KA.255/W- SEHSm-Persoonlijk. 19 november 195606. '

Periodieke "besprekingen terappreciatie van verkregeninlichtingen.

Bij een "bespreking, welke op 6 november 3.1.met de hoofden van de Inlichtingendiensten der Krijgs-machtonderdelen en hoofd van de B.V.D. is gehouden,is naar voren gekomen, dat eerstgenoemde diensten inde laatste tijd gezamenlijk een boekwerk, genoemd"Beoordeling vijandelijke toestand" (B.Y.T.) bijhouden.Gebleken was, dat zij daarbij behoefte gevoelden aande medewerking van de B.V.D. Toen ik opmerkte, dat zekerook het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de B,I„D.een belangrijke bijdrage zouden kunnen leveren, werddit door de hoofden van de militaire diensten volkomenbeaamd. Be gedachte werd uitgesproken, dat de "B.V.T.*ook voor de Regering van belang zou kunnen zijn, maardat de vorm - een geregeld bijgehouden vrij lijvigboekwerk - daarvoor aeker niet geschikt was.

Boor mij werd toen geponeerd, dat eigenlijkten behoeve van het verwerken van gegevens ten behoevevan de Regering een kleine staf zou moeten worden ge-vormd, daar dit werk noch door de hoofden van de inlich-tingendiensten, noch door de Coördinator persoonlijkzou kunnen worden gedaan. Ik moge in dit verband her-inneren aan ons gesprek op 20 juni 1956, waarin U er opwees dat, hoewel veel inlichtingen werden verzameld,daarvan slechts een zeer matig gebruik werd gemaakt.De vergadering achtte het vormen van een staf echternog wat ver gegrepen, maar meende, dat een geregeldcontact van de hoofden van diensten en BuitenlandseZaken zeker bijzonder gewenst is en dat dit het bestxou kunnen worden verzekerd wanneer een vaste dag inde maand daarvoor zou worden bestemd. Besloten is deeerste dinsdag van iedere maand te 14.00 uur bijeente komen, voor de eerste maal op dinsdag 4 decembera.s. te 14.00 uur in het Ministerie van Algemene Zaken,Plein 1813 nr. 4.

-2-Aan de Seeretaris-Seneraal van hetMinisterie van Buitenlandse Zaken,Plein 23,Üen Haag.

tj zult begrijpen, dat ik dit besluit bijzonder ver-heugend vind, omdat dit betekent dat, ai3 het in ietsandere samenstelling, de * Intel** herleeft» hetgeenhopelijk, naast direct nut voor het Nederlands beleid,bovendien er toe zal bijdragen, dat het onderling ver-trouwen tussen de diensten zal worden gestimuleerd.

Gaarne ontving ik bericht of U persoonlijk- zoals ik naar aanleiding van tïw destijds aan deHeer £ock gedane mededeling hoop - aan deze bijeen-komsten wilt dtelneman en of wij bij verhinderingUwerzijds op een vertegenwoordiger van het Ministerievan Buitenlandse Zaken zullen kunnen rekenen.

In de bedoeling ligt bij de eerste samenkomstda medewerking van de niet militaire diensten aan hetopmaken vmn een appreciatie van de militaire toestandt» besprbJnan* Ik maak mij sterk, dat tijdens de bespre-kingen nieuwe onderwerpen zullen opkomen en kan reedsthans vermelden» dat de coördinatie van het inlich-tingenwerk in oorlogstijd zeker de aandacht zal vragen.

De Coördinator van de Inlichtingen-en Veiligheidsdiensten»

f,J.Kistgep.Vi ce-Admiraal

M I N I S T E R I E

V A N B U I T E N L A N D S E Z A K E N' S - G R A V E N H A G E

V E R Z O E K E B I J B E A N T W O O R D I N G , K B N M B R K , O N D E R W E R P , D A T U M E N N U M M E R T E V E R M E L D E N

Kenmerk: Datum. ^Q november 1956.

Onderwerp: Periodieke besprekingen ter Nummer-.167408-8807 G. S.appreciatie van verkregen inlichtingen.

GEHSIM-PERSOONLIJK.

Naar aanleiding van Uw schrijven dd. 19 novemberjl. Geheim Persoonlijk No.KA.255/04/06 betreffende perio-dieke besprekingen ter appreciatie van verkregen inlich-tingen, deel ik U mede gaarne bereid te zijn -zo mogelijkpersoonlijk, doch indien ik verhinderd zou zijn door hetaanwijzen van een plaatsvervanger- aanwezig te zijn bijde maandelijkse besprekingen, welke U voornemens is tehouden op iedere eerste disndag van de maand,te 14.00 uur,in het Ministerie van Algemene 2aken-.

Ook mijnerzijds ben ik van oordeel dat de herlevingvan de "Intel" in deze vorm een nuttige bijdrage kan zijnvoor de vorming van het Nederlandse beleid op het gebiedvan de verkrijging, de distributie en de verwerking vaninlichtingen.

Telefonisch deelde ik U reeds mede op 4 decembera.s. te 14.00 uur verhinderd te zijn aan die eerste ver-gadering deel te nemen in verband met de behandeling inde Tweede Kamer der Staten-Generaal van de begroting vanhet Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het dienst-jaar 1957; Mr E.Schokker zal echter gaarne de vergaderingbijwonen.

De Secretaris-Generaal,

(Mr S.J.Baron van ïujrll van Serooskerken)

Zijner ExcellentieVice-Admiraal I1.J.KistCoördinator van de Inlichtingen-en VeiligheidsdienstenMinisterie van Algemene ZakenPlein 1813, No.4's-G R A V E N H A G E.

3 7 I 3 5 - '55 (4056)

:'• ^ï.P.y ::r r r i f -•*-* * *. ' A 'm,

M

3* to«~door

2oal« Uwor SxcallontloII» Y«rat«rict »»t

S»#t Winlat«ri« vso BaitojxUndso Zolcoc «ft d» B.I.D.»lng»'«>l « d« w«oa van het Ctonlttf ?«r«al d« ^«fs v»nStAT«o ïilt«Brorok«ft in «IJ» vergadering vma 12

1956«facoogdoor tl

voord« Ch«f • van

*#*$»&*?&

d«Soof d«i vca 4»•n ««n

Bolt«alan4a«l» »f «ohrlft «an h*i Hoofd

»«ik« door d»

d«

O.T. I.S. atcfe

rui»«r «o «ag .

oatrant «ogoll^k o&rlog*«rraAr eal dwurla

mm da»

Ho op S a»! j.l. both*t C.V,r.Jf. door d» aIal*t*r-Pr«iild«ntl«mog» ik IT d«»ro» v0orst*ll«u d« ooderworpeXi jko rap-

te do«x overn«««Bi door i»t C.V.I.5.*

do ToorElttor van iiot

a Staf*Staf «a

do Chof vaa de Loch-toacht Staf.

do €%*£ HHA de G«ndo CïH»f vao da

I/tOV E R T R O U W E L I J K

V L ii T &ü U W ":LU K

4* indienlas v*a &*a* *ppr»ci*tl*«ttta»*nk»ta»t v»n h«t Qooitf T* 0*8* *»«<slsi«d«a»

«*arto« ik «IJ voorst»! d« nodig* «xaa?lfctr*n AAQ Ot* t

vwa coiasetttaar, adre» i» «rUl«o r»rl«»»ö*H«t 0*?,I*9* »««lt jsiofe TOOP» «olans **

10 teUrfta vw«ad»riiig t»tf d* »«r®t« « |

htt 9«r«t «f dtaad*« 4 J^ai a.»., •on *ppr«oimtie opt* «Aken* i!lcjp«i«d0 ««l d\«, t«n»Ï4 9 di«ni

hebb«öt d0 TOWT rrijdi« 31 a»l .Cldiiittf XX v«r**

bij Y>riof V. C. S.

Terop»«rk«i, «*t h«* oY»jfa«swtn vandoor h«t C. V. I, ». gt«a09lii* med»brtn«t» ^«t OwalW II,Indien dit w*a»«lijls wordt «»»ohtt ni»t «*n «i tas

«a h*t Csoiai-14 V.C.8.Oo«rn« v*r»*«B. ik «f f m«t d*

leunt

De Cteördltuitor vuu 4* Inliehtlu««i-*«n

vwa

?**

V E R T R O U W E L I J K

Van dit schrijven zijn vijf exemplaren; dit is ex.nr. /

COMITÉ VERENIGDE CHEFSVAN STAVEN

Bijlagen :

Onderwerp:

7121—

Overnemen opmaken appreciatievan de toestand door C.V.1.1T.

's-Gravenhage, £ j MEI 1957 195

ZBE.R GEHEIM

Naar aanleiding van Uw schrijven van 14 mei

1957, no. KA 470/30, betreffende het in hoofde dezes

genoemde onderwerp, moge ik Uwer Excellentie berichten,

dat het Comité VCS aich met de door U in evengenoemd

schrijven voorgestelde regeling kan verenigen.

Typ: GRColl: De Voorzitter Comité Verenigde

Chefs van Staven,v/d de Chef Gezamenlijke Staf,

De Generaal-Majoor,

(Mr. W.J. van Dijk).

AAN; De Coördinator van deInlichtingen- en Veiligheidsdiensten

iaa: Chef Marine StafChef Generale StafChef luchtmacht StafArchief '

ex.nr. 1

ex.nr. 2ex.nr. 3ex.nr. 4ex.nr. 5

Verzoeke bij beantwoording datum en nummer te vermelden

11.01 ffi 1000 - 261 44-'56-70

^ -• t f, r™ B "Bi jK • •- - v~*. r™ 's jr,"U L. n »^ i< F*

V E R T R O U W E L I J KVERTROUWELIJK.

COMITÉ VERENIGDE INLICHTINGENDIENSTEN NEDERLAND-. Ex.nr. $

KA 499/80-Vertrouwelijk

Onderwerp: Wijziging vergaderdagenC.V.I.N.

Het Comité Verenigde Chefs van Stavenheeft mij doen weten, dat het van oordeel is, dat deeventuele voorziening van commentaar van de rapporta-ge van het C.V.I,N. een aangelegenheid is, welke inhet Comité V.C.S. moet worden beslist. Aangezien ver-gaderingen van het Comité V.C.S. steeds worden ge-houden op maandagmiddag lijkt het gewenst de vergade-ringen van het C.V.I.N., waarin de maandelijkse rap-portage wordt opgesteld, in het vervolg te houden opvrijdag. Enerzijds bestaat dan voldoende gelegenheidde rapporten in de juiste vorm gereed te maken en teverzenden, terwijl anderzijds zo min mogelijk vertra-ging in de behandeling door het Comité V.C.S, ont-staat.

Bovendien heeft het Comité V.C.S. de wenste kennen gegeven de maandelijkse rapportage (Isam's)zo dicht mogelijk bij de 1e van iedere maand te ont-vangen.

In verband hiermede stel ik voor de verga-deringen van het C.V.I.N,, waarin een Isam zal wordenopgesteld in het vervolg te houden op de laatstevrijdag van iedere maand, te 14.00 uur in" het Ministe-rie van Algemene Zaken en deze werkwijze te beginnenop vrijdag 28 juni a.s..

Ik zou het echter zeer op prijs stellen detussentijdse vergadering, welke is afgesproken voordinsdag 18 juni a.s. op die datum doorgang te doenvinden. Ik hoop dan van U te vernemen of U met genoemdvoorstel kunt instemmen en tevens te bespreken, wan-neer wij in de toekomst de tussentijdse vergaderingenzullen houden. Bovendien wilde ik, naast besprekingvan de toestand, aan de orde stellen de wijze waaropde driemaandelijkse "Perintreps" tot stand zullenkomen en op welk tijdstip wij deze aan het ComitéV.C.S. zullen aanbieden.

De Vporzitter,

Kist.

Aan de leden van het Comité VerenigdeInlichtingendiensten Nederland.

K/10

V E R T R O U W E L I J K

Van dit schrijven zijn vijf exemplaren; dit is ex.' no. /

COMITÉ VERENIGDE CHEFS - r -?* f^ rV A N STAVEN x . : - ' • - v.^ t .

VGravenhage, 2 5 o k t . 1957 195

Nr 7121 7

Bijlagen : - ZEER GEHEIM

Onderwerp: Inlichtingensamenvatting enbeoordeling toestand.

Hierbij moge ik Uwer Excellentie "berichten, dathet Comité Verenigde Chefs van Staven er "bijsonder veelprijs op zal stellen, indien in den vervolge in deinlichtingensamenvatting en "beoordeling van de toestandook - en desnoods negatief - een paragraaf gewijd wordtaan de politieke toestand in die landen welke onmiddellijkgrenzen aan Rijksdelen Overzee met het oog op mogelijkerepercussies van deze Rijksdelen.

Hierbij wordt meer in het bijzonder gedacht aanIndonesië, het Verre Oosten en Venezuela.

Typt v.Gr.Coll:

De Generaal,Adjudant i.b.d. van H.M. de Koningin,Voorzitter Comité Verenigde Chefs van

Staven,

S Vt-<K\ j" 7 (B.R.P.F. Hasselman),^ /

AAN: de Voorzitter van het Comité VerenigdeInlichtingendiensten Nederland ex. no. 1

ia.a.: Chef Generale Staf ex. no. 2Chef Luchtmacht Staf ex. no. 3Chef Marine Staf ex. no. 4Archief ex. no. 5

Verzoeke bij beantwoording datum en nummer te vermelden

11.01 fSk 1000 - 26144-'56-70

Twa dit «&J& v±4f *x«fipl*reda? dl-fe i» ex. ar.

SA 660/&0 ffjr=r. r=s r-ps |7-> 'Hï = ; '* Ü 1 T" P £/' ï'--3 h.=: : ,' i ; ^ : ' -- ";-•.; -/" (3 'j'^i

•"',_. i L., ;' |l \ijt L^3 'ü li •-=' B u i i

t957*

C "

aanleiding van Uw schrijven vanoktotwr tf57t «** 7 W B*J«* 2««r fohaim, heb

ik de ««r O«»er ^«ellanti* oede ta d«len» datC. T.Ï.H. gaATtt« da g«vxmft|rit rapportage aan t»

Var«al«^e Chefs ran Stav«i t»r band zal

fïetaan &es<* «peolal»I b. yac hatte b*achou*«ii alavraag vaa fe*t CJoaité V«reaigd* Chef a van StaT«n «a

geeataak »

op gronö vsuavan hst C.Y.Ï.M.,

ireo:rtvloeieöïl* uit

grond raa arti)c*l 3 &. TA» bealult.o telt hei

C.V.I.K. «ioh voor de r*pport«n ai«t «o& d«a»aar uitslult«nd aan ö en ia afschrift aait d* dri«

van Stav»B. to* t« a«nö«a.dat de

fiat C. V. I. S. v*r©aisde di9net*ii «ich tot ma to«ai «t in bat biJEonder op h*t rerkrijgefl van inliqh-tiagazi uit S» door U bedoelde l««i«a h»bben toago-

bötg««n uit«raardt althans voor dede tijd, de kwaliteit van de rappartago «al

Vooraitter vmn h«t O.V.I.B»,

.J. Klat»

AAH

M ~>>A-'-Uraa li»t Coatittf

W y^v/ 1/

i. a. a* Ch«f lüichtaachtCbaf öarine Staf

Archief

C' u /

Es.nr. t* * t» * $• * 4« * 5

-M U U l u ï2 il

rN I 3 R 3 9

tra*

ep

# *

** l 3 M"4 i -s u s

mmammnoYweber

f

Hierbij dos Ik Öfc Comité is «iuplo«en voorstel vm& h«t C.Y.ï.a. aas de

Minister-President oat lit te toslroest een p«riö-diake rapportag» t» verasor^en osstreut h«t ver-loop van d* koaóe oorlog*

Bc stage 0 ver ao eken es oyiglnöle stuk-

d® Slini ster-President te will«n Aoen doorz«aden.Af Bchrif t«n vaaa deze brief aet bljlaga

heb Ik r«Qhtatr»c'k8 aan ds drie Cfe«f« ran Stavec

D* '*t

Aau hst Staven

Pl«ic 4»*

vaat Oorlog,

g f . 8K/10

MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN

KABINET VAN DEMINISTER-PRESIDENT.

Comité Verenigde InlichtingenDiensten Nederland.

Nr.: KA 671/Q^

Bijlagen: Afschrift brief aan de'Minister-President +bijlage.

GEHEIM

's-Gravenhage, 25 november 1957

Hierbij zend ik U afschrift van mijn briefaan de Minister-President, houdende het voorstel vanhet C.V.I.N. een periodieke rapportage omtrent het ver-loop van de koude oorlog te verzorgen, met de bijbe-horende analyse.

Het origineel van deze brief is gezondenaan het Comité V.C.S. met verzoek dit schrijven des-gewenst voorzien van commentaar aan de Minis t er-Pres i -dent te willen doorzenden. Aan de drie Chefs van Sta-ven heb ik rechtstreeks een afschrift van,deze beschei-den doen toekomen: ' .

De voorzitter van het C.V.I.N.,

.J. Kist.

Aan de Leden en de Secretaris van het G.V.I.N.

K/2

'," 'Tï

EX «5™ B &. &N? 'f" I *«F* a L. l ri

• • LlI—1 -JCOMITÉ VERENIGDE INLICHTINGENDIENSTEN NEDERLAND. Ex

Nr. KA 721/80/82 GSHEIM

Betreft: Perintrep

's-Gravenhage, 30 decemToer 1957.

In de C.V.I.N.-vergadering van 27 decem"berj.l. werd overeengekomen, dat het aanbeveling ver-dient om vanaf 1 januari 1958 aan te vangen met hetvergaren van gegevens, welke voor de samenstellingvan een Perintrep in maart 1958 van "belang kunnenzijn. Deze samenstelling zal uiteraard geschieden aande hand van het schema, dat op "blz. 10 van de "Korteanalyse van de Koude Oorlog" voorkomt. Het ligt in de"bedoeling de verzamelde gegevens - welke ik gaarnevan de leden omstreeks half maart zou willenontvangen - in gecompileerde vorm "b i j het C.V.I.N.in discussie te stellen.

De Voorzitter van het C.V.I.N.,

—"S5".J. Kist.

Aan de leden en secretaris van het G.V.I.N.

K/10

Van dit schrijven zijn 5 exemplaren, dit is ex. nr. /

COMITÉ VERENIGDE CHEFSVAN STAVEN

Nr ZEER GEHEIMBijlagen: geen

Onderwerp: Rapportage omtrent landen grenaende aanRijksdelen Overzee»

7 */ y/db/ '

's-Gravenhage, j 3 jaa 1953 195

Hef.: ao V.CVIH nr» KA 660/80 van 11 November '57 Zee?b „ V.VOS nr. 7121 KT van 26 )october 1957 Zeer Geh.c. Kab. Min. Pres. nr. KA 460/80 van 8 Mei '57 Vertrouv/el.

In antwoord op Uw onder ref. a genoemde brief' "bericht ikUwer Excellentie, dat het Comité VCS sich met Uw standpunt kanverenigen»

De speciale rapportage omtrent de landen grenzende aan deRijksdelen Overzee - waarbij in het bijzonder wordt gedacht aanIndonesië, het Verre Oosten, Venezuela en de beide Guyana's -ware te beschouwen als een taak voortvloeiende uit een vraag vanhet Comité VCS, op grond van art. 3b van de instellingsbeschikkingvan het CvTÏÏ (ref-o).

Dese speciale rapportage ware derhalve te richten aan deVoorzitter en (in afschrift) aan de leden van het Comité VGB. Zijd j1ent__geaoh.e i d e n te blijven van de normale periodieke rapportage

welke berust op art. 3a van hoger genoemdebeschikking.

Eet wordt dezerzijds nuttig geoordeeld om "beide rapportagesgelijktijdig te ontvangen, zodat zij in onderling verband beschouwdkunnen worden.

Typ: \WColl:"^

De Voorzitter Comité VerenigdeChefs van Stavenj

v/d de Chef Gezamenlijke Staf,De Generaal-Majoor,

(Mr. \f.J. van Dijk).

AAN.de Voorzitter C-\/ÏNiaa: Chef Luchtmacht Staf

Chef Marine StafChef Generale StafArchief

ex. nr„ 1 —ex. nr. 2ex. nr„ 3ex. nr. 4ex. nr. 5

l/ t

l D '70 /S-

'T/

Verzoeke bij beantwoording datum en nummer te vermelden

100O - 728450 53

M I N I S T E R I E . __

V A N B U I T E N L A N D S E Z A K E N' S - G R A V E N H A G E

V B R Z O E K B E i ; B E A N T W O O R D I N G , K E N M B R E, O N O B R W E R P , D A T U M B N N U M M E R T B V E R M E L D E N

Kenmerk: S Datum: 21 nOVeïïlber 1958,

Onderwerp: Bedreiging van Nederlands Nieuw-Guinea Nummer: 168095-9093 GS.door Indonesië

Z E E R G E H E I M

Onder dagtekening van 24 november jl». kenmerk KA

1075/83, ontving ik van de voorzitter van het Comité

Verenigde Inlichtingendiensten Nederland, de Vice-Admi-

raal "b. d. P. J. Kist j een door het Comité Verenigde Chefs

van Staven goedgekeurd rapport over de "bovengenoemde aan-

gelegenheid. Ik stel er prijs op te Uwer kennis te "bren-

gen, dat ik iriet grote belangstelling en waardering van de

inhoud van het rapport niet de daarbij behorende bijlagen

heb kennis genomen.

Ik ben ervan overtuigd dat zonder de nauwe samen-

werking tussen militaire en civiele instanties in het

door de Admiraal Kist voorgezeten Comité de regering niet

de beschikking zou hebben gekregen over dit gedegen stuk,

waarin, alle terzake dienende elementen naar voren zijn

gebracht.

313 MINISTER VAÏÏ BUITENLANDSE ZAKEN,

dA

Zijner Excellentie

de Minister—President.

37(35 - '55 (4056>

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN'S-GRAVENHAGE

ZEER GEHEIM

Aande Heer Voorzitter van hetComité Verenigde Inlichtingendienstente1s-G r a v e n h a g e .

Indonesië/Pi Datum: 16 februari 1961• '"-i '

Onderwerp: Kenmerk: DBI/PL- /11 ft 'Ibfé

Ik heb de eer U mede te delen, dat ik het van veel be-

lang acht, dat Hr Ms Ambassadeurs te Washington, Londen en

Canberra en het Hoofd van de Gecombineerde Nederlandse Per-

manente Vertegenwoordiging te Parijs te hunner persoonlijke

' ,. inlichting kennis kunnen nemen van de maandelijks aan de

T, , , - Regering uitgebrachte rapporten betreffende de bedreiging

van Nederlands Nieuw-Guinea door Indonesië.

Te dien einde veraoek ik U mij in den vervolge steeds

vier extra exemplaren te willen doen toekomen van genoemde

rapporten en mij ook van de. rapporten over november a.p. en

volgende maanden alsnog vier exemplaren te verschaffen.

DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN,Voor de Minister,

De Chef der Directie Beleidszaken Indonesië,

K7 Rookmaaker)

V E R Z O E K E B I f B E A N T W O O R D I N G D A T U M , K E N M E R K E N O N D E R W E R P T E V E R M E L D E N

1347 - 9 - 59 - 9 I73 I7*

M I N I S T E R I E

V A N A L G E M E N E Z A K E N,. KABINET VAN DE M I N I S T E R - P R E S I D E N T

COMITÉ VERENIGDE INLICHTINGENDIENSTEN NEDERLAND

ZEER GEHEIM

Ex.nr, /

Kenmerk: KA 1880/80/83

Bijkge(n):

Onderwerp:

Verstrekken C„ V. I.N„-rapportenaangaande bedreiging NederlandsNieuw-Guinea aan ambassadeurs

'S-GRAVENHAGE, 24 februari 1961Plein 1813, nr. 4

Aan:

Ik heb de eer Uwer Excellentie mede te delen,dat het Comité' Verenigde Inlichtingendiensten Nederlandvan Uw Ambtgenoot van Buitenlandse Zaken het verzoek ont-ving in den vervolge vier extra exemplaren van de maande-lijks door ons comité' aan de regering uitgebrachte rappor-ten over de bedreiging van Nederlands Nieuw-Guinea doorIndonesië te mogen ontvangen»

De bedoeling van Uw Ambtgenoot is deze rapportenter persoonlijke inlichting aan Hr.Ms. Ambassadeurs teWashington, Londen en Canberra en aan het Hoofd van de Ge-combineerde Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging teParijs te doen toekomen»

Zoals U bekend is werden de onderwerpelijke rap-porten tot nu toe door tussenkomst van het Comité VerenigdeChefs van Staven, buiten het C„V.I.N. zelve, slechts aande regering verstrekt, zodat de gevraagde uitbreiding vande verstrekking een principiële wijziging van het verstrek-kingsbeleid betekent.

Bij bespreking van deze aangelegenheid in hetC.V.I.N. is naar voren gekomen dat, hoewel uiteraard dewenselijkheid om genoemde diplomaten zo goed mogelijk teinformeren, door het comité' wordt ingezien,, toch de noodzake-lijke beveiliging van inlichtingen en bronnen in deze totgrote voorzichtigheid moet manen.

In het bijzonder moet worden voorkomen enerzijdsdat door het doorgeven van een inlichting door de ontvangerde bron zou kunnen worden getraceerd en anderzijds dat hier-door de indruk zou kunnen ontstaan van een bevestiging vanhet bericht door een tweede onafhankelijke rapportage, ter-wijl in werkelijkheid het bericht tot de oorspronkelijkerapporteur terugkeert»

2 -Ex.nr,

De Minister-Presidentd.t»k.v. het Comité' Verenigde Chefs van Staven

i»a.a. Voorzitter Comité" Verenigde Chefs vanStavenChef Generale StafChef Luchtmacht StafChef Marine StafArchief

K/10021047* - 2

- 2 - ZEER GEHEIM

Het C.V.IoN. meent echter dat, wanneer inder-daad de rapporten uitsluitend ter persoonlijke inlichtingvan genoemde vertegenwoordigers van Nederland dienen end t bij de toezending met nadruk zal worden vermeld,geenonaanvaardbaar risico wordt gelopen, zodat verstrekkingonder die voorwaarde zou kunnen geschieden.

Zou in bijzondere gevallen de Minister vanBuitenlandse Zaken het gewenst achten bepaalde inlichtingenin het diplomatiek verkeer te gebruiken, dan kan zulksdoor zijn vertegenwoordiger in het CoV.I.F. aan de ordeworden gesteld en kan aldaar beslist worden of dit uitbeveiligingsoogpunt al of niet ontraden moet worden.

Het C» V.I.ïf. verwacht, dat bij de voorgeschrevenindiening van dit schrijven door tussenkomst van hetComité Verenigde Chefs van Staven, dit college U in zijncommentaar zal adviseren over de eventuele in verband metoperationele veiligheid te stellen waarborgen tegen eenongewenst gebruik van de inlichtingen.

Ik moge U verzoeken mij wel te willen doen wetenwat aan Uw Ambtgenoot van Buitenlandse Zaken naar aanlei-ding van zijn vraag ware te antwoorden.

De Voorzitter,

ZEER GEHE

KA 1801/80/831 **

SBEfi

2* februari 1961

* bedreiging Hederl&ndaaan, wabassadeura

de «*# Uw Comité hi*rb±4 wet veraoekom adr*8v«rl«nliig mijn. brief dd* h«d«n ar. O, 1880/80/83*«•richt a&a, d« Mialat«r-Pr*8id«gatf waarnaar ikhalvs mog* Tanri^aen, t* doen t«d

Sadat door d« Mitxiat«r-Pr«3iA*ii-t omtrent befvtrzoek van ai^n Aabtgejtioot van Buit*alaad»« Zaken een

«al «ija g«noa«n» zal ik uw Cosait^ daarontrent

S« Voorzitter,

H»t Oomi t^ Chof a vaa

i.*. a. da StafStaf

d« Chsf Sarina 3taf

ZEERGEH

1

fl

f «n i'

1 ter•a t

i5

Van deze brief zijn zes exemplaren; dit is ex no:

COMITÉ VERENIGDE CHEFSVAN STAVEN ZEER GfcHtlM

's-Gravenhage, <| f 19

Nr 61e125^~Bijlagen : 1 '

Onderwerp: Verstrekken CVIN-rapporten aangaandebedreiging NecL Nieuw-Guinea aanambassadeurs.

AAN:

Ik heb de eer uwe excellentie in bijlageaan te bieden de brief van de voorzitter vanhet comité verenigde inlichtingendienstenNederland dd 24 februari 1961, nr KA 1880/80/83,naar de inhoud waarvan het mij vergund zijte mogen verwijzen.

Het comité verenigde chefs van staven isvan mening dat de noodzaak van bronbeveiligingvereist dat de distributie van in onderwerp .bedoelde rapporten tot het uiterste minimumdient te worden beperkt.

Het comité moge u dan ook adviseren tebeslissen dat het CVIN in die bijzondere ge-vallen, dat de minister van buitenlandse zakenhet gewenst acht één of meer van Hr.Ms. ambas-sadeurs ter persoonlijke inlichting op de hoogtete brengen van bepaalde gegevens", zulks gevalvoor geval zal bezien en het rapport - zoalsgebruikelijk - dtv mij u te doen aanbiedenter verstrekking aan de,minister van buiten- Alandse zaken.

Typ :

de voorzitter van het comitéverenigde chefs van staven

H.H.Ls 'Pr opperluitenant-admiraal

Adjudant in B.IV van H.M, de Koningin

'' ex nr: 1 + bijlage nr: 1 ,—-

zonderbijlage

zijne excellentiede minister-president

a; aj chef luchtmaoht staf . ex nr: 2chef.generale staf ' ex nr: 3chef marine -staf ex nr: .4voorzitter comité verenigde inlichtingendiensten Nederland ex n:a r c h i e f • ex nr O

Verzoeke bij beantwoording datum en nummer Ie vermelden***cr >=c.'-*/ h-8C. II , 1619O 923586'- 65

ZEER GEH

Ut

V«r»tr»klt*a C.V.J.S.aaa&aaad* b«dr«iffiag ïtedarlauada

aam

1**«9* &

1$ aaart tfi*

16768, fe«fc tic d«*# "

1.. Aaag*«t«ifc d« deerd* C.V.ï.K»-rapp*rt*Q teatr*ff*nd« d»

t*

te Pari J a «ra«letd mC. T* I, S.

t» mo»t«tv

fi«a dUwupto» *tr0ki:«né» feriaf, waarin b«t C.T.I.K, *1* ad J aoordeel ailfsprak dat » Iae«wel d*

«n ronnoa tot vo«ratohtigh*id B«>«*

tar«a h«t

« t*Parij» »oeht«n AjUHewft» g«»a aaau*ava«r41ïAau" ri«toe ««m wor-den geXop«nf i« aoor tu»*enkftBUtt vwft k»t CJomltrf y»r«aig4*

t *

SÉMMMT • iJiSwiW

Toortltter C^Biitl T«p«»l«4» . öfc*f* w» 9tvwHi tda»* Ö«aor«tl« Stuf

Gii*f Marintatftf f

_

ZEER GEH

*«**» **»£M

«f wr» *9«$»*tl*M| métttti

t»

fl

tpw» f pa *%

if

as», srre*

**$««»*

«f

SUSfflïKO i «*

""" Van deze brief zijn twee exemplaren; dit is exnr

COMITÉ VERENIGDE CHEFSVAN STAVEN

's-Gravenhage, | 7 ju [ j {952 19

Nr 62-125 flflBijlagen: één

Onderwerp: rapportage over Indonesië mede in verband met debedreiging van Nederlands Nieuw-Guinea.

Ik heb de eer uwe excellentie in bijlage te mogenaanbieden de "Rapportage over Indonesië mede in verbandmet de bedreiging van Nederlands Nieuw-Guinea", nr KA2348/83-32 dd 13 juli 1962, opgesteld door het comitéverenigde inlichtingendiensten Nederland, naar de inhoudwaarvan het mij kortheidshalve veroorloofd aij te ver-wijzen.

Het comité verenigde chefs van staven heeft overhet in het rapport gestelde geen opmerkingen.

Gezien echter de kwetsbare inhoud van dit rapportmoge voornoemd comité u adviseren om in dit incidentelegeval de verdere distributie te beperken tot de exemplaar-nummers 15> 16, 17 en 28 aan resp de minister van binnen-landse zaken, van buitenlandse zaken en van defensie enaan de staatssecretaris van binnenlandse aaken, en de overigeexemplaren te vernietigen. In de ministerraad ware alsdaneen mondelinge uiteenzetting te geven betreffende de inhoudvan he.t rapport alsmede betreffende de afwijkende gang vanzaken met betrekking tot de distributie.

De voorzitter van het comitéverenigde chefs van staven,

f\. Le Pèvre de Montigny

luitenant-generaal gs

Adjudant in B.D. van H.M. de Koningin

AAN: zijne excellentie de minister-president exnr 1 + bijl nr 1

archief exnr/2 (geen bijlage)

Verzoeke bij beantwoording datum en nummer te vermelden

11.01 -10.000 IOB966*

ZEER GEHEIMZEER GEHEIM

COMITÉ VERENIGDE INLICHTINGENDIENSTEN NEDERLAND Ex.nr. /

KA 2352/83

Bijlage: 1 's-Gravenhage, 19 juli 1962

In opdracht van de Minister-President deelik U mede, dat ditmaal, "behoudens in de exemplaren,bestemd voor de Ministers van Binnenlandse Zaken, vanBuitenlandse Zaken en van Defensie, zomede in dat voorde Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, de mili-taire paragraaf in nr. KA 2347/83-32 dd. 13 juli 1962van de "Berichtgeving Indonesië en Nederlands Nieuw-Guinea" is weggelaten.

De Minister-President heeft deze maatregelgenomen naar aanleiding van een advies van het ComitéVerenigde Chefs van Staven, aangezien de inhoud vandeze paragraaf zo kwetsbaar wordt geacht, dat een zogering mogelijke verspreiding noodzakelijk is.

De Minister-President is voornemens in deministerraad van a. s. zaterdag ten behoeve van deleden, die geen volledig exemplaar van bedoelde be-richtgeving hebben ontvangen, enige mededelingen overde inhoud van de militaire paragraaf te doen.

De Voorzitter,'-;•*' • __-^»-

J. Kist.

Aan:

Zie verzendlijst

K/10

ZEER GEHEIM

VEEZENDLIJST KA 2352/83

Ex.nr.

Minister van Binnenlandse Zaken 1Minister van Buitenlandse Zaken 2Minister van Defensie 3Minister van Justitie 4Minister van Onderwijs, Kunsten en

Wetenschappen 5Minister van Financiën 6Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid 7Minister van Verkeer en Waterstaat 8Minister van Economische Zaken 9Minister van Landbouw en Visserij 10Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 11Minister van Maatschappelijk Werk 12

Secretaris van de Ministerraad 13Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken 14

Bijlage

1516

171 n. c.

2 n. c.3 n. c.4 n . c .5 n. c.6 n. c.7 n. c.8 n. c .9 n. c.10 n. c.

28

In afschrift aan;

Comité Verenigde Chefs van Staven

Archief

15 (onder verwijzingnaar brief 62-125AA dd. 17 juli1962)geen bijlage

16 11 n.c.

De exemplaren 18 t/m 27 van het onverkorte bericht zijn vernietigd.

19 juli 1962K/10

ZEER GEHEIMCOMITÉ VERENIGDE INLICHTINGENDIENSTEN NEDERLAND ZEER GEHEIM

Overzicht rapportage met "betrekking tot Nederlands Nieuw-Guinea

27 oktober 1957 (KA 639/80). De Verenigde Chefs van Stavenvragen in de Isam een paragraaf over de poli-tieke toestand in landen onmiddellijk gren-zend aan de Rijksdelen overzee, op te nemen.

i-

11 november 1957 (KA 660/80). Het CVIN gaat hiermede akkoord,maar niet in de Isam, doch als uitvloeiselvan artikel 3b van de instellingsbeschikking,als vraag van de Verenigde Chefs van Staven.De rapportage zal uitsluitend aan het ComitéVerenigde Chefs van Staven en aan de Chefsvan Staven persoonlijk geschieden.

18 januari 1958 (KA 744/80). De Verenigde Chefs van Stavengaan hiermede akkoord, maar dan gelijk met deIsam. Zulks geschiedde maandelijks tot en met27 september 1958.

Bovendien werden in de Isam's van 27 juli 1957, 26 april 1958en van 30 mei 1958 ook nog berichten over Indonesië opgenomen.

November 1958. Naar aanleiding van de verscherpte dreigingachtte het CVIN het nodig een uitgebreid rap-port hieromtrent aan de Regering te zenden(14 november 1958, KA 1063/83). Aanvulling vandit rapport is vanaf deze datum maandelijksgeschied. Speciaal voor 'de situatie in Neder-lands Nieuw-Guinea is door een ambtenaar vanhet ministerie van Zaken Overzee medewerkingverleend. Aan deze rapportage is voorlopigslechts een beperkte distributie gegeven (nietaan alle ministers).De Indonesië-rapportage wordt verzet naar hetmidden van de maand.

27 november 1958. De Minister van Buitenlandse Zaken betuigtzijn waardering voor het rapport.

Januari 1959. Contact met de Amerikaanse en Britse dienstengeregeld. Voor de Amerikanen is een Estimateopgemaakt.

Naar aanleiding van een "Comment" op het Neder-landse rapport wordt, op verzoek van Engeland,op 23 januari 1959 op intelligence-niveau eenbespreking gehouden. Een "Agreed Intelligence.Appreciation" werd aldaar opgemaakt.

— 2 —

Voor de Amerikanen werd op 3 februari 1959 een IntelligenceEstimate uitgegeven.Een commentaar hierop werd in maart ontvangen.

Het vervolgrapport van maart 1959 werd op verzoek van de Re-gering voor het eerst aan alle leden van de ministerraad ver-zonden, waarmede dus duidelijk werd, dat door de Eegering deCVIN-rapporten als van belang voor het algemeen regeringsbe-leid werden beschouwd. Zulks bleek nog duidelijker, toen op9 januari 1960 namens de ministerraad van de Minister-Presidenthet verzoek werd ontvangen een nieuwe evaluatie van de be-dreiging van Nederlands Nieuw-Guinea door Indonesië op testellen.

Het CVIN bracht op 5 februari 1960 het gevraagde rapport uit,waarbij kan worden opgemerkt, dat het Comité Verenigde Chefsvan Staven zich met de inhoud kon verenigen.

Ondertussen ging de maandelijks rapportage zonder onderbrekingdoor.

Dat de toestand zich toespitste bleek duidelijk in juni 1960,toen de V.C.3. uit veiligheidsoverwegingen verzochten het rap-porteren van operationele details omtrent de Indonesischestrijdkrachten achterwege te laten en slechts de algemene zinvan het in de afgelopen periode gebeurde in de voor de Regeringbestemde rapporten te vermelden.

Op 5 juli 1960 werd - ditmaal in Den Haag - wederom een con-ferentie met de Britse Inlichtingendienst gehouden en eengezamenlijke appreciatie, waarin de mogelijkheid van het ge-bruik van de gewapende macht werd voorzien -opgemaakt.

In februari 1961 werd van de Minister van Buitenlandse Zakenhet verzoek ontvangen de CVIN-rapporten ook te verstrekkenaan Hr.Ms. Ambassadeurs te Washington, Londen en Canberra enaan het Hoofd van de Gecombineerde Nederlandse PermanenteVertegenwoordiging te Parijs, zulks ter persoonlijke inlich-ting van deze diplomaten. Op advies van het Comité VerenigdeChefs van Staven heeft de Minister-President, in afwijkingvan de door het CVIN uitgesproken mening, bepaald-, dat zulksin verband met de gewenste beveiliging van de zeer geheimeberichten niet zou geschieden, maar dat in bijzondere gevallenhet verstrekken van berichten aan één of meer ambassadeursvan geval tot geval zou kunnen worden bezien. Ook hierbij zoude rapportageweg via het Comité Verenigde Chefs van Stavenmoeten worden gevolgd.

In de loop van 1962 werd gezien de steeds toenemende dreigingbij de rapportage steeds groter voorzichtigheid betracht bijhet vermelden van operationele bijzondej èfe. De rapporten ver-loren daardoor geleidelijk het karakter van een Inlichtingen-samenvatting en evolueerden steeds meer naar een,niet meerdoor vermelde feiten gestaafde /beoordeling van de toestand.De Voorzitter deelde bij de indiening van deze rapporten aande Minister-President de feiten, waarop de beoordeling berustte,mondeling mede.

-o-o-o-o-o-10-10-1962

* t

aan 4* Minlat«r-Prc«ici«»t h«eft hetvawa

saii&f i verenigde öhafe ran at&v*» i»dat de zwodtiaafc twxdat de tt«t*i*Ktl» van in oaderwerp

tot

ook adTi««ran t*dat H*t Cfm in ei*«lo «lnl«t«jp vaai tnitt«aïaad»« s»üten t*t«

«uk! 4m of IMMMP van Hr.M»."t «r txr»QftaIl Jkq InllOhtlByg op d« hooirt* t»

«ulks ga vulaal 1»0si*u «n h»t rapport - sw&l» ge

"Itolijit - dtr «14 w t» do«a aanbiadeox ter ver-B»tJt»kJtlng &aa de jaialitar mtn bttit«nlsmda9 «a-

£, D» Mijii»t«r-Pre*id*tit H*«ft «itj doen ««t^t dat hijöat het C.V.I.lf. iioh Toorshandfi anw h«t advia» vaua h9tCoaité V*r«nifid» Ch»f« mts 3t»T*n aoa riohttm.

éot h»t C.?.I.K. naar ft» t advi*s naa h*tOh«fa nua 3tav*a SMÜ. h*n4*l«i wanneer hot,

Uw v«rt«g«awoordlger ia t»t C. V. Ï.B» A* woaa teb»pA»lde gegeven» ter kenai» T*U bepaaldet* ïirengaïi, dit bij d« «*öl»iedin« ran h«t rapport

doer tuaeeaköBüit VAJI het Cfeni t< Vereüigde Chef» vaa ' Staven*aa de Mininter-President, reed» dadelijk «an dit

het Comité Yarenl,sd« Chöf» v»A StaiNm M|dan KUt|t( «*«f t geea iMiiWi^ift t*«vxt de g»

te bobben» «al dit door mij aan 9 worden

f* Uit luit feOTeaetaacd* aal 0 s«i» duidelijk »14Qt dat ikIfeea tri4fe«iÖ fe«a riade». f vi«r «teajplarea T«S 4# rapjMt«ia erer aorsw^er «.p. «a vol««öd« maanden toe to aendea*

X* Copie va» d»z« brief h«b Üct ter inllahtln^ omtrent d*&xu* de Klnlot*r-Pr«ftifl9nt g«ad»ea b««liB»ingf aum d»worsitter en leden vsm hat Comité Verenigde Cbef» van.

te eg« souden.

De Vooralttcr,

M»

ZEER GEHEIM[pagKiom m^o^immwüspvsm Hgasauiro

2416/ 3-35

«21

» tl oïctofe«r 1962

Ala afalulttn^ vaa da«n I«d«rX«xidi» Rieuw-<JuiTi«a do« ik Ü

»ftfc0aa& «ijn aohrijv^a éd*KA 2415/S5-35 awt M^laf»* geriofet twm

t»r~Pr«8idftatt waarnaar ik kortheidshalveverwijzen.

Ut wv«o«k trvoorzien va» ü» coajcentaar» adrea t* willen

D»

iar>i

taa

t*

i.a.a» de Cfa»f Lnchtfi&AQhtataf 2 3d» Ch«f M«triii«ataf l 4d* Oh«f ö«a«ral* StAJf 4 5

ÏC/tO ZEER GEHEIM

COMITÉ VERENIGDE INLICHTINGENDIENSTEN NEDERLAND ZEER GEHEIM

KA 2415/83-35 Ex.nr./

Betreft:Beëindiging berichtgevingIndonesië' en NederlandsNieuw-Guinea

1s-Gravenhage, 11 oktober 1962

Het Comité Verenigde InlichtingendienstenNederland moge U verzoeken het hierbij overgelegderapport als laatste rapport van de "Berichtgeving Indo-nesië en Nederlands Nieuw-Guinea" te willen aanvaarden.

Het Comité meent "bedoelde rapportage thans temoeten beëindigen, niet alleen omdat, naar het voorkomt,met het overgaan van de verantwoordelijkheid voor hetbestuur van Nederlands Nieuw-Guinea aan de UNTEA, daaraanbij de Nederlandse Regering geen behoefte meer zal be-staan, maar bovendien omdat met het vertrek der Neder-landse militaire - en bestuursinstanties uit NederlandsNieuw-Guinea de mogelijkheid tot het verwerven vaninlichtingen praktisch is verdwenen.

Eventuele alsnog te verkrijgen inlichtingenaangaande de situatie in Indonesië zullen in het vervolgin de maandelijkse "Inlichtingensamenvatting en Beoor-deling Toestand" worden opgenomen.

Met waardering kan worden geconstateerd, dathet C.V.I.N. in de periode van november 1958, toen deeerste beoordeling van de toestand aan de Regering werdingediend, tot op heden, de volle medewerking van eersthet Ministerie van Zaken Overzee, later het Staatssecre-tariaat van Binnenlandse Zaken, heeft mogen ontvangen.

In de veronderstelling, dat de thans afgeslotenbijzondere rapportage de Regering van nut is geweestbij de bepaling van haar beleid, moge het C.V.I.N. dezegelegenheid aangrijpen de Regering te verzoeken onsComité ook in de toekomst, wanneer de situatie daartoeaanleiding geeft, te willen inschakelen.

- 2 -

Aan;

De Minister-President

d.t.k.v. het Comité Verenigde Chefs van Staven

i.a.a. zie aangehechte verzendlijst

K/10

ZEER GEHEIM

_ p _

ZEER.GEHEIM

Ik stel mij voor afschrift van deze brief,nadat het commentaar van het Comité Verenigde Chefs vanStaven zal zijn ontvangen, bij de aan de leden van deministerraad .te zenden exemplaren van het laatste rap-port te voegen.

De Voorzitter,

r -

M I N I S T E R LVA N A L G E M E N E Z A K E N ZEER GEHEIM

K A B I N E T VAN DE M I N I S T E R - P R E S I D E N T

Kenmerk: vN 1/10427 'S-GRAVENHAGE, 7 november 1962Bijlage(n): Plein 1813, nr. 4

Onderwerp:

Naar aanleiding van Uw brief van11 oktober 1962, nr. .KA 2415/83-35, waarinU mij mededeelt de rapportage van Uw Comitéover Indonesië en Nederlands Nieuw-Guinea tehebben beëindigd, stel ik er prijs op U enUw Comité, mede namens mijn ambtgenoot vanBuitenlandse Zaken, mijn grote waarderingte betuigen voor de zeer nauwgezette enactuele berichtgeving, zoals die in de afge-lopen jaren regelmatig door Uw Comité werduitgebracht. Zij is van bijzonder belang ge-weest bij de besluitvorming in deze voor onsland zo gewichtige kwestie.

De Regering hoopt ook in de toekomst,wanneer daartoe aanleiding zou zijn, van denuttige diensten van Uw Comité gebruik te ma-ken.

De MINISTER-PRESIDENT,Minister van<fi}gemene Zaken,

L

Aan de Voorzitter van hetComité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland,

Plein 1813 nr. 4,'s-Gravenhage.

J J/10

131158*-137

COMITÉ VERENIGDE INLICHTINGENDIENSTEN NEDERLAND ZEER. GEHEIM

KA 2446/80/83

Betreft; '^Waardering voorwerk C.V.I.N.

's-Gravenhage, 16 november 1962

o'bi\Het is mij een genoegen U mede te delen,

, n u ,-, dat door mij een brief is ontvangen van de Minister-\Ü\'"" \, Minister van Algemene Zaken, waarin Z.E.

opmerkt ter gelegenheid van het beëindigen van derapportage over de bedreiging van Nederlands Nieuw-Guinea, er prijs op te stellen mede namens zijn ambt-genoot van Buitenlandse Zaken, zijn grote waarderingte betuigen aan ons Comité voor de zeer nauwgezetteen actuele berichtgeving, zoals die in de afgelopenjaren door het C.V.I.N. werd uitgebracht.

De Minister-President deelde voorts mede,dat bedoelde berichtgeving bij de besluitvorming indeze voor ons land zo gewichtige kwestie van bijzonderbelang is geweest en dat de Regering hoopt ook in detoekomst, wanneer daartoe aanleiding zou zijn, vande nuttige diensten van ons Comité gebruik te maken.

De Voorzitter,

.c Kist.

Aan de Leden en Secretarisvan het G.V.I.N.

K/10