juni 2014 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit foto iStock

13
juni 2014 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit foto iStock 06 2014

Transcript of juni 2014 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit foto iStock

juni 2014 | Algemene Doopsgezinde Sociëteitfoto iStock

062014

de visser

advertentie

Donatus verzekert vertrouwd

Donatus verzekert kerkgebouwen en wat daar

bij hoort, zoals ruimtes voor kinder opvang,

doopvonten, kanselbijbels en orgels. Donatus

is een betrokken specialist. Klein genoeg om

u persoonlijk van dienst te zijn. Groot genoeg

om uw verzekerings belangen aan toe te ver-

trouwen. Samen met u zorgen we ervoor dat

wat waardevol is, behouden blijft voor onze

kinderen en hun kinderen en hun kinderen…

www . d o n a t u s . n l t e l . 073 - 5 221700

Piet Visser, boerenzoon, geboren in het Lege Midden van Friesland, viste al op jonge leeftijd. De bij het gedichtje behorende afbeelding in Spiegel van het Menselyk Bedryf (1694) van vader Jan en zoon Caspar Luyken, inspireerde de doopsgezind-gezinde historicus en verzamelaar van antiquarische boeken Piet Visser tot zijn ex libris. Hij kopieerde de visserman en gaf hem een hengel in de hand waarmee hij het ene na het andere boek uit het water vist.

Verderop in dit nummer een interview met de scheidende seminarie- en universitair hoogleraar Geschiedenis van het doperdom en aanverwante stromingen.

Er vaart een bootje door de gracht. Aan boord mannen en vrouwen van zo ergens rond de veertig, netten en prikkers in de aanslag. Niet om snoek en consorten uit het water te lepelen, maar om de grachten plasticvrij te krijgen. Het ziet er bewonderenswaardig en tegelijkertijd koddig uit, denkt de beste stuurman vanaf de wal. Het idealis-tische plukje mensen heeft kennelijk het nodige afval uit de veelbezongen grachten weten te halen, getuige de ballast aan blauwe zakken. De boot waarin ze varen is gemaakt van verzameld grachtenplastic, staat op de zijkant te lezen.

Het groepje opvarenden van de MS Plastic Whale mag klein zijn, het staat niet alleen. Wereldwijd zijn allerlei initiatieven ontstaan om de wateren plasticvrij te krijgen. Door bij de basis te beginnen, dus minder verbruik en meer hergebruik. En door de rommel die we met elkaar gemaakt hebben weer op te ruimen. In de Stille Oceaan schijnt een plasticsoep te drijven ter grootte van vieren-dertig keer Nederland. Vissen, kwallen en andere oceaan-bewoners krijgen zo naast plankton ook plastic op het menu. In de maag van overleden schildpadden en albatrossen zijn naar verluid de eerste colaflesjes al gespot. Schande! Er moet wat gebeuren! Protest! Actie!

En dan mailt een trouwe lezer van dit blad. Boeiende artikelen hoor, schrijft hij. Maar dat plasticje dat er voor verzending omheen wordt gedaan… kan dat nou niet anders? We komen om in dat spul. Er bestaat toch ook afbreekbaar plastic? Zouden wij als doopsgezinden niet… Tsja. Zouden wij als doopsgezinden niet. Ik vind van wel, klik op reply en begin vervolgens om de hete plasticbrij heen te typen. Ik zie op het beeldscherm omslachtige zinnen verschijnen die neerkomen op: te duur. Ik voeg er nog net op tijd de belofte aan toe de mogelijkheden nog eens te zullen bekijken. Biofolie of zo. Dat is een mooi woord. Biofolie. Send.

De vraag is niet of we van plastic of drijvende vuilnis-belten af willen. Dat lijkt me evident. De vraag is wat we er voor over hebben. Oei.

Johan TempelaarCoördinator communicatie [email protected]

nb Het Vooraf in het meinummer ging over Sang-Min, een 18-jarige mennoniet uit Zuid-Korea die principieel dienst-weigert. Hij is om die reden inmiddels veroordeeld tot achttien maanden cel. Om hem in die periode te steunen en te bemoedigen, kunt u hem een brief sturen, als individu of met uw gemeente. Hoe? Kijk op de Engelstalige site www.martyrstories.org/blog en/of houd www.doopsgezind.nl in de gaten.

Vissen met Piet 5Aan de waterkant met scheidend hoogleraar

Bijbelse vissers 8Ze lieten hun netten achter en volgden hem

De zee geeft, de zee neemt 12En door wie achterbleven, werd hier op hen gewacht

Vissers van mensen 16Hetzelfde als het evangelie uitdragen?

inhoud

en verder…

goede vissers 10WereldWerk 14solidariteit met asielzoekersboeken en bladen 18uit de kast 20Anne-Marie Visser

visserslatijn 22column Gerke van Hielerouwadvertenties 23de eerste predikante 24Anne Zernike weer in de spotlight

8

1612

5

voorafuitgelicht

interview

5

Een sneuper is hij. Niet eerder onder-zochte bronnen vist Piet Visser uit archieven, hij bestudeert ze en dist het gevondene smakelijk op in fraai allitererend Nederlands. >>

V R A A G D E B R O C H U R E A A N !

B u i t e n g o e d F r e d e s h i e mn a b i j S t e e n w i j k

( 0 5 2 1 ) 5 3 5 1 0 0i n f o @ f r e d e s h i e m . n l

B e l e e f u w S E N I O R E N V A K A N T I E o p B u i t e n g o e d F r e d e s h i e m :- V e r b l i j f o p v e r n i e u w d e k a m e r s- G a s t h e e r / - v r o u w a a n w e z i g- M e t o f z o n d e r p r o g r a m m a- V o l o f H a l f p e n s i o n- G o e d v e r z o r g d , g o e d g e r e g e l d !

F R E D E S H I E MV A K A N T I E S

Nieuwe doopsgezinde reis naar Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Moravië

30 augustus t/m 12 september 2014 Op deze 14-daagse doperse geschiedenisreis volgen

we de sporen van de Zuid-Duitse en Oostenrijkse dopers op hun zoektocht naar godsdienstvrijheid in

Moravië (Tsjechië). Prijs: €1850

Met bezoek aan steden als Augsburg, Innsbruck, Brixen, Graz, Wenen, Praag en Herrnhut.

Kijk voor de uitgebreide reisbeschrijving op: www.mennoniteheritagetours.eu/tour6

Ayold Fanoy 023-5286036 [email protected]

Alle grafische dienstenonder één dak perfect

voor u uitgevoerd!Het Spijk 4Postbus 298320 AA URK 0527-689168 [email protected]@gbugrafisch

www.gbu.nl

Ontwerp & tekst

Print & druk

Reclame & sign

Online media

GBU_adv Doopsgezind NL_195x131.indd 1 18-03-14 08:48

tekst Ruth Winsemius – foto’s Johan Tempelaar

Historisch besefWe ontmoeten elkaar op doperse historische grond: De Rijp. De rijke geschiedenis in de Gouden Eeuw van dit plaatsje met zijn handelaars, haringvissers en walvisvaar-ders, inspireerde Piet tot een onderzoek naar de positie van de talrijke gefortuneerde Waterlanders aldaar. Zij maakten er zelfs – uniek in Nederland – deel uit van het plaatselijke bestuur, de Vroedschap. Ze hadden het een tijd lang voor het zeggen, tot verdriet van de toen niet zo gefortuneerde gereformeerden. Het onderzoek resulteer-de in het eerste, prachtig uitgegeven deeltje van de nieuwe Doperse Documentaire Reeks over lokale doops-gezinde geschiedenis (zie: Dat Rijp is moet eens door eygen Rijpheydt vallen. Doopsgezinden en de Gouden Eeuw van De Rijp). Een tweede serie waar Piet zijn hart aan verpandde, was de welbekende serie Doopsgezinde Bijdragen, de jaar-boeken van de Doopsgezinde Historische Kring (dhk). Wijlen Sjouke Voolstra, destijds voorzitter van de redactie, kwam in 1985 onverwacht bij hem langs: ‘Piet, jij moet lid worden van de redactie van de Doopsgezinde Bijdragen.’ En zo geschiedde het. Jarenlang was Piet de gedreven redacteur, later hoofdredacteur. Met de Doopsgezinde Historische Kring zwierf hij jaarlijks op dhk-dagen door Nederland, en nu en dan door Vlaanderen en Duitsland, op zoek naar doopsgezinde wortels.

Piet verbaast zich over de dynamiek bij de doopsgezinden: ‘Never a dull moment. Dankzij eigen creativiteit en dyna-miek heeft het doperdom steeds zijn eigen weg gezocht in de geschiedenis. Er is geen vastgetimmerde dogma-tiek, elke generatie stelt weer die vraag: wie zijn we, wat zegt het evangelie. Er is altijd een reflectie op het ver-leden.’ Hoe sterk het historisch besef bij doopsgezinden is, zag hij opnieuw bevestigd tijdens de dhk-dag op 10 mei jl. over de Tweede Wereldoorlog in Wageningen. Concentreerde de aandacht van historici ‘van buiten’ zich aanvankelijk op de periode van de Radicale Reformatoren, de provo’s van de 16e eeuw, tegenwoordig verlegt de aandacht zich meer in de richting van de vraag hoe men toen met minderheden omging. Piet viste onderzoekers op die zich als promovendus met een dopers thema bezighielden, en bracht ze tijdens de petear-bijeenkom-sten in de historische Seminariebibliotheek op de Amsterdamse Singel geregeld in contact met elkaar. Deze kruisbestuiving had ook een mooi neveneffect: het leverde interessant materiaal op voor de Doopsgezinde Bijdragen.

De Voolstra-factorVeel heeft Piet te danken gehad aan Sjouke Voolstra. Net als hij een Friese boerenzoon, ‘de geur van stront hing tussen ons’. Sjouke zag geschiedenis als middel om te komen tot het missionaire doel: de wederkomst van Christus. Als de zaak de verkeerde kant op dreigt te gaan, dan moet er bijgestuurd worden en daarin beet Sjouke

zich vast. Piet daarentegen is gepokt en gemazeld als observator van het verleden, geschiedenis is voor hem voldoende doel. ‘Van mij pikte Sjouke dat. We maakten zeiltochten, boomden over van alles en nog wat, flessen erbij, sigaretten voor hem, sigaren voor mij. Hij heeft deuren voor me geopend.’ Toen Simon Verheus, conserva-tor kerkelijke collecties van de Amsterdamse Universiteits-bibliotheek – waaronder de Doopsgezinde Bibliotheek, een bruikleen van de Amsterdamse Doopsgezinde Gemeente – met pensioen ging, wilde de universiteit geen opvolger meer aanstellen. Sjouke werd toen heel formeel: ‘Als jullie nu niets doen aan die opvolging, dan verlengen we het contract met jullie niet en dan gaat de Doopsgezinde Bibliotheek terug naar de vdga.’ Dat hielp, Piet solliciteerde en werd de nieuwe conservator van de Kerkelijke Collecties.

Een minder leuke, maar wel leerzame periode ervoer Piet, toen hij in 1996 ub-hoofdconservator van de Bijzondere Collecties werd, een managementbaan met acht afspraken per dag. ‘Een oud boek heb ik zes jaar lang niet gezien. De bureaucratie was vreselijk, de universiteit was slecht georganiseerd, maar de mensen waren maatjes. Zet daar de vu tegenover. Ze zitten in een lelijk betonnen gebouw, maar de organisatie is uitstekend.’ In die periode kwam de it op en Piet moest zijn afdeling rijp maken voor de verhuizing van het Singel naar de Oude Turfmarkt. Er liep daarnaast een groot conserveringsproject in Den Haag (Metamorfoze) en vanaf 1993 was Piet bovendien bijzon-der hoogleraar Geschiedenis van Boek en Handschrift in relatie tot de Cultuurgeschiedenis, ca. 1450-1800. ‘Je zegt ja en je blijft ja zeggen, en toen ging ik de vernieling in. Toch heb ik wel wat van die periode opgestoken: ik heb leren vergaderen.’ Eindelijk zag de UvA in dat er roofbouw op hem gepleegd werd, en Piet kreeg een full time assistent aangeboden. Maar toen legde Sjouke Voolstra zijn professoraat neer. Piet solliciteerde naar die functie en kreeg de baan. ‘Ik was in no time over mijn burn out heen. Toch ben ik altijd een ub-man gebleven in mijn hart.’ Hij is dan ook nog steeds met genoegen bestuurslid van de Stichting die de vdga-bibliotheek beheert.

Contacten met het buitenland In Europa en Amerika legde Piet vele contacten met doopsgezinden van diverse snit. Hij bezoekt congressen en is een veelgevraagd spreker. ‘Ik heb binnen de bestudering van de geschiedenis stappen kunnen zetten in de richting van een cultuurhistorische optiek. Die stappen gebeuren nu ook in het buitenland. Het blikveld

van de kerkgeschiedenis is totaal veranderd. Eerst was het: iedereen in zijn eigen hokje, nu gaat het om religie-geschiedenis. Ik heb me heel senang gevoeld bij deze richting.’ In Canada zijn mensen bezig de doopsgezinden in Nederland te onderzoeken. De aandacht verlegt zich momenteel van de 16e naar de 19e eeuw. Heel bijzonder vindt Piet zijn contact met de orthodoxe doopsgezinden, de Amish. ‘Ze zijn geïnteresseerd in bronnen van hun voorouders, Zwitserse vluchtelingen die eind 17e, begin 18e eeuw naar Pennsylvania overstaken. Neem Amos B. Hoover, een oude varkensboer. Hij is een particulier verzamelaar van oude boeken en heeft een mooie bibliotheek uit de grond gestampt voor de Beachy Amish gemeenschap. En James Lowry is al een aantal malen naar Nederland gekomen om bronnenmateriaal te bestuderen. Ze zitten niet op internet, dus: brieven schrijven! Fascinerende club, happig aas in wereldvreemd broederschapswater. Als je daar komt, word je geweldig onthaald en het doet er niet toe, wie je bent.’

Na zijn pensionering stopt Piet in principe met zijn bestuurlijke functies. Hij houdt nog een klein contract met het seminarium als overbrugging totdat er een nieuwe hoogleraar aangesteld wordt. ‘Ik heb nog onge-veer tien promovendi, een la vol ideeën voor artikelen en er staan nog twee boeken op stapel: het vervolg op het boek van Samme Zijlstra, de geschiedenis van 1670 tot heden, en een handboek in het Engels over de Neder-landse doopsgezinde geschiedenis.’Vrijdag 13 juni houdt Piet zijn afscheidsoratie in de vu, ’s middags om 15.45 uur: Menno’s manco’s. De Nederlandse doopsgezindheid binnen het mondiale mennonietisme. Een paar dagen terug vond hij bij de post een uitnodiging voor een symposium op diezelfde datum. ‘O, dan kan ik niet, want dan heb ik zelf mijn afscheidsoratie.’ Hij wilde het al wegleggen, toen hij ineens in de gaten kreeg dat het symposium voor hèm georganiseerd was. Hij was diep ontroerd, de rijpe waterlanders biggelden over zijn wangen. <<

6 7

afscheidssymposium Het symposium ‘Religious Minorities and Cultural Diversity in the Dutch Republic’ wordt gehouden ter gelegenheid van het afscheid van Piet Visser als hoogleraar Geschiedenis van het doperdom en aanverwante stromingen. datum en tijd vrijdag 13 juni 2014, van 9.30 uur tot aan het eind van de middag. plaats Auditorium, hoofdgebouw Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdamaanmelding tot 9 juni bij Vera Kok, ads, 020 623 09 14 | [email protected]

H

interview

leerlingen: ‘De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.’ (Matt.9:37,38). Vervolgens roept Jezus zijn twaalf leerlingen bij zich. Hij geeft hun de macht om onreine geesten uit te drijven en alle kwalen te genezen. Dat lees ik als een concretisering van het ‘vissers van mensen maken’. Jezus schetst mensen die tussen wal en schip terecht zijn gekomen. Ze zijn in het water, in de chaos, en niet in staat daar op eigen kracht uit te komen. Daar zijn vissers van mensen voor nodig. En die vissers zijn de leerlin-gen van Jezus. Noem het maar: de gemeente van Christus als reddings-brigade.

Mensen vangen?In het Lukasevangelie horen we Jezus tegen zijn nieuwe leerling Petrus, de visser, zeggen: ‘Voortaan zullen jullie mensen vangen’ (Lukas 5:10). Mensen vangen? Ik krijg een beeld van mensenhandelaars voor ogen. Laatst zag ik die nog in een documentaire: mannen spiegelen arme vrouwen uit Honduras een rijkere toekomst voor in Mexico. Ze nemen de vrouwen mee en verkopen hen voor een paar tientjes. Ik denk ook aan de door Boko Haram in Nigeria ontvoerde

meisjes. Nee, mensenvangers zijn criminelen die het leven van deze vrouwen vernietigen. Jezus moet iets anders bedoelen. ‘Voortaan zullen jul-lie mensen opvissen’, zegt Jezus ook tegen zijn leerlingen. Dat klinkt anders. Ik zie beelden voor me van vissersboten die mensen uit het water halen. Het gaat om vaak jonge mensen die proberen vanuit Afrika naar Europa te komen. Hun gam-mele bootje is gezonken en ze worden op het droge gebracht. Mensen opvissen is prachtig werk. De mensenvissers doen het met gevaar voor eigen leven. Zo zie ik de inwoners van Lampedusa voor me, betrokken op die eindeloze menigte mensen die vaste grond onder hun voeten zoeken. Intussen zijn er overi-gens al meer dan twintigduizend migranten omgekomen op weg naar Europa.1

Opvangers van mensen Ik zie Jezus niet als een rattenvanger van Hamelen die kinderen met zich meelokt en ze laat verdwijnen. Ik zie Jezus als een man die mensen opvist en ze op het droge zet. Hij is dus een heel ander soort visser. Zo verbeeldt de grote visvangst in Lukas 5 Jezus als mensenvisser. Wil hij dàt laten zien als hij de vissers oproept de moed niet op te geven?

Het is ook niet voor niets dat het woord Ichthus (Grieks voor ‘vis’) de kortste belijdenis in woord en beeld bevat. De letters van het woord staan namelijk voor: ‘Jezus Christus, Zoon van God, Bevrijder’. In dat bevrijden zit het uit het water halen en opvan-gen van mensen. Bovendien is de getalswaarde van het woord Ichthus 77: getal van de volheid.

153 vissenIn het evangelie van Johannes komen we de vissers in het laatste hoofdstuk tegen. Petrus gaat na de opstanding van Jezus weer over tot de orde van de dag, en zegt tegen zijn zes mede-leerlingen: ‘Ik ga vissen’. De vissers vangen 153 vissen als ze het net, op advies van een onbekende aan het strand, tegen elke logica in aan de andere kant uitgooien. ‘Gooi het eens over een andere boeg’, is het advies van de onbekende. Is het toeval dat er 153 vissen worden gevangen? Hier kunnen we op een andere manier naar de bijbel kijken: met behulp van getallensymboliek. Het getal 153 levert een mooie puzzel. De som van de getallen één tot en met zeventien is 153. Ook is zeventien maal negen 153. Zeventien is de getals-waarde voor God. Volgens Labus-chagne is de enige juiste verklaring dat de 153 vissen symbool staan voor

de gelovigen die de apostelen uit alle volken moeten verzamelen. Het getal 153 is namelijk de getalswaarde van de negen(!) letters van de Hebreeuw-se woorden bnj h’lhjm, ‘de kinderen van God’: 2 + 50 + 10 + 5 + 1 + 30 + 5 + 10 + 40 = 153.2 Dr. Van Goudoever schrijft in een prachtige hoofdstuk over de messiaanse maaltijden: ‘Wat ook de uitleg van het getal 153 moge zijn, ieder is het erover eens dat het hier een universele betekenis heeft. In plaats van de oogst gebruikt Johannes het beeld van de visvangst. Na de visvangst is er een wonderlijke messiaanse maaltijd aan het meer van Tiberias. Johannes 21 is wel genoemd het Pinksterevangelie van Johannes. Brood en vis voor de hele mensheid.’3

En daar gaat het om in de visserij van de gemeente van Christus. <<

Wat houdt dat vissen van mensen in? Het vervolg van het Matteüs evange-lie biedt een antwoord. Vlak na het roepen van zijn leerlingen trekt Jezus rond in heel Galilea, geeft onderricht, verkondigt het goede nieuws van het Koninkrijk en geneest iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. Vervolgens vertelt Matteüs dat het nieuws over Jezus zich verspreidt in heel Syrië, en dat van overal vandaan mensen die er beroerd aan toe zijn op Jezus afkomen. Als Jezus al die mensen ziet, onderwijst hij zijn leerlingen met het oog op hèn. Matteüs vertelt ons over deze Bergrede in de verzen 5 tot en met 7. Noem het Jezus’ theorieles, les

in leren kijken: hoe kijk je naar de mensen?

Vissers van mensenVervolgens vertelt Matteüs ons (Matt.8,9) hoe Jezus met zijn leerlin-gen op weg gaat om ze te leren genezen. Noem het: mensen op het droge brengen, mensen op de been helpen. Dan, aan het eind van Matteüs 9, lezen we ongeveer dezelfde woorden als aan het einde van hoofdstuk 4. Opnieuw ziet Jezus de mensenmenigte. Hij voelt mede-lijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzien, als schapen zonder herder. Hij zegt tegen zijn

8 9

mensenvissers

Bijbelse vissersKom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken, zei Jezus tegen Simon Petrus en zijn broer Andreas. Ze lieten meteen hun netten achter en volgden hem (Matt.4:19).

Bram Grandia is zelfstandig pastor, theoloog en colum-nist. Grandia werkte lange tijd voor het ikon-pastoraat, tot aan zijn emeritaat in 2013.

1 www.detective.io/detective/the-migrants-files2 C.J. Labuschagne, Vertellen met getallen. Zoetermeer 1998, p. 21, 223 J. van Goudoever,De messiaanse maaltijden. In Zoals er gezegd is over de kring der leerlingen (H. Berkhof ), Phoenix bijbelpockets 20, Hilversum 1966, p. 42, 43

W

tekst Bram Grandia – illustratie Dokus

Van 11 juli tot 22 augustus staan onze deuren weer open voor

vakanti egangers die toe zijn aan een ontspannen week in de

Schoorlse duinen. De gezelligheid van het huis in combinati e met

de rust en sti lte uit de natuur, worden steeds opnieuw als bijzonder

en inspirerend ervaren. Van harte welkom; voel je thuis!

Zomerse wekenop Dopersduin Schoorl

Minimale prijzen volpension

€ 82,- (leeft ijd 4 t/m 12 jaar)

€ 112,75 (leeft ijd 13-16 jaar)

€ 205,- (vanaf 17 jaar)

Neem contact op via e-mail [email protected] of per telefoon 072-5091274

advertentie

Een lekkerbekje met wat citroensap en knoflooksaus? Heerlijk! Maar, om de pret te bederven: grote kans dat door het eten van vis de natuur geschaad wordt. ‘Goede’ vissers proberen daar nu een stokje voor te steken. tekst Jan Willem Stenvers – foto Herman Heijn

Goede Vissers

Behoud het goedeNaast ecologisch gewin is er dus ook economisch gewin

Kibbeling kun je nog steeds bestellen, de zee wordt niet te al te zeer aangetast, en de vissers kunnen hun beroep blijven uitoefenen.

Overbevissing ja of nee?Overbevissing is al een hele tijd een bekend begrip. Op veel plekken in de zee wordt van bepaalde vissoorten teveel gevangen. Volgens onderzoekers kan dat grote gevolgen hebben. Door het overmatig vangen van één soort, worden voedselketens in de war geschopt en verdwijnen verschillende soorten vis.

Wetenschappers waarschuwen dat op die manier een zeer groot deel van de zwemmende beesten zal verdwijnen, en er vooral kwallen zullen overblijven.

Overigens tast niet alleen het teveel vangen van bepaalde dieren de natuur aan. De manier waarop wordt gevist en de spullen waarmee dat wordt gedaan, blijken vaak net zo schadelijk. De natuur op de zeebodem wordt zo kapot-gemaakt - bovendien zijn de uitlaatgassen van vissers-boten niet zo fijn voor het levende gebeuren in het water.

Volgens sommige wetenschappers is het nog maar de vraag of er echt sprake is van overbevissing. Volgens hen is er vooral sprake van veranderingen in de natuur met economische gevolgen voor de vissers zelf. De populatie van levende wezens in de zee fluctueert volgens hen niet door de hoeveelheden die van bepaalde soorten gevangen worden, maar door algemene klimaatveranderingen. Er zijn bovendien meer dan twintigduizend vissoorten en er worden er maar honderden gevangen. Nee, het is de natuur waar de visserij zich aan aanpast in plaats van andersom, beweren deze onderzoekers.

Vissen met beleidDe ‘goede’ vissers, die ervan uitgaan dat overbevissing wel een serieus probleem is, moeten er veel aan doen om niet zelf het leven in zee kapot te maken. Alle vissers die zich aansluiten bij het gelijknamige keurmerk, zeggen reke-ning te houden met de soorten vis die zij vangen, en of ze volwassen vis of jonge vis vangen. Ze proberen materiaal te gebruiken dat niet schadelijk is voor het milieu. Ook proberen ze zo goed mogelijk te voorkomen dat ze dieren vangen en meenemen die ze niet verkopen.En, niet onbelangrijk: ze houden rekening met elkaar, door – letterlijk – niet in elkaars vaarwater te zitten. Wie namelijk teveel opvist en een deel van de vangst moet weggooien, zorgt ervoor dat er minder overblijft voor de concurrent. ‘Goede’ vissers houden zich aan de vangst-quota, maar zullen verkoopbare vis die ‘over’ is, niet weggooien. Naast ecologisch gewin is er dus ook eco-nomisch gewin. ‘Vissen met beleid: liever minder vissen om de visserijdruk te verminderen en de toekomst te garandere’, aldus een van de vissers die zich aan het keurmerk verbonden heeft.

Dus, loopt u binnenkort naar Albert Heijn en kijkt u of het ‘Goede’ keurmerk op de makreel zit die u koopt, dan kunt u uzelf op de schouder kloppen? Helaas… De stichting Goede Vissers wil dat de consument weet waar en hoe de vis gevangen is. Maar dat is lang niet overal mogelijk. De vissers verkopen dus veel van hun etenswaar aan restaurants of lokale visboeren, in plaats van aan groot-handels. Ook de prijs van de vangst ligt iets hoger dan gemiddeld. Duurzamer te werk gaan dan ‘normaal’ vereist nu eenmaal meer werk en aanpassing van het materiaal, en uiteindelijk komt het er toch op neer dat er minder gevangen wordt.Om de vangst transparanter te maken, kan iedereen die benieuwd is naar hoe de vissers te werk gaan en waar de vis te koop is, een bezoekje brengen aan de website van het keurmerk. Elke ‘goede’ visser stelt zich daar voor en vertelt hoe hij te werk gaat. Er staat vaak bij waar gevist wordt en wat de afzetgebieden van de varenden zijn. <<

Moeten we met zijn allen minder vis gaan eten om overbevissing tegen te gaan? Wellicht. Maar vissers kunnen zelf al een heleboel doen tegen de steeds minder ‘levende’ zee. Een deel van hen, verenigd in de stichting Goede Vissers, legt het initiatief bij zichzelf. Deze vissers proberen niet rücksichtslos zoveel mogelijk vis te vangen voor economisch gewin, zonder rekening te houden met juist datgene waarvan ze leven. Nee, ze proberen geld te verdienen en ons van een heerlijk broodje haring of makreel te voorzien, zonder de natuur teveel te schaden. Deze zeevaarders mikken kortom op een win-winsituatie.

10 11

Goede VissersHet merk Goede Vissers wordt beheerd door de stichting Goede Vissers. Het bestuur van de stichting bestaat uit Mieke Snoek van Slow Food Amsterdam en de Nationale Ark Commissie, Geert Burema van restaurant Merkelbach en Jan Geertsema (voorzitter) namens de vissers. De stichting is op 9 juli 2012 opgericht. Het doel is als volgt omschreven:Realisatie van korte transparante handelsketens voor vis van deelnemende 'goede' vissers, waarbij de consument geïnformeerd wordt over de herkomst van de vis en er een meerwaarde wordt gecreëerd voor de vissers als stimulans voor verdere verduurzaming. www.goedevissers.nl

ACTIE

Boek nu voordelig uw korte vakantie of uitje met 30% korting bij Mennorode!

Groepsaccommodatie voor verenigingen, koren, familie-uitjes

en groepen alleen in juli en augustus met 30% korting in

een 3-sterren hotel, volpension!

Geldig op de arrangementen voor een week (zaterdag t/m zaterdag)

of midweek (maandag t/m vrijdag).

www.mennorode.nl

Apeldoornseweg 185, Elspeet | 0577-498111 | [email protected]

advertentie

golf van opwinding

tekst & foto Kalle Brüsewitz

de zee geeft, de zee neemt

Net voor de brug ging de motor uit en legden we aan. De vissen maakte vreugdesprongen. Dat had hij verteld. In de schemering was het het beste vissen. En ik geloofde alles. Want opa’s hebben altijd gelijk.

Wijk 3, Urk. Aan het IJsselmeer, de Zuiderzee. Een vrouw van steen, een blik over haar schouder. Ze kijkt voor altijd naar hen die nooit meer terugkomen. Lange lijsten met namen, gebeiteld in marmer. Opdat we niet vergeten. Achter elke naam zit een verhaal, een verleden en een toekomst. Iedere Urker weet wat het is om te winnen en te verliezen van het water. Het water brengt ze zoveel, maar het neemt ook zoveel van ze af. Gelukkig steeds minder sinds de Zuiderzee de Zuiderzee niet meer is en de boten geen houten kotters meer zijn. Gelukkig maar. Maar het

12 13

litteken blijft. Jong en oud verdwenen in de zee. Jongens van tien en elf jaar. Mannen van vijfenzestig. Zonen, vaders en opa´s. Opa´s die altijd gelijk hadden. Maar toch niet anders konden dan hun leven geven aan de zee.

Wijk 3, Urk. Het IJsselmeer voor me, de stenen vrouw achter me. Ze kijkt om, naar de golven. Tussen 1860 en 1910 verdwenen ruim tweehonderd vissers in de golven. In 1868 waren het er zesentwintig tegelijk. En in 1883 vergingen acht kotters op één dag: achtentwintig mensen kwamen om. Ik lees de eindeloze lijst met namen. Hele families werden ontwricht en zijn nog steeds gete-kend. Iedereen met wortels hier heeft een verhaal. Bootnummers, leeftij-den, jaartallen. De tekst op de sokkel maakt indruk:

Hier wendden zij de stevenen door wie achterblevenwerd hier op hen gewachtHier werd voor hen gebedenmaar ook intens geledenals tinge (tijding, red.) werd gebrachtVelen in zee gebleven enhier staan ze ingeschrevenen wordt aan hen gedacht

Wijk 3, Urk. Het dorp ligt achter me. Ik sta tussen moeders en vrouwen. Ik voel hun aanwezigheid. De plek waar je wacht op mensen die niet meer terugkomen. Ze staan naast me, lopen om me heen. Het is met hun karakter verweven. God geeft en God neemt. Je leeft met de natuur. Geworteld in de golven van de Zuiderzee. Een diep geloof: dat wat ze doen, is wat ze horen te doen. Dat wat ze krijgen van de zee, moeten ze compenseren. Zoals God dat wil. God is hard voor Urk, maar tegelijk is God de zee. En de zee is wat ze op de been houdt.

en door wie achterbleven werd hier op hen gewacht.

Wijk 3, Urk. Overal Zee. De zee geeft, de zee neemt. En voor altijd zal Urk blijven wachten en denken en bidden. Voor iedereen die nooit meer van de zee ontworteld kan worden. Het water vecht, maar mag nooit meer winnen.

Het water geeuwt en spiegelt zich de eerste zonHet water lacht, bespat een herenpantalonHet water speelt, lauw schuim spat op een bruine huidHet water vlucht, een dorp moet z’n huizen uitHet water wacht en in het noorden barst het veld

Het water dreigt, bewaking is al ingesteld

We vechten en omhelzenJe vijand is je vriendHij kan zo lief, onschuldig zijn en soms zo nietsontziend

Het water jankt, met tranen striemend uit het westenHet water beukt, een land verschanst zich in zijn vesteHet water brult, maar het mag nooit meer binnenHet water vecht, maar het mag nooit meer winnen

Ja, we vechten en omhelzen Je vijand is je vriendHij kan zo lief, onschuldig zijn en soms zo nietsontziend

Hij vecht, maar hij mag nooit… meer winnen

Opa’s hebben altijd gelijk Zeker mijn opa. Maar ook hij zou misschien wel de zee trotseren. En misschien niet meer terugkomen. Op Urk gelden ten slotte andere wetten. Maar nu had hij gelijk. De vissen sprongen. Vooral over onze hengels. In de rode gloed van de ondergaande zon aten we dan maar een koude pannenkoek. Zoals dat hoorde. Ik keek naar het water en het had iets magisch. Zelfs dit water. Laat staan de zee. Daar was ik ook wel eens geweest. Dat vond ik eng en intens fijn tegelijk. Het neemt en het geeft. Precies die tegenstelling. Het water gaf geen vissen die avond. Wel de mooiste kleuren en de fijnste momenten. Maar ik wist nog niets.

(Het lied Hij vecht maar hij mag nooit meer winnen werd gezongen door Maarten van Roozendaal)

Wonen in een mooie omgeving, zorg van hoge kwaliteit

Zorggroep Oldael beheert twee bijzondere woonzorgcentra in Den Haag: Aelbrecht van Beijeren (Benoordenhout) en Oldeslo (Duttendel). Beide centra liggen in goede wijken, bieden ruime appartementen, een eigen keuken en begeleiding, zorg en verpleging op maat.

Gunstige tarievenU kunt bij ons terecht met én zonder indicatie. De tarieven voor wonen, zorg en service zijn gunstig.

Kennis maken? Graag. U kunt ons bellen op 070 - 530 05 08 (cliëntadviseur) of 070 - 530 05 30 (bedrijfsbureau). U vindt ook uitgebreide informatie op www.oldael.nl.

advertentie

De lucht kleurde rood en het bootje trok golfjes van kleur in de weerspiegeling in het water. De zon ging onder, maar alles ging pas beginnen. Nooit eerder en tot aan vandaag ook nooit meer.

Een golf van opwinding ging door m’n kleine lijfje. M’n opa zat rustig, haren in de wind, aan het roer. We deden altijd hetzelfde rondje. Over De Brekken, richting het Sneeker-meer. Met koude pannenkoeken van m’n oma. Maar nog nooit zo laat, de tijd dat ik normaal in bed moest liggen. Ik wist het en dat maakte het nog extra spannend.

<<

Van 24 tot 27 april kwamen cpt-ers en belangstellenden uit Europa bij elkaar in de doopsgezinde gemeente te Aalsmeer. Aan de orde kwam de vraag hoe cpt een rol kan spelen bij de buitengrenzen van ‘fort’ Europa.

Solidariteit met asielzoekers

De conferentie was georganiseerd door cpt-nl en een vervolg op de Europese bijeenkomst van vorig jaar in Malmö. Kan een cpt-Europa team gevormd worden bij een van de buitengrenzen van ‘fort’ Europa: de landen van de Europese Unie die het Schengenverdrag hebben gesloten? Nog afgezien van de vraag of de buitengrenzen van dat gebied open moeten, is vastgesteld dat daar de afgelopen twintig jaar al meer dan 16.000 vluchtelingen zijn

omgekomen. Regelmatig is er nieuws over zulke tragedies, zoals bij de eilanden Lampedusa en Lesbos, de Evros-rivier op de grens tussen Turkije en Griekenland, en de zee tussen Afrika en de Canarische eilanden.

RechtszakenDit voorjaar zijn er namens cpt-Europa twee onderzoeks-delegaties naar Griekenland gereisd. Ze hebben onderzocht hoe vluchtelingen en

asielzoekers worden tegengehouden, en hoe degenen die wel binnen-komen worden opgevangen. Velen van hen hopen dat ze niet worden ontdekt, omdat ze dan door kunnen reizen naar één van de rijkere Euro-pese landen om zich daar aan te melden voor asiel. Het eerste land waar ze ‘binnenkomen’ (geregistreerd worden) moet voor de opvang zorgen. In Griekenland zijn veel organisaties die zich om de rechten van deze mensen bekommeren. Het helpen van een ‘oversteker’ kan daar leiden tot rechtsvervolging: een visser die mensen uit zee redt, riskeert een veroordeling. Aan cpt-Europa is gevraagd om bij een aantal van die rechtszaken als waarnemer op te treden. Tijdens de cpt-vergadering in Aalsmeer werd besloten hiertoe een derde delegatie uit te zenden en het project verder te ontwikkelen. Marius van Hoogstraten en Tim Nafziger van het centrale bureau van cpt gingen mee met de tweede onderzoeks-delegatie. Zij toonden foto’s van de zee tussen Lesbos en Turkije, van de snelle boten van Frontex (de eu-organisatie die de buitengrenzen bewaakt), en van graven langs de kust met daarop alleen een datum en een nummer.

BeveiligingTijdens de bijeenkomst in Aalsmeer werd door deskundigen informatie

verstrekt over de manier waarop de beveiliging van Europa is georga-niseerd. Dat is voor velen een on-bekende wereld, met veel hightech bewakingssystemen en elektronische persoonsherkenning. De methodes voor selectie van mensen die wel en niet binnen mogen komen, worden steeds verder verfijnd. Het is een snelgroeiende hightech-industrie, die nauw verbonden is met de oorlogsin-dustrie. Frontex coördineert vanuit haar hoofdkantoor in Warschau het monitoren en tegenhouden van migrantenbewegingen. Er zijn online verbindingen met snelle schepen, verkenningsvliegtuigen en helicop-ters. Langzaam maar zeker organi-seert Europa zo een ring van ‘gendarme-staten’ rond de buiten-grenzen, die meehelpen mensen tegen te houden die naar Europa willen. Een voorbeeld is Guinee, waarmee Nederland nauw samen-werkt.

SpraakverwarringAl die beveiliging van Europa leidt tot veel direct leed: er verdrinken men-sen, er komen mensen om door uitputting en kou. Je kunt aan dat leed proberen wat te doen, door de mensen humaan en volgens fatsoen-lijk recht te behandelen. Maar er is meer. Met alle respect voor de technologische hoogstandjes blijft de vraag: waaróm komen de mensen? Zij hebben die risico’s immers niet zonder reden genomen. In een kort filmfragment hoorden we de simpele uitspraak van een Afrikaans leider: ‘Wij zijn arm, omdat jullie rijk zijn’. Zit daar niet een kern van waarheid in? Wij zijn, als Europa, immers de opdrachtgevers voor die grensbewa-kingen voor onze veiligheid? Met deze en andere vragen hebben we ons beziggehouden. Het zijn geen gemakkelijke vragen. Ze hebben zelfs een theologische dimensie: wat voor wereld willen we eigenlijk? In welke spraakverwarring leven we als het

gaat om recht, rechtvaardigheid en gerechtigheid?

SchipholTijdens de conferentie werden we geïnformeerd over het werk van het Jeanette Noëlhuis in Amsterdam, dat asielzoekers opvangt die nog ‘in procedure’ zitten. Op zaterdag organiseerde cpt-nl een rondgang om de grensgevangenis bij Schiphol, zoals dat vaker gebeurt bij de Schiphol-wakes. Daarbij zwaaiden we naar de gedetineerde vluchtelingen achter de ramen en wensten hun aldus sterkte toe. De immens hoge

muur rond het grensgevang is onze buitengrens, zoals die er ook is tussen de Verenigde Staten en Mexico, tussen Israël en Palestina, en vroeger tussen Oost- en West-Duitsland. Bij de nabijgelegen Mare-chausseekazerne, die ook een trainingscentrum voor Frontex herbergt, herdachten we de mensen die de overtocht naar Europa niet hebben overleefd. De deelnemers aan het weekend gaven de verschillende meditaties bij de rondgang zelf vorm. Zal het ooit zo ver komen dat naast vrijheid en gelijkheid ook broederschap waarheid zal blijken voor allen? <<

Een enkele keer stelt doopsgezind WereldWerk haar bankrekening-nummer beschikbaar voor giften aan projecten die niet op de eigen projectenlijst staan, maar wel passen binnen de doelstelling van Wereld-Werk. Deze keer gebeurt dat voor een mcc-project in Tanzania. Elze Jongs-ma vertelt er het volgende over:

In Tanzania zijn gebieden waar albino’s niet alleen verstoten worden, maar waar ook op hen wordt gejaagd. Het verhaal gaat dat een ledemaat van een albino toverkracht geeft. mcc is een project gestart om via video’s de informatie te verspreiden dat albino’s gewone mensen zijn en geen geesten. De spil waar alles om draait is Sister Martha. Zij is zelf albino, heeft een vreselijk leven gehad en besloot zich geheel aan dit probleem te wijden. Zij wordt gewaarschuwd als er ergens een albino-kind, dat ongewenst is, wordt geboren en probeert daar dan een veilig huis voor te vinden. Zij heeft een aantal kinderen kunnen plaatsen op een ‘veilige’ school. Soms komen die kinderen bij haar logeren en vaak heeft ze ook albino-opvangkinderen in huis. Ze woont in een simpel huisje met een landje eromheen.

Omdat zij voor dit werk veel op pad is, vreest zij voor de veiligheid van de kinderen in haar huis tijdens haar afwezigheid. Zij wil graag een grote betonnen muur met een ijzeren hek erin. Dat kost ongeveer € 1300,–.

Wilt u hier een beetje aan meebetalen? Graag op ons rekeningnummer nl27 trio 0786880333 van WereldWerk onder vermelding van ‘Albinoproject’. Hartelijk dank!

ctp in Europa

bestuurstafel

14 15

tekst Maarten van der Werf – foto Harcourt Klinefelter

wat is cpt cpt staat voor Christian Peacemaker Teams, een inter-nationale organisatie van vrijwilligers die zich geweldloos inzetten als waarnemers of bemiddelaars in conflict-gebieden. cpt-nl is de Nederlandse afdeling, en aan-gesloten bij Doopsgezind WereldWerk. Meer informatie is te vinden op: www.cpt.org en www.cpt-nl.orgZie voor meer informatie over de reis naar Griekenland, inclusief beeldmateriaal: • http://cptgreece.wordpress.com• www.fb.com/cptEurope• https://www.flickr.com/photos/mennonot/sets

Communiceren met gevangenen: ‘Migration is not a crime’

de stelling Een christelijk voorganger moet Het Verhaal onder de mensen verspreiden. En daarmee mensen de kerk binnen hengelen. Of toch niet? Drie voorgangers mijmeren en reageren op de stelling: ‘Wij moeten vissers van mensen zijn’.

16 17

vissers van

Wij moeten vissers van zijn

‘Een visser van mensen moet ik niet zijn! In de bijbel is sprake van een belofte. Jezus zegt: “Ik zal maken dat jullie vissers van mensen zullen worden”. Deze belofte geldt voor de volgelingen van Jezus. Tot die volgelingen behoor ik, ik ben christen. Waarschijnlijk niet zo’n goede, maar ik word geholpen door mede-gemeenteleden en door de Geest van Jezus. Ik strooi niet met lokaas om men-sen in de kerk te krijgen, trek geen evangelische vriendelijkheid uit de kast, voldoe niet aan alle verwach-tingen en bedenk ook geen prachtige oplossingen om de leegloop van de gemeente tegen te gaan. Ik ben immers geen visser van mensen. Maar omdat ik chris-ten ben, en vrijgesteld om te leren en te doen wat dat in deze tijd betekent, ontmoet ik mensen, zowel gemeenteleden als mensen van buiten de gemeente. Tijdens die ontmoetingen vraag ik mij af: waartoe zet Gods Geest ons aan en wat kunnen wij eventueel samen

‘Wel, om met de deur in huis te vallen: het beeld als visser van mensen past mij niet. Ik weet dat het door Jezus zelf werd gebruikt toen hij sprak tegen zijn leerlin-gen. Maar het is mij teveel een-richtingsverkeer. De ander blijft in dit beeld te veel object.Ik voel meer voor een beeld van Simone Weil. Zij vergeleek een gelovige met een gevangene die in zijn cel klopsignalen hoort van iemand aan de andere kant van de muur. Denk bij die iemand aan God. Wat mij aanspreekt in dit beeld is dat die ander (lees: God) niet zichtbaar is. Hij is afwezig én aanwezig. Er is een boodschap, maar die moet ontcijferd worden. Als predikant zie ik het vooral als mijn taak de ‘celgenoten’ te laten weten dát er klopsignalen zijn, en hen te helpen bij het ontcijferen van die signalen. Is dat hetzelfde als ‘het evangelie uitdragen’, zoals de stelling wil? Wel als je eronder verstaat dat je naar buiten brengt dát er een

‘Het probleem met deze stelling is dat er iets inzit dat te maken heeft met mensen verzamelen en redden, of verlossen. Ik geloof niet dat ik mensen kan ‘redden’. Wel moeten we mensen op een frisse manier met de bijbel in aanraking brengen. Zo krijg je nieuwe woorden. Als voor-ganger maak ik deel uit van de vele vissen waarmee ik samen probeer uit te zoeken waar het evan-gelie over gaat. Als ik me profileer als visser van mensen kom ik nergens. Ik denk niet dat het verhaal van Jezus iets is dat, als je het eenmaal gevonden hebt, klaar is om uit te delen. Voor ons is het evangelie net zo’n groot mysterie als voor de buitenstaander. Dat mis ik in veel missionair werk. Mensen proberen kerken laagdrempelig te maken en zo mensen naar binnen te halen, maar het blijft dan nog steeds een kerk die ‘het’ wel weet en een buitenwereld die ‘het’ niet weet. De impact van het vroege christendom was enorm, het verhaal sloeg blijk-baar direct op de levens en omstan-digheden van de mensen toen. Wij leven niet meer in die context, maar gebruiken vaak nog wel dezelfde

doen? Vervolgens kan er een activiteit ontstaan. Die activiteiten kosten de gemeen-te zo goed als niets – ik ga name-lijk geen mensen kopen. Het kan gaan om het creëren van een stilteruimte, of een wekelijks praatje met een lijsttrekker voor de lokale radio in de aanloop naar gemeenteraadsverkiezingen, of het vormen van een spirituele gespreksgroep, samen met ande-ren. Soms moeten er dan stoelen bij gezet worden, en dan zijn wij, de organisatoren van die activiteit, even vissers van mensen gewor-den. Maar het kan ook anders uitpakken: iemand vangt iets op, wordt geraakt door de Geest en gaat vervolgens zijn of haar eigen weg. Ook dan zijn wij even vissers van mensen geweest, zonder het zelf te beseffen. Wat ik tenslotte wel moet, is ijverig zijn en bij Jezus blijven zoals hij door de Geest in de gemeente aanwezig is.’

boodschap is. Dat doe ik graag – binnen en buiten de kerk. We leven in een tijdperk waarin de klopsignalen vaak ‘wegverklaard’ worden, of worden uitgelegd als suggestie. Maar ik kom graag op voor de mogelijkheid dat er een andere kant van de muur is, van-waar iemand met ons communi-ceert.Het evangelie uitdragen betekent voor mij niet dat ik al bij voorbaat weet hoe de complete boodschap luidt, en hem nu alleen nog maar aan anderen hoef te vertellen. Ik moet ook zelf telkens de klopsig-nalen ontcijferen, en kan dat niet zonder hulp van anderen. Kortom, ik voel mij meer tolk of vertaler dan evangelist. Het gaat er om taal te vinden die de klopsignalen recht doet en het leven aan deze kant van de muur zinrijker kan maken.’

woorden en beelden. Veranderen we nog wel wezenlijk iets in de samenleving? We moeten zelf weer gevangen worden. Voor mij gaat dat het beste door samen te werken met mensen die niet kerkelijk geconditio-neerd zijn. Gewoon mensen die in deze wereld staan en die zeggen: ik wil het er het beste van maken en ik loop hier en hier tegenaan. Jezus zocht mensen vooral buiten de religieuze subcultuur van zijn dagen. Ik merk dat mijn netwerk van kuns-tenaars en creatievelingen heel erg helpt. Zij zijn niet allemaal gelovig, maar helpen mij in mijn zoektocht naar de betekenis van het evangelie. Omdat er geen preekstoel is, alleen experiment.Uiteindelijk wil ik wel graag mensen in contact brengen met dat evange-lie. Niet omdat ik weet wat voor hen het beste is, maar om er van te leren. Ergens in dat verhaal zit iets datraakt aan de verlangens en behoef-ten van mensen. Ik geef dat verhaal aan gelovige en ongelovige mensendoor, zodat zij er vervolgens zelf ietsmee kunnen doen.’

Rikko VoorbergRikko Voorberg (33) is theoloog en zette het kunstcollectief StroomWest op, waar een verbinding wordt gezocht tussen nieuwe vormen van kerk-zijn en kunst. Binnen dat collectief is hij onlangs gestart met een kerkje, de PopUpKerk.

Piet van DiePiet van Die (59) is predikant van een pkn-gemeente in Papendrecht en publicist. Door het land heen organiseerde hij verschillende popmuziek-kerkdiensten. Zo was zijn Johnny Cash-viering een groot succes.

Bart Santema Bart Santema (61) is voorganger in de doopsgezinde gemeenten Nieuwe Niedorp, Broek op Langedijk en Twisk-Abbekerk.

tekst Jan Willem Stenversachtergrondfoto Herman Heijn

krijgen een andere lading. Met veel symboliek schrijft Regnerus over de kikkervisjes van Joris die maar door-groeien, over bomen met hun knoesten. Over vuilnismannen die het zich ophopende vuil opruimen, de ‘uitzaaiingen in de openbare ruimte’. De taal is beeldend. ‘De volgende ochtend plast Joris het vermiljoen-rood van de Vlaamse primitieven.’ Ja, Jannie Regnerus is ook beeldend kunstenaar. Het lam is als het ware gebeeldhouwd, met zinnen die te typeren zijn als ‘taalschilderijen’.Clarissa zoekt uitwegen uit haar ontreddering en vindt die in de kunst. Ze neemt Joris mee naar Gent om daar Het Lam Gods van de Van Eyck-broeders te bekijken en hem en zichzelf ervan te overtuigen dat lang niet alle lammeren doodgaan. Over symboliek gesproken.Niet omdat Jannie een achternicht van mij is, wél omdat Het lam zo mooi, in taal-als-poëzie, geschreven is, heb ik het boek inmiddels twee keer gelezen.door Jehannes Regnerus

Jannie Regnerus, Het lam, uitgeverij Atlas Contact, € 16,95

een bijzondere manier onder de aan-dacht, namelijk via schilderijen uit de Gouden Eeuw. Een mooie manier om in een steeds verder seculariserende en digitaliserende wereld de verhalen aan de mens te brengen. We zien een bonte verzameling schilderijen van Pieter Brueghel, Jan Steen, Jan Luyken en vele anderen de revue passeren. De presentatie is niet – in bijbelse zin – chronologisch, maar thematisch, waarbij de thema’s compleet ongelijksoortig zijn. Zo is gekozen voor thema’s als ‘Bijbellezen in de Gouden Eeuw’ en ‘De Bijbel op een broeksknoop’.

Thuis in de Bijbel – Oude meesters, grote verhalen, uitgeverij W Books, € 19,95

De gelijknamige tentoonstelling is tot en met 10 augustus te zien in het Museum Catharijneconvent te Utrecht. Gratis toegang met coupon: www.bijbelgenootschap.nl

poëzie Godsbeeld onder de loep

Wat zeg ik als ik ‘God’ zeg? Hoe leg ik de verbinding tussen woord en ervaren werkelijkheid, tussen mystiek en het alledaagse? Of, zoals Hans Andreus dichtte: ‘Waar blijf ik met dat licht van mij?’ VU-theoloog Martien Brinkman onderzocht het godsbeeld van de dichters Gerrit Achterberg, Hendrik Marsman, Martinus Nijhoff en Ida Gerhardt in een poging een

‘het afleggen van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens’ en ‘de ontoereikendheid van onze woorden in relatie tot God’. Boeiend. Maar waren de conclusies anders geweest wanneer dichters als Willem de Mérode en Hans Andreus in de beschouwing waren betrokken? Tot slot geeft Brinkman aan waar het hem echt om te doen is. Hij wil de strijd aangaan met de ‘dominante tendens’ in de Nederlandse litera-tuurwetenschap om de ‘christelijke noties’ in het werk van de dichters te bagatelliseren. Met zo’n eigentijdse en brede definitie van God zou je zeggen dat die strijd al gauw gewonnen is.

Martien E. Brinkman, Hun God de mijne?, uitgeverij Meinema, € 19,90

wanhoopSchoonheid in verval

‘Misschien is dat vooralsnog haar grootste verlies, haar oog vindt geen schoonheid meer.’ Een verzuchting van Clarissa, moeder van kleuter Joris die op een ochtend bloed plast. Al snel wordt duidelijk dat hij een tumor in zijn nieren heeft. Machteloos moet Clarissa toekijken hoe haar zoontje slopende behandelingen ondergaat. ‘Het enige wat aan expressie wint, zijn de zwarte kringen onder zijn ogen.’ Het verandert haar waar-neming van de wereld om haar heen, waar sluipenderwijs kleur en leven uit verdwijnen totdat zij alleen nog verval en eindigheid ziet. Jannie Regnerus schrijft over het ziekteproces en de schoonheid die uit het leven van de moeder verdwijnt in Het lam. Een roman, fictie, maar wel vanuit een autobiografische achtergrond. Haar zoon van vijf heeft ook kanker gehad. Het verhaal is geschreven niet vanuit het kind, maar vanuit de moeder. In korte hoofdstukken zien we de wereld van Clarissa veranderen. Vanzelfsprekendheden van voorheen

De zonnetjes bij de besproken boeken en bladen geven de waardering van de recensent weer. Die kan uiteenlopen van één zonnetje (niet best) tot vijf (mag op uw nachtkastje niet ontbreken).

volwassenHet nieuwe geloven

Wat blijft – God na de kaalslag. Dat is de, misschien wat misleidende, titel van het boek van Werner Pieterse, protestants predikant te Amstelveen. Volgens het Sociaal Cultureel Plan-bureau neemt het geloof in God niet af. Er is dus geen sprake van kaalslag, wel zijn er veranderende opvattingen. Zo schrijft Pieterse in zijn inleiding: ‘Godzijdank zijn we er van af, van de gereformeerde beklemming en zeker-heid; van de Roomse vroomheid en dubbele moraal. Van dominees en priesters die zo goed weten van goed en kwaad. (…) Voor ons geen opper-wezen meer. We zijn volwassen geworden.’ Van boeken over esoterie en spiritualiteit, of van een ongelo-vige dominee, moet hij trouwens evenmin iets hebben.De leegloop van de kerken baart hem zorgen. Het lezen van en luisteren naar de verhalen uit de bijbel, naar woorden die ontroeren, troosten en bevrijden, woorden die zoveel gene-raties hebben geïnspireerd, zal daar-door sterk afnemen. Zijn die verhalen nog tot leven te wekken, vraagt hij zich af. Met zijn boek wil hij daar een bijdrage aan leveren. Hij legt verras-sende verbindingen tussen de ver-halen uit het Oude en het Nieuwe Testament, citeert opvattingen van filosofen, theologen en dichters, en vlecht er op een ingenieuze manier gebeurtenissen uit zijn eigen leven doorheen. Hij heeft een zeer vlotte pen en mede daardoor is het boek zeker interessant voor de enthou-siaste bijbellezer en andere nieuws-gierigen.door Bart Smits

Werner Pieterse, Wat blijft – God na de kaalslag, uitgeverij Kok, € 17,50

vegetarischVreugdevol koken

Meer dan 300.000 mensen keken tien weken lang naar Maartens Moestuin van de vpro. Slow televisie in een tijd waarin alles in het teken staat van snel, snel, snel. Hoe kun je aandachtiger en respectvoller om-gaan met al het eetbaars dat de aarde ons geeft? Culinair journaliste Janneke Vreugdenhil geeft daar in I love groente een mooie aanzet toe. Van minestrone di mama tot pompoen kerrie masala. En van radijsjessla tot herfstige speltsalade met geroosterde knolselderij, tijm en citroen. Het enthousiasme spat van de pagina’s af. O ja, alle gerechten zijn vegetarisch. ‘Niet omdat het moet, maar gewoon omdat het kan.’

Janneke Vreugdenhil, I love groente, uitgeverij Nieuw Amsterdam, € 19,95

jubileumBijbelverhalen verbeeld

Naar aanleiding van het 200-jarig bestaan van het Nederlands Bijbel-genootschap (nbg) verscheen een kleurrijk jubileumboek: Thuis in de Bijbel. Het hoort bij de gelijknamige tentoonstelling in het Catharijne-convent. Het boek brengt bekende en minder bekende bijbelverhalen op

brug te slaan tussen de poëtische en theologische werkelijkheid. Tenslotte gaat het bij beide ‘om de verwoording van levenservaringen’. Brinkman geeft al direct aan dat hij ‘door poëzie te lezen pas iets van de essentie van de theologische begrippen gaat ver-staan’. Poëzie kan ‘het contact tussen woord en werkelijkheid herstellen’. Poëtische taal geeft de andere werke-lijkheid weer. God is voor Brinkman een ‘krachtenveld dat het zichtbare menselijke bestaan overstijgt, dat als persoonlijk wordt beleefd en dat het denken en handelen beïnvloedt’. Met deze poëtische definitie in het voorhoofd onderwerpt Brinkman de poëzie van de vier dichters aan een boeiend en gedegen onderzoek. De zoektocht naar ‘hun God’ is geen gemakkelijke: ‘Men zou hier kunnen spreken van transcendente imma-nentie. De immanente, de aardse werkelijkheid, heeft een eigen evocerende kracht die boven haar werkelijkheid uitstijgt, maar er wel mee verbonden blijft.’ Zo’n passage (over Nijhoff-mm) gaat er ook bij academisch geschoolden niet gemakkelijk in. Brinkman komt tot zes gemeenschappelijke kenmerken van het godsbeeld van de onderzoch-te dichters. Er vallen woorden als ‘medeschepper’, ‘wegbereiders’,

Tenzij anders vermeld, zijn de bijdragen op deze pagina’s van de hand van Martin Maassen, [email protected]

18 19

boeken & bladen

colofonDoopsgezind NL is een uitgave van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit (ads) en verschijnt tien keer per jaar. Het blad wordt tegen een vrijwillige bijdrage toegezonden aan alle leden van doopsgezinde gemeenten. Vrienden en belangstellenden die het blad willen ontvangen, betalen € 35,– per jaar. U kunt zich opgeven

via de aangegeven contactgegevensin dit colofon.U kunt uw bijdrage overmaken op iban nl19 abna 0243 4938 86 t.n.v. Algemene Doopsgezinde Sociëteit onder vermelding van ‘dnl 2014’.Hoofdredactie Johan Tempelaar (coördinator communicatie)Eindredactie Marijke van DuinRedactie Kalle Brüsewitz, Martin Maassen, Wieteke van der Molen, Tea Rienksma, Jan Willem Stenvers

Ontwerp & opmaak Susan de Loor,Kantoordeloor, HaarlemDruk gbu grafisch compleetwww.gbu.nlAdvertenties Saskia MeertsOplage 7.500Papier G-Print Proost & Brandt,fsc-gecertificeerdContact redactie & advertentiesSingel 454 | 1017 aw Amsterdam t 020 623 09 14 | [email protected]

Abonnement Groot lettercbb 0341 56 54 99 of [email protected] Het volgende nummer van Doops-gezind NL verschijnt begin juli. Reacties voor ‘ingekomen’ uiterlijk 7 juni 2014 aanleveren.Brieven dienen kort en zaakgericht te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om bijdragen in te korten of niet op te nemen.© ads 2014

Wat betekent het woord ‘doopsgezind’ voor u?‘Ik moet het woord dan in tweeën delen. Van het deel ‘gezind’ krijg ik altijd de kriebels. Dat heeft namelijk met iets innerlijks te maken. Maar ik ben eens gaan kijken wat het in het Grieks betekent, wat het woord ‘phroneoo’ is. Dat betekent: ‘bedacht zijn op’, of ‘zorg dragen voor’, en dat vind ik veel mooier en passender. En ‘doops’ is natuurlijk evident. Met dopen onderga je het toetreden tot de gemeente letterlijk. Het is niet iets passiefs.’

Welke bijbelse persoon zou u een dag willen zijn?‘De apostel Thomas. Het spanningsveld waar hij in zit, intrigeert mij. Volgens mij was hij namelijk niet zo ongelovig als wordt beweerd. Ik denk dat hij erg zat met enerzijds de loyaliteit aan zijn broeders en zusters, en anderzijds die aan Jezus. En dat conflict begrijp ik wel. Want jouw geloof in de gemeente is iets anders dan jouw geloof in Jezus. Ook de woorden ‘zien’ en ‘geloven’

spreken mij erg aan. Ik wil ook eerst iets (in)zien voordat ik het echt kan geloven.’

Welke niet-bijbelse persoon is voor u een profeet?‘Rowan Williams, voormalig aartsbisschop van Canterbury en geestelijk leider van de Anglicaanse kerk. Het is een hele bijzondere man, die heel scherp kijkt naar de verhouding tussen kerk en staat. Hij zegt geen dingen om te pleasen of om populair te zijn, en niet iedereen is daar altijd blij mee. Hij zegt vaak vlijmscherpe dingen waar hij juist ruimte mee schept, en dat vind ik ongelofe-lijk knap. Het is zo makkelijk om als kerkbestuurder te zeggen wat mensen willen horen, en dat doet hij juist niet.’

Waarover werd u voor het laatst echt kwaad?‘Wanneer mensen niet kunnen invoegen met de auto. Als je in de stad rijdt waar van alles gebeurt. Je kent het wel. Dan denk ik: stommerd, word nou niet kwaad!

Maar je komt zo vaak tegen dat mensen niet van plan zijn om in te voegen. Ze kunnen het wel, maar doen het niet.’

Wat zou er in Nederland veranderen als u minister-president werd?‘Een lastige vraag, want je zal maar minister–president zijn en iedereen te vriend moeten houden. Ik zou de keuzes die gemaakt worden scherper maken. Je moet mensen laten zien waar de keuzes tussen de partijen precies liggen, en welke keuzes je als kabinet waarom maakt. Met de bezuinigingen worden niet geringe beslissingen genomen. Het lijkt mij dat je, als je boven de partijen zweeft, niet kunt zeggen: ik kan er niks aan doen, want het moet gebeuren. Laat zien waar je voor staat.’

Hoe ziet de hemel er uit?‘Ik kan me niks bij een hiernamaals voorstellen; ik heb mijn handen vol aan dit leven en als je overlijdt moet je dat loslaten. Maar ik bied een alternatief: bij een ‘eindtijd’ kan ik me alles voorstellen. Ik hoop dat er een moment komt waarbij dit leven een voltooiing krijgt. Dat relaties gaan kloppen. En dat datgene wat op de wereld niet tot zijn recht is gekomen, wel een plek krijgt. Zowel in het grote geheel als in persoonlijke levens. Hoe dat er precies uitziet, weet ik niet.’

Van welk lied krijgt u kippenvel?‘Van het Keltische lied Be thou my vision. De tekst en melodie zijn prachtig en het gaat over het vragen van bescherming. Het lied maakt gebruik van zogenaamde ‘halve’ noten, die niet te vangen zijn. Die noten zitten ook in Arabische en Joodse muziek. Dat soort tonen raken mij zo erg – ik kan niet uitleggen waarom. Het lied is ook

uit de kastOver doopsgezinden wordt gezegd dat zij ‘stillen in den lande’ zijn. In deze rubriek dagen we hen uit om uit de kast te komen, zichzelf te laten zien en hun geloof onder woorden te brengen.

in een Amerikaans Mennonite-liedboek terecht gekomen, maar die hebben er een heel irritant melodietje zonder die noten onder gezet. Dan wordt het een soort mars en dat is het niet.’

Welk boek ligt er op uw nachtkastje?‘De autobiografie van Malcolm X. Zijn verhaal interesseert mij enorm, want zijn leven is op een bepaalde manier op drift geraakt, en hij is een ongelofelijke zoeker. Het is een enorm sterke persoonlijkheid die eerlijk zoekt. Het was in de Amerikaanse samenleving van destijds bijna niet te vermijden dat hij in de criminele hoek terechtkwam. Misschien is hij net als Thomas iemand die zit met een loyaliteitsconflict. Het intrigeert me hoe hij zelf tegen zijn leven en tegen de samenleving aankijkt. Hoe een aantal blanken tegen hem aan heeft gekeken, weten we nu wel.’

Waar kunnen we u om drie uur ’s nachts voor wakker maken?‘Het leukste wat mij ooit overkomen is, is dat ik ’s nachts door een goede vriend die op Schiphol stond werd gebeld, omdat hij daar moest overstappen op een andere vlucht. Hij moest een nacht wachten en vroeg zich af of hij bij mij kon slapen. Ik heb hem toen opgehaald. Het is in het begin wel vreemd, want je wordt wakker gemaakt, je weet niet waar diegene uithangt en waarom hij belt. Maar voor zoiets wil ik best wakker gemaakt worden. Als vrienden uit Amsterdam me om drie uur ’s nachts uit bed bellen, reageer ik trouwens wel anders hoor!’ <<

Anne-Marie Visser

20 21

Anne-Marie Visser (67) is emeritus-predikant en zit in de beraadsgroep Interreligieuze Ontmoeting van de Raad van Kerken en in de contactgroep Islam. tekst & foto Jan Willem Stenvers

‘Ik heb mijn handen vol aan dit leven’

Laat me de zee bevaren Tot voorbij de horizon Laat mijn leven een pelgrimstocht zijn ‘los’ van de wereld En de eindeloze zee vóór mij

Je wilde nog zeker 15 jaar doorgaan, maar een klein lek laat ook een groot schip zinken.

Pieter Breeuwer Piet Sinds 1995 weduwnaar van Emmy * 24 januari 1939 † 28 april 2014

Je was er altijd voor ons. Wij zullen altijd een liefdevol plekje bewaren voor jou. Pieter en Flor Karina, Paula

Correspondentie-adresBlokweerweg 143 | 2954 pc Alblasserdam

De begrafenis heeft inmiddels plaatsgevonden.

Ik hield van het leven, maar moest het loslaten.

Na vele jaren van samenzijn, vervuld van mooie herinneringen en dankbaar voor alles wat zij voor ons heeft betekend, moeten wij u tot ons intens verdriet mededelen dat, als gevolg van een ongeneeslijke ziekte, wij afscheid moeten nemen van onze lieve en zorgzame moeder, schoonmoeder, geweldige oma en betrokken tante

Anna Gesina Bakker-Wagenaar Annie weduwe van Wim Bakker Prediker9:7-12‘Genietvanelkedag’

* Delft † Enschede 29 juli 1930 19 mei 2014

Hillian BakkerEd PriesterJanneke en SanderNiekTjeerd en EefBouwine BakkerHajo Hajonides van der MeulenMatthijs en EricaAnne-MariekeFloriëtteBert BakkerEka Khachidze

Hillian Bakker | Gallaslaan 1 | 2353 cm [email protected] Bakker | Rijksweg 27 | 1411 gd [email protected]

De crematie heeft inmiddels plaatsgevonden.

Steeds in liefde verbonden zijn overleden onze geliefde ouders, schoonouders, grootouders en overgrootouders

Dirk Theodorus Vis* Rotterdam, 25 augustus 1926 † Dordrecht, 4 februari 2014

& Jeannette Vis-Hartog* Amsterdam, 13 januari 1931 † Dordrecht, 18 april 2014

Kinderen en schoonkinderen Theo en Jenneke Vis-Maters | Albert en Nelly Vis-KlompenhouwerAnneke en Freek Weeda-Vis | Chris en Dorothy Vis-CarltonJeroen en Shirley Vis-Stout | Peter en Catherine Vis-ChristieAnnemieke MeijerKlein- en achterkleinkinderen

CorrespondentieadresTh.D. Vis | Iroko 129 | 3315 pm Dordrecht

23

rouw

volgende nummerWortels> Bomen over bomen> dentiteit en ontworteld zijn en nog veel meer…

Maya en JaapMarlies, Esther, Sjoerd, Katie

De Dikke Van Dale is er kort over: visserslatijn is grootspraak. Teleur-stellend vond ik dat. Op internet zag ik dat de term vooral gebruikt wordt voor de sterke verhalen van vissers en jagers. Ook in ons digitale tijdperk zijn dat vertrouwde beroepsgroepen: er wordt nog steeds veel gehengeld en gejaagd – niets nieuws onder de zon. Maar ik vroeg me bij het nade-rend afscheid van prof. dr. Piet Visser wel af waarom historici en theologen niet beticht worden van het vertellen van sterke verhalen. Zijn zij niet bij uitstek de vertellers ervan? En dan bedoel ik niet die verhalen waarvan de inhoud zo onwaarschijnlijk is dat die niet waar kan zijn. In zo’n geval denken we simpelweg: dat is sterk, kras, dat kan niet waar zijn.

Een sterk verhaal is voor mij toch echt wat anders. Dat is een verhaal waar kracht in zit, wat iets teweeg brengt en houdt. Een sterk verhaal blijft je bij, dat vergeet je niet. De joods-christelijke traditie zit er vol mee en ook de Martelaarsspiegel is ermee gevuld. Maar helaas zijn in een geloofstraditie ook slappe verhalen in omloop. Ik heb bijvoorbeeld altijd een hekel gehad aan het verhaal van Menno Simons die tijdens zijn vermaning door het deksel van het

Visserslatijn

tekst Gerke van Hiele foto Johan Tempelaar

stroopvat zou zijn gezakt. Zijn volge-lingen zouden hem toen hebben afgelikt en daarom doen zijn nazaten nog steeds veel suiker in hun koffie en thee. ‘Drie klontjes, dominee?’ Ik werd er altijd een beetje misselijk van. Gênant gewoon. ‘Zouden ze niks anders van hem overgehouden hebben?’, vroeg ik me dan af, bedachtzaam roerend met zijn lepeltje.

Piet Visser heeft veel sterke verhalen verteld. Door zijn visserslatijn is de belangstelling voor de geschiedenis van de doopsgezinden enorm gesti-muleerd. Vooral als docent, bijvoor-beeld bij de doperse cursus in Elspeet, kwam zijn gave goed van pas. Piet is een echte onderwijzer: jong geleerd, oud gedaan. Hij houdt van zo’n klas vol aandacht, het is een kolfje naar zijn hand. Van de cursisten hoor ik dat zij hem een geboren verteller vinden. Boeiend en humo-ristisch, zeer betrokken en enthou-siast.

Vanzelfsprekend zijn zij ook geïmpo-neerd door Piets enorme parate kennis van de doperse geschiedenis. Die is voor hen tot leven gekomen door middel van zijn anekdotes, herkenbare sketches en accenten, en niet te vergeten door de mooie oude boeken die hij zonder blikken of blozen nonchalant op tafel smijt – ook witte archiefhandschoenen zijn niet aan hem besteed! Voorwaar schier profetische handelingen die uitnodigen tot een vrijmoedige omgang met het verleden. Voor de cursisten is het wel even schrikken, maar Piet heeft nu eenmaal een hekel aan dikdoenerij en vals sentiment.

Volgens het interview dat hij Menno afnam in de gelijknamige glossy uit 2011, gaat zijn voorkeur uit naar een wat punkerige, puberale en tegen-draadse Menno. De eerder vermelde zoetigheid kan ook hem gestolen worden. De dopersen zijn voor hem dwarse eigenheimers en eigenwijze nieuwlichters. Zo maakt hij in de klas ruimte voor een tegengeluid, voor relativering en kritische zin, voor hoe verschillend doopsgezinden dachten door de eeuwen heen. Ook dit ver-haal kan niet vaak genoeg verteld worden.

Kritische zin was er natuurlijk ook bij de cursisten. Soms vond men Piets buitenrol als ‘cultuurmennist’ wat lastig. Men vroeg zich af hoe het nu toch kan dat je er zoveel mee bezig bent en er toch (een beetje) trots op bent dat je zelf niet doopsgezind bent. Voor sommigen is dat licht verontrustend – misschien vooral omdat zij hopen dat meer kennis meer inzicht en meer zekerheid biedt? Piet is echter niet van de zekerheden, en heeft mede daardoor altijd een open oog gehouden voor de maatschappelijke en culturele ontwikkelingen.

Naast de verhalen zijn er nog de oneliners. Zoals een van de cursisten samenvatte: ‘In een oceaan van boeken vist Piet naar kostelijckheden’. Er zijn te veel sterke verhalen, hila-rische en puntige uitspraken om op te noemen, maar het daverend gelach dat al jaren met regelmaat opstijgtin het belendende lokaal in Menno-rode, heeft zonder twijfel bijgedragen aan de unieke sfeer op de doperse cursus! <<

column

D

Gerke van Hiele is predikant in de Arbo-retumkerk te Wageningen en docent en coördinator van de cursus Doperse Theologie.

In 2011, honderd jaar na de intrede van Anne Zernike in de doopsgezinde gemeente in Bovenknijpe, besteedde de Algemene Doopsgezinde Sociëteit al volop aandacht aan Zernike. Zo bracht Korneel Roosma-de Vries (zie foto) een solotoneelvoorstelling over het leven en werk van Zernike, waren er diverse tentoonstellingen, lezingen en publicaties en werd onder de vlag van Doopsgezind WereldWerk het Anne Zernike-fonds ter ondersteuning van vrouwelijke predikanten in het leven geroepen. Ook buiten de doopsgezinde wereld bleef Anne Zernike niet onopgemerkt. Post NL bracht in april 2013 een postzegel met de beeltenis van

Anne Zernike blijft tot de verbeelding spreken. Deze maand staan er een spreekwedstrijd voor vrouwen en een expositie in het Bijbels Museum op stapel, en begin juli promoveert Froukje Pitstra op haar onderzoek naar de eerste vrouwelijke predikant in Nederland. Zernike uit, terwijl Omrop Fryslân

kwam met de documentaire Om it leauwen en de sinnigens.

De hernieuwde belangstelling voor Anne Zernike is voor de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap npb, waar Zernike vanaf 1921 predikant was, aanleiding om de wedstrijd Alle kunst is heilig te organiseren.1 Deze wed-strijd is bestemd voor vrouwen die het een uitdaging vinden om in het openbaar te spreken. Inspiratiebron is een uitspraak van Anne Zernike, die tot diens vroege overlijden getrouwd was met kunstenaar Jan Mankes: ‘Ja, heilig is alle kunst. Alle wegen die zich verheffen boven de allerdaagsch-heid voeren tot God. Zoo’ n weg wijst de wetenschap en stellig ook de

kunst.’ Op zondag 15 juni om 11.00 uur dragen de drie finalisten hun verhaal voor in Paradiso in Amster-dam, voorheen het kerkgebouw van de Vrije Gemeente, waar Anne Zernike besloot predikante te wor-den. In de jury zitten onder meer kunstenaar Tinkebell en Cisca Stark, voormalig docent praktische theolo-gie aan het doopsgezind seminarium.

In het Bijbels Museum in Amster-dam is een tentoonstelling te zien, waar bezoekers met behulp van kunst, voorwerpen en documenten een beeld krijgen van het leven van Zernike, en van haar betekenis voor andere (vrijzinnige) vrouwen uit haar tijd.2 Anne Zernike is zelf ook ‘aanwezig’ in de vorm van verschil-lende portretten van Jan Mankes. Rond de tentoonstelling zijn rond-leidingen en speciale groepsarrange-menten, met lunch of high tea in museumcafé Hof van Heden. De tentoonstelling is te bezoeken tot 13 oktober van dit jaar.

Op 3 juli promoveert Froukje Pitstra aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen op haar onderzoek naar Anne Zernike, dat resulteerde in de biografie Ontelbare Enkelvouden. Deze biografie beperkt zich niet tot een beschrijving van het persoonlijke en werkzame leven van Zernike, maar gaat ook in op de context en tijdgeest waarin ze leefde en besluiten nam. In haar promotie-onderzoek richt Pitstra zich op een drietal ontwikkelingen binnen het protestantse theologische veld in Nederland: de toename van indivi-dualisering en persoonlijke zingeving, de groeiende toegankelijkheid van en belangstelling voor diverse kunstvor-men bij een breed publiek, en de veranderingen in status en rol van (vrijzinnige) voorgangers in Neder-land. <<

24

levend verleden

Anne Zernike (Amsterdam, 30 april 1887-Amersfoort, 6 maart 1972) studeerde theologie aan de Univer-siteit van Amsterdam en het Doopsgezind Seminarium en werd in 1911 de eerste vrouwelijke predikant van Nederland. Haar beide ouders waren wiskundige. Haar één jaar jongere broer Frits Zernike ontving in 1953 de Nobelprijs voor de natuurkunde, terwijl haar zuster Elisabeth Zernike een bekend schrijfster werd.

tekst Johan Tempelaar – foto Herman Heijn

1 www.vrijzinnigen.org | 2 www.bijbelsmuseum.nl

De eerste predikante