KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011 · Identiteitsfraude bestaat al sinds mensenheugenis, maar de huidige...
Transcript of KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011 · Identiteitsfraude bestaat al sinds mensenheugenis, maar de huidige...
THEMANUMMER KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Pagina 2 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave ............................................................................................................................................................. 1
Inleiding ........................................................................................................................................................................ 3
1 Deel I : Achtergronden ....................................................................................................................................... 5
1.1 Ontstaan van een identiteit en het gebruik ................................................................................................ 5
1.2 Foutje in de registratie van persoonsgegevens ......................................................................................... 6
1.3 Wat is identiteitsfraude? ............................................................................................................................ 6
1.4 Bemachtigen van andermans identiteit .................................................................................................... 10
1.5 Biometrie ................................................................................................................................................. 11
1.6 Digitale vormen van identiteitsfraude ....................................................................................................... 14
1.7 Plegers .................................................................................................................................................... 17
1.8 Het slachtoffer.......................................................................................................................................... 18
1.9 Organisaties met betrekking tot identiteitsfraude ..................................................................................... 19
1.10 Preventieve programma‟s ........................................................................................................................ 21
1.11 Meer weten? ............................................................................................................................................ 21
Checklist voor slachtoffers van identiteitsfraude ......................................................................................................... 23
Preventiemaatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude ....................................................................................... 24
2 Deel II Juridische kwalificatie ............................................................................................................................ 26
2.1 Inleidende informatie ............................................................................................................................... 26
2.2 Actieve en passieve fraude ...................................................................................................................... 28
2.3 Valsheid in geschrifte ............................................................................................................................... 29
2.4 Fraude met reisdocumenten .................................................................................................................... 29
2.5 Mensensmokkel ....................................................................................................................................... 31
2.6 Valse betaalpas of waardekaart............................................................................................................... 31
2.7 Diefstal, verduistering, heling ................................................................................................................... 32
2.8 Witwassen ............................................................................................................................................... 34
2.9 Oplichting ................................................................................................................................................. 34
2.10 Computervredebreuk ............................................................................................................................... 36
2.11 Aftappen van gegevens ........................................................................................................................... 37
2.12 Burgerlijk Wetboek: Ontbinding overeenkomst ........................................................................................ 38
Overzicht mogelijke strafbare feiten ............................................................................................................................ 40
3 Deel III: Wetgeving ter bestrijding van identiteitsfraude..................................................................................... 42
3.1 Wet identiteitsvaststelling veroordeelden, verdachten en getuigen ......................................................... 42
Tot slot ........................................................................................................................................................................ 50
Pagina 3 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
INLEIDING
Voor u ligt een nieuwsbrief over identiteitsfraude. Met deze nieuwsbrief hebben we gepoogd een zo compleet
mogelijk beeld te geven over dit onderwerp. De nieuwsbrief is bestaat uit drie delen. In het eerste deel treft u
(achtergrond)informatie aan over wat identiteitsfraude is en welke verschijningsvormen er zijn. De bijlage van deel
I is geschikt om uit te printen en mee te geven aan slachtoffers van identiteitsfraude.
In deel II wordt uitleg gegeven over de onderliggende juridische kwalificaties. De bijlagen uit deel II zijn geschikt
bij het opnemen van een aangifte als naslagwerk te gebruiken.
Tot slot wordt in deel III de toekomstige wetgeving met een (mogelijke) relatie naar identiteitsfraude behandeld.
Identiteitsfraude is de “moeder aller fraudes”. Gebruik van een andere dan de eigen identiteit maakt het plegen
van strafbare feiten gemakkelijker, en het opsporen ervan moeilijker: de administratieve sporen leiden immers
naar een andere, wel of niet bestaande persoon. Op het moment dat u deze nieuwsbrief leest kan iemand bezig
zijn op uw naam goederen te kopen, telefoonabonnementen of een geldlening af te sluiten, werkzaamheden in
loondienst te verrichten (waarover u dan weer een belastingaanslag krijgt) of zelfs een hennepplantage
exploiteren. Onmogelijk? Welkom in de bizarre wereld van identiteitsfraude!
Van de mensen die in Nederland die werken, maatschappelijk actief zijn, zijn allerlei persoonlijke gegevens in
zo‟n 2500 verschillende databanken opgeslagen. Zelfs van een kluizenaar zitten tal van persoonlijke gegevens in
zeker 250 databestanden.1
Wat kan iemand met slechte bedoelingen allemaal uitspoken met uw identiteit? Er kunnen leningen mee worden
afgesloten, bankpasjes en creditcards worden aangevraagd, telefoonabonnementen worden afgesloten,
uitkeringen worden geïnd, paspoorten vervalst, en dat allemaal op uw naam. Uw gegevens kunnen worden
gebruikt op internet, om documenten mee aan te vragen, of om uw e-mail te hacken, en zelfs om een
adreswijziging te regelen zodat al uw post met wachtwoorden naar een ander adres wordt gestuurd. Of erger:
iemand laat zich onder uw naam medisch behandelen in een ziekenhuis. De medische gegevens van deze
persoon komen in uw medisch dossier terecht, met als gevolg dat uzelf bij een onverhoopte ziekenhuisopname
de kans loopt verkeerde medicijnen toegediend te krijgen.
Identiteitsfraude bestaat al sinds mensenheugenis, maar de huidige verschijningsvormen zijn begonnen in de
Verenigde Staten van Amerika en Canada. In de Verenigde Staten is identiteitsfraude inmiddels de misdaad van
de 21-ste eeuw! Overgewaaid naar Europa is het ook in Nederland een groeiend probleem. Daarnaast wordt
identiteitsfraude in verband gebracht met allerlei vormen van (georganiseerde) criminaliteit, zoals drugshandel en
wapensmokkel, terrorisme en illegale immigratie.
Hoe groot het probleem is weten we niet. Fraude met identiteitsgegevens vindt op verschillende maatschappelijke
terreinen plaats en een goede registratie is er nog niet. Momenteel worden dan ook in de Europese Unie stappen
gezet om beter overzicht en inzicht te verkrijgen in het fenomeen identiteitsfraude. Dit is met name van belang om
tot een goede aanpak van identiteitsfraude te kunnen komen. Het zal een samenstel van verschillende
maatregelen moeten zijn. Maatregelen die niet alleen toezien op de criminalisering en handhaving van het delict
als zodanig, maar ook op de preventie ervan en het verwerven van de noodzakelijk kennis daarvoor.
In de nieuwsbrief beperkt het Kenniscentrum zich tot fraude met betrekking tot de identiteit van natuurlijke
personen. Ook bedrijven kunnen slachtoffer zijn van identiteitsfraude. Bedrijven zijn soms direct slachtoffer,
omdat iemand zich als medewerker van het bedrijf voordoet. Wat vaker voorkomt is dat het bedrijf gedupeerd
wordt omdat middels identiteitsfraude goederen, diensten of geld geleverd zijn aan de fraudeur. Meestal betreft
dit grote(re) bedrijven die kunnen beschikken over eigen juridische –soms ook recherchematige- ondersteuning
en daardoor zelfstandiger de weg uit het oerwoud van identiteitsfraude kunnen vinden dan de “doorsnee burger”.
1 Interview met Jacob Kohnstamm, voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens in “Binnenlands Bestuur” d.d.
14 mei 2010
Pagina 4 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Mocht u in uw werk te maken krijgen met bedrijven die slachtoffer zijn van identiteitsfraude dan helpt het
Kenniscentrum u natuurlijk graag verder.
Vormen van identiteitsfraude die door bijzondere diensten zoals bijvoorbeeld de SIOD onderzocht worden, en
waar wij als politie minder mee van doen hebben, komen in deze nieuwsbrief slechts zijdelings aan bod.
Pagina 5 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
1 DEEL I : ACHTERGRONDEN
1.1 Ontstaan van een identiteit en het gebruik ................................................................................................ 5
1.2 Foutje in de registratie van persoonsgegevens ......................................................................................... 6
1.3 Wat is identiteitsfraude? ............................................................................................................................ 6
1.4 Bemachtigen van andermans identiteit .................................................................................................... 10
1.5 Biometrie ................................................................................................................................................. 11
1.6 Digitale vormen van identiteitsfraude ....................................................................................................... 14
1.7 Plegers .................................................................................................................................................... 17
1.8 Het slachtoffer.......................................................................................................................................... 18
1.9 Organisaties met betrekking tot identiteitsfraude ..................................................................................... 19
1.10 Preventieve programma‟s ........................................................................................................................ 21
1.11 Meer weten? ............................................................................................................................................ 21
1.1 Ontstaan van een identiteit en het gebruik
Heel vroeger hadden we een identiteit die nergens geregistreerd stond. Identiteit kon lange tijd opgevat worden
als iets dat eigen was aan de fysieke persoon, zoals uiterlijk, aangevuld met basale biografische gegevens als
naam, geboortedatum en –plaats. Identiteit raakte verder van de fysieke en biografische persoon verwijderd en
kwam in een administratieve context, bestaande bijvoorbeeld uit toegekende burgerservice- en
lidmaatschapnummers. Digitalisering van identiteit had ook verdergaande anonimisering tot gevolg. Dit bood en
biedt meer gelegenheid voor misbruik en is zo op te vatten als een neveneffect van technologische en
maatschappelijke ontwikkelingen.
In Nederland kan iemand op drie manieren een identiteit verkrijgen:
- door aangifte van geboorte
- door vestiging in Nederland vanuit het buitenland (immigranten)
- inschrijving in de Registratie van niet-ingezetenen (RNI). In dit centrale register zijn gegevens van o.a. emigranten en grensarbeiders opgenomen.
Om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven moeten we met enige regelmaat onze identiteit beken
maken. In een groot aantal gevallen moeten we dat zelfs door middel van documenten bewijzen. Wij zijn wettelijk
verplicht onze identiteitsgegevens en –documenten te verstrekken bij contacten met een groot aantal instanties.
Daarnaast vragen bedrijven en burgers bij bepaalde –voornamelijk zakelijke- transacties steeds vaker om een
legitimatiebewijs.
Om een indruk te geven hoe vaak wij een identiteitsdocument nodig hebben is dit in onderstaand schema op een
rij gezet. 2 Voor bedrijven en burgers bestaat geen wettelijke identificatiegrond, maar zonder het tonen en laten
kopiëren van een identiteitsbewijs zullen maar weinig verhuurbedrijven genegen zijn zaken met u te doen.
Institutie Wettelijke gebruiksgrond
Gemeenten Paspoortwet, Wet GBA, diverse andere wetten
Politie Wetten op het gebied van handhaving van de
2 goud = publieke sector
Licht goud = private sector Wit = burgers en bedrijven
Pagina 6 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
rechtsorde en openbare orde
Koninklijke Marechaussee Vreemdelingenwet, Wetboek van Strafrecht,
Paspoortwet
Douane Algemene wet Invoer en Accijnzen
Belastingdienst Wet inzake rijksbelastingen
Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst Diverse sociale verzekeringswetten
Dienst Uitvoering Onderwijs Wet Studiefinanciering
Arbeidsinspectie Wet arbeid en inkomen
Uitvoeringsorganen Wet Structuur uitvoeringsorganisatie
Dienst Justitiële Inrichtingen Penitentiaire beginselenwet
Bijzondere opsporingsdiensten Diverse wetten
Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst Algemene wet Inlichtingen en Veiligheid
Hoger onderwijs Wet Hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek
Institutie Wettelijke gebruiksgrond
Instellingen gezondheidszorg Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten,
Zorgverzekeringswet
Werkgevers Wet op de loonbelasting
Financiële instellingen Wet ter voorkoming van witwassen en
financieren van terrorisme
Ziektekostenverzekeraars Wet op de toegang tot ziektekosten verzekering
Notarissen Wet op het notarisambt
Aanbieders telecom apparatuur Telecommunicatiewet
Openbaar vervoer instellingen Wet personenvervoer
Aanbieders OV bewijzen Regeling nationale vervoersbewijzen OV
Luchtvaartmaatschappijen Internationale luchtvaartovereenkomsten
Burgers en bedrijven Geen wettelijke gebruiksgrond
1.2 Foutje in de registratie van persoonsgegevens
Een identiteit en identificatiegegevens hangen met elkaar samen. Een bepaalde set identificatiegegevens hoort
bij een bepaald uniek individu. Het kan voorkomen dat er iets mis is met het verband tussen een persoon en de
bij hem horende gegevens. Dat kan zowel per ongeluk als opzettelijk gebeuren. Men spreekt dan van een
“mismatch tussen persoon en gegevens”. Als de mismatch per ongeluk ontstaat, is er meestal sprake van een
type- of invoerfout. Iemand die een dergelijke fout vermoedt, moet contact opnemen met de instantie waar de
gegevens zijn geregistreerd zodat deze verbeterd kunnen worden. Documenten waaruit de fout blijkt moeten
meegenomen worden naar het gesprek. Het CMI3 kan mensen in deze gevallen adviseren en –zo nodig-
ondersteuning bieden.
1.3 Wat is identiteitsfraude?
Als de “mismatch tussen persoon en gegevens” met opzet veroorzaakt wordt, is sprake van fraude met de
identiteit.
Controle identiteitsdocumenten
Via de digitale databank Edison kunnen afbeeldingen en echtheidskenmerken van (inter)nationale reis-
3 Zie blz. 20 voor meer informatie over het CMI
Pagina 7 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
en identiteitsdocumenten geraadpleegd worden.
Ook via de site www.identiteitsdocumenten.nl kunnen echtheidskenmerken van Nederlandse en Europese
documenten op echtheid gecontroleerd worden.
Alleen collega‟s die daartoe opgeleid zijn, hebben toegang tot (andere) sites die meer
echtheidskenmerken omschrijven en waarin alle officiële identiteitsdocumenten opgenomen zijn.
Definities identiteitsfraude
Er bestaan een groot aantal definities van het begrip identiteitsfraude, al naar gelang het (beleids)onderwerp
waarvoor over identiteitsfraude werd geschreven. Een wettelijke definitie van het begrip bestaat niet. De
belangrijkste definities voor onze organisatie worden hieronder weergegeven.
Definitie uit de fraudenota
Identiteitsfraude werd in Nederland voor het eerst uitvoerig omschreven in de Fraudenota4 uit 2002 en als een
nieuw overheidbreed beleidsspeerpunt geïntroduceerd in het kader van de bestrijding van fraude. Identiteitfraude
bestaat volgens de Fraudenota uit vormen van misbruik van of fraude met betrekking tot identiteit en
identiteitsgegevens, waarmee een persoon of groep personen het oogmerk heeft op onrechtmatige wijze
aanspraak te maken op overheidsprestaties, dan wel zich anderszins onrechtmatig te bevoordelen. Volgens de
Fraudenota creëert identiteitsfraude een verschil tussen de eigen, persoonsgebonden werkelijkheid en de
administratieve werkelijkheid. In de nota worden acht verschijningsvormen van identiteitsfraude genoemd:
1e. gebruikmaking van vervalste documenten
2e. gebruikmaking van valse documenten
3e. gebruikmaking van wederrechtelijk verkregen maar rechtsgeldige documenten
4e. gebruikmaking van rechtsgeldige documenten door een ander met gelijkende uiterlijke kenmerken
(lookalike-fraude)
5e. overtreding van de meldings- en mutatieplicht van persoonsgegevens bij GBA
6e. gebruikmaking van vervalste kopieën van identiteitsdocumenten
7e. wederrechtelijk gebruik van een bestaand sofinummer5
8e. gebruikmaking van een niet-bestaand sofi-nummer
Definitie van het CMI
Het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI)6 hanteert de volgende omschrijving:
Identiteitsfraude is het opzettelijk hebben of maken van valse identificatiemiddelen, met als doel daarmee
wederrechtelijke dingen te doen. Dat betekent dat iemand:
1. zich uitgeeft voor een ander; 2. daarbij gebruik maakt van valse of onterecht gekregen identificatiemiddelen of kopieën daarvan.
Definitie PKN
Politiekennisnet (PKN) hanteert de definitie van Jan Grijpink: “Met de term identiteitsfraude bedoelen we, dat
iemand met kwade bedoelingen bewust de schijn oproept van een identiteit die niet bij hem hoort, daarbij
gebruikmakend van de identiteit van een andere bestaande of gefingeerde persoon.”
Definitie EU/EG
Identity theft is generally defined as the misappropriation of the identity (such as the name, date of birth, current
address or previous addresses) of another person, without their knowledge or consent. These identity details are
4 TK 2001-2002, 17050, nr. 234, p.2. De Fraudenota is een voortgangsrapportage over misbruik en oneigenlijk gebruik op het
gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies en volgt op de voortgangsrapportage „Bestrijding financieel-
economische criminaliteit‟ uit 2000, waarbij de overheid het slachtoffer is. 5 Tegenwoordig: burgerservicenummer 6 Op blz. 20 wordt nader ingegaan op het CMI
Pagina 8 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
then used to obtain goods and services in that person‟s name. Identity fraud is sometimes used as a synonym,
although the concept of identity fraud also encompasses the use of a false, not necessarily real, identity.7
Vormen van identiteitsfraude:
1e. Identiteitsovername (identiteitsdiefstal): het overnemen van de identiteit van iemand anders, zonder diens
toestemming
2e. Identiteitsdelegatie: het overnemen van de identiteit van iemand anders, met diens toestemming
3e. Identiteitsruil: het gebruik, door twee of meer mensen, met toestemming, van elkaars identiteit
4e. Identiteitscreatie: het creëren van een fictieve identiteit (al dan niet aan de hand van identificatiegegevens van
een bestaande persoon)
Op identiteitsdiefstal en identiteitscreatie wordt nader ingegaan.
Waar slachtoffers het meest last van hebben is de identiteitsdiefstal. Als zonder toestemming van het slachtoffer
gebruik wordt gemaakt van diens identiteit bestaan er vier mogelijkheden waarop dat kan gebeuren:
1e. Account take over: waarbij een crimineel informatie verwerkt over een bestaande bankrekening of creditcard
en deze vervolgens misbruikt. Het doel is financieel gewin.
2e. True name fraud: de crimineel verwerft persoonlijke informatie over een slachtoffer om die vervolgens te
gebruiken om een lening af te sluiten, een creditcardaccount te openen, of op een andere manier (financiële)
goederen te verwerven op kosten van het slachtoffer.
3e. Criminele identiteitsroof: wanneer een crimineel de identiteit van het slachtoffer gebruikt voor het begaan van
een ander (erger) misdrijf en vervolgens bij arrestatie een identiteit aan de politie moet opgeven. Het doel van
de identiteitsroof is het ontlopen van strafvervolging.
4e. Klonen van identiteit: hierbij neemt een crimineel de gehele identiteit van iemand over. (niet alleen het
opgeven van een valse identiteit bij politiecontacten, maar leven op naam van het slachtoffer)
Bij identiteitscreatie ontstaat een fictieve persoon. Voor het creëren van een (vals) identificatiemiddel van een
fictieve persoon kunnen compleet fictieve identificatiemiddelen worden gefabriceerd, dan wel eigen
identificatiemiddelen zodanig worden gewijzigd dat het neerkomt op het scheppen van een fictieve identiteit. Ook
kan een nieuwe identiteit worden gemaakt met behulp van identificatiemiddelen van een (ander) bestaand
persoon.
Olievlekwerking van identiteitsfraude
Geslaagde identiteitsfraude op een zwakke plek ergens in een bepaalde keten verspreidt zich ongemerkt naar
andere ketens en processen. Als men op iemands rijbewijs kan meeliften bij het aangaan van een nieuwe
arbeidsverhouding, vindt belastingheffing bij het slachtoffer plaats; bij het te naam stellen van een kenteken kan
men heffingen, boeten en incasso‟s ontlopen. In de zorg kan men zo medische behandeling krijgen, ook als men
daar geen recht op heeft. En de gegevens worden opgeborgen in het medische dossier van de houder van het
rijbewijs. Identiteitsfraude verspreidt zich als een olievlek tot in de kleinste administratieve haarvaten van allerlei
maatschappelijke processen waar men de geslaagde primaire identiteitsfraude vaak niet meer kan doorzien.
Verschijningsvormen van identiteitsfraude 1. Lookalike-fraude bij (reis)documenten; iemand die uiterlijke gelijkenis vertoont met de persoon op een
document doet zich voor als de rechtmatige houder van dat document. Dit kan zowel met als zonder medeweten of toestemming van de rechtmatige houder geschieden. Deze vorm van fraude kom je onder andere tegen bij illegale werknemers en mensensmokkel.
2. Zorgpasfraude; een niet-verzekerde patiënt gebruikt de zorgpas van iemand anders om medische zorg te krijgen. Op de zorgpas staan alleen gegevens vermeld, geen foto, wat deze vorm van fraude vergemakkelijkt.
3. Identiteitsfraude bij jongeren; op een kopie van een paspoort of identiteitsbewijs worden gegevens (meestal geboortejaar) veranderd om alcohol of sigaretten te kunnen kopen.
7 http://ec.europa.eu/internal_market/fpeg/identity-theft_en.htm
Pagina 9 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
4. Identiteitsfraude in de strafrechtsketen; iemand anders zit de straf van een veroordeelde uit. Met ingang van 1 oktober 2010 is de Wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen in werking getreden om dit tegen te gaan. Meer hierover in deel III van de nieuwsbrief identiteitsfraude.
5. Skimmen.
Verschil horizontale en verticale fraude
Bij verticale fraude is het doel de benadeling van de overheidsdiensten. U kunt hierbij denken aan belastingfraude
en uitkeringsfraude.
We spreken van horizontale fraude als er sprake is van fraude tussen particulieren, bedrijven en financiële
instellingen. U kunt hierbij denken aan creditcardfraude en verzekeringsfraude. Vaak zijn er twee slachtoffers: de
bank/het bedrijf/de instelling en de persoon wiens gegevens zijn misbruikt.
Bij horizontale fraude zijn drie fases te onderscheiden:
1e. de intentie misbruik te maken van de identiteit van een ander voor een bepaald doel
2e. het verkrijgen van persoonsgegevens of identificatiemiddelen
3e. het daadwerkelijk uitvoeren van de fraude.
Siod
De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (Siod) is verantwoordelijk voor de opsporing van zware
fraudezaken op het gehele terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Siod richt zich
vooral op grootschalige identiteitsfraude, werkgeversfraude, subsidiefraude en zwarte fraude (= iedere vorm van
arbeidsregistratie om het betalen van sociale premies en belasting achterwege te kunnen laten)
Het Labyrint-project.
Onder deze naam deed de SIOD onderzoek naar identiteitsfraude onder West-Afrikanen.8 In dit onderzoek
kwam naar voren hoe schrijnend de situatie is van illegalen die probeerden zich met een andere identiteit in
Nederland c.q. de Nederlandse arbeidsmarkt te begeven. Om in hun levensbehoeften te voorzien gingen deze
personen werken, want op een uitkering terugvallen kon niet. Pensioenrechten opbouwen kon evenmin. Een
“lokale faciliteerder9‟ zorgde er voor dat deze mensen zich met een kopie van een paspoort en een sofinummer
(tegenwoordig burgerservicenummer) bij een werkgever konden melden. Daarmee konden zij net doen alsof zij
legaal in Nederland verbleven. In ruil daarvoor moest wel ongeveer een derde van het verdiende loon afgestaan
worden aan de faciliteerder. Daarnaast moest voor een slaapplaats –hetgeen ook via de faciliteerder kan worden
geregeld- een forste vergoeding worden betaald: bijvoorbeeld 250,00 euro per maand voor alleen een bed.
Ondanks het harde werken moest zoveel geld worden betaald aan degenen die “hielpen”, dat geen geld
opgespaard kon worden om bijvoorbeeld een beter onderkomen te regelen. Uit het Labyrinth-project bleek ook
dat werkgevers een uiterst dubieuze rol kunnen hebben.10
Lookalike-fraude
Lookalike valsheid: een op zichzelf niet vals identificatiemiddel wordt door een ander gebruikt als ware het een op
hem betrekking hebbend identificatiemiddel. De persoon die op deze wijze een identificatiemiddel gebruikt lijkt in
meer of mindere mate op de foto op het identificatiemiddel. Deze vorm van fraude wordt wel gebruikt bij
mensensmokkel, illegale werknemers, en het gebruik van reisdocumenten.
Witte fraude / zwarte fraude
De termen witte en zwarte fraude worden gebruikt bij uitkeringsinstanties. Bij witte fraude heeft
iemand naast de uitkering inkomsten uit loondienst of studietoelage, zonder dat deze inkomsten bij
de uitkeringsinstantie bekend zijn. Bij zwarte fraude werkt iemand naast de uitkering “zwart” bij,
zonder dat er belasting en sociale lasten over de neveninkomsten betaald worden.11
8 SIOD, jaarverslag 2004
9 Een faciliteerder “helpt” mensen die illegaal in Nederland verblijven aan een andere –“niet illegale”- identiteit.
10 Bron: Justitiele verkenningen, jrg. 32, nr. 7 2006
11 TK 2004-2005, 25764, 26, p. 5
Pagina 10 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Witwassen / zwartwassen
Kenmerkend voor witwassen zijn verbergen en verhullen. Hoe het gebeurt maakt niet uit, het
resultaat is dat de werkelijk aard etc. van voorwerpen in het ongewisse blijft. Met “omzetten” wordt
bedoeld het wisselen van geld, het kopen van of investeren in andere zaken of waardedragers.
Witwassen komt in beeld als fraude met identiteit wordt gebruikt om opbrengsten uit criminaliteit
opopgemerkt wit te wassen.
Met zwartwassen wordt het werven van fondsen voor terroristische activiteiten aangeduid.
Identiteitsfraude wordt als een van de commune delicten genoemd, waarvan terroristen zich
bedienen teneinde hun activiteiten te kunnen financieren.12 Daarnaast nemen terroristen de identiteit
aan van andere personen om onopgemerkt te kunnen blijven.13
Actieve fraude / passieve fraude
Bij actieve fraude staat het verstrekken van onware gegevens centraal. Ook de lookalikefraude,
waarbij geen gebruik wordt gemaakt van valse of vervalste identiteitsbewijzen, maar van geldige
identiteitsbewijzen en gelijkende pasfoto‟s of van mondeling meegedeelde persoonsnummers etc.
Bij passieve fraude staat het nalaten centraal. Het zal niet vaak voorkomen, maar u kunt denken aan
iemand die een paspoort van een ander vindt en vervolgens weigert dit in te leveren bij de gemeente
(of politie). Als de vinder ook nadat dit uitdrukkelijk bevolen is nalaat het paspoort af te geven, maakt
deze persoon zich schuldig aan passieve fraude.
Ejure
Ejure is het platform voor Informatietechnologie, Samenleving en Recht. Op de site van Ejure is via
de doorklikmogelijkheden Dossiers en Onrechtmatig gedrag veel informatie gepubliceerd over
identiteitsfraude. De site is bereikbaar via de link www.ejure.nl
1.4 Bemachtigen van andermans identiteit
Modus Operandi
We noemen de top 3 met betrekking tot identiteitsfraude:
1. Spullen, met name telefoonabonnementen, op rekening op andermans naam kopen. Het adres hoeft niet te kloppen. Voor
het afsluiten van een telefoonabonnement is een kopie van een paspoort of identiteitsbewijs nodig en een bankafschrift.
2. Gegevens worden van internet afgeplukt.
3. Brievenbus hengelen.
Waarbij opgemerkt wordt dat de nummers 2 en 3 regelmatig van plaats wisselen.
De meest voorkomende manieren om aan gegevens van andermans identiteit te komen zijn:
- Diefstal en inbraak. Hierbij worden dan rijbewijs, identiteitskaart, bankpasjes, creditcards, verzekeringspassen,
lidmaatschapskaarten etc. gestolen. Ook het stelen van post en documenten met NAW-gegevens, polis- en
lidmaatschapsnummers uit het vuilnis halen komen regelmatig voor. In auto‟s ligt vaak een zogenoemde groene
kaart, waar ook veel gegevens van de gebruiker opstaan.
- Via de telefoon. Iemand belt op en doet zich voor als marketeer en vraagt uit dien hoofde allerlei persoonlijke
gegevens met betrekking tot uw identiteit, zoals bankgegevens of geboortedatum.
12
Handelingen Tweede Kamer 2004-2005, 24, p. 1524 13
TK 2004-2005, 25764, 26, p. 5
Pagina 11 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Vishing:
Vishing is vergelijkbaar met phishing, alleen gaat dit per telefoon. Het slachtoffer ontvangt een voicemail
waarin, in verband met iets belangrijks dat rechtgezet wordt, gevraagd wordt een bepaald nummer te
bellen. Als het slachtoffer dit nummer belt wordt gevraagd het bankrekeningnummer, pincode,
burgerservicenummer of andere persoonlijke informatie in te toetsen. De zo verkregen informatie
wordt later gebruikt om fraude te plegen.
Smishing:
Bij smishing ontvangt het slachtoffer een SMS-bericht in plaats van een voicemail.
- Via internet. Tegenwoordig moet je vrijwel op elke website, bij prijsvragen of om in te loggen, persoonlijke
informatie doorgeven, zoals bijvoorbeeld geboortedatum en meisjesnaam. Voor criminelen is deze informatie
via onbeveiligde websites gemakkelijk te hacken, en samen te voegen met allerlei andere informatie die ze al
over u hebben gestolen. Hierna is het voor hen vrij simpel om met die gegevens een lening aan te vragen.
- Skimmen / pinpasfraude. Hierbij worden de gegevens die op de magneetstrip van de creditcard of pinpas staan
gekopieerd via nieuw aangebrachte software in een betaalautomaat. Via een kleine extra geplaatste camera
wordt de pincode afgekeken.
Een identiteitsbewijs is iets dat door een andere partij geaccepteerd wordt als bewijs van een bepaalde
identiteit. Skimmen valt daar ook onder.
- Phishing. Hierbij wordt u via een persoonlijke e-mail naar een nep-website gelokt, die heel erg lijkt op de
website van bijvoorbeeld de bank, creditcard- of telefoonprovider, met de vraag om uw gegevens opnieuw in te
voeren. Als reden wordt aangegeven dat er iets mis is met uw gegevens, uw gegevens verloren zijn gegaan, of
onder het mom van fraudepreventie zodat uw rekening niet onnodig geblokkeerd wordt. Wanneer u uw
gegevens op deze nep-website invult, bent u ze juist meteen kwijt aan een fraudeur. Indien het slachtoffer
middels voicemail- of SMS-berichten op zijn telefoon wordt benaderd om contact op te nemen met een
bepaalde site of telefoonnummer, spreken we van vishing
1.5 Biometrie
Biometrie:
Biometrie is een verzameling van technieken waarmee de identiteit van een persoon kan worden vastgesteld of
gecontroleerd. Het gaat daarbij om fysieke eigenschappen of gedragskenmerken die voor ieder natuurlijk persoon
uniek zijn. Maar elke vorm van biometrie heeft beperkingen bij de afname of verificatie, waardoor geen enkele
vorm –dat geldt ook voor DNA- 100% zekerheid biedt14.
Biometrische persoonscontrole is gebaseerd op kansberekening, de uitkomst van een biometrische
identiteitscontrole is daarom nooit 100% zeker. Onvermijdelijk wordt steeds een aantal mensen ten onrechte niet
herkend of, omgekeerd, onterecht voor iemand anders gehouden. Biometrie alleen geeft dus onvoldoende
houvast. Daarnaast moeten dus andere controlemiddelen gebruikt worden.
Om fraude zoveel als mogelijk tegen te gaan wordt biometrie steeds vaker toegepast in combinatie met een
identificatiebewijs. Met ingang van 1 september 2009 worden in Nederland vingerafdrukken afgenomen en
opgenomen in het paspoort.
Project L.U.C.I.D
Project L.U.C.I.D. bestaat uit een geavanceerde computercontrole systeem dat over de hele wereld zal
worden ingevoerd. Dit kan door het vormen van een netwerk waaraan alle computerdatabases dienen
te worden gekoppeld. Het totale netwerk wordt het "Universal Computerized Identification
Clearinghouse Resource Center" genoemd. Via dit systeem kan iedereen en alle gegevens van
14
Het DNA van een eeneiïge tweeling is identiek.
Pagina 12 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
personen worden opgespoord en zijn direct beschikbaar. Spoofing: vele
Spoofing is technisch jargon en kan gedefinieerd worden als het iets of iemand zich laten voordoen als iets of
iemand anders. Spoofing kan op vele technieken van toepassing zijn.
In deze nieuwsbrief komen twee vormen aan bod:
1e. het gebruik maken van de biometrie van iemand anders
2e. het vervalsen van internet- of e-mailadressen
Op het digitale spoofing zal verderop in deze nieuwsbrief ingegaan worden. Op dit moment staan we even stil bij
spoofing waarbij gebruik gemaakt wordt van de biometrie van iemand anders. Bijvoorbeeld nagemaakte
vingerafdrukken, er wordt een foto van een oog van een ander persoon bij de automatische herkenning voor het
eigen oog gehouden. Meestal detecteert de apparatuur dit soort misbruik. Menselijk toezicht bij dit soort controles
maakt de kans op spoofing nagenoeg onmogelijk.
Vingerafdruk:
De tot nu toe meest gebruikte vorm van biometrie is de vingerafdruk. De unieke patronen van de vingerafdruk
worden vastgelegd. De beste vingerafdrukken heb je van een jongere tussen 7 en 11 jaar. Na de leeftijd van 65
jaar wordt de kwaliteit van vingerafdrukken minder.
Havank: Havank is het registratiesysteem voor vingerafdrukken. Havank kijkt alleen naar de tien vingerafdrukken van een
persoon en kan geen onderscheid maken tussen een ware identiteit en een alias. Als iemand die gebruik maakt
van een alias (valse identiteitsgegevens) niet met dezelfde vingerset ook nog onder een andere naam in Havank
zit, gaat Havank er vanuit dat naam en vingers bij elkaar horen, maar dat is natuurlijk niet vanzelfsprekend. De
vingerafdrukken kunnen wel van de echte dader zijn, maar door het alias is het strafbare feit op het conto van
iemand anders terechtgekomen. Dit kan voorkomen worden door vaker een vingerafdrukcontrole door de
dactyloscopen van de dienst Nationale Recherche Informatie aan te vragen.
De nieuwe vingerafdrukscanners maken driedimensionale opnamen, waardoor het verschil tussen
platte en gerolde vingerafdrukken er niet meer toe doet.
Vingerader: Een relatief nieuwe techniek is het kijken naar aderpatronen in de vinger. Hiertoe neemt een camera met
infrarode belichting een opname van de vinger.
Handgeometrie: Bij handgeometrie wordt gekeken naar de afmetingen van en relatieve afstanden tussen de te onderscheiden
vingers van een hand. Deze techniek is met name interessant als in een omgeving handschoenen moeten
worden gedragen en mensen met handschoenen aan moeten kunnen worden herkend. In Nederland zal deze
techniek niet vaak gebruikt worden.
Gezichtsscan: Hierbij worden de karakteristieke afstanden van het gezicht gemeten, zoals de afstanden tussen de ogen, oren,
mond en kin. Gezichtsherkenning is afhankelijk van de lichtomstandigheden en de houding van het gezicht.
Irisscan: De iris verschilt per mens en per oog en is bijzonder rijk aan informatie. Moeilijkheden bij de scan kunnen in de
weg zittende wimpers, haren, contactlenzen en brillenglazen zijn. Op Schiphol wordt de irisscan gebruikt voor
reizigers die zich daarvoor hebben aangemeld, en voor het personeel. In deze gevallen wordt de irisscan
gecombineerd met de pas.
Pagina 13 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Retinascan: Deze geeft de bloedvaten op het netvliet weer. Dit patroon is uniek per mens en verandert in beginsel niet tijdens
het leven. Bepaalde ziekten beïnvloeden de retina. Voor de retinascan moet gebruik gemaakt worden van
laserlicht.
Stemherkenning: Stemherkenning kan worden gebruikt om vast te stellen “wie” iemand is. Door een computer worden een groot
aantal biometrische aspecten van de stem geverifieerd en vergeleken met een eerdere stemopname om te
bepalen of de stem de juiste is. Stemherkenning geeft nog geen 100% zekerheid: er is extra aandacht nodig bij
tweelingen, nauw verwante familieleden en mensen die verkouden zijn. . Achtergrondgeluiden moeten
weggefilterd worden. Ook mogelijk misbruik in de vorm van imitatie of het afspelen van geluidsopnamen is nog
niet opgelost.
Spraakherkenning: Bij spraakherkenning moeten teksten worden uitgesproken die worden opgeslagen in een database. Deze
teksten kunnen later worden gebruikt voor vergelijking.
DNA: Deoxyribo Nucleic Acid (DNA) is de drager van erfelijke eigenschappen en verschilt van persoon tot persoon. Op
basis van het DNA-profiel kan met zekerheid worden gezegd dat twee DNA-profielen niet gelijk zijn en dus
afkomstig zijn van verschillende personen. Een DNA-match geeft niet altijd zekerheid over de persoon: Eéneiïge
tweelingen hebben hetzelfde DNA. (Gelukkig verschillen de vingerafdrukken wel bij ééneiïge tweelingen)
Handtekening: Controle van een handtekening is iets anders dan het handschriftherkenning. Bij de handtekening worden met
name elementen als de stijl, hoek van de pen, snelheid en druk vergeleken.
Toetsaanslag: Het typeritme van computergebruikers correspondeert met de dynamiek van hun toetsaanslag. Men wilde deze
techniek gebruiken om te voorkomen dat niet-geautoriseerde gebruikers met behulp van andermans password
toegang zouden krijgen tot bepaalde systemen. Omdat het typeritme teveel varieert bleek deze methode minder
geschikt. Alleen bij professionele datatypistes wordt deze techniek nog gebruikt worden.
Begrippen in de biometrie
Verificatie: identiteitsvaststelling ten aanzien van die personen die al bekend zijn
Identificatie: identiteitsvaststelling ten aanzien van die personen die nog niet bekend zijn
Identiteitsvaststelling: het vaststellen wie iemand is met het oog op een te nemen beslissing of te
verrichten handeling
Biometrische identiteit: een unieke set van onveranderlijke dan wel langdurig stabiele fysieke
kenmerken van een persoon
Fall back: teruggrijpen op een andere methode als de apparatuur / software niet werkt
Failure te enroll: onmogelijkheid tot afname van een biometrisch kenmerk
False acceptance rate: kans op het ten onrechte accepteren van een persoonsherkenning
False rejection rate: kans op het ten onrechte verwerpen van een persoonsherkenning
Spoofing: iemand doet zich als een ander voor door een biometrisch kenmerk na te maken
Pagina 14 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
1.6 Digitale vormen van identiteitsfraude
Cybercrime:
Fraude en oplichting in de digitale wereld noemen we cybercrime. Een veel gebruikte werkwijze bij
internetoplichting is het plegen van identiteitsfraude.
Phishing:
Phishing (vissen) is een verzamelnaam voor digitale activiteiten die tot doel hebben persoonlijke informatie aan
mensen te ontfutselen. Middels een nepsite of e-mail probeert de oplichter (visser) persoonlijke gegevens als
creditcardnummers, pincode, burgerservicenummer etc. te achterhalen. De meeste phishing e-mails en websites
beginnen er steeds „authentieker‟ uit te zien en het aantal neemt ook sterk toe. Phishing is strafbaar gesteld als
oplichting (art. 326 Wetboek van Strafrecht) in gevallen waarin door middel van misleiding iemand wordt bewogen
tot de afgifte van gegevens. Het is niet (meer) vereist dat deze gegevens een geldswaarde hebben in het
handelsverkeer.
Identiteitsfraude middels vacaturebank op internet
Het komt regelmatig voor dat een valse vacature geplaatst wordt op een online vacaturebank. Op
deze manier worden persoonlijke gegevens van de sollicitant verzameld die later misbruikt worden.
Online vacaturebanken waarschuwen dan ook om nooit sofinummer, creditcard- en banknummers en
andere niet-relevante informatie achter te laten.
Pharming:
Bij pharming worden de IP-adressen van de gehackte website overgenomen. Als u naar een dergelijke website
gaat zorgt de server er automatisch voor dat het bijbehorende IP-adres wordt opgezocht. De bezoeker van de
website wordt meteen, op slinkse wijze, doorgesluisd naar een door criminelen beheerde website. De site ziet er
precies zo uit als de echte website. Als dit een website van uw bank betreft kan de hacker zo uw inloggegevens
afvangen en vervolgens daarmee inloggen op de echte website van de bank.
Spoofing:
Spoofing is het vervalsen van de internet- of e-mailadressen. Een voorbeeld hiervan is het creëren en gebruiken
van e-mailadressen en websites die gemaakt zijn om op die van bekende bedrijven, banken of
overheidsinstellingen te lijken. Hiervan is het doel de internetgebruiker te misleiden en op die manier achter zijn
persoonlijke gegevens te kunnen komen, zoals bankgegevens, usernames en passwords. Spoofing wordt ook
gebruikt door hackers om de beveiliging van een (bedrijfs)netwerk te breken en door verzenders van spam die
niet traceerbaar willen zijn.
Er mogen dus ook meerdere belanghebbenden van hetzelfde feit aangifte doen in verschillende regio‟s. In welke
regio de zaak vervolgens wordt behandeld is een kwestie van overleg tussen de korpsen of Officieren van
Justitie.
Escrowdiensten
Dit zijn organisaties die als betrouwbare tussenpersoon in een handelstransactie garant staan naar
beide contracterende partijen toe. De verkoper zendt zijn goederen maar door als hij hij weet dat de
verkoopsom door de koper in waarborg is gegeven bij de escrowpartij. De escrowpartij zal de
verkoopsom pas doorstorten aan de verkoper als de koper meedeelt dat hij de goederen heeft
ontvangen. De koper zal bij de escrowpartij de koopsom terugvorderen als er geen effectieve levering
plaats vindt binnen de afgesproken termijn.
Als internetgebruiker is het vij eenvoudig om vast te stellen of het om een fictief escrowbedrijf gaat:
www.fadeescrowsites.com waarschuwt voor malafide escrowbedrijven.
Pagina 15 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Skimmen:
Tot nu toe is bekend geworden dat met name Roemenen, Bulgaren en andere Oost-Europese personen zich met
deze vorm van criminaliteit bezig houden.
Een geldautomaat kan op verschillende manieren gemanipuleerd worden. Wij noemen de meest voorkomende:
Er wordt een voorzetmondje bovenop de gleuf waarin de klant zijn pas invoert geplaatst. De elektronica in dit voorzetmondje “leest” de voor de criminele doeleinden benodigde gegevens, zoals rekening- en pasnummer. Deze gegevens worden in de chip van het voorzetmondje opgeslagen.
Het plaatsen van een verborgen camera die zicht heeft op het toetsenbord waarop de klant zijn pincode intypt. De camera kan gecamoufleerd worden verborgen in bijvoorbeeld een folderhouder, een aluminium lijst of zelfs een nagemaakt gedeelte van de geldautomaat zelf. Momenteel worden er complete digitale camera‟s inclusief batterij en geheugenkaarten in een balk geplaatst en de laatste mode is dat er complete voorzetpanelen geplaatst worden. Daarnaast worden ook weer overlay‟s aangetroffen voor over het toetsenbord. De door de digitale camera vastgelegde pincodes worden vastgelegd op de geheugenkaart van de digitale camera.
Er kan ook gebruik gemaakt worden van drukgevoelige folie die op of onder het numerieke toetsenbord van de geldautomaat wordt aangebracht. Hierin bevindt zich een geheugenmodule die de ingetoetste pincodes “onthoudt” en die later kan worden uitgelezen.
Na het plaatsen van de apparatuur wordt de opstelling geijkt. Omdat het verkrijgen van pas- en
rekeninggegevens onafhankelijk plaatsvindt van het verkrijgen van pincodes, moet er door middel van een eigen
(meestal gestolen of blanco) pas van de organisatie worden vastgesteld vanaf welk moment de opname is gaan
lopen. Dit doet men bijvoorbeeld door een serie van afgebroken transacties. Opsporingstip: met dit nummer kun
je eventueel een spoor volgen als het al bij andere automaten gebruikt is geweest.
Na het skimmen wordt de geplaatste apparatuur gedemonteerd. Dit is meestal in een paar seconden gebeurd
omdat de apparatuur veelal met dubbelzijdig plakband of kleefpasta wordt geplaatst. Na het demonteren splitst de
groep betrokkenen zich en maakt zich uit de voeten.
Na het daadwerkelijk skimmen is altijd een aantal van de criminelen in de buurt van de desbetreffende
geldautomaat om toezicht te houden op hun (waardevolle) apparatuur. Uit praktijkervaring is gebleken dat de
aanwezigheid van geüniformeerd politiepersoneel in de omgeving ervoor zorgt dat de skim-actie onmiddellijk
wordt beëindigd en dat de criminelen zich, met hun apparatuur, uit de voeten maken.
Ook betaalautomaten kunnen geskimd worden. De techniek die hiervoor gebruikt wordt komt overeen met het
skimmen van een geldautomaat.
Bij het skimmen via een pinpad in een winkel (of bedrijf) wordt de gehele pinpad omgebouwd. Om dit te kunnen
doen moet deze worden gestolen. Meestal wordt in de tussentijd de originele pinpad vervangen door een dummy.
Wanneer een klant op de dummy wil pinnen lukt dit niet en zullen zowel de klant als de winkelier denken dat de
pinpad een storing vertoont. Vermoedelijk vindt het omwisselen van de pinpads vlak voor sluitingstijd plaats. De
omgebouwde pinpad wordt later (vermoedelijk ‟s nachts) teruggeplaatst waarna het skimmen kan beginnen. Een
andere manier is middels insluiting dan wel nachtelijke inbraken waarbij de alarmen soms omzeild worden.
Opsporingstip: Als je bij een bedrijfsinbraak komt waar men wel binnen geweest is maar niets vermist wordt, laat
dan de pinpad controleren.
Geldopname of betaling na het skimmen:
Nadat de pincode en gegevens op de magneetstrip zijn verkregen, is het mogelijk om met behulp van een laptop,
cardreader en een cardwriter blanco passen te maken. Daarmee kan geld worden opgenomen van de rekening
van de originele pashouder. In praktijk zitten er enkele dagen tot maanden tussen het kopiëren van de pinpas en
het opnemen van het geld. Over het algemeen vinder er in het buitenland opnames plaats dan wel worden er
aankopen mee betaald. De schade van deze vorm van fraude bedroeg in 2009 voor banken in Nederland 36
miljoen euro. Bovendien wordt het vertrouwen van de consument in het betalingsverkeer ernstig aangetast.
Pagina 16 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Equens:
Equens (voorheen Interpay) zorgt in Europa voor de verwerking van girale en card-gerelateerde betalingen.
Equens neemt een centrale positie in bij de bestrijding van fraude met betalingstransacties. Equens is voor
meldingen van skimmen –ook bij een poging- te bereiken op telefoonnummer 030-2835550. Op dit nummer kan
gecontroleerd worden of de skimming al bekend is en of er door Equens een zogenaamde waarschuwing is
uitgevaardigd naar alle banken en de betreffende politieregio. Indien er een waarschuwing wordt uitgevaardigd,
zal er door Equens aangifte worden gedaan. Daarmee wordt voorkomen dat een groot aantal individuele
aangiftes door de politie moeten worden opgenomen. In gevallen waarin nog geen waarschuwing door Equens is
uitgezonden, dient een benadeelde van skimmen wel zelf aangifte te doen bij de politie. Met betrekking tot het
doen van aangifte zijn er door Equens, de Nederlandse banken en het Financieel Expertise Centrum15 afspraken
gemaakt.
Helemaal voorkomen lukt nog niet, maar Equens en wetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam hebben
een methode ontwikkeld die skimmen een stuk minder aantrekkelijk maakt. Hiertoe werd op één miljard
transacties een groot aantal analyses uitgevoerd. Met de uitkomsten daarvan heeft men een
fraudedetectietechniek kunnen ontwikkelen die sinds 2009 toegepast wordt. Binnen 30 seconden worden alle
transacties van de laatste minuten geanalyseerd ten opzichte van alle voorgaande transacties. Geld-,
betaalautomaten en pinpads die gemanipuleerd zijn worden hierdoor eerder ontdekt. De methode bevindt zich op
dit moment16 in een fase van batchverwerking. Binnenkort wordt overgestapt naar een 7 x 24 uur realtime
verwerking. Skimmen tegenhouden zal niet lukken, maar snel detecteren en reageren als het gebeurd is zal naar
verwachting skimmers frustreren.
Landelijke aanpak skimmen
De Nederlandse Vereniging van Banken, het Openbaar Ministerie en de politie binden gezamenlijk de
strijd aan tegen skimmen (het kopiëren van bankpassen). In een landelijke aanpak gaan zij intensief
samenwerken met als doel de stijgende trend te doorbreken.
De intensieve samenwerking bestaat onder andere uit het (internationaal) uitwisselen en analyseren
van informatie. Daardoor kunnen criminele netwerken eerder worden opgespoord en vervolgd. De
samenwerking krijgt vorm in een zogeheten „proeftuin‟. Die bestaat ui een gezamenlijk
„skimmingpoint‟ voor kennisontwikkeling en –deling, onderzoek naar het opwerpen van barrières om
skimming tegen te gaan, samenwerking in de strafrechtketen en versterking van de repressieve
aanpak. Vorig jaar bedroeg de schade voor banken door skimming 36 miljoen euro en is bij 32.000
betaalpassen schade ontstaan door skimming (op een totaal van 25 miljoen betaalpassen in
omloop)17
EMV-chip, ook wel EVM-chip genoemd
De letters “EMV” staan voor Europay, Mastercard en Visa, de drie betaalkaartsystemen. Omdat de
EMV-chip beter te beveiligen is dan de magneetstrip worden wereldwijd alle bankpassen en
creditcards voorzien van de EMV-chip. In Nederland is die aanpassing in 2005 gestart en op 1 januari
2012 moeten alle bankpassen en creditcards zijn voorzien van de chip.
De reactie van skimmers hierop is dat zij nog steeds het intoetsen van de pincode filmen, waarna zij
de houder rollen om de originele pas te bemachtigen.
Overigens is de EMV-chip al door wetenschappers van de Engelse Cambridge-universiteit gekraakt.
Vroeg of laat zullen criminelen hier ook toe in staat zijn.
Portugese lus:
Bij de zogenoemde Portugese lus worden bankpassen in zijn geheel ontvreemd. Meestal probeert men eerst via
“shouldering” (meekijken) of andere listige kunstgrepen de pincode te achterhalen. Middels een
15
De afdeling BFER van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland maakt hier deel vanuit. 16
Juli 2010 17
Security Management nummer 5, mei 2010
Pagina 17 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
afleidingsmanoeuvre wordt de bankpas afhandig gemaakt. Een bekende afleidingstruc die gebruikt wordt is het
biljet van 20 Euro dat naast de pinner op de grond ligt. Op het moment dat de pinner gevraagd wordt of dat zijn
geld is en de aandacht van de pinner even bij de geldautomaat weg is, wordt het bankpasje uit de automaat
gegrist. Als een slachtoffer van de Portugese lus zich meldt, dient aangifte ter zake oplichting opgenomen te
worden.
Oplichting via Marktplaats.nl
Hoewel oplichting buiten de orde van deze nieuwsbrief valt, willen wij u er op attenderen dat slachtoffers
van oplichting via de advertentiesite Marktplaats.nl sinds 7 oktober 2010 digitaal aangifte kunnen doen
via de site www.mijnpolitie.nl
1.7 Plegers
Mensen die zich bezighouden met identiteitsfraude kunnen daar verschillende beweegredenen voor hebben. De
meest voorkomende motieven zijn: 1. winstbejag 2. ontlopen van een straf 3. werk verkrijgen 4. medische verzorging verkrijgen 5. verbergen van de eigen identiteit / dekmantel 6. ex-vriend of -relatie pesten, wraak nemen, ruïneren etc. 7. gestoord gedrag (iemand die het leven van een ander wil leven en diens gehele identiteit overneemt)
Een “allrounder”
Een man had in de periode dat hij een Ziektewetuitkering ontving werkzaamheden verricht, zonder dit
aan de uitkeringsinstantie te melden. Voorts had de man met gebruikmaking van valse namen bij een
tweetal verzekeringsmaatschappijen via internet verzekeringspolissen afgesloten en vervolgens valse
schadeclaims ingediend, waarop aan hem verschillende malen is uitgekeerd. Met gebruikmaking van
valse persoonsgegevens had de man bovendien verschillende kredieten en creditcards aangevraagd
en telefoonabonnementen afgesloten, waarbij hij de bijbehorende mobiele telefoontoestellen had
verkregen. In al deze gevallen geldt dat de overeenkomst met de man niet zou zijn aangegaan indien
hij zijn werkelijke persoonsgegevens had opgegeven. In een aantal gevallen had de man –al dan niet
samen met een ander- op krediet auto‟s aangeschaft en deze reeds enkele dagen na de aankoop, na
aanvraag van een kopie van het daartoe benodigde vrijwaringsbewijs bij de Rijksdienst voor het
Wegverkeer, doorverkocht. De man had zich daarmee schuldig gemaakt aan verduistering van de
auto‟s die hij rechtens onder zich had, maar die nog toebehoorden aan de kredietverstrekkers (in een
huurkoopconstructie), dan wel dienden als onderpand voor de aan hem verstrekte lening. Daarnaast
had de man op verschillende namen en op verschillende adressen in de buurt van zijn toenmalige
vriendin goederen besteld. De goederen waren geleverd op de verschillende adressen en aan de
man geleverd, waarna de goederen nimmer werden betaald. In dat kader had de man in een aantal
gevallen bovendien gebruik gemaakt van valse of vervalste documenten, te weten valse of vervalste
loonstroken en een vervalst kopie van zijn paspoort, om de door hem gewenste diensten te
verkrijgen. Ook werd een groot aantal particulieren door de man ernstig benadeeld, doordat de man
verschillende goederen, met name elektronica, tegen concurrerende marktprijzen te koop aanbood
op verschillende websites en vervolgens nagelaten had deze goederen –na betaling door de klant- te
leveren. Op die wijze had de man ten koste van verschillende bedrijven en particulieren voor zichzelf
grote geldbedragen verkregen.
Behalve een veroordeling tot het vergoeden van de schade werd de man een gevangenisstraf van
dertig maanden opgelegd.18
18
Rechtbank Haarlem 15 september 2009, LJN: BL7294
Pagina 18 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
1.8 Het slachtoffer
Een slachtoffer heeft niet altijd direct in de gaten dat sprake is van identiteitsfraude. Vaak is er iets “vreemds”
gebeurd waar geen verklaring voor is. Een aangever komt dan met een vaag verhaal aan de balie. Bewijsstukken
ontbreken omdat aangever hier nog niet over kan beschikken doordat bedrijven en/of instellingen weigerachtig
zijn deze op voorhand al te verstrekken. Tja, en als een aangever al niet weet wat er loos is, wat moeten wij als
politie er dan mee? Met als gevolg dat mensen soms onterecht het bos in gestuurd worden. In deze nieuwsbrief
willen wij ervoor pleiten om in dat soort gevallen tòch een aangifte, hoe incompleet soms ook, op papier te zetten.
Vermeld in de verklaring van aangever dat (vermoedelijk) sprake is van fraude met identiteitsgegevens. Met de
aangifte in de hand kan een aangever zich wenden tot diverse instellingen en/of bedrijven –waaronder
incassobedrijven en deurwaarders- en (kopieën van) onderliggende documenten verkrijgen. Met die documenten
ontstaat inzicht in wat er gebeurd is en kan de aangifte verbeterd of aangevuld worden. Een slachtoffer van
identiteitsfraude moet steeds weer zijn onschuld bewijzen heeft een lange weg te gaan voordat alles
rechtgetrokken is. Verwijs een slachtoffer naar het CMI19 en geef ze de bij deze nieuwsbrief gevoegde bijlage:
tips voor slachtoffers van identiteitsfraude mee.
Tip: Vergeet niet bij aangifte ter zake diefstal of vermissing van documenten het nummer van het identiteitsbewijs
in te vullen in verband met de signalering in het VIS20.
Bij identiteitsfraude kan sprake zijn van twee typen slachtoffers:
1e. Degene wiens identiteit wordt misbruikt en die daardoor schade of nadeel ondervindt
2e. Derden die schade ondervinden van de handelingen van de fraudeur
De onder 1e bedoelde slachtoffers van identiteitsfraude hebben het niet makkelijk: zij worden geconfronteerd met
financiële, praktische en soms ook emotionele gevolgen.
a) Financieel omdat zij aansprakelijk worden gehouden voor diensten of producten waar ze geen weet van
hebben. Slachtoffers weten niet bij welke organisaties ze moeten zijn om de gevolgen ongedaan te
maken en worden vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Om deze situatie te herstellen moeten zij
soms ook nog extra kosten maken.
b) Praktische problemen kunnen ontstaan doordat het slachtoffer te boek staat als wanbetaler of crimineel,
waardoor het afsluiten van een (hypothecaire) lening niet mogelijk is of een baan wordt geweigerd.
c) Emotionele gevolgen zoals ongeloof, boosheid, machteloosheid, verraad, frustratie, wantrouwen,
uitputting, geïrriteerdheid en angst over de persoonlijke financiële situatie.
Het lukt slachtoffers niet altijd hun naam volledig te zuiveren. Voor sommigen blijft de identiteitsfraude dan ook
een hindernis in hun leven omdat zij verder moeten met een negatieve kredietgeschiedenis met alle gevolgen van
dien. Daarnaast zijn er zelfs slachtoffers die uiteindelijk op moeten draaien voor de schulden die een ander op
hun naam heeft gemaakt omdat het hen niet lukt de eigen onschuld aan te tonen. Heel wrang.
Door fraude met zijn identiteit stond een man dertien jaar onterecht als harddrugscrimineel in
informatiesystemen van de overheid. Een drugsverslaafde bleek zich voor hem uit te geven. Dit had
ernstige gevolgen voor het leven van de man: hoewel hij Nederlander was stond hij geregistreerd als
ongewenst vreemdeling, hij had een waslijst met antecedenten op zijn naam staan, de FIOD viel zijn
woning binnen wegens een verdenking van witwassen, hij kreeg ten onrechte bekeuringen etc. Het
heeft de man heel veel moeite gekost de onterechte registraties van zijn naam te krijgen, mede
doordat overheidsinstanties naar elkaar wezen in plaats van de man te helpen.21
19
Zie blz. 20 van deze nieuwsbrief voor meer informatie over het CMI 20
Verificatie en Informatie Systeem. Documenten worden Europees gesignaleerd. 21
Persbericht Nationale Ombudsman, 23 oktober 2008
Pagina 19 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Soms sluipt door onoplettendheid een vervelende fout in een systeem. Bijvoorbeeld in het geval van
een tweeling, waarbij de mannelijke helft werd aangehouden voor wapenbezit en de vrouwelijke helft
werd gedagvaard en (bij verstek) veroordeeld. Kennelijk was bij het opstellen van de dagvaarding
gebruik gemaakt van zich in het geautomatiseerde systeem bevindende gegevens en is daarbij over het
hoofd gezien dat de voorletters niet klopten en de adresgegevens verschilden. Bij een
herzieningsaanvraag werd de vrouwelijke helft alsnog vrijgesproken.22
Bureau Krediet Registratie (BKR)
Een groot aantal slachtoffers van identiteitsfraude staat buiten hun weten geregistreerd bij het Bureau Krediet
Registratie (BKR) in Tiel. Het BKR informeert aangesloten organisaties over kredieten en gsm-abonnementen die
consumenten hebben afgesloten. Hypotheken worden niet geregistreerd, tenzij een betalingsachterstand van
minimaal 120 dagen is ontstaan.
Iedereen heeft het recht om de eigen gegevens die bij het BKR geregistreerd staan in te zien. In elk bankfiliaal ligt
een brochure van het BKR. In deze brochure zit een aanvraagformulier dat ingevuld bij de bankmedewerker kan
worden ingeleverd. De aanvrager moet zich bij de bankmedewerker legitimeren met een geldig identiteitsbewijs.
Dit om te voorkomen dat iemand gegevens van een ander opvraagt. De bank stuurt het ingevulde formulier op
naar het BKR. Er zijn wel kosten aan verbonden23 die aan de bank betaald moeten worden. Binnen zeven
werkdagen krijgt de aanvrager het gevraagde overzicht thuis gestuurd.
Ook bestaat de mogelijkheid (na telefonische afspraak) de gegevens bij het BKR-kantoor in Tiel op te halen.
Ook is het mogelijk een overzicht op te vragen van de bij het BKR aangesloten organisaties die de afgelopen
twaalf maanden naar uw gegevens bij het BKR geïnformeerd hebben. Dat kan schriftelijk opgevraagd worden,
met bijvoeging van een kopie van een geldig legitimatiebewijs, bij BKR, afdeling Inlichtingen en inzage, postbus
6080 te 4000 HB Tiel, onder vermelding van “Protocol inzage”. Ook hieraan zijn kosten verbonden.1
Bijlage tips slachtoffers van identiteitsfraude
Op blz. 24 en 25 van deze nieuwsbrief treft u een bijlage aan, waarin tips zijn opgenomen voor
slachtoffers van identiteitsfraude. Ook zijn preventiemaatregelen in deze bijlage verwerkt.
Andere slachtoffers zijn derden die schade ondervinden van de handelingen van de fraudeur. U kunt hierbij
denken aan banken, bedrijven die goederen of diensten geleverd hebben etc. Zoals reeds vermeld in de inleiding
zal in deze nieuwsbrief hier niet nader op ingegaan worden. Voor vragen over de positie van benadeelde
bedrijven of instellingen kunt u contact opnemen met het DRI Kenniscentrum.
1.9 Organisaties met betrekking tot identiteitsfraude
Centraal Meld- en Informatiepunt Identiteitsfraude en –fouten (CMI)
Na een proefperiode vanaf 2008 is het CMI met ingang van juni 2010 definitief geworden. Partijen die hierbij
betrokken zijn, zijn:
- Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
- Het Ministerie van Justitie
- Het Ministerie van Defensie (Expertisecentrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee)
- Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Het College van Procureurs Generaal
- De Raad van Hoofdcommissarissen
22
Hoge Raad 7 maart 2006, LJN: AV0357 23
In 2010 waren deze kosten 4,95 Euro
Pagina 20 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
- De Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken, mede namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Het doel is burgers die te maken hebben met identiteitsfraude of met een fout in de registratie van
persoonsgegevens, te ondersteunen en adviseren.
Mensen die (vermoedelijk) slachtoffer zijn van identiteitsfraude kunnen een meldingsformulier invullen. Dit
formulier is verkrijgbaar via „Postbus 51‟, telefoonnummer 0800-8051, of te downloaden van internet op de site
http://www.overheid.nl/identiteitsfraude/meldenregistratiefout
Mensen die het formulier ingevuld hebben worden binnen drie (3) werkdagen na ontvangst van het formulier
gebeld door een medewerker van het CMI. In dat telefoongesprek wordt dieper ingegaan op de melding om een
zo compleet mogelijk beeld van de melding te krijgen. Soms lukt het om de melding bij het eerste contact op te
lossen. Mocht dit niet het geval zijn, dan adviseert het CMI welke stappen het slachtoffer kan nemen en waarmee
het CMI ondersteuning kan bieden. Zo kan het CMI betrokken organisaties aansporen om de melding op te
pakken en afspraken met hen maken over de verdere afhandeling daarvan en bijbehorende termijnen. Het CMI
houdt het slachtoffer op de hoogte van de resultaten. In elk geval neemt het CMI binnen drie (3) weken na de
melding contact op met het slachtoffer. Zolang de melding in behandeling is wordt het slachtoffer regelmatig
geïnformeerd over de voortgang.
Zodra het CMI vaststelt dat de melding inderdaad betrekking heeft op identiteitsfraude, draagt het CMI de melding
over aan het Openbaar Ministerie. Het OM gaat verder met de zaak.
Team Identiteits- en documentfraude (TIF)
Het TIF heeft met ingang van 1 januari 2009 het onderzoek op echtheid van identiteitsdocumenten en geld
overgenomen van Forensische Opsporing. Het TIF is een samenwerkingsverband tussen de Dienst Persoons- en
Geoinformatie, Dienst Werk en Inkomen en de regiopolitie Amsterdam-Amstelland. Het TIF is gevestigd aan de
Stadhouderskade 85 in Amsterdam. Bij twijfel over de echtheid van documenten en bankbiljetten is het TIF de
eerst aangewezen instantie voor echtheidsonderzoek. Naast de functie van helpdesk verzorgt het TIF ook
opleidingen op het gebied van identiteit- en documentcontrole. De helpdesk is bereikbaar op 020-2539904 of
[email protected] Door de TIF is een boekje uitgegeven, getiteld “Ben jij wie je zegt dat je bent”. Behalve op papier is dit boekje
digitaal raadpleegbaar via de link
http://amlkorpsnet/Images/benjewiejezegtdatjebent_tcm15-182637.pdf
Expertisecentrum Identiteitsfraude (ECID)
Het ECID van de Koninklijke Marechaussee is gevestigd op Schiphol24. Zij voeren documentcontroles uit ten
behoeve van opsporingsinstanties, waaronder de politie. Met name in spoedgevallen op tijdstippen waarop het
TIF niet bereikbaar is kan het ECID benaderd worden voor echtheidscontrole. Documenten die door de ECID op
echtheid gecontroleerd kunnen worden zijn:
- paspoorten
- identiteitskaarten
- verblijfsdocumenten
- visa en autorisatiestempels
- rijbewijzen
- vervoersbewijzen
- betaalmiddelen (geld, bankpasjes, cheques)
Hoewel de voorkeur uitgaat naar onderzoek van het fysieke document is de ECID tevens in staat op basis van
een scan of kopie de echtheid te controleren van:
- paspoorten (personaliabladzijde en tegenoverliggende bladzijde volledig afgebeeld)
- identiteitskaarten (voor- en achterzijde)
24
Kantoorgebouw Triport 2, Evert van de Beekstraat 101 te 1118 CN Luchthaven Schiphol, tel. 020-6038111/6038630
Pagina 21 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
- verblijfsdocumenten (voor- en achterzijde)
- rijbewijzen (oud model: de binnenzijde, nieuw model: voor- en achterzijde)
Op verzoek assisteert het ECID opsporingsinstanties tijdens acties en/of controles met het controleren van
documenten. Assistentie van het ECID moet wel tijdig aangevraagd worden. De helpdesk van de ECID is (dag en
nacht) bereikbaar op 020-6038630.
Immigratie en Naturalisatiedienst (IND)
Bureau documenten van de IND is een expertisecentrum dat zich voornamelijk bezighoudt met internationale
documenten. De helpdesk is bereikbaar op tel. 038-8886158.
1.10 Preventieve programma’s
Om identiteitsfraude tegen te gaan zijn diverse preventieampagnes opgezet om bewustwording bij het publiek tot
stand te brengen. Hieronder volgt een kleine greep uit de preventieve campagnes.
Campagne “cybercrime”
Door het Ministerie van Justitie is de campagne “Cybercrime” opgezet die de burger attendeert op veilig
internetten en de risico‟s die daaraan vervonden zijn.
“3x kloppen”
De Nederlandse Vereniging van Banken heeft de campagne “3x kloppen”opgezet om voorlichting te geven over
veilig internetbankieren en welke maatregelen de burger kan nemen.
“Nationale stop-identiteitsfraude campagne”
Door Fellowes B.V. is de “Nationale stop-identiteitsfraude campagne” opgezet. Het doel van deze campagne is
identiteitsfraude te helpen voorkomen door het verstrekken van praktische hulp, tips, en begeleiding om de
identiteit te beschermen.25
Maatregelen EU/EG
Vanwege de internationale dimensie van het probleem van identiteitsfraude kan dit beter op Europees
niveau worden aangepakt. Genomen maatregelen in dit verband zijn:
a. oprichting van de Fraud Prevention Expert Group, een adviesorgaan waar tevens informatie en
best practices uitgewisseld worden en samenwerking tussen stakeholders bewerkstelligd wordt
b. ontwikkeling van minimum standaarden met betrekking tot identiteitsdocumenten en het opnemen
van biometrische gegevens in identiteits- en reisdocumenten
c. De ontwikkeling van Eurodac
d. Uitvaardiging van een Kaderbesluit waarin frauduleuze computerhandelingen gecriminaliseerd
worden.26
1.11 Meer weten?
Meer weten over identiteitsfraude? Op de site van Ejure27 is via de doorklikmogelijkheden Dossiers en
Onrechtmatig gedrag veel informatie gepubliceerd over identiteitsfraude. De site is bereikbaar via de link
www.ejure.nl
25 http://www.fraudevoorkomjezelf.nl/index.php
26 Art. 3 Kaderbesluit (Council framework decision of 28 May 2001 combating fraud and counterfeiting of noncash means of
payment, 2001/413/JHA)
Pagina 22 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Ter afsluiting van dit deel van de nieuwsbrief volgt een artikel uit “De Pers”, waaruit blijkt dat fraude met
identiteitsgegevens niet altijd even succesvol is.
27 Ejure is het platform voor Informatietechnologie, Samenleving en Recht.
Valse gegevens helpen niet
Gepubliceerd: woensdag 20 januari 2010
Een 29-jarige automobilist die dinsdag tijdens een verkeerscontrole in Den Haag een valse naam en geboortedatum opgaf
aan de politie om onder een bekeuring uit te komen, is van een koude kermis thuisgekomen.
Zijn valse personalia bleken overeen te komen met een persoon die nog zeven bekeuringen had openstaan.
De man werd in zijn auto even voor het middaguur aangehouden op de Jan Steenstraat. De man gaf een foute naam met een verkeerde
geboortedatum op. Hij moest mee naar het bureau toen de openstaande bekeuringen aan het licht kwamen. Aan de hand van een foto
ontdekte de politie later op het bureau het bedrog, waarna de man erkende dat hij valse gegevens had verstrekt omdat hij geen rijbewijs
had. Hij ging met diverse processen-verbaal naar huis.
Pagina 23 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
CHECKLIST VOOR SLACHTOFFERS VAN IDENTITEITSFRAUDE
Afhankelijk van het soort fraude waarvan u slachtoffer bent geworden, kunt u de volgende stappen ondernemen:
Blokkeren van rekeningen, bankpassen, creditcards (Bankpassen Meldcentrale tel. 0800-0313; vanuit het buitenland tel. +31302835372)
Bewijsstukken verzamelen (kopieën van bankafschriften, kopieën van aanvragen van abonnementen, brieven van incassobureaus/deurwaarders, kopieën koopovereenkomsten, arbeidsovereenkomsten etc.). Lever (kopieën van) deze bewijsstukken in bij de politie, ter voeging bij het proces-verbaal van aangifte. Sommige bewijsstukken worden u pas door bedrijven en/of instellingen verstrekt als u aan kunt tonen dat u aangifte heeft gedaan bij de politie.
Aangifte doen bij de politie, waarbij in de aangifte op laat nemen dat sprake is van fraude met identiteitsgegevens.
Bij elk bankfiliaal kunt u informatie opvragen over een eventuele registratie over u bij het BKR. Hier zijn kleine kosten aan verbonden. Het BKR stuurt u de gevraagde informatie schriftelijk toe. Ook kunt u bij het BKR opvragen welke aangesloten organisaties informatie over u aangevraagd hebben (klopt dat of zijn er op uw naam dingen gekocht waar u nog geen weet van heeft)
Contact opnemen met het CMI, Centraal Meldpunt Identiteitsfraude. (tel. 0800-8051 of via de site http://www.overheid.nl/identiteitsfraude/meldenregistratiefout) Het CMI kan u ondersteunen bij het bewijzen van uw onschuld.
Nieuw identiteitsbewijs aanvragen
Check de post. Komt de post die u verwacht daadwerkelijk binnen? Kloppen de rekeningoverzichten? Zit er post op een andere naam tussen?
Informeer incassobureaus en/of deurwaarders over het feit dat aangifte gedaan is van fraude met identiteitsgegevens en de identiteitsfraude ook gemeld is bij het CMI
Meer weten? Raadpleeg de site www.stop-identiteitsfraude.nl
Pagina 24 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
PREVENTIEMAATREGELEN TER VOORKOMING VAN IDENTITEITSFRAUDE
Bewaar documenten die persoonlijke informatie bevatten op een veilige plaats. Voorbeelden van zulke documenten zijn: rijbewijs, paspoort, geboorte- en trouwakten.
Wees terughoudend als iemand u via telefoon, fax, post of e-mail om gegevens vraagt.
Denk goed na over wat u van en over uzelf prijsgeeft op internet. Scherm persoonlijke gegevens af op netwerksites zoals Hyves en Facebook. Deel niet zomaar gegevens zoals geboortedatum, pincodes of wachtwoorden met anderen.
Geeft niet te snel een kopie van uw identiteitsbewijs af. Meestal is dat niet nodig. Als u toch een kopie geeft, schrijf er dan groot overheen dat het een kopie is voor het hotel of voor de autoverhuur. Streep op de kopie ook uw burgerservicenummer door: in het paspoort staat dat rechtsboven en onderaan in de balk met de codes. (Op het identiteitsbewijs op de regel links naast de foto, ongeveer ter hoogte van uw nek)
Let op uw bankpasjes en creditcards. Verlies uw kaart niet uit het oog wanneer u betaalt.
Inspecteer de kaartlezer en scherm tijdens het intoetsen van uw pincode het toetsenbord af. Laat bij verlies of diefstal direct uw passen blokkeren.
Breng, wanneer u verhuist, alle relevante organisaties op de hoogte van uw nieuwe adres om zeker te weten dat alles met u mee verhuist. Hiermee voorkomt u dat uw post in verkeerde handen valt.
Gebruik geen pinautomaten of betaalautomaten die er afwijkend uitzien. Ook is het raadzaam het toetsenbord af te schermen als u uw pincode intoetst. Ga niet in op hulp van personen die u willen helpen bij het pinnen.
Controleer altijd direct na ontvangst uw bank- en creditcardafschriften. Meld alle transacties die u niet herkent aan uw bank of creditcardmaatschappij, ook als het om kleine bedragen gaat.
Vernietig alle papieren met persoonlijke gegevens voordat u ze weggooit. Het gaat hierbij om bankafschriften, creditcardafschriften, hypotheekpapieren, vooraf ingevulde formulieren en alle brieven waar uw naam en adres boven staan. U kunt deze het beste versnipperen of in kleine stukjes scheuren.
Neem maatregelen tegen het hengelen van post uit uw brievenbus. Bij centrale brievenbussen zoals in een appartementsgebouw kan een “harige borstel” aan de binnenzijde van de brievenbus het hengelen al danig bemoeilijken. Zorg dat uw brievenbus regelmatig geleegd wordt, zodat de post niet op “gleufhoogte” komt te liggen
Internet kunt u beveiligen door regelmatig uw password te wijzigen. Zorg daarnaast voor een goede beveiligingssoftware.
Als u via internet bankiert is het raadzaam het veiligheidscertificaat (sleuteltje rechts in de adresbalk) te controleren. Als u er zeker van bent dat de site betrouwbaar is, voegt u deze toe aan uw favorieten. Ga daarna altijd via de link in uw favorieten naar de site van uw bank. Ga nooit via de link in een e-mail naar de site van uw bank.
Als u via een betalingssite op internet betaalt, let dan op het begin van de adresbalk. De beginletters “http” horen automatisch te veranderen in “https” of “shttp”. De letter s staat voor secure. Via de browser kunt u zien of de informatie versleuteld of gecodeerd verzonden wordt. Print de betalingsopdracht uit of sla de pagina op voor het geval u de betaling van de aankoop later moet bewijzen.
Als u een bestelling op internet via een escrowdienst28
betaalt, kunt u op de website www.fadeescrowsites.com controleren of u niet met een malafide escrowdienst te maken heeft.
Laat nooit uw burgerservicenummer, creditcard- en banknummers en andere niet-relevante gegevens achter op een online vacaturebank. Er worden regelmatig valse vacatures geplaatst, waarmee persoonlijke gegevens verzameld worden die later misbruikt worden.
28 Escrowdiensten zijn organisaties die als betrouwbare tussenpersoon in een handelstransactie garant staan naar beide
contracterende partijen toe. De verkoper zendt zijn goederen maar door als hij hij weet dat de verkoopsom door de koper in
waarborg is gegeven bij de escrowpartij. De escrowpartij zal de verkoopsom pas doorstorten aan de verkoper als de koper
meedeelt dat hij de goederen heeft ontvangen. De koper zal bij de escrowpartij de koopsom terugvorderen als er geen
effectieve levering plaats vindt binnen de afgesproken termijn.
Pagina 25 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
“If it sounds to good to be true, it is”. Als u een aanbod krijgt dat te mooi is om waar te zijn, is het dat ook. Met name als u dit aanbod via de mail, internet of telefoon krijgt. Laat u niet verleiden met gratis producten of geld en/of onder druk zetten (unieke aanbieding die alleen vandaag geldt), om vervolgens uw persoonlijke gegevens te verstrekken. In deze gevallen is overigens niet altijd sprake van identiteitsfraude, het kunnen ook “normale” geraffineerde verkoopmethoden zijn.
ID-alert
U kunt uzelf tegen misbruik van persoonlijke gegevens beschermen door een ID-alert in te stellen. Zodra er
nieuwe informatie over u op internet verschijnt, krijgt u hier mailbericht van. Er zijn verschillende aanbieders
waarbij u een ID-alert kunt aanmaken. Voorbeelden hiervan zijn Wieowie en Google. Zij kunnen u tevens laten
zien wat er nu al over u bekend is op internet. Beide diensten zijn gratis.
Pagina 26 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
2 DEEL II JURIDISCHE KWALIFICATIE
2.1 Inleidende informatie ............................................................................................................................... 26
2.2 Actieve en passieve fraude ...................................................................................................................... 28
2.3 Valsheid in geschrifte ............................................................................................................................... 29
2.4 Fraude met reisdocumenten .................................................................................................................... 29
2.5 Mensensmokkel ....................................................................................................................................... 31
2.6 Valse betaalpas of waardekaart............................................................................................................... 31
2.7 Diefstal, verduistering, heling ................................................................................................................... 32
2.8 Witwassen ............................................................................................................................................... 34
2.9 Oplichting ................................................................................................................................................. 34
2.10 Computervredebreuk ............................................................................................................................... 36
2.11 Aftappen van gegevens ........................................................................................................................... 37
2.12 Burgerlijk Wetboek: Ontbinding overeenkomst ........................................................................................ 38
3.1 Wet identiteitsvaststelling veroordeelden, verdachten en getuigen ......................................................... 42
2.1 Inleidende informatie
Een slachtoffer heeft niet altijd direct in de gaten dat sprake is van identiteitsfraude. Vaak is er iets “vreemds”
gebeurd waar geen verklaring voor is. Een aangever komt dan met een vaag verhaal aan de balie. Bewijsstukken
ontbreken omdat aangever hier nog niet over kan beschikken doordat bedrijven en/of instellingen weigerachtig
zijn deze op voorhand al te verstrekken. Tja, en als een aangever al niet weet wat er loos is, wat moeten wij als
politie er dan mee? Met als gevolg dat mensen soms onterecht het bos in gestuurd worden. In deze nieuwsbrief
willen wij ervoor pleiten om in dat soort gevallen tòch een aangifte, hoe incompleet soms ook, op papier te zetten.
Vermeld in de verklaring van aangever dat (vermoedelijk) sprake is van fraude met identiteitsgegevens. Met de
aangifte in de hand kan een aangever zich wenden tot diverse instellingen en/of bedrijven –waaronder
incassobedrijven en deurwaarders- en (kopieën van) onderliggende documenten verkrijgen. Met die documenten
ontstaat inzicht in wat er gebeurd is en kan de aangifte verbeterd of aangevuld worden. Een slachtoffer van
identiteitsfraude moet steeds weer zijn onschuld bewijzen heeft een lange weg te gaan voordat alles
rechtgetrokken is. Verwijs een slachtoffer naar het CMI29 en geef ze de bij deze nieuwsbrief gevoegde bijlage:
tips voor slachtoffers van identiteitsfraude mee.
Niet strafbaar Voordat ingegaan wordt op de diverse delictsomschrijvingen: Het verkrijgen van gegevens, zonder
technisch hulpmiddel, die worden gehoord, gezien of anderszins publiekelijk of rechtmatig
toegankelijk zijn en in bezit kunnen zijn, is niet strafbaar. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan de
grote hoeveelheden persoonsgegevens die via internet beschikbaar zijn.
Identiteitsfraude: geen apart wetsartikel
Identiteitsfraude als zodanig staat niet in het Wetboek van Strafrecht. Pas als er met die
identiteitsgegevens een wederrechtelijke vervolggedraging wordt begaan –of de intentie daartoe
aanwezig is- komt dit in de sfeer van identiteitsfraude terecht. Het hangt van uw inschatting af of
de aangifte wordt opgehangen aan valsheid in geschrifte, oplichting of een ander delict.
29 Op blz. 20 vindt u meer informatie over het CMI.
Pagina 27 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Fasen identiteitsfraude
Juridisch wordt identiteitsfraude gekarakteriseerd door valsheid en bedrog.
Er zijn twee fasen te onderscheiden:
1. de voorbereidingsfase bestaande uit het opzettelijk verkrijgen, toe-eigenen, bezitten of creëren van valse
identificatiemiddelen
2. het aanwenden van valse identificatiemiddelen voor een wederrechtelijk doel, ook wel wederrechtelijke
vervolggedraging.
Er worden drie soorten identificatiemiddelen onderscheiden: identificatiegegevens documenten andere gegevensdragers
Dit onderscheid is handig bij het bepalen welk (type) delict van toepassing is.
Identificatiegegevens
Identiteitsgegevens als zodanig kunnen niet als “goed” worden aangemerkt. We hadden al vastgesteld dat het
zonder technisch hulpmiddel verkrijgen van deze gegevens, die worden gehoord, gezien of anderszins
publiekelijk of rechtmatig toegankelijk zijn en in bezit kunnen zijn, niet strafbaar is.
Identificatiegegevens kunnen wel een rol spelen bij oplichting, omdat zij kunnen worden aangemerkt als “gegevens
met geldswaarde in het handelsverkeer”. Verder verwijst fraude met identificatiegegevens naar computer- en
telecommunicatiedelicten. Identificatiegegevens spelen voorts nog een rol bij de actieve en passieve
fraudebepalingen, waarbij het gaat om “het anders dan door valsheid in geschrift, niet naar waarheid gegevens
verstrekken” en “nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken”.
Documenten en andere stoffelijke gegevensdragers worden als goed” aangemerkt en kunnen onder
de reikwijdte van diefstal, verduistering, heling of oplichting vallen. Ook kunnen zij als “voorwerp”
in de zin van witwassen of als “geschrift” in de delictsomschrijving van valsheid in geschrifte worden
gekwalificeerd.
Opzetdelicten
De meeste hieronder te behandelen strafbepalingen zijn opzetdelicten. De opzet wordt als
afzonderlijk bestanddeel genoemd of is impliciet aanwezig, zoals bij “vervalsen”, wat inhoudt dat
vervalsen opzet impliceert.
Soms ontbreekt het vereiste van opzet, zoals bij de overtredingen van art. 440 en 447b Wetboek van Strafrecht
die over een (namaak) reisdocument gaan.
Meerdere aangiften mogelijk
Een fraudeur kan met een handeling meerdere slachtoffers maken, die niet van elkaar hoeven te weten dat zij
slachtoffer zijn. Er kunnen dus ook meerdere slachtoffers van hetzelfde feit aangifte doen, soms in verschillende
regio‟s. In welke regio in het laatste geval de zaak wordt behandeld is een kwestie van overleg tussen de korpsen
of Officieren van Justitie.
Pagina 28 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
2.2 Actieve en passieve fraude
Actieve fraude
Bij actieve fraude draait het om het opzettelijk verstrekken van onware gegevens. De definitie van “gegevens” is
terug te vinden in artikel 80quinquies van het Wetboek van Strafrecht. Ook de lookalike-fraude, waarbij geen
gebruik wordt gemaakt van valse of vervalste identiteitsbewijzen, maar van geldige identiteitsbewijzen en
gelijkende pasfoto‟s of van mondeling meegedeelde persoonsnummers etc. valt onder actieve fraude.
Art. 227a Wetboek van Strafrecht
Hij die, anders dan door valsheid in geschrift, opzettelijk niet naar waarheid gegevens verstrekt aan
degene door wie of door wiens tussenkomst enige verstrekking of tegemoetkoming wordt verleend,
wordt, indien het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij weet of
redelijkerwijze moet vermoeden dat de verstrekte gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn
of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een
dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of
geldboete van de vijfde categorie.
Art. 447c Wetboek van Strafrecht
Hij die, anders dan door valsheid in geschrift, aan degene door wie of door wiens tussenkomst enige
verstrekking of tegemoetkoming wordt verleend, gegevens verstrekt die naar hij weet of redelijkerwijze
moet vermoeden niet met de waarheid in overeenstemming zijn, wordt, indien deze gegevens van
belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan
wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met
hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Art. 80quinquies Wetboek van Strafrecht
Onder gegevens wordt verstaan iedere weergave van feiten, begrippen of instructies, op een
overeengekomen wijze, geschikt voor overdracht, interpretatie of verwerking door personen of
geautomatiseerde werken.
Geen vereiste voor de toepassing van artikel 227a van het Wetboek van Strafrecht is dat de verstrekking of
tegemoetkoming ook daadwerkelijk is verleend. Ook in gevallen waarin in onwaarheid al voor de verstrekking
(van bijvoorbeeld een uitkering) aan het licht komt, kan als aan de andere bestanddelen is voldaan sprake zijn
van een voltooid delict. Wel is voor toepassing van artikel 227a van het Wetboek van Strafrecht opzet vereist. Dit
in tegenstelling tot artikel 447c van het Wetboek van Strafrecht waar opzet niet vereist is en er geen bevoordeling
hoeft te zijn van zichzelf of een ander. Degene die informatie verstrekt, moet zich met de zorgvuldigheid die van
een gemiddelde burger mag worden geëist, overtuigen van de juistheid van die informatie. Onzekerheden moeten
nader onderzocht of kenbaar gemaakt worden. Wie deze norm schendt maakt zich schuldig aan overtreding van
artikel 447c van het Wetboek van Strafrecht.
Passieve fraude
Bij passieve fraude handelt het om een nalaten. U kunt hierbij denken aan het verzwijgen van inkomsten bij het
genieten van een bijstandsuitkering, waardoor onterecht een (te hoge) uitkering wordt genoten. In deze
nieuwsbrief is het begrip passieve fraude slechts aangehaald om het verschil met actieve fraude te schetsen.
Art. 227b Wetboek van Strafrecht
Hij die, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, opzettelijk
Pagina 29 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
nalaat tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, wordt, indien het feit kan strekken tot bevoordeling
van zichzelf of een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat de gegevens van
belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming
dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2.3 Valsheid in geschrifte
Artikel 225 Wetboek van Strafrecht is hét kapstokartikel in gevallen van valse of vervalste geschriften die zijn
bestemd tot bewijs van enig feit te dienen. Er ontstaat een onjuist beeld omtrent de identiteit doordat de
handtekening, of naam van iemand anders wordt vermeld. In lid 1 is het valselijk opmaken strafbaar gesteld,
terwijl lid 2 van toepassing is bij het gebruik van die documenten. Ook zaken zoals het verstrekken van een valse
bankopdracht of het doen van valse belastingaangifte vallen onder dit artikel.
Documenten en andere gegevensdragers kunnen als geschriften worden aangemerkt en vallen daardoor onder
het valselijk opmaken en vervalsen van een geschrift dat bestemd is tot bewijs van enig feit te dienen, in de zin
van valsheid in geschrifte. Voor het vervalsen van andere gegevensdragers is het vervalsen of valselijk opmaken
van een betaalpas of waardekaart relevant.
Art. 225 Wetboek van Strafrecht (deels weergegeven)
1. Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of
vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen
gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van het valse of vervalste
geschrift als ware het echt en onvervalst dan wel opzettelijk zodanig geschrift aflevert of
voorhanden heeft, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is
voor zodanig gebruik.
2.4 Fraude met reisdocumenten
Op blz. 6 van deze nieuwsbrief heeft u kunnen lezen waar u de echtheidskenmerken van reisdocumenten kunt
vinden.
Strafbaarstelling vals reisdocument
In het Wetboek van Strafrecht wordt het vervalsen van een reisdocument met name genoemd in artikel 231. In
het eerste lid wordt het vervalsen strafbaar gesteld, in het tweede lid het bezit van een vals reisdocument. Ook
een blanco paspoort kan een reisdocument als bedoeld in artikel 231 Wetboek van Strafrecht zijn30.
Art. 231 Wetboek van Strafrecht
1. Hij die een reisdocument valselijk opmaakt of vervalst, of een zodanig stuk op grond van valse
gegevens doet verstrekken dan wel een aan hem of een ander verstrekt reisdocument ter
beschikking stelt van een derde, met het oogmerk het door deze te doen gebruiken als ware het
aan hem verstrekt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van
de vijfde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die in het bezit is van een reisdocument waarvan hij weet of
redelijkerwijs moet vermoeden, dat het vals of vervalst is, dan wel opzettelijk gebruik maakt van een
30 LJN: BI9274, Hoge Raad, 07/12655
Pagina 30 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
niet op zijn naam gesteld reisdocument.
Een Nigeriaanse vrouw toonde op Schiphol een vervalst paspoort. Haar paspoort bevatte twee valse
pagina‟s, die na verwijdering van de originele pagina‟s waren aangebracht en meerdere valse Ierse
autorisatie- en verblijfsstempels. De vrouw verklaarde bij de rechter had zij haar paspoort nooit had
uitgeleend en dat zij het alleen had afgegeven aan officiële instanties voor, onder andere, het verkrijgen
van een visum. De rechter achtte het hoogst onaannemelijk dat een officiële instantie uit zichzelf,
zonder dat verdachte er kennis van had, haar paspoort zou vervalsen. De rechtbank achtte verdachtes
verklaring dat zij niet wist dat haar paspoort vervalst was ongeloofwaardig. Haar paspoort werd aan het
verkeer onttrokken en de verdachte veroordeeld.31
De Hoge Raad heeft in haar uitspraak van 11 september 200732 nadere uitleg gegeven aan de term
“reisdocument”, als verwoord in artikel 231 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht: Ook bij een vals of
vervalst reisdocument kan sprake zijn van het gebruik van “een niet op zijn naam gesteld
reisdocument”. Onder een reisdocument kan dus mede worden verstaan een vals of vervalst
reisdocument.
Fantasiedocumenten
Artikel 440 Wetboek van Strafrecht heeft betrekking op fantasiedocumenten die fraude in de hand kunnen
werken. Opzet of schuld is voor dit artikel niet vereist. Het kan voorkomen dat men ongewild een mogelijkheid om
te frauderen in de hand werkt, door bij voorbeeld voor reclamedoeleinden documenten te vervaardigen die op
paspoorten of andere reisdocumenten lijken. Een fantasiedocument zoals een door kleine kinderen gemaakt
paspoort valt natuurlijk niet onder dit artikel. Het moet wel ergens op lijken om fraude in de hand te kunnen
werken.
Als een fantasiedocument zo goed bewerkt is dat het moeilijk van een echt document te onderscheiden is, wordt
zij als vervalst of vals opgemaakt document gezien en valt dit document onder een van de strafbaarstellingen van
titel XII (art. 225 t/m 235) van het Wetboek van Strafrecht. In dat laatste geval is wel opzet of schuld vereist.
Art. 440 Wetboek van Strafrecht
Hij die drukwerken of andere voorwerpen in een vorm die ze op munt- of bankbiljetten, op
muntspeciën, op van rijksmerken voorziene platina, gouden of zilveren werken, op postzegels of op
reisdocumenten doet gelijken, vervaardigt, ontvangt, zich verschaft, in voorraad heeft, vervoert,
invoert, doorvoert of uitvoert, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
Inleverplicht reisdocument
In de Paspoortwet is onder andere geregeld in welke gevallen een reisdocument moet worden ingeleverd. Het
niet voldoen aan de inleverplicht van artikel 62 van de Paspoortwet is strafbaar gesteld in artikel 447b Wetboek
van Strafrecht.
Artikel 62 Paspoortwet Ieder is verplicht een reisdocument dat in zijn bezit is, maar waarvan hij niet de houder is, of dat ingevolge het bepaalde in artikel 56 moet worden ingeleverd, terstond wanneer hem dit mondeling door een tot inhouding bevoegde ambtenaar is bevolen, dan wel binnen veertien dagen, nadat hem dit bij aangetekend schrijven in persoon is medegedeeld, in te leveren.
Art. 447b Wetboek van Strafrecht Hij die een reisdocument dat in zijn bezit is, maar waarvan hij niet de houder is, of dat ingevolge een wettelijke bepaling moet worden ingeleverd, niet terstond wanneer hem dit mondeling door een daartoe
31
LJN: BE8354, Rechtbank Haarlem, 15/800624-08 32
LJN: BA3618, Hoge Raad, 01891/06
Pagina 31 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
bevoegde ambtenaar is bevolen, dan wel binnen veertien dagen, nadat hem dit bij aangetekend schrijven in persoon is medegedeeld inlevert, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
2.5 Mensensmokkel
Mensensmokkel op zich valt niet onder het begrip identiteitsfraude, maar wordt meestal gepleegd middels fraude
met identiteitsgegevens. Artikel 197a Wetboek van Strafrecht stelt mensensmokkel strafbaar. Er is sprake van
mensensmokkel als iemand behulpzaam is bij het verschaffen van toegang tot Nederland of het toegang
verschaffen tot doorreis door Nederland.
Art. 197a Wetboek van Strafrecht (deels weergegeven)
1. Hij die een ander behulpzaam is bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is
toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de
smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november
2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of
hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen
heeft te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk is, wordt als schuldig aan
mensensmokkel gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
2.6 Valse betaalpas of waardekaart
Een in artikel 232 Wetboek van Strafrecht afzonderlijk genoemde gegevensdrager is de betaalpas of
waardekaart. Een PIN-pas of creditcard valt onder de omschrijving van betaalpas, een telefoonkaart valt onder de
omschrijving van waardekaart. Met “enige andere voor het publiek beschikbare kaart of een voor het publiek
beschikbare drager van identiteitsgegevens” wordt een kaart bedoeld die niet als betaalpas of waardekaart kan
worden aangemerkt, maar waarop wel allerlei informatie over de houder is vastgelegd. Hierbij kunt u bijvoorbeeld
denken aan een ziekenhuispas waarop medische gegevens zijn vastgelegd.
Art. 232 Wetboek van Strafrecht
1. Hij die opzettelijk een betaalpas, waardekaart, enige andere voor het publiek beschikbare kaart of
een voor het publiek beschikbare drager van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of
verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, valselijk opmaakt of
vervalst, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van de valse of vervalste pas of
kaart als ware deze echt en onvervalst, dan wel opzettelijk zodanige pas of kaart aflevert,
voorhanden heeft, ontvangt, zich verschaft, vervoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of
redelijkerwijs moet vermoeden dat de pas of kaart bestemd is voor zodanig gebruik.
Skimming is het door middel van technische aanpassingen manipuleren van geldautomaten teneinde de
gegevens van magneetstrippen van betaalpassen en de bijbehorende pincodes te kopiëren en vast te leggen,
waarna deze gegevens met behulp van technische voorzieningen worden overgezet naar de magneetstrippen
van andere kaarten, welke kaarten vervolgens kunnen worden gebruikt om bij pinautomaten geld op te nemen
van de rekeningen waarvan de gegevens illegaal zijn gekopieerd.33
33
LJN: BK5157, Rechtbank Amsterdam, 13/401066-09
Pagina 32 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Feitelijk gezien zijn er drie fases te onderscheiden: het aanbrengen van skimapparatuur, het kopiëren van
pasgegevens en het met behulp van vervalste passen opnemen van geld.
Een verdachte plaatste een koker met camera op een betaalautomaat. Dit werd door de rechter gezien
als uitvoeringshandeling van één uit de reeks van handelingen binnen het skimproces. Ook werd gezien
dat een medeverdachte een voorwerp ter hoogte van de gleuf van het pinapparaat aanbracht. De
rechter merkte deze handelingen aan als een voornemen om door middel van skimmen betaalpassen
valselijk op te maken, die zich door deze gedragingen hadden geopenbaard geopenbaard.34
Aangifte skimming en Equens
Voordat overgegaan wordt tot het opnemen van een aangifte, dient eerst contact opgenomen te worden met
Equens, telefoonnummer 030-2835550. Equens kan controleren of de skimming al bekend is en of er al door
Equens een waarschuwing is uitgevaardigd. Als er door Equens een waarschuwing wordt uitgevaardigd, wordt er
door Equens aangifte gedaan en hoeft de benadeelde dit niet zelf te doen. Hiermee wordt voorkomen dat er een
groot aantal individuele aangiftes door de wijkteams moeten worden opgenomen. Mocht er nog geen
waarschuwing door Equens zijn uitgezonden dan moet de benadeelde wel aangifte doen bij de politie.
Strafbare feiten bij skimming
Bij skimming door middel van een geldautomaat dient aangifte te worden opgenomen terzake:
- valsheid in geschrifte (225 Wetboek van Strafrecht);
- aanmaak en gebruik van valse of vervalste betaalpas bedoeld voor het verrichten van betalingen langs
geautomatiseerde weg (artikel 232 Wetboek van Strafrecht);
- diefstal door middel van een valse sleutel (artikel 311 Wetboek van Strafrecht);
- verduistering (artikel 321 Wetboek van Strafrecht);
- oplichting (artikel 326 Wetboek van Strafrecht).
Bij een poging tot skimming van een geldautomaat kan ook sprake zijn van vernieling van de geldautomaat
(artikel 350 Wetboek van Strafrecht). Als er al opnamen zijn gemaakt maar de daders moesten vluchten, is
sprake van een voltooide poging.
Bij skimming van een betaalautomaat kan aangifte te worden opgenomen terzake:
- valsheid in geschrifte (artikel 225 Wetboek van Strafrecht);
- aanmaak en gebruik van valse of vervalste betaalpas bedoeld voor het verrichten van betalingen langs
geautomatiseerde weg (artikel 232 Wetboek van Strafrecht);
- diefstal door middel van een valse sleutel (artikel 311 Wetboek van Strafrecht);
- oplichting (artikel 326 Wetboek van Strafrecht);
- diefstal van het pinapparaat (artikel 310 of 311 Wetboek van Strafrecht);
- verduistering van het pinapparaat
Cheque washing
Uitgaande post bevat vaak cheques. Deze worden gestolen of verduisterd en “gewassen” in een chemische
oplossing om de schrijfinkt te verwijderen. Vervolgens worden de cheques benut om een bedrag op de rekening
van de fraudeurs te storten. Is sprake van cheque washing dan kan –naast de diefstal van de cheques- aangifte
opgenomen worden van valsheid in geschrifte (artikel 225 Wetboek van Strafrecht)
2.7 Diefstal, verduistering, heling
Een identiteit kan niet worden aangemerkt als „goed‟ in de zin van diefstal, verduistering of heling.
34
LJN: BN1763, Gerechtshof Amsterdam, 23-006027-09
Pagina 33 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Maar middels vormen van diefstal kunnen fraudeurs wel gegevens over iemands identiteit verkrijgen. U kunt
hierbij bijvoorbeeld denken aan diefstal van poststukken. Diefstal, verduistering of heling bestrijken het verkrijgen,
toe-eigenen en bezitten van een identificatiemiddel van een bestaande persoon. Een van deze delicten gaat aan
de identiteitsfraude vooraf of is een vervolghandeling. Bij een vervolghandeling kunt u denken aan het geld dat
middels identiteitsfraude van een bankrekening gehaald wordt. Een bankpas of pincode die daarbij gebruikt wordt
valt onder het begrip “valse sleutel”.
Art. 310 Wetboek van Strafrecht Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. Art. 311 Wetboek van Strafrecht (deels weergegeven)
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft: 5°. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum;
Art. 321 Wetboek van Strafrecht Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeëigent, wordt, als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Art. 416 Wetboek van Strafrecht
1. Als schuldig aan opzetheling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of
geldboete van de vijfde categorie:
a. hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht
op of een zakelijk recht ten aanzien van een goed vestigt of overdraagt, terwijl hij ten
tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed dan wel het vestigen
van het recht wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
b. hij die opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen goed voorhanden heeft of
overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of zakelijk recht ten aanzien van een door
misdrijf verkregen goed overdraagt.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen
goed voordeel trekt.
Art. 417 Wetboek van Strafrecht
Hij die van het plegen van opzetheling een gewoonte maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Art. 417bis Wetboek van Strafrecht
1. Als schuldig aan schuldheling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldboete van de vijfde categorie:
1.a. hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of
zakelijk recht ten aanzien van een goed vestigt of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de
verwerving of het voorhanden krijgen van het goed dan wel het vestigen van het recht
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
1.b. hij die uit winstbejag een goed voorhanden heeft of overdraagt dan wel een persoonlijk recht
op of zakelijk recht ten aanzien van een goed overdraagt, terwijl hij redelijkerwijs moet
vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betreft.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die uit de opbrengst van enig goed voordeel trekt, terwijl hij
redelijkerwijs moet vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betreft.
Pagina 34 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
2.8 Witwassen
Kenmerkend voor witwassen zijn het verbergen en verhullen. Hoe dit gebeurt maakt niet uit, het resultaat is dat
de werkelijk aard etc. van voorwerpen in het ongewisse blijft. Het gebruik maken van een valse identiteit is een
goede methode om te verbergen en te verhullen. Witwassen komt in beeld als fraude met identiteit wordt gebruikt
om opbrengsten uit criminaliteit onopgemerkt wit te wassen.
Art. 420bis Wetboek van Strafrecht
1. Als schuldig aan witwassen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of
geldboete van de vijfde categorie:
a. hij die van een voorwerp de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of
de verplaatsing verbergt of verhult, dan wel verbergt of verhult wie de rechthebbende op
een voorwerp is of het voorhanden heeft, terwijl hij weet dat het voorwerp - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig is uit enig misdrijf;
b. hij die een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet35 of van een voorwerp
gebruik maakt, terwijl hij weet dat het voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig is uit
enig misdrijf.
2. onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.
Art. 420quater Wetboek van Strafrecht
1. Als schuldig aan schuldwitwassen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldboete van de vijfde categorie:
a. hij die van een voorwerp de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de
verplaatsing verbergt of verhult, dan wel verbergt of verhult wie de rechthebbende op een
voorwerp is of het voorhanden heeft, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het voorwerp -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig is uit enig misdrijf;
b. hij die een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet of van een voorwerp
gebruik maakt, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het voorwerp - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig is uit enig misdrijf.
2. Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
De op 1 augustus 2008 in werking getreden Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van
terrorisme heeft als doel het bestrijden van witwassen en zwartwassen36. Deze wet is in de plaats
gekomen voor de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties.
2.9 Oplichting
Bij het plegen van identiteitsfraude komen meerdere vormen van oplichting voor. U kunt hierbij denken aan het
aannemen van een valse naam of valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen, maar ook het uitzitten
van een gevangenisstraf voor een ander. Een valse hoedanigheid kan in verband worden gebracht met
identiteitsfraude indien er een relatie is met een identificatiemiddel. Uiteindelijk draait het bij oplichting om het
oogmerk van wederrechtelijk bevoordelen van zichzelf of een ander.
35
Met “omzetten” wordt bedoeld het wisselen van geld, het kopen van of investeren in andere zaken of waardedragers. 36
Zwartwassen is het verwerven van fondsen voor terroristische activiteiten.
Pagina 35 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Het misleiden van iemand kan op verschillende manieren gebeuren: via phishing, vishing, smishing en natuurlijk
de ouderwetse babbeltruc.
Uitleg begrippen Phishing: Middels een nepwebsite of e-mail wordt geprobeerd persoonlijke gegevens zoals creditcardnummer, pincode, burgerservicenummer etc. te achterhalen.
Vishing: Middels een voicemail wordt gevraagd een bepaald nummer te bellen. Als het slachtoffer dit
nummer belt wordt gevraagd het bankrekeningnummer, pincode, burgerservicenummer of andere
persoonlijke informatie in te toetsen.
Smishing: Middels een Sms-bericht wordt het slachtoffer gevraagd om een bepaalde website te
bezoeken. Op die website worden vervolgens persoonlijke gegevens gevraagd.
Art. 326 Wetboek van Strafrecht (deels weergegeven)
1. Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het
aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij
door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen
van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het
teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Art. 435 Wetboek van Strafrecht (deels weergegeven)
Met geldboete van de tweede categorie wordt gestraft: (…)
4°. hij die, door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam,
voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisadministratie
persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven of woon- of verblijfplaats opgeeft.
Afdeling “Ongewone transacties”
Een slachtoffer had aan een man die zich voordeed als medewerker van de Postbank, afdeling
“Ongewone transacties” de TAN-codes verstrekt van zijn rekening. Later bleek hem dat er zonder zijn
toestemming duizenden euro‟s van de rekening waren geboekt en kwam het slachtoffer er achter dat de
afdeling “Ongewone transacties” bij de Postbank helemaal niet bestond.
Na onderzoek via de geldstromen konden drie verdachten aangehouden worden. Een van hen bekende
in het bezit te zijn gekomen van de inloggegevens van het slachtoffer, waarna met hulp van zijn
mededaders het slachtoffer werd benaderd en bewogen tot de afgifte van de TAN-codes.37
Oplichting door tweelingbroer te laten werken.
In 2006 liet iemand zijn tweelingbroer voor hem in de plaats in de functie van kraanmachinist werken.
Toen de werknemer dit aan zijn werkgever bekend maakte, heeft de werkgever aangifte gedaan van
oplichting. Er volgde een ontslagprocedure bij de kantonrechter. Daar voerde de werknemer
schriftelijk aan dat hij altijd zelf de werkzaamheden voor de werkgever had verricht en niet zijn
tweelingbroer. De kantonrechter oordeelde dat niet kon worden aangetoond wie van de
tweelingbroers de werkzaamheden had verricht en ontbond hierop de arbeidsovereenkomst.38
37 LJN: BK6568, Rechtbank Breda, 812509-05 38 Kantonrechter Leeuwarden 16 januari 2006, LJN: AV0154
Pagina 36 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
2.10 Computervredebreuk
Bij computervredebreuk staat het hacken, het inbreken in andermans computer centraal. In artikel 138ab lid 1
staan de manieren vermeld waarop dit kan gebeuren. Daaronder valt ook het raden van het wachtwoord van de
gebruiker. Het bewerken van de gegevens die zo verkregen zijn is strafbaar gesteld in het tweede lid. Wat precies
onder een computer, oftewel geautomatiseerd werk, wordt verstaan is vastgelegd in artikel 80 sexies van het
Wetboek van Strafrecht.
Artikel 138ab Wetboek van Strafrecht
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt, als
schuldig aan computervredebreuk, gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk binnendringt
in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan. Van binnendringen is in ieder geval
sprake indien de toegang tot het werk wordt verworven:
a. door het doorbreken van een beveiliging,
b. door een technische ingreep,
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel, of
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid.
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie wordt
gestraft computervredebreuk, indien de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen,
worden verwerkt of overgedragen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich
wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt, aftapt of opneemt.
3. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie wordt
gestraft computervredebreuk gepleegd door tussenkomst van een openbaar
telecommunicatienetwerk, indien de dader vervolgens
a. met het oogmerk zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen gebruik maakt
van verwerkingscapaciteit van een geautomatiseerd werk;
b. door tussenkomst van het geautomatiseerd werk waarin hij is binnengedrongen de
toegang verwerft tot het geautomatiseerd werk van een derde.
Artikel 80 sexies Wetboek van Strafrecht
Onder geautomatiseerd werk wordt verstaan een inrichting die bestemd is om langs elektronische
weg gegevens op te slaan, te verwerken en over te dragen.
Gelet op de wetsgeschiedenis van artikel 138a Sr, (…), oordeelt de rechtbank, dat met de term
"binnendringen" in artikel 138a39
, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht tot uitdrukking wordt
gebracht dat de dader op enigerlei wijze toegang moet hebben verkregen respectievelijk toegang
moet hebben kunnen verkrijgen tot de in het geautomatiseerde werk, of in een deel daarvan,
opgeslagen of verwerkte gegevens.40
De rechtbank verstaat onder het zogenaamde „skimmen‟: het door middel van technische
aanpassingen manipuleren van geldautomaten teneinde de gegevens van magneetstrippen van
betaalpassen en de bijbehorende pincode van pinnende personen te kopiëren en vast te leggen,
waarna deze gegevens met behulp van technische voorzieningen worden gekopieerd naar de
magneetstrip van andere kaarten, welke kaarten vervolgens kunnen worden gebruikt om
geldtransacties te verrichten ten laste van de rekeningen waarvan de gegevens illegaal zijn
gekopieerd.41
39 Inmiddels is het artikelnummer gewijzigd in artikel 138ab 40 LJN: AQ7508, Rechtbank Alkmaar , 14/060056-03 41 LJN: BK5157, Rechtbank Amsterdam, 13/401066-09
Pagina 37 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Spoofing
Spoofing is het vervalsen van de internet- of e-mailadressen. Een voorbeeld hiervan is het creëren en gebruiken
van e-mailadressen en websites die gemaakt zijn om op die van bekende bedrijven, banken of
overheidsinstellingen te lijken. Hiervan is het doel de internetgebruiker te misleiden en op die manier achter zijn
persoonlijke gegevens te kunnen komen, zoals bankgegevens, usernames en passwords. Spoofing wordt ook
gebruikt door hackers om de beveiliging van een (bedrijfs)netwerk te breken en door verzenders van spam die
niet traceerbaar willen zijn.
2.11 Aftappen van gegevens
Het algemene artikel voor het aftappen van gegevens is artikel 139c van het Wetboek van Strafrecht. Door plaatsing van een
technisch hulpmiddel wordt wederrechtelijk informatie verkregen om identiteitsfraude te plegen. De afgetapte of opgenomen
gegevens worden verwerkt of overgedragen door middel van telecommunicatie of een geautomatiseerd werk.
Het plaatsen van de apparatuur is strafbaar gesteld in artikel 139d van het Wetboek van Strafrecht. Hieronder valt ook het
plaatsen van skimapparatuur.
Het bezit van de hiertoe bestemde technische hulpmiddelen of op deze wijze verkregen gegevens is strafbaar gesteld in
artikel 139e van het Wetboek van Strafrecht.
Deze strafbepalingen zijn een uitwerking van het Cybercrime Verdrag.
NB: Het afkijken of raden van iemands pincode of wachtwoord is niet strafbaar. Het gebruik van op deze wijze verkregen
gegevens is strafbaar op grond van artikel 225 Wetboek van Strafrecht (valsheid in geschrifte).
Sniffing
Sniffing is het bekijken van netwerkverkeer. Sniffing kan om legitieme redenen gebeuren, zoals het
analyseren van het netwerkverkeer om knelpunten te identificeren en prestaties van het netwerk te
kunnen verbeteren. Een voorbeeld hiervan is browser sniffing, waardoor de internetgebruiker
automatisch een pagina krijgt aangeboden die aangepast is aan de mogelijkheden van de gebruikte
browser.
Sniffing is ook toepasbaar met kwaadaardige redenen, zoals het onderscheppen van: vertrouwelijke informatie,
wachtwoorden, persoonlijke gegevens, enzovoort. Met de opkomst van draadloze netwerken en zaken als
bluetooth is sniffen gemakkelijker geworden, in die zin dat toegang tot draadloze netwerken niet meer aan fysieke
toegang tot het netwerk gebonden is. Met de sniffing techniek is het dus mogelijk om versleutelde wachtwoorden te
onderscheppen. Het voordeel is dat nu offline in alle rust het wachtwoord ontcijfert kan worden.
Als iemand online een wachtwoord probeert te raden, dan is de kans groot dat na drie proberen de account wordt
gelocked.
Artikel 139c Wetboek van Strafrecht (deels weergegeven)
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt
gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk met een technisch hulpmiddel gegevens aftapt of
opneemt die niet voor hem bestemd zijn en die worden verwerkt of overgedragen door middel
van telecommunicatie of door middel van een geautomatiseerd werk. (…)
Artikel 139d Wetboek van Strafrecht
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt
gestraft hij die met het oogmerk dat daardoor een gesprek, telecommunicatie of andere
gegevensoverdracht of andere gegevensverwerking door een geautomatiseerd werk
Pagina 38 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
wederrechtelijk wordt afgeluisterd, afgetapt of opgenomen, een technisch hulpmiddel op een
bepaalde plaats aanwezig doet zijn.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die, met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel
138ab, eerste lid, 138b of 139c wordt gepleegd:
a. een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het
plegen van een zodanig misdrijf, vervaardigt, verkoopt, verwerft, invoert, verspreidt of
anderszins ter beschikking stelt of voorhanden heeft, of
b. een computerwachtwoord, toegangscode of daarmee vergelijkbaar gegeven waardoor
toegang kan worden gekregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan,
verkoopt, verwerft, verspreidt of anderszins ter beschikking stelt of voorhanden heeft.
3. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie wordt
gestraft hij die het in het tweede lid bedoelde feit pleegt terwijl zijn oogmerk is gericht op een
misdrijf als bedoeld in artikel 138a, tweede of derde lid.
Artikel 139e Wetboek van Strafrecht
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:
1. hij die de beschikking heeft over een voorwerp waarop, naar hij weet of redelijkerwijs moet
vermoeden, gegevens zijn vastgelegd die door wederrechtelijk afluisteren, aftappen of opnemen
van een gesprek, telecommunicatie of andere gegevensoverdracht of andere
gegevensverwerking door een geautomatiseerd werk zijn verkregen;
2. hij die gegevens die hij door wederrechtelijk afluisteren, aftappen of opnemen van een gesprek,
telecommunicatie of andere gegevensoverdracht of andere gegevensverwerking door een
geautomatiseerd werk heeft verkregen of die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden,
ten gevolge van zulk afluisteren, aftappen of opnemen te zijner kennis zijn gekomen, opzettelijk
aan een ander bekend maakt;
3. hij die een voorwerp als omschreven onder 1° opzettelijk ter beschikking stelt van een ander.
2.12 Burgerlijk Wetboek: Ontbinding overeenkomst
Een overeenkomst is een rechtshandeling, tot stand gekomen –zulks met inachtneming van eventuele wettelijke
vormvoorschriften- door de overeenstemmende en onderling afhankelijke wilsverklaringen van twee of meer
partijen, gericht op het teweegbrengen van een rechtsgevolg ten behoeve van een der partijen en ten laste van
de andere partij, of ten behoeve en tenlaste van beide (alle) partijen over en weer.
Anders gezegd: een overeenkomst komt tot stand als beide (of meer) partijen iets willen, duidelijkheid is over het
object/onderwerp, duidelijkheid is over wie wat doet, partijen daarover overeenstemming hebben bereikt en
besluiten de overeenkomst aan te gaan. Ze moeten het willen.
Het burgerlijk recht kent vier wilsgebreken: bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden (art.3:44 BW) en
dwaling (art. 6:228 BW).
De overeenkomst die middels identiteitsfraude tot stand is gekomen kan op grond van dwaling vernietigd
worden. Het slachtoffer zal dan wel aan moeten tonen dat niet hij, maar iemand anders op zijn naam de
overeenkomst heeft afgesloten. Dat is geen sinecure.
Artikel 6:228 Burgerlijk Wetboek
1. Een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste
voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar:
a. indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht
aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten;
b. indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of
behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;
Pagina 39 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
c. indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste
veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling
van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten
van de overeenkomst zou worden afgehouden.
2. De vernietiging kan niet worden gegrond op een dwaling die een uitsluitend toekomstige
omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer
geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende
behoort te blijven.
Soms probeert iemand onder de overeenkomst uit te komen door een ander de schuld in de schoenen te
schuiven. Dat die vlieger niet altijd opgaat bewijst onderstaande uitspraak.
Mogelijke persoonsverwisseling met broer
Iemand huurde een auto bij een verhuurbedrijf. Bij het aangaan van de huurovereenkomst werden
een rijbewijs, lidmaatschapspas en persoonlijke gegevens zoals het bankrekeningnummer van
huurder aan het bedrijf verstrekt. De huurauto werd te laat ingeleverd en daarnaast werden er in die
huurperiode twee bekeuringen “gescoord.” In de algemene voorwaarden stond dat bekeuringen voor
rekening van de huurder zijn. Er was regelmatig telefonisch contact tussen verhuurder en huurder,
waarna een betalingsregeling werd afgesproken. De betalingsregeling werd niet door huurder
nagekomen. Vervolgens ontkende de huurder ook maar iets met de huur van de auto te maken te
hebben. Het zou zijn broer geweest zijn die de auto gehuurd had en de verkeersovertredingen had
begaan. Vanwege alle gegevens die de huurder aan het verhuurbedrijf bij het aangaan van het
contract had verstrekt, alsmede het feit dat de huurder zelf meerdere malen contact had opgenomen
met het verhuurbedrijf om te praten over de afbetalingsregeling, was de rechter van mening dat de
verhuurder er gerechtvaardigd op vertrouwen mocht dat zij de overeenkomst was aangegaan met
huurder en niet met zijn broer. Mocht er al sprake zijn geweest van persoonsverwisseling tussen
huurder en zijn broer dan komt die persoonsverwisseling voor rekening en risico van huurder. Immers
de huurder had dan kennelijk de documenten die huurder bij het aangaan van het contract
overhandigde, alsmede de persoonlijke gegevens die huurder opgaf aan verhuurder, aan zijn broer
verstrekt.42
42 Rechtbank Breda 17 februari 2010, LJN: BL6378
Pagina 40 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
OVERZICHT MOGELIJKE STRAFBARE FEITEN
Delict Art. WvSr. Omschrijving (in steekwoorden)
Valsheid in geschrifte 225
234
Vervalsen geschrift met oogmerk als echt en onvervalst
Materiaal voor vervalsing ivm 226, 231, 232
Fraude met reisdocumenten
231 lid 1
231 lid 2
440
447b
Vervalsen reisdocument met oogmerk gebruik
Bezit vals reisdocument met culpoos bestanddeel
Namaken reisdocument
Bezit reisdocument
Mensensmokkel 197a Behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot Nederland
Valse betaalpas of
waardekaart
232 lid 1
232 lid 2
Vervalsen pas/kaart met oogmerk bevoordeling
Opzettelijk gebruik pas/kaart met culpoos bestanddeel
“Actieve fraude” 227a
447c
Niet naar waarheid gegevens verstrekken (opzet)
Valt ook lookalike-fraude onder
Niet naar waarheid gegevens verstrekken (schuld)
“Passieve fraude” 227b
447b
Nalatig tijdig gegevens te verstrekken ondanks wettelijke plicht
(opzet)
Nalaten tijdig gegevens te verstrekken ondanks wettelijke plicht
Diefstal 310
311 lid 1 sub
5
Wegnemen goed met oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
Valse sleutel = bankpas en pincode
Verduistering 321 Wederrechtelijk toe-eigenen enig goed al legaal in bezit
Heling 416
417
417bis
Handeling t.a.v. door misdrijf verkregen goed (opzet)
Handeling t.a.v. door misdrijf verkregen goed (gewoonte)
Handeling t.a.v. door misdrijf verkregen goed (schuld)
Witwassen 420bis
420quater
Voorwerp aan zicht ontrekken afkomstig uit misdrijf (opzet)
Voorwerp aan zicht ontrekken afkomstig uit misdrijf (schuld)
Oplichting 326 Bewegen tot afgifte goed/ter beschikking stellen gegevens met
oogmerk wederrechtelijk voordeel
Computervredebreuk 138ab lid 1
138ab lid 2
Wederrechtelijk binnendringen geautomatiseerd werk (opzet)
Overnemen gegevens uit binnengedrongen werk
Aftappen van gegevens 139c
Door plaatsing technisch hulpmiddel (“sniffen”)
Pagina 41 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Delict Art. WvSr. Omschrijving (in steekwoorden)
139d
139e
Plaatsing van dat middel
Hulpmiddelen
Diensten afnemen zonder te
betalen
326c lid 1
326c lid 2
Afnemen diensten door telecommunicatie zonder te betalen
Hulpmiddelen
Vernieling computergegevens 350a Wederrechtelijk vernielen/veranderen geautomatiseerde
gegevens
Pagina 42 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
3 DEEL III: WETGEVING TER BESTRIJDING VAN IDENTITEITSFRAUDE
3.1 Wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen
Tot slot
3.1 Wet identiteitsvaststelling veroordeelden, verdachten en getuigen
Op 1 oktober 2010 is de Wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen (WIVVG) in werking
getreden. Hoofddoelstelling van deze wet is het versterken van een juiste, betrouwbare en zorgvuldige
vaststelling van de identiteit van verdachten en veroordeelden in de strafrechtsketen. Dit houdt onder andere in
dat de identificerende persoonsgegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de werkprocessen in de
strafrechtsketen, betrouwbaar zijn en voor alle partners in die keten op een effectieve en efficiënte manier
beschikbaar moeten zijn.
Naast de wet treden ook het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden (BIVV) en het Protocol
identiteitsvaststelling strafrechtsketen in werking.
In de WIVVG is geregeld:
1e. welke verplichtingen en bevoegdheden er zijn;
2e. wanneer die mogen of moeten worden toegepast (tegen elke personen onder welke voorwaarden);
3e. door wie ze mogen of moeten worden toegepast.
Het BIVV regelt meer in detail welke gegevens worden vastgelegd en de bewaartermijnen.
Het Protocol regelt hoe de nieuwe verplichtingen en bevoegdheden moeten worden toegepast.
De WIVVG maakt onderscheid tussen identificatie en verificatie. Identificatie gebeurt bij het eerste
contactmoment in een strafrechtelijk traject, verificatie bij latere contactmomenten in hetzelfde traject.
De WIVVG kent zes maatregelen:
1e. Het invoeren van een strafrechtsketennummer (SKN) als persoonsnummer voor de gehele strafrechtsketen,
en het verplicht gebruik daarvan door alle partijen in de strafrechtsketen
2e. Het verruimen van de mogelijkheden van de afname en het gebruik van foto‟s en vingerafdrukken voor het
vaststellen van de identiteit van verdachten en veroordeelden
3e. De introductie van een identificatieplicht voor een verdachte ten opzichte van een rechterlijk ambtenaar en
voor een gedetineerde verdachte ten opzichte van de directeur of hoofd van een inrichting of psychiatrisch
ziekenhuis waar hij zijn straf of maatregel ondergaat
4e. Het opleggen van de verplichting aan de functionarissen in de strafrechtsketen om de identiteit van een
verdachte of veroordeelde vast te stellen en het regelen van de momenten waarop die verplichting geldt;
hierop bestaat een uitzondering voor de rechterlijk ambtenaar aan wie de bevoegdheid wordt toegekend om
de identiteit van een verdachte alleen vast te stellen, indien over zijn identiteit twijfel bestaat;
5e. Het aanwijzen van de Minister van Justitie als ID-autoriteit voor de strafrechtsketen; 6e. Het oprichten van de strafrechtsketendatabank en het stellen van regels over het verwerken van de
identificerende persoonsgegevens die daarin zullen worden opgeslagen en van de vingerafdrukken die in het vingerafdrukkenbestand van de politie, HAVANK, worden opgeslagen.
Tot 1-10-2010 Wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden,
en getuigen
Databank Verwijsindex personen
(VIP)
Strafrechtsketendatabank (SKDB)
Nummer VIP-nummer Strafrechtsketennummer (SKN)
Pagina 43 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Moment van
registreren
Wanneer de zaak wordt
ingeschreven bij het
openbaar ministereie
Op het moment van identificatie, dus meestal bij het
eerste verhoor, aanhouding of staandehouding.
Gebruik
verplicht?
Nee, gebruik VIP en VIP-
nummer niet verplicht
Ja, verplcht gebruik van SKN voor alle organisaties in
de strafrechtsketen als zij onderling gegevens over
verdachten of veroordeelden uitwisselen
Strafrechtsketennummer (SKN):
Het SKN heeft een tweeledig doel:
Het is de “kapstok” waaraan de identificerende persoonsgegevens worden opgehangen.
Het is de “sleutel” tot de gegevens over verdachten in andere bestanden, zoals de justitiële documentatie (JDS) of
de DNA-databank. Het opvragen en zoeken van gegevens in deze bestanden gebeurt op basis van het SKN
Als een verdachte volgens de WIVVG wordt geïdentificeerd, krijgt hij een SKN. Als de verdachte al een VIP-
nummer had zijn er twee mogelijkheden:
Wanneer de identificatie voor de eerste keer wordt uitgevoerd met behulp van vingerafdrukken, krijgt de verdachte altijd een nieuw SKN. Dit wordt het “hoofd-SKN” van de verdachte. De overige eventueel al verzamelde of nog te verzamelen identiteitsgegevens worden daaraan gehangen. Ook het VIP-nummer of SKN dat al eerder aan de verdachte was toegekend zonder gebruikmaking van vingerafdrukken, wordt aan het nieuwe “hoofd-SKN” gehangen.
In alle andere gevallen dat een verdachte al een VIP-nummer of een SKN had, wordt er géén nieuw nummer uitgegeven, maar worden de nieuwe identiteitsgegevens aan het reeds bestaande nummer gehangen.
Als er voor de identiteitsvaststelling een foto van de verdachte wordt gemaakt, wordt die ook in de
strafketendatabank (SKDB) opgenomen. Latere foto‟s worden daaraan toegevoegd.
Een gebruiker die zoekt in de SKDB komt altijd bij het “hoofd-SKN” uit. Daarbij is ook de historie van eerdere
identiteitsvaststellingen zichtbaar. Ook is zichtbaar op basis van welke gegevens de identiteit is vastgesteld.
Gebruikers kunnen gegevens over de identiteitsvaststelling desgewenst vanuit de SKDB printen en in het dossier
voegen.
Met de inwerkingtreding van de WIVVG zijn de onderstaande artikelen gewijzigd of ingevoegd.
Art. 447e Wetboek van Strafrecht (deels weergegeven) Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden, hem opgelegd krachtens de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht, (….) wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
Art. 27a Wetboek van Strafvordering
1.a. De verdachte wordt ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit gevraagd naar zijn naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum, het adres waarop hij in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven en het adres van zijn feitelijke verblijfplaats. Het vaststellen van zijn identiteit omvat tevens een onderzoek van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. In de gevallen, bedoeld in artikel 55c, tweede en derde lid, omvat het vaststellen van zijn identiteit tevens het nemen van een of meer foto's en vingerafdrukken.
1.b. In de gevallen waarin van de verdachte overeenkomstig dit wetboek vingerafdrukken zijn genomen en verwerkt, omvat het vaststellen van zijn identiteit ter verificatie het nemen van zijn vingerafdrukken en het vergelijken van die vingerafdrukken met de van hem verwerkte vingerafdrukken. In de andere gevallen omvat het vaststellen van zijn identiteit een onderzoek van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht
Pagina 44 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Art. 27b Wetboek van Strafvordering
1. Onze Minister van Justitie kent aan de verdachte na de vaststelling van zijn identiteit een strafrechtsketennummer toe, tenzij aan hem reeds een strafrechtsketennummer is toegekend. Het strafrechtsketennummer bevat geen informatie over de verdachte.
2. Het strafrechtsketennummer mag slechts worden gebruikt ten behoeve van het uitwisselen van persoonsgegevens van verdachten en veroordeelden ten behoeve van de toepassing van het strafrecht en de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen.
3. De functionarissen en organen die met de toepassing van het strafrecht zijn belast, gebruiken bij het onderling uitwisselen van persoonsgegevens over verdachten en veroordeelden het strafrechtsketennummer, evenals bij het uitwisselen van deze persoonsgegevens met de functionarissen die met de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 zijn belast.
4. Het strafrechtsketennummer en de andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de identiteit van verdachten en veroordeelden en die bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, worden in de strafrechtsketendatabank verwerkt. Onze Minister van Justitie is verantwoordelijke voor deze databank.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor het verwerken van de gegevens, bedoeld in het vierde lid.
Art. 52 Wetboek van Strafvordering
Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd de identiteit van de verdachte vast te stellen op de wijze, bedoeld in
artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en hem daartoe staande te houden
Art. 55b Wetboek van Strafvordering (deels weergegeven)
1. De bij of krachtens artikel 141 aangewezen ambtenaren alsmede bepaalde door Onze Minister van Justitie aangewezen categorieën van andere personen, belast met de opsporing van strafbare feiten, zijn bevoegd. een staande gehouden of aangehouden verdachte aan zijn kleding te onderzoeken, alsmede voorwerpen die hij bij zich draagt of met zich mee voert te onderzoeken, een en ander voor zover zulks noodzakelijk is voor de vaststelling van zijn identiteit.
Art. 55c Wetboek van Strafvordering
1. De bij of krachtens artikel 141 aangewezen ambtenaren stellen de identiteit van de aangehouden verdachte vast op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste en tweede volzin.
2. De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, nemen met het oog op het vaststellen van de identiteit van een verdachte die is aangehouden wegens een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, of die wordt verhoord wegens een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, zonder dat hij is aangehouden, een of meer foto's en vingerafdrukken. De vingerafdrukken worden vergeleken met de van verdachten overeenkomstig dit wetboek verwerkte vingerafdrukken en, indien vermoed wordt dat de verdachte een vreemdeling is, met de overeenkomstig de Vreemdelingenwet 2000 verwerkte vingerafdrukken.
3. De officier van justitie of de hulpofficier beveelt dat van iedere andere verdachte dan de verdachte, bedoeld in het tweede lid, over wiens identiteit twijfel bestaat, een of meer foto's en vingerafdrukken worden genomen. Het tweede lid, laatste volzin, is van overeenkomstige toepassing.
4. De foto's en vingerafdrukken, bedoeld in het tweede en derde lid, kunnen ook worden verwerkt voor het voorkomen, opsporen, vervolgen en berechten van strafbare feiten en het vaststellen van de identiteit van een lijk.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor het verwerken van de foto's en vingerafdrukken, bedoeld in het tweede en derde lid.
Pagina 45 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Art. 61a Wetboek van Strafvordering 1. Tegen de voor onderzoek opgehouden verdachte kunnen maatregelen in het belang van het
onderzoek worden bevolen. Als zodanige maatregelen kunnen onder meer worden aangemerkt: a. het maken van foto's en video-opnamen; b. .het nemen van lichaamsmaten en handpalm-, voet-, teen-, oor- en schoenzoolafdrukken; c. de toepassing van een confrontatie; d. de toepassing van een geuridentificatieproef; e. het afscheren, knippen of laten groeien van snor, baard of hoofdhaar; f. het dragen van bepaalde kleding of bepaalde attributen ten behoeve van een confrontatie; g. plaatsing in een observatiecel; h. onderzoek naar schotresten op het lichaam. i. De in het eerste lid genoemde maatregelen kunnen alleen worden bevolen in geval van
verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid. j. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek. Art. 80 Wetboek van Strafvordering (deels weergegeven)
1. De rechter kan - ambtshalve, op de vordering van het openbaar ministerie of op het verzoek van de verdachte - bevelen dat de voorloopige hechtenis zal worden geschorst, zodra de verdachte al of niet onder zekerheidstelling zich, in de vorm door de rechter te bepalen, bereid heeft verklaard tot nakoming van de aan de schorsing te verbinden voorwaarden. De vordering onderscheidenlijk het verzoek zijn met redenen omkleed.
2. Onder de voorwaarden der schorsing wordt steeds opgenomen: 3. dat de verdachte, voor zover aan de schorsing voorwaarden zijn verbonden betreffende het gedrag
van de verdachte, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
4. Bij het begeleiden bij de naleving van de voorwaarden betreffende het gedrag van de verdachte wordt de identiteit van de verdachte vastgesteld op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid.
Art. 151a Wetboek van Strafvordering
1. De officier van justitie kan, met inachtneming van het tweede lid, ambtshalve of op verzoek van de
verdachte of diens raadsman, een deskundige, verbonden aan één van de bij algemene maatregel
van bestuur aan te wijzen laboratoria, benoemen met de opdracht met het oog op de
waarheidsvinding een DNA-onderzoek te verrichten op basis van celmateriaal en hem een met
redenen omkleed verslag uit te brengen. Celmateriaal kan ten behoeve van DNA-onderzoek,
behoudens artikel 151b, slechts worden afgenomen met schriftelijke toestemming van de betrokkene.
Celmateriaal wordt slechts van de verdachte afgenomen, nadat van hem een of meer vingerafdrukken
overeenkomstig dit wetboek zijn genomen en verwerkt en zijn identiteit is vastgesteld op de wijze,
bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid.
Art. 195a Wetboek van Strafvordering
1. De rechter-commissaris kan, met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid, ambtshalve, op
vordering van de officier van justitie of op verzoek van de verdachte, een deskundige, verbonden aan
één van de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen laboratoria, benoemen met de opdracht
met het oog op de waarheidsvinding een DNA-onderzoek te verrichten op basis van celmateriaal en
hem een met redenen omkleed verslag uit te brengen. Celmateriaal kan ten behoeve van DNA-
onderzoek, behoudens artikel 195d, slechts worden afgenomen met schriftelijke toestemming van de
betrokkene. Celmateriaal wordt slechts van de verdachte afgenomen, nadat van hem een of meer
vingerafdrukken overeenkomstig dit wetboek zijn genomen en verwerkt en zijn identiteit is vastgesteld
op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid.
Pagina 46 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden bevat regelgeving over onder meer:
-welke gegevens in de strafrechtsketendatabank worden verwerkt;
-in welke gevallen het strafrechtsketennummer gebruikt mag worden voor het uitwisselen van persoonsgegevens
van verdachten en veroordeelden ten behoeve van de uitvoering van de Vreemdelingenwet;
vernietiging van de verwerkte gegevens.
(nota van toelichting Stb. 2009, 352)
Het is de bedoeling dat opsporingsambtenaren het identiteitsbewijs van de verdachte kunnen vorderen. Als een
verdachte daaraan niet voldoet, maakt hij zich schuldig aan overtreding van artikel 447e Wetboek van Strafrecht.
De vorderingsbevoegdheid wordt begrensd door artikel 8a Politiewet en 5:13 van de Algemene wet
bestuursrecht.
De vorderingsbevoegdheid wordt begrensd door het evenredigheidsbeginsel
Ten tweede wordt de vorderingsbevoegdheid van de opsporingsambtenaren en toezichthouders tot het tonen van een
identiteitsbewijs begrensd door het evenredigheidsbeginsel in artikel 8a Politiewet 1993 en artikel 5:13 Awb). Ook uit de
wetsgeschiedenis en uit de Aanwijzing uitbreiding identificatieplicht van het OM valt af te leiden dat de
opsporingsambtenaren en toezichthouders geen algemene bevoegdheid hebben om personen die zij tegenkomen zomaar
naar hun identiteitsbewijs te vragen.
Het vorderen tot tonen van een identiteitsbewijs moet gemotiveerd zijn
Hieruit volgt dat de opsporingsambtenaar en toezichthouder de toepassing van de bevoegdheid om van een
ander te vorderen dat hij zijn identiteitsbewijs toont, zullen moeten kunnen motiveren.
Deze motivering zal in ieder geval schriftelijk moeten kunnen blijken ingeval een proces-verbaal wordt opgemaakt
voor van het niet voldoen aan de identificatieplicht. In het proces-verbaal moeten de feiten en omstandigheden
worden vermeld op grond waarvan het redelijkerwijs noodzakelijk werd geoordeeld om inzage van een
identiteitsbewijs te vorderen.
Het Protocol voorziet in vijf procedures:
In het Protocol zijn procedurevoorschriften opgenomen die gevolgd moeten worden:
P1. Identificatie en verificatie met alleen een identiteitsbewijs. Deze procedure
kent met betrekking tot verdachten en veroordeelden twee varianten:
- identificatie van een verdachte of veroordeelde met alleen een identiteitsbewijs
- verificatie van een verdachte of veroordeelde met alleen een identiteitsbewijs
P2. Verificatie van een verdachte of veroordeelde met een strafrechtsketennummer (SKN) plus een of twee
vingerafdrukken
P3 Identificatie van een verdachte met foto en 10 vingerafdrukken “live scan” (digitaal)
P4. Identificatie van een verdachte met foto en 10 “gerolde” vingerafdrukken (met inkt en papier genomen)
P5. Rechercheonderzoek naar de identiteit van de verdachte in gevallen dat er geen echt, eigen, geldig en
gekwalificeerd (EEGG43) identiteitsbewijs voorhanden is.
Bevoegdheden en verplichtingen:
Het Wetboek van Strafvordering bevatte een aantal bevoegdheden op het gebied van identiteitsvaststelling.
Nieuw is dat met invoering van de WIVVG ook een aantal verplichtingen geschapen worden in het Wetboek van
Strafvordering. De bevoegdheden en verplichtingen hebben betrekking op:
Identificatie binnen de opsporing
Verificatie door de Officier van Justitie en rechter
Verificatie voor reclassering en behandeling
Verificatie voor detentie
43
Echt, eigen, geldig en gekwalificeerd
Pagina 47 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Zoals reeds vermeld maakt de WIVVG onderscheid tussen identificatie en verificatie. Wij als politie zullen
voornamelijk te maken krijgen met de identificatie. Bij identificatie maakt de WIVVG onderscheid tussen
staandehouding en aanhouding. En bij aanhouding een onderscheid tussen feiten waarop wel en geen voorlopige
hechtenis is toegelaten.
De nieuwe regels in geval van aanhouding gelden alleen voor de algemene opsporingsambtenaar als
bedoeld in artikel 141 Wetboek van Strafvordering. Buitengewone opsporingsambtenaren als bedoeld
in artikel 142 Wetboek van Strafvordering moeten de toepassing van dwangmiddelen uit de WIVVG
overlaten aan hun collega‟s met algemene opsporingsbevoegdheid.
Staandehouding:
De regels voor staandehouding zijn niet gewijzigd:
Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd een verdachte staande te houden om zijn identiteit vast te stellen door te
vragen naar:
naam, voornamen, geboorteplaats en –datum, adres waarop hij in het GBA staat ingeschreven en het adres van de feitelijke verblijfplaats; en naar
een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht
De verdachte is niet tot antwoorden verplicht maar moet wel het identiteitsbewijs ter inzage aanbieden. Een
verdachte die jonger is dan 14 jaar is niet verplicht een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden.
Aanhouding voor een feit waarop géén voorlopige hechtenis is toegelaten:
- De opsporingsambtenaar is verplicht naar de bij staandehouding genoemde gegevens te vragen. De verdachte is ook in dit geval niet tot antwoorden verplicht, maar moet wel het identiteitsbewijs ter inzage aanbieden.
- De opsporingsambtenaar moet de foto in het aangeboden identiteitsbewijs vergelijken met degene die het aanbiedt
- De opsporingsambtenaar moet controleren of het document echt, eigen, geldig en gekwalificeerd (EEGG) is. Ter ondersteuning kan hiervoor speciale apparatuur gebruiken.
Itentiteitsvaststelling
Identificatie Verificatie
Staandehouding Aanhouding
Geen VH-misdrijf
Wel VH-misdrijf
Pagina 48 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
- Met diezelfde apparatuur worden ook de noodzakelijke gegevens uit het document geautomatiseerd overgenomen in het gebruikte computerprogramma (BVH, BVO of BVV).
- Dit wordt in het Protocol aangeduid als procedure 1a (P1a)
- Indien twijfel bestaat over de identiteit van de verdachte, moet de opsporingsambtenaar het geval voorleggen aan de HovJ of OvJ. Als de HovJ of OvJ de twijfel deelt, moet de HovJ of OvJ bevelen dat één of meer foto‟s en vingerafdrukken worden genomen. (procedure 3 of 4 van het Protocol)
Aanhouding voor een feit waarop wél voorlopige hechtenis is toegelaten:
- De opsporingsambtenaar volgt bovenomschreven procedure 1a van het Protocol
- De opsporingsambtenaar moet een of meer foto‟s en vingerafdrukken van de verdachte nemen (procedure 3 of 4 van het Protocol). De verdachte is niet verplicht hieraan mee te werken. In geval van weigering kan zo nodig gepast (proportioneel) geweld worden uitgeoefend.
Verhoor niet-aangehouden verdachte voor een feit waarop wel voorlopige hechtenis is toegelaten
(bijvoorbeeld verschenen op ontbieding):
- De opsporingsambtenaar volgt bovenomschreven procedure 1a van het Protocol
- De opsporingsambtenaar moet een of meer foto‟s en vingerafdrukken van de verdachte nemen (procedure 3 of 4 van het Protocol). De verdachte is niet verplicht hieraan mee te werken. In geval van weigering kan zo nodig gepast (proportioneel) geweld worden uitgeoefend.
Jeugdige verdachten:
Is de verdachte jonger dan 12 jaar dan worden de bevoegdheden uit de WIVVG niet toegepast op de
verdachte.
Afname lichaamsmateriaal voor DNA-onderzoek:
Bij afname van lichaamsmateriaal voor DNA-onderzoek moet de identiteit van de verdachte of veroordeelde altijd
worden verifieerd met behulp van vingerafdrukken. Blijkt bij verificatie dat van de verdachte nog geen
vingerafdrukken in HAVANK zijn opgeslagen, dan moet hij daarin alsnog worden geregistreerd.
Het afnemen van vingerafdrukken:
Bij identificatie in geval van een VH-misdrijf wordt een frontale foto genomen en tien platte, digitale
vingeradrukken, de zogenoemde livescan.
De vingerafdrukken worden vergeleken met die in HAVANK. Indien vermoed wordt dat de verdachte een
vreemdeling is, kunnen de vingerafdrukken ook geautomatiseerd worden vergeleken met de Basisvoorziening
Vreemdelingen (BVV). In het Protocol wordt dit aangeduid als procedure 3 (P3).
Indien de vingerafdrukken nog niet bekend zijn in HAVANK worden alsnog met inkt en papier tien gerolde
vingerafdrukken genomen. In het Protocol wordt dit aangeduid als procedure 4 (P4)
Bij verificatie worden één of twee vingerafdrukken genomen en tezamen met het SKN voor verificatie
aangeboden aan HAVANK. Dit wordt in het protocol aangeduid als procedure 2 (P2)
Strafrechtsketendatabank:
De administratieve gegevens, foto en digitale kopie van het identiteitsbewijs worden onder vermelding van het
strafrechtsketennummer (SKN) opgeslagen in de strafrechtsketendatabank. Vingerafdrukken worden, onder
vermelding van het SKN, in HAVANK opgeslagen.
Bewaartermijnen:
De bewaartermijn is afhankelijk van de ernst van het feit en de rechterlijke beslissing in een bepaald geval. Bij
vrijspraak worden de foto, vingerafdrukken en het DNA-profiel van betrokkene vernietigd, maar de vrijspraak als
zodanig wordt wel als justitieel gegeven bewaard in het justitieel documentatiesysteem. Globaal bedragen de
termijnen voor overtredingen 5 of 10 jaar, voor misdrijven 20 of 30 jaar. Daarnaast zijn er diverse bijzondere
regels, bijvoorbeeld in gevallen waarin de verdachte of veroordeelde meer dan één strafbaar feit begaan heeft.
Pagina 49 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
Onder rechtsgeleerden is discussie ontstaan over de Wet identiteitsvaststelling veroordeelden,
verdachten en getuigen in relatie tot het non-incriminatiebeginsel.44 De Haarlemse politierechter
sprak in oktober 2008 een groot aantal actievoerders vrij die na hun aanhouding wegens
lokaalvredebreuk niet hadden voldaan aan de vordering tot het tonen van een legitimatiebewijs. Die
plicht geldt niet voor een verdachte, aldus de rechter.45 Of de rechter na de inwerkingtreding van de
Wet identiteitsvaststelling veroordeelden, verdachten en getuigen tot diezelfde conclusie komt zal
moeten blijken.
44 Beginsel dat iemand geen voor zichzelf belastende verklaring hoeft af te leggen. Ook wel: nemo teneturbeginsel 45
Ongepubliceerd, parketnr. 15/665053-07 e.a. (onherroepelijk)
Pagina 50 van 50
THEMANUMMER IDENTITEITSFRAUDE KENNISCENTRUM FEBRUARI 2011
TOT SLOT
Ter afronding worden in deze nieuwsbrief nog een paar actuele ontwikkelingen op het gebied van opsporing, die
in het belang (kunnen) zijn voor onderzoek naar identiteitsfraude, aangehaald. Uitgebreide behandeling van deze
onderwerpen zou deze nieuwsbrief meer dan dubbeldik maken.
Verdrag van Prüm
Op 1 januari 2011 zijn de bepalingen van het Verdrag van Prüm in werking getreden met betrekking tot de
automatische uitwisseling van DNA-gegevens, vingerafdrukken en kentekennummers tussen alle Europese
lidstaten. Deze informatie is dan door verschillende opsporingsinstanties opvraagbaar. Wordt er bij een
aangehouden verdachte een match gevonden tussen twee databases, dan kan verdere persoonsinformatie
opgevraagd worden indien die aanwezig is.
In het volgende themanummer, dat over Europese wet- en regelgeving handelt, zal nader ingegaan worden op de
reikwijdte van dit Verdrag.
SIS II
De Europese Commissie werkt momenteel een aan nieuwe versie van het Schengen Informatie Systeem (SIS).
SIS II moet het mogelijk maken nog makkelijker vingerafdrukken, foto‟s en Europese arrestatiebevelen uit te
wisselen en deze informatie beter aan elkaar te linken.
Wetsvoorstel uitbreiding bevoegdheden vreemdelingenpolitie
De ministerraad heeft in juni 2010 ingestemd met een wetsvoorstel dat de opsporingsbevoegdheden van de
vreemdelingenpolitie zal uitbreiden. Deze wetswijziging is nodig om doeltreffender tot vaststelling van identiteit en
nationaliteit te kunnen komen.
Op grond van dit wetsvoorstel krijgt de vreemdelingenpolitie onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om
een woning te doorzoeken naar identiteitsdocumenten ten behoeve van identiteitsonderzoek en voorbereiding
van vertrek. Het gaat om situaties waarin de woning om andere redenen rechtmatig is betreden en in die woning
een vreemdeling is aangehouden van wie de identiteit niet meteen kan worden vastgesteld. Onder voorwaarden
kan de vreemdelingenpolitie ook de een aan werkplek grenzende woonruimte van vreemdelingen doorzoeken.
Tot slot wordt met de wetswijziging beoogd dat de vreemdelingenpolitie verschillende onderzoekshandelingen
kan verrichten om de identiteit van de vreemdeling in vreemdelingenbewaring vast te stellen. Hieronder valt
bijvoorbeeld het uitlezen van gegevensdragers, zoals GSM‟s.
Wetsvoorstel versterking bestrijding computercriminaliteit
Dit wetsvoorstel beoogt de wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in
verband met het ontoegankelijk maken van gegevens op het internet,
strafbaarstelling van het wederrechtelijk overnemen van gegevens en het
beschikken over of bekend maken van wederrechtelijk overgenomen gegevens,
alsmede verruiming van de strafbepalingen betreffende het afluisteren, aftappen
of opnemen van vertrouwelijke communicatie.
De zogenoemde “Notice-and-Take-Down” (NTD) bepaling in dit wetsvoorstel heeft veel discussie losgemaakt.
Momenteel bestaat er een NTD-gedragscode op grond waarvan iedereen een melding kan doen van
onmiskenbaar onrechtmatige informatie. De internetserviceprovider beoordeelt de melding en besluit of het
materiaal van de server moet worden gehaald. In het nieuwe wetsvoorstel kan de Officier van Justitie bij strafbare
feiten bevelen dat materiaal van de server moet worden gehaald. Hoe het definitieve wetsvoorstel op dit punt gaat
luiden is nog even afwachten.
De vermelde tekst is opgemaakt naar de wetgeving zoals geldig op de datum van het verschijnen van deze
nieuwsbrief.