Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit...

193
Kabels en leidingen Nat Datum 8 maart 2013 Status 1e versie

Transcript of Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit...

Page 1: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen

Nat

Datum 8 maart 2013

Status 1e versie

Page 2: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Colofon

Uitgegeven door

Informatie

Telefoon

Fax

Uitgevoerd door Esther Sparreboom en Renske Zaremba

Opmaak

Datum 8 maart 2013

Status 1e (Uiteindelijke) versie

Versienummer 1

Page 3: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Voorwoord

Dit onderzoeksrapport beschrijft de uitkomst van het afstudeeronderzoek kabels en

leidingen, uitgevoerd door Renske Zaremba en Esther Sparreboom.

Als afsluiting van de vierjarige HBO studie hydrografie aan het Maritiem Instituut

Willem Barentsz (Noordelijke Hogeschool Leeuwarden) is dit afstudeeronderzoek

uitgevoerd. Dit is gebeurd gedurende honderd dagen onder de leiding van een sta-

gebedrijf. De afstudeeropdracht houdt in dat het onderzoek actueel en van nut is

voor het stagebedrijf.

Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-

terstaat. Wij hebben dit gedaan bij de Waterdienst op de afdeling WGML (Water

Gebruik Monitoring en Laboratorium) in Lelystad, onder de leiding van onze stage-

begeleider dr. ir. N.A. Kinneging. Rijkswaterstaat heeft een aantal vragen over de

informatievoorziening als het gaat om kabels en leidingen. Voor Rijkswaterstaat is

er belang bij een goede informatievoorziening. Wij hebben onderzoek gedaan naar

de informatievoorziening rondom kabels en leidingen binnen Rijkswaterstaat.

Voor ons onderzoek hebben wij kennis moeten opdoen over kabels en leidingen en

Rijkswaterstaat. Hiervoor hebben wij gesproken met verschillende medewerkers van

Rijkswaterstaat, die zich bezig houden met diverse taken bij verschillende regionale

en landelijke diensten. Wij willen hen graag bedanken voor de tijd die zij genomen

hebben voor de interviews en de controle op onze vastlegging van hun informatie.

Ook hebben wij een aantal externe bedrijven bezocht voor ons onderzoek. Het ging

om bedrijven die kabels en leidingen beheren en experts over de meettechnieken

om kabels en leidingen in te meten. Wij willen hen bedanken voor de tijd die zij aan

ons onderzoek gegeven hebben.

Wij willen Rijkswaterstaat bedanken voor de mogelijkheid om dit afstudeeronder-

zoek uit te voeren, met name Niels Kinneging voor zijn goede begeleiding. Hij heeft

ons ondersteund in het goede verloop en kwaliteit van dit onderzoek. Ook heeft hij

de mogelijkheid gegeven om veel contacten te leggen tijdens het onderzoek.

Voor het kritische lezen van ons rapport en te zorgen dat dit inhoudelijk en tekstu-

eel goed in elkaar zit, willen wij onze stagebegeleider en Aleid Mansholt bedanken.

Tot slot willen wij ook iedereen bedanken die een bijdrage heeft geleverd aan ons

onderzoek. Graag willen wij ook de begeleiding vanuit onze opleiding bedanken,

binnen ons afstudeertraject en voorafgaand hieraan.

Renske Zaremba en Esther Sparreboom

Lelystad, februari 2013

Page 4: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Samenvatting

Rijkswaterstaat heeft belang bij een goede informatievoorziening betreffende kabels

en leidingen, voor haar verantwoordelijkheid als beheerder van het gebied. Een

goede informatievoorziening levert tijdige en kwalitatief juiste informatie voor onder

andere een risicobeheersing in de taak als beheerder van het gebied.

De huidige informatievoorziening betreffende kabels en leidingen is niet goed op

orde binnen Rijkswaterstaat. Regionale diensten ondervinden problemen met kabels

en leidingen in hun beheergebied. Het onderwerp kabels en leidingen is complex in

het areaal van Rijkswaterstaat, omdat er veel instanties bij betrokken zijn. Daarom

is verbetering van de huidige situatie en informatievoorziening gewenst en is als

eerste stap dit afstudeeronderzoek opgestart.

Het belangrijkste doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de informatie-

behoefte en de huidige situatie in de informatievoorziening. Hierbij zijn de informa-

tiebehoefte, opslag en beheer door middel van systemen, samenwerking met exter-

ne kabel- en leidingeigenaren en de meettechnieken waarmee kabels en leidingen

worden ingemeten onderzocht. Uit het onderzoek komen bevindingen voort over de

informatievoorziening en het landelijk beleid betreffende kabels en leidingen. Met de

bevindingen wordt een advies gegeven waarmee Rijkswaterstaat zelf haar informa-

tievoorziening kan verbeteren.

Informatiebehoefte

Door de verschillen in de beheergebieden van Rijkswaterstaat lopen de informatie-

behoeften van regionale diensten sterk uiteen en zijn deze niet eenduidig.

Regionaal zijn er grote verschillen in de risico’s, taken en de opslag en beheer van

kabel- en leidinggegevens. Deze verschillen komen voornamelijk doordat de be-

heergebieden van regionale diensten ieder hun eigen specifieke omgeving en situa-

tie hebben. De omgevingen en situaties in de beheergebieden van regionale dien-

sten variëren van drukke dynamische gebieden tot zeer rustige gebieden met weinig

dynamiek. In drukke dynamische gebieden is er veel aandacht nodig voor de risico’s

die kabels en leidingen met zich meebrengen. Regionale diensten geven een eigen

invulling aan hun beleid en informatievoorziening betreffende kabels en leidingen,

die het best past bij hun beheergebied. Uit het onderzoek is gebleken dat Rijkswa-

terstaat over het algemeen streeft naar één landelijk uniform beleid. Momenteel is

dat niet het geval met betrekking tot kabels en leidingen.

Opslag en beheer

In de opslag en beheer van gegevens is het onduidelijk in hoeverre regionale dien-

sten zelf kabel- en leidinggegevens moeten opslaan of op het werk van KLIC en

eigenaren moeten vertrouwen. Er is geen landelijk beleid dat regionale diensten

hierin aansturing geeft. Ook verschillen de belangen en verantwoordelijkheden van

de diensten aanzienlijk. Daarom varieert in opslag en beheer van kabel- en leiding-

gegevens het gebruik van KLIC en GIS door de regionale diensten.

Het KLIC-systeem zorgt voor de nationale registratie van kabels en leidingen en

werkt met de wettelijke verplichtingen van de WION. Wanneer Rijkswaterstaat op

KLIC vertrouwt, wordt de verantwoordelijkheid voor opslag en beheer bij eigenaren

gelaten, worden gegevens bij de bron gehouden en ondervinden regionale diensten

weinig werklast en beheerinspanning. GIS (geografisch informatiesysteem) is het

systeem waarin regionale diensten zelf kabel- en leidinggegevens opslaan en behe-

ren. Het alleen gebruiken van GIS voor opslag en beheer, geeft een betere toegan-

kelijkheid en mogelijkheid tot een eigen risico-evaluatie. Het gebruik van GIS of

KLIC geeft elk zijn eigen voor- en nadelen. Verbetering van de situatie in opslag en

Page 5: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

beheer is gewenst om een verbetering van de informatievoorziening mogelijk te

maken.

In de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens wordt er ook onderscheid

gemaakt tussen eigen kabels en leidingen en kabels en leidingen van derden. Kabel-

en leidinggegevens van derden worden altijd verkregen van de eigenaren en/of via

KLIC. Het opslaan en beheren van gegevens van derden wordt overgelaten aan de

eigenaar, maar soms ook zelf bij regionale diensten opgeslagen en beheerd in het

GIS. Eigen kabels en leidingen worden volledig bijgehouden in GIS en worden in

PGDB’s gezet voor de DID om deze uiteindelijk ook weer in KLIC te registreren.

Wat duidelijk is in de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens is dat zowel

KLIC- als GIS-gegevens over de diepte van een kabel of leiding mist, terwijl dit na-

tionaal gezien zeer belangrijk is voor eigenaren, grondroerders en Rijkswaterstaat.

Deze informatie gaat verloren in het nationaal proces met betrekking tot kabels en

leidingen en dat is zeer ongewenst. Dit komt terug in de inwinning, opslag en be-

heer en de informatiebehoefte van de informatievoorziening met betrekking tot ka-

bels en leidingen.

Situatie bij regionale diensten

De verschillende situaties in de taken, verantwoordelijkheden, informatiebehoefte

en opslag en beheer bij regionale diensten zijn in het onderzoek en de bevindingen

uit het rapport toegelicht. De bevindingen en het advies sluiten aan op de regionale

diensten die geïnterviewd zijn in het onderzoek maar waarschijnlijk heeft dit advies

een bredere toepassing. Een uitzondering hierop is de Dienst Noordzee. Het advies

en de bevindingen sluiten niet aan op de situatie in het beheergebied van de dienst

Noordzee. De dienst komt als integraal beheerder van de Noordzee in aanraking

met het ministerie van Economische Zaken met betrekking tot kabels en leidingen

en de vergunningverlening hiervan. Ook geldt KLIC niet volledig in het beheergebied

van de dienst Noordzee. Hierdoor heeft de dienst aanvullende verantwoordelijkhe-

den met de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens.

Doordat de situatie binnen de Noordzee zo sterk verschilt, is een algemeen geldend

eenduidig advies met bevindingen niet geheel van toepassing op deze dienst. In het

advies wordt de uitzondering van de dienst Noordzee verder toegelicht.

Meettechnieken

De toepassingen en nauwkeurigheden van de meettechnieken voor kabels en leidin-

gen zijn besproken in dit rapport. Inwinning van gegevens is belangrijk in de infor-

matievoorziening van kabels en leidingen. De inwinning van gegevens is het meest

nauwkeurig bij het leggen van kabels en leidingen. Over deze gegevens beschikken

de eigenaren van een kabel of leiding. Zoals eerder is gemeld gaat de diepteligging

in deze informatie vaak verloren. Wanneer kabel- en leidinggegevens verkregen

worden door inwinning met gebruik van meettechnieken, is het van belang om te

bepalen welke combinatie van meettechniek het beste gebruikt kan worden voor

een goede meting. Voor de keuze van de te gebruiken meettechnieken is duidelijk

geworden dat er voornamelijk naar de eigenschappen van de kabels en leidingen en

de omgeving gekeken moet worden, om zo tot de juiste techniek te komen voor

elke specifieke situatie.

Advies

In de conclusie uit dit onderzoek en de bevindingen is vastgesteld dat er een lande-

lijk Rijkswaterstaatsbeleid nodig is om de informatievoorziening van kabels en lei-

dingen te verbeteren. Het inrichten en instellen van een landelijk beleid moet onder

de verantwoordelijkheid van een landelijke dienst binnen Rijkswaterstaat vallen. De

implementatie van dit onderzoeksproduct valt buiten dit onderzoek.

Page 6: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Het advies geeft verder drie mogelijke scenario’s voor de inrichting van de informa-

tievoorziening. De scenario’s geven de hoofdlijnen van een landelijk beleid aan,

waarbij de bevindingen informatie geven over een specifiekere inrichting van een

landelijk beleid.

De scenario’s uit het advies geven enkele uiterste situaties aan in een landelijk be-

leid met de voor- en nadelen die dit geeft voor de informatievoorziening. Het eerste

scenario houdt in dat Rijkswaterstaat zelf alle kabel- en leidinggegevens beheert.

Het andere uiterste wordt in het derde scenario gegeven: het beheer van alle kabel-

en leidinggegevens overlaten aan eigenaren en KLIC. Het middelste scenario geeft

een situatie aan die het meest lijkt op de huidige situatie, namelijk dat regionale

diensten zelf invulling geven aan hun beleid en informatievoorziening.

Vanuit een keuze in de scenario’s worden de nodige aanbevelingen gegeven om de

informatievoorziening te verbeteren.

Page 7: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Summary

Rijkswaterstaat has an interest in a proper information process on cables and pipes,

because of her responsibility as manager of the area. A proper information process

delivers the desired information on time and of the right quality. It is used for risk

evaluations in Rijkswaterstaat area management. The current information process

on cables and pipes is insufficiently organized within Rijkswaterstaat. Regional de-

partments are experiencing problems with cables and pipes within their region. The

subject cables and pipes is complex within the ‘areaal’ of Rijkswaterstaat, because

there are many organizations involved. Therefore, an improvement of the current

situation and information process is desired. This thesis is the first step towards this

goal.

The main goal of this research is to map the information requirements and the cur-

rent situation in the information process. This includes an investigation of: the in-

formation requirements, the data management, the cooperation with external stake

holders and the techniques used to measure cables and pipes. This research pre-

sents findings with regard to the information providing services and the national

policy of Rijkswaterstaat on this subject. With these findings a advice is formulated.

With this advice Rijkswaterstaat can improve her information process.

Information requirements

Because there are differences in the managing areas of Rijkswaterstaat, the infor-

mation requirements from regional departments vary widely. Regionally there are

large differences in risks, tasks and the management of cable and pipe data. These

differences mainly occur because the management areas of regional departyments

have their own specific situation and environment. This situation and environment

within the area of the regional departments range from busy dynamic areas to very

quiet areas with little dynamics. Busy dynamic areas require a lot of attention for

the risks, that cables and pipes. Regional departments each have a personal inter-

pretation to their regional policy and information process on cables and pipes, which

best suits their managing area. This investigation has indicated that Rijkswaterstaat

generally aims for a uniform policy within the organisation. At this moment, this is

not the case for the topic of cables and pipes.

Data storage and management

Concerning the storage and management of cables and pipes data it is unclear to

what extent regional departments themselves should save cable and pipe data or

rely on the work of KLIC and the owners. There is no uniform policy within the or-

ganisation concerning data management. Also the interests and responsibilities dif-

fer considerably. Therefore the use of KLIC and GIS by the regional institutes varies.

The KLIC system provides the national registration of cables and pipes and works

with the legal obligations of the WION. When Rijkswaterstaat relies on KLIC, the

responsibility for data management lies with the cable and pipe owners. Within this

situation data remains at the source and regional departments experience a small

workload and management effort. GIS is a geographic information system in which

regional departments themselves store and manage pipe and cable data. When re-

gional departments solely rely on GIS, a better data accessibility is obtained, which

also creates possibilities to construct a own risk assessment. The use of GIS or KLIC

each has its own advantages and disadvantages. To improve the information pro-

cess an improvement of the situation in data management is required.

Page 8: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Within the storage and management of cable and pipe data there is also a distin-

guishment between cables and pipes owned by Rijkswaterstaat and cables and pipes

owned by third parties. Cable and pipe data from third parties are obtained by

Rijkswaterstaat through KLIC or contacts with the owners. The data management

lies with the owner and occasionally regional departments store and manage the

data within their own GIS. The data from own cables and pipes are fully stored and

managed within GIS by regional departments. These data are also stored within a

PGDB. The DID uses the PGDB to registrate the cable and pipes owned by Rijkswa-

terstaat in KLIC.

What became clear from this research is that within the management of cable and

pipe data, in both KLIC and GIS the depth of a cable or pipe is missing. Neverthe-

less the depth is of great importance to owners, ground burrowers and Rijkswater-

staat. Information about the depth of a cable or pipe is lost within the national pro-

cess of cable and pipes, what is highly undesirable. This is reflected in the meas-

urement techniques, data management and the information needs of the infor-

mation process for cables and pipes.

Situation at regional departments

The situation at regional departments differs in duties, responsibilities, information

needs and data management. This is explained within the research and findings of

this report. The findings and the advice of this report fit the interviewed regional

departments from this research. This advice probably has a broader application con-

cerning cables and pipes within Rijkswaterstaat. There is one exception concerning

this advice. The advice and findings do not fit the situation in the managing area of

the regional department North Sea. The North Sea department is the integral man-

ager of the North Sea and works in close cooperation with the Ministry of Economic

Affairs. It is also of importance that KLIC is not entirely valid within the managing

area of the North Sea. As a result, the North Sea department has additional respon-

sibilities for the storage and management of cable and pipe data.

Because the situation in the North Sea differs greatly, the advice and findings do not

apply fully to this regional department. In the advice from this report the exception

of the North Sea is further explained.

Measurement techniques

The application and accuracy of the techniques used to measure cables and pipes

are discussed within this report. Data collection through measurements is important

in the information process for cables and pipes. Data are most accurate when

measured during the laying of the cable or pipe. This information is available from

the cable or pipe owner. As previously reported, the depth location in this infor-

mation is often missing.

When cable and pipe data is obtained by using measurement techniques, it is im-

portant to determine which combination of techniques can best be used for a good

measurement. When choosing the right technique it has become clear that the

properties of the cables or pipes and the environment are the determining factors.

Advice

From this research and the findings it has been concluded that a uniform national

policy is required to improve the information process for cables and pipes. The es-

tablishment of a uniform national policy should be included in the responsibilities of

a national departments within Rijkswaterstaat. The implementation of a policy falls

outside of the scope of this research.

The advice includes three possible scenarios for arrangements within the infor-

mation process. The scenarios give the outline of a uniform national policy, where

the findings provide information about more specific arrangements within the policy.

Page 9: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

The scenarios from the advice represent the extreme possibilities within a national

policy including the advantages and disadvantages. The first scenario represents the

situation that Rijkswaterstaat herself will store and manage all cable and pipe data.

The other extreme situation is represented by the third scenario: the storage and

management of all cable and pipe data is left to the owners and the KLIC system.

The middle scenario represents a neutral a situation, which most closely resembles

the current situation. Here the regional departments themselves interpret their own

policy and information providing services.

Along with each scenario the necessary recommendations are given to improve the

information process.

Page 10: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Inhoud

1 Inleiding— 13 1.1 Kabels en leidingen— 13 1.1.1 Doelstelling en probleemstellingen— 16 1.1.2 Onderzoeksvragen— 17 1.1.3 Afbakening— 19 1.1.4 Werkwijze— 20 1.2 Leeswijzer— 21

2 Algemene toepassingen van kabels en leidingen— 22 2.1 Rijkswaterstaat— 22 2.1.1 Organisatie— 22 2.1.2 Informatiecirkel— 24 2.1.3 Primaire processen— 26 2.2 Betrokkenen bij kabels en leidingen— 27 2.2.1 Eigenaren— 27 2.2.2 Beheerders— 27 2.2.3 Vergunningverlening en -handhaving— 28 2.2.4 Kadaster— 29 2.2.5 Rijkswaterstaat als gebiedsbeheerder— 29 2.3 Aanwezige kabels en leidingen— 30 2.4 Wettelijk kader van kabels en leidingen— 33 2.4.1 Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten— 33 2.4.2 Waterwet— 34 2.4.3 Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken— 35 2.4.4 Mijnbouwwet— 35

3 Informatiebehoefte regionale diensten— 38 3.1 Toelichting voor inventarisatie— 40 3.1.1 Toelichting van de uitgangspunten:— 40 3.1.2 Toelichting van de informatiebehoeften:— 44 3.2 Dienst Noordzee— 49 3.2.1 Inventarisatie(tabel) informatiebehoeften— 50 3.2.2 Toelichting informatiebehoefte Dienst Noordzee:— 52 3.3 Dienst Noord-Nederland— 58 3.3.1 Inventarisatie(tabel) informatiebehoefte— 58 3.3.2 Toelichting informatiebehoefte Dienst Noord-Nederland— 60 3.4 Dienst Zuid-Holland— 67 3.4.1 Inventarisatie(tabel) informatiebehoefte— 67 3.4.2 Toelichting informatiebehoefte dienst Zuid-Holland— 69 3.5 Dienst IJsselmeergebied— 75 3.5.1 Inventarisatie(tabel) informatiebehoefte— 75 3.5.2 Toelichting informatiebehoefte dienst IJsselmeergebied— 77

4 Externe partijen— 82 4.1 Gasunie— 82 4.1.1 Rol Gasunie— 82 4.1.2 Verantwoordelijkheden, belangen en beleid van de Gasunie— 83 4.2 Alliander— 88 4.2.1 Rol Alliander— 88 4.2.2 Verantwoordelijkheden, belangen en beleid van Alliander— 89

Page 11: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

5 Introductie meettechnieken— 93 5.1 Verschillende meettechnieken— 93 5.1.1 Reflectietechniek— 93

5.1.2 Potentiaaltechniek— 94

5.1.3 Akoestisch— 94

5.1.4 Magnetisch— 95

5.1.5 Elektromagnetisch— 95

5.2 Termen— 95

5.2.1 Detecteerbaarheid— 96

5.2.2 Horizontale positiebepaling— 96

5.2.3 Verticale positiebepaling— 97

5.3 Positiebepaling van de meetinstrumenten— 98

6 Meettechnieken— 100 6.1 Akoestische technieken— 100 6.1.1 Multibeam— 100 6.1.2 Side scan sonar— 103 6.1.3 Subbottom profiler— 107 6.1.4 Andere akoestische technieken— 111 6.2 (Elektro)magnetische technieken— 112 6.2.1 Magnetometer— 112 6.2.2 Cable tracker— 115 6.2.3 Georadar— 118 6.2.4 CAT— 121 6.3 Overige meettechnieken— 123

7 Opslag en beheer— 125 7.1 Landelijk— 125 7.1.1 KLIC— 125 7.1.2 DID, PGDB— 129 7.2 Regionaal— 131 7.2.1 GIS en GVG— 131 7.2.2 Andere applicaties— 133 7.2.3 Rivieren project— 133

8 Bevindingen— 136 8.1 Informatiebehoeften— 137 8.1.1 Inventarisatie— 138 8.1.2 Verantwoordelijkheden— 141 8.1.3 Belangen— 145 8.1.4 Beleid— 146 8.1.5 Onuitgewerkte informatiebehoeften— 155 8.2 Opslag en beheer— 156 8.2.1 Het belang en doel van opslag en beheer:— 158 8.2.2 KLIC— 161 8.2.3 GIS— 164 8.3 Externe samenwerking— 166 8.3.1 Gasunie— 168 8.3.2 Alliander— 169 8.3.3 Mogelijke samenwerking— 170 8.4 Landelijk beleid— 171 8.4.1 Relatie tot informatievoorziening— 171 8.4.2 Algemene kenmerken van een landelijk beleid.— 173 8.4.3 Huidige situatie:— 175

Page 12: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

9 Advies— 177 9.1 Voorstel betreffende informatievoorziening— 177 9.1.1 Algemene verbeteringen— 178 9.1.2 Aanpak kabels en leidingen— 179 9.2 Scenario 1— 179 9.2.1 Voor- en nadelen— 179 9.2.2 Aanbevelingen— 181 9.3 Scenario 2— 181 9.3.1 Voor- en nadelen— 181 9.3.2 Aanbevelingen— 183 9.4 Scenario 3— 183 9.4.1 Voor- en nadelen— 183 9.4.2 Aanbevelingen— 184 9.5 Uitzondering dienst Noordzee— 185 9.6 Advies voor meettechnieken— 186

10 Bijlage 1: Cijfers van meettechnieken— 188 10.1 Multibeam— 188 10.2 Side scan sonar— 188 10.3 Subbottom profiler— 188 10.4 Georadar— 189 10.5 CAT— 189

11 Geciteerde werken— 190

12 Namenlijst— 192

Page 13: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 13 van 193

1 Inleiding

Er is onderzoek gedaan naar de informatievoorziening rond kabels en leidingen bij

Rijkswaterstaat. Het afstudeertraject heeft 7 maanden geduurd met als resultaat dit

eindrapport.

Het onderwerp kabels en leidingen vormt een regelmatig voorkomend probleem in

het beheergebied van Rijkswaterstaat. De informatievoorziening betreffende kabels

en leidingen is niet genoeg op orde binnen Rijkswaterstaat, waardoor informatie

betreffende kabels en leidingen niet voor het oprapen ligt. Dit zorgt voor praktische

problemen voor Rijkswaterstaat en andere instanties.

Uit de bevindingen van dit onderzoek is als onderzoeksresultaat een opbouwend

advies gegeven aan Rijkswaterstaat. Hoe de informatievoorziening verbeterd zou

kunnen worden. Verder doet dit rapport verslag van onze bevindingen betreffende

de informatievoorziening van kabels en leidingen.

Om de informatievoorziening op orde te hebben is er een duidelijke vraag naar in-

formatie nodig, met een goede opslag en aanbieding van de juiste informatie. Een

goede informatievoorziening wordt gekenmerkt door:

informatiebehoefte

informatie-inwinning, (meettechnieken).

Opslag en beheer, (dataopslagsystemen).

Deze drie aspecten worden uitgebreid beschreven in dit verslag, waaruit de bevin-

dingen en het advies zullen voortkomen.

In het onderzoek wordt de informatievoorziening van Rijkswaterstaat onderzocht.

Daarvoor zijn meerdere regionale en landelijke diensten bij het onderzoek betrok-

ken. Voornamelijk om de informatiebehoefte vast te stellen en te onderzoeken wel-

ke dataopslagsystemen er gebruikt worden.

Er zijn veel meer partijen betrokkenen bij kabels en leidingen binnen Nederland.

Eigenaren zijn verantwoordelijk voor hun eigen kabels en leidingen en zijn wettelijke

verplicht om hun eigendommen bij het Kadaster bekend te maken. Rijkswaterstaat

werkt met deze instanties samen, en houdt in hun regelingen, beleid en informatie-

voorziening rekening met deze externe partijen.

Dit onderzoek is landelijk gericht op kabels en leidingen, op de bovengenoemde

aspecten van een goede informatievoorziening. Het is uitgevoerd ten behoeve van

Rijkswaterstaat en meer speciaal rond het ‘natte’ beheergebied. Dat betekent dat de

belangen van andere partijen en van kabels en leidingen in het droge beheergebied

slechts zijdelings aan de orde komen.

1.1 Kabels en leidingen

Er zijn intern bij Rijkswaterstaat onduidelijkheden en problemen betreffende kabels

en leidingen. Kabels en leidingen zijn ook nationaal geregeld met veel samenwer-

king tussen instanties maar dit verloopt niet altijd probleemloos.

In deze paragraaf worden enkele voorproeven gegeven van de problemen en ondui-

delijkheden betreffende kabels en leidingen, die aantonen dat er een onordelijke

Page 14: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 14 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

informatievoorziening is. Deze voorproeven worden gegeven om het belang van dit

onderzoek naar voren te laten komen en de lezer globaal in te lichten.

Krantenartikel:

Het krantenartikel (Figuur 1-1: Krantenartikel) van 16 juli 2012 is een duidelijk

voorbeeld van de gevolgen van een onduidelijke informatievoorziening. Er zijn veel

instanties betrokken bij het werk om het gebied van de Boontjes te baggeren, het

baggerbedrijf, de provincie, Rijkswaterstaat en de leidingeigenaren. Als processen,

procedures en informatie niet ordelijk geregeld zijn komen deze praktische proble-

men naar voren.

Het is van belang om gelijk aan te geven dat de oorzaak van de kink in de kabel niet

bij Rijkswaterstaat ligt. In de gesprekken bij Rijkswaterstaat Noord-Nederland is

aangegeven, dat deze dienst niet tijdig op de hoogte was gesteld van het project

door de provincie.

Figuur 1-1: Krantenartikel

Page 15: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 15 van 193

NOS journaal 05-12-2012:

Op 5 december 2012, net voor de presentatie van dit onderzoek, werd in het NOS

journaal aandacht besteed aan het onderwerp kabels en leidingen. Het journaal gaf

aan dat er ieder jaar 1000 nieuwe doorboringen van het riool bijkomen, met moge-

lijk grote gevolgen als gasexplosie, kortsluiting, vervuiling van drinkwater en onder-

breking van levering. Gelukkig is er in Nederland nog geen ernstige calamiteit met

grote gevolgen geweest, maar er is belang bij verbetering.

In het journaal werd een boorbedrijf kort geïnterviewd, die bezig waren een elektri-

citeitskabel onder een spoordijk te leggen in de gemeentegrond van Maassluis. De

grondroerder gaf in dit journaal aan hoe lastig het is om in de grond te graven wan-

neer het niet duidelijk is wat er precies onder de grond ligt. Voor een deel is het

bekend wat er in de ondergrond ligt en wordt dit opgegeven, maar vooral de diepte

is vaak onbekend. Het boorbedrijf geeft aan dat er belang is bij een betere registra-

tie van kabels en leidingen in de ondergrond.

Aantal graafschades per jaar:

Jaarlijks ontstaat bij circa 20% van alle graafwerkzaamheden schade aan kabels en

leidingen. Dat zijn ongeveer 35.000 gevallen, goed voor een directe schadepost van

zo'n €25 miljoen per jaar. (3)

Graafschades leiden tot onnodige kosten voor de betrokkenen en leveren ongemak

op wanneer elektriciteit, water, gas, internet of telefoon uitvallen. Leidingen met

gevaarlijke inhoud, als voorbeeld olie of gas geven een risico voor de omgeving. De

overheid streeft ernaar om graafschades zoveel mogelijk te beperken.

Weesleidingen:

De wet WION zorgt ervoor dat kabels en leidingen landelijk geregistreerd staan bij

het Kadaster in het KLIC-systeem. Er zijn echter ook kabels en leidingen aanwezig

die niet geregistreerd staan bij KLIC, dit worden weesleidingen genoemd.

Oud naar nieuw:

Oude kabels en leidingen zijn oorspronkelijk op papieren kaarten vastgelegd. Teke-

ningen van vroeger waren veel minder gedetailleerd als tegenwoordige GIS en CAD

programma’s. Bij de digitalisering hiervan treed er nog eens een extra onnauwkeu-

righeid op.

Regionale diensten Rijkswaterstaat:

Voorafgaand aan dit onderzoek is er bij de regionale gesprekken van Rijkswater-

staat naar voren gekomen dat een aantal regionale diensten problemen ondervinden

met kabels en leidingen. Het is onbekend waar informatie vastgelegd moet worden,

dit geeft aan dat de informatievoorziening momenteel niet duidelijk genoeg is.

Er is naar voren gekomen dat regionale diensten vaak een verschillend beleid hante-

ren betreffende kabels en leidingen. Dit is lastig maar wel begrijpbaar aangezien er

regionaal verschillende risico’s of belangen zijn. Deze regionale verschillen maken

de informatievoorziening betreffende kabels en leidingen er niet duidelijker op.

Page 16: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 16 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Landelijke diensten, regionale diensten en districten:

Rijkswaterstaat is een complexe organisatie. Met zoveel diensten en districten die

met kabels en leidingen te maken hebben is het al een uitdaging om de informatie-

voorziening regionaal op orde te krijgen. Landelijk met nog meer betrokkenen is het

een nog grotere uitdaging om de informatievoorziening op orde te krijgen. Rijkswa-

terstaat streeft naar een duidelijk landelijk uniform beleid en besteed hier veel aan-

dacht aan.

1.1.1 Doelstelling en probleemstellingen

De doelstelling en probleemstellingen zetten het kader van het afstudeeronderzoek

neer.

Doelstelling:

Rijkswaterstaat een advies aanbieden waarmee zijzelf haar informatievoorziening

betreffende kabels en leidingen op orde kan stellen.

Dit doel is van belang voor Rijkswaterstaat, omdat de huidige informatievoorziening

voor praktische problemen in haar uitvoerende beheertaak zorgt. Deze problemen

zijn geschetst in paragraaf 1.1 en zijn zowel extern als intern merkbaar.

De uitdaging in dit afstudeeronderzoek en de hindernis in het bereiken van de doel-

stelling, is dat de achterliggende oorzaken van de problemen onduidelijk zijn. In

welke stap of stappen van het informatieproces komt dit naar voren en waar vindt

dit plaats binnen de regio’s van Rijkswaterstaat en extern bij andere instanties?

Stappen informatieproces: behandeld in subparagraaf 2.1.2.

1. Informatiebehoefte

2. Informatie-inwinning

3. Opslag en beheer

Het doel van dit onderzoek is om Rijkswaterstaat zoveel mogelijk van dienst te zijn

met een advies waarmee zijzelf haar informatievoorziening betreffende kabels en

leidingen op orde kan stellen. Het ligt buiten de mogelijkheden om binnen dit onder-

zoek de problemen ook daadwerkelijk op te lossen.

Het advies wordt opgebouwd uit alle bevindingen van het onderzoek. Deze bevin-

dingen volgen uit de antwoorden op de probleemstellingen.

Om het doel te realiseren zijn de volgende probleemstellingen opgesteld:

Probleemstelling 1:

Wat zijn de informatiebehoeften van Rijkswaterstaat ten aanzien van kabels en lei-

dingen en welke dataopslagsystemen er zijn en gebruikt worden. Hoe, waar en hoe

toegankelijk is deze informatie?

Probleemstelling 2:

Welke meettechnieken worden gebruikt om de positie van kabels en leidingen te

bepalen, en wat zijn de beperkingen, nauwkeurigheden en toepasbaarheden van

deze technieken?

De probleemstellingen zijn de belangrijkste vragen die met ons onderzoek beant-

woord moeten worden. Deze worden beantwoord door middel van de onderzoeks-

vragen.

Page 17: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 17 van 193

1.1.2 Onderzoeksvragen

Met de onderzoeksvragen worden de informatiebehoefte, informatie-inwinning en

dataopslag en –beheer van kabels en leidingen onderzocht.

De informatiebehoefte:

Met de onderzoeksvragen 1 t/m 3 van probleemstelling 1 worden antwoorden ge-

zocht in het onderzoek over de informatiebehoefte, een van de aspecten van een

goede informatievoorziening.

1. Wat is de informatiebehoefte naar kabels en leidingen van Rijkswaterstaat,

en welke verschillende afdelingen en diensten hebben behoefte aan informa-

tie of data?

Met deze eerste onderzoeksvraag wordt de informatiebehoefte binnen Rijkswater-

staat geïnventariseerd, met de subvragen:

Welke informatiebehoefte is er?

Vanuit welke primaire processen komt deze informatiebehoefte voort?

Wie heeft deze behoefte en vanuit welke verantwoordelijkheid en rol?

De informatiebehoefte wordt vanuit landelijke en regionale diensten bekeken.

2. Wat is de informatiebehoefte vanuit externe bedrijven?

Als aanvulling op de inventarisatie van de interne informatiebehoefte wordt ook de

informatiebehoefte van externe partijen bekeken. Dit is nuttig om de mogelijkheden

van een samenwerking tussen externe kabel- en leidingeigenaren met Rijkswater-

staat te bekijken. Voor Rijkswaterstaat geeft dit een compleet beeld van de landelijk

benodigde en beschikbare informatie over kabels en leidingen.

Bij het onderzoek ligt het accent op Rijkswaterstaat, de externe informatiebehoefte

zal niet volledig zijn.

3. Hoe toegankelijk is de informatiebehoefte betreffende kabels en leidingen?

Om naar het eindproduct van het onderzoek toe te werken wordt deze onderzoeks-

vraag gesteld. Hoe goed is de inventarisatie van de informatiebehoefte samen te

stellen, dit wordt meegenomen in de bevindingen van het onderzoek.

Opslag en beheer door middel van dataopslagsystemen:

Met de onderzoeksvragen 4 t/m 6 van probleemstelling 1 worden antwoorden ge-

zocht in het onderzoek over de opslag en beheer door middel van dataopslagsys-

temen, een van de aspecten van een goede informatievoorziening.

4. Welke hedendaagse dataopslagsystemen zijn er, wat is de inhoud & werking

en hoe wordt data opgeslagen en beschikbaar gemaakt

Er wordt een overzicht gemaakt welke dataopslagsystemen er zijn en gebruikt wor-

den binnen Rijkswaterstaat. De inhoud en werking van deze systemen moet worden

beschreven. Daarbij komen vragen naar voren over de inhoudelijke kwaliteit van de

opgeslagen data en hoe de data wordt beheerd en opgeslagen.

Page 18: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 18 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

5. Aan welke eisen moet een dataopslagsysteem inhoudelijk voldoen vanuit de

informatiebehoefte van de verschillende gebruikers?

Met deze onderzoeksvraag wordt er gekeken waar een dataopslagsysteem inhoude-

lijk aan moet voldoen vanuit de geïnventariseerde informatiebehoefte.

De beschikbare systemen zullen worden beoordeeld op grond van de eisen vanuit de

verschillende gebruikers.

6. Aan welke eisen moet de beschikbaarheid/toegankelijkheid van een dataop-

slagsysteem voldoen, vanuit de informatiebehoefte van de verschillende ge-

bruikers?

Als aanvulling op de vorige onderzoeksvraag wordt er met deze onderzoeksvraag

gekeken waar een dataopslagsysteem qua beschikbaarheid en toegankelijkheid aan

moet voldoen vanuit de informatiebehoefte van alle gebruikers.

Informatie-inwinning met meettechnieken

De onderzoeksvragen 7 t/m 10 hebben betrekking op van het onderdeel inwinning

van het informatieproces.

7. Wat zijn de nauwkeurigheidseisen voor de positionering van de verschillende

soorten kabels en leidingen?

Vanuit de informatiebehoefte en wettelijke eisen wordt er met deze onderzoeks-

vraag gekeken wat de nauwkeurigheidseisen zijn voor de positionering in x, y en z.

van de verschillende soorten kabels en leidingen. Er wordt gekeken welke factoren,

zoals risico’s, soort kabel en leiding en omgeving, invloed hebben op de nauwkeu-

righeidseisen.

8. Welke meettechnieken worden gebruikt om de ligging van kabels en leidin-

gen te bepalen?

Kabels en leidingen zijn lastig in te meten, omdat deze voornamelijk onder de wa-

terbodem liggen. Bovendien zijn er kabels en leidingen van verschillende materialen

en diameters. Met deze onderzoeksvraag wordt beantwoord welke meettechnieken

er geschikt zijn om kabels en leidingen in te meten. Er wordt gekeken naar het

meetprincipe en de bijhorende nauwkeurigheid, resolutie, en de beperkingen van de

techniek.

9. Wat is de toepassing van de verschillende meettechnieken op de verschil-

lende kabels en leidingen.

Als aanvulling op de vorige onderzoeksvraag wordt er gekeken naar de toepasbaar-

heid van de besproken technieken op verschillende kabels en leidingen. Nogmaals

wordt er naar het meetprincipe gekeken met de nauwkeurigheid, resolutie en be-

perkingen van de techniek.

Page 19: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 19 van 193

10. Voldoet de ingewonnen data aan de eisen vanuit de gebruikers hun informa-

tiebehoefte?

Met deze onderzoeksvraag wordt er gekeken of de ingewonnen data ook aan de

eisen van de gebruikers voldoet. Deze onderzoeksvraag wordt gesteld zodat er naar

het eindproduct van het onderzoek toe gewerkt wordt.

De analyse van de onderzoeksvragen 1 tot en met 10 resulteert in een advies over

de informatievoorziening van kabels en leidingen.

1.1.3 Afbakening

Wat valt er binnen en buiten het onderzoek? Dit is heel belangrijk om te weten voor

de lezers van dit rapport. Wat valt er binnen het onderzoek? Maar wat er vooral

belangrijk is, is wat er buiten beschouwing is gelaten in de analyses, bevindingen,

conclusies en het advies. Zo kan er op een goede manier naar dit rapport gekeken

worden.

Binnen:

- Kabels en leidingen binnen Nederland.

- Dit onderzoek gaat over kabels en leidingen in het natte areaal van Rijkswa-

terstaat. Dit houdt in dat we ons beperken tot kabels en leidingen in de zee,

meren, dijken en rivieren.

- Een advies betreffende de informatievoorziening van kabels en leidingen,

beperkt tot de informatiebehoefte, informatie-inwinning, dataopslag en be-

heer.

- Een advies waarin de landelijke samenwerking met het Kadaster en eigena-

ren meegenomen wordt.

- De belangen van Rijkswaterstaat worden meegenomen in het advies, de be-

langen van externe partijen blijven buiten grotendeels beschouwing.

- Het onderzoek gaat uit van de informatie die verkregen is van de medewer-

kers bij de regionale diensten waar een interview is gehouden.

Buiten:

- Alles wat er buiten Nederland aan kabels en leidingen ligt wordt niet onder-

zocht.

- De kabels en leidingen op het land vallen buiten het onderzoek, aangezien

de studie hydrografie zich op water concentreert.

- De implementatie van het advies valt buiten dit onderzoek.

- Het product (advies) zal bruikbaar zijn voor Rijkswaterstaat, de belangen

van externe partijen worden buiten beschouwing gelaten.

- Wij hebben niet alle diensten die te maken hebben met kabels en leidingen

gesproken. Het is hierdoor mogelijk dat zaken buiten beeld zijn gebleven.

- Dit onderzoek is beperkt in tijd, niet alle aspecten kunnen in detail worden

uitgewerkt.

- Een uitgebreid nauwkeurigheidsonderzoek qua meettechnieken valt buiten

dit onderzoek.

Page 20: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 20 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

1.1.4 Werkwijze

Met dit onderzoek over de informatievoorziening van kabels en leidingen wordt er

gekeken naar achterliggende oorzaken van een onordelijke informatievoorziening.

Dit om een advies voor Rijkswaterstaat op te stellen, het doel van dit onderzoek.

Het informatieproces verzorgt de informatievoorziening met de aspecten: informa-

tiebehoefte, informatie-inwinning en opslag en beheer van data en gegevens.

De probleemstellingen met onderzoeksvragen zijn opgesteld om deze aspecten van

de informatievoorziening en informatieproces te onderzoeken. Er is een groot aantal

interviews gehouden om de onderzoeksvragen en daarmee de probleemstellingen te

beantwoorden. Deze interviews zijn gehouden binnen Rijkswaterstaat bij landelijk

en regionale diensten met het doel de informatiebehoefte vast te stellen, en bij een

aantal externe partijen die betrokken zijn om dit beeld ook landelijk vast te stellen.

Tevens is er bij deze interviews binnen Rijkswaterstaat vastgesteld welke dataop-

slagsystemen er zijn en gebruikt worden.

Voor de nodige toevoeging van kennis over meettechnieken zijn er bezoeken ge-

bracht aan enkele surveybedrijven om deze te interviewen over de verschillende

meettechnieken en de werking van de technieken in de praktijk te zien. Hiermee is

ook kennis verzameld over de mogelijke nauwkeurigheid waarmee kabels en leidin-

gen ingemeten kunnen worden.

Om de kennis over kabels en leidingen te vergroten is er ook gebruik gemaakt van

literatuur. Voor de interviews gehouden werden is er verdieping geweest in de toen

beschikbare literatuur. Tijdens de interviews hebben experts ook aangegeven welke

literatuur aanvulling gaf op het gesprek en onderzoek.

De kennis voor dit onderzoek komt voornamelijk uit de interviewgesprekken. Mede-

werkers die bereid waren uitleg te geven over de procedures en het beleid betref-

fende kabels en leidingen bij hun eigen dienst. Het aangeven van hun informatiebe-

hoefte en welke dataopslagsystemen zij in gebruik hadden. Ook waar zij problemen

zagen en ondervonden betreffende de informatievoorziening van kabels en leidin-

gen.

Met dit onderzoek is er kennis van een landelijk overzicht binnen en buiten Rijkswa-

terstaat, en de achterliggende oorzaken van een onordelijke informatievoorziening.

Vanuit alle kennis die opgedaan is uit het onderzoek zijn een aantal bevindingen

neergezet. Gezien het grote aantal bevindingen en de complexheid van het onder-

werp wordt het advies in een aantal scenario’s gepresenteerd.

Deze bevindingen en scenario’s met aanbevelingen zijn onderling en in gesprekken

met medewerkers informatievoorziening en de onderzoeksbegeleider bediscussi-

eerd.

Page 21: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 21 van 193

1.2 Leeswijzer

In de leeswijzer staan de structuur en opbouw van dit onderzoeksrapport omschre-

ven. Daarom kan de lezer met de leeswijzer terug vinden waar informatie in het

rapport te vinden is. Er kan bijvoorbeeld met de leeswijzer specifiek naar een on-

derwerp binnen het rapport gezocht worden of er kan gelijk naar de uitkomst en

bevindingen van dit onderzoek gezocht worden. Dit is zeer handig om je als lezer te

oriënteren binnen dit verslag. Het onderzoeksrapport is globaal opgebouwd uit drie

onderdelen, de introductie van het onderzoek en onderwerp, het onderzoek zelf en

een analyse van de bevindingen met het advies.

Introductie van het onderwerp en onderzoek:

In hoofdstuk 1 en 2 vind de lezer informatie over het onderwerp en onderzoek, dit is

de introductie van het onderzoeksrapport. Hoofdstuk 1 bevat informatie over hoe

het onderzoek in elkaar zit. Hierin wordt het onderwerp geïntroduceerd en wordt het

doel van dit onderzoek uitgelegd, met een formulering van de doelstelling en twee

probleemstellingen. Met de doelstelling, probleemstellingen, onderzoeksvragen en

werkwijze wordt de opbouw van dit onderzoek uitgelegd. Als afsluiting bevat de

afbakening informatie over wat er in en buiten het onderzoek valt en geeft deze

leeswijzer aan waar informatie is te vinden in het rapport.

Hoofdstuk 2 bevat alle informatie die de lezer voorafgaand moet kennen om zich in

het onderzoek te kunnen verdiepen. Dit houdt in informatie over de organisatie, alle

nationale betrokkenen bij kabels en leidingen en het wettelijke kader van kabels en

leidingen.

Het onderzoek zelf:

Hoofdstuk 3 t/m 7 is een rapportage van het onderzoek zelf en wordt ieder aspect

van de informatievoorziening onderzocht. In hoofdstuk 3 wordt de inventarisatie van

de informatiebehoefte beschreven en daarmee zijn de informatiebehoefte van regio-

nale diensten vastgesteld. In hoofdstuk 4 wordt een mogelijke samenwerking van

Rijkswaterstaat met externe kabel- en leidingeigenaren beschreven. Een mogelijke

samenwerking met externe partijen kan namelijk helpen om te voorzien in de in-

formatiebehoefte. Hoofdstukken 5 en 6 houden zich bezig met de meettechnieken

om kabels en leidingen in te meten. Hoofdstuk 5 is een introductie op de meettech-

nieken, hier worden belangrijke termen en principes uitgelegd. In hoofdstuk 6 wordt

het toepassingsonderzoek van deze meettechnieken beschreven. De systemen voor

de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens worden uitgebreid beschreven in

hoofdstuk 7.

Analyse van het onderzoek, de bevindingen en het advies:

Hoofdstuk 8 en 9 beschrijven het onderzoeksproduct, de analyse van het onderzoek

zelf. De bevindingen staan geschreven in hoofdstuk 8 en het advies staat gegeven

in hoofdstuk 9. De bevindingen houden zich bezig met ieder aspect van de informa-

tievoorziening en uit alle bevindingen is het advies over de informatievoorziening

opgesteld.

Advies aan de lezer:

Wanneer de lezer kennis heeft van het onderwerp en Rijkswaterstaat, zijn voorna-

melijk hoofdstuk 3, 5, 6, 8 en 9 van belang. Als de lezer geïntroduceerd moet wor-

den in het onderwerp is het van belang om hoofdstuk 1 en 2 grondig door te ne-

men.

Page 22: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 22 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

2 Algemene toepassingen van kabels en leidingen

In dit hoofdstuk wordt de benodigde achtergrondinformatie gegeven om dit onder-

zoek te begrijpen. Als eerste wordt Rijkswaterstaat organisatie beschreven en daar-

na de rol van alle betrokkenen bij kabels en leidingen. Als slot wordt het wettelijke

kader op kabels en leidingen toegelicht.

2.1 Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en

Milieu. Het ministerie stelt het beleid vast, Rijkswaterstaat voert dit uit. Rijkswater-

staat beheert en onderhoudt de grote vaarwegen, rijkswegen en rijkswateren.

Rijkswaterstaat werkt aan de vlotte en veilige doorstroming van het verkeer, aan

een veilig en schoon landelijk watersysteem en aan de bescherming van ons land

tegen overstromingen.’ (42)

2.1.1 Organisatie

Rijkswaterstaat is een grote organisatie met verantwoordelijkheid voor een aantal

beheertaken in Nederland. Een van de bekendste hiervan is te zorgen dat ons land

geen last heeft van wateroverlast. Een andere bekende taak is bijvoorbeeld het re-

gelen van de doorstroming van verkeer op de grote wegen en vaarwegen. Rijkswa-

terstaat heeft dus grote verantwoordelijkheden in Nederland.

De verantwoordelijkheden van Rijkswaterstaat van hun beheertaken zijn omschre-

ven in de volgende vier kerndoelen:

droge voeten,

voldoende en schoon & gezond water,

betrouwbaar, vlot en veilig verkeer over water

en betrouwbare en bruikbare informatie. (7)

Het onderzoek kabels en leidingen valt onder het kerndoel ‘betrouwbare en bruikba-

re informatie’. Om in deze verantwoordelijkheid te kunnen voorzien bij kabels en

leidingen, is een goede informatievoorziening nodig.

Om al die kerndoelen ten uitvoer te kunnen brengen heeft Rijkswaterstaat een goed

gestructureerde organisatie nodig.

Structuur:

Rijkswaterstaat bestaat uit verschillende diensten waaronder landelijke diensten,

regionale diensten en projectdirecties. Na april 2013 is er een reorganisatie en zal

de structuur van de organisatie er anders uit zien. De taken en verantwoordelijkhe-

den van Rijkswaterstaat zullen niet veranderen.

Het onderzoek is uitgevoerd bij de landelijke Waterdienst, waartoe de afdelingen

WGKI (Water en Gebruik, Kennis en Informatie) en WGML (Water en Gebruik, Moni-

toring en Laboratorium) behoren. WGKI is verantwoordelijk voor het vaststellen van

informatiebehoefte. WGML vertaalt deze behoefte naar een strategie en coördineert

de informatie-inwinning.

Page 23: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 23 van 193

Een andere landelijke dienst is de Data-ICT-Dienst (DID). De DID beheert alle gege-

vens (databases) en de ICT-infrastructuur van Rijkswaterstaat. Bovendien is specia-

listische kennis over meettechnieken bij de DID ondergebracht.

Bij de regionale diensten van Rijkswaterstaat zijn de meeste beheertaken belegd,

waarvan de praktische uitvoering bij de districten is ondergebracht. Een belangrijke

taak is het beheer en onderhoud van de infrastructuur (wegen en vaarwegen).

Voor de uitvoering van tal van metingen op en in het water zijn 8 meet- en informa-

tiediensten (MID-en) aanwezig. Sinds 1 januari 2012 vallen de regionale meet- en

informatiediensten onder de DID. Deze diensten verzorgen zelf de metingen of be-

steden deze uit aan bedrijven, bijvoorbeeld surveybedrijven.

Het overzicht van de structuur van Rijkswaterstaat staat in figuur 2-1.

Figuur 2-1: Organigram Rijkswaterstaat, geldig tot 1/4/2013

Page 24: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 24 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

De regionale diensten hebben meerdere districten voor het natte en droge die zich

met beheertaken bezig houden. Gegevenseigenaren en beheerders zijn verantwoor-

delijk voor de gegevens van deze beheertaken. Elke regionale dienst heeft enkele

medewerkers informatievoorziening (MIV), die verantwoordelijk zijn voor de infor-

matie van districten. Zij voeren landelijk MIV-overleg om ervaring en kennis uit te

wisselen en afspraken te maken om zo uniform mogelijk te werken.

Voor het onderzoek is er aan het begin een MIV-overleg bijgewoond, voor informatie

en contacten op het gebied van kabels en leidingen. In dit overleg is naar voren

gekomen dat het proces van kabels en leidingen onduidelijk is. Ook is de informa-

tievoorziening betreffende kabels en leidingen in relatie met de wet WION onduide-

lijk. Dit houdt in dat medewerkers met verschillende taken geen zicht hebben op de

taken van andere medewerkers, welke informatie er over kabels en leidingen nodig

is en welke bijdrage dit levert aan verschillende taken. Processen, taken en verant-

woordelijkheden met betrekking tot kabels en leidingen zijn niet helder. Dit is een

toevoeging van de problemen zoals deze geschetst staan in paragraaf 1.1.

2.1.2 Informatiecirkel

Het informatieproces houdt zich bezig met de organisatie van het informatieproces

dat plaatsvindt binnen Rijkswaterstaat, zowel als het proces zelf dat plaatsvindt met

de informatie en data betreffende kabels en leidingen.

Het kader van het onderzoek, probleemstellingen en onderzoeksvragen zijn op dit

proces gebaseerd.

Informatievoorziening zorgt ervoor dat de juiste benodigde informatie structureel

goed aangeboden wordt door middel van goede opslag en beheer van kabel- en

leidinggegevens en informatie.

De algemene informatiecirkel van Rijkswaterstaat is als opzet gebruikt voor het

informatieproces van kabels en leidingen zoals afgebeeld in figuur 2-2.

Page 25: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 25 van 193

Figuur 2-2: Informatieproces

Het informatieproces verzorgt de informatievoorziening, en bestaat uit de volgende

stappen:

Informatiebehoefte (stap I):

De vraag naar informatie over kabels en leidingen vanuit het werkveld. Deze vraag

komt voort uit de primaire processen van Rijkswaterstaat, zoals omschreven in de

volgende subparagraaf.

Informatie-inwinning (stap II):

Op grond van de informatiebehoefte (stap I) wordt een informatiestrategie opge-

steld, en dit leidt tot de inwinning van informatie. Data-inwinning kan plaatsvinden

door middel van meettechnieken waar de ligging van kabels en leidingen mee be-

paald wordt en/of uit opleverdossiers van aannemers. Ook kan data ingewonnen

worden door contact te leggen met eigenaren die over de meetgegevens bij aanleg

beschikken, een as-laid/as-build tekening.

Opslag en beheer (stap III):

De informatie moet worden opgeslagen in een of meer opslagsystemen. Bovendien

is het belangrijk dat deze informatie ook goed beheerd wordt. Vanuit deze systemen

komt de informatie beschikbaar voor het primaire proces.

Page 26: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 26 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

2.1.3 Primaire processen

Rijkswaterstaat kent 6 primaire processen. Aanleg, Beheer en Onderhoud, Ver-

keersmanagement hoofdwegennet, Verkeersmanagement hoofdvaarwegennet, Wa-

termanagement en BOA (Beleidsondersteuning en advisering). Het proces vergun-

ningverlening en -handhaving is een subproces van het primaire proces Waterma-

nagement.

De netwerken hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem vallen

dwars over de primaire processen heen. (Figuur 2-3) Vanuit deze primaire proces-

sen en netwerken komen er intern informatiebehoeften voort en worden deze ook

binnen Rijkswaterstaat geïnventariseerd om een uniform beleid na te streven in de

informatievoorziening.

Kabels en leidingen is hier een voorbeeld van, ook in dit onderzoek wordt de infor-

matiebehoefte vanuit Rijkswaterstaat geïnventariseerd aan de hand van de primaire

processen.

De primaire processen zijn een structurele weergave van de werkzaamheden binnen

Rijkswaterstaat, om aan haar verantwoordelijkheden en beheertaken te voldoen.

Figuur 2-3: Primaire processen en netwerken

De processen vergunningverlening en aanleg hebben allebei te maken met kabels

en leidingen. Binnen het proces vergunningverlening worden bijvoorbeeld vergun-

ningen verleend om te graven of/en een kabel in het beheergebied te mogen leg-

gen. Hiervoor moet eerst worden uitgezocht of er al kabels en leidingen op die plek

liggen. Bij het graven voor de aanleg van een object als een sluis of weg is Rijkswa-

terstaat zelf verantwoordelijk en moet bekend zijn waar de kabels en leidingen lig-

gen en wie verantwoordelijk is voor eventuele noodzakelijke omleggingen.

Vanuit deze primaire processen komen informatiebehoeften voort. Bijvoorbeeld

wanneer er besloten wordt om te baggeren, heeft de uitvoering informatiebehoefte

naar de ligging van de kabels en leidingen. (Figuur 2-3: Primaire processen en net-

werken)

Page 27: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 27 van 193

2.2 Betrokkenen bij kabels en leidingen

In deze paragraaf worden de verschillende rollen van de betrokkenen bij kabels en

leidingen omschreven. Bij deze omschrijvingen van de eigenaren, de beheerders, de

vergunningverleners en handhavers en het Kadaster, staat de rol van Rijkswater-

staat centraal.

2.2.1 Eigenaren

Alle kabels en leidingen hebben een eigenaar en dat brengt verantwoordelijkheden

met zich mee. In dit onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen kabels en leidin-

gen van derden en die van Rijkswaterstaat.

Verantwoordelijkheid eigenaren

De eigenaar van een kabel of leiding is verantwoordelijk voor zijn eigendom. Hij

moet onder andere zorgen dat:

- zijn eigendom vergund is,

- zijn eigendom aan de vergunningseisen voldoet,

- de risico’s bekend zijn en ingeperkt worden,

- het vervoer van producten door de kabel of leiding goed verloopt,

- zijn eigendom wordt onderhouden,

- zijn eigendom in KLIC (zie 2.2.4, 2.4.1 en 7.1.1) geregistreerd is en

- eventuele problemen opgelost worden.

Rol Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat heeft twee verschillende rollen; de rol als eigenaar van kabels en

leidingen en een rol ten opzichte eigenaren.

1. Rijkswaterstaat is eigenaar van een klein percentage van de kabels en lei-

dingen in Nederland. Dit zijn voornamelijk kabels die naar rijkswaterstaats-

werken, zoals bruggen, sluizen en waterkeringen lopen. Langs de rijkswegen

lopen veel meer kabels en leidingen van Rijkswaterstaat, maar deze blijven

in dit onderzoek buiten beschouwing.

2. De rol van Rijkswaterstaat ten opzicht van eigenaren is het verlenen van

vergunningen voor de beheergebieden van Rijkswaterstaat en het handha-

ven van deze vergunningen. (zie 2.2.3)

2.2.2 Beheerders

De eigenaar van een kabel of leiding kan een beheerder aanstellen over één, meer-

dere of alle taken van zijn verantwoordelijkheden, maar de eigenaar blijft de ver-

antwoordelijkheid voor haar kabels en leidingen houden. Vaak blijft de eigenaar ook

beheerder van zijn kabel of leiding. Zo is Rijkswaterstaat niet alleen eigenaar van

zijn kabels en leidingen, maar meestal ook beheerder daarvan.

Verantwoordelijkheid beheerder

De beheerder heeft de verantwoordelijkheid over de taken die de eigenaar hem

heeft toegewezen.

Page 28: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 28 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Rol Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat heeft verschillende rollen betreffende beheerder.

1. Rijkswaterstaat kan het beheer van haar kabels en leidingen uitbesteed

hebben of zelf behouden.

2. De rol van Rijkswaterstaat ten opzichte van de beheerders is het controleren

of kabels en leidingen aan de vergunningseisen voldoen. Dit is onderdeel

van vergunningverlening en -handhaving. (zie 2.2.3)

Binnen Rijkswaterstaat zijn verschillende termen voor beheerders en eigenaren naar

voren gekomen, zoals leidingbeheerders en vergunninghouders. In dit rapport wordt

er alleen gewerkt met de termen eigenaar en beheerder.

2.2.3 Vergunningverlening en -handhaving

Voor alle kabels en leidingen die in het beheergebied van Rijkswaterstaat worden

gelegd, moet een vergunning vanuit de Waterwet en/of de Wet beheer rijkswater-

staatswerken (zie 2.4) aangevraagd worden bij Rijkswaterstaat.

Niet alleen Rijkswaterstaat verleent en handhaaft de vergunningen vanuit de Wa-

terwet. Ook de waterschappen of anderen van wie een gebied is kunnen vergunnin-

gen verlenen voor kabels en leidingen. Vanuit de Mijnbouwwet worden ook vergun-

ningen aangaande leidingen gegeven door het ministerie van Economische Zaken

(EZ).

Verantwoordelijkheid vergunningverlener en handhaver

De vergunningverlener is verantwoordelijk voor het uitgeven van de juiste vergun-

ning met vergunningseisen die passen bij het risicobeleid voor de veiligheid van het

betreffende gebied.

De handhavers zijn verantwoordelijk om te controleren of de kabels en leidingen

aan de vergunning voldoen. In de verleende vergunning staan eisen over hoe de

vergunning gehandhaafd wordt. Er staat in vastgesteld wie er verantwoordelijk is

wanneer er niet aan de vergunning voldaan wordt. Over het algemeen is de eige-

naar of beheerder dan verantwoordelijk, maar er kan zich een situatie voordoen

waardoor de beheerder van het gebied of een baggeraar verantwoordelijk is, bij-

voorbeeld bij een verzakking. De verantwoordelijkheid voor de risico’s van de kabels

en leidingen blijft altijd bij de eigenaar. Om de risico’s te beperken moet de handha-

ver de eigenaar of beheerder van een kabel of leiding erop aanspreken wanneer

deze niet aan de vergunningseisen voldoet.

Rol Rijkswaterstaat

De rol van Rijkswaterstaat is:

1. als vergunningverlener optreden vanuit de Waterwet en de juiste ver-

gunningseisen stellen om risico’s in te perken en

2. als handhaver optreden. Dit om goed toe te zien op de veiligheid van

het beheergebied van Rijkswaterstaat en eigenaren erop te wijzen wan-

neer hun eigendom niet aan de gestelde vergunningseisen voldoen.

Page 29: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 29 van 193

2.2.4 Kadaster

Het Kadaster is de verzamelplaats voor informatie over kabels en leidingen in het

systeem van KLIC, het kabels en leidingen informatie centrum. (zie 7.1.1) Het Ka-

daster onderhoudt dit systeem op grond van de WION, de Wet informatie-

uitwisseling ondergrondse netten. (zie 2.4.1)

Verantwoordelijkheid Kadaster

De rol van het Kadaster hierin is om de gegevens over alle kabels en leidingen goed

geregistreerd te hebben en deze gegevens te leveren wanneer hiervoor een melding

wordt gedaan. Hierdoor worden schades bij grondwerkzaamheden voorkomen.

Rol van Rijkswaterstaat

1. Rijkswaterstaat moet zorgen dat zijn eigendommen in KLIC geregistreerd

staan, net als alle andere eigenaren van kabels en leidingen.

2. Rijkswaterstaat moet net als alle andere eigenaren de eigen gegevens goed

bijhouden, om de juiste gegevens aan KLIC te kunnen leveren.

3. Wanneer er een KLIC-melding gedaan wordt in de buurt van haar eigendom

moet Rijkswaterstaat haar gegevens verstrekken aan de grondroerder.

Rijkswaterstaat maakt gebruik van KLIC als afnemer in geval van aanlegwerkzaam-

heden.

2.2.5 Rijkswaterstaat als gebiedsbeheerder

Rijkswaterstaat is de beheerder van grote gebieden die deel uitmaken van het

hoofdwatersysteem. Deze gebieden zijn opgesplitst in een aantal beheergebieden,

die ieder onder de verantwoordelijkheid van een regionale dienst vallen.

Verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat als gebiedsbeheerder

Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de veiligheid van haar beheergebied.

In beheer en onderhoud van het gebied moet de veiligheid voor omgeving

en milieu gewaarborgd worden.

Voor beheer en onderhoud moeten de regionale diensten ook over de juiste

gegevens beschikken. Voor:

o Gegevens voor beheer en onderhoud van het gebied

o Gegevens (eigen en van derde) voor een risicoschatting.

Voor vergunningverlening en -handhaving moeten de juiste gegevens ter

beschikking staan, om de juiste voorwaarden te stellen en deze goed te

kunnen handhaven.

Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor aanlegprojecten in haar beheerge-

bied. Hierbij mogen geen risico’s ontstaan. Daarvoor zijn ook de benodigde

gegevens nodig; de informatiebehoeften.

Rijkswaterstaat heeft de verantwoordelijkheid om over de benodigde gege-

vens te beschikken, of dit nu eigen gegevens zijn of toegankelijke informatie

van derden. Dit om haar taak en verantwoordelijkheid te kunnen volbren-

gen.

Wanneer Rijkswaterstaat de enige beheerder is van het gebied, is zij verantwoorde-

lijk om het gebied goed op orde te houden.

Page 30: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 30 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Rol van eigenaren en beheerders

De rol van de eigenaren en de beheerders is:

1. hun eigendommen goed te beheren en onderhouden.

2. ervoor zorgen dat de risico’s ten gevolge van hun eigendom beheerd blijven

en beperkt worden.

a. Daardoor blijven gedeeltelijk ook risico’s voor de veiligheid van het

milieu en de omgeving gewaarborgd.

Eigenaren zijn verantwoordelijk voor de gevolgen voor het beheergebied van Rijks-

waterstaat wanneer er iets mis loopt door hun eigendom.

2.3 Aanwezige kabels en leidingen

Er zijn veel kabels en leidingen binnen het Nederlands grondgebied. Dit betreft zo-

wel kabels en leidingen in het water, de Noordzee, Waddenzee, meren en rivieren,

als kabels en leidingen in de grond. Kabels en leidingen onder de grond worden bui-

ten beschouwing gelaten zijn in het onderzoek.

Het merendeel van kabels en leidingen staan nationaal geregistreerd in KLIC. Naast

de ligging staan kabels en leidingen gecategoriseerd door middel van het thema.

Deze vijftien thema's geven aan welke kabels en leidingen er in Nederlands grond-

gebied liggen en is een uitvoering van de wet WION, de wet informatie ondergrond-

se netwerken. Deze staan omschreven in het IMKL, Informatie Model Kabels en

Leidingen. (zie 7.1.1 )

In deze paragraaf worden de aanwezige kabels en leidingen omschreven door mid-

del van de thema's. In deze paragraaf wordt ook naar mantelbuizen gewezen en er

wordt aangegeven welke kabels en leidingen Rijkswaterstaat zelf beheert.

KLIC thema’s: (43)

1. Buisleiding gevaarlijke inhoud

Een net met gevaarlijke inhoud is in de WION gedefinieerd als een buisleiding die

behoort de Wet milieubeheer.1

De volgende leidingen vallen onder buisleiding gevaarlijke inhoud:

Aardgasleidingen met een uitwendige diameter van meer dan 50 mm en een

druk van meer dan 16 bar.

Buisleidingen voor het vervoer van brandbare vloeistoffen van de categorie-

en K1, K2 of K3, met een uitwendige diameter van meer dan 100 mm.

Buisleidingen voor andere gevaarlijke stoffen dan hiervoor bedoeld, waar-

voor het plaatsgebonden risico op een afstand van 5 m gemeten vanaf het

hart van de buisleiding hoger is dan 10-6 per jaar.

Een net kan vallen onder buisleidingen gevaarlijke inhoud door:

Plaatsgebonden risico: risico op een plaats buiten een inrichting, een trans-

portroute of een buisleiding, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon

die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als

rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting, op die

transportroute of met die buisleiding, waarbij een gevaarlijke stof betrokken

is.

1 Krachtens artikel 12.12, tweede lid, aangewezen categorie. De aanwijzing van deze catego-rieën heeft plaatsgevonden door middel van het Registratiebesluit externe veiligheid, i.h.b. artikel 6, lid 1 (Staatsblad 2006, 656) in combinatie met definities uit artikel 1.

Page 31: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 31 van 193

Categorie K1: een product niet zijnde een brandbaar gas met een vlampunt

dat, bepaald met het toestel van Abel-Pensky, bij een druk van 1 bar lager

is dan 21°C.

Categorie K2: een product met een vlampunt dat, bepaald met het toestel

van Abel-Pensky, bij een druk van 1 bar ligt tussen de 21°C en 55°C.

Categorie K3: een product met een vlampunt dat, bepaald met het toestel

van Pensky-Martens, bij een druk van 1 bar hoger is dan 55°C en lager is

dan 100°C.

2. Gas hoge druk

Een gasleiding hogedruk (HD) heeft een drukniveau hoger dan 200 mbar en bestaat

uit een hoofdleiding en een aansluitleiding. HD druksoorten: 8, 4, 1 bar.

Opmerking: In de praktijk kunnen netten vanaf 200 mbar bij HD voorkomen.

3. Gas lage druk

Een gasleiding lagedruk (LD) heeft een drukniveau lager dan 200 mbar en bestaat

uit hoofdleidingen en aansluitleidingen. LD druksoorten: 100, 30 mbar.

Opmerking: In de praktijk kunnen netten tot en met 500 mbar bij LD voorkomen.

4. (Petro)chemie

Leiding voor transport van olie of chemicaliën, niet vallend onder het thema ‘Buislei-

ding gevaarlijke inhoud’.

5. Landelijk hoogspanningsnet

Toestand waarin het mogelijk is een elektrische stroom te creëren; ZHS = zeer hoge

spanning (110 kV tot en met 380 kV).

6. Hoogspanning

Toestand waarin het mogelijk is een elektrische stroom te creëren; HS = hoogspan-

ning (36 tot en met 220 kV).

Opmerking: In de praktijk kunnen netten vanaf 20 kV t/m 220 kV bij HS voorko-

men.

7. Middenspanning MS kabel bestaat uit hoofdnet en aansluitnet. MS=middenspanning (0,4 kV tot 30 kV). Opmerking: In de praktijk kunnen netten van 400 Volt bij MS voorkomen.

8. Laagspanning LS kabel bestaat uit hoofdnet en aansluitnet. LS=laagspanning (230 V en 400 V).

Opmerking: In de praktijk kunnen netten tot en met 1000 Volt bij LS themakaart.

9. Datatransport

De elektronische overdracht van signaalinformatie tussen punten via kabels die deel

uitmaken van een net. Bijvoorbeeld een glasvezelkabel.

10. Water

Een waterleiding bestaat uit transport-, distributie- en aansluitleidingen ten behoeve van (drink)water.

11. Riool onder druk

Riolering waarbij het transport plaatsvindt door overdruk (uit NEN 3300, Buitenriole-

ring).

Page 32: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 32 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

12. Riool vrijverval Riool waardoor afvalwater door de zwaartekracht wordt getransporteerd (uit NEN 3300, Buitenriolering).

13. Warmte Een warmtenet kan bestaan uit stadswarmte, centraal tapwater en een koude net.

Een stadswarmtenet bestaat uit aanvoer- en retourleidingen.

Een centraal tapwaternet bestaat uit aanvoer- en recirculatieleidingen. Een koude net bestaat uit aanvoer- en retourleidingen

14. Wees

Alle onbekende leidingen welke bij een eerdere grondroering zijn geconstateerd, die

ook na onderzoek niet aan een beheerder waren toe te wijzen en waarvoor de ge-meente als gevolg van de WION de beheerdersverplichtingen vervult.

15. Overig

Alle, niet bij de andere thema’s omschreven vormen van transport door middel van

kabels en leidingen.

Mantelbuizen

Mantelbuizen worden gebruikt om kabels en leidingen in 1 tracé te leggen. Wanneer

er nieuwe kabels en leidingen gelegd moeten worden kunnen die door de mantelbuis

heen getrokken worden.

Kabels en leidingen van Rijkswaterstaat

Van alle kabels en leidingen is Rijkswaterstaat eigenaar van een zeer klein percen-

tage, voornamelijk datatransportkabels en stroomkabels voor de bediening van haar

Rijkswaterstaatswerken, zoals bruggen en sluizen. Ook heeft Rijkswaterstaat man-

telbuizen onder haar objecten door gelegd, zodat er niet meer onderdoor geboord

hoeft te worden voor nieuwe kabels en leidingen.

Overige kabels en leidingen

Zoals aan het begin van de paragraaf gemeld is, staat tegenwoordig het merendeel

van kabels en leidingen geregistreerd in KLIC volgens de omschreven thema’s.

Er zijn nog kabels en leidingen aanwezig in het Nederlands gebied die niet geregi-

streerd staan in KLIC. Dit zijn:

Nog onbekende kabels en leidingen, vermoedelijk wees.

Oude kabels en leidingen die niet meer in gebruik zijn.

Kabels en leidingen die in een gebied liggen zonder postcode, waar KLIC

niet geld. Bijvoorbeeld de Noordzee en IJsselmeer.

Het Kadaster streeft ernaar alle kabels en leidingen binnen het gebied van KLIC te

registreren.

Page 33: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 33 van 193

2.4 Wettelijk kader van kabels en leidingen

Er zijn een aantal wetten waar kabels en leidingen mee te maken hebben. Dit zijn

de WION, de Waterwet, de Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken en de Mijnbouwwet.

2.4.1 Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

De Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) is in juli 2008 in wer-

king getreden. Sindsdien is dit de basis waarop het Kadaster de beheerder is van

het KLIC-systeem. (zie 7.1.1) De WION beoogt goede communicatie over onder-

grondse netwerken tussen netwerkbeheerders en grondroerders. De WION wordt

ook wel de Grondroerdersregeling genoemd. (36)

Inhoud WION

De regelgeving van de WION bestaat uit de wet, de algemene maatregel van be-

stuur en een ministeriële regeling. De WION bepaalt dat:

Een grondroerder graafwerkzaamheden op zorgvuldige wijze moet verrich-

ten. Om dat te kunnen doen moet hij tenminste zorgen dat:

o vóór aanvang van de graafwerkzaamheden een graafmelding is ge-

daan bij KLIC,

o onderzoek is verricht naar de precieze ligging van onderdelen van

netten op de graaflocatie, en

o op de graaflocatie de van het Kadaster en de eigenaren van kabels

en leidingen ontvangen gebiedsinformatie aanwezig is.

Een eigenaar van een kabel of leiding is verplicht de grondroerder gegevens

te verstrekken van in ieder geval (zoals omschreven in 7.1.1 KLIC):

o de liggingsgegevens,

o de relevante eigenschappen van zijn net binnen de betreffende

graafpolygoon,

o in voorkomend geval welke voorzorgsmaatregelen zullen worden ge-

troffen bij buisleidingen gevaarlijke inhoud en

o zijn contactgegevens.

Wie voert de wet uit

Het Kadaster is de uitvoerder van de WION en alle eigenaren van kabels en leidin-

gen en grondroerders zijn verplicht volgens de WION te werken.

De wet WION is specifiek van toepassing op kabels en leidingen en alles rondom

kabels en leidingen. Deze wet regelt dat de kans op schades zo klein mogelijk is aan

kabels en leidingen door menselijk activiteiten.

Gebied

Deze wet geldt in het hele droge gebied van Nederland en vrijwel alle natte gebie-

den van Nederland. De uitzonderingen zijn:

IJsselmeer

Markermeer

Noordzee

Het IJsselmeer en Markermeer hebben een rand tot ongeveer 2 km uit de kust waar

de WION wel geldt. De Noordzee heeft een rand tot ongeveer 3 km uit de kust. De

andere wateren, zelfs de Waddenzee vallen onder de WION.

Gezien de gebieden die onder de WION vallen, komen alle diensten in aanraking

met de WION. Alleen de dienst Noordzee komt vrijwel niet in aanraking met de

WION en de dienst IJsselmeergebied heeft een beperkte verplichting bij de WION.

Page 34: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 34 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

De WION stelt eisen aan de informatie over kabels en leidingen. De x, y ligging van

een kabel of leiding dient nauwkeuriger dan 1 meter te zijn aangegeven. (36) (43)

Over de diepteligging, en bedekking van een kabel of leiding spreekt de WION niet.

2.4.2 Waterwet

De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert

de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. De Waterwet regelt bij-

voorbeeld de vergunningen voor grondroeren in de wateren en uiterwaarden. Er zijn

vergunningen nodig voor het leggen en laten liggen van kabels en leidingen. Daar-

om komt deze wet in dit onderzoek naar voren.

Inhoud Waterwet

In de Waterwet zelf staan geen regels die specifiek gelden voor kabels en leidingen.

Maar het leggen van kabels en leidingen kan worden gerekend onder de termen

‘gebruik van een rijkswaterstaatswerk’ en het gebruiken van ‘oppervlaktewaterli-

chamen en ondersteunende kunstwerken’.

In het algemeen staat in artikel 5.4 van de Waterwet wel dat bij het aanleggen van

een waterstaatswerk de beheerder de kabels en leidingen dienen te betrekken bij

het opstellen van een projectplan.

Het Waterbesluit en de Waterregeling regelen meer gedetailleerde zaken, die voort-

komen uit de Waterwet. In het Waterbesluit staan over kabels en leidingen wel wat

dingen in de artikelen 6.12 t/m 6.14. Op grond hiervan is er een vergunningplicht

op de Noordzee voor kabels en leidingen. In de waterregeling staan “mogelijkheden

tot vrijstelling van de watervergunningplicht voor activiteiten van ondergeschikt

belang.” Hierbij hoort ook een regel waardoor er een uitzondering bestaat voor ka-

bels en leidingen. Een voorbeeld hiervan is het plaatsen van een kabel of leiding. Dit

mag zonder watervergunning, mits die geen gevaarlijke stoffen transporteert, deze

niet ligt in een veiligheidszonde van een waterstaatswerk en deze niet aangelegd

wordt door een boring.

De bevoegde instantie voor het toepassen van deze wet is de Minister van Infra-

structuur en Milieu. Deze taak is aan Rijkswaterstaat toebedeeld. Betreffende kabels

en leidingen betekent dit dat Rijkswaterstaat in haar beheergebied vergunningen

moet verlenen en handhaven voor kabels en leidingen.

Gebied

De Waterwet geldt binnen het gehele Nederlandse grondgebied voor de wateren en

aangrenzende gebieden aan de wateren, zoals, oevers, uiterwaarden en dijken.

Onder de wateren van het hele Nederlandse grondgebied vallen ook de territoriale

zee en het Nederlands continentaal plat, de Nederlandse exclusieve economische

zone (EEZ). Deze gebieden zijn toegelicht in de Mijnbouwwet (2.4.4).

Toepassing op kabels en leidingen

De Waterwet is van toepassing op alle soorten kabels en leidingen in de beheerge-

bieden van Rijkswaterstaat. De wet is betreffende kabels en leidingen voornamelijk

van toepassing op vergunningverlening en -handhaving voor het aanleggen en blij-

ven liggen daarvan. Het is verplicht om hiervoor vergunningen aan te vragen in de

beheergebieden van Rijkswaterstaat. Hierdoor kan Rijkswaterstaat de risico’s voor

Page 35: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 35 van 193

het gebied bepalen en op grond van de Waterwet hiervoor een goede afweging ma-

ken.

In alle natte gebieden van Rijkswaterstaat komen kabels en leidingen van derden

voor. Alle regionale diensten van Rijkswaterstaat komen dan ook in aanraking met

de Waterwet. Meestal in de rol van vergunningverlener en handhaver. Soms moeten

zij zelf ook een kabel leggen en daarbij rekening houden met de Waterwet.

2.4.3 Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken

De Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken (WBR) ziet toe op de waterstaatwerken. Het

natte gedeelte van deze wet is nu ondergebracht in de Waterwet. Deze wet geld

daarom nu alleen op het droge en valt buiten dit onderzoek.

2.4.4 Mijnbouwwet

De Mijnbouwwet beoogt één overzichtelijk en helder kader te bieden voor een ver-

antwoorde en doelmatige mijnbouw, zowel voor de mijnbouw die plaatsvindt binnen

het Nederlands grondgebied inclusief de territoriale zee, als voor de mijnbouw die

plaatsvindt op het Nederlands continentaal plat. In praktijk betreft het hier vooral de

winning van olie en gas.

Leidingen op zee voor het transporteren van mijnbouwstoffen vallen onder deze

wet, en zijn opgenomen in Mijnbouwvergunningen. Vandaar dat deze wet in het

onderzoek naar voren komt.

Inhoud Mijnbouwwet

De Mijnbouwwet bepaalt dat delfstoffen eigendom zijn van de staat. Het eigendom

van delfstoffen die met gebruikmaking van een winningsvergunning worden gewon-

nen, gaat door het winnen daarvan over op de vergunninghouder (artikel 3).

De overige bepalingen van de Wet voorzien hoofdzakelijk in algemene regels waar-

aan vergunningen of ontheffingen van vergunningen dienen te voldoen. Wat de pro-

cedure voor vergunningverlening is en onder welke omstandigheden de vergunning

geweigerd kan worden. Ook welke beperkingen en voorschriften kunnen worden

opgelegd en regels met betrekking tot wijziging, overdracht en intrekking van ver-

gunningen is geregeld in de Mijnbouwwet. Tevens voorziet de Wet in de mogelijk-

heid tot het stellen van nadere regels.

Hoofdstuk vier van de Mijnbouwwet geeft aan dat een vergunning slechts in het

belang van het milieu kan worden geweigerd. Ook draagt de wet in dit hoofdstuk

zorg voor de goede uitvoering van mijnbouwactiviteiten. Hierdoor wordt het milieu

beschermd. De vergunninghouder dient alle maatregelen te nemen om te voorko-

men dat als gevolg van mijnbouwactiviteiten:

nadelige gevolgen voor het milieu worden veroorzaakt;

schade door bodembeweging wordt veroorzaakt;

de veiligheid wordt geschaad; of

het belang van een planmatig beheer van voorkomens van delfstoffen of

aardwarmte wordt geschaad (artikel 33).

Page 36: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 36 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

De Wet bepaalt in hoofdstuk vier dat het oprichten van een mijnbouwwerk is verbo-

den zonder vergunning van de Minister van Economische Zaken (EZ) verleend op

grond van de Mijnbouwwet.

De bevoegde instantie voor het toepassen van deze wet is de Minister van EZ. TNO

Bouw en Ondergrond en SODM (Staatstoezicht op de mijnen) zijn de uitvoerende

instanties van deze wet.

De dienst Noordzee wordt bij de vergunningverlening betrokken door EZ. Hierover

staat meer in paragraaf 3.2.

Gebied

De Mijnbouwwet geldt voor de mijnbouw die plaatsvindt binnen het Nederlands

grondgebied inclusief de territoriale zee en het Nederlands continentaal plat, de

Nederlandse exclusieve economische zone (EEZ).

Territoriale zee (Figuur 2-4):

De territoriale zee ligt vanaf de laagwatergrens tot aan 12 mijl uit de kust, en valt

onder het Nederlands grondgebied. Wel zijn er verschillende juridische zones binnen

de territoriale zee die hun oorsprong hebben in het nationaal recht of het Europees

recht. Naast de rijksoverheid hebben ook de provincies en gemeenten die aan de

kust zijn gelegen bepaalde bevoegdheden.

Figuur 2-4: Territoriale zee (8)

Page 37: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 37 van 193

Continentaal plat (Figuur 2-5):

De exclusief economische zone (EEZ) bevindt zich tot 200 zeemijl uit de kust vanaf

de laagwatergrens. De buitengrens van de EEZ komt overeen met de grens van het

Nederlands Continentaal Plat (NCP) (het lichtblauwe gebied in figuur 2-5) dat is

vastgesteld in grensverdragen met België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De

Mijnbouwwet is van toepassing op het gehele NCP, wat overeen komt met de EEZ.

Figuur 2-5: Continentaal plat (9)

Toepassing op kabels en leidingen

De Mijnbouwwet is van toepassing op leidingen die mijnbouwstoffen transporteren

vanaf de productie op zee tot aan de distributie aan land. De Waddenzee is een

natuurgebied. Daarom komen mijnbouwwerken inclusief de leidingen hiervan zelden

voor op de Waddenzee. Er staan veel olie- en gasplatforms op de Noordzee en er

zijn veel leidingen voor het transporteren van olie en gas.

De Mijnbouwwet is niet van toepassing op leidingen die mijnbouwstoffen transporte-

ren op land. Op het land zijn buisleidingen met gevaarlijke inhoud ondergebracht bij

andere wetgeving.

Leidingen voor het transporteren van mijnbouwstoffen, die onder de Mijnbouwwet

vallen, komen voor op het Nederlands Continentaal Plat. Dit valt onder het beheers-

gebied van de dienst Noordzee. De dienst Noordzee komt met vergunningverlening

en andere taken in aanraking met deze leidingen en de Mijnbouwwet. Dit staat uit-

gelegd in de inventarisatie van de informatiebehoeften naar kabels en leidingen van

de Dienst Noordzee in paragraaf 3.2.

Page 38: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 38 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

3 Informatiebehoefte regionale diensten

In het onderzoek is de informatiebehoefte van een aantal regionale diensten vastge-

steld door middel van interviews.

Dit betreft de volgende diensten:

Dienst Noordzee (DNZ)

Dienst Noord-Nederland (DNN)

Dienst Zuid-Holland (DZH)

Dienst IJsselmeergebied (DIJG)

Dit zijn regionale diensten die te maken hebben met kabels en leidingen in het natte

beheergebied (dat zijn kabels en leidingen, in zeeën, meren, rivieren en uiterwaar-

den). De bovengenoemde diensten geven een representatief beeld van de informa-

tievoorziening rond kabels en leidingen in heel Rijkswaterstaat.

Aangezien iedere dienst te maken heeft met zijn eigen omgeving en risicofactoren

komen er regionaal en landelijk onduidelijkheden en problemen naar voren in de

verantwoordelijkheden, belangen en het beleid van de desbetreffende dienst met

kabels en leidingen. Door de eigen omgeving, situatie en risicofactoren in het be-

heergebied van een regionale dienst, heeft iedere dienst haar informatiebehoefte

naar kabel- en leidinggegevens. De regionale informatiebehoeften zijn afgestemd op

de verantwoordelijkheden, belangen en het beleid van een regionale dienst. Lande-

lijk zijn deze informatiebehoeften naar kabels en leidingen onduidelijk. Daarom

wordt met dit onderzoek de informatiebehoefte van regionale diensten landelijk

vastgesteld door middel van de inventarisatie in dit hoofdstuk.

In dit hoofdstuk wordt de inventarisatie van de informatiebehoefte gepresenteerd.

Uit deze inventarisatie volgen meerdere onderzoeksbevindingen over de informatie-

behoefte naar kabels en leidingen, die staan gegeven in paragraaf 8.1

In de volgende tabel staat de verzamelde informatiebehoefte van elke dienst vast-

gesteld (zie tabel 3-1).

Page 39: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 39 van 193

Informatiebehoeften Be

no

dig

d

DN

Z

DN

N

DZ

H

DIJ

G

Positiegegevens

1. XY X X X X X

-Nauwkeurigheid X X X X X

2. Z X X X X X

-Nauwkeurigheid X X X X X

3. Dekkingseis X X X X X

4. Bedekking X X X X X

-Nauwkeurigheid X X X X X

Kenmerken kabels en leidingen

5. Soort X X X X X

6. Transportproduct X X X X X

-Gevaarlijke inhoud (j/n) X X X X X

-Hoge druk X X X X X

-Hoogspanning X X X X X

7. Thema (KLIC) X X X X

8. Materiaal X X X X

9. Diameter X X X X

-Diameter groter dan 300 mm (j/n) X X X

10. Onderhoudsstaat X X X X

-Aanlegdatum X X X X

-In gebruik (j/n) X X X X

-Omgeving X X X X

11. Risicoclassificatie X X X X

-Goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n) X X X X

Administratieve gegevens

12. Vergunningsnummer X X X X X

-Vergunningsvoorwaarden X X X X X

13. Eigenaar X X X X X

14. Beheerder X X X X X

Vaarwegen

15. Nautisch gegarandeerde diepte X X X X

16. Onderhoudsdiepte X X X X X

17. Melding vrij liggende gevaarlijke leiding X X X X X

Tabel 3-1: Informatiebehoeften van elke dienst

Page 40: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 40 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

In de inleiding op dit hoofdstuk wordt eerst uitgelegd hoe de inventarisatie is uitge-

voerd en worden de verschillende uitgangspunten en informatiebehoeften algemeen

toegelicht.

Als onderzoeksproduct van dit hoofdstuk staan de informatiebehoefte van elke

dienst per paragraaf apart geïnventariseerd. Deze informatiebehoeften staan weer-

geven in een tabel en zijn vanuit de primaire processen toegelicht.

3.1 Toelichting voor inventarisatie

Om de informatiebehoefte van elke dienst te inventariseren worden als uitgangspunt

enkele relevante onderwerpen gebruikt waaronder een aantal belangrijke primaire

processen. Met deze uitgangspunten komen regionale diensten meer als gebruikelijk

in aanraking met kabels en leidingen. De volgende opsomming geeft de uitgangs-

punten die gebruikt worden in deze inventarisatie en het onderzoek.

Ruimtelijke ordening

Beheer en onderhoud

Aanleg

Zandwinning

Vergunningverlening

Vergunningshandhaving

Scheepvaart

Eigen kabels en leidingen

KLIC

Vanuit de werkzaamheden uit de primaire processen en andere uitgangspunten ont-

staan de informatiebehoeften naar kabels en leidingen. In deze paragraaf worden de

uitgangspunten inhoudelijk uitgelegd (in 3.1.1) en volgt daarna een toelichting van

de verschillende informatiebehoeften (in 3.1.2) naar kabels en leidingen. De infor-

matiebehoeften staan ingedeeld in de volgende soort gegevens:

Positiegegevens

Kenmerken kabels en leidingen

Administratieve gegevens

Vaarweggegevens

Deze paragraaf geeft de algemene omschrijving die in de paragrafen 3.2 t/m 3.5

per dienst wordt ingevuld. Waardoor er gelijk toegelicht kan worden:

Waarom de desbetreffende dienst vanuit een uitgangspunt informatiebe-

hoefte heeft naar kabels en leidingen.

Welke informatiebehoefte er zijn vanuit dat uitgangspunt naar kabels en lei-

dingen.

3.1.1 Toelichting van de uitgangspunten:

De volgende processen en relevante onderwerpen worden als uitgangspunten ge-

nomen om de informatiebehoefte van de regionale diensten te beschrijven.

Ruimtelijke ordening

Wanneer een regionale dienst grote verantwoordelijkheden heeft voor haar beheer-

gebied is de inrichting van het gebied van belang.

Page 41: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 41 van 193

Dit treedt op als er:

grote belangen/verantwoordelijkheden zijn om de risico’s voor het milieu te

waarborgen.

Rijkswaterstaat als verantwoordelijke optreedt om alles te registre-

ren/beheren binnen het gebied.

Ruimtelijke ordening is het overzicht hebben over het ruimtegebruik in het beheer-

gebied. Hieronder valt de verantwoordelijkheid voor het indelen van het ruimtege-

bruik en het bijhouden waar alles ligt binnen het beheergebied om de risico’s voor

de veiligheid en omgeving van het milieu te waarborgen.

Inventarisatie:

Binnen dit uitgangspunt, vallen de informatiebehoefte naar kabels en leidingen die

benodigd zijn voor de ruimtelijke ordening van de dienst.

Overig:

Indien aanwezig wordt de kennis uit de ruimtelijke ordening gebruikt voor

het routegebruik in vergunningverlening.

Beheer en onderhoud

Een primair proces dat alle werkzaamheden betreft rond het onderhouden en behe-

ren van Rijkswaterstaatwerken en het beheergebied. Daar valt het onderhouden en

beheren van dijken, waterkeringen, vaarwegen, ankergebieden en de kustlijnen in.

Baggerwerkzaamheden zijn een voorbeeld van een activiteit in het kader van beheer

en onderhoud om de vaarwegen op een veilige diepte te houden.

Beheer- en onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd om risico’s aan het

Rijkswaterstaatswerk en/of het gebied zo klein mogelijk te houden.

Inventarisatie:

Binnen dit uitgangspunt, vallen de informatiebehoefte naar kabels en leidingen die

nodig zijn voor alle beheer- en onderhoudswerkzaamheden.

Dit houdt in de informatiebehoefte naar:

Alle kabels en leidingen zowel eigendommen van Rijkswaterstaat als die van

derde, waarmee rekening gehouden moet worden bij beheer- en onder-

houdswerkzaamheden.

Voor het beheer en onderhoud aan eigen kabels en leidingen.

Aanleg

Dit primair proces betreft het aanleggen van Rijkswaterstaatswerken voor de rijks-

wegen, Rijkswateren en overige hoofdwateren in Nederland en de kustlijn. Enkele

voorbeelden van aanleg in het natte zijn: nevengeulen voor ruimte voor de rivier,

bruggen, sluizen, waterkeringen en dijken.

Het proces aanleg bestaat uit de volgende fases: Verkenning, planstudie en realisa-

tie. Rijkswaterstaat besteedt de aanlegwerkzaamheden uit aan een aannemer, maar

als opdrachtgever moet Rijkswaterstaat de nodige gegevens paraat hebben. Voor de

verkenningsfase zijn veel gegevens van het areaal noodzakelijk, hier vallen ook

kabels en leidingen onder.

Inventarisatie:

Binnen dit uitgangspunt, vallen de informatiebehoeften naar kabels en leidingen

waarmee rekening gehouden moet worden bij elk aanlegproces waar Rijkswater-

staat de opdrachtgever van is.

Page 42: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 42 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Zandwinning

Zandwinning is het winnen van het benodigde materiaal om de kusten te onderhou-

den bij aanlegprojecten. Zandwinning vindt plaats in de daarvoor aangegeven ge-

bieden. Deze gebieden zijn door de Dienst Noordzee ingedeeld binnen het ruimtege-

bruik van de Noordzee.

Inventarisatie:

Binnen dit uitgangspunt, vallen de informatiebehoefte naar kabels en leidingen voor

zandwinning.

Vergunningverlening

Op basis van de Waterwet en de Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken verleent

Rijkswaterstaat vergunningen. Dit betreft bijvoorbeeld vergunningen voor het leg-

gen van kabels en leidingen, vergunningen voor de aanleg van Rijkswaterstaatswer-

ken en zo ook vergunningen voor zandwinning of windmolenparken op zee.

Vergunningen worden afgegeven om werkzaamheden te coördineren en de risico’s

voor de veiligheid en omgeving te waarborgen.

Vergunningen worden niet uitgeschreven voor alleen een kabel of leiding. Een kabel

of leiding wordt opgenomen in een algemene vergunning die is uitgeschreven voor

de desbetreffende activiteiten, zoals de voorbeelden die hierboven gegevens zijn.

Binnen dit onderzoek betreft dit uitgangspunt alleen het aspect van kabels en lei-

dingen in de vergunningen.

Als het gaat om kabels en leidingen wordt er in het voortraject van vergunningver-

lening gekeken of:

Er bestaande kabels en leidingen liggen, die bij de desbetreffende vergun-

ning opgenomen moeten worden.

Het gaat om de aanleg van een nieuwe kabel of leiding binnen de vergun-

ning. In dit geval moet er gekeken worden naar het routegebruik en moeten

de voorwaarden aan de kabel of leiding in de vergunning worden opgeno-

men.

Bij vergunningverlening, kunnen er meerdere vergunningen van toepassing

zijn. Ook hier moet rekening mee gehouden worden, bijvoorbeeld vergun-

ning vanuit de Waterwet en de WBR. (zie paragraaf 2.4)

Inventarisatie:

Binnen dit uitgangspunt, vallen de informatiebehoeften naar kabels en leidingen die

van belang zijn voor vergunningverlening.

Dit houdt in de informatiebehoefte naar:

Alle kabels en leidingen die in een vergunning zijn opgenomen, zowel eigen-

dommen van Rijkswaterstaat als die van derden voor de vergunningverle-

ning.

Vergunningshandhaving

De vergunning die verleend is dient ook gehandhaafd te worden zoals er is opgeno-

men in de vergunningsvoorwaarden. Een vergunning wordt gehandhaafd om bouw-

werken inclusief kabels en leidingen te controleren om de risico’s voor de veiligheid

en omgeving te waarborgen.

Binnen dit onderzoek betreft dit proces alleen de handhaving van de kabels en lei-

dingen.

Page 43: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 43 van 193

Inventarisatie:

Binnen dit uitgangspunt, vallen de informatiebehoeften naar kabels en leidingen die

nodig zijn voor de handhaving van kabels en leidingen uit de vergunningen.

Dit houdt in de informatiebehoefte naar:

Alle kabels en leidingen die in een vergunning zijn opgenomen, zowel eigen-

dommen van Rijkswaterstaat als die van derden voor de handhaving.

Scheepvaart

Voor de scheepvaart zijn er eventuele belangen om informatie te verkrijgen over

kabels en leidingen omdat schepen gebruikers zijn van de vaarwegen. Een voor-

beeld hiervan is een losliggende kabel of leiding, die risico’s geeft voor de scheep-

vaart. De scheepvaart heeft geen informatiebehoefte naar kabel- en leidinggege-

vens vanuit beheer en onderhoud, maar voor de veiligheid en vlotte doorvaart van

schepen.

Inventarisatie:

Binnen dit uitgangspunt, vallen de informatiebehoeften naar kabels en leidingen

vanuit de scheepvaart.

Eigen kabels en leidingen

Voor de uitvoering van diverse primaire processen heeft Rijkswaterstaat ook zelf

kabels en leidingen in beheer. Rijkswaterstaat zal als eigenaar de taak, het belang

en de verantwoordelijkheid hebben om alle gegevens van de eigen kabels en leidin-

gen bij te houden. In het onderzoek wordt ervan uitgegaan dat Rijkswaterstaat in-

formatiebehoefte heeft naar alle gegevens over haar eigen kabels en leidingen. Con-

clusies uit de inventarisatie van de informatiebehoefte van dit uitgangspunt zullen

naar voren komen in de bevindingen van het onderzoek.

Bij eigen kabels en leidingen ten opzichten van kabels en leidingen van derden, is er

geen onderscheid in welke informatiebehoeften er geïnventariseerd worden. Maar er

is wel onderscheid in hoe er met eigen kabels en leidingen wordt omgegaan. Dit

komt terug in het onderscheid tussen eigen kabels en leidingen en die van derden in

de bevindingen van hoofdstuk 8 over het risico- en gegevensbeleid, zie 8.1.4.

KLIC

Bijna alle beheergebieden van Rijkswaterstaat vallen ook onder het nationale gebied

van het KLIC-systeem. De dienst Noordzee en IJsselmeergebied zijn hier een uit-

zondering op. Dit wordt later in het verslag besproken. De WION verplicht eigenaren

van kabels en leidingen om een aantal gegevens te registreren in KLIC. Deze gege-

vens worden vervolgens ook nationaal beschikbaar gesteld. KLIC is met name inge-

richt voor gebruik door grondroerders. De inhoud, welke gegevens in KLIC staan en

de werking van het KLIC-systeem staat in subparagraaf 7.1.1 beschreven.

KLIC verzorgt binnen haar gebied:

Nationale registratie van gegevens over kabels en leidingen door de eige-

naar.

o Met name de ligging van kabels en leidingen met enkele andere ge-

gevens.

Nationale beschikbaarheid van deze kabel- en leidinggegevens.

Page 44: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 44 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Gegevens die bij KLIC ingevoerd worden zijn:

V: verplicht

C: conditioneel

O: optioneel

Een aantal informatiebehoefte van de regionale diensten komen overeen met de

gegevens die in KLIC kunnen staan.

Als eigenaar is Rijkswaterstaat verplicht de vereiste inhoudelijke gegevens in KLIC

te registreren en kan de gegevens van kabels en leidingen van derden opvragen.

3.1.2 Toelichting van de informatiebehoeften:

De volgende informatiebehoeften worden algemeen toegelicht als achtergrondkennis

voor de inventarisatie. De informatiebehoeften zijn genummerd van 1 tot en met

17, onderverdeeld in vier categorieën die dikgedrukt weergeven staan.

Positiegegevens:

Een toelichting van de informatiebehoefte nummers 1 tot en met 4, in de categorie

positiegegevens.

1. X, Y

De ligging in x, y van een kabel of leiding is nodig voor de werkzaamheden die

voortkomen uit de primaire processen. Per dienst zijn er andere toelichtingen van

toepassing waarom er behoefte is aan deze informatie.

Nationaal is wel iedere eigenaar verantwoordelijk voor het bijhouden van de ligging

van zijn eigendom. Dit moet geregistreerd staan bij het Kadaster (zie 2.2.4) in KLIC

(zie 7.1.1) en is wettelijk verplicht vanuit de WION (zie 2.4.1). KLIC geldt niet bin-

nen het beheergebied van elke regionale dienst.

Voor binnenwateren en kustwateren maakt Rijkswaterstaat meestal gebruik van het

RD stelsel. Voor de Noordzee wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van ETRS89.

- nauwkeurigheid

Het is optioneel om in KLIC de nauwkeurigheid van de ligging aan te geven. De

WION stelt dat de aangegeven nauwkeurigheid van de positie binnen 1 meter moet

liggen. (36) (43) Er is informatiebehoefte naar de nauwkeurigheid van de ligging,

zodat er bekend is welke nauwkeurigheid er te verwachten valt van de x, y.

2. Z

De diepte in z van een kabel of leiding is nodig voor een aantal werkzaamheden die

voortkomen uit de primaire processen. In sommige situaties, bijvoorbeeld kruisin-

gen met andere ondergrondse werken is er belang bij het weten van de exacte diep-

te. Hoewel dit gewenst is, is dit vaak onbekend of moeilijk hieraan te komen.

Het inmeten van de diepte van kabels of leidingen verloopt moeizaam en het is las-

tig om een bepaalde nauwkeurigheid te behalen. Om die redenen wordt de diepte

beperkt ingemeten. Het bepalen van de diepte met behulp van meettechnieken

wordt besproken in hoofdstuk 5 en 6. Bevindingen en conclusies hierover worden

gegeven in het advies in hoofdstuk 9.

Het inmeten bij de aanleg van een kabel of leiding is het meest succesvol (nauw-

keurig). Hieruit volgt een as-build/as-laid tekening.

Page 45: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 45 van 193

Er zijn geen wettelijke verplichtingen vanuit de WION om de diepte van kabels en

leidingen bij te houden. Maar deze is wel vaak vereist voor werkzaamheden en risi-

cobeperkingen.

Het is optioneel om in KLIC een dwarsprofiel mee te sturen. Hierin kan informatie

over de diepte meegegeven worden.

Voor binnenwateren en kustwateren wordt de hoogteligging uitgedrukt ten opzichte

van NAP. De Noordzee gebruikt hiervoor meestal LAT.

- nauwkeurigheid

Er is informatiebehoefte naar de nauwkeurigheid van de diepte, zodat er bekend is

welke nauwkeurigheid er te verwachten valt van de z.

3. Dekkingseis

Om de risico’s te beperken en de veiligheid van het gebied te waarborgen wordt er

vaak een dekkingseis gesteld in een vergunning. Deze dekkingseis past bij de om-

geving en risico’s van het gebied en is onderdeel van de vergunningsvoorwaarden.

Er is een informatiebehoefte bij Rijkswaterstaat om deze kennis paraat te hebben.

De dekkingseis wordt opgesteld uit een aantal omstandigheden:

Nautisch gegarandeerde diepte (informatiebehoefte 15):

Uit de richtlijnen ‘inrichting en beheer vaarwegen 2011’, staat vereiste dekking aan-

gegeven die hoort bij de vaarwegcategorieën. (Tabel 3-2) Een vaarweg heeft een

nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte en werkelijke diepte. Deze staan

uitgelegd bij informatiebehoeften nummer 15 en 16.

Tabel 3-2: Dekkingseis (in meters) per vaarwegklasse

De dekkingseis bij kabels en leidingen in vaargeulen moet onder de nautisch gega-

randeerde diepte blijven. Zo blijft de veiligheid voor kabels en leidingen en de

scheepvaart gegarandeerd.

Veiligstellen kabels en leidingen op open water:

Op open water moet de dekkingseis kabels en leidingen veiligstellen van de risico’s

die het gebied met zich meebrengt.

Toekomstig gebruik:

In het opstellen van de dekkingseis wordt er ook gekeken naar het toekomstig ge-

bruik van de kabel of leiding en het gebied. Er moet rekening gehouden worden met

eventuele nieuwe aanlegwerkzaamheden. Ook moet er rekening gehouden worden

met de onderhoudsdiepte, hoe vaak er baggerwerkzaamheden uitgevoerd moeten

worden in de beheer- en onderhoudstaken.

Page 46: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 46 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

4. Bedekking

De huidige bedekking ten opzichte van de dekkingseis is de werkelijke bedekking op

een kabel of leiding, als de diepte waarde en ook het bedekkingsmateriaal. Er is

belang bij het weten van de huidige bedekking op de kabel of leiding. Dit omdat de

bedekking een kabel of leiding veiligstelt van aanwezige risico’s. Ook moet de huidi-

ge bedekking aan de dekkingseis van een vergunning voldoen.

Het is optioneel om in KLIC een dwarsprofiel mee te sturen. Hierin kan informatie

over de bedekking meegegeven worden. Er zijn dynamische wateren waar de dek-

king verandert door omgevingsfactoren, meestal is het een behoefte om de actuele

bedekking te weten.

- nauwkeurigheid

Er is informatiebehoefte naar de nauwkeurigheid, zodat er bekend is welke nauw-

keurigheid er te verwachten valt van de bedekking.

Kenmerken kabels en leidingen:

Een toelichting van de informatiebehoeften nummers 5 tot en met 11, in de catego-

rie kenmerken kabels en leidingen. Kenmerken van kabels en leidingen zijn de ge-

gevens waaraan men een kabel en/of leiding kan herkennen, voorbeelden hiervan

zijn soort en transportproduct.

Met informatie over de kenmerken van kabels en leidingen kan er een inschatting

gemaakt worden welke risico’s een kabel of leiding met zich meebrengt voor de

veiligheid en omgeving van een gebied. Dit is nodig voor indelingen in het ruimte-

gebruik bij ruimtelijke ordening, maar ook voor het beperken van risico’s in beheer-,

onderhouds- en aanlegwerkzaamheden. In de vergunningverlening- en handhaving

wordt er toegezien op deze risico’s. Met het verlenen van de vergunning wordt er

gekeken naar de risico’s en worden deze beperkt door gepaste vergunningsvoor-

waarden op te stellen. Met de handhaving wordt er aandachtig gekeken naar ver-

hoogde risico’s en worden de vergunningen gehandhaafd door het controleren van

de vergunningsvoorwaarden.

Risico’s aan kabels en leidingen worden geschat, doordat kenmerken gecategori-

seerd zijn. Er is een risico verbonden aan elk soort, transportproduct, materiaal,

diameter, en zo elk kenmerk van een kabel of leiding.

KLIC heeft hiervoor het begrip ‘thema’.

5. Soort

Er is belang bij alle betrokkenen om een kabel of leiding te categoriseren in een

bepaalde groep, in dit geval soort, zoals gas, hulpstof, elektriciteit, water en data.

Voorbeeld, van het belang om het soort kabel of leiding te kennen:

Bij vergunningverlening van kabels en leidingen is het noodzakelijk naar de soort te

kijken, want gasleidingen en elektriciteitskabels gaan niet goed samen en moeten

bij elkaar uit de buurt worden gelegd.

6. Transportproduct

Er is belang bij alle betrokkenen om een kabel of leiding te categoriseren in een

bepaalde groep, in dit geval het transportproduct.

Page 47: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 47 van 193

Vanuit Rijkswaterstaat zijn er ook aanvullende informatiebehoefte aan het trans-

portproduct:

- Gevaarlijke inhoud (ja/nee)

De informatiebehoefte of een kabel of leiding een gevaar (ja of nee) kan opleveren.

Het is conditioneel om deze informatie in KLIC te registreren, wanneer er sprake is

van het thema ‘buisleiding gevaarlijke inhoud’ is het verplicht.

- Hoge druk

Bij een hoge druk leiding is het gewenst om de druk te weten, zeker wanneer het

een ‘buisleiding gevaarlijke inhoud’ betreft.

- Hoogspanning

Bij een hoogspanningskabel is het gewenst om de spanning te weten.

7. Thema (KLIC)

Het thema uit KLIC omvat informatie over het soort kabel of leiding en het trans-

portproduct, en geeft enkele risico’s aan. Het is wettelijk verplicht dit op deze ma-

nier in KLIC te registreren.

Het thema geeft dezelfde informatie aan als het soort kabel of leiding (5) en het

transportproduct (6), maar kan minder in details treden. Daarom is er bij Rijkswa-

terstaat behoefte om de informatiebehoefte uit het thema apart te registreren en

informatie gedetailleerder te bekijken voor de risico-inschatting. Vandaar de behoef-

te naar vijf en zes, het soort kabel of leiding en het transportproduct met aanvullen-

de gegevens.

In paragraaf 2.3 worden de verschillende de thema’s uitgelegd en in subparagraaf

7.1.1 wordt de inhoud van het KLIC-systeem gegeven.

8. Materiaal

Voor de risico-inschatting is er behoefte aan informatie over de samenstelling van

de kabel of leiding. Deze informatie is ook nodig om te weten welke meettechniek

het meest geschikt is voor het inmeten van de kabel of leiding.

9. Diameter

Evenals bij ‘materiaal’ is deze informatie nodig voor de risico-inschatting en de toe-

pasbare meettechniek. Maar kennis van de diameter is bijvoorbeeld ook van belang

voor:

Welke bedekking er op een kabel of leiding moet liggen om hem vrij te stel-

len van risico’s als visnetten en ankers.

Of een kabel of leiding los van de bodem mag blijven liggen of niet, boven

de 16 inch (40 cm) mag dit.

Het is optioneel om deze informatie in KLIC te registreren.

10. Onderhoudsstaat

Deze informatie geeft een toevoeging aan welke risico’s een kabel of leiding met

zich meebrengt, door een slechte of goede onderhoudsstaat. De levensduur van een

kabel of leiding is ook belangrijk om te bepalen hoe lang de kabel of leiding meegaat

ten behoeve van onderhoud.

Onderhoudsstaat houdt rekening met:

zwakke plekken

corrosie

free span

staat van de kathodische bescherming

Page 48: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 48 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

- Aanlegdatum

In het beoordelen van de onderhoudsstaat is het nodig om rekening te houden met

de leeftijd van een kabel of leiding.

- In gebruik

Of een kabel of leiding in gebruik is zegt iets over de onderhoudsstaat van de kabel

of leiding

- Omgeving

Om rekening te houden wat de omgevingsfactoren toe kunnen voegen aan de risi-

co’s die kabels en leidingen met zich meebrengen.

Een voorbeeld hiervan is dat het handig is om kennis te hebben van omgevingsfac-

toren, zoals het plaatsvinden van veel sedimentverschuiving, want dit stelt kabels

en leidingen eerder bloot aan een verhoogd risico. Dit voorbeeld is van toepassing

bij de dienst Zuid-Holland en de dienst Noord-Nederland.

Met kennis van de omgeving kunnen passende vergunningseisen aan kabels en lei-

dingen gesteld worden.

11. Risicoclassificatie

Momenteel is er geen risicoclassificatie bij Rijkswaterstaat, maar het is mogelijk dat

hier behoefte naar is. Met dit onderzoek is in de inventarisatie gevraagd of de regio-

nale diensten hier behoefte aan hebben. Wanneer dit zo is zal hier wel of niet op in

gegaan worden in de bevindingen.

Met een risicoclassificatie door middel van een berekening aan de hand van risico-

factoren kunnen de risico’s voor de omgeving en veiligheid van het gebied beter

geschat worden. Hierdoor zou een regionale dienst doelmatiger kunnen inspelen op

risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen.

- Goedgekeurd risicomanagementsysteem (ja/nee)

Het is nuttig bij elke werkzaamheid of verantwoordelijkheid dat het bekend is dat de

eigenaar een goedgekeurd risicomanagementsysteem hanteert voor zijn kabel of

leiding. Dit haalt de druk van het eigen risicobeleid, daarom is hier informatiebe-

hoefte naar.

Administratieve gegevens:

Een toelichting van de informatiebehoeften nummers 12 tot en met 14, van de ca-

tegorie administratieve gegevens. Dit houdt in informatie over de vergunning, eige-

naar en beheerder.

De administratieve gegevens dienen onder andere binnen de uitgangspunten als

contactgegevens. Wanneer er in beheer-, onderhouds- en aanlegwerkzaamheden

kabels en leidingen van toepassing zijn is het handig deze contactgegevens bij de

hand te hebben. Bijvoorbeeld om contact op te nemen over eventuele verleggingen

van een kabel of leiding. Of gewoon simpel om informatie op te vragen. Binnen het

primaire proces vergunningverlening worden er afspraken tussen de eigenaar en

vergunningverlener gemaakt, contactgegevens zijn dan cruciaal. Bij het handhaven

van de vergunning, zijn de contactgegevens nodig om de eigenaar er op aan te

spreken wanneer er niet aan de vergunningsvoorwaarden voldaan wordt.

12. Vergunningsnummer

Het vergunningsnummer geeft de referentie naar de vergunningsvoorwaarden.

Page 49: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 49 van 193

- Vergunningsvoorwaarden

Er is informatiebehoefte naar de vergunningsvoorwaarden waarbij de kabel of lei-

ding is ondergebracht. Deze vergunningsvoorwaarden worden gebruikt om te con-

troleren of de kabel of leiding aan de vergunning voldoet en legt daarmee een rela-

tie met alle vergunningsvoorwaarden.

13. Eigenaar

Er is behoefte om kennis te hebben wie de eigenaar van de kabel of leiding is. Zodat

de eigenaar aangesproken kan worden op zijn verantwoordelijkheden.

14. Beheerder

Het is mogelijk gewenst om te weten wie de beheerder is van een kabel of leiding.

De beheerder is vaak tevens de eigenaar maar het kan ook een ander zijn die in

opdracht van de eigenaar werkt.

Vaarweggegevens:

Een toelichting van de informatiebehoeften nummers 15 tot en met 17, van de ca-

tegorie vaarweggegevens. Naast gegevens over kabels en leidingen zelf zijn enkele

vaarweggegevens belangrijk in relatie tot de kabels en leidingen.

15. Nautisch gegarandeerde diepte

De nautisch gegarandeerde diepte is de diepte tot waar een veilige doorsteek voor

schepen door de vaarwegen gegarandeerd is. Hier is belang bij voor de veiligheid

van de scheepvaart.

De dekkingseis wordt vaak in relatie tot de nautisch gegarandeerde diepte opge-

steld, dit staat uitgelegd bij dekkingseis, informatiebehoefte 3.

16. Onderhoudsdiepte

De onderhoudsdiepte is de diepte tot waar de vaarwegen onderhouden worden door

baggerwerkzaamheden. Er is belang bij zodat de nautische diepte gegarandeerd kan

blijven.

17. Melding vrij liggende gevaarlijke leidingen

Het is van belang voor Rijkswaterstaat om een melding te ontvangen en door te

geven aan de scheepvaart wanneer er een gevaarlijke leiding vrij ligt. Hierdoor kan

de scheepvaart rekening houden met deze situatie en ervoor zorgen dat er minder

gevaar ontstaat. Rijkswaterstaat kan dan de benodigde maatregelen treffen.

3.2 Dienst Noordzee

De Rijkswaterstaat dienst Noordzee heeft als haar beheergebied de Noordzee, dit is

het Nederlands continentaal plat (NCP) en de Exclusief economische zone(EEZ).

(Figuur 3-1) In tegenstelling tot andere gebieden van Rijkswaterstaat is de dienst

Noordzee integraal beheerder van de Noordzee. Op de Noordzee vinden zeer veel

activiteiten plaats, zoals scheepvaart, visserij, olie- en gaswinning, zandwinning en

energieopwekking (windmolenparken). Bij veel van deze activiteiten spelen kabels

en leidingen een rol.

De dienst Noordzee is verantwoordelijk voor het beheren en onderhouden van het

gebied en draagt hiervoor verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het milieu van

de Noordzee. Kabels en leidingen nemen risico’s met zich mee voor de veiligheid en

het milieu. Overigens is de dienst Noordzee nauwelijks in het bezit van eigen kabels

Page 50: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 50 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

en leidingen. De dienst Noordzee heeft niet te maken met de offshore inwinning op

de Noordzee, maar is wel verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening van de

Noordzee en heeft hierdoor veel te maken met de mijnbouwwinning. Deze activitei-

ten worden geregeld in de Mijnbouwwet, waarvoor het ministerie van Economische

Zaken verantwoordelijk is.

Omdat het beheergebied buiten de kustlijnen van Nederland valt komen ze amper in

aanraking met het Kadaster en KLIC. Tot ongeveer drie kilometer uit de kust geld

KLIC. Dit betekent dat er geen gebruik gemaakt kan worden van de nationale regi-

stratie van kabels en leidingen in KLIC. Dit is een reden waarom de dienst Noordzee

grote verantwoordelijkheden heeft wat betreft de ruimtelijke ordening van de

Noordzee.

Figuur 3-1: Beheergebied dienst Noordzee

3.2.1 Inventarisatie(tabel) informatiebehoeften

In deze paragraaf staan de geïnventariseerde informatiebehoefte van de dienst

Noordzee weergeven in de volgende tabel. (Tabel 3-3)

Page 51: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 51 van 193

Uitgangspunten

Eig

en

ka

be

ls e

n le

idin

ge

n

Informatiebehoeften Be

no

dig

d

Ru

imte

lijke

ord

en

ing

Be

he

er

en

on

de

rho

ud

Aa

nle

g

Za

nd

win

nin

g

Ve

rgu

nnin

gve

rle

nin

g

Ve

rgu

nnin

gsh

an

dha

vin

g

Sch

eep

vaa

rt

Positiegegevens

1. XY X X X X X X X

-Nauwkeurigheid X X X X X X

2. Z X X X X X X X

-Nauwkeurigheid X X X X X X

3. Dekkingseis X X X X X

4. Bedekking X X X X X X

-Nauwkeurigheid X X X X

Kenmerken kabels en leidingen

5. Soort X X X X X X X

6. Transportproduct X X X X X

-Gevaarlijke inhoud (j/n) X X X X X

-Hoge druk X X X X

-Hoogspanning X X X X

7. Thema (KLIC)

8. Materiaal X X X

9. Diameter X X X X

-Diameter groter dan 300 mm (j/n) X X X

10. Onderhoudsstaat X X X

-Aanlegdatum X X X X

-In gebruik (j/n) X X X X X

-Omgeving X X

11. Risicoclassificatie X X X X

-Goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n) X X X X

Administratieve gegevens

12. Vergunningsnummer X X X X

-Vergunningsvoorwaarden X X X X

13. Eigenaar X X X X X X

14. Beheerder X X X X X X

Vaarwegen

15. Nautisch gegarandeerde diepte X X X X X

16. Onderhoudsdiepte X X X X

17. Melding vrij liggende gevaarlijke leiding X X X

Tabel 3-3: Informatiebehoeften dienst Noordzee

Page 52: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 52 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

3.2.2 Toelichting informatiebehoefte Dienst Noordzee:

De geïnventariseerde informatiebehoefte van de dienst Noordzee worden toegelicht

vanuit de uitgangspunten (3.1.1) met de informatiebehoefte zoals aangegeven in de

tabel en toegelicht staat in (3.1.2).

In deze subparagraaf worden de informatiebehoefte toegelicht per uitgangspunt, zo

wordt er begonnen met de informatiebehoefte vanuit ruimtelijke ordening en sluit

de toelichting van de dienst Noordzee af met KLIC. De informatiebehoefte worden

toegelicht met een tabel waarin staat; om welke dienst het gaat, in welke categorie

de gegevens vallen en om welke informatiebehoefte het gaat. Hier is een voorbeeld

tabel die gebruikt wordt om de informatiebehoefte toe te lichten:

DNZ Uitgangspunt: categorie van de kabel- en leidinggegevens

IB: Informatiebehoefte (IB)

Ruimtelijke ordening

De dienst Noordzee is verantwoordelijk voor het goed beheren van haar gebied.

Daarom is ruimtelijke ordening van belang binnen de Dienst Noordzee. KLIC zorgt in

het binnenland nationaal voor registratie van kabels en leidingen. De Noordzee valt

grotendeels buiten het gebied van KLIC, waardoor deze verantwoordelijkheid onder

de ruimtelijke ordening van de Dienst Noordzee valt.

Onder de ruimtelijke ordening van de dienst Noordzee, valt de verantwoordelijkheid

om bij te houden waar welke activiteiten op de Noordzee plaatsvinden en welke

infrastructuur hiervoor aanwezig is. Dit houdt zowel bouwwerken van andere partij-

en in als windmolenparken en mijnbouwwerken van de offshore industrie. Ook ka-

bels en leidingen zijn hier een onderdeel van, de dienst houdt bij waar kabels en

leidingen liggen in de Noordzee. Het is onderwerp van discussie of het beheren van

deze gegevens onder de verantwoordelijkheid van de dienst Noordzee valt. De

dienst Noordzee heeft in ieder geval een groot belang bij deze taak omdat nationaal

niemand de verantwoordelijkheid voor het gegevensbeheer draagt. Hier wordt ver-

der op in gegaan in hoofdstuk 8.1.2. In deze taak komt de dienst Noordzee in aan-

raking met andere partijen die belangen hebben binnen de Noordzee als: eigenaren,

beheerders en vergunningverleners van EZ om alle gegevens onderling te regelen

en compleet te krijgen.

Wat ook onder ruimtelijke ordening valt is de indeling in het ruimtegebruik van het

beheergebied. Voorbeelden van soort gebieden zijn: vaargeulen, ankergebieden,

zandwingebieden, windmolenparken, olie en gas, visserij en beschermde gebieden.

DNZ Ruimtelijke ordening: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid, dekkingseis, bedekking,

nauwkeurigheid (bedekking)

Zie 3.1. Voor ruimtelijke ordening is het nodig om de x, y te weten van kabels en

leidingen, ter aanvulling van het overzicht over het ruimtegebruik waar alle aanwe-

zige objecten en bouwwerken in de Noordzee liggen.

De dienst Noordzee heeft hier behoefte dat de nauwkeurigheid van x en y aangege-

ven is, zodat er bepaald kan worden welke nauwkeurigheid er te verwachten is van

de x, y ligging.

Page 53: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 53 van 193

DNZ Ruimtelijke ordening: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), aanlegdatum, in ge-

bruik (j/n)

Zie 3.1. Risico-inschatting in de indeling van het ruimtegebruik d.m.v. categorieën.

Ook moet er vanuit de verantwoordelijkheid voor ruimtelijke ordening alle gegevens

opgeslagen en beheerd worden, categoriseren is hier een onderdeel van.

DNZ Ruimtelijke ordening: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, vergunningsvoorwaarden, eigenaar, beheerder

Het is van belang om in ruimtelijke ordening het aanspreekpunt van een kabel of

leiding te registreren. Bij de olie- en gassector is de informatiebehoefte naar de

eigenaar niet van belang omdat er meerdere eigenaren zijn. In dit geval is informa-

tie over de beheerder van belang.

Informatie vanuit de verantwoordelijkheid voor ruimtelijke ordening van de Noord-

zee wordt gebruikt voor onder andere:

- Beheer en onderhoud

- Vergunningverlening:

o Het adviseren/plannen van het routegebruik van kabels en leidin-

gen.

Beheer en onderhoud

De dienst Noordzee heeft de verantwoordelijkheid voor het beheren en onderhouden

van de Noordzee. Dit houdt in het beheren en onderhouden van grote scheepvaart-

geulen als de Eurogeul, Maasgeul, IJgeul en ankergebieden. Voorbeelden van be-

heer- en onderhoudstaken zijn baggerwerkzaamheden, vaarwegmarkeringen en

wrakken bergen.

Onder beheer en onderhoud valt ook de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en

omgeving van het beheergebied. Daarom is het van belang voor de dienst Noordzee

om de risico’s aan kabels en leidingen voor het beheergebied te waarborgen en dit

te beheren.

Er is een scheiding tussen de risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen,

in hoge en lage risico’s:

Leidingen met een gevaarlijke inhoud, brengen hoge risico’s met zich mee

voor het milieu in het beheergebied.

Kabels voor telecom en data, geven geen verhoogd risico voor het gebied

maar schade is vooral vervelend voor de eigenaar en gebruikers.

Beheer- en onderhoudstaken van de dienst Noordzee zijn baggerwerkzaamheden,

vaarwegmarkeringen, wrakken bergen.

DNZ Beheer en onderhoud: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Om beheer- en onderhoudswerkzaamheden uit te voeren moet de x, y, z positie van

kabels en leidingen bekend zijn en de te verwachte nauwkeurigheid van de positie.

DNZ Beheer en onderhoud: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking, nauwkeurigheid (bedekking)

Met een gepaste bedekking zijn kabels en leidingen veilig gesteld en worden risico’s

voor het beheergebied vermeden. Dit soort risico’s kan bijvoorbeeld het vrij liggen

van leidingen zijn, of het beschadigen van een kabel of leiding door middel van an-

keren in een noodsituatie van schepen. Wanneer een leiding met gevaarlijke inhoud

beschadigd wordt brengt dit hoge risico’s met zich mee. De dekkingseis zal in over-

Page 54: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 54 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

weging met de risico’s opgesteld zijn, de actuele bedekking moet deze risico’s ver-

mijden. Het is altijd handig om de nauwkeurigheid te weten waarmee de bedekking

bepaald is.

De dekkingseis en huidige bedekking van een kabel of leiding zijn van belang voor

de verantwoordelijkheid in het beheer en onderhoud van de Noordzee

DNZ Beheer en onderhoud: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, diameter, diameter groter dan 300mm (j/n), onderhoudsstaat, in

gebruik (j/n)

Zie 3.1, belang van risico-inschatting in beheer en onderhoud d.m.v. categorieën.

Categoriseren van alle kenmerken is een goede manier om kabels en leidingen te

herkennen en te beheren. Door middel van het inperken van risico’s wordt het be-

heergebied beheerd en onderhouden.

DNZ Beheer en onderhoud: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie, goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

Zie 3.1. De dienst Noordzee heeft risicoclassificatie aangegeven als informatiebe-

hoefte voor beheer en onderhoud.

DNZ Beheer en onderhoud: Administratieve gegevens

IB: Eigenaar, beheerder

Zie 3.1. Bij de olie- en gassector is er alleen informatiebehoefte naar de beheerder.

DNZ Beheer en onderhoud: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

Bij onderhoudswerken als baggeren, is er informatiebehoefte naar de nautisch gega-

randeerde diepte.

Aanleg

Aanleg projecten door de dienst Noordzee bestaan voornamelijk uit het aanleggen of

verbreden van vaargeulen en ankergebieden. Zoals op dit moment de verbreding

van de Maasgeul. De werkzaamheden worden integraal uitbesteed aan een aan-

nemer.

DNZ Aanleg: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Voor aanlegwerkzaamheden is het van belang om de x, y en z te weten en de te

verwachte nauwkeurigheid van de positie. Zodat er rekening gehouden kan worden

met de kabels en leidingen in het aanlegproject.

DNZ Aanleg: Positiegegevens

IB: Bedekking

Om schades te voorkomen is het van belang om te weten welke bedekking de ka-

bels en leidingen hebben in het aanlegproject.

DNZ Aanleg: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Soort

Toelichting, staat in 3.1

DNZ Aanleg: Administratieve gegevens

IB: Eigenaar, beheerder

Zie 3.1, bij de olie- en gassector is er alleen informatiebehoefte naar de beheerder.

Page 55: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 55 van 193

Zandwinning

In de Noordzee zijn zandwingebieden aangegeven. Hier wordt zand ingewonnen om

de kustlijnen te kunnen onderhouden. Voor het bepalen en aanwijzen van gebieden

waar zand gewonnen mag worden is er een informatiebehoefte naar gegevens van

kabels en leidingen.

DNZ Zandwinning: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Zie 3.1. Het kan nog wel voorkomen dat er wees of oude kabels en leidingen waar-

van de positie niet bekend is binnen zo’n gebied liggen. Het is van belang dat er

geen kabels of leidingen liggen wanneer er zand gewonnen wordt. Daarom is er

voor zandwinning behoefte naar de positiegegevens van de kabels en leidingen.

DNZ Zandwinning: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Soort

Toelichting, staat in 3.1

Vergunningverlening

Op de Noordzee vindt veel olie- en gaswinning plaats. Al deze activiteiten zijn ver-

gund vanuit de Mijnbouwwet door het ministerie van Economische Zaken (EZ). Dit

geld ook voor de leidingen die dienen voor het transporteren van mijnbouwstoffen.

Wel wordt Rijkswaterstaat betrokken bij de vergunningverlening voor advies over

het routegebruik van deze leidingen. Dit omdat de dienst Noordzee verantwoordelijk

is als beheerder van het gebied over het ruimtegebruik zoals beschreven bij ruimte-

lijke ordening. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor vergunningverlening vanuit

de Waterwet. Het gaat hierbij om zaken als windmolenparken met de bijhorende

kabels, maar ook de aanleg van bijvoorbeeld telecommunicatiekabels.

DNZ Vergunningverlening: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

De x, y en z van een kabel of leiding is nodig om deze in de vergunning op te ne-

men, en voor deze positie de passende vergunningsvoorwaarden op te stellen.

De vergunningsvoorwaarde voor de x, y en z houden in waar de kabel of leiding

gepositioneerd mag worden, met een passende marge en nauwkeurigheid.

Nadat de vergunning verleend is en de aanleg voltooid, moet de x, y en z zoals de

kabel of leiding gelegd is geregistreerd worden. In de Noordzee is de Dienst Noord-

zee hier verantwoordelijk voor vanuit ruimtelijke ordening. Ook is dit van belang om

de handhaving van de vergunning uit te voeren.

DNZ Vergunningverlening: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking, nauwkeurigheid (bedekking)

Er moet in de vergunningsvoorwaarde een passende dekkingseis opgesteld worden,

die bij de omgeving met de bijhorende risico’s past. De bedekking moet in de ver-

gunningverlening de kabel of leiding veiligstellen. Het belang hiervan staat toege-

licht in 3.1.

DNZ Vergunningverlening: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, materiaal, diameter, diameter groter dan 300mm (j/n)

Zie 3.1. Risico-inschatting d.m.v. categorieën is van belang. Want in de vergunnin-

gen kunnen werkzaamheden gecoördineerd worden en risico’s voor het gebied wor-

den gewaarborgd.

Page 56: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 56 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

DNZ Vergunningverlening: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Aanlegdatum, in gebruik (j/n), omgeving

Informatiebehoefte naar Kabel- en leidinggegevens die nodig zijn in de vergunning-

verlening.

DNZ Vergunningverlening: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie, goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

Zie 3.1, de dienst Noordzee heeft risicoclassificatie aangegeven als informatiebe-

hoefte.

DNZ Vergunningverlening: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, vergunningsvoorwaarden

Deze worden opgesteld met vergunningverlening.

DNZ Vergunningverlening: Administratieve gegevens

IB: Eigenaar, beheerder

Toelichting, staat in 3.1.

DNZ Vergunningverlening: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

Toelichting, staat in 3.1.

Vergunningshandhaving

De dienst Noordzee handhaaft de vergunningen die zij verleend heeft vanuit de Wa-

terwet, maar niet de leidingen die vergund zijn vanuit de Mijnbouwwet. Er wordt

gehandhaafd om te controleren of kabels en leidingen aan de vergunningsvoorwaar-

den voldoen. Deze vergunningsvoorwaarden zijn gesteld om de risico’s aan kabels

en leidingen voor de omgeving en veiligheid te waarborgen. De dienst Noordzee

handhaaft de vergunning, door deze steekproefsgewijs te controleren.

DNZ Vergunningshandhaving: Positiegegevens

IB: X en Y, Z

Met de handhaving van de vergunning wordt er gekeken of de x, y en z van kabels

en leidingen voldoen aan de vergunningsvoorwaarden. Ook wordt er gekeken naar

welke nauwkeurigheid er te verwachten is van de x, y en z.

DNZ Vergunningshandhaving: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking

Met de dekkingseis en huidige bedekking kan er gehandhaafd worden op de vergun-

ning. De belangen hiervan staan toegelicht in 3.1.

DNZ Vergunningshandhaving: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, materiaal, diameter, onderhoudsstaat, aanlegdatum, in gebruik

(j/n)

Zie 3.1. Risico-inschatting d.m.v. categorieën/kenmerken is van belang, zodat er

gehandhaafd kan worden bij een verhoogd risico.

DNZ Vergunningshandhaving: Kenmerken van kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie, goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

Zie 3.1. De dienst Noordzee heeft risicoclassificatie aangegeven als informatiebe-

hoefte voor Vergunningshandhaving.

Page 57: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 57 van 193

DNZ Vergunningshandhaving: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, vergunningsvoorwaarden, eigenaar, beheerder

Toelichting, staat in 3.1.

DNZ Vergunningshandhaving: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

Toelichting, staat in 3.1.

Scheepvaart

De dienst Noordzee heeft aangegeven dat er geen informatiebehoeften naar kabels

en leidingen zijn vanuit de scheepvaart.

Eigen kabels en leidingen

De dienst Noordzee heeft nauwelijks eigen kabels of leidingen, daarom zijn hier

geen informatiebehoefte naar.

KLIC

De Noordzee valt niet onder het beheergebied van KLIC. Daarom zou de dienst

Noordzee als zij eigenaar zijn van kabels en leidingen deze niet in KLIC hoeven zet-

ten. Ook dient KLIC in het beheergebied van de Noordzee niet als de registratie van

kabels en leidingen. Dat maakt dat gegevens van derden niet bij KLIC opgevraagd

kunnen worden. De dienst Noordzee neemt hierdoor de verantwoordelijkheid van

ruimtelijke ordening op zich.

Page 58: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 58 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

3.3 Dienst Noord-Nederland

De dienst Noord-Nederland heeft als nat beheergebied de verantwoordelijkheid over

het beschermd natuurgebied de Waddenzee. Ook vallen de Eems-Dollard, enkele

vaargeulen in Friesland en Groningen en 1 kilometer kuststrook onder de verant-

woordelijkheid van de dienst. In deze gebieden is Waterwet van toepassing en is de

dienst Noord-Nederland verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening. (Figuur 3-2)

Het hele beheergebied van de dienst Noord-Nederland valt binnen KLIC. Toch is de

dienst verantwoordelijk om bij haar taken de kabels en leidingen in het oog te hou-

den. Hierbij moet extra rekening worden gehouden voor de veiligheid van het milieu

van het beschermde natuurgebied.

De dienst Noord-Nederland en de dienst Noordzee hebben enkele overlappende

vergunningen verleend. Hierover moet goede communicatie plaatsvinden tussen de

diensten, om dubbel werk te voorkomen.

Figuur 3-2: Beheergebied dienst Noord-Nederland

3.3.1 Inventarisatie(tabel) informatiebehoefte

In deze paragraaf staan de geïnventariseerde informatiebehoefte van de dienst

Noord-Nederland weergeven in de volgende tabel. (Tabel 3-4)

Page 59: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 59 van 193

Uitgangspunten

Eig

en

ka

be

ls e

n le

idin

ge

n

KL

IC

Informatiebehoeften Be

no

dig

d

Ru

imte

lijke

ord

en

ing

Be

he

er

en

on

de

rho

ud

Aa

nle

g

Za

nd

win

nin

g

Ve

rgu

nnin

gve

rle

nin

g

Ve

rgu

nnin

gsh

an

dha

vin

g

Sch

eep

vaa

rt

Positiegegevens

1. XY X X X X X X X V

-Nauwkeurigheid X X X X X O

2. Z X X X X X X O

-Nauwkeurigheid X X X X X

3. Dekkingseis X X X X X X

4. Bedekking X X X X X X O

-Nauwkeurigheid X X X X X

Kenmerken kabels en leidingen

5. Soort X X X X X X X

6. Transportproduct X X X X X X O

-Gevaarlijke inhoud (j/n) X X X X X X C

-Hoge druk X X X X X X

-Hoogspanning X X X X X X

7. Thema (KLIC) X X X X X V

8. Materiaal X X X X O

9. Diameter X X X X X O

-Diameter groter dan 300 mm (j/n)

10. Onderhoudsstaat X X X X

-Aanlegdatum X X X X

-In gebruik (j/n) X X X X

-Omgeving X X X X X

11. Risicoclassificatie X X X X X X X V

-Goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n) X X X X

Administratieve gegevens

12. Vergunningsnummer X X X X X

-Vergunningsvoorwaarden X X X X

13. Eigenaar X X X X X X V

14. Beheerder X X X X X X X

Vaarwegen

15. Nautisch gegarandeerde diepte X X X X X X X

16. Onderhoudsdiepte X X X X X

17. Melding vrij liggende gevaarlijke leiding X X X X

Tabel 3-4: Informatiebehoeften dienst Noord-Nederland

Page 60: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 60 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

3.3.2 Toelichting informatiebehoefte Dienst Noord-Nederland

De geïnventariseerde informatiebehoefte van de dienst Noord-Nederland worden

toegelicht vanuit de uitgangspunten (3.1.1) met de informatiebehoefte zoals aange-

geven in de tabel en toegelicht staat in (3.1.2).

In deze subparagraaf worden de informatiebehoefte toegelicht per uitgangspunt, zo

wordt er begonnen met de informatiebehoefte vanuit ruimtelijke ordening en sluit

de toelichting van de dienst Noord-Nederland af met KLIC. De informatiebehoefte

worden toegelicht met een tabel waarin staat; om welke dienst het gaat, in welke

categorie de gegevens vallen en om welke informatiebehoefte het gaat. Hier is een

voorbeeld tabel die gebruikt wordt om de informatiebehoefte toe te lichten:

DNN Uitgangspunt: categorie van de kabel- en leidinggegevens

IB: Informatiebehoefte (IB)

Ruimtelijke ordening

De dienst Noord-Nederland is verantwoordelijk voor het goed beheren van haar

beheergebied, in het bijzonder de Waddenzee als beschermd natuurgebied. Omdat

de Waddenzee een beschermd natuurgebied is, is ruimtelijke ordening van belang

binnen de dienst. Zij is verantwoordelijk voor het goed organiseren van het ruimte-

gebruik binnen de Waddenzee, onder andere mosselpercelen, palen in de bodem,

vaarwegen en kabels en leidingen.

Het beheergebied van de dienst Noord-Nederland valt binnen KLIC. Daarom draagt

de dienst Noord-Nederland geen verantwoordelijkheid voor het beheren van gege-

vens van kabels en leidingen. Toch houdt de dienst zelf een GIS-bestand bij met de

ligging van alle objecten in het gebied, inclusief alle kabels en leidingen. Dit is van

belang voor de goede indeling van het gebied.

DNN Ruimtelijke ordening: Positiegegevens

IB: X en Y, bedekking, nauwkeurigheid

Wanneer de x en y ongeveer bekend zijn is dat voldoende voor het ruimtegebruik

van dienst Noord-Nederland, zodat er niets op dezelfde plek wordt geplaatst als de

kabels en leidingen. Verdere toelichting staat in 3.1.

De actuele ligging kan van belang zijn wegens de dynamiek van het Waddengebied.

DNN Ruimtelijke ordening: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning

Toelichting staat in 3.1.

DNN Ruimtelijke ordening: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie

De dienst Noord-Nederland heeft risicoclassificatie aangegeven als informatiebe-

hoefte van ruimtelijke ordening.

DNN Ruimtelijke ordening: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, eigenaar, beheerder

De dienst Noord-Nederland heeft aangegeven deze administratieve gegevens ook

voor ruimtelijke ordening paraat te willen hebben. Verdere toelichting staat in 3.1.

Page 61: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 61 van 193

Beheer en onderhoud

De dienst Noord-Nederland is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van

haar gebied. Hieronder valt het beheer en onderhoud van Rijkswaterstaatwerken en

het beheergebied zelf. De Waddenzee is een beschermd natuurgebied, een zeer

dynamisch gebied en een groot onderdeel van het beheergebied. Dit vraagt veel

aandacht in beheer en onderhoud. Het kanaal van Lemmer naar Delfzijl valt ook

onder het beheergebied van de dienst Noord-Nederland maar is veel minder dyna-

misch.

Voorbeelden van beheer- en onderhoudswerkzaamheden die met informatiebehoefte

naar kabels en leidingen te maken hebben zijn het onderhouden en beheren van:

De vaarwegen door deze te baggeren.

Waterkeringen.

Het monitoren van sedimentverplaatsing in de Waddenzee.

Eigen kabels en leidingen.

DNN Beheer en onderhoud: positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Voor het beheer en onderhoud heeft de dienst Noord-Nederland de x, y, z positie

nodig. Doordat de kabels en leidingen met het Waddengebied mee omhoog komen,

moet er ook rekening met de verschuivende diepte en positie van kabels en leidin-

gen gehouden worden.

Voor het beheren en onderhouden van bijvoorbeeld het Waddengebied, worden

vaarwegen gebaggerd. Om te kunnen controleren of er niet boven een kabel of lei-

ding gebaggerd wordt, is de actuele positie van de kabel of leiding nodig en worden

de posities van baggerschepen in de gaten gehouden. Doordat er niet boven een

kabel of leiding gebaggerd mag worden, kan de dienst bij het constateren daarvan,

daarop handhaven.

DNN Beheer en onderhoud: positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking, nauwkeurigheid (bedekking)

In onderhoudswerkzaamheden stelt de huidige bedekking, indien deze aan de dek-

kingseis voldoet, een kabel of leiding veilig. Ook is de bedekking en nauwkeurigheid

hiervan nodig om te bepalen tot hoe diep er veilig gebaggerd kan worden wanneer

dit noodzakelijk is. Verdere toelichting staat in 3.1.

DNN Beheer en onderhoud: kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, Thema (KLIC), diameter, onderhoudsstaat, aanlegdatum, in ge-

bruik (j/n), omgeving

De kenmerken voor beheer en onderhoud, zijn vooral van belang voor risico’s rond-

om onderhoudswerkzaamheden. Dit zijn voornamelijk baggerwerkzaamheden aan

de vaargeulen. Ook voor de veiligheid voor het milieu van het gebied zijn deze ge-

gevens van belang. Deze risico-inschatting wordt verder uitgelegd in 3.1.

DNN Beheer en onderhoud: kenmerken kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie, goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

Zie 3.1, de dienst Noord-Nederland heeft risicoclassificatie en een goedgekeurd risi-

comanagementsysteem aangegeven als informatiebehoefte van beheer en onder-

houd.

Page 62: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 62 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

DNN Beheer en onderhoud: administratieve gegevens

IB: Vergunningsvoorwaarden, beheerder

Toelichting staat in 3.1.

DNN Beheer en onderhoud: vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

De nautisch gegarandeerde diepte en de onderhoudsdiepte worden door de dienst

Noord-Nederland bepaald. Hierbij wordt rekening gehouden met de kabels en leidin-

gen. Wanneer dit niet meer mogelijk is, worden er andere oplossingen gezocht,

zoals het verdiepen of verleggen van de kabel of leiding.

DNN Beheer en onderhoud: vaarwegen

IB: Melding vrij liggende gevaarlijke leiding

De dienst Noord-Nederland heeft aangegeven deze informatiebehoefte te hebben bij

beheer en onderhoud. Verder toelichting staat in 3.1.

Aanleg

De dienst Noord-Nederland heeft aanlegprojecten die rekening moeten houden met

kabels en leidingen van derden. Dit betreft onder andere waterkeringen, verplaatsen

van vaarwegen door de invloed van de dynamiek van de Waddenzee. De aanleg

hiervan wordt uitbesteed aan een aannemer, maar als opdrachtgever moet Rijkswa-

terstaat de benodigde gegevens aanleveren. Hiertoe behoort de informatiebehoefte

naar kabels en leidingen voor aanleg.

DNN Aanleg: Positiegegevens

IB: X en Y, Z

Voor aanlegwerkzaamheden is het van belang om de x, y en z te weten, zodat er

rekening gehouden kan worden met de kabels en leidingen in een aanlegproject. De

actuele ligging van de kabels en leidingen is eveneens belangrijk. Door de sedi-

mentverplaatsing in het Waddengebied verplaatsen ook de kabels en leidingen.

DNN Aanleg: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking

Voor aanlegprojecten is het ook van belang de dekking of dekkingseis te weten.

Bijvoorbeeld bij de Boontjes was er nooit gebaggerd wanneer de kabels en leidingen

bekend waren met hun dekkingseis en bedekking. Dit voorbeeld is van derden,

maar geeft wel mooi de situatie weer. (zie krantenartikel, paragraaf 1.1)

DNN Aanleg: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, Thema (KLIC)

Toelichting staat in 3.1, en deze gegevens zijn ook nodig om de veiligheid van het

milieu bij de aanleg te kunnen waarborgen.

DNN Aanleg: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie

De dienst Noord-Nederland heeft risicoclassificatie aangegeven als informatiebe-

hoefte vanuit aanleg.

DNN Aanleg: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, eigenaar, beheerder

Toelichting staat in 3.1.

Page 63: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 63 van 193

DNN Aanleg: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte

Met het dynamische gebied de Waddenzee verplaatst veel sediment. Door het ver-

plaatsen van sediment is het in aanlegprojecten altijd van belang om de nautisch

gegarandeerde diepte te behouden voor de veiligheid van de scheepvaart.

Zandwinning

Er zijn geen zandwinninggebieden, omdat de Waddenzee een beschermd natuurge-

bied is. Daarin is het verboden op deze manier zand te winnen. Zandwinning komt

voor in combinatie met onderhoudswerkzaamheden, door de vele sedimentverplaat-

sing in het dynamische gebied.

DNN Zandwinning: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Geen informatiebehoefte, alleen het thema voor KLIC

Zandwinning komt in combinatie voor met beheer- en onderhoudswerkzaamheden,

de informatiebehoefte vanuit dit uitgangspunt vallen daarom ook onder beheer en

onderhoud. De dienst Noord-Nederland heeft zelf in het onderzoek het thema aan-

gegeven als informatiebehoefte.

Vergunningverlening

Dienst Noord-Nederland verleent vergunningen voor kabels en leidingen in het ka-

der van de Waterwet om deze te mogen leggen en laten liggen. Deze vergunningen

worden afgegeven om werkzaamheden te coördineren en de risico’s voor de veilig-

heid en milieu van het gebied te waarborgen. Het beheergebied van de dienst

Noord-Nederland is een dynamisch gebied met veel verantwoordelijkheden voor de

veiligheid en milieu van het gebied. Dit komt mede doordat het Waddengebied een

beschermd natuurgebied is. Daarom is het van belang om goede vergunningsvoor-

waarden op te stellen waarmee de risico’s van kabels en leidingen beperkt worden.

Door de dynamiek van het Waddengebied en de problemen die dit teweeg brengen

voor de vaargeulen, is er een verhoogd risico in dit gebied voor de kabels en leidin-

gen.

DNN Vergunningverlening: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Dienst Noord-Nederland heeft vanwege haar verantwoordelijkheden rondom het

beschermde natuurgebied, in vergunningverlening de taak om bij nieuwe kabels en

leidingen speciaal te letten op het routegebruik. Zij kiest routes uit waar het gebied

de minste dynamiek vertoont, zodat er een zo klein mogelijke kans is dat een lei-

ding breekt en gevaar vormt voor de veiligheid en het milieu. Dit routegebruik,

waaruit de x, y en z voortkomen, valt grotendeels onder de verantwoordelijkheid

van ruimtelijke ordening van de dienst Noord-Nederland. Bij deze x, y en z positie

worden passende vergunningsvoorwaarden opgesteld voor de veiligheid van de ka-

bels en leidingen en van het gebied. De vergunningsvoorwaarde voor de x, y en z

houden in waar de kabel of leiding gepositioneerd wordt, met een passende marge

en nauwkeurigheid.

DNN Vergunningverlening: Positiegegevens

IB: Dekkingseis

Zie 3.1. Bij vergunningverlening wordt een passende dekkingseis opgesteld en de

bedekking moet het gebied en de kabel of leiding veiligstellen.

Page 64: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 64 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

DNN Vergunningverlening: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, materiaal, diameter, omgeving

Zie 3.1, met behulp van deze kenmerken kunnen de nodige risico’s voor het be-

schermde natuurgebied geschat worden.

DNN Vergunningverlening: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie

Zie 3.1. De dienst Noord-Nederland heeft risicoclassificatie aangegeven als informa-

tiebehoefte van vergunningverlening.

DNN Vergunningverlening: Administratieve gegevens

IB: Eigenaar, beheerder

Toelichting staat in 3.1.

DNN Vergunningverlening: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

Bij het vergunnen van nieuwe kabels en leidingen moet er rekening gehouden wor-

den met de vaarwegen. De veiligheid van de vaarwegen en de kabels en leidingen

mogen niet in het gedrang komen. Hierdoor moet de kabel of leiding voldoende diep

onder de nautisch gegarandeerde diepte en onderhoudsdiepte worden gelegd, zoals

bij de dekkingseis bij vaargeulen geldt. Zie ook toelichting van de informatiebehoef-

ten 3.1.

Vergunningshandhaving

Voor de veiligheid van het beschermde natuurgebied handhaaft de dienst Noord-

Nederland de vergunningen voor de kabels en leidingen. Ze controleert op de risi-

co’s met behulp van de nodige informatiebehoeften. Wanneer er sprake is van een

verhoogd risico wordt er gehandhaafd door in overleg met de eigenaar te treden.

DNN Vergunningshandhaving: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Aan de hand van de x, y en z positie en de nauwkeurigheid hiervan wordt bepaald of

er aan de vergunningsvoorwaarden voldaan wordt. De actuele ligging van de kabels

en leidingen is hiervoor zeer belangrijk. Door de sedimentverplaatsing door de dy-

namiek van het Waddengebied verplaatsen ook de kabels en leidingen. Hierop moet

gehandhaafd worden om eventueel opkomende risico’s te beperken.

DNN Vergunningshandhaving: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking, nauwkeurigheid

Zie 3.1. Bij vergunningshandhaving wordt de bedekking gecontroleerd aan de hand

van de dekkingseis, opgesteld bij vergunningverlening voor de veiligheid van de

kabel of leiding en het gebied.

DNN Vergunningshandhaving: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, materiaal, diameter, onderhoudsstaat, aanlegdatum, in gebruik

(j/n), omgeving

Zie 3.1, met behulp van deze kenmerken kunnen de nodige risico’s voor het be-

schermde natuurgebied steeds opnieuw geschat worden.

Page 65: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 65 van 193

DNN Vergunningshandhaving: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie, goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

Zie 3.1. De dienst Noord-Nederland heeft risicoclassificatie en een goedgekeurd

risicomanagementsysteem ja dan nee aangegeven als informatiebehoefte van ver-

gunningshandhaving.

DNN Vergunningshandhaving: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, vergunningsvoorwaarden, eigenaar, beheerder

Zie 3.1, deze gegevens zijn nodige om te kunnen handhaven op de vergunningen.

DNN Vergunningshandhaving: Vaarwegen

IB: Nautische gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

Zie 3.1. Bij het controleren van de vergunningen wordt rekening gehouden met de

vaarwegen. De veiligheid van de vaarwegen en de kabels en leidingen mogen niet in

het gedrang komen. Hierdoor moet de kabel of leiding voldoende diep blijven liggen

en de nautisch gegarandeerde diepte en onderhoudsdiepte niet verlaagd worden.

Deze beide gegevens worden in het oog gehouden bij handhaving.

DNN Vergunningshandhaving: Vaarwegen

IB: Melding vrij liggende gevaarlijke leiding

Zie 3.1. De dienst Noord-Nederland heeft aangegeven deze informatiebehoefte te

hebben bij vergunningshandhaving.

Scheepvaart

De dienst Noord-Nederland heeft te maken met scheepvaart in het gebied. De

dienst zorgt dat de scheepvaart veilig en goed verloopt.

DNN Scheepvaart: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte

De schepen moeten op de hoogte gesteld blijven van de nautisch gegarandeerde

diepte. Wanneer deze diepte niet meer gegarandeerd kan worden, geeft de dienst

dat aan door middel van boeien of anders.

DNN Scheepvaart: Vaarwegen

IB: Melding vrij liggende gevaarlijke leiding

Bij gevaarlijke vrij liggende leidingen is er ook belang bij voor de scheepvaart dit

aan hen te melden. De dienst probeert de eigenaar van de betreffende kabel of lei-

ding het probleem zo snel mogelijk op te laten lossen.

Eigen kabels en leidingen

De dienst Noord-Nederland is verantwoordelijk voor het goed beheren van haar

eigen kabels en leidingen. Hiervoor gebruikt zij een eigen GIS-bestand met alle ge-

gevens van de kabels en leidingen. Ook moeten een aantal verplichte gegevens in

KLIC geregistreerd worden, omdat KLIC geld binnen het beheergebied. Omdat in

GIS de gegevens van eigen kabels en leidingen staan, wordt er gemakkelijk voor-

zien in informatiebehoefte naar eigen kabels en leidingen.

DNN Eigen kabels en leidingen

IB: Naar alle gegevens over het eigendom

Iedere dienst heeft informatiebehoefte naar alle gegevens van eigen kabels en lei-

dingen, dit omdat diensten aan de wettelijke verplichtingen als eigenaar moeten

voldoen. Gegevens van eigen kabels en leidingen moeten goed beheerd worden.

Page 66: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 66 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

KLIC

Het beheergebied van de dienst Noord-Nederland valt onder het gebied waar KLIC

geldt. Hierdoor hoeft de dienst Noord-Nederland zelf geen kabel- en leidinggegevens

van derden bij te houden.

De inhoud van KLIC staat beschreven in subparagraaf 7.1.1. Dit hoofdstuk geeft

informatie over welke kabel- en leidinggegevens in KLIC staan en welke gegevens

een eigenaar verplicht met KLIC moet registreren.

KLIC kan inhoudelijk niet volledig voorzien in de informatiebehoefte van de dienst

Noord-Nederland. Waarin KLIC voorziet in de informatiebehoefte van regionale dien-

sten en waarin niet staat beschreven in de bevindingen van subparagraaf 8.2.2.

De dienst Noord-Nederland heeft ook de taak om de gegevens van haar eigen ka-

bels en leidingen in KLIC te registreren.

DNN KLIC

IB: Verplichte gegevens (zie 7.1.1)

Wanneer de dienst informatiebehoefte heeft naar kabel- en leidinggegevens van

derden kunnen kabel- en leidinggegevens opgevraagd worden. Ook moet een dienst

de verplichte gegevens van hun eigendom in KLIC registreren.

Page 67: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 67 van 193

3.4 Dienst Zuid-Holland

De dienst Zuid-Holland beheert qua nat het rivierengebied binnen de provincie,

waaronder de haven van Rotterdam, Merwede, Maas, Nieuwe Waterweg en Haring-

vliet. (Figuur 3-3) Het beheergebied heeft dynamische rivieren waardoor er veel

metingen uitgevoerd worden om het huidige bodemprofiel vast te stellen. De dienst

heeft te maken met het eroderen en sedimenttransport van de rivieren en rijkswa-

terstaatswerken als waterkeringen, bruggen en sluizen in de rivieren. Binnen dit

gebied draagt de dienst Zuid-Holland de verantwoordelijkheid voor: droge voeten

een kerndoel van Rijkswaterstaat, kwalitatief goed water en de vlotte en veilige

doorgang van scheepvaart. De dienst Zuid-Holland komt met betrekking tot kabels

en leidingen meer als andere diensten in aanraking met deze verantwoordelijkhe-

den.

Door de dynamiek van de rivieren en de drukke scheepvaart worden de risico’s aan

kabels en leidingen voor het beheergebied verhoogd. De dienst Zuid-Holland komt

in aanraking met vele eigenaren en beheerders van kabels en leidingen. Ook komt

zij in aanraking met KLIC, het beheergebied valt binnen de nationale registratie van

kabels en leidingen. Zelf is zij ook eigenaar van kabels en leidingen in dit gebied.

Figuur 3-3: Beheergebied dienst Zuid-Holland

3.4.1 Inventarisatie(tabel) informatiebehoefte

In deze paragraaf staan de geïnventariseerde informatiebehoefte van de dienst

Zuid-Holland weergeven in de volgende tabel. (Tabel 3-5)

Page 68: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 68 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Uitgangspunten

Eig

en

ka

be

ls e

n le

idin

ge

n

KL

IC

Informatiebehoeften Be

no

dig

d

Ru

imte

lijke

ord

en

ing

Be

he

er

en

on

de

rho

ud

Aa

nle

g

Za

nd

win

nin

g

Ve

rgu

nnin

gve

rle

nin

g

Ve

rgu

nnin

gsh

an

dha

vin

g

Sch

eep

vaa

rt

Positiegegevens

1. XY X X X X X X V

-Nauwkeurigheid X X X X X O

2. Z X X X X X X O

-Nauwkeurigheid X X X X X

3. Dekkingseis X X X X X X

4. Bedekking X X X X X X O

-Nauwkeurigheid X X X

Kenmerken kabels en leidingen

5. Soort X X X X X X

6. Transportproduct X X X X X X O

-Gevaarlijke inhoud (j/n) X X X X X X C

-Hoge druk X X X X X

-Hoogspanning X X X X X

7. Thema (KLIC) X X X X V

8. Materiaal X X X X O

9. Diameter X X X X X O

-Diameter groter dan 300 mm (j/n) X X X X

10. Onderhoudsstaat X X X X

-Aanlegdatum X X X

-In gebruik (j/n) X X X X

-Omgeving X X X X X

11. Risicoclassificatie X X X X X X V

-Goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n) X X X X X

Administratieve gegevens

12. Vergunningsnummer X X X X X

-Vergunningsvoorwaarden X X X X X X

13. Eigenaar X X X X X X V

14. Beheerder X X X X X

Vaarwegen

15. Nautisch gegarandeerde diepte X X X X X X

16. Onderhoudsdiepte X X X X X

17. Melding vrij liggende gevaarlijke leiding X X

Tabel 3-5: Informatiebehoeften dienst Zuid-Holland

Page 69: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 69 van 193

3.4.2 Toelichting informatiebehoefte dienst Zuid-Holland

De geïnventariseerde informatiebehoefte van de dienst Zuid-Holland worden toege-

licht vanuit de uitgangspunten (3.1.1) met de informatiebehoefte zoals aangegeven

in de tabel en toegelicht staat in (3.1.2).

In deze subparagraaf worden de informatiebehoefte toegelicht per uitgangspunt, zo

wordt er begonnen met de informatiebehoefte vanuit ruimtelijke ordening en sluit

de toelichting van de dienst Zuid-Holland af met KLIC. De informatiebehoefte wor-

den toegelicht met een tabel waarin staat; om welke dienst het gaat, in welke cate-

gorie de gegevens vallen en om welke informatiebehoefte het gaat. Hier is een

voorbeeld tabel die gebruikt wordt om de informatiebehoefte toe te lichten:

DZH Uitgangspunt: categorie van de kabel- en leidinggegevens

IB: Informatiebehoefte (IB)

Ruimtelijke ordening

Bij de dienst Zuid-Holland is er geen verantwoordelijkheid voor ruimtelijke ordening.

Kabels en leidingen worden binnen het beheergebied nationaal geregistreerd door

middel van KLIC. Ook zijn er voldoende eigenaren die het ruimtegebruik opvullen

met hun eigendommen en daarin het ruimtegebruik en de risico’s voor het gebied

meenemen.

Deze verantwoordelijkheden hoeft de dienst Zuid-Holland niet op zich te nemen.

Haar verantwoordelijkheid voor de veiligheid en omgeving van het gebied, komen

tot uiting in de processen beheer en onderhoud, vergunningverlening en vergun-

ningshandhaving.

Beheer en onderhoud

De dienst Zuid-Holland is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van haar

gebied. Hieronder valt het beheer en onderhoud aan Rijkswaterstaatwerken en het

gebied zelf.

Voorbeelden van beheer- en onderhoudswerkzaamheden die met informatiebehoefte

naar kabels en leidingen te maken hebben, zijn het onderhouden en beheren van:

de vaarwegen door deze op diepte te houden,

waterkeringen,

dijken en

eigen kabels en leidingen.

DZH Beheer en onderhoud: positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Om beheer- en onderhoudswerkzaamheden uit te voeren moet de x, y en z positie

van kabels en leidingen bekend zijn en de te verwachte nauwkeurigheid van de po-

sitie.

Page 70: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 70 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

DZH Beheer en onderhoud: positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking, nauwkeurigheid

Met een gepaste bedekking zijn kabels en leidingen veilig gesteld en worden risico’s

voor het beheergebied vermeden. Dit soort risico’s kan bijvoorbeeld het vrij liggen

van leidingen zijn. Binnen het dynamische beheergebied zit hier een verhoogd risico

aan vast, door het eroderen van de rivier maar ook door de drukke scheepvaart.

Wanneer een leiding met gevaarlijke inhoud beschadigd raakt, brengt dit zeer hoge

risico’s met zich mee voor de veiligheid en omgeving van het beheergebied.

De dekkingseis wordt op grond van de risico-overwegingen opgesteld. De actuele

bedekking moet deze risico’s vermijden.

De dekkingseis en huidige bedekking van kabels en leidingen zijn van belang voor

de verantwoordelijkheid in het beheer en onderhoud van de rivieren.

DZH Beheer en onderhoud: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, thema, diameter, onderhoudsstaat, in gebruik (j/n), omgeving

Zie 3.1, belang van risico-inschatting in beheer en onderhoud d.m.v. categorieën.

DZH Beheer en onderhoud: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie, goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

Zie 3.1. De dienst Zuid-Holland heeft risicoclassificatie aangegeven als informatie-

behoefte voor beheer en onderhoud.

DZH Beheer en onderhoud: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, voorwaarden, eigenaar

Toelichting, staat in 3.1

DZH Beheer en onderhoud: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

Zie, 3.1. Bij onderhoudswerken als baggeren, is er informatiebehoefte naar de nau-

tisch gegarandeerde diepte, omdat de veilige doorgang van scheepvaart gegaran-

deerd moet blijven.

Aanleg

Binnen haar gebied voert de dienst Zuid-Holland aanlegwerkzaamheden uit wanneer

dat nodig is. Aanlegprojecten worden uitbesteed aan een aannemer, maar als op-

drachtgever moet Rijkswaterstaat de benodigde gegevens aanleveren. Hiertoe be-

hoort de informatiebehoefte naar kabels en leidingen voor aanleg.

DZH Aanleg: Positiegegevens

IB: X en Y, Z

Deze informatiebehoefte is er, zodat er rekening gehouden kan worden met de ka-

bels en leidingen in het aanlegproject.

DZH Aanleg: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking

Om schades te voorkomen is het van belang om te weten welke bedekking de ka-

bels en leidingen beschermt in het aanlegproject.

DZH Aanleg: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (ja/nee), thema

Zie 3.1, belang van risico-inschatting in aanleg d.m.v. categorieën.

Page 71: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 71 van 193

DZH Aanleg: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie

De dienst Zuid-Holland heeft risicoclassificatie aangegeven als informatiebehoefte

vanuit aanleg.

DZH Aanleg: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, eigenaar, beheerder

Voor de vergunningverlening rondom aanleg, zijn soms de contactgegeven nodig.

Zandwinning

Er zijn geen zandwinninggebieden binnen het beheergebied, daarom zijn er voor dit

uitgangspunt geen informatiebehoefte naar kabels en leidingen.

Vergunningverlening

De dienst Zuid-Holland verleent vergunningen vanuit de Waterwet en de WBR. Deze

vergunningen worden afgegeven om werkzaamheden te coördineren en de risico’s

voor de veiligheid en omgeving van het gebied te waarborgen. Het beheergebied

van de dienst Zuid-Holland is een dynamisch rivierengebied met veel verantwoorde-

lijkheden voor de veiligheid en omgeving van het gebied. Voorbeelden van deze

verantwoordelijkheden staan in de inleiding van de dienst Zuid-Holland. (zie 3.4) De

verantwoordelijkheid voor de veiligheid en omgeving in het beheer en onderhoud

van het beheergebied, wordt qua kabels en leidingen bij de dienst Zuid-Holland

voornamelijk gedragen door effectief de vergunningen te handhaven.

Daarom is het van belang om goede vergunningsvoorwaarden op te stellen waar-

mee de risico’s aan kabels en leidingen beperkt worden.

DZH Vergunningverlening: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

De x, y en z van een kabel of leiding is nodig om deze in de vergunning op te ne-

men, en voor deze positie de passende vergunningsvoorwaarden op te stellen.

De vergunningsvoorwaarde voor de x, y en z houden in waar de kabel of leiding

gepositioneerd wordt, met een passende marge en nauwkeurigheid.

DZH Vergunningverlening: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking

Zie 3.1. Bij vergunningverlening wordt een passende dekkingseis opgesteld en de

bedekking moet de kabel of leiding veiligstellen. Omdat het beheergebied voorna-

melijk uit vaargeulen bestaat samen met de dynamiek van de rivieren, wordt de

dekkingseis opgesteld ten opzichte van de nautische gegarandeerde diepte zoals

omschreven in 3.1.

DZH Vergunningverlening: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, materiaal, diameter, diameter groter dan 300mm (j/n), omgeving

Zie 3.1. Risico-inschatting d.m.v. categorieën is van belang in vergunningverlening.

Want in de vergunning kunnen werkzaamheden gecoördineerd worden en risico’s

voor het gebied worden gewaarborgd.

Page 72: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 72 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

DZH Vergunningverlening: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie, goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

Zie 3.1, de dienst Zuid-Holland heeft risicoclassificatie aangegeven als informatiebe-

hoefte. Ook is er belang bij het weten of de eigenaar een goedgekeurd risicomana-

gementsysteem gaat hanteren, dit maakt het handhaven van de vergunning ge-

makkelijker (zie handhaving).

DZH Vergunningverlening: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, vergunningsvoorwaarden

Zie 3.1, de vergunningsvoorwaarden worden opgesteld met vergunningverlening.

DZH Vergunningverlening: Administratieve gegevens

IB: Eigenaar, beheerder

Toelichting, staat in 3.1.

DZH Vergunningverlening: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte, melding vrij liggen-

de gevaarlijke leiding

Bij het vergunnen van nieuwe kabels en leidingen moet er rekening gehouden wor-

den met de vaarwegen. De veiligheid van de vaarwegen en de kabels en leidingen

mogen niet in het gedrang komen. Hierdoor moet de kabel of leiding voldoende diep

onder de nautisch gegarandeerde diepte en onderhoudsdiepte worden gelegd, zoals

bij de dekkingseis bij vaargeulen geldt. (zie 3.1)

Vergunningshandhaving

De dienst Zuid-Holland handhaaft de vergunningen die zij heeft verleend vanuit de

Waterwet en WBR. Om de risico’s aan kabels en leidingen te waarborgen voor de

veiligheid en omgeving van het gebied, wordt er gehandhaafd om te controleren of

kabels en leidingen aan de vergunningsvoorwaarden voldoen.

De dienst Zuid-Holland neemt het op zich om kabels en leidingen effectief te contro-

leren op de vergunningsvoorwaarden. Dit wordt gedaan door het actuele bodempro-

fiel te vergelijken met de as-build tekeningen van kabels en leidingen in een 3D

programma. (zie 7.2.3) Zo is er visueel te zien welke leidingen niet voldoen aan de

vergunningsvoorwaarden, dit wordt gekoppeld aan het vergunningsnummer.

Indien nodig wordt de eigenaar van de kabel of leiding opgezocht en aangesproken

op dit probleem.

Met deze taak neemt de dienst Zuid-Holland het op zich om gegevens van kabels en

leidingen te beheren in plaats van dit bij de eigenaar te leggen.

De dienst Zuid-Holland handhaaft kabels en leidingen uit de vergunning door effec-

tief toe te zien op risico’s en vergunningen door deze gegevens te beheren.

DZH Vergunningshandhaving: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Met de handhaving van de vergunning wordt er gekeken of de x, y en z van kabels

en leidingen voldoen aan de vergunningsvoorwaarden. Ook wordt er gekeken naar

welke nauwkeurigheid er te verwachten is van de x, y en z.

Page 73: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 73 van 193

DZH Vergunningshandhaving: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking, nauwkeurigheid

Zie 3.1. Met de dekkingseis en huidige bedekking kan er gehandhaafd worden op de

vergunning. Het is gewenst om de nauwkeurigheid van de huidige bedekking te

weten.

DZH Vergunningshandhaving: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, materiaal, diameter, diameter groter dan 300mm (j/n), onder-

houdsstaat, aanlegdatum, in gebruik (j/n), omgeving

Zie 3.1. Risico-inschatting d.m.v. categorieën/kenmerken is van belang, zodat er

gehandhaafd kan worden bij een verhoogd risico.

DZH Vergunningshandhaving: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Risicoclassificatie, goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

Zie 3.1. De dienst Zuid-Holland heeft risicoclassificatie aangegeven als informatie-

behoefte voor vergunningshandhaving.

De dienst Zuid-Holland neemt de verantwoordelijkheid op zich om effectief toe te

zien op de risico’s d.m.v. handhaving. Wanneer eigenaren dit op zich nemen, kan de

risicohandhaving gemakkelijker worden.

DZH Vergunningshandhaving: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, vergunningsvoorwaarden, eigenaar, beheerder

Toelichting, staat in 3.1.

DZH Vergunningshandhaving: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

De dienst Zuid-Holland heeft dynamische waterwegen. Bij deze vaarwegen wordt

een nautische diepte en onderhoudsdiepte bepaald. Er wordt effectief gehandhaafd

door de dienst, dat kabels en leidingen geen belemmering vormen voor de vaarwe-

gen en risico’s hiervoor uitblijven.

Scheepvaart

Vanuit de scheepvaart zijn er informatiebehoeften naar kabels en leidingen. Omdat

kabels en leidingen eerder worden blootgesteld aan risico’s bij een drukke doorgang

van de scheepvaart, zeker binnen het gebied van de dienst Zuid-Holland. Wanneer

dit misgaat, is er schade aan de kabel of leiding en levert dit grote risico’s op voor

de veiligheid en omgeving van het beheergebied, zeker wanneer het gaat om een

leiding met gevaarlijke inhoud. Het is in ieders belang om dit te voorkomen.

DZH Scheepvaart: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte

De nautisch gegarandeerde diepte geeft schepen aan tot welke diepgang van hun

schip er een veilige doorgang door de vaarwegen is. Dit is essentiële informatie voor

schepen binnen een druk vaarwater als de haven van Rotterdam.

DZH Scheepvaart: Vaarwegen

IB: Melding vrij liggende gevaarlijke leiding

Als er melding wordt ontvangen wanneer er een gevaarlijke leiding vrij ligt, kan de

scheepvaart dit risico vermijden en kunnen er passende maatregelen genomen wor-

den.

Page 74: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 74 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Eigen kabels en leidingen

De dienst Zuid-Holland heeft eigen kabels en leidingen in haar bezit, bijvoorbeeld

voor de bediening van sluizen en bruggen. Voor het goede verloop van werkzaam-

heden in elk primair proces heeft de dienst Zuid-Holland ook informatiebehoeften

naar haar eigen kabels en leidingen. Uit de verantwoordelijkheid als eigenaar voor

het eigendom, beheert de dienst Zuid-Holland alle gegevens van eigen kabels en

leidingen. In een eigen GIS-bestand staan alle gegevens van eigen kabels en leidin-

gen. Hiermee beschikt de dienst over de benodigde gegevens om te voorzien in de

informatiebehoefte naar eigen kabels en leidingen. Ook zijn er een aantal van deze

gegevens die verplicht in KLIC geregistreerd moeten worden.

DZH Eigen kabels en leidingen

IB: Naar alle gegevens over het eigendom

Iedere dienst heeft informatiebehoefte naar alle gegevens van eigen kabels en/of

(en alleen, denk ik) leidingen, dit omdat diensten aan de wettelijke verplichtingen

als eigenaar moeten voldoen. Gegevens van eigen kabels en leidingen moeten goed

beheerd worden.

KLIC

Het beheergebied van de dienst Zuid-Holland valt onder het gebied waar KLIC geldt.

Hierdoor hoeft de dienst Zuid-Holland zelf geen kabel- en leidinggegevens van der-

den bij te houden.

De inhoud van KLIC staat beschreven in subparagraaf 7.1.1. Dit hoofdstuk geeft

informatie over welke kabel- en leidinggegevens in KLIC staan en welke gegevens

een eigenaar verplicht met KLIC moet registreren.

KLIC kan inhoudelijk niet volledig voorzien in de informatiebehoefte van de dienst

Zuid-Holland. Waarin KLIC voorziet in de informatiebehoefte van regionale diensten

en waarin niet staat beschreven in de bevindingen van subparagraaf 8.2.2.

De dienst Zuid-Holland heeft ook de taak om de gegevens van haar eigen kabels en

leidingen in KLIC te registreren.

DNN KLIC

IB: Verplichte gegevens (zie 7.1.1)

Wanneer de dienst informatiebehoefte heeft naar kabel- en leidinggegevens van

derden kunnen kabel- en leidinggegevens opgevraagd worden. Ook moet een dienst

de verplichte gegevens van hun eigendom in KLIC registreren.

Page 75: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 75 van 193

3.5 Dienst IJsselmeergebied

De dienst IJsselmeergebied heeft in het natte het IJsselmeer, Markermeer en de

randmeren onder haar beheergebied. In deze gebieden is de Waterwet van toepas-

sing. (Figuur 3-4)

Betreffende KLIC valt niet het hele IJsselmeergebied daarbinnen, (zoals omschreven

in subparagraaf 2.4.1 en 7.1.1). Met het oog op de veiligheid van het gebied, zou

het goed zijn wanneer de dienst in dit gebied de kabels en leidingen zou bijhouden,

zoals de andere diensten. Echter door de kleine natuurlijke dynamiek van het gebied

heeft de dienst IJsselmeergebied dit niet. De verantwoordelijkheid van de kabels en

leidingen liggen dan ook alleen bij de eigenaren.

Figuur 3-4: Beheergebied dienst IJsselmeergebied

3.5.1 Inventarisatie(tabel) informatiebehoefte

In deze paragraaf staan de geïnventariseerde informatiebehoefte van de dienst IJs-

selmeergebied weergeven in de volgende tabel. (Tabel 3-6)

Page 76: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 76 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Uitgangspunten

Eig

en

ka

be

ls e

n le

idin

ge

n

KL

IC

Informatiebehoeften Be

no

dig

d

Ru

imte

lijke

ord

en

ing

Be

he

er

en

on

de

rho

ud

Aa

nle

g

Za

nd

win

nin

g

Ve

rgu

nnin

gve

rle

nin

g

Ve

rgu

nnin

gsh

an

dha

vin

g

Sch

eep

vaa

rt

Positiegegevens

1. XY X X X X X X X X V

-Nauwkeurigheid X X X X X O

2. Z X X X X X O

-Nauwkeurigheid X X X X X

3. Dekkingseis X X X X X

4. Bedekking X X X X X X O

-Nauwkeurigheid X X X X X X

Kenmerken kabels en leidingen

5. Soort X X X X X

6. Transportproduct X X X O

-Gevaarlijke inhoud (j/n) X X X C

-Hoge druk X X X

-Hoogspanning X X X

7. Thema (KLIC) X X X X X V

8. Materiaal X O

9. Diameter X O

-Diameter groter dan 300 mm (j/n) X

10. Onderhoudsstaat X

-Aanlegdatum X

-In gebruik (j/n) X

-Omgeving

11. Risicoclassificatie X V

-Goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

Administratieve gegevens

12. Vergunningsnummer X X X X

-Vergunningsvoorwaarden X X X

13. Eigenaar X X X X X V

14. Beheerder X X X X X

Vaarwegen

15. Nautisch gegarandeerde diepte X X X X X

16. Onderhoudsdiepte X X X X

17. Melding vrij liggende gevaarlijke leiding X X

Tabel 3-6: Informatiebehoeften dienst IJsselmeergebied

Page 77: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 77 van 193

3.5.2 Toelichting informatiebehoefte dienst IJsselmeergebied

De geïnventariseerde informatiebehoefte van de dienst IJsselmeergebied worden

toegelicht vanuit de uitgangspunten (3.1.1) met de informatiebehoefte zoals aange-

geven in de tabel en toegelicht staat in (3.1.2).

In deze subparagraaf worden de informatiebehoefte toegelicht per uitgangspunt, zo

wordt er begonnen met de informatiebehoefte vanuit ruimtelijke ordening en sluit

de toelichting van de dienst IJsselmeergebied af met KLIC. De informatiebehoefte

worden toegelicht met een tabel waarin staat; om welke dienst het gaat, in welke

categorie de gegevens vallen en om welke informatiebehoefte het gaat. Hier is een

voorbeeld tabel die gebruikt wordt om de informatiebehoefte toe te lichten:

DIJG Uitgangspunt: categorie van de kabel- en leidinggegevens

IB: Informatiebehoefte (IB)

Ruimtelijke ordening

De dienst IJsselmeergebied is verantwoordelijk voor het goed beheren van haar

beheergebied. Daarin is ruimtelijke ordening van belang, voor derden en de dienst

zelf. De waterstaatswerken, vaarwegen, keringen, kabels en leidingen, andere

bouwwerken en activiteiten moeten goed ingedeeld worden in het gebied.

Ankeren is zo geregeld dat er op land borden staan waar kabels en leidingen lopen.

Daar mag niet geankerd worden. Midden op het water is gezorgd voor voldoende

bedekking.

Het beheergebied van de dienst IJsselmeergebied valt gedeeltelijk buiten KLIC. Toch

houdt de dienst zelf geen GIS-bestand bij met de ligging van alle kabels en leidin-

gen van derden van het gebied.

DIJG Ruimtelijke ordening: Positiegegevens

IB: X en Y

Voor het ruimtegebruik bij de dienst IJsselmeergebied is de x en y meestal voldoen-

de.

DIJG Ruimtelijke ordening: Positiegegevens

IB: Bedekking, nauwkeurigheid

Met een gepaste bedekking zijn kabels en leidingen veilig gesteld en worden risico’s

voor het beheergebied vermeden. Dit is in het belang van de dienst IJsselmeerge-

bied, om de bedekking te weten voor ruimtelijke ordening.

In het proces van vergunningverlening zorgt de dienst dat er een goede bedekking

op kabels en leidingen komt.

DIJG Ruimtelijke ordening: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, transportproduct, gevaarlijke inhoud (j/n), hoge druk, hoogspan-

ning, thema (KLIC)

Zie 3.1. De dienst IJsselmeergebied gebruikt de kenmerken van kabels en leidingen

in de ruimtelijke ordening om deze te categoriseren. Het thema van KLIC wordt op

dit moment als voldoende beschouwd om een risico-inschatting te maken.

DIJG Ruimtelijke ordening: Administratieve gegevens

IB: Eigenaar, beheerder

Toelichting staat in 3.1.

Page 78: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 78 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Beheer en onderhoud

De dienst IJsselmeergebied is verantwoordelijk voor het beheren en onderhouden

van haar beheergebied. Hieronder valt het beheer en onderhoud aan de Rijkswater-

staatwerken als waterkeringen en het onderhouden van vaargeulen door het uitvoe-

ren van baggerwerkzaamheden. Door het uitvoeren van beheer en onderhoud kan

de dienst risico’s in het gebied in de hand houden.

In beheer- en onderhoudswerkzaamheden heeft de dienst IJsselmeergebied infor-

matiebehoefte naar kabels en leidingen.

In haar verantwoordelijkheid voor de veiligheid, milieu en omgeving van het gebied

in het primaire proces beheer en onderhoud, heeft de dienst IJsselmeergebied met

een stabiel gebied te maken dat geen last heeft van dynamische veranderingen. Dat

maakt het gemakkelijker om risico’s aan kabels en leidingen van derden bij het be-

heer van de eigenaar te laten.

DIJG Beheer en onderhoud: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

De dienst IJsselmeergebied wil weten wat er in hun gebied loopt vanwege de bag-

geractiviteiten voor het onderhouden van de vaarwegen. Hiervoor zijn de positiege-

gevens geen overbodige kennis. Doordat er over het algemeen niet boven een kabel

of leiding gebaggerd wordt, zijn x en y meestal voldoende.

DIJG Beheer en onderhoud: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking, nauwkeurigheid

Wanneer er toch dicht bij een kabel of leiding gebaggerd moet worden, moet de

dienst de risico’s van de activiteit schatten. Hiervoor heeft de dienst de precieze

ligging nodig en bekendheid van de actuele bedekking.

DIJG Beheer en onderhoud: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Thema (KLIC)

Zie 3.1, het KLIC thema is voor beheer en onderhoud voldoende.

DIJG Beheer en onderhoud: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

Bij baggerwerkzaamheden zijn de nautisch gegarandeerde diepte en de onder-

houdsdiepte van belang. Deze moeten niet in het gedrang komen met de diepte en

bedekking van kabels en leidingen.

Aanleg

Voor de aanleg van de eigen lopende en toekomende aanlegprojecten van de dienst

IJsselmeergebied, zoals een nieuwe vaarweg of een waterkering, zijn er informatie-

behoeften naar kabels en leidingen.

DIJG Aanleg: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Om de voorbereiding van een aanlegproject goed te doen verlopen, moeten de posi-

tiegegevens van kabels en leidingen bekend zijn. Hierdoor worden noodzakelijke

werkzaamheden zoals verleggingen niet over het hoofd gezien en kan er met de

eventuele risico’s rekening worden gehouden.

Page 79: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 79 van 193

DIJG Aanleg: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking, nauwkeurigheid

Bij nieuwe aanlegprojecten van vaarwegen zijn deze informatiebehoeften van be-

lang voor de veiligheid van de kabels en leidingen en de aanlegwerkzaamheden.

Ook de risico’s in de nieuwe situatie kunnen onderzocht worden. Eventueel benodig-

de verleggingen worden mede met deze gegevens bekend.

DIJG Aanleg: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort, Thema (KLIC)

Toelichting staat in 3.1.

DIJG Aanleg: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, vergunningsvoorwaarden, eigenaar, beheerder

Toelichting staat in 3.1.

Zandwinning

In het IJsselmeergebied komt zandwinning voor. Het in te winnen zand uit het IJs-

selmeergebied wordt op dit moment uit de toekomstige vaargeulen gehaald.

DIJG Zandwinning: Positiegegevens

IB: X en Y

Het zand wordt simpelweg niet bij kabels en leidingen in de buurt gewonnen.

Vergunningverlening

Dienst IJsselmeergebied verleent vergunningen voor kabels en leidingen op grond

van de Waterwet. Deze vergunningen worden afgegeven om werkzaamheden te

coördineren en de risico’s voor de veiligheid en omgeving van het gebied te waar-

borgen. Om dit goed te kunnen doen, houdt de dienst IJsselmeergebied rekening

met de beheer- en onderhoudstaken van het gebied en de toekomstige aanlegpro-

jecten. Ook wordt er rekeningen gehouden met de eigen waterkeringen en vaarwe-

gen bij het verlenen van de vergunningen.

DIJG Vergunningverlening: Positiegegevens

IB: X en Y

Bij de vergunningverlening worden van te voren afspraken gemaakt over de positie-

gegevens van de nieuwe kabel of leiding, zodat baggerwerkzaamheden goed zullen

verlopen en al in de vergunning met toekomstige projecten rekening gehouden

wordt. Ook worden er eisen gesteld aan de manier waarop de kabel of leiding ge-

legd wordt.

Bij keringen zijn extra regels, vanwege de veiligheid van de waterkeringen, waar-

door er meer eisen worden gesteld voor het leggen van de kabels en leidingen.

Dienst IJsselmeergebied wil precies weten wat er gebeurt.

DIJG Vergunningverlening: Kenmerken kabels en leidingen

IB: Soort

Toelichting staat in 3.1. De dienst IJsselmeergebied legt de verantwoordelijkheid

voor de risico’s bij de eigenaar.

DIJG Vergunningverlening: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte, onderhoudsdiepte

Om de eisen van de diepteligging goed te kunnen maken, is deze informatie nodig.

Page 80: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 80 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Vergunningshandhaving

De eisen die bij vergunningverlening gesteld zijn, worden bij vergunningshandha-

ving één maal gecontroleerd. Daarna wordt er van uitgegaan dat er geen verande-

ringen meer optreden. Om de vergunning te kunnen controleren zijn er een aantal

informatiebehoeften. Wanneer er niet aan de vergunningsvoorwaarden voldaan

wordt, wordt er gehandhaafd door de eigenaar daarop aan te spreken. Deze moet

daarop actie ondernemen, zodat hij wel aan de vergunningsvoorwaarden voldoet.

DIJG Vergunningshandhaving: Positiegegevens

IB: X en Y, nauwkeurigheid, Z, nauwkeurigheid

Aan de hand van deze eventuele gegevens wordt er bepaald of er aan de vergun-

ning voldaan wordt. Dit wordt tijdens en na het leggen van de kabel of leiding ge-

controleerd, door middel van de lodingen van de eigenaar. Na deze controle is iede-

re eigenaar zelf verantwoordelijk voor de risico’s die bij zijn eigendom horen, ook

voor de risico’s van het milieu. De dienst IJsselmeergebied doet geen vervolgcontro-

les meer. Omdat het geen natuurlijk dynamisch gebied is, is hiertoe geen noodzaak.

DIJG Vergunningshandhaving: Positiegegevens

IB: Dekkingseis, bedekking, nauwkeurigheid

Bij vergunningshandhaving moet de dekkingseis bekend zijn om de bedekking te

kunnen controleren. Deze is bepaald door de lodingen van de eigenaar van de nieuw

gelegde kabel of leiding. Na deze controle liggen de verantwoordelijkheden net als

bij de positiegegevens bij de eigenaren.

DIJG Vergunningshandhaving: Administratieve gegevens

IB: Vergunningsnummer, vergunningsvoorwaarden, eigenaar, beheerder

De vergunningsvoorwaarden worden één maal gebruikt voor de controle. De andere

gegevens zijn nodig voor het leggen van contact en zoals omschreven staat in de

toelichtingen in 3.1.

Scheepvaart

De dienst IJsselmeergebied heeft te maken met scheepvaart in haar gebied. De

scheepvaart heeft de nautisch gegarandeerde diepte nodig voor de veiligheid van

het gebied en meldingen voor de eventuele gevaren rondom een leiding.

DIJG Scheepvaart: Vaarwegen

IB: Nautisch gegarandeerde diepte

Toelichting staat in 3.1.

DIJG Scheepvaart: Vaarwegen

IB: Melding vrij liggende gevaarlijke leiding

Zie 3.1. De dienst IJsselmeergebied heeft aangegeven deze informatiebehoefte te

hebben voor de scheepvaart.

Eigen kabels en leidingen

De dienst IJsselmeergebied is verantwoordelijk voor het goed beheren van haar

eigen kabels en leidingen. Hiervoor moet zij alle gegevens van de eigen kabels en

leidingen in GIS zetten. Ook moeten een aantal van deze gegevens verplicht in KLIC

geregistreerd worden. De dienst IJsselmeergebied beheert de gegevens van haar

eigen kabels en leidingen, maar niet die van derden in tegenstelling tot andere regi-

onale diensten die dat gedeeltelijk wel doen.

Page 81: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 81 van 193

DIJG Eigen kabels en leidingen

IB: Naar alle gegevens over het eigendom

Iedere dienst heeft informatiebehoefte naar alle gegevens van eigen kabels en lei-

dingen, dit omdat diensten aan de wettelijke verplichtingen als eigenaar moeten

voldoen. Gegevens van eigen kabels en leidingen moeten goed beheerd worden.

KLIC

Het beheergebied van de dienst IJsselmeergebied valt maar gedeeltelijk onder KLIC.

Het precieze gebied staat omschreven in subparagraaf 7.1.1. Wel heeft de dienst

IJsselmeergebied aangegeven gebruik te maken van KLIC en te vertrouwen op het

systeem aangezien ze zelf zo min mogelijk gegevens proberen te beheren. Dit wordt

verder besproken in de bevindingen, hoofdstuk 8 van het onderzoek.

In subparagraaf 7.1.1 staat ook informatie over welke kabel- en leidinggegevens in

KLIC staan en welke gegevens een eigenaar verplicht met KLIC moet registreren.

KLIC kan inhoudelijk niet volledig voorzien in de informatiebehoefte van de dienst

IJsselmeergebied. Waarin KLIC voorziet in de informatiebehoefte van regionale

diensten en waarin niet staat beschreven in de bevindingen van subparagraaf 8.2.2.

Net als iedere andere dienst heeft de dienst IJsselmeergebied de taak om haar ei-

gendom te registeren bij KLIC, wanneer deze in het gebied van KLIC liggen.

DNN KLIC

IB: Verplichte gegevens (zie 7.1.1)

Wanneer de dienst informatiebehoefte heeft naar kabel- en leidinggegevens van

derden kunnen kabel- en leidinggegevens opgevraagd worden. Ook moet een dienst

de verplichte gegevens van hun eigendom in KLIC registreren.

Omdat KLIC beperkt geld binnen het beheergebied van de dienst IJsselmeergebied,

kan de dienst maar gedeeltelijk gebruik maken van KLIC en hoeft de dienst alleen in

de betreffende gebieden aan de verplichtingen van KLIC te voldoen.

Page 82: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 82 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

4 Externe partijen

In dit hoofdstuk worden enige externe partijen besproken. Hierdoor wordt het on-

derwerp kabels en leidingen kort vanaf een andere kant bekeken dan vanuit Rijks-

waterstaat. Toch wordt vooral gekeken naar de relatie met Rijkswaterstaat.

Tijdens de onderzoeksperiode zijn er twee interviews geweest met externe partijen,

de Gasunie en Alliander. Door de interviews met deze partijen is er duidelijkheid

gekomen over hun rollen, verantwoordelijkheden, belangen en beleid. Een beleid

van een partij wordt ingericht door de belangen en verantwoordelijkheden. Door

deze zaken van Gasunie en Alliander in dit hoofdstuk te noemen kan er naar de

huidige situatie en de mogelijkheden in de toekomst gekeken worden van Rijkswa-

terstaat met de kabel- en leidingeigenaren.

De externe partijen, Gasunie en Alliander, zijn verantwoordelijk voor hun eigen-

dommen, gasleidingen en elektriciteitskabels. De Gasunie en Alliander kunnen niet

alle partijen die kabels en/of leidingen bezitten vertegenwoordigen, omdat er veel

verschillende kabel- en leidingeigenaren zijn. De Gasunie en Alliander zijn niettemin

partijen die grote verantwoordelijkheid dragen voor hun eigendom met betrekking

tot risico’s voor het beheergebied van Rijkswaterstaat.

Het beleid van een externe partij is van belang voor Rijkswaterstaat. Een externe

partij moet ten opzichte van Rijkswaterstaat aan haar verantwoordelijkheid als ver-

gunninghouder en aan de Waterwet voldoen. Het is belangrijk dat er geen dubbel

werk wordt gedaan. Het beleid van de externe partijen en die van Rijkswaterstaat

moeten daarom op elkaar aansluiten over heel Nederland. De bevindingen van dit

hoofdstuk, voor een goede aansluiting tussen Rijkswaterstaat en externe partijen,

staan in paragraaf 8.3.

4.1 Gasunie

De Gasunie is een bedrijf dat gas levert. Het is de verantwoordelijkheid van de Gas-

unie om het gas te transporteren naar de energieleveranciers die weer verantwoor-

delijk zijn voor de gasdistributie aan de huishoudens, de eindverbruikers. Onder

deze energieleveranciers valt Alliander (zie paragraaf 4.2). De Gasunie levert het

gas in Nederland. Hiervoor hebben zij gasleidingen met een diameter tot wel 132

centimeter. Hierdoor transporteren zij aardgas vanaf 80 bar en leveren dat af op 8

bar aan de energieleveranciers. De leidingen van de Gasunie vallen volgens het

IMKL onder het thema buisleidingen gevaarlijke inhoud. (zie paragraaf 2.3) Het

hoofdkantoor van de Gasunie staat in Groningen.

4.1.1 Rol Gasunie

De Gasunie is eigenaar en beheerder van hun eigen gasleidingen. De rollen en de

taken die daarbij horen staan omschreven in paragraaf 2.2.

De Gasunie heeft dagelijks te maken met graafwerkzaamheden in de nabijheid van

een gasleiding. Hierbij wil de Gasunie altijd actief betrokken zijn. Doordat de Gas-

unie leidingen heeft die vallen onder buisleidingen gevaarlijke inhoud, moeten zij bij

KLIC de eis voorzorgsmaatregelen invullen. Hierin staat onder andere dat de Gas-

unie altijd in overleg wil treden met de grondroerder en afspraken wil maken voor

de graafwerkzaamheden.

Page 83: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 83 van 193

a. Beheergebied

Figuur 4-1: Gasleidingen van de Gasunie van december 2004 (10)

De Gasunie heeft gasleidingen liggen door heel Nederland. Deze zijn te zien in af-

beelding 4-1. Gasunie heeft geen leidingen meer op de Noordzee.

De graafwerkzaamheden rondom de leidingen die door de grondroerders uitgevoerd

worden, melden zij bij KLIC (zie 7.1.1). Zo kan de Gasunie bepalen of er bij hun

leiding gegraven zal worden. Wanneer dat zo is onderneemt de Gasunie actie.

4.1.2 Verantwoordelijkheden, belangen en beleid van de Gasunie

De Gasunie heeft een groot aantal verantwoordelijkheden en belangen binnen haar

taak als gasleverancier. Om haar taak goed uit te kunnen voeren wordt er een be-

leid gehanteerd. Verantwoordelijkheden, belangen en het beleid houden een ver-

band met elkaar en hebben met veel onderdelen te maken, zoals wetgeving, vroe-

gere gebeurtenissen, belangen van mensen in de omgeving van de gasleiding en

belangen van de gebruikers van het gasleidingentransportnet. De verantwoordelijk-

heden, belangen en beleid die hieruit volgen, worden in deze paragraaf toegelicht.

a. Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden komen met name voort uit wetgeving, de WION en de

Waterwet. (zie 2.4) Uit verantwoordelijkheden komen grote belangen voort voor

haar eigendommen.

Algemeen

• De Gasunie is verantwoordelijk voor haar gasleidingen.

Transport

• De Gasunie is verantwoordelijk voor het transport van gas.

Page 84: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 84 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Onderhoud

• De Gasunie is zelf verantwoordelijk voor het onderhouden van haar leidin-

gen.

Problemen

• De Gasunie is verantwoordelijk voor het oplossen van eventuele problemen

van haar gasleidingen.

Vergunningen

• De Gasunie moet zorgen voor de juiste vergunningen voor alle leidingen. Dit

is onder andere de verantwoordelijkheid van de Gasunie door de Waterwet.

• Alle leidingen moeten aan de vergunningsvoorwaarden voldoen die onder

andere door Rijkswaterstaat worden gesteld.

Risico’s

• De Gasunie is verantwoordelijk voor de risico’s van de gasleidingen.

• De Gasunie moet risico’s zo veel mogelijk beperken.

Opslag en beheer

• De Gasunie is verantwoordelijk voor het goed bijhouden van de gegevens

van haar gasleidingen.

• Om aan haar taak als eigenaar te kunnen voldoen, is de Gasunie verant-

woordelijk om over genoeg gegevens van haar eigendom te beschikken. Met

deze gegevens kan zij onder andere:

a. Haar risicobeleid houden door de risicoberekeningen met gegevens

b. Haar onderhoudsstaat bijhouden

c. Controleren of zij aan de vergunningen blijft voldoen

• De Gasunie is verantwoordelijk om de gegevens voor KLIC goed bij te hou-

den en beschikbaar te houden voor KLIC door de wet WION.

Om aan deze verantwoordelijkheden te kunnen voldoen, heeft de Gasunie bepaalde

belangen en hanteert een bepaald beleid, hierna beschreven.

b. Belangen

De Gasunie heeft bepaalde belangen bij haar eigendommen, om onder andere aan

haar verantwoordelijkheden en taken te kunnen voldoen. De belangen in deze para-

graaf beschreven, komen onder andere voort uit de verantwoordelijkheden van de

Gasunie en indirect uit de wetten als de WION en de Waterwet. (zie 2.4)

Transport

• Het is in het belang van de Gasunie haar gas betrouwbaar te transporteren.

Zo houdt de Gasunie haar inkomsten en imago goed.

• Ononderbroken gaslevering is van groot economisch belang.

Onderhoud

• Het is in het belang van de Gasunie haar gasleidingen goed te onderhouden.

Zo blijven risico’s beperkt en kan de Gasunie aan haar verantwoordelijkhe-

den voldoen van onderhoud en risico’s.

Problemen

• Het is in het belang van de Gasunie problemen zo snel mogelijk op te los-

sen. Op deze manier blijven de risico’s beperkt en voldoet de Gasunie aan

haar verantwoordelijkheden.

Page 85: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 85 van 193

Vergunningen

• Het is in het belang van de Gasunie aan de vergunningen te voldoen, om

aan de wet te voldoen en eventuele boetes te voorkomen.

• De vergunningsvoorwaarden zijn onder andere gebaseerd op risico’s. Wan-

neer de Gasunie aan deze voorwaarden blijft voldoen, blijven risico’s klein.

Dit is in het belang van de Gasunie, omdat zij verantwoordelijk is voor de ri-

sico’s aan haar gasleidingen. Dit is ook in het belang van Rijkswaterstaat als

gebiedsbeheerder.

Risico’s

• Het is in het belang van de Gasunie om de actuele risico’s van al haar gas-

leidingen te kennen. Door deze te kennen kan zij de verantwoordelijkheden

dragen en het belangrijke doel om de risico’s te beperken halen, zoals om-

schreven bij de risico’s onder verantwoordelijkheden.

• Het is in het belang van de Gasunie om risico’s te beperken.

a. Door de risico’s te beperken veroorzaken zij geen gevaarlijke situa-

ties met betrekking tot de veiligheid. (zie risico’s onder verantwoor-

delijkheden)

b. Risico’s beperken is in het belang van het imago van de Gasunie.

c. En wanneer er minder risico’s zijn is er meer kans dat er zo veel

mogelijk gas getransporteerd kan worden. (zie transport onder ver-

antwoordelijkheden en belangen.)

• Het is in het belang van de Gasunie om alle KLIC-meldingen te ontvangen

voor haar risicobeleid en haar verantwoordelijkheid risico’s zo veel mogelijk

te beperken. Door alle KLIC-meldingen te ontvangen, weet de Gasunie waar

graafwerkzaamheden zullen plaatsvinden. Door vanaf het begin bij de

graafwerkzaamheden betrokken te zijn houdt de Gasunie de risico’s zo klein

mogelijk.

• Het is dan ook niet in het belang van de Gasunie gegevens algemeen be-

schikbaar te stellen. Hierdoor zouden grondroerders zich kunnen bedenken

geen KLIC-melding te maken. Daardoor zou de Gasunie niet meer weten

waar de grond geroerd wordt en niet bij de graafwerkzaamheden betrokken

kunnen zijn. Op deze manier kan zij de risico’s rondom het graven niet meer

in de hand houden.

Opslag en beheer

• Het is in het belang van de Gasunie om gegevens van gasleidingen goed op

te slaan en beheren, doordat het onder hun verantwoordelijkheden valt van

opslag en beheer, uit het voorgaande onderdeel.

• Door goede opslag en beheer worden risico’s beperkt door middel van de ri-

sicoberekeningen waarbij opslaggegevens noodzakelijk zijn. Dit is in het be-

lang van de Gasunie, zodat zij aan hun verantwoordelijkheden, belangen en

beleid met betrekking tot risico’s kunnen voldoen.

• Het is in het belang van de Gasunie om de gegevens van de gasleidingen

goed bij te houden, door de verantwoordelijkheden ten opzichte van de

WION. (zie 2.4)

• Het is in het belang van de Gasunie om over de meest actuele bodemprofie-

len te beschikken. Deze kan zij dan vergelijken met de diepte van de gaslei-

dingen en hierdoor bepalen of de bedekking voldoet aan de dekkingseis van

de vergunning. Wanneer dit niet het geval is, kan de Gasunie zelf maatrege-

len treffen. Zo kan zij blijven voldoen aan haar verantwoordelijkheden ver-

gunningen, risico’s en opslag en beheer. Voor het bepalen van bodemprofie-

len in het beheergebied van Rijkswaterstaat wordt bij voorkeur van Rijkswa-

terstaatgegevens gebruik gemaakt. (Bijvoorbeeld lodingen.)

Page 86: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 86 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

• Het is niet in het belang van de Gasunie hun leidinggegevens algemeen be-

schikbaar te stellen door het risicobeleid dat zij hanteert. De KLIC-

meldingen moeten blijven bestaan, zodat de Gasunie haar risico’s zo klein

mogelijk kan houden.

Om aan haar verantwoordelijkheden en belangen te kunnen voldoen, hanteert de

Gasunie een beleid, welke is toegelicht in volgende paragraaf.

c. Beleid

De Gasunie hanteert haar beleid zodat zij haar verantwoordelijkheden en taken kan

volbrengen. Het beleid is gebaseerd op de verantwoordelijkheden en belangen van

de Gasunie en de wetgeving die bepaalde verantwoordelijkheden verplicht stelt. Om

hieraan te kunnen voldoen, moet de Gasunie op bepaalde gebieden een beleid stel-

len. Met name op het gebied van risico’s en opslag en beheer. Dit beleid omvat ac-

ties, handelingen en een aanpak op deze gebieden.

Rijkswaterstaat is de controlerende partij voor haar vergunningen en heeft belang

bij een goed beleid van de externe partij, zoals staat in de bevindingen. (Zie para-

graaf 8.3) Maar voor het risico- en gegevensbeleid is de Gasunie zelf eindverant-

woordelijke. Rijkswaterstaat is dus afhankelijk van de Gasunie als het gaat om de

risico’s en gegevens van haar gasleidingen. Daarom is met name het risico- en ge-

gevensbeleid van de Gasunie dat van belang is voor Rijkswaterstaat.

Onderhoud

• Gasunie zorgt voor goed onderhoud, voor verminderd risico aan gasleidin-

gen. Hiermee dient de Gasunie veel van haar verantwoordelijkheden en be-

langen.

Vergunningen

• De Gasunie zorgt ervoor dat zij aan de vergunningsvoorwaarden voldoen,

zoals ook in hun verantwoordelijkheden en belangen blijkt. Hiervoor hebben

ze onder andere het actuele bodemprofiel nodig.

Risico’s

• Het beleid van de Gasunie is om de actuele risico’s van al haar gasleidingen

te bepalen. Door deze te bepalen en kennen kan zij maatregelen treffen

wanneer risico’s te groot worden. Bij een te hoog risico treft de Gasunie

maatregelen, zoals in haar verantwoordelijkheden en belangen ligt.

• Sinds kort wordt door de Gasunie een risicoberekening uitgevoerd. Er wordt

per situatie een risicoberekening gemaakt. De gegevens waar onder andere

naar gekeken wordt staan bij opslag en beheer, hierna.

• Het is het beleid van de Gasunie om vanaf het begin bij elke graafwerk-

zaamheid betrokken te zijn en hierdoor risico’s te beperkten.

a. De Gasunie bepaalt na de KLIC-melding de risico’s voor de gaslei-

ding door de graafwerkzaamheid. Afhankelijk hiervan bepaalt de

Gasunie wat voor afspraak zij willen maken.

i. Bij minder gevaarlijke situaties laat de Gasunie een contract

tekenen waar de partij zich dan aan moet houden en is de

Gasunie niet meer aanwezig.

ii. Bij gevaarlijkere situaties, bijvoorbeeld als er heel dicht bij

de leiding gegraven wordt, zijn er permanent mensen van

de Gasunie aanwezig.

• Het is in het beleid van de Gasunie om met piketpaaltjes tijdelijk de leiding

te markeren tijdens de graafwerkzaamheden.

Page 87: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 87 van 193

Opslag en beheer

• De Gasunie houdt eigen leidinggegevens zo goed mogelijk bij in een GIS-

database. Zo kan zij voldoen aan haar verantwoordelijkheden en belangen.

• Bij opslag en beheer worden de gegevens die nodig zijn voor de risicobere-

keningen opgeslagen en bijgehouden. Naast de KLIC-gegevens zijn dit on-

der andere de gegevens:

a. Kwaliteit van de coating

b. Kathodische bescherming (KB) metingen (1)

c. Druk

d. Diameter

e. Diepte

f. Bedekking

g. Bodemprofiel

h. Materiaal en soort

i. Wanddikte en veranderingen hierin

j. Kernslagwaarde

Deze gegevens worden ook gebruikt voor onderhoudswerkzaamheden en ter

controle ten opzichte van vergunningsvoorwaarden. Hiervoor is Gasunie verant-

woordelijk, zoals bij opslag en beheer onder verantwoordelijkheden is vermeld.

• Ook registreert de Gasunie goed voor KLIC, zoals haar verantwoordelijkheid

is.

• Het is in het beleid van de Gasunie grondroerders die een KLIC-melding

doen zo kort mogelijk te laten wachten. De benodigde informatie voor de

grondroerder wordt dan ook meteen via een elektronisch systeem uitgewis-

seld. Hiermee hoopt de Gasunie grondroerders aan te moedigen altijd netjes

een KLIC-melding te doen.

Overige Voorzorgsmaatregelen

• Door het gebruik van markeringen (figuur 4-2) beperkt Gasunie nog meer

risico’s door graven. Deze markeringen werken als volgt: Als je om je heen

kijkt en je ziet een dergelijk paaltje of bord, dan kan het zijn dat je je boven

een gasleiding bevindt. Op het paaltje staat een telefoonnummer, in dit ge-

val van de Gasunie. Een markering wordt niet exact op de gasleiding ge-

plaatst. Ook kan het zijn dat een markering een bundel van meerdere lei-

dingen aangeeft.

Figuur 4-2: Markeringen van gasleidingen

Page 88: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 88 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Het beleid van de Gasunie, gevormd uit de verantwoordelijkheden en belangen,

kunnen een toevoeging zijn voor Rijkswaterstaat. Dit wordt besproken in de bevin-

dingen van externe partijen in subparagraaf 8.3.1.

4.2 Alliander

Alliander is ontstaan uit het energiebedrijf NUON en weer onderverdeeld in groepen.

(figuur 4-3) Liandon is onder andere specialist in verduurzaming. Liander en Endinet

zijn verantwoordelijk voor de distributie van gas en elektriciteit bij huishoudens van

Nederland. Liander verzorgt het transport van energie (gas en elektriciteit) van het

invoedingspunt van Gasunie (paragraaf 4.1) respectievelijk Tennet naar de eindver-

bruikers. Wegens de lagere druk, kleiner dan 8 bar, en kleinere diameter van de

gasleidingen vallen de gasleidingen van Alliander niet onder de definitie in de WION

van buisleidingen gevaarlijke inhoud. De gasleidingen van Alliander vallen onder de

thema’s Gas hoge druk en Gas lage druk. De elektriciteitskabels van Alliander heb-

ben allemaal een spanning van 20 kV of lager. Hierdoor vallen deze kabels onder

Middenspanning en Laagspanning van de definities in de WION. (zie paragraaf 2.3)

Figuur 4-3: De structuur van Alliander (4)

4.2.1 Rol Alliander

Alliander is energieleverancier en verantwoordelijke. De feitelijke eigenaren van

Alliander, de aandeelhouders, hebben alle verantwoordelijkheden doorgezet naar de

netbeheerders, Alliander. De aandeelhouders bemoeien zich niet met de beheersta-

ken. Op deze manier speelt de vraag rondom eigenaarschap binnen de energiewe-

reld geen rol en is Alliander gewoon de eigenaar (paragraaf 2.2) van de kabels en

leidingen. Als eigenaar en beheerder van de kabels en leidingen besteedt Alliander

een deel van de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden uit aan aannemers.

Liander en Endinet handelen dus als eigenaren, maar zijn beheerders van de kabels

en leiding.

a. Beheergebied

Alliander heeft dus elektriciteitsnetten en gasnetten. Deze netten worden apart be-

heerd, maar wel onder de zelfde naam, bijvoorbeeld Liander. De gebieden waar

Liander en Endinet gas en elektriciteit leveren zijn weergegeven in figuur 4-4. De

relatie tussen Rijkswaterstaat en Alliander ligt voornamelijk in het feit dat Alliander

ook kabels en leidingen in de beheergebieden van Rijkswaterstaat heeft liggen. Ook

in de uiterwaarden, dijken, sluizen en wateren van Rijkswaterstaat.

Page 89: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 89 van 193

Figuur 4-4: Energieleveringsgebied van Alliander (4)

4.2.2 Verantwoordelijkheden, belangen en beleid van Alliander

Alliander heeft net als de Gasunie een aantal verantwoordelijkheden, belangen en

een beleid, voortkomend uit haar taak als energieleverancier van gas en elektrici-

teit. De verantwoordelijkheden, belangen en beleid komen voort uit de wetgeving en

belangen, met name wetgeving gebaseerd op veiligheid en leveringszekerheid. Ver-

antwoordelijkheden, belangen en beleid houden verband met elkaar.

a. Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden van Alliander komen voort uit met name wetgeving, de

WION en de Waterwet. Uit deze verantwoordelijkheden komen de belangen van

Alliander ook voort.

Algemeen

• Alliander is als beheerder verantwoordelijk voor haar eigen de gasleidingen

en elektriciteitskabels.

Transport

• Het is de verantwoordelijkheid van Alliander om aan hun belang van het

transporteren van gas en elektriciteit te voldoen.

• Alliander moet leveringszekerheid en capaciteit bieden.

Onderhoud

• Alliander is verantwoordelijk voor het onderhoud aan haar eigendommen.

Problemen

• Het is de verantwoordelijkheid van Alliander eventuele problemen op te los-

sen.

Page 90: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 90 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Vergunningen

• Alliander is er verantwoordelijk voor om vergunningen aan te vragen voor

nieuwe kabels en leidingen door de Waterwet.

• Alliander moet aan alle vergunningsvoorwaarden van een vergunning vol-

doen. Deze verantwoordelijkheid hebben eigenaren van kabels en leidingen

onder andere door de Waterwet. Ook in de natte gebieden van Rijkswater-

staat.

Risico’s

• Het is de verantwoordelijkheid van Alliander om risico’s te beperken.

Opslag en beheer

• Alliander is verantwoordelijk voor het goed bijhouden van de gegevens van

haar kabels en leidingen.

• Door de WION is Alliander verplicht de gegevens van hun kabels en leidin-

gen goed bij te houden. Deze moeten zij ook beschikbaar stellen voor KLIC-

meldingen.

Om aan deze verantwoordelijkheden te kunnen voldoen, heeft Alliander bepaalde

belangen en hanteert een bepaald beleid, hierna beschreven.

b. Belangen

De belangen van Alliander komen onder andere voort uit de verantwoordelijkheden.

Deze belangen heeft Alliander ook om aan haar verantwoordelijkheden en taken te

kunnen voldoen en in de vervulling van de belangen wordt weer voorzien door de

acties die voortkomen uit het beleid.

Transport

• Alliander heeft belang bij kabels en leidingen die goed zijn en continu gas en

elektriciteit kunnen blijven leveren zoals met de eindverbruikers afgespro-

ken is. Over de levensduur van de kabels en leidingen moeten zij hun aan-

legkosten ruimschoots opbrengen.

a. Hierdoor kunnen de kabels en leidingen enige winst opbrengen voor

de aandeelhouders.

b. Hierdoor blijven de klanten tevreden.

Onderhoud

• Alliander heeft het belang om al haar kabels en leidingen goed te onderhou-

den. Zo kan zij de risico’s beperkt houden

Problemen

• Alliander heeft belang bij het spoedig oplossen van problemen. Hiermee

dient zij veel belangen. Met het transportbelang dient zij haar imagobelang,

en met het risicobelangen dient zij een goede veiligheid.

Vergunningen

• Het is in het belang van Alliander om aan de vergunningen te voldoen, om

aan de wet te voldoen, aan hun verantwoordelijkheden met betrekking tot

vergunningen en eventuele boetes te voorkomen.

• De vergunningsvoorwaarden zijn onder andere gebaseerd op risico’s. Wan-

neer Alliander zich aan deze voorwaarden houdt, blijven risico’s klein. Dat is

in het belang van Alliander en deze belangen komen voort uit de verant-

woordelijkheden onder risico’s.

Page 91: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 91 van 193

Risico’s

• Het is in het belang van Alliander om risico’s te beperken, zodat zij:

a. aan haar verantwoordelijkheden van risico’s voldoet,

b. geen gevaarlijke situaties veroorzaken betreffende veiligheid en

c. haar imago goed blijft voor de klanten en toekomende klanten.

d. Ook de leveringszekerheid blijft bij minder risico’s hoger, wat in het

belang is van Alliander en haar afnemers.

• Het is in het belang van Alliander wanneer de diepten van alle kabels en lei-

dingen bekend zijn, wanneer de grond wordt geroerd door graven of borin-

gen. Hierdoor kunnen risico’s tot het raken van andere kabels en leidingen

beperkt worden.

• Het is in het belang van Alliander om te weten wie er nabij een gasleiding of

elektriciteitskabel gaat graven, dus KLIC-meldingen te ontvangen en daarop

te reageren. Door dit te weten kan zij aan haar verantwoordelijkheid en be-

langen voldoen risico’s zo klein mogelijk te houden.

Opslag en beheer

• Het is in het belang van Alliander om goed voor opslag en beheer te zorgen,

zodat zij kan voldoen aan haar verantwoordelijkheden hiervoor.

• Ook is het in het belang van Alliander om deze gegevens te gebruiken voor

risicoberekeningen die nodig zijn om aan haar verantwoordelijkheden, be-

langen en beleid betreffende risico’s te kunnen voldoen.

• Alliander heeft het belang gegevens goed bij te houden door de verplichting

door de WION. Zo kan zij aan haar verantwoordelijkheden hiervoor voldoen.

• Alliander heeft belang bij KLIC, ter voorkoming van graafschades.

Om aan haar verantwoordelijkheden en belangen te kunnen voldoen, hanteert Alli-

ander beleid, welke is toegelicht in volgende paragraaf.

c. Beleid

Alliander hanteert een beleid dat gebaseerd is op verantwoordelijkheden, belangen

en wetgeving. Door de taken van het beleid uit te voeren, kan Alliander hieraan

invulling geven en daaraan voldoen. Met name op het gebied van risico’s en opslag

en beheer is het beleid belangrijk voor Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat heeft als

controlerende partij voor vergunningen belang bij een goed beleid van een externe

partij. Toch is Alliander zelf eindverantwoordelijke voor haar eigendommen. Rijks-

waterstaat is dus afhankelijk van het risico- en gegevensbeleid van Alliander.

Vergunningen

• Alliander zorgt dat al hun kabels en leidingen vergund zijn en aan de ver-

gunningsvoorwaarden voldoen. Met dit beleid voorziet Alliander in hun ver-

antwoordelijkheden en belangen van vergunningen.

Risico’s

• Alliander beperkt risico’s van kabels en leidingen door in elk geval te zorgen

voor voldoende bedekking.

• De risico’s voor kabels en leidingen in de Waddenzee worden verminderd

doordat deze kabels en leidingen speciaal nagelopen worden.

• Alliander heeft een afdeling schadepreventie. Bij die afdeling gaat het om

het beheersen van 2 risico’s, die wanneer nodig omlaag worden gebracht.

a. Veiligheid, voor mensen en omgeving

b. Leveringszekerheid voor klanten.

Page 92: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 92 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

• De risico’s van graafschades worden ingeperkt door graafschadepreventie.

Daarin is het beleid als volgt:

a. Alliander reageert op alle graafmeldingen van KLIC

b. De grondroerder wordt gebeld met vragen. Een voorbeeld is: Welke

afstand houden jullie van de kabel of leiding.

c. Aan de hand hiervan wordt een risicoberekening uitgevoerd aan de

hand van een model. Hiervoor worden een aantal gegevens ge-

bruikt, onder andere:

i. De afstand van de graafwerkzaamheden ten opzichten van

de kabel of leiding.

ii. Om welke gasleiding of elektriciteitskabel het gaat.

iii. Wat voor soort werkzaamheden er gedaan worden.

d. Uit de risicoberekening volgt een risicoclassificatie. Bij een hoog risi-

co belt Alliander de grondroerder met vragen als:

i. Wat gaan jullie precies doen?

ii. Wanneer starten jullie?

iii. Hoe gaan jullie eventuele problemen oplossen in de buurt

van onze kabel of leiding?

e. Afhankelijk van de risicoclassificatie is Alliander wel of niet aanwezig

bij de graafwerkzaamheden.

• Alliander zoekt voor de werkzaamheden die voorgenomen zijn uit, hoe

graafwerkzaamheden zo beïnvloed kunnen worden dat er zo min mogelijk

kans is op schade voor de kabel of leiding van Alliander.

• Ook houdt Alliander zich bezig met het bekend maken van KLIC bij alle be-

drijven die als grondroerder met KLIC te maken kunnen hebben. Een voor-

beeld hiervan zijn hoveniersbedrijven.

• Dit alles wordt gedaan zodat in de verantwoordelijkheden en belangen van

risico’s voorzien wordt.

Opslag en beheer

• Alliander houdt eigen gegevens zo goed mogelijk bij in een GIS-systeem, zo

voldoet zij aan haar verantwoordelijkheden en belangen.

• Ook gebruikt Alliander deze GIS als opslagsysteem met betrekking tot KLIC,

om aan de wet te voldoen.

• Het GIS werkt 2D. Met name aan zinkers en boringen zijn losse tekeningen

gekoppeld, waarin onder andere de z waarden zijn aangegeven.

• Het opslagsysteem wordt ook gebruikt voor het opslaan van de benodigde

gegevens voor Alliander zelf. Deze worden gebruikt voor risicoberekeningen

en onderhoudstaken, die nodig zijn voor de risico’s onder verantwoordelijk-

heden, belangen en beleid.

Overig

• Alle fysieke werkzaamheden worden door aannemers uitgevoerd.

Het beleid van Alliander, gevormd uit de verantwoordelijkheden en belangen, kun-

nen een toevoeging zijn voor Rijkswaterstaat. Dit wordt besproken in de bevindin-

gen van externe partijen in subparagraaf 8.3.2.

Page 93: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 93 van 193

5 Introductie meettechnieken

Dit hoofdstuk is een inleiding op het hoofdstuk hierna, waarin de meettechnieken

worden besproken en met name de toepassing op de detectie van kabels en leidin-

gen is daarin van belang. In dit hoofdstuk worden de soorten meettechnieken kort

toegelicht en enkele termen met betrekking tot de technieken uitgelegd. Hieronder

vallen reflectie- en potentiaaltechnieken, de detecteerbaarheid van de kabels en

leidingen en de nauwkeurigheid, gesplitst in horizontale en verticale positie en ook

de nauwkeurigheid over het algemeen van de positie van de meetinstrumenten.

5.1 Verschillende meettechnieken

In deze paragraaf worden reflectie- en potentiaaltechnieken omschreven. In het

volgende hoofdstuk worden de meettechnieken besproken. Als eerste de akoesti-

sche en vervolgens de magnetische en elektromagnetische meettechnieken samen.

Hier worden magnetische en elektromagnetische meettechnieken apart toegelicht.

Bij elke paragraaf wordt ook geschreven of de technieken actief of passief zijn.

5.1.1 Reflectietechniek

Een reflectietechniek is een techniek waarbij er een signaal uitgezonden wordt en

ergens op reflecteert. Dit signaal komt dan weer terug. Door het uitzenden van een

signaal kan een dergelijke techniek als een actieve techniek beschouwd worden. Om

een signaal terug te kunnen krijgen moet deze wel ergens op reflecteren (figuur 5-

1). Hiervoor moet er een materiaal zijn die een andere eigenschap heeft dan de

omgeving, bijvoorbeeld een andere akoestische impedantie of andere elektrische

geleidbaarheid. Dit laatste heet ook wel diëlektrische constante. Alle akoestische

meettechnieken vallen onder de reflectietechniek en ook de georadar valt hieronder.

Figuur 5-1: Gereflecteerd signaal (2)

Page 94: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 94 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Bij reflectietechnieken kan er gesproken worden van footprints en puntdichtheid.

Footprints staan uitgelegd onder de subparagraaf “horizontale positiebepaling” bij

reflectietechnieken. Puntdichtheid houdt in het aantal gemeten waarden per vier-

kante meter. Dit is afhankelijk van het aantal bundels per vierkante meter. Deze

kunnen elkaar wel overlappen, waardoor de footprints elkaar ook overlappen.

Wanneer kabels en leidingen een goede reflectie-eigenschap hebben ten opzichte

van de omgeving, is een reflectietechniek zeer geschikt voor het inmeten van kabels

en leidingen. De omgeving moet andere reflectie-eigenschappen hebben dan de

kabels en leidingen, want anders vallen de kabels en leidingen niet op in de massa.

Bovendien moet de diameter van de kabel of leiding voldoende groot zijn ten op-

zichte van de golflengte van het signaal.

5.1.2 Potentiaaltechniek

Bij potentiaaltechnieken worden anomalieën in een veld gemeten. Dit kan een

aardmagnetisch en een elektrisch veld zijn, maar ook andere velden die voor dit

onderzoek buiten beschouwing worden gelaten. Een potentiaaltechniek op zichzelf is

een passieve techniek. Akoestische technieken zijn geen potentiaaltechnieken. Mag-

netische technieken wel en bijna alle elektromagnetische technieken die in het vol-

gende hoofdstuk beschreven zijn. Enkel de georadar is geen potentiaaltechniek.

Wanneer kabels en leidingen een magnetisch veld hebben en daarmee het aard-

magnetisch veld verstoren of een elektrisch veld hebben, zijn potentiaaltechnieken

geschikt om kabels en leidingen in te meten. (Figuur 5-2)

Figuur 5-2: Magnetisch potentiaalveld bepaald in een gebied met kabels en leidingen. (5)

5.1.3 Akoestisch

Akoestische meettechnieken zijn technieken die gebruik maken van geluidspulsen in

het water. Deze kunnen op verschillende manieren gevormd worden. In het geval

van de besproken technieken gebeurt dat door middel van een piëzo-elektrisch ele-

ment. Deze vervormt wanneer er een elektrische stroom doorheen loopt. Zo ont-

staat het geluid in het water. Dit geluid kan in bundels gevormd worden, zodat klei-

nere of grotere vlakken van het in te meten gebied gemeten worden. Afhankelijk

van de frequentie kan de meetmethode wel of niet door de bodem heen meten.

Akoestische meettechnieken zijn reflectietechnieken en actieve technieken.

Om kabels en leidingen te kunnen detecteren met akoestische meettechnieken,

moeten de kabels en leidingen een andere akoestische impedantie hebben dan het

water of het materiaal eromheen. Dit is in de meeste situaties het geval.

Page 95: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 95 van 193

5.1.4 Magnetisch

Magnetische meettechnieken meten het magnetische potentiaalveld, met name het

aardmagnetisch veld. Magnetische voorwerpen, bijvoorbeeld ijzer, veroorzaken een

afwijking van het aardmagnetisch veld, anomalieën. De anomalieën zijn wel afhan-

kelijk van de oriëntatie van het voorwerp in het aardmagnetische veld. Doordat het

meten van het veld in verschillende posities gebeurd, in een lijn, boven of naast

elkaar, kunnen posities van voorwerpen die ook een magnetisch veld hebben wor-

den bepaald. Afhankelijk van het aantal spoelen dat gebruikt wordt, kan de verticale

positie van de kabels en leidingen beter bepaald worden. De horizontale positie kan

altijd goed bepaald worden. Magnetische technieken zijn passieve technieken en

potentaaltechnieken.

Met magnetische technieken kunnen kabels en leidingen ingemeten worden die een

magnetisch veld om zich heen hebben. De verschillende materialen die daarvoor

nodig zijn staan omschreven bij de magnetische techniek van cable tracker in het

volgende hoofdstuk.

5.1.5 Elektromagnetisch

Elektromagnetische technieken maken gebruik van elektriciteit, enerzijds om een

magnetisch veld op te wekken, anderzijds een microgolf te zenden en de elektrische

geleidbaarheid van alles in de bodem te meten.

De eerste techniek, een magneetveld opwekken, gebeurt door een wisselstroom

op een kabel te zetten. Hierdoor ontstaat een magnetisch veld dat door gebruik van

spoelen gemeten kan worden. Het eerste deel van deze techniek is tamelijk actief,

en het tweede deel is zoals bij de magnetische techniek passief. Deze techniek is

een potentiaal techniek van het magnetische veld en er is aardig bekend tot hoever

deze zichtbaar is.

De tweede techniek, een microgolf uitzenden is een actieve techniek en een re-

flectietechniek. Het uitgezonden signaal wordt net als bij de akoestische technieken

weer gereflecteerd met informatie over alles in de bodem. Deze informatie geeft de

elektrische geleidbaarheid van alles in de bodem aan.

Bij de eerste techniek moeten de kabels en leidingen de mogelijkheid hebben er een

wisselspanning op te zetten. Dan kunnen de kabels en leidingen in gemeten worden.

Bij de tweede techniek is het nodig dat de kabels en leidingen een andere elektri-

sche geleidbaarheid of diëlektrische constante hebben dan de omgeving. Dit is bij

veel kabels en leidingen wel het geval, als er in een zoutloze omgeving wordt geme-

ten. Met name leidingen met magnetische eigenschappen zullen goed zichtbaar zijn.

5.2 Termen

In deze paragraaf wordt een subparagraaf geweid aan de detecteerbaarheid van

kabels en leidingen. Vervolgens worden de positionering door de meetinstrumenten

zelf in horizontale en verticale richting besproken en de positie van de meetinstru-

menten in het algemeen. Dit alles wordt toegepast op het inmeten van kabels en

leidingen.

Page 96: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 96 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

5.2.1 Detecteerbaarheid

De detecteerbaarheid van kabels en leidingen hangt af van een aantal dingen en

verschilt per techniek.

Als eerste moet bij reflectietechnieken de resolutie klein genoeg zijn, zodat de ka-

bels en leidingen wel zichtbaar worden. Als vuistregel geldt dat voorwerpen met een

diameter kleiner dan een golflengte niet detecteerbaar zijn. Hiervoor is met name

de gebruikte frequentie, de pulslengte, de bundelbreedte en de diepte van de kabels

en leidingen ten opzichte van het meetinstrument van belang. Ook is het van belang

dat de gebruikte frequentie door de bodem heen kan meten. Zo niet, kunnen kabels

en leidingen onder de bodem met die techniek niet ingemeten worden. Verder is het

akoestisch- of geleidingscontrast met het omgevingsmateriaal zeer belangrijk. Wan-

neer dit contrast te klein is, worden de kabels en leidingen niet opgemerkt, dit wordt

mede bepaald door de gevoeligheid van het meetinstrument. Een bredere bundel-

breedte is beter voor het ontdekken van de kabels en leidingen, echter minder goed

voor de resolutie. Er zal altijd een afweging tussen deze eigenschappen gemaakt

moeten worden. Dit zal afhangen van de mogelijkheid de kabels en leidingen te

detecteren en daarna, wanneer het detecteren toch wel zal lukken, van de nauw-

keurigheid die te behalen valt.

Bij de potentiaaltechnieken is het van belang dat de elektrische en magnetische

velden die om de kabels en leidingen heen geproduceerd worden of zijn, sterk ge-

noeg zijn voor de detecteerbaarheid met het gebruikte meetinstrument. Daarbij is

het ook van belang dat de bodembedekking die op de kabels en leidingen ligt dan

niet te dik is en dat het meetinstrument voldoende dicht bij de kabels en leidingen

kan komen. Meetinstrumenten met een grotere gevoeligheid zullen de zwakkere

signalen of signalen die verder weg zijn, eerder detecteren.

5.2.2 Horizontale positiebepaling

De nauwkeurigheid van de horizontale positie van kabels en leidingen hangt van een

aantal dingen af. In deze paragraaf wordt de positionering van het meetinstrument

zelf buiten beschouwing gelaten. Dit wordt bij positionering besproken.

De horizontale resolutie bij reflectietechnieken hangt met name af van de resolutie

op en door de bodem. De horizontale resolutie is de afstand waarop twee voorwer-

pen gescheiden kunnen worden waargenomen. Het gaat hier over de footprints, die

wordt bepaald door de afstand tot de plaats van de meting en de bundelbreedte. Dit

wordt inzichtelijk gemaakt in figuur 5-3, waarin de footprints van een multibeam op

de bodem zichtbaar zijn. Hieruit blijkt dat de afstand tot de bodem en bundelbreed-

te van belang zijn. Hoe groter de footprints zijn, hoe minder goed de resolutie is.

Page 97: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 97 van 193

Figuur 5-3: Footprints van een multibeam. De footprint van de middelste bundel is blauw gear-

ceerd. (6)

De nauwkeurigheid van de horizontale resolutie bij potentiaaltechnieken hangt af

van de gemeten anomalieën van de kabels en leidingen in het aardmagnetische of

elektrische veld. De resolutie wordt sterk bepaald door de afstand tot de kabels en

leidingen. Ook hangt het af van de aangenomen en werkelijke vorm van de magne-

tisch en elektrische velden.

5.2.3 Verticale positiebepaling

De nauwkeurigheid van de verticale positie van kabels en leidingen hangt van een

aantal dingen af. In deze paragraaf wordt de positionering van het meetinstrument

zelf buiten beschouwing gelaten. Dit wordt bij positionering besproken.

Bij reflectietechnieken hangt de nauwkeurigheid van de verticale positie van de

kennis van de snelheid van het signaal af. Ook hangt het van de golflengte en de

pulslengte van het signaal af.

Wanneer de snelheid van de puls door het water en de verschillende bodemlagen

verkeerd is, dan wordt de verticale afstand van de kabels en leidingen foutief uitge-

rekend, waardoor de nauwkeurigheid in verticale richting slechter zal zijn. Ook

hangt de nauwkeurigheid van de verticale richting af van de resolutie in deze rich-

ting. Deze resolutie hangt af van de golflengte en pulslengte van het signaal. De

golflengte hangt af van de snelheid van het signaal door het medium gedeeld door

de frequentie. Kabels en leidingen die kleiner zijn dan de golflengte worden niet

gedetecteerd.

De verticale nauwkeurigheid van potentiaalmethodes is meestal slecht en hangt af

van de afhankelijkheid van de veldsterkte met de afstand tot de kabels en leidingen.

Page 98: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 98 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

5.3 Positiebepaling van de meetinstrumenten

Voor alle meettechnieken is de positionering van het meetinstrument zelf van be-

lang om een goede horizontale en verticale positie te kunnen bepalen. Wanneer de

positionering van het meetinstrument verslechtert, verslechteren automatisch de te

bepalen posities van de kabels en leidingen. In het hoofdstuk hierna zijn de beste

mogelijke posities weergegeven, waarbij alleen naar de metingen van het instru-

ment zelf gekeken is. Vervolgens zijn de mogelijke verslechteringen weergegeven,

waarbij de hier besproken onderdelen meegenomen worden. (Figuur 5-4) Uitgebrei-

de behandeling van alle aspecten van positionering valt buiten de scope van dit

verslag. De berekeningen die gemaakt zijn voor het bepalen van de cijfers in het

volgende hoofdstuk staan in bijlage 1.

Bij de nauwkeurigheden wordt uitgegaan van een bodemdiepte van 10 meter. Dit is

een representatieve diepte in de binnenwateren van Nederland.

Als eerste, voor de positionering van het meetinstrument is de nauwkeurigheid van

de positionering van de GPS-ontvanger van belang. In de Nederlandse binnenwate-

ren kan met GPS een positienauwkeurigheid behaald worden binnen 4 centimeter.

Op de Noordzee zal dit onnauwkeuriger zijn. Daarna is de positie van het meetin-

strumenten ten opzichte van de GPS positie van belang. Hierbij kan het meetin-

strument zich onder het schip gemonteerd bevinden, maar ook achter het schip

worden aangesleept. Voor beide moet de scheepsgeometrie (inmeting van verschil-

lende punten aan boord van het schip) goed zijn. Daarmee ligt de nauwkeurigheid

voor de aan boord gemonteerde meetinstrumenten vast door de scheepsgeometrie

en metingen van de bewegingssensor aan boord. De gesleepte meetinstrumenten

moeten echter nog een positie krijgen door middel van schatting door de lengte van

het sleeptouw en de hoek die dit touw maakt ten opzichte van het schip. Dit zal vrij

onnauwkeurig zijn. Bij een relatief korte sleeplengte wordt geschat dat deze positie

slechts 1 meter nauwkeurig is of onnauwkeuriger. Wanneer het noodzakelijk is het

meetinstrument dichter bij de bodem te slepen of verder van het schip, zal deze nog

onnauwkeuriger zijn en zal als 2 meter onnauwkeurig of onnauwkeuriger aange-

merkt worden.

Voor gesleepte meetinstrumenten is het ook mogelijk deze te positioneren met

USBL (ultra short baseline). Hiervoor worden zenders en ontvangers op het schip en

het meetinstrument gemonteerd, waardoor de positie van het meetinstrument ten

opzichte van het schip nauwkeuriger bepaald kan worden. Dit wordt echter in de

praktijk bij Rijkswaterstaat weinig toegepast, onder andere omdat het weer een

extra meetinstrument is en extra inspanning vergt.

Page 99: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 99 van 193

Figuur 5-4: Veel verschillende posities van het meetvaartuig die goed ingemeten moeten wor-

den. (11)

Daarnaast verslechteren posities van een meetinstrument door slecht weer en meer

bewegingen van het schip op de golven. Ook de signalen van de meetinstrumenten

kunnen hierdoor verslechteren. Hierdoor wordt de nauwkeurigheid van de positie

van kabels en leidingen als vanzelfsprekend ook slechter.

Page 100: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 100 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

6 Meettechnieken

De akoestische, magnetische en elektromagnetische meettechnieken worden in dit hoofdstuk behandeld. Als eerste wordt bij elke techniek het principe uitgelegd, daarna de beperkingen, vervolgens de te verwachten nauwkeurigheid van de techniek en als laatst en het belangrijkste voor dit onderzoek, de toepassing van de techniek op kabels

en leidingen. Ook worden nog een aantal overige meettechnieken kort besproken. De berekeningen die achter de genoemde cijfers zijn gemaakt staan in bijlage 1.

6.1 Akoestische technieken

Akoestische technieken werken door middel van geluidspulsen. Bij de verschillende technieken horen bepaalde frequenties van het geluid die gebruikt worden. Deze frequenties dringen wel of niet door de waterbodem heen. Hoe lager de frequentie hoe verder de geluidspulsen door de bodem heen propageren. Bij hoge frequenties

wordt het geluid meteen door de waterbodem teruggekaatst. Afhankelijk van de mogelijkheid dat kabels en leidingen boven de bodem liggen kunnen alle drie de technieken gebruikt worden die in deze paragraaf besproken worden. Wanneer de kabels en leidingen onder de bodem liggen kunnen kabels en leidingen alleen met de subbottom profiler akoestisch in beeld gebracht worden. De technieken multi-beam, side scan sonar en subbottom profiler zijn de meest gebruikte meettech-nieken voor Rijkswaterstaat en worden in deze paragraaf behandeld.

6.1.1 Multibeam

Het multibeam echolood is een akoestisch meetinstrument dat werkt met geluids-

pulsen door water. Het geluid wordt uitgezonden door de transducers in het zendar-

ray dat afgebeeld is links in figuur 6-1. Vervolgens reflecteert het geluid op harde

voorwerpen, zoals zand, steen, kabels en leidingen, maar ook op slib, afhankelijk

van de gebruikte frequentie, en wordt weer opgevangen door de transducers in het

ontvangstarray. De multibeam meet de looptijd van het geluid. Er is een geluids-

snelheidsprofiel gemaakt van de waterkolom om met behulp van de looptijd de af-

stand tot de bodem te kunnen berekenen. Dit wordt per bundel gedaan in de multi-

beam, die te zien is in het midden van figuur 6-1. Alle berekeningen van de multi-

beam worden in positie naar de computer gestuurd, waarop deze als kaart zichtbaar

gemaakt kan worden. Zo wordt de waterbodem in kaart gebracht.

Figuur 6-1: Onderdelen van een multibeamsysteem (12)

De multibeam zend meerdere bundels geluid gelijktijdig uit in een waaier, loodrecht

op de vaarrichting van het schip, zoals te zien in figuur 6-3. Zo wordt een brede

strook van de bodem gemeten. De multibeam wordt over het algemeen met fre-

quenties van ongeveer 100 tot 500 kHz gebruikt. Deze frequenties zijn niet laag

Page 101: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 101 van 193

genoeg om door de bodem heen te kunnen kijken, waardoor alleen kabels en leidin-

gen ingemeten kunnen worden die niet bedekt zijn.

Afhankelijk van het type multibeam kunnen er enkele honderden bundels per ping

uitgezonden worden. Dit geeft voor de Nederlandse situatie een puntdichtheid van

enkele tientallen punten per vierkante meter.

Figuur 6-2: Zichtbare multibeam bundels (13)

Beperkingen

De beperking van de multibeam is het gebrek aan zicht door de bodem heen, zoals

te zien is in figuur 6-3. Daar kan de multibeam dus niet meten, terwijl er toch een

heleboel kabels en leidingen onder de bodem liggen.

Figuur 6-3: Ruig landschap met leidingen die niet meer bedekt zijn met zand, gemeten met

multibeam. Het los hangen van de leidingen, waarbij deze geen steun hebben van de

ondergrond, wordt free span genoemd. (14)

Page 102: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 102 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Te verwachten nauwkeurigheid

Voor het goed inmeten van de horizontale x, y positie van blootliggende kabels en

leidingen kan een nauwkeurigheid verwacht worden vanaf 9 cm, er van uitgaande

dat alle factoren die een rol spelen optimaal zijn. Voor de verticale positie is de best

te verwachten nauwkeurigheid 1 cm. Bij een grotere bodemdiepte, slechtere posi-

tiebepaling, slechtere scheepsgeometrie, een bundel die verder weg staat dan lood-

recht naar beneden, slechtere geluidssnelheid en moeilijkere weersomstandigheden

zal de nauwkeurigheid van de metingen verslechteren. Toch zal een positiebepaling

met multibeam van 15 cm nauwkeurig altijd wel haalbaar zijn. Toepassing op kabels en leidingen De multibeam is dus geschikt voor blootliggende kabels en leidingen, maar ook als

voorbereiding voor het surveywerk met andere meetsystemen om bedekte kabels en leidingen in te meten. Wanneer kabels en leidingen net gelegd zijn en nog bloot-liggen, kan de horizontale en verticale positie (xyz) gemakkelijk ingemeten worden met de multibeam. Zo hoeft men na het bedekken van de kabels en leidingen niet meer te bepalen waar deze liggen met andere meettechnieken. Dit is verreweg de beste manier om kabels en leidingen in te meten, direct nadat ze gelegd zijn. (zie figuur 6-4)

Figuur 6-4: Pas gelegde kabel in een geul (15)

Ook is de multibeam geschikt ter voorbereiding van het meten van kabels en leidin-gen met andere meettechnieken. Losse delen van de kabels en leidingen worden zo in kaart gebracht en er kan eventueel bepaald worden of de slee, voor bijvoorbeeld de cable tracker, over de bodem gesleept kan worden zonder dat deze ergens ach-ter blijft haken en verloren gaat. Dit is een zeer effectieve methode in de dynami-

sche gebieden van Rijkswaterstaat, zoals het Waddengebied, de rivieren van Neder-land en ook voor de Noordzee. In figuur 6-5 is een stukje leiding te zien dat bloot ligt, terwijl andere delen wel bedekt zijn.

Page 103: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 103 van 193

Figuur 6-5: Gedeeltelijk bloodliggende leiding (16)

De minimaal benodigde diameter van de kabels en leidingen Om de onbedekte kabels en leidingen in beeld te kunnen krijgen, moeten deze een minimale diameter hebben van 1 centimeter. Materiaal van de kabels en leidingen Uit welk materiaal de kabels en leidingen bestaan maakt voor de multibeam techniek niet veel uit. Over het algemeen heeft het materiaal van de kabels en

leidingen een hele andere geluidssnelheid dan water, waardoor het geluidssignaal wel terugketst. Alle soorten kabels en leidingen in het water worden dus herkend door de multibeam.

6.1.2 Side scan sonar

Side scan sonar, ook wel Side looking sonar genoemd, werkt ook met geluidspulsen door water, net als de multibeam. Deze side scan sonar wordt in een meetvis achter

een schip aan gesleept en zendt een geluidsbundel uit die smal en lang is. (Figuur 6-6) Het lange deel staat loodrecht op de meetvis en raakt de bodem onder de meetvis en dan steeds verder naar buiten. Het terugkerende signaal is op de bodem teruggekaatst. Voor verder weg gelegen reflecties komt het signaal later binnen. Het gehele tijdssignaal wordt geregistreerd en de signalen samen geven een soort afbeelding van de bodem.

Page 104: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 104 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Figuur 6-6: Een bundel van de multibeam en de gesleepte side scan sonar. (17)

De side scan sonar registreert het terugkerende signaal, dat samen met de signalen van elke puls een soort afbeelding vormt. Daarvan is er één te zien in figuur 6-7

waarop een wrak staat, die goed te onderscheiden is. Voornamelijk de schaduw naast het wrak die de hoek van de side scan sonar veroorzaakt kan het menselijk oog goed interpreteren. Bij de side scan sonar wordt gebruikelijk met frequenties

van 100 tot 1250 kHz gewerkt. Lagere frequenties zijn bedoeld voor wateren met een nog grotere diepte. Niet met het doel om tot de bodem door te dringen, maar verder te kunnen propageren door de watermassa. Deze zijn niet geschikt voor de

Nederlandse wateren.

Figuur 6-7: Side scan sonar beeld van een wrak. (18)

Page 105: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 105 van 193

Beperkingen Het side scan sonar systeem kan niet door de bodem heen meten. Dit is een beper-king voor het inmeten van kabels en leidingen, gezien deze voornamelijk onder de bodem liggen. Echter is het systeem zeer geschikt voor het vinden van onbedekte

kabels en leidingen en een free span gaat nog makkelijker gezien er dan meer schaduw zichtbaar is. In figuur 6-8 is een stukje van en leiding te zien dat bloot ligt.

Figuur 6-8: Free span van een leiding met side scan sonar opgenomen. (19)

Een andere beperking van de side scan sonar is dat deze achter het schip aange-sleept wordt, zoals te zien in figuur 6-6. Hierdoor is het positioneren van het appa-raat lastiger dan bij de multibeam die wel aan het schip vast zit. Dit wordt uitge-

breider omschreven bij positiebepalen van de meetinstrumenten in hoofdstuk 5. Naast het bepalen van de positie van de meetvis is het sowieso lastiger om met een

side scan sonar afstanden en posities goed te bepalen. Dit is echter een bekende beperking van de side scan sonar. Daarom wordt de techniek vaak samen met mul-tibeam gebruikt, waarbij de positiebepaling beter gaat. Echter bij multibeam worden sommige dingen minder goed herkend dan op de side scan sonar, waardoor deze weer een aanvulling is voor de multibeam.

Te verwachten nauwkeurigheid Over de nauwkeurigheid van het positioneren van de verticale en horizontale posi-ties van kabels en leidingen is in elk geval te zeggen dat dit niet makkelijk is met de side scan sonar. Door de manier van meten is de hoogte van de meetvis boven de bodem wel goed te bepalen, maar hoe verder het signaal naar buiten reikt hoe moeilijker te bepalen of de bodem omhoog of naar beneden loopt en wat de hoogte is van eventuele objecten. Vaak wordt aangenomen dat de bodem vlak loopt.

De relatieve horizontale posities in de vaarrichting van de metingen ten opzichte van elkaar zijn heel nauwkeurig. Door de hoge frequenties en daarmee golflengtes onder

de centimeter, zijn de relatieve horizontale posities dwars op de vaarrichting ook zo goed. Voor de verticale positie is de side scan sonar niet gevoelig. Bij een grotere bodemdiepte, slechtere positiebepaling, slechtere bepaling van de stand van de meetvis, moeilijkere weersomstandigheden, slechter geluidssnelheidsprofiel en ver-der gemeten dan loodrecht onder de meetvis, zit men snel aan een nauwkeurigheid

van meer dan 1 meter. Doordat er zoveel factoren zijn die de meting kunnen beïn-vloeden kan er geen nauwkeurige positie van de side scan sonar verwacht worden. Dit kan wel bij de multibeam.

Page 106: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 106 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Toepassing op kabels en leidingen De side scan sonar is dus alleen van toepassing op kabels en leidingen die onbedekt zijn. Hierdoor kan het systeem goed gebruikt worden ter voorbereiding van een survey met bijvoorbeeld een cable tracker die dicht over de grond moet slepen. Bij

deze voorbereiding kunnen onbedekte delen van kabels en leidingen gesignaleerd worden, zodat deze stukken niet met de cable tracker hoeven worden gemeten en de slee daarvan ook niet achter de kabels en leidingen blijft hangen. (In figuur 6-8 en 6-9 zijn leidingen op de side scan sonar te zien.) Een voorbereidende survey voor een cable tracker wordt vaak samen met een multibeam uitgevoerd. Deze voorbe-reiding is zeer effectief in met name de dynamische gebieden van Nederland. Meer opmerkingen over de voorbereiding voor een cable tracker staan omschreven bij de

multibeam.

Daarnaast is de side scan sonar ook geschikt ter controle van de bestorting over de kabels en leidingen.

Figuur 6-9: Leiding met side scan sonar. (20)

Ook kan op een side scan sonar beeld goed gezien worden of kabels en leidingen vrij hangen van de bodem. Dat is met name goed te zien wanneer de schaduw van de kabels en leidingen verder van de kabels en leidingen zelf afliggen, zoals op sommige plaatsen te zien in figuur 6-10. Dit is niet goed voor de kabels en leidin-gen. Door de side scan sonar wordt het bekend en kan er actie ondernomen wor-

den.

Figuur 6-10: Kabel of leiding boven de bodem met eventueel enige stukken free span. (21)

Page 107: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 107 van 193

De minimaal benodigde diameter van de kabels en leidingen Om de onbedekte kabels en leidingen in beeld te kunnen krijgen, moeten deze wel een minimale diameter hebben van 1 centimeter.

Materiaal van de kabels en leidingen Uit welk materiaal de kabels en leidingen bestaan maakt voor de side scan sonar niet veel uit. Over het algemeen heeft het materiaal van de kabels en leidingen een hele andere geluidssnelheid dan water, waardoor het geluidssignaal wel reflecteerd. Alle soorten kabels en leidingen worden dus herkend door de side scan sonar.

6.1.3 Subbottom profiler

Subbottom profiler, ook wel hoge resolutie seismiek (HRS), penetrerend echolood

en ondiepe (reflectie) seismiek genoemd, gebruikt een lagere frequentie dan de

multibeam en de side scan sonar. Deze frequenties liggen ongeveer tussen de 1 en

30 kHz. Hierdoor kan het geluid dat gebruikt wordt wel door de bodem heen drin-

gen. Hoe lager de frequentie hoe verder het signaal in de bodem doordringt, maar

ook hoe slechter de resolutie is.

De subbottom profiler werkt in tegenstelling tot de multibeam en side scan sonar

met 1 geluidsbundel die kegelvormig is. (Figuur 6-11) In de figuur is ook te zien dat

de subbottom profiler door de bodem heen meet.

Figuur 6-11: Geluidsbundel van de subbottom profiler (22)

Figuur 6-12: Subbottom profiler in meetvis vorm. (23)

Page 108: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 108 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

De subbottom profiler kan onder het schip gemonteerd zijn, maar ook achter het

schip aan gesleept worden in een soort meetvis, net als de side scan sonar. (figuur

6-12) Hiermee onstaan dezelfde positioneringsproblemen met de meetvis, zoals

omschreven bij positiebepalen van de meetinstrumenten in hoofdstuk 5. Het beeld

dat met de subbottom profiler verkregen wordt, is een lijn van de bodem en

wanneer er verschillende soorten materiaal met verschillende akoestische

impedanties bevinden is dit ook zichbaar op de registratie van de subbottom

profiler. (Dit is te zien in figuur 6-13) De meetste kabels en leidingen hebben ook

een andere akoestische inpedantie dan de bodem daaromheen. Daardoor worden

kabels en leidingen ook zichtbaar op de subbottom profile registratie.

Figuur 6-13: Bodemregistratie van de subbottom profiler met verschillende grondlagen. (24)

Beperkingen

Een beperking van de subbottom profiler is dat de opgenomen signalen moeilijker te interpreteren zijn dan bij multibeam en side scan sonar. Voor dit interpreteerwerk zijn mensen nodig met speciale kennis van de subbottom profiler. Kabels en leidin-gen op een opname van een subbottom profiler zien eruit als hyperbolen. Echter vele voorwerpen en veranderingen in de bodem kunnen ook weergeven worden als hyperbolen. Hierdoor is het soms lastig te bepalen wat er nu precies te zien is. (Fi-guur 6-14) Ook slib met veel gas erin is lastig voor het meten met een subbottom

profiler. Hierdoor kan het geluid niet heen en zal volledig gereflecteerd worden op de gasbellen.

Figuur 6-14: Zouden hier kabels en leidingen tussen zitten? (25)

Page 109: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 109 van 193

Een andere beperking van de subbottom profiler is dat de geluidssnelheid in de bo-dem altijd geheel of gedeeltelijk ingeschat moet worden. Wanneer er een boring is uitgevoerd kan op die plek het geluidssnelheidsprofiel in de bodem beter geschat worden, maar dit moet op veel meer plaatsen gebeuren om van het hele gebied een

goede inschatting te kunnen maken. Doordat de geluidssnelheid in de bodem dus onzeker is, kunnen afstanden niet goed bepaald worden. Hierdoor kan de dieptefout door de geluidssnelheidsfout oplopen tot ongeveer 50 cm in 10 meter water. Door-dat in Nederland de bodem over het algemeen niet zo diep is kan er over het alge-meen met de subbottom profiler tot één maal de waterdiepte in de bodem gemeten worden, aangenomen 10 meter. Dit komt door het effect van een multiple of meer-voudige reflectie.

Te verwachten nauwkeurigheid

Wanneer de subbottom profiler aan het schip vast zit, is de positie van het apparaat

goed te bepalen. Door de over het algemeen brede bundelhoek, meet de subbottom

profiler recht onder het schip en een stukje er omheen. Hierdoor ontstaan de hyper-

bolen van de kabels en leidingen waarop loodrecht gevaren wordt. Wanneer de sub-

bottom profiler recht boven de kabels en leidingen is zal het een hoogste punt op de

registratie zijn van de hyperbool. Hoe breder de bundelhoek hoe breder ook de hy-

perbool zal zijn, want dan begint de subbottom profiler de kabels en leidingen eer-

der te zien. Wanneer de subbottom profiler op de top van de hyperbool zit is het

voorwerp recht onder de subbottom profiler en is de horizontale positie bekend.

(Figuur 6-15) De nauwkeurigheid van deze positie is in de orde van 1 meter.

De verticale positie is lastiger. Ten eerste moet een geluidssnelheidsprofiel in het

water bekend zijn, zodat de bodemhoogte juist gemeten kan worden. Ten tweede

moeten de geluidssnelheden in de verschillende bodemlagen bekend zijn om afstand

te kunnen berekenen. Meestal wordt hiervan een schatting gemaakt. De best te

verwachten nauwkeurigheid van de verticale positie is 15 cm. Door grotere bodem-

diepte, slechtere positionering, slechtere geluidssnelheidsprofielen van het water en

in de bodem, slechtere weersomstandigheden, een andere frequentie, een andere

pulslengte en een andere bundelhoek kan de nauwkeurigheid van de horizontale en

verticale positie wel oplopen tot 2 meter.

Toepassing op kabels en leidingen Alle kabels en leidingen met een bepaalde diameter op en onder de bodem kunnen ingemeten worden met een subbottom profiler. Alleen een PVC buis waardoorheen water wordt getransporteerd kan lastiger zijn. Deze kan een zeer gelijkende akoes-tische impedantie hebben met de omgeving, waardoor deze niet op zal vallen.

De kabels en leidingen vormen dus een hyperbool. In figuur 6-15 zijn hyperbolen van kabels en leidingen te zien. De hyperbool wordt gevormd doordat de kabel of leiding al eerder wordt gezien, maar het signaal komt pas later terug. Na verloop van tijd komt het signaal steeds eerder. Wanneer de top van de hyperbool bereikt is, is de subbottom profiler recht boven de kabel of leiding. Dit geldt ook voor kabels

en leidingen die boven de bodem liggen. (Figuur 6-16) De detectie is optimaal wan-neer de vaarrichting loodrecht op de kabels en leidingen is.

Page 110: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 110 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Figuur 6-15: Kabels of leidingen op een subbottom profiler registratie. (7)

Figuur 6-16: Gasleiding boven de bodem op subbottom profiler geregistreerd. (26)

Door de beperkingen van de interpretatie van de hyperbolen, is het goed om vaker achter elkaar over de kabels en leidingen heen te varen. Wanneer een steeds her-kenbare hyperbool in een lijn terug komt, kan makkelijker bepaald worden dat het

de kabel of leiding is en waar die loopt. Deze techniek kan voor alle gebieden van Rijkswaterstaat gebruikt worden.

Ook worden side scan sonar en subbottom profiler samen gebruikt. Hierdoor kunnen de beelden goed naast elkaar gelegd worden om te vergelijken. Soms zal op de side scan sonar een afwijking in de bodem of blootliggende kabels en leidingen gevonden worden. Dit is te zien in figuur 6-17.

Page 111: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 111 van 193

Figuur 6-17: Meeting met side scan sonar en subbottom profiler (27)

De minimaal benodigde diameter van de kabels en leidingen Om de kabels en leidingen in te kunnen meten, moeten deze wel een minimale diameter hebben van 5 cm tot 2 meter, afhankelijk van de golflengte, die weer af

hangt van de frequentie en geluidssnelheid. Materiaal van de kabels en leidingen

Het materiaal van de kabels en leidingen is dus wel belangrijk. Het materiaal moet een andere akoestische impedantie hebben dan het materiaal er omheen. Over het algemeen heeft het materiaal van de kabels en leidingen wel een andere impedantie.

6.1.4 Andere akoestische technieken

Er zijn ook andere akoestische meettechnieken, die veel weg hebben van een subbot-tom profiler. De ene heeft een smallere of bredere bundel, de andere brengt op een andere manier het geluid voort of werkt op een andere manier met de frequenties. Dit zijn bijvoorbeeld een parametrisch echolood, een boomer, sparker, pinger en een chirp.

Page 112: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 112 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

6.2 (Elektro)magnetische technieken

In deze paragraaf worden magnetische en elektromagnetische meettechnieken be-sproken. Dit wordt gedaan, omdat er een techniek bij zit die beide principes ge-bruikt, de cable tracker. Ook worden de magnetometer, georadar en CAT bespro-ken.

6.2.1 Magnetometer

De magnetometer is een magnetische techniek. Het principe van de magnetometer is gebaseerd op afwijkingen of verstoringen in het aardmagnetisch veld. Het aard-

magnetisch veld in Nederland ligt overal rond de 49000 nT (nano Tesla), figuur 6-18. De anomalieën worden zichtbaar door afwijking van het normale aardmagneti-sche veld in een bepaald gebied. Op de plaats van een anomalie in het aardmagne-tisch veld, liggen magnetische voorwerpen. Dit kunnen bommen, blikjes, fietsen en

van alles meer zijn, ook kabels en leidingen. Er kunnen verschillende magnetometers gebruikt worden. Er is altijd sprake van het meten van de grootte van het magneetveld en bij sommige magnetometers wordt ook de richting daarvan gemeten. In de magnetometer zitten een aantal spoelen. Door de magnetische velden wordt een stroompje opgewekt in de spoelen. Hiervan wordt de spanning gemeten. Wan-neer de sterkte van het magnetische veld in alle richtingen bepaald kan worden

door de spoelen, kan ook de richting van het magnetische veld berekend worden.

Figuur 6-18: De totale intensiteit van het aardmagnetisch veld in nT.

Doordat de magnetometer (figuur 6-19) de sterkte van het magnetisch veld meet, is het noodzakelijk eventuele invloeden op dit veld zoveel mogelijk te beperken. Omdat de meeste schepen zeer veel invloed hebben op het magneetveld moet de

magnetometer op grote afstand achter het schip aan gesleept worden. Daarbij moet deze ongeveer drie keer de scheepslengte achter het schip gesleept worden.

Page 113: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 113 van 193

Figuur 6-19: Een magnetometer dat achter een schip in het water wordt gelaten (28)

Beperkingen De magnetometer heeft een aantal beperkingen. Als eerste worden de metingen verstoord door andere ijzeren voorwerpen. Bijvoorbeeld in havens met stalen dam-wanden en door andere schepen in de buurt. Ten tweede is de meting van de ano-malie afhankelijk van de oriëntatie van de leiding ten opzichte van het aardmagne-tisch veld. Hierdoor worden leidingen soms toch niet opgemerkt. Als derde is de interpretatie niet gemakkelijk. Voor het bepalen van de posities is enige kennis no-

dig van het gemeten object en van magneetvelden. Als laatste is een goede positie moeilijk te realiseren, vanwege het slepen met de meetvis ver achter het schip. Op de Noordzee kan echter gemakkelijker gebruik gemaakt worden van USBL (para-graaf 5.3) waardoor de positiebepaling weer beter zal zijn. In veel gebieden van Rijkswaterstaat, behalve de Noordzee, is de magnetometer moeilijk inzetbaar. Bij deze meettechniek is er veel ruimte nodig voor het varen met

de meetvis. Ook zijn er veel verstoringen in havengebieden door de vele ijzeren voorwerpen. Te verwachten nauwkeurigheid De positiebepaling bij de magnetometer is zeer verschillend in horizontale en verti-cale richting. De horizontale positie is goed te bepalen en men kan een nauwkeurig-heid verwachten vanaf 50 cm. De magnetometer is echter zeer ongevoelig in verti-

cale richting. Een grotere leiding geeft een soortgelijke meting als een kleinere lei-ding die ondieper ligt. De te verwachten nauwkeurigheid van de verticale posities met een magnetometer is daarom als enkele meters aan te duiden. Bij verslechtering van de positie van het schip en de magnetometer, van scheeps-

geometrie en van weersomstandigheden, zullen de posities verslechteren. Bij veel verstoringen zal er in sommige gevallen nog meer verslechtering optreden. De nauwkeurigheid van de horizontale positie is mede door het slepen van het meetin-

strument ver achter het schip als snel meer dan 3 meter. Toepassing op kabels en leidingen

De magnetometer kan dus heel goed gebruikt worden voor het bepalen van de hori-

zontale posities van kabels en leidingen die een magnetisch veld hebben. Kabels en

leidingen waarbij het niet mogelijk is een magnetisch veld te meten kunnen niet met

een magnetometer ingemeten worden. Hieronder vallen wederom PVC buizen.

Page 114: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 114 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

In de praktijk zijn er combinaties van meetinstrumenten om kabels en leidingen op

te sporen of in te meten. In figuur 6-20 is zichtbaar op de side scan sonar registra-

tie dat er een leiding ligt. Deze leiding geeft ook een uitslag op de magnetometer.

Figuur 6-20: Side scan sonar en magnetometer registraties (27)

Verder is door de mogelijkheid van het gebruiken van meerdere magnetometers,

positiebepaling te verbeteren. Dit wordt onder andere gedaan bij gradiometrie, zoals

bij cable tracking gebeurt. Echter zijn er nog veel meer opstellingen mogelijk, uitge-

breider en minder uitgebreid. Zo kunnen posities van kabels en leidingen nog beter

bepaald worden.

De minimaal benodigde diameter van de kabels en leidingen Bij de magnetometer is de diameter van de kabels en leidingen niet van belang. De kracht van het magnetisch veld is van belang.

Materiaal van de kabels en leidingen Voor de magnetometer is het materiaal van belang. Deze moet een magneetveld hebben.

Page 115: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 115 van 193

6.2.2 Cable tracker

Het principe van de cable tracker berust op het gebruik van magnetische eigen-schappen van kabels en leidingen. Cable trackers gebruiken hoofdzakelijk twee me-thodes.

1. Toontracking; een elektromagnetisch techniek en

2. Magnetische veld detectie; een magnetische techniek.

Toontracking Bij deze techniek wordt er als eerste een wisselstroom met een gekozen frequentie op de kabels en leidingen gezet. Dat wordt een toon genoemd. Hiervoor moet er in elk geval een klein kabeltje aanwezig zijn bij de kabels en leidingen waarop de wis-

selstroom gezet kan worden. Ook kan de stroom op de kabels en leidingen zelf ge-zet worden, maar dan is de functie daarvan buiten gebruik. Deze stroom wordt erop gezet met een signaal- of toongenerator. (Figuur 6-21)

Figuur 6-21: Toongenerator en het meetinstrument met alle sensoren erin. Samen cable trac-

ker. (30)

Door de wisselstroom met de gekozen frequentie ontstaat er een magnetisch veld

volgens ampères wet, met de gekozen frequentie. Bij lange kabels en leidingen

wordt er een cirkelvormig magnetisch veld gevormd, zoals te zien is in figuur 6-22.

Dit veld wordt met een aantal spoelen gemeten, zoals bij de magnetometer. Door-

dat de spoelen in verschillende richtingen en posities staan, kan de richting en

sterkte van het veld bepaald worden, waardoor het middelpunt van het magnetische

veld berekend kan worden, het middelpunt van de kabel. Hierdoor kan de x, y, z

positie van het kabeltje bepaald worden.

Page 116: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 116 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Figuur 6-22: Een elektrische stroom, met een intensiteit I, stromende door een draad creëert

een magnetisch veld B rondom zichzelf. (31)

Veel dingen in onze maatschappij werken met 50 Hz wisselspanning. Elektriciteits-kabels hoeven geen extra kabeltje mee te leggen, maar de kabel zelf geeft al een magnetisch veld door de wisselspanning, wat gebruikt kan worden. Echter doordat veel op 50 Hz werkt kan dat storen bij de metingen. Daarom is het heel gunstig dat er bij toontracking gekozen kan worden voor andere frequenties. Als een signaal stoort, is dit geen probleem, dit kan omzeild worden.

Zo’n toonsignaal is tot ongeveer drie meter te detecteren, waarbij er een toon van

100 mA op gezet is. Dit houdt in dat het meetinstrument vrijwel over de bodem van

het water moet slepen om de kabels en leidingen in de bodem te kunnen zien.

Afhankelijk van de generator kan het signaal wel of niet ver komen over de kabels

en leidingen. Met 800 mA lukt het wel om honderden kilometers ver te komen,

waarbij een goede aarding vereist is.

Magnetisch veld detectie Het tweede principe werkt door het metaal van voornamelijk leidingen, waardoor er een magnetisch veld is. Het magnetische veld ontstaat door het ijzer wat er in de leidingen aanwezig is. Doordat de aarde een veel groter magnetisch veld maakt en de kabels en leidingen een kleiner magnetisch veld, maken de kabels en leidingen een anomalie in het aardmagnetisch veld. Door te meten met een gradiometer wordt het aardmagne-

tisch veld uitgefilterd. Een gradiometer bestaat uit twee setjes x, y en z-spoelen die ongeveer 20 cm uit elkaar liggen. De ene boven de ander. Het aardmagnetisch veld is in 20 cm gelijk, dus die wordt weg gefilterd bij het van elkaar aftrekken van de twee signalen. Het magnetische veld van de kabels en leidingen is wel verschillend in 20 cm. (Figuur 6-23) Dit is dan de meting die over blijft bij gradiometrie. (groene

lijn in figuur) Er wordt gewerkt met verschillende opstellingen van meerdere gra-diometers, zodat de positie van de kabels en leidingen beter bepaald kunnen wor-

den. Bij gradiometrie blijft het magnetisch veld dat de kabels en leidingen hebben over. De gradiometers zitten ook in de cable tracker van figuur 6-21.

Page 117: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 117 van 193

Figuur 6-23: Een theoretische meting met een gradiometer over een pijpleiding. (30)

Voorbereiding cable tracking

Voordat er met cable tracking begonnen wordt, wordt het gebied eerst met multi-

beam en/of side scan sonar gepeild om te zien of er geen scheepswrakken of andere

voorwerpen liggen. Nadat dit gebeurd is kan er pas met de cable tracker die over de

bodem sleept worden gewerkt. Beperkingen Een grote beperking van de cable tracker is dat deze dicht bij de bodem gesleept

moet worden. Vooral voor toontracking, waarbij binnen 3 meter bij de kabels en leidingen vandaan gemeten moet worden. Dit brengt een groot risico met zich mee voor schade. Deze kan achter allerlei voorwerpen op de bodem blijven haken. Ook moet de cable tracker heel dicht bij de kabels en leidingen in de buurt blijven en in de goede richting staan, om deze te kunnen blijven volgen. Dit vergt veel van de schipper of een dp-systeem en er zijn mensen nodig met kennis hiervan. Een nadeel van de cable tracker is dus dat er voorbereiding met multibeam en side scan sonar

moet worden uitgevoerd, ter verkenning van het gebied en voorkomen van proble-men met de cable tracker. Ook brengt het slepen dezelfde problemen met zich mee voor het positioneren als bij de meetvis van de side scan sonar en de magnetome-ter. Er moet kennis zijn van de cable tracker om er goed mee te werken. Verkeerde werkmethodes leveren meer fouten op dan het instrument zelf maakt.

Toontracking Het nadeel van toontraking is dat het begin van een kabel toegankelijke moet zijn om er een wisselspanning op te kunnen zetten. Ook moet de stroomcirkel rond ge-maakt worden. Dat kan doormiddel van een goede aarding. Niet alle kabels en lei-dingen hebben de mogelijkheid voor toontracking.

Magnetische veld detectie Doordat er meerdere magnetische voorwerpen in de bodem kunnen liggen, kunnen hierdoor soms veel storingen optreden. Dit kan soms lastig zijn. Echter kan altijd gebruik gemaakt worden van het feit dat kabels en leidingen in een lijn liggen. Doordat meetschepen zelf vaak veel ijzer bevatten en dus een storende factor kan zijn voor de metingen, moet de meetvis ver achter het schip gesleept worden.

Page 118: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 118 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Te verwachten nauwkeurigheid Toontracking Bij toontracking wordt er gewerkt vanuit een veronderstelling van het magnetische veld dat gevormd wordt door de wisselstroom. Door deze veronderstelling mag men

al enige onnauwkeurigheid verwachten. Door de manier van meten mag men ver-wachten dat de nauwkeurigheid in horizontale en verticale richting gelijk is. Hiervoor kan men een nauwkeurigheid verwachten van 50 cm. Echter door het slepen, slech-tere posities van de sensoren en slechtere weersomstandigheden, kan er bij de nauwkeurigheid van de positie zo 2 meter opgeteld worden. Magnetische veld detectie

Omdat er bij magnetische veld detectie aan de hand van de vorm van het magneti-

sche veld van de kabels en leidingen bepaald wordt waar deze liggen, kan ook aan-genomen worden dat de nauwkeurigheid in horizontale en verticale positie gelijk is. Voor deze methode kan men een nauwkeurigheid verwachten van ongeveer 1 me-ter. Door dezelfde redenen als bij toontracking en meer ruis van andere ijzeren voorwerpen in de buurt, kan er bij deze methode gemakkelijk 2 meter opgeteld worden voor de nauwkeurigheid.

Toepassing op kabels en leidingen Uit het principe van de cable tracker blijkt dat alle kabels en leidingen die een me-taal in zich hebben ingemeten kunnen worden met cable tracking. Toontracking

Bij toontracking moet het mogelijk zijn een signaal op de kabels en leidingen te zetten. Magnetische veld detectie Deze techniek is van toepassing op alle kabels en leidingen die ijzer in zich hebben.

Bijvoorbeeld PVC buizen waarbij geen klein kabeltje is gelegd kunnen dus niet in-

gemeten worden met de cable tracker. De minimaal benodigde diameter van de kabels en leidingen Bij de twee methodes van cable tracking is de diameter van de kabels en leidingen niet van belang. De kracht van het magnetisch veld is van belang. Materiaal van de kabels en leidingen

Voor toontracking moet er wel materiaal aanwezig zijn waar een toon op staat of op gezet kan worden. Bij magnetische veld detectie moet het materiaal voldoen aan de eigenschappen beschreven bij het principe daarvan.

6.2.3 Georadar

Georadar, ook wel ground penetrating radar (GPR) genoemd is een elektromagneti-

sche techniek. Soms wordt deze grondradar genoemd, maar dat is af te raden aan-gezien deze term ook bij een meetinstrument in vliegtuigen hoort. De georadar werkt doordat deze een elektromagnetische golf uitzendt. Dit is vergelijkbaar met de subbottom profiler, maar dan met microgolven met een frequentie van 200 tot 1500 MHz, in plaats van geluidsgolven. Hieruit ontstaan ook reflecties aan bodemla-gen en objecten. Het signaal dat de georadar uitzendt, wordt ook wel een radarsig-naal genoemd. Het gereflecteerde signaal dat bij de georadar terug komt, geeft

verschillen in elektrische geleidbaarheid aan. Hierdoor worden bodemgedeelten met verschillende diëlektrische constanten onderscheiden. Figuur 6-24 en 5-25 geven hiervan voorbeelden.

Page 119: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 119 van 193

Figuur 6-24: Dit is een georadar opname met zichtbare kleilagen in zand. Deze worden

zichtbaar doordat zij verschillen in elektrische geleiding. (33)

Figuur 6-25: Dit is een georadar opname in een meer. De rode punten laten objecten in de

bodem zien. Dit kunnen metalen objecten zijn, maar ook niet-metalen objecten, zoals stenen.

De diëlektrische constante van de steen kan in contrast zijn met de omgeving. Zo kunnen ook

kabels en leidingen gedetecteerd worden. (34)

Beperkingen Door het principe van de georadar kan deze alleen in zoet water gebruikt worden. In zout water werkt deze niet. Dit komt doordat het zoute water heel goed geleidt en daardoor meteen een heel hoog signaal terug geeft, waardoor men verder niets

meer ziet. Wanneer er dus, zoals in het Nederlandse IJ een laag zout water onder het zoete water is, kan men niet verder kijken. Om de verticale positie van de gevonden objecten met georadar te bepalen moet de snelheid van het signaal in de verschillende lagen bekend zijn. Bij enig vooronder-zoek naar de aanwezige lagen die gemeten zullen worden met georadar, zal de snelheid van het elektromagnetisch signaal enigszins bekend zijn, maar nog niet

voldoende om echt goede posities in verticale richting te bepalen. Dit is wel een beperking die er nog is bij georadar.

Een andere beperking is dat de georadar maar 2 tot 3 meter ver kan meten in de Nederlandse bodem. Hierdoor is het noodzakelijk het meetinstrument zo dicht mo-gelijk bij de bodem te houden. Dit kan bijvoorbeeld door hem onder een paal aan

boord van een schip te monteren. Er moet dan alleen met een echolood dat voor de georadar op het schip zit bepaald worden hoe diep de georadar gehouden moet worden. Daarvoor moet er iemand steeds op de beelden letten die de diepte van de bodem weergeven en de hoogte van de paal bedienen. De kans op schade blijft echter groot. Als laatste beperking zijn de resultaten van de georadar lastig te interpreteren, net

zoals bij subbottom profiler.

Page 120: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 120 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Te verwachten nauwkeurigheid De te verwachten nauwkeurigheid van de georadar is verschillend voor de horizon-tale en verticale positie. De horizontale positie is door de smalle bundelhoek van de georadar goed te bepalen. Wanneer alle omstandigheden optimaal zijn kan men een

nauwkeurigheid in horizontale richting in de orde van 1 meter verwachten voor ka-bels en leidingen. Dit is vergelijkbaar met de subbottom profiler. Voor de verticale positie moet de snelheid van de elektromagnetische golven door het water en de verschillende materialen bekend zijn. Door deze onbekendheid kan men geen goede meting verwachten in verticale richting. Wanneer de positie van het schip, de scheepsgeometrie en de weersomstandighe-den verslechteren, een andere bundelhoek gebruikt wordt of er meerdere voorwer-

pen in de bodem liggen die lijken op kabels en leidingen zal de positie ook verslech-

teren. In horizontale richting kan dit wel oplopen tot 2 meter. Toepassing op kabels en leidingen De kabels en leidingen worden net zoals bij subbottom profiling gedetecteerd door-dat er hyperbolen zichtbaar worden. (Figuur 6-26) Hiervoor is het wel van belang dat er in de geschikte omstandigheden wordt gemeten. Zo zijn andere geleidende

eigenschappen van de kabels en leidingen vereist dan de omgeving er omheen. Ook bij georadar is het lastig de gegevens te interpreteren. Het interpreteren is gemak-kelijk wanneer er meerdere raaien over de kabels en leidingen heen wordt gevaren, zodat deze steeds terug komen op de registratie. Wanneer de hyperbolen op een rij te plaatsen zijn, is de kans groter dat de kabels en leidingen beter onderscheiden worden tussen de eventuele aanwezige andere hyperbolen. Zo kunnen de posities

van de kabels en leidingen met georadar goed bepaald worden. Daarbij is het meten dwars op de richting van de kabels en leidingen beter.

Figuur 6-26: Kabels en leidingen op een georadar opname. (35)

De minimaal benodigde diameter van de kabels en leidingen Om de kabels en leidingen in te kunnen meten, moeten deze wel een minimale diameter hebben van 15 centimeter tot 1,13 meter, afhankelijk van de gebruikte frequentie.

Materiaal van de kabels en leidingen Het materiaal van de kabels en leidingen is wel van belang. Het materiaal moet over

een andere diëlektrische constanten beschikken dan het materiaal er omheen. Over het algemeen heeft het materiaal van een leidingen wel een andere elektrische geleidbaarheid.

Page 121: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 121 van 193

6.2.4 CAT

De CAT (cable avoidance tool) wordt een radiodetectie techniek genoemd en is een

soort combinatie van de twee meetmethoden die bij de cable tracker gebruikt wor-

den. Het is dus een elektromagnetische techniek. Bij de CAT wordt er ook wissel-

spanning met een gekozen frequentie op de kabels en leidingen gezet, zoals bij

toontracking. Zo kunnen storende signalen omzeild worden. Vervolgens wordt het

magnetische veld dat gevormd is door één gradiometer opgespoord door een per-

soon. Dit is het zelfde principe als bij magnetische veld detectie gebruikt wordt bij

de cable tracker, maar dan handmatig. Echter bij CAT wordt er maar 1 gradiometer

gebruikt. (Figuur 6-27)

Figuur 6-27: De apparatuur om de wisselspanning op een kabel te zetten en het

geproduceerde magnetische veld handmatig op te zoeken, een gradiometer. (39)

Doordat er twee spoelen recht boven elkaar staan, worden verschillende signaal-

sterktes gemeten. Hieruit kan de afstand tot de kabel berekend worden.

Door het gebruik van spoelen in horizontale (2 spoelen, x en y) en verticale richting

kan de minimale en maximale sterkte van het magneetveld bepaald worden. Wan-

neer het signaal maximaal is in één richting is het minimaal in de andere twee rich-

tingen. Zo kan de richting van het magnetische veld bepaald worden en dus ook die

van de kabels en leidingen. Dit kan ook in water, maar is nog in ontwikkeling. (Fi-

guur 6-28) Er wordt meestal op 1 spoel uitgeluisterd, door een duiker, om in die

richting het sterkste punt van het magnetische veld te bepalen. Wanneer het signaal

in 1 spoel steeds sterker wordt, gaat de CAT steeds sneller piepen. Dit is het signaal

wat de duiker gebruikt om te bepalen op welke horizontale positie de kabels en lei-

dingen zijn. Op dat moment geeft hij dat aan de mensen aan boord door en zullen

zij de positie vastleggen van de CAT, waarop een GPS-ontvanger gemonteerd is die

boven water moet blijven.

Deze techniek verschilt van de andere technieken zodanig dat dit geen meetmetho-

de is maar een detectiemethode. Wanneer de duiker de kabels en leidingen detec-

teert, geeft hij dat aan en wordt hiervan de positie berekend of berekening tussen

de spoelen voor de verticale richting vastgelegd.

Page 122: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 122 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Figuur 6-28: In plaats van de gradiometer op land is deze voor onder water die een duiker kan

gebruiken. Door middel van geluid weet hij waar de kabels en leidingen zich bevinden. (39)

Beperkingen Een grote beperking van het gebruik van deze techniek onder water is dat er nog altijd met duikers gewerkt moet worden. Dit is een dure aangelegenheid ook al is de techniek gevoelig.

Een andere beperking is dat deze techniek nog niet geschikt is voor in water. Door-

dat de duiker een lange stok in zijn handen moet houden die bij de bodem komt, maar ook een deel boven water moet blijven voor de meest nauwkeurige positiebe-paling, kan deze stok niet al te lang zijn voor de duiker. Een duiker kan bijvoorbeeld een stok tot 5 meter wel hanteren. Om deze techniek beter geschikt te maken voor het inmeten van kabels en leidingen, moeten nog enige ontwikkelingen volgen. Verder is er nog dezelfde beperking als bij toontracking van de cable tracker. Het

moet wel mogelijk zijn een wisselspanning op de kabels en leidingen te zetten en de stroomkring rond te maken. Wanneer dit niet mogelijk is kan deze techniek niet gebruikt worden voor het bepalen van de positie van kabels en leidingen met het CAT systeem. Te verwachten nauwkeurigheid

Doordat bij deze techniek duikers betrokken zijn is de nauwkeurigheid voor het in-meten van de kabels en leidingen ook afhankelijk van de duiker. Deze moet bij de

bepaling van de positie de stok verticaal en stil houden. Op gehoor zoekt de duiker de horizontale positie op. Op deze plaats wordt de positie van de stok vast gelegd. Wanneer alles goed verloopt, kan men een nauwkeurigheid verwachten van 15 cm in horizontale richting. In verticale richting is de positie afhankelijk van de aanna-mes van het magnetisch veld van de kabels en leidingen. De nauwkeurigheid van de

verticale positie kan met verwachten op 1 meter. Wanneer de duiker minder goed de positie heeft bepaald, minder goed stil staat en de stok minder goed recht houd en de positioneringsapparatuur minder goed is, kan de nauwkeurigheid van de hori-zontale positie oplopen tot 1 meter. Wanneer hierbij de aannames van het magne-tisch veld van de kabels en leidingen minder goed is, zal de nauwkeurigheid van de verticale positie oplopen tot 3 meter.

Page 123: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 123 van 193

Toepassing op kabels en leidingen

Onder water is deze techniek op dit moment geschikt voor kabels en leidingen in

relatief ondiep water waarop een wisselspanning kan worden gezet. Een duiker moet

het werk kunnen doen.

De minimaal benodigde diameter van de kabels en leidingen De minimale diameter van de kabels en leidingen is niet van belang bij de CAT techniek. Het is alleen van belang dat er een wisselstroom op de kabels en leidingen

kan worden gezet waaruit een magntisch veld onstaat. Materiaal van de kabels en leidingen Voor deze techniek moet dus wel het juiste materiaal aanwezig zijn. Materiaal waar-

op een wisselstroom gezet kan worden.

6.3 Overige meettechnieken

Kabels en leidingen kunnen ook op andere manieren worden ingemeten. Bijvoor-

beeld door met een stok door de grond heen te prikken tot de kabels en leidingen

geraakt worden. Of door een kabel met positioneringsmethoden door een leiding

heen te laten gaan. Ook bij aanleg door middel van boringen kan de positie bepaald

worden. Deze primitievere en in ontwikkeling zijnde meettechnieken worden kort in

deze paragraaf besproken.

Spuitlans

Een spuitlans, ook wel prikstok genoemd, is een stok van bijvoorbeeld 10 meter

waardoor water of lucht met een hoge druk doorheen gepompt kan worden. Hier-

door zakt de stok makkelijker de grond in. Wanneer deze dan een kabel raakt wordt

de GPS-ontvanger erop gezet en kan de positie heel nauwkeurig bepaald worden.

Het kan echter ook een steen zijn die geraakt is. Door meerdere malen achter el-

kaar de kabel te raken, kan men weten dat het geen steen was.

Deze methode neemt veel tijd in beslag om een hele kabel te meten. Daarvoor

wordt deze dan ook niet gebruikt. Deze methode wordt vooral gebruikt om andere

meetmethoden te kalibreren.

Naast het inmeten met de multibeam van net gelegde kabels en leidingen, wordt

deze methode bij bedekte kabels en leidingen als de beste methode beschouwd. De

kabels en leidingen moeten wel een minimale diameter hebben, want zij moet wel

geraakt worden met de spuitlans.

Kabel met positioneringsmethode

Door een kabel in een leiding te duwen kan ook de positie van de leiding bepaald

worden. Met deze kabel is er een manier bedacht om de positie van de leiding vast

te kunnen leggen. In figuur 6-29 is zo’n kabel zichtbaar die voor deze methode ge-

bruikt wordt. Deze techniek is nog in ontwikkeling.

Page 124: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 124 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Figuur 6-29: De kabels op haspels (39)

Boringen

Boortechnieken kunnen worden gebruikt voor het leggen van kabels en leidingen

onder bouwwerken door. Dat kunnen onder andere havens, rivieren en kanalen

betreffen. Bij deze techniek kunnen meetinstrumenten achter de boorkop geplaatst

worden om de positie daarvan te kunnen bepalen. Dit zijn hoekmeetinstrumenten

en ook een magnetometer om het magnetische noorden te bepalen. (40) Aan de

hand hiervan en de lengte van de boorinstrumenten in de grond, kan de boor mees-

ter de locatie van de boorkop bepalen. Doordat de kabels en leidingen in het ge-

boorde gat gelegd worden, is de positie daarvan zo goed mogelijk bekend. Deze

manier van boren waarbij de positie van de kop bepaald wordt, wordt een gestuurde

boring genoemd.

Page 125: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 125 van 193

7 Opslag en beheer

Opslag en beheer is de derde stap van het informatieproces om in de informatiebe-

hoeften van Rijkswaterstaat te voorzien, zoals omschreven in paragraaf 2.1.

De informatie over kabels en leidingen moet inclusief de benodigde metadata wor-

den opgeslagen en beschikbaar zijn voor de gebruikers. Het is van belang dat deze

informatie goed beheerd wordt (actueel gehouden), zodat de kwaliteit gegarandeerd

is. Twee uitgangspunten van datamanagement zijn:

1. Data bij de bron; dat wil zeggen dat de gegevens worden opgeslagen en be-

heerd door de eigenaar.

2. Enkelvoudige opslag van de data; dat wil zeggen dat er geen kopieën van

datasets worden opgeslagen.

Met de vele betrokken eigenaren van kabels en leidingen is het lastig aan deze twee

eisen te voldoen en ook de juiste informatie voor de gebruiker beschikbaar te krij-

gen.

Er worden meerdere technieken voor opslag en beheer gebruikt. Zowel landelijk als

regionaal, specifiek voor Rijkswaterstaat en soms voor extern gebruik. Er zijn op-

slagsystemen, meldsystemen en projecten.

Tijdens dit afstuderen is er onvoldoende tijd geweest om de opslagsystemen daad-

werkelijk in te zien. Wel is er veel kennis opgedaan met betrekking tot opslag en

beheer van gegevens die wordt besproken in dit hoofdstuk.

7.1 Landelijk

Tijdens dit onderzoek, zijn er twee landelijke systemen voor opslag en beheer die er

zijn voor Rijkswaterstaat onderzocht. KLIC (kabels en leidingen informatie centrum,

7.1.1) en PGDB’s (Personal Geodatabase, 7.1.2). KLIC is toegankelijk voor elke

netwerkbeheerder en grondroerder. PGDB’s zijn speciaal voor Rijkswaterstaat ge-

maakt door de DID.

7.1.1 KLIC

Het kabels en leidingen informatie centrum, KLIC, is de uitvoering van de wet WION (subparagraaf 2.4.1) door het Kadaster. Doordat KLIC zo nauw verbonden is met de WION kennen deze subparagrafen dubbelingen. KLIC is een nationaal verplicht sys-teem met het doel om zoveel mogelijk graafschades te voorkomen. Dit doel wordt

bereikt doordat KLIC zorgt voor een goede informatie-uitwisseling tussen grond-roerders en kabel- en leidingeigenaren. De eigenaren moeten zorgen dat de gege-

vens voor KLIC inhoudelijk voldoen aan het IMKL en BMKL. Verder is KLIC geen opslagsysteem, maar een meldsysteem en doorgeefluik. Het systeem vervult de functie van het ontsluiten van informatie en daarom wordt het hier besproken. Klic was een zelfstandige stichting, opgericht door de netbeheer-ders, dat nu ondergebracht is bij het Kadaster.

IMKL en BMKL Het IMKL staat voor ‘informatiemodel kabels en leidingen’ en beschrijft hoe de te leveren informatie eruit moet zien. Het BMKL staat voor ‘berichtenmodel kabels en leidingen’ en beschrijft hoe de berichtgeving van die informatie dient te verlopen. In ‘inhoud KLIC-systeem’ is omschreven welke informatie kabel- en leidingeigenaren voor KLIC actueel moeten houden.

Page 126: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 126 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Doorgeefluik Bij KLIC worden gegevens niet opgeslagen en ook niet vastgesteld en beheerd. KLIC is dus geen dataopslagsysteem, maar wel een doorgeefluik van de gegevens die er zijn voor kabels en leidingen tussen grondroerders en eigenaren. Bij de eigenaren

van kabels en leidingen zijn de benodigde en vereiste gegevens opgeslagen. Wan-neer er bij KLIC een melding is gedaan door een grondroerder, wordt deze melding direct automatisch aan de eigenaren doorgestuurd. Deze moet dan binnen 1 minuut via een automatisch systeem reageren dat hij de melding ontvangen heeft. Daarna moet hij binnen 24 uur de tekeningen en de andere gegevens aan KLIC leveren. Dit betreft de gegevens zoals hieronder beschreven bij ‘inhoud KLIC-systeem’. Bij Rijkswaterstaat is dit automatisch geregeld. Nadat alle eigenaren hun tekeningen

geleverd hebben, moet KLIC binnen 24 uur de gegevens bundelen en naar de

grondroerder zenden. Dit KLIC-verkeer staat afgebeeld in figuur 7-1. Om te kunnen bepalen of een KLIC-melding overeenkomt met een gebied waar een eigenaar een kabel of leiding heeft liggen, werken alle partijen met polygonen. De eigenaren moeten alle gebieden waarin een kabel of leiding ligt voorzien van poly-gonen. Deze mogen zo ruim rondom de kabel of leiding liggen als de eigenaar wil,

zolang elk deel van de kabel of leiding er maar in valt. Wanneer een grondroerder dan door middel van een polygoon aangeeft in welk ge-bied hij wil graven, zoekt Kliconline naar welke netbeheerders er belang hebben binnen die polygoon. Deze netbeheerders leveren tekeningen en gegevens aan KLIC, zodat KLIC de informatie in zijn geheel naar de grondroerder kan sturen.

Figuur 7-1: KLIC-verkeer (36)

Het KLIC-systeem werkt door middel van bepaalde verplichtingen door de WION:

- Grondroerders zijn verplicht hun activiteiten op zorgvuldige wijze te verrich-ten.

Een grondroerder is iemand die bedrijfsmatig mechanische graafwerkzaamheden uitvoert. De grondroerder moet voor aanvang van de werkzaamheden een graaf-melding doen. (36) Wanneer hij dat gedaan heeft ontvangt hij binnen 2 werkdagen de tekeningen en gegevens zoals hierboven beschreven. De grondroerders moeten goed omgaan met al deze gegevens, zodat er geen graafschades ontstaan.

- Eigenaren van kabels en leidingen zijn verplicht de tekeningen en gegevens

beschikbaar te stellen voor KLIC, zoals vermeld bij de inhoud van het KLIC-systeem, hieronder en in de WION. (subaragraaf 2.4.1)

Als eerste zijn de eigenaren verplicht door de WION hun kabel- of leidinggegevens

goed te beheren en onderhouden en beschikbaar te stellen aan KLIC. En wanneer er een wijziging plaatsvindt, moet de eigenaar dit binnen dertig werkdagen doorvoe-ren. Ook moet de eigenaar volgens het IMKL en het BMKL werken.

Rijkswaterstaat is ten opzichte van KLIC: 1. meestal eigenaar en 2. soms grondroerder.

a. Als grondroerder zal Rijkswaterstaat meestal oriëntatiemeldingen en calamiteitenmeldingen doen.

b. De graafmeldingen worden over het algemeen door de aannemer gedaan.

Page 127: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 127 van 193

KLIC werkt met oriëntatiemeldingen, calamiteitenmeldingen en graafmeldingen. Iedereen kan deze meldingen doen.

o Oriëntatiemeldingen: Oriëntatiemeldingen zijn mogelijk om te ge-bruiken bij een langere periode van voorbereiding voor een project.

o Calamiteitenmeldingen: Calamiteitenmeldingen worden gedaan bij onverwachtse gebeurtenissen.

o Graafmeldingen: Graafmeldingen zijn de meldingen die verplicht zijn tussen 3 en 20 werkdagen voor aanvang van graafwerkzaamheden, om werkelijk de graafschades te voorkomen.

Door dit KLIC-systeem hoopt het Kadaster ervoor te zorgen dat er minder graaf-

schades optreden in Nederland. Door de goede opslag en beheer die verplicht is

door de WION bij de eigenaren en het goede meldsysteem bij KLIC, zijn de graaf-schades beperkt. De netwerkeigenaren zijn heel tevreden met het systeem, want het werkt zeer goed ter voorkoming van graafschades. Dit blijkt uit de interviews. Degenen die nog onbekend zijn met KLIC worden onder andere op de hoogte ge-bracht door de belanghebbende, dat zijn de eigenaren van kabels en leidingen. Hierdoor worden nog steeds graafschades beperkt. Echter afgelopen jaar zijn de

schadekosten gestegen. Gebied KLIC is een nationaal systeem dat door het Kadaster beheerd wordt, waarin alle gronden van Nederland voorkomen. Dat zijn:

- Gemeentegronden

- Waddenzee - Eems-Dollard - Rivieren - De Ooster- en Westerschelde

Beperkt zijn hier: - IJsselmeer, tot ongeveer 2 km uit de kust aan beide zijden

- Markermeer, tot ongeveer 2 km uit de kust aan beide zijden - Noordzee, tot ongeveer 3 km uit de kust.

Deze afstanden komen voort uit de vroegere blokken die door het Kadaster gebruikt werden. Inhoud KLIC-systeem De inhoud van KLIC bestaat uit verplichte inhoud, conditionele inhoud en optionele

inhoud. Deze onderdelen van de inhoud worden bij KLIC attributen genoemd. Deze paragraaf geeft de inhoud aan zoals in het IMKL is aangegeven. Vanwege de afba-kening van het onderzoek zijn niet alle attributen uit het IMKL opgenomen in dit onderzoek. De attributen geven het volgende aan: (43)

- (V)Verplicht: Deze attributen moeten ingevuld worden. Dit komt door de verplichting vanuit de WION.

- (C)Conditioneel: Deze attributen zijn verplicht op basis van de WION, wan-neer de bijbehorende conditie voorkomt. Als de betreffende conditie niet aan de orde is, is deze informatieverstrekking optioneel.

- (O)Optioneel: Dit attribuut mag ingevuld worden.

Page 128: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 128 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Verplicht: 1. Naam beheerder

Hierin wordt de naam van degene die het net beheerd vermeld. 2. Thema

De thema’s geven aan om welke type leiding het gaat en welke functie ze hebben. Dit zijn de thema’s zoals omschreven in paragraaf 2.3.

3. Geometrie ligging Het aangeven van de x, y is verplicht, door middel van een hartlijn. Conditioneel:

4. Eis voorzorgsmaatregel

Hierin wordt aangegeven wat de voorzorgsmaatregelen zijn die getroffen worden.

Dit moet worden opgenomen wanneer er sprake is van een te treffen voorzorgs-maatregel. Bij een net met gevaarlijke inhoud is het opnemen van een voorzorgs-maatregel verplicht. In de eis voorzorgsmaatregel kan staan dat de grondroerder direct contact moet opnemen met de eigenaar voor de graafwerkzaamheden.

5. Verhoogd risico (j/n)

Wanneer bij dit attribuut ‘j’ vermeld wordt, gaat het om een net met gevaarlijke inhoud. Het is verplicht dit in te vullen wanneer er een verhoogd risico van toepas-sing is. Wanneer er een verhoogd risico is, moet de eis voorzorgsmaatregel ingevuld worden. Bij ‘Buisleiding gevaarlijke inhoud’ is er per definitie sprake van een ver-hoogd risico.

Optioneel: 6. Afwijkende dieptelegging

Hierin worden afwijkingen van de gangbare dieptelegging van een leiding aangege-ven. Dit wordt alleen gedaan wanneer er sprake is van een afwijking voor dit thema. Er wordt aangegeven of de diepte ten opzichte van NAP of het maaiveld is gerefe-

reerd. 7. Detail Verwijzing

Dit is een verwijzing naar een detailkaart met een dwarsprofiel. Dit is een losse kaart die van toepassing is op een gestuurde boring, wegkruising of zinker. Ook is dit mogelijk bij een geul.

8. Geo nauwkeurigheid2 X, Y Hierin wordt de nauwkeurigheid in x, y van de ligging van de leiding aangegeven. De nauwkeurigheid is minimaal +/- 1 meter. Wanneer dit onnauwkeuriger is, wordt er niets vermeld. Indien nauwkeuriger dan +/- 1 meter kan dat aangegeven wor-

den. 9. Materiaal

Dit is het materiaal waaruit de leiding bestaat. 10. Product

Dit gaat om het product dat door de leiding vervoerd wordt of kan worden. 11. Diameter

Het is bijvoorbeeld mogelijk de diameter van een mantelbuis aan te geven.

De eigenaren zijn verplicht volgens de WION wijzigingen goed in hun systeem op te slaan voor KLIC. Het is voor Rijkswaterstaat bij alle diensten van belang om de diepte van kabels en leidingen onder de waterbodem te weten, dit in verband met de verantwoordelijk-

heden voor het beheergebied. Deze mist helaas als verplicht onderdeel in KLIC en is slechts optioneel.

2 Met nauwkeurigheid bedoelt men precisie.

Page 129: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 129 van 193

7.1.2 DID, PGDB

De PGDB’s (Personal Geodatabase) die door de Data-ICT-Dienst (DID) opgezet zijn,

is een opslagsysteem dat alle informatie over kabels en leidingen van Rijkswater-

staat bevat. Vanuit de PGDB’s wordt een WION server (extern) gevoed. Die WION

server is benaderbaar door het Kadaster om KLIC-meldingen van gegevens te voor-

zien. In de PGDB’s wordt geen informatie van kabels en leidingen van derden opge-

slagen. Het opslagsysteem dat de DID heeft opgezet past in het volgende schema:

Figuur 7-2: Schema rondom de PGDB’s. (41)

GWW: Grond-, weg- en waterbouw sector

CAD: Computer-aided design

RD: Regionale dienst van Rijkswaterstaat

Uitleg schema:

Bij het blok GWW (grond-, weg- en waterbouw) wordt de grond geroerd bij de

werkzaamheden die een aannemer uitvoert voor Rijkswaterstaat. Dit zijn onder

andere aanlegwerkzaamheden waarbij nieuwe kabels en leidingen van Rijkswater-

staat worden gelegd. De GWW sector moet van al het areaal dat er aangelegd of

aangepast is in CAD en GIS-bestanden leveren aan de opdrachtgever. Dat zijn de

regionale diensten. De regionale diensten moeten de bestanden in de documenten-

omgeving bij de DID inleveren. De documentenomgeving is een centrale SharePoint

omgeving waarin de regionale diensten de bestanden kunnen zetten. Zodra deze

erin staan moet de regionale dienst dit aan de DID doorgeven. In deze bestanden

mogen alleen de kabels en leidingen staan, met de gegevens die erbij horen. De

kabel- en leidinggegevens moeten dus uit de tekeningen van de bouwwerken wor-

den gehaald door de regionale diensten. Kabels en leidingen maken een klein on-

derdeel van alle areaalgegevens uit.

Wanneer de bestanden in de documentenomgeving staan, komt de geo-

dienstverlener in beeld. Rijkswaterstaat heeft met enkele ingenieursbureaus een

contract afgesloten voor dienstverlening op het gebied van geo-informatie. De geo-

dienstverleners verwerken de gegevens en tonen eventueel aan dat de tekeningen

niet aan de kwaliteitseisen voldoen. Deze eisen aan de kwaliteit zijn door Rijkswa-

terstaat bepaald. Wanneer de tekeningen niet aan de eisen voldoen, worden ze te-

Page 130: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 130 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

ruggestuurd naar de regionale diensten. Wanneer de tekeningen wel aan de eisen

voldoen, converteert de geo-dienstverlener de tekeningen naar GIS, die ze daarna

in de PGDB zetten.

Wanneer de regionale dienst de tekening terug krijgt, omdat die niet aan de eisen

voldoet, moet de dienst zelf de gegevens aanvullen. Het is mogelijk dat de dienst de

gegevens kan halen bij de betreffende GWW aannemer. De gegevens en tekenin-

geneisen zijn opgenomen in het contract met de GWW aannemer. Bij de start van

het project geeft de dienst toelichting op hoe en wanneer ze de tekeningen willen

ontvangen.

Nadat de tekeningen in de PGDB’s zijn gezet, is deze informatie beschikbaar voor

Rijkswaterstaat en Geodan. De verwerker levert een geconverteerd bestand aan

Geodan, die voor de benodigde automatische communicatie met KLIC zorgt. Geodan

verwerkt de KLIC-meldingen. Hiervoor kijkt het Kadaster automatisch op de WION

server van Geodan en haalt daar de benodigde informatie vandaan die Rijkswater-

staat aan KLIC moet leveren. De benodigde gegevens voor KLIC beslaan slechts een

deel van alle kabel- en leidinggegevens die Rijkswaterstaat heeft. Een voorbeeld van

de kabels en leidingen die wel naar de PGDB gaan maar niet naar KLIC, zijn die in

het asfalt, in de kademuren of op bruggen en viaducten. Daarin kan niet gegraven

worden en is dus in de wet uitgezonderd. Deze gegevens verstrekt Rijkswaterstaat

wanneer het nodig is zelf aan de aannemer.

De PGDB’s zijn toegankelijk via het netwerk van Rijkswaterstaat (Mapviewer). In dit

bestand staan de meest uitgebreide gegevens van alle kabels en leidingen van

Rijkswaterstaat, die Rijkswaterstaat nodig heeft bij de verschillende primaire pro-

cessen. Iedereen van Rijkswaterstaat kan bij deze gegevens.

PGDB is, zoals het nu bij de DID bekeken wordt, een werkende tussenoplossing voor

de verplichtingen door de WION en de informatiebehoeften bij Rijkswaterstaat ge-

noemd. Het is niet efficiënt genoeg ingericht, naar eigen zeggen.

De hier beschreven werkwijze zou moeten worden vastgelegd in een procedure en

in de contracten met de GWW aannemer.

Gebied

Alle kabels en leidingen van Rijkswaterstaat behoren volgens de DID in de PGDB’s

opgeslagen te worden. Dit geldt dus voor heel Nederland waar kabels en leidingen

van Rijkswaterstaat liggen.

Inhoud PGDB’s

De inhoud van de PGDB’s moet aan twee eisen voldoen:

1. Ze moet voldoen aan de wetgeving.

2. Ze moet voldoen aan de gehele informatiebehoeften van Rijkswaterstaat.

Voor de wetgeving moet de inhoud van de PGDB’s voldoen aan de inhoud van KLIC,

zoals omschreven in de paragraaf hiervoor. Hierop wordt ook getoetst door de geo-

dienstverlener.

Het andere vereiste, de informatiebehoeften van Rijkswaterstaat zijn op dit moment

nog niet goed in beeld. Gewerkt wordt met de afgesproken attributen. Bij de DID is

er een vermoeden wat de informatiebehoeften van de regionale diensten zijn. Op dit

moment is de informatiebehoefte nog onvoldoende eenduidig bepaald. Dit onder-

zoek levert hier een bijdrage aan.

Page 131: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 131 van 193

7.2 Regionaal

Binnen de regionale diensten worden areaalgegevens opgeslagen in eigen systemen

voor opslag en beheer, ter ondersteuning van de verschillende uitgangspunten.

(Hoofdstuk 3.) In deze opslagsystemen voor areaalgegevens staat informatie over

kabels en leidingen.

Het meeste gebruikte regionale opslagsysteem is GIS met GVG. Daarnaast worden

ook andere opslagsystemen gebruikt. De dienst Zuid-Holland heeft een heel eigen

systeem voor de kabels en leidingen van dat beheergebied.

7.2.1 GIS en GVG

Een aantal regionale diensten van Rijkswaterstaat werken met hun eigen lokale GIS

(geografisch informatiesysteem) bestanden. De gegevens over kabels en leidingen

horen bij het areaal en worden met de andere areaalgegevens in GIS opgeslagen en

beheerd. In GIS heeft Rijkswaterstaat de applicatie GVG (generiek vergunningen

GIS) toegevoegd. Dat is een database van Rijkswaterstaat met vergunningengege-

vens. In GIS staan kabels en leidingen van derden en van Rijkswaterstaat.

GIS

GIS-bestanden worden door Rijkswaterstaat in het programma ArcGIS weergegeven

en bewerkt. GIS is eigenlijk een combinatie van een database en een kaart. Het

werkt met een attribuuttabel, waarin de ingewonnen gegevens opgeslagen en beno-

digde informatie uit gehaald kunnen worden. Het GIS-bestand is gekoppeld aan de

Mapviewer die de gegevens via het internet laat zien. Daarin staan dezelfde gege-

vens als in het GIS.

GVG

GVG is een database. Deze wordt gebruikt vanuit de Waterwet en is in te zien door

middel van een toolbar in GIS. In de database staan alle vergunningen met de ver-

gunningsgegevens in tabellen. Deze tabellen kunnen uitgebreid worden met extra

gegevens. In GVG zijn geen dieptegegevens te zien. Wel kan het vergunningsnum-

mer, de diameter en de soort bij de specifieke kabel of leiding ingevoerd worden.

Gebied Het is uit de interviews gebleken dat de diensten Noordzee, Noord-Nederland en Zuid-Holland GIS en GVG gebruiken. De dienst IJsselmeergebied gebruikt het niet. Voor de andere diensten is het bij ons onbekend of ze GIS en GVG gebruiken.

Inhoud GIS en GVG

De inhoud van GIS en GVG is aan te passen en aan te vullen aan extra wensen.

De inhoud van GIS en GVG kan bestaan uit de volgende gegevens:

- Positiegegevens:

o X en Y

o Z (gedeeltelijk)

o Dekkingseis

Page 132: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 132 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

- Kenmerken van kabels en leidingen:

o Soort

o Transportproduct

o Hoge druk (bar)

o Hoogspanning (kV)

o Diameter

o Materiaal

o Aanlegdatum

o Omgeving

o In gebruik (j/n)

- Administratieve gegevens:

o Vergunningsnummer

o Vergunningsvoorwaarden

o Geldigheid vergunning

o Eigenaar

o Vergunninghouder

o Beheerder

Het ontbreken van de Z waarden is gezien de informatiebehoefte hiernaar niet ge-

wenst. Toch kunnen deze in GIS ingevoerd worden. In de tabellen van GVG kan

bijvoorbeeld globaal aangegeven worden wat de diepte is onder bodem, of er kan

verwezen worden naar de vergunning. Meer gedetailleerde gegevens over de diepte

kunnen ook aangegeven worden in GIS door middel van een puntenbestand met de

Z waarde daaraan gekoppeld. Op de kaart is de kabel of leiding dan een serie pun-

ten, waarbij per punt de diepte gelabeld kan worden. Tussen de punten kunnen dan

lijnen gemaakt worden die dan weer gekoppeld zijn aan de andere gegevens.

Deze Z waarden zijn grotendeels nog onbekend. Toch worden ze steeds meer be-

kend en dan kunnen ze ook in GIS ingevoerd worden.

De volgende gegevens kunnen ook in GIS of GVG staan of naar verwezen worden:

- Nauwkeurigheid van X en Y

- Nauwkeurigheid van Z

- Bedekking

- Nauwkeurigheid van de bedekking

- Gevaarlijke inhoud (j/n)

- KLIC Thema

- Onderhoudsstaat

- Risicoclassificatie

- Goedgekeurd risicomanagementsysteem (j/n)

- Nautisch gegarandeerde diepte

- Onderhoudsdiepte

GIS en GVG worden door de regionale diensten veelvuldig gebruikt. De gegevens

hieruit worden gebruikt voor eigen topografische kaarten en vergunningverlening en

vergunningshandhaving. Ook bij de andere primaire processen komt GIS van pas.

Page 133: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 133 van 193

7.2.2 Andere applicaties

Er zijn nog 7 andere opslagsystemen die kabels en leidingen bevatten die door

Rijkswaterstaat gebruikt worden. Dat zijn:

- Meridian,

- kerngis,

- Smarteam,

- legger,

- techdoc,

- stichting Buisleiding straat en

- Object Georiënteerd Tekeningenbeheer

Deze systemen zijn niet of beperkt in beeld gekomen tijdens de interviews van dit

onderzoek en worden daarom niet verder uitgewerkt.

7.2.3 Rivieren project

Rondom de omgang met vergunningshandhaving van kabels en leidingen van der-

den, wordt er verschillend beleid gevoerd en worden er verschillende methodes van

controle toegepast. Een opvallende methode is in gebruik door de dienst Zuid-

Holland. Deze dienst heeft alle vergunde kabels en leidingen onder de rivieren die zij

beheren geïnventariseerd en in een Exceltabel opgeslagen. Ook heeft de dienst door

middel van KLIC-meldingen de nog niet vergunde kabels en leidingen opgespoord.

Deze moeten vergund worden.

De dienst Zuid-Holland heeft alle gegevens van de kabels en leidingen en van de

vergunningen die erbij horen opgezocht om goed op de vergunning te kunnen con-

troleren en handhaven.

Verschilkaarten

Hiervoor zijn onder andere de as-built tekeningen opgevraagd, zodat de exacte

diepteligging van de kabels en leidingen bekend zijn geworden. Deze zijn dan ge-

bruikt voor de vergelijking tussen de diepte van de bodem en de kabel of leiding.

Aan de hand daarvan is de huidige bedekking bepaald en of deze nog aan de eisen

voldoet. Dit is in de volgende afbeeldingen weergegeven:

Page 134: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 134 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Figuur 7-3: Alle gegevens verzamelen (37)

Als eerste is de bovenkant van de diepte van de zinker, waarin de kabel of leiding

ligt opgevraagd uit de as-built tekeningen van de eigenaren. Uit de vergunningen is

de dekkingseis genomen. Ook zijn op de specifieke plaats de nautisch gegarandeer-

de diepte en de diepte voor de binnenvaart en zeevaart (figuur 7-3) en de onder-

houdsdiepte opgezocht. Deze moeten niet in de knoop komen met de dekkingseis.

Figuur 7-4: Diepte maart 2012 (37)

De rivieren van dienst Zuid-Holland worden regelmatig gepeild in opdracht van de

dienst. (figuur 7-4) Deze bodemprofielen kunnen gebruik worden om met de eerder

opgezochte gegevens te vergelijken.

Page 135: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 135 van 193

Figuur 7-5: Berekende dikte afdeklaag (37)

De diepte van de kabels en leidingen wordt vergeleken met het bodemprofiel.

Hieruit wordt de huidige bedekking bepaald. (figuur 7-5)

Figuur 7-6: Toets op dikte afdeklaag (37)

Na het vergelijken van de vereiste dekking en de werkelijke dekking, kan bepaald

worden of de bedekking nog aan de dekkingseis voldoet. Een onvoeldoende

bedekking wordt zichtbaar. (figuur 7-6)

Doordat de dienst Zuid-Holland deze uitgebreide controle heeft uitgevoerd in het

kader van de vergunningshandhaving op kabels en leidingen, zijn er een aantal

zwevende kabels of leidingen ontdekt in het beheergebied van de dienst. Hierdoor

heeft de dienst daarop kunnen handhaven en zijn gevaarlijke situaties voor het

gebied weer opgelost.

Page 136: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 136 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

8 Bevindingen

De informatiebehoefte, meettechnieken en het opslag en beheer van informatie over

kabels en leidingen zijn onderzocht in voorgaande hoofdstukken. Zoals in hoofdstuk

1 en 2 besproken is, verzorgen deze aspecten de informatievoorziening rond kabels

en leidingen en wordt met de bevindingen uit dit hoofdstuk het advies samenge-

steld. Dit hoofdstuk vat de bevindingen van het onderzoek samen.

De bevindingen zijn ingedeeld in de volgende onderdelen, bevindingen over de:

Informatiebehoefte (paragraaf 8.1)

Opslag en beheer (paragraaf 8.2)

Externe samenwerking (paragraaf 8.3)

Landelijk beleid (paragraaf 8.4)

Als inleiding op dit hoofdstuk worden kort de connecties tussen deze onderdelen

toegelicht. Uiteindelijk leiden al deze onderdelen tot hoe de informatievoorziening

van kabels en leidingen is ingericht en hoe het landelijk beleid deze informatievoor-

ziening aanstuurt. De vraag die beantwoordt wordt met dit hoofdstuk is, hoe ziet de

huidige informatievoorziening eruit en waar kan dit verbeterd worden.

Informatiebehoeften:

Met de informatiebehoefte wordt de vraag naar informatie over kabel- en leidingge-

gevens vastgesteld. Deze behoeften komen uit verantwoordelijkheden, belangen en

taken van regionale diensten met betrekking tot kabels en leidingen.

Met de vastgestelde informatiebehoefte kan worden bepaald waar deze informatie

vandaan gehaald kan worden, uit GIS of vanuit KLIC. Dit zijn de systemen waar de

opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens geregeld worden. Ook kan er in-

formatiebehoefte zijn naar kabel- en leidinggegevens die gehaald worden uit een

externe samenwerking met kabel- en leidingeigenaren.

Het is de bedoeling dat een landelijk beleid sturing geeft aan de informatievoorzie-

ning naar kabels en leidingen, de informatiebehoefte is hier ook een onderdeel van.

Opslag en beheer:

In de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens, worden de benodigde gege-

vens om te voorzien in de informatiebehoefte opgeslagen en beschikbaar gesteld.

Regionale diensten gebruiken GIS en GVG om zelf kabel- en leidinggegevens op te

slaan en het KLIC-systeem om over kabel- en leidinggegevens van eigenaren te

beschikken.

Externe samenwerking:

Omdat kabel- en leidinggegevens voornamelijk verkregen zijn via KLIC vanuit het

bronbestand bij eigenaren. Wordt er met de externe samenwerking door middel van

de bevindingen uit het onderzoek gekeken of er door middel van samenwerken be-

ter voorzien kan worden in de informatiebehoefte.

Landelijk beleid:

Een landelijk beleid zorgt ervoor dat informatievoorziening efficiënt wordt ingericht.

Dit houdt in dat een beleid sturing en ondersteuning geeft aan regionale diensten in

hun verantwoordelijkheden, taken en informatievoorziening. Een landelijk beleid

geeft sturing met beleidsrichtingen in de informatiebehoefte, opslag en beheer en

inwinning.

Page 137: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 137 van 193

Het advies in hoofdstuk 9, is samengesteld uit de bevindingen van dit hoofdstuk.

8.1 Informatiebehoeften

Deze paragraaf houdt de bevindingen van de informatiebehoefte uit het onderzoek

in.

Door middel van de interviews zijn in hoofdstuk 3 de informatiebehoeften van de

volgende regionale diensten van Rijkswaterstaat geïnventariseerd:

Dienst Noordzee

Dienst Noord-Nederland

Dienst Zuid-Holland

Dienst IJsselmeergebied

Deze diensten zijn representatief voor de informatiebehoeften naar kabels en leidin-

gen uit het natte beheergebied van Rijkswaterstaat. De bevindingen komen uit de

inventarisatie van de informatiebehoefte door middel van interviews in hoofdstuk 3.

Omdat iedere dienst te maken heeft met zijn eigen omgeving en risicofactoren, zijn

er veel verschillen in de inventarisatie van de informatiebehoefte. Dit komt tot uit-

drukking in de verschillende verantwoordelijkheden, belangen en het beleid van de

desbetreffende dienst. Uit het onderzoeken van de informatiebehoefte in hoofdstuk

3 zijn er meerdere bevindingen naar voren gekomen. In het bijzonder gaat het om

de vraag waarom de informatiebehoefte uit de inventarisatie verschillen.

Deze bevindingen over de informatiebehoefte staan gepresenteerd in de subpara-

grafen 8.1.1 t/m 8.1.4, onderverdeeld in:

inventarisatie

verantwoordelijkheid

belangen

regionaal beleid

Als introductie op de bevindingen van de informatiebehoefte, wordt in het kort toe-

gelicht hoe Rijkswaterstaat de volgende termen interpreteert:

Verantwoordelijkheid

Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor een aantal grote beheertaken in Nederland,

deze staan kort beschreven in paragraaf 2.1. Een van de bekendste verantwoorde-

lijkheden van Rijkswaterstaat is zorgen dat het land geen last heeft van waterover-

last. De verantwoordelijkheid voor het verkeer over wegen en vaarwegen is ook

bekend.

Met betrekking tot kabels en leidingen draagt Rijkswaterstaat ook grote verant-

woordelijkheden. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk om als gebiedsbeheerder de

veiligheid voor de omgeving en het milieu gewaarborgd te houden. In primaire pro-

cessen als beheer-, onderhouds- en aanlegwerkzaamheden moet er goed met het

risico dat kabels en leidingen met zich meebrengen omgegaan worden. Ook treedt

Rijkswaterstaat op als vergunningverlener en handhaver met betrekking tot kabels

en leidingen. Wel houden eigenaren de verantwoordelijkheid voor de risico’s aan

hun eigendom.

De verantwoordelijkheden met betrekking tot kabels en leidingen worden nog alge-

meen toegelicht in de bevindingen van subparagraaf 8.1.2, daarna worden bevin-

dingen over de verantwoordelijkheden gegeven. Ook wordt de verantwoordelijkheid

van Rijkswaterstaat als beheerder van het gebied beschreven in subparagraaf 2.2.5.

Page 138: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 138 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Wat een verantwoordelijkheid kenmerkt is dat deze met name voortkomt uit wetge-

ving. Met kabels en leidingen komen verantwoordelijkheden voort uit de WION en

de Waterwet. Uit verantwoordelijkheden komen belangen voort en een regionaal en

landelijk beleid is ingericht op de verantwoordelijkheden van Rijkswaterstaat.

Belang

Uit de verantwoordelijkheden van Rijkswaterstaat met betrekking tot kabels en lei-

dingen komen belangen voort. Deze belangen heeft Rijkswaterstaat om aan haar

verantwoordelijkheden en taken te kunnen voldoen. Voorbeelden hiervan zijn dat

Rijkswaterstaat specifieke kabel- en leidinggegevens nodig heeft om haar taken als

beheerder van het gebied te volbrengen. Ook heeft Rijkswaterstaat belang bij een

goed risicobeleid en een goede samenwerking met kabel- en leidingeigenaren. Een

regionaal beleid is ingericht op wetgeving, verantwoordelijkheden en belangen van

regionale diensten.

Beleid

Rijkswaterstaat hanteert een beleid zodat zij haar verantwoordelijkheden en taken

kan volbrengen. Rijkswaterstaat streeft het na om landelijk een gelijk beleid aan te

houden qua kabels en leidingen. Dit blijkt in de praktijk moeilijk aan te houden.

Regionale diensten hanteren hun beleid, dat is ingericht op de wetgeving, hun ver-

antwoordelijkheden, belangen en beheergebied. Een beleid is nodig in de informa-

tievoorziening van kabels en leidingen, met name op het gebied van risico’s en op-

slag en beheer. Een beleid omvat acties, handelingen en een aanpak op deze gebie-

den.

In subparagraaf 8.1.4 wordt regionaal beleid geïntroduceerd en daarna volgen de

bevindingen over het regionaal beleid van regionale diensten.

Alle bevindingen over de informatiebehoefte worden in het onderzoeksproduct mee-

genomen. Dit onderzoeksproduct is het advies waarmee Rijkswaterstaat zelf haar

informatievoorziening kan verbeteren.

8.1.1 Inventarisatie

Deze paragraaf geeft de beschrijving van de bevindingen over de inventarisatie van

de informatiebehoefte. Elke bevinding is vetgedrukt met een informatie toelichting

vanuit het onderzoek.

Waarom de informatiebehoefte uit de inventarisatie van hoofdstuk 3 nodig zijn voor

de desbetreffende dienst staat toegelicht in hetzelfde hoofdstuk. Dit hoofdstuk

houdt zich bezig met de bevindingen uit de inventarisatie en de bevindingen over de

verantwoordelijkheden, belangen en het beleid van de regionale diensten.

Het is zeer verschillend waarom een regionale dienst informatiebehoefte

heeft naar…

Uit de inventarisatie blijkt dat het per regionale dienst heel verschillend kan zijn

waarom specifiek die ene informatiebehoefte speelt naar kabels en leidingen. De

reden achter een informatiebehoefte naar kabels en leidingen komt voort uit de

verantwoordelijkheid en belangen van de desbetreffende dienst. Deze zijn meestal

afgestemd op het beheergebied, de omgeving, aanwezige risico’s en samenwerking

met andere beheerders in het gebied, die per dienst verschillen.

Page 139: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 139 van 193

Omdat de informatiebehoefte niet eenduidig zijn komen er onduidelijkheden en pro-

blemen naar voren in de informatievoorziening. Dit heeft nadelig gevolg voor een

landelijk beleid en de sturing in de informatievoorziening naar kabels en leidingen.

Verschillende verantwoordelijkheden in de beheertaak

• Voorbeeld: Dienst Noordzee

In de eerste bevinding is al toegelicht dat onder andere de verantwoordelijkheden

van een regionale dienst zijn afgestemd op het beheergebied. Ook is er uit het on-

derzoek gebleken dat iedere dienst in haar beheergebied een eigen omgeving en

situatie heeft. Dit samen geeft de bevinding dat er verschillende verantwoordelijk-

heden zijn in de beheertaken van de regionale diensten, omdat deze bij iedere

dienst zijn afgestemd op hun eigen beheergebied. Deze verschillen in de verant-

woordelijkheid hebben ook weer gevolgen in de informatiebehoefte. Aangezien de

reden achter een informatiebehoefte voortkomt uit de verantwoordelijkheden en

belangen van een regionale dienst.

Een voorbeeld hiervan is de dienst Noordzee. Haar situatie en omgeving is zeer ver-

schillend ten opzichte van de andere diensten en brengt aanvullende verantwoorde-

lijkheden met zich mee. Dat geeft een specifieke reden voor informatiebehoefte of

andere informatiebehoeften naar kabels en leidingen. Dit brengt natuurlijk verschei-

dene belangen met zich mee in een dienst. Ook kan het beleid van de desbetreffen-

de dienst zijn aangepast op de verantwoordelijkheid.

Een regionaal verschillende verantwoordelijkheid leidt naar een specifieke reden

voor informatiebehoeften of aanvullende informatiebehoeften naar kabels en leidin-

gen.

Omdat er verschillende verantwoordelijkheden zijn in de beheertaak van regionale

diensten, komen er landelijk onduidelijkheden en problemen naar voren in de infor-

matiebehoefte en (daarmee) uiteindelijk de informatievoorziening naar kabels en

leidingen. Dit heeft nadelige gevolgen voor een landelijk beleid en de sturing in de

informatievoorziening naar kabels en leidingen.

Verschillende interpretaties van verantwoordelijkheden regionale diensten

• Door belangen binnen het gebied.

Bij de regionale diensten kunnen verschillende interpretaties van hun verantwoorde-

lijkheden zijn ten opzichte van een algemeen landelijk beleid van Rijkswaterstaat.

Dit komt door verschillende grote belangen in het beheergebied. Als een situatie

en/of de omgeving om extra aandacht vraagt van de regionale dienst, kan deze

geïnterpreteerd worden als een verantwoordelijkheid. Binnen sommige beheerge-

bieden spelen meer risico’s aan kabels en leidingen voor de omgeving en veiligheid

van het beheergebied. Iemand moet de verantwoordelijkheid hiervoor dragen. Bij

sommige regionale diensten wordt deze verantwoordelijkheid ingevuld vanuit de rol

van Rijkswaterstaat als beheerder van het gebied.

De vraag is alleen: waar hoort wettelijk de verantwoordelijkheid te liggen en hoort

een regionale dienst deze op zich te nemen? Het is niet aan dit onderzoek om hier

een oordeel over te vellen, maar om het op te merken. Een voorbeeld hiervan is het

toezien op risico’s dat de dienst Zuid-Holland op zich neemt, dit staat in verdere

bevindingen toegelicht. (zie 8.1.4).

Een belang kan zich uitbreiden tot een verantwoordelijkheid, een verschillende in-

terpretatie van verantwoordelijkheid bij een regionale dienst. Dit gebeurt wanneer

een regionale dienst taken op zich neemt die zijn ondergebracht bij andere instan-

ties. Dit kan nationaal een ongewenste situatie geven. Er kan bijvoorbeeld dubbel

werk optreden ten opzichte van externe partijen als de kabel- en leidingeigenaren of

Page 140: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 140 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

het KLIC-systeem. Ongewenste situaties zoals dubbel werk worden ook besproken

in landelijk beleid. (Paragraaf 8.4) Rijkswaterstaat heeft er wel belang bij dat de

verantwoordelijkheid voor risico’s goed belegd is. Hierdoor ontstaan grote belangen

en de noodzaak voor het werk van externe partijen. De bevindingen over de sa-

menwerking met externe partijen wordt besproken in paragraaf 8.3.

Bij verschillende interpretaties van verantwoordelijkheden, kan een regionale dienst

taken op zich nemen die niet in het landelijke beleid van Rijkswaterstaat passen.

Hierdoor zijn de specifieke redenen voor informatiebehoefte of aanvullende informa-

tiebehoefte onnodig in de algemene visie over het landelijke beleid.

Door verschillende interpretaties van verantwoordelijkheden komen er landelijk

onduidelijkheden en problemen naar voren in de informatiebehoefte en (daarmee)

uiteindelijk de informatievoorziening naar kabels en leidingen. Dit heeft nadelig ge-

volg voor een landelijk beleid en de sturing in de informatievoorziening naar kabels

en leidingen.

Verschillende belangen binnen de beheergebieden van regionale diensten

Er spelen verschillende belangen binnen de beheergebieden van regionale diensten

doordat ieder beheergebied zijn eigen omgeving en situatie heeft. Deze bevinding

blijkt uit het onderzoek en uit eerdere bevindingen dat belangen en verantwoorde-

lijkheden van een regionale dienst zijn afgestemd op het beheergebied.

Vanuit de primaire processen en de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat als

beheerder van het gebied komen er belangen naar voren om haar taak goed te vol-

brengen. Belangen van Rijkswaterstaat zijn; het inperken van risico’s, veiligheid

voor milieu en omgeving waarborgen, opslag en beheer van (areaal)gegevens en

opdracht geven tot metingen.

Voorbeelden van deze identieke omgeving en situatie zijn dat qua omgeving een

verhoogd risico aan de aanwezige kabels of leidingen meegegeven wordt, door een

dynamisch bodemgebied, ankerplaatsen, beschermd milieu, druk verkeer en belang-

rijke rijkswaterstaatswerken. Tegengesteld hieraan kan het zo zijn dat de kabels en

leidingen in een relatief beschermde omgeving liggen waar risico’s redelijk gemak-

kelijk ingeperkt kunnen worden en dit ook blijven.

Een voorbeeld van de situatie in het beheergebied is de aanwezigheid van externe

partijen. Wanneer bijvoorbeeld KLIC geldt binnen het beheergebied, is het belang

minder groot is om zelf gegevens van kabels en leidingen op te slaan. Nog een

voorbeeld is dat wanneer er veel betrouwbare kabel- en leidingeigenaren zijn, deze

eigenaren zich ook bezig houden met de risico’s aan hun kabels en leidingen in te

perken.

Er zijn verschillende belangen in de beheergebieden van regionale diensten.

Deze belangen leiden gedeeltelijk naar de informatiebehoeften over kabels en lei-

dingen. Daarom hebben verschillen in deze belangen gevolgen voor de informatie-

behoefte. Dit omdat de reden achter een informatiebehoefte voortkomt uit de ver-

antwoordelijkheden en belangen van een regionale dienst. Ook hebben belangen

invloed op het regionaal beleid van een dienst, het beleid kan zijn aangepast op

grote belangen in het beheergebied.

Page 141: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 141 van 193

Een verschillend belang leidt naar een specifieke reden voor informatiebehoeften of

aanvullende informatiebehoeften naar kabels en leidingen.

Omdat er verschillende belangen zijn in de beheergebieden van regionale diensten,

komen er landelijk onduidelijkheden en problemen naar voren in de informatiebe-

hoefte en verantwoordelijkheden. Dit heeft nadelige gevolgen voor een landelijk

beleid en de sturing in de informatievoorziening van kabels en leidingen.

Regionale diensten hanteren een verschillend beleid in:

• Risico’s

• Gegevensbeheer

Het beleid van regionale diensten is passend aan de verantwoordelijkheid en belan-

gen van de desbetreffende dienst. Waarbij belangen en verantwoordelijkheden de

reden zijn voor informatiebehoeften naar kabels en leidingen. Er wordt een beleid

gehanteerd hoe kabel- en leidinggegevens beheert worden en hoe er met risico’s

aan kabels en leidingen wordt omgegaan. Het beleid heeft een indirect gevolg welke

informatiebehoefte er speelt bij een regionale dienst.

Omdat er bij regionale diensten verschillende belangen en verantwoordelijkheden

spelen en er geen uniforme sturing is van bovenaf, wordt er momenteel regionaal

een verschillend beleid gehanteerd.

Landelijk wil men aansturen op een uniform beleid binnen Rijkswaterstaat, dit geldt

natuurlijk ook voor kabels en leidingen. Op dit moment is er geen uniform beleid

tussen de regionale diensten qua kabels en leidingen, ook omdat er landelijk geen

beleidssturing aanwezig is. Dat er momenteel geen landelijk beleid is staat toege-

licht in de bevindingen van het landelijk beleid, zie paragraaf 8.4.

8.1.2 Verantwoordelijkheden

Deze paragraaf geeft de beschrijving van de bevindingen over de verantwoordelijk-

heden van elke regionale dienst. De verantwoordelijkheden hebben invloed op de

belangen en het regionale beleid van een dienst. Belangrijker is dat de verantwoor-

delijkheden invloed hebben op de informatiebehoeften naar kabels en leidingen.

Welke informatiebehoeften er spelen, maar ook waarom en waarvoor deze informa-

tiebehoeften nodig zijn.

Verschillen in de verantwoordelijkheid in de beheertaak maar ook verschillende in-

terpretaties van verantwoordelijkheden leiden tot onduidelijkheid en problemen in

de informatiebehoefte. Welke verantwoordelijkheid draagt Rijkswaterstaat en welke

informatiebehoefte komen hieruit voort? Dit leidt tot nadelige gevolgen voor een

landelijk beleid en de sturing in de informatievoorziening naar kabels en leidingen.

Algemene verantwoordelijkheden regionale diensten:

Regionale diensten van Rijkswaterstaat hebben een aantal algemene verantwoorde-

lijkheden met betrekking tot kabels en leidingen. In deze bevindingen worden deze

algemene verantwoordelijkheden kort toegelicht.

Ruimtelijke ordening:

Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening van de Noordzee en

Waddenzee. Hieronder valt de taak om het ruimtegebruik in te delen waaronder de

kabels en leidingen. Het beheergebied moet juist ingedeeld worden om risico’s voor

de veiligheid en het milieu te waarborgen. Deze verantwoordelijkheid speelt bij de

diensten Noordzee en Noord-Nederland.

Page 142: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 142 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Gebiedsbeheerder:

Voor veel gebieden die onder de Waterwet vallen is Rijkswaterstaat de gebiedsbe-

heerder. Als beheerder van het gebied draagt Rijkswaterstaat de verantwoordelijk-

heid voor het milieu en de veiligheid van het gebied. Hiervoor moet er goed omge-

gaan worden met de risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen. In de

vergunningverlening en -handhaving, maar ook de beheer-, onderhouds- en aanleg-

procedures.

Gebiedsbeheer, vergunningverlening en -handhaving

Het gebiedsbeheer wordt effectief uitgeoefend vanuit het primaire proces vergun-

ningverlening en -handhaving. De vergunningsvoorwaarden zijn daarbij essentieel

en hieruit worden de verplichtingen van de eigenaren van kabels en leidingen gere-

geld. In vergunningverlening worden de juiste vergunningsvoorwaarden opgesteld

die passen bij het risicobeleid van het desbetreffende gebied. In de vergunnings-

handhaving worden de kabels en leidingen gecontroleerd aan de hand van de ver-

gunningsvoorwaarden of er aan de vergunning voldaan wordt. Vergunningverlening

en -handhaving horen bij de primaire processen van Rijkswaterstaat.

Gebiedsbeheer, aanleg, beheer en onderhoud

In beheer-, onderhouds- en aanlegprocedures heeft Rijkswaterstaat als gebiedsbe-

heerder de verantwoordelijkheid om juist om te gaan met de risico’s die kabels en

leidingen met zich meebrengen. Eigenaren blijven verantwoordelijk voor de risico’s

aan hun eigendom. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het goede verloop en

de risico’s van beheer-, onderhouds- en aanlegwerkzaamheden. Een voorbeeld van

veel voorkomend beheer en onderhoud in het beheergebied van Rijkswaterstaat,

zijn baggerwerkzaamheden om de dieptes op peil te houden. Een kabel of leiding

aanleggen is een voorbeeld van aanleg in het beheergebied van Rijkswaterstaat.

Beheer, onderhoud en aanleg worden ook de primaire processen van Rijkswater-

staat genoemd.

Veiligheid en vlotte scheepvaart:

Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor een veilige en vlotte scheepvaart. De risi-

co’s die kabels en leidingen met zich meebrengen, kunnen een veilige en vlotte

scheepvaart belemmeren. Tegengesteld hieraan kan de scheepvaart een groot risico

vormen voor blootliggende kabels en leidingen. Door de samenhang van kabels en

leidingen met een veilige en vlotte scheepvaart, moet Rijkswaterstaat juist handelen

met betrekking tot de risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen voor de

scheepvaart.

Iedere regionale dienst van Rijkswaterstaat komt met betrekking tot kabels en lei-

dingen in aanraking met veilige en vlotte scheepvaart en andere kerntaken van

Rijkswaterstaat. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de dienst Zuid-Holland

hier veel nadruk op legt.

Dienst Noordzee:

Ruimtelijke ordening

De dienst Noordzee houdt in ruimtelijke ordening de verantwoordelijk voor het

ruimtegebruik en het beheren van areaal gegevens. Hieronder valt de taak om het

ruimtegebruik van de Noordzee in te delen en een bestand bij te houden waar alles

ligt binnen de Noordzee. Dit geld voor alle kabels en leidingen in de Noordzee ook

de kabels en leidingen die onder de Mijnbouwwet vallen. (zie paragraaf 3.2).

Het is onderwerp van discussie of het beheren van deze areaalgegevens onder de

verantwoordelijkheid van de dienst Noordzee valt. Dat nationaal niemand de ver-

antwoordelijkheid voor gegevensbeheer op zich neemt maakt de dienst nog niet

Page 143: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 143 van 193

aansprakelijk op deze verantwoordelijk. De situatie zorgt er wel voor dat de dienst

minstens grote belangen heeft bij goed (zelf) beheer van kabel- en leidinggegevens.

Het is duidelijk dat de dienst een uitzonderingspositie heeft ten opzichte van de

andere diensten van Rijkswaterstaat.

De verantwoordelijkheid voor gegevens beheer is niet duidelijk benoemd. Omdat de

dienst Noordzee momenteel zelf kabel en leiding gegevens beheert, wordt in dit

onderzoek verder aangenomen dat dit een verantwoordelijkheid is van de dienst

Noordzee.

Dit heeft tot gevolg dat er aanvullende informatiebehoeften en specifieke redenen

zijn voor informatiebehoefte naar kabels en leidingen. Ook brengt dit belangen met

zich mee en heeft invloed op het regionaal beleid van de dienst Noordzee.

Het beheren van kabel- en leidinggegevens wijkt af van de andere regionale dien-

sten, maar past in het landelijk beleid van Rijkswaterstaat, omdat er geen KLIC of

andere instantie is, die de verantwoordelijkheid voor het gegevensbeheer op zich

neemt.

Beheerder van het gebied

Als beheerder van het gebied draagt de dienst Noordzee de verantwoordelijkheid

voor het milieu en veiligheid van de Noordzee. Hiervoor moet er in alle primaire

processen goed omgegaan worden met de risico’s die kabels en leidingen met zich

meebrengen.

In de verantwoordelijkheid voor vergunningverlening en het beheren van gegevens

komt de dienst veel in aanraking met het ministerie van Economische Zaken (EZ)

(zie paragraaf 3.2). EZ is verantwoordelijk voor de vergunningverlening en -

handhaving van leidingen die onder de Mijnbouwwet vallen. Daarom beschikt EZ

over veel leidinggegevens, waarover de dienst Noordzee ook moet beschikken met

opslag en beheer van gegevens.

Uit de verantwoordelijkheid voor ruimtelijke ordening en de verantwoordelijkheid

voor de veiligheid en het milieu van de Noordzee komen specifieke reden voor in-

formatiebehoeften naar kabels en leidingen voort.

Dienst Noord-Nederland:

Ruimtelijke ordening

De dienst Noord-Nederland is verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening in de

Waddenzee. Hieronder valt de verantwoordelijkheid voor de taak om het ruimtege-

bruik van de Waddenzee in te delen. Deze verantwoordelijkheid gaat in samenwer-

king met de verantwoordelijkheid en het gebiedsbelang voor het milieu. Het be-

schermde gebied moet juist ingedeeld worden om risico’s voor de veiligheid en het

milieu te waarborgen. Kabels en leidingen zijn hier een belangrijk onderdeel van. In

tegenstelling tot de dienst Noordzee is de dienst Noord-Nederland niet verantwoor-

delijk om de gegevens van kabels en leidingen te beheren, net als bij andere regio-

nale diensten. Omdat de verantwoordelijkheid van het gegevensbeheer onder het

KLIC-systeem valt, houdt de regionale dienst zich daar niet mee bezig in ruimtelijke

ordening.

Page 144: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 144 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Beheerders van het gebied

De dienst is als beheerder van het gebied verantwoordelijk voor het milieu en de

veiligheid van de Waddenzee. Hieronder valt de verantwoordelijkheid voor de taak

om te controleren op risico’s voor het beheergebied. Dit is ondergebracht bij de het

risicobeleid van de dienst. De Waddenzee is een beschermd natuurgebied dat bloot-

gesteld is aan dynamische veranderingen door middel van sedimentverplaatsing.

Hierdoor brengen kabels en leidingen een verhoogd risico met zich mee. In alle pri-

maire processen moet er op een juiste manier met deze risico’s omgegaan worden.

Met de verantwoordelijkheid voor het milieu en de indeling van het ruimtegebruik

komt de dienst in aanraking met kabels en leidingen. Deze verantwoordelijkheden

hebben tot gevolg dat er aanvullende informatiebehoefte en specifieke redenen zijn

voor informatiebehoefte naar kabels en leidingen. Ook komen er qua kabels en lei-

dingen bijzondere belangen naar voren en taken in het regionaal beheer.

Dienst Zuid-Holland:

Gebiedsbeheer, vergunningverlening en -handhaving

Uit dit onderzoek is geconcludeerd dat de dienst Zuid-Holland de verantwoordelijk-

heid op zich neemt om op risico’s van kabels en leidingen toe te zien en hiervoor de

benodigde gegevens beheert. Deze verantwoordelijkheid heeft de dienst onderge-

bracht bij de vergunningshandhaving. Wettelijk ligt deze verantwoordelijkheid bij de

eigenaren, die verantwoordelijk zijn voor hun eigendom. Informatie hierover is te

vinden in paragraaf 3.4 en 2.4.

De reden waarom de dienst Zuid-Holland deze verantwoordelijkheid in de vergun-

ningshandhaving op zich neemt, komt voort uit de kerntaken waaronder veilige en

vlotte scheepvaart. Deze verantwoordelijkheid staat hieronder toegelicht.

Door de belangen binnen het beheergebied is het begrijpelijk dat de dienst deze

verantwoordelijkheid voor risico’s op zich neemt. (zie 8.1.3) Wettelijk zijn deze ver-

antwoordelijkheden en taken ondergebracht bij de eigenaar.

Veilige en vlotte scheepvaart, kerntaken

De dienst Zuid-Holland is verantwoordelijk voor kwalitatief goed water, veilige door-

gang van de scheepvaart, veiligheid en droge voeten. Dit is een algemene verant-

woordelijkheid van Rijkswaterstaat en valt onder de kerntaken. Door de hoge dy-

namiek van de rivieren, veel sedimentverplaatsing en de drukte in het beheergebied

komt de dienst Zuid-Holland met deze verantwoordelijkheden meer dan gebruikelijk

in aanraking met de risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen. Met deze

risico’s moet goed omgegaan worden in alle primaire processen.

De verantwoordelijkheid die de dienst Zuid-Holland als beheerder van het gebied

voor risico’s op zich neemt, past niet bij de algemene landelijke beleidssturing van

Rijkswaterstaat.

De algemene verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat voor de kerntaken en veilige

en vlotte scheepvaart, brengen voor de dienst Zuid-Holland belangen met zich mee

qua kabels en leidingen. Deze belangen geven redenen voor informatiebehoeften en

mogelijk aanvullende informatiebehoefte naar kabels en leidingen. (zie 8.1.3)

Page 145: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 145 van 193

Dienst IJsselmeergebied:

Beheerder van het gebied

De dienst IJsselmeergebied beperkt zich in haar verantwoordelijkheid qua kabels en

leidingen tot de kerntaken van Rijkswaterstaat. Door de situatie en omgeving van

het beheergebied blijven kabels en leidingen goed liggen waar deze gepositioneerd

zijn. Binnen het ‘natte’ beheergebied van het IJsselmeer vindt er vrijwel geen dy-

namiek plaats door het water. Het IJsselmeer is niet druk belegd met kabels en

leidingen, maar wel zijn er een aantal kabels en leidingen geplaatst bij Rijkswater-

staatswerken. Ook brengt het gebied geen verhoogd risico met zich mee voor de

kabels en leidingen die daar liggen. Risico’s worden en blijven relatief gemakkelijk

ingeperkt. Daarom laat de dienst de verantwoordelijkheid qua kabels en leidingen

volledig liggen bij de eigenaren.

In elk primair proces laat de dienst de verantwoordelijkheid bij een aannemer of

eigenaar en treden alleen op wanneer dit zo geregeld is binnen de kerntaken. In de

vergunningverlening zorgt de dienst ervoor dat de aanvrager juist met de risico’s

aan kabels en leidingen omgaat en controleert de dienst slechts eenmalig nadat het

project voltooid is. Het is de vraag of er met deze passieve houding voldoende grip

is op de risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen.

Afsluitende bevinding verantwoordelijkheid

Bovenstaande verantwoordelijkheden vereisen een overzicht van kabels en leidingen

in het beheergebied. De invulling hiervan is verschillend, variërend van het betrek-

ken van informatie via KLIC tot het volledig bijhouden van een eigen bestand.

8.1.3 Belangen

Deze paragraaf geeft de beschrijving van de bevindingen over de belangen van elke

regionale dienst. Belangen hebben invloed op de informatiebehoefte naar kabels en

leidingen. Welke, waarom en waarvoor deze informatiebehoeften nodig zijn. Ook

kunnen grote belangen invloed hebben op het regionaal beleid van een dienst.

Dienst Noordzee:

Uit de verantwoordelijkheid voor ruimtelijke ordening heeft de Dienst Noordzee er

belang bij, om kabel- en leidinggegevens van alle betrokkene (eigenaren) goed en

compleet geleverd te krijgen. Hiervoor moeten eigenaren van kabels en leidingen

goed de informatie van hun eigendommen doorgeven. In dit laatste, zijn er bij de

dienst nog wensen naar verbeteringen. Dit omdat de eigenaren zelf geen belang

hebben in het doorgeven van gegevens, en dit problematisch verloopt.

Ook is er belang bij om risico’s te beheren die kabels en leidingen met zich mee-

brengen uit verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het milieu van de Noordzee.

Deze belangen leiden tot een specifieke reden voor informatiebehoeften of aanvul-

lende informatiebehoeften naar kabels en leidingen.

Dienst Noord-Nederland:

De dienst Noord-Nederland heeft belang bij een goede risico-inschatting naar de

risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen. Dit belang komt voort uit de

verantwoordelijkheid voor het milieu met de dynamiek van het gebied, en uit de

mogelijkheid om de taak van het controleren op risico voor het beheergebied te

volbrengen. Doordat het beheergebied een hoge dynamiek heeft is er ook belang bij

om de actuele ligging van kabels en leidingen te kennen.

Page 146: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 146 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Uit de verantwoordelijkheid voor het beschermde gebied van de Waddenzee, komt

het belang naar voren van een goede risico-inschatting. Dit leidt naar een specifieke

reden voor informatiebehoeften of aanvullende informatiebehoeften naar kabels en

leidingen.

Dienst Zuid-Holland:

Omdat het beheergebied van de Dienst Zuid-Holland een dynamisch rivierengebied

is met een drukke doorgang voor de scheepvaart, brengt de omgeving en situatie

verhoogde risico’s aan kabels en leidingen met zich mee. Vanwege de verantwoor-

delijkheid in het beheergebied voor kwalitatief goed water, veilige doorgang scheep-

vaart, veiligheid en droge voeten is het van belang dat er goed toezicht gehouden

wordt op de risico’s aan kabels en leidingen.

In dit onderzoek is er geconcludeerd dat dit belang momenteel begrijpelijk is uitge-

groeid tot een verantwoordelijkheid die de dienst op zich neemt.

Er is groot belang bij de dienst Zuid-Holland om goed toe te zien op de risico’s die

kabels en leidingen met zich mee brengen uit de verantwoordelijkheid voor het ge-

bied. Dit leidt naar een specifieke reden voor informatiebehoeften of aanvullende

informatiebehoeften naar kabels en leidingen.

Dienst IJsselmeergebied:

De dienst IJsselmeergebied heeft er belang bij om zich qua kabels en leidingen te

beperken tot de kerntaken van Rijkswaterstaat. Dit kunnen zij zich veroorloven om-

dat het beheergebied rustig is, het IJsselmeer heeft minder met dynamiek en drukte

van veel kabels en leidingen te maken.

Er zijn bij de dienst IJsselmeergebied geen belangen qua kabels en leidingen. Dat

maakt dat er geen specifieke reden voor informatiebehoeften of aanvullende infor-

matiebehoeften naar kabels en leidingen zijn.

8.1.4 Beleid

Deze paragraaf geeft de beschrijving van de bevindingen over het regionale beleid

van elke dienst. De bevindingen staan ingedeeld in het risico- en gegevensbeleid

qua kabels en leidingen van elke dienst. Een regionaal beleid regelt de informatie-

behoeften naar kabels en leidingen en volgt vaak uit verantwoordelijkheden, belan-

gen en landelijke sturing.

Missie van Rijkswaterstaat:

Rijkswaterstaat is een uitvoerige organisatie (uitvoeringsorganisatie, denk ik) die in

opdracht van het ministerie en straatsecretaris van infrastructuur en milieu de nati-

onale infrastructurele netwerken beheert en ontwikkeld. Een beleid streeft erna om

de taken van Rijkswaterstaat goed te laten verlopen door middel van een geregelde

beleidssturing. Kerntaken waar Rijkswaterstaat de verantwoordelijkheid over heeft

zijn: (staan deze niet al in hst 1 of 2 en kunnen we het beste daar naar verwijzen,

of is het wel goed zo?)

Droge voeten

Voldoende en schoon water

Vlot en veilig verkeer over weg en water

Betrouwbare en bruikbare informatie

Page 147: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 147 van 193

Kabels en leidingen:

Kabels en leidingen moeten in een beleidsaanpak zijn opgenomen zodat Rijkswater-

staat haar kerntaken goed verlopen. Maar ook hebben kabels en leidingen op zich-

zelf al risicomanagement nodig. Wie is de verantwoordelijke voor welk risico en wie

pakt dat risico aan en welke gegevens zijn daar voor nodig?

Het regionale beleid van iedere dienst qua kabels en leidingen wordt in deze para-

graaf van het onderzoek besproken met het risicobeleid en hoe de nodige gegevens

beheerd worden.

a. Risicobeleid

De afgelopen jaren voert Rijkswaterstaat op veel gebieden steeds meer risicomana-

gement uit. Dit betekent dat vooral de risico’s van de taken van Rijkswaterstaat

worden beoordeeld en wordt ingegrepen wanneer er een verhoogd risico ontstaat.

Ook de informatievoorziening rond kabels en leidingen moet hierop ingericht zijn. Er

moet voldoende informatie beschikbaar zijn om een risicobeoordeling te maken.

Als Rijkswaterstaat hoort een regionale dienst niet zelf volledig de risico’s aan kabels

en leidingen van derden te beheren, omdat de verantwoordelijkheid voor eigen-

dommen wettelijk ligt bij de eigenaar. Maar een regionale dienst moet wel optreden

als beheerder van het gebied en voldoende informatie hebben om het risico voor het

gebied te beoordelen. Ook is Rijkswaterstaat natuurlijk wel verantwoordelijk voor de

risico’s aan haar eigen kabels en leidingen.

Als beheerder van het gebied heeft Rijkswaterstaat de verantwoordelijkheid om de

veiligheid voor de omgeving en het milieu gewaarborgd te houden. Hiervoor moet er

een goed risicobeleid gehanteerd worden qua kabels en leidingen, waarbij de beno-

digde gegevens juist beheerd moeten worden (zie 8.1.4.b). In beheer-, onderhouds-

en aanlegprocedures mogen geen risico’s ontstaan. In de vergunningverlening en -

handhaving moeten de juiste voorwaarden opgesteld moeten worden en hier dient

goed op gehandhaafd dient te worden.

In een risicobeleid, moet er op een juiste manier omgegaan worden met de risico’s

die kabels en leidingen met zich meebrengen. De bevindingen over het risicobeleid

van regionale diensten staan verder opgesomd per dienst, met als slot de bevindin-

gen over het risicobeleid betreffende eigen kabels en leidingen.

Dienst Noordzee:

Als beheerder van het gebied, beheert de dienst Noordzee zelf de risico’s die kabels

en leidingen met zich meebrengen. Dit doet de dienst uit haar verantwoordelijkheid

als beheerder van het gebied. (zie paragraaf 2.2)

Dienst Noordzee is in haar beleid bijzonder in het opzicht dat haar beheergebied uit

de Noordzee bestaat en het gegevensbeheer onder haar verantwoordelijkheid valt.

Hierdoor wijkt de dienst Noordzee af van een algemeen Rijkswaterstaatbeleid, maar

doet dit omdat het noodzakelijk is in haar verantwoordelijkheid als beheerder van

het gebied. Hoe de dienst Noordzee het risicobeleid aanpakt komt overeen met de

algemene beleidssturing van Rijkswaterstaat. De verantwoordelijkheid voor de risi-

co’s wordt bij de eigenaar gelaten.

Alleen pakt de dienst het anders aan ten opzichte van andere regionale diensten,

ook mede omdat dit past bij de situatie en omgeving van het gebied.

Page 148: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 148 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

De dienst Noordzee, beheert risico’s door:

Goede indeling van het ruimtegebruik.

Door bij de indeling van het ruimtegebruik rekening te houden met risicofactoren,

blijven de risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen beperkt blijven.

Directe toegankelijkheid van kabel- en leidinggegevens.

Bij beheer-, onderhouds- en aanlegwerkzaamheden scheelt het om in de risico-

inschatting direct alle gegevens bij de hand te hebben.

Scheiding tussen hoge en lage risico’s

Er is veel olie- en gaswinning op de Noordzee. Olie- en gasleidingen brengen hogere

risico’s met zich mee voor de veiligheid van het beheergebied dan bijvoorbeeld bij

datacommunicatiekabels.

Steekproefsgewijs

De dienst Noordzee handhaaft steekproefsgewijs kabels en leidingen uit de vergun-

ningen. Op deze manier worden eigenaren van kabels en leidingen steekproefsge-

wijs gecontroleerd op hun verantwoordelijkheid, en worden de vergunningen ge-

handhaafd.

De dienst bezit geen eigen kabels en leidingen en handhaaft kabels en leidingen van

derde steekproefsgewijs. In haar verantwoordelijkheid als beheerder van het ge-

bied, kunnen goede risico-inschattingen gemaakt worden door de gegevens die zij

zelf beheren.

Verhoogde risico’s binnen het gebied:

veel olie- en gaswinning

drukke scheepvaart

noodsituaties schepen als ankeren.

Dienst Noord-Nederland:

Omdat de dienst haar verantwoordelijkheid heeft als beheerder van het gebied,

beheert de dienst zelf de risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen. Zie

paragraaf 2.2.

De Dienst Noord-Nederland is bijzonder in het opzicht dat haar beheergebied de

Waddenzee is, een dynamisch en beschermd gebied. Dit is lastig met betrekking tot

kabels en leidingen, omdat kabels en leidingen zich door de dynamiek van het Wad-

dengebied verplaatsen. Het gebied verhoogt de kans op risico’s die kabels en leidin-

gen met zich meebrengen. De dienst moet met deze situatie en omgeving rekening

houden in hun risicobeleid van kabels en leidingen.

Het beleid van de dienst komt overeen met de algemene beleidssturing van Rijks-

waterstaat. De verantwoordelijkheid voor de risico’s die kabels en leidingen met zich

meebrengen wordt bij de eigenaar gelaten. De dienst pakt het anders aan ten op-

zichte van andere regionale diensten.

De dienst Noord-Nederland, beheert risico’s door:

Rekening te houden met de omgeving.

Door in alle werkzaamheden rekening te houden met de invloed die de dynamiek

van het waddengebied op kabels en leidingen heeft.

Verhoogde risico’s waarnemen

Waarnemen wanneer kabels en leidingen verhoogde risico’s met zich meebrengen,

zodat hier actie op ondernomen kan worden. Dit wordt gedaan met de beschikbare

gegevens.

Page 149: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 149 van 193

In gesprek gaan met eigenaren

Wanneer er sprake is van een verhoogd risico in gesprek gaan met de eigenaren. Op

deze manier handhaaft de dienst de vergunningen. In het gesprek wordt de eige-

naar gewezen op zijn verantwoordelijkheid en worden er passende afspraken ge-

maakt.

De dienst bezit eigen kabels en leidingen en zorgt dat er aan de verantwoordelijkhe-

den als eigenaar voldaan wordt. Kabels en leidingen uit vergunningen van derde

worden steekproefsgewijs gehandhaafd. In haar verantwoordelijkheid als beheerder,

kunnen goede risico-inschattingen gemaakt worden door de gegevens die zij zelf

beheren.

Verhoogde risico’s binnen het gebied:

Beschermd milieu

Dynamiek van het waddengebied

Dienst Zuid-Holland:

Omdat de dienst haar verantwoordelijkheid heeft als beheerder van het gebied,

beheert de dienst zelf de risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen. Zie

paragraaf 2.2.

Ten opzichte van andere diensten heeft de dienst Zuid-Holland er meer belang bij

om risico effectief te beheren uit haar verantwoordelijkheid als beheerder van het

gebied. Door de dynamiek van de rivieren, de aanwezigheid van veel kabels en lei-

dingen onder de rivieren en de drukte van de scheepvaart worden kabels en leidin-

gen eerder blootgesteld aan risico’s. Dit levert weer grote risico’s op binnen het

beheergebied. Dit is uitgebreid beschreven bij verantwoordelijkheden en belangen

van deze dienst. In haar risicobeleid ten opzichte van kabels en leidingen, wordt

rekening gehouden met deze omgeving en situatie. Zelfs zodanig dat de dienst voor

dit risicobeleid effectief zelf meerdere gegevens beheert. Er is geconcludeerd uit dit

onderzoek dat de mate van dit risicobeleid en de gegevens die hiervoor beheerd

worden een verantwoordelijkheid is die de dienst op zich neemt, maar dat eigenlijk

wettelijk bij de eigenaar ligt.

Het risicobeleid van de dienst Zuid-Holland komt niet overeen met de algemene

beleidssturing van Rijkswaterstaat, omdat de dienst teveel verantwoordelijkheid op

zich neemt. De dienst neemt de verantwoordelijkheid voor de risico’s die kabels en

leidingen met zich meebrengen op zich en laat dit niet bij de eigenaar waar deze

wettelijk hoort. Gezien de grote belangen binnen het beheergebied is dit begrijpe-

lijk. Wel heeft de dienst een oplossing gevonden voor de informatiebehoefte die er is

naar de diepte en een 3D weergave van bedekking en de dekkingseis. De dienst

pakt het anders aan ten opzichte van andere regionale diensten.

De dienst Zuid-Holland, beheert risico’s door:

Rekening houden met omstandigheden

De dienst houdt rekening met de dynamiek van de rivieren, de drukte van veel ka-

bels en leidingen onder de rivieren en de doorgang van scheepvaart in het risicobe-

leid.

Effectief toe te zien op risico’s.

De dienst handhaaft de vergunningen door effectief toe te zien op risico’s. Dit doet

de dienst door een as-build of as-laid tekening te vergelijken met een actueel bo-

demprofiel. De gegevens worden vergeleken in Excelgrafieken en verschilkaarten.

Zo kan de actuele situatie in 3D bekeken worden en kan er visueel gezien worden

wanneer een kabel of leiding een risico met zich meebrengt. Dit is uitgebreid om-

Page 150: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 150 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

schreven in subparagraaf 7.2.3 (rivieren project). De handhaving wordt besproken

in hoofdstuk 3. Zie hier een aantal afbeeldingen uit subparagraaf 7.2.3:

Figuur 8-1: Afbeeldingen uit subparagraaf 7.2.3.

Met deze aanpak kan de dienst de huidige bedekking bepalen en zien wanneer ka-

bels en leidingen een risico zijn voor het beheergebied. Dit risico bestaat wanneer er

onvoldoende bedekking is om kabels en leidingen veilig te stellen en wanneer kabels

en leidingen bijvoorbeeld vrij liggen.

Uit dit onderzoek is er geconcludeerd dat de dienst de verantwoordelijkheid om ef-

fectief op risico’s toe te zien op zich neemt, omdat er effectief gegevens beheert en

geconstrueerd moeten worden voor deze aanpak. Dit is een verantwoordelijkheid

die wettelijk bij de eigenaar hoort te liggen. Door de grote belangen binnen het ge-

bied kiest de dienst begrijpelijk voor deze aanpak.

In gesprek gaan met de eigenaar.

Als het risico is vastgesteld wordt er in gesprek gegaan met de eigenaar. De dienst

laat verder de verantwoordelijkheid om het risico op te lossen bij de eigenaar.

Het beheren van gegevens.

Om effectief toe te kunnen zien op de risico’s zoals hierboven zijn beschreven moet

de dienst direct over kabel- en leidinggegevens kunnen beschikken en deze effectief

beheren. Dit zijn de grafieken, verschilkaarten, actueel bodemprofielen en as-

build/as-laid tekeningen. Hier wordt op ingegaan bij gegevensbeheer.

Page 151: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 151 van 193

De dienst bezit eigen kabels en leidingen en zorgt dat er aan de verantwoordelijkhe-

den als eigenaar voldaan wordt. Kabels en leidingen uit vergunningen van derden

worden gehandhaafd door effectief toe te zien op de risico’s die de kabels en leidin-

gen met zich meebrengen

In haar verantwoordelijkheid als beheerder, wordt uitgebreid op de risico’s toege-

zien die kabels en kunnen met zich meebrengen.

Verhoogde risico’s binnen het gebied:

Veel kabels en leidingen

Dynamiek van de rivieren

Drukke doorgang van scheepvaart

Dienst IJsselmeergebied:

Het IJsselmeergebied treedt op als beheerder van het gebied, maar beheert qua

kabels en leidingen geen risico’s.

De dienst IJsselmeergebied is bijzonder in het opzicht dat de dienst het risicobeleid

qua kabels en leidingen volledig overlaat aan de eigenaren. De situatie en omgeving

is geschetst in verantwoordelijkheden. Er is vrijwel geen dynamiek, er zijn weinig

kabels en leidingen, ook brengt het gebied geen verhoogd risico met zich mee. De

dienst kan zich dit risicobeleid veroorloven omdat het beheergebied rustig is. Hier-

door worden kabels en leidingen zelden blootgesteld aan een verhoogd risico. Het

risicobeleid van de dienst IJsselmeergebied komt overeen met de algemene beleids-

sturing van Rijkswaterstaat. Dit omdat de verantwoordelijkheid voor de risico’s die

kabels en leidingen met zich meebrengen bij de eigenaar gelaten wordt, waar deze

ook wettelijk hoort.

Uit dit onderzoek is geconcludeerd dat het de vraag is of het risicobeleid van de

dienst IJsselmeergebied adequaat genoeg is en dat de risico’s die kabels en leidin-

gen met zich meebrengen niet onderschat worden op dit moment. Kabels en leidin-

gen brengen altijd risico’s met zich mee ook al liggen deze in een relatief rustig ge-

bied als het IJsselmeer. Er zullen altijd graafrisico’s aanwezig zijn in beheer-, onder-

houds- en aanlegwerkzaamheden. Zelfs pleziervaart kan risico’s voor kabels en lei-

dingen met zich meebrengen. Ook kan een slechte onderhoudsstaat van een kabel

of leiding al een verhoogd risico opleveren.

Daarom is er uit dit onderzoek geconcludeerd dat de dienst de risico’s die kabels en

leidingen met zich meebrengen onderschat en het risicobeleid niet adequaat genoeg

is. De dienst neemt te weinig verantwoordelijkheid op zich qua de risicobeperking bij

kabels en leidingen.

De dienst IJsselmeergebied, laat het beheer van risico’s over aan de eigenaren

door:

Vergunningverlening en -handhaving

In het risicobeleid van de dienst IJsselmeergebied wordt het voldoende geacht dat

de vergunningaanvrager een juist voorstel doet betreffende de vergunningsvoor-

waarden en dat de dienst deze voorwaarden controleert. Nadat de vergunning ver-

leent is wordt er slechts eenmaal gecontroleerd of kabels en leidingen op hun plek

blijven liggen.

In overige primaire processen

Er wordt vanuit gegaan dat een grondroerder/aannemer in gesprek gaat met de

eigenaar en de risico’s die de kabels en leidingen met zich meebrengen in overwe-

ging neemt met de werkzaamheden.

Page 152: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 152 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

De dienst bezit eigen kabels en leidingen en zorgt dat er aan de verantwoordelijkhe-

den als eigenaar voldaan wordt. In haar verantwoordelijkheid als beheerder, laten

ze het risicobeleid volledig over aan de kabel- en leidingeigenaren.

Verhoogde risico’s binnen het gebied:

Kabels en leidingen bij belangrijke Rijkswaterstaatswerken

Eigen kabels en leidingen:

Met deze bevinding wordt specifiek het risicobeleid van eigen kabels en leidingen

toegelicht. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de risico’s aan haar eigendom

en moet deze verkleinen en ingeperkt houden. Daarmee blijft ook gelijk de veilig-

heid voor de omgeving en het milieu van het beheergebied gewaarborgd. De beoor-

deling van de risico’s aan eigen kabels en leidingen met betrekking tot het beheer-

gebied, worden meegenomen in het risicobeleid waar kabels en leidingen van der-

den zijn ondergebracht. Dit staat van iedere dienst in de vorige bevindingen uitge-

legd. Iedere dienst met uitzondering van de dienst Noordzee bezit eigen kabels en

leidingen.

Wat anders is in het risicobeleid van eigen kabels en leidingen ten opzichte van die

van derden, is dat de risico’s die kabels en leidingen zelf opleveren, als onderhouds-

staat en schade, ingeperkt moeten worden en blijven. Dit doen regionale diensten

door:

Kabel- en leidinggegevens moeten op orde zijn.

Over alle informatie van eigendommen beschikken.

Dit wordt bij het gegevensbeleid toegelicht.

Voldoen aan de wettelijke verplichtingen

Als eigenaar van kabels en leidingen zijn regionale diensten verplicht om te zorgen

dat risico’s aan hun eigendom bekend zijn en ingeperkt worden, dat de eigendom-

men worden onderhouden en dat eventuele problemen worden opgelost. De regio-

nale diensten moeten over de gegevens van hun eigendommen beschikken, zodat

daarmee aan de wettelijke verplichtingen van de WION voldaan kan worden.

Iedere regionale dienst hoort in een risicobeleid hetzelfde om te gaan met eigen

kabels en leidingen. Dit omdat Rijkswaterstaat net als alle andere eigenaren moet

voldoen aan de verplichtingen die de WION oplegt.

b. Gegevensbeleid

Eigenaren zijn verantwoordelijk om al hun kabel- en leidinggegevens goed op te

slaan en te beheren uit de wettelijke verplichtingen voor hun eigendom. Een regio-

nale dienst heeft geen verplichtingen om gegevens van externe partijen te beheren,

maar is wel verantwoordelijk om over de nodigde informatie te beschikken.

Als beheerder van het gebied heeft Rijkswaterstaat de verantwoordelijkheid om de

veiligheid voor de omgeving en het milieu gewaarborgd te houden. Hiervoor moet er

een goed risicobeleid gehanteerd worden qua kabels en leidingen, waarbij de beno-

digde gegevens juist beheerd moeten worden.

Het beheren van gegevens is zeer belangrijk, omdat Rijkswaterstaat over de juiste

gegevens moet kunnen beschikken, of dit nu eigen gegevens zijn of toegankelijke

gegevens van derden. Dit om haar taak en verantwoordelijkheid te volbrengen. In

beheer-, onderhouds- en aanlegprocedures moet Rijkswaterstaat over de juiste

gegevens beschikken om risico’s in te kunnen schatten. In vergunningverlening en -

Page 153: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 153 van 193

handhaving moet Rijkswaterstaat de juiste gegevens hebben om goede voorwaar-

den te kunnen stellen en hierop te handhaven.

In een gegevensbeleid, moet op een juiste manier kabel- en leidinggegevens be-

heerd worden. De bevindingen over het gegevensbeleid van regionale diensten

staan verder opgesomd per dienst.

Dienst Noordzee:

Het gegevensbeleid van de dienst Noordzee is om zelf over alle kabel- en leidingge-

gevens te beschikken en dit ook te beheren in GIS. Deze gegevens vraagt de dienst

op bij alle kabel- en leidingeigenaren, maar ook bij andere instanties binnen de

Noordzee als het ministerie van Economische Zaken, (zie subparagraaf 2.4.4).

Het beheren van alle kabel- en leidinggegevens valt onder de verantwoordelijkheid

van de dienst als beheerder van het gebied. De dienst draagt deze verantwoorde-

lijkheid omdat er geen instantie in de Noordzee aanwezig is die de verantwoorde-

lijkheid draagt in het beheren van kabel- en leidinggegevens. In tegenstelling tot

andere regionale diensten is KLIC niet aanwezig binnen het beheergebied.

Door het beleid om zelf alle gegevens te beheren, zijn de gegevens om risico-

inschattingen te maken direct toegankelijk.

Wel treedt er binnen dit gegevensbeleid het belang op om gegevens juist, goed en

volledig geleverd te krijgen van de eigenaren. Dit aangezien het verkrijgen van ge-

gevens niet altijd optimaal verloopt en de dienst volledig afhankelijk is van de eige-

naren om de gegevens geleverd te krijgen.

Dit beleid in het beheren van gegevens wijkt af van een algemeen beleid bij Rijks-

waterstaat, maar gezien het beheergebied past dit beleid wel in de algemene visie

van Rijkswaterstaat.

Dienst Noord-Nederland:

Het gegevensbeleid van de dienst Noord-Nederland is om zelf over voldoende kabel-

en leidinggegevens te beschikken door deze te beheren. Deze gegevens verkrijgen

zij door de gegevens uit de vergunningverlening op te slaan in hun eigen GIS en dit

actueel te houden. Wanneer kabel- of leidinggegevens nodig zijn in de primaire pro-

cessen wordt er altijd contact opgenomen met eigenaren. In dit contact worden ook

de nodige gegevens uitgewisseld waarmee het GIS-bestand actueel gehouden

wordt.

Met de gegevens die zijn opgeslagen uit de vergunningverlening, wordt er door de

dienst ingeschat wanneer er sprake is van een verhoogd risico. Met deze gegevens

voert de dienst Noord-Nederland het risicobeleid qua kabels en leidingen uit. Het

verhoogd risico wordt voornamelijk vastgesteld met de kenmerken van kabels en

leidingen. (zie hoofdstuk 3)

Dit beleid in het beheren van gegevens past bij het algemeen beleid bij Rijkswater-

staat.

Dienst Zuid-Holland:

Het gegevensbeleid van de dienst Zuid-Holland is om zelf over voldoende kabel- en

leidinggegevens te beschikken om haar verantwoordelijkheid en taken als beheerder

van het gebied te kunnen uitvoeren. Deze gegevens verkrijgen zij via kabel- en

leidingeigenaren en KLIC en worden actueel gehouden wanneer er contact is met de

eigenaren. De gegevens worden door de dienst opgeslagen in hun eigen GIS-

Page 154: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 154 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

systeem en GVG. Vooral GVG wordt actief gebruikt en actueel gehouden, voor het

risicobeleid en om de vergunningen effectief te handhaven.

Om het risicobeleid te kunnen uitvoeren zijn er veel kabel- en leidinggegevens nodig

binnen het gegevensbeleid. Dit zijn de grafieken, verschilkaarten, actuele bodem-

profielen en as-build/as-laid tekeningen zoals is beschreven in het risicobeleid. Een

aantal gegevens zijn verkrijgbaar via KLIC of eigenaren, maar een aantal gegevens

moeten gehaald worden binnen Rijkswaterstaat, zoals het actuele bodemprofiel.

De verantwoordelijkheid om gegevens zo te beheren dat de risico’s aan kabels en

leidingen beperkt worden voor het beheergebied ligt wettelijk bij de eigenaren. De

dienst Zuid-Holland neemt deze verantwoordelijkheid teveel op zich in het gege-

vensbeleid. Wel is deze aanpak begrijpelijk door de grote belangen binnen het ge-

bied.

Dit beleid in het beheren van gegevens past niet bij het algemeen beleid bij Rijks-

waterstaat.

Dienst IJsselmeergebied:

Het gegevensbeleid van de dienst IJsselmeergebied is om zelf geen gegevens te

beheren, maar om over de benodigde gegevens voor de taken en verantwoordelijk-

heden als beheerder van het gebied te beschikken door gegevens op te vragen bij

eigenaren en KLIC. In alle primaire processen waar kabel- en leidinggegevens nodig

zijn worden deze dus opgevraagd maar verder niet opgeslagen. Omdat de gegevens

beschikbaar zijn via informatie van derden, valt de verantwoordelijkheid om gege-

vens actueel te houden bij de eigenaren. Voor een goed gegevensbeleid moet de

informatie van derden toegankelijk zijn. Uit dit onderzoek is gebleken dat KLIC be-

perkt geldt binnen het beheergebied van de dienst IJsselmeergebied. Daarom is er

in deze bevinding van het gegevensbeleid geconcludeerd dat het twijfelachtig is hoe

de dienst haar gegevens verkrijgt en beschikbaar heeft mede gezien het feit dat

KLIC beperkt geldig is binnen het gebied. Voor het risicobeleid dat de dienst IJssel-

meergebied toepast hoeven er geen gegevens beheerd te worden.

Dit beleid in het beheren van gegevens past bij het algemeen beleid van Rijkswater-

staat.

Eigen kabels en leidingen:

Gegevens over eigen kabels en leidingen moeten opgeslagen en beheerd worden,

zodat deze op een toegankelijke manier beschikbaar gesteld kunnen worden binnen

de regionale diensten. Dit is ook een verplichting vanuit de WION. Eigenaren zijn

verantwoordelijk om al hun kabel- en leidinggegevens goed te op te slaan en te

beheren. Door over de gegevens van de eigen kabels en leidingen te beschikken,

kan Rijkswaterstaat haar risicobeleid qua eigen kabels en leidingen volledig uitvoe-

ren.

Iedere regionale dienst hoort in een gegevensbeleid hetzelfde om te gaan met de

gegevens van hun eigen kabels en leidingen. Dit omdat Rijkswaterstaat net als alle

andere eigenaren moet voldoen aan de verplichtingen die de WION oplegt.

Page 155: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 155 van 193

8.1.5 Onuitgewerkte informatiebehoeften

Uit het onderzoek zijn een aantal informatiebehoeften naar voren gekomen die nog

niet uitgewerkt zijn in de informatiebehoefte, informatiestrategie en/of manier om

dit te verwerken in opslag en beheer. Binnen dit onderzoek was er geen ruimte om

deze behoeften verder uit te werken, maar met de bevindingen uit deze subpara-

graaf worden de onuitgewerkte informatiebehoeften wel uitgebreid beschreven,

zodat hierop ingegaan kan worden in een vervolgproject en deze betrokken kunnen

worden in de informatievoorziening van kabels en leidingen.

De bevindingen staan verder vetgedrukt en opgesomd met een informatietoelich-

ting:

Informatiebehoeften naar risico’s inschattingen

Deze bevinding houdt de informatiebehoefte van regionale diensten in, naar een

uitbreiding van de huidige risico-inschattingen qua kabels en leidingen. Er is behoef-

te aan een risicoclassificatie en of er een goedgekeurd risicomanagementsysteem

wordt gehanteerd door eigenaren. Dit wordt toegelicht in de volgende alinea:

Risicoclassificatie

Momenteel is er geen risicoclassificatie qua kabels en leidingen binnen Rijkswater-

staat. Maar uit de inventarisatie van de informatiebehoefte bij regionale diensten, is

het duidelijk geworden dat hier wel behoefte naar is.

Wanneer er een risicoclassificatie komt aan de hand van berekeningen met risicofac-

toren, kunnen de risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen voor de om-

geving en veiligheid van het gebied beter ingeschat worden. Wanneer acties en ta-

ken aan deze risicoclassificatie gekoppeld zijn, zou landelijk het risicobeleid van

regionale diensten uniformer kunnen verlopen. Mogelijk zou een risicoclassificatie in

samenhang met acties en taken zeer geschikt zijn in een landelijk beleid voor een

verbetering in de informatievoorziening.

goedgekeurd risicomanagementsysteem (ja/nee):

Als regionale diensten weten wanneer een eigenaar een goedgekeurd risicomana-

gementsysteem hanteert, kunnen regionale diensten hun eigen risicobeleid aanpas-

sen met betrekking tot de kabels en leidingen waarop een goedgekeurd risicomana-

gementsysteem wordt gehanteerd. Dit kan de druk van hun eigen risicobeleid afha-

len. Ook kan het risicobeleid van Rijkswaterstaat beter passend gemaakt worden op

die van de eigenaren.

Maar om met deze informatiebehoefte verder te gaan in een vervolgonderzoek moet

er wel gekeken worden naar:

- Wat maakt een risicomanagementsysteem goedgekeurd?

- Wie keurt dit goed en op grond waarvan?

De dienst Zuid-Holland gebruikt de informatie over het risicomanagementsysteem

van de eigenaar.

Uit het onderzoek kwam naar voren dat de dienst Zuid-Holland de informatie over

het risicomanagementsysteem van de eigenaar gebruikt. De instantie die hier het

risicomanagementsysteem goedkeurt is de ILT, Inspectie Leefomgeving en

Transport.

Deze twee onuitgewerkte informatiebehoefte zijn goede mogelijkheden om de in-

formatievoorziening te verbeteren.

Page 156: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 156 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Scheepvaart waarschuwing

Deze bevinding houdt de informatiebehoefte naar een scheepvaartwaarschuwing in.

In de natte beheergebieden van Rijkswaterstaat, hebben regionale diensten in hun

risicobeleid met betrekking tot kabels en leidingen ook met scheepvaart te maken.

Dit verschilt van minder drukke gebieden met pleziervaart tot drukke gebieden met

zeegaande schepen. Als beheerder van het gebied houdt Rijkswaterstaat de dieptes

op peil en handhaaft op de bedekking van kabels en leidingen.

Rijkswaterstaat is verplicht om bij incidenten met een gevaar voor de scheepvaart

een waarschuwing af te geven. Verhoogde risico’s bij vrij liggende kabels en leidin-

gen kunnen dan beter ingeperkt worden en een veilige en vlotte scheepvaart blijft

sneller behouden. Mogelijk geeft een scheepvaartwaarschuwing verbeteringen voor

de scheepvaart en het risicobeleid qua kabels en leidingen.

8.2 Opslag en beheer

Deze paragraaf houdt de bevindingen in over opslag en beheer van informatie met

betrekking tot kabels en leidingen.

Bevindingen uit het onderzoek over opslag en beheer van gegevens zijn van belang

voor het advies betreffende de informatievoorziening van kabels en leidingen. De

vraag naar informatie is besproken in hoofdstuk 3 informatiebehoefte en de bevin-

dingen hiervan staan in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk. De bevindingen over

opslag en beheer, informatiebehoefte en de samenwerking met externe partijen

leiden uiteindelijk tot bevindingen over het landelijk beleid van Rijkswaterstaat en

het advies van dit onderzoek.

Nationaal, opslag en beheer van gegevens

Er zijn veel organisaties betrokken bij kabels en leidingen, zoals duidelijk wordt in

paragraaf 2.2. Samenwerking qua opslag en beheer tussen deze instanties is nood-

zakelijk. Kabel- en leidingeigenaren moeten samenwerken met Rijkswaterstaat om

de veiligheid voor hun gezamenlijke gebied gewaarborgd te houden. Kabel- en lei-

dingeigenaren zijn verantwoordelijk voor hun eigendom, Rijkswaterstaat is verant-

woordelijk als gebiedsbeheerder.

Regionale diensten van Rijkswaterstaat hebben kabel- en leidinggegevens nodig om

hun taken uit te voeren. Eigenaren zijn wettelijk verplicht en verantwoordelijk voor

hun eigendom en beschikken daarom over kabel- en leidinggegevens. Nationaal

gezien is het gewenst dat deze gegevens beschikbaar zijn voor Rijkswaterstaat ook

om ongewenste situaties als dubbel werk te voorkomen. Tegengesteld hieraan zul-

len er ook gegevens van Rijkswaterstaat zijn waarvan het gewenst is dat deze be-

schikbaar zijn voor kabel- en leidingeigenaren om dubbel werk te voorkomen.

De WION verplicht eigenaren hun kabel- en leidinggegevens beschikbaar te stellen

aan grondroerders, Rijkswaterstaat en andere gebruikers met het KLIC-systeem. Dit

heeft nationaal voor verbeteringen gezorgd in de uitwisseling van kabel- en leiding-

gegevens en de opslag en beheer van gegevens. De wettelijke afspraken vanuit de

WION met het KLIC-systeem blijken noodzakelijk te zijn in opslag en beheer, omdat

de rollen, taken, verantwoordelijkheden en belangen van de partijen uiteen lopen.

De organisatie rond de opslag en beheer van gegevens wordt ook datamanagement

genoemd. Uitgangspunten bij datamanagement zijn data bij de bron en enkelvoudi-

ge opslag met meervoudig gebruik.

Page 157: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 157 van 193

De situatie die in deze inleiding geschetst is houdt in dat het nationaal niet gewenst

is dat iedere instantie dezelfde kabel- en leidinggegevens opnieuw inwint en deze

gegevens opslaat en beheert. Om het werk van iedere instantie omlaag te brengen

maar voornamelijk om de veiligheid in het gezamenlijke gebied te verhogen is een

samenwerking in het opslaan en beheren van gegevens nodig.

Intern, opslag en beheer binnen regionale diensten

Binnen Rijkswaterstaat is er ook sprake van opslag en beheer van kabel- en leiding-

gegevens. Vragen hierin zijn:

waar worden de gegevens vandaan gehaald?

o Als aangegeven; bij eigenaren en KLIC

Welke gegevens moet een regionale dienst zelf opslaan en beheren in GIS?

Voldoen deze gegevens inhoudelijk ook qua kwaliteit?

Binnen Rijkswaterstaat speelt de vraag in hoeverre Rijkswaterstaat het opslaan van

gegevens bij eigenaren moeten laten liggen en/of zelf kabel- en leidinggegevens

opgeslagen en beheerd moeten worden?

Om te voorzien in de vraag naar informatie, moeten gegevens opgeslagen worden

zodat deze beschikbaar gesteld kunnen worden aan de gebruiker. Voorop staat de

beschikbaarheid van de gegevens voor het primaire proces van Rijkswaterstaat. De

gegevens moeten bij voorkeur direct bij de bron (de eigenaar) worden verkregen,

maar als dit praktisch niet uitvoerbaar is kan er voor eigen opslag van een kopie

van de gegevens gekozen worden. In een landelijk beleid moet hierover een uit-

spraak gedaan worden.

Als er behoefte is naar kabel- en leidinggegevens, moet deze informatie ook door

een dienst kunnen worden teruggevonden in een systeem. Naast beschikbaarheid

moet de kwaliteit van deze gegevens betrouwbaar genoeg zijn voor de gebruiker.

Door op een juiste manier gegevens te beheren kan de kwaliteit gegarandeerd blij-

ven. De gebruikers, waaraan gerefereerd wordt, zijn binnen dit onderzoek de regio-

nale diensten van Rijkswaterstaat.

De regionale diensten verkrijgen kabel- en leidinggegevens via:

Het KLIC-systeem

Hun eigen GIS-systemen

Contact met kabel- en leidingeigenaren

Enkele overige GIS-systemen

o Deze zijn buiten beschouwing gelaten

Opslag en beheer, besproken systemen:

De aangegeven systemen zijn in dit onderzoek onderzocht en dit staat beschreven

in hoofdstuk 7. Hierop zijn de bevindingen over KLIC en GIS met de opslag en be-

heer van gegevens gebaseerd.

KLIC is een doorgeefsysteem en de werking hiervan staat beschreven in subpara-

graaf 7.1.1. Door een KLIC-melding te doen krijgt Rijkswaterstaat de kabel- en lei-

dinggegevens van eigenaren gestuurd. Wanneer er nog informatie ontbreekt, kan er

altijd contact opgenomen worden met de eigenaar. Uitgaan van het KLIC-systeem

houdt in dat de verantwoordelijkheid voor opslag en beheer bij de eigenaren gelaten

wordt. Tegenovergesteld hieraan zijn de GIS-systemen die Rijkswaterstaat in ge-

bruik heeft. De Kabel- en leidinggegevens in de eigen GIS-systemen worden zelf

door Rijkswaterstaat opgeslagen en beheerd. Deze gegevens zijn veelal een kopie

van de gegevens die van de eigenaren zijn verkregen.

Page 158: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 158 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

8.2.1 Het belang en doel van opslag en beheer:

Wat men wil bereiken met opslag en beheer is het beschikbaar houden van de be-

nodigde gegevens en de kwaliteit hiervan kunnen garanderen voor de gebruikers.

Met deze subparagraaf wordt er in de bevindingen, een toelichting gegeven over het

belang en doel van opslag en beheer en hoe opslag en beheer momenteel verloopt

binnen Rijkswaterstaat.

De bevindingen zijn ingedeeld volgens:

Hoe opslag en beheer verloopt binnen Rijkswaterstaat

Wat wordt er bereikt met het opslaan van gegevens

Wat wordt er bereikt met het beheren van gegevens

Noodzaak om de kwaliteit van gegevens in opslag en beheer mee te nemen:

De volgende subparagrafen geven de bevindingen over de systemen, KLIC en GIS.

Hoe opslag en beheer verloopt binnen Rijkswaterstaat:

Op dit moment komen er onduidelijkheden en problemen naar voren in de opslag en

het beheer van gegevens. De aanpak van regionale diensten loopt uit elkaar en is

niet uniform geregeld binnen Rijkswaterstaat. Daarom is het onduidelijk over hoe-

veel kabel- en leidinggegevens regionale diensten moeten beschikken, dit komt ook

naar voren in de informatiebehoefte. Ook is het landelijk onduidelijk waar de beno-

digde gegevens voor de uitvoerende taken vandaan moeten komen. Moeten de be-

nodigde gegevens uit de eigen GIS-systemen komen of moet informatie weg komen

bij de eigenaren en het KLIC-systeem?

Bij de opslag van kabel- en leidinggegevens moet bovendien ook nog gekeken wor-

den naar de toegankelijkheid van de gegevens. Daarbij moet de kwaliteit van de

gegevens gegarandeerd blijven en om dit te bereiken moeten de opgeslagen gege-

vens beheerd worden.

Om de opslag en het beheer van gegevens te verbeteren zijn afspraken nodig. In-

tern binnen Rijkswaterstaat moeten afspraken gemaakt worden hoe landelijk en

regionaal kabel- en leidinggegevens opgeslagen en beheerd dienen te worden. Na-

tionaal moeten er ook afspraken gemaakt worden met eigenaren, hoe gegevens

beschikbaar gesteld dienen te worden en hoe dit dan goed beheerd blijft bij eigena-

ren en Rijkswaterstaat. Ook zijn er misschien verbeteringen bij de KLIC- en/of GIS-

systemen in te voeren.

Wat wordt er bereikt met het opslaan van gegevens:

Voor regionale diensten moeten gegevens beschikbaar zijn zodat de diensten hun

taken met betrekking tot kabels en leidingen goed kunnen uitvoeren. Door gegevens

op te slaan worden de benodigde gegevens waar naar gevraagd wordt in de infor-

matiebehoefte beschikbaar gesteld. In het beschikbaar stellen van gegevens is het

van belang dat informatie toegankelijk is voor de gebruiker. De vraag is alleen hoe

kunnen gegevens toegankelijk beschikbaar gesteld worden?

Kabel- en leidinggegevens kunnen uit de eigen GIS-systemen van Rijkswaterstaat

gehaald worden maar ook via het KLIC-systeem en/of in contact met eigenaren.

Rijkswaterstaat wil de gegevens direct uit het bronbestand kunnen betrekken of zelf

beschikken over gegevens van dezelfde kwaliteit. Zonder zelf nationaal gezien on-

nodig dubbel werk te verrichten. Dit bronbestand van kabels en leidingen komt bij

de eigenaren vandaan. Als het goed is, beheren zij de opgeslagen gegevens om de

kwaliteit te behouden, vanuit de verplichtingen van de WION.

Page 159: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 159 van 193

De situatie binnen Rijkswaterstaat varieert van alle kabel- en leidinggegevens bij

KLIC en eigenaren vandaan halen tot het volledig bijhouden van een eigen bestand

waar een regionale dienst haar kabel- en leidinggegevens vandaan haalt.

Toegankelijkheid wordt onder andere bereikt door:

Welke instantie(s) zorg(en) voor de opslag

Als Rijkswaterstaat zelf kabel- en leidinggegevens opslaat, beschikken de regionale

diensten direct over de benodigde gegevens en wordt een hoge toegankelijkheid

bereikt. Tegengesteld hieraan is dat wanneer alleen de eigenaren kabel- en leiding-

gegevens opslaan, de gegevens minder toegankelijk zijn voor Rijkswaterstaat.

Daarom zijn er afspraken met de eigenaren nodig over de toegankelijkheid van hun

opgeslagen kabel- en leidinggegevens.

Nadelen wanneer Rijkswaterstaat zelf kabel- en leidinggegevens opslaat zit in het

beheer van de gegevens. Dit wordt ook behandeld in de bevindingen over landelijk

beleid en het advies. Wanneer regionale diensten zelf gegevens opslaan kost dit

meer werk en beheerinspanning, ook is het lastig om de kwaliteit van de gegevens

goed te houden aangezien het bronbestand bij de eigenaren vandaan komt.

Welke gegevens moeten beschikbaar zijn?

Ook zijn er afspraken binnen Rijkswaterstaat nodig over opslag en beheer en de

informatievoorziening. Welke gegevens moeten er beschikbaar zijn voor de regiona-

le diensten en welke verkregen gegevens moet de dienst zelf opslaan en beheren

om te kunnen voorzien in de informatiebehoeften.

Afspraken maken

Uit een van de bevindingen over KLIC (zie 8.2.2), blijkt dat de gegevens uit het

KLIC-systeem niet volledig kunnen voorzien in de informatiebehoeften van regionale

diensten. Daarom zijn er afspraken met eigenaren nodig, over welke gegevens op

een toegankelijke manier beschikbaar gesteld kunnen worden om wel volledig in de

informatiebehoefte te kunnen voorzien. Dit is een manier om toegankelijkheid en de

informatievoorziening te verbeteren.

Toegankelijkheid is van belang bij opslag en beheer en de informatievoorziening van

kabels en leidingen. Als toegankelijkheid goed geregeld wordt, worden andere pro-

blemen voorkomen. Rijkswaterstaat heeft belang bij verbeteringen in de opslag en

het toegankelijk beschikbaar stellen van gegevens.

Wat wordt er bereikt met het beheren van gegevens:

Met het beheer van kabel- en leidinggegevens is het de bedoeling dat de kwaliteit

van de opgeslagen gegevens gegarandeerd blijft. Het is van belang dat de opgesla-

gen kabel- en leidinggegevens van goede kwaliteit zijn, omdat de regionale diensten

over betrouwbare gegevens moeten beschikken.

De situatie die heerst binnen Rijkswaterstaat is variërend van; alle kabel- en lei-

dinggegevens bij KLIC en eigenaren vandaan halen tot het volledig bijhouden van

een eigen bestand waar een regionale dienst haar kabel- en leidinggegevens van-

daan haalt. Dit laatste kost veel beheerinspanning voor een regionale dienst.

Page 160: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 160 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Met goed beheer worden gegevens actueel gehouden en hiermee kan de kwaliteit

gegarandeerd blijven. De vraag is alleen hoe kunnen gegevens goed beheerd wor-

den wanneer de situatie zo is, dat er nationaal meerdere instanties betrokken zijn

bij de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens. In goed beheer is het nodig

om te weten waar het bron bestand vandaag komt, waar gegevens opgeslagen

staan en hoe dit beheerd wordt en de kwaliteit behouden blijft.

Kwaliteit en actualiteit van gegevens met beheer wordt onder andere bereikt door:

Data bij de bron

Wanneer data bij de bron wordt gehouden, met goed beheer, blijft de kwaliteit het

best gegarandeerd. Een eigenaar bezit het bronbestand en heeft het grootste belang

bij de kwaliteit van de gegevens.

Enkelvoudige opslag met meervoudig gebruik.

Met enkelvoudige opslag en meervoudig gebruik wordt data bij de bron vandaan

gehaald. Data vanuit het bronbestand kan dan meervoudig gebruikt worden door de

gebruikers.

Dubbele opslag leidt meestal tot kwaliteitsvermindering en dat is ongewenst.

Noodzaak om de kwaliteit van gegevens in opslag en beheer mee te nemen:

In het opslaan en beheren van gegevens speelt ook de vraag: Welke kwaliteit heeft

een gebruiker en/of instantie nodig om zijn taak te kunnen uitvoeren? Dit houdt in

welke nauwkeurigheid, meetfrequentie, resolutie en mogelijk nog wel meer eisen

heeft een instantie nodig? Wat een eigenaar, KLIC of Rijkswaterstaat vraagt aan de

kwaliteit van kabel- en leidinggegevens kan inhoudelijk sterk verschillen.

Eigenaren hebben een andere kwaliteitsinformatiebehoefte dan regionale diensten.

Maar regionale diensten zijn afhankelijk van de kwaliteit die eigenaren en KLIC leve-

ren. Hoe gaat Rijkswaterstaat dan om met het verschil? Wanneer eigenaren een

hogere kwaliteit behouden dan regionale diensten nodig hebben is er geen enkel

probleem. Maar wanneer eigenaren een lagere kwaliteit behouden dan regionale

diensten vragen is er wel een probleem. Daarom wordt met deze bevinding vanuit

dit onderzoek aangegeven, dat in de informatievoorziening, met de opslag en be-

heer van gegevens ook de kwaliteit van de gegevens meegenomen dient te worden.

Om dit te bereiken moet Rijkswaterstaat voor ogen hebben welke kwaliteit de regio-

nale diensten vereisen van de benodigde kabel- en leidinggegevens. Momenteel zijn

de informatiebehoefte naar welke gegevens er benodigd zijn vastgesteld, maar de

kwaliteit hiervan nog niet. Voor verbetering dient Rijkswaterstaat de informatiebe-

hoefte welke kwaliteit er gewenst is vanuit de regionale diensten vast te stellen.

Kabel- en leidinggegevens waarbij de benodigde kwaliteit vastgesteld moet worden

zijn: x, y, z, bedekking etc. De informatiebehoefte naar nauwkeurigheid, meetfre-

quentie en resolutie moeten vastgesteld worden.

Afsluitende bevinding:

In deze paragraaf zijn de bevindingen gegeven hoe opslag en beheer momenteel

verloopt binnen Rijkswaterstaat en wat men wil bereiken met opslag en beheer.

Rijkswaterstaat haalt kabel- en leidinggegevens bij KLIC, eigenaren en haar eigen

GIS-systeem. Met de volgende subparagraaf worden de bevindingen gegeven of

deze systemen voldoen aan wat Rijkswaterstaat uit de opslag en beheer van kabel-

en leidinggegevens wil halen.

Page 161: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 161 van 193

8.2.2 KLIC

Het kabels en leidingen informatie centrum, KLIC, is de uitvoering van de wet WION

door het Kadaster. (subparagraaf 2.4.1). Het KLIC-systeem zorgt voor de nationale

registratie van kabels en leidingen en is een nationaal verplicht systeem met het

doel om zoveel mogelijk graafschades te voorkomen. Dit doel wordt bereikt doordat

KLIC zorgt voor een goede informatie-uitwisseling tussen grondroerders en kabel-

en leidingeigenaren.

Rijkswaterstaat haalt kabel- en leidinggegevens bij KLIC vandaan en de eigenaren

die dit systeem aanvullen.

In deze paragraaf wordt er gekeken of het KLIC-systeem qua opslag en beheer vol-

doet aan wat de regionale diensten van Rijkswaterstaat uit het systeem willen ha-

len.

In deze subparagraaf zijn de volgende bevindingen ingedeeld:

KLIC werkt goed als meldings- en doorgeefsysteem

KLIC is een uitstekend systeem voor grondroerders

KLIC geldt niet binnen elk beheergebied van Rijkswaterstaat

KLIC voldoet niet volledig aan de informatiebehoeften

KLIC mist diepteregistratie

KLIC werkt goed als meldings- en doorgeefsysteem

Voor de werking en inhoud van het KLIC-systeem moet subparagraaf 7.1.1 geraad-

pleegd worden. De eerste bevinding uit het onderzoek is dat KLIC een doorgeefsys-

teem is en geen opslagsysteem. Hier ondervinden Rijkswaterstaat, grondroerders en

andere gebruikers voordelen van. KLIC en de bevindingen over KLIC staan inge-

deeld bij opslag en beheer omdat het KLIC-systeem voorziet in de noodzaak om

kabel- en leidinggegevens op te slaan en te beheren. Een grondroerder of een ande-

re gebruiker doet een KLIC-melding, waarop de eigenaar verplicht is gegevens door

te sturen.

Doordat KLIC een uitvoering is van de wet (WION) en werkt met wettelijke verplich-

tingen waaraan eigenaren en gebruikers moeten voldoen, worden de juiste (ver-

plichte) gegevens beschikbaar gesteld en moet iedereen voldoen aan de wettelijke

afspraken. KLIC eist dat eigenaren de opslag en beheer van kabel- en leidinggege-

vens goed regelen. Er zijn uniforme kwaliteitseisen en de rollen en verantwoorde-

lijkheden van iedere instantie zijn duidelijk.

KLIC zorgt ervoor dat de verschillende belangen van instanties geen problemen

veroorzaken binnen de informatie-uitwisseling. KLIC zorgt juist voor een verbeterin-

gen. Dit maakt KLIC een goed systeem op het gebied van nationale samenwerking

tussen, eigenaren, grondroerders, Rijkswaterstaat en andere gebruikers. Ook maakt

dit KLIC een geschikt systeem voor informatie-uitwisseling in opslag en beheer.

Voordelen die iedere gebruiker van KLIC ondervindt, is dat de instantie zelf geen

gegevens hoeft op te slaan en te beheren. Wanneer Rijkswaterstaat volledig uitgaat

van het KLIC-systeem hoeft Rijkswaterstaat geen kabel- en leidinggegevens op te

slaan en te beheren.

Dit zou veel voordelen geven aan regionale diensten met betrekking tot opslag en

beheer in de informatievoorziening. Regionale diensten ondervinden geen werk aan

hoe gegevens in opslag, toegankelijk beschikbaar kunnen worden gesteld. Ook hoeft

de dienst geen beheerinspanning te leveren om de kwaliteit te behouden en houden

eigenaren de verantwoordelijkheid over de kwaliteit van de gegevens.

Page 162: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 162 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

De werking van KLIC, een meldings- en doorgeefsysteem, geeft vele voordelen aan

Rijkswaterstaat in de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens. De voordelen

staan in deze bevinding beschreven, maar er zijn ook enkele nadelen verbonden aan

KLIC.

Dat het KLIC-systeem goed werkt en veel voordelen geeft aan regionale diensten

moet in een inrichting van het landelijk beleid binnen Rijkswaterstaat meegenomen

worden. Dit kan verbeteringen geven in de informatievoorziening van kabels en

leidingen.

KLIC is een uitstekend systeem voor grondroerders en kabel- en leidingei-

genaren

Deze bevinding houdt in dat KLIC een uitstekend systeem is voor grondroerders en

kabel- en leidingeigenaren. Het KLIC-systeem slaagt erin om haar doel te bereiken

en werkt goed ter voorkoming van graafschades aan kabels en leidingen. Het voor-

komen van graafschades is in het belang voor de grondroerders en leidingeigena-

ren.

Voor kabel- en leidingeigenaren werkt KLIC uitstekend omdat zij een melding krij-

gen wanneer er in de grond geroerd wordt bij hun eigendom. Wanneer er een KLIC-

melding gedaan is, kan de eigenaar bepalen wat het risico is voor de kabel of leiding

door een graafwerkzaamheid en daarop handelingen ondernemen. Voor de grond-

roerder werkt het KLIC-systeem uitstekend omdat zij met een KLIC-melding de be-

nodigde gegevens geleverd krijgen en weten welke kabels en leidingen er onder de

grond liggen. Het KLIC-systeem werkt goed voor de grondroerders en eigenaren,

maar in de praktijk komen graafschades nog steeds voor. Niet alle kabels en leidin-

gen onder de grond staan bij KLIC geregistreerd. Ook is het onhandig dat de diep-

tegegevens van kabels en leidingen vaak missen. Wanneer het druk is onder de

grond geeft dit problemen.

Voordelen in het KLIC-systeem voor eigenaren, grondroerders en ook Rijkswater-

staat. Maakt KLIC een bruikbaar concept binnen een inrichting van het landelijk

beleid betreffende kabels en leidingen, waar iedereen nationaal gezien voordelen uit

kan behalen.

KLIC geldt niet binnen elk beheergebied van Rijkswaterstaat

Uit het onderzoek is gebleken dat KLIC niet binnen elk beheergebied van Rijkswa-

terstaat geldt. Het gebied waarin KLIC geldt staat in subparagraaf 7.1.1 beschreven.

KLIC beperkt zich binnen Nederlands grondgebied tot gemeentegronden, rivieren,

land en 3 kilometer uit de kust. Dit houdt in dat het Markermeer, IJsselmeer en de

Noordzee buiten het gebied van KLIC vallen.

Van de regionale diensten van Rijkswaterstaat komen de dienst Noordzee en de

dienst IJsselmeergebied hiermee in aanraking. Doordat KLIC niet volledig geldt op

de Noordzee heeft de dienst Noordzee de verantwoordelijkheid om kabel- en lei-

dinggegevens op te slaan en te beheren, zie de bevindingen over de informatiebe-

hoefte (zie 8.1). Dit is een verantwoordelijkheid die niet aanwezig is bij andere regi-

onale diensten. De dienst IJsselmeergebied vertrouwt op het KLIC-systeem om de

benodigde kabel- en leidinggegevens als beheerder van het gebied te verkrijgen.

Het geeft problemen wanneer KLIC beperkt geldt binnen het gebied.

Page 163: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 163 van 193

Dat KLIC goed werkt en veel voordelen geeft, nationaal gezien maar ook voor regio-

nale diensten van Rijkswaterstaat, dient meegenomen te worden in de inrichting

van een landelijk beleid en de informatievoorziening. Maar dat KLIC niet binnen elk

beheergebied van Rijkswaterstaat geldt, geeft wel veel nadelen en het is gewenst

dat dit verbeterd wordt.

KLIC voldoet niet volledig aan de informatiebehoeften

Deze bevinding houdt in dat KLIC niet volledig in de informatiebehoefte van de regi-

onale diensten van Rijkswaterstaat kan voorzien. Inhoudelijk kan KLIC momenteel

niet voldoende voorzien in de informatiebehoefte van regionale diensten. De ver-

plichte, conditionele en optionele gegevens uit KLIC zijn onvoldoende om te voor-

zien in de informatiebehoefte.

Regionale diensten hebben informatiebehoefte naar de diepteligging van kabels en

leidingen, bedekking, dekkingseis, soort kabel of leiding, transportproduct en aan-

vullende informatie hierover. Deze gegevens zijn nodig om de risico-inschattingen te

maken die regionale diensten willen, vanuit hun verantwoordelijkheid als beheerder

van het gebied. Ook hebben regionale diensten informatiebehoefte naar gedetail-

leerdere gegevens en bevatten de kenmerken uit de thema’s van KLIC onvoldoende

informatie over de kabels en leidingen.

Per punt hieronder wordt er in de bevinding opgenomen waar KLIC onvoldoende is

om in de informatiebehoefte van regionale diensten te voorzien.

KLIC voldoet niet aan de risico-inschattingen:

Voor een goede risico-inschatting heeft Rijkswaterstaat informatie nodig over de

huidige bedekking, dekkingseis en een aantal kenmerken van kabels en leidingen.

KLIC bevat alleen maar als optioneel attribuut afwijkende diepteliggingen en moge-

lijkheden om dwarsprofielen mee te sturen. Dit houdt in dat in de meeste gevallen

er geen enkele informatie is over de diepteligging van een kabel of leiding en KLIC

geen informatie heeft over de bedekking van een kabel of leiding. Ook de dekkings-

eis is niet in KLIC opgenomen en het is optioneel om een nauwkeurigheid van de

positie te registreren.

De kenmerken uit het thema zijn onvoldoende:

Het thema uit KLIC omvat informatie over het soort kabel of leiding en het trans-

portproduct, en geeft enkele risico’s aan. Het is wettelijk verplicht dit op deze ma-

nier in KLIC te registreren. Het thema geeft dezelfde informatie aan als het soort

kabel of leiding en het transportproduct, maar kan minder in details treden. Regio-

nale diensten hebben behoefte naar onderhoudsstaat en aanlegdatum, maar deze

zijn niet in het thema opgenomen. Ook zijn er informatiebehoeften naar materiaal,

product, diameter, verhoogd risico (j/n), maar deze zijn over het algemeen optio-

neel en soms conditioneel en staan daardoor vaak niet in KLIC. Daarom is er bij

Rijkswaterstaat behoefte om de informatiebehoefte uit het thema apart te registre-

ren en informatie gedetailleerder te bekijken voor de risico-inschatting. Dit maakt

dat het thema uit KLIC niet volledig voorziet in de informatiebehoefte van regionale

diensten.

Dat KLIC goed werkt en voordelen geeft dient meegenomen te worden in de in-

richting van een landelijk beleid en de informatievoorziening. Maar dat KLIC mo-

menteel niet volledig kan voorzien in de informatiebehoefte van regionale diensten

geeft veel nadelen.

Page 164: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 164 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

KLIC mist diepteregistratie

Deze bevinding houdt in dat het KLIC-systeem diepteregistratie mist, terwijl de re-

gionale diensten en ook externe partijen hier wel behoefte aan hebben. Externe

partijen en de meeste regionale diensten hebben in dit onderzoek tijdens de inter-

views specifiek aangegeven dat zij informatiebehoefte hebben naar de dieptegege-

vens van kabels en leidingen en dat het gewenst zou zijn als KLIC deze informatie

zou bevatten.

KLIC heeft geen mogelijkheid om de z waarde van een kabel of leiding bij de x, y

ligging te registreren en bevat daarom geen gegevens over de diepte van kabels en

leidingen. Het is in KLIC mogelijk maar omslachtig om enkele dieptegegevens mee

te sturen in het optionele attribuut afwijkende diepteligging en de mogelijkheid om

een dwarsprofiel mee te sturen. Maar ook dit houdt in dat er over het algemeen

geen informatie over de diepteligging van een kabel of leiding aanwezig is.

Dit maakt dat, voor alle gebruikers waaronder Rijkswaterstaat, KLIC niet voorziet in

hun informatiebehoefte naar de diepteligging van kabels en leidingen. Het KLIC-

systeem werkt goed maar het is nationaal gezien gewenst dat inhoudelijk de z

waarde toegevoegd wordt aan het systeem.

8.2.3 GIS

Binnen de regionale diensten worden areaalgegevens opgeslagen in eigen systemen

voor opslag en beheer, ter ondersteuning van de verschillende primaire processen.

Onder areaalgegevens behoren ook kabels en leidingen, zowel van eigen kabels en

leidingen als die van derden.

De regionale diensten van Rijkswaterstaat werken met hun eigen lokale GIS (geo-

grafisch informatiesysteem) en een applicatie hiervan, GVG (Generiek Vergunningen

Gis) waarin de vergunningsgegevens staan.

Het GIS wordt gebruikt om binnen Rijkswaterstaat kabel- en leidinggegevens van

derden zowel als eigen kabels en leidingen op te slaan en te beheren. Kabels en

leidingen van derden worden over het algemeen bij eigenaren en KLIC vandaan

gehaald. Regionale diensten slaan deze gegevens op in hun eigen GIS wanneer zij

hier direct over willen beschikken. Wel moeten deze gegevens van derden goed

beheerd blijven in GIS. Eigen kabels en leidingen van Rijkswaterstaat worden door

regionale diensten ook in GIS opgeslagen en beheerd. Gegevens van eigen kabels

en leidingen moeten voldoen aan de verplichtingen van de WION.

GVG is bedoeld voor de opslag van gegevens die benodigd zijn in het proces ver-

gunningverlening en -handhaving en niet voor beheer en onderhoud. In GVG staan

daarom voornamelijk de gegevens van kabels en leidingen van derden.

GIS en GVG worden door de regionale diensten veelvuldig gebruikt. De areaalgege-

vens waaronder kabels en leidingen uit GIS en GVG, worden gebruikt voor eigen

topografische kaarten en de vergunningverlening en vergunningshandhaving. Ook

bij andere verantwoordelijkheden en taken als gebiedsbeheerder met betrekking tot

kabels en leidingen, zijn gegevens nodig voor het uitvoeren van primaire processen.

In deze subparagraaf zijn de volgende bevindingen ingedeeld:

Opslag en beheer valt onder de verantwoordelijkheid van regionale diensten

GIS, GVG kan alle gewenste informatie bevatten

Diepteweergaven nodig vanuit de informatiebehoefte

Page 165: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 165 van 193

In paragraaf 7.2 van het onderzoek staan GIS en GVG beschreven. Wegens tijdsge-

brek zijn de systemen niet inhoudelijk bekeken, maar er is voldoende informatie om

enkele bevindingen te geven over GIS en GVG qua opslag en beheer. Uit het onder-

zoek is naar voren gekomen dat GIS en GVG prima werken voor het opslaan en

beheren van areaalgegevens waaronder de kabels en leidingen. Wel is er informa-

tiebehoefte naar de diepteweergave van kabels en leidingen, maar dit biedt GVG en

GIS momenteel niet.

Opslag en beheer valt onder de verantwoordelijkheid van regionale dien-

sten

Het opslaan en beheren van gegevens in het GIS valt volledig onder de verantwoor-

delijkheid van de regionale diensten. Hiermee draagt Rijkswaterstaat de verant-

woordelijkheid voor de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens en de ver-

antwoordelijkheid om de kwaliteit van de gegevens te behouden.

Dit kost regionale diensten meer werk in hoe gegevens toegankelijk beschikbaar

gesteld dienen te worden binnen de dienst door middel van opslag. De opgeslagen

gegevens moeten weer beheerd worden, dit kost de dienst beheerinspanning. Ten

opzichte van het KLIC-systeem levert het GIS regionale diensten meer werk en be-

heerinspanning in de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens. Meer infor-

matie staat in paragraaf 8.2.1

De verantwoordelijkheden van de dienst Noordzee in opslag en beheer wijken af van

de andere regionale diensten door de situatie binnen het gebied. Hier is informatie

over te vinden in 8.1.2. In het advies wordt hier specifiek rekening mee gehouden.

Het zelf beheren van kabel- en leidinggegevens door Rijkswaterstaat geeft ook en-

kele voordelen. De beschikbare kabel- en leidinggegevens in eigen GIS-systemen

zijn toegankelijker voor de regionale diensten, dan wanneer de diensten afhankelijk

zijn van het KLIC of kabel- en leidingeigenaren. Ook hoeven de regionale diensten

met eigen verantwoordelijkheid over opslag en beheer niet op het werk van derden

te vertrouwen.

In het advies van dit onderzoek en een inrichting van een landelijk beleid worden de

voor- en nadelen van GIS en KLIC overwogen. Het systeem of de systemen die in

gebruik zijn voor opslag en beheer moeten voldoen aan wat de regionale diensten

van Rijkswaterstaat uit het systeem willen halen.

GIS, GVG kan alle gewenste informatie bevatten:

GIS is een geografische informatie systeem van een kaart in combinatie met een

database. In GIS wordt de x, y ligging van een kabel of leiding weergeven en in een

attribuut tabel kan verscheidene informatie en data toegevoegd worden.

Hierdoor kan GIS en GVG inhoudelijk alle gewenste informatie bevatten. Wat bete-

kent dat het GIS goed kan voorzien in alle informatiebehoeften van de regionale

diensten. Dit maakt het GIS een goed systeem voor de opslag en beheer van kabel-

en leidinggegevens. Ook maakt dit het GIS geschikt voor Rijkswaterstaat binnen de

informatievoorziening en een inrichting van een landelijk beleid.

Om de opslag en beheer in GIS en GVG te kunnen laten voorzien in de informatie-

behoeften, zal de vraag naar informatie vastgesteld moeten worden. Wanneer de

informatiebehoeften zijn vastgesteld kan er een informatiestrategie bepaald worden,

waarmee GIS en GVG met de benodigde data gevuld worden. Dit rapport geeft daar

een aanzet voor.

Page 166: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 166 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Dieptegegevens en weergaven nodig vanuit de informatiebehoefte:

Deze bevinding houdt in dat er informatiebehoefte is naar de z waarden en diepte-

weergaven van kabels en leidingen. Momenteel ontbreekt over het algemeen de z

waarde in de GIS-systemen van regionale diensten en ook staat de diepte van ka-

bels en leidingen niet in 3D weergeven. Het ontbreken van deze informatie over de

diepte van kabels en leidingen is niet gewenst aangezien er duidelijke informatiebe-

hoefte is naar deze gegevens.

In een attribuuttabel kan de diepte van een kabel of leiding toegevoegd worden.

Ook kan de diepte aangeven worden in GIS door middel van een puntenbestand.

GIS wordt als 2D systeem gebruikt bij de regionale diensten, maar het is mogelijk

om het systeem 3D te gebruiken.

Ook kan er een ander systeem gebruikt worden voor een 3D weergaven van de

diepte van alle kabels en leidingen. Als er gekeken wordt naar het onderzoek over

de inventarisatie van de informatiebehoefte. De dienst Zuid-Holland zorgt zelf dat zij

voorzien worden in de informatiebehoefte naar de z waarde en diepteweergaven.

Met grafieken en verschilkaarten construeert de dienst met de x, y, z positie van de

kabel of leiding en het actuele bodemprofiel.

De z waarden van kabels en leidingen zijn in de meeste gevallen nog onbekend.

Toch worden de dieptegegevens van kabels en leidingen steeds meer opgeslagen en

beschikbaar gemaakt, omdat het steeds duidelijker wordt dat er informatiebehoefte

naar de diepte is. Wanneer de z waarden bekend zijn kunnen deze gegevens in GIS

ingevoerd worden.

Dat de diepte momenteel niet in GIS staat heeft ook deels te maken met dat er

geen informatiestrategie is bepaald voor deze informatiebehoefte. Een informatie-

strategie is een onderdeel in de informatievoorziening, dit dient meegenomen te

worden in een inrichting van het landelijk beleid qua opslag en beheer.

8.3 Externe samenwerking

Deze paragraaf houdt de bevindingen over de mogelijke samenwerking met externe

partijen in. Rijkswaterstaat is voor haar informatievoorziening grotendeels afhanke-

lijk van externe kabel- en leidingeigenaren. Goede samenwerking is daarom belang-

rijk. De samenwerking met externe partijen komt ook terug in mogelijkheden hoe

een landelijk beleid ingericht kan worden en welke voordelen hieruit te behalen zijn

voor Rijkswaterstaat. Voor dit hoofdstuk zijn er twee interviews gehouden, bij de

Gasunie en Alliander. Deze partijen zijn omschreven in hoofdstuk 4, met hun rol,

verantwoordelijkheden, belangen en beleid. Hierbij horen ook enkele informatiebe-

hoeften van de partijen.

Het is voor Rijkswaterstaat belangrijk om ook naar externe partijen te kijken. Even-

tuele samenwerking waarbij Rijkswaterstaat en de externe partijen baat hebben, zal

helpen om het werk voor beide partijen omlaag te brengen en risico’s voor hun ge-

bied beter gewaarborgd te houden. Het beleid van de externe partijen en die van

Rijkswaterstaat moeten hiervoor zo goed mogelijk op elkaar aansluiten. Ook is een

samenwerking gunstig voor het drukken van de maatschappelijke kosten, maar dit

wordt zo veel mogelijk buiten beschouwing gelaten in dit onderzoek.

Page 167: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 167 van 193

Informatiebehoefte:

Rijkswaterstaat kan in enkele informatiebehoeften van de externe partijen voorzien.

Tegengesteld daaraan en van belang in dit onderzoek kunnen externe partijen voor-

zien in enkele informatiebehoeften van Rijkswaterstaat. Dit zou voordelen geven in

een landelijk beleid, voorbeelden hiervan zijn: dubbel werk voorkomen, data bij de

bron houden en verantwoordelijkheden laten waar deze horen.

Beleid:

Als het gaat om risico’s die kabels en leidingen met zich meebrengen voor het ge-

bied, heeft Rijkswaterstaat er belang bij als vergunningverlener en vergunnings-

handhaver dat een externe partij een goed beleid hanteert rondom vergunningen.

Als controlerende partij liggen de eindverantwoordelijkheden voor het verloop van

vergunningen bij Rijkswaterstaat, maar als het gaat om het risico- en gegevensbe-

leid, dan is de externe partij de eindverantwoordelijke. Rijkswaterstaat moet hierop

kunnen vertrouwen.

In een professionele relatie hoort Rijkswaterstaat in een samenwerking met externe

partijen, zich te concentreren op de rol als vergunningverlener en handhaver en

dient geen taken over te nemen van eigenaren. Als het gaat om de risico’s heeft

Rijkswaterstaat er belang bij dat een externe partij een goed risico- en gegevensbe-

leid hanteert en dat regionale diensten hierop kunnen vertrouwen. Wanneer dit zo

is, heeft Rijkswaterstaat een grotere zekerheid dat de veiligheid van hun gebieden

en Rijkswaterstaatswerken niet door de kabels en leidingen van derden verkleind

worden. Hierdoor kan Rijkswaterstaat zich op haar rol en verantwoordelijkheid rich-

ten en wordt de verantwoordelijkheid voor risico’s bij de kabel- en leidingeigenaren

gelaten. Dit is waar de verantwoordelijkheden horen te liggen en hoe het in de wet

geregeld is.

Rijkswaterstaat heeft informatiebehoefte naar actuele gegevens om de risico’s in te

kunnen schatten. Ook heeft Rijkswaterstaat als vergunningshandhaver informatie-

behoefte naar actuele gegevens om te bepalen of de externe partij zich aan de ver-

gunning houdt (zie hoofdstuk 3). In al deze informatiebehoeften kan de externe

partij voorzien.

Vertrouwen en afspraken:

Rijkswaterstaat moet zich afvragen hoe betrouwbaar de gegevens zijn die een ex-

terne partij levert. Wanneer deze niet betrouwbaar zijn, kan Rijkswaterstaat niet op

de risicobepalingen van de partij vertrouwen. Dit geldt natuurlijk ook voor het ver-

trouwen in de geleverde gegevens waarmee er in de informatiebehoefte van Rijks-

waterstaat kan worden voorzien. Het gaat om de kwaliteitsinformatie van gegevens,

hoe Rijkswaterstaat met een verschil omgaat en de kwaliteit geleverd krijgt die be-

nodigd is. Tegengesteld hieraan heeft een externe partij ook belang bij betrouwbare

gegevens en de kwaliteit hiervan. Bij informatie-uitwisseling moeten goede afspra-

ken gemaakt worden over de te leveren informatie, de kwaliteit hiervan en de leve-

ringsfrequentie van de meest actuele gegevens.

Uit deze bevindingen kunnen enkele voorstellen voor een samenwerking tussen

externe partijen en Rijkswaterstaat volgen. Hieruit kan Rijkswaterstaat voordelen

halen met betrekking tot mogelijkheden hoe een landelijk beleid ingericht kan wor-

den, door gebruik te maken van informatie uit de samenwerking. De Gasunie en

Alliander representeren natuurlijk niet de algemene situatie qua mogelijke samen-

werking van externe partijen met Rijkswaterstaat. Er is meer onderzoek nodig naar

andere externe partijen van kabel- en leidingeigenaren om de algemene situatie en

mogelijkheid tot samenwerking te bepalen.

Page 168: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 168 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

De Gasunie en Alliander geven wel een goed beeld van mogelijke samenwerking

met Rijkswaterstaat, de bevindingen hiervan staan gegeven in de volgende subpa-

ragrafen.

8.3.1 Gasunie

In deze sub-paragraaf worden de bevindingen over een mogelijke samenwerking

van de Gasunie met Rijkswaterstaat gegeven. De Gasunie is leidingeigenaar en

zorgt voor het gastransport vanaf de inwinning naar de energieleveranciers, een

voorbeeld hiervan is Alliander. De leidingen van de Gasunie behoren tot de hoogste

risicocategorie. Daarom is de Gasunie representatief voor externe samenwerkingen

in dit onderzoek.

De Gasunie heeft voor alle gasleidingen het KLIC-thema “buisleidingen gevaarlijke

inhoud” (zie paragraaf 4.1). De Gasunie voelt zich er dan ook verantwoordelijk voor

om goed met de risico’s en gegevens om te gaan en hanteert hier een goed beleid

voor. Ook is de Gasunie aanwezig wanneer er graafwerkzaamheden zijn bij haar

leidingen. Uit het onderzoek kwam de Gasunie over als een betrouwbare partij,

waarop Rijkswaterstaat kan vertrouwen.

Aan de ene kant wil Rijkswaterstaat als beheerder van het gebied zelf de risico’s

goed inschatten, maar aan de andere kant moet Rijkswaterstaat eigenlijk kunnen

vertrouwen op het risicobeleid van eigenaren, in dit geval de Gasunie. De vraag is,

hoe betrouwbaar de gegevens van de Gasunie werkelijk zijn voor Rijkswaterstaat.

De bevindingen zijn ingedeeld in bruikbare informatie voor Rijkswaterstaat en daar-

na de bruikbare informatie voor de Gasunie. Hieruit volgt de bevinding over eventu-

ele samenwerking van de Gasunie met Rijkswaterstaat.

Bruikbare informatie voor Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat kan veel informatie die de Gasunie over zijn leidingen heeft gebrui-

ken. De Gasunie bepaalt zelf risico’s van haar gasleidingen, (zie het risicobeleid van

de Gasunie in paragraaf 4.1.2.c). Dit zijn uitgebreide risico-inschattingen met veel

risicofactoren in de berekeningen. Uit het interview met de Gasunie voor dit onder-

zoek kwam deze risicobepaling betrouwbaar over. Al komt een externe partij over

als betrouwbaar, professioneel gezien dient Rijkswaterstaat zich te concentreren op

haar rol als handhaver. Het is van belang om altijd te blijven controleren op het

risicobeleid van eigenaren, ook al zijn de gegevens en het beleid van de externe

partij betrouwbaar.

In haar rol en verantwoordelijkheid zou Rijkswaterstaat de informatie over risicobe-

palingen goed kunnen gebruiken. Dit ter controle als vergunningshandhaver maar

ook om verhoogde risico’s aan leidingen voor het beheergebied en rijkswaterstaats-

werken vast te stellen als gebiedsbeheerder. Specifieke leidinggegevens van de

Gasunie als de ligging, diepte en bedekking zijn gegevens die Rijkswaterstaat goed

kan gebruiken. De Gasunie houdt de gegevens goed bij waardoor de kwaliteit gega-

randeerd is.

De risicobepaling en de leidinggegevens van de Gasunie zijn bruikbaar en uit dit

onderzoek (met zekere terughoudendheid) betrouwbaar geschat voor Rijkswater-

staat. Als gebiedsbeheerder in vergunningverlener en handhaver en het eigen risi-

cobeleid.

Page 169: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 169 van 193

Bruikbare informatie voor Gasunie

De Gasunie wil zelf haar risico bepalen. Voor de risicoberekeningen hebben zij onder

andere het actuele bodemprofiel nodig, om te bepalen of de bedekking over de lei-

ding nog voldoet. Rijkswaterstaat beschikt over de bodemprofielen van hun beheer-

gebied vanuit lodingen en dit is geschikte informatie die de Gasunie graag gebruikt.

Om een samenwerking met de Gasunie mogelijk te maken is het wenselijk dat

Rijkswaterstaat ook haar gegevens van het gebied beschikbaar stelt.

8.3.2 Alliander

In deze subparagraaf worden de bevindingen over een mogelijke samenwerking van

Alliander met Rijkswaterstaat gegeven. Alliander is een leidingeigenaar/beheerder

en zorgt voor de distributie van gas en elektriciteit vanaf grote transportmaatschap-

pijen als de Gasunie naar de eindgebruikers. Veel gasleidingen en elektriciteitska-

bels in de grond zijn eigendom van Alliander. Doordat Alliander voor de distributie

van energie naar eindgebruikers zorgt, komt dit bedrijf voornamelijk in aanraking

met gemeentes en minder vaak met Rijkswaterstaat. Daarom belicht Alliander ten

opzichte van de Gasunie een ander aspect voor dit onderzoek met betrekking tot

samenwerking met externe partijen.

Alliander en Rijkswaterstaat kunnen elkaar van dienst zijn met het uitwisselen van

informatie. Rijkswaterstaat heeft als beheerder van het gebied belang bij de risico-

berekeningen en opgeslagen data van Alliander. Hier tegenover heeft Rijkswater-

staat ook bruikbare informatie voor Alliander. In veel opzichten qua instellingen in

het risicobeleid lijkt Alliander op de Gasunie. Zij zijn ook in bepaalde gevallen aan-

wezig wanneer er gegraven wordt. Een verschil is dat Alliander minder druk op haar

gasleidingen heeft dan de Gasunie en daarom minder risico’s heeft. Alliander kwam

tijdens het interview voor het onderzoek betrouwbaar over in haar risicobeleid,

waarop Rijkswaterstaat kan vertrouwen.

Aan de ene kant wil Rijkswaterstaat als beheerder van het gebied zelf de risico’s

goed inschatten, maar aan de andere kant moet Rijkswaterstaat eigenlijk kunnen

vertrouwen op het risicobeleid van eigenaren, in dit geval Alliander.

Bruikbare informatie voor Rijkswaterstaat:

Net als bij de Gasunie kan Rijkswaterstaat veel gegevens gebruiken die Alliander

heeft over haar kabels en leidingen. Alliander bepaalt zelf ook risico’s en net als bij

de Gasunie bevat de risicobepalingen berekeningen met vele factoren. Ook hier

kwam deze risicobepaling betrouwbaar over, maar zoals eerder is opgemerkt blijft

het noodzakelijk en professioneel dat Rijkswaterstaat als handhaver controleert op

het risicobeleid van eigenaren. Rijkswaterstaat kan de informatie uit de risicobepa-

lingen goed gebruiken. Als vergunningshandhaver maar ook als beheerder van het

gebied om risico’s voor het beheergebied vast te stellen.

Ook zijn de specifieke gegevens van Alliander als de ligging, diepte en bedekking

van de kabels leidingen van belang voor Rijkswaterstaat. Alliander is wettelijk ver-

plicht als eigenaar om deze gegevens goed bij te houden. De gegevens die Alliander

bijhoudt zijn voldoende voor Rijkswaterstaat.

De gegevens van de risicobepaling en kabel- en leidinggegevens van Alliander zijn

goed en betrouwbaar voor Rijkswaterstaat.

Page 170: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 170 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Bruikbare informatie voor Alliander:

Het zal voor Alliander helpen wanneer zij van Rijkswaterstaat actuele bodemprofie-

len toegestuurd krijgen. Deze informatie kan zij dan meenemen in haar risicobere-

keningen. Ook kan zij dan zelf nagaan of zij nog aan de dekkingseis van elke ver-

gunning blijft voldoen. Zo niet, dan kan Alliander in overleg gaan met Rijkswater-

staat over de manier waarop een te groot risico voor de kabel of leiding kan worden

vermeden en aan de vergunningsvoorwaarde voldaan blijft.

Alliander geeft aan dat het hun tot nut zal zijn wanneer het registreren van de z

waarde nationaal verplicht wordt bij KLIC. Alliander heeft deze behoefte omdat het

steeds drukker wordt onder de grond met kabels en leidingen van derden, dit komt

natuurlijk duidelijk naar voren bij gemeentegrond. Alliander heeft behoefte aan in-

formatie over de x, y en z van de bodemligging.

Ook bij de samenwerking met Alliander net als bij de samenwerking met de Gas-

unie, is het wenselijk dat Rijkswaterstaat haar gegevens van het gebied beschikbaar

stelt. Dit zijn voornamelijk actuele bodemprofielen van de beheergebieden vanuit

lodingen.

Alliander heeft specifiek aangegeven veel belang bij de Z waarden te hebben, het-

zelfde belang heeft Rijkswaterstaat zoals er in de bevindingen naar voren is geko-

men. Mogelijk kan de z waarde als verplicht onderdeel worden ingesteld door de

WION.

8.3.3 Mogelijke samenwerking

De externe partijen (Gasunie en Alliander) en Rijkswaterstaat hebben bruikbare

gegevens voor elkaar. Door dit uit te wisselen en beschikbaar te stellen aan elkaar

kunnen zij het werk omlaag brengen en beter omgaan met de risico’s aan kabels en

leidingen.

Bruikbare informatie voor alle partijen

Rijkswaterstaat kan gegevens van de risicobepaling van de Gasunie en Alliander

gebruiken. Als vergunningverlener en handhaver om externe partijen te beoordelen

op hun risicobepalingen, risicobeleid of de externe partij zich aan de vergunning

houdt. In een professionele relatie tot eigenaren concentreert Rijkswaterstaat zich

op haar rol als handhaver en neemt geen taken over van de eigenaar.

Als beheerder van het gebied kan Rijkswaterstaat zelf mogelijk de risicobepaling

gebruiken. Dit om een eigen risico-inschatting of -classificatie te maken en/of om

vast te stellen wanneer er een verhoogd risico is voor het beheergebied of Rijkswa-

terstaatswerken en hierna te handelen in haar rol.

Alliander en de Gasunie kunnen het actuele bodemprofiel van Rijkswaterstaat ge-

bruiken om hun risicobepaling nog actueler en betrouwbaarder te maken. Een risi-

coclassificatie is alleen juist bij actuele gegevens. Het is in belang van Rijkswater-

staat dat de Gasunie en Alliander een goed risico- en gegevensbeleid hanteren, zo-

dat de regionale diensten hierop kunnen vertrouwen.

Alliander heeft specifiek aangegeven informatiebehoefte te hebben naar de diepte

van andere kabels en leidingen en dat het gewenst zou zijn als KLIC deze informatie

bevat. Alliander en Rijkswaterstaat zouden beide baat hebben wanneer de z waarde

een verplicht onderdeel van KLIC wordt. Misschien lukt het om eigenaren nationaal

verplicht te stellen dat de z waarde opgeslagen en beheert moet worden en bij KLIC

geregistreerd staat.

Page 171: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 171 van 193

Voor een samenwerking met externe partijen moeten er juiste afspraken gemaakt

worden over: welke gegevens, beschikbaarheid en de toegankelijkheid hiervan,

kwaliteit, hoeveelheid en leveringsfrequentie van de gegevens en hoe dit beheerd

wordt en de kwaliteit behouden blijft. Door dit te doen helpen Rijkswaterstaat en

eigenaren elkaar, ze verlichten elkaars taken en maken risico’s nog actueler bekend.

Hierdoor wordt de veiligheid omhoog gebracht en de maatschappelijke kosten kun-

nen omlaag worden gebracht.

Rijkswaterstaat heeft met een goede samenwerking een grotere zekerheid dat de

veiligheid van hun gebieden en Rijkswaterstaatswerken niet door de kabels en lei-

dingen van derden verkleind worden.

8.4 Landelijk beleid

Deze paragraaf houdt de bevindingen in over landelijk beleid van Rijkswaterstaat

met betrekking tot kabels en leidingen.

Met een landelijk beleid wordt er landelijk een beleidsrichting aangehouden binnen

één of meerdere onderwerpen. Het aanhouden van een beleid is essentieel voor het

functioneren binnen een grote complexe organisatie als Rijkswaterstaat. Een organi-

satie als Rijkswaterstaat heeft een beleidsrichting nodig om binnen verschillende

uitvoerende diensten op te kunnen treden als één organisatie.

Om de informatievoorziening van Rijkswaterstaat efficiënt en bestuurbaar in te rich-

ten, wordt er landelijk een beleidsrichting ingesteld voor regionale diensten. Hier-

mee worden regionale diensten landelijk ondersteund en aangestuurd op hun beleid

in verantwoordelijkheden, taken en informatievoorzieningen in het beheergebied.

Tevens wordt de houding van Rijkswaterstaat ten opzichte van externe partijen in

het landelijk beleid bepaald.

De bevindingen uit de vorige paragrafen over informatiebehoefte, opslag en beheer

en de samenwerking met externe partijen belichten de huidige situatie binnen de

informatievoorziening van kabels en leidingen. Ook is het regionaal beleid qua risi-

co- en gegevensbeheer toegelicht.

In deze paragraaf wordt eerst de relatie tussen een landelijk beleid en de informa-

tievoorziening gegeven. Daarna volgen de bevindingen over wat een algemeen be-

leid van Rijkswaterstaat kenmerkt. Met als slot de bevindingen over de huidige situ-

atie in een landelijk beleid en de informatievoorziening van kabels en leidingen.

8.4.1 Relatie tot informatievoorziening

Een landelijk beleid kan zorgen voor strategie en sturing in de informatievoorziening

van kabels en leidingen.

Informatiebehoefte

In een landelijk beleid horen taken en verantwoordelijkheden in de beheergebieden

van Rijkswaterstaat benoemd te zijn. Zo’n beleidsrichting maakt Rijkswaterstaat

landelijk en regionaal in de informatievoorziening efficiënt en bestuurbaar. Wanneer

deze taken en verantwoordelijkheden benoemd zijn, komen er als het goed is infor-

matiebehoeften naar voren die passen bij de primaire processen van Rijkswater-

Page 172: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 172 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

staat. Een beleidsrichting geeft sturing aan de informatievoorziening van kabels en

leidingen. Het is gewenst in een beleid dat dit eenduidig is.

Wanneer de informatiebehoefte is vastgesteld, wordt er in het beleid een strategie

aangenomen om efficiënt te voorzien in de behoeften.

Dit bestaat uit de benodigde gegevens die beschikbaar worden gesteld in opslag en

beheer en de inwinning van kabel- en leidinggegevens.

Opslag en beheer:

In het aspect opslag en beheer van de informatievoorziening, worden de benodigde

gegevens om te voorzien in de informatiebehoefte opgeslagen en beschikbaar ge-

steld. Er is een beleidsrichting nodig om de opslag en beheer van gegevens met

datamanagement efficiënt in te richten. Dit wordt bereikt met beleidssturing en

strategie.

Een landelijk beleid hoort sturing te geven in hoeverre regionale diensten de opslag

en beheer van gegevens moeten overlaten aan eigenaren en/of zelf kabel- en lei-

dinggegevens moeten opslaan en beheren. Een beleidsrichting in het gebruik van de

systemen GIS en/of KLIC en in de organisatie van de opslag en beheer van de ge-

gevens, het datamanagement genoemd.

Welke uitgangpunten van datamanagement worden in opslag en beheer aangehou-

den en hoe?

Data bij de bron

Enkelvoudige opslag, meervoudig gebruik

Met een strategie wordt het datamanagement efficiënt ingericht, welke gegevens er

met opslag beschikbaar gesteld dienen te worden, hoe de kwaliteit behouden kan

blijven met beheer. Ook moet er in de strategie rekening gehouden worden met

welke kwaliteit er vereist is en hoe er met een eventueel verschil in de kwaliteitsin-

formatie wordt omgegaan.

Inwinning:

In het beleid wordt een strategie opgenomen hoe gegevens efficiënt kunnen worden

ingewonnen; waar de gegevens vandaan worden gehaald, welke gegevens, meet-

en leveringsfrequentie en de kwaliteit hiervan.

De inwinning van kabel- en leidinggegevens blijkt vooral te gaan via het KLIC-

systeem en contacten met eigenaren. Dit omdat Rijkswaterstaat zich in een landelijk

beleid richt op de strategie; eenmalige inwinning met meervoudig gebruik. Ook om-

dat de inmeting van kabels en leidingen bij aanleg het meest nauwkeurig is en eige-

naren over de gegevens van hun eigendom beschikken.

In de informatiebehoefte is vastgesteld naar welke kabel- en leidinggegevens er

behoefte is. Daarin hoort de behoefte naar meet- en leveringsfrequentie en kwaliteit

ook meegenomen te worden.

Samenwerking met externe partijen:

Samenwerking met externe partijen is voor dit onderwerp essentieel en moet in het

beleid opgenomen worden.

Kabel- en leidingeigenaren zijn verantwoordelijk voor hun eigendom en behouden

daarom het bronbestand van hun kabel- en leidinggegevens. Wanneer Rijkswater-

staat over kabel- en leidinggegevens wil beschikken kunnen zij het beste data bij de

bron vandaan halen. Zoals eerder is aangegeven is de inmeting bij aanleg het meest

Page 173: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 173 van 193

nauwkeurig en richt Rijkswaterstaat zich op informatie-uitwisseling. Door het KLIC-

systeem worden kabel- en leidinggegevens nationaal geregistreerd en beschikbaar

gesteld. Dit past bij de beleidsrichting in opslag en beheer en de inwinning van ge-

gevens.

Maar de kwaliteitsinformatie van de gegevens uit KLIC voldoet niet altijd aan de

informatiebehoeften van Rijkswaterstaat. Ook is in het vergunnings- en handha-

vingstraject samenwerking gewenst om een hogere veiligheid te behalen in het ge-

zamenlijke risicobeleid.

Daarom zouden er verbeteringen te behalen zijn in de informatievoorziening wan-

neer externe samenwerking wordt meegenomen in een landelijk beleid.

Regionaal beleid ten opzichte van landelijk beleid:

Regionale diensten hanteren een beleid met betrekking tot kabels en leidingen

waarin hun verantwoordelijkheden, taken en informatievoorziening geregeld zijn.

Ook hoe zij met de informatievoorziening van kabels en leidingen omgaan, welke

informatiebehoeften er zijn en hoe er met het opslag en beheer en de inwinning van

gegevens wordt omgegaan. Met een landelijk beleid wil Rijkswaterstaat kunnen

optreden als één organisatie en de informatievoorziening efficiënt en bestuurbaar

inrichten. Binnen het landelijk beleid kan rekening gehouden worden met regionale

verschillen.

Kabels en leidingen binnen Nederland en Rijkswaterstaat

Nationaal moet er binnen Nederland in de informatievoorziening gekeken worden

naar samenwerking tussen KLIC, externe partijen, kabel- en leidingeigenaren en

Rijkswaterstaat. Nationaal gezien kan dit toevoeging geven aan de inrichting van de

informatievoorzieningen en het beleid van iedere betrokkene met betrekking tot

kabels en leidingen.

Intern bij Rijkswaterstaat dient een landelijk beleid voor sturing, strategie en effici-

entie te zorgen in (voor, denk ik) de informatievoorziening van kabels en leidingen.

In de volgende paragraaf worden de bevindingen gegeven over wat een algemeen

landelijk beleid van Rijkswaterstaat kenmerkt.

8.4.2 Algemene kenmerken van een landelijk beleid.

Deze subparagraaf houdt de bevindingen in over wat een algemeen beleid binnen

Rijkswaterstaat kenmerkt. Er is binnen Rijkswaterstaat een visie hoe een beleid er

in het algemeen uit dient te zien. Kenmerken hiervan zijn uniformiteit, verantwoor-

delijkheid waar deze hoort en eenmalige inwinning met enkelvoudige opslag en

meervoudig gebruik. Deze kenmerken worden in de volgende bevindingen beschre-

ven.

Uniform:

In een landelijk beleid is uniformiteit essentieel om binnen verschillende landelijke

en regionale diensten te kunnen optreden en functioneren als één organisatie. Lan-

delijk horen regionale diensten uniform ondersteund en aangestuurd te worden, in

hun werk en bij de informatievoorziening.

Beleidssturing

Beleidssturing op dit terrein staat bij Rijkswaterstaat ook bekend als informatiema-

nagement. In de beleidssturing wordt door een verantwoordelijke informatiemana-

ger een landelijk uniform beleid gecoördineerd.

Page 174: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 174 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Een beleidssturing wordt natuurlijk binnen Rijkswaterstaat in overleg met regionale

diensten gecoördineerd, zodat dit zoveel mogelijk past bij de verantwoordelijkheden

en belangen van iedere regionale dienst.

In beleidssturing zijn er veel voordelen te behalen wanneer het informatiemanage-

ment op orde is. Zo kan er een landelijke regie gevoerd worden en kunnen er ka-

ders en prioriteiten gesteld worden. Hierdoor is het in de beleidssturing mogelijk om

de informatievoorziening aan te sturen en regionale diensten te ondersteunen en

aan te sturen in hun beheertaken.

Wanneer een uniforme informatievoorziening wordt nagestreefd, is het gewenst dat

er regionaal eenduidige informatiebehoeften naar voren komen, gebruik wordt ge-

maakt van dezelfde informatie-inwinning en dezelfde beleidsrichtlijnen in opslag en

beheer nagestreefd worden. In beleidssturing is het van belang dat al deze verant-

woordelijkheden, taken en aspecten van de informatievoorziening uniform gecoördi-

neerd worden met informatiemanagement.

Beleid in opslag en beheer

Vanuit de DID wordt een beleid voor de opslag en beheer van gegevens gecoördi-

neerd. Dit kan pas gecoördineerd worden wanneer de beleidssturing, het informa-

tiemanagement op orde is.

De beleidsrichting in opslag en beheer is het aanhouden van datamanagement uit-

gangpunten. Deze uitgangpunten staan beschreven in de volgende bevindingen.

Wanneer de uitgangspunten van datamanagement aangehouden worden, wordt

uniformiteit in de organisatie van opslag en beheer bereikt.

Naast beleidsrichting is het ook van belang dat diensten hetzelfde systeem of sys-

temen gebruiken.

Het gebruik van een systeem of systemen voor de opslag en beheer van gegevens

kan pas landelijk uniform gemaakt worden wanneer het bekend is welke informatie-

behoeften er spelen bij regionale diensten. Dit systeem moet namelijk ingericht zijn

op de informatiebehoeften en bruikbaar zijn voor de regionale diensten als dit lan-

delijk gebruikt dient te worden. Een mogelijkheid om dit te bereiken is er vanuit

gaan dat het systeem opslag dient te bieden voor de meest uitgebreide informatie-

behoeften en situatie die er speelt bij een regionale dienst. Daarin kan dit onderzoek

de eerste stap voor de DID zijn in een uniform systeem coördineren, omdat de in-

formatiebehoeften geïnventariseerd zijn.

Het is van belang om een systeem voor opslag en beheer uniform te houden. Wan-

neer er binnen Rijkswaterstaat hetzelfde systeem voor opslag en beheer gebruikt

wordt, kan er makkelijker in de informatiebehoeften voorzien worden.

Ook zijn de kosten dan aanzienlijk lager dan bij een grote hoeveelheid systemen.

Verantwoordelijkheid waar die hoort

Verantwoordelijkheid houden waar die hoort is een beleidsrichting die Rijkswater-

staat landelijk wil aanhouden.

Een landelijk beleid is van belang om de verantwoordelijkheid te houden waar deze

wettelijk hoort en nationaal geen dubbel werk te verrichten. Wanneer er onjuiste

interpretaties van verantwoordelijkheden zijn, neemt Rijkswaterstaat taken op zich

die bij een andere instantie zijn ondergebracht. Dit is een ongewenste situatie aan-

gezien de resultaten uit deze taken al zijn behaald door een andere instantie en

Rijkswaterstaat hier al profijt uit kan halen door gegevens en informatie te delen.

Ook is de uitvoering van dubbel werk ongewenst.

Page 175: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 175 van 193

De verantwoordelijkheid laten liggen waar deze hoort is wel ingewikkeld aangezien

er vertrouwd moet worden op de uitvoering van de andere instantie. Ook is er min-

der controle omdat de uitvoering niet zelf gedaan is. Nog een ingewikkeld aspect is

dat er gegevens en informatie uitgewisseld moet worden. Dit verloopt niet altijd

even gemakkelijk.

Eenmalige inwinning, meervoudig gebruik

Eenmalige inwinning met meervoudig gebruik is een beleidsrichting die Rijkswater-

staat landelijk wil aanhouden. Met eenmalige inwinning en meervoudig gebruik

wordt de informatievoorziening efficiënt ingericht. Informatie-inwinning, door middel

van metingen en/of informatie-uitwisseling vergt werkinzet en middelen. Wanneer

de inwinning eenmalig gebeurt en de data voor meerdere toepassingen gebruikt

wordt, zijn er voordelen te behalen in de informatievoorziening.

Bij de inwinning van data moet er al rekening gehouden worden dat deze data dan

voor meerdere toepassingen gebruikt kan worden. Dit maakt het zo dat de inge-

wonnen data moet voorzien in de informatiebehoeften.

In het beleid dient een strategie opgenomen te worden, hoe gegevens efficiënt kun-

nen worden ingewonnen; waar de gegevens vandaan worden gehaald, welke gege-

vens, meet- en leveringsfrequentie en kwaliteit hiervan. De kwaliteit van de inge-

wonnen data moet voorzien in de informatiebehoeften.

Data bij de bron en enkelvoudige opslag

De organisatie rond de opslag en beheer van gegevens wordt ook datamanagement

genoemd. Uitgangspunten bij datamanagement zijn data bij de bron en enkelvoudi-

ge opslag met meervoudig gebruik. Deze uitgangspunten in datamanagement zijn

een beleidsrichting die Rijkswaterstaat landelijk wil aanhouden. Hiermee wordt de

informatievoorziening efficiënter ingericht.

Het bronbestand behoudt de hoogst mogelijke kwaliteit. Daarom blijft de kwaliteit

het best gegarandeerd, wanneer data bij de bron gehouden wordt en dit bestand

goed beheerd blijft. Het aanhouden van de beleidsrichting in enkelvoudige opslag

met meervoudig gebruik, zorgt ervoor dat er geen datakopieën circuleren. Kopieën

van datasets moeten zoveel mogelijk vermeden worden omdat hiermee verwarring

wordt voorkomen. Kopieën lopen vaak uiteen en zijn moeilijk te controleren (ver-

schillende versies). Ook leidt dubbele opslag vaak tot kwaliteitsvermindering en dat

is ongewenst.

8.4.3 Huidige situatie:

Deze subparagraaf houdt één bevinding in. Dat is dat er momenteel geen landelijk

beleid wordt toegepast op kabels en leidingen. Uit dit onderzoek is geconcludeerd

dat veel bevindingen uit dit hoofdstuk zijn terug te voeren op een gebrek aan een

landelijk beleid.

Momenteel wordt er geen effectief landelijk beleid toegepast op de informatievoor-

ziening rond kabels en leidingen. Dit geeft bij regionale diensten onduidelijkheden

en problemen in de informatievoorziening, verantwoordelijkheden en taken met

betrekking tot kabels en leidingen. Dit is een ongewenste situatie.

Page 176: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 176 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Kenmerken van een algemeen beleid zijn besproken:

Gecoördineerde uniforme beleidssturing en beleid in opslag en beheer.

Verantwoordelijkheid waar die hoort.

Eenmalige inwinning, meervoudig gebruik.

Data bij de bron en enkelvoudige opslag met meervoudig gebruik.

Omdat er momenteel geen landelijk beleid wordt toegepast op kabels en leidingen,

zijn deze kenmerken ook niet in de huidige situatie terug te vinden.

Er is momenteel geen verantwoordelijke of meerdere verantwoordelijken aangesteld

die het op zich nemen om een uniform beleid te coördineren. Hierdoor is er geen

beleidssturing en geen of een gebrekkig beleid voor opslag en beheer. Bij gebrek

aan een coördinerende factor geven regionale diensten een eigen invulling aan hun

regionaal beleid. Hierdoor heerst nu de situatie dat regionale diensten een verschil-

lend beleid hanteren met betrekking tot kabels en leidingen.

Er is landelijk geen uniformiteit en er worden verschillende invullingen gegeven aan

verantwoordelijkheid waar die hoort, gebruik van systemen in opslag en beheer,

inwinning en datamanagement.

Zonder verantwoordelijken is er geen landelijk coördinerende factor. Dit maakt aan-

sturing en ondersteuning van de regionale diensten moeilijk.

Veel bevindingen uit dit hoofdstuk komen niet overeen met hoe Rijkswaterstaat

informatievoorziening wil inrichten en kijkt naar beleidssturing. Een landelijk beleid

is essentieel om binnen verschillende diensten te functioneren en op te treden als

Rijkswaterstaat. Het onderwerp kabels en leidingen heeft een redelijke omvang in

het areaal van Rijkswaterstaat en heeft aandacht op nationaal niveau. Het inrichten

van een landelijk beleid dient aandacht te krijgen in het advies.

Page 177: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 177 van 193

9 Advies

In dit onderzoeksrapport is er onderzoek gedaan naar de informatievoorziening van

kabels en leidingen. De bevindingen van dit onderzoek komen uit het onderzoeks-

rapport en ervaringen tijdens de stageperiode.

In hoofdstuk 1 van dit rapport is aangegeven, dat Rijkswaterstaat door haar ver-

antwoordelijkheid in het beheergebied, belang heeft bij een goede informatievoor-

ziening. Het onderwerp kabels en leidingen heeft een redelijke omvang in het areaal

van Rijkswaterstaat en heeft aandacht op nationaal niveau. Momenteel is er ruimte

voor verbetering in de informatievoorziening van kabels en leidingen. Door de om-

vang van het onderwerp en belangen van Rijkswaterstaat is het gewenst dat de

informatievoorziening van kabels en leidingen wordt verbeterd.

Dit afstudeeronderzoek is opgestart om een begin te maken in de verbetering van

de informatievoorziening. Met dit onderzoek zijn problemen en onduidelijkheden in

de informatievoorziening gelokaliseerd. Met dit onderzoeksproduct wordt er uit de

bevindingen, een opgebouwd advies gegeven over de informatievoorziening rond

kabels en leidingen. Met dit advies kan Rijkswaterstaat zelf haar informatievoorzie-

ning kan verbeteren.

Het advies wordt gegeven met een voorstel betreffende de informatievoorziening

met een mogelijkheid van drie scenario’s. Een uitzondering in dit advies is de dienst

Noordzee, hier wordt aandacht aan besteed in paragraaf 9.5. Als afsluiting wordt

een advies gegeven over de inwinning van kabel- en leidinggegevens door middel

van meettechnieken.

Het onderzoek heeft zich beperkt tot kabels en leidingen in het natte areaal van

Rijkswaterstaat en niet alle regionale diensten zijn bezocht. Toch denken wij dat dit

advies een bredere toepassing heeft.

9.1 Voorstel betreffende informatievoorziening

Om de informatievoorziening te verbeteren geven wij het advies om een landelijk

beleid in te stellen. Dit landelijk beleid dient ingericht te worden met de bevindin-

gen, adviezen en scenario’s die in dit onderzoek gegeven worden. Het advies en de

scenario’s geven de hoofdlijnen aan hoe een landelijk beleid eruit zou kunnen zien.

De bevindingen uit het vorige hoofdstuk geven aan waar verbeteringen mogelijk zou

zijn. Een inzicht voor een specifiekere inrichting van het landelijk beleid, om de hui-

dige situatie te verbeteren.

Met een landelijk beleid zou de informatievoorziening aanzienlijk verbeteren omdat

regionale diensten aangestuurd en ondersteund kunnen worden in hun taken, ver-

antwoordelijkheden en informatievoorziening betreffende kabels en leidingen. Met

een beleidssturing en ondersteuning kan de huidige situatie verbeteren, omdat er

verduidelijking gegeven kan worden in de omgang met kabels en leidingen en de

inrichting van de informatievoorziening. Los van de beleidsinrichting geeft een lan-

delijk beleid alleen al verbetering aan de huidige situatie, omdat men weet hoe er

gehandeld dient te worden en waar informatie en kabel- en leidinggegevens van-

daan gehaald kunnen worden.

Page 178: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 178 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Onderdelen van een landelijk beleid:

relatie tot kabel- en leidingeigenaren,

risico aanpak formuleren,

beleid rond opslag en ontsluiting van gegevens.

9.1.1 Algemene verbeteringen

Met het inrichten en instellen van een landelijk beleid, dienen de volgende algemene

verbeteringen worden opgenomen.

Aanspreekpunt

Vanuit één landelijke dienst moet regie op dit onderwerp gevoerd worden. Het on-

derwerp is een onderdeel van het assetmanagement van Rijkswaterstaat. Er moeten

meerdere verantwoordelijken zijn aangewezen als coördinatoren. Om verbetering in

de informatievoorziening mogelijk te maken, is een coördinator met voldoende ken-

nis over informatiemanagement en kabels en leidingen nodig. Deze coördinator kan

zorgen voor een beleidssturing en ondersteuning waarin regie gehandhaafd wordt

en er kaders en prioriteiten gesteld worden. Regionale diensten kunnen hiermee

terugvallen op een aanspreekpunt voor ondersteuning betreffende kabels en leidin-

gen. Ook voor externe partijen kan hij het aanspreekpunt zijn.

Verantwoordelijkheden benoemd te worden

Om verbetering in de informatievoorziening mogelijk te maken moeten de verant-

woordelijkheden van regionale diensten benoemd worden. Het moet duidelijk zijn

welke verantwoordelijkheden een regionale dienst heeft als beheerder van het ge-

bied met betrekking tot kabels en leidingen en ook welke verantwoordelijkheden zij

niet hebben. Uitgangspunten hiervan zijn risicobeheersing en informatievoorziening.

Risicobeheersing:

Het is landelijk onduidelijk waar de verantwoordelijkheid voor de risico’s precies ligt.

Regionaal wordt er verschillend omgegaan met een risicobeleid voor kabels en lei-

dingen van derden. Er moet duidelijk benoemd worden welke verantwoordelijkheid

een regionale dienst heeft als beheerder van het gebied met betrekking tot de risi-

co’s die kabels en leidingen met zich meebrengen.

Informatievoorziening:

Het is landelijk onduidelijk hoe de informatievoorziening van kabels en leidingen

ingericht hoort te zijn. Regionaal wordt er verschillend omgegaan met de informa-

tievoorziening van kabels en leidingen. Informatiebehoeften zijn niet eenduidig en

het is onduidelijk in hoeverre regionale diensten kabel- en leidinggegevens zelf

moeten opslaan en/of dit moeten overlaten aan eigenaren en KLIC. Er moet duide-

lijk benoemd worden hoe regionale diensten horen om te gaan met de informatie-

voorziening van kabels en leidingen. Er zijn een aantal voorstellen door middel van

de scenario’s. Dit komt aan bod met dit advies.

Page 179: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 179 van 193

9.1.2 Aanpak kabels en leidingen

Deze subparagraaf houdt het advies in hoe de informatievoorziening ingericht kan

worden met betrekking tot eigen kabels en leidingen en kabels en leidingen van

derden.

Eigen kabels en leidingen:

Kabels en leidingen die eigendom zijn van Rijkswaterstaat moeten aan de verplich-

tingen van de WION voldoen. Uit de wettelijke verplichtingen als eigenaar moeten

regionale diensten de gegevens van hun eigendom bijhouden, zorgen dat er aan de

vergunningseisen voldaan wordt, hun eigendommen onderhouden worden, risico’s

moeten bekend zijn en ingeperkt worden, eigendommen moeten in KLIC geregi-

streerd staan en eventuele problemen moeten worden opgelost. De wet WION geeft

de minimale verplichtingen aan en daar moeten de eigendommen van Rijkswater-

staat aan voldoen.

Kabels en leidingen van derden:

Het advies voor kabels en leidingen van derden houdt in dat er een landelijk beleid

moet worden ingericht en ingesteld. Momenteel zorgt de afwezigheid van een lande-

lijk beleid voor problemen en onduidelijkheden in de informatievoorziening. Het

inrichten en instellen van een landelijk beleid zou de informatievoorziening aanzien-

lijk verbeteren. Er kunnen centraal afspraken gemaakt worden met grote partijen

als de Gasunie en Alliander. Verder kan er centraal meer invloed op het KLIC-

systeem worden uitgeoefend, bijvoorbeeld voor het opnemen van de diepteligging.

In dit advies worden er door middel van drie scenario’s voorstellen gedaan over de

inrichting van een landelijk beleid. De scenario’s geven in hoofdlijnen aan hoe een

landelijk beleid zou kunnen worden ingericht, welke voor- en nadelen dit geeft per

scenario en welke aanbevelingen.

9.2 Scenario 1

Het eerste scenario houdt in dat Rijkswaterstaat zelf alle kabel- en leidinggegevens

beheert die nodig zijn voor de primaire processen. Dit betekent dat Rijkswaterstaat

zelf de verantwoordelijkheid voor kabel- en leidinggegevens op zich neemt en niet

vertrouwt op het risico- en gegevensbeleid van derden en het KLIC-systeem. Voor

regionale diensten geeft dit meer werklast en beheerinspanning, maar met het

voordeel dat regionale diensten in hun verantwoordelijkheid als beheerder van het

gebied niet meer hoeven te vertrouwen op het werk van externe eigenaren. Dit

geeft hun meer directe controle over de veiligheid in hun beheergebied.

Aan dit scenario zijn een aantal voor- en nadelen verbonden, die regionale diensten

ervaren, wanneer er op dit scenario een landelijk beleid wordt ingericht en inge-

steld. Als Rijkswaterstaat voor dit scenario of een vergelijkbaar beleid kiest, zijn er

vanuit het onderzoek een aantal aanbevelingen waarmee de informatievoorziening

verbeterd kan worden.

9.2.1 Voor- en nadelen

Wanneer Rijkswaterstaat zelf kabel- en leidinggegevens beheert, profiteert de uit-

voering (regionale diensten) van een aantal voordelen. Maar aan dit scenario zijn

ook een aantal nadelen verbonden.

Page 180: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 180 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Voordelen

De voordelen die de regionale diensten ondervinden van dit scenario zijn:

Toegankelijkheid:

Wanneer regionale diensten zelf kabel- en leidinggegevens beheren, beschikken zij

direct over de benodigde gegevens voor de informatievoorziening. Op deze manier

wordt de hoogst mogelijke toegankelijkheid behaald. Dit is een groot voordeel van

dit scenario, omdat regionale diensten over deze gegevens moeten beschikken om

hun verantwoordelijkheid als beheerder van het gebied te volbrengen. Met dit sce-

nario zijn de gegevens direct toegankelijk, zonder afhankelijk te zijn van derden.

Eigen risico-evaluatie:

Wanneer regionale diensten direct over kabel- en leidinggegevens beschikken, kan

er een complete eigen risico-evaluatie gemaakt worden. Dit scenario zorgt er name-

lijk voor dat regionale diensten over voldoende gegevens beschikken om een volle-

dige risico-inschatting te maken. Een volledige risico-inschatting houdt in dat de

risico’s van de kabels en leidingen zelf worden ingeschat. Hier dient een risicobeleid

op uitgevoerd te worden voor de veiligheid van het beheergebied.

Dit risicobeleid, specifiek gericht op de kabels en leidingen, is wettelijk een verant-

woordelijkheid van de eigenaar. Met een eigen risico-evaluatie hoeven regionale

diensten niet volledig te vertrouwen op het risicobeleid van derden.

Nadelen

De nadelen die de regionale diensten ondervinden van dit scenario zijn:

(veel werklast en) Beheerinspanning

Wanneer Rijkswaterstaat zelf kabel- en leidinggegevens beheert, moeten regionale

diensten kabel- en leidinggegevens opslaan en beheren in GIS en GVG. Het kost

regionale diensten veel werk om gegevens op een toegankelijke manier beschikbaar

te stellen met opslag binnen de dienst. In opslag moeten regionale diensten zich

ook bezig houden met inhoudelijke aspecten: welke gegevens, leveringsfrequentie,

kwaliteit en nauwkeurigheid.

Dit moet allemaal meegenomen worden in de informatievoorziening van kabels en

leidingen. Daarnaast kost het ook nog veel beheerinspanning om de kwaliteit van de

gegevens te behouden. Beheer is noodzakelijk om de gegevens actueel te houden.

Dit scenario kost regionale diensten veel werklast en beheerinspanning.

Dubbel werk

Kabel- en leidingeigenaren zijn vanuit de WION verantwoordelijk voor hun eigendom

en beschikken daarom over het bronbestand van de kabel- en leidinggegevens. Dat

betekent dat met dit scenario Rijkswaterstaat dezelfde gegevens opslaat en beheert

als eigenaren. Dit houdt in dat er nationaal dubbel werk wordt gedaan door Rijkswa-

terstaat. Ook is dit een verantwoordelijkheid die wettelijk ligt bij kabel- en leidingei-

genaren.

Blijft afhankelijk van derden

Omdat kabel- en leidingeigenaren over het bronbestand van hun eigendom beschik-

ken, blijven regionale diensten afhankelijk van de gegevens die de eigenaren aanle-

veren. Dit maakt dat in dit scenario regionale diensten afhankelijk blijven van eige-

naren, ondanks dat Rijkswaterstaat zelf de verantwoordelijkheid op zich neemt voor

het opslaan en beheer van kabel- en leidinggegevens.

Page 181: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 181 van 193

9.2.2 Aanbevelingen

Wanneer het scenario aangehouden wordt dat Rijkswaterstaat zelf alle kabel- en

leidinggegevens beheerd, zijn er een aantal aanbevelingen wat er in de huidige situ-

atie verbeterd zou moeten worden om de informatievoorziening van kabels en lei-

dingen te kunnen verbeteren.

Aanbevelingen

Aanbevelingen bij het eerste scenario zijn:

Er moet een uniform opslagsysteem zijn binnen Rijkswaterstaat

Wanneer Rijkswaterstaat zelf kabel- en leidinggegevens opslaat en beheert, moet er

een uniform opslagsysteem zijn voor regionale diensten. Dit zou de informatievoor-

ziening van kabels en leidingen verbeteren. Met een uniform dataopslagsysteem kan

landelijk de informatievoorziening makkelijker ingericht worden, uniform in informa-

tie en gebruik. Regionale diensten kunnen in opslag en beheer en datamanagement

makkelijker aangestuurd en ondersteund worden. Een uniform opslagsysteem moet

zo ingericht zijn dat er voorzien kan worden in de meest uitgebreide informatiebe-

hoefte.

Het beheer moet goed geregeld zijn

Wanneer Rijkswaterstaat zelf kabel- en leidinggegevens opslaat, moet het beheer

goed geregeld zijn. Dit omdat regionale diensten de juiste gegevens en kwaliteit

nodig hebben. Er moeten duidelijke afspraken over opslag en beheer en datama-

nagement gemaakt worden, welke gegevens opgeslagen dienen te worden en hoe

de gegevens beheerd moeten worden, zodat de kwaliteit behouden blijft. Ook moet

er meegenomen worden welke kwaliteit er nodig is in de informatievoorziening en

hoe Rijkswaterstaat omgaat met een verschil in de kwaliteitsinformatie. Het is ge-

wenst dat dit uniform gecoördineerd wordt in een landelijk beleid, zodat regionale

diensten landelijk ondersteund en aangestuurd kunnen worden.

9.3 Scenario 2

Het tweede scenario houdt in dat binnen Rijkswaterstaat, regionale diensten zelf

invulling geven aan hun beleid. Dit betekent dat de huidige situatie zoals deze nu is

grotendeels aangehouden wordt. Afhankelijk van de regionale situatie wordt er in-

vulling gegeven aan het beleid en de informatievoorziening. Regionale diensten on-

dervinden hier voordeel van omdat de informatievoorziening en het beleid beter

aansluiten op de regionale situaties. Dit geeft alleen landelijk grote nadelen voor

Rijkswaterstaat als organisatie, uniformiteit wordt niet bereikt en landelijk kunnen

regionale diensten niet ondersteund worden.

9.3.1 Voor- en nadelen

Wanneer regionale diensten zelf invulling geven aan hun beleid, profiteert de uitvoe-

ring (regionale diensten) van een aantal voordelen. Maar aan dit scenario zijn ook

een aantal nadelen verbonden.

Page 182: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 182 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Voordelen

De voordelen die de regionale diensten ondervinden van dit scenario zijn:

Informatievoorziening en beleid sluit beter aan op regionale situatie

Wanneer regionale diensten zelf invulling geven aan hun beleid, kunnen zij de in-

formatievoorziening en het beleid beter laten aansluiten op hun regionale situatie.

Dit is een groot voordeel voor regionale diensten omdat zij dan regionaal de beste

oplossing kunnen toepassen voor hun situatie, zonder aan een landelijke beleids-

richting te hoeven voldoen. Lokaal wordt dan de informatiebehoefte bepaald en lo-

kaal wordt hier de informatievoorziening op ingericht. Het beleid dat regionaal inge-

richt is, kan dan met een lokaal gevonden oplossing de problemen binnen het be-

heergebied oplossen.

Sluit het best aan op de huidige situatie

Wanneer het beleid ingericht wordt met dit scenario, sluit dit het best aan op de

huidige situatie. Dat betekent dat er geen drastische veranderingen in het landelijk

beleid en de informatievoorziening gemaakt moeten worden. Dit geeft Rijkswater-

staat als organisatie minder werk en veranderingen, maar een grote kans dat de

huidige problemen met de informatievoorziening van kabels en leidingen aanblijven.

Nadelen

De nadelen die de regionale diensten ondervinden van dit scenario zijn:

Geen uniformiteit

Wanneer er regionaal invulling gegeven wordt aan het beleid is het onmogelijk om

binnen Rijkswaterstaat als organisatie uniformiteit te behalen. Dit geeft grote nade-

len voor Rijkswaterstaat als organisatie. In een landelijk beleid is uniformiteit nodig

om binnen verschillende regionale diensten te kunnen optreden en functioneren als

één organisatie. Rijkswaterstaat streeft over het algemeen naar uniformiteit in een

landelijk beleid en met dit scenario wordt uniformiteit niet bereikt.

Geen mogelijkheid om gegevens en kennis uit te wisselen

Uniformiteit wordt binnen Rijkswaterstaat nagestreefd, zodat regionale diensten

landelijk ondersteund en aangestuurd kunnen worden in hun taken en informatie-

voorziening. Wanneer dit scenario wordt aangehouden en er regionaal invulling ge-

geven wordt aan het beleid, hebben regionale diensten geen mogelijkheid om gege-

vens en kennis uit te wisselen onderling en met landelijke diensten. Ook kunnen

regionale diensten landelijk niet ondersteund worden.

Informatievoorziening wordt amper verbeterd

Wanneer regionale diensten zelf invulling geven aan hun beleid, is er amper veran-

dering ten opzichte van de huidige situatie. Het grote nadeel hiervan is dat de huidi-

ge problemen dan hoogst waarschijnlijk aanblijven. Dit zorgt ervoor dat er amper

verbetering is in de informatievoorziening van kabels en leidingen.

Kosten op lange termijn

Wanneer regionale diensten zelf invulling geven aan hun beleid, zullen op lange

termijn de kosten toenemen. Meerdere systemen leiden namelijk tot hogere kosten

en ook een vermindering van kwaliteit.

Page 183: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 183 van 193

9.3.2 Aanbevelingen

Wanneer het scenario aangehouden wordt dat regionale diensten zelf invulling blijft

geven aan hun beleid, zijn er een aantal aanbevelingen wat er in de huidige situatie

verbeterd zou moeten worden om de informatievoorziening van kabels en leidingen

te kunnen verbeteren.

Aanbevelingen bij het tweede scenario zijn:

Een centrale regie aanstellen

Wanneer er een centrale regie aangesteld is, kan er met enkele beperkingen uit dit

scenario, wel minimale ondersteuning en aansturing uitgeoefend worden. Omdat

Rijkswaterstaat landelijk problemen ondervindt met kabels- en leidingen is centrale

regie nodig om te kunnen optreden en functioneren als één organisatie.

Systemen die gebruikt worden wel standaardiseren

Het is aan te raden om binnen dit scenario wel de systemen die gebruikt worden te

standaardiseren. Het is namelijk ongewenst wanneer het werk van regionale dien-

sten niet op elkaar aansluit en regionale diensten dubbel werk uitvoeren (opnieuw

het wiel proberen uit te vinden).

9.4 Scenario 3

Het derde scenario houdt in dat Rijkswaterstaat het beheer van alle kabel- en lei-

dinggegevens overlaat aan eigenaren en KLIC. Dit betekent dat Rijkswaterstaat de

verantwoordelijkheid laat waar deze hoort en vertrouwt op het risico- en gegevens-

beleid van derden en op het KLIC-systeem. Het voordeel voor regionale diensten is

dat zij geen werklast en beheerinspanning ondervinden van kabel- en leidinggege-

vens, maar de benodigde gegevens verkrijgen via eigenaren en/of KLIC. Wel moe-

ten regionale diensten in hun verantwoordelijkheid als beheerder van het gebied

vertrouwen op het werk van eigenaren. Dit geeft hun minder directe controle over

de veiligheid in hun beheergebied.

9.4.1 Voor- en nadelen

Wanneer Rijkswaterstaat het beheer van alle kabel- en leidinggegevens overlaat aan

eigenaren en KLIC, profiteert de uitvoering (regionale diensten) van een aantal

voordelen. Maar aan dit scenario zijn ook een aantal nadelen verbonden.

Voordelen

De voordelen die de regionale diensten ondervinden van dit scenario zijn:

(Weinig werklast) geen beheerinspanning

Wanneer Rijkswaterstaat het beheer van alle kabel- en leidinggegevens overlaat aan

eigenaren hoeven regionale diensten zelf geen kabel- en leidinggegevens op te

slaan en te beheren. Het scheelt veel werklast om kabel- en leidinggegevens niet te

hoeven opslaan. Regionale diensten hoeven namelijk niet bezig te zijn met hoe de

juiste gegevens van de juiste kwaliteit op een toegankelijke manier beschikbaar

gesteld kunnen worden in GIS. Ook scheelt dit scenario beheerinspanning, omdat er

geen gegevens opgeslagen zijn hoeven deze ook niet beheerd te worden. Omdat de

verantwoordelijkheid voor opslag en beheer bij de eigenaren liggen, moeten regio-

nale diensten zich bezig te houden met de toegankelijkheid van deze informatie van

derden en de kwaliteitsinformatie hiervan.

Dit scenario scheelt regionale diensten veel werklast en beheerinspanning.

Page 184: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 184 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

1 Bronbestand

Kabel- en leidingeigenaren zijn vanuit de WION verantwoordelijk voor hun eigendom

en beschikken daarom over het bronbestand van hun kabel- en leidinggegevens.

Wanneer Rijkswaterstaat het beheer van alle kabel- en leidinggegevens overlaat aan

eigenaren en KLIC, halen regionale diensten via toegankelijke informatie van derden

de benodigde gegevens uit dit bronbestand wanneer dat nodig is. Voordelen hiervan

zijn dat Rijkswaterstaat geen verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit van de

gegeven en dat de kwaliteit van de kabel- en leidinggegevens beter behouden blijft.

Verantwoordelijkheid ligt waar die hoort

Wanneer Rijkswaterstaat het beheer van alle kabel- en leidinggegevens overlaat aan

eigenaren en KLIC, liggen verantwoordelijkheden waar deze ook wettelijk thuisho-

ren. De WION stelt eigenaren wettelijk verantwoordelijk voor de risico’s, onderhoud,

en het gegevens bijhouden van hun eigendom. Rijkswaterstaat is als beheerder van

het gebied verantwoordelijk om toe te zien op de risico’s voor het beheergebied.

Voor deze taak moeten regionale diensten toegang hebben tot de benodigde kabel-

en leidinggegevens.

Nadelen

De nadelen die de regionale diensten ondervinden van dit scenario zijn:

Er zijn goede afspraken nodig over toegankelijkheid

Wanneer het beheer overgelaten wordt aan eigenaren en KLIC, moeten er goede

afspraken gemaakt worden over de toegankelijkheid van de beschikbare kabel- en

leidinggegevens. Momenteel worden de meeste gegevens via KLIC verkregen, maar

KLIC voldoet niet volledig aan de informatiebehoeften van regionale diensten. Hier-

door blijft Rijkswaterstaat momenteel afhankelijk van toegankelijke informatie van

eigenaren.

Er is vertrouwen nodig in het risicobeleid van derden

Wanneer het beheer wordt overgelaten aan eigenaren en KLIC, moeten regionale

diensten vertrouwen op het risicobeleid van derden. In deze situatie beschikken

regionale diensten namelijk over onvoldoende kabel- en leidinggegevens om een

volledige risico-inschatting te maken. Een volledige risico-inschatting houdt in dat

de risico’s van de kabels en leidingen zelf worden geschat. Hier dient een risicobe-

leid op uitgevoerd te worden voor de veiligheid van het beheergebied. Wettelijk ligt

deze verantwoordelijkheid bij de eigenaar, maar het blijft een nadeel in dit scenario

dat regionale diensten hier maar op moeten vertrouwen.

9.4.2 Aanbevelingen

Wanneer het scenario aangehouden wordt het beheer van alle kabel- en leidingge-

gevens over te laten aan eigenaren en KLIC, zijn er een aantal aanbevelingen wat er

in de huidige situatie verbeterd zou moeten worden om de informatievoorziening

van kabels en leidingen te kunnen verbeteren.

Page 185: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 185 van 193

Aanbevelingen

Aanbevelingen bij het derde scenario zijn:

KLIC zou meer gegevens moeten bevatten dan nu, zoals de diepteligging

KLIC bevat momenteel onvoldoende kabel- en leidinggegevens om volledig te kun-

nen voorzien in de informatiebehoeften van regionale diensten. Het KLIC-systeem

werkt voor grondroerders, eigenaren en Rijkswaterstaat goed. Met dit scenario ver-

trouwen regionale diensten volledig op de beschikbare gegevens van KLIC. Daarom

is een verbetering in het KLIC-systeem noodzakelijk bij dit scenario.

Er moeten eisen aan het risicobeleid van de eigenaar gesteld worden

Als beheerder van het gebied moeten regionale diensten volledig vertrouwen op het

risicobeleid van eigenaren. Daarom zou er verbetering zijn wanneer er eisen aan het

risicobeleid van eigenaren gesteld wordt, aangezien regionale diensten in dit scena-

rio afhankelijk zijn van de eigenaar. Dit zou in de vergunning geregeld moeten wor-

den.

Afspraken maken over toegankelijkheid

Er moeten goede afspraken gemaakt worden over toegankelijkheid van de gege-

vens, omdat regionale diensten in dit scenario afhankelijk zijn van toegankelijke

informatie van derden. Momenteel is er geen uniformiteit bij regionale diensten in

afspraken over toegankelijkheid en de informatievoorziening. De situatie varieert

van gedetailleerde gegevens opvragen bij eigenaren tot volledig vertrouwen op

KLIC.

Er zou landelijk verbetering zijn in de informatievoorziening wanneer er binnen

Rijkswaterstaat uniform afspraken worden gemaakt over de toegankelijkheid van de

benodigde gegevens. Deze aanbeveling is noodzakelijk wanneer er van dit scenario

wordt uitgegaan in de inrichting van een landelijk beleid.

9.5 Uitzondering dienst Noordzee

De situatie, taak en omgeving van de dienst Noordzee vraagt om een uitzondering

in dit advies. Bij andere regionale diensten sluiten de bevindingen en het advies aan

op de situatie en geeft dit een theoretische oplossing voor de regionale verschillen

die er momenteel spelen in de taken, verantwoordelijkheden, informatiebehoefte en

de opslag en beheer van kabel- en leidinggegevens. De situatie bij de dienst Noord-

zee verschilt in zoverre dat er weinig overeenkomsten zijn met andere regionale

diensten, waardoor dit advies met de scenario’s niet van toepassing is op de dienst

Noordzee.

Dit komt voornamelijk doordat KLIC niet geldt binnen het beheergebied van de

Noordzee, het gebied van KLIC staat aangegeven in paragraaf 7.1. Hierdoor ver-

loopt nationaal het beheer van kabel- en leidinggegevens anders en draagt de

dienst Noordzee de verantwoordelijkheid voor de opslag, beheer, kwaliteit en het

compleet zijn van kabel- en leidinggegevens binnen de Noordzee. Toegevoegd hier-

aan draagt de dienst Noordzee ook de algemene verantwoordelijkheid voor de kern-

taken met betrekking tot kabels en leidingen als beheerder van het gebied.

De dienst Noordzee werkt intensief samen met EZ in vergunningverlening en -

handhaving en met kabel- en leidingeigenaren om over alle gegevens van kabels en

leidingen te beschikken. Vanuit het onderzoek zijn er wel een aantal algemene aan-

bevelingen die van toepassing blijven, ook voor de dienst Noordzee.

Page 186: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 186 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Aanbevelingen

Algemene aanbevelingen voor de Noordzee zijn:

Verantwoordelijkheden goed benoemen

Om tussen verschillende instanties goed samen te werken waarbij ieder zijn taak

juist uitvoert, is het belangrijk dat het duidelijk is welke verantwoordelijkheden een

instantie heeft en welke verantwoordelijkheden juist niet. Uitgangspunten zijn voor-

namelijk risicobeheersing en gegevensbeheer en –uitwisseling.

Afspraken over gegevensuitwisseling met de eigenaren en SODM.

Wanneer het duidelijk is wie welke verantwoordelijkheid draagt met het beheren

van kabel- en leidinggegevens, moeten er duidelijke afspraken gemaakt worden

tussen de instanties over de gegevensuitwisseling van kabels en leidingen. Afspra-

ken zijn noodzakelijk, zodat de juiste gegevens worden opgeslagen en beheerd. De

beheerder moet zorgen dat de gegevens actueel gehouden worden en de kwaliteit

behouden blijft. Goede afspraken moeten ervoor zorgen dat de gegevensbeheerder

de juiste kabel- en leidinggegevens verkrijgt en dat de gegevens toegankelijk ge-

noeg blijven voor andere instanties.

In het beleid moet de specifieke situatie van de dienst Noordzee naar voren

komen.

Om een verbetering van de situatie met betrekking tot kabels en leidingen mogelijk

te maken moet in het beleid de specifieke situatie van de dienst Noordzee naar vo-

ren komen. Voornamelijk de risicobeheersing in samenwerking met eigenaren en

het ministerie van Economische Zaken en het beheren van gegevens bij gebrek aan

KLIC. Een algemeen landelijk beleid toegepast op de andere regionale diensten vol-

doet niet.

9.6 Advies voor meettechnieken

Aan de hand van hoofdstuk 5 en 6 zullen in deze paragraaf adviezen voor het ge-

bruik van meettechnieken voor kabels en leidingen beschreven worden. De adviezen

zijn gebaseerd op het toepassingsonderzoek voor bruikbare meettechniek op kabels

en leidingen. Als eerste zal de positiebepaling bij het aanleggen van kabels en lei-

dingen besproken worden, want dit is verreweg het meest nauwkeurig. Vervolgens

wordt advies gegeven over het gebruik van alle meettechnieken.

Inmeten bij aanleg

Als eerste is het van belang dat de kabels en leidingen goed ingemeten worden bij

de aanleg. Dit kan gaan om kabels en leidingen die in een gegraven sleuf onder

water gelegd worden, waarna de kabels en leidingen weer bedekt worden. Ook kan

het zijn dat de kabels en leidingen door middel van boringen onder water door ge-

legd worden.

Bij de aanleg van kabels en leidingen die in een sleuf onder water gelegd worden, is

het verreweg het beste om de kabels en leidingen direct na aanleg in te meten met

een multibeam. Een multibeam kan onder water voor een zo nauwkeurig mogelijke

positiebepaling zorgen ten opzichte van de andere meettechnieken.

Page 187: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 187 van 193

Het aanleggen van kabels en leidingen door middel van boringen, wat steeds vaker

plaatsvindt, zal veel voorkomen onder rivieren en kanalen en in havens. Het is hier-

bij het beste wanneer dit gedaan wordt door middel van een gestuurde boring, zo-

dat de positie later niet nogmaals bepaald moet worden.

Indien nodig kunnen bij de aanleg extra voorzieningen getroffen worden om latere

metingen te vereenvoudigen zoals bijvoorbeeld het leggen van een extra signaalka-

bel.

Naderhand inmeten en controleren van posities (positioneren)

Het advies voor het inmeten, opsporen of controleren van de posities van kabels en

leidingen berust op de beste mogelijkheden voor het toepassen van de meettech-

nieken in de specifieke situaties. Op basis van de eigenschappen van de kabels en

leidingen, zoals de diameter en het materiaal kan een meettechniek gekozen wor-

den. Bij reflectietechnieken moet ook rekening gehouden worden met de reflectie-

eigenschappen van de omgeving ten opzichte van die van de kabels en leidingen. Bij

de potentiaaltechnieken moet rekening gehouden worden met de mogelijkheden van

de technieken in de specifieke situaties. Magnetometers zullen bijvoorbeeld moeilijk

gebruikt kunnen worden in havengebieden, doordat daar veel staal aanwezig zal

zijn. In een dergelijk gebied wordt geadviseerd een andere meettechniek te gebrui-

ken.

Ook kan een combinatie van verschillende meettechnieken zeer nuttig zijn. Het is

vaak nodig een voorbereidende survey uit te voeren met behulp van een multibeam.

Met name voor het gebruik van de cable tracker, om daarmee de kans op schade te

beperken.

Een andere combinatie van meettechnieken die extra winst oplevert, is het gebruik

van een subbottom profiler en een multibeam. Doordat met de multibeam de bo-

demligging relatief nauwkeurig bepaald kan worden, kan dit gebruikt worden ter

verbetering van de verticale positiebepaling van de subbottom profiler. Dit zelfde

geldt voor de combinatie georadar en multibeam.

Nog een ander voorbeeld van een combinatie van meettechnieken voor het vergro-

ten van de kans kabels en leidingen te detecteren, is het gebruik van een subbot-

tom profiler en een magnetometer. Dit zijn twee totaal verschillende technieken

waarbij verschillende eigenschappen aan de orde komen, waardoor de kans groter is

de kabels en leidingen op één van de opnames te registreren.

Page 188: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 188 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

10 Bijlage 1: Cijfers van meettechnieken

10.1 Multibeam

Gebruikte gegevens 1

Waterdiepte: 10 meter

Kleinste bundelhoek: 0,5°

Berekening 1

Footprint = 10 tan(0,5) ≈ 9 cm

Gebruikte gegevens 2

Geluidssnelheid: 1500 m/s

Hoogste frequentie: 500 kHz

Berekening 2

Golflengte λ = 1500 / 500 000 = 3 mm

NL Norm A: (38)

Horizontale onzekerheid: 0,40 meter

Verticale onzekerheid: 0,125 meter bij 10 meter water

10.2 Side scan sonar

Gebruikte gegevens

Geluidssnelheid: 1500 m/s

Frequenties: 100 en 1250 kHz

Berekening

Golflengte λ = 1500 / 1250 000 = 1,2 mm

Golflengte λ = 1500 / 100 000 = 1,5 cm

10.3 Subbottom profiler

Gebruikte gegevens 1

Waterdiepte: 10 meter

Geluidssnelheid in de bodem: 2000 m/s

Geluidssnelheidsfout in de bodem: 100 m/s

Berekening 1

Responstijd = 2 * 10 / 2000 = 10 ms

Dieptefout = 0,01 * 100 / 2 = 50 cm

Gebruikte gegevens 2

Geluidssnelheid in water: 1500 m/s

Frequenties: 1 kHz en 30 kHz

Berekening 2

Golflengte λ = 1500 / 1000 = 1,5 m

Golflengte λ = 1500 / 30 000 = 5 cm

Page 189: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 189 van 193

Gebruikte gegevens 3

Geluidssnelheid in de waterbodem: 2000 m/s

Frequenties: 1 kHz en 30 kHz

Berekening 3

Golflengte λ = 2000 / 1000 = 2 m

Golflengte λ = 2000 / 30 000 = 7 cm

10.4 Georadar

Gebruikte gegevens

Lichtsnelheid in water: 225000 km/s

Frequenties: 200 MHz en 1500 MHz

Berekening

Golflengte λ = 2,25E8 / 2E8 = 1,1 m

Golflengte λ = 2,25E8/ 1,5E9 = 15 cm

10.5 CAT

Gebruikte gegevens

Paal: 5 meter

Hoekfout: 5°

Berekening

Horizontale fout = 5 sin(5) ≈ 44 cm

Verticale fout = 5 – 5 cos(5) ≈ 2 cm

Page 190: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 190 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

11 Geciteerde werken

1. Opgehaald van http://www.ilent.nl/Images/Kathodische%20bescherming,

%20wat%20doe%20je%20ermee_tcm334-321820.pdf

2. Opgehaald van http://nl.wikisage.org/wiki/Echolood

3. Opgehaald van rijksoverheid.nl

4. Opgehaald van http://www.alliander.com/nl/alliander/

5. Onderzoek bodemvreemde objecten Boontjes.

6. Opgehaald van http://www.amloceanographic.com/CTD-Sound-Velocity-

Environmental-Instrumentation-Home/Multibeam-Overvew

7. Rijkswaterstaat.

8. Opgehaald van http://wetten.overheid.nl/BWBR0007914/geldigheidsdatum_05-

01-2010

9. Opgehaald van http://nl.wikipedia.org/wiki/

Nederlandse_Exclusieve_Economische_Zone

10. Presentatie van de Gasunie.

11. Opgehaald van http://www.gulfofmaine.org/2/committees-and-programs/

gulf-of-maine-mapping-initiative/mapping-techniques/

12. Opgehaald van http://www.stema-systems.nl/readproducts.php?pid=17

13. Opgehaald van http://www.oceanicimaging.org/multibeam.html

14. Opgehaald van http://geosolutions.blogspot.nl/

15. Opgehaald van http://www.osirisprojects.co.uk/services/seabed-mapping

16. Opgehaald van http://www.terrasond.com/technologies/multibeam-sonar-

systems/reson-seabat-7125/

17. Opgehaald van http://www.sciencebuzz.org/topics/35W_bridge_ collapse_

minneapolis/recovery_technology

18. Opgehaald van http://treasurebeachesreport.blogspot.nl/2010/12/1223-report-

side-scan-sonar.html

19. Opgehaald van http://noaacoastsurvey.wordpress.com/2012/07/19/survey-

discovers-exposed-natural-gas-pipeline/

20. Opgehaald van http://www.cetraxsystems.com/

21. Opgehaald van http://www.epmag.com/Production-Drilling/AUVs-On-Pipeline-

Inspection_86704

22. Opgehaald van http://www.npo-inc.com/subsea_services/sub-bottom-survey/

23. Opgehaald van http://www.edgetech.com/edgetech/gallery/item/hull-mount-

sub-bottom-profiler

24. Opgehaald van http://amige.ru/?page_id=1634&lang=en

25. Opgehaald van http://www.edgetech.com/edgetech/gallery/item/hull-mount-

sub-bottom-profiler

26. Opgehaald van http://www.aquacoustic.com/services/river-crossings.php

27. Opgehaald van http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0003682X070

00916

28. Opgehaald van http://nl.wikipedia.org/wiki/Magnetometer

Page 191: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 191 van 193

30. Opgehaald van http://www.innovatum.co.uk/

31. Opgehaald van http://nl.wikipedia.org/wiki/Magnetisch_veld

33. Opgehaald van http://www.geo2all.com/vb/showthread.php?199-short-notes-

about-georadar

34. Opgehaald van http://www.russintek.ru/equipment/georadar/?eng

35. Opgehaald van http://www.maverickinspection.com/Services/ GroundPenetra-

tingRadar/ IndustrialApplicationsGPR/tabid/130/Default.aspx

36. Kennisgids 4 kabels en buisleidingen.

37. (P. v.-H. geïnterviewde., Interviewer)

38. Nederlandse normen voor hydrografische opnemingen, gebaseerd op IHO

standars for hydrographic surveys (S-44).

39. Eigen foto bij Delta marking.

40. Opgehaald van http://nl.wikipedia.org/wiki/Horizontaal_gestuurd_boren

41. Eigen tekening aan de hand van een interview bij de DID.

42. Opgehaald van Schrijfwijzer Rijkswaterstaat, hoofdstuk 7.1

43. IMKL, Het Kadaster.

Page 192: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Pagina 192 van 193

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

12 Namenlijst

Stagebegeleiders van Rijkswaterstaat:

Waterdienst

Niels Kinneging

Aleid Mansholt

Stagebegeleiders van de opleiding:

1e begeleider

N. Booij

2e begeleider

R. van Ree

Geïnterviewde:

Dienst Noordzee

Aad de Ruijter

Rik Duijts

Richard Mik

Waterdienst

Wilbert Davids

Dienst Noord-Nederland

Auke van der Werf

Anco van den Heuvel

Gerrit Struiksma

Data-ICT-Dienst

Cees Boogaard

Ben Dierikx

Boy Haenen

Gert Jan Koedam

Dienst Zuid-Holland

Anand Manschot

Metaldec

H. de Vries

Deep

Gert-Jan Siepel

Tom Vanzieleghem

Wouter Wester

Gasunie

F. de Jong

Dienst IJsselmeergebied

Frans Joffer

Harry Pasterkamp

Page 193: Kabels en leidingenpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/23042/kabels-en-leidingen.pdf · Dit afstudeeronderzoek kabels en leidingen is uitgevoerd in opdracht van Rijkswa-terstaat.

Kabels en leidingen | 8 maart 2013

Pagina 193 van 193

Dienst Zuid-Holland (Gegevenseigenaren)

Peter Drent

Babette Lassing

Maarten van de Plas

Delta marking

A. Devlin

Alliander

C. de Jonge

Communicatie per mail

Kadaster

H. van Veenendaal

Corporate Dienst Rijkswaterstaat (CDR)

Linnea Langerak

Waterwet