Juf Maaike Rosenberg ontfermt zich over de kinderen van ......2021/01/20  · Juf Maaike Rosenberg...

1
REPORTAGE | 9 Donderdag 21 januari 2021 | Den Haag Centraal Belastingdienst Mira Ik geloof nog altijd dat we in een goed land leven, beter dan het land waar velen van ons vandaan ko- men. Ik geloof dat instituties wer- ken in het belang van het volk en ik geloof dat het goede op de een of andere manier altijd wint. Soms generaties later, maar de wereld draait nog altijd. Soms geloof ik zelfs dat elke politicus een ‘goede jongen is’, zoals een voormalige Haagse wethouder ooit tegen me zei. Wat ik bijna niet kan geloven, is dat een institutie als de Belas- tingdienst zo cynisch kon zijn om enkele duizenden mensen van fraude te beschuldigen op basis van hun nationaliteit. Zoals velen ben ik geen fan van de Belasting- dienst, maar ook ik geloof in een hoger belang dan alleen de eigen portemonnee. Helaas worden instituties door mensen gerund. Wat voor mensen zijn degenen die het idee hadden om bij men- sen met een dubbele nationaliteit een vraagteken te zetten? Roept dat aanvinken van buitenlandse namen geen associaties op met de lijsten van burgers die ooit een Jodenster moesten gaan dragen? Zoals Cesare Lombroso geloofde dat alle mensen met een laag voor- hoofd criminelen waren, leken de verantwoordelijken bij en voor de Belastingdienst te geloven dat wie niet Jansen heet, een potentiële crimineel is. De dubbele nationaliteit hoefde niet eens te worden gere- gistreerd bij de Belastingdienst, blijkt uit journalistiek onderzoek, maar er is altijd wel een kwade genius die, zoals de kwade geniën in tekenfilms, het kwade denkt en doet. Met hoevelen denken ze bij de Belastingdienst zo over ‘buitenlanders’? Als gevolg van dit schandaal zijn er directeuren opgestapt en nu zelfs het voltal- lige kabinet. Ze hebben of nemen verantwoordelijkheid voor het feit dat veel gezinnen kapot zijn ge- gaan, dat ouders gingen scheiden of hun huis of baan kwijtraakten, maar nogmaals, wie zijn de kwade geniën, degenen die zeiden: ‘Aha, buitenlanders, die moeten so- wieso een boete betalen, omdat het bedrog in hun bloed zit. Dat weten we uit ervaring’? De kaf- kaiaanse functionarissen zonder naam, beschermd door een wet die alleen voor ons, degenen die niet in het systeem zitten, functi- oneert. Velen in het systeem zijn net zo erg als die boerse vrouw in de volkswijk die vanachter de schutting schreeuwt dat je terug naar je land moet. Tegen die lompe vrouw kun je aangifte doen, maar wat doe je tegen een systeem dat wil dat je oppleurt? Want een sy- steem kan verwoestender zijn dan het zeemonster dat het mythische Atlantis verwoestte. Niemand weet wat voor monster dit precies was. Maar als nieuwe Nederlander heb ik, na vijftien jaar hier en na de recente toeslagenaffaire, een nieuwe theorie: misschien was het gewoon de Belastingdienst. Mira Feticu Online thuisonderwijs, onderwijl de noodopvang op school draaiende houden en een verplichte cursus volgen: leraren op de Oranje Nassau- school houden alle ballen in de lucht. Door Judith Eykelenboom F rederik (7) zit voor in de klas naast zijn juf achter de laptop. Op het scherm zijn drie ingelogde klasge- nootjes te zien. Ze vormen een lees- groepje. Om de beurt lezen ze een stukje tekst. “Nee, dat staat er niet. Lees nog eens,” verbetert Maaike Rosenberg (47) hem. In deze klas van de Oranje Nassauschool in het Be- noordenhout zitten acht andere kinderen uit twee groepen 4 van wie de ouders een vitaal be- roep hebben. Ze werken aan hun taken die op het digibord te zien zijn. Emma (7) en Umayra (7) lopen heen en weer, want ze doen een woord- zoeker en houden elkaar op de hoogte van de ge- vonden woorden. Ole (7) heeft een rekenvraag, maar moet even wachten tot het online lees- groepje klaar is. “Dit is voor mij een heel onnatuurlijke manier van lesgeven,” zegt Rosenberg. “Alles gebeurt te- gelijk. Als ik de kinderen op de computer zie, mis ik ze heel erg. Ik ben geen juf geworden om tegen een beeldscherm te praten. Ondertussen zitten mijn eigen drie kinderen thuis te netflixen om- dat er geen toezicht is en word ik door hun mid- delbare school gebeld dat ze hun werk niet heb- ben ingeleverd. Het terugbellen van die school heb ik nu op mijn to-dolijstje staan. Ouders die vragen hebben, mail ik dan weer ’s avonds op de bank terug.” Overvragen Verderop in de gang zit Rianne Sman (32). Ze volgt een cursus, de verdieping van de Kanjer- training, terwijl ze op school is voor de noodop- vang van groep 5 en haar eigen klas online les- geeft. “Normaal gesproken zou ik vrij hebben ge- kregen voor deze cursus, zou er nu iemand anders voor de klas moeten staan, maar we roei- en met de riemen die we hebben.” Ook Sman geeft aan dat er nu veel gevergd wordt van leraren, maar ook van de ouders en kinderen. “In groep 5 zijn er grote verschillen in de verantwoordelijkheid die de kinderen aan- kunnen. Als je nog niet zo zelfredzaam bent, overvragen we je nu. Ook kinderen die wat be- scheidener van karakter zijn, leunen meer op hun ouders, wat eigenlijk niet de bedoeling is. Daarom begin ik iedere dag in Teams tijdens het kringgesprek waarin iedereen live aanwezig is: ‘Ik ben hier voor jullie, ik ben er de hele dag voor jullie.’ Ik hoop dat dat vertrouwen geeft.” Toch stelt Sman dat de kinderen van de Oranje Nas- sauschool een streepje voor hebben. “Deze doel- groep heeft doorgaans een eigen kamer en een eigen bureautje waar ze aan kunnen werken. Ze zijn beter gefaciliteerd dan de kinderen van de vorige school waar ik werkte in de Schilderswijk. Je kan je niet concentreren op een deelsom aan de keukentafel tussen al je broertjes en zusjes, lijkt me.” Umayra uit groep 4 gaat maar een paar dagen per week naar de noodopvang. “Toen ik thuis werkte, ging mijn kat op mijn taalboek staan. Toen ik hem op de gang zette, ging hij miau- wen, dus kon ik me ook niet concentreren.” Frederik, die ook deels thuiszit en deels in de noodopvang: “Als ik bij mijn mama ben, gaat mijn kleine broertje vaak huilen en mijn papa heeft geen tijd om me te helpen. Hij heeft zijn eigen werk.” Andersom komt ook voor, zegt Rosenberg. “Er zijn veel ouders die het werk van de kinderen nakijken en ze thuis helpen. Het is geweldig dat ze dat kunnen doen.” Trots “Het is een bijzondere tijd,” geeft directeur Louise Kortman (56) toe. “De prioriteit ligt nu bij de kwaliteit van het thuisonderwijs, want een noodopvang is een noodopvang. In princi- pe moeten de kinderen die op school zijn het- zelfde doen als de kinderen thuis; ze hebben de- zelfde takenlijsten en werken via hetzelfde principe. Je laat altijd wel een steekje vallen, maar het hele plan zit hartstikke goed in elkaar. Dat is wel iets om trots op te zijn. We hebben veel kinderen van wie de ouders in de zorg wer- ken of bij de Covid-procedure betrokken zijn. We kijken: hoe kunnen we elkaar tegemoetko- men. Dat kan niet altijd het maximale zijn.” In hoeverre kinderen na deze tijd van online les achterstanden hebben opgelopen, moet nog blijken. Kortman: “Er valt altijd wel iets bij te spijkeren. Om het klassengevoel erin te hou- den, worden er collectief spelletjes georgani- seerd, zoals ‘wie heeft er als eerste een wc-rol?’ Dan moeten de kinderen in huis zo snel moge- lijk op zoek naar zo’n voorwerp.” Maar het onderwijs op afstand haalt het niet bij het fysiek voor de klas staan. Sman: “Deze situa- tie vraagt nu om heel andere activiteiten en vaar- digheden van mij als leerkracht om met elkaar in de klas verbinding te houden. Een laptopscherm maakt het veel onpersoonlijker. Ondanks dat ze thuis zijn, zijn het nog steeds mijn kids.” Thuisonderwijs én noodopvang Juffen en meesters in een spagaat Juf Maaike Rosenberg ontfermt zich over de kinderen van groep 4, thuis en in de klas. | Foto: Eveline van Egdom ‘Ik ben geen juf geworden om tegen een beeldscherm te praten’ ‘Ik ben hier voor jullie, ik ben er de hele dag voor jullie’

Transcript of Juf Maaike Rosenberg ontfermt zich over de kinderen van ......2021/01/20  · Juf Maaike Rosenberg...

Page 1: Juf Maaike Rosenberg ontfermt zich over de kinderen van ......2021/01/20  · Juf Maaike Rosenberg ontfermt zich over de kinderen van groep 4, thuis en in de klas. | Foto: Eveline

REPORTAGE | 9Donderdag 21 januari 2021 | Den Haag Centraal

Belastingdienst 

Mir

a

Ik geloof nog altijd dat we in een goed land leven, beter dan het land waar velen van ons vandaan ko-men. Ik geloof dat instituties wer-ken in het belang van het volk en ik geloof dat het goede op de een of andere manier altijd wint. Soms generaties later, maar de wereld draait nog altijd. Soms geloof ik zelfs dat elke politicus een ‘goede jongen is’, zoals een voormalige Haagse wethouder ooit tegen me zei. Wat ik bijna niet kan geloven, is dat een institutie als de Belas-tingdienst zo cynisch kon zijn om enkele duizenden mensen van fraude te beschuldigen op basis van hun nationaliteit. Zoals velen ben ik geen fan van de Belasting-dienst, maar ook ik geloof in een hoger belang dan alleen de eigen portemonnee. Helaas worden instituties door mensen gerund. Wat voor mensen zijn degenen die het idee hadden om bij men-sen met een dubbele nationaliteit een vraagteken te zetten? Roept dat aanvinken van buitenlandse namen geen associaties op met de lijsten van burgers die ooit een Jodenster moesten gaan dragen? Zoals Cesare Lombroso geloofde dat alle mensen met een laag voor-hoofd criminelen waren, leken de verantwoordelijken bij en voor de Belastingdienst te geloven dat wie niet Jansen heet, een potentiële crimineel is. 

De dubbele nationaliteit hoefde niet eens te worden gere-gistreerd bij de Belastingdienst, blijkt uit journalistiek onderzoek, maar er is altijd wel een kwade genius die, zoals de kwade geniën in tekenfi lms, het kwade denkt en doet. Met hoevelen denken ze bij de Belastingdienst zo over ‘buitenlanders’? Als gevolg van dit schandaal zijn er directeuren opgestapt en nu zelfs het voltal-lige kabinet. Ze hebben of nemen verantwoordelijkheid voor het feit dat veel gezinnen kapot zijn ge-gaan, dat ouders gingen scheiden of hun huis of baan kwijtraakten, maar nogmaals, wie zijn de kwade geniën, degenen die zeiden: ‘Aha, buitenlanders, die moeten so-wieso een boete betalen, omdat het bedrog in hun bloed zit. Dat weten we uit ervaring’? De kaf-kaiaanse functionarissen zonder naam, beschermd door een wet die alleen voor ons, degenen die niet in het systeem zitten, functi-oneert. Velen in het systeem zijn net zo erg als die boerse vrouw in de volkswijk die vanachter de schutting schreeuwt dat je terug naar je land moet. Tegen die lompe vrouw kun je aangifte doen, maar wat doe je tegen een systeem dat wil dat je oppleurt? Want een sy-steem kan verwoestender zijn dan het zeemonster dat het mythische Atlantis verwoestte. Niemand weet wat voor monster dit precies was. Maar als nieuwe Nederlander heb ik, na vijftien jaar hier en na de recente toeslagena� aire, een nieuwe theorie: misschien was het gewoon de Belastingdienst.

Mira Feticu

Online thuisonderwijs, onderwijl de noodopvang op school draaiende houden en een verplichte cursus volgen: leraren op de Oranje Nassau-school houden alle ballen in de lucht.

Door Judith Eykelenboom

Frederik (7) zit voor in de klas naast zijn juf achter de laptop. Op het scherm zijn drie ingelogde klasge-nootjes te zien. Ze vormen een lees-groepje. Om de beurt lezen ze een

stukje tekst. “Nee, dat staat er niet. Lees nog eens,” verbetert Maaike Rosenberg (47) hem. In deze klas van de Oranje Nassauschool in het Be-noordenhout zitten acht andere kinderen uit twee groepen 4 van wie de ouders een vitaal be-roep hebben. Ze werken aan hun taken die op het digibord te zien zijn. Emma (7) en Umayra (7) lopen heen en weer, want ze doen een woord-zoeker en houden elkaar op de hoogte van de ge-vonden woorden. Ole (7) heeft een rekenvraag, maar moet even wachten tot het online lees-groepje klaar is.

“Dit is voor mij een heel onnatuurlijke manier van lesgeven,” zegt Rosenberg. “Alles gebeurt te-gelijk. Als ik de kinderen op de computer zie, mis ik ze heel erg. Ik ben geen juf geworden om tegen een beeldscherm te praten. Ondertussen zitten mijn eigen drie kinderen thuis te netfl ixen om-dat er geen toezicht is en word ik door hun mid-delbare school gebeld dat ze hun werk niet heb-ben ingeleverd. Het terugbellen van die school heb ik nu op mijn to-dolijstje staan. Ouders die vragen hebben, mail ik dan weer ’s avonds op de bank terug.”

OvervragenVerderop in de gang zit Rianne Sman (32). Ze volgt een cursus, de verdieping van de Kanjer-training, terwijl ze op school is voor de noodop-vang van groep 5 en haar eigen klas online les-geeft. “Normaal gesproken zou ik vrij hebben ge-

kregen voor deze cursus, zou er nu iemand anders voor de klas moeten staan, maar we roei-en met de riemen die we hebben.”

Ook Sman geeft aan dat er nu veel gevergd wordt van leraren, maar ook van de ouders en kinderen. “In groep 5 zijn er grote verschillen in de verantwoordelijkheid die de kinderen aan-kunnen. Als je nog niet zo zelfredzaam bent, overvragen we je nu. Ook kinderen die wat be-scheidener van karakter zijn, leunen meer op hun ouders, wat eigenlijk niet de bedoeling is. Daarom begin ik iedere dag in Teams tijdens het kringgesprek waarin iedereen live aanwezig is: ‘Ik ben hier voor jullie, ik ben er de hele dag voor jullie.’ Ik hoop dat dat vertrouwen geeft.” Toch stelt Sman dat de kinderen van de Oranje Nas-sauschool een streepje voor hebben. “Deze doel-

groep heeft doorgaans een eigen kamer en een eigen bureautje waar ze aan kunnen werken. Ze zijn beter gefaciliteerd dan de kinderen van de vorige school waar ik werkte in de Schilderswijk. Je kan je niet concentreren op een deelsom aan de keukentafel tussen al je broertjes en zusjes, lijkt me.”

Umayra uit groep 4 gaat maar een paar dagen per week naar de noodopvang. “Toen ik thuis werkte, ging mijn kat op mijn taalboek staan. Toen ik hem op de gang zette, ging hij miau-wen, dus kon ik me ook niet concentreren.”

Frederik, die ook deels thuiszit en deels in de noodopvang: “Als ik bij mijn mama ben, gaat mijn kleine broertje vaak huilen en mijn papa heeft geen tijd om me te helpen. Hij heeft zijn eigen werk.”Andersom komt ook voor, zegt Rosenberg. “Er

zijn veel ouders die het werk van de kinderen nakijken en ze th uis helpen. Het is geweldig dat ze dat kunnen doen.”

Trots“Het is een bijzondere tijd,” geeft directeur Louise Kortman (56) toe. “De prioriteit ligt nu bij de kwaliteit van het thuisonderwijs, want een noodopvang is een noodopvang. In princi-pe moeten de kinderen die op school zijn het-zelfde doen als de kinderen thuis; ze hebben de-zelfde takenlijsten en werken via hetzelfde principe. Je laat altijd wel een steekje vallen, maar het hele plan zit hartstikke goed in elkaar. Dat is wel iets om trots op te zijn. We hebben veel kinderen van wie de ouders in de zorg wer-ken of bij de Covid-procedure betrokken zijn. We kijken: hoe kunnen we elkaar tegemoetko-men. Dat kan niet altijd het maximale zijn.” In hoeverre kinderen na deze tijd van online les achterstanden hebben opgelopen, moet nog blijken. Kortman: “Er valt altijd wel iets bij te spijkeren. Om het klassengevoel erin te hou-den, worden er collectief spelletjes georgani-seerd, zoals ‘wie heeft er als eerste een wc-rol?’ Dan moeten de kinderen in huis zo snel moge-lijk op zoek naar zo’n voorwerp.”

Maar het onderwijs op afstand haalt het niet bij het fysiek voor de klas staan. Sman: “Deze situa-tie vraagt nu om heel andere activiteiten en vaar-digheden van mij als leerkracht om met elkaar in de klas verbinding te houden. Een laptopscherm maakt het veel onpersoonlijker. Ondanks dat ze thuis zijn, zijn het nog steeds mijn kids.”

Thuisonderwijs én noodopvang

Ju� en en meesters in een spagaat

Juf Maaike Rosenberg ontfermt zich over de kinderen van groep 4, thuis en in de klas. | Foto: Eveline van Egdom

‘Ik ben geen juf geworden om tegen

een beeldscherm te praten’

‘Ik ben hier voor jullie, ik ben er de hele dag

voor jullie’