Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

90
1 WEG TOT GEESTELIJKE WEDERGEBOORTE Een Brevier door het innerlijk Woord ontvangen door Jakob Lorber Uitgeverij De Ster - Breda Ginnekenweg 124 - 4818 JK Breda. Druk: ICG-Printing, Dordrecht Oorspronkelijke titel: Weg zur geistigen Wiedergeburt, Ein Brevier. LorberVerlag - 7120 Bietigheim, 1979. Vertaling: J.E.Bos Ontwerp omslag: Usanne Franken Foto omslag: T.Janzen Copyrights @1986 Uitgeverij De Ster - Breda ISBN 9065563113 Uit deze uitgave mag uitsluitend iets verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, opnamen of op welke andere wijze ook, hetzij chemisch, elektronisch of mechanisch, na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Any part of this book may only reproduced, stored in a retrieval system and/or transmitted in any form, by print, photoprint, recording, or other means, either chemie, electronic or mechanic, with the written permission from the publisher.

description

Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

Transcript of Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

Page 1: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

1

WEG TOT GEESTELIJKE WEDERGEBOORTE

Een Brevier

door het innerlijk Woord ontvangen door

Jakob Lorber

Uitgeverij De Ster - BredaGinnekenweg 124 - 4818 JK Breda.

Druk: ICG-Printing, DordrechtOorspronkelijke titel: Weg zur geistigen Wiedergeburt, Ein Brevier. LorberVerlag - 7120 Bietigheim, 1979.

Vertaling: J.E.BosOntwerp omslag: Usanne Franken

Foto omslag: T.Janzen

Copyrights @1986 Uitgeverij De Ster - Breda ISBN 9065563113Uit deze uitgave mag uitsluitend iets verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/ of openbaar gemaakt

worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, opnamen of op welke andere wijze ook, hetzij chemisch, elektronisch ofmechanisch, na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Any part of this book may only reproduced, stored in a retrieval system and/or transmitted in any form, by print, photoprint,recording, or other means, either chemie, electronic or mechanic, with the written permission from the publisher.

Page 2: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

2

Inhoud

Voorwoord 9

Verklaring van de titelafkortingen

1. Grootste en laatste getuigenis over de Heer door Johannes de Doper Joh.3, 34 - 36; Gr.Ev.Joh. 1/24 (12 - 18)2. Het nachtelijke gesprek van Jezus met Nicodemus Jeu. 25 - 26; Gr.Ev.Joh.1/18,19,20,21 en 22;

Joh.3, 1 - 21 183. Uit de levensschool van de Heer - Motto Gr.Ev.Joh.IX/155 (9) a) De basis van de Leer van de Heer - Gr.Ev.Joh.III /53 (6 - 16) b) Zelfbeschikking en liefde van de daad - Gr.Ev.Joh.III /241 (2 - 10)

c) De poort van de zelfverloochening - Gr.Ev.Joh IV/1 (4 - 6, 9 - 12) d) Het geloof als voorafgaand gegeven - Gr.Ev.Joh. V/213 (8 - 9) e) Zelfkennis en Godskennis - Gr.Ev.Joh. V/215 (1 - 7) f) Het geweten en de invloed van de engelen - Gr.Ev.Joh. III /232 (1 - 14) g) Vermaning tot verzoenlijkheid Gr.Ev.Joh. V/250 (4), Gr.Ev.Joh. IV/78 (1 - 5) h) De vrije wil is steeds te respecteren - Gr.Ev.Joh. VIII /43 (7)

i) Naastenliefde - Gr.Ev.Joh. VII/94 (17), Gr.Ev.Joh. VII/140 (1,3,11 - 12)Gr.Ev.Joh. IV/39 (1),

Gr.Ev.Joh.IV/79 (5 - 9), Gr.Ev.Joh. V/126 (9), Gr.Ev.Joh. VIII /120 (6,7),Gr.Ev.Joh. XI/75, blz.213

j) Over het bidden Gr.Ev.Joh. IX/87 (4 - 6)k) Over de wetenschap van de beeldspraak - Gr.Ev.Joh. IX/93 (4 - 7)I) Deemoed en zelfrespect - Gr.Ev.Joh. VII /141 (4 - 12)m) Wellust verhindert de geestelijke ontwikkeling - Gr.Ev.Joh. VIII /41 (8 - 13)n) Weten en wijsheid - Weten en geloof - Gr.Ev.Joh. VII /183 (13 - 14),

Gr.Ev.Joh.IX/132 (11-13)o) Het onderscheid tussen zaligheid en verdoemenis - Ed.58, (10 - 12), GS 11 /106

(8)p) Wat is dan de Geest? - GS 11 /79 (12 - 13), GS 11 /71 (9 - 14, 8)

4. Uit de leer van de ziel - Motto Gr.Ev.Joh. VI /133 (3)

a) Het Wezen en doel der materie in het proces van de ontwikkeling van de ziel –Gr.Ev.Joh.VI /133 (3 - 6)

b) Ontwikkelingsfasen van de ziel - Gr.Ev.Joh.X/21 c) Het vormingsproces van de ziel - Gr.Ev.Joh.X/184 63 d) Voorbeeld van een vereniging van dierzielen tot een menselijke natuurziel -Gr.Ev.Joh.X/185 (4 - 7) e) De twee principes in de mens: materie en geest - Gr.Ev.Joh.XI/75 (2 - 27) f) De leiding van de menselijke ziel naar voleinding - Gr.Ev.Joh.IX/171 (4 - 10)

Page 3: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

3

g) Leiding van het leven hier en in het hiernamaals - Gr.Ev.Joh.VII /156 (7 - 12) h) De ziel in het hiernamaals - Gr.Ev.Joh.VIII /17 (5 - 7); Gr.Ev.Joh.IX/142(2)-143(8)

5. Het drievoudige wezen van de mens en het Godsrijk in het hart van de mens –Motto

Gr.Ev.Joh.II /217 (5)a) Het visioen van Oalim - Hil/72 (9 - 26); 74 (2 - 3, 24 - 32)b) Lichaam, ziel, geest - Gr.Ev.Joh.II /217 (5), Gr.Ev.Joh.IX/174 (9 - 12),Gr.Ev.Joh.IX/176 (2 - 4, 7 - 9), Ed.51 (5 - 7)c) De drie-eenheid in God en mens Gr.Ev.Joh.VIII /24 - (1,4- 14); 25 (1 - 15),

Hil/S 55 (12 - 13)d) De opstanding van het vlees (Gr.Ev.Joh.V/238 (1,3,6) 89e) Het Godsrijk in het hart van de mens - Gr.Ev.Joh.IX/72 (11 - 15), GS II /10

(14), Ed 70 (2 - 4, 13, 15,21, 24 - 25)f) f) God als Vader van Eeuwigheid Gr.Ev.Joh.III /225 (6 - 9) 92

6. De verlossing (Eigen tekst, ontvangen op 14 juni 1840)7. De weg tot geestelijke wedergeboorte - Motto (tekst van 15 Aug. 1840) a) Noodzakelijke gedragsregels (eigen tekst, door Jakob Lorber ontvangen op 15 en18 Aug. 1840) b) Dat is de kortste weg tot wedergeboorte (ontvangen door Jakob Lorber op 18Aug. 1840) c) Zelfbeschouwing (meditatie) Gr.Ev.Joh.I/224 (8,e.v.), Gr.Ev.Joh.I /226 (1 - 4)

Gr.Ev.Joh.II/166 (18, 19), HII /242 (3 - 13) d) Zelfontwikkeling Gr.Ev.Joh.II /75 (7 - 9), - Schrft Hfst 5, GS II/44 (16, 17)

e) Geestelijke beschouwing van een zonsopgang: over de ware Sabbatrust in hethart –

Gr.Ev.Joh.II /148 (8 - 15) f) Het denken in het hart Gr.Ev.Joh.II /62 (1 - 10) g) Tweevoudig vermogen om tot kennis te komen = RBI I /35 (2 - 6, 8)

h) De wedergeboorte van de ziel Gr.Ev.Joh.XI /50 (1 - 14) - Gr.Ev.Joh.XI/52 (1 -7),

Gr.Ev.Joh.VIII /61 (9 - 14), - Gr.Ev.Joh.VIII /57 (12), RBI.II /278(4,6),Jeu 298(8 -13) i) Het geestelijke gezicht Gr.Ev.Joh. XI /53 j) Vergeefse moeite Gr.Ev.Joh.V/160 (1 - 6)

k) "Het Rijk Gods geweld aandoen" - Gr.Ev.Joh.VII /127 (3 - 7, 9) l) De weg tot het een worden met de Geest - Gr.Ev.Joh. VIII /150(14 - 16),Gr.Ev.Joh.IX/103 (5 - 6)

8. De Wedergeboorte van de Geest - Motto Hl/Voorbericht van de Heer, blz.7 (1)Gr.Ev.Joh.I /2 (14 - 16), Joh.1, 13a) Verdere toelichtingen Gr.Ev.Joh.I /161 (1 - 6) -Gr.Ev.Joh.I /214 (10 - 11),

Gr.Ev.Joh.II /41 (5),

Page 4: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

4

Gr.Ev.Joh.IV/220 (6 - 8, 10), Gr.Ev.Joh.IV/225 (5,6,8), Gr.Ev.Joh.VII /54 (11 -13),

Gr.Ev.Joh.VII/69 (6 - 7), Gr.Ev.Joh.IX/102 (8), Gr.Ev.Joh.IX/108 (4 - 5) –Gr.Ev.Joh.IX/141 (3), GSI/164 (15)b) Het wonder van Pinksteren maakte de geestelijke wedergeboorte pas mogelijk –Hl/144 (2), Hl/46 (20 - 23), Gr.Ev.Joh.III /171 (4 - 8, 11 - 14), Gr.Ev.Joh.IIl/180 (3

- 8),Gr.Ev.Joh.IV/133 (8 - 9), Gr.Ev.Joh.IV/217(9) - 218(1),Gr.Ev.Joh.VII 142(8), Gr.Ev.Joh.VII /129(10), Gr.Ev.Joh.IX/56 (6 - 7)c) De verhouding tussen ziel en geest Gr.Ev.Joh.VII /66 (5 - 8), Gr.Ev.Joh.IV/226

(1 - 4)Gr.Ev.Joh.IV/228 (2 - 5), Gr.Ev.Joh.IV/256 (1 - 4), Gr.Ev.Joh.V/211 (3 - 7)d) De juiste kennis van de Goddelijke wijsheid - Gr.Ev.Joh.VII /55 (3 - 12)e) Het levenskamertje in het hart in overeenkomstige zin - Gr.Ev.Joh. VIII/57 (10 -

14)g) De drie graden van levensvoleinding Gr.Ev.Joh. VII/155 (1 - 13),

Gr.Ev.Joh.I/3(1), Joh.l,16 174

Epiloog - Gr.Ev.Joh.III/224 (12 - 14)

Jakob Lorber en de werken van de nieuwe openbaring

Literatuur 186

Voorwoord

Over de leer van de Wedergeboorte van de Geest publiceerde voor de eerste maal,reeds tijdens het leven van Jakob Lorber (1800 - 1864), zijn eerste uitgever JohannesBusch uit Dresden in 1856 een boekje, waarvan het titelblad hier in facsimile isweergegeven. Een daarna verschenen werkje 'Der Weg zur Wiedergeburt' werddiverse keren herdrukt, doch is reeds lang niet meer verkrijgbaar. Het boek dat thansvoor U ligt komt daarvoor in de plaats en bevat een aanzienlijk uitgebreider en tevensop hetzelfde onderwerp betrekking hebbende keuze van teksten uit de geschriften vanJakob Lorber.De geestelijke wedergeboorte moet niet verwisseld worden met reïncarnatie,waarvoor in het 'Grose Evangelium Johannes' VI /61 (3-4) gezegd wordt: "Het verremorgenland gelooft nog heden ten dage (tijdens Jezus' leven op aarde) vast aan dezielsverhuizing; maar dat geloof is bij hen zeer verontreinigd, omdat zij de menselijkeziel weer in een dierlijk lichaam laten terugkeren. Maar terug verhuist geen enkelenog zo onvolmaakte ziel meer".Veeleer gaat het bij de geestelijke wedergeboorte om de voleinding van de mens, dusom het eigenlijke en hoogste doel van alle geestelijke inspanningen van de mens, jaom het 'mens' zijn als zodanig. Dat is in alle geschriften van Jakob Lorber ook te

Page 5: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

5

bespeuren als steeds aanwezige grondgedachte, zoals die ook op honderden plaatsenin directe belering en vanuit telkens weer nieuwe aspecten wordt uiteengezet.Dit brevier tot geestelijke wedergeboorte zou kunnen dienen als een soort leidraad omals het ware van buiten af, namelijk vanuit het ons zo gewoon geworden diep inge-wortelde materiële denken, geleidelijk gevoerd te worden in het geestelijk centrumvan ons eigen Zijn. Dat betekent: uit het donker van ons aardeleven tot het stralendelicht van de Liefdewijsheid uit God in ons eigen hart.Zelfs de kortste weg tot geestelijke wedergeboorte hoeft echter beslist geen korte tezijn, maar kan vaak ook betrekkelijk lang en moeizaam zijn. Maar de Heer laat er onsnergens over in twijfel dat dit in elk geval de beste weg is, die de mens kan kiezen.

H.E.Sponder

Het lichaam van de mens weet in het geheel niet wat er allemaal in de mens verborgenis; want het heeft geen oog om te zien wat in zijn binnenste leeft. De geest echter diein zijn binnenste woont, deze alleen ziet en weet alles wat in de mens is. Laat daaromieder streven naar de ware wedergeboorte van de geest, want zonder deze kan nie-mand het Rijk Gods binnengaan.

(Gr.Ev.Joh.VI /158 (12))

Titel-afkortingen van aangehaalde werken van de Nieuwe Openbaring door JakobLorber.(door het Innerlijk Woord ontvangen van 1840 - 1864)

Ed = Erde und MondGr.Ev.Joh. = Das grose Evangelium Johannes (11 banden; de 11e band doorLeopold Engel)GS = Die Geistige Sonne (2 banden)H = Die Haushaltung Gottes (3 banden)Hi = Himmelsgaben (2 banden)Jeu = De jeugd van Jezus (uitgave Ankh-Hermes)RBI = Robert Blum; nieuwe titel: "Von der Hölle bis zum Himmel" (2 banden)Schrft = Schrifttexterklärungen

Bij bovengenoemde afkortingen geven de romeinse cijfers de betr. band, de arabischecijfers het hoofdstuk, resp. de bladzijde, en de tussen haakjes ( ) geplaatste arabischecijfers het onderhavige vers (alinea) aan.

Page 6: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

6

1.

Grootste en laatste getuigenis over de Heer door Johannes de Doper

Joh. 3,34-36: » Want hij, die God gezonden heeft, die spreekt Gods woorden. WantGod geeft zijn Geest niet met mate. De Vader heeft de Zoon lief en heeft hem allesin zijn hand gegeven. Wie in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar wiede Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijftop hem!«

Gr.Ev.Joh. 1/24, 12 - 18.. . . »Alzo is het ook met Hem, die van God is gekomen, om te getuigen van God en tespreken het zuivere Woord van God. Hij Zelf is de mateloze zee (Gods Geest). Zo Hijiemand dus Zijn Geest geeft, dan geeft Hij hem niet naar de eindeloze maat, dieslechts alleen in God in alle volheid kan zijn, maar naar de maat die in de mens is.Wanneer de mens de geest wil ontvangen, mag zijn eigen maat niet schadelijk zijn enopen blijven staan, maar die maat moet vast gebonden en goed verzegeld zijn!Hij echter, bij Wie u was en aan Wie u gevraagd hebt of Hij Christus is, heeft, hoeweluiterlijk ook een mensenzoon, de Geest Gods niet naar de maat van een mens, maarnaar de eindeloze maat van God Zelf ontvangen reeds van eeuwigheid her; want HijZelf is de mateloze zee van de Geest Gods in zich! Zijn liefde is Zijn Vader vaneeuwigheid, en deze is niet buiten de zichtbare mensenzoon, maar in Hem Zelf, diehet vuur is, de vlam en het licht van eeuwigheid in en uit de Vader.Deze liefdevolle Vader heeft Zijn eeuwige Zoon boven alles lief, en alle macht engeweld ligt in de handen van de Zoon, en alles wat wij in de juiste mate hebben,hebben wij geput uit Zijn mateloze volheid. Hij Zelf is door Zijn eigen woorden nueen mens van vlees onder ons, en Zijn Woord is God, geest en vlees, dat wij de 'Zoon'noemen. De Zoon is derhalve ook in zich eeuwig het Leven van alle leven.Wie dus de Zoon aanneemt en in Hem gelooft, die heeft het eeuwige leven reeds inzich; want zoals God Zelf in elk woord Zijn eigen meest volkomen leven is, alzo isHij ook in elk mens, die Zijn levensvolle woord in zich opneemt en dat bewaart. Wieechter het Godswoord uit de mond van de Zoon niet aanneemt, dus de Zoon nietgelooft, die zal en kan ook het Leven niet ten deel vallen, noch zien en in zich voelen,en de toorn Gods - wat betekent het gezicht der dingen die geen leven hebben buitendat van de eeuwig onveranderlijke wet van het moeten uit hun aard - zal over hemblijven, zolang hij niet in de Zoon wil geloven.Ik, Johannes, heb dat nu tot u gesproken en gaf U allen een volkomen geldiggetuigenis. Ik heb u gereinigd van het vuil der aarde door mijn eigen handen. Gaat nuheen, neem Zijn woord aan, opdat u de doop door Zijn Geest ontvangt, want zonderdeze is al mijn moeite met u nutteloos en zonder waarde! Ik zou ook zelf graag naarHem toe willen gaan! Maar Hij wil het niet en openbaart mij door mijn geest, dat ikmoet blijven, daar ik reeds in de geest heb ontvangen wat u nog ontbreekt.«* (*Opmerking van de Heer: "Dit is het laatste en grootste getuigenis van Johannes overMij en behoeft geen verdere verklaring, daar het zich in en uit zichzelf verklaart. De

Page 7: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

7

reden echter, waarom het in het Evangelie niet zo volledig is gegeven, blijft steedsdezelfde: omdat ten eerste het destijds de noodzakelijke manier van schrijven was omslechts de hoofdpunten op te tekenen, terwijl al het andere wat een pientere geestzonder meer vanzelf gemakkelijk kan vinden, werd weggelaten; en ten tweede, opdathet levend heilige in het woord niet verontreinigd en ontheiligd zou worden. En zo isdus elk vers een met een vaste huid omgeven zaadkorrel, waarin de kiem tot eeneindeloos leven en zijn onmeetbare volheid van wijsheid verborgen rust".)

2.

Het nachtelijk gesprek van Jezus met Nicodemus over de Wedergeboorte

(Hier volgt een gedeelte vooraf uit 'De jeugd van Jezus', 25 - 26:) Toen de heiligefamilie na de ceremonie van de besnijdenis van het Kindje Jezus de Tempel verliet,was de vroege winternacht al aangebroken, en daar het bovendien een voor-Sabbathwas, was er nauwelijks nog een huis open, en zo vonden Jozef en de zijnen eerst geenonderkomen in Jeruzalem. Tenslotte ontfermt zich een voorbijgaande jonge Israëlietover hen: "Kom dan maar met mij mee, dan zal ik u voor een drachme of daaromtrenttot morgen onderdak verlenen". Toen Jozef zich de volgende morgen al hadklaargemaakt om te vertrekken naar Bethlehem, kwam de jonge Israëliet hetovernachtingsgeld innen. Toen hij de kamer betrad, overviel hem een grote angst enhij bracht geen woord over zijn lippen. Maar Jozef zei tot hem: "Vriend, neem ietsvan mijn bezit, dat u een drachme waard is, want ik bezit geen geld". Nu zei deIsraëliet met bevende stem: "Man van Nazareth, nu herken ik je pas, jij bent Jozef, detimmerman en dezelfde aan wie negen maanden geleden Maria, de maagd des Heren,door het lot in de tempel werd toegewezen. Dit is hetzelfde meisje. Hoe heb je op haargepast, dat zij nu moeder is op haar vijftiende jaar? Wat is er gebeurd?Jozef antwoordde toen: "Nu heb ik je ook herkend: jij bent Nicodemus, een zoon vanBenjamin uit de stam Levi! Hoe kom je erbij mij uit te horen? Dat past je niet! Gamaar naar de Tempel en de Hoge Raad zal je een juist getuigenis geven over mijnhele huis!" - Door deze woorden werd Nicodemus zeer getroffen en hij zei: "Maar omGods Wil, zeg mij toch, hoe het gekomen is, dat dit meisje heeft gebaard! Is dat eenwonder, of is het op natuurlijke wijze toegegaan?" - Nu ging de ook aanwezige vroed-vrouw naar Nicodemus en sprak: "Beste man, hier is je overnachtingsgeld voor ditzeer armetierige onderkomen. En houd ons niet langer tevergeefs op! Maar bedenkwel wie heden in je huis zo karig geherbergd werd voor een drachme! Als vroedvrouwheb ik het oude recht, je toe te staan het Kindje aan te raken; doe het, opdat de dikkeschillen van je ogen vallen en je ziet, wie bij je op bezoek is geweest!" Nu raakteNicodemus het Kindje aan en het innerlijk gezicht werd hem voor een kort ogenblikontsloten, zodat hij de Heerlijkheid Gods mocht zien. En hij viel voor het Kind neer,aanbad het en sprak: "Hoe groot moet de genade en erbarming in U zijn, 0 Heer, datU alzo Uw volk bezoekt! Maar wat zal er nu met mijn huis gebeuren en wat met mij,nu ik Gods Heerlijkheid zo heb miskend?" En Nicodemus gaf de drachme weer terugen ging wenend naar buiten. Later liet hij deze kamer met goud en edelstenenversieren.

Page 8: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

8

Gr.Ev.I/Hst.18 e.v.. . . In de voorlaatste nacht van Mijn oponthoud in de nabijheid van Jeruzalem kwameen zekere Nicodemus tot Mij, die een voorname man in Jeruzalem was; hij was eenFarizeeër en als een rijk burger van Jeruzalem ook de overste van de Joden in dezestad.

Joh.3, 1 en 2: Er was een mens onder de Farizeeën, Nicodemus genaamd, een overstevan de Joden. Deze kwam tot Jezus bij nacht en zei tot Hem: "Rabbi, wij weten dat Uvan God gekomen bent als leraar; want niemand kan deze tekenen doen die U doet,tenzij God met hem is".

Deze Nicodemus kwam dus zelf in de nacht tot Mij en sprak: "Meester! Vergeef medat ik zo laat in de nacht tot U kom en U stoor in Uw rust; daar ik echter vernam, datU deze streek reeds de volgende dag zult verlaten, kon ik niet anders, maar moest Umijn U toekomende achting betuigen. Want ik en meerderen van mijn ambt weten nu,nadat wij Uw daden hebben gadegeslagen, dat U als een echte profeet door Godgezonden tot ons bent gekomen! Want de tekenen die U doet, kan niemand verrichten,tenzij Jehova in hem is! Daar U dus kennelijk een profeet bent en moet zien hoe erghet met ons gesteld is, maar ons nochtans door Uw voorgangers het Godsrijk isbeloofd, zeg mij, wanneer dit zal komen en als het komt, hoe men dan moet zijn omdaar in te komen?"

Vers 3: Jezus antwoordde en sprak tot hem: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzijiemand opnieuw geboren wordt, kan hij het koninkrijk van God niet zien".

Op deze vraag van Nicodemus antwoordde Ik zo kort als het vers aangeeft, namelijk:"Voorwaar, voorwaar ik zeg u: tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij hetkoninkrijk van God niet zien en nog minder daarin komen!" wat zoveel wil zeggenals: indien u uw geest niet langs wegen, die Ik u met Mijn leer en daad toon, opwekt,kunt u het goddelijk levende van Mijn woord niet kennen, om niet te spreken van hetindringen in diens leven gevende diepten!Dat Nicodemus deze uitspraak van Mij niet begreep en het niet tot hem doordrong,dat men van het Goddelijk-Levende van Mijn woord helemaal niets kan begrijpen, alsmen geen gewekte geest heeft, toont duidelijk het volgende vers.

Vers 4: Nicodemus zei tot Hem: "Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is?Kan hij soms voorde tweede keer in de schoot van zijn moeder ingaan en geborenworden ?"

Nicodemus, verbluft door zo'n uitspraak van Mij, vraagt: "Maar lieve Rabbi, wat voorvreemde dingen hoor ik nu? Hoe is het mogelijk dat een mens nog eens geborenwordt? Hoe zou een mens, die groot, oud en stijf is geworden, door het enge poortjekunnen ingaan in het lichaam van zijn moeder en dan voor de tweede keer geborenworden? Lieve Rabbi, dat is een onmogelijke zaak! Of U weet niets van het komende

Page 9: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

9

Godsrijk of althans niet het rechte, óf U weet het wel, maar wilt het mij niet zeggen,uit vrees, dat ik U zal laten oppakken en in de gevangenis werpen. . . U bent een groteweldoener van de arme mensheid en hebt nagenoeg alle zieken van Jeruzalemgenezen, verwonderlijk door de Kracht van God in U; hoe zou ik mij dan aan Ukunnen vergrijpen?Geloof mij, lieve Rabbi, het is mij ernst met het Godsrijk dat zal komen! Daarom, alsU daarvan iets meer weet, zeg het mij op een manier, dat ik het begrijpen kan! Geefhet Hemelse met hemelse en het Aardse met aardse woorden, maar in goed tebegrijpen beelden, anders baat mij Uw belering nog minder dan het oud-Egyptischehiëroglyphenschrift, dat ik noch lezen noch begrijpen kan. Ik weet heel goed uit mijnberekeningen, dat het koninkrijk van God er al moet zijn, alleen weet ik nog niet,waar en hoe men daar in komt en er in wordt opgenomen. Deze vraag zou ik graagdoor U helder en duidelijk beantwoord willen hebben".

Vers: 5: Jezus antwoordde: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand geborenwordt uit water en geest, kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan".

Op deze herhaalde vraag gaf Ik Nicodemus precies weer het antwoord, zoals dat inhet bovenstaande Se vers staat. Het onderscheidt zich van het eerste slechts daardoor,dat hier nader wordt aangeduid, waaruit men eigenlijk moet worden wedergeboren omin het Godsrijk te komen, namelijk uit het water en uit de Geest, wat zoveel zeggenwil als:De ziel moet met het water van deemoed en zelfverloochening gereinigd worden(want water is het oeroude symbool van deemoed, het laat alles uit zich maken, is totalles dienstbaar en zoekt steeds de laagste plekken van de aarde op en vliedt van dehoogten) en dan pas uit de geest der Waarheid, die een onreine ziel nooit kanbevatten, daar een onreine ziel gelijk is aan de nacht, terwijl de waarheid een zon vollicht is, die overal dag om zich verspreidt.Wie dus in zijn door de deemoed gereinigde ziel de waarheid opneemt en deze alszodanig erkent, die wordt door de waarheid in de geest vrijgemaakt. En deze vrijheidvan de geest of het ingaan van de geest in zo'n vrijheid is dan ook het eigenlijkeingaan in het Godsrijk.Zulk een uitleg gaf ik weliswaar Nicodemus niet, omdat hij haar met de kennis en hetinzicht dat hij bezat nog minder zou hebben begrepen dan de korte, versluierde grond-stelling zelf. Hij vroeg mij daarom ook weer, hoe dat was te verstaan.

Vers 6: "Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, isgeest".

Ik gaf hem tot antwoord wat in het bovenstaande vers 6 staat geschreven: "Laat het uniet verwonderen, dat Ik zo tot u spreek! Want ziet, wat uit het vlees komt, is weervlees, dus dode materie of uiterlijke omhulling van het leven; wat echter uit de Geestkomt, dat is ook geest of het eeuwige leven en de waarheid in zichzelf".Nicodemus begrijpt de zaak nog steeds niet. Hij haalt zijn schouders op enverwondert zich steeds meer, minder over de zaak dan wel, dat hij als een zeer wijze

Page 10: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

10

Farizeeër, die in de gehele Schrift goed thuis is, de zin van zo'n woord niet in staat iste begrijpen. Want hij was erg overtuigd van zijn wijsheid en was ook vanwege diegrote wijsheid verheven tot overste van de Joden.Daarom verwonderde het hem des te meer, dat hij nu in Mij geheel onverwacht eenMeester had gevonden, die hem zulke bijzondere noten van wijsheid gaf te kraken.Daar hij er helemaal niet uit wijs kon worden, vroeg hij Mij opnieuw: "Hoe moet datnu weer worden opgevat? Kan dan ook een geest zwanger worden en zijnsgelijkebaren?"

Vers 7: "Verwonder u niet dat Ik u gezegd heb: u moet opnieuw geboren worden!"

Ik zeg tot hem: "Ik heb u reeds gezegd u er niet over te verwonderen, dat Ik zei: umoet allen opnieuw geboren worden".

Vers 8: "De wind waait waarheen hij wil, en u hoort zijn geluid, maar u weet nietwaar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is ieder die uit de Geest geboren is".

"Want ziet, de wind waait waarheen hij wil, u hoort zijn geluid, maar u weetdesondanks niet, waar hij oorspronkelijk vandaan komt; alzo is het ook met ieder, dieuit de Geest komt en tot u spreekt. U ziet en hoort hem wel, maar daar hij op zijngeestelijke wijze tot u spreekt, begrijpt en verstaat u niet, waarover hij het heeft enwat hij daarmede zegt en bedoelt. Daar u echter een wijze bent, zal het u te rechter tijdook gegeven worden, dat u zulke dingen zult begrijpen en verstaan".

Vers 9: Nicodemus antwoordde en zei tot Hem: "Hoe kunnen zulke dingen gebeuren?"

Hier schudt Nicodemus bedenkelijk het hoofd en zegt na een poosje: "Ik zou van Ugraag willen horen, hoe zulke dingen zouden kunnen gebeuren; want wat ik weet enbegrijp, dat weet en begrijp ik in mijn vlees. Wordt het vlees mij ontnomen, dan zal iknauwelijks meer iets begrijpen en verstaan. - Hoe, hoe word ik als vlees tot een geest,en hoe zal mijn geest dan een andere geest in zich opnemen en opnieuw baren? Hoezal dat toegaan?"

Vers 10: "Jezus antwoordde en zei tot hem: "Bent u de leraar van Israël en weet udeze dingen niet?"

Ik zei tot hem: "U bent een zeer wijze leraar in Israël en ukunt zoiets niet vatten en begrijpen? Als u dat niet kunt vatten als een geleerde van deSchrift, hoe zal het dan wel met die vele anderen gaan, die van de Schrift nauwelijkszoveel weten, dan dat er eens een Abraham, Isaak en Jakob zijn geweest?"

Vers 11: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wij (geestelijk) spreken (heel natuurlijk) watWij weten en Wij getuigen (van dat) wat Wij gezien hebben; en u kunt ons getuigenisniet (begrijpen) en aannemen!"

Page 11: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

11

"Voorwaar, voorwaar, geloof Mij! Wij, Ik en Mijn jongeren, die uit de Geest zijngekomen, spreken hier met u niet alleen maar zuiver geestelijk, maar geheel naar denatuur en maken u in natuurlijke beelden der aarde dat bekend, wat wij weten engezien hebben in de Geest, en u kunt dat niet begrijpen en aannemen?"

Vers 12: "Als Ik u aardse dingen heb gezegd en u niet gelooft, hoe zult u geloven alsIk u de hemelse zeg?"

"Als u echter reeds zo iets gemakkelijks in begrijpelijke taal niet kunt verstaan, waarIk toch op aardse wijze met u spreek over geestelijke dingen, die daardoor behoorlijktot aardse dingen worden, dan zou Ik willen weten, hoe uw geloof zich zou houden,wanneer Ik over hemelse zaken zuiver hemels tot u zou spreken! - Ik zeg u: alleen degeest, die in en uit zichzelf geest is, weet wat in de geest is en wat zijn leven is! Hetvlees is echter slechts de buitenste schors en weet niets van de geest, tenzij de geesthet openbaart aan zijn omhulsel, de schors. Uw geest wordt echter nog te veelbeheerst en bedekt door uw vlees en weet daarom niets van hem. Maar de tijd zalkomen, waarin uw geest, zoals Ik u reeds gezegd heb, vrij wordt; dan zult u onzeverklaring begrijpen en aannemen!"Nicodemus zegt: "Liefste Rabbi, gij Wijste onder de wijzen! O zeg het mij duidelijk,wanneer, wanneer die tijd zal komen, waarnaar ik zo vurig en smachtend verlang!"Daarop antwoordde Ik en sprak: "Mijn beste vriend, dat ik u tijd, dag en uur kanaangeven, daartoe bent u nog niet voldoende gerijpt. Ziet, zolang de nieuwe wijn nogniet behoorlijk uit is gegist, blijft hij troebel, en al doe je hem in een kristallen bekeren houd je de beker dan tegen de zon, toch zal haar machtig licht nog niet door devertroebeling van de nieuwe wijn vermogen door te dringen, en precies zo gaat hetook met de mens. Voordat hij niet behoorlijk is doorgegist en door het gistingsprocesal het onreine uit zich heeft verwijderd, kan het Licht van de hemel zijn wezen nietdoordringen. Ik zal u echter nu iets zeggen; zult u dat begrijpen, dan zal u die tijd ookduidelijk zijn!"

Vers 13 -15: "En niemand is opgevaren in de hemel dan Hij die uit de hemel isneergedaald, de Zoon des mensen die in de hemel is. En zoals Mozes de slang in dewoestijn heeft verhoogd, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat iederdie in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft".

"Ziet, niemand vaart op in de hemel, dan alleen Hij, die uit de hemel is neergedaald,namelijk de Zoon des mensen, die gelijktijdig in de hemel is. En zoals Mozes in dewoestijn een slang heeft verhoogd, zo moet ook de Zoon des mensen verhoogdworden, opdat allen die in Hem geloven nietverloren gaan, maar eeuwig levenhebben. Zeg Mij, begrijpt u dat?"Nicodemus zegt: "Lieve Meester! Hoe zou ik dat kunnen! In U is een bijzonder soortwijsheid. . . Als Uw machtige daden mij niet aan U bonden, zou ik U voor een dwaasof grappenmaker houden, want op Uw manier heeft nog nooit een mens gesproken.Maar Uw daden geven aan, dat U als een leraar van God tot ons bent gekomen en inU een volheid van goddelijke macht en wijsheid moet zijn, zonder welke het niemand

Page 12: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

12

mogelijk is, zulke daden te volbrengen. Waar dan het ene zuiver goddelijk is, moetook het tweede goddelijk zijn. Lieve Meester, Uw daden zijn goddelijk en dus moetook Uw leer van het rijk Gods op aarde goddelijk zijn, of ik het begrijp of niet! . . .Lieve Meester, sinds Henoch en Elias is nog geen mens op aarde het geluk ten deelgevallen zichtbaar op te varen in de hemel; U kunt wellicht de derde worden! En alsdat zo zou zijn, zou dat dan andere mensen van nut kunnen zijn, die, omdat zij nietvanuit de hemelen zijn afgedaald, ook niet ooit in de hemel kunnen komen?Bovendien zegt U, dat Hij, die van de hemel is nedergedaald, eigenlijk slechtsschijnbaar op aarde is, maar in werkelijkheid nochtans gelijktijdig in de hemel is.Derhalve zouden aan het komende Godsrijk voorshands slechts Henoch en Elias ennaderhand wellicht ook U deel hebben, maar alle andere miljoenen maal miljoenenmensen kunnen zich voor eeuwig in het donkere graf leggen en uit Gods genade enbarmhartigheid weer tot aarde en tenslotte tot niets worden.Lieve Meester, voor zo'n Godsrijk op aarde bedanken de arme wormen der aarde. . .Wat had Henoch en wat Elias gedaan, dat zij van de aarde in de hemel zijnopgenomen?Nauwkeurig beschouwd niets, dan wat hun hemelse natuur eigen was. Zij haddenbijgevolg geen verdienste en zijn volgens Uw nu gegeven uitleg slechts daarom in dehemel opgenomen, omdat zij evenals U vanuit de hemel op aarde zijn gekomen!. . .Wat U echter bedoelt met de verhoging van de Zoon des mensen, gelijk aan die vande koperen slang van Mozes in de woestijn, en hoe en waarom allen het eeuwigeleven zullen hebben, die aan deze verhoogde Zoon des mensen geloven, dat gaatlijken op iets, wat klinkklare onzin is. Wie is deze Zoon des mensen? . .Daaropantwoord Ik: "u heeft nu veel woorden gebruikt en hebt gesproken als een mens, dievan hemelse dingen geen weet heeft; maar dat kan ook niet anders, want u bent in denacht der wereld en kunt het Licht niet zien, dat uit de hemelen is gekomen, om deduisternis van de nacht van deze wereld te verlichten".

Vers 16: "Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeftgegeven, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft".

"Ik zeg het u: God is de Liefde en de Zoon is diens Wijsheid. God had de wereld zolief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon, dat wil zeggen Zijn uit Hem Zelf van eeuwigheiduitgaande Wijsheid, in deze wereld gaf, opdat allen die in Hem geloven, niet verlorengaan maar eeuwig leven hebben! - Zeg Mij, begrijpt u ook dit niet?"Nicodemus zei: "Het komt me wel voor, als zou ik het begrijpen, maar eigenlijkbegrijp ik het toch niet. Als ik maar wist, wat ik onder de Zoon des mensen moetverstaan. U sprak nu ook van de eniggeboren Zoon van God, die door Gods Liefdeaan de wereld werd gegeven. Is de 'Zoon des mensen' en de 'eniggeboren Zoon' één endezelfde individualiteit?"Ik antwoord: "Zie hier! Ik heb een hoofd, een lichaam en handen en voeten. Hethoofd, het lichaam, de handen en de voeten zijn vlees, en dat vlees is een zoon desmensen; want wat vlees is, komt van vlees. Maar in deze Zoon des mensen, die vleesis, woont Gods wijsheid en dat is de eniggeboren Zoon van God, maar slechts deZoon des mensen zal gelijk de koperen slang van Mozes in de woestijn worden

Page 13: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

13

verhoogd, waaraan zich velen zullen stoten. Zij, die zich echter niet stoten, maargeloven en zich zullen houden aan Zijn naam, die zal Hij macht geven, kinderen Godste heten en aan hun leven en rijk zal voortaan voor eeuwig geen eind zijn".

Vers 17: "Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereldzou oordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden".

"U moet nu ergens niet een gericht van deze wereld verwachten, zoiets als oorlogen,watervloed of een alle heidenen verterend vuur uit de hemelen, want zie, God heeftzijn eniggeboren Zoon (de goddelijke wijsheid) niet in de wereld (in dit mensenvlees)gezonden, opdat Hij deze wereld zou oordelen (verderven), maar opdat zij door Hemten volle zalig zal worden, dat wil zeggen, dat ook alle vlees niet zal verderven, maarmet de Geest opstaan tot eeuwig leven. (Onder vlees wordt hier niet zozeer heteigenlijke vleselijke lichaam verstaan, maar veelmeer de vleselijke lusten van de ziel.)Maar, om dat te bereiken, moet het geloof de materiële begeerten tot grootheid tenietdoen, namelijk het geloof aan de Zoon des mensen, dat deze van eeuwigheid her uitGod geboren in deze wereld is gekomen, opdat allen het eeuwige leven zullen hebben,die in Zijn naam zullen geloven en dat behouden!"

Vers 18: "Wie in Hem gelooft wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft is algeoordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon vanGod".

"Wie steeds, zij het Jood of heiden, in Hem zal geloven, die zal nimmer geoordeeld enverdorven worden; maar wie zich aan de Zoon des mensen zal stoten en niet in Hemgeloven, die is dan ook reeds geoordeeld. Want juist het feit, dat hij niet geloven wilen geloven kan, omdat hij zich vanwege zijn gevoel van grootheid aan de naam en hetwezen van de Zoon des mensen stoot, is reeds het oordeel van zo'n mens. Begrijpt uhet nu?"Nicodemus zegt: "Ja, ik begrijp tamelijk de zin van Uw zeer mystiek gehoudentoespraak; maar zij schijnt in zoverre als in de lucht gesproken, zolang de door U zohooggeplaatste Zoon des mensen, waarin de volheid van de goddelijke wijsheidwoont, er niet is en U ook tijd en plaats niet nader bepalen kunt of wilt, wanneer Hijzal komen en waar.Zo klinkt ook Uw oordeel, dat U alleen vaststelt aan het ongeloof, raadselachtig. . .Wat is dan eigenlijk Uw 'oordeel', welke nieuwe zin verbindt U met dit begrip?"Ik zeg: "Mijn vriend, Ik zou ook bijna tot u kunnen zeggen: Ik begrijp nauwelijksmeer, waaraan het kan liggen, dat u de geheel duidelijke zin van Mijn woorden niet instaat bent te bevatten! Het begrip 'oordeel' kunt u niet begrijpen, en Ik heb het u tochoverduidelijk gegeven en geheel uitgelegd".

Vers 19: "En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld is gekomen en de mensenhebben de duisternis meer liefgehad dan het licht, want hun werken waren boos".

"Ziet, dit is het oordeel, dat nu Gods Licht uit de hemelen in de wereld is gekomen;

Page 14: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

14

maar de mensen, nu zij uit de duisternis zijn weggehaald en in het licht geplaatst,houden desondanks meer van de duisternis dan van Gods nu volle Licht voor hunogen! Dat de mensen het Licht niet willen, bewijzen hun werken, die door en doorboos zijn. . . "

Vers 20: "Want ieder die kwade dingen bedrijft, haat het licht en komt niet tot hetlicht, opdat zijn werken niet bestraft worden".

"Wie van zulke werken houdt en die doet, is een vijand van het licht; hij haat het enzal alles doen om niet met zijn daden in het licht te komen, opdat zijn kwade werken,waarvan hij weet, dat zij in het licht ontoelaatbaar en geoordeeld zijn - niet in hunslechtheid herkend en bestraft kunnen worden. Welnu, daarin bestaat het eigenlijkeoordeel; wat u echter onder het oordeel verstaat is niet het oordeel, maar slechts eenstraf, die op het oordeel volgt. Wanneer u ervan houdt in de nacht te lopen, is datreeds een oordeel van uw ziel, dat u meer van de nacht houdt dan van de dag. Als udaardoor u gauw stoot en u pijn doet, of u valt in een greppel of een diep gat, is zo'nschok of zo'n val niet het oordeel, maar slechts een gevolg van het oordeel in u, daar uvan de nacht houdt en de dag haat!"

Vers 21: "Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaarworden. Want zij zijn in God verricht".

"Bent u evenwel een vriend van het licht en de dag, van de waarheid uit God, dan zultu ook overeenkomstig de goddelijke waarheid handelen en zult vurig wensen, dat uwwerken in het licht voor allen zichtbaar mogen zijn en openbaar worden vooriedereen; want u weet dat uw werken, omdat ze gedaan zijn in het licht der waarheiduit God, goed en rechtvaardig zijn en zodoende erkenning en openlijke beloningverdienen!Wie een vriend van het licht is, zal niet des nachts, maar overdag gaan en zal het lichtdirect herkennen, omdat hij uit het licht is en dit licht heet het geloof uit het hart. Wiederhalve gelooft aan de Zoon des mensen, dat deze een Licht uit God is, heeft reedshet leven in zich, en het gericht is juist het ongeloof zelf.Ik denk, dat u Mij nu wel zult hebben begrepen".Nicodemus zegt: "Nu is mij alles duidelijk op één ding na; en dat ene is juist debijzondere Zoon des mensen zelf. Wat baat mij het geloof of de beste, vaste wil omaan de Zoon des mensen te geloven, als de Zoon des mensen zelf er niet is? Uit delucht of uit een pure idee kan men geen Zoon des mensen scheppen. Zeg mij daarom,waar ik deze eeuwige Godszoon aantref en wees er van verzekerd, dat ik Hem meteen volkomen geloof zal tegemoetkomen!"Ik zeg: "Als Ik dat niet in u had gezien, zou u van Mij zo'n betoog niet hebbengekregen! Maar u kwam in de nacht en niet overdag tot Mij, hoewel u veel van Mijndaden hebt gehoord en gezien! Omdat u echter in de natuurlijke nacht naar de tijd, alsook in de met deze overeenkomende nacht van uw ziel tot Mijn kwam, is het ook zeerbegrijpelijk, dat u de Zoon des mensen nog niet duidelijk is.Ik zeg u: als iemand de Zoon des mensen zoekt in de tijdelijke nacht, omdat hij bang

Page 15: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

15

is dat overdag voor alle mensen zichtbaar te doen, opdat hij bij hen niet een slechtereputatie zal krijgen, die zal dat wat hij zoekt niet goed vinden. Want dat zult u alswijze onder de Joden wel weten, dat de nacht, wat voor een het ook is, het minstdeugt om te zoeken en te vinden. Wie dus de Zoon des mensen zoekt, moet Hemoverdag en niet 's nachts zoeken; dan zal deze wel te vinden zijn.Alleen dit zeg ik u: ga naar Johannes, die nu immers met water te Enon bij Salimdoopt, die zal u zeggen of de eniggeboren Zoon van God er al is of nog niet! Daar zultu Hem leren kennen!"Nicodemus zegt: "Ach, lieve meester, dat zal moeilijk gaan. Want ik ben dagelijksoverstelpt met allerlei zaken en kan me daar niet gemakkelijk aan onttrekken! . .. Zodikwijls U echter met Uw jongeren naar Jeruzalem zult komen, kom dan bij mij en ikzal U een goed onderdak geven! In mij zult U met allen die bij U zijn, steeds eenoprechte vriend en beschermer vinden. . . Wat ook maar onder mijn gezag staat, zal Usteeds tot dienen bereid zijn!Want ziet, in mij is een grote verandering gekomen. Ik heb U lief, goede Meester,meer dan alles wat mij ooit dierbaar was en deze liefde zegt mij: U Zelf bent juistdegene, voor wie U mij naar Johannes bij Enon hebt verwezen. Misschien is het ookniet zo, als ik het in mij voel; maar het zij zoals het is, ik heb U van gans er harte lief,daar ik in U een grote Meester van de echt goddelijke wijsheid erken. Hebben Uwdaden, die vóór U wel niemand heeft verricht, mij reeds met diepste verwonderingvervuld, Uw grote wijsheid heeft mij in mijn hart nog meer gevangen genomen voorU, 0 lieve Meester! Ik heb U lief! Zeg mij toch, spreekt mijn hart een goed getuigenisover U uit?"Ik zeg: "Heb nog een klein poosje geduld en alles zal u duidelijk worden. Binnenkortzal Ik weer tot u komen en zal uw gast zijn, dan zult u alles te weten komen.Doe maar wat uw hart u ingeeft, dat zal u in één keer meer zeggen dan alle vijfboeken van Mozes en alle profeten samen. Want zie, in de mens is niets waar, danalleen de liefde. Houdt u daarom aan haar, en u zult in het daglicht wandelen".

3.

Uit de levensschool van de Heer

"Wie het van Mij leert en tot Mij komt in de levensschool door het geloof aan deenige, alleen ware God, door de liefde tot Hem en daardoor de liefde tot de naaste endan naar Mijn leer leeft en handelt, die is een ware leerling van Mijn school En dit isde enig ware en goede levensschool voor elk mens, die in deze school wil binnengaanen daarin onveranderlijk wil blijven tot aan het einde van zijn aardse leven. Alleen indeze school zal hij het eeuwige leven in het hiernamaals voor zijn ziel vinden, en dedood en het gericht van de materie zullen van hem wijken".

(Gr. Ev. Joh. IX/155 (9))

a) De 'fundamentele kern' van de leer van Jezus

Page 16: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

16

Gr.Ev.Joh.III /53(6 - 16)) (De Heer tot Suetal) Zoals men al het goede alleen daarommoet liefhebben, omdat het goed is en daarom waar, zo wil ook God dat men alleenvan Hem houdt, omdat Hij alleen in hoogste mate goed en waarachtig is. Je naastemoet je daarom evenzo liefhebben, omdat hij evenals jij het evenbeeld van God is enevenals jij een goddelijke geest in zich draagt.Zie, dat is welbeschouwd de fundamentele kern van de leer, en door deze nieuwe leerzo nauwgezet mogelijk in acht te nemen, wordt de aanvankelijk zeer gebonden geestin de mens steeds vrijer, groeit en doordringt tenslotte de gehele mens en trektzodoende alles in zijn leven, wat Goddelijk leven is en bijgevolg eeuwig zal duren enwel in de hoogst mogelijke zaligheid.Elk mens, die zo in wezen in zijn geest wordt wedergeboren, zal nooit een dood zien,voelen of smaken en het los worden van zijn vlees zal hem zalige vreugde zijn. Wantde geest van de mens, die zo geheel een is met zijn ziel, zal gelijken op een mens inzware gevangenschap, die door een heel klein venster kan uitzien in de mooielandouwen der aarde en kan zien, hoe vrije mensen opgewekt daarin met allerleinuttige dingen bezig zijn, terwijl hij nog in de gevangenis moet smachten. Hoe blij zalhij zijn, als de gevangenisbewaarder komt, de deur opent, hem van alle ketenenbevrijdt en tot hem zegt: "Vriend, je bent vrij van alle verdere straf, ga heen en genietnu de volle vrijheid".Zo gelijkt de geest van de mens op de levensvrucht van een embryo-vogeltje in het ei;als het door de broedwarmte rijp is geworden in de schaal die hem omsluit, breekt hijdie open en verheugt zich in zijn vrije leven.Dat kan de mens slechts bereiken door zich nauwgezet en oprecht te houden aan deleer, die de Heiland uit Nazareth nu aan de mensen verkondigt. - En dan ontvangt demens als hij in de geest steeds meer is wedergeboren, ook andere volkomenheden,waarvan de louter natuurlijke in het vlees zijnde mens zich geen voorstelling kanmaken. De geest is dan een macht in zich, aan de Goddelijke gelijk; wat zo'nvoleindigde geest in de mens dan wil, dat gebeurt, omdat er buiten de levenskrachtvan de geest in de ganse oneindigheid Gods geen andere macht en kracht kan zijn.Want alleen het ware leven is heer en schepper, onderhouder, wetgever en bestuurdervan alle creatuur, en daarom moet zich alles voegen naar de macht van de eeuwigalleen levende geest.

b) Zelfbeschikking en liefde van de daad

Gr.Ev.Joh.III/241 (2 - 10) (Raphaël tot Mathaël) Je weet dat elk mens zichzelf uitvrije wil, geheel onafhankelijk van de goddelijke wil, moet ontwikkelen en vormennaar de welbekende goddelijke orde, om op die manier een vrij Godskind te worden. -Het krachtigste en dus meest werkzame middel daartoe is de liefde tot God en indezelfde mate de liefde tot de naaste. De ware deemoed, zachtmoedigheid en geduldstaan de liefde terzijde, omdat de ware liefde zonder deze drie naast zich in het geheelniet kan bestaan en geen ware en reine liefde is.Hoe kan nu de mens in zich gewaar worden, dat hij zich getrouw bevindt in de reineliefde naar de goddelijke orde? De mens dient zichzelf te onderzoeken of hij, als hijeen arme broeder of arme zuster ziet of deze zelf tot hem om hulp komen, zich in zijn

Page 17: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

17

hart geheel liefdevol en zichzelf vergetend gedrongen voelt, blijmoedig te geven.Voelt hij dat ernstig en levendig in zich, dan is hij als een waar Godskind reeds rijp,en de gegeven beloften, die een Godskind heeft te verwachten, beginnenwerkelijkheid te worden en tonen zich op wonderlijke wijze in woord en daad, endaardoor wordt U gerechtvaardigd als leraar voor Uw volgelingen te treden.Die volgelingen echter, bij wie de beloften niet openbaar worden, zullen dat aanzichzelf moeten toeschrijven, want zij hebben hun hart nog niet geheel geopend voorde arme naasten der mensheid.De liefde tot God en het vrijwillig opvolgen van Zijn als waar erkende wil zijn heteigenlijke element van de hemel in het mensenhart. Het is de woonplaats van deGoddelijke geest in elk mensenhart; de naastenliefde echter is de poort tot dezeheilige woning. Deze poort moet geheel geopend zijn, opdat Gods levenskracht inzo'n woning kan binnentrekken, en de deemoed, zachtmoedigheid en geduld zijn dedrie ver geopende ramen, waardoor de heilige woning van God in het mensenhartdoor het krachtigste Licht uit de hemelen volkomen helder wordt verlicht en met allelevenskracht uit de hemelen wordt verwarmd.Alles ligt dus aan de vrije en vol vreugde vrijuit bedreven naastenliefde; de hoogstmogelijke zelfverloochening is de openbaring van de beloften zelf. - Daar heb je nuhet juiste antwoord op de allerbelangrijkste levensvraag. Overdenk haar en doedaarnaar, dan zullen jullie gerechtvaardigd voor jezelf, voor jullie broeders en voorGod staan! Want wat nu de Heer Zelf doet, dat zullen ook de mensen moeten doen,om Hem gelijk en dus Zijn kinderen te worden.

c.) De poort der zelfverloochening

Gr.Ev.Joh. IV/1 (4 - 6,9 - 12) (De Heer tot Mathaël)Waarlijk Ik zeg allen: Niemand zal tot Mij komen, als de Vader hem niet tot Mij zaltrekken! Gij allen moet door de Vader, dus door de eeuwige Liefde in God, beleerdzijn, als gij tot Mij wilt komen. Ieder moet volkomen zijn, zoals de Vader in de hemelvolkomen is! Maar het vele weten, evenals de rijkste ervaring, zal je daar nietbrengen, maar alleen de levende Liefde tot God en in dezelfde mate tot de naaste:daarin ligt het grote geheim van de Wedergeboorte van je geest uit God en in God.Doch ieder zal van te voren met Mij door de enge poort der volle zelfverloocheningmoeten gaan, tot hij wordt, zoals Ik ben. Een ieder moet ophouden, zelf iets te zijn,om in Mij alles te kunnen worden.God boven alles liefhebben, betekent: in God geheel opgaan en ingaan - en de naasteliefhebben betekent eveneens: in de naaste geheel ingaan, anders kan men hem nietgeheel liefhebben; een halve liefde baat noch hem, die liefheeft, noch degene die menliefheeft.Daarin ligt de hoogste wijsheid, dat men wijs wordt door de meest levende liefde.Alles weten is echter zonder de liefde tot geen enkel nut! Bekommer je daarom nietzozeer om veel te weten, maar dat je veel lief hebt, dan zal de liefde je geven, watgeen weten ooit kan geven.Wat baat het jullie voor Mij, als je je bijna zou willen oplossen van verwonderen overMijn macht, grootheid en nooit te doorgronden heerlijkheid, - en buiten jullie huis

Page 18: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

18

zouden arme broeders en zusters wenen van honger, dorst en kou?! Hoe ellendig engeheel nutteloos zou een luid jubel - en lofgeschal ter ere en tot roem van God zijn,terwijl men op de ellende van de arme broeder geen acht gaf! Wat voor nut hebbenalle rijke en pronkvolle offers in de tempel, als voor diens deur een arme broederversmacht van honger?! - Daarom dient jullie onderzoeken vooral op de ellende vanje arme broeders en zusters gericht te zijn; breng die hulp en troost! Dan zul je in eenbroeder, die je hebt geholpen, meer vinden dan wanneer je alle sterren zou hebbenbereisd en Mij geprezen met tongen van de Seraphim!Waarlijk, Ik zeg jullie, alle engelen, alle hemelen en alle werelden met al hun wijsheidkunnen je in eeuwigheid niet geven, wat je bereiken kunt, als je een broeder, die erellendig aan toe was, waarachtig hebt geholpen met al je kracht en middelen! Nietsstaat hoger en dichter bij Mij dan alleen de ware liefde van de daad!

d.) Het geloof gaat vooraf

Gr.Ev.Joh. V/213 (8 - 9) (De Heer tot Epiphan) Bij het aanhoren van een nieuwe leermag men het geloof tenminste in het begin niet missen. Men kan de leren en hungrondslagen wel goed onderzoeken, - maar er behoort ook toe, dat men haar op grondvan de autoriteit en waarachtigheid van de leraar als waarheden van hoge waardeheeft aangenomen, ook zonder het direct tot op de bodem te begrijpen; want dat komtpas met de vervulling van datgene, wat de leer als voorwaarde in zichzelf heeft opge-steld. Komt dat niet te voorschijn, dan pas zou men schouderophalend kunnenzeggen: "Of de leer was uit de lucht gegrepen, of de gestelde voorwaarden zijn nogniet geheel aan mij vervuld!" Dan is het tijd, met de meester eerst nader te spreken eninlichtingen in te winnen, of het getrouw in acht nemen van de beginselen van denieuwe leer ook bij niemand anders de gehoopte werking heeft teweeg gebracht.Heeft zij dan bij iemand anders wel gewerkt, alleen niet bij jou, dan zou de schuldtoch blijkbaar alleen aan jou kunnen liggen en dan zou je menig verzuim ennalatigheid ijverig moeten inhalen, om ook hetzelfde te bereiken, wat je buurmanheeft bereikt.

e.) Zelfkennis en Godskennis

Gr.Ev.Joh. V/215 (1 - 7) (De Heer tot Epiphan) Mijn doel en leer bestaat eenvoudigdaaruit, de mens te tonen, waar hij eigenlijk vandaan komt, wat hij is en waarheen hijmoet komen en ook zal komen naar de volle waarheid. Reeds de Griekse wijzenhebben gezegd: "Het moeilijkste, belangrijkste en hoogste weten ligt in de naarmogelijkheid meest volkomen zelfkennis". Zie, dat nu is juist Mijn doel; want zonderdeze kennis is het onmogelijk, een allerhoogst Goddelijk Wezen als de grond van alleworden, zijn en bestaan te kennen en te begrijpen. Wie dat echter niet inziet en zijnleven, denken en streven niet richt op het enig ware levensdoel, zichzelf en eenallerhoogst Goddelijk Wezen als de eeuwige, diepste grond van alle zijn en wordengeheel te kennen, die is zo goed als verloren.Want elk ding, dat in zijn binnenste geen geheel en al opnemende en in al zijn delenvasthoudende en steeds meer en meer onveranderlijke vastheid heeft, valt spoedig

Page 19: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

19

uiteen en gaat als dat, wat het was, geheel te gronde. Zo ook de mens, die in en metzichzelf en in en met God niet geheel een is geworden. Dat een worden kan de mensalleen daardoor bereiken, als hij zich en daardoor onvermijdelijk ook God als dediepste grond van zijn bestaan volledig leert te zien en naar zo'n inzicht werkzaamwordt in al zijn levenssferen.Is een mens aldus in zich rijp en gedegen geworden, dan is hij dan ook een heergeworden van alle uit God voortvloeiende krachten en daardoor ook een meestergeworden van alle creatuur, geestelijk en materieel; hij is absoluut door geen enkelekracht meer te vernietigen en heeft dan dus het eeuwige leven. - En ziet, dat is nu ookhet totale eigenlijke wezen van Mijn gehele nieuwe leer, die echter in de grondeigenlijk een alleroudste leer vanaf het begin van de mens op aarde is! Zij is alleendoor de traagheid van de mensen verloren gegaan en wordt door Mij als het verlorengegane oeroude Eden (Je den = het is dag) aan de mensen, die van goede wil zijn, nuweer als nieuw gegeven.

f.) Het geweten en de invloed der engelen

Gr.Ev.Joh. 111/232 (1-14) (Raphaël tot Mathaël) Meen je, dat wij tallozeengelgeesten, en ik hier in het bijzonder, de Heer alleen op deze heuvel ten dienstestaan? Zie, zoals hier nu voor je ogen zichtbaar is, staan wij de Heer steeds tot hogedienst bereid en dragen Zijn wil van de ene oneindigheid naar de andere; en wees ervan verzekerd, dat wij je in je Pontus Iandstreek zeker zullen vinden en je steeds vanalles in kennis zullen stellen, wat je naar Gods orde moet weten. Er moge gebeurenwat er wil, als je wil blijft zoals hij nu is, zul je van alles wat voor je nodig is om teweten in een oogwenk in kennis gesteld worden en meer heb je ook niet nodig.Zou je evenwel als koning in de gewoonlijke hoogmoed van de heerser vervallen en jezodoende afwenden van de Heer en dus ook van ons, dan zou je zeker niets meer er-varen van Gods rijk en Zijn onmetelijke genade! Maak je daarom om niets andersbezorgd, dan dat je blijft in de volle liefde en genade van de Heer, - al het andere zalje vanzelf ten deel vallen!Zou je je van alles, wat de Heer verder nog op deze aarde persoonlijk zal doen, zelfhebben kunnen overtuigen, en je zou je dan toch nog op de een of andere manier doorde wereld laten verleiden, dan zou je al hetgeen je gezien en gehoord had even zo veelbaten, als wanneer je niets gezien of gehoord had! Zo je voortaan echter blijft in degenade en liefde van de Heer, doordat je je door de wereld niet laat verblinden, maarde Heervoortdurend lief hebt boven alles en al je naasten als je zelf, dan zul je, al wasje ook in de meest vreemde en verst verwijderde wereld, nochtans in alles wordeningewijd wat de Heer zal doen, - voorzover dat voor het heil van je ziel nodig is. Benje daarmee tevreden?Mathaël zegt: Mijn hoge vriend uit Gods hemelen! Ik ben daarmee geheel tevreden enheb niets meer nodig behalve dit ene, dat ik door je word gemaand, indien ik door zovele omstandigheden ook maar iets afwijk van de Heer en van Zijn orde. Want zo'npor op het juiste moment is meer waard dan een wereld vol met de grootste schatten!Raphaël zegt: Ook dat zou zonder dat je het vroeg altijd zijn gebeurd. Want elk mensheeft een geestelijk orgaan in zijn hart, dat voor ons engelen steeds open staat en on-

Page 20: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

20

gehinderd toegankelijk is. Dit orgaan geeft de eenvoudige begrippen weer: goed -slecht, waar - onwaar, recht - onrecht. Doe je meteen het goede, ware en rechte, danwordt door ons het bevestigende en goede deel aangeroerd, en in je ontstaat daardoorhet weldoende gevoel, dat je goed en juist hebt gehandeld en gesproken. - Maar heb jeeens niet goed gehandeld en gesproken, dan wordt door ons het tegengestelde deelvan het orgaan opgewekt en een angst zal je overvallen en je zeggen, dat je buiten degoddelijke orde bent getreden. En dit orgaan wordt in morele taal heel treffend hetgeweten genoemd.Je kunt je op deze stem getrouw verlaten, zij zal je nooit en nimmer bedriegen! Of hetmoest zijn dat iemand dit orgaan zo liet afstompen, dat het tenslotte als een tematerieel geworden orgaan de aanraking door ons engelen geheel niet meer waarnam;dan zou het geestelijke deel van de mens zonder meer zo goed als geheel verlorenzijn! Maar dat zal bij jou zeker wel niet gebeuren, omdat je in de genade en liefde vande Heer reeds een te grote vordering hebt gemaakt en de Heer jou met je metgezellengeheel heeft veranderd en vernieuwd. Je ziel is weliswaar nog de oude, waarin deliefde van de Heer als Zijn Geest reeds zeer sterk is beginnen te werken; maar je oude,verkeerde vlees is door de Heer omgevormd, zodat het niet meer op je ziel drukt. -Binnenkort zal je liefde tot de Heer door de werkzaamheid van de naastenliefdeworden tot een intens gegeven en vaste vorm aannemen; dan zul je in Geest enWaarheid wedergeboren zijn en de geestelijke verbintenis aangaan met de Oerliefdein God en daardoor ook daarmede één worden.Daardoor zal dan Gods Liefde tegenover jou ook pas werkelijk in je beleefd wordenen vorm aannemen, en je zult dan God steeds kunnen zien en spreken en de Heer zal,zoals hier nu lichamelijk voor je zichtbaar en voor je hart verneembaar, je Leider enLeraar zijn en blijven voor altijd. En er zal geen mogelijkheid meer zijn je van deHeer af te wenden, want je zult in willen en erkennen als een echte en ware zoon vande Eeuwige Vader volledig één met Hem zijn.

g.) Vermaning tot verzoenlijkheid

Gr.Ev.Joh. V/250 (4) (De Heer tot Petrus) Het spreekt vanzelf, dat in deze wereldvoor grote en grove misdadigers ten aanzien van de rechten van de mensen ookgeweldige en grote wereldgerichten moeten zijn en bestaan, daar anders tenslotteniemand meer zeker van zijn leven zou zijn. Maar wat betreft de meer kleineafdwalingen, die niet zelden gebeuren onder de mensen, deze zullen voor de rech-terstoel van het barmhartige en verzoenlijke hart worden vereffend, opdat uit dekleine vergissingen van de mensen onder elkaar geen grote en zware misdaden zullenvoortkomen; want waarlijk Ik zeg: roof, moord en doodslag zijn uiteindelijk toch nietsanders dan gevolgen van aanvankelijk kleine afdwalingen der mensen onder elkaar,uit louter kleine, wereldlijke overwegingen van eigenbaat en eigendunk en op zichzelfgericht zijn.

Gr.Ev.Joh. IV/78 (1 - 5) (De Heer tot Zorel) Wie zijn gebreken berouwvol bekent enboete doet in de ware, levende deemoed van zijn hart, die is Mij liever dan negenen-negentig rechtvaardigen, die nog nooit behoefte tot boete hebben gevoeld. Kom

Page 21: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

21

daarom nu tot Mij, boetvaardige vriend; want in je heerst nu het echte gevoel vandeemoed, dat Mij liever is dan dat van de rechtvaardigen vanaf het eerste begin, die inhun hart roepen: "Hosannah, God in den hoge, dat wij Uw heilige Naam nooit hebbenontheiligd door een zonde willens en wetens!" dat roepen ze wel en ze hebben ookrecht daartoe, maar daarom zien ze ook een zondaar met de ogen van een rechter aanen vlieden zijn nabijheid als de pest!Kom daarom maar tot Mij, en Ik zal je de enige ware weg van het Leven en de Liefdewijzen en de ware Wijsheid uit haar! - Kijk vriend, de weg die tot het leven van deGeest leidt, is doornig en smal. Dat betekent zoveel als: alles, wat je ooit in dit levenaan erge, bittere en onaangename dingen kunt ontmoeten, bestrijd dat met alle gedulden zachtmoedigheid; en wie je kwaad doet, doe hem niet hetzelfde terug, maar hettegendeel, dan zul je gloeiende kolen op zijn hoofd stapelen! Wie je slaat, die vergeldje niet leer om leer - neem liever nog een slag van hem in ontvangst, opdat er vrede eneendracht tussen jullie mag zijn en blijven; want alleen in vrede gedijt het hart engroeit de geest in de ziel.

h.) De vrije wil is steeds te respecteren

Gr.Ev.Joh. VIII /43 (7) (De Heer) Laat ieder zijn vrije wil en leg niemand eenverplichting op; want jullie weten nu, dat iedere morele dwang geheel tegen Mijneeuwige orde is! En wat Ik niet doe, doen jullie dat evenmin!

i.) Naastenliefde

De ware naastenliefde bestaat daarin, dat men zijn naaste alles doet, waarvan menredelijkerwijs kan wensen, dat hij het iemand ook doet.Gr. Ev. Joh. VII/94 (17)

Gr.Ev.Joh.VII/140 (1,3,11 - 12) (De Heer tot Agrippa) In de dagen van deze duisteretijd lijdt het rijk Gods geweld en die het willen bezitten, moeten het ook met geweldtot zich trekken, wat zoveel wil zeggen, dat het nu een zware taak is, zich vrij temaken van alle oude en ingeroeste gewoonten, die door de prikkelingen enverlokkingen van de wereld in de mens wortel hebben geschoten, dus de oude mensals een oud, verscheurd gewaad geheel uit te trekken en uit Mijn leer een geheelnieuwe mens aan te trekken.Mijn leer verlangt van de mens niets, dan dat hij in de ene, ware God gelooft en Hemals de goede Vader en schepper boven alles lief heeft en zijn naaste als zichzelf. - Hetis echter niet genoeg, dat men Mij kent en gelooft, dat Ik de Heer ben, maar men moetook doe n, wat Ik leer; want pas door de daad zal de mens tot het volle evenbeeld vanGod kunnen geraken. Maar het doen naar Mijn leer zal zeker niet zwaar zijn voorhem, die Mij goed heeft leren kennen en Mij meer lief heeft dan alles wat in de wereldis; wie Mij alzo lief heeft, draagt Mij geestelijk ook reeds in zijn hart en zodoende ookde voleinding van het leven, dus het evenbeeld van God, en in volle zaligheid heteeuwige leven.

Page 22: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

22

Gr.Ev.Joh. IV/39 (1) (De Heer tot Cyrenius) Zie, daarin ligt praktisch de verklaringvan alle wetten van Mozes en alle profetie van alle profeten: Heb God als je eeuwigeVader boven alles lief en je arme en vaak zieke broeders en zusters in alleomstandigheden als je zelf, dan zul je als ware, naar de ziel gezonde kinderen van deeeuwige Vader in de hemel even volkomen zijn als Hij Zelf volkomen is,waartoe jewelbeschouwd bent geroepen! Want wie niet even volkomen wordt als de Vader in dehemel volkomen is, zal niet tot Hem komen en voor eeuwig aanzitten aan Zijn dis.

Gr.Ev.Joh. IV /79 (5 - 9) (De Heer tot Zorel en anderen) Wie van jullie van harte eenvriend der armen zal zijn, die zal ook Ik een vriend en ware broeder zijn voor tijd eneeuwigheid, en hij behoeft de innerlijke wijsheid niet van een andere wijze te leren,maar Ik zal ze hem geheel in zijn hart geven. Wie zijn naaste arme broeder zalliefhebben gelijk zichzelf en een arme zuster niet zal uitstoten, van welke stam ofleeftijd zij ook is, tot die zal Ik Zelf steeds komen en Mij getrouw aan hem openbaren.Tot zijn geest, die de Liefde is, zal Ik het zeggen, en deze zal daarmede de gehele zielen haar mond vullen. Wat deze dan spreken of schrijven zal, dat zal door Mijgesproken en geschreven zijn voor alle tijden.Maar de hardvochtige ziel zal aangegrepen worden door boze geesten, en deze zullenhaar verderven en haar aan een dierziel gelijk maken, zoals zij dan ook in het hierna-maals openbaar zal worden.Geeft graag en geeft rijkelijk; want zoals jullie uitdeelt, zo zal je ook weerteruggegeven worden! Een hardvochtig hart zal door Mijn genadelicht niet wordendoorbroken, en in hem zal de duisternis en de dood wonen met al haar ver-schrikkingen. - Maar een zacht en gevoelig hart zal door Mijn genadelicht, dat vanzeer tedere aard en uitermate rechtvaardig is, zeer spoedig en gemakkelijk doorbrokenworden en Ik Zelf zal dan intrekken in zo'n hart met de volheid van Mijn Liefde enWijsheid. - Dat kun je zeker geloven! Want deze woorden zijn leven, licht, waarheiden volbrachte daad, wier realiteit ieder moet inzien, die zich daarnaar zal keren.

Gr.Ev.Joh. V/126 (9) (De Heer tot Mathaël) De ware, edele en verstandigenaastenliefde is voor dit aardse leven de meest betrouwbare peilstok, om tedoorgronden, of en hoe rein het er in een ziel uit ziet. Gebruik deze daarom vooral,dan zul je daarvan zeer spoedig de meest zegenrijke vruchten in je oogsten voor deschuren van het eeuwige leven in het licht van Mijn Geest!

Gr.Ev.Joh. VIII /120 (7 en 6) (De Heer tot een herbergier) Een vreemde arme ishonderd maal armer dan een arme ingezetene, die bij al degenen, die zijn noodkennen, nog wel hulp kan vinden; maar de vreemde arme lijkt op een onmondig kind,dat zijn nood nog aan niemand kenbaar kan maken, behalve door te huilen. Weesdaarom barmhartig tegen vreemden, dan zul je ook in de hemel barmhartigheid enopname vinden; want voor de hemel zijn jullie tot nu toe nog louter verongeluktevreemdelingen op de aardse tocht daarheen! Waarlijk, wie zonder eigenbaat, uit puurzuivere naastenliefde een vreemde helpt, die is ook een zeer grote vriend van God, isreeds op deze aarde aan de engelen des hemels gelijk en heeft de volheid van hetGodsrijk reeds in zijn hart.

Page 23: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

23

Gr.Ev.Joh. XI/75 (blz.213) De naastenliefde is de weg tot de liefde tot God. Daar demens Jezus dit gebod uiterst nauwgezet vervulde, groeide in hem ook de liefde totGod, zodat hij tenslotte in haar kon opgaan. De zonde had geen macht over hem; wantzijn streven was, door de van aanvang af reeds zichtbare weg der naastenliefde, diezich openbaart door uiterlijke werken, tot de innerlijke, onzichtbare weg der liefde totGod te geraken.

j.) Over het bidden

Gr.Ev.Joh. IX/87 (4 - 6) (De Heer tot Zijn jongeren) De mensen moeten zich in hetware bidden steeds oefenen en daarin niet traag worden; want een goed en vast ver-trouwen wordt de mens ook eigen door goede oefening, die de leerling nog steeds totmeester heeft gemaakt. – Een van alle aardse goederen welvoorzien mens verleert algauw het ware bidden vol geloof. Wordt hij tenslotte eens door nood getroffen, danbegint ook hij wel door gebed bij God hulp te zoeken; maar inwendig heeft hij er teweinig vertrouwen in, dat hij bij God verhoring zal vinden, en de oorzaak ligtblijkbaar in gebrek aan oefening in het levende, volle vertrouwen in God. - Waardoorkan de mens dan zijn vertrouwen in God beter versterken, dan door oefening,bestaande uit bidden en vragen zonder ophouden? !

k.) Over de wetenschap van het overeenkomende

Gr.Ev.Joh. IX/93 (4 - 7) (De Heer tot een schriftgeleerde) Het is met het horen, zien,voelen, denken, spreken en de schrift van de geest anders gesteld dan hier bij demensen in de natuurlijke wereld, want de levensomstandigheden van de geest en deziel zijn van geheel andere aard dan die van het lichaam. En daarom kan dat, wat eengeest doet of spreekt, alleen langs de weg van de oude wetenschap van hetovereenkomende voor de natuurmens begrijpelijk worden gemaakt. - Hebben demensen deze wetenschap door hun eigen schuld verloren, dan hebben zij zichzelfbuiten het verkeer met de geesten van alle regionen en hemelen gesteld en kunnendaarom het geestelijke in de Schrift niet meer vatten en begrijpen en daarvan inzien,dat de letter dood is en niemand levend kan maken, maar dat het alleen de innerlijkverborgen zin is, die, zelf leven zijnde, alles levend maakt.Als je dat nu begrijpt, streef er dan ook in de eerste plaats naar, dat het Godsrijk in jelevend en geheel werkzaam wordt. Dan zul je ook weer tot de genoemde wetenschapvan het overeenkomende tussen materie en geest komen. Zonder deze zul je nochMozes, noch enige profeet ooit in de diepte van de levende waarheid kunnenbegrijpen en daardoor zul je je genoodzaakt voelen in ongeloof en allerlei twijfels enzonden te vervallen! - Streef er daarom vóór alles naar, dat je zo spoedig mogelijk inde geest wedergeboren en ziende wordt, anders zul je duizenden gevaren die op jeloeren en je dreigen te verslinden, niet ontgaan!

l.) Deemoed en zelfrespect

Page 24: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

24

Gr.Ev.Joh. VII /141 (4 - 12) (De Heer tot Agrippa)Wanneer alle schepselen beslist Gods werk zijn, dan zijn het ook werken uit Zijnliefde. Je bent immers zelf louter liefde uit God en in God en je bestaan is in wezendoor de wil van Gods liefde zelf belichaamde liefde van God! God heeft je zozeer lief,dat Hij Zelf in mensengestalte tot je is gekomen en nu de weg leert tot het vrije en alsuit jezelf voortkomend godgelijk zelfstandig leven!God is van eeuwigheid een allervolkomenste meester, zowel in het grootste als in hetkleinste. Hij is nooit een knoeier en stumper geweest en hoeft Zich bijgevolg overZijn werken niet te schamen. De mens nu is het meest volkomen van de talloos vele,eindeloos verschillende schepselen, het culminatiepunt van goddelijke liefde enwijsheid en ertoe bestemd, zelf een god te worden. Hoe zou God zich dan voor Zijnzo voortreffelijke werk schamen en het onwaardig vinden, dat te benaderen? Zie,zulke louter uiterlijke, wereldlijke ideeën van God moet je laten varen! Ze zijnverkeerd en zijn niet dienstig, dat je daardoor God steeds meer naderbij kunt komen,maar zulke verkeerde ideeën zouden je slechts steeds meer van God verwijderen, enmettertijd zou je zodoende, vanwege louter verkeerde eerbied, het helemaal niet meerdurven Hem lief te hebben.Let wel! Ik alleen ben de Heer van Eeuwigheid, - hoe ben Ik dan nu onder jullie? Ziet,Ik noem jullie kinderen, vrienden en broeders, en wat je bent tot Mij, dat is naar zijnbestemming elk mens, en er is geen minder en geen meer! Want elk mens is Mijnvolmaakte werk, dat zich als zodanig ook moet kennen en gerechtvaardigd achten,maar niet geheel miskennen en zichzelf verachten; want wie zich, als toch kenbaarMijn werk, veracht, die veracht immers bijgevolg ook Mij, de Meester.Vrienden, de deemoed in het hart van de mens is een der meest noodzakelijkedeugden, waardoor men het eerst tot het innerlijke Levenslicht kan komen! Maar dezedeugd bestaat eigenlijk alleen in de ware liefde tot God en tot de naaste. Zij is hetzachte geduld van het hart, waardoor de mens wel zijn eigen voortreffelijkheid kent,maar zich nooit overheersend boven zijn nog veel zwakkere broeders verheft. Hijomvat ze slechts met des te meer liefde en tracht ze te verheffen tot zelf erkendehogere voleinding door onderricht, raad en daad. Daaruit bestaat de eigenlijke enalleen ware deemoed; maar in de verachting van zichzelf bestaat zij nimmer. - Wiezichzelf niet goed acht als een werk van God, die kan ook zijn naaste en ook God nietnaar waarheid achten, maar alleen maar een of andere totaal verkeerde motivering.

m.) Wellust verhindert de geestelijke ontwikkeling

Gr.Ev.Joh. VII/41 (8 - 13) (De Heer tot Agrikola) Een goed, met verstand, wijsheiden zelfverloochening gepaard gaand huwelijk verhindert de geestelijke wedergeboorteniet, maar de wellustigheid maakt haar onmogelijk. Vliedt deze daarom erger dan depest!Wellustelingen van beiderlei geslacht, zij het ook dat zij na enige tijd geheel tot inkeerkomen en door grote zelfverloochening een geheel kuis leven beginnen te leiden endoor zo'n echte boete ook de volledige vergeving van hun zonden verkrijgen, zullentoch de volledige geestelijke wedergeboorte moeilijk of niet bereiken, maar slechtsten dele; want de ziel van zo'n mens heeft genoeg te doen zich zo ver van haar vlees

Page 25: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

25

vrij te maken, dat zij de vermaningen van de Geest zoveel verneemt, als tot haar heilnoodzakelijk zijn. Zo'n mens kan weliswaar nog zeer goed en wijs worden en veelgoeds doen; maar tot de wonderbaar machtige daadkracht zal hij moeilijk in allevolheid komen. Dat kan zo'n ziel pas in het hiernamaals verkrijgen.Een dergelijke ziel lijkt op een mens, die jarenlang ziek was en tenslotte door een zeergoed geneesmiddel gezond is geworden. Zoals deze echter door gebrek aan inwendigeontwikkeling van spieren en zenuwen en de oefening daarvan niet gemakkelijk tot devolle lichaamskracht van een kerngezond mens kan komen, evenzo gaat het een langziek geweest zijnde ziel; ontbreekt van aanvang af de ware en zuivere liefde tot God,evenals het geloof en de wil, dan ontbreekt haar nog meer de oefening daarin, en dekracht van deze drie eigenschappen van het leven der ziel blijven bij een vollediggebeterde wellusteling toch steeds achter, hoewel in de hemel over de algehelebekering van een zondaar meer vreugde heerst, dan over negenennegentigrechtvaardigen, die nooit boete hoefden te doen. Want wil de liefde, het geloof en dewil krachtdadig worden, dan moeten zij reeds vanaf de jeugd behoorlijk gevormd endan goed geoefend worden. - Wie kinderen heeft, die dient ze reeds vanaf hun prillejeugd te oefenen in deze drie delen van de zuivere liefde tot God en eveneens van hetgeloof en de wil, en zij zullen dan met de overwinning van de wereld veel mindermoeite hebben.

n.) Weten en wijsheid - weten en geloof

Gr.Ev.Joh. VII /183 (13 -14) (De Heer tot Lazarus) Ik heb je al veel verklaard en jeziet ook al veel in; maar hoofdzaak is en blijft het onophoudelijk streven naar de vollewedergeboorte van de geest in de ziel; want alleen maar door haar wordt de mens pasin alle waarheid en wijsheid verheven en heeft dan een volkomen, samenhangendlicht van het aardse tot in het zuiver geestelijk hemelse, en met het licht ook heteeuwige leven, wat dan oneindig meer is dan alle wetenschappen in alle dingen dernatuur. - Wat zou het ook een mens baten, al zou hij ook alle dingen en verschijnselenin de hele wereld der natuur tot in alle bijzonderheden kennen en kunnen beoordelen,maar van de wedergeboorte van de geest in de ziel was hij even ver verwijderd alsdeze aarde van de hemel?!

Gr.Ev.Joh. IX/132 (11 - 13) (De Heer tot Zijn discipelen) Het Rijk van God, dat inMij in deze wereld is gekomen, is de meest zuivere en volkomen waarheid, zoals ookIk de weg, de waarheid en het leven Zelf ben, waarvan Ik jullie toch zeker voldoendebewijzen heb gegeven. - Onthoudt echter goed, dat het steeds gemakkelijker is, demens een of andere zaak verstandelijk bij te brengen, dan zijn gemoed tot een vast enonbetwist geloof te bewegen! Daarom dient men veel meer te streven naar hetverkrijgen van het levende geloof, dan naar louter kennis; want alleen in kennis enweten is het leven niet, maar wel in het zuivere en door de werken der liefde levendegeloof. - Het nog zo zuivere weten is een afbeelding der dingen en hun orde van dezewereld, die, zoals zij nu is, vergankelijk is evenals alle dingen in, op en boven haar;maar de zaken van het geloof zijn een Waar licht uit de hemelen, zijn een levendbestanddeel van het gemoed, de ziel en haar geest en zijn onsterfelijk en

Page 26: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

26

onvergankelijk.

o.) Het verschil tussen zaligheid en verdoemenis

Ed 58 (10 - 12) Er zijn talloze bedrieglijke kunsten, die er op zijn berekend, een zielsteeds dichter bij het eigenlijke wezen van de satan te brengen, opdat zij een met hemovereenstemmend deel zal worden. Dat kan echter nooit geschieden, daar elke zielreeds een eigen geest in zich heeft en daarvan niet los kan komen, - welke geest hettegenovergestelde is van de satansgeest.Wil zo'n ziel de satan benaderen, dan treedt de geest in haar steeds op als rechter enbestraffer en pijnigt de ziel van binnenuit als een onblusbaar vuur, door welke pijn deziel weer - zover als mogelijk - van de satan wordt verwijderd, en vervolgens weereen betering ondergaat. Wil zij deze verbetering volgen, dan wordt haar dat ooksteeds gemakkelijker, hoe meer zij de reinheid van haar in haar wonende geestbenadert.En als deze verbetering steeds voortschrijdt, kan zij ook tot zaligheid komen, wanneerzij wordt als haar geest. Want dat is het verschil tussen zaligheid en verdoemenis: inde zaligheid gaat de ziel geheel in de geest over en de geest is dan het eigenlijkewezen; maar in de verdoemenis wil de ziel de geest uitstoten en een andere, namelijkdie van satan, aannemen. In dit geval wordt zij het meest ongelijk aan de geest,tengevolge waarvan de geest in haar de volkomen tegengestelde polariteit in haar is.Als zodanig oefent de geest dan die tegenkracht uit, die voortdurend allerhevigst vande satan afstoot; hoe meer een ziel het wezen van de satan naderbij komt, des teheftiger is de reactie van de geest in haar tegen de satangeest. Deze reactie is dan voorde ziel een zeer pijnlijke gewaarwording en daarvandaan komt ook het lijden en depijn van de hel, zoals deze reactie zich ook als het onuitblusbare vuur openbaart. Endat is ook de worm in de ziel, die niet sterft en wiens vuur niet dooft; en dat is dan eenen hetzelfde vuur, dat in de engel de hoogste zaligheid en in de duivel de hoogsteongelukzaligheid teweeg brengt.

GS 11 /106 (8) Elke handeling heeft een door God dienovereenkomstig bepaaldgesanctioneerd gevolg. Dat gevolg is het onveranderlijke oordeel, dat uit elkehandeling voortvloeit. Het is door de Heer zo bepaald, dat elke handeling, hetzij goedhetzij boos, zichzelf oordeelt.

p.) Wat is dan de Geest?

GS 11 /79 (12 - 13) Wat is dan de geest? De geest is het eigenlijke levensprincipe vande ziel, en de ziel is zonder de geest niets dan een substantieel etherisch orgaan, datwel alle geschiktheid bezit tot opname van het leven, maar zonder de geest niets isdan een substantieel geestelijk etherische poliep, die zijn armen voortdurend naar hetleven uitstrekt en alles inzuigt, wat met zijn natuur overeenkomt.De ziel zonder de geest is dus alleen maar een stomme, polaire kracht, die de botte zinnaar verzadiging in zich draagt, maar zelf geen oordeelskracht bezit, waaruit haarduidelijk zou worden, waarmee zij zich verzadigt en waartoe haar verzadiging dient.

Page 27: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

27

GS 11 /71 (9 -14,18) Om de wedergeboorte van de geest te verkrijgen is het nodigacht te geven op die heilige school van het leven, in al haar onderdelen, die de groteheilige Meester van alle leven uit Zijn eigen heilige mond aan de mensen op aardeheeft gepredikt en heeft bezegeld met Zijn eigen bloed!Wie niet krachtdadig aan zich wil werken, zoals in deze school is aangegeven, diemoet het aan zichzelf toeschrijven, als hij daardoor het leven van zijn geest verbeurt.-Het is wel zeker, dat iedere nog zo eenvoudige bezitter van een bepaald goed zalweten, wat hij bezit en wat voor waarde dat voor hem heeft. Als iemand echterbezitter is van het eeuwige leven in de geest, zeg Mij, kan die dan wel vragen of zijnziel en zijn geest met het lichamelijke leven zullen vergaan of niet?Maar diegenen, die ware leerlingen zijn of dat waren in de eeuwige levensschool vande Heer, verachtten de lichamelijke dood en wachtten in grote vreugde en zaligheidslechts op de volledige verlossing van de zware, uiterlijke levensbanden van dewereld. Zij getuigden van de waarheid van de levensschool in de Heer - als martelarenmet hun bloed.Wie niet wordt wedergeboren in zijn geest, zal niet ingaan in het rijk der hemelen ofhet eeuwige leven.

4.

Uit de leer van de ziel

Alle materie van de hardste steen tot aan de ether hoog boven de wolken is ziele-substantie. En haar bestemming is weer in het zuiver geestelijke Zijn over te gaan.(Gr.Ev.Joh. VI/133 (3))

a) Wezen en doel van de materie in het proces van de ontwikkeling der ziel

Gr.Ev.Joh. VI /133 (3 - 6) (De Heer) Alle materie van deze aarde - van de hardstesteen tot aan de ether hoog boven de wolken - is zielesubstantie, maar in eennoodzakelijkerwijze vastgestelde en daarmee vaste toestand - Het is haar bestemmingweer in het ongebonden, zuiver geestelijke Zijn terug te keren, wanneer zij juist doordeze isolering de levenszelfstandigheid heeft bereikt. Om deze evenwel door eensteeds grotere zelfwerkzaamheid te verkrijgen, moet de uit de gebonden materievrijgemaakte ziel alle mogelijke trappen van ontwikkeling in het leven doormaken; zijmoet zich in elke volgende levensperiode weer opnieuw met een nieuw, stoffelijklichaam omhullen, waaruit zij dan weer nieuwe levens substantie tot zich trekt,daarmede werkt en zich deze eigen maakt. Is een ziel - wat haar leidende geest uitGod heel duidelijk ziet - eenmaal in een lichaam (hetzij dat van een plant of van eendier), door de vereiste rijping geschikt tot een hogere levensfase op te stijgen, danzorgt de haar steeds verder vormende leidende geest ervoor, dat haar het verder on-bruikbare lichaam wordt afgenomen. Zij kan dan, waar zij reeds met hogereintelligenties begiftigd is, zich een ander lichaam vormen. Daarin kan zij zich weer inkorte of langere tijd opwerken tot een grotere actieve levensintelligentie, en zo

Page 28: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

28

vervolgens steeds verder omhoog tot aan een mens. Zo kan zij dan geheel vrij, in haarlaatste lichaam tot volledig zelfbewustzijn, tot kennis van God, tot liefde tot Hem endaardoor tot volledige vereniging met haar geest komen, welke vereniging wij denieuwe - of geestelijke wedergeboorte noemen.Heeft een ziel deze levensgraad bereikt, dan is zij voleindigd en kan dan als eenvolkomen zelfstandig zijn en leven niet meer door het allesomvattende goddelijkeAlzijn en Alleven vernietigd of verteerd worden.Het meest zekere teken van de reeds bereikte zelfstandigheid van het leven van demensenziel bestaat daarin, dat zij God kent en Hem zelfs boven alles zeer liefheeft.Want zolang een ziel God niet kent als een Wezen dat buiten haar is, is zij nog blinden stom zijnde niet vrij van de dwingende macht van de goddelijke Almacht; zij moetdan nog hevig strijden, om zich los te maken van zulke ketenen. Maar zodra een zielbegint de ware God als buiten haar zijnde te kennen en Hem door het gevoel van haarliefde tot Hem werkelijk goed waar te nemen, dan is zij reeds van de banden dergoddelijke Almacht vrij. Zij behoort dan geleidelijk steeds meer zichzelf toe en isderhalve zelf schepper van haar eigen zijn en leven en daardoor een zelfstandigevriend van God voor alle eeuwigheden.

b) Trappen van ontwikkeling der ziel

Gr.Ev.Joh. X/21 (De Heer) Alles wat de aarde bevat, vanaf haar middelpunt tot verboven haar hoogste luchtstreken, is zielesubstantie, doch tot aan een zekereontbindingstijd in een verschillend meer harde of mildere vastgestelde toestand.Daarom wordt zij zowel voor het stoffelijk oog van de mens op deze wereld, als ookvoor zijn gevoel zichtbaar en voelbaar, hetzij als helemaal dode en harde of als eenmeer weke materie. Daartoe behoren alle steensoorten, mineralen, soorten aarde,water, lucht en alle nog ongebonden stoffen in haar. - Dan komt het hele plantenrijk inhet water op de aarde met zijn overgang in het dierenrijk. In dit rijk doet het gerichtzich reeds als milder kennen, en de zielesubstantie bevindt zich reeds in de periodevan het in meerdere mate los zijn, dan zij in haar vroegere harde gerichte toestandwas. En de scheiding en afzonderlijke vorming met betrekking tot het ontstaan vanintelligentie van deze vroeger als chaotisch gemengde zielesubstantie in dit tweederijk, bevindt zich dan ook in een grote verscheidenheid.Moest dan de zielesubstantie vanwege de bijzondere intelligentievorming in hettweede rijk aan een grote afzondering onderworpen zijn, in het derde rijk van dedieren, dat nog een veel grotere verscheidenheid vertoont, moet zij vanwege het totnog meer volkomenheid brengen van nog lichtere en vrijere afzonderlijkeintelligenties, tot een steeds grotere éénwording gebracht worden. En daarom ver-enigen zich dan daar ook zielesubstanties van talloze kleine diertjes van verschillendeaard en soort in een grotere dierziel, zoals bijvoorbeeld in die van een grotere wormen een insect. - Talloos vele van zulke insectenzielen, weer van verschillende aard ensoort, verenigen zich, na zich losgemaakt te hebben van hun bindende stoffelijkeomhulsels, weer in een dierziel van grotere en meer volkomen soort, en zo steedsverder tot aan de grote en volkomen dieren van ten dele nog wilde en ten dele reedszachtere aard; en uit de laatste éénwording van deze dierzielen ontstaan dan pas de

Page 29: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

29

van alle mogelijke intelligentie begaafdheden welvoorziene mensenzielen.Wanneer een mens in deze wereld geboren wordt en vanwege zijn volkomen vrijworden nog een lichaam krijgt te dragen, dan is dat in hoge wijsheid door God reedszo ingericht, dat hij (de mens) als een volledige ziel zich van alle noodzakelijkerwijsvoorafgegane toestanden in hun overgang, maar nog steeds in hun afzonderlijke staat,evenzo weinig kan en mag herinneren, als een oog de kleine aparte droppels van eenzee, waaruit deze bestaat, kan zien en onderscheiden. Want zou een mensenziel datgegeven zijn, dan zou zij deze éénwording uit zo oneindig verschillendezielesubstantie en intelligentiedelen niet verdragen, maar zichzelf zo snel mogelijktrachten op te lossen, gelijk een waterdruppel oplost op gloeiend ijzer.Om de ziel van de mens te behouden, moet haar door de inrichting van het haaromsluitende lichaam elke herinnering aan voorafgaande levensfasen volledigontnomen worden tot aan de tijd van haar volledige innerlijke éénwording met haargeest der liefde uit God; want deze geest is als het ware de kit, waardoor alle oneindigverschillende intelligentiedelen van de ziel tot een eeuwig onverwoestbaar volmaaktwezen bevestigd worden, zich in alle klaarheid doorlichten, kennen, begrijpen en alseen voleindigd, aan God gelijk wezen Gods liefde, wijsheid en macht loven enprijzen!

c) Het proces van de ontwikkeling van de ziel - ('zielsverhuizing')

Gr.Ev.Joh. X/184. (De Heer tot de stadsrechter Titus)Je vraagt, waarom Ik zulke vijandigheden in de natuur op deze aarde toelaat. En Ikzeg je: Omdat de mensen van deze aarde naar hun ziel en hun geest zo zijn gesteld,dat zij Gods kinderen kunnen worden, waardoor zij dan tot precies hetzelfde in staatzijn, als wat Ik Zelf vermag te doen. Daarom is dan ook reeds tot de ouden gezegddoor de mond van de profeten: "Gij zijt Mijn kinderen en dus goden, zoals Ik, uwVader, God ben!"Om echter een ziel zo te vormen, moet zij in een lange reeks van jaren uit eenontelbaar aantal zielepartikelen uit het gebied van alle creaturen op deze aarde inzekere zin samengevoegd worden en dit samenvoegen van de vaak oneindig velecreatuurzielen is nu datgene, wat de oude wijzen, die daarvan kennis droegen, de'zielsverhuizing' noemden.De uiterlijke stoffelijke vormen van de creaturen worden wederzijds wel verorberd,maar daardoor worden de in de creaturen wonende zielen vrij en verenigen zich metde gelijksoortigen en worden in een volgende, hogere trap weer in een stoffelijkevorm verwekt, en zo voort tot aan de mens.En zoals het met de ziel gaat, zo gaat het ook met haar geest in het hiernamaals, die deeigenlijke verwekker, leider, vormer en onderhouder van de zielen is tot aan demensenziel, die dan pas in haar volle vrijheidssfeer overgaat en in staat is zichzelf inmoreel opzicht verder te vormen.Wanneer de ziel zich uit zichzelf tot een zekere graad van volkomenheid heeftverheven, dan pas verenigt zich haar licht- en liefdegeest in het hiernamaals met haaren de gehele mens begint vanaf dat moment God in alles geleidelijk steedsgelijkvormiger te worden; en wordt het lichaam dan van de ziel afgenomen, dan is zij

Page 30: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

30

reeds een volkomen aan God gelijk wezen en kan uit zichzelf alles in het leven roepenen ook wijs onderhouden.Dat, wat Ik je nu heb gezegd, vindt echter alleen op deze aarde plaats, en op geenenkele van de talloze andere hemellichamen dan juist op deze aarde, en wie verstandheeft, die versta het om deze grondige reden: omdat juist deze aarde overeenkomt metMijn hart, Ik Zelf echter ook maar één hart en niet meerdere harten bezit, zo kan erook maar één hemellichaam zijn, van Mij uit gezien, dat geheel overeenkomt metMijn hart en wel diens meest innerlijke levenspunt.

d) Voorbeeld van een vereniging van dierzielen tot een menselijke natuurziel.

Gr.Ev.Joh. XI 185 (4 - 7) (De Heer verder tot Titus) En nu wil Ik je tonen, wat uit devandaag door je gadegeslagen jacht is geworden wat de zieletoestand betreft. (Bijdeze jacht schoten een gazelle, een jakhals en een reuzenadelaar er het leven bij in.)Welnu, let op! Daar voor de deur staat reeds een mensengestalte, als die van een kind,en wacht, bij een volgende verwekking in het lichaam van een moeder te wordenopgenomen. En achter deze zielsverschijning zie je een lichtgestalte; dat is reeds vandeze ziel de geest aan gene zijde, die er voor zal zorgen dat deze - momenteel nog -natuurziel bij eerstvolgende gelegenheid in een moederlichaam wordt opgenomen.Dus heb je gezien, hoe uit de drie laatste trappen van reeds volkomen dierlijk leven -weliswaar met vele duizenden voorafgaande trappen van ontwikkeling - eenmensenziel te voorschijn is gekomen.Er zal daaruit een kind van mannelijk geslacht geboren worden, waaruit, zo het goedwordt opgevoed, een groot man kan worden. Het gemoedelijke van de gazelle zal zijnhart regeren, het slimme van de jakhals zijn rede en het krachtige van dereuzenadelaar zijn verstand, zijn moed en zijn wil. Zijn voornaamste karaktertrek zalkrijgshaftig zijn, dat hij evenwel door zijn gemoed en door zijn verstand kan matigen,waardoor hij een zeer bruikbaar mens in wat voor stand ook kan worden. Wordt hijechter een krijgsman, dan zal hij weliswaar door zijn moed ook geluk hebben, maartoch de prooi worden van andere oorlogszuchtige wapens. - Opdat je dit kind nudadelijk vanaf de geboorte kunt gadeslaan, zal je aardse buurman reeds het volgendejaar als vader kunnen optreden.

e) De twee principes in de mens: materie en geest

Gr.Ev.Joh. XI/75 (2 - 27) (De Heer) Er is reeds vaker uiteengezet, dat Adam alseerste mens - in de zin van de volledige geestelijke vrijheid - van deze aarde daartoewas geschapen, een vorm te ontwikkelen van waaruit de materie weer tot het vrijegeestelijk leven zou kunnen worden teruggebracht. Daartoe behoorde echter vooralles de overwinning van de materie zelf, dat wil zeggen: er moest door een vrijbesluit een toestand worden geschapen, die enerzijds de overwinning van alle lagere,als aardse lusten, begeerten en neigingen bekende eigenschappen opleverde, omanderzijds een vrij opstijgen tot het meest volkomen zuivere geestesleven mogelijk temaken.Het is reeds vaak genoeg gezegd, dat de menselijke ziel uitermate kleine beginpunten

Page 31: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

31

kent, die zich voortdurend tot steeds hogere bewustzijnssferen ontwikkelen, om ten-slotte in de mens weer die vorm te verkrijgen, die dan als aardse vorm zich niet verdermeer kan ontwikkelen, maar wel in die van haar ziel. Derhalve ontmoeten elkaar in demens twee principes: het einde van het stoffelijk leven als hoogste graad vanzelfbewustzijn en het begin van een onveranderlijk zieleleven in de hoogst verkregenvoleinding van vorm. Daarom kan de mens op deze messnede van het aardse levenzich niet afsluiten voor het bewustzijn dat hij leeft - want daarvoor is hij zichzelf totbewijs - maar nochtans er geen idee van hebben, dat hij op de drempel van eengeestelijk leven is aangekomen, dat nu zijn aanvang neemt in de onveranderlijkblijvende menselijke vorm; met andere woorden: nadat hij velelichaamsveranderingen heeft doorgemaakt die de menselijke gestalte als einddoelhadden, blijft deze nu in haar algemene vorm onberoerd. Wel begint nu eenverandering naar de ziel, die tot doel heeft steeds meer de Geest Gods Zelf tebenaderen en met Deze in een gemeenschap te treden.Wat kan er gebeuren, als deze overgang niet tot stand komt? Want hier staan materieen geest scherp tegenover elkaar, die zich wel wederzijds steeds meer verfijnen, maarnooit - als polariteiten - elkaar geheel kunnen raken.Er moet hier echter in elk geval een weg gewezen worden, een brug geslagen,waarover het mogelijk is van de materie tot de geest te komen! Deze weg moet eenvoorbeeld zijn, dat iedereen kan navolgen. Zou deze weg niet gevonden worden, datwil dus zeggen, zou een mens deze niet betreden, dan zou het uittreden uit de materieom in een fijnstoffelijk leven over te gaan, onmogelijk worden.Het streven van de Godheid Zelf moet dus zijn Haar schepselen, die Zij uit liefde entot hun redding de weg door de materie liet gaan - nadat deze de grens bereikt hebbenvan waaruit de geestelijke weg mogelijk is -, ook tot Zich te trekken en zo te brengenin de verhouding van Vader tot kind. .Adam moest deze brug in zichzelf bouwen en had het eigenlijk erg gemakkelijk,omdat de prikkelingen van de materie zeer gering waren in vergelijking tot heden. Erwas bij hem alleen maar de zelfoverwinning, de gehoorzaamheid nodig, dan was debrug geslagen en kon in hem het geestelijk leven bloeiend ontwaken, daargehoorzaamheid aan God het enige middel tot beproeving is bij een mens, die verdervrij van elke zonde is. Pas uit ongehoorzaamheid volgen alle andere overtredingenvanzelf. Nu viel Adam en daarmede had een terugtreden in de materie plaatsge-vonden, dat wil zeggen in die polariteit, die zich evenzo ver van God kan verwijderen,als tot God Zelf kan opstijgen tot steeds hogere zaligheden.Vaak werd nu door bijzonder sterke zielen geprobeerd, door dit bladerendak heen tebreken om de zon er doorheen te laten schijnen, en al naargelang dit ook op enkeleplaatsen daarvan gelukte, bezit de mens oeroude religies. Het gelukte echter dezesterke zielen niet de kern van de boom zo te treffen, zijn kroon zo te breken, dat dezemachtige boom moest sterven. Dat gelukte hen daarom niet, omdat zij zelf in hunaardse leven niet zonder schuld waren, maar eerst van de wereld proefden alvorens zijdorst naar waarheid, naar Godskennis kregen.- Het gelukte pas Jezus, niet alleen hetbladerendak te doorbreken, maar de boom der zonde te breken. Hij verwierf dus inzich de trap, die Adam niet had behaald en verzoende zo in zich de Godheid, die inZijn heiligheid door het niet achten van Zijn gebod was gekrenkt.

Page 32: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

32

Daarin, dat nu deze weg die direct tot God leidt is geopend, en daarin, dat deze wegdoor de mensenzoon Jezus, die daardoor tot Godszoon werd, werd vervuld, ligt deverlossing.(De Heer) Zonder Mij kan niemand tot de Vader komen en zonder het geloof in Jezusheeft ook nog geen enkele wijze ooit het almachtige Goddelijk Wezen als de oerbronvan alle liefde, die zich persoonlijk kan tonen, ervaren.Het Onzichtbare werd zichtbaar in Jezus en deze vereniging van beide in demensenvorm maakt het nader treden mogelijk van het schepsel tot de Schepper, hetopgaan van de materie in de geest, het terugvoeren van de ontstane gevolgen derzonde opwaarts over de scheidingswand van materie en geest, over de punten waar zijanders onmogelijk elkaar hadden kunnen raken. Brug zijn is het leven van Jezus.

f) De leiding van de menselijke ziel tot voleinding

Gr.Ev.Joh. IX/171 (4 - 10) (De Heer) De mens, zoals hij in deze wereld komt, wordtwat de ziel betreft geheel van Gods Almacht gescheiden en wordt in alles overgelatenaan zijn eigen willen en kennen. Pas wanneer hij door de belering uit de mond vanzijn ouders en andere wijze leraren tot erkenning van God komt, zich dan gelovig totHem wendt en Hem vraagt om Zijn hulp en bijstand, dan begint ook het instromenvan de zijde van God door alle hemelen heen, en de ziel van de mens gaat over in eensteeds duidelijker erkennen en eindigt in een steeds grotere liefde tot God en wordtdaardoor langzamerhand evenzo volkomen in en door de Geest van God in haar, alsde Goddelijke Geest in haar zelf volkomen is, en blijft daarbij nochtans in allesvolkomen vrij en zelfstandig.Elke voleindigde ziel is van een en dezelfde waarheid doordrongen, omdat zijvoortvloeit uit het Licht van haar liefde tot God en tot de naaste.Zolang de mensen onder elkaar tot twist, strijd en oorlog kunnen komen, zijn zij ookver verwijderd van het Godsrijk en zullen daarin niet eerder komen, dan wanneer zijin alle geduld, deemoed, zachtmoedigheid en ware naastenliefde onwrikbaar grootzijn geworden; maar zijn zij dat eenmaal geworden en komen zij daardoor in zich totde waarheid uit God, dan is het met alle twist, strijd en oorlog ook definitiefafgelopen.

g) Over de levensweg op aarde en in het hiernamaals

Gr.Ev.Joh. VII /156 (7 - 12) (De Heer tot de Farizeeën) De mens moet in de wereldwerken en vrijwillig de slechte verleidingen van de wereld weerstaan. Daardoor wordtzijn ziel sterk en de kracht van Gods Geest zal deze doordringen. Maar door als eenluiaard te leven komt geen mens ooit tot het ware, eeuwige leven, dat afhankelijk isvan volkomen werkzaamheid in al de talloos vele levenslagen en sferen.Zulke mensen (die zich geheel van de wereld afzonderen, evenals de kluizenaars vande Karmei en Sion) zondigen weliswaar even weinig als een steen zondigt; maar is datsoms een verdienste voor de steen? De ziel zal echter haar lichaam moeten afleggen;wat zou zij in het hiernamaals kunnen doen met haar grote zwakheid en haarvolslagen niets doen? Want daar zullen toch ook beproevingen van allerlei aard over

Page 33: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

33

haar komen, die de ziel tot algehele activiteit zullen aansporen. En deze beproevingenzullen voor de ziel, die is toegerust met haar op aarde verkregen vermogens, geheelovereenkomen met die op deze aarde. Alleen moeten zij voor de ziel als zodanigsterker zijn dan hier, omdat aan gene zijde dat, wat een ziel denkt en wil, zich ookreeds als werkelijkheid aan haar voordoet. Hierop aarde heeft de ziel alleen te doenmet haar onzichtbare gedachten en ideeën, waar zij gemakkelijker tegen kan vechtenen waarvan zij ook gemakkelijker los kan komen; maar als de gedachten en ideeën toteen zichtbare realiteit worden - , hoe zal de zwakke ziel daar dan haar zelfgeschapenwereld moeten bestrijden?Daarom zullen in het hiernamaals de verzoekingen ook erger worden dan hier. En watzal de ziel kunnen doen, om zich uit de harde gevangenschap van haar eigen kwadehartstochten te bevrijden? En toch zal zij aan de andere zijde tot veel groterezelfwerkzaamheid moeten komen, om zich uit de dwaling van haar eigen gedachten,ideeën en voorstellingen te bevrijden; want wanneer zij niet eerst zelf het werk terhand zal nemen, zal zonder overgang geen plotselinge hulp door erbarmen van God ofvan een andere geest tot haar komen, evenmin als dat hier op aarde reeds meestal hetgeval is.Want wie God niet ernstig zoekt, maar geheel de lusten van de wereld najaagt, dieverliest God en God zal hem geen tekenen geven, waaraan hij zou kunnen zien, hoediep en ver hij reeds van God is afgeweken. Pas wanneer hij uit eigen beweging enbehoefte God weer zal beginnen te zoeken, zal God hem ook beginnen naderbij tekomen en Zich door de zoekende ook in zoverre laten vinden, als het de zoekendeware ernst is God te vinden en te leren kennen.

h) De ziel in het hiernamaals

Gr.Ev.Joh. VII/17 (5 - 7) (De Heer) Elke ziel zal in het hiernamaals dat worden, watzij wil. Is het iets kwaads, dan wordt zij er van tevoren wel opmerkzaam op gemaakt,welke gevolgen dat noodzakelijk zal hebben. Zal zij daardoor tot inkeer komen, dankan zij gauw en gemakkelijk geholpen worden; komt zij daardoor echter niet totinkeer, dan wordt zij ongehinderd gelaten alles te hebben en te genieten, waar haarliefde naar uitgaat.Deze liefde nu, hetzij van goede of kwade aard, is in feite het leven van de ziel vanelk mens, engel of duivel; ontnemen wij de liefde aan de ziel, dan ontnemen wij haarook het leven en het bestaan. Maar dat kan nooit in de zuivere Goddelijke ordevoorkomen, want zou ook maar het kleinste atoom in de schepping vernietigd kunnenworden en volledig het bestaan verliezen, dan zou God Zelf daardoor een atoom aanZijn bestaan verliezen, hetgeen echter onmogelijk is.En zo kan een mensenziel des te minder haar bestaan geheel verliezen; maar zij kanhoogst ongelukkig en ellendig worden geheel door haar eigen wil en kan, als zij hetmaar ernstig wil, ook weer door haar eigen vrije wil gelukkig en volkomen zaligworden.

Gr.Ev.Joh. IX/142 (2) - 143 (8) (Uit een belerend gesprek van de Heer met vissersaan het Witte Meer) (De Heer) De ware zaligheid van het leven bestaat niet in het

Page 34: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

34

helder en duidelijk zien en kennen, maar alleen in de steeds groter wordendeliefdadigheid. Daarom moet elke ziel zich dat eerst tot haar enige levenselementmaken, alvorens zij ooit innerlijk tot duidelijk inzicht van het leven kan komen. Wantde liefdadigheid is een innerlijk vuur, dat door steeds levendiger te worden tot eenheldere vlam moet worden.Is eenmaal dit levenselement in de ziel geheel gewekt, zodat de ziel zelf helemaal totdit levenselement wordt, - wat betekent dat de hele mens in de geest opnieuw, duswedergeboren wordt - dan blijft de ziel ongeacht haar innerlijke heldere inzichtvanwege haar tot in hoogste graad gegroeide liefdadigheid, ook in hoogste matewerkzaam. Haar zaligheid en helder inzicht groeien naar de graad van haarliefdadigheid en niet naar de graad van haar heldere inzicht, waartoe zij zonder deliefdadigheid zonder meer nooit kan geraken; want het is reeds van eeuwigheid her zodoor God bepaald, dat geen geest en geen mensenziel zonder een overeenkomstigewerkzaamheid ooit tot het Licht kan komen.Hoe verkrijgen de mensen op deze aarde het licht? Wel, zij wrijven hout op hout, ofsteen op steen zo lang, tot er vonken afvliegen; vallen die vonken op licht brandbaarmateriaal - zoals hout, stro, zekere harssoorten vermengd met zwavel en nafta -, danzal al spoedig een heldere vlam oplaaien en het zal licht worden in haar zelf enrondom haar naar alle richtingen.Zie, zo blijkt reeds in de dode wereld der materie, dat aan het vuur - en licht makeneen zekere werkzaamheid moet vooraf gaan! En zo moet des te meer aan hetlevenslicht een zekere werkzaamheid vooraf gaan; door deze wordt de liefde gewekt,die het levens element is, en uit haar verhoogde werkzaamheid ontstaat dan pas hetlicht in de ziel, dat is de wijsheid, die zichzelf en alle dingen uit zich kent, beoordeelten ordent.Zo is het gesteld met de dingen van het leven van de ziel en haar innerlijke helderekennis en inzicht. De wijsheid van een ziel is reeds hier en nog meer in hethiernamaals het gevolg van haar werkzaamheid; zou deze ooit kunnen ophouden, danzou bij de ziel ook de wijsheid en innerlijke helderheid van het leven ophouden. - Hebje dat nu begrepen?(Daarop een van de vissers) Ja, Heer en Meester. Maar nu zou ik ook nog graag willenweten, waarin de werkzaamheid van een volkomen ziel in het grote hiernamaals be-staat. Op deze harde aarde is er voor de mens zeer veel te doen, als hij wil leven - watmoet hij echter in het grote geestelijke hiernamaals doen? Wordt daar ook geploegd,gezaaid en geoogst voor het levensonderhoud?(De Heer antwoordt) Jawel vriend, ploegen, zaaien en oogsten, - maar wel op eenandere manier en in een andere zin, dan dat gebeurt op deze materiële wereld! Weet,dat zonder de grote werkzaamheid van de geesten en in het bijzonder van devolmaakte geesten, op geen enkele aarde iets zou ontstaan! Er zou niet alleen nietsgroeien en geen levend wezen op de grond rondwandelen, maar er zou ook geen zonen geen aarde ooit zijn ontstaan en nog minder voortbestaan.De mensen ploegen wel de aarde en strooien het zaad in de voren; maar het is aan degeesten opgedragen het kiemen, groeien en rijpen van de vrucht te bewerkstelligen. Inhet bijzonder voor de volkomen geesten is er zowel op deze aarde als ook op al deandere hemellichamen veel te doen; nog meer echter voor de juiste ontwikkeling van

Page 35: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

35

de ziel en de vervolmaking van de mensen reeds aan deze zijde, en dan nog veel meerin het hiernamaals. Want er komen immers steeds onvergelijkbaar meer onvolkomenzielen in het hiernamaals dan volkomen, vooral van deze aarde. Deze onvolkomen enslechte zielen zouden echter de gehele aarde met hulp van de onzuivere natuurgeestenspoedig dermate verderven, dat er geen gras, geen struik, geen boom meer op haarzou groeien en geen dier en geen mens meer zou kunnen bestaan.Alleen door de liefde, wijsheid en macht van de volkomen geesten worden de kwadeen onvolkomen zielen in het hiernamaals daaraan verhinderd, en dan ook geleidelijkverder ontwikkeld en mogelijkerwijze ook van trap tot trap dichter bij het Godsrijkgebracht.Hoe de volkomen geesten dat allemaal bewerkstelligen, laat zich niet met woordenbeschrijven; maar wanneer jullie zelf in de geest zijn wedergeboren, dan zal het je welduidelijk en vanzelfsprekend worden, hoe de geesten werken en doen in het grotehiernamaals. - Heb je dat ook begrepen?(Spreekt opnieuw dezelfde visser) Ja, lieve Heer en Meester, en ik dank U voor Uwkolossale geduld met ons zwakke en nog zeer domme mensen! Het zal zeker nog langduren, tot wij, temidden van louter wonderen levend, die wonderen zullen begrijpen!Wij zien en genieten van het water en weten niet in het minst, wat het is. Wij zieneveneens het vuur en zijn licht, ondervinden zijn gloed en warmte, maar weten ookhelemaal niet wat het is en wat zijn eigenlijke ontstaansgrond is. Maar het zij, zoalshet is, wij zijn nu reeds bovenmate blij en gelukkig, dat wij door Uw overgrotegenade en liefde nu de onbedrieglijke weg naar de volle en levende waarheid hebbengekregen.O, lieve Heer en Meester, wees ons nu ook met Uw genade behulpzaam, dat wij dezeweg tot aan het lichtende doel nooit moe, zwak en traag worden te bewandelen.(Daarop antwoordt de Heer) Wie gelooft en de goede weg heeft, zal ook dat bereiken,waarnaar hij ernstig streeft!

5.

Het drievoudige wezen van de mens en het Godsrijk in het hart van de mens

Bij de geboorte van het lichaam wordt de eeuwige levenskiem als een vonkje van devolkomen zuivere Geest van God in het hart van de ziel gelegd.(Gr.Ev.Joh. II/217 (5))

a) Het gezicht van Oalim

H 11 /72 (9 - 26); 74 (2 - 3,24 - 32) (Oalim) Het klonk mij aanvankelijk erg vreemdin de oren, dat ik mijn hart zou hebben moeten zien. Toen ik echter zo nadacht overdeze mogelijkheid of onmogelijkheid de ogen in het lichaam te brengen, verloor ikplotseling het licht van mijn ogen; maar bijna op hetzelfde ogenblik werd alles licht inmij, daarom zag ik mij innerlijk dus, zoals ik mij anders uiterlijk zie bij het licht vande zon.Ik kon niet begrijpen, hoe zoiets mogelijk zou kunnen zijn, maar daar begon ook al

Page 36: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

36

spoedig mijn hart geheel doorzichtig te worden en ik zag weldra drie harten zó inelkaar steken, als er binnen de ruwe kastanjevrucht drie kernen zijn: in de bruine schilde eigenlijke vleeskern en daarin pas de kleine kiemkern, waarin het leven is besloten,en in deze de oneindige menigvuldigheid en eindeloze veelheid. Het uiterlijke hartsprong spoedig uiteen en viel losgemaakt in de eindeloze diepte; en dat was hetuiterlijke hart van vlees van het lichaam. Het meer inwendige, substantiële hart bleefechter en verwijdde zich voortdurend, omdat het binnenste, zeer sterk lichtendekiemhart daartoe dwong, daar dit zelf aldoor groeide en steeds groter werd, evenals dekiem van een in de aarde gelegd zaad zich zo lang al maar vergroot, tot daaruit eenmachtige boom is geworden.Zo was het ook met mijn binnenste kiemhart het geval. Aanvankelijk zag het erslechts uit, als was het een hart; toen het echter al maar groter werd, kreeg het ooksteeds meer een menselijke gestalte en herkende ik mij zelf in deze nieuwe mens, dieis voortgekomen uit mijn meest innerlijke lichte kiemhart.Bij de aanblik van deze mens kwam de gedachte in mij op: "Heeft soms deze nieuwehartmens in mij ook nog een hart in zich?" En ik werd gewaar, dat ook hij nog eenhart in zich droeg. Maar dit hart zag er uit als een zon, en haar licht wasduizendvoudig sterker dan het licht van onze natuurlijke zon.Toen ik dit hart aandachtig bekeek, ontdekte ik opeens in het midden van ditzonnehart een klein, aan U, 0 heilige Vader, volkomen gelijk, levend evenbeeld, -maar wist niet hoe dat mogelijk was.Doch toen ik daarover nadacht, kwam een onuitsprekelijke zaligheid over mij en Uwlevende beeld sprak tot mij uit het zonnehart van de nieuwe mens in mij het volgende:"Richt je ogen opwaarts en je zult spoedig gewaar worden, waarvandaan en hoe Ik nulevend in je woon!"En ik richtte aanstonds mijn ogen omhoog en aanschouwde meteen in een eindelozediepte der diepten van oneindigheid eveneens een onmeetbaar grote zon, en in hetmidden van deze grote zon al spoedig U Zelf, o heilige Vader!Van U uit gingen onnoemelijk veel ongekend lichte stralen, en een van deze stralenviel in het zonnehart van de nieuwe mens in mij en vormde zo U Zelf levend in mij.Spoedig daarop strekte de nieuwe kiemhartmens zijn arm uit en wilde mij uiterlijkemens gevangen nemen.Ik schrok, en deze schrik wierp mij weer in mijn oude huis terug. - Het eerderontweken vleeshart kwam weer uit de diepte omhoog en legde zich meteen weer omde twee binnenste harten; toen dat gebeurd was, werd de uiterlijke wereld mij weerzichtbaar en al het innerlijke verdween.En dat is ook alles, wat ik in mij gezien, gevoeld en gehoord heb. (De hoge Abedamtot Oalim en dus ook tot al de vaderen) Luister en laat eenieder in zich er acht opslaan, wat Ik je hier nu zal zeggen! . . . Jullie zijn reeds bijzonder zwak geworden,hoewel al je oorspronkelijke leraren nog in leven zijn; hoe zal het dan wel laterdiegenen vergaan, die zelfs over jullie huidige bestaan in hevige strijd zullengewikkeld worden?! Daarom zeg Ik jullie nogmaals, dat geen leer enig nut heeft, alshaar bepalingen niet door Mijn levend getuigenis in elk mensenhart konden bevestigdworden. In Oalim zelf hebben jullie dit levende getuigenis geheel uitgebeeldgekregen. Dat moet nu zo genomen worden, dat jullie het niet bij de leer alleen laten,

Page 37: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

37

maar er ijverig voor zorgt, dat deze bij hen die beleerd zijn geworden weldra overgaattot de volle, levende daad. Wees ervan verzekerd, dat een ieder die deze leer ernstigmetterdaad zal opnemen, spoedig het grote, levende, heilige getuigenis van Oalim inzich zal vinden, dat stralend lichtend zal getuigen van de echtheid van Mijn aan jullieallen gerichte woord.Zie, Oalim vond in het derde kiemhart, nadat het zich tot een mens had gevormd, nogeen zonnehart en in dit hart tenslotte Mij Zelf, zoals je het verwarmende beeld van dezon in elke dauwdruppel vindt; en dit Mijn Beeld in hem sprak zoals Ik in hem, endiens woord maakte hem Mij duidelijk als de eeuwige heilige Vader in de hoogte vanMijn oneindig heilige Goddelijkheid!Deze innerlijke mens Oalim wilde reeds een worden met zijn uiterlijke substantiële,en ten dele ook met diens geheel uiterlijke materiële mens; maar daartoe was Oalimnog niet rijp. Jullie zullen dat alles pas ervaren als je de volle rijpheid hebt bereikt,maar dan blijvend en eeuwig.Leer je nakomelingen evenzo daarnaar, dan zullen jullie hem een blijvend getuigenisoverleveren van de echtheid van Mijn leer. En wie dit getuigenis in zich zal vinden,heeft ook reeds het eeuwige leven uit Mij ontvangen, dat hem nimmer meer zalworden ontnomen. - Zie, dat alles heeft het gezicht van Oalim jullie te zeggen.

b) Lichaam, ziel, geest

(Gr.Ev.Joh. 11 /217 (5) (De Heer) Bij de geboorte van het lichaam uit het lichaamvan de moeder wordt de eeuwige levenskiem als een vonkje van de zuivereGoddelijke Geest in het hart van de ziel gelegd, evenals bij de vrucht van een plant,wanneer zij de bloesem heeft afgeworpen en zichzelf begint te wapenen en teconsolideren. Is het lichaam eenmaal gevormd, dan begint de ontwikkeling van degeest in het hart van de ziel. Hier moet dan de ziel al het mogelijke, doen, opdat degeest in haar begint te kiemen, en moet hem daarbij nuttig zijn.

Gr.Ev.Joh. IX/ 174 (9 - 12) (Raphaël tot een arts) Het licht van de volle levenslampin het leven hier op aarde is een vol, levend geloof, die de dingen van het Godsrijkverlicht. Wie in dit licht blijft en zich niet meer dan nodig bekommert om de dingenvan deze wereld, die komt vroegtijdig tot het eeuwige levenslicht in zich, en zo danook reeds hier in het zichtbare wezenlijke rijk van God en in zijn kracht en macht.Want wie een is met de wil van God de Heer, die is ook een met Zijn eeuwigvolkomen wijsheid, vrijheid, zelfstandigheid, macht en kracht, en is daardoor dan ookvoor altijd een waar kind van God.Welnu, ik ben zo'n kind van God, ben dat echter niet pas in de reine wereld dergeesten geworden, maar nog in mijn aardse levens zodanig, dat de macht van degoddelijke geest in mij dat alles vermocht te bewerken, waartoe zij nu in staat is. Ikben dan ook niet op die manier wat het lichaam betreft gestorven, zoals alle mensensterven, maar de macht van de goddelijke geest in mij loste het plotseling zo volledigop, dat er niet een zonnestofje groot van op deze aarde achterbleef; alles van hetlichaam is tot mijn eeuwig, onverwoestbaar kleed geworden, en je ziet me dan nu metlichaam, ziel en geest. Zou je dat moeilijk zijn te geloven, voel mij dan maar aan, en

Page 38: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

38

je zult een mens met vlees en beenderen waarnemen, zolang ik dat wil; wil ik evenwelalles weer in het zuiver geestelijke veranderen, dan zul je me weliswaar ook nogprecies zo zien als nu, doch niet met je vleselijke ogen, maar met de ogen van je ziel,die ik je kan openen, wanneer en hoe lang ik dat wil. Kom nu naderbij en bevoel mij;want ook deze door jou aan mij opgedane ervaring behoort tot het gebied van dejoudoor mij gegeven uiteenzetting van het werkelijk bestaan van het Godsrijk.

Gr.Ev.Joh. IX/176 (2 - 4, 7, 9) (Verder Raphaël tot de arts) Er is slechts één Zijn;maar een niet zijn is er in de gehele schepping nooit. Het tijdelijk materiële bestaan istoch maar een proefbestaan om het ware en onverwoestbare bestaan te bereiken.Nochtans is het echter in zich ook een geheel geestelijk bestaan, daar op zichzelfbeschouwd in de gehele sfeer van de oneindigheid onmogelijk een ander werkelijk enwaar bestaan kan zijn.Zie, vriend, met al je griekse wereldwijsheid, daar zit nu de Heer onder ons! Hijgeheel alleen is het ware en eeuwig werkelijke Zijn in Zich Zelf; wij zijn slechts Zijndoor Zijn wil van de kleinste tot de grootste verwerkelijkte ideeën en lichtgedachten.Daar nu Zijn ideeën en lichtgedachten als de vrucht van Zijn eeuwige, oneindigeliefde (die Zijn Wezen en Zijn is), evenals Hij Zelf onvergankelijk en nooit teverwoesten zijn, zo is immers ons bestaan ook eeuwig onverwoestbaar in hetwerkelijke geestelijke Zijn. - Het is dus onmogelijk, dat ook maar een puntje vandatgene ooit vernietigd zou kunnen worden, wat er eenmaal is, omdat al het eenmaalbestaande in de oneindige volheid van gedachten en ideeën van onze Heer en eeuwigeMeester een niet te verdelgen realiteit is.Wanneer de Heer ook maar een kleinste van Zijn scheppende, goddelijke gedachtenen ideeën geheel zou kunnen verdelgen en vernietigen, dan zou Hij immers van Zijnabsoluut oneindige volmaaktheid iets verliezen -, wat in zich echter de reinsteonmogelijkheid zou zijn.Ed 51 (5,7) (De Heer) Wanneer de vrucht ongeveer drie maanden levend in hetlichaam van de moeder is geweest, dan heeft het zielehart van de rustig geworden zieleen zekere soliditeit bereikt en wordt door een engelengeest precies in het hart van deziel een eeuwige geest gelegd onder zevenvoudig omhulsel. Natuurlijk moet hier nie-mand aan een natuurlijk omhulsel denken, maar aan een geestelijk, dat veel krachtigeren beter houdbaar is dan een stoffelijk -, wat ook reeds aan veel dingen op de wereldis te zien, waar het eenvoudiger is een materiële kerker te doorbreken dan eengeestelijke. - Na het inleggen van de geest in het hart van de ziel, wat bij sommigekinderen vroeger, bij andere later geschiedt, bij velen drie dagen voor de geboorte,groeit het lichaam sneller uit en de geboorte zal plaats vinden.

c) De Drie-eenheid in God en mens

Gr.Ev.Joh. VIII /24 (1, 4 -14); 25 (1-15) (De Heer bij Zijn opdracht aan dediscipelen) . . . al degenen, die Zijn levensleer geheel hebben aangenomen, door deoplegging van hun handen te dopen, dat wil zeggen te sterken in de naam van deVader, die de Liefde is, in de naam van het Woord, dat de Zoon is of de wijsheid vande Vader, en in de naam van de Heilige Geest, die is de alles vermogende Wil van de

Page 39: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

39

Vader en de Zoon.Onder deze drie begrippen is het Wezen van God geheel verklaard en aan de mensenvolledig uitgebeeld. Het is waar, dat daarbij voor een mens met een zwak bevattings-vermogen een soort Goddelijkheid van 3 personen te voorschijn komt; maar men kan,om aan de diepste en in de grond meest innerlijke waarheid in alles geheel getrouw teblijven, het immers toch niet anders voorstellen dan het is gedaan.De mens is geheel naar het evenbeeld van God geschapen en wie zich zelf volkomenwil kennen, moet weten en in zich erkennen, dat hij als een en dezelfde mens eigenlijkook uit drie persoonlijkheden bestaat! Je hebt ten eerste een lichaam, voorzien vanalle nodige zintuigen en andere voor een vrij en zelfstandig leven benodigdeledematen en bestanddelen van het grootste tot aan het kleinst denkbare. Dit lichaamheeft, ten behoeve van de vorming van de geestelijke ziel in hem, een geheel eigennatuurlijk leven, dat zich van het geestelijke zieleleven in alles streng onderscheidt.Het lichaam leeft van de natuurlijke voeding, waaruit het bloed en de anderevoedingssappen voor de verschillende lichaamsbestanddelen worden gevormd. - Hethart heeft in zich een speciaal levend mechanisme en wel zodanig, dat het zichvoortdurend moet uitzetten en daarna weer samentrekken. Het drijft daardoor het hetlichaam levend houdende bloed met de andere daaruit ontstane sappen in allelichaamsdelen en neemt het, door het zich samentrekken, ook weer terug in zich op,om het met nieuwe voedingsstoffen te verzadigen en dan weer opnieuw uit te drijventot voeding van de vele lichaamsbestanddelen. Zonder deze voortdurende eigenwerkzaamheid van het hart zou de mens geen uur lang wat het stoffelijk lichaambetreft kunnen leven.Met deze leven gevende werkzaamheid van het hart, en evenzo ook met de eigenwerkzaamheid van de longen, de lever, de milt, de maag, de ingewanden, de nieren enzo nog talloos veel andere bestanddelen van het lichaam, heeft de ziel helemaal nietste doen. Nochtans is het lichaam als een voor zich geheel afgesloten persoonlijkheideen en dezelfde ene mens en doet en handelt zo, als waren beide een en geheeldezelfde persoonlijkheid.Beschouwen wij nu de ziel op zich, en wij zullen zien, dat ook zij voor zich eengeheel volkomen mens is, die substantieel geestelijk ook in en voor zichzelf preciesdezelfde bestanddelen bevat als het lichaam en zich daarvan in hogere geestelijkeovereenkomst ook zo bedient als het lichaam van zijn materiële.Hoewel dus enerzijds het lichaam en anderzijds de ziel voor zich twee heelverschillende mensen of personen voorstellen, - waarvan elk voor zich een haargeheel kenmerkende werkzaamheid heeft, waarover zij tenslotte niet eens rekenschapkan geven over het hoe en waarom -,zo vormen zij echter in de grond van heteigenlijke levensdoel nochtans slechts één mens. Niemand kan dus beweren, dat hijniet één mens is, maar een 'tweemens'. Want het lichaam moet de ziel dienen en dezemet haar verstand en wil het lichaam, waarom de ziel ook voor de handelingen, waar-voor zij het lichaam heeft gebruikt, evenzo verantwoordelijk is als voor haar eigenhandelingen, die bestaan uit allerlei gedachten, wensen, verlangens en begeerten.Als wij nu het leven en zijn van de ziel op zich nog nader beschouwen, zullen we ookgemakkelijk ontdekken, dat zij, al is zij ook een substantieel lichaam van een mens,op zich niets hoger zou staan dan mogelijk de ziel van bijvoorbeeld een aap. Zij zou

Page 40: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

40

wel een instinctmatig verstand in een iets hogere graad hebben dan een gewoon dier,maar van een verstand of een hogere vrije beoordeling van de dingen en hunsamenhang zou nooit sprake kunnen zijn.Dit hogere en eigenlijk hoogste en aan God geheel gelijkvormig vermogen in de zielwordt veroorzaakt door een zuiver essentieel geestelijke derde mens, die in de zielwoont. Door hem kan de ziel het ware van het valse en goed van kwaadonderscheiden en kan zij vrij naar alle denkbare richtingen heen denken en geheel vrijwillen. Al naar gelang zij met haar door haar geest ondersteunde vrije wil besluit voorhet zuiver ware en goede, maakt zij zich geleidelijk aan geheel gelijkvormig, dussterk, machtig, wijs en als in hem wedergeboren, identiek aan de in haar wonendegeest.Is dat het geval, dan is de ziel zo goed als één wezen met haar geest, zoals ook demeer edele lichaamsdelen van een volkomen ziel - welke lichaamsdelen eigenlijkbestaan uit de zeer verschillende lichaams natuurgeesten - geheel overgaan in hetgeestelijk substantiële lichaam, dat men het vlees van de ziel kan noemen. Entenslotte kan daardoor deze laatste dan ook overgaan in het essentiële lichaam van degeest, waaronder ook is te verstaan de ware opstanding van het vlees op de jongste enmeest ware levensdag van de ziel; die volgt dan, wanneer een mens volkomen in degeest wordt wedergeboren, hetzij reeds hier in dit leven of iets moeizamer enlangduriger in het hiernamaals.Alhoewel een in de geest volledig wedergeboren mens beslist slechts één volkomenmens is, bestaat zijn wezen nochtans blijvend uit een goed te onderscheiden drieheid.Aan elk ding is een te onderscheiden drievoudigheid op te merken: Het eerste waarhet oog op valt is de uiterlijke vorm; want zonder deze zou geen ding denkbaar zijn enzou het ook niet kunnen bestaan. Het tweede is duidelijk de inhoud van de dingen;want zonder die zouden zij er ook niet zijn en hadden ze ook geen vorm en uiterlijkegestalte. Het derde voor het bestaan van een ding eveneens noodzakelijke is eeninnerlijke, in elk ding aanwezige kracht, die de inhoud van de dingen in zekere zinsamen houdt en het eigenlijke wezen daarvan uitmaakt. En juist omdat deze kracht deinhoud en daardoor ook de uiterlijke vorm van de dingen bepaalt, is zij ook degrondkern van al wat bestaat en zonder haar is er evenmin een ding denkbaar, danzonder een inhoud of uiterlijke vorm. Je ziet nu, dat de genoemde drie delen elk voorzich wel zijn te onderscheiden, omdat de uiterlijke vorm niet haar inhoud is en deinhoud niet de teweegbrengende kracht zelf is; en toch zijn zij volledig één.Keren we nu terug tot onze ziel. De ziel moet nu eenmaal vanwege het bepaalde, voorhaar bestemde bestaan een uiterlijke vorm hebben, namelijk die van een mens; deuiterlijke vorm is dus dat, wat wij het lichaam of ook het vlees noemen, hetzij nogstoffelijk of vergeestelijkt substantieel, dat is enerlei. Bestaat dan de ziel als een mensnaar de vorm, dan zal zij ook een met de uiterlijke vorm overeenkomende inhoudhebben. Deze inhoud of innerlijk lichaam van de ziel is haar eigenlijke wezen zelf,dus de ziel. Is dat alles aanwezig, dan is ook de kracht aanwezig, die de hele ziel heeftveroorzaakt, en deze is de geest, die tenslotte alles in allen is, daar zonder dezeonmogelijk een massieve substantie en zonder die laatste ook geen lichaam, dus geenuiterlijke vorm zou bestaan. Hoewel dus de drie goed te onderscheidenpersoonlijkheden in het geheel slechts één wezen zijn, moeten zij toch speciaal als te

Page 41: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

41

onderscheiden genoemd en gekend worden.In de geest of de eeuwige essentie woont de liefde als de alles tot stand brengendekracht, de hoogste intelligentie en de levende vaste wil; dat alles samen brengt de sub-stantie van de ziel voort en geeft haar de vorm of het wezen van het lichaam. Is de zielof de mens eenmaal aanwezig naar de wil en de intelligentie van de geest, dan trekt degeest zich in het binnenste terug en geeft aan de nu bestaande ziel een als van hemgescheiden vrije wil en een vrije en in zekere zin zelfstandige intelligentie. De zielmaakt zich deze intelligentie eigen, ten dele door uiterlijke waarnemingszintuigen enten dele door een innerlijk gewaarworden, en vervolmaakt die dan, als zou de vervol-maakte vrije intelligentie haar eigen werk zijn.Tengevolge van deze noodzakelijkerwijs zo gevormde toestand, waarin de ziel zichals van haar geest gescheiden voelt, is zij geschikt tot het waarnemen van zoweluiterlijke als innerlijke openbaring. Ontvangt zij deze, neemt zij ze aan en handelt zijdaarnaar, dan begint zij daardoor zich met haar geest te verenigen en daardoor gaat zijook steeds meer over in diens onbeperkte vrijheid, zowel wat betreft de intelligentieen de vrije wil, als ook in de kracht en macht dat alles te kunnen bewerkstelligen, watzij kent en wil.Daaruit kun je weer zien, dat de ziel als de in levende substantie omgevormdegedachte van de geest, die in de grond de geest zelf is, toch in zekere zin als eentweede uit de geest voortgekomen iets is en beschouwd kan worden, zonder daaromanders te zijn dan de geest zelf is.Dat tenslotte de ziel als een individu zich ook met een uiterlijk lichaam vertoont, alsin zekere zin de derde persoonlijkheid, dat laat je de dagelijkse ervaring zien. Hetlichaam dient voor de ziel als een uiterlijke openbaring van haar innerlijke geest enheeft tot doel, de intelligentie en de vrije wil van de ziel naar buiten te keren, tebeperken en dan pas de innerlijke onbeperktheid van intelligentie en wil en zijn warekracht te zoeken en te vinden. Dan kan zij een verheerlijkte en volledig individueelzelfstandige eenheid worden met de innerlijkste geest, die steeds zelf het enige Iets enkrachtige Zijn van de mens is.Tot slot van deze hoogst belangrijke uiteenzetting willen wij overgaan tot hetdrieënige wezen van God Zelf, opdat jullie duidelijk mogen inzien, waarom Ik jullievanwege de hogere, innerlijk levende waarheid heb moeten aanbevelen, dat jullie demensen, die in Mij geloven en Mijn leer metterdaad hebben aangenomen, moetendopen in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige geest, dat betekentmoeten sterken. Zie, de Schrift van de profeten zegt en verklaart, dat Ik, JezusChristus - ook Mensenzoon genoemd - de ware God ben, hoewel Hij onder verschil-lende namen, als Vader, Zoon en Geest wordt aangeduid en genoemd! En toch is Godslechts één persoonlijke Heerlijkheid in de meest volkomen vorm van een mens.Zoalsechter de ziel, haar uiterlijke lichaam en haar binnenste geest zodanig zijn vereend,dat zij slechts één wezen of slechts één individuele substantie uitmaken, maar onderelkaar een onscheidbare drie zijn, alzo vereend zijn Vader, Zoon en Geest, zoals datwordt geleerd in de geschriften van de oude vaderen en de profeten.

Hi I /blz.55 (12 - 13) (De Heer) Weet dan, het is van geen belang hoe een ding is inruimte en tijd; maar er is alles aan gelegen, hoe jullie leven is buiten deze beiden

Page 42: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

42

(ruimte en tijd), dat wil zeggen in het eeuwige Zijn. Met de ogen van het lichaamneem je de dingen waar buiten je; met de ogen van de ziel in je, en met de ogen vande geest zie je vanuit het centrum van de dingen en zo ook van je wezen. Maar pasdoor het toetreden van Mijn Geest krijgen alle dingen hun spraak en worden zij dooren door levend. - Ziet, Ik, jullie heilige Vader, verklaar jullie veel! Wees daaromijverig in de liefde, opdat Mijn genade niet wordt opgehouden! - Amen.

d) De opstanding van het vlees

(zie daarover ook voorafgaand onder c) bij Gr. Ev. Joh. VIII /24 (13))Gr.Ev.Joh.V/238 (1,3,6) (De Heer tot Zijn discipelen)

Onder de opstanding van het vlees is te verstaan de goede werken van de warenaastenliefde! Deze zullen het vlees van de ziel zijn en tegelijk met haar op haarjongste dag in de geestelijke wereld, naar het waarachtige bazuingeschal van dezeMijn leer, als gedegen etherisch lichaam opstaan tot eeuwig leven. Al zou je honderdmaal op deze aarde een lichaam hebben gedragen, dan zul je in het hiernamaalsslechts dit ene, bovenomschreven lichaam hebben. - "In je vlees zul je God zien",betekent zoveel als: In je goede werken naar de welgekende wil van God zul je je Godaanschouwen, omdat het alleen de werken zijn, die de ziel met haar lichaam (dat haarslechts tot een werktuig is gegeven) uitoefent, en die een ziel Of de adel die voor Godgeldt, Of ook het tegendeel geven. Reine werken geven het reine, onreine het onreine.Alleen het zuivere denken naar de zuivere wetenschap en het ook verder kuise enreine zich gedragen, zonder werken der naastenliefde of met te weinig daarvan,verschaft de ziel nog lang geen geestelijk lichaam en dus ook geen aanschouwen vanGod. - Ja, mijn geliefden, het nog zo zuivere weten en geloven heeft geen vastewanden, die jullie beschermen als het stormt; maar wel zijn en hebben dat de werkenvan de ware naastenliefde. Zij zijn het ware, blijvende lichaam van de ziel, haarwoonhuis, haar land en haar echte wereld. Onthoudt dat goed, niet alleen voor julliezelf, maar vooral ook voor diegenen, aan wie jullie het evangelie zullen prediken naMij! Zo zij eenmaal het woord van heil zullen weten en geloven, vermaan ze dan, deware werken te doen van de door Mij zo vaak geboden naastenliefde!

e) Het Rijk van God in het menselijk hart

(Zie ook: Hfdst.III b; Gr.Ev.Joh.III /241 (8 - 10))Gr.Ev.Joh. IX/72 (11 - 15) (De Heer) Als de mens zonder twijfel begint te gelovenen door zijn doen naar de leer het geloof levend maakt, dan pas ontvouwt zich het rijkvan God zó in de mens, als in het voorjaar het leven in de planten door het licht vande zon worden beschenen en verwarmd en daardoor gedwongen worden tot innerlijkewerkzaamheid. - Wel wordt al het leven als van buitenaf komend gestimuleerd enopgewekt, - maar het ontstaan, de ontwikkeling, het ontvouwen, de vorming enstabilisering gaat dan steeds van binnen uit. Evenzo moeten ook dieren en mensen devoeding eerst van buitenaf komend in zich opnemen; maar dat opnemen van spijs endrank is nog lang niet de echte voeding van het lichaam; deze gaat dan pas van de

Page 43: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

43

maag uit naar alle delen van het lichaam. Zoals dan in zekere zin de maag hetvoedende hart van het leven in het lichaam is, zo is het hart in de mens de 'voe-dingsmaag van de ziel' tot opwekking van de geest uit God in haar, en Mijn leer is deware levensspijs en levens drank voor de maag van de ziel.En zo ben Ik dan in Mijn leer voor de mensen een waar levensbrood uit de hemelen,en het handelen daarnaar is een ware levensdrank, een beste en krachtige wijn, diedoor zijn geest de mensen opwekt en door de helder oplaaiende vlam van hetLiefdesvuur ook door en door verlicht. Wie dit brood eet en deze wijn drinkt, die zalgeen dood meer zien, voelen en smaken in alle eeuwigheid. - Doet daarnaar en Mijnwoorden zullen in jullie tot levende waarheid worden!

G.S.II 110 (14) Je weet, dat de geest van de mens een volkomen levend evenbeeldvan de Heer is en in zich de vonk of het brandpunt van het Goddelijk Wezen heeft.Maar als hij dat onloochenbaar in zich heeft, dan heeft hij immers ook alles van deHeer in zich. Hij draagt dus het oneindige van het kleinste tot het grootste geheel naargoddelijke wijze in zich, ofwel hij heeft alles van de Heer door zijn machtige liefdetot Hem als in een punt in zich verenigd.

Ed 70 (2 - 4, 13, 15,21,24 - 25) Het rijk van God is inwendig in de mens. Zijngrondsteen is Christus, de alleen enige God en Heer van hemel en aarde, voor tijd eneeuwigheid in de ruimte zowel als in de oneindigheid. Aan Hem moet het hartgeloven, Hem liefhebben boven alles en de naaste als zichzelf. Heeft de mens aandeze zeer eenvoudige eis in zijn hart geheel voldaan, dan heeft hij het Rijk van God algevonden. Om het overige behoeft de mens zich dan niet meer te bekommeren; datwordt hem erbij gegeven, als hij iets nodig heeft.Want de wedergeborene leeft reeds voortdurend in zijn geest en beschouwt hetafleggen van zijn lichaam even zo weinig meer als een dood, als een mens dat vooreen dood kan houden, wanneer hij 's avonds zijn mantel uittrekt; of ais een lastdragerwiens last hem erg drukt, totdat hij eindelijk aan het doel gekomen deze last aflegt.Eveneens zijn ook de overige tekenen van wedergeboorte slechts inwendig in de mensen worden uiterlijk alleen dan zichtbaar, als het nodig is. Dat is derhalve ook eenteken van de eigenlijke wedergeboorte. Daarom moet men ook als gevolgen van dewederge boorte geen onnozele wonderlijke dingen verwachten, maar geheelnatuurlijke vruchten van een gezonde geest en een door deze gezond geworden ziel.Liefde tot Mij, innige goedheid vanuit het hart, liefde tot alle mensen, dat is in hetkort samengevat het echte teken van wedergeboorte; waar dat ontbreekt en waar dedeemoed nog niet voor elke schok sterk genoeg is, daar baten noch aureool, nochhabijt, noch geestelijke visioenen iets, en dergelijke mensen zijn ook verder van hetrijk van God verwijderd dan menig andere met een zeer wereldlijk uitziend gezicht.Want het rijk van God komt nooit met uiterlijke praal, maar alleen innerlijk in allestilte en onopgemerkt in het hart van de mens.- Prent dit zo diep als je kunt in hetgemoed, dan zul je het rijk van God veel gemakkelijker vinden, dan je denkt.

f] God als Vader van eeuwigheid

Page 44: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

44

Gr.Ev.Joh. III/225 (6 - 9) (De Heer tot Murel) Ik ben in Mijn eeuwige Geest reedsvan eeuwigheid her jullie Vader; maar in dit Mijn vleselijk lichaam ben Ik nochtansgelijkeen bruidegom en jullie allen zijn gelijk Mijn lieve bruid en wel daardoor, dat jullieMijn woord en Mijn leer aannemen en vast in jullie hart geloven, dat Ik de Verlosserben die zal komen om de mensen te verlossen van de oude zonde, die eenvoortbrengsel van de hel is, en hen de weg te openen tot het eeuwig leven en het warekind schap van God.Waarlijk, Ik zeg jullie: Wie in Mij gelooft en Mijn woord metterdaad houdt, die is alseen hemelse bruid in Mij en Ik in hem, die zal voortaan geen dood meer zien, voelenof smaken!Wie in Mij gelooft en Mij liefheeft en daardoor Mijn lichte gebod van de zuivereliefde houdt, die is het, die Mij ook in het volle licht van zijn hart als de Vader kent!En tot hem zal Ik Zelf steeds komen en Mij hem openbaren, en hij zal voortaan doorMij geleerd en geleid worden. Ik zal aan zijn wil de kracht verlenen, dat hem ingevalvan werkelijke nood alle elementen zullen gehoorzamen!In de eigenlijke wereld zullen de Mijnen geen glanzende triomfen vieren; want allemensen van deze aarde zijn niet enkel en alleen Mijn kinderen, maar kinderen van devorst der leugen, nacht en duisternis. Deze houden niet van Mijn licht en zullenevenmin van hen houden, die Mijn licht tot hen zullen brengen; maar daaraan moetende mensen zich niet stoten, want aan hen is de overwinning in Mijn Rijkvoorbehouden!

6.

De Verlossing

(Gegeven door de Heer op 14 juni 1840)

Wat is de verlossing?

Dat is een vraag aan Mijn kinderen, die zij, in diepe innerlijke bezinning en in allerust van hun hart moeten beantwoorden, opdat hen ook daarover een klein poortjewordt geopend in de geheime vertrekken van hun liefde. Zo zullen zij zichzelf enMijn liefde leren kennen en in machtige liefde tot Mij ontbranden, - want Ik alleenkan de ziel verlossen door de wedergeboorte van de geest en daardoor de ganseschepping.De belangrijkste en grootste vraag is: hoe bepaalt de mozaïsche wet de vrijheid vanwil door liefde, door liefde de wedergeboorte en door wedergeboorte het eeuwigeleven? Waarom was de verlossing nodig, boven de mozaïsche wet, daar totwedergeboorte niets dan het houden van de wet uit pure, reine liefde tot Mij nodig zalzijn?Wat is dus de verlossing - in hoever is zij voor de mens en hoe kan hij daaraandeelnemen?De beantwoording van deze vraag zal iedereen moeilijk vallen, die alleen zijn

Page 45: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

45

verstand daaraan pijnigt; maar wie zal ontbranden in liefde en deemoed tot Mij, diezal het hele antwoord getrouw vinden in het binnenste van zijn hart. Ik wil Mijn armezwakke knecht Jakob (Lorber) echter de volle beantwoording geven, opdat jullie jeeigen antwoord daarmee kunt vergelijken en je hart kunt onderzoeken in het binnenstekamertje der liefde, dat daarin is. Ik, de grote Meester in alle dingen, Amen!Dat is het volle antwoord op de door Mij aan jullie gestelde grootste en belangrijkstevraag, waarvan de grootte en belangrijkheid pas in deze huidige beantwoording helderzichtbaar wordt.Opdat het antwoord geheel kan worden begrepen is het nodig, dat het wezen van demens in diens natuurlijke en geestelijke sfeer wordt getoond. Zonder deze voorkenniszou het tevergeefs zijn te prediken, daar alles alleen tot de geest is gericht, om weerlevend te worden in de liefde, die haar moeder is. En opdat jullie geest de eersteaansporing zou worden gegeven, stelde Ik ook boven deze vraag, waarin het levenvan de geest, diens wedergeboorte en vervolgens het eeuwige leven van de ziel inallerhoogste vrijheid berust.Zie, de mens bestaat uit een natuurlijk lichaam, dat een vat is, waarin zich door deverschillende organen een levende ziel ontwikkelt; want in het ontstaan door deverwekking wordt uitsluitend het stoffelijk lichaam gevormd. Pas in de zevendemaand, wanneer het lichamelijke wezen organisch - zij het ook niet geheel naar devorm dan toch naar al zijn delen - is gevormd door het vegetatieve leven van demoeder, wordt in de streek van de maagkuil een voor jullie ogen niet zichtbaar, van deverwekker stammend blaasje geopend, dat de substantie van de ziel bevat. Dit gaatdan over in het gehele organisme door de verbinding met de zenuwen, zet een in allezenuwen aanwezig magnetisch fluïdum om in het hare en dringt hierop al heel snelook spoedig door in alle overige organen, het laatst in de hartspieren, wat gewoonlijkpas op de zevende dag, bij sommigen wel eens iets later, geschiedt.Dan begint heel langzaam het hart zich uit te zetten door het geleidelijk zich vullenmet zielesubstantie, en als het dan langzamerhand vol is geworden, gelijk eenelektrische fles, dan ontlaadt het zich in de aderen door een bovenste kamer. Ditontladen fluïdum deelt zich aan alle zich daar bevindende sappen mee, dwingt ze inalle vaten en zo ook de in het vatenstelsel zelf aanwezige sappen ter verdere bewegingin de aderen en door deze weer terug naar het hart. Intussen wordt het hart alweergeladen en transporteert het de terugkomende sappen direct weer verder.En zo begint dan de polsslag, de circulatie van de sappen en iets later die van hetdaaruit voortkomende bloed. Vanwege de tot stand gebrachte voortdurende omloopen uitwisseling van de sappen en met name door die van het bloed in de massa van hetlichaam, vormt zich, door de zich in de fijne sappen bevindende substantie, desoliditeit van de ziel elektromagnetisch. - En als dan de maag geheel gevormd werdvoor de opname van de grovere sappen uit het lichaam van de moeder terondersteuning van de voor dit doel gebruikte sappen en van het bloed, dan wordt demens los gemaakt van de voedende banden in het moederlichaam en geboren in debuitenwereld. Hij is dan uitgerust met vijf natuurlijke zintuigen om de zintuiglijkewereld op te nemen, of eigenlijk de verschillende substanties als van het licht, hetgeluid, de smaak, het gevoel, de reuk en tenslotte van het algemene gevoel. Deze zijnalle bestemd om de ziel te vormen en naar behoefte het lichaam te laten groeien, wat

Page 46: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

46

dan meerdere jaren achtereen geschiedt. En zo zijn nu twee mensen in één, namelijkeen stoffelijk en daarin een substantieel (en later nog een essentieel).Let nu op! Ongeveer drie dagen voor de geboorte wordt uit de allerfijnste entegelijkertijd meest solide substantie van de ziel in de streek van het hart een ander,onnoemelijk fijn blaasje gevormd, en in dit blaasje wordt een eenmaal gevallen geest,die in wezen een vonk van de goddelijke liefde is, gelegd. Om het even of het lichaammannelijk of vrouwelijk is, zo is toch de geest zonder geslachtelijk onderscheid enneemt pas mettertijd iets geslachtelijks aan, wat door de begeerte tot uiting komt.Nu is echter deze geest nog dood, zoals hij het reeds sinds zeer lange tijden was,gebannen zijnde in de materie. Maar de ziel is een onweegbaar (imponderabel),substantieel wezen; dus gewoon onverwoestbaar, evenals haar nu langzamerhandgeheel gevormde zintuigen, zoals overeenkomen met de oren de rede, met de ogen hetverstand, met de smaak het behagen aan gekregen indrukken van geluid en licht,verder met de reuk het waarnemen van goed en kwaad en tenslotte met hetalgemenere gevoel het bewustzijn van het natuurlijke leven in haar, hetgeen wordtveroorzaakt door de voortdurende evoluties van de fijnste substanties in haar met hetlichaam overeenkomende organen.Zoals dan tevoren de circulerende sappen van het lichaam het wezen van de zielvormden, door de van de buitenwereld naar haar toegevoerde substanties, evenzomoet en wordt door de circulatie van de fijnste substanties in de organen van de zielde in het blaasje ingesloten geest gevoed, zo lang, tot hij zelf rijp wordt om het blaasjete doen springen. Hij zal dan langzamerhand alle organen van de ziel doordringen en,zoals de ziel in het lichaam, zo zal ook de geest in de ziel een volkomen derde mensworden door de voeding uit het denken van de ziel, wat op de volgende wijzegeschiedt: De geest heeft ook, evenals het lichaam en de ziel, overeenkomstigegeestelijke organen, zoals overeenkomt met het gehoor en de rede - degewaarwording of waarneming, met het licht en het verstand - de wil, met de smaaken het behagen aan ontvangen indrukken van geluid en licht - hetopnemingsvermogen van al het wereldlijke in overeenkomstige vormen, met de reuken het waarnemen van goed en kwaad - het inzicht van het ware en het valse, entenslotte met het algemeen gevoel en bewustzijn van het natuurlijke leven in haar - deuit dit alles voortkomende liefde.En zoals nu de zintuigen van het lichaam geconditioneerd zijn door het voedsel, zo ishet ook met die van de ziel en tenslotte ook met die van de geest. Is het algemenevoedsel slecht, dan wordt tenslotte alles slecht en dus ook verwerpelijk; maar is hetalgemene voedsel goed en behoorlijk, dan zal tenslotte ook alles goed en behoorlijkzijn. Welnu, dat is de natuurlijke samenhang tussen lichaam, ziel en geest. En nu is devraag, wat is slecht en wat is goed voedsel?Ziet, al het wereldse is slecht, omdat het de geest weer naar de wereld wendt, uit wierzwarte nacht van de dood Ik hem aan de stof ontrukte en hem heb gelegd in het hartvan de ziel, opdat hij daar weer levend wordt en gelouterd van al het zinnelijknatuurlijke en materieel wereldlijke en hij daarmede eindelijk geschikt zou wordenom het Leven uit Mij op te nemen.Als aan de geest dus slecht voedsel wordt gegeven, dan wordt hij weer werelds,zinnelijk en tenslotte materieel en daardoor dood als voor de geboorte, en ook de ziel

Page 47: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

47

met het lichaam, daar zij daardoor zelf lichamelijk is geworden. Wordt aan de geestechter goed voedsel gegeven, - hetgeen is Mijn geopenbaarde wil en vollebemiddeling door de werken van verlossing of van Mijn Liefde door het levendegeloof, - dan wordt in het hart van de geest een nieuw blaasje gevormd, waarin eenzuivere vonk van Mijn Liefde wordt ingesloten. En zoals het vroeger ging bij deverwekking van de ziel en uit haar die van de geest, zo gaat het eveneens met dezenieuwe verwekking van het Heiligdom; wordt deze nu geheel rijp, dan verbreektheilige Liefde de losse banden van het omhulsel en stroomt, - evenals het bloed vanhet lichaam, of als de fijnste substanties van de ziel, of als de liefde van de geest, - inalle organen van de geest over; deze toestand wordt dan de Nieuwe - of Weder-geboorte van de geest genoemd, zoals het inleggen van dit levensblaasje de geboortewordt genoemd.En zie, tegelijkertijd worden ook door de hel reeds bij de verwekking, vooral wanneerdeze als zondig om louter dierlijke bevrediging werd gedaan, een hoeveelheid helseliefde - blaasjes in de streek van de buik en de geslachtsdelen gelegd. Die wordenbijna gelijktijdig met Mijn Liefde voortgebracht als de rupsen in het voorjaar,wanneer de warmte van de natuurlijke zon komt; zo komt ook dit gebroed door deopgaande warmte van Mijn goddelijke zon in de geest van de mens. - Daar komendan ook de verzoekingen vandaan, daar elk van deze door de hel voortgebrachtewezens onophoudelijk pogingen doet, waar maar ergens mogelijk in het leven van deziel in te grijpen. En als de mens dan niet krachtig met de nieuw geboren Liefde uitGod uit eigen wil dit broedsel tegemoet treedt, stromen zij in alle organen van de ziel.Zij zetten zich dan gelijk zuigende poliepen vast op de plaatsen waar de geest in deziel vloeit en zo verhinderen zij de ziel het leven uit de geest op te nemen en eveneensdoor hem de opname van het leven van de goddelijke Liefde. Als nu de geest ziet, dathij zich niet kan uitbreiden om het nieuwe leven uit God in volheid in zich op tenemen, trekt hij zich weer terug in zijn stille blaasje, en zo ook in hem des te meerMijn Liefde, die God in de mens is. - Heeft dat in de mens plaats gevonden, dan gaathij weer louter aards en bovenmatig zinnelijk worden en gaat ook verloren, omdat hijniet weet dat zoiets in hem is gebeurd, daar het boze gebroed heel kalmpjes aanweldoend in het begin de zinnen van de mens voor zich inneemt en hem zolangzamerhand geheel gevangen neemt, zodat hij van al datgene wat van de geest is,niets meer weet, hoort, ziet, proeft, ruikt en gevoelt.Dat is dan een ellende, zoals er vanaf de aanvang tot aan het tijdstip van heden nietwas en ook in het vervolg niet meer zal zijn, wanneer nu de mens zijn toevlucht totGod neemt, uiterlijk door bidden (met name Mijn gebed), door vasten en lezen vanhet Woord uit de Schrift. Daardoor zal hij een sterk verlangen krijgen, bevrijd teworden uit de grote droefenis.Heeft een mens dat ernstig genomen, daar hij in zich zeer sterk de twijfel waarneemt,dan begin Ik van buitenaf te werken als een overwinnaar van dood en hel door de wer-ken van de verlossing en geef de mens uit Mijn erbarmen kruis en lijden naar MijnWijsheid. Daardoor worden voor de mens de wereld en haar vreugden zó bitter, dathij er een afkeer van krijgt en vurig begint te verlangen naar de bevrijding uit hetleven van het lijden. En zie, daar nu dit gebroedsel daardoor in de ziel geen voedselmeer krijgt van de zondige buitenwereld, wordt zij zwak en verdroogt bijna geheel in

Page 48: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

48

de organen van de ziel en geraakt daardoor in een voor haar onbewuste toestand.Doordat nu de van buiten werkende, zielsverlossende, erbarmende liefde van JezusChristus begint te vloeien in de zieke organen van zowel lichaam als ziel, de organenverlicht en als vermanend geweten aan de ziel het zeer grote aantal in haar aanwezigezonde gebroedsel zichtbaar maakt, schrikt de ziel, wat zich door beklemming van hethart en door een innerlijk ineenkrimpen van de borst in de maagstreek bekend maakt.In deze deemoedige smart, die zich door echt berouw uitspreekt, smeekt de ziel dantotGod in Zijn gekruisigde Liefde om genade en erbarming; en zie, dat wordt de geestdan gewaar en begint zich weer te roeren in het blaasje, waarin het zich had terugge-trokken.Nu worden door Gods erbarmende liefde aan de mens de wetten van Mozesvermanend in herinnering gebracht van de eerste tot de laatste, en hem opgedragenzich streng daaraan te houden, opdat hij zich tot in het diepst van zijn hart zalverootmoedigen en verloochenen. En wel om dezelfde reden als een wasvrouw haardoek zolang boent en wringt, dat zelfs de kleinste vuildeeltjes door het ontwijkendewater worden meegenomen, hetgeen zo vaak wordt herhaald, als het water nog maariets troebel blijft. Dan pas wordt zo'n was onder de stralen van de zon gelegd, opdatdeze het laatste spoor van vuil door verdamping wegnemen, wat door de wind naaralle zijden wordt verwaaid.Ziet, zo zijn de wetten van Mozes uit God in getale tien, wat een Goddelijk getal is.Zij geven aan dat de mens als hij veel tegenspoed heeft, eerst moet geloven, dat Ik benen dat hij dan voor mij de hoogste achting heeft; ja dat hij zelfs gelooft, dat hij uit dezeven dagen de aanbevolen sabbat moet kiezen en deze heiligen in rust als een warerustdag van de Heer, opdat hij leert zicht te verloochenen en steeds diepere en nogdiepere blikken in zijn binnenste te werpen. Daardoor zal hij zijn inwoners lerenkennen en zich dan tot Mij wenden, opdat Ik ze op de genoemde manier vernietig enuitdrijf uit de organen van zijn ziel.Heeft de mens zich tot zover diep onder Mijn grootheid, macht en sterkteverdeemoedigd, dan komt het nu op het wassen en boenen aan, waaronder het precieshouden van de zeven overige geboden wordt verstaan, waardoor de mens zich zelfsdiep onder zijnsgelijken moet vernederen. Hij moet al zijn kwade begeerten gevangennemen en zijn wil geheel en al breken en al zijn verlangens, ook de kleinste wens vanzijn hart, aan Mijn Wil onderdanig maken. Dan zal Ik komen in de liefde en dewoonplaats van zijn geest verwarmen als een hen haar nog niet uitgekomen kuikens.En ziet, dan wordt de geest, die al eerder was begonnen in beweging te komen, doorde warmte van de Goddelijke liefde weer nieuw geboren, stroomt al spoedig weer inalle delen van de gereinigde ziel over en slurpt begerig de uitwerkingen vanerbarmende liefde uit de gereinigde organen van de ziel in zich op, waardoor hij dansterker wordt. En als dan de liefde van Mijn erbarming is binnengedrongen in dediepte van zijn hart, waar zich nog het zeer bijzondere blaasje van de GoddelijkeOerliefde bevindt, dan springt het zuiver goddelijke blaasje waarin het groteheiligdom van de Liefde van de eeuwige heilige Vader was besloten, weer opnieuw,aangespoord door de liefde van de Zoon, die nu de ziel verlossend heeft gereinigd.Deze liefde verenigt zich dan zeer innig met de geest, waarin zij dan spoedig in grote

Page 49: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

49

helderheid gelijk een opgaande zon overstroomt en bijgevolg ook in de ziel en doordeze ook in het afgestorven vlees.Daarop wordt de mens door en door levend, en dit totale levend worden is dan deopstanding van het vlees.En wanneer dan alles wordt doordrongen van de Vader, dan wordt de Zoon door deVader opgenomen in de hemel, dat is: in het hart van de Vader; de Zoon nu neemt degeest van de mens, en deze de ziel, en de ziel het lichaam, dat is het levenslichaam' (*Lorber schrijft hier: "Nervengeist". Deze verbindt het lichaam met de ziel en isverwant aan de ziel.), want al het overige is slechts excrement daarvan.Wanneer nu de Vader, dat is de Liefde van de Vader, in de mens gaat heersen, danwordt het licht in de mens, daar de Wijsheid van de Vader nooit gescheiden is vandiens Liefde; zo wordt dan ook de mens vol liefde, vol wijsheid en macht, endaardoor nu geheel wedergeboren in alle liefde en wijsheid.Ziet nu, welk een moeite, lankmoedigheid en groot geduld het Mij steeds kost, uitduizenden nauwelijks één te kunnen verlossen. Hoe vaak worden zelfs door zoiemand Mijn inspanningen miskend, veracht, gevloekt en met voeten getreden; - entoch laat Ik nooit af jullie voortdurend toe te roepen: "Komt allen tot Mij, dievermoeid en belast zijn, Ik zal je verkwikken!"Doch tot doven en blinden is het moeilijk te prediken, daar zij zich in volle mate in deellende van de wereld hebben gestort en daardoor de aarde, hetgeen is hun vlees,hebben besmeurd met de vloek van de stinkende hel, waarvan de stank een ware pestvoor de ziel is. Zo moet Ik steeds weer een zondvloed uit de hemelen laten regenen,waaronder de bittere werken van verlossing worden verstaan. Is daardoor dan het metvloek bezoedelde aardrijk van de ziel weer gewassen en zijn de poelen en moerassenweer door de winden van genade gedroogd, dan pas is het weer mogelijk om de wegtot het Leven uit Mij te prediken.En daar Ik nu reeds geruime tijd tot jullie spreek, volg dan Mijn stem en keer terug inde stal van Mijn geliefde lammeren, opdat Ik jullie leid als de enig goede herder op delevensweide en jullie Mij dan wol geven, zo wit als sneeuw en Ik jullie daaruit eenkleed vervaardig, dat je in alle eeuwigheid zal sieren!Als de landman een kleine boomgaard heeft en ziet, dat de boompjes daarin louterwilde stammen zijn, dan denkt hij bij zichzelf: wat moet ik doen? Trek ik ze uit deaarde, dan zal mijn tuin leeg worden, en al zet ik er ook anderen voor in de plaats, danzullen het aanvankelijk ook slechts wilde stammen zijn, misschien niet eens zulkesterke als die er al staan. Daarom wil ik deze zorgvuldig reinigen van alle kwadeongedierte en hun nesten en dan zal ik er op de juiste tijd edele twijgen van goedebomen op enten. Zo zullen deze wilde stammen, die overigens groen en kerngezondzijn, met hulp van boven beslist allen nog goed worden, en mij eenmaal zeker nogveel goede, zoete en edele vruchten opleveren.- En de verstandige landman, die doetzoals hij wijs had gedacht, ontvangt daarvoor reeds na enkele jaren een rijke, veelvreugde brengende oogst.Welnu, jullie zijn als ouders louter zulke landslieden, op wier aardse of lichamelijkegronden door de zorgeloze hoerachtige manier van leven in alle ontucht van Sodomen Babel, louter wildgroei is ontstaan. Daarom moeten jullie later met verdubbeldeijver dit struikgewas reinigen van al het vele ongedierte, hetgeen daarin bestaat, dat

Page 50: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

50

jullie de grootst mogelijke oplettendheid in acht nemen bij alle wensen en begeerten,die alle hun oorsprong hebben in het inwonende helse ongedierte. Jullie dienen datalles te verdelgen op de juiste door Mij aangeduide manier en ook van begin af aan deonnutte zijloten snoeien van de vaak goed lijkende, maar toch steeds het leven in destam verzwakkende eigen wil. Dan zullen jullie spoedig een gezonde en krachtigestam opkweken. En als dan de tijd van het enten zal aanbreken - hetgeen is hetbekendmaken en inenten van de uit Mijn hoogste liefde voortvloeiende wet doorMozes, - dan zullen jullie met Mijn krachtige hulp zeker kunnen verwachten, dat je opdeze wijze gereinigde en zorgvuldig verzorgde wilde stammen vast Mijn Wilaangrijpen, nadat hen van te voren de hunne geheel werd weggenomen. Wanneer jedeze bovendien nog ijverig zult begieten met het levende Water, opdat hun hoofdenspoedig recht omhoog naar de hemel opgroeien, zullen deze stammen in korte tijdzeer weelderig de mooiste en heerlijkste vruchten brengen van allerlei soort. Daardoorwordt dan hun geestelijke gezichtskring zalig en zij zullen steeds meer genadelichtkunnen inzuigen, dat in grote volheid voortdurend uit de genadezon stroomt, die isontstaan uit het verlossingswerk en uit wiens licht en warmte alle creatuur pasopnieuw en geheel wedergeboren kan worden tot eeuwig leven.En dit is de verlossing, dat de heilige Vader en de Liefde wordt gekend, die terverzoening en opnieuw heiliging van de gehele wereld aan het kruis bloedde en zelfsde misdadigers door de laatste lanssteek in het hart van de eeuwige Liefde de heiligepoort liet openen naar licht en eeuwig leven. En zoals er één ziende werd en levend ingeloof en in liefde, zo kunnen allen ziende en levend in geloof worden. Dat is hetware deelnemen aan de verlossing, opdat dan het blaasje van de eeuwige liefdeopnieuw bevrucht zal worden door de stralen van de genadezon en in jullie de oudeliefde van de Vader zal opgaan door de werken van de Zoon, in alle kracht en machtvan de allerheiligste Geest uit Beiden. Dat kan geschieden in de zuivere liefde vanjullie wedergeboren hart.Wat het werk van Mijn verlossing betekent en is, daarvan zeg Ik: ten eerste is dit hetallergrootste werk van eeuwige liefde, omdat hierdoor Ik, de Allerhoogste, in allevolheid van Mijn liefde en in oneindige volheid van Mijn Godheid Zelf mens, ja zelfsjullie allen tot broeder werd, de hele zondenmassa van de wereld op Mijn schoudersnam en de aarde reinigde van de oude vloek der onaantastbare heiligheid van God.Ten tweede is het de onderwerping van de hel onder de kracht van Mijn liefde, dievoorheen slechts stond in de macht van de toornig en boos geworden Godheid en dusver was van elke invloed van Mijn liefde. Mijn liefde is nu het vreselijkste wapentegen de hel, omdat zij het meest stralende tegendeel daarvan is, waardoor deze ookreeds bij het liefdevol en aandachtig noemen van Mijn Naam wordt teruggedreven ineen hele oneindigheid. Ten derde is het werk van Mijn verlossing het openen van depoorten van de hemel en van het eeuwige leven en de getrouwe wegwijzer daarheen,want zij verzoent je niet alleen weer met Gods Heiligheid, maar toont je ook, hoe je jevoor de wereld moet vernederen, als je verhoogd wilt worden door God. Zij toont jeverder, alle bespotting, lijden en kruis uit liefde tot Mij en tot je broeders te verdragenin alle geduld, zachtmoedigheid en overgave van je wil; ja zij leert jullie, je vijandente zegenen met de goddelijke liefde in het hart.Daar dus de wereld niets anders is dan alleen de uiterlijke vorm van de hel en daar de

Page 51: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

51

door de verlossing weer gezegende aarde op deze wijze opnieuw tot drager van de helwerd, zo heeft de wereld zich van de aarde meester gemaakt en woont in grotegebouwen, in de glans van zelfzucht, zelfbedrog, eigenliefde, wellust, weelde,rijkdom, gierigheid, woeker en algemeen gangbare heerszuchtige eigenbaat. Opdat deaarde echter niet weer schandelijk wordt bevuild, is zij geheiligd geworden door hetbloed van de Eeuwige Liefde. En als de slang zich ergens van zijn vuil ontlast, zij hetdoor oorlogen of processen, door roverijen of ontucht, hoererij, Godsloochening envelerlei echtbreuken, natuurlijk en geestelijk, dan werkt meteen de verlossendezondvloed van de gekruisigde liefde door opwekking van godsmannen en zieners, diedan weer het vuil van de slang van de aarde verdelgen, door het op te zoeken en in devoorraadkamers van de groten der wereld te werpen. Dan verlustigt zich het hart vande wereld aan zo'n schat, maar Mijn kinderen moeten een korte tijd nood lijden,omdat de aarde voor deze korte tijd onvruchtbaar wordt. Maar als zij dan vluchtenonder Mijn kruis en Mijn stem horen spreken van nieuw leven door de mond ofsprake van Mijn zieners, en zij begieten de schraal geworden aarde ijverig met hetwater uit de Bron van Jacob, dan wordt de aarde meteen weer gezegend en draagt zijvruchten van de heerlijkste soort. Deze vruchten zijn dan weer het aandeel aan hetgrote werk van mijn verlossing, volbracht aan het kruis.

7.

De weg tot geestelijke wedergeboorte

Gehoorzaamheid en deemoed zijn voedsel voor de wedergeboorte van de geest

(15 Aug. 1840)

a) Noodzakelijke gedragsregels(Gegeven door de Heer op 15 Aug. 1840)

Hier geef Ik in het kort gedragsregels, die nauwgezet en goed in acht zijn te nemen,als je zeker wilt zijn tegen alle vervolgingen van de wereld en ook de kortste weg wiltinslaan, om zo spoedig mogelijk in het bezit van Mijn genade te komen en daardoorde volkomen wedergeboorte te verkrijgen.

Deze regels zijn gerangschikt de volgende:Ten eerste moet ieder de staatkundige wetten naar hun uiterlijke bepalingennauwgezet in acht nemen en zich elke beproevende druk laten welgevallen; want erbestaat nergens een macht dan alleen in Mij en door Mij. Alles is Mij onderdanig,hetzij (zelden) bewust of (meestal) onbewust; goede en harde vorsten heersen al naargelang de omstandigheden van de onderdanen, want dat alles hangt van Mij af.Wanneer evenwel onder een volk alle zonden nog zeer gebruikelijk zijn, zoals het bijjullie het geval is, hoe zou Ik dan onbaatzuchtige regenten moeten geven?Wee daarom elke opruier! Die zal niet alleen met de tijdelijke, maar ook met deeeuwige dood bestraft worden; want heersers staan te hoog, dan dat zij uit zichzelf

Page 52: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

52

zouden kunnen zijn, wat zij voor het volk zijn. Niemand is iets zonder Mijnrechtvaardige wil en is voor de goede en zachte een troost en voor de harde,hebzuchtige een gerechtvaardigde gesel in Mijn hand. Wie hem weerstreeft, verzetzich tegen Mijn gesel en zal zijn verzenen hard tegen de prikkels slaan; maar wie inMijn liefde en de daaruit voortvloeiende genade leeft, diens rug zal nimmer onder descherpe slagen van Mijn gesel bloeden, maar hij zal zo sterk worden als een eik onderhet harde waaien van de stormachtige winden. Gelukkig echter de reine weder-geborene; want hij zal hoogste vreugde vinden in het grote uitstromen van Mijnliefde.Mijn rijk is niet van deze wereld. Geef daarom aan de keizer wat van hem is, en aanMij wat Mij toebehoort, namelijk je hart in gehoorzame zuivere deemoed; bekommerje niet om al het overige, want Ik, je Vader ben immers temidden van jullie! Weesdaarom gehoorzaam aan je vorsten, neem gewillig zonder morren het lichte kruis opje schouders en volg Mij na in alle liefde en zachtmoedigheid, dan zullen jullie levenen levend maken in Mijn genade, wat je ook zult aanzien in Mijn naam! Amen.Ten t wee de, wat de uiterlijke, heersende kerk aangaat, staat iedere tot haarbehorende gelovige - zolang hij met betrekking tot haar uiterlijke geloof onder al haarvoorschriften staat - in dezelfde verhouding tot haar als de onderdanen tot hun vorst,alleen met dit verschil, dat een zich afwenden van de kerk niet als in de staat strafbaar,maar straffeloos moet worden geduld. Maar Ik voeg daar aan toe, dat Ik hem mettoornige ogen zal aanzien, die zijn aardse geloofsmoeder zal verlaten, en het zal hemeens niet veel beter gaan dan een dwaze zelfmoordenaar. Want daar de mens toch eenlichaam heeft, waardoor de eerste indrukken bij de ziel komen en deze voeden, moeter immers ook een uiterlijke spijskamer zijn; dat is de uiterlijke kerk, opdat door dezeje boze lichaam wordt doorbroken en bewerkt gelijk een kind in het moederlichaam!Welnu, wat wordt of kan uit iemand worden, die zijn moederlichaam te vroegverlaat?!Gehoorzaamheid en deemoed zij de voeding tot wedergeboorte van de geest. Als nude roomse kerk jullie dat leert, en dat zeer voortreffelijk, wat drijft je dan weg van hetlichaam van jullie geloofsmoeder? - Laat dan een ieder getrouw blijven aan zijn kerk,en een roomse is Mij negenennegentig maal gezegend als hij beantwoordt aan degehoorzaamheid van zijn kerk, en ieder ander slechts eenmaal, als hij eeneigengereide rechter is bij wie geen deemoed en slechts weinig liefde is te vinden!Wat nu de ceremoniën betreft, daar dient niemand zich aan te stoten; want voor delevende is alles levend, voor de reine alles rein, voor de gehoorzame alles goed envoor de deemoedige alles geheiligd. - Hoe kan iemand redetwisten over deomstandigheden van kerk en staat, die meent in Mijn licht te zijn? Denkt hij dan, datIk niet zoveel inzicht heb om omstandigheden te veranderen, als zij niet beant-woorden aan Mijn wil?! Oh, zulke rechters staan ver onder een zwakke gelovige, alszij menen, dat Ik hun rechterlijke bijstand nodig heb! Waarlijk, Ik zeg, dat zulkedingen Mij een gruwel zijn. Want alles geschiedt op de juiste tijd, en Ik alleen ben derechter over alle dingen en omstandigheden, want Ik alleen ben heilig en Mijnrechtvaardigheid is vol liefde. Volg daarom je kerk in wat zij verlangt en laat je hartdoor Mij opvoeden, - dan zul je zeer spoedig tot het genadevolle Leven komen endaardoor tot de geestelijke wedergeboorte, en je uiterlijke kerk lichamelijk beleven!

Page 53: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

53

Amen.Ten derde, wat de ceremonie betreft, daaraan is niets wat zalig maakt, noch iets watdoodt. Daar in de wereld alles onder een zekere ceremonie geschiedt,- wat dan eenproces wordt genoemd, - zo kan ook de kerk in haar uiterlijke vorm heel goedceremoniën hebben; alleen moet niemand daarin iets verdienstelijks zoeken dat voorhet eeuwige leven zou deugen, want daarvoor helpt niets dan een boetvaardig,deemoedig hart, vol van Mijn liefde en genade. - Dat is dan de levende kerk in jullie,in en door welke pas de dode kerk levend en vol diepe zin wordt. Hoe dan ook, het isvan de dood opstaan, of van het leven tot de dood terugvallen, dat wil zeggen: menkan óf door de gehoorzaamheid in zich in de deemoed en daardoor tot genade en doorde genade tot wedergeboorte komen, óf men kan zich in de dode ceremonie begravengelijk de heidenen en zo te gronde gaan in haar ijdele, hulpeloze geschitter.Want zoals een boom groeit, takken en twijgen krijgt, dan knoppen, bladeren,bloesem met vrouwelijke en mannelijke stampers en meeldraden, - wat mettertijdallemaal afvalt als verder nutteloos, opdat de vrucht vrij en met goed gevolg krachtigzal uitgroeien volgens de daarin gelegde kern, - zo overeenkomstig is het gesteld metde ceremoniële kerk. Zou iemand alles wat groeit eten, dan zou hij te gronde gaandoor zo'n onrijpe voeding. Alleen de rijpe vrucht is genietbaar en tot zegen, hoewelniet zelden zich ook in de bloesem heilzame krachten bevinden, die in vele ziektengoed van pas zijn gekomen. Welnu, deze vegetatieve processen zijn gelijk aan dedode ceremonie; maar moet niet gezegd worden: "zij zijn vanwege de orde toch nood-zakelijk; want wanneer de bomen niet bloeien, komen er ook geen vruchten aan"?!De joodse kerk was een voorbeeld van louter ceremonie, als bladeren en bloesem voorde levende vrucht van het woord der eeuwige liefde. Nu vraag Ik: was zij niet goedals zij was, wat zij heeft moeten zijn? Als jullie kinderen worden gegeven, waarmeewillen of kunnen jullie deze Mij en Mijn wil beter doen leren kennen dan juist metbehulp van het ceremonieel aanschouwelijk maken?!In het begin zijn jullie allen niets dan Joden en kinderen en kunnen daarom heel goedkerkelijke ceremonie gebruiken, zolang jullie nog kinderen zijn, alleen moet hetdaarbij niet blijven; maar wie de lagere klas heeft doorlopen, komt in een hogere klasen leert daar lezen en schrijven en tenslotte rekenen in Mijn liefde en handelen in degenade van Mijn wijsheid. En wiens hart zuiver in de liefde is geworden, komt dan opMijn school, waar hij pas het eeuwige leven zal bereiken door de wedergeboorte. Wieevenwel, zijn innerlijk buiten beschouwing latend, aan de ceremonie blijft hangen dieop zichzelf dood is, die zal zelf dood worden, daar hij zo dom was in uiterlijkezintuiglijke middelen het doel te zoeken. Als iemand het kind met het badwater wegwerpt, dan is hij een dwaas; maar wie het kind weggooit zonder er op te letten en hetbad behoudt, die is al dood vanwege zijn bijgelovige boosheid. De wijze echter houdthet kind met het bad - het kind omdat het een levende vrucht is, en het bad, om hetkind nog vaker te kunnen baden - en werpt alleen het badwater weg.Daarom, als jullie ware kinderen van Mijn liefde en genade willen worden, laat je danniet door de bloesem ergeren; want de bloesem mag er uitzien zoals zij wil, wat kan jedat deren? Denk aan de vrucht, dan zal je ook de bloesem geheiligd zijn, daar jullieweten, dat het bij bladeren en bloesems niet blijft. Maar wanneer iemand tot vruchtwil uitgroeien, dan doet hij er niet verkeerd aan geregeld om te zien en dan het

Page 54: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

54

groeien van zijn geestelijk leven oplettend in het oog te houden; het is echter nietaangenaam, als iemand, zijn kinderschoenen verachtend, zich als een gier trots verheften dan van duizelingwekkende hoogte moordzuchtig ziet naar de bescheidenduiventillen en gulzig op hun val neerziet, om daar iets beter van te worden.Denk eraan,dat zonder Mijn toelating niets gebeurt en nooit iets kan gebeuren, dan zalje ogenblikkelijk alles heel anders voorkomen! Elk mens heeft weliswaar de vollevrijheid van zijn wil, maar de leiding van de volkeren is Mijn werk. - Dit heb ik julliegezegd, opdat je volledig rust moogt hebben in het hart, zonder welke jullie tot nietshogers bekwaam kunt worden. De rust van de Sabbat mag voor jullie de grootstezegen zijn; want de echte liefde is gelijk een zwangere vrouw, die rust nodig heefttijdens haar bevalling. Daarom zeg ik jullie dit, opdat je volle rust hebt in Mij, jullieVader, die altijd heilig, heilig, heilig is in alle eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.Ten vier de: Een andere zaak is het lezen van de zogenaamde verboden boeken. Hierzeg Ik niet, dat jullie deze niet moeten lezen, als ze in je handen komen, evenmin alsik iemand verbied de naam van de vorst der leugen uit te spreken en, als het nodig is,waarschuwend over hem te spreken. Maar vraag je nu zelf af, waartoe al dat gelezeneje dient! Wat staat er in de boeken, die uit het trotse menselijk verstand ontspruiten?Ik zeg, niets dan onzin en alle perken te buiten gaand dwaas geklets, en het heeft geennut, maar heeft je hoofd volgepropt met allerlei dwaallicht en je hart met allerlei vuilen daardoor je geest vaak gesloten en donker gemaakt. Zeg Mij, doet diegene nietbeter, die volgt, wanneer Ik hem toeroep: "Kom tot Mij, als je vermoeid en belastbent, Ik zal je verkwikken; bid, zo zal je gegeven worden; zoek en je zult vinden, enklop aan, dan wordt je opengedaan!"; wanneer Ik hem verder nog toeroep: "Wat je deVader in Mijn Naam zult vragen, zal Hij je onverwijld geven; zoek voor alles Mijnrijk, - al het overige zul je als vrije toegift ontvangen!"Hoe komt het dan, dat jullie dit alles weten en toch niet tot Mij komen, om van Mij degrote weg van Mijn genade te leren en van Mij het eeuwige Leven uit Mijn hand teontvangen, - hetzij jullie houden Mij, gelijk jezelf, voor een flinke leugenaar, óf julliehouden Mij voor te hardhorend en hardvochtig om je Mijn levende woord te geven.Jullie laten je liever door de wereld iets voorliegen en verhongeren in haar dwaasheid,dan dat je in vertrouwen uit ware liefde tot Mij zou komen om te ontvangen dewaarheid van alle leven en zijn uit de Oerbron, in plaats van het leven in de dood tezoeken. Oh, jullie dwazen! Ik geef jullie het Levensbrood en jullie willen bijten in deharde, dode stenen; Ik roep jullie luid toe tot Mij te komen, en jullie rennen dollehonden na en gedraagt je als zij. Ik schreeuwluider dan een nachtwacht - jullie dag en nacht in de oren, maar jullie stoppen je oorvol met grote pakken boeken vol vuil en drek, opdat je immers van Mijn stem nietsmeer wilt horen, en zoekt gelijk slaapdronken mensen het leven op bezoedelde metlijm bestreken lompen (bedrukt papier).Welke uitdrukking zou zo'n dwaasheid kunnen omschrijven? Oh, Ik zeg je, julliezullen in de eeuwigheid over jullie dwaasheid wenen, dat jullie, het goud miskennend,lood hebben gekozen, terwijl jullie zoveel van het edele wordt aangeboden!Leest daarom weinig, maar bidt des te meer, dan zal Ik tot jullie komen en je in eenminuut meer geven, dan alle bibliotheken in de hele wereld hebben aan te bieden. Be-kommer je daarom ook weinig om het verbod van de boekenvrijheid, want voor wie

Page 55: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

55

Ik het grote Boek van Mijn eeuwige genade heb opengeslagen, die zal het lezen vanverboden geschriften kunnen missen. Want Mijn Boek richt zich naar geenwereldcensuur, - het wordt steeds in de harten van de getrouwen opengeslagen,waarin geen blik van wereldcensuur vermag door te dringen, en waar ook nooithekken worden geplaatst! Amen.Ten vijfde: Wat evenwel de Heilige Schrift aangaat, daarin dient diegene te lezen, dieeenvoudig van hart is en een gehoorzaam en volgzaam gemoed heeft, maar hij moetniet lezen uit onbescheiden eigenwijsheid of nieuwsgierigheid, want dan zal hij dedood aan elke letter vinden kleven. Maar wie de Heilige Schrift leest, moet haar lezenals een wegwijzer naar het levende Woord en er naar handelen; hij moet er ook nietover vorsen en piekeren, maar dadelijk ernaar leven en in de liefde tot Mij groeien.Dan zal hem te rechter tijd het geheim van de erkenning en kennis worden gegeven enzal in zijn hart de hemelse zin van de geest en van het eeuwige leven worden onthuld- precies zo als het bij jou, Mijn knecht, het geval is; jij hebt nog nooit dit heilige boekhelemaal doorgelezen en bent toch in elk punt daarvan een professor der professorengeworden door Mijn genade! Maar dat, wat je bent en begrijpt, kan iedereen worden,als hij niet streeft naar ijdel weten, maar alleen naar de kennis van Mijn liefde en dedaaruit vloeiende genade in en door de deemoedige eenvoud van zijn hart.Zo is het ook gesteld met de mystieke geschriften, waarvan het lezen jullie evenminzal bevruchten en tot nut zijn als de een of andere roman, - als je daarvan innerlijk niettot overtuiging kunt komen, want met dat alles bezwaren jullie slechts je geheugen alsde muil van jullie hoogmoedige verstand. In plaats van dat voor liefde en wijsheidhongerig en dorstig te maken, voeren jullie het met allerlei weten en ontneemt hetdaardoor de eetlust naar het levensvoedsel. O, jullie dubbele dwazen!Ik ben de Heilige Schrift, levend en leven gevend. Ik ben de beste uitlegger daarvanen ben gelijktijdig de allerdiepste Mysticus! Lees daarom weinig, maar handel ernaar,dan zal jullie alles geworden! Want het mosterdzaadje is wel klein, maar er kan eengroot gewas uit worden, onder wiens takken zelfs de vogelen des hemels hun woningzullen kiezen. Amen.

Voortzetting op 18 Aug. 1840.Ten zesde: Wat de priesters aangaat, zeg Ik: daarvan zijn er velerlei soorten. Er zijner, die priester zijn om het aanzien en de macht; deze verachten Mijn grote armoedeen gehele machteloosheid in wereldlijke zaken, want Ik wilde geen vorst, maar alleenRedder van de wereld zijn. En er zijn er ook, die zijn priester vanwege de waardigheidvan de geestelijke stand; deze matigen zich aan, alleen de kerk te zijn en verdoemendan uit jaloerse willekeur alles wat van Mij door een arme visser uitgaat en leren instrijd met Mijn wil, dat Ik Mij aan niemand openbaar dan alleen aan de kerk - die zijwanen te zijn. Op deze manier versperren zij dan ook vele duizenden en duizenden dedeur tot Mijn levende Woord.Waarlijk, Ik zeg jullie: deze zullen nooit een ander woord van Mij horen dan hetgrote: "ga van Mij weg, want Ik heb jullie nooit gekend! Jullie waren altijd verachtersvan Mijn levende woord en hebt Mij tot leugenaar gemaakt; want er staat geschreven:wie Mijn geboden houdt, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, die heeftook Hem lief, die Mij heeft gezonden, namelijk de heilige Vader en Wij zullen tothem komen en woning bij hem maken en Ons aan hem zelf openbaren!"

Page 56: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

56

Maar dan zijn er ook priesters, die wel deze zegenrijke naam verdienen. Deze zijnvriendelijk en liefdevol tegen iedereen. Wat zij hebben, geven zij aan de armen. Zijveroordelen niemand, maar zij zoeken slechts zorgvuldig wat verloren is te redden.Zij troosten de bedroefden, zij verlenen de vreemden gastvrijheid en geven hen eenzacht bed en leggen zichzelf uit pure liefde een steen onder hun geheiligde hoofd. Zijlaten zich geen offers betalen, maar zeggen tot hem die dat wil doen: "Broeder, hetoffer is heilig en van onschatbare waarde; want het geeft het grote werk vanverlossing in geloof en in liefde levend weer. Daarom kan het niet betaald en tot nutvan een enkeling gedaan worden, maar zoals door de macht van de grote verlossingallen wedergeboren kunnen en moeten worden tot eeuwig leven, alzo werkt ook dekracht van het door Christus Zelf voor dit doel gebrachte offer. Offer daarom je gaveeerst als hulp aan een arme broeder en heb je dan nog wat over, dan breng hetgetrouwen leg het op het altaar van de Heer en bid voor je vijanden; dan zal de groteHeer je offer als een heilig offer met welgevallen aanzien en je geven, wat je nodighebt!"Ziet, dat is voor Mij een echte priester, wiens offer Mij zeer aangenaam is! Waarlijk,Ik zeg jullie: Ga daar heen en luister naar zijn prediking, want geen enkel woord isvan hem, maar levend van Mij. Oh, deze zal spoedig ervaren, hoe groot het loon zalzijn, dat op hem wacht! Waarlijk, Ik zeg, dat hij bij Mij zijn heilige Vader, voor altijdzal wonen! Meer behoef Ik jullie niet te zeggen: aan de werken zul je hen gemakkelijkherkennen, zoals een boom aan zijn vrucht.Daarom moeten jullie jezelf niet stoten aan de kerk vanwege de priesters. Nog mindermoeten jullie je stoten aan de een of andere bisschop. Daar zo iemand reeds hogerstaat en een volk voorgaat, kunnen jullie je indenken, dat hij niet alleen staat, maar datelk van zijn schreden en woorden en daden door Mij zeer nauwkeurig wordt geteld endoor hem moet toch altijd de uiterlijke stand van zaken in goede orde wordenbewaard.Doch wat jullie innerlijke aangaat weet je immers zonder meer, dat het steeds alleenop jezelf aankomt en later op Mijn genade, die jullie noch een engel in de hemel, nocheen bisschop, noch wie dan ook kan geven, maar in de eerste plaats jullie jezelf doorde ware liefde tot Mij en tot de naaste, door nauwgezet de geboden te onderhouden, ofals zondaar door ernstig boete te doen.Want uit alles wat jullie doen dient de liefde tot Mij en de naastenliefde te stralen!Houdt broederlijke gemeenschap onder elkaar in al het goede, dan zal Ik tot julliekomen en je door en door levend maken! Heb lief, die je haten en vervolgen, en zegenhen door gebeden, die je vervloeken en verdoemen; dan zullen jullie beginnen grotewerkingen van Mijn Licht in jullie donkere harten te bespeuren! Amen.Ten zevende, wat tenslotte nog de zogenaamde oorbiecht betreft en de zeven heiligesacramenten, zeg Ik jullie en vraag jullie zelfs: Stoot je daar niet aan, gebruik allesjuist en in de goede levende zin, dan zul je leven! Want voor de redetwister is nietsjuist, maar voor de rechtvaardige is alles goed en heilig; zelfs het nest van een vogelzal aan zijn hart een lofzang ontlokken en toch is het alleen maar het dode nest vaneen vogel. Hoeveel te meer kunnen jullie je indenken, dat dingen, die zijn ingesteldvoor jullie heiliging, niet uit de lucht worden gegrepen, - maar het hangt altijd vanjullie af, hoe je ze gebruikt!

Page 57: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

57

Wie biecht en zijn zonden aan de priester bekent, heeft daardoor zijn zonden openlijkvoor de wereld bekend en door zo'n bekentenis zal hem eenmaal zijn schuld nietworden toegerekend, als hij voortaan niet meer zondigt. Maar wie na de biecht nogevenveel zondigt als daarvoor, die heeft de biecht tot een zonden spaarbank gemaakt,die hem eenmaal in de hel hoge rente zal opleveren. Daarom, wie biecht en echt boetedoet en voortaan niet meer zondigt, doet goed; maar wie dat alles voor nul en generwaarde houdt, zal zich eenmaal sterk vergissen, want hij zal een kloof vinden,waarover hij moeilijk zal kunnen springen.Waar Ik jullie dan nu regel, orde en systeem heb gegeven, gebruik het dan goed en leter op; want, zoals gezegd, aan het uiterlijke is weinig gelegen, maar alles aan jullie,hoe je het neemt! Zo goed en waar het kan zijn, het kan ook evenzo slecht en verkeerdzijn, al naar gelang je het gebruikt. Als er nu onder de zon heilzame en giftige kruidengroeien, denk dan: het ligt niet aan de zon, zus of zo, maar steeds aan de innerlijkenatuurlijke gesteldheid van de planten, goed of slecht, of er zegen of gif uitvoortkomt.Daarom ligt het ook steeds aan jullie, of goed of slecht. Amen. Ik, je liefhebbendeVader. Amen.

b) Dat is de kortste weg tot wedergeboorte(Gegeven door de Heer op 18 Augustus 1840)

Weliswaar staat het met de mens in dit opzicht als met een boom, wiens vrucht ookniet in een keer rijp wordt, maar geleidelijk aan. Maar als de lente mooi en helder wasen de zomer voortdurend warm, afgewisseld met kleine regenbuien, dan zeggen jullie:"Dit jaar zullen we een vroege oogst hebben!" Welnu, zo is het ook met jullie, als menzijn jeugd opgewekt, in zachtmoedigheid en liefde tot Mij heeft doorgebracht, dan zalook de zomer alles levend makend warm worden, afwisselend met genaderegen vande hemel, en jullie kunnen er van verzekerd zijn, dat de eeuwige, gouden herfst totblijvende rijping van de onsterfelijke vrucht niet meer ver zal zijn. Want voor zoveeliemand van Mij wedergeboren wil zijn, dienovereenkomstig moet hij zijn zondeninzien en deze tot zijn verootmoediging openlijk bekennen, dat is: uiterlijk ernstigdoor de biecht, en innerlijk aan Mij, en moet Mij om vergeving vragen, zoals het inMijn gebed is aangegeven; hij moet gelijk Petrus echt berouwen droefheid en angstondergaan en wenen om het zo onschatbare verlies van Mijn genade en hij moet zichzeer ernstig voornemen, beslist nooit meer te willen zondigen. Dan moet hij vastbesluiten geheel met de wereld te breken, zich geheel aan Mij overgeven en in zijnliefde een groot verlangen naar Mij hebben; hij moet zich in dit grote verlangendagelijks van de wereld en alle zaken in zich terugtrekken en tenminste zevenkwartier lang met gesloten deuren en vensters in volledige rust alleen maar in zijnbinnenste met Mij bezighouden. En telkens, zo vaak zich iemand in deze rust heeftbegeven, dient hij in zijn hart het volgende kleine gesprek met Mij in diepe ernst tehouden en zeggen:"Heer, hier ben ik! Ik liet U, o liefdevolle, heilige Vader, lang wachten, want U hebtmij reeds sinds mijn kinderjaren voortdurend toegeroepen: "Kom tot Mij, - Ik zal jeverkwikken!" Nu, Vader, is de tijd gekomen, dat mijn oor is geopend en mijn anderszo starre wil U geheel is overgegeven in deemoed en gehoorzaamheid, zoals ook

Page 58: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

58

volgens uw wil aan al mijn betere broeders. Daarom, kom tot mij, mijn allerliefsteJezus, en verkwik mijn zieke ziel met de balsem van Uw oneindige liefde! Laat mijmijn grote onrechtvaardigheid vinden in Uw bittere lijden en sterven; laat mij deheilige vijf littekens zien en daarin mijn grote misdaad erkennen! O Jezus, Gijoverwinnaar van dood en hel, kom tot mij en leer mij Uw wil heel goed verstaan, leermij inzien mijn volledige niets en Uw alles! O Gij mijn lieve, allerliefste Jezus. GijHeer van alle heirscharen, kom tot mij arme, kom tot mij zwakke, kom tot mij blinde,kom tot mij dove, kom tot mij melaatse, kom tot mij verlamde, kom tot mij kromme,kom tot mij bezetene, ja, o mijn allerliefste Jezus, kom, kom tot mij dode en laat mijslechts Uw heilig kleed aanraken, dan zal ik leven! Heer, houd U niet op, want ik hebU heel erg nodig! Ik kan niet meer zonder U zijn, daar Gij mijn alles zijt en al hetandere uit liefde tot U nietig is geworden! Zonder U kan ik niet meer leven; daarom, omijn liefste Jezus, kom dadelijk tot mij! Maar zoals altijd, zo geschiede ook dit keerUw heilige wil! Amen".Kom daarna tot innerlijke rust en groei in het verlangen en de liefde tot Mij! Wanneerjullie dat een korte tijd zullen oefenen, dan zeg Ik: jullie zullen spoedig bliksems zienen het horen donderen; schrik dan niet en word ook niet angstig! Want Ik kom totieder eerst als rechter in storm, bliksem en onweer en daarna pas in het zachte, heiligewaaien als Vader!Wie in de ware zin een zogenaamde totale biecht wil doen, die zal veel voor hebben,omdat daartoe meer deemoed en zelfverloochening nodig is. Dat wil zeggen – letgoed op - er moet daarbij een absoluut voornemen zijn niet meer te zondigen en hetheilig Avondmaal moet in levend geloof uit reine en zuivere liefde tot Mij wordengenomen; dan pas zullen de wonderbare werkingen daarvan onmiddellijk in jebemerkbaar zijn, die zich al spoedig in overgrote, onbegrijpelijke vreugde en hemelsezaligheid bekend zullen maken.Ziet, dit is de kortste en meest werkzame weg tot zuivere wedergeboorte, waardooralleen het eeuwige leven is te verkrijgen. Elke andere weg duurt langer en isonzekerder, omdat er zeer veel sluipwegen zijn, waar achter het struikgewas arglistigedieven, rovers en moordenaars loeren; wie daar niet goed gepantserd en zwaarbewapend is, zal moeilijk het doel bereiken. - Bedenk goed, Wie het is, die jullie datzegt!Daarom denk Ik, dat jullie in plaats van wereldlijke gezelligheden en gesprekken enzeer vuile partijtjes beter Mijn rust - en Zondagsgemeenschap kunnen kiezen en jedaar om niet, zonder entrée, met Mij kunt onderhouden, en het entreegeld voor ietsbeters gebruiken! Wat denken jullie, wat zou beter en Mij welgevalliger zijn? Wantweet, wat Ik reeds tot de apostelen heb gezegd, dat niemand twee heren kan dienen;bedenk daarom goed, wie jullie daartoe vermaant! Amen. Ik, jullie heilige Vader derEeuwigheid, ben het Zelf! Amen.

c) Zelfbeschouwing (meditatie)

Gr.Ev.Joh.I /224 (8 vlg.) (De Heer) Niets is voor de mens heilzamer dan van tijd tottijd een innerlijke zelf betrachting. Wie zichzelf en zijn krachten wil doorgronden,moet zich herhaaldelijk zelf onderzoeken en innerlijk waarnemen.

Page 59: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

59

Rust en denk in stilte diep na over je doen en laten, over de jullie welbekende wil vanGod en of jullie hem zijn nagekomen in de verschillende tijden van je leven, dan heb-ben jullie je innerlijk zelf beschouwd en daardoor steeds meer en meer het indringenvan de satan in je de weg bemoeilijkt. Want deze zoekt niets ijveriger, dan doorallerlei uiterlijke, nietszeggende goochelarijen de mens in zijn innerlijkezelfbetrachting te hinderen.Als de mens eenmaal door oefening enige vaardigheid in het beschouwen van zijninnerlijk krijgt, dan ontdekt hij in zichzelf ook gemakkelijk en spoedig, welkehinderlagen de satan hem heeft gelegd en hij kan deze dan terdege te niet doen en alletoekomstige arglistigheden van deze vijand verhoeden. Dat weet de satan maar al tegoed en daarom werkt hij er zeer ijverig aan, door allerlei bedrieglijke verleidingen deziel naar buiten te trekken en bezig te houden. Hij heeft het dan achter de schermenerg gemakkelijk, ongemerkt de ziel allerlei valstrikken te leggen, waarin deze zichtenslotte zodanig moet verstrikken, dat zij dan verder helemaal niet meer aan eenzelfbeschouwing toekomt en dat is heel erg. Want daardoor wordt de ziel steeds meervan haar geest gescheiden en kan deze niet meer opwekken, en dat is dan reeds hetbegin van de tweede dood in de mens.Nu weten jullie, waaruit de innerlijke zelfbeschouwing bestaat. Maak daarom zo'noefening in stilte en laat je dan door geen uiterlijke verschijning storen! Want de satanzal het zeker niet nalaten, jullie door het een of andere uiterlijke spektakel daarvan afte trekken. Maar herinner je dan, dat Ik jullie dat vooruit heb gezegd en keer weer snelin jezelf terug!

Gr.Ev.Joh.I/226 (1 - 4) (De Heer) Jullie hebben nu een nieuwe aard en wijze gezien,hoe de mens van de materie in het steeds zuiverder en reiner geestelijke kan overgaan,en hoe hij langs deze weg een heer over zichzelf en tenslotte daardoor ook over degehele uiterlijke wereldse natuur kan worden. Bewandel daarom deze weg van tijd tottijd in Mijn Naam en jullie zullen een grote macht over je hartstochten verkrijgen endaardoor over de gehele natuurlijke wereld en in het hiernamaals over alle creatuur. _Maar geloof nu niet, dat jullie nu reeds de boze moed van de satan geheel hebbenafgekocht. Zo dikwijls jullie weer zo'n oefening van plan zijn te doen, zullen jullieook door hem onrustig gemaakt worden, zolang jullie in de geest niet volledig wordenwedergeboren. Zijn jullie evenwel eenmaal wedergeboren uit de geest, dan heeft desatan voor eeuwig alle macht over jullie verloren, en jullie zullen zijn rechter zijn, eneveneens over al diegenen, die hij tot zich heeft getrokken, en die jullie hem weervoor eeuwig zullen ontrukken!

Gr.Ev.Joh. II/166 (18,19) (De Heer) Nu willen wij gaan rusten en ons opnieuwoefenen in de innerlijke zelfbeschouwing, wat een waarlijk vieren van de Sabbat inGod is! Op deze woorden uit Mijn mond werd alles stil in huis en wij zaten zoongeveer drie uren. Na deze tijd sprak de Heer: Nu is de Sabbat volbracht en kunnenwij ook onze ledematen de nodige rust geven.

HII /242 (3 - 13) (Henoch tot koning Lamech) Je moet eerst 's avonds naar de tempelgaan en daarin zolang blijven, als een schaduw nodig heeft zich te keren. Je moet je

Page 60: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

60

mond niet gebruiken en evenmin je handen, maar in alle rust moet je Gods Geestverbeiden en je dient Hem te verwachten in alle deemoed en liefde van je hart. Jemoet alleen in jezelf, levendig voelend, als volgt spreken tot God: "O Gij heilige,liefdevolle Vader, wees mij arme zondaar genadig en barmhartig en vergeef mij, datik het waag U met mijn onreine hart lief te hebben - en als een grove en grote zondaarU als Vader te roepen!Heb je dat innig levendig in je gedaan, begeef je dan in een volledige rusten wacht ophet woord en de wil van de Heer. - Als het zal komen, geef er dan zeer zorgvuldigacht op,schrijf het op platen en verkondig het dan aan het volk! Maar als het niet zal komen,geef dan de Heer in je hart de eer, ga vervolgens vol eerbied uit de tempel en sluitdeze weer gedurende eenennegentig dagen.

d) Zelfontwikkeling

Gr.Ev.Joh. II/75 (7 - 9) (De Heer tot Judas) Daarin ligt het grote geheim van dezelfontwikkeling van de mens: Alles kan Ik voor de mens doen, en hij blijft mens;maar het hart is van hemzelf, dat hij volkomen zelf moet bewerken, als hij zich zelfwil voorbereiden op het eeuwige leven. Want zou Ik Zelf het eerst de vijl aan het hartvan de mens leg gen, dan zou de mens tot een machine worden en kwam hij nooit toteen vrije zelfstandigheid. Maar wanneer de mens de belering krijgt wat hij heeft tedoen om zijn hart voor God te vormen, dan moet hij deze leer ook opvolgen en zijnhart daar naar vormen.Heeft hij zijn hart daar naar gevormd en het gereinigd en geveegd, dan pas trek Ik erin de geest in en maak het tot Mijn woning, en de gehele mens is dan in de geestwedergeboren en kan verder voor eeuwig nimmer verloren gaan. Hij is daardoor éénmet Mij geworden, zoals Ik Zelf één ben met de Vader van Wie Ik ben uitgegaan engekomen in deze wereld, om alle mensenkinderen de weg te wijzen en te banen, diezij in de geest hebben te gaan om tot God te komen in volledige waarheid. Je moetdaarom, evenals ieder van jullie, de hand aan het bewerken van je hart slaan, andersben je verloren - al had Ik je duizendmaal uit de graven in het leven van het vleesgeroepen.

Schrft. hoofdst.5 "Het is volbracht!" - Maar wat is volbracht? - Mijn eigen strijd omjullie; want meer kan Ik als jullie Schepper, God en Heer en het eeuwige leven Zelfniet doen, dan jullie dood op Mij nemen. Het is weliswaar volbracht; echter niet voorjullie, maar slechts voor Mij Zelf. Of: Ik heb voor jullie alles gedaan, wat ook maargoddelijk mogelijk is; daarom heb Ik Mijn werk aan jullie volbracht. Maar doen jullieer ook naar, dat dit werk in jullie volbracht zou zijn? - O ja, jullie lezen vlijtig, jullieschrijven ook vlijtig, jullie spreken ook graag over Mij. Maar wanneer Ik zeg: "Wijdaan Mij, in plaats van aan zo vele lustgevende zaken van de wereld slechts een vol uurper dag; heilig dit daarvoor, dat je je daarin met niets dan alleen met Mij in je hartbezig houdt!" - O, dan zullen jullie honderd bezwaren in plaats van een vinden, enhonderd wereldse gedachten zullen zich om een enkele zwakke geestelijke draaien alseen wervelwind.

Page 61: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

61

Allerlei wereldse bedenkingen zullen jullie naar voren brengen; en als iemand ookvoor zo'n uur zou willen besluiten, dan zal hij zich daar zeker niet al te zeer op ver-heugen, maar zal daar veelmeer een kleine onbehaaglijke schroom voor hebben en hijzal daarbij ijverig de minuten van het uur tellen en niet zelden met ongeduld wachtenop het einde van het aan Mij gewijde uurtje. - En zou er maar een of anderonbelangrijk werelds zaakje tussen komen, dan wordt het uurtje of helemaalopgeheven of tenminste naar zo'n periode van de dag verzet, waarin gewoonlijk reedsde weldadige slaap over de sterfelijke mensen zinkt. Ziet, dat alles is azijn en gal! Endaardoor is in jullie niets volbracht, van wat Ik vanwege Mijn oneindige liefde alle-maal bedenk te doen, om jullie op de rechte weg van het Leven te brengen. Want omhet in jullie te volbrengen is nodig, dat een ieder zichzelf verloochent uit echte liefdetot Mij, zijn kruis op zich neemt en Mij getrouw navolgt.

GS II/44 (16 - 17) Ieder, die in het leven van zijn geest wil gaan, moet zich dagelijkseen tijd lang in de volkomen rust begeven en moet daarin niet allerlei gedachten latendwalen, maar hij moet slechts één gedachte opvatten en deze als een bepaald objectzonder afgeleid te worden overdenken, - de beste gedachte is hier bepaald de Heer!En wanneer iemand dat met ijver en alle mogelijke zelfverloochening aanhoudend zaldoen, dan zal daardoor zowel het gezicht als het gehoor van zijn geest steeds meer aaninnerlijke scherpte winnen.

e) Geestelijke overdenking van een zonsopgang: de ware Sabbatrust in het hart

Gr.Ev.Joh.II/148 (8 - 15) (De Heer tot Zijn discipelen) Denk en stel je de geestelijkezon als volgt voor: Het licht dat van haar uit gaat, wordt door het steeds golvendeoppervlak van de geschapen levenszee opgenomen, en deze speelt met dat licht, endaaruit ontstaan allerlei karikaturen die nog wel de matte glans terug stralen, maardaarbij elk spoor van de goddelijke oervorm vernielen. Zo is het gehele heidendom ennu ook het Jodendom een daarmee vergelijkbaar vernietigen van al het zuivergoddelijke.Maar wanneer jullie een volkomen rustige waterspiegel zien en de zon schijnt daarin,dan zal deze uit de waterspiegel in dezelfde majesteit en waarheid terugstralen, zoalsje haar ziet aan de hemel. En evenzo is er een rustig, vrij van hartstochten gewordengemoed voor nodig, dat alleen door een volledige zelfverloochening, deemoed,geduld en geheel reine liefde kan worden bereikt, om het evenbeeld van God in degeest van de mens even zuiver en waar te doen terugstralen als de aardse zon uit eenrustige waterspiegel.Is dat bij een mens het geval, dan is in hem alles tot waarheid gegroeid en zijn ziel isdan in staat, haar blik in de diepten van Gods schepping te richten en alles te kunnenaanschouwen in alle volheid van de zuiverste waarheid. Maar zodra het in haar begintte golven, dan worden de oerbeelden verstoord of vernield en de ziel bevindt zich danal noodzakelijk op het gebied van bedrog en vergissingen van allerlei aard en kan niettot een zuiver aanschouwen komen, alvorens in haar de volkomen rust in God isgekomen.Dat is de ware Sabbatrust in God en het houden van de Sabbat is daarom door God

Page 62: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

62

verordineerd. De mens dient dan elke zware, inspannende arbeid na te laten, omdatelke zware arbeid de ziel verplicht aan het vlees haar kracht te verlenen en zodoendedoor deze geprikkeld wordt, waardoor de spiegel van haar levenswater in sterkebeweging wordt gebracht, zodat zij de zuiver goddelijke waarheid in zich nooitduidelijk kan onderscheiden. - De echte Sabbatrust bestaat dus in een verstandig latenrusten van alle zware werk; zonder noodzaak moet men dat niet doen, maar in gevalvan nood is elk mens verplicht zijn broeder te helpen.Maar meer nog dan zich te onthouden van alle zware werk, moet de ziel elkehartstocht vermijden! Want de hartstochten zijn stormen van de ziel; zij woelen haarlevenswater op en Gods evenbeeld wordt dan in de ziel zo verscheurd, als hetevenbeeld van de zon op de golven van de zee verscheurd wordt. Het beeld van dezon schittert wel op de golven, maar hoe vervormd en verwrongen! En als de stormlang duurt, stijgen uit de bewogen zee spoedig nevels omhoog en vullen de hemelselucht van de ziel met zware wolken; deze verhinderen dan het licht van de geestelijkezon volledig bij het levenswater van de ziel te komen, - en de ziel wordt duister, kanhet echte niet meer van het valse onderscheiden en houdt het geschitter van de helvoor een hemels licht.Zo'n ziel is dan ook zo goed als verloren. Er zouden dan sterke winden moetenkomen, dat wil zeggen sterke beproevingen van boven, opdat daardoor de vele wolkenvan de ziel worden verdreven, en de ziel zou dan meteen in de echte sabbatrustmoeten gaan en daardoor rust brengen in haar levenszee, - anders is er voor haar geenredding!Ziet, dat is de voor ieder bruikbare geestelijke zin, die ons deze mooie zonsopgang inzijn overigens geheel natuurlijke verschijning laat zien. Wie hem voor zich in acht zalnemen, zal in de waarheid en in het volle licht verblijven; maar wie deze leer in dewind zal slaan en er niet op zal letten, zal voor eeuwig sterven.

f] Het denken in het hart

Gr.Ev.Joh.II /62 (1 - 10) Cyrenius zegt: "Heer, het denken in het hart wil bij mijhelemaal niet lukken, omdat ik al van mijn jeugd af aan gewend werd, in het hoofd tedenken. Het schijnt mij bijna onmogelijk, in het hart te kunnen denken. Hoe moetmen er dan mee beginnen, om in het hart te kunnen denken?" - De Heer zegt: "Dat istoch heel gemakkelijk en heel natuurlijk. Alles, wat je ooit kunt en wilt denken naar jegevoel in de grote hersenen, komt tevoren uit het hart. Want elke nog zo kleinegedachte moet toch van te voren de een of andere aansporing hebben, waardoor hij alsnoodzakelijk wordt opgewekt. Wanneer de gedachte eerst in het hart vanwege eenbepaalde behoefte wordt opgewekt en gevormd, stijgt hij dan pas omhoog in dehersenen van het hoofd om door de ziel te worden beschouwd en deze daarop deleden van het lichaam in de nodige beweging zet, opdat de innerlijke gedachte zo totwoord of daad wordt gevormd. Maar dat ooit een mens louter in het hoofd zoukunnen denken, zou een volslagen onmogelijkheid zijn! Want een gedachte is eenzuiver geestelijke schepping en kan daarom nergens anders ontstaan dan alleen in degeest van de mens, die in het hart van de ziel woont en van daaruit de gehele menslevend maakt. Hoe zou het ook mogelijk zijn, dat zich ooit een schepping uit een of

Page 63: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

63

andere nog zo subtiele materie zou kunnen ontwikkelen, daar alle materie, dus ook dehersenen van de mens, niets dan pure materie is en derhalve nooit schepper, maarsteeds alleen maar iets geschapens kan zijn?! - Begrijp je het nu en kun je aanvoelen,dat geen mens iets in het hoofd vermag te denken?"Cyrenius antwoordt: "Heer, ja, ik begrijp het nu heel goed. Maar hoe gaat dat dan toe?Het komt me nu werkelijk zo voor, dat ik van oudsher alleen maar in het hart heb ge-dacht. Merkwaardig! Hoe is dat dan? Ja, ik voel gewoonweg woorden in het hart, endat als uitgesproken woorden, en het komt me nu helemaal niet meer voor, dat hetmogelijk zou zijn in het hoofd een gedachte op te laten komen". De Heer zegt: "Dat ishet helemaal natuurlijke gevolg van je steeds meer gewekt wordende geest in het hart,wat is de liefde tot Mij en door Mij tot alle mensen. - Bij de mensen echter, bij wiezo'n liefde nog niet is ontwaakt, vormen zich weliswaar de gedachten ook in het hart,maar worden daarin niet waargenomen, omdat het hart nog te materieel is. Men neemtze pas waar in de hersenen, waar de gedachten van het hart, als reeds meer materieelzijnde vanwege de prikkel tot handelen, een vorm aannemen en zich met de beeldenvermengen, die zich vanuit de buitenwereld door de uiterlijke lichamelijke zintuigenin de hersenplaatjes hebben geprent. Zo gevormd worden zij voor de ogen van de zielzelf materieel en slecht en zodoende moeten zij ook als noodzakelijke grond voor deslechte handelingen van de mens worden aangezien. Daarom moet elk mens van tevoren in het hart en aldaar in de geest worden wedergeboren, anders kan hij het Rijkvan God niet binnengaan!" Cyrenius zegt tot de naast hem staande Petrus: "Begrijp jijdat goed van de wedergeboorte van de geest in het hart en wat en waar nu eigenlijkprecies het rijk van God is, waarvan Hij en de beide engelen voortdurend spreken endat als het toekomstige voor ons geloof beloven?" Petrus zegt: "Zeker begrijp ik dat,en als ik het niet zou begrijpen, bleef ik niet hier, maar zou ik thuis voor mijn gezinzorgen. Maar onderzoek, hoge heer, alleen in je eigen hart, dan zul je in korte tijdmeer vinden, dan wat ik je in honderd jaren zou kunnen verklaren. Kijk naar ons, dieZijn eerste discipelen en getuigen waren, of wij veel met Hem uiterlijk spreken! Enzie, toch spreken wij meer met Hem dan jij en ook vele anderen het met de monddoen. Want wij spreken met Hem zuiver en alleen in het hart en vragen Hemduizenden dingen en Hij antwoordt ons in heldere goed uitgedrukte gedachten, en zokrijgen wij dubbel. Want een antwoord van de Heer in het hart van de mens is inzekere. zin reeds levend, terwijl het uiterlijke woord pas door de daarop volgendedaad vanwege de oefening van de ziel levend moet worden. En zo, waarde heer, kunje derhalve in de bewuste zaak wat de satan betreft, immers ook in je hart vragen ende Heer zal je dan wel het goede antwoord heel geheim en stil in je eigen hart leggen,zodat de satan met zijn vele oren onmogelijk in staat zal zijn het te vernemen. En opdezelfde manier kun je de Heer ook vragen over de wedergeboorte van de geest in hethart, en over het Rijk van God, en je zult het meest duidelijke antwoord krijgen.

g) Dubbel bevattingsvermogen

RBU /35 (2 - 6, 8) Elk mens heeft een dubbel bevattingsvermogen: een uiterlijk, dat ishet hoofd - of eigenlijke uiterlijke zielsverstand. Met dit bevattingsvermogen laat zichnooit het Goddelijk Wezen vatten en begrijpen, omdat het de ziel juist daarom werd

Page 64: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

64

gegeven, om de geest in haar voorshands van de Godheid te scheiden en hem dezevoor een tijd verborgen te houden. Wil nu een ziel alleen met dit negatieve vermogenGod zoeken en vinden, dan verwijdert zij zich steeds verder van het doel, naarmate zijdat hardnekkiger langs deze weg probeert.Maar de ziel heeft nog een ander vermogen, dat niet in haar hoofd, maar in haar hartwoont. Dit vermogen heet innerlijk gemoed en bestaat uit een geheel eigen wil, uit deliefde en uit een met deze beide gemoedselementen overeenkomendevoorstellingskracht. Heeft deze eenmaal het begrip van het bestaan van God in zichopgenomen, dan wordt het dadelijk door de liefde omvat en door haar wilvastgehouden, - welk vasthouden dan 'geloven' heet. Door dit geloof, dat levend is,wordt de ware geest opgewekt. Deze beschouwt dan wie hem heeft opgewekt, kent enneemt hem dan direct op, richt zich daarna op als een machtig licht uit God endoordringt dan de ziel en verandert alles in haar in licht. En dit licht is dan heteigenlijke geloof, waardoor elke ziel zalig kan worden.Heb je van dit alleen ware geloof iets vernomen? Je zegt in je zelf: "Neen, dit soortvan geloof is mij geheel vreemd; want een denken in het hart komt mij volledigonmogelijk voor". - Ja, zo is het ook. Deze zaak moet je onmogelijk voorkomen.Om in het hart te kunnen denken, moet men een zekere oefening hebben; deze bestaatin het steeds hernieuwde opwekken van de liefde tot God. Door deze opwekkingwordt het hart versterkt en vergroot, waardoor dan de banden van de geest losserworden, zodat zijn licht (want elke geest is een licht uit God) zich steeds meer envrijer kan ontwikkelen. Begint dan het licht van de geest de eigenlijke levenskamervan het hart te verlichten, dan worden ook de talloze oertypen in zuiver geestelijkevorm steeds duidelijker aan de evenzo talrijke wanden van het levenskamertjeuitgedrukt en voor de ziel aanschouwelijk gemaakt. En zie, dit beschouwen van deziel in haar hart is dan een nieuw denken. De ziel verkrijgt daardoor nieuwe begrippenen grote en heldere voorstellingen. Haar gezichtsveld wordt verwijd met elkepolsslag. De stenen des aanstoots verdwijnen naar die mate, als het verstand van hethoofd verstomt. Er is dan geen vragen naar bewijzen meer. Want het licht van degeest verlicht de innerlijke vormen zo, dat zij naar geen enkele kant een schaduwwerpen. Dus wordt ook alles, wat ook maar met een geringste twijfel zou zijn tevergelijken, voor altijd verbannen.En in dit geloof ligt dan ook die bijzondere kracht, waarvan in de evangeliëntweemaal sprake is.

h) De wedergeboorte van de ziel

Gr.Ev.Joh.XI /50 (1-14) (De Heer) De volgende dag kwam Simon Petrus tot Mij enzei: "Heer en Meester, het is ons tot nu toe nog steeds iets onduidelijk gebleven,waarom Uw lichaam van tijd tot tijd in een soort onafhankelijkheid van de innerlijkegeest blijft, zodat het ook naar Uw spreken klinkt, als zou U nu eens de eeuwigeGeest Gods in persoon Zelf zijn, dan echter weer, als was Uw lichamelijke mensgeheel onafhankelijk en slechts van tijd tot tijd van Hem doordrongen! Wij komensteeds in een zekere tweespalt in onze beschouwingen, wat U ons zeker zult vergeven,omdat wij immers vast aan U hangen en in U geloven, maar toch U in Uw innerlijkste

Page 65: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

65

natuur nog niet zo helemaal begrijpen. Hoe is het dan daarmee gesteld?"Ik sprak tot hem: "Mijn lieve Petrus! Jij zowel als de broeders begrijpen daaromzoveel nog niet, omdat jullie nog niet die geestelijke trap in je hebt beklommen, omdit op zich toch zeer eenvoudig gebeuren te kunnen begrijpen, dat Ik jullie al vaakgenoeg heb verklaard. Nu zijn jullie hier, om aan jezelf dat te toetsen, wat je aan Mijnog onduidelijk is.Wat baat het, jullie steeds op de verschillen van de Mensenzoon en de Zoon Gods tewijzen, als jullie in jezelf niet het verschil van de geestelijke en de lichamelijke mensvermoogt te voelen? Pas de voleindigde wedergeboorte, reeds in het lichaam, zaljullie die vraag oplossen naar volle tevredenheid, en jullie hebben om die te verkrijgenook reeds alle geschikte stappen gedaan, zodat voor jullie het doel niet meer ver af is.Beantwoord Mij daarom nu enkele vragen, opdat jullie het begrip voor dit hoofdpuntdichterbij wordt gebracht.In de eerste plaats: Hoe worden jullie je denken en voelen gewaar? Is het uiterlijk ofinnerlijk? Kunnen jullie een gestelde vraag alleen daardoor beantwoorden, omdat jedoor het geheugen het antwoord van je leraar hebt geleerd, of beantwoordt jullie eigeninnerlijke de vraag door gevolgtrekking?Je zult zeggen: "Het kan allebei". Zou de mens alleen maar een machine zijn, zij hetook begiftigd met een zelfbewuste ziel, dan zou deze slechts uiterlijk kunnen denken,dat wil zeggen door indrukken van het geheugen zich een weten kunnen verwerven,dat alleen door belering is geleerd, ongeveer zoals men een dier africht. Degevolgtrekking echter is een vragen van de ziel aan een in de mens levend, innerlijkprincipe, dat antwoord geeft op gestelde vragen en als geest nog in de ziel leeft en alszodanig is voleindigd. Zodoende kan ook in het innerlijk van de mens een regelrechtvraag en antwoordspel beginnen.Men zal zeggen: "Als dan de geest voleindigd is, waarom komen dan vaak zulkeongemeen dwaze conclusies te voorschijn? Antwoordt de geest dan niet altijd juist?"Dat doet hij wel; maar omdat hij allereerst in de mens het levensprincipe van de zielvoorstelt, kan deze in haar zelfbewustzijn ook overeenkomstig haar wezen gelijk eenspiegelbeeld handelen. Juist zo als een goed spiegelbeeld niet zonder een aanwezigobject kan ontstaan dat daaraan precies gelijk is, zo kan ook de ziel haar oordelenalleen dan zelf geven, wanneer deze als reflex van de geest uitgaan. Zoals echter eenspiegelbeeld alles verkeerd toont, precies tegenovergesteld aan het object en nochtanswaar is, zo gebeurt het ook hier, zolang beide niet in elkaar zoeken op te gaan.Alleen een mens, die de geest zover in zich heeft gewekt, dat de ziel geen aardseverkeerde reflexen terugwerpt, heeft de wedergeboorte bereikt en staat in de vollewaarheid. Het is natuurlijk niet gemakkelijk deze grenzen te doorbreken, wantvanwege het stoffelijk aardse lichaam heeft de aards aangelegde ziel een grotere hangdaarnaar, dan naar de zich slechts zwak voelbaar makende geest, wiens werken de zielzonder geleerd onderscheid graag als haar ei gen werken beschouwt. Deze grenzen tedoorbreken is Mijn en jullie opgave en ook die van al Mijn navolgers, en de weghiertoe vinden jullie door je innerlijke geest, die jullie moeten leren aan het woord telaten. Alleen deze is de enige goede leraar, omdat hij met de algemene Geest van Godin verbinding staat en daarvan een evenbeeld in het klein is, dus alle waarheid alleenuit hem put. Heeft nu de ziel zijn wezen geheel ondergeschikt gemaakt en is zij

Page 66: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

66

daardoor zonder aardse wensen geworden, dan streeft zij nog enkel en alleen naar hetgeestelijke en is dus als zelfbewuste ziel in het geestelijke opgegaan; de voleindigdemens heeft dan een trap bereikt, die door de Indische wijzen als 'Nirwana' werdaangeduid, dus een toestand, waarin elke wil, die door vleselijk aardse neigingenwordt veroorzaakt, is vernietigd en die elk leven in het vlees als stoffelijk bestaanuitsluit. Deze toestand is in het aardse leven mogelijk, ja dient bereikt te worden,opdat de algehele vrede intrekt in het hart van de mens.Deze wedergeboorte van de ziel zijn jullie allen nabij. Boven in Mijn Rijk is echter,wanneer Ik zal zijn opgevaren, nog een andere wedergeboorte; dat is dewedergeboorte van de geest, die bestaat in een onoplosbare gemeenschap met Mij.Dan heersen de hoogste gelukzaligheid van de kinderen in het Vaderhuis en vreugden,die geen mensenhart ooit kan vermoeden, omdat zij zuiver geestelijk zijn en daarvankan jullie van te voren ook niet de geringste weerschijn begrijpelijk gemaakt worden.Streef er eerst naar, dat jullie ziel de wedergeboorte verkrijgt, opdat jullie ziel alleennog door het geestelijk oog leert te zien en daardoor zichzelf en haar oorsprong steedsmeer bewust leert kennen!"

Gr.Ev.Joh.XI/52 (1 - 7) (De Heer) Al degenen, die reeds op aarde Mij en Mijn woordnavolgen, zullen dat doel bereiken, dat Ik jullie reeds zo vaak als de wedergeboortevan de ziel heb aangeduid: dat is dus het doordringen van de geest in de ziel. Dezewordt daardoor geschikt, reeds in het lichaam in alle hogere wijsheid van de hemelendoor te dringen en niet alleen meester van haar zelf, maar daarmede ook meester vanhaar omgeving te worden, ja zelfs van de natuur en van verborgen krachten, omdat zijer naar streeft Mijn wil uit liefde en tot nut van de naaste te vervullen. De middelenom het doel te bereiken heten geloof en ware liefde tot de naaste.Zulke wedergeboren mensen kunnen en moeten ook zeer rechtvaardige mensen zijn,zoals er in alle tijden zijn geweest, die deze uiterste voleinding van de ziel bereikten;maar zij hoefden daarom nog niet tot de gemeenschap met de persoonlijk werkendeGoddelijke Geest te zijngekomen. Ja, tot nu toe was dat ook nog niet mogelijk, omdatbuiten Mij (Jezus) de Godheid nog niet persoonlijk zichtbaar aanwezig was. Allerechtvaardigen, die voor Mij op aarde hebben geleefd en de wedergeboorte van de zielhebben bereikt, kunnen desondanks nog lang niet de Godheid zien, zoals jullie dezezien. Hun geloofsleer toont derhalve ook aan, dat het indringen in de hoogstevoleinding hen als een opgaan in de oneindigheid scheen te zijn, omdat God Zelf, alsonpersoonlijk Wezen, juist die oneindigheid betekent, waarin het Wezen van Zijnkracht wel geestelijk kan worden ondervonden, maar toch niet aan de zielaanschouwelijk in een persoon kon worden getoond.Pas na Mijn dood, wanneer dit Mijn lichaam zal zijn opgenomen als een kleed van dealmachtige, oneindige Godheid Zelf, zullen al diegenen, die voor Mijn tijd hetlichamelijke leven hebben verlaten, ook in staat zijn door het aanschouwen van de nupersoonlijke Godheid in eeuwige gemeenschap met Hem te leven. Dat zal zijn in eenstad, die Ik jullie reeds heb laten zien en die het hemelse Jeruzalem, de eeuwigeGodsstad voorstelt. Dit gemeenschappelijk eeuwig samenwonen van God met Zijnkinderen is de wedergeboorte van de geest.Zeker zullen na Mij nog velen de wedergeboorte van de ziel kunnen bereiken en

Page 67: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

67

daardoor ook zeer zalig en gelukkig zijn, zon der deze hoogste en laatste trap tebehalen. Vele afgezanten van Mijn Geest kwamen op aarde neer en toonden aan deverdwaalde mensen de wegen, hoe zij tot vrede en tot innerlijke verlichting kondenkomen, zonder evenwel in staat te zijn, de dir e c t e weg tot Mij te laten zien, omdatdeze immers nog niet was geopend. Allen, die de vroegere wegen willen bewandelen,kunnen dus zeer wel de wedergeboorte van de ziel verkrijgen, maar niet tot ge-meenschap met Mij komen.Dat laatste is alleen mogelijk door geloof aan Mij, dat ik waarlijk ben Christus, deGezalfde, aan Wie alle kracht en heerlijkheid van de Vader is gegeven, opdat demensen gelukkig en in hoogste mate zalig worden door de Zoon. Ik ben de poort, -een andere is er niet! Wie de wegen naar de hemel wil betreden zonder Mij te willenkennen, kan wel een hoge graad van volkomenheid bereiken, maar nooit de zuivere,aanschouwelijke gemeenschap met God Zelf bereiken.

Gr.Ev.Joh. VIII /61 (9 - 14) (De Heer) Zeg zelf en denk er over na: Zou eenkoopman, die wist dat hij voor een aannemelijke prijs een van de allergrootste parelsvan onschatbare waarde zou kunnen kopen, niet een grote dwaas zijn, als hij, indienhij niet zoveel (contant) geld zou bezitten, niet dadelijk goederen van geringer waardezou verkopen en daarvoor de onschatbare parel aankocht?Zie, zo is het ook gesteld met de waarde van de wedergeboorte van de mensenziel inhaar Geest van het Oerleven uit Mij. Is deze niet waard, dat een oprecht mens van allewereldse schatten afziet en met al zijn krachten alleen er naar streeft de grootste parelvan het leven te verkrijgen, namelijk de wedergeboorte van de ziel in de Geest van hetOerleven! Of is het soms niet beter voor het eeuwige leven van de ziel te zorgen, danom alle vergankelijke schatten van de wereld, die vergaan en verteren en tot heteeuwige, zuivere leven van hun zielen bijna nooit volledig weer terugkeren.Het is wel zo, dat de ziel gedurende het leven op deze aarde zich uit haar vlees dat wataan haar verwant is eigen maakt, het in haar wezen verandert en zich na het volledigafvallen van het lichaam, en wel uit het etherische rijk van de ontbinding' (*'Verwesungsäther'), geleidelijk aan nog hetgeen haar ontbreekt voor haar zielekleedtoeëigent. Maar het is daarom geen verdienste van een ziel, doch alleen een in Mijnorde vastgelegde eigenaardigheid van het leven van elke ziel, die nooit tot haarverdienste kan worden gerekend, omdat het slechts voortvloeit uit Mijn voorzorg.Daarbij kan men ook als zeker en waar aannemen, dat bij een reine ziel die naar Mijnwil heeft geleefd meer van het aardse lichaam in haar zal overgaan, dan bij eenonreine en zondige ziel; want was een kuis lichaam hier reeds een sieraad van de ziel,dan zal het dat in een verheerlijkte geestelijke toestand zeker nog des te meer zijn. -Maar ook zelfs dat behoort niet tot de eigenlijke levensverdienste van de ziel, maarhet is een de ziel belonende verordening van Mij; het zou zelfs een ijdele dwaasheidvan een ziel zijn, als zij zich om deze haar ook in het hiernamaals blijvende aardseschat, die toch tot haar Ik behoort, ook maar een moment zorgen zou maken. Het zoute vergelijken zijn met de zorg van zeer dwaze ouders, die er zich vooral om be-kommeren of hun kinderen wel een heel mooie en bevallige gestalte krijgen en wat zijdoen moeten om die dwaze wens in vervulling te laten gaan, terwijl zij er niet aandenken, dat groei en uiterlijke vorm alleen van Godswil afhankelijk zijn en geen mens

Page 68: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

68

daaraan iets kan veranderen.Voor elke ziel is alleen maar dat ene noodzakelijk, dat zij Mijn levensrijk in zichzoekt en ook vindt in het kleine kamertje van het hart, waarin zich het levensbeginselbevindt; al het andere zal zij zonder meer als een vrije toegift van Mij ontvangen.

Gr.Ev.Joh. VIII /57 (12) (De Heer) In dit kamertje woont dus de eigenlijke Geest uitGod, en als de ziel van de mens in dit hartkamertje door de echte deemoed,voegzaamheid en de liefde van een oprecht mens ingaat tot de eeuwige, ongeschapenliefde van God, dan verenigt de ziel zich daardoor met de eeuwige Geest uit God endeze met de geschapen ziel, en dat is dan de wedergeboorte van de ziel in de Geest uitGod.

RBI.II /278 (4,6) (De Heer) Mijn Rijk is dus in het kleine hart van elk mens gelegd.Wie daar wil binnenkomen, moet dus in zijn eigen hart ingaan en zich daar eenrustplaats maken, genaamd deemoed, liefde en tevredenheid. Is het bij hem met ditplaatsje in orde, dan is ook zijn geluk voor eeuwig gemaakt. - De weg daarheen iskort, hij is hoogstens drie handbreedten lang - het is de afstand van het hoofd tot inhet centrum van het hart. Heb je deze kleine afstand afgelegd, dan zijn jullie ook reedsin de hemel. Denk maar niet, dat wij een tocht naar boven voorbij alle sterren maken,maar een tocht naar beneden alleen in ons hart. Daar zullen wij onze hemel en hetware eeuwige leven vinden.

Jeu. 299 (8 - 13) Elk mens is behept met bepaalde zwakheden, die de feitelijke boeienvan zij n geest zijn, welke hem als een stevig omhulsel inkapselen. Deze boeien nukunnen pas geslaakt worden, wanneer de met het vlees vermengde ziel zich door dejuiste zelfverloochening zodanig heeft versterkt, dat zij stevig en krachtig genoeg isom de vrije geest aan te grijpen en vast te houden. Daarom kan de mens zijnzwakheden pas leren kennen door allerlei verleidingen, die hem tevens doen ervarenhoe en waarin zijn vrije geest is gekneveld. Als hij dan juist op deze punten zichzelfverloochent in zijn ziel, dan maakt hij daardoor de boeien van zijn geest los, terwijlhij tegelijk daarmee zijn ziel aan banden legt. Is dan te rechter tijd zijn ziel gebondenmet al die banden die voorheen zijn geest vasthielden, dan gaat die geheelontkluisterde vrije geest op natuurlijke wijze over in de nu gave en krachtige ziel, diedaardoor volledig in de hemelse machtssfeer van de geest terecht komt en volledigéén met haar wordt.

i) Het geestelijk gezicht.

Gr.Ev.Joh. XI /53 (De Heer) Er moeten nu enkele woorden gezegd worden over hetgeestelijk gezicht voor hen, die Mijn wegen bewandelen en van zichzelf willen weten,hoever de ziel reeds in staat is zich in het lichaam te ontwikkelen. Er wordt hier nietgeleerd bijzonder wonderlijke of magische eigenschappen te verkrijgen, of het receptgegeven hoe daarnaar te streven, maar de weg zal aangegeven worden hoe deveelvuldige twijfel van het hart te overwinnen, die de ziel ondervindt zolang zij zichniet los heeft gemaakt van het vlees. Dit nu is het ware doel: onafhankelijk te worden

Page 69: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

69

van het vlees met al zijn lusten, twijfels en vergissingen, om zich thuis te gevoelen inde eigenlijke, echte en ware wereld, waarin de ziel na de dood geheel vrij enonafhankelijk moet kunnen ingaan.Het ligt voor de hand, dat het zieleleven zich geheel vanzelf laat zien, wanneer deinsnoerende banden van het vlees verslappen. Allen, die Mijn woord wel horen, maarverder niets van dit innerlijke zieleleven bemerken, zitten nog helemaal vast in debanden van het vlees; zij zijn hoorders, maar geen daders van het woord.Ieder, die zich van zijn ketenen ontdoet, krijgt een heldere blik op mensen en natuur,eerst op die wijze, dat hij meent dat zijn opmerkingsgave veel scherper is geworden;maar in werkelijkheid is dat het levendig worden van de geest, die meerbewegingsvrijheid krijgt. Dan dient de mens het tot een gewoonte te maken inzichzelf te blikken, dat wil zeggen de beelden te onderscheiden, die zijn geestelijk oogonafhankelijk van zijn lichamelijke ogen ziet en kan gadeslaan; hij zal dan snel, als hijin de liefde tot Mij staat en op deze grond voortbouwt, de eigenschappen van de geestverkrijgen, die men 'helderziendheid' noemt. Dat is echter geen magische, maar eenheel natuurlijke eigenschap van de ziel, waartegen zij zich overigens evengoed kanafsluiten, als men zich in het vlees tegen het ontwikkelen van verschillende talentenkan afsluiten.Bij ziekten, waarin vaak een zich losmaken der ziel van het lichaam plaats vindt - diedan echter vanwege de verzwakking van het lichaam een soort van ongezondehelderziendheid is, waardoor vaak veel onjuistheden voorkomen -, is een leven van deziel in haar voor het lichaam vreemde wereld niets ongewoons. Veel fantasieën zijnverder niets dan overeenkomstige beelden van de wereld van de ziel, en wel daarom,omdat de spraak van de geest waarmee hij tot de ziel spreekt, geen woorden, maarvolledige begrippen zijn, terwijl woorden eerst die begrippen moeizaam tot standbrengen.Het ontwikkelen van de vaardigheid om de spraak te verstaan die jullie alsbeeldspraak of de spraak van het overeenkomstige kennen, is in jullie aardse levenniet alleen nuttig, maar zelfs noodzakelijk. Anders zou na de lichamelijke dood de zielzich in het geestelijke rijk als een vreemde voelen, die in een hem volslagen vreemdland komt, waarvan hij de spraak niet verstaat, zodat het hem slechts met de grootstemoeite gelukt zich verstaanbaar te maken, alleen met het verschil, dat de bewonersvan dit land wel de vreemdeling, maar deze niet de bewoners begrijpt. Deze moetenzich eerst weer voegen in de logge, zware ketenen van het zieleleven, om deongewoon geworden, plompe spraak van het lichaam weer aan te nemen, door welkede omgang alleen door woorden, maar niet door gedachtenstromen tot stand wordtgebracht.Geestelijk gevorderde mensen betreuren daarom ook vaak de onmogelijkheid, hungewaarwordingen voldoende in woorden te kunnen uitdrukken, of de vlucht van hungedachten even snel in woord of schrift te kunnen vastleggen, als de geest het aan deziel zeer snel laat zien. Dat zou alles niet mogelijk zijn, als deze taal van de geest inzulke snelle beelden en opvolging van begrippen er niet zou Zijn.Er is dus meer, dan wat woord en geschrift ons kunnen geven. Laat daarom niemandgeloven, dat een hoog ontwikkeld schrijftalent of redenaarstalent het mooiste zou zijnwat de ziel van een mens tot uitdrukking kan brengen; want het zijn slechts zeer

Page 70: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

70

zwakke gevolgen van het innerlijke streven van de geest om aan die ziel weer tegeven, wat in de geest hoogst volmaakt is verborgen. Laat ook niemand geloven dathij iets bijzonders presteert, als hij voor een meester wordt gehouden in deze uiterlijkemiddelen. Hij is nog maar een arme stumper vergeleken met de rijkdom van deinnerlijke meester, die zijn gaven niet naar buiten kan ontplooien.Toch betekent het streven van iemand om het in zich door Mijn kracht en de liefde totMij tot een volmaakte spraak te brengen, dat hij Mijn wegen en Mij nawandelt; wantIk ging in Mijn aardse tijd in het vlees dezelfde weg en moest moeizaam stap voorstap verder komen, evenals elk ander mens.

j) Vergeefse moeite

Gr.Ev.Joh. V/160 (1 - 6) Menigeen spant zich twintig jaren in en komt niet totvoleinding. Ja, waarom kon deze eerlijk strevende mens niet de wedergeboorte van degeest bereiken? Dat komt daardoor, omdat hij al het goede alleen deed om zich teverrijken. Wie God en de naaste uit andere motieven liefheeft dan God om God en denaaste alleen terwille van de naaste, komt niet tot volle wedergeboorte, want ditlaatste is een directe verbinding tussen God en de mens. Door zulke motieven plaatstde mens een ook nog zo dunne scheidingswand tussen zichzelf en God en kan daaromniet volledig één worden met Gods Geest. En zolang dit één worden niet plaats vindt,kan van volkomen wedergeboorte geen sprake zijn.

k) "Het Rijk Gods geweld aandoen"

Gr.Ev.Joh. VII /127 (3 - 7, 9) (De Heer) Het volkomen opvolgen van de erkende wilvan God is het echte Rijk van God in jullie! Maar juist dat opvolgen van de erkendewil van God is niet zo gemakkelijk, want de mensen van de wereld verzetten zichdaartegen en vervolgen de echte strevers naar het Rijk van God. Daarom moet hij, diehet Rijk van God geheel tot zich wil trekken, geen angst hebben voor diegenen, diealleen maar het menselijk lichaam kunnen doden, maar de ziel niet kunnen schaden;de mens dient eerder God te vrezen, die naar Zijn eeuwig onveranderlijke orde ook deziel kan verstoten in de hel.Wie God meer vreest dan de mensen en ondanks de vervolging die de mensen hemkunnen aandoen, de door hem gekende wil van God doet, die is het, die het Rijk vanGod met geweld tot zich trekt; en wie dat doet, zal het ook onfeilbaar bereiken.Daarbij komt nog iets, wat ook tot het met geweld tot zich trekken van het Rijk vanGod behoort, en wel, dat de mens in alle wereldse zaken zo diep mogelijk zichzelfverloochent, al zijn beledigers van harte vergeeft, tegen niemand wrok koestert en opniemand kwaad is, bidt voor diegenen die hem vervloeken, goed doet aan degenen diehem kwaad doen, zich boven niemand verheft, de af en toe over hem komendeverzoekingen geduldig verdraagt en zich onthoudt van vraatzucht en zwelgpartijen,hoererij en echtbreuk. Wie zichzelf zo'n uiterste zelfverloochening oplegt, doet hetRijk van God ook geweld aan en trekt het met geweld tot zich.Maar wie God wel kent, Hem boven alles acht en liefheeft en ook zijn naaste gelijkzichzelf, maar daarbij toch ook de wereld acht en vreest en niet de moed heeft

Page 71: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

71

openlijk Mijn Naam te bekennen, omdat hem dat een of ander wereldlijk nadeel zoukunnen brengen, die doet het Rijk van God geen geweld aan en zal het zodoende opdeze wereld ook niet volledig bereiken; hij zal dan in het hiernamaals nog menigestrijd hebben te doorstaan, voordat hij wordt voleindigd.Wie dat nu weet en gelooft dat Ik de beloofde Messias ben, moet dat doen wat Ik hemleer, geleerd heb en ook verder nog zal leren, anders is hij Mij niet waard en zal Ikhem bij de vorming van zijn innerlijk leven niet bijzonder veel helpen. Ik ben hetleven van de ziel door Mijn Geest in haar, en deze heet de liefde tot God. Wie dusGod boven alles lief heeft en daarom ook steeds Zijn wil doet, diens ziel is vervuldvan Mijn Geest en deze is de voleinding en het eeuwige leven van de ziel.Wie, als het nodig is, Mij voor de wereld bekent, die zal ook Ik bekennen voor deVader in de hemel; maar wie Mij niet voor de wereld bekent, als het nodig is, die zalook Ik niet bekennen voor de Vader in de hemel.

I) De weg tot het één worden met de geest

Gr.Ev.Joh. VIII /150 (14 -16) (De Heer) Probeer allereerst jullie gevoelsleven naarMijn leer te ontwikkelen en te versterken, voel met de arme zijn nood mee en lenigdie naar krachten vermogen, troost de treurend en, bekleedde naakten, voed dehongerigen, geef de dorstigen te drinken, help waar je kunt de zieken, verlos degevangenen en predik de armen van geest Mijn evangelie, - dat zal je gevoel en ge-moed tot in de hemelen verheffen, en je ziel zal op deze goede, ware levenswegspoedig en gemakkelijk één worden met haar geest uit God en daardoor ook al Zijnwijsheid en macht deelachtig worden. En dat zal toch zeker meer zijn, dan veel in dewereld te weten, maar daarbij een gevoelloos mens ten opzichte van zijn naaste te zijnen zichzelf door zijn te geringe gevoelsleven het getuigenis te geven, dat men nogzeer ver af staat van het echte leven in de geest.Ik zeg het jullie: Geest is pure liefde en het enig levende in de mens, en is haar zeerzachte en altijd uitermate welwillende gevoel. Wie derhalve steeds meer zo'n liefde enzulk gevoel probeert op te nemen in zijn ziel, die nog veel eigenliefde kent, en in diegeestelijke liefde ook steeds sterker, krachtiger, moediger en voegzamer wordt, diebevordert daardoor het volledige één worden van de geest met de ziel. Wordt dan deziel tot zuivere liefde en wijsheid in haar meest zachte en welwillende gevoel, dan iszo'n ziel ook reeds volledig één met haar geest en is daardoor ook in het levende bezitvan alle verwonderlijke vermogens van haar geest. En dat is toch zeker meer waard,dan alle aardse scholen van wereldwijsheid te hebben doorlopen en daarbij een strengen gevoelloos mens te blijven.Laat daarom verder al het onnodige vorsen naar de stand van zaken van vele dingenen hun verschijnselen, oorzaken en werkingen in de wereld na, want dat brengt de zielzelf in honderd jaren nog niet een haarbreedte dichter bij haar ware levensdoel. Wantzij kan daardoor niet tot een waarachtig, innerlijk erkennen komen, maar alleen toteen uiterlijk, oppervlakkig en gedeeltelijk weten en blind gissen, waaruit nooit eengeordend en samenhangend weten en kennen kan voortkomen. En zodoende bevindtde ziel zich dan in een voortdurend angstig zoeken, waaruit voor haar weinigwaarachtig levensgeluk voortkomt.

Page 72: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

72

Gr.Ev.Joh. IX/103 (5 - 6) (De Heer) Al ziet de mens ook met zijn verstand al hetgoede en ware zeer duidelijk in, maar zijn hart blijft nog vol van allerlei wereldsedingen, dan kost het de mens nog menig harde strijd met zijn eigen wereld, totdatdeze uit zijn hart en wil wordt verwijderd en de mens alleen nog maar daarvan houdten dat wil, wat hij als goed en waar erkent.Pas wanneer de liefde, de wil en het met alle waarheid vervulde verstanddaadwerkelijk geheel één zijn geworden, dan is de mens ook tot de wedergeboortevan de Geest uit God in zijn ziel gekomen; hij heeft dan de eerste graad van de machtvan God In zich bereikt en kan in deze toestand ook reeds tekenen doen.

8.

De wedergeboorte van de geest

De schrijver (Jakob Lorber) van het voorliggende werk zocht ernstig en hij vond wathij zocht. Hij bad en het werd hem gegeven; en omdat hij aan de goede deur klopte,werd deze voor hem opengedaan en door hem ook voor al diegenen, die een goed harthebben en van goede wil zijn. Maar degenen, die niet met het hart, maar altijd alleenmaar met hun vermeende pure wereldverstand zoeken en onderzoeken en kritiseren,en in plaats van aan te kloppen bij de levende Naam van de eeuwige Gever van allegoede gaven, slechts kloppen aan de harde en dode schaal van de materie, zal nietgegeven en open gedaan worden. Want de geest van de Heer openbaart zich nooitdoor het verstand van de verstandigen der wereld, maar alleen in en door de eenvoudvan het hart van diegenen, die voor de wereld der verstandigen als dwazen gelden;maar het verstand van de wijzen der wereld gaat nochtans na korte tijd teniet bij deeenvoud van de dwazen.

(Hl. Inleiding van de Heer, blz. 8 (1))

Gr.Ev.Joh. 1/2 (14 - 16) De doop uit de hemelen echter is de volle overgang van degeest en de ziel met al hun begeerten in de levende geest van de liefde tot God en vande liefde in God Zelf. Heeft zo'n overgang eenmaal plaats gevonden uit vrije wil vande mens en is nu alle liefde van de mens in God, dan is door die heilige liefde ook dehele mens in God en wordt aldaar tot een nieuw wezen uitgerijpt, krachtig gemaakt engesterkt en zo na het verkrijgen van de volkomen rijpheid wedergeboren in God. Nazo'n tweede geboorte, die niet voortkomt uit begeerte van het vlees noch uit de wil totvoortplanting van de man, is de mens pas echt kind van God; hij is dat geworden doorde genade, die een vrije macht is van Gods Liefde in het hart van de mens.Deze genade is nu juist het machtige trekken van God in de geest van de mens,waardoor hij als van de Vader wordt getrokken tot de Zoon, dat is tot het GoddelijkeOerlicht, of, wat hetzelfde is, tot de echte en levende wijsheid van God komt.

("die niet uit bloed, niet uit de wil van het vlees, niet uit de wil van een man, maar uitGod geboren zijn". Joh.1 :13)

Page 73: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

73

a) Verdere uitleggingen

Gr.Ev.Joh. 1/161 (1 - 6) (De Heer) Zolang de mens schepsel is, is hij tijdelijk,vergankelijk en kan niet bestaan; want elk mens, zoals hij natuurlijk is geschapen, isniets anders dan een deugdelijk vat, waarin zich pas een echt mens kan ontwikkelendoor voortdurende Goddelijke medewerking. - Wanneer het uiterlijke vat voldoendeis ontwikkeld, waartoe God dat vat met alle nodige bestanddelen en eigenschappenmeer dan voldoende heeft uitgerust, dan wekt of veelmeer ontwikkelt Hij Zijnongeschapen eeuwige geest in het mensenhart.Dit eeuwige, ongeschapen, voor altijd levende Licht aan het uitspansel in de mens, isdan geheel en al de echte regeerder van de waarachtige dag in de mens en leert hetvroegere vat, zich volledig om te vormen in zijn eeuwig ongeschapen Goddelijkwezen en zodoende de gehele mens tot een waarachtig Godskind te maken.Elk geschapen mens heeft een levende ziel, die weliswaar ook een geest is en hetgoede en ware kan onderscheiden van het kwade en onware, het goede en ware zicheigen kan maken en het kwade en onware uit zich kan verbannen; zij is echterdesondanks geen ongeschapen maar een geschapen geest en kan als zodanig voor zichnooit het kindschap Gods bereiken.Wanneer zij echter naar de haar gegeven wet het goede en ware heeft aangenomen inalle deemoed en bescheidenheid van haar hart en de haar door God ingeplante vrijewil, dan is zo'n deemoedige, bescheiden en gehoorzame wil tot een echte hemelsekracht geworden. Want deze wil heeft zich dan gevormd naar het in de ziel van demens gelegde hemelse en is derhalve geheel in staat om het zuiver ongeschapenGoddelijke in zich op te nemen.Want de ziel van de mens als zodanig zou nooit God in Zijn zuivere essentie kunnenaanschouwen, en omgekeerd zou de reine Geest van God nooit de materiële natuurkunnen zien, omdat er voor Hem geen materiële natuur is. Maar in debovengenoemde volledige verbinding van de zuivere geest met de ziel kan de ziel nudoor de verkregen nieuwe geest God aanschouwen in Zijn oergeestelijk reine Wezen,en de Geest door de ziel het materieel natuurlijke.

Gr.Ev.Joh. 1/214 (10 - 11) (De engel tot Philopold) In het bijzonder moet elke geest,die in de ziel werd geplaatst, eerst de ziel vormen door het houden van de hemgegeven uiterlijke wetten. Heeft daardoor de ziel de juiste graad van rijpheid enontwikkeling bereikt, dan gaat de geest geheel in de ziel over en daardoor is de helemens voleindigd en een nieuwe creatuur, weliswaar nauwkeurig beschouwd steeds uitGod, daar de geest in de mens eigenlijk niets anders is dan een God in de kleinsteafmeting, omdat hij volledig uit het hart van God is. De mens is dat evenwel niet dooreen daad van God, maar geheel uit zichzelf en juist daarom een waarlijk Godskind. -En ik zeg het nogmaals in een paar woorden: de mensen moeten helemaal zichzelfvormen naar de geopenbaarde ordening, daar zij anders onmogelijk kinderen van Godkunnen worden! En zo is een voleindigde mens op deze aarde als kind van God inalles aan God gelijk; daarentegen is een onvoleindigd mens ook ver onder hetdierenrijk.

Page 74: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

74

Gr.Ev.Joh. II/41 (5) (De Heer tot Sarah) Wie de liefde tot Mij opwekt, die wekt zijndoor Mij hem gegeven geest op, en omdat deze geest Ik Zelf ben en moet zijn, omdater buiten Mij eeuwig geen andere levensgeest is, wekt hij daardoor dus Mij Zelf inzich; daardoor is hij geheel geboren in het eeuwig leven en kan dan voortaan nimmersterven en nimmer worden vernietigd - ook niet door Mijn almacht, omdat hij één metMij is. Denk daarom dus niet, dat je liefde tot Mij dwaas is; zij is precies zo, als zijmoet zijn. Volhard daarin, dan zul je eeuwig geen dood zien, noch voelen of smaken!

Gr.Ev.Joh. IV/220 (6 - 8,10) (De Heer) Daarom ben Ik in de wereld gekomen om deweg te wijzen tot de juiste terugkeer in Mijn ordening en de rechte weg waarop jemoet voort wandelen tot aan de nabij zijnde wedergeboorte van de geest in de ziel,waarna geen boze terugval meer mogelijk of denkbaar is.Deze weg moet nu bij jullie worden gebaand, omdat degenen die eenmaal op deverkeerde weg zouden zijn geraakt, met een slechts gedeeltelijke ommekeer van deziel weinig zouden zijn geholpen. De ziel moet wel eerst geheel omkeren voordat dewedergeboorte van de geest in de ziel bereikt kan worden. Maar een alleen maaropgelapte zielstoestand is niet houdbaar, omdat door de macht van de wereld en haartijdelijke voordelen zo'n ziel maar al te gauw bij een volgende, wat sterk lokkendegelegenheid, weer in haar oude fout vervalt.Om dat nu zo veel mogelijk te verhoeden heb Ik de nieuwe weg zo gebaand, dat Mijngeest, die Ik nu als een vonk van Mijn vaderliefde in het hart van elke ziel leg en hebgelegd, in jullie ziel zal groeien door de liefde tot Mij en die zal weer voedsel gevenaan ware en daadkrachtige naastenliefde. Nadat de vonk van Mijn geest de juistegrootte en kracht heeft bereikt, zal hij zich geheel met de gebeterde ziel verenigen enéén met haar worden, welke daad dan de wedergeboorte van de geest zal genoemdworden en ook inderdaad zal zijn.Deze vonk van Mijn liefde wordt echter pas dan ten volle in het hart van eenmensenziel gelegd, als die mens Mijn woord heeft vernomen en het in zijn gemoedgelovig en met volledige liefde voor de waarheid heeft aangenomen. Zolang dat niethet geval is, kan geen nog zo volkomen mensenziel in de geest wedergeboren worden.Want zonder Mijn woord dat Ik nu tot jullie spreek, komt de vonk van Mijn liefde nietin het hart van je ziel. En waar hij zich niet bevindt, kan hij ook niet groeien en in eenziel gedijen en dus ook niet wedergeboren worden.

Gr.Ev.Joh. IV/225 (5, 6, 8) (De Heer) Als de grote voordelen die Mijn geest jullielangzamerhand zal doen toekomen volgens Mijn ordening aangewend zullen worden,dan zullen ze in alles een duizendvoudige zegening brengen; zal men ze echter in detoekomst ooit tegen Mijn ordening in zelfzuchtig gebruiken, dan zullen ze voor demensen tot broedplaatsen van alle mogelijk denkbaar aards onheil worden.Wat Ik jullie nu zeg, zeg Ik ook tegen allen, die een tijd van omstreeks duizend en nogeens duizend jaren na jullie zullen komen. Daarna komt weer een andere aardlaag aande beurt om doorgegist en bewerkt te worden met en zonder mensen: want de aarde isgroot en er zijn daar veel geesten die in het gericht op hun verlossing wachten.Door de wedergeboorte van de geest in de ziel wordt de ziel echter haar eigen vrije

Page 75: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

75

wil en haar uiterlijk onderscheidingsvermogen niet ontnomen in de reeks van grotescheppingen, die aanhoudend uit Mijn liefde, wijsheid, ordening, macht en krachtvoortkomen.

Gr.Ev.Joh. VII/54 (11 - 13) (De Heer tot Nikodemus) In de geboden vinden we allewijsheid uit God en ze bevatten ook alle goddelijke macht en kracht en wel daarom,omdat in deze geboden de meest wijze en machtige wil en door deze ook de hoogstevrijheid is vervat.Degene derhalve, die door het houden van de geboden de wil van God tot de zijneheeft gemaakt, die heeft ook de goddelijke vrijheid tot de zijne gemaakt en heeft detoestand van de ware wedergeboorte van de geest bereikt en is als een waar kind vanGod net zo volkomen als de Vader in de hemel Zelf.En Ik zeg nu tegen iedereen, dat je juist door het nauwgezet onderhouden van degeboden er vóór alles naar moet streven om reeds hier op aarde zo volkomen teworden als de Vader in de hemel volkomen is, dan zul je ook in staat zijn om dat, watIk Zelf nu doe, en nog grotere dingen te doen. En wanneer je dan in deze toestandbent, dan zul je ook reeds bij voorbaat burger van het nieuwe Jeruzalem zijn.

Gr.Ev.Joh. VII /69 (6 - 7) (De Engel) De innerlijke geest werkt er weliswaaronophoudelijk aan de ziel zo vroeg mogelijk rijp en volledig vrij te maken, maar tochkan en mag hij haar niet de minste dwang opleggen, omdat een ziel op deze maniernog materialistischer en onvrijer zou worden, dan zij door alle invloeden vanuit debuitenwereld ooit zou hebben kunnen worden. Daarom kreeg de ziel in haar lichaameen eigen wil en een eigen verstand om, zelf beslissend, door belering van buitenafertoe te worden gebracht zich door de eigen wil steeds meer en meer aan al hetwereldse te onttrekken en om door in zichzelf in te keren, de steeds zuiverderwordende geestelijke weg te betreden.In gelijke mate als waarin de ziel die steeds zuiverder wordende geestelijke wegbetreedt, verenigt zich dan haar innerlijke zuivere geest van gene zijde met haar. Enheeft ze door haar steeds meer gelouterde verstand en door haar daardoor ook steedsvrijer geworden wil van de wereld afstand gedaan, dan is ze gelijk aan haar geest en isdan één met hem geworden, welke éénwording wij de geestelijke wedergeboortenoemen.

Gr.Ev.Joh. IX/102 (8) (De Heer) Waaruit bestaat echter deze macht van God in demens? Deze bestaat uit de ware en zuivere liefde tot God en diens alles overtreffendewijsheid en daardoor uit de ware liefde tot de naaste en verder uit zachtheid endeemoed, als ook uit zelfverloochening tegenover de verlokkingen der wereld. Wie indit alles sterk is geworden, die heeft de macht van God al in zich, is door devereniging van de machtige geest van God met de ziel één geworden met God enheeft zich dientengevolge boven de dwang van tijd en ruimte en daardoor boven hetgericht en de dood verheven. Hij is in en uit God eigen meester geworden en heeft de'toorn Gods' (dat is diens almachtige en alles beheersende wil, wiens onbuigzameernst de vesting is voor alle schepselen in tijd en ruimte) evenmin meer te vrezen, alsdat God voor Zichzelf zou vrezen, omdat de mens één met God is geworden op de

Page 76: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

76

wijze, die je nu duidelijk werd uiteengezet.

Gr.Ev.Joh. IX/108 (4 - 5) (De Heer) Altijd is het één en dezelfde Geest, die geheelalleen in staat is alles op verschillende manieren te bewerken, omdat Hij van het oer-begin af het fundament van alles is en ook altijd zal zijn; want alles wat bestaat is inde grond van de zaak slechts de macht, kracht, liefde, wijsheid en wil van de Geest.Ook elk mens bezit zo'n geest, die echter dan pas werkend in de mens optreedt, als hijgeheel volgens de erkende wil van God werkzaam is en zijn geest op de weg van dezuivere liefde tot God en daaruit tot de naaste, zich met de ziel in de mens verenigt endaardoor zelf tot pure liefde en wil van God wordt. Heeft dat in de mensplaatsgevonden, dan is hij ook aan God gelijk en kan werken verrichten van welkergrondslag geen puur uiterlijk mensenverstand zich enig begrip kan maken.

Gr.Ev.Joh. IX/141 (3) (De Heer) Een volkomen, in Mijn geest van liefde enwaarheid wedergeboren ziel zal door het afvallen van haar lichaam niet slechts nietsverliezen behalve de zware last die haar aan deze materiële wereld ketent, maar er nogonuitsprekelijk veel bij winnen. Want waarlijk, Ik zeg je: geen lichamelijk oog heefthet ooit aanschouwd, geen oor gehoord en geen menselijk zintuig ooit ondervonden,wat diegenen in het grote hiernamaals die Mij liefhebben en naar Mijn leer leven enhandelen, alles voor zaligheid kunnen verwachten.

GS I /64 (15) (De Heer) Op je 'jongste dag' zul je tevergeefs wachten; want die is eren is voor alle mensen voortdurend aanwezig. Hij is voor de in de liefdegerechtvaardigden een dag van opstanding tot het eeuwige leven, wat de volkomenwedergeboorte van de geest betekent. Hij is echter ook een dag van gericht voor aldiegenen, die Mij niet in de geest en niet in de waarheid en dus ook niet in alle liefdein zich wilden opnemen.

b) Het wonder van Pinksteren maakte de geestelijke wedergeboorte pas mogelijk.

Ik, Emanuel Abba, heb geen welgevallen in dit brandoffer, maar wel in degene die hetmet een rein hart voor Mij bereidde, - daarom zegen Ik het toch tot gedachtenis aaneen offer dat eens gebracht wordt voor het tot leven roepen van alle doden enlevenden. En zo zal het dan ook voortaan tot aan het einde der tijden bij het lam enhet brood blijven! Amen.

(H II 144 (2))

H 1/46 (20 - 23) (De Heer) Zie, lang geleden was Ik er al bij het begin der wereld, omalle dingen voor jullie te scheppen en jullie voor Mij. Weldra zal Ik in grotevloedgolven terug komen om de aarde schoon te wassen van de pest: want de dieptender aarde zijn Mij tot een gruwel geworden vol vuile modder en vol pest, die ontstaanis door jullie ongehoorzaamheid. Dan zal Ik terwille van jullie komen, opdat niet degehele wereld te gronde gaat en er een lijn zal bestaan waarvan Ik de laatste spruit zalzijn.

Page 77: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

77

En Ik zal voor de derde maal vaak komen, zoals nu ontelbare keren tot jullie, nu eenszichtbaar en dan weer onzichtbaar in het woord van de geest, om Mijn wegen voor tebereiden. En Ik zal voor de vierde keer lichamelijk komen in de tijd van grote nood,dat is de grote tijd der tijden. En dadelijk daarna zal Ik voor de vijfde maal komen inde geest van liefde en alle heiliging. Ik zal voor de zesde maal innerlijk komen totieder, die in zijn hart een waar, ernstig verlangen naar Mij zal dragen en zal dan eenleider zijn voor degene, die vol liefde zich gelovig door Mij zal laten leiden naar heteeuwige leven. ,(* "'De 'Haushaltung Gottes' beschrijft het tijdperk van Adam tot aande zondvloed.)En Ik zal ook dan weer ver van de wereld zijn; wie echter dan opgenomen zal worden,zal leven en Mijn rijk zal eeuwig met hem zijn. En tenslotte zal Ik, zoals reeds gezegdis, nog één keer komen; maar dit laatste komen zal voor allen een blijvend komenzijn, hoe dan ook.Luister en begrijp goed; verblijf in de liefde, want die zal jullie redding zijn! Heb Mijboven alles lief - dat zal eeuwig je leven zijn; hebt elkaar echter ook lief, opdat hetgericht je zal worden kwijtgescholden. Mijn genade en Mijn eerste liefde zij met jullietot aan het einde aller tijden. Amen.

Gr.Ev.Joh. III/171 (4 - 8, 11 - 14) (De Heer tot Jarah) Jullie allen zullen de nieuwe -of wedergeboorte uit de geest en in de geest pas dan volledig begrijpen, als Ik als deMensenzoon gelijk Elias onder jullie ogen aan de aarde ontrukt zal worden! - Daarnapas zal Ik vanuit de hemel Mijn geest vol waarheid en kracht over al de Mijnen uit-storten, waardoor dan de volle wedergeboorte van de geest en in de geest volkomenmogelijk wordt en jullie ook pas dan en daardoor de wedergeboorte van je geestzullen kunnen begrijpen en erkennen.Tot aan die tijd kan echter niemand volledig nieuw geboren worden, zelfs Mozes enalle profeten niet. - Maar door de daad die Ik nu jou en alle anderen heb aangekondigdzullen vanaf Adam allen aan de volle geestelijke wedergeboorte deelnemen, die in dewereld werden geboren en in het leven op aarde tenminste van goede wil waren,hoewel zij misschien niet altijd daarnaar handelden.Want er zijn er immers nog velen die vast van wil zijn echt iets goeds uit te voeren;maar het ontbreekt hen aan de middelen en de uitwendige kracht en bekwaamheid, diedaarvoor net zo nodig zijn als de ogen om te zien. Nu in zulke gevallen geldt bij Mijde goede wil altijd evenveel als de daad zelf.Ik wil je een voorbeeld geven. Stel, je zou een heel arm mens, die naar je toekwamgraag willen helpen. Daar je echter zelf niet vermogend bent ga je naar de één ofander toe, die wel een vermogen heeft en vraagt met je hele inzet om een goede hulpvoor dit arme mens, krijgt die echter niet vanwege de hardheid van die rijke en moetde arme zonder ondersteuning verder laten gaan; je weent om hem en beveelt hem inGods genade aan. - Zie, dan is je wil evenveel waard als de volbrachte daad zelf!Zulke mensen waren er vroeger veel, zijn er nu nog en zullen er in de toekomst altijdzijn; zij zullen allen de wedergeboorte van de geest in hun ziel deelachtig worden.Als je derhalve zoals ook de anderen nog niet dadelijk begrijpen kunt hoe het preciesstaat met de eigenlijke wedergeboorte van de geest, heb Ik je daarvoor de oorzaak nuzo duidelijk mogelijk uiteengezet; als echter weldra de tijd komt dat je in de geest

Page 78: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

78

wordt wedergeboren, dan zul je pas ook geheel inzien, waarom je het nu nog niet kuntbegrijpen!

Gr.Ev.Joh. III/180 (3 - 8) (De engel tot Philopold) Hoewel God de Heer in Zijnwijsheid en majesteitelijke macht oneindig is, toch is Hij hier echter in de liefde vande Vader als een begrensd mens bij en onder jullie aanwezig. En juist deze liefde dieHem Zelf een mens voor jullie doet zijn, maakt ook ons engelen tot mensen voorjullie, terwijl we anders slechts licht en vuur zijn, ons flitsend bewegend in deeindeloze ruimten als grote scheppende gedachten, vervuld met woord, macht en wilvan eeuwigheid tot eeuwigheid.De geest echter en nog meer de werkelijke vlam van de liefde uit het hart van God,waardoor je eigenlijk pas werkelijk kind van God wordt, krijgen jullie aardemensennu en jullie zijn daardoor onuitsprekelijk boven ons bevoorrecht, en wij zullen ookjullie weg moeten bewandelen om aan jullie gelijk te worden.Zolang wij engelen zo blijven als we nu zijn, dan zijn we alleen maar armen envingers van de Heer en slechts dan bewegen we ons en treden handelend op, als wedoor de Heer daartoe worden aangezet, net zoals jullie je handen en vingers tothandelen aanzetten. Alles van ons behoort tot de Heer; niets is als iets zelfstandigsvan ons zelf en alles aan ons is eigenlijk de Heer Zelf.Jullie echter zijn geroepen en bestemd in de volste zelfstandigheid dat te worden watde Heer Zelf is; want tot jullie zal nog door de Heer worden gezegd: "Weest danvolmaakt in alles, zoals jullie hemelse Vader eindeloos volmaakt is!"Als dit echter door de Heer tot jullie mensen zal zijn gesproken, dan zullen julliedaardoor pas geheel inzien tot welke grote dingen jullie zijn geroepen en bestemd enwat voor een mateloos onderscheid er dan tussen jullie en ons bestaat.Nu zijn jullie nog maar embryo's in het moederlichaam, die met hun eigen kleinelevenskracht geen huizen kunnen bouwen; als je echter uit het ware moederlichaamvan de geest wedergeboren wordt, dan zullen jullie ook zo vermogen te werken als deHeer werkt!

Gr.Ev.Joh. IV/133 (8 - 9) (De Heer tot Mathaël) Om het geheim van Gods rijk in dediepste diepte te vatten moet je eerst in de geest wedergeboren zijn, wat nu nietmogelijk voor je is. Pas als de Mensenzoon daarheen zal zijn teruggekeerd vanwaarHij is gekomen, dan zal Hij de geest van alle waarheid die heilig is, tot je zenden; diezal je dan geheel opwekken, zal dan je hart voltooien en de geest van alle waarheid inje wekken, dat wil zeggen in het hart van je ziel en door deze daad zul jewedergeboren zijn in de geest en in het helderste licht geheel zien en begrijpen, watde hemelen in hun diepte inhouden.Hetgeen Ik je nu laat zien en uitleg, is echter maar een voorproef van dat wat je in allevolheid door de geest zal worden gegeven. Ik zou je nog heel veel kunnen zeggen,maar je kunt het nu nog niet verdragen; als echter de geest der waarheid zal komen,zal die je voeren en leiden in alle wijsheid!

Gr.Ev.Joh. IV/217 (9) - 218 (1) (De Heer) Wordt een mens geheel door of uit zijngeest wedergeboren, dan is hij volkomen aan Mij gelijkwaardig en kan hij uit zichzelf

Page 79: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

79

in alle levensvrijheid willen, hetgeen hij in Mijn ordening, die hij dan zelf isgeworden, maar wenst en het zal geschieden en aanwezig zijn volgens zijn vrije wil.In zo'n toestand, waarin het leven voleindigd is, omdat het volkomen gelijk is aan hetMijne, is de mens dan niet alleen een Heer over de schepselen en over de elementenen bestanddelen der aarde, maar zijn heerlijkheid strekt zich dan, gelijk de Mijne, uitover de ganse schepping in de eindeloze ruimte. - Maar deze graad van deallerhoogste levensvoleinding heeft niemand kunnen bereiken voor Mijn mens-wording; en Ik ben daarom nu op deze aarde gekomen, om door de wedergeboortevan jullie geest in je ziel jullie tot Mijn ware kinderen te maken.

Gr.Ev.Joh. VI/142 (8) (De Heer) Als Ik Zelf echter weldra persoonlijk deze aardeweer zal hebben verlaten, dan zal Ik de heilige Geest van alle waarheid over al Mijngetrouwe discipelen en broeders uitstorten. Deze zal hen allen dan in alle waarheid,wijsheid, macht en kracht sturen, leiden en verheffen en zal hun zielen verenigen metde geest van gene zijde van de liefde uit God en zo de wedergeboorte van de geest inhen tot stand brengen, zonder welke er geen waar en vrij eeuwig leven kan zijn, maarslechts een gebonden en gericht bestaan, dat tegenover het ware vrije leven van degeest een ware dood is.

Gr.Ev.Joh. VII/ 129 (10) (De Heer tot Johannes) Ik Zelf moet eerst geheel in Mij alsGod van eeuwigheid zijn, opdat Ik jullie dan Mijn geest kan zenden en geven. Als diezal komen, dan zal Hij jullie in alle voor jullie nu nog onbegrijpelijke waarhedenleiden, en jullie zullen dan dezelfde en nog grotere dingen doen, dan die Ik Zelf nudoe.

Gr.Ev.Joh./XI 56 (6 - 7) (De Heer tot de waard in Samaria) Mijn woord is reeds hetleven zelf en maakt een ieder levend die het met een gelovig hart hoort, - want hetoerleven van alle leven gaat daar dadelijk in het mensenleven over; het woord van deprofeet echter is slechts een trouwe wegwijzer, die de mensen wijst hoe ze het levendewoord uit Mijn woord kunnen realiseren en daardoor in het leven in de geest kunnenovergaan.Ik zeg jullie allen: Tenslotte moet elk mens in zijn hart door God worden beleerd. Wieuiteindelijk niet door de Vader of door Gods geest in Mij wordt onderricht over deweg van de zuivere liefde tot Mij en de naaste, die komt niet tot Mij, de Zoon dereeuwige liefde, want Ik ben het eeuwige licht, de weg, de waarheid en het leven zelf;Ik ben in Mij Zelf de wijsheid van de Vader. Dit begrijp je weliswaar nu nog niethelemaal, maar je zult het begrijpen als je na Mijn hemelvaart in de geestwedergeboren wordt; want dat is de eeuwig in zichzelf diepst levende Geest van allewaarheid en die zal je leiden in alle wijsheid.(Zie ook Gr.Ev.Joh. XI/52 (1 - 7), geciteerd bij VII h)

c) De verhouding tussen ziel en geest

Gr.Ev.Joh. VII/66 (5 - 8) (De Heer tot Agrikola) De mensenziel is een zuiveretherische substantie, uit zeer veel lichtatomen of zo klein mogelijke deeltjes door de

Page 80: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

80

wijsheid en de almachtige wil van God tot een volkomen mensenvorm samengesteld,en de zuivere geest is de van God uitgaande wil, die het vuur van de zuiverste liefdein God is. De reine geest is een gedachte van God, die van Zijn liefde en wijsheiduitgaat en wordt tot waarachtig Zijn door de wil van God. Daar God echter opZichzelf een vuur is dat bestaat uit Zijn liefde en wijsheid, is datzelfde ook het gevalmet de in een eigen bestaan gerealiseerde en als het ware uit God getreden gedachte.Daar het vuur een kracht is, is dus ook zo'n gedachte uit God een kracht op zichzelf, iszich van zichzelf bewust en kan juist in dezelfde helderheid werken als waaruit hij isvoortgekomen. Als een zuivere kracht doordringt hij alles wat jij materie noemt, maarkan zelf niet door de materie worden doordrongen, omdat de materie in de grond vande zaak alleen maar een naar buiten gaande uiting van de geest uit God is.De ziel is als het ware door de kracht van de geest weer opgeloste materie, die in deeigen oervorm van de geest overgaat, door zijn kracht daartoe aangezet en dan methaar geest verenigd als het ware zijn lichtetherische substantiële lichaam uitmaakt, netzoals de ziel uit de haar omgevende vleesmassa als deze volledig vergaan en opgelostis, zich door de wil van haar zuivere geesteskracht haar toekomstig gewaad vormt.Dit is nu een zeer korte en ware uiteenzetting over datgene wat de werkelijke ziel inwezen is, en wat de zuivere, reine geest in wezen is. Gr.Ev.Joh. IV/226 (1 - 4) (DeHeer tot Cyrenius) De ziel zal zich altijd zo tot de geest verhouden, zoals het aardselichaam tot de ziel. Het lichaam van een nog zo volkomen ziel heeft als het ware ookeen eigen genotswil, waardoor de ziel verdorven kan worden als ze daarop ingaat. Eengoed opgevoede ziel zal wel nooit ingaan op de vraatzucht van het lichaam en zalsteeds meester van haar lichaam blijven; maar bij de misvormde ziel is het heel welmogelijk.Tussen ziel en geest heerst echter toch een zodanige verhouding als tussen een geheelvolkomen ziel en haar lichaam. Het lichaam kan begeren wat het wil en de ziel metdikwijls zeer scherpe stekels prikkelen tot inwilliging en bevrediging, maar dan zegtde volkomen ziel daarop toch steeds een vastbesloten 'neen'. En precies hetzelfde doetMijn geest in de ziel waarin hij geheel is overgegaan. Zolang de ziel volkomen in dewil van de geest opgaat, geschiedt alles op een haar nauwkeurig volgens de wil van degeest, die dan ook Mijn wil is; als de ziel echter tengevolge van haar herinnering watmeer zinnelijke dingen wil, dan treedt in dergelijke gevallen de geest terug en laat aande ziel geheel alleen de uitvoering van de wens over, waaruit dan gewoonlijk nietswordt, vooral als het willen volbrengen heel weinig of helemaal niets geestelijks tendoel heeft. De ziel, die haar zelfzuchtige zwakte en onhandigheid weldra bemerkt,houdt dan ook met haar lustdromen spoedig op, verenigt zich weer innig met de geesten laat diens wil overheersen.Dan is er weer orde en macht en kracht in overvloed.

Gr.Ev.Joh. IV/228 (2 - 5) (De Heer tot Cyrenius) Als bij het zien en waarnemen vande ziel gedurende de tijd dat zij in het lichaam woont, de hersenen van het hoofddaaraan niet deelnemen, dan blijft de ziel geen herinnering over, hoogstens een vaagidee; want voor datgene wat de ziel in de hersenen van haar hoofd opneemt, heeft zeevenmin een gezichtsvermogen als het lichaam een gezichtsvermogen heeft, datinwendig zou kunnen zien wat allemaal door de ogen en oren op de vele

Page 81: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

81

hersenplaatjes als beeld wordt afgedrukt. Dat kan alleen de ziel beschouwen, die vanbinnen in alle vlees is.Wat dan echter overeenkomstig in de hersenen van de ziel blijft hangen, dat kan deziel met haar ogen, die evenals die van het lichaam slechts naar buiten zijn gericht,niet zien en met haar oren niet horen, maar dat kan alleen maar de geest in haar;daarom kan een mens dan pas iets zuiver geestelijks volledig erkennen, als de geest inde ziel geheel ontwaakt is en in haar is overgegaan.Wat echter inwendig in de ge est is, dat ken Ik en uit Mij dan weer de menselijkegeest, die met Mij of met Mijn geest identiek is; want hij is Mijn evenbeeld in de ziel,evenals de zon haar beeld in een spiegel legt.Zolang een ziel het lichaam bewoont, heeft ze dus goed gevormde lichaamshersenenonvermijdelijk nodig om goed en duidelijk te zien; maar misvormde hersenen kan zevoor het geestelijk zien helemaal niet gebruiken, evenmin als het kijken door de maagvoor haar geen resultaat heeft, omdat ze daar geen herinnering aan kan behouden.Want, hoewel alles ook in haar geestelijke hersenen voor eeuwig bewaard blijft, heeftze daarvoor toch geen oog of oor; dat heeft pas de in haar ontwaakte geest.

Gr.Ev.Joh. IV/256 (1 - 4) (De Heer) De aura'*'(fijnstoffelijk omhulsel; Lorberschrijft hier: 'Ausenlebenssphäre'.) van de ziel lijkt op de uitstraling van een aardslicht. Hoe verder van de vlam afstaand, des te matter en zwakker wordt ze tot tenslotteniets meer overblijft dan nacht en duisternis.Maar dat is niet het geval met de aura, de uitstraling van de geest. Die is gelijk deether, die de hele eindeloze ruimte geheel gelijk verdeeld vervult. Als de geest dan, inde ziel vrij opstijgend, in beweging geraakt, dan komt ook op hetzelfde ogenblik zijnaura ver naar buiten in beweging en zijn zien, voelen en handelen gaat dan zonder deminste beperking zo eindeloos ver naar buiten, als de ether tussen en in descheppingen de ruimte geheel vult: want deze ether is eigenlijk geheel identiek aan deeeuwige levensgeest in de ziel.Het onderscheid tussen de aura van een nog zo volkomen ziel en de aura van de geestis dientengevolge eindeloos en onuitsprekelijk groot.Hoewel er door de inwoning in de zielen delen van de algemene geest afzonderlijkaanwezig zijn, toch vormen ze dadelijk een volkomen eenheid met de algeest, zodraze de ziel tengevolge van de teweeggebrachte wedergeboorte geheel doordringen. Zeverliezen hun individualiteit daardoor beslist niet, omdat ze als brandpunten van hetleven in de mensenvorm der ziel ook dezelfde vorm bezitten en daardoor met hunziel, die eigenlijk hun lichaam is, als direct alles ziende en voelende geesten ooknoodzakelijkerwijs datgene voelen en zeer duidelijk waarnemen, wat er allemaal aanzeer individueels in de hun omvattende ziel voorhanden is.Dit is de reden waarom een ziel, die eenmaal door haar geest geheel vervuld is, danook alles zien, voelen, horen, denken en willen kan, omdat ze geheel één is met haargeest.

Gr.Ev.Joh. V/211 (3 - 7) (De Heer tot Epiphan) Heb je wel eens de grens ontdekt totwaar een gewekte ziel haar gedachten kan verheffen? Als de ziel dus al een eindeloosgedachtengebied heeft, wat kunnen we dan wel van de eeuwig goddelijke ge est in

Page 82: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

82

haar verwachten, die in zich de kracht, het licht en het leven zelf is?Ik zeg je dit: Deze geest is het die alles in de mensen schept en ordent; de ziel isechter als het ware slechts een substantieel lichaam, net zoals het lichaam dewoonplaats der ziel is, zo lang, tot ze daarin een zekere soliditeit heeft bereikt. Is datgebeurd, dan gaat ze meer en meer in de geest over en daardoor ook in het eigenlijkeleven, dat uiteraard een ware kracht, een waar licht is en vanuit zichzelf de ruimte, devormen, de tijd en de duur van de vormen in zich schept en ze levend en zelfstandigmaakt.En omdat ze voortkomen uit de oneindigheid en eeuwigheid van het ware leven,hebben ze daaraan ook de oneindigheid en eeuwigheid voor altijd voor en in zichzelfontleend.Niemand kan dus beweren, dat hij als mens een begrensd wezen is. Er zijn in zijnkleinste deeltjes nog oneindigheid en eeuwigheid te vinden, en daarom kan hij ook hetoneindige en eeuwige vatten. - Wie denkt, dat hij maar een zeer begrensde tijd leeft,vergist zich geweldig. Niets aan de mens is vergankelijk, hoewel hetnoodzakelijkerwijs wel wat betreft het materiele lichaam veranderlijk is, wat hetgemeen heeft met alle aardse materie; dat moet zo zijn, omdat het uit de macht vanhet zuivere leven haar toekomstige bestemming is, zelf in het zuivere leven en verderin het onveranderlijke leven over te gaan.Hoewel dus de vele verschillende delen en geledingen der materie en dus ook die vanhet menselijk lichaam worden veranderd, daarom houden ze toch niet op te bestaan,maar bestaan eeuwigdurend in een meer geestelijke en daardoor ook edeler vorm ensoort.

d] De ware erkenning van de wijsheid van God

Gr.Ev.Joh. VII /55 (3 - 12) (De Heer tot Nicodemus) Mijn woord en Mijn predikingkunnen jullie niet op de bepaalde verstandelijke wereldse manier van spreken dermensen en volgens hun wereldwijsheid worden gegeven; ze bewijzen het bestaan vande jullie volledig onbekende geest en zijn kracht, opdat je geloof en je toekomstigweten niet op de wijsheid van de blinde mensen berust, maar op de wonderbare krachtvan de geest uit God.Nu, deze wijze van spreken en beleren schijnt inde ogen van de wereldwijzen eendwaasheid, omdat ze van de geest en zijn kracht niets weten en met hun grovezintuigen niets waarnemen; maar toch is Mijn leer de hoogste en diepste wijsheid,echter slechts in de ogen en harten van volkomen mensen, die van goede wil zijn ende geboden van God altijd in acht hebben genomen. Maar voor de wijzen enmachtigen van deze wereld, die zullen vergaan evenals hun wijsheid vergaat, is Mijnleer dat niet.Ik spreek tot je over de verborgen wijsheid van God, die Hij al voor de schepping vandeze materiële wereld tot jullie eeuwige levens heerlijkheid heeft ingericht. Wat Ik nuopenbaar, dat openbaart Gods geest aan jullie geest, opdat ook jullie geest die dieptenin God doorvorst en erkent. Want slechts de geest doorziet en doorvorst alle dingen endaardoor gelouterd, doorvorst hij ook de diepten in God. En dus ontvangen jullie vanMij niet de geest der wereld die je nooit nodig zult hebben, maar de geest uit God, op-

Page 83: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

83

dat je door deze geest pas volledig zult kunnen vatten en begrijpen, wat je door Mijals van God is gegeven.Daarom kan Ik daarover niet met jullie spreken op de manier van menselijke wijsheiden daarom kunnen jullie Mij ook niet geheel begrijpen, omdat jullie geest je ziel nogniet helemaal heeft doordrongen. Als je ziel zich echter met alle liefde en vrije goedewil geheel in de geest uit God, die je nu zult ontvangen, zal bevinden, dan zullen jullieook vanuit jezelf alle dingen geestelijk kunnen beoordelen en alles wat je nu nogdonker en onbegrijpelijk voorkomt, zul je dan begrijpen en verstaan.Je verneemt nu echter toch reeds iets van de eeuwig ware geest van God en kunt ookal heel veel geestelijk beoordelen. Maar de geheel natuurlijke mens verneemt nietsvan de goddelijke geest in zich en als men daarover tegen hem spreekt dan lijkt hemdat een dwaasheid toe, omdat hij datgene wat zijn ziel zou kunnen richten op hetgeestelijke, niet in zich heeft. Want als een mens het geestelijke vatten en begrijpenwil, moet zijn ziel van tevoren volledig geestelijk gericht zijn, want alle leven, al hetware licht en elke ware kracht is slechts in de geest, die alleen alles richt en doorniemand gericht kan worden.De natuurlijke mens, nog zonder geest, is materie in het gericht en zijn natuurlijkeleven is hem door Gods geest slechts als een middel gegeven om daardoor het waregeestelijke leven in zichzelf op te wekken, als hij dat wil. En zo kan hij dan met zijnnatuurverstand wel Gods geboden als van Hem zijnde herkennen en dan de wil opvat-ten ze ook in acht te nemen en naar hen te leven en te handelen. Doet hij dat, dandringt de geest van God in zoverre al zo diep in zijn ziel, als hij de opvolging van dege boden in acht neemt en is doorgedrongen tot een geloof aan en een liefde tot God. -Als de ziel het daarin zover heeft gebracht en zo sterk is geworden, dat hij nooit meerterugvalt, dan is dat al een zeker bewijs, dat de geest uit God geheel in hem isdoorgedrongen en deze al zijn erkennen en weten geestelijk richt en zo'n ziel heeftdaardoor haar vroegere dode materie geheel overwonnen en is met de geest van Goddie haar doordrongen heeft één geest, één kracht, één licht en één waar,onverwoestbaar leven geworden, dat door niemand meer kan worden geoordeeld.Zoek daarom allen in de eerste plaats het ware rijk van God en zijn gerechtigheid, alhet andere zal je dan vanzelf toegeworpen worden; want dat zal dan de geest van Godin je doen.En Ik zeg je zoals het staat geschreven: Geen mensenoog heeft het gezien, geen oorgehoord en in geen mensenhart is opgekomen, wat God bereid heeft voor hen dieHem liefhebben en Zijn geboden onderhouden.

e) Het hartkamertje waarin het leven woont in zijn overeenkomstige betekenis

Gr.Ev.Joh. VIII/57 (10 - 14) (De Heer) Het positieve levenskamertje in het hart is -wat het lichaam betreftzeker het onaanzienlijkste partikeltje van het hele lichaam, het is donker en wordtnooit door de stralen van de zon verlicht en wordt zelfs door de mensen, aan wie hettoch hu_n leven geeft en verschaft, helemaal niet erkend en geacht. Ja, als mendaarover tegen de wereldwijzen zou spreken zouden ze zeggen: "Hoe kan nu hetmachtige algemene leven van een mens van een nauwelijks zichtbaar puntje

Page 84: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

84

afhangen?" Daar is echter duidelijk uit af te leiden, dat zelfs de grootste wereldwijzenbij lange na hun eigen levensfundament niet kennen, zoveel te minder dat van eenander sterfelijk mens.En toch moet elk mens, die zichzelf en God werkelijk wil erkennen, binnengaan in ditalleronaanzienlijkste hartkamertje van het leven en wel op de weg van de uiterstedeemoed en voegzaamheid en hij moet het daar ontvangen leven geestelijk weerteruggeven. Als een mens dat doet, dan vergroot hij het levenskamertje en verlicht hetdoor en door. Is dat dan gebeurd, dan wordt het hele hart en van het hart uit de helemens, verlicht en kent zichzelf en daardoor ook God, omdat hij dan pas kan ontwarenen zien hoe het leven in dit kamertje uit God naar binnen vloeit, zich daar verzamelten tot een vrij, zelfstandig leven uitgroeit.In dit kamertje woont dus de eigenlijke geest uit God en als de ziel van de mens in ditkamertje door de ware deemoed en voegzaamheid als de liefde van de ware mens totde eeuwige ongeschapen liefde van God binnentreedt, dan verenigt zich daardoor deziel met de eeuwige geest uit God en deze met de geschapen ziel en dat is dan juist nude wedergeboorte van de ziel in de geest uit God.Om te laten zien hoe een rechtvaardig mens moet doen om in zich tot de volleheerlijkheid van het leven binnen te gaan, heb Ik Zelf aan allen het voorbeeld gegevenen ben tot een ware wegwijzer in de grote scheppingsmens geworden, en ben daaromop deze aarde gekomen, omdat deze volgens Mijn eeuwige ordening precies met hetbevestigende hartkamertje overeenkomt, om zo tot Mijn eigen en daardoor ook totjullie grote heerlijkheid binnen te gaan in alle macht in de hemel en op allehemellichamen.Ik was al vanaf de eeuwigheid in Mijzelf in alle macht en heerlijkheid, maar toch wasIk voor geen enkel geschapen wezen een zichtbare of begrijpbare God, ook niet vooreen volmaakte engel. Als Ik Mij aan iemand, zoals Abraham, Isaak en Jacob,enigermate zichtbaar wilde maken, geschiedde dat daardoor, dat Ik een engel zodanigmet Mijn wil vervulde, dat hij dan op bepaalde ogenblikken Mijn Persoon uitbeeldde.Maar van nu af aan ben Ik voor alle mensen een zichtbare God geworden en heb voorhen de grondslag gelegd voor een volkomen, eeuwig en zelfstandig vrij en duswaarachtig leven en daarin juist bestaat Mijn eigen grote verheerlijking en zo dan ookdie van jullie.

f] De drie graden van levensvoleinding

Gr.Ev.Joh. VII /155 (1 - 13) (De Heer) Jullie hangen nog teveel aan de wereld en aanje grote schatten, waaraan veel bloed van weduwen en wezen kleeft. En dat is voor dewereldse mensen steeds een grote kloof, waarover zij heel moeilijk heenkomen. -Maar omdat bij God alle dingen mogelijk zijn, is het ook voor de nog zo verstoktewereldmens en zondaar mogelijk, zich snel en krachtig te veranderen, als zij ernstig inhet volle geloof en vertrouwen op God datgene doen, wat de goddelijke wijsheid henaanraadt. De mens moet dan in zichzelf door een plotselinge ommekeer van zijn wileen waar wonder bewerken, en wel in totale zelfverloochening, ten opzichte van alzijn vroegere zwakke punten, gewoonten, lusten en boze eigenschappen, die uit deongelouterde en onzuivere natuurgeesten van zijn vlees in de ziel opstijgen en haar

Page 85: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

85

verontreinigen en verminken. Nu tel eens op met hoeveel hartstochten van allerleisoort jullie zijn behept! Vat de ernstige wil op, ze allemaal los te laten en dan Mij nate volgen! Kunnen jullie dat, dan kun je ook spoedig tot een innerlijke levens-voleinding geraken; maar zonder dat is het erg moeilijk en moeizaam.Want de wil tot zonde wordt in de mens steeds ondersteund en wel door deprikkelingen en hartstochten van zijn lichaam; maar voor de wil tot het goede vindthij helemaal geen steun in zijn vlees, maar alleen in het geloof aan een ware God envooral in de liefde tot Hem, en daartoe ook in de hoop dat de hem door God gedanebeloften in vervulling zullen gaan.Wie dus door het vaste en levende geloof, door de liefde tot God en de naaste en doorde ontwijfelbare hoop al de boze hartstochten van zijn vlees kan bestrijden en dusgeheel meester over zichzelf is geworden, die wordt dan ook weldra Heer over degehele natuur. Hij bevindt zich juist daardoor, dat hij volkomen meester over zichzelfis geworden, al in de eerste graad van de ware innerlijke levensvoleinding, hoewel hetdan nog vaak niet zal ontbreken aan allerlei verzoekingen, die hem tot het begaan vande één of andere zonde zullen prikkelen.Is hij nu ook in staat met al zijn zinnen een vast verbond te sluiten, zodat ze zich vanalle aardse verleidingen afkeren en zich alleen maar tot het zuiver geestelijke wenden,dan is dat al een zeker teken vol van levenslicht, dat de innerlijke geest uit God de zielgeheel heeft doordrongen en de mens bevindt zich dan in de tweede graad van deinnerlijke, ware levensvoleinding.In deze graad is de mens ook die kracht en levenswijsheid eigen geworden, dat hij,omdat hij in zijn ziel geheel van de wil van God is vervuld, slechts naar deze kanhandelen en derhalve nooit meer een zonde kan begaan; want omdat hij zelf rein isgeworden, is voor hem ook alles rein.Maar hoewel de mens dan reeds een volkomen heer van de gehele natuur is en deduidelijkste overtuiging in zich draagt dat hij onmogelijk meer kan falen, omdat alzijn handelen door de ware wijsheid uit God wordt geleid, zo is en blijft hij daardoortoch slechts in de tweede graad van de innerlijke levensvoleinding.Maar er is nog een derde en hoogste graad van innerlijke levensvoleinding. Dezebestaat daarin, dat de voleindigde mens, wel wetend dat hij nu als een machtige heervan de natuur zonder zonde kan doen wat hij maar wil, nochtans zijn wilskracht enmacht deemoedig en zachtmoedig in toom houdt en bij alle doen en laten uit dezuiverste liefde tot God niet eerder iets doet, alvorens hij hiervoor direct van Godopdracht ontvangt. - Dat is juist voor de voleindigde heer van de natuur ook nog eenbehoorlijk zware opgave, omdat hij in zijn volle wijsheid altijd beseft, dat hij volgensde in hem zelf wonende wil uit God slechts goed kan handelen. Maar een nog diepergaande geest erkent ook, dat tussen de bijzondere wil van God in hem en de meestvrije en eindeloos algemene wil in God, nog een groot verschil bestaat, waardoor hijdan zijn bijzondere wil geheel ondergeschikt maakt aan de volkomen algemeengoddelijke wil en slechts dan uit toch altijd eigen kracht iets doet, als hij daartoedirect van de enige, volkomen eigen wil in God opdracht heeft gekregen. Wie datdoet, die is in zich tot de innerlijkste en allerhoogste levensvoleinding gekomen, diedan de levensvoleinding in de derde graad is.

Page 86: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

86

Gr.Ev.Joh. 1/3 (1) Als de mens zo gevormd door de wedergeboorte tot eenwaarachtig kind van God wordt, hetgeen hem door God de Vader of door de liefde inGod formeel is ingeschapen, dan geraakt hij tot de heerlijkheid van het oerlicht inGod, dat eigenlijk de Oergrond van het Goddelijke Zijn Zelf is.Dit Zijn is de eigenlijke eniggeboren Zoon van de Vader, evenzo als het licht in dewarmte van de liefde inwendig verborgen rust, zolang de liefde het niet tot levenbrengt en het vanuit zichzelf laat stralen. Dit heilige licht is dus ook de eigenlijkeheerlijkheid van de Zoon van de Vader, waartoe elke wedergeborene komt en aldaarzelf gelijk wordt aan deze heerlijkheid, die eeuwig vol genade is (Gods licht) en volwaarheid, die de ware werkelijkheid is en het vlees geworden woord.

"Want uit zijn volheid hebben allen de ene genade na de andere ontvangen".(Joh. 1 :16)

(Murel) O, gij Tijding der tijdingen, gij Stem der stemmen, gij Woord der woorden!Wie kan U weerstaan, zodra hij U in zijn hart heeft herkend? O, hoe verheven, heilig,groot en lieflijk en hoe eigen en bekend klinkt het uit de Vadermond in de oren vanhet zo lang uit het Vaderhart verbannen zwakke kind. Hoeveel duizenden en nog eensduizenden zaligheden stromen mij met die ene ademtocht uit de mond van Diegenetegemoet, die eens het 'er zij' in de eindeloze ruimte uitriep, waarop het in dieoneindige ruimte, die door geen eeuwigheid kan worden gemeten, noch ooit gemetenwordt, zich begon te roeren en te bewegen. - Laat al hetgeen ooit zijn kracht totzondige handelingen in mij legde trillen en beven; maar jij, mijn nieuwgeboren hart,verheug je en jubel luid! Zie, je Schepper, je God en Vader heeft je geroepen; daarom,volg de roep van deze Stem, die in je vezels het leven blies. O, Vaderstem, hoeharmonieus klinkt U in de oren van de kinderlijke liefde in het hart van een uit dedoodsslaap ontwaakt kind!

Gr. Ev. Joh. III/224 (12 - 14)

Appendix

JAKOB LORBER (1800-1864) en de werken van de nieuwe openbaring.

De uiterlijke gebeurtenissen in het leven van Jakob Lorber, die op 22 Juli 1800 inKanischa (Oostenrijk) werd geboren en zich als muziekleraar, musicus en componistvestigde te Graz, bleven bescheiden tegenover zijn roeping tot 'schrijfknecht vanGod', die hij in zijn veertigste levensjaar door het innerlijke Woord ontving enwaaraan hij vervolgens tot aan het einde van zijn leven in onwankelbare trouwgehoorzaamde.Op 15 Maart 1840, toen hij in zijn morgengebed was verzonken, hoorde hij eeninnerlijke stem, die uit zijn hart scheen te komen en hem duidelijk toesprak: 'Sta op,neem je griffel en schrijf!' Lorber gehoorzaamde deze geheimzinnige stem, nam zijn

Page 87: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

87

pen en schreef woord voor woord op wat hem innerlijk gedicteerd werd. De eerstezinnen luidden: 'Zo spreekt de Heer tot iedereen en dat is waar, getrouwen gewis. Wiemet Mij spreken wil, kome tot Mij en Ik zal hem het antwoord in zijn hart leggen.Echter alleen maar de reinen, wier hart vol deemoed is, zullen de klank van MijnStem vernemen.'Er was hem juist een aanstelling als kapelmeester in Triëst aangeboden, doch hij weesdeze af en volgde zijn roeping door het opschrijven van het in zijn binnenstegedicteerde woord en dat deed hij tot aan zijn dood in 1864.Zijn biograaf en vriend gedurende tientallen jaren, Karl Gottfried Ritter von Leitner,bericht daarover: 'Het gezicht rustig en luisterend, ononderbroken schrijvend, nooitstokkend, nooit zich bezinnend, gleed zijn pen over het papier.' Zo ontstond in eentijdsverloop van 24 jaren een uniek werk, dat heden 25 boekdelen van ongeveer 500bladzijden vult, de kleinere geschriften niet meegerekend.Er is voor deze stille, uitermate bescheiden en deemoedige man Jakob Lorber beslistgeen voorbeeld te noemen en geen 'categorie' te vinden, of we hem nu als mysticus ofals ziener beschouwen, dan wel, zoals in zijn tijd het geval was, als een mediamiekgenie. De mensheid ontving middels hem een werkelijk omvattend antwoord op haarduizenden jaren oude vragen naar het vanwaar, het waarheen en het waarom van hetleven. Lorbers door Goddelijke inspiratie ontvangen geschriften bieden eengeestelijke beschouwing der wereld, die niet alleen de christelijkevernieuwingstendenties, maar ook de wetenschap, ja het hele levensgevoel van dehedendaagse mens verklaren. Zijn werken zijn even tijdloos als actueel.Wij laten hier een korte samenvatting volgen, die Dr.Walter Lutz als inleidendoverzicht publiceerde in het tijdschrift 'Das Wort'.

Tien voornaamste punten uit De nieuwe openbaring door Jakob Lorber.

1. De grondslag der wereld

Volgens Lorber bestaat er geen stof in de betekenis die het materialisme daaraangeeft. Alles is energie, namelijk Gods- of geestkracht, gesplitst in allerkleinsteoerstofdeeltjes (oerlevensvonken). Ook het vroeger als kleinste deeltje beschouwdeatoom is een uit talloze deeltjes bestaand levend universum in het kleinste formaat(vergelijk hiermee de nieuwste ontdekkingen der kernfysica). Uit de oergronddeeltjes(tegenwoordig elektronen of kwanten genaamd) - die niets anders zijn dan zelfstandiggemaakte gedachtenkrachten van God - is de hele wereldruimte planmatigopgebouwd.

2. Het wezen van God

God is de eeuwige oneindige geest, de oerkracht en het fundament van alle zijn. Zijnvoornaamste eigenschappen zijn liefde, wijsheid en wilskracht. Zijn heilige geest vulthet heelal (de 'wereldziel' van de antieken). Maar deze oneindige algeest heeft eeninnerlijk machtscentrum, van waaruit als uit een zon gedachten en wilskracht in deschepping uitstromen, om na een grote kringloop tot levensvoleinding weer terug te

Page 88: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

88

keren. In dit oermachtscentrum bevindt zich God als bestaand Wezen en wel in dehoogste van alle levensvormen: als volkomen 'Geest-Oermens'. (God schiep demensen naar Zijn beeld). Vanuit dit oermachtscentrum is de geest van God eeuwigscheppend bezig. De hele schepping is een geweldig ontwikkelings- envervolmakingproces van de Goddelijke gedachten en ideeën. Het voltrekt zich onderontzagwekkende, door rustperioden gescheiden tijdperken ('scheppingsdagen, vaneeuwigheid tot eeuwigheid').

3. De geestelijke oerschepping

Aan de voor ons zichtbare stoffelijke schepping gingen geestelijke scheppingenvooraf. God heeft toen uit de als het ware buiten zichzelf geplaatste oerlevensvonkgrote geestelijke wezens geschapen volgens Zijn beeld (oer-aartsengelen), die zelfmeerdere aan hun gelijke geestelijke wezens in het leven konden roepen. Zoontstonden legioenen grote geestelijke wezens (engelen), die zich volgens hetordeningsgebod van de Gods- en broederliefde zouden ontwikkelen, tot ze aanGodgelijk zouden zijn. Een deel van deze wezens verviel onder leiding van hunhoofdgeest Satana (Lucifer) krachtens hun vrije wil in grenzeloze eigenliefde enzelfverheerlijking. Volgens de eeuwige ordening moest echter de voedendelevensstroom uit God opdrogen voor degenen, die van God afvallig werden. Daardoorverstarden ze als het ware en verdichtten ze zich tot hulpeloze massa's. Door verdich-ting van de geestelijk-etherische oeressenties (materialisatie) ontstonden zo in descheppingsruimte de oernevels van de materie of van de wereldstof.

4. De stoffelijke materiële schepping

Zouden de gevallen oerwezens eeuwig in de ban van hun gericht blijven of tochnog tot voleinding teruggevoerd worden in Gods heilige levensorde? De goddelijkeliefde erbarmde zich over de gevallen geestenwereld. Met behulp van de trouwgebleven engelgeesten bouwde de Schepper het materiële universum uit deoernevelen van de wereldstof, door deze in te lijven en tot nieuw leven te brengen; ditbeeldt in zijn geheel het verhaal van de 'verloren zoon' uit. (hiermee is het ontstaanvan de wereld volgens Kant-Laplace geestelijk verklaard). Hiermee begon God in detalloze wereldsystemen en op de wereldgloben een verlossing van de in de materiegebonden wezens.

5. Doel van het natuurleven

Op alle hemellichamen worden door het Goddelijk bestuur de verstardewereldstofmassa's meer en meer losgemaakt. Deze losgemaakte luciferischelevensvonken worden door de engelen, de dienaren van de Schepper, naar diensliefdevolle en wijze heilsplan in de rijken van de natuurwereld gebracht en wel insteeds nieuwe geestelijke louteringsscholen. Dit gebeurt doordat ze - tot steeds meeromvattende verbintenissen of 'zielen' verenigd - in steeds hogere levensvormentrapsgewijs door het mineraal -, planten - en dierenrijk worden omhoog geleid.

Page 89: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

89

(Darwins ontwikkelingsleer vanuit een allesomvattend geestelijk gezichtspunt). De'natuurzielen' worden op deze geestelijk lichamelijke weg geleid tot de bouwen hetgebruik van hun tijdelijk levensomhulsel (alle scheppingen van de drie natuurrijken).Ze beginnen daardoor hun tegen Gods ordening ingaande zelfzucht zo langzamerhandte overwinnen en zich tot de hemelse ordening van dienen in wederzijdse liefde tebekeren (opbouw van gemeenschappelijke verbintenissen, organismen). Het evangeliepredikt ook de verlossing van alle creaturen door de macht van de liefde.

6. De mens - het einddoel van deze ontwikkeling

De op deze manier uit de luciferische materie opgestegen mensenziel moet - onderinvloed van de haar ingeblazen, goddelijke geest - of liefdesvonk - zich nu in hetaardse leven waar maken. Door vrijwillig de liefdesgeboden van God te gehoorzamenzal de mens zich steeds verder tot een waarlijk kind van God ontwikkelen, omtenslotte als hij dat doel bereikt heeft, tot de ware vrijheid en zaligheid van het eeuwi-ge leven binnen te gaan.

7. Het wezen van Jezus

Toen de schepping zover was gerijpt dat ze de diepste onthulling van de goddelijkeliefde - de Godheid als 'Vader' - kon begrijpen, koos God de naar het uiterlijk zoonaanzienlijke aarde voor de grootste liefdedaad van Zijn erbarming uit. Hier, waar deinnerlijkste geestkern van Lucifer in de ban wordt gehouden, hulde God Zijn geest-menselijk oermachtscentrum in het gewaad van de materie ('en het Woord werdvlees'.). In Jezus Christus trad God Zelf het mensenrijk binnen om deze en tevens allegeesten uit de oneindigheid te onderrichten. Als machtigste getuigenis van Zijn liefdetrok Hijzelf het kleed van de materie aan om de gevallenen uit het gericht te verlossenen de gelouterden dan in het Vaderhuis terug te voeren (gelijkenis van de verlorenzoon).De geest van Jezus, het heilig oermachtscentrum van God, is de 'Vader'. De ziel vanJezus (en zijn lichaam), dat wil zeggen het menselijke, is de door de Vader geschapen'Zoon'.De in de oneindigheid uitstralende Godskracht, uitgaande van de Vader door de Zoon,is de 'Heilige Geest'.En zo zijn in Christus de Vader, de Zoon en de Heilige Geest verenigd (de oplossingvan het drie-eenheidvraagstuk). Jezus: 'Wie Mij ziet, ziet de Vader', en: 'Ik en deVader zijn één!'.

8. De heilsweg tot de geestelijke wedergeboorte

Als de enige tot de voleinding en eeuwig leven in God voerende weg predikte Jezusde grondwet van de gehele schepping: 'Heb God boven alles lief en de naaste alsjezelf. Noch uiterlijke goede werken (ontvangen van het sacrament), noch uiterlijkegeloofsgerechtigheid (geloofsbelijdenis), zijn voldoende; ze zijn hoogstenshulpmiddelen op de heilsweg van de zuivere daadkrachtige liefde, de oergrond van

Page 90: Jakob Lorber-Weg Tot Geestelijke Wedergeboorte

90

alle zijn. Is met behulp van Gods geest in de mens de zuivere hemelse liefde totonbeperkt heerser geworden, dan is de mens aan het gericht der materie ontgroeid enheeft hij de geestelijke wedergeboorte bereikt. Dan vermag de gelouterde ziel, die metde haar ingeplante geest uit God dan volledig verbonden is, tot een waar kind vanGod uit te groeien, één met haar Schepper en hemelse Vader en ze heeft dan eeuwigdeel aan de volheid van Zijn goddelijke levens - en werkingskrachten.

9. De verdere ontwikkeling in het hiernamaalsDe meeste mensen van de aarde treden na de dood van hun lichaam nog

onvolmaakt in de fijnstoffelijke sfeer van het hiernamaals binnen. De goddelijkeliefde biedt hen daar nieuwe mogelijkheden om zich te scholen, zodat tenslotte allen -zij het vaak op moeilijker en pijnlijker manier - toch nog tot voleinding komen. Wanthet goddelijk plan van een algemene verlossing kent geen eeuwige verdoemenis!Om dit einddoel te bereiken komen de nog onrijp uit het leven scheidende zielen aan'gene zijde', dat wil zeggen in de voor de aarde onzichtbare, geestelijke wereld eerst ineen soort droomleven. Hier valt hen tot hun belering een door hen beschermendemachten geleid innerlijk geestelijk schouwen ten deel, dat al naar gelang van hungoede of boze instelling een paradijselijke verrukking of een helse pijn bij henoproept. Hemel en hel zijn dus geen plaatselijke bepalingen, maar geestelijkeontwikkelingsstadia van de ziel. Sterk op zichzelf gerichte, aardegebonden zielenworden ook wel verder opgevoed door opnieuw in het leven geroepen te worden(reïncarnatie) op andere stoffelijke werelden of soms ook op deze planeet.

10. Het doel der voleindingZielen, die zich op aarde of in het hiernamaals tot zuivere Gods- en naastenliefdelieten louteren, geraken in een steeds nieuwe en gelukkig makende werkelijkheid.Hun geestelijk zien en innerlijke kracht nemen toe in de drie opeenvolgende hemelen,in overeenstemming met de zuiverheid en sterkte van hun liefde. De eindelozeopklimming in gelukzaligheid van de voleindigde wezens bestaat uit een steeds diepererkennen van God, een steeds grotere liefde tot Hem en al Zijn schepselen, alsook ineen steeds intensiever medewerken aan het verheven werk der schepping als deopenbaring van alle zijn en leven. Deze korte aanduidingen laten al zien dat bij Lorbersprake is van een omvangrijke geestelijke religie, logisch opgebouwd volgens eenvastomlijnd plan. Ze brengt ons een verheven levensleer van de zuiverste liefde engrootste daadkracht, waarvan de Godheid, de Vader in Jezus, de grondslag vormt. Devolle rijkdom en veelzijdigheid van de leer maakt zich evenwel pas dan kenbaar, alsmen de Lorberwerkengrondig bestudeert. Ze bieden juist datgene, waarnaar de hoogste geesten van onzegeneratie diep en ernstig streven: een synthese te vinden tussen de Heilandsleer vande Bijbel en de ontwikkelingsgedachte der wetenschap. Dat leidt tot eenovereenstemmend, aan geen confessie gebonden Christendom, dat door zijn karaktervan liefde en de diepte van zijn erkenning alle mensen tot een edelgezinde geestes -en levensgemeenschap vermag te verenigen.