KENNISCENTRUM OPEN DATA...Per 2015 moeten alle geo-data van het ministerie van IenM als open data...

2
O p 23 januari 2014 hebben de TU Delft en acht overheids- en semi-overheids- organisaties een Memorandum of Understanding ondertekend waarin zij afspreken de komende vier jaar samen te werken en onderzoek te laten uitvoeren naar het gratis beschikbaar stellen van hun geo-data. De onderteke- ning vond plaats tijdens de Startconferentie van het Kenniscentrum Open Data op de faculteit Bouwkunde, onder belangstelling van circa 300 bezoekers. Het ken- niscentrum is een gezamenlijk initiatief van Afdeling OTB (faculteit Bouwkunde van de TU Delft) en TNO. Namens de TU Delft tekende conrector Peter Wieringa het Memorandum. De andere deelnemende partijen zijn het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het RIVM, Rijks- waterstaat, Kadaster, het CBS, de gemeente Rotterdam en het KNMI. De deelnemers stellen gezamenlijk een kennis- agenda op en laten door het Kenniscentrum onderzoek uitvoeren naar onder andere juridische en organisatorische knelpunten en kaders, zowel vanuit het perspectief van gebruikers als van aanbieders van open data. Op de Startconferentie onderstreepten de ondertekenaars het belang van vrij beschikbare gegevens die door de over- heid worden verzameld. Het is een schat aan informatie op basis waarvan het bedrijfsleven producten kan ontwikkelen. Vooral kleinere bedrijven die bijvoorbeeld apps en andere innovatieve producten en diensten ontwikkelen, kunnen daar baat bij hebben. Europees en Nederlands beleid “Open data is een belangrijk onderwerp geworden, ook in de ogen van de Europese Unie”, constateert directeur-ge- neraal RIVM André van der Zande in zijn presentatie tijdens de Startconferentie. “De EU wil samenhang in data creëren zodat deze maximaal benut kunnen worden. In 2015 staat actualisatie van de Data Protection Directive uit 1995 op het programma. Dat gaat in Nederland een doorwerking krijgen in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet openbaar- heid van bestuur. Daarnaast zal de Omgevingswet sectorale wetten bundelen, waaronder milieuwetten. Iedereen die wil gaan bouwen, moet op één plek kunnen vinden wat de mo- gelijkheden en beperkingen zijn. Daarvoor moet veel digitale informatie bij elkaar worden gebracht.” Per 2015 moeten alle geo-data van het ministerie van IenM als open data beschikbaar zijn. Noud Hooyman van het mi- nisterie: “De rijksoverheid wil twee sporen volgen: de vraag stimuleren en een permanent aanbod bieden. Alle sprekers op de Startconferentie, waaronder de Rotterdamse wethou- der Korrie Louwes, onderstreepten dat het opendataproces niet meer is te stoppen. “Iedereen is vandaag de dag non- stop online. De overheid past zich aan deze ontwikkelingen aan. Ook gemeenten verzamelen, produceren en beheren een ongekende hoeveelheid informatie. Dataverzamelingen spelen hierin een steeds grotere rol.” Met het wettelijk te verankeren uitgangspunt ‘open, tenzij’ ben je er als overheid volgens Louwes nog niet. “Het is zaak om het binnen je organisatie tot een automatisme te maken dat nieuwe gegevens ook direct vrijgegeven worden. Daarom hebben we een beslisboom ontwikkeld waarmee iedere ambtenaar kan beoordelen welke informatie beschik- baar kan komen. Rotterdam stelt deze beschikbaar via een Open Data Store.” “We gaan bij IenM gewoon beginnen met het aanbieden van wat we hebben, zonder het stellen van eisen”, stelt Hooy- man. Op verzoek kunnen we meer data leveren en we willen afnemers met specifieke wensen graag verder helpen.” Bezwaren rond het vrijgeven van IenM’s geo-data vallen volgens hem mee, evenals de kosten van het beschikbaar stellen. Voordelen voor (semi-)overheden De overheid zelf heeft volgens Hooyman ook voordeel van open data, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van het thema Smart cities waarbij IenM betrokken is. “We hebben zelf als voorbeeld watmagwaar.nl gelanceerd, waarop alle digitale bestemmingsplannen te vinden zijn. De dataverzameling kostte enkele miljoenen euro’s, maar de bijbehorende app kostte slechts 20.000 euro.” Mart van Bracht, algemeen directeur van TNO Energie: “Een overzicht van de energie- en grondstoffenvoorraad in Europa is voor overheden van belang. Op Europees niveau zijn echter nauwelijks data beschikbaar omdat de afzonder- lijke EU-lidstaten deze niet op orde hebben of niet willen vrijgeven. Op grondstoffengebied is al 100 miljoen euro in geoscience portals gestoken, maar vele daarvan werken niet meer, onder andere omdat na afloop van het project de subsidie stopt.” Relatie met de markt De deelnemers aan het Memorandum of Understanding zijn het erover eens dat het aanbod aan open data vraagge- stuurd zou moeten zijn. “Bied het aan zoals de gebruikers het willen hebben”, vat Louwes samen. De deelnemers zijn teleurgesteld dat de markt tot nu toe nog zo weinig met de beschikbare data doet. Mark Herbold van het Doorbraakteam Open Geodata: “De verwachte baten van commercieel hergebruik, zo’n 200 miljoen euro per jaar, zijn nog niet zichtbaar.” Hooymans: “We zijn voorstander van samenwerking met het bedrijfsleven en bieden onze data aan, maar kom dan ook met die beloofde apps.” Ook Frits Brouwer, hoofddirecteur KNMI, vraagt zich af waar de gebruikers van zijn data blijven: “Sinds 2009 zijn zo goed als alle data van het KNMI openbaar. Deze data zijn goed op orde en goed vindbaar. We willen ondernemers zelfs helpen en adviseren. Zelf mogen we geen commerciële werkzaamheden uitvoeren, dus van ons is geen concurrentie te verwachten. Als het Kenniscentrum straks tot de conclusie komt dat open data geen nieuwe werkgelegenheid en eco- Als geografische data van de Nederlandse overheid online komen te staan, moet dat resulteren in een economische impuls voor het bedrijfsleven. Wel moeten nog de nodige juridische en organisatorische hindernissen worden genomen, waar- onder het privacyvraagstuk. Het Ken- niscentrum Open Data zal zich daar de komende jaren in verdiepen. Kenniscentrum Open Data onder grote belang- stelling gelanceerd Alle geografische overheidsdata open data KENNISCENTRUM OPEN DATA Open data nieuwe grondstoffen voor groei en innovatie De ondertekening van het Memorandum of Understanding. Grote belangstelling voor de Start- conferentie waarop een veelheid aan aspecten rond open data aan bod kwam.

Transcript of KENNISCENTRUM OPEN DATA...Per 2015 moeten alle geo-data van het ministerie van IenM als open data...

Page 1: KENNISCENTRUM OPEN DATA...Per 2015 moeten alle geo-data van het ministerie van IenM als open data beschikbaar zijn. Noud Hooyman van het mi-nisterie: “De rijksoverheid wil twee sporen

O p 23 januari 2014 hebben de TU Delft

en acht overheids- en semi-overheids-

organisaties een Memorandum of

Understanding ondertekend waarin zij

afspreken de komende vier jaar samen

te werken en onderzoek te laten uitvoeren naar het gratis

beschikbaar stellen van hun geo-data. De onderteke-

ning vond plaats tijdens de Startconferentie van het

Kenniscentrum Open Data op de faculteit Bouwkunde,

onder belangstelling van circa 300 bezoekers. Het ken-

niscentrum is een gezamenlijk initiatief van Afdeling OTB

(faculteit Bouwkunde van de TU Delft) en TNO.

Namens de TU Delft tekende conrector Peter Wieringa het

Memorandum. De andere deelnemende partijen zijn het

ministerie van Infrastructuur en Milieu, het RIVM, Rijks-

waterstaat, Kadaster, het CBS, de gemeente Rotterdam en

het KNMI. De deelnemers stellen gezamenlijk een kennis-

agenda op en laten door het Kenniscentrum onderzoek

uitvoeren naar onder andere juridische en organisatorische

knelpunten en kaders, zowel vanuit het perspectief van

gebruikers als van aanbieders van open data.

Op de Startconferentie onderstreepten de ondertekenaars

het belang van vrij beschikbare gegevens die door de over-

heid worden verzameld. Het is een schat aan informatie op

basis waarvan het bedrijfsleven producten kan ontwikkelen.

Vooral kleinere bedrijven die bijvoorbeeld apps en andere

innovatieve producten en diensten ontwikkelen, kunnen daar

baat bij hebben.

Europees en Nederlands beleid“Open data is een belangrijk onderwerp geworden, ook in

de ogen van de Europese Unie”, constateert directeur-ge-

neraal RIVM André van der Zande in zijn presentatie tijdens

de Startconferentie. “De EU wil samenhang in data creëren

zodat deze maximaal benut kunnen worden. In 2015 staat

actualisatie van de Data Protection Directive uit 1995 op het

programma. Dat gaat in Nederland een doorwerking krijgen

in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet openbaar-

heid van bestuur. Daarnaast zal de Omgevingswet sectorale

wetten bundelen, waaronder milieuwetten. Iedereen die wil

gaan bouwen, moet op één plek kunnen vinden wat de mo-

gelijkheden en beperkingen zijn. Daarvoor moet veel digitale

informatie bij elkaar worden gebracht.”

Per 2015 moeten alle geo-data van het ministerie van IenM

als open data beschikbaar zijn. Noud Hooyman van het mi-

nisterie: “De rijksoverheid wil twee sporen volgen: de vraag

stimuleren en een permanent aanbod bieden. Alle sprekers

op de Startconferentie, waaronder de Rotterdamse wethou-

der Korrie Louwes, onderstreepten dat het opendataproces

niet meer is te stoppen. “Iedereen is vandaag de dag non-

stop online. De overheid past zich aan deze ontwikkelingen

aan. Ook gemeenten verzamelen, produceren en beheren

een ongekende hoeveelheid informatie. Dataverzamelingen

spelen hierin een steeds grotere rol.”

Met het wettelijk te verankeren uitgangspunt ‘open, tenzij’

ben je er als overheid volgens Louwes nog niet. “Het is

zaak om het binnen je organisatie tot een automatisme te

maken dat nieuwe gegevens ook direct vrijgegeven worden.

Daarom hebben we een beslisboom ontwikkeld waarmee

iedere ambtenaar kan beoordelen welke informatie beschik-

baar kan komen. Rotterdam stelt deze beschikbaar via een

Open Data Store.”

“We gaan bij IenM gewoon beginnen met het aanbieden van

wat we hebben, zonder het stellen van eisen”, stelt Hooy-

man. Op verzoek kunnen we meer data leveren en we willen

afnemers met specifieke wensen graag verder helpen.”

Bezwaren rond het vrijgeven van IenM’s geo-data vallen

volgens hem mee, evenals de kosten van het beschikbaar

stellen.

Voordelen voor (semi-)overhedenDe overheid zelf heeft volgens Hooyman ook voordeel van

open data, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van het thema

Smart cities waarbij IenM betrokken is. “We hebben zelf als

voorbeeld watmagwaar.nl gelanceerd, waarop alle digitale

bestemmingsplannen te vinden zijn. De dataverzameling

kostte enkele miljoenen euro’s, maar de bijbehorende app

kostte slechts 20.000 euro.”

Mart van Bracht, algemeen directeur van TNO Energie:

“Een overzicht van de energie- en grondstoffenvoorraad in

Europa is voor overheden van belang. Op Europees niveau

zijn echter nauwelijks data beschikbaar omdat de afzonder-

lijke EU-lidstaten deze niet op orde hebben of niet willen

vrijgeven. Op grondstoffengebied is al 100 miljoen euro in

geoscience portals gestoken, maar vele daarvan werken

niet meer, onder andere omdat na afloop van het project de

subsidie stopt.”

Relatie met de marktDe deelnemers aan het Memorandum of Understanding zijn

het erover eens dat het aanbod aan open data vraagge-

stuurd zou moeten zijn. “Bied het aan zoals de gebruikers

het willen hebben”, vat Louwes samen.

De deelnemers zijn teleurgesteld dat de markt tot nu toe

nog zo weinig met de beschikbare data doet. Mark Herbold

van het Doorbraakteam Open Geodata: “De verwachte

baten van commercieel hergebruik, zo’n 200 miljoen euro

per jaar, zijn nog niet zichtbaar.” Hooymans: “We zijn

voorstander van samenwerking met het bedrijfsleven en

bieden onze data aan, maar kom dan ook met die beloofde

apps.” Ook Frits Brouwer, hoofddirecteur KNMI, vraagt zich

af waar de gebruikers van zijn data blijven: “Sinds 2009 zijn

zo goed als alle data van het KNMI openbaar. Deze data

zijn goed op orde en goed vindbaar. We willen ondernemers

zelfs helpen en adviseren. Zelf mogen we geen commerciële

werkzaamheden uitvoeren, dus van ons is geen concurrentie

te verwachten. Als het Kenniscentrum straks tot de conclusie

komt dat open data geen nieuwe werkgelegenheid en eco-

Als geografische data van de Nederlandse overheid online komen te staan, moet dat resulteren in een economische impuls voor het bedrijfsleven. Wel moeten nog de nodige juridische en organisatorische hindernissen worden genomen, waar-onder het privacyvraagstuk. Het Ken-niscentrum Open Data zal zich daar de komende jaren in verdiepen.

Kenniscentrum Open Data onder grote belang-stelling gelanceerd

Alle geografische overheidsdata open data

KENNISCENTRUMOPEN DATA

Open data nieuwe grondstoffen voor groei en innovatie

De ondertekening van het Memorandum

of Understanding.

Grote belangstelling voor de Start-

conferentie waarop een veelheid aan

aspecten rond open data aan bod kwam.

Page 2: KENNISCENTRUM OPEN DATA...Per 2015 moeten alle geo-data van het ministerie van IenM als open data beschikbaar zijn. Noud Hooyman van het mi-nisterie: “De rijksoverheid wil twee sporen

Informatie

http://otb.bk.tudelft.nl/opendata

De volgende partijen ondertekenden het Memorandum

of Understanding: TU Delft, TNO, Ministerie van IenM,

Rijkswaterstaat, RIVM, Kadaster, CBS, KNMI en de gemeente

Rotterdam.

nomische impulsen opleveren, vraag ik me af of het KNMI er

mee door moet gaan. In Spanje is het opendataproject van

het weerinstituut teruggedraaid omdat het niets opleverde.”

Van der Zande stelt echter dat veel data nog niet goed zijn

ontsloten. “Burgers kunnen er nog weinig mee omdat ze

vaak nog niet makkelijk bruikbaar of actueel genoeg zijn.”

Martin Salzmann van het Kadaster is optimistischer: “De

Basisregistratie Topografie van het Kadaster is sinds januari

2012 voor iedereen beschikbaar. Toen leverde de overheid

drie kwart van de gebruikers. Medio 2013 is het gebruik

door de markt duidelijk toegenomen. Wel hebben we de

noodzakelijke interactie met de gebruikers van onze open

data onderschat. We zijn altijd een uitvoerende organisatie

geweest, maar nu willen we van onze gebruikers weten wat

ze nodig hebben en hoe we onze diensten kunnen verbete-

ren. IenM heeft een afnemersonderzoek uitgevoerd onder

gebruikers van de data van de Basisregistratie Adressen en

Gebouwen, waaruit blijkt dat ze graag permanent beschik-

bare gegevens en permanente service willen. De vraag is

hoe ver we daarmee willen en kunnen gaan.”

Arie Versluis, kwartiermaker Chief Data Officer bij Rijkswa-

terstaat: “Burgers willen ook informatie aan óns kunnen

melden.” Dat ondervond Rotterdam. Daar heeft actiegroep

‘De bomenridders’ het gemeentelijk bomenbestand in ESRI’s

Bomenspotter-app geactualiseerd omdat niet alle gegevens

klopten. Louwes: “Dat is het succes van het delen van data.”

Discussie over privacy houdt aanEen terugkerend onderwerp in de discussie over het als

open data beschikbaar stellen van overheidsgegevens is het

waarborgen van privacy. Van der Zande ervaart dat er in het

debat over open data wordt gelaveerd rond dit onderwerp.

“Enerzijds geven klanten wel heel gemakkelijk hun persoon-

lijke gegevens vrij via hun AH-bonuskaart, maar het elektro-

nisch patiëntendossier roept veel weerstand op.” Hooyman:

“Het is de onduidelijkheid over het waarborgen van privacy

die de discussie over het vrijgeven van data bemoeilijkt.”

Wim van Nunspeet, hoofddirecteur bedrijfsvoering en com-

municatie van het CBS: “Het lijkt of velen accepteren dat

privacy niet meer bestaat, maar ik denk dat privacy een

comeback zal maken.”

Taken voor het KenniscentrumDe focus van het Kenniscentrum Open Data ligt op de juri-

dische en de organisatorische kant van het vrij beschikbaar

stellen van overheidsdata. Desgevraagd gaven de sprekers

aan wat daarbinnen de komende vier jaar de belangrijkste

onderwerpen moeten zijn.

Tirza van Daalen, directeur Geologische Dienst Nederland

(TNO) wil van het Kenniscentrum weten of open data zonder

financiering mogelijk zijn. Zo niet, moet dat per land of via

de EU geregeld worden? En moet er EU-wetgeving komen of

zal elk land eigen wetgeving moeten opstellen?

Salzmann: “Er komen voortdurend data beschikbaar, ze

moeten permanent beschikbaar zijn en aan de kwaliteit

worden steeds nieuwe eisen gesteld, ook aan de wijze van

aanbieden. Met het beschikbaar stellen alleen zijn we er

niet. Daarom nemen we deel in het kenniscentrum.” Ver-

sluis: “Open data moeten ‘bruikbare data’ worden.”

Bastiaan van Loenen van het Kenniscentrum Open Data

bood een blik in de keuken door te melden dat veel van de

genoemde vraagpunten centraal staan in het onderzoek

van het kenniscentrum. Zo maakt het kenniscentrum voor

de ministeries van EZ en IenM een beoordelingsraamwerk

dat een indicatie zal geven van de stand van open data in

Nederland. Dat raamwerk zal tevens als leidraad moeten

dienen voor het opendatabeleid van overheidsorganisaties.

Ook zal het kenniscentrum in opdracht van het Kadaster

en TNO onderzoek doen naar duurzame businessmodellen

voor open data. En in internationaal verband onderzoekt het

centrum de mogelijke harmonisering van licenties voor data

van nationale mapping agencies.

De initiatiefnemers van het Kenniscentrum Open Data

hebben ook de vragen die bij aanbieders en gebruikers

van open data leven, weten op te pikken. Een zaalenquête

maakte duidelijk dat medewerkers van overheidsdiensten

willen weten hoe tot een ruim voldoende financiering van

het aanbod van open data kan worden gekomen. Zowel

gebruikers als aanbieders benadrukten dat er nog veel aan-

dacht moet worden gegeven aan het afstemmen van vraag

en aanbod. De bekendheid van open data moet volgens

zowel aanbieders en gebruikers nog sterk verbeterd worden,

bijvoorbeeld door middel van voorlichtingscampagnes in de

media. Vervolgens moeten open data ook goed te vinden

zijn. Ook het privacyvraagstuk houdt zowel aanbieders als

afnemers onder de bezoekers bezig. Zo is er is behoefte aan

duidelijke wetgeving op dat punt.

Privacy zal een comeback maken

Gebundelde geologische data uit

EU-landen over waterstanden en grond.

Mart van Bracht, algemeen directeur

Energie van TNO, tevens voorzitter van de

Stuurgroep van het Kenniscentrum Open Data.

Wethouder Korrie Louwes (Rotterdam),

in gesprek met dagvoorzitter Peter Boelhouwer

en Bastiaan van Loenen (beiden links).

Veel vragen uit de zaal, zowel van

afnemers als aanbieders van open geo-data.

Publieke Dienstverlening op de Kaart

(PDOK) is een van de Kadaster-participaties.

De Atlas Leefomgeving bevat geo-data

van gemeenten, provincies en het Rijk en

is toegankelijk voor iedereen. Het RIVM

verzorgt de eindredactie.