Kinderen filosoferen in Amsterdam West

125
1

description

Publicatie van WonderWhy n.a.v. het project Filosoferen met Kinderen voor de campagne Vrij West. Dit boek is een verslag vol letterlijke teksten van filosoferende kinderen van de groepen 8 van verschillende scholen in Amsterdam West. Ook in dit boek: de 8 lessen van de lessenserie. Geschikt om zelf te doen met je eigen klas.

Transcript of Kinderen filosoferen in Amsterdam West

Page 1: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

1

Page 2: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

2

Kinderen Filosoferen In Amsterdam West

Page 3: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

3

Inhoud VOORWOORD .................................................................................. 5

FILOSOFEREN MET KINDEREN? ......................................................... 6

MENINGEN & WAARHEID ................................................................. 8 DE LEONARDO DA VINCI SCHOOL ...................................................... 10

WAT GELOOF IK? ............................................................................ 14 BASISSCHOOL DE VLINDERBOOM ....................................................... 17 ELISABETH PAULUSSCHOOL ................................................................. 22 BASISSCHOOL EL AMIEN II .................................................................. 26 JOOP WESTERWEELSCHOOL ............................................................... 34

CULTUUR .......................................................................................... 42 ROSA BOEKDRUKKERSCHOOL ............................................................. 44 JOOP WESTERWEELSCHOOL ............................................................... 48 BASISSCHOOL DE SPRINGPLANK ......................................................... 52

WETENSCHAP .................................................................................. 56 BASISSCHOOL DE MEIDOORN ............................................................ 58 ADMIRAAL DE RUYTERSCHOOL ........................................................... 64 BASISSCHOOL DE BOOMGAARD ........................................................ 68 JOOP WESTERWEELSCHOOL ............................................................... 70

RESPECT ........................................................................................... 76 BASISSCHOOL EL AMIEN II .................................................................. 77 AL WAFA SCHOOL ............................................................................ 84 BASISSCHOOL DE AS-SIDDIEQ ............................................................ 87

GELIJKHEID ...................................................................................... 95 BASISSCHOOL AS-SIDDIEQ ................................................................. 96

PERSOONLIJKE IDENTITEIT ............................................................. 101 BASISSCHOOL DE BRON .................................................................. 104

Page 4: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

4

DE SPAARNDAMMERHOUTSCHOOL ................................................... 109

INTERVIEWS ................................................................................... 111 BASISSCHOOL DE ROOS .................................................................. 112 DE KINKERBUURTSCHOOL ................................................................. 117 NARCIS QUERIDO-SCHOOL .............................................................. 122

VRIJ WEST FILOSOFEERT… ............................................................ 125 MET TEKENINGEN VAN DE CORANTIJN, DE NARCIS-QUERIDO, DE

BOOMGAARD EN DE SPAARNDAMMERHOUT.

Page 5: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

5

Voorwoord door Martien Kuitenbrouwer, stadsdeelvoorzitster van stadsdeel West

‘Waarom’ is een van de eerste woorden die kinderen leren. En als ze het woord eenmaal kennen zijn ze niet meer te stoppen. Waarom doe je dat, waarom zeg je dat, waarom is dat zo? De antwoorden op die vragen vormen hun wereld, hun mening, hun houding. Op een gegeven moment droogt de waarom-vraag op. De kaders van hun wereld zijn gevormd en eigen meningen en gedachten zijn ontstaan. In de veilige omgeving van thuis is er herkenning. Maar op straat en op school merken kinderen dat er ook andere meningen zijn en dat andere kinderen soms een heel ander leven leiden.

Gelukkig is er dan WonderWhy. Kinderen leren naar zichzelf te kijken en naar de ander. Wat is mijn cultuur, wat geloof ik en waar hoor ik bij? En hoe zit dat bij andere kinderen? Waarom verschilt mijn mening soms van die van de ander en hoe ga ik daar mee om? Kinderen leren naar elkaar te luisteren en te respecteren dat meningen soms verschillen. En zo ontstaat vrijheid; vrijheid om te zijn wie je wilt zijn, om te zeggen wat je wilt, om te kunnen lopen en spelen op straat. Vrijheid om jezelf te mogen zijn.

WonderWhy draagt daarmee bij aan de campagne Vrij West; een campagne waarmee we discriminatie, polarisatie en vervreemding willen tegengaan in West. Zodat kinderen later als ze groot zijn veilig en vrij over straat kunnen lopen ongeacht wat ze geloven of van wie ze houden.

Page 6: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

6

Filosoferen met Kinderen? Niet alleen volwassenen kunnen filosoferen. Ook kinderen kunnen dat. Heel goed zelfs. In dit boek staan de lessen die docenten zelf kunnen geven.

Wil je zelf gaan filosoferen met kinderen in de klas, dan is het heel belangrijk dat jij als docent je mening achterwege laat. Ook al heeft een leerling een mening waar je het niet mee eens bent, of zelfs een belachelijke mening, in de filosofieles mag hij of zij alles vinden. Anders kunnen we niet gelijkwaardig filosoferen! Jij weet het antwoord ook niet. Een beetje uitleg is soms wel nodig, maar alles wat jij vind is ook maar een mening. En als je toch gaat zeggen wat jij ervan vindt, dan lijkt het net alsof jij zegt dat dit de mening is die zij ook moeten hebben. Want normaal gesproken moeten zij ook naar je luisteren. Dat is voor veel mensen moeilijker dan het lijkt. Daarom herinneren we je eraan bij elke les, om een Sokratische houding aan te nemen. Sokrates zei: “Ik weet alleen dat ik niets weet.” Met die houding, van niet-weten, geef je de leerlingen alle ruimte om zelf te filosoferen.

Wat je wel altijd kunt doen bij ieder antwoord dat je hoort, is doorvragen. “Waarom?” of “Hoe zit dat precies?” Een andere manier om het gesprek tussen de leerlingen te laten plaatsvinden is: “Wie is het hier niet mee eens en waarom precies?”

Bij de lesbeschrijvingen staan een aantal vragen die het gesprek op gang zullen brengen. En doorvragen is hierbij cruciaal. Ze moeten de diepte in! De hersens moeten kraken. Wees niet bang om ze te laten twijfelen, maak het ze moeilijk. Vraag door, niet naar feiten, maar naar meningen.

Page 7: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

7

Identiteit In de multi-culturele samenleving, met grote actuele thema’s als Integratie, Vervreemding en Radicalisering, is het belangrijk dat kinderen zich niet cultureel verdrongen voelen. In deze serie staan alle kinderen stil bij hun eigen identiteit, doordat ze bedenken op basis van de thematiek in de lessen, wat voor hén geldt, waar zíj waarde aan hechten, wat hún verhaal is. Een mix van geloofsovertuigingen, culturele elementen en waarden zal hun identiteit van dat moment vormen, en binnen dit project worden zij hierin gehoord en erkend. Door ons, door de juf, door elkaar, en door de wereld aan wie ze online hun verhaal vertellen.

De lessenserie gaat over de onderwerpen: meningen & waarheid, geloof, cultuur, wetenschap, respect, gelijkheid en persoonlijke identiteit.

We hebben voor deze thema’s gekozen omdat zij het meest concreet aanwezig zijn in het dagelijks leven van de kinderen. We hadden ook voor de ziel, vrije wil, het determinisme, einde van het heelal of andere filosofische kost kunnen kiezen. Want wat kinderen daarover denken hoort ook bij de identiteit. Hoe sta je in het leven, houd je jezelf verantwoordelijk voor je keuzes of denk je dat alles voorbestemd is. Door hierover na te denken leer je jezelf en anderen beter kennen en begrijpen. Nog volop stof dus om door te filosoferen met de kinderen. En dat is dan misschien weer voor een volgende keer!

Page 8: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

8

Meningen & Waarheid “Filosoferen is nadenken over vragen waarop eigenlijk geen antwoord is. Op gewone vragen kun je een FEIT als antwoord geven. “Wat is de hoofdstad van Frankrijk?” “Parijs.” Makkelijk. Maar bij filosofische vragen is er niet een goed of een fout antwoord. Wat je kunt doen bij een filosofische vraag is je MENING geven. En samen gaan we dan onderzoeken WAAROM we vinden wat we vinden. Dan gaan we steeds dieper nadenken. Uiteindelijk ga je misschien twijfelen en weet je het niet meer zeker. Dat is niet erg. En logisch, want er is dus geen juist antwoord. Dan ben je goed aan het filosoferen!”

Meningen zijn altijd subjectief en waarheid is altijd objectief. De filosofische vraag is: Kunnen we ooit zeggen dat onze eigen mening ‘waar’ is? Dit is een heel relevante vraag als we wijzer willen worden en de basisvraag van een heel geschikte introductieles voor het filosoferen.

Kinderen in de bovenbouw leeftijd brengen hun meningen meestal stellig naar voren, alsof het onbetwistbare waarheden zijn. Juist daarom is het belangrijk kinderen te laten ervaren dat aan het einde van de dag vrijwel alle meningen die zij uiten geen waarheden hoeven zijn. Dit heeft als resultaat voor het denken van de kinderen dat ze meer open worden voor andere inzichten; andermans meningen.

Het verschil tussen meningen en waarheid is een eenvoudig inzicht, vergelijkbaar met 1+1=2, waar zij als het eenmaal is bezonken, de rest van hun schooltijd (en daarna) hun voordeel mee kunnen doen. Het is een instrument om kritisch te kunnen kijken naar alle theorieën en discussies die ze tegenkomen, en op waarde te schatten. De open houding die langzaam groeit door het besef van verschil tussen mening en waarheid, stelt ze

Page 9: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

9

in staat om tolerant en eventueel nieuwsgierig te zijn voor andermans standpunten.

Spel: Ieder schrijft op een papiertje een zin waarvan hij zeker weet dat het waar is. Lever in. We delen opnieuw de uitspraken uit. Ieder krijgt een uitspraak van iemand anders. Ieder kind leest om de beurt de tekst op het papiertje voor en beoordeelt deze als: WAAR of NIET WAAR of HEEFT NIETS MET DE WAARHEID TE MAKEN. Ze moeten uitleggen waarom ze dit zo vinden.

(Bron: Filosoferen doe je zo, leidraad voor de basisschool. Marja van Rossum en Rob Bartels)

Gesprek na spel :

• Hoe kan het dat als jij denkt dat iets waar is, volgens een ander het NIET WAAR is?

• Wat is het verschil tussen waarheid en een mening? • Hoe weet je ooit zeker dat iets een waarheid is? • Als je weet dat iets jouw eigen mening is, mag je dan

ooit zeggen ‘dit is waar’? • Als voor jou iets waar is, is het dan eenvoudig toe te

geven dat het misschien wel niet waar is? • Hoe kijk je aan tegen anderen die een andere mening

hebben? • Zijn er belangrijke dingen waarover je het eens moet zijn

om een vriendschap te kunnen hebben? • Zou het kunnen dat als iedereen denkt dat het waar is,

het toch niet waar is?

Schrijfopdracht:

• Schrijf tien dingen op die echt waar zijn, over jezelf. Nu. • Zijn deze tien dingen over tien jaar nog steeds waar?

Schrijf per punt op of ze gaan veranderen.

Huiswerk:

Page 10: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

10

• Zijn jouw ouders het eens met jouw lijst? Interview ze: vraag per punt of het waar is volgens hen.

De Leonardo da Vinci school

Juf: Wie kent er een filosofische vraag?

..Een filosofische vraag is waarom ik ik ben en waarom ik niet bijvoorbeeld degene naast me ben.

..Een andere is: waarom gaan we dood?

..Als kind groei je zelf en als je oud bent stopt het met groeien. Dus het kan alleen maar slechter worden.

..Ja, maar waarom is dat dan zo?

..Dus je kunt blijven vragen stellen!

..Is er leven na de dood?

..Er is geen leven na de dood. Want zoals ik al zei: het wordt alleen maar slechter.

..Maar hoe weet je dat?

Juf: Duidelijk is nu al, dat je verschillende meningen kunt hebben. En dat is niet erg. Je kan wel zeggen ‘het is gewoon zo’, maar bij filosofische vragen is het per definitie niet wetenschappelijk te bewijzen. Dus eigenlijk kun je niet zeker weten ‘dat het gewoon zo is.’ En we gaan dan gewoon samen onderzoeken wat de mogelijke antwoorden zijn.

Dit zijn inderdaad filosofische vragen die stuk voor stuk aanleiding kunnen zijn voor een mooi gesprek.

Page 11: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

11

..Kijk, juf, wetenschappers kunnen eigenlijk ook niet helemaal bewijzen. Ze kunnen het denken, maar ze kunnen het zelf niet bewijzen. Ze kunnen jarenlang onderzoek doen, wat er op de zon is, maar ze kunnen het niet bewijzen want ze zijn er niet geweest.

Juf: Wanneer geldt iets als bewijs?

..Dat je leeft, dat is wel een bewijs.

Juf: Weet je het zeker?

..Ja. Dit is geen hemel!

..Misschien is dit wél een hemel….

..Als dit de hemel is, dan word ik helemaal gek!

Juf: Wat hij zegt is wel interessant: misschien kunnen we helemaal niets zeker weten.

..Misschien is de zon wel een hele grote lamp die je aan en uit kunt zetten! ..Misschien is het wel een knikker!

Juf: Wie is het er niet mee eens, dat wetenschappers dingen niet zeker kunnen weten?

..Wetenschappers hebben nu wel bedacht dat de aarde geen vierkant was maar een rondje.

Alle ‘misschien’-antwoorden zijn speculatieve antwoorden die in een filosofisch gesprek heel vaak voorkomen. We noemen dit gedachte experimenten die je helpen met nadenken over de vraag. Juist een gedachte experiment kan de verschillende pespectieven op een vraag goed laten zien.

Page 12: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

12

..Okee, maar dat is makkelijk.

..Maar ze weten het wel!

..Noem dan iets wat ze niet weten.

..Is er leven ergens op andere planeten? Dat kun je niet zeker weten want je bent er niet geweest.

..Maar dat kunnen ze berekenen.

Juf: Er zijn dingen die ze wel al hebben onderzocht, en bijvoorbeeld dat de aarde rond is weten we nu wel. Dat is dan een feit. En er zijn andere dingen die we nog niet weten over verre planeten bijvoorbeeld. Dan tasten we nog in het duister. Dus er is verschil tussen feiten, die zeker zijn, en dingen die niet zeker zijn. Bij het filosoferen gaat het over meningen. Dat zijn geen feiten dus.

..“Hout komt van een boom”. Is dat waar?

..Nou, dan kan je weer verder denken, waar komt dan die boom vandaan? Het was een zaadje. Dus dan kan je blijven naar beneden denken en blijven filosoferen.

Juf: En is daarmee dit zinnetje niet waar geworden? Komt hout niet van een boom?

..Nou wat er staat klopt wel. Eigenlijk wel. Dus het is gewoon waar.

..“We weten hoe de mens is ontstaan.” Ik kijk vaak National Geographic maar ik heb nog nooit in een aflevering gezien hoe de mens is ontstaan.

..Het is al wetenschappelijk bewezen dus dan kun je er automatisch niet meer over filosoferen. Dat de mens is ontstaan uit cellen, die gingen samenklonteren en zich weer delen.

Page 13: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

13

..We weten het, maar wie is ‘we’? We? De mens, maar wij zijn ook mensen! Kijk, als je nu gaat vragen aan de klas: “Wie weet er hoe de mens is ontstaan, dan moet je nagaan wie er dan zijn vinger op gaat steken.” Dus de zin is niet waar.

..“De sterren kun je niet tellen.” Als je nu naar boven gaat kijken, zie je geen sterren want het is donker, dus je kunt ze niet tellen.

..Kijk, wat zij zegt is duidelijk. Maar als je een of andere telescoop hebt, lukt het misschien wel.

..En er staat niet: je kunt alle sterren tellen. Er staat “je kunt sterren tellen.” Dus als je gewoon telt “1…2…” heb je dan sterren geteld?

..Er staat “de sterren”. Wat is “de”? Álle sterren?

..Het kan ook over filmsterren gaan.

Welke zin is er nu definitief waar? Het is wel duidelijk dat als je denkt dat iets waar is er altijd wel iemand anders is die je kan vertellen dat wat jij denkt ook niet waar kan zijn. Boeiend, niet?

Page 14: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

14

Wat geloof ik? Filosoferen met kinderen over geloof kan helpen om de leerlingen een bewustzijn en trots op het eigen geloof te bevorderen, als deel van hun identiteit. En hiermee is de reden afgenomen om zich af te zetten naar andere geloven, en eventueel te radicaliseren. Ten tweede zullen het kritisch beschouwen van het eigen geloof en met name de eigen tolerantie naar andere geloven toenemen. Terwijl het bij deze

Page 15: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

15

bespreking toegestaan is om rotsvast in het eigen geloof te geloven, wordt het beeld genuanceerd, door te laten zien dat andere mensen andere rotsvaste geloven hebben. Echter het gaat hierbij om de morele houding ten opzichte van andermans rotsvaste overtuigingen: wanneer je ruimte opeist voor je eigen denkbeelden, zul je dat een ander ook moeten toestaan.

Filosofische vraag: welke rol speelt geloof in jouw leven?

Schrijf opdracht:

• Geloof jij of er een god is? Zo ja welke? • Voor atheïsten: waar geloof jij allemaal in? • Hoe speelt je geloof een rol in jouw leven? • Voor atheïsten: Als je niet in een god gelooft, waarom

gedraag jij je dan toch goed? • Zou jij kunnen trouwen met iemand van een ander

geloof? • Heb jij respect voor ALLE andere geloven? • Mag jij kritiek hebben op dingen binnen je eigen geloof?

Na de schrijfopdracht, waarin iedereen de kans krijgt even na te denken over zijn eigen geloofsbeleving en mening, is het tijd voor de verdieping:

• Welke vraag vonden jullie het moeilijkst? Waarom?

Verdiepingsvragen:

• Vind je dat je respect MOET hebben voor alle andere geloven?

• Als je zegt dat je respect hebt voor alle andere geloven, zou je dan ook respect hebben voor duivelaanbidders? Waarom wel/niet?

• Mag iemand een grap over andermans geloof?

Page 16: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

16

• Heeft een grappenmaker niet recht op vrije meningsuiting?

• Is het altijd zo dat je beledigd bent als iemand je geloof beledigt of kun je het ook van je af laten glijden?

Page 17: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

17

Basisschool de Vlinderboom Juf: Wat is filosoferen nou ook al weer?

..Het gaat over een onderwerp, en daar gaat de klas over discussiëren.

..Eigen meningen en geen feiten.

..Of er waarheid is of niet.

..Diep nadenken over een vraag.

..We proberen de waarheid te zoeken, maar of we hem vinden is nog de vraag….

Juf: De vraag is nu: gedraag je je anders, doordat je een geloof hebt?

..Ja, ik denk het wel, want ik ben een Moslim en als ik geen Moslim zou zijn zou ik wel anders zijn. Want in de Koran staat dat als je een meisje bent moet je rustig zijn en niet zo druk zijn als een jongen.

..Ik heb een andere vraag: kun je veranderen van geloof? Zij zei dat je niet kon veranderen en ik vind van wel. Want ik heb een keertje een film gezien over iemand die ging veranderen van geloof, dus ik denk dat het wel echt kan. Het was geen film, maar echt. Gewoon als nieuws.

..Je kan wel van geloof veranderen, want mijn moeder is Moslim en mijn vader was eerst, ik weet niet, Christen volgens mij, en daarna is hij Moslim veranderd.

Juf: En als ik vraag: zou JIJ van geloof kunnen veranderen, als je zou willen?

..Het kan wel. Ik ben bijvoorbeeld Christen. En zij Moslim. En als je later misschien groot bent, kun je zelf het besluit maken om bijvoorbeeld Moslim te zijn.

Page 18: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

18

..Ik heb het wel eens voor de gein gedaan. Maar het kan ook echt gebeuren.

..Bijvoorbeeld je bent Nederlands en je wil bijvoorbeeld Moslim worden, dan ga je de Koran lezen en kijken wat je vindt.

Juf: Moet je het dan helemaal lezen?

..Gewoon elke dag stukjes lezen, kijken wat je het belangrijkst vindt.

..Als je zegt ‘ik ga naar het andere geloof’ dan vind ik dat je ook nog wel een beetje aan je oude geloof moet doen.

..Je kan niet twee dingen geloven! Want bijvoorbeeld: bij het ene geloof staat ‘je mag dit niet doen’ en bij het andere staat ‘je mag dit wel doen’. Dus wat moet je dan doen?

..Maar juf, eigenlijk is het zo, zoals bij hem, zijn moeder is Moslim en zijn vader Christen, en dan hou je je aan de belangrijkste regels van allebei.

.. Kijk, bijvoorbeeld de Koran en de Bijbel, heel veel dingen zijn hetzelfde. Als je bijvoorbeeld over Maria gaat lezen, en over die appel, dat is hetzelfde, dat staat ook bij ons in de Koran.

Juf: Ja, bij de monotheïstische godsdiensten (waar er in één god wordt geloofd) Joden, Christenen en Moslims, zijn eigenlijk veel verhalen in hun heilige geschrift precies hetzelfde. Ook de Moslims geloven bijvoorbeeld dat Jezus heeft bestaan en ook Mozes. Alleen noemen ze hen net even anders. Er zijn ook wel veel verschillen, maar ook heel veel overeenkomsten. Mijn vraag is: is het daarom niet gek dat er zoveel oorlog bestaat tussen die godsdiensten? Of is dat niet gek? Wat vinden jullie zelf?

..Ik vind het best wel gek, want eigenlijk: waarom maken ze ruzie? Iedereen kan zijn eigen gang gaan. Ik geloof erin, dat ik een hoofddoek draag, en zij gelooft dat Jezus bestond enzo.

Page 19: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

19

Waarom eigenlijk ruzie en oorlog? Terwijl we toch helemaal niks hebben gedaan. Terwijl er zoveel hetzelfde is.

..Terwijl we het één God vinden.

..Ik vind gewoon dat oorlog niet gek is, want oorlog werd niet alleen om geloof gemaakt maar ook om grond. De Moslims kwamen na de Christenen en de Joden, en toen zij kwamen namen ze die landen in handen, want anders konden zij niet bestaan, dus oorlog ging vaak over grond.

Juf: Even naar het nu. Is het nou zo dat je niet kunt trouwen met iemand van een ander geloof?

..Het kan niet, want bijvoorbeeld: je gelooft in die god, en je kan niet ook een andere geloven, want die regels zijn anders. Bijvoorbeeld: zij mogen wel varkens eten.

Juf: Dus het gaat om praktische dingen?

..Stel je geloof is Christendom en je wilt moslim worden maar ook een beetje Christen blijven. Maar dat kan niet, want dan kan je niet meer alle regels volgen van het Christendom. En bijvoorbeeld bij Moslims moet je hoofddoek dragen.

..Je ziet duidelijk in het openbaar Christelijke mensen met Moslims hand in hand lopen. Dus je hoeft het niet te zeggen in woorden, maar je ziet het ook gewoon in het openbaar.

Juf: Maar waarom, als je wilt trouwen, moet je overstappen naar het andere geloof?

..Het is best wel handig om hetzelfde geloof te hebben.

..Je kan er niks aan doen als je verliefd wordt, en het kan ook wel samen.

Juf: Heb je respect voor alle andere geloven?

En nu maar blijven doorvragen!

Page 20: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

20

..Ik heb respect voor allemaal. Ik heb zelf geen geloof, maar het is hun leven, zij moeten geloven wat ze willen. Ik respecteer het.

..Ja, iedereen heeft zijn eigen geloof. Ik vind wel dat je daar respect voor moet hebben. Hij is Christen, ik Moslim. Ik heb respect voor hem.

Juf: Okee, nu geef je een voorbeeld van één Christen voor wie jij respect hebt. Maar heb je respect voor álle geloven? En álle mensen die daarbij horen. Alle Christenen, alle Joden, enzovoorts..

..Ja.

..Ik ben het eens met hem, want ik heb ook geen geloof, en ik vind dat iedereen zijn eigen geloof mag hebben.

..Ik vind dat je wel respect moet hebben voor iedereen, maar als iemand jou niet respecteert dan hoeft het niet meer. Bijvoorbeeld als iemand zegt ‘rotmarokkanen’ of iets over mijn hoofddoek ofzo, dan heb ik het ook niet meer.

..Ik heb wel respect voor mensen die niet geloven, maar het idee dat wij wel geloven maar dat zij niet voor iemand bidden ofzo, dat vind ik wel een beetje raar.

Juf: Dat is heel eerlijk.

..Het is wel respect. Je moet het zelf weten als je niet bidt, maar ik vind het een beetje raar.

..Ja, omdat jij het elke dag gewend bent.

..Ik heb niet zelf altijd respect tegen alle andere geloven, want soms als je ruzie maakt, dan begin je over zijn familie en dan praat je ook over zijn geloof. Maar dan wil dat niet betekenen dat je geen respect hebt. En ik zeg eerlijk, hij zegt dat hij wel

We gaan een beetje problematiseren….

Page 21: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

21

respect heeft, maar ik heb hem heel vaak zien schelden over geloven.

..Waarom begin je over anderen?

..Maar ik zie het overal. Dan zeggen ze ‘kankerkutjood’, en dan op school zeggen ze dat ze respect hebben voor andere geloven.

Juf: Betekent het, als je op het schoolplein mensen loopt uit te schelden, betekent dat dat je geen respect hebt voor andere geloven?

..Waarom is Jood eigenlijk een scheldwoord? Als je zegt ‘hij is Jood’, dan is het toch ook geen scheldwoord.

..Maar toch zeg je het soms als scheldwoord.

Juf: Ik heb een gedachte experiment voor jullie. Stel je voor (gebruik je fantasie): er is een geloof van duivelaanbidders. Ze moeten elke dag schelden, in plaats van bidden. En ze offeren babytjes. En het hoogst haalbare voor hen is mensen vermoorden. De vraag is: heb je daar

respect voor? Het is hun geloof, hun mening.

..Maar dan ben je gewoon gek.

..Op Wikipedia staat dat de Illuminatie ook hun ziel aan de duivel geven!

..Ik zou ze niet respecteren, omdat zij slechte daden doen. En ze zijn slecht. Ik vind het eigenlijk geen geloof. Een geloof is iets dat heilig is, en dingen die je moet doen, maar wel goede daden, geen slechte.

..Dan ben je gewoon levenloos!

We gaan weer verder problematiseren.. en dagen ze uit met een gedachte experiment.

Page 22: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

22

..Daar wil ik op ingaan. Kijk, voor ons is het slecht, maar voor hun is het goed.

..Dus jij vindt het goed als iemand de hele tijd uitscheldt op straat en baby’s offert op een berg?

..Het is misschien slecht voor ons, maar het is goed voor hun.

..Okee, wat hij zegt, misschien is het hun god, maar dat is toch niet normaal?

Juf: Je begrijpt wel het filosofische punt: dat is voor hun dus wél normaal.

..Maar zij gaan sowieso als ze doodgaan niet naar de hemel. Dan gaan ze naar de duivel.

Juf: Ja, zij gaan naar de duivel maar dat is voor hun dus god.

..Dan moet je maar in de bergen gaan wonen!

Elisabeth Paulusschool

..Mensen die niet geloven in God, die geloven dat mensen apen waren.

..Ja, Darwin, volgens mij, ging met een bootje varen, en toen zag hij heel veel dieren. En toen zei hij dat met 98% zekerheid ofzo dat mensen vroeger apen waren. Omdat ze zo op apen lijken. Maar ik vind ze helemaal niet op apen lijken, want we hebben niet dezelfde neus en we zijn niet zo harig.

..Nou de meeste dan.

Ook de Elisabeth Paulusschool buigt zich over de vraag, “Wat geloof ik”?

Page 23: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

23

..Ik geloof dat God Adam en Eva heeft gemaakt, maar ook dat we van de apen afstammen.

Juf: Hoe kun je allebei die dingen geloven? Hoe verenig je dat voor jezelf?

..Want we lijken wel erg op apen en er zijn heel veel mensen die heel behaard zijn. Maar ik geloof ook dat we een soort product van god zijn. Een soort van, ik weet niet hoe ik het moet uitleggen, iets lager dan engelen.

..Ik geloof allebei, de apen én Adam en Eva. Misschien dat God wel die apen had gemaakt… ofzo..

..Jij zei toch dat God Jezus had laten afslachten, aan het kruis? En dat hij dat niet zou doen als het zijn eigen zoon was? Maar God deed dat omdat hij wou dat Jezus naar hem toe kwam.

..Maar waarom laat hij hem dan vermoorden? Hij kon toch op een andere manier naar hem toe komen.

..Waarom op die manier? Waarom dat pak slaag?

..Jezus wist het al, dat het zou gebeuren. Want hij moest het aan de mensen laten zien. En je zegt dat God niets gedaan heeft om Jezus te redden, maar hij heeft Jezus laten opstaan uit de dood.

..Als je zegt dat God had moeten ingrijpen, ook in de oorlog enzo. God wilde ons laten zien wie de verraders waren in deze wereld. Hij wist het zelf wel dat er oorlog zou zijn. Hij kan de toekomst zien.

Juf: Jullie zijn allebei Moslim toch?

..Ja, waarom discussiëren wij eigenlijk met elkaar?

..Waarom niet?

..Het is wel goed om te discussiëren.

Page 24: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

24

Juf: Kun je kritiek hebben op je eigen geloof?

..Kritiek op je eigen geloof?

..Ja, het mag wel. Maar het is wel een beetje raar.

..Hoe weet je nou zeker dat Jezus de zoon van God is?

..Ja, hoe weet je nou zeker dat God bestaat?

..Jij vraagt ‘hoe weet jij dat zeker’? Maar waarom vraag je dat? Jij weet toch ook niet alles zeker van jouw geloof? Ik geloof niet dat jij de hele Koran hebt gelezen.

..Dat zeg ik toch niet.

..Nee maar zo doe je wel.

..Wat ik bedoel, ik zit op Arabische les, en we krijgen dat allemaal via een boek, en dat gaat allemaal van vader op zoon, van vader op zoon…

..Misschien bestaan er meer boeken, over wat zij zeggen, die jij nog niet gelezen hebt. Misschien staat er in dat boek wat jij hebt ook niet alle informatie. En jij zegt ‘hoe weet je dat dat waar is?’ en ik weet ook niet of het waar is, maar je moet niet zo reageren.

..Misschien is er iets overgeslagen wat jullie niet hebben gelezen.

..Maar je gaat toch niet zomaar een woordje overslaan, want dan klopt het niet meer. “Hij…. Geslagen”

..Maar je zei ‘Hoe weet je dat zeker?’ Maar heb jij zelf bewijs dan dat God bestaat? En dat alles waar is wat er in de Koran staat?

..Als ik God was zou ik ook wel een oorlog laten gebeuren, maar misschien maar drie jaar lang.

Page 25: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

25

..Dus je zou gewoon drie jaar lang drie miljoen onschuldige mensen en kinderen laten vermoorden?

..Dan zou ik laten zien waarom de mensen zijn vermoord.

..Waarom dan hele gezinnen vermoorden? En onschuldigen?

..De goeie hebben toch overwonnen?

..Waarom zou je kinderen laten vermoorden, die hebben nog hun hele leven voor zich?

..Maar jij kunt ook als je straks naar huis gaat op een zebrapad overreden worden.

..Misschien was God wel bezig ergens anders, toen hier de Tweede Wereldoorlog was, met een nog grotere oorlog.

..Kan God niet met twee dingen tegelijk dingen bezig zijn?

..God kan toch alles!

..We kunnen het terugzetten, de tijd!

..Ik geloof dat hij alles ziet maar niet op alles ingaat. Als God een magische ingreep in de Tweede Wereldoorlog deed, niet dat hij dat niet kan, maar nu worden de verhalen steeds doorverteld, zodat niemand het ooit meer zou doen.

..Maar het kan toch altijd een gek lopen die precies hetzelfde wil gaan doen. En dan bijvoorbeeld nu Islamieten of Christenen wil doodmaken. Dat hij president gaat worden. Het kan toch dat niemand doorheeft dat hij gek was.

..Mensen vonden Hitler wel goed. Omdat hij ook wel een paar goeie ideeën had.

Juf: Maar is alles wat we nou doen hier op de aarde nou door God gepland, of doen we het zelf?

Page 26: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

26

..Ik denk wel dat we het zelf doen maar ook een beetje door God. Hij heeft het een beetje wel gepland. Soort van.

..We hebben wel onze eigen wil.

..Ik heb wel mijn eigen wil, want ik luister niet echt naar anderen.

Juf: Maar hoe weet je dat God dat niet in jouw hoofd heeft geprogrammeerd? Hoe weet je dat je een eigen wil hebt?

..Omdat ik doe wat ik zelf wil. Ik ga als ik naar buiten wil om te voetballen niet per sé op een seintje van God wachten.

..Misschien wil God juist dat jij gaat voetballen en is dat zo in jouw hoofd gefluisterd en voel je dat niet helemaal zo, en voel je gewoon ‘hey ik wil nu gaan voetballen’.

..Het komt niet opeens. Bijvoorbeeld ik zit op de bank, en dan ga ik me eerst aankleden. Ik ga niet ‘ineens’ naar buiten.

..Jawel! Stiekem wil je wel naar buiten. Waarom wil je dat? …

Basisschool El Amien II

..Sommige waren grappig maar sommige niet.

..Die van Allah was gewoon niet grappig.

Nog even problematiseren..

In de les over “Wat geloof ik”?, wordt een filmpje vertoond van Hans Teeuwen waarin hij alle geloven op de hak neemt. De kinderen kijken, soms geshockeerd, naar wat er wordt gezegd. De vraag is nu, wat vonden jullie van het filmpje?

Page 27: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

27

..Heeft die man zelf een geloof?

..Nee.

..Maar er zijn nog meer geloven? Boeddhisme.

Juf: Hij heeft grappen gemaakt over Hindoes, Joden, Christenen en Moslims. En hij heeft gezegd dat alle Nederlandse vrouwen hoeren zijn.

..Ik vind het niet grappig.

..Sommige mensen als hun geloof uitgescholden wordt, zeggen ze niks, maar als iemand anders’ geloof wordt uitgescholden, dan lachen ze.

Juf: En wat vind jij daarvan?

..Dat het hetzelfde is, als je iemand anders uitscheldt of lacht, dat het hetzelfde is.

Juf: Mag je dan eigenlijk niet lachen? Moest jij lachen om geen enkele grap?

..Nee.

Juf: Wie vond er sommige dingen wel grappig?

..Ik vond alles wel grappig, behalve die van Islamieten.

..Ik vind dat egoïstisch. Zij lacht om andere geloven, maar als het om ons geloof gaat lacht ze niet.

Bij het filosoferen gaat het erom dat mensen uitspraken doen waarvoor ze zelf de verantwoordelijkheid nemen. Dus, zoals in dit gespek zegt de leerling iets over wat sommige mensen zeggen. Maar, als je zelfstandig wilt leren denken gaat het erom wat jij zelf zou zeggen. Dus..

Page 28: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

28

..Ik ben niet de enigste die dat doet.

..Jawel.

..Wie is er als haar?

..Zeg maar zij was Joods, dan zou ze wel lachen als de Moslims werden uitgescholden, maar als de Joden werden uitgescholden zou ze niet lachen.

Juf: Dat is raar.

..Kijk, u heeft geen geloof, vond u ze grappig?

Juf: Ja ik vond het wel grappig.

..Vond u van die Nederlandse hoeren grappig?

..Ik vond die van die Nederlandse hoeren heel grappig.

..Maar u bent ook een Nederlandse vrouw.

Juf: Ja, en hij zei zomaar dat alle Nederlandse vrouwen hoeren zijn.

..U kunt om uzelf lachen.

..Okee, ik vond alles grappig.

Juf: De vraag is of het kwetsend is. En ik zeg: ‘ik ben niet gekwetst daardoor.’

..Kijk, hij zegt dat Allah zegt dat alle nederlandse vrouwen hoeren zijn, maar Allah kan niet zomaar dingen zeggen over mensen.

Juf: Zou Allah dat nooit zeggen?

..Hij zou het nooit weten.

..Hij zegt dat je voor iedereen respect moet hebben.

Page 29: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

29

..Eigenlijk vond ik alles wel grappig, maar het was wel kwetsend.

..Ik vond het van die Hindoes wel leuk.

..Najib Amhali is beter!

..Van die vreselijk smerige sloot vond ik wel grappig.

..Maar waarom Allah met dikke lul?

..Hij heeft Allah niet eens gezien!

..Misschien is het wel een vrouw!

..Nee!

..Hoe weet je dat?

..Dat staat in de Koran.

Juf: Dat zinnetje is eigenlijk het meest kwetsend, lijkt het. Hij maakt ook grappen over Jezus. Maar ook dus over Allah. Ik wil het met jullie erover hebben óf dat kwetsend is.

..Hij praat over Hindoeïsten en Joden maar over Allah het meest.

..Over Christenen waren het langst.

..Hij zegt alleen maar “Gristus, Gristus”.

..Maar dat is toch een grap.

Juf: Wat moet je ermee doen? Wie is er persoonlijk aangevallen?

..Ja, als ze grappen maken over Allah met zijn dikke lul. Als ik grappen over hém ga maken vindt hij het ook niet leuk.

..Ik vond het niet leuk toen hij over Allah vieze dingen zei.

Page 30: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

30

Juf: Ben je dan gekwetst?

..Ja.

..Nee.

Juf: Dat is interessant. Waarom wel of waarom niet?

..Ik ben gekwetst omdat hij slechte dingen zegt over mijn geloof.

..Je hoeft eigenlijk niets te doen, want later wordt hij er wel voor gestrafd.

..Hij zou toch ook goeie grappen maken over het geloof.

Juf: Positieve grappen?

..Hij trekt de woorden eruit. Hij zegt maar wat.

..Juffrouw, je kan niet naar binnen komen en meteen zeggen: “Hans Teeuwen is een mongool”, ofzo. Of: “Hij heeft een dikke lul.” Dat ga je toch ook niet zeggen?

Juf: Maar mág je dat zeggen?

Ja.

Nee.

..Je bent gewoon gekwetst.

..Je wil het niet doen, maar doet het gewoon.

..Ja, omdat hij Allah uitscheldt.

Juf: Als hij nou niet Moslims zou beledigen maar alleen alle andere geloven? Wat zou je dan vinden?

..Ook niet goed. Want geloof is geloof. Maar wel minder boos.

Ah fijn, twee tegengestelde meningen! Daar kunnen we mooi over filosoferen.

Page 31: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

31

..Hij kwetst mensen die hij niet eens kent.

Juf: Mág je mensen kwetsen?

..Jawel, maar hij ként ze niet eens. Ze hebben hem niets aangedaan.

Juf: Okee, dus is de regel “je mag mensen die je niet kent niet kwetsen”?

..Je mag geen eens mensen kwetsen!

Juf: “Je mag sowieso nooit mensen kwetsen”?

..Ja.

Juf: Stel je voor, iemand vraagt aan mij, wat vind je van mijn jurkje? en ik vind het echt een heel lelijk jurkje. Raar, vaal geel, rare vorm, alsof er drie keer een vrachtwagen overheen heeft gereden. Dus ik vind het jurkje lelijk. Als ik dat zeg, is zij gekwetst.

..Dan moet je je eigen mening geven. Want je mag niet liegen.

..“Ik heb nog nooit zoiets gezien.”

..“Ik vind het lelijk, sorry. Dat is mijn mening.”

..In andere woorden.

Juf: Dus wel de waarheid, maar in andere woorden?

..De waarheid zeg maar beter zeggen, zodat diegene niet gekwetst is.

Dit impliceert dat als je iets wordt aangedaan, je mensen zou mogen kwetsen. We kunnen daar een regel van maken door de manier waarop dit gezegd wordt. Dan zou die regel altijd moeten gelden.

Page 32: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

32

Juf: Mag Hans Teeuwen wat hij zegt dan wat aardiger verpakken?

..Hoe dan?

Juf: Hij zegt “ik heb geen respect voor alle geloven.” Als hij gewoon een saai praatje zou houden, waarin hij geen grappen maakt, en waarin hij gewoon zegt: “Ik hou niet van mensen die geloven. Ik vind het allemaal onzin. Alle goden vind ik onzin, alle gebruiken vind ik onzin. Ik vind het allemaal stom.” Zou je dan gekwetst zijn?

..Nee. Want dan zouden die mensen het niet grappig vinden.

..Ja, wel. Want geloof is belangrijker. Dan een jurkje.

..Een jurkje gaat weer over. Geloof niet.

..Een jurkje gaat maar over één persoon, één persoon draagt het. En geloof niet. Dat is voor meer mensen.

Juf: Gaat het om het aantal mensen dat ermee te maken heeft?

..Nee niet alleen. Geloof zit ook in je hart.

..Ik heb liever een scheur in mijn broek dan een slecht geloof.

Juf: Waarom zou het je raken als iemand iets over je geloof zegt?

..Je voelt je gekwetst. Want het is je eigen geloof.

..Het is net alsof je moeder wordt uitgescholden. Dan ben je ook gekwetst.

Juf: Waarom word je dan gekwetst?

..Kijk naar wat Allah allemaal voor ons gedaan heeft.

..Omdat hij slechte dingen zegt.

Page 33: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

33

Juf: En als die slechte dingen nou niet waar zijn?

..Hij zegt slechte dingen. Het maakt niet uit of ze waar of niet zijn.

Juf: Maakt niet uit of het waar is of niet. je bent gekwetst als er slechte dingen worden gezegd. Dat is dan wel heel vervelend, hè? Want er worden natuurlijk heel veel slechte dingen gezegd.

..Ja, net als Geert Wilders.

Juf: Kun je er ook op een andere manier mee omgaan? Dat je het niet persoonlijk opvat? Er worden heel vaak goden beledigd.

..Je hoeft niet gekwetst te zijn. Want hij zegt het. Het zijn alleen maar woorden. Als hij doodgaat dan gaat hij toch naar de hel. Hij pest god. Net als ‘ik pest u’ zeg maar.

Juf: Als iemand mij pest, gaat die dan ook naar de hel?

..Nee. Maar hij praat over god.

..Het is toch ook niet normaal als ik zeg “domme Christelijke mensen”. Dat is toch ook niet normaal!

..Hij praat over een hoger iemand.

Juf: Ben je dan gekwetst of niet?

..Nee, omdat het iemand anders is. Maar het is eigenlijk over geloof dus ik ben wel een beetje boos.

Juf: En wat vinden jullie van de opmerking “het zijn maar woorden”? Dat is wel filosofisch om er over nadenken. Waarom zouden woorden jou nare gevoelens geven?

..Ook al weet je dat het niet waar is, toch raakt het mij.

Page 34: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

34

Joop Westerweelschool

..Hij mag zeggen wat hij wil, het zijn mening.

..Het is zijn mening maar hij mag niet te ver gaan.

..Over die koeien van de Joden was ook niet leuk.

..Dan voelt iemand zich beledigd. Er is een grens. Je mag er wel dingen over zeggen, maar er is een grens.

..Mensen voelen zich gediscrimineerd als ze dat zeggen.

Juf: Wie vindt dat dat niet zo is? Zoals Joden die volgens Hans Teeuwen tegen de klaagmuur aan staan te mekkeren.

..Mekkeren doen ten eerste geiten.

Juf: Klopt. Maar wie vindt dat de Joden zich dan niet aangevallen hoeven te voelen?

..Hij mag het wel zeggen maar hij zou het ook niet leuk vinden als iemand een grap over zijn geloof zou maken.

..Hij heeft geen geloof.

..Hij is atheïst.

Juf: Zou een atheïst het erg vinden als jullie zouden zeggen: “Joh, jij bent ongelovig, wat dom van je!”?

..Ik zou het niet zeggen.

In de les over “Wat geloof ik”?, wordt een filmpje vertoond van Hans Teeuwen waarin hij alle geloven op de hak neemt. De kinderen bekijken de sketch en de vraag is nu, wat vonden jullie van het filmpje?

Page 35: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

35

Juf: Maar zou degene het erg vinden?

..Nee. Want hij heeft geen geloof.

Juf: Wat is er erger, als je de God of de persoon beledigt?

..De God.

..Allebei.

Juf: Bij een atheïst kun je toch ook de persoon beledigen?

..Hij gelooft in zichzelf. Dan kan je hem uitschelden. Een vies woord ofzo.

..Misschien is het wel niet echt. Dan is het niet erg.

..Hij zei: onze god vindt dat Nederlandse vrouwen hoeren zijn.

..Dan beledigt hij ook zijn moeder.

..Dan beledigt hij zijn eigen vriendin.

..Het is niet grappig.

..Maar alle mensen daarbinnen lachen.

..Hij mag liever niet over geloof praten.

..Hij mag er wel over praten maar er geen erge dingen over zeggen.

Juf: Oh, een soort censuur dus. Weten jullie wat dat is? Dat je dus bepaalde dingen niet mag zeggen.

..Ja.

Juf: Dat betekent dus geen vrijheid van meningsuiting. Dat heb je bijvoorbeeld in China. Daar mag je niets slechts zeggen over de regering daar. Dus jij zegt eigenlijk: je mag alles zeggen, maar alleen maar positive dingen over het geloof. Hoe zit dat?

Page 36: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

36

..Ik vind dat hij alles mag zeggen, maar als iemand sterk gelovig is. Als hij elke dag bidt, dan zit die tv te kijken en hij ziet hem over z’n geloof praten, en dan wordt hij boos.

..Hij mag best zeggen dat hij het dom vindt of dat hij het niet gelooft. Maar hij mag niet schelden, vind ik.

..Hij heeft geen getuige. Geen bewijs.

..Als hij niet gelooft, daar kunnen wij niets aan doen. Maar hij mag het wel zeggen.

..Hij moet wel een bepaalde grens hebben en hij moet ook bewijs hebben voordat hij iets gaat zeggen.

Juf: Moet je altijd bewijs hebben voordat je iets gaat zeggen?

..Nee.

..Ja, je moet wel bewijs hebben.

..Ja stel dat iemand je heeft geslagen. Dan ga je naar de politie, en dan heb je toch een blauw oog, als bewijs.

Juf: Zeggen jullie wel eens dingen zonder dat je bewijs hebt?

..Je hoeft niet per se bewijs te hebben, want je zegt het als je het denkt.

Juf: De eerste les ging over meningen. Heb je bewijs voor je mening?

Voor deze opmerking geldt dat er een norm wordt gesteld, namelijk: er moet bewijs zijn voor een uitspraak. Die zou dan ook voor de leerling die dit zegt moeten gelden. Laten we eens kijken..

Page 37: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

37

..Nee.

Juf: Mag je je mening geven?

..Ja.

Juf: Moet je dan altijd bewijs hebben voor wat je wil gaan zeggen?

..Nee ik bedoel: hij zegt dingen maar hij heeft geen bewijs.

Juf: Maar nog een keertje mijn vraag. Moet je altijd bewijs hebben voor je mening?

…Dit is filosofie…

Juf: Ik weet het niet hoor. Misschien moet Hans Teeuwen zich bij de feiten houden. En mixt hij een paar feiten met wat onzin en zijn eigen mening. Doet hij net alsof hij dingen weet.

..Hij weet er niks van.

..Hij bereikt er toch niks mee.

..Echt wel: iedereen lacht.

..Misschien zijn daarbinnen alleen atheïsten. En zij vinden hem grappig. En dan gaan ze hem geld geven.

..Je hoeft niet per se bewijs te hebben voor je mening.

..Je mag alles roepen in Nederland.

Juf: Je mag poep lekker vinden. Je mag geloven in kabouters.

..Meningsverschillen!

..Als je uitscheldt worden Moslims boos.

Iedereen is stil!

Page 38: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

38

Juf: Wacht even. Als ik het uitmaak met mijn vriendje wordt hij ook boos. Waarom mag je niet iets zeggen, vanuit de vrijheid van meningsuiting, en met het risico dat er mensen boos worden?

..Maar ze beschuldigen vaak Moslims als er iets gebeurt, en als ze boos worden, gaan ze beginnen over je geloof. Dan komt er wel oorlog.

…Oorlog??

Juf: Het lijkt net of jullie vinden dat het niet mag omdat het niet leuk is. Maar misschien is het wel zo dat er iets wél mag, terwijl je het niet leuk vindt. Kan dat?

..Ja.

..Het mag wel.

..Als jij tegen iemand anders scheldt, vind je het wel leuk!

Juf: Even los van de persoonlijke verhalen hier in de klas. We hadden het net over geloof. Klopt het nou dat het gevoeliger is, als ik iemands geloof uitscheld, dan als ik iemands blauwe trui uitscheld. Is dat zo?

..Dan krijg je een shock.

Juf: Hoe doe je dat, psychisch, dus in je hoofd, als iemand je trui uitscheldt. Wat denk je dan?

..Niks.

..Dan ga ik er niet tegenschelden ofzo.

Juf: Waarom is dat anders?

..Die persoons mening gaat om het geloof, en die wordt vanzelf wel gestraft.

..Geloof is machtiger.

Page 39: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

39

Juf: Waarom denk je niet: “Waar bemoei je je mee? Ik vind Allah toevallig wel de schepper. Jij niet. So what? Jammer voor je.”

..Dat kan ook.

..Omdat als het gaat om kleren dan doet het geen pijn.

..Waarom doet dat pijn?

..Omdat je in je geloof gelooft. En je doet er ook dingen voor.

Juf: Ja, maar ik doe mijn trui in de was, en ik vouw hem op…

..Dat is niks!

Juf: Waarom is bidden en naar de moskee gaan belangrijker dan?

..Een trui wordt te klein en dan gooi je het weg. Geloof wordt niet te klein voor je. Die gooi je niet weg.

..Dat blijft bij je in je hart.

..Wij geloven dat god deze wereld heeft gemaakt. Hij beschermt ons. Een trui doet niks voor ons, maar onze God wel.

Juf: Denk je dat Allah er last van heeft als Hans Teeuwen iets zegt?

..Nee.

..Kan wel hoor. Misschien.

..Dat kunnen wij niet weten! Je weet nooit.

..Het is geen mens. Hij vindt dat niet erg. Wij vinden het erg!

Juf: Waarom moet jij dan voor hem opkomen? Als God toch een God is en geen mens.

..Maar in ons geloof zit dat je het moet beschermen.

Page 40: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

40

..We beschermen eigenlijk niks.

..Mevrouw, u stelt steeds moeilijke vragen als wij antwoorden.

Juf: Heel goed dat je het doorhebt. Dit is filosoferen.

Page 41: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

41

Page 42: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

42

Cultuur Wanneer je na wil denken over je eigen identiteit is het essentieel om goed voor jezelf duidelijk te hebben uit welke cultuur je komt. Het doel van deze les is daarom om sterker op het netvlies te krijgen welke elementen uit welke cultuur voor elke leerling belangrijk is, om daarmee zijn of haar identiteit te versterken. En tegelijkertijd gaan we met een afstandje naar het thema cultuur kijken en daarmee tolerantie te kweken voor andermans culturele achtergrond.

Filosofische vraag: kies je zelf je cultuur?

Gesprek:

• Wat is cultuur? Wat hoort er allemaal bij een cultuur? (Bijvoorbeeld: kleding, feestdagen, gewoontes, toeristische attracties, taal.)

• Stel dat je in een boerenfamilie in Twente was geboren, zou je dan dezelfde zijn geworden?

• Kun je kiezen welke cultuur je hebt? • Kun je wisselen van cultuur? Stel dat je naar Japan

verhuist en je past je helemaal aan, kun je dan zeggen dat je cultuur dan Japans is?

• Wat hoort er allemaal bij “de Nederlandse cultuur”? • Moet je klompen dragen (tulpen, molens, Volendamse

klederdracht, Sinterklaas, haring, stamppot) om echt Nederlands te zijn?

• Als je een dubbele nationaliteit hebt, heb je dan ook twee culturen? Hoeveel ben je dan van de ene cultuur en hoeveel van de andere?

Schrijfopdracht: Kijk naar het bord wat er allemaal bij cultuur staat. Vul het voor jezelf in. Bijvoorbeeld:

• muziek: Amerikaanse pop / Franse chansons • feestdagen: Sinterklaas / Offerfeest / Kerstmis

Page 43: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

43

• gewoontes: niet boeren aan tafel

• kleding: hoofddoek • eten: Indonesisch / sushi / Italiaanse pizza

Dan schrijf je erbij wat jouw cultuur is: 100% Nederlands of een mix van het een met het ander. 50% Marokkaans? 25% Grieks? 1% Indonesisch?

Nota bene: Misschien zijn de leerlingen het er wel niet over eens of een hoofddoek bij cultuur hoort. Het is immers ook iets van het geloof. En taal hoort ook niet per se bij cultuur. Laat de leerlingen er maar over discussieren en zelf een knoop doorhakken.

Page 44: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

44

Rosa Boekdrukkerschool

Juf: Wat is cultuur?

..Waar je vandaan komt.

Juf: Bedoel je dan een land, een huis, een straat?

..Een land.

..Je kan je cultuur weergeven in je spullen. Bijvoorbeeld: ik koop alleen maar Turkse spullen.

Juf: En wat is er dan zo Turks aan die spullen?

..De cultuur zit in de spullen.

Juf: Komen die dan uit Turkije?

..Niet alleen daarvan. Het kan ook een andere cultuur zijn.

Juf: Maar dus dingen uit de Turkse cultuur zien er anders uit dan dingen uit laten we zeggen Japan, Marokko, of een ander land?

..Ja.

..Kleding. Bijvoorbeeld een hoofddoek of een jelaba.

Juf: Voorbeelden van welke cultuur?

..Marokkaans.

Juf: En als iets Turks of Marokkaans is, kun je dat gewoon over de hele wereld dragen? Dragen Eskimo’s wel eens een jelaba?

..Hahaha!

De filosofische vraag die deze les aan de orde is, is: Kies je zelf je cultuur?

Page 45: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

45

Juf: En van welke cultuur is een pak van de C&A?

..Amerikaans

Juf: Wat hoort er nog meer bij cultuur, behalve kleding en je land waar je vandaan komt?

..Je geloof.

..Geloof hoort niet bij cultuur. Cultuur is meer waar je vandaan komt. Een Marokkaan kan Moslim zijn maar ook Christen.

..Hoort er wel een beetje bij vind ik. Want je koopt ook bijvoorbeeld schilderijen van je geloof.

Juf: En de jelaba, is dat cultuur of geloof?

..Geloof.

..Maar eigenlijk ook een beetje cultuur.

Juf: En een hoofddoek?

..Geloof.

Juf: Wie denkt dat het cultuur is?

..Klein beetje.

..Bij cultuur hoort ook huidskleur. Want bijvoorbeeld als je bruin bent, dan ben je van een cultuur.

..Juffrouw, als je bijvoorbeeld bruin bent is er wel iets anders. Want in Amerika wordt gevierd dat bruine mensen vrij zijn van de slavernij. En dat kunnen blanke mensen niet vieren.

..Bij cultuur hoort ook dansen. Bijvoorbeeld bij Argentinië of Brazilië schudden ze met hun konten.

Juf: Geef eens een voorbeeld van iets dat duidelijk bij een bepaalde cultuur hoort. Denk aan alle culturen op de wereld.

Page 46: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

46

..Italie, pasta. Pizza! Iets met schnitzel…. Sushi uit China.. of Japan. Frankrijk: slakken. Roti, Surinaams. Croissant uit Frankrijk. Shoarma: Egypte. Tortilla: Spanje. Nederland: hutspot. Kapsalon: Turkije. Echt niet. Echt wel. Dönner uit Turkije. Wafel: Belgie. Dominicaanse Republiek: Bakabana. België: frieten. Haggis: Schotland. Hotdogs: Amerika. Spanje: stierenballen. Apenhersenen: de Bahama’s. Nacho’s en guacamole: Mexico. Honden: China. Etc…

Juf: En zijn die culturen dan ook allemaal hier?

..Ja, die culturen komen allemaal naar Nederland dus dan gaan we dat ook eten.

Juf: En als jij dan een hotdog eet, ben jij dan ook een beetje van die cultuur?

..Nee je eet van de cultuur, maar je bent het niet. Als je een croissant eet, ben je niet meteen Frans.

Juf: Nee. Dat is wel een goed punt. Maar het eten hoort wel bij de cultuur, zeggen jullie. Dus als je nadenkt wat is nou mijn eigen cultuur, kijk je dan ook naar wat je allemaal eet, wat voor feestdagen je viert, wat voor kleren je draagt, wat voor dansen je doet? En stel je voor je eet alleen maar pizza’s en pasta’s, zou je dan niet een beetje Italiaans zijn?

..Dan zou ik wel een beetje Italiaans zijn. Als je het zoveel eet, en stel je weet alles van die cultuur, dan heb je het wel een beetje in je.

..Maar je cultuur zit niet in je gerecht. Niet in het eten wat je eet. Ik vind gewoon van niet. Het zit gewoon in jezelf. Het hoort bij geloof en waar je geboren bent. Dat krijg je van je voorouders. Je ouders.

Juf: Hoe kom je precies aan je cultuur?

..Wat je leuk vindt ga je heel veel doen, en dan krijg je er nog een cultuur bij.

Page 47: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

47

Juf: Dus je kunt veranderen?

..Eten hoort niet bij cultuur, want het maakt niet uit wat je eet. Je blijft je eigen cultuur.

..Cultuur zit in wat je ouders zijn. Bijvoorbeeld: mijn ouders zijn allebei Marokkaans, dus ik ben heel Marokkaans. Maar als je bijvoorbeeld een Marokkaanse vader hebt maar een Nederlandse moeder, dan ben je half Marokkaans, half Nederlands.

..Of je moeder is half Nederlands en half Frans, en je vader is half Marokkaans en half Spaans. Dan ben je 25% van alles.

Juf: Dus dat gaat allemaal over ouders. Maar kan het ook zijn dat je zelf net een beetje anders bent dan je ouders? Dus je vader is Duits, je moeder Amerikaans, maar jij bent opgegroeid in Nederland…

..Bijvoorbeeld: Je spreekt Duits, dan ben je nog niet Duits. Het maakt niets uit wat je spreekt.

..Als je Arabisch spreekt is het gewoon de taal van de Islam.

..Maar dat klopt niet, want zij spreekt ook Arabisch, maar ze is geen Moslim. Ik bedoel er spreken wel heel veel mensen Arabisch, maar er spreken ook een paar Egyptenaren die Christen zijn ook Arabisch.

Juf: Heel goed tegenvoorbeeld. Dus taal heeft niet alleen met geloof te maken.

Het vraagstuk van de cultuur, kies je zelf je cultuur leidt nogal eens tot grote verwarring. Wat is dat nu eigenlijk, cultuur?

Page 48: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

48

Joop Westerweelschool

Juf: Draagt er nog wel eens iemand klompen?

..Ja, onze directeur.

..Mensen in Nederland eten haring. En soms in Nederland heb je nog ouderwetse molens, maar vaker moderne molens.

..Goed gezegd.

..De molen staat er voor de sier.

Juf: Stel je voor: je ziet nooit een molen, want je woont er niet in de buurt, je draagt geen klompen, houdt niet van kaas en ook niet van haring. Ben je dan nog wel een Nederlander?

..Nederland staat zeg maar bekend om dit. Maar dat wil niet zeggen dat iedereen dit moet doen om Nederlander te zijn.

..Als je een Nederlands paspoort hebt, ben je een Nederlander.

..Nee als je hier bent gebóren. Bijvoorbeeld als je van Duitsland naar Nederland komt ben je geen Nederlander. En iedereen heeft zijn eigen smaak, waarom zou je al die dingen doen, als je het niet wil?

We laten een filmpje zien dat heet “Turk proeft nederlandse cultuur”. Het zorgt voor veel hilariteit. De vraag is weer, wat is dat nu cultuur en hoort dat echt bij jou of kun je je ook los maken van cultuur. Bepaalt het wie je bent of niet?

Page 49: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

49

Juf: En als je nou in Egypte bent geboren, maar na een week kom je naar Nederland en je woont hier je hele leven. Maar je hebt een Egyptisch paspoort. Ben je dan Nederlander of Egyptenaar?

..Je maakt je leven af in Nederland. Dus je bent een Nederlander.

..Die dingen van cultuur zijn net als de regels bij een toets: dat je je naam erop schrijft en niet slordig mag schrijven. Maar als je toch heel slordig schrijft maar je hebt alle antwoorden goed, dan heb je toch je toets gehaald.

Juf: Mooie omschrijving! En dan zijn we op zoek naar wat zijn dan de vragen van de toets, wanneer heb je de toets goed? Wanneer ben je dan wel een Nederlander? Als je ergens woont wordt dat je cultuur?

..Nee, bijvoorbeeld Marokkaanse mensen nemen ook vaak hun eigen cultuur mee. Bijvoorbeeld mijn ouders, ze zijn hier niet geboren en precies hetzelfde wat ze daar eigenlijk doen, doen ze nu hier. Ze praten nu wel allebei de talen.

Juf: Zijn je ouders dan Marokkaans of Nederlands?

..Allebei.

Juf: En jij?

..Eigenlijk ook allebei.

Juf: En ben jij dan meer Nederlands geworden omdat jij al lang in Nederland bent?

..Eigenlijk wel.

Juf:Dus jouw percentage “Nederlands” is wat groter dan “Marokkaans”?

..Eigenlijk wel, maar dat hoeft niet per se zo te zijn.

Page 50: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

50

..Mijn ouders kunnen ook allebei de talen. Maar ook al kunnen ze Nederlands, ik vind alsnog dat ze Marokkaans zijn. En ik ben Nederlands, met een Marokkaanse achtergrond.

Juf: En wat is dan het verschil tussen jou en je ouders?

..Dat zij in Marokko zijn geboren en ik in Nederland.

..En het is ook een verschil dat hij hier is opgegroeid en naar school gaat.

..Net als gastarbeiders, zijn we uit Turkije gekomen.

..Wij zijn in Nederland geboren en hebben een Nederlands paspoort.

..Ik vind eigenlijk wanneer je gewoon een paspoort van Nederland hebt, dan ben je gewoon een Nederlander. Maar waar je afkomst is, vind ik belangrijker. Dat ben je meer. Dus waar je bent geboren, dat ben je meer, als je bent verhuisd. Dan ben je wel ook van het andere land.

..Je hebt een Marokaans paspoort en dan vraag je een Nederlands paspoort aan, maar dan hoef je niet gelijk een Nederlander te zijn. Want je gaat niet ineens je cultuur achter je laten. Je blijft nog steeds Marokkaans.

Juf: We onderzoeken dus even waar je nou op moet letten om te kunnen bepalen van welke cultuur je nou bent. Hoe bepaal je dat?

..Als je dingen doet die erbij horen. Zoals kaas eten.

..Dat kan bij alle landen.

..Dit is mijn mening.

..Maar ik spreek je toch tegen.

..Je moet het niet altijd eten, maar je moet het wel gegeten hebben.

Page 51: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

51

..Als je misselijk wordt van kaas, ben je geen Nederlander.

Juf: Moet je nou vijfhonderd keer kaas eten, of maar een keer? Of moet je gewoon weten dat kaas bij Nederland hoort?

..Je moet het gewoon weten.

We gooien er maar weer eens een voorbeeld in de vorm van en gedachte experiment in, gewoon om te helpen kritisch te denken.

Juf: Stel je voor: ik wil heel graag de Japanse cultuur hebben, zelf. Ik ga emigreren naar Japan, verhuizen. Ik ga een paspoort regelen. Leer Japans, eet alleen maar sushi en andere Japanse gerechten. Ik ga Japanse muziek luisteren, naar de tempel daar, ik maak Japanse vrienden en spreek mijn oude vrienden nooit meer. En ik neem een nieuwe Japanse naam. Ben ik dan Japans?

..Dat hoeft niet zo te zijn. Wanneer je de papieren hebt en de taal beheerst. Papieren zijn sowieso belangrijk. Dan hoef je niet je vrienden niet meer te zien enzo. Kijk stel je woont in Nederland. Daar eten ze vaak aardappelen. Dat hoef je niet per se lekker te vinden.

..Je bent een Japanner als je je een Japanner voelt.

..Ook al gedraagt u zich heel Japans, u bent nog steeds een Nederlander. Omdat u er niet uit ziet als een Japanner.

..Je moet ook spleetogen hebben.

..Bijvoorbeeld: ik voel me rijk, of slim. En dat ben je dan gewoon niet.

..Maar ik kan wel zeggen dat ik me rijk voel met elke euro die ik heb.

..Het is gewoon niet waar. Jammer. Gewoon niet de waarheid.

Page 52: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

52

..Er zijn ook Surinamers die in Nederland zijn geboren, maar ze zijn wel bruin en dan zeg je toch dat ze Surinamers zijn.

..Mijn cultuur is Marokkaans en Nederlands. Ik ben meer Marokkaans dan Nederlands, maar ik voel me meer Nederlands.

..Eigenlijk ben ik gewoon een Nederlander, maar mijn achtergrond is Marokkaans.

..Ik ben 60% Marokkaans en 40% Nederlander, maar ik voel me 60% Nederlands en 40% Marokkaans.

..Ik ben 1% Nederlands en 99% Surinamer. Alleen ik spreek beter Nederlands dan Surinaams. Ik heb wel een Surinaams accent. Ik eet niet Nederlands.

..Mijn cultuur is Nederlands, want ik ben hier geboren. 75% Nederlands, 25% Turkije.

..Ik ben 50% Marokkaans. Ik eet heel veel Marokkaans.

Basisschool De Springplank Juf: Wat is cultuur?

..Cultuur heeft te maken met traditie.

..Je omgeving heeft te maken met je cultuur.

..Manier van opvoeden.

..Uiterlijk. Je kleding.

..Geloof.

Waar heeft cultuur nu allemaal mee te maken? De Springplank buigt zich over deze vraag.

Page 53: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

53

..Cultuur is niet je geloof, maar het heeft wel vaak een beetje met elkaar te maken.

..Het weer.

Juf: Hoort dat bij cultuur?

..Ik denk dat hij denkt aan natuur.

..Ja want bijvoorbeeld een regenboog.. met een pot goud..

..Of als ze een regendans gaan doen.

..Dat gaat meer naar traditie.

Juf: Dus dan heeft de natuur hun tradities beïnvloed. Want de Indianen leven in een heel andere natuur dan de Eskimo’s en dus hebben ze ook een andere cultuur.

..Kunst!

..Samen met cultuur kunnen ook bepaalde rituelen zijn.

Juf: Wat is dat?

..Iets wat je van je familie hebt gekregen wat je steeds doet.

Juf: Wat is het verschil met traditie?

..Een ritueel hoeft niet per se traditie te zijn. Traditie is iets wat heel vaak voorkomt. En een ritueel kan ook zomaar ineens. Maar kan ook vaker voorkomen.

..Een ritueel hoort bij traditie en die hoort weer bij je cultuur.

..Feesten horen bij tradities. Zoals het suikerfeest. Of carnaval.

Juf: Wat is jullie eigen cultuur?

..Marokkaans. Turks. Bulgaars. Pakistaans.

Juf: Kun je ook een mix van culturen zijn?

Page 54: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

54

..Iemand zei tegen mij dat ik een kwart Italiaans ben, half Surinaams en nog dertig procent Nederlands.

..Kan niet, klopt niet! Moet kwart, kwart, half.

..Juffrouw, maar paspoort heeft toch niet zoveel met cultuur te maken. Een klein beetje maar. Maar een Nederlands paspoort kan wel een andere cultuur hebben.

..Tja, je bent gewoon als je hier al heel lang hebt geleefd en je ouders zijn Nederlands, ben je gewoon honderd procent een kaaskop.

..Mijn moeder spreekt ook bijvoorbeeld al heel lang Nederlands, maar ze denkt nog wel in het Marokkaans. En ik heb gelezen: tot je tiende jaar leer je het meest. Dus als je dat al in Nederland hebt gedaan….

Juf: En nog even over het woord ‘kaaskop’. Wat vinden jullie daarvan?

..Dat is omdat Nederlanders kaas lekker vinden.

..Niet alle Nederlanders vinden kaas lekker. In Frankrijk vinden ze kaas lekkerder.

..Als het daar niet aan ligt, vind ik het toch een beetje raar, want Nederlanders zien er niet geel uit en ze hebben ook geen gatenhoofd.

..Hij neemt alles letterlijk. Nederlanders zijn iets witter. Zijn ongeveer kaaskleur. Bijvoorbeeld geitenkaas is een beetje wit.

..Het is een beetje een cliché. Een afgezaagde uitdrukking.

..Nederlanders worden niet kaaskoppen genoemd omdat ze kaas lekker vinden maar omdat Nederland bekend staat om de kaas.

Page 55: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

55

..Nee, ze bedoelen lichte mensen. Er bestaat toch geen zwarte kaas.

..Nederlanders heten kaaskoppen omdat ze kaas eten. Maar in Japan eten ze ook sushi, waarom noemen we hun dan niet sushi-koppen?

..En waarom zeggen ze dan geen zwarte kaaskoppen tegen zwarte mensen?

..Chinezen hebben weer andere bijnamen, zoals ‘spleetogen’.

..Stel je voor dat andere kinderen het tegen hem zeggen, dan vinden ze dat niet leuk.

..Maar ‘kaaskoppen’ is net zoiets als ‘neger’. Dat is niet hetzelfde als ‘Turk’. ‘Kaaskoppen’ is discriminatie.

Page 56: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

56

Wetenschap Wetenschap en geloof, zijn beiden heel waardevolle ingrediënten voor onze denkkaders en wegwijzers voor ons handelen. Daarom is het des te belangrijker hierover met elkaar te praten. Geloven is iets anders dan weten. Toch is er voor gelovigen vaak bijna geen verschil. Dat God bestaat is voor hen een feit. Is dit nu een ander soort feit dan een wetenschappelijk feit? Anders dan bij wetenschappelijke theorieën, kunnen we religieuze uitspraken niet toetsen op waarheid, niet bewijzen. Maar ook al spreken we bij wetenschap van ‘feiten’ en ‘bewijzen’, de wetenschap is volop in beweging. Nieuwe wetenschappelijke ideeën verwerpen oude, dus kun je ooit zeggen dat je iets ‘zeker’ weet?

Juist voor kinderen is het goed om te weten dat religie net zo min als wetenschap in beton gegoten is. Zoals een discussie plaats vindt in de wetenschap, vindt er evengoed al millennia lang discussie plaats in het geloof. Een kind kan juist bewuster zijn of haar geloof beleven, wanneer het een zelfstandig denkende gelovige is die open staat voor discussie.

Filosofische vraag: wat is het verschil tussen geloof en wetenschap? Schrijf-opdacht:

• Schrijf op wat jij denkt: wat is het verschil tussen wetenschap en geloof?

• Noem eens tien dingen in huis die er zonder de wetenschap nooit zouden zijn geweest.

• Noem eens tien dingen in huis die te maken hebben met jouw geloof.

Vragen voor het filosofische gesprek:

Page 57: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

57

• Wat is het verschil tussen wetenschap en geloof?

• Wat is het verschil tussen geloven en weten? • Wanneer weet je iets absoluut zeker? • Wanneer heb je iets bewezen? • Als iedereen het eens is ergens over, is het dan ook

waar? • Hoevaak moet je iets op de grond laten vallen om te

weten dat zwaartekracht bestaat? • Kun je het bestaan van God bewijzen? Hoe? • Waarom noemen we het geloven en niet ‘weten’?

Page 58: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

58

Basisschool de Meidoorn

Juf: Hoe moet je nou bepalen waar je in gelooft?

..Nou dan zit je bijvoorbeeld zo op de bank, en dan denk je: “Wat zou er gebeuren als ik doodga?” En dan denk je “Hmmm, dat weet ik niet’”

Juf: En hoe moet je dan toch tot een antwoord komen?

..Dan denk je zo van: Ga ik naar de hemel of zie ik een elfje? En dan kan je ook naar de hel gaan… en misschien word je een ander mens….

..“De zee is groot” is een mening. Want voor sommige mensen is de zee gewoon een meertje.

..Maar hoe weet je dan of iets waar is? Hoe weet je wat een feit is eigenlijk?

Juf: Dat is een hele goede vraag, daar gaan we even op in.

..Dat hebben ze gewoon bepaald.

..Wie is ze?

..Men.

..Wat hebben zij te zeggen?

..Veel.

..De grens tussen Frankrijk en Spanje, is ooit afgesproken. “Hier ligt de grens”. Vanaf dat moment is dat zo.

..Een feit.

We bespreken hier de vraag, wat is nu het verschil tussen geloof en wetenschap?

Page 59: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

59

Juf: Wanneer wordt iets “weten” en niet “geloven”? Wetenschap.

..Als je iets ziet met je eigen ogen.

..Maar dan wordt het toch gewoon weer een feit of een mening?

..Ja wordt het dan altijd een feit of een mening?

..Ja, soms.

..Dan is het voor jou een feit en voor een ander een mening.

..Maar als het voor een ander een mening is, dan is het toch geen feit?

..Voor je zelf wel, maar voor hun niet.

..Voor jou is het een mening dat het een feit is.

Juf: Kan dat? Is het dan wel een feit?

..Nee, het is een mening dat het een feit is.

Juf: Okee, maar wanneer is iets nou écht een feit, en niet alleen maar een mening dat het een feit is?

..Als je het gezien hebt.

..Als meerdere dan één persoon het gezien heeft. En niet alleen dat één monnik het gezien heeft.

..Ja en het is ook gewoon: sommige mensen gaan dan ook photoshoppen. En als je het met je eigen ogen gezien hebt zonder dat het in een strip staat of een maandblad of wat dan ook. Dat je het echt hebt gezien en in de buurt was.

Juf: Als er meerdere mensen het hebben gezien, dan is het ook echt een feit?

Page 60: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

60

..Dan is het voor anderen weer, die het niet hebben gezien, die denken dan ook nog steeds bij zichzelf dat het gewoon een mening is. Het is soms moeilijk om dingen te geloven. Ik kan ook zeggen bijvoorbeeld de school is getroffen door een bliksemstraal dan en dan neem ik een foto en zet ik er een bliksem boven.

..Ja, je kunt natuurlijk op internet veel onzin zetten.

..Het kan ook waar zijn. Als je haren in de brand staan, dan is dat een bewijs. Als het een beetje glimmend en nattig is, dan is het niet waar. Dan is het gewoon gel. Maar als het droog is en het staat omhoog en het ruikt naar vuur, dan is het wel waar.

Juf: We zijn nu goed op het spoor wat het verschil tussen wetenschap en geloof. Één van de verschillen. Bij wetenschap gaat het om dingen die je kunt bewijzen. Maar zoiets als zwaartekracht: wat zou voor jou het bewijs zijn voor zwaartekracht?

..Dat je niet in de lucht zweeft.

..Dat je niet dood bent.

Juf: En wat is een goed experiment?

Juf: Hoe vaak moet je dit experiment doen?

..In wetenschap doen ze het niet een keer maar meerdere keren.

..Duizend keer.

..Als twee mensen het twee keer doen, dan weet je het wel. Als je het in je eentje doet, dan kan je nog denken: o die heeft er iets onder gezet, dat het naar beneden valt.

- Kinderen laten pennen op de grond vallen-

Page 61: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

61

Juf: Is fruit nou natuur of danken we het aan wetenschap?

..Fruit is eigenlijk geen wetenschap. Want je gaat geen proefjes doen en dan zeggen: “o kijk ik heb fruit gemaakt.” Het groeit gewoon.

Juf: Wie denkt dat er wel wetenschap aan te pas komt?

..Je moet het maar eerst bedenken dat het eetbaar is. Want je hebt ook vruchten die je niet kan eten.

Juf: En als chimpansees weten dat ze bananen moeten gaan eten, is dat dan ook wetenschap?

..Haha, nee.

..Als het wetenschap is, hoe is het dan ontstaan in de natuur?

..Eigenlijk is wetenschap al ontstaan toen de eerste mensen op aarde waren. Toen ze eten wilden gaan zoeken. Want ze waren eerst vleeseters, maar ze moesten uitzoeken wat ze konden eten. Schors of fruit. Eigenlijk is het gewoon natuur, maar daarvoor was het wetenschap.

..Maar ze hadden toen ook vuur nodig. Dat is ook wetenschap.

Juf: Vinden jullie vuur natuur of wetenschap?

..Half half.

..Ook bij fruit.

..Er komt ook vuur als er een bliksemschicht in een boom komt.

..Zij zei net dat wat mensen maken wetenschap is. Maar mensen kunnen ook een kindje maken. Dat is ook geen wetenschap.

..Maar je moet wel weten hoe je het moet doen.

..Haha.

Page 62: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

62

..Dat is niet vies ofzo hoor.

Juf: Moet je weten hoe het moet of kun je het ook automatisch meteen goed doen?

..Het kan wel, maar het is beter om te weten wat je kan doen en wat de gevolgen zijn.

..Maar nog over dat vuur: vuur is eigenlijk natuur, want het kan uit een bliksemschicht komen enzo. Maar toen leerden mensen eigenlijk het vuur te beheersen, en dan werd het ineens wetenschap.

Juf: Volgens mij zijn we goed bezig met de essentie: wanneer begint iets wetenschap te worden? Zodra we er als mens mee gaan bemoeien wordt het wetenschap… Nieuwe vraag, over geloof:

Juf: Wat is het verschil tussen weten en geloven?

..Bij geloof kan het ook niet waar zijn. Bijvoorbeeld iemand gelooft in Jezus. Jij gelooft er bijvoorbeeld in, dat het waar is dat hij leefde, maar ik niet. Maar weten, dat is bijvoorbeeld 1+1=2. Dat kan niet anders dat het waar is.

..Bij geloven zijn er meerdere meningen. Sommigen in god, sommigen in Allah, sommigen in niks.

..Weten is een feit. Bij geloven kan het waar zijn maar het hoeft niet.

..Weten is dat je het zeker weet want je hebt het getest of uitgevonden. En bij geloof niet. Dan zeg je: ‘ik geloof in God’ en als je dat zegt kun je dat niet testen. Jezus is nu al dood, dat kun je niet testen.

..Kun je geloof niet testen?

..Als je geloof kon testen, dan werd het eigenlijk meer ‘weten’.

Page 63: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

63

..Je kunt ook gelovige mensen gaan vragen, en naar de kerk gaan kijken hoe het daar is. Vragen hoe het geloof is, en boeken lezen over het geloof. En dan kan je kijken wat je de beste verklaring vindt hoe de wereld is ontstaan.

Juf: Is dat dan ook bewijzen? Zit er bewijsvoering in geloof?

..Als ik denk dat Beatrix kan eenwieleren, dat kan ik testen, maar dan is het nog niet meteen waar. Zij zei: als je het kan testen is het waar. Je kunt het testen, een eenwieler pakken en Beatrix eropzetten.

..Okee, we zetten Beatrix op de eenwieler. Zodra ze fietst, is dat dan bewijs?

..Als je het kan testen is het niet meteen waar. Alleen als ze echt kan fietsen.

..Ik heb eigenlijk nog iets tegen hem te zeggen. Want hij zei ‘dit papier is blauw’, maar voor kleurenblinden is dat niet zo.

..Maar in werkelijkheid is het echt blauw. Alleen hij weet het niet.

..Zij denken dat het groen is.

..Zij weten toch ook dat ze kleurenblind zijn.

..Ze denken toch ook niet dat jouw gezicht blauw is.

..Nog even over dat kleurenblind…

..Waarom is iedereen tegen mij?

Juf: Nee, zo moeten je dat niet zien. Jij hebt iets heel goeds gezegd, daarom gaat iedereen erop in. Daarom willen zij hun standpunt verdedigen. Het is niet erg dat we het niet met elkaar eens zijn. Het is juist interessant.

..Het papier is gewoon blauw, maar kleurenblinden zien het gewoon niet.

Page 64: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

64

Juf: Als kleurenblinden het niet zien als blauw, is het dan wel echt absoluut waar dat het blauw is. Het is moeilijk om een voorbeeld te verzinnen wat absoluut waar is.

..Als de kleurenblinden denken dat het geel is, dan is het meer geloven dan weten. Zij denken dat het geel is, maar ik weet dat het blauw is. En zij weten dat ze keurenblind zijn.

Admiraal de Ruyterschool

..Dus u wilt zeggen dat Adam en Eva met elkaar geneukt hebben, en dat hun kinderen steeds hetzelfde doen. Maar dan doen ze het toch met hun eigen familie? Er waren toch geen andere mensen dus…. Ze zeggen dat zij de eerste waren. Dus dan kan er toch geen Surinamer zijn ofzo die weer met hun ging.

Juf: Als je de Bijbel gaat lezen, of delen in de Koran (van de Moslims) of de Torah (van de Joden), die over Adam en Eva gingen dan waren zij inderdaad de eerste mensen op aarde, waaruit alle mensen uiteindelijk zijn ontstaan. En ja, dan gingen ze dus met hun eigen familie. Maar misschien is het wel anders, volgens de wetenschap, zijn de mensen geleidelijk ontstaan uit de dieren. De evolutie. Dat is een theorie. En dan hoef je het dus niet met je eigen familie te doen.

..Juf, Amerika was er toen ook. En in die tijd hadden ze nog geen boten gebouwd. Want ze dachten dat ze dan van de aarde af zouden vallen. Maar een paar jaar laten ging Columbus…

We behandelen de vraag, wat is het verschil tussen geloof en wetenschap. De discussie begint goed als een van de leerlingen vrijmoedig begint over de schepping…

Page 65: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

65

Juf: Ja, dat is wel veel later, laten we zeggen, miljoenen.

..Ja, maar in elk geval: toen Columbus met de boot ging, als eerste, kwamen ze daar toch mensen tegen. Hoe kan dat dan?

..Ik weet dat heel vroeger de continenten op elkaar waren. En later zijn ze van elkaar afgegaan.

Juf: Ja, als je naar de wereldbol kijkt, kun je nog wel zien waar bijvoorbeeld Afrika en India heel goed in elkaar passen. Vroeger zaten zij aan elkaar vast. Dus het zou kunnen dat er eerst mensen waren die zich verspreiden en daarna de aardplaten uit elkaar zijn gedreven. Dat zou een verklaring kunnen zijn. Dat al het nageslacht dat uit Adam en Eva zou zijn ontstaan toch ook al in Amerika was, toen Columbus het ontdekte.

..Daar had ik nog niet over nagedacht, want ik had de wetenschap er nog niet bijgehaald.

Juf: En toch is er nog wel een botsing tussen Adam en Eva en de evolutietheorie. Want wetenschap denkt niet dat het is begonnen met twee mensen.

..Ik wil de waarheid weten! Juf: Ik ook!

..Het kan ook, dat toen de aardplaten uit elkaar ging, dat er toen veel water kwam en toen de Ark kwam…

Juf: Ja, misschien valt dat heel goed in te passen met verhalen die in de wetenschap bekend zijn over de geschiedenis van de aarde.

..Juf, ze zeggen dat als je met je eigen familie gaat dat je dan gehandicapte kinderen krijgt, toch? En Adam en Eva kregen toch twee of drie zonen? Dan moeten ze dus met hun eigen moeder het hebben gedaan, of met een aap ofzo, of weet ik

Page 66: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

66

veel. Maar dan zouden er toch eigenlijk allemaal gehandicapte kinderen moeten zijn.

..Dat is niet altijd zo.

Juf: Er staat in de Bijbel niets over gehandicapte kinderen inderdaad, volgens mij. En wat veel wetenschappers nu doen is het zien van de Bijbel als een symbolisch verhaal. En dat bijvoorbeeld de Big Bang, eigenlijk hetzelfde is als de Creatie. En dat het verhaal van Adam en Eva hetzelfde is als het ontstaan van de eerste mensen. Want dat moet toch op een gegeven moment zijn gebeurd: het ontstaan van de eerste mensen, toch? Je kan ook geloven dat aliens de eerste mensen aarde hebben gebracht. Dat geloven ook best nog veel mensen.

..Ja????

Juf: Uiteindelijk moet je zelf maar onderzoeken, hoe de wetenschappelijke visie op de geschiedenis en het ontstaan van de aarde en de mens, verenigbaar is met de verhalen in geloof. De verhalen in de Bijbel, de Torah en de Koran zijn hierin best gelijk. En wat jij zegt vind ik heel mooi, “ik wil gewoon weten wat de waarheid is!”. Maar we zijn er helaas niet meer bij, want het is al gebeurd.

..Maar weet je wat het is, we hebben een keer een spelletje gedaan en dat was in een klein kringetje. En dan moest je iets vertellen en doorvertellen en op het einde was het iets heel anders. En dat was een klein kringetje… maar ik bedoel, er zijn nu miljoenen mensen die praten: “Ja er was een Mozes.” Maar misschien is het wel heel anders gegaan. Misschien was er een schildpad…. ..Hahaha!

..Maar ik bedoel echt, iedereen zegt er wat bij. Als ik tegen hem zeg, “Mootje is leuk” en aan het einde zegt hij “Mootje is slim”, maar dat heb ik niet gezegd.

Page 67: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

67

..Juf, ik snap wat hij bedoelt, want als ik tegen hem ga zeggen, “Mootje is in elkaar geslagen en hij heeft heel veel pijn”, dan gaan ze het doorvertellen en zeggen ze misschien wel: “Mootje ligt in het ziekenhuis”.

Juf: Dus je bedoelt dat als mensen jarenlang verhalen aan elkaar hebben doorverteld, dat er dan heel veel misverstanden kunnen ontstaan.

..Ja. Ik zeg niet dat de Bijbel niet gelijk heeft. Misschien had de eerste persoon wel gelijk.

Juf: Het is heel menselijk om de boel aan te dikken en te verdraaien.

..Gaat filosofie alleen maar over vroeger?

Juf: Nee. Het gaat ook heel vaak over nu en de toekomst.

..Zouden ze in de toekomst ook nadenken over nu?

..Misschien zouden ze dan zeggen: “Haha, zij hebben een Active Board”.

..Misschien hebben ze die dan ook wel, maar dan zó klein.

..Waarom beginnen we nu niet met de toekomst?

Juf: Hee, dat is een leuke. Beginnen we niet altijd al met de toekomst?

..En een seconde later is het al weer verleden!

Juf: Bestaat het ‘nu’ dan wel?

..Haha, en ‘nu’ krijg je straf!

Juf: Maar is er dan echt wel de toekomst? En het verleden?

..Ja, het is toch gebeurd?

Page 68: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

68

..De toekomst is zo weer verleden.

Basisschool De Boomgaard

Waar ik in geloof:

1. Mezelf

2. De dood

3. De mensheid

4. Het nieuwe leven

5. Kansen

6. Zelf kiezen

7. Niet in godsdienst

8. Overtuigen van wat jij denkt

9. Dat leren goed is

10. De wereld

Welke dingen waren er niet zonder de wetenschap?

1. Timmerspullen

Kinderen beantwoorden vragen voor zichzelf op papier. Het idee is dat je soms vrijer bent als je voor jezelf iets opschrijft in plaats van dat je het moet vertellen in de klas. Er volgt een prachtige lijst.

Page 69: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

69

2. Digibord

3. PC

4. Klok

5. Tafels

Welke dingen waren er niet zonder het geloof?

1. Kerk

2. Andere geloven

3. Kerkdienst

4. Sommige oorlogen

5. Moskee

Welke zinnen zijn zeker waar?

1. Dat ik hier en nu leef

2. Dat ik geboren ben

3. Dat ik mijn ouders ken en van ze hou

4. Dat ik mezelf soms heel volwassen vind

5. Dat ik mijn best doe voor anderen

6. Dat ik naar de middelbare school ga

7. Dat ik geen geloof heb

8. Dat ik gelukkig ben

Page 70: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

70

Joop Westerweelschool

..Allah heeft mensen gemaakt, en zonder hem zouden wij niet bestaan.

..Hoe weet je dat?

juf: Heb je daar bewijs voor?

..Ja, of ben je soms van een meeuw gevallen.

Juf: Haha, dat is grappig. Het is nu net alsof er twee opties zijn: of Allah heeft ons gemaakt, of we zijn van een meeuw gevallen. En ik moet kiezen! Er zijn misschien meer opties. Dat is niet zo wetenschappelijk gedacht. Begrijp je wat ik bedoel? Het is geen bewijs, dat als de meeuw geen optie is, dat het dan Allah moet zijn.

Juf: Het gaat even over de vraag of je bewijs hebt voor god. De filosofische vraag van vandaag is: Wat is het verschil tussen geloven en weten? En dan wil ik graag dat je in je beschrijving NIET de woorden geloven en weten gebruikt. Dus niet zeggen: geloven is dat je gelooft en weten is dat je het weet. Dan heb je nog niets uitgelegd. Dan zeg je: een schoen is een schoen.

De vraag is, wat is het verschil tussen geloof en wetenschap?

In de filosofie noem je dit een cirkelredenering, waarin je de term die je probeert uit te leggen met dezelfde woorden omschrijft. Daarmee bewijs je niets.

Page 71: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

71

..Geloven is niet zeker weten. En weten is zeker. Bijvoorbeeld 1+1=2.

..Weten is iets in je hoofd.

..Weten is dat het waar is.

..Wat bedoelt u met weten?

Juf: Dat is mijn vraag aan jullie.

..Met bewijs.

..Wat iedereen weet.

Juf: Dus wat je weet, is gedeelde kennis. Kun je ooit zeggen dat je iets zeker weet?

..Geloven is dat het bestaat.

Juf: Moet dat niet juist bij weten?

..Ja kan ook. Kan bij allebei.

..Ik weet zeker dat jij bestaat.

..Als je niet bestond zou je niet hier komen praten.

Juf: Misschien ben ik wel een droom?

..Ja, hoe weet je zeker dat ik geen droom ben?

..Omdat ik wakker ben.

Deze leerling komt hier uit zichzelf op de conclusie van het beroemde twijfelexperiment van Descartes. Misschien bestaat alles om mij heen wel niet echt! Hij kon het in ieder geval niet bewijzen, vond hij. Maar ‘Ik denk dus ik ben’ was zijn conclusie na lang twijfelen. Vergelijk: Ik praat dus ik ben.

Page 72: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

72

Juf: Misschien dromen jullie wel!

..Ik voel en ik ruik dus ik weet dat ik wakker ben.

..Ik haal adem.

..Het is twee uur ‘s middags.

..Het kan ook zijn in je droom dat je op school zit en het kwart voor twee is.

..In een droom word je altijd wakker door dit soort dingen.

..Als ik in mijn droom denk dat ik zit te dromen, dan word ik wakker.

Juf: Dat is misschien wel een bewijs, dat dit geen droom is.

..Juffrouw, als ik droom dan weet ik niet meer waar we het over hebben gehad, maar als ik wakker ben weet ik het over een paar dagen nog wel.

Juf: Dus over een paar dagen weten we of dit een droom was.

..Ja.

Juf: Ook een goed argument.

..In je droom was het niet zo langzaam geweest. Maar heel snel.

..In mijn droom heb ik nooit een bril op.

Juf: Steeds meer argumenten komen erbij.

..In mijn droom heb ik ook altijd rare mensen.

Juf: Ik heb op zich wel genoeg argumenten gehoord waarom dit geen droom is. We hadden het erover, of je zeker wist dat ik besta. We vroegen ons af of je sommige dingen met absolute zekerheid kunt zeggen.

Page 73: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

73

..Je kunt weten wat je zegt.

..Soms weet je het niet.

..Soms vergeet ik wat ik zeg.

..Bijvoorbeeld: als je iets hebt gezegd, dan weet je toch dat je 3 seconden geleden “2” hebt gezegd.

..Soms kun je vergeetachtig zijn.

..Weet jij nog wat je gister allemaal zei?

..Wat je denkt weet je.

Juf: Wat is het verschil tussen denken en weten?

..Denken zie je in je hoofd voor je. En bij weten heb je bewijs.

…Denken dan zeg je dat iets misschien wel zo is. Je raadt het. Niet dat je het zeker weet. En weten is waarheid.

Juf: En als je het nou verkeerd hebt. Iemand heeft het je verkeerd geleerd. En er wordt gevraagd wat is 2 x 4 en jij zegt 9. En je weet het zeker!

..Je kunt het niet bewijzen.

..Dit gaat een beetje duizelen.

..Je kan niet bewijzen wat je denkt.

..Als je zo doorgaat, ga je twijfelen over alles!

Juf: Bestaan jullie wel?

..Hoe weet je dat je vandaag jarig bent?

..Denken dan denk je ik ga morgen ergens heen, naar het zwembad. En weten is dat je het zeker weet.

Page 74: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

74

Juf: Kan het zijn dat je het zeker weet, maar je gaat toch niet, want je breekt ineens je been. Je wist het 100% zeker, maar er is iets tussen gekomen.

..Nee dan geloof je het.

Juf: Je weet het pas zeker als je naar het zwembad bent geweest.

..Dan pas weet je het zeker.

..Of je denkt dat je een playstation krijgt morgen, maar je weet het pas als je het in levende lijve meemaakt.

..Dan pas heb je zekerheid.

Juf: En wat is dan het verschil tussen denken en geloven?

..Dat is een beetje hetzelfde.

..Evenveel zekerheid.

..Je gelooft in denken daarom denk je.

..Jullie geloven in God. Je denkt niet in God.

..Dat weet je gewoon!

Page 75: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

75

Page 76: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

76

Respect Iedereen heeft het erover, maar eigenlijk is het niet duidelijk wat het is. Is het een gevoel of is het en houding? En is het verplicht om respect te hebben, of is het vrijwillig? Heb je het voor iedereen, of alleen als iemand het in jouw ogen verdiend heeft, of als iemand op je lijkt? Word je met respect geboren of is het aangeleerd? In deze les gaan we de achtergrond onderzoeken van het begrip respect, dat we zoveel en zo onnadenkend gebruiken. Respect speelt een rol in de omgang met andere kinderen in de klas (wordt er gepest of niet?), met volwassenen, met de buurman, autoriteiten, en de onbekende persoon in de straat.

Filosofische vraag: moet je respect hebben voor iedereen?

Maak een betekenisspin op het bord over Respect. Wat is dat eigenlijk?

Over deze zes stellingen denken de kinderen in groepjes van twee of drie na. Ze moeten hun mening erover bedenken en bovendien nadenken waarom ze dit vinden. Als er onenigheid binnen het groepje is, is dat niet erg. Dan schrijven ze op wie wat vindt, en waarom.

1. Ik respecteer alleen mensen die mij respecteren. 2. Voor criminelen hoef je geen respect te hebben. 3. Oudere mensen hebben meer recht op respect dan

jonge mensen. 4. Anderen niet respecteren is onbeleefd. 5. Alle geloven moet je respecteren. 6. Als je iemand respecteert zeg je eerlijk wat je denkt, ook

als dat pijnlijk of moeilijk is.

Over de moeilijkste stelling, kan klassikaal worden doorgepraat. Wie is het ermee eens, wie niet? Uiteindelijk destilleer je de vraag: moet je respect nou

Page 77: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

77

verdienen (en kun je het dus ook verliezen door slecht gedrag), of heeft iedereen recht op respect?

Basisschool El Amien II “Voor criminelen hoef je geen respect te hebben.”

..Ja, helemaal gelijk. Want als criminelen slechte dingen doen dan kunnen ze niet meer om respect vragen.

..Ze geven het slechte voorbeeld.

Juf: Dan hebben ze geen recht meer op respect. Kunnen jullie ook een argument voor de andere kant verzinnen?

..Ik denk dat het niet waar is, want het is toch ook een mens. En hij is ook ouder.

Juf: Dat zijn twee verschillende dingen. Betekent dat dat als iemand een crimineel is maar dan wel jonger dan jij, dat hij dan geen recht meer heeft op respect?

..Jawel, want hij is nog steeds een mens.

We gaan stellingen bespreken. Onderzoeken of ze waar zijn of niet. Ben je het ermee eens of niet? Interessant!

We gaan problematiseren: vragen naar verschillen.

Page 78: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

78

..Maar als je respect voor diegenen hebt, dan gaan ze het juist meer doen. Je moet ze straffen zodat hij het niet meer doet.

Juf: Dus om te voorkomen dat het weer gebeurt. Om te straffen én waarschuwen.

..Alle mensen verdienen een tweede kans.

Juf: En hoeveel kansen verdienen ze in totaal?

..Twee keer maar.

Juf: Dus na de tweede keer hebben ze geen recht meer op respect?

..Nee.

..Mensen die het één keer doen worden ook bijna geen criminelen genoemd. Alleen mensen die het vaker doen.

..Dus je hoeft geen respect te hebben want zij zorgen ervoor dat ze geen respect hoeven, want ze zijn gewoon criminelen.

Juf: Want het is niet alleen een foutje, maar ze doen het steeds maar weer...

..Ja.

..Maar dat ze veel fouten maken, dat betekent niet dat wij geen respect hebben.

Juf: Waarom niet?

..Omdat ze ook gewoon mensen zijn.

Juf: Dus verdienen ze niet alleen een tweede kans, maar ook een derde, en vierde.

..Ja, ze moeten respect krijgen, ook al zijn ze echt criminelen.

Page 79: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

79

..Ik wou even ingaan op wat zij zei. Want ze zei, dat ze geen respect verdienen. Maar stel je zit in een bende en je wil respect verdienen van die bende door iets te doen wat niet mag. Onder druk.

Juf: Heb jij er dan wel of geen respect voor?

..Jawel, want hij is nog steeds een mens. Hij dacht misschien: als iemand mij respect geeft dan ga ik het niet meer doen. Dan wordt hij misschien geaccepteerd.

..Dus hij gaat jou ontvoeren, en jij gaat nog steeds respect voor hem hebben?

..Hahaha!

..Nee, niet zo bedoeld.

Juf: Okee, die man wil vriendschap maken met zijn maffiavriendjes. Maar als jij gewoon aardig tegen hem zou doen, dan had hij minder reden om te vluchten naar zijn maffiavriendjes.

..Maar juffrouw kijk, als je een goed mens bent, dan krijg je respect van iedereen. Dus als je een oma in de bus laat zitten, dan gaat die vrouw jou respecteren, dan vindt ze dat je een goede jongen bent. Maar van een bende, komt er alleen maar slechte dingen van.

..Nee maar stel, de jongen zit in de gevangenis. En dan komt hij eruit en heeft hij van niemand respect meer. En dan vraagt hij aan een man “mag ik werken bij jou” en dan respecteert die man hem niet, en dan gaat hij weer hetzelfde doen.

..Dus hij heeft al in de gevangenis gezeten en dan gaat hij het twee keer doen?

..Als hij een goed mens blijft, dan respecteert iedereen hem.

..Maar jij zei net: een crimineel die respecteer ik niet.

Page 80: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

80

..Maar mensen die het vaker doen hè?

..Maar jij zegt “één keer”.

..Maar stel, hij zit vaker in de gevangenis, en hij wil een goed mens blijven, maar niemand respecteert hem, dan krijgt hij geen geld. Hoe moet hij weer geld krijgen?

..Dan is het zijn eigen schuld, want dan heeft hij er zelf voor gezorgd dat... meerdere keren.

..Maar ook als je hem niet respecteert en je geeft hem een baan, dan gaat hij niet meer naar de criminele wereld enzo.

..Kinderen zeggen: Je moet ze respecteren. Dat zeggen ze omdat het bij hun niet gebeurd is. Maar als het bij hun gebeurt, dan gaan ze op straat die criminelen op straat uitschelden. Dat zeggen ze nu wel, maar als het bij hun gebeurt hebben ze geen een respect voor hun.

..Stel hij krijgt de opdracht om iemand te ontvoeren, stel ikke. Hij ontvoert mij. Maar hij behandelt me goed. En dan geeft hij me eten en dat soort dingen. Dan heb ik wel respect.

..Criminelen doen dat niet.

..Kijk, ze doen dat om geld te verdienen, en als ze het niet doen, worden ze vermoord.

..Waarom ontvoeren criminelen dan jou?

..Voor geld. Als gijzelaar. Weet je niet wat dat is? Dan zeggen ze: “10.000 euro om hem vrij te laten!”

Juf: Ja, honderdduizend films gaan daarover, hè? Kidnappers die losgeld vragen.

..Ze zeggen: criminelen moet je niet respecteren. Maar stel dat iemand in de gevangenis was geweest en ze willen weer normaal worden? Dan moet je ze toch respecteren?

Page 81: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

81

..Hij moet het eerst bewijzen!

Juf: Bedoelen jullie dat ze eerst spijt moeten laten zien? Eerst weer een goed mens zijn?

..Door niet meer te stelen, door niks slechts te doen.

..Ja, dat is dan heel makkelijk, maar stel dat iemand tegen je zegt “ik vermoord je” als je nu niet iets slechts doet ofzo... dat is hun baas..

..Dat is hun eigen schuld dan. Hij is ermee begonnen. Dan moet hij er nu een goed eind aan maken, als hij een goed mens wil worden.

..Als je een keer naar de gevangenis bent geweest dan is het een keer. Maar als het vaker is wordt het gewoon een gewoonte.

..Hij zegt “alle mensen hebben recht op respect”. Maar criminelen die uit de gevangenis komen, dan zijn ze toch geen criminelen meer, dan is het toch gewoon een werknemer.

..Kijk, hij heeft geen geld, geen huis, noem maar op. Dan kan hij toch gewoon zijn best doen om werk te vinden?

..Kijk, de meeste mensen als ze een baan willen, vragen ze ‘heb je een strafblad’ en dan zeg je ja. En dan zijn er meer mensen die dan geen strafblad hebben.

..Als iemand werk wil vinden kijken ze naar zijn strafblad, dan nemen ze iemand aan zonder strafblad.

..Als jij geen respect hebt voor diegene, waarom zou diegene dan respect hebben voor jou?

Juf: Dus jij hebt respect omdat je respect terug wil.

..Juffrouw, niet iedere crimineel heeft een strafblad. Als je niet zo erge criminaliteit hebt gedaan, dan heb je geen strafblad.

Page 82: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

82

..Een bank beroven is groot. Een lipstick is klein.

..Er zijn miljoenen mensen die wel werk vinden. Er zijn ook mensen die het wel respecteren. Mensen die aan hem denken.

..Als ik in boeken lees, ervaringen van mensen die uit de gevangenis zijn, ze kunnen geen werk vinden. Ze gaan weer terug in de criminaliteit.

Juf: Ja, dat punt is gemaakt, het is moeilijk om terug te komen in de maatschappij als je hele sociale kring je criminele netwerkje was. Maar misschien is het interessant om te bedenken hoe het zo is gekomen, dat iemand zijn eerste misdrijf pleegde? Dat die ooit dat pad op is gegaan. Hebben jullie daar begrip voor?

..Juffrouw, als die persoon het goed heeft, met werk, geld, waarom zou hij dan het pad op gaan? Je moet ook nadenken: wat gebeurt er als ik dit steel en als dat dan op mijn CV komt?

Juf: Dat zou met iemand met wie het goed ging nooit gebeuren?

..Ik heb een documentaire gezien. De meeste hebben een slechte jeugd, drugsverslaafde ouders of alcoholverslaafde ouders. En dan moeten ze wel stelen om in leven te blijven.

Juf: Een slechte jeugd….

..En soms zittenhun ouders al in drugsbende. Of slechte vrienden.

Juf: Stel je voor: Een slechte jeugd, ouders zijn verslaafd en ook een slechte vriendenkring. Die drie dingen overkomen je. Wat dan? Word je dan crimineel?

..Je kan ook bedelen. Je moet eerst alle opties proberen. Stelen is de laatste.

..Stelen is geen optie.

Page 83: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

83

Juf: Kun je het begrijpen dat iemand dan crimineel wordt? Kun je daarin verplaatsen? Je ouders doen heel naar, de kinderen in de klas ook. Je hebt ruzie met iedereen. Je kan je niet meer concentreren op school, want je wordt thuis in elkaar geslagen.....

..Wow…

Juf: Je ouders zijn niet een goed voorbeeld. Zijn de hele nacht weg. En er liggen flesjes bier overal in het huis... je moet maar worstelen om goede cijfers te scoren op school. Maar het lukt niet. Word je dan crimineel?

..Juffrouw, ik denk het niet. Want je kunt gewoon uit huis gaan. Dan ga je weg. Dan probeer je toch een baan te vinden, zodat je toch voor jezelf kan gaan zorgen.

Juf: Dus zelfs als alles tegen zit, denk je dat jij nog wel de kracht kan opbrengen om rustig een opleiding te doen en een baan te vinden?

..Maar stel je ouders weten dat je weggaat en dan doen ze je kamerdeur op slot. En dan slaan ze je. Je hebt geen opleiding en geen school.

..Maar in films kun je toch zien dat ze dan met lakens uit het raam kunnen klimmen.

..Maar dat zijn films.

..Als je ouders elke nacht uit gaan. Dan merken ze het niet.

..Stel je hebt slimme ouders, dan weten ze je weer te vinden.

..Dat ze je weer vinden dat is geen zekerheid.

Juf: Sommigen denken dat je wel de kracht kan opbrengen om te vluchten.

Page 84: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

84

Juf: En ik ben heel benieuwd naar de stand, of je nou ook respect kunt hebben voor die mensen die het niet is gelukt om te vluchten. Wie heeft respect voor deze jongen. Die wel crimineel is geworden door zijn slechte jeugd…

De helft van de klas kan toch een crimineel nog wel respecteren.

Al Wafa school

Juf: Wat is respect?

..Ontzag, bewondering, eerbied.

Juf: Kunnen jullie een voorbeeld verzinnen van een moment van respect?

..Bijvoorbeeld er heeft iemand met basketbal gewonnen bij Wedden Dat, en daar heb ik respect voor.

Juf: Welke vorm van respect is dat?

..Bewondering.

..Vroeger toen ik ergens anders woonde, was er een klein buurjongetje gevallen. En de buurman hielp hem. Daar heb ik respect voor.

..Dan vertrouw je hem.

..Er komt een oude meneer, hij heeft een voet gebroken, en jij hebt niks, je hele lijf is goed. Als je niet opstaat hem dan niet laat zitten, ben je respectloos. Eerbied!

Respect is een term die we intuïtief wel aanvoelen, maar wat is respect eigenlijk? Wat maakt nou dat iets respect oplevert? Moeilijke vragen, vragen naar de essentie van respect.

Page 85: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

85

..Of iemand die weet dat iets kan mislukken, blunderen, maar hij doet het toch. Hij neemt een risico. Daar heb ik bewondering voor.

..Op tv dan gaan ze 100 kilometer en dan zien ze politie en dan springen ze uit de auto.

Juf: En waar zit het respect in dit verhaal?

..Dit is géén respect, voor de politie.

..Stel je voor je zusje loopt naast de trambaan en valt en dan is er een man en die redt haar. Dan heb ik alles: bewondering, vertrouwen, ontzag.

..Nee, voor die man heb je wel ontzag maar geen vertrouwen, want ik geef hem niet zomaar mijn pinpas en mijn code!

..Nee je vertrouwt hem alleen op dat moment.

Juf: Je hebt dus verschillende soorten van respect. Je hebt een helden verhaal, dan heb je heel veel bewondering en ontzag voor die held. En je hebt het opstaan in de tram voor iemand, dat is beleefdheid, dat doe je uit respect, maar je bent dan niet zelf een held, als je dat doet. Er zijn verschillende vormen van respect.

“Voor criminelen moet je respect hebben.”

..Criminelen stelen en ze weten dat ze worden gepakt, en ze doen het toch, en daarom krijgen ze respect van mij.

Juf: Je vindt ze dapper en daarom verdienen ze respect?

..Ik vind van wel, maar ik weet niet wat anderen daarvan vinden.

..Een crimineel hoeft niet altijd slecht te zijn.

De altijd boeiende stelling over misdadigers komt terug.

Page 86: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

86

..Ze zijn slim, want ze gaan altijd op de avond een misdaad plegen.

..Ik vind dat je geen respect moet hebben voor criminelen, want ze hebben ook geen respect voor ons.

..Als ik hem respecteer, dan is de kans groter dat hij niet bij mij gaat inbreken, maar bij andere mensen. Dus daarom kun je hem beter respecteren.

..Als ik iemand respecteer, betekent niet dat ik hem vertrouw.

..Hij zei “laat ze maar bij andere mensen gaan”, maar andere mensen verdienen ook respect.

..Zij kennen die crimineel niet, dus waarom zou ze geen respect voor hem hebben. Hoe kan dat nou?

..Het kan ook bijvoorbeeld een aardige man zijn en hij heeft misschien geen geld en toen deed hij dat.

Juf: Heb je er dan respect voor?

..Ja. Meer wel. Omdat hij heel arm was, en geen werk kon zoeken.

..Dus als jij geen geld kan verdienen, kun je geld stelen.

..Nee dat zeg ik niet.

..Ik heb geen respect voor een crimineel, want het woord crimineel zegt al: dan ben je een boef, een schurk. Daar heb ik geen respect voor. Kijk bijvoorbeeld, Robin Hood, die noemen we geen crimineel, want die stal voor de armen.

Juf: Mooi. Maar moet je beleefd zijn bij een crimineel?

..Als hij niet beleefd doet, waarom moet je dan beleefd doen?

..Als je er respect voor zou hebben dat iemand arm was en is gaan stelen, waarom geef je hem dan niet zelf geld?

Page 87: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

87

..Omdat ik hem niet ken!

..Kijk, er wordt gezegd dat je tegen criminelen respect moet hebben omdat ze ouder zijn dan jij, maar sommige ouders zijn zelf ook niet beleefd.

Basisschool de As-Siddieq

..Als iemand bijvoorbeeld niet aardig tegen je doet, dan kan het zijn dat hij het voor je eigen bestwil doet, want hij geeft om je en hij wil je beschermen.

Juf: En als iemand gewoon vervelend zit te doen tegen jou?

..Dan nog moet je respect blijven hebben.

..Ik ben het eens met hem, want als iemand je geen respect geeft dan hoef jij ook geen respect te hebben.

..Als je geen respect aan hem geeft, dan blijft het doorgaan, maar als je wel respect geeft dan kan hij misschien nadenken. Dan kan hij jou ook weer respecteren.

Juf: En als je ruzie hebt, heb je op dat moment respect?

..Soms wel en soms niet. Nee, dan vaak niet.

..Ik denk dat het gewoon beter is, als je wel respect hebt. Maar als je gewoon ruzie hebt, dan vergeet je het, dan ben je gewoon boos.

Het blijft een boeiende vraag ‘wat is respect en vooral, wanneer verdient iemand respect? Of moet je altijd iemand anders respecteren, wat hij of zij ook doet? We zijn er nog niet uit.

Page 88: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

88

..In ons geloof is het verplicht om respect te hebben met alle andere geloven.

Juf: Okee. En moet je dan echt voor álle geloven, ook voor bijvoorbeeld duivelaanbidders?

..Je mag wel stoppen met hem om te gaan, maar je moet ook respect voor hem hebben. Het is zijn eigen keuze.

..Ik vind dat hij gelijk heeft, maar hij heeft zelf ook geen respect voor iedereen, want hij zegt zelf ook wel eens ‘vieze Jood’. En dan heb je ook geen respect, want dat is een scheldwoord en dan scheld je een geloof uit.

Juf: Heb je respect voor die persoon en voor het Jodendom op het moment dat je iemand uitscheldt voor ‘vieze Jood’.

..Eigenlijk niet. Het moet wel, maar soms zeg ik het per ongeluk. In een woedeaanval.

..Je moet respect hebben voor andere geloven. Want ook al hebben zij geen respect voor jouw geloof, dat maakt niet uit, dan worden zij gestraft. Jij bent niet degene die hen zal straffen.

..Dan geef je het slechte voorbeeld van je geloof of voor je familie.

Juf: En als iemand bijvoorbeeld crimineel is?

..Dan krijgt iemand zelf straf.

..Je kan bijvoorbeeld toch nog aardig doen. Als iemand bijvoorbeeld een moordenaar of een crimineel is, kun je gewoon aardig doen en hem proberen te bekeren tot je geloof en dan kan hij stoppen met wat hij doet. En als je een beetje bang voor hem bent, of hij luistert niet, kan je ook vragen aan God of hij ook gelovig kan worden.

Juf: En als hij nou niet wil?

Page 89: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

89

..Dan gaat hij toch straf krijgen.

Juf: En als iemand nou jou wil vermoorden?

..Wegrennen. En misschien is het voorgeschreven. Dan komt het misschien van God.

Juf: Ah, dan kun je het accepteren…

..Ja het kan voorgeschreven worden, maar je kunt ook jezelf verdedigen. Dan kun je zeggen ‘waarom doe je dit?’ en dan kun je met hem praten en misschien denkt hij dan ‘ja, waarom doe ik dit eigenlijk?’ misschien krijgt hij dan spijt. Misschien kun je hem dan in zijn hart raken. Maar als hij je toch wil doodmaken, dan mag je je verdedigen. Het staat in de wet. En als het moet, dan mag je diegene doodmaken.

Juf: Je kan, met alle respect, iemand doodmaken?

..Ja. Je mag jezelf verdedigen en dat kan op verschillende manieren. En sommige manieren kan je dood van gaan.

..Je moet eigenlijk respect voor iedereen hebben. Ook voor alle andere geloven.

Juf: En als er een duivelaanbidder is, dus het tegenovergestelde van wat jullie geloven, die kindjes aan de duivel offert.

..Ja, moet je toch respect hebben.

Juf: Ik maak het steeds moeilijker, zodat jullie doordenken. Stel dat die duivelaanbidder jouw baby heeft gestolen en aan de duivel gegeven.

..Dan krijg ik misschien weer een nieuw kind.

Juf: Blijf je dan aardig tegen die meneer?

..Ja, als hij het nooit meer gaat doen?

Page 90: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

90

Juf: Maar als hij het niet nooit meer gaat doen? Hij zegt gewoon: ‘Morgen ga ik het weer doen.’

..Ik zou gewoon respect geven. Misschien lukt het wel.

Juf: En ga je hem ook op de thee uitnodigen? Netjes volgens de etiquette. Gebakje erbij.

..Ja. Als ik veel dingen doe met respect, misschien gaat hij dan veranderen.

..Ook als op school iemand pest, moet je altijd respect blijven geven. Want misschien gaat diegene dan nadenken. Verraadt hem niet en hou goed gedrag.

Juf: Dus je houdt ook respect voor de pestkop.

..Ja, gewoon voor iedereen.

Juf: En als hij dan een grap maakt, lach je dan ook mee met hem, uit respect.

..Nee, dat is gewoon meelopen. Dat hoort niet.

Juf: Ik hoor dat sommigen het standpunt volhouden dat je respect kunt houden voor iedereen, hoe ze zich ook gedragen. Wie is het hier niet mee eens? Wie denkt ‘nee, in sommige gevallen is het echt afgelopen met het respect’. Waar ligt de grens?

..Als iemand zit uit te schelden de hele dag, dan heb ik geen respect.

Als er teveel overeenstemming is in de klas over een standpunt en niemand neemt een andere positie in, dan is het goed een ander standpunt op te vragen. Wellicht leidt dat dan weer tot nieuwe inzichten.

Page 91: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

91

Juf: En wat doe je dan?

..Uitschelden of vechten.

..Ik heb bepaalde grenzen. Als iemand mijn kinderen aanraakt, dan heeft diegene grote problemen met mij. En als ik bedoel met groot, dan is het echt heel groot. En als hij mijn ouders gaat uischelden en het raakt me diep, dan kan ik mensen gewoon in elkaar slaan.

..Er zijn bepaalde grenzen, over die grenzen mag hij niet gaan. En hij heeft zelf ook grenzen.

Juf: Schelden kunnen we het ook nog even over hebben. Als iemand mijn moeder uitscheldt lijkt me wel wat anders dan als iemand mijn kind doodmaakt.

..Ja, u heeft helemaal gelijk.

Juf: Wat is dan de beste reactie als iemand je uitscheldt?

..Je moet negeren, maar sommigen zijn een beetje vreemd, en die gaan gewoon door.

Maar als je moeder aan kanker is overleden en iemand scheldt met kanker.

..Dan moet je een klacht indienen bij God. Duhar. Een smeekbede.

..Je kan ook gewoon ‘hetzelfde’ zeggen. Want je raakt hem terug, maar je hebt niets gezegd.

..Je moet negeren of erover praten.

Juf: Dus jij wordt nooit boos.

..Soms wel.

Juf: En wat moet je met die boosheid doen?

Page 92: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

92

..Gewoon afkoelen.

..Soms gebeurt er iets wat je niet leuk vindt.

Juf: Maar het is toch altijd gewoon maar iemand anders z’n mening?

..Ja, maar als iemand zegt ‘je kankermoeder’… Hij wil zeg maar je uitlachen en dan word je boos.

Juf: Lijkt me erg moeilijk om te voorkomen dat er mensen zijn die dingen zeggen die je niet leuk vindt.

..Ja, dan moet je zelf goed gedrag vertonen en dan gebeurt dat misschien niet.

..Ik heb ook grenzen. Eerst ga ik die persoon negeren, maar als hij doorgaat, dan ga ik naar hem toe en word ik nog bozer.

..Ik vind het niet leuk om boos te zijn, want dan kan je jezelf niet onder controle houden. Dan weet je niet wat je doet. Dat is hetzelfde als je dronken bent.

..Als iemand tegen je zegt ‘ezel’ en je bent geen ezel, dan weet je dat hij het toch niet tegen jou heeft. Maar als je om

Page 93: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

93

gaat kijken, dan ben je eigenlijk echt een ezel. ..Als ze zeggen ‘kanker’ en als je moeder dat ook echt heeft, dan voel je je aangesproken. ..In ons geloof moet je eigenlijk niet boos worden. Ze zeggen ook: ‘De sterkste is niet degene die gaat worstelen, maar degene die zich kan inhouden wanneer hij een woedeaanval heeft.’

Page 94: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

94

Page 95: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

95

Gelijkheid “We zijn allemaal gelijk!” wordt vaak geroepen. Maar zijn we wel gelijk? Wat bedoelen we dan met gelijkheid? Er heerst vaak veel verwarring omtrent het begrip gelijkheid. Heel vaak trappen we in de filosofisch bekende valkuil waarbij gelijkheid en gelijkwaardigheid aan elkaar gelijk worden gesteld. Mensen zijn allemaal verschillend, dus waar is onze gelijkwaardigheid precies op gebaseerd?

Moeten we juist rekening houden met verschillen? Mag je mensen op hun anders-zijn beoordelen, of niet? Of moet het zelfs, in de zin van een moreel moeten, zoals je bijvoorbeeld kleine kinderen anders behandelt dan volwassenen? Als je het hebt over ‘ gelijke waarde’, waarop is dat dan gebaseerd?

Deze les probeert de begrippen gelijkheid en gelijkwaardigheid helder te krijgen, en daarmee de intrinsieke ‘waarde’ van de mens te onderzoeken.

Filosofische vraag: zijn we allemaal gelijk?

Maak op het bord een lijst met dingen die ‘gelijk’ zijn tussen mensen en die ‘ongelijk’ zijn. Wat is er gelijk en wat is er niet gelijk tussen mensen? (Reacties waarschijnlijk: man/vrouw, homo/hetero, arm/rijk, zwart/wit, etc.)

Gesprek:

• Waar baseren we dan op dat iedereen gelijk is, als er toch zoveel verschillen zijn?

• Wat betekent gelijkwaardigheid? • Waar is gelijkwaardigheid op gebaseerd? Waarom? • Als we zeggen dat iedereen gelijke rechten heeft, maar

sommige kinderen op de wereld gaan niet naar school, kunnen we dan zeggen dat ze echt gelijke rechten hebben?

Page 96: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

96

Basisschool As-Siddieq

Juf: We gaan deze les een abstract onderwerp nemen. Het tegenovergestelde is concreet. Wat betekent abstract?

..Dat je het niet kunt pakken of zien. Concreet kun je wel pakken of zien.

..Het weer is ook abstract want het weer kun je niet aanraken.

..Maar als je het op papier schrijft kun je het wel aanraken.

..Maar als je het woordje ‘weer’ aanraakt heb je niet het weer aangeraakt!

..Als iemand dat vraagt, kun je het aanraken, dan kun je dat antwoorden: want je kunt het als je het opschrijft altijd aanraken.

Juf: Maar er is dus een verschil tussen het woordje en waar het naar verwijst.

..Het weer is het weer het algemene woord voor storm en sneeuw enzo, dus dat kan je eigenlijk wel aanraken.

Juf: Kun je ‘de mens’ aanraken?

..Nee…

Juf: kun je ‘een mens’ aanraken?

Onze democratie is gebaseerd op gelijkheid, en toch zijn we allemaal verschillend. Hoe zit dat nou, is het juist goed rekening te houden met verschillen of moeten we doen alsof iedereen hetzelfde is? Goeie vraag.

Page 97: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

97

..Ja.

Juf: Net als het weer. Je hebt het weer, de storm van vandaag, en de regen. De regen kun je wel aanraken.

..Eigenlijk kun je de regen ook niet aanraken, alleen de regendruppel.

..Een mens kun je ook niet aanraken, want dan moet je eigenlijk die hele mens helemaal aanraken. Dan raak je alleen een hand aan.

..Dat is een deel van het lichaam.

Juf: Als je een deel aanraakt, heb je diegene dan aangeraakt?

..Ja.

..Je kan iemand niet in zijn geheel aanraken.

..Het hoort erbij, dus dan heb je het aangeraakt.

Juf: Als je een boek een stukje leest, heb je dan ‘het boek gelezen’?

..Nee!

..En als je de hand aanraakt, raak je alleen maar een stukje aan. Niet de hele hand.

..Ja en als je een stukje van een boek leest, en dan vraagt de juffrouw: ‘maak er maar een boekverslag van!’

Juf: We gaan over het abstracte woord ‘gelijkheid’ praten. De vraag is: zijn we allemaal gelijk?

..Nee, iedereen heeft een andere vingerafdruk?

..Eigenlijk zijn we een beetje niet gelijk en een beetje gelijk.

..Omdat iedereen een mens is en een hart heeft. En haren.

Page 98: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

98

..Sommige mensen hebben geen haren. Als je ziek bent.

..Er blijft altijd wel een haar over.

Juf: Maar is het dan zo, dat we gelijk zijn omdat we allemaal wel een haar hebben?

..Nee, we zijn gelijk, want we worden allemaal gelijk behandeld.

..Dat is niet zo, want in sommige landen worden vrouwen niet behandeld als mannen. Zij hebben minder rechten.

..Ik denk dat we niet allemaal gelijk zijn. Maar wel als innerlijk. Een mens kan gevoelens hebben. Het gaat niet alleen om haar, of om uiterlijk, maar om innerlijk: we hebben hersenen en een hart. Het gaat om de gevoelens.

..Maar ook het innerlijk is ook anders, want sommigen houden van ruzie. Willen elkaar vaak haten en andere mensen willen vriendschap. Hitler bijvoorbeeld wilde oorlog.

Juf: Dus mensen hebben niet hetzelfde innerlijk.

..Als je het woordje ‘gelijk’ zegt, moet je eigenlijk heel duidelijk zeggen wat je daarmee bedoelt.

..Het moet preciezer.

..Ze zijn wel gelijk en niet gelijk. Ze zijn gelijk omdat ze gelijke rechten moeten hebben. En ze zijn niet gelijk, want niemand is hetzelfde. Zelfs tweelingen niet. Iedereen is uniek.

..Je zei iedereen moet gelijke rechten hebben. Maar dat is nog niet zo, dus eigenlijk zijn we niet gelijk.

..Niet iedereen is gelijk, want dieren worden ook niet gelijk behandeld.

..Maar wil jij dat? Wil jij dat dieren ook met mes en vork eten en slapen in een bed?

Page 99: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

99

..Ik bedoel met behandelen als mensen, dat je niet gewoon een kindje van de moeder afpakt voor haar neus. Dat is gewoon erg.

..Mensen hebben wel dezelfde rechten. Op onderwijs bijvoorbeeld. Ze hebben die rechten wel, alleen niet iedereen krijgt het.

..Als je zegt dat ze het recht hebben, betekent dat dat ze het ook krijgen.

Juf: Recht is ook zoiets abstracts. Wat betekent dat eigenlijk?

..Als je het niet krijgt, heb je het recht niet.

..Maar iedereen heeft het recht. Je moet het recht hebben.

..Ik heb recht op onderwijs, maar daar ga ik niet naartoe omdat ik arm ben, maar ik heb er wel recht op. Ze gebruiken het recht niet.

..Maar als het in de grondwet staat, moet het ook gebeuren.

Juf: Waar komen rechten vandaan? Waar worden rechten geboren?

..De grondwet.

Juf: Dus als je in een land woont, waar niet in de grondwet staat dat je als vrouw evenveel rechten hebt als als man, dan heb je dat recht gewoon niet. Klopt dat?

..Dat is niet zo, want iedereen is gelijk.

Filosofisch gezien zijn rechten moeilijke begrippen. Want wat betekent het hebben van een recht als niemand de plicht heeft je die te geven? En op basis waarvan hebben mensen rechten? De geleerden zijn er nog niet over uit!

Page 100: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

100

..Als je naar andere landen kijkt is het niet zo. Niet iedereen heeft die rechten.

..In de grondwet staat vooral dat je recht hebt op een goed leven, met onderwijs. Dat wil je wel hebben maar dat kan je niet krijgen, omdat je bijvoorbeeld geen geld hebt.

..Stel je voor, er staat in de grondwet dat je van 5 tot 18 jaar naar school moet, dan zijn er ook wetten die ervoor zorgen dat het ook gebeurt.

..Maar als je dan arm bent? In andere landen?

..Dan zijn er scholen waar je gratis naartoe kunt.

Juf: Maar als niemand zo’n school heeft gebouwd, dan is die er niet.

..Ze hebben het recht, het mag wel, maar het is niet zo, want het kan niet.

..Het is een recht dat je krijgt en dat moet je benutten.

Juf: Als je zegt dat iedereen recht heeft, bijvoorbeeld op onderwijs, zorg, gelijke behandeling, enzovoorts. En je zegt dat dat onafhankelijk is van het wetboek van het land. Waar komt dat recht dan vandaan? Wie heeft dat recht dan bedacht?

..Je krijgt gewoon gevoelens, als bijvoorbeeld de vrouw niet mag werken en de man wel.

..De V.N. Dat zijn de universele rechten van de mens. Thorbecke. Landen van de hele wereld. Maar niet alle landen.

Juf: En in die landen die NIET bij de V.N. zitten, gelden die rechten daar dan wel?

..Wel. Want ze willen wel dat alles goed moet gaan in een land.

Page 101: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

101

..Bij sommige landen willen ze dat niet. Anders zouden ze zich toch wel aansluiten bij de Verenigde Naties?

..Als je nou een land bent dat niet graag ruzie wil krijgen met andere landen in de V.N., dan kun je nog wel dezelfde regels in je land hebben. Dezelfde rechten.

Juf: Maar stel je voor dat de baas in het land, de dictator of de regering, gewoon denkt ‘nee hoor vrouwen hebben gewoon geen recht om auto te rijden of te stemmen, en kinderen ook niet op onderwijs, jammer voor ze.’ Hebben ze er toch nog recht op, eigenlijk?

..In sommige landen zeggen ze: vrouwen zijn het zwakke geslacht. Maar eigenlijk hebben wij toch rechten.

Persoonlijke Identiteit Socrates riep op het marktplein van Athene met zijn “Ken

Page 102: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

102

Uzelve!” de mensen op om te reflecteren op hun eigen identiteit. Waarom? Omdat alleen als je jezelf kent, je de wereld goed kunt kennen.

Met welke bril je naar je omgeving kijkt, kleurt je oordeel over die omgeving. Het is heel belangrijk voor mensen om te beseffen dat eigenlijk ieder mens zijn eigen bril heeft. Wij nemen als uitgangspunt dat ieder zijn eigen bril heeft, omdat zelfs binnen gezinnen duidelijk te zien is, dat ieder zijn eigen karakter en meningen ontwikkelt: een eigen unieke bril. Maar hoe verbinden we ons dan met elkaar? Dat is een essentiële vraag om op een goede manier met elkaar samen te kunnen wonen.

Het stelsel van meningen en overtuigingen die je hebt, bepaalt voor een groot gedeelte het antwoord op de vraag “wie ben jij?”. In een andere omgeving was jij waarschijnlijk heel anders geworden. Daarbij, als je alleen op de wereld zou wonen, zou de vraag “Wie ben jij?” een onbeantwoordbare vraag zijn. We zijn slechts iemand in een sociale omgeving. Wat maakt dat jij jij bent, is meestal dat je anders bent dan een ander. Maar hoe anders dan? En is dat dan tegelijk ook ‘beter’?

In deze les komen elementen uit eerdere lessen tezamen en wordt er gereflecteerd op de eigen identiteit als geheel. Er kan een tevredenheid met de eigen creatie worden gevoeld, een acceptatie, of misschien een kritische blik geworpen. In ieder geval zijn er instrumenten aangedragen waarmee er goed op de identiteit gereflecteerd kan worden. Door deze oefening kunnen leerlingen elkaar helpen om de eigen identiteit te vinden, en elkaar te erkennen.

Filosofische vraag: wie ben jij?

• Wat hoort bij je ‘ik’? (Maak een lijst op het bord.) • Welke dingen kun je echt niet wegstrepen: want dan

ben jij niet langer jij. • Welke dingen de die bij je identiteit horen, zijn

veranderlijk?

Page 103: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

103

• Kan iemands karakter veranderen net als zijn/haar uiterlijk?

• Wat is aangeboren en wat is aangeleerd in een identiteit? Of anders gezegd: kies je zelf je identiteit?

Schrijf/teken-opdracht:

Maak een tekening van jezelf, en schrijf daarnaast een lijstje met je belangrijkste eigenschappen. Wie ben jij? Verdieping:

• Maak je tekening nog mooier en vul hem aan met alles wat je nog vergeten was (denk aan cultuur, geloof, karakter, familie, hobbies, smaak, passies). Wees heel eerlijk, en schrijf er ook de minder leuke of mooie dingen. (Gebeurtenissen in je leven, trauma’s, of je een pester bent, of juist gepest wordt, goed/slecht op school,… zwaktes.)

• Neem een paar dingen weg, zonder welke je nog steeds jezelf bent.

• Zou je iets willen veranderen aan je eigen identiteit, en wat dan? Schrijf dat erbij.

Page 104: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

104

Basisschool De Bron

Juf: Welke dingen kan je nou absoluut niet wegnemen, want dan zou je niet meer jezelf zijn?

..Je naam.

..Jawel, je kan je naam veranderen. Dan ben je nog wel die persoon.

..Dan ben je toch wel jezelf.

..Juffrouw heeft ook een bijnaam.

..Een roepnaam. Een koosnaampje.

Juf: Hoort dat bij je identiteit?

..Nee, een hobby wel.

.Je geboortedatum.

Juf: Kun je die veranderen?

..Nee.

..Stel je voor je was geboren, en er was geen gemeente in de buurt en je hebt je niet ingeschreven en daarna verzin je maar een geboortedatum

..Maar dan hoort die andere datum bij je identiteit.

..De nieuwe datum staat in je paspoort.

Wie je bent is voor volwassenen al een moeilijk te beantwoorden vraag. Voor kinderen is het vaak helemaal nog niet duidelijk wat nu bij hen hoort en wat niet. Een goede vraag dus om te onderzoeken.

Page 105: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

105

..Dat vind ik niet zo. Het gaat om je echte geboortedatum, je kan wel iets anders opschrijven, maar dat hoort dan niet bij je identiteit.

Juf: Dus als je het niet weet, dan is nog de datum waarop je echt geboren bent...

..Ja, dat is alsnog je identiteit, je verzint dat niet erbij. Vind ik.

..Nee joh, dat kan niet. Ze komen niet bij jou, maar jij gaat naar hun. En een kind van 0 heeft geen paspoort nodig.

..Je bent gewoon op een dag geboren, dat kun je gewoon niet veranderen.

..Als je nou in een woestijn zit, of op een eiland, met niks om je heen en je weet niet welke dag, en welk jaartal het is... dan weet je niet wanneer het kind geboren is.

Juf: Of iemand is op de stoep gelegd bij een weeshuis.. en ze hebben er niet bij gezegd wanneer het babytje geboren was..

..Maar überhaupt is het niet mogelijk om de datum te veranderen.

..Ik ken een jongen die geadopteerd is en daarvan weten ze niet precies hoe oud hij is. In zijn paspoort staat dat hij 9 is, maar zijn ouders denken dat hij 7 is.

..Maar dat kun je toch zien?

..Je geslacht kun je niet veranderen.

..Ja dat kan wel! Als je je laat ombouwen, dan ben je een man en wordt je een vrouw.

..Als je je laat ombouwen, dan gaan ze alleen een paar dingetjes met mijn lichaam doen, dan krijg je zeg maar de buitenkant van een meisje, maar dan hebben ze niks veranderd zeg maar.

Page 106: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

106

Juf: Wie denkt dat je dan van binnen alsnog een man bent, of wie weet er iets verstandigs op te zeggen?

..Ik denk dat het gewoon om je innerlijk gaat. Want je hebt dan zeg maar het uiterlijk van een jongen, maar het innerlijk van een meisje. En je hebt ook mensen die dan een jongen zijn, maar denken dat ze een meisje zijn. Dan wordt de geest zeg maar verwisseld of zoiets...

..Hahaha!

..Ja, dat was op het nieuws, dan was er een meisje in een jongetjeslichaam gekomen en een jongen in een meisjeslichaam. En dat was echt bewezen.

Juf: Kunnen we verder nog iets verzinnen wat echt hetzelfde blijft.

..Waar je geboren bent. In Nederland bijvoorbeeld.

..Je DNA.. maar, dat kun je misschien ook nog wel veranderen. Maar ja, wat houd het DNA eigenlijk in? Je kan een foto laten maken..

..Je pa en je ma. Dat je zeg maar niet ineens andere hebt.

..Je kan niet van biologische ouders veranderen.

..Je kan zussen en broers hebben.

..Je kunt je kind als het ware in een andere vrouws buik laten groeien, maar dan is het alsnog jouw kind.

Juf: Is het dan het kind van de eerste vrouw of de tweede vrouw?

..Van de eerste.

Juf: dan is dat de biologische moeder.

..Maar dan ben je wel uit die buik gekomen.

Page 107: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

107

Juf: Ben je nou nog dezelfde als je uiterlijk heel erg verandert?

..Ligt eraan hoe je verandert. Het kan ook dat je een hoofddoek draagt of make up, en dat is alleen aan de buitenkant.

..Eigenlijk hoe groter hoe serieuzer je wordt. Misschien later lach ik ook zoveel als nu, maar heel veel mensen worden serieus en gaan zich met werk bezighouden.

Juf: Is dat uiterlijk of iets anders?

..Innerlijk.

Juf: Misschien wel goed om even over te hebben: kan je innerlijk veranderen?

..Ja.

..Misschien dat je nu heel rustig bent en later druk.

..Ik denk het kan wel veranderen maar ook weer niet. Ik weet van mezelf honderd procent zeker dat ik altijd van mijn familie hou.

..Dat weet je niet.

..Hij denkt het wel.

..Mischien veel later in de toekomst kun je van geest veranderen. Kijk, als mijn geest in een ander lichaam zou gaan en een anders geest in mijn lichaam, ben je dan anders?

Juf: Hele mooie vraag. Ik ken een filosoof, die precies dat soort gedachtenexperimenten doet. Derek Parfit heet hij. Ik weet niet of jij hem gelezen hebt? Hij heeft het over de hersenen. Stel je voor: je plaatst de hersenen van een iemand in het lichaam van een ander, en die van de ander in het lichaam van de één. Stel je voor dat dat kan. Het kan nu niet in het echt. Maar

Page 108: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

108

stel je voor dat het wél zou kunnen. Ben je dan nog dezelfde of ben je dan de ander geworden?

..Dan ben je iemand anders geworden.

..Nou, je hersenen veranderen niet, alleen je uiterlijk.

..Stel je voor je hebt de hersenen van een heel slim iemand en van een heel gek iemand. Dan wordt het gekke lichaam, slim, en het slimme lichaam wordt dan gek. Want hij heeft de hersenen van die gekke.

Juf: Dus je denkt dat die eigenschappen in de hersenen zitten?

..Volgens mij wel. Want stel je voor ik pak nu een pen, dan doen mijn hersenen dat.

..Als je de hersenen van de één, die heel veel weet, in het hoofd van de ander stopt, dan weet die ander heel veel.

..Maar misschien passen die hersenen er niet in.

Juf: We doen het alleen maar als het wel past. En verander je dan, als je ineens met een ander lichaam moet leven?

..Wat gebeurt er als je twee hersenen hebt? Of je hebt twee hersenen en snijdt de hersenen door midden en de andere ook, en die plak je aan elkaar. Als dat zou kunnen en dan nog gewoon leven.

Juf: Okee, dus jouw hersenhelft en mijn hersenhelft, doen we samen in Mick zijn lichaam. Wie is het dan? Wie zijn naam kunnen we er dan op plakken, wie is het dan geworden?

..SaLouis

Juf: Niet Mick dus? Ook al was het zijn lichaam? Ik bedoel het niet persoonlijk hoor, Mick.

..Haha!

Page 109: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

109

Juf: En Mick, ben jij ergens goed in?

Pianospelen.

Juf: Als Louis en ik allebei een hersenhelft afstaan en in Micks lichaam gaan, kunnen wij nog piano spelen?

..Als wij het allebei heel goed zouden kunnen, dan wel. Maar ik kan voor geen meter piano spelen.

Juf: Nee ik ook niet.

..Dan kan je het niet meer.

..Misschien ligt het wel aan mijn handen, dus dan kan het wel.

..Nee maar jouw hersenen sturen door naar je handen dat ze dit moeten doen… en dit….

De Spaarndammerhoutschool

Juf:“Een mooie buitenkant is belangrijker dan een mooie binnenkant.” ..Bijvoorbeeld een huis van buiten kan heel mooi zijn en lelijk van binnen dan is het toch een lelijk huis.

..Bijvoorbeeld: hij speekt straattaal. Ik schaam me voor de taal. Je moet toch ook goed nederlands praten. Dan vind ik hem niet leuk.

Identiteit is voor de één hoe je eruit ziet en voor de ander hoe je bent, je karakter. Aan de hand van een aantal stelingen gaan we op zoek naar de meningen over je ik.

Page 110: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

110

..Het gaat er niet om dat hij mooi is. Als iemand heel lelijk is praat ik toch ook met hem. Het gaat erom wie je bent.

..Een zwerver zou ik wel negeren want die stinkt en hij steelt ook.

..Maar dan heeft hij wel geld en zou hij ook niet zwerven, dat is toch dom.

Juf: “Een goed karakter heb je zelf verdiend.” Als je een goed karakter hebt heb je daar heel hard voor gewerkt. Is dat waar? ..Ik weet het niet, ik denk het wel, maar als ik iemand ken die heel lief is, dan heeft die een goed karakter.

..Maar daar heeft die niet voor gewerkt.

..Maar ik vind wel als iemand bijvoorbeeld een crimineel is dan moet hij wel hard werken om zijn karakter te verbeteren.

..Als je wilt veranderen kun je ook veranderen.

Juf: “Intelligentie is ook maar aangeboren.”

..Als je intelligent bent kun je dat leren. Dat is niet aangeboren.

Juf: Kan je zelf beslissen hoe slim je wordt?

..Niet altijd maar als je heel hard je best doet dan kan iedereen naar het VWO. En daarna naar de universiteit.

..Misschien is het toch wel aangeboren, want bij ons in de familie is iedereen slecht in rekenen mijn ooms en tantes nichtjes en neefjes echt iedereen, dus dat zit wel in de familie.

..Het hangt ook wel van je vrienden af wat je wordt.

..En soms moet je ook de X-factor hebben om iets te bereiken. Dat betekent dat iets in jou zit dat je talent hebt.

Page 111: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

111

Interviews

Waar eerst alle thematiek op de leerlingen zelf betrokken wordt, gaan we een verbindend element zoeken in de directe omgeving van de leerlingen. Met behulp van vragen die ze zelf hebben verzonnen, moeten ze in gesprek met liefst onbekende buurtbewoners. Zo kan de lesstof en met name het filosofische element (van het vragen stellen) op een actieve manier verwerkt worden.

Met name de hopelijk verworven open houding wordt nu in de praktijk toegepast. Gelet zal worden op het vragen en doorvragen, nadat er aandachtig is geluisterd. Kinderen zullen de buurtbewoners verrassen met hun diepgaande vragen en hiervoor (hopelijk) waardering oogsten.

Vraag: hoe stel ik een goede filosofische vraag?

Handleiding:

• Verzin een thema. • Verzin een filosofische vraag (een vraag waar geen

antwoord op is, als feit, alleen maar een mening). • Luister goed en vraag door! Steeds weer dieper, alleen

maar naar meningen vragen. • Stel open en geen gesloten vragen. • Handige vragen om het filosofisch te maken zijn: wat

vind je van…? Waarom is dat…., Moet het volgens jou…., Is dat goed of slecht…?

• Vermijd het woordje ‘leuk’. • Als je naar een mening vraagt, wil je niet weten “wat

vind je een leuke sport of voor welke club ben je?” Het gaat om meningen, maar niet om smaak.

Opdracht: Bereid in tweetallen een interview voor. Een is de interviewer en de ander wordt geïnterviewd. Alle interviews worden gepresenteerd voor de klas.

Page 112: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

112

Basisschool De Roos V: Waarom denk je eigenlijk dat de lucht blauw is?

A: Misschien omdat de zon op de wolken schijnt en die een kleur geeft voor de lucht.

V: Dat zou eigenlijk wel kunnen, maar waarom denk je dan dat het precies blauw is?

A: Misschien omdat de lucht witte kleur heeft en de zon geel.

V: Maar wit en geel vormen geen kleur.

A: Misschien heeft de lucht een eigen kleur..

V: Hoe komen de mensen uit Afrika zwart?

A: Misschien omdat het daar heel warm is en hebben ze veel pigment zodat ze niet snel verbranden.

V: Maar in andere landen heb je ook zon en daar zijn ook witte mensen.

A: Maar jij bent bijvoorbeeld ook niet helemaal blank.

V: Zou jij eigenlijk willen dat er meer scholen op de wereld komen?

A: Ja, waar mensen zijn die geen geld hebben daar zouden meer scholen moeten komen.

A: Als er meer leerstof was. Bijvoorbeeld zagen we vandaag op school dat er te weing kinderen naar vmbo scholen gaan. Dan is het toch handig.

V: Hoe zou je het vinden als er op de hele wereld scholen waren die gratis waren?

Is dit een vraag?

Dit is een gesprek!

Page 113: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

113

A: Dat zou heel handig zijn want dan gaan er niet veel kinderen dood aan ziektes, want dan zijn er ook meer dokters. Dus dat is heel erg handig.

V: Hoe vind je het dat mensen zijn ingedeeld bij slimmen, of rijken of armen?

A: Dat vind ik helemaal niets, want iedereen is hetzelfde want iedereen is uniek. En je moet iedereen goedkeuren. Want alleen de buitenkant is anders maar van binnen zijn we hetzelfde.

-

V: Is er een hemel?

A: Dan kan je eigenlijk niet weten, want je bent nog niet dood. Dus eigenlijk kan je die vraag gewoon niet beantwoorden.

V: Bestaat er een hemel?

A: Ik denk het wel want anders zouden de geesten hier blijven.

V: Hoe bestaat de liefde?

A: Dat mensen opeens op elkaar verliefd worden door gevoelens.

V: Hoe worden mensen verliefd op elkaar?

A: Door hun gevoelens te uiten.

V: Hoe heb je gevoelens voor hun?

A: Ik denk dat als je lief en aardig tegen iemand doet, dat je gevoelens krijgt.

-

V: Wat vind jij van God?

Ze zijn geïnspireerd geraakt door de les over gelijkheid.

Page 114: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

114

A: Dat weet ik eigenlijk niet, want ik heb hem nog nooit gezien en ik weet niet echt of hij bestaat, maar je hoort wel veel verhalen dat hij bestaat omdat hij de mensen in leven heeft gebracht.

V: Maar hoe weet je zeker dat hij de mensen in leven heeft gebracht?

A: Volgens mij, Mohammed heeft het in de Koran geschreven.

V: En waarom geloof je dat dan? Maar je weet niet zeker of hij het in de Koran geschreven heeft, dat weet je niet zeker.

A: Ja. Dat kan je nooit zeker weten, pas als hij echt bestaat, kun je het aan hem vragen.

V: Denk je dat de hemel of hel bestaat?

A: Ik denk misschien van wel, want veel mensen als ze aan de regels houden komen ze in de hemel.

V: Maar hoe weet je dat zeker, want je bent nog niet dood?

A: Nee dan kan je het niet zeker weten.

-

V: Waarom is een regenboog zo gekleurd?

A: Misschien omdat de zon op iets schijnt dat veel kleur geeft dat dan in de lucht komt.

V: Ja dat zou kunnen maar je kunt het nooit zeker weten.

A: Het kan ook zijn dat water met licht bij elkaar komt dat kleur geeft.

V: Wat denk je dat er zou gebeuren als we geen electronica hebben?

Page 115: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

115

A: Dan zou er geen tv bestaan, geen computers enzo, en dan zou je niet zo makkelijk licht krijgen. En bijvoorbeeld sommige mensen wonen in andere landen, maar zonder elektriciteit kunnen ze niet met elkaar praten. Misschien ook geen geld om naar het vliegtuig te gaan.

V: Ja, maar als er geen vliegtuig is, dan kun je ook niet naar een ander land gaan, dus dan is het niet nodig om je familie te bellen.

-

V: Wat vind je van Geert Wilders?

A: Ik vind het niet leuk wat hij over de Islam zegt. Dat het een slecht geloof is.

V: Waarom?

A: Volgens mij omdat de Marokkaanse en Turkse jongeren uit een Islamitisch land komen. En hij zegt dat hij ze dingen ziet doen.

V: Wat heeft hij tegen de Islam?

A: Hij vindt het een slecht geloof. Omdat hij mensen die Islamitisch zijn vaak slechte dingen ziet doen.

V: Waarom vindt hij het dan een slecht geloof?

A: Omdat hij vaak Turken en Marokkanen ziet inbreken ofzo, of iets kapot maken.

V: Als er geen zulke jongeren waren, hoe zou hij dan over ze denken?

A: Volgens mij heeft hij dan geen reden om slecht over ze te denken.

V: En als hij dat dan toch doet?

Op alle scholen zijn er wel interviews gehouden over Geert Wilders. Kinderen zijn erg met politiek bezig!

Page 116: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

116

A: Dat slaat nergens op.

Meester: slaat het dan nu wel ergens op?

A: Omdat ze dan slechte dingen doen.

Meester: Dus nu vinden jullie dat hij gelijk heeft?

A: Ja soms wel.

Juf: Dus als het christenen waren geweest dan was hij tegen het Christendom?

A: Ja.

V: Hoe denk je dat Geert Wilders zich gaat gedragen tegen Fred Rutte? Haha, ik bedoel Mark Rutte.

Leerling: Hij kijkt teveel voetbal!

A: Niet goed. Ik denk dat hij hem beledigt.

V: Waarom heeft hij dat gedaan?

A: Volgens mij wil hij aandacht.

V: En als hij het niet krijgt wat gaat hij dan doen?

A: Doorgaan tot hij aandacht krijgt.

V: En als hij het dan toch niet krijgt?

A: Dan wordt het nog erger en nog erger…..

-

V: Wat denk je dat er gebeurt aan het einde van de wereld?

A: Ik denk dat je doodgaat. Dan ga je naar de hemel gewoon.

V: Hoe weet je dat?

Page 117: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

117

A: Ik denk het en dat zegt ook iedereen.

V: Wanneer begint het leven?

A: Bij de geboorte.

Leerling: In de buik van je moeder …

V: Wat betekent leven eigenlijk?

A: Dat je niet dood bent maar wakker blijft.

-

V: Kan geld gelukkig maken?

A: Niet altijd. Want sommige mensen gaan er dingen van kopen en tijgers doodmaken en dat mag niet. Dan gaan ze uitsterven.

V: Hoe is geld ontstaan?

A: Volgens mij na ruilhandel, en geld vonden ze veel handiger. Toen hadden ze met de Indianen geruild en voor een paar knoopjes het land gekocht.

De Kinkerbuurtschool V: Wat is het verschil tussen de hemel en de aarde?

A: Die wereld is rustig en de aarde is soms druk.

V: Zou je liever dood gaan en naar die andere rustige wereld gaan?

A: Nou, ik zou liever hier blijven, want ik ben nog niet toe aan de dood.

V: Waarom ben je nog niet toe aan de dood?

Page 118: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

118

A: Ik ben nog te jong.

V: Hoe oud is te jong?

A: Te jong is zegmaar nog een kind.

V: Hoe oud is dat dan?

A: Nou, dit kind is 12.

-

V: Wat vind je ervan dat de maker van het filmpje over Joseph Kony gek is geworden?

A: Beetje raar.

V: Waarom?

A: Hij heeft zegmaar net het filmpje gemaakt en dan wordt hij gek. Dat is een beetje toevallig. Als hij nou niet het filmpje had gemaakt, weten we niet of hij ook gek was geworden.

V: Denk je dat hij er aanleg voor had of dat het door het filmpje komt?

A: Dat het door het filmpje komt. Omdat hij teveel druk op hem heeft gestaan.

V: Waarom word je gek als er teveel druk op hem staat?

A: Nou omdat het teveel is.

V: Wat is teveel druk?

A: Voor hem dus dit.

V: Hoe vind je het voor zijn zoontje dat hij gek is geworden?

Deze jongen is goed aan het door-vragen! Interessant filosofisch dilemma hebben ze te pakken: aanleg of omstandigheden.

Page 119: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

119

A: Niet leuk, want dan wordt hij opgenomen en moet hij heel lang in zo’n gebouw blijven. En hij snapt niet wat er met zijn vader aan de hand is.

V: Maar hij heeft toch een moeder?

A: Ja, maar ook een vader.

V: En je zei net dat hij het zoontje niet snapt wat er aan de hand is, dan is het toch niet zielig?

-

V: Wat vind je van de doodstraf?

A: Ik vind het redelijk voor de slechte mensen. Zoals Kony.

V: Maar als je jezelf in zijn schoenen verplaatst, zegmaar jij bent een slecht mens, dan zou je het jezelf toch niet toewensen?

A: Als ik diegene was, als ik mensen had doodgemaakt, een kinderleger had opgezet enzo, dan zou ik mezelf wel levenslang geven.

V: Maar niet de doodstraf?

A: Daar heb ik geen antwoord op.

-

V: Vind je uiterlijk belangrijk?

A: Ja want het zorgt voor je eerste indruk.

V: Wat bedoel je daarmee?

A: Ik bedoel, als je op een nieuwe school komt en je ziet er een beetje apart uit, dan denk ik niet dat de meeste mensen

Heel goede vraag! “Verplaats je eens in de schoenen van…” Altijd goed om perspectieven te wisselen.

Page 120: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

120

denken ‘wow, daar ga ik vrienden mee worden’. Dus het is belangrijk voor je eerste indruk.

V: Is innerlijk belangrijker dan uiterlijk?

A: Ja, ik hoor natuurlijk te zeggen ja, maar ik denk dat uiterlijk belangrijker is.

V: Waarom?

A: Wat ik net al zei: als ik jou nog niet kende en ik zou jou in een lange hippie jurk enzo, dan zou ik denken ‘oh dat is vast een spiri-biri-type!’

V: Waar besteed je het meeste aandacht aan, innerlijk of uiterlijk?

A: Ik denk dat innerlijk vanzelf gaat en uiterlijk je echt wat aan moet doen.

V: Zou je eerder vrienden worden met iemand die er heel leuk uitziet maar er iets minder aardig is, of iemand die heel aardig is maar er iets minder leuk uitziet?

V: Ik denk dat ik eerder echt echt vrienden zou worden met iemand die er een beetje lelijk uitziet maar wel echt heel erg aardig is dan met iemand die er leuk uitziet maar wel heel erg gemeen is. Weet je wel.

A: En waar gaat die eerste indruk naar uit, naar of iemand aardig is, hoe die zich gedraagt of hoe die eruit ziet?

V: Ik denk dat op een open dag of een nieuwe school, dat ik kijk naar wie er leuk uitziet EN wie is er aardig.

A: En heb je snel een vooroordeel of geef je iemand wel een kans?

De vragenstelster is goed aan het problematiseren! Wat is nou belangrijker: uiterlijk of aardig-zijn? In plaats van uit te roepen dat innerlijk belangrijker is, zet ze de ander aan het denken.

Page 121: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

121

V: Ik heb wel snel een vooroordeel, maar dan zeg ik tegen mezelf ‘nou, gedraag je!’

-

V: Wat zou jij doen als je zo’n kind was in het kinderleger van Kony?

A: Ik zou proberen te ontsnappen, maar ik denk dat ik het niet heel erg had gevonden als ik dood zou gaan.

V: Maar als je dan zou zijn ontsnapt, wat dan?

A: Misschien zou ik proberen hulp te zoeken.

V: En als die mensen jou ook weer gaan mishandelen?

A: Ja…

V: En zou je het dan erg vinden als je dood zou gaan?

A: Ik denk dat ik dan zo ongelukkig zou zijn dat het niet zo erg is om dood te zijn?

V: En je had je ouders neergeschoten, zou je dat dan wel doen, denk jij?

A: Ik kan het me niet voorstellen. Nu denk ik ‘ik zou ze niet doodschieten’, maar als je dan in zo’n leger zit, dan weet ik niet of je dat ook zou denken.

Wijsheid!

Page 122: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

122

Narcis Querido-school

Page 123: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

123

Page 124: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

124

Page 125: Kinderen filosoferen in Amsterdam West

125

Vrij West filosofeert… “De toekomst is zo weer verleden.” Admiraal de Ruyter

"Hans Christiaan Andersen was de profeet van het geloof in kaboutertjes." Basisschool Al Wafa

“Ik wil gewoon weten wat de waarheid is!” Admiraal de Ruyterschool

“Misschien is de zon wel een hele grote lamp die je aan en uit kunt zetten! Misschien is het wel een knikker!” Leonardo da Vincischool

“Ik heb liever een scheur in mijn broek dan een slecht geloof.” El Amien

“Ik geloof erin, dat ik een hoofddoek draag, en zij gelooft dat Jezus bestond enzo. Waarom eigenlijk ruzie en oorlog? Terwijl er zoveel hetzelfde is.” Basisschool De Vlinderboom

Als dit de hemel is, dan word ik helemaal gek!” Leonardo da Vincischool

“Dit gaat een beetje duizelen.” Joop Westerweelschool