welkslechts zeven treurspelen tot ons gekomen zijn met name P r ome t h e u s h e tb e l e g v a n T h e b e d e P e r z e n d e O f f e r a a r s t e r s A g amemn o n d e Sme e k e n -

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

4 7 3

d e n d e S c h r i k g o d i n n e n Dertien malen is hy overwinnaar geweest enzelfs na zijne dood zijn sommige van zijne stukken bekroond gewordenUit alles wat de oudheid van dezen man te boek gesteld heeft kan men ligt

opmaken dat hy met een schitterend vernuft eene zeldzame vastheid van karakteren edelheid van gevoelens vereenigde Dit blijkt ook voornamelijk uit den rol dienhy zijne personaadjen over het algemeen doet spelen Overal het zij in voor- oftegenspoed onderscheiden zy zich door eene nimmer vervallende grootheid vandenken en spreken welke te gelijk eerbied voor hun inboezemt te gelijk een byuitstek hooge gedachte doet opvatten van de denkwijze des dichters die zulkevoorwerpen weet voor te stellen Er is geen van zijne treurspelen welke hier vangeene bewijzen in menigte oplevert en ook onze P e r z e n zijn er gansch niet vanmisgedeeld De Rei bestaande uit mannen door hunne wijsheid en hooggevorderdejaren uitstekend en daarom door den koning zelven gekozen om gedurende zijneafwezigheid het opzicht over zijne staten te voeren betoont zelfs na deverschrikkelijke tijding van des legers volkomen nederlaag en te midden van deklachten die zy doet ontstaan eene zich altijd gelijk blijvende deftigheid Xerxeszelf hoe roekeloos hoe vernederd hy voorkome behoudt in alle zijne handelingenin alle zijne zeggingen in al zijn wanhoop zelf iets treffends dat geen medelijdenalleen wekt maar zelfs ontzag Zoodanig is Eschylus in de daarstelling van zijnepersonaadjen zoodanig is hy in de wijze waarop zy zich uitdrukken Het grootschehet verhevene is altijd het kenmerk van zijne verzen en de taal die hy zijnen heldenhalven goden en goden in den mond legt is zoo verre boven den gewonen uitdrukverheven als zy zelven boven den gewonen kring der menschenWy zeiden hierboven dat Eschylus ook ten aanzien van zijne voortbrengselen

een midden houdt tusschen Thespis en diens tijdgenooten aan den eenen kantSophocles en Euripides aan den anderen En indedaad zoo men den trant waarinzijne stukken geschreven zijn aandachtig nagaat geloof ik dat deze aanmerkingweldra bevestigd zal worden Maar het zal daar dan ook te gelijk uit blijken dat ergrooter krachten vereischt werden om het treurspel op te voeren tot den trap dienhet Eschylus heeft doen bereiken dan om het op zulk eene hoogte zoo veelvolkomenheid in het werktuigelijk gedeelte by te zetten als by voorbeeld in SophoclesK o n i n g E d i p u s bewonderd wordt In een woord

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

474

behalve al het geen de Atheners den eersten te danken hadden voor al wat hy aande behoorlijke uitvoering der stukken toegebracht heeft (iets dat voor ons vanminderbelang is) heeft hy zoo vele voortreffelijke nieuwigheden in de pas geopendedramatische loopbaan ingevoerd dat men hem met het beste recht den naam vanSchepper van het Grieksche Tooneel zou kunnen toekennenEn dit is voor zoo verre men hem beschouwt met betrekking tot den invloed dien

zijne stukken op de vorming van het treurspel gehad hebben Dan eerst komtEschylus in het schitterendste daglicht voor wanneer men hem als dichterbeschouwt By hem heerscht nog de lierzang in zijn volle zwier en kracht en daarzelfs waar de lateren inzonderheid Euripides een toon aannemen den gematigdenredenaarsstijl nader by komende daalt hy van de eens bereikte hoogte niet af maarmengt in den toon des zuiveren lierzangs welke by de koren uit haren aart vereischtin de d i v e r b i a minder te pas komt eenen naar dien van het heldendicht eenigzinszwemenden voor deze laatsten den bestendigen jambischen (somtijds ook welden trochaiumlschen) voetmaat bezigende Van daar is het dat de stoutstevergelijkingen overdrachtige en andere figuurlijke uitdrukkingen overal in menigteby hem gevonden worden Over het algemeen heeft zijne poeumlzy eene krachtwaarvan niet alleen by de Fransche treurspeldichters maar zelfs by zijne Griekschevolgeren voor zoo verre hunne werken tot ons gekomen zijn weinige of geenevoorbeelden zijn Tot deze kracht werkt niet weinig mede zijne recht schoone engrootsche v e r s i f i c a t i e en het gepaste gebruik dat hy weet te maken van eeneonwaardeerbare eigenschap der Grieksche taal (die ons Hollandsch met haargemeen heeft) de vrijheid namelijk van nieuwe woorden door zamenstelling tevormen Verwonderlijk is de werking welke dit op zijne verhalen vooral uitoefentDeze zijn altijd vol vuur en leven even als zijne hoogdravende koorzangen metnieuwe en keurige epitheta als het ware bezield en stellen met korte maar krachtigetrekken de allertreffendste beelden aan den geest voor Eindelijk om nog iets tot smans lof te melden (want hem in alle de deelen waar hy in uitmunt na te gaan ishier niet te doen) is het alleropmerkenswaardigst hoe zelden onze dichter in welkeomstandigheid ook geplaatst tot een toon ja tot een uitdrukking vervalt het treurspelzoo als hy het zich voorstelde onwaardig iets hetwelk van het grootste belang isen echter

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

475

onder de menigte groote mannen die zich in dit vak beroemd gemaakt hebben nietaltijd zoo streng in acht genomen isHet heeft ook hier wederom niet aan lieden ontbroken die zijne verdiensten door

allerlei spitsvindigheden zochten te kort te doen Zoo zijn er die hem verwijten datzijne poeumlzy niet roerend is gelijk die van Sophocles niet vervuld met zedelessenen wijsgeerige denkbeelden gelijk die van Euripides Wat aangaat het eerste willenzy die hem dit voorwerpen daarmede te kennen geven dat aandoenlijkheid niethet kenschetsende van Eschylus is wat zegt dit anders dan dat de manier van deneenen dichter van die des anderen verschilt Ieder moge nu naar mate zijnerbijzondere gesteltenis of smaak den een boven den ander verkiezen geeft dezekeuze daarom zonder eenige andere gronden recht het daarvan afwijkende teveroordeelen Gewis aan aandoenlijkheid van uitdrukking daar waar het onderwerphet vereischt mangelt het Eschylus even min als aan alle de overige vereischtender tooneelpoezy Dat hy voorts niet zoo vruchtbaar in wijsgeerige en zedelijkelessen is als Euripides dit strekt hem veel eer tot lof dan tot verwijt niet dat dezedeleer en de verbetering en verheffing van het menschelijk hart door grootevoorbeelden van deugd of ondeugd geen vereischten zijn van het treurspel maarom dat Eschylus zonder dit belangrijk doel te veronachtzamen nimmer gelijkEuripides den natuurlijken loop van zijn stuk er in het minst om stoort of dehartstochtelijke taal zijner sprekers door ongepaste uitstappen doet verkoelen Byhem is de zedeleer van de geheele behandeling van zijn onderwerp onafscheidbaaren doet zich ieder oogenblik gevoelen Dus by voorbeeld wordt die gewichtigewaarheid dat men zich op de oogenblikkelijke gunst der fortuin niet moet verlatendat men de Godheid als de eenige bron van alle welvaart hebbe te erkennen enaan te bidden en zich te wachten van haar door heiligschennis tot een gerechtewraak aan te zetten in zijne P e r z e n gedurig betoogd niet met ijdelen praal vanwoorden en in den kouden vorm van wijsgeerige redeneering maar met al hetdichterlijke vuur waar dit uitstekend werk in alle zijne deelen van schittert Opdezelfde wijze gaat ook Sophocles met de zedeleer te werk wiens zoo evenaangehaalde K o n i n g E d i p u s te waarheid van het zeggen dat niemand voorhet oogenblik van zijne dood gelukkig mag genoemd worden overal in het grootstelicht stelt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

476

terwijl de Rei eerst by het einde van het stuk met weinige woorden deze waarachtigespreuk door de op Edipus zoo plotseling uitgebarsten rampen bevestigt Eindelijkverwijt men onzen dichter ook dat hy door eene te ver gedrevene deftigheid dikwijlsin het ruwe en reusachtige vervalt en voorwaar het is geen gering oordeelkundigedie hem iest dergelijks nageeft1 Merken wy dit echter aan dat zoo men zich in hetbeoordeelen van Eschylus by den staat bepaalt waarin het treurspel na hemgebracht is zijn toon zeker te dikwijls veel te hoog rijst doch zoo men deszelfsoorsprong nagaat en het volgens het denkbeeld dat men zich in de oudste tijdener van vormde als een soort van lyrische poeumlzy aanmerken wil deze tegenwerpingaanstonds geheel verdwijnen zal Uit dit oogpunt moet men onzen dichterbeschouwen om hem naar verdienste te waardeeren Over den oorsprong voortsvan het Grieksche en het hedendaagsche treurspel en het daaruit voortvloeiendeonderscheid tusschen deze beiden raadplege men de Verhandeling van den HeerMr Bilderdijk te vinden in het Tweede Deel van zijne Treurspelen Men zie vooralbladz 127 en volg -Het is dan na het geen wy tot nog toe van Eschylus gezien hebben geenszins

te verwonderen dat hy zijn uitstekend dichterlijk vermogen onder anderen ook aande vereeuwiging besteedde eener gebeurtenis zoo gewichtig voor zijnelandgenooten en waaraan hy zelf zoo veel deel genomen had als de verdrijvingder Perzen en het verijdelen van hunne ontwerpen tegen de vrijheid van GriekenlandHet zal hier dunkt my niet onvoegzaam zijn iets te melden van den Perzischenoorlog en hoe het met de zaken der Grieken in dit opzicht geschapen stond tentijde waarop Eschylus dit zijn treurspel vervaardigde In het jaar 502 dan voor degewone tijdrekening bestond Histieacuteus vanMiletus eene stad in Ioumlnie deze gantschelandstreek van de heerschappy der Perzen toen ter tijd meesters van schier heelAzie te bevrijden Door hem tot opstand gewekt roepen de Ioumlnieumlrs de medewerkingin der Europeesche Grieken van wie zy zelve eene volkplanting waren en bekomenwerkelijk twintig schepen van Athene en vijf van Eretrieuml in het eiland Eubeacutea Aldus

1 Rudis in plerisque et incompositus wordt hy by Quintilianus Institt Oratt Lib X C 1 gezegdte zijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

477

gesterkt wagen zy het op Sardes de hoofdstad van Lydie (insgelijks sedert Cresusval onder Perzie behoorende) aan te rukken en maken zich gezamenlijk met hunnehulptroepen meester van de stad maar verlaten door de Atheners worden zy naverscheidene wisselingen van de krijgskans in het zesde jaar na hunnen opstandweder aan de Perzischemacht onderworpen Een geruimen tijd hierna besluit Dariussedert lang vlammend op de beheersching der Grieken en daarenboven door denuit Athene gejaagden tyran Hippias Pisistratus zoon gedurig aangehitst inGriekenland den oorlog te voeren onder voorwendsel van de hulp door de Athenersen Eretrieumlrs aan de oproerigen toegebracht maar in de daad om alle de Griekenonder zijne regeering te vereenen Hy verzamelt hiertoe een machtig leger datonder geleide van twee zijner beste bevelhebbers eerst op zes honderd schepennaar het eiland Eubeacutea trekt Eretrieuml inneemt en verwoest en van daar naar Atticaoversteekt om Athene het eigen lot te doen ondergaan Op de velden van Marathoneen burgt niet ver van Athene komen hun tien duizend Atheners en duizend Plateeumlrste gemoet door tien Veldheeren aangevoerd waaronder Miltiades en Aristides devoornaamsten Na een bloedig gevecht verklaart zich de overwinning voor deGrieken Darius overleeft zijne nederlaag niet lang Zijn zoon door eigenheerschzucht en den raad van zijne hovelingen aangespoord houdt zich gedurendevier jaren met vreesselijke toebereidselen tot den oorlog bezig Hy verlaat zelf zijnehoofdstad aan het hoofd van het leger rukt in Griekenland komt alle hinderpalenmet geweld te boven verbrandt Athene wier inwoners zich alle op de vlootingescheept hadden maar wordt in een zeeslag dien hy kort daarna by Salamislevert volkomen verslagen en begeeft zich op de vlucht naar zijn rijk latende zijnschoonbroeder Mardonius met een talrijk leger in Beoumltieuml achter Maar ook dit legerwordt niet lang daarna by Plateacutea door de verbondene Grieken geheel uit elkandergejaagd Dit gevecht en de zeeslag by Mycale een kaap van Ioumlnieuml op denzelfdendag voorgevallen beslisten den Perzischen oorlog en de vrijheid van GriekenlandHet is dan voornamelijk de slag by Salamis dien onze dichter tot het voorwerp vanzijnen zang wilde maken Maar hy was de man niet die zich te vrede kon stellenmet het bewerken van zijn onderwerp op eene gewone manier Het was geentriomfzang op de overwinning geen treurlied op de in den slag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

478

geblevenen of iets diergelijks waardoor hy naar waarde zulk eene gebeurtenismeende te kunnen verheffen Hy wilde daarenboven den Grieken (het Atheenschevolk in het bijzonder) de vleijendste hulde toebrengen door hen te midden te plaatsenvan het in rouw gedompelde hof des Perzischen konings En hiertoe verkoos hyden vorm van het statige treurspel eene onderneming voorwaar van ongemeenestoutheid en de hooge vlucht die hy in alle zijne stukken pleegt te nemenoverwaardig vooral wanneer men in acht neemt welke onderwerpen te dier tijdevoor het Treurspel geschiktst gerekend werden Immers voor Goden Halve godenof Helden uit de oudste tijdvakken der Grieksche geschiedenis de eigenlijkehoofdpersonaadjen van het dichtstuk moest hy zich thands vergenoegen metmenschen voor te stellen in de eeuw zelf levende waarin hy schreef en aan wiendus niet eens door dichterlijke versiering die bovenmenschlijke grootheid scheente kunnen gegeven worden welke tot de oorspronkelijke kracht van het Treurspelvolstrekt onmisbaar is Maar ook dezemoeilijkheid moest voor den vurigen dichtgeestvan Eschylus zwichten Hy voerde de schim van Darius den grooten Koning denHeld den Vader van zijn volken den eerbiedigen aanbidder der Goden in de eersteoorzaak aan den dag brengende van het gebeurde en wat nog te gebeuren stondvoorspellende en dit alleen was genoeg om dit zijn stuk tot de hoogte van zijneoverigen te verheffen Uit deze plaatsing van het Tooneel in s vijands eigenehoofdstad sproot het dubbel voordeel dat de lof aan den overwinnaar uit den mondvan de overwonnenen toegebracht oneindig streelender werd dan hy onder eenigenanderen vorm voorgesteld zou kunnen geweest zijn terwijl den verlagen Pers inal zijn onheil eene grootheid toegeschreven wordt die de zegepraal der Griekennog schitterender doet voorkomen En aldus werden de P e r z e n van Eschylusgeboren Wat aangaat nu den loop van het stuk deze is gelijk gewoonlijk by hemis allereenvoudigst Eacuteeacutene voorname verdeeling doet zich by de lezing dra gevoelenHet eerste deel stelt den tijd voor waarop het Perzische hof nog geslingerd wordttusschen de hoop waartoe de verbazende macht door ken Koning tot den inval inGriekenland verzameld rede gaf aan den eenen kant en de ongerustheid uit deachterblijving van tijdingen uit het leger de te dikwijls ondervondene wispelturigheidder fortuin en ongunstige voorteekenen spruitende

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

479

aan den anderen kant Het tweede gedeelte bevat de mededeeling der geledenenederlaag by Salamis door een bode die der nog dreigende by Plateacutea door Dariusen de klachten van Xerxes en de zijnen over hunne ongelukken Dus wordt detegenstelling tusschen de oude reusachtige macht der vijanden en hunnetegenwoordige vernedering als zijnde iets van het hoogste gewicht in hetschitterendste licht geplaatst en voorwaar niet zonder reden Het is immers juistdeze tegenstelling welke de bereiking van het hoofddoel des dichters deverheerlijking der Grieksche overwinnaars en die van een tweede niet minderbelangrijk oogmerk de zedeleer by uitnemendheid bevordert Voor het overigewat men ook door ongepaste vooringenomenheid voor het latere tooneel tegendeze eenvoudigheid in de schikking van dit treurspel hebben moge zonder blijkbareongerijmdheid echter zal men toch zijne poeumlzy en versificatie de hoogste goedkeuringniet kunnen ontzeggen Men hoore echter op welk een toon de bekende La Harpezich over een man als Eschylus uitlaat in zijn Cours de Liteacuterature Vol I p 326)alwaar hy na zijn oorde el over den P r ome t h e u s geveld te hebben in dier voegevan de P e r z e n spreektlsquoLes Perses dont le sujet est plus rapprocheacute de la nature noffrent rien de plus

reacutegulier mais on sent combien cet ouvrage devoit plaire aux Atheacuteniens Cest ladeacutefaite des Perses agrave Salamine qui occupe cinq actes en reacutecits en deacutescriptions enpreacutesages en songes en lamentations nulle trace encore daction ni dintrigue Lascegravene est agrave Suze Des vieillards qui forment le choeur attendent avec inquieacutetudedes nouvelles de lexpeacutedition de Xerxegraves Atossa megravere de ce prince vient leurraconter un songe qui leacutepouvante Arrive un soldat eacutechappeacute de larmeacutee qui racontele deacutesastre des Perses Atossa eacutevoque lombre de Darius et contre lordinaire desombres qui ne reviennent que pour reacuteveacuteler aux vivans quelque grand secret celle-cine revient que pour entendre de la bouche d Atossa ce quelle mecircme vient dapprendre de la deacutefaite de Xerxegraves Au cinquiegraveme acte Xerxegraves lui-mecircme paraicirct seulavec un carquois vide qui est dit-il tout ce qui lui reste de cette prodigieuse armeacuteequil avoit ameneacutee contre les Grecs Il sest sauveacute avec bien de la peine Il pleureil geacutemit et ne fait autre chose que de recommander agrave sa megravere et aux vieillards depleurer et de geacutemir Toute la piegravece dailleurs est remplie comme on peut selimaginer des louanges du peuple dAthegravenes il est invincible il est favoriseacute du cielil est le soutien de la Gregravece

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

480

Tout cela eacutetoit vrai alors mais le poeumlte met ces louanges dans la bouche mecircmedes ennemis vaincus et lon sent combien elles en deviennent plus flatteuses Il leurmontre pendant cinq actes les Perses dans la terreur dans lhumiliation dans leslarmes dans ladmiration pour les vainqueurs Avec un tel sujet traiteacute devant desreacutepublicains eacutenivreacutes de leur gloire et qui navoient pas encore appris agrave ecirctre difficileson pouvait ecirctre courronneacute sans avoir fait une scegravene tragique et cest ce qui arrivaBehalve alle de onnaauwkeurigheden van deze korte oordeelvelling zoo men

alleen op haren zakelijken inhoud letten wil valt het aanstonds in het oog dat debeoordeelaar ongevoelig voor de menigvuldige zoogenoemde schoonheden vandeacutetail die dit stuk bevat zich met deszelfs geheel bezig houdende hierin deFransche Tooneel-poeumlzy tot maatstaf gebruikt zeker geen middel om met vruchtover de Grieksche te spreken Op sommige plaatsen zoude men ook wellicht inverzoeking raken te onderstellen dat hy de woorden of de meening van den dichterniet begrepen heeft Wy zullen eenen trek uit het zoo even aangehaalde kiezenwaar in dit het geval is niet om den in vele opzichten zoo verdienstelijken La Harpein zijnen roem te kort te doen maar om dat zy die met het oorspronkelijke nietbekend zijn zich veellicht door zijne oppervlakkige on lichtvaardige beslissing eenverkeerd denkbeeld van hetzelve konden voorstellen Op een luchtigen toon geefthy dan onder anderen te kennen dat de verschijning van Darius schim eigenlijkniets ter zake doet daar hy niet naar het geen by de schimmen gewoonlijk is eengroot geheim komt openbaren maar alleenlijk van Atossa vernemen wat zy-zelveeenige oogenblikken te voren van de nederlaag by Salamis gehoord heeft Dezeaanmerking mag voor hem van belang schijnen die niet verder gelezen heeft dande plaats waar Darius naar de rede vraagt van de droefheid waar heel Suze ingedompeld is en het antwoord daarop By wien het geen hierop volgt bekend ishoe deze Vorst zich een orakel van vroeger tijden herinnert en hierdoor nieuweongelukken by het reeds geledene aankondigt de eenige bewaring voor gelijkerampen in het toekomende in het ongeschonden laten van den Griekschen grondstelt en de gramschap der goden door Xerxes krijgsvolk in Griekenland in hunnetempels gehoond voor de naaste oorzaak van den val der Perzen verklaart bydezen zeg ik zal het

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

481

belang ja de noodzakelijkheid dezer geestverschijning niet in twijfel wordengetrokken en La Harpes berisping niet nalaten te vervallen Het is echter op grondvan zoodanige misvattingen dat hy wat vroeger (p 320) onzen dichter zoo verrebeneden Corneille stelt als hy zelf boven den ouden Treurspelmaker Hardy verdientgeacht te worden Doch men neme in aanmerking het onderscheid tusschen hetGrieksche en het Fransche tooneel men vergelijke de stukken van deze hunnewederzijdsche stichters den staat waarin zy hun tooneel vonden den staat waarinzy het aan hunne volgers lieten de hulpmiddelen die zy beiden hadden en vragezich dan waarop dit partijdige en onbepaalde oordeel des Franschen Letterkundigensteune De vergelijking tusschen Eschylus en Corneille als dichters moet al warehet slechts uit den aart hunner tooneelen noodzakelijk ten voordeele des eerstenuitvallen Misschien zijn de Treurspelen van onzen Vondel de eenige welke in ditopzicht met die van Eschylus verdienen in vergelijking gebracht te wordenTen slotte van dit kort bericht over Eschylus en zijne P e r z e n kunnen wy nog

aanmerken dat dit Treurspel te gelijk met den P r ome t h e u s en nog twee anderestukken waarvan de namen alleen tot ons gekomen zijn ten tooneele gevoerd enbekroond is geworden De dichter was toen omstreeks zestig jaren oud

Bladz 21 v 1Het heir der Perziaansche scharen enz

Na eene korte inleiding dienende om den aanschouwer te onderrichten uit welkepersonen de rei zamengesteld is gaat de dichter onverwijld over tot de voorstellingvan de ongerustheid der Perzianen gedurende de afwezigheid van hunnen KoningEene beknopte vermelding van alle de volken die Xerxes krijgsmacht uitmakengeeft gelegenheid tot verheffing van zijne grootheid tot bemoediging omtrent denuitslag van zijne onderneming Deze streelende hoop wordt gestoord door hetdenkbeeld dat zonder de gunst der goden alle toebereidselen vruchteloos zijn datmen meermalen den hoogsten voorspoed in verschrikkelijke tegenspoeden heeftzien verkeeren (b l a d z 24 vs 18) De daaraanvolgende Keeren en Tegenkeerenbreiden deze gedachte uit en worden gesloten met een beklag over den toestandvan het rijk door den bloem van zijnemanschap verlaten Zoodanig is de zamenhangen overgang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

482

der denkbeelden in dezen eersten Koorzang welke ik met weinige woorden hebgemeend te moeten ophelderen uit hoofde van de moeilijkheid die de bevattingderzelven in lyrische poeumlzy voor den min bedrevenen hebben kan en die ikoordeelde dat misschien niet genoegzaam door mijne overzetting uit den weggeruimd was

Bladz 22 v 8Trok niet heel Azieuml te veld

Dat dit geen dichterlijke grootspraak is maar met het historisch verhaal overeenkomtblijkt uit de volgende woorden van Herodotus Στόλων γὰρ τῶν ἡμεῖν ἴδμεν πολλῷδὴ μέγιστος οὗτος ἐγένετο ὥςτε μήτε τὸν Δαρείου τὸν ἐπί Σϰύϑας παρὰ τοῦτονμηδὲν φαίνεσϑαι μήτε τὸν Σϰυϑιϰόν ὅτε Σϰύϑαι Κιμμερίους διώϰοντες ἐς τὴνΜηδιϰὴν χώρην ἐμβαλόντες σχεδὸν πάντα τὰ ἄνω τῆς Ἀσίης ϰαταστρεψάμεν οιἐνέμοντο - μήτε ϰατὰ τὰ λεγόμενα τὸν Ἀτρειδέων ἐς Ἴλιον μήτε τὸν Μυσῶν τε ϰαὶΤευϰρῶν τὸν πρὸ τῶν Τρωιϰῶν γενόμενον - Αὗται αἱ πᾶσαι οὐδ᾽ ἕτεραι πρὸςταύτῃσι γενόμεναι στρατηλασίαι μιῆς τῆςδε οὐϰ ἄξιαι Τί γὰρ οὐϰ ἤγαγε ἐϰ τῆς Ἀσίηςἔϑνος ἐπὶ τὴν Ἑλλάδα Ξέρξης1 - Διέβη δὲ ὁ στρατὸς αὐτοῦ ἐν ἑπτὰ ἡμέρῃσι ϰαὶ ἐνἑπτὰ εὐφρόνῃσι ἐλινύσας οὐδένα χρόνον Ἐνϑαῦτα λέγεται Ξέρξεω ἤδηδιαβεβηϰότος τὸν Ἑλλήςποντον ἄνδρα εἰπεῖν Ἑλληςπόντιον lsquoὮ Ζεῦ τί δὴ ἀνδρὶεἰδόμενος Πέρσῃ ϰαὶ οὔνομα ἀντὶ Διὸς Ξέρξεα θέμενος ἀνάστατον τὴν Ἑλλάδα ἐϑέλεις ποιῆσαι ἄγων πάντας ἀνθρώπους ϰαὶ γὰρ ἄνευ τουτέων ἐξῆν τοι ποιέειν ταῦταrsquo2- Ὅσον μέν νυν ἕϰαστοι παρεῖχον πλῆϑος ἐς ἀριϑμόν οὐϰ ἔχω εἵπαι τὸ ἀτρεϰέςοὐ γὰρ λέγεται πρὸς οὐδαμῶν ἀνϑρώπων σύμπαντος δὲ τοῦ στρατοῦ τοῦ πεζοῦτὸ πλῆϑος ἐφάνη ἑβδομήϰοντα ϰαὶ ἑϰατὸν μυριάδες3 - Τῶν δὲ τ ριηρέων ἀριϑμὸςμὲν ἐγένετο ἑπτὰ ϰαὶ διηϰόσιαι ϰαὶ χίλιαι4 - dat is Van alle tochten die wy gezienhebben is deze verre de grootste zoo zelfs dat noch het leger van Darius tegende Scythen by dit in vergelijking kan gebracht worden noch dat van de Scythentoen zy de Cimmerieumlrs vervolgende in het Medische rijk vielen en schier heel hetnoordelijk Azieuml meester werden - noch wat men van dat der Atriden tegen Iliumen in vroeger tijden nog van de Mysieumlrs en Teucrieumlrs verhaalt - Alle

1 L 7 c 20 212 Ibid c 563 Ibid c 604 Ibid c 89

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

483

deze tochten en nog anderen daarby kunnen dezen eacuteeacutenen niet opwegen want welkvolk is er in Azieuml dat Xerxes niet heeft medegevoerd - Het leger voer (naar Europa)over gedurende zeven dagen en zeven nachten en dat wel zonder zich op te houdenMen verhaalt dat toen Xerxes den Hellespont reeds over was een bewoner derkusten van deze zee uitriep lsquoo Jupiter waarom hebt gy de gedaante van eenenPers en den naam van Xerxes aangenomen enmet het geheele menschdom eenentocht ter vernieling van Griekenland begonnen daar gy dit toch zonder al dien toestelvermocht te doenrsquo - Hoe vele legerknechten nu elk volk geleverd heeft kan ik nietmet zekerheid bepalen men vindt dit nergens aangeteekend Dit is zeker dat hetgetal in hel geheel beliep op een miljoen zeven maal honderd duizend - Het getalder oorlogschepen bedroeg twaalf honderd en zeven

Bladz 22 v 14Gy Suze Cissa Ekbataan

Suze de hoofdstad van Perzieuml in de landstreek Suziane Cissa in Cissieuml insgelijkseen landstreek onder Perzieuml behoorende Ekbataan de hoofdstad van het oudeMedische rijk

Bladz 23 v 10Pegaston in t Egyptisch rijk enz

Memphis en Thebe beide voorname steden van Egypte welk land CambysesCyrus zoon het eerst aan de Perzische heerschappy onderwierp Het EgyptischThebewordt van het Grieksche veelal onderscheiden door het epitheton ἑϰατόμπυλοςof h o n d e r d p o o r t i g e

Bladz 23 v 14t Moerassig land enz

Men versta de moerassen van Egypte

Bladz 24 v 2Maar Mardon voert van Tmolus voet enz

Tmolus een berg in Lydieuml

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

484

Bladz 24 v 5Het roemrijk Babel zendt een stoet enz

Babel de hoofstad van Babylonieuml welk land insgelijks door vroegere overwinningenonder Perzieuml gebracht was

Bladz 24 v 22De zee die Hella heeft verzwolgen

De Hellenspont dus genoemd naar Hella eene Thebaansche prinses die in harevlucht naar Azieuml in deze engte uit het schip gevallen zijnde het leven verloor

Bladz 25 v 10De Vorst uit godenbloed gesproten

Χρυσογόνου γενεᾶς ἰσόϑεος φώς heeft het oorspronklijke letterlijk d eg o d d e l i j k e m a n u i t e e n g o u d e n g e s l a c h t g e s p r o t e n dat is u i th e t e d e l s t e g e s l a c h t g e s p r o t e n De Perzische Vorsten werden voorafstammelingen van Perseus den zoon van Jupiter en Danaeuml gehouden Misschienook is dit woord χρυσόγονος eene meer bijzondere toespeling op deze afkomstMen weet dat Jupiter gezegd werd zich in een gouden regen veranderd te hebbenomDanaeuml door haren vader Acrisius wien volgens eene voorspelling van het orakelhaar kroost van het leven moest beroven in een welbewaarden toren opgeslotente genaken

Bladz 27 v 4Toen ge u een veilgen overtochtOp zaamgebonden kielen wrocht

Volgens het verhaal van Herodotus1 liet Xerxes twee bruggen van schepen ophunne ankers gevestigd over den Hellespont slaan en werden er tot de eene driehonderd en zestig tot de andere drie honderd en veertien schepen gebruikt

1 L 7 c 36

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

485

Bladz 29 v 6En zij uw hulde haar al knielend aangeboocircn

Het was aan het Perzisch hof niet geoumlorloofd tot de Vorsten anders dan knielendeen aanbiddende te naderen De vreemdelingen die zich hier aan niet wildenonderwerpen werden ten hove niet toegelaten Het is bekend dat de vrije en aanniets dergelijks gewone Grieken wanneer zy den Koning van wege hun vaderlandmoesten onderhouden deze vernederende plechtigheid door allerlei wegen zochtente vermijden Uit denzelfden hoogen eerbied der Perzen voor hunnen Vorst welkeaan dit gebruik den oorsprong gaf is ook de groet te verklaren dien Eschylus inhet begin van het volgende Tooneel den Rei in den mond legt daar hy Atossa metden naam aanspreekt van θεοῦ μὲν εὐνάτειρα Περσῶν ϑεοῦ δὲ ϰαὶ μήτηρ dat ise c h t g e n o o t e e n mo e d e r v a n g o d e n b y d e P e r z e n

Bladz 29 v 14En troost en balsem wacht mijn vrienden van uw raad

De woorden οὐδαμῶς ἐμαυτῆς οὖσ᾽ ἀδείματος heb ik anders verstaan dan zygewoonlijk uitgelegd worden Ik meen dat de zamenhang deze is I k z a l zegt zyu m i j n e z o r g e n me d e d e e l e n (εἰς δ᾽ὑμᾶς ἐρῶ μῦθον) d a a r i k i n m yz e l v e g a n t s c h n i e t z o n d e r v r e e z e b e n d a t enzonderwelkewoordente kennen gegeven wordt dat zy van den Rei eenige geruststeling begeert omtrenthet voorwerp van hare angst Dit laatste denkbeeld heeft mijne overzetting in hethier aangebrachte vers uitgedrukt

Bladz 31 v 1Een jeugdig vrouwenpaar enz

De Ioumlnieumlrs eene volkplanting in Azieuml van de Europeesche Grieken en dus door hetbloed aan hun verbonden waren ten tijde van Xerxes aan de Perzen wederomonderworpen terwijl dezen vruchtelooze pogingen deden om de andere Grieken inhetzelfde juk te dwingen en hunne ondernemingen met

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

486

de grootste onheilen boetten Dit is het geen met dichterlijke versiering deze droomte kennen geeft en wat door denzelven zoo wel als door het voorteeken van denadelaar door een havik vervolgd voorspeld wordt

Bladz 33 v 6Aan wat kant ligt toch de Atheensche grond

Het zal misschien vreemd voorkomen dat een Vorstin wier echtgenoot metGriekenland in oorlog geweest was en wier zoon het nog werkelijk was na zich zoolangen tijd tot den inval in dit land bereid te hebben naar de ligging van Athenevraagt als ware die haar onbekend Men zou welligt deze vraag op eene of anderewijze kunnen verklaren waardoor hare schijnbare ongepastheid verschoond mochtworden Doch het komt my voor dat ook hier wederom in den aart van het GriekscheTreurspel de ware uitlegging gezocht moet worden Het is de dichter zelf die inzijne personaadjen spreekt Hy beschouwt hen in eene dichterlijke a b s t r a c t i e(indien ik het eens zoo noemen) mag alleen in die omstandigheid waar in hy zelfze plaatste buiten verband met hunne andere betrekkingen dan voor zoo verre diemet het hoofdonderwerp onmiddelijk zamenhangen Op deze wijze stelt dan Eschylusons in dit gedeelte van zijn stuk de ongerustheid voor van de moeder des Koningsover het lot van haren zoon en laat haar dus alle die vragen doen welke uit dieongerustheid kunnen geboren worden zonder zich te storen of omstandighedendaarbuiten dezelve minder natuurlijk maken Hoe anders dan op evengemeldengrond zal men by voorbeeld de inleiding van alle die Treurspelen kunnenverdedigen waarin een der personaadjen om den aanschouwer met het onderwerpbekend te maken hem zijn naam afkomst en lotgevallen zelf komt mededeelen

Bladz 34 v 2Ja mijnen heeft ze die van zilver overvloeien

Deze zilvermijnen welke meermalen by de Ouden geroemd worden en onder devoornaamste bezittingen der Atheners gerekend werden waren gelegen onder denberg Laurium in Attica

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

487

Bladz 35 v 1Ach eens deed zulk een hoop Darius heir vergaan

By Marathon Men zie de Inleiding dezer Aanteekeningen

Bladz 39 v 8Hier stort op Ajax grond omsingeld van de golven

Salamis een eiland tegen over Athene gelegen waarop Telamon de vader vanAjax regeerde en deze laatste zelf geboren was

Bladz 41 v 16Ons had een vluchteling van uit het heir der Grieken enz

Deze list had Themistocles bedacht om de Perzen op een voor hun nadeelige plektot den strijd te lokken Omstandig kan men dit alles by Herodotus verhaald vindenin zijn VIIIste Boek

Bladz 46 v 8Niet ver van Salamis enz

Psyttalia werd dit eiland genoemd alwaar Xerxes vier honderd man deed post vattentot het doel by onzen dichter vermeld

Bladz 47 v 4Zy zoeken in dien nood nog wederstand te biecircn enz

Het oorspronkelijke heeft ἀμφὶ δὲ Ἐϰυϰλοῦντο πᾶσαν νῆσον ὥςτ᾽ ἀμηχανεῖν Ὅποιτράποιντο Πολλὰ μὲν γάρ ἐϰ χερῶν Πέτρῃσιν ἠράσσοντο τοξιϰῆς τ᾽ ἀπὸ Θώμιγγοςἰοὶ προςπίτνοντες ὤλλυσαν Τέλος δ᾽ ἐφορμηϑέντες ἐξ ἑνὸς ρόϑου Παίουσιϰρεοϰοποῦσι δυστήνων μέλη ϰ τ ἑ welke woorden ik zie dat men anders pleegtop te vatten dan ik gedaan heb Men begrijpt het namelijk als of de Grieken de opPsyttalia geplaatste manschap aangevallen waren om geene andere

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

488

reden naar mijn oordeel dan om dat by het even voorgaande ἀμηχανεῖν noodzakelijkde Perzen moeten verstaan worden en men daarom dezelfden ook tot het subjectvan ἠράσσοντο wil maken Doch hoe licht deze plotselijke verwisselingen van subjectin het Grieksch plaats vinden behoeft dunkt my geen betoog In de aangehaaldewoorden doet zich reeds een voorbeeld op van soortgelijke verwisseling ὰμφὶ δὲἘϰυϰλοῦντο (Ἕλληνες klaarblijkelijk) πᾶσαν νῆσον ὥςτ᾽ ἀμηχανεῖν (τοὺς Πέρσαςhier noodzakelijk) Ὅποι τράποιντο Daar nu beide uitleggingen grammatischaannemelijk zijn zoo verdient die de voorkeur welke in andere opzichtenwaarschijnlijker is Het komt voorzeker minder natuurlijk voor dat de dichter mannenvan wier dapperheid hy bijzonder gewaagd heeft doe omkomen zonder van eenigentegenstand melding te maken Maar het geen voor mijne uitlegging gunstigst schijntte zijn is het vermelden hier ter plaatse van pijlen een wapen dat den Perzen eigenis en waardoor zy dikwijls van de Grieken onderscheiden worden Een belangrijkvoorbeeld hiervan doet zich in dit Treurspel zelf op aan het einde van het EersteTooneel alwaar de Rei zich aldus uitdrukt Φρο ντίδα ϰεδνὴν ϰαὶ βαϑύβουλονΘώμεϑα - - Πότερον τόξου ρ῾ῦμα τὸ νιϰῶν Ἤ δορυϰράνου Λόγχης ἰσχὺςϰεϰράτηϰεν Letterlijk Laten wy de vereischte zorg nemen (op dat wy te wetenkomen) wat overwonnen heeft het schieten met den boog of de ijzeren punt vande lans dat is wie verwinnaars zijn gebleven de Perzianen of de Grieken Sterkernog ten onzen voordeele is de plaats van het Tweede Tooneel alwaar het gebruikvan pijlen by de Grieken uitdrukkelijk ontkend wordt Op de vraag van Atossa

Πότερα γὰρ τοξουλϰὸς αἰχμὴ διὰ χερός γ᾽ αὐτοῖς πρέπει(En zijn hun schutters vlug met pijl en schietgeweer)

wordt door de Rei geantwoord

Οὐδαμῶς ἔγχη σταδαῖα ϰαὶ φεράσπιδες σαγαί(Zy strijden met geen boog maar met den vasten speer)

Bladz 48 v 13En waar Spercheacuteus t veld met vruchtbre stroomen drenkt

Spercheacuteus een rivier die aan den berg Eta in Thessalieuml zijn oorsprong heeft

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

489

Bladz 48 v 17Wy door Magnezieuml en het Macedonisch rijkBy Axius rivier en Bolbes rietig slijkTot aan Pangeacuteus berg in t eind gevorderd spoeddenNaar t naadrend Thracieuml wanneer t ontijdig woedenDes winters ons den stroom des zilvren Strymons sloot

Magnezieuml een gedeelte van Thessalieuml Axius een rivier in Macedonieuml Bolbe eenmoeras in Mygdonieuml zijnde dat gedeelte van Macedonieuml hetwelk even als de bergPangeacuteus naast aan Tracieuml grenst De rivier Strymon scheidt Macedonieuml van Thracieumlaf

Bladz 50 v 15O machtige Oppervorst der Goocircn

Ὦ Ζεῦ βασιλεῦ o k o n i n g J u p i t e r zegt het oorspronklijke uitdrukkelijk En zooook doet het in den geheelen loop van het stuk de Grieksche goden door dePerzianen inroepen Men begrijpt dat dit eene bloote dichterlijke vrijheid is ten eindede voorstelling voor den Atheenschen aanschouwer duidelijker te maken Het isimmers bekend dat de Perzen de Zon onder den naam van Mithras aanbaden Opdeze dichterlijke versiering echter steunt een groot gedeelte van de zedeleer vandit Treurspel

Bladz 52 v 6En t spoor doen volgen van uw vaderDie held en vreedzaam vorst te gaderZijn volken niet dan weldaacircn wrocht

Darius zelf echter was niet veel gelukkiger geweest in zijne onderneming tegen deGrieken Maar het is in het karakter van eenen lierzang in deze gesteltenisaangeheven vorige rampen voor nietsbeduidende te rekenen by die welke menop het oogenblik zelf betreurt en dus eenen Vorst die dan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

490

toch ook in vele opzichten zijnen zoon verre overtrof in tegenstelling van de verwijtendie deze laatste verdiende met loftuitingen hemelhoog te verheffen

Bladz 52 v 20Op Cychreus heilig strand gedood

Cychreus strand wederom eene benaming van het eiland Salamis naar een harerKoningen Cychreus een zoon van Neptunus en behuwdvader van Telamon diehem in de regeering opvolgde

Bladz 56 v 4Gy die de doocircn in Plutoos rijk vergaacircrt

Mercurius die geloofd werd de zielen der afgestorvenen naar Carons boot te leidenwaarmede zy dan de Styx overvoeren

Bladz 63 v 4Bactrieuml verloor de hoop zelfs van het volgende geslacht

Bactrieuml een aanmerkelijk gedeelte van het Perzische gebied

Bladz 64 v 9Toen ge een gruwelijken bandOm de Hellespontsche golven als hun meester durfde slaanToen ge een God waagde aan te randen enz

Men versta dit zoo wel van de schipbrug over den Hellespont waarvan wy reedsboven gezien hebben als van den dwazen trek dien deGrieken van Xerxes verhalenen waarvan Herodotus1 dus gewag maakt Καὶ δὴ ἐζευγμένου τοῦ πόρουἐπιγενόμενος χειμὼν μέγας συνέϰοψέ τε ἐϰεῖνα πάντα ϰαὶ διέλυσε Ὡς δ᾽ἐπύϑετοΞέρξης δεινὰ ποιεύμενος τὸν Ἑλληςποντον ἐϰέλευσε

1 L VII c 34 35

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

491

τριηϰοσίας ἐπιϰέσϑαι μάστιγι πληγάς ϰαὶ ϰατεῖναι ἐς τὸ πέλαγος πεδέων ζεῦγοςdat is En de zee reeds gesloten zijnde kwam er een geweldige storm op die deschepen uit elkander dreef Xerxes dit vernemende nam het euvel op en beval datmen den Hellespont driehonderd zweepslagen zoude geven en een paar ketenenin die zee werpen

Bladz 65 v 8t Was een MeedDie t eerst dees streken voor zijn scepter knielen deed

Astyages bedoelt de dichter Cyrus grootvader wien zijn zoon Cyaxares opvolgdeen zelf door Cyrus in het gebied vervangen werd Het verhaal van Eschylus komtechter hierin met dat van de geschiedschrijvers geenszins overeen

Bladz 65 v 18Naauw meester van dees statenVerloor zijn zoon het licht

Cambyzes Cyrus zoon is in zijne terugkomst van een gelukkig ten end gebrachtentocht tegen de Egyptenaren omgekomen terwijl by zijn leven reeds een priestergebruik gemaakt had van zijne afwezigheid om zich voor s Konings broederSmerdis door dezen in vroeger tijd omgebracht uit te geven en alzoo den troonmeester te worden Eenige Grooten van Perzieuml tegen den overweldigerzamengezworen beroofden hem van het leven en lieten vervolgens aan het lot terbeslissing over wie van hen de regeering aanvaarden zou Op deze wijze geraakteDarius aan het koninklijk bewind

Bladz 67 v 2Nog is ons voor het minst eacuteeacuten leger bijgebleven

Dat namelijk waarover Mardonius het bevel voerde doch hetwelk kort daarna byPlateacutea in Beotieuml een volkomene nederlaag onderging

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

492

Bladz 67 v 13Hun dolle plonderzucht tot een gerechte strafWier hand zich niet ontzag de Godgewijde altarenEn t beeld der goden in hun woede niet te sparenMaar heel den tempelraad te rooven enz

By de inrukking van Xerxes in Griekenland hadden de Atheners op gedurigeaansporing van Themistocles besloten hunne stad te verlaten en zich op de vlootingescheept de grijzaarts met een gering getal burgers in de vesting latende hunnevrouwen en kinderen in naburige steden Xerxes de Thermopylen doorgekomenen in Attica gevallen zijnde maakte zich weldra van Athene meester De stad werduitgeplonderd en verbrand en zelfs de tempels bleven niet gespaard

Bladz 68 v 9Het nageslacht zal leerenWanneer t den moord verneemt van dien verschrikbren dagDat zich geen sterveling zoo stout verheffen mag

In deze geheele rede van Darius wordt voornamelijk de zedeleer van het gantschestuk aan den dag gelegd Den Perzen wordt hier door den geest zelven van hunnenoverledenen Koning aangekondigd dat zy aan Xerxes overdrevene heerschzuchtaan de oneerbiedigheid jegens Neptunus en de heiligschennis te Athene gepleegdalle hunne tegenwoordige rampen te danken hebben

Bladz 71 v 7Niet buiten Halys breeden vloed

Halys eene rivier in klein Azieuml aan de grenzen van Lydieuml

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

493

Bladz 71 v 15En die Propontis zee omzoomenEn Pontus onherbergzaam strand

Propontis thands de zee van Marmora genoemd Pontus of Pontus Euxinus is detegenwoordige Zwarte Zee

Bladz 71 v 17Ook de eilanden om wie de golven klotsenDoor Egeus val berucht bestierden zijn geboocircn

Egeus Koning van Athene wiens zoon Theseus den tocht tegen den Minotaurusin Crete had ondernomen met belofte by eene gelukkige terugkomst witte zeilen tezullen spannen maar deze belofte vergetende met zwarte zeilen was te ruggekomen had zich uit wanhoop over de ramp die hy vermeende dat hem door ditteeken aangekondigd werd in de zee geworpen die thans de Archipel genoemdwordt en die in oude tijden daarvan den naam kreeg van Egeiumlsche Zee

Bladz 72 v 3En Temnus Rhodus Cnidus waarDe Mingodin op t sterkst wordt aangebedenEn Papus Solus Cyprus glans

Δῆμνον (L emn o n ) leest men in het oorspronkelijke De vermelding van Lemnusechter heeft my hier ter plaatse altijd gehinderd daar de dichter de eilanden van deEgeiumlsche Zee die ten tijde van Darius onder het gebied van Perzieuml stonden reedsopgenoemd heeft en thands gelijk het my toeschijnt uit den zin duidelijk te blijkenvoacuteoacuter heeft van eenige van die steden te gewagen welke door de Perzianen op hetvaste land buiten hun rijk of afzonderlijk op eilanden bezeten werden Het komt mydus waarschijnlijk voor dat hier met eene ligte verandering voor Λῆμνον (L emn o n )Τῆμνον (T emn o n ) moet gelezen worden T emn u s vindt men onder de Eoumllischesteden genoemd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

494

by Herodotus Boek I Hoofdst 149 Ik heb dienvolgens gemeend dat het my vrijstonddeze lezing in eene dichterlijke overbrenging aan te nemen schoon ik het niet opmy zou nemen den Griekschen text zelven naar mijne gissing te veranderen Verdermeen ik ingevolge mijne uitlegging dat door Rhodus hier niet het geheele eilandmaar de stad van dien naam verstaan moet worden Men ziet dat de dichter in hetvervolg ook hier dan van enkele steden gewagmaakt Cnidus is eene Dorische stadin klein Azieuml Paphus en Solus zijn steden op het eiland Cyprus gelegen

Bladz 72 v 6En gy o Salamis die t aanzijn hebt gekregenVan t plekjen waar de Grieksche lansHet heir der Perzen heeft doorregen

Dit Salamis is insgelijks eene stad van het eiland Cyprus Teucer zoon van Telamona zijne terugkomst van den tocht tegen Troje door zijnen vader verbannen om dathy den dood van zijn halven broeder Ajax die zich uit wanhoop Achilles wapenentegen Ulysses verloren te hebben zelf van kant geholpen had op dezen laatsteniet gewroken had zette zich op Cyprus neder en stichtte daar eene stad die hyter geheugenis van zijn geboortestad den naam van Salamis gaf

Bladz 79 v 5Herinnering aan beter tijden enz

Van dezen laatsten Koorzang van het laatste Tooneel (het welk ik over het algemeenmet meer dan gewone vrijheid ja met verplaatsing en uitlating van een aantalverzen heb overgebracht) heeft het oorspronkelijke volstrekt niets Het stuk eindigtdaar met een vrij langdurige afwisseling van afgebroken klachten en uitroepingentusschen Xerxes en de Rei iets het welk niet alleen van onzen smaak allervreemdstis maar by de Grieken-zelve naar alle waarschijnlijkheid door de muziek alleenverlevendigd en opgehouden werd Dit hoop ik zal my ter verschooning dienendat ik het gewaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

495

heb achter eene overbrenging van Eschylus eene plaats aan mijne eigene verzenin te ruimen

Bladz 92

[HETVERHAALVANDENBODEUIT ESCHYLUSZEVENTEGENTHEBE kwam voor in de eersteuitgave van d e P e r z e n en werd later herdrukt in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d ]

Bladz 99

[ALFONSUS DE EERSTE Dit Treurspel werd voor de eerste maal in 1818 voor detweede maal in 1845 uitgegeven Het werd by de eerste en tweede uitgavevoorafgegaan van de volgende]

Voorrede

Omstreeks het einde van de elfde eeuw werd een aanmerkelijk deel van hettegenwoordige P o r t u g a l door een vreemd Prins in dienst van Koning Alfonsusden Zesden van L e o n en C a s t i e l j e op de Saraceenen gewonnen Deze prinsalgemeen onder den naam van Henrik bekend was waarschijnlijk een jonger broederuit het Huis van Bourgondie schoon Camoens hem van Hongarijen anderenwederom van het Grieksche Keizerrijk doen komen Hy ontfing ter belooning vanzijne diensten het door hem-zelven herwonnen land mitsgaders alles wat hy verderop den Moor mocht veroveren met den titel van Graaf in leen en s Koningsnatuurlijke dochter Dona Theresia ten huwelijk Na zijne dood poogde deze dehaar nagelaten voogdij in eene onbepaalde heerschappij voor zich en haar tweedenechtgenoot Graaf de Trava met achterstelling van haren en Henriks zoon Alfonsuste veranderen De Spaansche en Portugeesche Historieschrijvers zijn het over deomstandigheden dezer gebeurtenissen niet eens maar hierin komen zy allenovereen dat de jonge Alfonsus met behulp der voornaamste Ridders van hetGraafschap de vijandelijke ontwerpen van zijne moeder verijdeld en zich in deGrafelijke macht gesteld heeft Onder dien titel heeft hy lang geregeerd en

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

496

het is eerst na zijne beroemde overwinning op vijf Moorsche vorsten by Ouriquedat hij dien van Koning welken ik hem reeds by den afloop van mijn stuk geve heeftgedragen Even zoo onderstelt het zijn huwelijk reeds voltrokken schoon dit eerstvele jaren later in de geschiedenis vermeld wordt

Bladz 178

[BYHETOPENBAAREXAMEN enz afzonderlijk uitgegeven Merkwaardig is het verschilvan geest en toon in dit en het later volgend school-gedicht vergeleken met delatere voortbrengselen van Da Costa Waarschijnlijk is het ook wel daaraan toe teschrijven dat de Dichter in strijd met den door hem zelven vermelden lsquotrek naarcompleteering die ons tot in het onbeduidendste wel eens vervolgtrsquo (Voorrede voacuteoacuterde Z a n g e n ) deze liederen in die verzameling niet mede opgenomen heeft]

Bladz 182

[OP DEN MARTELDOOD VAN RAPHAEL GOMEZ SALSEDO Dit dichtstukje is eene vrijevertolking van een sonnet van den Spaanschen dichter Daniel Levi [Don Miguel]de Barrios waarvan het oorspronkelijke hier wordt medegedeeld]

Soneto al glorioso martirio de RG Salsedo

[Triumphal Carro Flores y Luzes pag 9]

Raphaeumll no hay tormento qua se evitePor confesar un Dios omnipotenteMuerte prolixa en quanto vive sienteEterna vida en quanto muere admite

Lengua de fuego en su loor repiteConstancia tan feliz sobre ara ardienteQue si el Zelo aacute le pena lo consienteA la Gloria le pena lo remite

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

497

Del material incendio al soberanoAlccedilando el buelo Phenix peregrinoDexa el polvo aacute la vista del Tirano

Dando luz al que sigue su caminoRaphael medicina Angel humanoY por medio mortal se faz divino

Bladz 183

[OPHET FEEST DER VERBROEDERINGAAN LEYDENSHOOGESCHOOL Dit dichtstukje komtvoor in een bundeltje van gedichten ter gelegenheid van een verbroederingsfeestaan Leydens Hoogeschool in 1818 Er schijnt toen onder de Leidsche studenteneene vete bestaan te hebben die later is bijgelegd en waarvan de beslechting endaarop gevolgde verbroedering aanleiding gegeven heeft tot feestelijkheden waarbydit dichtstukje is vervaardigd Ook de Hoogleeraar Speyert van der Eyk bezong ineenige Latijnsche dichtregelen die gebeurtenis]

Bladz 186

[BY HET OPENBAAR EXAMEN enz mede afzonderlijk gedrukt]

Bladz 192

[PROMETHEUS Om de chronologische orde komt dit gedicht nu eerst voor ofschoonhet in E s c h y l u s D r ama t i s c h e d i c h t s t u k k e n onmiddelijk achter d eP e r z e n werd geplaatst D e P r ome t h e u s kwam in het licht in 1819 met devolgende]

Voorrede

Even als de navolging der P e r z e n van E s c h y l u s die nu ruim drie jaren geledenin het licht verscheen zoo is ook deze van het meesterstuk van denzelfden dichterharen oorsprong verschuldigd aan den bijzonderen smaak dien ik voor my in zijnepoeumlzy boven die der twee andere Grieksche Treurspeldichters altoos gevondenheb Dikwijls heeft de onbeschrijflijke aandoening

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

498

die my zijne verzen veroorzaken mijne verbeelding zoodanig opgewekt dat ik myniet wederhouden kon den dichter zoo als ik hem opvatte in Nederduitschedichtmaat uit te drukken en alzoo ontstond dan weder zonder eenig bepaaldvoornemen en bijna ongevoelig uit de bewerking van eenige enkele tooneelen dezeoverbrenging van den geheelen P r ome t h e u s die ik wensche dat aan hem diehet oorspronkelijke kent niet onbehagelijk zijn moge en aan die het niet kent ereenig denkbeeld van zal kunnen geven Intusschen is er voor den laatsten wellichteenige voorbereiding noodig tot het ware verstand van een Grieksch tooneelstuken voornamelijk van dit Men houde my dan eenige weinige aanmerkingen tengoede die ik hier te dien einde laat voorafgaanIn de eerste plaats herinner ik den lezer aan den oorsprong van de Grieksche

Tragedie Een dithyrambe ter eere van Bacchus zie daar de kern waar zich eender fraaiste planten van den dichterlijken hof uit ontwikkelen moest De lof van godenen halve goden eerst in een onfgebroken zang aangeheven vervolgens doorwevenmet verhalen van hunne weldaden en heldenwerken die eindelijk door afwisselendepersonaadjen of bezongen of zelfs voorgesteld werden weer weldra het meeralgemeene onderwerp dezer dithyramben waaruit Eschylus vernuft een afzonderlijksoort van poeumlzy gevormd heeft Zijne stukken nog in den hoogdravenden stijl derlierzang geschreven hadden eigenlijk slechts eacuteeacutene belangrijke omstandigheid vaneenig god of held ten onderwerp en deze omstandigheid stelde hy door de personendie er deel aan hadden zelve te doen spreken en onder de i l l u s i e van de doorhem ingevoerde tooneelpraal aan het gezicht zoo wel als aan het gehoor van denaanschouwer levendig voor Nu was het Treurspel geboren en tot een bloeiendejongelingschap opgekweekt S o p h o c l e s volgde en volmaakte het werk By hemwerd het Treurspel de dichterlijke ontwikkeling van eene door het Noodlotvoorbeschikte gewichtige gebeurtenis en nu had de Grieksche Tragedie ook haartijdperk vanmannelijke rijpheid gehad Voor Euripides die deze twee groote mannenopvolgde bleef niets meer overig dan het tijdvak des ouderdoms van het tooneelte vervullenMaar keeren wy tot Eschylus met wien alleen wy hier eigenlijk noodig hebben

te rug Om zijne stukken en inzonderheid zijnen P r ome t h e u s

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

499

wel te vatten moeten wy ons allereerst in een wereld van goden verplaatsen Maarvan goden even als het menschdom aan den wil ondergeschikt van eenOppermachtig Noodlot Noodzakelijkheid Voorbestemming of zoomen het noemenwil dat by de Ouden de plaats verving van het aan ieder mensch en bijzonder aanden dichter zoo dierbaar denkbeeld eener alles bepalende Voorzienigheid Dochmisschien heeft dit nadere opheldering van nooden Eene korte beschouwing vanons dichtstuk zal die opheldering misschien kunnen geven terwijl ze tevens tot hetbegrip van het stuk zelf niet ondienstig zijn zalVolgens onzen dichter regeert het Noodlot over hemel en aarde doch niet

onmiddelijk maar door tusschenkomst van de zoogenaamde Olympische godenaan wier hoofd allereerst de god Uranus gestaan heeft Dezen verjoegen zijnezonen de Titans waaronder Cronus (of Saturnus) die hem in het gebied opvolgdeJupiter Cronus zoon bijgestaan door Prometheus en andere goden en halve godenberooft op zijne beurt zijn vader van de hemelkroon en doet hem met de Titansdie zijne partij gekozen hadden den Olympus ruimen Nu gebruikte hy weldra zijnegoddelijke macht om het menschdom dat onder Cronus zeer gelukkig geweestwas te vernederen en te kwellen Prometheus verzet zich tegen dit voornemenzoo lang hy kan doch toen het menschdom door de ongenade van Jupiter zoo verrevervallen was dat er schier geen onderscheid meer tusschen dit en het redeloozedier bestond bracht hy het vuur der hemelen dat een goddelijke bezielingskrachtbezat op de aarde en herstelde alzoo den mensch tot zijn vroegeren en beterenstand Nu had hy zich ook den haat van Jupiter en de overige ondergeschikte godenop den hals gehaald en tot straf zijner weldaden aan het menschdom wordt hy opbevel van Jupiter in het woeste Scythieuml aan een rots op het strand der zeevastgeklonken en op allerlei wijzen gefolterdHet is hier dat ons dichtstuk eigenlijk een aanvang neemt niet om den toeschouwer

nieuwe gebeurtenissen voor oogen te brengen maar eenvoudig om hem denlijdenden held in zijne droevige omstandigheid te leeren kennen en zijn gedrag enkarakter als twee by uitstek dichterlijke voorwerpen in de hoogere taal der poeumlzyaf te schilderen door hem zelven sprekende in te voeren en in tegenstelling tebrengen met de overige personen van het dicht-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

500

stuk die om hem en om hem alleacuteeacuten ten tooneele gevoerd worden Men verwachtedus hier geene eigenlijk gezegde daad gelijk Sophocles die naderhand tot hetwezen der Tragedie gemaakt heeft en gelijk zy op het hedendaagsche tooneel eenhoofdvereischte uitmaakt P r ome t h e u s i n z i j n e k l u i s t e r s zoo luidt deGrieksche titel en belooft dus geene voorstelling van een daad of gebeurtenis maaralleen van het op zich zelf beschouwde uitwerksel van vroegere gebeurtenissenEen lofzang op de tegen alle geweld onwrikbare braafheid en het innige vertrouwenop een hooger Macht in een wezen dat de menschelijke natuur wel te b o v e n maar niet te b u i t e n gaat en dat ons alzoo te gelijk verheffen en belang inboezemenkan ziedaar het eenige doel van den dichter in zijn P r ome t h e u s Laat ons zienop wat wijze hy dit doel bereiktPrometheus zelf van goddelijken oorsprong acht zich geheel het stuk door en

in al zijn lijden den gelijke van dien Jupiter aan wiens vervolging hy nu bloot staatHy heeft zelfs van zijne moeder Themis een geheim vernomen dat Jupiter betreften voor Jupiter zelven nog verholen is Dit geheim bestaat daarin dat volgens debestemming van het Noodlot Jupiter de heerschappij des hemels moet verliezenwanneer hy met Thetis eene van Oceaans dochteren een huwelijk aanging Wantuit dit huwelijk moest een zoon geboren worden die zijn vader in macht verre zouovertreffen en hem de kroon der hemelen ontrukken Dit lot kon Jupiter alleenontgaan door zich van dien echt te onthouden Een van beiden vertrouwt derhalvePrometheus dat gebeuren moet (want de zekere en bepaalde kennis welk der tweeplaats zal hebben behoort alleen en uitsluitend aan het Noodlot) of Jupiter moeteens den scepter verliezen en hy alzoo van zelf uit zijne boeien ontslagen wordenof die god moet om van Prometheus het gewichtige geheim en de middelen omzich voor den bedreigden val te hoeden te vernemen zijn kluisters breken en zichvoor hem vernederen In dit vertrouwen en met de zelfbewustheid van wel gedaante hebben trotseert hy alle folteringen en het verschrikkelijke uitzicht op devoortduring daarvan gedurende eeuwen en heeft hy stellig besloten noch zijneverontwaardiging tegen zijnen machtigen vervolger te ontveinzen of te matigennoch hem het geheim der toekomst te openbaren voor dat hy in zijn vorigen staathersteld worde en voldoening van het ge-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

501

ledene ontfange Om hem van dit voornemen te rug te brengen zijn de smertenvruchteloos die hy op de rots waaraan hem de aanschouwer vastgebonden zietondergaat vruchteloos de raad en de innemende taal van een Rei van Zeenimfendie hem in zijn leed komt bezoeken De God des Oceaans vertoont zich nu ook omhem te bewegen maar zijne redenen dienen nergens anders toe dan om hetmannelijke karakter van Prometheus tegen de buigzaamheid van het zijne in eenzoo veel te schitterender licht te plaatsen Aan Iouml die mede een offer van Jupiterswreedheid de aarde wanhopig en half zinneloos doorzwerft en uit wie na dertiengeslachten Hercules de bestemde verlosser van Prometheus spruiten moet aanIouml zeg ik spreekt hy hoe lijdende zelf liefderijken troost toe en openbaart haarten blijke van zijne zekere kennis der toekomst het einde van hare jammeren TegenMercurius eindelijk die hem op een gebiedenden toon de verklaring komt vragenvan het orakel waarmede hy Jupiter bedreigt toont hy zich met dezelfde waardigheidonverzettelijk in zijn besluit en wacht met kalmte de vervulling af der verschrikkelijkegebeurtenissen die hem Jupiters zendeling aankondigt Met deze vervulling eindigtdan ook het dichtstuk en te midden van geweldige aardbevingen en dwarrelwindenzinkt Prometheus weg om in het gebied der hel op eene nog wreeder wijze gefolterdte wordenDit weinige zij genoeg tot opheldering des zakelijken inhouds van het

oorspronkelijk Ik voeg hier nog een woord by over mijne navolging die deze reisveel vrijer nog uitgevallen is dan mijne vroegere overbrenging der P e r z e n Voorwie zich over deze vrijheid somtijds verwonderen mocht merke ik alleen aan dathet vertalen van een dichter een hoogst ondichterlijk werk zijn zoude indien mendaarbij iets anders zocht dan de denkbeelden die ons getroffen hebben op onzewijze en in eene ons meer eigene taal en dichtmaat weder te geven En hiermedevalt alle opzet om of het oorspronklijke getrouw te blijven of daarvan naar willekeuraf te wijken noodzakelijk wegWat eindelijk de Aanteekeningen betreft deze hebben geen ander doel dan om

den lezer de moeite van nazoekingen omtrent de toespelingen des dichters op heteen en ander geschiedkundig of mythologisch feit te besparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

502

[De P r ome t h e u s werd besloten met de volgende]

AanteekeningenBladz 192 v 1de wraakgodin

Het oorspronkelijke Grieksch voert hier een dubbele persoon (K r a c h t e ng ew e l d ) ten tooneele om Vulcaan in het volbrengen van Jupiters last te helpenIk heb gemeend dat in eene Hollandsche overbrenging deze rol gevoegelijk aande meer bekende personaadje van de Wraakgodin of Nemesis kon opgedragenworden

Bladz 194 v 14Maar hoe naauw het harte kleeftAan maagschap weet gy niet

Iaumlpetus Prometheus vader was een der zonen van Uranus en de Aarde Titansgenoemd en alzoo broeder van Cronus of Saturnus den grootvader van Vulcaan

Bladz 198 v 6Aan kloeken raad was zelfs de klank uws naams verwant

De Grieksche naam van P r ome t h e u s geeft de eigenschap van voorzichtigheidte kennen

Bladz 203 v 1En echter zal dees rots nog eens het uur getuigen enz

Deze voorzegging wordt bewaarheid in het laatste tooneel

Bladz 209 v 9t Is niet het godenbloed alleen dat beider aderen enz

Oceaan was de zoon van Uranus en de Aarde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

503

Bladz 212 v 11Mijn broeder Atlas enz

Atlas was niet de zoon gelijk Oceaan maar de kleinzoon van Uranus door IaumlpetusOceaan noemt hem hier broeder om dat hy mede onder den algemeenen naamder Titans begrepen werd en in hunne zaak en lotgevallen in den oorlog tegenJupiter gedeeld had

Bladz 212 v 14Ook Typhoos lot was hard

Een reus geboren uit den Tartaar en de Aarde die mede den oorlog tegen dehemelgoden had helpen voeren

Bladz 219 v 15Aan my meecirc dat de taal die uit den boezem breekt enz

Wien deze verzen niet duidelijk zijn raadplege de onlangs in het licht verschenenVerhandeling van den Heer Mr Bilderdijk over den oorsprong van het Letterschriften hy zal daar het eenige systema over dit onderwerp vinden dat den Dichterwaardig is en den Wijsgeer die de waarheid zoekt voldoen kan Dat ik hetzelvePrometheus in den mond legge behoeft denk ik geene rechtvaardiging

Bladz 225 v 3Door t duizendoogig spook enz

Iouml dochter van den Stroomgod Inachus door Jupiter bemind en verleid werd doorde ijverzucht van Juno in eene koe veranderd en aan de wacht vertrouwd van eenmonsterachtig herder Argus geheten en met honderd oogen toegerust Dezenwachter deed Jupiter door Mercurius ombrengen Doch dit bevrijdde Iouml van haarleed niet Juno joeg haar een geweldigen schrik aan en deed ze alzoo een gedeelteder aarde doorzwerven tot dat ze einde-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

504

lijk in Egypte rust vond Jupiter een zoon baarde en als godesse vereerd isgeworden

Bladz 225 v 12Nog ruischt de toon der rietpijp door mijn zinnen enz

Mercurius namelijk had Argus door het geluid eener rietpijp in slaap gezongen enhem in den slaap van kant geholpen

Bladz 229 v 3Gy hebt de zusteren van Inachus gehoord

Inachus werd als alle Stroomgoden voor een zoon van Oceaan gehouden

Bladz 230 v 9En de eikenboomen zwegen

De eikenboomen van het Dodoneesche bosch werden gezegd geluid te geven enorakels te verkondigen

Bladz 230 v 14Mijn voorhoofd eens zoo fier enz

Men neme in acht dat de Dichter de zwervende Iouml wel onder een menschelijkenvorm ten tooneele voert maar tevens ter herinnering aan Junoos vervolging methorens op het voorhoofd

Bladz 233 v 3En de enge zee getoond die gy moet overvaren enz

Versta de tegenwoordige zeeeumlngte van Caffa eertijds Bosporus (o v e r v a a r t d e rk o e in het Grieksch) genaamd ter geheugenis van Ioumlos overvaart in hare viervoetigegedaante

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

505

Bladz 237 v 2Hier hebt ge Phorcys kroost te mijden

Drie in de fabel zeer vermaarde zusteren waaronder Medusa vooral die zichbeurtelings van eacuteeacuten oog aan alle drie gemeen bedienden

Bladz 237 v 8Der Arimaspias

De Arimaspias was een rivier in Scythieuml dus genaamd naar hare oeverbewoonersde Arimaspen

Bladz 239 v 1Een hunner zal de nood enz

Men kent de geschiedenis der vijftig dochters van Danauumls die om het huwelijk vanEgyptus vijftig zonen te ontgaan haar geboorteland Egypte verlieten en in Argoseen schuilplaats zochten Doch ook daar door hare minnaars vervolgd gingen zyhet opgedrongen huwelijk aan maar brachten hare jonge echtgenooten op haarsvaders bevel in den eersten bruiloftsnacht om Een enkele Hypermnestra ontzaghaar gemaal redde hem en besteeg vervolgens met hem den troon van ArgosEgyptus en Danauumls waren broeders zonen van Belus den kleinzoon van Iouml uitEpaphus

Bladz 244 v 4k Zag reeds twee goden vallen

Uranus werd door zijn zoon Cronus en deze op zijn beurt door zijn zoon Jupiter uitden hemel verjaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

506

Bladz 252

[CASSANDRAAS VOORZEGGING Dit fragment uit Eschylus A g amemn o n werd alseen toevoegsel tot den P r ome t h e u s te zamen met dit dichtwerk in 1819uitgegeven Het werd voorafgegaan van de hierna volgende korte]

Inleiding

Agamemnon Koning van Argos van het beleg van Troje terug komende wordtdoor zijn eigen echtgenoote Clytemnestra en haren overspeligenminnaar Egisthusverraderlijk omgebracht en met hem de Trojaansche Prinses Cassandra die hygevankelijk met zich gevoerd had Het is bekend dat deze Vorst een zoon was vanKoning Atreus zoo berucht in de oudheid door zijn wederkeerigen haat tegen zijnbroeder Thyestes Egisthus vader Zie daar de geschiedenis waarvan Eschyluszijnen A g amemn o n heeft gevormd Het fragment dat hier in het Nederduitschonder den naam van C a s s a n d r a a s v o o r z e g g i n g gegeven wordt stelt hettooneel van dit stuk voor alwaar Cassandra die van Apollo de gave van wichelarijin vroeger tijd reeds had ontvangen Agamemnons en haar eigen naderend uiteindeaan een Rei van Argivische Grijzaarts die niets dergelijks vermoeden aankondigtHet tooneel speelt voor den ingang van het vorstelijk paleis alwaar Cassandra

in een wagen zittende een weinig te voren is aangekomen Verdere ophelderingenwaar die noodig mochten zijn blijven voor de aan het slot geplaatste Aanteekeningenbewaard

Bij CASSANDRAAS VOORZEGGING behooren de volgende]

AanteekeningenBladz 252 v 6 en 7Heeft niet ook Hercules des noodlots toorn geboetEn ketenen getorscht

Dit moet verstaan worden van den tijd van zijn verblijf aan het hof van OmphaleKoningin van Lydie op wie hy smoorlijk verliefd was en die zoo veel invloed ophem had dat zy hem vrouwenwerk liet verrichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

507

Bladz 253 v 4Zoo slechts t barbaarsch gehoor enz

Barbaarsch noemden de Grieken al wat vreemd was

Bladz 256 v 3 en volgZiet gy die kinderen niet zweven langs de wand enz

Atreus woedend om het tusschen zijne echtgenoote en zijn broeder Thyestesgepleegd overspel had twee van Thyestes kinderen omgebracht hun vleesch doentoebereiden en op huns vaders disch plaatsen Naar het verhaal der fabel deeddeze verschrikkelijke wraak de Zon van afgrijzen te rug gaan en riep den vloek dergoden op geheel het huis der Pelopieden dat te Argos regeerde De gebeurtenissendie het onderwerp van den A g amemn o n uitmaken waren het gevolg hiervan

Bladz 259 v 10En Itys noodlot al te wreed enz

Philomele door haar schoonbroeder Tereus gewelddadig geschonden klaagdehaar leed aan hare zuster Tereus echtgenoote en ontstak die in zulk een woededat zy haar eigen zoon Itys ombracht en den vader met zijn vleesch spijsde Alledie ongelukkigen verwisselden na deze gebeurtenis van gedaante en wezen enPhilomele werd in een nachtegaal herschapen in wier smeltende toonen de oudheideen klacht over Itys dood waande te bespeuren

Bladz 262 v 17En t menschdom niettemin is voor mijn klanken doof

Apollo had Cassandra met het vermogen van wichlarij begaafd in de hoop dat zyzijne liefde voldoen zoude Zy weigerde dit en daar de God haar de eens verleendegaaf niet weder ontnemen kon voegde hy er tot straf by dat hare voorzeggingendoor niemand geloofd zouden worden Het oorspronkelijke geeft hier d eacute t a i l s vandie wy gemeend hebben te kunnen achterlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

508

Bladz 263 v 20O vrouw vloekwaarder dan Charybdis enz

Charybdis is by de Ouden eene vrouw die om dat ze Hercules bestolen had vanden bliksem getroffen en in de Middellandsche Zee geworpen was alwaar zy aaneen vreesselijken kolk den naam gaf

Bladz 269

[HET TREURSPEL Deze Od e verscheen het eerst in het licht als toevoegsel tot denP r ome t h e u s in 1819 Zij werd later op nieuw uitgegeven in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d Da Costa merkt zelf in lsquode Voorrede van dieZ a n g e n rsquo op dat zy voor een aanmerkelijk deel de toenmalige richting van zijngemoed in poeumlzy karakteriseert]

Bladz 276

[LIEFDE Vroeger niet gedrukt Het eerst opgenomen in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d ]

Bladz 281

[AAN BILDERDIJK BY HET AFSTERVEN VAN ZIJN ZOON JULIUS WILLEM den eersteling vandes grooten Dichters echt als Adelborst in ZM zeedienst op eene terugreis vanChina aan boord van het schip in 1819 overleden De Zanger verheerlijkte denagedachtenis des beminnelijken jongelings in een bundel R o uw z a n g e n De eerste regel van Da Costas Rouwdicht zinspeelt op den aanhef van Bilderdijks

Voorzang voor De E c h t (Bilderdijks Dichtwerken XI blz 122

De tranen zijn uw deel op aardRampzalig sterveling

Van daar bij Da Costa de uitboezeming

JA TRANEN ZIJN ONS DEEL OP AARD]

Bladz 286

[BY HET OPENBAAR EXAMEN enz afzonderlijk gedrukt]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

509

Bladz 292

[Dit gedicht is het eerste dat ontleend is aan den Bundel getiteld P o euml z y die intwee deelen te Leyden by Herdingh en Zoon in het licht verscheen Het was vooraldoor de uitgave van dien Bundel dat Da Costa reeds als gelukkig dichterlijk vertalerberoemd zich ook als geniaal oorspronkelijk Dichter deed kennen en van stondenaan zich eene eigene plaats verwierf die hem door niemand zelfs niet in hetg e n r e waarin hy vooral uitmuntte door zijnen grooten Meester Bilderdijk werdbetwist Wy hebben hier den blakenden gloed der jeugd by de volle rijpheid desmannelijken leeftijds en die beide overstraald door de zon van het heilige OostenHet eerste deel van de P o euml z y werd ingeleid door de volgende]

Voorrede

By de tokkeling der Dichterlijke lier openbaren zich de diepste verborgenheden vanhet hart en zoo staan des Dichters persoonlijke gevoelens aan de kennis van hetAlgemeen aan hetwelk hy de uitvloeisels zijner aandoeningen tot voorwerpen vankunst geworden mededeelt oneindig meer dan die van eenig ander Schrijver blootMisschien geldt dit inzonderheid van dezen bundel Opgevoed in een denkwijzegeheel strijdig met den heerschenden geest der eeuw en in die denkwijze bevestigddoor den les en het voorbeeld van den grooten Dichter die zoo krachtig alsonveranderlijk zich jaren lang tegen dien geest verzet heeft en nog verzet moet hetdes niemand verwonderen dat ik ook in de hier verschijnende stukjens geheelandere dan de tegenwoordig algemeen wordende begrippen belijde en daar openlijken met nadruk voor uitkome Hierin stel ik eer en genoegen Dan voorweldenkenden die (uit hoofde van wat omstandigheid het zijn mag) aan de eeneof andere mijner uitdrukkingen eene beteekenis mochten kunnen hechten voorhunne eigene gezindheid aanstotelijk achte ik het plichtmatig tevens te verklarendat wel zeer verwijderd van zoodanige bedoeling mijn hart geen afkeer voedt enuitdrukt dan tegen de by hun evenzeer gehate beginselen van Ongodistery enomverrewerping der maatschappelijke orde en zich (behoudens ieders wettigegehechtheid aan zijne wijze van beschou-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

510

wen in de verdere byzonderheden) gaarne vereenigt met al wie de hand leent aande bestrijding en verdelging dier afschuwlijkheden Met deze ter goeder trouwgegevene verzekering heb ik de misvatting van oprechte belijders van welkGodsdienstig geloof hier te lande ook niet te vreezenDit weinige zij genoeg over den geest van deze verzameling Nog een enkel woord

betreffende het een en ander der Dichtstukken in dit Eerste Deel vervat Omtrentde I n e s d e C a s t r o merke ik aan dat dit Dichtstuk in den vorm van een Tooneelnaar den trant der Ouden geschreven geenszins als een gedeelte van eenvervaardigd of ontworpen Treurspel moet beschouwd worden Mijne denkbeeldenomtrent de vereischte inrichting van een hedendaagsch Treurspel brengen nietsdiergelijks mede Het vers was bestemd tot de vervulling eener spreekbeurt in hette Amsterdam nieuw opgericht Genootschap V o o r U i t e r l i j k eWe l s p r e k e n d h e i d en had alzoo geen ander doel dan om overeenkomstigde instellingen dezes Genootschaps tot een proeve te verstrekken van den stijl entoon van tragische poeumlzy en versificatie in onze taal De mededeeling der drie doormy overgebrachte stukjens van Lamartine zal misschien den lezer welkom zijn hetzij als herinnering aan het oorspronklijk het zij als eene gelegenheid tot kennismakingmet dezen voortreflijken en belangrijken Dichter tegen wien zommige Franschezoogenaamde L i b e r a l e Dagbladen (die zich waarschijnlijk schamen zoudengezonder denkbeelden over Schoonheid en Kunst te uiten dan zy van Recht enWaarheid toonen te bezitten) zich beijverd hebben een ongunstig vooroordeel teverwekken Deze aanmerking moge tot beveiliging strekken tegen diergelijkepartyzuchtige beoordeelingen waardoor vreemdelingen in eene taal zich op hetgezag van landgenoten des Schrijvers al zeer licht laten wegslepen en diene tevenstot opheldering der aan Lamartine door my gerichte dichtregelen achter deoverbrengingen uit zijn werk geplaatst Wat eindelijk mijne Navolging betreft vanOvidius bekenden redestrijd tusschen Ajax en Ulysses ter zake van Achilleswapenen ik heb hoe vervuld dit stuk zij van eene menigte toespelingen op de Iliasdie het versieren en verlevendigen het echter noodeloos geacht zoodanige plaatsenaan te wijzen en door aanhaling nader op te helderen daar zy den met Homerusbekende lezeren van zelve voor oogen springen en daarentegen weinig waardemeer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

511

hebben als men er eerst naderhand en buiten de zamenhang der verzen opaandachtig wordt gemaaktEn hiermede is het Eerste Deel van dezen bondel dat door een Tweede en laatste

voacuteoacuter den afloop van het jaar (zoo ik hope) gevolgd zal worden besloten Vaarintusschen wel Lezer en kunt gy by den overvloed van heerlijke zangen waarvande Hollandsche Pindus tegenwoordig wedergalmt een oogenblik met welgevallenhet oor leenen aan mijne nederiger tonen het zal meer zijn dan ik durf verwachtendie in het gebied der Dichtkunst op geen andere verdienste aanspraak make danop een brandend gevoel voor hare voortreflijkheid en een diepe overtuiging van dewaarheden die ons door hare bespiegelingen ontdekt worden

[Aan het Tweede Deel ging vooraf deze]

Voorrede

Ter geleide van dit Tweede Deel waarvan byzondere omstandigheden de uitgavetot nog vertraagd hebben voege ik nog eenige weinige woorden by het geen aanhet hoofd van dezen Bondel in het algemeen ter voorafspraak gezegd is Dezewoorden betreffen alleenlijk twee der in dit Deel verschijnende Dichtstukkenwaarover eene korte opheldering noodig is tot dat rechte begrip van den inhoudtot hetwelk de uitgevende Dichter zich verplicht gevoelt zijn lezer de hand te biedenTen eerste dan zij het aangemerkt dat het Dichtstuk onder den titel van de T o c h t

u i t B a b e l hier geplaatst eene omstandigheid onderstelt die ik niet gelovealgemeen genoeg bekend te zijn om er hier een byzonder gewag van te kunnennalaten Deze omstandigheid is de in het Spaansche Schiereiland zoo wel als onderde uitgewekenen dier landen zedert eeuwen verspreide overlevering volgens welkeeen groot aantal der Vorstelijke en aan den Vorstenstam verwante geslachten uitJuda dadelijk of ten minste korten tijd na de verwoesting van den eersten Tempelin het land van Spanje zich hebben nedergezet en voortgeplant en de kiemen diergroote bevolking gebracht die onder het over den aardbodem verspreide Volk vanIsraeumll wederom als een op zich zelf staand geheel behoort te worden beschouwdDeze

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

512

overlevering gelijk zy voor die haar van naby heeft onderzocht hoogst waarschijnlijkis wordt eene waarheid van het hoogste gewicht wanneer men haar in toepassingneemt op de Spaansche en Portugeesche Geschiedenissen over wier dieperekennis zy onbegrijplijk veel licht verspreidt zoo ten aanzien van den toestand derJoden in die landen gedurende eene lange reeks van eeuwen als ten aanzien vanverschillende zeer gewichtige gebeurtenissen (als onder anderen de vestiging dernieuwe Inquisitie tegen het einde der vijftiende Eeuw) welke tot nog toe of geheelniet of althands zeer gebrekkig gekend worden Hoogst belangrijk (en in meeropzichten dan men wel vermoeden zoude) kon eene opzettelijke en uitvoerigebehandeling van dit punt van historie wezen en het is een mijner vurigste wenschente eeniger tijde in de gelegenheid te zijn hetzelve uit te maken met dienaauwkeurigheid die de zaak in mijne oogen by uitstek verdient maar tot welkeeene menigte bouwstoffen onontbeerlijk zijn waarvan de toegang met even zoovele zwarigheden belemmerd is Hier ter plaatse zij het genoeg eenvoudig van hetbestaan der voormelde overlevering te gewagen en daar by aan te merken dat hetDichtstuk waarvan zy het onderwerp is het oogenblik onderstelt waar op de uit deBabylonische heerschappij ontslagene geslachten zich gereed maken in een anderdeel der wereld een schuilplaats te zoekenOnze tweede aanmerking geldt het F r a gme n t v a n L o r d B y r o n s C a iuml n

het vierde der in dit deel geplaatste stukken Dit Fragment is in het door den Autheuronder den titel van M y s t e r i e s p e l uitgegeven Dichtstuk het Tweede en DerdeTooneel van het Eerste Bedrijf met weglating alleen van eenige nietsbeduidendeVerzen over een zeer te onpas aangevoerd geschilpunt tusschen de tweehoofdpersonaadjen van het stuk en met byvoeging van eene Rei van Engelen wierwoorden door een c u r s i e v e n letter in den druk onderscheiden worden ten eindeden Lezer den zamenhang van het Engelsche Oorspronklijk te gemaklijker te doenbemerken Ten aanzien van dit Oorspronklijk-zelf merke ik op dat de C a iuml n vanden Lord Byron wederom is een dier Dichtwerken waarin zich dit voor denmenschkundigemeer nog dan voor den beminnaar van Poezy beschouwenswaardigwezen in alle de vreemdheid van zijn persoonlijk karakter vertoont Men vindt hierden Noordschen Edelman den zwaarmoedigen Engelschman den gevoeligen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

513

Poeumlet den hoogmoedigen en tevens lichtzinnigen Twijfelaar wiens ongelukkigegeestgesteldheid zich de kwade Geest van onze ongodsdienstige eeuw heeft wetenten nutte te maken met alle zijne tegenstrijdigheden te rug De Poeumlzy is hier als inde meeste van s mans schriften by vele gewichtige gebreken overvloeiende tevensvan verbeelding warmte en verheffing en andere dichterlijke hoedanigheden dievan eenheid evenwel en c o n s e q u e n t i e of wat daar naar zwemen mag geheeluitgesloten Zoo ver men uit dit stuk dan eenig bepaald stelsel van des dichtersdenkwijze kan opmaken schijnt hy hier eene soort van Ma n i c h e iuml sm u s tebelijden hetwelk op geen vaster gronden steunt dan de eentoonige steeds onderverschillende vormen voortgebrachte sofismen der Ongodistery doch die in deschitterende kleuren van Lord Byrons Poeumlzy gehuld niet nalaten konden by demeerdere verontwaardiging die zy by my verwekten een geheel andere uitwerkingdan die eener bloote wegwerping van het boek te weeg te brengen En zoo werddan het denkbeeld by my geboren om zemet de wapenen der Dichtkunst van mijnezijde te bestrijden en by eene overbrenging van een gedeelte van dit zonderlingestuk eene wederlegging te voegen door het invlechten van eenen Rei die naar dewijze der oude Treurspeldichters Waarheid en Zedelijkheid handhaven moet Dezemijne wederlegging geloove ik te berusten op gronden van Goddelijke Openbaringalthands ik zoude gruwen van het denkbeeld iets te hebben nedergeschrevendaarvan onafhanklijk Doch voor wie mijne oplossing van de drogredenen der BoozeWezens die de Engelsche Dichter tot zijne tolken schijnt te maken aannemelijkvinden moge dient vooral aangemerkt dat deze en alle andere oplossingen vanhet menschelijk verstand behooren te zijn ondergeschikt aan dat alles omvattendegeloof des harten waarin de Rechtvaardiging Gods buiten de medewerking eenerbekrompene redeneering geschiedt en op hetwelk alle de aanvallen eenergewaande f i l o s o f i e afstuiten schoon ook de Tijd nog niet daar is waarop deVerborgenheden der Wijsheid Gods ook voor de oogen van het Verstand zullengeopend worden

[Bij de nieuwe uitgave der twee deelen in 1847 werd gevoegd dit]

Voorbericht

De Boekhandelaar Kruseman heeft het wenschelijk geacht van dezen Dicht-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

514

bundel welke sedert eenigen tijd tot zijn boekenfonds behoort een nieuwen drukin klein formaat te geven Op de behulpzame hand daartoe van den Autheur haddeze onderneming hare aanspraak Die medewerking intusschen bepaalde zich uitden aart der zaak tot niet veel meer dan het nazien der proeven Indien dan nu bydie gelegenheid hier en daar in uitdrukking of punctuatie iets naar het gevoel of denindruk van het oogenblik veranderd werd de Bundel verschijnt behoudens dezeonbeduidende wijziging als bloote herdruk der uitgave van de jaren 1821 en 1822Aan verbetering die in der daad overwerking ware geworden kon daarby wel nietgedacht worden hoe ook anders na een zoo aanmerkelijk tijdverloop alleen reedsuit het standpunt der dichterlijke kritiek zich een trek tot overwerking mag hebbendoen gevoelen

In het geheel moet wel eene poeumlzy na meer dan het vierde eener eeuw op nieuwonder de aandacht gebracht niet alleen tot een nieuw geslacht van Lezers maarook tot den Dichter zelven in eene gewijzigde betrekking komen Toch blijft aandezen de belangstelling in de vrucht van een vroegeren leeftijd eigen Wel mogehem thands de keus of kleur van menige uiting het zij om hare sterkte het zij omhare zwakte een glimlach zoo niet scherper afkeuring dan dezen afpersen opmeer dan eene plaats herkent hy nog steeds de oogenblikken waarin dezelfbewustheid van dichter te zijn in zijn gemoed opwaakte en misschien reedseenige zelfstandigheid bekwam Meer dan belangrijk neen dierbaar wordt hem dieherkenning voor zoo ver zy zich tevens aansluit aan de gedachtenis van toestandendie voor zijn inen uitwendig leven beslissend zijn geweestDoch is dan alzoo de poeumlzy ook van deze Verzameling geen bloot spel geweest

met taal en denkbeelden maar veeleer de uitdrukking van een innerlijk leven ofstreven bovenal die van inwendige bewegingen en behoeften op Godsdienstiggebied zoo acht de Dichter zich by deze wederverschijning in gemoede tot tenminste eenige rekenschap verplicht van de verhouding waarin zijne tegenwoordigeovertuigingen staan tot hetgeen hy ook in dezen Bundel eenmaal uit zijne binnenstegewaarwording heeft nederlegd Inzonderheid van die zijde beschouwd kan hydeze poeumlzy niet betrekken dan tot een

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

515

tijdstip van w o r d i n g en allerminst van r i j p h e i d Wie met mijne gevoelens gelijkdie in latere vooral in de tien laatste jaren by schrifte openbaar werden eenigermatebekend is dien zal in den hier voorhanden Bundel een soort van bajert bejegenenwaaruit veel zich sedert tot bestemde denkbeelden ontwikkeld heeft of in eenevoortgaande beweging van ontwikkeling gebleven is maar waaruit ook niet weinighet zij men op de zaken of op de woorden zie eerder als verzwonden en opgelostte beschouwen is en voor my althands geene andere dan eene (mag ik ze dusnoemen) personeel historische beteekenis meer heeft Zoo rust dan (welketoegeeflijkheid men ook in het oordeel over de poeumltische waarde zal willen betoonen)op my althands ten aanzien van het wezen dezer dichterlijke uitboezemingen deplicht van een stellig protest tegen ieder andere richting welke daaraan zoudekunnen gegeven worden dan overeenkomstig met mijne later uitgesprokenebelijdenis omtrent de hoogste en dierbaarste waarheden Ja veeleer voor zoo verin deze poeumlzy mijner jeugd galmen gevonden worden die evenzeer of meer in hetgodsdienstig gevoel der Eeuw dan in het positief geloof des Evangelies eenenweecircrklank vinden acht ik het hier de plaats tegen alles wat tot het eerstgemeldterrein behoort des te nadruklijker te waarschuwen als ik voor my zelven ieder dagmeer behoefte heb aan de vastigheid van die historische Openbaring waarvan hetleven en de grondslag is de Heilbelofte des Ouden en des Nieuwen Testaments

Zoo ik in de toepassing van dit protest eenigzins noodig heb te byzonderen ik zouten voorbeelde van de schifting die ik hier wensch aan te bevelen tusschen w o r de n d e n b l i j v e n d tusschen w e z e n l i j k en b y k om s t i g tusschena l g eme e n Go d s d i e n s t i g en b e s t em d B i j b e l s c h bepaaldelijk wijzenop drie der grootereDichtstukken in denBundel deHymne der V o o r z i e n i g h e i d d e R e i e n i n B y r o n s C a iuml n en d e T o c h t u i t B a b e l De tweeeerstgenoemden mogen inzonderheid mijnen jongen mededichteren nog steedseenig belang inboezemen als poeumlzy zy vorderen van wie het om hoogere belangente doen is naauwlettende toetsing aan het Woord van God ter onderscheiding vanbeproefde waarheid en gewaagde dichting Ik zoude thands zeer zeker geen vanbeide zoacuteoacute schrijven ik zou geen van beide thands onderschrijven zonder een zekeremedeplichtigheid aan richtingen die

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

516

ik toen ter tijd daarin niet zoo zeer vreesde of besefte Vooral zou ik huiveren vanhet wedergeven al zij het ook om ze te wederleggen der lasteringen van hetEngelsche Dichtstuk lasteringen waartegenover in elk geval de toon van lofzangen aanbidding maar geenszins eenige poging tot oplossing voegt buiten dat eacuteeacutenewoord van den Apostel W i e z i j t g y d i e t e g e n Go d a n t w o o r d t - Watde T o c h t u i t B a b e l betreft zekerlijk blijft my de historische grondslag van ditVers altijd gewichtig als hebbende betrekking tot eene nationale in mijnemondelingeVoorlezingen over de moderne Geschiedenis der Joden later in het breedebehandelde overlevering die der vestiging voor een gedeelte van den koninklijkenstam van Juda uit Babel in het Spaansche schiereiland kort na de eerste stad- entempelverwoesting van Jeruzalem Ten aanzien evenwel der bewerking zoude ikmy thands voorzeker niet meer veroorloven de prophetische glansen der toekomstigeheerlijkheid van het Joodsche volk onder hunnen eigenen Koning C h r i s t u s toete passen op eenig tijdvak hoe belangwekkend ook anders van Israels geschiedenisbuiten het erfland der vaderen en de gehoorzaamheid aan dien Verlosser die alleacuteeacutend e L e e uw u i t J u d a is wien toekomt de scepter de wetgeving en de eere -w i e n s K o n i n k r i j k k ome September 1847

Bladz 292

[DENHEEREDR IMANUELCAPADOSE Deze Capadose was lijfarts van koning Lodewijkgehuwd met Batseba Da Costa zuster van Daniel Da Costa vader des Dichterswier afsterven hier dichterlijk herdacht en betreurd wordt Hij was een oom van DrAbraham Capadose den boezemvriend van onzen Zanger aan wien zoo menigschoon gedicht door hem toegewijd werdDaar de gedichten in den Bundel Poeumlzy niet alle een jaartal dragen heeft men

de chronologische orde niet verder kunnen volgen dan dat men ze allen een plaatsin het tijdperk van de jaren 1818-1822 gegeven heeft]

Bladz 294

[EURYDICE Een nagalm van de antieke Grieksche luit in schoone Hollandschedichtklanken weecircrgegeven]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

517

Bladz 310

[DE TRAAN Het oorspronkelijke van dit gedicht komt voor in de H o u r s o fI d l e n e s s van Byron en behoort dus tot het tijdperk van dezes Dichterseerstelingen De wensch aan het slot is voor Da Costa nog meer dan voor Byronboven hopen en denken vervuld Onder hoevele stroomen van tranen daalde deHollandsche Zanger ten grave]

Bladz 340

[IN HET ALBUM VAN DEN HEER MR JERONIMO DE VRIES Een dichtbloem ter eere vanden getrouwen vriend van Bilderdijk later ook hoogschatter en vriend van Da Costamogt in de poeumlzy dezes Dichters niet ontbreken]

Bladz 343

[GRAFSCHRIFT De hoogschatting van Bilderdijk voor den beroemden LeydschenHoogleeraar in de Regten v a n d e r K e e s s e l was op zijnen leerling Da Costadie ook zelf mede het onderwijs van dezen uitstekenden Regtsgeleerde genootovergegaan en uit zich in een Blijschrift dat in kortheid en kernachtigheid den geesten too der in dit opzigt zoo voortreffelijke oud-Hollandsche dichtschool weecircrgeeft]

Bladz 344

[VIJF BIJSCHRIFTEN Deze Vijf Bijschriften op het vijftal Oranjevorsten die onzen staathebben gegrondvest en bevestigd zijn opgedragen aan Jhr Mr W van Hogendorpdie aldus genoemdwordt lsquode onvergetelijke de vroeger gedwongene enmet geweldweggevoerde G a r d e d h o n n e u r en in deze betrekking nog in de macht derFranschen toen zijn vader Gijsbert Karel in die gedenkwaardige maand November1813 de vaan der bevrijding opstak toen zijne broeders voor het aangezicht vanvriend en vijand van het volk en zijne verdrukkers het huis op den Kneuterdijkuittraden met de oranjekleuren op hoed en rokrsquo Da Costa geeft van hem in lsquoDeMensch en de Dichter Bilderdijkrsquo eene persoons- en karakter-beschrijving die deinnigste bewondering en de tederste vriendschap ademt zoowel als de hartelijkstedroefheid over des veelbelovenden vroegen dood]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

518

Bladz 359

[DE GAAF DER POEZY In deze bezielde Ode is wel geen trek meer algemeen bekenden beroemd geworden dan de zoo dikwijls aangehaalde aanhef

Gevoel Verbeelding Heldenmoed

een eisch waaraan Da Costa zelf als Dichter de volkomenste vervulling schonkTreffend werd dit onder anderen erkend in den weecircrgalm in Potgieters voortreffelijkenRouwzang I s a a c D a C o s t a (Gids 1860)

S c h o o n t h a r t v a n d e d w a a s h e i d d e s h o o gm o e d s u g r u w e A l d e i j d e l h e i d m o ecirc d e r v e r g a n k l i j k e f a am

G e e n g a v e o f z e i s G o d e s e n e e n i g b l i j k t d e u w e H o e sm e l t d e p o euml t i s c h e t r i t s i n u z a am

G e v o e l i n g e e n v r o u w l i j k e b o r s t s c h u i l t e r t e e r d e r V e r b e e l d i n g g i j v l i e g t m e t d e s d a g e r a a d s v l u g t

E n h e l d e nm o e d t o o n b i j d e k o e n s t e n u w m e e r d e r G e e f O o s t e r l i n g H o l l a n d e r C h r i s t e n u l u c h t ]

Bladz 370

[AANMIJNEEGADE Jonkvrouwe Hannah Belmonte den Dichter in den bloede verwantlater in den gelukkigsten echt met hem verbonden dien zij als treurende dochtevens door God vertrooste weduwe overleeft Dit gedicht is de eersteling van eenganschen stroom van zangen haar toegewijd waarin het van liefde blakend hartdes tederminnenden Echtgenoots niet moede werd zich uit te storten Had menalles willen geven wat er van dien aard in des Dichters nalatenschap voorhandenwas het had op zich zelf een kleinen dichtbundel gevormd Treffend is het dat aandeze tot in den dood toe geliefde Gade ook als met brekend hart en stervende stemde allerlaatste toon van des Dichters harp in de Aanbieding van D e me n s c h e nd e D i c h t e r B i l d e r d i j k toegewijd werd Dit gedichtje zal aan het slot van hetDerde deel zijne plaats vinden]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

519

Bladz 376

[AAN DOCTOR ABRAHAM CAPADOSE den bloed- geestverwant des Dichters die tezamen met hem tot de Christelijke kerk overging en door Lucas Egeling te Leydenuit eacuteeacutene zelfde vonte gedoopt werd Ook later bleven de beide geloofs- enstrijdgenooten in denzelfden geloofsstrijd door de innigste en vertrouwelijkstevriendschap met elkander verbonden Menige harptoon des Dichters klonk denboezemvriend bij onderscheidene gelegenheden ter eere gelijk later uitverscheidene ook vroeger onuitgegevene dichtproeven zal blijken Het slot van ditoverschoone dichtstuk werd door Capadose bij het graf van zijn dichterlijken vriendop de treffendste wijze in herinnering gebragt en herhaald]

Bladz 389

[AAN MIJN VADER Ter opdracht van den Bundel getiteld P o euml z y Deze opdrachtademt niet alleen een geest van pligtmatigen eerbied van den zoon voor den vadermaar tevens klinkt daarin een toon van innige zamenstemming van den vurigenjongeling met de beginselen hem door dien vader ingeprent ja van fierheid enverheffing op het bloed diens vaders dat hij in zijne aderen draagt en voelt Eninderdaad Da Costas vader verdiende zulk een hulde hij die ons geschetst wordt(Koenen Levensberigt) alz zijnde niet zoozeer wetenschappelijk gevormd maarrechtschapen werkzaam en zich kenmerkende door zekere aangeboren fierheiddie men in den zoon hervindt Aan de zorg die deze Daniel Da Costa in vereenigingmet zijne vrome Gade Rebecca Ricardo voor de opleiding van zijnen zoon droegop wiens buitengewonen aanleg beide ouders met reden trotsch waren heeftNederland het te danken dat het kostbaar juweel hun ter bewaring toevertrouwdvan den beginne af met ijver en kunst geslepen en gepolijst en aldus voorbereidwerd om eens in vollen luister te stralen]

Bladz 394

[DES DICHTERS LOTBESTEMMING Dit gedicht werd in de Amsterdamsche Afdeelingvan de Hollandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappenvoorgelezen Het is opmerkelijk dat terwijl aldus deze Maatschappij reeds van denbeginne af toonde de gaven des dichterlijken jongelings op prijs

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

520

te stellen zij het tevens was die het voorregt had den laatsten toon van zijnenzwanenzang op te vangen daar hy in eene harer wintervergaderingen op dringendverzoek zijnen lsquoSlag van Nieuwpoortrsquo slechts korten tijd voacuteoacuter de ziekte die hem tengrave sleepte met jongelingsgeestdrift voordroeg Da Costa wasmet eenige weinigevoorname Letterkundigen Eerelid van deze Maatschappij

Bladz 426

[INES DE CASTRO In dit dramatisch fragment hoort men den oorspronkelijkenNederlandschen Dichter maar kennelijk door den Portugeeschen HoofddichterCamoeumlns altijd een zijner lievelingszangers als aangeblazen en bezield Het iseven als de A l f o n s u s I een laatste nagalm van de harpe Sions gelijk zij in hetland van Camoeumlns en van Cervantes klonk

En nog later zong Juda daar t balling zijn staf voertOf het waar met een zweem van den vroegeren zwier

Waar de Taag langs Lisboa zijn goudkorrels afvoertWaar zich Cordua baadt in den Guadalquivir]

Bladz 444

[HELDENPLEIT Deze vertolking volgt het oorspronkelijke van Ovidius in het XIIIdeBoek zijner Metamorphosen getrouw en toch zonder eenig spoor van dwang opden voet Het beloont de moeite wegravel de vertaling van Da Costa met die van Vondelte vergelijken een wedstrijd als die van de beide Helden in t gedicht waarin mensomtijds niet weet wien de palm te reiken De weglating door Da Costa van denuitslag van den kamp en de gevolgen daarvan in Ajax zelfmoord en zijnegedaante-verandering in een bloem die bij Vondel niet gemist wordt is karakteristiekDe Israelitische dichter kon zich wel in het dramatisch Heldenpleit maar niet in dekinderachtige echt-Heidensche mythe vinden waarmede de Romeinsche Zangernaar luid der gewone legende dit zijn treffelijk lied besluit]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

Page 3: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen

2

En zoo ga dan nu deze nieuwe Uitgave die de gansche dichterlijke Nalatenschapvan DACOSTA beide in zijne uitgegevene en nog onuitgegeveneGedichten kompleetbevatten zal haren weg Zij verrijke de Boekverzameling van allen die het wegravelmeenenmet de Vaderlandsche Letteren en Schoone Kunst Maar zij vinde niet daacuteaacuteralleen hare plaats zij worde opgenomen in de hoofden en harten van alle kinderenonzes Volks die vatbaar zijn om door den klank der dichterlijke luit niet alleenbekoord gestreeld en geboeid maar ook bezield veredeld geheiligd te wordenZoo blijve DA COSTA voor ons volk niet alleen een Zanger bij uitnemendheid maarlosse de bewondering en waardering van de eenige gave hem geschonken zichop - ik gebruik voor dien wensch hem betreffende en in zijnen geest geuit zijneeigene woorden - lsquoin de kennis en aanbidding van Hem die gekend en geeumlerd wilworden in Zijne werken en in de werken van Zijne werkenrsquo

Amsterdam30 Junij 1861JP HASEBROEK

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

3

Lof der dichtkunst

t Was nacht als ieder mensch het zoete rusten smaakteMy dacht toen in den droom dat ik den berg genaakteDie t schoonst verblijf is van Apollos zustrenrijk Liep langs een welig veld van koude en hitte vrijMet myrten rijk beplant en bloeiende laurierenWaarmeecirc de Musen zich in hare feesten sierenGeen bloem was daar verwelkt geen boom van groen beroofdHier hief de populier ginds de eikenboom het hoofdDat t helder hemelblaauw vermetel scheen te tergenDoch van mijn zwakke lier kan ik t verhaal niet vergenVan alles wat mijn oog bewonderde in dien oordIk zag er wat ooit ziel en zinnen heeft bekoordMaar naauwlijks was ik dus tot Pindus voet gekomenOf k voelde me onverwacht door Zefirs opgenomenk Snelde in een oogenblik en lucht en wolken door

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

4

lsquoEn niets dan vrolijkheid in mijnen tempel zietDus blijft verdienste nooit van t billijk loon verstokenrsquo

Na dat Apol tot my dees woorden had gesprokenVerdween en koor en berg voor mijn verwonderd oogZoo ook als aan de kim de schittrende IrisboogIn volle sieraad op het schoonst begint te prijkenZiet men haar duizendtal van kleuren ras bezwijken

Auroor vertoonde nu haar lieflijk morgenroodTerwijl zy voor de Zon de hemelpoort ontslootEn daar geen donkre wolk haar glans ons kwam ontroovenScheen zy een heldren dag aan daarde te belovenToen wekte me uit den slaap der vooglen zoet geluidToen riep ik door mijn droom verrukt dees woorden uit

De schoone poeumlzy zal altijd glansrijk pralenZoo lang de gulden Zon haar luisterrijke stralenZal schieten en de mensch van edel kunstgevoelVerrukt zal blaken Gy die ver van stadsgewoelWanneer aan s hemels trans de sterren prachtig blinkenApolloos heilig nat in eenzaamheid gaat drinkenUw naam sterft nooit o neen zelfs als de wreede tijdDen zwarten sluijer op uw lichaam heeft gespreid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

5

Homeer veracht den nijd van driemaal duizend jarenGelijk een vaste rots in t midden van de barenDe kruin ver uitsteekt en haar ijdle woede tart

De dichtkunst wekt den moed of streelt t gevoelig hartTyrtaeus kon den Griek in oorlogsvuur ontstekenHy zong en geen gevaar deed den Spartaan verbleekenDoch als Homerus in zijn goddelijk gedichtToont hoe Andromache met haar onnoozel wichtHaar lieven Hector van het slagveld poogt te weerenHoe ze om het denkbeeld treurt dat hy nooit weecircr zal keerenWie dan gevoelt zich niet op t tederst aangedaanWien rolt langs t aangezicht dan niet een zachte traan

O wonderlijke kracht van dichterlijke tonenHet volk dat zonder wet in bosschen plagt te wonenBewogen door het zoet van Orpheus lier en zangVereent zich op zijn raad voor t algemeen belangVan daar verhaalde men dat tijgers boomen steenenHem volgden om het oor aan zijne stem te leenenMijn geestdrift sleept my weg Ik zie hem zelv daar staanOmsingeld van het volk dat luistrend aangedaanMet open oog en mond hem t nut van t zamenlevenHoort zingen en gedwee zich laat de wetten geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

6

Een man dus door natuur met rijk vernuft begaafdHeeft door welluidend dicht den woesten mensch beschaafd

De dichter schildert ons wat andren slechts verhalenAls Maro en Homeer het bloedig strijden malenZie k vonken springen uit het bliksemende zwaardIk hoor t geschreeuw van hen die neecircrgestort ter aardDen overwinnaar om het leven nedrig smeekenIk hoor het moordend staal en helm en harnas breken

Mijn Zangnimf t is genoeg Onmachtig is mijn toonHet nut der poeumlzy en haar verrukkend schoonEn onweerstaanbre kracht in sierlijk dicht te zingenLaat hen die Phebus mint naar dezen lauwer dingenIk trek uit mijne lier geen liefelijk geluidEn druk mijn warm gevoel in zwakke verzen uit

1812

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

7

De verlossing van Nederland

Als t aardrijk weecircr begint te bloeienAls t land zich dekt met geurig groen

De stroomen onverhinderd vloeienNa s harden winters hevig woecircn

Als blad en bloem de sneeuw vervangenEen Zefir d onbetoombren storm

Dan klinken Philomeles zangenDe mensch herleeft - de kleinste worm

Zoo grijp ik ook schoon dichtren zingenHet speeltuig in de zwakke hand

Ook ik ik wil de either dwingenVoor t vrij geworden Vaderland

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

8

Hoe flaauw mijn laaggespannen snarenHoe kunsteloos mijn zangster zij

Mijn hart gebiedt dat k uw altarenO Nederland dit offer wij

Wy zijn dan eindlijk vrij Wy zijn den ijzren bando Dwingland dan ontrukt waarin gy NederlandZoo lang gekluisterd hieldt De ketens zijn aan stukkenWaarvoor de fiere kop van Hollands leeuw moest bukkenDien leeuw te lang door u en door uw volk verachtDien leeuw die reeds te lang naar wraak naar vrijheid smacht

Gelijk de reiziger die aan t geweld der barenOntrukt zijn Vaderland na duizend doodsgevarenHerziet met warm gevoel dien dierbren grond betreedtEn sprakeloos van vreugd t geleden kwaad vergeetHet zoetst genoegen smaakt nu hy het woecircn der windenDe golf die t ranke schip al draaiend ging verslindenAl d ijsselijken nood waaraan t ten prooie lagIn veiligheid aan gade en kindren schetsen mag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

9

Zoo moet ge o Hollandsch volk het slaafsche juk herdenkenWaardoor een vreemd tiran uw voorge roem dorst krenkenEn zweren by de deugd der vadren by het bloedVan hen door wie weleer uw vrijheid is behoed(Wier geesten tot uw heil nog om dees landen zweven)Dat ge eer uw stad uw land der vlam ten prooi zult gevenOf dat ge uw dijken eer doorbreken zult uw werkVernielen en de zee doen dondren uit haar perkEer vreemde meesters weecircr van vrijheid u beroovenEn in vergetelheid uw schoonen naam verdoven -o Hoon o slavernij o nooit vergeetbre schandAfstammelingen van de heldenteelt die t landVan Spanjes wreeden Vorst weleer heeft vrijgeslagenBloost Nederlanders bloost gy hebt den naam gedragenVan woeste snoodaarts die natuur en recht ten spotHun koning doemden tot een smadelijk schavotHun koning die voor t heil van die ontmenschten blaakteEn eigen veiligheid voor hun behoud verzaakteBloost Nederlanders bloost gy hebt het juk getorschtVan t monster dat naar bloed en naar vernieling dorstVan t monster dat uw land ontzenuwde en uw telgenDen moederarm ontscheurde om rijken te verdelgenEn gantsch Euroop voor hem in t stof te zien geknieldDe tijd is daar wreekt nu met d ouden moed bezield

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

10

Den hoon u aangedaan gy hebt uw naam herkregenGy zaagt Oranje weecircr klem den gevreesden degenWaar t Spaansche heir voor vlood uw sterk gespierde handDuld nu geen Gauler in t herboren VaderlandHy viel hy die Euroop in t ijzren juk wou knellenDie waande dat geen macht zijn reuzenmacht kon vellenHet recht verwon hy viel een woesten stroom gelijkDie de ijdle golven breekt voor d opgeworpen dijk

t Was middernacht De slaap door t menschdom afgebedenGoot zijn verkwikkend vocht op d afgetobde ledenMaar Frankrijks dwingland waakt door felle smart geprangdOntvlucht de rust zijn oog dat na haar zoet verlangtNu dondert in zijn oor de wraakstem van t gewetenZijn bloed verstijft terwijl zijn leden rillend zweetenDe kracht zijn ziel begeeft beweegloos staat hy daarMet strakgespannen oog en opgerezen hairDaar schrikbre beelden zich in t matte brein vergadrenDe schim van Lodewijk hem dreigend schijnt te nadrenHet zwaard te toonen dat zijn misdaecircn straffen moetEn hy een bloedrivier ziet zwalpen aan zijn voetZijn moed keert eindlijk weecircr de nare hersenspokenVerdwijnen hy barst los en spreekt in woede ontstoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

11

lsquoNeen schoon mijn oog door u gefolterd eeuwig waaktSchoon gy de dagen my tot nare nachten maaktEn my mijn wandaecircn steeds weecircrgalmen doet in d oorenGeweten k trots uw wraak ik zal uw stem versmorenWat menschenbloed wat ramp het koste ik zal den tijdMijn naam doen sparen u en gantsch t heelal ten spijtEuropa hate my ik zal haar meester wezenk Begeer haar liefde niet k wil my van haar doen vrezenGeweten ja de straf die gy my dragen doetWordt op dit denkbeeld in het lijdend hart verzoetWelaan het zwaard hervat k wil tot de verste strekenk Wil tot Europas grens het oorlogsvuur ontsteken -Het uitgestrekte land door Peters wijze wetIn vroeger eeuw beschaafd zij door mijn volk bezetk Zal overwinnend zelfs tot in zijn hoofdsteecircn dringenEn daar zijn opperheer tot onderwerping dwingenZoo vestig ik de kroon onwrikbaar op mijn kruinEn heersch op heel Euroop of op Europes puinrsquoHy spreekt de zon had naauw haar gouden kar bestegenHy roept zijn benden zaacircm voorspelt een wisse zegenZy volgen hem hy snelt verwint de vijand vliedtEn t zegevierend heir stroomt op zijn grondgebiedReeds is t op s dwinglands wenk naar Moscows wal getogenVol hoogmoed nadert hy - wat schouwspel treft zijn oogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

12

Een zwarte wolk van rook stijgt op aan alle kantVertoont de vuurge lucht den ijsselijken brandDe schrik op dit gezicht vermeestert zijne zinnenHy snelt vertwijfelend in aller ijl naar binnenEn ziet de ontvolkte stad t vernielend vuur ten buitVergeefs barst hy verwoed in lasterwoorden uitZijn volk tracht op zijn last den woesten brand te dovenVergeefs d onbluschbre vlam stijgt meer en meer naar bovenDriewerven rijst de zon en driemaal daalt ze neecircrDe vierde dag verrijst - en Moscow is niet meerJa edelmoedig volk door eer en deugd bewogenHebt gy den dwingland in zijn zoetste hoop bedrogenGy hebt ten offer aan t geliefde Vaderland(Het menschdom zag t verbaasd) uw eigen stad verbrandDie daad heeft aan Euroop de vrijheid weecircr gegevenEn dankbaar zal t uw naam zoo lang t bestaat doen levenEn gy o Nederland gy dat dit voorbeeld zietHerleeft in u de gloed der vrijheidsliefde nietDenkt ge aan uw Reddren niet den schrik der dwingelandenWier vuist u heeft verlost van Spanjes wreede bandenGord gord in t eind het zwaard o Neecircrland aan uw zijEn wreek in s vijands bloed uw voorge slavernijZoo zag de Dwingland dan die stad in asch verkeerenWaar hy de strengste koucirc zich vleide te trotseren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

13

Het kondigt al de komst des grijzen winters aanReeds vloeit de stroom min snel en blijft beweegloos staanEn dekt zich met een korst de droeve lange nachtenVerdubblen nu de koucirc het krijgsvolk voelt zijn krachtenOntzinken t zwaard ontvalt de machtelooze handDaar ligt gy zonder hulp ver van het vaderlandRampzaligen weleer ontscheurd aan vriend en magenOm voor een snood tiran de wreedste smart te dragenDaar ligt gy blootgesteld aan dakeligsten doodVermoeid verteerd verstijfd van koucirc en hongersnoodHet monster ziet elk dag zijn volk by drommen snevenD een zinneloos van pijn derft gillende zijn levenEen ander valt verstijfd en afgemarteld neecircrDe dood dwaalt overal door t uitgeputte heirDe vijand middlerwijl zakt neecircr met rassche schredenEn valt op t volk dat door natuur zelf wordt bestredenEn jaagt het overhoop hier baat geen tegenstandEen laffe vlucht alleen rest nog den dwingelandNog weigert hy den vrede aan s volks gedurig smeekenHy zweert van spijt ontzind dien fellen hoon te wrekenOntscheurt den onderdaan op nieuw en kroost en goedEn snelt vol trotsche hoop zijn vijand te gemoetRechtvaardig God zal dan de misdaad zegevierenZal dan de lauwer weecircr der Gaulen schedel sieren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

14

Neen neen het recht in t eind behaalt den zegepraalEn de overwonnen Gal valt nu ten tweeden maalO Leipsich by wier wal de dwingland is verslagenZoo lang van Marathon het menschdom zal gewagenZoo lang t zal denken aan Plateacutea SalamisWaar Griekens vrijheid op den Pers bevochten isZoo lang zal t ook uw naam uw heilgen naam bewarenGelijk wanneer de Nijl zijn opgezwollen barenOp t schoon Egipte stort de drooge velden drenktEn rijken overvloed aan dakkerbouwer schenktZoo stroomt aan alle kant het heir der Noordsche heldenEn brengt de vrijheid weecircr gekocht op Leipsichs veldenTriumf ook Nederland is van het juk bevrijdHaar leeuw verheft weecircr t hoofd den dwingeland ten spijtO laat dan ook uw moed o Neecircrlands volk herlevenEn tracht op t edelst spoor uw vadren na te strevenJuicht lang verdrukten juicht en gy o dappre jeugdHef aan en uit in zang uw vrijheidsliefde uw vreugdlsquoDiep lag het Hollandsch volk vervallen kroost van heldenDiep lag t vernederd in de ketens die het kneldenDoor een gevloekt tiran Europes schrik verdruktDiep lag het Hollandsch volk diep lag t in t stof gebuktDe Godheid hoorde in t eind ons hartverscheurend weenenZy wenkt de vrijheidszon zoo lang voor ons verdwenen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

15

Schiet ons haar stralen weecircr Ja Neecircrland gy zijt vrijGeen vreemde hand alleen verbrak uw slavernijWelaan dan kondt ge zelf uw ketens helpen brekenGy kunt dan ook uw ramp op Frankrijks dwingland wrekenZie ons ten strijd gereed wiens hart staat niet in brandWie offert zich niet op aan t heilig VaderlandO Goddelijke kracht van haat tot slavernijeZie hoe de Spanjaard zich t geweld der dwinglandijeOnttrok en brandend voor zijn vrijheid en zijn VorstDer Gallen legermacht met moed verwachten dorstHy ziet zijn vruchtbaar land door t oorlogsvuur vernielenMaar voelt met nieuwen moed zijn eedle borst bezielenEn zweert dat eer de vlam zijn land verteren zalEer hy zich onderwerp aan den gehaten GalHet was in Nederland (helaas in andre dagenToen t heir van trotschen Flips uit Holland werd verslagen)Dat de Iber ondervond hoe alles zwichten moetAls vrijheidsmin een volk het zwaard aanvaarden doetHeeft hy dan uit zijn land den wreevlen Gal verdrevenEn zou het Neecircrlandsch volk voor s dwinglands benden bevenWy vliegen dan ten strijd en vreezen geen gevaarVoor t dierbaar Vaderland gy teedre vrouwenschaarDie ons het leven schonkt o stort om ons geen tranenWy scharen ons vol moed om vaderlandsche vanen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

16

De zege volgt het recht wy keeren winnaars weecircrDe dwingland en zijn rot valt voor ons zwaard ter neecircrOf doet een droevig lot ons t leven strijdend dervenDenkt dan hoe schoon het is voor t Vaderland te stervenDus werd het voorgeslacht van Spanjes dwang bevrijdNa tachtig jaren krijg Dus zag in later tijdDer Gaulen Vorst die tot does landen was gedrongenZich overwonnen tot vernedering gedwongenOranje aan uw geslacht zij Hollands dankbaarheidt Was Eerste WILLEM door wiens moed en wijs beleidDe Nederlander op zijn beulen triomfeerdeDie de eendracht onderhield den tegenspoed trotseerdeEn alles wagen dorst voor t welzijn van den StaatJa toen hy lag geveld door t schandelijkst verraadRees zijn doorluchtig Kroost in t zelfde vuur ontstokenEn streed tot dat de Belg zijn keetnen zag verbrokenWat Nederlander is zijn vadren zoo ontaardDat hy Oranjes naam niet in zijn hart bewaartZoo lang dit edel bloed regeert op Hollands StatenZal nooit de dapperheid het Neecircrlandsch volk verlatenWy vliegen dan ten strijd Wiens hart staat niet in brandWie offert zich niet op aan t heilig VaderlandNeen nooit vergeten we u gelukkigste aller dagenToen wy den heldentelg Oranje wederzagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

17

Hoe klinkt nog in ons oor de zuivre vreugdezangDoor t afgemarteld volk na jaren ramp en dwangVan t haatlijkst monster vrij met duizenden van tongenO Vorst van Nederland by uwe komst gezongenToen zwoert ge o Hollands volk met een onschendbren eedDat gy de ketens door den dwingeland gesmeedAlom vernielen zoudt Wil wil dien eed gedenkenEn vrij aan andren ook de vrijheid helpen schenkenO Gy die met eacuteeacuten wenk t oneindig Al regeertGy wiens onperkbaarheid al wat bestaat vereertHergeef Euroop de rust zoo lang by haar verlorenVerlos haar van t gedrocht tot hare straf geborenEn droog de stroomen van t gestorte menschenbloedDoor eeuwen vrede zij de afgrijsbre krijg vergoedt Geluk herrijz voor ons na zoo veel tegenhedenEn Neecircrland bloeie weecircr door Eendracht Moed en Zedenrsquo

1814

Aan de wel edele heeren Mr W Bilderdijk en Mr DJ van Lennep

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

18

Aan de eedle twee wier oog mijn wankle schredenOp t glibbrig pad der Dichtkunst gadeslaat

Tot Hollands eer door beider voet betredenBiedt hier mijn hand in Nederlandsch gewaad

Den grootschen zang van d oorlogshaften dichterWien Melpomeen haar eersten lauwer schonk

Wiens naam en roem als kunst- en vrijheidsstichterNog in den vloed der eeuwen niet verzonk

Den grootschen zang roemruchtig zegeteekenOp vreemd geweld en dwingelandenwaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

19

Door d eigen arm die t vaderland hielp wrekenGevestigd eens om nimmer te vergaan

Maar wien wien durft mijn lente t bloemtjen wijdenOnsierlijk kroost van d eersten zonnegloed

Aan t hoog vernuft den glans van onze tijdenIn t heiligdom der Dichtkunst opgevoed

Wiens stoute veecircr in d opgang van zijn jarenEen Sophocles in t Hollandsch lied herschiep

Die op den klank der onweecircrstaanbre snarenDen outerdienst van d echten smaak herriep

En hem die meecirc in vaderlandsche strekenZoo menig spruit der Grieken heeft herplant

Wiens kindschheid reeds de Roomsche luit deed sprekenNiet wagglend in de meesterlijke hand

Wien de eigen gloed het hart wordt ingedrevenDoor Latiums en Hollands dichtrengoocircn

Het is aan U door zoo veel roem verhevenDoor t fijnst gevoel voor t hemelsch kunstenschoon

Dat geestdrift voor de kunst wellicht vermetenEen gunstig oor voor wat ze voortbracht vraagt

Wat zeg ik Neen niet aan de puikpoeumltenWaar de oude vest des Amstels roem op draagt

Verstout ik my dees ruwen zang te heiligenOp dat hun naam op Pindus aangebeecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

20

De teecircre vrucht der jonkheid mocht beveiligenOf als een gift hun grootheid waardig neen

Wier milde zorg geleerdheids eecirclste schattenOntdekt heeft aan t verlangen van mijn jeugd

En in dien les den kostbrer wist te omvattenVan t ware goed van wijsheid recht en deugd

Dien biedt mijn hart dees versch gelezen bloemenVan Griekschen stam ofschoon verbasterd aan

Vermocht mijn tuin op geurig loof te roemenOf gaacircrde ik eens op de ingerende baan

Laurier en palm den prijs van dichterzangenIk sierde er u den achtbren schedel meecirc

Wilt dan dees blaacircn toegefelijk ontfangenEn met dees blaacircn de oprechtste hartebeecirc

Bloeit bloeit nog lang om kennis te verspreidenOm Hollands eer te staven om de bloem

Der jonglingschap op t eenzaam spoor te leidenDat naar de bron van Wijsheid voert en Roem

Brengt hen te rug der Dichtkunst gouden dagenOp Neecircrlands grond als Griekens thans weecircr vrij

En word haar dank u beiden opgedragenVan na- tot nageslacht zoo vurig als van my

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

21

De Perzen dramatisch dichtstuk

Personaadjen

XERXES Koning van PerzieumlATOSSA weduwe van Darius en moeder van XerxesREI VAN PERZISCHE GRIJZAARTSDE SCHIM VAN DARIUSEEN BODE

Het Tooneel is te Suze in den voorhof van het koninklijk paleis naby het graf vanDarius

Eerste tooneel

DE REIHet heir der Perziaansche scharenDat voor t gewoel der krijgsgevarenDen vaderlandschen grond verlietHeeft ons de zorg van al hun schatten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

22

Op s Konings voorbeeld op doen vattenDie heel zijn machtig rijksgebiedVertrouwde aan dees zijn uitverkorenDarius dierbre telg ach keer

Breng ons die fiere manschap weecircrO mocht ik t voorgevoel versmorenDat my een gruwzaam lot voorspeltTrok niet heel Azieuml te veldTerwijl we in eindelooze klachtenOm onze jonglingschap versmachtenVergeefs van dag tot dag verbeidEn in de wreedste onzekerheidEen boocirc zelf vruchteloos verwachtenGy Suze Cissa EkbataanGy zaagt uw muren dan verlatenUw jeugd gewapend tot soldatenIn woesten moed naar t strijdperk gaanHen voert de bloem van onze GrootenAmistres Artaphernes aanEn Megabazes deelgenootenVan vorstelijke macht en eerEn hoofden van een talloos heirVan zaamgedrongen ruiterscharenEn schutters vol ervarenheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

23

Een leger tuk op krijgsgevarenWiens enkele aanblik schrik verspreidtNiet minder uitgelezen heldenVerzellen stouten PharnacesImeacuteus en ArtembaresDaar zelfs de korenrijke veldenBevrucht door s Nijlstrooms koestrend slijkOntelbare onverschrokken bendenVolijvrig tot hun koning zendenPegaston in t Egyptisch rijkGeboren en die Memphis murenEn Thebes oude vest besturenZijn aan de spits dier legermachtt Moerassig land geeft vlugge knapenOm t handig roeijen hoog geachtDe Lydieumlr in wulpsche prachtVerzonken rukte meecirc te wapenEn volgt geheel het vastelandDat van het edelst krijgsvuur brandtEn schaart zich moedig om de vanenVan s konings machtigste onderdanenWien hy dees streken heeft vertrouwdHet vorstlijk Sardes rijk in goudGeeft keur van kostbre wagenscharen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

24

Wier breede rangen ijzing barenMaar Mardon voert van Tmolus voetZijn krijgren aan in t heetst verlangenDen Griek in ketenen te prangenHet roemrijk Babel zendt een stoetVan scheeplingen en schuttersdrommenDie met geoefend oog en handDen taaien boog nooit vruchtloos krommenJa heel dit uitgestrekte landHeeft wat maar wapenen kon dragenVerlaten en zijn Vorst verzeldNu slijten we onze droeve dagenHet hart vol zorgen en bekneldBy ouders beide en echtgenootenSteeds in hun hoop te leur gesteldDient ieder dag met angst geteldSlechts om hun kommer te vergrooten

KEEROntzachlijk heir gy zijt gegaan

Gy hebt den Griekschen grond betredenEn brengt den vijand en zijn stedenIn ieder tred verwoesting aan

De zee die Hella heeft verzwolgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

25

Had u vergeefs den weg ontzegdHaar heeft hoe schriklijk ook verbolgenUw arm in ketenen gelegd

TEGENKEERDe koning heeft aan alle kant

t Verraschte Grieken overvallenMet onze duizend-duizend tallenTer zee gewapend en te land

Hy voert hen aan met al de GrootenOmgeven van zijn bloeiend rijk

De Vorst uit godenbloed gesprotenEn goden-zelf in rang gelijk

Met oogen schittrend van den gloedVan heldenvuur en leeuwenmoedEn op een rijkversierden wagenAan t hoofd der benden omgedragenVoert hy den Perziaanschen boogDe Grieksche spietsen tegenWat vijand hoopt nog op de zegenDie tegen hem ten strijde toogWie waagt het de opgezwollen stroomenMet dijk of paalwerk in te toomen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

26

Zoo schriklijk zijt ge o Perzisch volkMaar ach een akelige wolkBenevelt blijde hoop uw luisterDer goden wegen zijn ons duisterWat stervling kan hun wil weecircrstaanDes noodlots ijzren wet ontgaanOf t loosgespannen net vermijdenHem door der goden hand gespreidTe dikwerf door hun gunst misleidTracht hy zijn loopkring te verwijdenEn altijd verder afgedwaaldZiet hij zich eindelijk verradenVervoerd op afgelegen padenWaar alle vluchtenspoging faalt

EERSTE KEERDer goden bystand heeft dit landBeveiligd en van alle kantTen welvaarts top verheven

Dankt Perzen dankt het haar alleenDie zelfs de sterkst bemuurde steecircnVoor uwe vuist deed beven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

27

EERSTE TEGENKEERDankt haar die u den wijden vloedIn t golven schuimend en verwoedIn t eind deed overkomen

Toen ge u een veilgen overtochtOp zaamgebonden kielen wrochtBetemmers van de stroomen

TWEEDE KEERO laat die gunst u nooit verlatenKlink nooit die rouwkreet door uw stratenO Suzes teecircrgeliefde vest

Die kreet wiens doffe klank mijn harteOntzet door ongekende smarteW e e w e e h e t P e r z i s c h e g e w e s t

TWEEDE TEGENKEERBegeeft my aaklige gedachtenZoudt ge ook o Cissa van die klachtenWeecircrgalmen in uw hoogen wal

Uw vrouwen zich de sluijers scheurenDoor geen vertroosting op te beurenIn wanhoop om des legers val

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

28

DERDE KEERGelijk een dichte bijeumlnwolkStoof overal het dappre volk

Uit onze rijkbewoonde stedenDe zee die ons van d overkantWou weeren ligt gedwee in band

En Xerxes leger heeft Europische aard betreden

DERDE TEGENKEERDe teedre vrouw slijt dag en nachtIn afgebroken klacht op klacht

En t eenzaam bed is nat van tranenHet jeugdig zacht gevoelend hartKwijnt weg in nooit verpoosde smart

Om degacirc die haar liet voor s konings heldenvanen

Waartoe waartoe die ramp gespeldNeen voelen we ons van zorg doorknagenVoor hunne ons overdierbre dagen -Kom laten we eer naar de aankomst vragenEens boden die ons licht den staat van t leger meldtEn tijding geeft van s vorsten levenEn wie verwinnaar is gebleven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

29

De boog der schutters van het OostOf t puntig staal van Griekens kroost -Maar s Konings moeder richt haar schredenTot ons met glans omstraald gelijk het oog der goocircnGy bidt haar aan naar onze zedenEn zij uw hulde haar al knielend aangeboocircn

Tweede tooneel

ATOSSA DE REI

DE REIVerheven Koningin der trouwe PerzianenOntfang den welkomstgroet van minnende onderdanenGy eedle koningsweeuw en moeder van een godVan welvaart voor deez Staat zoo t albestierend lotNiet keerde maar ons steeds voor rampen blijft behoeden

ATOSSAHelaas dit enkel woord doet my het harte bloedent Is daarom dat ik thans het vorstlijk huis verlaatEn troost en balsem wacht mijn vrienden van uw raad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

30

Ik zal u de oorzaak van die jagende angst verklarenk Vrees voor ons Staatsgebouw te hoog in bloei gevarenOch dat dit roemrijk werk door hemelsche genacircGevestigd niet op eens ter neecircr storte en vergaEen volk hoe talrijk zoo t van rijkdom is verstokenIs kwijnend maar zijn kracht wordt eerder nog verbrokenWaar t rijk van schatten vol gebrek aan manschap heeftDie ramp is t waar mijn hart (en zonder end) voor beeftWee wee ons zoo dit land zijn jonglingschap moest dervenGetrouwen laat ik heul van uwe reecircn verwervenOp u heb k steeds gesteund het is uw grijzend hoofdWiens wijsheid my ook thans voldoenden raad belooft

DE REIDoorluchtigste zoo naauw aan t vorstlijk huis verbondenHebt ge ons in raad en daad steeds blakende gevondenEn nimmer wordt die gloed in t dankbaar hart gebluscht

ATOSSAMijn slaap wordt ieder nacht door droom op droom ontrustSints mijn geliefde zoon verwoed op Griekens stedenOp keur van benden trotsch hun bodem heeft betredenMaar nooit nog heeft me een droom met zulk een angst bekneldAls t nachtspook dat mijn geest deez nacht werd voorgesteld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

31

Een jeugdig vrouwenpaar verscheen me en hield mijn oogenDoor dracht en houding van verwondring opgetogenDe een hing het Perzisch kleed bevallig om de leecircnMaar de andre sierde een Grieksch beicirc in aanloklijkheecircnOnovertrefbaar In de fijnbesneden trekkenWas aanstonds op het klaarst haar zusterschap te ontdekkenGescheiden door het lot had deze op Griekschen grondGene in dit werelddeel haar zetel Nu ontstondEr twist en grimmigheid dat beider oogen blonkenMaar Xerxes nadert haar en dooft die oorlogsvonkenMaar voert ze met zich meecirc op t eigen oogenblikEn kromt haar onder t juk nog roerloos van den schrikSlaat haar zijn teugels om en ketent ze aan zijn wagenDe een biedt geen tegenstand vereerd den boei te dragenVan d onverwinbren Vorst van t Perzische gebiedMaar de andre brandt van toorn daar zy geen rang ontzietEn rukt zich spartlend los en waagt het vrij van bandenDen vorstenwagen vol verwoedheid aan te randenEn trapt het haatlijk juk en scheurt de wielen afDe vorst stort neecircr Ik zie Darius uit zijn grafVerrezen met een zucht dit droef tooneel aanschouwenEn mijn verneecircrden zoon in steeds ontroostbrer rouwenVersmelten k Zag dit en het nachtgezicht verdweenk Stond op en liep vol drift naar zuivre bronnen heen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

32

Om met een reine hand de goden te vereerenMet offers dat hun gunst dit onheil af mocht keerenOp eens vernam mijn oog een snellen adelaar(Een havik vloog hem na) zich spoedend naar t altaarIk voelde op dit gezigt mijn gorgel toegeknepenReeds heeft de haviksklaauw den vluchtende aangegrepenEn pijnigt hem den kop die zelfs geen weecircrstand biedtZiedaar wat in mijn hart die siddring achterlietWat roem had Xerxes van een zegepraal te wachtenEn thans - voorzie k den val van zoo veel legermachtenZoo t noodlot hem verried o Blijv hy slechts gespaardGeen neecircrlaag maakt hem ooit de koningskroon onwaard

DE REIWy wagen t niet Mevrouw dit wonder te verklarenRoep Godenbystand aan en wil geen offers sparenOpdat hun almacht die verschrikkelijke wolkVerdrijve en zegen storte op u uw kroost en volkEn pleng een heilig vocht aan de onderaardsche strekenLicht schenkt uw echtgenoot vol deernis met uw smeekenEn nedrige offers uit het diepst van s afgronds nachtVersterking aan dit rijk en zijn doorlucht geslachtDees raad slechts kunnen we u in uw bekommring geven -En mooglijk wordt zy dus in beter uur verdreven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

33

ATOSSAMijn dierbren in dees taal voor t lijdend hart zoo zoetBlinkt schittrend in mijn oog uw vroom uw trouw gemoedHet lot vervulle uw wensch t Paleis weecircr ingetredenDraal ik geen oogwenk meer met reukwerk en gebedenEn aarde- en hemelgoocircn te naadren Melde uw mondMy dit nog aan wat kant ligt toch de Atheensche grond

DE REIIn t Westen

ATOSSAEn deez stad poogt Xerxes te vernielen

DE REIHeel Grieken zou met haar voor s konings schepter knielen

ATOSSAEn waakt een groote macht tot hoede van haar muur

DE REIOns heir beproefde t eens En ach het stond ons duur

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

34

ATOSSAEn heeft ze ook schatten waar de steden meest door bloeien

DE REIJa mijnen heeft ze die van zilver overvloeien

ATOSSAEn zijn hun schutters vlug met pijl en schietgeweer

DE REIZy strijden met geen boog maar met den vasten speer

ATOSSAWat vorst is aan hun hoofd

DE REIZy noemen dit als slaven

In t onverdraaglijk juk van koningen te draven

ATOSSAEen ordelooze hoop durft de onzen dan weecircrstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

35

DE REIAch eens deed zulk een hoop Darius heir vergaan

ATOSSAO al te wreede zorg voor t weeke moederharte

DE REIVersmoor Mevrouw een wijl die pijnigende smarteEen bode nadert ons Verkondig hy ellendOf heil de onzekerheid voor t minste spoedt ten end

Derde tooneel

ATOSSA DE REI EEN BODE

DE BODEO smart o vaderland o eenmaal blijde stedenVan t schittrend Azieuml Wat hebt ge een ramp geledenHoe deed een enkle dag der Perzen heil vergaanMet heel uw voorgen glans Helaas wat gaat my aanIk breng tot overmaat der jammren die my drukken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

36

U nog de bittre maar van al uw ongelukkenMaar ach het moet zoo zijn k Weecircrsta den nood niet meerVerneemt verneemt den val van t gantsche Perzisch heir

DE REI - EERSTE KEERHelaas wat donder trof mijn oorenWat schrikbre ramp brengt my dees dag

Wie zal in tranen niet versmorenNa zulk een pletterenden slag

DE BODEt Is alles redloos k Heb ter naauwernood mijn levenVan t hoogst gevaar gered en my tot u begeven

DE REI - EERSTE TEGENKEERO droevig einde van mijn dagenIk heb te lang te lang geleefd

Nu de ijslijkste van s noodlots slagenMijn dierbaar land getroffen heeft

DE BODEHelaas het is te waar Geen ander deelde myt Verhaal dier neecircrlaag meecirc Ik-zelf ik was er by

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

37

DE REI - TWEEDE KEERHelaas de keur van onze heldenWerd vruchtloos uitgerust ten strijd

Zy vielen neecircr op Griekens veldenAan t machtig Godendom gewijd

DE BODEHet strand van Salamis en de omgelegen vlekkenZag k met d onmeetbren hoop dier lijken gantsch bedekken

DE REI - TWEEDE TEGENKEERDaar dobbren dan die dappre scharenOp de altijd rustelooze zee

Ten spel der hobbelende barenMet de afgedwaalde wrakken meecirc

DE BODEGeen moed geen wapen mocht hier baten heel de vlootVond in den heetsten strijd een jammerlijken dood

DE REI - DERDE KEERO wee wat kan ons leed verzachteno Perzen by uw ondergang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

38

Stort uit stort uit uw bittre klachtenIn t allerroerendst treurgezang

DE BODEO haatlijk Salamis o hatelijk AthenenHoe zullen we ooit uw naam herdenken zonder weenen

DE REI - DERDE TEGENKEERHoe dikwerf ach hebt ge onze vrouwenAtheen tot raadloosheid gebracht

Terwijl ze om de echtgenooten rouwenDie door uw handen zijn geslacht

ATOSSAk Bleef sprakeloos van schrik by zulk een maar verpletDie me al mijn krachten stremt en t schreien-zelf beletEn bevend vrage ik u t verhaal dier ongelukkenMaar ach de stervling moet voor s noodlots wetten bukkenHerneem dan zelf den moed en ik ik hoor bedaardUw andwoord aan Wie heeft de wreede dood gespaardWat hoofden zaagt ge hem t verstrooide volk ontscheurenWat helden moet ons hart met s legers val betreuren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

39

DE BODEVoor t minst uw zoon Mevrouw is t stervenslot ontvlucht

ATOSSAO onverwachte troost Gy geeft mijn boezem luchtEen straal van vreugde dringt zich heen door zoo veel wolkenVoor heel ons treurend huis en zijn verneecircrde volken

DE BODEMaar t hoofd van duizenden de stoute ArtembaresViel neecircr op t bloedig strand en veldheer DadacesWerd doodelijk gewond in t bruischend nat bedolvenHier stort op Ajax grond omsingeld van de golvenHet lijk van Tenago dien fieren BactriaanDaar valt Pheresbus met Adeua van de mondenDes afgelegen Nijls uw zoon ter hulp gezondenVan uit het hooge schip in zee aan de andre zijMetallus t strijdbaar hoofd der zwarte ruiterijDees prachtig uitgedoscht in t schitterende wapenZiet overal den dood hem dreigend tegengapenEn verwt in eigen bloed de schoone blonde baardk Zag wijzen Arathus neecircrtuimelen ter aardHem volgden Artames en dappere Arimardes

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

40

(Ontzettelijke ramp voor t glorierijke Sardes)Amistris Sisames Amphistreus zoo geachtOm t slingren van zijn schicht met meer dan mannenkrachtDe schoone Tharybis die vijfmaal vijftig schepenTen strijd voert wordt met hen door t moordstaal aangegrepenSyennezis vindt meecirc den eedlen heldendoodHy die den krijgren van Cilicieuml geboodHy steeds gewoon in t bloed van vijanden te badenEn om zijn deugd geroemd als om zijn oorlogsdadenZie daar die s noodlots toorn ons heir betreuren deedEn ach hoe weinig nog by alles wat het leed

ATOSSAWat treurenswaard verlies van onze grootste heldenWat onuitwischbren smaad kwaamt ge ons bedroefden meldenHeeft dan zoo groot een macht gebukt voor Griekens vlootGy spreek wat stelde ons toch aan zulk een onheil blootHoe groot dan was t getal der Grieksche schepelingenHoe dorst het tegen ons naar de overwinning dingen

DE BODEHelaas o koningin k beken t tot onze schandDe vijand had naar t scheen slechts luttel tegenstandTe bieden en zijn vloot scheen lichtlijk te vernielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

41

Zy streden met niet meer dan vijfmaal zestig kielenTien uitgelezen en de Perzen met een machtVan duizend uitgerust met ongelijkbre prachtEn echter vielen wy door t Grieksche staal verwonnenGewis ter kwader uur werd deze krijg begonnenDe wreedheid van een God ons eenmaal bloeiend landVijandig boog de schaal van t noodlot naar hun kant

ATOSSAEen God beschermt de stad Minerva toegeheiligd

DE BODEOnneembaar is ze ja en voor geweld beveiligdZoo lang der burgren arm haar vestingmuur bewaart

ATOSSAMaar was de Grieksche vloot het eerst ten strijd geschaardOf heeft mijn dierbre zoon den vijand aangevallenVertrouwend op de hulp van zoo veel duizendtallen

DE BODEVoorzeker heeft een God of woedend helgedrochtVoacuteoacuter d aanvang van t gevecht die nederlaag gewrochtOns had een vluchteling van uit het heir der Grieken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

42

Bericht dat als de nacht zijn zwartgeverwde wiekenZou uitslaan hunne vloot voor onze macht beduchtGeen zeestrijd wagen maar een onverwachte vluchtTe baat zou nemen en t gevreesd gevaar ontloopenAls stond geen andre weg voor hun behoudnis openNaauw had de looze Griek geeumlindigd of uw zoon(Onkundig van zijn list en van den haat der Goocircn)Geeft overal bevel dat als de zonnestralenTen westen en de nacht op t aardrijk neecircr zou dalenDe gantsche vloot zich schaar op een driedubble rijOp dat de vlucht ter zee den Griek onmooglijk zijEn t strand van Salamis aan alle kant beslotenEn zoo de vijand nog zich reddende in zijn botent Gevaar ontkomen mocht en onze waakzaamheidDan was den schepeling een wisse straf bereidWy zouden vruchteloos geknield voor s konings voetenOnze onvoorzichtigheid met onze hoofden boetenZoo waant hy vol van hoop helaas hoe min verdachtOp de ongenacirc van t lot en t onheil dat hem wachtOp s konings hoogen wil stelt elk der schepelingenZich onverwijld in staat den vijand te bespringenGesterkt met spijs en wijn en bindt de riemen aanOm op den eersten wenk ten vaart gereed te staanMaar toen de glans der zon den hemel had verlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

43

Vliegt alles saam naar t strand en roeiers en soldatenEn klimt de schepen op en spoort vol vuur en moedZijn tochtgenooten aan tot dallermeesten spoedWy glijden op en neecircr op t wentlen van de barenGehoorzaam aan t bevel der hoofden en bewarenDen uitgang ons vertrouwd en hadden heel den nachtMet brandend ongeduld den vijand afgewachtNu was de duisternis reeds van den trans gewekenNog merken we aan het strand geen kiel of vluchtensteekenMaar naauwlijks breekt de zon de bleeke kimmen doorOf ijlings treft een kreet ons gretig luistrend oorEen kreet met zang vermengd dien de Echo van de rotsenVerdubbeld wijd en zijd tot ons te rug doet botsenEen plotselijke schrik gaat onze dappren aanVervallen op die klank van hun langduurgen waanWant ach het is geen klacht van weeke vluchtelingenMaar heldenoorlogszang wat thans de Grieken zingenOntstoken op t geschal der hooge krijgstrompetReeds bruischt de holle zee door hunne vloot bezetReeds schuimt zy op den slag van t samenruischend roeienEn eindlijk zien wy hen tot onze kielen spoeienDe rechtervleugel gaat de gantsche macht vooruitOp t schoonst ten strijd geschaard terwijl een woest geluidVan kreten zonder end zich opheft tot de wolken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

44

En dus onze ooren treft lsquoO Griekens eedle volkenStrijdt strijdt uw vaderland van vreemde heerschzucht vrijUw vrouwen en uw kroost van s vijands woestaardijMet de outers van de Goocircn met uwer vaadren gravenDees dag beslist uw lot en maakt u vrij of slavenrsquoOns heir heft van zijn kant een schrikbren wapenkreetElk in zijn tongval aan tot strijden beicirc gereedNu raakt men handgemeen de menigte der schepenHeeft reeds van wederzij elkander aangegrepenEen Grieksche hulk die t eerst aan t hoofd van s vijands vloott Gevecht begon vernielt een Perziaansche bootWy hadden moedig reeds den aanval afgeslagenTot we allen eensklaps ons op t naauwst besloten zagenIn de engten dat geen schip tot s anders redding spoecircnNoch iets de Perzen voor een neecircrlaag kon behoecircnWy hooren het gebots der saamgehorte kielenEn zien onze eigen vloot zich in dien schok vernielenDe wreede winnaar valt met dubbel woeden aanEn doet de schepen in t verzwelgend nat vergaanDe golven zijn verkeerd in purperroode stroomenMet wrakken overdekt de menigte omgekomenIn t strijden ligt op rots en bank en strand verspreidWy hadden vol van schrik ons tot de vlucht bereidMaar nog moest s vijands wraak de matte vloot vervolgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

45

Hy laat geen oogwenk rust maar slaat op t felst verbolgenOns droevig overschot gelijk een visschenzwermMet brokken mast en riem te pletter Een gekermVan smart en wanhoop doet zich onophoudlijk hoorenTot daar de schaacircuw der nacht dien gruwbren moord kwam storenNeen k melde u niet al t kwaad dat Xerxes leger leedAl breidde ik dit verhaal tien dagen uit Want weetDat nooit de zonnekar de kimmen heeft beklommenTer neecircr ziende op den dood van zoo veel heldendrommen

ATOSSAWat onbeperkte stroom van rampen zonder talBrengt met ons vaderland heel Azieuml ten val

DE BODEEn k deed u nog niet eens de helft der plagen hoorenWier ijslijkheid ons trof Nog was ons eacuteeacuten beschorenDie op t verdrukte hoofd met dubble zwaarte woog

ATOSSAWat nog verschrikbrer lot viel op ons van omhoogAch meld my welk een slag na zoo veel bittre slagenOns tot nog dieper smaad en wanhoop kon verlagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

46

DE BODEHelaas die fiere rij van onze schoonste jeugdDie schitterend in rang en groot in oorlogsdeugdMet onverbreekbre trouw des konings macht verzeldeWerd uitgedelgd door t zwaard dat heel ons leger velde

ATOSSAMijn vrienden ik bezwijk verwonnen van de smartk Wil echter k wil bedrukte in weecircrwil van mijn hartAl t onheil weten dat dien braven is weecircrvaren

DE BODENiet ver van Salamis aan dandren kant der barenLigt midden in hun schoot een naauwgenaakbaar landWaar Pan zijn herderen ten feestdans voert op t strandDaar wordt die eedle jeugd voacuteoacuter t strijden heen gezondenOp dat zy zoo de Griek door ons geweld ontbondenDaar hulp en veiligheid of nieuwe krachten zochtZijn laatste poging in zijn bloed versmoren mochtEn de onzen redden uit den drang der zeegevarenMaar anders moest de wil der Goden zich verklarenDe zege had zich nu aan s vijands zij gehechtEn hy nog afgemat van t bloedige gevecht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

47

Springt straks zijn kielen uit en schaart in naauwe kringenZich om het eiland rond dat onzen jongelingenGeen uitkomst overblijft noch wegen om te vliecircnZy zoeken in dien nood nog wederstand te biecircnMet vlugge pijl op pijl en pletterende steenenMaar alles is vergeefsch hun doodsuur is verschenenDe vijand valt op eens vereenigd op hen aan(Onmachtig dit geweld nog langer te weecircrstaan)En staakt zijn woede niet van trots en wrevel dronkenVoor ze allen aan zijn voet zieltogend zijn gezonkenUw zoon barst middlerwijl in bittre tranen losVan op een heuveltop naby het golfgeklotsHad hy op t moordtooneel zijn benden gacirc geslagenNu ziet hy ijzend neecircr op d afgrond onzer plagenEn scheurt van wanhoop dol het vorstelijk gewaadAan stukken geeft bevel tot d aftocht en verlaatHet slagveld om met ons op t spoedigste te vluchtenDie mare hadt gy nog by al uw ramp te duchten

ATOSSAo Goocircn wat valsche hoop hebt gy ons aangeboocircnIs dit is dit de wraak voor d onvergeetbren hoonDien t wijdberoemd Atheen ons eenmaal deed weecircrvarenOf heeft geen bloed genoeg van Perziaansche scharen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

48

Op t ons noodlottig veld van Marathon gevloeidEn moest dan als mijn zoon dien schandvlek zoo verfoeidPoogt uit te wisschen een nog schrikbrer onheil volgenAch meld my waar het lot op de onzen zoo verbolgenDer schepen overschot voor t minst belanden deed

DE BODEDe hoofden stelden zich ter wilde vlucht gereedEn vliecircn op willekeur van golf en wind gedrevenVan t ons nog ovrig heir verloor een deel het levenNaby Beotieuml van dorst en hitte droogDaar reeds een frissche bron zich opdeed aan hun oogWy moede en uitgeput van rust en spijs verstekenWy loopen Phocis af en Doris hooger strekenEn waar Spercheacuteus t veld met vruchtbre stroomen drenktTot daar Thessalieuml ons een korte schuilplaats schenktHier zagen wy op nieuw ontelbren onzer vrindenIn honger en gebrek het aakligst sterflot vindenWy door Magnezieuml en het Macedonisch rijkBy Axius rivier en Bolbes rietig slijkTot aan Pangeacuteus berg in t eind gevorderd spoeddenNaar t naadrend Thracieuml wanneer t ontijdig woedenDes winters ons den stroom des zilvren Strymons slootNu smeekten we of ons aard of hemel bystand bood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

49

En zelfs wie voor dien tijd het Goddelijk vermogenMiskend had hief met ons zijn noodgebed ten hoogenDus bidden wy de Goocircn om hulpverleening aanEn wagen het den rug der waatren op te gaanWy stappen veilig op de toegevroren barenZoo lang wy nog geen glans aan de Oosterkim ontwarenMaar toen de zonnekar in brandend licht verscheenDrong zich zijn hette door t kristal der stroomen heenEn smolt ze t Oovrig heir dat d overkant der golvenNog niet bereikt had werd geheel in t nat bedolvenEn zalig die het eerst den veegen aacircm verloorWy - kwamen Thracieuml en haar hindernissen doorEn zien u eindlijk weecircr o vaderlandsche strekenMaar ach hoe moet die komst het Perzisch harte brekenWien onze kleine hoop herinnert aan t gemisDer dierbre manschap die ons afgestorven isZie daar een deel Mevrouw dier onoptelbre plagenWaarmeecirc der Goden toorn dees landen heeft geslagen

DE REIOntzachelijke Goocircn hoe heeft uw overmachtIn onbeperkte woede ons rijk ten val gebracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

50

ATOSSAZoo is dan onze jeugd o Perzie omgekomenNeen gy bedroogt my niet gy spoken me in mijn droomenVerschenen die my t lot mijn ramp ten voorbocirc zondGy grijzen die dien wenk miskendet toen uw mondMijn angst wou stillen k zal uw raad niet minder volgenk Zal plengen aan de Goocircn op ons geslacht verbolgenEn offeren aan de aard en t bleeke schimmenrijkIk weet t geleden kwaad is onherroepelijkMaar t noodlot kan ons nog voor nieuwe jammren dekkenO laat uw trouwe zorg my thans tot hulp verstrekkenBeraadt u onvermoeid en naar der zaken eischEn als mijn droeve zoon het vorstelijk paleisGenaakt leidt gy hem in en troost hem o mijn vrindenEn laat zijn lijden hier voor t minst een eindperk vinden

Vierde tooneel

DE REIO machtige Oppervorst der GoocircnWiens albeschikkende geboocircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

51

De ontelbre macht van onze heldenOp vreemden grond ter neder veldenZie door uw gramschap EkbataanEn Suzes vest in smart vergaanZie op de tranen onzer vrouwenZie ze om ons onheil troostloos rouwenEn rukken met de zachte handZich hoofdhair af en zilvren bandZie heel een schaar van trouwgenootenDie pas den echtknoop heeft geslotenEn reeds den echtgenoot betreurtHaar in t noodlottigst uur ontscheurdO kwelling naauwlijks te verdragenZy zal de schoonste van haar dagenVan t zuiver heilgenot beroofdHaar in dien blijden staat beloofdIn t aklig weduwbed verteerenWat kan de wanhoop van haar keeren

Ik zelf helaas ik voel elk oogenblikMijn rouw verdubblen nog verpletterd van den schrik

EERSTE KEERHoe treuren de omgelegen veldenVan heel haar mannenteelt ontbloot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

52

Ach Xerxes Xerxes moest ge uw heldenTen offer voeren aan den dood

Och of een God u had weecircrhouecircnVan t roekloos macht- en zelfvertrouwenBy d aanvang dier onzaalge tocht

En t spoor doen volgen van uw vaderDie held en vreedzaam vorst te gaderZijn volken niet dan weldaacircn wrocht

EERSTE TEGENKEERGy zwarte vluggewiekte kielenMet onzer mannen keur belaacircn

Gy zaagt die dappren dan vernielenEn alles in hun val vergaan

De koning zelf in vreemde landenTer naauwernood uit s vijands handenBehouden door een snelle vlucht

Keert eindlijk dit gevaar ontkomenDoor Thracieumls bevroren stroomenTe rug in vaderlandsche lucht

TWEEDE KEERHelaas hoe menig onzer bravenOp Cychreus heilig strand gedood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

53

Ligt daar misvormd en onbegravenVerlaten in dien bangen nood

Ja laat ons treuren laat ons klagenDat niets voor t minst na zoo veel plagenDe klanken onzer droefheid stuit

En t hart door rouw van eacuteeacuten geretenGalme Echo onze wanhoopkretenDoor lucht en wolk ten hemel uit

TWEEDE TEGENKEERHun lijken dwarlen met de golvenVan holle draai- tot draaikolk meecirc

Of zijn in d afgrond reeds bedolvenOf t aas der monsters van de zee

O vaders wien uw zoetste pandenDoor t staal in s overwinnaars handenVan t bloedend harte zijn gerukt

Hoe stelt ge een eindpaal aan uw klachtenWat zal het foltrend leed verzachtenWiens last uw grijze haren drukt

Nu zal der Perzen vorst geen wettenAan heel dit werelddeel meer zettenNoch van de hoogte van zijn troon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

54

De schatting knielend aangeboocircnOntvangen want o smaad zijn luisterVerzonk voor eeuwig in het duisterMet d ouden rijkdom bloei en machtJa by t vervallen onzer krachtZal elk dier volken t juk verbrekenAls vrijgeboren handlen sprekenNiet meer bedwongen door geweldHelaas waar t leger is geveldDaar werd met hun ontzielde leden

Geheel het Perzisch rijk in t bloedig stof vertreden

Vijfde tooneel

ATOSSA DE REI

ATOSSAWien t wanklend hulkjen op de golf van t leven voertZoo lang geen stormgeweld den afgrond nog beroertVerheft zich op de rust der winden vol vertrouwenDat t noodlot hem ter gunst hen zal geketend houecircn -Maar de opgeruide zee heeft op zijn kiel gewoed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

55

Vervlogen is de waan in t kommervol gemoedHet kleinste golfjen baart hem doodsangst Dus mijn vrindenVoel ik my t krimpend hart van zorg en rouw verslindenIn ieder voorwerp waar t beneveld oog zich wendDreigt my de haat der Goocircn k Hoor zuchten zonder endEn klachten die een kou verspreiden door mijn aadrenZiet thans uw koningin verslagen tot u naadrenVan koninglijken praal en kleederdracht ontblootk Breng treurige offers aan den Vorst mijn echtgenootSneeuwwitte melk de vrucht van vetgeweide koeienZal op t gewijd altaar zijn schim ter eere vloeienMet honig die de bij uit keur van bloemen wrochtEn onvermengden wijn en t kristallijne vochtVan bronnen in wier stroom nooit stervelingen baaddenHet steeds herboren groen der malsche olijvenbladenEn t kroost der weeldrige aard tot kransen zaamgevlechtHang ik het outer om Gy middlerwijl ontzegtMe uw zangen niet en moog geroerd door uwe bedenDarius eacuteeacutenmaal nog dees dierbren grond betreden

ATOSSAVervul Vorstin vervul den offerplichtDie t aardrijk gunstig moge ontvangenWy storten lof- en offerzangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

56

Aan de onderaardsche Goocircn gerichtEn smeeken de uitkomst op t u dringende verlangenGy sombre Godheecircn onder de aardGy die de doocircn in Plutoos rijk vergaacircrtGy zelf o Opperheer der doodenZij door dees kreet Darius geest ontbodenIn t langgemiste levenslichtEn t hoog besluit der strenge GodenOns door zijn bleeken mond bericht

EERSTE KEERO Vorst gezegend van de Goocircn

Daalt niet dees noodbeecirc tot uw oorenAls we in de angstvalligheecircn die ons de ziel doorboren

Met luiden hartversmeltbren toonDe rust van aard en hemel storenTreft treft ons prangend zielsverdriet

In t diepst zelfs van de hel uw teedren boezem niet

EERSTE TEGENKEEROntsluit o hel de onschendbre poort

Van diamanten zaacircmgeklonkenZij hy ons schreiend oog een oogwenk weecircrgeschonken

De Vorst de God met wiens geboort

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

57

Dit eens zoo bloeiend rijk mocht pronkenHergeef hergeef hem aan den dag

O aard wier bodem nooit zijn wedergade zag

TWEEDE KEERJa heilig zijt ge ons en het oord

Waaraan we o Vorst uw asch betrouwdenWorde onze klaagstem aangehoordHerzie op Plutoos krachtig woord

t Paleis waarin we uw glans zoo menigmaal aanschouwden

TWEEDE TEGENKEERGeen dolle zucht naar macht en roem

Kwelde onder u de PerzianenNoch riep des noodlots ijzren doemOp uwer jongelingen bloem

O Vader aangebeecircn van dankbare onderdanen

DERDE KEEROntzachbre groote dierbre KoningSla onze hartebeecirc niet af

Rijs uit de holle doodenwoningOp d oever van uw heilig graf

Verschijn voor onze eerbiedige oogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

58

Gy nog door gantsch uw volk geloofdVan t purpren Koningskleed omtogenDe rijke sluijerkroon op t hoofd

DERDE TEGENKEERWy zullen vreemde jammren meldenVerschriklijk voor het Perzisch oor

Den dood der duizend duizend heldenDie t rouwend vaderland verloor

De Styxkolk met verpeste dampenBesmette de onbewolkte lucht

Verschijn verschijn verneem de rampenWaar onze bange borst om zucht

Slotzang

Wy zitten troostloos aan de randen Van uw door tranen vochtig graf Want ach descepter in uw handen Weerde allen rampspoed van ons af De dood die u heeftaangegrepen Sleepte onze welvaart met u meecirc En - met demenigte onzer schepenZonk onze welvaart in de zee

Zesde tooneel

DE SCHIM VAN DARIUS DE REI ATOSSA

DE SCHIMGetrouwe grijzaartsrij en steunsels van dit rijkMy in der jaren bloei in ouderdom gelijkWat onverwachte ramp heeft u dus overvallenVan waar dit naar gekerm in Suzes dierbre wallenWat jammren trof mijn oor in t stil verblijf der doodIk nam het offer aan dat my mijn gade boodEn rees gedrongen door uw sombere gezangenDe hel ontsluit zich licht om hoopen doocircn te ontfangenMaar laat geen uitgang vrij aan d eens verzwolgen buitMy echter liet haar Vorst mijn rang vereerend uitEn k vloog om in den rouw die u verteert te deelenGy spreekt en wilt my niets van wat u trof verheelen

DE REIOp dees ontzachelijken stondStaar k roer- en spraakloos op den grondDe stem besterft my in den mond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

60

DE SCHIMIn het koel verblijf der schimmen werd mijn rust door u gestoordk Hoorde uw bede en ijlings spoedde ik naar dit onvergeetbaar oordEn nu draalt ge en blijft beweegloos ach verdrijft dien ijdlen schrikk Toef niet lang de tijd is kostbaar maakt gebruik van t oogenblik

DE REIk Tracht vruchteloos mijn vrees te smorenIk zal u jammeren doen hoorenDie heel dit volk het hart doorboren

DE SCHIMHeerscht die vrees zoo onverwinbaar in dees eerbiedwaarde rijDierbre vrouw eens deelgenoote van mijn sponde meld dan gyWat dit zuchten wat dit snikken in ons Suze deed ontstaanWees bedaard gij weet geen stervling kan des noodlots wil ontgaanTegen hem spant de aarde zamen met den hemel met de zeeOm zijn leven te verbittren door onafgebroken wee

ATOSSAO gelukkigste der vorsten toen gy t levenslicht genootHoogstgelukkig in de welvaart van het rijk dat gy geboodtDat uw troon vereerde en aanbad als den zetel van een God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

61

Ik benij uw zalig sterven Ja het eigen zeegnend lotSloot uw oogen voor de rampen die ons thans ter nederslaanSlechts eacuteeacuten woord omvat al t onheil T IS MET PERZIEuml GEDAAN

DE SCHIMWat geluid verrascht mijn ooren Viel dit bloeiende gewestDoor het oproer onzer volken of door d adem van de pest

ATOSSANeen ons leger werd verpletterd voor de muren van Atheen

DE SCHIMOnder wien van onze telgen trok het Perzisch heir daar heen

ATOSSAOnder Xerxes heet op krijgsroem t Gansche volk vloog met hem meecirc

DE SCHIMToog t te land naar s vijands steden of op de ongetrouwe zee

ATOSSAt Had zich tot een heir vergaderd en een sterke vloot bemand

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

62

DE SCHIMEn hoe toog het voetvolk over naar het vijandlijke land

ATOSSAHellaas engte werd gesloten door een breede schepenrij

DE SCHIMEn de zee voor Xerxes zwichtend liet hem dan den doortocht vrij

ATOSSAJa een Godheid was het zeker die hem bystond met zijn raad

DE SCHIMJa een helsche Godheid bracht hem tot die roekelooze daad

ATOSSADe uitkomst leerde t welk een onheil deze poging baren zou

DE SCHIMWat was de oorzaak van die rampen die u dompelen in rouw

ATOSSAOnze vloot uit een geslagen sleepte t landvolk in zijn val

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

63

DE SCHIMZoo verging dan t Perzisch krijgsvolk in dien strijd geheel en al

ATOSSATuig dit Suzes doffe rouwkreet en haar leecircggestorven vest

DE SCHIMOnze roem is dan verloren met den steun van dit gewest

ATOSSABactrieuml verloor de hoop zelfs van het volgende geslacht

DE SCHIMO mijn Xerxes welke krijgren heeft uw waan ter dood gebracht

ATOSSAHy ontkwam (zoo zegt men) t onheil van een zwakken stoet verzeld

DE SCHIMEn wat middel voert hem weder in dit land waarnaar hy snelt

ATOSSAHy bereikte reeds t gevaarte dat Euroop aan ons verbindt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

64

t Lijdt geen twijfel dat hy thands reeds zich in veiligheid bevindt

DE SCHIMHeilge orakels van de Goden in mijn zoon werdt gy volbrachtOp zijn schedel borst hun gramschap Aan een later nageslachtHoopte t zorglijk vaderharte dat die straf beschoren was -Maar wie t wraak vuur tergt des hemels slaat de bliksem dra tot aschWat onperkbren vloed van plagen heeft uw onbezonnen handO mijn Xerxes doen ontspringen voor dit aangebeden landAch de moed van t jeugdig harte had u t heldere verstandMet een duistre wolk omneveld toen ge een gruwelijken bandOm de Hellespontsche golven als hun meester durfde slaanToen ge een God waagde aan te randen in zijn nooitverstoorbre baanEn de vlakte van zijn waatren dekte met een kielenrijWaar uw leger over heen toog naar den grond van de overzijAl den Goden in Neptunus tot een nooit verzoenbren smaadLicht misleide neen gy zaagt niet dat de rijkdom van uw StaatBinnen kort ten prooi kon liggen aan uitheemsche plonderzucht

ATOSSAHaatlijk ras van laffe vleijers al die rampen zijn de vruchtVan de heerschzucht die uw omgang in mijn Xerxes wortlen deedToen uw mond in s vaders lofspraak hem zijn werkloosheid verweetHem de vrede leerde haten en de hand aan t oorlogszwaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

65

Dag aan dag den schat vermeerdren dien mijn egacirc had vergaacircrdGy zijt de oorzaak van zijn dwaasheid gy zijt de oorzaak van dien tochtDie den val van onze grootheid in des legers neecircrlaag wrocht

DE SCHIMZoo is dit grootsch ontwerp met schand ten eind gebrachtEen schrikbaar voorbeeld tot voor t verste nageslachtEens noodlots als nog nooit op Suzes burgren woeddeSints de Opperste der Goocircn der volken macht en hoedeDen deugden van eacuteeacuten Vorst vertrouwde t Was een MeedDie t eerst dees streken voor zijn scepter knielen deedZijn kroost zijn edel kroost dien vader waard in wijsheidVerving in t rijksgebied zijn afgeleefde grijsheidEn sterkte dag aan dag den vaderlijken troonHem volgde Cyrus op de lievling van de GoocircnWiens s helden deugd behaagde en hartelijke bedenDees deed door krijgsbeleid de rondgelegen stedenDe macht erkennen van zijn onafweerbaar staalMaar schonk zijn volk de vrucht van zege- op zegepraalEen duurzaam vredeheil Naauw meester van dees statenVerloor zijn zoon het licht t Rijk werd ten prooi gelatenAan de eerzucht van een Maag wiens schaamtelooze voetDen troon betreden dorst van dit doorluchtig bloedTot Artaphernes en zijn moedige eedgenooten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

66

(Door loosheid of geweld) des dwinglands val beslotenZoo schonk my t gunstigst lot de koninklijke kroonEn zegen aan mijn volk Ik-zelf k was meecirc gewoonAan t hoofd te strijden van mijn dappre legerbendenMaar nooit door zucht naar roem de rust van t land te schendenMijn zoon vergat den les dien ik hem stervend gafEn stichtte uw onheil Neen nooit dreigde zulk een straf(Gy weet het dierbren wien een vroeger eeuw zag bloeien)Wat vorst den troon bezat de Perzen uit te roeien

DE REIAch meld veeleer wat raad t geledene vergoedtOf t kwaad kan stuiten dat zoo ijslijk op ons woedtWat baat het of uw taal ons felbezorgden grijzenDe deugd der vaadren op dit uur poogt aan te wijzen

DE SCHIMGeen Pers stoor immer met een Godverwaten armDe rust van Griekenland door t staal al hadt ge een zwermVan strijdren grooter nog dan t leger waar we om klagenHun grond zelf is in staat den vijand te verjagen

DE REIHoe de onbezielde grond biedt onzen krijgren weer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

67

DE SCHIMDie t zwaard ontvluchten mocht valt van gebrek ter neecircr

DE REINog is ons voor het minst eacuteeacuten leger bijgebleven

DE SCHIMHelaas dit derft weldra op d eigen grond het leven

DE REIHeeft ons die zaalge hoop bedrogen dat het meecircTe rug toog over t nat van Hellaas enge zee

DE SCHIMSlechts weinig zal de roecirc van t straffend noodlot sparent Orakel spelde t my wiens echtheid wy ontwarenIn t onheil dat ons drukt Verblind door wanhoop lietMijn zoon dat leger na in t vijandlijk gebiedDaar waar Azopus vloed zijn onberoerde waterenIn t rijk Beoumltieuml door hem bevrucht doet klaterenDaar opent zich voor hen een onvermijdlijk grafHun dolle plonderzucht tot een gerechte strafWier hand zich niet ontzag de Godgewijde altaren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

68

En t beeld der Goden in hun woede niet te sparenMaar heel den tempelraad te rooven en in t endDe heilge tempels zelf door hun alleen miskendTen offer aan de vlam te geven Ja de GodenDoor zulk een hoon getergd verpletteren die snodenMet neecircr- op neecircrlaag Want nog hangt een zwangre wolkHet overschot op t hoofd Een ijsselijke kolkVan bloed breekt op den slag der Dorische geweerenPlateacuteaas vlakten uit Het nageslacht zal leerenWanneer t den moord verneemt van dien verschrikbren dagDat zich geen sterveling zoo stout verheffen magDer menschen trotschheid maait een oogst van bloed en tranenVoor alles wat zy zaaide o Laat de PerzianenAtheen en t gantsch tooneel van de ondergane schandGedachtig nimmer weecircr den bloei van t vaderlandVoor t lokkend uitzicht op veroveringen wagenEr leeft een Jupiter die hovaardij verlagenEn t kwaad door haar gesticht ten goede keeren kanEn nu daar Xerxes naakt geliefde rei verbanDen hoogmoed uit zijn hart die menschen tergt en GodenZijn afgematte geest heeft wijzen raad van noodenGy teedre en dierbre Gacirc breng uw bedroefden zoonEen kleeding naar zijn rang Door d onverduurbren hoonDie al zijn hoop verwoest in t harte diep gebeten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

69

Heeft hy het vorstlijk kleed uit rouw van een geretenNu hangt het achteloos aan flarden om zijn lijfVoor alles dat uw stem die woeste drift verdrijvDoor haar slechts kan de rust in Xerxes borst weecircr dalenVaart wel ik keer te rug in Plutoos sombre zalenGy dat die felle ramp u niet in wanhoop stortGeniet van dag tot dag dien levenstijd zoo kortWaarin ge op s noodlots gunst u nimmer kunt verlatenIn t rijk der dooden zal geen rijkdom meer u baten

Zevende tooneel

DE REI ATOSSA

DE REIHelaas hoe wordt onze angst vermeerderd daar zijn mondOns nieuwe jammren in de toekomst heeft verkond

ATOSSAGerechte Goocircn ziet neecircr op alles wat wy lijdenMet hoe veel zorgen heeft mijn moederhart te strijdenWanneer t den hoon herdenkt eens zoons ter naauwernood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

70

Van dekking zelfs beroofd ontkomen aan den doodIk keer een oogwenk in d ontsierde vorstenwoningEn poog te rug te zijn voor de aankomst van den koningMijn zorg verschaft hem dra een schitterend gewaadVloekwaardig die zijn kroost in t ongeluk verlaat

Achtste tooneel

DE REI - KEERToen vorst Darius hier regeerde

Die onverwinbre Vorst in wijsheid Goocircn gelijkWien de uitgestrektheid van dit rijk

In t wettige gezag met dankbre aanbidding eerdeToen bloeide ons dierbaar vaderlandGelukkig in den zachtsten band

TEGENKEERVoor vijandlijke macht en lagen

Behoedde het een heir door dapperheid vermaardVoor innige onrust t heilig zwaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

71

Der wet en mocht al eens de vorst een oorlog wagenNooit werd zijn eerzucht door het bloedVan zoo veel burgeren geboet

In hoe veel wijdberoemde stedenWerd niet de scepter aangebedenVan vorst Darius schoon zijn voetNiet buiten Halys breeden vloed

Noch van den troon zelfs was gewekenZoo werd hy meester van den grondGelegen aan des Strymons mond

Naast Thracieumls onvruchtbre strekenMaar dieper in het vaste landLag stad op stad in d eigen band

Met die de Hellespontsche stroomenEn die Propontis zee omzoomenEn Pontus onherbergzaam strand

Ook de eilanden om wie de golven klotsenDoor Egeus val berucht bestierden zijn geboocircn

Als Lesbos rijk in druiventrossenMet Naxos Chios wien de Goocircn

Den mildsten wijnoogst steeds verleenenEn Paros door haar marmersteenenBeroemd en Andros en Mycoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

72

En de aan de zee nabijgelegen stedenDe hoofdvest van Ikaar

En Temnus Rhodus Gnidus waarDe Mingodin op t sterkst wordt aangebeden

En Paphus Solus Cyprus glansEn gy o Salamis die t aanzijn hebt gekregen

Van t plekjen waar de Grieksche lansHet heir der Perzen heeft doorregenAl wat de Griek in Azieuml bezatWerd in Darius rijk omvat

En t bleef door zijn beleid den ouden bloei bewarenZijn troon werd ondersteund door duizend heldenscharen

En op den eersten wapenkreetWas bond- by bondgenoot gereedVoor hem ten krijg te spoeden

En nu - nu zuchten we onder t woedenVan d op ons rijk vergramden God

Ach in de roodgeverwde golvenWaar in ons leger werd bedolven

Toont zich de willekeur van t omgewenteld lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

73

Negende tooneel

XERXES DE REI

XERXESWee my wee my k heb u verlorenGeliefde hoop van beter tijd

Gy die my t grievendst leed o noodlot had beschorenIk zie te wel dat ge onverbidlijk zijtMijn afgematte knieeumln trillenEn wat mijn jagende angst moest stillen

t Herzien van dit paleis beknelt mijn hart nog meerO waartoe moest naast mijn verpletterd heir

O Jupiter uw bliksem my slechts sparen

DE REIDer Perzen bloemDer Perzen roemIs heengevaren

Dees kermende aarde vraagt haar eerZy vraagt haar spruiten weecircr

Die gy o Vorst met Pluto zaacircmverbonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

74

Gaaft weg te maaien aan den doodOok Ekbataan ziet zich geschonden

Door t jammerlijk verlies der helden uit haar schootVergeefs beroemd door leeuwen-moed en krachten

XERXESHelaas wat stof tot eindelooze klachten

DE REIVorst van dit eenmaal machtig rijkZie t thans verneecircrd vertrapt in t slijk

XERXESEn t heeft aan mj zijn val te dankenMy wien dees grond het leven gafZich zelv en mijn geslacht ter straf

DE REIWy bieden u slechts jammerklankenEn tranen aan voor welkomstgroet

Heft onze stem zich tot de wolkenWy vieren de uitvaart uwer volkenWaar ons t geteisterd hart van bloedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

75

XERXESJa heft een luiden kreet naar bovenHy dringe my door t rouwend hart

Zoo k my van alles zag beroovenUw zang vernieuwe in my de smart

DE REIGy zult gy zult een doffen rouwzang hooren

Wy zijn gereedTe melden wat gy hebt verloren

En al ons leedEn hoe de God van krijg en zegenIn vreemde lucht des vijands degenDeed zamenspannen met de zeeOm ons te dompelen in wee

XERXESMijn vrienden houdt niet op te klagenGy moogt my vrij naar al ons onheil vragen

DE REIWaar bleef waar bleef uw trouwste raadAlpist de steun van dezen Staat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

76

Die fiere krijgsman die in de aderent Bloed onverbasterd draagt van zijn doorluchte vaderenDie met zijn duizenden uw krijgstocht heeft verzeld

Ligt hy daar meecirc op t bloedig veldDen vijand tot een zegeteekenWaar bleven Psammis DatamesEn Suzas en PharandacesWaar al de grooten dezer streken

Waar bleef Susiscanes de roem van Ekbataan

XERXESDie zijn vergaan die zijn vergaan

Ik zag hun menigte op de rotsenVan Salamis zieltogend botsen

En sterven op dat strand geverwd van Perzisch bloed

DE REIIs ook Artembares gebleven

Pharnuchus door ontembren moedSebalces door zijn rang verhevenMasistras Memphis Tharybis

En de uit een vorstenstam gesprotenLileacuteus Treft ook hun gemis

U by den dood van zoo veel andre Grooten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

77

XERXESWat reeks van helden voert uw taal my voor den geest

Helaas ook dezen zijn geweestHet oog gewend naar die gehate muren

Waar al ons onheil uit ontsprootZijn zy gedood

Ik kan het denkbeeld niet verdurenHet hart krimpt me in mijn gantsche lichaam beeftTerwijl de stem my in den gorgel kleeft

DE REIEn Xanthes de overste der onverschrokken MardenEn die van krijgen onverzaad

Zich tegen moeilijkheecircn en lijfsgevaar verharddenDe ruitrenhoofden Cigdabaat

Lithymnas Arsaces Zaagt ge ook die helden vallen

XERXESMet mijn ontelbre duizendtallenZijn zy door t eigen lot verrast

Ach al die uitgelezen bravenZijn onder bergen doocircn begraven

Van t eerbewijs beroofd dat zulke helden past

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

78

DE REIRampzalige offers van den toorn der hemelingen

Uw neecircrlaag stort ons allen neecircrVan enkel ramp zien we ons omringenDaar is voor ons geen redding meer

Met de allerijsselijkste plagenHeeft ons des noodlots hand geslagenEn laat zijn woeden eindlijk aft Is onmacht om nog grooter straf

By wat wy lijden uit te denkenWanhopig vloeken wy den dag

Die onzen roem die al ons heil moest krenkenEn voor de Grieksche vloot den Pers verzinken zag

XERXESO welk een heir heb ik verlorenWat diepe val was my beschorenEn heel dit uitgestrekt gebied

Van al de pracht waar meecirc k mijn scharenTen verren oorlog deed vergaacircren

Is deze pijlbus t al wat my de hemel lietHerinnert my de harde rampenWaarmeecirc gy allen hebt te kampen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

79

En die gy wijten kunt aan uw misleiden VorstKweekt kweekt de wroeging in mijn borst

Laat sombre rouw- en zoengezangenHier uit uw mond mijn wanhoopkreet vervangen

DE REI - EERSTE KEERHerinnering aan beter tijdenHoe foltert gy d ontstelden geest

Te midden van het wreedste lijdenGevoel ik wat wy zijn geweest

Ik kan het denkbeeld niet verjagenDat onophoudlijk om my zweeft

De welvaart die mijn oogen zagenEn die k helaas heb overleefd

EERSTE TEGENKEERTot aan het blaauw der hemelstrekenReikte onzer Perzen oppermacht

Door Godenhulp en t zorglijk kwekenVan eedle Vorsten opgebracht

Haar breede takken hingen overOp heel dit aangebeden land

En onder schaduw van hun loverWas t hoogst geluk in onzen band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

80

TWEEDE KEERHoud thands o Pers het hoofd gebogenUw eens zoo fier gedragen hoofd

De gunst der Goden is vervlogenUw eer uw bloem is u ontroofd

Wat zoudt ge o droeven thands nog pralenMet een u ongetrouwen Vorst

Die voor een ijdel roembehalenUw gantsche welzijn wagen dorst

TWEEDE TEGENKEERVraagt kinders moeders echtgenootenAan uw te diep verneecircrden heer

Uw dappre vaders en uw lotenUw jeugdige egacircs nimmer weecircr

Zj rusten in de schoot der zeeeumlnOf in t met bloed gedrenkte zand

En zijn bevrijd van al de weeeumlnVan hun rampzalig vaderland

DERDE KEERTrekt Grieken onze muren binnenGy gunstelingen van het lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

81

Die onze krijgren mocht verwinnenVerplet hun treurig overschot

Wat staat ons thands niet nog te wachtenNa t geen dees dag ons heeft verkond

Wat hoop nog kan ons leed verzachtenWat balsem storten in den wond

DERDE TEGENKEERGy die in tempels en altarenGehoond door krijgsmansovermoed

U wreekte in t bloed van onze scharenIs nog die schennis niet geboet

Of zijn wy zelve te misdadigEn is voor ons geen deernis meer

Voor t minst o Goden ziet genadigOp onze onnoozle telgen neecircr

XERXESWat Godheid geeft my ooit mijn dierbaar leger weecircr

DE REI

Slotzang

Staak o Vorst het nutloos kwekenVan uw tomelooze drift

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

82

Wil veeleer den Hemel smeekenMet gebeecircn en offergift

Laat ons onheil dit u leerenU en t laatste nageslacht

W i e e e n G o d h e i d d u r f t t r o t s e e r e nW o r d t t e n w i s s e n v a l g e b r a c h t

1816

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

83

Proeve van overwerking

De Perzen (Bladz 21-29)

Het heir der Perziaansche scharen Dat voor de Grieksche krijgsgevaren Denvaderlandschen grond verliet Gaf ons het opzicht hunner schatten Naar s Koningsvoorgang op te vatten Die tot de zorg voor zijn gebied Ons zwakke grijzaarts heeftverkoren Keer Koninklijke telg ei keer Breng Perzieuml zijn manschap weecircr Achkon ik t voorgevoelen smoren Dat me enkel somberheden spelt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

84

De bloem van Azieuml is te veld En daar we in eindelooze klachten Om onzejonglingschap versmachten Wordt in die wreede onzekerheid Een tijding zelfsvergeefs verbeid Gy Suze Cissieuml Ecbataan Hoe zaagt ge uwmuren dus verlatenUw jeugd herschapen in soldaten Te paard te scheep naar t strijdperk gaan Henvoert de bloem van onze Grooten Amistres en Astaspes aan En Megabazesdeelgenooten Van s grooten Konings macht en eer Nu hoofden van een talloosheir Te zaam gedrongen ruiterscharen En schutters vol ervarenheid Een leger tukop krijgsgevaren Wiens enkele aanblik schrik verspreidt Geen mindere uitgelezenhelden Zijn op hun rossen Sosthanes Imeacuteus en Artembares Masistres enPharandaces Daar ook de korenrijke velden Vet van des Nyls bevruchtend slijk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

85

Ontelbare onverschrokken benden Volijvrig tot den Koning zenden Pegastagonzelf uit dat rijk Geboortig en die Memphis muren En Thebes oude vest besturenAriomardus Arsames Op hun verheven krijgskales Voor krijg en krijgsbevelgeschapen Zijn aan de spits dier legermacht t Moerassig land geeft keur vanknapen Om t handig roeien hoog geacht De Lydieumlr in wulpsche pracht Gedokenrukte toch te wapen En meacutet hem t gantsche vasteland Zich moedig scharend omde vanen Door s Konings prinslijke onderdanen Arceus Metragathes geplant Hetweeldrig Sardes gaf zijn mannen Met tal van wagens rijk bespannen Ten schrikdes vijands over zee Op d ongelijkbren krijgstocht meecirc In t Aziatisch zielsverlangenDen Griek in ketenen te prangen Zag m onder t oog van Tharybis

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

86

En Mardon wat in Mysieuml is Met Tmolus naaste nageburen Hun spiessen tot denoorlog schuren Maar t gouden Babel zond een stoet Van scheeplingen vol gloeden moed En afgerichte schuttersdrommen Die nooit vergeefs den handboogkrommen Wel trok heel Azieuml te veld Het heeft gehoorzaam aan zijn wenken DenKoning op zijn tocht verzeld Maar wy als wy dien bloem van t vaderland gedenkenZoo voelt naar mate t uur verloopt Van tijdingen reeds lang gehoopt Ons hart tottwijflen zich genoopt Voor oudren beide en echtgenooten Van stond tot stond teloor gesteld Rijst ieder dag met angst geteld Slechts om den kommer te vergrooten

KEERDes Konings heir is uitgegaan

Het heeft den overkant betredenEn brengt den vijand en zijn stedenBy elken tred verwoesting aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

87

De zee die Hella heeft verzwolgenHad hun vergeefs een pad ontzegd

Haar werd hoe woelig en verbolgenHet vlottend juk haast opgelegd

TEGENKEERDe Koning die van krijgsdrift brandt

Heeft met zijn honderdduizendtallent Vermetel Grieken overvallenEn overdekt ter zee te land

Hy zelf gaat voor door al de GrootenOmringd gesteund van t Perzisch rijk

De Vorst uit Perseus zelf gesprotenEn goden op hun troon gelijk

Met oogen glimmend van den gloedVan heldenkracht en leeuwenmoedVoert hem de koninklijke wagenIn onuitspreeklijk welbehagenDat onafzienbaar leger rondMet duizend schepen in verbondDe Grieksche spiessen zullen wijkenVoor onzen Persiaanschen boog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

88

En elke vijand haast bezwijkenWaar zulk een macht ten strijde toogOf wie zou de opgebruischte stroomenDoor dijken keeren of betoomenZoo machtig wierp het Perzisch heirZich op t verbaasd Europa neecircr -En toch der Goden weg is duisterOndanks dien duizelenden luisterTe dikwerf door hun gunst misleidBemerkten eensklaps stervelingenOp hunnen weg een net gespreid

Waaruit geen voet hoe vlug zich weder los kon wringen

EERSTE KEERHet Noodlot geeft en deelt en doetGelijk het wil Dankt hem den moedOns Perzieumlrs gegeven -

Die kracht in worstling en gevechtDie ruiters velt en torens slechtDat s vijands steden beven -

EERSTE TEGENKEERJa ook den wijden blanken vloedVoorspoedig overtrekken doet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

89

Verwinnend overkomenOp kielen kunstvol toebereidDat ook de zee den roem verbreidDier temmers harer stroomen

TWEEDE KEEREn toch zoo ongedachte slagenOns eens nog jammer deden klagenlsquoWee wee der Perzen legerschaarrsquo

En t s vijands steden moesten hoorenDat Suzes manschap ging verlorenDe hoofdstad leeggestorven waar

TWEEDE TEGENKEEREn dat wie Cissieuml bewonenDe weecircrslag trof dier jammertoonenlsquoWee wee ook dezen hoogen wal

Ook daar ontroostbre vrouwenscharenDen band zich scheurend van de hairenOm onzer legerbenden val

DERDE KEERGelijk een zwarte bijenwolkStoof overal ons heldenvolk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

90

Uit zijne dicht bevolkte vestenDe Koning zelve ging steeds voorDe wijdberoemde zeestraat door

Die Azieuml verbindt aan d oevergrens van t Westen

DERDE TEGENKEERMaar de egade ach slijt dag en nachtIn afgebroken klacht op klacht

Doornat is t huwlijksbed van tranenDe teedre Perziaansche vrouwGevoelt reeds weduwlijken rouw

Om hem die haar verliet voor s Konings oorlogsvanen

Maar waartoe langer ramp vermeldOf vreemde jammeren gespeldNeen voelen we ons van zorg doorknagenVoor de ons zoo overdierbre dagenKomt laat ons eer naar de aankomst vragenEens boden die ons licht den staat der zaken zegtEn tijding geeft van t kostbaar levenDes grooten Konings ons gegevenNaar onzer vaadren heilig recht -En wie verwinnaar is gebleven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

91

De boog der schutters van het OostOf t staal der spies van Griekens kroost -Maar s Konings moeder richt haar schreden

Tot ons omstraald met glans als t voorhoofd van de goocircnk Val voor haar neecircr naar onze zedenEn ook uw hulde word haar knielend aangeboocircn

18161853

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

92

Het verhaal van den bode uit EschylusZeven tegen Thebe

Ik kom van s vijands stand op t zekerste bewustk Zag rondom onze vest zijn Hoofden uitgerustIn vollen wapendosch en voor de poorten staandeHun door het lot bestemd eerst woesten Tydeus gaandeMet schrikverwekbren stap naar de oevers van IsmeenEn Pretus poort terwijl des vroomen Wichlaars reecircnNoch onheilspellingen zijn woede doen bedarenWant heet van ongeduld naar t tarten van gevarenEn razende van dorst naar stroomend krijgrenbloedDurft hy Oiumlcleus zoon gebrek aan mannenmoedVerwijten en roept uit dat vrees voor t bloedig kampenAlleen de voorbocirc is van naderende rampenDit schreeuwt hy met een stem die door den hemel loeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

93

Als t grommen van een draak door t middagvuur geschroeidHy gaat en schudt den helm wiens breede en zwarte veecircrenNaar t golven van den wind zich heen en weder keerenTerwijl een holle klank van onder t schild ontstaatVan brokken schel metaal waartegen t koper slaatMet een vertoont hy t schild dat kunstig uitgehouwenHet stargewelf verbeeldt Men ziet er t luchtruim blaauwenDe sterren glinstren aan de vlakke hemelbaanEn midden in hun glans de zilvren bol der maanUitblinken Van zijn trots op t prachtig wapen dronkenTrapt hy op d oever van d Ismenus en schiet vonkenVan krijgsvuur uit het oog in rusteloozen moedGelijk het jeugdig ros dat in zijn teugel woedtEn brandend van de zucht ten aanval uit te brekenHet blij geluid verbeidt van t daavrend oorlogsteekenWie gaat met dezen held den fellen kampstrijd aanWie durft voor Pretus poort als haar beschermer staanMaar schrikkelijker held stapt tegen Thebes wallenBestemd Electraas poort in t stormen te overvallent Is dolle Capaneus die mensch- noch Godheid eertEn in zijn lastertaal des hemels wraak braveertHy zweert zijn krachtige arm zal onzen muur verplettenOfschoon zich tegen hem de Goden-zelf verzettenEn Jupiter in toorn zijn woede ging te keer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

94

Ja viel het bliksemvuur voor zijne voeten neecircrHy achtte t als den gloed van heete zomerdagenMaar op het kostlijk schild met zwier vooruit gedragenVoorspelt een naakte reus wiens vuist een toorts bevatIn gouden letteren VERDELGING AAN DE STADWie onzer zal den trots van t Godonteerend sprekenOp d onverschrokken kop van dien ontzinde wreken De derde door het lot voor Neiumls poort geplaatstIs fiere Eteoclus wiens rossenspan reeds raastEn worstlend rondspringt met de teugels die hen klemmenMet ziet den kalmen held hun ongeduld betemmenTerwijl ze in de ijdle drift ter stadspoort heen te spoecircnHun vuurgen adem in den omtrek zuizen doenEn t blanke schuim op aarde en eigen boezem spattenk Zag ook zijn vasten arm den zwaren beuklaar vattenWiens oppervlakte t beeld eens forschen krijgsmans draagtDie langs een ladder klimt door s vijands vest geschraagdZijn houding reeds baart vrees Hy schreeuwt den steedling tegenDat Mars-zelf van den muur eacuteeacutens door zijn voet bestegenHem niet verdrijven zal Dus luidt het opschrift datZijn schittrend schild omgeeft dit dreigt hy onze stadOok hier hier wordt een arm in d oorlog hoogst ervarenVereischt om Thebes vest een droeven val te sparenMaar verder voor de poort die Pallas tempel hoedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

95

Vertoont Hippomedon rondzwevende als verwoedZijn reuzige gestalte en heft een schild naar bovenWiens aanzien reeds vermag den heetsten moed te dovenHet is geen grootspraak wat ik meld Dees beukelaar(Onovertrefbaar werk van d eecirclsten kunstenaar)Verbeeldt een Typho met wiens adem dikke wolkenVan dampen uit zijn mond als uit verpeste kolkenGestegen en een vlam die in het midden brandtZich wentlen naar om hoog terwijl de breede randEen schrikbren kring bevat van kronkelende slangenGestrengeld om elkaacircr Maar zinloos van verlangenMet oogen waar de gloed van t kokend hart in blaaktDat louter moordzucht aacircmt en naar vernieling haaktDoet hy de lucht alom weecircrgalmen van zijn kretenEen priesterin gelijk door Bacchus geest bezetenWie zal de bange stad beschermen tegen hemDie reeds haar siddren doet door de enkle kracht der stem Hy die de poort bedreigt nabij die eenzame oordenWaar wijze Amphion rust barst meecirc in lasterwoordenEn woesten grootspraak uit Dees zweert by t scherpe zwaardHem heilger dan een God en meer dan t leven waardDat Cadmus oude stad ten spijt der HemelmachtenHaar ondergang van hem op t zekerst heeft te wachtenZoo roemt een jonge held de kindschheid pas ontgroeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

96

Wiens frissche en schoone wang in t eerste dons nog bloeitParthenopeacuteus wien een jachtnimf op de drevenVan t blijde Arcadieuml het aanzijn heeft gegevenHy voert een stalen hart in t rijzig lichaam omZijn oog blikt wreedheid by zoo teecircr een ouderdomMaar op het koopren vlak bescherming van zijn ledenZijn door de hand der kunst twee beelden uitgesnedenHerinnering van smaad en jammren in dees vestGeleden t Is een Sphinx de schrik van dit gewestAan wier gekromde klaauw een Theber schijnt te hangenDie op t metalen lijf de schichten zal ontfangenHy gordt niet vruchteloos t vernielend krijgstuig aanNoch heeft van Argos rijk zoo groot een weg gedaanOm van een lang beleg met schande weecircr te keerenHy durft beloven (dat de Goden t onheil weeren)Dat hy de zorg ter loon beproefd in Argos walMet Thebes rijke buit haar dra versieren zalBy Homolouumls poort zal vroomer krijgsman strijdenDe wichlaar voor wiens oog t geheim van later tijdenZich opent en wiens moed zijn wijsheid evenaartHy barst op Tydeus voor zijn woeden onvervaardIn bitse woorden uit en schreeuwt hem toornig tegenDat hy wiens gantsche heil in d oorlog is gelegenWiens moordend staal zich nooit van menschenbloed verzaadt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

97

Die steeds tot misdrijf spoort met zijn vervloekten raadOok thans Adrastus hart door valsche taal mocht winnenEn tot den krijg bewoog de straf der WraakgodinnenDie licht het leger treft wijte Argos hem alleenMaar tot uw broeder wendt hy dus zijn sombre reecircnZijn naam herhalend met een zucht lsquoGy hebt den zegenDer Goden voor dees tocht ontwijfelbaar verkregenEn onvergankbre roem wacht u by t nageslachtWiens onberaden toorn een vreemde legermachtDorst waapnen tegen t land wiens schoot uw eerste dagenGekoesterd heeft Wat straf moet niet de snoodaart dragenDie aan eens moeders lijf een gruwbre hand durft slaanEn gy gy randt uw stad in t dwaas vertrouwen aanDat ze u die haar verried niet eindeloos zal hatenVoor my ik vlieg ten strijd en wacht mijn lot gelatenSchoon de aard die k thans betreed weldra mijn graf zal zijnMen vreest geen sterven met een hart gelijk het mijnrsquoHy spreekt en schudt het schild waarop geen beelden schittrenNoch woorden die den haat door ijdlen trots verbittrenHem leert het vruchtbre brein waar immer wijsheid bloeitEn t van gepasten raad en deugden overvloeitOnwankelbaren moed met zedigheid te parenOm tegen dezen held den ingang te bewarenWordt vroomheid van gemoed vereischt by leeuwenkracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

98

Want vreesselijk is hy die deugd en Godsdienst achtMaar voor de laatste poort staat razende op dees wallenUw eigen broeder Vorst gereed haar aan te vallenEn boezemt in een kreet den wensch der wraakzucht uitVerwinnaar van dees vest door t schaterend geluidDer zegezangen van zijn krijgsvolk reeds gehuldigdAls meester van een rijk hem sedert lang verschuldigdHoopt hy u-zelv in t end te ontmoeten op den walDoor u verslagen u te sleepen in zijn valOf doet ook daar het zwaard hem overwinnaar blijvenU juichend op zijn beurt in ballingschap te drijvenMet al den smaad belaacircn eens door hem-zelv geleecircnHiertoe stort hy den Goocircn onafgebroken beecircnZoo woedt hy en treedt voort Men hoort het koper klinkenOp wiens bewerkten grond twee gouden beelden blinkenEen jonge vrouw wier hand eens krijgsmans schreecircn geleidtTen strijde toegerust verbeeldt RechtvaardigheidEn schijnt het randschrift van den beuklaar uit te sprekenIK-ZELV IK VOER HEM WEEcircR IN DE OUDERLIJKE STREKENDEES DAG IS T DIE HEM STAD EN KROON HERWINNEN ZALZoo schaart zich om den muur het Vorstlijk zeventalIk heb mijn last volbracht U is de zorg gelatenDen ramp te keeren van uw kwijnende onderzaten

1816

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

99

Alfonsus de Eerste treurspel

Φίλος γὰρ ἐχθρὸ ἐγένɛτ᾿ ἀλλ᾿ὅμως Φίλος EURIP PHOEN

Personaadjen

DON ALFONSUS Zoon en opvolger van Graaf Hendrik van PortugalDONA MATHILDA zijne EchtgenooteDONA THERESIA Weduwe van Graaf Hendrik moeder van Don Alfonsus enhertrouwd metDON FERDINAND PEREZ Graaf de TRAVA Castiljaansch EdelmanDON EGAS MONIZ Portugeesch Edelman opvoeder van Don AlfonsusOMAR Afgezant van den Oppervorst der MoorenDON LORENZO DAGANIL Hoofd van Don Alfonsus LijfwachtDON PEDRO DAVILA Hoofd van Graaf de Travaas LijfwachtDONA LEONORA Vertrouwde van Dona MathildaEen SchildknaapSpaansche en Portugeesche Edellieden aan de Trava gehecht met DONALONZO GOMEZ aan hun hoofdPortugeesche EdelliedenLijfwachten van Don Alfonsus en de Trava

Het Tooneel is te Guimaraens de toenmalige Hoofdstad liggende op de rivier denAve Het Eerste Vierde en Vijfde Bedrijf speelt in het Paleis van Don Alfonsus hetTweede en Derde in dat van den Graaf de Trava - Het stuk neemt een aanvangtegen den middag van den eenen dag en eindigt tegen dien van den volgendenTusschen het Derde en Vierde Bedrijf onderstelt men de ruimte van eacuteeacutenen nacht

Eerste bedrijf

Eerste tooneel

DONA MATHILDA DONA LEONORA

LEONORAHoe steeds verdiept Mevrouw in zorgen zonder baatHet uur des nachts voert u geen troost de dageraad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

100

Verrascht uw slaaploos oog in steeds vernieuwde tranenWy zien op uw gelaat den glans der jonkheid tanenIn nevelen van smart Gy eedle deelgenootDer trouw die heel een volk door moed en braafheid grootAan de afkomst toedraagt van den held die t deed herbloeienGy wier aanminnigheid zijn boezem deed ontgloeienIn liefde waar hy zints geheel zijn lust in vondGy treuren zonder end waar t al u heil verkondtWe eerbiedigen Mevrouw de smart die gy doet blijkenMaar t zachte vrouwenhart pleegt eerder te bezwijkenVoor ingebeeld gevaar en dreiging van het lotZoo smoor die bange vrees wier foltring u t genotDer kalme zielrust licht voor eeuwig kan verstorenDe vaderlijke kroon is uw gemaal beschorenEn ras verrijst de zon die u begroeten zalAls wettige Gravin van t juichend PortugalO laat geen knagende angst u zulk een hoop verbittrenDe dag door ons verbeid zal onbeneveld schittren

MATHILDAMijn Leonoor helaas hoe dikwerf heeft mijn hartZich zelf de weekheid niet verweten van zijn smartOnwillig baadt mijn oog in tranen zucht op zuchtenBeklemmen my de borst als stond me een slag te duchten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

101

Niet af te keeren en verschrikkingvol k AanbidDe deugden van een Gacirc die heel mijn ziel bezitDe kroon waarmeecirc zijn hand my eenmaal moet versierenIs dierbaar aan mijn hart maar waan de flonkervierenDer vorstendiadeem niet machtig om mijn wondTe heelen t Is die min die my aan hem verbondWier zorgen dus mijn borst en rusteloos bezwarenAch ieder oogenblik verdubbelt de gevarenWaaraan mijn angstig oog Alfonsus bloot ziet staanBedriegelijke tijd wiens voorspoed my den waanVan onverstoorbaar heil zoo onbedacht deed kwekenUw uitzicht is van my voor eeuwig afgewekenMijn Leonoor uw trouw herinnert zich dien tijdToen heel mijn aanzijn aan de zoetste hoop gewijdNiet vatbaar dan voor vreugd geen kommer kon vermoedenAan mijn Alfonsus zij t Noodlottig uur moest spoedenDat my heel de ijslijkheid mijns noodlots openslootZints drukt me een looden zorg ter neecircr mijn oog verstootDen slaap geen troost hoe lief vermag mijn moed te sterkenk Doorzag met killen schrik wat heerschzucht kan bewerkenEn waar ik de oogen wend of waar ik toevlucht zoekt Vertoont zich overal als of des hemels vloekGereed staat op het hoofd van mijn gemaal te dalen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

102

LEONORAWat laat ge dus Mevrouw uw sombre geesten dwalenIn t uitzicht op een smart die gy u-zelve baartWaar is die donkre wolk van jammeren bezwaardWaar t voorgevoelig hart een onweecircr uit kan spellenLaat af door ijdle zorg uw teedre jeugd te kwellenOf leer my wat de bron van zoo veel angsten zij

MATHILDAEen vreemdling oefent hier Graaf Hendriks heerschappijEn de erfgenaam van t rijk door goddelooze boosheidVerraderlijk verdrukt in doffe werkeloosheidZiet in zijn toorn geboeid door die hem t leven gafZijn heiligst recht vertreecircn op t vaderlijke grafAlfonsus lijdt dien hoon en ik ik zou niet beven

LEONORAO dat dees schrikbare angst uw boezem moog begevenHoe daar heel Portugal den blijden dag verbeidtWaarop de Trava zelf uw Gacirc ten troon geleidtGelukkig in den glans die van zijn kruin zal stralen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

103

MATHILDAOnnoosle doch ook ik moest eens zoo argloos dwalenGy kent de Trava en zijn echtgenoote nietZy willig afzien van het vorstelijk gebiedZy zelven Hendriks kroost s rijks erfgenaam verklarenOf dulden dat het heersch waar zy eens meester warenk Erken t de Travas list en huichelend gelaatOntveinst met de eigen kunst zijn heerschzucht en zijn haatMaar nooit gelukte t hem Alfonsus te misleidenWie meldt de ontwerpen al steeds uitgedacht door beiden(Graaf Hendriks Weduw en den Voogd van Portugal)Om hem en t wettig huis te storten in zijn valNaauw had Don Hendriks dood de teugels dezer StatenAan t moederlijk bestier der rijksvoogdes gelatenTot eens mijn Egacirc zelf met mannelijke krachtZijn rechten oefnen mocht of zy terstond bedachtHaar kroost haar eigen kroost van de oppermacht te weerenEn met geroofd gezag zijn volken te regeerenDeelt door een tweeden trouw de schendige voogdijEen vreemden krijgsman meecirc heerschzuchtig trotsch als zyWiens listig staatsbeleid en oorlogsfaam haar sterkenIn t gruwelijk ontwerp dat zy hier uit wil werkenZints was Alfonsus steeds het voorwerp van haar haat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

104

De haat o hemel van een moeder Men bestaatIn t eerst den heldenmoed van t jeugdig hart te stremmenEn houdt hem brandende de vuist om t zwaard te klemmenIn laffe rust geboeid op dat hy dus het bloedWaaruit hy d oorsprong nam verloochnend het gemoedDes dappren Portugees zich zou afkeerig makenEn diep vervallen uit die sluimring nooit ontwakenEn mooglijk waar die list waarvan gy gruwt geluktHad niet de braafste held hem aan t verderf ontruktDon Egas steeds gereed zich voor zijn Vorst te wagenDorst met standvastigheid zich by den Voogd beklagenDat grooten Hendriks zoon dus vreemd bleef aan het staalEn voert zijn kweekeling ten strijd ten zegepraalVan daar is t zoo mijn Gacirc een oorlogsroem mocht winnenWiens grootheid hier zijn naam vereeren doet en minnenEn by den Saraceen nog siddering verspreidtEn thans daar heel het volk en de adel zich bereidtHem plechtig t hoog gebied zijns vaders op te dragenThans poogt men steeds dien dag op t kunstigst te vertragenEn woelt aan alle kant om zich in de oppermachtTe staven wat ik zie is my van hun verdachtAlfonsus middlerwijl wiens fier en moedig harteGeweld en onrecht haat verkwijnt als ik in smarteAan t welzijn van zijn volk aan zijn geheiligd recht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

105

Aan de eer zijns Vaders met geheel zijn ziel gehechtHad hy zints lang de smet die op hem kleeft gewrokenWerd niet zijn gramschap nog hoe fel in t bloed ontstokenWeecircrhouden door den naam dien zijn vervolgster voertEn nu mijn Leonoor (k zie u als my ontroerd)Is t zwakheid zoo ik leve in zorgen tranen klachtenWie weet wat wreede slag mijn liefde staat te wachtenAan wat verschrikklijk lot ons huis is blootgesteldDe Staatzucht kent geen wet waar t overmeestring geldtJa mooglijk (k ijs van t woord dat ik hier uit ga spreken)Durft ze in Alfonsus bloed haar snoode ontwerpen wreken

LEONORAWat siddring grijpt my aan op t hooren van dees taalAch k deel thans in uw angst Mevrouw Doch uw GemaalSchijnt met zijn trouwsten Vrind zijn schreden hier te richtenLicht dat uw treurigheid voor hun gesprek zal zwichtenk Verwijder my

Tweede tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS DONA MATHILDA

MATHILDAWel nu mijn dierbre brengt ge in t end

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

106

Vertroosting aan een hart der vreugd zints lang ontwendOf heeft uw Egacirc nog die somberheid te vrezenDie op uw voorhoofd heerscht en meldt my heel uw wezent Verschrikkelijk besluit dat in uw boezem broedtAls onherroeplijk aan O schenk mijn teecircrheid moedHeb deernis met een angst de plaag van beider levenWaarvan mijn hart door u of nimmer wordt ontheven

ALFONSUSGeliefde heeft die vrees en my en u onwaardZoo diep geworteld in uw geest Verbeelding baartDer liefde van een vrouw die zoo als gy kan minnenBezorgdheid zonder perk door liefde te overwinnenJa dierbre veel te lang regeert hier de overmoedEens vreemdlings die op de asch op de eer mijns Vaders woedtWiens lage heerschzucht op mijn rechten dol verbolgenMijn moeder eigen kroost leert haten en vervolgenTe lang zucht Portugal naar vorsten harer waardEn de Adel schaamt het zich het eerlijk oorlogzwaardTe voeren tot den dienst des dwingelands Op hedenZal ik mijn recht en rang en afkomst lang vertredenHandhaven en welhaast staat hy d ontroofden stafMet hoe veel kracht geklemd den zoon van Hendrik af

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

107

MATHILDAHoe is t dan waarheid is mijn onheil niet te keerenZoo stelt de onzaalge zucht voor grootheid en regeerenDus roekloos met uw bloed t heil van uw gade blootGa koop de diadeem voor een oneedle doodWat is my zonder u haar glans mijn rang mijn levenOf zal de Trava thans haar needrig overgevenDie jaren lang het doel van zijn verwoedheid wasO staak dit wreed besluit k bezweer het u by de aschDiens Vaders die ge op my op my alleen gaat wrekenNeen hy verbiedt u niet te zwichten voor mijn smekenHy eischt niet dat ge uw bloed dus zonder vrucht vergiet

ALFONSUSVerg alles van mijn min maar verg mijn oneer niet

MATHILDAUw oneer dierbre neen ik draag in vrouwlijke aadrenGeen zoo verbasterd bloed van oorlogshafte vaadrenDat ik mijn echtgenoot lafhartig wenschen konJa riep u krijgsmansplicht ten oorlog k overwonMet mannelijken moed al de angsten die ik lijdeIk zou met eigen hand u wapenen ten strijde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

108

Maar hier waar t snoodst verraad om t Grafelijk gebiedGeen laagheid geen geweld geen gruwelen ontzietBestaat ge in blinden moed die wreeden uit te dagenOm in hun razernij het uiterste te wagenHun troon moet door uw dood met dubble vastheid staanOf hun gevloekte haat u met hun doen vergaanOf zou zijn deerenis den zoon van Hendrik sparenOf mangelt het zijn woede aan vuige moordenarenWier laagheid met uw bloed zijn gunsten winnen magAfgrijsselijk verdriet helaas ik vloek den dagDie me in het leven riep om eindeloos in zuchtenTe kwijnen en voor t lot van t dierbaarste te duchten

ALFONSUSMathilde een Hemel hoedt de brooze menschlijkheidZijn liefderijke zorg baat meer dan ons beleidVertrouw dien zoo als ik Ik heb mijn recht en levenMet onverwrikte hoop in Zijne hoecirc gegevenEn sneve ik t is voor de eer van t bloed waaruit ik sprootIk Egas kweekling ik Mathildaas echtgenootIk zou om ijdle vrees de stem der plicht versmorenOf was t my niet genoeg voor de Oppermacht geborenHier in mijn wettig erf te leven onderdaanOnmachtig zelfs mijn volk in d oorlog voor te gaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

109

En echter k droeg dien hoon en offerde aan een moeder(Gevoelloos voor mijn liefde en ieder dag verwoeder)De drift die zonder haar mijn hand gewapend hadNeen t is te lang geduld dat men uw eer vertradMijn Vader reeds te lang heeft my uw schim verwetenDat ik in laffe rust uw grootheid heb vergetenUw arm heeft dezen grond den Saraceen ontroofdUw vuist de Gravenkroon gevestigd op uw hoofdEn k laat een vreemdeling hier ongestoord regeerenUw krijgsgenooten door zijn bittren trots verneecircrenIk dulde uw Portugal zijn gunstlingen ten buitOf dat hy met den Moor een laffe vrede sluit(Wiens duizenden uw arm zoo dikwerf heeft verslagen)Om veiliger uw volk zijn ketens te doen dragenNeen k eisch nog op dees dag de erkenning van mijn rechtEn t zij de kracht van t zwaard er de uitkomst van beslechtHet zij men door verraad mijn neecircrlaag wil verwervenIk zal voor t minst niet meer als onderworpling stervenOf gaat mijn drift te ver is t heerschzucht die my spoort

Wanneer mijn boezem nog in droefheid schier versmoortDat ik een vijandin moet temmen in een moederHeb k nog haar niet voldaan Spreek eedle WapenbroederEens vaders dien uw deugd te rug voert voor mijn hartIs t eindlijk lang genoeg dat men mijn gramschap tart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

110

EGASGraaf zints uw eerste jeugd vertrouwd werd aan mijn zorgenHeeft nimmer u mijn mond de waarheid nog verborgenEn k zou noch jonglingsdrift noch heerschzucht hier ontzienOm u in zulk een tijd een trouwen raad te biecircnDe nagedachtenis van uw doorluchten VaderEn t dierbaarste belang van Portugal te gaderVereischen dat uw hand de teugels klemm van t rijkEn wettelooze macht voor uw gezag bezwijkGy hebt de plicht voldaan verschuldigd aan een moederThans ziet het rijk in u zijn Vorst en zijn BehoederVerlos het van den dwang dien t van zijn voogden lijdtEn toon t door uw bestier uit wien ge ontsproten zijt

MATHILDAVereent zich t al dan om mijn droefheid te vermeecircrenGy ook getrouwe held zult dan den slag niet keerenDie me in mijn Gade dreigt

EGASStel u gerust Mevrouw

De dag die thans verrijst is u geen dag van rouwZy is voor u en hem een boocirc van heil en glorie

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

111

ALFONSUSNeen dierbre wanhoop niet de hemel schenkt viktorieWaar Egas en het recht zich scharen aan mijn zij

MATHILDAZoo sta zijn gunst uw moed en mijne zwakheid by

Derde tooneel

DE VORIGEN DON LORENZO DAGANIL

LORENZOEen afgezant Mijn Heer van d Oppervorst der MoorenVraagt toegang en gehoor

ALFONSUSVan my k Heb nooit te voren

Den Saraceen gekend dan met de hand aan t zwaardk Ontveins niet dat zijn komst my hier verwondring baartGelei hem herwaarts

(Lorenzo vertrekt)

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

112

(Tot Egas die vertrekken wil)

Blijf mijn Egas mijn vertrouwenZal nooit uw vriendschap vreemd aan mijn belangen houecircn

MATHILDAIk store uw onderhoud met d Afrikaner nietEn voer uit uw gezicht mijn doodelijk verdriet

(Zy vertrekt)

Vierde tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS OMAR

OMAROpvolger van den held wiens nagedachtnis we eerenWien t schittrendst voorbeeld leerde op mannen te regeerenEn die met heel dit rijk zijn roem uw erfdeel zietAls t welzijn van zijn volk De Moorsche Koning biedtU schoon nog in t bezit van t Graafschap niet gehuldigdDen broedergroet reeds aan uw rang en deugd verschuldigdMijn Koning schoon heel t land en de omgelegen zeeZijn krijgsmacht tuigen kan bemint een eerbre vreecircEn zoo reeds sedert lang uw beider onderzaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

113

In ongestoorde rust d alouden haat vergatenDie vriendschap was zijn hart uit achting voor uw kroonSteeds onuitspreeklijk zoet Moge als Graaf Hendriks zoonDe teugels van t gebied met eigen hand zal voerenGeen wreevlig staatsgeschil die eendracht ooit beroeren

ALFONSUSMijn Heer voor dat de zee uw rijk van t onze scheidtBelove ik nooit een eind aan onze oneenigheidOf heeft uw Oppervorst het heilig recht vergetenWaarmeecirc de Europeaan dees landstreek heeft bezetenTot waar hem de Oceaan zijn grens heeft aangeduidEn maakte zich uw volk ons vaderland ten buitWanneer t met de overmacht van duizend duizendtallenVan de overkant der zee ons op het lijf kwam vallen -Het lot des oorlogs heeft ons uit ons erf verjaagdDe wapens in de hand wordt dit weecircr opgevraagdNeen hy kent de inborst niet der fiere PortugezenDie wanen mocht dat zy den last des oorlogs vrezenEn eert uw Vorst in my Graaf Hendriks erfgenaamHy verg van my geen daad die ik me als krijgsman schaam

OMARMijn last strekt zoo ver niet om over t recht te spreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

114

Dat tusschen u en ons den oorlog kon ontstekenEen dringender belang voor u en uw geslachtHeeft my in s Konings naam Graaf hier voor u gebrachtAls bondgenoot als vriend zond hy me in dees gewestenOm t wankelend gebied in uwe macht te vestenUw Vader (wel is waar) heeft heel zijn levenstijdTen dienst der vijanden van onzen Staat gewijdMaar weten we ons op t veld met leeuwenkracht te weerenWy kunnen ook de deugd in vijanden vereerenBeschermen wreken zelfs en by den SaraceenWordt schittrende oorlogsroem in wien ook aangebeecircnZints lang reeds zijn mijn Vorst de schandelijke lagen

Bekend waarmeecirc verraad uw eerste jonglingsdagenAan alle kant omgeeft Men spaart noch list noch bloedZoo slechts uw ondergang een vloekbre heerschlust boetMijn Vorst vermag u thans gereede hulp te biedenEen vloot die t Noordlijkst deel van Spanje moet bespiedenKruist dicht naby dees kust verlangt ge in eacuteeacutenen dagU in t bezit te zien van t Grafelijk gezagIk wapen tot uw dienst die dappre vlotelingenDat ze onder mijn gelei in deze vesten dringenGy zelf verklaart u Vorst en zonder tegenstandVermeestert gy de stad en met haar heel het landEn wy wy vergen niets voor deze dienstbetooning

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

115

Dan dat gy Portugal in leen houdt van den Koning

ALFONSUSO stoutheid zonder maat Ik leenman van uw VorstTen loon van t eerloos feit dat gy my voorslaan dorstGa vlied naar t schendig hof van die u heeft gezondenOm hem mijn antwoord - neen mijn woede te verkondenZeg hem dat ik mijn recht van geen verraders houcircEn dat schoon anders niets mijn handen waapnen zouDees dag dees dag-alleen mijn haat zal doen ontgloeienOm hem en heel zijn huis voor eeuwig uit te roeien

OMARZoo loont men s Konings gunst met smaad

ALFONSUSVertrek Mijn Heer

Ik wil geen enkel woord van zulk een gruwel meer

Vijfde tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS

EGASBedaar en laat de zorg voor dierbaarder belangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

116

Uw verontwaardiging geliefde Vorst vervangenGeen oogwenk dient verzuimd waar list en staatzucht waaktEn hartstocht en verdriet voor t grootsch ontwerp verzaakt

ALFONSUSNeen hoe my t lot vervolgt getrouwste mijner vrindenVrees niet dat ge ooit mijn moed zult neecircrgeslagen vindenAan vorstenplicht gewijd aan de eer van mijn geslachtSchenkt wat ik lijden mag mijn boezem nieuwe krachtKom gaan we t hoog besluit is eindelijk genomenEn moet der burgren bloed in deze wallen stroomenMijn hand is schuldeloos Dees dag getuigt mijn valOf voert Graaf Hendriks zoon ten troon van Portugal

Tweede bedrijf

Eerste tooneel

DEGRAAFDETRAVA DONATHERESIA Spaansche en Portugeesche Edellieden met DONALONZO GOMEZ aan het hoofd

DE TRAVABeschermers van den Staat doorluchte rei van heldenWier wijsheid in de vreecirc wier moed op de oorlogsvelden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

117

U t voorbeeld heeft gemaakt van ridderlijke deugdOntfangt mijn welkomsgroet Hoe is mijn hart verheugdVoor t heil van mijn gebied mijn dapperste onderdanenDen adel van dit rijk den bloem der CastiljanenRondom mijn troon geschaard zoo broederlijk vereendTe aanschouwen Deze band heeft ons de kracht verleendOm met standvastigheid dit Graafschap naauw geborenTe hoeden voor t geweld der ongetrouwe MoorenEn zoo t de rust der vreecirc na zoo veel jaren strijdMet roem erlangen mocht aan U is t dat men t wijtDoch schoon zich t al vereende om dit gebied te sterkenNog is de nijd in staat zijn onheil te bewerkenVerheft ze als winnares d afschuwelijken kopZoo stort dees troon in puin en richt zich nooit weecircr opMijn vrienden neen mijn hart houdt aan uw trouwe zorgen

Het droevig lot dat hem bedreigt niet meer verborgent Is geen uitheemsch geweld dat ons hier waapnen zalt Verraadt smeedt zijn ontwerp in t hart van PortugalJa t kroost van uw Gravin (ik gruw het uit te spreken)Bereidt zich tegen haar het oorlogsvuur te ontstekenAlfonsus groot door rang en mannelijken moedMaar trotsch en woest van aart en in zijn drift verwoedNaar de opperheerschappij werd zints zijn eerste dagenOmringd door vleijerij gevormd naar t welbehagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

118

Van staatsliecircn onder schijn van trouw aan zijn geslachtOp eigen grootheid slechts by s vorsten gunst bedachtDus leerde men zijn hart van dolle driften blakent Belang van heel een rijk zijn eigen bloed verzakenZijn moeder en haar gacirc zijn t voorwerp van zijn haatHet oogenblik is daacuteaacuter voor t schaamteloos verraadWaarop t de Gravenkroon van onze kruin moet rukkenOm ze op het wufte hoofd eens jongelings te drukkenO zoo t ontwerp gelukt rampzalig PortugalMen voert u met geweld tot een gewissen valGeen leidsman opgevoed in staats- en krijgsgevarenZal meer uw wanklend rijk voor d ondergang bewarenDe prooi der driften van een onberaden vorstDe prooi der gunstlingen wier onverzaadbre dorstNaar grootheid voor zijn macht uw welzijn zal vertredenZiet daar het heilzaam doel der gruwlen die zy smedenHet heilig vorstenrecht moet schandelijk versmaadCastieljes dochter die den pas herwonnen StaatTen huwlijksgoed ontfing van haar roemruchten VaderMoet in haar wettig erf gehoond beroofd te gaderOp dat het uitgeput door wie t beschermen moestIn t einde nederstort door t eigen zwaard verwoestWaarvan t Castieljes Vorst gered heeft en gewrokenEen enkel oogenblik en t twistvuur is ontstoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

119

Getrouwen gy-alleen kunt wat ons dreigen mochtDe rampen temmen die gevloekte baatzucht wrochtVertoont u eacuteeacuten en trouw in eedle krijgsmanszedenEn leidt den zwakken op naar t pad door u betredenDe zege volgt u en een dubble glans van eerDaalt op het achtbaar hoofd van s lands bevrijders neecircr

THERESIAGeen echte spruit van t bloed der oude PortugezenGeen Castiljaansche held kan ons vijandig wezenIk ben gerust t is geen rechtschapen EdelmanDie in t onschendbaarst recht een vrouw verraden kan

GOMEZGebieders van dit rijk die t eenig kunt behouecircnO ja ons brandend hart beantwoordt uw vertrouwenGy zijt het die ons steeds het edelst voorbeeld gaaftIn oorlogstijd en vreecirc Uw macht uw wijsheid staaftDen adel en den rang geboorte en deugd verschuldigdZints lang zijt gy voor ons in t graaflijk recht gehuldigdDie hulde stave ons zwaard en beev wie t onderstaatTe dingen naar uw kroon door wapens of verraad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

120

DE TRAVAk Erken in deze taal mijn dierbre wapenbroedersSteeds gloeiende voor recht en rijks- en troonbehoedersMijn baanders leiden u op t pad van eer en roemEn volgt ze uw dappre schaar der Edellieden bloemOns zwaard of ons beleid zal t oproervuur versmorenWy houden we ons gereed Geen oogwenk zij verlorenEn barst de staatstorm uit voorzien zints zoo veel tijdZoo voere ons de eerste maar ter raadzaal of ten strijdVaartwel

(De Edellieden vertrekken DE TRAVA vervolgt tegen DAVILA die bij hun uitgaan binnengetreden is)

Gy dAvila gelei Don Egas binnen

(dAvila vertrekt)

Welaan het uur is daacuteaacuter de kampstrijd gaat beginnenIk wacht u trotsche slaaf van een onwaardig VorstEn wat zich tegen my uw haat vermeten dorstOm in Alfonsus naam mijn Staten te regeerenGy zult op hem en u mijn wraak zien triumfeeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

121

Tweede tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA DON EGAS

DE TRAVA met bitterheidWat onverwacht geval voert hier Don Egas schreecircnHet Graaflijk hof zints lang heeft geene aantreklijkheecircnVoor u wiens gansch bestaan aan wichtiger belangenGewijd is dan t genot der hoven op te vangenSpreek wat bedoelt uw komst

EGASHet welzijn van ons land

De wil eens meesters aan dat welzijn naauw verwantVereischen t onderhoud Graaf dat ik u deed vragenIk kom om u mijn last op t spoedigst voor te dragenHet edel kroost des helds wiens schittrende oorlogskrachtDe vrijheid in dit rijk de kroon in zijn geslachtGevestigd heeft wenscht thans dat rijper jeugd zijn handenIn staat stelt zelf de staf te voeren dezer landenEen einde aan alle macht die hier nog heerschen magHeel Portugal als hy verwacht met drift den dagWaarop de rijksvoogdij wier zorgen zoo veel jaren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

122

Graaf Hendriks Weduwe en haar Echtgenoot bezwarenZal keeren in den schoot van de opperheerschappij

THERESIAHoe wat vermeet men zich Alfonsus vergt van myDat ik met eigen voet mijn rechten zal vertredenMijn Egacirc zal verraacircn De troon dien wy bekledenWas Hendriks eigendom is thans dat van zijn zoonAls of mijn vaders wil de Grafelijke kroonMijn bruidschat onbepaald aan vreemden had geschonkenOntaarde heeft haar glans u dus in t oog geblonkenOm ze aan een moeders hoofd te ontweldigen WelaanWat mart ge nog mijn zoon de hand aan t zwaard te slaanOm met mijn bloed bespat u zelf ten troon te heffenKom eer nog moet uw wraak my met de mijnen treffenEer moet die troon vergaan en eerder heel dit rijkDan dat Theresia gewillig voor u wijk

EGASHoe heeft dan niet Mevrouw Don Hendrik deze StatenAan de Oppermacht zijns zoons aan uw voogdij gelatenEn hebt ge u zelve niet tot Rijksvoogdes verklaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

123

DE TRAVARampzalige uitvlucht en zoo stout een aanslag waardSpreek wat vermocht een vrouw van vijanden omgevenVerbitterd op haar rang haar afkomst en haar levenZy zag van t troonrecht af voor een geliefden zoonEn vestte op hem haar hoop Zijn haat zie daar haar loonZie daar den invloed van verachtelijke vrindenZints deed een tweede trouw haar een beschermer vindenIn dEgacirc dien zy koos Gy ziet haar thans in staatHaar recht te wreken en te straffen wie t versmaadt -Niet dat haar moederliefde uw kweekling wil verstotenOfschoon zijn boezem zich voor haar heeft toegeslotenIk-zelf zoo dier verknocht aan Don Alfonsus bloedHeb meecirc met heel mijn hart de vaste hoop gevoedDat hy in t rijksbezit ons eenmaal zal vervangenMaar neen men eischt veel meer zijn toomeloos verlangenWacht niet dat onze dood hem t Graafschap schenken zalDe drift der jonglingschap moet over PortugalMoet over t lot van hem die haar met roem regeerdeVan hem om wiens ontzag de nabuur haar vereerdeBeslisschen en zijn wil reeds heden uitgevoerdDees wankelende Staat door helsche twist beroerdHaar Ridderen verkeerd in woeste muitelingen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

124

Om t al naar willekeur van hun belang te dwingenZie daar het edel werk van hem wiens vroege jeugdDe rijkskroon heeft verdiend door weecircrgacirclooze deugd

EGASMijn Heer heel Portugal kan tuigen wie van beidenDe jammren oorzaak gaf die zich voor haar bereidenIndien men door het staal de kroon herwinnen moett Kan tuigen wie van beicirc de banden van het bloedMiskend heeft en vertrapt en of Alfonsus dadenOntembre heerschzucht of rechtaarde deugd verradenMaar waartoe een verwijt zoo ongegrond weecircrlegdZijn deugd beslischt hier niets t Is zijn geheiligd rechtDat k opeisch uit zijn naam Nog blijft dat recht geschondenIk breng uw antwoord weecircr aan die my heeft gezondenGy ziet my thans niet meer Alfonsus afgezantk Verkondig hier den wil der Ridderschap van t landAan Hendrik en zijn huis heeft ze eens haar trouw gezworenZy doet dien eed gestand aan t kroost uit hem geborenEn van dees dag af aan erkent zy geen voogdijNoch in heel Portugal een andre macht dan hyZy zal zich om zijn troon als om zijn lijf vergarenEn wijden d eigen arm die Hendriks krijgsgevarenGedeeld heeft aan den dienst van zijn doorluchten zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

125

THERESIAO hemel tot hoe lang dulde ik zoo fel een hoonGa hoofd en afgezant van vuige muitelingenDie zelve naar de macht van hun gebieders dingenGa doe hun uit mijn naam hun ware plicht verstaanDon Hendrik heeft hun eed van trouwheid hem gedaanAlleen als Egacirc van Theresia ontfangenDie eed behoudt haar kracht voor hen die hem vervangenIn d echt die ons verbond als in mijn rijksgebied

EGASToen de overwonnen Moor dees streken siddrend lietMevrouw ontfing de deugd des winnaars van uw VaderHet vrijgevochten land en uwe hand te gaderMaar nimmer had zijn wil (verschoon mijn vrije taal)Zijn gift onttrokken aan het kroost van uw GemaalNoch had hy toegestaan dat willekeur van vrouwenAan Hendriks erfgenaam het Graafschap zou onthouecircnOm t op te geven aan eens vreemdlings heerschappij

DE TRAVAVermetel onderdaan Hoe wat verwijt ge myZoo zag Don Hendrik dan het daglicht in deze oorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

126

En naauwer band verbond hem Portugal wien t NoordenTer weering van den Moor naar Spanjes Vorsten zondAan grond en zeden vreemd

EGASZijn bloed vloeide op dees grond

Zijn degen deed den naam der eedle PortugezenIn t overzeesche rijk der Saraceenen vrezenZijn hand sloot nooit met hun een schandelijk verdragBeschermheer van zijn volk voor d adel vol ontzagVerried hy hun belang aan geen uitheemsche GrootenZie daar wat hem ons hart voor eeuwig heeft ontslotenZie daar zijn rechten op de Portugeesche kroonVerschuldigd door zijn dood aan zijn heldhaften zoon

DE TRAVAGenoeg t Is reeds te lang dat gy t ontzag dorst krenkenDat u mijn rang beveelt Gy moest voor t minst bedenkenDat ik nog meester ben en dat mijn gramschap uMijn onderdaan nog kan noodlottig zijn En nu -t Is noodloos dit gesprek hier verder te verlengenGy hebt mijn wil verstaan Gy kunt dien overbrengen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

127

EGASIk ga maar keer te rug voor t uur van middernachtAan t hoofd der Ridderschap die slechts uw antwoord wachtOm vreedzaam haren Graaf de kroon op t hoofd te drukkenOf t wraakzwaard uit de scheecirc voor Vorst en eer te rukken

Derde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA vervolgens DAVILA

THERESIAO wanhoop k zal den smaad van zoo veel overmoedDan dulden en mijn hand niet in des trotschaarts bloedEen muiter straffen steeds het voorwerp van mijn woedeDie in het hart mijns zoons zijn vloekbre heerschzucht voeddeZijn dood zijn dood-alleen herstelt mijn lijdende eerAch drukte ons dus de keer van t trouwloos noodlot neecircrDat waar zoo wreed een hoon mijn boezem doet ontgloeienOnze eigen veiligheid den felsten haat moet boeien

DE TRAVAVolharden wy Mevrouw by t dringen van den nood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

128

Het uur der wraak genaakt of t uur van onze dood

DAVILA binnen tredendeHeer Graaf men vraagt gehoor

DE TRAVAt Is de Afgezant der Mooren

Gelei hem binnen

(dAvila vertrekt hy vervolgt)

Welk een lot werd ons beschorenDe Saraceensche hulp ter weering van t gevaarO foltring voor een hart als t mijn

Vierde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA OMAR

OMARHet uur is daacuteaacuter

Heer Graaf t ontwerp door u tot heden afgeslagenKan thans geen uitstel meer geen aarzeling verdragenBesluit en op uw wenk is t al gereed De vlootWier bijstand u mijn Vorst ten pand van vriendschap bood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

129

Is eindlijk (dank zij t lot) gevorderd tot uw kustent Is thans het oogenblik de manschap uit te rustenDaar waar zich Aves vloed met d Oceaan vermengtDaar moet de dappre stoet die u de zege brengtZich scheiden van de vloot en varen met hun botenDen stroom op Laat geen zorg dan meer die hulp verstotenDe dag die morgen rijst berokkent ligt uw valGebruik de gunst van t lot en zy brengt PortugalVoor eeuwig in uw macht Verschoon dit dringend pogenGy hebt als ik de ramp die u bedreigt voor oogenReeds woelt het wufte volk reeds mompelt het den naamUws mededingers roemt zijn deugd en oorlogsfaamt Draagt alles blijk van t vuur dat eindlijk uit moet brekenNog kunt gy t smoren nog regeeren nog u wrekenEn ge aarzelt

THERESIAt Volk Mijn Heer wiens muiterij gy vreest

Is aan zijn wettig Heer steeds naauw verknocht geweestHet liet zich mooglijk thans door listiger verblindenEen wenk (vertrouw het vrij) doet het zijn plicht hervindenEn t oog der vorsten ziet in zulke onrustigheecircnGeen woede van een volk met hun gebied te onvreecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

130

OMARWel nu zal dit gewoel van zelven weecircr bedarenEn spelt het in uw oog geen grooter staatsgevarenZoo houde ik langer niet op onzen bijstand aanEn

DE TRAVAk Deed u nog Mijn Heer ons antwoord niet verstaan

Ja dikwerf weigerde ik uw hulp my aangebodenDus eischte t vorstenplicht Thans dat de macht der snoodenEen eerbiedwaardig volk in gruwbre rampen trachtTe storten en het al een stouten aanslag wachtThans kan het schoon ons hart onvatbaar is voor vrezenTot redding van dit volk welligt noodzaaklijk wezenTot steun van dezen troon geen middlen meer te ontzienDe heuschheid van uw Vorst liet my zijn bijstand biecircnMijn vriendschap deelde steeds met vuur in zijn belangenIk zal van wederzij dit blijk van trouw ontfangenTer staving van mijn recht maar meer nog om als VorstHet bloed te sparen waar de muiteling naar dorst

OMARWelaan ik vlieg Mijn Heer om d uitslag te bezorgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

131

De nacht geleidt ons op de golven en op morgenIs Portugal aan u en Guimaraecircns1 in vreecirck Vertrek nog in dit uur naar de oevers van de zeeDie onze schepen voert

DE TRAVAVertoef en wil niet vrezen

Dat rijper overleg ons zal noodlottig wezenDaar waar eacuteeacuten enkle stap het lot van heel een StaatBeslischt daar dient geen drift gehoord maar wijze raadIk draal niet ons besluit mijn Eedlen te openbarenk Stel hun zijn doelwit voor zijn omvang zijn gevarenDen plicht hun opgeleid Gy Omar volg mijn schreecircnEn ons vooruitzicht moet om alle onzekerheecircnGevaarlijk doodlijk voor de hoop op t zegepralenTe keeren heel den loop van ons ontwerp bepalen

(Tot Theresia)

Gy ziet my weecircr Mevrouw na d afloop van den Raad

OMAR ter zijde in het heengaanIk volg in zegepraal den wreker van mijn smaad

1 De ae in dit driesyllabig woord wordt als ai uitgesproken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

132

Vijfde tooneel

DONA THERESIA alleenOp morgen valt de trots van muitende onderdanenEn alles kromt zich voor de Castiljaansche vanenOp morgen triumfeert Theresia Het bloedZal vloeien tot een zoen van haar getergd gemoedMijn oog getuigt den dood van haatlijke verraadrenEn niemand zal mijn troon meer dan met siddring naadrenUw dorst naar wraak wordt haast gelescht Wat eischt ge meerMijn hart Wat pijniging slaat al die vreugde neecircrGerechte hemel kan het waarheid zijn GewetenHeeft zoo veel poging nog me uw stem niet doen vergetenNeen zoo veel gruwlen duldt uw strengheid niet Die troonDat voorwerp van mijn drift ontweldigd aan een zoonZijn bloed welligt gestort om t misdrijf te versterkenGeen banden ooit ontzien om zijn verderf te werkenMijn boezem ijst k verfoei die kroon zoo duur gekochtMy zelve en t huwelijk dat me aan een Gacirc verknochtVerhard nog meer dan ik in heerschzuchts ijslijkhedenWat aangevangen in mijn angsten Afgetreden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

133

Van t onheilvol gebied de bron van al ons kwaadHet gruwzaam moordzwaard dat mijn zoon te wachten staatGeweerd Kom vliegen wy Wat doe ik onberadenIk ga op t hachlijkst uur mijn echtgenoot verradenO denkbeeld vreeslijker dan alles wat ik lijIk ban en hem en my van de opperheerschappijOm van mijn eigen kroost in t eind genacirc te smekenNeen van zijn gunstlingen wier trotschheid ik ging wrekenO zwakheid die me onteert - Neen gy verwint my nietOf is t een gruwel voor den schijnglans van t gebiedDe banden der natuur in dolle drift te schendenZoo zwicht mijn zoon ten spijt van zijn verwoede bendenk Verhard my zoo als hy en mijn gewetenssmartZal ja een foltring zijn voor t weeke moederhartMaar toonde ik nimmer vrees in krijgs- en staatsgevarenDie foltering kan meecirc mijn hart geen angsten barenk Kan moedig dragen wat een toornig lot gebiedtMaar wijken van mijn recht maar buigen kan ik niet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

134

Derde bedrijf

Eerste tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA

DE TRAVAt Wacht alles slechts een wenk om ons ter hulp te spoedenGeen voorzorg werd verzuimd om ons ontwerp te hoedenDe raad der Edelliecircn heeft d aanslag goedgekeurdDie eenig redden kan ofschoon hun fierheid treurtDen vaak verwonnen Moor den zegepraal te dankenHoe t zij hun beider trouw slaat nimmer aan het wankenEn inborst en belang verbindt den CastiljaanEn Omar onze zaak met geestdrift toegedaanWacht slechts op mijn bevel om daadlijk te vertrekken

THERESIAHoe waartoe dit vertrek nog langer uit te rekkenWaar t dringendste gevaar met ieder oogenblikVermeecircrt

DE TRAVAVerban Mevrouw een ongegronden schrik

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

135

De zorg van uw Gemaal heeft geen belang vergetenMen zal zich tegen ons op heden niets vermetenEn Omars toeven stremt geen oogenblik den loopVan t rijpdoordacht ontwerp het standpunt onzer hoopHy heeft in aller ijl een slaaf vooruitgezondenDie heel ons staatsbesluit den vlootvoogd zal verkondenEn Omars aankomst vindt den vloteling bereidMaar voor hy naar de stad zijn vreemde benden leidtIs t noodig nog een stap voor haar behoud te wagenMislukt die k zal hun komst geen oogenblik vertragenNeen vleijen wy ons niet dat volk zoo fier van aartZal nimmermeer een vorst wiens kroon het Moorsche zwaardVerdedigde zijn trouw zijn liefde en eerbied schenkenEn t diep gevoel van eer dat het bezielt te krenkenIs de ondergang wellicht van wie het durft bestaanZoo pogen we t gevaar der vreemde hulp te ontgaanIndien t nog mooglijk is Ik heb uw zoon ontbodenMevrouw ik ken zijn hart ontaard op t spoor van snoodenDoor heerschzucht weggesleept door jonglingsdrift verblindMaar dat de heilge band die u aan hem verbindtNog niet verbroken heeft t Waar mooglijk dat uw klachtent Nog weifelend gemoed tot onderwerping brachtenEacuteeacuten traan eacuteeacuten enkel woord dat in zijn boezem daalIs machtiger op hem dan al de kracht van t staal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

136

Maar wee hem zoo hy nog hardnekkig durft weecircrstrevenZijn vonnis is geveld Wy geven bloed en levenMet de eer het heil t bestaan van dit weecircrspannig rijkOp dat zijn hoogmoed met zijn ademtocht bezwijk

THERESIAWat eischt ge van uw Gacirc dat zy zich zal verneecircrenOm met een dubble schand beladen weecircr te keerenGeen tranen werken meer op zijn verhit gemoedOf zoo er zulk een kracht in de inspraak ligt van t bloedKunt gy die zwakheid dan niet van een moeder wachten

DE TRAVAHoe Travaas gemalin mistrouwt dit uur haar krachtenWanneer zich t dierbaar doel van jaren zorg beslischtHier dient geweld gespaard noch heimelijke listMen komt k laat u alleen Mevrouw Wil slechts bedenkenDat gy ons op dit uur de zegepraal kunt schenken

THERESIA tot de Trava die vertrektIk zal u waardig zijn - Herinnring aan mijn hoonSluit gy mijn boezem toe voor een ontaarden zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

137

Tweede tooneel

DONA THERESIA DON ALFONSUS

ALFONSUS ter zijde by het inkomenHoe is mijn ziel ontroerd by t naadren van deze oordenGy hemel die my kent verteder voor mijn woordenHet moederlijke hart dat steeds my van zich stietEn eindig op dit uur mijn folterend verdriet

(Tot Theresia)

Men heeft me uit uwen naam ontboden en ik sneldeMevrouw op uw gebod waar ik me een heil uit speldeOnschatbaar voor mijn hart

THERESIAMijn Heer een afgezant

Van muitelingen aan den roem van t vaderlandVijandig dorst zich hier aan ons gezicht vertoonenOm plechtig uit hun naam zijn wettig Heer te hoonenEn eischen op uw last zijn afstand van t gebiedIs t laster of zijt gy t die dus den Staat verriedtk Eisch voor de laatste maal de rechten van een moeder

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

138

Spreek heeft die woeste drift van dag tot dag verwoederU eindlijk dan vervoerd om aan der muitren hoofdTe pronken met een kroon aan onze kruin ontroofdOm wars van matigheid u tot geweld te wendenEn in eens moeders recht dat van den Staat te schenden

ALFONSUSDe leidsman van mijn jeugd mijns vaders krijgsgenoot(Geen muiteling Mevrouw van schaamte en deugd ontbloot)Kwam hier om t Graaflijk recht zijns kweeklings op te vragenMaar ach t is de eigen haat die zints mijn eerste dagenEen hart gepijnigd heeft geheiligd aan zijn bloedDie (ik doorzie t te wel) nog in uw boezem woedtO moet die wreede straf my eeuwig dan vervolgenBlijft uw misleid gemoed steeds op een zoon verbolgenEn is (o ijslijkheid) verzaking van mijn plichtHet eenig liefdeblijk waarvoor uw gramschap zwicht

THERESIAOntaarde durft gy nog van kinderlijke liefdeGewagen die zoo fel een moeders boezem griefdeDurft gy gewagen van verplichting eer of deugdWiens dwaze drift naar macht reeds zints uw vroegste jeugdEen eeuwgen oorlog zwoer aan die haar tegenstonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

139

Helaas heeft ooit het bloed uw hart aan my verbondenUw kindschheid my reeds vreemd wees na uws vaders doodDe troost de teecircrheid af die u een moeder boodEen stoute hoveling dorst my uw liefde ontroovenDorst u de Gravenkroon van Portugal belovenTen koste van mijn eer ten koste van mijn bloedWanhopig diep gewond in t vorstelijk gemoedWierp zich mijn weecircrloosheid in Graaf de Travaas armenOm door dees tweeden echt mijn rechten te beschermenZints dien tijd groeide uw haat k zag van rondom mijn troonVan vijanden bedreigd en aan hun hoofd mijn zoonGe ontveinst het doel niet meer dat gy u voor dorst stellenDe wapens in de vuist ons beiden neecircr te vellenEn grijpen met een hand nog van dien moord bebloedDe teugels van een rijk verdiend door muitrenmoedZoo ver werdt gy verleid door een gevloekt verraderDoor lage vleijerij en door uw drift te gader

ALFONSUSWat hoor ik kan het zijn en is t uw hart MevrouwDat zoo veel misdaacircn op my laadt dat Egas trouwMiskent en ons de ramp der droeve oneenighedenWaarvan ons beider ziel zoo gruwzaam heeft geledenVerwijt o hemel Ik een moeders liefde en recht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

140

Versmaden Ik den glans aan de oppermacht gehechtDoor onrecht en geweld door moedermoord ontwijdenHelaas moet ik u nog herinnren aan die tijdenToen de onschuld van mijn jeugd vergeefsch uw teecircrheid zochtVerzwolgen in t gevoel dat Staatzucht in u wrochtNeen nimmer heeft mijn hart die zaligheid genotenNeen nimmer zaagt ge in my het kroost uit u gesprotenMaar steeds den erfgenaam van Hendriks rijksgebiedGy zijt het die my haat gy die my steeds verstietGy wilt den Castiljaan mijn wettig erfdeel schenkenGy de eer van Portugal die van mijn afkomst krenkenEn dringen haar en my een vreemden meester opHoe lang verdroeg ik niet Thans rijst uw woede in topNu alles van my vergt dat ik mijn macht zal toonenGeen wraakzucht wapent my Men poogde my te hoonenTe domplen in een rust verachtlijk in een Vorstk Vergeef met heel mijn ziel wie my verneecircdren dorstMaar de eer mijns vaders neen laat ik niet ongewrokenEn moet een oorlogsvlam zoo gruwzaam hier ontstokenIk strijd voor t recht mijns volks voor t recht op een gebiedWier hoede hy aan t zwaard van zijn Alfonsus lietNeen liever met den haat van heel een aard beladenDan zijn geheiligde asch lafhartig te verradenZints lang wanneer de nacht reeds heldert aan de kim

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

141

Verheft zich aan mijn oog zijn eerbiedwaarde schimEn wijst met de eigen hand wier kracht in vroeger dagenUws vaders vijanden zoo dikwerf heeft verslagenNaar de eerkroon die hem siert de GravendiadeemEn t bleek gelaat vertoont een akelige zweemVan droefheid dat men hem zoo schielijk kon vergetenEn nu - wat misdaacircn ook uw drift my heeft verwetenVerg alles van een zoon die om uw weecircrmin smeektBeroof hem hier van t licht zoo dit uw gramschap wreektMaar o weecircrstreef hem niet in t volgen van zijn plichten

THERESIA ontroerdEn moet mijn fierheid dan voor uwen invloed zwichtenEn bleef ik meer dan gy mijn rang mijn afkomst waardZoo k afzag van den troon als voor geweld vervaard

ALFONSUSGeen edelmoedigheid zal u by t volk verneecircrent Zal u als moeder meer dan als Vorstin vereerenVerstomp in hunne hand het staal en dat mijn jeugdDen scepter van dit rijk ontfange van uw deugd

THERESIA ter zijde met ontroeringWat vreemd en teecircr gevoel wordt meester van mijn zinnen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

142

O hemel zou zijn taal mijn heerschzucht-zelf verwinnenEn bracht dit oogenblik my t hart van moeder weecircr

ALFONSUSMen komt

THERESIAMijn echtgenoot Gy zijt gered mijn eer

Derde tooneel

DE VORIGEN DE GRAAF DE TRAVA

DE TRAVAGy zegeviert Mijn Heer t volk heeft zijn plicht vergetenDe stad weecircrgalmt alom van woedende oproerkretenMen roemt uw naam als Vorst als vader van het rijkAls wreker van zijn recht en hoont en vloekt ten blijkDer onverwrikbre trouw u in die drift gezworenUw moeder en haar gacirc t Is al voor hun verlorenDe kroon met zoo veel glans door hun gevoerd valt afEen zegeteeken nog ontbreekt uw roem hun grafDe zwaarden zijn gewet en niets meer zal ontbreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

143

Om t lang versmoord verdriet nog in dit uur te wrekenMen spare ons leven niet Ik wacht van Hendriks zoonGeen weldaad dan een dood gewenscht na zoo veel hoonOndankbren die nu juicht als van een dwang ontslagenVoor uw onbuigbren trots onteerend niet te dragenPas uit uw nietigheid herboren hebt ge t myTe danken en t ontzag van mijne heerschappijWier roem aan uwen naam zijn luister mocht verleenenZoo gy niet nogmaals kruipt in t juk der SaraceenenZoo zij na zoo veel dienst uw laffe haat mijn deelt Is aan uw eigen hand dat ik mijn wraak beveelWat eerbied wachtte ik nog voor weldaacircn rang of plichtenVoor heerschzucht en verraad moet thans het alles zwichten

ALFONSUSk Erken in deze taal den dwingland van dees StaatDie de asch het kroost den roem van haar bevrijder haatMen poog haar grootheid en zijn deugden te verneecircrenk Verwaardig my hier niet die poging af te weeren

(Tot Theresia)

Maar gy o geef gehoor aan de inspraak der natuurMevrouw uw heil en t mijn hangt in dit plechtig uurAan u aan u-alleen Spreek mag uw zoon nog hopenOf moet hy de eer zijns stams met uwen haat bekoopen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

144

THERESIAHoe ik ik zou ten loon van t hemeltergendst woecircnVan t recht dat ik bezit gewillig afstand doenAlfonsus kan van my die lafheid niet verwachtenZijn voorbeeld leerde my geen banden heilig te achtenGeen weecircrstand van het hart te ontzien waar t heerschen geldtGy ziet my onbeschroomd te zwichten voor geweldWaar met mijn kroost en volk verraadren zamenspannenOm my van dezen troon mijn erfgoed te verbannenMaar heeft de hemel t dus besloten dat ik vallIk zweere t dat mijn mond u nooit erkennen zalHier eindigt uwe macht Laat thans uw grootheid vrezenDat hem een moeders toorn licht kan noodlottig wezenOok ik ik buige niet en zij dit de eerste strafDie neecircrdale op t bezit van een geroofde staf

ALFONSUSO hemel is t genoeg voor plicht en eer geledenMijn volk mijn vaders eer moet schandelijk vertredenOm d ijsselijken vloek die my bedreigt te ontgaanWelaan hy kneuz mijn hoofd ik heb mijn plicht voldaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

145

DE TRAVAVoor wie zich zeker ziet de zege te behalenIs t licht met schijn van deugd en tederheid te pralenGeloof niet dat die schijn de Travaas oog verblindtHeerschzuchtig door een drift steeds opgewekt ontzindScheen my t is waar uw hart nog voor een moeder openEn deed my voor haar liefde een beter uitkomst hopenk Bedroog my en dees dag vernietigde mijn waanUw snoode dorst naar macht schoon t alles moest vergaanIs in dit onderhoud op t duidelijkst geblekenIk heb genoeg gehoord t is tijd hier af te brekenGy kunt thans tegen ons t geweld verzaamlen gaanUw Ridderschap zal dra ons laatst besluit verstaan

ALFONSUSGeveinsde t is dit oord te lang door u ontheiligdDat u nog voor de straf dier lastertaal beveiligtDe val bestemd aan uw gevloekte dwinglandijIs foltering genoeg voor snoodaarts zoo als gy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

146

Vierde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA

THERESIAGa trotschaart gy kunt thans uw helsche heerschlust boetenUw moeder uw vorstin ziet ge eindlijk aan uw voetenGeniet met heel uw ziel die langgewachte wraakVoor dat het dreigend uur van uw verderf genaakGy zijt mijn zoon niet meer en niets kan my belettenWat bloed het kosten mag t zwaard tot uw val te wetten

DE TRAVAMijn boezem is als de uwe in fellen toorn ontgloeidDe drift die my bezielt kent niets meer dat haar boeitNeen k draal niet alles moet ter wraak ter redding spoedenMen wil t welaan de krijg zal op dees vesten woedenOproerigen k ontzie uw haat uw onheil nietVervloekt mijn zegepraal mijn wetteloos gebiedIk zal dien vloek ten spijt uw opperheerscher wezenEn met de hand aan t staal die heerschappij doen vrezenMijn troon viel door verraad door list en krijgsgeweld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

147

Ziet gy hem morgen weecircr met nieuwe kracht hersteldIn t antwoord heden nog door de Edelen bedongenDoen we afstand van de kroon als door hun wil gedwongenTerwijl hun straf genaakt in schaduw van den nachtMaar k ga de Saraceen die mijn bevelen wachtMoet zonder meer verwijl zich spoeden naar de kustenBeef jongling nog dees nacht kunt ge als verwinnaar rustenGy kunt mijn oppermacht nog zoo lang slechts ontgaanDe dag die morgen rijst ziet u mijn onderdaan

Vierde bedrijf

Eerste tooneel

DON EGAS Portugeesche Edellieden

EGASDoorluchte Riddrenrei gewoon aan t zegepralenWat treffender triomf kon ooit uw deugd behalenDan die waarvan dees dag den eersten glans begroetDe zoon des oorlogshelds zoo heilig aan uw moedDie op zijn vaders spoor en t uw met de eigen vanenZijn krijgren steeds het spoor der glorie wist te banen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

148

Die in het prilst der jeugd reeds de ongunst ondervondVan t noodlot en zoo grootsch t langdurig leed doorstondWiens deugd de diadeem hem door zijn rang verschuldigdVerdiende wordt in t einde als wettig Graaf gehuldigdDe dwinglandij die hier den kop verheffen dorstVerneecircrt zich voor een wenk van d Adel en den VorstEn wie hen hoonen dorst zal hier geen wet meer gevenJa edelmoedig volk gy zijt van t juk onthevenDer vreemden t Is het kroost gekoesterd in uw schootVan die u redding bracht in d ijsselijksten noodDie van een nieuwen dwang u weder mocht bevrijdenHeil driemaal heil den dag die t eind ziet van uw lijdenHerbloei mijn Portugal en doe den SaraceenDie zich nog veilig acht door onze oneenigheecircnOp nieuw uwe overmacht op t slagveld ondervindenMijn boezem is verrukt van vreugde Ja mijn vrindenk Weecircrhou de stem van t hart by zoo veel blijdschap nietk Ontfing het levenslicht in dit geliefd gebiedIk zag den Saraceen beheerscher dezer strekenk Zag door Don Hendriks arm die overmeestring wrekenIn t heetste krijgsgevaar steeds strijdend aan zijn zijIk zag het vaderland in zijne heerschappijGelukkig en zijn zorg steeds voor haar welzijn vaardigIk kweekte t dierbaar kroost zoo groot een vader waardig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

149

In diepen eerbied op voor zijn gedachtenisEn zoo hy t voorwerp thans van uw vereering isIk zag die deugden in het jeugdig hart ontluikenDie t schandelijk ontwerp van snoode heerschzucht fnuikenMaar wat onschatbre vreugd dees dag van glorie biedtVergeten wy t gevaar dat hier kan schuilen nietDe Travaas staatszucht voor geen misdrijf ooit verlegenZoekt in zijn woede licht door heimelijke wegenTe keeren tot dien troon waarvan hy afstand deedGy kent zijn haat voor u en Hendriks zoon Wie weetWat gruwelen hy smeedt om zich op beicirc te wrekenZoo wachten we ons het zwaard reeds zorgloos op te stekenDe Vorst heeft op mijn raad in d afgelopen nachtDriehonderd Ridderen in haast bijeen gebrachtOm op het eerst gerucht van naadrende gevarenZich tot de nederlaag der snooden te vergacircrenGy zelf houdt u gereed te strijden aan hun hoofdSchoon ons dit uur nog niets dan zuivre vreugd belooftMen komt het is de Graaf zijn Gade volgt zijn schreden

(Ter zijde)

Hoe tuigt nog t voorhoofd wat zijn boezem heeft geleden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

150

Tweede tooneel

DE VORIGEN DON ALFONSUS DONA MATHILDA

EGASOntfang geliefde Vorst door s hemels wil hersteldIn rechten lang miskend door t Castiljaansch geweldDe hulde van een volk dat zonder u verlorenNog t dwangjuk torschen zou door vreemden haar beschorenUw trouwelooze voogd verrader van den StaatEn by den Portugees zints lang veracht gehaatLeicirc zijn geroofde macht in onze handen nederEn zien wy dezen dag een wettig meester wederZoo breng de Ridderschap steeds trouw aan Hendriks bloedU als regeerend Graaf den allereersten groetWy zweeren plechtig nooit die trouwheid te verzaken

Voor u en voor uw kroon als voor ons land te wakenAan uw en hun behoud ons leven met ons zwaardTe wijden Dierbre schim die om ons henen waartEn meecirc de vrijheid viert van dees geliefde strekenGetuig dees heilgen eed en help den meineed wrekenEn zie wanneer het graf ons kluistert in haar nachtOnze afkomst steeds getrouw aan uw doorlucht geslacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

151

ALFONSUSEn ik ik zweer met u aan t heil der PortugezenAan de eer van deze kroon steeds toegewijd te wezenHet recht te eerbiedigen en wie het mocht versmaacircnTe straffen met dit staal al moet ik zelf vergaanOf zoo ik ooit het spoor mijns vaders mocht vergetenZoo k me ooit de schennis van uw rechten kon vermetenZoo wreek haar uwe deugd en zij op de eigen stondDe band vernietigd hier gesloten door uw mondJa dierbaar is me een kroon uit uwe hand ontfangen

En dierbaar het bestuur van Portugals belangenMaar ach de schittering der Graaflijke oppermachtGeneest de wonden niet mijn boezem toegebrachtHelaas die hooge rang waarin ik werd geborenHeeft voor Alfonsus hart zints lang haar zoet verlorenEn zoo zy thans dit rijk van t vreemd geweld verlostGy weet het trouwe rei wat my die zege kost

(Tot Mathilda)

Eacuteeacuten heil nog is voor my de vrucht van t zegevierenUw schedel met den glans der diadeem te sierenGeliefde leedgenoote en heul by zoo veel leedEn o dat zy in t eind den nevel scheuren deedDie t voorhoofd overdekt van kommeren beladen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

152

MATHILDADe bron der tranen waar mijn oogen steeds in baaddenIs nog niet uitgeput Helaas nog blijft mijn hartBedrukt en ducht een ramp voor mijn verstand verwardDe dwingland leicirc zijn macht vrijwillig aan uw voetenWel nu zoo heeft hy thans een dubble wraak te boetenJa helden wijt mijn vrees de zwakheid van een vrouwAan d afstand dien hy deed blijft Trava nooit getrouwEn daar zijn vijanden zich reeds verwinnaars wanenSchaart licht een snoode stoet zich heimlijk om zijn vanen

ALFONSUSEn wien verdenkt uw zorg van zulk een laf verraadIn t vorstlijk Guimaraecircns dat met geheel den StaatDen dwingland met haar vloek zints lang heeft overladenZijn Spaansche gunstlingen Ziedaar wie hem aanbadenZiedaar de vijanden nog op dit uur geduchtOf dierbare is er vrees waar op het minst geruchtDrie honderd Edelen gehard in krijgsgevarenNiet minder groot in deugd zich om mijn lijf vergaren

MATHILDAJa voor mijn angstig oog is alles hier verdacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

153

En zoo ge u voor geweld genoeg beveiligd achtKende ooit uw eedle ziel de afschuwelijke padenDie t zwart verraad doorkruipt om zijn vergif te ontladenNog gistren was t de macht des wreeden dwingelandsWaarvoor ik sidderde Het is zijn onmacht thansO hemel die my kent en wat ik heb geleden

Uw gunst verleene een perk aan mijne angstvallighedenOf dreigt my in deze angst een nog verschrikbrer rampDan al de tegenheecircn waar k jaren reeds meecirc kampEn is dees dag van roem noodlottig voor mijn GadeZoo eindig met mijn dood des noodlots ongenadeTe siddren zonder eind voor t dreigen van den noodIs wreeder duizendmaal dan de allerwreedste dood

Derde tooneel

DE VORIGEN DON LORENZO DAGANIL

LORENZODe Graaf de Trava

ALFONSUSHy kan t zijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

154

(Tot Lorenzo)

Men doe hem naadren

(Lorenzo vertrekt)

MATHILDADe Trava Welk een schrik verspreidt zich door mijn aadrenOp t hooren van dien naam die me ijslijkheecircn voorspelt

ALFONSUSGy ziet my diep verbaasd k Had nooit my voorgesteldMijn moeders echtgenoot te aanschouwen in deze oorden

MATHILDAVertrouw zijn daden niet maar even min zijn woorden

Vierde tooneel

DE VORIGEN DE GRAAF DE TRAVA

DE TRAVAHet onstandvastig lot dat troonen sticht en slechtWiens grilligheden noch verdienste ontzien noch rechtHeeft op het onverwachtst my van den troon verstoten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

155

Waartoe me een huwlijk riep tot steun van t rijk geslotenk Zie thans in uwe hand den scepter dien ik droegk Betreur die grootheid niet Het is mijn hart genoegDat ik wat laster zich mijn vijanden vermetenNooit vorstenwaarde of plicht laaghartig heb vergetenIn d oorlog opgevoed in t doornig staatsbestierWachtte eindlijk kalmer tijd mijn matte grijsheid hierEn zoo tot nog mijn hand de teugels dezer StatenGeklemd heeft en haar macht van zelf niet heeft verlatenDe roepstem van de plicht weecircrhield haar Heeft mijn echtMy deelgenoot gemaakt aan t thans verschopte rechtDer Spaansche rijksprinses mijn gemalin uw moederZoo was ik steeds haar rijk- en eer- en troonbehoederEn riep zy nog dit uur als Portugals GravinHaar oude rechten en haar gaacircs bescherming inIk zou niet aarzlen die te omhelzen en te wrekenIk volg ook thans haar wil Haar fierheid is bezwekenVoor t openlijk geweld bevolen door haar zoonZoo woeste muiterij beslischt van dezen troonZoo acht ik my als haar ver boven hem verheven -Wy hebben beide ons recht aan t oproer opgegeven

ALFONSUSIs dit het doel Mijn Heer het geen u herwaarts bracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

156

Een volk te lasteren dat zich gewettigd achtZich van een vreemden dwang ontslagen te verklarenZoo deedt gy beter my dit onderhoud te sparen

DE TRAVA ter zijdeO trots dien k nog verdraag maar haast verplettren zal

(Tot Alfonsus)

Verschoon k vergat in u den Graaf van PortugalEen wichtiger belang geleidde hier mijn schredenEen moeder eischt van u na wat zy heeft geledenEacuteeacuten gunst eacuteeacuten recht nog op Als zoon als Vorst Mijn HeerVraagt zy van u t herstel van haar geschonden eerZy werd tot d afstand ja der heerschappij gedwongenEn steeg haar zetel af Men heeft nog niet bedongenDat wie hier gistren nog met vorstelijk ontzagVereerd werd die den Graaf gehuldigd op dees dagHet licht gaf ook den hoon dien zy ontfing zou smorenNog was zy s lands Gravin toen zy den smaad moest hoorenVan wie uw naam en last misbruikten Zy verwachtDat hier voor t minst uw hart gevoelig aan haar klachtOm haar- om uwentwil haar wraak niet zal versmadenWie strafloos onze kruin met hoon dorst overladenRandt uw ontzag weldra met de eigen stoutheid aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

157

ALFONSUSO hemel kan het zijn en heb ik wel verstaanOf was t een ijdle klank als in verwarde droomenBedrieglijk voor t gehoor - Wat deed u herwaarts komenVerklaar uw reednen spreek wat wil men

DE TRAVAEgas straf

Of hield dit meecirc de last dien hem zijn meester gafBy d afstand dien hy eischte uw moeder snood te hoonenZoo neen zoo moet geen gunst een onderdaan verschoonenWaar t de eer van uw gebied de eer van uw afkomst geldt

ALFONSUSHoe durft men van mijn hand de straf van zulk een heldVerwachten Ik den bloem der Portugeesche RidderenWiens onverwrikte moed het misdrijf steeds deed sidderenEn voor wiens grootsche ziel ik geen belooning kenOpoffren aan een haat waarvan ik t voorwerp benMijn hand waar eer in staat den snoodaart neecircr te vellenk Vergeef uw wanhoop slechts wat gy my voor dorst stellen

(Men hoort van binnen een gerucht van inkomenden)

Maar welk een woest gerucht drong door tot deze zaal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

158

Wat zie k O hemel t is mijn moeder

DE TRAVAk Zegepraal

Vijfde tooneel

DE VORIGEN DONA THERESIA gewapend gevolgd door Spaansche Edellieden

THERESIAGehate muiters beeft en kromt u aan mijn voetenGy zult nog in dit uur uw vloekbren aanslag boetenk Verklaar my hier op nieuw Gravin van Portugal

MATHILDAHeb deernis hemel en verhoed Alfonsus valVerschrikkend voorgevoel gy hebt te waar gesproken

THERESIADe smet is uitgewischt onze oneer is gewrokenGebannen van mijn erf door een ontmenschten zoonWreekt my een vreemde hand van dees ondraagbren hoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

159

(Tot Alfonsus)

Ga hoed de rechten thans die muiters u verleenenVoor t lot dat hen bedreigt Vijfhonderd SaraceenenOntblooten tot uw val het straffend oorlogszwaard

ALFONSUSEn waant ge Alfonsus ziel voor dreigingen vervaardEn waant men dat ik niet eer voor mijn recht zou snevenDan t aan het krijgsgeweld der Mooren op te gevenMaar s hemels gunst waakt nog voor dees verdrukten StaatEn stelt het doel te loor van t schreeuwendste verraadDees snoodbedreigde stad zal nog beschermers vindenDe vaak verneecircrde Moor die zich durft onderwindenDen wil des Lusitaans te dwingen met het staalSchenkt haast mijn Ridderen een dubblen zegepraalRoem vrij uwe overmacht Eacuteeacuten handvol van mijn heldenZal meer dan duizenden zal meer dan legers gelden

MATHILDAGaat wreedaarts die nu juicht by zoo veel gruweldaecircnGaat doet geheel het rijk in mijn Gemaal vergaanEn beeft Mijn wanhoop zal zijn neecircrlaag overlevenMaar zal zijn val ten zoen verraders u doen sneven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

160

DE TRAVAWat waagt men van verraad - Voor wetteloos geweldBezweek ons recht De hulp eens bondgenoots hersteltDe dochter van Castielje in t erfgoed van haar vaderEn ik als wettig Graaf als haar gemaal te gaderk Gebied het voor het laatst Men keere tot zijn plichtHet wraakzwaard is gereed zoo t oproer nog niet zwicht

ALFONSUSMen wil t ik aarsel niet Welaan Ten strijd getogenEn t recht der kroon door t bloed beslischt Het AlvermogenWaakt Ridders voor onze eer en voor het vaderland

THERESIAOntaarde ja ten strijd gevlogen k Voel me ontbrandIn nooit gevoelde drift om Vorsteneer te wrekenGeen kracht zal in den strijd aan dezen arm ontbrekenVeroordeeld door het lot stelt ge u vergeefsch te weecircrOp heden stort uw trots voor s hemels bliksem neecircr

(Zy vertrekt met haar echtgenoot en gevolg)

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

161

Zesde tooneel

DON ALFONSUS DONA MATHILDA DON EGAS Portugeesche Edellieden

ALFONSUSTen strijd dan zoo t moet zijn Kom spoeden wy mijn heldenEn rook het Moorsche bloed op dees roemruchte veldenDoor hun ontheiligd k Ga u voor waar t de eer gebiedtWelaan de pijn versmoord van t wreedste zielsverdrietDe hand vergeten met uw haters zaamgezworenMijn Portugal om my den boezem te doorborenk Ben de uwe de uwe alleen zoo lang hier de oorlog woedtEn aan uw vrijheid wijde ik meer nog dan mijn bloedKom gaan wy laat dees dag een schooner zege tuigenDan ooit den Saraceen den snooden kop deed buigenEn dan herneem uw prooi verteerend smartgevoel

(Tot Mathilda)

En gy mijn dierbre o weer de wanhoop t krijgsgewoelIs niet wat my bedreigt met de ijslijkste gevarenVertrouw de kampstrijd zal hem aan uw liefde sparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

162

MATHILDADe moed mag wondren doen maar de overmacht verplet

ALFONSUSHet vaderland in nood geliefde moet ontzetZy zal het door den moed van mijn rechtschapen RidderenEn k weet zoo min als zy voor de overmacht te sidderenVaar wel Gy ziet weldra my als verwinnaar weecircr

(Hy vertrekt met de zijnen)

MATHILDAO hemel stem mijn beecirc Helaas ik kan niet meer

(Zy zijgt in een armstoel neder)

Vijfde bedrijf

Eerste tooneel

DONA MATHILDA alleenHoe is mijn borst beklemd mijn geest ter neecircrgeslagenO angsten drukkender dan t onheil zelf te dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

163

O angsten groeiende met ieder oogenblikHelaas het minst gerucht vervult mijn hart van schrikDe stilte beeldt den dood voor mijn benevelde oogenMijn Egacirc is ten strijd (en welk een strijd) getogenEn ik ik deel met hem in al zijn aakligheecircnDe slagen van het zwaard weecircrgalmen door mijn leecircnEn ieder slag dreigt my zijn val Wat moet ik vrezenZal de uitslag van den strijd my hemel doodlijk wezen -En niemand nadert nog - Zal my voor t minst geen boocircDe pletterende maar mijns onheils brengen OZoo maakte een snelle dood aan mijne onzekerhedenEen eind - Waar vinde ik troost of waar wende ik mijn schredenAch mocht ik vliegen naar den strijd Ach mocht mijn oogGetuigen dat mijn angst mijn minnend hart bedroogWaar- waarom mocht mijn arm der waapnen last niet dragenk Zou waken voor zijn hoofd ik zou des vijands slagenAfweeren op mijn borst of sneven aan zijn zijIn dit paleis geboeid is t gruwlijkst wat ik lijMen nadert t is een boocirc van uit den strijd gezondenHoe klopt mijn hart voor t geen zijn mond my gaat verkonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

164

Tweede tooneel

DONA MATHILDA EEN SCHILDKNAAP

MATHILDAMijn echtgenoot

DE SCHILDKNAAPHy leeft Mevrouw Nooit blonk zijn moedMet schitterender glans Het Saraceensche bloedStroomt waar hy treedt langs t veld en mengt zich aan de golvenDes Aves die t besproeit De trouwe Ridders volgenDen weg hun door zijn zwaard gebaand ten zegepraal

MATHILDAKan t zijn en mag mijn hart dit strelende verhaalVertrouwen jongeling laat my uw mond nog meldenWat wonder medewerkt tot redding onzer heldenDat de overmacht des Moors hun niet te vrezen zij

DE SCHILDKNAAPJa s hemels gunst Mevrouw stond onze helden byDe Castiljaansche stoet had dit paleis verlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

165

De vloekkreet van het volk weecircrgalmde langs de stratenZy snellen langs een weg wier eenzaamheid hen hoedtDe pas ontscheepte macht der Mooren te gemoetDe Graaf was middlerwijl tot aan het oord genaderdWaar zich de menigte der Ridders had vergaderdVerwittigd van t gevaar door d algemeenen schrikDrie honderd krijgeren zijn in een oogenblikRondom den Vorst vergaacircrd gereed het al te wagent Vertrouwen dat hun deugd de zege weg zal dragenLeeft in zijn glinstrend oog en geeft een nieuwen moedAan t volk dat hem alom met dankbre zegens groetDus waren wy de stad ter poort toe doorgetrokken

In stille statigheid en stapten onverschrokkenDen vijand in t gemoet wiens ijdele overmachtMet brandend ongeduld het uur van strijden wachtMen schaart zich onverwijld Van uit het heir der MoorenDoet zich aan alle kant het dreigend ALLAH hoorenEn davert door de lucht met steeds vernieuwd geweldWy naadren kalm en stil tot midden op het veldUw Egacirc aan ons hoofd het oog ten hemel heffendZijn boezem lucht geeft in dees woorden grootsch en treffendlsquoO hemel die het lot der menschlijkheid bestiertHet zij mijn degen in den kampstrijd zegeviertHet zij me een eerlijk graf op t slagveld is beschoren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

166

Getuig gy welk een drift my heden aan kon sporenDen slag te weeren dien een moeder my bereidtk Strijd voor mijn vaders eer voor de onafhanklijkheidVan t rijk bevrijd door hem door zijn gebied beveiligdIk heb aan hunne zaak mijn leven toegeheiligdEn k zal voor hunne zaak verwinnen of vergaanrsquoWy heffen op dees taal een kreet ten antwoord aanReeds woedt des veldheers zwaard op s vijands dichtste drommenWy volgen hem de vlam des oorlogs is ontglomment Gekletter van het staal der krijgren woest geruchtHet nederploffen der gewonden vult de luchtWie maalt de stroomen bloed die bruischen langs de veldenWie meldt de menigte der reeds gevallen heldenDe aanvallers dringen aan met leeuwenkracht De MoorBiedt hun wanhopig weecircr en staat hun woede doorMaar wat verduurt de kracht van Don Alfonsus degenWaar hy dien bliksem zwaait staat hem geen vijand tegenEn mooglijk had de Moor voor zijnen arm beduchtZich reeds beveiligd door een overhaaste vluchtMaar Trava en zijn Gacirc die woedend op ons vielenEn steeds vooruit zijn in het heetst des strijds bezielenHun bondgenooten met den haat die in hun brandtDoch wat die woeste moed vermag hun tegenstand(Geen twijfel) zal weldra voor eedler moed bezwijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

167

Toen ik het slagveld liet zag k reeds allengs hen wijkenVerwacht elk oogenblik de tijding van hun valMevrouw ik spoed naar t oord dat dien getuigen zal

Derde tooneel

DONA MATHILDA daarna DONA LEONORA

MATHILDAO onverwachte troost gy schenkt my t leven wederVoltooi dien zegepraal o hemel en vernederDen haat die aan den rang van mijn Gemaal gehechtDe wreedste foltring schiep uit een zoo zaalgen echt

(Tot Leonora die binnen treedt)

Wat brengt mijn Leonoor wat heeft uw oog vernomenIs reeds mijn echtgenoot t gevreesd gevaar ontkomenHeeft de overwinning zich voor de onzen reeds verklaard

LEONORAVan op den torentrans heeft lang mijn oog gestaardOp t slagveld dat eerlang ons noodlot moet bepalenk Zag t zwaardgeflikker in den gloed der zonnestralenMijn oog vernam den krijg- en woede- en wanhoopkreet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

168

Der strijdren die geen blijk my onderkennen deedIn t wisselend gewoel der wapenen verzwolgenZoo mocht mijn oog alleen den stand der legers volgenIk staar dien bevend na mijn hart richt naar den loopDer golvende banier zijn angsten en zijn hoopLang stond de kans des krijgs de Castiljaansche vanenZag k beurtlings deinzen voor t geweld der LusitanenEn beurtelings den grond herwinnen als in t endOp eens een voorval me op dit uur nog onbekendHet stijgend krijgsrumoer een tijd lang deed bedarenAan beide kanten zag k het heir zich vreedzaam scharenDe klank van t moordmetaal zweeg eacuteeacutensklaps in de lucht -Eeacuten schrikkelijke kreet vernieuwt het woest geruchtDe woede van de wraak schijnt thans den strijd te mengenHet zwaard met heeter dorst des vijands bloed te plengenMaar toen ik tot u spoedde en van den toren weekScheen t my de Saraceen die reddeloos bezweek

MATHILDAWat heeft mijn bange ziel van uw verhaal te wachtenEen enkel oogenblik mocht slechts mijn smart verzachtenEen enkel oogenblik stort me in nog wreeder angst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

169

LEONORAHet uitstel tergt Mevrouw uw tedere verlangstWat vreest gy als de Moor voor de onzen is geweken

MATHILDAAch t is mijn Gade licht dien thans zijn Ridders wreken

LEONORALorenzo nadert ons Verban uw vrees Mevrouwk Voorspel uit zijne komst het einde van uw rouw

Vierde tooneel

DE VORIGEN LORENZO

LORENZOMevrouw de zege is ons de Saraceenen vluchtenGeen overweldiging staat langer ons te duchtenUw Egacirc heeft den kop des dwingelands verpletOns Portugal is vrij en Guimaraecircns gered

MATHILDAAlfonsus triomfeert O vreugde zonder gade

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

170

O zielverrukkend blijk der hemelsche genadeSpreek bode van mijn heil hoe is dit toegegaanDoe my een trouw verhaal des zegepraals verstaan

LORENZOt Is u bewust Mevrouw hoe de aanval onzer RidderenBy d allereersten schok den Saraceen deed sidderenEn hoe hy daadlijk reeds verbaasd van zoo veel moedMet onuitwischbre schand zijn stoutheid had geboetZoo Travaas woede niet zijn arm met zijn vertrouwenGesterkt had en zijn voet op t veld van eer weecircrhouecircnMaar toen Alfonsus zwaard zijn krijgren wijd en zijdTer neecircr velde en vervolgde en de uitslag van den strijdNaby scheen met de vlucht van Travaas bondgenootenToen heeft de wanhoop hem eacuteeacuten middel nog ontslotenDe laatste poging van zijn moed en krijgsbeleidZijn krijgren in t gevecht te ver uit een verspreidVergaacircrt hy in eacuteeacuten wenk tot dichtgesloten drommenEn stelt zich aan het hoofd dier machtige kolommenEn rukt op de onzen aan met onverdeelde krachtWy staan een oogenblik voor Travaas overmachtVerbaasd - Op s Vorsten spoor in nieuwe woede ontstokenHeeft onze vuist weldra dit oogenblik gewrokenNu was der strijdren bloed van weecircrzij felst ontgloeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

171

Nu was de strijd ten top van hevigheid gegroeidAls op het onverwachtst waar hy het schrikbaarst blaakteEen treffender tooneel de krijgsrumoeren staakteEn aller oogen op eacuteeacuten punt gevestigd hieldDon Egas in t gevecht nog met het vuur bezieldDer jeugd en in t gewoel der dringendste gevarenGereed om met zijn bloed zijn kweekling te bewarenHad Travaas wakend oog getroffen De oude haatWaarmeecirc zijn snoode ziel de reinste deugd belaadtJuicht dat zy in het eind Don Egas mag ontmoetenHy vliegt om in zijn bloed haar heete dorst te boetenEn roept eer dat de held dien aanval nog vermoedtHem woedend toe lsquoVersmoor oproerige in uw bloedEn klaag uw Hendrik t lot aan wie hem eert beschorenrsquoDe stem des dwingelands drong in Alfonsus oorenReeds is hy toegesneld reeds is de slag geweerdEn t zwaard dat Egas dreigde op uw Gemaal gekeerdZijn hart ontbrandt in drift lsquoUw straf hoort my verraderrsquoDus galmt hy vurig uit lsquoGy schimmen van mijn VaderTe lang ontheiligd door zijn overmoed Zijn valVerzoen dit uur uwe asch en de eer van PortugalrsquoHy spreekt en heeft met een den tweestrijd aangevangenVan wiens beslissching t lot der legers af zal hangenLang weifelt de oorlogskans lang vindt des wrekers hand

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

172

In s vijands grijs beleid hardnekkig tegenstandNu waagt hy t uiterste om t uiterste te trachtenEn tilt het zwaard om hoog en zamelt al zijn krachtenEn klieft den koopren helm en met hem s dwinglands kopDe galm des zegekreets heft zich ten hemel opDe kreet der woede van den vijand galmt hem tegenDe wanhoop van den Moor is nu ten top gestegenHy wil in blinden moed zich wreken en vergaanDe trouwlooze Afgezant voert zelf hen op ons aant Is vruchtloos s vorsten staal heeft ras zijn borst doorstotenEn alles is gedaan Zijn woeste krijgsgenotenVerliezen met zijn dood hun redeloozen moedEn vlieden over t veld bedekt met stroomen bloedUw Egaacircs moeder zelf zoekt vruchtloos door te brekenOm d echtgenoot wiens lot zy pas vernam te wrekenDe stroom der vluchtenden vervoert haar met geweldDe Ridders middlerwijl vergaderd op het veld

Biecircn hulde aan uw Gemaal voor zoo veel deugdbetooningDe lucht herhaalt op eens hun kreten LEEF DE KONINGHet is die naam voortaan waaronder PortugalZijn redder en t geslacht zijns redders eeren zalDe stad weecircrgalmt dien naam van blijdschap uitgelatent Snelt alles zamen door haar vrijgevochten stratenOm d aangebeden Vorst den eersten groet te biecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

173

Gy zult weldra Mevrouw hem in deze oorden zienElke oogwenk tevens tergt zijn ongeduld

(Men hoort het gejuich der menigte van verre)

Hy nadertDe kreet van t juichend volk rondom zijn schreecircn vergaderdVerkondigt ons den Vorst

Vijfde tooneel

DE VORIGEN DON ALFONSUS DON EGAS Gevolg van Portugeesche Edellieden

MATHILDAWees welkom aan mijn hartVerwinnaar van t geweld en temmer van mijn smartDes hemels eecirclste gunst heeft u der min behouecircn

ALFONSUSO zaligende stond die me u weecircr deed aanschouwenDie de aakligheecircn verdrijft der zorg die u verteertGy ziet me in zegepraal als Koning weecircrgekeerdMaar weet hoe min die glans my kan gelukkig makenHet is slechts aan uw zij dat ik nog heil kan smaken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

174

MATHILDAWat somberheid trekt uw gelauwerd voorhoofd zaamUw moeder (ach mijn mond noemt bevende dien naam) -Is Travaas gade u nog de bron der bangste zorgen

ALFONSUSWat heeft mijn hart voor u mijn zielsvriendin verborgenk Ontveins niets voor het oog der liefde Ja dees stondBestemt het lot van heel mijn leven door den mondDier moeder zoo geducht - Na dat zy met haar bendenIn t eind genoodzaakt werd zich tot de vlucht te wendenHeeft ze in haar nederlaag met d eigen moed bezieldZich in een burcht verschanst vervallen half vernieldOm met haar zwakken stoet verslagen oorlogsliedenVan alle hoop ontbloot nog wederstand te biedenIk deed haar onverwijld den vrijen aftocht biecircn -En wacht elk oogenblik den zendling hier te zienDaar is hy zelf Wat lot zal my zijn komst verkonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

175

Zesde tooneel

DE VORIGEN DE SCHILDKNAAP

ALFONSUSWelnu

DE SCHILDKNAAPZie daar Mijn Vorst het antwoord u gezonden

(Alfonsus leest den brief hem overgegeven met zichtbare ontroering)

MATHILDAHoe is zijn oog ontroerd

EGASHoe is mijn ziel begaan

ALFONSUSGerechte hemel t Is met alle hoop gedaanVerneemt verneemt met my het vonnis van een moederDen laatsten slag van t lot steeds op mijn hoofd verwoederlsquoDe roover van mijn kroon de moorder van mijn GacircTot overmaat van smaad biedt my nog lijfsgenacirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

176

k Verfoei den hoon dier gunst en ga een rijk verlatenDat ik van dezen stond zoo fel als u zal hatenMaar baan my zelf een weg zoo t zijn moet met mijn bloedMijn vloek ziedaar uw straf ziedaar mijn afscheidsgroetrsquoVerpletterende wraak werd daartoe dan mijn levenGespaard O had me uw hand op t slagveld eer doen snevenMijn moeder en uw haat getriomfeerd op t lijkVan uw rampzaalgen zoon

MATHILDAAch dat die wanhoop wijk

Geliefde voor de smart die my ter dood zal voerenHoe kan mijn tederheid uw boezem niet ontroerenIs zy die tot uw val geen gruwel heeft gespaardU meer dan t leven van eene echtgenoote waard

EGASMijn Koning uwe hand heeft voor de zaak gestredenDes hemels en uw deugd een moeders vloek verbedenGeniet den roem der zege en schuldeloos vergeetWat zich haar razernij nog tegen u vermeet

ALFONSUSNeen aangebeden vrouw neen edelste aller vrinden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

177

De wond van deze borst zal nooit verzachting vindenHet lot wiens toorn ik lij vereeuwigt zich dees dagGa stervling leer van my wat al de glans vermagVan rang en grootheid Op de koningstroon gezetenIs s overwinnaars borst van rouw van een geretenEn rein van hart en hand draagt hy des booswichts strafO hemel k onderwerp me aan wat uw gramschap gafIk weet het ook de deugd kan hier rampzalig wezenUw liefde spaart voor haar een heil meer uitgelezenMaar ach verhoor de beecirc die hier mijn boezem stortIndien een moeders vloek door u gehandhaafd wordtBehoed na zoo veel smart mijn aangebeden GadeBehoed mijn Portugal bevrijd door Uw genadek Stond jaren droefheid door met beiden lotgemeenMaar treff dees laatste slag Alfonsus hoofd alleen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

178

Bij het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 15 Julij 1818

Voorzang

1

God vol deernis vol genadeVan wien alle zegen daalt

Sla uw teecircre kinders gadeWaar hun zwakke poging faalt

In uwe albezielende oogenLigt de luister van dees dag

Dale een wenk dan uit den hoogenDie ons kracht verleenen mag

2

Wat is al hetgeen wy dervenRijkdom wereldgrootheid Heer

Wat uw liefde ons deed verwervenIs ons eindloos eindloos meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

179

Eedle mensch- en kindervrindenDie een hopelooze jeugd

t Aardsch geluk doen wedervindenIn beschaafdheid en in deugd

3

God vol deernis vol genadeo Bekroon hun grootsche zucht

Sla uw teecircre kinders gadeBy het oogsten van de vrucht

Zij hun weldaad niet verlorenMaar laat onze dankbre mond

Hier geen woord geen klank doen hoorenDie niet hunnen roem verkond

Tusschenzang

1

t Beeld van God kwam niet in t levenTot een onverpoosd genot

Maar t verstand werd hem gegevenOm met kracht en werk te strevenNaar het schitterende lotHem bereid beloofd door God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

180

2

Zalig die zijn gaaf waardeerenNiet in aardsche lust verdwaald

Die verstand en harte leerenGod en deugd vereacuteeacutenigd te eerenUit wie t zielsgenoegen daaltWaar geen ander heil by haalt

3

Zalig die zijn kostbre gavenKweken in het hart der Jeugd

God zelf zal hun poging stavenHy zal waken voor die bravenVoor de poging van een deugdWaar Hy zelf zich in verheugt

Slotzang

1

Tot aanbidding van Gods naamVoegt zich aarde en hemel zaam

Laat ons zwakke stervelingenMeecirc zijn macht zijn weldaacircn zingenVoert dien nederigen toonEnglen voor Gods hemeltroon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

181

2

Dat wy leven is van HemHem behooren hart en stem

Dat dan onze dankbre klankenEerst Hem om het leven dankenHem die waar zijn oogwenk daaltLeven en genieting straalt

3

Maar verwijderd van zijn hofWat vermogen we op dit stof -

Hy zal onze zwakheid stavenHy verzorgt den weg des bravenEn geheel de wereld zwichtWaar de mensch zijn oogen richt

4

Eindloos loven we U o GodLiefdrijk meester van ons lot

Gy alleen gy kunt verheffenGy alleen met rampen treffenGy gy zelf waakt om het hoofdVan die in Uw naam gelooft

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

182

Op den marteldood van Raphael Gomez Salsedo

Voor de eer van d eacuteeacutenen God in t foltrend vuur te stervenWas nooit een offer voor het Joodsche hart te groot

t Is leven Zijn genacirc door martling te verwervenTe leven buiten Hem is eerst de ware dood

Salsedo ook uw moed trotseert de moordaltarenEn staat voor t heil der ziel het nietig lichaam af

Zoo moest geloof uw dood die dood uw glorie barenDe vlam ontrukt uw lijf maar ook uw naam aan t graf

Laat dan de Dwinglandij nog op uw assche woedenGy hebt den boei geslaakt die u van God weecircrhield

En teekent ons den weg om hemelwaart te spoedenMet de eigen outervlam die t lichaam heeft vernield

Naar het Spaansch

Sept 1818

Op het feest der verbroedering aan Leydens Hoogeschool 21November 1818

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

183

De levendige vlam die t jeugdig hart bezieltIs onder t heilig dak van Pallas tempelkorenGeen onbetembaar vuur dat rust en lust vernielt

Om tot gevloekte vete en woesten nijd te sporenWien hier de boezem overvloeitWien hier het bloed in de aadren gloeitVan rusteloos verlangen

Die heeft in dien onbluschbren gloedEen uit den hemel spruitend goedGeen geest van twist ontvangen

Gy weet het Broeders wat het zegtDat wat in dit gebied de fiere borst kan treffenDe zucht voor Waarheid is voor Schoonheid Deugd en Recht

De zucht om t edel hart ten hemel te verheffenDe zucht voor Roem voor Edelmoedigheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

184

Minerve ja is ook ten strijd bereidZy voert niet vruchteloos den krijgshelm op haar schedelZy drilt niet vruchteloos de goddelijke lansMaar de oorlogsvlam die in haar blaakt is edelEn waagt zy zich aan de oorlogskans

Zoo zij t voor de eer van haar ontzachtbren TempelZoo zij t voor Vaderland en Vorst

En siddre dan wie haar miskennen dorstMaar zij de Broedertwist gebannen van haar drempel

Hier in dit koor strekk zich de hand niet uitDan om des Broeders hand te drukkenDe band die Leydens Jeugd omsluit

Vermoog het algeweld des tijds niet los te rukken

Grijze Rhijn zoo lang uw golven door dees wallen strandwaarts gaanZal by Pallas kwekelingen de open borst eenstemmig slaanKweke uw adem frissche Zefirs Pallas heiligen olijfEn ontziet hem woeste stormen dat hy immer bloeien blijvOnder schaduw van zijn takken klink het Iouml van haar JeugdEn de vrucht die hy zal rijpen zal beroemdheid zijn en deugdLeydens vest in vroeger dagen door standvaste trouwheid grootBloeie steeds in Pallas zoonen die zy koestert in haar schootIouml leve deze vriendschap in de schoonste zucht gegrond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

185

Schooner schittrender dan immer rijze ze uit het schoonst VerbondWie in helsche broedertwisten immer lust of grootheid zoekDien bant Pallas uit haar reijen dien belaadt zy met haar vloekMaar die tot haar dienst vergaren voor de stem der Tweedracht doofVoor dier schedel buigt de lauwer zijn voor eeuwig groenend loofHeft den feestbokaal ten hoogen en met hem t oprechte hartOm den blijden dag te zeegnen temmer van Minerves smartKwekelingen van de Godheid stemt uw harte met het mijnGloeie u t hart steeds van de vriendschap als dees beker van haar wijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

186

Bij het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 19 Mei 1819

Voorzang

1

Dag van vreugd dien we aan de kimmenVol verlangen zagen klimmenMet een opgeruimd gemoedBrengen we u den welkomstgroet

Bode van Gods rijksten zegenGalme u t dankbaar loflied tegenDat het kinderharte slaaktAan den God die voor hun waakt

2

Morgenzon wier gouden stralenOnze zangen blij onthalenOp uw goddelijk gezichtWordt dees donkere aardbol licht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

187

Zoo ontleent al t heil der aardeVan dien God geheel zijn waardeWien ons hart zijn loflied slaaktVan den God die voor ons waakt

3

Hem wiens weldaacircn ons omringenHem te danken Hem te zingenIs een zaligheid op aardMeer dan al haar schatten waard

Wat wat zou ons staan te vrezenWelk een lot beklaaglijk wezenAls ons hart zijn loflied slaaktAan den God die voor ons waakt

4

Goedertieren AlvermogenZoo ons zwak maar hartlijk pogenAan uw vaderhart behaagtZiet dees dag ons onvertsaagd

Ja wy treecircn vrijmoedig naderIn uw Uw naam Almachtig VaderDaar ons hart zijn loflied slaaktAan den God die voor ons waakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

188

Tusschenzang

1

Voor ons waken VaderoogenUit den HoogenGod

God had deernis met ons lott Zijn Zijn weldaacircn die ons voedenDie ons hoeden

Hy is t die voor onzen noodEedle harten openslootO laat onze zwakke klankenHem bedanken

Tot den jongsten levensaacircmEn die brave stervelingenMeecirc bezingen

Die ons redden in Zijn naam

2

Dat de beecirc die wy verheffenU moog treffenGod

God Beschermer van ons lotOverlaad o Heer die bravenMet uw gaven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

189

Die onze onmacht onze jeugdLeiden tot geluk en deugdImmer zullen onze klankenU bedanken

Tot den jongsten levensaacircmEn die brave stervelingenMeecirc bezingen

Die ons redden in Uw naam

Slotzang

1

Aan God zij de glorieGeluk en ViktorieOntspruiten van HemVerhef u naar bovenOm Zijn naam te lovenKlink luid o mijn stem

2

Hoor Hemel Hoor AardeDe kracht die u baardeIs de Almacht van GodZijn wenken bezielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

190

Zijn wenken vernielenZijn woord is ons lot

3

Slechts Hy kan verheffenWat rampen u treffenDe hoop blijve op HemZijn troostende zegenStraalt droeven u tegenEn daalt op uw stem

4

Aan God zij de glorieGeluk en ViktorieOntspruiten uit HemVerhef u naar bovenOm zijn naam te lovenKlink luid o mijn stem

5

Neen staakt uwe zangenDe Heemlen vervangenDen lof van hun VorstLaat de EngelenkorenHun hymnen doen hooren -God leest in uw borst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

191

6

Zijn naam zij gezegendWat lot ons bejegentt Zij voorspoed of smartDen Vader hierbovenIs t wellust te loven -Aanbid o mijn hart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

192

Prometheus Dramatisch dichtstuk naar Eschylus

Nec fulminantis magna Jovis manus

Personaadjen

IOumlPROMETHEUSMERCURIUSVULCAANREI VAN ZEENIMFENDE WRAAKGODIN

OCEAAN

Eerste tooneel

DE WRAAKGODIN VULCAAN PROMETHEUS

DE WRAAKGODINZie daar dan t oord bestemd Prometheus straf te tuigenHier leer de oproerige voor hooger machten buigenVulcaan ge ontfingt den last van d oppersten der goocircnUw vader t Is uw plicht hier Themis stouten zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

193

Te kluistren aan de rots met diamanten boeienOm in deze eenzaamheid zijn misdrijf te verfoeienHy waagde t aan den mensch een godenheilgenotTe schenken zoek hy thans verlichting van zijn lotIn menschendankbaarheid De elendeling verzaakteAan godenplicht en rang u zelf die t vuur bewaakteDer heemlen schat en roem ten onvergeetbren hoonOntfang hy van uw hand het lang verdiende loon

VULCAANGodesse k ken den last my door Jupyn gegevenVermetel waar t en dwaas dien wil te wederstrevenGy hebt uw plicht volbracht laat laat de zorg aan myDen mijnen te voldoen Het treuren staat my vrijWanneer k veroordeeld ben eens dierbren broeders handenDe handen van een god te knellen in dees bandenO al te fiere zoon van Themis de eigen smartDie uwen boezem knaagt vervult ook my het hartOp dit noodlottig uur Helaas ik ben gezondenOm u in naam der goocircn uw vonnis te verkondenGy zijt verbannen tot dees aaklige woestijnDit rotsgebergte moet voortaan uw woonplaats zijnWaar zelfs de nagalm niet van menschentaal mag naadrenHier moet u ieder dag een gloeiend vuur in de aadren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

194

Ontsteken hier de nacht waarnaar gy dor geroostZult smachten t matte lijf voor lafenis en troostDoen siddren van zijn kou en schadelijke dampenVerwissling telken reis van steeds vergrootte rampenWaar aan k geen eind voorzie Wie waagt of wie vermagUw redding uit een boei bestemd reeds sints den dagDat gy voor t menschlijk heil der goden gunst verzaakteWaar was uw wijsheid toen ge u hem ten vijand maakteWiens hand nog ongewoon aan t klemmen van den stafGevoelig tuchtigt en geen deernis kent by straf

DE WRAAKGODINWat mart gy Is t geen tijd den snoodaart te kastijdenZoo haatlijk aan de goocircn Waartoe dat medelijdenMet hem die u u zelv zoo fel beleedigd heeft

VULCAANBeleedigd t Zij zoo maar hoe naauw het harte kleeftAan maagschap weet gy niet

DE WRAAKGODINEn t vonnis van uw vader

Is niet zijn hooge wil Vulcaan u eindloos nader

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

195

VULCAANUw woorden zijn altoos van bitterheid vervuld

DE WRAAKGODINBezielt u nog de hoop dat gy hem redden zultZoo niet wat baat het u den tijd in nutloos treurenTe slijten

VULCAANDat ik me aan dit schrikoord mocht ontscheuren

Helaas moest mijne hand Jupyn ten dienste staan

DE WRAAKGODINWat zwakheid hebt gy ooit iets tot zijn val gedaan

VULCAANO had my Jupiter van dezen last ontslagen

DE WRAAKGODINNeen machtig zijn de goocircn maar steeds hun welbehagenTe volgen staat aan hun zoo min als t menschdom vrijHet is die godheid slechts die de opperheerschappijDer heemlen voert wier wil zich waarlijk vrij kan achten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

196

VULCAANHoe ondervinde ik dit

DE WRAAKGODINWelaan besteed uw krachten

Aan t u vertrouwde werk zoo gy in de ongenacircDes heiligschenners niet verkiest te deelen SlaDe diamanten boei hem om de forsche ledenEn knel hem aan de rots Maar kost gy schakels smedenVan keetnen waar zijn list niet uit te breken weet

VULCAANk Volbreng mijn last met smart maar wat ik hier ook deedDeed k naauwgezet en trouw dees ketens mogen t tuigen

DE WRAAKGODINHier leer dan de onverlaat voor s hemels vorst te buigenWegkrimpende in de pijn wijt hy zich zelv het al

VULCAANO Themis eedle zoon wie ooit my haten zalGy gy alleen hebt recht Hoe deele ik in uw lijden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

197

DE WRAAKGODINHoe met d oproerling die ons allen dorst bestrijdenTe treuren schaamt ge u niet Gy stort u zelv in t leedVerblinde

VULCAANNeen zijn lot zoo hartverscheurend wreed

Ontzeg k mijn deernis niet schoon k even veel mocht wagen

DE WRAAKGODINEen muiter in zijn straf Geeft u dit stof van klagenKlem eer des booswichts voet wat naauwer in zijn ringDat hy zich niet op eens uit onze handen wringEn wy onze achtloosheid niet boeten met de woedeVan Jupiter wien niets Prometheus straf vergoedde

VULCAANZwijg wreede zwijg in t eind Uw vreesselijk gelaatVerraadt genoeg dat hart niet slaande dan voor haat

DE WRAAKGODINLust het u laf te zijn ik gun u dit genoegenk Verkies niet by zijn straf die van my zelf te voegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

198

VULCAANNeen langer wedersta k dit aaklig schouwspel niet

(Hy vertrekt)

DE WRAAKGODIN tot PrometheusWaar is uw trotschheid thans vermetele Gy zietWat heerlijk lot hem wacht die t hemelrijk ontwijdenEn voor des aardrijks heil Jupyn zelf durft bestrijdenHoog klonk in vroeger tijd de roem van uw verstandAan kloeken raad was zelfs de klank uws naams verwantEn kost ge niet voorzien dat dit uw lot zou wezenOf had uw stout ontwerp geen tegenstand te vrezenGy hebt uw faam verbeurd zoo gy geen middel weetDe boei te ontkomen die ge u zelven hebt gesmeed

Tweede tooneel

PROMETHEUS alleenAlziende godheid die mijn geest ontwaart in t ruischenDer winden in t geklots der golven in het bruischenOntzachlijke Oceaan van uw onmeetbren vloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

199

O aardgodes wier schoot steeds voortbrengt laaft en voedtGy Zon wier hemelsch oog zijn glans leent aan de dagenGetuigt het wat een god van goden moet verdragenGy kent mijn onschuld kent mijn schrikbaar noodlot meecircJa duizenden van eeuwen zullenHaar onafzienbren kring vervullen

Eer ik den hemelgrond mijn oorsprong weecircr betreecircEn by die boeien die geweld en onrecht smeeddenMoet goden de genade uws Konings aangebeden -Mijn foltring groeit met ieder oogenblik

De toekomst opent zich en spelt nog wreeder plagenGroeit folteringen groeit k Verwachtte u zonder schrikEn k zal u de eeuwen door steeds onvernederd dragenWant zoo k u thans gevoel reeds lang waart gy voorzienToen t teecircrst gevoel my drong om t menschdom hulp te biecircnEn immer was mijn moed als t noodlot ons beschorenNiet om te zetten Neen k doe hier geen klachten hoorenGeen weekheid past een god en t allerminst aan myMaar t is me een wellust in de doodsmart die ik lijMy zelf te erinneren aan wat ik heb misdrevenRampzalig menschdom ach een leven zonder levenOntfingt gy van de goocircn Mijn hand heeft u bezieldToen zy het hemelvuur dat u hun trots onthieldU meecircdeelde en uwe aard den hemel deed gelijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

200

Geen vloek van t algeweld deed me in dit uur bezwijkenIk boet die zege thans en gruwzaam maar mijn hartZiet juichend op u neecircr en zegent zelfs zijn smart

Derde tooneel

PROMETHEUS DE REI DER ZEENIMFEN vertoont zich in een wagen boven de rots

PROMETHEUSMaar wat gerucht dringt tot mijn oorenWat nieuwe plaag is my beschoren -

Of nadert iemand my Wie zijt ge mensch of godDie t schouwspel tuigen wilt van mijn verschriklijk lotDe vijand van den Vorst der goden van hun allenDie zelfverloochenend hem voor de voeten vallenStaat voor u boetende voor wat hy t menschdom gaf -Wie nadert Rondom heen voel ik den luchtstroom trillenEn wieken klepperen Ach wat kan t my verschillenIk wacht alleen verzwaring van mijn straf

DE REIVrees niets wy brengen u geen plagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

201

Maar troost indien t kan zijn De hemelen gewagenMet aarde en zee en hel Prometheus van t geweldDat u aan deze rots zoo wreed heeft vastgekneld -Door zulk een rampspoed diep bewogen

Heb k voor de schaamte doof die t maagdlijk hart bestiertDoof voor mijns vaders raad mijn deernis bot gevierdEn ben der waatren rijk ontvlogenOm u mijn zwakken troost te biecircn

PROMETHEUSO dat ge in zulk een staat een hemeling moet zienGy teedre nimfenstoet gesproten

Uit hem die heel deze aard houdt in zijn arm geslotenKroost van den grijzen OceaanO kunt gy kunt gy t nog bestaan

Den droeven balling te genakenDen droeven balling en de rots

Waarop hy by den klank van t brommend zeegeklotsGedoemd is eeuwen door te waken

DE REIPrometheus ach mijn ziel ontzet

Zou ons geen traan het oog ontvloeienDat u in deze onbreekbre boeien

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

202

Geprangd moet zien - Een nieuwe wetRegeert d Olympus en de godenVol schrik voor Jupiters geboden

Vernietigen met hem wat eacuteeacutenmaal heilig was

PROMETHEUSBeneden s aardrijks schoot benedenDes Tarters giftige moeras

Waar nog de keten die mijn ledenOmstrengelt machtloos op mijn ziel

Zoo iets mijn zuchten op kan wekkenZoo is het dat ik hun ten schouwspel moet verstrekkenDie uit den hemelhof waar van ik nederviel

Ter neecircr zien op een leed niet aan hun smaad te onttrekken

DE REIWie wie der goden zou in t hartGeen deernis voeden met uw smart

Wie in de ontembre gramschap deelenVan Jupiter die daar hy t Al regeert

Een heemling straffeloos verneecircrtEn straffeloos zijn ziel met wraak vermag te streelen

Waaraan k geen ander einde wachtDan t einde van zijn oppermacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

203

PROMETHEUSEn echter zal dees rots nog eens het uur getuigenDat Jupiter den trotschen kop zal buigen

Op dat des doemlings veege mondDe duistre Godspraak die zijn kroon bedreigt verkondWanneer k noch voor de list van honigzoete klanken

Noch voor het woedendste geweldIn t heiligste besluit zal wankenVoor dat k in d ouden rang hersteld

Van hem voldoening zal erlangenVan wien mijn godenhand dees kluisters heeft ontfangen

DE REIUw stoutheid baart me een killen schrik

Hoe schier verzonken in steeds aangegroeide rampenBestaat gy t met den dondraar nog te kampenUw roekelooze taal uw onverzette blik

Vernielt de hoop die ik nog voeddeNeen Jupiters verschrikbre woedeZwicht voor geen woesten wanhoopkreet

Uw stalen moed verdubbelt slechts het leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

204

PROMETHEUSJa machtig en niet om te zettenSchijnt hy voor wiens onzaalge wettenDe Olympus thans de kruin verneecircrt

En echter kan de dag ontluikenDie zijn ontzachbren toorn zal fnuikenEn onzen haat in eendracht keert

DE REIIndien de erinnering aan d oorsprong uwer kwalenNiet machtig was de wond nog dieper op te halenDie u de borst verscheurt zoo wenschten we uit uw mondTe hooren uit wat bron zoo fel een straf ontstond

PROMETHEUSVerscheurend is t verhaal verscheurender t versmoorenDer ramp waar k onder zwoeg wier oorzaak gy zult hoorenAch aan mijn rang ontscheurd wat had ik sints dien valTe wachten rondom heen dan plagen zonder tal -De twist is u bekend die t godendom beroerdeVoor dat nog Jupiter den hemelscepter voerdeEen deel wou Cronus hoofd ontblooten van de kroonEn schenken de oppermacht aan zijn ondankbren zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

205

Een ander koos de zij der aangerande grijsheidHet zijn zijn broeders t kroost van Uranus dat wijsheidNoch krijgsbeleid ontziet op enkel krachten stoutIk toonde hun vergeefsch den weg aan van behoudk Voorzei dat krijgsgeweld voor krijgslist hier zou wijkenHun trots verwierp mijn raad de vijand moest bezwijkenVoor wapens moed alleen de hemelsche oppermachtBeslisschen en het recht afhangen van de krachtDoch ik ik had te vaak van Themis zelf vernomenDat niemand in t bezit van Cronus rijk zou komenDan die t veroovren mocht door bloed niet maar door listHet was mijn plicht den wil van t noodlot dien ik wistTe volgen t was mijn plicht die trotschaarts te verlatenEn k bracht den wijzen raad die nimmer hun kon baten(Mijn moeder stemde t meecirc) aan Cronus trotscher zoonEn zoo de Titans nu in d afgrond van de doocircnHun weecircrstand boeten met onafgebroken plagenZoo Jupiter de kroon des hemels weg mocht dragenEn d ijzren scepter klemt der wreedste dwinglandijMijn vijand triumfeert door my Hy dankt het myDat hy my foltren kan Ja k moest het ondervindenDe dwingland haat het al en allermeest zijn vrindenHoort nu van welk een schuld ik hier de straf ontfangNaauw meester van d Olymp bestemde hy den rang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

206

Der goocircn en nam op zich t bestier der hemelzakenMaar voor het droevig lot der menschlijkheid te wakenWas Jupiter onwaard het reeds bestaand geslachtDer menschen moest verdelgd een nieuw hervoortgebrachtGeen andre godheid dorst dit wreed ontwerp weecircrsprekenIk dorst hen voorstaan en ik deed het onbezwekenHet menschdom werd nog niet vernietigd over de aardMijn deernis was me een straf zoo gruwzaam kwellend waardEn ik by wien vinde ik die deernis met mijn plagenAls smart en spijt en smaad mijn ingewand verknagenWanneer my de aartstiran van uit den hemel bantTen schouwspel van t heelal maar tevens hem tot schand

DE REIVan ijzer is het hart van deernis niet doordrongenWanneer t Prometheus u in boeien ziet gewrongenGeen droever mare kon my treffen dan uw strafEn t oog dat haar getuigt wendt zich in tranen af

PROMETHEUSGy zelf mijn vijanden gy zoudt hier tranen plengenO goden Deernis zou zich by uw woede mengenWare alle deernis niet gebannen uit uw ziel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

207

DE REIMaar heeft geen andre schuld de straf die op u vielVerlokt

PROMETHEUSEacuteeacuten weldaad nog k Onttrok aan s menschen oogen

De toekomst hem bestemd Het lot werd overtogenDoor t schemerlicht der hoop en t menschdom werd bevrijdVan angsten zonder tal My zag dezelfde tijdHet vuur der heemlen aan den stervling mededeelenDat de aard verkwikken moest en niet dan weldaacircn teelenZiedaar t geen ik misdeed

DE REIEn t geen Jupyn verwoed

U met een eindloosheid van plagen boeten doetOf hoopt gy tegen hem door moed iets uit te richten

PROMETHEUSIk h o o p niet maar ik w a c h t dat eens zijn toorn zal zwichten

DE REIGy wacht En op wat grond Waar voert de drift u heen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

208

Miskent gy dat gy dwaalde Ach u met scherpe reecircnTe tergen in den nood is ons gevoel onwaardigMaar vinden we u voor t minst tot eigen redding vaardig

PROMETHEUSt Is licht wanneer het lot eens anders kruin verpletMet wijzen raad gepraald Ik word niet omgezetDoor t schijnschoon van belang dat recht en eer weecircrsprekenIk wist het dat Jupyn zich op mijn deugd zou wrekenIk wist het en mijn wil bleef onveranderd - MaarDat my die ijslijkheid van straf beschoren waarTot de eenzaamheid gedoemd van dees afschuwbre strekenWie had my t ooit voorzegd - Doch blijven we onbezwekenEn gy o Nimfen spaart me uw moedelooze klachtOp t geen eens wezen moet heeft smart noch wanhoop krachtStijgt voor een oogenblik eer van uw hemelwagenOp deze rotsen af Getuigen van mijn plagenOnttrekt my niet de troost die my uw bijzijn geeftAls ik u t lot vertrouw dat me overrompeld heeftWie kan zich voor den keer van t noodlot veilig achtenWie weigert zich t genot een onheil te verzachtenDat al wat ademt treffen kan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

209

DE REI van den wagen afstappendeGewillig late ik dezen wagen

Op raderen van goud den luchtstroom doorgedragenVoor t rotsig strafoord van den man

Die zich voorlang zijn jammren zag ontscheurenIndien ik iets vermocht met ongeveinsd te treuren

Vierde tooneel

PROMETHEUS OCEAAN DE REI

OCEAANOntfang den gullen groet van d ouden OceaanPrometheus k Heb den ramp die u weecircrvoer verstaanEn haastte me om het oord dat u ontfing te naderent Is niet het godenbloed alleen dat beider aderenDoorstroomt wiens naauwe band my dus aan u verbindtOm wijsheid en om deugd heb ik u meer bemindMaak op de vriendschap staat die ik u heb gezworenHet is geen ijdle klank dien u mijn mond doet hoorenSpreek eisch van my een dienst wat die my kosten magHangt het van vriendschap af ik redde u nog dees dag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

210

PROMETHEUSHoe gy ook in dit oord van ballingschap en plagenHoe dorst gy zulk een reis mijn grijze vader wagenHoe hebt ge uw zeepaleis verlaten voor dit strandVan ijzer slechts bevrucht met enkel rots beplantKomt ge ook den godentelg die Jupiter de kroon gafBeschouwen in den boei dien hem zijn haat ten loon gafJa t is wel de eigen hand die t hemelsche gebiedBeslischte die gy hier in ketens knellen ziet

OCEAANk Aanschouw t met diepe smart Doch duld den raad der grijsheidHoe hoog de glorie reikt van uw verstand en wijsheidKeer in u zelven weecircr en ban van uit uw zielDie onbetoomde drift De godenstaf vervielVan Cronus op zijn zoon de Olymp eert nieuwe wettent Is niet in onze macht t voorleden om te zettenZoo buig gedwee het hoofd met heel het godendomWat baat het of uw toorn tot zulk een hoogte klomDat gy u niet ontziet door onbedwongen smalenDe dubble wraak van hem u op den hals te halenWiens strafroecirc reeds zoo streng licht nog verschrikbrer wordt -Wellicht mishaagt de taal die hier mijn boezem stort

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

211

Uw borst verhard in t leed verfoeit genacirc te vragenHet zij zoo maar u steeds aan t ijslijkste te wagenEn tegen smart en nood te wapenen met haatIs dwaasheid Geef gehoor Prometheus aan mijn raadGeen machtig koning zwicht voor morrende onderdanenEn wat hier baten kan is needrigheid en tranenWelaan ik werpe my den donderaar te voetk Bedaar door zachte taal zijn fel verhit gemoedIndien t nog mooglijk is maar wil die kreten stakenVan oproer die uw lot nog vreesselijker makenDen druk te ontlasten van t verkropte hart is zoetMaar vluchtig is t genot en lang de straf die t boet

PROMETHEUSO ondoordringbaar lot Gy bleeft voor straf beveiligdOfschoon ge aan eacuteeacutene zaak met my waart toegeheiligdt Zij verre dat k de rust die gy geniet benijMaar werd ik t offer van gevloekte dwinglandijVerg gy niet dat k mijn lot verdiene door te buigenSpil hier geen kostbren tijd noch tracht my te overtuigenZorg eerder dat ge u zelf niet meecirc stort in het leed

OCEAANTot heil van andren hebt ge uw wijsheid steeds besteed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

212

En nimmer voor u zelf Waartoe my thans weecircrhouecircnZoo k snelle naar Jupyn t is in het vast vertrouwenDat gy op mijne beecirc uw ketens vallen ziet

PROMETHEUSDe deernis die uw hart den droeven balling biedtDe hulp die gy voor hem met eigene gevarenBeraamt vergeet ik nooit Maar wil die poging sparenZe is vruchteloos voor my en stelt u zelven blootOf zou het voor dit hart een troost zijn in den noodDat vrienden de ijslijkheid mijns noodlots ondervonden

OCEAANNeen niet om u alleen heb ik my onderwondenJupyn te naderen Mijn broeder Atlas draagtZijn ongenacirc als gy Zijn forsche schouder schraagtEn aard en hemelen tot straf van vroeger pogenOok Typhoos lot was hard en heeft my diep bewogenWy zagen hem den reus het honderdvoudig hoofd(Thans kwijnend en verneecircrd van d ouden moed beroofd)Ten hemel heffen met een blik die t al deed bevenWy zagen hem verwoed de goocircn in t aanzicht strevenDie hy alleenig stond Zijn longen aacircmden vuurZijn oog schoot vlam op vlam Wy tuigden haast het uur

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

213

Dat hy op Jupiter de zege ging behalenMaar t bliksemvuur daalt neecircr en zet zijn woede palenDe slingerende schicht treft hem het kokend hartEn kracht en strijdlust zijn verzwolgen in de smartDaar lag hy uitgestrekt als waar hy zonder levenMaar de onbezielde klomp deed wie hem zag nog bevenHeel de Etna dekte nu den reeds verslagen kopEn t aanbeeld van Vulcaan dreunt op haar hoogen topNog veilig Want de dag zal aan den hemel klimmenDat Etnaas kruin van eacuteeacuten zal scheuren en de kimmenBespatten met een vuur dat op Sicieljes grondBy stroomen vloeien moet t Is de eigen Typhoos mondDie d onderaardschen gloed tot vlammen aan zal blazenDie vlammen over de aard die op hem weegt doen razenEn toonen dat hy nog door t lot onomgezetZijn haat den teugel viert schoon door Jupyn verplet

PROMETHEUSWelnu Begeert gy meecirc die ijsselijke plagenTen deel Laat af laat af zoo stout een kans te wagenVoor my laat my een leed dat k zonder zwakheid lijk Wacht met standvast geduld het eind der dwinglandij

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

214

OCEAANGepaste reden kan dat einde licht bespoeden

PROMETHEUSNeen t Is niet in het felst van t vijandlijke woedenDat zich de ontroerde geest door zachtheid paaien laat

OCEAANDe poging voor het minst

PROMETHEUSVernedert zonder baat

OCEAANIs t dwaasheid laat m in my dien trek van dwaasheid wrakent Is wijsheid soms den schijn van wijsheid te verzaken

PROMETHEUSHelaas dit is te waar

OCEAANEn gy gy aarzelt niet

En stoot de hulp te rug die u de vriendschap biedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

215

PROMETHEUSIk moet Licht vielt gy reeds dit uur in ongenade

OCEAANVan Jupiter

PROMETHEUSVan hem

OCEAANIk sloeg den afloop gade

Van uw vermetelheid en k wete wat ik waag

PROMETHEUSZoo ga en wacht u steeds voor t geen Jupyn mishaag

OCEAANIk zie het al te wel uw haat is niet te teugelen -Mijn zeepaard trapt sints lang en geesselt met zijn vleugelenDe lucht rondom hem heen Ik voere hem ter rustEn my uit de aakligheid van dees rampzaalge kust

(Hy vertrekt)

Vijfde tooneel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

216

PROMETHEUS DE REI

DE REI - KEERDoorluchtig godenkroost uw lijdenIs voor ons meecirc een bittre smart

De traan die wy uw jammren wijdenWelt uit een fel beknepen hart

Streng is uw straf o Vorst der godenMaar allerhevigst drukt uw macht

Op hun die zelven eens gebodenEn op hun diep verneecircrd geslacht

TEGENKEERIn de oorden die uw grootheid zagenPrometheus galmt een kreet van rouw

Wie dacht het dat dit heir van plagenOp t hoofd van goden storten zou

Om t lot der heemlen treurt nu de aardeDe sterveling beklaagt zijn goocircn

Het lot vooral dat u weecircrvaardeUw vaderzorg voor hem ten loon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

217

TWEEDE KEERDie Colchis rijken grond bewonenEn t heir der manlijke AmazoonenBetreuren t onheil dat u trof

In t woeste Scythieuml weecircrgalmen jammertoonenEn paren zich aan uwen lof

TWEEDE TEGENKEERZelfs in deze afgelegen strekenDie enkel moordend ijzer kweken

En waar de strijdbre borst verhard voor deernis schijntVoelt zich het mannenharte brekenDat gy in zulk een leed verkwijnt

DERDE KEERk Zag slechts eacuteeacuten held als gy die goden had tot ouderen

En onder t juk zwoegt van hun strafk Zag Atlas vast gespierde schouderen

Wien Jupiter geheel zijn rijk te dragen gafDen nooit verpoosden last verrichten

Waarvoor de kracht van goocircn zelf scheen te zwichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

218

DERDE TEGENKEERt Gebied der zeeeumln gromt met ongestuime golven

Zijn klachten tegen t noodlot uitOok de onderwereld is verbolgen

Des aardrijks bodem dreunt met naar en dof geluidt Bezielt zich al van t medelijden

Dat we aan uw lot vervallen heemling wijden

PROMETHEUSMisduid mijn zwijgen niet o Nimfen t Is geen trotsNoch achterhoudendheid De vreemde keer mijns lotsHoudt op dit tijdstip nog mijn geesten ingespannenHoe ik ik door die goocircn van uit mijn rang gebannenWier macht mijn ondergang ik zelf heb doen ontstaanGy weet het zegge ik eer wat k verder heb misdaanUit deernis voor t geslacht der menschen door de godenVernederd en gehaat maar die ik hulp gebodenEn schier tot halve goocircn hersteld heb Hun bestaanWas nietig t Voorwerp deed alleen het zintuig aanNiet meer verbonden aan een werkkring meer verhevenDe zielskracht sliep De zelfbewustheid van het levenOntbrak als in den droom Zy stichtten nog op de aardGeen schuilplaats voor de kracht van zon en lucht bewaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

219

Een duistre boschspelonk was mensch en dier tot woningEn niets bestond er dat t gedierte van hun koningNog onderkennen deed want woest en onbeschaafdWas heel de kracht des geests aan t grove lijf verslaafdEen hooger vlucht ontwend - Wie mocht de hemelteekenenMet de oogen nagaan en den weg der zon berekenenWie perkte nog t gebied der jaargetijden afOf leerde wat gesternt het bloeiend voorjaar gafWat andren t feestgetij der herfstgodes voorspellenOf t stroomnat met geweld zijn oevers uit doen zwellenDoor my is t zoo zy thans het op- en ondergaanDer sterren en den stand der heemlen gadeslaanHet denkbeeld van getal in vast bepaalde klankenEn beelden uitgedrukt heeft de aarde my te dankenAan my meecirc dat de taal die uit den boezem breektTot s werelds uiterste eind en tot de toekomst spreektIn teekens afgemaald naar t buigen onderscheidenVan t spraakdeel in wiens vorm de toonen zich verspreidenk Deed d arbeid van den mensch door t redelooze dierVerpozen t Moedig paard eens op zijn vrijheid fierLeerde ik zich in den toom die hem bedwingt verblijdenk Deed d uitgeholden boom op de oppervlakte glijdenDer waatren toegerust met vleugelen van doekDit waagde ik en nog meer die ondanks s hemels vloek

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

220

Den diep vervallen mensch gelukkig wist te makenMaar ach geen middel weet om dezen boei te slaken

DE REIGy lijdt het is te waar maar verre dwaaldet gyWat ziekte krenkte u dus Wat wondre razernijDreef u in t dreigend leed Gy hadt uw lot voor oogenEn thans zijt ge onbekwaam tot redding iets te pogen

PROMETHEUSAch tot der menschen heil ontbrak my nooit de machtHeb ik niet tegen t heir der ziekten hulp gebrachtWat wisten zy voacuteoacuter my van heeling voor hun wondenGeen balsem kenden zy maar lagen onverbondenEn stierven zonder hulp of laafnis s Aardrijks schootGaf vruchtloos heilzaam kruid en de onverbidbre doodVerraschte steeds een prooi wier zwakheid zich niet weerdeVoor dat hun hooger hulp de tooverkrachten leerdeDer godlijke artsenij Geheimen van het lotZoo diep verborgen voor het oog zelfs van een godk Vermocht u wederom aan t menschdom te openbarenHaast spelde hem de kunst wat heil of wat gevarenHem wachtten alles sprak tot d eens verlichten geestDen zin des duistren drooms ontwikkelt hy hy leest

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

221

Zijn toekomst in de vlucht der vooglen gaat te radeBy bosch- en stroomgedruisch en slaat elk teeken gadeMet naauwgezet vernuft De heilige offerandTer eer van t godendom is t eerst door mijne handOntstoken en de vlam die opgolft tot de wolkenEn t rookend ingewand tot nieuwe orakeltolkenVerheven Uit het diepst des aardrijks rees de gloedVan goud en zilver die het menschdom met den voetVertrapte onwetend nog wat schatten de aard hem baardeVan vierderlei metaal waarvan k gebruik en waardeHem leerde voor zijn heil zorgvuldig zonder maatJa deze is de eenge troost dien my het noodlot laatDat wat de stervling ooit voor weldaacircn heeft genotenHem uit Prometheus borst alleacuteeacuten zijn toegevloten

DE REIJa zorgloos voor u zelf aan andrer heil gewijdZoo waart gy Maar het leed waar ge in gedompeld zijtIs nog door buigzaamheid te ontkomen O vernederUw hoogmoed en welhaast groet u de hemel wederZijn burger die Jupyn in wijsheid evenaart

PROMETHEUSNeen Niet langs dezen weg is my het eind bespaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

222

Van deze ballingschap Met onoptelbre rampenHeeft my de wil van t lot nog opgelegd te kampenEn ik ik onderwerp me O deze borst heeft krachtEn moed die met de smert van ijdle kwalen lachtMaar om den loop dien zich het noodlot koos te keerenIs t vruchtloos iets getracht Haar vonnissen vereerenDe goocircn zelfs Jupiter wijkt van haar wet niet afVan haar ontstond zijn macht van haar ontstond mijn strafEn wat de ziel vermag is dulden en verwachten

DE REIMaar hoe verwacht gy dan dat weecircr de hemelmachtenVerwisslen zullen en de zetel van Jupyn

PROMETHEUSNeen Blijve dit geheim en wilt gedachtig zijnDat ik van zwijgen slechts mijn redding heb te hopenDe dwingland moet t geheim met mijn ontslag bekoopen

DE REI - KEERBewaar bewaar o machtig lotMijn zwakke ziel van met den god

Die op d Olymp regeert in zulk een strijd te tredenO winne ik zijn genacirc door offers en gebeden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

223

Ik zal ik zal hem steeds ontzienHem innig needrig hulde biecircn

Want wat wat baat het hem te tergenVoor wiens geweld zich niets vermag te bergen

TEGENKEERWaartoe steeds angst en zorg gezochtWaartoe een oogwenk heils gekocht

Voor rampen waar t verstand geen eind aan kan bepalen -Zijn dan ook wy bestemd van ramp in ramp te dwalen

En is der aardbewoonren lotGemeen aan t leven van een god

Prometheus schrikbaar is uw voorbeeldEen godheid tot de straf eens stervelings veroordeeld

TWEEDE KEERGa roep hen thans ter hulp die gy gelukkig maakte

Voor wie gy t hemelsch heil verzaakteWat is het sterfelijk geslachtWat is zijn aanzijn Wat zijn macht

Een schim een schaduw die een oogwenk doet verschijnenEen oogwenk wederom verdwijnen

Blind voor t gevaar dat hem omgeeft aan alle kantZal u hun dankbaarheid bevrijden van uw band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

224

TWEEDE TEGENKEERO moet ik u mijn groet in rouwgezangen brengen

Moet ik hier tranen zuchten plengenIk de eigen die in vroeger tijdDen dag aan uwen echt gewijd

Weecircrgalmen deed van andre zangenDoor t heilgejuich der zeecircgoon opgevangen

Toen k zuster Hesioon uw liefde in de armen brachtO ommekeer van t lot wie had u ooit verwacht

Zesde tooneel

PROMETHEUS IOuml DE REI

IOumlWaar ben ik wat geslacht van menschen voedt dees grondWat zie ik aan den top van deze bergen

Een godheid vastgesnoerd Wat schrikbaar vonnis bondHem aan dit foltertuig

(Tot Prometheus)

Mag k u een antwoord vergenO zeg my waar my t lot gebracht heeft op dees stond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

225

Helaas hoe wreed is t nog op my verbolgenHoe rustloos voel ik my vervolgen

Door t duizendoogig spook dat leefde voor mijn strafEn dat vergeefsch verzwolgen in het graf

My nog van killen schrik de wereld door doet zwervenLaat my in t eind o goden rust verwervenIk val van angst k val van vermoeinis neecircr -

De poorten van de hel heroopnen zich en gevenDe schim van Argus de aarde weecircrIk zie het monster om my zweven

Het volgt my waar ik sta t bewaakt op nieuw mijn schreecircnNog ruischt de toon der rietpijp door mijn zinnen

Die eens vermogend was den woestaart te overwinnenMaar machtloos thans - Waar waar voert gy my heen

O Jupiter Van waar die reeks van plagenOp my die ach uw deernis slechts verdienMoet eerst de laatste van mijn dagenHet einde dezer foltring zien

Of zoo ik misdaacircn heb te boetenZoo splijte de aarde voor mijn voeten

Of zij my de afgrond van de zeeeumln tot een grafUw bliksem moge my verpletten

De doodwond zal alleen my van mijn leed ontzettenk Ben afgefolterd k zal bezwijken in mijn straf

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

226

Bespoedig slechts het uur bespoedig t op mijn smeken

DE REIHoort ge uit het hart der maagd den kreet der wanhoop breken

PROMETHEUSIk hoor den kreet der maagd vervolgd door Junoos haatEens door Jupyn geliefd thans door Jupyn versmaadHet kroost van Inachus treedt tot ons moecirc van t zwervenEn t hijgen naar een rust die zy te lang moest derven

IOumlWie noemt mijn vader in dit oord -O onderrichte my een woord

Eacuteeacuten woord slechts wie gy zijt en waar my t noodlot voerdeWie zijt ge gy wiens stem mijn ziel zoo diep ontroerde

Die ongelukkig zoo als ikMijn naam mijn afkomst toont te wetenEn de oorzaak van dien helschen schrik

Waar Ioumlos geest zoo wreed van is bezeten -Wie is er buiten my die dus dus schuldloos lijdtGy ziet het offer van den dolsten minnenijd -O gy dien alles my een hemeltelg doet denken

Kunt ge Inachus wanhopig kroost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

227

Een enkel oogenblik van troostEen enklen straal van licht omtrent haar toekomst schenken

PROMETHEUSVraagt gy my wie ik ben k verheel mijn naam u nietVerbonden als wy zijn door eenerlei verdrietGy ziet Prometheus hier den vriend der stervelingen

IOumlPrometheus En wie dorst u in dees ketens wringen

PROMETHEUSDe handen van Vulcaan het vonnis van Jupyn

IOumlEn welk een gruwelstuk kon hiervan de oorzaak zijn

PROMETHEUSIk meldde u de oorzaak reeds mijn weldaacircn aan de menschen

IOumlVoldoe nog met een woord den billijksten der wenschenHoe lang nog zwerve ik rond ten prooi aan t eigen leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

228

PROMETHEUSAch zwijge ik hier van eer Wat baat u dat ge t weet

IOumlVerberg verberg my niets wat lot me ook zij beschoren

PROMETHEUSWat ik u melden zou zoudt gy met wanhoop hooren

IOumlt Is zulk een wijsheid niet wier weldaad ik behoef

PROMETHEUSWel nu dan t is uw wil k zal spreken

DE REIO vertoef

Een wijl k Voel Ioumlos klacht geheel mijn borst doordringenAch mochten wy den loop dier lotverwisselingenWier storm haar voor ons voert vernemen uit haar mondVoor dat uw godspraak hier des hemels wil verkond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

229

PROMETHEUSOntvouw ons droeve Nimf door wat gebeurtenissenGy t vaderlijk gebied sints reeds zoo lang moet missenGy hebt de zusteren van Inachus gehoordVerstoot haar bede niet zy sproot uit deernis voortEen deernistraan geeft lucht aan t teecircrgevoelig hartet Verwekken van dien traan verlicht de zwaarste smarte

IOumlk Gevoel in my geen kracht uw reednen te weecircrstaant Verhaal dat gy my vergt vang k zonder dralen aanMaar ach mijn voorhoofd wordt van droefheid overtogenEn schaamte dat ik dus my toone voor uwe oogenEn k bloos schoon schuldeloos om t geen my zoo ver brachtDe kindschheid pas ontgroeid ontwaarde ik nacht op nachtEen wondre zachte stem dus fluistrende in mijn oorenlsquoGelukkige waartoe het heillot u beschorenOntweken Jupiter verlangt u tot zijn bruidHy brandt van min voor u gy Iouml vlied van uitUws vaders watergrot naar Lernaas breede weidenDe koning van d Olymp zal daar uw komst verbeidenrsquok Bepeinsde heel den dag het wonder van den nachtOnzeekrer ieder stond hoe meer ik t overdacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

230

Was ik door de ijdelheid eens vluggen drooms bedrogenOf daalde wezenlijk een stem van uit den hoogenDen wil verkondigend van Jupiter In t endMaakte ik mijn droeven staat aan Inachus bekendDe grijzaart hoorde en schrikte Een menigte van bodenVerspreidde zich alom om t antwoord van de godenUit Pythoos heiligdom en t Dodoneesche boschTe lokken Doch vergeefs De taal des zonnegodsBleef duister en verward en de eikenboomen zwegen -Tot we eindelijk op eens t verplettrend antwoord kregenDat ons en ons geslacht de bliksem van JupynVerdelgen zou zoo k nog mocht wederspannig zijnEn dat zijn hooge wil reeds voorlang had beslotenDat my mijn vader uit zijn armen moest verstotenEn nimmer weecircrzien mocht Wanhopig scheidden wyRampzalige offers van de scherpste dwinglandijDoch onderwerping zelfs mocht Iouml niet meer batenIk had den grijzaart naauw en zijn verblijf verlatenOf k zag my dus misvormd Mijn voorhoofd eens zoo fierOp d eerbren maagdenblos verlaagt my tot het dierMaar weinig nog gezweept door angsten zonder voorbeeldZag k Lerna in het eind genaderd my veroordeeldEens herders wenk te ontzien die t honderdvoudig oogSteeds wakende op my richtte en last had van omhoog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

231

Mijn schreden gacirc te slaan en me op t wreedaartigst kweldek Weet niet wat keer van t lot dat gruwzaam monster veldeHy viel Maar t helsche beeld leeft in mijn zwak gemoedEn spreidt me een nieuwen schrik door t fel verhitte bloedZoo vluchte ik voor my zelf wanhopig over de aardeEn zoek vergeefsch den dood - Welaan ik openbaardeU de oorzaak en den loop van mijn hardnekkig leedOntvouw my t oovrig thans zeg moedig t geen gy weetIk smeek verbloem my niets uit ijdel mededogenIk vrees niets erger thans dan dat k dus werd bedrogen

DE REIO dag van nooit beproefde smartHoe wordt op ieder stond mijn hart

Door slag op slag van een geretenk Zie goden uit hun rang in d afgrond neecircrgesmeten

Ik zie de onnoozelheid verdruktEn onder jammeren gebukt

Waar k nooit me een denkbeeld van kon makenHoe wenschte ik ach Prometheus boei te slaken

Hoe meng k mijn tranen aan uw klachto Iouml Dat voor t minst mijn rouw uw smart verzacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

232

PROMETHEUSGy treurt om haar verhaal Gy zult nog bittrer treurenWanneer gy weten zult het geen nog moet gebeuren

DE REIZoo spreek wy luisteren Deel haar een uitzicht meecircOp t end hoe ver nog af van haar onlijdlijk wee

PROMETHEUSUw ongeduld heeft thans geen uitstel meer te wachtenGy Iouml geef gehoor en wapen u met krachtenGy zult van my verstaan hoe en tot welk een tijdGy t offer nog moet zijn van min en minnenijdHet Oosten roept u t eerst Gy zult uw schreden wendenNaar t woeste Scythieuml wier onbeschaafde bendenGeen vaste haardsteecircn maar slechts tenten met hun rondGedragen kennen en verplaatst op ieder stondZoek geen gastvrijheid daar maar schuw hen na te komenTrek door dit aaklig oord in allerijl de stroomenDer zee langs die t bespoelt tot aan Hybristes vloedTreed daar den oever op tot waar die stroom den voetDes Caucasus ontspringt die de aarde met de kimmenTot eacuteeacuten te voegen schijnt Gy moet dien overklimmen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

233

En keeren u naar t Zuid Hier wordt door de AmazoonNaby Thermodons vloed u teedre hulp geboocircnEn de enge zee getoond die gy moet overvarenEn die aan t nageslacht de erinnring zal bewarenDat gy door dezen weg het andre werelddeelBereikte - Gy verschrikt t geen k spel schijnt u te veelOnnoozle kent Jupyn of deernis of genadeOm u versmaadde hy in dartle lust zijn gadeMaar om dier liefde wil u hulp of troost te biecircnWacht dit van hem niet die gewoon is niets te ontzien

IOumlO goden

PROMETHEUSIouml moed en wil die wanhoop smoren

Gy eischte dat ik sprak Gy hebt nog meer te hooren

DE REIHelaas is nog de maat dier rampen niet vervuld

PROMETHEUSNiet voacuteoacuter het tijdstip dat gy straks vernemen zult

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

234

IOumlGy goden die my haat ach ware ik nooit geborenOf in de wieg gesmoord Maar neen t was my beschorenTe leven tot een spel van uwe heerschappijDoch ik ik-zelf wat draal k Waartoe niet zelve myTer neecircr geslingerd van dees rotsen tegen de aardeEn t lot te leur gesteld dat my uw wreedheid spaarde

PROMETHEUSHoe dus vervreemd van geest Wat zwakheid spoort u aanHet op u rustend leed door zulk een stap te ontgaanWat zoudt gy die u dus door wanhoop laat vervoerenIndien ge u zoo als ik aan ketens vast zaagt snoerenWaarvan geen dood my redt die eeuwig leven moetJa eeuwig lijden zoo my s dwinglands val niet hoedt

IOumlZijn val Wie waagde t ooit hem naar de kroon te steken

PROMETHEUSk Voorspel ik zie den tijd die u en my zal wreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

235

IOumlWie rukt de koningstaf uit een zoo forsche hand

PROMETHEUSZijn eigen roekloosheid een dwaze huwlijksband

IOumlHeeft hy de gade dan die hy zich koos te vrezen

PROMETHEUSZijn eigen kroost zal eens de schrik zijns vaders wezenZoo hy mijn boei niet slaakt en dus zich zelf behoedt

IOumlWie anders brak dien los

PROMETHEUSEen held van uit uw bloed

IOumlIs t mooglijk Van mijn kroost hebt gy uw heil te wachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

236

PROMETHEUSVan t kroost uit uwen schoot na dertien nageslachten

IOumlt Is duister voor mijn geest wat my uw mond voorspelt

PROMETHEUSWelaan u zij de keus wat wenscht gy dat ik meldOf d afloop van uw reis of d afloop van mijn plagen

DE REIOntzeg ons niet kan t zijn van beiden te gewagenHaar hebt ge t een beloofd vergun aan onze beecircHet ander eacuteeacuten gevoel treft ons om beider wee

PROMETHEUSGy wie uw deernis noopt den balling niet te latenHoe wreed hem t lot vervolgt hoe fel de goocircn hem hatenWat zoude ik ooit uw beecirc ontsproten uit een zuchtVan weldoen afslaan neen En gy schep eindlijk luchtBeklagenswaarde maagd wy zijn aan t eind gekomenDer rampen die uw jeugd uw onschuld overstroomenIk meldde u langs wat weg gy uit dit werelddeel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

237

t Naburig Azie zult intreecircn een tooneelVan nieuwen schrik Hier hebt ge Phorcys kroost te mijdenWien beide zon en maan t weldadig licht benijdenHet menschdom hatend en van wederzij verfoeidDoor al wat sterflijk is Een nest van slangen broeitOp t hoofd wiens aanschijn moordt Wacht wacht u haar te naderenVermijd de reuzen ook die t oevergoud vergaderenDer Arimaspias Met eacuteeacuten oog uitgerustAacircmt hun misvormd gelaat de moord- en plonderlustGy waan geen vreemdlings recht by deze monsters heiligNu opent zich voor u een landstreek meerder veiligU buigt de Egyptenaar zijn schedel zwart geblaaktDoor t zonvuur waar geen wolk een frisschen droppel slaaktHeil heil u wen de Nyl zijn zegenende golvenZal rollen voor uw oog Het lot zoo lang verbolgenBevredigt zich de grond waarop gy d eersten troostErlangt is uw gebied is t erfdeel van uw kroostZiedaar hetgeen me t lot veroorlooft u te ontdekkenEn moog die godspraak u een nieuwen moed verwekkenOf twijfelt gy en heeft mijn taal nog duisterheidSpreek waar ik helpen kan vindt me Iouml steeds bereid

DE REIHeb dank doch duld met een dat wy nog meer verwachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

238

PROMETHEUSVan t geen k heb toegezegd kunt gy u zeker achtenO telg van Inachus ten teeken dat mijn mondHier t echte vonnis van het strenge lot verkondtZal u mijn kennis zijn van reeds vervlogen tijdenk Zal hier heel d omvang niet van uw langdurig lijdenHerhalen Dat ge u slechts het uur herinnren mochtToen gy Thesprotieuml en Dodones bosch bezochtGy zaagt terwijl gy vloodt de godgeheiligde eikenHun takken neigen naar den grond en tot u reikenEn murmelen u toe h e i l g a d e v a n J u p y n Maar ach dit kon geen troost by zoo veel jammren zijnUw angst verdubbelde de wanhoop gaf u krachtenGy vloodt langs t strand der zee die volgende geslachtenBenoemen zullen naar den naam dien gy nog draagtEn ijldet naar dit oord - Gy ziet bedroefde maagdDat ik uw noodlot ken k Weet wat gy hadt te lijdenEn nog te lijden hebt maar k spel u beter tijdenDaar waar de Nyl zijn vocht aan t zilte zeenat mengtDaar snelt der goden Vorst u in t gemoet Hy wenktNu gaan uw smerten zich in louter vreugde keerenZoo ver de Nyl zich strekt zal uw geslacht regeerenEen fiere heldenstam zal spruiten uit uw schoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

239

En bloeien de eeuwen door Een hunner zal de noodMet vijftig dochteren naar Argos wederbrengenOm aan zijn broeders bloed het zijne niet te mengenVergeefs In Argos zelf vervolgt een vijftigtalVan minnaars t huwelijk dat hen verdelgen zalWant hier hier moet de nacht geen minvlam zien ontbrandenMaar tuigen mannenmoord gepleegd door vrouwenhandenSlechts eacuteeacutene eacuteeacutene enkle maagd ontziet haar echtgenootEn toont zich vrouw en waard haar afkomst uit uw schootMet haar geredden gacirc zal ze Argos rijkskroon dragenEn hy wiens heldendeugd heel t aardrijk zal gewagenDat hy verlossen moet van monsters zonder talDie me uit een foltering van eeuwen redden zalMoet spruiten uit dit bloed Zie daar den wil der godenEn t geen ik melden mag en meer is my verboden

IOumlGezegend tijdstip spoed spoed aanMaar wat bedriegelijke waan

Gelogenstraft door de angst waarvan k my voel bespringenNeen zelfs in d afgrond van het grafHoop ik geen eind aan dees mijn straf

Verheugt verheugt u hemelingenIn t geen onschuldige Iouml lijdt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

240

En gy vooral neem wraak onzaalge minnenijdk Bezwijk niet neen noch ben bestemd te stervenIk ben bestemd van smart tot smart

Van foltering in foltering te zwervenEn enkel wanhoop is de toevlucht van mijn hart

(Zy vertrekt)

DE REI - KEERMet recht o sterveling met rechtSchuwt gy een ongelijken echt

De liefde stort in onafzienbre rampenAls zy verbinden wil hetgeen het noodlot scheidt

Ge erkent u machteloos om tegen dit te kampenEn wien by u zijn gunst een troon heeft toegezeid

Slaat op geen herdersmaagd een blik van tederheid

TEGENKEERRampzalige Iouml ach uw lotSproot uit de liefde van een god

Wie dacht haar ooit gedoemd tot zulk een lijdenOm wie der goden Vorst verliefde zuchten slaakt

En wie wie zou haar thans die hooge gunst benijdenDaar Junoos minnenijd zoo vreeslijk om haar waakt

En voor de onnoozle maagd een hel van de aarde maakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

241

Slotzang

Slaat nooit op ons o goden de oogen neecircrZij ons een gacirc bestemd van uit het rijk der zeeeumln

Ons needrig hart verlangt niets meerEn siddert om de bron van Ioumlos weeeumln

PROMETHEUSEn echter zal die trots zich eenmaal diep vernederenDat hart zal beven dat geen liefde kan vertederenGeen wanhoopkreet doordringt Gy werkt uw eigen valVrijmachtbre Jupiter De vloek uws vaders zalZich eens vervullen Ja de grijze godenkoningVerstoten door zijn zoon van uit de hemelwoningMoet zich gewroken zien wanneer die zelfde zoonDoor eigen overmoed zal tuimlen van den troonUw donder moge nog verschriklijk om ons grommenEens zal zijn schrikgeluid in uwe hand verstommenUw bliksem moog nog de angst verspreiden over de aardVoor al dien praal van macht is t Noodlot niet vervaardDe kroon wankt op uw kruin gy zult uw gruwlen boetenOnmijdbaar is uw val of k zie u aan mijn voetenZiet gy den vijand niet die u verpletten moet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

242

Met vlammen ijslijker dan heel uw bliksemgloedBestormt hy uw Olymp Zijn hoofd reikt tot de starrenHy trapt van krijgsdrift en doet d afgrond opensparrenDe bergen daavren en de zee ontspringt haar bedEn gy gy stort ter neecircr Van zulk een slag ontzetZiet Pluto u vol schrik t gebied der hel betredenTerwijl het menschdom juicht dat eindelijk zijn bedenVerhoord zijn door dat Lot dat eenig t Al regeertEn dat de goden zelf als t Hem behaagt verneecircrt

DE REIWat waanzin laat laat af dus Jupiter te tergen

PROMETHEUSWat zou ik dees mijn wensch den dwingeland verbergent Is waarheid wat k verkond Daar leeft een hooger machtUit wie de zijne daalt

DE REIMaar nog nog heeft hy kracht

U om zoo stout een taal op t ijslijkst te kastijden

PROMETHEUSMijn dood vermag hy niet en k heb geleerd te lijden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

243

Verneecircre zich wie wil voor dwingelandentrotsPrometheus kent geen vrees zijn boezem is van rotsWanneer het rechten geldt die hy niet mag verzaken -Maar k zie Mercurius dit eenzaam oord genakenWat of zijn komst ons brengt - De bode van JupynDen Oppervorst der goocircn zal hy niet lang meer zijn

Zevende en laatste tooneel

PROMETHEUS DE REI MERCURIUS

MERCURIUSHardnekkige wiens list het heiligste aan dorst randenEn goocircn verachten die met doemenswaarde handenHet vuur tot hunne dienst ontglommen aan t geslachtDer slijkbewoonren als uw eigen weldaad brachtDe Koning van de goocircn gebiedt u my te meldenWat gruwzaam huwelijk uw woeste orakels speldenDat hem van t wettig rijk een dag verstoten zouk Verwacht Prometheus hier geen tegenstand OntvouwDe waarheid zonder kunst en trouweloos verdichtenOf waant gy dat Jupyn voor uwen wil zal zwichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

244

PROMETHEUSk Erken in deze taal en schaamtloos trotschen toonDen zendling van een Vorst zijn scepter ongewoonOnnooslen waant u vrij in uwe hemelwallenBeveiligd tegen t lot k Zag reeds twee goden vallenEn zinken van hun troon in d afgrond Dieper schandVerwacht by sneller val den derden dwingelandEn my my zou t geweld dier pas verheven godenDoen siddren Mijn gemoed zich krommen voor die snoodenGa Jongling keer te rug naar die u herwaarts zondHet antwoord dat gy vergt komt nimmer uit mijn mond

MERCURIUSDie hoogmoed heeft sints lang u t levenszoet verbitterd

PROMETHEUSVoor al den hemelglans waarvan uw slaafschheid schittertRuilde ik de wreedheid niet van t noodlot dat ik lijGeketend aan dees rots mijn foltertuig maar vrijZie k met verachting neecircr op u en uws gelijkenDie voor dit nieuw gezag met kruipende eerbied wijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

245

MERCURIUSZoo is de droeve staat waarin gy thans verkwijntNog zalig in uw oog zoo t uit uw reednen schijnt

PROMETHEUSTreff zulk een zaligheid mijn vijanden k BenijdeU t laf genoegen dier bekentnis niet ja k lijdeEn plagen zoo als gy verdiend hadt te ondergaan

MERCURIUSHoe ik Wat heb ik toch tot uwe ramp misdaan

PROMETHEUSMijn fel getergde haat kan geen der goocircn verschoonenDie met een ijzren hart mijn braafheid dus beloonen

MERCURIUSWat woeste ziekte heeft uw geestkracht dus ontsteld

PROMETHEUSDe haat voor laagheid en voor wetteloos geweld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

246

MERCURIUSO zoo gy heerscher waart wat lot werd ons beschoren

PROMETHEUSHelaas

MERCURIUSIn t hemelsch hof doet nooit zich weeklacht hooren

PROMETHEUSDe tijd treedt langzaam voort en voert mijn antwoord meecirc

MERCURIUSZoo weigert gy dan steeds voldoening aan mijn beecircEn laat my zonder vrucht gelijk een slaaf hier wachten

PROMETHEUSSlaaf zijt ge en als een slaaf zal ik u immer achtenMaar wat toch geeft u hoop dat ik verandren zalVoor dat dees vuige boei van om mijn leden vallGeen straf geen pijniging geen ons bedachte vondenDoen ooit mijn veege borst de orakelstem verkondenZoo plettere de schicht des Donderaars mijn kruin

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

247

En keer zijn dolle storm heel t aardrijk tot een puinIk buig niet en t geheim dat hem zoo wreed doet zorgenBlijft voor zijn angstig oog zoo lang hy heerscht verborgen

MERCURIUSWat baat dit aan uw leed

PROMETHEUSIk heb het dus bepaald

MERCURIUSOntzie de stormen die den weg waarop gy dwaaltBedreigen en keer weecircr

PROMETHEUSO staak dit ijdel pogen

Gy hadt dees strandrots eer dan mijn gemoed bewogenIk voer geen vrouwenbloed om bevend voor een troonTe knielen of den glans van een geroofde kroonTe aanbidden recht en eer lafhartig te verlatenEn smeken om de gunst van wien k het felst moet hatenIn zulk een gruwelstuk vervalt Prometheus niet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

248

MERCURIUSVergeefsch dan is de raad dien u mijn vriendschap biedtGeen rede kan het staal van uw gemoed doordringenMaar vruchtloos worstelt gy om u den nood te ontwringenAls t jong en vurig ros dat in zijn teugels woedtAls hy zult ge in het end bezwijken De overmoedBaat weinig waar geen macht gereed staat haar te sterkenDoch is geen bede in staat uw redding te bewerkenZoo hoor voor t minst het lot verhonderdvuldigd wreedDat langer tegenstand u zal berokknen WeetDat Jupiter dees rots van uit zijn wortel rukkenU zelven door de lucht geslingerd met zijn stukkenGeen rustplaats gunnen zal dan in het diepst der helDaar opent zich voor u een nieuwe jammrenwelDaar zult ge uw vrijheid nog in schrikbrer boei betreurenDaar zal u de adelaar het ingewand verscheurenHerlevend telkens tot vernieuwing van een pijnUw godenleven lang bestemd uw straf te zijnZoo niet een held verrijst die in het rijk der plagenMet onvertsaagden voet zich levende durft wagenEn u te rug voert in het lang gemiste lichtBeraad u naar dit kort maar onvervalscht berichtDer toekomst t Past geen god door Jupiter gezonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

249

Verachtbre striktaal voor orakels te verkondenEn o dat niet altoos onbuigbre hovaardijU meer dan wijsheid meer dan heel uw aanzijn zij

DE REIUw rede zendling van Jupyn heeft ons bewogenJa overdreven trots Prometheus blindt u de oogenDurf ze oopnen t Is den man die wijsheid mint geen schandZich te onderwerpen aan den invloed van t verstand

PROMETHEUSOm my mijn toekomst te openbaren

Had ik geen hemelboocirc van nooden k Ken JupynWat dan zijn felste haat kon my beschoren zijnHet onweecircr moog zich om mijn hoofd vergacircren

Ontbrand de bliksem van rondomEn laat zich t woedende gegrom

Der stormen aan t geknal des schorren donders parenDe bevende aarde splijte en oopne zich de hel

En dat de zee tot aan de wolken zwellLaat my die zelfde schok in t diepst des afgronds voerenWaar een onbreekbre band mijn leden klemmen zal

Geen kwelling zal mijn vrij gemoed ontroerenMijn leven en mijn wil zijn hooger dan t geval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

250

MERCURIUSZijn onbetembre zinnen dwalenDe vrees der opgehoopte kwalen

Die hem bedreigen voert de rede hem niet weecircrGy schoone Nimfenrei wier troost hem bijstaat keerNaar veilger oord en dat een snelle vlucht u hoedeVoor t enkele geraas van s hemelskonings woede

DE REIWy volgen nimmer dezen raad

Hy is ondraaglijk aan onze oorenIk heb den lafaart steeds gehaatDie d ongelukkige overlaat

Aan t onheil dat hem staat beschorenWy deelen in zijn jammerlijken staat

En kozen kon het zijn eer met den held te snevenDan met den smet van snood verraad te leven

MERCURIUSZoo wijt u zelve t kwaad dat u bereiken moogEn waagt het nimmer op Jupyn de schuld te ladenAls of t u dreigend leed ontgaan was aan uw oogGewaarschuwd voor zijn toorn zijt gy t die onberaden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

251

U in gevaren storten gaatWaarin geen naberouw uw roekeloosheid baat

(Hy vertrekt)

PROMETHEUSDe godspraak wordt vervuld de daavrende aarde

Scheurt weg het bliksemvuur dat zich aan t zwerk vergaardeIs losgebroken en geheel de trans ontgloeit

De donder gromt de noodstorm loeitHet stof stijgt op in reuzige kolommen

De zee ontwassen aan haar perk is opgeklommenTot aan de hemelen die neigen tot hun val

t Is alles zaamgespannen in t HeelalOm mijn gemoed tot slavernij te dwingen

Gy Godheid waar k uit wierd die over stervelingenEn goden t alziend oog de tijden door laat gaanGetuig gy wat ik lijde en wat ik heb misdaan

(Hy verdwijnt)

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

252

Cassandraas voorzeggingEen fragment uit Eschylus Agamemnon

CLYTEMNESTRA CASSANDRA DE REI

CLYTEMNESTRA tot CassandraStijg af en volg mijn schreecircn Cassandra Zoo de goocircnU redloos teisterden met Trojes staat en troonEn doemden tot slavin by t zinken van haar wallenGeen harde slavernij is u te beurt gevallenJa kluisters vielen vaak ten deel aan t edelst bloedHeeft niet ook Hercules des noodlots toorn geboetEn ketenen getorscht - Bevoorrecht moogt ge u roemenDat gy geen anderen dan Vorsten heer moet noemenVerplettend is de last van opgekomen machtDe hand den toom gewoon der heerschappij is zacht

DE REIVerstandig is dees taal Gy vreemde leer de slagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

253

Van t noodlot met geduld (het morren baat niet) dragen

CLYTEMNESTRAZy onderwerpe zich aan een onmijdbre smartDe troost dien ik haar bied dringt zeker haar door t hartZoo slechts t barbaarsch gehoor zich aan de Grieksche klankenNiet weigere

DE REI tot CassandraGy moogt uw koninginne danken

Voor zulk een wijzen raad en volgen dien gedwee

CLYTEMNESTRAk Heb reeds te veel vertoefd Reeds bracht men t offerveeBy t plechtig feestaltaar Erkentlijk vier ik hedenDen dag der wederkomst zoo vurig afgebeden

(Tot Cassandra)

Gy doe u voor het minst door teekenen verstaanZoo de uitdruk u ontbreekt

DE REIk Ben met haar lot begaan

Aan taal en zeden vreemd heeft zy hier hulp van nooden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

254

CLYTEMNESTRAWeecircrspannig toont zy zich aan t vonnis van de godenEn om den val van Troje is ze innig nog verwoedDus poogt zich t vurig ros bespat met schuim en bloedTe ontworstlen aan de hand des ruiters Wat kan t batenBedaar haar ijdle drift Voor my k moet u verlaten

(Zy vertrekt)

DE REIGeen wrevel vult ons hart maar deernis met uw rouwGeef onze stem gehoor stijg af rampzaalge vrouw

CASSANDRAUw bijstand smeeke ik God der dagen

DE REIHoe durft ge van Apol in dees uw toestand wagen

CASSANDRAApol uw bijstand roepe ik aan

DE REIWat klanken doet gy ons verstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

255

Men roept dien god niet aan om zich van leed te vrijdenDie uitgalm dient tot niets dan om zijn naam te ontwijden

CASSANDRAToon u dees dag voor t eerst weldadig jegens myApol Apol uw bijstand heb k van nooden

DE REIDe toekomst vult haar t hart Nog in de slavernijVoelt zy zich weggesleept door d invloed van de goden

CASSANDRAApol waar heeft my t lot geleidApol wat leed wordt my bereid

Waar ben ik In wat oord ben ik gelast te woonen

DE REIGy zijt aan t hof van Koning Atreus Zonen

CASSANDRAO schrikkelijke naam Zoo ben ik in het oordWaarop de vloek rust aller godent Verblijf der meest ontmenschte snoden

Waar alles steeds getuigt van gruwelen en moord

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

256

DE REINog deed de tijd het bloed hier eens gestort niet droogenDer vreemde Wichlares gloeit deze smet in de oogen

CASSANDRAZiet gy die kinderen niet zweven langs de wandDie Wraakzuchts godvergeten hand

Deed sneven en voor spijs den vader voor dorst zetten

DE REILaat af o Wichlares Wil t hart ons niet verplettenMet die herinnering We erkennen in uw mondDe ware orakeltaal maar spaar ze ons op dees stond

CASSANDRAk Zal niet meer reppen van t voorleden

De toekomst die ik zie voert erger gruwlen meecircPaleis van Atreus stam tooneel van ijslijkheden

Verwacht verwacht een nieuwe zeeVan jammeren niet af te weeren -

Die ze eacuteeacutenig weeren kon ziet gy helaas niet keeren1

1 Orestes Agamemnons zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

257

DE REIHoe moet ik deze taal dees duistre taal verstaan

CASSANDRAVerraderes wat vangt gy aan

Hoe is mijn mond in staat uw misdaad uit te sprekenO met hoe valsch een voorhoofd spoedtGe uw Egacirc juichend in t gemoet

Uw eene hand omhelst en de andere stort bloed -Mijn stem gy weigert u Mijn oogen k voel u breken

DE REIDe klanken die gy slaakt zijn telkens meer verward

CASSANDRAHoe pijnigt t geen ik zie mijn hart -De hel de hel-zelf legt hier lagenEn broeit een nooit gehoord verraad

Hier moet een vrouw den aanslag wagenEn drukken hem aan t hart dien zy vermoorden gaatHeft heft den vloekkreet aan ocirc eerbiedwaarde grijzenEn doet uw stad van haar beheerschers ijzen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

258

DE REIEen vloekkreet op dit huis Wat vergt gy van mijn trouwOnthou ons zulk een taal meecirclijdenswaarde vrouwMaar hemel waar van daan verbleeken my de wangenVan welk een angst voel ik mijn boezem prangen

Of t ware een doodelijke slagMijn oogen dicht sloot voor den dag

Iets gruwzaams schijnt voorwaar ons over t hoofd te hangen

CASSANDRAWat draalt ge Ontrukt ontrukt den Vorst

Aan de armen van een trouwelooze GadeEer zy zich in de stroomen badeVan t bloed waarnaar de wraakzucht dorst

DE REIO duistre orakeltaal die ik niet uit mag leggen

Ik sidder voor uw donkren zinAch t geen ons Wichelaars voorzeggenHeeft al te zelden voorspoed in

CASSANDRAO mijn te lang gerekte dagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

259

Zou k om het vreeslijk eind niet klagenDat u op vreemden bodem wacht

Op Trooischen grond mocht ik niet stervenO ongelukkig Vorst gy hebt my hier gebrachtOm met u t levenslicht te derven

DE REIWat god bezielt den toon die uit uw boezem weltDe zangerige stem die dus in klachten smeltIs als de stem der nachtegalenWanneer ze t nooit vergeten leedEn Itys noodlot al te wreed

Aan t luisterende bosch herhalen

CASSANDRAUw lot is zacht by t mijn o Philomeel

Het godendom meecircwarig met uw klachtenDeed u op dunne vleugelschachtenHet hartverscheurende tooneel

Ontvlieden en door kweelende gezangenDen doffen wanhoopkreet vervangenEn my Weet gy wat lot my wacht

Te stikken in mijn bloed door monsters omgebracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

260

DE REIWat zwarte toekomst doet ge ons vreezenMaar hoe betoovert ge ons gehoor

Een godlijke invloed straalt in al uw woorden doorHetgeen gy spelt moet waarheid wezen

CASSANDRAO Paris Paris ijslijk boetOns droef geslacht uw overmoed -

Scamander wiens verlaten stroomenNog rood zien van het Trooische bloedOntfang mijn verren afscheidsgroet

De tijd is in het end gekomenDat my Cocytus sombre boordDe wichlarijen slaken hoort

Zoo vaak versmaad in uw nabijheidToen ik den val voorzag van Trojes roem en vrijheid

DE REIHelaas het blijkt het blijkt te zeer

Dat ge ons iets ijslijks hebt te spellenk Bevroed het uit dien toon van wanhoop maar nog meerUit de angsten die mijn eigen hart beknellen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

261

CASSANDRAO afschrikbarend lot van een gevallen stad

O Troje Troje vruchtloos hadMijn vader uw behoud door zoo veel duizendtallen

Van offeranden afgebeecircnIk zag helaas uw muren vallenUw vorsten in het stof vertreecircn

Uw vorsten wie de goocircn als heel hun rijk verfoeienMijn bloed alleen ontbrak hun woede nog t zal vloeien

DE REIHoe kwelt die godheid u wier adem u bezieltDie invloed is geen gunst maar foltring niet te dragenDe komst vooruit te zien van zulke schrikbre dagenVerdubbelt slechts het kwaad terwijl t de hoop vernielt

CASSANDRAWelaan mijn angstig hart van sombre orakels zwangerGeev zich in t einde lucht k Omwikkel thans niet langerDe waarheid die ik zie in woordenduisterheidVerschijne dan voor u de toekomst ons bereidGy volgt mijn schreecircn en voer mijn hand u tot de boordenDiens Oceaans van ramp die al te dra deze oorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

262

Moet overweldigen - Herdenkt den vroeger tijdIs is dit schrikpaleis niet aan den vloek gewijdDer Eumenieden Ziet den roodgevlekten drempelOmzwerven zy verwoed en merken met den stempelDer onontgaanbre wraak geheel dit schendig oordTooneel van broederhaat van overspel en moordEn kinderslachting die de Zon terug deed tredenWel nu ben k onderricht van t weggesneld voorledenSlaat men mijn wichlarij nog roekloos in den windZiet ge enkel in dees taal een vrouw van smart ontzindEn kent gy d invloed van een godheid niet Spreekt grijzenDeelt me uw gevoelens meecirc

DE REIUw woorden doen my ijzen

Ach verg niet dat ik spreek Van d overkant der zeeKwaamt gy Wie leerde u dus t aloud en erflijk weeVan Argos Koningstam

CASSANDRAU heb k die gunst te danken

Apol Uw aacircm bezielt dees borst met hemelklankenEn t menschdom niettemin is voor mijn woorden doof

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

263

DE REIHelaas maar al te veel verdient gy zijn geloof

CASSANDRAOp nieuw grijpt my de geest der godheid aan De dagenDer toekomst dreigen wraak en naadren zwaecircr van plagenZijn niet die knapen die den ingang van t paleisBewaken uit het graf herrezen om den eischVan t Lot voldaan te zien en hunnen moord gewrokenO slaat de houding gacirc dier onverzoende spokenZy wijzen op den disch die met hun vleesch en bloedBeladen (groote goocircn) hun vader heeft gevoedDe schuld uws vaders gaat gy boeten o mijn KoningEen wolf verhit op moord sloop in de vorstenwoningEn loert daar in den nacht gewikkeld van t verraadHet lang berekend uur der wraak af Ach het slaatGy valt doorluchte Vorst Verwinnaar der TrojanenGy valt Uwe echtgenoot die met geveinsde tranenU in haar armen drukt biedt offers aan de goocircnVan vreugde dat ze in t end haar Gade in t rijk der doocircnMag neecircr doen storten O voorbeeldelooze woedeO opzet bloediger dan immer tijger broeddeO vrouw vloekwaarder dan Charybdis als haar schoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

264

Den scheepling inzwelgt en weecircr opgeeft aan den doodUw naam te noemen is me een gruwel Ja de zegenIs u Gy roept die uit en de afgrond juicht u tegenGy siddert eedle rei maar twijfelt aan mijn reecircnHoe sluit gy de oogen nog voor t licht Wat zeg ik neenHoud houd dien twijfel vast te dra zult gy hem dervenEn ik mijn wichlarij bezeeglen met te sterven

DE REIIk ken de gruwlen die gy meldt Thyestes dischEn al t onschuldig bloed dat hier vergoten isMaar ach wat baat het u een toekomst te verkondenWaarvoor ons hart zich sluit en die t niet kan doorgronden

CASSANDRADat Agamemnon nog op heden sterven moetZie daar wat ik u spel

DE REIDat ons de Hemel hoed

CASSANDRAKan t woord eens stervelings den wil van t Lot doen falen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

265

DE REINeen maar kent gy dien wil Ook wichlaars kunnen dwalen

CASSANDRAO hemel welk een vlam doortintelt mijn gemoedDe dwang der godheid is t die my nog spreken doetIk zie de tijgerin den fieren Woudvorst zoekenIn blakend ongeduld elk oogwenk toevens vloekenDe laffe deelgenoot van haar ontuchtig bedEgisth verzelt haar schreecircn de dolken zijn gewetHun zegepraal genaakt uw sterfstond is gekomenO Argos groote Vorst en ook mijn bloed gaat stroomen -Weg dorre kransen en gy ijdle wichlaarstafLig daar Wat baat ge my in t naar my gapend grafWat hebt ge my gebaat in t bloeien van mijn levenToen ik de heilge gaaf my door de goocircn gegevenVan vijand beide en vriend miskend zag en bespotTerwijl mijn hooploos hart den wil doorzag van t lotOnzaalge hulsels weg Versiert eens anders harenGy kunt een andre kruin thans met het leed bezwarenDat zoo lang woog op my Hier hier wenkt my de handDes langgewenschten doods Ver van mijn vaderlandVerrees in dezen dag de laatste van mijn dagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

266

Want zelfs aan t vlietend bloed van mijn vermoorde magenDe stroomen van het mijn te mengen werd me ontzeidEn k werd gespaard voor t lot dat me op dees grond verbeidtDoch onze laatste zucht zal niet met d aacircm der windenVervliegen en onze asch haar wreker eenmaal vindenMijn Koning t Is uw zoon thans zwervende over de aardHem voert een godheid hier om t onmeecircdoogend zwaardZijn moeder door het hart te stooten tot verzoeningDer felvertoornde goocircn en onze wraakvoldoening -Maar k staak mijn klacht in t end De dood is my geen leedZag k niet den val van Troje - Ach die haar zinken deedDerft dra met my het licht Verwinnaar en gevallenHervinden zich in t graf eacuteeacuten lot vereacuteeacutent ons allenZoo vloeie dan mijn bloed het kwijnend lichaam uitEn spoed u stervensuur O reeds van zelven sluitMijn oog zich voor deze aard en al haar ijslijkhedenVerblijf der rust ontfang me Ik heb te lang geleden

DE REIO ongelukkige het zij ge waarheid meldtHet zij zich uw gemoed met hersenschimmen kweltMaar hemel waar van daan by de aaklige bewustheidVan t dreigendste gevaar die wondre zielsgerustheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

267

CASSANDRAMijn uiteinde is bestemd k zie t naadren zonder schrikGelatenheid verzoet het stervensoogenblik

DE REIO stervling leer van haar zoo lang des voorspoeds dagenZacht henenrollen u in t onheil meecirc gedragen

CASSANDRAO mijn verdelgd geslacht t uur onzes weecircrziens slaat

(Zij wil in het paleis treden maar deinst met afgrijzen terug)

O gruwel

DE REIWichlares Wat nieuwe siddring gaat

U aan dat zich uw tred niet op den drempel veste

CASSANDRAt Is de adem van den dood die reeds dit oord verpestte

DE REIO overmaat van schrik

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

268

CASSANDRAk Verlate u in het end

t Geen thans gebeuren gaat maakte u mijn mond bekendHerdenkt my Grijzen als ons beider bloed zal stroomenHerdenkt my als de tijd der hemelwraak zal komenWanneer uws konings kroost der overspeelren bloedAan vaders gramme schim ten offer plengen moetHerdenkt my dan en tuigt Cassandraas laatste klankenEeacuten woord nog Aan den god wien ik de gaaf moet dankenDier droeve wichelkunst met zoo veel leeds betaaldO Zonnegod wiens gloed my hier voor t laatst bestraaltDoe haast den dag der wraak aan deze kim ontluikenDag die der snooden trots en zegepraal zal fnuikenGekwetste vorsteneer herstellen en dit oordBevrijden van den smet van laffen vrouwenmoord -Zoo is het menschlijk lot Het heden te vertrouwenIs op de wenteling der holle zee te bouwenDenk stervling aan de les van reeds beproefden noodEn midden in uw heil wacht tegenspoed en dood

(Zy ijlt naar binnen)

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

269

Het treurspel (Ode)

Aartsengelin die van Gods zijGevlogen uw aanbidbre heerschappijOp ons vervallen stervelingenAls op de reine hemelkringenOnwederstaanbaar werken doet

O Dichtkunst tolk van God in t u gewijd gemoedLust het u soms de blanke Cherubsveecircren

Van uit de hoogste hemelsfeerenNaar onzen stofklomp uit te slaan

Lust het u soms in schraler lucht te zwevenOm met een nieuw een Godlijk leven

Te zaligen zoo ver uw wenk kan gaan

O neen Wat zeg k het ware u honenUw vlucht te lokken naar deze aard

Hoe zou de hemelklank dier toonen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

270

Voor de Englen Gods alleen bewaardDie klank waar Zijn volkomenhedenZich spiegelen in al haar pracht

Voor dit ons uitgedord benedenZich wederscheppen in zijn kracht

Voor altoos weekt gy van deze aardeMet al de weldaacircn die gy baardeMet ware schoonheid deugd en recht

En thans eacuteeacuten toon van u die in verheevner ordenGeheele werelden doet worden

Deed ons onheiligen aan aardsche lust gehechtMet heel deze aarde in t niet waaruit wy werden zinken

Doch o is t voor het minst geen al te stout bestaanDien toon hoe flaauw ook na te klinken

Is t met der schoonheids rijk voor eeuwig niet gedaanIs t niet vergeefsch dat West en NoordenZich paren aan de weeldrige oordenVan t door God zelf geheiligd Oost

Om door hun vlammende gezangenUwe albezieling te vervangenBy t u onwaardig menschenkroost

Verkond ons wie der Kunstgodinnen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

271

In Griek en Romers tempeltinnenMet heidensche offers aangebeecircn

Na u dien troon op de aarde mocht bekleecircnVan waar gy eacuteeacutenmaal zelf het menschlijk harte roerdetVerhieft vergeestlijktet en aan Gods voeten voerdet

Wien hoort de glans dier zegepraalIs t Clio wier manhafte taal

Den roem van s aardrijks vroegste tijdenAan t laatste nageslacht verkondtDie door des blinden dichters mondHet plekjen waar eens Troje stond

Aan de eeuwigheid vermag te wijdenEen rij van koningen een fiere heldenstoetDien ze uit het graf herroept en ons aanbidden doet

Kent haar de zege toe Zy vlechten hun laurierenStemt gy het meecirc in eacuteeacuten om Clioos kruin te sieren

Maar neen een andre toon ontstaatEuterpe roert de gouden snarenDaar treedt zy voor met losse haren

De Godheid in het oog die door haar spreken gaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

272

Zy zingt Het aardrijk is verdwenent Verleden en de toekomst smelt in eacuteeacutenen

De hemel opent zich voor t menschdom t Is te veelGeen stervling viel de kracht ten deel

Haar stouten hemelvaart te teugelenOf t spoor te volgen van haar vleugelen

De ziel verliest zich in die vluchtErkent haar machtloosheid en stort in lager lucht

Gy zijt het Melpomeen de kroon past op uw harenU zij het dichterlijk gebied

U die den gloed der lierzang weet te parenAan t grootsch geluid van t heldenlied

O weigert gy niet aan deze oordenDien toon der hooge heemlen lust

O tokkelt ge die zilvren koordenWaar op der heemlen waarheid rust

Ge ontrukt ge ontrukt ons aan ons zelvenGy voert ons tot de stargewelven

Tot voor dat licht waar meecirc Gods Almacht zich omhultGy kent en gy verkondt die wegenWaardoor Zijn vonnis of Zijn zegenZich in dit jammerdal vervult

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

273

Maar hoe wat bloed- wat treur- wat schriktoneelenMeestres van t diep geschokte hartDie door het knijpen zelfs der smart

De ziel te boeien weet te streelenWat ijslijkheden voert ge ons aan

Hier broeders heet op t bloed van broedersDaar aan zich zelve ontvallen moeders

Die aan haar eigen kroost verwoede handen slaanHier vorsten by den troon geborenTer neecircr gebliksemd van dien troon

Daar de eer die braafheid scheen beschorenOntwijd aan gruwelen ten loon

Wat vreemde tegenstrijdighedenDoor t sterfelijk verstand bestredenEn die ge t weggesleept gemoedErkennen en aanbidden doet

Want zwevende op azuren wolkenOntdekt gy d opgetogen volkent Ontzachelijk geheim van t Lot

En wijst by t stroomen onzer tranen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

274

By t bulderen der driftorkanenOp de Alvoorzienigheid van God

De loop van werelden en tijdenDus leert ge is door eacuteeacuten woord voor de eeuwigheid beschiktEn t eens bestemde lot blijft pal en onverwrikt

Den slag door dit gedreigd te mijdenIs boven t perk der menschlijkheid

En al die standverwisselingenDie zich elk oogenblik verdringen

Geleiden ons naar t heil door Zijn genacirc bereid

Verheven rei van s Oudheids treurspeldichterenVan schoon- van groot- van waarheidstichterenEn gy vooral doorluchte dichtrenvorstO Eschylus uw stoute dichtvlucht dorstHet spoor tot hooger waarheecircn banenDan blinde heidnenzielen wanenDe zetel van hun valsche goocircnSchokte op het galmen van uw toon

Uit hooger ja uit hemelsche oordenDrong met den klank van uwe woordenEen straal van waarheid in het hart

Verheffend voor den geest en balsem voor de smartZoo Dichtkunst voegt het u te loven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

275

De traan in t oog het oog gericht naar bovenBezield met heldenkracht op vorstengrootheid fier

Gy zijt het Melpomeen de kroon past op uw hairenDat dan die kroon uw hairen sier

En roere uw Zustrenrei ter uwer eer de snarenTer uwer eer Tot die van GodVan Hem die heel des werelds lot

Met eacuteeacutenen wenk bestemde in eacuteeacuten hand houdt omslotenVan Hem uit wien de glorie daaltDie om het hoofd van Vorsten straalt

Waarvan Zijn hand het eacuteeacutenig kan ontblotenVan Hem die zegent Hem die wreektWiens invloed in den dichter spreekt

Wanneer het woudgediert zich opdringt aan zijn kluisterenHet stof zelf zich bezielt en aarde en heemlen luisteren

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

276

Liefde

In d eersten gloed der jeugd wen t ligt getroffen hartDe prikkling van t vermaak en t knellen van de smartIn al hun kracht ontfangt wanneer de driften woelenDoor heel ons aanzijn en de Godheid doen gevoelenDie noopt tot zaligheid - wat voorwerp heeft natuurDen dichter waardiger dan liefde uw hemelsch vuurVoor u dan klink mijn zang Geliefde zanggodinnenBezielt me k ga een lied het lied der jeugd beginnen

Wie zijt ge hemeltelg wier goddelijke gloedt Heelal in wezen houdt Wat drift de boezem voedVan u is de edelste de heiligste van allenVan u de machtigste By duizend duizendtallenBiedt u het menschdom dag aan dag het offer aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

277

Van harten die voor u voor u-alleenig slaanUw aacircm is heeter dan de gloed der hemeldakenWen Sirius gesternt het aardrijk dor doet blakenDe drift die op uw wenk het ziedend hart vervoertIs woester dan de orkaan die d Oceaan beroert

Wie zijt ge hemeltelg Uw frissche myrtenkransenZijn duizendwerf meer waard dan de onbetrouwbre glansenDer kroon De vorstlijke eik de slanke populierVerneecircren voor uw myrt hun fierheid De laurierBeschaduwt s dichters hoofd om zich aan haar te parenAanschouw de menigte die zich om uw altarenVerdringt Het bleek gelaat getuigt de minnesmartDie merg en bloed verteert gekoesterd in het hartDes krijgsmans woestheid is in tranen weggezonkenUit de oogen die alleen van oorlogsijver blonkenZijn moordlust is gesmoord hy ademde in de luchtDie in dees streken speelt een liefelijker zuchtVerg dichter van uw lier geen moedige oorlogszangenHet kwelend liefdelied heeft die van zelf vervangenEn alles stemt te zaacircm om d invloed van de minTe zingen alles roept haar dierbre gunsten in

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

278

Wie zijt ge hemeltelg Wat dit uw alvermogenDaal neecircr aanbidlijke voor onze aanbiddende oogenEen lentekoelte waait en spreidt zijn ambergeurDoor t trillende geboomt de frissche grond stort keurVan bloemen alles aacircmt een nieuw een beter levenWat ruischt gy golfjes door een teedre lust gedrevenEn spat in schuim op En gy zoete melodyVan t tjilpend pluimgediert spreek wat verkondigt gyWees welkom heilgodes gy nadert uit den hoogenVerblindend is uw glans uw schoonheid voor onze oogenMaar ja wy kennen u des hemels oudste kroostDoor wie het menschdom werd en die zijn jammren troostGeen kind vol wreedheid dat met dartelende handenVermaak schept met zijn gif het weecircrloos hart te brandenO neen een engelin die waar haar voetstap naaktHet doode levend en wat leeft gelukkig maaktGelukkig duizendmaal op wien uw gaven dalenWie al de schatten van een wereld niet betalenGelukkig duizendmaal wiens uiterste ademtochtAan u geheiligd uw gezegend heil bekochtVergeefs misgunt een zee u de allerzoetste kussenLeander zou haar woede uw brandend minvuur blusschenUw arm tart golf en storm en overwint de nood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

279

Verhonderdvoudigt uw geluk maar zelfs de doodWaar zoet mag Heroos hart er t offer van ontfangen

O mocht mijn boezem eens zich aan uw boezem prangenNaar wie mijn hart vergeefs sints de eerste kindschheid zuchtWier tooverbeeld me omzweeft wier wezen my ontvluchtk Zou door het bruisschen heen der opgezette barenMy storten in uw arm ja duizend doodsgevarenTrotseeren om eacuteeacuten blik van uw aanminnig oogDe roem van oorlogsmoed de roem der kunst klinkt hoogEn zoet weecircrgalmt haar stem in vrijgeboren hartenMaar ach wat is dat zoet by t heil ja by de smartenDer liefde Lauwerkrans die t dichtrenhoofd omvlechtWas ooit mijn jeugdig hart aan uw bezit gehechtt Waar om u met dit hart der schoonheid aan te bieden

Maar gy o Engelin wat spoedt gy ons te ontvliedenU danken we u alleen wat de aard tot hemel maaktVerleen uw bijzijn aan den dankgalm dien zy slaaktMaar neen gy toeft niet moecirc van t nietig stofgewemelSpreidt gy den goudglans van uw wieken uit ten hemelOns oog verliest u in zijn bogen voer de beecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

280

Van t onvoldane hart voor t minste met u meecircIk vraag geen aardsche macht noch ligt vergankbre schattenDie onrust zonder maat geen rein geluk bevattenIk hijg naar t heil van een door u gezegelde echtO mag ik heel den loop mijns levens aan het rechtTer Godgeliefde dienst van d onderdrukten wijdenZoo laat my voor die zaak de felste rampen lijdenIk ben gelukkig k ben verheven boven de aardZoo gy my slechts een bloem op dit mijn pad bespaart

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

281

Aan Bilderdijk by het afsterven van zijn zoon Julius Willem

Ja TRANEN ZIJN ONS DEEL OP AARDEn wat de weg des levens baart

Is distel voor den voet en voor de lippen alsemHier treffen slagen waar wy treecircnHier groeien jammren rondom heen

En de aarde die ze teelt teelt voor ons leed geen balsem

Dit klonk uw lier doorluchte BardZoo vroeg reeds aan de wrangste smart

t Hardnekkigst lijden prooi gegevenDit klonk die lier wier melodySteeds somber maar steeds groot en vrij

De waarheid in den toon der Poezy deed leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

282

Gy wachtte sints uw eerste jeugdVan geen ontluisterde aarde vreugd

Dan die geboren wordt uit moed en plichtsbetrachtingGewapend tegen t grimmig lotMet onbeperkte hoop op God

En met de toovermacht der Dichtkunst tot verzachting

Ach t was geen aardsche tegenspoedDie zulk een steun die zulk een moed

In d eedlen boezem kon verwrikkenDes noodlots toorn verzelde uw schreecircnGy zaagt haar dreigende om u heenMet onverzette blikken

Maar ach een ijsselijker slagDan al wat jammer heeten mag

Trof uw in t leed vergrijsde hairenEen slag o God O had mijn bloedDen eisch van t ijzren lot geboet

Het had gestroomd om hem uw hoofd te sparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

283

Vergeefs ontzag het brandende OostOntzag de storm het dierbaar kroost

Dat aan den boezem snelt te lang van hem gescheidenDe dood staat van haar prooi niet afEn de akelige toon van t graf

Vervangt het welkomstlied wiens galmen hem verbeidden

Wie zal wie kan het thans bestaanDe bittre hartverscheurbre traan

Die op de wangen brandt der ouderen te drogenWie spreekt hier ijdle troostreecircn uitVerzwolgen in het smartgeluid

Waarin de spraak verstikt by t onbescheiden pogen

Neen wie uw zielsgevoel verstaatStort hier geen machtelooze maat

Om de overstelpte borst aan t foltrend wee te ontscheurenZijn lier omfloersd met treurend zwartGeeft slechts den doffen toon der smart

En wat zijn hart vermag is met het uw te treuren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

284

Van U alleen o God komt troostGy geeft en gy herneemt het kroost

Waar t ingewand aan kleeft de ziel in leeft der ouderenIs niet van U en ramp en vreugdEn t aardsche lijden zelfs der deugd

Verlicht niet Gy den last van de afgetobde schouderen

Van uit Uw alomvattend HofWaar t alles juicht in Uwen lof

Slaat Gy Uw droeve kinders gadeEn uit de diepste kolk der smartVerheft Uw hand weecircr t zinkend hart

En de Englen loven Uw genade

Der troostelooze moeders zuchtZal niet versmelten in de lucht

Maar voor Uw glansrijk aanzijn stijgenDe kreet des vaders om zijn zoonDringt door o God tot voor Uw troon

En doet de hemelvreugde zwijgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

285

De geest des afgestorvnen leeftDe geest des afgestorvnen zweeft

Naby het kwijnend moederharteZijn geest omzweeft dat achtbaar hoofdIn leedverduring afgesloofd

En lenigt ongezien zijn smarte

Ja heilbocirc van Gods oppermachtZal hy in schaduw van den nacht

U t uur verkondigen dat onzen boei moet slakenDen heildag die het gantsch HeelalIn d eacuteeacutenen God vereenen zal

En in der schepslen heil des Scheppers werk volmaken

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

286

By het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 17 Mei 1820

Voorzang

1

Gezegend Gy die ons het leven gaaftWy danken U voor t uit U spruitend levenWy danken U die de armen troost en laaft

Om t geen Ge ons meer dan t leven hebt gegevenOntfang den toon dien U onze onmacht biedtIn U begint in U voleindt ons lied

2

Weldadigheid houdt hoogtijd op dees dagOp dezen dag viert men het heil der armenWy smeken U met kinderlijk ontzag

Dat Uwe gunst hun poging moog beschermenGun ons dees dag der schepslen hoogst genot

Tot Uwen lof te handlen o mijn God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

287

3

En voor dees Rij wier milde zorg en deugdOns de ongenacirc van t grillig lot vergoedenVoor die heft meecirc dees diep getroffen jeugd

Den smeekzang aan dat Gy hen moogt behoedenUw zegen ruste op hun eerwaardig hoofd -En zij Uw naam in eeuwigheid geloofd

Eerste tusschenzang

1

Brave wakkre hovenierenStrooien hier het zaad der deugd

t Zaad van kennis en beschavingIn het hart der schaamle jeugd

Moog Gods oog dat zaad doen rijpenAls een koesterende zon

Moog Zijn heilgenacirc volmakenWat hun liefdezorg begon

2

Eindlijk is de dag gekomenLang met angst en hoop verbeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

288

Angst om onze jonk- en zwakheidHoop op Uw Voorzienigheid

Schenk ons Hemel schenk ons krachtenLaat het blijken op dees dag

Wat vertrouwen op Uw invloedWat erkentlijkheid vermag

3

Weezen strekt Gy tot een VaderEn Gy zijt der armen schat

In Uw gunst almachtig KoningIs het heil der aarde omvat

Waarom zouden wy dan schroomenGy verzorgdet steeds ons lot

Onze kracht is Uwe bijstandOnze Vader onze God

Tweede tusschenzang

1

t Oog dat wy naar boven slaanIs bevochtigd met een traanUit het jeugdig hart gevloeidDat van dankerkentnis gloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

289

Met de wijsheid van een vaderMet een moeders tederheidVoelen we ons door God geleid

Tot geluk en deugd te gader

2

God als onze stem zich paartMet geheel een lovende aardDan verzinken we in Uw lofVan verrukking weg in t stof

Maar Uw teedre zorg te roemenIs nog zoeter aan ons hartEn t vergoedt de wrangste smart

Dat we U Vader mogen noemen

3

Deze naam past onzen mondPast vooral op dezen stondDaar Gy met een VaderoogOns versterktet van omhoog

Vader goedertieren VaderDie Uw kinders hebt verhoordDe enkele uitspraak van dit woord

Voert ons aan Uw hemel nader

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

290

Slotzang

Looft den God die aarde en hemelOp een wenk ontspruiten deed

Looft den Vader van zijn schepselsDie versterking schenkt in t leed

Hy alwetend alvermogendZorgt niet eenig voor t geheel

Neen Zijn oog Zijn zorg Zijn zegenHoedt ook t allerkleinste deel

Heft uw stem dan naar den HoogenLooft Hem met een rein gemoed

Hy verhoort oprechte hartenIn genot en tegenspoed

Looft den God die aarde en hemelOp een wenk ontspruiten deed

Looft den Vader van zijn schepselsDie versterking schenkt in t leed

Zalig die op Hem vertrouwenDie Hem ware hulde doen

Heel de wereld zaamgespannenZou op zulken vruchtloos woecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

291

Wie dan Hy vermag te straffenWie dan Hy deelt schande en eer

Laat het menschdom vrij verneecircrenHy verheft den braven weecircr

God regeert op aarde en hemelHy is meester van ons lot

Wanhoop niet bedroefde zwakheidVoor uw welzijn waakt een God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

292

Den heere Dr Imanuel Capadose by het afsterven zijner echtgenootevrouwe Batseba Capadose geboren Da Costa

תמת ישפנ תןמ םיךשי יהתן יתיךחא ןהמכ num XXIII 10

Rechtschapen Grijzaart die het eerbiedwaardig hoofdWeemoedig buigt ter aard en dus versmelt in smarteAch zoo ons zulk een smart nog troost veroorelooft

Ontfang d oprechten toon van t met u nokkend harteDe God wiens heilge wil zich hier vervullen moet

Wiens doel ver boven t oog van t menschdom is verhevenDe God die lijden doet de God die sterven doet

Maar lijden uit genacirc maar sterven om te levenDie God heeft ook uw kruin vergrijsd in deugd en eer

Getroffen met een slag niet heelbaar op deze aarde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

293

Eene aangebeden Gacirc vraagt ge aan de grafkuil weecircrDe helft uws levens stierf en de andre mist haar waardeDe dierbre viel wier heil in t uw besloten lag

Wier lijden t uwe was sints twee maal achttien jarenDie dierbre lijdensmoecirc sloot de oogen voor den dag

Dien zelfs uw liefdezorg haar langer niet kon sparenVier vier den teugel aan t rechtmatigste verdriet

En slaak den zilten traan die opbruischt naar uwe oogenWant heilig is die traan Hy is van wanhoop niet

Maar wekt op uwe wang der heemlen mededogenGy brave aanbidt ook hier Gods liefderijke hand

Die immer balsems druipt die t aardsche leed verzoetenU wijst een heilge Hoop op beter vaderland

Waar de Englen reeds uw Gade als nieuw geboren groeten -Ach t nietig stof alleen zonk in de nacht van t graf

De reine ziel stijgt op om hooger welzijn te ervenMaar ziet nog neecircr op u zy die het voorbeeld gaf

Van wel te leven eerst en thans - van wel te sterven

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

294

Eurydice

Te veniente die te decedente canebat VIRGILIUS

lsquoHerhaal mijn lier herhaal den zangDien eenmaal Orpheus zong

Den toon dien t klemmendst zielverdrietHem uit den boezem wrongrsquo

Eurydice EurydicelsquoDus galmde dag en nacht

Aan Strymons eenzaam oeverzandDes Dichters jammerklachtrsquo

Eurydice EurydiceKeer weecircr tot uw gemaal

Mijn boezem slaakt geen andre beecircZoo lang ik adem haal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

295

Genot des levens op deze aardGy hebt gedaan voor my

Eurydice werd u ontscheurdEn haar gemaal als zy

Mijne oogen gunt den tranenvloedEen onbeperkten loop

De tranen zijn mijn toeverlaatDe wanhoop is mijn hoop

Wat anders bleef er voor dat hartNiet levend dan in schijn

Voor welk een vreugd voor welk een leedZou t nog gevoelig zijn

Ten tweedenmale kwijne ik wegIn weduwlijken rouw

k Sterf tweemaal eacuteeacutene zelfde doodk Derf tweemaal eacuteeacutene vrouw

O goden hadt ge nog uw haatNiet fel genoeg geboet

Toen ik uw strengheid tuigen moestMet meerder dan mijn bloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

296

Toen ik in d eersten bloei der jeugdEen gade sterven zag

En op t meecircdogenlooze grafWaanzinnig stervend lag

Toen ik uw bliksems tergen dorstEn afriep op mijn hoofd

En my ten prijs bood aan de doodDie me alles had ontroofd

Maar neen uw toorn misgunde myDe kalmte van het graf

En k werd gespaard na al dien rouwTot nog verschrikbrer straf

Op eens schiet door mijn veege borstEen straal van hoop en moed

En stort een nieuwen levensgeestIn d omloop van mijn bloed

k Heradem k voel weecircr dat ik leefIk ben my zelve weecircr

t Ben de Orpheus weecircr van vroeger tijdNeen duizendmalen meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

297

De heilge drift der poeumlzyVervangt de plaats der smart

k Ontwaar met nooit beproefden gloedDe Godheid in mijn hart

De Godheid ja der poeumlzyVerleent my godenkracht

Een meer dan menschelijk bestaanMoet op dien stond volbracht

t Verleden onheil moet hersteldDe wet van t Lot bestreecircn

En de onverbiddelijke doodDoor mijne stem verbeecircn

Op de inspraak moedig van den GodDie t dichtrenhart bezielt

Ontruk ik my aan t dierbaar grafDat my geketend hield

Ik hang het gouden speeltuig omCalliopees geschenk

Dat eens t verbaasde woudgediertDeed hangen aan mijn wenk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

298

k Vertrek ik spoed ik ijl ik vliegNaar t uiterst eind der aard

Waar zich het rijk der levendenAan t rijk der dooden paart

De zwarte golven van den StyxBespoelen reeds mijn voet

Reeds heeft my Charon in het oogEn roeit my in t gemoet

Hy nadert maar erkent een menschGeen schim van vleesch ontbloot

lsquoVan hierrsquo graauwt my de grijzaart toelsquoGeen levende in dees boot

Daar is geen toegang tot dit oordDan door de nacht van t graf

En wachte wie het kennen wilHet uur van sterven afrsquo

Ik antwoord niet maar grijp met eacuteeacutenDe cither van mijn zij

k Lok uit de zacht bewogen snaarEen sombre melody

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

299

Een onbestemde melodyZielroerend als een zucht

Die uit het diepst des harten weltEn wegsmelt in de lucht

De bootsman luistert en voor t eerstTreft hem eens menschen klacht

Zijn fronslend voorhoofd heldert opZijn norsche blik verzacht

k Vervolg het bootjen nadert steedsDen oever meer en meer

t Ontfangt my eindlyk en o heilDe grijzaart biedt geen weer

Nu vare ik met de zoetste hoopIn t opgeruimd gemoed

De negendubble kronkling omVan d onderaardschen vloed

Wy landen k richt een vasten tredNaar Plutoos schrikpaleis

Als op des hemels hulp gerustOp mijn vermeetle reis

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

300

Nu valt Cerbeer my grommend aan -Eeacuten toon slechts van mijn luit

Bedwingt zijn opgesparde keelEn dooft zijn gramschap uit

De ivoiren poorten oopnen zichDe helwacht staat geschaard

k Stap midden door die monsters heenVoor dood noch leed vervaard

Eeacuten oogwenk voert my in t gezichtDer onderaardsche goocircn

Eeacuten oogwenk voert my aan den voetVan hun ontzachbren troon

Daar zat de norsche geestenvorstNaast Ceres schoone spruit

Dien trek van strengheid op t gelaatDie weinig heil beduidt

Met de uitgezochtste mengelingVan tonen hemelzoet

Breng ik het koninklijke paarDen dichterlijken groet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

301

Door nooit gevoelde boezemdriftDoor nooit gekende kunst

Win ik by de eerste snarengreepHun aandacht ja hun gunst

Ik huw aan d invloed der muzijkDe kracht der dichtrentaal

En golvend op den cithergalmVervult mijn stem de zaal

Nu zing ik van de kracht der minHet zoet der huwlijkstrouw

Nu zing k het hoogste heil des mansDe weecircrmin van een vrouw

k Verhef in gloeiend maatgezangDen lof van t godlijk kind

Dat aarde en hemelen bezieltEn goden-zelf verwint

Ik voer die gouden dagen weecircrVan uit der eeuwen nacht

Toen Pluto zelf zich onderwierpAan Liefdes oppermacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

302

Ik zing de hemelschoone maagdVan Ennaas bloeiend veld

Ten troon van t schimmenrijk gevoerdDoor t wenschelijkst geweld

Maar nu vervangt een ander liedHet zachte lied der min

Ik stel in hoog gestemden toonDen lof der goden in

Den lof der goden hef ik aanVan hemel hel en zee

Bedeelers van der menschen lotGevoelig aan hun wee

Groot en aanbidlijk is hun handAls zy kastijdt voor t kwaad

Maar de eigen hand herstelt ook vaakDe wonden die zy slaat

En met een tweeden overgangTot teedrer melody

Begint mijn stem het droef verhaalDer rampspoed die ik lij

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

303

Ik maal dat meer dan menschlijk heilHelaas zoo ras verbeurd

Ik maal de aanminnigheecircn der gacircMy van het hart gescheurd

Ik melde wat ik eenmaal wasIk toone wat ik werd

Een bloote schaduw van my zelfEen levend beeld der smert

Ik zinge uit overmaat van rouwAls droeve Philomeel

En t is haar kunstelooze toonDien k half bewustloos kweel

In t eind begeeft my zelfs die krachtIk wil maar kan niet meer

Mijn cither zwijgt ik storte myVoor s Vorsten voeten neecircr

lsquoWeldadig Godrsquo roep ik nog uitlsquoEurydice of t grafrsquo

Dus eindig ik mijn bittre klachtEn wacht mijn vonnis af

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

304

Dat vonnis (hemel welk een vreugd)Zal my genadig zijn

k Bespeur den voorbocirc van mijn heilIn t oog van Proserpijn

Dat oog doorglinsterd van een traanWendt zy tot haar Gemaal

Dat oog dringt door tot in zijn hart -En ik ik zegepraal

lsquoVermeetle maar gelukkigersquoDus spreekt my Pluto aan

lsquoDe dood hergeeft voor t eerst haar prooiUw bede is toegestaan

k Hergeef Eurydice aan de aard -Maar hoor naar mijn gebod

Want uw gehoorzaamheid alleenBeslist uw volgend lot

Bedwing uw vuurge liefdedriftAanschouw uw gade niet

Zoo lang uw voet den grond betreedtVan mijn geducht gebied

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

305

Wend thans uw aanzicht van my afOntfang uw ecircgacircs hand

Leid haar in hooger luchten weecircrMaar doe mijn woord gestandrsquo

Zoo spreekt hy k dank hem met een traanIk wend mijn aanzicht af

En t machtig heilwoord wordt vervuldDat my de Godheid gaf

Ik druk die aangebeden handDaar ze in de mijne rust

De boezem vol van tederheidVerlangst en hemellust

Ik worstel met mijn ongeduldTerwijl wy opwaarts gaan

k Bedwing mijn oog en zelfs mijn stem -Het uur der vreugd spoedt aan

Reeds glanst de heldre gloed der zonWeldadig op ons neecircr

Een enkele oogwenk toevens nogEn k heb mijn gade weecircr

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

306

Helaas een enkel oogenblikVerandert heel mijn lot

Mijn brandend ongeduld vergeetHet Vorstelijk gebod

Aan mijn te volle borst ontvloeitHet zalig WELLEKOM

lsquoWees welkom (roep ik) dierbre gacircrsquoEn hemel ik zie om

k Zie om en ach geen gade meerIk ben op nieuw alleen

In t zwart verschiet versmelt een schim -Eurydice verdween

Wat zoude ik op dien schrikbren stondMy zelf van schuld bewust

Het hart van schaamte en rouw vervuldIn plaats van hoop en lust

Helaas ik deed geen poging meerTot redding in dien nood

k Verwachtte voor geen tweede maalGenade van den Dood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

307

Ik geef my over aan mijn lotAan wanhoop zonder perk

En keer naar t aardsche strafverblijfIn dit vooruitzicht sterk

Gy Strymons Stroomgod ziet my sintsVerkwijnen aan uw boord

Terwijl noch sterveling noch GodMijn bittre klachten hoort

De zon die opstijgt uit de zeeVerrast my in dien staat

In de eigen houding ziet ze myAls zy de kim verlaat

Dit droevig oord kent reeds mijn smartEn aan den doffen toon

Die mijne Eurydice herroeptIs de Echo reeds gewoon

Gy Stroomgod die mijn tranen zwelgtTuig eeuwig van mijn leed

Tuig Orpheus nooit verbroken trouwTuig Orpheus dieren eed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

308

Ik zweer t by mijn verloren heilBy mijn onlijdlijk wee

By uwe nagedachtenisO mijne Eurydice

Ja by de waatren van den stroomVan t wreede rijk der doocircn

(Een eed nooit strafloos overtreecircnZelfs door de Hemelgoocircn)

Dat nooit een tweede huwlijksvlamZal blaken in dat hart

Mijn gantsche leven lang bestemdTot weduwlijke smart

Ja k zweer o wufte MingodesUw dienst voor eeuwig af

Aan de assche van mijn gacirc getrouwTot aan den rand van t graf

Intusschen klink mijn cither klinkMaar niet dan WEE EN ACH

Ter eer der aangebeden schimTot aan mijn jongsten dag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

309

En als de naneef Orpheus roemtAls dichter eenmaal groot

Zoo kenne zoo betreur hy ookZijn lot als echtgenoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

310

De traan

HET ENGELSCH VAN LORD BYRON VAN ZEER VERRE GEVOLGD

De traan die opbruischt naar onze oogenIn liefde en vriendschap vreugde en smartDie is de ware tolk van t hart

Wie door een mond ooit werd bedrogenDie een geveinsden glimlach plooitEen traan een traan misleidde nooit

De traan naar boven opgedrevenBy t heimlijk slaken van een zuchtGeeft den gepersten boezem lucht

Men ziet hem als een nevel zwevenMaar door dien nevel speelt de gloedVan t weder ademend gemoed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

311

De traan van t smeltend mededogenDat in des naasten lijden lijdtEn hem eens broeders zorgen wijdt

Verkondigt in de glinstrende oogenDe Godlijke afkomst onzer zielHoe diep zy van zich zelf verviel

De traan des zeemans die gevarenNoch t naderende doodsuur vreestIs t afscheidsteeken van den geest

Aan vrouw en kind wanneer de barenVan d opgeruiden OceaanHet dobbrend schip verzwelgen gaan

Waar Roemzucht wederzijds ontstokenD onmenschelijken kampstrijd mengtOok daar wordt vaak een traan geplengd

En t recht der menschheid is gewrokenWanneer hy s winnaars oog ontvloeitEn t vijandlijke lijk besproeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

312

Of als wy t dierbaar oord begevenDat onzen eersten kinderlachDat onzen eersten bloeitijd zag

Om dieper in te treecircn in t levenDan staren wy t weemoedig aanEn t droef Vaarwel spreekt door een traan

Maar gy vooral gevoel van liefdeUw alveroverende tochtWekt stroomen van dit balsemvocht

Voor wie uw gloecircnde pijl doorgriefdeZijn tranen wellust van het hartIn liefdes vreugd in liefdes smart

Ook wien de geestdrift heeft bevangenDie t moedig hart waarin zy blaaktTot aller harten meester maaktDien verwt een gloeiend rood de wangenDien wemelt in het oog een traanDie meer dan woorden doet verstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

313

Wien eerbied ooit de ziel vervuldeIn t brandend tijdperk van de jeugdVoor mannenmoed voor mannendeugd

De traan is s harten eecirclste huldeEn die de nagedachtenisVan groote namen waardig is

Zoo wekken Cesars lauwerkroonenZoo Alexanders fiere moedZoo Maurits grootheid waard zijn bloed

Diep uit het hart der heldenzonenEen traan op die voor t oog verraadtVan welk een zucht de boezem slaat

Het marmer is een koude huldeMijn vrienden welle een enkle dropUit uw gevoelge harten op

(Is slechts de geest die my vervuldeZoo liefelijk een hulde waard)Wanneer k zal rusten onder de aard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

314

De Hollandsche poeumlzy

Voorgelezen op de maaltijd gehouden bij gelegenheid van de jaarlijkschealgemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Kunsten enWetenschappen in mdcccxx

Daar waar der Kunsten outer blaaktVan feestlijke offeranden

En t hart de reinste zuchten slaaktVoor t heil der Nederlanden

Daar moogt by t vonklen van den wijnGy Dichtkunst niet vergeten zijnOp dezend grond zoo bloeiend

Voor Hollands dichterlijke taalKlink dan op nieuw de feestbokaalVan t purpren druifnat gloeiend

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

315

Bloeit Hollands taal en poeumlzyVlecht Deugd en Godsdienst palmen

Doet door uw stoute harmonyDen toon der Wijsheid galmen

Gy kunt het Geve uw HeliconWaar nimmer ondeugd lauwren wonHet zwakke rijk der Logen

Aan vreemde Zanggodessen opMaar lokk ze op haar verheven topDe Waarheid uit den hoogen

Aacircm hier o Dichtkunst dubblen moedSla uit uw breede veecircren

Zoek voedsel voor uw hemelgloedIn t hoogst der hemelsfeeren

De taal die t Hollandsch hart ontvloeitWas immer van uw vlam doorgloeidUw adem is haar leven

Zy zy vermag geheel den schatDien Uwe scheppingskracht bevatIn klanken weecircr te geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

316

Geen andre kweelt de zucht zoo zoetAan t minnend hart ontvallen

Geen andre doet met warmer moedDe krijgstrompetten schallen

Geen andre weet zoo schoon een brandVan geestdrift voor het VaderlandIn aller hart te ontsteken

Noch t diep ontzag voor God en plichtWaarvoor t geweld des onheils zwichtMet zoo veel klem te kweken

Welaan dan achtbre priestrenrijVan onze Zanggodinnen

Bewaakt die kostbre poeumlzyAls t vuur der Vestalinnen

Dat dweepery noch ongeloofHaar onbezwalkten glans verdoovDie over de aard moet schittren

En laat geen vreemde bastaardyHet zoet van taal en melodyVoor kieschheids smaak verbittren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

317

Dan is de luister dien zy spreidtEen toorts van geestverlichting

Die op het doornig pad geleidtVan koene plichtverrichting

Dan is ze een zwaard dat onverstandVervolgt en nedervelt en bantEn de ondeugd doet verbleeken

Een stroom die uit zijn bed geslaaktDe dorre velden vruchtbaar maaktEn t heilzaamst kruid doet kweken

Bloeit Hollands taal en poeumlzyVlecht Deugd en Godsdienst palmen

Doet door uw stoute harmonyDen toon der Wijsheid galmen

En als by t jammerlijkst vervalGeen plek op de aarde wezen zalVoor Schoon- of Waarheid veilig

Dan nog blijv beider naam en machtTot aan het laatste nageslachtOp Neecircrlands Zangberg heilig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

318

De zesde december

Wat schijnt gy lachend aan de transenO dag welks wedergacirc den held ontluiken zag

Wiens onverwelkbre lauwerkransenZich Hollands grond met wellust eignen magOok die werd door de jubeltonenVan Nederlands rechtschapen zonenAls de allerheuchelijkste dag

Begroet Maar ach hy blonk niet met dien luisterDie thans ons hart ter gulle vreugd ontsluitEen grijze damp rees toen het duisterVan s afgronds diepten dreigend uit

En dofte t blaauw der hemelwandenEn mengde in t dankbaar wierookbrandenEen ongekend gevoel van smart

Een angst die t juichend hart bekneldeEn rampen aan Euroop voorspeldeNog voor het zwak verstand verward

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

319

Maar ja dit smartgevoel sprak waarheidStraks keerden trans- en zonneklaarheidIn een ontzachbre doodsche nacht

Orkanen gromden uit de wolkenEen oproerzee sprong uit haar kolkenEn dreigde t aardrijk met haar kracht

Ook Holland moest het ondervindent Geweld van dien ontembren vloed

Die over dijk en dam zich wegen wist te vindenDer Vrijheidsmaagd ontviel en speer en hoed

Gy ook die thands de glorie der BatavenMet eigen bloed en doodsgevaar hielpt staven

Gy moest van t leven naauw bewustDe door den Gal verpeste lucht ontweken

Gestevend naar een vreemde kustUw kindschheid slijten ver van Vaderlandsche streken

Van t nog standvastig Britsche strandZaagt gy den moedwil triumfeerend Afgrijselijksten dwingeland

Met moorden en verraad Europa overheerenDit zaagt ge en voeldet t jeugdig bloed

(Dat bloed van de edelsten der mannenAloude temmers van tyrannen)Ontstoken in een nieuwen gloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

320

En greept het wrekend zwaard in handenDat eens de ondragelijke bandenDes wreevlen Gaulers stuk zou slaanEen heldenvolk was opgestaan

In t Zuiden groot en fier geborenDe Spanjaard en zijn nagebuurDie in t verhevenst oorlogsvuur

Zich zelv den dood hun land verdelging zworenEer Frankrijks bloed- en onrechtvaanOoit op hun vrijen grond zou staan

Daar vloogt gy heen en hielpt die bravenZich tegen s dwinglands woeste slavenVan t gruwelijk gareel ontslaanUw eedle Vaadren zagen t aan

Van uit der Zaalgen vreedzame oordenEn zegenden hun kroost daar Taag- en Iberboorden

Zijn roem weecircrgalmden wijd en zijdMaar Holland zuchtende in zijn ketenWas de oude dapperheid vergeten

En voedde een hoop op U schoon nog niet rijp ten strijdZy zag haar kinders zich ontwringenGewapend met onzaalge klingen

Ten dienst eens booswichts tegen Vrijheid Godsdienst EerEn zelfs de naam van Holland was niet meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

321

Maar herroepen wy die tijdenVan geweld en schande niet

Om het vreugdgevoel te ontwijdenDat dees schoone dag ons biedt

Holland bleef niet altijd zuchtenJammren schreijen in haar band

En geknield den aanblik duchtenVan den trotschen dwingeland

Stervling mocht gy t ooit verwachtenWat uw oog getuigen mag

Uit dien aakligsten der nachtenRees de schitterendste dag

Aan de Noordelijke transenGlom der Vrijheid dageraad

En stort thans haar schoonste glansenWeecircr op Neecircrlands ouden Staat

Maar o overmaat van zegens Hemels weldaad schonk nog meer

Holland heeft zijn naam herkregenEn met hem zijn krijgsroem weecircr

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

322

Heil dien naam dan pas herkregenHeil die vrijheid heil dien roem

Heil den glorierijken degenVan Oranje en Hollands bloem

Driemaal heil den held wiens strijdenJa wiens bloed ons vrij behield

Wien we hart en zangen wijdenMet den warmsten gloed bezield

Ja mijn broeders Pallas zonenDie voor eer en vrijheid blaakt

Vangt ze gunstig op die tonenDie mijn dankbre boezem slaakt

Thans de feestkelk vol geschonkenMet het edelst druivenvocht

En met geestdrift leecircg gedronken -Voor den boei van t schrikgedrocht

Dan voor Holland pas herborenDat het bloeie in krijg en vreecirc

En wat nijd zijn rust moog storenMet den leeuwenklaauw vertreecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

323

Voor den Vorst der NederlandenDie deez Staat verlossing bracht

Uit de gruwelijkste bandenHem tot heil en zijn geslacht

Dat de Held van Neecircrland leveDat zijn echt volzalig zij

Dat die echt hem telgen geveHollands steunsels zoo als hy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

324

Ter verjaring van den veldslag by Waterloo

Griekenland was vrijgevochten en het schaatrend zegeliedHad den wapenkreet vervangen op zijn bloedig grondgebiedt Hart ontlast van t moedig krijgsvuur dat hun kracht gaf in den strijdGaf zich over aan een invloed even krachtig meer gewijdNog bevlekt van t bloed des vijands greep de dichterlijke handt Door een God besnaarde speeltuig voor t geredde VaderlandLofgezang vervulde t luchtruim en verkondigde overalDe overwinning van de Vrijheid en des overheerschers valAlles luisterde alles voelde t alles werd op eens bezieldEn bood hulde aan t zwaard der volken dat hun rechten heilig hieldLeed en kommer was vergeten en het fiere heldenoogZag de neecircrlaag slechts des Konings waar heel Azieuml voor boog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

325

Meer beschaafd en meer gevoelig kweekte Pallas stad alleenMidden in haar zegefeesten midden in haar krijgstrofeecircnt Droef geheugenis der helden die haar redden met hun bloedEn de vreugd verloor haar woestheid in het diep geroerd gemoedDus dus vierde Atheen haar zegen en een sombrer poeumlzyVloeide aandoenlijk van de lippen der Atheensche dichtrenrijEn de lof- en treur- en lijkzang vloeide met een tranenplasOp het eerlijk graf der helden dierbaarst offer aan hun aschDichters dit s een zang u waardig en de redders van EuroopZingt hen aan het roemrijk einde van hun aardschen levensloopWie de zege mocht beleven huldigt heel een juichende aardMaar den dooden held te kroonen bleef voor uwe hand bewaardZoo vereeuwig hen uw zangtoon en vervang het ruwer liedDat de volheid van mijn boezem aan hun nagedachtnis biedt

Wanhopig op het graf gebogenVan t kroost gesproten uit haar schoot

Verwijt met blind gekreten oogenHet brekend moederhart zijn dood

Aan heel de wereld die haar t levenVan den op t roemrijk oorlogsveldVoor t Vaderland gevallen heldNiet weecircr kan geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

326

Zy vloekt den oorlog en zijn plagenVerwenscht dat onmeecircdogend zwaard

Naar dolle staat- en eerzuchtsvlagenVerdelger van de kermende aard

Met hem die uit een rots gesprotenHet eerst het gruwelstuk bestondt Metaal te delven uit den grond

Om t in een menschenborst te stoten

Rampzalige Ja wy ook treurenIn uw onlijdelijke smart

Wie t zwaard voor t onrecht op kan beurenIs meecirc vloekwaardig aan ons hart

Het bloed dat druppelt van zijn handenZal op hem kleven tot in t grafEn tot een eindelooze strafOp t schuldig harte branden

Maar wie om de eerbanier te volgenVan Recht en Onschuld t zwaard aanvat

Dien is geen Godheid ooit verbolgenOm t bloed dat om zijn voeten spat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

327

Die hiervoor dood- en krijgsgevarenMet onverschrokken hart bespotDiens degen is gewijd aan GodDen God der legerscharen

Dit zwaard o Noordelijke heldenBlonk in uw ridderlijke vuist

Op Waterloos roemruchte veldenEn Frankrijks krijgsmacht werd vergruisd

Te sterven onder t zegepralenWas t wenschlijkst lot voor uwen moedGy braven die met eigen bloed

Europes vrijheid mocht betalen

Dus wenschten die rechtschapen zielenEn s Hemels wil bestemde t zoo

Met d overwonnen vijand vielenZe op t zoenaltaar van Waterloo

Nog treurt Europe in t triomfeerenOm t heldenvolk dat zy verloorEn dankbaar zal zy de eeuwen door

Hun zegepraal hun graf vereeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

328

Dat lijkcypressen t oord versierenWaar t zielloos lichaam molmt tot stof

En eeuwig groenende laurierenVerkondigen des dooden lof

De wind die dartelt in die luchtenVerspreide op d uitgestrekten vlerkDen naam die schittert op den zerk

En dien de vijand nog zal duchten

Waar t bloed gevloeid heeft dier getrouwenDaar durft geen vijand ooit meer staan

By wien hun tombe mag aanschouwenZal nooit de vrijheidzucht vergaan

Zoo voer de heiligste der dagenHet nakroost zamen op hun graf

En legge t daar den eed met geestdrift afOm nimmermeer der vreemden dwang der vreemden naam te dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

329

Gevoel

O wie beschrijft my t geen gy zijtGevoel van t kloppend harte

Wiens werking vaak de ziel verblijdtMaar meer nog klemt in smarte

Gy mijner Dichtkunst ziel en doelGy zijt de bron mijns levens

Maar overweldigend gevoelDie van mijn sterven tevens

Gy zijt de onwederstaanbre gloedDie my tot dichter maakte

Die in mijn rusteloos gemoedSints de eerste kindschheid blaakte

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

330

Gy zijt die min wier zaalge smartMijn eerste zuchten riepen

Toen in t nog pas ontluikend hartDer driften stormen sliepen

Gy zijt die zucht naar hooger lustDan van een nietige aarde

Waardoor k my zelven ben bewustVan een verheevner waarde

Gy zijt t geen my verbindt met HemVoor wien de Serafs knielen

Gy zijt de weecircrgalm van Zijn stemIn onze doffe zielen

Gelijk de poging van het kindDat zwikt by ieder schrede

En ieder stond zich hulploos vindtZoo is de kracht der Rede

Maar als gy onze stappen leidtGevoel van God gegeven

Zoo snellen wy ter zaligheidDoor t stormen heen van t leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

331

k Wil op mijn Rede zwak en koelMijns levens hoop niet bouwen

Mijn krachtig brandend zielsgevoelOp u wil ik vertrouwen

Het zij gy vreugde brengt of smartEn sterven doet of leven

Aan uwen invloed wil mijn hartZich eindloos overgeven

k Wil naar uw tooverend gebodBeminnen zingen loven

En t oovrig van mijn levenslotVerblijve aan God hier boven

Doordring het stof dat my omkleedtDooradem en beziel het

Of is uw ademgloed te heetOntzie niet en verniel het

Te sterven op het veld van eerIs echte krijgsmansglorie

De dood heeft niets verschriklijks meerIn de armen der viktorie

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

332

Maar ook de priester van het schoonLaat zonder leed het leven

Wanneer hy in zijn laatsten toonZijn laatste zucht mag geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

333

Het genie

Weg met lauwertak en palmenWeg met dwaze gloriegalmenWaant niet dat uw ijdelheid

Moed of kunstdrift kan ontwikkelenOf den grootschen aanleg prikkelenDoor Natuur in t hart geleid

Zoudt gy om een handvol loverenAlexander de aard veroverenHadt gy ooit een laffe vreecirc

Boven t krijgsrumoer verkorenSchoon geen faam in menschlijke oorenUw bedrijven galmen deecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

334

Gy Homeeren en PindarenAls aan uw gewijde snarenDie verheven toon ontviel

Dien der eeuwen dichtkoralenMet een heilge drift herhalenWat gevoelde toen uw ziel

Of wat deed uw boezems zwellenPraxitelen en ApellenAls ge uit marmer goden schiept

Als ge op ziellooze paneelenMet den zwaai van uw penseelenLeven uit den hemel riept

Was het om een naam te winnenBy een volkshoop wuft van zinnenOf op dat eens onder de aard

Uw gebeente nog mocht juichenAls de naneef zou getuigenHoe verheven ge eenmaal waart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

335

Vorsten helden malers dichtersOnvergangbre gloriestichtersVer van u die gloriedorst

t Is om waarlijk groot te wezenNiet als groot te zijn geprezenDat de drift roept van uw borst

Neen die drift is te verhevenHoort niet tot dit menschlijk levenIs een vonk van Gods verstand

En gy zijt wanneer gy wettenAan geheel een aard durft zettenWerktuig in een hooger hand

Hollands taal zoo rijk zoo krachtigIs het echte woord niet machtigDat ons uitdrukt t geen gy zijt

Gaaf des hemels die verovertLoutert wegsleept en betoovertEn van t logge stof bevrijdt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

336

Geen verdrukking houdt u tegenBergen mogen op u wegenGy ontworstelt hun gewicht

En uw hoofd reikt tot de transenSchittrend in het wederglansenVan het ongeschapen Licht

Als het stroomnat niet zal vloeienAls het zonvuur niet zal gloeienDan op menschelijk gebiecircn

Dan eerst zullen groote zielenVoor een lauwertakjen knielenEn den blaam der aard ontzien

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

337

Voorafspraak bij de voorlezing van eenige dichtstukken in deHollandsche Maatschappy van Fraaie Kunsten en Wetenschappenafdeeling Amsterdam

Van uit den stroom die Pindus voet omkronkeltEen teug geschept die t dorstig hart verkwikk

Als onze kelk van dezen nektar vonkeltGeniet de ziel haar zaligst oogenblik -

Een enkle drup uit dien gewijden aderWekt in de borst een nieuwe levenskracht

De vrije geest voelt zich zijn oorsprong naderEn schept zich licht uit dezer wereld nacht

Dit stof versmelt in gloeiende idealenMet zorg en leed met ziels- en lichaamspijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

338

Dit stof zinkt weg der heemlen vreugden dalenGevoel van heil doortintelt heel ons ZIJN

O dat de galm aan s dichters lier ontsprongenVan dit gevoel de ziel doordringen mocht

Dat de adem zich vernieuwend in uw longenU t eigen heil in t diepst des boezems brocht

O dat mijn tong hier woorden wist te knedenGelijk mijn ziel gebaad in poeumlzy

Ik schroomde niet als dichter op te tredenBezitter van der harten heerschappy

De krijgstrompet zou schallen in mijn verzenHet heldenhart zou bruischen op mijn zang

Of k zou geschoeid met Sophocleesche laerzenEen heilzaam vocht doen leken langs uw wang

De heetste drift zou aller borst vervullenVoor Godsdienst liefde en plichtgevoel en moed

k Zou voor uw oog der Waarheid schoon onthullenGy zoudt haar zien in al haar hemelgloed

Maar ach mijn hart verslingerd en verlorenIn de overmaat van t brandendste gevoel

Als t dit gevoel herscheppen wil voor de oorenVindt ieder klank vindt ieder uitdruk koel

O wil my dan begaafde Rei verschoonenStelt hier mijn lied uw grootsche hoop te loor

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

339

Verwacht van my geen hoog gespannen tonenk Ben in de ziel meer dichter dan voor t oor

Doch om aan U den dichtgeest in te gevenIs mogelijk mijne onmacht zelfs in staat

Eeacuten vers eacuteeacuten woord gelukkig neecircrgeschrevenDoordringt een hart dat voor de schoonheid slaat

Een Orpheus ja moest toovren op de snarenOm bijgestaan door zijner Muse gunst

In de ijzren borst van Thracische barbarenEen sprank gevoel te scheppen voor de kunst

Hier is die vlam niet moeielijk te ontstekenGelijk de snaar beantwoordt aan de snaar

En onze stem de Nimf der lucht doet sprekenZoo stemmen hier de harten met elkaecircr

Wel aan k heb dan uw strengheid niet te vreezenAls k mijn gevoel aan zang en versmaat huw

Gy zelf gy zult daar heel mijn hart in lezenGy mijn gevoel volmaken in het uw

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

340

In het album van den heer Mr Jeronimo de Vries

Voor rijkdom heel den schat der fijn geletterde OudenVoor macht het zacht gebied van t minlijkst huisgezin

Dit deel begeerde uw hart en t werd u niet onthoudenDit lot had steeds DE VRIES voor u den hemel in

Zoo blijve uw kalme ziel vreemd aan den klem der smarteIn t heil dat haar omringt nog lang aan de aard geboeid

Zie daar der vriendschap stem zie daar den wensch van t harteDie met den trek mijns naams de oprechte pen ontvloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

341

Waarheid

Zoek d oorsprong van het dichterlijke liedGy die my leest in t dor geschiedboek nietDe werklijkheid van t dagelijksche levenWordt moeielijk tot poeumlzy verhevenEn echter t is t is Waarheid wat de geestIn t droomgezicht der dichtvervoering leestt Is Waarheid ja maar Waarheid uit den hemelEn onerkend by t duizlend stofgewemelEn t geen op aard voor t sterflijk oog geschiedt

Bestaat als beeld daarvan en op zich zelve niet

Naar het Hoogduitsch van

MUumlLLNER

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

342

Zucht ten hemel

Dierbaar leven van mijn leven ziel van mijn verlaten zielMet wie rust en zelfbewustheid aan mijn dorrend hart ontvielDe Almacht riep u tot dien hemel naar wiens heil gy smachtend waartRust volzalig en (zoo t zijn moet) blijve ik sterven op deze aardDoch van uit dat schittrend lustoord zoo de keurlingen van GodNog met deernis mogen neecircrzien op der aardbewoonren lotWerp een blik dan op mijn minvlam die u eenmaal heeft behaagdEn nog in mijn oogen glansend aan mijn laatste krachten knaagtZoo de droefheid die my wegsleept u niet ongevallig isBid dan als ik zal bezwijken in de smart van uw gemisBid dan God dat my zijn Engel even snel weecircr tot u voerAls hy d echtknoop losgerukt heeft dien ons beider hart bezwoer

Naar het Portugeesch van

CAMOENS

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

343

Grafschrift

De Roomsche Themis treurt op t stille graf des bravent Is VAN DER KEESSEL wiens gebeent hier ligt begravenGy wie ge ook zijn moogt die dees tombe naadren zultIs t meer dan zucht voor t aardsch wat u het hart vervultEn is t gevoelig voor vernuft voor kundighedenVoor onvervalschte deugd en zuiverheid van zedenZoo eer hier met den naam der Godspraak van de WetDe nagedachtenis eens leeftijds zonder smet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

344

Vijf bijschriften

Je maintiendrai

Aan Jhr Mr W van Hogendorp

t Palladium van Hollands rust en glorieTe menigmaal aan t zuchtend volk ontroofd

By t blij gejuich der heiligste viktorieTe rug gevoerd met nieuwen glans om t hoofd

De aloude stam van t vlekkeloos OranjeWiens schaduw roem en vrede en vrijheid spreidtWiens heldenteelt meer heerschzucht dan van SpanjeTot Hollands heil in ketens heeft geleid

Omhangen weecircr met gouden welvaartsvruchtenEn wortelvast in aller ziel geplant

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

345

Heeft eindelijk geen Staatschok meer te duchtenEn Nassaus Leeuw werd die van Nederland

Maar zag dit volk zijn wenschen en zijn rechtenVervullen en een Vorstelijke kroon

Zich om de kruin van zijn beschermers vlechtenDrie honderd jaar van weldaacircn tot een loon

Een andre stem doet meecirc haar eischen geldenHet is de stem der Waarheid lang versmoord

Der Waarheid lang door Staat- en LetterheldenVan uit den rang verstoten die haar hoort

t Historieblad is zijn vervalsching moedeEn vergt een hand herstelster van zijn smaad

Die onbeducht voor des Vooroordeels roedeEn onbesmet van Loevensteinschen haat

Het onrecht wreek door ongetrouwe pennenAan ware Deugd en ware Trouw begaan

En t nageslacht het voorrecht dwing te erkennenTen allen tijd gehecht aan Nassaus vaan

Zie daar den eisch der klagende HistorieEn wie dien eisch of zijn voldoening wraak

De Poeumlzy bedeeleres van glorieStaat aan haar zij en ijvert voor haar zaak

Die Poeumlzy het leven van mijn levenVoor Vorstengunst en wereldgrootheid koel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

346

Maar waar het geldt tot Waarheids hulp te strevenVol ongeduld en bruischend van gevoel

Die Poeumlzy bezielt dees beeldtenissenDer eedle Reeks van t Vijftal zonder gacirc

(Wiens roem geen Nijd in staat was uit te wisschenGeen kroonengoud verhoogt of komt te nacirc)

Wanneer mijn hart met luttel kunstvermogenMaar met een hand bestierd door t hart-alleacuteeacuten

Hun trekken schetst en schittren doet in oogenTe vaak verblind door schijnhoedanigheecircn

Doch schoon geen blaam mijn Zangster staat te vreezenAls k aan haar lied mijn zielsgevoelen huw

Wien zal dat lied die denkwijs welkom wezenWien dit tafreel - VAN HOGENDORP aan U

Aan U die steeds van de eigen geestdrift blaaktetVoor zoo veel moed en zelfverloochening

En vaak met my een traan van weemoed slaaktetDe schim ter eer der helden die ik zing

Die met een hand bezield door Calliope(De Zanggodin van koningen en goocircn)

En in den naam van t vrijgewerkt EuropeEen parel vlocht in Derden Willems kroon

Ontfang ze dan dees dichterlijke bladenWaarop de Trouw haar stempel heeft geprent

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

347

Gy dierbre Vriend gy zult ze niet versmadenGy die mijn hart gy die mijn doelwit kent

En tuigen zy als de omloop van de jarenBestemmen zal de waarheid van mijn zang

Getuigen zy hoe eensgezind wy warenIn onze zucht voor Nederlands belang

Die zucht by my ontwikkelt zich in zangenZy brengt by U gantsch andre vruchten voort

Reeds bloesemend in t edele verlangenDat voor de dienst des scepters in u gloort

VAN HOGENDORP ik durf het U voorspellenEen tijd spoedt aan met nieuwen roem bevracht

(O mocht mijn lier zijn grootschen loop verzellen)Die schittren zal by t laatste nageslacht

Ja Neecircrland zal der volken voorbeeld wezenEn onverleid door t filozoofsch geschreeuw

Aan God en plicht nog trouwer dan voordezenVerplettren eens het oproer dezer eeuw

Oranjes kroon zal heel Euroop vereerenOranjes troon staat onomstootlijk vast

Oranjes stam zal heel de wereld leerenWat houding thands aan s werelds Vorsten past

En gy gy zult verheven VaderlanderZuil van een rijk met zoo veel trouw gesticht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

348

Onwrikbaar steeds wat weifele of veranderIn t echt besef van onderdanenplicht

Europe t beeld des braven Staatsmans toonenDie als zijn mond zijn Koning hulde zweert

Geen staf aanbidt die straffen kan en loonenMaar in den Vorst Gods Stedehouder eert

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

349

I Willem de Eerste

Unus qui restituit rem

Der Middeneeuwen Zon ging in Euroop verdwijnenEn Staatskunst trad in t Recht van Ridderoorlogsmoed

Toen t Willem van Oranje ontzagvol zag verschijnenIn staat- en oorlogskunst door Karel opgevoed

Die by de heldenkracht van Ridderlijke VaderenDe Wijsheid schittren deed van een verlichter tijd

En op de stem van t bloed in de onverbasterde aderenAan des Gewetens recht die beiden had gewijd

Standvastig moedig vroom doordringend ondoordringbaarBeleidvol in den raad beleidvol in het veld

Door list noch nood noch ramp in zijn besluit verwringbaarTot wijken onbekwaam voor de almacht van t geweld

Het oog met kalme hoop tot God den Heer geslagenMet de eene hand aan t zwaard met de andre aan t roer van Staat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

350

Dorst hy den stoutsten kamp dien ooit Euroop zag wagenEn temde uitheemsch geweld en binnenlandschen haat

Wat drijfveecircr deed die reeks van deugden zamenwerkenTot een zoo grootsch bestaan tot een zoo heerlijk doel

Was t roemzucht zucht naar macht ontspattend aan haar perkenNeen Godsdienst was t alleen en heilig plichtgevoel

Wie twijfle de Almacht-zelf verklaarde hier haar oordeelToen Hollands vrije Maagd beveiligd door zijn hand

Min uit erkentenis dan tot haar eigen voordeelZijn kruin ging sieren met den Vorstelijken band

Toen was het einde daar van dat doorluchtig levenWaarnaar zoo menige arm tot dien dag vruchtloos dong

De kogel des verraads deed grooten Willem sneven -Hem was een martelkroon bestemd geen Gravenwrong

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

351

II Maurits

Esse quam videri

Hy die by s Vaders deugd en manlijke gehechtheidAan t Godgevallig pleit voor Neecircrland aangegaan

Achilles leeuwenmoed en mannelijke oprechtheidEn Cesars vorstenziel ten toon spreidde in zijn daacircn

Prins Maurits leeft in t hart des echten NederlandersHy leeft in ieder hart dat van Gods invloed blaakt

Niet als de held alleen die aan zijn oorlogstandersMet heel Europes lof de zege dienstbaar maakt

Maar als de Staatsman meecirc die straffen wist waar t hoordeEn met een brekend hart maar met een vaste hand

(Hoe zwaar hem t pleit ook viel) de slang van oproer smoordeDie naar de hartaacircr stak van t dierbaar Vaderland

Eer Hem voor wien de Dwang zijn ijzren nek moet krommenWanneer zijn forsche vuist den oorlogsbliksem klemt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

352

Eer Hem die t wangeluid der Staatzucht doet verstommenEn t droef verdeelde Land tot zijn behoudnis stemt

Eer Hem die altijd kalm wanneer de golven woelenEn t slingrend schip van Staat naby is aan t vergaan

Het dwaalgesternte niet van t wufte volksgevoelenMaar t spoor alleacuteeacuten vertrouwt dat Plicht hem in deed slaan

Eer Hem die waar hy wenkt zijn vijanden doet zwichtenMaar die geen vijand kent dan wie den Staat beroert

En in het hart te vreecirc met Orde en Recht te stichtenDoor voorspoed nooit verblind door heerschzucht nooit vervoerd

Meer dan de diadeem aan Willems bloed verschuldigdDe lauweren bemint die hem zijn degen won

En in der braven ziel alleen als Vorst gehuldigdAls Dienaar sterft van t Land waarop hy heerschen kon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

353

III Fredrik Hendrik

Fortes creantur fortibus

Die aan des legers spits een Maurits kon vervangenDe glorie winnen kon met Maurits oorlogszwaard

Prins Fredrik Hendrik leeft in onvergankbre zangenEn Grols Veroveraar was Vondels loflied waard

Hy schittert in de rij dier Duitsche MachabeeeumlnAan wier ontzachbre reeks dit land zijn aanzijn dankt

Met wie het d oorlog tart en zijn verschrikbre weeeumlnEn zonder wie het kwijnt en machtloos wordt en wankt

Maar t strekke tot den roem van Fredriks stamgenootenDat in zoo schoon een rij hy-zelf de minste stond

En tuig t historieblad door Waarheids hand ontslotenWanneer t aan t nageslacht zijn grootheid luid verkondt

Dat hy nog grooter waar zoo t voorbeeld van een broederHem meer bewogen had dan vrees voor muitrenhaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

354

En in zijn Nassausch bloed een meer verheven moederGeen zwakheid had gemengd gevaarlijk voor den Staat

Ja dan dan had zijn naam eerst vlekloos uitgeblonkenIndien hy een party door Maurits moed getemd

En tot het heil des volks reeds half in t niet gezonkenDe hand niet had gereikt en in haar wensch gestemd

Indien hy d overmoed van kleine dwingelandenVerdrukkers van het volk en haters van zijn stam

Met een manhaften blik weecircrhouden had in bandenWier strengheid alle hoop aan t Staatsverraad ontnam

Hoe t zij ook hy was groot en toonde zich OranjeWel in de vastheid niet van t binnenlandsch gebied

Maar in den heldenstrijd gestreden tegen SpanjeEn in het kroost vooral dat hy aan Neecircrland liet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

355

IV Willem de Tweede

Tu Marcellus eris

De krijgskans is beslist en Neecircrland vrijgevochtenEn Munster heeft den hoed gevestigd op haar kruin -

De Spaansche macht stortte in Maar nieuwe StaatsgedrochtenVerhieven t gruwzaam hoofd gerezen uit haar puin

Van op het Raadgestoelt der opgekomen StedenDoemt Burgerdwinglandy de Vrijheid tot haar buit

Zy ijvert om den leeuw der Nassaus plat te tredenEn ziet met ongeduld naar hun verwijdring uit

Vergeten zijn de dienst het bloed de heldenwerkenTot Neecircrlands heil besteed door hun doorluchten stam

Men moet hun arm hun macht verlammen en beperken -En de eerste tegenstand gaat op uit Amsterdam

De tweede Willem weet wat stormen zich vergacircrenDoorziet zijn recht zijn plicht met grijsheids kalmen zin

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

356

En met een kracht van ziel zoo bloeiend als zijn jarenRukt op het middenpunt van t broeiend onweecircr in

Doch t uur was nog niet daacuteaacuter van Neecircrlands rust en glorieHet grootsch ontwerp mislukt De brave Willem sterft

Nu heerscht de ondankbaarheid nu kraait zy luid viktorieTen spot van t jammrend volk dat zijn beschermers derft

En gy o Nageslacht dat uw verdrukking huldigtOok gy valt Willem af en hoont zijn heldenasch

En hy wordt door uw mond van tyranny beschuldigdWiens braafheid haar bestreed wiens zucht uw vrijheid was

Hy die zoo de arm des doods zijn vroege jeugd gespaard hadD ondragelijken trots der Steden had beperkt

En t heillot dat Gods gunst voor dit geslacht bewaard hadDoor onbezweken moed reeds in zijn tijd bewerkt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

357

V Willem de Derde

Hic murus aheneus esto

In t nimmer feilbaar boek des Noodlots stond geschrevenDat Frankrijk zelf in t juk eens dwingelands gekneld

Naar de Opperheerschappy der wereld eens zou strevenEn stichten op haar grond een troon van Algeweld

De tweede Lodewijk van t stamhuis der BourbonnenWaant in zijn Babeltrots dien roem voor zich gespaard

En t vleigezang van t hof zoo slaafsch als onbezonnenVerheft zijn Koning reeds tot Koning van heel de aard

Nu ijvren om het Al in Frankrijks wet te dwingenDe moed in t oorlogsveld de list van t kabinet

Het schitterende staal van ridderlijke klingenEn t goud dat harten wint en weecircrstand nederzet

En alles waar gelukt aan hun vereenigd pogenHad niet eacuteeacuten Jongling toen het Staatstooneel betreecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

358

En met onwrikbren moed en steeds hernieuwd vermogenDer Heerschzucht wapens en haar invloed moecirc gestreecircn

Een Willem is t op nieuw een Willem van OranjeVoor wien de Dwinglandy gelijk het Oproer beeft

Die Frankrijk siddren doet gelijk zijn Vaadren SpanjeEn t waggelend Euroop zijn evenwicht hergeeft

Zoo heeft Hy wien de Nijd van t Staatsroer eenmaal weerdeNiet Holland slechts gered maar heel Euroop met haar

Ontzaggebiedend groot wanneer hy triomfeerdeMaar eindloos grooter nog in onheil en gevaar

En als een Josua die machtig door vertrouwenDen loop stuit van de zon in t wentlend hemelveld

Den machtigsten Monarch in t stoutst ontwerp weecircrhouecircnEn t lot dat de aard bedreigde een eeuw lang uitgesteld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

359

De gaaf der poeumlzy

Gevoel Verbeelding HeldenmoedTot eacuteeacutene ondeelbre kracht verbondenTe zaam gesmolten tot eacuteeacuten gloed

En door den boezem uitgezondenOp vleugelen van melody

Om al wat ademt te betooverenOm al wat hart heeft te veroveren -Zie daar de gaaf der Poeumlzy

Gevoel dat plotseling ontwaaktBy ieder indruk uit den hoogenZich uitbreidt meecircdeelt brandt en blaakt

Met telkens aangegroeid vermogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

360

En ieder zenuw trillen doetDoor fijner dan lichaamlijk prikkelenEn hemelwellust weet te ontwikkelenUit ieder druppel van ons bloed

Verbeelding grijpende om zich heenOm voedsel voor die vlam te vindenEn machtig het Heelal tot eacuteeacuten

Eeacuten enkel denkbeeld te verbindenDe buit die zich haar kracht vergaacircrt

Is beide Toekomst en VerledenHaar buit natuurs verborgenhedenHaar buit de hemelen en de aard

Des Dichters hand stort wel geen bloed(Hy is geen gruwzaam tweedrachtstichter)Maar echter is zijn wezen - moed

En zonder heldenmoed geen DichterMoed die waar recht of waarheid spreekt

Tyrannen vreest noch schandschavottenNoch voor het woedend zamenrottenEens God vijandig volks verbleekt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

361

Moed die de snaren hymnen vergtBy t lasteren der OngodistenEn t oproer met de hulde tergt

Die t Gods gezalfden durft betwistenMoed zonder steun dan in zijn God

En zonder wapen dan die zangenIn Goddelijke drift ontfangenWaar meecirc hy inrukt tegen t lot

Zie daar de gaaf der PoeumlzyWie roemt zich dat zy in hem leveDie oefene zijn heerschappy

Dat Dwaas- en Boosheid voor hem beveHem juicht de brave te gemoet

Gods wenk verzekert hem viktorieGods Almacht schiep hem tot haar glorieHet leed der wereld is hem zoet

Versmade hy de lauwerkransHem door een aardsche hand gevlochtenGeen andre zege geev hem glans

Dan die op d Afgrond is bevochten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

362

Geen menschenblaam mag hy ontzienHy moet hun ongenade dragenNiet streelen moet hy niet behagenMaar overwinnen maar gebiecircn

Hy dwing met reuzenovermachtDen geest der eeuw te rug te tredenHy leere ons zinnelijk geslacht

Den weg tot hooger zalighedenAan t hoofd der menschheid streve hy

Om alle zelfheid te verdelgenEn Englenwellust in te zwelgenVan wereldsche verleiding vrij

Zie daar de gaaf der PoeumlzyHet ideaal van dichtvermogenVerwant aan heilge profecy

Als zy gezante van den hoogenWat is by dit het maatgeluid

Van ongewijde cithertonenDie de aarde toejuicht waar we op wonenGeen ziel die uit den hemel spruit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

363

Wat dan het nederige rietBy den standvasten vorst der boomenWat dan een namelooze vliet

By Donau- Rhijn of WolgastroomenWat dan by zomermiddaggloed

Het wufte hupplen der kapellenBy t aarde- en luchtverbazend snellenDes Aadlaars die de zon ontmoet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

364

Vrijheid

Odi profanum vulgus

HORATIUS

Het oproer heeft zich door de volkenAls een verslindend vuur verspreid

Een woeste kreet heeft tot de wolkenZijn daverenden galm verbreid

Een leus van waanverstand en logenVerrijst Godlasterend ten hoogenEn t zinneloos Euroop juicht toe

t Juicht toe en ziet met gretige oogenNaar t uur uit dat een gruwzaam pogenHet in den afgrond zinken doe

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

365

Om Vrijheid schreeuwen die verwatenOm Vrijheid bandloos als de orkaan

Die uit zijn kerker losgelatenEen halve wereld doet vergaan

Om Vrijheid - van de hemelwettenOm Vrijheid - de onschuld te verplettenEn wat hun driften weecircr durft biecircn

Om Vrijheid - Koningen te moordenEn smaad te werpen op Gods woordenEn geen Jehovah meer te ontzien

Geen Vorsten Het zijn dwingelandenGeen God ook Hy is een tyran

Geen plichten met haar slaafsche bandenDe Wijsbegeerte gruwt er van

Neen weg met troonen en altarenWorde in het bloed der martelaren(Vermeetle dienaars van hun plicht)

Hun allerlaatste puin verslondenEn op den bodem waar zy stondenDe kerk van Lucifer gesticht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

366

Gaat hemelstormers onzer dagenPoogt op het voorbeeld van uw Held

Op God de zege weg te dragenHet zij door list dan of geweld

t Zij met de wapens in de handenWaarmeecirc hy God waande aan te randenEn openlijken oorlog deed

Of met de slangenhuid omtogenDie t eerste menschenpaar bedrogenEn meecircgesleept heeft in zijn leed

Gaat om de Godsdienst uit te roeienMoet ieder middel dierbaar zijn

Uw zwaard doe bloedrivieren vloeienUw tong verspreide haar venijn

Bedwingt de snood verleide volkenMet moordschavotten en met dolkenEn wringt den gorgel dicht der deugd

Of dooft met ijdlen praal van klankenDe Goddelijkste waarheidssprankenIn t argelooze hart der jeugd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

367

Veroveringen zult gy maken(De Hemel heeft het voorbestemd)

Tot dat de Wreker zal ontwakenEn d opstand van Zijn schepping temt

Die tijden zullen zich vervullenDe leeuw der gramschap Gods zal brullenEn u verstijven doen van schrik

En uw rampzaalge volksverlichtingEn uw verfoeibre waanzinstichtingIn t niet doen zinken met eacuteeacuten blik

Want Hy Hy leeft de God der godenDe Heer de Rechter van t Heelal

Die de overtreding van de snoodenDuldt en herstelt maar straffen zal

Wee u Hy leeft de onzichtbre KoningDie Dagon in zijn godenwoningTot stukken brijzelt zonder strijd

Ontbindt u woedende kohortenWant ook uw Dagons zullen stortenAfgodendienaars van mijn tijd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

368

Maar gy onnoozlen en verblindenWie een misbruikte naam verleidt

Die Waar- en Vrijheid waant te vindenIn t spoor der ongerechtigheid

Breekt los in t eind van uit die bandenWaar filozoofsche dwingelandenUw ziel in boeien aan den grond

Rukt af den blinddoek van uw oogenAanschouwt de waarheid in den hoogenAanbidt den God die ze u verkondt

Aanbidden loven en gelooven -Ziet daar den sleutel van t Heelal

De zon van kennis die van bovenOp den getrouwen stralen zal

Ten spijt van dwaze LiberalenDen dwang de drogreecircn en het smalenWaarmeecirc zy heerschen over de aard

Aanbidden loven en geloovenEn hun ontmenschte leus verdovenDit is een Vrijheid onzer waard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

369

Voor my eacuteeacuten doel slechts heeft mijn levenEeacuten uitzicht vult geheel mijn ziel

En moog my de adem eer begevenDan dat dit uitzicht my ontviel

t Is met der Dichtkunst geestverrukkingHet Ongeloof en zijn verdrukkingOm ver te stoten van zijn troon

Hy die de Goliaths doet treffenKan de aard van t ongeloof ontheffenDoor eacuteeacutenen dichterlijken toon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

370

Aan mijne egade

Zeg het my herhaal het myDat ik u gelukkig makeDat de zucht waar van ik blakeAls ik u mijn leven wij

Niet vergeefsch ten hemel steigertNoch dat God Zijn zegen weigertAls ik t oog naar boven slaVoor uw welzijn dierbre Gacirc

k Ben u schuldig wat een manMet geen schatten met geen kroonenMet zijn bloed zelf niet beloonenOf genoeg erkennen kan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

371

Liefde mildlijk toegedragenWaar des Hemels welbehagenZich in spiegelt op eene aardBuiten haar zoo luttel waard

k Weet uw zacht uw rein gemoedWenscht geen schatten wenscht geen kroonenOm uw teecircrheid te beloonenNoch het offer van mijn bloed

k Weet uw boezem is te vredenMet de ontfangen huwlijkseedenMet het u geheiligd hartVan een onberoemden Bard

Doch een hart gelijk het mijnSints den aanvang zijner dagenTreurig kwijnend en verslagenKan dat uwer waardig zijn

Of wat vreugde kunt gy smakenMy heel de aard te zien verzakenOm te drijven op den stroomVan een dichterlijken droom

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

372

Zeg het my herhaal het myDat gy deel neemt zonder smarteIn den toestand van mijn harteIn mijn dorre poeumlzy

Dat de lente van uw dagenDoor de sombre najaarsvlagenVan de klachten die ik stortNiet geheel ontluisterd wordt

O gezegend zij de traanEn de glimlach zij gezegendDie mijn oog van u bejegentDie me uw antwoord doen verstaan

Ja uw ziel verstaat de mijneEn de zucht waarvan ik kwijne(Wie haar ooit miskennen moog)Is geheiligd in uw oog

Meer nog - Dierbre wy zijn eacuteeacutenAan de weecircrhelft van mijn levenIs mijn zucht niet vreemd geblevenZe is ons beiden thands gemeen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

373

De eigen dag die onze handenSloot in zachte huwlijksbandenStemde ook onze zielen zaamIn des Echtbeschikkers naam

Sints dien onvergeetbren tijdWerd uw boezem in de smartenMijns aandoenelijken harten(Maar blijmoedig) ingewijd

O gy deelt in mijn verdrukkingMaar gy deelt ook mijn verrukkingAls me een licht des hemels treftOf de Dichtgeest my verheft

Op de vleugelen der minStijgen wy vereend ten hoogenKeeren naar deze aard onze oogenMet gelijken wederzin

Branden van gelijk begeerenNaar de ontmoeting onzes HeerenEn verachten t rijk der stofMenschenblaam en menschenlof

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

374

Voor de Waarheid leven wyVoor de Waarheid wil ik strijdenVoor de Waarheid wil ik lijdenEn mijn dierbre gy met my

Als de stormen zich vergacircrenDie dees sombre dagen barenWilt gy aan mijn zijde staanEn uw wenschen zijn voldaan

Heer der Schepping neen een wenschLeeft in t hart steeds van een gadet Is de trek dien uw genadeIngeplant heeft in den mensch

Dat ook onze huwlijksspondeD ouden zegen weer verkondeDien Uw liefde aan t achtbaar hoofdOnzer stammen heeft beloofd

O indien een dierbaar kroostMocht herbloeien uit mijn aderenTot de glorie van zijn vaderent Droevige verval ten troost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

375

En in dit herbergzaam NoordenAls aan Taag- en IberboordenCostas oud en eerlijk bloedWeder blonk van riddergloed

O indien doch zwijg mijn mondWeten wy verblinde menschenWat wy van den hemel wenschenIn een onbedachten stond

Die ons t aanzijn heeft gegevenZal dat aanzijn doen herlevenDierbre weecircrhelft uit uw schootOp den dag dien Hy besloot

Neen ik slake slechts eacuteeacuten wenschEn die wensch wordt niet verstotenWant hy is uit God gesprotenNiet uit d opgeblazen mensch

t Is Almachtige GenadeDat ik leve voor mijn gadeDat ik sterve voor mijn GodEn - gezegend is mijn lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

376

Aan Doctor Abraham Capadose

Noch voor u noch voor my is deze aarde gemaaktNoch de droom van haar laffe vermaken

Onze vleugels gerept onze boeien geslaaktOm een hooger aanschouwing te smaken

Vliegen we uit naar de Hoop die de Toekomst omkleedtMet den weecircrschijn van t schoone Voorleden

Uit de sombre tooneelen van t wereldsche leedUit den treurigen kerker van t Heden

Ach uw hart als het mijn by het roerend vervalDat de Wijsgeer verbeetring moog wanen

By de kwijnende ziekte van t menschlijk HeelalWerd een bronwel van bloedige tranen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

377

Ja de hand dezer Tijden is zwaar over de aardt Is een herfst die de bosschen ontbladert

t Is een winter die stormen en nevels vergaacircrt -Maar de lente der hemelen nadert

Treure uw ziel met de mijne over Israeumlls lott Schuldig kroost der verkorene Vaderen

t Wederspannig geslacht der miskenners van GodMet het bloed der Profeten in de aderen

O hun vleesch is ons vleesch en hun bloed is ons bloedHun vergrijp is een nacht in onze oogen

Hun verval is een dolk en doorpriemt ons gemoed -Maar herstel is beloofd uit den hoogen

Treur met my om den Leeuw van ons Vorstlijk geslachtDie in Spanje zoo wakker nog brulde

Dien het West vol ontzag voor zijne Oostersche krachtMet den glans van zijn Ridders omhulde

Hy viel neecircr en hy slaapt en zijn glorie heeft uit -Maar hy zal ja hy zal weecircr ontwaken

Op de daavrende klank van t bazuinengeluidDat den kerker der dooden zal slaken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

378

Welk een hoop o mijn Vriend is de hoop die ik zingWelk een glans stort zy uit op ons leven

t Licht des hemels breekt door in d etherischen kringDien wy lovende zamen doorzweven

Blijf my by in dien kring Blijf my by in die vluchtTeedre Vriend van mijn zaligste dagen

Eeacuten in bloed in geloof in verwachting in zuchtMoeten de eigenste wieken ons dragen

Blijf my by met uw edel en dichterlijk hartMet uw schittrend verstand met uw voorbeeld

Gy wiens lijdzaamheid juichend by t nijpen der smartNooit wanhopig uw noodlot veroordeelt

In de dorre woestijn van den weg naar het grafIs me uw vriendschap een smeltende regen

By de stormen des Lots in dit leven van strafIs me uw vriendschap een schuilplaats een zegen

Aan den overkant eerst van het graf dat ons beidtStroomt de bron naar wier laving wy smachten

En de Tempel der Godlijke onsterfelijkheidIs t gebouw waar wy rust in verwachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

379

Al de vreugd al de smart van dit nietige stofWordt gelouterd versmolten verloren

In de bruischende zeeeumln van eeuwigen lofDien de zielen der Zaligen hooren

Doch de vriendschap die hier onze harten verbondIn den naam van den God onzer Vaderen

Zinkt niet weg in den schoot van den gapenden grondDie onze asch in zijn nacht zal vergaderen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

380

Dichteren-wereld

Wat zoekt ge o sterveling genotOp een vervallen wereld God

En al wat Gods is vreemd gewordenWat zoekt ge wijsgeer op een aardDie niets dan smert en onzin baart

Die waarheid t eigendom van meer verheven orden

Neen t is het brooze zintuig nietDat laafnis aan de weetdorst biedtVan die naar kennis zwoegen

Neen t is het brooze zintuig nietWaardoor zich t hart bevredigd ziet

Wanneer het rustloos hijgt naar onvermengd genoegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

381

Versmaad wat u een wereld geeftWaar t logge werktuig slechts in leeft

Geen ziel naar t evenbeeld des Eeuwigen ontsprotenO Wil slechts en een hooger kringDie van den reinen hemeling

Is voor uw reine zucht ontsloten

o Hemelkroost o poeumlzyWy roepen uwen invloed by

Om d aardschen wansmaak te vernielenGalme uit Gods liefelijken hofEen toon van u op dit ons stof

En t doode stof zal zich bezielen

Neen eindloos grooter is de machtVan uw aanbidbre tooverkracht

Die hoogste wellust van de heilge CherubskoorenGeheel dit stofverblijf vergaatVan uit het hart dat u verstaat

Een nieuwe wereld is geboren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

382

Gy zwarte neevlen die ons oogWanneer t zijn toevlucht zocht omhoog

De vaderhand verbergt die onze stappen veiligtGy zijt verdwenen met den nachtDie Dwaasheid voor het daglicht acht

En tot wiens eer de naam van waarheid wordt ontheiligd

Ja in het dichterlijke rijkZijn wy aan de Engelen gelijk

Almachtige die aan uw voeten zwevenDe blinddoek die ons drukt viel afUw zegen zien wy in de straf

En in het graf den ingang van het leven

Vervallen stervling triomfeerHier zijt gy s hemels lievling weecircr

Hier weecircr de vorst van dit benedenWien heel een wereld schatting boodEn wien geen onheil of geen dood

In t vlekloos aangezicht dorst treden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

383

En gy aan wier standvasten moedGeen wreevlige aarde hulde doetVernederde Hebreeuwen

Mijn broeders op uw achtbaar hoofdVan de oostelijke kroon beroofd

Drukt vruchtloos de ongenacirc van twintig woedende eeuwen

In onze wereld vindt gy troostIn onze wereld zijt gy t kroost

Dat de Almacht zich heeft uitverkorenEn schiet de vonkelende gloedVan Judaas leeuw u in t gemoet

Reeds grijpend naar de staf hem over de aard beschoren

Geen waan is t die t verstand beroertDe dichtgeest die ons hart vervoert

Is de echte Godspraak van de waarheidOnfeilbaar woord der profecyWat zijt ge dan die poeumlzy

Voor wie der toekomst nacht versmelt in zonneklaarheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

384

o Dat me uw adem steeds omzweefo Dat me uw wereld nooit begeef

Gy Schoon- gy Waarheidskroost gy leven in dit levenOnttrek geen nevel aan mijn oogDen gloed waarmede uw vlucht omhoog

Het stoute spoor bekleedt om hemelwaart te streven

Aan dezen Goddelijken gloedOntsteekt zich hier onwinbre moed

Om uwer haatren haat te dragenEn waar het Recht en Waarheid geldtHet zaamgezworene geweld

Van duizend werelden ten open strijd te dagen

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

385

Geluk en plicht

Neen heerschappij noch rang noch schattenDoen stervling u gelukkig zijn

t Is zorg en last wat zy bevattenEn al hun heilbelofte is schijn

Verblindend is de glans der kroonenVerlokkend is de praal der macht

Maar ach waar hun bezitters wonenDaar houdt een eeuwige onrust wacht

Waartoe het strand gevlucht ontzindenEn een onzeekre zee gebouwd

Waartoe aan d adem van de windenHet lot uws levens toebetrouwd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

386

Waartoe op ongestuime barenEen ijdle schaduw nagejaagd

En zich aan ziels- en lijfsgevarenOm wereldsche ijdelheecircn gewaagd

Zoo ge al het voorwerp van uw zwoegenGoud staat en aanzien machtig werdt

Nog zou dit uiterlijk genoegenGeen vrede schenken aan uw hart

Wat meest aan s noodlots vlagen bloot leitIs juist die hoog verheven stand

En in de schaacircuw der aardsche grootheidSchuilt al te dikwerf leed en schand

t Is waar dan wat de dichters zingenEn wat de strenge wijsgeer leert

De middenstand geeft stervelingenDat heil met zooveel drift begeerd

Ver van het dartle hof der grootenVer van het wichtig roer van Staat

Wordt die tevredenheid genotenDie aan der Eerzucht wensch ontgaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

387

Almachtige de beecirc der bravenIs om dien zaalgen middenstand

Deze is de dierbaarste der gavenDie t menschdom afsmeekt van uw hand

Geluk met veiligheid te gaderWoont by den huisselijken haard

En t stille heil van gade en vaderIs t wezenlijkste heil der aard

Maar anders klinkt de beecirc des bravenWanneer de plicht zijn bijstand vergt

Als door een hoop verachtbre slavenUw hemelsch wraakzwaard wordt getergd

Als t oproer woedend losgebrokenEn vorst en vaderland bedreigt

En t volk in dweepzuchts gloed ontstokenTot een verfoeiden afval neigt

Dan is het lafheid slechts te strevenNaar t kalme huisselijk genot

Dan moet die wellust opgegevenEn de ongenacirc geduld van t lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

388

Dan past het grootsch geboren harten(Zoo slechts hun eedle poging baat)

En zee- en stormgevaar te tartenOp t dobberende schip van Staat

Maar dan ook is geen wereldglorieDer braven hoop of loon of doel

Zijn prikkel de eer niet der viktorieMaar zuiver Gods- en plichtgevoel

Wel hem die t needrig burgerlevenVer boven roem en grootheid stelt

Maar ook dien heilstaat op kan gevenWanneer het plichtsbetrachting geldt

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

389

Aan mijn vader [Opdracht van den bundel lsquoPoezyrsquo]

Gunt gy t hoog vereerde VaderDat een zoon U hulde bied

Met den eerstling van een aderDie nog ruwe zangen schiet

Dat hy drie en twintig jarenIn uw weldaacircn doorgebracht

Met de galmen van zijn snaren(Ach hoe min) te erkennen tracht

Voor het sterflijk oog verborgenRicht de Koning van t Heelal

Met in al voorziende zorgenHeel den loop van t Lotgeval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

390

Door Zijn ondoorzienbre wegenWorden wy hier rondgeleid

De aardsche beeldtnis van dien zegenIs eens Vaders tederheid

Wat die teecircrheid kan omvattenO mijn Vader toondet Gy

k Loonde met geen aardsche schattenMet geen wereldheerschappy

Al uw zwoegen al uw pogenIn de vorming van mijn jeugd

Immer zwevend voor mijn oogenMet het voorbeeld van uw deugd

t Bloed vooral dat in mijn aderenMet een deel uws aanzijns vloeit

Kostbaar erfdeel onzer VaderenDie van Oostersch vuur doorgloeid

Daar waar Taag en Iber vlietenEenmaal schitterden op de aard

En wier grootheecircn ons verlietenDoch - hun eer bleef nog bewaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

391

God beschouwt het uit den hoogenWat Gy voor my waart en zijt

Ik ik bloos van t onvermogenDer erkentnis U gewijd

Ik bied vruchten aan voor dankenIn der Muzen hof geplukt

Klanken ja maar in die klankenHeeft mijn ziel zich afgedrukt

O mijn Vader k leg dan hedenMet een diep geroerd gemoed

(Stell mijn zucht uw recht te vreden)Hart en dichtlier aan uw voet

Wil die van elkaecircr niet scheidenNeem ze beiden gunstig aan

Schenk uw zegening aan beidenEn mijn wenschen zijn voldaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

392

Voorafspraak bij de voorlezing van het dichtstuk lsquoDes dichterslotbestemmingrsquo

Wat vergt ge my dat ik hier zingen zalDat ik voor u de dichtlier zal bespelenBedriegt ge u niet Heb ik dien hemelval

Die eeniglijk uw kiesch gehoor kan streelenHeb ik dien toon dien onweecircrstaanbren toon

Die innig roert en zielen weg kan slepenZal zich die lier een meesterhand gewoon

Niet weigeren aan mijn onvaste grepenEn moet dees zaal waar Hollands dichtrenrij

Zoo menigmaal de harten wist te buigenDoor t zoet geweld der schoonste melody

Mijn flaauwen galm mijn machtloosheid getuigen -

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

393

Gy wilt nochthans Welaan k weecircrsta u nietIk weet gy zult mijn poging heusch onthalenEn vordren niet van t ruwe jonglingslied

Den tooverklank van uwe nachtegalenMaar ook den toon der schaterende vreugd

Moet ge in mijn zang mijn hoorders niet verwachtenSchoon in den bloei der pas ontloken jeugd

Stort hier mijn hart slechts weemoed uit en klachtenVerwondert ge u Ach dichtkunst is gevoel

Des is ze niet de dartling van t genoegenDes blijft haar toon voor ijdel juichen koel

En weet zich niet by t volksgeschreeuw te voegenEn of het bloed nog frisch door de aders vloeit

Of de ouderdom zijn sneeuw strooit op de harenWat dichter is wordt van eacuteeacuten vlam doorgloeid

En deelt eacuteeacuten zucht eacuteeacuten zelfde zielsbezwaren -Maar waar van daan in t dichterlijk gebied

Die somberheid die wondre hartbeklemmingDie vraag wellicht beantwoordt u mijn lied

Ik zing u hier DES DICHTERS LOTBESTEMMING

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

394

Des dichters lotbestemming

Vulnus alit venis et caeco carpitur igniVIRGILIUS

Wie zijt ge gunsteling des hemels aan wiens oogGeheel een wereld hangt als de invloed van omhoogIn menschlijke aderen dat hemelsch vuur doet vloeienWaarvan uw adem brandt waarvan uw tonen gloeienWiens enkel stemgeluid met onbeperkter krachtZich uitbreidt dan t geweld der waapnen dan de machtDer scherpste dwinglandy Want gy regeert op zielenEn wat een hart bezit moet voor uw almacht knielenWie zijt ge o dichter mensch of Engel Engel wisIndien der Englen taal der Englen kenmerk isOf mensch O dan voor t minst gelukkigste der menschenBegaafd met hooger heil dan t doel zelfs van hun wenschenAls zy den glans van roem van aanzien rang en goudAfsmeeken van het Lot en zich hun mond verstout

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

395

Aan de Alvoorzienigheid de wegen af te perkenWaar langs zich t levensheil zijns schepsels moet bewerkenNeen dichter neen gy deelt in hun verblindheid nietDier driften heerschappy is vreemd aan uw gebiedTe vreecirc met in uw borst der Godheid aacircm te ontfangenEn dien met heel uw ziel te storten in uw zangenKent gy noch hooger goed noch d aanval van de smartEn t heil der wereld woont in uw gelouterd hart

Het heil der wereld Ja in die volzaalge stonden(Te vluchtig) wen de geest als van het stof ontbondenWeecircr naar zijn oorsprong trekt en t wereldsche gewoelVan om hem heen verdwijnt en plaats maakt voor t gevoelWiens zaligend geweld hem wegsleept idealenVan schoon- en waarheid uit de hemelkringen dalenDe aloudheid zich herschept de toekomst zich onthultO heilig dan de vlam die s dichters hart vervultEn voor een oogwenk ja de weelde leent der EngelenAls ze in den aanschijn Gods hun lofgezangen mengelenO voor het hemelsch licht dat deze vlam verspreidtVervliegt de duisternis van drieste onwetendheidEn bleekt de scheemring weg van ingebeelde kennisWaar de afgevallen mensch zich meecirc tot heiligschennisEn eigen jammer heeft gewapend Dichter gy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

396

Geniet dien heilstaat reeds door t woord der profecyAan t menschdom eens beloofd wanneer de nietighedenDer aarde voor t genot van t ons herwonnen EdenBezwijken zullen en voor blinden eigenwaanHet wezenlijk geluk by t menschdom zal bestaan

Maar ach niet altoos blaakt die toovervlam in t harteOok gy o dichter werdt voor de aardsche levenssmarteDoor t lichaam zijt ge meecirc aan t doode stof verwantEn tegen d invloed van een God is t niet bestandVoor dierlijk zijn gevormd zou t in dien gloed verteerenOf t grove lichaam moest in t fijnste weefsel keeren

Zoo breekt die droom dan af (die waarheid eens zal zijn)Wiens weldaad machtiger dan ziel- en lichaamspijnU inwijdt in t besef van leven Ach te spoedigOntglipt hy u en gy verlaatne die zoo moedigDe ziel verheffen dorst tot heemlenheilgenotGy zinkt weecircr in ons niet gy deelt weecircr in ons lotHelaas des werelds heil omvat uw hart niet langerMaar meerder nog dat hart van andre zuchten zwangerDan de aarde kan voldoen en aan zich zelf bewustVan hooger vatbaarheecircn en van verheevner lustVernoegt zich met geen praal van grootheid met geen logen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

397

Der zinnen Hemelsch heil zweeft voor uw sterflijke oogenVerbeelding stookt de vlam van uw verlangen aanEn de aard heeft niets meer dat voldoening schenkt t bestaanGeen oogenblik genot dan slechts de zielsvervoeringDer Dichtkunst de eigen bron dier steeds vernieuwde ontroering

O treurig strafverblijf van Adam en zijn bloedDat nog voor t eerst vergrijp van d eersten vader boetTooneel van gruwelen van onrecht leed en plagenHoe kwelt gy s dichters geest Hoe diep is hy verslagenBy t jammerlyk gezicht der strenge wraak van GodZijn oogen schreien bloed by t diep vervallen lotVan Edens ballingen Ach waar hy de oogen wendeWat ziet hy dan het merk van misdaad en ellendeWaar bleef dat wezen naar zijns Scheppers evenbeeldGeschapen dat den rang der Geesten heeft gedeeldWien t alles hulde bracht als Opperheer der aardeDie Engelenvernuft aan kindrenonschuld paardeWaar bleef dat hemelsch schoon van lichaam beide en zielWaar bleef hun kracht hun glans - Helaas dat wezen vielt Vergat zijn God zich zelf zijn vroeger heil en grootheidEn t menschlijk harte werd het heiligdom der snoodheidHet menschlijk lichaam tot der wormen aas bestemdSints heeft een ijzren doem des geestes vlucht gestremd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

398

Als hy naar hooger tracht dan de aardsche schijnvermakenHy blijft gevallen eens zijn afkomst steeds verzakenEn gy o dichter zoudt niet treuren Gy wiens oogNog soms doordringen mag wat zegens van omhoogOp t nog onschuldig hoofd des menschdoms moesten dalenDie thans niet anders zijn dan blinkende idealenNeen t treuren past u en de toon der droefenisIs t eenig troostgevoel by zulk een wreed gemis

Zoo is die boezem dan zoo fijn- zoo diepgevoeligSteeds somber en bedrukt steeds onbestemd en woeligIn t rustloos haken naar een meer dan aardsch genotAch onverschilligheid is vreemd aan s dichters lotAls t needrig beekjen niet wiens golfjens zachtkens klotsenMaar als de woeste stroom die neecircrschuimt van de rotsenZoo vloeit een eedle drift zijn kokende aders doorHet zij de plicht hem roept om lijdende onschuld voorTe strijden en t geweld van onrecht en verdrukkingManhaftig weecircr te biecircn t zij teedrer zielsverrukkingZijn hart vermeesterd heeft en hy zich zelf verliestIn de aangebeden vrouw die hem de liefde kiestDe liefde Zoo bestaat er heil nog voor den dichterAanminnig machtig kind en eecirclste welluststichterWien de oudheid Venus gaf tot moeder was zijn borst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

399

Ooit voor uw invloed koel Of kon de heete dorstVerwekt door uw kwetsuur ooit boezems meer verschroeienDan waar uw tooverschicht poeumleten deed ontgloeienStrooi gy dan rozen op zijn doornig levenspadWat ooit dit dorre stof nog hemelsch in zich hadDankt u het menschdom u verheffen s dichters tonenU golft zijn wierook toe Gy kunt die hulde loonenOm u versmaadde hy een halven leeftijd smartEn op uw gunst alleen hoopt zijn gefolterd hart

Maar ook uwe ongenacirc heeft hy te vaak te duchtenO vlijmend is uw schicht wanneer de vuurge zuchtenDer min verwaaien en een lot ondraaglijk wreedOns hart van t voorwerp scheurt waar voor t zich zelf vergeetWat kweelt gy Puikpoeumlet die door Vaucluses drevenUw nagedachtenis door de eeuwen heen ziet levenWat kweelt ge als t vogeltjen dat om een gade schreitEn stort uw roerend lied met sombere achtloosheidSlachtoffer van een min zoo rein zoo zielverheffendWie deelt niet in uw smart meer dan uw kunst nog treffendAch de aangebedene mag nimmer de uwe zijnHet leven heeft gedaan voor u Petrarca kwijnIn smeltend klagen weg tot u de dood verrasse -Thands stort Euroop een traan van deernis op uw assche

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

400

En nog beklagen we u na zulk een tijdverloopU minnaar steeds zoo trouw en minnaar zonder hoop

Itaalje bakermat en voedstrares van kunstenWie t zanggodinnendom steeds overlaadt met gunstenItaalje waar natuur zich met de kunst verbondOm hemelschoon op de aard te scheppen om uw grondTe kweken tot een hof van ziels- en lichaamsweeldeOok Tassoos wieg droegt gy Ook Tassoos Zangnimf speeldeHet ridderlijke lied op Italjaansche maatMaar ook zijn vroegen dood getuigt gy Hy vergaatHet offer meecirc der min Een doodelijke smarteStolt zang- en mindrift beide in t hopelooze harteGy wie zijn taal en toon door merg en zenuw dringtHet zij zijn fiere stem van oorlogsglorie zingtt Zij liefde en tederheid zijn dichtpenseel bestierenO siert zijn tombe niet met bloeiende laurieren(De lauwer groeit van zelf by s dichters overschot)Maar plant er wilg en myrt - Of kent gy niet het lotWiens wreedheid in het eind den draad brak van zijn levenZoo hoort my maar (k voorzie t) gy zult voor d invloed bevenVan t dichterlijk gevoel op d aardschen levenstocht

Sints Tasso voor het eerst Ferrares hof bezocht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

401

Ontsprong de bron der ramp aan t teedre hart beschorenUit adelouden stam en deugdzaam bloed geborenEn wijd en zijd befaamd door dichterlijken lofEn schitterend vernuft ontfing hem t vorstlijk hofMet d eerbied die een eeuw van ware geestbeschaafdheidAan d invloed toedraagt van die hemelsche begaafdheidMaar ach in Tassoos oog had hoffelijke praalGeen waarde noch de gunst van t vorstelijk onthaalNoch t juichen van een volk dat in den heldendichterHomerus volgling en Itaaljes gloriestichterAanschouwt Eeacuten voorwerp slechts is Tassoos aanblik waardEeacuten voorwerp dat alleacuteeacuten al t schoon vereent der aardt Is s Vorsten zuster zelf Lenora in wier oogenDe zetel is geplaatst van Liefdes alvermogenEn met de majesteit van t koninklijke bloedDe zacht- en teecircrheid spreekt van t engelrein gemoedHy ziet haar en bemint Het lot van heel zijn levenBestemt zich hoop en rust moet eeuwig opgegevenWat doet ge Dichter en wat dolheid gaat u aanHoe durft ge op uw vorstin een blik van liefde slaanHoe durft ge Ach kent de min den invloed van de redeZy streelt niet maar gebiedt en sleept en rukt u medeEn gy gy lijdt en kwijnt in radelooze smartMaar kropt de kwelling in van t fel getergde hart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

402

Slechts de Echo van het woud gewoon aan minneklachtenDie voor een oogenblik de storm der drift verzachtenGetuigt uw wanhoop soms terwijl ze met u treurtMaar welk een boezem ooit van minnewee verscheurdKon voor t geoefend oog de diepe wond bedekkenAch alles kenmerkt haar De stem de ontstelde trekkenVan t beurtlings blozende en verbleekende gelaatBy t naderen van haar voor wie ons harte slaatt Noodlottige geheim ontvalt de smeltende oogenIn tranen vruchteloos weecircrhouden Al uw pogenIs ijdel t Werd bekend wat Tasso zich vermatHoe hy van liefde gloeide en Leonore aanbadNu moet des noodlots schuld op s dichters hoofd gewrokenDe vorstelijke trots in fellen toorn ontstokenVerbant hem van zijn hof Eens kerkers aakligheidIs t heilloon dat de Min haar Dichter heeft bereidDaar ligt hy nu en zwoegt de dagen en de nachtenIn sombre wanhoop door en stort onvruchtbre klachtenEn roept den dood te hulp die naar geen klachten hoortOf als dan de overmaat der smart de smart versmoortEn zich de dichtgeest weecircr een oogwenk lucht kan gevenDan meldt zijn doffe zang de plagen van zijn levenDan in t aandoenlijk beeld van droevigen TancreedOf teedre Erminia schetst hy zijn eigen leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

403

En smaakt een bittre vreugd hun onheil te betreurenEn t zijne en telkens zelf zijn wonden op te scheuren

Zoo leefde Tasso zoo vervulde zich zijn lotAls dichter tot de hand van d eacuteeacutenig wijzen GodHem tot zich riep in t end en uit de nietighedenEn foltringen der aard het leven in deed treden

Gevoelige poeumlet dus vindt ge in d eigen gloedt Vermogen van de kunst en de onrust van t gemoedEn t menschdom dat uw vlucht meecirc opvoert tot de wolkenBiedt u by zoo veel leed geen troost Geheele volkenVerheffen niet uw naam en galmen niet den lofVan s hemels keurling uit wiens toon hen zaligt OfBestrooien niet het pad waar langs hy heen zal tredenMet feestelijk gebloemt O neen de grillighedenVan algeweldnaars toe te juichen als hun vuistVoor eigen glans en roem der volken hoop vergruist -En om de zegekar te dringen van die heldenZoo lang de onzeekre kans der bloedige oorlogsveldenHun woeste heerschzucht dient zie daar des menschdoms smaakWat is hun of uw hart van s hemels invloed blaakWat weten zy van deugd- en echte kunstwaardeerenDe Dichtkunst werd niet voor hun ijdlen lof Homeeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

404

Verrijzen en vergaan vergeten of verdruktWanneer hun moedig hoofd voor willekeur niet bukt

Maar wat is de ongenacirc van lot en menschdom tevensVoor u wiens hoop begint aan t eindperk eerst uws levensHiermeecirc staat gy geweld en smaad en onrecht doorHiermeecirc staat ge onschuld deugd en t recht der Waarheid voorEn gadert langs uw baan de vrucht der levenswijsheidEn deelt die met de jeugd in t kalm saisoen der grijsheidEn zoekt naar wetenschap tot aan den rand van t grafEn draagt het oog op God wat God te dragen gafTot de Engel van den dood u t wrakke lijf moet slopenEn dan - triumf in t end De hemel staat u open

Jongling waar van daan dat treuren in uw schoonsten levenstijdWaar van daan dat heimlijk zuchtjen dat uw weeke borst ontglijdtWaar van daan dat glinstrend traantjen dat uw kwijnend oog besproeitEn dat onbestemd verlangen dat u op de wangen gloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

405

Voor de schatten van de wereld voor haar kroonen zijt ge koelEn de zucht die u vermeestert heeft gewis een ander doelJa gy haakt naar hooger wellust naar het hoogste heil der aardMeer dan schatten meer dan kroonen meer dan t leven zelve waardJa gy zoekt de lieve gade die dat leven deelen moetEn uw borst kweekt geen verlangen dan naar dit geheiligd goedIn den droom reikt gy haar de armen en zy stort zich aan uw hartMaar ge ontwaakt en mist haar weder en verdort op nieuw in smartDoch de macht die t harte dorst gaf geeft ook laafnis voor dien dorstEn dien trek naar min- en echtheil plantte God-zelf in uw borstEens dan zal de dag ontluiken die zijn heilig doel vervultAls ge (niet in droomen langer) haar in de armen knellen zultDie met de eigen zielsvervoering uwe liefde heeft verbeidEn gy zult met al de volheid van genot en dankbaarheidZelfs die stonden weldaad reeknen toen u wars van aardsche lustt Leven onverdraaglijk toescheen van uw toekomst onbewust

O zoo is de trek naar hooger die in s dichters boezem brandtWaarborg van een beter leven in een beter VaderlandBallingen zijn wy op t aardrijk en de dichter doet geen stapDie hem niet de straf herinnert van die bittre ballingschapDaar van daan die zweem van droefheid die zijn maatgezang doorzweeftDaar van daan die rusteloosheid die om geen genoegens geeftGod-zelf schiep hem dat verlangen naar een dierbrer heil dan de aard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

406

Dierbrer heil dan dat der wereld heeft zijn goedheid hem bespaardDaar waar t koor der Serafijnen zijn eacuteeacutenstemmig Hallel zingtWaar het heir der Uitverkoornen om den troon der Godheid kringtDaacuteaacuter eerst is het rijk der Dichtkunst derwaarts richt zich onze vluchtDaacuteaacuter is Schoonheid daacuteaacuter is Waarheid daacuteaacuter voldoet zich onze zucht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

407

Het natuurlijk verband van wijsbegeerte en dichtkunst

Et prodesse volunt et deleclare poeumltae

HORATIUS

De krijgsman in t geweld der waapnen opgevoedAls Mavors kreet weecircrgalmt en de oorlogsbliksem woedtOntwijkt geen dorstend staal noch dichte pijlenregenMaar ijlt ontembaar in zijn vaart den vijand tegenWaar hem zijn heirspits sterkst t gevecht verschriklijkst schijntZijn zwaard maait wijd en zijd dat drom op drom verdwijntDe drift zijns boezems door geen menigte in te toomenDoet vloeibre vlammen in zijn zwellende aders stroomenSchiet vonken uit zijn oog en verwt zijn fier gelaatEn de overwinnende arm verplettert wat weecircrstaat

Niet anders is de gloed door uwe hand ontstokenO dichtkunst Engelin voor wie er outers rokenWaar menschen zijn die uit het hemelsche gebiedt Verrukte menschdom aan uw voeten storten ziet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

408

Als t heilig priestrendom door uwen aacircm gedrevenIn taal en tonen uit een wereld meer verhevenOntleend de drift ontlast die hun op t harte druktO zalig driewerf hy dien ge aan dit stof ontruktEn met u opvoert in de op aard onzichtbre kringenWaar tallooze Engelen t eenstemmig Hallel zingenUw wezen kennen leert en in zijn grootsche vluchtEen hooger denkkracht schenkt in meer verfijnde luchtDie deelt uw oppermacht verheft de ontvlamde zielenEn dwingt de luistrende aard voor t voorwerp neecircr te knielenDat hy veredeld of geschapen in zijn liedAan d opgetogen geest in al zijn grootheid biedtt Gevoel dat in hem leeft door geen geweld te dovenSchiet allen weecircrstand met vernieuwden gloed te bovenNiets in het wijd Heelal is dit gevoel te hoogEn meer zelfs dan natuur omvangt des dichters oog

Wat stervling waant dan nog dit onbegrensd vermogenOmsloten in den kring van hersenschim en logenEn bant hem uit uw rijk o Wijsbegeerte kroostDes hemels die u zond het aardsche leed ten troostNeen aan geen krijg alleen geen bloedige tafreelenVan heldenkracht en moord geen losse minnespelenGeen treur- of zegelied geen herderlijken kout

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

409

Is s dichters stem gewijd Meer uitgebreid meer stoutWaagt zy t in grover lucht den zang der hemelkorenTe volgen en verheft den lof van d OngeborenEn kweekt in t menschlijk hart de erkentnis voor zijn GodLeert hem vertrouwen op Zijn zorgen leert hem t lotVerwinnen en dees aard dit stofgewaad verachtenMaar in een beter oord een beter noodlot wachtenDit durft ge o Poeumlzy niet roekloos als IkaarDe heemlen naadrend met geleende vleuglen maarGelijk der vooglen vorst door eigen aart gedrevenEn d aandrang der natuur Uw wezen dus verhevenSmelt Schoon- en Waarheid in zijn Godlijk vuur tot eacuteeacuten

Maar wat dan is die bron van uw aanloklijkheecircnWat is die oorzaak van uw uitgestrekt vermogenGodes verspreid uw licht voor mijn verlangende oogen -k Erken het t is gevoel wat s dichters geest ontsteektWat in uwe aadren leeft en uit uw boezem spreektUw wezen is gevoel dit deelt ge uw priesterscharenWier stem u aanroept meecirc Gelijk de zilvren snarenOp d indruk trillen van de hand die haar bespeeltZoo ijlings storten ze uit wat dit gevoel beveeltWee hem die dit miskent en de onbezielde klankenAan t pijnigende werk van t koude brein moet danken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

410

Heil wie dien indruk volgt Met Englen in verbandOntvalt hem op uw wenk de sluijer die t verstandBenevelde en gy-zelf aanbiddelijke WaarheidStraalt in t aanbiddend oog met onbeperkte klaarheid

Want gy ook spreekt in t hart daacuteaacuter doet ge ons s werelds HeerGevoelen daacuteaacuter ons-zelf daacuteaacuter plicht en recht en eerWaacuteaacuter anders werd de band de heilge band geslotenDie de oudren kluistert aan hun kroost die echtgenootenOmvat die mensch en mensch verbroedert en vereacuteeacutent -Ja wat gy edelst hebt is uit uw hart ontleendVergeefs in t hoofd gezocht wat daacuteaacuter slechts is te vindenOnzeekre stervling ook door Rede te verblindenAch raadpleeg uw gevoel verlicht door hooger machtIs t Godspraak wat zy meldt niet straffeloos verachtDe Rede volg haar stem Ze is in dit korte levent Hart door de weldaad van uw God ten dienst gegevenDit heersche op haar en u zy schrijf geen wetten voorNoch kies zich zelve een weg u lokkend op haar spoorBeef zoo zy t onderstaat en van haar boei ontslagenU meecircvoert in de vaart die ze onbezuisd dorst wagenBeef de afgrond is het eind van haar verdwaalden loop

Die dwaling boette ge ook geschokt verzwakt Euroop

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

411

Uw bodem werd geweekt in bloed- en tranenstroomenSints t wufte menschdom in bedriegelijke droomenAls waarheid voorgesteld zich zelf een bron ontslootVan plagen zonder tal van misdaad krijg en doodDe Rede was t wier trots verhit en onberadenDe stem van t hart de stem der Godheid dorst versmadenGeen waarheid hulde deed dan die haar kortziend oogMocht treffen en wat aard en aardsch begrip te hoogZich langs verheevner weg aan t menschdom openbaardeVan op haar rechterstoel voor hersenschim verklaardeHelaas dees schuldige eeuw door gruwelen beruchtZag haar in dolle drift gezag en wet ontvluchtAllengs haar dwinglandy verbreiden s menschen zielenVervreemden van hun aart en voor een afgod knielenDoor t licht verblinde volk voor Waarheid aangebeecircnt Beef de alles voor haar staf een droeve voorboocirc scheenVers chrikbre rampen aan het aardrijk te verkondenDe altaren wankten op hun daverende grondenDe diadeem viel af van de achtbre koningskruinGelijk wen de Etna met haar stroomen gloeiend puinHet om haar siddrend land in vuur dreigt weg te spoelenDe grond voelt schok op schok waaronder vlammen woelenDe zon verbergt haar glans het vee springt angstig rondMet akelig gehuil daar uit des vuurbergs mond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

412

Een dichte nacht van damp zich opheft tot de wolkenTot eindlijk uit het diepst der fel beroerde kolkenEen zee van steenen barst met alverzwelgbren gloedVermengd die gantsche steecircn op eens verdwijnen doetZoo woedde de oproervlam door uw gevloekte spokenO valsche Wijsbegeerte in t menschlijk hart ontstokenEn aan de onrustige aard sints zoo veel tijd voorspeldEuropa werd een prooi van bandeloos geweldDe volken dol van zucht naar heerschappy verplettenWat plicht en recht getrouw haar paal of perk wou zettenWat in de afschuwlijkheecircn van t laagst het schaamtloost rotNiet deelde Onschuldig bloed vloot stroomend van t schavotDat deugd geen misdrijf strafte en met bevlekte handenBestond hun razerny het heiligste aan te randenDoor t afgedwaald verstand miskend De bevende aardZag de outers neecircrgetrapt in t stof een heilloos zwaardDe Godheid-zelf ten smaad t ontzag der vorsten schendenAch om uw deugd gehaat door woeste rooverbendenVeroordeeld boette gy verheven LodewijkMet d eecirclsten marteldood de gruwlen van uw rijkGy vielt Uw troon stortte in werd door een vlam verslondenVan uit den schoot der Hel Maar uit zijn asch ontstondenMet ijsselijk misbaar twee monsters Krijg en DwangVerwoesters van t heelal die twintig jaren lang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

413

De wereld teisterden onstuitbaar in hun woedeTot de Almacht opgestaan ter wraak hun strenge roedeVermorzelde en Euroop op nieuw het leven gafZy zelf zy had dien vloed van rampen tot uw strafVerwaten sterveling doen stroomen die haar gavenOnwaard u aan t gebied des Hoogmoeds liet verslavenDe Rede op s levens pad u door den HemelvorstTen steun gegeven in haar dwaling volgen dorstEn met haar Recht en Deugd verlaten en verachtenGy leedt dien hoon ten zoen leer leer voor t minst haar krachtenMistrouwen t smeekend oog op t uit Hem stralend lichtGeslagen dat u t spoor van waarheid toont en plicht

Maar wat deze eeuw misdeed door ingebeelde kennisVervoerd tot oproerzucht tot moord en heiligschennisWie aan den schijn gehecht dit wijsbegeerte noemtHaar om de wandaacircn in haar naam bedreven doemtWil nooit dien eedlen trek met uw bestaan geborenNaar t hemelsche genot van ware kennis smoorenZy heft u boven t stof zy maakt u d eernaam waardVan mensch haar dankt ge uw heil uw grootheid op deze aardHaar de onverschilligheid voor aardsche nietighedenHaar t uitzicht op een tijd hersteller van t voorledenJa ook de stervling is voor wetenschap gemaakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

414

Gedreven door een vlam die steeds zijn boezem blaaktBeproeft hy t aan natuur haar diepst geheim te ontwringenDe korst der aarde en t ruim der heemlen door te dringenOm voedsel voor zijn geest van weten nooit verzaadWat voorwerp in den kring van t zichtbaar Al bestaatDe lucht die om hem golft de ontelbre flikkervierenDie voor zijn starend oog langs s hemels vlakten zwierenDe grond dien hy betreedt het uitgebreid geslachtDer dieren meecirc dit stof bezielend en de krachtDie t lichaam dat hy draagt beweging geeft en levent Wekt alles in hem op die weetlust zoo verhevenWaarmeecirc hy aan den klem der zinlijkheid ontschietEn zou die eedle drift in t edelst schepsel nietOntvlammen om den God wiens aldoordringend wezenZich in wat adem haalt gevoelen doet en vreezenTe naadren en een straal te ontfangen van dat lichtWiens schittring wijsheid is verblindend voor t gezichtZou t menschdom vol van zucht zich kennis op te delvenIn wat zijn zinnen treft naar kennis van zich-zelvenNiet hijgen zijn natuur zijn plichten en den bandDie hem aan wezens hecht van meer verheven standNeen dit ook heeft de mensch met d adem ingezogenHet is geen dwaze waan geen meer dan menschlijk pogenDe Godheid kweekt dien lust Haar invloed openbaart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

415

Ons waarheid en die gunst is t hoogste heil op aardMaar t is de Rede niet van wier bekrompen krachtenTe licht te vaak misbruikt die weldaad is te wachtenDe Godspraak vult het hart en wijsgeer is wiens mondDe onwankelbare wet van dit gevoel verkondt

Wat priester dan mag die orakelstem doen hoorenDan gy o dichter gy des hemels uitverkorenWiens zielversmeltbre toon in t hart zijn oorsprong heeftWien steeds een grooter macht t belauwerd hoofd omzweeftGy voor wiens toovrend lied verwoede tijgers vielent Geboomte leven krijgt en steenen zich bezielenDwing gy den mensch tot deugd tot liefde voor zijn GodDoe gy hem zalig zijn ten spijt van t nijdig lott Is schoon wanneer uw zang het krijgsvolk bloed en levenVoor eer en vaderland met geestdrift op doet gevenMaar schooner voor die zucht naar krijg en krijgsgewoelIn t schepsel aan uw mond gekluisterd t rein gevoelVan vrees en dankbaarheid voor die hem schiep te wekkenEn wat uw ziel doorziet aan t sterflijk oog te ontdekkenWant ja de koeling-zelf van dichterlijken gloedIn vloeiend maatgezang veredelt uw gemoedEn loutert uw verstand van de aardsche wanbegrippenDie d uitgerekten arm de waarheid doen ontglippen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

416

t Almachtig scheppingswoord had uit het dorre nietd Onmetelijken klomp van t stoffelijk gebiedDoen worden zee en lucht zag t nieuw geslacht der dierenNog pas zich-zelf bewust het feest der schepping vierenMaar wat die aan t gezicht van de alziende EnglenrijVoor wondren bood hun geest zag dit tooneel voorbyDaar ze in ondeelbre zorg hem hem alleen beschouwdeVoor wien zich al die pracht die vruchtbaarheid ontvouwdeOp Adam op een bed van bloemen uitgestrektEn naauwlijks uit den slaap waarin hy wierd gewektOp Adam rustte t oog der heemlen op de ontroeringDie heel zijn lichaam schokt de hooge geestvervoeringEn t nooit beproefd gevoel dat in zijn borst ontstaatEn sneller dan het licht op t Godlijk schoon gelaatTe rug werkt toen hy t eerst een vreemdling op deze aardeVan wat zijn zinnen trof een duister beeld ontwaardet Was al verwarring voor zijn denkkracht Dit alleenBegreep zijn kloppend hart in deze onzekerheecircnHet aanzijn van een God ver boven hem verhevenEn alles wat bestond wiens weldaad hem deed levenIn t overstelpend heil waarvan zijn boezem smeltWordt hem door de Almacht zelf steeds grooter heil voorspeldEn mooglijk waar de mensch van zulk een denkbeeld dronken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

417

In t niet waar aan hy naauw ontrukt was weecircr gezonkenBezweken in t gevoel der heetste dankbaarheidHad niet de Godheid hem eacuteeacuten gaaf nog toegezeidVoor t menschelijk geslacht meer waard dan al de schattenDie de onbegrensdheid der verbeelding mag bevattenHet lichaam naar den wil de werking van t verstandBewogen leert de vlam die in de ziel ontbrandtIn klanken waar zich t hart in spiegelt uit te drukkenNu schijnt een gunstige arm de banden los te rukkenOm Adams borst gehecht een warme tranenvloedOntspringt hem en ontlast de volheid van t gemoedHy richt het vonklend oog in geestdrift naar den hoogenEn ademt zangen uit van godsvrucht opgetogenDie wat zijn boezem op dit heilig uur ontroertVernieuwen voor t gehoor De vlugge Zefir voertHet streelendste geluid tot voor de hemeltronenEn alles blijft geboeid aan zijn verheven tonenHy zwijgt - heel t schepslendom vervangt het vurig liedDat s menschen zilvren stem zijn God ten hulde biedtEen nieuwe lust schijnt heel de schepping te doordringenOm meecirc zijn grootheid meecirc zijn weldaacircn te bezingenEn doet de lucht alom weecircrgalmen van zijn lofNu eindlijk mag de mensch de wondren van het stofBegrijpen en het doel waar God hem toe bestemde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

418

De duisternis verdwijnt die om zijn zinnen klemdeOp eens wordt alles aan d ontboeiden geest verklaardEn Adam kent zich-zelf en voelt zich Vorst der aard

Dus Stervling is de kracht der Dichtkunst als uw zangenDen heilgen invloed van de Wijsbegeerte ontfangenEn t rijk der stofloosheid het rijk des Dichters isGelukkig dan die tijd waar op de erkentenisDe liefde voor een God en zijn geboocircn de snarenBezielden in de hand der vroome priesterscharenZoo zong o Israeumll uw Moses toen de vloedGeweken voor uw schreecircn Egyptes overmoedTen straf tot d ouden loop te rug vloeide om haar telgenIn s afgronds diepten met hun koning te verdelgenZoo deed zijn treffend lied de Goddelijke handErkennen in den val van Isrels dwingelandEn leerde hart en mond die zeegnende Almacht eerenGy ook gewijde grond zoo vruchtbaar in HomeerenO Grieken ook by u verhief de poeumlzyHaar stem om t luistrend volk door zoete melodyTot eerbied voor zijn goocircn tot liefde voor zijn plichtenTe vormen en op t pad der wijsheid voor te lichten

Ja zusters zijt ge en door een onvernielbren band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

419

Vereenigd Wijsbegeerte en Dichtkunst hand aan handDaalt ge uit de wolken neecircr om t menschdom op te leidenTot hooger werelden en wee die u wil scheidenDie is geen dichter neen wiens onbeduidend lied(Een ijdle klank voor t oor) het hart geen voorschrift biedtVan waar- of zeedlijkheid Den dichter is t gegevenIn t schoone dat hy schept die beicirc te doen herlevenEn wat ook t voorwerp van zijn geestverrukking zijZijn dierbaarst doel is steeds DER ZIELEN ARTSENYHomerus zing den val der Trooische legergrootenOf Vorst Ulysses lot die van zijn vlootgenootenDoor de ongenacirc der zee en t woeden van den windBeroofd na jaren leed zijn Ithaka hervindtOf doe een Sophocles in treurige tafreelenHet diep geroerde hart in t lot der helden deelenHerboren op t tooneel en treff het statig koorMet wisslend liergezang het licht aandoenlijk oort Dient alles om den mensch in t edelst vuur te ontstekenVoor deugd om in zijn borst de zaden aan te kwekenVan liefde voor zijn land van mannelijken moedVan Godsvrucht die de ziel haar oorsprong naadren doetVan zucht om wel te doen van t teeder mededogenDer broedermin met hem die onder t leed gebogenGeen heil mag smaken dan die zaligende troost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

420

Dit is de poeumlzy geen ongebonden kroostDer hersnen dat alleen Verbeelding door uw sproken(t Gebied der waarheid vreemd) in zangdrift wordt ontstokenVan hier dan hy wiens toon uit grove zinlijkheidGesproten t hart verlaagt en ten verderf bereidtHem weert de Dichtkunst af van haar ontzachbren tempelHy vluchte en wage t nooit dees onbevlekten drempelTe naadren voor zijn geest van aardsche lust en smaakGezuiverd zich in t end haar gunsten waardig maak

Wel aan gy achtbre Rei van uitgelezen dichtersDie Vondels heilig pad betreden durft gy stichtersDes vaderlandschen roems gy die den vreemdling toontDat de echte dichtgeest ook het Hollandsch hart bewoontNiet in het vocht verstikt van dampige moerassenNoch door de kou van t Noord verhinderd op te wassenZult ge ook uw gouden lier niet stemmen op den toonDer Wijsheid Zal haar kracht zich aan t verheven schoonNiet mengen in uw zang Uw godentaal niet leerenDe deugd als t hoogste goed met daden te vereerenHet duivlenrijk heeft uit dat heel Euroop geknieldHet lijdend hart verkropt en toegeknepen hieldHet is geen noodzaak meer wat heiligst is te honenEn de ondeugd heerscht niet meer in schaacircuw van koningstronen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

421

Nog echter heeft die trots van t menschelijk gemoedZoo lang door t zuchtend volk bezuurd niet uitgewoedGelijk de holle zee wier breede golven kokenDoor t zweepen van den wind haar boorden uitgebrokenSchoon reeds het stormgeweld de heldre lucht verlaatNog met zijn bruischend schuim op rots en banken slaatOf wen t verslindend vuur onmerkbaar opgerezenWeldra een gantsche stad haar ondergang doet vreezenEn de onvermoeide zorg der burgren haar den buitOntweldigt en in t end den loop der vlammen stuitTerwijl een heimlijk vuur blijft smeulen onder de asschenDat licht het zorgloos volk met nieuwen schrik verrasschenIn t onheil domplen zal zoo is de helsche lustNaar dwaze nieuwigheecircn by t menschdom ja gebluschtMaar liet nog vonken na door uwe hulp te smorenO heilge poeumlzy Doe gy de lessen hoorenDer echte Wijsbegeerte en zij de hooge roemDen mensch ter zaligheid te voeren aan den bloemDer Barden uit uw schoot o Nederland geborenBestemd ontwijk hun voet reeds plat getreden sporenHy kieze een nieuwer pad dat naar den zangberg leidtZoo wordt uw roem met hun door heel Euroop verbreidEn door het nageslacht met huivering betredent Herschapen Griekenland in Neecircrland aangebeden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

422

Wie heft me in onnazienbre vluchtDoor wolken heen en etherlucht

En voert my nader aan de boordenVan een nog ongerepte bronWaar zich mijn dorst aan lesschen kon

In onuitputbren stroom van woorden

Uw grootheid zong ik uwen lofBezielster van het doode stof

Als van de zalige EnglenkringenU Godgewijde PoeumlzyWier onweecircrstaanbre heerschappy

t Heelal in ketenen kan dwingen

O naar het buigen van mijn toonZonk de aard aanbiddend voor uw troon

En stortte blakende gezangenEn zee en hemel spande zaamOm in het loven van uw naam

De stem van t menschdom te vervangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

423

Ten prooi aan t wisselzieke lotEn van den zetel van zijn God

Verwijderd balling op dees aardeZijt gy het dierbaar hemelkroostDie s menschen jammeren vertroost

Die hem herinnert aan zijn waarde

Egypte stapel marmer opTot torens die den vasten kop

Tot aan het starrendak verheffenOok die gevaarten zal de tijdWiens nijd geen menschengrootheid lijdt

Met zijn getergden bliksem treffen

Maar wat de dichterlijke gloedIn onzen boezem rijzen doet

Is boven t eigen lot verhevenDie eedle vlam blijft by den valVan t in den baaiert keerend Al

Met de onvergangbre geesten leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

424

Heil heil den naam van d oorlogsheldDoor s dichters loflied eens vermeld

Die is voor ondergang beveiligdDie leeft met nooit vervallen krachtTot by het verste nageslacht

Door heel de menschlijkheid geheiligd

Maar heil het gantsche wereldrondWanneer o dichtrenrei uw mond

De ware wijsheid zal verkondenDan is voor t eerst beneveld oogNatuurs geheim niet meer te hoog

Om op uw voorbeeld te doorgronden

Dan voelt het menschelijk verstandZich aan het Englenrijk verwant

Door u hervormd tot reiner zedenEn onder d invloed van een GodVerzacht de hardheid van ons lot

En de aard verkeert zich in een Eden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

425

En by de naadring van het uurWaarop het vonnis der natuur

Het broze lichaam dreigt te slopenDan ziet voor sterven onbevreesdDe door uw toorts verlichte geest

Het rijk der heemlen voor zich open

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

426

Ines de Castro

Contra huma Dama ocirc peitos carniceirosFerozes vos mostrais e cavalleiros

CAMOENS

DON PEDRO REI VAN HOFJONKVROUWENMen verbeelde zich het Tooneel in een zaal van des Prinsen Paleis te Coiumlmbra

DON PEDROO dierbaar oogenblik met zoo veel vuur verbeidDat my de smart vergoedt der lange afwezigheidIk keere dan in t end in de armen der geliefdeTe rug De teecircrste min die ooit een boezem griefdeBlaakt heden in dit hart met nooit gekenden gloedEn k ijle Maar hoe dus Gy eedle juffrenstoetHoe staat gy dus bedrukt en treurende en verlegenMet wankelende schreecircn treedt gy mijn aankomst tegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

427

Ontfangt my dus mijn huis daar k vol verlangen keerGy zwijgt - en schreit - en slaat het oog weemoedig neecircr -Zou Ines zou mijn kroost Ik sidder t uit te sprekenMeldt meldt om Gods wil my de waarheid

DE REIOns ontbreken

De moed de kracht de stem O dat ik t geen ik zagVergeten kon mijn Prins - Een doodelijke slagBedreigt u En gy eischt dat ik hem toe zal brengen

DON PEDROt Is vruchtloos verder nog mijn twijfel te verlengenk Doorzie den donkren zin van t uitgesproken woordMijne Ines is niet meer Mijne Ines

DE REIWerd vermoord

DON PEDROVermoord - En ik ik leef - Ik overleve een mareDie voor een koeler hart dan t mijne moordend ware -Ja k leef voor eeuwgen rouw voor eeuwig pijngevoelEn t aanzijn heeft voortaan voor Pedro slechts eacuteeacuten doel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

428

Maar wenschlijk is t my nog - Zult gy dien wensch misduidenBeseft gy niet mijn hoop gy dochters van het ZuidenDe wraak de troost der wraak - Neen vreest mijn wanhoop nietVreest niet dat ik bezwijke in t folterend verdrietHy die my Ines schonk en afnam zal my sparenTot de aard verzadigd zij van t bloed der moordenarenMaar gy getrouwe rei zoo teecircr aan haar verknochtMaar gy getuigen van haar jongsten ademtochtOnthoudt my t schrikverhaal der gruwlen hier bedrevenUit ijdle deernis niet Doet gy t gevoel herlevenDat door zoo fel een slag verdoofd werd in mijn hartWekt mijn versteende ziel tot levendige smartWeecircr op Doet t bloedig vocht ontschieten aan mijn oogenWaarvan in de overmaat van ramp de bronnen droogenMeldt my wat duivlenhand zich verwde met haar bloedZegt my haar laatsten wensch zegt my haar laatsten groetZegt my de teedre zucht die ze aan de bleeke lippenVoor echtgenoot en kroost zieltogend liet ontglippenWroet moedig in de wond van dees verscheurde borstIk smeek t als haar gemaal k gebied het als uw Vorst

DE REIk Gehoorzaam maar zoo t bloed by t gruwzaam wee-verhalenTe rug springt naar mijn hart en my de krachten falen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

429

Om t geen ik tuigde op nieuw voor mijn geschokte zielTe voeren ocirc verschoon De bloem der vrouwen vielDe roem van haar geslacht des hemels uitverkorenAls de uwe zag ik hier verraderlijk doorborenIk overleefde naauw zoo pletterend een schrikEn dien (gy eischt het Prins) vernieuwt dit oogenblik

Gy hadt nog pas eacuteeacuten dag dit stil verblijf verlatenWanneer op eens de maar zich door Coiumlmbraas stratenVerspreidt dat zich de Vorst uw Vader herwaarts geeftDie tijding treft ook ons Uw minlijke Ines beeftZy weet het wat die komst voor onheil aan moet voerenMaar ocirc niet voor haar zelf voelt zy haar hart beroerenVan rustlooze angst en zorg Zy siddert voor haar gacircZy siddert voor haar kroost helaas het is te spacircEeacuten hoop welt by haar op Ik moet een poging wagenlsquo(Dus spreekt zy) van behoud en dan Uw welbehagenGeschiede Almachtigersquo Die korte taal ontlastHaar boezem schenkt haar moed en t stout besluit staat vastMet haar onnoozel kroost den vader van haar gadeTe smeeken voor haar recht of (moet het) om genadeIs t eenig wat haar rest en redding brengt misschienZy ijlt naar t vorstlijk hof stort zich aan s konings kniecircnEn spreekt hem die nog naauw hare aankomst heeft vernomen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

430

Met deze woorden aan terwijl haar tranen stroomenlsquoMijn koning zie my hier gebogen aan uw voetMy t voorwerp van uw toorn dien ik onschuldig boetOf dwaalde ik laat dit kroost genacirc voor my verwervenDat in hun aderen uw bloed voert Moet ik stervenOm dat Don Pedro my om dat ik hem aanbidEischt dit de glans der kroon Beveelt s lands welzijn ditOf moet mijn onschuld dan den nijd ten offer snevenVan hovelingen aan mijn afkomst aan mijn levenVijandig en wier haat mijn gade zelf niet spaartDoch voor hun woeste drift was Ines nooit vervaardMaar gy wien k eer als vorst en lief heb als een vader(En echter met een hart van angst gepijnigd nader)Deelt gy mede in dien haat zoo onverdiend zoo wreedEn maakt zich ook uw hand tot mijn verderf gereedZijt ge op my zwakke vrouw zoo gruwzaam dan verbitterdOm dat geen diadeem haar om de slapen schittertDie aan den Prins uw zoon haar trouw verbinden dorstVergeef het aan de drift die in ons beider borstOnwederstaanbaar sloeg Niet tembaar was de liefdeDie Pedroos edel hart voor droevige Ines griefdek Zag wien mijn ziel aanbad wanhopig aan mijn voet -Om weecircrmin smachtend - k zag hem twijflen aan mijn gloed -Was langer wederstand hier mooglijk - k Werd zijn gade

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

431

k Werd moeder o mijn vorst schenk op dien naam genade -Maar is mijn afkomst dan onwaard een vorstlijke echtt Is waar geen koningskroon is aan mijn stam gehechtMaar Spanjes edelst bloed vereent zich in mijn aadrenCastielje en Arragon getuigen van mijn vaadrenWie kent niet Castros naam door deugd en adel grootAch licht welhaast befaamd door Ines vroege doodDie dood die vreze ik niet - voor t minst niet voor my zelveZoo slechts mijn sterven niet t graf van mijn gade delveVerhoed dit groote Vorst spaar my niet spaar uw zoonDen dierbren erfgenaam van uw roemruchten troonOf is mijn straf bepaald - k zal langer om het levenNiet smeeken zij my slechts eacuteeacuten bede toegegevenDat u mijn dood verzoene en dat mijn schuldloos bloedDe bittre veete blusch die tegen Pedro woedt -En voor dees lieve twee Zoo zy hun moeder dervenLaat niet uw ongenade op dit ons kroost verstervenAch zy misdreven niets Zy hebben schoon onze echtU haatlijk moge zijn op uw bescherming rechtHun vader is uw zoon wees hem wees hun een vaderEn breng mijn ondergang u aan uw kindren naderO dien vergeve ik u zoo k u misdadig schijnWant aan dees laatste beecirc zult gy gevoelig zijnrsquoDus spreekt zy met een stem die rotsen had bewogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

432

Nog galmt ze my door t hart nog perst ze my uit de oogenEen vollen tranenstroom - Den Vorst zelf zag k ontroerdEn mooglijk op dien stond schier tot genacirc vervoerdHy richt de smeekende op In zijn ontstelde trekkenIs t zichtbaar welk gevoel haar rede mocht verwekkenZijn hart voelt deernis - Ach hy doet zijn hart geweldBedwingt zich en de plooi der strengheid is hersteldEn machtloos evenzeer tot straffen of verschoonenTe fier om zich voor ons besluiteloos te toonenVerdwijnt hy haastig uit onze oogen Ines keertVan zorg om uwentwil thans meer dan ooit verteerdMaar wisslende angst en hoop verdeelen onze hartent Waar mooglijk dat dees dag het eind zag onzer smartent Waar mooglijk dat de Vorst geroerd door zoo veel deugdOntwapend door haar beecirc gevoelig voor haar jeugd(Want wie kon Ines zien en onvermurwbaar wezen)Verraderen ten spijt de schand der PortugeezenVergeving sprak - Doch zelfs die pijnelijke staatVan twijfel was te kort en de eerste dageraadMoest onzen schrikbren rouw doen tot het uiterst klimmen

De schaduwen der nacht verbleekten aan de kimmenEen woeste mengeling van stemmen treft ons oorMen dringt in dit paleis in naam des konings door

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

433

De wachten staan ontzet wat zou hier weecircrstand batenEn wy bedrukte stoet van alle hulp verlatenVan doodelijken schrik bewusteloos verwardWy naderen en God wat schouwspel voor ons hartO gruwelijke stond dien k nimmer zal vergetenDat hatelijke paar dat felst op u gebetenHun razerny in t hart des Konings overbrachtDie bittre vijanden van Ines braaf geslachtPacheco Alvares staan voor ons t Is verlorenEen eindelooze rouw is aan dit huis beschorenZy eischen Ines op het vonnis van de doodIs uitgesproken en hun zwaarden zijn ontblootOm t uit te voeren Neen k beschrijve u niet hun woedeNiet hoe de felle haat dien steeds hun boezem broeddeZich lucht gaf op dit uur De koninklijke machtSteunt hun vermetelheid die met ons lijden lacht

Maar Ines ziet haar uur met englenkalmte nakenIs t lot geworpen dat haar reine ziel moet slakenZy onderwerpt zich ja biedt zich haar moordren aanMaar vraagt een kort verwijl - het wordt haar toegestaanNu knielt ze en heft het oog gelaten naar den hemellsquoOntfang mijn ziel o God van uit dit stofgewemelGenadig schenk den gacirc voor wien k alleen bestond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

434

Versterking in zijn leed Druip balsem op zijn wondBreng zijn gefolterd hart aan dat zijns vaders naderVergeef mijn vijanden en wees mijn kroost een vaderrsquo

Zy zegt en buigt het hoofd Der beulen euvelmoedOntzet Zy aarzelen en waar t geen tijgrenbloedWat door hun aders vloeit uwe Ines bleef in t levenMaar neen zy schamen zich hun opzet op te gevenEn vatten nieuwen moed en keeren t aanzicht afPacheco grijpt het hoofd dat zy hem overgafEn t zwaard van Alvares Des hemels goedheid spaardeMy t verdere gezicht des gruwels k Zonk ter aardeOf t ware dat my zelve een doodelijke slagVerpletterd had - Maar toen k herrees en om my zagWas alles stil en doodsch k Zag slechts de breede stroomenVan t bloed - Uwe egacirc was ten hemel opgenomen

DON PEDROZoo is dan t bloedontwerp van t zwartst verraad gelukt

Zoo werd dan door het zwaard mijn echtknoop losgeruktMijn vader dat ge u dus door monsters liet omringenDat dus hun helsche raad in uw gemoed kon dringenGeen deernis trof u met een weerelooze vrouwNoch t denkbeeld van uw zoon en van den bittren rouw

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

435

Waarin t ontmenscht besluit der staatszucht hem moet stortenEn die (o hemel stem t) mijn dagen zal verkortenMaar laat my (kan het zijn) vergeten dat ook gyMijn vader schuldig zijt aan t schriklot dat ik lijOp u gevloekte twee lafharte moordenaren(O moog t rechtvaardig lot u tot dat tijdstip sparen)Op u slechts vlamt die wraak waar voor ik eenig leefBeef schendige Alvares en gy Pacheco beefViert viert den zege dien de hel u deed verwervenVerduizendvoudigd wacht de straf u Gy zult stervenOf voegen by het bloed van Ines ook het mijnMijne egacirc ja ik sneve of k zal uw wreker zijnVerfoei my t nageslacht gelijk het zal verfoeienDen naam van t monstrenpaar wiens staal uw bloed deed vloeienVerfoeie my ons kroost verfoei my t gantsch HeelalZoo heel het aardrijk van die wraak niet ijzen zalEn verder - kwijn kwijn weg in tranen o mijn levenWat uitzicht bleef my meer Wat hoop om naar te strevenDe wereld die me omringt is my een wildernisMijn rang zal me eindeloos aan t bloedige gemisHerinnren Neen de kroon die eens mijn hoofd moet drukkenZal nimmermeer mijn hart aan t knagend wee ontrukkenGeen zorg van staat zal ooit uw beeld verflaauwen doenO Ines in dees borst De daavrende klaroen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

436

Die in de prille jeugd het ridderbloed doet kokenEn die zoo menigmaal mijn boezem heeft ontstokenIn heldenroemzucht die de ziel ten hemel heftVindt Pedro doof voortaan Mijn stervend hart beseftEen enkle nooddruft nog die van uw dood te wrekenTe treuren zonder end en smert met smert te kweekenMaar gy zoo t geestendom mag neecircrzien op deze aardBlijve u de teecircrste gacirc nog zorg en deernis waardVan uit het englenrijk waar toe gy werdt verhevenO dat me uw dierbre schim nog zomtijds moge omzwevenVerschijn my als de nacht mijn mat getreurde leecircnt Bedriegelijk genot des slaaps brengt Hoor mijn beecircnDaal slechts eacuteeacuten oogenblik voor de oogen van uw gadeTer neder treffendst pand der hemelsche genadeBy al wat k lijden mag maar welkom bovenalWanneer me uw komst het uur der dood verkonden zalMaar k ga k wil op het lijk den traan der wanhoop plengenk Wil aan de wreed vermoorde een laatste groete brengenDan voer men t lijk naar t graf De ziel vloog hemelwaartKeer t zielloos stofkleed weecircr in t rustig stof der aardEens echter als de loop der wentelende jarenMijn schedel met den last der rijkskroon zal bezwarenWordt mooglijk nog dit stof aan de aard te rug gevraagdDan zal dat dierbaar hoofd zoo gruwzaam eens belaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

437

Nog met den diadeem dien k haar bestemde pralenEn zielloos nog triumf op t beulenrot behalenDat de eer der heerschappy aan Pedroos gemalinBenijdde Heel mijn volk zal haar als koninginEen sombre hulde biecircn Verraders moogt gy levenEn zien voor eerste straf haar op den troon verhevenWie uw gevloekte hand de reine borst doorstietEn t koude lijk vorstin van t Portugeesch gebiedDien naam dien kenne haar by al haar hemelglorieDeze aarde toe Dien naam bevest haar s lands historieEn roem haar t nageslacht in dood en leven grootIn t leven wreed vervolgd gekroonde na den dood

DE REIWelk een akelige kreet

Vult Coiumlmbraas sombre wallenWelk een noodlot gruwzaam wreed

Heeft haar vesten overvallenWaarom rolt Mondegoos vloedMet een dof gemurmel bloed

Door haar jammerende boordenWaarom roept het al tot GodWraak op t helsche beulenrot

Dat een zwakke vrouw kon moorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

438

Ines Ines is niet meerZy is t voorwerp van die klachtenHeel een volk vraagt Ines weecircr

Aan de monsters die haar slachttenHaar die meer dan vrouwendeugdBy het tederst schoon der jeugd

In het vlekloos harte paardeDe eecirclste bloem van Spanje viel -Ach de aan God gewijde ziel

Was te zuiver voor deze aarde

De eerste dood die t aardrijk zagWas de dood des schuldeloozenWat deze aard te tuigen plag

Is de zegepraal der boozenHier regeert noch recht noch GodHier geen ander plichtgebod

Dan de vaste wil des sterkenWie zal t dwingend algeweldDaar t zich zelf geen palen stelt

In zijn dollen loop beperken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

439

Hoe ik keere mijn gezichtk Zie de misdaad triomfeerenTroonen door geweld gesticht

Laffe vleiers die regeerenMuichelmoord en snood verraadAan het eervol roer van Staat

In den purperglans gehuldigdEn der ondeugd schaamtloos hoofdMet het lauwerblad omloofd

Aan rechtaarde deugd verschuldigd

Wat dan heeft dit aardsch tooneelDaar t die gruwelen onteerenDat een edel harte streel

Dat hem t leven doe waardeerenWat genoegen heeft het inMacht- en gouddorst wrevelzin

Driften toomloos losgebrokenWorstlend met elkaacircr te zien -Maar vereend op t hart gebiecircn

Dat zy rusteloos bestoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

440

Onschuld wat zult gy hier doenNederige wapenloozeWat vermoogt gy tegen t woecircn

Van den onbedwongen boozeWeecircrstand bieden vreest gy nietNoch wanneer de plicht gebiedt

t Heerschend onrecht te vervolgent Alomvattende geweldDat zich hier ten meester stelt

Heeft uwe onmacht reeds verzwolgen

Lijden lijden is uw lott Lastig leven door te zwoegenMet de hoop gevest op God

Dit is Onschuld uw genoegenMaar ook dit wordt u misgundZoo gy t hoofd niet buigen kunt

Voor d Afgodendienst der snoodheid -Haat vervolging staan gereedLaster moord en al het leed

Waar uw zwakheid steeds voor bloot leit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

441

Waarom dan de dood betreurdDie geen leed brengt maar bevrijdenDe onschuld uit de klaauwen scheurt

Van haar haatren van haar lijdenAch de wil der Almacht spreektEn de band des lichaams breekt

En de ziel stijgt op ten hoogenDaar herstelt een eeuwge rustDaar verkwikt een eeuwge lust

In den schoot van t Alvermogen

Dierbre koninklijke vrouwOm wie onze tranen stroomenEeuwig voorwerp van den rouw

Die ons hart heeft ingenomenDit dit noodlot is het uwMonsters van wier naam ik gruw

Snoeiden uw onschuldig levenMaar de woede van den haatDie zijn prooi ter nederslaat

Heeft tot de Englen u verheven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

442

Bloei dan welig in Gods hofBloem zoo jeugdig afgesnedenBloem zoo vroeg zoo wreed in t stof

Door een vloekbren voet vertredenDaar herademt ge en vergeetAl het doorgeworsteld leed

Al de broze vreugd der aardeDie eacuteeacuten dag ontluiken zietEeacuten dag omwerkt in verdriet

Vreugde niet voor u van waarde

Maar het naar u smachtend kroostZult ge omzweven en bewakenMaar den ecircgacirc wien geen troost

In t verscheurde hart durft nakenZult ge onzichtbaar gadeslaanEn de wanhoop doen weecircrstaan

Die ons t uiterste doet vreezenJa gy zult ofschoon dees grondDoor geen weldaacircn u verbond

Portugals beschermgeest wezen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

443

Immer blijft de vlek van t bloedOp Coiumlmbraas bodem klevenImmer zal Mondegoos vloed

Klachten murmlen om uw snevenVan uw schoonheid van uw deugdVan uw droef verwelkte jeugd

Zal geheel de wereld wagenEn t ontmenschte beulenrotBy de strenge wraak van God

Ook den vloek der menschheid dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

444

Heldenpleit

t Sigeiumlsch strand zag nu den vorstelijken kringDes Griekschen Raads vergaacircrd tot slechting van t gedingVan uit hun midden treedt met grimmig vlammende oogenKrijgshaftige Ajax op en heft ze norsch ten hoogenTerwijl hij uitbarst in dees woorden Groote goocircnHier in t gezicht der zee hier durft Laeumlrtes zoonMet Ajax naar eacuteeacuten prijs Achilles wapens dingenHier hier op de eigen plek waar onze schepelingenHem vlieden zagen voor de toorts waarmeecirc de handVan Hector heel dees vloot ging steken in den brandDaar ik alleen dorst staan en d aanval deed mislukkenOf moet wellicht de kunst zich listig uit te drukkenIn fijn gesponnen taal op heldendapperheidDe zege winnen zoo is my de zege ontzeidIk heb de gaaf mijn recht met klanken op te sieren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

445

Zoo min als hy die van den degen te bestierenGelijk het krijgsliecircn past Doch t komt op daden aanDe mijne kent gy Wat deze arm hier heeft bestaanGetuigde t licht des dags Hy moog zijn krijgsbedrijvenWijdloopig voor het oor van t Grieksche heir beschrijvenOm t geen hy mooglijk eens in sombre schaauw der nachtEn eenzaam ondernam met valsche woordenprachtTe voeren in het licht Maar zouden laffe listenDen schitterenden prijs dien hy my durft betwistenVerdienen Roem genoeg verstrekt het hem met myTe kampen om eacuteeacuten prijs Hoe dierbaar die me ook zijHy waar my dierbrer nog betwist door andre heldenDoch k doe by meerder deugd nog hooger rechten geldenDie van mijne afkomst k Ben de zoon van TelamonDie onder Hercules de Trooische muren wonEn met Thessaaljes jeugd den stouten tocht dorst wagenOm t gulden wondervlies aan Colchos weecircr te vragenZijn vader was de Vorst die in het helgebiedDe Sisyphussen voor zijn aanblik siddren zietEn wien der goden Vorst niet schroomt zijn zoon te noemenZoo na mag Ajax zich op hemelsche afkomst roemenEen afkomst hem gemeen met Peleus grooten zoonk Heb tot geen kampstrijd van verdiensten me aangeboocircnMaar k eisch hier de erfenis eens broeders Waar t rechtvaardig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

446

Zoo t kroost van Sisyphus dien stamheer overwaardigHet erfrecht meester werd van Eacus geslachtEn wordt het heilge recht eens stamgenoots misachtOf heb ik dit verbeurd om dat ik vrij en moedigMy aanbood tot den tocht die Griekens schande bloedigGing wreken Zoo geeft hem die in het harnas beeftEn t zwaard al siddrend voert Achilles wapens GeeftDe wapens van een held als Peleus zoon aan dezenWien Palamedes van een dolheid moest genezenGeveinsd uit laffen vrees voor t roemrijk krijgsgevaarEn o dat hem die list gelukt mocht zijn Hy waarDit leger niet gevolgd om t in zijn gruweldadenMeecirc in te wikklen en zijn helden te verradenGy zoudt nog met ons zijn rampzaalge Peas zoonDie aan t verschriklijkst leed (ons allen tot een hoon)Ten prooi gelaten werd in Lemnos woeste bosschenEn van het roofgediert en van de doode rotsenEen medelijden vergt door Grieken u ontzeidHelaas thans kwijnt gy weg in de aakligste eenzaamheidEn richt half stervende die wijd geduchte pijlenWaarmeecirc we u tot verderf der Trojers zagen ijlenOp wild gevogelt af tot voedsel van uw weeEn heiligt aan de wraak (o goocircn verhoort zijn beecirc)Laeumlrtes valschen zoon En echter blijft gy leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

447

Door t leed zelf waar ge in zwoegt aan zijnen haat onthevenMaar Palamedes Ach wie geeft dien held ons weecircrDie door des monsters list zijn leven met zijn eerVerbeurde toen de wraak om t schrander listontdekken(Het geen den lafaart dwong met ons te veld te trekken)Op dat onschuldig hoofd zoo gruwzaam werd verzaadUlysses dorst den held van t schandelijkst verraadBetichten en hy zelf (ja k durf de waarheid spreken)Had in des Vorsten tent den goudschat doen verstekenBedriegelijk bewijs van een verdichte schuldVan zulk een dapperheid is zijn gemoed vervuldMet ballingschap en moord woedt hy op Grieksche heldenGevaarlijk in den raad en niet op de oorlogsveldenDit tuige Nestor die door t storten van zijn paardOnweecircrbaar in t gevecht neecircrtuimelend ter aardUlysses dien hy bad hem in dien nood te hoedenTot eigen lijfsbehoud zich ijlings weg zag spoedenDoof voor des grijzaarts stem Dit tuige DiomeedDie hem op d eigen stond zoo laf een vlucht verweetDoch t Godendom doet recht Ook hy zag zich in t strijdenOntbloot aan alle kant en had mijn medelijdenHem niet gered hy waar bezweken in den noodDoch k zag den killen schrik der naderende doodZijn kaken bleeken en ontfermde my des snooden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

448

Ik zwaaide t zwaard in t rond de Trooische drommen vlodenEn deze beukelaar bedekte heel den heldBetwist hy my den zege op t eigen oorlogsveldIndien hy t wagen durft En als des vijands klingenHem wederom zoo na ten lijve zullen dringenZoo oordeel heel het heir wie zegepralen moetHy die geen andre kracht dan in den vluggen voetOp t slagveld overhoudt of die toen Hectors naderenNiet slechts Ulysses t bloed verstijven deed in de aderenMaar onzen dappren meecirc te midden van zijn vaartDen grooten oorlogsman neecircrbonsde tegen de aardEn t vijandlijk geweld te rug stiet WapenbroederenGetuigt het Welk een wensch vermeesterde uw gemoederenToen t lot beslissen moest wien onzer t tweegevechtDoor Hector aangeboocircn zou worden toegezegdBy zulk een overvloed van helden Hooptet ge allenNiet dat die hachlijke eer aan my te beurt mocht vallenDie hoop vervulde zich ik streed en keerde weecircrOnoverwonnen in uw midden en met de eerDer legers ongekrenkt Doch k durf op meerder bogenDien schrikbren onheilsdag voer zich uw geest voor oogenToen Troje en Jupiter met Troje bondgenootIn plettrende overmacht losbarstten op de vlootMet vuur en staal Eeacuten uur ging onze duizend kielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

449

De hoop des wederkeers naar t vaderland vernielenHad ik niet in t gevaar dees borst vooruit gezetEn tegen menschen beide en goden u geredk Heb op erkentnis recht voor zulk een dienstbetooningAchilles waapnen zijn me een billijke beloningIk ben die waard zy my Hetgeen ik heb verrichtIs meer dan Pallas beeld in t duister weggelichtOf wichlaar Helenus verwonnen een bespiederBetrapt en omgebracht en Rhesus moord daar iederZelfs hiervan t allermeest aan Diomedes wijtSta af dan weekeling van d ongelijken strijdDien ge ondernemen dorst Tot loos bedrog geschapenVoegt u t sieraad geenszins van t al te schittrend wapenU zou de gouden helm verraden by de nachtTerwijl gy lagen spreidt terwijl gy zelfs de krachtOm hem te dragen mist Bespotlijk zou het wezenDe zware lans gedrild door Peleus zoon voordezenIn uwe hand te zien en aan uw arm het schildWaarop die godenzoon de wereld droeg Te mildWaar t Grieksche leger wis voor Priams onderzatenIndien t in uw bezit dien wapendosch kon latenOp dat ze dadelijk des vijands prooi zou zijnNeen Grieken neen Aan my dat heldenschild Het mijnWerd tot uw dienst doorboord door menigte van schichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

450

Aan my Doch tusschen ons kunt gy gemaklijk richtenWerpt deze wapenen in t vijandelijke heirEn die ze wederbrengt keere als hun eignaar weecircrrsquo

Dus eindigt Ajax en een gunstig volksgevoelenVolgt murmlend op zijn reecircn Te midden van dit woelenTreedt thands Ulysses op Het neecircrgeslagen oogVerheft hy nederig en statig naar om hoogWeet kalm met schrandre kunst hun aandacht eerst te spannenVoldoet die eindelijk en spreekt lsquoHeldhafte mannenZoo onzer aller beecirc verhoord waar by JupijnDit hachelijk verschil zou niet gerezen zijnAch deze wapendosch zou nog Achilles leden(t Geheugen van den held kost my dees traan) bekleedenDoch heeft de onwrikbre wil des Noodlots ons beroofdVan dien doorluchten Vorst van dat onschatbaar hoofdDan mogelijk doet hy het zekerst erfrecht geldenDoor wien die groote man zich op deze oorlogsveldenBevonden heeft en aan wiens kloekheid en beleidGy menig zege dankt aan grove kracht ontzeidWant Grieken t strekke toch den woestaart niet tot voordeelDat hy zich weet ontbloot van schranderheid en oordeelEn op zijn dwaasheid roemt Wie nuttigst was in t heirDien kroone uw dankbaarheid met de overwinningseer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

451

Niet wat ons voorgeslacht maar wat wy zelven dedenBeslisse Schoon k ook dan niet achteruit zou tredenWant ik ben evenzeer van godlijke geboortGeboorte niet bevlekt door gruwbren broedermoordMaar door mijn moeders bloed uit Majaas zoon geborenNog heerlijker misschien Of wilt gy de eischen hoorenDer bloedverwantschap dan heeft Ajax meecirc geen rechtDan word dees wapendosch aan Pyrrhus toegezegdDes afgestorvnen zoon of aan zijn grijzen vaderDan is hem Ajax ook niet meer dan Teucer naderMeecirc zoon van Telamon Maar neen verdienste alleenBeslechte ons wichtig pleit Wel aan dan wat ik meenSints meer dan negen jaar in t aanschijn onzer heldenTe hebben uitgericht zij t my vergund te melden

Gy weet hoe in het eerst een schrandre moederzorgAchilles fieren moed in vrouwendracht verborgEn aan den tocht onttrok door uwe deugd begonnenWie heeft dien forschen arm voor t Grieksche heir herwonnenWas t Ajax Of was ik t die midden in een stoetVan vrouwen onder wie hy kwijnde t heldenbloedZich zelf verraden en van oorlogzucht deed ziedenDoor d aanblik van het zwaard dat ik wist aan te biedenEn die op d eigen stond hem toeriep lsquoGodenzoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

452

Op u wacht Trojes vest om Menelauumls hoonTe boeten Op ten strijd Gy brengt den Griek viktoriersquoIk sprak hij volgde Hoort een deel sints van zijn glorieNiet my Zy strekken my tot onvergeetbren roemZoo velen door zijn hand van Trojes heldenbloemEn Phrygiaansche steecircn vernield zijn Lesbos wallenEn Chryse Tenedos en Cylla zijn gevallenDoor my Dien Hector meecirc der oorlogsvelden schrikAchilles schittrendste triumf vermeesterde ikMijn wapens dan die t eerst Achilles lijf omgorddenDie kunnen niet betaald dan met de zijne wordenZie daar mijn eerste dienst bewezen aan dit heirNog voor onze aankomst op dees stranden deed ik meerDer duizend schepen vloot gereed in zee te stekenOm de eer van Atreus kroost op Priams huis te wrekenVerbeidde aan Aulis strand der winden gunst alleenDoch vruchtloos waren hier geloften en gebeecircnDiana fel vergramd op d Oppervorst der GriekenVerbiedt den vluggen wind in onzer kielen wiekenTe zwellen zoo men niet haar ongenade boetEn op haar outer plenge Iphigeniaas bloedNu moet door kracht van taal eens vaders hart bewogenHet slachten van zijn kroost op t outer te gedogenIk waag dit voor t belang der Grieken k overreed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

453

(Tuig Agamemnon tuig t wat strijd ik toenmaals streed)Den vader zich de plicht des konings toe te wijdenEn wist den weecircrstand zelfs der moeder te vermijdenDie onbewust van t al my t offer overgeeftDiana wordt voldaan Iphigenia sneeftDe winden zijn ontboeid De Phrygiaansche strandenBetreedt der Grieken heir door mijn beleid Wy landenIk waag voor aller zaak my aan een nieuw gevaarBegeef me in Trojes wal en moedig redenaarOntwikkel in den Raad van Priam Griekens klachtenBedreig hem met den krijg dien onze schepen brachtenEn eisch Heleen te rug met boete voor den hoonDie haren Egacirc trof Mijn taal en stem en toonDoordringt der grijzen hart en lenigt hun gemoederenTerwijl een woeste jeugd en Paris en zijn broederenZich naauw ontzien hun staal te doopen in mijn bloedNu was de hoop op vreecirc verloren de oorlog woedtDoch niet op t open veld De Grieksche en Trooische lansenBeproeven zich nog niet De vijanden verschansenZich binnen hunne veste en t duurt ruim negen jaarEer we onze zucht voldoen naar ernstig krijgsgevaarWat deedt gy woestaart toen die niets verstaat dan vechtenTerwijl ik zorgde en waakte en onze legerknechtenBy t lastige beleg volharding aanbeval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

454

Den vijand lagen spreidde en t leger met een walEn vestingmuur omgaf en voor verrassing hoeddek Was nuttig gy verteerde in vruchtelooze woedeHet leger middlerwijl door Agamemnons droomBedrogen dreigt een schand die ik alleen voorkoomMen wil aan t grootsch ontwerp aan wraak en eer verzakenOm weecircr de rust der vrede en t huislijk heil te smakenHeeft Ajax die zoo grootsch op vaste deugd braveertHeeft Ajax toen die vlugt volijverig gekeerdHeeft hy door raad of daad voor t minste door zijn voorbeeldDe krijgren aangevuurd en hun gedrag veroordeeldO neen daar t al den rug aan Trojes muren boodGetroostte hy zich meecirc die lafheid en hy vloodNiet ik Die t vluchtend volk in t harte weet te treffenEn met een scherp verwijt de schande doe beseffenVan na een lang beleg te keeren onvoldaanEn op den Griekschen naam der eeuwen smaad te laacircnMijn ijver overwint men wendt beschaamd zijn schredenNaar t leger Ajax meecirc keert weder op mijn redenNu wordt door d Oppervorst het gantsche heir vergaardIk voer op nieuw het woord de omstuimigheid bedaartIk straf een muiteling zoo nietig als vermetenEn spoor de krijgren aan dien dag te doen vergetenDoor nieuwe wonderen op t bloedig veld van eer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

455

Zoo strekt dan al t geen sints en Ajax en dit heirVerrichtten my tot lof Doch t is genoeg geblekenWat denkwijze over my alle onze helden kwekenIk ben t als Diomeed een stouten aanslag waagtWien deze dappere tot medehelper vraagtt Is vleiender voorwaar aldus te zijn verkorenDan door een blinde kans ten strijd te zijn beschorenVoor t minst ik wachtte niet dat my het lot geboodOm me in de holle nacht te wagen aan den doodToen ik den Trooischen spie daar hy ons kwam verrassenDe zijnen deed verraacircn en in zijn bloed deed plassenEn daarmeecirc niet vernoegd in Rhesus tenten drongHem met geheel zijn stoet t zwaard door den gorgel wrongEn tot een schittrend blijk mijns krijgsbedrijfs zijn paardenDie zy als t waardig loon van Dolons tocht bewaardenIn t Grieksche leger bracht Maar ook by zonnelichtIn openbaren strijd heb ik niet min verrichtDit heeft Sarpedons drom te droevig ondervondenOp t flikkren van mijn staal door t slagveld half verslondenDit tuigden Prytanis Alastor ChromiusNoeumlmon Halius Alcander CeramusEn zoo veel minderen naar t schimmenrijk gezondenTen koste van mijn bloed Gy ziet het aan dees wondenVersiersels van mijn borst gelijk die groote man

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

456

Hoe trotsch zijn rede klinkt u niet vertoonen kank Beken het hy deed veel in t hachlijk vlootverweerenMaar was hy de eenige die t Trooische vuur dorst keerenEn heeft Patroclus niet in wapens uitgedoschtVan zijn doorluchten vriend den schepeling verlostOf was hy de eenge die met Hector zich dorst metenEn heeft hy t aanbod van acht anderen vergetenWaaronder ge Atreus zoon en ook Ulysses zaagtHet lot bestemde hem Hy streed wel onvertsaagdWel onverneecircrd doch is de zege hem gebleven

Hoe smert het me in uw hart de smert te doen herlevenDer dood van Peleus zoon Doch k moet u aan den dagHerinnren toen uw oog dien krijgsmuur storten zagk Ontvoerde niet ontroerd door klachten kreten tranenTe midden van den drang der juichende TrojanenHet dierbaar overschot aan t vijandlijk geweldEn deze schouder droeg het lichaam van den heldMet de eigen wapenen waarnaar wy heden trachtenNeen by verlichter geest ontbreken me ook geen krachtenMijn leden zijn t gewicht der oorlogsdracht gewendNiet minder dan mijn ziel de hooge waarde kentVan d opgehangen prijs Hoe zouden kunstgewrochtenDie godenhanden slechts te voorschijn brengen mochten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

457

Ten sieraad strekken eens onwetenden soldaatsAch of dit kostlijk schild naar eisch van orde en plaatsDe beeldtnis voert ten toon van hemel beide en aardeNoch kunst noch kennis heeft voor zulk een woestling waardeDoch dat ik in het eerst de kans des krijgs vermeedBeschimpt hy als of dit Achilles meecirc niet deedHem wilde voor t gevaar eens moeders angst beschermenMy een aanbidbre gacirc Doch k rukte me uit haar armenEn zegg hy of ik ooit sints meer dan negen jaarMe om harentwil onttrok aan eenig krijgsgevaarDan waar spreekt Ajax van Kon hy my herwaarts brengenGelijk ik Peleus zoon - Vermoogt gy t te gehengenO Vorsten welk een taal hy zich veroorelooftHy wijt u openlijk dat ge een onschuldig hoofdTer dood veroordeeld hebt om dat ge een daad moest wrekenVan schandelijk verraad op t duidelijkst geblekenJa Palamedes moest de doodstraf ondergaanIk bracht zijn vuig ontwerp den Griekschen krijgsraad aanGy doemdet hem te recht Van Philoctetes smarteBeschuldigt hy slechts my Zy gaat my diep ter harteDoch heb k daar meerder deel dan de andre helden aanGy Grieken gy volbracht wat ik had aangeraacircnOp dat een stille rust onmooglijk in dit legerHem redding schenken mocht Licht waar zijn toestand veeger

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

458

Ja mooglijk waar hy reeds bezweken in t gewoelDat de oorlog met zich brengt zoo was zijn heil mijn doelWel aan daar thans de goocircn verklaarden dat de wallenVan Troje zonder hem onmooglijk konden vallenSpoede Ajax naar hem toe Laat Ajax taal zijn woecircnTen oirbaar van dit heir met kunst bedaren doenVloei rugwaarts Simoiumls naar d oorsprong uwer stroomenSchud Ida van uw top de kroon af uwer boomenWanneer ooit zijn vernuft zoo grootsch een taak verrichtWanneer ooit zijn beleid hier t minste voordeel stichtNeen ik zal Philocteet (hy moog my thands vervloeken)In Lemnos eenzaamheid kloekmoedig gaan bezoekenZijn drift zijn haat zijn wrok doen zwichten voor mijn reecircnEn k voer hem uit zijn rots ten val van Troje heenDit zal ik zoo gewis als k Helenus deed sprekenEn t middel van hem leerde ons op zijn stad te wrekenEn uit de Trooische burcht in der beleegraars machtt Noodlottig Pallasbeeld haar sterkste weering brachtEn waant hy nog dat ik in dezen kamp zou wijkenWien gy t verschuldigd zijt dat Troje kan bezwijkenWaar was hy waar zijn moed en grootspraak op dat uurToen ik het stoutst ontwerp met meer dan heldenvuurTen uitvoer brengen dorst de stad wist in te dringenDe wachters van t kasteel tot de overgaaf te dwingen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

459

En duizendmaal den dood te tarten om dees schat(Die eenig u t bezit verzekert van de stadEn zonder wien hy zelf zijn kracht slechts zou vermoeienIn eindloos langs dees grond een nutloos bloed te sproeien)Te voeren in uw macht Voldappre DiomeedVerzelde me op dien tocht k erken het ja ik weetDien Vorst een deel des lofs van d uitslag toe te wijzenIs onzer beiden moed te minder des te prijzenOf Ajax waart ge alleen by t redden van de vlootU strekte een gansche stoet tot bijstand in den noodMaar my een enkel held Noch deze noch zoo velenDie met u in den roem des hoogsten krijgsmoeds deelenBeweren eenig recht op d eerprijs waar k naar dingZy weten dat beleid meer uitricht dan de klingZy weten dat de kracht nog nooit deed zegevierenWaar t aan verstand ontbrak haar werking te bestierenWie zijt gy die alleen een woest gevecht verstaatBy my die nuttig ben met wapens en met raadZoo veel de vlugge ziel is boven t lichaam te achtenGehoorzaam aan haar wil in t oefnen van zijn krachtenZoo veel de stuurman meer dan die den riem voert geldtDe veldheer meer dan t heir dat op zijn wenken sneltZoo veel beroem ik my dien woestaart te overtreffenDie buiten t strijdperk geen verdienste kan beseffen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

460

Wel aan dan eedle Raad Gy kent het geen ik deedGy acht my in t vervolg steeds evenzeer gereedOm moet er iets verricht met stout- en wijsheid wordenEn wapenen en list om lijf en ziel te gordenEn t al te wagen voor uw dienst en voor onze eerBedenk het wie van ons onmisbaar is voor t heirWie onzer met meer trouw voor zijn belangen waakteWien Troje meerder ducht wie Troje winbaar maakteOf kunt gy aarslen in t beslissen van ons pleitEn heb ik voor mijn recht nog niet genoeg gezeidZoo schenk ze der Godesrsquo

Hy stelt hun t beeld voor oogenVan Pallas door zijn hand aan Trojes vest onttogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

461

Toelichtingen behoorende bij de Kompleete dichtwerken van Da Costa

Waarin tevens zijn opgenomen de Voorredenen en Aanteekeningen des Dichtersbij de verschillende uitgaven zijner werken

Bladz 1

[De kompleete dichtwerken van Da Costa worden geopend met het gedicht getiteldL o f d e r D i c h t k u n s t Het komt voor in den Bundel Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n L e e f t i j d waarin nevens dit nog meer andere Gedichtenuit het eerste tijdperk van des Zangers dichterlijk leven en werken voorkomen DezeBundel werd uitgegeven bij Kruseman in het jaar 1847 Hij werd voorafgegaan doorde Voorrede die hier volgt]

Voorrede voor de Zangen uit verscheidenen leeftijd

De herdruk der twee Deelen mijner P o euml z y gaf aanleiding tot het denkbeeld omhet hier en daar in Tijdschriften of Jaarboekjes verstrooide met een en ander uithetgeen nog gantsch onuitgegeven daacuteaacuter lag in een Deeltje te vergaderen van gelijkformaat en by wege van vervolg der even vermelde nieuweUitgave Als nu sommigenmijner Vrienden den wensch hadden te kennen gegeven dat daarin eene plaatswerd verleend aan een in den handel niet meer verkrijgbaar Dichtstuk uit mijnevroege jongelingsjaren (d e V e r l o s s i n g v a n N e d e r l a n d a0 1814) zoo gingik hieraan voldoende nog een kleinen stap verder achteruit - in overeenstemmingmet dien trek naar

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

462

completeering die ons tot in het onbeduidendste wel eens vervolgt wordt nu dezekleine Bundel geopend met het eerste Hollandsche vers dat ik my herinnergeschreven te hebben en nog voorhanden had Als zoodanig had evenwel hetstukje L o f d e r D i c h t k u n s t toch ook nog eene waarde van herinnering voormy daarin namelijk dat ik door dit vers het eerst in kennis kwam met BILDERDIJKIemand had het hem als den arbeid van een jeugdigen Israeumlliet medegedeeld enhy vond er iets in dat hem aantrok waarschijnlijk het hoofddenkbeeld ontleend voorhet overige van een bekend Grieksch Byschrift op den oudsten en grootsten derHeldendichters Hoe het zij van dat oogenblik gaf ik de Latijnsche Muse haarafscheid - (ik had tot dien tijd toe nooit anders dan in het Latijn poeumlzy geoefendingenomen als ik was geheel en uitsluitend met de oude Klassiken en wat in denieuwere talen dat voetspoor betrad) - voor het eerst had ik nu in my zelven eeniggevoel voor Nederlandsche poeumlzy ontwaard De vrucht hiervan was eerst en meestde overbrenging eeniger Grieksche modellen in onze taal by name uit ESCHYLUSden Treurspeldichter wiens vereenigde Homerische en Oostersche grootaartigheidmy bijzonder had aangetrokken Zoo gaf ik in 1816 zijne P e r z e n in 1820 zijnenP r ome t h e u s in Nederduitsche dichtmaat Aan een Fragment uit de Z e v e nt e g e n T h e b e en nog een ander uit den A g amemn o n welke by dieoverbrengingen als een soort van toevoegsel gegeven zijn ruimde ik in dezetegenwoordige Verzameling eene plaats in mitsgaders aan de Od e a a n h e tT r e u r s p e l zy karakteriseeren voor een aanmerkelijk deel de toenmalige richtingvan mijn gemoed in poeumlzy

Eerst wezenlijk als dichter ontwaakte ik toen in my de Israeumllitische zelfbewustheidontwaakte toen voor my na lang dobberen tusschen een philosophisch Deiumlsmusen een zucht naar positive Godsdienst het voorleden mijner natie tot historie vanGods Openbaring en Wereldregering geworden was toen my de bestemming vandat volk de toekomst der wereld en de eenige weg te gelijk van eigen zielsbehoudbegon helder te worden in Moses en de Propheten - straks in de openbaring desNieuwen Testaments in het Evangelie des naams van Jesus Christus De eerstebladen en bloesems dier nieuwe poeumlzy zoo wel als de geschiedenis harer eerstewording zijn nedergelegd in

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

463

den Dichtbundel van 1821 en 1822 Eenmeer gerijpte vrucht van hetzelfde beginselgaf ik later (a0 1826) in de Hymne G o d me t o n s en in het D i c h t e r l i j kK r i j g sm u z i j k (van dat zelfde jaar) de F e e s t l i e d e r e n en F e e s t z a n g e n(der jaren 1828 en 1829) en misschien in een en ander lied in deze Verzamelingvan Z a n g e n u i t v e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d gelijk die sedert 1821 eenmeerbepaald en zelfstandig karakter hebben gekregen

Later gingen er weder jaren om dat het poeumltisch element zich by myminder bepaaldin den eigenlijken dichtvorm lucht gaf Daar is vooral in onzen tijd op allerlei gebiedeene natuurlijke strekking der poeumlzy tot prosawording d i van het geestelijk-idealenaar het praktisch-reeumlele die ik geloof dat weinige dichters van onzen leeftijdhebben kunnen ontgaan Toch pleegt onder dien indruk aan geen waar dichter zijnepoeumlzy als hoofdelement in denken spreken en schrijven geheel te ontvallen Ookde prosa (wie betwijfeld het) heeft hare poeumlzy en rampzalig (omgekeerd) depoeumlzy die geen ander uitwerksel van zich nalaat dan dat van den welluidendenklank of bevalligen vorm

Intusschen ook waar de Dichter uit hoofde van de stof die hem ter harte gaat uithoofde van de schare tot welke hy zich richt uit hoofde van den tijd waarin hy leeftde meer vrije en populaire vormen van het prosa verkiest keert hy als van zelvemeer dan eens terug tot dien van rijm- en maatzang alsof voor hem toch enkeldaarin de fijnste en gevoeligste n u a n c e s van zijne gedachten zijn weder te gevenDoch ook aan deze poeumlzy kleeft dan wederom wel eens iets van den prosavormaan - eenemenging die (zoo een oordeel zelfs door vergelijking met eigene verzenniet reeds eene aanmatiging is) by my althands een meer rustig gevoel verwektdan vroegere meer bruischende misschien maar ook minder bestemdevoortbrengsels van mijn vroeger tijd Tot deze menging in elk geval schijnen my demeeste latere verzen (sedert 1830) van dezen tegenwoordigen Bundel te behoorenin het bijzonder deV i j f e n Tw i n t i g J a r e n waarin ik voor het eerst die wijzigingna een vrij lange pause in mijn dichterlijke loopbaan recht duidelijk onderscheiddeby my zelven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

464

Hoe het zij prosa of poeumlzy of beide vereenigd - zoo in mijne vroegere of latereschriften immer iets eenige gehalte bezat t was my oacutef vrucht des Evangelies oacutefvoorbereiding of behoeftewekking tot die eeuwige Waarheid Aan deze worde danook wederom wat hier wordt aangeboden getoetst - aan deze dienstbaar gemaaktOok op het gebied van Kunst en Wetenschap heeft dat woord E eacute n d i n g i sn o o d i g zijne hooge beteekenis en de tijden waarin wy leven en die wy te gemoetgaan zullen eerlang ook daacuteaacuter geen ding onverschillig laten tusschen dat ontzachlijkV oacute oacute r MY of t e g e n MY waarin de Heer al wat van ver en van naby tot Zijn Rijk inbetrekking staat eenmaal voor altoos onderscheidde

November 1847

Bladz 1

[LOF DER DICHTKUNST Deze eersteling des Dichters is gelijk hier boven gezegdwerd behalve als zoodanig merkwaardig omdat hij de aanleiding werd tot de eerstekennismaking met Bilderdijk]

Bladz 18

[AAN DE WELEDELE HEEREN MR W BILDERDIJK EN MR DJ VAN LENNEP Deze opdragtheeft betrekking tot het Treurspel d e P e r z e n waarvan de eerste oorspronkelijkeuitgave in 1816 de tweede in 1853 verscheenDe Voorrede voor den eersten druk luidde als volgt]

Voorrede voor den eersten druk

Een enkel tooneel van Eschylus Perzen oefeningshalve door my in Hollandscheverzen overgezet bracht my op het besluit een zoo genoegelijken arbeid aan hetgantsche stuk te besteden De vrucht van dezen arbeid deel ik thans mijnenlandgenooten mede niet in den waan hun hierdoor een juist denkbeeld van hetoorspronkelijke in hunne moedertaal te geven maar met zucht om de aandachtnader te vestigen op een dichter mijns oordeels

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

465

niet genoeg naarmate van zijne buitengewone verdiensten gelezen en geachtMisschien mag dit stuk in deze tijden eenig bijzonder belang inboezemen uit hoofdevan eene in het oog loopende overeenkomst tusschen deszelfs onderwerp en dejongste gezegende gebeurtenissen in Europa Voor de eer echter der personaadjenvan dit stuk (die in al hunne rampen toch altoos eene recht eerbiedenswaardigegrootheid behouden) had ik niet gaarne dat men deze overeenkomst te veel ind eacute t a i l toepaste Hetgeen ik voorts over den Dichter zelven en zijne P e r z e n tezeggen had heb ik bewaard voor de Inleiding van eenige Aanteekeningen achterde overzetting gedrukt Deze Aanteekeningen hebben voor het grootste gedeeltegeen ander doel dan de verklaring van het geen nog in ons Hollandsch voor denmin bedrevene eenige moeilijkheid kan hebben als toespelingen op oudegebeurtenissen namen van landen en steden en meer diergelijks Zomtijds ookheb ik gemeend rede te moeten geven van den zin waarin ik de eene en andereplaats van het oorspronkelijke opgevat en overgebracht heb D r ama t i s c hD i c h t s t u k voeren de P e r z e n in mijne navolging ten titel omdat ik vreesde dathetGriekschewoord Τραλῳδία door T r e u r s p e l uitgedrukt een verkeerde gedachtevan hetgeen men by de lezing te verwachten heeft zou doen geboren worden Eris voorzeker onder alle de oude dichters niemand wiens Tragedieumln meer van watmen tegenwoordig met den naam van Treurspel bestempelt afwijken dan EschylusLaat my eindelijk nog dit betreffende mijn eigen werk aanmerken dat ik in hetaannemen der geslachten en het regelen der spellingmy voornamelijk heb gedragennaar de gronden aangegeven door den HeerMr Bilderdijk in zijne V e r h a n d e l i n go v e r d e G e s l a c h t e n d e r N a amwo o r d e n Moge de hooge bewondering waarmede de grootheid van den oorspronkelijken

Dichter mijn hart steeds vervuld heeft haren invloed op deze navolging uitgeoefendhebben Het is hier aan alleen en geenszins aan eigene verdiensten dat ik eengunstig onthaal van mijnen arbeid byaldien my dit te beurt viel zou hebben tedanken

[De tweede druk opgenomen in den Bundel getiteld E s c h y l u s d r ama t i s c h ed i c h t s t u k k e n werd voorafgegaan van een Voorberigt dat dus luidt]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

466

Voorrede voor den tweeden druk

Toen ik my nu omstreeks zeven en dertig jaar geleden met een schier kinderlijkedichtpen en misschien ruim zoo zeer kinderlijken overmoed aan de overbrengingvan Eschylus P e r z e n vier jaren later aan die van zijnen P r ome t h e u s waagdegaf ik my eigenlijk aan een onwederstaanbaren indruk een persoonlijken doorniemand zoo zeer by my opgewekten smaak daarby over Weinig wist ik dusdoende dat deze smaak die indruk in verband stond met eene op dat tijdstip overalook elders herlevende en sedert steeds meer toegenomene waardeering van denverhevenen Athener het kolossaal vernuft hetwelk men in deze dagen zoo te rechtvergeleken heeft met die twee hoofden der nieuwe Europeesche Letterkunde Danteen Shakspeare En toch het was zoo want op elk gebied moet vroeg of laat elkelof of blaam van loutere conventie elke miskenning of overdrijving voor de wezenlijkewaarde en waardeering der dingen onderdoen en plaats maken En zoo was danook op het gebied van klassieke Dichtkunst de tijd aangebroken dat de voorrangdoor den veel te hoog opgetilden Euripides onder het by uitstek beroemde drietalder Grieksche Tragediedichters ingenomen niet eens meer aan Sophocles maaraan den veel te lang ongekend gebleven Eschylus moest worden toegewezen HetEuropa der negentiende eeuw vereenigde zich uit zijn zoo geheel onderscheidenstandpunt en onder zoo geheel andere omstandigheden en begrippen met deuitspraak by Socrates en Euripides geestigen tijdgenoot Aristophanes lsquoWat mybetreft ik acht dat aan Eschylus de zege toekomtrsquo Maar ook met betrekking tet deneisch der echte Grieksche taal kende hem nog onlangs onze NederlandscheMeesterin dat vak denzelfden voorrang toe (Cobet C ommen t a t i o d e eme n d a n d ar a t i o n e g r amma t i c a e g r a e c a e d i s c e r n e n d o o r a t i o n ema r t i f i c i a l em a b o r a t i o n e p o p u l a r i p 11)Zy is inderdaad een opmerkelijk en geenszins op zich zelf staand verschijnsel

(trouwens wat verschijnsel op het gebied van den menschelijken geest en van eenzijner beduidendste organen de poezy staat of stond immer op

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

467

zich zelf) zy is voorzeker een merkwaardig verschijnsel die toegenomenewaardeering van Eschylus die eerplaats door den zoo geheel oorspronkelijkenPuikdichter heroverd juist in onze door allerlei bewegingen en bewerkingen zooveelzijdig geoefende en gescherpte negentiende eeuw In vroeger dagen had hetzekerlijk ook dezen sieraad der Atheensche gouden eeuw aan geene geleerdeuitleggers en hoogschatters ontbroken Doch wat de laatste veertig jaren op in hetoog loopende wijze en in nog ongekende mate voor hem den Griek even als voorden even herinnerden Engelschmann der zestiende eeuw tot volle rijpheid brachtenwas een vermeerderde en nieuwe keur egraven van dichterlijke navolgers egraven vanbevoegde bewonderaars - van zorgvuldige proevers en verbeteraars van denschroomlijk bedorven Griekschen tekst bovendienAllerlei natieumln de Fransche zoo wel als de Engelsche en Hoogduitsche de

Belgische zoo wel als de Nederduitsche brachten daaraan als om strijd het haretoe Op Goethe dien dichterlijken Titan van Duitschland is ook van dezen Titan derklassieke Oudheid de invloed merkbaar en aanmerkelijk geweest Lord Byronverklaarde dat de indruk van Eschylus P r ome t h e u s die door hem opHarrow-college met zijne medestudenten driemaal in een enkel jaar gelezen wasop alles wat hy sedert zelf heeft geschreven een beslissende uitwerking geoefendheeft Sints vertaalden hem Fransche Dichters als Edgar Quinet en Cohen enverschenen naast de Commentarieumln en Aanteekeningen der Blomfields ElmsleisSchneiders Wellauers ook van den beroemden Parijschen Boissonnade keurigenoten van den vroeg gestorvenen Emile Frensdorff te Brussel zijne belangwekkendestudieumln op en over Eschylus In ons Nederland heeft niet alleen te Groningen deoverleden Hoogleeraar van Limburg Brouwer zich in meer dan eacuteeacutenen letterkundigenarbeid de machtige verdiensten ook van dezen oudste en stoutste van het TragischeDrietal aangetrokken maar wijdden mede nog onlangs de Hoogleeraar Karsten teUtrecht de school van Cobet te Leyden eene in het oog vallende aandacht enmoeite het zij aan de philologische en esthetische toelichting het zij aan de kritischebehandeling en genezing van hetgeen in de nalatenschap der klassieke GriekscheOudheid uit de pen van Eschylus tot ons kwam

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

468

Omtrent geenen anderen puikdichter misschien heeft de tegenwoordige richting enbeweging binnen het evengemeld drieledig gebied van geleerdheid kritiek enkunstmaak een meer beduidenden en ververschenden invloed op belangstelling enbehandeling ten gevolge gehadVan my Israeliet die ik ben van afkomst en aanleg zal het niemand bevreemden

als ik hier by herhaling te kennen geef dat hetgeen my zoo vroeg en zoo sterk inden Dichter van d e P e r z e n van de Z e v e n t e g e n T h e b e van denP r ome t h e u s van den A g amemn o n aantrok de ruim zoo zeer Oosterscheals Grieksche adem is die deze meesterstukken doorwaait en bezielt Men duidehet my evenmin ten kwade indien ik nog wat verder gaande aan even diezelfdeoorzaak aan des Dichters veelzins Oostersche physionomie en verhevenheid debuiten alle vroegere evenredigheid in onzen tijd aan Eschylus te beurt vallendehoogschatting wijt (Ook Frensdorff was zoo wel als Cohen meen ik Israeliet) Zyliggen in de eigenaartigheid zy behooren tot de teekenen van onzen veelbewogenen veel (al zij het ook soms zijns ondanks) op nieuw erkennenden vooralveel voorspellenden tijd - die trek en aandrift naar het Oosten van waar z o o v e e ldat groot en goed is van waar a l l e s dat op aarde Goddelijk is zijnen oorsprongherleidt naar dat Oosten van waar de zon uitgaat en werwaart zy ook terwijl wyslapen en buiten het bereik onzer zinnelijke waarneming terug keert Naar hetOosten het zij dan over Oud-Griekenland het zij over het oude Byzantium of alware het ook over het Americaansche Westen om weder op te frisschen omeenmaal geheel weder op te leven moet het met onze menschheid vroeg of laattoch eens heenAls dan nu by dergelijken onverflaauwden of liever vernieuwden indruk van een

geliefkoosden Dichter mijner jeugd het voorstel eener nieuwe uitgave na schierveertig jaren tusschenpozing door mijn geachten vriend den BoekhandelaarKruseman tot my kwam kan het niemand die op dit gebied zelf geen vreemdelingis bevreemden dat allerlei gedachten plannen wenschen zich op dien naamklankvan Eschylus by my verdrongen Men zoude zich bijna jeugdige krachten op nieuwen vooral ruimte van vrijen tijd toewenschen om zich weder eens bepaald by zulkeene gelegenheid in den Griekschen hoofddichter van alle zijden in te studeerenMaar jeugdige krach-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

469

ten voor zoo veel die nog niet geheel mochten geweken zijn maar ruimte van tijdzoo veel die gegund wordt zijn aan plichten en werkzaamheden verbonden dievoor geene nevenstudie hoe ernstig en belangrijk ook anders moesten plaatsmaken Na allerlei plannen om egraven de dichterlijke overbrengingen egraven vooral de veelte ledige Voorrede mitsgaders de onbeduidende Aanteekeningen van 1816 en 1820geheel over te werken kwamen al de barensweeeumln van den berg op het zeeronschuldige besluit neder om by dezen herdruk de vroegere uitgave zoo goed alsonveranderd onverbeterd en onvermeerderd alleenlijk weder te geven Zie daardan het weinige dat ik mijnen goedgunstigen Lezer hier heb aan te bieden metuitlating voorts van het fragment uit de Z e v e n t e g e n T h e b e dat vroeger inde P e r z e n bl 72-88 gelezen werd en van het fragment uit den A g amemn o nachter den P r ome t h e u s in der tijd geplaatst mitsgaders van de Od e o p h e tT r e u r s p e l ter inleiding van deze laatste overbrenging gegeven Alle drie dezevruchten van jeugdigen dichtergloed zijn later opgenomen in mijne Z a n g e n v a nv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d (Haarlem by Kruseman 1847)Hetgeen intusschen als natuurlijk wel het meest door my by dezen onveranderden

herdruk betreurd wordt is het onveranderd geblevene van geheel de dichterlijkeoverbrenging zelve Ik had my voorgesteld onder het overlezen hier en daarverbeteringen althands berispingen van mijne eerstelingen in het vak by dezegelegenheid te geven Doch het bleek weldra partieele verbeteringen hadden meergeschaad dan gebaat de zelfkritiek ware in den grond eene aartigheid geweestwaar ik zelf althands minder nog voor over- dan mede op-had aan een degelijkealgeheele overwerking was zonder lang en herhaald uitstel althands van wegetijdsgebrek niet wel te denkenDoe ik na al het gezegde kwalijk wanneer ik evenwel nog aan het slot eene

kleine proeve laat volgen hoe ik op deze mijne jaren wellicht denzelfden arbeidzoude opgevat hebben in elk geval i n b e g i n s e l my nader aan de letter van hetoorspronkelijke zou getracht hebben te houden Jeugdige beoefenaars vandichterlijke vertaalkunst mogen tusschen de twee overzettingen van een enkelfragment uit de P e r z e n (den aanhef) eene keus doen aan welke der twee proeven(behoudens hunne billijke vrijheid om ze beide gelijkelijk af te wijzen of te berispen)zy voor zich zelve by gelijksoortige

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

470

onderneming de voorkeur zouden geven aan den tekst van den achttienjarigen ofaan de variante van de vijf-en-vijftig-jarigen OverzetterEn hiermede zij den vriendelijken Lezer op dat gebied vooral met nadruk het

v a a r w e l toegeroepen na nog even gevraagde verschooning voor zinstorendeop de proef voorbygeziene drukfouten en wat verder zijne opmerking hopen wyniet ontsnappen zal maar evenwel op zijne oogluiking mogen rekenenAmsterdam Juny 1853

Bladz 18

[In de Opdragt van de vertolking van d e P e r z e n aan Bilderdijk en van Lennepopenbaart zich de innige vereering die de Dichter reeds als jongeling aan dezezijne dierbare Leermeesters toedroeg en betoonde Omtrent zijne betrekking totBilderdijk toen en later behoeft hier wel niets meer te worden gezegd Maar ookde betrekking die tusschen Da Costa en van Lennep van des eersten studiejarenaf bestond bleef later steeds voortduren Ondanks menig verschil van inzigt washet Da Costa immer eene behoefte des harten luide te betuigen hoeveel hij dezenhoogvereerden Meester in meer dan eacuteeacuten opzigt verschuldigd was Hij bezong danook diens Vijftigjarigen jubel als Hoogleeraar in een schoon gedicht dat later zalvoorkomen en wijdde hem ook na zijn overlijden in proza eene Hulde toe doe medeis gedrukt in het Album van Schoone Kunsten 1853 pag 49]

Bladz 83

[PROEVE VAN OVERWERKING UIT DE PERZEN - De chronologische orde in de opnameder dichtstukken die men anders zooveel mogelijk heeft pogen te bewaren wordthier voor een enkele maal eenigzins verbroken Immers deze P r o e v e dagteekentvan het jaar 1853 Menmeende echter de beide vertolkingen op elkander te moetenlaten volgen niet alleen omdat zij bij elkander behooren maar ook omdat het dusden dichtlievenden lezer gemakkelijk gemaakt wordt de beide vertalingen metelkander te vergelijken]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

471

Aanteekeningen op De Perzen

De dichter van het oorspronkelijke stuk waarvan wy deze navolging aan onzelandgenooten aanbieden is een der genen geweest welke meest toebrachten totvestiging van den roem der oude Grieken in het vak van tooneeldicht De voorgangervan Sophocles en Euripides in deze voortreffelijke soort van poeumlzy zou dit alleengenoeg zijn om hem onsterflijk te maken al had hy zelf geene meesterstukkenvoortgebracht welke met die van zijne volgers verdienden gelijk gesteld te wordenVan een eenvoudigen lierzang ter eere van eene Godheid by plechtigegelegenheden door een Koor aangeheven nu en dan doorwevenmet eenige verzendoor slechts eacuteeacuten tweede personaadje voorgedragen heeft hy een tooneel geschapendat niet dan geringe beschaving van noode had om tot een trap van volmaaktheidte geraken waartoe gedurende meer dan twintig eeuwen geen volk op aarde in delaatste tijden slechts eacuteeacuten enkel genaderd is Dan die zelfde beschaving welke eenregelmatig treurspel deed geboren worden heeft aan den anderen kant deoorspronkelijke kracht van den lierzang welke er de hoofdrol in speelde doenverflaauwen en langzamerhand den toon waar by onzen dichter zelfs de d i v e r b i a(of zamenspraken buiten het koor) op gedicht zijn in hoogte en stoutheid doenafnemen Van daar is het dat schoon men zijnen mededingers den voorkeur gevewat aangaat de schikking en leiding van des Treurspels onderwerp by Eschylus(die zoo wel ten aanzien van zijne voortbrengselen als van den tijd waarin hy geleefdheeft een midden houdt tusschen deze en de oude nog ruwe lierzangdichters alsThespis) zeker oneindig meer te vinden is voor hem dien het meer om pracht vanstijl rijk- en grootheid van beelden kracht en verhevenheid van uitdrukkingstevigheid en zwier van v e r s i f i c a t i e te doen is De Atheners zelve hebben hemniet alleen boven Euripides maar zelfs boven Sophocles gewaardeerd de nieuwerenhoe zeer niet zoo gunstig over hem denkende hebben echter steeds grooten prijsgesteld op het weinige dat van hem overgebleven is en voorwaar zonder ons overde verdiensten van die drie groote mannen te bestemd uit te laten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

472

meenen wy echter te kunnen beweeren dat Eschylus in een ander opzicht als zijnetwee volgeren uitmuntend geen minder recht heeft op onze bewondering - Wygelooven den lezer geen ondienst te zullen doen zoo wy deze aanteekeningenaanvangen met een nader bericht over Eschylus zelven en over zijne P e r z e n inhet bijzonderOnze dichter dan werd uit een der aanzienlijkste geslachten te Athene geboren

en maakte zich by zijne landgenooten niet minder door dapperheid dan door eenvoortreflijken dichtgeest beroemd Hy woonde de slagen van Marathon Salamisen Plateacutea by en schijnt aldaar bijzonder uitgemunt te hebben Hy heeft echter indat vaderland hetwelk hy door zijn moed hielp verdedigen en tot wiens onsterflijkenroem in het vak der letteren hy niet weinig heeft toegedragen zijne dagen nietgeeumlindigd In de laatste jaren van zijn leven den prijs van het treurspel tegen denjongen Sophocles of gelijk anderen met minder waarschijnlijkheid willen dien vaneen treurdicht op de gesneuvelden by Marathon tegen Simonides verlorenhebbende verliet hy de stad en begaf zich naar den Vorst van Syracuse Hierodenzelfden wiens overwinning in de Olympische en Pythische spelen door Pindarusbezongen is en aan wiens hof zoo wel deze laatste als Simonides Bacchylides(beiden uitstekende dichters van dien tijd) en onze Eschylus het gunstigst onthaalgenoten Uit erkentenis voor de weldaden die hy daar ontfing zegt men dat hy tereere van den koning een treurspel geschreven heeft onder den naam van deE t n a welk treurspel echter niet tot ons gekomen is Hy stierf te Gela eene stadin Sicilieuml drie jaren na zijne komst in dit land in het vijf en zestigste jaar zijnsouderdoms Na zijne dood stelde men te Athene zulk een waarde op zijne werkendat men met een stuk van Eschylus behoorlijk verbeterd ter mededinging tot denprijs van het treurspel werd toegelaten Men verhaalt ook dat treurspeldichtersdikwijls hunne verzen op zijn graf kwamen voorlezen als een hulde toegebrachtaan de schim van hunnen verhevenen voorganger Het getal der stukken die zijnevruchtbare pen opgeleverd heeft beloopt volgens sommigen op een en zeventig(waar onder vijf S a t e r s p e l e n ) volgens anderen op negentig van al het welkslechts zeven treurspelen tot ons gekomen zijn met name P r ome t h e u s h e tb e l e g v a n T h e b e d e P e r z e n d e O f f e r a a r s t e r s A g amemn o n d e Sme e k e n -

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

4 7 3

d e n d e S c h r i k g o d i n n e n Dertien malen is hy overwinnaar geweest enzelfs na zijne dood zijn sommige van zijne stukken bekroond gewordenUit alles wat de oudheid van dezen man te boek gesteld heeft kan men ligt

opmaken dat hy met een schitterend vernuft eene zeldzame vastheid van karakteren edelheid van gevoelens vereenigde Dit blijkt ook voornamelijk uit den rol dienhy zijne personaadjen over het algemeen doet spelen Overal het zij in voor- oftegenspoed onderscheiden zy zich door eene nimmer vervallende grootheid vandenken en spreken welke te gelijk eerbied voor hun inboezemt te gelijk een byuitstek hooge gedachte doet opvatten van de denkwijze des dichters die zulkevoorwerpen weet voor te stellen Er is geen van zijne treurspelen welke hier vangeene bewijzen in menigte oplevert en ook onze P e r z e n zijn er gansch niet vanmisgedeeld De Rei bestaande uit mannen door hunne wijsheid en hooggevorderdejaren uitstekend en daarom door den koning zelven gekozen om gedurende zijneafwezigheid het opzicht over zijne staten te voeren betoont zelfs na deverschrikkelijke tijding van des legers volkomen nederlaag en te midden van deklachten die zy doet ontstaan eene zich altijd gelijk blijvende deftigheid Xerxeszelf hoe roekeloos hoe vernederd hy voorkome behoudt in alle zijne handelingenin alle zijne zeggingen in al zijn wanhoop zelf iets treffends dat geen medelijdenalleen wekt maar zelfs ontzag Zoodanig is Eschylus in de daarstelling van zijnepersonaadjen zoodanig is hy in de wijze waarop zy zich uitdrukken Het grootschehet verhevene is altijd het kenmerk van zijne verzen en de taal die hy zijnen heldenhalven goden en goden in den mond legt is zoo verre boven den gewonen uitdrukverheven als zy zelven boven den gewonen kring der menschenWy zeiden hierboven dat Eschylus ook ten aanzien van zijne voortbrengselen

een midden houdt tusschen Thespis en diens tijdgenooten aan den eenen kantSophocles en Euripides aan den anderen En indedaad zoo men den trant waarinzijne stukken geschreven zijn aandachtig nagaat geloof ik dat deze aanmerkingweldra bevestigd zal worden Maar het zal daar dan ook te gelijk uit blijken dat ergrooter krachten vereischt werden om het treurspel op te voeren tot den trap dienhet Eschylus heeft doen bereiken dan om het op zulk eene hoogte zoo veelvolkomenheid in het werktuigelijk gedeelte by te zetten als by voorbeeld in SophoclesK o n i n g E d i p u s bewonderd wordt In een woord

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

474

behalve al het geen de Atheners den eersten te danken hadden voor al wat hy aande behoorlijke uitvoering der stukken toegebracht heeft (iets dat voor ons vanminderbelang is) heeft hy zoo vele voortreffelijke nieuwigheden in de pas geopendedramatische loopbaan ingevoerd dat men hem met het beste recht den naam vanSchepper van het Grieksche Tooneel zou kunnen toekennenEn dit is voor zoo verre men hem beschouwt met betrekking tot den invloed dien

zijne stukken op de vorming van het treurspel gehad hebben Dan eerst komtEschylus in het schitterendste daglicht voor wanneer men hem als dichterbeschouwt By hem heerscht nog de lierzang in zijn volle zwier en kracht en daarzelfs waar de lateren inzonderheid Euripides een toon aannemen den gematigdenredenaarsstijl nader by komende daalt hy van de eens bereikte hoogte niet af maarmengt in den toon des zuiveren lierzangs welke by de koren uit haren aart vereischtin de d i v e r b i a minder te pas komt eenen naar dien van het heldendicht eenigzinszwemenden voor deze laatsten den bestendigen jambischen (somtijds ook welden trochaiumlschen) voetmaat bezigende Van daar is het dat de stoutstevergelijkingen overdrachtige en andere figuurlijke uitdrukkingen overal in menigteby hem gevonden worden Over het algemeen heeft zijne poeumlzy eene krachtwaarvan niet alleen by de Fransche treurspeldichters maar zelfs by zijne Griekschevolgeren voor zoo verre hunne werken tot ons gekomen zijn weinige of geenevoorbeelden zijn Tot deze kracht werkt niet weinig mede zijne recht schoone engrootsche v e r s i f i c a t i e en het gepaste gebruik dat hy weet te maken van eeneonwaardeerbare eigenschap der Grieksche taal (die ons Hollandsch met haargemeen heeft) de vrijheid namelijk van nieuwe woorden door zamenstelling tevormen Verwonderlijk is de werking welke dit op zijne verhalen vooral uitoefentDeze zijn altijd vol vuur en leven even als zijne hoogdravende koorzangen metnieuwe en keurige epitheta als het ware bezield en stellen met korte maar krachtigetrekken de allertreffendste beelden aan den geest voor Eindelijk om nog iets tot smans lof te melden (want hem in alle de deelen waar hy in uitmunt na te gaan ishier niet te doen) is het alleropmerkenswaardigst hoe zelden onze dichter in welkeomstandigheid ook geplaatst tot een toon ja tot een uitdrukking vervalt het treurspelzoo als hy het zich voorstelde onwaardig iets hetwelk van het grootste belang isen echter

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

475

onder de menigte groote mannen die zich in dit vak beroemd gemaakt hebben nietaltijd zoo streng in acht genomen isHet heeft ook hier wederom niet aan lieden ontbroken die zijne verdiensten door

allerlei spitsvindigheden zochten te kort te doen Zoo zijn er die hem verwijten datzijne poeumlzy niet roerend is gelijk die van Sophocles niet vervuld met zedelessenen wijsgeerige denkbeelden gelijk die van Euripides Wat aangaat het eerste willenzy die hem dit voorwerpen daarmede te kennen geven dat aandoenlijkheid niethet kenschetsende van Eschylus is wat zegt dit anders dan dat de manier van deneenen dichter van die des anderen verschilt Ieder moge nu naar mate zijnerbijzondere gesteltenis of smaak den een boven den ander verkiezen geeft dezekeuze daarom zonder eenige andere gronden recht het daarvan afwijkende teveroordeelen Gewis aan aandoenlijkheid van uitdrukking daar waar het onderwerphet vereischt mangelt het Eschylus even min als aan alle de overige vereischtender tooneelpoezy Dat hy voorts niet zoo vruchtbaar in wijsgeerige en zedelijkelessen is als Euripides dit strekt hem veel eer tot lof dan tot verwijt niet dat dezedeleer en de verbetering en verheffing van het menschelijk hart door grootevoorbeelden van deugd of ondeugd geen vereischten zijn van het treurspel maarom dat Eschylus zonder dit belangrijk doel te veronachtzamen nimmer gelijkEuripides den natuurlijken loop van zijn stuk er in het minst om stoort of dehartstochtelijke taal zijner sprekers door ongepaste uitstappen doet verkoelen Byhem is de zedeleer van de geheele behandeling van zijn onderwerp onafscheidbaaren doet zich ieder oogenblik gevoelen Dus by voorbeeld wordt die gewichtigewaarheid dat men zich op de oogenblikkelijke gunst der fortuin niet moet verlatendat men de Godheid als de eenige bron van alle welvaart hebbe te erkennen enaan te bidden en zich te wachten van haar door heiligschennis tot een gerechtewraak aan te zetten in zijne P e r z e n gedurig betoogd niet met ijdelen praal vanwoorden en in den kouden vorm van wijsgeerige redeneering maar met al hetdichterlijke vuur waar dit uitstekend werk in alle zijne deelen van schittert Opdezelfde wijze gaat ook Sophocles met de zedeleer te werk wiens zoo evenaangehaalde K o n i n g E d i p u s te waarheid van het zeggen dat niemand voorhet oogenblik van zijne dood gelukkig mag genoemd worden overal in het grootstelicht stelt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

476

terwijl de Rei eerst by het einde van het stuk met weinige woorden deze waarachtigespreuk door de op Edipus zoo plotseling uitgebarsten rampen bevestigt Eindelijkverwijt men onzen dichter ook dat hy door eene te ver gedrevene deftigheid dikwijlsin het ruwe en reusachtige vervalt en voorwaar het is geen gering oordeelkundigedie hem iest dergelijks nageeft1 Merken wy dit echter aan dat zoo men zich in hetbeoordeelen van Eschylus by den staat bepaalt waarin het treurspel na hemgebracht is zijn toon zeker te dikwijls veel te hoog rijst doch zoo men deszelfsoorsprong nagaat en het volgens het denkbeeld dat men zich in de oudste tijdener van vormde als een soort van lyrische poeumlzy aanmerken wil deze tegenwerpingaanstonds geheel verdwijnen zal Uit dit oogpunt moet men onzen dichterbeschouwen om hem naar verdienste te waardeeren Over den oorsprong voortsvan het Grieksche en het hedendaagsche treurspel en het daaruit voortvloeiendeonderscheid tusschen deze beiden raadplege men de Verhandeling van den HeerMr Bilderdijk te vinden in het Tweede Deel van zijne Treurspelen Men zie vooralbladz 127 en volg -Het is dan na het geen wy tot nog toe van Eschylus gezien hebben geenszins

te verwonderen dat hy zijn uitstekend dichterlijk vermogen onder anderen ook aande vereeuwiging besteedde eener gebeurtenis zoo gewichtig voor zijnelandgenooten en waaraan hy zelf zoo veel deel genomen had als de verdrijvingder Perzen en het verijdelen van hunne ontwerpen tegen de vrijheid van GriekenlandHet zal hier dunkt my niet onvoegzaam zijn iets te melden van den Perzischenoorlog en hoe het met de zaken der Grieken in dit opzicht geschapen stond tentijde waarop Eschylus dit zijn treurspel vervaardigde In het jaar 502 dan voor degewone tijdrekening bestond Histieacuteus vanMiletus eene stad in Ioumlnie deze gantschelandstreek van de heerschappy der Perzen toen ter tijd meesters van schier heelAzie te bevrijden Door hem tot opstand gewekt roepen de Ioumlnieumlrs de medewerkingin der Europeesche Grieken van wie zy zelve eene volkplanting waren en bekomenwerkelijk twintig schepen van Athene en vijf van Eretrieuml in het eiland Eubeacutea Aldus

1 Rudis in plerisque et incompositus wordt hy by Quintilianus Institt Oratt Lib X C 1 gezegdte zijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

477

gesterkt wagen zy het op Sardes de hoofdstad van Lydie (insgelijks sedert Cresusval onder Perzie behoorende) aan te rukken en maken zich gezamenlijk met hunnehulptroepen meester van de stad maar verlaten door de Atheners worden zy naverscheidene wisselingen van de krijgskans in het zesde jaar na hunnen opstandweder aan de Perzischemacht onderworpen Een geruimen tijd hierna besluit Dariussedert lang vlammend op de beheersching der Grieken en daarenboven door denuit Athene gejaagden tyran Hippias Pisistratus zoon gedurig aangehitst inGriekenland den oorlog te voeren onder voorwendsel van de hulp door de Athenersen Eretrieumlrs aan de oproerigen toegebracht maar in de daad om alle de Griekenonder zijne regeering te vereenen Hy verzamelt hiertoe een machtig leger datonder geleide van twee zijner beste bevelhebbers eerst op zes honderd schepennaar het eiland Eubeacutea trekt Eretrieuml inneemt en verwoest en van daar naar Atticaoversteekt om Athene het eigen lot te doen ondergaan Op de velden van Marathoneen burgt niet ver van Athene komen hun tien duizend Atheners en duizend Plateeumlrste gemoet door tien Veldheeren aangevoerd waaronder Miltiades en Aristides devoornaamsten Na een bloedig gevecht verklaart zich de overwinning voor deGrieken Darius overleeft zijne nederlaag niet lang Zijn zoon door eigenheerschzucht en den raad van zijne hovelingen aangespoord houdt zich gedurendevier jaren met vreesselijke toebereidselen tot den oorlog bezig Hy verlaat zelf zijnehoofdstad aan het hoofd van het leger rukt in Griekenland komt alle hinderpalenmet geweld te boven verbrandt Athene wier inwoners zich alle op de vlootingescheept hadden maar wordt in een zeeslag dien hy kort daarna by Salamislevert volkomen verslagen en begeeft zich op de vlucht naar zijn rijk latende zijnschoonbroeder Mardonius met een talrijk leger in Beoumltieuml achter Maar ook dit legerwordt niet lang daarna by Plateacutea door de verbondene Grieken geheel uit elkandergejaagd Dit gevecht en de zeeslag by Mycale een kaap van Ioumlnieuml op denzelfdendag voorgevallen beslisten den Perzischen oorlog en de vrijheid van GriekenlandHet is dan voornamelijk de slag by Salamis dien onze dichter tot het voorwerp vanzijnen zang wilde maken Maar hy was de man niet die zich te vrede kon stellenmet het bewerken van zijn onderwerp op eene gewone manier Het was geentriomfzang op de overwinning geen treurlied op de in den slag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

478

geblevenen of iets diergelijks waardoor hy naar waarde zulk eene gebeurtenismeende te kunnen verheffen Hy wilde daarenboven den Grieken (het Atheenschevolk in het bijzonder) de vleijendste hulde toebrengen door hen te midden te plaatsenvan het in rouw gedompelde hof des Perzischen konings En hiertoe verkoos hyden vorm van het statige treurspel eene onderneming voorwaar van ongemeenestoutheid en de hooge vlucht die hy in alle zijne stukken pleegt te nemenoverwaardig vooral wanneer men in acht neemt welke onderwerpen te dier tijdevoor het Treurspel geschiktst gerekend werden Immers voor Goden Halve godenof Helden uit de oudste tijdvakken der Grieksche geschiedenis de eigenlijkehoofdpersonaadjen van het dichtstuk moest hy zich thands vergenoegen metmenschen voor te stellen in de eeuw zelf levende waarin hy schreef en aan wiendus niet eens door dichterlijke versiering die bovenmenschlijke grootheid scheente kunnen gegeven worden welke tot de oorspronkelijke kracht van het Treurspelvolstrekt onmisbaar is Maar ook dezemoeilijkheid moest voor den vurigen dichtgeestvan Eschylus zwichten Hy voerde de schim van Darius den grooten Koning denHeld den Vader van zijn volken den eerbiedigen aanbidder der Goden in de eersteoorzaak aan den dag brengende van het gebeurde en wat nog te gebeuren stondvoorspellende en dit alleen was genoeg om dit zijn stuk tot de hoogte van zijneoverigen te verheffen Uit deze plaatsing van het Tooneel in s vijands eigenehoofdstad sproot het dubbel voordeel dat de lof aan den overwinnaar uit den mondvan de overwonnenen toegebracht oneindig streelender werd dan hy onder eenigenanderen vorm voorgesteld zou kunnen geweest zijn terwijl den verlagen Pers inal zijn onheil eene grootheid toegeschreven wordt die de zegepraal der Griekennog schitterender doet voorkomen En aldus werden de P e r z e n van Eschylusgeboren Wat aangaat nu den loop van het stuk deze is gelijk gewoonlijk by hemis allereenvoudigst Eacuteeacutene voorname verdeeling doet zich by de lezing dra gevoelenHet eerste deel stelt den tijd voor waarop het Perzische hof nog geslingerd wordttusschen de hoop waartoe de verbazende macht door ken Koning tot den inval inGriekenland verzameld rede gaf aan den eenen kant en de ongerustheid uit deachterblijving van tijdingen uit het leger de te dikwijls ondervondene wispelturigheidder fortuin en ongunstige voorteekenen spruitende

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

479

aan den anderen kant Het tweede gedeelte bevat de mededeeling der geledenenederlaag by Salamis door een bode die der nog dreigende by Plateacutea door Dariusen de klachten van Xerxes en de zijnen over hunne ongelukken Dus wordt detegenstelling tusschen de oude reusachtige macht der vijanden en hunnetegenwoordige vernedering als zijnde iets van het hoogste gewicht in hetschitterendste licht geplaatst en voorwaar niet zonder reden Het is immers juistdeze tegenstelling welke de bereiking van het hoofddoel des dichters deverheerlijking der Grieksche overwinnaars en die van een tweede niet minderbelangrijk oogmerk de zedeleer by uitnemendheid bevordert Voor het overigewat men ook door ongepaste vooringenomenheid voor het latere tooneel tegendeze eenvoudigheid in de schikking van dit treurspel hebben moge zonder blijkbareongerijmdheid echter zal men toch zijne poeumlzy en versificatie de hoogste goedkeuringniet kunnen ontzeggen Men hoore echter op welk een toon de bekende La Harpezich over een man als Eschylus uitlaat in zijn Cours de Liteacuterature Vol I p 326)alwaar hy na zijn oorde el over den P r ome t h e u s geveld te hebben in dier voegevan de P e r z e n spreektlsquoLes Perses dont le sujet est plus rapprocheacute de la nature noffrent rien de plus

reacutegulier mais on sent combien cet ouvrage devoit plaire aux Atheacuteniens Cest ladeacutefaite des Perses agrave Salamine qui occupe cinq actes en reacutecits en deacutescriptions enpreacutesages en songes en lamentations nulle trace encore daction ni dintrigue Lascegravene est agrave Suze Des vieillards qui forment le choeur attendent avec inquieacutetudedes nouvelles de lexpeacutedition de Xerxegraves Atossa megravere de ce prince vient leurraconter un songe qui leacutepouvante Arrive un soldat eacutechappeacute de larmeacutee qui racontele deacutesastre des Perses Atossa eacutevoque lombre de Darius et contre lordinaire desombres qui ne reviennent que pour reacuteveacuteler aux vivans quelque grand secret celle-cine revient que pour entendre de la bouche d Atossa ce quelle mecircme vient dapprendre de la deacutefaite de Xerxegraves Au cinquiegraveme acte Xerxegraves lui-mecircme paraicirct seulavec un carquois vide qui est dit-il tout ce qui lui reste de cette prodigieuse armeacuteequil avoit ameneacutee contre les Grecs Il sest sauveacute avec bien de la peine Il pleureil geacutemit et ne fait autre chose que de recommander agrave sa megravere et aux vieillards depleurer et de geacutemir Toute la piegravece dailleurs est remplie comme on peut selimaginer des louanges du peuple dAthegravenes il est invincible il est favoriseacute du cielil est le soutien de la Gregravece

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

480

Tout cela eacutetoit vrai alors mais le poeumlte met ces louanges dans la bouche mecircmedes ennemis vaincus et lon sent combien elles en deviennent plus flatteuses Il leurmontre pendant cinq actes les Perses dans la terreur dans lhumiliation dans leslarmes dans ladmiration pour les vainqueurs Avec un tel sujet traiteacute devant desreacutepublicains eacutenivreacutes de leur gloire et qui navoient pas encore appris agrave ecirctre difficileson pouvait ecirctre courronneacute sans avoir fait une scegravene tragique et cest ce qui arrivaBehalve alle de onnaauwkeurigheden van deze korte oordeelvelling zoo men

alleen op haren zakelijken inhoud letten wil valt het aanstonds in het oog dat debeoordeelaar ongevoelig voor de menigvuldige zoogenoemde schoonheden vandeacutetail die dit stuk bevat zich met deszelfs geheel bezig houdende hierin deFransche Tooneel-poeumlzy tot maatstaf gebruikt zeker geen middel om met vruchtover de Grieksche te spreken Op sommige plaatsen zoude men ook wellicht inverzoeking raken te onderstellen dat hy de woorden of de meening van den dichterniet begrepen heeft Wy zullen eenen trek uit het zoo even aangehaalde kiezenwaar in dit het geval is niet om den in vele opzichten zoo verdienstelijken La Harpein zijnen roem te kort te doen maar om dat zy die met het oorspronkelijke nietbekend zijn zich veellicht door zijne oppervlakkige on lichtvaardige beslissing eenverkeerd denkbeeld van hetzelve konden voorstellen Op een luchtigen toon geefthy dan onder anderen te kennen dat de verschijning van Darius schim eigenlijkniets ter zake doet daar hy niet naar het geen by de schimmen gewoonlijk is eengroot geheim komt openbaren maar alleenlijk van Atossa vernemen wat zy-zelveeenige oogenblikken te voren van de nederlaag by Salamis gehoord heeft Dezeaanmerking mag voor hem van belang schijnen die niet verder gelezen heeft dande plaats waar Darius naar de rede vraagt van de droefheid waar heel Suze ingedompeld is en het antwoord daarop By wien het geen hierop volgt bekend ishoe deze Vorst zich een orakel van vroeger tijden herinnert en hierdoor nieuweongelukken by het reeds geledene aankondigt de eenige bewaring voor gelijkerampen in het toekomende in het ongeschonden laten van den Griekschen grondstelt en de gramschap der goden door Xerxes krijgsvolk in Griekenland in hunnetempels gehoond voor de naaste oorzaak van den val der Perzen verklaart bydezen zeg ik zal het

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

481

belang ja de noodzakelijkheid dezer geestverschijning niet in twijfel wordengetrokken en La Harpes berisping niet nalaten te vervallen Het is echter op grondvan zoodanige misvattingen dat hy wat vroeger (p 320) onzen dichter zoo verrebeneden Corneille stelt als hy zelf boven den ouden Treurspelmaker Hardy verdientgeacht te worden Doch men neme in aanmerking het onderscheid tusschen hetGrieksche en het Fransche tooneel men vergelijke de stukken van deze hunnewederzijdsche stichters den staat waarin zy hun tooneel vonden den staat waarinzy het aan hunne volgers lieten de hulpmiddelen die zy beiden hadden en vragezich dan waarop dit partijdige en onbepaalde oordeel des Franschen Letterkundigensteune De vergelijking tusschen Eschylus en Corneille als dichters moet al warehet slechts uit den aart hunner tooneelen noodzakelijk ten voordeele des eerstenuitvallen Misschien zijn de Treurspelen van onzen Vondel de eenige welke in ditopzicht met die van Eschylus verdienen in vergelijking gebracht te wordenTen slotte van dit kort bericht over Eschylus en zijne P e r z e n kunnen wy nog

aanmerken dat dit Treurspel te gelijk met den P r ome t h e u s en nog twee anderestukken waarvan de namen alleen tot ons gekomen zijn ten tooneele gevoerd enbekroond is geworden De dichter was toen omstreeks zestig jaren oud

Bladz 21 v 1Het heir der Perziaansche scharen enz

Na eene korte inleiding dienende om den aanschouwer te onderrichten uit welkepersonen de rei zamengesteld is gaat de dichter onverwijld over tot de voorstellingvan de ongerustheid der Perzianen gedurende de afwezigheid van hunnen KoningEene beknopte vermelding van alle de volken die Xerxes krijgsmacht uitmakengeeft gelegenheid tot verheffing van zijne grootheid tot bemoediging omtrent denuitslag van zijne onderneming Deze streelende hoop wordt gestoord door hetdenkbeeld dat zonder de gunst der goden alle toebereidselen vruchteloos zijn datmen meermalen den hoogsten voorspoed in verschrikkelijke tegenspoeden heeftzien verkeeren (b l a d z 24 vs 18) De daaraanvolgende Keeren en Tegenkeerenbreiden deze gedachte uit en worden gesloten met een beklag over den toestandvan het rijk door den bloem van zijnemanschap verlaten Zoodanig is de zamenhangen overgang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

482

der denkbeelden in dezen eersten Koorzang welke ik met weinige woorden hebgemeend te moeten ophelderen uit hoofde van de moeilijkheid die de bevattingderzelven in lyrische poeumlzy voor den min bedrevenen hebben kan en die ikoordeelde dat misschien niet genoegzaam door mijne overzetting uit den weggeruimd was

Bladz 22 v 8Trok niet heel Azieuml te veld

Dat dit geen dichterlijke grootspraak is maar met het historisch verhaal overeenkomtblijkt uit de volgende woorden van Herodotus Στόλων γὰρ τῶν ἡμεῖν ἴδμεν πολλῷδὴ μέγιστος οὗτος ἐγένετο ὥςτε μήτε τὸν Δαρείου τὸν ἐπί Σϰύϑας παρὰ τοῦτονμηδὲν φαίνεσϑαι μήτε τὸν Σϰυϑιϰόν ὅτε Σϰύϑαι Κιμμερίους διώϰοντες ἐς τὴνΜηδιϰὴν χώρην ἐμβαλόντες σχεδὸν πάντα τὰ ἄνω τῆς Ἀσίης ϰαταστρεψάμεν οιἐνέμοντο - μήτε ϰατὰ τὰ λεγόμενα τὸν Ἀτρειδέων ἐς Ἴλιον μήτε τὸν Μυσῶν τε ϰαὶΤευϰρῶν τὸν πρὸ τῶν Τρωιϰῶν γενόμενον - Αὗται αἱ πᾶσαι οὐδ᾽ ἕτεραι πρὸςταύτῃσι γενόμεναι στρατηλασίαι μιῆς τῆςδε οὐϰ ἄξιαι Τί γὰρ οὐϰ ἤγαγε ἐϰ τῆς Ἀσίηςἔϑνος ἐπὶ τὴν Ἑλλάδα Ξέρξης1 - Διέβη δὲ ὁ στρατὸς αὐτοῦ ἐν ἑπτὰ ἡμέρῃσι ϰαὶ ἐνἑπτὰ εὐφρόνῃσι ἐλινύσας οὐδένα χρόνον Ἐνϑαῦτα λέγεται Ξέρξεω ἤδηδιαβεβηϰότος τὸν Ἑλλήςποντον ἄνδρα εἰπεῖν Ἑλληςπόντιον lsquoὮ Ζεῦ τί δὴ ἀνδρὶεἰδόμενος Πέρσῃ ϰαὶ οὔνομα ἀντὶ Διὸς Ξέρξεα θέμενος ἀνάστατον τὴν Ἑλλάδα ἐϑέλεις ποιῆσαι ἄγων πάντας ἀνθρώπους ϰαὶ γὰρ ἄνευ τουτέων ἐξῆν τοι ποιέειν ταῦταrsquo2- Ὅσον μέν νυν ἕϰαστοι παρεῖχον πλῆϑος ἐς ἀριϑμόν οὐϰ ἔχω εἵπαι τὸ ἀτρεϰέςοὐ γὰρ λέγεται πρὸς οὐδαμῶν ἀνϑρώπων σύμπαντος δὲ τοῦ στρατοῦ τοῦ πεζοῦτὸ πλῆϑος ἐφάνη ἑβδομήϰοντα ϰαὶ ἑϰατὸν μυριάδες3 - Τῶν δὲ τ ριηρέων ἀριϑμὸςμὲν ἐγένετο ἑπτὰ ϰαὶ διηϰόσιαι ϰαὶ χίλιαι4 - dat is Van alle tochten die wy gezienhebben is deze verre de grootste zoo zelfs dat noch het leger van Darius tegende Scythen by dit in vergelijking kan gebracht worden noch dat van de Scythentoen zy de Cimmerieumlrs vervolgende in het Medische rijk vielen en schier heel hetnoordelijk Azieuml meester werden - noch wat men van dat der Atriden tegen Iliumen in vroeger tijden nog van de Mysieumlrs en Teucrieumlrs verhaalt - Alle

1 L 7 c 20 212 Ibid c 563 Ibid c 604 Ibid c 89

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

483

deze tochten en nog anderen daarby kunnen dezen eacuteeacutenen niet opwegen want welkvolk is er in Azieuml dat Xerxes niet heeft medegevoerd - Het leger voer (naar Europa)over gedurende zeven dagen en zeven nachten en dat wel zonder zich op te houdenMen verhaalt dat toen Xerxes den Hellespont reeds over was een bewoner derkusten van deze zee uitriep lsquoo Jupiter waarom hebt gy de gedaante van eenenPers en den naam van Xerxes aangenomen enmet het geheele menschdom eenentocht ter vernieling van Griekenland begonnen daar gy dit toch zonder al dien toestelvermocht te doenrsquo - Hoe vele legerknechten nu elk volk geleverd heeft kan ik nietmet zekerheid bepalen men vindt dit nergens aangeteekend Dit is zeker dat hetgetal in hel geheel beliep op een miljoen zeven maal honderd duizend - Het getalder oorlogschepen bedroeg twaalf honderd en zeven

Bladz 22 v 14Gy Suze Cissa Ekbataan

Suze de hoofdstad van Perzieuml in de landstreek Suziane Cissa in Cissieuml insgelijkseen landstreek onder Perzieuml behoorende Ekbataan de hoofdstad van het oudeMedische rijk

Bladz 23 v 10Pegaston in t Egyptisch rijk enz

Memphis en Thebe beide voorname steden van Egypte welk land CambysesCyrus zoon het eerst aan de Perzische heerschappy onderwierp Het EgyptischThebewordt van het Grieksche veelal onderscheiden door het epitheton ἑϰατόμπυλοςof h o n d e r d p o o r t i g e

Bladz 23 v 14t Moerassig land enz

Men versta de moerassen van Egypte

Bladz 24 v 2Maar Mardon voert van Tmolus voet enz

Tmolus een berg in Lydieuml

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

484

Bladz 24 v 5Het roemrijk Babel zendt een stoet enz

Babel de hoofstad van Babylonieuml welk land insgelijks door vroegere overwinningenonder Perzieuml gebracht was

Bladz 24 v 22De zee die Hella heeft verzwolgen

De Hellenspont dus genoemd naar Hella eene Thebaansche prinses die in harevlucht naar Azieuml in deze engte uit het schip gevallen zijnde het leven verloor

Bladz 25 v 10De Vorst uit godenbloed gesproten

Χρυσογόνου γενεᾶς ἰσόϑεος φώς heeft het oorspronklijke letterlijk d eg o d d e l i j k e m a n u i t e e n g o u d e n g e s l a c h t g e s p r o t e n dat is u i th e t e d e l s t e g e s l a c h t g e s p r o t e n De Perzische Vorsten werden voorafstammelingen van Perseus den zoon van Jupiter en Danaeuml gehouden Misschienook is dit woord χρυσόγονος eene meer bijzondere toespeling op deze afkomstMen weet dat Jupiter gezegd werd zich in een gouden regen veranderd te hebbenomDanaeuml door haren vader Acrisius wien volgens eene voorspelling van het orakelhaar kroost van het leven moest beroven in een welbewaarden toren opgeslotente genaken

Bladz 27 v 4Toen ge u een veilgen overtochtOp zaamgebonden kielen wrocht

Volgens het verhaal van Herodotus1 liet Xerxes twee bruggen van schepen ophunne ankers gevestigd over den Hellespont slaan en werden er tot de eene driehonderd en zestig tot de andere drie honderd en veertien schepen gebruikt

1 L 7 c 36

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

485

Bladz 29 v 6En zij uw hulde haar al knielend aangeboocircn

Het was aan het Perzisch hof niet geoumlorloofd tot de Vorsten anders dan knielendeen aanbiddende te naderen De vreemdelingen die zich hier aan niet wildenonderwerpen werden ten hove niet toegelaten Het is bekend dat de vrije en aanniets dergelijks gewone Grieken wanneer zy den Koning van wege hun vaderlandmoesten onderhouden deze vernederende plechtigheid door allerlei wegen zochtente vermijden Uit denzelfden hoogen eerbied der Perzen voor hunnen Vorst welkeaan dit gebruik den oorsprong gaf is ook de groet te verklaren dien Eschylus inhet begin van het volgende Tooneel den Rei in den mond legt daar hy Atossa metden naam aanspreekt van θεοῦ μὲν εὐνάτειρα Περσῶν ϑεοῦ δὲ ϰαὶ μήτηρ dat ise c h t g e n o o t e e n mo e d e r v a n g o d e n b y d e P e r z e n

Bladz 29 v 14En troost en balsem wacht mijn vrienden van uw raad

De woorden οὐδαμῶς ἐμαυτῆς οὖσ᾽ ἀδείματος heb ik anders verstaan dan zygewoonlijk uitgelegd worden Ik meen dat de zamenhang deze is I k z a l zegt zyu m i j n e z o r g e n me d e d e e l e n (εἰς δ᾽ὑμᾶς ἐρῶ μῦθον) d a a r i k i n m yz e l v e g a n t s c h n i e t z o n d e r v r e e z e b e n d a t enzonderwelkewoordente kennen gegeven wordt dat zy van den Rei eenige geruststeling begeert omtrenthet voorwerp van hare angst Dit laatste denkbeeld heeft mijne overzetting in hethier aangebrachte vers uitgedrukt

Bladz 31 v 1Een jeugdig vrouwenpaar enz

De Ioumlnieumlrs eene volkplanting in Azieuml van de Europeesche Grieken en dus door hetbloed aan hun verbonden waren ten tijde van Xerxes aan de Perzen wederomonderworpen terwijl dezen vruchtelooze pogingen deden om de andere Grieken inhetzelfde juk te dwingen en hunne ondernemingen met

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

486

de grootste onheilen boetten Dit is het geen met dichterlijke versiering deze droomte kennen geeft en wat door denzelven zoo wel als door het voorteeken van denadelaar door een havik vervolgd voorspeld wordt

Bladz 33 v 6Aan wat kant ligt toch de Atheensche grond

Het zal misschien vreemd voorkomen dat een Vorstin wier echtgenoot metGriekenland in oorlog geweest was en wier zoon het nog werkelijk was na zich zoolangen tijd tot den inval in dit land bereid te hebben naar de ligging van Athenevraagt als ware die haar onbekend Men zou welligt deze vraag op eene of anderewijze kunnen verklaren waardoor hare schijnbare ongepastheid verschoond mochtworden Doch het komt my voor dat ook hier wederom in den aart van het GriekscheTreurspel de ware uitlegging gezocht moet worden Het is de dichter zelf die inzijne personaadjen spreekt Hy beschouwt hen in eene dichterlijke a b s t r a c t i e(indien ik het eens zoo noemen) mag alleen in die omstandigheid waar in hy zelfze plaatste buiten verband met hunne andere betrekkingen dan voor zoo verre diemet het hoofdonderwerp onmiddelijk zamenhangen Op deze wijze stelt dan Eschylusons in dit gedeelte van zijn stuk de ongerustheid voor van de moeder des Koningsover het lot van haren zoon en laat haar dus alle die vragen doen welke uit dieongerustheid kunnen geboren worden zonder zich te storen of omstandighedendaarbuiten dezelve minder natuurlijk maken Hoe anders dan op evengemeldengrond zal men by voorbeeld de inleiding van alle die Treurspelen kunnenverdedigen waarin een der personaadjen om den aanschouwer met het onderwerpbekend te maken hem zijn naam afkomst en lotgevallen zelf komt mededeelen

Bladz 34 v 2Ja mijnen heeft ze die van zilver overvloeien

Deze zilvermijnen welke meermalen by de Ouden geroemd worden en onder devoornaamste bezittingen der Atheners gerekend werden waren gelegen onder denberg Laurium in Attica

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

487

Bladz 35 v 1Ach eens deed zulk een hoop Darius heir vergaan

By Marathon Men zie de Inleiding dezer Aanteekeningen

Bladz 39 v 8Hier stort op Ajax grond omsingeld van de golven

Salamis een eiland tegen over Athene gelegen waarop Telamon de vader vanAjax regeerde en deze laatste zelf geboren was

Bladz 41 v 16Ons had een vluchteling van uit het heir der Grieken enz

Deze list had Themistocles bedacht om de Perzen op een voor hun nadeelige plektot den strijd te lokken Omstandig kan men dit alles by Herodotus verhaald vindenin zijn VIIIste Boek

Bladz 46 v 8Niet ver van Salamis enz

Psyttalia werd dit eiland genoemd alwaar Xerxes vier honderd man deed post vattentot het doel by onzen dichter vermeld

Bladz 47 v 4Zy zoeken in dien nood nog wederstand te biecircn enz

Het oorspronkelijke heeft ἀμφὶ δὲ Ἐϰυϰλοῦντο πᾶσαν νῆσον ὥςτ᾽ ἀμηχανεῖν Ὅποιτράποιντο Πολλὰ μὲν γάρ ἐϰ χερῶν Πέτρῃσιν ἠράσσοντο τοξιϰῆς τ᾽ ἀπὸ Θώμιγγοςἰοὶ προςπίτνοντες ὤλλυσαν Τέλος δ᾽ ἐφορμηϑέντες ἐξ ἑνὸς ρόϑου Παίουσιϰρεοϰοποῦσι δυστήνων μέλη ϰ τ ἑ welke woorden ik zie dat men anders pleegtop te vatten dan ik gedaan heb Men begrijpt het namelijk als of de Grieken de opPsyttalia geplaatste manschap aangevallen waren om geene andere

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

488

reden naar mijn oordeel dan om dat by het even voorgaande ἀμηχανεῖν noodzakelijkde Perzen moeten verstaan worden en men daarom dezelfden ook tot het subjectvan ἠράσσοντο wil maken Doch hoe licht deze plotselijke verwisselingen van subjectin het Grieksch plaats vinden behoeft dunkt my geen betoog In de aangehaaldewoorden doet zich reeds een voorbeeld op van soortgelijke verwisseling ὰμφὶ δὲἘϰυϰλοῦντο (Ἕλληνες klaarblijkelijk) πᾶσαν νῆσον ὥςτ᾽ ἀμηχανεῖν (τοὺς Πέρσαςhier noodzakelijk) Ὅποι τράποιντο Daar nu beide uitleggingen grammatischaannemelijk zijn zoo verdient die de voorkeur welke in andere opzichtenwaarschijnlijker is Het komt voorzeker minder natuurlijk voor dat de dichter mannenvan wier dapperheid hy bijzonder gewaagd heeft doe omkomen zonder van eenigentegenstand melding te maken Maar het geen voor mijne uitlegging gunstigst schijntte zijn is het vermelden hier ter plaatse van pijlen een wapen dat den Perzen eigenis en waardoor zy dikwijls van de Grieken onderscheiden worden Een belangrijkvoorbeeld hiervan doet zich in dit Treurspel zelf op aan het einde van het EersteTooneel alwaar de Rei zich aldus uitdrukt Φρο ντίδα ϰεδνὴν ϰαὶ βαϑύβουλονΘώμεϑα - - Πότερον τόξου ρ῾ῦμα τὸ νιϰῶν Ἤ δορυϰράνου Λόγχης ἰσχὺςϰεϰράτηϰεν Letterlijk Laten wy de vereischte zorg nemen (op dat wy te wetenkomen) wat overwonnen heeft het schieten met den boog of de ijzeren punt vande lans dat is wie verwinnaars zijn gebleven de Perzianen of de Grieken Sterkernog ten onzen voordeele is de plaats van het Tweede Tooneel alwaar het gebruikvan pijlen by de Grieken uitdrukkelijk ontkend wordt Op de vraag van Atossa

Πότερα γὰρ τοξουλϰὸς αἰχμὴ διὰ χερός γ᾽ αὐτοῖς πρέπει(En zijn hun schutters vlug met pijl en schietgeweer)

wordt door de Rei geantwoord

Οὐδαμῶς ἔγχη σταδαῖα ϰαὶ φεράσπιδες σαγαί(Zy strijden met geen boog maar met den vasten speer)

Bladz 48 v 13En waar Spercheacuteus t veld met vruchtbre stroomen drenkt

Spercheacuteus een rivier die aan den berg Eta in Thessalieuml zijn oorsprong heeft

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

489

Bladz 48 v 17Wy door Magnezieuml en het Macedonisch rijkBy Axius rivier en Bolbes rietig slijkTot aan Pangeacuteus berg in t eind gevorderd spoeddenNaar t naadrend Thracieuml wanneer t ontijdig woedenDes winters ons den stroom des zilvren Strymons sloot

Magnezieuml een gedeelte van Thessalieuml Axius een rivier in Macedonieuml Bolbe eenmoeras in Mygdonieuml zijnde dat gedeelte van Macedonieuml hetwelk even als de bergPangeacuteus naast aan Tracieuml grenst De rivier Strymon scheidt Macedonieuml van Thracieumlaf

Bladz 50 v 15O machtige Oppervorst der Goocircn

Ὦ Ζεῦ βασιλεῦ o k o n i n g J u p i t e r zegt het oorspronklijke uitdrukkelijk En zooook doet het in den geheelen loop van het stuk de Grieksche goden door dePerzianen inroepen Men begrijpt dat dit eene bloote dichterlijke vrijheid is ten eindede voorstelling voor den Atheenschen aanschouwer duidelijker te maken Het isimmers bekend dat de Perzen de Zon onder den naam van Mithras aanbaden Opdeze dichterlijke versiering echter steunt een groot gedeelte van de zedeleer vandit Treurspel

Bladz 52 v 6En t spoor doen volgen van uw vaderDie held en vreedzaam vorst te gaderZijn volken niet dan weldaacircn wrocht

Darius zelf echter was niet veel gelukkiger geweest in zijne onderneming tegen deGrieken Maar het is in het karakter van eenen lierzang in deze gesteltenisaangeheven vorige rampen voor nietsbeduidende te rekenen by die welke menop het oogenblik zelf betreurt en dus eenen Vorst die dan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

490

toch ook in vele opzichten zijnen zoon verre overtrof in tegenstelling van de verwijtendie deze laatste verdiende met loftuitingen hemelhoog te verheffen

Bladz 52 v 20Op Cychreus heilig strand gedood

Cychreus strand wederom eene benaming van het eiland Salamis naar een harerKoningen Cychreus een zoon van Neptunus en behuwdvader van Telamon diehem in de regeering opvolgde

Bladz 56 v 4Gy die de doocircn in Plutoos rijk vergaacircrt

Mercurius die geloofd werd de zielen der afgestorvenen naar Carons boot te leidenwaarmede zy dan de Styx overvoeren

Bladz 63 v 4Bactrieuml verloor de hoop zelfs van het volgende geslacht

Bactrieuml een aanmerkelijk gedeelte van het Perzische gebied

Bladz 64 v 9Toen ge een gruwelijken bandOm de Hellespontsche golven als hun meester durfde slaanToen ge een God waagde aan te randen enz

Men versta dit zoo wel van de schipbrug over den Hellespont waarvan wy reedsboven gezien hebben als van den dwazen trek dien deGrieken van Xerxes verhalenen waarvan Herodotus1 dus gewag maakt Καὶ δὴ ἐζευγμένου τοῦ πόρουἐπιγενόμενος χειμὼν μέγας συνέϰοψέ τε ἐϰεῖνα πάντα ϰαὶ διέλυσε Ὡς δ᾽ἐπύϑετοΞέρξης δεινὰ ποιεύμενος τὸν Ἑλληςποντον ἐϰέλευσε

1 L VII c 34 35

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

491

τριηϰοσίας ἐπιϰέσϑαι μάστιγι πληγάς ϰαὶ ϰατεῖναι ἐς τὸ πέλαγος πεδέων ζεῦγοςdat is En de zee reeds gesloten zijnde kwam er een geweldige storm op die deschepen uit elkander dreef Xerxes dit vernemende nam het euvel op en beval datmen den Hellespont driehonderd zweepslagen zoude geven en een paar ketenenin die zee werpen

Bladz 65 v 8t Was een MeedDie t eerst dees streken voor zijn scepter knielen deed

Astyages bedoelt de dichter Cyrus grootvader wien zijn zoon Cyaxares opvolgdeen zelf door Cyrus in het gebied vervangen werd Het verhaal van Eschylus komtechter hierin met dat van de geschiedschrijvers geenszins overeen

Bladz 65 v 18Naauw meester van dees statenVerloor zijn zoon het licht

Cambyzes Cyrus zoon is in zijne terugkomst van een gelukkig ten end gebrachtentocht tegen de Egyptenaren omgekomen terwijl by zijn leven reeds een priestergebruik gemaakt had van zijne afwezigheid om zich voor s Konings broederSmerdis door dezen in vroeger tijd omgebracht uit te geven en alzoo den troonmeester te worden Eenige Grooten van Perzieuml tegen den overweldigerzamengezworen beroofden hem van het leven en lieten vervolgens aan het lot terbeslissing over wie van hen de regeering aanvaarden zou Op deze wijze geraakteDarius aan het koninklijk bewind

Bladz 67 v 2Nog is ons voor het minst eacuteeacuten leger bijgebleven

Dat namelijk waarover Mardonius het bevel voerde doch hetwelk kort daarna byPlateacutea in Beotieuml een volkomene nederlaag onderging

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

492

Bladz 67 v 13Hun dolle plonderzucht tot een gerechte strafWier hand zich niet ontzag de Godgewijde altarenEn t beeld der goden in hun woede niet te sparenMaar heel den tempelraad te rooven enz

By de inrukking van Xerxes in Griekenland hadden de Atheners op gedurigeaansporing van Themistocles besloten hunne stad te verlaten en zich op de vlootingescheept de grijzaarts met een gering getal burgers in de vesting latende hunnevrouwen en kinderen in naburige steden Xerxes de Thermopylen doorgekomenen in Attica gevallen zijnde maakte zich weldra van Athene meester De stad werduitgeplonderd en verbrand en zelfs de tempels bleven niet gespaard

Bladz 68 v 9Het nageslacht zal leerenWanneer t den moord verneemt van dien verschrikbren dagDat zich geen sterveling zoo stout verheffen mag

In deze geheele rede van Darius wordt voornamelijk de zedeleer van het gantschestuk aan den dag gelegd Den Perzen wordt hier door den geest zelven van hunnenoverledenen Koning aangekondigd dat zy aan Xerxes overdrevene heerschzuchtaan de oneerbiedigheid jegens Neptunus en de heiligschennis te Athene gepleegdalle hunne tegenwoordige rampen te danken hebben

Bladz 71 v 7Niet buiten Halys breeden vloed

Halys eene rivier in klein Azieuml aan de grenzen van Lydieuml

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

493

Bladz 71 v 15En die Propontis zee omzoomenEn Pontus onherbergzaam strand

Propontis thands de zee van Marmora genoemd Pontus of Pontus Euxinus is detegenwoordige Zwarte Zee

Bladz 71 v 17Ook de eilanden om wie de golven klotsenDoor Egeus val berucht bestierden zijn geboocircn

Egeus Koning van Athene wiens zoon Theseus den tocht tegen den Minotaurusin Crete had ondernomen met belofte by eene gelukkige terugkomst witte zeilen tezullen spannen maar deze belofte vergetende met zwarte zeilen was te ruggekomen had zich uit wanhoop over de ramp die hy vermeende dat hem door ditteeken aangekondigd werd in de zee geworpen die thans de Archipel genoemdwordt en die in oude tijden daarvan den naam kreeg van Egeiumlsche Zee

Bladz 72 v 3En Temnus Rhodus Cnidus waarDe Mingodin op t sterkst wordt aangebedenEn Papus Solus Cyprus glans

Δῆμνον (L emn o n ) leest men in het oorspronkelijke De vermelding van Lemnusechter heeft my hier ter plaatse altijd gehinderd daar de dichter de eilanden van deEgeiumlsche Zee die ten tijde van Darius onder het gebied van Perzieuml stonden reedsopgenoemd heeft en thands gelijk het my toeschijnt uit den zin duidelijk te blijkenvoacuteoacuter heeft van eenige van die steden te gewagen welke door de Perzianen op hetvaste land buiten hun rijk of afzonderlijk op eilanden bezeten werden Het komt mydus waarschijnlijk voor dat hier met eene ligte verandering voor Λῆμνον (L emn o n )Τῆμνον (T emn o n ) moet gelezen worden T emn u s vindt men onder de Eoumllischesteden genoemd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

494

by Herodotus Boek I Hoofdst 149 Ik heb dienvolgens gemeend dat het my vrijstonddeze lezing in eene dichterlijke overbrenging aan te nemen schoon ik het niet opmy zou nemen den Griekschen text zelven naar mijne gissing te veranderen Verdermeen ik ingevolge mijne uitlegging dat door Rhodus hier niet het geheele eilandmaar de stad van dien naam verstaan moet worden Men ziet dat de dichter in hetvervolg ook hier dan van enkele steden gewagmaakt Cnidus is eene Dorische stadin klein Azieuml Paphus en Solus zijn steden op het eiland Cyprus gelegen

Bladz 72 v 6En gy o Salamis die t aanzijn hebt gekregenVan t plekjen waar de Grieksche lansHet heir der Perzen heeft doorregen

Dit Salamis is insgelijks eene stad van het eiland Cyprus Teucer zoon van Telamona zijne terugkomst van den tocht tegen Troje door zijnen vader verbannen om dathy den dood van zijn halven broeder Ajax die zich uit wanhoop Achilles wapenentegen Ulysses verloren te hebben zelf van kant geholpen had op dezen laatsteniet gewroken had zette zich op Cyprus neder en stichtte daar eene stad die hyter geheugenis van zijn geboortestad den naam van Salamis gaf

Bladz 79 v 5Herinnering aan beter tijden enz

Van dezen laatsten Koorzang van het laatste Tooneel (het welk ik over het algemeenmet meer dan gewone vrijheid ja met verplaatsing en uitlating van een aantalverzen heb overgebracht) heeft het oorspronkelijke volstrekt niets Het stuk eindigtdaar met een vrij langdurige afwisseling van afgebroken klachten en uitroepingentusschen Xerxes en de Rei iets het welk niet alleen van onzen smaak allervreemdstis maar by de Grieken-zelve naar alle waarschijnlijkheid door de muziek alleenverlevendigd en opgehouden werd Dit hoop ik zal my ter verschooning dienendat ik het gewaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

495

heb achter eene overbrenging van Eschylus eene plaats aan mijne eigene verzenin te ruimen

Bladz 92

[HETVERHAALVANDENBODEUIT ESCHYLUSZEVENTEGENTHEBE kwam voor in de eersteuitgave van d e P e r z e n en werd later herdrukt in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d ]

Bladz 99

[ALFONSUS DE EERSTE Dit Treurspel werd voor de eerste maal in 1818 voor detweede maal in 1845 uitgegeven Het werd by de eerste en tweede uitgavevoorafgegaan van de volgende]

Voorrede

Omstreeks het einde van de elfde eeuw werd een aanmerkelijk deel van hettegenwoordige P o r t u g a l door een vreemd Prins in dienst van Koning Alfonsusden Zesden van L e o n en C a s t i e l j e op de Saraceenen gewonnen Deze prinsalgemeen onder den naam van Henrik bekend was waarschijnlijk een jonger broederuit het Huis van Bourgondie schoon Camoens hem van Hongarijen anderenwederom van het Grieksche Keizerrijk doen komen Hy ontfing ter belooning vanzijne diensten het door hem-zelven herwonnen land mitsgaders alles wat hy verderop den Moor mocht veroveren met den titel van Graaf in leen en s Koningsnatuurlijke dochter Dona Theresia ten huwelijk Na zijne dood poogde deze dehaar nagelaten voogdij in eene onbepaalde heerschappij voor zich en haar tweedenechtgenoot Graaf de Trava met achterstelling van haren en Henriks zoon Alfonsuste veranderen De Spaansche en Portugeesche Historieschrijvers zijn het over deomstandigheden dezer gebeurtenissen niet eens maar hierin komen zy allenovereen dat de jonge Alfonsus met behulp der voornaamste Ridders van hetGraafschap de vijandelijke ontwerpen van zijne moeder verijdeld en zich in deGrafelijke macht gesteld heeft Onder dien titel heeft hy lang geregeerd en

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

496

het is eerst na zijne beroemde overwinning op vijf Moorsche vorsten by Ouriquedat hij dien van Koning welken ik hem reeds by den afloop van mijn stuk geve heeftgedragen Even zoo onderstelt het zijn huwelijk reeds voltrokken schoon dit eerstvele jaren later in de geschiedenis vermeld wordt

Bladz 178

[BYHETOPENBAAREXAMEN enz afzonderlijk uitgegeven Merkwaardig is het verschilvan geest en toon in dit en het later volgend school-gedicht vergeleken met delatere voortbrengselen van Da Costa Waarschijnlijk is het ook wel daaraan toe teschrijven dat de Dichter in strijd met den door hem zelven vermelden lsquotrek naarcompleteering die ons tot in het onbeduidendste wel eens vervolgtrsquo (Voorrede voacuteoacuterde Z a n g e n ) deze liederen in die verzameling niet mede opgenomen heeft]

Bladz 182

[OP DEN MARTELDOOD VAN RAPHAEL GOMEZ SALSEDO Dit dichtstukje is eene vrijevertolking van een sonnet van den Spaanschen dichter Daniel Levi [Don Miguel]de Barrios waarvan het oorspronkelijke hier wordt medegedeeld]

Soneto al glorioso martirio de RG Salsedo

[Triumphal Carro Flores y Luzes pag 9]

Raphaeumll no hay tormento qua se evitePor confesar un Dios omnipotenteMuerte prolixa en quanto vive sienteEterna vida en quanto muere admite

Lengua de fuego en su loor repiteConstancia tan feliz sobre ara ardienteQue si el Zelo aacute le pena lo consienteA la Gloria le pena lo remite

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

497

Del material incendio al soberanoAlccedilando el buelo Phenix peregrinoDexa el polvo aacute la vista del Tirano

Dando luz al que sigue su caminoRaphael medicina Angel humanoY por medio mortal se faz divino

Bladz 183

[OPHET FEEST DER VERBROEDERINGAAN LEYDENSHOOGESCHOOL Dit dichtstukje komtvoor in een bundeltje van gedichten ter gelegenheid van een verbroederingsfeestaan Leydens Hoogeschool in 1818 Er schijnt toen onder de Leidsche studenteneene vete bestaan te hebben die later is bijgelegd en waarvan de beslechting endaarop gevolgde verbroedering aanleiding gegeven heeft tot feestelijkheden waarbydit dichtstukje is vervaardigd Ook de Hoogleeraar Speyert van der Eyk bezong ineenige Latijnsche dichtregelen die gebeurtenis]

Bladz 186

[BY HET OPENBAAR EXAMEN enz mede afzonderlijk gedrukt]

Bladz 192

[PROMETHEUS Om de chronologische orde komt dit gedicht nu eerst voor ofschoonhet in E s c h y l u s D r ama t i s c h e d i c h t s t u k k e n onmiddelijk achter d eP e r z e n werd geplaatst D e P r ome t h e u s kwam in het licht in 1819 met devolgende]

Voorrede

Even als de navolging der P e r z e n van E s c h y l u s die nu ruim drie jaren geledenin het licht verscheen zoo is ook deze van het meesterstuk van denzelfden dichterharen oorsprong verschuldigd aan den bijzonderen smaak dien ik voor my in zijnepoeumlzy boven die der twee andere Grieksche Treurspeldichters altoos gevondenheb Dikwijls heeft de onbeschrijflijke aandoening

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

498

die my zijne verzen veroorzaken mijne verbeelding zoodanig opgewekt dat ik myniet wederhouden kon den dichter zoo als ik hem opvatte in Nederduitschedichtmaat uit te drukken en alzoo ontstond dan weder zonder eenig bepaaldvoornemen en bijna ongevoelig uit de bewerking van eenige enkele tooneelen dezeoverbrenging van den geheelen P r ome t h e u s die ik wensche dat aan hem diehet oorspronkelijke kent niet onbehagelijk zijn moge en aan die het niet kent ereenig denkbeeld van zal kunnen geven Intusschen is er voor den laatsten wellichteenige voorbereiding noodig tot het ware verstand van een Grieksch tooneelstuken voornamelijk van dit Men houde my dan eenige weinige aanmerkingen tengoede die ik hier te dien einde laat voorafgaanIn de eerste plaats herinner ik den lezer aan den oorsprong van de Grieksche

Tragedie Een dithyrambe ter eere van Bacchus zie daar de kern waar zich eender fraaiste planten van den dichterlijken hof uit ontwikkelen moest De lof van godenen halve goden eerst in een onfgebroken zang aangeheven vervolgens doorwevenmet verhalen van hunne weldaden en heldenwerken die eindelijk door afwisselendepersonaadjen of bezongen of zelfs voorgesteld werden weer weldra het meeralgemeene onderwerp dezer dithyramben waaruit Eschylus vernuft een afzonderlijksoort van poeumlzy gevormd heeft Zijne stukken nog in den hoogdravenden stijl derlierzang geschreven hadden eigenlijk slechts eacuteeacutene belangrijke omstandigheid vaneenig god of held ten onderwerp en deze omstandigheid stelde hy door de personendie er deel aan hadden zelve te doen spreken en onder de i l l u s i e van de doorhem ingevoerde tooneelpraal aan het gezicht zoo wel als aan het gehoor van denaanschouwer levendig voor Nu was het Treurspel geboren en tot een bloeiendejongelingschap opgekweekt S o p h o c l e s volgde en volmaakte het werk By hemwerd het Treurspel de dichterlijke ontwikkeling van eene door het Noodlotvoorbeschikte gewichtige gebeurtenis en nu had de Grieksche Tragedie ook haartijdperk vanmannelijke rijpheid gehad Voor Euripides die deze twee groote mannenopvolgde bleef niets meer overig dan het tijdvak des ouderdoms van het tooneelte vervullenMaar keeren wy tot Eschylus met wien alleen wy hier eigenlijk noodig hebben

te rug Om zijne stukken en inzonderheid zijnen P r ome t h e u s

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

499

wel te vatten moeten wy ons allereerst in een wereld van goden verplaatsen Maarvan goden even als het menschdom aan den wil ondergeschikt van eenOppermachtig Noodlot Noodzakelijkheid Voorbestemming of zoomen het noemenwil dat by de Ouden de plaats verving van het aan ieder mensch en bijzonder aanden dichter zoo dierbaar denkbeeld eener alles bepalende Voorzienigheid Dochmisschien heeft dit nadere opheldering van nooden Eene korte beschouwing vanons dichtstuk zal die opheldering misschien kunnen geven terwijl ze tevens tot hetbegrip van het stuk zelf niet ondienstig zijn zalVolgens onzen dichter regeert het Noodlot over hemel en aarde doch niet

onmiddelijk maar door tusschenkomst van de zoogenaamde Olympische godenaan wier hoofd allereerst de god Uranus gestaan heeft Dezen verjoegen zijnezonen de Titans waaronder Cronus (of Saturnus) die hem in het gebied opvolgdeJupiter Cronus zoon bijgestaan door Prometheus en andere goden en halve godenberooft op zijne beurt zijn vader van de hemelkroon en doet hem met de Titansdie zijne partij gekozen hadden den Olympus ruimen Nu gebruikte hy weldra zijnegoddelijke macht om het menschdom dat onder Cronus zeer gelukkig geweestwas te vernederen en te kwellen Prometheus verzet zich tegen dit voornemenzoo lang hy kan doch toen het menschdom door de ongenade van Jupiter zoo verrevervallen was dat er schier geen onderscheid meer tusschen dit en het redeloozedier bestond bracht hy het vuur der hemelen dat een goddelijke bezielingskrachtbezat op de aarde en herstelde alzoo den mensch tot zijn vroegeren en beterenstand Nu had hy zich ook den haat van Jupiter en de overige ondergeschikte godenop den hals gehaald en tot straf zijner weldaden aan het menschdom wordt hy opbevel van Jupiter in het woeste Scythieuml aan een rots op het strand der zeevastgeklonken en op allerlei wijzen gefolterdHet is hier dat ons dichtstuk eigenlijk een aanvang neemt niet om den toeschouwer

nieuwe gebeurtenissen voor oogen te brengen maar eenvoudig om hem denlijdenden held in zijne droevige omstandigheid te leeren kennen en zijn gedrag enkarakter als twee by uitstek dichterlijke voorwerpen in de hoogere taal der poeumlzyaf te schilderen door hem zelven sprekende in te voeren en in tegenstelling tebrengen met de overige personen van het dicht-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

500

stuk die om hem en om hem alleacuteeacuten ten tooneele gevoerd worden Men verwachtedus hier geene eigenlijk gezegde daad gelijk Sophocles die naderhand tot hetwezen der Tragedie gemaakt heeft en gelijk zy op het hedendaagsche tooneel eenhoofdvereischte uitmaakt P r ome t h e u s i n z i j n e k l u i s t e r s zoo luidt deGrieksche titel en belooft dus geene voorstelling van een daad of gebeurtenis maaralleen van het op zich zelf beschouwde uitwerksel van vroegere gebeurtenissenEen lofzang op de tegen alle geweld onwrikbare braafheid en het innige vertrouwenop een hooger Macht in een wezen dat de menschelijke natuur wel te b o v e n maar niet te b u i t e n gaat en dat ons alzoo te gelijk verheffen en belang inboezemenkan ziedaar het eenige doel van den dichter in zijn P r ome t h e u s Laat ons zienop wat wijze hy dit doel bereiktPrometheus zelf van goddelijken oorsprong acht zich geheel het stuk door en

in al zijn lijden den gelijke van dien Jupiter aan wiens vervolging hy nu bloot staatHy heeft zelfs van zijne moeder Themis een geheim vernomen dat Jupiter betreften voor Jupiter zelven nog verholen is Dit geheim bestaat daarin dat volgens debestemming van het Noodlot Jupiter de heerschappij des hemels moet verliezenwanneer hy met Thetis eene van Oceaans dochteren een huwelijk aanging Wantuit dit huwelijk moest een zoon geboren worden die zijn vader in macht verre zouovertreffen en hem de kroon der hemelen ontrukken Dit lot kon Jupiter alleenontgaan door zich van dien echt te onthouden Een van beiden vertrouwt derhalvePrometheus dat gebeuren moet (want de zekere en bepaalde kennis welk der tweeplaats zal hebben behoort alleen en uitsluitend aan het Noodlot) of Jupiter moeteens den scepter verliezen en hy alzoo van zelf uit zijne boeien ontslagen wordenof die god moet om van Prometheus het gewichtige geheim en de middelen omzich voor den bedreigden val te hoeden te vernemen zijn kluisters breken en zichvoor hem vernederen In dit vertrouwen en met de zelfbewustheid van wel gedaante hebben trotseert hy alle folteringen en het verschrikkelijke uitzicht op devoortduring daarvan gedurende eeuwen en heeft hy stellig besloten noch zijneverontwaardiging tegen zijnen machtigen vervolger te ontveinzen of te matigennoch hem het geheim der toekomst te openbaren voor dat hy in zijn vorigen staathersteld worde en voldoening van het ge-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

501

ledene ontfange Om hem van dit voornemen te rug te brengen zijn de smertenvruchteloos die hy op de rots waaraan hem de aanschouwer vastgebonden zietondergaat vruchteloos de raad en de innemende taal van een Rei van Zeenimfendie hem in zijn leed komt bezoeken De God des Oceaans vertoont zich nu ook omhem te bewegen maar zijne redenen dienen nergens anders toe dan om hetmannelijke karakter van Prometheus tegen de buigzaamheid van het zijne in eenzoo veel te schitterender licht te plaatsen Aan Iouml die mede een offer van Jupiterswreedheid de aarde wanhopig en half zinneloos doorzwerft en uit wie na dertiengeslachten Hercules de bestemde verlosser van Prometheus spruiten moet aanIouml zeg ik spreekt hy hoe lijdende zelf liefderijken troost toe en openbaart haarten blijke van zijne zekere kennis der toekomst het einde van hare jammeren TegenMercurius eindelijk die hem op een gebiedenden toon de verklaring komt vragenvan het orakel waarmede hy Jupiter bedreigt toont hy zich met dezelfde waardigheidonverzettelijk in zijn besluit en wacht met kalmte de vervulling af der verschrikkelijkegebeurtenissen die hem Jupiters zendeling aankondigt Met deze vervulling eindigtdan ook het dichtstuk en te midden van geweldige aardbevingen en dwarrelwindenzinkt Prometheus weg om in het gebied der hel op eene nog wreeder wijze gefolterdte wordenDit weinige zij genoeg tot opheldering des zakelijken inhouds van het

oorspronkelijk Ik voeg hier nog een woord by over mijne navolging die deze reisveel vrijer nog uitgevallen is dan mijne vroegere overbrenging der P e r z e n Voorwie zich over deze vrijheid somtijds verwonderen mocht merke ik alleen aan dathet vertalen van een dichter een hoogst ondichterlijk werk zijn zoude indien mendaarbij iets anders zocht dan de denkbeelden die ons getroffen hebben op onzewijze en in eene ons meer eigene taal en dichtmaat weder te geven En hiermedevalt alle opzet om of het oorspronklijke getrouw te blijven of daarvan naar willekeuraf te wijken noodzakelijk wegWat eindelijk de Aanteekeningen betreft deze hebben geen ander doel dan om

den lezer de moeite van nazoekingen omtrent de toespelingen des dichters op heteen en ander geschiedkundig of mythologisch feit te besparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

502

[De P r ome t h e u s werd besloten met de volgende]

AanteekeningenBladz 192 v 1de wraakgodin

Het oorspronkelijke Grieksch voert hier een dubbele persoon (K r a c h t e ng ew e l d ) ten tooneele om Vulcaan in het volbrengen van Jupiters last te helpenIk heb gemeend dat in eene Hollandsche overbrenging deze rol gevoegelijk aande meer bekende personaadje van de Wraakgodin of Nemesis kon opgedragenworden

Bladz 194 v 14Maar hoe naauw het harte kleeftAan maagschap weet gy niet

Iaumlpetus Prometheus vader was een der zonen van Uranus en de Aarde Titansgenoemd en alzoo broeder van Cronus of Saturnus den grootvader van Vulcaan

Bladz 198 v 6Aan kloeken raad was zelfs de klank uws naams verwant

De Grieksche naam van P r ome t h e u s geeft de eigenschap van voorzichtigheidte kennen

Bladz 203 v 1En echter zal dees rots nog eens het uur getuigen enz

Deze voorzegging wordt bewaarheid in het laatste tooneel

Bladz 209 v 9t Is niet het godenbloed alleen dat beider aderen enz

Oceaan was de zoon van Uranus en de Aarde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

503

Bladz 212 v 11Mijn broeder Atlas enz

Atlas was niet de zoon gelijk Oceaan maar de kleinzoon van Uranus door IaumlpetusOceaan noemt hem hier broeder om dat hy mede onder den algemeenen naamder Titans begrepen werd en in hunne zaak en lotgevallen in den oorlog tegenJupiter gedeeld had

Bladz 212 v 14Ook Typhoos lot was hard

Een reus geboren uit den Tartaar en de Aarde die mede den oorlog tegen dehemelgoden had helpen voeren

Bladz 219 v 15Aan my meecirc dat de taal die uit den boezem breekt enz

Wien deze verzen niet duidelijk zijn raadplege de onlangs in het licht verschenenVerhandeling van den Heer Mr Bilderdijk over den oorsprong van het Letterschriften hy zal daar het eenige systema over dit onderwerp vinden dat den Dichterwaardig is en den Wijsgeer die de waarheid zoekt voldoen kan Dat ik hetzelvePrometheus in den mond legge behoeft denk ik geene rechtvaardiging

Bladz 225 v 3Door t duizendoogig spook enz

Iouml dochter van den Stroomgod Inachus door Jupiter bemind en verleid werd doorde ijverzucht van Juno in eene koe veranderd en aan de wacht vertrouwd van eenmonsterachtig herder Argus geheten en met honderd oogen toegerust Dezenwachter deed Jupiter door Mercurius ombrengen Doch dit bevrijdde Iouml van haarleed niet Juno joeg haar een geweldigen schrik aan en deed ze alzoo een gedeelteder aarde doorzwerven tot dat ze einde-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

504

lijk in Egypte rust vond Jupiter een zoon baarde en als godesse vereerd isgeworden

Bladz 225 v 12Nog ruischt de toon der rietpijp door mijn zinnen enz

Mercurius namelijk had Argus door het geluid eener rietpijp in slaap gezongen enhem in den slaap van kant geholpen

Bladz 229 v 3Gy hebt de zusteren van Inachus gehoord

Inachus werd als alle Stroomgoden voor een zoon van Oceaan gehouden

Bladz 230 v 9En de eikenboomen zwegen

De eikenboomen van het Dodoneesche bosch werden gezegd geluid te geven enorakels te verkondigen

Bladz 230 v 14Mijn voorhoofd eens zoo fier enz

Men neme in acht dat de Dichter de zwervende Iouml wel onder een menschelijkenvorm ten tooneele voert maar tevens ter herinnering aan Junoos vervolging methorens op het voorhoofd

Bladz 233 v 3En de enge zee getoond die gy moet overvaren enz

Versta de tegenwoordige zeeeumlngte van Caffa eertijds Bosporus (o v e r v a a r t d e rk o e in het Grieksch) genaamd ter geheugenis van Ioumlos overvaart in hare viervoetigegedaante

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

505

Bladz 237 v 2Hier hebt ge Phorcys kroost te mijden

Drie in de fabel zeer vermaarde zusteren waaronder Medusa vooral die zichbeurtelings van eacuteeacuten oog aan alle drie gemeen bedienden

Bladz 237 v 8Der Arimaspias

De Arimaspias was een rivier in Scythieuml dus genaamd naar hare oeverbewoonersde Arimaspen

Bladz 239 v 1Een hunner zal de nood enz

Men kent de geschiedenis der vijftig dochters van Danauumls die om het huwelijk vanEgyptus vijftig zonen te ontgaan haar geboorteland Egypte verlieten en in Argoseen schuilplaats zochten Doch ook daar door hare minnaars vervolgd gingen zyhet opgedrongen huwelijk aan maar brachten hare jonge echtgenooten op haarsvaders bevel in den eersten bruiloftsnacht om Een enkele Hypermnestra ontzaghaar gemaal redde hem en besteeg vervolgens met hem den troon van ArgosEgyptus en Danauumls waren broeders zonen van Belus den kleinzoon van Iouml uitEpaphus

Bladz 244 v 4k Zag reeds twee goden vallen

Uranus werd door zijn zoon Cronus en deze op zijn beurt door zijn zoon Jupiter uitden hemel verjaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

506

Bladz 252

[CASSANDRAAS VOORZEGGING Dit fragment uit Eschylus A g amemn o n werd alseen toevoegsel tot den P r ome t h e u s te zamen met dit dichtwerk in 1819uitgegeven Het werd voorafgegaan van de hierna volgende korte]

Inleiding

Agamemnon Koning van Argos van het beleg van Troje terug komende wordtdoor zijn eigen echtgenoote Clytemnestra en haren overspeligenminnaar Egisthusverraderlijk omgebracht en met hem de Trojaansche Prinses Cassandra die hygevankelijk met zich gevoerd had Het is bekend dat deze Vorst een zoon was vanKoning Atreus zoo berucht in de oudheid door zijn wederkeerigen haat tegen zijnbroeder Thyestes Egisthus vader Zie daar de geschiedenis waarvan Eschyluszijnen A g amemn o n heeft gevormd Het fragment dat hier in het Nederduitschonder den naam van C a s s a n d r a a s v o o r z e g g i n g gegeven wordt stelt hettooneel van dit stuk voor alwaar Cassandra die van Apollo de gave van wichelarijin vroeger tijd reeds had ontvangen Agamemnons en haar eigen naderend uiteindeaan een Rei van Argivische Grijzaarts die niets dergelijks vermoeden aankondigtHet tooneel speelt voor den ingang van het vorstelijk paleis alwaar Cassandra

in een wagen zittende een weinig te voren is aangekomen Verdere ophelderingenwaar die noodig mochten zijn blijven voor de aan het slot geplaatste Aanteekeningenbewaard

Bij CASSANDRAAS VOORZEGGING behooren de volgende]

AanteekeningenBladz 252 v 6 en 7Heeft niet ook Hercules des noodlots toorn geboetEn ketenen getorscht

Dit moet verstaan worden van den tijd van zijn verblijf aan het hof van OmphaleKoningin van Lydie op wie hy smoorlijk verliefd was en die zoo veel invloed ophem had dat zy hem vrouwenwerk liet verrichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

507

Bladz 253 v 4Zoo slechts t barbaarsch gehoor enz

Barbaarsch noemden de Grieken al wat vreemd was

Bladz 256 v 3 en volgZiet gy die kinderen niet zweven langs de wand enz

Atreus woedend om het tusschen zijne echtgenoote en zijn broeder Thyestesgepleegd overspel had twee van Thyestes kinderen omgebracht hun vleesch doentoebereiden en op huns vaders disch plaatsen Naar het verhaal der fabel deeddeze verschrikkelijke wraak de Zon van afgrijzen te rug gaan en riep den vloek dergoden op geheel het huis der Pelopieden dat te Argos regeerde De gebeurtenissendie het onderwerp van den A g amemn o n uitmaken waren het gevolg hiervan

Bladz 259 v 10En Itys noodlot al te wreed enz

Philomele door haar schoonbroeder Tereus gewelddadig geschonden klaagdehaar leed aan hare zuster Tereus echtgenoote en ontstak die in zulk een woededat zy haar eigen zoon Itys ombracht en den vader met zijn vleesch spijsde Alledie ongelukkigen verwisselden na deze gebeurtenis van gedaante en wezen enPhilomele werd in een nachtegaal herschapen in wier smeltende toonen de oudheideen klacht over Itys dood waande te bespeuren

Bladz 262 v 17En t menschdom niettemin is voor mijn klanken doof

Apollo had Cassandra met het vermogen van wichlarij begaafd in de hoop dat zyzijne liefde voldoen zoude Zy weigerde dit en daar de God haar de eens verleendegaaf niet weder ontnemen kon voegde hy er tot straf by dat hare voorzeggingendoor niemand geloofd zouden worden Het oorspronkelijke geeft hier d eacute t a i l s vandie wy gemeend hebben te kunnen achterlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

508

Bladz 263 v 20O vrouw vloekwaarder dan Charybdis enz

Charybdis is by de Ouden eene vrouw die om dat ze Hercules bestolen had vanden bliksem getroffen en in de Middellandsche Zee geworpen was alwaar zy aaneen vreesselijken kolk den naam gaf

Bladz 269

[HET TREURSPEL Deze Od e verscheen het eerst in het licht als toevoegsel tot denP r ome t h e u s in 1819 Zij werd later op nieuw uitgegeven in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d Da Costa merkt zelf in lsquode Voorrede van dieZ a n g e n rsquo op dat zy voor een aanmerkelijk deel de toenmalige richting van zijngemoed in poeumlzy karakteriseert]

Bladz 276

[LIEFDE Vroeger niet gedrukt Het eerst opgenomen in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d ]

Bladz 281

[AAN BILDERDIJK BY HET AFSTERVEN VAN ZIJN ZOON JULIUS WILLEM den eersteling vandes grooten Dichters echt als Adelborst in ZM zeedienst op eene terugreis vanChina aan boord van het schip in 1819 overleden De Zanger verheerlijkte denagedachtenis des beminnelijken jongelings in een bundel R o uw z a n g e n De eerste regel van Da Costas Rouwdicht zinspeelt op den aanhef van Bilderdijks

Voorzang voor De E c h t (Bilderdijks Dichtwerken XI blz 122

De tranen zijn uw deel op aardRampzalig sterveling

Van daar bij Da Costa de uitboezeming

JA TRANEN ZIJN ONS DEEL OP AARD]

Bladz 286

[BY HET OPENBAAR EXAMEN enz afzonderlijk gedrukt]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

509

Bladz 292

[Dit gedicht is het eerste dat ontleend is aan den Bundel getiteld P o euml z y die intwee deelen te Leyden by Herdingh en Zoon in het licht verscheen Het was vooraldoor de uitgave van dien Bundel dat Da Costa reeds als gelukkig dichterlijk vertalerberoemd zich ook als geniaal oorspronkelijk Dichter deed kennen en van stondenaan zich eene eigene plaats verwierf die hem door niemand zelfs niet in hetg e n r e waarin hy vooral uitmuntte door zijnen grooten Meester Bilderdijk werdbetwist Wy hebben hier den blakenden gloed der jeugd by de volle rijpheid desmannelijken leeftijds en die beide overstraald door de zon van het heilige OostenHet eerste deel van de P o euml z y werd ingeleid door de volgende]

Voorrede

By de tokkeling der Dichterlijke lier openbaren zich de diepste verborgenheden vanhet hart en zoo staan des Dichters persoonlijke gevoelens aan de kennis van hetAlgemeen aan hetwelk hy de uitvloeisels zijner aandoeningen tot voorwerpen vankunst geworden mededeelt oneindig meer dan die van eenig ander Schrijver blootMisschien geldt dit inzonderheid van dezen bundel Opgevoed in een denkwijzegeheel strijdig met den heerschenden geest der eeuw en in die denkwijze bevestigddoor den les en het voorbeeld van den grooten Dichter die zoo krachtig alsonveranderlijk zich jaren lang tegen dien geest verzet heeft en nog verzet moet hetdes niemand verwonderen dat ik ook in de hier verschijnende stukjens geheelandere dan de tegenwoordig algemeen wordende begrippen belijde en daar openlijken met nadruk voor uitkome Hierin stel ik eer en genoegen Dan voorweldenkenden die (uit hoofde van wat omstandigheid het zijn mag) aan de eeneof andere mijner uitdrukkingen eene beteekenis mochten kunnen hechten voorhunne eigene gezindheid aanstotelijk achte ik het plichtmatig tevens te verklarendat wel zeer verwijderd van zoodanige bedoeling mijn hart geen afkeer voedt enuitdrukt dan tegen de by hun evenzeer gehate beginselen van Ongodistery enomverrewerping der maatschappelijke orde en zich (behoudens ieders wettigegehechtheid aan zijne wijze van beschou-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

510

wen in de verdere byzonderheden) gaarne vereenigt met al wie de hand leent aande bestrijding en verdelging dier afschuwlijkheden Met deze ter goeder trouwgegevene verzekering heb ik de misvatting van oprechte belijders van welkGodsdienstig geloof hier te lande ook niet te vreezenDit weinige zij genoeg over den geest van deze verzameling Nog een enkel woord

betreffende het een en ander der Dichtstukken in dit Eerste Deel vervat Omtrentde I n e s d e C a s t r o merke ik aan dat dit Dichtstuk in den vorm van een Tooneelnaar den trant der Ouden geschreven geenszins als een gedeelte van eenvervaardigd of ontworpen Treurspel moet beschouwd worden Mijne denkbeeldenomtrent de vereischte inrichting van een hedendaagsch Treurspel brengen nietsdiergelijks mede Het vers was bestemd tot de vervulling eener spreekbeurt in hette Amsterdam nieuw opgericht Genootschap V o o r U i t e r l i j k eWe l s p r e k e n d h e i d en had alzoo geen ander doel dan om overeenkomstigde instellingen dezes Genootschaps tot een proeve te verstrekken van den stijl entoon van tragische poeumlzy en versificatie in onze taal De mededeeling der drie doormy overgebrachte stukjens van Lamartine zal misschien den lezer welkom zijn hetzij als herinnering aan het oorspronklijk het zij als eene gelegenheid tot kennismakingmet dezen voortreflijken en belangrijken Dichter tegen wien zommige Franschezoogenaamde L i b e r a l e Dagbladen (die zich waarschijnlijk schamen zoudengezonder denkbeelden over Schoonheid en Kunst te uiten dan zy van Recht enWaarheid toonen te bezitten) zich beijverd hebben een ongunstig vooroordeel teverwekken Deze aanmerking moge tot beveiliging strekken tegen diergelijkepartyzuchtige beoordeelingen waardoor vreemdelingen in eene taal zich op hetgezag van landgenoten des Schrijvers al zeer licht laten wegslepen en diene tevenstot opheldering der aan Lamartine door my gerichte dichtregelen achter deoverbrengingen uit zijn werk geplaatst Wat eindelijk mijne Navolging betreft vanOvidius bekenden redestrijd tusschen Ajax en Ulysses ter zake van Achilleswapenen ik heb hoe vervuld dit stuk zij van eene menigte toespelingen op de Iliasdie het versieren en verlevendigen het echter noodeloos geacht zoodanige plaatsenaan te wijzen en door aanhaling nader op te helderen daar zy den met Homerusbekende lezeren van zelve voor oogen springen en daarentegen weinig waardemeer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

511

hebben als men er eerst naderhand en buiten de zamenhang der verzen opaandachtig wordt gemaaktEn hiermede is het Eerste Deel van dezen bondel dat door een Tweede en laatste

voacuteoacuter den afloop van het jaar (zoo ik hope) gevolgd zal worden besloten Vaarintusschen wel Lezer en kunt gy by den overvloed van heerlijke zangen waarvande Hollandsche Pindus tegenwoordig wedergalmt een oogenblik met welgevallenhet oor leenen aan mijne nederiger tonen het zal meer zijn dan ik durf verwachtendie in het gebied der Dichtkunst op geen andere verdienste aanspraak make danop een brandend gevoel voor hare voortreflijkheid en een diepe overtuiging van dewaarheden die ons door hare bespiegelingen ontdekt worden

[Aan het Tweede Deel ging vooraf deze]

Voorrede

Ter geleide van dit Tweede Deel waarvan byzondere omstandigheden de uitgavetot nog vertraagd hebben voege ik nog eenige weinige woorden by het geen aanhet hoofd van dezen Bondel in het algemeen ter voorafspraak gezegd is Dezewoorden betreffen alleenlijk twee der in dit Deel verschijnende Dichtstukkenwaarover eene korte opheldering noodig is tot dat rechte begrip van den inhoudtot hetwelk de uitgevende Dichter zich verplicht gevoelt zijn lezer de hand te biedenTen eerste dan zij het aangemerkt dat het Dichtstuk onder den titel van de T o c h t

u i t B a b e l hier geplaatst eene omstandigheid onderstelt die ik niet gelovealgemeen genoeg bekend te zijn om er hier een byzonder gewag van te kunnennalaten Deze omstandigheid is de in het Spaansche Schiereiland zoo wel als onderde uitgewekenen dier landen zedert eeuwen verspreide overlevering volgens welkeeen groot aantal der Vorstelijke en aan den Vorstenstam verwante geslachten uitJuda dadelijk of ten minste korten tijd na de verwoesting van den eersten Tempelin het land van Spanje zich hebben nedergezet en voortgeplant en de kiemen diergroote bevolking gebracht die onder het over den aardbodem verspreide Volk vanIsraeumll wederom als een op zich zelf staand geheel behoort te worden beschouwdDeze

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

512

overlevering gelijk zy voor die haar van naby heeft onderzocht hoogst waarschijnlijkis wordt eene waarheid van het hoogste gewicht wanneer men haar in toepassingneemt op de Spaansche en Portugeesche Geschiedenissen over wier dieperekennis zy onbegrijplijk veel licht verspreidt zoo ten aanzien van den toestand derJoden in die landen gedurende eene lange reeks van eeuwen als ten aanzien vanverschillende zeer gewichtige gebeurtenissen (als onder anderen de vestiging dernieuwe Inquisitie tegen het einde der vijftiende Eeuw) welke tot nog toe of geheelniet of althands zeer gebrekkig gekend worden Hoogst belangrijk (en in meeropzichten dan men wel vermoeden zoude) kon eene opzettelijke en uitvoerigebehandeling van dit punt van historie wezen en het is een mijner vurigste wenschente eeniger tijde in de gelegenheid te zijn hetzelve uit te maken met dienaauwkeurigheid die de zaak in mijne oogen by uitstek verdient maar tot welkeeene menigte bouwstoffen onontbeerlijk zijn waarvan de toegang met even zoovele zwarigheden belemmerd is Hier ter plaatse zij het genoeg eenvoudig van hetbestaan der voormelde overlevering te gewagen en daar by aan te merken dat hetDichtstuk waarvan zy het onderwerp is het oogenblik onderstelt waar op de uit deBabylonische heerschappij ontslagene geslachten zich gereed maken in een anderdeel der wereld een schuilplaats te zoekenOnze tweede aanmerking geldt het F r a gme n t v a n L o r d B y r o n s C a iuml n

het vierde der in dit deel geplaatste stukken Dit Fragment is in het door den Autheuronder den titel van M y s t e r i e s p e l uitgegeven Dichtstuk het Tweede en DerdeTooneel van het Eerste Bedrijf met weglating alleen van eenige nietsbeduidendeVerzen over een zeer te onpas aangevoerd geschilpunt tusschen de tweehoofdpersonaadjen van het stuk en met byvoeging van eene Rei van Engelen wierwoorden door een c u r s i e v e n letter in den druk onderscheiden worden ten eindeden Lezer den zamenhang van het Engelsche Oorspronklijk te gemaklijker te doenbemerken Ten aanzien van dit Oorspronklijk-zelf merke ik op dat de C a iuml n vanden Lord Byron wederom is een dier Dichtwerken waarin zich dit voor denmenschkundigemeer nog dan voor den beminnaar van Poezy beschouwenswaardigwezen in alle de vreemdheid van zijn persoonlijk karakter vertoont Men vindt hierden Noordschen Edelman den zwaarmoedigen Engelschman den gevoeligen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

513

Poeumlet den hoogmoedigen en tevens lichtzinnigen Twijfelaar wiens ongelukkigegeestgesteldheid zich de kwade Geest van onze ongodsdienstige eeuw heeft wetenten nutte te maken met alle zijne tegenstrijdigheden te rug De Poeumlzy is hier als inde meeste van s mans schriften by vele gewichtige gebreken overvloeiende tevensvan verbeelding warmte en verheffing en andere dichterlijke hoedanigheden dievan eenheid evenwel en c o n s e q u e n t i e of wat daar naar zwemen mag geheeluitgesloten Zoo ver men uit dit stuk dan eenig bepaald stelsel van des dichtersdenkwijze kan opmaken schijnt hy hier eene soort van Ma n i c h e iuml sm u s tebelijden hetwelk op geen vaster gronden steunt dan de eentoonige steeds onderverschillende vormen voortgebrachte sofismen der Ongodistery doch die in deschitterende kleuren van Lord Byrons Poeumlzy gehuld niet nalaten konden by demeerdere verontwaardiging die zy by my verwekten een geheel andere uitwerkingdan die eener bloote wegwerping van het boek te weeg te brengen En zoo werddan het denkbeeld by my geboren om zemet de wapenen der Dichtkunst van mijnezijde te bestrijden en by eene overbrenging van een gedeelte van dit zonderlingestuk eene wederlegging te voegen door het invlechten van eenen Rei die naar dewijze der oude Treurspeldichters Waarheid en Zedelijkheid handhaven moet Dezemijne wederlegging geloove ik te berusten op gronden van Goddelijke Openbaringalthands ik zoude gruwen van het denkbeeld iets te hebben nedergeschrevendaarvan onafhanklijk Doch voor wie mijne oplossing van de drogredenen der BoozeWezens die de Engelsche Dichter tot zijne tolken schijnt te maken aannemelijkvinden moge dient vooral aangemerkt dat deze en alle andere oplossingen vanhet menschelijk verstand behooren te zijn ondergeschikt aan dat alles omvattendegeloof des harten waarin de Rechtvaardiging Gods buiten de medewerking eenerbekrompene redeneering geschiedt en op hetwelk alle de aanvallen eenergewaande f i l o s o f i e afstuiten schoon ook de Tijd nog niet daar is waarop deVerborgenheden der Wijsheid Gods ook voor de oogen van het Verstand zullengeopend worden

[Bij de nieuwe uitgave der twee deelen in 1847 werd gevoegd dit]

Voorbericht

De Boekhandelaar Kruseman heeft het wenschelijk geacht van dezen Dicht-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

514

bundel welke sedert eenigen tijd tot zijn boekenfonds behoort een nieuwen drukin klein formaat te geven Op de behulpzame hand daartoe van den Autheur haddeze onderneming hare aanspraak Die medewerking intusschen bepaalde zich uitden aart der zaak tot niet veel meer dan het nazien der proeven Indien dan nu bydie gelegenheid hier en daar in uitdrukking of punctuatie iets naar het gevoel of denindruk van het oogenblik veranderd werd de Bundel verschijnt behoudens dezeonbeduidende wijziging als bloote herdruk der uitgave van de jaren 1821 en 1822Aan verbetering die in der daad overwerking ware geworden kon daarby wel nietgedacht worden hoe ook anders na een zoo aanmerkelijk tijdverloop alleen reedsuit het standpunt der dichterlijke kritiek zich een trek tot overwerking mag hebbendoen gevoelen

In het geheel moet wel eene poeumlzy na meer dan het vierde eener eeuw op nieuwonder de aandacht gebracht niet alleen tot een nieuw geslacht van Lezers maarook tot den Dichter zelven in eene gewijzigde betrekking komen Toch blijft aandezen de belangstelling in de vrucht van een vroegeren leeftijd eigen Wel mogehem thands de keus of kleur van menige uiting het zij om hare sterkte het zij omhare zwakte een glimlach zoo niet scherper afkeuring dan dezen afpersen opmeer dan eene plaats herkent hy nog steeds de oogenblikken waarin dezelfbewustheid van dichter te zijn in zijn gemoed opwaakte en misschien reedseenige zelfstandigheid bekwam Meer dan belangrijk neen dierbaar wordt hem dieherkenning voor zoo ver zy zich tevens aansluit aan de gedachtenis van toestandendie voor zijn inen uitwendig leven beslissend zijn geweestDoch is dan alzoo de poeumlzy ook van deze Verzameling geen bloot spel geweest

met taal en denkbeelden maar veeleer de uitdrukking van een innerlijk leven ofstreven bovenal die van inwendige bewegingen en behoeften op Godsdienstiggebied zoo acht de Dichter zich by deze wederverschijning in gemoede tot tenminste eenige rekenschap verplicht van de verhouding waarin zijne tegenwoordigeovertuigingen staan tot hetgeen hy ook in dezen Bundel eenmaal uit zijne binnenstegewaarwording heeft nederlegd Inzonderheid van die zijde beschouwd kan hydeze poeumlzy niet betrekken dan tot een

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

515

tijdstip van w o r d i n g en allerminst van r i j p h e i d Wie met mijne gevoelens gelijkdie in latere vooral in de tien laatste jaren by schrifte openbaar werden eenigermatebekend is dien zal in den hier voorhanden Bundel een soort van bajert bejegenenwaaruit veel zich sedert tot bestemde denkbeelden ontwikkeld heeft of in eenevoortgaande beweging van ontwikkeling gebleven is maar waaruit ook niet weinighet zij men op de zaken of op de woorden zie eerder als verzwonden en opgelostte beschouwen is en voor my althands geene andere dan eene (mag ik ze dusnoemen) personeel historische beteekenis meer heeft Zoo rust dan (welketoegeeflijkheid men ook in het oordeel over de poeumltische waarde zal willen betoonen)op my althands ten aanzien van het wezen dezer dichterlijke uitboezemingen deplicht van een stellig protest tegen ieder andere richting welke daaraan zoudekunnen gegeven worden dan overeenkomstig met mijne later uitgesprokenebelijdenis omtrent de hoogste en dierbaarste waarheden Ja veeleer voor zoo verin deze poeumlzy mijner jeugd galmen gevonden worden die evenzeer of meer in hetgodsdienstig gevoel der Eeuw dan in het positief geloof des Evangelies eenenweecircrklank vinden acht ik het hier de plaats tegen alles wat tot het eerstgemeldterrein behoort des te nadruklijker te waarschuwen als ik voor my zelven ieder dagmeer behoefte heb aan de vastigheid van die historische Openbaring waarvan hetleven en de grondslag is de Heilbelofte des Ouden en des Nieuwen Testaments

Zoo ik in de toepassing van dit protest eenigzins noodig heb te byzonderen ik zouten voorbeelde van de schifting die ik hier wensch aan te bevelen tusschen w o r de n d e n b l i j v e n d tusschen w e z e n l i j k en b y k om s t i g tusschena l g eme e n Go d s d i e n s t i g en b e s t em d B i j b e l s c h bepaaldelijk wijzenop drie der grootereDichtstukken in denBundel deHymne der V o o r z i e n i g h e i d d e R e i e n i n B y r o n s C a iuml n en d e T o c h t u i t B a b e l De tweeeerstgenoemden mogen inzonderheid mijnen jongen mededichteren nog steedseenig belang inboezemen als poeumlzy zy vorderen van wie het om hoogere belangente doen is naauwlettende toetsing aan het Woord van God ter onderscheiding vanbeproefde waarheid en gewaagde dichting Ik zoude thands zeer zeker geen vanbeide zoacuteoacute schrijven ik zou geen van beide thands onderschrijven zonder een zekeremedeplichtigheid aan richtingen die

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

516

ik toen ter tijd daarin niet zoo zeer vreesde of besefte Vooral zou ik huiveren vanhet wedergeven al zij het ook om ze te wederleggen der lasteringen van hetEngelsche Dichtstuk lasteringen waartegenover in elk geval de toon van lofzangen aanbidding maar geenszins eenige poging tot oplossing voegt buiten dat eacuteeacutenewoord van den Apostel W i e z i j t g y d i e t e g e n Go d a n t w o o r d t - Watde T o c h t u i t B a b e l betreft zekerlijk blijft my de historische grondslag van ditVers altijd gewichtig als hebbende betrekking tot eene nationale in mijnemondelingeVoorlezingen over de moderne Geschiedenis der Joden later in het breedebehandelde overlevering die der vestiging voor een gedeelte van den koninklijkenstam van Juda uit Babel in het Spaansche schiereiland kort na de eerste stad- entempelverwoesting van Jeruzalem Ten aanzien evenwel der bewerking zoude ikmy thands voorzeker niet meer veroorloven de prophetische glansen der toekomstigeheerlijkheid van het Joodsche volk onder hunnen eigenen Koning C h r i s t u s toete passen op eenig tijdvak hoe belangwekkend ook anders van Israels geschiedenisbuiten het erfland der vaderen en de gehoorzaamheid aan dien Verlosser die alleacuteeacutend e L e e uw u i t J u d a is wien toekomt de scepter de wetgeving en de eere -w i e n s K o n i n k r i j k k ome September 1847

Bladz 292

[DENHEEREDR IMANUELCAPADOSE Deze Capadose was lijfarts van koning Lodewijkgehuwd met Batseba Da Costa zuster van Daniel Da Costa vader des Dichterswier afsterven hier dichterlijk herdacht en betreurd wordt Hij was een oom van DrAbraham Capadose den boezemvriend van onzen Zanger aan wien zoo menigschoon gedicht door hem toegewijd werdDaar de gedichten in den Bundel Poeumlzy niet alle een jaartal dragen heeft men

de chronologische orde niet verder kunnen volgen dan dat men ze allen een plaatsin het tijdperk van de jaren 1818-1822 gegeven heeft]

Bladz 294

[EURYDICE Een nagalm van de antieke Grieksche luit in schoone Hollandschedichtklanken weecircrgegeven]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

517

Bladz 310

[DE TRAAN Het oorspronkelijke van dit gedicht komt voor in de H o u r s o fI d l e n e s s van Byron en behoort dus tot het tijdperk van dezes Dichterseerstelingen De wensch aan het slot is voor Da Costa nog meer dan voor Byronboven hopen en denken vervuld Onder hoevele stroomen van tranen daalde deHollandsche Zanger ten grave]

Bladz 340

[IN HET ALBUM VAN DEN HEER MR JERONIMO DE VRIES Een dichtbloem ter eere vanden getrouwen vriend van Bilderdijk later ook hoogschatter en vriend van Da Costamogt in de poeumlzy dezes Dichters niet ontbreken]

Bladz 343

[GRAFSCHRIFT De hoogschatting van Bilderdijk voor den beroemden LeydschenHoogleeraar in de Regten v a n d e r K e e s s e l was op zijnen leerling Da Costadie ook zelf mede het onderwijs van dezen uitstekenden Regtsgeleerde genootovergegaan en uit zich in een Blijschrift dat in kortheid en kernachtigheid den geesten too der in dit opzigt zoo voortreffelijke oud-Hollandsche dichtschool weecircrgeeft]

Bladz 344

[VIJF BIJSCHRIFTEN Deze Vijf Bijschriften op het vijftal Oranjevorsten die onzen staathebben gegrondvest en bevestigd zijn opgedragen aan Jhr Mr W van Hogendorpdie aldus genoemdwordt lsquode onvergetelijke de vroeger gedwongene enmet geweldweggevoerde G a r d e d h o n n e u r en in deze betrekking nog in de macht derFranschen toen zijn vader Gijsbert Karel in die gedenkwaardige maand November1813 de vaan der bevrijding opstak toen zijne broeders voor het aangezicht vanvriend en vijand van het volk en zijne verdrukkers het huis op den Kneuterdijkuittraden met de oranjekleuren op hoed en rokrsquo Da Costa geeft van hem in lsquoDeMensch en de Dichter Bilderdijkrsquo eene persoons- en karakter-beschrijving die deinnigste bewondering en de tederste vriendschap ademt zoowel als de hartelijkstedroefheid over des veelbelovenden vroegen dood]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

518

Bladz 359

[DE GAAF DER POEZY In deze bezielde Ode is wel geen trek meer algemeen bekenden beroemd geworden dan de zoo dikwijls aangehaalde aanhef

Gevoel Verbeelding Heldenmoed

een eisch waaraan Da Costa zelf als Dichter de volkomenste vervulling schonkTreffend werd dit onder anderen erkend in den weecircrgalm in Potgieters voortreffelijkenRouwzang I s a a c D a C o s t a (Gids 1860)

S c h o o n t h a r t v a n d e d w a a s h e i d d e s h o o gm o e d s u g r u w e A l d e i j d e l h e i d m o ecirc d e r v e r g a n k l i j k e f a am

G e e n g a v e o f z e i s G o d e s e n e e n i g b l i j k t d e u w e H o e sm e l t d e p o euml t i s c h e t r i t s i n u z a am

G e v o e l i n g e e n v r o u w l i j k e b o r s t s c h u i l t e r t e e r d e r V e r b e e l d i n g g i j v l i e g t m e t d e s d a g e r a a d s v l u g t

E n h e l d e nm o e d t o o n b i j d e k o e n s t e n u w m e e r d e r G e e f O o s t e r l i n g H o l l a n d e r C h r i s t e n u l u c h t ]

Bladz 370

[AANMIJNEEGADE Jonkvrouwe Hannah Belmonte den Dichter in den bloede verwantlater in den gelukkigsten echt met hem verbonden dien zij als treurende dochtevens door God vertrooste weduwe overleeft Dit gedicht is de eersteling van eenganschen stroom van zangen haar toegewijd waarin het van liefde blakend hartdes tederminnenden Echtgenoots niet moede werd zich uit te storten Had menalles willen geven wat er van dien aard in des Dichters nalatenschap voorhandenwas het had op zich zelf een kleinen dichtbundel gevormd Treffend is het dat aandeze tot in den dood toe geliefde Gade ook als met brekend hart en stervende stemde allerlaatste toon van des Dichters harp in de Aanbieding van D e me n s c h e nd e D i c h t e r B i l d e r d i j k toegewijd werd Dit gedichtje zal aan het slot van hetDerde deel zijne plaats vinden]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

519

Bladz 376

[AAN DOCTOR ABRAHAM CAPADOSE den bloed- geestverwant des Dichters die tezamen met hem tot de Christelijke kerk overging en door Lucas Egeling te Leydenuit eacuteeacutene zelfde vonte gedoopt werd Ook later bleven de beide geloofs- enstrijdgenooten in denzelfden geloofsstrijd door de innigste en vertrouwelijkstevriendschap met elkander verbonden Menige harptoon des Dichters klonk denboezemvriend bij onderscheidene gelegenheden ter eere gelijk later uitverscheidene ook vroeger onuitgegevene dichtproeven zal blijken Het slot van ditoverschoone dichtstuk werd door Capadose bij het graf van zijn dichterlijken vriendop de treffendste wijze in herinnering gebragt en herhaald]

Bladz 389

[AAN MIJN VADER Ter opdracht van den Bundel getiteld P o euml z y Deze opdrachtademt niet alleen een geest van pligtmatigen eerbied van den zoon voor den vadermaar tevens klinkt daarin een toon van innige zamenstemming van den vurigenjongeling met de beginselen hem door dien vader ingeprent ja van fierheid enverheffing op het bloed diens vaders dat hij in zijne aderen draagt en voelt Eninderdaad Da Costas vader verdiende zulk een hulde hij die ons geschetst wordt(Koenen Levensberigt) alz zijnde niet zoozeer wetenschappelijk gevormd maarrechtschapen werkzaam en zich kenmerkende door zekere aangeboren fierheiddie men in den zoon hervindt Aan de zorg die deze Daniel Da Costa in vereenigingmet zijne vrome Gade Rebecca Ricardo voor de opleiding van zijnen zoon droegop wiens buitengewonen aanleg beide ouders met reden trotsch waren heeftNederland het te danken dat het kostbaar juweel hun ter bewaring toevertrouwdvan den beginne af met ijver en kunst geslepen en gepolijst en aldus voorbereidwerd om eens in vollen luister te stralen]

Bladz 394

[DES DICHTERS LOTBESTEMMING Dit gedicht werd in de Amsterdamsche Afdeelingvan de Hollandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappenvoorgelezen Het is opmerkelijk dat terwijl aldus deze Maatschappij reeds van denbeginne af toonde de gaven des dichterlijken jongelings op prijs

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

520

te stellen zij het tevens was die het voorregt had den laatsten toon van zijnenzwanenzang op te vangen daar hy in eene harer wintervergaderingen op dringendverzoek zijnen lsquoSlag van Nieuwpoortrsquo slechts korten tijd voacuteoacuter de ziekte die hem tengrave sleepte met jongelingsgeestdrift voordroeg Da Costa wasmet eenige weinigevoorname Letterkundigen Eerelid van deze Maatschappij

Bladz 426

[INES DE CASTRO In dit dramatisch fragment hoort men den oorspronkelijkenNederlandschen Dichter maar kennelijk door den Portugeeschen HoofddichterCamoeumlns altijd een zijner lievelingszangers als aangeblazen en bezield Het iseven als de A l f o n s u s I een laatste nagalm van de harpe Sions gelijk zij in hetland van Camoeumlns en van Cervantes klonk

En nog later zong Juda daar t balling zijn staf voertOf het waar met een zweem van den vroegeren zwier

Waar de Taag langs Lisboa zijn goudkorrels afvoertWaar zich Cordua baadt in den Guadalquivir]

Bladz 444

[HELDENPLEIT Deze vertolking volgt het oorspronkelijke van Ovidius in het XIIIdeBoek zijner Metamorphosen getrouw en toch zonder eenig spoor van dwang opden voet Het beloont de moeite wegravel de vertaling van Da Costa met die van Vondelte vergelijken een wedstrijd als die van de beide Helden in t gedicht waarin mensomtijds niet weet wien de palm te reiken De weglating door Da Costa van denuitslag van den kamp en de gevolgen daarvan in Ajax zelfmoord en zijnegedaante-verandering in een bloem die bij Vondel niet gemist wordt is karakteristiekDe Israelitische dichter kon zich wel in het dramatisch Heldenpleit maar niet in dekinderachtige echt-Heidensche mythe vinden waarmede de Romeinsche Zangernaar luid der gewone legende dit zijn treffelijk lied besluit]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

Page 4: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen

3

Lof der dichtkunst

t Was nacht als ieder mensch het zoete rusten smaakteMy dacht toen in den droom dat ik den berg genaakteDie t schoonst verblijf is van Apollos zustrenrijk Liep langs een welig veld van koude en hitte vrijMet myrten rijk beplant en bloeiende laurierenWaarmeecirc de Musen zich in hare feesten sierenGeen bloem was daar verwelkt geen boom van groen beroofdHier hief de populier ginds de eikenboom het hoofdDat t helder hemelblaauw vermetel scheen te tergenDoch van mijn zwakke lier kan ik t verhaal niet vergenVan alles wat mijn oog bewonderde in dien oordIk zag er wat ooit ziel en zinnen heeft bekoordMaar naauwlijks was ik dus tot Pindus voet gekomenOf k voelde me onverwacht door Zefirs opgenomenk Snelde in een oogenblik en lucht en wolken door

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

4

lsquoEn niets dan vrolijkheid in mijnen tempel zietDus blijft verdienste nooit van t billijk loon verstokenrsquo

Na dat Apol tot my dees woorden had gesprokenVerdween en koor en berg voor mijn verwonderd oogZoo ook als aan de kim de schittrende IrisboogIn volle sieraad op het schoonst begint te prijkenZiet men haar duizendtal van kleuren ras bezwijken

Auroor vertoonde nu haar lieflijk morgenroodTerwijl zy voor de Zon de hemelpoort ontslootEn daar geen donkre wolk haar glans ons kwam ontroovenScheen zy een heldren dag aan daarde te belovenToen wekte me uit den slaap der vooglen zoet geluidToen riep ik door mijn droom verrukt dees woorden uit

De schoone poeumlzy zal altijd glansrijk pralenZoo lang de gulden Zon haar luisterrijke stralenZal schieten en de mensch van edel kunstgevoelVerrukt zal blaken Gy die ver van stadsgewoelWanneer aan s hemels trans de sterren prachtig blinkenApolloos heilig nat in eenzaamheid gaat drinkenUw naam sterft nooit o neen zelfs als de wreede tijdDen zwarten sluijer op uw lichaam heeft gespreid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

5

Homeer veracht den nijd van driemaal duizend jarenGelijk een vaste rots in t midden van de barenDe kruin ver uitsteekt en haar ijdle woede tart

De dichtkunst wekt den moed of streelt t gevoelig hartTyrtaeus kon den Griek in oorlogsvuur ontstekenHy zong en geen gevaar deed den Spartaan verbleekenDoch als Homerus in zijn goddelijk gedichtToont hoe Andromache met haar onnoozel wichtHaar lieven Hector van het slagveld poogt te weerenHoe ze om het denkbeeld treurt dat hy nooit weecircr zal keerenWie dan gevoelt zich niet op t tederst aangedaanWien rolt langs t aangezicht dan niet een zachte traan

O wonderlijke kracht van dichterlijke tonenHet volk dat zonder wet in bosschen plagt te wonenBewogen door het zoet van Orpheus lier en zangVereent zich op zijn raad voor t algemeen belangVan daar verhaalde men dat tijgers boomen steenenHem volgden om het oor aan zijne stem te leenenMijn geestdrift sleept my weg Ik zie hem zelv daar staanOmsingeld van het volk dat luistrend aangedaanMet open oog en mond hem t nut van t zamenlevenHoort zingen en gedwee zich laat de wetten geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

6

Een man dus door natuur met rijk vernuft begaafdHeeft door welluidend dicht den woesten mensch beschaafd

De dichter schildert ons wat andren slechts verhalenAls Maro en Homeer het bloedig strijden malenZie k vonken springen uit het bliksemende zwaardIk hoor t geschreeuw van hen die neecircrgestort ter aardDen overwinnaar om het leven nedrig smeekenIk hoor het moordend staal en helm en harnas breken

Mijn Zangnimf t is genoeg Onmachtig is mijn toonHet nut der poeumlzy en haar verrukkend schoonEn onweerstaanbre kracht in sierlijk dicht te zingenLaat hen die Phebus mint naar dezen lauwer dingenIk trek uit mijne lier geen liefelijk geluidEn druk mijn warm gevoel in zwakke verzen uit

1812

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

7

De verlossing van Nederland

Als t aardrijk weecircr begint te bloeienAls t land zich dekt met geurig groen

De stroomen onverhinderd vloeienNa s harden winters hevig woecircn

Als blad en bloem de sneeuw vervangenEen Zefir d onbetoombren storm

Dan klinken Philomeles zangenDe mensch herleeft - de kleinste worm

Zoo grijp ik ook schoon dichtren zingenHet speeltuig in de zwakke hand

Ook ik ik wil de either dwingenVoor t vrij geworden Vaderland

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

8

Hoe flaauw mijn laaggespannen snarenHoe kunsteloos mijn zangster zij

Mijn hart gebiedt dat k uw altarenO Nederland dit offer wij

Wy zijn dan eindlijk vrij Wy zijn den ijzren bando Dwingland dan ontrukt waarin gy NederlandZoo lang gekluisterd hieldt De ketens zijn aan stukkenWaarvoor de fiere kop van Hollands leeuw moest bukkenDien leeuw te lang door u en door uw volk verachtDien leeuw die reeds te lang naar wraak naar vrijheid smacht

Gelijk de reiziger die aan t geweld der barenOntrukt zijn Vaderland na duizend doodsgevarenHerziet met warm gevoel dien dierbren grond betreedtEn sprakeloos van vreugd t geleden kwaad vergeetHet zoetst genoegen smaakt nu hy het woecircn der windenDe golf die t ranke schip al draaiend ging verslindenAl d ijsselijken nood waaraan t ten prooie lagIn veiligheid aan gade en kindren schetsen mag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

9

Zoo moet ge o Hollandsch volk het slaafsche juk herdenkenWaardoor een vreemd tiran uw voorge roem dorst krenkenEn zweren by de deugd der vadren by het bloedVan hen door wie weleer uw vrijheid is behoed(Wier geesten tot uw heil nog om dees landen zweven)Dat ge eer uw stad uw land der vlam ten prooi zult gevenOf dat ge uw dijken eer doorbreken zult uw werkVernielen en de zee doen dondren uit haar perkEer vreemde meesters weecircr van vrijheid u beroovenEn in vergetelheid uw schoonen naam verdoven -o Hoon o slavernij o nooit vergeetbre schandAfstammelingen van de heldenteelt die t landVan Spanjes wreeden Vorst weleer heeft vrijgeslagenBloost Nederlanders bloost gy hebt den naam gedragenVan woeste snoodaarts die natuur en recht ten spotHun koning doemden tot een smadelijk schavotHun koning die voor t heil van die ontmenschten blaakteEn eigen veiligheid voor hun behoud verzaakteBloost Nederlanders bloost gy hebt het juk getorschtVan t monster dat naar bloed en naar vernieling dorstVan t monster dat uw land ontzenuwde en uw telgenDen moederarm ontscheurde om rijken te verdelgenEn gantsch Euroop voor hem in t stof te zien geknieldDe tijd is daar wreekt nu met d ouden moed bezield

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

10

Den hoon u aangedaan gy hebt uw naam herkregenGy zaagt Oranje weecircr klem den gevreesden degenWaar t Spaansche heir voor vlood uw sterk gespierde handDuld nu geen Gauler in t herboren VaderlandHy viel hy die Euroop in t ijzren juk wou knellenDie waande dat geen macht zijn reuzenmacht kon vellenHet recht verwon hy viel een woesten stroom gelijkDie de ijdle golven breekt voor d opgeworpen dijk

t Was middernacht De slaap door t menschdom afgebedenGoot zijn verkwikkend vocht op d afgetobde ledenMaar Frankrijks dwingland waakt door felle smart geprangdOntvlucht de rust zijn oog dat na haar zoet verlangtNu dondert in zijn oor de wraakstem van t gewetenZijn bloed verstijft terwijl zijn leden rillend zweetenDe kracht zijn ziel begeeft beweegloos staat hy daarMet strakgespannen oog en opgerezen hairDaar schrikbre beelden zich in t matte brein vergadrenDe schim van Lodewijk hem dreigend schijnt te nadrenHet zwaard te toonen dat zijn misdaecircn straffen moetEn hy een bloedrivier ziet zwalpen aan zijn voetZijn moed keert eindlijk weecircr de nare hersenspokenVerdwijnen hy barst los en spreekt in woede ontstoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

11

lsquoNeen schoon mijn oog door u gefolterd eeuwig waaktSchoon gy de dagen my tot nare nachten maaktEn my mijn wandaecircn steeds weecircrgalmen doet in d oorenGeweten k trots uw wraak ik zal uw stem versmorenWat menschenbloed wat ramp het koste ik zal den tijdMijn naam doen sparen u en gantsch t heelal ten spijtEuropa hate my ik zal haar meester wezenk Begeer haar liefde niet k wil my van haar doen vrezenGeweten ja de straf die gy my dragen doetWordt op dit denkbeeld in het lijdend hart verzoetWelaan het zwaard hervat k wil tot de verste strekenk Wil tot Europas grens het oorlogsvuur ontsteken -Het uitgestrekte land door Peters wijze wetIn vroeger eeuw beschaafd zij door mijn volk bezetk Zal overwinnend zelfs tot in zijn hoofdsteecircn dringenEn daar zijn opperheer tot onderwerping dwingenZoo vestig ik de kroon onwrikbaar op mijn kruinEn heersch op heel Euroop of op Europes puinrsquoHy spreekt de zon had naauw haar gouden kar bestegenHy roept zijn benden zaacircm voorspelt een wisse zegenZy volgen hem hy snelt verwint de vijand vliedtEn t zegevierend heir stroomt op zijn grondgebiedReeds is t op s dwinglands wenk naar Moscows wal getogenVol hoogmoed nadert hy - wat schouwspel treft zijn oogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

12

Een zwarte wolk van rook stijgt op aan alle kantVertoont de vuurge lucht den ijsselijken brandDe schrik op dit gezicht vermeestert zijne zinnenHy snelt vertwijfelend in aller ijl naar binnenEn ziet de ontvolkte stad t vernielend vuur ten buitVergeefs barst hy verwoed in lasterwoorden uitZijn volk tracht op zijn last den woesten brand te dovenVergeefs d onbluschbre vlam stijgt meer en meer naar bovenDriewerven rijst de zon en driemaal daalt ze neecircrDe vierde dag verrijst - en Moscow is niet meerJa edelmoedig volk door eer en deugd bewogenHebt gy den dwingland in zijn zoetste hoop bedrogenGy hebt ten offer aan t geliefde Vaderland(Het menschdom zag t verbaasd) uw eigen stad verbrandDie daad heeft aan Euroop de vrijheid weecircr gegevenEn dankbaar zal t uw naam zoo lang t bestaat doen levenEn gy o Nederland gy dat dit voorbeeld zietHerleeft in u de gloed der vrijheidsliefde nietDenkt ge aan uw Reddren niet den schrik der dwingelandenWier vuist u heeft verlost van Spanjes wreede bandenGord gord in t eind het zwaard o Neecircrland aan uw zijEn wreek in s vijands bloed uw voorge slavernijZoo zag de Dwingland dan die stad in asch verkeerenWaar hy de strengste koucirc zich vleide te trotseren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

13

Het kondigt al de komst des grijzen winters aanReeds vloeit de stroom min snel en blijft beweegloos staanEn dekt zich met een korst de droeve lange nachtenVerdubblen nu de koucirc het krijgsvolk voelt zijn krachtenOntzinken t zwaard ontvalt de machtelooze handDaar ligt gy zonder hulp ver van het vaderlandRampzaligen weleer ontscheurd aan vriend en magenOm voor een snood tiran de wreedste smart te dragenDaar ligt gy blootgesteld aan dakeligsten doodVermoeid verteerd verstijfd van koucirc en hongersnoodHet monster ziet elk dag zijn volk by drommen snevenD een zinneloos van pijn derft gillende zijn levenEen ander valt verstijfd en afgemarteld neecircrDe dood dwaalt overal door t uitgeputte heirDe vijand middlerwijl zakt neecircr met rassche schredenEn valt op t volk dat door natuur zelf wordt bestredenEn jaagt het overhoop hier baat geen tegenstandEen laffe vlucht alleen rest nog den dwingelandNog weigert hy den vrede aan s volks gedurig smeekenHy zweert van spijt ontzind dien fellen hoon te wrekenOntscheurt den onderdaan op nieuw en kroost en goedEn snelt vol trotsche hoop zijn vijand te gemoetRechtvaardig God zal dan de misdaad zegevierenZal dan de lauwer weecircr der Gaulen schedel sieren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

14

Neen neen het recht in t eind behaalt den zegepraalEn de overwonnen Gal valt nu ten tweeden maalO Leipsich by wier wal de dwingland is verslagenZoo lang van Marathon het menschdom zal gewagenZoo lang t zal denken aan Plateacutea SalamisWaar Griekens vrijheid op den Pers bevochten isZoo lang zal t ook uw naam uw heilgen naam bewarenGelijk wanneer de Nijl zijn opgezwollen barenOp t schoon Egipte stort de drooge velden drenktEn rijken overvloed aan dakkerbouwer schenktZoo stroomt aan alle kant het heir der Noordsche heldenEn brengt de vrijheid weecircr gekocht op Leipsichs veldenTriumf ook Nederland is van het juk bevrijdHaar leeuw verheft weecircr t hoofd den dwingeland ten spijtO laat dan ook uw moed o Neecircrlands volk herlevenEn tracht op t edelst spoor uw vadren na te strevenJuicht lang verdrukten juicht en gy o dappre jeugdHef aan en uit in zang uw vrijheidsliefde uw vreugdlsquoDiep lag het Hollandsch volk vervallen kroost van heldenDiep lag t vernederd in de ketens die het kneldenDoor een gevloekt tiran Europes schrik verdruktDiep lag het Hollandsch volk diep lag t in t stof gebuktDe Godheid hoorde in t eind ons hartverscheurend weenenZy wenkt de vrijheidszon zoo lang voor ons verdwenen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

15

Schiet ons haar stralen weecircr Ja Neecircrland gy zijt vrijGeen vreemde hand alleen verbrak uw slavernijWelaan dan kondt ge zelf uw ketens helpen brekenGy kunt dan ook uw ramp op Frankrijks dwingland wrekenZie ons ten strijd gereed wiens hart staat niet in brandWie offert zich niet op aan t heilig VaderlandO Goddelijke kracht van haat tot slavernijeZie hoe de Spanjaard zich t geweld der dwinglandijeOnttrok en brandend voor zijn vrijheid en zijn VorstDer Gallen legermacht met moed verwachten dorstHy ziet zijn vruchtbaar land door t oorlogsvuur vernielenMaar voelt met nieuwen moed zijn eedle borst bezielenEn zweert dat eer de vlam zijn land verteren zalEer hy zich onderwerp aan den gehaten GalHet was in Nederland (helaas in andre dagenToen t heir van trotschen Flips uit Holland werd verslagen)Dat de Iber ondervond hoe alles zwichten moetAls vrijheidsmin een volk het zwaard aanvaarden doetHeeft hy dan uit zijn land den wreevlen Gal verdrevenEn zou het Neecircrlandsch volk voor s dwinglands benden bevenWy vliegen dan ten strijd en vreezen geen gevaarVoor t dierbaar Vaderland gy teedre vrouwenschaarDie ons het leven schonkt o stort om ons geen tranenWy scharen ons vol moed om vaderlandsche vanen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

16

De zege volgt het recht wy keeren winnaars weecircrDe dwingland en zijn rot valt voor ons zwaard ter neecircrOf doet een droevig lot ons t leven strijdend dervenDenkt dan hoe schoon het is voor t Vaderland te stervenDus werd het voorgeslacht van Spanjes dwang bevrijdNa tachtig jaren krijg Dus zag in later tijdDer Gaulen Vorst die tot does landen was gedrongenZich overwonnen tot vernedering gedwongenOranje aan uw geslacht zij Hollands dankbaarheidt Was Eerste WILLEM door wiens moed en wijs beleidDe Nederlander op zijn beulen triomfeerdeDie de eendracht onderhield den tegenspoed trotseerdeEn alles wagen dorst voor t welzijn van den StaatJa toen hy lag geveld door t schandelijkst verraadRees zijn doorluchtig Kroost in t zelfde vuur ontstokenEn streed tot dat de Belg zijn keetnen zag verbrokenWat Nederlander is zijn vadren zoo ontaardDat hy Oranjes naam niet in zijn hart bewaartZoo lang dit edel bloed regeert op Hollands StatenZal nooit de dapperheid het Neecircrlandsch volk verlatenWy vliegen dan ten strijd Wiens hart staat niet in brandWie offert zich niet op aan t heilig VaderlandNeen nooit vergeten we u gelukkigste aller dagenToen wy den heldentelg Oranje wederzagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

17

Hoe klinkt nog in ons oor de zuivre vreugdezangDoor t afgemarteld volk na jaren ramp en dwangVan t haatlijkst monster vrij met duizenden van tongenO Vorst van Nederland by uwe komst gezongenToen zwoert ge o Hollands volk met een onschendbren eedDat gy de ketens door den dwingeland gesmeedAlom vernielen zoudt Wil wil dien eed gedenkenEn vrij aan andren ook de vrijheid helpen schenkenO Gy die met eacuteeacuten wenk t oneindig Al regeertGy wiens onperkbaarheid al wat bestaat vereertHergeef Euroop de rust zoo lang by haar verlorenVerlos haar van t gedrocht tot hare straf geborenEn droog de stroomen van t gestorte menschenbloedDoor eeuwen vrede zij de afgrijsbre krijg vergoedt Geluk herrijz voor ons na zoo veel tegenhedenEn Neecircrland bloeie weecircr door Eendracht Moed en Zedenrsquo

1814

Aan de wel edele heeren Mr W Bilderdijk en Mr DJ van Lennep

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

18

Aan de eedle twee wier oog mijn wankle schredenOp t glibbrig pad der Dichtkunst gadeslaat

Tot Hollands eer door beider voet betredenBiedt hier mijn hand in Nederlandsch gewaad

Den grootschen zang van d oorlogshaften dichterWien Melpomeen haar eersten lauwer schonk

Wiens naam en roem als kunst- en vrijheidsstichterNog in den vloed der eeuwen niet verzonk

Den grootschen zang roemruchtig zegeteekenOp vreemd geweld en dwingelandenwaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

19

Door d eigen arm die t vaderland hielp wrekenGevestigd eens om nimmer te vergaan

Maar wien wien durft mijn lente t bloemtjen wijdenOnsierlijk kroost van d eersten zonnegloed

Aan t hoog vernuft den glans van onze tijdenIn t heiligdom der Dichtkunst opgevoed

Wiens stoute veecircr in d opgang van zijn jarenEen Sophocles in t Hollandsch lied herschiep

Die op den klank der onweecircrstaanbre snarenDen outerdienst van d echten smaak herriep

En hem die meecirc in vaderlandsche strekenZoo menig spruit der Grieken heeft herplant

Wiens kindschheid reeds de Roomsche luit deed sprekenNiet wagglend in de meesterlijke hand

Wien de eigen gloed het hart wordt ingedrevenDoor Latiums en Hollands dichtrengoocircn

Het is aan U door zoo veel roem verhevenDoor t fijnst gevoel voor t hemelsch kunstenschoon

Dat geestdrift voor de kunst wellicht vermetenEen gunstig oor voor wat ze voortbracht vraagt

Wat zeg ik Neen niet aan de puikpoeumltenWaar de oude vest des Amstels roem op draagt

Verstout ik my dees ruwen zang te heiligenOp dat hun naam op Pindus aangebeecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

20

De teecircre vrucht der jonkheid mocht beveiligenOf als een gift hun grootheid waardig neen

Wier milde zorg geleerdheids eecirclste schattenOntdekt heeft aan t verlangen van mijn jeugd

En in dien les den kostbrer wist te omvattenVan t ware goed van wijsheid recht en deugd

Dien biedt mijn hart dees versch gelezen bloemenVan Griekschen stam ofschoon verbasterd aan

Vermocht mijn tuin op geurig loof te roemenOf gaacircrde ik eens op de ingerende baan

Laurier en palm den prijs van dichterzangenIk sierde er u den achtbren schedel meecirc

Wilt dan dees blaacircn toegefelijk ontfangenEn met dees blaacircn de oprechtste hartebeecirc

Bloeit bloeit nog lang om kennis te verspreidenOm Hollands eer te staven om de bloem

Der jonglingschap op t eenzaam spoor te leidenDat naar de bron van Wijsheid voert en Roem

Brengt hen te rug der Dichtkunst gouden dagenOp Neecircrlands grond als Griekens thans weecircr vrij

En word haar dank u beiden opgedragenVan na- tot nageslacht zoo vurig als van my

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

21

De Perzen dramatisch dichtstuk

Personaadjen

XERXES Koning van PerzieumlATOSSA weduwe van Darius en moeder van XerxesREI VAN PERZISCHE GRIJZAARTSDE SCHIM VAN DARIUSEEN BODE

Het Tooneel is te Suze in den voorhof van het koninklijk paleis naby het graf vanDarius

Eerste tooneel

DE REIHet heir der Perziaansche scharenDat voor t gewoel der krijgsgevarenDen vaderlandschen grond verlietHeeft ons de zorg van al hun schatten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

22

Op s Konings voorbeeld op doen vattenDie heel zijn machtig rijksgebiedVertrouwde aan dees zijn uitverkorenDarius dierbre telg ach keer

Breng ons die fiere manschap weecircrO mocht ik t voorgevoel versmorenDat my een gruwzaam lot voorspeltTrok niet heel Azieuml te veldTerwijl we in eindelooze klachtenOm onze jonglingschap versmachtenVergeefs van dag tot dag verbeidEn in de wreedste onzekerheidEen boocirc zelf vruchteloos verwachtenGy Suze Cissa EkbataanGy zaagt uw muren dan verlatenUw jeugd gewapend tot soldatenIn woesten moed naar t strijdperk gaanHen voert de bloem van onze GrootenAmistres Artaphernes aanEn Megabazes deelgenootenVan vorstelijke macht en eerEn hoofden van een talloos heirVan zaamgedrongen ruiterscharenEn schutters vol ervarenheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

23

Een leger tuk op krijgsgevarenWiens enkele aanblik schrik verspreidtNiet minder uitgelezen heldenVerzellen stouten PharnacesImeacuteus en ArtembaresDaar zelfs de korenrijke veldenBevrucht door s Nijlstrooms koestrend slijkOntelbare onverschrokken bendenVolijvrig tot hun koning zendenPegaston in t Egyptisch rijkGeboren en die Memphis murenEn Thebes oude vest besturenZijn aan de spits dier legermachtt Moerassig land geeft vlugge knapenOm t handig roeijen hoog geachtDe Lydieumlr in wulpsche prachtVerzonken rukte meecirc te wapenEn volgt geheel het vastelandDat van het edelst krijgsvuur brandtEn schaart zich moedig om de vanenVan s konings machtigste onderdanenWien hy dees streken heeft vertrouwdHet vorstlijk Sardes rijk in goudGeeft keur van kostbre wagenscharen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

24

Wier breede rangen ijzing barenMaar Mardon voert van Tmolus voetZijn krijgren aan in t heetst verlangenDen Griek in ketenen te prangenHet roemrijk Babel zendt een stoetVan scheeplingen en schuttersdrommenDie met geoefend oog en handDen taaien boog nooit vruchtloos krommenJa heel dit uitgestrekte landHeeft wat maar wapenen kon dragenVerlaten en zijn Vorst verzeldNu slijten we onze droeve dagenHet hart vol zorgen en bekneldBy ouders beide en echtgenootenSteeds in hun hoop te leur gesteldDient ieder dag met angst geteldSlechts om hun kommer te vergrooten

KEEROntzachlijk heir gy zijt gegaan

Gy hebt den Griekschen grond betredenEn brengt den vijand en zijn stedenIn ieder tred verwoesting aan

De zee die Hella heeft verzwolgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

25

Had u vergeefs den weg ontzegdHaar heeft hoe schriklijk ook verbolgenUw arm in ketenen gelegd

TEGENKEERDe koning heeft aan alle kant

t Verraschte Grieken overvallenMet onze duizend-duizend tallenTer zee gewapend en te land

Hy voert hen aan met al de GrootenOmgeven van zijn bloeiend rijk

De Vorst uit godenbloed gesprotenEn goden-zelf in rang gelijk

Met oogen schittrend van den gloedVan heldenvuur en leeuwenmoedEn op een rijkversierden wagenAan t hoofd der benden omgedragenVoert hy den Perziaanschen boogDe Grieksche spietsen tegenWat vijand hoopt nog op de zegenDie tegen hem ten strijde toogWie waagt het de opgezwollen stroomenMet dijk of paalwerk in te toomen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

26

Zoo schriklijk zijt ge o Perzisch volkMaar ach een akelige wolkBenevelt blijde hoop uw luisterDer goden wegen zijn ons duisterWat stervling kan hun wil weecircrstaanDes noodlots ijzren wet ontgaanOf t loosgespannen net vermijdenHem door der goden hand gespreidTe dikwerf door hun gunst misleidTracht hy zijn loopkring te verwijdenEn altijd verder afgedwaaldZiet hij zich eindelijk verradenVervoerd op afgelegen padenWaar alle vluchtenspoging faalt

EERSTE KEERDer goden bystand heeft dit landBeveiligd en van alle kantTen welvaarts top verheven

Dankt Perzen dankt het haar alleenDie zelfs de sterkst bemuurde steecircnVoor uwe vuist deed beven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

27

EERSTE TEGENKEERDankt haar die u den wijden vloedIn t golven schuimend en verwoedIn t eind deed overkomen

Toen ge u een veilgen overtochtOp zaamgebonden kielen wrochtBetemmers van de stroomen

TWEEDE KEERO laat die gunst u nooit verlatenKlink nooit die rouwkreet door uw stratenO Suzes teecircrgeliefde vest

Die kreet wiens doffe klank mijn harteOntzet door ongekende smarteW e e w e e h e t P e r z i s c h e g e w e s t

TWEEDE TEGENKEERBegeeft my aaklige gedachtenZoudt ge ook o Cissa van die klachtenWeecircrgalmen in uw hoogen wal

Uw vrouwen zich de sluijers scheurenDoor geen vertroosting op te beurenIn wanhoop om des legers val

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

28

DERDE KEERGelijk een dichte bijeumlnwolkStoof overal het dappre volk

Uit onze rijkbewoonde stedenDe zee die ons van d overkantWou weeren ligt gedwee in band

En Xerxes leger heeft Europische aard betreden

DERDE TEGENKEERDe teedre vrouw slijt dag en nachtIn afgebroken klacht op klacht

En t eenzaam bed is nat van tranenHet jeugdig zacht gevoelend hartKwijnt weg in nooit verpoosde smart

Om degacirc die haar liet voor s konings heldenvanen

Waartoe waartoe die ramp gespeldNeen voelen we ons van zorg doorknagenVoor hunne ons overdierbre dagen -Kom laten we eer naar de aankomst vragenEens boden die ons licht den staat van t leger meldtEn tijding geeft van s vorsten levenEn wie verwinnaar is gebleven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

29

De boog der schutters van het OostOf t puntig staal van Griekens kroost -Maar s Konings moeder richt haar schredenTot ons met glans omstraald gelijk het oog der goocircnGy bidt haar aan naar onze zedenEn zij uw hulde haar al knielend aangeboocircn

Tweede tooneel

ATOSSA DE REI

DE REIVerheven Koningin der trouwe PerzianenOntfang den welkomstgroet van minnende onderdanenGy eedle koningsweeuw en moeder van een godVan welvaart voor deez Staat zoo t albestierend lotNiet keerde maar ons steeds voor rampen blijft behoeden

ATOSSAHelaas dit enkel woord doet my het harte bloedent Is daarom dat ik thans het vorstlijk huis verlaatEn troost en balsem wacht mijn vrienden van uw raad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

30

Ik zal u de oorzaak van die jagende angst verklarenk Vrees voor ons Staatsgebouw te hoog in bloei gevarenOch dat dit roemrijk werk door hemelsche genacircGevestigd niet op eens ter neecircr storte en vergaEen volk hoe talrijk zoo t van rijkdom is verstokenIs kwijnend maar zijn kracht wordt eerder nog verbrokenWaar t rijk van schatten vol gebrek aan manschap heeftDie ramp is t waar mijn hart (en zonder end) voor beeftWee wee ons zoo dit land zijn jonglingschap moest dervenGetrouwen laat ik heul van uwe reecircn verwervenOp u heb k steeds gesteund het is uw grijzend hoofdWiens wijsheid my ook thans voldoenden raad belooft

DE REIDoorluchtigste zoo naauw aan t vorstlijk huis verbondenHebt ge ons in raad en daad steeds blakende gevondenEn nimmer wordt die gloed in t dankbaar hart gebluscht

ATOSSAMijn slaap wordt ieder nacht door droom op droom ontrustSints mijn geliefde zoon verwoed op Griekens stedenOp keur van benden trotsch hun bodem heeft betredenMaar nooit nog heeft me een droom met zulk een angst bekneldAls t nachtspook dat mijn geest deez nacht werd voorgesteld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

31

Een jeugdig vrouwenpaar verscheen me en hield mijn oogenDoor dracht en houding van verwondring opgetogenDe een hing het Perzisch kleed bevallig om de leecircnMaar de andre sierde een Grieksch beicirc in aanloklijkheecircnOnovertrefbaar In de fijnbesneden trekkenWas aanstonds op het klaarst haar zusterschap te ontdekkenGescheiden door het lot had deze op Griekschen grondGene in dit werelddeel haar zetel Nu ontstondEr twist en grimmigheid dat beider oogen blonkenMaar Xerxes nadert haar en dooft die oorlogsvonkenMaar voert ze met zich meecirc op t eigen oogenblikEn kromt haar onder t juk nog roerloos van den schrikSlaat haar zijn teugels om en ketent ze aan zijn wagenDe een biedt geen tegenstand vereerd den boei te dragenVan d onverwinbren Vorst van t Perzische gebiedMaar de andre brandt van toorn daar zy geen rang ontzietEn rukt zich spartlend los en waagt het vrij van bandenDen vorstenwagen vol verwoedheid aan te randenEn trapt het haatlijk juk en scheurt de wielen afDe vorst stort neecircr Ik zie Darius uit zijn grafVerrezen met een zucht dit droef tooneel aanschouwenEn mijn verneecircrden zoon in steeds ontroostbrer rouwenVersmelten k Zag dit en het nachtgezicht verdweenk Stond op en liep vol drift naar zuivre bronnen heen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

32

Om met een reine hand de goden te vereerenMet offers dat hun gunst dit onheil af mocht keerenOp eens vernam mijn oog een snellen adelaar(Een havik vloog hem na) zich spoedend naar t altaarIk voelde op dit gezigt mijn gorgel toegeknepenReeds heeft de haviksklaauw den vluchtende aangegrepenEn pijnigt hem den kop die zelfs geen weecircrstand biedtZiedaar wat in mijn hart die siddring achterlietWat roem had Xerxes van een zegepraal te wachtenEn thans - voorzie k den val van zoo veel legermachtenZoo t noodlot hem verried o Blijv hy slechts gespaardGeen neecircrlaag maakt hem ooit de koningskroon onwaard

DE REIWy wagen t niet Mevrouw dit wonder te verklarenRoep Godenbystand aan en wil geen offers sparenOpdat hun almacht die verschrikkelijke wolkVerdrijve en zegen storte op u uw kroost en volkEn pleng een heilig vocht aan de onderaardsche strekenLicht schenkt uw echtgenoot vol deernis met uw smeekenEn nedrige offers uit het diepst van s afgronds nachtVersterking aan dit rijk en zijn doorlucht geslachtDees raad slechts kunnen we u in uw bekommring geven -En mooglijk wordt zy dus in beter uur verdreven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

33

ATOSSAMijn dierbren in dees taal voor t lijdend hart zoo zoetBlinkt schittrend in mijn oog uw vroom uw trouw gemoedHet lot vervulle uw wensch t Paleis weecircr ingetredenDraal ik geen oogwenk meer met reukwerk en gebedenEn aarde- en hemelgoocircn te naadren Melde uw mondMy dit nog aan wat kant ligt toch de Atheensche grond

DE REIIn t Westen

ATOSSAEn deez stad poogt Xerxes te vernielen

DE REIHeel Grieken zou met haar voor s konings schepter knielen

ATOSSAEn waakt een groote macht tot hoede van haar muur

DE REIOns heir beproefde t eens En ach het stond ons duur

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

34

ATOSSAEn heeft ze ook schatten waar de steden meest door bloeien

DE REIJa mijnen heeft ze die van zilver overvloeien

ATOSSAEn zijn hun schutters vlug met pijl en schietgeweer

DE REIZy strijden met geen boog maar met den vasten speer

ATOSSAWat vorst is aan hun hoofd

DE REIZy noemen dit als slaven

In t onverdraaglijk juk van koningen te draven

ATOSSAEen ordelooze hoop durft de onzen dan weecircrstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

35

DE REIAch eens deed zulk een hoop Darius heir vergaan

ATOSSAO al te wreede zorg voor t weeke moederharte

DE REIVersmoor Mevrouw een wijl die pijnigende smarteEen bode nadert ons Verkondig hy ellendOf heil de onzekerheid voor t minste spoedt ten end

Derde tooneel

ATOSSA DE REI EEN BODE

DE BODEO smart o vaderland o eenmaal blijde stedenVan t schittrend Azieuml Wat hebt ge een ramp geledenHoe deed een enkle dag der Perzen heil vergaanMet heel uw voorgen glans Helaas wat gaat my aanIk breng tot overmaat der jammren die my drukken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

36

U nog de bittre maar van al uw ongelukkenMaar ach het moet zoo zijn k Weecircrsta den nood niet meerVerneemt verneemt den val van t gantsche Perzisch heir

DE REI - EERSTE KEERHelaas wat donder trof mijn oorenWat schrikbre ramp brengt my dees dag

Wie zal in tranen niet versmorenNa zulk een pletterenden slag

DE BODEt Is alles redloos k Heb ter naauwernood mijn levenVan t hoogst gevaar gered en my tot u begeven

DE REI - EERSTE TEGENKEERO droevig einde van mijn dagenIk heb te lang te lang geleefd

Nu de ijslijkste van s noodlots slagenMijn dierbaar land getroffen heeft

DE BODEHelaas het is te waar Geen ander deelde myt Verhaal dier neecircrlaag meecirc Ik-zelf ik was er by

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

37

DE REI - TWEEDE KEERHelaas de keur van onze heldenWerd vruchtloos uitgerust ten strijd

Zy vielen neecircr op Griekens veldenAan t machtig Godendom gewijd

DE BODEHet strand van Salamis en de omgelegen vlekkenZag k met d onmeetbren hoop dier lijken gantsch bedekken

DE REI - TWEEDE TEGENKEERDaar dobbren dan die dappre scharenOp de altijd rustelooze zee

Ten spel der hobbelende barenMet de afgedwaalde wrakken meecirc

DE BODEGeen moed geen wapen mocht hier baten heel de vlootVond in den heetsten strijd een jammerlijken dood

DE REI - DERDE KEERO wee wat kan ons leed verzachteno Perzen by uw ondergang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

38

Stort uit stort uit uw bittre klachtenIn t allerroerendst treurgezang

DE BODEO haatlijk Salamis o hatelijk AthenenHoe zullen we ooit uw naam herdenken zonder weenen

DE REI - DERDE TEGENKEERHoe dikwerf ach hebt ge onze vrouwenAtheen tot raadloosheid gebracht

Terwijl ze om de echtgenooten rouwenDie door uw handen zijn geslacht

ATOSSAk Bleef sprakeloos van schrik by zulk een maar verpletDie me al mijn krachten stremt en t schreien-zelf beletEn bevend vrage ik u t verhaal dier ongelukkenMaar ach de stervling moet voor s noodlots wetten bukkenHerneem dan zelf den moed en ik ik hoor bedaardUw andwoord aan Wie heeft de wreede dood gespaardWat hoofden zaagt ge hem t verstrooide volk ontscheurenWat helden moet ons hart met s legers val betreuren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

39

DE BODEVoor t minst uw zoon Mevrouw is t stervenslot ontvlucht

ATOSSAO onverwachte troost Gy geeft mijn boezem luchtEen straal van vreugde dringt zich heen door zoo veel wolkenVoor heel ons treurend huis en zijn verneecircrde volken

DE BODEMaar t hoofd van duizenden de stoute ArtembaresViel neecircr op t bloedig strand en veldheer DadacesWerd doodelijk gewond in t bruischend nat bedolvenHier stort op Ajax grond omsingeld van de golvenHet lijk van Tenago dien fieren BactriaanDaar valt Pheresbus met Adeua van de mondenDes afgelegen Nijls uw zoon ter hulp gezondenVan uit het hooge schip in zee aan de andre zijMetallus t strijdbaar hoofd der zwarte ruiterijDees prachtig uitgedoscht in t schitterende wapenZiet overal den dood hem dreigend tegengapenEn verwt in eigen bloed de schoone blonde baardk Zag wijzen Arathus neecircrtuimelen ter aardHem volgden Artames en dappere Arimardes

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

40

(Ontzettelijke ramp voor t glorierijke Sardes)Amistris Sisames Amphistreus zoo geachtOm t slingren van zijn schicht met meer dan mannenkrachtDe schoone Tharybis die vijfmaal vijftig schepenTen strijd voert wordt met hen door t moordstaal aangegrepenSyennezis vindt meecirc den eedlen heldendoodHy die den krijgren van Cilicieuml geboodHy steeds gewoon in t bloed van vijanden te badenEn om zijn deugd geroemd als om zijn oorlogsdadenZie daar die s noodlots toorn ons heir betreuren deedEn ach hoe weinig nog by alles wat het leed

ATOSSAWat treurenswaard verlies van onze grootste heldenWat onuitwischbren smaad kwaamt ge ons bedroefden meldenHeeft dan zoo groot een macht gebukt voor Griekens vlootGy spreek wat stelde ons toch aan zulk een onheil blootHoe groot dan was t getal der Grieksche schepelingenHoe dorst het tegen ons naar de overwinning dingen

DE BODEHelaas o koningin k beken t tot onze schandDe vijand had naar t scheen slechts luttel tegenstandTe bieden en zijn vloot scheen lichtlijk te vernielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

41

Zy streden met niet meer dan vijfmaal zestig kielenTien uitgelezen en de Perzen met een machtVan duizend uitgerust met ongelijkbre prachtEn echter vielen wy door t Grieksche staal verwonnenGewis ter kwader uur werd deze krijg begonnenDe wreedheid van een God ons eenmaal bloeiend landVijandig boog de schaal van t noodlot naar hun kant

ATOSSAEen God beschermt de stad Minerva toegeheiligd

DE BODEOnneembaar is ze ja en voor geweld beveiligdZoo lang der burgren arm haar vestingmuur bewaart

ATOSSAMaar was de Grieksche vloot het eerst ten strijd geschaardOf heeft mijn dierbre zoon den vijand aangevallenVertrouwend op de hulp van zoo veel duizendtallen

DE BODEVoorzeker heeft een God of woedend helgedrochtVoacuteoacuter d aanvang van t gevecht die nederlaag gewrochtOns had een vluchteling van uit het heir der Grieken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

42

Bericht dat als de nacht zijn zwartgeverwde wiekenZou uitslaan hunne vloot voor onze macht beduchtGeen zeestrijd wagen maar een onverwachte vluchtTe baat zou nemen en t gevreesd gevaar ontloopenAls stond geen andre weg voor hun behoudnis openNaauw had de looze Griek geeumlindigd of uw zoon(Onkundig van zijn list en van den haat der Goocircn)Geeft overal bevel dat als de zonnestralenTen westen en de nacht op t aardrijk neecircr zou dalenDe gantsche vloot zich schaar op een driedubble rijOp dat de vlucht ter zee den Griek onmooglijk zijEn t strand van Salamis aan alle kant beslotenEn zoo de vijand nog zich reddende in zijn botent Gevaar ontkomen mocht en onze waakzaamheidDan was den schepeling een wisse straf bereidWy zouden vruchteloos geknield voor s konings voetenOnze onvoorzichtigheid met onze hoofden boetenZoo waant hy vol van hoop helaas hoe min verdachtOp de ongenacirc van t lot en t onheil dat hem wachtOp s konings hoogen wil stelt elk der schepelingenZich onverwijld in staat den vijand te bespringenGesterkt met spijs en wijn en bindt de riemen aanOm op den eersten wenk ten vaart gereed te staanMaar toen de glans der zon den hemel had verlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

43

Vliegt alles saam naar t strand en roeiers en soldatenEn klimt de schepen op en spoort vol vuur en moedZijn tochtgenooten aan tot dallermeesten spoedWy glijden op en neecircr op t wentlen van de barenGehoorzaam aan t bevel der hoofden en bewarenDen uitgang ons vertrouwd en hadden heel den nachtMet brandend ongeduld den vijand afgewachtNu was de duisternis reeds van den trans gewekenNog merken we aan het strand geen kiel of vluchtensteekenMaar naauwlijks breekt de zon de bleeke kimmen doorOf ijlings treft een kreet ons gretig luistrend oorEen kreet met zang vermengd dien de Echo van de rotsenVerdubbeld wijd en zijd tot ons te rug doet botsenEen plotselijke schrik gaat onze dappren aanVervallen op die klank van hun langduurgen waanWant ach het is geen klacht van weeke vluchtelingenMaar heldenoorlogszang wat thans de Grieken zingenOntstoken op t geschal der hooge krijgstrompetReeds bruischt de holle zee door hunne vloot bezetReeds schuimt zy op den slag van t samenruischend roeienEn eindlijk zien wy hen tot onze kielen spoeienDe rechtervleugel gaat de gantsche macht vooruitOp t schoonst ten strijd geschaard terwijl een woest geluidVan kreten zonder end zich opheft tot de wolken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

44

En dus onze ooren treft lsquoO Griekens eedle volkenStrijdt strijdt uw vaderland van vreemde heerschzucht vrijUw vrouwen en uw kroost van s vijands woestaardijMet de outers van de Goocircn met uwer vaadren gravenDees dag beslist uw lot en maakt u vrij of slavenrsquoOns heir heft van zijn kant een schrikbren wapenkreetElk in zijn tongval aan tot strijden beicirc gereedNu raakt men handgemeen de menigte der schepenHeeft reeds van wederzij elkander aangegrepenEen Grieksche hulk die t eerst aan t hoofd van s vijands vloott Gevecht begon vernielt een Perziaansche bootWy hadden moedig reeds den aanval afgeslagenTot we allen eensklaps ons op t naauwst besloten zagenIn de engten dat geen schip tot s anders redding spoecircnNoch iets de Perzen voor een neecircrlaag kon behoecircnWy hooren het gebots der saamgehorte kielenEn zien onze eigen vloot zich in dien schok vernielenDe wreede winnaar valt met dubbel woeden aanEn doet de schepen in t verzwelgend nat vergaanDe golven zijn verkeerd in purperroode stroomenMet wrakken overdekt de menigte omgekomenIn t strijden ligt op rots en bank en strand verspreidWy hadden vol van schrik ons tot de vlucht bereidMaar nog moest s vijands wraak de matte vloot vervolgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

45

Hy laat geen oogwenk rust maar slaat op t felst verbolgenOns droevig overschot gelijk een visschenzwermMet brokken mast en riem te pletter Een gekermVan smart en wanhoop doet zich onophoudlijk hoorenTot daar de schaacircuw der nacht dien gruwbren moord kwam storenNeen k melde u niet al t kwaad dat Xerxes leger leedAl breidde ik dit verhaal tien dagen uit Want weetDat nooit de zonnekar de kimmen heeft beklommenTer neecircr ziende op den dood van zoo veel heldendrommen

ATOSSAWat onbeperkte stroom van rampen zonder talBrengt met ons vaderland heel Azieuml ten val

DE BODEEn k deed u nog niet eens de helft der plagen hoorenWier ijslijkheid ons trof Nog was ons eacuteeacuten beschorenDie op t verdrukte hoofd met dubble zwaarte woog

ATOSSAWat nog verschrikbrer lot viel op ons van omhoogAch meld my welk een slag na zoo veel bittre slagenOns tot nog dieper smaad en wanhoop kon verlagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

46

DE BODEHelaas die fiere rij van onze schoonste jeugdDie schitterend in rang en groot in oorlogsdeugdMet onverbreekbre trouw des konings macht verzeldeWerd uitgedelgd door t zwaard dat heel ons leger velde

ATOSSAMijn vrienden ik bezwijk verwonnen van de smartk Wil echter k wil bedrukte in weecircrwil van mijn hartAl t onheil weten dat dien braven is weecircrvaren

DE BODENiet ver van Salamis aan dandren kant der barenLigt midden in hun schoot een naauwgenaakbaar landWaar Pan zijn herderen ten feestdans voert op t strandDaar wordt die eedle jeugd voacuteoacuter t strijden heen gezondenOp dat zy zoo de Griek door ons geweld ontbondenDaar hulp en veiligheid of nieuwe krachten zochtZijn laatste poging in zijn bloed versmoren mochtEn de onzen redden uit den drang der zeegevarenMaar anders moest de wil der Goden zich verklarenDe zege had zich nu aan s vijands zij gehechtEn hy nog afgemat van t bloedige gevecht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

47

Springt straks zijn kielen uit en schaart in naauwe kringenZich om het eiland rond dat onzen jongelingenGeen uitkomst overblijft noch wegen om te vliecircnZy zoeken in dien nood nog wederstand te biecircnMet vlugge pijl op pijl en pletterende steenenMaar alles is vergeefsch hun doodsuur is verschenenDe vijand valt op eens vereenigd op hen aan(Onmachtig dit geweld nog langer te weecircrstaan)En staakt zijn woede niet van trots en wrevel dronkenVoor ze allen aan zijn voet zieltogend zijn gezonkenUw zoon barst middlerwijl in bittre tranen losVan op een heuveltop naby het golfgeklotsHad hy op t moordtooneel zijn benden gacirc geslagenNu ziet hy ijzend neecircr op d afgrond onzer plagenEn scheurt van wanhoop dol het vorstelijk gewaadAan stukken geeft bevel tot d aftocht en verlaatHet slagveld om met ons op t spoedigste te vluchtenDie mare hadt gy nog by al uw ramp te duchten

ATOSSAo Goocircn wat valsche hoop hebt gy ons aangeboocircnIs dit is dit de wraak voor d onvergeetbren hoonDien t wijdberoemd Atheen ons eenmaal deed weecircrvarenOf heeft geen bloed genoeg van Perziaansche scharen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

48

Op t ons noodlottig veld van Marathon gevloeidEn moest dan als mijn zoon dien schandvlek zoo verfoeidPoogt uit te wisschen een nog schrikbrer onheil volgenAch meld my waar het lot op de onzen zoo verbolgenDer schepen overschot voor t minst belanden deed

DE BODEDe hoofden stelden zich ter wilde vlucht gereedEn vliecircn op willekeur van golf en wind gedrevenVan t ons nog ovrig heir verloor een deel het levenNaby Beotieuml van dorst en hitte droogDaar reeds een frissche bron zich opdeed aan hun oogWy moede en uitgeput van rust en spijs verstekenWy loopen Phocis af en Doris hooger strekenEn waar Spercheacuteus t veld met vruchtbre stroomen drenktTot daar Thessalieuml ons een korte schuilplaats schenktHier zagen wy op nieuw ontelbren onzer vrindenIn honger en gebrek het aakligst sterflot vindenWy door Magnezieuml en het Macedonisch rijkBy Axius rivier en Bolbes rietig slijkTot aan Pangeacuteus berg in t eind gevorderd spoeddenNaar t naadrend Thracieuml wanneer t ontijdig woedenDes winters ons den stroom des zilvren Strymons slootNu smeekten we of ons aard of hemel bystand bood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

49

En zelfs wie voor dien tijd het Goddelijk vermogenMiskend had hief met ons zijn noodgebed ten hoogenDus bidden wy de Goocircn om hulpverleening aanEn wagen het den rug der waatren op te gaanWy stappen veilig op de toegevroren barenZoo lang wy nog geen glans aan de Oosterkim ontwarenMaar toen de zonnekar in brandend licht verscheenDrong zich zijn hette door t kristal der stroomen heenEn smolt ze t Oovrig heir dat d overkant der golvenNog niet bereikt had werd geheel in t nat bedolvenEn zalig die het eerst den veegen aacircm verloorWy - kwamen Thracieuml en haar hindernissen doorEn zien u eindlijk weecircr o vaderlandsche strekenMaar ach hoe moet die komst het Perzisch harte brekenWien onze kleine hoop herinnert aan t gemisDer dierbre manschap die ons afgestorven isZie daar een deel Mevrouw dier onoptelbre plagenWaarmeecirc der Goden toorn dees landen heeft geslagen

DE REIOntzachelijke Goocircn hoe heeft uw overmachtIn onbeperkte woede ons rijk ten val gebracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

50

ATOSSAZoo is dan onze jeugd o Perzie omgekomenNeen gy bedroogt my niet gy spoken me in mijn droomenVerschenen die my t lot mijn ramp ten voorbocirc zondGy grijzen die dien wenk miskendet toen uw mondMijn angst wou stillen k zal uw raad niet minder volgenk Zal plengen aan de Goocircn op ons geslacht verbolgenEn offeren aan de aard en t bleeke schimmenrijkIk weet t geleden kwaad is onherroepelijkMaar t noodlot kan ons nog voor nieuwe jammren dekkenO laat uw trouwe zorg my thans tot hulp verstrekkenBeraadt u onvermoeid en naar der zaken eischEn als mijn droeve zoon het vorstelijk paleisGenaakt leidt gy hem in en troost hem o mijn vrindenEn laat zijn lijden hier voor t minst een eindperk vinden

Vierde tooneel

DE REIO machtige Oppervorst der GoocircnWiens albeschikkende geboocircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

51

De ontelbre macht van onze heldenOp vreemden grond ter neder veldenZie door uw gramschap EkbataanEn Suzes vest in smart vergaanZie op de tranen onzer vrouwenZie ze om ons onheil troostloos rouwenEn rukken met de zachte handZich hoofdhair af en zilvren bandZie heel een schaar van trouwgenootenDie pas den echtknoop heeft geslotenEn reeds den echtgenoot betreurtHaar in t noodlottigst uur ontscheurdO kwelling naauwlijks te verdragenZy zal de schoonste van haar dagenVan t zuiver heilgenot beroofdHaar in dien blijden staat beloofdIn t aklig weduwbed verteerenWat kan de wanhoop van haar keeren

Ik zelf helaas ik voel elk oogenblikMijn rouw verdubblen nog verpletterd van den schrik

EERSTE KEERHoe treuren de omgelegen veldenVan heel haar mannenteelt ontbloot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

52

Ach Xerxes Xerxes moest ge uw heldenTen offer voeren aan den dood

Och of een God u had weecircrhouecircnVan t roekloos macht- en zelfvertrouwenBy d aanvang dier onzaalge tocht

En t spoor doen volgen van uw vaderDie held en vreedzaam vorst te gaderZijn volken niet dan weldaacircn wrocht

EERSTE TEGENKEERGy zwarte vluggewiekte kielenMet onzer mannen keur belaacircn

Gy zaagt die dappren dan vernielenEn alles in hun val vergaan

De koning zelf in vreemde landenTer naauwernood uit s vijands handenBehouden door een snelle vlucht

Keert eindlijk dit gevaar ontkomenDoor Thracieumls bevroren stroomenTe rug in vaderlandsche lucht

TWEEDE KEERHelaas hoe menig onzer bravenOp Cychreus heilig strand gedood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

53

Ligt daar misvormd en onbegravenVerlaten in dien bangen nood

Ja laat ons treuren laat ons klagenDat niets voor t minst na zoo veel plagenDe klanken onzer droefheid stuit

En t hart door rouw van eacuteeacuten geretenGalme Echo onze wanhoopkretenDoor lucht en wolk ten hemel uit

TWEEDE TEGENKEERHun lijken dwarlen met de golvenVan holle draai- tot draaikolk meecirc

Of zijn in d afgrond reeds bedolvenOf t aas der monsters van de zee

O vaders wien uw zoetste pandenDoor t staal in s overwinnaars handenVan t bloedend harte zijn gerukt

Hoe stelt ge een eindpaal aan uw klachtenWat zal het foltrend leed verzachtenWiens last uw grijze haren drukt

Nu zal der Perzen vorst geen wettenAan heel dit werelddeel meer zettenNoch van de hoogte van zijn troon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

54

De schatting knielend aangeboocircnOntvangen want o smaad zijn luisterVerzonk voor eeuwig in het duisterMet d ouden rijkdom bloei en machtJa by t vervallen onzer krachtZal elk dier volken t juk verbrekenAls vrijgeboren handlen sprekenNiet meer bedwongen door geweldHelaas waar t leger is geveldDaar werd met hun ontzielde leden

Geheel het Perzisch rijk in t bloedig stof vertreden

Vijfde tooneel

ATOSSA DE REI

ATOSSAWien t wanklend hulkjen op de golf van t leven voertZoo lang geen stormgeweld den afgrond nog beroertVerheft zich op de rust der winden vol vertrouwenDat t noodlot hem ter gunst hen zal geketend houecircn -Maar de opgeruide zee heeft op zijn kiel gewoed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

55

Vervlogen is de waan in t kommervol gemoedHet kleinste golfjen baart hem doodsangst Dus mijn vrindenVoel ik my t krimpend hart van zorg en rouw verslindenIn ieder voorwerp waar t beneveld oog zich wendDreigt my de haat der Goocircn k Hoor zuchten zonder endEn klachten die een kou verspreiden door mijn aadrenZiet thans uw koningin verslagen tot u naadrenVan koninglijken praal en kleederdracht ontblootk Breng treurige offers aan den Vorst mijn echtgenootSneeuwwitte melk de vrucht van vetgeweide koeienZal op t gewijd altaar zijn schim ter eere vloeienMet honig die de bij uit keur van bloemen wrochtEn onvermengden wijn en t kristallijne vochtVan bronnen in wier stroom nooit stervelingen baaddenHet steeds herboren groen der malsche olijvenbladenEn t kroost der weeldrige aard tot kransen zaamgevlechtHang ik het outer om Gy middlerwijl ontzegtMe uw zangen niet en moog geroerd door uwe bedenDarius eacuteeacutenmaal nog dees dierbren grond betreden

ATOSSAVervul Vorstin vervul den offerplichtDie t aardrijk gunstig moge ontvangenWy storten lof- en offerzangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

56

Aan de onderaardsche Goocircn gerichtEn smeeken de uitkomst op t u dringende verlangenGy sombre Godheecircn onder de aardGy die de doocircn in Plutoos rijk vergaacircrtGy zelf o Opperheer der doodenZij door dees kreet Darius geest ontbodenIn t langgemiste levenslichtEn t hoog besluit der strenge GodenOns door zijn bleeken mond bericht

EERSTE KEERO Vorst gezegend van de Goocircn

Daalt niet dees noodbeecirc tot uw oorenAls we in de angstvalligheecircn die ons de ziel doorboren

Met luiden hartversmeltbren toonDe rust van aard en hemel storenTreft treft ons prangend zielsverdriet

In t diepst zelfs van de hel uw teedren boezem niet

EERSTE TEGENKEEROntsluit o hel de onschendbre poort

Van diamanten zaacircmgeklonkenZij hy ons schreiend oog een oogwenk weecircrgeschonken

De Vorst de God met wiens geboort

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

57

Dit eens zoo bloeiend rijk mocht pronkenHergeef hergeef hem aan den dag

O aard wier bodem nooit zijn wedergade zag

TWEEDE KEERJa heilig zijt ge ons en het oord

Waaraan we o Vorst uw asch betrouwdenWorde onze klaagstem aangehoordHerzie op Plutoos krachtig woord

t Paleis waarin we uw glans zoo menigmaal aanschouwden

TWEEDE TEGENKEERGeen dolle zucht naar macht en roem

Kwelde onder u de PerzianenNoch riep des noodlots ijzren doemOp uwer jongelingen bloem

O Vader aangebeecircn van dankbare onderdanen

DERDE KEEROntzachbre groote dierbre KoningSla onze hartebeecirc niet af

Rijs uit de holle doodenwoningOp d oever van uw heilig graf

Verschijn voor onze eerbiedige oogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

58

Gy nog door gantsch uw volk geloofdVan t purpren Koningskleed omtogenDe rijke sluijerkroon op t hoofd

DERDE TEGENKEERWy zullen vreemde jammren meldenVerschriklijk voor het Perzisch oor

Den dood der duizend duizend heldenDie t rouwend vaderland verloor

De Styxkolk met verpeste dampenBesmette de onbewolkte lucht

Verschijn verschijn verneem de rampenWaar onze bange borst om zucht

Slotzang

Wy zitten troostloos aan de randen Van uw door tranen vochtig graf Want ach descepter in uw handen Weerde allen rampspoed van ons af De dood die u heeftaangegrepen Sleepte onze welvaart met u meecirc En - met demenigte onzer schepenZonk onze welvaart in de zee

Zesde tooneel

DE SCHIM VAN DARIUS DE REI ATOSSA

DE SCHIMGetrouwe grijzaartsrij en steunsels van dit rijkMy in der jaren bloei in ouderdom gelijkWat onverwachte ramp heeft u dus overvallenVan waar dit naar gekerm in Suzes dierbre wallenWat jammren trof mijn oor in t stil verblijf der doodIk nam het offer aan dat my mijn gade boodEn rees gedrongen door uw sombere gezangenDe hel ontsluit zich licht om hoopen doocircn te ontfangenMaar laat geen uitgang vrij aan d eens verzwolgen buitMy echter liet haar Vorst mijn rang vereerend uitEn k vloog om in den rouw die u verteert te deelenGy spreekt en wilt my niets van wat u trof verheelen

DE REIOp dees ontzachelijken stondStaar k roer- en spraakloos op den grondDe stem besterft my in den mond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

60

DE SCHIMIn het koel verblijf der schimmen werd mijn rust door u gestoordk Hoorde uw bede en ijlings spoedde ik naar dit onvergeetbaar oordEn nu draalt ge en blijft beweegloos ach verdrijft dien ijdlen schrikk Toef niet lang de tijd is kostbaar maakt gebruik van t oogenblik

DE REIk Tracht vruchteloos mijn vrees te smorenIk zal u jammeren doen hoorenDie heel dit volk het hart doorboren

DE SCHIMHeerscht die vrees zoo onverwinbaar in dees eerbiedwaarde rijDierbre vrouw eens deelgenoote van mijn sponde meld dan gyWat dit zuchten wat dit snikken in ons Suze deed ontstaanWees bedaard gij weet geen stervling kan des noodlots wil ontgaanTegen hem spant de aarde zamen met den hemel met de zeeOm zijn leven te verbittren door onafgebroken wee

ATOSSAO gelukkigste der vorsten toen gy t levenslicht genootHoogstgelukkig in de welvaart van het rijk dat gy geboodtDat uw troon vereerde en aanbad als den zetel van een God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

61

Ik benij uw zalig sterven Ja het eigen zeegnend lotSloot uw oogen voor de rampen die ons thans ter nederslaanSlechts eacuteeacuten woord omvat al t onheil T IS MET PERZIEuml GEDAAN

DE SCHIMWat geluid verrascht mijn ooren Viel dit bloeiende gewestDoor het oproer onzer volken of door d adem van de pest

ATOSSANeen ons leger werd verpletterd voor de muren van Atheen

DE SCHIMOnder wien van onze telgen trok het Perzisch heir daar heen

ATOSSAOnder Xerxes heet op krijgsroem t Gansche volk vloog met hem meecirc

DE SCHIMToog t te land naar s vijands steden of op de ongetrouwe zee

ATOSSAt Had zich tot een heir vergaderd en een sterke vloot bemand

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

62

DE SCHIMEn hoe toog het voetvolk over naar het vijandlijke land

ATOSSAHellaas engte werd gesloten door een breede schepenrij

DE SCHIMEn de zee voor Xerxes zwichtend liet hem dan den doortocht vrij

ATOSSAJa een Godheid was het zeker die hem bystond met zijn raad

DE SCHIMJa een helsche Godheid bracht hem tot die roekelooze daad

ATOSSADe uitkomst leerde t welk een onheil deze poging baren zou

DE SCHIMWat was de oorzaak van die rampen die u dompelen in rouw

ATOSSAOnze vloot uit een geslagen sleepte t landvolk in zijn val

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

63

DE SCHIMZoo verging dan t Perzisch krijgsvolk in dien strijd geheel en al

ATOSSATuig dit Suzes doffe rouwkreet en haar leecircggestorven vest

DE SCHIMOnze roem is dan verloren met den steun van dit gewest

ATOSSABactrieuml verloor de hoop zelfs van het volgende geslacht

DE SCHIMO mijn Xerxes welke krijgren heeft uw waan ter dood gebracht

ATOSSAHy ontkwam (zoo zegt men) t onheil van een zwakken stoet verzeld

DE SCHIMEn wat middel voert hem weder in dit land waarnaar hy snelt

ATOSSAHy bereikte reeds t gevaarte dat Euroop aan ons verbindt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

64

t Lijdt geen twijfel dat hy thands reeds zich in veiligheid bevindt

DE SCHIMHeilge orakels van de Goden in mijn zoon werdt gy volbrachtOp zijn schedel borst hun gramschap Aan een later nageslachtHoopte t zorglijk vaderharte dat die straf beschoren was -Maar wie t wraak vuur tergt des hemels slaat de bliksem dra tot aschWat onperkbren vloed van plagen heeft uw onbezonnen handO mijn Xerxes doen ontspringen voor dit aangebeden landAch de moed van t jeugdig harte had u t heldere verstandMet een duistre wolk omneveld toen ge een gruwelijken bandOm de Hellespontsche golven als hun meester durfde slaanToen ge een God waagde aan te randen in zijn nooitverstoorbre baanEn de vlakte van zijn waatren dekte met een kielenrijWaar uw leger over heen toog naar den grond van de overzijAl den Goden in Neptunus tot een nooit verzoenbren smaadLicht misleide neen gy zaagt niet dat de rijkdom van uw StaatBinnen kort ten prooi kon liggen aan uitheemsche plonderzucht

ATOSSAHaatlijk ras van laffe vleijers al die rampen zijn de vruchtVan de heerschzucht die uw omgang in mijn Xerxes wortlen deedToen uw mond in s vaders lofspraak hem zijn werkloosheid verweetHem de vrede leerde haten en de hand aan t oorlogszwaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

65

Dag aan dag den schat vermeerdren dien mijn egacirc had vergaacircrdGy zijt de oorzaak van zijn dwaasheid gy zijt de oorzaak van dien tochtDie den val van onze grootheid in des legers neecircrlaag wrocht

DE SCHIMZoo is dit grootsch ontwerp met schand ten eind gebrachtEen schrikbaar voorbeeld tot voor t verste nageslachtEens noodlots als nog nooit op Suzes burgren woeddeSints de Opperste der Goocircn der volken macht en hoedeDen deugden van eacuteeacuten Vorst vertrouwde t Was een MeedDie t eerst dees streken voor zijn scepter knielen deedZijn kroost zijn edel kroost dien vader waard in wijsheidVerving in t rijksgebied zijn afgeleefde grijsheidEn sterkte dag aan dag den vaderlijken troonHem volgde Cyrus op de lievling van de GoocircnWiens s helden deugd behaagde en hartelijke bedenDees deed door krijgsbeleid de rondgelegen stedenDe macht erkennen van zijn onafweerbaar staalMaar schonk zijn volk de vrucht van zege- op zegepraalEen duurzaam vredeheil Naauw meester van dees statenVerloor zijn zoon het licht t Rijk werd ten prooi gelatenAan de eerzucht van een Maag wiens schaamtelooze voetDen troon betreden dorst van dit doorluchtig bloedTot Artaphernes en zijn moedige eedgenooten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

66

(Door loosheid of geweld) des dwinglands val beslotenZoo schonk my t gunstigst lot de koninklijke kroonEn zegen aan mijn volk Ik-zelf k was meecirc gewoonAan t hoofd te strijden van mijn dappre legerbendenMaar nooit door zucht naar roem de rust van t land te schendenMijn zoon vergat den les dien ik hem stervend gafEn stichtte uw onheil Neen nooit dreigde zulk een straf(Gy weet het dierbren wien een vroeger eeuw zag bloeien)Wat vorst den troon bezat de Perzen uit te roeien

DE REIAch meld veeleer wat raad t geledene vergoedtOf t kwaad kan stuiten dat zoo ijslijk op ons woedtWat baat het of uw taal ons felbezorgden grijzenDe deugd der vaadren op dit uur poogt aan te wijzen

DE SCHIMGeen Pers stoor immer met een Godverwaten armDe rust van Griekenland door t staal al hadt ge een zwermVan strijdren grooter nog dan t leger waar we om klagenHun grond zelf is in staat den vijand te verjagen

DE REIHoe de onbezielde grond biedt onzen krijgren weer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

67

DE SCHIMDie t zwaard ontvluchten mocht valt van gebrek ter neecircr

DE REINog is ons voor het minst eacuteeacuten leger bijgebleven

DE SCHIMHelaas dit derft weldra op d eigen grond het leven

DE REIHeeft ons die zaalge hoop bedrogen dat het meecircTe rug toog over t nat van Hellaas enge zee

DE SCHIMSlechts weinig zal de roecirc van t straffend noodlot sparent Orakel spelde t my wiens echtheid wy ontwarenIn t onheil dat ons drukt Verblind door wanhoop lietMijn zoon dat leger na in t vijandlijk gebiedDaar waar Azopus vloed zijn onberoerde waterenIn t rijk Beoumltieuml door hem bevrucht doet klaterenDaar opent zich voor hen een onvermijdlijk grafHun dolle plonderzucht tot een gerechte strafWier hand zich niet ontzag de Godgewijde altaren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

68

En t beeld der Goden in hun woede niet te sparenMaar heel den tempelraad te rooven en in t endDe heilge tempels zelf door hun alleen miskendTen offer aan de vlam te geven Ja de GodenDoor zulk een hoon getergd verpletteren die snodenMet neecircr- op neecircrlaag Want nog hangt een zwangre wolkHet overschot op t hoofd Een ijsselijke kolkVan bloed breekt op den slag der Dorische geweerenPlateacuteaas vlakten uit Het nageslacht zal leerenWanneer t den moord verneemt van dien verschrikbren dagDat zich geen sterveling zoo stout verheffen magDer menschen trotschheid maait een oogst van bloed en tranenVoor alles wat zy zaaide o Laat de PerzianenAtheen en t gantsch tooneel van de ondergane schandGedachtig nimmer weecircr den bloei van t vaderlandVoor t lokkend uitzicht op veroveringen wagenEr leeft een Jupiter die hovaardij verlagenEn t kwaad door haar gesticht ten goede keeren kanEn nu daar Xerxes naakt geliefde rei verbanDen hoogmoed uit zijn hart die menschen tergt en GodenZijn afgematte geest heeft wijzen raad van noodenGy teedre en dierbre Gacirc breng uw bedroefden zoonEen kleeding naar zijn rang Door d onverduurbren hoonDie al zijn hoop verwoest in t harte diep gebeten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

69

Heeft hy het vorstlijk kleed uit rouw van een geretenNu hangt het achteloos aan flarden om zijn lijfVoor alles dat uw stem die woeste drift verdrijvDoor haar slechts kan de rust in Xerxes borst weecircr dalenVaart wel ik keer te rug in Plutoos sombre zalenGy dat die felle ramp u niet in wanhoop stortGeniet van dag tot dag dien levenstijd zoo kortWaarin ge op s noodlots gunst u nimmer kunt verlatenIn t rijk der dooden zal geen rijkdom meer u baten

Zevende tooneel

DE REI ATOSSA

DE REIHelaas hoe wordt onze angst vermeerderd daar zijn mondOns nieuwe jammren in de toekomst heeft verkond

ATOSSAGerechte Goocircn ziet neecircr op alles wat wy lijdenMet hoe veel zorgen heeft mijn moederhart te strijdenWanneer t den hoon herdenkt eens zoons ter naauwernood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

70

Van dekking zelfs beroofd ontkomen aan den doodIk keer een oogwenk in d ontsierde vorstenwoningEn poog te rug te zijn voor de aankomst van den koningMijn zorg verschaft hem dra een schitterend gewaadVloekwaardig die zijn kroost in t ongeluk verlaat

Achtste tooneel

DE REI - KEERToen vorst Darius hier regeerde

Die onverwinbre Vorst in wijsheid Goocircn gelijkWien de uitgestrektheid van dit rijk

In t wettige gezag met dankbre aanbidding eerdeToen bloeide ons dierbaar vaderlandGelukkig in den zachtsten band

TEGENKEERVoor vijandlijke macht en lagen

Behoedde het een heir door dapperheid vermaardVoor innige onrust t heilig zwaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

71

Der wet en mocht al eens de vorst een oorlog wagenNooit werd zijn eerzucht door het bloedVan zoo veel burgeren geboet

In hoe veel wijdberoemde stedenWerd niet de scepter aangebedenVan vorst Darius schoon zijn voetNiet buiten Halys breeden vloed

Noch van den troon zelfs was gewekenZoo werd hy meester van den grondGelegen aan des Strymons mond

Naast Thracieumls onvruchtbre strekenMaar dieper in het vaste landLag stad op stad in d eigen band

Met die de Hellespontsche stroomenEn die Propontis zee omzoomenEn Pontus onherbergzaam strand

Ook de eilanden om wie de golven klotsenDoor Egeus val berucht bestierden zijn geboocircn

Als Lesbos rijk in druiventrossenMet Naxos Chios wien de Goocircn

Den mildsten wijnoogst steeds verleenenEn Paros door haar marmersteenenBeroemd en Andros en Mycoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

72

En de aan de zee nabijgelegen stedenDe hoofdvest van Ikaar

En Temnus Rhodus Gnidus waarDe Mingodin op t sterkst wordt aangebeden

En Paphus Solus Cyprus glansEn gy o Salamis die t aanzijn hebt gekregen

Van t plekjen waar de Grieksche lansHet heir der Perzen heeft doorregenAl wat de Griek in Azieuml bezatWerd in Darius rijk omvat

En t bleef door zijn beleid den ouden bloei bewarenZijn troon werd ondersteund door duizend heldenscharen

En op den eersten wapenkreetWas bond- by bondgenoot gereedVoor hem ten krijg te spoeden

En nu - nu zuchten we onder t woedenVan d op ons rijk vergramden God

Ach in de roodgeverwde golvenWaar in ons leger werd bedolven

Toont zich de willekeur van t omgewenteld lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

73

Negende tooneel

XERXES DE REI

XERXESWee my wee my k heb u verlorenGeliefde hoop van beter tijd

Gy die my t grievendst leed o noodlot had beschorenIk zie te wel dat ge onverbidlijk zijtMijn afgematte knieeumln trillenEn wat mijn jagende angst moest stillen

t Herzien van dit paleis beknelt mijn hart nog meerO waartoe moest naast mijn verpletterd heir

O Jupiter uw bliksem my slechts sparen

DE REIDer Perzen bloemDer Perzen roemIs heengevaren

Dees kermende aarde vraagt haar eerZy vraagt haar spruiten weecircr

Die gy o Vorst met Pluto zaacircmverbonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

74

Gaaft weg te maaien aan den doodOok Ekbataan ziet zich geschonden

Door t jammerlijk verlies der helden uit haar schootVergeefs beroemd door leeuwen-moed en krachten

XERXESHelaas wat stof tot eindelooze klachten

DE REIVorst van dit eenmaal machtig rijkZie t thans verneecircrd vertrapt in t slijk

XERXESEn t heeft aan mj zijn val te dankenMy wien dees grond het leven gafZich zelv en mijn geslacht ter straf

DE REIWy bieden u slechts jammerklankenEn tranen aan voor welkomstgroet

Heft onze stem zich tot de wolkenWy vieren de uitvaart uwer volkenWaar ons t geteisterd hart van bloedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

75

XERXESJa heft een luiden kreet naar bovenHy dringe my door t rouwend hart

Zoo k my van alles zag beroovenUw zang vernieuwe in my de smart

DE REIGy zult gy zult een doffen rouwzang hooren

Wy zijn gereedTe melden wat gy hebt verloren

En al ons leedEn hoe de God van krijg en zegenIn vreemde lucht des vijands degenDeed zamenspannen met de zeeOm ons te dompelen in wee

XERXESMijn vrienden houdt niet op te klagenGy moogt my vrij naar al ons onheil vragen

DE REIWaar bleef waar bleef uw trouwste raadAlpist de steun van dezen Staat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

76

Die fiere krijgsman die in de aderent Bloed onverbasterd draagt van zijn doorluchte vaderenDie met zijn duizenden uw krijgstocht heeft verzeld

Ligt hy daar meecirc op t bloedig veldDen vijand tot een zegeteekenWaar bleven Psammis DatamesEn Suzas en PharandacesWaar al de grooten dezer streken

Waar bleef Susiscanes de roem van Ekbataan

XERXESDie zijn vergaan die zijn vergaan

Ik zag hun menigte op de rotsenVan Salamis zieltogend botsen

En sterven op dat strand geverwd van Perzisch bloed

DE REIIs ook Artembares gebleven

Pharnuchus door ontembren moedSebalces door zijn rang verhevenMasistras Memphis Tharybis

En de uit een vorstenstam gesprotenLileacuteus Treft ook hun gemis

U by den dood van zoo veel andre Grooten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

77

XERXESWat reeks van helden voert uw taal my voor den geest

Helaas ook dezen zijn geweestHet oog gewend naar die gehate muren

Waar al ons onheil uit ontsprootZijn zy gedood

Ik kan het denkbeeld niet verdurenHet hart krimpt me in mijn gantsche lichaam beeftTerwijl de stem my in den gorgel kleeft

DE REIEn Xanthes de overste der onverschrokken MardenEn die van krijgen onverzaad

Zich tegen moeilijkheecircn en lijfsgevaar verharddenDe ruitrenhoofden Cigdabaat

Lithymnas Arsaces Zaagt ge ook die helden vallen

XERXESMet mijn ontelbre duizendtallenZijn zy door t eigen lot verrast

Ach al die uitgelezen bravenZijn onder bergen doocircn begraven

Van t eerbewijs beroofd dat zulke helden past

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

78

DE REIRampzalige offers van den toorn der hemelingen

Uw neecircrlaag stort ons allen neecircrVan enkel ramp zien we ons omringenDaar is voor ons geen redding meer

Met de allerijsselijkste plagenHeeft ons des noodlots hand geslagenEn laat zijn woeden eindlijk aft Is onmacht om nog grooter straf

By wat wy lijden uit te denkenWanhopig vloeken wy den dag

Die onzen roem die al ons heil moest krenkenEn voor de Grieksche vloot den Pers verzinken zag

XERXESO welk een heir heb ik verlorenWat diepe val was my beschorenEn heel dit uitgestrekt gebied

Van al de pracht waar meecirc k mijn scharenTen verren oorlog deed vergaacircren

Is deze pijlbus t al wat my de hemel lietHerinnert my de harde rampenWaarmeecirc gy allen hebt te kampen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

79

En die gy wijten kunt aan uw misleiden VorstKweekt kweekt de wroeging in mijn borst

Laat sombre rouw- en zoengezangenHier uit uw mond mijn wanhoopkreet vervangen

DE REI - EERSTE KEERHerinnering aan beter tijdenHoe foltert gy d ontstelden geest

Te midden van het wreedste lijdenGevoel ik wat wy zijn geweest

Ik kan het denkbeeld niet verjagenDat onophoudlijk om my zweeft

De welvaart die mijn oogen zagenEn die k helaas heb overleefd

EERSTE TEGENKEERTot aan het blaauw der hemelstrekenReikte onzer Perzen oppermacht

Door Godenhulp en t zorglijk kwekenVan eedle Vorsten opgebracht

Haar breede takken hingen overOp heel dit aangebeden land

En onder schaduw van hun loverWas t hoogst geluk in onzen band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

80

TWEEDE KEERHoud thands o Pers het hoofd gebogenUw eens zoo fier gedragen hoofd

De gunst der Goden is vervlogenUw eer uw bloem is u ontroofd

Wat zoudt ge o droeven thands nog pralenMet een u ongetrouwen Vorst

Die voor een ijdel roembehalenUw gantsche welzijn wagen dorst

TWEEDE TEGENKEERVraagt kinders moeders echtgenootenAan uw te diep verneecircrden heer

Uw dappre vaders en uw lotenUw jeugdige egacircs nimmer weecircr

Zj rusten in de schoot der zeeeumlnOf in t met bloed gedrenkte zand

En zijn bevrijd van al de weeeumlnVan hun rampzalig vaderland

DERDE KEERTrekt Grieken onze muren binnenGy gunstelingen van het lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

81

Die onze krijgren mocht verwinnenVerplet hun treurig overschot

Wat staat ons thands niet nog te wachtenNa t geen dees dag ons heeft verkond

Wat hoop nog kan ons leed verzachtenWat balsem storten in den wond

DERDE TEGENKEERGy die in tempels en altarenGehoond door krijgsmansovermoed

U wreekte in t bloed van onze scharenIs nog die schennis niet geboet

Of zijn wy zelve te misdadigEn is voor ons geen deernis meer

Voor t minst o Goden ziet genadigOp onze onnoozle telgen neecircr

XERXESWat Godheid geeft my ooit mijn dierbaar leger weecircr

DE REI

Slotzang

Staak o Vorst het nutloos kwekenVan uw tomelooze drift

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

82

Wil veeleer den Hemel smeekenMet gebeecircn en offergift

Laat ons onheil dit u leerenU en t laatste nageslacht

W i e e e n G o d h e i d d u r f t t r o t s e e r e nW o r d t t e n w i s s e n v a l g e b r a c h t

1816

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

83

Proeve van overwerking

De Perzen (Bladz 21-29)

Het heir der Perziaansche scharen Dat voor de Grieksche krijgsgevaren Denvaderlandschen grond verliet Gaf ons het opzicht hunner schatten Naar s Koningsvoorgang op te vatten Die tot de zorg voor zijn gebied Ons zwakke grijzaarts heeftverkoren Keer Koninklijke telg ei keer Breng Perzieuml zijn manschap weecircr Achkon ik t voorgevoelen smoren Dat me enkel somberheden spelt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

84

De bloem van Azieuml is te veld En daar we in eindelooze klachten Om onzejonglingschap versmachten Wordt in die wreede onzekerheid Een tijding zelfsvergeefs verbeid Gy Suze Cissieuml Ecbataan Hoe zaagt ge uwmuren dus verlatenUw jeugd herschapen in soldaten Te paard te scheep naar t strijdperk gaan Henvoert de bloem van onze Grooten Amistres en Astaspes aan En Megabazesdeelgenooten Van s grooten Konings macht en eer Nu hoofden van een talloosheir Te zaam gedrongen ruiterscharen En schutters vol ervarenheid Een leger tukop krijgsgevaren Wiens enkele aanblik schrik verspreidt Geen mindere uitgelezenhelden Zijn op hun rossen Sosthanes Imeacuteus en Artembares Masistres enPharandaces Daar ook de korenrijke velden Vet van des Nyls bevruchtend slijk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

85

Ontelbare onverschrokken benden Volijvrig tot den Koning zenden Pegastagonzelf uit dat rijk Geboortig en die Memphis muren En Thebes oude vest besturenAriomardus Arsames Op hun verheven krijgskales Voor krijg en krijgsbevelgeschapen Zijn aan de spits dier legermacht t Moerassig land geeft keur vanknapen Om t handig roeien hoog geacht De Lydieumlr in wulpsche pracht Gedokenrukte toch te wapen En meacutet hem t gantsche vasteland Zich moedig scharend omde vanen Door s Konings prinslijke onderdanen Arceus Metragathes geplant Hetweeldrig Sardes gaf zijn mannen Met tal van wagens rijk bespannen Ten schrikdes vijands over zee Op d ongelijkbren krijgstocht meecirc In t Aziatisch zielsverlangenDen Griek in ketenen te prangen Zag m onder t oog van Tharybis

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

86

En Mardon wat in Mysieuml is Met Tmolus naaste nageburen Hun spiessen tot denoorlog schuren Maar t gouden Babel zond een stoet Van scheeplingen vol gloeden moed En afgerichte schuttersdrommen Die nooit vergeefs den handboogkrommen Wel trok heel Azieuml te veld Het heeft gehoorzaam aan zijn wenken DenKoning op zijn tocht verzeld Maar wy als wy dien bloem van t vaderland gedenkenZoo voelt naar mate t uur verloopt Van tijdingen reeds lang gehoopt Ons hart tottwijflen zich genoopt Voor oudren beide en echtgenooten Van stond tot stond teloor gesteld Rijst ieder dag met angst geteld Slechts om den kommer te vergrooten

KEERDes Konings heir is uitgegaan

Het heeft den overkant betredenEn brengt den vijand en zijn stedenBy elken tred verwoesting aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

87

De zee die Hella heeft verzwolgenHad hun vergeefs een pad ontzegd

Haar werd hoe woelig en verbolgenHet vlottend juk haast opgelegd

TEGENKEERDe Koning die van krijgsdrift brandt

Heeft met zijn honderdduizendtallent Vermetel Grieken overvallenEn overdekt ter zee te land

Hy zelf gaat voor door al de GrootenOmringd gesteund van t Perzisch rijk

De Vorst uit Perseus zelf gesprotenEn goden op hun troon gelijk

Met oogen glimmend van den gloedVan heldenkracht en leeuwenmoedVoert hem de koninklijke wagenIn onuitspreeklijk welbehagenDat onafzienbaar leger rondMet duizend schepen in verbondDe Grieksche spiessen zullen wijkenVoor onzen Persiaanschen boog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

88

En elke vijand haast bezwijkenWaar zulk een macht ten strijde toogOf wie zou de opgebruischte stroomenDoor dijken keeren of betoomenZoo machtig wierp het Perzisch heirZich op t verbaasd Europa neecircr -En toch der Goden weg is duisterOndanks dien duizelenden luisterTe dikwerf door hun gunst misleidBemerkten eensklaps stervelingenOp hunnen weg een net gespreid

Waaruit geen voet hoe vlug zich weder los kon wringen

EERSTE KEERHet Noodlot geeft en deelt en doetGelijk het wil Dankt hem den moedOns Perzieumlrs gegeven -

Die kracht in worstling en gevechtDie ruiters velt en torens slechtDat s vijands steden beven -

EERSTE TEGENKEERJa ook den wijden blanken vloedVoorspoedig overtrekken doet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

89

Verwinnend overkomenOp kielen kunstvol toebereidDat ook de zee den roem verbreidDier temmers harer stroomen

TWEEDE KEEREn toch zoo ongedachte slagenOns eens nog jammer deden klagenlsquoWee wee der Perzen legerschaarrsquo

En t s vijands steden moesten hoorenDat Suzes manschap ging verlorenDe hoofdstad leeggestorven waar

TWEEDE TEGENKEEREn dat wie Cissieuml bewonenDe weecircrslag trof dier jammertoonenlsquoWee wee ook dezen hoogen wal

Ook daar ontroostbre vrouwenscharenDen band zich scheurend van de hairenOm onzer legerbenden val

DERDE KEERGelijk een zwarte bijenwolkStoof overal ons heldenvolk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

90

Uit zijne dicht bevolkte vestenDe Koning zelve ging steeds voorDe wijdberoemde zeestraat door

Die Azieuml verbindt aan d oevergrens van t Westen

DERDE TEGENKEERMaar de egade ach slijt dag en nachtIn afgebroken klacht op klacht

Doornat is t huwlijksbed van tranenDe teedre Perziaansche vrouwGevoelt reeds weduwlijken rouw

Om hem die haar verliet voor s Konings oorlogsvanen

Maar waartoe langer ramp vermeldOf vreemde jammeren gespeldNeen voelen we ons van zorg doorknagenVoor de ons zoo overdierbre dagenKomt laat ons eer naar de aankomst vragenEens boden die ons licht den staat der zaken zegtEn tijding geeft van t kostbaar levenDes grooten Konings ons gegevenNaar onzer vaadren heilig recht -En wie verwinnaar is gebleven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

91

De boog der schutters van het OostOf t staal der spies van Griekens kroost -Maar s Konings moeder richt haar schreden

Tot ons omstraald met glans als t voorhoofd van de goocircnk Val voor haar neecircr naar onze zedenEn ook uw hulde word haar knielend aangeboocircn

18161853

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

92

Het verhaal van den bode uit EschylusZeven tegen Thebe

Ik kom van s vijands stand op t zekerste bewustk Zag rondom onze vest zijn Hoofden uitgerustIn vollen wapendosch en voor de poorten staandeHun door het lot bestemd eerst woesten Tydeus gaandeMet schrikverwekbren stap naar de oevers van IsmeenEn Pretus poort terwijl des vroomen Wichlaars reecircnNoch onheilspellingen zijn woede doen bedarenWant heet van ongeduld naar t tarten van gevarenEn razende van dorst naar stroomend krijgrenbloedDurft hy Oiumlcleus zoon gebrek aan mannenmoedVerwijten en roept uit dat vrees voor t bloedig kampenAlleen de voorbocirc is van naderende rampenDit schreeuwt hy met een stem die door den hemel loeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

93

Als t grommen van een draak door t middagvuur geschroeidHy gaat en schudt den helm wiens breede en zwarte veecircrenNaar t golven van den wind zich heen en weder keerenTerwijl een holle klank van onder t schild ontstaatVan brokken schel metaal waartegen t koper slaatMet een vertoont hy t schild dat kunstig uitgehouwenHet stargewelf verbeeldt Men ziet er t luchtruim blaauwenDe sterren glinstren aan de vlakke hemelbaanEn midden in hun glans de zilvren bol der maanUitblinken Van zijn trots op t prachtig wapen dronkenTrapt hy op d oever van d Ismenus en schiet vonkenVan krijgsvuur uit het oog in rusteloozen moedGelijk het jeugdig ros dat in zijn teugel woedtEn brandend van de zucht ten aanval uit te brekenHet blij geluid verbeidt van t daavrend oorlogsteekenWie gaat met dezen held den fellen kampstrijd aanWie durft voor Pretus poort als haar beschermer staanMaar schrikkelijker held stapt tegen Thebes wallenBestemd Electraas poort in t stormen te overvallent Is dolle Capaneus die mensch- noch Godheid eertEn in zijn lastertaal des hemels wraak braveertHy zweert zijn krachtige arm zal onzen muur verplettenOfschoon zich tegen hem de Goden-zelf verzettenEn Jupiter in toorn zijn woede ging te keer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

94

Ja viel het bliksemvuur voor zijne voeten neecircrHy achtte t als den gloed van heete zomerdagenMaar op het kostlijk schild met zwier vooruit gedragenVoorspelt een naakte reus wiens vuist een toorts bevatIn gouden letteren VERDELGING AAN DE STADWie onzer zal den trots van t Godonteerend sprekenOp d onverschrokken kop van dien ontzinde wreken De derde door het lot voor Neiumls poort geplaatstIs fiere Eteoclus wiens rossenspan reeds raastEn worstlend rondspringt met de teugels die hen klemmenMet ziet den kalmen held hun ongeduld betemmenTerwijl ze in de ijdle drift ter stadspoort heen te spoecircnHun vuurgen adem in den omtrek zuizen doenEn t blanke schuim op aarde en eigen boezem spattenk Zag ook zijn vasten arm den zwaren beuklaar vattenWiens oppervlakte t beeld eens forschen krijgsmans draagtDie langs een ladder klimt door s vijands vest geschraagdZijn houding reeds baart vrees Hy schreeuwt den steedling tegenDat Mars-zelf van den muur eacuteeacutens door zijn voet bestegenHem niet verdrijven zal Dus luidt het opschrift datZijn schittrend schild omgeeft dit dreigt hy onze stadOok hier hier wordt een arm in d oorlog hoogst ervarenVereischt om Thebes vest een droeven val te sparenMaar verder voor de poort die Pallas tempel hoedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

95

Vertoont Hippomedon rondzwevende als verwoedZijn reuzige gestalte en heft een schild naar bovenWiens aanzien reeds vermag den heetsten moed te dovenHet is geen grootspraak wat ik meld Dees beukelaar(Onovertrefbaar werk van d eecirclsten kunstenaar)Verbeeldt een Typho met wiens adem dikke wolkenVan dampen uit zijn mond als uit verpeste kolkenGestegen en een vlam die in het midden brandtZich wentlen naar om hoog terwijl de breede randEen schrikbren kring bevat van kronkelende slangenGestrengeld om elkaacircr Maar zinloos van verlangenMet oogen waar de gloed van t kokend hart in blaaktDat louter moordzucht aacircmt en naar vernieling haaktDoet hy de lucht alom weecircrgalmen van zijn kretenEen priesterin gelijk door Bacchus geest bezetenWie zal de bange stad beschermen tegen hemDie reeds haar siddren doet door de enkle kracht der stem Hy die de poort bedreigt nabij die eenzame oordenWaar wijze Amphion rust barst meecirc in lasterwoordenEn woesten grootspraak uit Dees zweert by t scherpe zwaardHem heilger dan een God en meer dan t leven waardDat Cadmus oude stad ten spijt der HemelmachtenHaar ondergang van hem op t zekerst heeft te wachtenZoo roemt een jonge held de kindschheid pas ontgroeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

96

Wiens frissche en schoone wang in t eerste dons nog bloeitParthenopeacuteus wien een jachtnimf op de drevenVan t blijde Arcadieuml het aanzijn heeft gegevenHy voert een stalen hart in t rijzig lichaam omZijn oog blikt wreedheid by zoo teecircr een ouderdomMaar op het koopren vlak bescherming van zijn ledenZijn door de hand der kunst twee beelden uitgesnedenHerinnering van smaad en jammren in dees vestGeleden t Is een Sphinx de schrik van dit gewestAan wier gekromde klaauw een Theber schijnt te hangenDie op t metalen lijf de schichten zal ontfangenHy gordt niet vruchteloos t vernielend krijgstuig aanNoch heeft van Argos rijk zoo groot een weg gedaanOm van een lang beleg met schande weecircr te keerenHy durft beloven (dat de Goden t onheil weeren)Dat hy de zorg ter loon beproefd in Argos walMet Thebes rijke buit haar dra versieren zalBy Homolouumls poort zal vroomer krijgsman strijdenDe wichlaar voor wiens oog t geheim van later tijdenZich opent en wiens moed zijn wijsheid evenaartHy barst op Tydeus voor zijn woeden onvervaardIn bitse woorden uit en schreeuwt hem toornig tegenDat hy wiens gantsche heil in d oorlog is gelegenWiens moordend staal zich nooit van menschenbloed verzaadt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

97

Die steeds tot misdrijf spoort met zijn vervloekten raadOok thans Adrastus hart door valsche taal mocht winnenEn tot den krijg bewoog de straf der WraakgodinnenDie licht het leger treft wijte Argos hem alleenMaar tot uw broeder wendt hy dus zijn sombre reecircnZijn naam herhalend met een zucht lsquoGy hebt den zegenDer Goden voor dees tocht ontwijfelbaar verkregenEn onvergankbre roem wacht u by t nageslachtWiens onberaden toorn een vreemde legermachtDorst waapnen tegen t land wiens schoot uw eerste dagenGekoesterd heeft Wat straf moet niet de snoodaart dragenDie aan eens moeders lijf een gruwbre hand durft slaanEn gy gy randt uw stad in t dwaas vertrouwen aanDat ze u die haar verried niet eindeloos zal hatenVoor my ik vlieg ten strijd en wacht mijn lot gelatenSchoon de aard die k thans betreed weldra mijn graf zal zijnMen vreest geen sterven met een hart gelijk het mijnrsquoHy spreekt en schudt het schild waarop geen beelden schittrenNoch woorden die den haat door ijdlen trots verbittrenHem leert het vruchtbre brein waar immer wijsheid bloeitEn t van gepasten raad en deugden overvloeitOnwankelbaren moed met zedigheid te parenOm tegen dezen held den ingang te bewarenWordt vroomheid van gemoed vereischt by leeuwenkracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

98

Want vreesselijk is hy die deugd en Godsdienst achtMaar voor de laatste poort staat razende op dees wallenUw eigen broeder Vorst gereed haar aan te vallenEn boezemt in een kreet den wensch der wraakzucht uitVerwinnaar van dees vest door t schaterend geluidDer zegezangen van zijn krijgsvolk reeds gehuldigdAls meester van een rijk hem sedert lang verschuldigdHoopt hy u-zelv in t end te ontmoeten op den walDoor u verslagen u te sleepen in zijn valOf doet ook daar het zwaard hem overwinnaar blijvenU juichend op zijn beurt in ballingschap te drijvenMet al den smaad belaacircn eens door hem-zelv geleecircnHiertoe stort hy den Goocircn onafgebroken beecircnZoo woedt hy en treedt voort Men hoort het koper klinkenOp wiens bewerkten grond twee gouden beelden blinkenEen jonge vrouw wier hand eens krijgsmans schreecircn geleidtTen strijde toegerust verbeeldt RechtvaardigheidEn schijnt het randschrift van den beuklaar uit te sprekenIK-ZELV IK VOER HEM WEEcircR IN DE OUDERLIJKE STREKENDEES DAG IS T DIE HEM STAD EN KROON HERWINNEN ZALZoo schaart zich om den muur het Vorstlijk zeventalIk heb mijn last volbracht U is de zorg gelatenDen ramp te keeren van uw kwijnende onderzaten

1816

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

99

Alfonsus de Eerste treurspel

Φίλος γὰρ ἐχθρὸ ἐγένɛτ᾿ ἀλλ᾿ὅμως Φίλος EURIP PHOEN

Personaadjen

DON ALFONSUS Zoon en opvolger van Graaf Hendrik van PortugalDONA MATHILDA zijne EchtgenooteDONA THERESIA Weduwe van Graaf Hendrik moeder van Don Alfonsus enhertrouwd metDON FERDINAND PEREZ Graaf de TRAVA Castiljaansch EdelmanDON EGAS MONIZ Portugeesch Edelman opvoeder van Don AlfonsusOMAR Afgezant van den Oppervorst der MoorenDON LORENZO DAGANIL Hoofd van Don Alfonsus LijfwachtDON PEDRO DAVILA Hoofd van Graaf de Travaas LijfwachtDONA LEONORA Vertrouwde van Dona MathildaEen SchildknaapSpaansche en Portugeesche Edellieden aan de Trava gehecht met DONALONZO GOMEZ aan hun hoofdPortugeesche EdelliedenLijfwachten van Don Alfonsus en de Trava

Het Tooneel is te Guimaraens de toenmalige Hoofdstad liggende op de rivier denAve Het Eerste Vierde en Vijfde Bedrijf speelt in het Paleis van Don Alfonsus hetTweede en Derde in dat van den Graaf de Trava - Het stuk neemt een aanvangtegen den middag van den eenen dag en eindigt tegen dien van den volgendenTusschen het Derde en Vierde Bedrijf onderstelt men de ruimte van eacuteeacutenen nacht

Eerste bedrijf

Eerste tooneel

DONA MATHILDA DONA LEONORA

LEONORAHoe steeds verdiept Mevrouw in zorgen zonder baatHet uur des nachts voert u geen troost de dageraad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

100

Verrascht uw slaaploos oog in steeds vernieuwde tranenWy zien op uw gelaat den glans der jonkheid tanenIn nevelen van smart Gy eedle deelgenootDer trouw die heel een volk door moed en braafheid grootAan de afkomst toedraagt van den held die t deed herbloeienGy wier aanminnigheid zijn boezem deed ontgloeienIn liefde waar hy zints geheel zijn lust in vondGy treuren zonder end waar t al u heil verkondtWe eerbiedigen Mevrouw de smart die gy doet blijkenMaar t zachte vrouwenhart pleegt eerder te bezwijkenVoor ingebeeld gevaar en dreiging van het lotZoo smoor die bange vrees wier foltring u t genotDer kalme zielrust licht voor eeuwig kan verstorenDe vaderlijke kroon is uw gemaal beschorenEn ras verrijst de zon die u begroeten zalAls wettige Gravin van t juichend PortugalO laat geen knagende angst u zulk een hoop verbittrenDe dag door ons verbeid zal onbeneveld schittren

MATHILDAMijn Leonoor helaas hoe dikwerf heeft mijn hartZich zelf de weekheid niet verweten van zijn smartOnwillig baadt mijn oog in tranen zucht op zuchtenBeklemmen my de borst als stond me een slag te duchten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

101

Niet af te keeren en verschrikkingvol k AanbidDe deugden van een Gacirc die heel mijn ziel bezitDe kroon waarmeecirc zijn hand my eenmaal moet versierenIs dierbaar aan mijn hart maar waan de flonkervierenDer vorstendiadeem niet machtig om mijn wondTe heelen t Is die min die my aan hem verbondWier zorgen dus mijn borst en rusteloos bezwarenAch ieder oogenblik verdubbelt de gevarenWaaraan mijn angstig oog Alfonsus bloot ziet staanBedriegelijke tijd wiens voorspoed my den waanVan onverstoorbaar heil zoo onbedacht deed kwekenUw uitzicht is van my voor eeuwig afgewekenMijn Leonoor uw trouw herinnert zich dien tijdToen heel mijn aanzijn aan de zoetste hoop gewijdNiet vatbaar dan voor vreugd geen kommer kon vermoedenAan mijn Alfonsus zij t Noodlottig uur moest spoedenDat my heel de ijslijkheid mijns noodlots openslootZints drukt me een looden zorg ter neecircr mijn oog verstootDen slaap geen troost hoe lief vermag mijn moed te sterkenk Doorzag met killen schrik wat heerschzucht kan bewerkenEn waar ik de oogen wend of waar ik toevlucht zoekt Vertoont zich overal als of des hemels vloekGereed staat op het hoofd van mijn gemaal te dalen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

102

LEONORAWat laat ge dus Mevrouw uw sombre geesten dwalenIn t uitzicht op een smart die gy u-zelve baartWaar is die donkre wolk van jammeren bezwaardWaar t voorgevoelig hart een onweecircr uit kan spellenLaat af door ijdle zorg uw teedre jeugd te kwellenOf leer my wat de bron van zoo veel angsten zij

MATHILDAEen vreemdling oefent hier Graaf Hendriks heerschappijEn de erfgenaam van t rijk door goddelooze boosheidVerraderlijk verdrukt in doffe werkeloosheidZiet in zijn toorn geboeid door die hem t leven gafZijn heiligst recht vertreecircn op t vaderlijke grafAlfonsus lijdt dien hoon en ik ik zou niet beven

LEONORAO dat dees schrikbare angst uw boezem moog begevenHoe daar heel Portugal den blijden dag verbeidtWaarop de Trava zelf uw Gacirc ten troon geleidtGelukkig in den glans die van zijn kruin zal stralen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

103

MATHILDAOnnoosle doch ook ik moest eens zoo argloos dwalenGy kent de Trava en zijn echtgenoote nietZy willig afzien van het vorstelijk gebiedZy zelven Hendriks kroost s rijks erfgenaam verklarenOf dulden dat het heersch waar zy eens meester warenk Erken t de Travas list en huichelend gelaatOntveinst met de eigen kunst zijn heerschzucht en zijn haatMaar nooit gelukte t hem Alfonsus te misleidenWie meldt de ontwerpen al steeds uitgedacht door beiden(Graaf Hendriks Weduw en den Voogd van Portugal)Om hem en t wettig huis te storten in zijn valNaauw had Don Hendriks dood de teugels dezer StatenAan t moederlijk bestier der rijksvoogdes gelatenTot eens mijn Egacirc zelf met mannelijke krachtZijn rechten oefnen mocht of zy terstond bedachtHaar kroost haar eigen kroost van de oppermacht te weerenEn met geroofd gezag zijn volken te regeerenDeelt door een tweeden trouw de schendige voogdijEen vreemden krijgsman meecirc heerschzuchtig trotsch als zyWiens listig staatsbeleid en oorlogsfaam haar sterkenIn t gruwelijk ontwerp dat zy hier uit wil werkenZints was Alfonsus steeds het voorwerp van haar haat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

104

De haat o hemel van een moeder Men bestaatIn t eerst den heldenmoed van t jeugdig hart te stremmenEn houdt hem brandende de vuist om t zwaard te klemmenIn laffe rust geboeid op dat hy dus het bloedWaaruit hy d oorsprong nam verloochnend het gemoedDes dappren Portugees zich zou afkeerig makenEn diep vervallen uit die sluimring nooit ontwakenEn mooglijk waar die list waarvan gy gruwt geluktHad niet de braafste held hem aan t verderf ontruktDon Egas steeds gereed zich voor zijn Vorst te wagenDorst met standvastigheid zich by den Voogd beklagenDat grooten Hendriks zoon dus vreemd bleef aan het staalEn voert zijn kweekeling ten strijd ten zegepraalVan daar is t zoo mijn Gacirc een oorlogsroem mocht winnenWiens grootheid hier zijn naam vereeren doet en minnenEn by den Saraceen nog siddering verspreidtEn thans daar heel het volk en de adel zich bereidtHem plechtig t hoog gebied zijns vaders op te dragenThans poogt men steeds dien dag op t kunstigst te vertragenEn woelt aan alle kant om zich in de oppermachtTe staven wat ik zie is my van hun verdachtAlfonsus middlerwijl wiens fier en moedig harteGeweld en onrecht haat verkwijnt als ik in smarteAan t welzijn van zijn volk aan zijn geheiligd recht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

105

Aan de eer zijns Vaders met geheel zijn ziel gehechtHad hy zints lang de smet die op hem kleeft gewrokenWerd niet zijn gramschap nog hoe fel in t bloed ontstokenWeecircrhouden door den naam dien zijn vervolgster voertEn nu mijn Leonoor (k zie u als my ontroerd)Is t zwakheid zoo ik leve in zorgen tranen klachtenWie weet wat wreede slag mijn liefde staat te wachtenAan wat verschrikklijk lot ons huis is blootgesteldDe Staatzucht kent geen wet waar t overmeestring geldtJa mooglijk (k ijs van t woord dat ik hier uit ga spreken)Durft ze in Alfonsus bloed haar snoode ontwerpen wreken

LEONORAWat siddring grijpt my aan op t hooren van dees taalAch k deel thans in uw angst Mevrouw Doch uw GemaalSchijnt met zijn trouwsten Vrind zijn schreden hier te richtenLicht dat uw treurigheid voor hun gesprek zal zwichtenk Verwijder my

Tweede tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS DONA MATHILDA

MATHILDAWel nu mijn dierbre brengt ge in t end

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

106

Vertroosting aan een hart der vreugd zints lang ontwendOf heeft uw Egacirc nog die somberheid te vrezenDie op uw voorhoofd heerscht en meldt my heel uw wezent Verschrikkelijk besluit dat in uw boezem broedtAls onherroeplijk aan O schenk mijn teecircrheid moedHeb deernis met een angst de plaag van beider levenWaarvan mijn hart door u of nimmer wordt ontheven

ALFONSUSGeliefde heeft die vrees en my en u onwaardZoo diep geworteld in uw geest Verbeelding baartDer liefde van een vrouw die zoo als gy kan minnenBezorgdheid zonder perk door liefde te overwinnenJa dierbre veel te lang regeert hier de overmoedEens vreemdlings die op de asch op de eer mijns Vaders woedtWiens lage heerschzucht op mijn rechten dol verbolgenMijn moeder eigen kroost leert haten en vervolgenTe lang zucht Portugal naar vorsten harer waardEn de Adel schaamt het zich het eerlijk oorlogzwaardTe voeren tot den dienst des dwingelands Op hedenZal ik mijn recht en rang en afkomst lang vertredenHandhaven en welhaast staat hy d ontroofden stafMet hoe veel kracht geklemd den zoon van Hendrik af

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

107

MATHILDAHoe is t dan waarheid is mijn onheil niet te keerenZoo stelt de onzaalge zucht voor grootheid en regeerenDus roekloos met uw bloed t heil van uw gade blootGa koop de diadeem voor een oneedle doodWat is my zonder u haar glans mijn rang mijn levenOf zal de Trava thans haar needrig overgevenDie jaren lang het doel van zijn verwoedheid wasO staak dit wreed besluit k bezweer het u by de aschDiens Vaders die ge op my op my alleen gaat wrekenNeen hy verbiedt u niet te zwichten voor mijn smekenHy eischt niet dat ge uw bloed dus zonder vrucht vergiet

ALFONSUSVerg alles van mijn min maar verg mijn oneer niet

MATHILDAUw oneer dierbre neen ik draag in vrouwlijke aadrenGeen zoo verbasterd bloed van oorlogshafte vaadrenDat ik mijn echtgenoot lafhartig wenschen konJa riep u krijgsmansplicht ten oorlog k overwonMet mannelijken moed al de angsten die ik lijdeIk zou met eigen hand u wapenen ten strijde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

108

Maar hier waar t snoodst verraad om t Grafelijk gebiedGeen laagheid geen geweld geen gruwelen ontzietBestaat ge in blinden moed die wreeden uit te dagenOm in hun razernij het uiterste te wagenHun troon moet door uw dood met dubble vastheid staanOf hun gevloekte haat u met hun doen vergaanOf zou zijn deerenis den zoon van Hendrik sparenOf mangelt het zijn woede aan vuige moordenarenWier laagheid met uw bloed zijn gunsten winnen magAfgrijsselijk verdriet helaas ik vloek den dagDie me in het leven riep om eindeloos in zuchtenTe kwijnen en voor t lot van t dierbaarste te duchten

ALFONSUSMathilde een Hemel hoedt de brooze menschlijkheidZijn liefderijke zorg baat meer dan ons beleidVertrouw dien zoo als ik Ik heb mijn recht en levenMet onverwrikte hoop in Zijne hoecirc gegevenEn sneve ik t is voor de eer van t bloed waaruit ik sprootIk Egas kweekling ik Mathildaas echtgenootIk zou om ijdle vrees de stem der plicht versmorenOf was t my niet genoeg voor de Oppermacht geborenHier in mijn wettig erf te leven onderdaanOnmachtig zelfs mijn volk in d oorlog voor te gaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

109

En echter k droeg dien hoon en offerde aan een moeder(Gevoelloos voor mijn liefde en ieder dag verwoeder)De drift die zonder haar mijn hand gewapend hadNeen t is te lang geduld dat men uw eer vertradMijn Vader reeds te lang heeft my uw schim verwetenDat ik in laffe rust uw grootheid heb vergetenUw arm heeft dezen grond den Saraceen ontroofdUw vuist de Gravenkroon gevestigd op uw hoofdEn k laat een vreemdeling hier ongestoord regeerenUw krijgsgenooten door zijn bittren trots verneecircrenIk dulde uw Portugal zijn gunstlingen ten buitOf dat hy met den Moor een laffe vrede sluit(Wiens duizenden uw arm zoo dikwerf heeft verslagen)Om veiliger uw volk zijn ketens te doen dragenNeen k eisch nog op dees dag de erkenning van mijn rechtEn t zij de kracht van t zwaard er de uitkomst van beslechtHet zij men door verraad mijn neecircrlaag wil verwervenIk zal voor t minst niet meer als onderworpling stervenOf gaat mijn drift te ver is t heerschzucht die my spoort

Wanneer mijn boezem nog in droefheid schier versmoortDat ik een vijandin moet temmen in een moederHeb k nog haar niet voldaan Spreek eedle WapenbroederEens vaders dien uw deugd te rug voert voor mijn hartIs t eindlijk lang genoeg dat men mijn gramschap tart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

110

EGASGraaf zints uw eerste jeugd vertrouwd werd aan mijn zorgenHeeft nimmer u mijn mond de waarheid nog verborgenEn k zou noch jonglingsdrift noch heerschzucht hier ontzienOm u in zulk een tijd een trouwen raad te biecircnDe nagedachtenis van uw doorluchten VaderEn t dierbaarste belang van Portugal te gaderVereischen dat uw hand de teugels klemm van t rijkEn wettelooze macht voor uw gezag bezwijkGy hebt de plicht voldaan verschuldigd aan een moederThans ziet het rijk in u zijn Vorst en zijn BehoederVerlos het van den dwang dien t van zijn voogden lijdtEn toon t door uw bestier uit wien ge ontsproten zijt

MATHILDAVereent zich t al dan om mijn droefheid te vermeecircrenGy ook getrouwe held zult dan den slag niet keerenDie me in mijn Gade dreigt

EGASStel u gerust Mevrouw

De dag die thans verrijst is u geen dag van rouwZy is voor u en hem een boocirc van heil en glorie

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

111

ALFONSUSNeen dierbre wanhoop niet de hemel schenkt viktorieWaar Egas en het recht zich scharen aan mijn zij

MATHILDAZoo sta zijn gunst uw moed en mijne zwakheid by

Derde tooneel

DE VORIGEN DON LORENZO DAGANIL

LORENZOEen afgezant Mijn Heer van d Oppervorst der MoorenVraagt toegang en gehoor

ALFONSUSVan my k Heb nooit te voren

Den Saraceen gekend dan met de hand aan t zwaardk Ontveins niet dat zijn komst my hier verwondring baartGelei hem herwaarts

(Lorenzo vertrekt)

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

112

(Tot Egas die vertrekken wil)

Blijf mijn Egas mijn vertrouwenZal nooit uw vriendschap vreemd aan mijn belangen houecircn

MATHILDAIk store uw onderhoud met d Afrikaner nietEn voer uit uw gezicht mijn doodelijk verdriet

(Zy vertrekt)

Vierde tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS OMAR

OMAROpvolger van den held wiens nagedachtnis we eerenWien t schittrendst voorbeeld leerde op mannen te regeerenEn die met heel dit rijk zijn roem uw erfdeel zietAls t welzijn van zijn volk De Moorsche Koning biedtU schoon nog in t bezit van t Graafschap niet gehuldigdDen broedergroet reeds aan uw rang en deugd verschuldigdMijn Koning schoon heel t land en de omgelegen zeeZijn krijgsmacht tuigen kan bemint een eerbre vreecircEn zoo reeds sedert lang uw beider onderzaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

113

In ongestoorde rust d alouden haat vergatenDie vriendschap was zijn hart uit achting voor uw kroonSteeds onuitspreeklijk zoet Moge als Graaf Hendriks zoonDe teugels van t gebied met eigen hand zal voerenGeen wreevlig staatsgeschil die eendracht ooit beroeren

ALFONSUSMijn Heer voor dat de zee uw rijk van t onze scheidtBelove ik nooit een eind aan onze oneenigheidOf heeft uw Oppervorst het heilig recht vergetenWaarmeecirc de Europeaan dees landstreek heeft bezetenTot waar hem de Oceaan zijn grens heeft aangeduidEn maakte zich uw volk ons vaderland ten buitWanneer t met de overmacht van duizend duizendtallenVan de overkant der zee ons op het lijf kwam vallen -Het lot des oorlogs heeft ons uit ons erf verjaagdDe wapens in de hand wordt dit weecircr opgevraagdNeen hy kent de inborst niet der fiere PortugezenDie wanen mocht dat zy den last des oorlogs vrezenEn eert uw Vorst in my Graaf Hendriks erfgenaamHy verg van my geen daad die ik me als krijgsman schaam

OMARMijn last strekt zoo ver niet om over t recht te spreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

114

Dat tusschen u en ons den oorlog kon ontstekenEen dringender belang voor u en uw geslachtHeeft my in s Konings naam Graaf hier voor u gebrachtAls bondgenoot als vriend zond hy me in dees gewestenOm t wankelend gebied in uwe macht te vestenUw Vader (wel is waar) heeft heel zijn levenstijdTen dienst der vijanden van onzen Staat gewijdMaar weten we ons op t veld met leeuwenkracht te weerenWy kunnen ook de deugd in vijanden vereerenBeschermen wreken zelfs en by den SaraceenWordt schittrende oorlogsroem in wien ook aangebeecircnZints lang reeds zijn mijn Vorst de schandelijke lagen

Bekend waarmeecirc verraad uw eerste jonglingsdagenAan alle kant omgeeft Men spaart noch list noch bloedZoo slechts uw ondergang een vloekbre heerschlust boetMijn Vorst vermag u thans gereede hulp te biedenEen vloot die t Noordlijkst deel van Spanje moet bespiedenKruist dicht naby dees kust verlangt ge in eacuteeacutenen dagU in t bezit te zien van t Grafelijk gezagIk wapen tot uw dienst die dappre vlotelingenDat ze onder mijn gelei in deze vesten dringenGy zelf verklaart u Vorst en zonder tegenstandVermeestert gy de stad en met haar heel het landEn wy wy vergen niets voor deze dienstbetooning

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

115

Dan dat gy Portugal in leen houdt van den Koning

ALFONSUSO stoutheid zonder maat Ik leenman van uw VorstTen loon van t eerloos feit dat gy my voorslaan dorstGa vlied naar t schendig hof van die u heeft gezondenOm hem mijn antwoord - neen mijn woede te verkondenZeg hem dat ik mijn recht van geen verraders houcircEn dat schoon anders niets mijn handen waapnen zouDees dag dees dag-alleen mijn haat zal doen ontgloeienOm hem en heel zijn huis voor eeuwig uit te roeien

OMARZoo loont men s Konings gunst met smaad

ALFONSUSVertrek Mijn Heer

Ik wil geen enkel woord van zulk een gruwel meer

Vijfde tooneel

DON ALFONSUS DON EGAS

EGASBedaar en laat de zorg voor dierbaarder belangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

116

Uw verontwaardiging geliefde Vorst vervangenGeen oogwenk dient verzuimd waar list en staatzucht waaktEn hartstocht en verdriet voor t grootsch ontwerp verzaakt

ALFONSUSNeen hoe my t lot vervolgt getrouwste mijner vrindenVrees niet dat ge ooit mijn moed zult neecircrgeslagen vindenAan vorstenplicht gewijd aan de eer van mijn geslachtSchenkt wat ik lijden mag mijn boezem nieuwe krachtKom gaan we t hoog besluit is eindelijk genomenEn moet der burgren bloed in deze wallen stroomenMijn hand is schuldeloos Dees dag getuigt mijn valOf voert Graaf Hendriks zoon ten troon van Portugal

Tweede bedrijf

Eerste tooneel

DEGRAAFDETRAVA DONATHERESIA Spaansche en Portugeesche Edellieden met DONALONZO GOMEZ aan het hoofd

DE TRAVABeschermers van den Staat doorluchte rei van heldenWier wijsheid in de vreecirc wier moed op de oorlogsvelden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

117

U t voorbeeld heeft gemaakt van ridderlijke deugdOntfangt mijn welkomsgroet Hoe is mijn hart verheugdVoor t heil van mijn gebied mijn dapperste onderdanenDen adel van dit rijk den bloem der CastiljanenRondom mijn troon geschaard zoo broederlijk vereendTe aanschouwen Deze band heeft ons de kracht verleendOm met standvastigheid dit Graafschap naauw geborenTe hoeden voor t geweld der ongetrouwe MoorenEn zoo t de rust der vreecirc na zoo veel jaren strijdMet roem erlangen mocht aan U is t dat men t wijtDoch schoon zich t al vereende om dit gebied te sterkenNog is de nijd in staat zijn onheil te bewerkenVerheft ze als winnares d afschuwelijken kopZoo stort dees troon in puin en richt zich nooit weecircr opMijn vrienden neen mijn hart houdt aan uw trouwe zorgen

Het droevig lot dat hem bedreigt niet meer verborgent Is geen uitheemsch geweld dat ons hier waapnen zalt Verraadt smeedt zijn ontwerp in t hart van PortugalJa t kroost van uw Gravin (ik gruw het uit te spreken)Bereidt zich tegen haar het oorlogsvuur te ontstekenAlfonsus groot door rang en mannelijken moedMaar trotsch en woest van aart en in zijn drift verwoedNaar de opperheerschappij werd zints zijn eerste dagenOmringd door vleijerij gevormd naar t welbehagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

118

Van staatsliecircn onder schijn van trouw aan zijn geslachtOp eigen grootheid slechts by s vorsten gunst bedachtDus leerde men zijn hart van dolle driften blakent Belang van heel een rijk zijn eigen bloed verzakenZijn moeder en haar gacirc zijn t voorwerp van zijn haatHet oogenblik is daacuteaacuter voor t schaamteloos verraadWaarop t de Gravenkroon van onze kruin moet rukkenOm ze op het wufte hoofd eens jongelings te drukkenO zoo t ontwerp gelukt rampzalig PortugalMen voert u met geweld tot een gewissen valGeen leidsman opgevoed in staats- en krijgsgevarenZal meer uw wanklend rijk voor d ondergang bewarenDe prooi der driften van een onberaden vorstDe prooi der gunstlingen wier onverzaadbre dorstNaar grootheid voor zijn macht uw welzijn zal vertredenZiet daar het heilzaam doel der gruwlen die zy smedenHet heilig vorstenrecht moet schandelijk versmaadCastieljes dochter die den pas herwonnen StaatTen huwlijksgoed ontfing van haar roemruchten VaderMoet in haar wettig erf gehoond beroofd te gaderOp dat het uitgeput door wie t beschermen moestIn t einde nederstort door t eigen zwaard verwoestWaarvan t Castieljes Vorst gered heeft en gewrokenEen enkel oogenblik en t twistvuur is ontstoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

119

Getrouwen gy-alleen kunt wat ons dreigen mochtDe rampen temmen die gevloekte baatzucht wrochtVertoont u eacuteeacuten en trouw in eedle krijgsmanszedenEn leidt den zwakken op naar t pad door u betredenDe zege volgt u en een dubble glans van eerDaalt op het achtbaar hoofd van s lands bevrijders neecircr

THERESIAGeen echte spruit van t bloed der oude PortugezenGeen Castiljaansche held kan ons vijandig wezenIk ben gerust t is geen rechtschapen EdelmanDie in t onschendbaarst recht een vrouw verraden kan

GOMEZGebieders van dit rijk die t eenig kunt behouecircnO ja ons brandend hart beantwoordt uw vertrouwenGy zijt het die ons steeds het edelst voorbeeld gaaftIn oorlogstijd en vreecirc Uw macht uw wijsheid staaftDen adel en den rang geboorte en deugd verschuldigdZints lang zijt gy voor ons in t graaflijk recht gehuldigdDie hulde stave ons zwaard en beev wie t onderstaatTe dingen naar uw kroon door wapens of verraad

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

120

DE TRAVAk Erken in deze taal mijn dierbre wapenbroedersSteeds gloeiende voor recht en rijks- en troonbehoedersMijn baanders leiden u op t pad van eer en roemEn volgt ze uw dappre schaar der Edellieden bloemOns zwaard of ons beleid zal t oproervuur versmorenWy houden we ons gereed Geen oogwenk zij verlorenEn barst de staatstorm uit voorzien zints zoo veel tijdZoo voere ons de eerste maar ter raadzaal of ten strijdVaartwel

(De Edellieden vertrekken DE TRAVA vervolgt tegen DAVILA die bij hun uitgaan binnengetreden is)

Gy dAvila gelei Don Egas binnen

(dAvila vertrekt)

Welaan het uur is daacuteaacuter de kampstrijd gaat beginnenIk wacht u trotsche slaaf van een onwaardig VorstEn wat zich tegen my uw haat vermeten dorstOm in Alfonsus naam mijn Staten te regeerenGy zult op hem en u mijn wraak zien triumfeeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

121

Tweede tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA DON EGAS

DE TRAVA met bitterheidWat onverwacht geval voert hier Don Egas schreecircnHet Graaflijk hof zints lang heeft geene aantreklijkheecircnVoor u wiens gansch bestaan aan wichtiger belangenGewijd is dan t genot der hoven op te vangenSpreek wat bedoelt uw komst

EGASHet welzijn van ons land

De wil eens meesters aan dat welzijn naauw verwantVereischen t onderhoud Graaf dat ik u deed vragenIk kom om u mijn last op t spoedigst voor te dragenHet edel kroost des helds wiens schittrende oorlogskrachtDe vrijheid in dit rijk de kroon in zijn geslachtGevestigd heeft wenscht thans dat rijper jeugd zijn handenIn staat stelt zelf de staf te voeren dezer landenEen einde aan alle macht die hier nog heerschen magHeel Portugal als hy verwacht met drift den dagWaarop de rijksvoogdij wier zorgen zoo veel jaren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

122

Graaf Hendriks Weduwe en haar Echtgenoot bezwarenZal keeren in den schoot van de opperheerschappij

THERESIAHoe wat vermeet men zich Alfonsus vergt van myDat ik met eigen voet mijn rechten zal vertredenMijn Egacirc zal verraacircn De troon dien wy bekledenWas Hendriks eigendom is thans dat van zijn zoonAls of mijn vaders wil de Grafelijke kroonMijn bruidschat onbepaald aan vreemden had geschonkenOntaarde heeft haar glans u dus in t oog geblonkenOm ze aan een moeders hoofd te ontweldigen WelaanWat mart ge nog mijn zoon de hand aan t zwaard te slaanOm met mijn bloed bespat u zelf ten troon te heffenKom eer nog moet uw wraak my met de mijnen treffenEer moet die troon vergaan en eerder heel dit rijkDan dat Theresia gewillig voor u wijk

EGASHoe heeft dan niet Mevrouw Don Hendrik deze StatenAan de Oppermacht zijns zoons aan uw voogdij gelatenEn hebt ge u zelve niet tot Rijksvoogdes verklaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

123

DE TRAVARampzalige uitvlucht en zoo stout een aanslag waardSpreek wat vermocht een vrouw van vijanden omgevenVerbitterd op haar rang haar afkomst en haar levenZy zag van t troonrecht af voor een geliefden zoonEn vestte op hem haar hoop Zijn haat zie daar haar loonZie daar den invloed van verachtelijke vrindenZints deed een tweede trouw haar een beschermer vindenIn dEgacirc dien zy koos Gy ziet haar thans in staatHaar recht te wreken en te straffen wie t versmaadt -Niet dat haar moederliefde uw kweekling wil verstotenOfschoon zijn boezem zich voor haar heeft toegeslotenIk-zelf zoo dier verknocht aan Don Alfonsus bloedHeb meecirc met heel mijn hart de vaste hoop gevoedDat hy in t rijksbezit ons eenmaal zal vervangenMaar neen men eischt veel meer zijn toomeloos verlangenWacht niet dat onze dood hem t Graafschap schenken zalDe drift der jonglingschap moet over PortugalMoet over t lot van hem die haar met roem regeerdeVan hem om wiens ontzag de nabuur haar vereerdeBeslisschen en zijn wil reeds heden uitgevoerdDees wankelende Staat door helsche twist beroerdHaar Ridderen verkeerd in woeste muitelingen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

124

Om t al naar willekeur van hun belang te dwingenZie daar het edel werk van hem wiens vroege jeugdDe rijkskroon heeft verdiend door weecircrgacirclooze deugd

EGASMijn Heer heel Portugal kan tuigen wie van beidenDe jammren oorzaak gaf die zich voor haar bereidenIndien men door het staal de kroon herwinnen moett Kan tuigen wie van beicirc de banden van het bloedMiskend heeft en vertrapt en of Alfonsus dadenOntembre heerschzucht of rechtaarde deugd verradenMaar waartoe een verwijt zoo ongegrond weecircrlegdZijn deugd beslischt hier niets t Is zijn geheiligd rechtDat k opeisch uit zijn naam Nog blijft dat recht geschondenIk breng uw antwoord weecircr aan die my heeft gezondenGy ziet my thans niet meer Alfonsus afgezantk Verkondig hier den wil der Ridderschap van t landAan Hendrik en zijn huis heeft ze eens haar trouw gezworenZy doet dien eed gestand aan t kroost uit hem geborenEn van dees dag af aan erkent zy geen voogdijNoch in heel Portugal een andre macht dan hyZy zal zich om zijn troon als om zijn lijf vergarenEn wijden d eigen arm die Hendriks krijgsgevarenGedeeld heeft aan den dienst van zijn doorluchten zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

125

THERESIAO hemel tot hoe lang dulde ik zoo fel een hoonGa hoofd en afgezant van vuige muitelingenDie zelve naar de macht van hun gebieders dingenGa doe hun uit mijn naam hun ware plicht verstaanDon Hendrik heeft hun eed van trouwheid hem gedaanAlleen als Egacirc van Theresia ontfangenDie eed behoudt haar kracht voor hen die hem vervangenIn d echt die ons verbond als in mijn rijksgebied

EGASToen de overwonnen Moor dees streken siddrend lietMevrouw ontfing de deugd des winnaars van uw VaderHet vrijgevochten land en uwe hand te gaderMaar nimmer had zijn wil (verschoon mijn vrije taal)Zijn gift onttrokken aan het kroost van uw GemaalNoch had hy toegestaan dat willekeur van vrouwenAan Hendriks erfgenaam het Graafschap zou onthouecircnOm t op te geven aan eens vreemdlings heerschappij

DE TRAVAVermetel onderdaan Hoe wat verwijt ge myZoo zag Don Hendrik dan het daglicht in deze oorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

126

En naauwer band verbond hem Portugal wien t NoordenTer weering van den Moor naar Spanjes Vorsten zondAan grond en zeden vreemd

EGASZijn bloed vloeide op dees grond

Zijn degen deed den naam der eedle PortugezenIn t overzeesche rijk der Saraceenen vrezenZijn hand sloot nooit met hun een schandelijk verdragBeschermheer van zijn volk voor d adel vol ontzagVerried hy hun belang aan geen uitheemsche GrootenZie daar wat hem ons hart voor eeuwig heeft ontslotenZie daar zijn rechten op de Portugeesche kroonVerschuldigd door zijn dood aan zijn heldhaften zoon

DE TRAVAGenoeg t Is reeds te lang dat gy t ontzag dorst krenkenDat u mijn rang beveelt Gy moest voor t minst bedenkenDat ik nog meester ben en dat mijn gramschap uMijn onderdaan nog kan noodlottig zijn En nu -t Is noodloos dit gesprek hier verder te verlengenGy hebt mijn wil verstaan Gy kunt dien overbrengen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

127

EGASIk ga maar keer te rug voor t uur van middernachtAan t hoofd der Ridderschap die slechts uw antwoord wachtOm vreedzaam haren Graaf de kroon op t hoofd te drukkenOf t wraakzwaard uit de scheecirc voor Vorst en eer te rukken

Derde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA vervolgens DAVILA

THERESIAO wanhoop k zal den smaad van zoo veel overmoedDan dulden en mijn hand niet in des trotschaarts bloedEen muiter straffen steeds het voorwerp van mijn woedeDie in het hart mijns zoons zijn vloekbre heerschzucht voeddeZijn dood zijn dood-alleen herstelt mijn lijdende eerAch drukte ons dus de keer van t trouwloos noodlot neecircrDat waar zoo wreed een hoon mijn boezem doet ontgloeienOnze eigen veiligheid den felsten haat moet boeien

DE TRAVAVolharden wy Mevrouw by t dringen van den nood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

128

Het uur der wraak genaakt of t uur van onze dood

DAVILA binnen tredendeHeer Graaf men vraagt gehoor

DE TRAVAt Is de Afgezant der Mooren

Gelei hem binnen

(dAvila vertrekt hy vervolgt)

Welk een lot werd ons beschorenDe Saraceensche hulp ter weering van t gevaarO foltring voor een hart als t mijn

Vierde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA OMAR

OMARHet uur is daacuteaacuter

Heer Graaf t ontwerp door u tot heden afgeslagenKan thans geen uitstel meer geen aarzeling verdragenBesluit en op uw wenk is t al gereed De vlootWier bijstand u mijn Vorst ten pand van vriendschap bood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

129

Is eindlijk (dank zij t lot) gevorderd tot uw kustent Is thans het oogenblik de manschap uit te rustenDaar waar zich Aves vloed met d Oceaan vermengtDaar moet de dappre stoet die u de zege brengtZich scheiden van de vloot en varen met hun botenDen stroom op Laat geen zorg dan meer die hulp verstotenDe dag die morgen rijst berokkent ligt uw valGebruik de gunst van t lot en zy brengt PortugalVoor eeuwig in uw macht Verschoon dit dringend pogenGy hebt als ik de ramp die u bedreigt voor oogenReeds woelt het wufte volk reeds mompelt het den naamUws mededingers roemt zijn deugd en oorlogsfaamt Draagt alles blijk van t vuur dat eindlijk uit moet brekenNog kunt gy t smoren nog regeeren nog u wrekenEn ge aarzelt

THERESIAt Volk Mijn Heer wiens muiterij gy vreest

Is aan zijn wettig Heer steeds naauw verknocht geweestHet liet zich mooglijk thans door listiger verblindenEen wenk (vertrouw het vrij) doet het zijn plicht hervindenEn t oog der vorsten ziet in zulke onrustigheecircnGeen woede van een volk met hun gebied te onvreecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

130

OMARWel nu zal dit gewoel van zelven weecircr bedarenEn spelt het in uw oog geen grooter staatsgevarenZoo houde ik langer niet op onzen bijstand aanEn

DE TRAVAk Deed u nog Mijn Heer ons antwoord niet verstaan

Ja dikwerf weigerde ik uw hulp my aangebodenDus eischte t vorstenplicht Thans dat de macht der snoodenEen eerbiedwaardig volk in gruwbre rampen trachtTe storten en het al een stouten aanslag wachtThans kan het schoon ons hart onvatbaar is voor vrezenTot redding van dit volk welligt noodzaaklijk wezenTot steun van dezen troon geen middlen meer te ontzienDe heuschheid van uw Vorst liet my zijn bijstand biecircnMijn vriendschap deelde steeds met vuur in zijn belangenIk zal van wederzij dit blijk van trouw ontfangenTer staving van mijn recht maar meer nog om als VorstHet bloed te sparen waar de muiteling naar dorst

OMARWelaan ik vlieg Mijn Heer om d uitslag te bezorgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

131

De nacht geleidt ons op de golven en op morgenIs Portugal aan u en Guimaraecircns1 in vreecirck Vertrek nog in dit uur naar de oevers van de zeeDie onze schepen voert

DE TRAVAVertoef en wil niet vrezen

Dat rijper overleg ons zal noodlottig wezenDaar waar eacuteeacuten enkle stap het lot van heel een StaatBeslischt daar dient geen drift gehoord maar wijze raadIk draal niet ons besluit mijn Eedlen te openbarenk Stel hun zijn doelwit voor zijn omvang zijn gevarenDen plicht hun opgeleid Gy Omar volg mijn schreecircnEn ons vooruitzicht moet om alle onzekerheecircnGevaarlijk doodlijk voor de hoop op t zegepralenTe keeren heel den loop van ons ontwerp bepalen

(Tot Theresia)

Gy ziet my weecircr Mevrouw na d afloop van den Raad

OMAR ter zijde in het heengaanIk volg in zegepraal den wreker van mijn smaad

1 De ae in dit driesyllabig woord wordt als ai uitgesproken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

132

Vijfde tooneel

DONA THERESIA alleenOp morgen valt de trots van muitende onderdanenEn alles kromt zich voor de Castiljaansche vanenOp morgen triumfeert Theresia Het bloedZal vloeien tot een zoen van haar getergd gemoedMijn oog getuigt den dood van haatlijke verraadrenEn niemand zal mijn troon meer dan met siddring naadrenUw dorst naar wraak wordt haast gelescht Wat eischt ge meerMijn hart Wat pijniging slaat al die vreugde neecircrGerechte hemel kan het waarheid zijn GewetenHeeft zoo veel poging nog me uw stem niet doen vergetenNeen zoo veel gruwlen duldt uw strengheid niet Die troonDat voorwerp van mijn drift ontweldigd aan een zoonZijn bloed welligt gestort om t misdrijf te versterkenGeen banden ooit ontzien om zijn verderf te werkenMijn boezem ijst k verfoei die kroon zoo duur gekochtMy zelve en t huwelijk dat me aan een Gacirc verknochtVerhard nog meer dan ik in heerschzuchts ijslijkhedenWat aangevangen in mijn angsten Afgetreden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

133

Van t onheilvol gebied de bron van al ons kwaadHet gruwzaam moordzwaard dat mijn zoon te wachten staatGeweerd Kom vliegen wy Wat doe ik onberadenIk ga op t hachlijkst uur mijn echtgenoot verradenO denkbeeld vreeslijker dan alles wat ik lijIk ban en hem en my van de opperheerschappijOm van mijn eigen kroost in t eind genacirc te smekenNeen van zijn gunstlingen wier trotschheid ik ging wrekenO zwakheid die me onteert - Neen gy verwint my nietOf is t een gruwel voor den schijnglans van t gebiedDe banden der natuur in dolle drift te schendenZoo zwicht mijn zoon ten spijt van zijn verwoede bendenk Verhard my zoo als hy en mijn gewetenssmartZal ja een foltring zijn voor t weeke moederhartMaar toonde ik nimmer vrees in krijgs- en staatsgevarenDie foltering kan meecirc mijn hart geen angsten barenk Kan moedig dragen wat een toornig lot gebiedtMaar wijken van mijn recht maar buigen kan ik niet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

134

Derde bedrijf

Eerste tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA

DE TRAVAt Wacht alles slechts een wenk om ons ter hulp te spoedenGeen voorzorg werd verzuimd om ons ontwerp te hoedenDe raad der Edelliecircn heeft d aanslag goedgekeurdDie eenig redden kan ofschoon hun fierheid treurtDen vaak verwonnen Moor den zegepraal te dankenHoe t zij hun beider trouw slaat nimmer aan het wankenEn inborst en belang verbindt den CastiljaanEn Omar onze zaak met geestdrift toegedaanWacht slechts op mijn bevel om daadlijk te vertrekken

THERESIAHoe waartoe dit vertrek nog langer uit te rekkenWaar t dringendste gevaar met ieder oogenblikVermeecircrt

DE TRAVAVerban Mevrouw een ongegronden schrik

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

135

De zorg van uw Gemaal heeft geen belang vergetenMen zal zich tegen ons op heden niets vermetenEn Omars toeven stremt geen oogenblik den loopVan t rijpdoordacht ontwerp het standpunt onzer hoopHy heeft in aller ijl een slaaf vooruitgezondenDie heel ons staatsbesluit den vlootvoogd zal verkondenEn Omars aankomst vindt den vloteling bereidMaar voor hy naar de stad zijn vreemde benden leidtIs t noodig nog een stap voor haar behoud te wagenMislukt die k zal hun komst geen oogenblik vertragenNeen vleijen wy ons niet dat volk zoo fier van aartZal nimmermeer een vorst wiens kroon het Moorsche zwaardVerdedigde zijn trouw zijn liefde en eerbied schenkenEn t diep gevoel van eer dat het bezielt te krenkenIs de ondergang wellicht van wie het durft bestaanZoo pogen we t gevaar der vreemde hulp te ontgaanIndien t nog mooglijk is Ik heb uw zoon ontbodenMevrouw ik ken zijn hart ontaard op t spoor van snoodenDoor heerschzucht weggesleept door jonglingsdrift verblindMaar dat de heilge band die u aan hem verbindtNog niet verbroken heeft t Waar mooglijk dat uw klachtent Nog weifelend gemoed tot onderwerping brachtenEacuteeacuten traan eacuteeacuten enkel woord dat in zijn boezem daalIs machtiger op hem dan al de kracht van t staal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

136

Maar wee hem zoo hy nog hardnekkig durft weecircrstrevenZijn vonnis is geveld Wy geven bloed en levenMet de eer het heil t bestaan van dit weecircrspannig rijkOp dat zijn hoogmoed met zijn ademtocht bezwijk

THERESIAWat eischt ge van uw Gacirc dat zy zich zal verneecircrenOm met een dubble schand beladen weecircr te keerenGeen tranen werken meer op zijn verhit gemoedOf zoo er zulk een kracht in de inspraak ligt van t bloedKunt gy die zwakheid dan niet van een moeder wachten

DE TRAVAHoe Travaas gemalin mistrouwt dit uur haar krachtenWanneer zich t dierbaar doel van jaren zorg beslischtHier dient geweld gespaard noch heimelijke listMen komt k laat u alleen Mevrouw Wil slechts bedenkenDat gy ons op dit uur de zegepraal kunt schenken

THERESIA tot de Trava die vertrektIk zal u waardig zijn - Herinnring aan mijn hoonSluit gy mijn boezem toe voor een ontaarden zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

137

Tweede tooneel

DONA THERESIA DON ALFONSUS

ALFONSUS ter zijde by het inkomenHoe is mijn ziel ontroerd by t naadren van deze oordenGy hemel die my kent verteder voor mijn woordenHet moederlijke hart dat steeds my van zich stietEn eindig op dit uur mijn folterend verdriet

(Tot Theresia)

Men heeft me uit uwen naam ontboden en ik sneldeMevrouw op uw gebod waar ik me een heil uit speldeOnschatbaar voor mijn hart

THERESIAMijn Heer een afgezant

Van muitelingen aan den roem van t vaderlandVijandig dorst zich hier aan ons gezicht vertoonenOm plechtig uit hun naam zijn wettig Heer te hoonenEn eischen op uw last zijn afstand van t gebiedIs t laster of zijt gy t die dus den Staat verriedtk Eisch voor de laatste maal de rechten van een moeder

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

138

Spreek heeft die woeste drift van dag tot dag verwoederU eindlijk dan vervoerd om aan der muitren hoofdTe pronken met een kroon aan onze kruin ontroofdOm wars van matigheid u tot geweld te wendenEn in eens moeders recht dat van den Staat te schenden

ALFONSUSDe leidsman van mijn jeugd mijns vaders krijgsgenoot(Geen muiteling Mevrouw van schaamte en deugd ontbloot)Kwam hier om t Graaflijk recht zijns kweeklings op te vragenMaar ach t is de eigen haat die zints mijn eerste dagenEen hart gepijnigd heeft geheiligd aan zijn bloedDie (ik doorzie t te wel) nog in uw boezem woedtO moet die wreede straf my eeuwig dan vervolgenBlijft uw misleid gemoed steeds op een zoon verbolgenEn is (o ijslijkheid) verzaking van mijn plichtHet eenig liefdeblijk waarvoor uw gramschap zwicht

THERESIAOntaarde durft gy nog van kinderlijke liefdeGewagen die zoo fel een moeders boezem griefdeDurft gy gewagen van verplichting eer of deugdWiens dwaze drift naar macht reeds zints uw vroegste jeugdEen eeuwgen oorlog zwoer aan die haar tegenstonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

139

Helaas heeft ooit het bloed uw hart aan my verbondenUw kindschheid my reeds vreemd wees na uws vaders doodDe troost de teecircrheid af die u een moeder boodEen stoute hoveling dorst my uw liefde ontroovenDorst u de Gravenkroon van Portugal belovenTen koste van mijn eer ten koste van mijn bloedWanhopig diep gewond in t vorstelijk gemoedWierp zich mijn weecircrloosheid in Graaf de Travaas armenOm door dees tweeden echt mijn rechten te beschermenZints dien tijd groeide uw haat k zag van rondom mijn troonVan vijanden bedreigd en aan hun hoofd mijn zoonGe ontveinst het doel niet meer dat gy u voor dorst stellenDe wapens in de vuist ons beiden neecircr te vellenEn grijpen met een hand nog van dien moord bebloedDe teugels van een rijk verdiend door muitrenmoedZoo ver werdt gy verleid door een gevloekt verraderDoor lage vleijerij en door uw drift te gader

ALFONSUSWat hoor ik kan het zijn en is t uw hart MevrouwDat zoo veel misdaacircn op my laadt dat Egas trouwMiskent en ons de ramp der droeve oneenighedenWaarvan ons beider ziel zoo gruwzaam heeft geledenVerwijt o hemel Ik een moeders liefde en recht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

140

Versmaden Ik den glans aan de oppermacht gehechtDoor onrecht en geweld door moedermoord ontwijdenHelaas moet ik u nog herinnren aan die tijdenToen de onschuld van mijn jeugd vergeefsch uw teecircrheid zochtVerzwolgen in t gevoel dat Staatzucht in u wrochtNeen nimmer heeft mijn hart die zaligheid genotenNeen nimmer zaagt ge in my het kroost uit u gesprotenMaar steeds den erfgenaam van Hendriks rijksgebiedGy zijt het die my haat gy die my steeds verstietGy wilt den Castiljaan mijn wettig erfdeel schenkenGy de eer van Portugal die van mijn afkomst krenkenEn dringen haar en my een vreemden meester opHoe lang verdroeg ik niet Thans rijst uw woede in topNu alles van my vergt dat ik mijn macht zal toonenGeen wraakzucht wapent my Men poogde my te hoonenTe domplen in een rust verachtlijk in een Vorstk Vergeef met heel mijn ziel wie my verneecircdren dorstMaar de eer mijns vaders neen laat ik niet ongewrokenEn moet een oorlogsvlam zoo gruwzaam hier ontstokenIk strijd voor t recht mijns volks voor t recht op een gebiedWier hoede hy aan t zwaard van zijn Alfonsus lietNeen liever met den haat van heel een aard beladenDan zijn geheiligde asch lafhartig te verradenZints lang wanneer de nacht reeds heldert aan de kim

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

141

Verheft zich aan mijn oog zijn eerbiedwaarde schimEn wijst met de eigen hand wier kracht in vroeger dagenUws vaders vijanden zoo dikwerf heeft verslagenNaar de eerkroon die hem siert de GravendiadeemEn t bleek gelaat vertoont een akelige zweemVan droefheid dat men hem zoo schielijk kon vergetenEn nu - wat misdaacircn ook uw drift my heeft verwetenVerg alles van een zoon die om uw weecircrmin smeektBeroof hem hier van t licht zoo dit uw gramschap wreektMaar o weecircrstreef hem niet in t volgen van zijn plichten

THERESIA ontroerdEn moet mijn fierheid dan voor uwen invloed zwichtenEn bleef ik meer dan gy mijn rang mijn afkomst waardZoo k afzag van den troon als voor geweld vervaard

ALFONSUSGeen edelmoedigheid zal u by t volk verneecircrent Zal u als moeder meer dan als Vorstin vereerenVerstomp in hunne hand het staal en dat mijn jeugdDen scepter van dit rijk ontfange van uw deugd

THERESIA ter zijde met ontroeringWat vreemd en teecircr gevoel wordt meester van mijn zinnen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

142

O hemel zou zijn taal mijn heerschzucht-zelf verwinnenEn bracht dit oogenblik my t hart van moeder weecircr

ALFONSUSMen komt

THERESIAMijn echtgenoot Gy zijt gered mijn eer

Derde tooneel

DE VORIGEN DE GRAAF DE TRAVA

DE TRAVAGy zegeviert Mijn Heer t volk heeft zijn plicht vergetenDe stad weecircrgalmt alom van woedende oproerkretenMen roemt uw naam als Vorst als vader van het rijkAls wreker van zijn recht en hoont en vloekt ten blijkDer onverwrikbre trouw u in die drift gezworenUw moeder en haar gacirc t Is al voor hun verlorenDe kroon met zoo veel glans door hun gevoerd valt afEen zegeteeken nog ontbreekt uw roem hun grafDe zwaarden zijn gewet en niets meer zal ontbreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

143

Om t lang versmoord verdriet nog in dit uur te wrekenMen spare ons leven niet Ik wacht van Hendriks zoonGeen weldaad dan een dood gewenscht na zoo veel hoonOndankbren die nu juicht als van een dwang ontslagenVoor uw onbuigbren trots onteerend niet te dragenPas uit uw nietigheid herboren hebt ge t myTe danken en t ontzag van mijne heerschappijWier roem aan uwen naam zijn luister mocht verleenenZoo gy niet nogmaals kruipt in t juk der SaraceenenZoo zij na zoo veel dienst uw laffe haat mijn deelt Is aan uw eigen hand dat ik mijn wraak beveelWat eerbied wachtte ik nog voor weldaacircn rang of plichtenVoor heerschzucht en verraad moet thans het alles zwichten

ALFONSUSk Erken in deze taal den dwingland van dees StaatDie de asch het kroost den roem van haar bevrijder haatMen poog haar grootheid en zijn deugden te verneecircrenk Verwaardig my hier niet die poging af te weeren

(Tot Theresia)

Maar gy o geef gehoor aan de inspraak der natuurMevrouw uw heil en t mijn hangt in dit plechtig uurAan u aan u-alleen Spreek mag uw zoon nog hopenOf moet hy de eer zijns stams met uwen haat bekoopen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

144

THERESIAHoe ik ik zou ten loon van t hemeltergendst woecircnVan t recht dat ik bezit gewillig afstand doenAlfonsus kan van my die lafheid niet verwachtenZijn voorbeeld leerde my geen banden heilig te achtenGeen weecircrstand van het hart te ontzien waar t heerschen geldtGy ziet my onbeschroomd te zwichten voor geweldWaar met mijn kroost en volk verraadren zamenspannenOm my van dezen troon mijn erfgoed te verbannenMaar heeft de hemel t dus besloten dat ik vallIk zweere t dat mijn mond u nooit erkennen zalHier eindigt uwe macht Laat thans uw grootheid vrezenDat hem een moeders toorn licht kan noodlottig wezenOok ik ik buige niet en zij dit de eerste strafDie neecircrdale op t bezit van een geroofde staf

ALFONSUSO hemel is t genoeg voor plicht en eer geledenMijn volk mijn vaders eer moet schandelijk vertredenOm d ijsselijken vloek die my bedreigt te ontgaanWelaan hy kneuz mijn hoofd ik heb mijn plicht voldaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

145

DE TRAVAVoor wie zich zeker ziet de zege te behalenIs t licht met schijn van deugd en tederheid te pralenGeloof niet dat die schijn de Travaas oog verblindtHeerschzuchtig door een drift steeds opgewekt ontzindScheen my t is waar uw hart nog voor een moeder openEn deed my voor haar liefde een beter uitkomst hopenk Bedroog my en dees dag vernietigde mijn waanUw snoode dorst naar macht schoon t alles moest vergaanIs in dit onderhoud op t duidelijkst geblekenIk heb genoeg gehoord t is tijd hier af te brekenGy kunt thans tegen ons t geweld verzaamlen gaanUw Ridderschap zal dra ons laatst besluit verstaan

ALFONSUSGeveinsde t is dit oord te lang door u ontheiligdDat u nog voor de straf dier lastertaal beveiligtDe val bestemd aan uw gevloekte dwinglandijIs foltering genoeg voor snoodaarts zoo als gy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

146

Vierde tooneel

DE GRAAF DE TRAVA DONA THERESIA

THERESIAGa trotschaart gy kunt thans uw helsche heerschlust boetenUw moeder uw vorstin ziet ge eindlijk aan uw voetenGeniet met heel uw ziel die langgewachte wraakVoor dat het dreigend uur van uw verderf genaakGy zijt mijn zoon niet meer en niets kan my belettenWat bloed het kosten mag t zwaard tot uw val te wetten

DE TRAVAMijn boezem is als de uwe in fellen toorn ontgloeidDe drift die my bezielt kent niets meer dat haar boeitNeen k draal niet alles moet ter wraak ter redding spoedenMen wil t welaan de krijg zal op dees vesten woedenOproerigen k ontzie uw haat uw onheil nietVervloekt mijn zegepraal mijn wetteloos gebiedIk zal dien vloek ten spijt uw opperheerscher wezenEn met de hand aan t staal die heerschappij doen vrezenMijn troon viel door verraad door list en krijgsgeweld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

147

Ziet gy hem morgen weecircr met nieuwe kracht hersteldIn t antwoord heden nog door de Edelen bedongenDoen we afstand van de kroon als door hun wil gedwongenTerwijl hun straf genaakt in schaduw van den nachtMaar k ga de Saraceen die mijn bevelen wachtMoet zonder meer verwijl zich spoeden naar de kustenBeef jongling nog dees nacht kunt ge als verwinnaar rustenGy kunt mijn oppermacht nog zoo lang slechts ontgaanDe dag die morgen rijst ziet u mijn onderdaan

Vierde bedrijf

Eerste tooneel

DON EGAS Portugeesche Edellieden

EGASDoorluchte Riddrenrei gewoon aan t zegepralenWat treffender triomf kon ooit uw deugd behalenDan die waarvan dees dag den eersten glans begroetDe zoon des oorlogshelds zoo heilig aan uw moedDie op zijn vaders spoor en t uw met de eigen vanenZijn krijgren steeds het spoor der glorie wist te banen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

148

Die in het prilst der jeugd reeds de ongunst ondervondVan t noodlot en zoo grootsch t langdurig leed doorstondWiens deugd de diadeem hem door zijn rang verschuldigdVerdiende wordt in t einde als wettig Graaf gehuldigdDe dwinglandij die hier den kop verheffen dorstVerneecircrt zich voor een wenk van d Adel en den VorstEn wie hen hoonen dorst zal hier geen wet meer gevenJa edelmoedig volk gy zijt van t juk onthevenDer vreemden t Is het kroost gekoesterd in uw schootVan die u redding bracht in d ijsselijksten noodDie van een nieuwen dwang u weder mocht bevrijdenHeil driemaal heil den dag die t eind ziet van uw lijdenHerbloei mijn Portugal en doe den SaraceenDie zich nog veilig acht door onze oneenigheecircnOp nieuw uwe overmacht op t slagveld ondervindenMijn boezem is verrukt van vreugde Ja mijn vrindenk Weecircrhou de stem van t hart by zoo veel blijdschap nietk Ontfing het levenslicht in dit geliefd gebiedIk zag den Saraceen beheerscher dezer strekenk Zag door Don Hendriks arm die overmeestring wrekenIn t heetste krijgsgevaar steeds strijdend aan zijn zijIk zag het vaderland in zijne heerschappijGelukkig en zijn zorg steeds voor haar welzijn vaardigIk kweekte t dierbaar kroost zoo groot een vader waardig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

149

In diepen eerbied op voor zijn gedachtenisEn zoo hy t voorwerp thans van uw vereering isIk zag die deugden in het jeugdig hart ontluikenDie t schandelijk ontwerp van snoode heerschzucht fnuikenMaar wat onschatbre vreugd dees dag van glorie biedtVergeten wy t gevaar dat hier kan schuilen nietDe Travaas staatszucht voor geen misdrijf ooit verlegenZoekt in zijn woede licht door heimelijke wegenTe keeren tot dien troon waarvan hy afstand deedGy kent zijn haat voor u en Hendriks zoon Wie weetWat gruwelen hy smeedt om zich op beicirc te wrekenZoo wachten we ons het zwaard reeds zorgloos op te stekenDe Vorst heeft op mijn raad in d afgelopen nachtDriehonderd Ridderen in haast bijeen gebrachtOm op het eerst gerucht van naadrende gevarenZich tot de nederlaag der snooden te vergacircrenGy zelf houdt u gereed te strijden aan hun hoofdSchoon ons dit uur nog niets dan zuivre vreugd belooftMen komt het is de Graaf zijn Gade volgt zijn schreden

(Ter zijde)

Hoe tuigt nog t voorhoofd wat zijn boezem heeft geleden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

150

Tweede tooneel

DE VORIGEN DON ALFONSUS DONA MATHILDA

EGASOntfang geliefde Vorst door s hemels wil hersteldIn rechten lang miskend door t Castiljaansch geweldDe hulde van een volk dat zonder u verlorenNog t dwangjuk torschen zou door vreemden haar beschorenUw trouwelooze voogd verrader van den StaatEn by den Portugees zints lang veracht gehaatLeicirc zijn geroofde macht in onze handen nederEn zien wy dezen dag een wettig meester wederZoo breng de Ridderschap steeds trouw aan Hendriks bloedU als regeerend Graaf den allereersten groetWy zweeren plechtig nooit die trouwheid te verzaken

Voor u en voor uw kroon als voor ons land te wakenAan uw en hun behoud ons leven met ons zwaardTe wijden Dierbre schim die om ons henen waartEn meecirc de vrijheid viert van dees geliefde strekenGetuig dees heilgen eed en help den meineed wrekenEn zie wanneer het graf ons kluistert in haar nachtOnze afkomst steeds getrouw aan uw doorlucht geslacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

151

ALFONSUSEn ik ik zweer met u aan t heil der PortugezenAan de eer van deze kroon steeds toegewijd te wezenHet recht te eerbiedigen en wie het mocht versmaacircnTe straffen met dit staal al moet ik zelf vergaanOf zoo ik ooit het spoor mijns vaders mocht vergetenZoo k me ooit de schennis van uw rechten kon vermetenZoo wreek haar uwe deugd en zij op de eigen stondDe band vernietigd hier gesloten door uw mondJa dierbaar is me een kroon uit uwe hand ontfangen

En dierbaar het bestuur van Portugals belangenMaar ach de schittering der Graaflijke oppermachtGeneest de wonden niet mijn boezem toegebrachtHelaas die hooge rang waarin ik werd geborenHeeft voor Alfonsus hart zints lang haar zoet verlorenEn zoo zy thans dit rijk van t vreemd geweld verlostGy weet het trouwe rei wat my die zege kost

(Tot Mathilda)

Eacuteeacuten heil nog is voor my de vrucht van t zegevierenUw schedel met den glans der diadeem te sierenGeliefde leedgenoote en heul by zoo veel leedEn o dat zy in t eind den nevel scheuren deedDie t voorhoofd overdekt van kommeren beladen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

152

MATHILDADe bron der tranen waar mijn oogen steeds in baaddenIs nog niet uitgeput Helaas nog blijft mijn hartBedrukt en ducht een ramp voor mijn verstand verwardDe dwingland leicirc zijn macht vrijwillig aan uw voetenWel nu zoo heeft hy thans een dubble wraak te boetenJa helden wijt mijn vrees de zwakheid van een vrouwAan d afstand dien hy deed blijft Trava nooit getrouwEn daar zijn vijanden zich reeds verwinnaars wanenSchaart licht een snoode stoet zich heimlijk om zijn vanen

ALFONSUSEn wien verdenkt uw zorg van zulk een laf verraadIn t vorstlijk Guimaraecircns dat met geheel den StaatDen dwingland met haar vloek zints lang heeft overladenZijn Spaansche gunstlingen Ziedaar wie hem aanbadenZiedaar de vijanden nog op dit uur geduchtOf dierbare is er vrees waar op het minst geruchtDrie honderd Edelen gehard in krijgsgevarenNiet minder groot in deugd zich om mijn lijf vergaren

MATHILDAJa voor mijn angstig oog is alles hier verdacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

153

En zoo ge u voor geweld genoeg beveiligd achtKende ooit uw eedle ziel de afschuwelijke padenDie t zwart verraad doorkruipt om zijn vergif te ontladenNog gistren was t de macht des wreeden dwingelandsWaarvoor ik sidderde Het is zijn onmacht thansO hemel die my kent en wat ik heb geleden

Uw gunst verleene een perk aan mijne angstvallighedenOf dreigt my in deze angst een nog verschrikbrer rampDan al de tegenheecircn waar k jaren reeds meecirc kampEn is dees dag van roem noodlottig voor mijn GadeZoo eindig met mijn dood des noodlots ongenadeTe siddren zonder eind voor t dreigen van den noodIs wreeder duizendmaal dan de allerwreedste dood

Derde tooneel

DE VORIGEN DON LORENZO DAGANIL

LORENZODe Graaf de Trava

ALFONSUSHy kan t zijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

154

(Tot Lorenzo)

Men doe hem naadren

(Lorenzo vertrekt)

MATHILDADe Trava Welk een schrik verspreidt zich door mijn aadrenOp t hooren van dien naam die me ijslijkheecircn voorspelt

ALFONSUSGy ziet my diep verbaasd k Had nooit my voorgesteldMijn moeders echtgenoot te aanschouwen in deze oorden

MATHILDAVertrouw zijn daden niet maar even min zijn woorden

Vierde tooneel

DE VORIGEN DE GRAAF DE TRAVA

DE TRAVAHet onstandvastig lot dat troonen sticht en slechtWiens grilligheden noch verdienste ontzien noch rechtHeeft op het onverwachtst my van den troon verstoten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

155

Waartoe me een huwlijk riep tot steun van t rijk geslotenk Zie thans in uwe hand den scepter dien ik droegk Betreur die grootheid niet Het is mijn hart genoegDat ik wat laster zich mijn vijanden vermetenNooit vorstenwaarde of plicht laaghartig heb vergetenIn d oorlog opgevoed in t doornig staatsbestierWachtte eindlijk kalmer tijd mijn matte grijsheid hierEn zoo tot nog mijn hand de teugels dezer StatenGeklemd heeft en haar macht van zelf niet heeft verlatenDe roepstem van de plicht weecircrhield haar Heeft mijn echtMy deelgenoot gemaakt aan t thans verschopte rechtDer Spaansche rijksprinses mijn gemalin uw moederZoo was ik steeds haar rijk- en eer- en troonbehoederEn riep zy nog dit uur als Portugals GravinHaar oude rechten en haar gaacircs bescherming inIk zou niet aarzlen die te omhelzen en te wrekenIk volg ook thans haar wil Haar fierheid is bezwekenVoor t openlijk geweld bevolen door haar zoonZoo woeste muiterij beslischt van dezen troonZoo acht ik my als haar ver boven hem verheven -Wy hebben beide ons recht aan t oproer opgegeven

ALFONSUSIs dit het doel Mijn Heer het geen u herwaarts bracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

156

Een volk te lasteren dat zich gewettigd achtZich van een vreemden dwang ontslagen te verklarenZoo deedt gy beter my dit onderhoud te sparen

DE TRAVA ter zijdeO trots dien k nog verdraag maar haast verplettren zal

(Tot Alfonsus)

Verschoon k vergat in u den Graaf van PortugalEen wichtiger belang geleidde hier mijn schredenEen moeder eischt van u na wat zy heeft geledenEacuteeacuten gunst eacuteeacuten recht nog op Als zoon als Vorst Mijn HeerVraagt zy van u t herstel van haar geschonden eerZy werd tot d afstand ja der heerschappij gedwongenEn steeg haar zetel af Men heeft nog niet bedongenDat wie hier gistren nog met vorstelijk ontzagVereerd werd die den Graaf gehuldigd op dees dagHet licht gaf ook den hoon dien zy ontfing zou smorenNog was zy s lands Gravin toen zy den smaad moest hoorenVan wie uw naam en last misbruikten Zy verwachtDat hier voor t minst uw hart gevoelig aan haar klachtOm haar- om uwentwil haar wraak niet zal versmadenWie strafloos onze kruin met hoon dorst overladenRandt uw ontzag weldra met de eigen stoutheid aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

157

ALFONSUSO hemel kan het zijn en heb ik wel verstaanOf was t een ijdle klank als in verwarde droomenBedrieglijk voor t gehoor - Wat deed u herwaarts komenVerklaar uw reednen spreek wat wil men

DE TRAVAEgas straf

Of hield dit meecirc de last dien hem zijn meester gafBy d afstand dien hy eischte uw moeder snood te hoonenZoo neen zoo moet geen gunst een onderdaan verschoonenWaar t de eer van uw gebied de eer van uw afkomst geldt

ALFONSUSHoe durft men van mijn hand de straf van zulk een heldVerwachten Ik den bloem der Portugeesche RidderenWiens onverwrikte moed het misdrijf steeds deed sidderenEn voor wiens grootsche ziel ik geen belooning kenOpoffren aan een haat waarvan ik t voorwerp benMijn hand waar eer in staat den snoodaart neecircr te vellenk Vergeef uw wanhoop slechts wat gy my voor dorst stellen

(Men hoort van binnen een gerucht van inkomenden)

Maar welk een woest gerucht drong door tot deze zaal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

158

Wat zie k O hemel t is mijn moeder

DE TRAVAk Zegepraal

Vijfde tooneel

DE VORIGEN DONA THERESIA gewapend gevolgd door Spaansche Edellieden

THERESIAGehate muiters beeft en kromt u aan mijn voetenGy zult nog in dit uur uw vloekbren aanslag boetenk Verklaar my hier op nieuw Gravin van Portugal

MATHILDAHeb deernis hemel en verhoed Alfonsus valVerschrikkend voorgevoel gy hebt te waar gesproken

THERESIADe smet is uitgewischt onze oneer is gewrokenGebannen van mijn erf door een ontmenschten zoonWreekt my een vreemde hand van dees ondraagbren hoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

159

(Tot Alfonsus)

Ga hoed de rechten thans die muiters u verleenenVoor t lot dat hen bedreigt Vijfhonderd SaraceenenOntblooten tot uw val het straffend oorlogszwaard

ALFONSUSEn waant ge Alfonsus ziel voor dreigingen vervaardEn waant men dat ik niet eer voor mijn recht zou snevenDan t aan het krijgsgeweld der Mooren op te gevenMaar s hemels gunst waakt nog voor dees verdrukten StaatEn stelt het doel te loor van t schreeuwendste verraadDees snoodbedreigde stad zal nog beschermers vindenDe vaak verneecircrde Moor die zich durft onderwindenDen wil des Lusitaans te dwingen met het staalSchenkt haast mijn Ridderen een dubblen zegepraalRoem vrij uwe overmacht Eacuteeacuten handvol van mijn heldenZal meer dan duizenden zal meer dan legers gelden

MATHILDAGaat wreedaarts die nu juicht by zoo veel gruweldaecircnGaat doet geheel het rijk in mijn Gemaal vergaanEn beeft Mijn wanhoop zal zijn neecircrlaag overlevenMaar zal zijn val ten zoen verraders u doen sneven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

160

DE TRAVAWat waagt men van verraad - Voor wetteloos geweldBezweek ons recht De hulp eens bondgenoots hersteltDe dochter van Castielje in t erfgoed van haar vaderEn ik als wettig Graaf als haar gemaal te gaderk Gebied het voor het laatst Men keere tot zijn plichtHet wraakzwaard is gereed zoo t oproer nog niet zwicht

ALFONSUSMen wil t ik aarsel niet Welaan Ten strijd getogenEn t recht der kroon door t bloed beslischt Het AlvermogenWaakt Ridders voor onze eer en voor het vaderland

THERESIAOntaarde ja ten strijd gevlogen k Voel me ontbrandIn nooit gevoelde drift om Vorsteneer te wrekenGeen kracht zal in den strijd aan dezen arm ontbrekenVeroordeeld door het lot stelt ge u vergeefsch te weecircrOp heden stort uw trots voor s hemels bliksem neecircr

(Zy vertrekt met haar echtgenoot en gevolg)

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

161

Zesde tooneel

DON ALFONSUS DONA MATHILDA DON EGAS Portugeesche Edellieden

ALFONSUSTen strijd dan zoo t moet zijn Kom spoeden wy mijn heldenEn rook het Moorsche bloed op dees roemruchte veldenDoor hun ontheiligd k Ga u voor waar t de eer gebiedtWelaan de pijn versmoord van t wreedste zielsverdrietDe hand vergeten met uw haters zaamgezworenMijn Portugal om my den boezem te doorborenk Ben de uwe de uwe alleen zoo lang hier de oorlog woedtEn aan uw vrijheid wijde ik meer nog dan mijn bloedKom gaan wy laat dees dag een schooner zege tuigenDan ooit den Saraceen den snooden kop deed buigenEn dan herneem uw prooi verteerend smartgevoel

(Tot Mathilda)

En gy mijn dierbre o weer de wanhoop t krijgsgewoelIs niet wat my bedreigt met de ijslijkste gevarenVertrouw de kampstrijd zal hem aan uw liefde sparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

162

MATHILDADe moed mag wondren doen maar de overmacht verplet

ALFONSUSHet vaderland in nood geliefde moet ontzetZy zal het door den moed van mijn rechtschapen RidderenEn k weet zoo min als zy voor de overmacht te sidderenVaar wel Gy ziet weldra my als verwinnaar weecircr

(Hy vertrekt met de zijnen)

MATHILDAO hemel stem mijn beecirc Helaas ik kan niet meer

(Zy zijgt in een armstoel neder)

Vijfde bedrijf

Eerste tooneel

DONA MATHILDA alleenHoe is mijn borst beklemd mijn geest ter neecircrgeslagenO angsten drukkender dan t onheil zelf te dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

163

O angsten groeiende met ieder oogenblikHelaas het minst gerucht vervult mijn hart van schrikDe stilte beeldt den dood voor mijn benevelde oogenMijn Egacirc is ten strijd (en welk een strijd) getogenEn ik ik deel met hem in al zijn aakligheecircnDe slagen van het zwaard weecircrgalmen door mijn leecircnEn ieder slag dreigt my zijn val Wat moet ik vrezenZal de uitslag van den strijd my hemel doodlijk wezen -En niemand nadert nog - Zal my voor t minst geen boocircDe pletterende maar mijns onheils brengen OZoo maakte een snelle dood aan mijne onzekerhedenEen eind - Waar vinde ik troost of waar wende ik mijn schredenAch mocht ik vliegen naar den strijd Ach mocht mijn oogGetuigen dat mijn angst mijn minnend hart bedroogWaar- waarom mocht mijn arm der waapnen last niet dragenk Zou waken voor zijn hoofd ik zou des vijands slagenAfweeren op mijn borst of sneven aan zijn zijIn dit paleis geboeid is t gruwlijkst wat ik lijMen nadert t is een boocirc van uit den strijd gezondenHoe klopt mijn hart voor t geen zijn mond my gaat verkonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

164

Tweede tooneel

DONA MATHILDA EEN SCHILDKNAAP

MATHILDAMijn echtgenoot

DE SCHILDKNAAPHy leeft Mevrouw Nooit blonk zijn moedMet schitterender glans Het Saraceensche bloedStroomt waar hy treedt langs t veld en mengt zich aan de golvenDes Aves die t besproeit De trouwe Ridders volgenDen weg hun door zijn zwaard gebaand ten zegepraal

MATHILDAKan t zijn en mag mijn hart dit strelende verhaalVertrouwen jongeling laat my uw mond nog meldenWat wonder medewerkt tot redding onzer heldenDat de overmacht des Moors hun niet te vrezen zij

DE SCHILDKNAAPJa s hemels gunst Mevrouw stond onze helden byDe Castiljaansche stoet had dit paleis verlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

165

De vloekkreet van het volk weecircrgalmde langs de stratenZy snellen langs een weg wier eenzaamheid hen hoedtDe pas ontscheepte macht der Mooren te gemoetDe Graaf was middlerwijl tot aan het oord genaderdWaar zich de menigte der Ridders had vergaderdVerwittigd van t gevaar door d algemeenen schrikDrie honderd krijgeren zijn in een oogenblikRondom den Vorst vergaacircrd gereed het al te wagent Vertrouwen dat hun deugd de zege weg zal dragenLeeft in zijn glinstrend oog en geeft een nieuwen moedAan t volk dat hem alom met dankbre zegens groetDus waren wy de stad ter poort toe doorgetrokken

In stille statigheid en stapten onverschrokkenDen vijand in t gemoet wiens ijdele overmachtMet brandend ongeduld het uur van strijden wachtMen schaart zich onverwijld Van uit het heir der MoorenDoet zich aan alle kant het dreigend ALLAH hoorenEn davert door de lucht met steeds vernieuwd geweldWy naadren kalm en stil tot midden op het veldUw Egacirc aan ons hoofd het oog ten hemel heffendZijn boezem lucht geeft in dees woorden grootsch en treffendlsquoO hemel die het lot der menschlijkheid bestiertHet zij mijn degen in den kampstrijd zegeviertHet zij me een eerlijk graf op t slagveld is beschoren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

166

Getuig gy welk een drift my heden aan kon sporenDen slag te weeren dien een moeder my bereidtk Strijd voor mijn vaders eer voor de onafhanklijkheidVan t rijk bevrijd door hem door zijn gebied beveiligdIk heb aan hunne zaak mijn leven toegeheiligdEn k zal voor hunne zaak verwinnen of vergaanrsquoWy heffen op dees taal een kreet ten antwoord aanReeds woedt des veldheers zwaard op s vijands dichtste drommenWy volgen hem de vlam des oorlogs is ontglomment Gekletter van het staal der krijgren woest geruchtHet nederploffen der gewonden vult de luchtWie maalt de stroomen bloed die bruischen langs de veldenWie meldt de menigte der reeds gevallen heldenDe aanvallers dringen aan met leeuwenkracht De MoorBiedt hun wanhopig weecircr en staat hun woede doorMaar wat verduurt de kracht van Don Alfonsus degenWaar hy dien bliksem zwaait staat hem geen vijand tegenEn mooglijk had de Moor voor zijnen arm beduchtZich reeds beveiligd door een overhaaste vluchtMaar Trava en zijn Gacirc die woedend op ons vielenEn steeds vooruit zijn in het heetst des strijds bezielenHun bondgenooten met den haat die in hun brandtDoch wat die woeste moed vermag hun tegenstand(Geen twijfel) zal weldra voor eedler moed bezwijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

167

Toen ik het slagveld liet zag k reeds allengs hen wijkenVerwacht elk oogenblik de tijding van hun valMevrouw ik spoed naar t oord dat dien getuigen zal

Derde tooneel

DONA MATHILDA daarna DONA LEONORA

MATHILDAO onverwachte troost gy schenkt my t leven wederVoltooi dien zegepraal o hemel en vernederDen haat die aan den rang van mijn Gemaal gehechtDe wreedste foltring schiep uit een zoo zaalgen echt

(Tot Leonora die binnen treedt)

Wat brengt mijn Leonoor wat heeft uw oog vernomenIs reeds mijn echtgenoot t gevreesd gevaar ontkomenHeeft de overwinning zich voor de onzen reeds verklaard

LEONORAVan op den torentrans heeft lang mijn oog gestaardOp t slagveld dat eerlang ons noodlot moet bepalenk Zag t zwaardgeflikker in den gloed der zonnestralenMijn oog vernam den krijg- en woede- en wanhoopkreet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

168

Der strijdren die geen blijk my onderkennen deedIn t wisselend gewoel der wapenen verzwolgenZoo mocht mijn oog alleen den stand der legers volgenIk staar dien bevend na mijn hart richt naar den loopDer golvende banier zijn angsten en zijn hoopLang stond de kans des krijgs de Castiljaansche vanenZag k beurtlings deinzen voor t geweld der LusitanenEn beurtelings den grond herwinnen als in t endOp eens een voorval me op dit uur nog onbekendHet stijgend krijgsrumoer een tijd lang deed bedarenAan beide kanten zag k het heir zich vreedzaam scharenDe klank van t moordmetaal zweeg eacuteeacutensklaps in de lucht -Eeacuten schrikkelijke kreet vernieuwt het woest geruchtDe woede van de wraak schijnt thans den strijd te mengenHet zwaard met heeter dorst des vijands bloed te plengenMaar toen ik tot u spoedde en van den toren weekScheen t my de Saraceen die reddeloos bezweek

MATHILDAWat heeft mijn bange ziel van uw verhaal te wachtenEen enkel oogenblik mocht slechts mijn smart verzachtenEen enkel oogenblik stort me in nog wreeder angst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

169

LEONORAHet uitstel tergt Mevrouw uw tedere verlangstWat vreest gy als de Moor voor de onzen is geweken

MATHILDAAch t is mijn Gade licht dien thans zijn Ridders wreken

LEONORALorenzo nadert ons Verban uw vrees Mevrouwk Voorspel uit zijne komst het einde van uw rouw

Vierde tooneel

DE VORIGEN LORENZO

LORENZOMevrouw de zege is ons de Saraceenen vluchtenGeen overweldiging staat langer ons te duchtenUw Egacirc heeft den kop des dwingelands verpletOns Portugal is vrij en Guimaraecircns gered

MATHILDAAlfonsus triomfeert O vreugde zonder gade

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

170

O zielverrukkend blijk der hemelsche genadeSpreek bode van mijn heil hoe is dit toegegaanDoe my een trouw verhaal des zegepraals verstaan

LORENZOt Is u bewust Mevrouw hoe de aanval onzer RidderenBy d allereersten schok den Saraceen deed sidderenEn hoe hy daadlijk reeds verbaasd van zoo veel moedMet onuitwischbre schand zijn stoutheid had geboetZoo Travaas woede niet zijn arm met zijn vertrouwenGesterkt had en zijn voet op t veld van eer weecircrhouecircnMaar toen Alfonsus zwaard zijn krijgren wijd en zijdTer neecircr velde en vervolgde en de uitslag van den strijdNaby scheen met de vlucht van Travaas bondgenootenToen heeft de wanhoop hem eacuteeacuten middel nog ontslotenDe laatste poging van zijn moed en krijgsbeleidZijn krijgren in t gevecht te ver uit een verspreidVergaacircrt hy in eacuteeacuten wenk tot dichtgesloten drommenEn stelt zich aan het hoofd dier machtige kolommenEn rukt op de onzen aan met onverdeelde krachtWy staan een oogenblik voor Travaas overmachtVerbaasd - Op s Vorsten spoor in nieuwe woede ontstokenHeeft onze vuist weldra dit oogenblik gewrokenNu was der strijdren bloed van weecircrzij felst ontgloeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

171

Nu was de strijd ten top van hevigheid gegroeidAls op het onverwachtst waar hy het schrikbaarst blaakteEen treffender tooneel de krijgsrumoeren staakteEn aller oogen op eacuteeacuten punt gevestigd hieldDon Egas in t gevecht nog met het vuur bezieldDer jeugd en in t gewoel der dringendste gevarenGereed om met zijn bloed zijn kweekling te bewarenHad Travaas wakend oog getroffen De oude haatWaarmeecirc zijn snoode ziel de reinste deugd belaadtJuicht dat zy in het eind Don Egas mag ontmoetenHy vliegt om in zijn bloed haar heete dorst te boetenEn roept eer dat de held dien aanval nog vermoedtHem woedend toe lsquoVersmoor oproerige in uw bloedEn klaag uw Hendrik t lot aan wie hem eert beschorenrsquoDe stem des dwingelands drong in Alfonsus oorenReeds is hy toegesneld reeds is de slag geweerdEn t zwaard dat Egas dreigde op uw Gemaal gekeerdZijn hart ontbrandt in drift lsquoUw straf hoort my verraderrsquoDus galmt hy vurig uit lsquoGy schimmen van mijn VaderTe lang ontheiligd door zijn overmoed Zijn valVerzoen dit uur uwe asch en de eer van PortugalrsquoHy spreekt en heeft met een den tweestrijd aangevangenVan wiens beslissching t lot der legers af zal hangenLang weifelt de oorlogskans lang vindt des wrekers hand

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

172

In s vijands grijs beleid hardnekkig tegenstandNu waagt hy t uiterste om t uiterste te trachtenEn tilt het zwaard om hoog en zamelt al zijn krachtenEn klieft den koopren helm en met hem s dwinglands kopDe galm des zegekreets heft zich ten hemel opDe kreet der woede van den vijand galmt hem tegenDe wanhoop van den Moor is nu ten top gestegenHy wil in blinden moed zich wreken en vergaanDe trouwlooze Afgezant voert zelf hen op ons aant Is vruchtloos s vorsten staal heeft ras zijn borst doorstotenEn alles is gedaan Zijn woeste krijgsgenotenVerliezen met zijn dood hun redeloozen moedEn vlieden over t veld bedekt met stroomen bloedUw Egaacircs moeder zelf zoekt vruchtloos door te brekenOm d echtgenoot wiens lot zy pas vernam te wrekenDe stroom der vluchtenden vervoert haar met geweldDe Ridders middlerwijl vergaderd op het veld

Biecircn hulde aan uw Gemaal voor zoo veel deugdbetooningDe lucht herhaalt op eens hun kreten LEEF DE KONINGHet is die naam voortaan waaronder PortugalZijn redder en t geslacht zijns redders eeren zalDe stad weecircrgalmt dien naam van blijdschap uitgelatent Snelt alles zamen door haar vrijgevochten stratenOm d aangebeden Vorst den eersten groet te biecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

173

Gy zult weldra Mevrouw hem in deze oorden zienElke oogwenk tevens tergt zijn ongeduld

(Men hoort het gejuich der menigte van verre)

Hy nadertDe kreet van t juichend volk rondom zijn schreecircn vergaderdVerkondigt ons den Vorst

Vijfde tooneel

DE VORIGEN DON ALFONSUS DON EGAS Gevolg van Portugeesche Edellieden

MATHILDAWees welkom aan mijn hartVerwinnaar van t geweld en temmer van mijn smartDes hemels eecirclste gunst heeft u der min behouecircn

ALFONSUSO zaligende stond die me u weecircr deed aanschouwenDie de aakligheecircn verdrijft der zorg die u verteertGy ziet me in zegepraal als Koning weecircrgekeerdMaar weet hoe min die glans my kan gelukkig makenHet is slechts aan uw zij dat ik nog heil kan smaken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

174

MATHILDAWat somberheid trekt uw gelauwerd voorhoofd zaamUw moeder (ach mijn mond noemt bevende dien naam) -Is Travaas gade u nog de bron der bangste zorgen

ALFONSUSWat heeft mijn hart voor u mijn zielsvriendin verborgenk Ontveins niets voor het oog der liefde Ja dees stondBestemt het lot van heel mijn leven door den mondDier moeder zoo geducht - Na dat zy met haar bendenIn t eind genoodzaakt werd zich tot de vlucht te wendenHeeft ze in haar nederlaag met d eigen moed bezieldZich in een burcht verschanst vervallen half vernieldOm met haar zwakken stoet verslagen oorlogsliedenVan alle hoop ontbloot nog wederstand te biedenIk deed haar onverwijld den vrijen aftocht biecircn -En wacht elk oogenblik den zendling hier te zienDaar is hy zelf Wat lot zal my zijn komst verkonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

175

Zesde tooneel

DE VORIGEN DE SCHILDKNAAP

ALFONSUSWelnu

DE SCHILDKNAAPZie daar Mijn Vorst het antwoord u gezonden

(Alfonsus leest den brief hem overgegeven met zichtbare ontroering)

MATHILDAHoe is zijn oog ontroerd

EGASHoe is mijn ziel begaan

ALFONSUSGerechte hemel t Is met alle hoop gedaanVerneemt verneemt met my het vonnis van een moederDen laatsten slag van t lot steeds op mijn hoofd verwoederlsquoDe roover van mijn kroon de moorder van mijn GacircTot overmaat van smaad biedt my nog lijfsgenacirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

176

k Verfoei den hoon dier gunst en ga een rijk verlatenDat ik van dezen stond zoo fel als u zal hatenMaar baan my zelf een weg zoo t zijn moet met mijn bloedMijn vloek ziedaar uw straf ziedaar mijn afscheidsgroetrsquoVerpletterende wraak werd daartoe dan mijn levenGespaard O had me uw hand op t slagveld eer doen snevenMijn moeder en uw haat getriomfeerd op t lijkVan uw rampzaalgen zoon

MATHILDAAch dat die wanhoop wijk

Geliefde voor de smart die my ter dood zal voerenHoe kan mijn tederheid uw boezem niet ontroerenIs zy die tot uw val geen gruwel heeft gespaardU meer dan t leven van eene echtgenoote waard

EGASMijn Koning uwe hand heeft voor de zaak gestredenDes hemels en uw deugd een moeders vloek verbedenGeniet den roem der zege en schuldeloos vergeetWat zich haar razernij nog tegen u vermeet

ALFONSUSNeen aangebeden vrouw neen edelste aller vrinden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

177

De wond van deze borst zal nooit verzachting vindenHet lot wiens toorn ik lij vereeuwigt zich dees dagGa stervling leer van my wat al de glans vermagVan rang en grootheid Op de koningstroon gezetenIs s overwinnaars borst van rouw van een geretenEn rein van hart en hand draagt hy des booswichts strafO hemel k onderwerp me aan wat uw gramschap gafIk weet het ook de deugd kan hier rampzalig wezenUw liefde spaart voor haar een heil meer uitgelezenMaar ach verhoor de beecirc die hier mijn boezem stortIndien een moeders vloek door u gehandhaafd wordtBehoed na zoo veel smart mijn aangebeden GadeBehoed mijn Portugal bevrijd door Uw genadek Stond jaren droefheid door met beiden lotgemeenMaar treff dees laatste slag Alfonsus hoofd alleen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

178

Bij het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 15 Julij 1818

Voorzang

1

God vol deernis vol genadeVan wien alle zegen daalt

Sla uw teecircre kinders gadeWaar hun zwakke poging faalt

In uwe albezielende oogenLigt de luister van dees dag

Dale een wenk dan uit den hoogenDie ons kracht verleenen mag

2

Wat is al hetgeen wy dervenRijkdom wereldgrootheid Heer

Wat uw liefde ons deed verwervenIs ons eindloos eindloos meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

179

Eedle mensch- en kindervrindenDie een hopelooze jeugd

t Aardsch geluk doen wedervindenIn beschaafdheid en in deugd

3

God vol deernis vol genadeo Bekroon hun grootsche zucht

Sla uw teecircre kinders gadeBy het oogsten van de vrucht

Zij hun weldaad niet verlorenMaar laat onze dankbre mond

Hier geen woord geen klank doen hoorenDie niet hunnen roem verkond

Tusschenzang

1

t Beeld van God kwam niet in t levenTot een onverpoosd genot

Maar t verstand werd hem gegevenOm met kracht en werk te strevenNaar het schitterende lotHem bereid beloofd door God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

180

2

Zalig die zijn gaaf waardeerenNiet in aardsche lust verdwaald

Die verstand en harte leerenGod en deugd vereacuteeacutenigd te eerenUit wie t zielsgenoegen daaltWaar geen ander heil by haalt

3

Zalig die zijn kostbre gavenKweken in het hart der Jeugd

God zelf zal hun poging stavenHy zal waken voor die bravenVoor de poging van een deugdWaar Hy zelf zich in verheugt

Slotzang

1

Tot aanbidding van Gods naamVoegt zich aarde en hemel zaam

Laat ons zwakke stervelingenMeecirc zijn macht zijn weldaacircn zingenVoert dien nederigen toonEnglen voor Gods hemeltroon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

181

2

Dat wy leven is van HemHem behooren hart en stem

Dat dan onze dankbre klankenEerst Hem om het leven dankenHem die waar zijn oogwenk daaltLeven en genieting straalt

3

Maar verwijderd van zijn hofWat vermogen we op dit stof -

Hy zal onze zwakheid stavenHy verzorgt den weg des bravenEn geheel de wereld zwichtWaar de mensch zijn oogen richt

4

Eindloos loven we U o GodLiefdrijk meester van ons lot

Gy alleen gy kunt verheffenGy alleen met rampen treffenGy gy zelf waakt om het hoofdVan die in Uw naam gelooft

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

182

Op den marteldood van Raphael Gomez Salsedo

Voor de eer van d eacuteeacutenen God in t foltrend vuur te stervenWas nooit een offer voor het Joodsche hart te groot

t Is leven Zijn genacirc door martling te verwervenTe leven buiten Hem is eerst de ware dood

Salsedo ook uw moed trotseert de moordaltarenEn staat voor t heil der ziel het nietig lichaam af

Zoo moest geloof uw dood die dood uw glorie barenDe vlam ontrukt uw lijf maar ook uw naam aan t graf

Laat dan de Dwinglandij nog op uw assche woedenGy hebt den boei geslaakt die u van God weecircrhield

En teekent ons den weg om hemelwaart te spoedenMet de eigen outervlam die t lichaam heeft vernield

Naar het Spaansch

Sept 1818

Op het feest der verbroedering aan Leydens Hoogeschool 21November 1818

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

183

De levendige vlam die t jeugdig hart bezieltIs onder t heilig dak van Pallas tempelkorenGeen onbetembaar vuur dat rust en lust vernielt

Om tot gevloekte vete en woesten nijd te sporenWien hier de boezem overvloeitWien hier het bloed in de aadren gloeitVan rusteloos verlangen

Die heeft in dien onbluschbren gloedEen uit den hemel spruitend goedGeen geest van twist ontvangen

Gy weet het Broeders wat het zegtDat wat in dit gebied de fiere borst kan treffenDe zucht voor Waarheid is voor Schoonheid Deugd en Recht

De zucht om t edel hart ten hemel te verheffenDe zucht voor Roem voor Edelmoedigheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

184

Minerve ja is ook ten strijd bereidZy voert niet vruchteloos den krijgshelm op haar schedelZy drilt niet vruchteloos de goddelijke lansMaar de oorlogsvlam die in haar blaakt is edelEn waagt zy zich aan de oorlogskans

Zoo zij t voor de eer van haar ontzachtbren TempelZoo zij t voor Vaderland en Vorst

En siddre dan wie haar miskennen dorstMaar zij de Broedertwist gebannen van haar drempel

Hier in dit koor strekk zich de hand niet uitDan om des Broeders hand te drukkenDe band die Leydens Jeugd omsluit

Vermoog het algeweld des tijds niet los te rukken

Grijze Rhijn zoo lang uw golven door dees wallen strandwaarts gaanZal by Pallas kwekelingen de open borst eenstemmig slaanKweke uw adem frissche Zefirs Pallas heiligen olijfEn ontziet hem woeste stormen dat hy immer bloeien blijvOnder schaduw van zijn takken klink het Iouml van haar JeugdEn de vrucht die hy zal rijpen zal beroemdheid zijn en deugdLeydens vest in vroeger dagen door standvaste trouwheid grootBloeie steeds in Pallas zoonen die zy koestert in haar schootIouml leve deze vriendschap in de schoonste zucht gegrond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

185

Schooner schittrender dan immer rijze ze uit het schoonst VerbondWie in helsche broedertwisten immer lust of grootheid zoekDien bant Pallas uit haar reijen dien belaadt zy met haar vloekMaar die tot haar dienst vergaren voor de stem der Tweedracht doofVoor dier schedel buigt de lauwer zijn voor eeuwig groenend loofHeft den feestbokaal ten hoogen en met hem t oprechte hartOm den blijden dag te zeegnen temmer van Minerves smartKwekelingen van de Godheid stemt uw harte met het mijnGloeie u t hart steeds van de vriendschap als dees beker van haar wijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

186

Bij het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 19 Mei 1819

Voorzang

1

Dag van vreugd dien we aan de kimmenVol verlangen zagen klimmenMet een opgeruimd gemoedBrengen we u den welkomstgroet

Bode van Gods rijksten zegenGalme u t dankbaar loflied tegenDat het kinderharte slaaktAan den God die voor hun waakt

2

Morgenzon wier gouden stralenOnze zangen blij onthalenOp uw goddelijk gezichtWordt dees donkere aardbol licht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

187

Zoo ontleent al t heil der aardeVan dien God geheel zijn waardeWien ons hart zijn loflied slaaktVan den God die voor ons waakt

3

Hem wiens weldaacircn ons omringenHem te danken Hem te zingenIs een zaligheid op aardMeer dan al haar schatten waard

Wat wat zou ons staan te vrezenWelk een lot beklaaglijk wezenAls ons hart zijn loflied slaaktAan den God die voor ons waakt

4

Goedertieren AlvermogenZoo ons zwak maar hartlijk pogenAan uw vaderhart behaagtZiet dees dag ons onvertsaagd

Ja wy treecircn vrijmoedig naderIn uw Uw naam Almachtig VaderDaar ons hart zijn loflied slaaktAan den God die voor ons waakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

188

Tusschenzang

1

Voor ons waken VaderoogenUit den HoogenGod

God had deernis met ons lott Zijn Zijn weldaacircn die ons voedenDie ons hoeden

Hy is t die voor onzen noodEedle harten openslootO laat onze zwakke klankenHem bedanken

Tot den jongsten levensaacircmEn die brave stervelingenMeecirc bezingen

Die ons redden in Zijn naam

2

Dat de beecirc die wy verheffenU moog treffenGod

God Beschermer van ons lotOverlaad o Heer die bravenMet uw gaven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

189

Die onze onmacht onze jeugdLeiden tot geluk en deugdImmer zullen onze klankenU bedanken

Tot den jongsten levensaacircmEn die brave stervelingenMeecirc bezingen

Die ons redden in Uw naam

Slotzang

1

Aan God zij de glorieGeluk en ViktorieOntspruiten van HemVerhef u naar bovenOm Zijn naam te lovenKlink luid o mijn stem

2

Hoor Hemel Hoor AardeDe kracht die u baardeIs de Almacht van GodZijn wenken bezielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

190

Zijn wenken vernielenZijn woord is ons lot

3

Slechts Hy kan verheffenWat rampen u treffenDe hoop blijve op HemZijn troostende zegenStraalt droeven u tegenEn daalt op uw stem

4

Aan God zij de glorieGeluk en ViktorieOntspruiten uit HemVerhef u naar bovenOm zijn naam te lovenKlink luid o mijn stem

5

Neen staakt uwe zangenDe Heemlen vervangenDen lof van hun VorstLaat de EngelenkorenHun hymnen doen hooren -God leest in uw borst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

191

6

Zijn naam zij gezegendWat lot ons bejegentt Zij voorspoed of smartDen Vader hierbovenIs t wellust te loven -Aanbid o mijn hart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

192

Prometheus Dramatisch dichtstuk naar Eschylus

Nec fulminantis magna Jovis manus

Personaadjen

IOumlPROMETHEUSMERCURIUSVULCAANREI VAN ZEENIMFENDE WRAAKGODIN

OCEAAN

Eerste tooneel

DE WRAAKGODIN VULCAAN PROMETHEUS

DE WRAAKGODINZie daar dan t oord bestemd Prometheus straf te tuigenHier leer de oproerige voor hooger machten buigenVulcaan ge ontfingt den last van d oppersten der goocircnUw vader t Is uw plicht hier Themis stouten zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

193

Te kluistren aan de rots met diamanten boeienOm in deze eenzaamheid zijn misdrijf te verfoeienHy waagde t aan den mensch een godenheilgenotTe schenken zoek hy thans verlichting van zijn lotIn menschendankbaarheid De elendeling verzaakteAan godenplicht en rang u zelf die t vuur bewaakteDer heemlen schat en roem ten onvergeetbren hoonOntfang hy van uw hand het lang verdiende loon

VULCAANGodesse k ken den last my door Jupyn gegevenVermetel waar t en dwaas dien wil te wederstrevenGy hebt uw plicht volbracht laat laat de zorg aan myDen mijnen te voldoen Het treuren staat my vrijWanneer k veroordeeld ben eens dierbren broeders handenDe handen van een god te knellen in dees bandenO al te fiere zoon van Themis de eigen smartDie uwen boezem knaagt vervult ook my het hartOp dit noodlottig uur Helaas ik ben gezondenOm u in naam der goocircn uw vonnis te verkondenGy zijt verbannen tot dees aaklige woestijnDit rotsgebergte moet voortaan uw woonplaats zijnWaar zelfs de nagalm niet van menschentaal mag naadrenHier moet u ieder dag een gloeiend vuur in de aadren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

194

Ontsteken hier de nacht waarnaar gy dor geroostZult smachten t matte lijf voor lafenis en troostDoen siddren van zijn kou en schadelijke dampenVerwissling telken reis van steeds vergrootte rampenWaar aan k geen eind voorzie Wie waagt of wie vermagUw redding uit een boei bestemd reeds sints den dagDat gy voor t menschlijk heil der goden gunst verzaakteWaar was uw wijsheid toen ge u hem ten vijand maakteWiens hand nog ongewoon aan t klemmen van den stafGevoelig tuchtigt en geen deernis kent by straf

DE WRAAKGODINWat mart gy Is t geen tijd den snoodaart te kastijdenZoo haatlijk aan de goocircn Waartoe dat medelijdenMet hem die u u zelv zoo fel beleedigd heeft

VULCAANBeleedigd t Zij zoo maar hoe naauw het harte kleeftAan maagschap weet gy niet

DE WRAAKGODINEn t vonnis van uw vader

Is niet zijn hooge wil Vulcaan u eindloos nader

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

195

VULCAANUw woorden zijn altoos van bitterheid vervuld

DE WRAAKGODINBezielt u nog de hoop dat gy hem redden zultZoo niet wat baat het u den tijd in nutloos treurenTe slijten

VULCAANDat ik me aan dit schrikoord mocht ontscheuren

Helaas moest mijne hand Jupyn ten dienste staan

DE WRAAKGODINWat zwakheid hebt gy ooit iets tot zijn val gedaan

VULCAANO had my Jupiter van dezen last ontslagen

DE WRAAKGODINNeen machtig zijn de goocircn maar steeds hun welbehagenTe volgen staat aan hun zoo min als t menschdom vrijHet is die godheid slechts die de opperheerschappijDer heemlen voert wier wil zich waarlijk vrij kan achten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

196

VULCAANHoe ondervinde ik dit

DE WRAAKGODINWelaan besteed uw krachten

Aan t u vertrouwde werk zoo gy in de ongenacircDes heiligschenners niet verkiest te deelen SlaDe diamanten boei hem om de forsche ledenEn knel hem aan de rots Maar kost gy schakels smedenVan keetnen waar zijn list niet uit te breken weet

VULCAANk Volbreng mijn last met smart maar wat ik hier ook deedDeed k naauwgezet en trouw dees ketens mogen t tuigen

DE WRAAKGODINHier leer dan de onverlaat voor s hemels vorst te buigenWegkrimpende in de pijn wijt hy zich zelv het al

VULCAANO Themis eedle zoon wie ooit my haten zalGy gy alleen hebt recht Hoe deele ik in uw lijden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

197

DE WRAAKGODINHoe met d oproerling die ons allen dorst bestrijdenTe treuren schaamt ge u niet Gy stort u zelv in t leedVerblinde

VULCAANNeen zijn lot zoo hartverscheurend wreed

Ontzeg k mijn deernis niet schoon k even veel mocht wagen

DE WRAAKGODINEen muiter in zijn straf Geeft u dit stof van klagenKlem eer des booswichts voet wat naauwer in zijn ringDat hy zich niet op eens uit onze handen wringEn wy onze achtloosheid niet boeten met de woedeVan Jupiter wien niets Prometheus straf vergoedde

VULCAANZwijg wreede zwijg in t eind Uw vreesselijk gelaatVerraadt genoeg dat hart niet slaande dan voor haat

DE WRAAKGODINLust het u laf te zijn ik gun u dit genoegenk Verkies niet by zijn straf die van my zelf te voegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

198

VULCAANNeen langer wedersta k dit aaklig schouwspel niet

(Hy vertrekt)

DE WRAAKGODIN tot PrometheusWaar is uw trotschheid thans vermetele Gy zietWat heerlijk lot hem wacht die t hemelrijk ontwijdenEn voor des aardrijks heil Jupyn zelf durft bestrijdenHoog klonk in vroeger tijd de roem van uw verstandAan kloeken raad was zelfs de klank uws naams verwantEn kost ge niet voorzien dat dit uw lot zou wezenOf had uw stout ontwerp geen tegenstand te vrezenGy hebt uw faam verbeurd zoo gy geen middel weetDe boei te ontkomen die ge u zelven hebt gesmeed

Tweede tooneel

PROMETHEUS alleenAlziende godheid die mijn geest ontwaart in t ruischenDer winden in t geklots der golven in het bruischenOntzachlijke Oceaan van uw onmeetbren vloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

199

O aardgodes wier schoot steeds voortbrengt laaft en voedtGy Zon wier hemelsch oog zijn glans leent aan de dagenGetuigt het wat een god van goden moet verdragenGy kent mijn onschuld kent mijn schrikbaar noodlot meecircJa duizenden van eeuwen zullenHaar onafzienbren kring vervullen

Eer ik den hemelgrond mijn oorsprong weecircr betreecircEn by die boeien die geweld en onrecht smeeddenMoet goden de genade uws Konings aangebeden -Mijn foltring groeit met ieder oogenblik

De toekomst opent zich en spelt nog wreeder plagenGroeit folteringen groeit k Verwachtte u zonder schrikEn k zal u de eeuwen door steeds onvernederd dragenWant zoo k u thans gevoel reeds lang waart gy voorzienToen t teecircrst gevoel my drong om t menschdom hulp te biecircnEn immer was mijn moed als t noodlot ons beschorenNiet om te zetten Neen k doe hier geen klachten hoorenGeen weekheid past een god en t allerminst aan myMaar t is me een wellust in de doodsmart die ik lijMy zelf te erinneren aan wat ik heb misdrevenRampzalig menschdom ach een leven zonder levenOntfingt gy van de goocircn Mijn hand heeft u bezieldToen zy het hemelvuur dat u hun trots onthieldU meecircdeelde en uwe aard den hemel deed gelijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

200

Geen vloek van t algeweld deed me in dit uur bezwijkenIk boet die zege thans en gruwzaam maar mijn hartZiet juichend op u neecircr en zegent zelfs zijn smart

Derde tooneel

PROMETHEUS DE REI DER ZEENIMFEN vertoont zich in een wagen boven de rots

PROMETHEUSMaar wat gerucht dringt tot mijn oorenWat nieuwe plaag is my beschoren -

Of nadert iemand my Wie zijt ge mensch of godDie t schouwspel tuigen wilt van mijn verschriklijk lotDe vijand van den Vorst der goden van hun allenDie zelfverloochenend hem voor de voeten vallenStaat voor u boetende voor wat hy t menschdom gaf -Wie nadert Rondom heen voel ik den luchtstroom trillenEn wieken klepperen Ach wat kan t my verschillenIk wacht alleen verzwaring van mijn straf

DE REIVrees niets wy brengen u geen plagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

201

Maar troost indien t kan zijn De hemelen gewagenMet aarde en zee en hel Prometheus van t geweldDat u aan deze rots zoo wreed heeft vastgekneld -Door zulk een rampspoed diep bewogen

Heb k voor de schaamte doof die t maagdlijk hart bestiertDoof voor mijns vaders raad mijn deernis bot gevierdEn ben der waatren rijk ontvlogenOm u mijn zwakken troost te biecircn

PROMETHEUSO dat ge in zulk een staat een hemeling moet zienGy teedre nimfenstoet gesproten

Uit hem die heel deze aard houdt in zijn arm geslotenKroost van den grijzen OceaanO kunt gy kunt gy t nog bestaan

Den droeven balling te genakenDen droeven balling en de rots

Waarop hy by den klank van t brommend zeegeklotsGedoemd is eeuwen door te waken

DE REIPrometheus ach mijn ziel ontzet

Zou ons geen traan het oog ontvloeienDat u in deze onbreekbre boeien

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

202

Geprangd moet zien - Een nieuwe wetRegeert d Olympus en de godenVol schrik voor Jupiters geboden

Vernietigen met hem wat eacuteeacutenmaal heilig was

PROMETHEUSBeneden s aardrijks schoot benedenDes Tarters giftige moeras

Waar nog de keten die mijn ledenOmstrengelt machtloos op mijn ziel

Zoo iets mijn zuchten op kan wekkenZoo is het dat ik hun ten schouwspel moet verstrekkenDie uit den hemelhof waar van ik nederviel

Ter neecircr zien op een leed niet aan hun smaad te onttrekken

DE REIWie wie der goden zou in t hartGeen deernis voeden met uw smart

Wie in de ontembre gramschap deelenVan Jupiter die daar hy t Al regeert

Een heemling straffeloos verneecircrtEn straffeloos zijn ziel met wraak vermag te streelen

Waaraan k geen ander einde wachtDan t einde van zijn oppermacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

203

PROMETHEUSEn echter zal dees rots nog eens het uur getuigenDat Jupiter den trotschen kop zal buigen

Op dat des doemlings veege mondDe duistre Godspraak die zijn kroon bedreigt verkondWanneer k noch voor de list van honigzoete klanken

Noch voor het woedendste geweldIn t heiligste besluit zal wankenVoor dat k in d ouden rang hersteld

Van hem voldoening zal erlangenVan wien mijn godenhand dees kluisters heeft ontfangen

DE REIUw stoutheid baart me een killen schrik

Hoe schier verzonken in steeds aangegroeide rampenBestaat gy t met den dondraar nog te kampenUw roekelooze taal uw onverzette blik

Vernielt de hoop die ik nog voeddeNeen Jupiters verschrikbre woedeZwicht voor geen woesten wanhoopkreet

Uw stalen moed verdubbelt slechts het leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

204

PROMETHEUSJa machtig en niet om te zettenSchijnt hy voor wiens onzaalge wettenDe Olympus thans de kruin verneecircrt

En echter kan de dag ontluikenDie zijn ontzachbren toorn zal fnuikenEn onzen haat in eendracht keert

DE REIIndien de erinnering aan d oorsprong uwer kwalenNiet machtig was de wond nog dieper op te halenDie u de borst verscheurt zoo wenschten we uit uw mondTe hooren uit wat bron zoo fel een straf ontstond

PROMETHEUSVerscheurend is t verhaal verscheurender t versmoorenDer ramp waar k onder zwoeg wier oorzaak gy zult hoorenAch aan mijn rang ontscheurd wat had ik sints dien valTe wachten rondom heen dan plagen zonder tal -De twist is u bekend die t godendom beroerdeVoor dat nog Jupiter den hemelscepter voerdeEen deel wou Cronus hoofd ontblooten van de kroonEn schenken de oppermacht aan zijn ondankbren zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

205

Een ander koos de zij der aangerande grijsheidHet zijn zijn broeders t kroost van Uranus dat wijsheidNoch krijgsbeleid ontziet op enkel krachten stoutIk toonde hun vergeefsch den weg aan van behoudk Voorzei dat krijgsgeweld voor krijgslist hier zou wijkenHun trots verwierp mijn raad de vijand moest bezwijkenVoor wapens moed alleen de hemelsche oppermachtBeslisschen en het recht afhangen van de krachtDoch ik ik had te vaak van Themis zelf vernomenDat niemand in t bezit van Cronus rijk zou komenDan die t veroovren mocht door bloed niet maar door listHet was mijn plicht den wil van t noodlot dien ik wistTe volgen t was mijn plicht die trotschaarts te verlatenEn k bracht den wijzen raad die nimmer hun kon baten(Mijn moeder stemde t meecirc) aan Cronus trotscher zoonEn zoo de Titans nu in d afgrond van de doocircnHun weecircrstand boeten met onafgebroken plagenZoo Jupiter de kroon des hemels weg mocht dragenEn d ijzren scepter klemt der wreedste dwinglandijMijn vijand triumfeert door my Hy dankt het myDat hy my foltren kan Ja k moest het ondervindenDe dwingland haat het al en allermeest zijn vrindenHoort nu van welk een schuld ik hier de straf ontfangNaauw meester van d Olymp bestemde hy den rang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

206

Der goocircn en nam op zich t bestier der hemelzakenMaar voor het droevig lot der menschlijkheid te wakenWas Jupiter onwaard het reeds bestaand geslachtDer menschen moest verdelgd een nieuw hervoortgebrachtGeen andre godheid dorst dit wreed ontwerp weecircrsprekenIk dorst hen voorstaan en ik deed het onbezwekenHet menschdom werd nog niet vernietigd over de aardMijn deernis was me een straf zoo gruwzaam kwellend waardEn ik by wien vinde ik die deernis met mijn plagenAls smart en spijt en smaad mijn ingewand verknagenWanneer my de aartstiran van uit den hemel bantTen schouwspel van t heelal maar tevens hem tot schand

DE REIVan ijzer is het hart van deernis niet doordrongenWanneer t Prometheus u in boeien ziet gewrongenGeen droever mare kon my treffen dan uw strafEn t oog dat haar getuigt wendt zich in tranen af

PROMETHEUSGy zelf mijn vijanden gy zoudt hier tranen plengenO goden Deernis zou zich by uw woede mengenWare alle deernis niet gebannen uit uw ziel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

207

DE REIMaar heeft geen andre schuld de straf die op u vielVerlokt

PROMETHEUSEacuteeacuten weldaad nog k Onttrok aan s menschen oogen

De toekomst hem bestemd Het lot werd overtogenDoor t schemerlicht der hoop en t menschdom werd bevrijdVan angsten zonder tal My zag dezelfde tijdHet vuur der heemlen aan den stervling mededeelenDat de aard verkwikken moest en niet dan weldaacircn teelenZiedaar t geen ik misdeed

DE REIEn t geen Jupyn verwoed

U met een eindloosheid van plagen boeten doetOf hoopt gy tegen hem door moed iets uit te richten

PROMETHEUSIk h o o p niet maar ik w a c h t dat eens zijn toorn zal zwichten

DE REIGy wacht En op wat grond Waar voert de drift u heen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

208

Miskent gy dat gy dwaalde Ach u met scherpe reecircnTe tergen in den nood is ons gevoel onwaardigMaar vinden we u voor t minst tot eigen redding vaardig

PROMETHEUSt Is licht wanneer het lot eens anders kruin verpletMet wijzen raad gepraald Ik word niet omgezetDoor t schijnschoon van belang dat recht en eer weecircrsprekenIk wist het dat Jupyn zich op mijn deugd zou wrekenIk wist het en mijn wil bleef onveranderd - MaarDat my die ijslijkheid van straf beschoren waarTot de eenzaamheid gedoemd van dees afschuwbre strekenWie had my t ooit voorzegd - Doch blijven we onbezwekenEn gy o Nimfen spaart me uw moedelooze klachtOp t geen eens wezen moet heeft smart noch wanhoop krachtStijgt voor een oogenblik eer van uw hemelwagenOp deze rotsen af Getuigen van mijn plagenOnttrekt my niet de troost die my uw bijzijn geeftAls ik u t lot vertrouw dat me overrompeld heeftWie kan zich voor den keer van t noodlot veilig achtenWie weigert zich t genot een onheil te verzachtenDat al wat ademt treffen kan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

209

DE REI van den wagen afstappendeGewillig late ik dezen wagen

Op raderen van goud den luchtstroom doorgedragenVoor t rotsig strafoord van den man

Die zich voorlang zijn jammren zag ontscheurenIndien ik iets vermocht met ongeveinsd te treuren

Vierde tooneel

PROMETHEUS OCEAAN DE REI

OCEAANOntfang den gullen groet van d ouden OceaanPrometheus k Heb den ramp die u weecircrvoer verstaanEn haastte me om het oord dat u ontfing te naderent Is niet het godenbloed alleen dat beider aderenDoorstroomt wiens naauwe band my dus aan u verbindtOm wijsheid en om deugd heb ik u meer bemindMaak op de vriendschap staat die ik u heb gezworenHet is geen ijdle klank dien u mijn mond doet hoorenSpreek eisch van my een dienst wat die my kosten magHangt het van vriendschap af ik redde u nog dees dag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

210

PROMETHEUSHoe gy ook in dit oord van ballingschap en plagenHoe dorst gy zulk een reis mijn grijze vader wagenHoe hebt ge uw zeepaleis verlaten voor dit strandVan ijzer slechts bevrucht met enkel rots beplantKomt ge ook den godentelg die Jupiter de kroon gafBeschouwen in den boei dien hem zijn haat ten loon gafJa t is wel de eigen hand die t hemelsche gebiedBeslischte die gy hier in ketens knellen ziet

OCEAANk Aanschouw t met diepe smart Doch duld den raad der grijsheidHoe hoog de glorie reikt van uw verstand en wijsheidKeer in u zelven weecircr en ban van uit uw zielDie onbetoomde drift De godenstaf vervielVan Cronus op zijn zoon de Olymp eert nieuwe wettent Is niet in onze macht t voorleden om te zettenZoo buig gedwee het hoofd met heel het godendomWat baat het of uw toorn tot zulk een hoogte klomDat gy u niet ontziet door onbedwongen smalenDe dubble wraak van hem u op den hals te halenWiens strafroecirc reeds zoo streng licht nog verschrikbrer wordt -Wellicht mishaagt de taal die hier mijn boezem stort

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

211

Uw borst verhard in t leed verfoeit genacirc te vragenHet zij zoo maar u steeds aan t ijslijkste te wagenEn tegen smart en nood te wapenen met haatIs dwaasheid Geef gehoor Prometheus aan mijn raadGeen machtig koning zwicht voor morrende onderdanenEn wat hier baten kan is needrigheid en tranenWelaan ik werpe my den donderaar te voetk Bedaar door zachte taal zijn fel verhit gemoedIndien t nog mooglijk is maar wil die kreten stakenVan oproer die uw lot nog vreesselijker makenDen druk te ontlasten van t verkropte hart is zoetMaar vluchtig is t genot en lang de straf die t boet

PROMETHEUSO ondoordringbaar lot Gy bleeft voor straf beveiligdOfschoon ge aan eacuteeacutene zaak met my waart toegeheiligdt Zij verre dat k de rust die gy geniet benijMaar werd ik t offer van gevloekte dwinglandijVerg gy niet dat k mijn lot verdiene door te buigenSpil hier geen kostbren tijd noch tracht my te overtuigenZorg eerder dat ge u zelf niet meecirc stort in het leed

OCEAANTot heil van andren hebt ge uw wijsheid steeds besteed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

212

En nimmer voor u zelf Waartoe my thans weecircrhouecircnZoo k snelle naar Jupyn t is in het vast vertrouwenDat gy op mijne beecirc uw ketens vallen ziet

PROMETHEUSDe deernis die uw hart den droeven balling biedtDe hulp die gy voor hem met eigene gevarenBeraamt vergeet ik nooit Maar wil die poging sparenZe is vruchteloos voor my en stelt u zelven blootOf zou het voor dit hart een troost zijn in den noodDat vrienden de ijslijkheid mijns noodlots ondervonden

OCEAANNeen niet om u alleen heb ik my onderwondenJupyn te naderen Mijn broeder Atlas draagtZijn ongenacirc als gy Zijn forsche schouder schraagtEn aard en hemelen tot straf van vroeger pogenOok Typhoos lot was hard en heeft my diep bewogenWy zagen hem den reus het honderdvoudig hoofd(Thans kwijnend en verneecircrd van d ouden moed beroofd)Ten hemel heffen met een blik die t al deed bevenWy zagen hem verwoed de goocircn in t aanzicht strevenDie hy alleenig stond Zijn longen aacircmden vuurZijn oog schoot vlam op vlam Wy tuigden haast het uur

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

213

Dat hy op Jupiter de zege ging behalenMaar t bliksemvuur daalt neecircr en zet zijn woede palenDe slingerende schicht treft hem het kokend hartEn kracht en strijdlust zijn verzwolgen in de smartDaar lag hy uitgestrekt als waar hy zonder levenMaar de onbezielde klomp deed wie hem zag nog bevenHeel de Etna dekte nu den reeds verslagen kopEn t aanbeeld van Vulcaan dreunt op haar hoogen topNog veilig Want de dag zal aan den hemel klimmenDat Etnaas kruin van eacuteeacuten zal scheuren en de kimmenBespatten met een vuur dat op Sicieljes grondBy stroomen vloeien moet t Is de eigen Typhoos mondDie d onderaardschen gloed tot vlammen aan zal blazenDie vlammen over de aard die op hem weegt doen razenEn toonen dat hy nog door t lot onomgezetZijn haat den teugel viert schoon door Jupyn verplet

PROMETHEUSWelnu Begeert gy meecirc die ijsselijke plagenTen deel Laat af laat af zoo stout een kans te wagenVoor my laat my een leed dat k zonder zwakheid lijk Wacht met standvast geduld het eind der dwinglandij

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

214

OCEAANGepaste reden kan dat einde licht bespoeden

PROMETHEUSNeen t Is niet in het felst van t vijandlijke woedenDat zich de ontroerde geest door zachtheid paaien laat

OCEAANDe poging voor het minst

PROMETHEUSVernedert zonder baat

OCEAANIs t dwaasheid laat m in my dien trek van dwaasheid wrakent Is wijsheid soms den schijn van wijsheid te verzaken

PROMETHEUSHelaas dit is te waar

OCEAANEn gy gy aarzelt niet

En stoot de hulp te rug die u de vriendschap biedt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

215

PROMETHEUSIk moet Licht vielt gy reeds dit uur in ongenade

OCEAANVan Jupiter

PROMETHEUSVan hem

OCEAANIk sloeg den afloop gade

Van uw vermetelheid en k wete wat ik waag

PROMETHEUSZoo ga en wacht u steeds voor t geen Jupyn mishaag

OCEAANIk zie het al te wel uw haat is niet te teugelen -Mijn zeepaard trapt sints lang en geesselt met zijn vleugelenDe lucht rondom hem heen Ik voere hem ter rustEn my uit de aakligheid van dees rampzaalge kust

(Hy vertrekt)

Vijfde tooneel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

216

PROMETHEUS DE REI

DE REI - KEERDoorluchtig godenkroost uw lijdenIs voor ons meecirc een bittre smart

De traan die wy uw jammren wijdenWelt uit een fel beknepen hart

Streng is uw straf o Vorst der godenMaar allerhevigst drukt uw macht

Op hun die zelven eens gebodenEn op hun diep verneecircrd geslacht

TEGENKEERIn de oorden die uw grootheid zagenPrometheus galmt een kreet van rouw

Wie dacht het dat dit heir van plagenOp t hoofd van goden storten zou

Om t lot der heemlen treurt nu de aardeDe sterveling beklaagt zijn goocircn

Het lot vooral dat u weecircrvaardeUw vaderzorg voor hem ten loon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

217

TWEEDE KEERDie Colchis rijken grond bewonenEn t heir der manlijke AmazoonenBetreuren t onheil dat u trof

In t woeste Scythieuml weecircrgalmen jammertoonenEn paren zich aan uwen lof

TWEEDE TEGENKEERZelfs in deze afgelegen strekenDie enkel moordend ijzer kweken

En waar de strijdbre borst verhard voor deernis schijntVoelt zich het mannenharte brekenDat gy in zulk een leed verkwijnt

DERDE KEERk Zag slechts eacuteeacuten held als gy die goden had tot ouderen

En onder t juk zwoegt van hun strafk Zag Atlas vast gespierde schouderen

Wien Jupiter geheel zijn rijk te dragen gafDen nooit verpoosden last verrichten

Waarvoor de kracht van goocircn zelf scheen te zwichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

218

DERDE TEGENKEERt Gebied der zeeeumln gromt met ongestuime golven

Zijn klachten tegen t noodlot uitOok de onderwereld is verbolgen

Des aardrijks bodem dreunt met naar en dof geluidt Bezielt zich al van t medelijden

Dat we aan uw lot vervallen heemling wijden

PROMETHEUSMisduid mijn zwijgen niet o Nimfen t Is geen trotsNoch achterhoudendheid De vreemde keer mijns lotsHoudt op dit tijdstip nog mijn geesten ingespannenHoe ik ik door die goocircn van uit mijn rang gebannenWier macht mijn ondergang ik zelf heb doen ontstaanGy weet het zegge ik eer wat k verder heb misdaanUit deernis voor t geslacht der menschen door de godenVernederd en gehaat maar die ik hulp gebodenEn schier tot halve goocircn hersteld heb Hun bestaanWas nietig t Voorwerp deed alleen het zintuig aanNiet meer verbonden aan een werkkring meer verhevenDe zielskracht sliep De zelfbewustheid van het levenOntbrak als in den droom Zy stichtten nog op de aardGeen schuilplaats voor de kracht van zon en lucht bewaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

219

Een duistre boschspelonk was mensch en dier tot woningEn niets bestond er dat t gedierte van hun koningNog onderkennen deed want woest en onbeschaafdWas heel de kracht des geests aan t grove lijf verslaafdEen hooger vlucht ontwend - Wie mocht de hemelteekenenMet de oogen nagaan en den weg der zon berekenenWie perkte nog t gebied der jaargetijden afOf leerde wat gesternt het bloeiend voorjaar gafWat andren t feestgetij der herfstgodes voorspellenOf t stroomnat met geweld zijn oevers uit doen zwellenDoor my is t zoo zy thans het op- en ondergaanDer sterren en den stand der heemlen gadeslaanHet denkbeeld van getal in vast bepaalde klankenEn beelden uitgedrukt heeft de aarde my te dankenAan my meecirc dat de taal die uit den boezem breektTot s werelds uiterste eind en tot de toekomst spreektIn teekens afgemaald naar t buigen onderscheidenVan t spraakdeel in wiens vorm de toonen zich verspreidenk Deed d arbeid van den mensch door t redelooze dierVerpozen t Moedig paard eens op zijn vrijheid fierLeerde ik zich in den toom die hem bedwingt verblijdenk Deed d uitgeholden boom op de oppervlakte glijdenDer waatren toegerust met vleugelen van doekDit waagde ik en nog meer die ondanks s hemels vloek

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

220

Den diep vervallen mensch gelukkig wist te makenMaar ach geen middel weet om dezen boei te slaken

DE REIGy lijdt het is te waar maar verre dwaaldet gyWat ziekte krenkte u dus Wat wondre razernijDreef u in t dreigend leed Gy hadt uw lot voor oogenEn thans zijt ge onbekwaam tot redding iets te pogen

PROMETHEUSAch tot der menschen heil ontbrak my nooit de machtHeb ik niet tegen t heir der ziekten hulp gebrachtWat wisten zy voacuteoacuter my van heeling voor hun wondenGeen balsem kenden zy maar lagen onverbondenEn stierven zonder hulp of laafnis s Aardrijks schootGaf vruchtloos heilzaam kruid en de onverbidbre doodVerraschte steeds een prooi wier zwakheid zich niet weerdeVoor dat hun hooger hulp de tooverkrachten leerdeDer godlijke artsenij Geheimen van het lotZoo diep verborgen voor het oog zelfs van een godk Vermocht u wederom aan t menschdom te openbarenHaast spelde hem de kunst wat heil of wat gevarenHem wachtten alles sprak tot d eens verlichten geestDen zin des duistren drooms ontwikkelt hy hy leest

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

221

Zijn toekomst in de vlucht der vooglen gaat te radeBy bosch- en stroomgedruisch en slaat elk teeken gadeMet naauwgezet vernuft De heilige offerandTer eer van t godendom is t eerst door mijne handOntstoken en de vlam die opgolft tot de wolkenEn t rookend ingewand tot nieuwe orakeltolkenVerheven Uit het diepst des aardrijks rees de gloedVan goud en zilver die het menschdom met den voetVertrapte onwetend nog wat schatten de aard hem baardeVan vierderlei metaal waarvan k gebruik en waardeHem leerde voor zijn heil zorgvuldig zonder maatJa deze is de eenge troost dien my het noodlot laatDat wat de stervling ooit voor weldaacircn heeft genotenHem uit Prometheus borst alleacuteeacuten zijn toegevloten

DE REIJa zorgloos voor u zelf aan andrer heil gewijdZoo waart gy Maar het leed waar ge in gedompeld zijtIs nog door buigzaamheid te ontkomen O vernederUw hoogmoed en welhaast groet u de hemel wederZijn burger die Jupyn in wijsheid evenaart

PROMETHEUSNeen Niet langs dezen weg is my het eind bespaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

222

Van deze ballingschap Met onoptelbre rampenHeeft my de wil van t lot nog opgelegd te kampenEn ik ik onderwerp me O deze borst heeft krachtEn moed die met de smert van ijdle kwalen lachtMaar om den loop dien zich het noodlot koos te keerenIs t vruchtloos iets getracht Haar vonnissen vereerenDe goocircn zelfs Jupiter wijkt van haar wet niet afVan haar ontstond zijn macht van haar ontstond mijn strafEn wat de ziel vermag is dulden en verwachten

DE REIMaar hoe verwacht gy dan dat weecircr de hemelmachtenVerwisslen zullen en de zetel van Jupyn

PROMETHEUSNeen Blijve dit geheim en wilt gedachtig zijnDat ik van zwijgen slechts mijn redding heb te hopenDe dwingland moet t geheim met mijn ontslag bekoopen

DE REI - KEERBewaar bewaar o machtig lotMijn zwakke ziel van met den god

Die op d Olymp regeert in zulk een strijd te tredenO winne ik zijn genacirc door offers en gebeden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

223

Ik zal ik zal hem steeds ontzienHem innig needrig hulde biecircn

Want wat wat baat het hem te tergenVoor wiens geweld zich niets vermag te bergen

TEGENKEERWaartoe steeds angst en zorg gezochtWaartoe een oogwenk heils gekocht

Voor rampen waar t verstand geen eind aan kan bepalen -Zijn dan ook wy bestemd van ramp in ramp te dwalen

En is der aardbewoonren lotGemeen aan t leven van een god

Prometheus schrikbaar is uw voorbeeldEen godheid tot de straf eens stervelings veroordeeld

TWEEDE KEERGa roep hen thans ter hulp die gy gelukkig maakte

Voor wie gy t hemelsch heil verzaakteWat is het sterfelijk geslachtWat is zijn aanzijn Wat zijn macht

Een schim een schaduw die een oogwenk doet verschijnenEen oogwenk wederom verdwijnen

Blind voor t gevaar dat hem omgeeft aan alle kantZal u hun dankbaarheid bevrijden van uw band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

224

TWEEDE TEGENKEERO moet ik u mijn groet in rouwgezangen brengen

Moet ik hier tranen zuchten plengenIk de eigen die in vroeger tijdDen dag aan uwen echt gewijd

Weecircrgalmen deed van andre zangenDoor t heilgejuich der zeecircgoon opgevangen

Toen k zuster Hesioon uw liefde in de armen brachtO ommekeer van t lot wie had u ooit verwacht

Zesde tooneel

PROMETHEUS IOuml DE REI

IOumlWaar ben ik wat geslacht van menschen voedt dees grondWat zie ik aan den top van deze bergen

Een godheid vastgesnoerd Wat schrikbaar vonnis bondHem aan dit foltertuig

(Tot Prometheus)

Mag k u een antwoord vergenO zeg my waar my t lot gebracht heeft op dees stond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

225

Helaas hoe wreed is t nog op my verbolgenHoe rustloos voel ik my vervolgen

Door t duizendoogig spook dat leefde voor mijn strafEn dat vergeefsch verzwolgen in het graf

My nog van killen schrik de wereld door doet zwervenLaat my in t eind o goden rust verwervenIk val van angst k val van vermoeinis neecircr -

De poorten van de hel heroopnen zich en gevenDe schim van Argus de aarde weecircrIk zie het monster om my zweven

Het volgt my waar ik sta t bewaakt op nieuw mijn schreecircnNog ruischt de toon der rietpijp door mijn zinnen

Die eens vermogend was den woestaart te overwinnenMaar machtloos thans - Waar waar voert gy my heen

O Jupiter Van waar die reeks van plagenOp my die ach uw deernis slechts verdienMoet eerst de laatste van mijn dagenHet einde dezer foltring zien

Of zoo ik misdaacircn heb te boetenZoo splijte de aarde voor mijn voeten

Of zij my de afgrond van de zeeeumln tot een grafUw bliksem moge my verpletten

De doodwond zal alleen my van mijn leed ontzettenk Ben afgefolterd k zal bezwijken in mijn straf

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

226

Bespoedig slechts het uur bespoedig t op mijn smeken

DE REIHoort ge uit het hart der maagd den kreet der wanhoop breken

PROMETHEUSIk hoor den kreet der maagd vervolgd door Junoos haatEens door Jupyn geliefd thans door Jupyn versmaadHet kroost van Inachus treedt tot ons moecirc van t zwervenEn t hijgen naar een rust die zy te lang moest derven

IOumlWie noemt mijn vader in dit oord -O onderrichte my een woord

Eacuteeacuten woord slechts wie gy zijt en waar my t noodlot voerdeWie zijt ge gy wiens stem mijn ziel zoo diep ontroerde

Die ongelukkig zoo als ikMijn naam mijn afkomst toont te wetenEn de oorzaak van dien helschen schrik

Waar Ioumlos geest zoo wreed van is bezeten -Wie is er buiten my die dus dus schuldloos lijdtGy ziet het offer van den dolsten minnenijd -O gy dien alles my een hemeltelg doet denken

Kunt ge Inachus wanhopig kroost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

227

Een enkel oogenblik van troostEen enklen straal van licht omtrent haar toekomst schenken

PROMETHEUSVraagt gy my wie ik ben k verheel mijn naam u nietVerbonden als wy zijn door eenerlei verdrietGy ziet Prometheus hier den vriend der stervelingen

IOumlPrometheus En wie dorst u in dees ketens wringen

PROMETHEUSDe handen van Vulcaan het vonnis van Jupyn

IOumlEn welk een gruwelstuk kon hiervan de oorzaak zijn

PROMETHEUSIk meldde u de oorzaak reeds mijn weldaacircn aan de menschen

IOumlVoldoe nog met een woord den billijksten der wenschenHoe lang nog zwerve ik rond ten prooi aan t eigen leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

228

PROMETHEUSAch zwijge ik hier van eer Wat baat u dat ge t weet

IOumlVerberg verberg my niets wat lot me ook zij beschoren

PROMETHEUSWat ik u melden zou zoudt gy met wanhoop hooren

IOumlt Is zulk een wijsheid niet wier weldaad ik behoef

PROMETHEUSWel nu dan t is uw wil k zal spreken

DE REIO vertoef

Een wijl k Voel Ioumlos klacht geheel mijn borst doordringenAch mochten wy den loop dier lotverwisselingenWier storm haar voor ons voert vernemen uit haar mondVoor dat uw godspraak hier des hemels wil verkond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

229

PROMETHEUSOntvouw ons droeve Nimf door wat gebeurtenissenGy t vaderlijk gebied sints reeds zoo lang moet missenGy hebt de zusteren van Inachus gehoordVerstoot haar bede niet zy sproot uit deernis voortEen deernistraan geeft lucht aan t teecircrgevoelig hartet Verwekken van dien traan verlicht de zwaarste smarte

IOumlk Gevoel in my geen kracht uw reednen te weecircrstaant Verhaal dat gy my vergt vang k zonder dralen aanMaar ach mijn voorhoofd wordt van droefheid overtogenEn schaamte dat ik dus my toone voor uwe oogenEn k bloos schoon schuldeloos om t geen my zoo ver brachtDe kindschheid pas ontgroeid ontwaarde ik nacht op nachtEen wondre zachte stem dus fluistrende in mijn oorenlsquoGelukkige waartoe het heillot u beschorenOntweken Jupiter verlangt u tot zijn bruidHy brandt van min voor u gy Iouml vlied van uitUws vaders watergrot naar Lernaas breede weidenDe koning van d Olymp zal daar uw komst verbeidenrsquok Bepeinsde heel den dag het wonder van den nachtOnzeekrer ieder stond hoe meer ik t overdacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

230

Was ik door de ijdelheid eens vluggen drooms bedrogenOf daalde wezenlijk een stem van uit den hoogenDen wil verkondigend van Jupiter In t endMaakte ik mijn droeven staat aan Inachus bekendDe grijzaart hoorde en schrikte Een menigte van bodenVerspreidde zich alom om t antwoord van de godenUit Pythoos heiligdom en t Dodoneesche boschTe lokken Doch vergeefs De taal des zonnegodsBleef duister en verward en de eikenboomen zwegen -Tot we eindelijk op eens t verplettrend antwoord kregenDat ons en ons geslacht de bliksem van JupynVerdelgen zou zoo k nog mocht wederspannig zijnEn dat zijn hooge wil reeds voorlang had beslotenDat my mijn vader uit zijn armen moest verstotenEn nimmer weecircrzien mocht Wanhopig scheidden wyRampzalige offers van de scherpste dwinglandijDoch onderwerping zelfs mocht Iouml niet meer batenIk had den grijzaart naauw en zijn verblijf verlatenOf k zag my dus misvormd Mijn voorhoofd eens zoo fierOp d eerbren maagdenblos verlaagt my tot het dierMaar weinig nog gezweept door angsten zonder voorbeeldZag k Lerna in het eind genaderd my veroordeeldEens herders wenk te ontzien die t honderdvoudig oogSteeds wakende op my richtte en last had van omhoog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

231

Mijn schreden gacirc te slaan en me op t wreedaartigst kweldek Weet niet wat keer van t lot dat gruwzaam monster veldeHy viel Maar t helsche beeld leeft in mijn zwak gemoedEn spreidt me een nieuwen schrik door t fel verhitte bloedZoo vluchte ik voor my zelf wanhopig over de aardeEn zoek vergeefsch den dood - Welaan ik openbaardeU de oorzaak en den loop van mijn hardnekkig leedOntvouw my t oovrig thans zeg moedig t geen gy weetIk smeek verbloem my niets uit ijdel mededogenIk vrees niets erger thans dan dat k dus werd bedrogen

DE REIO dag van nooit beproefde smartHoe wordt op ieder stond mijn hart

Door slag op slag van een geretenk Zie goden uit hun rang in d afgrond neecircrgesmeten

Ik zie de onnoozelheid verdruktEn onder jammeren gebukt

Waar k nooit me een denkbeeld van kon makenHoe wenschte ik ach Prometheus boei te slaken

Hoe meng k mijn tranen aan uw klachto Iouml Dat voor t minst mijn rouw uw smart verzacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

232

PROMETHEUSGy treurt om haar verhaal Gy zult nog bittrer treurenWanneer gy weten zult het geen nog moet gebeuren

DE REIZoo spreek wy luisteren Deel haar een uitzicht meecircOp t end hoe ver nog af van haar onlijdlijk wee

PROMETHEUSUw ongeduld heeft thans geen uitstel meer te wachtenGy Iouml geef gehoor en wapen u met krachtenGy zult van my verstaan hoe en tot welk een tijdGy t offer nog moet zijn van min en minnenijdHet Oosten roept u t eerst Gy zult uw schreden wendenNaar t woeste Scythieuml wier onbeschaafde bendenGeen vaste haardsteecircn maar slechts tenten met hun rondGedragen kennen en verplaatst op ieder stondZoek geen gastvrijheid daar maar schuw hen na te komenTrek door dit aaklig oord in allerijl de stroomenDer zee langs die t bespoelt tot aan Hybristes vloedTreed daar den oever op tot waar die stroom den voetDes Caucasus ontspringt die de aarde met de kimmenTot eacuteeacuten te voegen schijnt Gy moet dien overklimmen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

233

En keeren u naar t Zuid Hier wordt door de AmazoonNaby Thermodons vloed u teedre hulp geboocircnEn de enge zee getoond die gy moet overvarenEn die aan t nageslacht de erinnring zal bewarenDat gy door dezen weg het andre werelddeelBereikte - Gy verschrikt t geen k spel schijnt u te veelOnnoozle kent Jupyn of deernis of genadeOm u versmaadde hy in dartle lust zijn gadeMaar om dier liefde wil u hulp of troost te biecircnWacht dit van hem niet die gewoon is niets te ontzien

IOumlO goden

PROMETHEUSIouml moed en wil die wanhoop smoren

Gy eischte dat ik sprak Gy hebt nog meer te hooren

DE REIHelaas is nog de maat dier rampen niet vervuld

PROMETHEUSNiet voacuteoacuter het tijdstip dat gy straks vernemen zult

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

234

IOumlGy goden die my haat ach ware ik nooit geborenOf in de wieg gesmoord Maar neen t was my beschorenTe leven tot een spel van uwe heerschappijDoch ik ik-zelf wat draal k Waartoe niet zelve myTer neecircr geslingerd van dees rotsen tegen de aardeEn t lot te leur gesteld dat my uw wreedheid spaarde

PROMETHEUSHoe dus vervreemd van geest Wat zwakheid spoort u aanHet op u rustend leed door zulk een stap te ontgaanWat zoudt gy die u dus door wanhoop laat vervoerenIndien ge u zoo als ik aan ketens vast zaagt snoerenWaarvan geen dood my redt die eeuwig leven moetJa eeuwig lijden zoo my s dwinglands val niet hoedt

IOumlZijn val Wie waagde t ooit hem naar de kroon te steken

PROMETHEUSk Voorspel ik zie den tijd die u en my zal wreken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

235

IOumlWie rukt de koningstaf uit een zoo forsche hand

PROMETHEUSZijn eigen roekloosheid een dwaze huwlijksband

IOumlHeeft hy de gade dan die hy zich koos te vrezen

PROMETHEUSZijn eigen kroost zal eens de schrik zijns vaders wezenZoo hy mijn boei niet slaakt en dus zich zelf behoedt

IOumlWie anders brak dien los

PROMETHEUSEen held van uit uw bloed

IOumlIs t mooglijk Van mijn kroost hebt gy uw heil te wachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

236

PROMETHEUSVan t kroost uit uwen schoot na dertien nageslachten

IOumlt Is duister voor mijn geest wat my uw mond voorspelt

PROMETHEUSWelaan u zij de keus wat wenscht gy dat ik meldOf d afloop van uw reis of d afloop van mijn plagen

DE REIOntzeg ons niet kan t zijn van beiden te gewagenHaar hebt ge t een beloofd vergun aan onze beecircHet ander eacuteeacuten gevoel treft ons om beider wee

PROMETHEUSGy wie uw deernis noopt den balling niet te latenHoe wreed hem t lot vervolgt hoe fel de goocircn hem hatenWat zoude ik ooit uw beecirc ontsproten uit een zuchtVan weldoen afslaan neen En gy schep eindlijk luchtBeklagenswaarde maagd wy zijn aan t eind gekomenDer rampen die uw jeugd uw onschuld overstroomenIk meldde u langs wat weg gy uit dit werelddeel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

237

t Naburig Azie zult intreecircn een tooneelVan nieuwen schrik Hier hebt ge Phorcys kroost te mijdenWien beide zon en maan t weldadig licht benijdenHet menschdom hatend en van wederzij verfoeidDoor al wat sterflijk is Een nest van slangen broeitOp t hoofd wiens aanschijn moordt Wacht wacht u haar te naderenVermijd de reuzen ook die t oevergoud vergaderenDer Arimaspias Met eacuteeacuten oog uitgerustAacircmt hun misvormd gelaat de moord- en plonderlustGy waan geen vreemdlings recht by deze monsters heiligNu opent zich voor u een landstreek meerder veiligU buigt de Egyptenaar zijn schedel zwart geblaaktDoor t zonvuur waar geen wolk een frisschen droppel slaaktHeil heil u wen de Nyl zijn zegenende golvenZal rollen voor uw oog Het lot zoo lang verbolgenBevredigt zich de grond waarop gy d eersten troostErlangt is uw gebied is t erfdeel van uw kroostZiedaar hetgeen me t lot veroorlooft u te ontdekkenEn moog die godspraak u een nieuwen moed verwekkenOf twijfelt gy en heeft mijn taal nog duisterheidSpreek waar ik helpen kan vindt me Iouml steeds bereid

DE REIHeb dank doch duld met een dat wy nog meer verwachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

238

PROMETHEUSVan t geen k heb toegezegd kunt gy u zeker achtenO telg van Inachus ten teeken dat mijn mondHier t echte vonnis van het strenge lot verkondtZal u mijn kennis zijn van reeds vervlogen tijdenk Zal hier heel d omvang niet van uw langdurig lijdenHerhalen Dat ge u slechts het uur herinnren mochtToen gy Thesprotieuml en Dodones bosch bezochtGy zaagt terwijl gy vloodt de godgeheiligde eikenHun takken neigen naar den grond en tot u reikenEn murmelen u toe h e i l g a d e v a n J u p y n Maar ach dit kon geen troost by zoo veel jammren zijnUw angst verdubbelde de wanhoop gaf u krachtenGy vloodt langs t strand der zee die volgende geslachtenBenoemen zullen naar den naam dien gy nog draagtEn ijldet naar dit oord - Gy ziet bedroefde maagdDat ik uw noodlot ken k Weet wat gy hadt te lijdenEn nog te lijden hebt maar k spel u beter tijdenDaar waar de Nyl zijn vocht aan t zilte zeenat mengtDaar snelt der goden Vorst u in t gemoet Hy wenktNu gaan uw smerten zich in louter vreugde keerenZoo ver de Nyl zich strekt zal uw geslacht regeerenEen fiere heldenstam zal spruiten uit uw schoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

239

En bloeien de eeuwen door Een hunner zal de noodMet vijftig dochteren naar Argos wederbrengenOm aan zijn broeders bloed het zijne niet te mengenVergeefs In Argos zelf vervolgt een vijftigtalVan minnaars t huwelijk dat hen verdelgen zalWant hier hier moet de nacht geen minvlam zien ontbrandenMaar tuigen mannenmoord gepleegd door vrouwenhandenSlechts eacuteeacutene eacuteeacutene enkle maagd ontziet haar echtgenootEn toont zich vrouw en waard haar afkomst uit uw schootMet haar geredden gacirc zal ze Argos rijkskroon dragenEn hy wiens heldendeugd heel t aardrijk zal gewagenDat hy verlossen moet van monsters zonder talDie me uit een foltering van eeuwen redden zalMoet spruiten uit dit bloed Zie daar den wil der godenEn t geen ik melden mag en meer is my verboden

IOumlGezegend tijdstip spoed spoed aanMaar wat bedriegelijke waan

Gelogenstraft door de angst waarvan k my voel bespringenNeen zelfs in d afgrond van het grafHoop ik geen eind aan dees mijn straf

Verheugt verheugt u hemelingenIn t geen onschuldige Iouml lijdt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

240

En gy vooral neem wraak onzaalge minnenijdk Bezwijk niet neen noch ben bestemd te stervenIk ben bestemd van smart tot smart

Van foltering in foltering te zwervenEn enkel wanhoop is de toevlucht van mijn hart

(Zy vertrekt)

DE REI - KEERMet recht o sterveling met rechtSchuwt gy een ongelijken echt

De liefde stort in onafzienbre rampenAls zy verbinden wil hetgeen het noodlot scheidt

Ge erkent u machteloos om tegen dit te kampenEn wien by u zijn gunst een troon heeft toegezeid

Slaat op geen herdersmaagd een blik van tederheid

TEGENKEERRampzalige Iouml ach uw lotSproot uit de liefde van een god

Wie dacht haar ooit gedoemd tot zulk een lijdenOm wie der goden Vorst verliefde zuchten slaakt

En wie wie zou haar thans die hooge gunst benijdenDaar Junoos minnenijd zoo vreeslijk om haar waakt

En voor de onnoozle maagd een hel van de aarde maakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

241

Slotzang

Slaat nooit op ons o goden de oogen neecircrZij ons een gacirc bestemd van uit het rijk der zeeeumln

Ons needrig hart verlangt niets meerEn siddert om de bron van Ioumlos weeeumln

PROMETHEUSEn echter zal die trots zich eenmaal diep vernederenDat hart zal beven dat geen liefde kan vertederenGeen wanhoopkreet doordringt Gy werkt uw eigen valVrijmachtbre Jupiter De vloek uws vaders zalZich eens vervullen Ja de grijze godenkoningVerstoten door zijn zoon van uit de hemelwoningMoet zich gewroken zien wanneer die zelfde zoonDoor eigen overmoed zal tuimlen van den troonUw donder moge nog verschriklijk om ons grommenEens zal zijn schrikgeluid in uwe hand verstommenUw bliksem moog nog de angst verspreiden over de aardVoor al dien praal van macht is t Noodlot niet vervaardDe kroon wankt op uw kruin gy zult uw gruwlen boetenOnmijdbaar is uw val of k zie u aan mijn voetenZiet gy den vijand niet die u verpletten moet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

242

Met vlammen ijslijker dan heel uw bliksemgloedBestormt hy uw Olymp Zijn hoofd reikt tot de starrenHy trapt van krijgsdrift en doet d afgrond opensparrenDe bergen daavren en de zee ontspringt haar bedEn gy gy stort ter neecircr Van zulk een slag ontzetZiet Pluto u vol schrik t gebied der hel betredenTerwijl het menschdom juicht dat eindelijk zijn bedenVerhoord zijn door dat Lot dat eenig t Al regeertEn dat de goden zelf als t Hem behaagt verneecircrt

DE REIWat waanzin laat laat af dus Jupiter te tergen

PROMETHEUSWat zou ik dees mijn wensch den dwingeland verbergent Is waarheid wat k verkond Daar leeft een hooger machtUit wie de zijne daalt

DE REIMaar nog nog heeft hy kracht

U om zoo stout een taal op t ijslijkst te kastijden

PROMETHEUSMijn dood vermag hy niet en k heb geleerd te lijden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

243

Verneecircre zich wie wil voor dwingelandentrotsPrometheus kent geen vrees zijn boezem is van rotsWanneer het rechten geldt die hy niet mag verzaken -Maar k zie Mercurius dit eenzaam oord genakenWat of zijn komst ons brengt - De bode van JupynDen Oppervorst der goocircn zal hy niet lang meer zijn

Zevende en laatste tooneel

PROMETHEUS DE REI MERCURIUS

MERCURIUSHardnekkige wiens list het heiligste aan dorst randenEn goocircn verachten die met doemenswaarde handenHet vuur tot hunne dienst ontglommen aan t geslachtDer slijkbewoonren als uw eigen weldaad brachtDe Koning van de goocircn gebiedt u my te meldenWat gruwzaam huwelijk uw woeste orakels speldenDat hem van t wettig rijk een dag verstoten zouk Verwacht Prometheus hier geen tegenstand OntvouwDe waarheid zonder kunst en trouweloos verdichtenOf waant gy dat Jupyn voor uwen wil zal zwichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

244

PROMETHEUSk Erken in deze taal en schaamtloos trotschen toonDen zendling van een Vorst zijn scepter ongewoonOnnooslen waant u vrij in uwe hemelwallenBeveiligd tegen t lot k Zag reeds twee goden vallenEn zinken van hun troon in d afgrond Dieper schandVerwacht by sneller val den derden dwingelandEn my my zou t geweld dier pas verheven godenDoen siddren Mijn gemoed zich krommen voor die snoodenGa Jongling keer te rug naar die u herwaarts zondHet antwoord dat gy vergt komt nimmer uit mijn mond

MERCURIUSDie hoogmoed heeft sints lang u t levenszoet verbitterd

PROMETHEUSVoor al den hemelglans waarvan uw slaafschheid schittertRuilde ik de wreedheid niet van t noodlot dat ik lijGeketend aan dees rots mijn foltertuig maar vrijZie k met verachting neecircr op u en uws gelijkenDie voor dit nieuw gezag met kruipende eerbied wijken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

245

MERCURIUSZoo is de droeve staat waarin gy thans verkwijntNog zalig in uw oog zoo t uit uw reednen schijnt

PROMETHEUSTreff zulk een zaligheid mijn vijanden k BenijdeU t laf genoegen dier bekentnis niet ja k lijdeEn plagen zoo als gy verdiend hadt te ondergaan

MERCURIUSHoe ik Wat heb ik toch tot uwe ramp misdaan

PROMETHEUSMijn fel getergde haat kan geen der goocircn verschoonenDie met een ijzren hart mijn braafheid dus beloonen

MERCURIUSWat woeste ziekte heeft uw geestkracht dus ontsteld

PROMETHEUSDe haat voor laagheid en voor wetteloos geweld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

246

MERCURIUSO zoo gy heerscher waart wat lot werd ons beschoren

PROMETHEUSHelaas

MERCURIUSIn t hemelsch hof doet nooit zich weeklacht hooren

PROMETHEUSDe tijd treedt langzaam voort en voert mijn antwoord meecirc

MERCURIUSZoo weigert gy dan steeds voldoening aan mijn beecircEn laat my zonder vrucht gelijk een slaaf hier wachten

PROMETHEUSSlaaf zijt ge en als een slaaf zal ik u immer achtenMaar wat toch geeft u hoop dat ik verandren zalVoor dat dees vuige boei van om mijn leden vallGeen straf geen pijniging geen ons bedachte vondenDoen ooit mijn veege borst de orakelstem verkondenZoo plettere de schicht des Donderaars mijn kruin

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

247

En keer zijn dolle storm heel t aardrijk tot een puinIk buig niet en t geheim dat hem zoo wreed doet zorgenBlijft voor zijn angstig oog zoo lang hy heerscht verborgen

MERCURIUSWat baat dit aan uw leed

PROMETHEUSIk heb het dus bepaald

MERCURIUSOntzie de stormen die den weg waarop gy dwaaltBedreigen en keer weecircr

PROMETHEUSO staak dit ijdel pogen

Gy hadt dees strandrots eer dan mijn gemoed bewogenIk voer geen vrouwenbloed om bevend voor een troonTe knielen of den glans van een geroofde kroonTe aanbidden recht en eer lafhartig te verlatenEn smeken om de gunst van wien k het felst moet hatenIn zulk een gruwelstuk vervalt Prometheus niet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

248

MERCURIUSVergeefsch dan is de raad dien u mijn vriendschap biedtGeen rede kan het staal van uw gemoed doordringenMaar vruchtloos worstelt gy om u den nood te ontwringenAls t jong en vurig ros dat in zijn teugels woedtAls hy zult ge in het end bezwijken De overmoedBaat weinig waar geen macht gereed staat haar te sterkenDoch is geen bede in staat uw redding te bewerkenZoo hoor voor t minst het lot verhonderdvuldigd wreedDat langer tegenstand u zal berokknen WeetDat Jupiter dees rots van uit zijn wortel rukkenU zelven door de lucht geslingerd met zijn stukkenGeen rustplaats gunnen zal dan in het diepst der helDaar opent zich voor u een nieuwe jammrenwelDaar zult ge uw vrijheid nog in schrikbrer boei betreurenDaar zal u de adelaar het ingewand verscheurenHerlevend telkens tot vernieuwing van een pijnUw godenleven lang bestemd uw straf te zijnZoo niet een held verrijst die in het rijk der plagenMet onvertsaagden voet zich levende durft wagenEn u te rug voert in het lang gemiste lichtBeraad u naar dit kort maar onvervalscht berichtDer toekomst t Past geen god door Jupiter gezonden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

249

Verachtbre striktaal voor orakels te verkondenEn o dat niet altoos onbuigbre hovaardijU meer dan wijsheid meer dan heel uw aanzijn zij

DE REIUw rede zendling van Jupyn heeft ons bewogenJa overdreven trots Prometheus blindt u de oogenDurf ze oopnen t Is den man die wijsheid mint geen schandZich te onderwerpen aan den invloed van t verstand

PROMETHEUSOm my mijn toekomst te openbaren

Had ik geen hemelboocirc van nooden k Ken JupynWat dan zijn felste haat kon my beschoren zijnHet onweecircr moog zich om mijn hoofd vergacircren

Ontbrand de bliksem van rondomEn laat zich t woedende gegrom

Der stormen aan t geknal des schorren donders parenDe bevende aarde splijte en oopne zich de hel

En dat de zee tot aan de wolken zwellLaat my die zelfde schok in t diepst des afgronds voerenWaar een onbreekbre band mijn leden klemmen zal

Geen kwelling zal mijn vrij gemoed ontroerenMijn leven en mijn wil zijn hooger dan t geval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

250

MERCURIUSZijn onbetembre zinnen dwalenDe vrees der opgehoopte kwalen

Die hem bedreigen voert de rede hem niet weecircrGy schoone Nimfenrei wier troost hem bijstaat keerNaar veilger oord en dat een snelle vlucht u hoedeVoor t enkele geraas van s hemelskonings woede

DE REIWy volgen nimmer dezen raad

Hy is ondraaglijk aan onze oorenIk heb den lafaart steeds gehaatDie d ongelukkige overlaat

Aan t onheil dat hem staat beschorenWy deelen in zijn jammerlijken staat

En kozen kon het zijn eer met den held te snevenDan met den smet van snood verraad te leven

MERCURIUSZoo wijt u zelve t kwaad dat u bereiken moogEn waagt het nimmer op Jupyn de schuld te ladenAls of t u dreigend leed ontgaan was aan uw oogGewaarschuwd voor zijn toorn zijt gy t die onberaden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

251

U in gevaren storten gaatWaarin geen naberouw uw roekeloosheid baat

(Hy vertrekt)

PROMETHEUSDe godspraak wordt vervuld de daavrende aarde

Scheurt weg het bliksemvuur dat zich aan t zwerk vergaardeIs losgebroken en geheel de trans ontgloeit

De donder gromt de noodstorm loeitHet stof stijgt op in reuzige kolommen

De zee ontwassen aan haar perk is opgeklommenTot aan de hemelen die neigen tot hun val

t Is alles zaamgespannen in t HeelalOm mijn gemoed tot slavernij te dwingen

Gy Godheid waar k uit wierd die over stervelingenEn goden t alziend oog de tijden door laat gaanGetuig gy wat ik lijde en wat ik heb misdaan

(Hy verdwijnt)

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

252

Cassandraas voorzeggingEen fragment uit Eschylus Agamemnon

CLYTEMNESTRA CASSANDRA DE REI

CLYTEMNESTRA tot CassandraStijg af en volg mijn schreecircn Cassandra Zoo de goocircnU redloos teisterden met Trojes staat en troonEn doemden tot slavin by t zinken van haar wallenGeen harde slavernij is u te beurt gevallenJa kluisters vielen vaak ten deel aan t edelst bloedHeeft niet ook Hercules des noodlots toorn geboetEn ketenen getorscht - Bevoorrecht moogt ge u roemenDat gy geen anderen dan Vorsten heer moet noemenVerplettend is de last van opgekomen machtDe hand den toom gewoon der heerschappij is zacht

DE REIVerstandig is dees taal Gy vreemde leer de slagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

253

Van t noodlot met geduld (het morren baat niet) dragen

CLYTEMNESTRAZy onderwerpe zich aan een onmijdbre smartDe troost dien ik haar bied dringt zeker haar door t hartZoo slechts t barbaarsch gehoor zich aan de Grieksche klankenNiet weigere

DE REI tot CassandraGy moogt uw koninginne danken

Voor zulk een wijzen raad en volgen dien gedwee

CLYTEMNESTRAk Heb reeds te veel vertoefd Reeds bracht men t offerveeBy t plechtig feestaltaar Erkentlijk vier ik hedenDen dag der wederkomst zoo vurig afgebeden

(Tot Cassandra)

Gy doe u voor het minst door teekenen verstaanZoo de uitdruk u ontbreekt

DE REIk Ben met haar lot begaan

Aan taal en zeden vreemd heeft zy hier hulp van nooden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

254

CLYTEMNESTRAWeecircrspannig toont zy zich aan t vonnis van de godenEn om den val van Troje is ze innig nog verwoedDus poogt zich t vurig ros bespat met schuim en bloedTe ontworstlen aan de hand des ruiters Wat kan t batenBedaar haar ijdle drift Voor my k moet u verlaten

(Zy vertrekt)

DE REIGeen wrevel vult ons hart maar deernis met uw rouwGeef onze stem gehoor stijg af rampzaalge vrouw

CASSANDRAUw bijstand smeeke ik God der dagen

DE REIHoe durft ge van Apol in dees uw toestand wagen

CASSANDRAApol uw bijstand roepe ik aan

DE REIWat klanken doet gy ons verstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

255

Men roept dien god niet aan om zich van leed te vrijdenDie uitgalm dient tot niets dan om zijn naam te ontwijden

CASSANDRAToon u dees dag voor t eerst weldadig jegens myApol Apol uw bijstand heb k van nooden

DE REIDe toekomst vult haar t hart Nog in de slavernijVoelt zy zich weggesleept door d invloed van de goden

CASSANDRAApol waar heeft my t lot geleidApol wat leed wordt my bereid

Waar ben ik In wat oord ben ik gelast te woonen

DE REIGy zijt aan t hof van Koning Atreus Zonen

CASSANDRAO schrikkelijke naam Zoo ben ik in het oordWaarop de vloek rust aller godent Verblijf der meest ontmenschte snoden

Waar alles steeds getuigt van gruwelen en moord

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

256

DE REINog deed de tijd het bloed hier eens gestort niet droogenDer vreemde Wichlares gloeit deze smet in de oogen

CASSANDRAZiet gy die kinderen niet zweven langs de wandDie Wraakzuchts godvergeten hand

Deed sneven en voor spijs den vader voor dorst zetten

DE REILaat af o Wichlares Wil t hart ons niet verplettenMet die herinnering We erkennen in uw mondDe ware orakeltaal maar spaar ze ons op dees stond

CASSANDRAk Zal niet meer reppen van t voorleden

De toekomst die ik zie voert erger gruwlen meecircPaleis van Atreus stam tooneel van ijslijkheden

Verwacht verwacht een nieuwe zeeVan jammeren niet af te weeren -

Die ze eacuteeacutenig weeren kon ziet gy helaas niet keeren1

1 Orestes Agamemnons zoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

257

DE REIHoe moet ik deze taal dees duistre taal verstaan

CASSANDRAVerraderes wat vangt gy aan

Hoe is mijn mond in staat uw misdaad uit te sprekenO met hoe valsch een voorhoofd spoedtGe uw Egacirc juichend in t gemoet

Uw eene hand omhelst en de andere stort bloed -Mijn stem gy weigert u Mijn oogen k voel u breken

DE REIDe klanken die gy slaakt zijn telkens meer verward

CASSANDRAHoe pijnigt t geen ik zie mijn hart -De hel de hel-zelf legt hier lagenEn broeit een nooit gehoord verraad

Hier moet een vrouw den aanslag wagenEn drukken hem aan t hart dien zy vermoorden gaatHeft heft den vloekkreet aan ocirc eerbiedwaarde grijzenEn doet uw stad van haar beheerschers ijzen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

258

DE REIEen vloekkreet op dit huis Wat vergt gy van mijn trouwOnthou ons zulk een taal meecirclijdenswaarde vrouwMaar hemel waar van daan verbleeken my de wangenVan welk een angst voel ik mijn boezem prangen

Of t ware een doodelijke slagMijn oogen dicht sloot voor den dag

Iets gruwzaams schijnt voorwaar ons over t hoofd te hangen

CASSANDRAWat draalt ge Ontrukt ontrukt den Vorst

Aan de armen van een trouwelooze GadeEer zy zich in de stroomen badeVan t bloed waarnaar de wraakzucht dorst

DE REIO duistre orakeltaal die ik niet uit mag leggen

Ik sidder voor uw donkren zinAch t geen ons Wichelaars voorzeggenHeeft al te zelden voorspoed in

CASSANDRAO mijn te lang gerekte dagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

259

Zou k om het vreeslijk eind niet klagenDat u op vreemden bodem wacht

Op Trooischen grond mocht ik niet stervenO ongelukkig Vorst gy hebt my hier gebrachtOm met u t levenslicht te derven

DE REIWat god bezielt den toon die uit uw boezem weltDe zangerige stem die dus in klachten smeltIs als de stem der nachtegalenWanneer ze t nooit vergeten leedEn Itys noodlot al te wreed

Aan t luisterende bosch herhalen

CASSANDRAUw lot is zacht by t mijn o Philomeel

Het godendom meecircwarig met uw klachtenDeed u op dunne vleugelschachtenHet hartverscheurende tooneel

Ontvlieden en door kweelende gezangenDen doffen wanhoopkreet vervangenEn my Weet gy wat lot my wacht

Te stikken in mijn bloed door monsters omgebracht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

260

DE REIWat zwarte toekomst doet ge ons vreezenMaar hoe betoovert ge ons gehoor

Een godlijke invloed straalt in al uw woorden doorHetgeen gy spelt moet waarheid wezen

CASSANDRAO Paris Paris ijslijk boetOns droef geslacht uw overmoed -

Scamander wiens verlaten stroomenNog rood zien van het Trooische bloedOntfang mijn verren afscheidsgroet

De tijd is in het end gekomenDat my Cocytus sombre boordDe wichlarijen slaken hoort

Zoo vaak versmaad in uw nabijheidToen ik den val voorzag van Trojes roem en vrijheid

DE REIHelaas het blijkt het blijkt te zeer

Dat ge ons iets ijslijks hebt te spellenk Bevroed het uit dien toon van wanhoop maar nog meerUit de angsten die mijn eigen hart beknellen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

261

CASSANDRAO afschrikbarend lot van een gevallen stad

O Troje Troje vruchtloos hadMijn vader uw behoud door zoo veel duizendtallen

Van offeranden afgebeecircnIk zag helaas uw muren vallenUw vorsten in het stof vertreecircn

Uw vorsten wie de goocircn als heel hun rijk verfoeienMijn bloed alleen ontbrak hun woede nog t zal vloeien

DE REIHoe kwelt die godheid u wier adem u bezieltDie invloed is geen gunst maar foltring niet te dragenDe komst vooruit te zien van zulke schrikbre dagenVerdubbelt slechts het kwaad terwijl t de hoop vernielt

CASSANDRAWelaan mijn angstig hart van sombre orakels zwangerGeev zich in t einde lucht k Omwikkel thans niet langerDe waarheid die ik zie in woordenduisterheidVerschijne dan voor u de toekomst ons bereidGy volgt mijn schreecircn en voer mijn hand u tot de boordenDiens Oceaans van ramp die al te dra deze oorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

262

Moet overweldigen - Herdenkt den vroeger tijdIs is dit schrikpaleis niet aan den vloek gewijdDer Eumenieden Ziet den roodgevlekten drempelOmzwerven zy verwoed en merken met den stempelDer onontgaanbre wraak geheel dit schendig oordTooneel van broederhaat van overspel en moordEn kinderslachting die de Zon terug deed tredenWel nu ben k onderricht van t weggesneld voorledenSlaat men mijn wichlarij nog roekloos in den windZiet ge enkel in dees taal een vrouw van smart ontzindEn kent gy d invloed van een godheid niet Spreekt grijzenDeelt me uw gevoelens meecirc

DE REIUw woorden doen my ijzen

Ach verg niet dat ik spreek Van d overkant der zeeKwaamt gy Wie leerde u dus t aloud en erflijk weeVan Argos Koningstam

CASSANDRAU heb k die gunst te danken

Apol Uw aacircm bezielt dees borst met hemelklankenEn t menschdom niettemin is voor mijn woorden doof

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

263

DE REIHelaas maar al te veel verdient gy zijn geloof

CASSANDRAOp nieuw grijpt my de geest der godheid aan De dagenDer toekomst dreigen wraak en naadren zwaecircr van plagenZijn niet die knapen die den ingang van t paleisBewaken uit het graf herrezen om den eischVan t Lot voldaan te zien en hunnen moord gewrokenO slaat de houding gacirc dier onverzoende spokenZy wijzen op den disch die met hun vleesch en bloedBeladen (groote goocircn) hun vader heeft gevoedDe schuld uws vaders gaat gy boeten o mijn KoningEen wolf verhit op moord sloop in de vorstenwoningEn loert daar in den nacht gewikkeld van t verraadHet lang berekend uur der wraak af Ach het slaatGy valt doorluchte Vorst Verwinnaar der TrojanenGy valt Uwe echtgenoot die met geveinsde tranenU in haar armen drukt biedt offers aan de goocircnVan vreugde dat ze in t end haar Gade in t rijk der doocircnMag neecircr doen storten O voorbeeldelooze woedeO opzet bloediger dan immer tijger broeddeO vrouw vloekwaarder dan Charybdis als haar schoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

264

Den scheepling inzwelgt en weecircr opgeeft aan den doodUw naam te noemen is me een gruwel Ja de zegenIs u Gy roept die uit en de afgrond juicht u tegenGy siddert eedle rei maar twijfelt aan mijn reecircnHoe sluit gy de oogen nog voor t licht Wat zeg ik neenHoud houd dien twijfel vast te dra zult gy hem dervenEn ik mijn wichlarij bezeeglen met te sterven

DE REIIk ken de gruwlen die gy meldt Thyestes dischEn al t onschuldig bloed dat hier vergoten isMaar ach wat baat het u een toekomst te verkondenWaarvoor ons hart zich sluit en die t niet kan doorgronden

CASSANDRADat Agamemnon nog op heden sterven moetZie daar wat ik u spel

DE REIDat ons de Hemel hoed

CASSANDRAKan t woord eens stervelings den wil van t Lot doen falen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

265

DE REINeen maar kent gy dien wil Ook wichlaars kunnen dwalen

CASSANDRAO hemel welk een vlam doortintelt mijn gemoedDe dwang der godheid is t die my nog spreken doetIk zie de tijgerin den fieren Woudvorst zoekenIn blakend ongeduld elk oogwenk toevens vloekenDe laffe deelgenoot van haar ontuchtig bedEgisth verzelt haar schreecircn de dolken zijn gewetHun zegepraal genaakt uw sterfstond is gekomenO Argos groote Vorst en ook mijn bloed gaat stroomen -Weg dorre kransen en gy ijdle wichlaarstafLig daar Wat baat ge my in t naar my gapend grafWat hebt ge my gebaat in t bloeien van mijn levenToen ik de heilge gaaf my door de goocircn gegevenVan vijand beide en vriend miskend zag en bespotTerwijl mijn hooploos hart den wil doorzag van t lotOnzaalge hulsels weg Versiert eens anders harenGy kunt een andre kruin thans met het leed bezwarenDat zoo lang woog op my Hier hier wenkt my de handDes langgewenschten doods Ver van mijn vaderlandVerrees in dezen dag de laatste van mijn dagen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

266

Want zelfs aan t vlietend bloed van mijn vermoorde magenDe stroomen van het mijn te mengen werd me ontzeidEn k werd gespaard voor t lot dat me op dees grond verbeidtDoch onze laatste zucht zal niet met d aacircm der windenVervliegen en onze asch haar wreker eenmaal vindenMijn Koning t Is uw zoon thans zwervende over de aardHem voert een godheid hier om t onmeecircdoogend zwaardZijn moeder door het hart te stooten tot verzoeningDer felvertoornde goocircn en onze wraakvoldoening -Maar k staak mijn klacht in t end De dood is my geen leedZag k niet den val van Troje - Ach die haar zinken deedDerft dra met my het licht Verwinnaar en gevallenHervinden zich in t graf eacuteeacuten lot vereacuteeacutent ons allenZoo vloeie dan mijn bloed het kwijnend lichaam uitEn spoed u stervensuur O reeds van zelven sluitMijn oog zich voor deze aard en al haar ijslijkhedenVerblijf der rust ontfang me Ik heb te lang geleden

DE REIO ongelukkige het zij ge waarheid meldtHet zij zich uw gemoed met hersenschimmen kweltMaar hemel waar van daan by de aaklige bewustheidVan t dreigendste gevaar die wondre zielsgerustheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

267

CASSANDRAMijn uiteinde is bestemd k zie t naadren zonder schrikGelatenheid verzoet het stervensoogenblik

DE REIO stervling leer van haar zoo lang des voorspoeds dagenZacht henenrollen u in t onheil meecirc gedragen

CASSANDRAO mijn verdelgd geslacht t uur onzes weecircrziens slaat

(Zij wil in het paleis treden maar deinst met afgrijzen terug)

O gruwel

DE REIWichlares Wat nieuwe siddring gaat

U aan dat zich uw tred niet op den drempel veste

CASSANDRAt Is de adem van den dood die reeds dit oord verpestte

DE REIO overmaat van schrik

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

268

CASSANDRAk Verlate u in het end

t Geen thans gebeuren gaat maakte u mijn mond bekendHerdenkt my Grijzen als ons beider bloed zal stroomenHerdenkt my als de tijd der hemelwraak zal komenWanneer uws konings kroost der overspeelren bloedAan vaders gramme schim ten offer plengen moetHerdenkt my dan en tuigt Cassandraas laatste klankenEeacuten woord nog Aan den god wien ik de gaaf moet dankenDier droeve wichelkunst met zoo veel leeds betaaldO Zonnegod wiens gloed my hier voor t laatst bestraaltDoe haast den dag der wraak aan deze kim ontluikenDag die der snooden trots en zegepraal zal fnuikenGekwetste vorsteneer herstellen en dit oordBevrijden van den smet van laffen vrouwenmoord -Zoo is het menschlijk lot Het heden te vertrouwenIs op de wenteling der holle zee te bouwenDenk stervling aan de les van reeds beproefden noodEn midden in uw heil wacht tegenspoed en dood

(Zy ijlt naar binnen)

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

269

Het treurspel (Ode)

Aartsengelin die van Gods zijGevlogen uw aanbidbre heerschappijOp ons vervallen stervelingenAls op de reine hemelkringenOnwederstaanbaar werken doet

O Dichtkunst tolk van God in t u gewijd gemoedLust het u soms de blanke Cherubsveecircren

Van uit de hoogste hemelsfeerenNaar onzen stofklomp uit te slaan

Lust het u soms in schraler lucht te zwevenOm met een nieuw een Godlijk leven

Te zaligen zoo ver uw wenk kan gaan

O neen Wat zeg k het ware u honenUw vlucht te lokken naar deze aard

Hoe zou de hemelklank dier toonen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

270

Voor de Englen Gods alleen bewaardDie klank waar Zijn volkomenhedenZich spiegelen in al haar pracht

Voor dit ons uitgedord benedenZich wederscheppen in zijn kracht

Voor altoos weekt gy van deze aardeMet al de weldaacircn die gy baardeMet ware schoonheid deugd en recht

En thans eacuteeacuten toon van u die in verheevner ordenGeheele werelden doet worden

Deed ons onheiligen aan aardsche lust gehechtMet heel deze aarde in t niet waaruit wy werden zinken

Doch o is t voor het minst geen al te stout bestaanDien toon hoe flaauw ook na te klinken

Is t met der schoonheids rijk voor eeuwig niet gedaanIs t niet vergeefsch dat West en NoordenZich paren aan de weeldrige oordenVan t door God zelf geheiligd Oost

Om door hun vlammende gezangenUwe albezieling te vervangenBy t u onwaardig menschenkroost

Verkond ons wie der Kunstgodinnen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

271

In Griek en Romers tempeltinnenMet heidensche offers aangebeecircn

Na u dien troon op de aarde mocht bekleecircnVan waar gy eacuteeacutenmaal zelf het menschlijk harte roerdetVerhieft vergeestlijktet en aan Gods voeten voerdet

Wien hoort de glans dier zegepraalIs t Clio wier manhafte taal

Den roem van s aardrijks vroegste tijdenAan t laatste nageslacht verkondtDie door des blinden dichters mondHet plekjen waar eens Troje stond

Aan de eeuwigheid vermag te wijdenEen rij van koningen een fiere heldenstoetDien ze uit het graf herroept en ons aanbidden doet

Kent haar de zege toe Zy vlechten hun laurierenStemt gy het meecirc in eacuteeacuten om Clioos kruin te sieren

Maar neen een andre toon ontstaatEuterpe roert de gouden snarenDaar treedt zy voor met losse haren

De Godheid in het oog die door haar spreken gaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

272

Zy zingt Het aardrijk is verdwenent Verleden en de toekomst smelt in eacuteeacutenen

De hemel opent zich voor t menschdom t Is te veelGeen stervling viel de kracht ten deel

Haar stouten hemelvaart te teugelenOf t spoor te volgen van haar vleugelen

De ziel verliest zich in die vluchtErkent haar machtloosheid en stort in lager lucht

Gy zijt het Melpomeen de kroon past op uw harenU zij het dichterlijk gebied

U die den gloed der lierzang weet te parenAan t grootsch geluid van t heldenlied

O weigert gy niet aan deze oordenDien toon der hooge heemlen lust

O tokkelt ge die zilvren koordenWaar op der heemlen waarheid rust

Ge ontrukt ge ontrukt ons aan ons zelvenGy voert ons tot de stargewelven

Tot voor dat licht waar meecirc Gods Almacht zich omhultGy kent en gy verkondt die wegenWaardoor Zijn vonnis of Zijn zegenZich in dit jammerdal vervult

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

273

Maar hoe wat bloed- wat treur- wat schriktoneelenMeestres van t diep geschokte hartDie door het knijpen zelfs der smart

De ziel te boeien weet te streelenWat ijslijkheden voert ge ons aan

Hier broeders heet op t bloed van broedersDaar aan zich zelve ontvallen moeders

Die aan haar eigen kroost verwoede handen slaanHier vorsten by den troon geborenTer neecircr gebliksemd van dien troon

Daar de eer die braafheid scheen beschorenOntwijd aan gruwelen ten loon

Wat vreemde tegenstrijdighedenDoor t sterfelijk verstand bestredenEn die ge t weggesleept gemoedErkennen en aanbidden doet

Want zwevende op azuren wolkenOntdekt gy d opgetogen volkent Ontzachelijk geheim van t Lot

En wijst by t stroomen onzer tranen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

274

By t bulderen der driftorkanenOp de Alvoorzienigheid van God

De loop van werelden en tijdenDus leert ge is door eacuteeacuten woord voor de eeuwigheid beschiktEn t eens bestemde lot blijft pal en onverwrikt

Den slag door dit gedreigd te mijdenIs boven t perk der menschlijkheid

En al die standverwisselingenDie zich elk oogenblik verdringen

Geleiden ons naar t heil door Zijn genacirc bereid

Verheven rei van s Oudheids treurspeldichterenVan schoon- van groot- van waarheidstichterenEn gy vooral doorluchte dichtrenvorstO Eschylus uw stoute dichtvlucht dorstHet spoor tot hooger waarheecircn banenDan blinde heidnenzielen wanenDe zetel van hun valsche goocircnSchokte op het galmen van uw toon

Uit hooger ja uit hemelsche oordenDrong met den klank van uwe woordenEen straal van waarheid in het hart

Verheffend voor den geest en balsem voor de smartZoo Dichtkunst voegt het u te loven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

275

De traan in t oog het oog gericht naar bovenBezield met heldenkracht op vorstengrootheid fier

Gy zijt het Melpomeen de kroon past op uw hairenDat dan die kroon uw hairen sier

En roere uw Zustrenrei ter uwer eer de snarenTer uwer eer Tot die van GodVan Hem die heel des werelds lot

Met eacuteeacutenen wenk bestemde in eacuteeacuten hand houdt omslotenVan Hem uit wien de glorie daaltDie om het hoofd van Vorsten straalt

Waarvan Zijn hand het eacuteeacutenig kan ontblotenVan Hem die zegent Hem die wreektWiens invloed in den dichter spreekt

Wanneer het woudgediert zich opdringt aan zijn kluisterenHet stof zelf zich bezielt en aarde en heemlen luisteren

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

276

Liefde

In d eersten gloed der jeugd wen t ligt getroffen hartDe prikkling van t vermaak en t knellen van de smartIn al hun kracht ontfangt wanneer de driften woelenDoor heel ons aanzijn en de Godheid doen gevoelenDie noopt tot zaligheid - wat voorwerp heeft natuurDen dichter waardiger dan liefde uw hemelsch vuurVoor u dan klink mijn zang Geliefde zanggodinnenBezielt me k ga een lied het lied der jeugd beginnen

Wie zijt ge hemeltelg wier goddelijke gloedt Heelal in wezen houdt Wat drift de boezem voedVan u is de edelste de heiligste van allenVan u de machtigste By duizend duizendtallenBiedt u het menschdom dag aan dag het offer aan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

277

Van harten die voor u voor u-alleenig slaanUw aacircm is heeter dan de gloed der hemeldakenWen Sirius gesternt het aardrijk dor doet blakenDe drift die op uw wenk het ziedend hart vervoertIs woester dan de orkaan die d Oceaan beroert

Wie zijt ge hemeltelg Uw frissche myrtenkransenZijn duizendwerf meer waard dan de onbetrouwbre glansenDer kroon De vorstlijke eik de slanke populierVerneecircren voor uw myrt hun fierheid De laurierBeschaduwt s dichters hoofd om zich aan haar te parenAanschouw de menigte die zich om uw altarenVerdringt Het bleek gelaat getuigt de minnesmartDie merg en bloed verteert gekoesterd in het hartDes krijgsmans woestheid is in tranen weggezonkenUit de oogen die alleen van oorlogsijver blonkenZijn moordlust is gesmoord hy ademde in de luchtDie in dees streken speelt een liefelijker zuchtVerg dichter van uw lier geen moedige oorlogszangenHet kwelend liefdelied heeft die van zelf vervangenEn alles stemt te zaacircm om d invloed van de minTe zingen alles roept haar dierbre gunsten in

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

278

Wie zijt ge hemeltelg Wat dit uw alvermogenDaal neecircr aanbidlijke voor onze aanbiddende oogenEen lentekoelte waait en spreidt zijn ambergeurDoor t trillende geboomt de frissche grond stort keurVan bloemen alles aacircmt een nieuw een beter levenWat ruischt gy golfjes door een teedre lust gedrevenEn spat in schuim op En gy zoete melodyVan t tjilpend pluimgediert spreek wat verkondigt gyWees welkom heilgodes gy nadert uit den hoogenVerblindend is uw glans uw schoonheid voor onze oogenMaar ja wy kennen u des hemels oudste kroostDoor wie het menschdom werd en die zijn jammren troostGeen kind vol wreedheid dat met dartelende handenVermaak schept met zijn gif het weecircrloos hart te brandenO neen een engelin die waar haar voetstap naaktHet doode levend en wat leeft gelukkig maaktGelukkig duizendmaal op wien uw gaven dalenWie al de schatten van een wereld niet betalenGelukkig duizendmaal wiens uiterste ademtochtAan u geheiligd uw gezegend heil bekochtVergeefs misgunt een zee u de allerzoetste kussenLeander zou haar woede uw brandend minvuur blusschenUw arm tart golf en storm en overwint de nood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

279

Verhonderdvoudigt uw geluk maar zelfs de doodWaar zoet mag Heroos hart er t offer van ontfangen

O mocht mijn boezem eens zich aan uw boezem prangenNaar wie mijn hart vergeefs sints de eerste kindschheid zuchtWier tooverbeeld me omzweeft wier wezen my ontvluchtk Zou door het bruisschen heen der opgezette barenMy storten in uw arm ja duizend doodsgevarenTrotseeren om eacuteeacuten blik van uw aanminnig oogDe roem van oorlogsmoed de roem der kunst klinkt hoogEn zoet weecircrgalmt haar stem in vrijgeboren hartenMaar ach wat is dat zoet by t heil ja by de smartenDer liefde Lauwerkrans die t dichtrenhoofd omvlechtWas ooit mijn jeugdig hart aan uw bezit gehechtt Waar om u met dit hart der schoonheid aan te bieden

Maar gy o Engelin wat spoedt gy ons te ontvliedenU danken we u alleen wat de aard tot hemel maaktVerleen uw bijzijn aan den dankgalm dien zy slaaktMaar neen gy toeft niet moecirc van t nietig stofgewemelSpreidt gy den goudglans van uw wieken uit ten hemelOns oog verliest u in zijn bogen voer de beecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

280

Van t onvoldane hart voor t minste met u meecircIk vraag geen aardsche macht noch ligt vergankbre schattenDie onrust zonder maat geen rein geluk bevattenIk hijg naar t heil van een door u gezegelde echtO mag ik heel den loop mijns levens aan het rechtTer Godgeliefde dienst van d onderdrukten wijdenZoo laat my voor die zaak de felste rampen lijdenIk ben gelukkig k ben verheven boven de aardZoo gy my slechts een bloem op dit mijn pad bespaart

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

281

Aan Bilderdijk by het afsterven van zijn zoon Julius Willem

Ja TRANEN ZIJN ONS DEEL OP AARDEn wat de weg des levens baart

Is distel voor den voet en voor de lippen alsemHier treffen slagen waar wy treecircnHier groeien jammren rondom heen

En de aarde die ze teelt teelt voor ons leed geen balsem

Dit klonk uw lier doorluchte BardZoo vroeg reeds aan de wrangste smart

t Hardnekkigst lijden prooi gegevenDit klonk die lier wier melodySteeds somber maar steeds groot en vrij

De waarheid in den toon der Poezy deed leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

282

Gy wachtte sints uw eerste jeugdVan geen ontluisterde aarde vreugd

Dan die geboren wordt uit moed en plichtsbetrachtingGewapend tegen t grimmig lotMet onbeperkte hoop op God

En met de toovermacht der Dichtkunst tot verzachting

Ach t was geen aardsche tegenspoedDie zulk een steun die zulk een moed

In d eedlen boezem kon verwrikkenDes noodlots toorn verzelde uw schreecircnGy zaagt haar dreigende om u heenMet onverzette blikken

Maar ach een ijsselijker slagDan al wat jammer heeten mag

Trof uw in t leed vergrijsde hairenEen slag o God O had mijn bloedDen eisch van t ijzren lot geboet

Het had gestroomd om hem uw hoofd te sparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

283

Vergeefs ontzag het brandende OostOntzag de storm het dierbaar kroost

Dat aan den boezem snelt te lang van hem gescheidenDe dood staat van haar prooi niet afEn de akelige toon van t graf

Vervangt het welkomstlied wiens galmen hem verbeidden

Wie zal wie kan het thans bestaanDe bittre hartverscheurbre traan

Die op de wangen brandt der ouderen te drogenWie spreekt hier ijdle troostreecircn uitVerzwolgen in het smartgeluid

Waarin de spraak verstikt by t onbescheiden pogen

Neen wie uw zielsgevoel verstaatStort hier geen machtelooze maat

Om de overstelpte borst aan t foltrend wee te ontscheurenZijn lier omfloersd met treurend zwartGeeft slechts den doffen toon der smart

En wat zijn hart vermag is met het uw te treuren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

284

Van U alleen o God komt troostGy geeft en gy herneemt het kroost

Waar t ingewand aan kleeft de ziel in leeft der ouderenIs niet van U en ramp en vreugdEn t aardsche lijden zelfs der deugd

Verlicht niet Gy den last van de afgetobde schouderen

Van uit Uw alomvattend HofWaar t alles juicht in Uwen lof

Slaat Gy Uw droeve kinders gadeEn uit de diepste kolk der smartVerheft Uw hand weecircr t zinkend hart

En de Englen loven Uw genade

Der troostelooze moeders zuchtZal niet versmelten in de lucht

Maar voor Uw glansrijk aanzijn stijgenDe kreet des vaders om zijn zoonDringt door o God tot voor Uw troon

En doet de hemelvreugde zwijgen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

285

De geest des afgestorvnen leeftDe geest des afgestorvnen zweeft

Naby het kwijnend moederharteZijn geest omzweeft dat achtbaar hoofdIn leedverduring afgesloofd

En lenigt ongezien zijn smarte

Ja heilbocirc van Gods oppermachtZal hy in schaduw van den nacht

U t uur verkondigen dat onzen boei moet slakenDen heildag die het gantsch HeelalIn d eacuteeacutenen God vereenen zal

En in der schepslen heil des Scheppers werk volmaken

1819

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

286

By het openbaar examen der Nederlandsche Portugeesch-Israelitischearmenschool 17 Mei 1820

Voorzang

1

Gezegend Gy die ons het leven gaaftWy danken U voor t uit U spruitend levenWy danken U die de armen troost en laaft

Om t geen Ge ons meer dan t leven hebt gegevenOntfang den toon dien U onze onmacht biedtIn U begint in U voleindt ons lied

2

Weldadigheid houdt hoogtijd op dees dagOp dezen dag viert men het heil der armenWy smeken U met kinderlijk ontzag

Dat Uwe gunst hun poging moog beschermenGun ons dees dag der schepslen hoogst genot

Tot Uwen lof te handlen o mijn God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

287

3

En voor dees Rij wier milde zorg en deugdOns de ongenacirc van t grillig lot vergoedenVoor die heft meecirc dees diep getroffen jeugd

Den smeekzang aan dat Gy hen moogt behoedenUw zegen ruste op hun eerwaardig hoofd -En zij Uw naam in eeuwigheid geloofd

Eerste tusschenzang

1

Brave wakkre hovenierenStrooien hier het zaad der deugd

t Zaad van kennis en beschavingIn het hart der schaamle jeugd

Moog Gods oog dat zaad doen rijpenAls een koesterende zon

Moog Zijn heilgenacirc volmakenWat hun liefdezorg begon

2

Eindlijk is de dag gekomenLang met angst en hoop verbeid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

288

Angst om onze jonk- en zwakheidHoop op Uw Voorzienigheid

Schenk ons Hemel schenk ons krachtenLaat het blijken op dees dag

Wat vertrouwen op Uw invloedWat erkentlijkheid vermag

3

Weezen strekt Gy tot een VaderEn Gy zijt der armen schat

In Uw gunst almachtig KoningIs het heil der aarde omvat

Waarom zouden wy dan schroomenGy verzorgdet steeds ons lot

Onze kracht is Uwe bijstandOnze Vader onze God

Tweede tusschenzang

1

t Oog dat wy naar boven slaanIs bevochtigd met een traanUit het jeugdig hart gevloeidDat van dankerkentnis gloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

289

Met de wijsheid van een vaderMet een moeders tederheidVoelen we ons door God geleid

Tot geluk en deugd te gader

2

God als onze stem zich paartMet geheel een lovende aardDan verzinken we in Uw lofVan verrukking weg in t stof

Maar Uw teedre zorg te roemenIs nog zoeter aan ons hartEn t vergoedt de wrangste smart

Dat we U Vader mogen noemen

3

Deze naam past onzen mondPast vooral op dezen stondDaar Gy met een VaderoogOns versterktet van omhoog

Vader goedertieren VaderDie Uw kinders hebt verhoordDe enkele uitspraak van dit woord

Voert ons aan Uw hemel nader

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

290

Slotzang

Looft den God die aarde en hemelOp een wenk ontspruiten deed

Looft den Vader van zijn schepselsDie versterking schenkt in t leed

Hy alwetend alvermogendZorgt niet eenig voor t geheel

Neen Zijn oog Zijn zorg Zijn zegenHoedt ook t allerkleinste deel

Heft uw stem dan naar den HoogenLooft Hem met een rein gemoed

Hy verhoort oprechte hartenIn genot en tegenspoed

Looft den God die aarde en hemelOp een wenk ontspruiten deed

Looft den Vader van zijn schepselsDie versterking schenkt in t leed

Zalig die op Hem vertrouwenDie Hem ware hulde doen

Heel de wereld zaamgespannenZou op zulken vruchtloos woecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

291

Wie dan Hy vermag te straffenWie dan Hy deelt schande en eer

Laat het menschdom vrij verneecircrenHy verheft den braven weecircr

God regeert op aarde en hemelHy is meester van ons lot

Wanhoop niet bedroefde zwakheidVoor uw welzijn waakt een God

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

292

Den heere Dr Imanuel Capadose by het afsterven zijner echtgenootevrouwe Batseba Capadose geboren Da Costa

תמת ישפנ תןמ םיךשי יהתן יתיךחא ןהמכ num XXIII 10

Rechtschapen Grijzaart die het eerbiedwaardig hoofdWeemoedig buigt ter aard en dus versmelt in smarteAch zoo ons zulk een smart nog troost veroorelooft

Ontfang d oprechten toon van t met u nokkend harteDe God wiens heilge wil zich hier vervullen moet

Wiens doel ver boven t oog van t menschdom is verhevenDe God die lijden doet de God die sterven doet

Maar lijden uit genacirc maar sterven om te levenDie God heeft ook uw kruin vergrijsd in deugd en eer

Getroffen met een slag niet heelbaar op deze aarde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

293

Eene aangebeden Gacirc vraagt ge aan de grafkuil weecircrDe helft uws levens stierf en de andre mist haar waardeDe dierbre viel wier heil in t uw besloten lag

Wier lijden t uwe was sints twee maal achttien jarenDie dierbre lijdensmoecirc sloot de oogen voor den dag

Dien zelfs uw liefdezorg haar langer niet kon sparenVier vier den teugel aan t rechtmatigste verdriet

En slaak den zilten traan die opbruischt naar uwe oogenWant heilig is die traan Hy is van wanhoop niet

Maar wekt op uwe wang der heemlen mededogenGy brave aanbidt ook hier Gods liefderijke hand

Die immer balsems druipt die t aardsche leed verzoetenU wijst een heilge Hoop op beter vaderland

Waar de Englen reeds uw Gade als nieuw geboren groeten -Ach t nietig stof alleen zonk in de nacht van t graf

De reine ziel stijgt op om hooger welzijn te ervenMaar ziet nog neecircr op u zy die het voorbeeld gaf

Van wel te leven eerst en thans - van wel te sterven

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

294

Eurydice

Te veniente die te decedente canebat VIRGILIUS

lsquoHerhaal mijn lier herhaal den zangDien eenmaal Orpheus zong

Den toon dien t klemmendst zielverdrietHem uit den boezem wrongrsquo

Eurydice EurydicelsquoDus galmde dag en nacht

Aan Strymons eenzaam oeverzandDes Dichters jammerklachtrsquo

Eurydice EurydiceKeer weecircr tot uw gemaal

Mijn boezem slaakt geen andre beecircZoo lang ik adem haal

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

295

Genot des levens op deze aardGy hebt gedaan voor my

Eurydice werd u ontscheurdEn haar gemaal als zy

Mijne oogen gunt den tranenvloedEen onbeperkten loop

De tranen zijn mijn toeverlaatDe wanhoop is mijn hoop

Wat anders bleef er voor dat hartNiet levend dan in schijn

Voor welk een vreugd voor welk een leedZou t nog gevoelig zijn

Ten tweedenmale kwijne ik wegIn weduwlijken rouw

k Sterf tweemaal eacuteeacutene zelfde doodk Derf tweemaal eacuteeacutene vrouw

O goden hadt ge nog uw haatNiet fel genoeg geboet

Toen ik uw strengheid tuigen moestMet meerder dan mijn bloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

296

Toen ik in d eersten bloei der jeugdEen gade sterven zag

En op t meecircdogenlooze grafWaanzinnig stervend lag

Toen ik uw bliksems tergen dorstEn afriep op mijn hoofd

En my ten prijs bood aan de doodDie me alles had ontroofd

Maar neen uw toorn misgunde myDe kalmte van het graf

En k werd gespaard na al dien rouwTot nog verschrikbrer straf

Op eens schiet door mijn veege borstEen straal van hoop en moed

En stort een nieuwen levensgeestIn d omloop van mijn bloed

k Heradem k voel weecircr dat ik leefIk ben my zelve weecircr

t Ben de Orpheus weecircr van vroeger tijdNeen duizendmalen meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

297

De heilge drift der poeumlzyVervangt de plaats der smart

k Ontwaar met nooit beproefden gloedDe Godheid in mijn hart

De Godheid ja der poeumlzyVerleent my godenkracht

Een meer dan menschelijk bestaanMoet op dien stond volbracht

t Verleden onheil moet hersteldDe wet van t Lot bestreecircn

En de onverbiddelijke doodDoor mijne stem verbeecircn

Op de inspraak moedig van den GodDie t dichtrenhart bezielt

Ontruk ik my aan t dierbaar grafDat my geketend hield

Ik hang het gouden speeltuig omCalliopees geschenk

Dat eens t verbaasde woudgediertDeed hangen aan mijn wenk

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

298

k Vertrek ik spoed ik ijl ik vliegNaar t uiterst eind der aard

Waar zich het rijk der levendenAan t rijk der dooden paart

De zwarte golven van den StyxBespoelen reeds mijn voet

Reeds heeft my Charon in het oogEn roeit my in t gemoet

Hy nadert maar erkent een menschGeen schim van vleesch ontbloot

lsquoVan hierrsquo graauwt my de grijzaart toelsquoGeen levende in dees boot

Daar is geen toegang tot dit oordDan door de nacht van t graf

En wachte wie het kennen wilHet uur van sterven afrsquo

Ik antwoord niet maar grijp met eacuteeacutenDe cither van mijn zij

k Lok uit de zacht bewogen snaarEen sombre melody

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

299

Een onbestemde melodyZielroerend als een zucht

Die uit het diepst des harten weltEn wegsmelt in de lucht

De bootsman luistert en voor t eerstTreft hem eens menschen klacht

Zijn fronslend voorhoofd heldert opZijn norsche blik verzacht

k Vervolg het bootjen nadert steedsDen oever meer en meer

t Ontfangt my eindlyk en o heilDe grijzaart biedt geen weer

Nu vare ik met de zoetste hoopIn t opgeruimd gemoed

De negendubble kronkling omVan d onderaardschen vloed

Wy landen k richt een vasten tredNaar Plutoos schrikpaleis

Als op des hemels hulp gerustOp mijn vermeetle reis

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

300

Nu valt Cerbeer my grommend aan -Eeacuten toon slechts van mijn luit

Bedwingt zijn opgesparde keelEn dooft zijn gramschap uit

De ivoiren poorten oopnen zichDe helwacht staat geschaard

k Stap midden door die monsters heenVoor dood noch leed vervaard

Eeacuten oogwenk voert my in t gezichtDer onderaardsche goocircn

Eeacuten oogwenk voert my aan den voetVan hun ontzachbren troon

Daar zat de norsche geestenvorstNaast Ceres schoone spruit

Dien trek van strengheid op t gelaatDie weinig heil beduidt

Met de uitgezochtste mengelingVan tonen hemelzoet

Breng ik het koninklijke paarDen dichterlijken groet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

301

Door nooit gevoelde boezemdriftDoor nooit gekende kunst

Win ik by de eerste snarengreepHun aandacht ja hun gunst

Ik huw aan d invloed der muzijkDe kracht der dichtrentaal

En golvend op den cithergalmVervult mijn stem de zaal

Nu zing ik van de kracht der minHet zoet der huwlijkstrouw

Nu zing k het hoogste heil des mansDe weecircrmin van een vrouw

k Verhef in gloeiend maatgezangDen lof van t godlijk kind

Dat aarde en hemelen bezieltEn goden-zelf verwint

Ik voer die gouden dagen weecircrVan uit der eeuwen nacht

Toen Pluto zelf zich onderwierpAan Liefdes oppermacht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

302

Ik zing de hemelschoone maagdVan Ennaas bloeiend veld

Ten troon van t schimmenrijk gevoerdDoor t wenschelijkst geweld

Maar nu vervangt een ander liedHet zachte lied der min

Ik stel in hoog gestemden toonDen lof der goden in

Den lof der goden hef ik aanVan hemel hel en zee

Bedeelers van der menschen lotGevoelig aan hun wee

Groot en aanbidlijk is hun handAls zy kastijdt voor t kwaad

Maar de eigen hand herstelt ook vaakDe wonden die zy slaat

En met een tweeden overgangTot teedrer melody

Begint mijn stem het droef verhaalDer rampspoed die ik lij

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

303

Ik maal dat meer dan menschlijk heilHelaas zoo ras verbeurd

Ik maal de aanminnigheecircn der gacircMy van het hart gescheurd

Ik melde wat ik eenmaal wasIk toone wat ik werd

Een bloote schaduw van my zelfEen levend beeld der smert

Ik zinge uit overmaat van rouwAls droeve Philomeel

En t is haar kunstelooze toonDien k half bewustloos kweel

In t eind begeeft my zelfs die krachtIk wil maar kan niet meer

Mijn cither zwijgt ik storte myVoor s Vorsten voeten neecircr

lsquoWeldadig Godrsquo roep ik nog uitlsquoEurydice of t grafrsquo

Dus eindig ik mijn bittre klachtEn wacht mijn vonnis af

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

304

Dat vonnis (hemel welk een vreugd)Zal my genadig zijn

k Bespeur den voorbocirc van mijn heilIn t oog van Proserpijn

Dat oog doorglinsterd van een traanWendt zy tot haar Gemaal

Dat oog dringt door tot in zijn hart -En ik ik zegepraal

lsquoVermeetle maar gelukkigersquoDus spreekt my Pluto aan

lsquoDe dood hergeeft voor t eerst haar prooiUw bede is toegestaan

k Hergeef Eurydice aan de aard -Maar hoor naar mijn gebod

Want uw gehoorzaamheid alleenBeslist uw volgend lot

Bedwing uw vuurge liefdedriftAanschouw uw gade niet

Zoo lang uw voet den grond betreedtVan mijn geducht gebied

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

305

Wend thans uw aanzicht van my afOntfang uw ecircgacircs hand

Leid haar in hooger luchten weecircrMaar doe mijn woord gestandrsquo

Zoo spreekt hy k dank hem met een traanIk wend mijn aanzicht af

En t machtig heilwoord wordt vervuldDat my de Godheid gaf

Ik druk die aangebeden handDaar ze in de mijne rust

De boezem vol van tederheidVerlangst en hemellust

Ik worstel met mijn ongeduldTerwijl wy opwaarts gaan

k Bedwing mijn oog en zelfs mijn stem -Het uur der vreugd spoedt aan

Reeds glanst de heldre gloed der zonWeldadig op ons neecircr

Een enkele oogwenk toevens nogEn k heb mijn gade weecircr

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

306

Helaas een enkel oogenblikVerandert heel mijn lot

Mijn brandend ongeduld vergeetHet Vorstelijk gebod

Aan mijn te volle borst ontvloeitHet zalig WELLEKOM

lsquoWees welkom (roep ik) dierbre gacircrsquoEn hemel ik zie om

k Zie om en ach geen gade meerIk ben op nieuw alleen

In t zwart verschiet versmelt een schim -Eurydice verdween

Wat zoude ik op dien schrikbren stondMy zelf van schuld bewust

Het hart van schaamte en rouw vervuldIn plaats van hoop en lust

Helaas ik deed geen poging meerTot redding in dien nood

k Verwachtte voor geen tweede maalGenade van den Dood

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

307

Ik geef my over aan mijn lotAan wanhoop zonder perk

En keer naar t aardsche strafverblijfIn dit vooruitzicht sterk

Gy Strymons Stroomgod ziet my sintsVerkwijnen aan uw boord

Terwijl noch sterveling noch GodMijn bittre klachten hoort

De zon die opstijgt uit de zeeVerrast my in dien staat

In de eigen houding ziet ze myAls zy de kim verlaat

Dit droevig oord kent reeds mijn smartEn aan den doffen toon

Die mijne Eurydice herroeptIs de Echo reeds gewoon

Gy Stroomgod die mijn tranen zwelgtTuig eeuwig van mijn leed

Tuig Orpheus nooit verbroken trouwTuig Orpheus dieren eed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

308

Ik zweer t by mijn verloren heilBy mijn onlijdlijk wee

By uwe nagedachtenisO mijne Eurydice

Ja by de waatren van den stroomVan t wreede rijk der doocircn

(Een eed nooit strafloos overtreecircnZelfs door de Hemelgoocircn)

Dat nooit een tweede huwlijksvlamZal blaken in dat hart

Mijn gantsche leven lang bestemdTot weduwlijke smart

Ja k zweer o wufte MingodesUw dienst voor eeuwig af

Aan de assche van mijn gacirc getrouwTot aan den rand van t graf

Intusschen klink mijn cither klinkMaar niet dan WEE EN ACH

Ter eer der aangebeden schimTot aan mijn jongsten dag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

309

En als de naneef Orpheus roemtAls dichter eenmaal groot

Zoo kenne zoo betreur hy ookZijn lot als echtgenoot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

310

De traan

HET ENGELSCH VAN LORD BYRON VAN ZEER VERRE GEVOLGD

De traan die opbruischt naar onze oogenIn liefde en vriendschap vreugde en smartDie is de ware tolk van t hart

Wie door een mond ooit werd bedrogenDie een geveinsden glimlach plooitEen traan een traan misleidde nooit

De traan naar boven opgedrevenBy t heimlijk slaken van een zuchtGeeft den gepersten boezem lucht

Men ziet hem als een nevel zwevenMaar door dien nevel speelt de gloedVan t weder ademend gemoed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

311

De traan van t smeltend mededogenDat in des naasten lijden lijdtEn hem eens broeders zorgen wijdt

Verkondigt in de glinstrende oogenDe Godlijke afkomst onzer zielHoe diep zy van zich zelf verviel

De traan des zeemans die gevarenNoch t naderende doodsuur vreestIs t afscheidsteeken van den geest

Aan vrouw en kind wanneer de barenVan d opgeruiden OceaanHet dobbrend schip verzwelgen gaan

Waar Roemzucht wederzijds ontstokenD onmenschelijken kampstrijd mengtOok daar wordt vaak een traan geplengd

En t recht der menschheid is gewrokenWanneer hy s winnaars oog ontvloeitEn t vijandlijke lijk besproeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

312

Of als wy t dierbaar oord begevenDat onzen eersten kinderlachDat onzen eersten bloeitijd zag

Om dieper in te treecircn in t levenDan staren wy t weemoedig aanEn t droef Vaarwel spreekt door een traan

Maar gy vooral gevoel van liefdeUw alveroverende tochtWekt stroomen van dit balsemvocht

Voor wie uw gloecircnde pijl doorgriefdeZijn tranen wellust van het hartIn liefdes vreugd in liefdes smart

Ook wien de geestdrift heeft bevangenDie t moedig hart waarin zy blaaktTot aller harten meester maaktDien verwt een gloeiend rood de wangenDien wemelt in het oog een traanDie meer dan woorden doet verstaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

313

Wien eerbied ooit de ziel vervuldeIn t brandend tijdperk van de jeugdVoor mannenmoed voor mannendeugd

De traan is s harten eecirclste huldeEn die de nagedachtenisVan groote namen waardig is

Zoo wekken Cesars lauwerkroonenZoo Alexanders fiere moedZoo Maurits grootheid waard zijn bloed

Diep uit het hart der heldenzonenEen traan op die voor t oog verraadtVan welk een zucht de boezem slaat

Het marmer is een koude huldeMijn vrienden welle een enkle dropUit uw gevoelge harten op

(Is slechts de geest die my vervuldeZoo liefelijk een hulde waard)Wanneer k zal rusten onder de aard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

314

De Hollandsche poeumlzy

Voorgelezen op de maaltijd gehouden bij gelegenheid van de jaarlijkschealgemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Kunsten enWetenschappen in mdcccxx

Daar waar der Kunsten outer blaaktVan feestlijke offeranden

En t hart de reinste zuchten slaaktVoor t heil der Nederlanden

Daar moogt by t vonklen van den wijnGy Dichtkunst niet vergeten zijnOp dezend grond zoo bloeiend

Voor Hollands dichterlijke taalKlink dan op nieuw de feestbokaalVan t purpren druifnat gloeiend

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

315

Bloeit Hollands taal en poeumlzyVlecht Deugd en Godsdienst palmen

Doet door uw stoute harmonyDen toon der Wijsheid galmen

Gy kunt het Geve uw HeliconWaar nimmer ondeugd lauwren wonHet zwakke rijk der Logen

Aan vreemde Zanggodessen opMaar lokk ze op haar verheven topDe Waarheid uit den hoogen

Aacircm hier o Dichtkunst dubblen moedSla uit uw breede veecircren

Zoek voedsel voor uw hemelgloedIn t hoogst der hemelsfeeren

De taal die t Hollandsch hart ontvloeitWas immer van uw vlam doorgloeidUw adem is haar leven

Zy zy vermag geheel den schatDien Uwe scheppingskracht bevatIn klanken weecircr te geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

316

Geen andre kweelt de zucht zoo zoetAan t minnend hart ontvallen

Geen andre doet met warmer moedDe krijgstrompetten schallen

Geen andre weet zoo schoon een brandVan geestdrift voor het VaderlandIn aller hart te ontsteken

Noch t diep ontzag voor God en plichtWaarvoor t geweld des onheils zwichtMet zoo veel klem te kweken

Welaan dan achtbre priestrenrijVan onze Zanggodinnen

Bewaakt die kostbre poeumlzyAls t vuur der Vestalinnen

Dat dweepery noch ongeloofHaar onbezwalkten glans verdoovDie over de aard moet schittren

En laat geen vreemde bastaardyHet zoet van taal en melodyVoor kieschheids smaak verbittren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

317

Dan is de luister dien zy spreidtEen toorts van geestverlichting

Die op het doornig pad geleidtVan koene plichtverrichting

Dan is ze een zwaard dat onverstandVervolgt en nedervelt en bantEn de ondeugd doet verbleeken

Een stroom die uit zijn bed geslaaktDe dorre velden vruchtbaar maaktEn t heilzaamst kruid doet kweken

Bloeit Hollands taal en poeumlzyVlecht Deugd en Godsdienst palmen

Doet door uw stoute harmonyDen toon der Wijsheid galmen

En als by t jammerlijkst vervalGeen plek op de aarde wezen zalVoor Schoon- of Waarheid veilig

Dan nog blijv beider naam en machtTot aan het laatste nageslachtOp Neecircrlands Zangberg heilig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

318

De zesde december

Wat schijnt gy lachend aan de transenO dag welks wedergacirc den held ontluiken zag

Wiens onverwelkbre lauwerkransenZich Hollands grond met wellust eignen magOok die werd door de jubeltonenVan Nederlands rechtschapen zonenAls de allerheuchelijkste dag

Begroet Maar ach hy blonk niet met dien luisterDie thans ons hart ter gulle vreugd ontsluitEen grijze damp rees toen het duisterVan s afgronds diepten dreigend uit

En dofte t blaauw der hemelwandenEn mengde in t dankbaar wierookbrandenEen ongekend gevoel van smart

Een angst die t juichend hart bekneldeEn rampen aan Euroop voorspeldeNog voor het zwak verstand verward

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

319

Maar ja dit smartgevoel sprak waarheidStraks keerden trans- en zonneklaarheidIn een ontzachbre doodsche nacht

Orkanen gromden uit de wolkenEen oproerzee sprong uit haar kolkenEn dreigde t aardrijk met haar kracht

Ook Holland moest het ondervindent Geweld van dien ontembren vloed

Die over dijk en dam zich wegen wist te vindenDer Vrijheidsmaagd ontviel en speer en hoed

Gy ook die thands de glorie der BatavenMet eigen bloed en doodsgevaar hielpt staven

Gy moest van t leven naauw bewustDe door den Gal verpeste lucht ontweken

Gestevend naar een vreemde kustUw kindschheid slijten ver van Vaderlandsche streken

Van t nog standvastig Britsche strandZaagt gy den moedwil triumfeerend Afgrijselijksten dwingeland

Met moorden en verraad Europa overheerenDit zaagt ge en voeldet t jeugdig bloed

(Dat bloed van de edelsten der mannenAloude temmers van tyrannen)Ontstoken in een nieuwen gloed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

320

En greept het wrekend zwaard in handenDat eens de ondragelijke bandenDes wreevlen Gaulers stuk zou slaanEen heldenvolk was opgestaan

In t Zuiden groot en fier geborenDe Spanjaard en zijn nagebuurDie in t verhevenst oorlogsvuur

Zich zelv den dood hun land verdelging zworenEer Frankrijks bloed- en onrechtvaanOoit op hun vrijen grond zou staan

Daar vloogt gy heen en hielpt die bravenZich tegen s dwinglands woeste slavenVan t gruwelijk gareel ontslaanUw eedle Vaadren zagen t aan

Van uit der Zaalgen vreedzame oordenEn zegenden hun kroost daar Taag- en Iberboorden

Zijn roem weecircrgalmden wijd en zijdMaar Holland zuchtende in zijn ketenWas de oude dapperheid vergeten

En voedde een hoop op U schoon nog niet rijp ten strijdZy zag haar kinders zich ontwringenGewapend met onzaalge klingen

Ten dienst eens booswichts tegen Vrijheid Godsdienst EerEn zelfs de naam van Holland was niet meer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

321

Maar herroepen wy die tijdenVan geweld en schande niet

Om het vreugdgevoel te ontwijdenDat dees schoone dag ons biedt

Holland bleef niet altijd zuchtenJammren schreijen in haar band

En geknield den aanblik duchtenVan den trotschen dwingeland

Stervling mocht gy t ooit verwachtenWat uw oog getuigen mag

Uit dien aakligsten der nachtenRees de schitterendste dag

Aan de Noordelijke transenGlom der Vrijheid dageraad

En stort thans haar schoonste glansenWeecircr op Neecircrlands ouden Staat

Maar o overmaat van zegens Hemels weldaad schonk nog meer

Holland heeft zijn naam herkregenEn met hem zijn krijgsroem weecircr

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

322

Heil dien naam dan pas herkregenHeil die vrijheid heil dien roem

Heil den glorierijken degenVan Oranje en Hollands bloem

Driemaal heil den held wiens strijdenJa wiens bloed ons vrij behield

Wien we hart en zangen wijdenMet den warmsten gloed bezield

Ja mijn broeders Pallas zonenDie voor eer en vrijheid blaakt

Vangt ze gunstig op die tonenDie mijn dankbre boezem slaakt

Thans de feestkelk vol geschonkenMet het edelst druivenvocht

En met geestdrift leecircg gedronken -Voor den boei van t schrikgedrocht

Dan voor Holland pas herborenDat het bloeie in krijg en vreecirc

En wat nijd zijn rust moog storenMet den leeuwenklaauw vertreecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

323

Voor den Vorst der NederlandenDie deez Staat verlossing bracht

Uit de gruwelijkste bandenHem tot heil en zijn geslacht

Dat de Held van Neecircrland leveDat zijn echt volzalig zij

Dat die echt hem telgen geveHollands steunsels zoo als hy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

324

Ter verjaring van den veldslag by Waterloo

Griekenland was vrijgevochten en het schaatrend zegeliedHad den wapenkreet vervangen op zijn bloedig grondgebiedt Hart ontlast van t moedig krijgsvuur dat hun kracht gaf in den strijdGaf zich over aan een invloed even krachtig meer gewijdNog bevlekt van t bloed des vijands greep de dichterlijke handt Door een God besnaarde speeltuig voor t geredde VaderlandLofgezang vervulde t luchtruim en verkondigde overalDe overwinning van de Vrijheid en des overheerschers valAlles luisterde alles voelde t alles werd op eens bezieldEn bood hulde aan t zwaard der volken dat hun rechten heilig hieldLeed en kommer was vergeten en het fiere heldenoogZag de neecircrlaag slechts des Konings waar heel Azieuml voor boog

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

325

Meer beschaafd en meer gevoelig kweekte Pallas stad alleenMidden in haar zegefeesten midden in haar krijgstrofeecircnt Droef geheugenis der helden die haar redden met hun bloedEn de vreugd verloor haar woestheid in het diep geroerd gemoedDus dus vierde Atheen haar zegen en een sombrer poeumlzyVloeide aandoenlijk van de lippen der Atheensche dichtrenrijEn de lof- en treur- en lijkzang vloeide met een tranenplasOp het eerlijk graf der helden dierbaarst offer aan hun aschDichters dit s een zang u waardig en de redders van EuroopZingt hen aan het roemrijk einde van hun aardschen levensloopWie de zege mocht beleven huldigt heel een juichende aardMaar den dooden held te kroonen bleef voor uwe hand bewaardZoo vereeuwig hen uw zangtoon en vervang het ruwer liedDat de volheid van mijn boezem aan hun nagedachtnis biedt

Wanhopig op het graf gebogenVan t kroost gesproten uit haar schoot

Verwijt met blind gekreten oogenHet brekend moederhart zijn dood

Aan heel de wereld die haar t levenVan den op t roemrijk oorlogsveldVoor t Vaderland gevallen heldNiet weecircr kan geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

326

Zy vloekt den oorlog en zijn plagenVerwenscht dat onmeecircdogend zwaard

Naar dolle staat- en eerzuchtsvlagenVerdelger van de kermende aard

Met hem die uit een rots gesprotenHet eerst het gruwelstuk bestondt Metaal te delven uit den grond

Om t in een menschenborst te stoten

Rampzalige Ja wy ook treurenIn uw onlijdelijke smart

Wie t zwaard voor t onrecht op kan beurenIs meecirc vloekwaardig aan ons hart

Het bloed dat druppelt van zijn handenZal op hem kleven tot in t grafEn tot een eindelooze strafOp t schuldig harte branden

Maar wie om de eerbanier te volgenVan Recht en Onschuld t zwaard aanvat

Dien is geen Godheid ooit verbolgenOm t bloed dat om zijn voeten spat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

327

Die hiervoor dood- en krijgsgevarenMet onverschrokken hart bespotDiens degen is gewijd aan GodDen God der legerscharen

Dit zwaard o Noordelijke heldenBlonk in uw ridderlijke vuist

Op Waterloos roemruchte veldenEn Frankrijks krijgsmacht werd vergruisd

Te sterven onder t zegepralenWas t wenschlijkst lot voor uwen moedGy braven die met eigen bloed

Europes vrijheid mocht betalen

Dus wenschten die rechtschapen zielenEn s Hemels wil bestemde t zoo

Met d overwonnen vijand vielenZe op t zoenaltaar van Waterloo

Nog treurt Europe in t triomfeerenOm t heldenvolk dat zy verloorEn dankbaar zal zy de eeuwen door

Hun zegepraal hun graf vereeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

328

Dat lijkcypressen t oord versierenWaar t zielloos lichaam molmt tot stof

En eeuwig groenende laurierenVerkondigen des dooden lof

De wind die dartelt in die luchtenVerspreide op d uitgestrekten vlerkDen naam die schittert op den zerk

En dien de vijand nog zal duchten

Waar t bloed gevloeid heeft dier getrouwenDaar durft geen vijand ooit meer staan

By wien hun tombe mag aanschouwenZal nooit de vrijheidzucht vergaan

Zoo voer de heiligste der dagenHet nakroost zamen op hun graf

En legge t daar den eed met geestdrift afOm nimmermeer der vreemden dwang der vreemden naam te dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

329

Gevoel

O wie beschrijft my t geen gy zijtGevoel van t kloppend harte

Wiens werking vaak de ziel verblijdtMaar meer nog klemt in smarte

Gy mijner Dichtkunst ziel en doelGy zijt de bron mijns levens

Maar overweldigend gevoelDie van mijn sterven tevens

Gy zijt de onwederstaanbre gloedDie my tot dichter maakte

Die in mijn rusteloos gemoedSints de eerste kindschheid blaakte

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

330

Gy zijt die min wier zaalge smartMijn eerste zuchten riepen

Toen in t nog pas ontluikend hartDer driften stormen sliepen

Gy zijt die zucht naar hooger lustDan van een nietige aarde

Waardoor k my zelven ben bewustVan een verheevner waarde

Gy zijt t geen my verbindt met HemVoor wien de Serafs knielen

Gy zijt de weecircrgalm van Zijn stemIn onze doffe zielen

Gelijk de poging van het kindDat zwikt by ieder schrede

En ieder stond zich hulploos vindtZoo is de kracht der Rede

Maar als gy onze stappen leidtGevoel van God gegeven

Zoo snellen wy ter zaligheidDoor t stormen heen van t leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

331

k Wil op mijn Rede zwak en koelMijns levens hoop niet bouwen

Mijn krachtig brandend zielsgevoelOp u wil ik vertrouwen

Het zij gy vreugde brengt of smartEn sterven doet of leven

Aan uwen invloed wil mijn hartZich eindloos overgeven

k Wil naar uw tooverend gebodBeminnen zingen loven

En t oovrig van mijn levenslotVerblijve aan God hier boven

Doordring het stof dat my omkleedtDooradem en beziel het

Of is uw ademgloed te heetOntzie niet en verniel het

Te sterven op het veld van eerIs echte krijgsmansglorie

De dood heeft niets verschriklijks meerIn de armen der viktorie

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

332

Maar ook de priester van het schoonLaat zonder leed het leven

Wanneer hy in zijn laatsten toonZijn laatste zucht mag geven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

333

Het genie

Weg met lauwertak en palmenWeg met dwaze gloriegalmenWaant niet dat uw ijdelheid

Moed of kunstdrift kan ontwikkelenOf den grootschen aanleg prikkelenDoor Natuur in t hart geleid

Zoudt gy om een handvol loverenAlexander de aard veroverenHadt gy ooit een laffe vreecirc

Boven t krijgsrumoer verkorenSchoon geen faam in menschlijke oorenUw bedrijven galmen deecirc

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

334

Gy Homeeren en PindarenAls aan uw gewijde snarenDie verheven toon ontviel

Dien der eeuwen dichtkoralenMet een heilge drift herhalenWat gevoelde toen uw ziel

Of wat deed uw boezems zwellenPraxitelen en ApellenAls ge uit marmer goden schiept

Als ge op ziellooze paneelenMet den zwaai van uw penseelenLeven uit den hemel riept

Was het om een naam te winnenBy een volkshoop wuft van zinnenOf op dat eens onder de aard

Uw gebeente nog mocht juichenAls de naneef zou getuigenHoe verheven ge eenmaal waart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

335

Vorsten helden malers dichtersOnvergangbre gloriestichtersVer van u die gloriedorst

t Is om waarlijk groot te wezenNiet als groot te zijn geprezenDat de drift roept van uw borst

Neen die drift is te verhevenHoort niet tot dit menschlijk levenIs een vonk van Gods verstand

En gy zijt wanneer gy wettenAan geheel een aard durft zettenWerktuig in een hooger hand

Hollands taal zoo rijk zoo krachtigIs het echte woord niet machtigDat ons uitdrukt t geen gy zijt

Gaaf des hemels die verovertLoutert wegsleept en betoovertEn van t logge stof bevrijdt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

336

Geen verdrukking houdt u tegenBergen mogen op u wegenGy ontworstelt hun gewicht

En uw hoofd reikt tot de transenSchittrend in het wederglansenVan het ongeschapen Licht

Als het stroomnat niet zal vloeienAls het zonvuur niet zal gloeienDan op menschelijk gebiecircn

Dan eerst zullen groote zielenVoor een lauwertakjen knielenEn den blaam der aard ontzien

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

337

Voorafspraak bij de voorlezing van eenige dichtstukken in deHollandsche Maatschappy van Fraaie Kunsten en Wetenschappenafdeeling Amsterdam

Van uit den stroom die Pindus voet omkronkeltEen teug geschept die t dorstig hart verkwikk

Als onze kelk van dezen nektar vonkeltGeniet de ziel haar zaligst oogenblik -

Een enkle drup uit dien gewijden aderWekt in de borst een nieuwe levenskracht

De vrije geest voelt zich zijn oorsprong naderEn schept zich licht uit dezer wereld nacht

Dit stof versmelt in gloeiende idealenMet zorg en leed met ziels- en lichaamspijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

338

Dit stof zinkt weg der heemlen vreugden dalenGevoel van heil doortintelt heel ons ZIJN

O dat de galm aan s dichters lier ontsprongenVan dit gevoel de ziel doordringen mocht

Dat de adem zich vernieuwend in uw longenU t eigen heil in t diepst des boezems brocht

O dat mijn tong hier woorden wist te knedenGelijk mijn ziel gebaad in poeumlzy

Ik schroomde niet als dichter op te tredenBezitter van der harten heerschappy

De krijgstrompet zou schallen in mijn verzenHet heldenhart zou bruischen op mijn zang

Of k zou geschoeid met Sophocleesche laerzenEen heilzaam vocht doen leken langs uw wang

De heetste drift zou aller borst vervullenVoor Godsdienst liefde en plichtgevoel en moed

k Zou voor uw oog der Waarheid schoon onthullenGy zoudt haar zien in al haar hemelgloed

Maar ach mijn hart verslingerd en verlorenIn de overmaat van t brandendste gevoel

Als t dit gevoel herscheppen wil voor de oorenVindt ieder klank vindt ieder uitdruk koel

O wil my dan begaafde Rei verschoonenStelt hier mijn lied uw grootsche hoop te loor

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

339

Verwacht van my geen hoog gespannen tonenk Ben in de ziel meer dichter dan voor t oor

Doch om aan U den dichtgeest in te gevenIs mogelijk mijne onmacht zelfs in staat

Eeacuten vers eacuteeacuten woord gelukkig neecircrgeschrevenDoordringt een hart dat voor de schoonheid slaat

Een Orpheus ja moest toovren op de snarenOm bijgestaan door zijner Muse gunst

In de ijzren borst van Thracische barbarenEen sprank gevoel te scheppen voor de kunst

Hier is die vlam niet moeielijk te ontstekenGelijk de snaar beantwoordt aan de snaar

En onze stem de Nimf der lucht doet sprekenZoo stemmen hier de harten met elkaecircr

Wel aan k heb dan uw strengheid niet te vreezenAls k mijn gevoel aan zang en versmaat huw

Gy zelf gy zult daar heel mijn hart in lezenGy mijn gevoel volmaken in het uw

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

340

In het album van den heer Mr Jeronimo de Vries

Voor rijkdom heel den schat der fijn geletterde OudenVoor macht het zacht gebied van t minlijkst huisgezin

Dit deel begeerde uw hart en t werd u niet onthoudenDit lot had steeds DE VRIES voor u den hemel in

Zoo blijve uw kalme ziel vreemd aan den klem der smarteIn t heil dat haar omringt nog lang aan de aard geboeid

Zie daar der vriendschap stem zie daar den wensch van t harteDie met den trek mijns naams de oprechte pen ontvloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

341

Waarheid

Zoek d oorsprong van het dichterlijke liedGy die my leest in t dor geschiedboek nietDe werklijkheid van t dagelijksche levenWordt moeielijk tot poeumlzy verhevenEn echter t is t is Waarheid wat de geestIn t droomgezicht der dichtvervoering leestt Is Waarheid ja maar Waarheid uit den hemelEn onerkend by t duizlend stofgewemelEn t geen op aard voor t sterflijk oog geschiedt

Bestaat als beeld daarvan en op zich zelve niet

Naar het Hoogduitsch van

MUumlLLNER

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

342

Zucht ten hemel

Dierbaar leven van mijn leven ziel van mijn verlaten zielMet wie rust en zelfbewustheid aan mijn dorrend hart ontvielDe Almacht riep u tot dien hemel naar wiens heil gy smachtend waartRust volzalig en (zoo t zijn moet) blijve ik sterven op deze aardDoch van uit dat schittrend lustoord zoo de keurlingen van GodNog met deernis mogen neecircrzien op der aardbewoonren lotWerp een blik dan op mijn minvlam die u eenmaal heeft behaagdEn nog in mijn oogen glansend aan mijn laatste krachten knaagtZoo de droefheid die my wegsleept u niet ongevallig isBid dan als ik zal bezwijken in de smart van uw gemisBid dan God dat my zijn Engel even snel weecircr tot u voerAls hy d echtknoop losgerukt heeft dien ons beider hart bezwoer

Naar het Portugeesch van

CAMOENS

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

343

Grafschrift

De Roomsche Themis treurt op t stille graf des bravent Is VAN DER KEESSEL wiens gebeent hier ligt begravenGy wie ge ook zijn moogt die dees tombe naadren zultIs t meer dan zucht voor t aardsch wat u het hart vervultEn is t gevoelig voor vernuft voor kundighedenVoor onvervalschte deugd en zuiverheid van zedenZoo eer hier met den naam der Godspraak van de WetDe nagedachtenis eens leeftijds zonder smet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

344

Vijf bijschriften

Je maintiendrai

Aan Jhr Mr W van Hogendorp

t Palladium van Hollands rust en glorieTe menigmaal aan t zuchtend volk ontroofd

By t blij gejuich der heiligste viktorieTe rug gevoerd met nieuwen glans om t hoofd

De aloude stam van t vlekkeloos OranjeWiens schaduw roem en vrede en vrijheid spreidtWiens heldenteelt meer heerschzucht dan van SpanjeTot Hollands heil in ketens heeft geleid

Omhangen weecircr met gouden welvaartsvruchtenEn wortelvast in aller ziel geplant

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

345

Heeft eindelijk geen Staatschok meer te duchtenEn Nassaus Leeuw werd die van Nederland

Maar zag dit volk zijn wenschen en zijn rechtenVervullen en een Vorstelijke kroon

Zich om de kruin van zijn beschermers vlechtenDrie honderd jaar van weldaacircn tot een loon

Een andre stem doet meecirc haar eischen geldenHet is de stem der Waarheid lang versmoord

Der Waarheid lang door Staat- en LetterheldenVan uit den rang verstoten die haar hoort

t Historieblad is zijn vervalsching moedeEn vergt een hand herstelster van zijn smaad

Die onbeducht voor des Vooroordeels roedeEn onbesmet van Loevensteinschen haat

Het onrecht wreek door ongetrouwe pennenAan ware Deugd en ware Trouw begaan

En t nageslacht het voorrecht dwing te erkennenTen allen tijd gehecht aan Nassaus vaan

Zie daar den eisch der klagende HistorieEn wie dien eisch of zijn voldoening wraak

De Poeumlzy bedeeleres van glorieStaat aan haar zij en ijvert voor haar zaak

Die Poeumlzy het leven van mijn levenVoor Vorstengunst en wereldgrootheid koel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

346

Maar waar het geldt tot Waarheids hulp te strevenVol ongeduld en bruischend van gevoel

Die Poeumlzy bezielt dees beeldtenissenDer eedle Reeks van t Vijftal zonder gacirc

(Wiens roem geen Nijd in staat was uit te wisschenGeen kroonengoud verhoogt of komt te nacirc)

Wanneer mijn hart met luttel kunstvermogenMaar met een hand bestierd door t hart-alleacuteeacuten

Hun trekken schetst en schittren doet in oogenTe vaak verblind door schijnhoedanigheecircn

Doch schoon geen blaam mijn Zangster staat te vreezenAls k aan haar lied mijn zielsgevoelen huw

Wien zal dat lied die denkwijs welkom wezenWien dit tafreel - VAN HOGENDORP aan U

Aan U die steeds van de eigen geestdrift blaaktetVoor zoo veel moed en zelfverloochening

En vaak met my een traan van weemoed slaaktetDe schim ter eer der helden die ik zing

Die met een hand bezield door Calliope(De Zanggodin van koningen en goocircn)

En in den naam van t vrijgewerkt EuropeEen parel vlocht in Derden Willems kroon

Ontfang ze dan dees dichterlijke bladenWaarop de Trouw haar stempel heeft geprent

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

347

Gy dierbre Vriend gy zult ze niet versmadenGy die mijn hart gy die mijn doelwit kent

En tuigen zy als de omloop van de jarenBestemmen zal de waarheid van mijn zang

Getuigen zy hoe eensgezind wy warenIn onze zucht voor Nederlands belang

Die zucht by my ontwikkelt zich in zangenZy brengt by U gantsch andre vruchten voort

Reeds bloesemend in t edele verlangenDat voor de dienst des scepters in u gloort

VAN HOGENDORP ik durf het U voorspellenEen tijd spoedt aan met nieuwen roem bevracht

(O mocht mijn lier zijn grootschen loop verzellen)Die schittren zal by t laatste nageslacht

Ja Neecircrland zal der volken voorbeeld wezenEn onverleid door t filozoofsch geschreeuw

Aan God en plicht nog trouwer dan voordezenVerplettren eens het oproer dezer eeuw

Oranjes kroon zal heel Euroop vereerenOranjes troon staat onomstootlijk vast

Oranjes stam zal heel de wereld leerenWat houding thands aan s werelds Vorsten past

En gy gy zult verheven VaderlanderZuil van een rijk met zoo veel trouw gesticht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

348

Onwrikbaar steeds wat weifele of veranderIn t echt besef van onderdanenplicht

Europe t beeld des braven Staatsmans toonenDie als zijn mond zijn Koning hulde zweert

Geen staf aanbidt die straffen kan en loonenMaar in den Vorst Gods Stedehouder eert

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

349

I Willem de Eerste

Unus qui restituit rem

Der Middeneeuwen Zon ging in Euroop verdwijnenEn Staatskunst trad in t Recht van Ridderoorlogsmoed

Toen t Willem van Oranje ontzagvol zag verschijnenIn staat- en oorlogskunst door Karel opgevoed

Die by de heldenkracht van Ridderlijke VaderenDe Wijsheid schittren deed van een verlichter tijd

En op de stem van t bloed in de onverbasterde aderenAan des Gewetens recht die beiden had gewijd

Standvastig moedig vroom doordringend ondoordringbaarBeleidvol in den raad beleidvol in het veld

Door list noch nood noch ramp in zijn besluit verwringbaarTot wijken onbekwaam voor de almacht van t geweld

Het oog met kalme hoop tot God den Heer geslagenMet de eene hand aan t zwaard met de andre aan t roer van Staat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

350

Dorst hy den stoutsten kamp dien ooit Euroop zag wagenEn temde uitheemsch geweld en binnenlandschen haat

Wat drijfveecircr deed die reeks van deugden zamenwerkenTot een zoo grootsch bestaan tot een zoo heerlijk doel

Was t roemzucht zucht naar macht ontspattend aan haar perkenNeen Godsdienst was t alleen en heilig plichtgevoel

Wie twijfle de Almacht-zelf verklaarde hier haar oordeelToen Hollands vrije Maagd beveiligd door zijn hand

Min uit erkentenis dan tot haar eigen voordeelZijn kruin ging sieren met den Vorstelijken band

Toen was het einde daar van dat doorluchtig levenWaarnaar zoo menige arm tot dien dag vruchtloos dong

De kogel des verraads deed grooten Willem sneven -Hem was een martelkroon bestemd geen Gravenwrong

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

351

II Maurits

Esse quam videri

Hy die by s Vaders deugd en manlijke gehechtheidAan t Godgevallig pleit voor Neecircrland aangegaan

Achilles leeuwenmoed en mannelijke oprechtheidEn Cesars vorstenziel ten toon spreidde in zijn daacircn

Prins Maurits leeft in t hart des echten NederlandersHy leeft in ieder hart dat van Gods invloed blaakt

Niet als de held alleen die aan zijn oorlogstandersMet heel Europes lof de zege dienstbaar maakt

Maar als de Staatsman meecirc die straffen wist waar t hoordeEn met een brekend hart maar met een vaste hand

(Hoe zwaar hem t pleit ook viel) de slang van oproer smoordeDie naar de hartaacircr stak van t dierbaar Vaderland

Eer Hem voor wien de Dwang zijn ijzren nek moet krommenWanneer zijn forsche vuist den oorlogsbliksem klemt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

352

Eer Hem die t wangeluid der Staatzucht doet verstommenEn t droef verdeelde Land tot zijn behoudnis stemt

Eer Hem die altijd kalm wanneer de golven woelenEn t slingrend schip van Staat naby is aan t vergaan

Het dwaalgesternte niet van t wufte volksgevoelenMaar t spoor alleacuteeacuten vertrouwt dat Plicht hem in deed slaan

Eer Hem die waar hy wenkt zijn vijanden doet zwichtenMaar die geen vijand kent dan wie den Staat beroert

En in het hart te vreecirc met Orde en Recht te stichtenDoor voorspoed nooit verblind door heerschzucht nooit vervoerd

Meer dan de diadeem aan Willems bloed verschuldigdDe lauweren bemint die hem zijn degen won

En in der braven ziel alleen als Vorst gehuldigdAls Dienaar sterft van t Land waarop hy heerschen kon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

353

III Fredrik Hendrik

Fortes creantur fortibus

Die aan des legers spits een Maurits kon vervangenDe glorie winnen kon met Maurits oorlogszwaard

Prins Fredrik Hendrik leeft in onvergankbre zangenEn Grols Veroveraar was Vondels loflied waard

Hy schittert in de rij dier Duitsche MachabeeeumlnAan wier ontzachbre reeks dit land zijn aanzijn dankt

Met wie het d oorlog tart en zijn verschrikbre weeeumlnEn zonder wie het kwijnt en machtloos wordt en wankt

Maar t strekke tot den roem van Fredriks stamgenootenDat in zoo schoon een rij hy-zelf de minste stond

En tuig t historieblad door Waarheids hand ontslotenWanneer t aan t nageslacht zijn grootheid luid verkondt

Dat hy nog grooter waar zoo t voorbeeld van een broederHem meer bewogen had dan vrees voor muitrenhaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

354

En in zijn Nassausch bloed een meer verheven moederGeen zwakheid had gemengd gevaarlijk voor den Staat

Ja dan dan had zijn naam eerst vlekloos uitgeblonkenIndien hy een party door Maurits moed getemd

En tot het heil des volks reeds half in t niet gezonkenDe hand niet had gereikt en in haar wensch gestemd

Indien hy d overmoed van kleine dwingelandenVerdrukkers van het volk en haters van zijn stam

Met een manhaften blik weecircrhouden had in bandenWier strengheid alle hoop aan t Staatsverraad ontnam

Hoe t zij ook hy was groot en toonde zich OranjeWel in de vastheid niet van t binnenlandsch gebied

Maar in den heldenstrijd gestreden tegen SpanjeEn in het kroost vooral dat hy aan Neecircrland liet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

355

IV Willem de Tweede

Tu Marcellus eris

De krijgskans is beslist en Neecircrland vrijgevochtenEn Munster heeft den hoed gevestigd op haar kruin -

De Spaansche macht stortte in Maar nieuwe StaatsgedrochtenVerhieven t gruwzaam hoofd gerezen uit haar puin

Van op het Raadgestoelt der opgekomen StedenDoemt Burgerdwinglandy de Vrijheid tot haar buit

Zy ijvert om den leeuw der Nassaus plat te tredenEn ziet met ongeduld naar hun verwijdring uit

Vergeten zijn de dienst het bloed de heldenwerkenTot Neecircrlands heil besteed door hun doorluchten stam

Men moet hun arm hun macht verlammen en beperken -En de eerste tegenstand gaat op uit Amsterdam

De tweede Willem weet wat stormen zich vergacircrenDoorziet zijn recht zijn plicht met grijsheids kalmen zin

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

356

En met een kracht van ziel zoo bloeiend als zijn jarenRukt op het middenpunt van t broeiend onweecircr in

Doch t uur was nog niet daacuteaacuter van Neecircrlands rust en glorieHet grootsch ontwerp mislukt De brave Willem sterft

Nu heerscht de ondankbaarheid nu kraait zy luid viktorieTen spot van t jammrend volk dat zijn beschermers derft

En gy o Nageslacht dat uw verdrukking huldigtOok gy valt Willem af en hoont zijn heldenasch

En hy wordt door uw mond van tyranny beschuldigdWiens braafheid haar bestreed wiens zucht uw vrijheid was

Hy die zoo de arm des doods zijn vroege jeugd gespaard hadD ondragelijken trots der Steden had beperkt

En t heillot dat Gods gunst voor dit geslacht bewaard hadDoor onbezweken moed reeds in zijn tijd bewerkt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

357

V Willem de Derde

Hic murus aheneus esto

In t nimmer feilbaar boek des Noodlots stond geschrevenDat Frankrijk zelf in t juk eens dwingelands gekneld

Naar de Opperheerschappy der wereld eens zou strevenEn stichten op haar grond een troon van Algeweld

De tweede Lodewijk van t stamhuis der BourbonnenWaant in zijn Babeltrots dien roem voor zich gespaard

En t vleigezang van t hof zoo slaafsch als onbezonnenVerheft zijn Koning reeds tot Koning van heel de aard

Nu ijvren om het Al in Frankrijks wet te dwingenDe moed in t oorlogsveld de list van t kabinet

Het schitterende staal van ridderlijke klingenEn t goud dat harten wint en weecircrstand nederzet

En alles waar gelukt aan hun vereenigd pogenHad niet eacuteeacuten Jongling toen het Staatstooneel betreecircn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

358

En met onwrikbren moed en steeds hernieuwd vermogenDer Heerschzucht wapens en haar invloed moecirc gestreecircn

Een Willem is t op nieuw een Willem van OranjeVoor wien de Dwinglandy gelijk het Oproer beeft

Die Frankrijk siddren doet gelijk zijn Vaadren SpanjeEn t waggelend Euroop zijn evenwicht hergeeft

Zoo heeft Hy wien de Nijd van t Staatsroer eenmaal weerdeNiet Holland slechts gered maar heel Euroop met haar

Ontzaggebiedend groot wanneer hy triomfeerdeMaar eindloos grooter nog in onheil en gevaar

En als een Josua die machtig door vertrouwenDen loop stuit van de zon in t wentlend hemelveld

Den machtigsten Monarch in t stoutst ontwerp weecircrhouecircnEn t lot dat de aard bedreigde een eeuw lang uitgesteld

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

359

De gaaf der poeumlzy

Gevoel Verbeelding HeldenmoedTot eacuteeacutene ondeelbre kracht verbondenTe zaam gesmolten tot eacuteeacuten gloed

En door den boezem uitgezondenOp vleugelen van melody

Om al wat ademt te betooverenOm al wat hart heeft te veroveren -Zie daar de gaaf der Poeumlzy

Gevoel dat plotseling ontwaaktBy ieder indruk uit den hoogenZich uitbreidt meecircdeelt brandt en blaakt

Met telkens aangegroeid vermogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

360

En ieder zenuw trillen doetDoor fijner dan lichaamlijk prikkelenEn hemelwellust weet te ontwikkelenUit ieder druppel van ons bloed

Verbeelding grijpende om zich heenOm voedsel voor die vlam te vindenEn machtig het Heelal tot eacuteeacuten

Eeacuten enkel denkbeeld te verbindenDe buit die zich haar kracht vergaacircrt

Is beide Toekomst en VerledenHaar buit natuurs verborgenhedenHaar buit de hemelen en de aard

Des Dichters hand stort wel geen bloed(Hy is geen gruwzaam tweedrachtstichter)Maar echter is zijn wezen - moed

En zonder heldenmoed geen DichterMoed die waar recht of waarheid spreekt

Tyrannen vreest noch schandschavottenNoch voor het woedend zamenrottenEens God vijandig volks verbleekt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

361

Moed die de snaren hymnen vergtBy t lasteren der OngodistenEn t oproer met de hulde tergt

Die t Gods gezalfden durft betwistenMoed zonder steun dan in zijn God

En zonder wapen dan die zangenIn Goddelijke drift ontfangenWaar meecirc hy inrukt tegen t lot

Zie daar de gaaf der PoeumlzyWie roemt zich dat zy in hem leveDie oefene zijn heerschappy

Dat Dwaas- en Boosheid voor hem beveHem juicht de brave te gemoet

Gods wenk verzekert hem viktorieGods Almacht schiep hem tot haar glorieHet leed der wereld is hem zoet

Versmade hy de lauwerkransHem door een aardsche hand gevlochtenGeen andre zege geev hem glans

Dan die op d Afgrond is bevochten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

362

Geen menschenblaam mag hy ontzienHy moet hun ongenade dragenNiet streelen moet hy niet behagenMaar overwinnen maar gebiecircn

Hy dwing met reuzenovermachtDen geest der eeuw te rug te tredenHy leere ons zinnelijk geslacht

Den weg tot hooger zalighedenAan t hoofd der menschheid streve hy

Om alle zelfheid te verdelgenEn Englenwellust in te zwelgenVan wereldsche verleiding vrij

Zie daar de gaaf der PoeumlzyHet ideaal van dichtvermogenVerwant aan heilge profecy

Als zy gezante van den hoogenWat is by dit het maatgeluid

Van ongewijde cithertonenDie de aarde toejuicht waar we op wonenGeen ziel die uit den hemel spruit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

363

Wat dan het nederige rietBy den standvasten vorst der boomenWat dan een namelooze vliet

By Donau- Rhijn of WolgastroomenWat dan by zomermiddaggloed

Het wufte hupplen der kapellenBy t aarde- en luchtverbazend snellenDes Aadlaars die de zon ontmoet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

364

Vrijheid

Odi profanum vulgus

HORATIUS

Het oproer heeft zich door de volkenAls een verslindend vuur verspreid

Een woeste kreet heeft tot de wolkenZijn daverenden galm verbreid

Een leus van waanverstand en logenVerrijst Godlasterend ten hoogenEn t zinneloos Euroop juicht toe

t Juicht toe en ziet met gretige oogenNaar t uur uit dat een gruwzaam pogenHet in den afgrond zinken doe

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

365

Om Vrijheid schreeuwen die verwatenOm Vrijheid bandloos als de orkaan

Die uit zijn kerker losgelatenEen halve wereld doet vergaan

Om Vrijheid - van de hemelwettenOm Vrijheid - de onschuld te verplettenEn wat hun driften weecircr durft biecircn

Om Vrijheid - Koningen te moordenEn smaad te werpen op Gods woordenEn geen Jehovah meer te ontzien

Geen Vorsten Het zijn dwingelandenGeen God ook Hy is een tyran

Geen plichten met haar slaafsche bandenDe Wijsbegeerte gruwt er van

Neen weg met troonen en altarenWorde in het bloed der martelaren(Vermeetle dienaars van hun plicht)

Hun allerlaatste puin verslondenEn op den bodem waar zy stondenDe kerk van Lucifer gesticht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

366

Gaat hemelstormers onzer dagenPoogt op het voorbeeld van uw Held

Op God de zege weg te dragenHet zij door list dan of geweld

t Zij met de wapens in de handenWaarmeecirc hy God waande aan te randenEn openlijken oorlog deed

Of met de slangenhuid omtogenDie t eerste menschenpaar bedrogenEn meecircgesleept heeft in zijn leed

Gaat om de Godsdienst uit te roeienMoet ieder middel dierbaar zijn

Uw zwaard doe bloedrivieren vloeienUw tong verspreide haar venijn

Bedwingt de snood verleide volkenMet moordschavotten en met dolkenEn wringt den gorgel dicht der deugd

Of dooft met ijdlen praal van klankenDe Goddelijkste waarheidssprankenIn t argelooze hart der jeugd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

367

Veroveringen zult gy maken(De Hemel heeft het voorbestemd)

Tot dat de Wreker zal ontwakenEn d opstand van Zijn schepping temt

Die tijden zullen zich vervullenDe leeuw der gramschap Gods zal brullenEn u verstijven doen van schrik

En uw rampzaalge volksverlichtingEn uw verfoeibre waanzinstichtingIn t niet doen zinken met eacuteeacuten blik

Want Hy Hy leeft de God der godenDe Heer de Rechter van t Heelal

Die de overtreding van de snoodenDuldt en herstelt maar straffen zal

Wee u Hy leeft de onzichtbre KoningDie Dagon in zijn godenwoningTot stukken brijzelt zonder strijd

Ontbindt u woedende kohortenWant ook uw Dagons zullen stortenAfgodendienaars van mijn tijd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

368

Maar gy onnoozlen en verblindenWie een misbruikte naam verleidt

Die Waar- en Vrijheid waant te vindenIn t spoor der ongerechtigheid

Breekt los in t eind van uit die bandenWaar filozoofsche dwingelandenUw ziel in boeien aan den grond

Rukt af den blinddoek van uw oogenAanschouwt de waarheid in den hoogenAanbidt den God die ze u verkondt

Aanbidden loven en gelooven -Ziet daar den sleutel van t Heelal

De zon van kennis die van bovenOp den getrouwen stralen zal

Ten spijt van dwaze LiberalenDen dwang de drogreecircn en het smalenWaarmeecirc zy heerschen over de aard

Aanbidden loven en geloovenEn hun ontmenschte leus verdovenDit is een Vrijheid onzer waard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

369

Voor my eacuteeacuten doel slechts heeft mijn levenEeacuten uitzicht vult geheel mijn ziel

En moog my de adem eer begevenDan dat dit uitzicht my ontviel

t Is met der Dichtkunst geestverrukkingHet Ongeloof en zijn verdrukkingOm ver te stoten van zijn troon

Hy die de Goliaths doet treffenKan de aard van t ongeloof ontheffenDoor eacuteeacutenen dichterlijken toon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

370

Aan mijne egade

Zeg het my herhaal het myDat ik u gelukkig makeDat de zucht waar van ik blakeAls ik u mijn leven wij

Niet vergeefsch ten hemel steigertNoch dat God Zijn zegen weigertAls ik t oog naar boven slaVoor uw welzijn dierbre Gacirc

k Ben u schuldig wat een manMet geen schatten met geen kroonenMet zijn bloed zelf niet beloonenOf genoeg erkennen kan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

371

Liefde mildlijk toegedragenWaar des Hemels welbehagenZich in spiegelt op eene aardBuiten haar zoo luttel waard

k Weet uw zacht uw rein gemoedWenscht geen schatten wenscht geen kroonenOm uw teecircrheid te beloonenNoch het offer van mijn bloed

k Weet uw boezem is te vredenMet de ontfangen huwlijkseedenMet het u geheiligd hartVan een onberoemden Bard

Doch een hart gelijk het mijnSints den aanvang zijner dagenTreurig kwijnend en verslagenKan dat uwer waardig zijn

Of wat vreugde kunt gy smakenMy heel de aard te zien verzakenOm te drijven op den stroomVan een dichterlijken droom

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

372

Zeg het my herhaal het myDat gy deel neemt zonder smarteIn den toestand van mijn harteIn mijn dorre poeumlzy

Dat de lente van uw dagenDoor de sombre najaarsvlagenVan de klachten die ik stortNiet geheel ontluisterd wordt

O gezegend zij de traanEn de glimlach zij gezegendDie mijn oog van u bejegentDie me uw antwoord doen verstaan

Ja uw ziel verstaat de mijneEn de zucht waarvan ik kwijne(Wie haar ooit miskennen moog)Is geheiligd in uw oog

Meer nog - Dierbre wy zijn eacuteeacutenAan de weecircrhelft van mijn levenIs mijn zucht niet vreemd geblevenZe is ons beiden thands gemeen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

373

De eigen dag die onze handenSloot in zachte huwlijksbandenStemde ook onze zielen zaamIn des Echtbeschikkers naam

Sints dien onvergeetbren tijdWerd uw boezem in de smartenMijns aandoenelijken harten(Maar blijmoedig) ingewijd

O gy deelt in mijn verdrukkingMaar gy deelt ook mijn verrukkingAls me een licht des hemels treftOf de Dichtgeest my verheft

Op de vleugelen der minStijgen wy vereend ten hoogenKeeren naar deze aard onze oogenMet gelijken wederzin

Branden van gelijk begeerenNaar de ontmoeting onzes HeerenEn verachten t rijk der stofMenschenblaam en menschenlof

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

374

Voor de Waarheid leven wyVoor de Waarheid wil ik strijdenVoor de Waarheid wil ik lijdenEn mijn dierbre gy met my

Als de stormen zich vergacircrenDie dees sombre dagen barenWilt gy aan mijn zijde staanEn uw wenschen zijn voldaan

Heer der Schepping neen een wenschLeeft in t hart steeds van een gadet Is de trek dien uw genadeIngeplant heeft in den mensch

Dat ook onze huwlijksspondeD ouden zegen weer verkondeDien Uw liefde aan t achtbaar hoofdOnzer stammen heeft beloofd

O indien een dierbaar kroostMocht herbloeien uit mijn aderenTot de glorie van zijn vaderent Droevige verval ten troost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

375

En in dit herbergzaam NoordenAls aan Taag- en IberboordenCostas oud en eerlijk bloedWeder blonk van riddergloed

O indien doch zwijg mijn mondWeten wy verblinde menschenWat wy van den hemel wenschenIn een onbedachten stond

Die ons t aanzijn heeft gegevenZal dat aanzijn doen herlevenDierbre weecircrhelft uit uw schootOp den dag dien Hy besloot

Neen ik slake slechts eacuteeacuten wenschEn die wensch wordt niet verstotenWant hy is uit God gesprotenNiet uit d opgeblazen mensch

t Is Almachtige GenadeDat ik leve voor mijn gadeDat ik sterve voor mijn GodEn - gezegend is mijn lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

376

Aan Doctor Abraham Capadose

Noch voor u noch voor my is deze aarde gemaaktNoch de droom van haar laffe vermaken

Onze vleugels gerept onze boeien geslaaktOm een hooger aanschouwing te smaken

Vliegen we uit naar de Hoop die de Toekomst omkleedtMet den weecircrschijn van t schoone Voorleden

Uit de sombre tooneelen van t wereldsche leedUit den treurigen kerker van t Heden

Ach uw hart als het mijn by het roerend vervalDat de Wijsgeer verbeetring moog wanen

By de kwijnende ziekte van t menschlijk HeelalWerd een bronwel van bloedige tranen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

377

Ja de hand dezer Tijden is zwaar over de aardt Is een herfst die de bosschen ontbladert

t Is een winter die stormen en nevels vergaacircrt -Maar de lente der hemelen nadert

Treure uw ziel met de mijne over Israeumlls lott Schuldig kroost der verkorene Vaderen

t Wederspannig geslacht der miskenners van GodMet het bloed der Profeten in de aderen

O hun vleesch is ons vleesch en hun bloed is ons bloedHun vergrijp is een nacht in onze oogen

Hun verval is een dolk en doorpriemt ons gemoed -Maar herstel is beloofd uit den hoogen

Treur met my om den Leeuw van ons Vorstlijk geslachtDie in Spanje zoo wakker nog brulde

Dien het West vol ontzag voor zijne Oostersche krachtMet den glans van zijn Ridders omhulde

Hy viel neecircr en hy slaapt en zijn glorie heeft uit -Maar hy zal ja hy zal weecircr ontwaken

Op de daavrende klank van t bazuinengeluidDat den kerker der dooden zal slaken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

378

Welk een hoop o mijn Vriend is de hoop die ik zingWelk een glans stort zy uit op ons leven

t Licht des hemels breekt door in d etherischen kringDien wy lovende zamen doorzweven

Blijf my by in dien kring Blijf my by in die vluchtTeedre Vriend van mijn zaligste dagen

Eeacuten in bloed in geloof in verwachting in zuchtMoeten de eigenste wieken ons dragen

Blijf my by met uw edel en dichterlijk hartMet uw schittrend verstand met uw voorbeeld

Gy wiens lijdzaamheid juichend by t nijpen der smartNooit wanhopig uw noodlot veroordeelt

In de dorre woestijn van den weg naar het grafIs me uw vriendschap een smeltende regen

By de stormen des Lots in dit leven van strafIs me uw vriendschap een schuilplaats een zegen

Aan den overkant eerst van het graf dat ons beidtStroomt de bron naar wier laving wy smachten

En de Tempel der Godlijke onsterfelijkheidIs t gebouw waar wy rust in verwachten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

379

Al de vreugd al de smart van dit nietige stofWordt gelouterd versmolten verloren

In de bruischende zeeeumln van eeuwigen lofDien de zielen der Zaligen hooren

Doch de vriendschap die hier onze harten verbondIn den naam van den God onzer Vaderen

Zinkt niet weg in den schoot van den gapenden grondDie onze asch in zijn nacht zal vergaderen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

380

Dichteren-wereld

Wat zoekt ge o sterveling genotOp een vervallen wereld God

En al wat Gods is vreemd gewordenWat zoekt ge wijsgeer op een aardDie niets dan smert en onzin baart

Die waarheid t eigendom van meer verheven orden

Neen t is het brooze zintuig nietDat laafnis aan de weetdorst biedtVan die naar kennis zwoegen

Neen t is het brooze zintuig nietWaardoor zich t hart bevredigd ziet

Wanneer het rustloos hijgt naar onvermengd genoegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

381

Versmaad wat u een wereld geeftWaar t logge werktuig slechts in leeft

Geen ziel naar t evenbeeld des Eeuwigen ontsprotenO Wil slechts en een hooger kringDie van den reinen hemeling

Is voor uw reine zucht ontsloten

o Hemelkroost o poeumlzyWy roepen uwen invloed by

Om d aardschen wansmaak te vernielenGalme uit Gods liefelijken hofEen toon van u op dit ons stof

En t doode stof zal zich bezielen

Neen eindloos grooter is de machtVan uw aanbidbre tooverkracht

Die hoogste wellust van de heilge CherubskoorenGeheel dit stofverblijf vergaatVan uit het hart dat u verstaat

Een nieuwe wereld is geboren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

382

Gy zwarte neevlen die ons oogWanneer t zijn toevlucht zocht omhoog

De vaderhand verbergt die onze stappen veiligtGy zijt verdwenen met den nachtDie Dwaasheid voor het daglicht acht

En tot wiens eer de naam van waarheid wordt ontheiligd

Ja in het dichterlijke rijkZijn wy aan de Engelen gelijk

Almachtige die aan uw voeten zwevenDe blinddoek die ons drukt viel afUw zegen zien wy in de straf

En in het graf den ingang van het leven

Vervallen stervling triomfeerHier zijt gy s hemels lievling weecircr

Hier weecircr de vorst van dit benedenWien heel een wereld schatting boodEn wien geen onheil of geen dood

In t vlekloos aangezicht dorst treden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

383

En gy aan wier standvasten moedGeen wreevlige aarde hulde doetVernederde Hebreeuwen

Mijn broeders op uw achtbaar hoofdVan de oostelijke kroon beroofd

Drukt vruchtloos de ongenacirc van twintig woedende eeuwen

In onze wereld vindt gy troostIn onze wereld zijt gy t kroost

Dat de Almacht zich heeft uitverkorenEn schiet de vonkelende gloedVan Judaas leeuw u in t gemoet

Reeds grijpend naar de staf hem over de aard beschoren

Geen waan is t die t verstand beroertDe dichtgeest die ons hart vervoert

Is de echte Godspraak van de waarheidOnfeilbaar woord der profecyWat zijt ge dan die poeumlzy

Voor wie der toekomst nacht versmelt in zonneklaarheid

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

384

o Dat me uw adem steeds omzweefo Dat me uw wereld nooit begeef

Gy Schoon- gy Waarheidskroost gy leven in dit levenOnttrek geen nevel aan mijn oogDen gloed waarmede uw vlucht omhoog

Het stoute spoor bekleedt om hemelwaart te streven

Aan dezen Goddelijken gloedOntsteekt zich hier onwinbre moed

Om uwer haatren haat te dragenEn waar het Recht en Waarheid geldtHet zaamgezworene geweld

Van duizend werelden ten open strijd te dagen

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

385

Geluk en plicht

Neen heerschappij noch rang noch schattenDoen stervling u gelukkig zijn

t Is zorg en last wat zy bevattenEn al hun heilbelofte is schijn

Verblindend is de glans der kroonenVerlokkend is de praal der macht

Maar ach waar hun bezitters wonenDaar houdt een eeuwige onrust wacht

Waartoe het strand gevlucht ontzindenEn een onzeekre zee gebouwd

Waartoe aan d adem van de windenHet lot uws levens toebetrouwd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

386

Waartoe op ongestuime barenEen ijdle schaduw nagejaagd

En zich aan ziels- en lijfsgevarenOm wereldsche ijdelheecircn gewaagd

Zoo ge al het voorwerp van uw zwoegenGoud staat en aanzien machtig werdt

Nog zou dit uiterlijk genoegenGeen vrede schenken aan uw hart

Wat meest aan s noodlots vlagen bloot leitIs juist die hoog verheven stand

En in de schaacircuw der aardsche grootheidSchuilt al te dikwerf leed en schand

t Is waar dan wat de dichters zingenEn wat de strenge wijsgeer leert

De middenstand geeft stervelingenDat heil met zooveel drift begeerd

Ver van het dartle hof der grootenVer van het wichtig roer van Staat

Wordt die tevredenheid genotenDie aan der Eerzucht wensch ontgaat

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

387

Almachtige de beecirc der bravenIs om dien zaalgen middenstand

Deze is de dierbaarste der gavenDie t menschdom afsmeekt van uw hand

Geluk met veiligheid te gaderWoont by den huisselijken haard

En t stille heil van gade en vaderIs t wezenlijkste heil der aard

Maar anders klinkt de beecirc des bravenWanneer de plicht zijn bijstand vergt

Als door een hoop verachtbre slavenUw hemelsch wraakzwaard wordt getergd

Als t oproer woedend losgebrokenEn vorst en vaderland bedreigt

En t volk in dweepzuchts gloed ontstokenTot een verfoeiden afval neigt

Dan is het lafheid slechts te strevenNaar t kalme huisselijk genot

Dan moet die wellust opgegevenEn de ongenacirc geduld van t lot

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

388

Dan past het grootsch geboren harten(Zoo slechts hun eedle poging baat)

En zee- en stormgevaar te tartenOp t dobberende schip van Staat

Maar dan ook is geen wereldglorieDer braven hoop of loon of doel

Zijn prikkel de eer niet der viktorieMaar zuiver Gods- en plichtgevoel

Wel hem die t needrig burgerlevenVer boven roem en grootheid stelt

Maar ook dien heilstaat op kan gevenWanneer het plichtsbetrachting geldt

1820

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

389

Aan mijn vader [Opdracht van den bundel lsquoPoezyrsquo]

Gunt gy t hoog vereerde VaderDat een zoon U hulde bied

Met den eerstling van een aderDie nog ruwe zangen schiet

Dat hy drie en twintig jarenIn uw weldaacircn doorgebracht

Met de galmen van zijn snaren(Ach hoe min) te erkennen tracht

Voor het sterflijk oog verborgenRicht de Koning van t Heelal

Met in al voorziende zorgenHeel den loop van t Lotgeval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

390

Door Zijn ondoorzienbre wegenWorden wy hier rondgeleid

De aardsche beeldtnis van dien zegenIs eens Vaders tederheid

Wat die teecircrheid kan omvattenO mijn Vader toondet Gy

k Loonde met geen aardsche schattenMet geen wereldheerschappy

Al uw zwoegen al uw pogenIn de vorming van mijn jeugd

Immer zwevend voor mijn oogenMet het voorbeeld van uw deugd

t Bloed vooral dat in mijn aderenMet een deel uws aanzijns vloeit

Kostbaar erfdeel onzer VaderenDie van Oostersch vuur doorgloeid

Daar waar Taag en Iber vlietenEenmaal schitterden op de aard

En wier grootheecircn ons verlietenDoch - hun eer bleef nog bewaard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

391

God beschouwt het uit den hoogenWat Gy voor my waart en zijt

Ik ik bloos van t onvermogenDer erkentnis U gewijd

Ik bied vruchten aan voor dankenIn der Muzen hof geplukt

Klanken ja maar in die klankenHeeft mijn ziel zich afgedrukt

O mijn Vader k leg dan hedenMet een diep geroerd gemoed

(Stell mijn zucht uw recht te vreden)Hart en dichtlier aan uw voet

Wil die van elkaecircr niet scheidenNeem ze beiden gunstig aan

Schenk uw zegening aan beidenEn mijn wenschen zijn voldaan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

392

Voorafspraak bij de voorlezing van het dichtstuk lsquoDes dichterslotbestemmingrsquo

Wat vergt ge my dat ik hier zingen zalDat ik voor u de dichtlier zal bespelenBedriegt ge u niet Heb ik dien hemelval

Die eeniglijk uw kiesch gehoor kan streelenHeb ik dien toon dien onweecircrstaanbren toon

Die innig roert en zielen weg kan slepenZal zich die lier een meesterhand gewoon

Niet weigeren aan mijn onvaste grepenEn moet dees zaal waar Hollands dichtrenrij

Zoo menigmaal de harten wist te buigenDoor t zoet geweld der schoonste melody

Mijn flaauwen galm mijn machtloosheid getuigen -

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

393

Gy wilt nochthans Welaan k weecircrsta u nietIk weet gy zult mijn poging heusch onthalenEn vordren niet van t ruwe jonglingslied

Den tooverklank van uwe nachtegalenMaar ook den toon der schaterende vreugd

Moet ge in mijn zang mijn hoorders niet verwachtenSchoon in den bloei der pas ontloken jeugd

Stort hier mijn hart slechts weemoed uit en klachtenVerwondert ge u Ach dichtkunst is gevoel

Des is ze niet de dartling van t genoegenDes blijft haar toon voor ijdel juichen koel

En weet zich niet by t volksgeschreeuw te voegenEn of het bloed nog frisch door de aders vloeit

Of de ouderdom zijn sneeuw strooit op de harenWat dichter is wordt van eacuteeacuten vlam doorgloeid

En deelt eacuteeacuten zucht eacuteeacuten zelfde zielsbezwaren -Maar waar van daan in t dichterlijk gebied

Die somberheid die wondre hartbeklemmingDie vraag wellicht beantwoordt u mijn lied

Ik zing u hier DES DICHTERS LOTBESTEMMING

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

394

Des dichters lotbestemming

Vulnus alit venis et caeco carpitur igniVIRGILIUS

Wie zijt ge gunsteling des hemels aan wiens oogGeheel een wereld hangt als de invloed van omhoogIn menschlijke aderen dat hemelsch vuur doet vloeienWaarvan uw adem brandt waarvan uw tonen gloeienWiens enkel stemgeluid met onbeperkter krachtZich uitbreidt dan t geweld der waapnen dan de machtDer scherpste dwinglandy Want gy regeert op zielenEn wat een hart bezit moet voor uw almacht knielenWie zijt ge o dichter mensch of Engel Engel wisIndien der Englen taal der Englen kenmerk isOf mensch O dan voor t minst gelukkigste der menschenBegaafd met hooger heil dan t doel zelfs van hun wenschenAls zy den glans van roem van aanzien rang en goudAfsmeeken van het Lot en zich hun mond verstout

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

395

Aan de Alvoorzienigheid de wegen af te perkenWaar langs zich t levensheil zijns schepsels moet bewerkenNeen dichter neen gy deelt in hun verblindheid nietDier driften heerschappy is vreemd aan uw gebiedTe vreecirc met in uw borst der Godheid aacircm te ontfangenEn dien met heel uw ziel te storten in uw zangenKent gy noch hooger goed noch d aanval van de smartEn t heil der wereld woont in uw gelouterd hart

Het heil der wereld Ja in die volzaalge stonden(Te vluchtig) wen de geest als van het stof ontbondenWeecircr naar zijn oorsprong trekt en t wereldsche gewoelVan om hem heen verdwijnt en plaats maakt voor t gevoelWiens zaligend geweld hem wegsleept idealenVan schoon- en waarheid uit de hemelkringen dalenDe aloudheid zich herschept de toekomst zich onthultO heilig dan de vlam die s dichters hart vervultEn voor een oogwenk ja de weelde leent der EngelenAls ze in den aanschijn Gods hun lofgezangen mengelenO voor het hemelsch licht dat deze vlam verspreidtVervliegt de duisternis van drieste onwetendheidEn bleekt de scheemring weg van ingebeelde kennisWaar de afgevallen mensch zich meecirc tot heiligschennisEn eigen jammer heeft gewapend Dichter gy

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

396

Geniet dien heilstaat reeds door t woord der profecyAan t menschdom eens beloofd wanneer de nietighedenDer aarde voor t genot van t ons herwonnen EdenBezwijken zullen en voor blinden eigenwaanHet wezenlijk geluk by t menschdom zal bestaan

Maar ach niet altoos blaakt die toovervlam in t harteOok gy o dichter werdt voor de aardsche levenssmarteDoor t lichaam zijt ge meecirc aan t doode stof verwantEn tegen d invloed van een God is t niet bestandVoor dierlijk zijn gevormd zou t in dien gloed verteerenOf t grove lichaam moest in t fijnste weefsel keeren

Zoo breekt die droom dan af (die waarheid eens zal zijn)Wiens weldaad machtiger dan ziel- en lichaamspijnU inwijdt in t besef van leven Ach te spoedigOntglipt hy u en gy verlaatne die zoo moedigDe ziel verheffen dorst tot heemlenheilgenotGy zinkt weecircr in ons niet gy deelt weecircr in ons lotHelaas des werelds heil omvat uw hart niet langerMaar meerder nog dat hart van andre zuchten zwangerDan de aarde kan voldoen en aan zich zelf bewustVan hooger vatbaarheecircn en van verheevner lustVernoegt zich met geen praal van grootheid met geen logen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

397

Der zinnen Hemelsch heil zweeft voor uw sterflijke oogenVerbeelding stookt de vlam van uw verlangen aanEn de aard heeft niets meer dat voldoening schenkt t bestaanGeen oogenblik genot dan slechts de zielsvervoeringDer Dichtkunst de eigen bron dier steeds vernieuwde ontroering

O treurig strafverblijf van Adam en zijn bloedDat nog voor t eerst vergrijp van d eersten vader boetTooneel van gruwelen van onrecht leed en plagenHoe kwelt gy s dichters geest Hoe diep is hy verslagenBy t jammerlyk gezicht der strenge wraak van GodZijn oogen schreien bloed by t diep vervallen lotVan Edens ballingen Ach waar hy de oogen wendeWat ziet hy dan het merk van misdaad en ellendeWaar bleef dat wezen naar zijns Scheppers evenbeeldGeschapen dat den rang der Geesten heeft gedeeldWien t alles hulde bracht als Opperheer der aardeDie Engelenvernuft aan kindrenonschuld paardeWaar bleef dat hemelsch schoon van lichaam beide en zielWaar bleef hun kracht hun glans - Helaas dat wezen vielt Vergat zijn God zich zelf zijn vroeger heil en grootheidEn t menschlijk harte werd het heiligdom der snoodheidHet menschlijk lichaam tot der wormen aas bestemdSints heeft een ijzren doem des geestes vlucht gestremd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

398

Als hy naar hooger tracht dan de aardsche schijnvermakenHy blijft gevallen eens zijn afkomst steeds verzakenEn gy o dichter zoudt niet treuren Gy wiens oogNog soms doordringen mag wat zegens van omhoogOp t nog onschuldig hoofd des menschdoms moesten dalenDie thans niet anders zijn dan blinkende idealenNeen t treuren past u en de toon der droefenisIs t eenig troostgevoel by zulk een wreed gemis

Zoo is die boezem dan zoo fijn- zoo diepgevoeligSteeds somber en bedrukt steeds onbestemd en woeligIn t rustloos haken naar een meer dan aardsch genotAch onverschilligheid is vreemd aan s dichters lotAls t needrig beekjen niet wiens golfjens zachtkens klotsenMaar als de woeste stroom die neecircrschuimt van de rotsenZoo vloeit een eedle drift zijn kokende aders doorHet zij de plicht hem roept om lijdende onschuld voorTe strijden en t geweld van onrecht en verdrukkingManhaftig weecircr te biecircn t zij teedrer zielsverrukkingZijn hart vermeesterd heeft en hy zich zelf verliestIn de aangebeden vrouw die hem de liefde kiestDe liefde Zoo bestaat er heil nog voor den dichterAanminnig machtig kind en eecirclste welluststichterWien de oudheid Venus gaf tot moeder was zijn borst

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

399

Ooit voor uw invloed koel Of kon de heete dorstVerwekt door uw kwetsuur ooit boezems meer verschroeienDan waar uw tooverschicht poeumleten deed ontgloeienStrooi gy dan rozen op zijn doornig levenspadWat ooit dit dorre stof nog hemelsch in zich hadDankt u het menschdom u verheffen s dichters tonenU golft zijn wierook toe Gy kunt die hulde loonenOm u versmaadde hy een halven leeftijd smartEn op uw gunst alleen hoopt zijn gefolterd hart

Maar ook uwe ongenacirc heeft hy te vaak te duchtenO vlijmend is uw schicht wanneer de vuurge zuchtenDer min verwaaien en een lot ondraaglijk wreedOns hart van t voorwerp scheurt waar voor t zich zelf vergeetWat kweelt gy Puikpoeumlet die door Vaucluses drevenUw nagedachtenis door de eeuwen heen ziet levenWat kweelt ge als t vogeltjen dat om een gade schreitEn stort uw roerend lied met sombere achtloosheidSlachtoffer van een min zoo rein zoo zielverheffendWie deelt niet in uw smart meer dan uw kunst nog treffendAch de aangebedene mag nimmer de uwe zijnHet leven heeft gedaan voor u Petrarca kwijnIn smeltend klagen weg tot u de dood verrasse -Thands stort Euroop een traan van deernis op uw assche

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

400

En nog beklagen we u na zulk een tijdverloopU minnaar steeds zoo trouw en minnaar zonder hoop

Itaalje bakermat en voedstrares van kunstenWie t zanggodinnendom steeds overlaadt met gunstenItaalje waar natuur zich met de kunst verbondOm hemelschoon op de aard te scheppen om uw grondTe kweken tot een hof van ziels- en lichaamsweeldeOok Tassoos wieg droegt gy Ook Tassoos Zangnimf speeldeHet ridderlijke lied op Italjaansche maatMaar ook zijn vroegen dood getuigt gy Hy vergaatHet offer meecirc der min Een doodelijke smarteStolt zang- en mindrift beide in t hopelooze harteGy wie zijn taal en toon door merg en zenuw dringtHet zij zijn fiere stem van oorlogsglorie zingtt Zij liefde en tederheid zijn dichtpenseel bestierenO siert zijn tombe niet met bloeiende laurieren(De lauwer groeit van zelf by s dichters overschot)Maar plant er wilg en myrt - Of kent gy niet het lotWiens wreedheid in het eind den draad brak van zijn levenZoo hoort my maar (k voorzie t) gy zult voor d invloed bevenVan t dichterlijk gevoel op d aardschen levenstocht

Sints Tasso voor het eerst Ferrares hof bezocht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

401

Ontsprong de bron der ramp aan t teedre hart beschorenUit adelouden stam en deugdzaam bloed geborenEn wijd en zijd befaamd door dichterlijken lofEn schitterend vernuft ontfing hem t vorstlijk hofMet d eerbied die een eeuw van ware geestbeschaafdheidAan d invloed toedraagt van die hemelsche begaafdheidMaar ach in Tassoos oog had hoffelijke praalGeen waarde noch de gunst van t vorstelijk onthaalNoch t juichen van een volk dat in den heldendichterHomerus volgling en Itaaljes gloriestichterAanschouwt Eeacuten voorwerp slechts is Tassoos aanblik waardEeacuten voorwerp dat alleacuteeacuten al t schoon vereent der aardt Is s Vorsten zuster zelf Lenora in wier oogenDe zetel is geplaatst van Liefdes alvermogenEn met de majesteit van t koninklijke bloedDe zacht- en teecircrheid spreekt van t engelrein gemoedHy ziet haar en bemint Het lot van heel zijn levenBestemt zich hoop en rust moet eeuwig opgegevenWat doet ge Dichter en wat dolheid gaat u aanHoe durft ge op uw vorstin een blik van liefde slaanHoe durft ge Ach kent de min den invloed van de redeZy streelt niet maar gebiedt en sleept en rukt u medeEn gy gy lijdt en kwijnt in radelooze smartMaar kropt de kwelling in van t fel getergde hart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

402

Slechts de Echo van het woud gewoon aan minneklachtenDie voor een oogenblik de storm der drift verzachtenGetuigt uw wanhoop soms terwijl ze met u treurtMaar welk een boezem ooit van minnewee verscheurdKon voor t geoefend oog de diepe wond bedekkenAch alles kenmerkt haar De stem de ontstelde trekkenVan t beurtlings blozende en verbleekende gelaatBy t naderen van haar voor wie ons harte slaatt Noodlottige geheim ontvalt de smeltende oogenIn tranen vruchteloos weecircrhouden Al uw pogenIs ijdel t Werd bekend wat Tasso zich vermatHoe hy van liefde gloeide en Leonore aanbadNu moet des noodlots schuld op s dichters hoofd gewrokenDe vorstelijke trots in fellen toorn ontstokenVerbant hem van zijn hof Eens kerkers aakligheidIs t heilloon dat de Min haar Dichter heeft bereidDaar ligt hy nu en zwoegt de dagen en de nachtenIn sombre wanhoop door en stort onvruchtbre klachtenEn roept den dood te hulp die naar geen klachten hoortOf als dan de overmaat der smart de smart versmoortEn zich de dichtgeest weecircr een oogwenk lucht kan gevenDan meldt zijn doffe zang de plagen van zijn levenDan in t aandoenlijk beeld van droevigen TancreedOf teedre Erminia schetst hy zijn eigen leed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

403

En smaakt een bittre vreugd hun onheil te betreurenEn t zijne en telkens zelf zijn wonden op te scheuren

Zoo leefde Tasso zoo vervulde zich zijn lotAls dichter tot de hand van d eacuteeacutenig wijzen GodHem tot zich riep in t end en uit de nietighedenEn foltringen der aard het leven in deed treden

Gevoelige poeumlet dus vindt ge in d eigen gloedt Vermogen van de kunst en de onrust van t gemoedEn t menschdom dat uw vlucht meecirc opvoert tot de wolkenBiedt u by zoo veel leed geen troost Geheele volkenVerheffen niet uw naam en galmen niet den lofVan s hemels keurling uit wiens toon hen zaligt OfBestrooien niet het pad waar langs hy heen zal tredenMet feestelijk gebloemt O neen de grillighedenVan algeweldnaars toe te juichen als hun vuistVoor eigen glans en roem der volken hoop vergruist -En om de zegekar te dringen van die heldenZoo lang de onzeekre kans der bloedige oorlogsveldenHun woeste heerschzucht dient zie daar des menschdoms smaakWat is hun of uw hart van s hemels invloed blaakWat weten zy van deugd- en echte kunstwaardeerenDe Dichtkunst werd niet voor hun ijdlen lof Homeeren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

404

Verrijzen en vergaan vergeten of verdruktWanneer hun moedig hoofd voor willekeur niet bukt

Maar wat is de ongenacirc van lot en menschdom tevensVoor u wiens hoop begint aan t eindperk eerst uws levensHiermeecirc staat gy geweld en smaad en onrecht doorHiermeecirc staat ge onschuld deugd en t recht der Waarheid voorEn gadert langs uw baan de vrucht der levenswijsheidEn deelt die met de jeugd in t kalm saisoen der grijsheidEn zoekt naar wetenschap tot aan den rand van t grafEn draagt het oog op God wat God te dragen gafTot de Engel van den dood u t wrakke lijf moet slopenEn dan - triumf in t end De hemel staat u open

Jongling waar van daan dat treuren in uw schoonsten levenstijdWaar van daan dat heimlijk zuchtjen dat uw weeke borst ontglijdtWaar van daan dat glinstrend traantjen dat uw kwijnend oog besproeitEn dat onbestemd verlangen dat u op de wangen gloeit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

405

Voor de schatten van de wereld voor haar kroonen zijt ge koelEn de zucht die u vermeestert heeft gewis een ander doelJa gy haakt naar hooger wellust naar het hoogste heil der aardMeer dan schatten meer dan kroonen meer dan t leven zelve waardJa gy zoekt de lieve gade die dat leven deelen moetEn uw borst kweekt geen verlangen dan naar dit geheiligd goedIn den droom reikt gy haar de armen en zy stort zich aan uw hartMaar ge ontwaakt en mist haar weder en verdort op nieuw in smartDoch de macht die t harte dorst gaf geeft ook laafnis voor dien dorstEn dien trek naar min- en echtheil plantte God-zelf in uw borstEens dan zal de dag ontluiken die zijn heilig doel vervultAls ge (niet in droomen langer) haar in de armen knellen zultDie met de eigen zielsvervoering uwe liefde heeft verbeidEn gy zult met al de volheid van genot en dankbaarheidZelfs die stonden weldaad reeknen toen u wars van aardsche lustt Leven onverdraaglijk toescheen van uw toekomst onbewust

O zoo is de trek naar hooger die in s dichters boezem brandtWaarborg van een beter leven in een beter VaderlandBallingen zijn wy op t aardrijk en de dichter doet geen stapDie hem niet de straf herinnert van die bittre ballingschapDaar van daan die zweem van droefheid die zijn maatgezang doorzweeftDaar van daan die rusteloosheid die om geen genoegens geeftGod-zelf schiep hem dat verlangen naar een dierbrer heil dan de aard

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

406

Dierbrer heil dan dat der wereld heeft zijn goedheid hem bespaardDaar waar t koor der Serafijnen zijn eacuteeacutenstemmig Hallel zingtWaar het heir der Uitverkoornen om den troon der Godheid kringtDaacuteaacuter eerst is het rijk der Dichtkunst derwaarts richt zich onze vluchtDaacuteaacuter is Schoonheid daacuteaacuter is Waarheid daacuteaacuter voldoet zich onze zucht

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

407

Het natuurlijk verband van wijsbegeerte en dichtkunst

Et prodesse volunt et deleclare poeumltae

HORATIUS

De krijgsman in t geweld der waapnen opgevoedAls Mavors kreet weecircrgalmt en de oorlogsbliksem woedtOntwijkt geen dorstend staal noch dichte pijlenregenMaar ijlt ontembaar in zijn vaart den vijand tegenWaar hem zijn heirspits sterkst t gevecht verschriklijkst schijntZijn zwaard maait wijd en zijd dat drom op drom verdwijntDe drift zijns boezems door geen menigte in te toomenDoet vloeibre vlammen in zijn zwellende aders stroomenSchiet vonken uit zijn oog en verwt zijn fier gelaatEn de overwinnende arm verplettert wat weecircrstaat

Niet anders is de gloed door uwe hand ontstokenO dichtkunst Engelin voor wie er outers rokenWaar menschen zijn die uit het hemelsche gebiedt Verrukte menschdom aan uw voeten storten ziet

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

408

Als t heilig priestrendom door uwen aacircm gedrevenIn taal en tonen uit een wereld meer verhevenOntleend de drift ontlast die hun op t harte druktO zalig driewerf hy dien ge aan dit stof ontruktEn met u opvoert in de op aard onzichtbre kringenWaar tallooze Engelen t eenstemmig Hallel zingenUw wezen kennen leert en in zijn grootsche vluchtEen hooger denkkracht schenkt in meer verfijnde luchtDie deelt uw oppermacht verheft de ontvlamde zielenEn dwingt de luistrende aard voor t voorwerp neecircr te knielenDat hy veredeld of geschapen in zijn liedAan d opgetogen geest in al zijn grootheid biedtt Gevoel dat in hem leeft door geen geweld te dovenSchiet allen weecircrstand met vernieuwden gloed te bovenNiets in het wijd Heelal is dit gevoel te hoogEn meer zelfs dan natuur omvangt des dichters oog

Wat stervling waant dan nog dit onbegrensd vermogenOmsloten in den kring van hersenschim en logenEn bant hem uit uw rijk o Wijsbegeerte kroostDes hemels die u zond het aardsche leed ten troostNeen aan geen krijg alleen geen bloedige tafreelenVan heldenkracht en moord geen losse minnespelenGeen treur- of zegelied geen herderlijken kout

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

409

Is s dichters stem gewijd Meer uitgebreid meer stoutWaagt zy t in grover lucht den zang der hemelkorenTe volgen en verheft den lof van d OngeborenEn kweekt in t menschlijk hart de erkentnis voor zijn GodLeert hem vertrouwen op Zijn zorgen leert hem t lotVerwinnen en dees aard dit stofgewaad verachtenMaar in een beter oord een beter noodlot wachtenDit durft ge o Poeumlzy niet roekloos als IkaarDe heemlen naadrend met geleende vleuglen maarGelijk der vooglen vorst door eigen aart gedrevenEn d aandrang der natuur Uw wezen dus verhevenSmelt Schoon- en Waarheid in zijn Godlijk vuur tot eacuteeacuten

Maar wat dan is die bron van uw aanloklijkheecircnWat is die oorzaak van uw uitgestrekt vermogenGodes verspreid uw licht voor mijn verlangende oogen -k Erken het t is gevoel wat s dichters geest ontsteektWat in uwe aadren leeft en uit uw boezem spreektUw wezen is gevoel dit deelt ge uw priesterscharenWier stem u aanroept meecirc Gelijk de zilvren snarenOp d indruk trillen van de hand die haar bespeeltZoo ijlings storten ze uit wat dit gevoel beveeltWee hem die dit miskent en de onbezielde klankenAan t pijnigende werk van t koude brein moet danken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

410

Heil wie dien indruk volgt Met Englen in verbandOntvalt hem op uw wenk de sluijer die t verstandBenevelde en gy-zelf aanbiddelijke WaarheidStraalt in t aanbiddend oog met onbeperkte klaarheid

Want gy ook spreekt in t hart daacuteaacuter doet ge ons s werelds HeerGevoelen daacuteaacuter ons-zelf daacuteaacuter plicht en recht en eerWaacuteaacuter anders werd de band de heilge band geslotenDie de oudren kluistert aan hun kroost die echtgenootenOmvat die mensch en mensch verbroedert en vereacuteeacutent -Ja wat gy edelst hebt is uit uw hart ontleendVergeefs in t hoofd gezocht wat daacuteaacuter slechts is te vindenOnzeekre stervling ook door Rede te verblindenAch raadpleeg uw gevoel verlicht door hooger machtIs t Godspraak wat zy meldt niet straffeloos verachtDe Rede volg haar stem Ze is in dit korte levent Hart door de weldaad van uw God ten dienst gegevenDit heersche op haar en u zy schrijf geen wetten voorNoch kies zich zelve een weg u lokkend op haar spoorBeef zoo zy t onderstaat en van haar boei ontslagenU meecircvoert in de vaart die ze onbezuisd dorst wagenBeef de afgrond is het eind van haar verdwaalden loop

Die dwaling boette ge ook geschokt verzwakt Euroop

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

411

Uw bodem werd geweekt in bloed- en tranenstroomenSints t wufte menschdom in bedriegelijke droomenAls waarheid voorgesteld zich zelf een bron ontslootVan plagen zonder tal van misdaad krijg en doodDe Rede was t wier trots verhit en onberadenDe stem van t hart de stem der Godheid dorst versmadenGeen waarheid hulde deed dan die haar kortziend oogMocht treffen en wat aard en aardsch begrip te hoogZich langs verheevner weg aan t menschdom openbaardeVan op haar rechterstoel voor hersenschim verklaardeHelaas dees schuldige eeuw door gruwelen beruchtZag haar in dolle drift gezag en wet ontvluchtAllengs haar dwinglandy verbreiden s menschen zielenVervreemden van hun aart en voor een afgod knielenDoor t licht verblinde volk voor Waarheid aangebeecircnt Beef de alles voor haar staf een droeve voorboocirc scheenVers chrikbre rampen aan het aardrijk te verkondenDe altaren wankten op hun daverende grondenDe diadeem viel af van de achtbre koningskruinGelijk wen de Etna met haar stroomen gloeiend puinHet om haar siddrend land in vuur dreigt weg te spoelenDe grond voelt schok op schok waaronder vlammen woelenDe zon verbergt haar glans het vee springt angstig rondMet akelig gehuil daar uit des vuurbergs mond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

412

Een dichte nacht van damp zich opheft tot de wolkenTot eindlijk uit het diepst der fel beroerde kolkenEen zee van steenen barst met alverzwelgbren gloedVermengd die gantsche steecircn op eens verdwijnen doetZoo woedde de oproervlam door uw gevloekte spokenO valsche Wijsbegeerte in t menschlijk hart ontstokenEn aan de onrustige aard sints zoo veel tijd voorspeldEuropa werd een prooi van bandeloos geweldDe volken dol van zucht naar heerschappy verplettenWat plicht en recht getrouw haar paal of perk wou zettenWat in de afschuwlijkheecircn van t laagst het schaamtloost rotNiet deelde Onschuldig bloed vloot stroomend van t schavotDat deugd geen misdrijf strafte en met bevlekte handenBestond hun razerny het heiligste aan te randenDoor t afgedwaald verstand miskend De bevende aardZag de outers neecircrgetrapt in t stof een heilloos zwaardDe Godheid-zelf ten smaad t ontzag der vorsten schendenAch om uw deugd gehaat door woeste rooverbendenVeroordeeld boette gy verheven LodewijkMet d eecirclsten marteldood de gruwlen van uw rijkGy vielt Uw troon stortte in werd door een vlam verslondenVan uit den schoot der Hel Maar uit zijn asch ontstondenMet ijsselijk misbaar twee monsters Krijg en DwangVerwoesters van t heelal die twintig jaren lang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

413

De wereld teisterden onstuitbaar in hun woedeTot de Almacht opgestaan ter wraak hun strenge roedeVermorzelde en Euroop op nieuw het leven gafZy zelf zy had dien vloed van rampen tot uw strafVerwaten sterveling doen stroomen die haar gavenOnwaard u aan t gebied des Hoogmoeds liet verslavenDe Rede op s levens pad u door den HemelvorstTen steun gegeven in haar dwaling volgen dorstEn met haar Recht en Deugd verlaten en verachtenGy leedt dien hoon ten zoen leer leer voor t minst haar krachtenMistrouwen t smeekend oog op t uit Hem stralend lichtGeslagen dat u t spoor van waarheid toont en plicht

Maar wat deze eeuw misdeed door ingebeelde kennisVervoerd tot oproerzucht tot moord en heiligschennisWie aan den schijn gehecht dit wijsbegeerte noemtHaar om de wandaacircn in haar naam bedreven doemtWil nooit dien eedlen trek met uw bestaan geborenNaar t hemelsche genot van ware kennis smoorenZy heft u boven t stof zy maakt u d eernaam waardVan mensch haar dankt ge uw heil uw grootheid op deze aardHaar de onverschilligheid voor aardsche nietighedenHaar t uitzicht op een tijd hersteller van t voorledenJa ook de stervling is voor wetenschap gemaakt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

414

Gedreven door een vlam die steeds zijn boezem blaaktBeproeft hy t aan natuur haar diepst geheim te ontwringenDe korst der aarde en t ruim der heemlen door te dringenOm voedsel voor zijn geest van weten nooit verzaadWat voorwerp in den kring van t zichtbaar Al bestaatDe lucht die om hem golft de ontelbre flikkervierenDie voor zijn starend oog langs s hemels vlakten zwierenDe grond dien hy betreedt het uitgebreid geslachtDer dieren meecirc dit stof bezielend en de krachtDie t lichaam dat hy draagt beweging geeft en levent Wekt alles in hem op die weetlust zoo verhevenWaarmeecirc hy aan den klem der zinlijkheid ontschietEn zou die eedle drift in t edelst schepsel nietOntvlammen om den God wiens aldoordringend wezenZich in wat adem haalt gevoelen doet en vreezenTe naadren en een straal te ontfangen van dat lichtWiens schittring wijsheid is verblindend voor t gezichtZou t menschdom vol van zucht zich kennis op te delvenIn wat zijn zinnen treft naar kennis van zich-zelvenNiet hijgen zijn natuur zijn plichten en den bandDie hem aan wezens hecht van meer verheven standNeen dit ook heeft de mensch met d adem ingezogenHet is geen dwaze waan geen meer dan menschlijk pogenDe Godheid kweekt dien lust Haar invloed openbaart

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

415

Ons waarheid en die gunst is t hoogste heil op aardMaar t is de Rede niet van wier bekrompen krachtenTe licht te vaak misbruikt die weldaad is te wachtenDe Godspraak vult het hart en wijsgeer is wiens mondDe onwankelbare wet van dit gevoel verkondt

Wat priester dan mag die orakelstem doen hoorenDan gy o dichter gy des hemels uitverkorenWiens zielversmeltbre toon in t hart zijn oorsprong heeftWien steeds een grooter macht t belauwerd hoofd omzweeftGy voor wiens toovrend lied verwoede tijgers vielent Geboomte leven krijgt en steenen zich bezielenDwing gy den mensch tot deugd tot liefde voor zijn GodDoe gy hem zalig zijn ten spijt van t nijdig lott Is schoon wanneer uw zang het krijgsvolk bloed en levenVoor eer en vaderland met geestdrift op doet gevenMaar schooner voor die zucht naar krijg en krijgsgewoelIn t schepsel aan uw mond gekluisterd t rein gevoelVan vrees en dankbaarheid voor die hem schiep te wekkenEn wat uw ziel doorziet aan t sterflijk oog te ontdekkenWant ja de koeling-zelf van dichterlijken gloedIn vloeiend maatgezang veredelt uw gemoedEn loutert uw verstand van de aardsche wanbegrippenDie d uitgerekten arm de waarheid doen ontglippen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

416

t Almachtig scheppingswoord had uit het dorre nietd Onmetelijken klomp van t stoffelijk gebiedDoen worden zee en lucht zag t nieuw geslacht der dierenNog pas zich-zelf bewust het feest der schepping vierenMaar wat die aan t gezicht van de alziende EnglenrijVoor wondren bood hun geest zag dit tooneel voorbyDaar ze in ondeelbre zorg hem hem alleen beschouwdeVoor wien zich al die pracht die vruchtbaarheid ontvouwdeOp Adam op een bed van bloemen uitgestrektEn naauwlijks uit den slaap waarin hy wierd gewektOp Adam rustte t oog der heemlen op de ontroeringDie heel zijn lichaam schokt de hooge geestvervoeringEn t nooit beproefd gevoel dat in zijn borst ontstaatEn sneller dan het licht op t Godlijk schoon gelaatTe rug werkt toen hy t eerst een vreemdling op deze aardeVan wat zijn zinnen trof een duister beeld ontwaardet Was al verwarring voor zijn denkkracht Dit alleenBegreep zijn kloppend hart in deze onzekerheecircnHet aanzijn van een God ver boven hem verhevenEn alles wat bestond wiens weldaad hem deed levenIn t overstelpend heil waarvan zijn boezem smeltWordt hem door de Almacht zelf steeds grooter heil voorspeldEn mooglijk waar de mensch van zulk een denkbeeld dronken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

417

In t niet waar aan hy naauw ontrukt was weecircr gezonkenBezweken in t gevoel der heetste dankbaarheidHad niet de Godheid hem eacuteeacuten gaaf nog toegezeidVoor t menschelijk geslacht meer waard dan al de schattenDie de onbegrensdheid der verbeelding mag bevattenHet lichaam naar den wil de werking van t verstandBewogen leert de vlam die in de ziel ontbrandtIn klanken waar zich t hart in spiegelt uit te drukkenNu schijnt een gunstige arm de banden los te rukkenOm Adams borst gehecht een warme tranenvloedOntspringt hem en ontlast de volheid van t gemoedHy richt het vonklend oog in geestdrift naar den hoogenEn ademt zangen uit van godsvrucht opgetogenDie wat zijn boezem op dit heilig uur ontroertVernieuwen voor t gehoor De vlugge Zefir voertHet streelendste geluid tot voor de hemeltronenEn alles blijft geboeid aan zijn verheven tonenHy zwijgt - heel t schepslendom vervangt het vurig liedDat s menschen zilvren stem zijn God ten hulde biedtEen nieuwe lust schijnt heel de schepping te doordringenOm meecirc zijn grootheid meecirc zijn weldaacircn te bezingenEn doet de lucht alom weecircrgalmen van zijn lofNu eindlijk mag de mensch de wondren van het stofBegrijpen en het doel waar God hem toe bestemde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

418

De duisternis verdwijnt die om zijn zinnen klemdeOp eens wordt alles aan d ontboeiden geest verklaardEn Adam kent zich-zelf en voelt zich Vorst der aard

Dus Stervling is de kracht der Dichtkunst als uw zangenDen heilgen invloed van de Wijsbegeerte ontfangenEn t rijk der stofloosheid het rijk des Dichters isGelukkig dan die tijd waar op de erkentenisDe liefde voor een God en zijn geboocircn de snarenBezielden in de hand der vroome priesterscharenZoo zong o Israeumll uw Moses toen de vloedGeweken voor uw schreecircn Egyptes overmoedTen straf tot d ouden loop te rug vloeide om haar telgenIn s afgronds diepten met hun koning te verdelgenZoo deed zijn treffend lied de Goddelijke handErkennen in den val van Isrels dwingelandEn leerde hart en mond die zeegnende Almacht eerenGy ook gewijde grond zoo vruchtbaar in HomeerenO Grieken ook by u verhief de poeumlzyHaar stem om t luistrend volk door zoete melodyTot eerbied voor zijn goocircn tot liefde voor zijn plichtenTe vormen en op t pad der wijsheid voor te lichten

Ja zusters zijt ge en door een onvernielbren band

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

419

Vereenigd Wijsbegeerte en Dichtkunst hand aan handDaalt ge uit de wolken neecircr om t menschdom op te leidenTot hooger werelden en wee die u wil scheidenDie is geen dichter neen wiens onbeduidend lied(Een ijdle klank voor t oor) het hart geen voorschrift biedtVan waar- of zeedlijkheid Den dichter is t gegevenIn t schoone dat hy schept die beicirc te doen herlevenEn wat ook t voorwerp van zijn geestverrukking zijZijn dierbaarst doel is steeds DER ZIELEN ARTSENYHomerus zing den val der Trooische legergrootenOf Vorst Ulysses lot die van zijn vlootgenootenDoor de ongenacirc der zee en t woeden van den windBeroofd na jaren leed zijn Ithaka hervindtOf doe een Sophocles in treurige tafreelenHet diep geroerde hart in t lot der helden deelenHerboren op t tooneel en treff het statig koorMet wisslend liergezang het licht aandoenlijk oort Dient alles om den mensch in t edelst vuur te ontstekenVoor deugd om in zijn borst de zaden aan te kwekenVan liefde voor zijn land van mannelijken moedVan Godsvrucht die de ziel haar oorsprong naadren doetVan zucht om wel te doen van t teeder mededogenDer broedermin met hem die onder t leed gebogenGeen heil mag smaken dan die zaligende troost

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

420

Dit is de poeumlzy geen ongebonden kroostDer hersnen dat alleen Verbeelding door uw sproken(t Gebied der waarheid vreemd) in zangdrift wordt ontstokenVan hier dan hy wiens toon uit grove zinlijkheidGesproten t hart verlaagt en ten verderf bereidtHem weert de Dichtkunst af van haar ontzachbren tempelHy vluchte en wage t nooit dees onbevlekten drempelTe naadren voor zijn geest van aardsche lust en smaakGezuiverd zich in t end haar gunsten waardig maak

Wel aan gy achtbre Rei van uitgelezen dichtersDie Vondels heilig pad betreden durft gy stichtersDes vaderlandschen roems gy die den vreemdling toontDat de echte dichtgeest ook het Hollandsch hart bewoontNiet in het vocht verstikt van dampige moerassenNoch door de kou van t Noord verhinderd op te wassenZult ge ook uw gouden lier niet stemmen op den toonDer Wijsheid Zal haar kracht zich aan t verheven schoonNiet mengen in uw zang Uw godentaal niet leerenDe deugd als t hoogste goed met daden te vereerenHet duivlenrijk heeft uit dat heel Euroop geknieldHet lijdend hart verkropt en toegeknepen hieldHet is geen noodzaak meer wat heiligst is te honenEn de ondeugd heerscht niet meer in schaacircuw van koningstronen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

421

Nog echter heeft die trots van t menschelijk gemoedZoo lang door t zuchtend volk bezuurd niet uitgewoedGelijk de holle zee wier breede golven kokenDoor t zweepen van den wind haar boorden uitgebrokenSchoon reeds het stormgeweld de heldre lucht verlaatNog met zijn bruischend schuim op rots en banken slaatOf wen t verslindend vuur onmerkbaar opgerezenWeldra een gantsche stad haar ondergang doet vreezenEn de onvermoeide zorg der burgren haar den buitOntweldigt en in t end den loop der vlammen stuitTerwijl een heimlijk vuur blijft smeulen onder de asschenDat licht het zorgloos volk met nieuwen schrik verrasschenIn t onheil domplen zal zoo is de helsche lustNaar dwaze nieuwigheecircn by t menschdom ja gebluschtMaar liet nog vonken na door uwe hulp te smorenO heilge poeumlzy Doe gy de lessen hoorenDer echte Wijsbegeerte en zij de hooge roemDen mensch ter zaligheid te voeren aan den bloemDer Barden uit uw schoot o Nederland geborenBestemd ontwijk hun voet reeds plat getreden sporenHy kieze een nieuwer pad dat naar den zangberg leidtZoo wordt uw roem met hun door heel Euroop verbreidEn door het nageslacht met huivering betredent Herschapen Griekenland in Neecircrland aangebeden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

422

Wie heft me in onnazienbre vluchtDoor wolken heen en etherlucht

En voert my nader aan de boordenVan een nog ongerepte bronWaar zich mijn dorst aan lesschen kon

In onuitputbren stroom van woorden

Uw grootheid zong ik uwen lofBezielster van het doode stof

Als van de zalige EnglenkringenU Godgewijde PoeumlzyWier onweecircrstaanbre heerschappy

t Heelal in ketenen kan dwingen

O naar het buigen van mijn toonZonk de aard aanbiddend voor uw troon

En stortte blakende gezangenEn zee en hemel spande zaamOm in het loven van uw naam

De stem van t menschdom te vervangen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

423

Ten prooi aan t wisselzieke lotEn van den zetel van zijn God

Verwijderd balling op dees aardeZijt gy het dierbaar hemelkroostDie s menschen jammeren vertroost

Die hem herinnert aan zijn waarde

Egypte stapel marmer opTot torens die den vasten kop

Tot aan het starrendak verheffenOok die gevaarten zal de tijdWiens nijd geen menschengrootheid lijdt

Met zijn getergden bliksem treffen

Maar wat de dichterlijke gloedIn onzen boezem rijzen doet

Is boven t eigen lot verhevenDie eedle vlam blijft by den valVan t in den baaiert keerend Al

Met de onvergangbre geesten leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

424

Heil heil den naam van d oorlogsheldDoor s dichters loflied eens vermeld

Die is voor ondergang beveiligdDie leeft met nooit vervallen krachtTot by het verste nageslacht

Door heel de menschlijkheid geheiligd

Maar heil het gantsche wereldrondWanneer o dichtrenrei uw mond

De ware wijsheid zal verkondenDan is voor t eerst beneveld oogNatuurs geheim niet meer te hoog

Om op uw voorbeeld te doorgronden

Dan voelt het menschelijk verstandZich aan het Englenrijk verwant

Door u hervormd tot reiner zedenEn onder d invloed van een GodVerzacht de hardheid van ons lot

En de aard verkeert zich in een Eden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

425

En by de naadring van het uurWaarop het vonnis der natuur

Het broze lichaam dreigt te slopenDan ziet voor sterven onbevreesdDe door uw toorts verlichte geest

Het rijk der heemlen voor zich open

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

426

Ines de Castro

Contra huma Dama ocirc peitos carniceirosFerozes vos mostrais e cavalleiros

CAMOENS

DON PEDRO REI VAN HOFJONKVROUWENMen verbeelde zich het Tooneel in een zaal van des Prinsen Paleis te Coiumlmbra

DON PEDROO dierbaar oogenblik met zoo veel vuur verbeidDat my de smart vergoedt der lange afwezigheidIk keere dan in t end in de armen der geliefdeTe rug De teecircrste min die ooit een boezem griefdeBlaakt heden in dit hart met nooit gekenden gloedEn k ijle Maar hoe dus Gy eedle juffrenstoetHoe staat gy dus bedrukt en treurende en verlegenMet wankelende schreecircn treedt gy mijn aankomst tegen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

427

Ontfangt my dus mijn huis daar k vol verlangen keerGy zwijgt - en schreit - en slaat het oog weemoedig neecircr -Zou Ines zou mijn kroost Ik sidder t uit te sprekenMeldt meldt om Gods wil my de waarheid

DE REIOns ontbreken

De moed de kracht de stem O dat ik t geen ik zagVergeten kon mijn Prins - Een doodelijke slagBedreigt u En gy eischt dat ik hem toe zal brengen

DON PEDROt Is vruchtloos verder nog mijn twijfel te verlengenk Doorzie den donkren zin van t uitgesproken woordMijne Ines is niet meer Mijne Ines

DE REIWerd vermoord

DON PEDROVermoord - En ik ik leef - Ik overleve een mareDie voor een koeler hart dan t mijne moordend ware -Ja k leef voor eeuwgen rouw voor eeuwig pijngevoelEn t aanzijn heeft voortaan voor Pedro slechts eacuteeacuten doel

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

428

Maar wenschlijk is t my nog - Zult gy dien wensch misduidenBeseft gy niet mijn hoop gy dochters van het ZuidenDe wraak de troost der wraak - Neen vreest mijn wanhoop nietVreest niet dat ik bezwijke in t folterend verdrietHy die my Ines schonk en afnam zal my sparenTot de aard verzadigd zij van t bloed der moordenarenMaar gy getrouwe rei zoo teecircr aan haar verknochtMaar gy getuigen van haar jongsten ademtochtOnthoudt my t schrikverhaal der gruwlen hier bedrevenUit ijdle deernis niet Doet gy t gevoel herlevenDat door zoo fel een slag verdoofd werd in mijn hartWekt mijn versteende ziel tot levendige smartWeecircr op Doet t bloedig vocht ontschieten aan mijn oogenWaarvan in de overmaat van ramp de bronnen droogenMeldt my wat duivlenhand zich verwde met haar bloedZegt my haar laatsten wensch zegt my haar laatsten groetZegt my de teedre zucht die ze aan de bleeke lippenVoor echtgenoot en kroost zieltogend liet ontglippenWroet moedig in de wond van dees verscheurde borstIk smeek t als haar gemaal k gebied het als uw Vorst

DE REIk Gehoorzaam maar zoo t bloed by t gruwzaam wee-verhalenTe rug springt naar mijn hart en my de krachten falen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

429

Om t geen ik tuigde op nieuw voor mijn geschokte zielTe voeren ocirc verschoon De bloem der vrouwen vielDe roem van haar geslacht des hemels uitverkorenAls de uwe zag ik hier verraderlijk doorborenIk overleefde naauw zoo pletterend een schrikEn dien (gy eischt het Prins) vernieuwt dit oogenblik

Gy hadt nog pas eacuteeacuten dag dit stil verblijf verlatenWanneer op eens de maar zich door Coiumlmbraas stratenVerspreidt dat zich de Vorst uw Vader herwaarts geeftDie tijding treft ook ons Uw minlijke Ines beeftZy weet het wat die komst voor onheil aan moet voerenMaar ocirc niet voor haar zelf voelt zy haar hart beroerenVan rustlooze angst en zorg Zy siddert voor haar gacircZy siddert voor haar kroost helaas het is te spacircEeacuten hoop welt by haar op Ik moet een poging wagenlsquo(Dus spreekt zy) van behoud en dan Uw welbehagenGeschiede Almachtigersquo Die korte taal ontlastHaar boezem schenkt haar moed en t stout besluit staat vastMet haar onnoozel kroost den vader van haar gadeTe smeeken voor haar recht of (moet het) om genadeIs t eenig wat haar rest en redding brengt misschienZy ijlt naar t vorstlijk hof stort zich aan s konings kniecircnEn spreekt hem die nog naauw hare aankomst heeft vernomen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

430

Met deze woorden aan terwijl haar tranen stroomenlsquoMijn koning zie my hier gebogen aan uw voetMy t voorwerp van uw toorn dien ik onschuldig boetOf dwaalde ik laat dit kroost genacirc voor my verwervenDat in hun aderen uw bloed voert Moet ik stervenOm dat Don Pedro my om dat ik hem aanbidEischt dit de glans der kroon Beveelt s lands welzijn ditOf moet mijn onschuld dan den nijd ten offer snevenVan hovelingen aan mijn afkomst aan mijn levenVijandig en wier haat mijn gade zelf niet spaartDoch voor hun woeste drift was Ines nooit vervaardMaar gy wien k eer als vorst en lief heb als een vader(En echter met een hart van angst gepijnigd nader)Deelt gy mede in dien haat zoo onverdiend zoo wreedEn maakt zich ook uw hand tot mijn verderf gereedZijt ge op my zwakke vrouw zoo gruwzaam dan verbitterdOm dat geen diadeem haar om de slapen schittertDie aan den Prins uw zoon haar trouw verbinden dorstVergeef het aan de drift die in ons beider borstOnwederstaanbaar sloeg Niet tembaar was de liefdeDie Pedroos edel hart voor droevige Ines griefdek Zag wien mijn ziel aanbad wanhopig aan mijn voet -Om weecircrmin smachtend - k zag hem twijflen aan mijn gloed -Was langer wederstand hier mooglijk - k Werd zijn gade

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

431

k Werd moeder o mijn vorst schenk op dien naam genade -Maar is mijn afkomst dan onwaard een vorstlijke echtt Is waar geen koningskroon is aan mijn stam gehechtMaar Spanjes edelst bloed vereent zich in mijn aadrenCastielje en Arragon getuigen van mijn vaadrenWie kent niet Castros naam door deugd en adel grootAch licht welhaast befaamd door Ines vroege doodDie dood die vreze ik niet - voor t minst niet voor my zelveZoo slechts mijn sterven niet t graf van mijn gade delveVerhoed dit groote Vorst spaar my niet spaar uw zoonDen dierbren erfgenaam van uw roemruchten troonOf is mijn straf bepaald - k zal langer om het levenNiet smeeken zij my slechts eacuteeacuten bede toegegevenDat u mijn dood verzoene en dat mijn schuldloos bloedDe bittre veete blusch die tegen Pedro woedt -En voor dees lieve twee Zoo zy hun moeder dervenLaat niet uw ongenade op dit ons kroost verstervenAch zy misdreven niets Zy hebben schoon onze echtU haatlijk moge zijn op uw bescherming rechtHun vader is uw zoon wees hem wees hun een vaderEn breng mijn ondergang u aan uw kindren naderO dien vergeve ik u zoo k u misdadig schijnWant aan dees laatste beecirc zult gy gevoelig zijnrsquoDus spreekt zy met een stem die rotsen had bewogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

432

Nog galmt ze my door t hart nog perst ze my uit de oogenEen vollen tranenstroom - Den Vorst zelf zag k ontroerdEn mooglijk op dien stond schier tot genacirc vervoerdHy richt de smeekende op In zijn ontstelde trekkenIs t zichtbaar welk gevoel haar rede mocht verwekkenZijn hart voelt deernis - Ach hy doet zijn hart geweldBedwingt zich en de plooi der strengheid is hersteldEn machtloos evenzeer tot straffen of verschoonenTe fier om zich voor ons besluiteloos te toonenVerdwijnt hy haastig uit onze oogen Ines keertVan zorg om uwentwil thans meer dan ooit verteerdMaar wisslende angst en hoop verdeelen onze hartent Waar mooglijk dat dees dag het eind zag onzer smartent Waar mooglijk dat de Vorst geroerd door zoo veel deugdOntwapend door haar beecirc gevoelig voor haar jeugd(Want wie kon Ines zien en onvermurwbaar wezen)Verraderen ten spijt de schand der PortugeezenVergeving sprak - Doch zelfs die pijnelijke staatVan twijfel was te kort en de eerste dageraadMoest onzen schrikbren rouw doen tot het uiterst klimmen

De schaduwen der nacht verbleekten aan de kimmenEen woeste mengeling van stemmen treft ons oorMen dringt in dit paleis in naam des konings door

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

433

De wachten staan ontzet wat zou hier weecircrstand batenEn wy bedrukte stoet van alle hulp verlatenVan doodelijken schrik bewusteloos verwardWy naderen en God wat schouwspel voor ons hartO gruwelijke stond dien k nimmer zal vergetenDat hatelijke paar dat felst op u gebetenHun razerny in t hart des Konings overbrachtDie bittre vijanden van Ines braaf geslachtPacheco Alvares staan voor ons t Is verlorenEen eindelooze rouw is aan dit huis beschorenZy eischen Ines op het vonnis van de doodIs uitgesproken en hun zwaarden zijn ontblootOm t uit te voeren Neen k beschrijve u niet hun woedeNiet hoe de felle haat dien steeds hun boezem broeddeZich lucht gaf op dit uur De koninklijke machtSteunt hun vermetelheid die met ons lijden lacht

Maar Ines ziet haar uur met englenkalmte nakenIs t lot geworpen dat haar reine ziel moet slakenZy onderwerpt zich ja biedt zich haar moordren aanMaar vraagt een kort verwijl - het wordt haar toegestaanNu knielt ze en heft het oog gelaten naar den hemellsquoOntfang mijn ziel o God van uit dit stofgewemelGenadig schenk den gacirc voor wien k alleen bestond

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

434

Versterking in zijn leed Druip balsem op zijn wondBreng zijn gefolterd hart aan dat zijns vaders naderVergeef mijn vijanden en wees mijn kroost een vaderrsquo

Zy zegt en buigt het hoofd Der beulen euvelmoedOntzet Zy aarzelen en waar t geen tijgrenbloedWat door hun aders vloeit uwe Ines bleef in t levenMaar neen zy schamen zich hun opzet op te gevenEn vatten nieuwen moed en keeren t aanzicht afPacheco grijpt het hoofd dat zy hem overgafEn t zwaard van Alvares Des hemels goedheid spaardeMy t verdere gezicht des gruwels k Zonk ter aardeOf t ware dat my zelve een doodelijke slagVerpletterd had - Maar toen k herrees en om my zagWas alles stil en doodsch k Zag slechts de breede stroomenVan t bloed - Uwe egacirc was ten hemel opgenomen

DON PEDROZoo is dan t bloedontwerp van t zwartst verraad gelukt

Zoo werd dan door het zwaard mijn echtknoop losgeruktMijn vader dat ge u dus door monsters liet omringenDat dus hun helsche raad in uw gemoed kon dringenGeen deernis trof u met een weerelooze vrouwNoch t denkbeeld van uw zoon en van den bittren rouw

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

435

Waarin t ontmenscht besluit der staatszucht hem moet stortenEn die (o hemel stem t) mijn dagen zal verkortenMaar laat my (kan het zijn) vergeten dat ook gyMijn vader schuldig zijt aan t schriklot dat ik lijOp u gevloekte twee lafharte moordenaren(O moog t rechtvaardig lot u tot dat tijdstip sparen)Op u slechts vlamt die wraak waar voor ik eenig leefBeef schendige Alvares en gy Pacheco beefViert viert den zege dien de hel u deed verwervenVerduizendvoudigd wacht de straf u Gy zult stervenOf voegen by het bloed van Ines ook het mijnMijne egacirc ja ik sneve of k zal uw wreker zijnVerfoei my t nageslacht gelijk het zal verfoeienDen naam van t monstrenpaar wiens staal uw bloed deed vloeienVerfoeie my ons kroost verfoei my t gantsch HeelalZoo heel het aardrijk van die wraak niet ijzen zalEn verder - kwijn kwijn weg in tranen o mijn levenWat uitzicht bleef my meer Wat hoop om naar te strevenDe wereld die me omringt is my een wildernisMijn rang zal me eindeloos aan t bloedige gemisHerinnren Neen de kroon die eens mijn hoofd moet drukkenZal nimmermeer mijn hart aan t knagend wee ontrukkenGeen zorg van staat zal ooit uw beeld verflaauwen doenO Ines in dees borst De daavrende klaroen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

436

Die in de prille jeugd het ridderbloed doet kokenEn die zoo menigmaal mijn boezem heeft ontstokenIn heldenroemzucht die de ziel ten hemel heftVindt Pedro doof voortaan Mijn stervend hart beseftEen enkle nooddruft nog die van uw dood te wrekenTe treuren zonder end en smert met smert te kweekenMaar gy zoo t geestendom mag neecircrzien op deze aardBlijve u de teecircrste gacirc nog zorg en deernis waardVan uit het englenrijk waar toe gy werdt verhevenO dat me uw dierbre schim nog zomtijds moge omzwevenVerschijn my als de nacht mijn mat getreurde leecircnt Bedriegelijk genot des slaaps brengt Hoor mijn beecircnDaal slechts eacuteeacuten oogenblik voor de oogen van uw gadeTer neder treffendst pand der hemelsche genadeBy al wat k lijden mag maar welkom bovenalWanneer me uw komst het uur der dood verkonden zalMaar k ga k wil op het lijk den traan der wanhoop plengenk Wil aan de wreed vermoorde een laatste groete brengenDan voer men t lijk naar t graf De ziel vloog hemelwaartKeer t zielloos stofkleed weecircr in t rustig stof der aardEens echter als de loop der wentelende jarenMijn schedel met den last der rijkskroon zal bezwarenWordt mooglijk nog dit stof aan de aard te rug gevraagdDan zal dat dierbaar hoofd zoo gruwzaam eens belaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

437

Nog met den diadeem dien k haar bestemde pralenEn zielloos nog triumf op t beulenrot behalenDat de eer der heerschappy aan Pedroos gemalinBenijdde Heel mijn volk zal haar als koninginEen sombre hulde biecircn Verraders moogt gy levenEn zien voor eerste straf haar op den troon verhevenWie uw gevloekte hand de reine borst doorstietEn t koude lijk vorstin van t Portugeesch gebiedDien naam dien kenne haar by al haar hemelglorieDeze aarde toe Dien naam bevest haar s lands historieEn roem haar t nageslacht in dood en leven grootIn t leven wreed vervolgd gekroonde na den dood

DE REIWelk een akelige kreet

Vult Coiumlmbraas sombre wallenWelk een noodlot gruwzaam wreed

Heeft haar vesten overvallenWaarom rolt Mondegoos vloedMet een dof gemurmel bloed

Door haar jammerende boordenWaarom roept het al tot GodWraak op t helsche beulenrot

Dat een zwakke vrouw kon moorden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

438

Ines Ines is niet meerZy is t voorwerp van die klachtenHeel een volk vraagt Ines weecircr

Aan de monsters die haar slachttenHaar die meer dan vrouwendeugdBy het tederst schoon der jeugd

In het vlekloos harte paardeDe eecirclste bloem van Spanje viel -Ach de aan God gewijde ziel

Was te zuiver voor deze aarde

De eerste dood die t aardrijk zagWas de dood des schuldeloozenWat deze aard te tuigen plag

Is de zegepraal der boozenHier regeert noch recht noch GodHier geen ander plichtgebod

Dan de vaste wil des sterkenWie zal t dwingend algeweldDaar t zich zelf geen palen stelt

In zijn dollen loop beperken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

439

Hoe ik keere mijn gezichtk Zie de misdaad triomfeerenTroonen door geweld gesticht

Laffe vleiers die regeerenMuichelmoord en snood verraadAan het eervol roer van Staat

In den purperglans gehuldigdEn der ondeugd schaamtloos hoofdMet het lauwerblad omloofd

Aan rechtaarde deugd verschuldigd

Wat dan heeft dit aardsch tooneelDaar t die gruwelen onteerenDat een edel harte streel

Dat hem t leven doe waardeerenWat genoegen heeft het inMacht- en gouddorst wrevelzin

Driften toomloos losgebrokenWorstlend met elkaacircr te zien -Maar vereend op t hart gebiecircn

Dat zy rusteloos bestoken

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

440

Onschuld wat zult gy hier doenNederige wapenloozeWat vermoogt gy tegen t woecircn

Van den onbedwongen boozeWeecircrstand bieden vreest gy nietNoch wanneer de plicht gebiedt

t Heerschend onrecht te vervolgent Alomvattende geweldDat zich hier ten meester stelt

Heeft uwe onmacht reeds verzwolgen

Lijden lijden is uw lott Lastig leven door te zwoegenMet de hoop gevest op God

Dit is Onschuld uw genoegenMaar ook dit wordt u misgundZoo gy t hoofd niet buigen kunt

Voor d Afgodendienst der snoodheid -Haat vervolging staan gereedLaster moord en al het leed

Waar uw zwakheid steeds voor bloot leit

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

441

Waarom dan de dood betreurdDie geen leed brengt maar bevrijdenDe onschuld uit de klaauwen scheurt

Van haar haatren van haar lijdenAch de wil der Almacht spreektEn de band des lichaams breekt

En de ziel stijgt op ten hoogenDaar herstelt een eeuwge rustDaar verkwikt een eeuwge lust

In den schoot van t Alvermogen

Dierbre koninklijke vrouwOm wie onze tranen stroomenEeuwig voorwerp van den rouw

Die ons hart heeft ingenomenDit dit noodlot is het uwMonsters van wier naam ik gruw

Snoeiden uw onschuldig levenMaar de woede van den haatDie zijn prooi ter nederslaat

Heeft tot de Englen u verheven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

442

Bloei dan welig in Gods hofBloem zoo jeugdig afgesnedenBloem zoo vroeg zoo wreed in t stof

Door een vloekbren voet vertredenDaar herademt ge en vergeetAl het doorgeworsteld leed

Al de broze vreugd der aardeDie eacuteeacuten dag ontluiken zietEeacuten dag omwerkt in verdriet

Vreugde niet voor u van waarde

Maar het naar u smachtend kroostZult ge omzweven en bewakenMaar den ecircgacirc wien geen troost

In t verscheurde hart durft nakenZult ge onzichtbaar gadeslaanEn de wanhoop doen weecircrstaan

Die ons t uiterste doet vreezenJa gy zult ofschoon dees grondDoor geen weldaacircn u verbond

Portugals beschermgeest wezen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

443

Immer blijft de vlek van t bloedOp Coiumlmbraas bodem klevenImmer zal Mondegoos vloed

Klachten murmlen om uw snevenVan uw schoonheid van uw deugdVan uw droef verwelkte jeugd

Zal geheel de wereld wagenEn t ontmenschte beulenrotBy de strenge wraak van God

Ook den vloek der menschheid dragen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

444

Heldenpleit

t Sigeiumlsch strand zag nu den vorstelijken kringDes Griekschen Raads vergaacircrd tot slechting van t gedingVan uit hun midden treedt met grimmig vlammende oogenKrijgshaftige Ajax op en heft ze norsch ten hoogenTerwijl hij uitbarst in dees woorden Groote goocircnHier in t gezicht der zee hier durft Laeumlrtes zoonMet Ajax naar eacuteeacuten prijs Achilles wapens dingenHier hier op de eigen plek waar onze schepelingenHem vlieden zagen voor de toorts waarmeecirc de handVan Hector heel dees vloot ging steken in den brandDaar ik alleen dorst staan en d aanval deed mislukkenOf moet wellicht de kunst zich listig uit te drukkenIn fijn gesponnen taal op heldendapperheidDe zege winnen zoo is my de zege ontzeidIk heb de gaaf mijn recht met klanken op te sieren

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

445

Zoo min als hy die van den degen te bestierenGelijk het krijgsliecircn past Doch t komt op daden aanDe mijne kent gy Wat deze arm hier heeft bestaanGetuigde t licht des dags Hy moog zijn krijgsbedrijvenWijdloopig voor het oor van t Grieksche heir beschrijvenOm t geen hy mooglijk eens in sombre schaauw der nachtEn eenzaam ondernam met valsche woordenprachtTe voeren in het licht Maar zouden laffe listenDen schitterenden prijs dien hy my durft betwistenVerdienen Roem genoeg verstrekt het hem met myTe kampen om eacuteeacuten prijs Hoe dierbaar die me ook zijHy waar my dierbrer nog betwist door andre heldenDoch k doe by meerder deugd nog hooger rechten geldenDie van mijne afkomst k Ben de zoon van TelamonDie onder Hercules de Trooische muren wonEn met Thessaaljes jeugd den stouten tocht dorst wagenOm t gulden wondervlies aan Colchos weecircr te vragenZijn vader was de Vorst die in het helgebiedDe Sisyphussen voor zijn aanblik siddren zietEn wien der goden Vorst niet schroomt zijn zoon te noemenZoo na mag Ajax zich op hemelsche afkomst roemenEen afkomst hem gemeen met Peleus grooten zoonk Heb tot geen kampstrijd van verdiensten me aangeboocircnMaar k eisch hier de erfenis eens broeders Waar t rechtvaardig

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

446

Zoo t kroost van Sisyphus dien stamheer overwaardigHet erfrecht meester werd van Eacus geslachtEn wordt het heilge recht eens stamgenoots misachtOf heb ik dit verbeurd om dat ik vrij en moedigMy aanbood tot den tocht die Griekens schande bloedigGing wreken Zoo geeft hem die in het harnas beeftEn t zwaard al siddrend voert Achilles wapens GeeftDe wapens van een held als Peleus zoon aan dezenWien Palamedes van een dolheid moest genezenGeveinsd uit laffen vrees voor t roemrijk krijgsgevaarEn o dat hem die list gelukt mocht zijn Hy waarDit leger niet gevolgd om t in zijn gruweldadenMeecirc in te wikklen en zijn helden te verradenGy zoudt nog met ons zijn rampzaalge Peas zoonDie aan t verschriklijkst leed (ons allen tot een hoon)Ten prooi gelaten werd in Lemnos woeste bosschenEn van het roofgediert en van de doode rotsenEen medelijden vergt door Grieken u ontzeidHelaas thans kwijnt gy weg in de aakligste eenzaamheidEn richt half stervende die wijd geduchte pijlenWaarmeecirc we u tot verderf der Trojers zagen ijlenOp wild gevogelt af tot voedsel van uw weeEn heiligt aan de wraak (o goocircn verhoort zijn beecirc)Laeumlrtes valschen zoon En echter blijft gy leven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

447

Door t leed zelf waar ge in zwoegt aan zijnen haat onthevenMaar Palamedes Ach wie geeft dien held ons weecircrDie door des monsters list zijn leven met zijn eerVerbeurde toen de wraak om t schrander listontdekken(Het geen den lafaart dwong met ons te veld te trekken)Op dat onschuldig hoofd zoo gruwzaam werd verzaadUlysses dorst den held van t schandelijkst verraadBetichten en hy zelf (ja k durf de waarheid spreken)Had in des Vorsten tent den goudschat doen verstekenBedriegelijk bewijs van een verdichte schuldVan zulk een dapperheid is zijn gemoed vervuldMet ballingschap en moord woedt hy op Grieksche heldenGevaarlijk in den raad en niet op de oorlogsveldenDit tuige Nestor die door t storten van zijn paardOnweecircrbaar in t gevecht neecircrtuimelend ter aardUlysses dien hy bad hem in dien nood te hoedenTot eigen lijfsbehoud zich ijlings weg zag spoedenDoof voor des grijzaarts stem Dit tuige DiomeedDie hem op d eigen stond zoo laf een vlucht verweetDoch t Godendom doet recht Ook hy zag zich in t strijdenOntbloot aan alle kant en had mijn medelijdenHem niet gered hy waar bezweken in den noodDoch k zag den killen schrik der naderende doodZijn kaken bleeken en ontfermde my des snooden

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

448

Ik zwaaide t zwaard in t rond de Trooische drommen vlodenEn deze beukelaar bedekte heel den heldBetwist hy my den zege op t eigen oorlogsveldIndien hy t wagen durft En als des vijands klingenHem wederom zoo na ten lijve zullen dringenZoo oordeel heel het heir wie zegepralen moetHy die geen andre kracht dan in den vluggen voetOp t slagveld overhoudt of die toen Hectors naderenNiet slechts Ulysses t bloed verstijven deed in de aderenMaar onzen dappren meecirc te midden van zijn vaartDen grooten oorlogsman neecircrbonsde tegen de aardEn t vijandlijk geweld te rug stiet WapenbroederenGetuigt het Welk een wensch vermeesterde uw gemoederenToen t lot beslissen moest wien onzer t tweegevechtDoor Hector aangeboocircn zou worden toegezegdBy zulk een overvloed van helden Hooptet ge allenNiet dat die hachlijke eer aan my te beurt mocht vallenDie hoop vervulde zich ik streed en keerde weecircrOnoverwonnen in uw midden en met de eerDer legers ongekrenkt Doch k durf op meerder bogenDien schrikbren onheilsdag voer zich uw geest voor oogenToen Troje en Jupiter met Troje bondgenootIn plettrende overmacht losbarstten op de vlootMet vuur en staal Eeacuten uur ging onze duizend kielen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

449

De hoop des wederkeers naar t vaderland vernielenHad ik niet in t gevaar dees borst vooruit gezetEn tegen menschen beide en goden u geredk Heb op erkentnis recht voor zulk een dienstbetooningAchilles waapnen zijn me een billijke beloningIk ben die waard zy my Hetgeen ik heb verrichtIs meer dan Pallas beeld in t duister weggelichtOf wichlaar Helenus verwonnen een bespiederBetrapt en omgebracht en Rhesus moord daar iederZelfs hiervan t allermeest aan Diomedes wijtSta af dan weekeling van d ongelijken strijdDien ge ondernemen dorst Tot loos bedrog geschapenVoegt u t sieraad geenszins van t al te schittrend wapenU zou de gouden helm verraden by de nachtTerwijl gy lagen spreidt terwijl gy zelfs de krachtOm hem te dragen mist Bespotlijk zou het wezenDe zware lans gedrild door Peleus zoon voordezenIn uwe hand te zien en aan uw arm het schildWaarop die godenzoon de wereld droeg Te mildWaar t Grieksche leger wis voor Priams onderzatenIndien t in uw bezit dien wapendosch kon latenOp dat ze dadelijk des vijands prooi zou zijnNeen Grieken neen Aan my dat heldenschild Het mijnWerd tot uw dienst doorboord door menigte van schichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

450

Aan my Doch tusschen ons kunt gy gemaklijk richtenWerpt deze wapenen in t vijandelijke heirEn die ze wederbrengt keere als hun eignaar weecircrrsquo

Dus eindigt Ajax en een gunstig volksgevoelenVolgt murmlend op zijn reecircn Te midden van dit woelenTreedt thands Ulysses op Het neecircrgeslagen oogVerheft hy nederig en statig naar om hoogWeet kalm met schrandre kunst hun aandacht eerst te spannenVoldoet die eindelijk en spreekt lsquoHeldhafte mannenZoo onzer aller beecirc verhoord waar by JupijnDit hachelijk verschil zou niet gerezen zijnAch deze wapendosch zou nog Achilles leden(t Geheugen van den held kost my dees traan) bekleedenDoch heeft de onwrikbre wil des Noodlots ons beroofdVan dien doorluchten Vorst van dat onschatbaar hoofdDan mogelijk doet hy het zekerst erfrecht geldenDoor wien die groote man zich op deze oorlogsveldenBevonden heeft en aan wiens kloekheid en beleidGy menig zege dankt aan grove kracht ontzeidWant Grieken t strekke toch den woestaart niet tot voordeelDat hy zich weet ontbloot van schranderheid en oordeelEn op zijn dwaasheid roemt Wie nuttigst was in t heirDien kroone uw dankbaarheid met de overwinningseer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

451

Niet wat ons voorgeslacht maar wat wy zelven dedenBeslisse Schoon k ook dan niet achteruit zou tredenWant ik ben evenzeer van godlijke geboortGeboorte niet bevlekt door gruwbren broedermoordMaar door mijn moeders bloed uit Majaas zoon geborenNog heerlijker misschien Of wilt gy de eischen hoorenDer bloedverwantschap dan heeft Ajax meecirc geen rechtDan word dees wapendosch aan Pyrrhus toegezegdDes afgestorvnen zoon of aan zijn grijzen vaderDan is hem Ajax ook niet meer dan Teucer naderMeecirc zoon van Telamon Maar neen verdienste alleenBeslechte ons wichtig pleit Wel aan dan wat ik meenSints meer dan negen jaar in t aanschijn onzer heldenTe hebben uitgericht zij t my vergund te melden

Gy weet hoe in het eerst een schrandre moederzorgAchilles fieren moed in vrouwendracht verborgEn aan den tocht onttrok door uwe deugd begonnenWie heeft dien forschen arm voor t Grieksche heir herwonnenWas t Ajax Of was ik t die midden in een stoetVan vrouwen onder wie hy kwijnde t heldenbloedZich zelf verraden en van oorlogzucht deed ziedenDoor d aanblik van het zwaard dat ik wist aan te biedenEn die op d eigen stond hem toeriep lsquoGodenzoon

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

452

Op u wacht Trojes vest om Menelauumls hoonTe boeten Op ten strijd Gy brengt den Griek viktoriersquoIk sprak hij volgde Hoort een deel sints van zijn glorieNiet my Zy strekken my tot onvergeetbren roemZoo velen door zijn hand van Trojes heldenbloemEn Phrygiaansche steecircn vernield zijn Lesbos wallenEn Chryse Tenedos en Cylla zijn gevallenDoor my Dien Hector meecirc der oorlogsvelden schrikAchilles schittrendste triumf vermeesterde ikMijn wapens dan die t eerst Achilles lijf omgorddenDie kunnen niet betaald dan met de zijne wordenZie daar mijn eerste dienst bewezen aan dit heirNog voor onze aankomst op dees stranden deed ik meerDer duizend schepen vloot gereed in zee te stekenOm de eer van Atreus kroost op Priams huis te wrekenVerbeidde aan Aulis strand der winden gunst alleenDoch vruchtloos waren hier geloften en gebeecircnDiana fel vergramd op d Oppervorst der GriekenVerbiedt den vluggen wind in onzer kielen wiekenTe zwellen zoo men niet haar ongenade boetEn op haar outer plenge Iphigeniaas bloedNu moet door kracht van taal eens vaders hart bewogenHet slachten van zijn kroost op t outer te gedogenIk waag dit voor t belang der Grieken k overreed

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

453

(Tuig Agamemnon tuig t wat strijd ik toenmaals streed)Den vader zich de plicht des konings toe te wijdenEn wist den weecircrstand zelfs der moeder te vermijdenDie onbewust van t al my t offer overgeeftDiana wordt voldaan Iphigenia sneeftDe winden zijn ontboeid De Phrygiaansche strandenBetreedt der Grieken heir door mijn beleid Wy landenIk waag voor aller zaak my aan een nieuw gevaarBegeef me in Trojes wal en moedig redenaarOntwikkel in den Raad van Priam Griekens klachtenBedreig hem met den krijg dien onze schepen brachtenEn eisch Heleen te rug met boete voor den hoonDie haren Egacirc trof Mijn taal en stem en toonDoordringt der grijzen hart en lenigt hun gemoederenTerwijl een woeste jeugd en Paris en zijn broederenZich naauw ontzien hun staal te doopen in mijn bloedNu was de hoop op vreecirc verloren de oorlog woedtDoch niet op t open veld De Grieksche en Trooische lansenBeproeven zich nog niet De vijanden verschansenZich binnen hunne veste en t duurt ruim negen jaarEer we onze zucht voldoen naar ernstig krijgsgevaarWat deedt gy woestaart toen die niets verstaat dan vechtenTerwijl ik zorgde en waakte en onze legerknechtenBy t lastige beleg volharding aanbeval

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

454

Den vijand lagen spreidde en t leger met een walEn vestingmuur omgaf en voor verrassing hoeddek Was nuttig gy verteerde in vruchtelooze woedeHet leger middlerwijl door Agamemnons droomBedrogen dreigt een schand die ik alleen voorkoomMen wil aan t grootsch ontwerp aan wraak en eer verzakenOm weecircr de rust der vrede en t huislijk heil te smakenHeeft Ajax die zoo grootsch op vaste deugd braveertHeeft Ajax toen die vlugt volijverig gekeerdHeeft hy door raad of daad voor t minste door zijn voorbeeldDe krijgren aangevuurd en hun gedrag veroordeeldO neen daar t al den rug aan Trojes muren boodGetroostte hy zich meecirc die lafheid en hy vloodNiet ik Die t vluchtend volk in t harte weet te treffenEn met een scherp verwijt de schande doe beseffenVan na een lang beleg te keeren onvoldaanEn op den Griekschen naam der eeuwen smaad te laacircnMijn ijver overwint men wendt beschaamd zijn schredenNaar t leger Ajax meecirc keert weder op mijn redenNu wordt door d Oppervorst het gantsche heir vergaardIk voer op nieuw het woord de omstuimigheid bedaartIk straf een muiteling zoo nietig als vermetenEn spoor de krijgren aan dien dag te doen vergetenDoor nieuwe wonderen op t bloedig veld van eer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

455

Zoo strekt dan al t geen sints en Ajax en dit heirVerrichtten my tot lof Doch t is genoeg geblekenWat denkwijze over my alle onze helden kwekenIk ben t als Diomeed een stouten aanslag waagtWien deze dappere tot medehelper vraagtt Is vleiender voorwaar aldus te zijn verkorenDan door een blinde kans ten strijd te zijn beschorenVoor t minst ik wachtte niet dat my het lot geboodOm me in de holle nacht te wagen aan den doodToen ik den Trooischen spie daar hy ons kwam verrassenDe zijnen deed verraacircn en in zijn bloed deed plassenEn daarmeecirc niet vernoegd in Rhesus tenten drongHem met geheel zijn stoet t zwaard door den gorgel wrongEn tot een schittrend blijk mijns krijgsbedrijfs zijn paardenDie zy als t waardig loon van Dolons tocht bewaardenIn t Grieksche leger bracht Maar ook by zonnelichtIn openbaren strijd heb ik niet min verrichtDit heeft Sarpedons drom te droevig ondervondenOp t flikkren van mijn staal door t slagveld half verslondenDit tuigden Prytanis Alastor ChromiusNoeumlmon Halius Alcander CeramusEn zoo veel minderen naar t schimmenrijk gezondenTen koste van mijn bloed Gy ziet het aan dees wondenVersiersels van mijn borst gelijk die groote man

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

456

Hoe trotsch zijn rede klinkt u niet vertoonen kank Beken het hy deed veel in t hachlijk vlootverweerenMaar was hy de eenige die t Trooische vuur dorst keerenEn heeft Patroclus niet in wapens uitgedoschtVan zijn doorluchten vriend den schepeling verlostOf was hy de eenge die met Hector zich dorst metenEn heeft hy t aanbod van acht anderen vergetenWaaronder ge Atreus zoon en ook Ulysses zaagtHet lot bestemde hem Hy streed wel onvertsaagdWel onverneecircrd doch is de zege hem gebleven

Hoe smert het me in uw hart de smert te doen herlevenDer dood van Peleus zoon Doch k moet u aan den dagHerinnren toen uw oog dien krijgsmuur storten zagk Ontvoerde niet ontroerd door klachten kreten tranenTe midden van den drang der juichende TrojanenHet dierbaar overschot aan t vijandlijk geweldEn deze schouder droeg het lichaam van den heldMet de eigen wapenen waarnaar wy heden trachtenNeen by verlichter geest ontbreken me ook geen krachtenMijn leden zijn t gewicht der oorlogsdracht gewendNiet minder dan mijn ziel de hooge waarde kentVan d opgehangen prijs Hoe zouden kunstgewrochtenDie godenhanden slechts te voorschijn brengen mochten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

457

Ten sieraad strekken eens onwetenden soldaatsAch of dit kostlijk schild naar eisch van orde en plaatsDe beeldtnis voert ten toon van hemel beide en aardeNoch kunst noch kennis heeft voor zulk een woestling waardeDoch dat ik in het eerst de kans des krijgs vermeedBeschimpt hy als of dit Achilles meecirc niet deedHem wilde voor t gevaar eens moeders angst beschermenMy een aanbidbre gacirc Doch k rukte me uit haar armenEn zegg hy of ik ooit sints meer dan negen jaarMe om harentwil onttrok aan eenig krijgsgevaarDan waar spreekt Ajax van Kon hy my herwaarts brengenGelijk ik Peleus zoon - Vermoogt gy t te gehengenO Vorsten welk een taal hy zich veroorelooftHy wijt u openlijk dat ge een onschuldig hoofdTer dood veroordeeld hebt om dat ge een daad moest wrekenVan schandelijk verraad op t duidelijkst geblekenJa Palamedes moest de doodstraf ondergaanIk bracht zijn vuig ontwerp den Griekschen krijgsraad aanGy doemdet hem te recht Van Philoctetes smarteBeschuldigt hy slechts my Zy gaat my diep ter harteDoch heb k daar meerder deel dan de andre helden aanGy Grieken gy volbracht wat ik had aangeraacircnOp dat een stille rust onmooglijk in dit legerHem redding schenken mocht Licht waar zijn toestand veeger

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

458

Ja mooglijk waar hy reeds bezweken in t gewoelDat de oorlog met zich brengt zoo was zijn heil mijn doelWel aan daar thans de goocircn verklaarden dat de wallenVan Troje zonder hem onmooglijk konden vallenSpoede Ajax naar hem toe Laat Ajax taal zijn woecircnTen oirbaar van dit heir met kunst bedaren doenVloei rugwaarts Simoiumls naar d oorsprong uwer stroomenSchud Ida van uw top de kroon af uwer boomenWanneer ooit zijn vernuft zoo grootsch een taak verrichtWanneer ooit zijn beleid hier t minste voordeel stichtNeen ik zal Philocteet (hy moog my thands vervloeken)In Lemnos eenzaamheid kloekmoedig gaan bezoekenZijn drift zijn haat zijn wrok doen zwichten voor mijn reecircnEn k voer hem uit zijn rots ten val van Troje heenDit zal ik zoo gewis als k Helenus deed sprekenEn t middel van hem leerde ons op zijn stad te wrekenEn uit de Trooische burcht in der beleegraars machtt Noodlottig Pallasbeeld haar sterkste weering brachtEn waant hy nog dat ik in dezen kamp zou wijkenWien gy t verschuldigd zijt dat Troje kan bezwijkenWaar was hy waar zijn moed en grootspraak op dat uurToen ik het stoutst ontwerp met meer dan heldenvuurTen uitvoer brengen dorst de stad wist in te dringenDe wachters van t kasteel tot de overgaaf te dwingen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

459

En duizendmaal den dood te tarten om dees schat(Die eenig u t bezit verzekert van de stadEn zonder wien hy zelf zijn kracht slechts zou vermoeienIn eindloos langs dees grond een nutloos bloed te sproeien)Te voeren in uw macht Voldappre DiomeedVerzelde me op dien tocht k erken het ja ik weetDien Vorst een deel des lofs van d uitslag toe te wijzenIs onzer beiden moed te minder des te prijzenOf Ajax waart ge alleen by t redden van de vlootU strekte een gansche stoet tot bijstand in den noodMaar my een enkel held Noch deze noch zoo velenDie met u in den roem des hoogsten krijgsmoeds deelenBeweren eenig recht op d eerprijs waar k naar dingZy weten dat beleid meer uitricht dan de klingZy weten dat de kracht nog nooit deed zegevierenWaar t aan verstand ontbrak haar werking te bestierenWie zijt gy die alleen een woest gevecht verstaatBy my die nuttig ben met wapens en met raadZoo veel de vlugge ziel is boven t lichaam te achtenGehoorzaam aan haar wil in t oefnen van zijn krachtenZoo veel de stuurman meer dan die den riem voert geldtDe veldheer meer dan t heir dat op zijn wenken sneltZoo veel beroem ik my dien woestaart te overtreffenDie buiten t strijdperk geen verdienste kan beseffen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

460

Wel aan dan eedle Raad Gy kent het geen ik deedGy acht my in t vervolg steeds evenzeer gereedOm moet er iets verricht met stout- en wijsheid wordenEn wapenen en list om lijf en ziel te gordenEn t al te wagen voor uw dienst en voor onze eerBedenk het wie van ons onmisbaar is voor t heirWie onzer met meer trouw voor zijn belangen waakteWien Troje meerder ducht wie Troje winbaar maakteOf kunt gy aarslen in t beslissen van ons pleitEn heb ik voor mijn recht nog niet genoeg gezeidZoo schenk ze der Godesrsquo

Hy stelt hun t beeld voor oogenVan Pallas door zijn hand aan Trojes vest onttogen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

461

Toelichtingen behoorende bij de Kompleete dichtwerken van Da Costa

Waarin tevens zijn opgenomen de Voorredenen en Aanteekeningen des Dichtersbij de verschillende uitgaven zijner werken

Bladz 1

[De kompleete dichtwerken van Da Costa worden geopend met het gedicht getiteldL o f d e r D i c h t k u n s t Het komt voor in den Bundel Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n L e e f t i j d waarin nevens dit nog meer andere Gedichtenuit het eerste tijdperk van des Zangers dichterlijk leven en werken voorkomen DezeBundel werd uitgegeven bij Kruseman in het jaar 1847 Hij werd voorafgegaan doorde Voorrede die hier volgt]

Voorrede voor de Zangen uit verscheidenen leeftijd

De herdruk der twee Deelen mijner P o euml z y gaf aanleiding tot het denkbeeld omhet hier en daar in Tijdschriften of Jaarboekjes verstrooide met een en ander uithetgeen nog gantsch onuitgegeven daacuteaacuter lag in een Deeltje te vergaderen van gelijkformaat en by wege van vervolg der even vermelde nieuweUitgave Als nu sommigenmijner Vrienden den wensch hadden te kennen gegeven dat daarin eene plaatswerd verleend aan een in den handel niet meer verkrijgbaar Dichtstuk uit mijnevroege jongelingsjaren (d e V e r l o s s i n g v a n N e d e r l a n d a0 1814) zoo gingik hieraan voldoende nog een kleinen stap verder achteruit - in overeenstemmingmet dien trek naar

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

462

completeering die ons tot in het onbeduidendste wel eens vervolgt wordt nu dezekleine Bundel geopend met het eerste Hollandsche vers dat ik my herinnergeschreven te hebben en nog voorhanden had Als zoodanig had evenwel hetstukje L o f d e r D i c h t k u n s t toch ook nog eene waarde van herinnering voormy daarin namelijk dat ik door dit vers het eerst in kennis kwam met BILDERDIJKIemand had het hem als den arbeid van een jeugdigen Israeumlliet medegedeeld enhy vond er iets in dat hem aantrok waarschijnlijk het hoofddenkbeeld ontleend voorhet overige van een bekend Grieksch Byschrift op den oudsten en grootsten derHeldendichters Hoe het zij van dat oogenblik gaf ik de Latijnsche Muse haarafscheid - (ik had tot dien tijd toe nooit anders dan in het Latijn poeumlzy geoefendingenomen als ik was geheel en uitsluitend met de oude Klassiken en wat in denieuwere talen dat voetspoor betrad) - voor het eerst had ik nu in my zelven eeniggevoel voor Nederlandsche poeumlzy ontwaard De vrucht hiervan was eerst en meestde overbrenging eeniger Grieksche modellen in onze taal by name uit ESCHYLUSden Treurspeldichter wiens vereenigde Homerische en Oostersche grootaartigheidmy bijzonder had aangetrokken Zoo gaf ik in 1816 zijne P e r z e n in 1820 zijnenP r ome t h e u s in Nederduitsche dichtmaat Aan een Fragment uit de Z e v e nt e g e n T h e b e en nog een ander uit den A g amemn o n welke by dieoverbrengingen als een soort van toevoegsel gegeven zijn ruimde ik in dezetegenwoordige Verzameling eene plaats in mitsgaders aan de Od e a a n h e tT r e u r s p e l zy karakteriseeren voor een aanmerkelijk deel de toenmalige richtingvan mijn gemoed in poeumlzy

Eerst wezenlijk als dichter ontwaakte ik toen in my de Israeumllitische zelfbewustheidontwaakte toen voor my na lang dobberen tusschen een philosophisch Deiumlsmusen een zucht naar positive Godsdienst het voorleden mijner natie tot historie vanGods Openbaring en Wereldregering geworden was toen my de bestemming vandat volk de toekomst der wereld en de eenige weg te gelijk van eigen zielsbehoudbegon helder te worden in Moses en de Propheten - straks in de openbaring desNieuwen Testaments in het Evangelie des naams van Jesus Christus De eerstebladen en bloesems dier nieuwe poeumlzy zoo wel als de geschiedenis harer eerstewording zijn nedergelegd in

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

463

den Dichtbundel van 1821 en 1822 Eenmeer gerijpte vrucht van hetzelfde beginselgaf ik later (a0 1826) in de Hymne G o d me t o n s en in het D i c h t e r l i j kK r i j g sm u z i j k (van dat zelfde jaar) de F e e s t l i e d e r e n en F e e s t z a n g e n(der jaren 1828 en 1829) en misschien in een en ander lied in deze Verzamelingvan Z a n g e n u i t v e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d gelijk die sedert 1821 eenmeerbepaald en zelfstandig karakter hebben gekregen

Later gingen er weder jaren om dat het poeumltisch element zich by myminder bepaaldin den eigenlijken dichtvorm lucht gaf Daar is vooral in onzen tijd op allerlei gebiedeene natuurlijke strekking der poeumlzy tot prosawording d i van het geestelijk-idealenaar het praktisch-reeumlele die ik geloof dat weinige dichters van onzen leeftijdhebben kunnen ontgaan Toch pleegt onder dien indruk aan geen waar dichter zijnepoeumlzy als hoofdelement in denken spreken en schrijven geheel te ontvallen Ookde prosa (wie betwijfeld het) heeft hare poeumlzy en rampzalig (omgekeerd) depoeumlzy die geen ander uitwerksel van zich nalaat dan dat van den welluidendenklank of bevalligen vorm

Intusschen ook waar de Dichter uit hoofde van de stof die hem ter harte gaat uithoofde van de schare tot welke hy zich richt uit hoofde van den tijd waarin hy leeftde meer vrije en populaire vormen van het prosa verkiest keert hy als van zelvemeer dan eens terug tot dien van rijm- en maatzang alsof voor hem toch enkeldaarin de fijnste en gevoeligste n u a n c e s van zijne gedachten zijn weder te gevenDoch ook aan deze poeumlzy kleeft dan wederom wel eens iets van den prosavormaan - eenemenging die (zoo een oordeel zelfs door vergelijking met eigene verzenniet reeds eene aanmatiging is) by my althands een meer rustig gevoel verwektdan vroegere meer bruischende misschien maar ook minder bestemdevoortbrengsels van mijn vroeger tijd Tot deze menging in elk geval schijnen my demeeste latere verzen (sedert 1830) van dezen tegenwoordigen Bundel te behoorenin het bijzonder deV i j f e n Tw i n t i g J a r e n waarin ik voor het eerst die wijzigingna een vrij lange pause in mijn dichterlijke loopbaan recht duidelijk onderscheiddeby my zelven

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

464

Hoe het zij prosa of poeumlzy of beide vereenigd - zoo in mijne vroegere of latereschriften immer iets eenige gehalte bezat t was my oacutef vrucht des Evangelies oacutefvoorbereiding of behoeftewekking tot die eeuwige Waarheid Aan deze worde danook wederom wat hier wordt aangeboden getoetst - aan deze dienstbaar gemaaktOok op het gebied van Kunst en Wetenschap heeft dat woord E eacute n d i n g i sn o o d i g zijne hooge beteekenis en de tijden waarin wy leven en die wy te gemoetgaan zullen eerlang ook daacuteaacuter geen ding onverschillig laten tusschen dat ontzachlijkV oacute oacute r MY of t e g e n MY waarin de Heer al wat van ver en van naby tot Zijn Rijk inbetrekking staat eenmaal voor altoos onderscheidde

November 1847

Bladz 1

[LOF DER DICHTKUNST Deze eersteling des Dichters is gelijk hier boven gezegdwerd behalve als zoodanig merkwaardig omdat hij de aanleiding werd tot de eerstekennismaking met Bilderdijk]

Bladz 18

[AAN DE WELEDELE HEEREN MR W BILDERDIJK EN MR DJ VAN LENNEP Deze opdragtheeft betrekking tot het Treurspel d e P e r z e n waarvan de eerste oorspronkelijkeuitgave in 1816 de tweede in 1853 verscheenDe Voorrede voor den eersten druk luidde als volgt]

Voorrede voor den eersten druk

Een enkel tooneel van Eschylus Perzen oefeningshalve door my in Hollandscheverzen overgezet bracht my op het besluit een zoo genoegelijken arbeid aan hetgantsche stuk te besteden De vrucht van dezen arbeid deel ik thans mijnenlandgenooten mede niet in den waan hun hierdoor een juist denkbeeld van hetoorspronkelijke in hunne moedertaal te geven maar met zucht om de aandachtnader te vestigen op een dichter mijns oordeels

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

465

niet genoeg naarmate van zijne buitengewone verdiensten gelezen en geachtMisschien mag dit stuk in deze tijden eenig bijzonder belang inboezemen uit hoofdevan eene in het oog loopende overeenkomst tusschen deszelfs onderwerp en dejongste gezegende gebeurtenissen in Europa Voor de eer echter der personaadjenvan dit stuk (die in al hunne rampen toch altoos eene recht eerbiedenswaardigegrootheid behouden) had ik niet gaarne dat men deze overeenkomst te veel ind eacute t a i l toepaste Hetgeen ik voorts over den Dichter zelven en zijne P e r z e n tezeggen had heb ik bewaard voor de Inleiding van eenige Aanteekeningen achterde overzetting gedrukt Deze Aanteekeningen hebben voor het grootste gedeeltegeen ander doel dan de verklaring van het geen nog in ons Hollandsch voor denmin bedrevene eenige moeilijkheid kan hebben als toespelingen op oudegebeurtenissen namen van landen en steden en meer diergelijks Zomtijds ookheb ik gemeend rede te moeten geven van den zin waarin ik de eene en andereplaats van het oorspronkelijke opgevat en overgebracht heb D r ama t i s c hD i c h t s t u k voeren de P e r z e n in mijne navolging ten titel omdat ik vreesde dathetGriekschewoord Τραλῳδία door T r e u r s p e l uitgedrukt een verkeerde gedachtevan hetgeen men by de lezing te verwachten heeft zou doen geboren worden Eris voorzeker onder alle de oude dichters niemand wiens Tragedieumln meer van watmen tegenwoordig met den naam van Treurspel bestempelt afwijken dan EschylusLaat my eindelijk nog dit betreffende mijn eigen werk aanmerken dat ik in hetaannemen der geslachten en het regelen der spellingmy voornamelijk heb gedragennaar de gronden aangegeven door den HeerMr Bilderdijk in zijne V e r h a n d e l i n go v e r d e G e s l a c h t e n d e r N a amwo o r d e n Moge de hooge bewondering waarmede de grootheid van den oorspronkelijken

Dichter mijn hart steeds vervuld heeft haren invloed op deze navolging uitgeoefendhebben Het is hier aan alleen en geenszins aan eigene verdiensten dat ik eengunstig onthaal van mijnen arbeid byaldien my dit te beurt viel zou hebben tedanken

[De tweede druk opgenomen in den Bundel getiteld E s c h y l u s d r ama t i s c h ed i c h t s t u k k e n werd voorafgegaan van een Voorberigt dat dus luidt]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

466

Voorrede voor den tweeden druk

Toen ik my nu omstreeks zeven en dertig jaar geleden met een schier kinderlijkedichtpen en misschien ruim zoo zeer kinderlijken overmoed aan de overbrengingvan Eschylus P e r z e n vier jaren later aan die van zijnen P r ome t h e u s waagdegaf ik my eigenlijk aan een onwederstaanbaren indruk een persoonlijken doorniemand zoo zeer by my opgewekten smaak daarby over Weinig wist ik dusdoende dat deze smaak die indruk in verband stond met eene op dat tijdstip overalook elders herlevende en sedert steeds meer toegenomene waardeering van denverhevenen Athener het kolossaal vernuft hetwelk men in deze dagen zoo te rechtvergeleken heeft met die twee hoofden der nieuwe Europeesche Letterkunde Danteen Shakspeare En toch het was zoo want op elk gebied moet vroeg of laat elkelof of blaam van loutere conventie elke miskenning of overdrijving voor de wezenlijkewaarde en waardeering der dingen onderdoen en plaats maken En zoo was danook op het gebied van klassieke Dichtkunst de tijd aangebroken dat de voorrangdoor den veel te hoog opgetilden Euripides onder het by uitstek beroemde drietalder Grieksche Tragediedichters ingenomen niet eens meer aan Sophocles maaraan den veel te lang ongekend gebleven Eschylus moest worden toegewezen HetEuropa der negentiende eeuw vereenigde zich uit zijn zoo geheel onderscheidenstandpunt en onder zoo geheel andere omstandigheden en begrippen met deuitspraak by Socrates en Euripides geestigen tijdgenoot Aristophanes lsquoWat mybetreft ik acht dat aan Eschylus de zege toekomtrsquo Maar ook met betrekking tet deneisch der echte Grieksche taal kende hem nog onlangs onze NederlandscheMeesterin dat vak denzelfden voorrang toe (Cobet C ommen t a t i o d e eme n d a n d ar a t i o n e g r amma t i c a e g r a e c a e d i s c e r n e n d o o r a t i o n ema r t i f i c i a l em a b o r a t i o n e p o p u l a r i p 11)Zy is inderdaad een opmerkelijk en geenszins op zich zelf staand verschijnsel

(trouwens wat verschijnsel op het gebied van den menschelijken geest en van eenzijner beduidendste organen de poezy staat of stond immer op

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

467

zich zelf) zy is voorzeker een merkwaardig verschijnsel die toegenomenewaardeering van Eschylus die eerplaats door den zoo geheel oorspronkelijkenPuikdichter heroverd juist in onze door allerlei bewegingen en bewerkingen zooveelzijdig geoefende en gescherpte negentiende eeuw In vroeger dagen had hetzekerlijk ook dezen sieraad der Atheensche gouden eeuw aan geene geleerdeuitleggers en hoogschatters ontbroken Doch wat de laatste veertig jaren op in hetoog loopende wijze en in nog ongekende mate voor hem den Griek even als voorden even herinnerden Engelschmann der zestiende eeuw tot volle rijpheid brachtenwas een vermeerderde en nieuwe keur egraven van dichterlijke navolgers egraven vanbevoegde bewonderaars - van zorgvuldige proevers en verbeteraars van denschroomlijk bedorven Griekschen tekst bovendienAllerlei natieumln de Fransche zoo wel als de Engelsche en Hoogduitsche de

Belgische zoo wel als de Nederduitsche brachten daaraan als om strijd het haretoe Op Goethe dien dichterlijken Titan van Duitschland is ook van dezen Titan derklassieke Oudheid de invloed merkbaar en aanmerkelijk geweest Lord Byronverklaarde dat de indruk van Eschylus P r ome t h e u s die door hem opHarrow-college met zijne medestudenten driemaal in een enkel jaar gelezen wasop alles wat hy sedert zelf heeft geschreven een beslissende uitwerking geoefendheeft Sints vertaalden hem Fransche Dichters als Edgar Quinet en Cohen enverschenen naast de Commentarieumln en Aanteekeningen der Blomfields ElmsleisSchneiders Wellauers ook van den beroemden Parijschen Boissonnade keurigenoten van den vroeg gestorvenen Emile Frensdorff te Brussel zijne belangwekkendestudieumln op en over Eschylus In ons Nederland heeft niet alleen te Groningen deoverleden Hoogleeraar van Limburg Brouwer zich in meer dan eacuteeacutenen letterkundigenarbeid de machtige verdiensten ook van dezen oudste en stoutste van het TragischeDrietal aangetrokken maar wijdden mede nog onlangs de Hoogleeraar Karsten teUtrecht de school van Cobet te Leyden eene in het oog vallende aandacht enmoeite het zij aan de philologische en esthetische toelichting het zij aan de kritischebehandeling en genezing van hetgeen in de nalatenschap der klassieke GriekscheOudheid uit de pen van Eschylus tot ons kwam

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

468

Omtrent geenen anderen puikdichter misschien heeft de tegenwoordige richting enbeweging binnen het evengemeld drieledig gebied van geleerdheid kritiek enkunstmaak een meer beduidenden en ververschenden invloed op belangstelling enbehandeling ten gevolge gehadVan my Israeliet die ik ben van afkomst en aanleg zal het niemand bevreemden

als ik hier by herhaling te kennen geef dat hetgeen my zoo vroeg en zoo sterk inden Dichter van d e P e r z e n van de Z e v e n t e g e n T h e b e van denP r ome t h e u s van den A g amemn o n aantrok de ruim zoo zeer Oosterscheals Grieksche adem is die deze meesterstukken doorwaait en bezielt Men duidehet my evenmin ten kwade indien ik nog wat verder gaande aan even diezelfdeoorzaak aan des Dichters veelzins Oostersche physionomie en verhevenheid debuiten alle vroegere evenredigheid in onzen tijd aan Eschylus te beurt vallendehoogschatting wijt (Ook Frensdorff was zoo wel als Cohen meen ik Israeliet) Zyliggen in de eigenaartigheid zy behooren tot de teekenen van onzen veelbewogenen veel (al zij het ook soms zijns ondanks) op nieuw erkennenden vooralveel voorspellenden tijd - die trek en aandrift naar het Oosten van waar z o o v e e ldat groot en goed is van waar a l l e s dat op aarde Goddelijk is zijnen oorsprongherleidt naar dat Oosten van waar de zon uitgaat en werwaart zy ook terwijl wyslapen en buiten het bereik onzer zinnelijke waarneming terug keert Naar hetOosten het zij dan over Oud-Griekenland het zij over het oude Byzantium of alware het ook over het Americaansche Westen om weder op te frisschen omeenmaal geheel weder op te leven moet het met onze menschheid vroeg of laattoch eens heenAls dan nu by dergelijken onverflaauwden of liever vernieuwden indruk van een

geliefkoosden Dichter mijner jeugd het voorstel eener nieuwe uitgave na schierveertig jaren tusschenpozing door mijn geachten vriend den BoekhandelaarKruseman tot my kwam kan het niemand die op dit gebied zelf geen vreemdelingis bevreemden dat allerlei gedachten plannen wenschen zich op dien naamklankvan Eschylus by my verdrongen Men zoude zich bijna jeugdige krachten op nieuwen vooral ruimte van vrijen tijd toewenschen om zich weder eens bepaald by zulkeene gelegenheid in den Griekschen hoofddichter van alle zijden in te studeerenMaar jeugdige krach-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

469

ten voor zoo veel die nog niet geheel mochten geweken zijn maar ruimte van tijdzoo veel die gegund wordt zijn aan plichten en werkzaamheden verbonden dievoor geene nevenstudie hoe ernstig en belangrijk ook anders moesten plaatsmaken Na allerlei plannen om egraven de dichterlijke overbrengingen egraven vooral de veelte ledige Voorrede mitsgaders de onbeduidende Aanteekeningen van 1816 en 1820geheel over te werken kwamen al de barensweeeumln van den berg op het zeeronschuldige besluit neder om by dezen herdruk de vroegere uitgave zoo goed alsonveranderd onverbeterd en onvermeerderd alleenlijk weder te geven Zie daardan het weinige dat ik mijnen goedgunstigen Lezer hier heb aan te bieden metuitlating voorts van het fragment uit de Z e v e n t e g e n T h e b e dat vroeger inde P e r z e n bl 72-88 gelezen werd en van het fragment uit den A g amemn o nachter den P r ome t h e u s in der tijd geplaatst mitsgaders van de Od e o p h e tT r e u r s p e l ter inleiding van deze laatste overbrenging gegeven Alle drie dezevruchten van jeugdigen dichtergloed zijn later opgenomen in mijne Z a n g e n v a nv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d (Haarlem by Kruseman 1847)Hetgeen intusschen als natuurlijk wel het meest door my by dezen onveranderden

herdruk betreurd wordt is het onveranderd geblevene van geheel de dichterlijkeoverbrenging zelve Ik had my voorgesteld onder het overlezen hier en daarverbeteringen althands berispingen van mijne eerstelingen in het vak by dezegelegenheid te geven Doch het bleek weldra partieele verbeteringen hadden meergeschaad dan gebaat de zelfkritiek ware in den grond eene aartigheid geweestwaar ik zelf althands minder nog voor over- dan mede op-had aan een degelijkealgeheele overwerking was zonder lang en herhaald uitstel althands van wegetijdsgebrek niet wel te denkenDoe ik na al het gezegde kwalijk wanneer ik evenwel nog aan het slot eene

kleine proeve laat volgen hoe ik op deze mijne jaren wellicht denzelfden arbeidzoude opgevat hebben in elk geval i n b e g i n s e l my nader aan de letter van hetoorspronkelijke zou getracht hebben te houden Jeugdige beoefenaars vandichterlijke vertaalkunst mogen tusschen de twee overzettingen van een enkelfragment uit de P e r z e n (den aanhef) eene keus doen aan welke der twee proeven(behoudens hunne billijke vrijheid om ze beide gelijkelijk af te wijzen of te berispen)zy voor zich zelve by gelijksoortige

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

470

onderneming de voorkeur zouden geven aan den tekst van den achttienjarigen ofaan de variante van de vijf-en-vijftig-jarigen OverzetterEn hiermede zij den vriendelijken Lezer op dat gebied vooral met nadruk het

v a a r w e l toegeroepen na nog even gevraagde verschooning voor zinstorendeop de proef voorbygeziene drukfouten en wat verder zijne opmerking hopen wyniet ontsnappen zal maar evenwel op zijne oogluiking mogen rekenenAmsterdam Juny 1853

Bladz 18

[In de Opdragt van de vertolking van d e P e r z e n aan Bilderdijk en van Lennepopenbaart zich de innige vereering die de Dichter reeds als jongeling aan dezezijne dierbare Leermeesters toedroeg en betoonde Omtrent zijne betrekking totBilderdijk toen en later behoeft hier wel niets meer te worden gezegd Maar ookde betrekking die tusschen Da Costa en van Lennep van des eersten studiejarenaf bestond bleef later steeds voortduren Ondanks menig verschil van inzigt washet Da Costa immer eene behoefte des harten luide te betuigen hoeveel hij dezenhoogvereerden Meester in meer dan eacuteeacuten opzigt verschuldigd was Hij bezong danook diens Vijftigjarigen jubel als Hoogleeraar in een schoon gedicht dat later zalvoorkomen en wijdde hem ook na zijn overlijden in proza eene Hulde toe doe medeis gedrukt in het Album van Schoone Kunsten 1853 pag 49]

Bladz 83

[PROEVE VAN OVERWERKING UIT DE PERZEN - De chronologische orde in de opnameder dichtstukken die men anders zooveel mogelijk heeft pogen te bewaren wordthier voor een enkele maal eenigzins verbroken Immers deze P r o e v e dagteekentvan het jaar 1853 Menmeende echter de beide vertolkingen op elkander te moetenlaten volgen niet alleen omdat zij bij elkander behooren maar ook omdat het dusden dichtlievenden lezer gemakkelijk gemaakt wordt de beide vertalingen metelkander te vergelijken]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

471

Aanteekeningen op De Perzen

De dichter van het oorspronkelijke stuk waarvan wy deze navolging aan onzelandgenooten aanbieden is een der genen geweest welke meest toebrachten totvestiging van den roem der oude Grieken in het vak van tooneeldicht De voorgangervan Sophocles en Euripides in deze voortreffelijke soort van poeumlzy zou dit alleengenoeg zijn om hem onsterflijk te maken al had hy zelf geene meesterstukkenvoortgebracht welke met die van zijne volgers verdienden gelijk gesteld te wordenVan een eenvoudigen lierzang ter eere van eene Godheid by plechtigegelegenheden door een Koor aangeheven nu en dan doorwevenmet eenige verzendoor slechts eacuteeacuten tweede personaadje voorgedragen heeft hy een tooneel geschapendat niet dan geringe beschaving van noode had om tot een trap van volmaaktheidte geraken waartoe gedurende meer dan twintig eeuwen geen volk op aarde in delaatste tijden slechts eacuteeacuten enkel genaderd is Dan die zelfde beschaving welke eenregelmatig treurspel deed geboren worden heeft aan den anderen kant deoorspronkelijke kracht van den lierzang welke er de hoofdrol in speelde doenverflaauwen en langzamerhand den toon waar by onzen dichter zelfs de d i v e r b i a(of zamenspraken buiten het koor) op gedicht zijn in hoogte en stoutheid doenafnemen Van daar is het dat schoon men zijnen mededingers den voorkeur gevewat aangaat de schikking en leiding van des Treurspels onderwerp by Eschylus(die zoo wel ten aanzien van zijne voortbrengselen als van den tijd waarin hy geleefdheeft een midden houdt tusschen deze en de oude nog ruwe lierzangdichters alsThespis) zeker oneindig meer te vinden is voor hem dien het meer om pracht vanstijl rijk- en grootheid van beelden kracht en verhevenheid van uitdrukkingstevigheid en zwier van v e r s i f i c a t i e te doen is De Atheners zelve hebben hemniet alleen boven Euripides maar zelfs boven Sophocles gewaardeerd de nieuwerenhoe zeer niet zoo gunstig over hem denkende hebben echter steeds grooten prijsgesteld op het weinige dat van hem overgebleven is en voorwaar zonder ons overde verdiensten van die drie groote mannen te bestemd uit te laten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

472

meenen wy echter te kunnen beweeren dat Eschylus in een ander opzicht als zijnetwee volgeren uitmuntend geen minder recht heeft op onze bewondering - Wygelooven den lezer geen ondienst te zullen doen zoo wy deze aanteekeningenaanvangen met een nader bericht over Eschylus zelven en over zijne P e r z e n inhet bijzonderOnze dichter dan werd uit een der aanzienlijkste geslachten te Athene geboren

en maakte zich by zijne landgenooten niet minder door dapperheid dan door eenvoortreflijken dichtgeest beroemd Hy woonde de slagen van Marathon Salamisen Plateacutea by en schijnt aldaar bijzonder uitgemunt te hebben Hy heeft echter indat vaderland hetwelk hy door zijn moed hielp verdedigen en tot wiens onsterflijkenroem in het vak der letteren hy niet weinig heeft toegedragen zijne dagen nietgeeumlindigd In de laatste jaren van zijn leven den prijs van het treurspel tegen denjongen Sophocles of gelijk anderen met minder waarschijnlijkheid willen dien vaneen treurdicht op de gesneuvelden by Marathon tegen Simonides verlorenhebbende verliet hy de stad en begaf zich naar den Vorst van Syracuse Hierodenzelfden wiens overwinning in de Olympische en Pythische spelen door Pindarusbezongen is en aan wiens hof zoo wel deze laatste als Simonides Bacchylides(beiden uitstekende dichters van dien tijd) en onze Eschylus het gunstigst onthaalgenoten Uit erkentenis voor de weldaden die hy daar ontfing zegt men dat hy tereere van den koning een treurspel geschreven heeft onder den naam van deE t n a welk treurspel echter niet tot ons gekomen is Hy stierf te Gela eene stadin Sicilieuml drie jaren na zijne komst in dit land in het vijf en zestigste jaar zijnsouderdoms Na zijne dood stelde men te Athene zulk een waarde op zijne werkendat men met een stuk van Eschylus behoorlijk verbeterd ter mededinging tot denprijs van het treurspel werd toegelaten Men verhaalt ook dat treurspeldichtersdikwijls hunne verzen op zijn graf kwamen voorlezen als een hulde toegebrachtaan de schim van hunnen verhevenen voorganger Het getal der stukken die zijnevruchtbare pen opgeleverd heeft beloopt volgens sommigen op een en zeventig(waar onder vijf S a t e r s p e l e n ) volgens anderen op negentig van al het welkslechts zeven treurspelen tot ons gekomen zijn met name P r ome t h e u s h e tb e l e g v a n T h e b e d e P e r z e n d e O f f e r a a r s t e r s A g amemn o n d e Sme e k e n -

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

4 7 3

d e n d e S c h r i k g o d i n n e n Dertien malen is hy overwinnaar geweest enzelfs na zijne dood zijn sommige van zijne stukken bekroond gewordenUit alles wat de oudheid van dezen man te boek gesteld heeft kan men ligt

opmaken dat hy met een schitterend vernuft eene zeldzame vastheid van karakteren edelheid van gevoelens vereenigde Dit blijkt ook voornamelijk uit den rol dienhy zijne personaadjen over het algemeen doet spelen Overal het zij in voor- oftegenspoed onderscheiden zy zich door eene nimmer vervallende grootheid vandenken en spreken welke te gelijk eerbied voor hun inboezemt te gelijk een byuitstek hooge gedachte doet opvatten van de denkwijze des dichters die zulkevoorwerpen weet voor te stellen Er is geen van zijne treurspelen welke hier vangeene bewijzen in menigte oplevert en ook onze P e r z e n zijn er gansch niet vanmisgedeeld De Rei bestaande uit mannen door hunne wijsheid en hooggevorderdejaren uitstekend en daarom door den koning zelven gekozen om gedurende zijneafwezigheid het opzicht over zijne staten te voeren betoont zelfs na deverschrikkelijke tijding van des legers volkomen nederlaag en te midden van deklachten die zy doet ontstaan eene zich altijd gelijk blijvende deftigheid Xerxeszelf hoe roekeloos hoe vernederd hy voorkome behoudt in alle zijne handelingenin alle zijne zeggingen in al zijn wanhoop zelf iets treffends dat geen medelijdenalleen wekt maar zelfs ontzag Zoodanig is Eschylus in de daarstelling van zijnepersonaadjen zoodanig is hy in de wijze waarop zy zich uitdrukken Het grootschehet verhevene is altijd het kenmerk van zijne verzen en de taal die hy zijnen heldenhalven goden en goden in den mond legt is zoo verre boven den gewonen uitdrukverheven als zy zelven boven den gewonen kring der menschenWy zeiden hierboven dat Eschylus ook ten aanzien van zijne voortbrengselen

een midden houdt tusschen Thespis en diens tijdgenooten aan den eenen kantSophocles en Euripides aan den anderen En indedaad zoo men den trant waarinzijne stukken geschreven zijn aandachtig nagaat geloof ik dat deze aanmerkingweldra bevestigd zal worden Maar het zal daar dan ook te gelijk uit blijken dat ergrooter krachten vereischt werden om het treurspel op te voeren tot den trap dienhet Eschylus heeft doen bereiken dan om het op zulk eene hoogte zoo veelvolkomenheid in het werktuigelijk gedeelte by te zetten als by voorbeeld in SophoclesK o n i n g E d i p u s bewonderd wordt In een woord

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

474

behalve al het geen de Atheners den eersten te danken hadden voor al wat hy aande behoorlijke uitvoering der stukken toegebracht heeft (iets dat voor ons vanminderbelang is) heeft hy zoo vele voortreffelijke nieuwigheden in de pas geopendedramatische loopbaan ingevoerd dat men hem met het beste recht den naam vanSchepper van het Grieksche Tooneel zou kunnen toekennenEn dit is voor zoo verre men hem beschouwt met betrekking tot den invloed dien

zijne stukken op de vorming van het treurspel gehad hebben Dan eerst komtEschylus in het schitterendste daglicht voor wanneer men hem als dichterbeschouwt By hem heerscht nog de lierzang in zijn volle zwier en kracht en daarzelfs waar de lateren inzonderheid Euripides een toon aannemen den gematigdenredenaarsstijl nader by komende daalt hy van de eens bereikte hoogte niet af maarmengt in den toon des zuiveren lierzangs welke by de koren uit haren aart vereischtin de d i v e r b i a minder te pas komt eenen naar dien van het heldendicht eenigzinszwemenden voor deze laatsten den bestendigen jambischen (somtijds ook welden trochaiumlschen) voetmaat bezigende Van daar is het dat de stoutstevergelijkingen overdrachtige en andere figuurlijke uitdrukkingen overal in menigteby hem gevonden worden Over het algemeen heeft zijne poeumlzy eene krachtwaarvan niet alleen by de Fransche treurspeldichters maar zelfs by zijne Griekschevolgeren voor zoo verre hunne werken tot ons gekomen zijn weinige of geenevoorbeelden zijn Tot deze kracht werkt niet weinig mede zijne recht schoone engrootsche v e r s i f i c a t i e en het gepaste gebruik dat hy weet te maken van eeneonwaardeerbare eigenschap der Grieksche taal (die ons Hollandsch met haargemeen heeft) de vrijheid namelijk van nieuwe woorden door zamenstelling tevormen Verwonderlijk is de werking welke dit op zijne verhalen vooral uitoefentDeze zijn altijd vol vuur en leven even als zijne hoogdravende koorzangen metnieuwe en keurige epitheta als het ware bezield en stellen met korte maar krachtigetrekken de allertreffendste beelden aan den geest voor Eindelijk om nog iets tot smans lof te melden (want hem in alle de deelen waar hy in uitmunt na te gaan ishier niet te doen) is het alleropmerkenswaardigst hoe zelden onze dichter in welkeomstandigheid ook geplaatst tot een toon ja tot een uitdrukking vervalt het treurspelzoo als hy het zich voorstelde onwaardig iets hetwelk van het grootste belang isen echter

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

475

onder de menigte groote mannen die zich in dit vak beroemd gemaakt hebben nietaltijd zoo streng in acht genomen isHet heeft ook hier wederom niet aan lieden ontbroken die zijne verdiensten door

allerlei spitsvindigheden zochten te kort te doen Zoo zijn er die hem verwijten datzijne poeumlzy niet roerend is gelijk die van Sophocles niet vervuld met zedelessenen wijsgeerige denkbeelden gelijk die van Euripides Wat aangaat het eerste willenzy die hem dit voorwerpen daarmede te kennen geven dat aandoenlijkheid niethet kenschetsende van Eschylus is wat zegt dit anders dan dat de manier van deneenen dichter van die des anderen verschilt Ieder moge nu naar mate zijnerbijzondere gesteltenis of smaak den een boven den ander verkiezen geeft dezekeuze daarom zonder eenige andere gronden recht het daarvan afwijkende teveroordeelen Gewis aan aandoenlijkheid van uitdrukking daar waar het onderwerphet vereischt mangelt het Eschylus even min als aan alle de overige vereischtender tooneelpoezy Dat hy voorts niet zoo vruchtbaar in wijsgeerige en zedelijkelessen is als Euripides dit strekt hem veel eer tot lof dan tot verwijt niet dat dezedeleer en de verbetering en verheffing van het menschelijk hart door grootevoorbeelden van deugd of ondeugd geen vereischten zijn van het treurspel maarom dat Eschylus zonder dit belangrijk doel te veronachtzamen nimmer gelijkEuripides den natuurlijken loop van zijn stuk er in het minst om stoort of dehartstochtelijke taal zijner sprekers door ongepaste uitstappen doet verkoelen Byhem is de zedeleer van de geheele behandeling van zijn onderwerp onafscheidbaaren doet zich ieder oogenblik gevoelen Dus by voorbeeld wordt die gewichtigewaarheid dat men zich op de oogenblikkelijke gunst der fortuin niet moet verlatendat men de Godheid als de eenige bron van alle welvaart hebbe te erkennen enaan te bidden en zich te wachten van haar door heiligschennis tot een gerechtewraak aan te zetten in zijne P e r z e n gedurig betoogd niet met ijdelen praal vanwoorden en in den kouden vorm van wijsgeerige redeneering maar met al hetdichterlijke vuur waar dit uitstekend werk in alle zijne deelen van schittert Opdezelfde wijze gaat ook Sophocles met de zedeleer te werk wiens zoo evenaangehaalde K o n i n g E d i p u s te waarheid van het zeggen dat niemand voorhet oogenblik van zijne dood gelukkig mag genoemd worden overal in het grootstelicht stelt

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

476

terwijl de Rei eerst by het einde van het stuk met weinige woorden deze waarachtigespreuk door de op Edipus zoo plotseling uitgebarsten rampen bevestigt Eindelijkverwijt men onzen dichter ook dat hy door eene te ver gedrevene deftigheid dikwijlsin het ruwe en reusachtige vervalt en voorwaar het is geen gering oordeelkundigedie hem iest dergelijks nageeft1 Merken wy dit echter aan dat zoo men zich in hetbeoordeelen van Eschylus by den staat bepaalt waarin het treurspel na hemgebracht is zijn toon zeker te dikwijls veel te hoog rijst doch zoo men deszelfsoorsprong nagaat en het volgens het denkbeeld dat men zich in de oudste tijdener van vormde als een soort van lyrische poeumlzy aanmerken wil deze tegenwerpingaanstonds geheel verdwijnen zal Uit dit oogpunt moet men onzen dichterbeschouwen om hem naar verdienste te waardeeren Over den oorsprong voortsvan het Grieksche en het hedendaagsche treurspel en het daaruit voortvloeiendeonderscheid tusschen deze beiden raadplege men de Verhandeling van den HeerMr Bilderdijk te vinden in het Tweede Deel van zijne Treurspelen Men zie vooralbladz 127 en volg -Het is dan na het geen wy tot nog toe van Eschylus gezien hebben geenszins

te verwonderen dat hy zijn uitstekend dichterlijk vermogen onder anderen ook aande vereeuwiging besteedde eener gebeurtenis zoo gewichtig voor zijnelandgenooten en waaraan hy zelf zoo veel deel genomen had als de verdrijvingder Perzen en het verijdelen van hunne ontwerpen tegen de vrijheid van GriekenlandHet zal hier dunkt my niet onvoegzaam zijn iets te melden van den Perzischenoorlog en hoe het met de zaken der Grieken in dit opzicht geschapen stond tentijde waarop Eschylus dit zijn treurspel vervaardigde In het jaar 502 dan voor degewone tijdrekening bestond Histieacuteus vanMiletus eene stad in Ioumlnie deze gantschelandstreek van de heerschappy der Perzen toen ter tijd meesters van schier heelAzie te bevrijden Door hem tot opstand gewekt roepen de Ioumlnieumlrs de medewerkingin der Europeesche Grieken van wie zy zelve eene volkplanting waren en bekomenwerkelijk twintig schepen van Athene en vijf van Eretrieuml in het eiland Eubeacutea Aldus

1 Rudis in plerisque et incompositus wordt hy by Quintilianus Institt Oratt Lib X C 1 gezegdte zijn

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

477

gesterkt wagen zy het op Sardes de hoofdstad van Lydie (insgelijks sedert Cresusval onder Perzie behoorende) aan te rukken en maken zich gezamenlijk met hunnehulptroepen meester van de stad maar verlaten door de Atheners worden zy naverscheidene wisselingen van de krijgskans in het zesde jaar na hunnen opstandweder aan de Perzischemacht onderworpen Een geruimen tijd hierna besluit Dariussedert lang vlammend op de beheersching der Grieken en daarenboven door denuit Athene gejaagden tyran Hippias Pisistratus zoon gedurig aangehitst inGriekenland den oorlog te voeren onder voorwendsel van de hulp door de Athenersen Eretrieumlrs aan de oproerigen toegebracht maar in de daad om alle de Griekenonder zijne regeering te vereenen Hy verzamelt hiertoe een machtig leger datonder geleide van twee zijner beste bevelhebbers eerst op zes honderd schepennaar het eiland Eubeacutea trekt Eretrieuml inneemt en verwoest en van daar naar Atticaoversteekt om Athene het eigen lot te doen ondergaan Op de velden van Marathoneen burgt niet ver van Athene komen hun tien duizend Atheners en duizend Plateeumlrste gemoet door tien Veldheeren aangevoerd waaronder Miltiades en Aristides devoornaamsten Na een bloedig gevecht verklaart zich de overwinning voor deGrieken Darius overleeft zijne nederlaag niet lang Zijn zoon door eigenheerschzucht en den raad van zijne hovelingen aangespoord houdt zich gedurendevier jaren met vreesselijke toebereidselen tot den oorlog bezig Hy verlaat zelf zijnehoofdstad aan het hoofd van het leger rukt in Griekenland komt alle hinderpalenmet geweld te boven verbrandt Athene wier inwoners zich alle op de vlootingescheept hadden maar wordt in een zeeslag dien hy kort daarna by Salamislevert volkomen verslagen en begeeft zich op de vlucht naar zijn rijk latende zijnschoonbroeder Mardonius met een talrijk leger in Beoumltieuml achter Maar ook dit legerwordt niet lang daarna by Plateacutea door de verbondene Grieken geheel uit elkandergejaagd Dit gevecht en de zeeslag by Mycale een kaap van Ioumlnieuml op denzelfdendag voorgevallen beslisten den Perzischen oorlog en de vrijheid van GriekenlandHet is dan voornamelijk de slag by Salamis dien onze dichter tot het voorwerp vanzijnen zang wilde maken Maar hy was de man niet die zich te vrede kon stellenmet het bewerken van zijn onderwerp op eene gewone manier Het was geentriomfzang op de overwinning geen treurlied op de in den slag

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

478

geblevenen of iets diergelijks waardoor hy naar waarde zulk eene gebeurtenismeende te kunnen verheffen Hy wilde daarenboven den Grieken (het Atheenschevolk in het bijzonder) de vleijendste hulde toebrengen door hen te midden te plaatsenvan het in rouw gedompelde hof des Perzischen konings En hiertoe verkoos hyden vorm van het statige treurspel eene onderneming voorwaar van ongemeenestoutheid en de hooge vlucht die hy in alle zijne stukken pleegt te nemenoverwaardig vooral wanneer men in acht neemt welke onderwerpen te dier tijdevoor het Treurspel geschiktst gerekend werden Immers voor Goden Halve godenof Helden uit de oudste tijdvakken der Grieksche geschiedenis de eigenlijkehoofdpersonaadjen van het dichtstuk moest hy zich thands vergenoegen metmenschen voor te stellen in de eeuw zelf levende waarin hy schreef en aan wiendus niet eens door dichterlijke versiering die bovenmenschlijke grootheid scheente kunnen gegeven worden welke tot de oorspronkelijke kracht van het Treurspelvolstrekt onmisbaar is Maar ook dezemoeilijkheid moest voor den vurigen dichtgeestvan Eschylus zwichten Hy voerde de schim van Darius den grooten Koning denHeld den Vader van zijn volken den eerbiedigen aanbidder der Goden in de eersteoorzaak aan den dag brengende van het gebeurde en wat nog te gebeuren stondvoorspellende en dit alleen was genoeg om dit zijn stuk tot de hoogte van zijneoverigen te verheffen Uit deze plaatsing van het Tooneel in s vijands eigenehoofdstad sproot het dubbel voordeel dat de lof aan den overwinnaar uit den mondvan de overwonnenen toegebracht oneindig streelender werd dan hy onder eenigenanderen vorm voorgesteld zou kunnen geweest zijn terwijl den verlagen Pers inal zijn onheil eene grootheid toegeschreven wordt die de zegepraal der Griekennog schitterender doet voorkomen En aldus werden de P e r z e n van Eschylusgeboren Wat aangaat nu den loop van het stuk deze is gelijk gewoonlijk by hemis allereenvoudigst Eacuteeacutene voorname verdeeling doet zich by de lezing dra gevoelenHet eerste deel stelt den tijd voor waarop het Perzische hof nog geslingerd wordttusschen de hoop waartoe de verbazende macht door ken Koning tot den inval inGriekenland verzameld rede gaf aan den eenen kant en de ongerustheid uit deachterblijving van tijdingen uit het leger de te dikwijls ondervondene wispelturigheidder fortuin en ongunstige voorteekenen spruitende

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

479

aan den anderen kant Het tweede gedeelte bevat de mededeeling der geledenenederlaag by Salamis door een bode die der nog dreigende by Plateacutea door Dariusen de klachten van Xerxes en de zijnen over hunne ongelukken Dus wordt detegenstelling tusschen de oude reusachtige macht der vijanden en hunnetegenwoordige vernedering als zijnde iets van het hoogste gewicht in hetschitterendste licht geplaatst en voorwaar niet zonder reden Het is immers juistdeze tegenstelling welke de bereiking van het hoofddoel des dichters deverheerlijking der Grieksche overwinnaars en die van een tweede niet minderbelangrijk oogmerk de zedeleer by uitnemendheid bevordert Voor het overigewat men ook door ongepaste vooringenomenheid voor het latere tooneel tegendeze eenvoudigheid in de schikking van dit treurspel hebben moge zonder blijkbareongerijmdheid echter zal men toch zijne poeumlzy en versificatie de hoogste goedkeuringniet kunnen ontzeggen Men hoore echter op welk een toon de bekende La Harpezich over een man als Eschylus uitlaat in zijn Cours de Liteacuterature Vol I p 326)alwaar hy na zijn oorde el over den P r ome t h e u s geveld te hebben in dier voegevan de P e r z e n spreektlsquoLes Perses dont le sujet est plus rapprocheacute de la nature noffrent rien de plus

reacutegulier mais on sent combien cet ouvrage devoit plaire aux Atheacuteniens Cest ladeacutefaite des Perses agrave Salamine qui occupe cinq actes en reacutecits en deacutescriptions enpreacutesages en songes en lamentations nulle trace encore daction ni dintrigue Lascegravene est agrave Suze Des vieillards qui forment le choeur attendent avec inquieacutetudedes nouvelles de lexpeacutedition de Xerxegraves Atossa megravere de ce prince vient leurraconter un songe qui leacutepouvante Arrive un soldat eacutechappeacute de larmeacutee qui racontele deacutesastre des Perses Atossa eacutevoque lombre de Darius et contre lordinaire desombres qui ne reviennent que pour reacuteveacuteler aux vivans quelque grand secret celle-cine revient que pour entendre de la bouche d Atossa ce quelle mecircme vient dapprendre de la deacutefaite de Xerxegraves Au cinquiegraveme acte Xerxegraves lui-mecircme paraicirct seulavec un carquois vide qui est dit-il tout ce qui lui reste de cette prodigieuse armeacuteequil avoit ameneacutee contre les Grecs Il sest sauveacute avec bien de la peine Il pleureil geacutemit et ne fait autre chose que de recommander agrave sa megravere et aux vieillards depleurer et de geacutemir Toute la piegravece dailleurs est remplie comme on peut selimaginer des louanges du peuple dAthegravenes il est invincible il est favoriseacute du cielil est le soutien de la Gregravece

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

480

Tout cela eacutetoit vrai alors mais le poeumlte met ces louanges dans la bouche mecircmedes ennemis vaincus et lon sent combien elles en deviennent plus flatteuses Il leurmontre pendant cinq actes les Perses dans la terreur dans lhumiliation dans leslarmes dans ladmiration pour les vainqueurs Avec un tel sujet traiteacute devant desreacutepublicains eacutenivreacutes de leur gloire et qui navoient pas encore appris agrave ecirctre difficileson pouvait ecirctre courronneacute sans avoir fait une scegravene tragique et cest ce qui arrivaBehalve alle de onnaauwkeurigheden van deze korte oordeelvelling zoo men

alleen op haren zakelijken inhoud letten wil valt het aanstonds in het oog dat debeoordeelaar ongevoelig voor de menigvuldige zoogenoemde schoonheden vandeacutetail die dit stuk bevat zich met deszelfs geheel bezig houdende hierin deFransche Tooneel-poeumlzy tot maatstaf gebruikt zeker geen middel om met vruchtover de Grieksche te spreken Op sommige plaatsen zoude men ook wellicht inverzoeking raken te onderstellen dat hy de woorden of de meening van den dichterniet begrepen heeft Wy zullen eenen trek uit het zoo even aangehaalde kiezenwaar in dit het geval is niet om den in vele opzichten zoo verdienstelijken La Harpein zijnen roem te kort te doen maar om dat zy die met het oorspronkelijke nietbekend zijn zich veellicht door zijne oppervlakkige on lichtvaardige beslissing eenverkeerd denkbeeld van hetzelve konden voorstellen Op een luchtigen toon geefthy dan onder anderen te kennen dat de verschijning van Darius schim eigenlijkniets ter zake doet daar hy niet naar het geen by de schimmen gewoonlijk is eengroot geheim komt openbaren maar alleenlijk van Atossa vernemen wat zy-zelveeenige oogenblikken te voren van de nederlaag by Salamis gehoord heeft Dezeaanmerking mag voor hem van belang schijnen die niet verder gelezen heeft dande plaats waar Darius naar de rede vraagt van de droefheid waar heel Suze ingedompeld is en het antwoord daarop By wien het geen hierop volgt bekend ishoe deze Vorst zich een orakel van vroeger tijden herinnert en hierdoor nieuweongelukken by het reeds geledene aankondigt de eenige bewaring voor gelijkerampen in het toekomende in het ongeschonden laten van den Griekschen grondstelt en de gramschap der goden door Xerxes krijgsvolk in Griekenland in hunnetempels gehoond voor de naaste oorzaak van den val der Perzen verklaart bydezen zeg ik zal het

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

481

belang ja de noodzakelijkheid dezer geestverschijning niet in twijfel wordengetrokken en La Harpes berisping niet nalaten te vervallen Het is echter op grondvan zoodanige misvattingen dat hy wat vroeger (p 320) onzen dichter zoo verrebeneden Corneille stelt als hy zelf boven den ouden Treurspelmaker Hardy verdientgeacht te worden Doch men neme in aanmerking het onderscheid tusschen hetGrieksche en het Fransche tooneel men vergelijke de stukken van deze hunnewederzijdsche stichters den staat waarin zy hun tooneel vonden den staat waarinzy het aan hunne volgers lieten de hulpmiddelen die zy beiden hadden en vragezich dan waarop dit partijdige en onbepaalde oordeel des Franschen Letterkundigensteune De vergelijking tusschen Eschylus en Corneille als dichters moet al warehet slechts uit den aart hunner tooneelen noodzakelijk ten voordeele des eerstenuitvallen Misschien zijn de Treurspelen van onzen Vondel de eenige welke in ditopzicht met die van Eschylus verdienen in vergelijking gebracht te wordenTen slotte van dit kort bericht over Eschylus en zijne P e r z e n kunnen wy nog

aanmerken dat dit Treurspel te gelijk met den P r ome t h e u s en nog twee anderestukken waarvan de namen alleen tot ons gekomen zijn ten tooneele gevoerd enbekroond is geworden De dichter was toen omstreeks zestig jaren oud

Bladz 21 v 1Het heir der Perziaansche scharen enz

Na eene korte inleiding dienende om den aanschouwer te onderrichten uit welkepersonen de rei zamengesteld is gaat de dichter onverwijld over tot de voorstellingvan de ongerustheid der Perzianen gedurende de afwezigheid van hunnen KoningEene beknopte vermelding van alle de volken die Xerxes krijgsmacht uitmakengeeft gelegenheid tot verheffing van zijne grootheid tot bemoediging omtrent denuitslag van zijne onderneming Deze streelende hoop wordt gestoord door hetdenkbeeld dat zonder de gunst der goden alle toebereidselen vruchteloos zijn datmen meermalen den hoogsten voorspoed in verschrikkelijke tegenspoeden heeftzien verkeeren (b l a d z 24 vs 18) De daaraanvolgende Keeren en Tegenkeerenbreiden deze gedachte uit en worden gesloten met een beklag over den toestandvan het rijk door den bloem van zijnemanschap verlaten Zoodanig is de zamenhangen overgang

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

482

der denkbeelden in dezen eersten Koorzang welke ik met weinige woorden hebgemeend te moeten ophelderen uit hoofde van de moeilijkheid die de bevattingderzelven in lyrische poeumlzy voor den min bedrevenen hebben kan en die ikoordeelde dat misschien niet genoegzaam door mijne overzetting uit den weggeruimd was

Bladz 22 v 8Trok niet heel Azieuml te veld

Dat dit geen dichterlijke grootspraak is maar met het historisch verhaal overeenkomtblijkt uit de volgende woorden van Herodotus Στόλων γὰρ τῶν ἡμεῖν ἴδμεν πολλῷδὴ μέγιστος οὗτος ἐγένετο ὥςτε μήτε τὸν Δαρείου τὸν ἐπί Σϰύϑας παρὰ τοῦτονμηδὲν φαίνεσϑαι μήτε τὸν Σϰυϑιϰόν ὅτε Σϰύϑαι Κιμμερίους διώϰοντες ἐς τὴνΜηδιϰὴν χώρην ἐμβαλόντες σχεδὸν πάντα τὰ ἄνω τῆς Ἀσίης ϰαταστρεψάμεν οιἐνέμοντο - μήτε ϰατὰ τὰ λεγόμενα τὸν Ἀτρειδέων ἐς Ἴλιον μήτε τὸν Μυσῶν τε ϰαὶΤευϰρῶν τὸν πρὸ τῶν Τρωιϰῶν γενόμενον - Αὗται αἱ πᾶσαι οὐδ᾽ ἕτεραι πρὸςταύτῃσι γενόμεναι στρατηλασίαι μιῆς τῆςδε οὐϰ ἄξιαι Τί γὰρ οὐϰ ἤγαγε ἐϰ τῆς Ἀσίηςἔϑνος ἐπὶ τὴν Ἑλλάδα Ξέρξης1 - Διέβη δὲ ὁ στρατὸς αὐτοῦ ἐν ἑπτὰ ἡμέρῃσι ϰαὶ ἐνἑπτὰ εὐφρόνῃσι ἐλινύσας οὐδένα χρόνον Ἐνϑαῦτα λέγεται Ξέρξεω ἤδηδιαβεβηϰότος τὸν Ἑλλήςποντον ἄνδρα εἰπεῖν Ἑλληςπόντιον lsquoὮ Ζεῦ τί δὴ ἀνδρὶεἰδόμενος Πέρσῃ ϰαὶ οὔνομα ἀντὶ Διὸς Ξέρξεα θέμενος ἀνάστατον τὴν Ἑλλάδα ἐϑέλεις ποιῆσαι ἄγων πάντας ἀνθρώπους ϰαὶ γὰρ ἄνευ τουτέων ἐξῆν τοι ποιέειν ταῦταrsquo2- Ὅσον μέν νυν ἕϰαστοι παρεῖχον πλῆϑος ἐς ἀριϑμόν οὐϰ ἔχω εἵπαι τὸ ἀτρεϰέςοὐ γὰρ λέγεται πρὸς οὐδαμῶν ἀνϑρώπων σύμπαντος δὲ τοῦ στρατοῦ τοῦ πεζοῦτὸ πλῆϑος ἐφάνη ἑβδομήϰοντα ϰαὶ ἑϰατὸν μυριάδες3 - Τῶν δὲ τ ριηρέων ἀριϑμὸςμὲν ἐγένετο ἑπτὰ ϰαὶ διηϰόσιαι ϰαὶ χίλιαι4 - dat is Van alle tochten die wy gezienhebben is deze verre de grootste zoo zelfs dat noch het leger van Darius tegende Scythen by dit in vergelijking kan gebracht worden noch dat van de Scythentoen zy de Cimmerieumlrs vervolgende in het Medische rijk vielen en schier heel hetnoordelijk Azieuml meester werden - noch wat men van dat der Atriden tegen Iliumen in vroeger tijden nog van de Mysieumlrs en Teucrieumlrs verhaalt - Alle

1 L 7 c 20 212 Ibid c 563 Ibid c 604 Ibid c 89

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

483

deze tochten en nog anderen daarby kunnen dezen eacuteeacutenen niet opwegen want welkvolk is er in Azieuml dat Xerxes niet heeft medegevoerd - Het leger voer (naar Europa)over gedurende zeven dagen en zeven nachten en dat wel zonder zich op te houdenMen verhaalt dat toen Xerxes den Hellespont reeds over was een bewoner derkusten van deze zee uitriep lsquoo Jupiter waarom hebt gy de gedaante van eenenPers en den naam van Xerxes aangenomen enmet het geheele menschdom eenentocht ter vernieling van Griekenland begonnen daar gy dit toch zonder al dien toestelvermocht te doenrsquo - Hoe vele legerknechten nu elk volk geleverd heeft kan ik nietmet zekerheid bepalen men vindt dit nergens aangeteekend Dit is zeker dat hetgetal in hel geheel beliep op een miljoen zeven maal honderd duizend - Het getalder oorlogschepen bedroeg twaalf honderd en zeven

Bladz 22 v 14Gy Suze Cissa Ekbataan

Suze de hoofdstad van Perzieuml in de landstreek Suziane Cissa in Cissieuml insgelijkseen landstreek onder Perzieuml behoorende Ekbataan de hoofdstad van het oudeMedische rijk

Bladz 23 v 10Pegaston in t Egyptisch rijk enz

Memphis en Thebe beide voorname steden van Egypte welk land CambysesCyrus zoon het eerst aan de Perzische heerschappy onderwierp Het EgyptischThebewordt van het Grieksche veelal onderscheiden door het epitheton ἑϰατόμπυλοςof h o n d e r d p o o r t i g e

Bladz 23 v 14t Moerassig land enz

Men versta de moerassen van Egypte

Bladz 24 v 2Maar Mardon voert van Tmolus voet enz

Tmolus een berg in Lydieuml

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

484

Bladz 24 v 5Het roemrijk Babel zendt een stoet enz

Babel de hoofstad van Babylonieuml welk land insgelijks door vroegere overwinningenonder Perzieuml gebracht was

Bladz 24 v 22De zee die Hella heeft verzwolgen

De Hellenspont dus genoemd naar Hella eene Thebaansche prinses die in harevlucht naar Azieuml in deze engte uit het schip gevallen zijnde het leven verloor

Bladz 25 v 10De Vorst uit godenbloed gesproten

Χρυσογόνου γενεᾶς ἰσόϑεος φώς heeft het oorspronklijke letterlijk d eg o d d e l i j k e m a n u i t e e n g o u d e n g e s l a c h t g e s p r o t e n dat is u i th e t e d e l s t e g e s l a c h t g e s p r o t e n De Perzische Vorsten werden voorafstammelingen van Perseus den zoon van Jupiter en Danaeuml gehouden Misschienook is dit woord χρυσόγονος eene meer bijzondere toespeling op deze afkomstMen weet dat Jupiter gezegd werd zich in een gouden regen veranderd te hebbenomDanaeuml door haren vader Acrisius wien volgens eene voorspelling van het orakelhaar kroost van het leven moest beroven in een welbewaarden toren opgeslotente genaken

Bladz 27 v 4Toen ge u een veilgen overtochtOp zaamgebonden kielen wrocht

Volgens het verhaal van Herodotus1 liet Xerxes twee bruggen van schepen ophunne ankers gevestigd over den Hellespont slaan en werden er tot de eene driehonderd en zestig tot de andere drie honderd en veertien schepen gebruikt

1 L 7 c 36

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

485

Bladz 29 v 6En zij uw hulde haar al knielend aangeboocircn

Het was aan het Perzisch hof niet geoumlorloofd tot de Vorsten anders dan knielendeen aanbiddende te naderen De vreemdelingen die zich hier aan niet wildenonderwerpen werden ten hove niet toegelaten Het is bekend dat de vrije en aanniets dergelijks gewone Grieken wanneer zy den Koning van wege hun vaderlandmoesten onderhouden deze vernederende plechtigheid door allerlei wegen zochtente vermijden Uit denzelfden hoogen eerbied der Perzen voor hunnen Vorst welkeaan dit gebruik den oorsprong gaf is ook de groet te verklaren dien Eschylus inhet begin van het volgende Tooneel den Rei in den mond legt daar hy Atossa metden naam aanspreekt van θεοῦ μὲν εὐνάτειρα Περσῶν ϑεοῦ δὲ ϰαὶ μήτηρ dat ise c h t g e n o o t e e n mo e d e r v a n g o d e n b y d e P e r z e n

Bladz 29 v 14En troost en balsem wacht mijn vrienden van uw raad

De woorden οὐδαμῶς ἐμαυτῆς οὖσ᾽ ἀδείματος heb ik anders verstaan dan zygewoonlijk uitgelegd worden Ik meen dat de zamenhang deze is I k z a l zegt zyu m i j n e z o r g e n me d e d e e l e n (εἰς δ᾽ὑμᾶς ἐρῶ μῦθον) d a a r i k i n m yz e l v e g a n t s c h n i e t z o n d e r v r e e z e b e n d a t enzonderwelkewoordente kennen gegeven wordt dat zy van den Rei eenige geruststeling begeert omtrenthet voorwerp van hare angst Dit laatste denkbeeld heeft mijne overzetting in hethier aangebrachte vers uitgedrukt

Bladz 31 v 1Een jeugdig vrouwenpaar enz

De Ioumlnieumlrs eene volkplanting in Azieuml van de Europeesche Grieken en dus door hetbloed aan hun verbonden waren ten tijde van Xerxes aan de Perzen wederomonderworpen terwijl dezen vruchtelooze pogingen deden om de andere Grieken inhetzelfde juk te dwingen en hunne ondernemingen met

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

486

de grootste onheilen boetten Dit is het geen met dichterlijke versiering deze droomte kennen geeft en wat door denzelven zoo wel als door het voorteeken van denadelaar door een havik vervolgd voorspeld wordt

Bladz 33 v 6Aan wat kant ligt toch de Atheensche grond

Het zal misschien vreemd voorkomen dat een Vorstin wier echtgenoot metGriekenland in oorlog geweest was en wier zoon het nog werkelijk was na zich zoolangen tijd tot den inval in dit land bereid te hebben naar de ligging van Athenevraagt als ware die haar onbekend Men zou welligt deze vraag op eene of anderewijze kunnen verklaren waardoor hare schijnbare ongepastheid verschoond mochtworden Doch het komt my voor dat ook hier wederom in den aart van het GriekscheTreurspel de ware uitlegging gezocht moet worden Het is de dichter zelf die inzijne personaadjen spreekt Hy beschouwt hen in eene dichterlijke a b s t r a c t i e(indien ik het eens zoo noemen) mag alleen in die omstandigheid waar in hy zelfze plaatste buiten verband met hunne andere betrekkingen dan voor zoo verre diemet het hoofdonderwerp onmiddelijk zamenhangen Op deze wijze stelt dan Eschylusons in dit gedeelte van zijn stuk de ongerustheid voor van de moeder des Koningsover het lot van haren zoon en laat haar dus alle die vragen doen welke uit dieongerustheid kunnen geboren worden zonder zich te storen of omstandighedendaarbuiten dezelve minder natuurlijk maken Hoe anders dan op evengemeldengrond zal men by voorbeeld de inleiding van alle die Treurspelen kunnenverdedigen waarin een der personaadjen om den aanschouwer met het onderwerpbekend te maken hem zijn naam afkomst en lotgevallen zelf komt mededeelen

Bladz 34 v 2Ja mijnen heeft ze die van zilver overvloeien

Deze zilvermijnen welke meermalen by de Ouden geroemd worden en onder devoornaamste bezittingen der Atheners gerekend werden waren gelegen onder denberg Laurium in Attica

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

487

Bladz 35 v 1Ach eens deed zulk een hoop Darius heir vergaan

By Marathon Men zie de Inleiding dezer Aanteekeningen

Bladz 39 v 8Hier stort op Ajax grond omsingeld van de golven

Salamis een eiland tegen over Athene gelegen waarop Telamon de vader vanAjax regeerde en deze laatste zelf geboren was

Bladz 41 v 16Ons had een vluchteling van uit het heir der Grieken enz

Deze list had Themistocles bedacht om de Perzen op een voor hun nadeelige plektot den strijd te lokken Omstandig kan men dit alles by Herodotus verhaald vindenin zijn VIIIste Boek

Bladz 46 v 8Niet ver van Salamis enz

Psyttalia werd dit eiland genoemd alwaar Xerxes vier honderd man deed post vattentot het doel by onzen dichter vermeld

Bladz 47 v 4Zy zoeken in dien nood nog wederstand te biecircn enz

Het oorspronkelijke heeft ἀμφὶ δὲ Ἐϰυϰλοῦντο πᾶσαν νῆσον ὥςτ᾽ ἀμηχανεῖν Ὅποιτράποιντο Πολλὰ μὲν γάρ ἐϰ χερῶν Πέτρῃσιν ἠράσσοντο τοξιϰῆς τ᾽ ἀπὸ Θώμιγγοςἰοὶ προςπίτνοντες ὤλλυσαν Τέλος δ᾽ ἐφορμηϑέντες ἐξ ἑνὸς ρόϑου Παίουσιϰρεοϰοποῦσι δυστήνων μέλη ϰ τ ἑ welke woorden ik zie dat men anders pleegtop te vatten dan ik gedaan heb Men begrijpt het namelijk als of de Grieken de opPsyttalia geplaatste manschap aangevallen waren om geene andere

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

488

reden naar mijn oordeel dan om dat by het even voorgaande ἀμηχανεῖν noodzakelijkde Perzen moeten verstaan worden en men daarom dezelfden ook tot het subjectvan ἠράσσοντο wil maken Doch hoe licht deze plotselijke verwisselingen van subjectin het Grieksch plaats vinden behoeft dunkt my geen betoog In de aangehaaldewoorden doet zich reeds een voorbeeld op van soortgelijke verwisseling ὰμφὶ δὲἘϰυϰλοῦντο (Ἕλληνες klaarblijkelijk) πᾶσαν νῆσον ὥςτ᾽ ἀμηχανεῖν (τοὺς Πέρσαςhier noodzakelijk) Ὅποι τράποιντο Daar nu beide uitleggingen grammatischaannemelijk zijn zoo verdient die de voorkeur welke in andere opzichtenwaarschijnlijker is Het komt voorzeker minder natuurlijk voor dat de dichter mannenvan wier dapperheid hy bijzonder gewaagd heeft doe omkomen zonder van eenigentegenstand melding te maken Maar het geen voor mijne uitlegging gunstigst schijntte zijn is het vermelden hier ter plaatse van pijlen een wapen dat den Perzen eigenis en waardoor zy dikwijls van de Grieken onderscheiden worden Een belangrijkvoorbeeld hiervan doet zich in dit Treurspel zelf op aan het einde van het EersteTooneel alwaar de Rei zich aldus uitdrukt Φρο ντίδα ϰεδνὴν ϰαὶ βαϑύβουλονΘώμεϑα - - Πότερον τόξου ρ῾ῦμα τὸ νιϰῶν Ἤ δορυϰράνου Λόγχης ἰσχὺςϰεϰράτηϰεν Letterlijk Laten wy de vereischte zorg nemen (op dat wy te wetenkomen) wat overwonnen heeft het schieten met den boog of de ijzeren punt vande lans dat is wie verwinnaars zijn gebleven de Perzianen of de Grieken Sterkernog ten onzen voordeele is de plaats van het Tweede Tooneel alwaar het gebruikvan pijlen by de Grieken uitdrukkelijk ontkend wordt Op de vraag van Atossa

Πότερα γὰρ τοξουλϰὸς αἰχμὴ διὰ χερός γ᾽ αὐτοῖς πρέπει(En zijn hun schutters vlug met pijl en schietgeweer)

wordt door de Rei geantwoord

Οὐδαμῶς ἔγχη σταδαῖα ϰαὶ φεράσπιδες σαγαί(Zy strijden met geen boog maar met den vasten speer)

Bladz 48 v 13En waar Spercheacuteus t veld met vruchtbre stroomen drenkt

Spercheacuteus een rivier die aan den berg Eta in Thessalieuml zijn oorsprong heeft

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

489

Bladz 48 v 17Wy door Magnezieuml en het Macedonisch rijkBy Axius rivier en Bolbes rietig slijkTot aan Pangeacuteus berg in t eind gevorderd spoeddenNaar t naadrend Thracieuml wanneer t ontijdig woedenDes winters ons den stroom des zilvren Strymons sloot

Magnezieuml een gedeelte van Thessalieuml Axius een rivier in Macedonieuml Bolbe eenmoeras in Mygdonieuml zijnde dat gedeelte van Macedonieuml hetwelk even als de bergPangeacuteus naast aan Tracieuml grenst De rivier Strymon scheidt Macedonieuml van Thracieumlaf

Bladz 50 v 15O machtige Oppervorst der Goocircn

Ὦ Ζεῦ βασιλεῦ o k o n i n g J u p i t e r zegt het oorspronklijke uitdrukkelijk En zooook doet het in den geheelen loop van het stuk de Grieksche goden door dePerzianen inroepen Men begrijpt dat dit eene bloote dichterlijke vrijheid is ten eindede voorstelling voor den Atheenschen aanschouwer duidelijker te maken Het isimmers bekend dat de Perzen de Zon onder den naam van Mithras aanbaden Opdeze dichterlijke versiering echter steunt een groot gedeelte van de zedeleer vandit Treurspel

Bladz 52 v 6En t spoor doen volgen van uw vaderDie held en vreedzaam vorst te gaderZijn volken niet dan weldaacircn wrocht

Darius zelf echter was niet veel gelukkiger geweest in zijne onderneming tegen deGrieken Maar het is in het karakter van eenen lierzang in deze gesteltenisaangeheven vorige rampen voor nietsbeduidende te rekenen by die welke menop het oogenblik zelf betreurt en dus eenen Vorst die dan

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

490

toch ook in vele opzichten zijnen zoon verre overtrof in tegenstelling van de verwijtendie deze laatste verdiende met loftuitingen hemelhoog te verheffen

Bladz 52 v 20Op Cychreus heilig strand gedood

Cychreus strand wederom eene benaming van het eiland Salamis naar een harerKoningen Cychreus een zoon van Neptunus en behuwdvader van Telamon diehem in de regeering opvolgde

Bladz 56 v 4Gy die de doocircn in Plutoos rijk vergaacircrt

Mercurius die geloofd werd de zielen der afgestorvenen naar Carons boot te leidenwaarmede zy dan de Styx overvoeren

Bladz 63 v 4Bactrieuml verloor de hoop zelfs van het volgende geslacht

Bactrieuml een aanmerkelijk gedeelte van het Perzische gebied

Bladz 64 v 9Toen ge een gruwelijken bandOm de Hellespontsche golven als hun meester durfde slaanToen ge een God waagde aan te randen enz

Men versta dit zoo wel van de schipbrug over den Hellespont waarvan wy reedsboven gezien hebben als van den dwazen trek dien deGrieken van Xerxes verhalenen waarvan Herodotus1 dus gewag maakt Καὶ δὴ ἐζευγμένου τοῦ πόρουἐπιγενόμενος χειμὼν μέγας συνέϰοψέ τε ἐϰεῖνα πάντα ϰαὶ διέλυσε Ὡς δ᾽ἐπύϑετοΞέρξης δεινὰ ποιεύμενος τὸν Ἑλληςποντον ἐϰέλευσε

1 L VII c 34 35

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

491

τριηϰοσίας ἐπιϰέσϑαι μάστιγι πληγάς ϰαὶ ϰατεῖναι ἐς τὸ πέλαγος πεδέων ζεῦγοςdat is En de zee reeds gesloten zijnde kwam er een geweldige storm op die deschepen uit elkander dreef Xerxes dit vernemende nam het euvel op en beval datmen den Hellespont driehonderd zweepslagen zoude geven en een paar ketenenin die zee werpen

Bladz 65 v 8t Was een MeedDie t eerst dees streken voor zijn scepter knielen deed

Astyages bedoelt de dichter Cyrus grootvader wien zijn zoon Cyaxares opvolgdeen zelf door Cyrus in het gebied vervangen werd Het verhaal van Eschylus komtechter hierin met dat van de geschiedschrijvers geenszins overeen

Bladz 65 v 18Naauw meester van dees statenVerloor zijn zoon het licht

Cambyzes Cyrus zoon is in zijne terugkomst van een gelukkig ten end gebrachtentocht tegen de Egyptenaren omgekomen terwijl by zijn leven reeds een priestergebruik gemaakt had van zijne afwezigheid om zich voor s Konings broederSmerdis door dezen in vroeger tijd omgebracht uit te geven en alzoo den troonmeester te worden Eenige Grooten van Perzieuml tegen den overweldigerzamengezworen beroofden hem van het leven en lieten vervolgens aan het lot terbeslissing over wie van hen de regeering aanvaarden zou Op deze wijze geraakteDarius aan het koninklijk bewind

Bladz 67 v 2Nog is ons voor het minst eacuteeacuten leger bijgebleven

Dat namelijk waarover Mardonius het bevel voerde doch hetwelk kort daarna byPlateacutea in Beotieuml een volkomene nederlaag onderging

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

492

Bladz 67 v 13Hun dolle plonderzucht tot een gerechte strafWier hand zich niet ontzag de Godgewijde altarenEn t beeld der goden in hun woede niet te sparenMaar heel den tempelraad te rooven enz

By de inrukking van Xerxes in Griekenland hadden de Atheners op gedurigeaansporing van Themistocles besloten hunne stad te verlaten en zich op de vlootingescheept de grijzaarts met een gering getal burgers in de vesting latende hunnevrouwen en kinderen in naburige steden Xerxes de Thermopylen doorgekomenen in Attica gevallen zijnde maakte zich weldra van Athene meester De stad werduitgeplonderd en verbrand en zelfs de tempels bleven niet gespaard

Bladz 68 v 9Het nageslacht zal leerenWanneer t den moord verneemt van dien verschrikbren dagDat zich geen sterveling zoo stout verheffen mag

In deze geheele rede van Darius wordt voornamelijk de zedeleer van het gantschestuk aan den dag gelegd Den Perzen wordt hier door den geest zelven van hunnenoverledenen Koning aangekondigd dat zy aan Xerxes overdrevene heerschzuchtaan de oneerbiedigheid jegens Neptunus en de heiligschennis te Athene gepleegdalle hunne tegenwoordige rampen te danken hebben

Bladz 71 v 7Niet buiten Halys breeden vloed

Halys eene rivier in klein Azieuml aan de grenzen van Lydieuml

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

493

Bladz 71 v 15En die Propontis zee omzoomenEn Pontus onherbergzaam strand

Propontis thands de zee van Marmora genoemd Pontus of Pontus Euxinus is detegenwoordige Zwarte Zee

Bladz 71 v 17Ook de eilanden om wie de golven klotsenDoor Egeus val berucht bestierden zijn geboocircn

Egeus Koning van Athene wiens zoon Theseus den tocht tegen den Minotaurusin Crete had ondernomen met belofte by eene gelukkige terugkomst witte zeilen tezullen spannen maar deze belofte vergetende met zwarte zeilen was te ruggekomen had zich uit wanhoop over de ramp die hy vermeende dat hem door ditteeken aangekondigd werd in de zee geworpen die thans de Archipel genoemdwordt en die in oude tijden daarvan den naam kreeg van Egeiumlsche Zee

Bladz 72 v 3En Temnus Rhodus Cnidus waarDe Mingodin op t sterkst wordt aangebedenEn Papus Solus Cyprus glans

Δῆμνον (L emn o n ) leest men in het oorspronkelijke De vermelding van Lemnusechter heeft my hier ter plaatse altijd gehinderd daar de dichter de eilanden van deEgeiumlsche Zee die ten tijde van Darius onder het gebied van Perzieuml stonden reedsopgenoemd heeft en thands gelijk het my toeschijnt uit den zin duidelijk te blijkenvoacuteoacuter heeft van eenige van die steden te gewagen welke door de Perzianen op hetvaste land buiten hun rijk of afzonderlijk op eilanden bezeten werden Het komt mydus waarschijnlijk voor dat hier met eene ligte verandering voor Λῆμνον (L emn o n )Τῆμνον (T emn o n ) moet gelezen worden T emn u s vindt men onder de Eoumllischesteden genoemd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

494

by Herodotus Boek I Hoofdst 149 Ik heb dienvolgens gemeend dat het my vrijstonddeze lezing in eene dichterlijke overbrenging aan te nemen schoon ik het niet opmy zou nemen den Griekschen text zelven naar mijne gissing te veranderen Verdermeen ik ingevolge mijne uitlegging dat door Rhodus hier niet het geheele eilandmaar de stad van dien naam verstaan moet worden Men ziet dat de dichter in hetvervolg ook hier dan van enkele steden gewagmaakt Cnidus is eene Dorische stadin klein Azieuml Paphus en Solus zijn steden op het eiland Cyprus gelegen

Bladz 72 v 6En gy o Salamis die t aanzijn hebt gekregenVan t plekjen waar de Grieksche lansHet heir der Perzen heeft doorregen

Dit Salamis is insgelijks eene stad van het eiland Cyprus Teucer zoon van Telamona zijne terugkomst van den tocht tegen Troje door zijnen vader verbannen om dathy den dood van zijn halven broeder Ajax die zich uit wanhoop Achilles wapenentegen Ulysses verloren te hebben zelf van kant geholpen had op dezen laatsteniet gewroken had zette zich op Cyprus neder en stichtte daar eene stad die hyter geheugenis van zijn geboortestad den naam van Salamis gaf

Bladz 79 v 5Herinnering aan beter tijden enz

Van dezen laatsten Koorzang van het laatste Tooneel (het welk ik over het algemeenmet meer dan gewone vrijheid ja met verplaatsing en uitlating van een aantalverzen heb overgebracht) heeft het oorspronkelijke volstrekt niets Het stuk eindigtdaar met een vrij langdurige afwisseling van afgebroken klachten en uitroepingentusschen Xerxes en de Rei iets het welk niet alleen van onzen smaak allervreemdstis maar by de Grieken-zelve naar alle waarschijnlijkheid door de muziek alleenverlevendigd en opgehouden werd Dit hoop ik zal my ter verschooning dienendat ik het gewaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

495

heb achter eene overbrenging van Eschylus eene plaats aan mijne eigene verzenin te ruimen

Bladz 92

[HETVERHAALVANDENBODEUIT ESCHYLUSZEVENTEGENTHEBE kwam voor in de eersteuitgave van d e P e r z e n en werd later herdrukt in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d ]

Bladz 99

[ALFONSUS DE EERSTE Dit Treurspel werd voor de eerste maal in 1818 voor detweede maal in 1845 uitgegeven Het werd by de eerste en tweede uitgavevoorafgegaan van de volgende]

Voorrede

Omstreeks het einde van de elfde eeuw werd een aanmerkelijk deel van hettegenwoordige P o r t u g a l door een vreemd Prins in dienst van Koning Alfonsusden Zesden van L e o n en C a s t i e l j e op de Saraceenen gewonnen Deze prinsalgemeen onder den naam van Henrik bekend was waarschijnlijk een jonger broederuit het Huis van Bourgondie schoon Camoens hem van Hongarijen anderenwederom van het Grieksche Keizerrijk doen komen Hy ontfing ter belooning vanzijne diensten het door hem-zelven herwonnen land mitsgaders alles wat hy verderop den Moor mocht veroveren met den titel van Graaf in leen en s Koningsnatuurlijke dochter Dona Theresia ten huwelijk Na zijne dood poogde deze dehaar nagelaten voogdij in eene onbepaalde heerschappij voor zich en haar tweedenechtgenoot Graaf de Trava met achterstelling van haren en Henriks zoon Alfonsuste veranderen De Spaansche en Portugeesche Historieschrijvers zijn het over deomstandigheden dezer gebeurtenissen niet eens maar hierin komen zy allenovereen dat de jonge Alfonsus met behulp der voornaamste Ridders van hetGraafschap de vijandelijke ontwerpen van zijne moeder verijdeld en zich in deGrafelijke macht gesteld heeft Onder dien titel heeft hy lang geregeerd en

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

496

het is eerst na zijne beroemde overwinning op vijf Moorsche vorsten by Ouriquedat hij dien van Koning welken ik hem reeds by den afloop van mijn stuk geve heeftgedragen Even zoo onderstelt het zijn huwelijk reeds voltrokken schoon dit eerstvele jaren later in de geschiedenis vermeld wordt

Bladz 178

[BYHETOPENBAAREXAMEN enz afzonderlijk uitgegeven Merkwaardig is het verschilvan geest en toon in dit en het later volgend school-gedicht vergeleken met delatere voortbrengselen van Da Costa Waarschijnlijk is het ook wel daaraan toe teschrijven dat de Dichter in strijd met den door hem zelven vermelden lsquotrek naarcompleteering die ons tot in het onbeduidendste wel eens vervolgtrsquo (Voorrede voacuteoacuterde Z a n g e n ) deze liederen in die verzameling niet mede opgenomen heeft]

Bladz 182

[OP DEN MARTELDOOD VAN RAPHAEL GOMEZ SALSEDO Dit dichtstukje is eene vrijevertolking van een sonnet van den Spaanschen dichter Daniel Levi [Don Miguel]de Barrios waarvan het oorspronkelijke hier wordt medegedeeld]

Soneto al glorioso martirio de RG Salsedo

[Triumphal Carro Flores y Luzes pag 9]

Raphaeumll no hay tormento qua se evitePor confesar un Dios omnipotenteMuerte prolixa en quanto vive sienteEterna vida en quanto muere admite

Lengua de fuego en su loor repiteConstancia tan feliz sobre ara ardienteQue si el Zelo aacute le pena lo consienteA la Gloria le pena lo remite

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

497

Del material incendio al soberanoAlccedilando el buelo Phenix peregrinoDexa el polvo aacute la vista del Tirano

Dando luz al que sigue su caminoRaphael medicina Angel humanoY por medio mortal se faz divino

Bladz 183

[OPHET FEEST DER VERBROEDERINGAAN LEYDENSHOOGESCHOOL Dit dichtstukje komtvoor in een bundeltje van gedichten ter gelegenheid van een verbroederingsfeestaan Leydens Hoogeschool in 1818 Er schijnt toen onder de Leidsche studenteneene vete bestaan te hebben die later is bijgelegd en waarvan de beslechting endaarop gevolgde verbroedering aanleiding gegeven heeft tot feestelijkheden waarbydit dichtstukje is vervaardigd Ook de Hoogleeraar Speyert van der Eyk bezong ineenige Latijnsche dichtregelen die gebeurtenis]

Bladz 186

[BY HET OPENBAAR EXAMEN enz mede afzonderlijk gedrukt]

Bladz 192

[PROMETHEUS Om de chronologische orde komt dit gedicht nu eerst voor ofschoonhet in E s c h y l u s D r ama t i s c h e d i c h t s t u k k e n onmiddelijk achter d eP e r z e n werd geplaatst D e P r ome t h e u s kwam in het licht in 1819 met devolgende]

Voorrede

Even als de navolging der P e r z e n van E s c h y l u s die nu ruim drie jaren geledenin het licht verscheen zoo is ook deze van het meesterstuk van denzelfden dichterharen oorsprong verschuldigd aan den bijzonderen smaak dien ik voor my in zijnepoeumlzy boven die der twee andere Grieksche Treurspeldichters altoos gevondenheb Dikwijls heeft de onbeschrijflijke aandoening

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

498

die my zijne verzen veroorzaken mijne verbeelding zoodanig opgewekt dat ik myniet wederhouden kon den dichter zoo als ik hem opvatte in Nederduitschedichtmaat uit te drukken en alzoo ontstond dan weder zonder eenig bepaaldvoornemen en bijna ongevoelig uit de bewerking van eenige enkele tooneelen dezeoverbrenging van den geheelen P r ome t h e u s die ik wensche dat aan hem diehet oorspronkelijke kent niet onbehagelijk zijn moge en aan die het niet kent ereenig denkbeeld van zal kunnen geven Intusschen is er voor den laatsten wellichteenige voorbereiding noodig tot het ware verstand van een Grieksch tooneelstuken voornamelijk van dit Men houde my dan eenige weinige aanmerkingen tengoede die ik hier te dien einde laat voorafgaanIn de eerste plaats herinner ik den lezer aan den oorsprong van de Grieksche

Tragedie Een dithyrambe ter eere van Bacchus zie daar de kern waar zich eender fraaiste planten van den dichterlijken hof uit ontwikkelen moest De lof van godenen halve goden eerst in een onfgebroken zang aangeheven vervolgens doorwevenmet verhalen van hunne weldaden en heldenwerken die eindelijk door afwisselendepersonaadjen of bezongen of zelfs voorgesteld werden weer weldra het meeralgemeene onderwerp dezer dithyramben waaruit Eschylus vernuft een afzonderlijksoort van poeumlzy gevormd heeft Zijne stukken nog in den hoogdravenden stijl derlierzang geschreven hadden eigenlijk slechts eacuteeacutene belangrijke omstandigheid vaneenig god of held ten onderwerp en deze omstandigheid stelde hy door de personendie er deel aan hadden zelve te doen spreken en onder de i l l u s i e van de doorhem ingevoerde tooneelpraal aan het gezicht zoo wel als aan het gehoor van denaanschouwer levendig voor Nu was het Treurspel geboren en tot een bloeiendejongelingschap opgekweekt S o p h o c l e s volgde en volmaakte het werk By hemwerd het Treurspel de dichterlijke ontwikkeling van eene door het Noodlotvoorbeschikte gewichtige gebeurtenis en nu had de Grieksche Tragedie ook haartijdperk vanmannelijke rijpheid gehad Voor Euripides die deze twee groote mannenopvolgde bleef niets meer overig dan het tijdvak des ouderdoms van het tooneelte vervullenMaar keeren wy tot Eschylus met wien alleen wy hier eigenlijk noodig hebben

te rug Om zijne stukken en inzonderheid zijnen P r ome t h e u s

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

499

wel te vatten moeten wy ons allereerst in een wereld van goden verplaatsen Maarvan goden even als het menschdom aan den wil ondergeschikt van eenOppermachtig Noodlot Noodzakelijkheid Voorbestemming of zoomen het noemenwil dat by de Ouden de plaats verving van het aan ieder mensch en bijzonder aanden dichter zoo dierbaar denkbeeld eener alles bepalende Voorzienigheid Dochmisschien heeft dit nadere opheldering van nooden Eene korte beschouwing vanons dichtstuk zal die opheldering misschien kunnen geven terwijl ze tevens tot hetbegrip van het stuk zelf niet ondienstig zijn zalVolgens onzen dichter regeert het Noodlot over hemel en aarde doch niet

onmiddelijk maar door tusschenkomst van de zoogenaamde Olympische godenaan wier hoofd allereerst de god Uranus gestaan heeft Dezen verjoegen zijnezonen de Titans waaronder Cronus (of Saturnus) die hem in het gebied opvolgdeJupiter Cronus zoon bijgestaan door Prometheus en andere goden en halve godenberooft op zijne beurt zijn vader van de hemelkroon en doet hem met de Titansdie zijne partij gekozen hadden den Olympus ruimen Nu gebruikte hy weldra zijnegoddelijke macht om het menschdom dat onder Cronus zeer gelukkig geweestwas te vernederen en te kwellen Prometheus verzet zich tegen dit voornemenzoo lang hy kan doch toen het menschdom door de ongenade van Jupiter zoo verrevervallen was dat er schier geen onderscheid meer tusschen dit en het redeloozedier bestond bracht hy het vuur der hemelen dat een goddelijke bezielingskrachtbezat op de aarde en herstelde alzoo den mensch tot zijn vroegeren en beterenstand Nu had hy zich ook den haat van Jupiter en de overige ondergeschikte godenop den hals gehaald en tot straf zijner weldaden aan het menschdom wordt hy opbevel van Jupiter in het woeste Scythieuml aan een rots op het strand der zeevastgeklonken en op allerlei wijzen gefolterdHet is hier dat ons dichtstuk eigenlijk een aanvang neemt niet om den toeschouwer

nieuwe gebeurtenissen voor oogen te brengen maar eenvoudig om hem denlijdenden held in zijne droevige omstandigheid te leeren kennen en zijn gedrag enkarakter als twee by uitstek dichterlijke voorwerpen in de hoogere taal der poeumlzyaf te schilderen door hem zelven sprekende in te voeren en in tegenstelling tebrengen met de overige personen van het dicht-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

500

stuk die om hem en om hem alleacuteeacuten ten tooneele gevoerd worden Men verwachtedus hier geene eigenlijk gezegde daad gelijk Sophocles die naderhand tot hetwezen der Tragedie gemaakt heeft en gelijk zy op het hedendaagsche tooneel eenhoofdvereischte uitmaakt P r ome t h e u s i n z i j n e k l u i s t e r s zoo luidt deGrieksche titel en belooft dus geene voorstelling van een daad of gebeurtenis maaralleen van het op zich zelf beschouwde uitwerksel van vroegere gebeurtenissenEen lofzang op de tegen alle geweld onwrikbare braafheid en het innige vertrouwenop een hooger Macht in een wezen dat de menschelijke natuur wel te b o v e n maar niet te b u i t e n gaat en dat ons alzoo te gelijk verheffen en belang inboezemenkan ziedaar het eenige doel van den dichter in zijn P r ome t h e u s Laat ons zienop wat wijze hy dit doel bereiktPrometheus zelf van goddelijken oorsprong acht zich geheel het stuk door en

in al zijn lijden den gelijke van dien Jupiter aan wiens vervolging hy nu bloot staatHy heeft zelfs van zijne moeder Themis een geheim vernomen dat Jupiter betreften voor Jupiter zelven nog verholen is Dit geheim bestaat daarin dat volgens debestemming van het Noodlot Jupiter de heerschappij des hemels moet verliezenwanneer hy met Thetis eene van Oceaans dochteren een huwelijk aanging Wantuit dit huwelijk moest een zoon geboren worden die zijn vader in macht verre zouovertreffen en hem de kroon der hemelen ontrukken Dit lot kon Jupiter alleenontgaan door zich van dien echt te onthouden Een van beiden vertrouwt derhalvePrometheus dat gebeuren moet (want de zekere en bepaalde kennis welk der tweeplaats zal hebben behoort alleen en uitsluitend aan het Noodlot) of Jupiter moeteens den scepter verliezen en hy alzoo van zelf uit zijne boeien ontslagen wordenof die god moet om van Prometheus het gewichtige geheim en de middelen omzich voor den bedreigden val te hoeden te vernemen zijn kluisters breken en zichvoor hem vernederen In dit vertrouwen en met de zelfbewustheid van wel gedaante hebben trotseert hy alle folteringen en het verschrikkelijke uitzicht op devoortduring daarvan gedurende eeuwen en heeft hy stellig besloten noch zijneverontwaardiging tegen zijnen machtigen vervolger te ontveinzen of te matigennoch hem het geheim der toekomst te openbaren voor dat hy in zijn vorigen staathersteld worde en voldoening van het ge-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

501

ledene ontfange Om hem van dit voornemen te rug te brengen zijn de smertenvruchteloos die hy op de rots waaraan hem de aanschouwer vastgebonden zietondergaat vruchteloos de raad en de innemende taal van een Rei van Zeenimfendie hem in zijn leed komt bezoeken De God des Oceaans vertoont zich nu ook omhem te bewegen maar zijne redenen dienen nergens anders toe dan om hetmannelijke karakter van Prometheus tegen de buigzaamheid van het zijne in eenzoo veel te schitterender licht te plaatsen Aan Iouml die mede een offer van Jupiterswreedheid de aarde wanhopig en half zinneloos doorzwerft en uit wie na dertiengeslachten Hercules de bestemde verlosser van Prometheus spruiten moet aanIouml zeg ik spreekt hy hoe lijdende zelf liefderijken troost toe en openbaart haarten blijke van zijne zekere kennis der toekomst het einde van hare jammeren TegenMercurius eindelijk die hem op een gebiedenden toon de verklaring komt vragenvan het orakel waarmede hy Jupiter bedreigt toont hy zich met dezelfde waardigheidonverzettelijk in zijn besluit en wacht met kalmte de vervulling af der verschrikkelijkegebeurtenissen die hem Jupiters zendeling aankondigt Met deze vervulling eindigtdan ook het dichtstuk en te midden van geweldige aardbevingen en dwarrelwindenzinkt Prometheus weg om in het gebied der hel op eene nog wreeder wijze gefolterdte wordenDit weinige zij genoeg tot opheldering des zakelijken inhouds van het

oorspronkelijk Ik voeg hier nog een woord by over mijne navolging die deze reisveel vrijer nog uitgevallen is dan mijne vroegere overbrenging der P e r z e n Voorwie zich over deze vrijheid somtijds verwonderen mocht merke ik alleen aan dathet vertalen van een dichter een hoogst ondichterlijk werk zijn zoude indien mendaarbij iets anders zocht dan de denkbeelden die ons getroffen hebben op onzewijze en in eene ons meer eigene taal en dichtmaat weder te geven En hiermedevalt alle opzet om of het oorspronklijke getrouw te blijven of daarvan naar willekeuraf te wijken noodzakelijk wegWat eindelijk de Aanteekeningen betreft deze hebben geen ander doel dan om

den lezer de moeite van nazoekingen omtrent de toespelingen des dichters op heteen en ander geschiedkundig of mythologisch feit te besparen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

502

[De P r ome t h e u s werd besloten met de volgende]

AanteekeningenBladz 192 v 1de wraakgodin

Het oorspronkelijke Grieksch voert hier een dubbele persoon (K r a c h t e ng ew e l d ) ten tooneele om Vulcaan in het volbrengen van Jupiters last te helpenIk heb gemeend dat in eene Hollandsche overbrenging deze rol gevoegelijk aande meer bekende personaadje van de Wraakgodin of Nemesis kon opgedragenworden

Bladz 194 v 14Maar hoe naauw het harte kleeftAan maagschap weet gy niet

Iaumlpetus Prometheus vader was een der zonen van Uranus en de Aarde Titansgenoemd en alzoo broeder van Cronus of Saturnus den grootvader van Vulcaan

Bladz 198 v 6Aan kloeken raad was zelfs de klank uws naams verwant

De Grieksche naam van P r ome t h e u s geeft de eigenschap van voorzichtigheidte kennen

Bladz 203 v 1En echter zal dees rots nog eens het uur getuigen enz

Deze voorzegging wordt bewaarheid in het laatste tooneel

Bladz 209 v 9t Is niet het godenbloed alleen dat beider aderen enz

Oceaan was de zoon van Uranus en de Aarde

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

503

Bladz 212 v 11Mijn broeder Atlas enz

Atlas was niet de zoon gelijk Oceaan maar de kleinzoon van Uranus door IaumlpetusOceaan noemt hem hier broeder om dat hy mede onder den algemeenen naamder Titans begrepen werd en in hunne zaak en lotgevallen in den oorlog tegenJupiter gedeeld had

Bladz 212 v 14Ook Typhoos lot was hard

Een reus geboren uit den Tartaar en de Aarde die mede den oorlog tegen dehemelgoden had helpen voeren

Bladz 219 v 15Aan my meecirc dat de taal die uit den boezem breekt enz

Wien deze verzen niet duidelijk zijn raadplege de onlangs in het licht verschenenVerhandeling van den Heer Mr Bilderdijk over den oorsprong van het Letterschriften hy zal daar het eenige systema over dit onderwerp vinden dat den Dichterwaardig is en den Wijsgeer die de waarheid zoekt voldoen kan Dat ik hetzelvePrometheus in den mond legge behoeft denk ik geene rechtvaardiging

Bladz 225 v 3Door t duizendoogig spook enz

Iouml dochter van den Stroomgod Inachus door Jupiter bemind en verleid werd doorde ijverzucht van Juno in eene koe veranderd en aan de wacht vertrouwd van eenmonsterachtig herder Argus geheten en met honderd oogen toegerust Dezenwachter deed Jupiter door Mercurius ombrengen Doch dit bevrijdde Iouml van haarleed niet Juno joeg haar een geweldigen schrik aan en deed ze alzoo een gedeelteder aarde doorzwerven tot dat ze einde-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

504

lijk in Egypte rust vond Jupiter een zoon baarde en als godesse vereerd isgeworden

Bladz 225 v 12Nog ruischt de toon der rietpijp door mijn zinnen enz

Mercurius namelijk had Argus door het geluid eener rietpijp in slaap gezongen enhem in den slaap van kant geholpen

Bladz 229 v 3Gy hebt de zusteren van Inachus gehoord

Inachus werd als alle Stroomgoden voor een zoon van Oceaan gehouden

Bladz 230 v 9En de eikenboomen zwegen

De eikenboomen van het Dodoneesche bosch werden gezegd geluid te geven enorakels te verkondigen

Bladz 230 v 14Mijn voorhoofd eens zoo fier enz

Men neme in acht dat de Dichter de zwervende Iouml wel onder een menschelijkenvorm ten tooneele voert maar tevens ter herinnering aan Junoos vervolging methorens op het voorhoofd

Bladz 233 v 3En de enge zee getoond die gy moet overvaren enz

Versta de tegenwoordige zeeeumlngte van Caffa eertijds Bosporus (o v e r v a a r t d e rk o e in het Grieksch) genaamd ter geheugenis van Ioumlos overvaart in hare viervoetigegedaante

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

505

Bladz 237 v 2Hier hebt ge Phorcys kroost te mijden

Drie in de fabel zeer vermaarde zusteren waaronder Medusa vooral die zichbeurtelings van eacuteeacuten oog aan alle drie gemeen bedienden

Bladz 237 v 8Der Arimaspias

De Arimaspias was een rivier in Scythieuml dus genaamd naar hare oeverbewoonersde Arimaspen

Bladz 239 v 1Een hunner zal de nood enz

Men kent de geschiedenis der vijftig dochters van Danauumls die om het huwelijk vanEgyptus vijftig zonen te ontgaan haar geboorteland Egypte verlieten en in Argoseen schuilplaats zochten Doch ook daar door hare minnaars vervolgd gingen zyhet opgedrongen huwelijk aan maar brachten hare jonge echtgenooten op haarsvaders bevel in den eersten bruiloftsnacht om Een enkele Hypermnestra ontzaghaar gemaal redde hem en besteeg vervolgens met hem den troon van ArgosEgyptus en Danauumls waren broeders zonen van Belus den kleinzoon van Iouml uitEpaphus

Bladz 244 v 4k Zag reeds twee goden vallen

Uranus werd door zijn zoon Cronus en deze op zijn beurt door zijn zoon Jupiter uitden hemel verjaagd

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

506

Bladz 252

[CASSANDRAAS VOORZEGGING Dit fragment uit Eschylus A g amemn o n werd alseen toevoegsel tot den P r ome t h e u s te zamen met dit dichtwerk in 1819uitgegeven Het werd voorafgegaan van de hierna volgende korte]

Inleiding

Agamemnon Koning van Argos van het beleg van Troje terug komende wordtdoor zijn eigen echtgenoote Clytemnestra en haren overspeligenminnaar Egisthusverraderlijk omgebracht en met hem de Trojaansche Prinses Cassandra die hygevankelijk met zich gevoerd had Het is bekend dat deze Vorst een zoon was vanKoning Atreus zoo berucht in de oudheid door zijn wederkeerigen haat tegen zijnbroeder Thyestes Egisthus vader Zie daar de geschiedenis waarvan Eschyluszijnen A g amemn o n heeft gevormd Het fragment dat hier in het Nederduitschonder den naam van C a s s a n d r a a s v o o r z e g g i n g gegeven wordt stelt hettooneel van dit stuk voor alwaar Cassandra die van Apollo de gave van wichelarijin vroeger tijd reeds had ontvangen Agamemnons en haar eigen naderend uiteindeaan een Rei van Argivische Grijzaarts die niets dergelijks vermoeden aankondigtHet tooneel speelt voor den ingang van het vorstelijk paleis alwaar Cassandra

in een wagen zittende een weinig te voren is aangekomen Verdere ophelderingenwaar die noodig mochten zijn blijven voor de aan het slot geplaatste Aanteekeningenbewaard

Bij CASSANDRAAS VOORZEGGING behooren de volgende]

AanteekeningenBladz 252 v 6 en 7Heeft niet ook Hercules des noodlots toorn geboetEn ketenen getorscht

Dit moet verstaan worden van den tijd van zijn verblijf aan het hof van OmphaleKoningin van Lydie op wie hy smoorlijk verliefd was en die zoo veel invloed ophem had dat zy hem vrouwenwerk liet verrichten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

507

Bladz 253 v 4Zoo slechts t barbaarsch gehoor enz

Barbaarsch noemden de Grieken al wat vreemd was

Bladz 256 v 3 en volgZiet gy die kinderen niet zweven langs de wand enz

Atreus woedend om het tusschen zijne echtgenoote en zijn broeder Thyestesgepleegd overspel had twee van Thyestes kinderen omgebracht hun vleesch doentoebereiden en op huns vaders disch plaatsen Naar het verhaal der fabel deeddeze verschrikkelijke wraak de Zon van afgrijzen te rug gaan en riep den vloek dergoden op geheel het huis der Pelopieden dat te Argos regeerde De gebeurtenissendie het onderwerp van den A g amemn o n uitmaken waren het gevolg hiervan

Bladz 259 v 10En Itys noodlot al te wreed enz

Philomele door haar schoonbroeder Tereus gewelddadig geschonden klaagdehaar leed aan hare zuster Tereus echtgenoote en ontstak die in zulk een woededat zy haar eigen zoon Itys ombracht en den vader met zijn vleesch spijsde Alledie ongelukkigen verwisselden na deze gebeurtenis van gedaante en wezen enPhilomele werd in een nachtegaal herschapen in wier smeltende toonen de oudheideen klacht over Itys dood waande te bespeuren

Bladz 262 v 17En t menschdom niettemin is voor mijn klanken doof

Apollo had Cassandra met het vermogen van wichlarij begaafd in de hoop dat zyzijne liefde voldoen zoude Zy weigerde dit en daar de God haar de eens verleendegaaf niet weder ontnemen kon voegde hy er tot straf by dat hare voorzeggingendoor niemand geloofd zouden worden Het oorspronkelijke geeft hier d eacute t a i l s vandie wy gemeend hebben te kunnen achterlaten

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

508

Bladz 263 v 20O vrouw vloekwaarder dan Charybdis enz

Charybdis is by de Ouden eene vrouw die om dat ze Hercules bestolen had vanden bliksem getroffen en in de Middellandsche Zee geworpen was alwaar zy aaneen vreesselijken kolk den naam gaf

Bladz 269

[HET TREURSPEL Deze Od e verscheen het eerst in het licht als toevoegsel tot denP r ome t h e u s in 1819 Zij werd later op nieuw uitgegeven in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d Da Costa merkt zelf in lsquode Voorrede van dieZ a n g e n rsquo op dat zy voor een aanmerkelijk deel de toenmalige richting van zijngemoed in poeumlzy karakteriseert]

Bladz 276

[LIEFDE Vroeger niet gedrukt Het eerst opgenomen in de Z a n g e n u i tv e r s c h e i d e n e n l e e f t i j d ]

Bladz 281

[AAN BILDERDIJK BY HET AFSTERVEN VAN ZIJN ZOON JULIUS WILLEM den eersteling vandes grooten Dichters echt als Adelborst in ZM zeedienst op eene terugreis vanChina aan boord van het schip in 1819 overleden De Zanger verheerlijkte denagedachtenis des beminnelijken jongelings in een bundel R o uw z a n g e n De eerste regel van Da Costas Rouwdicht zinspeelt op den aanhef van Bilderdijks

Voorzang voor De E c h t (Bilderdijks Dichtwerken XI blz 122

De tranen zijn uw deel op aardRampzalig sterveling

Van daar bij Da Costa de uitboezeming

JA TRANEN ZIJN ONS DEEL OP AARD]

Bladz 286

[BY HET OPENBAAR EXAMEN enz afzonderlijk gedrukt]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

509

Bladz 292

[Dit gedicht is het eerste dat ontleend is aan den Bundel getiteld P o euml z y die intwee deelen te Leyden by Herdingh en Zoon in het licht verscheen Het was vooraldoor de uitgave van dien Bundel dat Da Costa reeds als gelukkig dichterlijk vertalerberoemd zich ook als geniaal oorspronkelijk Dichter deed kennen en van stondenaan zich eene eigene plaats verwierf die hem door niemand zelfs niet in hetg e n r e waarin hy vooral uitmuntte door zijnen grooten Meester Bilderdijk werdbetwist Wy hebben hier den blakenden gloed der jeugd by de volle rijpheid desmannelijken leeftijds en die beide overstraald door de zon van het heilige OostenHet eerste deel van de P o euml z y werd ingeleid door de volgende]

Voorrede

By de tokkeling der Dichterlijke lier openbaren zich de diepste verborgenheden vanhet hart en zoo staan des Dichters persoonlijke gevoelens aan de kennis van hetAlgemeen aan hetwelk hy de uitvloeisels zijner aandoeningen tot voorwerpen vankunst geworden mededeelt oneindig meer dan die van eenig ander Schrijver blootMisschien geldt dit inzonderheid van dezen bundel Opgevoed in een denkwijzegeheel strijdig met den heerschenden geest der eeuw en in die denkwijze bevestigddoor den les en het voorbeeld van den grooten Dichter die zoo krachtig alsonveranderlijk zich jaren lang tegen dien geest verzet heeft en nog verzet moet hetdes niemand verwonderen dat ik ook in de hier verschijnende stukjens geheelandere dan de tegenwoordig algemeen wordende begrippen belijde en daar openlijken met nadruk voor uitkome Hierin stel ik eer en genoegen Dan voorweldenkenden die (uit hoofde van wat omstandigheid het zijn mag) aan de eeneof andere mijner uitdrukkingen eene beteekenis mochten kunnen hechten voorhunne eigene gezindheid aanstotelijk achte ik het plichtmatig tevens te verklarendat wel zeer verwijderd van zoodanige bedoeling mijn hart geen afkeer voedt enuitdrukt dan tegen de by hun evenzeer gehate beginselen van Ongodistery enomverrewerping der maatschappelijke orde en zich (behoudens ieders wettigegehechtheid aan zijne wijze van beschou-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

510

wen in de verdere byzonderheden) gaarne vereenigt met al wie de hand leent aande bestrijding en verdelging dier afschuwlijkheden Met deze ter goeder trouwgegevene verzekering heb ik de misvatting van oprechte belijders van welkGodsdienstig geloof hier te lande ook niet te vreezenDit weinige zij genoeg over den geest van deze verzameling Nog een enkel woord

betreffende het een en ander der Dichtstukken in dit Eerste Deel vervat Omtrentde I n e s d e C a s t r o merke ik aan dat dit Dichtstuk in den vorm van een Tooneelnaar den trant der Ouden geschreven geenszins als een gedeelte van eenvervaardigd of ontworpen Treurspel moet beschouwd worden Mijne denkbeeldenomtrent de vereischte inrichting van een hedendaagsch Treurspel brengen nietsdiergelijks mede Het vers was bestemd tot de vervulling eener spreekbeurt in hette Amsterdam nieuw opgericht Genootschap V o o r U i t e r l i j k eWe l s p r e k e n d h e i d en had alzoo geen ander doel dan om overeenkomstigde instellingen dezes Genootschaps tot een proeve te verstrekken van den stijl entoon van tragische poeumlzy en versificatie in onze taal De mededeeling der drie doormy overgebrachte stukjens van Lamartine zal misschien den lezer welkom zijn hetzij als herinnering aan het oorspronklijk het zij als eene gelegenheid tot kennismakingmet dezen voortreflijken en belangrijken Dichter tegen wien zommige Franschezoogenaamde L i b e r a l e Dagbladen (die zich waarschijnlijk schamen zoudengezonder denkbeelden over Schoonheid en Kunst te uiten dan zy van Recht enWaarheid toonen te bezitten) zich beijverd hebben een ongunstig vooroordeel teverwekken Deze aanmerking moge tot beveiliging strekken tegen diergelijkepartyzuchtige beoordeelingen waardoor vreemdelingen in eene taal zich op hetgezag van landgenoten des Schrijvers al zeer licht laten wegslepen en diene tevenstot opheldering der aan Lamartine door my gerichte dichtregelen achter deoverbrengingen uit zijn werk geplaatst Wat eindelijk mijne Navolging betreft vanOvidius bekenden redestrijd tusschen Ajax en Ulysses ter zake van Achilleswapenen ik heb hoe vervuld dit stuk zij van eene menigte toespelingen op de Iliasdie het versieren en verlevendigen het echter noodeloos geacht zoodanige plaatsenaan te wijzen en door aanhaling nader op te helderen daar zy den met Homerusbekende lezeren van zelve voor oogen springen en daarentegen weinig waardemeer

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

511

hebben als men er eerst naderhand en buiten de zamenhang der verzen opaandachtig wordt gemaaktEn hiermede is het Eerste Deel van dezen bondel dat door een Tweede en laatste

voacuteoacuter den afloop van het jaar (zoo ik hope) gevolgd zal worden besloten Vaarintusschen wel Lezer en kunt gy by den overvloed van heerlijke zangen waarvande Hollandsche Pindus tegenwoordig wedergalmt een oogenblik met welgevallenhet oor leenen aan mijne nederiger tonen het zal meer zijn dan ik durf verwachtendie in het gebied der Dichtkunst op geen andere verdienste aanspraak make danop een brandend gevoel voor hare voortreflijkheid en een diepe overtuiging van dewaarheden die ons door hare bespiegelingen ontdekt worden

[Aan het Tweede Deel ging vooraf deze]

Voorrede

Ter geleide van dit Tweede Deel waarvan byzondere omstandigheden de uitgavetot nog vertraagd hebben voege ik nog eenige weinige woorden by het geen aanhet hoofd van dezen Bondel in het algemeen ter voorafspraak gezegd is Dezewoorden betreffen alleenlijk twee der in dit Deel verschijnende Dichtstukkenwaarover eene korte opheldering noodig is tot dat rechte begrip van den inhoudtot hetwelk de uitgevende Dichter zich verplicht gevoelt zijn lezer de hand te biedenTen eerste dan zij het aangemerkt dat het Dichtstuk onder den titel van de T o c h t

u i t B a b e l hier geplaatst eene omstandigheid onderstelt die ik niet gelovealgemeen genoeg bekend te zijn om er hier een byzonder gewag van te kunnennalaten Deze omstandigheid is de in het Spaansche Schiereiland zoo wel als onderde uitgewekenen dier landen zedert eeuwen verspreide overlevering volgens welkeeen groot aantal der Vorstelijke en aan den Vorstenstam verwante geslachten uitJuda dadelijk of ten minste korten tijd na de verwoesting van den eersten Tempelin het land van Spanje zich hebben nedergezet en voortgeplant en de kiemen diergroote bevolking gebracht die onder het over den aardbodem verspreide Volk vanIsraeumll wederom als een op zich zelf staand geheel behoort te worden beschouwdDeze

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

512

overlevering gelijk zy voor die haar van naby heeft onderzocht hoogst waarschijnlijkis wordt eene waarheid van het hoogste gewicht wanneer men haar in toepassingneemt op de Spaansche en Portugeesche Geschiedenissen over wier dieperekennis zy onbegrijplijk veel licht verspreidt zoo ten aanzien van den toestand derJoden in die landen gedurende eene lange reeks van eeuwen als ten aanzien vanverschillende zeer gewichtige gebeurtenissen (als onder anderen de vestiging dernieuwe Inquisitie tegen het einde der vijftiende Eeuw) welke tot nog toe of geheelniet of althands zeer gebrekkig gekend worden Hoogst belangrijk (en in meeropzichten dan men wel vermoeden zoude) kon eene opzettelijke en uitvoerigebehandeling van dit punt van historie wezen en het is een mijner vurigste wenschente eeniger tijde in de gelegenheid te zijn hetzelve uit te maken met dienaauwkeurigheid die de zaak in mijne oogen by uitstek verdient maar tot welkeeene menigte bouwstoffen onontbeerlijk zijn waarvan de toegang met even zoovele zwarigheden belemmerd is Hier ter plaatse zij het genoeg eenvoudig van hetbestaan der voormelde overlevering te gewagen en daar by aan te merken dat hetDichtstuk waarvan zy het onderwerp is het oogenblik onderstelt waar op de uit deBabylonische heerschappij ontslagene geslachten zich gereed maken in een anderdeel der wereld een schuilplaats te zoekenOnze tweede aanmerking geldt het F r a gme n t v a n L o r d B y r o n s C a iuml n

het vierde der in dit deel geplaatste stukken Dit Fragment is in het door den Autheuronder den titel van M y s t e r i e s p e l uitgegeven Dichtstuk het Tweede en DerdeTooneel van het Eerste Bedrijf met weglating alleen van eenige nietsbeduidendeVerzen over een zeer te onpas aangevoerd geschilpunt tusschen de tweehoofdpersonaadjen van het stuk en met byvoeging van eene Rei van Engelen wierwoorden door een c u r s i e v e n letter in den druk onderscheiden worden ten eindeden Lezer den zamenhang van het Engelsche Oorspronklijk te gemaklijker te doenbemerken Ten aanzien van dit Oorspronklijk-zelf merke ik op dat de C a iuml n vanden Lord Byron wederom is een dier Dichtwerken waarin zich dit voor denmenschkundigemeer nog dan voor den beminnaar van Poezy beschouwenswaardigwezen in alle de vreemdheid van zijn persoonlijk karakter vertoont Men vindt hierden Noordschen Edelman den zwaarmoedigen Engelschman den gevoeligen

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

513

Poeumlet den hoogmoedigen en tevens lichtzinnigen Twijfelaar wiens ongelukkigegeestgesteldheid zich de kwade Geest van onze ongodsdienstige eeuw heeft wetenten nutte te maken met alle zijne tegenstrijdigheden te rug De Poeumlzy is hier als inde meeste van s mans schriften by vele gewichtige gebreken overvloeiende tevensvan verbeelding warmte en verheffing en andere dichterlijke hoedanigheden dievan eenheid evenwel en c o n s e q u e n t i e of wat daar naar zwemen mag geheeluitgesloten Zoo ver men uit dit stuk dan eenig bepaald stelsel van des dichtersdenkwijze kan opmaken schijnt hy hier eene soort van Ma n i c h e iuml sm u s tebelijden hetwelk op geen vaster gronden steunt dan de eentoonige steeds onderverschillende vormen voortgebrachte sofismen der Ongodistery doch die in deschitterende kleuren van Lord Byrons Poeumlzy gehuld niet nalaten konden by demeerdere verontwaardiging die zy by my verwekten een geheel andere uitwerkingdan die eener bloote wegwerping van het boek te weeg te brengen En zoo werddan het denkbeeld by my geboren om zemet de wapenen der Dichtkunst van mijnezijde te bestrijden en by eene overbrenging van een gedeelte van dit zonderlingestuk eene wederlegging te voegen door het invlechten van eenen Rei die naar dewijze der oude Treurspeldichters Waarheid en Zedelijkheid handhaven moet Dezemijne wederlegging geloove ik te berusten op gronden van Goddelijke Openbaringalthands ik zoude gruwen van het denkbeeld iets te hebben nedergeschrevendaarvan onafhanklijk Doch voor wie mijne oplossing van de drogredenen der BoozeWezens die de Engelsche Dichter tot zijne tolken schijnt te maken aannemelijkvinden moge dient vooral aangemerkt dat deze en alle andere oplossingen vanhet menschelijk verstand behooren te zijn ondergeschikt aan dat alles omvattendegeloof des harten waarin de Rechtvaardiging Gods buiten de medewerking eenerbekrompene redeneering geschiedt en op hetwelk alle de aanvallen eenergewaande f i l o s o f i e afstuiten schoon ook de Tijd nog niet daar is waarop deVerborgenheden der Wijsheid Gods ook voor de oogen van het Verstand zullengeopend worden

[Bij de nieuwe uitgave der twee deelen in 1847 werd gevoegd dit]

Voorbericht

De Boekhandelaar Kruseman heeft het wenschelijk geacht van dezen Dicht-

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

514

bundel welke sedert eenigen tijd tot zijn boekenfonds behoort een nieuwen drukin klein formaat te geven Op de behulpzame hand daartoe van den Autheur haddeze onderneming hare aanspraak Die medewerking intusschen bepaalde zich uitden aart der zaak tot niet veel meer dan het nazien der proeven Indien dan nu bydie gelegenheid hier en daar in uitdrukking of punctuatie iets naar het gevoel of denindruk van het oogenblik veranderd werd de Bundel verschijnt behoudens dezeonbeduidende wijziging als bloote herdruk der uitgave van de jaren 1821 en 1822Aan verbetering die in der daad overwerking ware geworden kon daarby wel nietgedacht worden hoe ook anders na een zoo aanmerkelijk tijdverloop alleen reedsuit het standpunt der dichterlijke kritiek zich een trek tot overwerking mag hebbendoen gevoelen

In het geheel moet wel eene poeumlzy na meer dan het vierde eener eeuw op nieuwonder de aandacht gebracht niet alleen tot een nieuw geslacht van Lezers maarook tot den Dichter zelven in eene gewijzigde betrekking komen Toch blijft aandezen de belangstelling in de vrucht van een vroegeren leeftijd eigen Wel mogehem thands de keus of kleur van menige uiting het zij om hare sterkte het zij omhare zwakte een glimlach zoo niet scherper afkeuring dan dezen afpersen opmeer dan eene plaats herkent hy nog steeds de oogenblikken waarin dezelfbewustheid van dichter te zijn in zijn gemoed opwaakte en misschien reedseenige zelfstandigheid bekwam Meer dan belangrijk neen dierbaar wordt hem dieherkenning voor zoo ver zy zich tevens aansluit aan de gedachtenis van toestandendie voor zijn inen uitwendig leven beslissend zijn geweestDoch is dan alzoo de poeumlzy ook van deze Verzameling geen bloot spel geweest

met taal en denkbeelden maar veeleer de uitdrukking van een innerlijk leven ofstreven bovenal die van inwendige bewegingen en behoeften op Godsdienstiggebied zoo acht de Dichter zich by deze wederverschijning in gemoede tot tenminste eenige rekenschap verplicht van de verhouding waarin zijne tegenwoordigeovertuigingen staan tot hetgeen hy ook in dezen Bundel eenmaal uit zijne binnenstegewaarwording heeft nederlegd Inzonderheid van die zijde beschouwd kan hydeze poeumlzy niet betrekken dan tot een

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

515

tijdstip van w o r d i n g en allerminst van r i j p h e i d Wie met mijne gevoelens gelijkdie in latere vooral in de tien laatste jaren by schrifte openbaar werden eenigermatebekend is dien zal in den hier voorhanden Bundel een soort van bajert bejegenenwaaruit veel zich sedert tot bestemde denkbeelden ontwikkeld heeft of in eenevoortgaande beweging van ontwikkeling gebleven is maar waaruit ook niet weinighet zij men op de zaken of op de woorden zie eerder als verzwonden en opgelostte beschouwen is en voor my althands geene andere dan eene (mag ik ze dusnoemen) personeel historische beteekenis meer heeft Zoo rust dan (welketoegeeflijkheid men ook in het oordeel over de poeumltische waarde zal willen betoonen)op my althands ten aanzien van het wezen dezer dichterlijke uitboezemingen deplicht van een stellig protest tegen ieder andere richting welke daaraan zoudekunnen gegeven worden dan overeenkomstig met mijne later uitgesprokenebelijdenis omtrent de hoogste en dierbaarste waarheden Ja veeleer voor zoo verin deze poeumlzy mijner jeugd galmen gevonden worden die evenzeer of meer in hetgodsdienstig gevoel der Eeuw dan in het positief geloof des Evangelies eenenweecircrklank vinden acht ik het hier de plaats tegen alles wat tot het eerstgemeldterrein behoort des te nadruklijker te waarschuwen als ik voor my zelven ieder dagmeer behoefte heb aan de vastigheid van die historische Openbaring waarvan hetleven en de grondslag is de Heilbelofte des Ouden en des Nieuwen Testaments

Zoo ik in de toepassing van dit protest eenigzins noodig heb te byzonderen ik zouten voorbeelde van de schifting die ik hier wensch aan te bevelen tusschen w o r de n d e n b l i j v e n d tusschen w e z e n l i j k en b y k om s t i g tusschena l g eme e n Go d s d i e n s t i g en b e s t em d B i j b e l s c h bepaaldelijk wijzenop drie der grootereDichtstukken in denBundel deHymne der V o o r z i e n i g h e i d d e R e i e n i n B y r o n s C a iuml n en d e T o c h t u i t B a b e l De tweeeerstgenoemden mogen inzonderheid mijnen jongen mededichteren nog steedseenig belang inboezemen als poeumlzy zy vorderen van wie het om hoogere belangente doen is naauwlettende toetsing aan het Woord van God ter onderscheiding vanbeproefde waarheid en gewaagde dichting Ik zoude thands zeer zeker geen vanbeide zoacuteoacute schrijven ik zou geen van beide thands onderschrijven zonder een zekeremedeplichtigheid aan richtingen die

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

516

ik toen ter tijd daarin niet zoo zeer vreesde of besefte Vooral zou ik huiveren vanhet wedergeven al zij het ook om ze te wederleggen der lasteringen van hetEngelsche Dichtstuk lasteringen waartegenover in elk geval de toon van lofzangen aanbidding maar geenszins eenige poging tot oplossing voegt buiten dat eacuteeacutenewoord van den Apostel W i e z i j t g y d i e t e g e n Go d a n t w o o r d t - Watde T o c h t u i t B a b e l betreft zekerlijk blijft my de historische grondslag van ditVers altijd gewichtig als hebbende betrekking tot eene nationale in mijnemondelingeVoorlezingen over de moderne Geschiedenis der Joden later in het breedebehandelde overlevering die der vestiging voor een gedeelte van den koninklijkenstam van Juda uit Babel in het Spaansche schiereiland kort na de eerste stad- entempelverwoesting van Jeruzalem Ten aanzien evenwel der bewerking zoude ikmy thands voorzeker niet meer veroorloven de prophetische glansen der toekomstigeheerlijkheid van het Joodsche volk onder hunnen eigenen Koning C h r i s t u s toete passen op eenig tijdvak hoe belangwekkend ook anders van Israels geschiedenisbuiten het erfland der vaderen en de gehoorzaamheid aan dien Verlosser die alleacuteeacutend e L e e uw u i t J u d a is wien toekomt de scepter de wetgeving en de eere -w i e n s K o n i n k r i j k k ome September 1847

Bladz 292

[DENHEEREDR IMANUELCAPADOSE Deze Capadose was lijfarts van koning Lodewijkgehuwd met Batseba Da Costa zuster van Daniel Da Costa vader des Dichterswier afsterven hier dichterlijk herdacht en betreurd wordt Hij was een oom van DrAbraham Capadose den boezemvriend van onzen Zanger aan wien zoo menigschoon gedicht door hem toegewijd werdDaar de gedichten in den Bundel Poeumlzy niet alle een jaartal dragen heeft men

de chronologische orde niet verder kunnen volgen dan dat men ze allen een plaatsin het tijdperk van de jaren 1818-1822 gegeven heeft]

Bladz 294

[EURYDICE Een nagalm van de antieke Grieksche luit in schoone Hollandschedichtklanken weecircrgegeven]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

517

Bladz 310

[DE TRAAN Het oorspronkelijke van dit gedicht komt voor in de H o u r s o fI d l e n e s s van Byron en behoort dus tot het tijdperk van dezes Dichterseerstelingen De wensch aan het slot is voor Da Costa nog meer dan voor Byronboven hopen en denken vervuld Onder hoevele stroomen van tranen daalde deHollandsche Zanger ten grave]

Bladz 340

[IN HET ALBUM VAN DEN HEER MR JERONIMO DE VRIES Een dichtbloem ter eere vanden getrouwen vriend van Bilderdijk later ook hoogschatter en vriend van Da Costamogt in de poeumlzy dezes Dichters niet ontbreken]

Bladz 343

[GRAFSCHRIFT De hoogschatting van Bilderdijk voor den beroemden LeydschenHoogleeraar in de Regten v a n d e r K e e s s e l was op zijnen leerling Da Costadie ook zelf mede het onderwijs van dezen uitstekenden Regtsgeleerde genootovergegaan en uit zich in een Blijschrift dat in kortheid en kernachtigheid den geesten too der in dit opzigt zoo voortreffelijke oud-Hollandsche dichtschool weecircrgeeft]

Bladz 344

[VIJF BIJSCHRIFTEN Deze Vijf Bijschriften op het vijftal Oranjevorsten die onzen staathebben gegrondvest en bevestigd zijn opgedragen aan Jhr Mr W van Hogendorpdie aldus genoemdwordt lsquode onvergetelijke de vroeger gedwongene enmet geweldweggevoerde G a r d e d h o n n e u r en in deze betrekking nog in de macht derFranschen toen zijn vader Gijsbert Karel in die gedenkwaardige maand November1813 de vaan der bevrijding opstak toen zijne broeders voor het aangezicht vanvriend en vijand van het volk en zijne verdrukkers het huis op den Kneuterdijkuittraden met de oranjekleuren op hoed en rokrsquo Da Costa geeft van hem in lsquoDeMensch en de Dichter Bilderdijkrsquo eene persoons- en karakter-beschrijving die deinnigste bewondering en de tederste vriendschap ademt zoowel als de hartelijkstedroefheid over des veelbelovenden vroegen dood]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

518

Bladz 359

[DE GAAF DER POEZY In deze bezielde Ode is wel geen trek meer algemeen bekenden beroemd geworden dan de zoo dikwijls aangehaalde aanhef

Gevoel Verbeelding Heldenmoed

een eisch waaraan Da Costa zelf als Dichter de volkomenste vervulling schonkTreffend werd dit onder anderen erkend in den weecircrgalm in Potgieters voortreffelijkenRouwzang I s a a c D a C o s t a (Gids 1860)

S c h o o n t h a r t v a n d e d w a a s h e i d d e s h o o gm o e d s u g r u w e A l d e i j d e l h e i d m o ecirc d e r v e r g a n k l i j k e f a am

G e e n g a v e o f z e i s G o d e s e n e e n i g b l i j k t d e u w e H o e sm e l t d e p o euml t i s c h e t r i t s i n u z a am

G e v o e l i n g e e n v r o u w l i j k e b o r s t s c h u i l t e r t e e r d e r V e r b e e l d i n g g i j v l i e g t m e t d e s d a g e r a a d s v l u g t

E n h e l d e nm o e d t o o n b i j d e k o e n s t e n u w m e e r d e r G e e f O o s t e r l i n g H o l l a n d e r C h r i s t e n u l u c h t ]

Bladz 370

[AANMIJNEEGADE Jonkvrouwe Hannah Belmonte den Dichter in den bloede verwantlater in den gelukkigsten echt met hem verbonden dien zij als treurende dochtevens door God vertrooste weduwe overleeft Dit gedicht is de eersteling van eenganschen stroom van zangen haar toegewijd waarin het van liefde blakend hartdes tederminnenden Echtgenoots niet moede werd zich uit te storten Had menalles willen geven wat er van dien aard in des Dichters nalatenschap voorhandenwas het had op zich zelf een kleinen dichtbundel gevormd Treffend is het dat aandeze tot in den dood toe geliefde Gade ook als met brekend hart en stervende stemde allerlaatste toon van des Dichters harp in de Aanbieding van D e me n s c h e nd e D i c h t e r B i l d e r d i j k toegewijd werd Dit gedichtje zal aan het slot van hetDerde deel zijne plaats vinden]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

519

Bladz 376

[AAN DOCTOR ABRAHAM CAPADOSE den bloed- geestverwant des Dichters die tezamen met hem tot de Christelijke kerk overging en door Lucas Egeling te Leydenuit eacuteeacutene zelfde vonte gedoopt werd Ook later bleven de beide geloofs- enstrijdgenooten in denzelfden geloofsstrijd door de innigste en vertrouwelijkstevriendschap met elkander verbonden Menige harptoon des Dichters klonk denboezemvriend bij onderscheidene gelegenheden ter eere gelijk later uitverscheidene ook vroeger onuitgegevene dichtproeven zal blijken Het slot van ditoverschoone dichtstuk werd door Capadose bij het graf van zijn dichterlijken vriendop de treffendste wijze in herinnering gebragt en herhaald]

Bladz 389

[AAN MIJN VADER Ter opdracht van den Bundel getiteld P o euml z y Deze opdrachtademt niet alleen een geest van pligtmatigen eerbied van den zoon voor den vadermaar tevens klinkt daarin een toon van innige zamenstemming van den vurigenjongeling met de beginselen hem door dien vader ingeprent ja van fierheid enverheffing op het bloed diens vaders dat hij in zijne aderen draagt en voelt Eninderdaad Da Costas vader verdiende zulk een hulde hij die ons geschetst wordt(Koenen Levensberigt) alz zijnde niet zoozeer wetenschappelijk gevormd maarrechtschapen werkzaam en zich kenmerkende door zekere aangeboren fierheiddie men in den zoon hervindt Aan de zorg die deze Daniel Da Costa in vereenigingmet zijne vrome Gade Rebecca Ricardo voor de opleiding van zijnen zoon droegop wiens buitengewonen aanleg beide ouders met reden trotsch waren heeftNederland het te danken dat het kostbaar juweel hun ter bewaring toevertrouwdvan den beginne af met ijver en kunst geslepen en gepolijst en aldus voorbereidwerd om eens in vollen luister te stralen]

Bladz 394

[DES DICHTERS LOTBESTEMMING Dit gedicht werd in de Amsterdamsche Afdeelingvan de Hollandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappenvoorgelezen Het is opmerkelijk dat terwijl aldus deze Maatschappij reeds van denbeginne af toonde de gaven des dichterlijken jongelings op prijs

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

520

te stellen zij het tevens was die het voorregt had den laatsten toon van zijnenzwanenzang op te vangen daar hy in eene harer wintervergaderingen op dringendverzoek zijnen lsquoSlag van Nieuwpoortrsquo slechts korten tijd voacuteoacuter de ziekte die hem tengrave sleepte met jongelingsgeestdrift voordroeg Da Costa wasmet eenige weinigevoorname Letterkundigen Eerelid van deze Maatschappij

Bladz 426

[INES DE CASTRO In dit dramatisch fragment hoort men den oorspronkelijkenNederlandschen Dichter maar kennelijk door den Portugeeschen HoofddichterCamoeumlns altijd een zijner lievelingszangers als aangeblazen en bezield Het iseven als de A l f o n s u s I een laatste nagalm van de harpe Sions gelijk zij in hetland van Camoeumlns en van Cervantes klonk

En nog later zong Juda daar t balling zijn staf voertOf het waar met een zweem van den vroegeren zwier

Waar de Taag langs Lisboa zijn goudkorrels afvoertWaar zich Cordua baadt in den Guadalquivir]

Bladz 444

[HELDENPLEIT Deze vertolking volgt het oorspronkelijke van Ovidius in het XIIIdeBoek zijner Metamorphosen getrouw en toch zonder eenig spoor van dwang opden voet Het beloont de moeite wegravel de vertaling van Da Costa met die van Vondelte vergelijken een wedstrijd als die van de beide Helden in t gedicht waarin mensomtijds niet weet wien de palm te reiken De weglating door Da Costa van denuitslag van den kamp en de gevolgen daarvan in Ajax zelfmoord en zijnegedaante-verandering in een bloem die bij Vondel niet gemist wordt is karakteristiekDe Israelitische dichter kon zich wel in het dramatisch Heldenpleit maar niet in dekinderachtige echt-Heidensche mythe vinden waarmede de Romeinsche Zangernaar luid der gewone legende dit zijn treffelijk lied besluit]

Isaaumlc da Costa Kompleete dichtwerken Deel 1

Page 5: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 6: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 7: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 8: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 9: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 10: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 11: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 12: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 13: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 14: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 15: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 16: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 17: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 18: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 19: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 20: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 21: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 22: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 23: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 24: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 25: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 26: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 27: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 28: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 29: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 30: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 31: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 32: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 33: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 34: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 35: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 36: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 37: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 38: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 39: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 40: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 41: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 42: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 43: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 44: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 45: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 46: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 47: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 48: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 49: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 50: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 51: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 52: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 53: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 54: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 55: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 56: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 57: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 58: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 59: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 60: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 61: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 62: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 63: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 64: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 65: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 66: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 67: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 68: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 69: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 70: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 71: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 72: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 73: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 74: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 75: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 76: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 77: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 78: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 79: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 80: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 81: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 82: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 83: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 84: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 85: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 86: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 87: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 88: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 89: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 90: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 91: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 92: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 93: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 94: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 95: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 96: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 97: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 98: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 99: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 100: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 101: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 102: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 103: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 104: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 105: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 106: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 107: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 108: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 109: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 110: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 111: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 112: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 113: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 114: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 115: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 116: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 117: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 118: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 119: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 120: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 121: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 122: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 123: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 124: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 125: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 126: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 127: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 128: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 129: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 130: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 131: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 132: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 133: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 134: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 135: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 136: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 137: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 138: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 139: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 140: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 141: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 142: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 143: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 144: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 145: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 146: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 147: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 148: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 149: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 150: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 151: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 152: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 153: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 154: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 155: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 156: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 157: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 158: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 159: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 160: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 161: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 162: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 163: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 164: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 165: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 166: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 167: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 168: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 169: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 170: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 171: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 172: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 173: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 174: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 175: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 176: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 177: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 178: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 179: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 180: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 181: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 182: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 183: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 184: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 185: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 186: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 187: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 188: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 189: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 190: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 191: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 192: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 193: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 194: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 195: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 196: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 197: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 198: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 199: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 200: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 201: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 202: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 203: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 204: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 205: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 206: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 207: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 208: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 209: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 210: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 211: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 212: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 213: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 214: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 215: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 216: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 217: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 218: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 219: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 220: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 221: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 222: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 223: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 224: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 225: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 226: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 227: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 228: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 229: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 230: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 231: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 232: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 233: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 234: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 235: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 236: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 237: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 238: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 239: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 240: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 241: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 242: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 243: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 244: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 245: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 246: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 247: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 248: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 249: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 250: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 251: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 252: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 253: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 254: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 255: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 256: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 257: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 258: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 259: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 260: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 261: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 262: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 263: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 264: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 265: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 266: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 267: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 268: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 269: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 270: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 271: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 272: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 273: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 274: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 275: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 276: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 277: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 278: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 279: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 280: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 281: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 282: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 283: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 284: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 285: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 286: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 287: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 288: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 289: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 290: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 291: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 292: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 293: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 294: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 295: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 296: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 297: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 298: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 299: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 300: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 301: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 302: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 303: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 304: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 305: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 306: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 307: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 308: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 309: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 310: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 311: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 312: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 313: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 314: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 315: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 316: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 317: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 318: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 319: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 320: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 321: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 322: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 323: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 324: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 325: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 326: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 327: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 328: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 329: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 330: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 331: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 332: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 333: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 334: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 335: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 336: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 337: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 338: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 339: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 340: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 341: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 342: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 343: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 344: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 345: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 346: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 347: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 348: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 349: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 350: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 351: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 352: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 353: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 354: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 355: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 356: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 357: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 358: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 359: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 360: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 361: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 362: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 363: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 364: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 365: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 366: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 367: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 368: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 369: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 370: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 371: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 372: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 373: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 374: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 375: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 376: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 377: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 378: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 379: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 380: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 381: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 382: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 383: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 384: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 385: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 386: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 387: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 388: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 389: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 390: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 391: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 392: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 393: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 394: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 395: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 396: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 397: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 398: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 399: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 400: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 401: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 402: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 403: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 404: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 405: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 406: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 407: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 408: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 409: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 410: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 411: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 412: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 413: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 414: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 415: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 416: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 417: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 418: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 419: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 420: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 421: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 422: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 423: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 424: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 425: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 426: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 427: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 428: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 429: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 430: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 431: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 432: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 433: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 434: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 435: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 436: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 437: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 438: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 439: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 440: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 441: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 442: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 443: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 444: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 445: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 446: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 447: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 448: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 449: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 450: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 451: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 452: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 453: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 454: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 455: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 456: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 457: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 458: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 459: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 460: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 461: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 462: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 463: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 464: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 465: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 466: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 467: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 468: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 469: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 470: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 471: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 472: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 473: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 474: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 475: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 476: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 477: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 478: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 479: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 480: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 481: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 482: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 483: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 484: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 485: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 486: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 487: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 488: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 489: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 490: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 491: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 492: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 493: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 494: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 495: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 496: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 497: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 498: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 499: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 500: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 501: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 502: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 503: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 504: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 505: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 506: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 507: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 508: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 509: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 510: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 511: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 512: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 513: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 514: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 515: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 516: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 517: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 518: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 519: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen
Page 520: Kompleetedichtwerken · 2016. 3. 7. · 1 [Woordvooraf] MeteengevoelvaninnigenweemoedbiedikaandevereerdersvanDACOSTA- neen,vanechte,schooneenverhevenePoezij,wiergeestinhembovenvelen