Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

23
Deel 3: de rechthebbende

description

 

Transcript of Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

Page 1: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

Deel 3:

de rechthebbende

Page 2: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

2

RSZ

RKW

KINDERBIJSLAGFONDS

BIJSLAGTREKKENDE

RECHTGEVEND KIND

RECHTHEBBENDE

WERKGEVER

GELDSTROOM

RELATIE

Rechthebbende: situering

verwantschap

tewerkgesteld

(geweest)

lid

voedt op

Page 3: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

3

2 luiken:

“Professionele” situatie van de rechthebbende

band van verwantschap rechthebbende - kind

Page 4: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

4

“professionele” situatie van de rechthebbende

Situatie van tewerkstelling

Situatie van gelijkstelling

Situatie van toekenning

Page 5: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

5

Situatie van tewerkstelling

Je bent rechthebbende indien je voor een Belgische werkgever tewerkgesteld bent en deze werkgever bijdragen betaalt bij RSZ.

Geen beperking qua omvang tewerkstelling tenzij ook tewerkstelling in ander stelsel (vb zelfstandig):

minstens halftijds tewerkgesteld

Page 6: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

6

Situatie van gelijkstelling

Inhaalrustdagen Betaalde vakantie Feestdagen en vervangende verlofdagen Periodes van militieverplichtingen Dagen van een door de vakbond erkende staking Afwezigheden reden van burgerlijke stand Periodes van opzegvergoeding …..

Page 7: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

7

Situatie van toekenning

De verlaten echtgenoot De zieke, invalide of door ongeval getroffen werknemer Het weeskind De persoon met een overlevingspensioen De mindervalide rechthebbende zonder beroepsactiviteit De student of daaraan gelijkgesteld De werknemer die tijdskrediet opneemt De werkloze De gedetineerde De gepensioneerde

Page 8: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

8

De verlaten echtgeno(o)t(e)

Voorwaarden

• geen recht meer hebben op kinderbijslag ingevolge de verlating

• binnen de 3 maand na de verlating aangifte gedaan hebben bij de vrederechter of een klacht neergelegd hebben bij de rijkswacht of politie.

Voor welke kinderen?

• De kinderen die hij of zij opvoedt en deel uitmaakten van het gezin op het ogenblik van de verlating;

• De gemeenschappelijke kinderen en de kinderen die geboren worden binnen de 6 maand na de verlating.

Page 9: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

9

De arbeidsongeschikte rechthebbende

Is rechthebbende op kinderbijslag

• De zieke of door ongeval getroffen werknemer die een uitkering geniet van de mutualiteit;

• De werkneemster in bevallingsrust die een moederschapsuitkering geniet;

• De werknemer die wegens een arbeidsongeschiktheid van ten minste 66% een uitkering arbeidsongevallen of beroepsziekten geniet;

• De zieke werknemer die geen uitkering geniet indien hij ten minste 66% arbeidsongeschikt is;

• De door een ongeval getroffen werknemer die geen uitkering arbeidsongevallen of beroepsziekten geniet (wel 66% ongeschikt)

Page 10: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

10

De wees(rechthebbende voor zichzelf!)

Wat?

• Eén van beide ouders overleden

• Beide ouders overleden: volle wees

Voorwaarde

in de loop van de 12 maand voor het overlijden minstens recht op 6 maand kinderbijslag

Page 11: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

11

De persoon met een overlevingspensioen

Voorwaarden?

• Het kind moet deel uitmaken van het gezin van de overlevende persoon op het ogenblik van het overlijden

• De overleden echtgenoot moet– Recht openen voor dit kind op het

ogenblik van het overlijden– Zes maandelijkse bijslagen bewijzen in

de voorbije twaalf maanden.

Deze voorwaarden moet niet vervuld zijn voor bepaalde kinderen (vb. kleindkinderen)

• de overlevende ouder mag niet samenwonen of herhuwd zijn.

Page 12: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

12

De mindervalide rechthebbende

Voorwaarden?

• Enkel tegemoetkoming(niet werkend!)

• Kinderen in gezin of geplaatst vanuit gezin

• Bevoegdheid: RKW

Page 13: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

13

De student rechthebbende

Voorwaarden?

• De jongere, verbonden door een industriële leerovereenkomst• De leerplichtige, leerling en student (hoger onderwijs)• Diegene die een stage doorbrengt of een eindverhandeling voorbereidt• De jonge werkzoekende.

Welke kinderen?

• Voor de eigen kinderen of kinderen van partner, die deel uitmaken van zijn gezin.

Bevoegdheid

• RKW• Residuair recht

Page 14: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

14

De rechthebbende met tijdskrediet

Het recht gaat verloren indien deze werknemer een zelfstandige activiteit uitoefent die recht geeft op kinderbijslag in het stelsel van de zelfstandigen.

Page 15: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

15

De werkloze rechthebbende

De werkloze, vergoed of niet vergoed, is rechthebbend op kinderbijslag.

Page 16: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

16

De gepensioneerde rechthebbende

Voorwaarde

Minstens zes maandelijkse bijslagen bewijzen in de twaalf maanden voor de pensionering.

Page 17: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

17

De gedetineerde rechthebbende

Voorwaarden

• Recht hebben op minstens zes maandelijkse bijslagen in de voorbije twaalf maanden

• Detinering moet plaatshebben in België

Page 18: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

18

Band van verwantschap

Zijn kinderen, kinderen echtgenoot De adoptie- en pleegkinderen Zijn van hetzelfde gezin deel uitmakende kleinkinderen, neven

of nichten Broer en zuster die deel uitmaken van hetzelfde gezin Broer en zuster die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin De kinderen van de persoon waarmee hij een gezin vormt De kinderen die aan het gezin zijn toevertrouwd ingevolge

plaatsingsmaatregelen De kinderen, die deel uitmaken van zijn gezin, en waarvoor hij

bekleed werd met het ouderlijk gezag.

Er is dus geen recht tussen echtgenoten onderling

Geen rechthebbende: Ministeriële Afwijking

Page 19: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

19

De voorrangsrechthebbende

Voorrangsregels Afstand van voorrang Wijziging van voorrangsrechthebbende

Page 20: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

20

Voorrangsregels

Indien meerdere rechthebbenden geeft de wet een volgorde aan

• Wees is rechthebbend voor zichzelf

• Indien verschillende rechthebbenden wordt de volgende hiërarchie gerespecteerd, eerst in het gezin

– Vader– Moeder– Stiefvader– Stiefmoeder– Oudste van de andere rechthebbenden

Zijn er geen rechthebbenden in het gezin dan wordt de zelfde hiërarchie gevolgd buiten het gezin

Page 21: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

21

Afstand van voorrangsrecht

Keuze voorrangsrechthebbende

• Hoofdgroep van rechthebbenden in gezin kind– Vader– Moeder– Stiefvader– Stiefmoeder– Een persoon waarmee de vader of de moeder een feitelijk gezin vormt

• Indien geen enkele rechthebbende van de hoofdgroep aanwezig is in het gezin kan het recht aan een andere rechthebbende worden afgestaan.

Page 22: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

22

Afstand van voorrangsrecht

Collectieve ministeriële afwijking

• Hoofdgroep van rechthebbenden in gezin kind

– Vader– Moeder– Stiefvader– Stiefmoeder– Een persoon waarmee de vader of de moeder een feitelijk

gezin vormt

• Indien recht op een hoger bedrag

• Automatisch toegekend door kinderbijslagfonds.

Page 23: Kinderbijslag 3 De Rechthebbende

23

Wijziging van voorrangsrecht

• Wijziging in gezins- of professionele situatie van voorrangsrechthebbende

• Vanaf kwartaal volgend op kwartaal van gebeurtenis