Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

62
Kennismakingspakket: De wonderen van een Bijbelvertelmethode Charlotte Van Hemelryck Sarah Verhoeven Begeleider: C. Velghe Academiejaar 2013-2014

description

 

Transcript of Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Page 1: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Kennismakingspakket:

De wonderen van een

Bijbelvertelmethode

Charlotte Van Hemelryck

Sarah Verhoeven

Begeleider: C. Velghe

Academiejaar 2013-2014

Page 2: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

In het kader van ons innovatieproject ‘Is de didactiek van Godly Play toepasbaar in het godsdienstonderwijs?’

hebben we dit kennismakingspakket samengesteld.

We willen leerkrachten graag de kans geven om kennis te maken met onze geïnspireerde Godly Play methode. We

hopen dat we zowel toekomstige als ervaren leerkrachten kunnen aanspreken om hiermee aan de slag te gaan.

Daarom hebben we een kennismakingspakket opgesteld met daarin per graad enkele lessen. Per taalsoort hebben

we één of meerdere lessen voorzien. Hieronder vind je een overzicht. Het materiaal stellen we beschikbaar in de

bibliotheek van onze hogeschool Thomas More Mechelen.

Indien je meer informatie wenst over ons innovatieproject, kan je ons steeds contacteren via:

[email protected] .

Eerste graad Tweede graad Derde graad

Geloofsverhalen

Heilige verhalen

Het scheppingsverhaal (Gn. 1, 1-2, 4a)

Paradijsverhaal (Gn. 2, 4b-25)

Jona (Jon.)

Een genezing op Sabbat (Mc. 3, 1-6)

Parabels De gelijkenis van de Vader en de twee zonen (Lc. 15, 1-2. 11-32)

De barmhartige Samaritaan (Lc. 10, 25-37)

De gelijkenis van het zaaien (Mc 4, 1-20)

De gelijkenis van het mosterdzaadje (Mc. 4, 30-33)

De barmhartige Samaritaan (Lc. 10, 25-37)

Liturgische verhalen Het mysterie van Pasen

Het mysterie van Pasen

Het mysterie van Pasen

Hemelvaart (Hnd. 1, 1-11)

Page 3: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Het scheppingsverhaal (Gn. 1, 1-2, 4a)

Benodigd materiaal: - 7 prenten - Zwarte loper - Koekjes

Leerplandoelen:

5.2.1.6. : Geboorte en groei: - Kinderen zijn dankbaar voor het unieke geschenk dat hun eigen leven is. Dit houdt in dat ze:

Ontdekken hoe gelovige mensen hun leven zien als een geschenk van God, b.v. a.d.h.v. passages uit de scheppingsverhalen van de Bijbel (Gn. 1 en 2)

5.2.1.7. : Op verkenning in de natuur - Kinderen weten dat gelovige mensen de aarde beschouwen als Gods schepping. Dit houdt in dat ze:

Het goede van de schepping ontdekken via scheppingspsalmen: Ps 8 of 104

5.2.2.6. : mens en natuur, gave en opgave: - Kinderen ontdekken dat joden en christenen de natuur zien als schepping van God. Dit houdt in dat ze:

Het verhaal van de schepping in Gn.1, 1 – 2, 4a lezen en bespreken

In dit verhaal ontdekken dat God gezien wordt als ‘Schepper’ van alles wat leeft - Kinderen horen een oproep om de natuur te respecteren en te behoeden. Dit houdt in dat ze:

In het scheppingsverhaal van Gn.1 lezen hoe God de schepping aan de mensen heeft toevertrouwd.

Lesdoelen: - De lln. kunnen verwoorden wat het grootste geschenk is dat ze ooit hebben gekregen. - De lln. kunnen genieten van het scheppingsverhaal. - De lln. kunnen verwoorden welke dag van het scheppingsverhaal ze het leukste vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke dag het belangrijkste is. - De lln. kunnen verwoorden welke dag over zichzelf gaat.

- De lln. kunnen verwoorden of er een dag kan worden weggelaten zonder het verhaal te veranderen. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Betekenis van het verhaal: - Respectvol omgaan met het geschenken dat God ons heeft gegeven: zorg dragen voor het eigen leven en voor het leven

rondom jou. - Af en toe eens even stilstaan bij wat je allemaal hebt en daarvan genieten. - Bewondering en verwondering uitdrukken.

Page 4: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(20min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Startvraag: “Wat is het grootste geschenk dat jullie al ooit hebben gekregen?”

Wanneer de lln. enkel zaken zoals: liefde, mijn familie, mijn vrienden, … opsommen kan je het volgende zeggen. “Dat zijn allemaal hele grote en prachtige geschenken. Het mooiste en grootste cadeau dat ik al heb gekregen was mijn trampoline.”

Bespreek het verschil tussen een cadeau zoals liefde of je ouders en een trampoline.

Vat samen: “Liefde of je ouders kan je niet kopen. Een trampoline of een konijn wel.”

Wat je doet… Wat je zegt…

Rol de zwarte loper uit. In het begin was er niet veel.

Wrijf over de rol wanneer hij helemaal open ligt.

In het begin was er niets.

Kijk nog eens rond en glimlach Behalve misschien een grote glimlach. Maar er was

niemand om het te zien.

Neemt de eerste prent. (die van het licht en donker). Leg de prent zo dat de zwarte kant aan de rechterkant ligt.

Wijs naar de lampen aan het plafond.

Op de allereerste dag gaf God ons het licht cadeau. Dus

nu is er niet alleen maar donker, maar zowel licht als

donker.

Ik bedoel niet gewoon het licht van een zaklamp of van

de auto’s ’s nachts. Ik bedoel niet dit licht of dat licht.

Page 5: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Maar ik bedoel hét licht. God gaf ons het licht waar al

het andere licht vandaan komt.

Wrijf over de prent en glimlach.. God zei: “Het is goed.” toen hij het licht zag. Dit was het

einde van de eerste dag.

Neem prent twee en legt deze vlak naast prent één.

Wrijf over de scheidingslijn.

Op de tweede dag gaf God ons het water als geschenk. Nee, ik bedoel niet zomaar het water als een glas water of als het water in het zwembad of van in de douche. Ik bedoel niet het water van in een meer of van in de zee. En ik bedoel ook niet het water van in de oceaan. Of het water dat uit de lucht valt wanneer het regent. Ik bedoel al het water dat water is. Dat is het water waarvan al het andere water vandaan komt.

Dit scheidt het water van vanonder en het water van vanboven.

Wrijf over de prent en glimlach. God zei: “Het is goed.” toen hij het water zag. Dit was

het einde van de tweede dag.

Neem prent drie en leg deze vlak naast prent twee.

Leg je hand op het water en daarna op het land. Duid de planten aan.

Op de derde dag gaf God ons het droge land als geschenk.

God verdeelt het water van het droge land en gaf ons als geschenk de groene en groeiende dingen.

Wrijf over de prent en glimlach.

Wanneer God het droge land zag en het groen en al de

groeiende dingen zei God: “Het is goed.” en dat was het

einde van de derde dag

Neem prent vier en leg deze er vlak naast.

Wijs naar het licht van de zon.

Wijs naar het licht van de maan en de sterren.

Op de vierde dag gaf God ons de dag en de nacht als geschenk. God gaf ons een manier om de dagen te tellen.

Hier is het grote licht dat zorgt voor de dag en de zon.

En hier is het licht dat de nacht, de maan en de sterren overheerst.

Hier is het licht.

Page 6: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Maak een cirkelvormige beweging over de hele prent.

Wrijf over de prent en glimlach.

Pauzeer eventjes en glimlach, geniet van de 4de dag.

Wanneer God de dag en de nacht zag, zei God: “Het is

goed.’ en dat was het einde van de 4de dag

Neem prent vijf en leg ze naast prent vier.

Duid de vogels aan.

Duid de vissen aan.

Op de vijfde dag gaf God ons al de dieren die konden vliegen als geschenk. Niet alleen de vogels maar alle dieren die kunnen vliegen.

En al de dieren die kunnen zwemmen in het water. Allemaal.

Wrijf over de prent en glimlach.

Pauzeer eventjes en glimlach, geniet van de 5de dag.

Toen hij alle zwemmende en vliegende dieren zag, zei

God: “Het is goed.” en dat was het einde van de 5de

dag.”

Neem prent zes en leg ze naast prent vijf.

Duid de dieren en de mens aan.

Op de zesde dag gaf God ons al de dieren die kunnen lopen als geschenk.

De dieren die lopen op twee benen, zoals jij en ik, en al de dieren die lopen op meerdere benen.

Wrijf over alle andere prenten.

Wanneer je zegt: “Het is heel goed.”, raak je de 6de

prent aan.

Toen God al de lopende dieren en de geschenken van

de andere dagen zag, zei hij: “Het is heel goed.”

Neem prent zeven en leg deze naast prent zes

Wrijf over alle andere prenten.

Wijs de zevende prent aan.

Op de zevende dag rustte God en gaf ons een dag om te rusten als geschenk, om terug te denken aan al de geschenken van de vorige dagen.

Hier is niets want de mensen gingen naar verschillende plaatsen om de prachtige geschenken te herdenken. Deze plaats kan bijvoorbeeld een kerk zijn of een boom in een tuin of zelfs je eigen kamer. Ik weet niet waar jouw plaats is, waar je terugdenkt aan dingen die gebeurd zijn, alleen jij weet die plek zijn.

Kijk op en kijk de leerlingen één voor één aan. Glimlach.

Page 7: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

(10min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welke dag je het mooist vindt…

- Ik vraag me af welke dag je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welke dag iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we een dag kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen:

- Ik vraag me af wat jij zo mooi vindt aan de natuur…

- Ik vraag me af wanneer jij voor de natuur zorgt…

- Ik vraag me af wanneer en hoe je voor iemand anders zorgt…

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle prenten één voor één terug in de mand en wrijf er telkens over.

(20min.) FASE 3: Verwerken

. 1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie krantenartikelen of materialen i.v.m. natuur- en mensenorganisaties, geboortekaartjes, foto’s van nieuw leven, …

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

Page 8: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in.

“Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat

de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Bronnen: - Berryman, J. W. (2002). Godly Play - volume 2 - 14 Core Presentations For Fall. Living the Good News. - Godly Play Foundation. (2013, December 9). "Creation" Godly Play. Opgehaald van YouTube:

http://www.youtube.com/watch?v=iBgSHFGnSZI&index=13&list=PLd8UFTdIPH2cy7uJP33iCWK4I4Utxv8Wi - Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap.

Page 9: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

De gelijkenis van de Vader en de twee zonen (Lc. 15, 1-2. 11-32)

Benodigd materiaal: - Gouden doos - Zes mannetjes - Bruine doek - Huis van de vader - Land: twee huisjes - Varkensstal - Doos met koekjes

Leerplandoelen:

5.2.2.1.: Vergeving en verzoening - Kinderen ontdekken wat vergeving en verzoening in de Bijbel inhouden. Dit houdt in dat ze:

Jezus’ oproep tot verzoening begrijpen in de gelijkenis van de vader en de twee zonen (Lc. 15, 1-2. 11-32).

Vanuit die verhalen beseffen dat God steeds vergeving wil schenken. - Kinderen ontdekken hoe christenen vergeving en verzoening beleven en uitdrukken. Dit houdt in dat ze:

In verhalen en getuigenissen ontdekken Dat christenen steun vinden in hun geloof in God, die van alle mensen houdt en steeds bereid is vergeving te schenken. Dat christenen zich laten inspireren door Jezus om zelf ook bereid te zijn te vergeven en zich te verzoenen. Hoe liefde de basis is voor vergeving en verzoening.

Beseffen dat ook voor christenen vergeving en verzoening niet gemakkelijk en vanzelfsprekend zijn. - Kinderen voelen aan en begrijpen wat vergeving is. Dit houdt in dat ze:

Verwoorden dat ruzies en conflicten soms heel wat pijn veroorzaken.

Tot besef komen dat een ruzie die blijft spelen niet bijdraagt tot het geluk van de betrokkenen.

Beseffen dat vergeving is: een fout niet langer meer aanrekenen.

Erkennen dat ‘vergeving vragen’ niet gemakkelijk is.

Erkennen dat ‘vergeving schenken’ niet gemakkelijk is.

Aanvoelen dat vergeving een uiting is van ‘intens liefhebben’.

De mogelijkheid van vergeving in hun eigen leven als waardevol aanvoelen en ervaren.

Hun machteloosheid uitspreken wanneer de ander geen vergeving wil schenken. - Kinderen voelen aan en begrijpen wat vergeving is. Dit houdt in dat ze:

Beseffen dat verzoening betekent: opnieuw vrede en vriendschap sluiten, met de ander opnieuw willen beginnen.

Tekens van verzoening kunnen stellen: een handdruk, een zoen, een verontschuldiging, …

Erkennen dat ‘een stap naar verzoening’ niet gemakkelijk is.

De bereidheid tot verzoening in hun eigen leven als waardevol aanvoelen en ervaren.

Page 10: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Hun machteloosheid uitspreken wanneer een ander zich niet met hem wil verzoenen.

Lesdoelen:

- De lln. kunnen genieten van de gelijkenis van de Vader en de twee zonen. - De lln. kunnen verwoorden wat het stoutste is wat ze ooit hebben gedaan. - De lln. kunnen verwoorden welk deel van het verhaal ze het mooist vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke deel van het verhaal ze het belangrijkst vinden. - De lln. kunnen verwoorden of het verhaal iets over zichzelf vertelt. - De lln. kunnen verwoorden of er een deel van het verhaal kan worden weggelaten en toch de belangrijke dingen te

behouden. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Betekenis van het verhaal: - Vergeving schenken en zich kunnen verzoening - Vergeving kunnen vragen en ermee leren omgaan dat dit niet altijd wordt aanvaard - Tot vergeving en verzoening komen is niet altijd eenvoudig

Page 11: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(35min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Startvraag: Ik vraag mij af wat het stoutste is dat jij ooit hebt gedaan.

De lkr. neemt de mand met al het materiaal erbij.

Wat je doet… Wat je zegt…

Kijk de kinderen aan terwijl je vertelt. Jullie zullen Jezus wel allemaal kennen. Wanneer Jezus

ergens naartoe ging, naar de stad bijvoorbeeld, gingen

er steeds een heleboel mensen met hem mee. Ze

volgden hem omdat hij altijd zo’n mooie verhalen

vertelde. De verhalen die Jezus vertelde, noemen we

parabels.

Een parabel is een oud verhaal. Jezus vertelde ze om zo

dingen te leren aan zijn volgelingen. Door het vertellen

van parabels leerde hij hen hoe ze moesten geloven.

Neem de gouden doos.

Kijk: de doos heeft een gouden kleur. Misschien zit er iets in mijn doos, dat even waardevol is als goud. Misschien is het wel een parabel. Dat is heel waardevol. Ze zijn zelfs nog meer waard dan goud.

Klop op de bovenkant van de doos alsof het een deur is.

De doos heeft altijd een deksel, een soort van deur.

Soms lijkt het alsof de deuren van een parabel gesloten

zijn. Je kan niet naar binnen gaan ook al ben je er klaar

voor. Ik weet niet hoe dat komt. Het gebeurt nu

Page 12: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

eenmaal zo, maar je mag de moed niet laten zinken.

Probeer steeds terug te komen. Want op een dag dan

zal de deur van de parabel zich openen voor jou.

Doe de doos voorzichtig open. Zet het deksel voor de doos, zodat de lln. niet in de doos kunnen kijken.

De doos lijkt oud. Parabels zijn ook oud. Ze zijn ouder dan jou, maar ook ouder als mij. Ze zijn zelfs nog ouder dan jullie oma of jullie opa. Ze zijn bijna meer dan 2000 jaar oud.

Ik vermoed dat er echt een parabel in de doos zit. We zullen de doos gewoon openen, dan zien we het meteen.

Neem de bruine doek eruit en rol hem open.

Kijk… Ik vraag me af wat zou dit kunnen zijn? Wat denken jullie?

Neem het huisje eruit en plaats het helemaal aan de

rechterkant van de doek.

Een huis…

Neem de vader uit het mandje en plaats hem naast het

huis.

Neem de zonen uit het mandje en plaats ze aan de

andere kant van het huis.

Jezus vertelde over een vader met twee zonen.

Plaats de jongste zoon naast de vader.

Op een dag zei de jongste zoon tegen zijn vader:

“Vader, als u sterft, krijg ik een deel van uw bezit. Mag

ik het nu al hebben?” De vader vond het een vreemde

vraag aangezien hij nog leefde. Toch gaf de vader hem

een groot deel van zijn bezit. De zoon verkocht het en

kreeg hiervoor veel geld.

Plaats de vader voor het huis.

Plaats de oudste zoon bijna achter het huis zodat je

hem bijna niet meer kan zien.

Plaats de jongste zoon wat verder op de weg.

De jongste zoon nam zijn spullen en vertrok, met al het

geld in zijn zakken.

Plaats de twee huisjes in het midden van het doek. Laat

de jongste zoon verder stappen, plaats hem bij de

huisjes.

De jongste zoon kwam aan in een ver land. Hij gaf al zijn

geld uit aan wilde feestjes en plezierige dingen.

Page 13: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Leg de jongste zoon neer.

Maak een cirkelvormige beweging over de huisjes.

Op de kortste tijd had hij al het geld dat zijn vader hem

had gegeven, opgedaan. Hij had niets meer over, hij

was arm.

Plots kwam er een grote hongersnood over het land.

Laat de zoon wat rondwandelen.

Neem de varkensstal en plaats die aan de linkerkant

van het doek. Plaats de zoon naast de varkensstal.

De zoon zwierf rond.

Tot hij plots bij een rijke inwoners van het land terecht

kwam. Daar kon hij werken als varkensboer. Maar zelfs

daar geraakte hij nauwelijks aan eten…

Laat de zoon enkele stappen nemen.

De jongen kwam tot inzicht: bij zijn vader had hij het

veel beter. Daar krijgen zijn knechten veel meer te eten

dan dat hij hier krijgt.

Hij kreeg spijt en bedacht dat hij beter terug naar huis

kon gaan, naar zijn vader en broer.

Laat de zoon langzaam naar huis wandelen. Hij vertrok terug naar huis.

Plaats de vader in het midden van de weg. De vader zag plots iemand aankomen van in de verte.

Was dat nu zijn zoon?

Plaats de zoon dicht bij de vader. De vader en zoon vielen elkaar in de armen. De zoon

zei: "Vader, ik ben fout geweest. Ik heb gezondigd

tegen de hemel en tegen u. Ik ben het niet meer waard

uw zoon genoemd te worden. Ik wil dat u mij vanaf nu

als één van uw knechten behandelt.”.

Plaats de andere personages erbij. De zoon had veel spijt van wat hij had gedaan maar de

vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug de mooiste

kleren en trek ze hem aan, doe een ring aan zijn vinger

en schoenen aan zijn voeten. Haal het gemeste kalf en

slacht het; laten we eten en feestvieren, want mijn

zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij

was verloren en is teruggevonden.” En het feest begon.

Plaats de oudste zoon wat dichter bij het huis. De oudste zoon was nog op het land. Hij hoorde de

muziek en zag dat de mensen aan het feesten waren.

Page 14: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Plaats één van de knechten dichter bij de oudste zoon, laat ze naar elkaar kijken.

Hij vroeg aan één van de knechten wat er te doen was.

Die antwoordde: “Uw broer is thuisgekomen en uw

vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem

gezond en wel terug heeft.”

De oudste zoon werd heel erg boos, hij wou zelfs niet

mee feesten. Hij ging kwaad naar zijn vader en zei

tegen hem: “Ik help u nu al zoveel jaren. Nooit heb ik

iets gedaan dat niet mocht. Maar aan mij heeft u nooit

het gemeste kalf gegeven zodat ik met mijn vrienden

kon feestvieren. Nu uw andere zoon is thuisgekomen,

die al uw geld heeft verkwist, geeft u hem wel het

gemeste kalf!”

De vader antwoordde: “Jongen, jij bent altijd bij me en

alles wat ik heb is van jou. We moeten feestvieren en

blij zijn, want die broer van je was als dood en is weer

levend geworden, hij was verloren en is

teruggevonden.”

(10min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welk deel van het verhaal je het mooist vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we iets kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen:

- Ik vraag me af hoe de vader zich voelde toen zijn zoon vertrok…

- Ik vraag me af of jij een hele dag in de varkensstal zou willen werken…

- Ik vraag me af hoe de zoon zich voelde toen hij terug naar huis ging terwijl hij al het geld had opgedaan…

- Ik vraag me af hoe de vader zich voelde toen hij zijn zoon terug zag…

- Ik vraag me af of het makkelijk is om iemand te vergeven als hij/zij iets fout heeft gedaan…

- Ik vraag me af of jij iemand kent die is zoals de vader…

- Ik vraag me af waarom de oudste zoon zo boos was….

- Ik vraag me af of jij soms ook jaloers bent…

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle materialen één voor één terug in de doos, terwijl je ze benoemt.

Page 15: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

(20min.) FASE 3: Verwerken

1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie afbeeldingen van mensen die elkaar vergeving schenken: een hand geven, een zoen geven, … alsook afbeeldingen van mensen geen verzoening willen aanvaarden.

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in.

“Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat

de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Bronnen: - Berryman, J. W. (2002). Godly Play - volume 2 - 14 Core Presentations For Fall. Living the Good News. - Brendan. (2010, april 14). Opgeroepen op juni 3, 2014, van Theresestaff:

http://theresestaff.wikispaces.com/search/view/godly%20play - Thijs, J. (2008, augustus 18). Gelijkenis van een vader met twee zonen (Lucas 15,11 - 31). Opgeroepen op juni 4, 2014,

van Thomas: http://www.kuleuven.be/thomas/page/bijbelfiche-gelijkenis-van-een-vader-met-twee-zonen/ - Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap.

Page 16: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Het mysterie van Pasen

Benodigd materiaal: - Wit zakje - 6 puzzelstukjes - Doos met koekjes

Leerplandoelen:

5.2.1.11: Liturgisch en pastoraal jaar ­ Kinderen verkennen de betekenis van de Veertigdagentijd en Pasen vanuit verhalen over het lijden, de dood

en de verrijzenis van Jezus.

5.2.2.3: Stilte en gebed, ontvankelijkheid ­ Kinderen kunnen zich bezinnen. Dit houdt in dat ze:

Ontdekken dat ze bij stilte en bezinning openkomen voor wat belangrijk is in hun leven.

Uitspreken wat er in hen omgaat wanneer ze stil worden en zich bezinnen.

Lesdoelen:

- De lln. kunnen genieten van het mysterie van Pasen. - De lln. kunnen verwoorden welk deel van het verhaal ze het mooist vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke deel van het verhaal ze het belangrijkst vinden. - De lln. kunnen verwoorden of het verhaal iets over zichzelf vertelt. - De lln. kunnen verwoorden of er een deel van het verhaal kan worden weggelaten en toch de belangrijke dingen te

behouden. - De lln. kunnen verwoorden uit hoeveelweken de vasten bestaat. - De lln. kunnen verwoorden hoe zij zich voorbereiden op een gebeurtenis. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Betekenis van het verhaal: - Je moet je voorbereiden op belangrijke situaties/momenten in je leven.

Page 17: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(35min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Nu is het de tijd van de kleur paars. Paars is de kleur van koningen. Het is tijd om ons voor te bereiden op het mysterie van Pasen. We moeten ons voorbereiden op de komst van een koning. Die koning zal weggaan en terugkomen. We moeten ons voorbereiden op het mysterie van Pasen. Dit is een belangrijke periode. Het duurt een hele tijd om ons hierop voor te bereiden. We zullen eens kijken hoeveel weken het duurt en wat de vasten eigenlijk is.

De lkr. neemt de mand met al het materiaal erbij.

Wat je doet… Wat je zegt…

Neem een puzzelstuk uit de zak en bekijk het aandachtig langs alle kanten.

Ik vraag me af wat dit zou kunnen zijn…

Neem een tweede stuk.

Leg het tweede stuk op de grond naast het eerste stuk. Leg ze niet in elkaar.

Kijk, hier is een tweede stuk. Ik vraag me echt af wat dit zal vormen.

Neem het derde stuk.

Probeer het derde stuk aan de andere stukken vast te maken maar dit lukt niet. Leg het stuk er gewoon bij.

Kijk, hier is een derde stuk. Ze zijn allemaal zo verschillend…

Page 18: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Neem het vierde stuk.

Hier is een vierde stuk. De stukken stellen het aantal weken van de vasten voor. Eén, twee, drie, vier weken in de vasten? Dat zijn evenveel weken als we nodig hebben om ons voor te bereiden op Kerstmis. Misschien hebben we voor Pasen ook maar vier weken nodig.

Neem het vijfde stuk.

Ah nee! Hier is nog aan stuk! De vasten duurt dus langer dan de Advent. Het mysterie van Pasen is een nog groter mysterie dan het mysterie van Kerstmis, dus daarom duurt het langer om ons erop voor te bereiden.

Voel aan de – bijna lege – zak.

Dit zullen dan alle stukken zijn.

Of nee, de zak is nog niet leeg. Er is nog een week! De vastentijd duurt zes weken. Pasen is echt een groot mysterie.

Voel nog eens aan de zak, deze keer is hij echt leeg. Leg de zak aan de zijkant.

De puzzelstukken zijn heel paars. Degene die op komst is, is heel belangrijk, zoals een koning. Maar paars is ook een triestige kleur. Misschien is datgene wat er gaat gebeuren triestig.

Probeer de puzzel in elkaar te zetten. Dit gebeurt niet op één, twee, drie.

Laat enkel lln. meehelpen.

Ah, nu zie ik het, de puzzelstukken vormen een kruis. Een groot kruis. Een kruis is ook verdrietig. Jezus is gestorven aan het kruis. Dat is triestig, maar het is tegelijkertijd ook prachtig.

Draai de puzzelstukken om, met de witte kant naar boven.

Kijk wat er gebeurt.

Jezus is gestorven aan het kruis, maar op één of andere

manier is hij nog steeds bij ons. Daarom is Pasen niet

alleen triestig. Pasen is ook prachtig.

Draai enkele puzzelstukken terug om, met de paarse kant naar boven.

De vasten is triestig en verdrietig…

Page 19: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

“Kijk, je kan Pasen niet op één zondag houden. Het duurt één, twee, drie, vier, vijf, zes weken! Helemaal tot aan Pinksteren.”

Draai alle puzzelstukken terug met de witte kant naar boven.

… Pasen is feest.

Tel de witte puzzelstukken.

Pasen haalt alles binnenstebuiten en ondersteboven.

De kleur van de voorbereiding verandert in de kleur van

feest. Het verdriet en het geluk komen samen om

vreugde te vormen.

(10min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welk deel van het verhaal je het mooist vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we iets kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen:

- Ik vraag me af of je al ooit één van deze kleuren in de kerk hebt gezien…

- Ik vraag me af wat er gebeurt als je deze kleuren ziet…

- Ik vraag me af wat je allemaal weet over de vasten…

- Ik vraag me af of je op een ander tijdstip de kleur wit nog eens kan zien in de kerk…

- Ik vraag me af hoe verdriet en geluk vreugde kan vormen…

- Ik vraag mij af waar vreugde vandaan komt…

- Ik vraag mij af hoe je weet wanneer er vreugde is…

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle materialen één voor één terug in de doos, terwijl je ze benoemt.

Page 20: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

(20min.) FASE 3: Verwerken

1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie getuigenissen van mensen die vertellen hoe zij vasten. Ook kan je woordkaarten met situaties neerleggen. V.b.: ”Ik bereid me voor op een voetbalmatch”.

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in.

“Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat

de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Bronnen: Berryman, J. W. (2002). Godly Play - volume 2 - 14 Core Presentations For Fall. Living the Good News Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap.

Page 21: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Het paradijsverhaal (Gn. 2, 4b-24)

Benodigd materiaal: - Bak met aarde - Doosje met klei - Enkele bloempjes (echte) - Bekertje met water - Doos met koekjes

Leerplandoelen:

5.2.2.9. Aarde en vruchtbaarheid: - Kinderen lezen in het Paradijsverhaal van de Bijbel (Gn. 2, b-25) een gelovige duiding van het wonder van de

vruchtbaarheid van de aarde. Dit houdt in dat ze:

De betekenis ontdekken van het beeld dat de mens geboetseerd is “uit stof van de aarde”

In dat verhaal een sterke verwantschap ontdekken tussen de mens en de vruchtbare aarde.

Lezen hoe in dat verhaal verteld wordt over de nabijheid van God bij de mens.

Lezen hoe in dat verhaal verteld wordt over de nabijheid tussen de mensen.

In dat verhaal lezen hoe de vruchten van de schepping bestemd zijn voor dé mens, dit betekent: elke mens

Lesdoelen:

- De lln. kunnen genieten van het paradijsverhaal. - De lln. kunnen verwoorden welk deel van het verhaal ze het mooist vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke deel van het verhaal ze het belangrijkst vinden. - De lln. kunnen verwoorden of het verhaal iets over zichzelf vertelt. - De lln. kunnen verwoorden of er een deel van het verhaal kan worden weggelaten en toch de belangrijke dingen te

behouden. - De lln. kunnen verwoorden hoe zij zorg dragen voor de natuur. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Betekenis van het verhaal: - Je moet je voorbereiden op belangrijke situaties/momenten in je leven.

Page 22: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(35min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Wat je doet… Wat je zegt…

Neem het doosje gevuld met aarde uit de mand.

Toon het aan de lln.

Toen God de aarde en de hemel maakte, groeide er nog

niets op aarde. Er waren nog geen wilde planten. Er

groeide niets op het veld. God had het immers nog niet

laten regenen op aarde. Er waren ook geen mensen om

het land te bewerken.

Neem het doosje gevuld met klei uit de mand.

Neem de klei eruit en boetseer er in stilte een mannetje mee.

Toen boetseerde God de mens uit stof dat Hij van de

aarde nam.

Breng het mannetje uit klei tot voor uw gezicht en blaad rustig in het gezicht van het mannetje.

God blies hem de levensadem in de neus. Zo kwam de

mens tot leven.

Laat een ll. de plantjes en bloempjes in het doosje met aarde plaatsen.

Daarna maakte God in het oosten, in Eden, een tuin. Hij

liet er allerlei mooie bomen met heerlijke vruchten

groeien.

Maak een klein geultje in het doosje met aarde.

Laat een ll. een beetje water gieten in het geultje.

In Eden lag ook de bron van een rivier. Die rivier gaf

water aan de hele tuin en zorgde ervoor dat alle

planten konden groeien.

Laat een ll. het mannetje in het doosje met aarde plaatsen.

In die tuin plaatste Hij de mens die Hij geboetseerd had.

God vroeg aan de man om de tuin te bewerken en te

onderhouden.

Laat enkele ll. dieren boetseren. Het is niet goed, dacht God, dat de mens alleen is. Dat

Page 23: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

- dieren voor op het land - vogels - vissen

is niet gezellig voor de mens. Ik zal iemand maken die

bij hem past.

Toen boetseerde God uit de aarde allerlei dieren:

dieren met twee en met vier poten. Dieren met grote

scherpe tanden of met een krullerige vacht, met kleine

spitse oortjes of met lange manen. Hij maakte ook

vogels en vissen.

Plaats de dieren rond de mens. God bracht alle dieren bij de mens. Deze mens was blij

en gaf namen aan de dieren. Hij noemde ze aap of

schaap, tijger of leeuw, gans of hond, dolfijn of paarde.

Maar toch was er geen enkel dier dat echt helemaal bij

de mens hoorde. Ze waren allemaal zo anders dan hij.

En zo bleef de mens een beetje eenzaam.

Leg het mannetje neer.

Toen liet God de mens in een diepe slaap vallen.

Neem nog wat klei en boetseer in stilte een vrouw.

Plaats de vrouw bij de man.

Terwijl hij sliep, nam God een rib van hem weg. Van de

rib maakte Hij een vrouw.

God bracht de vrouw bij de mens.

Laat de man en de vrouw naar elkaar kijken.

Toen zei de mens:

“Eindelijk een mens als ik. Ze is van hetzelfde vlees en

van hetzelfde bloed. We zullen samen één zijn.”

(10min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welk deel van het verhaal je het mooist vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we iets kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen:

- Ik vraag me af wat jij zo mooi vindt aan de natuur…

- Ik vraag me af wanneer jij voor de natuur zorgt…

- Ik vraag me af waarom de mens zich zo eenzaam voelde…

- Ik vraag me af wanneer jij je eenzaam voelt…

- Ik vraag me af hoe jij dat gevoel van eenzaamheid oplost…

- Ik vraag me af hoe de man zich voelde wanneer hij de vrouw ontmoette…

- Ik vraag me af hoe jij je voelt wanneer je in gezelschap van vrienden bent…

Page 24: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle materialen één voor één terug in de doos, terwijl je ze benoemt.

(20min.) FASE 3: Verwerken

1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie krantenartikelen of materialen i.v.m. natuurorganisaties, geboortekaartjes, foto’s van nieuw leven, …

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in. “Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Page 25: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Bronnen: - Berryman, J. W. (2002). Godly Play - volume 2 - 14 Core Presentations For Fall. Living the Good News - Cerdas, J. (2011, Juni 5). Godly Play – Adam and Eve. Opgehaald van Nurturing Learning:

http://www.nurturinglearning.com/godly-play-adam-and-eve/ - Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap. - Lisa. (2010, September 14). Adam and Eve Story Telling Box . Opgehaald van Our Country Road:

http://ourcountryroad.blogspot.be/2010/09/adam-and-eve-story-telling-box.html - Veulemans, S., Vervoort, N., Noël, F., Van Vlasselaer, L., Wouters, J., & Bielen, J. (2013). Sterren aan de hemel 3. Averbode:

Uitgeverij Averbode.

- Veulemans, S., Vervoort, N., Noël, F., Van Vlasselaer, L., Wouters, J., & Bielen, J. (2013). Sterren aan de hemel 4. Averbode: Uitgeverij Averbode.

Page 26: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Jona (Jon.)

Benodigd materiaal: - Mandje - Blauwe vilten doek - Bruine doek - Kartonnen huis - Poppetje dat Jona voorstelt - Papieren bootje - Golven - Walvis

- Plant

Leerplandoelen:

5.2.2.1. Vergeving en verzoening: - Kinderen ontdekken wat vergeving en verzoening in de Bijbel inhouden. Dit houdt in dat ze:

Zich inleven in andere verhalen over vergeving en verzoening zoals Jona (Jon.)

5.2.2.7. Gewetensvol handelen: - Kinderen ontdekken in de Bijbel wegwijzers om gewetensvol te handelen. Dit houdt in dat ze:

In het boek Jona ontdekken hoe een mens het moeilijk kan hebben met wat God vraagt.

Lesdoelen:

- De lln. kunnen genieten van het verhaal Jona. - De lln. kunnen verwoorden welk deel van het verhaal ze het mooist vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke deel van het verhaal ze het belangrijkst vinden. - De lln. kunnen verwoorden of het verhaal iets over zichzelf vertelt. - De lln. kunnen verwoorden of er een deel van het verhaal kan worden weggelaten en toch de belangrijke dingen te

behouden. - De lln. kunnen verwoorden hoe zij omgaan met verzoening en vergeving. - De lln. kunnen verwoorden wanneer zij het moeilijk vinden om naar iemand te luisteren. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Betekenis van het verhaal:

Wanneer iemand je een opdracht geeft moet je steeds proberen om deze opdracht te volbrengen, hoe moeilijk het ook lijkt.

Soms heb je wat tijd nodig om na te denken over de dingen van het leven, net zoals Jona in de buik van de vis.

Soms denk je dat mensen die slechte dingen doen, harder moeten gestraft worden, maar dan moet je eens even stilstaan en nadenken of je dit ook voor jezelf zou wensen.

Page 27: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(35min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Wat je doet… Wat je zegt…

Een profeet is een boodschapper van God. Het zijn

mensen die aan het volk vertellen wat God wil dat ze

doen.

Ik ga jullie een verhaal vertellen over een bijzondere

profeet.

Neem het mandje waarin het materiaal ligt. Neem de blauwe doek eruit. Leg hem rustig open op de grond.

Ik vraag me af wat dit zou kunnen zijn... Wat denken

jullie dat dit is?

Neem de bruine doek en leg hem op de blauwe doek. Kijk, nu nog een bruin stuk. Wat zou dit zijn?

Neem het ventje uit de mand. Jona was een profeet in Israël.

Op een dag zei God tegen Jona: “Ga naar Nineve en

vertel tegen de mensen dat ik zie dat ze veel kwaad

doen. Vertel hen dat ze hun leven moeten veranderen.”

Laat Jona naar de boot wandelen en plaats hem erin. Maar Jona wou niet naar Nineve. Hij vluchtte.

Hij ging naar de haven en stapte in een boot die precies

de andere kant op ging. Op deze boot waren nog

andere zeelui aanwezig.

Jona wou niet naar Nineve omdat deze stad vol met

vijanden van Israël zat. Deze mensen hadden Israël

jarenlang overheerst, vernederd en verwoest.

Page 28: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Leg de golven neer rond de boot. Jona dacht dat hij kon vluchten van God. Maar

onderweg liet God een grote storm ontstaan.

De wind zweepte de golven zo hoog op dat het schip

gevaar liep breken. De zeelui waren ontzettend bang.

Ze riepen elk hun eigen God ten hulp. Maar dit was niet

de God die Jona kende.

Leg Jona neer. Intussen lag Jona te slapen, goed verborgen in het

schip.

Zet Jona terug recht. De kapitein van de boot ontdekte Jona en maakte hem

wakker: “Sta op en roep jouw God ter hulp. Misschien

kan hij ons helpen! Wie is jouw God?”.

Jona antwoordde: “Ik vereer de God die de zee en het

land gemaakt heeft. Mijn God is de enige God.”

Enkele matrozen dachten dat er wel iemand schuldig

zou zijn aan deze ramp. Ze trokken een lot. Het lot wees

Jona aan.

Toen biechtte Jona op: “Ik ben een profeet, een

boodschapper van God. God vroeg mij naar Nineve te

gaan. Maar ik wou niet. Ik vluchtte. Daarom verstopte

ik mij in deze boot. Ik besef dat ik fout deed. Neem mij

maar op en smijt mij in de zee, dan zal de zee u wel met

rust laten.”

Leg Jona op de blauwe doek.

Maar de matrozen wouden Jona niet overboord gooien.

Ze deden alles wat ze konden om de boot veilig te

maken.

Toen dat alles mislukte, gooiden ze Jona overboord.

Neem de golven weg. De storm ging weg.

Laat de boot wegvaren. Plaats hem daarna in terug het mandje.

God gebruikt zijn profeten altijd en overal. God

gebruikte Jona om aan de matrozen te tonen Hij de

enige echte God is. De God van de zee en het land.

De matrozen bedankten God omdat ze eindelijk weer

veilig waren.

Page 29: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Nadat ze Jona in het water hadden gegooid, begon hij

te zinken.

Jona bad tot God en zei: “Red mij!”.

Neem de walvis en laat hem tot bij Jona zwemmen.

Leg Jona in de mond van de walvis.

God zond een grote vis.

De grote vis slikte Jona in.

Laat de walvis traag naar het land zwemmen. Nu was Jona terug veilig. Hij bad en hij bedankte God.

Laat Jona uit de mond van de walvis vallen. De vis kwam boven water en spuwde Jona uit op het

land.

Laat Jona naar de stad wandelen.

God zei tegen Jona: “Ga nu naar Nineve en vertel de

bevolking dat ik hun stad binnen 40 dagen zal

verwoesten omdat ze slechte dingen doen.”

Laat Jona rond de stad wandelen.

Jona vertelde aan de mensen dat God hun stad zou

verwoesten omdat ze slechte dingen deden.

De mensen geloofden God. Ze veranderden, ze stopten

met slechte dingen te doen. Ze zagen in dat ze niet

goed bezig waren.

Toen God dit zag, besloot Hij dat Hij Nineve niet ging

verwoesten.

Laat Jona wegwandelen en leg hem neer.

Dit wekte grote ergernis bij Jona en het maakte hem

boos.

Hij ging weg uit de stad en ging neerliggen. Hij wou zien

wat er dan zou gebeuren.

Plaats de plant naast Jona. God liet een wonderboom opschieten in de woestijn.

Deze boom zorgde ervoor dat Jona in de schaduw lag.

Leg de plant op zijn zij.

Jona was erg blij met deze schaduw.

Maar de volgende ochtend liet God de plant aanvreten

door een worm. De boom stierf.

Page 30: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Houd je hand een eindje boven Jona.

Daarna liet God de zon harder schijnen dan ooit. Jona

werd door de hitte bevangen.

Jona was boos en verdrietig. Hij bad om te mogen

sterven: “Ik wil liever dood zijn dan zo te moeten

leven.”

Zet Jona terug recht.

God vroeg: “Jona, waarom ben je boos? Je hebt deze

boom niet gemaakt en je hebt hem ook niet laten

sterven. En toch ben je boos.”

Jona antwoordde dat hij verschrikkelijk kwaad was en

dat het heel terecht was.

God zei: “Als jij al verdriet hebt om die wonderboom,

waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en

die jij niet hebt laten groeien, een plant die in één nacht

opkwam en in één nacht verging,zou ik dan geen

verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar zoveel

dieren, kinderen, mannen en vrouwen wonen?”

“Voor deze reden heb ik Nineve niet verwoest.”

(10min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welk deel van het verhaal je het mooist vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we iets kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen:

- Ik vraag me af hoe het voelde om in de storm te zitten…

- Ik vraag me af hoe het voelde om door een grote vis te worden ingeslikt.

- Ik vraag me af hoe Jona zich voelde toen hij toch naar de inwoners van Nineve ging…

- Ik vraag me af hoe het was om in Nineve te wonen…

- Ik vraag me af waarom Jona zo boos was…

- Ik vraag me af waarom God de boom liet sterven en de zon zo hard liet schijnen…

- Ik vraag me af waarom jij soms boos bent…

- Ik vraag me af hoe jij het weer goed maakt nadat je boos bent geweest…

- Ik vraag me af of jij het soms moeilijk vind om te doen wat iemand anders zegt…

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

Page 31: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle materialen één voor één terug in de doos, terwijl je ze benoemt.

(20min.) FASE 3: Verwerken

1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie stroken waarop klasafspraken, afspraken voor thuis, … staan geschreven. V.b.: Ik eet mijn bord leeg.

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in.

“Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Bronnen: - Berryman, J. W. (2002). Godly Play - volume 2 - 14 Core Presentations For Fall. Living the Good News - CFMUPres's . (2011, November 17). Jonah, the Backward Prophet . Opgehaald van YouTube:

http://www.youtube.com/user/CFMUPres - Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap. - Veulemans, S., Vervoort, N., Noël, F., Van Vlasselaer, L., Wouters, J., & Bielen, J. (2013). Sterren aan de hemel 4. Averbode:

Uitgeverij Averbode.

Page 32: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

De barmhartige Samaritaan (Lc. 10, 25-37)

Benodigd materiaal: - Gouden doos - Bruine doek - Gele vilt als weg - 2 steden: oranje vilten doekjes - 2 keien - 1 kartonnen huis - 5 personen: Samaritaan, priester,

leviet en twee rovers

Leerplandoelen:

5.2.2.4.: Anders zijn, ontmoeting - Kinderen ontdekken dat er verschillen zijn tussen mensen. Dit houdt in dat ze:

Vormen van ‘anders zijn’ van mensen verkennen waarmee zij geconfronteerd worden - Kinderen ontdekken hoe men in de Bijbel omgaat met mensen meestal als ‘anders’ of ‘vreemd’ worden gezien.

Ontdekken hoe Jezus met anderen omgaat en over hen spreekt.

5.2.2.7 Gewetensvol handelen - Kinderen ontdekken in de Bijbel wegwijzers om gewetensvol te handelen. Dit houdt in dat ze:

Ontdekken hoe belangrijk de band met God is in de keuzes die Jezus maakt: in woord (de Barmhartige Samaritaan) - Kinderen geven voorbeelden van wat zij als ‘goed’ en ‘kwaad’ ervaren in hun omgeving. Dit houdt in dat ze:

Zien en bespreken hoe volgens hen mensen ‘goed’ of ‘kwaad’ handelen: thuis, op school, …

Vaststellen dat eenzelfde handelen zowel goede als kwade effecten kan hebben.

Vaststellen dat eenzelfde handeling door de ene mens als goed beschouwd wordt, door een ander als kwaad en door nog een andere als goed en kwaad.

- Kinderen ontdekken wat mensen in beweging zet om ‘goed’ of ‘kwaad’ te handelen. Dit houdt in dat ze:

Zoeken vanuit welke motieven ze handelen.

Bespreken wanneer zij een keuze moeten maken bij hun handelen en verwoorden hoe zij zich daarbij voelen.

Zich in het standpunt van een ander kunnen verplaatsen om te zien wat voor die persoon ‘goed’ is.

Wetten, reglementen en afspraken zien als een hulp om ‘goed’ te kunnen handelen.

5.2.3.8 Verantwoordelijkheid, engagement. - Kinderen ontdekken dat elk engagement in christelijk perspectief een vorm van zelfgave inhoudt. Dit houdt in:

Verhalen bespreken waarin Jezus dit vertellend aantoont of voorleeft, zoals de Barmhartige Samaritaan.

Page 33: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesdoelen: - De lln. kunnen genieten van de parabel van de barmhartige Samaritaan. - De lln. kunnen verwoorden welk deel van het verhaal ze het mooist vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke deel van het verhaal ze het belangrijkst vinden. - De lln. kunnen verwoorden of het verhaal iets over zichzelf vertelt. - De lln. kunnen verwoorden of er een deel van het verhaal kan worden weggelaten en toch de belangrijke dingen te

behouden. - De lln. kunnen verwoorden dat voor christenen gewetensvol handelen betekent dat je geen onderscheid maakt tussen

mensen. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Betekenis van het verhaal:

Iedereen heeft het recht om geholpen te worden, ongeacht hoe je eruit ziet, welk geloof hebt, welk geslacht je hebt, …

Page 34: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(35min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Startvraag: Ik vraag mij af wat het stoutste is dat jij ooit hebt gedaan.

De lkr. neemt de mand met al het materiaal erbij.

Wat je doet… Wat je zegt…

Kijk de kinderen aan terwijl je vertelt. Jullie zullen Jezus wel allemaal kennen. Wanneer Jezus

ergens naartoe ging, naar de stad bijvoorbeeld, gingen

er steeds een heleboel mensen met hem mee. Ze

volgden hem omdat hij altijd zo’n mooie verhalen

vertelde. De verhalen die Jezus vertelde, noemen we

parabels.

Een parabel is een oud verhaal. Jezus vertelde ze om zo

dingen te leren aan zijn volgelingen. Door het vertellen

van parabels leerde hij hen hoe ze moesten geloven.

Neem de gouden doos.

Kijk: de doos heeft een gouden kleur. Misschien zit er iets in mijn doos, dat even waardevol is als goud. Misschien is het wel een parabel. Dat is heel waardevol. Ze zijn zelfs nog meer waard dan goud.

Klop op de bovenkant van de doos alsof het een deur is.

De doos heeft altijd een deksel, een soort van deur.

Soms lijkt het alsof de deuren van een parabel gesloten

zijn. Je kan niet naar binnen gaan ook al ben je er klaar

voor. Ik weet niet hoe dat komt. Het gebeurt nu

eenmaal zo, maar je mag de moed niet laten zinken.

Probeer steeds terug te komen. Want op een dag dan

Page 35: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

zal de deur van de parabel zich openen voor jou.

De doos lijkt oud. Parabels zijn ook oud. Ze zijn ouder dan jou, maar ook ouder als mij. Ze zijn zelfs nog ouder dan jullie oma of jullie opa. Ze zijn bijna meer dan 2000 jaar oud.

Doe de doos voorzichtig open. Zet het deksel voor de doos, zodat de lln. niet in de doos kunnen kijken.

Ik vermoed dat er echt een parabel in de doos zit. We zullen de doos gewoon openen, dan zien we het meteen.

Neem het bruine doek en leg het als een verfrommeld hoopje in de cirkel. Kijk er even naar.

Ik vraag me af wat dit zou kunnen zijn.

Er is zoveel bruin. Zou het een stuk hout zijn of misschien nog iets anders?

Wat denken jullie?

Kijk in de doos.

Het is moeilijk om te zien wat het echt zou kunnen zijn aangezien er enkel en alleen maar bruin is. Laten we eens kijken of er nog iets anders in de doos zit dat ons kan helpen.

Wacht een moment en neem ‘weg’ uit de doos. Leg de ‘weg’ op het doek, van de ene hoek naar de andere.

Nu, ik vraag me af wat dit zou kunnen zijn. Wat zou het echt kunnen zijn?

Het kan misschien een barst zijn. Zou het hele ding misschien in twee gebroken kunnen zijn?

Kijk in de doos. Laten we nog eens in de doos kijken, misschien is er nog meer om ons te helpen bij het vertellen van het verhaal.

Leg de witte vilten doekjes (de steden) één voor één aan beide kanten van de weg.

Oh kijk, hier is een stad. En hier nog een.

Dan is dit dus de weg. Een weg die van de ene stad naar de andere loopt. Maar er is nog meer…

Neem de twee keien één voor één uit de doos. Leg eentje aan de ene kant van de weg en de andere aan de andere kant van de weg, telkens in het midden.

Kijk eens… Stenen…

We kunnen ze hier leggen, naast de weg.

Page 36: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

De lkr. neemt twee dieven uit de doos en plaats deze één voor één onder een zwart stukje vilt. Ga zitten en bereid je voor. Als jij en de kinderen klaar zijn, mag je beginnen.

Laat de rovers door twee lln. onder de stenen leggen.

Achter die stenen zou weleens iemand verstopt kunnen

zitten.

Zo, kijk.

Op een dag vroeg er iemand aan Jezus: “Wat is het allerbelangrijkste in ons leven?”.

De persoon die antwoord gaf zei: “Dat weet je al.”. “Dat is waar. Het is houden van God maar ook van de mensen zoals we doen van onze naasten.”

De persoon wachtte even en dacht na. Dan stelde hij een andere vraag. “Maar wie is mijn naaste?”.

Jezus vertelde deze parabel:

Neemt de reiziger uit de doos en plaats hem in Jeruzalem. Begin hem langzaam te bewegen langs de weg, in de richting van de kinderen, als je spreekt.

Ooit was er eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho ging.

Neem de rovers vanonder de steen en plaats hen in een ‘X’ over de reiziger. Verplaats dan de rovers van de plaid naar de doos. Wanneer je ‘half dood’ zegt draai de reiziger om. Hij ligt langs de kant van de weg aan een van de stenen.

Tijdens zijn tocht, werd hij aangevallen door rovers. Ze

overvielen hem, deden hem pijn, namen alles van hem

af dat hij bij zich had. En lieten hem halfdood langs de

kant van de weg liggen.

Wanneer de priester langs de reiziger komt, plaats hem dan traag naar de andere kant van de weg. Wanneer de priester de reiziger voorbij is, plaats hem dan terug in het midden van de weg. Wanneer hij in Jericho aangekomen is, verplaats hem van de plaid.

Er was ook een priester uit de tempel die van Jeruzalem naar Jericho reisde. Terwijl hij de weg volgde, moest hij ook voorbij de plaats waar de reiziger halfdood, beroofd en ernstig toegetakeld was achtergelaten, voorbij komen.

Page 37: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Toen de priester bij de reiziger kwam, ging hij naar de overkant van de weg. Hij had geen zin om zich met hem te bemoeien. Het is niet mijn schuld dat hij hier ligt, dacht hij, en hij zette zijn reis verder.

Verplaats de leviet traag over de weg. Wanneer hij bij de reiziger komt, verplaats je hem naar de andere kant van de weg. Wanneer de leviet de reiziger voorbij is, plaats hem dan terug in het midden van de weg. Wanneer hij in Jericho aangekomen is, verplaats hem dan van de plaid.

Er was nog iemand op de weg van Jeruzalem naar Jericho, het was iemand die ook in de tempel werkte. Hij was een van de mensen die de priester hielp. Hij zorgde voor de tempel en hielp bij de muziek. Hij werd een leviet genoemd.

Wanneer de leviet bij de plaats kwam, waar de reiziger

half dood, beroofd en ernstig toegetakeld was

achtergelaten, ging hij naar de overkant van de weg. Hij

had geen zin om bloed op zijn kleren te krijgen en vond

dat hij er niets mee te maken had. Ook hij zette zijn

tocht gewoon verder

Verplaats de Samaritaan traag langs de weg tot hij bij de gewonde reiziger komt.

Er was nog iemand op de weg van Jeruzalem naar Jericho, die niet in Jeruzalem woonde. Het was een bezoeker en kwam uit Samaria, uit dat volk waar de mensen van Jeruzalem zo op neerkijken omdat ze hen geen goede gelovigen vinden. De mensen van Samaria zijn niet zoals de mensen van Jeruzalem. En de mensen van Jeruzalem zijn niet zoals de mensen van Samaria.

Verplaats de Samaritaan naar de reiziger. Wanneer de vreemde bij de plaats kwam, waar de

reiziger half dood, beroofd en ernstig toegetakeld was

achtergelaten, ging hij naar de reiziger. De vreemde

verzorgde de wonde en gaf zijn jas zodat de reiziger

deze kon aantrekken. Hij zette de reiziger op zijn ezel

en naam hem naar een plek waar ze samen de nacht

konden doorbrengen.

Verplaats de kaart van de vreemde en de reiziger over de weg helemaal naar Jericho.

De vreemde bleef de hele nacht bij hem, en ‘s morgens

gaf de vreemde de herbergier genoeg geld, zodat de

reiziger daar kon verblijven tot hij terug helemaal in

orde was. Toen pas zette hij zijn reis verder.

(10min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welk deel van het verhaal je het mooist vindt…

Page 38: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we iets kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen:

- Ik vraag me af hoe de gewonde reiziger zich voelde wanneer de leviet en de priester hem voorbij liepen…

- Ik vraag me af hoe de gewonde reiziger zich voelde wanneer de vreemde hem kwam helpen…

- Ik vraag me af hoe de leviet en de priester zich voelden als ze de gewonde man voorbij liepen…

- Ik vraag me af wat er gebeurd zou zijn wanneer de mensen vrouwen waren in plaats van mannen…

- Ik vraag me af wat zou er gebeurd zijn als een kind de gewonde reiziger zou gevonden hebben…

- Ik vraag me af of dit verhaal iets te maken heeft met het goede willen doen…

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle materialen één voor één terug in de doos, terwijl je ze benoemt.

(20min.) FASE 3: Verwerken

1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie artikelen van organisaties of groepen die zich verantwoordelijk voelen voor mensen in nood. V.b.: Amnesty International, de Keeting,….

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in.

“Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat

de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

Page 39: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Bronnen: - Berryman, J. W. (2002). Godly Play - volume 3 - 14 Core Presentations For Fall. Living the Good News. - Veulemans, S., Castermans, N., Geyskens, E., & Vervoort, N. (2013). Sterren aan de hemel 4. Uitgeverij Averbode: Averbode - Godly Play. (sd). Opgehaald van Thomas: http://www.kuleuven.be/thomas/page/godlyplay/ - Godly Play Foundation. (2013, December 3). "Parable of The Good Samaritan" Godly Play. Opgehaald van YouTube:

http://www.youtube.com/watch?v=cC88j6v5keE&list=PLd8UFTdIPH2cy7uJP33iCWK4I4Utxv8Wi&index=6 - Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap.

Page 40: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

De gelijkenis van het zaaien (Mc. 4, 1-20)

Benodigd materiaal: - Gouden doos - Zaaier op hout geschilderd - Bruine doek - Stenen - Gedroogd onkruid - Aarde in een doosje - Zaadjes in een doosje - Vogels op hout geschilderd - Maiskorrels

Leerplandoelen:

5.2.2.9. Aarde en vruchtbaarheid: ­ Kinderen ontdekken hoe Jezus beelden van de vruchtbare aarde gebruikte om zijn boodschap over het Rijk

Gods te brengen. Dit houdt in dat ze:

Ontdekken wat Jezus bedoelde met het Rijk Gods in de gelijkenissen van het zaad: De gelijkenis van het zaaien (Mc. 4, 1-20)

Lesdoelen:

- De lln. kunnen genieten van de gelijkenis van het zaaien. - De lln. kunnen verwoorden welk deel van het verhaal ze het mooist vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke deel van het verhaal ze het belangrijkst vinden. - De lln. kunnen verwoorden of het verhaal iets over zichzelf vertelt. - De lln. kunnen verwoorden of er een deel van het verhaal kan worden weggelaten en toch de belangrijke dingen te

behouden. - De lln. kunnen verwoorden wat het Rijk Gods betekent. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Betekenis van het verhaal: - Rijk Gods = alles zo goed mogelijk proberen te doen, een plaats waar iedereen leeft volgens normen en waarden van

Page 41: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

God. - Het woord zaaien = het woord door vertellen - Het woord valt op het pad = je luistert niet naar wat anderen zeggen - Het woord valt tussen de rotsen = je duldt geen tegenspraak van iemand anders - Het woord valt tussen de distels = je bent te druk bezig met andere dingen dat je het belangrijke vergeet - Het woord valt in goede aarde = je doet iets met wat er gezegd wordt

Page 42: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(35min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Wat je doet… Wat je zegt…

Kijk de kinderen aan terwijl je vertelt. Jullie zullen Jezus wel allemaal kennen. Wanneer Jezus

ergens naartoe ging, naar de stad bijvoorbeeld, gingen

er steeds een heleboel mensen met hem mee. Ze

volgden hem omdat hij altijd zo’n mooie verhalen

vertelde. De verhalen die Jezus vertelde, noemen we

parabels.

Een parabel is een oud verhaal. Jezus vertelde ze om zo

dingen te leren aan zijn volgelingen. Door het vertellen

van parabels leerde hij hen hoe ze moesten geloven.

Neem de gouden doos.

Kijk: de doos heeft een gouden kleur. Misschien zit er iets in mijn doos, dat even waardevol is als goud. Misschien is het wel een parabel. Dat is heel waardevol. Ze zijn zelfs nog meer waard dan goud.

Klop op de bovenkant van de doos alsof het een deur is.

De doos heeft altijd een deksel, een soort van deur.

Soms lijkt het alsof de deuren van een parabel gesloten

zijn. Je kan niet naar binnen gaan ook al ben je er klaar

voor. Ik weet niet hoe dat komt. Het gebeurt nu

eenmaal zo, maar je mag de moed niet laten zinken.

Probeer steeds terug te komen. Want op een dag dan

Page 43: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

zal de deur van de parabel zich openen voor jou.

Doe de doos voorzichtig open. Zet het deksel voor de doos, zodat de lln. niet in de doos kunnen kijken.

De doos lijkt oud. Parabels zijn ook oud. Ze zijn ouder dan jou, maar ook ouder als mij. Ze zijn zelfs nog ouder dan jullie oma of jullie opa. Ze zijn bijna meer dan 2000 jaar oud.

Ik vermoed dat er echt een parabel in de doos zit. We zullen de doos gewoon openen, dan zien we het meteen.

Haal de bruine doek eruit. Kijk…

Kijk de kinderen aan terwijl je dit vertelt. Op een dag hoorden de mensen Jezus vertellen over

het Rijk Gods. De mensen kenden dat Rijk niet, het was

niet zoals de aarde waarop zij leefden. Jezus legde uit

aan de mensen wat het Rijk Gods is door een parabel te

vertellen.

‘Het Rijk Gods is als een zaaier.’

Neem de zaaier uit de doos en laat hem stappen op het land.

Er was een zaaier. De zaaier ging naar de velden om zijn

zaad te zaaien.

Strooi wat zaadjes over het pad.

Neem de vogels uit de doos en laat enkele lln. ze neerleggen naast het zaad.

De zaaier strooide de zaadjes uit over het land. Tijdens

het zaaien viel er een deel van het zaad op het pad. De

zaadjes zakten niet dieper in de grond.

Zo konden de vogels er gemakkelijk aan. De vogels

pikten het zaad op.

Neem de stenen uit de doos. Leg het op de bruine doek.

Strooi wat zaadjes over de rotsgrond.

Een ander deel van het zaad viel op de rotsgrond. De

zaadjes groeiden, maar tussen de rotsen is niet veel

aarde. De kleine plantjes konden dus geen wortel

schieten.

De zon kwam op en verschroeide de jonge planten. De

planten konden hier niet overleven, ze verdorden.

Neem het gedroogde onkruid uit de doos. Leg het op de bruine doek.

Weer een ander deel van het zaad viel tussen de

Page 44: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Strooi wat zaadjes tussen het gedroogde onkruid.

distels. De distels groeiden heel snel en verstikten de

zaadjes. Zo kon dit ook geen vruchten opleveren…

Neem het kleine doosje met grond uit de gouden doos. Leg het verspreidt op de bruine doek.

Strooi wat zaadjes in de goede aarde.

Neem de maiskorrels erbij.

De rest van het zaad valt in de goede aarde.

Het komt op, het groeit en groeit en groeit. Het levert

zelfs vruchten op. De opbrengst is dertig-, zestig-, ja

honderdvoudig!

Na het vertellen van de parabel, zei Jezus: ‘Wie oren

heeft, moet horen.’

De mensen keken verwonderd. Ze begrepen het niet.

Ze vragen aan Jezus wat deze gelijkenis wil duidelijk

maken.

Wijs naar het pad.

Jezus legde alles uit aan de mensen:

‘De zaaier zaait het woord. Het woord valt bij de

mensen. Bij sommigen valt het woord als op een pad:

als ze het horen, komt er meteen een rover. Die rover

neemt het woord weg dat in de mensen was gezaaid.’

Wijs naar de rotsgrond.

‘Bij anderen valt het woord op de rotsgrond: als die het

woord horen, zijn ze meteen heel blij. Maar ze zijn niet

echt geworteld. Het zijn mensen van het ogenblik die

snel vergeten wat belangrijk is. Zo gauw het woord

tegenstand krijgt, doen ze niet meer mee.’

Wijs naar de distels. ‘Het woord valt bij sommige mensen tussen de distels.

Deze mensen horen het woord, maar door dagelijkse

zorgen of het zoeken naar rijkdom en andere

verlangens, verstikt het woord. Zo kan het geen

vruchten krijgen.’

Wijs naar de goede aarde. ‘En dan zijn er de mensen waar het woord in goede

aarde gezaaid is. Zij horen het woord en nemen het op.

Ze dragen dertig-, zestig-, ja honderdvoudig vrucht.’

Page 45: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

‘Het geheim van het Koninkrijk van God kan Ik jullie wel

toevertrouwen’, zegt Jezus, ‘maar pas wanneer mensen

zich bekeren, zullen ze het Rijk van God zien. Wanneer

zij vergeving vinden, zullen ze met hun ogen kijken en

zien en met hun oren horen en verstaan.’

In deze parabel zit dus ook een gelijkenis. Jezus

vergeleek de zaadjes en de plaatsen met situaties uit

het echte leven.

(10min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welk deel van het verhaal je het mooist vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we iets kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen: - Ik vraag mij af waarom Jezus dit verhaal vertelt aan zijn mensen… - Ik vraag mij af wat er bedoeld werd met ‘het Woord zaaien’… - Ik vraag mij af waar het Rijk Gods zich bevindt… - Ik vraag mij af wat het Rijk Gods is…

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle materialen één voor één terug in de doos, terwijl je ze benoemt.

(20min.) FASE 3: Verwerken

1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie enkele fiches met daarop situaties die een actualisering vormen per onderdeel van het verhaal: het pad, de rotsen, de distels en de goede aarde. V.b. voor de goede aarde: Iemand die op een positieve manier in het leven staat en iets doet met de commentaar die hij/zij krijgt.

Page 46: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in.

“Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat

de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Bronnen: - Godly Play Foundation. (2013, December 3). "The Sower" Full Godly Play Session. Opgehaald van YouTube:

http://www.youtube.com/watch?v=wvfVf13GhYA&index=2&list=PLd8UFTdIPH2cy7uJP33iCWK4I4Utxv8Wi - Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap. - Sheila. (2013, Maart 14). Godly Play: The Parable of the Sower. Opgehaald van Explore and Express :

http://exploreandexpress-sheila.blogspot.be/2013/03/godly-play-parable-of-sower.html?m=1

- Stanger, M. (2014, September 26). The Parables of Jesus (The Sower): A Lesson for a Sensorimotor Preschool Experience . Opgehaald van Training Happy Hearts : http://traininghappyhearts.blogspot.be/2011/09/parables-of-jesus-sower-lesson-for.html

Page 47: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

De gelijkenis van het mosterdzaadje (Hand. 1:1-11)

Benodigd materiaal: - Gouden doos - Gele doek - Man - Groene doek in de vorm van een

boom met takken - Doosje met daarin vogels en nestjes - Doos met koekjes

Leerplandoelen:

5.2.2.9: Aarde en vruchtbaarheid - Kinderen ontdekken hoe Jezus beelden van de vruchtbare aarde gebruikte om zijn boodschap over het Rijk Gods te brengen.

Dit houdt in dat ze:

Ontdekken wat Jezus bedoelde met het Rijk Gods in de gelijkenissen van het zaad: de gelijkenis van het mosterdzaadje (Mc. 4, 30-33)

Lesdoelen:

- De lln. kunnen genieten van het verhaal van het mosterdzaadje. - De lln. kunnen verwoorden welk deel van het verhaal ze het mooist vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke deel van het verhaal ze het belangrijkst vinden. - De lln. kunnen verwoorden of het verhaal iets over zichzelf vertelt. - De lln. kunnen verwoorden of er een deel van het verhaal kan worden weggelaten en toch de belangrijke dingen te

behouden. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Betekenis van het verhaal: Iets heel kleins kan uitgroeien tot iets groots. Je moet geduld en vertrouwen hebben.

Page 48: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(15min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Wat je doet … Wat je zegt …

Neem de gouden doos.

Bekijk de doos aandachtig.

Dit is opnieuw de gouden doos. Ik vraag me af of er

opnieuw een parabel in zit…

Neem de gele doek uit de doos en leg hem open.

Ik vraag me af wat dit zou kunnen zijn…

Het is zo geel… Een grote gele vlek.

Laat de lln. hun mening geven. Wat denken jullie dat het is?

Mij doet het denken aan een citroen. Of misschien de zon…

Kijk in de doos.

Eens kijken wat er nog in de doos zit. Misschien zit er nog

iets anders in dat ons kan helpen met deze parabel.

Nee, dit is alles. Dan kunnen we aan het verhaal beginnen.

Er was eens een man die hele bijzondere dingen vertelde.

Hij deed ook heel bijzondere dingen. Daarom waren er

mensen die hem volgden.

Op een dag hoorden de mensen Jezus opnieuw vertellen

over een Rijk. Over het Rijk Gods. De mensen wisten nog

steeds niet zoveel over dit Rijk. Ze wisten al dat het Rijk

Gods als een zaaier is. Maar ze vroegen zich nog steeds af

wat er zo speciaal is aan het Rijk Gods.

Page 49: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Daarom vroegen de mensen op een dag: ‘Hoe is het Rijk

Gods eigenlijk?’

Neem de man uit de doos.

Leg de man neer op de gele doek.

Jezus antwoordde: ‘Het Rijk Gods is als een man die een

mosterdzaadje in de aarde zaait.’

Kijk naar je vinger. Een mosterdzaadje, dat is het kleinste zaadje van alle

zaadjes van de hele wereld. Dat zaadje is zo klein, dat als

het op je vinger ligt, je het niet eens kan zien liggen. Zo

klein is het mosterdzaadje.

Neem de groene stof uit de doos.

Leg de stof neer.

De man nam het kleine mosterdzaadje en plantte het in de

grond.

Rol de stof langzaam open.

(werk van boven naar onder zodat de boom in het juiste perspectief ligt voor de kinderen)

Het kleine, kleine zaadje begon te groeien. De struiken

werden bijna net zo groot als een boom.

Neem een vogel uit het doosje en leg er één op de takken van de boom.

Laat enkele lln. de rest van de vogels een plaatsje geven op de takken.

Toen zag de man plots vogels komen aanvliegen. De vogels

landden in de struiken. Daar gingen ze zitten.

Neem een nestje uit het doosje en leg het ook op de takken van de boom.

Laat enkele lln. de rest van de nestjes een plaatsje geven op de takken.

Ze maakten nestjes tussen de takken.

Kijk rond en glimlach. Dit was de parabel van het mosterdzaadje.

(15min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welk deel van het verhaal je het mooist vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we iets kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen:

- Ik vraag me af of de man die het mosterdzaadje plantte, een naam heeft…

- Ik vraag me af wat de man deed terwijl het zaad groeide…

Page 50: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

- Ik vraag me af of de man blij was toen hij de vogels zag aanvliegen en landen in zijn boom…

- Ik vraag me af of de vogels blij waren toen ze de boom vonden …

- Ik vraag me af wat de boom eigenlijk kan zijn …

- Ik vraag me af of jij al ooit zo dicht bij een boom zoals deze bent geweest …

- Ik vraag me af wat de nestjes eigenlijk kunnen zijn …

- Ik vraag me af waar deze hele plaats zou kunnen zijn …

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle materialen één voor één terug in de doos, terwijl je ze benoemt.

(20min.) FASE 3: Verwerken

1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie kunstwerken waarin ze het gaat over de wonderen van de natuur.

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in.

“Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat

de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Page 51: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Bronnen: - Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap. - Jimand, E. (2011, Februari 9). Parable of the Mustard Seed . Opgehaald van Watkins Every Flavor Beans:

http://watkinseveryflavorbean.blogspot.be/2011/02/parable-of-mustard-seed.html - Berryman, J. W. (2002). Godly Play - volume 2 - 14 Core Presentations For Fall. Living the Good News.

Page 52: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Een genezing op Sabbat (Lc. 13,10-21 )

Benodigd materiaal: - Effen zwarte doek - 3 Playmobile mannetjes:

farizeeën - Playmobile mannetje: Jezus - 3 Playmobile mannetjes:

herodianen - Playmobile mannetje met

verschrompeld hand - Playmobile mannetje met

nieuw hand - Kartonnen doos: synagoge

Leerplandoelen:

5.2.3.8.: Verantwoordelijkheid en engagement - Kinderen ontdekken dat elk engagement in christelijk perspectief een vorm van zelfgaven inhoudt. Dit houdt in dat ze:

Verhalen bespreken waarin Jezus vertellend aantoont of voorleeft zoals een genezing op de sabbat.

Op basis van die verhalen zien dat Jezus’ engagement gedragen werd door liefde voor God en voor de mensen

Verwoorden hoe zij het engagement van Jezus evalueren en waarderen.

Lesdoelen:

- De lln. kunnen genieten van het verhaal van een genezing op Sabbat. - De lln. kunnen verwoorden welk deel van het verhaal ze het mooist vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke deel van het verhaal ze het belangrijkst vinden. - De lln. kunnen verwoorden of het verhaal iets over zichzelf vertelt. - De lln. kunnen verwoorden of er een deel van het verhaal kan worden weggelaten en toch de belangrijke dingen te

behouden. - De lln. kunnen verwoorden dat voor christenen gewetensvol handelen betekent dat je geen onderscheid maakt tussen

mensen. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Betekenis van het verhaal:

Iedereen heeft het recht om geholpen te worden, ongeacht hoe je eruit ziet, welk geloof hebt, … Dit heeft voorrang op regels of wetten.

Page 53: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(15min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Startvraag: “Ik vraag me af wat jullie van deze situatie vinden: Er is een man en een vrouw die een kindje

verwachten. De man vertrekt naar zijn werk, maar op zijn werk krijgt hij telefoon dat zijn vrouw binnen het halfuur

gaat bevallen. De man vertrekt hals over kop want hij moet zeker een halfuur rijden. Onderweg springt het

verkeerslicht op rood. Wat als ik nu zou doorrijden want hier rijden bijna geen auto’s.”

“In de tijd van Jezus vroegen de mensen zich ook soms af of het goed doen betekende dat je een regel altijd moest

volgen. Zo was er een belangrijke regel dat zei dat je op sabbat moest rusten. Je mocht geen werk verrichten.”

Wat je doet … Wat je zegt …

Leg een effen doek op de grond.

Het was sabbat. Dat is de rustdag voor joden en op deze dag eren ze God. Op die dag mogen ze niet werken en dus mochten de dokters ook geen patiënten behandelen.

Plaats Jezus in de synagoge.

Jezus kwam in de synagoge. Een synagoge is een huis of gebouw waar de joden samenkomen om te bidden, het Schrift te lezen of om elkaar te onderwijzen.

Plaats de man met de verschrompelde hand ook in de synagoge.

Wijs naar de man met de verschrompelde hand.

Plaats Jezus bij de man.

In de synagoge was er iemand met een verschrompeld hand.

Page 54: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Jezus ging naar hem toe.

Plaats de farizeeën bij Jezus en de man.

Maar ondertussen letten de farizeeën heel goed op Jezus om te zien of Hij de man op sabbat zou genezen. farizeeën zijn namelijk Schriftgeleerden die je Joods wet heel goed kennen en zich daar ook strikt aan houden.

En als Jezus zich niet aan deze regel zou houden dan kunnen ze hem laten veroordelen.

Plaats de man vooraan het volk. Jezus trok zich van de farizeeën niets aan en zei tegen de man met het verschrompelde hand: “Kom, eens naar voren.”

Daarna zei Jezus tegen de farizeeën: “Mag men op sabbat goed doen of kwaad doen, een leven redden of doden?”

De farizeeën zwegen.

Jezus keek hen stuk voor stuk aan, kwaad, en verdrietig om hun versteende hart.

Laat de man zijn arm strekken.

Neem een nieuw popje met een hersteld hand.

Plaats de farizeeën en de herodianen in een groepje bij elkaar.

Tegen de man zei Jezus: “Strek uw hand.”

Dat deed hij en … zijn hand herstelde zich.

Eenmaal buiten overlegden de farizeeën samen met de herodianen, dit zijn afstammelingen van koning Herodes de Grote, mochten van de Romeinen het land besturen, meteen plannen tegen Jezus om Hem uit de weg te ruimen.

(15min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welk deel van het verhaal je het mooist vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we iets kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen: - Ik vraag me af waarom Jezus zich niet aan de regels hield… - Ik vraag me af wat jullie in Jezus’ plaats hadden gedaan… - Ik vraag me af welk beeld van Jezus jij uit dit verhaal wilt onthouden…

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

Page 55: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle materialen één voor één terug in de doos, terwijl je ze benoemt.

(20min.) FASE 3: Verwerken

1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie artikelen van organisaties of groepen die zich verantwoordelijk voelen voor mensen in nood. V.b.: Amnesty International, de Keeting,….

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in.

“Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat

de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Bronnen: - Berryman, J. W. (2002). Godly Play - volume 2 - 14 Core Presentations For Fall. Living the Good News. - Veulemans, S., Castermans, N., Geyskens, E., & Vervoort, N. (2013). Sterren aan de hemel 5. Uitgeverij Averbode:

Averbode.

Page 56: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

- Godly Play. (sd). Opgehaald van Thomas: http://www.kuleuven.be/thomas/page/godlyplay/ - Katholieke Bijbelstichting. (sd). Een genenzing op sabbat. Opgehaald van De Bijbel:

http://www.willibrordbijbel.nl/?p=page&i=65985,65990 - Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap.

Page 57: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Hemelvaart (Hand. 1:1-11)

Benodigd materiaal: - 11 kurken mannetjes: 11

apostelen (zonder Judas) - Extra kurken mannetje: Jezus - Twee witte kurken: Engelen - Berg - Blauw bekertje met Jezus

Leerplandoelen:

5.2.3.11.: Liturgisch en pastoraal jaar. - Kinderen leren de betekenis van Hemelvaart kennen. Dit houdt in dat ze:

Het hemelvaartverhaal ontdekken als een afscheidsverhaal dat de verschijningsverhalen na Pasen afsluit;

De belofte ‘Gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest interpreteren als ‘Gij zult vurig worden, bewogen worden door…’

Lesdoelen:

- De lln. kunnen genieten van het verhaal van Hemelvaart. - De lln. kunnen verwoorden welk deel van het verhaal ze het mooist vinden. - De lln. kunnen verwoorden welke deel van het verhaal ze het belangrijkst vinden. - De lln. kunnen verwoorden of het verhaal iets over zichzelf vertelt. - De lln. kunnen verwoorden of er een deel van het verhaal kan worden weggelaten en toch de belangrijke dingen te

behouden. - De lln. kunnen belangrijke symbolen in het verhaal van Hemelvaart (wolk, berg en engel) leren kennen als verwijzing naar

Jezus’ leven in Gods nabijheid. - De lln. kunnen het verhaal actualiseren.

Symboliek: - Berg: deze plaats is een teken van bezinning. Het is een plek om je dicht bij God te voelen. - Wolk: Dit is een beeld voor de hemel. Het doet je aan de hemel denken en tegelijk kun je er de hemel niet

door zien. - Engel: deze persoon brengt een boodschap van God. Het is niet belangrijk wie hij is, maar wel wat hij zegt.

Page 58: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Betekenis van het verhaal: Het in je hart sluiten van een persoon die weg is.

Page 59: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Lesverloop:

(15min.) FASE 1: Verkennen

1. Verwelkoming

Speel rustige achtergrondmuziek af.

Kies uit één van de drie mogelijkheden.

De kinderen nemen plaats op hun kussen en er wordt een gezamenlijke verwelkoming gehouden.

2. Stiltemoment

De lkr. steekt een kaars aan.

De lkr. kijkt iedereen één voor één aan.

3. Het verhaal

Wat je doet … Wat je zegt …

Plaats het berglandschap. Ik vraag me af wat dit zou kunnen zijn…

Plaats Jezus onderaan de berg. Jezus sprak vol liefde over God. En hij was er altijd voor de mensen. Hij had aandacht voor iedereen. Zeker voor hen die een beetje aandacht best konden gebruiken.

Zet de mannetjes ‘apostelen’ rondom Jezus.

Geen wonder dat Jezus zo veel vrienden had. Rondom Hem verzamelden zich veel mensen. Zijn leerlingen volgden Hem vanaf het eerste uur.

Ik vraag me af waarom er maar 11 apostelen zijn…

Sluit Jezus in uw vuist. Blijf zo even zitten terwijl u verder vertelt en haal de figuur dan voorgoed weg.

Maar Jezus werd gevangengenomen. Op Goede Vrijdag stierf Jezus aan het kruis. Sommigen van zijn vrienden hadden het zien gebeuren.

Het was hard om te zien. Zijn vrienden krompen ineen wanneer ze het zagen gebeuren. Zijn vrienden waren erg verdrietig. Ze treurden om Hem.

Houd uw hand beschermend, zegenend over de overgebleven mannetjes.

Maar Jezus liet zijn vrienden niet alleen. Hij verscheen aan hen. Veertig dagen na Pasen.

Page 60: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Laat de figuurtjes over het bergje ‘stappen’ en laat hen dan halt houden.

Op een dag gingen zijn leerlingen naar de Olijfberg.

Laat Jezus verschijnen: neem de figuur die aan de wolk vasthangt.

Jezus verscheen voor zijn vrienden, deze verschijning was ook al bij vele andere mensen gebeurd.

Hij vertelde hen dat Hij zou gaan, maar Hij zou hen zijn Geest sturen. Deze Geest zal hen de kracht geven om verder te gaan met hun leven. Ook gaf de Geest hen de kracht geven om het goede nieuws verder te vertellen. Zijn vrienden zouden niet alleen blijven.

Laat Jezus opstijgen in de wolk. Daarna steeg Jezus voor hun ogen naar de hemel op.

Plaats de twee engelen aan weerszijden naast de mannetjes.

Terwijl zijn vrienden nog naar de hemel stonden te turen, verschenen er opeens twee engelen naast hen in witte kleren. Ze zeiden: “Wat staan jullie daar toch naar de hemel te kijken? Jezus is in de hemel, maar Hij zal terugkomen.”

Laat de mannetjes ‘wegstappen’.

Daarna keerden de vrienden van Jezus terug naar Jeruzalem. Eén van zijn vrienden zei :“Hij blijft bij ons, wat er ook gebeurt. Hij leeft nog, ook al is het heel anders dan vroeger.”

(15min.) FASE 2: Verdiepen

Vragenronde: Basisvragen:

- Ik vraag met af welk deel van het verhaal je het mooist vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal je het belangrijkst vindt…

- Ik vraag me af welk deel van het verhaal iets over jezelf zegt of heel speciaal voor jou is…

- Ik vraag me af of we iets kunnen weglaten uit het verhaal en toch alles overhouden wat belangrijk is…

Uitbreidingsvragen:

- Ik vraag me af aan wat je denkt als je naar de wolken kijkt…

- Ik vraag me af waarom zou Jezus in dit verhaal worden opgenomen in een wolk…

- Ik vraag me af door wie deze engelen gestuurd werden…

- Ik vraag me af wat de engelen kwamen vertellen of doen…

- Ik vraag me af welk gevoel je hebt wanneer je op een berg staat…

- Ik vraag me af waarom Jezus op een berg verschijnt…

- Ik vraag me af waarom dit verhaal zo belangrijk is voor christenen…

- Ik vraag me af welk beeld van Jezus jij uit dit verhaal wilt onthouden…

Slotvraag:

- Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…

Page 61: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

De lln. mogen op de vragen reageren. De lln. mogen met elkaar discussiëren. De lkr. keurt geen antwoorden af. Alles kan en alles mag.

Leg alle materialen één voor één terug in de doos, terwijl je ze benoemt.

(20min.) FASE 3: Verwerken

1. Verwerking

Vertel wat de lln. allemaal kunnen doen tijdens de verwerking.

Opties: kleuren, schilderen, stempelen, boeken lezen, spelen met de figuren van het verhaal, nagenieten van het verhaal, met klei werken, …

Vraag wie wat gaat doen.

TIP actualisering: Voorzie gedichten, liedjesteksten waarbij het gaat over afscheid nemen maar de persoon in je hart dragen.

Laat de lln. individueel werken. Houd je terwijl de lln. aan het werk zijn ook met iets bezig

De lln. verzamelen zich terug in de kring na een tiental minuten. Laat de lln. over hun werk of ervaring vertellen indien ze dit willen.

Eindig met het herhalen van slotvraag: “Ik vraag me af wat het verhaal ons vandaag wil vertellen…”

2. Feestmoment

De lkr. opent een doos. Er zitten koekjes in.

“Jullie hebben het verhaal gehoord, gezien en gevoeld. Nu gaan we het verhaal ook proeven. Geniet ervan.” Laat

de lln. wachten met eten totdat iedereen een koekje heeft gekregen.

3. Zending

Laat de lln. elkaar een hand geven. De lkr. spreekt terwijl een dankwoord uit.

Extra: de lkr. of een ll. voorziet een kort gebed.

Laat de kinderen opstaan en hun kussen aan de kant leggen.

Page 62: Kennismakingspakket: de wonderen van een Bijbelvertelmethode

Bronnen: - Berryman, J. W. (2002). Godly Play - volume 2 - 14 Core Presentations For Fall. Living the Good News. - Elisabeth. (sd). Ontstaan, betekenis en liturgie van Hemelvaart en Pinksteren. Opgeroepen op april 12, 2014, van

Pastorale zorg: http://www.pastoralezorg.be/580/tools/themas/hemelvaart-en-pinksteren/ontstaan-hemelvaart-en-pinksteren.

- Veulemans, S., Castermans, N., Geyskens, E., & Vervoort, N. (2013). Sterren aan de hemel 5. Averbode: Averbode. - Een jaar vol feesten: Hemelvaart. (sd). Opgehaald van Thomas: http://www.kuleuven.be/thomas/page/een-jaar-vol-

feesten/#17432 - Godly Play Foundation. (2011, April 18). Ascension and Pentecost. Opgehaald van YouTube:

http://www.youtube.com/watch?v=YVKYowuAkEg

- Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen. (2000). Brussel: Uitgeverij Licap.