JAMAICAANSE SPRINTERS -...

32
J A M A I C A A N S E S P R I N T E R S

Transcript of JAMAICAANSE SPRINTERS -...

JAMAICAANSE SPRINTERS

Yoni Even-Zur2011/2012

Inleiding

Usain Bolt, Asafa Powell, ze behoren tot de snelste 100 meter sprinters ter wereld. Beiden vertegenwoordigen ze in deze tijd de grootse historie van de Jamaicaanse sprintsport. De ene Jamaicaan maakt een valse start (Usain Bolt) de andere Jamaicaan houdt de eer van Jamaica hoog en wint de race. Een land met maar 3.000.000 inwoners domineert op zo’n belangrijke sport . Hoe is het mogelijk dat de Jamaicanen het zo goed doen op de 100 meter sprint? Het zit in ze, of komt het in ze. Vele mensen vragen het zich af waarom die Jamaicanen het zo goed doen. Daar ben ik er ook een van, daarom heb ik besloten om het hierover te gaan hebben. Ook is de sprintsport een sport die je in vele sporten terug ziet. Zo kan het zeer handig zijn om snel te kunnen sprinten bij bijvoorbeeld voetbal of honkbal.

Om te weten te komen waarom Jamaica zulke goede sprinters aflevert heb ik verschillende deelvragen opgesteld.

1. Wat is een goede sprinter?2. Is het genetisch bepaald waarom veel Jamaicaanse sprinters zo snel zijn?3. Komt het door de Jamaicaanse trainingswijze waarom veel Jamaicaanse sprinters zo

snel zijn?4. Komt het door de Jamaicaanse cultuur waarom veel Jamaicaanse sprinters zo snel

zijn?

Als praktische opdracht ga ik een interview afleggen bij een deskundige. Als deskundige heb ik gekozen voor een sprint trainer. Dit omdat ik denk dat die ten eerste verstand van de sprintsport heeft en ten tweede dat die in de praktijk ook verschillen tussen bepaalde sprinters tegenkomt. In dit interview ga ik vooral in op hoofdstuk 1, Wat is een goed sprinter. Dit omdat ik zeker weet dat hij hier antwoord op zou kunnen geven. Ook ga ik zeker ook zijn mening over de Jamaicaanse sprinters vragen maar hierover kan ik niet van te voren weten of ik dit kan gebruiken.

2

Inhouds opgave

Inleiding (blz. 2)

Hoofdstuk 1 - Wat is een goede sprinter?§1.1 – Menselijke anatomie (blz. 4 t/m 7)§1.2 - Anatomische verschillen tussen sprinters en niet sprinters (blz. 8&9)§1.3 – Sprintgenen (blz. 10)§1.4 – Leefwijze van een goede sprinter (blz. 11&12)§1.5 – Conclusie (blz. 13)

Hoofdstuk 2 - Is het genetisch bepaald waarom veel Jamaicaanse sprinters zo snel zijn? §2.1 – Afkomst van de Jamaicanen (blz. 14)§2.2 – Jamaicaanse genen (blz.15)§2.3 – Anatomie van de Jamaicaan (blz 16)

Hoofdstuk 3 - Komt het door de Jamaicaanse trainingswijze waarom veel Jamaicaanse sprinters zo snel zijn?§3.1 – Training op school (blz. 17)§3.2 – Trainingsomstandigheden (blz. 18)§3.3 – Trainingsmethoden (blz. 19)

Hoofdstuk 4 - Komt het door de Jamaicaanse cultuur waarom veel Jamaicaanse sprinters zo snel zijn?§4.1 – De aandacht voor de sprintsport (blz. 20)§4.2 – De redding uit de armoede (blz. 21)§4.3 – Jamaicaans eten (blz. 22)

Conclusie (blz. 23)

Bronvermelding (blz. 24)

3

Wat is een goede sprinter

§1.1Menselijke anatomie

Fig. 1

De mens is opgebouwd uit verschillende cellen, elke groep cellen heeft zijn eigen taak. Zo’n groep met dezelfde cellen noemen we weefsel. Sommige weefsels bij elkaar kunnen dan weer een orgaan vormen.

In dit hoofdstuk ga ik het voornamelijk over het menselijk skelet en de spieropbouw hebben. Dit omdat ik denk dat dit meer invloed heeft op de sprintsport.

We zijn allemaal opgebouwd uit vele botten en pezen, dit noemen we het skelet. Het skelet heeft verschillende functies.

- Het geeft ons lichaam stevigheid.- Het beschermt je organen.- Het vormt de aanhechtingsplaats met de spieren, hierdoor kunnen er bewegingen

gemaakt worden.- In sommige botten/beenderen zit het rode beenmerg, dit vormt de rode en witte

bloedcellen.

4

Het menselijk skelet is verdeelt in 3 delen:

- De beenderen van de romp- De beenderen van de gordels en ledematen - De beenderen van het hoofd

In figuur 1 is goed te zien hoe het menselijk skelet in elkaar zit.

De beenderen van de romp worden weer verdeeld in de wervelkolom, de ribben en het borstbeen. De wervelkolom bestaat uit 32-33 beenderen (zie figuur 2). De beenderen worden door tussenwervels gescheiden, deze tussenwervels bestaan uit kraakbeen. Deze tussenwervels zorgen ervoor dat de wervelkolom stevig en buigzaam is. Daarnaast heb je dus ook de ribben, de ribben bestaan uit 12 paar smalle, platte, gebogen beenstukken. De ribben beschermen je organen en zijn ook een belangrijke factor in de ademhaling. Ten- slotte heb je het borstbeen dit is een plat beenstuk dat bestaat uit drie delen, het handvat (manubrium), het lichaam (corpus), het zwaardvormig aanhangsel (processus xiphoideus). Doordat het borstbeen vlak onder de huid ligt kan er gemakkelijk een beenmergpunctie worden gedaan, dit dient ter bestudering van jonge bloedcellen.

Fig.2

Naast de beenderen van de romp heb je ook de beenderen van het hoofd. De beenderen van het hoofd zijn in twee groepen verdeelt, de hersenschedel en de beenderen van de aangezichtsschedel. Het doel van de hersenschedel is het beschermen van je hersenen en de beenderen van de aangezichtsschedel bepalen in feite je uiterlijk, hoe je er uitziet.

Ten slotte heb je ook nog ook nog de beenderen van de gordels en ledematen. Dit zijn alle overige gewrichten van je schouder tot je tenen. Zo heb je het schouderblad en sleutelbeen

5

in het bovenste deel van je lichaam. Daar onder krijg je de beenderen de armen. De armen dienen als grijporganen en staan daarom ook veel bewegelijkheid toe. Dan krijg je de bekkengordel, deze vormt de verbinding tussen het been en de romp. De bekkengordel is veel steviger dan de schoudergordel, maar ook veel minder bewegelijk. De onderste beenderen zitten in je benen. De benen bestaan uit het dijbeen, de knieschijf, het scheenbeen en het kuitbeen. Waar de armen als grijporganen dienen, dienen de benen als looporganen. De benen zijn dan ook veel steviger dan de armen maar ook veel minder bewegelijk. Het dijbeen is het krachtigste pijpbeen van het hele lichaam. Onder het dijbeen zit de knieschijf (patella), deze zit voor het kniegewricht. Weer onder de knieschijf bevinden zich het scheenbeen en het kuitbeen.

Tussen alle beenstukken zitten verschillende verbindingen, bewegelijke of onbewegelijke verbindingen. Er zijn drie soorten verbindingen , naadverbindingen, kraakbeenverbindingen en gewrichten. Naadverbindingen zijn onbewegelijke verbindingen die in de schedel voorkomen. Tussenwervelschijven in de wervelkolom bestaan uit kraakbeen en er zijn kraakbeenverbindingen tussen de ribben en het borstbeen. De gewrichten zijn bewegelijke verbindingen. Er zijn verschillende soorten gewrichten.

- Kogelgewricht. Het kogelgewricht is het meest bewegelijke gewricht. Voorbeelden van kogelgewrichten zijn het schoudergewricht en het heupgewricht.- Scharniergewricht. Bij een scharniergewricht is er naar één richting beweging mogelijk. Een voorbeeld van een scharniergewricht is bijvoorbeeld het elleboogsgewricht.- Zadelgewricht. Bij een zadelgewricht is er alleen beweging mogelijk in twee loodrecht op elkaar staande richtingen. Een voorbeeld van een zadelgewricht is het gewricht tussen de duim en handwortel .- Rol- of draaigewicht. Bij een rol- of draaigewicht draait het ene beenstuk om het andere beenstuk heen. Een Voorbeeld van een rol- draaigewricht is het draaien van het spaakbeen om de ellepijp.- Strafgewricht. Het strafgewricht is een maar weinig bewegelijk gewricht. Een voorbeeld van een strafgewricht zijn de gewrichten tussen hand- en voetwortelbeentjes.

Naast het skelet bestaat het lichaam o.a. ook nog uit het spierstelsel. Het spierstelsel bestaat uit vele soorten spieren. De taak van deze spieren is:

- Het zorgen dat de normale spierspanning kan worden gehandhaafd, ook in rusttoestand.

- Het tot stand kunnen brengen van bewegingen.- Een bron van warmteproductie vormen, deze zorgt ervoor dat het lichaam een

constante lichaamstemperatuur kan handhaven.- De vorming van de wand van lichaamsholten, in de borst- en buikholte.

Spieren zijn door middel van pezen of direct vastgehecht. De vasthechting kan plaatsvinden tussen het skelet en de huid en het skelet en het skelet.

De spierwerking van een spier vindt plaats door samentrekking. Na elke samentrekking volgt weer een verslapping van de spier. Bij elke samentrekking worden de spieren korter en harder, er vindt zich dan beweging plaats. Het hangt ervan af waaraan de spier is bevestigd wat voor beweging er na de spiersamentrekking zal volgen.

6

In de arm en benen bevinden zich twee belangrijke spieren de biceps en de triceps. Zoals de namen al zeggen bestaat de biceps uit twee spiergroepen en de triceps uit drie spiergroepen. Bij de samentrekking van de biceps ontstaat een tegenovergestelde beweging dan bij de triceps , je spreekt in dit geval van antagonistische bewegingen. Een spier of spiergroep welke dit doet, wordt tegenwerker (antagonist) genoemd. Spieren of spiergroepen die alle één en dezelfde beweging veroorzaken worden synergisten genoemd.

Pezen verbinden de spier met een skeletdeel. Pezen kunnen zich niet samentrekken. Het bevestigingspunt van de pees ligt niet altijd vlak bij de spier. Om de pezen heen bevindt zich een bindweefselkoker, de peesschede. Dit weefsel bestaat uit vast bindweefsel. De binnenzijde is glad en slijmerig, dit omdat de pees zich dan gemakkelijk in de koker kan bewegen.

De werking van een spier is een zeer gecompliceerd fysisch chemisch proces. Voor dit proces zijn er koolhydraten nodig, in de vorm van glycogeen en fosforzuurverbindingen. Ook hormonen, vitaminen en zuurstof werken mee. Tijdens dit proces komt er warmte vrij. Wanneer de arbeid op een spier te zwaar wordt door bijvoorbeeld het dragen van te veel gewicht of wanneer het aantal bewegingen per tijdseenheid te veel is, dan is er te weinig zuurstof ter plaatse aanwezig. Door het gebrek aan zuurstof wordt er nu melkzuur gevormd, dit is afkomstig van glycogeen. De ophoping van het melkzuur geeft een gevoel van moeheid, het zogenaamd verzuren van de benen.

§1.2Anatomische verschillen tussen sprinters en niet sprinters

7

De anatomische verschillen tussen sprinters en niet sprinters kun je op twee manieren te weten komen, je kunt kijken naar uiterlijke verschillen door lichaamsdelen met elkaar te vergelijken of je kunt onderzoeken doen om achter verschillen te komen die niet zo op het oog te zien zijn.

Is het mogelijk om aan iemands uiterlijk te zien of dit een goede sprinter is? Eigenlijk is het antwoord hierop nee, maar het is wel mogelijk om aan het uiterlijk te zien wanneer iemand geen goede sprinter is. Dit wil zeggen dat sprinters gemeenschappelijke uiterlijke kenmerken hebben. Zo hebben sprinters een grote spiermassa’s die goed te zien zijn en bijna geen vet. Vooral de bovenbeen spieren zijn goed ontwikkeld. Een sprinter heeft dus altijd een atletische, sportieve bouw. Als je willekeurig persoon ziet en die heeft veel spiermassa wil dit dus niet zeggen dat dit een goede sprinter zou zijn, maar als jij een persoon ziet met weinig spiermassa in vooral de bovenbenen dan kan je er zo goed als zeker van zijn dat dit geen goede sprinter is. Tot voorkort dachten veel mensen dat een sprinter niet te lang moet zijn maar daar maakte Usain bolt verandering in. Hij heeft dus bewezen dat sprinters ook lang kunnen zijn. Wel is het zo dat je in de eerste meters een voordeel hebt als je klein bent. Usain Bolt komt dan ook niet zo snel opgang maar weet deze achterstand in de 2de helft ruimschoots in te halen.Dus om te denken dat sprinters altijd klein zijn is fout. Wel zijn sprinters dus altijd fors gespierd, ze hebben een grote spiermassa.

Nog een uiterlijk kenmerk van een sprinter is dat hij meestal zwart getint is, zo waren de laatste 25 wereldrecords op de 100 meter allemaal gelopen door zwartgetinte mensen. Maar dit wil niet zeggen dat je zwart hoeft te zijn om een goede sprinter te zijn, zo heb je tegenwoordig aan Christophe Lemaitre een goed voorbeeld als het gaat om goede blanke sprinters. Maar er is wel een reden om te zeggen dat hij een uitzondering is, want Adrian Bejan, hoogleraar mechanica aan de Duke University in North Carolina, en Edward Jones van de Howard University in Washington hebben onderzoek gedaan tussen zwartgetinte mensen en blanke mensen. Uit dit onderzoek is gebleken dat zwartgetinte mensen over het algemeen een 3% hoger zwaartepunt van het lichaam hebben dan blanken, dit betekent dat zij sneller met hun lichaam weer naar beneden zakken tussen elke stap. Het gevolg hiervan is dat zei dus meer stappen kunnen zetten waardoor ze een hogere loopfrequentie hebben. Blanken hebben dus over het algemeen een 3% lager zwaartepunt waardoor ze over het algemeen minder snel kunnen lopen. Blanken hebben dan wel weer een voordeel bij bijvoorbeeld zwemmen. Omdat hun zwaartepunt lager is liggen ze meer boven het wateroppervlak, waardoor ze minder weerstand hebben en dus sneller kunnen zwemmen.

Volgens onderzoek van de Brit John Manning’s kun je aan de ringvinger een goed sprinter herkennen. In dit onderzoek reisde hij af naar Qatar om daar onderzoek te doen tijdens de mannen competitie sprint. Hier kwam hij tot de conclusie dat bijna altijd de mannen met de langere vingers sneller rennen!

Dit waren dus allemaal uiterlijke kenmerken aan hoe je een goede sprinter kunt herkennen. Zoals ik al zei zijn er ook nog anatomische verschillen tussen een goede en een slechte sprinter.

8

Beginnend heb je snelle en langzame spiervezels. Langzame spiervezels komen langzamer op gang dan snelle spiervezels maar langzame spiervezels hebben wel een langer uithoudingsvermogen. Over het algemeen heeft elke spier ongeveer evenveel langzame als snelle spiervezels, maar dit kan per individu verschillen. Sprinters hebben dan ook meer snelle spiervezels dan langzame spiervezels. Iemand met meer langzame spiervezels dan snelle spiervezels zou dan ook een mindere sprinter zijn, maar deze persoon zou het dan wel weer beter doen op de lange afstanden. Je hebt zelfs ook supersnelle spiervezels, maar deze spiervezels kom niet vaak voor. De meesten van ons beschikken dus ook niet over deze spiervezels.

Hiernaast is er nog een anatomisch verschijnsel waardoor een goede sprinter zich onderscheidt van een slechte sprinter. Dit zit namelijk in de spieren, beter gezegd in de aanhechting van de spier. In figuur 3 is het onderbeen van Usain Bolt schematisch weergegeven, in deze figuur is rechts het been van Bolt te zien en links die van een ‘normaal’ persoon. Het verschil in deze figuur zit hem in de aanhechting van de spier. Links zit de aanhechting ver van het gewricht af en rechts bij Bolt zijn been zit de aanhechting een stuk dichter bij het gewricht. Als de aanhechting ver van het gewricht af zit vergroot dit de momentarm van de spier, hierdoor kun je een grote kracht leveren, maar aan een lage snelheid. Als de aanhechting dichtbij de spier zit verkleind dit de momentarm van de spier, je kan hierdoor minder kracht zetten, dit met gevolg dat je minder snel start, maar door de kleine momentarm kan de spier wel een grotere snelheid in het gewricht genereren. Om het duidelijk te maken kun je de momentarm vergelijken met een versnelling op een fiets. Is de momentarm klein heb je te maken met een hoge versnelling, langzame start maar een hoge topsnelheid. Een grote momentarm kun je dan weer vergelijken met een lage versnelling, snelle start maar een lage topsnelheid. Dit is dan ook een grote reden waarom Usain Bolt een relatief langzame start heeft maar een zeer hoge topsnelheid.

Fig. 3

§1.3Sprintgenen

9

Een bekend fenomeen in de sprintsport, sprintgenen. Is het echt zo dat er sprintgenen zijn. Dat zou dan willen betekenen dat sommige nooit een sprinter kunnen zijn omdat ze nou eenmaal de genen er niet voor hebben? Betekend dit dan ook dat je met deze genen automatisch verzekerd bent om een goede sprinter te zijn?

Je hebt zo’n 20000 verschillende genen die je van je ouders meekrijgt, en tussen al die genen zitten er ook genen tussen die bepalen wat je meer ligt duursport of toch sprintsport of ben je helemaal niet zo sportief aangelegd. Niet iedereen wordt dus sportief geboren als de ander. Alhoewel het wel uitmaakt wat voor genen je hebt is het niet van doorslaggevend. Zo kan iemand met weinig aanleg voor de sprintsport toch een betere sprinter zijn dan iemand met een beter sprintgenen pakket. Dit simpelweg omdat diegene met minder aanleg meer traint in de sprintsport dan de ander.

Het Australische bedrijf Genetic Technologies bracht een SportGeneTest op de markt. In deze test is het mogelijk het ACTN3-gen op te sporen. De aanwezigheid een goede samenstelling van het ACTN3-gen wijst op de aanwezigheid van een snel spiervezeltype. Hierdoor is het mogelijk om te kijken of je het in je hebt om een sprinter te worden. Een positieve uitslag garandeert nog geen succes. Om succes te behalen is de motivatie om goed te trainen en je leefomstandigheden niet minder belangrijk al niet belangrijker dan dat ene gen.

Zoals verteld heb je als sprinter een goede samenstelling van het ACTN3-gen nodig. Het gen bestaat uit twee componenten, het X component en het R component. Als de samenstelling RR is heb je volgens meerdere onderzoeken de kans om een goede sprinter te worden.

Er zijn dus sprintgenen die je nodig hebt om een goede sprinter te zijn, maar dit is alleen maar een voorwaarde. Een goede is dus in bezit van deze sprintgenen, maar deze sprintgenen bepalen zeker niet of je een goede sprinter bent of wordt. De sprintgenen geven dus alleen maar aan of je potentie hebt, naast deze potentie ook wel talent genoemd komen er nog veel meer dingen bij kijken. Iemand met de ACTN3-gen variant RR kan dus een mindere sprinter zijn dan iemand met de ACTN3-gen variant XX.

§1.4Leefwijze van een goede sprinter

10

Zoals in de vorige paragraaf is verteld is het belangrijk om een goede leefwijze te hebben om een goede sprinter te worden/ te zijn. Maar wat is nou een goede leefwijze, wat komt daar bij kijken?

Het belangrijkste aspect op een goede leefwijze te hanteren is de motivatie om daadwerkelijk een goede sprinter te worden. Deze motivatie moet zich dan ook gaan uiten in discipline, veel en goed blijven trainen, goed rust nemen, gezond eten en drinken en geen ongezonde dingen doen zoals roken. Om dit voor elkaar te krijgen moet je hele leven in het belang van de sprintsport zijn.

Veel en goed blijven trainen: Zo vaak mogelijk training is belangrijk om jezelf te verbeteren, dit omdat er bij het sprinten ook vele technieken zijn. Zo probeer je tijdens je training je manier van lopen te perfectioneren om een zo snel mogelijke tijd neer te zetten. Dit is alleen mogelijk om te trainen en krijg je niet automatisch omdat je die genen nou eenmaal hebt. Zo kun je, je start bijvoorbeeld trainen op verschillende manieren. Ook kun je zelfs je finish trainen, elke milliseconden telt mee in de sprintsport.

goed rust nemen:Hoe kun je het mogelijk maken om zo veel mogelijk en optimaal te kunnen trainen? Juist om goed rust te nemen. Het is dus heel belangrijk om goed rust te nemen tussen elke training door. Dat betekent goed slapen en niet deelnemen aan andere activiteiten die veel energie kosten. Als je niet genoeg rust kun je niet optimaal en maximaal trainen waardoor je niet het maximale rendement er uit kan halen. Een ander gevolg van niet genoeg rust is dat je oververmoeid raakt en daardoor weer geblesseerd kan raken. En zo kom je weer bij het punt dat je dan niet het maximale rendement eruit kan halen.

gezond eten en drinken:Het is belangrijk om goed te eten en te drinken omdat je daar mede blessures mee kan voorkomen. Door niet genoeg te eten en te drinken kunnen je spieren oververmoeid raken en is de kans groter om geblesseerd te raken, waardoor je weer niet je maximale rendement kan halen. Als je niet genoeg eet en drinkt heb je ook gewoon niet de energie en de kracht die je nodig hebt om veel te trainen waardoor je minder intensief kan trainen en weer minder rendement eruit kan halen. Het is ook belangrijk dat je niet te veel en eet en gevarieerd. Want elke kilo te meer is weer een kilo meer om mee te dragen tijdens je sprint. Het is dus beter om heel weinig vet te hebben. Het is ook belangrijk om gevarieerd te eten omdat je verschillende stoffen nodig, een te weinig van een bepaalde stof kan dan weer leiden tot oververmoeidheid of zelfs tot een ziekte.

geen ongezonde dingen doen zoals roken:Tot slot is het ook heel belangrijk om geen ongezonde dingen te doen zoals roken. Roken is natuurlijk niet het enige ongezonde wat je kan doen zo kan het drinken van te veel alcohol

11

ook van negatieve invloed hebben op je sportprestaties. Zo zijn er nog vele ongezonde dingen die je kan doen. Hiervan is ook weer het gevolg dat je ziek kan raken en niet je maximale rendement uit jezelf kan halen.

12

§1.5Conclusie

Een goede sprinter kunnen je herkennen aan zijn grote spiermassa. Vooral in zijn bovenbeen heeft hij een zeer grote spiermassa. Een goede sprinter heeft dus een atletische bouw, je kunt zijn spieren goed zien en hij heeft bijna geen vet. Ook hebben goede sprinters lange vingers, dit klinkt misschien raar maar het is in werkelijkheid zeker zo.

Een goede sprinter heeft een relatief hoog zwaartepunt van het lichaam, dit zijn vrijwel zonder uitzondering zwartgetinte sprinters. Ook hebben goede sprinters relatief veel snelle spiervezels. Een goede sprinter heeft ook een kleine momentarm. Elke goede sprinter bezit over de combinatie RR bij het ACTN3-gen. Ten slotte heeft een goede sprinter een goede leefwijze die ten voordele is voor de sprintsport.

Fig. 4

‘’Wie is hier de sprinter?’’

13

Is het genetisch bepaald waarom Jamaicaanse sprinters zo snel zijn?

§2.1Afkomst van de Jamaicanen

Waar komen de Jamaicanen trouwens vandaan? Zijn er bepaalde gebeurtenissen geweest in de geschiedenis van de Jamaicanen dat ze zulke snelle sprinters zijn?

Om hier achter te komen moet je eerst terug naar de oorsprong van het Jamaicaanse ras. Oorspronkelijk komen de Jamaicanen uit West-Afrika. Toen Jamaica in 1655 in handen viel van de Britten werden er West-Afrikanen naar Jamaica toegehaald. Deze mensen gebruikten de Britten om in de plantages te werken. Er was hier dan ook zeker sprake van slavernij. Er zijn mensen die beweren dat Jamaicanen zo snel zijn omdat ze dat te danken hebben aan hun sterke voorouders. Hun voorouders waren namelijk zo sterk omdat ze dag in dag uit moesten werken op de plantages. In 1838 werd de slavernij afgeschaft. Hierna werden er werknemers uit vooral west europa gehaald. Velen van deze overleden omdat ze het zware werk op de plantages niet aankonden. Hieruit kun je dan toch concluderen dat er zeker een kern van waarheid in zit dat de Jamaicanen een sterk ras zijn.

Fig. 5 De aarde

14

§2.2Jamaicaanse genen

Is er iets met de Jamaicaanse genen waarom zij zo goed zijn? Of hebben de Jamaicanen geen bijzondere genen en verschillen ze eigenlijk helemaal niet zo veel met anderen?

Zoals eerder al verteld is een goede combinatie van het ACTN3-gen nodig om een goede sprinter te kunnen zijn. Uit onderzoek is gebleken dat een in Jamaica een hoog percentage mensen beschikt over dit sprintgen. Uit het onderzoek is namelijk gebleken dat 70% van de Jamaicanen beschikt over zo’n sprintgen en slecht 30% van de australiers beschikken over zo’n sprintgen. Ook is uit onderzoek gebleken dat 98% van de jamaicanen een ACTN3-gen hebben en 80% van de Europeanen hebben dat gen. Het is dus niet vanzelfsprekend dat je over dit gen beschikt en dan al helemaal niet in de goede combinatie, namelijk de RR-variant.

Het is dus belangrijk om als sprinter de RR-variant van het ACTN3-gen te hebben. Van alle jamaicanen hebben zo’n 70 % deze combinatie van dit gen in bezit. Je kan dus wel zeggen dat de Jamaicanen over goede genen beschikken als het op sprinten aankomt.

15

§2.3Jamaicaanse anatomie

Er zijn geen echte onderzoeken gedaan die getallen geven over bijvoorbeeld de percentage Jamaicanen met een kleine momentarm of zoiets dergelijks. Wel kun je concluderen uit het onderzoek naar het ACTN3-gen dat 70% van de Jamaicanen over relatief van snelle spiervezels beschikt.

Uit onderzoek is gebleken dat de Jamaicaanse sprinter Colin Jackson zelfs over supersnelle spiervezels bezit. De kans bestaat dat dit meer voorkomt in Jamaica dan in andere gebieden maar hier is geen onderzoek naar gedaan en is dus ook niet te zeggen. Wel is het zo dat de Jamaicanen gemiddeld relatief veel snelle spiervezels hebben maar betekend dit dan ook dat ze gemiddeld relatief veel supersnelle spiervezels hebben? Ik denk dat je deze conclusie niet zomaar kan trekken en dat je hier toch echt onderzoek naar zo moeten doen.

Volgens de onderzoeken die nu zijn geweest kun je toch voorzichtig een conclusie trekken dat de Jamaicanen bovengemiddeld zijn als het gaat over de bouw van het lichaam ter behoeve van de sprintsport.

16

Komt het door de Jamaicaanse trainingswijze waarom veel Jamaicaanse sprinters zo snel zijn?

§3.1Training op school

In Jamaica beginnen ze al op een jonge leeftijd met de sprintsport. Zo is Jamaica het enige land die een echt modern sprintsport programma heeft op zijn scholen. Zo hebben de getalenteerde kinderen een voorsprong op kinderen uit andere gebieden.

Ze hebben ook een heuse competitie tussen highschools, en na elk seizoen hebben ze zogenaamde olympic games voor highschools. Alle Jamaicaanse sprinters die nu geweldige tijden op de olympishe spelen en wereldkampioenschappen lopen zaten vroeger ook op zo’n highschool en deden ook aan deze evenementen mee.

In begin van het sprintprogramma word gekeken naar wie in potentie een goede sprinter zou kunnen worden. Er word dus niet gekeken naar wie het snelst zijn. Dit klinkt misschien wat raar maar sommige zijn lichamelijk al verder ontwikkeld dan de ander, dit zou niet eerlijk zijn. Dit is de reden waarom ze naar de potentie van een loper kijken. Door de potentie te bepalen kijken naar de loopfrequentie van de kinderen, dat wil zeggen hoe veel stappen ze in een bepaalde tijd kunnen zetten. Een goed voorbeeld is Asafa Powell, hij was in het begin zeker niet de snelste maar hij viel wel op bij zijn trainers door zijn hoge loopfrequentie.

Na deze fase wordt de groep kleiner, er is duidelijk geworden wie een geschikte sprinter is en wie niet. De andere kinderen zullen ook door gaan met sprinten maar op een ander niveau. Nu krijgen de kinderen techniek training, deze oefeningen kunnen zeer variëren. In paragraaf 3.3 is een link van filmpje te zien, dit filmpje geeft een paar oefeningen weer. Deze oefeningen zijn niet zo complex en dus makkelijk te begrijpen.

17

Fig. 6

Een Jamaicaanse klas

§3.2Trainingsomstandigheden

De Jamaicanen trainen vrijwel altijd buiten op gras, waar ze in bijna alle andere landen op gravel lopen. Is het lopen op gras een voordeel? Ja dit is een voordeel, omdat door de relatief zachte ondergrond je minder snel blessures krijgt. Als het vrij zacht is stap je bij elke stap een beetje weg, het voordeel hiervan is dat de schok op je spieren minder groot is waardoor je spieren minder belast worden. Het voordeel dat je minder geblesseerd bent is natuurlijk logisch, je kan meer trainen dus kun je meer uit jezelf halen.

Naast deze trainingsomstandigheid is er nog een trainingsomstandigheid die van invloed is op de trainingsprestaties. Dit is namelijk het klimaat. Door de warme tempratuur en het kleine temperatuur verschil tussen ‘zomer’ en ‘winter’ kunnen ze altijd buiten trainen. Het voordeel van dat ze niet binnen hoeven te trainen is dat ze minder geblesseerd raken. Dit komt door de harde ondergrond die je binnen hebt. In de Amerikaanse staten waar ongeveer het zelfde klimaat heerst als in Jamaica, Florida, Louisiana, Texas en California komen de beste Amerikaanse sprinters. Je kan dus wel zeggen dat dit een zeer gunstig klimaat is voor de sprintsport.

18

§3.3Traingsmethoden

Hieronder is een filmpje te zien van een stukje uit een Jamaicaanse training.

http://www.youtube.com/watch?v=wPlbpkfwI5g

Als je het filmpje hebt gezien zie je een oefening waarbij ze eerst met weerstand (vest) moet sprinten en daarna zonder weerstand. Deze training is bedoeld om het jezelf tijdens wedstrijden makkelijker te maken, dit omdat je gewend bent om met weerstand te rennen. Als je nu zonder weerstand rent is het natuurlijk een stuk makkelijker. Dit is ook gedeeltelijk de taak van een training, als je de training moeilijk maakt dan wordt de wedstrijd makkelijker.

Dit is één onderdeel van een jamaicaanse trainingsmethode. Je hebt ook vele techniek trainingen.

De Jamaicaanse sprinttraining zijn zeer modern en ze beschikken of het nieuwste materiaal en de nieuwste kennis over de sprintsport. Dit heeft natuurlijk ook zijn invloed op de prestaties van de sprinters.

19

Komt het door de Jamaicaanse cultuur waarom veel Jamaicaanse sprinters zo snel zijn?

§4.1De aandacht voor de sprintsport

De sprintsport is in Jamaica zeker de nummer één sport. Zoals bijna elk jongetje in Nederland profvoetballer wil worden wil in Jamaica bijna elke jongetje sprinter worden. Dit is dan ook waarschijnlijk ook wel de beste vergelijking, hoe wij en vele andere landen tegen voetbal aankijken zo kijken zei tegen de sprintsport aan.

Zoals eerder verteld hebben ze in Jamaica op de scholen in sprintprogramma, dit laat zien dat ze echt veel bezig zijn met de sport.

Volgens de Britse bioloog Yannis Pitsiladis is deze grote aandacht voor de sport mede de reden waarom de Jamaicaanse sprinters het zo goed doen. Hij zegt dan ook dat sprinten net ademen is voor de jamaicanen. Je kan wel zeggen dat de sprintsport een deel van de Jamaicanen is.

In paragraaf 3.1 staat dat er een echte highschool competitie is in de sprintsport en een zogenaamde Olympische spelen voor highschools. Ook voor deze evenementen is er veel aandacht en komen er dan ook veel toeschouwers hiernaar toe. Deze olympische spelen heten de Jamaica's Inter-Secondary School Sports Association Championship, beter bekend als Champs. De jonge sprinters strijden hier om de titel, dit allen gebeurt in het Jamaica's National Stadium, waarin zo’n 30.000 toeschouwers kunnen. Het klinkt misschien gek maar deze zit dan ook helemaal vol, en dit voor highschool leerlingen!

Fig. 7

20

Jamaica’s national stadium

§4.2De redding uit de armoede

De meeste mensen in Jamaica hebben komen uit een arm milieu. Velen van hun zien sprinten dan ook als een redding voor hen en hun familie uit deze situatie. Zo kunnen leerlingen die het goed doen in het sprinten een studiebeurs ontvangen, dit werkt natuurlijk ook nog heel motiverend.

De al eerder genoemde bioloog Yannis Pitsiladis heeft een lang onderzoek gedaan naar de verschillen in sportprestaties, hij vroeg zich hierbij af waarom de één nou een betere sporter is dan de ander. Hij heeft dan ook gezegd dat jongeren uit landen als Jamaica veel ambitieuzer zijn dan jongeren uit westerse landen. Dit omdat de westerse jongeren te kampen hebben met sociaal-economishe factoren die hun sportloopbaan niet ten goede komt, de belangrijkste is welvaart. Een andere factor is dat zij meer keuze hebben uit sporten en andere vrijetijdsbestedingen.

Zo is Pitsiladis in Kenia het belang van deze factoren tegengekomen bij de kinderen van ex-topatleten. Het is zelden zo dat zij ook uitblinken in de atletiek, terwijl ze wel goede genen hebben. Maar waarom zouden ze ook ze hebben alles wat ze willen. Zoals Pitsiladis het zegt:,, Ze worden rondgereden in dure wagens, waarom zouden ze dan nog hard willen kunnen lopen?’’

Toch is het niet zo dat je perse arm moet zijn om een goede sprinter/sporter te worden, zo zijn er genoeg sporters die uit de middenklas komen een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld Michael Jordan, een fantastische sporter maar komt niet uit een arm gezin. Dit is één voorbeeld zo zijn er natuurlijk een stuk meer. Het is wel zo dat er relatief heel weinig goede sporters zijn die uit een rijk gezin komen. Daar in tegen zijn er wel veel sporters die uit een arm milieu komen.

Je kunt nu wel concluderen dat het een voordeel is voor de Jamaicaanse sprintsport dat de meeste Jamaicanen relatief uit een arm milieu komen. Niet tegen staande het feit dat dit helpt is het ook een feit dat dit geen must is, maar het motiveert de meeste jongeren wel.

21

§4.3Jamaicaans eten

Er zijn mensen die zeggen dat de Jamaicanen speciale dingen eten waardoor die helpen in de sprintsport. Één van die mensen is de Professor Errol Morrison, president van de universiteit van Jamaica. Hij zegt dat het geheim van de Jamaicaanse sprintsport in het eten van de groene bananen en de wortelknol zit. Dit is slechts een aanname, maar wel gebaseerd door biochemisch en anatomisch onderzoek. Volgens Morrison is de Wortelknol een soort van steroïde. De groene Jamaicaanse banaan is volgens Morrison goed voor de energieopslag in het lichaam. Hij zegt dat de Jamaicaanse Jongeren gewend zijn aan dit dieet, ze groeien ermee op.

Er zijn ook anderen die zeggen dat de Jamaicaanse sprintsport deels te danken heeft aan het Jamaicaanse dieet. Zij verklaren dit dieet de reden dat Jamaicanen succesvoller dan Afro-Amirikanen en west-afrikanen. Het Jamaicaanse dieet zit vol met vers fruit, groenten en veel vers zeefruit. Vergelijk dit met het Amerikaanse dieet waar de gemiddelde mens nog niet aan 5 keer fruit en groenten per dag komt. Zoals in paragraaf 1.4 al wordt gezegd, hebben de jamaicanen door dit dieet een voorsprong op de anderen.

Dit dieet zorgt er ook voor dat ze niet te veel vet binnen krijgen en dus ook niet te zwaar worden. In westerse landen is dit heel anders hier eten veel jongeren te veel waardoor ze te veel vet vormen, de zogenaamde ‘welvaartsbuik’.

fig.8

Jamaicaans eten

22

ConclusieOm al deze paragraven bij elkaar te doen ben ik tot een conclusie gekomen waarom de Jamaicaanse sprinters het zo goed doen.

Ten eerste denk ik dat ze goede genen mee hebben en dat hun lichaam is gebouwd om een sprinter te zijn. Ten tweede dat ze hele goede trainingsprogramma’s hebben en goede moderne trainingsmethoden die de sprinters zeker helpen. Ten derde denk ik dat de Jamaicaanse leefomstandigheden en trainingsomstandigheden ook goed zijn voor de Jamaicaanse sprintsport.

Er zijn dus vele aspecten die in het voordeel vallen voor Jamaica als het gaat om de Sprintsport. Maar ik denk dat de sprintcultuur in Jamaica van doorslaggevend is, hoe ze met de sport opgroeien, hoe belangrijk het voor ze is. Ik denk dan ook dat de zin van Yannis Pitsiladis de beste reden geeft voor het succes van de Jamaicanen in de sprintsport.

,,Voor Jamaicanen is sprinten net als ademen’’

23

BronnenlijstInternetbronnen:

http://evateuling.blogspot.com/2011/11/het-sportersgen.html

http://www.stilstaanbijbewegen.be/content/brochure_7.htm

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/1034264/2010/10/16/Graven-naar-een-genetische-schat.dhtml

http://www.telegraph.co.uk/science/science-news/7884135/Centre-of-gravity-theory-for-dominance-of-black-sprinters-and-white-swimmers.html

http://www.depers.nl/sport/592117/Waarom-Jamaica-heerst-op-de-sprint.html

http://fingerlengthdigitratio.wordpress.com/2009/04/09/why-jamaican-sprinters-run-fast-usain-bolt-asafa-powell-have-the-long-ring-finger/

http://www.goeievraag.nl/vraag/jamicanen-sprinten-algemeen-zwarte-atleten.154433

http://www.sportzorg.nl/sporttakken/abc/atletiek.html

http://www.csmonitor.com/World/Americas/2008/0628/p01s01-woam.html

http://weetlogs.scilogs.be/index.php?op=ViewArticle&articleId=105&blogId=10

http://www.genetic-future.com/2008/08/gene-for-jamaican-sprinting-success-no.html

http://www.nox-mag.com/article/Usain+Bolt/

http://www.elitetrack.com/blogs/details/4075/

http://www.genetic-future.com/2008/08/gene-for-jamaican-sprinting-success-no.html

http://www.bndestem.nl/algemeen/show/9282736/Lichaam-van-atleet-Jackson-ongelooflijke-machine.ece

http://www.scientias.nl/blanke-zwemmers-en-getinte-sprinters-verklaard/12927

http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/centralamericaandthecaribbean/jamaica/7721427/The-young-runners-of-Jamaicas-sprint-factory-in-action.html

http://www.bionieuws.nl/artikel.php?id=5238&print=1

http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Jamaica

http://www.csmonitor.com/World/Americas/2008/0628/p01s01-woam.html

www.mediastudies.nl/pdf/NICE_TIME_FILM_BONANZA.pdf

http://www.depers.nl/sport/592117/Waarom-Jamaica-heerst-op-de-sprint.html

24

http://fingerlengthdigitratio.wordpress.com/2009/04/09/why-jamaican-sprinters-run-fast-usain-bolt-asafa-powell-have-the-long-ring-finger/

http://www.sportzorg.nl/sporttakken/abc/atletiek.html

literatuurbronnen:

(schrijver) dr. L. Kirchmann - (titel) Anatomie en Fysiologie

25