Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

106
JAARSTUKKEN 2013

description

Lees de jaarstukken van Waterschap Zuiderzeeland 2013

Transcript of Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

Page 1: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

JAARSTUKKEN 2013

Page 2: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013
Page 3: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING 5

PROGRAMMAVERANTWOORDING

1 PROGRAMMA VEILIGHEID 12

2 PROGRAMMA VOLDOENDE WATER 18

3 PROGRAMMA SCHOON WATER 24

4 BEDRIJFSVOERING 30

5 VERPLICHTE PARAGRAFEN 415.1 Algemeen 415.2 Ontwikkelingen sind het vorige begrotingsjaar 415.3 Incidentele baten en lasten 415.4 Ontrekkingen aan voorzieningen en bestemmingreserves 425.5 Waterschapbelastingen 425.6 Weerstandsvermogen 445.7 Financiering 465.8 Verbonden partijen 485.9 EMU-saldo 515.10 Topinkomens 52

BEGROTING, RESULTAAT EN RESULTAATBESTEMMING

6 ANALYSE BEGROTING EN RESULTAAT 566.1 Begroting en prognose financieel jaarresultaat 566.2 Analyse gerealiseerd resultaat 58

7 RESULTAATBESTEMMING 61

JAARREKENING

8 BALANS 678.1 Balans per 31 december 678.2 Toelichting op de balans 67

9 EXPLOITATIEREKENING 819.1 Exploitatierekening naar kosten- en opbrengsoorten 819.2 Analyse gerealiseerd resultaat 819.3 Exploitatierekening naar programma’s 899.4 Exploitatierekening naar kostendrager 919.5 Melding in het kader van de WNT 92

10 OVERIGE GEGEVENS 9410.1 Gebeurtenissen na balansdatum 9410.2 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 94

BIJLAGEN

11 FINANCIËLE BIJLAGEN 98

Page 4: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013
Page 5: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 5

INLEIDING

Zou 2013 op het eerste gezicht een ‘ gewoon’ jaar worden, dat veranderde al in januari toen dijkgraaf Henk Tiesinga aankondigde per 1 oktober te gaan stoppen. Na 20 jaar dijkgraaf te zijn geweest, eerst van het Waterschap Noordoostpolder en vanaf 2000 van Waterschap Zuiderzeeland besloot hij terug te treden. Dit betekende voor de organisatie niet alleen het organiseren van zijn afscheid, maar ook de zoektocht naar een kundig opvolger. Beide zijn zeer geslaagd. Door snel optreden is er geen ‘gat’ ontstaan tussen het stoppen van Henk Tiesinga en het aantreden van een nieuwe dijkgraaf. Met ingang van 1 oktober 2013 werd namelijk Hetty Klavers benoemd als dijkgraaf van Waterschap Zuiderzeeland. Zij kende Zuiderzeeland al goed door haar vorige functie, Programmadirecteur van het Deltaprogramma IJsselmeergebied. Met het aantreden van Hetty Klavers is Zuiderzeeland er in geslaagd een waardig opvolger van Henk Tiesinga te vinden.

2013 is een bijzonder jaar geweest: ondanks een organisatie-ontwikkeling binnen de werkorganisatie is het werk gewoon doorgegaan. Ondanks dat de reorganisatie heel veel van de organisatie heeft gevraagd, heeft extern niemand er iets van gemerkt. Dit is vooral gerealiseerd dankzij de enorme inzet van heel veel medewerkers. Op 1 september was de nieuwe organisatie een feit. Per die datum werd afscheid genomen van het sectorenmodel en deed het directiemodel zijn intrede. Gekozen is voor een driekoppige directie. Het aantal afdelingen is teruggebracht naar acht. Maar dit traject, gedoopt tot Water Werkt, is niet ingezet om het organogram aan te passen. Er is een duidelijke sturingsfilosofie gekozen, volgens welke de organisatie de komende jaren gaat werken. Het ‘kantelen’ van de organisatie op 1 september was eigenlijk de eerste stap in een langlopend proces. Belangrijk aandachtpunt daarbij is de verandering van de cultuur. Cultuurverandering vergt vaak een lange adem. Binnen de werkorganisatie is het traject dat moet leiden tot de gewenste verandering van de cultuur met enthousiasme opgepakt.

Belangrijk in het verslagjaar was dat er eindelijk duidelijkheid is gekomen over de waterschapsverkiezingen die eigenlijk al in 2012 hadden moeten worden gehouden. Er is voor gekozen om de verkiezingen voor de waterschappen gelijk te houden met die voor Provinciale Staten. Dit betekent dat inwoners van Flevoland in 2015 twee stembiljetten krijgen. Hiermee worden voor Zuiderzeeland voor het eerst stembusverkiezingen gehouden en wordt afscheid genomen van het brief in brief stemmen. De hoop leeft dat deze vorm en het moment, samen met de verkiezingen voor Provinciale Staten, bijdragen aan een grotere opkomst bij de verkiezingen. Het heeft ook de consequentie dat de huidige leden van het Algemeen Bestuur drie jaar langer zitten dan gepland. Inmiddels hebben vijf leden de AV verlaten en zijn opgevolgd door nieuwe leden.

Maar zoals we al zeiden is het werk ondanks de organisatie-ontwikkeling gewoon doorgegaan. In januari is het boek ‘Tranen op het land’ verschenen. Een boek vol verhalen met Zeeuwen, Brabanders en Zuid Hollanders die na de Watersnood van 1953 opnieuw zijn begonnen in de Noordoostpolder. Tijdens een indrukwekkende bijeenkomst in Emmeloord is het boek gepresenteerd in aanwezigheid van ruim 150 mensen waaronder de betrokkenen. Van het boek is inmiddels de vijfde druk verschenen. De aanvragen voor het boek komen uit heel de wereld.

Naast de ‘gewone’ werkzaamheden in het landelijk gebied, zoals maaien, wateraanvoer, oeveronderhoud en baggeren lopen er twee grote projecten. De versnelde aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers ligt uitstekend op schema. Er zijn in 2013 heel wat kilometers aangelegd. Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen voor de aanleg in 2014 en 2015. Een ander groot project in het buitengebied is de herprofilering van de kavelsloten. In 2013 is vooral tijd besteed aan het informeren van de aangelanden door middel van demonstraties. Komend jaar moet worden gekeken hoe verder wordt gegaan met dit project. Ook het akkerrandenproject en het project erfafspoeling hebben in 2013 de nodige aandacht gevraagd.

Page 6: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D6

In het stedelijk gebied is Waterschap Zuiderzeeland sinds 2011 verantwoordelijk voor het waterbeheer. Ook hier gaat het voornamelijk om baggeren en oeveronderhoud. Samen met de bewoners die aan het water wonen en wat in eigendom hebben, wordt gekeken hoe zij het beste hun verantwoordelijkheid kunnen nemen om hun eigendom goed te onderhouden.

Niet alleen waterbeheer is een kerntaak van Zuiderzeeland, maar ook het inzamelen en reinigen van het afvalwater van de huishoudens in Flevoland. Uit de benchmark is gebleken dat Zuiderzeeland met zijn vijf grote afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI) bij de top van Nederland behoort. Installaties die wel steeds moeten worden aangepast en gemoderniseerd. In 2013 is gestart met aanpassingen en renovatie van de AWZI Dronten. Na afronding van dit project voldoet Dronten weer aan de nieuwste eisen en kan deze weer jaren mee. De samenwerking met de gemeenten in ons beheergebied inzake de optimalisatie van de afvalwaterketen is in het verslagjaar onverminderd doorgegaan.

De samenwerking van ons waterschap met de oostelijke waterschappen in Waterkracht is in het verslagjaar verder uitgewerkt. De businessplannen zijn gereed gekomen en de algemene besturen zijn akkoord gegaan. Op 1 april 2014 gaat de samenwerking formeel van start. Ook deze samenwerking heeft heel veel tijd en inspanning van de werkorganisatie gevraagd. Er gaat samen gewerkt worden op de thema’s inkoop, zuiveren, personeel en ICT.

Dit zijn zo maar een paar voorbeelden van de vele zaken die bij Waterschap Zuiderzeeland spelen. Ontwikkelingen die veel werk opleveren, maar die ook veel energie geven. Stilstand is nog steeds achteruitgang. Dit terwijl we vooruit willen en moeten. Daarom bewegen we mee met de ontwikkelingen om ons heen. Maatschappelijk verantwoord en tegen maatschappelijk verantwoorde kosten. Dat zijn nog steeds de uitgangspunten. Ook in 2014!

Het verslag voert u langs de programma’s Veiligheid, Voldoende water en Schoon water. Daarna worden de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering en de overige verplichte paragrafen besproken. Na het beleidsgedeelte vindt u de financiële verantwoording.

Lelystad, 8 mei 2014

College van Dijkgraaf en Heemraden

Page 7: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 7

Page 8: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013
Page 9: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

PROGRAMMA-VERANTWOORDING

Page 10: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D10

Page 11: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 11

PROGRAMMA VERANTWOORDING

TOELICHTING PROGRAMMAVERANTWOORDING

Sinds 2009 heeft Waterschap Zuiderzeeland een programmabegroting en programma verantwoor-ding. Dit is een gevolg van de invoering van de gewijzigde Waterschapswet per 1 januari 2009. Een programmaverantwoording houdt in dat de verantwoording is opgebouwd uit programma’s. Elk programma is gericht op het realiseren van verbeteringen (maatschappelijke effecten) in het beheergebied.

De Algemene Vergadering heeft begin 2008 de indeling in de volgende programma’s vastgesteld:1. Veiligheid2. Voldoende water3. Schoon water

De inhoud van de programma’s is gebaseerd op het strategische beleid uit het waterbeheerplan en de diverse beleidsplannen die de Algemene Vergadering heeft vastgesteld. De programma’s geven daarmee een integraal overzicht van het actuele beleid. Op basis van dit overzicht heeft de Algemene Vergadering in de begroting prioriteiten aangegeven en op punten beleidsplannen bijgestuurd. De programmaverantwoording is de verantwoor-ding op de uitvoering van de beleidsplannen van het afgelopen jaar.

Paragraaf BedrijfsvoeringIn het jaar 2007 heeft de Algemene Vergadering besloten om de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting, tussentijdse rapportages en jaarrapportage te gebruiken om het totaaloverzicht van de bedrijfsvoeringaspecten van alle programma’s gezamenlijk te geven. Deze paragraaf is beleidsmatig kaderstellend voor de bedrijfsvoering. In de paragraaf zijn geen kosten opgenomen. De kosten van de activiteiten zijn over de programma’s verdeeld.

OPZET PROGRAMMAVERANTWOORDING

De programmaverantwoording heeft een vaste opzet. 1. Het eerste deel van de programmaverantwoording geeft aan wat het beoogd effect is van het

programma. 2. In het tweede onderdeel worden de programmadoelen beschreven. 3. Het derde deel geeft een opsomming van activiteiten die voor het realiseren van de doelstellingen

zijn uitgevoerd. Meestal gaat het over de uitvoering van nieuw beleid of beleidsintensiveringen.4. Het vierde deel geeft de netto lasten van het programma weer.

Page 12: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D12

1 PROGRAMMA VEILIGHEID

1.1.1 WAT IS HET BEOOGD EFFECT?

Hoog buitenwater is een reële bedreiging voor de veiligheid in Flevoland. De primaire waterke-ringen beschermen Flevoland tegen deze bedreiging. Het waterschap wil de veiligheid ook in de toekomst blijven waarborgen. Door te werken aan veilige, robuuste en duurzame waterkeringen anticipeert het waterschap op sociale, ruimtelijke, economische en klimatologische ontwikkelingen. Regionale keringen kunnen zowel binnen- als buitendijks liggen. De veiligheid van Flevoland tegen overstromingen wordt binnendijks onder-steund door een compartimenteringsdijk (Knardijk). De buitendijkse gebieden worden door middel van regionale keringen beschermd tegen de dreiging van hoog water.

1.1.2 WAT ZIJN DE PROGRAMMADOELEN?

1. Alle primaire waterkeringen voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen.2. Alle binnendijkse regionale waterkeringen voldoen vanaf 1 januari 2015 aan de

provinciale veiligheidsnormen. 3. Alle buitendijkse regionale waterkeringen voldoen vanaf 1 januari 2015 aan de

provinciale veiligheidsnormen.

1.1.3 WAT HEBBEN WIJ IN 2013 GEDAAN?

ALGEMEEN

DeltaprogrammaHet Deltaprogramma is een nationaal programma waarin overheden en maatschappelijke organisaties samenwerken aan de waterveiligheid en zoetwatervoorziening voor de toe-komst. Het Deltaprogramma moet in 2014 uitmonden in vijf deltabeslissingen. De uitvoering van het Deltapro-gramma vindt plaats in negen deelprogramma’s, waarvan drie een generiek thema behandelen en zes gebiedsgerichte thema’s.

Deltaprogramma IJsselmeergebiedVoor Waterschap Zuiderzeeland is logischerwijs vooral het Deltaprogramma IJsselmeer-gebied (DPIJ) relevant, aangevuld met de drie generieke programma’s Veiligheid (DPV), Zoetwater (DPZ), Nieuwbouw & Herstructurering (DPNH). Ieder deelprogramma heeft een programmabureau voor de dagelijkse uitvoering en aansturing. Waterschap Zuiderzeeland heeft twee medewerkers gedetacheerd bij het Deltaprogramma IJsselmeergebied. Daar-naast kent ieder deelprogramma een bestuurlijke begeleidingsgroep. Dijkgraaf Hetty Klavers is medevoorzitter van de Bestuurlijke Kerngroep IJsselmeergebied (BKIJ).

In 2013 zijn de voorlopige keuzes uitgewerkt tot de concept deltabeslissingen. Deze concept deltabe-slissingen zijn eind 2013/begin 2014 voorgelegd aan de besturen van provincies, gemeenten en waterschappen.

De concept-deltabeslissing over het peil van het IJsselmeer en Markermeer maakt duidelijk dat de anderhalve meter peilstijging van het IJsselmeer van de baan is. Dit is teruggebracht naar een gelijk-blijvend winterpeil en een beperkt flexibel zomerpeil. Deze richting biedt voor Flevoland nauwelijks knelpunten en biedt de regio meer beschikbaar zoetwater.

Page 13: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 13

Binnen het programma Veiligheid wordt de nieuwe normering voor keringen voorbereid. De systematiek waarmee de normen worden afgeleid zal veranderen in een meer risico-gerichte benadering. Binnen deze nieuwe systematiek wordt gekozen voor een basisveiligheidsniveau voor alle Nederlanders. Afhankelijk van het aantal inwoners en de economische waarde achter de dijk kan daarbovenop een extra veiligheidsniveau worden gerealiseerd. De concept-normwaarden zijn eind 2013 afgeleid en zullen in 2014 regionaal worden getoetst en bestuurlijk besproken. IJsseldelta ZuidAfgelopen jaar stond in het teken van de voorbereiding voor de uitvoering van fase 1 van het Project IJsseldelta Zuid. Na voltooiing van de aanleg in fase 1 kan de bypass beperkt worden ingezet voor hoogwaterafvoer. Deze maatregel is alleen in uiterste nood toe te passen en is van strikt tijdelijke aard. Deze waterafvoer wordt qua debiet begrensd doordat de aanpassing van de waterstaatswerken deels in fase 2 voorzien is. Daarom is het systeem in fase 1 nog niet op volle sterkte.

De inzet van Waterschap Zuiderzeeland in dit proces richt zich met name op het borgen van de veiligheid in het beheergebied, maar ook op het beperken van ongewenste effecten. Door actieve inbreng op vlak van ontwerp, monitoring, beheer en inzet van inhoudelijke expertise draagt Waterschap Zuiderzeeland bij aan een gedegen voorbereiding van het project.

Een aantal activiteiten:• Monitoring waterstanden. De mogelijke kweleffecten in het beheergebied van Zuiderzeeland

kunnen worden bepaald doordat Zuiderzeeland sinds 2 jaar in het effectgebied een meetnet heeft uitgezet. Er is dus voorzien in een nulmeting. De bekleding van de bypass kan bepalend zijn voor de mate van kwel, dus blijvende aandacht hier-voor in de uitvoering is van belang.

• Het agenderen van het opstellen van een bedieningsprotocol voor inzet van de bypass. • Het onderzoeken van de kans op falen van de Roggebotkering na inzet en effecten daarvan,

ook met inachtneming van de nieuwe risicobenadering, op de kering in het beheergebied van Waterschap Zuiderzeeland

• Betrokkenheid bij het borgen van de tijdelijkheid van fase 1 en de verbondenheid van fase 1 en fase 2

Markermeer en IJmeerDe Rijksstructuurvisie Amsterdam – Almere – Markermeer en de bijbehorende bestuurs-overeen-komst zijn in 2013 vastgesteld. De Bestuursovereenkomst RRAAM is ondertekend door de acht RRAAM-partners, te weten de provincies Utrecht, Noord-Holland en Flevoland, de stadsregio Amsterdam, de gemeenten Amsterdam en Almere en de ministeries van Binnenlandse Zaken en Infra-structuur en Milieu namens het Rijk.

De Rijksstructuurvisie schetst de ambitie van het rijk voor het noordelijk deel van de Randstad. Centraal in de visie staat de verdere groei van Almere met, in principe, 60.000 woningen. Daarbij wordt uitgegaan van een hoogstedelijke ontwikkeling aan de westkant van de stad met een IJmeerlijn als stip op de horizon. Dit alles gebeurt met een adaptieve aanpak, dat wil zeggen zonder vaste einddatum, op basis van de concrete marktvraag.

De voor ons waterschap belangrijkste onderwerpen uit de Rijksstructuurvisie zijn komen te vervallen (buitendijkse ontwikkeling IJland/vooroevers bij Lepelaarsplassen) of ver vooruitgeschoven (aanleg IJmeerlijn).

Het Markermeer-IJmeer is onderdeel van de Rijksstructuurvisie en groeit hierin uit tot een omvangrijk natuur- en recreatiegebied dat van essentiële waarde is voor de aantrekkingskracht van de regio. Het Rijk ziet een Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem (TBES) als het gewenste toekomst-perspectief voor het Markermeer-IJmeer. Voor het TBES wordt net als voor de overige onderdelen van de structuurvisie ingezet op een gefaseerde aanpak, zodat maximaal kan worden ingespeeld op de wijze waarop de natuur daadwerkelijk reageert op de maatregelen.

Page 14: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D14

Na het vaststellen van de Rijksstructuurvisie is de Stuurgroep Markermeer IJmeer ingesteld om te komen tot de gewenste versterking van het Markermeer-IJmeer. Deze stuurgroep is verantwoordelijk voor de afstemming van de ontwikkelingen in het Markermeer-IJmeer, de ecologische boekhouding in samenhang met de natuurmonitoring en het opdrachtgeverschap van verschillende projecten.

Het Samenwerkingsverband Markermeer-IJmeer in zijn huidige samenstelling, waaronder Waterschap Zuiderzeeland, blijft in de nieuwe structuur bestaan. De rol van het Samenwerkingsver-band is het adviseren van de Stuurgroep Markermeer-IJmeer.

Waterschap Zuiderzeeland neemt deel aan het Samenwerkingsverband TMIJ en doet dit vanwege de betrokkenheid van het waterschap bij de Bestuurlijke Kerngroep IJsselmeer (BKIJ), de groei van Almere, de relatie met het Nationaal Waterplan en het Deltaprogramma.

Waterschap Zuiderzeeland vertegenwoordigt in het Samenwerkingsverband Markermeer-IJmeer ook het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht.

Beleid waterkeringenHet ‘Beleid waterkeringen’ bestaat uit het huidige beleid voor de waterkeringen, te weten:• Beleid bouwen nabij primaire waterkeringen;• Beleid waterkeringen voor de onderdelen windmolens, kabels&leidingen en beplantingen;• Beleidsnotitie medegebruik primaire waterkeringen.

In 2013 heeft Waterschap Zuiderzeeland in twee projecten medegebruik keringen geparticipeerd door middel van een financiële bijdrage. In de Ramspoltoren zijn informatiepanelen aangebracht over de ontstaansgeschiedenis en het waterbeheer van de Noordoostpolder. Bij de Rotterdamse hoek zijn een brug over de kwelsloot en een trap op de dijk aangelegd. Hierdoor kunnen bezoekers de lichtopstand bereiken. Dit is een stenen gebouw op de dijk dat vroeger een functie had voor de scheepvaart. Vanaf dat punt is een mooi overzicht over het IJsselmeer en het natuurgebied. Via infor-matiepanelen worden bezoekers geïnformeerd over het gebied. Eind 2013 heeft Waterschap Zuider-zeeland besloten om een bijdrage te leveren aan het monument ‘Prima Mensen’. Het monument is een hommage aan mensen die wat betekenen voor de samenleving van Flevoland. In 2014 zal het monument worden neergezet op de overgang van de Harderdijk naar de Bremerbergdijk.

PRIMAIRE WATERKERINGEN OP ORDE

Nieuwe normering In het Deltaprogramma wordt een nieuwe normering voor waterveiligheid ontwikkeld. De huidige normering voor waterkeringen stamt uit de jaren zestig. Sindsdien is door bevolkingsgroei en economische groei de beschermde waarde achter de dijken sterk toegenomen. In Flevoland is dit mogelijk nog meer dan elders het geval. Tegelijkertijd hebben we in Nederland meer zicht gekregen in hoe dijken functioneren en zijn we beter in staat de gevolgen van een overstroming te koppelen aan de kans. De huidige, wettelijk verankerde overschrijdingskansnorm voor dijken zal over enkele jaren plaats maken voor een wettelijk vastgelegde overstromingskansnorm. Deze is gebaseerd op de risicobenadering die de gevolgen van een overstroming in termen van slachtoffers en economische schade, verbindt met de kans op een overstroming (falen van de dijk).

Hoewel het Rijk uiteindelijk beslist over de wettelijk vast te leggen normen hecht het grote waarde aan regionaal draagvlak. De Deltacommissaris is daartoe continu in gesprek met regionale partners. In het voorjaar van 2014 legt hij zijn voorstellen voor de nieuwe normen ter consultatie voor aan de regionale partners. In 2013 heeft in het Deltaprogramma de technische voorbereiding hiervan plaatsgevonden en zijn aan de hand van verschillende modellen de theoretische normen voor alle dijken afgeleid. In december 2013 zijn deze uitwerkingen aan de regionale partners, waaronder Waterschap Zuiderzeeland, voor een eerste toets voorgelegd. De uitwerkingen van Flevoland zijn

Page 15: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 15

grotendeels in lijn met onze inzichten als waterschap: zij weerspiegelen het grote, maatschappelijke ontwrichtende gevolg van een overstroming in een van de Flevolandse polders.

De resultaten van de landelijke consultatie verwerkt de Deltacommissaris in september 2014 in zijn definitieve voorstel voor de Deltabeslissing aan het Kabinet (Deltaprogramma 2015). Wettelijke vaststelling van de nieuwe normen staat gepland voor 2017.

VersterkingIn de planning voor het HWBP (Hoogwaterbeschermingsprogramma) behoren de door Waterschap Zuiderzeeland opgegeven dijkvakken niet tot de dertig projecten met de hoogste urgentie, maar staan ze geprogrammeerd in de 2e tranche vanaf 2020 als projecten die startklaar zijn in 2013/2014. Volgens de planning van het HWBP staat er twee jaar voor de verkenning, twee jaar voor de planstudie en twee jaar voor de uitvoering. Door het waterschap zijn nadere dijkonderzoeken uitgevoerd binnen de startfase van de verkenning met als doel een aanscherping van de veiligheidsopgave te krijgen, en vervolgens de omvang van het veiligheidsvraagstuk definitief vast te kunnen stellen.

Het ging om de volgende dijkvakken:• de gehele Zwartemeerdijk (cat. A-kering) in dijkring 7 met een totale lengte van 11,2 km;• de gehele categorie C-kering in dijkring 7 met een totale lengte 10,6 km;• en grote delen van de categorie C-kering in dijkring 8 met een totale lengte van 19,53 km.

Voor de Zwartemeerdijk bestond dit onderzoek uit een geavanceerde faalkansberekening waarin behalve de sterkte van de steenzetting ook de reststerkte van de daaronder gelegen klei/keileem laag en de zandkern is meegenomen. Deze toegepaste methode is nieuw en daarom vóoraf in een plan van aanpak uitgewerkt dat is voorgelegd aan het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW), die zijn akkoord hierover heeft uitgesproken.

Voor de overige dijkvakken die zijn afgekeurd op steenbekleding bestond dit onderzoek uit het opstellen van een gedetailleerd beheerderoordeel waarbij de bekleding is opengebroken om te controleren op erosie van onderliggend grondmateriaal. De onderzoeken zijn in 2013 afgerond en hebben aangetoond dat deze dijkvakken alsnog goedgekeurd kunnen worden en dus niet versterkt hoeven te worden. Uitgaande van de oorspronkelijke dijkversterkingsopgave van 48,5 km leverde dit een reductie op van 85,2% voor het HWBP. Er blijft voor het waterschap nu nog 11,9 km over wat in het HWBP zit, waarvan 7,7 km is afgekeurd op het faalmechanisme piping en 4,2 km Dron-termeerdijk op hoogte. In 2014 zal een geavanceerde piping toets worden uitgevoerd in een poging een verdere reductie van de versterkingsopgave te bewerkstelligen. Voor de Drontermeerdijk is geen nader onderzoek voorzien en kan mogelijk het grootste deel van de versterkingsopgave meeliften met de aanleg van het Reevediep; aangezien ca. 2,8 km van de te versterken Drontermeerdijk onderdeel uitmaakt van het Reevediep. Door de inpassing van nieuwe kennis en inzichten bij de analyse van het veiligheidsprobleem streeft het waterschap er telkens naar om met een voldoende brede blik naar het veiligheidsprobleem te kijken en tracht ze te voorkomen dat onnodig geld wordt uitgegeven.

Beheer en onderhoudAls onderdeel van het jaarlijks onderhoud aan de primaire keringen wordt de stortberm aan de waterzijde van de keringen met breuksteen aangevuld daar waar dat op basis van inspecties noodzakelijk is. Bij de aanleg van de dijken is het onderwatertalud van de dijken met een kraagstuk met daarop breuksteen afgewerkt. Op de waterlijn steekt die breuksteen boven het water uit en wordt stortberm genoemd. Golven breken op die stortberm waardoor deze minder hoog de dijk oplopen. Onder invloed van zettingen en golfklappen verzakt de stortberm en wordt aanvulling noodzakelijk. In 2013 zijn de stortbermen langs delen van de IJsselmeerdijk, Zuidermeerdijk en Westermeerdijk aangevuld. Herzetwerk is uitgevoerd op de IJsselmeerdijk. Graverij in waterkeringen vraagt steeds meer aandacht en komt in toenemende mate voor. Hierop worden passende maatregelen genomen, als voorbeeld is te noemen het aanbrengen van schijnduikers in de kwelsloot langs de Oostvaardersdijk. En daar waar veel overlast is van loslopende honden, zullen borden worden geplaatst.

Page 16: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D16

LeggerIn de Waterwet artikel 5.1 staat vastgelegd dat de beheerder zorg draagt voor de vaststelling van een legger. In de legger moet staan omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. Waterschap Zuiderzeeland voldeed aan deze eis, echter waren de C-keringen in dijkring 8 niet conform de andere waterkeringen in ons beheergebied qua bescher-mingszones. In 2013 is deze legger aangepast en bestuurlijk vastgesteld. Waterschap Zuiderzeeland voldoet hiermee aan de eisen die zijn gesteld in de Waterwet.

REGIONALE WATERKERINGEN OP ORDE

Regionale buitendijkse waterkeringenDe provincie Flevoland heeft in de ‘verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland 2012’ regionale waterkeringen aangewezen en genormeerd. Voor deze regionale waterkeringen geldt ook vanaf 1 januari 2015 een leggerplicht. De provincie is bezig met de herijking van haar beleid buitendijkse regionale waterkeringen. De herijking is vooralsnog niet van toepassing op tien prioritaire buitendijkse gebieden. Voor negen van deze gebieden is in 2013 een legger opgesteld en in 2014 is deze bestuurlijk vastgesteld, voor één gebied heeft Waterschap Zuiderzeeland een verzoek ingediend bij de provincie voor wijziging van de norm op een deel van het gebied. Voor de overige veertien gebieden en de Knardijk wordt gewacht op de besluitvorming van de provincie en het Rijk.

KnardijkDe Knardijk heeft tijdens de aanleg van de twee delen van de Flevopolder in de jaren zestig het buitenwater gekeerd. Na de inpoldering van Zuidelijk Flevoland heeft de dijk deze functie verloren. De Knardijk is in 2009 door de provincie als regionale kering aangewezen. Uit de toetsing (2011) is gebleken dat de dijk niet voldoet en daarmee niet standzeker is. In afstemming met de provincie is de versterking van de Knardijk uitgesteld tot duidelijk is welke rol de kering nog speelt in de nieuwe waterveiligheidsbenadering van het Rijk. Reden hiervoor is ondermeer dat met versterking van de primaire waterkeringen tegen lagere kosten eenzelfde beschermingsniveau kan worden gerealiseerd.

Zorgtaak buitendijksIn het jaar 2013 zijn belangrijke stappen gezet voor de implementatie van de zorgtaak voor de buitendijkse gebieden. Naar aanleiding van een evaluatie van het beleid door de provincie is in overleg besloten om ons te richten op tien gebieden. Voor de overige gebieden worden de uitkomsten van de provinciale herijking afgewacht. In juni 2013 zijn voor de tien gebieden de keur aanpassingen, het beleid, de beleidregels en voor negen van de tien gebieden de legger in procedure gebracht en aansluitend de inspraak ingegaan.

Naast de ontwikkeling van het beleid zijn nadere inspecties in de tien gebieden uitgevoerd. Dit om de opgave voor het waterschap om de gebieden op orde te brengen in beeld te brengen. Het ligt in de verwachting dat in 2014 besluitvorming aangaande de verbeteropgaaf in procedure wordt gebracht en dat daarna in overleg en samenwerking met de eigenaren daadwerkelijk kan worden gestart met het nader detailleren van de verbeterwerkzaamheden. Afhankelijk van het type werkzaamheden kan vervolgens in 2014 worden gestart met de verbeteringen.

Page 17: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 17

1.1.4 WAT HEEFT HET GEKOST?

Overzicht programma Veiligheid (bedragen x €1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Algemeen 0,6 0,3 0,3 0,6

Primaire keringen 5,4 5,3 5,1 5,2

Regionale keringen 0,3 0,4 0,3 0,4

Doorbelastingen 0,9 0,9 0,9 1,0Totaal programmalasten 7,2 6,9 6,6 7,2

De realisatie van de lasten van het programma Veiligheid wijkt € 0,3 miljoen af van de bijgestelde begrote cijfers. Procentueel is de afwijking klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 18: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D18

2. PROGRAMMA VOLDOENDE WATER

2.1.1 WAT IS HET BEOOGD EFFECT?

Het waterschap wil een robuust watersysteem dat de effecten van toekomstige klimaatveranderin-gen en bodemdaling kan opvangen. Zo’n systeem kan het water, conform de daarvoor vastgestelde normen en zonder overlast te veroorzaken, verwerken tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

Tot nu toe ligt de focus bij klimaatveranderingen voornamelijk op het toenemen van extreme neerslag en het stijgen van de zeespiegel. De andere kant van de verwachte klimaatveranderingen is dat ook extreem droge periodes vaker zullen voorkomen. Het robuuste watersysteem dat het waterschap nastreeft zal dan ook in staat moeten zijn om te anticiperen op gevallen van extreme droogte. Het watersysteem zorgt in normale situaties voor een goede doorstroming en afwatering in het beheergebied en het realiseren van het (maatschappelijk) gewenste grond- en oppervlakte-waterwaterregime (GGOR). Doel is dat de feitelijke situatie van het watersysteem overeenkomt met de legger. Op die manier kan het waterschap weloverwogen anticiperen op en reageren in extreme situaties.

2.1.2 WAT ZIJN DE PROGRAMMADOELEN?

1. Het watersysteem, zowel in landelijk als in stedelijk gebied, is in 2015 op orde. Het hele beheergebied voldoet aan de vastgestelde normen.

2. Het waterschap voert de toetsing normering wateroverlast integraal uit voor zowel het landelijk als het stedelijk gebied.

3. In 2015 is klimaatbestendigheid geïmplementeerd in het beleid van Zuiderzeeland.4. In geval van droogte wordt de verdringingsreeks gehanteerd.5. De watergangen in het beheergebied (ook in het stedelijk gebied) voldoen vanuit kwantiteitsoog-

punt aan de vastgestelde normen en inrichtingseisen van het watersysteem.6. Het maaibeheer van de watergangen is zodanig dat voldoende doorstroming en afvoer behouden

blijft en wordt daarbij zo veel mogelijk afgestemd op de beoogde structuurdiversiteit.7. De bemaling van het beheergebied is robuust, betrouwbaar, duurzaam en afgestemd op de klimato-

logische en economische ontwikkelingen, omgevings- en waterkwaliteitseisen.8. Peilbesluiten worden weloverwogen genomen, na de verschillende (maatschappelijke) belangen

te hebben afgewogen.

2.1.3 WAT HEBBEN WIJ IN 2013 GEDAAN?

VOORKOMEN WATEROVERLAST

WateroverlastHet voorkomen van wateroverlast is voor het waterschap een belangrijke taak. Om zicht te houden op de kans op wateroverlast toetst het waterschap iedere zes jaar het watersysteem. De laatste toetsing is in 2012 uitgevoerd. Uit de toetsing blijkt dat het beheergebied van Zuiderzeeland voor meer dan 99% voldoet aan de provinciale normen voor wateroverlast (inundatienormen). De deelgebieden die niet voldoen liggen allemaal in de Noordoostpolder. De toetsing maakt verder duidelijk dat onder invloed van bodemdaling en klimaatverandering, op de langere termijn de omvang van de opgave zal toenemen, waarbij naast de opgave in de Noordoostpolder ook opgaven in zuidelijk Flevoland zijn te verwachten.

Page 19: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 19

In 2013 zijn de resultaten van de toetsing met het eigen bestuur en belanghebbende partijen gedeeld en besproken. Mede op basis van deze input is in 2013 begonnen met het opstellen van een nieuw beleid voor het tegengaan van wateroverlast. Naast de mogelijkheden om de problematiek van water-overlast met eigen maatregelen op te lossen, wordt hierbij ook gekeken naar de gebiedspartners. Dit beleid wordt in 2014 afgerond.

Medegebruik watersysteemZuiderzeeland wil graag meewerken aan het behoud en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. Het watersysteem wordt ook gebruikt voor bijvoorbeeld recreatie. Zuiderzeeland wil daarom een visie ontwikkelen op het medegebruik van het watersysteem. In 2012 is gestart met het opstellen van een overzicht van de verschillende vormen van medegebruik van het watersysteem. Op basis van dit brede overzicht heeft het bestuur in 2013 besloten de visie te richten op de onderwerpen recreatief medegebruik buiten de bebouwde kom, landschap en cultuurhistorie. Daarnaast is ervoor gekozen om voor deze onderwerpen de houding ‘participeren’ verder uit te werken in een operationeel kader. Over de invulling van dit operationele kader is in 2013 is zowel binnen de eigen organisatie als met externe belanghebbenden gesproken. In 2014 wordt dit beleid afgerond.

Bodemdaling - klimaatverandering Begin 2012 hebben Waterschap Zuiderzeeland en de Provincie Flevoland het bodemdalingsonderzoek afgerond. Dit onderzoek heeft geleid tot nieuwe, betrouwbaarder bodemdalingsprognoses voor de komende jaren. De nieuwe klimaatscenario’s komen in de loop van 2014 pas beschikbaar. Dit is later dan verwacht. Daarom is er in Flevoland (Zuiderzeeland in overleg met de provincie) voor gekozen daar niet op te wachten en gebruik te maken van KNMI-06 klimaatscenario’s. Bodemdaling en kli-maatverandering zijn in Flevoland de belangrijkste oorzaken van de wateropgave en zijn dan ook in de toetsing van het watersysteem meegenomen.

Herprofileren van kavelslotenWaterschap Zuiderzeeland heeft besloten tot herprofilering van kavelsloten, als een van de maatregelen om de waterbergingscapaciteit in de polders te herstellen. In 2013 heeft het waterschap daarvoor het project ‘Stimuleren Herprofileren Kavelsloten’ uitgevoerd.

Het doel van het project is om de aangelanden enthousiast te krijgen om zelf de kavelsloten te her-profileren en zo weer de oorspronkelijke waterberging te realiseren. Het effect van dit project op de kennis en houding van de grondeigenaren en gebruikers ten aanzien van herprofilering van sloten wordt gemeten door een onderzoek. De vier demonstraties die in Flevoland gehouden zijn, waren ook bedoeld als praktijkproeven voor het waterschap, zodat inzichtelijk wordt hoe de profielen en het beleid van het waterschap uitpakken in de praktijk. Ook doet het waterschap ervaring op met maat-werkoplossingen. Op basis van de ervaringen worden de profielen in de legger en het beleid herpro-filering kavelsloten definitief gemaakt. De demonstraties zijn het middel om de aangelanden op een praktische manier te laten zien hoe herprofilering in zijn werk gaat, ze te laten zien wat het effect (op waterberging) is en om ze de gelegenheid te geven informatie te verzamelen en vragen te stellen.

ANTICIPEREN OP WATERTEKORT

WatertekortIn Flevoland zijn watertekorten niet of nauwelijks een probleem. Van nature worden grote delen van de polder van zoetwater voorzien door de aanwezige kwel. Op een aantal plekken wordt langs de randen van de polder water van buiten het beheergebied aangevoerd. Deze wateraanvoer is nodig voor peilhandhaving of doorspoeling. De verdeling van water in situaties van watertekort (extreem droge periodes) wordt geregeld door de zogeheten verdringingreeks. Als te weinig aanvoer vanuit het IJsselemeer beschikbaar is bepaalt de verdringingreeks in welke volgorde functies niet meer voorzien worden van aanvoerwater. Omdat Flevoland altijd meer water afvoert naar de omgeving dan dat het water inlaat, zal de waterinlaat in Flevoland niet worden gekort.

Page 20: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D20

Binnen het deelprogramma Zoetwater van het Deltaprogramma wordt toegewerkt naar een Delta-beslissing over hoe de zoetwatervoorziening in de toekomst duurzaam en doelmatig kan worden ingericht. Het instellen van een flexibeler zomerpeil in het IJsselmeer en Markermeer vormt hiervoor een belangrijke maatregel. Tegelijkertijd hebben de regionale waterbeheerders aangegeven de komende jaren kritisch naar het zoetwatergebruik te willen kijken en naar de gebruikers van zoetwater meer duidelijkheid te willen verschaffen over de beschikbaarheid van zoetwater in hun beheergebied (uitwerking van het voorzieningenniveau).

Verdroging Voor de natuurgebieden die op de TOPlijst verdroging staan, is 2013 het jaar van de waarheid geweest. In 2013 zijn de laatste maatregelen uitgevoerd om de gebieden te vernatten. In Oostelijk Flevoland zijn bij het Greppelveld enkele stuwen in kavelsloten geplaatst en is het streefpeil van de dtocht verhoogd. Bij de Ellerslenk is de dijksloot verbonden met de kavelsloot. In de kavelsloot zijn enkele stuwen verwijderd en op andere plekken nieuwe geplaatst. Ten behoeve van de Strandga-perbeek is in de Strandgapertocht een bestaande vaste stuw beweegbaar gemaakt. De maatregelen moesten zijn uitgevoerd voor 31 december 2013. Het verdrogingsproject wordt gefinancierd door Het Rijk (1/2), de provincie (1/6) , de natuurbeheerder (1/6) en het waterschap (1/6).

WateraanvoerIn de beleidsregel Wateraanvoer is vastgelegd hoe Zuiderzeeland omgaat met wateraanvoer. Deze beleidsregel is inmiddels enkele jaren in gebruik. Daarom is in 2013 een evaluatie van de beleidsregel Wateraanvoer afgerond. Hoewel de evaluatie enkele aandachtspunten heeft opgeleverd, is besloten om het bestaande beleid nog niet aan te passen en te wachten tot er meer duidelijkheid is over de koers uit het Deltaprogramma Zoetwater.

WaterbankEen waterbank verzamelt de verplichtingen rondom compensatie vanuit (een aantal kleinere) ruimtelijke ontwikkelingen, waarna op de meest geëigende locatie in het watersysteem de compensatie gerealiseerd kan worden. Het waterschap heeft samen met de zes Flevolandse gemeenten verkend wat de toegevoegde waarde is van het werken met het instrument waterbank. Waterschap en gemeenten (in eerste instantie Almere en Dronten) zien voordelen bij het werken met een waterbank in een “lichte” vorm. Het waterschap heeft gepland in 2014 de waterbank samen met de gemeente Almere en Dronten uit te werken.

GOED FUNCTIONEREND WATERSYSTEEM

Stedelijk waterIn het eerste kwartaal van 2013 zijn onder de noemer ‘Wonen Aan Water’ negen informatieavon-den gehouden voor inwoners die aan het water wonen in de stedelijk gebieden. Nu het waterschap ook het onderhoud aan watergangen binnen de bebouwde kom uitvoert, is de regelgeving hierop passend gemaakt. Na de voorlichtingsavonden startte de ter inzage termijn, waarin betrokkenen konden inspreken op de voorgestelde regelgeving. In juni 2013 is het beleid en de doorvertaling daarvan in de Keur en Legger definitief vastgesteld door de Algemene Vergadering. Daarnaast is gestart met de pilot Hulppakket ondersteuning particulieren onderhoudsplicht, waarin wordt onderzocht hoe het waterschap particulieren kan adviseren en ondersteunen bij het uitvoeren van hun onderhoudsplicht.

Gemalen 2013 kan worden gezien als een normaal bemalingsjaar met een zeer natte herfst. Gemiddeld is er 700 millimeter neerslag gevallen. In de Noordoostpolder is 800 millimeter gevallen. Dit komt overeen met 800 liter water per vierkante meter of circa 13 douchebeurten. De pompen op de gemalen hebben 29.580 draaiuren gemaakt. Totaal is er 1 miljard kubieke water weggepompt. Dit is ongeveer gelijk aan het jaarlijkse waterverbruik van 8 miljoen huishoudens ofwel 22 miljoen mensen.

Page 21: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 21

Hiervoor is 17,5 miljoen kilowattuur elektriciteit, 1 miljoen kubieke gas en 112.000 liter dieselolie gebruikt. Het elektriciteitsverbruik van de bemaling staat gelijk aan het jaarverbruik van gemiddeld 5000 huishoudens. Naast het verbruik van energie is ook energie geproduceerd. Door gemaal Vissering is 0,5 miljoen kilowattuur en 10.000 Giga Joule aan warmte geleverd aan het distributienet.

Oktober en november waren natte maanden. In november is er op sommige plaatsen in Flevoland tussen de 90 en 100 millimeter neerslag gevallen in 10 dagen tijd. Het najaar van 2013 staat in de top 3 van het natste najaar tot nu toe. Dit heeft bij Waterschap Zuiderzeeland niet tot extreme waterover-last geleid.

Er zijn dit jaar geen extreme uitschieters geweest in de vaartpeilen. Mede door de inzet van het geautomatiseerde gemaal de Blocq van Kuffeler, kon worden voldaan aan de eisen die zijn gesteld in het Waterbeheerplan. Ook de beschikbaarheid van de gemalen was uitstekend. In de natte periode waren de gemalen bijna 100% beschikbaar, waar 95% gewenst is. Opvallend was dit jaar de aanvoer van grote hoeveelheden eendenkroos bij de gemalen. Bij gemaal Colijn was ruim 150 meter van de vaart bedekt met een dikke laag eendenkroos. Door de stroming in het water heeft dit niet geleid tot zuurstof tekort in het water. Baggeren In 2013 is de Waterbodemkwaliteitskaart Beheergebied Waterschap Zuiderzeeland vastgesteld. Met dit beleidsdocument waarin de te verwachten waterbodemkwaliteit gebiedsdekkend is vastgelegd is het eenvoudiger geworden om baggerspecie toe te passen of te verspreiden. De kaart sluit aan bij de gemeentelijke landbodemkwaliteitskaarten en de Nota Bodembeheer van de Flevolandse gemeenten.

In Lelystad zijn onder andere in de wijk Landstreken en het bedrijventerrein Larserpoort, baggerwerken uitgevoerd. In Zeewolde zijn de watergangen aan de Kringloop en de Gooiseweg gebaggerd. Op de Larservaart na, die in 2014 gebaggerd zal worden, zijn dan in Lelystad net als in de gemeenten Urk, Noordoostpolder en Dronten de baggerachterstanden weggewerkt. In de Lage Vaart is een traject gebaggerd ten zuiden van Almere Buiten. Hiermee ligt Waterschap Zuiderzeelandnog steeds iets voor op het schema om het baggeronderhoud in 2015 60% van de provinciale vaarten op orde te hebben. De baggerspecie vrijkomend bij de projecten in Lelystad en de Lage Vaart is toegepast in de Vaartplas. Hier vindt in het kader van een grootschalige bodemtoepassing en in samenwerking met Staatbosbeheer natuurontwikkeling plaats. Bij het onderhoud van de tochten in het landelijk gebied is het baggeren conform de 7-jarige onderhoudsplanning meegenomen. De uit de tochten vrijkomende baggerspecie is verspreid op aangrenzende percelen.

Aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oeversHet Algemeen Bestuur van Waterschap Zuiderzeeland heeft in september 2011 besloten tot een forse versnelling van de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers. In de periode 2012 tot en met 2015 wordt 103 km extra aangelegd ten opzichte van het lopende meerjaren onderhoudspro-gramma watergangen van ruim 81 km. In de periode 2012 tot en met 2015 wordt zo totaal 184,3 km gerealiseerd. Voor de aanleg krijgt het waterschap subsidies vanuit de KRW-synergiegelden en de POP. Deze versnelling draagt bij aan de doelstelling van 40% duurzame oevers in 2027.

In 2012 is ruim 31 km duurzame en natuurvriendelijke oevers aangelegd en in 2013 is ruim 52 km duurzame en natuurvriendelijke oevers van de 184,3 km aangelegd. Dit betekent dat eind 2013 bijna de helft van de 184,3 kilometer is gerealiseerd en dat er in 2014 en 2015 nog ca. honderd kilometer gerealiseerd moet worden. In 2013 was er een 100% score wat betreft de grondverwerving. Helaas is tijdens het uitvoeringsjaar 2013 één van de twee aannemers failliet gegaan. Door hier snel op te reageren konden in 2013 de resterende oevers alsnog aangelegd worden. Eind 2013 waren de eerste bestekken gereed voor het uitvoeringsjaar 2014.

Page 22: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D22

Muskus- en beverrattenbestrijdingMuskusratten en beverratten veroorzaken door hun graafactiviteiten schade aan waterkeringen en oevers en vormen daarmee een bedreiging voor de beveiliging tegen overstromingen. Met de bestrijding van deze dieren wil het waterschap de graafactiviteiten tot een minimum beperken en daarmee de veiligheid handhaven. De effectiviteit van de bestrijding wordt in Nederland uitgedrukt in vangsten per kilometer watergang. Er is sprake van een ‘onder controle’ situatie wanneer het aantal vangsten niet hoger is dan 0,35 vangst per kilometer watergang. In 2013 zijn 3.858 muskusratten gevangen, wat neerkomt op een vangst van 0,38 per kilometer watergang (in 2012: 2795 vangsten). In het verslagjaar is besloten ons aan te melden voor een veldproef muskusratten-beheer. Deze proef is begin 2014 van start gegaan.

Maaien Het maaien van watergangen gebeurt nadat een inventarisatie van flora en fauna heeftplaatsgevonden. Naast traditionele bestekken is drie jaar ervaring opgedaan met beeldbestekken, waarin beschreven staat hoe de onderhoudstoestand van de watergangen gedurende het jaar moet zijn en de aannemer de inzet bepaalt. Door nauwkeurige peilmetingen lukt het om zo minimaal mogelijk te maaien en toch te zorgen voor een goede doorstroming. Het waterschap heeft het werken met beeldbestekken in 2013 geëvalueerd. Besloten is via de weg van geleidelijkheid de komende jaren alle maaibestekken (watergangen) naar beeldbestek om te zetten.

2.1.4 WAT HEEFT HET GEKOST?

Overzicht programma Voldoende water (bedragen x €1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Voorkomen wateroverlast 0,8 0,8 0,8 0,4

Anticiperen op watertekort 0,2 0,2 0,0 0,1

Goed functionerend watersysteem 23,6 23,6 23,5 19,3

Doorbelastingen 3,6 3,6 3,7 3,9Totaal programmalasten 28,2 28,2 28,0 23,7

De realisatie van de lasten van het programma Voldoende water wijkt € 0,2 miljoen af van de bijgestelde begrote cijfers. Procentueel is de afwijking zeer klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 23: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 23

Page 24: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D24

3. PROGRAMMA SCHOON WATER

3.1.1 WAT IS HET BEOOGD EFFECT?

Het waterschap streeft naar goede leef-, verblijf- en voortplantingsmogelijkheden voor de aquatische flora en fauna in het beheergebied. De chemische toestand van het grond- en oppervlaktewater en de waterbodems mag daarvoor geen beperkende factor zijn. Veel menselijke activiteiten verontreinigen het water en hebben daarmee een negatief effect op de kwaliteit van het water. Deze beïnvloeding kan ook indirect plaatsvinden, doordat stoffen in het milieu komen die uiteindelijk in het water belanden. Het waterschap zorgt er met de behandeling van afvalwater voor dat zo veel mogelijk van deze effecten worden tenietgedaan.

3.1.2 WAT ZIJN DE PROGRAMMADOELEN?

1. Het waterschap bereikt uiterlijk in 2027 de regionaal vastgestelde doelen van de Kaderrichtlijn Water voor de ecologische waterkwaliteit van oppervlaktewaterlichamen. Het waterschap spant zich in om, indien de mogelijkheid zich voordoet, de maatregelen uiterlijk in 2021 uit te voeren. In 2015 is minimaal 1/3 deel van de noodzakelijke inrichtingsmaatregelen uitgevoerd.

2. Het waterschap gaat voor 2010 na of samen met de gebiedspartijen een doelstellingenkader ontwikkeld kan worden voor niet KRW-waterlichamen.

3. De waterlichamen in het beheergebied voldoen uiterlijk in 2027 aan de fysisch-chemische water-kwaliteitsnormen van de Kaderrichtlijn Water voor prioritaire stoffen, overige verontreinigingen en algemeen fysisch-chemische stoffen door het nemen van haalbare en betaalbare emissiereduce-rende maatregelen in stedelijk en landelijk gebied.

4. Het waterschap implementeert de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn in het jaar van invoering van de Nederlandse wetswijziging in zijn beleid.

5. Waterbodems vormen in 2027 in zowel het stedelijk als het landelijk gebied geen kwantitatieve en/of kwalitatieve belemmering voor het optimaal functioneren van de watersystemen.

6. Het diepe grondwater voldoet aan de normen uit de Kaderrichtlijn Water.7. De emissies van de afvalwaterketen zijn zodanig dat aan relevante EU-normen, nationale en

regionale doelstellingen wordt voldaan.8. Een doelmatige scheiding en behandeling van stedelijk afvalwater is gerealiseerd.

3.1.3 WAT HEBBEN WIJ IN 2013 GEDAAN?

GOEDE STRUCTUURDIVERSITEIT

Duurzame en natuurvriendelijke oevers De aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers, in het kader van de KRW-doelstellingen, is in 2012 nagenoeg conform planning verlopen. In 2013 is ruim 52 kilometer duurzame en natuurvrien-delijke oevers aangelegd.

GOEDE WATERKWALITEIT

Akkerranden Flevoland (ARF)Het project Akkerranden Flevoland is na de start in 2009 na vijf jaar eind 2013 beëindigd. Akkerranden bieden een schuilplaats voor natuurlijke vijanden van plaaginsecten die in een akker-bouwgewas schade kunnen veroorzaken. De natuurlijke vijanden trekken vanuit de akkerrand het gewas in om de plaaginsecten te bestrijden. Hierdoor is het voor agrariers mogelijk om minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Dit draagt bij aan de kwaliteit van het oppervlaktewater. Daarnaast verbeteren akkerranden ook de landschappelijke waarde; in het landschap ontstaat meer variatie en het gebied wordt aantrekkelijker voor toerisme.

Page 25: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 25

Eind 2013 kan worden geconcludeerd dat de projectdoelen die aan het begin van het project zijn gesteld zijn gehaald. Naast het stimuleren van de omgevingfactoren voor de natuurlijke vijanden was ook één van de projectdoelstellingen om kennis over en met Functionele Agrodiversiteit (FAB) onder een zo groot en breed mogelijk aantal agrariërs binnen Flevoland te verspreiden. De uiteindelijke doelstelling van het project was om eind 2013 een aantal van 96 hectare akkerrand bij 80 agrariërs te hebben gerealiseerd.

In 2013 is met de bestaande deelnemende agrariërs gewerkt aan een verdere uitbreiding van de reeds in 2012 aanwezige 85 hectare akkerrand naar 96 hectare akkerrand. Het uiteindelijke resultaat van het project Akkerranden Flevoland is dat 90 agrariërs binnen 8-clusters, een totaal van 97 hectare aan akkerranden hebben aangelegd en ingezaaid met een gras/bloemenmengsel.

Tijdens het slotsymposium ARF bleek dat zowel overheden als deelnemende agrariërs het zeer waardevol vinden dat akkerranden worden aangelegd, ook in de periode tussen 2014 (het einde van dit project ARF) en de inwerkingtreding van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in 2016. Waterschap Zuiderzeeland is actief in overleg gegaan met onder meer de agrarische natuurvereni-gingen (ANV’s) in Flevoland en LTO en hen verzocht een plan van aanpak op te stellen, ook financieel. Met de provincie Flevoland heeft Waterschap Zuiderzeeland vervolgens naar financiële mogelijkheden gezocht. Het resultaat hiervan is dat voor 2014 en 2015 de provincie Flevoland en Waterschap Zuider-zeeland opnieuw budget beschikbaar stellen voor akkerranden in Flevoland.

De insteek voor 2014 is dat ruim 40 ha akkerrand wordt aangelegd in de werkgebieden van ANV’s. Het penhouderschap van dit vervolgproject ligt bij BoerenNatuur, de koepel van ANV’s en de praktische uitvoering bij de vier ANV’s.

ZwemwaterIn het beheergebied van Zuiderzeeland liggen negen officiële (door de provincie Flevoland aangewezen) zwemwaterlocaties. In 2013 zijn de zwemwaterprofielen voor deze zwemwaterlo-caties geactualiseerd. Ten opzichte van de voorgaande jaren zijn de zwemlocaties bij de Noor-derplassen niet meer als blauwalggevoelig getypeerd. Elke zwemwaterlocatie is tweewekelijks gecontroleerd op de bacteriologische kwaliteit. In 2013 was de bacteriologische kwaliteit goed of uitstekend. Het Bovenwater (Lelystad) was de enige (officiële locatie) met blauwalgbloei, waardoor een waarschuwing moest worden afgegeven. Naast de zwemwaterlocaties zijn er waarschuwingen uitgegaan voor blauwalgbloei bij speellocaties rond en in water. Op dit moment staan twee locaties op de nominatie om officiële zwemwaterlocaties te worden. Bij deze potentiële zwemwaterlo-caties onderzoekt het waterschap gedurende twee á drie jaar de zwemwaterkwaliteit, zodat het waterschap een onderbouwd advies kan geven of de waterkwaliteit voldoende is om zwemwater-functie te garanderen.

GOED OMGAAN MET AFVALWATER

Maatschappelijke optimalisatie afvalwaterketen Het Afvalwatersysteem Flevoland omvat de verschillende zuiveringskringen. Met het afronden van de OAS Zeewolde zijn voor alle zuiveringskringen optimalisatiestudies uitgevoerd. Vanuit de huidige kennis is dan ook goed in beeld welke activiteiten (optimalisaties) opgepakt moeten worden. Deze variëren van het uitvoeren van afkoppelprojecten tot het monitoren van afstromend regenwater. Vanwege voortschrijdende inzichten en veranderingen (o.a. groei) is voorzien dat circa iedere zes jaar nieuwe OAS-studies worden uitgevoerd.

Samenwerken in de afvalwaterketenLandelijk gezien staat met het ondertekenen van het Bestuursakkoord Water de nodige druk op de samenwerking in de afvalwaterketen. De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft in juni 2013 een Visitatiecommissie benoemd en opdracht gegeven om een onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar de voortgang van de regionale samenwerking in de afvalwaterketen zoals gezamenlijk

Page 26: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D26

overeengekomen in het Bestuursakkoord Water. De Visitatiecommissie Waterketen heeft inmiddels een eerste beoordeling gedaan. In de rapportage onderscheidt de commissie een groep achterblij-vers (20%), het peloton (46%) en koplopers (34%). De Visitatiecommissie Waterketen rekent de regio Flevoland tot het peloton. De regio Flevoland ligt daarmee goed op koers om de doelen uit het Bestuursakkoord te realiseren.

Regionale samenwerking afvalwaterketenOm uitvoering te geven aan het Regionale Bestuursovereenkomst Afvalwaterketen Flevoland 2012 zijn in het kader van het samenwerkingsverband in 2013 gezamenlijke doelen en een maatregelen-programma opgesteld. In dit eerste maatregelprogramma van het samenwerkingsverband Afval-waterketen in Flevoland zijn de doelen voor kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid voor deze regio geconcretiseerd. In het maatregelprogramma is ook aangegeven welke maatregelen in 2013 en 2014 genomen gaan worden om stappen te zetten in het bereiken van deze doelen en welke inspanningen (in tijd en geld) daarvoor nodig zijn.

Bovendien is een advies uitgebracht ten aanzien van de samenwerking in Flevoland. De kern van het advies is het inrichten van een netwerkorganisatie volgens het zogenoemde coördinatiemodel. Met dit organisatiemodel kunnen de organisaties voldoen aan de opgaven van het Bestuursakkoord Water (BAW). Ook biedt het model ruimte voor maatwerk en flexibiliteit voor alle partijen, terwijl er goede mogelijkheden zijn voor het structureren en het borgen van continuïteit. Een logische of zelfs nood-zakelijke vervolgstap is om de samenwerking te optimaliseren. Het model is flexibel en de autonomie van de individuele organisaties blijft behouden.

ErfafspoelingIn de zomer van 2012 is het tweejarige project Goed Boerenerf van start gegaan. Het doel van dit project is om op erven van (melk)veehouderijbedrijven de afspoeling van verontreinigd hemelwater (perssap, mest, voer en dergelijke) naar het oppervlaktewater-water te verminderen. Veehouders krijgen een adviseur op bezoek en deze brengt de knelpunten met betrekking tot erfafspoeling in beeld. Vervolgens krijgen de veehouders advies over mogelijke maatregelen en tips voor de realisatie hiervan. Daarbij wordt ook gekeken naar de toekomstige bedrijfssituatie (bijvoorbeeld aanleg nieuwe sleufsilo’s). Na afloop ontvangen de veehouders digitaal een informatierapport met het advies. In 2012 en 2013 hebben ongeveer tachtig veehouders een bezoek van een adviseur gehad en een infor-matierapport ontvangen. In 2014 kunnen nog twintig veehouders zich aanmelden voor dit project. De ervaring leert dat diverse veehouders naar aanleiding van het advies op hun erf aan de slag gaan om de erfafspoeling te verminderen. Eind 2014 zal het waterschap enkele demonstratiebijeenkom-sten organiseren, waarbij op veehouderijbedrijven in Flevoland de absorberende onderlaag (stro) onder maïs wordt gedemonstreerd. De onderlaag houdt perssap (vocht) vast, waardoor de erfafspoe-ling wordt beperkt.

Actieplan Bodem en WaterIn Flevoland is de landbouw een belangrijke sector. Door het intensieve landgebruik van de afgelopen decennia is het organisch stofgehalte in de bodem gedaald. De grond kan hierdoor minder water, voedingsstoffen en gewasbeschermingsmiddelen vasthouden. In 2013 is het Actieplan Bodem en Water tot stand gekomen. Dit is de Flevolandse uitwerking van het landelijke Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Het plan is ontwikkeld door LTO Noord Flevoland, de provincie Flevoland en Waterschap Zuiderzeeland. In februari van dit jaar hebben de deelnemende partijen een samenwer-kingsovereenkomst ondertekend. Met de uitvoering van het actieplan bodem en water trekken LTO, de provincie en het waterschap samen op om diverse projecten te realiseren met het doel de bodem-structuur en de waterkwaliteit te verbeteren. Het waterschap heeft hierbij een faciliterende rol.

Regenwater Waterschap Zuiderzeeland en gemeente Almere voeren gezamenlijk een meetcampagne aan het regenwaterstelsel in Almere uit. Na de aanbesteding eind 2011 is in 2012 begonnen met de voorberei-dingen van het onderzoek. Eind 2013 zijn de eerste meetresultaten verkregen. Omdat gegevens over langere tijd moeten worden verzameld, kunnen in het 4e kwartaal van 2014 waarschijnlijk de eerste

Page 27: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 27

conclusies getrokken worden. Samen met de gemeente Zeewolde wordt een meetcampagne gestart naar het afstromende regenwater vanuit een industriegebied en naar de effecten van het regenwater-veld bij de AWZI Zeewolde. Beide projecten worden mede begeleid en ondersteund door STOWA en stichting RIONED.

Zuiveringen algemeenWaterschap Zuiderzeeland beheert en onderhoudt vijf afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI’s) in Flevoland (Almere, Dronten, Zeewolde, Lelystad en Tollebeek). Al deze zuiveringen moeten natuurlijk worden onderhouden en soms worden uitgebreid en aangepast aan de modernste milieueisen (voornamelijk stikstof- en fosfaatuitstoot).

In 2013 hebben de vijf afvalwaterzuiveringen van waterschap Zuiderzeeland ruim 27 miljoen kubieke meter afvalwater gezuiverd. Dit komt overeen met 566 miljoen douchebeurten en 815 miljoen toiletbezoeken. Het aangeleverde afvalwater bevat 2,2 miljoen kilogram stikstof en 0,31 miljoen kilogram fosfaat per jaar. Op basis van stikstof komt dit grofweg overeen met 18 miljoen kilogram kunstmest.

Omdat met name fosfaat als grondstof schaars begint te worden, is het interessant om deze grondstof terug te winnen. Momenteel wordt een deel van het fosfaat al teruggewonnen bij de slibeindverwer-ker maar het is ook mogelijk om fosfaat op de zuivering vast te leggen in de vorm van struviet dat als kunstmest kan worden toegepast.

Voor het transporteren en zuiveren van afvalwater is afgerond 15 miljoen kilowattuur aan elektrici-teit gebruikt. Hiervan is ongeveer 2 miljoen zelf opgewekt door biogas.

AWZI DrontenOp de AWZI Dronten is een begin gemaakt met de moderniseringupgrade. Beide beluchtingtanks zijn voorzien van hoge rendement beluchtingplaten en nieuwe compressoren. De tanks zijn een voor een omgebouwd.

AWZI Dronten en TollebeekEr zijn op AWZI Dronten en Tollebeek voorbereidingen getroffen voor aanpassingen aan de Atex richtlijn. Naar aanleiding van de explosie op RWZI Raalte zijn er veel nieuwe inzichten in bio-gasveiligheid ontstaan. Zuiderzeeland probeert deze nieuwe inzichten zo goed mogelijk op onze installaties toe te passen.

AWZI TollebeekOp de AWZI Tollebeek zijn onderzoeken uitgevoerd naar nieuwe ontwateringstechnieken en naar optimalisatie van de slibbewerking. Als eerste is een test uitgevoerd met de dosering van magnesium-chloride in de buffertank voor de slibontwatering. Doel was om te kijken of op een simpele manier het opgeloste fosfaat in het te ontwateren slib chemisch kan worden gebonden tot struviet. Struviet is een mineraal dat rechtstreeks in de landbouw afgezet kan worden als meststof, mits de wetgever dat toestaat. Door de toepassing van magnesiumchloride zou het ontwateringsrendement van het slib moeten toenemen, zou de fosfaatverwijdering beter moeten worden en zou de totale chemicaliën dosering af moeten nemen. Bij de test is waargenomen dat het fosfaat gebonden wordt tot struviet en er was een verbetering van de fosfaatverwijdering en een afname van het chemicaliënverbruik waarneembaar. Er is echter geen verbetering van het ontwateringsrendement waargenomen. De proef heeft waarschijnlijk te kort geduurd voor optimalisatie.

Vervolgens is een proef gedaan met een voor de Nederlandse markt nieuwe technologie voor slibont-watering. Het gaat hierbij om de schroefpers. Na een kort durende test van een paar dagen met een machine op labschaal en referentiebezoeken is besloten een lange duur test met een grotere machine uit te gaan voeren. De resultaten zijn veelbelovend. Deze machine haalde een vrijwel gelijk ontwa-teringsrendement met de inzet van minder chemicaliën en veel minder energie dan de huidige installatie. Deze installatie kan ook zonder overmatige slijtage met struviet overweg.

Page 28: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D28

In 2013 is een bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer uitgevoerd. De resultaten laten zien dat Waterschap Zuiderzeeland het op één na beste zuiveringsrendement heeft, hiervoor het minste energie verbruikt en tegen nagenoeg de laagste kosten.

Nieuwe sanitatie Nieuwe sanitatie is een verzamelnaam van nieuwe trends in het inzamelen en verwerken van afvalwater. Kern hiervan is dat deelstromen uniform en geconcentreerd worden behandeld. Het benutten van de in het water aanwezige waarden is een belangrijke factor hierbij. Deze ontwik-kelingen worden vooral betrokken bij nieuwbouwplannen zoals in Almere. Ondanks dat de ontwikkelingen vertraagd zijn door de economische crisis, zal in de komende drie jaar binnen de ontwikkeling Oosterwold ervaring worden opgedaan met de samenhang tussen organische groei en “nieuwe sanitatie”. In eerste instantie vooral gebaseerd op de initiatieven die zich voordoen in Oosterwold. Ook blijft er aandacht voor mogelijke toepassing van nieuwe sanitatie bij bijvoorbeeld grote evenementen.

3.1.4 WAT HEEFT HET GEKOST? Overzicht programma Schoon water (bedragen x € 1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Goede structuurdiversiteit 0,4 0,6 0,6 0,4

Goede waterkwaliteit 4,4 4,4 4,5 4,5

Goed omgaan met afvalwater 23,6 23,5 22,6 22,8

Doorbelastingen 4,5 4,5 4,6 4,9Totaal programmalasten 32,9 32,9 32,3 32,6

De realisatie van de lasten van het programma Schoon water wijkt € 0,6 miljoen af van de bijgestelde begrote cijfers. Procentueel is de afwijking zeer klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 29: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 29

Page 30: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D30

4. BEDRIJFSVOERING

4.1.1 WAT IS HET BEOOGD EFFECT?

Waterschap Zuiderzeeland is een betrouwbare overheidsorganisatie die de belangen van het water behartigt en als regelgever en handhaver weloverwogen omgaat met maatschappelijke belangen en de belangen van derden. Het bestuur van het waterschap handelt transparant, consistent en integer.

Waterschap Zuiderzeeland is een flexibele organisatie, die anticipeert op de veranderende omgeving. Het waterschap biedt ruimte voor het genereren van ideeën en het stimuleert toepas-singsgerichte innovatie die leidt tot meer efficiency, kwaliteit en duurzaamheid. Daarbij wordt Waterschap Zuiderzeeland gezien als een autoriteit op het gebied van water. De omgeving ziet het waterschap als een inspirerende partner, waar men graag mee wil samenwerken. Het waterschap heeft anderzijds oog voor de belangen van de omgeving en draagt bij aan de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving.

Waterschap Zuiderzeeland zorgt voor een optimale inzet van mensen en middelen om de gestelde doelen te realiseren. Daarbij voert het waterschap een transparant en maatschappelijk aanvaardbaar financieel beleid. Aan belastingbetalers biedt het waterschap een helder inzicht in ambities, geleverde prestaties en bijbehorende prijs.

4.1.2 WAT ZIJN DE BEDRIJFSVOERINGSDOELEN?

1. Het waterschap is een transparante en betrouwbare overheidsorganisatie.2. Het waterschap gaat als regelgever en handhaver weloverwogen om met maatschap

pelijke belangen.3. Het waterschap behartigt de waterbelangen in de plan- en besluitvorming van derden.4. Het waterschap anticipeert op de veranderende omgeving.5. Het waterschap is toepassingsgericht innovatief en staat open voor het mede-

ontwikkelen van innovaties.6. Partners zien het waterschap als een inspirerende partner die een meerwaarde biedt

in de samenwerking.7. Het waterschap streeft naar een maatschappelijk verantwoord evenwicht tussen ambitie

en lastenniveau.8. Het waterschap werkt doelmatig en doeltreffend.

4.1.3 WAT HEBBEN WIJ IN 2013 GEDAAN?

FUNCTIONELE OVERHEID

Regelgeving, vergunningverlening en handhavingDe Waterwet regelt in hoofdzaak het beheer van watersystemen, waaronder waterkeringen, opper-vlaktewater- en grondwaterlichamen. De Waterwet is gericht op het voorkomen dan wel beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, de bescherming en verbetering van de kwaliteit van watersystemen en de vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.

Voor het verrichten van handelingen in watersystemen is toestemming nodig van het waterschap. In de Waterwet worden zoveel mogelijk handelingen met algemene regels geregeld, waarbij geen vergunning meer hoeft te worden aangevraagd. Is de vergunningplicht van toepassing dan wordt zoveel mogelijk alle samenhangende handelingen in een watersysteem in één watervergunning geregeld.

Page 31: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 31

De vergunningverlening Veiligheid, Voldoende en Schoon water omvat de regulering van de water-staatswerken, lozingen van afvalwater en grondwater.

WatertoezichtSinds 2011 organiseert team Watertoezicht het toezicht onder andere via doelgroepprojecten. Daarvoor zijn diverse doelgroepen geselecteerd, namelijk: agrariërs, aannemers, projectontwikkelaars, jachthavens, overheden en particulieren. Per doelgroep heeft het team een plan van aanpak opgesteld. In het plan van aanpak is beschreven welke instrumenten worden ingezet om de naleving van waterregels door de betreffende doelgroep te verbeteren. Deze instrumenten zijn afhankelijk van de motieven waarom de doelgroep de waterregels niet naleeft. In 2013 is voor de doelgroepen aannemers, projectontwikkelaars en overheden een nieuwsbrief over bronneringen gemaakt en verspreid. Agrariërs zijn in 2013 op verschillende manieren benaderd, zoals adviesbezoeken op veehouderijbe-drijven om erfafspoeling te verminderen en drie agrarische nieuwsbrieven.

Toezicht en handhavingDe Algemene Vergadering heeft in 2011 de Nota Integraal Watertoezicht 2011 – 2015 vastgesteld. In deze nota staan naleefdoelen vermeld, die voortkomen uit de hoofddoelen Veiligheid, Voldoende water en Schoon water van het Waterbeheerplan 2010 – 2015. De inzet van het team Watertoezicht is gericht op het bereiken van de naleefdoelen. De afgelopen jaren ligt de totale naleving rond de 70%. Het streven is de naleving te verhogen door per doelgroep te analyseren welke instrumenten (communiceren, adviseren, faciliteren en/of ontmoedigen, surveilleren, toezicht houden en handhaven) het best kunnen worden ingezet voor de betreffende doelgroep.

Naast toezichthouder is een aantal medewerkers van het team Watertoezicht buitengewoon opspo-ringsambtenaar (BOA). Dit betekent dat zij in het kader van strafrecht een bestuurlijke strafbe-schikking of een procesverbaal kunnen opmaken. In 2013 zijn elf bestuurlijke strafbeschikkingen opgemaakt en geldboetes door het waterschap opgelegd in het kader van de schouw. De inning van deze geldboetes is verzorgd door het Centraal Justitieel Incassobureau. Daarnaast zijn twaalf pro-cessenverbaal opgemaakt en afgehandeld door het Openbaar Ministerie. Toezichthouders van het waterschap hebben in 2013 ook zeventien boeterapporten opgemaakt voor overtredingen van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Milieu-incidentenIn 2013 heeft het team Watertoezicht achtenzeventig milieu-incidenten afgehandeld. De inzet van het waterschap is gericht op het (laten) beëindigen van verontreiniging van het oppervlaktewater en op het laten opruimen van de verontreiniging. De meeste milieu-incidenten vinden in het voorjaar en de zomer plaats.

WaterstaatswerkenIn de Keur van Waterschap Zuiderzeeland staat beschreven wat wel en wat niet mag bij water-keringen en wateren, de zogeheten waterstaatswerken. Het doel van de Keur is om deze water-staatswerken veilig te stellen door het stellen van gebods- en verbodregels. De regulering van de waterstaatswerken vindt plaats door middel van het afgeven van een watervergunning. Vanaf juli 2013 is de Keur aangepast en uitgebreid en is de meldplicht geïntroduceerd voor de waterstaatswer-ken in stedelijk gebied.

De Keur geldt voor het gehele beheergebied van het waterschap: het stedelijk gebied, het landelijk gebied, buitendijkse gebieden en de waterkeringen.

Watervergunning Windpark NoordoostpolderIn 2013 is de aanleg van het Windpark Noordoostpolder, aan de Noordermeerdijk, Westermeer-dijk en Zuidermeerdijk, gestart. Voorafgaand aan het realiseren van het Windpark zijn door het waterschap diverse goedkeuringsbesluiten genomen. De goedkeuringbesluiten hadden betrekking op werkplannen en monitoringsplannen, fundatie- en heiplannen. De goedkeuringsbesluiten maken onderdeel uit van de watervergunningen.

Page 32: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D32

GrondwaterDe Keur van Waterschap Zuiderzeeland bepaalt ook welke (algemene) regels gelden voor het onttrekken van grondwater. Deze onttrekkingen van grondwater kunnen meldingsplichtig en in enkele gevallen vergunningplichtig zijn. De regulering van het grondwater richt zich op het goedkeuren van meldingen en het verlenen van watervergunningen.

Watervergunning Kabeltracé TennetOm het Windpark Noordoostpolder op het energienetwerk aan te sluiten wordt door Tennet een kabeltracé in de ondergrond aangelegd. De aanleg van het eerste deel van het kabeltracé, Wester-meerdijk – Emmeloord is, na afgifte van de nieuwe watervergunning, in 2013 hervat. De waterver-gunning is verleend voor het onttrekken en lozen van grondwater. Voor de realisatie van de aanleg van het kabeltracé zijn door het waterschap diverse goedkeuringsbesluiten in aanvulling op de water-vergunning voor de werkplannen verleend. Voor het tweede deel van het kabeltracé, Emmeloord Ens, is een aanvraag om een watervergunning door Tennet in 2013 ingediend.

OmgevingswetHet omgevingsrecht bestaat uit tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. En allemaal met hun eigen uitgangspunten, procedures en eisen. De wetgeving is daardoor ingewikkeld geworden voor de mensen die ermee werken. Daardoor duurt het bijvoorbeeld langer voordat een project kan starten. Het kabinet wil het omgevingsrecht makkelijker maken en samenvoegen in één Omgevingswet. De Waterwet zal ook (voor het overgrote deel) opgaan in de Omgevingswet.

In februari 2013 werd de toetsversie van de Omgevingswet ter consultatie aangeboden aan onder andere de waterschappen. De wet is vooral een kaderwet, omdat de bedoeling is dat zoveel mogelijk wordt uitgewerkt in de onderliggende regelgeving (algemene maatregelen van bestuur). Vervolgens zijn naar aanleiding van de gezamenlijke reactie van de Unie van Waterschappen (UvW) tussen de UvW en het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) afspraken gemaakt over belangrijke zaken voor de waterschappen. Deze zouden worden verwerkt in de nieuwe versie. Vervolgens is het wetsvoorstel tezamen met een sturend kader voor de uitvoeringsregelgeving ter advisering aangeboden aan de Raad van State. Begin 2014 heeft de Raad van State een stevig advies uitgebracht en nu is het aan het Ministerie van I&M om dit te verwerken. Het Ministerie van I&M verwacht het wetsvoorstel voor de zomer van 2014 aan te kunnen bieden aan de Tweede Kamer, waarmee het wetsvoorstel, het advies van de Raad van State en de reactie van het Ministerie van I&M op het advies tegelijkertijd openbaar worden gemaakt.

Intussen is in projectgroepen begonnen met een inventarisatie van de onderliggende regelgeving. De bedoeling is om van 117 algemene maatregelen van bestuur naar drie (groepen van) algemene maatregelen van bestuur te gaan. Daarnaast dient de daaronder hangende regelgeving (ministeriele regelingen) nog geharmoniseerd en gebundeld te worden. Waterschap Zuiderzeeland is aangesloten bij de projectgroep Omgevingswet van de UvW en zal op deze manier de voortgang nauwlettend in de gaten houden en tijdig kunnen reageren waar nodig. Het kabinet streeft naar inwerkingtreding van de Omgevingswet (inclusief onderliggende regelgeving) in 2018.

Lozingen afvalwaterHet merendeel van de afvalwaterlozingen wordt geregeld met algemene regels vertaald in drie landelijke integrale besluiten. Ze onderscheiden zich van elkaar in de doelgroep waar ze op van toepassing zijn: • Het Activiteitenbesluit milieubeheer is van toepassing op inrichtingen in de zin van

de Wet milieubeheer • Het Besluit lozing afvalwater huishoudens beperkt zich tot particuliere huishoudens; • Het Besluit lozen buiten inrichtingen richt zich op de overige lozingen.

De meest risicovolle lozingen blijven vergunningplichtig.

Page 33: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 33

Vanaf 1 januari 2013 zijn de agrarische activiteiten geregeld met het Activiteitenbesluit milieubeheer en zijn de specifieke agrarische besluiten, als Besluit landbouw, Besluit glastuinbouw, Lozingenbe-sluit open teelt en veehouderij, ingetrokken. Het gaat om agrarische lozingen van afvalwater zowel binnen als buiten de agrarische inrichting.

Advisering indirecte lozingenDe Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) verzorgt vanaf 1 januari 2013 namens de provincies Flevoland en Noord-Holland en namens de gemeenten in zowel Flevoland als Gooi en Vechtstreek de door hun overgedragen milieutaken op het gebied van omgevingsvergunningen en toezicht en handhaving.

De OFGV kan bij de vergunningverlening voor de omgevingsvergunningen gebruik maken van de bij het waterschap aanwezig specialistische kennis op het gebied van afvalwaterbehandeling bij lozingen in de riolering, ofwel de indirecte lozingen. De advisering indirecte lozingen komt voort uit de Bestuursovereenkomst samenwerking Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo), welke gesloten is tussen de zes Flevolandse gemeenten, provincie Flevoland en Waterschap Zuiderzeeland.

Het waterschap heeft in het najaar van 2013 een bijeenkomst georganiseerd voor de OFGV om de samenwerking verder te optimaliseren en de waterkwaliteitsbelangen bij de vergunningverleners van de OFGV onder de aandacht te brengen.

SamenwerkingOp landelijk niveau zijn samenwerkingsafspraken op het gebied van Vergunningverlening en Handhaving tussen Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen gemaakt. Hiermee wordt invulling gegeven aan het landelijk Bestuursakkoord Water, gericht op doelmatige waterbeheer. De samenwerkingsafspraken op het terrein van vergunningverlening en handhaving zijn geconcreti-seerd in elf samenwerkingsprojecten. Voor ons waterschap zijn de volgende samenwerkingsprojecten van belang:• de landelijke set met afspraken over samenwerking bij samenloopsituaties • de gezamenlijke opleiding vergunningverlening • het neerleggen van de BRZO-taak bij zes regisserende waterschappen • bedrijfsvergelijking voor vergunningverlening en handhaving.

In 2013 is vanuit vergunningverlening en de handhaving de samenwerking met een aantal omliggende waterschappen opgestart (Waternet en de Waterkrachtwaterschappen).

Omgevingsloket onlineHet Omgevingsloket Online, is een digitale centrale voorziening waar burgers en bedrijven 24 uur per dag een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en/of een watervergunning op grond van de Waterwet kunnen aanvragen. In het loket kunnen ook Waterwet meldingen en Wabo gerelateerde meldingen worden gedaan. Voor overheden en adviseurs biedt het loket de mogelijkheid om aanvragen en meldingen digitaal te ontvangen, te behandelen en uit te wisselen. Vanaf juli 2013 is een nieuwe versie van het omgevingsloket Online in gebruik genomen. De regionale regelgeving is opnieuw ingevoerd in het omgevingsloket Online en aangevuld met de nieuwe beleidsregels stedelijk water.

IntegriteitIntegriteit is niet iets wat in een bepaald jaar veel aandacht krijgt en het jaar daarop niet. Integriteit moet doorlopend onder de aandacht blijven. Het moet vanzelfsprekend zijn dat eventuele integriteitszaken in alle openheid worden besproken. In het kader van Water Werkt is een aantal kernwaarden geformuleerd. Integriteit is er daar een van. Dat betekent dat in zogeheten werkplaatsen wordt doorgepraat over integriteit. Daar wordt ook gekeken hoe de hele organisatie er bij kan worden betrokken.

Page 34: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D34

Calamiteitenzorg Het is voor Waterschap Zuiderzeeland van belang om als crisisorganisatie goed voorbereid te zijn op crisissituaties die zich in het gebied kunnen voordoen zoals wateroverlast, watertekort, storingen in het transport en de zuivering van afvalwater, verontreiniging van oppervlaktewater en dijkdoorbraak. Waterschap Zuiderzeeland werkt hierbij nauw samen met de veiligheidsregio Flevoland.

In 2013 heeft een reorganisatie plaatsgevonden en dat betekent dat het calamiteitenplan, de supplementen en de bestrijdingsplannen op de nieuwe organisatie aangepast moesten worden. Nieuwe medewerkers in de crisisbeheersing zijn op twee momenten wegwijs gemaakt in de crisisbe-heersing bij Zuiderzeeland. Daarnaast hebben zes waterschapsoefeningen plaatsgevonden en heeft het waterschap een voorname rol gespeeld in de jaarlijkse oefening van het ROT en RBT van de veilig-heidsregio; wateroverlast in twee gemeenten vormde het scenario. In unieverband neemt waterschap Zuiderzeeland deel aan overleggen over de implementatie van de visie op samenwerken en op de invoering van netcentrisch werken bij waterschappen, naast overleggen van alle coördinatoren crisis-beheersing. In het verslagjaar zijn medewerkers van het waterschap enkele keren betrokken geweest bij grote branden in het gebied en bij een dumping van chemisch afval op de Knardijk.

RechtmatigheidIn 2013 hebben op basis van het interne controleplan steekproefsgewijze controles plaatsgevonden op de gebieden inkoop en aanbestedingen en personele lasten. Bij deze interne toetsing zijn een materiële onrechtmatigheden geconstateerd. Bij de interimcontrole en de controle van de jaarrekening zijn de resultaten van de interne toetsing bij de accountant onder de aandacht gebracht. RekenkamercommissieHet doel van de Rekenkamercommissie (RKC) is om door middel van onderzoeken inzicht te bieden in de prestaties van Waterschap Zuiderzeeland als geheel en waar mogelijk aanbevelingen te formuleren voor de toekomst.

De RKC heeft als functie bij te dragen aan de kwaliteit van het bestuur van Waterschap Zuiderzee-land. Zij doet daartoe aanbevelingen die zijn gebaseerd op onderzoek. Zij richt haar onderzoek op die beleidsterreinen en die aspecten van de bedrijfsvoering van het Waterschap waarop zij risico’s voor de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid ziet en waar de meerwaarde van RKC-onder-zoek het grootst is.

In het tweede kwartaal van 2013 heeft er een evaluatie plaatsgevonden Het evaluatierapport ‘Rooksignalen en wuivende halmen’ is aangeboden aan de Algemene Vergadering (AV). Dit was voor de AV aanleiding om op 24 september 2013 een commissie uit de AV samen te stellen, onder voorzit-terschap van de dijkgraaf. Deze commissie heeft de opdracht gekregen om, met inachtneming van de aanbevelingen uit de evaluatie een visiedocument uit te werken waarin een nadere beschouwing wordt gegeven over de rol, positie en werkwijze van de RKC en naar aanleiding van die beschouwing een concreet voorstel aan de AV te doen dat moet leiden tot: 1. Het aanpassen van de Verordening voor de Rekenkamercommissie Waterschap Zuiderzeeland 2009; 2. Het aanpassen van het Onderzoeksprotocol van de RKC Zuiderzeeland; 3. Het (her)benoemingproces van de externe RKC-leden en het aftredende interne RKC-lid.

De volgende onderzoeken van de Rekenkamercommissie zijn afgerond in 2013: • Begroten en Werkelijkheid

Het rapport Begroten en Werkelijkheid is op 26 maart 2013 aangeboden aan de AV.• Doelmatigheid en Doeltreffendheid Ingenieursbureau

Het rapport Doelmatigheid en Doeltreffendheid Afdeling Ingenieursbureau 2009-2012 is op 17 december 2013 aangeboden aan de AV.

WaterschapsverkiezingenOp 17 december 2013 stemde de Tweede Kamer over het wetsvoorstel ‘Aanpassing waterschaps-verkiezingen’. Dit wetsvoorstel wijzigt de Kieswet en de Waterschapswet en zorgt voor directe

Page 35: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 35

verkiezingen van de vertegenwoordigers voor de categorie van ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap. De wet is inmiddels ook goedgekeurd door de Eerste Kamer. De methode van briefstemmen in 2008 wordt door deze wetswijziging vervangen door de methode van stembusverkie-zingen. Deze verkiezingen zullen gelijktijdig worden gehouden met de verkiezing van de leden van Provinciale Staten, op 18 maart 2015. Binnen Waterschap Zuiderzeeland gaat een projectgroep aan de slag met de voorbereiding van de waterschapsverkiezingen.

ORGANISATIE EN OMGEVING

Innovatie en MVO Het jaarverslag over 2012 meldt reeds enkele projecten die onder de vlag van MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) en Innovatie zijn gestart. De maatschappelijke positionering waterschap en energiestrategie hebben in 2013 meer sturing gegeven aan de gewenste ontwikkeling en kaders. De verduurzaming van de energievoorziening in Dronten is in volle gang, de ontwikkeling rond de innovatieve slibgisting is in een volgend stadium gebracht, de gemeente Urk is geïnspireerd op zoek naar mogelijkheden om warmte uit afvalwater te benutten voor het te renoveren zwembad. Op het gebied van duurzame bedrijfsvoering zijn diverse acties ondernomen. De introductie van zakelijke OV chipkaarten heeft geleid tot verhoudingsgewijs meer dienstreizen via het openbaar vervoer. Verder zijn de eerste stappen gezet richting papierarm vergaderen. Het college van Dijkgraaf en Heemraden en het management van de ambtelijke organisatie gebruiken inmiddels digitale hulpmiddelen om vergaderstukken te raadplegen. Verdergaande digitalisering van (vergader)processen kan jaarlijks enorme hoeveelheden papier besparen. Ook is onderzocht op welke wijze de energievoorziening van het waterschapshuis duurzamer kan. Investeringen op dit gebied blijken echter lange terugverdientijden met zich mee te brengen. De installatie van zonnepanelen lijkt hierin de meest haalbare variant.

Het waterschap maakt deel uit van verschillende netwerken. ‘Duurzaam Door’ is een initiatief vanuit de Rijksoverheid. Provincies voeren hier regie en beogen regionale partners bij elkaar te brengen met het doel meer synergie tussen bedrijven, gebruikers en overheid te bewerkstelligen (sociale innovatie). De Unie van Waterschappen streeft met het Koploperproject de innovatiekracht op zeven waterschapsthema’s te versterken. De waterschappen werken samen in de waterketen voor het verbeteren van de energie en grondstoffenbenutting in de inspirerende concepten Energiefa-briek en Grondstoffenfabriek. In Waterkracht is afgesproken een gezamenlijke innovatieagenda en programma voor de afvalwatertaak op te stellen. Binnen het waterschap is breder aandacht aan het ontstaan voor het verbreden van de innovatieve blik.

FloriadeIn september 2012 heeft de Nederlandse Tuinbouwraad bekend gemaakt dat Almere de 7e editie van de Floriade mag organiseren. Een unieke kans voor stad en regio om zich (inter)nationaal te presenteren. Almere heeft in zijn succesvolle bid de thematiek van de Floriade verbreed naar de duurzame, groene stad: “Growing Green Cities”.

Op weg naar 2022 onderscheidt Almere drie sporen: de ontwikkeling van het terrein, de organisatie van het evenement in 2022 zelf en ‘the making of’, het gehele traject daar naar toe. Waterschap Zuiderzeeland is vanuit zijn kerntaak al volop betrokken bij de ontwikkeling van het terrein: wij adviseren in het kader van de watertoets over de inpassing van de A6 en de waterhuishoudkundige inrichting van het terrein. Bestuurlijk is de vraag gesteld hoe de betrokkenheid van het Waterschap bij dit evenement in ons beheergebied verder vorm zou kunnen krijgen. Daartoe zijn ambtelijk een aantal verkennende gesprekken gevoerd met gemeente, provincie en de kamer van koophandel. Deze gesprekken en de verdere uitwerking van het concept door Almere maakten medio 2013 duidelijk dat de thematiek en de opzet van de Floriade waardevolle aanknopingspunten heeft met de taken van het waterschap. Hierop is intern een project gestart dat antwoord moet geven op de vraag op welke gronden en op welke wijze Waterschap Zuiderzeeland tussen 2014 en 2022 actief kan zijn in de Floriade.

Page 36: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D36

Organisatieontwikkeling Water Werkt2013 is een jaar geweest waar verandering van de organisatie volop op de agenda stond. Om deze agenda uit te voeren is het project ‘Water Werkt’ opgericht. De basis van het project ‘Water Werkt’ is de sturingsfilosofie ‘de Stip op de Horizon’.

Deze kent drie leidende principes:1. er wordt gestuurd op vertrouwen in de professionaliteit van de medewerkers en leidinggevenden;2. dit gebeurt door een consequent doorgevoerde opdrachtgever / nemerbenadering;3. dit wordt toegepast in een duidelijke en transparante PDCA-cyclus (plan / do / check / adapt).

In 2013 is gewerkt aan zes ontwikkelthema’s: het ontwikkelen van leiderschap, het (her)inrichten van de organisatiestructuur, het uitvoeren van het selectie- en plaatsingsproces, het herzien van het bestuur- en managementontwerp, het doorontwikkelen van de p&c-cyclus en het ontwikkelen van professionele medewerkers / cultuur.

In april 2013 is de nieuwe organisatiestructuur vastgesteld. De oude organisatie was ingericht volgens een sectorenmodel met vijf managementlagen en 14 afdelingen. De nieuwe organisatie is ingericht volgens een directiemodel met drie managementlagen en acht afdelingen. Daarnaast is er een eenheid voor projectmanagement gevormd.

De maanden mei tot met juli waren er op gericht om mensen op een goede plek in de organisatie te plaatsen. Hiervoor is een sociaal plan opgesteld en een plaatsingscommissie opgericht. Vanaf september is de vernieuwde organisatiestructuur formeel van kracht geworden en van start gegaan.

Daarnaast is een nieuwe ‘Bestuurs- en Management Aanpak’ vastgesteld. In dit document worden de taken, rollen en verantwoordelijkheden van bestuur en management van Waterschap Zuiderzeeland beschreven.

In het CLM-traject (Cultuur, leiderschap, medewerkersontwikkeling) zijn na een uitgebreide inven-tarisatie negen kernwaarden voor Waterschap Zuiderzeeland benoemd. Deze kernwaarden worden in zogeheten werkplaatsen samen met de medewerkers verder uitgewerkt. De bedoeling van de werkplaatsen is om met concrete acties te komen om de gewenste verandering in gang te zetten. Voor de verdere ontwikkeling van de medewerkers en het management zijn het MOT (Management ontwikkelingstraject) en de ZZL academie gestart. De ZZL academie heeft inmiddels een groot aantal trainingen en cursussen ontwikkeld en laten uitvoeren.

SAMENWERKEN MET DE OMGEVING

CommunicatieDe bekendheid van ons waterschap is nog steeds een van de speerpunten van het communica-tiebeleid. Om die bekendheid te vergroten wordt een groot aantal middelen ingezet. Een van de speerpunten is het jeugd en jongerenbeleid. Vanuit de visie ‘ jong geleerd is oud gedaan’, wordt een groot aantal activiteiten voor lagere en middelbare scholieren georganiseerd. In de loop van 2014 wordt de communicatienota ‘ De communicerende organisatie’, geactualiseerd. De bedoeling is om in aanloop naar de verkiezingen in maart 2015 extra publiciteit voor Zuiderzeeland te genereren.

BuitenlandbeleidIn het Buitenlandbeleid ligt het accent op EU beleidsbeïnvloeding, bestuursadvisering, subsidies en internationale samenwerkingsprojecten. EU beleidsbeïnvloeding vindt plaats via Bureau Brussel en de Unie van Waterschappen. Waterschap Zuiderzeeland vervult een actieve rol in de Commissie Internationaal van de Unie van Water-schappen en levert input ten behoeve van EU beleidsbeïnvloeding. De input en advisering op de assessment van de OESO (‘Watergovernance in the Netherlands: fit for the future.’) was een belangrijke activiteit op dit vlak in 2013.

Page 37: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 37

Waterschap Zuiderzeeland heeft projecten in Ethiopië en Indonesië. In Ethiopië vinden de projecten plaats in de Awash River Basin en geeft het waterschap actief invulling aan de krachtenbundeling met waterschappen en andere partijen in de watersector. Het betreft het versterken van het integraal stroomgebiedbeheer, organisatie opbouw, verbeteren water governance, innovatieve sanitatie, water-kwaliteit & emissiereductie, GIS, informatiebeheer en monitoring. Deze activiteiten zijn gedekt door Europese en nationale subsidies. In Indonesië voert het waterschap een sanitatieproject uit. Een van de activiteiten in 2013 was het verzorgen van training.

Via de uitvoering van deze pijlers geeft Zuiderzeeland invulling aan zijn Buitenlandbeleid, draagt het bij aan de Millennium Development Goals, waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd, en biedt het een interessante werk- en leeromgeving voor zijn personeel.

MIDDELEN

InformatiebeleidIn 2013 is het informatiebeleid 2009-2013 geëvalueerd. Doelstellingen op het gebied van ICT-infra-structuur en het beheer daarvan zijn behaald, maar het tempo van digitalisering van werkprocessen is enigszins achtergebleven bij de ambities, omdat dit meer aanpassingsvermogen van de organisatie heeft gevraagd dan verwacht.

Er is een nieuwe informatiestrategie en beleid vastgesteld voor de periode 2014-2017 rondom de volgende speerpunten of actielijnen:• Informatiebeheer op orde (o.a. basis- en kernregistraties);• Samenwerking in de informatievoorziening (w.o. samenwerking met de Rijn-Oost

waterschappen/Waterkracht);• De Digitale Werkplek (o.a. vervolg van digitalisering);• Informatiebeveiliging.Het beleid zal jaar voor jaar in uitvoeringsplannen met concrete projecten en activiteiten worden vertaald.

Informatieveiligheid Na een aantal incidenten op het gebied van cybercrime en informatieveiligheid, zoals het hacken van op afstand bestuurbare sluizen, is na aandringen van de Tweede Kamer door de Minister van BZK besloten dat het onderwerp informatieveiligheid beter op de agenda van de decentrale overheden en het Rijk moet komen. Om de overheden hierbij te steunen is in 2013 de Taskforce Bestuur en Infor-matieveiligheid Dienstverlening door minister Plasterk in het leven geroepen. De waterschappen zijn als sector verantwoordelijk om het onderwerp informatieveiligheid beter op de kaart te zetten, de bestuurlijke awareness te vergroten en een verbeterplan op te stellen. Verplichtende zelfregulering op het gebied van informatieveiligheid is hierbij het credo.

Op 13 september 2013 is de Baseline Informatiebeveiliging Waterschappen (BIWA) bestuurlijk binnen Unie van Waterschappen vastgesteld. Twee maanden later is ook het programmaplan informatievei-ligheid goedgekeurd. In 2014 wordt door de Unie van Waterschappen, Het Waterschapshuis en de waterschappen gezamenlijk hard gewerkt aan de uitvoering van het plan. Hierbij wordt actief kennis gedeeld met andere overheidssectoren zoals de gemeenten en het Rijk.

Waterschap Zuiderzeeland heeft naar aanleiding van het groeiend aantal incidenten reeds in januari 2013 een organisatiebrede risicoanalyse in het kader van informatiebeveiliging uitgevoerd. In oktober 2013 is het beleid voor informatieveiligheid door de directie vastgesteld. In 2014 wordt het beleid aan het bestuur voorgelegd.De analyse heeft gedetailleerd inzicht gegeven in de mate waarin ons waterschap (veilig) omgaat met informatie ten opzichte van de landelijke Baseline. Daarin scoren we voldoende, maar is ook duidelijk dat we moeten streven naar een betere borging van de veiligheid van informatie binnen het waterschap. Dit zal in 2014 dan ook zijn vervolg krijgen.

Page 38: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D38

Flexibilisering In 2013 is het plan van aanpak flexibilisering opgesteld. Daarbij wordt vooral gekeken naar de drie b’s: bricks, bytes en behaviour. Het plan van aanpak wordt in de loop van 2014 voorgelegd aan het college van DenH en de AV. Met de flexibilisering wordt beoogd de doelen uit Water Werkt makkelijker te bereiken.

Verbonden partijen – Het WaterschapshuisIn de gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis werken de waterschappen samen op het gebied van ICT. In 2013 heeft een heroverweging van ambitie, taken en rollen van Het Waterschaps-huis plaatsgevonden.

Definitieve besluitvorming over “HWH 2.0” moet nog plaatsvinden, maar de uitkomsten wijzen op een splitsing in een:• collectief deel, hieraan nemen alle deelnemers van de gemeenschappelijke regeling deel en zij

dragen hiervoor gezamenlijk de risico’s, en een• facultatief deel. Deze programma’s worden voor een aantal deelnemende waterschappen

uitgevoerd en het risico wordt door de aan het programma deelnemende waterschappen gedragen.

Beide takenpakketten zullen juridisch en financieel strikt worden gescheiden, zodat voorkomen wordt dat gemeenschappelijke regeling deelnemers die niet aan een facultatief programma deelnemen daar toch risico’s door lopen. Waterschap Hunze en Aa’s heeft aangegeven niet langer te willen deelnemen in Het Waterschapshuis. In 2013 is voorts besloten dat beheer en ontwikkeling van het gezamenlijke geo-informatiesysteem IRIS zal worden afgebouwd. De waterschappen gaan zelfstandig of in kleinere samenwerkingsverbanden met een opvolger aan de slag.

Personeelsplan2013 heeft voor HRM&O in het teken gestaan van de ontwikkelingen binnen Water Werkt, het organisatieontwikkelingstraject. Met dit traject wil de organisatie anticiperen op ontwikkelingen/ nieuwe eisen die op het waterschap afkomen en onze eigen ambities mogelijk maken. Zuiderzeeland wil zijn toegevoegde waarde blijven bewijzen in de (politieke) omgeving. Dit betekent onder meer dat strategisch wordt nagedacht over hoe de organisatie zich kan ontwikkelen, wendbaar kan zijn en realistisch kan zijn in zijn verwachtingen: wat hebben we écht nodig?

In het kader van deze organisatieontwikkeling is de nieuwe organisatiestructuur vorm gegeven. Het in kaart brengen benodigde formatie (kwantitatief) is hierbij een van de grote speerpunten geweest. Het aantal managers is hierbij bewust verminderd en verantwoordelijkheden zijn lager in de organisatie gelegd. Managers en medewerkers zijn geplaatst op nieuwe functies en met meer dan vijftig medewerkers zijn op individuele basis afspraken gemaakt ten aanzien van hun ontwikkeling in de nieuwe functie. Strategische personeelsplanning betekent onder andere ook dat medewerkers planmatig gefaciliteerd moeten worden in de benodigde ontwikkeling. Als een van de eerste stappen na de structuurwijziging is hiervoor een intern opleidingsinstituut opgericht (ZZLacademie). Het voorgaande geeft een solide basis om verder uit te bouwen richting een strategische benadering van de ontwikkeling van ons personeelsbestand.

GezondheidsmanagementBij gezondheidsmanagement ligt de focus op de gezondheid, inzetbaarheid en vitaliteit van de medewerker. In 2013 zijn door de organisatiewijziging alle functies ten aanzien van gezondheidsma-nagement gecentraliseerd bij het team HRM&O. Hierdoor is de samenwerking tussen de disciplines, die met elkaar het gezondheidsmanagement vorm geven, vergemakkelijkt: veiligheid, welzijn, ver-zuimmanagement, opleidingen, trainingen, risicomanagement in processen, VCA zitten in één team.

In 2013 heeft in de uitvoering de nadruk gelegen op het afhandelen van individuele probleemstellin-gen in het kader van ARBO. Met de nieuwe arbo-dienstverlener is in 2013 de praktijk van de verzuim-begeleiding aangescherpt.

Page 39: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 39

Daarnaast is actief samengewerkt met diverse partijen om medewerkers op individuele basis te ondersteunen bij hun genezingsproces cq preventief te handelen. Ook is een verdere professionalise-ring ten aanzien van de preventie en afhandeling van ongevallen gerealiseerd. Dit alles heeft er toe geleid dat het verzuimpercentage een dalende lijn vertoont.

In 2014 wordt het concept gezondheidsmanagement doorontwikkeld richting duurzame inzetbaarheid van medewerkers.

Page 40: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D40

Page 41: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 41

5. VERPLICHTE PARAGRAFEN

5.1 ALGEMEEN

Het Waterschapsbesluit bepaalt dat in de jaarstukken paragrafen worden opgenomen, waarin op de beleidslijnen wordt verantwoord zoals vastgelegd in de programmabegroting. Tevens worden de opbrengsten van de waterschapsbelastingen verantwoord. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de jaarstukken staan worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor de Algemene Vergadering voldoende inzicht krijgt.

De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de jaarstukken. Met de genoemde onderwerpen is vrijwel altijd een groot financieel belang gediend. De paragrafen geven daardoor extra informatie voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn.

Het Waterschapsbesluit schrijft de volgende paragrafen voor:• Bedrijfsvoering• Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar• Incidentele baten en lasten • Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen• Waterschapsbelastingen• Weerstandsvermogen• Financiering• Verbonden partijen• EMU-saldo• Topinkomens

In het verleden heeft de Algemene Vergadering besloten om de paragraaf Bedrijfsvoering in de begroting, tussentijdse rapportages en jaarstukken te gebruiken om het overzicht van alle thema’s gezamenlijk te geven van de bedrijfsvoeringaspecten. Deze paragraaf is daarom opgenomen in hoofdstuk 4.

5.2 ONTWIKKELINGEN SINDS HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

In de paragraaf betreffende de ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar kan worden ingegaan op externe en interne ontwikkelingen die zich sinds het vaststellen van de vorige begroting en de behandeling van de meerjarenraming hebben voorgedaan. Bovendien kunnen afwijkingen van de uitgangspunten en grondslagen, zoals deze voor de vorige begroting en de meerjarenraming zijn gehanteerd, en belangrijke afwijkingen in de cijfers van de meerjarenraming in deze paragraaf nader worden toegelicht.

Bij Waterschap Zuiderzeeland is ervoor gekozen om de algemene ontwikkelingen van het afgelopen jaar in de inleiding van het jaarverslag op te nemen en de programmaspecifieke ontwikkelingen mee te nemen in de programmaverantwoording.

5.3 INCIDENTELE BATEN EN LASTEN

De paragraaf betreffende de incidentele baten en lasten bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. De jaarrekening 2013 bevat baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen en derhalve als incidenteel kunnen worden bestempeld. De volgende baten bedragen meer dan een procent van het begrotingstotaal en kunnen derhalve relevant zijn voor het beoordelen van de financiële positie:

Page 42: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D42

• Synergiegelden: over het jaar 2013 ontvangt het waterschap € 0,5 miljoen subsidie voor de aanleg van duurzame oevers. Dit is verwerkt in de exploitatierekening onder de post bijdragen van derden onder het programma Voldoende water.

• POP2-gelden: over het jaar 2013 ontvangt het waterschap € 0,9 miljoen subsidie voor de aanleg van duurzame oevers. Dit is verwerkt in de exploitatierekening onder de post bijdragen van derden onder het programma Voldoende water.

5.4 ONTTREKKINGEN AAN VOORZIENINGEN EN BESTEMMINGSRESERVES

In de paragraaf betreffende de onttrekkingen aan voorzieningen en bestemmingsreserves wordt ingegaan op de bedragen die rechtstreeks uit voorzieningen worden onttrokken, alsmede op het beroep dat op de bestemmingsreserves is gedaan.

Conform het vastgestelde beleid zullen, voordat gelden kunnen worden onttrokken uit bestemmings-reserves, voorstellen daartoe worden gedaan aan de Algemene Vergadering. Pas na vaststelling van deze voorstellen kunnen gelden uit de bestemmingsreserves worden onttrokken.

Een overzicht met de onttrekkingen uit voorzieningen en bestemmingsreserves is opgenomen in de toelichting op de balans en in de bijlagen. Om doublures te voorkomen wordt daarom verwezen naar paragraaf 8.2.3.

5.5 WATERSCHAPBELASTINGEN

Anders dan gemeenten en provincies ontvangen waterschappen geen bijdrage van het Rijk voor de bekostiging van hun taken. Waterschappen bekostigen hun taken door het heffen van belastingen, de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing.

In de onderstaande tabellen worden de geprognosticeerde en gerealiseerde belastingopbrengsten weergegeven. Omdat de begroting wat betreft de belastingopbrengsten niet is gewijzigd in het jaar 2013, wordt er slechts één kolom begroting weergegeven.

De aanslagoplegging en invordering van de waterschapsbelastingen geschiedt door het Gemeen-schappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT). De gerealiseerde belastingopbrengsten zijn ontleend aan het jaaroverzicht belastingopbrengsten 2013, die is opgesteld door GBLT. De controle op de volledigheid van de belastingopbrengsten maakt onderdeel uit van het controleprogramma van de accountant van GBLT.

Overzicht belastingen, per kostendrager (bedragen x € 1.000.000)

OMSCHRIJVING BEGROTING 2013 REALISATIE 2013 REALISATIE 2012

Watersysteemtaak 40,2 41,5 39,2Zuiveringstaak 27,2 27,1 27,0Totaal 67,4 68,6 66,2

Page 43: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 43

Overzicht belastingen, onderdeel watersysteemheffing (bedragen x € 1.000.000)

OMSCHRIJVING BEGROTING 2013 REALISATIE 2013 REALISATIE 2012

WatersysteemheffingWatersysteemheffing ingezetenen 10,4 10,4 10,3Watersysteemheffing gebouwd 20,5 20,7 20,5Watersysteemheffing ongebouwd 8,2 8,2 7,7Watersysteemheffing natuur 0,9 0,9 0,8Verontreinigingsheffing 0,9 0,9 0,9Watersysteemheffing voorgaande jaren - 1,0 - 0,4Subtotaal watersysteemheffing 40,9 42,1 39,7

De gerealiseerde watersysteemheffing ingezetenen blijft iets achter bij de begroting. De gerealiseerde watersysteemheffing gebouwd is € 0,2 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Door turbulente marktontwikkelingen is de inschatting van de WOZ waarde in het beheergebied, de grondslag van de aanslagoplegging watersysteemheffing gebouwd, lastig in te schatten. De gerealiseerde watersysteemheffing ongebouwd, de watersysteemheffing natuur en de verontrei-nigingsheffing zijn gelijk aan de begroting. De gerealiseerde watersysteemheffing over voorgaande jaren laat een positief resultaat zien van ruim € 1,0 miljoen. In zijn totaliteit is de realisatie van de watersysteemheffing € 1,2 miljoen boven de begroting.

Overzicht belastingen, onderdeel zuiveringsheffing (bedragen x € 1.000.000)

OMSCHRIJVING BEGROTING 2013 REALISATIE 2013 REALISATIE 2012

ZuiveringsheffingZuiveringsheffing huishoudens 21,4 21,5 21,1Zuiveringsheffing bedrijven 6,9 6,8 6,5Zuiveringsheffing voorgaande jaren - - 0,2 0,Subtotaal zuiveringsheffing 28,3 28,1 28,1

Bij de zuiveringsheffing huishoudens is sprake van een licht negatieve realisatie van € 0,2 miljoen. Er is bij de zuiveringsheffing woningen sprake van een licht hogere realisatie dan begroot en bij de zuiveringsheffing bedrijven sprake van een licht lagere realisatie dan begroot. De gerealiseerde zuive-ringsheffing over voorgaande jaren laat een negatief resultaat zien van bijna € 0,2 miljoen. Dit komt vooral omdat de definitieve aanslagen zuiveringsheffing bedrijven 2011 lager lagen dan de voorlopige aanslagen. In zijn totaliteit is de realisatie van de zuiveringsheffing € 0,2 miljoen onder de begroting.

Overzicht belastingen, onderdeel overig (bedragen x € 1.000.000)

OMSCHRIJVING BEGROTING 2013 REALISATIE 2013 REALISATIE 2012

OverigKwijtschelding watersysteemheffing - 0,6 - 0,6 - 0,6Kwijtschelding zuiveringsheffing - 1,1 - 1,0 - 1,1Subtotaal overig - 1,7 - 1,6 - 1,6

De gerealiseerde kwijtschelding wijkt slechts € 0,1 miljoen positief af van de begrote kwijtschelding.

Overzicht belastingen, totalen (bedragen x € 1.000.000)

OMSCHRIJVING BEGROTING 2013 REALISATIE 2013 REALISATIE 2012

Watersysteemheffing 40,9 42,1 39,7Zuiveringsheffing 28,3 28,1 28,1Overig - 1,7 - 1,6 - 1,6Totaal belastingen 67,4 68,6 66,2

Page 44: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D44

In de onderstaande tabellen worden de begrote en gerealiseerde belastingeenheden weergegeven, exclusief de in het jaar 2013 gerealiseerde eenheden over voorgaande jaren.

Eenheden watersysteemheffing (x 1.000)

OMSCHRIJVING BEGROTING 2013 REALISATIE 2013 REALISATIE 2012

Watersysteemheffing ingezetenen 153 153 152Watersysteemheffing gebouwd 39.400 39.787 40.121Watersysteemheffing ongebouwd 109 109 103Watersysteemheffing natuur 119 119 117Verontreinigingsheffing 15 15 16

Eenheden zuiveringsheffing (x 1.000)

OMSCHRIJVING BEGROTING 2013 REALISATIE 2013 REALISATIE 2012

Zuiveringsheffing huishoudens 371 372 369

Zuiveringsheffing bedrijven 119 117 114Totaal 490 489 483

5.6 WEERSTANDSVERMOGEN

INLEIDING

Het weerstandsvermogen zegt iets over de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt om bedrijfsrisico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen op te kunnen vangen.

Het weerstandsvermogen is als volgt te berekenen:

weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit

benodigde weerstandscapaciteit

Door lokale overheden wordt veelal beleid ontwikkeld over de hoogte van het weerstandsvermo-gen. Hierbij wordt veelal aangegeven dat een weerstandvermogen van lager dan één onvoldoende is, tussen één en twee voldoende en boven de twee als uitstekend kan worden gekwalificeerd. Het merendeel van de lokale overheden kiest daarbij voor een gewenst weerstandsvermogen dat ligt tussen 1,0 en 1,4.

Waterschap Zuiderzeeland vindt dat niet alleen moet worden gekeken naar de onverzekerde bedrijfs-risico’s die het waterschap loopt, maar vooral ook naar de schuldenpositie. Doordat de beleidskeuzes rondom de schuldenpositie een omvangrijkere reserve vereisen dan de eisen vanuit het weerstands-vermogen, zijn deze laatste eisen minder bepalend geworden. Het waterschap heeft daarom geen specifiek beleid voor de hoogte van het weerstandsvermogen.

Benodigde weerstandscapaciteitDe benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald op basis van een risicoanalyse. Bij de laatste risico-analyse bedroegen de bedrijfsrisico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen in totaal € 9,9 miljoen.

Beschikbare weerstandscapaciteitDe beschikbare weerstandscapaciteit kan worden onderverdeeld in structurele weerstandscapaciteit en incidentele weerstandscapaciteit.

De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit structurele middelen in de begroting waarmee optredende risico’s kunnen worden opgevangen. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit vrij besteedbare middelen die eenmalig kunnen worden aangewend.

Page 45: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 45

De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit:• onbenutte belastingcapaciteit;• geraamde begrotingsoverschotten;• de ‘post’ onvoorzien.

De incidentele weerstandscapaciteit van het waterschap is opgebouwd uit de volgende componenten:• algemeen vrij aanwendbare reserves;• dotaties en onttrekkingen aan algemene reserves in het begrotingsjaar;• stille en aanwendbare reserves in vaste activa.

In het vastgestelde Reservebeleid is aangegeven dat het waterschap geen onbenutte belastingcapaci-teit heeft. Ook beschikt het waterschap niet over stille aanwendbare reserves. Daarnaast is bepaald dat bestemmingsreserves niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit moeten worden gerekend.

Berekening beschikbare weerstandscapaciteitDe weerstandscapaciteit van het waterschap is opgebouwd uit de volgende componenten:• de ‘post’ onvoorzien;• de risicoreserves per taak;• de algemene reserve per taak;• de voorgestelde dotaties en onttrekkingen aan de algemene reserve per taak.

Weerstandscapaciteit ultimo 2013 voor resultaatbestemming (bedragen x € 1.000.000)

WEERSTANDSCAPACITEIT

Risico reserves 9,9Algemene reserve 6,5Weerstandscapaciteit 16,4

Risico’sOp 25 september 2012 zijn in de Algemene Vergadering de uitkomsten van de in 2012 uitgevoerde risicoanalyse besproken. Op basis van de uitgevoerde risicoanalyse bedraagt de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) € 9,9 miljoen met een zekerheid van 99%.

In de paragraaf weerstandsvermogen in de begroting, het jaarverslag en de Bestuursrapportage wordt gerapporteerd over significante wijzigingen die zich hebben voorgedaan sinds de meest recente orga-nisatiebrede risicoanalyse. Hierbij wordt gerapporteerd over bestuurlijk relevante risico’s, welke het beleid van het waterschap kunnen raken.

In de Bestuursrapportage zijn de volgende risico’s opgenomen. Deze zijn op dit moment nog actueel:

• Externe bedreiging: complexe gebiedsprocessen vragen meer en andere capaciteit van het waterschap dan waarover het waterschap beschikt. In 2013 is hier met de formatiewijzigingen vanuit het water werkt traject een oplossing voor gevonden.

• Externe bedreiging: de omvang van het financiële risico van de schadedossiers bedraagt € 1,3 miljoen. Tussen het opstellen van de Meerjarenbegroting 2014-2017 en de Jaarrekening 2013 zijn hierin geen significante wijzigingen opgetreden.

2013 is het tweede jaar van de versnelling duurzame oevers. Interne bedreiging is dat de hoeveelheid geplande oevers substantieel groter is dan in de voorgaande jaren en dat moet worden gewaakt dat de planning ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. De provincie heeft positief beschikt over de aanvullende aanvraag POP-subsidie. Externe bedreiging is dat daarmee de materiële betekenis van de subsidie en het volledig voldoen aan de subsidievoorwaarden toegenomen. Om dit risico te beheersen is de accountant gevraagd om tussentijds de verantwoording van het waterschap over de POP en de synergieprojecten te bekijken en hier een oordeel en advies over te geven.

Page 46: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D46

5.7 FINANCIERING

INLEIDING

Waterschap Zuiderzeeland verkeert, net als de meeste andere lagere overheden, in een situatie van financieringsbehoefte. Dit houdt verband met het stelsel van baten en lasten. Hierbij worden investeringsuitgaven geactiveerd en worden de kapitaallasten gespreid over de levensduur van de investering ten laste gebracht van de exploitatie. Investeringen moeten voorgefinancierd worden omdat de inkomsten en uitgaven niet synchroon lopen. Voor het financieren van de uitgaven heeft het waterschap interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne finan-cieringsmiddelen bestaan uit de reserves. Onder de externe financiering vallen de kortlopende en langlopende leningen. Door de omvangrijke investeringen moet relatief veel worden geleend. Treasury heeft hierbij als doel om een optimaal resultaat te bereiken tussen rentelasten en risico. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Deze wetgeving regelt dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen het waterschap uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Prudent beheer is hierbij de basisregel. Voor de uitvoering van de treasuryfunctie binnen het waterschap heeft het bestuur het financieringsstatuut vastgesteld.

RENTEVISIE

De rentevisie is altijd gebaseerd op de dan geldende marktgegevens. Hoe de ontwikkeling van de rente van nieuw af te sluiten langlopende geldleningen zou zijn, kan moeilijk worden ingeschat. Het rente-percentage van een langlopende geldlening gedurende tien jaar met jaarlijkse gelijke aflossingen was begroot op gemiddeld 3,5% over het jaar 2013. In de realisatie bleek de rente onder dit percentage te liggen. Er is begin 2013 een 15,5 jarige geldlening afgesloten met een rentepercentage van 3,32%. Het rentepercentage voor rekening-courant was een groot deel van het jaar 0,25%. Omdat in de begroting rekening was gehouden met een percentage van 2,5% is hierop wel een fors rentevoordeel gehaald.

RISICOBEHEER

Het beleid omtrent het risicobeheer van het waterschap is deels vastgelegd in de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Zuiderzeeland en deels vastgelegd in de nota Risicobeleid. Bij het risicobeheer gelden de hieronder genoemde uitgangspunten:

AlgemeenIn de beleidsuitgangspunten is aansluiting gezocht bij de richtlijnen van de Unie van Waterschappen en de Waterschapsbank. Het waterschap zal geen beleggingsfunctie gaan invullen.

BeleggingenHet waterschap zal overtollige gelden alleen uitzetten voor de uitoefening van de publieke taken. Uitzettingen in de vorm van private aandelen (ondernemingen) zullen niet plaatsvinden, gezien het grote risico dat hiermee wordt gelopen, hoewel de Wet Fido en de Ruddo het beleggen in aandelen van ondernemingen in de publieke sfeer toestaat. Uitzondering hierop is dat op dit moment het waterschap beschikt over een pakket aandelen in de Nederlandse Waterschapsbank voor een bedrag van € 9.870.

LiquiditeitenEventuele tijdelijke liquiditeitsoverschotten zullen tegen rente worden uitgezet bij een voldoende kre-dietwaardige instelling. De tegenpartij (financiële instelling) moet gevestigd zijn in een lidstaat die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus. In de praktijk komen tijdelijke liquiditeitsoverschotten niet voor.

Page 47: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 47

KASGELDLIMIET

De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal houdt in het totaal van de brutolasten (de som van de kostensoorten) volgens de begroting per 1 januari van het desbetreffende jaar. Over de renterisico’s van de vlottende schulden is in de Wet Fido bepaald dat in een kwartaal de gemiddelde netto vlottende schuld per kwartaal van een waterschap de kasgeldlimiet niet mag overschrijden. Het percentage van de kasgeldlimiet is in de Wet Fido voor de waterschappen vastgesteld op 23% van het begrotingstotaal. Bij een bruto begrotingstotaal van ruim € 73 miljoen bedraagt de kasgeldlimiet € 16,8 miljoen. In de volgende tabel wordt de ontwikkeling van de kasgeldlimiet over het jaar 2013 weergegeven. Uit de tabel kan worden afgelezen dat de kasgeldlimiet in het tweede kwartaal is overschreden. De rente voor kortlopende leningen heeft zich in 2013 op een laag niveau gemanifesteerd, hetgeen ook van invloed is op de rente die Waterschap Zuiderzeeland ontvangt c.q. moet betalen op de rekening-courant bij de NWB. De ruimte in de kasgeldlimiet bedroeg op 31 december 2013 € 9,5 miljoen.

Kasgeldlimiet 2013 (bedragen x € 1.000.000)

OMSCHRIJVING 1E KWARTAAL 2E KWARTAAL 3E KWARTAAL 4E KWARTAAL

4 Vlottende schuld minus vlottende middelen

12,4 18,5 16,4 9,5

5 Kasgeldlimiet 16,8 16,8 16,8 16,86 Ruimte onder de kasgeldlimiet 4,4 - 1,7 0,4 7,3

Berekening kasgeldlimiet

7 Begrotingstotaal 73,1 73,1 73,1 73,18 Percentage regeling 23% 23% 23% 23% 5 Kasgeldlimiet (7 x 8) 16,8 16,8 16,8 16,8

Uit bovenstaande tabel blijkt dat in het verslagjaar is voldaan aan de kasgeldlimiet.

RENTERISICONORM

In de vaste financiering stelt de Wet Fido een norm waaraan het renterisico van de portefeuille van geldleningen als geheel moet voldoen. Deze norm wordt aangeduid als de renterisiconorm en bedraagt 30% van de omvang van het begrotingstotaal.

Renterisiconorm 2013 (bedragen x € 1.000.000)

1 Renteherzieningen -2 Aflossingen 9,03 Renterisico (1 + 2) 9,04 Renterisiconorm 21,95 Ruimte onder renterisiconorm 12,9

Berekening renterisiconorm

4a Bruto begrotingstotaal 73,14b Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 30%4 Renterisiconorm (4a x 4b) 21,9

In de voorgaande tabel wordt een overzicht gegeven van de renterisiconorm 2013. Het renterisico bij aanvang van het jaar 2014, alsmede het renterisico op de vaste schuld voor de jaren 2014 tot en met 2017 is overeenkomstig hetgeen is opgenomen in de Meerjarenbegroting 2014-2017.

Page 48: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D48

FINANCIERINGSBEHOEFTE

In het afgelopen jaar is één nieuwe lening aangetrokken. Zoals ook blijkt uit de staat van vaste schulden, opgenomen in de bijlagen, is op 1 februari 2013 een lening met een hoofdsom van € 5,0 miljoen afgesloten met een looptijd van 15,5 jaar, zonder jaarlijkse periodieke aflossingen en een rentepercentage van 3,32%. In de begroting was uitgegaan van een totaalbedrag aan nieuwe geldleningen van ruim € 18 miljoen. Door het inzetten van de positieve resultaten van de afgelopen jaren als financieringsinstrument en het naar achteren schuiven van enkele grote investeringsuitga-ven vallen de daadwerkelijk aangetrokken leningen lager uit.

KASBEHEER

De inkomende en de uitgaande geldstroom van het waterschap lopen niet synchroon. De uitgaven zijn min of meer gelijkelijk over het jaar verdeeld, terwijl de opbrengsten meer in piekvorm worden ontvangen. Het treasurybeleid, vastgelegd in de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie en het financieringstatuut, is erop gericht om een zo gunstig mogelijk renteresultaat te behalen. Aan de hand van de actuele en de verwachte liquiditeitspositie wordt bepaald of geld voor de korte termijn (korter dan één jaar) moet worden aangetrokken.

INFORMATIEVOORZIENING

In het jaar 2009 is wetgeving van kracht geworden waarin staat dat de informatie over de kasgeldli-miet en de renterisiconorm uitsluitend zal worden opgenomen in de financieringsparagraaf van de jaarrekening en niet meer periodiek aan de toezichthouder zal worden verstrekt. In de reguliere situatie is dit dan de enige informatie die de toezichthouder nog krijgt. Vooral voor de kasgeldlimiet betekent dit een beduidende afname van de informatiestroom. De toezichthouder kijkt nog wel afzonderlijk of de normen zijn nageleefd en behoudt het recht om zo nodig een aanwijzing te geven, of bij hardnekkige overtreding een toestemmingsvereiste voor het aangaan van nieuwe leningen op te leggen.

Voor de kasgeldlimiet heeft het waterschap een meldplicht. Indien het waterschap voor het derde kwartaal achtereen de kasgeldlimiet gaat overschrijden, dient het waterschap dit zelf aan de toezicht-houder te melden. Daarnaast wordt eveneens per kwartaal aan het Centraal Bureau voor de Statistiek een rapportage gedaan over het EMU-saldo.

5.8 VERBONDEN PARTIJEN

De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de door Waterschap Zuiderzeeland aangegane bestuurlijke participaties. Verbonden partijen zijn een manier om beleidsvoornemens uit de programma’s uit te voeren. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het waterschap een bestuurlijk en financieel belang heeft.

Een bestuurlijk belang heeft een waterschap wanneer het een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon of als het stemrecht heeft. Hieronder wordt verstaan dat namens het waterschap de dijkgraaf, heemraad, algemeen bestuurslid of ambtenaar de volgende functie(s) vervult bij een derde rechtspersoon: lid van het algemeen of dagelijks bestuur, voorzitter, secretaris of penningmeester.

Een financieel belang heeft een waterschap indien de middelen die deze ter beschikking stelt verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op het waterschap.

Waterschap Zuiderzeeland heeft bestuurlijke en financiële belangen in verschillende verbonden partijen waaronder gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen.

Page 49: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 49

De verbonden partij voert beleid voor het waterschap uit dat het waterschap ook zelf zou kunnen uitvoeren. Om deze reden is het van belang de ontwikkelingen weer te geven in deze paragraaf verbonden partijen. Uiteraard blijft Waterschap Zuiderzeeland beleidsmatige en financiële verant-woordelijkheden houden ten aanzien van deze partijen. De paragraaf richt zich op belangrijkste wijzigingen die zich hebben voorgedaan in het jaar 2013.

BELEID TEN AANZIEN VAN DE VERBONDEN PARTIJEN

De bestaande participaties van Waterschap Zuiderzeeland zijn zowel van publiekrechtelijke als van privaatrechtelijke aard. Deze participaties zijn de afgelopen decennia aangegaan. In verschillende beleidssectoren van het waterschap, met verschillende motieven, komend vanuit verschillende uit-gangsposities, werd de afweging voor het aangaan van een bestuurlijke participatie gemaakt en werd gekozen voor de ene of de andere constructie.

Per participatie wordt hieronder aangegeven:• welk beleid de verbonden partij uitvoert • wat de uitvoering van het beleid door de verbonden partij oplevert • wat de belangrijke ontwikkelingen in 2013 bij de verbonden partij zijn geweest

Nederlandse Waterschapsbank (NWB)Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de NWB bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De NWB heeft besloten om vanaf het jaar 2011 geen dividend meer uit te keren als gevolg van de toekomstige strengere Basel III-richtlijnen, maar alle winsten te reserveren. Op 29 november 2013 heeft Standard & Poor’s de long-term rating van de Nederlandse Staat verlaagd van AAA naar AA+. In navolging daarvan heeft S&P op 2 december 2013 de long-term rating van de NWB Bank als Government Related Entity gelijk getrokken en heeft zij de A-1+ short-term rating bevestigd. Het vooruitzicht is stabiel.

WaterkrachtIn 2012 en 2013 zijn de mogelijkheden voor samenwerking met de waterschappen in het Rijn-Oost gebied onderzocht. In 2012 zijn businesscases opgesteld voor werken in shared service op de gebieden ICT, Inkoop, Personele Zaken en Zuiveren. Deze businesscases zijn in 2013 uitgewerkt naar business-plannen. Uit de businessplannen blijkt dat samenwerken op deze vier werkgebieden perspectiefrijk is en kan leiden tot vermindering van kwetsbaarheid, verbetering van de kwaliteit en vanaf 2015 tot vermindering van kosten. In december 2013 heeft de Algemene Vergadering ingestemd met de Waterkracht samenwerking op alle vier de onderdelen. De coördinatie van de vier werkgebieden is verdeeld over de vijf betrokken waterschappen. Waterschap Zuiderzeeland coördineert het werkgebied Inkoop.

Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT)De heffing en inning van de waterschapsbelastingen liggen in handen van GBLT. Door op het gebied van de inning van belastingen samen te werken met anderen, worden de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk gehouden. Met ingang van 2013 zijn drie gemeenten toegetreden tot de gemeen-schappelijke regeling (gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden) en vanaf 1 januari 2014 de gemeente Zwolle. Heemraad C.A.A.A. Maenhout is namens het waterschap lid van het algemeen bestuur van GBLT.

Samenwerking bij laboratoriumonderzoek (kosten voor gemene rekening)Het laboratorium van Waterschap Groot Salland heeft in 2013 o.a. het laboratoriumonderzoek voor Waterschap Zuiderzeeland verzorgd en draag zo indirect bij aan de verwezenlijking van het programma Schoon water van Waterschap Zuiderzeeland. Door chemisch, bacteriologisch en biologisch onderzoek te verrichten is controle op naleving van vergunningen mogelijk, het beheersen en het beoordelen van de kwaliteit van het oppervlaktewater en de controle op het zuiveren van

Page 50: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D50

afvalwater. Een gezamenlijke uitvoering bevordert efficiënt en doelmatig laboratoriumwerk. De samenwerking rond Waterschap Groot Salland was in 2013 voor het laatst. In 2013 heeft bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden om de laboratoria van Waterschap Groot Salland en Waterschap Regge en Dinkel te laten fuseren en als zelfstandige organisatie voort te zetten.

Op 1 januari 2014 is het nieuwe fusielaboratorium onder de naam Aqualysis van start gegaan. In deze nieuwe gemeenschappelijke regeling (GR) nemen zes waterschappen (Zuiderzeeland, Groot Salland, Vechtstromen, Reest en Wieden, Vallei en Veluwe, Rijn en IJssel) deel, zij zijn tevens voor een gelijk deel eigenaar. Aqualysis gaat als waterlaboratorium het hydrobiologisch, bacteriologisch en chemisch onderzoekswerk verrichten voor zes waterschappen die deelnemen in de gemeenschap-pelijke regeling. De nieuwe samenwerking rond het laboratorium Aqualysis borgt dat ook voor de langere termijn kwaliteit en continuïteit en kosteneffectief zit in het laboratoriumonderzoek.

Regeling Nieuwland ErfgoedcentrumEen gedeelte van het archief is ondergebracht bij Erfgoedcentrum Nieuw Land. Het Erfgoedcen-trum beheert archieven van verschillende gemeenten, de provincie Flevoland, twee stichtingen, het rijksarchief in de provincie Flevoland en Waterschap Zuiderzeeland. Hierdoor wordt zowel een kosten- als ruimtebesparing gerealiseerd. Het waterschap voldoet met deze samenwerking aan de archiefverplichting voor overheidsorganisaties. Door nadruk te leggen op de drie-eenheid museum/archief/studiecentrum probeert Nieuw Land een brede doelgroep actief en attractief te informeren over het cultureel erfgoed van Flevoland en het Zuiderzeeproject. Heemraad C.A.A.A. Maenhout is namens het waterschap en de deelnemende gemeenten bestuurslid in het bestuur van Nieuw Land.

Het WaterschapshuisIn de gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis werken de waterschappen samen op het gebied van ICT. In 2013 heeft een heroverweging van ambitie, taken en rollen van Het Waterschaps-huis plaatsgevonden. Definitieve besluitvorming over “HWH 2.0” moet nog plaatsvinden, maar de uitkomsten wijzen op een splitsing in een:• collectief deel, hieraan nemen alle deelnemers van de Gr deel en zij dragen hiervoor gezamenlijk

de risico’s, en een• facultatief deel. Deze programma’s worden voor een aantal deelnemende waterschappen

uitgevoerd en het risico wordt door de aan het programma deelnemende waterschappen gedragen.

Beide takenpakketten zullen juridisch en financieel strikt worden gescheiden, zodat voorkomen wordt dat Gr deelnemers die niet aan een facultatief programma deelnemen daar toch risico’s door lopen. Waterschap Hunze en Aa’s heeft aangegeven niet langer te willen deelnemen in Het Waterschapshuis. In 2013 is voorts besloten dat beheer en ontwikkeling van het gezamenlijke geo-informatiesysteem IRIS zal worden afgebouwd. De waterschappen gaan zelfstandig of in kleinere samenwerkingsverbanden met een opvolger aan de slag.

Stichting GBKN FlevolandStichting GBKN Flevoland heeft als doel het in stand houden, bijhouden en exploiteren van de Groot-schalige Basiskaart Nederland voor Flevoland, het bevorderen van overleg tussen de samenwerkende partners en het voeren van overleg met publiek- en privaatrechtelijke instellingen ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst. De GBKN is voor Waterschap Zuiderzeeland van groot belang bij de uitoefening van zijn taken. Samenwerking in Stichting GBKN Flevoland waarborgt dat de GBKN Flevoland wordt bijgehouden en de basiskaart op een juiste en verantwoorde wijze wordt geëxploi-teerd. Een meerjarige ontwikkeling binnen de Stichting GBKN Flevoland is het meewerken om de opvolger van de GBKN, de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie), toe te voegen aan het stelsel van basisregistraties. Hiermee wordt deze BGT de standaard en basis voor topografische bestanden in Nederland. Voor de BGT is al een nieuwe samenwerkingsvorm opgericht. Zolang er geen BGT van een gebied bestaat blijft de GBKN daar bijgehouden worden. De planning van algehele afronding en opheffing van de GBKN ligt rond december 2015.

Page 51: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 51

Stichting Toegepast Onderzoek WaterbeheerDe Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) is het kenniscentrum van regionale water-beheerders in Nederland. De kennis kan liggen op toegepast technisch, natuurwetenschappelijk, bestuurlijk-juridisch en sociaal-wetenschappelijk gebied. Het STOWA draagt bij aan kennisvergroting van het waterschap over het waterbeheer. Daarnaast ondersteunt STOWA in een aantal gevallen intern onderzoek door ons waterschap. Heemraad A.J.M. Schelwald - Van der Kley is bestuurslid in het bestuur van de stichting.

5.9 EMU-SALDO

INLEIDING

Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen grond, investeringen en investeringsbijdragen. Financiële transacties als de verkoop van deelnemingen worden niet als inkomsten of uitgaven gezien.

De landen die meedoen aan de Economische en Monetaire Unie (EMU), hebben de euro als officiële munt. Zij hebben in het stabiliteits- en groeipact afspraken gemaakt over het op orde houden van de overheidsfinanciën. Een van deze afspraken heeft betrekking op het begrotingstekort van landen, oftewel het EMU-tekort. Als het EMU-tekort van een van de lidstaten boven de 3% BBP uitkomt, krijgt het land een officiële waarschuwing. In het uiterste geval kan de Europese Raad van Ministers ook boetes opleggen.

Het EMU-saldo betreft de totale overheid en dus ook waterschappen beïnvloeden of Nederland zich aan de Europese afspraken houdt. Om het EMU-saldo te kunnen beheersen maakten het kabinet en de decentrale overheden eind 2013 nieuwe afspraken. Voor de waterschappen komen deze afspraken er onder andere op neer dat, als hun totale bijdrage aan het EMU-tekort meer bedraagt dan 0,07% van het bruto Binnenlands Product (in het jaar 2013 is het BBP geraamd op € 644 miljard), zij meer dan evenredig aan het Nederlandse EMU-tekort bijdragen.

Het eerder in deze rapportage genoemde wetsvoorstel HOF zal naar alle waarschijnlijkheid leiden tot veranderingen in bovengenoemd beleid.

Begin januari 2013 is er een onderhandelingsakkoord bereikt over de Wet Hof, het schatkistbankie-ren en het BTW-compensatiefonds. Voor de waterschappen is erg belangrijk dat het kabinet in het akkoord erkent dat het noodzakelijk is dat de waterschappen de komende jaren voldoende ruimte in het EMU-saldo hebben om de investeringen te doen die nodig zijn om hun taken goed uit te blijven voeren. Het akkoord geeft de waterschappen enerzijds in de jaren 2014 en 2015 perspectief om een groot deel van hun voorgenomen investeringen uit te voeren, maar anderzijds ook onzekerheid voor de periode na 2015. Deze onzekerheid baart de waterschappen wel de nodige zorgen, maar omdat er in het akkoord is opgenomen dat er in 2015 nog een evaluatie plaatsvindt, was dit voor het Uniebestuur onvoldoende reden om niet met het akkoord in te stemmen.

Page 52: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D52

BEREKENING

Hieronder treft u de tabel aan waarin de berekening van het EMU-saldo voor Waterschap Zuiderzee-land is weergegeven.

EMU saldo (bedragen x € 1.000.000)

0 Te verdelen resultaat + 1,2

– betalingen uit reserves – 0,9

1 EMU exploitatiesaldo + 0,3

2 Invloed investeringen

– netto investeringsuitgaven – 8,4+ afschrijvingen en desinvesteringen + 8,8

3 Invloed voorzieningen

+ toevoeging aan voorziening t.l.v. exploitatie + 2,9– betalingen rechtstreeks uit voorzieningen – 2,6

EMU saldo + 1,0

De referentiewaarde voor het EMU saldo voor Waterschap Zuiderzeeland voor het jaar 2013 was € 11,0 miljoen negatief, het gerealiseerde EMU saldo bedroeg € 1,0 miljoen positief. De referentiewaarde is het maximale toegestane EMU-saldo van ieder individueel waterschap, omgerekend naar de grootte van het waterschap. De individuele EMU referentiewaarden zijn vooral bedoeld als richtsnoer voor het toegestane tekort op het niveau van individuele overheden. Een individueel waterschap moet wel kijken naar zijn referentiewaarde, maar deze niet als absolute sturingsvariabele hanteren en dus ook niet ‘op de euro nauwkeurig’ gaan zorgen dat de eigen EMU-saldi in de verschillende jaren in overeenstemming worden gebracht met de referentiewaarden.

5.10 TOPINKOMENS

Op 1 januari 2013 is de nieuwe Wet Normering Topinkomens (WNT) ingegaan en is de Wet Openbaar-making Uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) vervallen. Vanaf het rapportage-jaar 2013 moet er volgens de WNT gerapporteerd.

In de WNT is onder andere de onderstaande regelgeving opgenomen:• Topfunctionarissen mogen niet meer verdienen dan het wettelijke maximum: de WNT-norm.

Jaarlijks wordt dit bedrag vastgesteld in een ministeriële regeling. De WNT-norm voor 2013 is € 228.599.

• Bij waterschappen is de functie van secretaris aangewezen als topfunctionaris.• Topfunctionarissen moeten altijd openbaar maken wat zij verdienen, of dit nu meer of minder

is dan de norm.• Een ontslagvergoeding is maximaal € 75.000.• Bonussen, winstdelingen en andere vormen van variabele beloning zijn niet toegestaan.• De wet WNT geldt onder andere voor bestuurders van publieke instellingen.

Voor de rapportage in het kader van de WNT verwijzen wij u naar paragraaf 9.5.

Page 53: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 53

Page 54: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013
Page 55: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

BEGROTING,RESULTAAT EN RESULTAAT-BESTEMMING

Page 56: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D56

6. ANALYSE BEGROTING EN RESULTAAT

6.1 BEGROTING EN PROGNOSE FINANCIEEL JAARRESULTAAT

De presentatie van de begroting en de verantwoording hierover vindt volgens de Waterschapswet plaats op basis van de primitieve begroting, inclusief alle daarop betrekking hebbende begro-tingswijzigingen en prognoses. In het onderstaande overzicht wordt zichtbaar gemaakt hoe de primitieve begroting, inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen en prognoses tot stand is gekomen.

BESTUURSRAPPORTAGE EN BEGROTINGSWIJZIGINGEN

In het midden van het verantwoordingsjaar wordt aan de Algemene Vergadering verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de daarvoor ingezette middelen. De Algemene Vergadering heeft de in de Bestuursrapportage opgenomen voorgestelde begrotingswijzigingen integraal overgenomen.

In de op 8 oktober 2013 vastgestelde Bestuursrapportage is een totaalbedrag van positief € 189.500 aan begrotingswijzigingen vastgesteld.

Op 8 oktober 2013 heeft de Algemene Vergadering kennis genomen van de stand van zaken van het project “Versnelling aanleg duurzame en natuurvriendelijke oevers 2012-2015” en daarbij een neerwaartse bijstelling van de begroting 2013 vastgesteld van € 42.150.De begrotingswijzigingen waren:

Begrotingswijzigingen 2013 (bedragen x € 1.000.000)

Meeropbrengst overslag windpark NOP 0,1Meeropbrengst leges windpark NOP 0,2Aanbestedingsresultaat slibverwerking 0,3Toename zuiveringsslib - 0,1Persleidingbreuk rioolgemaal 175 - 0,1Maatregelen gasveiligheid (quickscan save) - 0,1Hogere personeelslasten - 0,2Zwangerschapsvervanging - 0,1Eindafrekening Cannibal 0,1Lagere lasten GBLT 0,1

Totaal begrotingswijzigingen in de Bestuursrapportage 0,2

Duurzame oevers 0,0

Totaal begrotingswijzigingen 2013 0,2

PROGNOSE FINANCIEEL JAARRESULTAAT

In het jaar 2010 heeft een bestuurlijke stuurgroep een voorstel gedaan hoe om te gaan met begro-tingswijzingen en prognoses van het jaarresultaat in de tussentijdse rapportages. Het voorstel van deze stuurgroep is vastgesteld in de Algemene Vergadering van 23 september 2010. Het voorstel houdt in dat in de Bestuursrapportage een onderscheid wordt gemaakt tussen meldingen en begro-tingswijzigingen. De begrotingswijzingen zijn af- en bijramingen waarvan zekerheid is omtrent de budgetten en waarop de Algemene Vergadering ook invloed kan uitoefenen. Meldingen geven

Page 57: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 57

onzekerheden weer en verwachtingen rondom budgetten waarop de Algemene Vergadering geen invloed heeft (bijvoorbeeld de belastingopbrengsten). In de Bestuursrapportage wordt op basis van de begrotingswijzigingen en de meldingen een verwachting van het jaarresultaat gegeven zodat de Algemene Vergadering daarvan kennis kan nemen, de voortgang kan monitoren en de consequen-ties daarvan in het begrotingsproces voor het komende jaar mee kan nemen. Daarnaast kunnen aframingen uit de Bestuursrapportage gebruikt worden voor het herbestemmen van middelen.

In 2013 is driemaal een prognose gegeven van het verwachte jaarresultaat. Hierbij zijn de baten en lasten verdeeld in de categorieën afdelingsbudgetten, centrale budgetten, kapitaallasten en belastingen.

In het onderstaande schema zijn de prognoses weergegeven. De primitieve begroting gaat uit van een negatief saldo van baten en lasten van € 0,9 miljoen. Door de inzet van middelen van de tarief egalisatie reserve bedraagt het totaalresultaat nihil. Bij de afgegeven prognoses in het jaar 2013 is de inzet van de tarief egalisatie buiten beschouwing gehouden.

In april 2013 ligt de prognose van het financieel jaarresultaat tussen de € 1,2 negatief tot € 1,9 miljoen positief, bij de vaststelling van de Bestuursrapportage ligt dit bedrag tussen de € 1,1 miljoen negatief tot € 2,2 miljoen positief. Bij de behandeling van de MJB 2014-2017 was het beeld van de belastingopbrengsten nog diffuus. Dit komt mede door het feit dat de rapportage van GBLT over de belastingopbrengsten pas eind november 2013 is ontvangen en de prognose eerder afgegeven moest worden. Er is toen besloten om enkel een prognose af te geven over de lasten. Hierbij is een prognose afgegeven van tussen de € 0,1 en € 1,7 miljoen positief.

Prognose jaarresultaat 2013 (bedragen x € 1.000.000)

PROGNOSE JAARRESULTAAT 2013IN BEELD

IN APRIL 2013

IN BEELD BIJ BESTUURS

RAPPORTAGE 2013IN BEELD BIJ

MJB 2014-2017

LastenAfdelingsbudgetten - 0,3 tot 1,1 - 0,4 tot 1,4 - 0,1 tot 1,3Centrale budgetten - 0,4 tot 0,2 - 0,3 tot 0,2 - 0,3 tot - 0,2Kapitaallasten 0,2 tot 0,4 0,3 tot 0,5 0,5 tot 0,6Subtotaal lasten - 0,5 tot 1,6 - 0,4 tot 2,0 0,1 tot 1,7

Belastingen - 0,7 tot 0,3 - 0,7 tot 0,2 PMPrognose normaal jaarresultaat - 1,2 tot 1,9 - 1,1 tot 2,2

In het jaar 2013 zijn, in tegenstelling tot de twee voorgaande jaren, geen incidentele baten uit grond-transactie ontvangen.

Page 58: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D58

6.2 ANALYSE GEREALISEERD RESULTAAT In hoofdstuk 9 van deze verantwoordingsrapportage is een aantal dwarsdoorsneden te vinden van het gerealiseerde resultaat ten opzichte van het begrote resultaat. Iedere dwarsdoorsnede geeft inzicht in de gerealiseerde afwijkingen. In de onderstaande tabel wordt een opstelling gegeven van de afwijkingen van het jaarresultaat ten opzichte van de primitieve begroting. De insteek hierbij is de oorzaken van het gerealiseerde resultaat zo goed mogelijk weer te geven, waarbij het beste inzicht van alle dwarsdoorsneden samen gebruikt wordt.

Gerealiseerd resultaat (op afwijkingen, bedragen x € 1.000.000)

ONDERBESTEDINGEN IN BEELD BIJ MJB 2014-2017 JAARRESULTAAT 2013

LastenAfdelingsbudgetten - 3,1 tot - 1,9 - 2,0Centrale budgetten 0,4 0,2Kapitaallasten 0,8 tot 1,0 0,8Subtotaal lasten - 1,9 tot 0,5 - 1,0

Belastingen PM 0,8Normaal jaarresultaat 2,0

Lasten gedekt uit bestemmingsreserves - 0,9Exploitatieresultaat 1,1

Inzet bestemmingsreserves 0,9Saldo van baten en lasten 2,0

Niet benodigde tarief egalisatie reserve - 0,8Gerealiseerd resultaat 1,2

AlgemeenHet positieve jaarresultaat 2013 is het gevolg van lagere bestedingen van afdelingsbudgetten, lagere kapitaallasten en hogere belastingopbrengsten.

De Algemene Vergadering is in 2013 een aantal malen geïnformeerd over de verwachting van het jaarresultaat en (het resultaat van) bestemmingsreserves. In de laatste verwachting is een bandbreedte aangegeven van het verwachte financieel jaarresultaat op de lasten van € 0,1 tot € 1,7 miljoen positief (exclusief belastingen). Geconstateerd kan worden dat de afgegeven prognose realistisch was.

AfdelingsbudgettenHet resultaat op de afdelingsbudgetten is € 1,1 miljoen positief. Hiermee zit het gerealiseerde resultaat binnen de bandbreedte van het geprognosticeerde resultaat. Het positieve resultaat kent een aantal oorzaken.

In de Bestuursrapportage is een aantal verwachte budgetonderschrijdingen gemeld en de begroting is hierop aangepast. De meest in het oog springende budgetonderschrijdingen waren de baten door de opgelegde leges voor het windpark NOP en het positieve aanbestedingsresultaat van het zuiveringslib.

In de Bestuursrapportage werd ook melding gedaan van een aantal verschuivingen van budgetten van de out-of-pocket naar de personeelslasten. Op 1 september 2013 is de nieuwe organisatiestruc-tuur in werking getreden. Het college van DenH heeft voorafgaand aan deze nieuwe structuur medio 2012 besloten om geen nieuw personeel aan te stellen, maar te wachten tot de nieuwe orga-nisatiestructuur definitief in werking was getreden. Dit heeft wel geleid tot extra inhuur, welke is verantwoord onder de afdelingsbudgetten.

Page 59: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 59

Naast de bovengenoemde budgetverschuivingen zijn er ook financiële meevallers te melden. Uit het bestedingenoverzicht van het jaar 2013 blijkt dat het totale budget van € 0,2 miljoen voor de bestuurlijke fondsen (innovatiefonds en medegebruik keringen) voor een deel is benut. Op het gebied van planvorming heeft een onderbesteding van € 0,4 miljoen plaatsgevonden. In 2013 is het onderzoek en de implementatie van de gasveiligheid vertraagd. Dit zal in het voorjaar van 2014 worden afgerond. Hierdoor zijn de lasten in het jaar 2013 ruim € 0,1 miljoen lager. Op het gebied van HRM blijkt een onderbesteding van de budgetten van € 0,2 miljoen.

Centrale budgettenHet resultaat op de centrale budgetten is € 0,3 miljoen negatief. Hiermee zit het gerealiseerde resultaat binnen de bandbreedte van het geprognosticeerde resultaat. Het negatieve resultaat kent een aantal oorzaken. De in de begroting opgenomen inflatieruimte is deels benut. Van de in de begroting opgenomen ruimte van € 0,5 miljoen is ruim € 0,3 miljoen ingezet. De centrale post onvoorzien van € 0,1 miljoen is geheel benut. Daar tegenover staan extra, niet begrote lasten voor de pensioen- en wachtgeldvoorzieningen voor bestuurders en nieuwe personele regelingen van in totaal € 0,3 miljoen en een lager dan begroot bedrag aan te activeren personeelslasten (minder ‘opbrengsten’ van € 0,2 miljoen).

KapitaallastenHet resultaat op de kapitaallasten is ruim € 0,4 miljoen positief. Hiermee zit het gerealiseerde resultaat binnen de bandbreedte van het geprognosticeerde resultaat. De lage rente als gevolg van de kredietcrisis, lagere investeringsuitgaven en de inzet van het resultaten uit voorgaande jaren als financieringsmiddel leveren een rentevoordeel op van bijna € 0,4 miljoen. Lagere aanbestedingen van investeringsprojecten en het naar achteren schuiven van investeringen leveren een beperkt voordeel op in de afschrijvingslasten van € 0,1 miljoen.

BelastingenDe aanslagoplegging en invordering van de waterschapsbelastingen geschiedt door het Gemeen-schappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT). De gerealiseerde belastingopbrengsten zijn ontleend aan het jaaroverzicht belastingopbrengsten 2013, dat is opgesteld door GBLT. In 2013 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de belastingopbrengsten over het jaar 2012. Uit het onderzoek is gebleken dat er nog Watersysteemheffing ongebouwd en Zuiveringsheffing bedrijven over voorgaande jaren kunnen worden opgelegd. De aanslagoplegging hiervan zal voornamelijk in 2014 geschieden. Het resultaat hiervan zal als nagekomen baten ten gunste van het jaar 2014 worden gebracht. Het college heeft GBLT verzocht om op korte termijn te rapporteren over de opvolging van het onderzoek.

De gerealiseerde watersysteemheffing ingezetenen blijft iets achter bij de begroting. De gerealiseerde watersysteemheffing gebouwd is € 0,2 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Door turbulente marktontwikkelingen is de inschatting van de WOZ-waarde in het beheergebied, de grondslag van de aanslagoplegging watersysteemheffing gebouwd, lastig in te schatten.

De gerealiseerde watersysteemheffing ongebouwd, de watersysteemheffing natuur en de verontrei-nigingsheffing zijn gelijk aan de begroting. De gerealiseerde watersysteemheffing over voorgaande jaren laat een positief resultaat zien van ruim € 1,0 miljoen. In het jaar 2013 heeft GBLT de WOZ-waarde over het belastingjaar 2011 ontvangen van het duurste object binnen ons beheergebied en heeft op basis hiervan een aanslag watersysteemheffing gebouwd opgelegd. De waarde van het object is door de gemeente Lelystad bepaald op iets meer dan één miljard euro. Deze waarde wordt betwist door de eigenaar. Op basis hiervan is een voorziening van € 0,5 miljoen opgenomen, zijnde dat deel van de aanslag dat betwist wordt. In zijn totaliteit is de realisatie van de watersysteemheffing € 0,7 miljoen boven de begroting.

Bij de zuiveringsheffing huishoudens is sprake van een licht hogere realisatie dan begroot en bij de zuiveringsheffing bedrijven sprake van een licht lagere realisatie dan begroot. De gerealiseerde zuive-ringsheffing over voorgaande jaren laat een negatief resultaat zien van bijna € 0,2 miljoen. Dit komt

Page 60: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D60

vooral omdat de definitieve aanslagen zuiveringsheffing bedrijven 2011 lager lagen dan de voorlopige aanslagen. In zijn totaliteit is de realisatie van de zuiveringsheffing € 0,2 miljoen onder de begroting.

De gerealiseerde kwijtschelding wijkt € 0,1 miljoen positief af van de begrote kwijtschelding.

Ten slotte heeft Waterschap Zuiderzeeland zijn aandeel in het batig saldo van GBLT ontvangen. Ten opzichte van voorgaande jaren is het batig saldo gering, omdat GBLT heeft besloten een deel van het batige saldo van het jaar 2013 te reserveren voor de verhuizing van alle activiteiten naar Zwolle.

Lasten te dekken uit bestemmingsreservesDe Algemene Vergadering heeft besloten om een aantal bijzondere lasten te dekken uit de bestem-mingsreserves. Zij heeft de onttrekking van een drietal bestemmingsreserves voor een vooraf vastgesteld doel en voor een vooraf maximum bedrag goedgekeurd.

Op 27 oktober 2009 is besloten om het achterstallig baggeronderhoud van de gemeente Almere over te nemen. Hiervoor is destijds een afkoopsom van de gemeente Almere ontvangen. Besloten is om dit bedrag op te nemen in een bestemmingreserve baggeren Almere. In 2013 is aan deze reserve een bedrag van € 343.920 onttrokken. De Algemene Vergadering heeft hierover in haar vergaderingen van 8 juli 2010 en 7 juli 2011 toe besloten.

Het waterschap heeft in het verleden een bestemmingsreserve stedelijk water gevormd ter bekostiging van de uitvoering van stedelijk water (zoals besloten in de Algemene Vergadering van 26 mei 2009). Deze bestemmingsreserve is gevormd uit de niet bestede budgetten stedelijk water in het verleden en bedroeg begin 2013 bijna € 2,3 miljoen. In het jaar 2013 is er voor € 527.681 aan deze reserve onttrokken. Conform het besluit van de Algemene vergadering van 27 oktober 2009 worden deze maatregelen bekostigd uit deze bestemmingsreserve.

Bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 in de Algemene Vergadering van 28 mei 2013 is besloten tot instelling van een bestemmingsreserve van € 150.000 ten behoeve van het toezicht op de realisatie van het windpark Noordoostpolder. Op 26 november 2013 heeft de Algemene Vergadering ingestemd met een onttrekking van het totale saldo van deze bestemmingsreserve. In 2013 is aan deze bestem-mingsreserve een bedrag van € 25.179 onttrokken.

Inzet bestemmingsreservesDe inzet van de bestemmingsreserves is gelijk aan de hiervoor genoemde lasten te dekken uit bestem-mingsreserves en bedraagt derhalve € 896.780.

Page 61: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 61

7. RESULTAATBESTEMMING

Aan de Algemene Vergadering wordt voorgesteld het jaarresultaat 2013 te bestemmen conform de onderstaande tabel.

Resultaatbestemming (bedragen x € 1.000.000)

WATER- SYSTEEMTAAK

ZUIVERINGS-TAAK TOTAAL

Voorgenomen besluitenWaterschapsverkiezingen 342 228 570Nog te besluitenTariefegalisatie reserve 58 523 581Gerealiseerd resultaat 400 751 1.151

In het voorjaar van 2014 heeft de Algemene Vergadering ingestemd met het collegevoorstel om een bedrag van € 570.000 van het positieve jaarresultaat 2013 te doteren aan de bestemmingsreserve waterschapsverkiezingen.

Na de vorming van deze reserve resteert nog een bedrag van € 581.000 om te bestemmen. De omvang van de overige reserves is, gelet op het reservebeleid, groot genoeg. Daarom wordt voorgesteld om het resterende deel van het resultaat toe te voegen aan (het flexibel deel van) de tariefegalisatie reserve per taak. Dit bedrag zal dan de komende jaren worden ingezet om de lastenstijging zoveel mogelijk te beperken.

Page 62: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D62

De reserves van Waterschap Zuiderzeeland zien er na de bestemming van het jaarresultaat 2013 als volgt uit:

Reserves na bestemming jaarresultaat (bedragen x € 1.000.000)

TOTAAL

Risico reserve per taakWatersysteemtaak 5,9Zuiveringstaak 4,0Totaal risico reserve per taak 9,9

Algemene reserveWatersysteemtaak 3,3Zuiveringstaak 3,4Totaal algemene reserve per taak 6,7

Tariefegalisatie reserveWatersysteemtaak 9,6Zuiveringstaak 1,5Totaal tariefegalisatie reserve per taak 11,1

BestemmingsreservesBestemmingsreserve baggeren Almere 0,5Bestemmingsreserve stedelijk water 1,7Bestemmingsreserve duurzame oevers 1,0Bestemmingsreserve buitendijks 0,5Bestemmingsreserve windpark NOP 0,1Bestemmingsreserve huisvesting, ICT en mobiele communicatie 0,8Bestemmingsreserve waterschapsverkiezingen 0,6Totaal bestemmingsreserves 5,2Totaal reserves 32,9

In de meerjarenbegroting 2014-2017 wordt rekening gehouden met een afbouw van de tariefegalisa-tie reserve van in totaal € 6,1 miljoen.

Page 63: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 63

Page 64: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013
Page 65: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

JAARREKENING 2013

Page 66: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013
Page 67: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 67

8 BALANS

8.1 BALANS PER 31 DECEMBER

(Bedragen x e 1.000)

DEBETULTIMO

2013ULTIMO

2012 CREDITULTIMO

2013ULTIMO

2012

Vaste activa Vaste passivaImmateriële vaste activa 761 525 Eigen vermogen, bestaande uit

Materiële vaste activa 123.916 124.579 - Reserves 31.764 29.964

Financiële vaste activa 10 10 - Gerealiseerd resultaat 1.151 2.697

124.687 125.114 Eigen vermogen 32.915 32.661Voorzieningen 3.873 3.649Vaste schulden 72.993 76.951

109.781 113.261

Vlottende activa Vlottende passivaVoorraden 492 53 Netto vlottende

schulden 21.987 15.906Kortlopende vorderingen 6.488 4.495Overlopende activa 3.463 4.152 Overlopende passiva 3.362 4.648Liquide middelen 0 1 25.349 20.554

10.443 8.701

Balanstotaal 135.130 133.815 135.130 133.815

8.2 TOELICHTING OP DE BALANS

8.2.1 WAARDERINGSGRONDSLAGEN

VALUTA EN NOTATIE

Alle bedragen worden weergegeven in duizenden euro’s. In de toelichtende teksten worden de bedragen weergegeven in hele euro’s.

IMMATERIËLE EN MATERIËLE VASTE ACTIVA

De immateriële en materiële vaste activa zijn gewaardeerd op basis van de historische kostprijs minus de lineaire afschrijvingen op basis van de verwachte levensduur.

De overige activa zijn opgenomen tegen nominale waarde.

De afschrijving wordt zo berekend dat bij ingebruikname van het kapitaalwerk:• vóór 1 juli een volledig jaar afschrijving plaats vindt;• ná 1 juli geen afschrijving plaats vindt.

Page 68: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D68

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.

(IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA

AlgemeenGrond geen afschrijvingBedrijfsmiddelen 5 - 10 jaarHardware / software 3 - 5 jaarKantoren en centrale werkplaatsen civiel 40 jaar

mechanisch/elektrisch 15 jaarinrichting 10 jaar

WaterkeringenWaterkeringen 30 jaar

Gemalen, kunstwerken en watergangenWatergangen 30 jaarGemalen civiel 40 jaar

mechanisch/elektrisch 20 jaarOverige kunstwerken 20 - 40 jaar

Zuiveringstechnische werkenAfvalwaterzuiveringsinstallaties civiel 30 jaar

mechanisch/elektrisch 15 jaarRioolgemalen civiel 30 jaar

mechanisch/elektrisch 15 jaarPersleidingen 30 jaarVerbeteringswerken 30 jaar

FINANCIËLE VASTE ACTIVA

Voor de financiële vaste activa gelden de volgende waarderingsgrondslagen:• de aandelen Nederlandse Waterschapsbank N.V. zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

VOORRADEN

De voorraad gasolie wordt gewaardeerd op grond van de historische kostprijs.

DEBITEUREN

Voor wat betreft debiteuren worden zonodig individuele voorzieningen getroffen.

ALGEMENE RESERVES

De algemene reserves fungeren als een algemeen weerstandsvermogen en hebben geen specifieke bestemming. Zij dienen dan ook vooral om eventuele toekomstige tegenvallers van algemene aard, meestal bijzondere omstandigheden, op te vangen.

Page 69: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 69

BESTEMMINGSRESERVES

Deze reserves worden tegen de nominale waarde opgenomen. De dotaties aan de bestemmingsreserve vinden plaats bij de bepaling van het jaarresultaat. De onttrekkingen gebeuren, conform de besluitvorming van het bestuur, ten gunste van het resultaat.

VOORZIENINGEN

Voorzieningen worden gevormd wegens:• Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs

te schatten;• Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen

waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;• Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn

oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.

PERSONELE VOORZIENINGEN

De personele voorzieningen, onderdeel pensioen- en wachtgeldverplichtingen, worden gewaardeerd op basis van de contante waarde. De overige personele voorzieningen worden gewaardeerd op nominale waarde.

VOORZIENING GROOT ONDERHOUD VOORMALIGE OBJECTEN VAN DE WATERLANDSTICHTING

De voorziening groot onderhoud van voormalige objecten van de Waterlandstichting wordt gewaardeerd tegen het bedrag waarop deze voorziening van de Waterlandstichting is overgenomen minus de daarop in mindering gebrachte nota´s ten behoeve van groot onderhoud.

OVERIGE VOORZIENINGEN

De overige voorzieningen worden gewaardeerd op basis van de nominale waarde.

LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN

De langlopende verplichtingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

OVERIGE ACTIVA EN PASSIVA

De overige activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, opgenomen tegen de nominale waarde.

Page 70: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D70

RESULTAATBEPALING

Ten aanzien van de resultaatbepaling zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:• de jaarrekening is opgesteld volgens het stelsel van lasten en baten;• lasten zijn toegerekend aan de periode waarin ze thuishoren;• baten zijn opgenomen voor zover ze zijn gerealiseerd;• verliezen worden als last genomen op het moment dat ze voorzienbaar zijn.

VASTE ACTIVA

Voor de uitgebreide overzichten van de vaste activa verwijzen wij u naar de bijlage.

IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

Software is opgenomen onder de overige immateriële vaste activa. Het verloop van de immateriële vaste activa kan als volgt worden weergegeven:

Boekwaarde begin boekjaar 525In gebruik genomen investeringen 585Subtotaal 1.110

Af: afschrijvingen -349Boekwaarde ultimo boekjaar 761

MATERIËLE VASTE ACTIVA

Het verloop van de materiële vaste activa kan als volgt worden weergegeven:

Openingsbalans begin boekjaar 124.579Af: onderhanden werken - 1.767Boekwaarde begin boekjaar 122.812

In gebruik genomen investeringen 4.144Subtotaal 126.956

Af: waardeverminderingen -Af: afschrijvingen - 8.477Boekwaarde ultimo boekjaar 118.479

Bij: onderhanden werken 5.437Totaal activa ultimo boekjaar 123.916

Page 71: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 71

IN GEBRUIK GENOMEN INVESTERINGEN

Waterkeringen 244Gemalen 140Onderbemaling 71Kunstwerken 1.168Watergangen 594Afvalwaterzuiveringsinstallaties - 28IBA’s 32Rioolgemalen 1.347Persleidingen 152Hardware 424In gebruik genomen investeringen 4.144

De investeringskredieten worden in de separate investeringsrapportage nader geëvalueerd.

NADERE SPECIFICATIE IN GEBRUIK ZIJNDE MATERIËLE VASTE ACTIVA

OMSCHRIJVINGBOEKWAARDE

BEGIN BOEKJAARIN GEBRUIK

GENOMEN

AFSCHRIJVINGEN1

BOEKWAARDE EINDE BOEKJAAR

Waterkeringen 4.370 244 199 4.415Gemalen, kunstwerken en watergangen 30.834 1.971 1.899 30.905Zuiveringstechnische werken 80.561 1.505 5.686 76.380Bedrijfsgebouwen 6.351 - 382 5.970Overige bedrijfsmiddelen 696 424 311 808Totaal materiële vaste activa 122.812 4.144 8.477 118.479

In bovenstaande nadere specificatie is voor € 4.256.189 aan grond opgenomen als onderdeel van de specificatie. Hierover wordt niet afgeschreven.

Omdat een specificatie van de materiële vaste activa in de voorgeschreven categorieën, conform artikel 4.42 lid 2 van het Waterschapsbesluit, niet eenduidig valt te maken, is gekozen voor bovenstaande specificatie. De in het Waterschapsbesluit opgenomen categorieën machines, apparaten, werktuigen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken zijn opgenomen in de categorieën waterkeringen, gemalen, kunstwerken en watergangen en zuiveringstechnische werken.

Voor de uitgebreide overzichten van de materiële vaste activa verwijzen wij u naar bijlage 11.1.3.1 Inclusief waardeverminderingen

ONDERHANDEN WERKEN ULTIMO 2013

Gemalen - 196Kunstwerken 137Wateraanvoer 14Afvalwaterzuiveringsinstallaties 5.475Kantoren en centrale werkplaatsen 7Saldo onderhanden werken 5.437

Het negatieve saldo bij de gemalen komt door een vooruit ontvangen bijdrage voor het saneren van de olietanks bij gemaal Wortman. Een nadere specificatie van de onderhanden werken ultimo 2013 is te vinden in paragraaf 8.2.5.

Page 72: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D72

FINANCIËLE VASTE ACTIVA

De opgenomen financiële vaste activa vallen in de categorie kapitaalverstrekking aan bedrijven. Het betreft de aanschafwaarde van 42 aandelen A en 26 aandelen B van de NV Nederlandse Waterschapsbank te ’s-Gravenhage (€ 9.870). De geschatte netto vermogenswaarde per 31 december 2013 bedraagt € 1.459.000.

VOORRADEN

De opgenomen voorraden vallen onder de categorie grond- en hulpstoffen voor eigen gebruik. Het betreft in totaal 398.677 liter dieselolie, welke gebruikt wordt in de gemalen, met een voorraadwaarde van € 491.800 (gewogen gemiddelde inkoopprijs). De forse toename van de gewogen gemiddelde inkoopprijs ten opzichte van vorig jaar komt door de afschaffing van de rode diesel per 1 januari 2013.

KORTLOPENDE VORDERINGEN

Belastingdebiteuren GBLT 6.309

Af: voorziening dubieuze debiteuren - 934

Subtotaal belastingdebiteuren 5.375

Overige vorderingen 1.113

Af: voorziening overige vorderingen 0

Subtotaal overige vorderingen 1.113

Kortlopende vorderingen ultimo boekjaar 6.488

De voorziening dubieuze (handels)debiteuren betreft een inschatting van de verwachte oninbaarheid van de vorderingen.

De voorziening dubieuze belastingdebiteuren bedroeg begin 2013 € 1.163.710. Op deze post is in het jaar 2013 voor € 592.149 aan dubieuze debiteuren onttrokken. Aan de hand van een inschatting van de openstaande posten ultimo 2013 is de voorziening dubieuze belastingdebiteuren bepaald op € 933.814. De benodigde dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren bedraagt € 362.253 en is lager dan de primitief begrote dotatie van € 500.000. De dotatie is verantwoord onder de kostensoort toevoegingen aan voorzieningen.

OVERLOPENDE ACTIVA

Onder deze post worden de nog te ontvangen bedragen en nog te verrekenen bedragen opgenomen. Het saldo ultimo 2013 bedraagt € 3.463.000. De samenstelling is als volgt:

NOG TE ONTVANGEN SUBSIDIES EU, RIJK EN / OF PROVINCIE

STAND PRIMO

TE ONTVANGEN SUBSIDIES

ONTVANGEN SUBSIDIES

STAND ULTIMO

Duurzame oevers (synergie) 500 500 - 500 500Duurzame oevers (POP2) 515 868 - 515 868Akkerranden beheer 312 254 - 312 254Saldo nog te ontvangen subsidies 1.327 1.622 - 1327 1.622

Het saldo subsidie duurzame oevers (synergie) bedroeg aan het begin van het jaar € 0,5 miljoen dit bedrag is in 2013 ontvangen. De over het jaar 2013 te ontvangen subsidie van € 0,5 miljoen is nog niet ontvangen. Het saldo subsidie duurzame oevers (POP2) bedroeg aan het begin van het

Page 73: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 73

jaar €0,5 miljoen dit bedrag is in 2013 ontvangen. De over het jaar 2013 te ontvangen subsidie duurzame oevers (POP2) bedraagt totaal €1,1 miljoen hiervan is in het jaar 2013 € 0,3 miljoen in 2013 ontvangen. Het saldo nog te ontvangen subsidie duurzame oevers (POP2) ultimo 2013 bedraagt daarmee € 0,8 miljoen. Het saldo subsidie akkerranden beheer bedroeg aan het begin van het jaar € 0,3 miljoen dit bedrag is in 2013 ontvangen. Over het jaar 2013 is er nog een bedrag van € 0,3 miljoen aan subsidie akkerranden beheer te ontvangen.

OVERIGE NOG TE ONTVANGEN BEDRAGEN

Nog op te leggen belastingaanslagen 1.365Opbrengst loswal zandoverslag 89Bijdrage regenwaterproject 62Vooruitbetalingen 230Overig 94Saldo overige nog te ontvangen bedragen 1.841

LIQUIDE MIDDELEN

Het saldo van deze post bestaat uit:

Kas 0Saldo liquide middelen 0

Het kassaldo ultimo 2013 bedraagt € 422.

Waterschap Zuiderzeeland heeft ultimo 2013 een negatieve rekening-courant verhouding met de Nederlandse Waterschapsbank. Dit bedrag is opgenomen onder de kortlopende schulden.

8.2.2 TOELICHTING OP DE PASSIVA

Voor de overzichten van de reserves en voorzieningen verwijzen wij u naar de bijlagen.

EIGEN VERMOGEN

Het eigen vermogen is in de loop van de jaren opgebouwd via de bestemming van (een deel van) het positieve resultaat. Zij dient als reserve voor het opvangen van onvoorziene kosten en als financieringsmiddel.

Op 26 februari 2013 heeft de Algemene Vergadering besloten om de het eigen vermogen op een ander manier te presenteren. De samenstelling van het eigen vermogen voor resultaatverdeling is hierdoor als volgt:

OMSCHRIJVING STAND PRIMO MUTATIE STAND ULTIMO

Risico reserve 9.900 - 9.900Algemene reserve 6.522 139 6.661Tariefegalisatie reserve 10.500 - 10.500Bestemmingsreserves (overige) 5.739 - 1.035 4.704Totaal reserves 32.661 - 897 31.764Gerealiseerd resultaat - 1.151 1.151Totaal eigen vermogen 32.661 254 32.915

Page 74: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D74

RISICO RESERVE PER TAAK

OMSCHRIJVING STAND PRIMO MUTATIE STAND ULTIMO

Risico reserve watersysteemtaak 5.940 - 5.940Risico reserve zuiveringstaak 3.960 - 3.960Totaal risico reserves per taak 9.900 - 9.900

De risico reserves per taak dienen ter dekking van mogelijke risico’s die zich voordoen bij de taakuitoefening. Door de Algemene Vergadering is het beleid geformuleerd dat deze risicoreserve bedoeld is als buffer om onverwachte tegenvallers op te kunnen vangen. De hoogte van de risicoreserve is gebaseerd op de periodieke risicoanalyse, waarbij rekening wordt gehouden met het risicoprofiel van het waterschap. De laatst gehouden risicoanalyse gaf een totaal bedrag aan van € 9,9 miljoen. De verdeling over de taken geschiedt op basis van de taakomvang, zoals opgenomen in de laatst vastgestelde Meerjarenbegroting. Hierbij was de verhouding tussen de watersysteemtaak en de zuiveringstaak 60 / 40.

ALGEMENE RESERVE

Deze reserve dient er voor om te zorgen dat het totaal van de reserves van een minimale omvang is. Een aanzienlijk deel van de algemene reserve is in het kader van het herziene reservebeleid toegewezen aan de risicoreserve en de tariefegalisatie reserve. De herkomst van de reserves, zijnde het resultaat van de watersysteemtaak dan wel de zuiveringstaak, blijft hierbij administratief volgbaar. Er vinden hierbij geen verschuivingen plaats tussen reserves die zijn opgebouwd door de watersysteemtaak en reserves die zijn opgebouwd door de zuiveringstaak. De samenstelling van de algemene reserve is als volgt:

OMSCHRIJVING STAND PRIMO MUTATIE STAND ULTIMO

Algemene reserve watersysteemtaak 3.121 139 3.260Algemene reserve zuiveringstaak 3.401 - 3.401Totaal algemene reserves per taak 6.522 139 6.661

De mutatie van de algemene reserve watersysteemtaak komt door de opheffing van de bestemmings-reserve vervanging pompen.

TARIEFEGALISATIE RESERVE

De Algemene Vergadering heeft beleid geformuleerd voor de tariefegalisatie reserve. De omvang van deze reserve is ultimo 2012 bepaald op € 10,5 miljoen. Hiervan is € 2,5 miljoen bepaald als basis deel en € 8,0 miljoen als flexibel deel. Het basis deel is bedoeld voor het opvangen van pieken in de lastenontwikkeling, het flexibel deel voor het teruggeven aan de belastingbetaler van dat deel van de reserve, wat op basis van het reservebeleid niet noodzakelijk is.

De Algemene Vergadering heeft besloten om in de periode 2013 – 2016 een bedrag van € 7,64 miljoen te onttrekken aan deze reserve in de omvang van € 7,50 miljoen ten behoeve van de watersysteemtaak en € 0,14 miljoen aan de zuiveringstaak.

Er wordt voorgesteld om de omvang de tariefegalisatie reserve voor wat het basis deel te verdelen naar de taken op basis van de verhouding 60 / 40, conform de verdeling van de risicoreserve. Voorts wordt voorgesteld om de tariefegalisatie flexibel deel, op basis van de geplande onttrekkingen in de Meerjarenbegroting 2013 - 2016 volledig toe te kennen aan de watersysteemtaak.

Page 75: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 75

De samenstelling van de tariefegalisatie reserve is hierdoor als volgt:

OMSCHRIJVING STAND PRIMO MUTATIE STAND ULTIMO

Tariefegalisatie reserve basis deelTariefegalisatie reserve watersysteemtaak 1.500 - 1.500Tariefegalisatie reserve zuiveringstaak 1.000 - 1.000

Tariefegalisatie reserve flexibel deelTariefegalisatie reserve watersysteemtaak 8.000 - 8.000Tariefegalisatie reserve zuiveringstaak - - -Totaal tariefegalisatie reserves per taak 10.500 - 10.500

BESTEMMINGSRESERVES

OMSCHRIJVING STAND PRIMO MUTATIES STAND ULTIMO

Bestemmingsreserve baggeren Almere 815 - 344 471Bestemmingsreserve stedelijk water 2.264 - 527 1.737Bestemmingsreserve duurzame oevers 1.021 - 1.021Bestemmingsreserve vervanging pompen 139 - 139 -Bestemmingsreserve buitendijks 500 - 500Bestemmingsreserve windpark NOP 150 - 25 125Bestemmingsreserve huisvesting, ICT en mobiele communicatie

850 - 850

Totaal bestemmingsreserves 5.739 1.035 4.704

In bijlage 11.1.4 is de staat van reserves opgenomen. In deze staat worden de stand aan het begin van het jaar 2013, de onttrekkingen aan de bestemmingreserves in het jaar 2013 en de stand ultimo 2013 overzichtelijk weergegeven. De bestemmingsreserves zijn bestemd voor de volgende zaken:

Bestemmingsreserve baggeren AlmereOp 27 oktober 2009 is besloten om het achterstallig baggeronderhoud van de gemeente Almere over te nemen. Hiervoor is een bedrag van € 2,65 miljoen van de gemeente Almere ontvangen. Besloten is om dit bedrag op te nemen in een bestemmingreserve baggeren Almere. In 2010 is aan deze reserve een bedrag van € 302.603 onttrokken, in het jaar 2011 een bedrag van € 1.085.948, in het jaar 2012 een bedrag van € 446.176 en in het jaar 2013 een bedrag van € 343.920. De Algemene Vergadering heeft hierover in haar vergaderingen van 8 juli 2010 en 7 juli 2011 toe besloten. Door de onttrekking in het jaar 2013 resteert nog een bestemmingsreserve baggeren Almere van € 0,5 miljoen. Bestemmingsreserve stedelijk waterDeze bestemmingreserve is gevormd ter bekostiging van de uitvoering van stedelijk water (zoals besloten in de Algemene Vergadering van 26 mei 2009). Deze bestemmingsreserve is gevormd door de niet bestede budgetten stedelijk water in het verleden en bedroeg begin 2011 bijna € 3,2 miljoen. In 2011 is voor € 424.800 aan deze bestemmingsreserve onttrokken, in het jaar 2012 een bedrag van € 497.978 en in het jaar 2013 een bedrag van € 527.681. Conform het besluit van de Algemene vergadering van 27 oktober 2009 worden deze maatregelen bekostigd uit deze bestemmingsreserve. Door de onttrekking in het jaar 2013 resteert nog een bestemmingsreserve stedelijk water van € 1,7 miljoen.

Bestemmingsreserve duurzame oeversDeze bestemmingreserve is gevormd ter bekostiging van de aanleg van duurzame oevers (zoals besloten in de Algemene Vergadering van 25 november 2003 en 26 mei 2009). In 2013 zijn geen gelden aan deze bestemmingsreserve onttrokken.

Page 76: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D76

Bestemmingsreserve vervanging pompenDeze bestemmingsreserve wordt aangehouden voor de vervanging van de wateraanvoerpompen in de fruitteeltgebieden nabij Kraggenburg en Marknesse. Op 29 oktober 2013 heeft de Algemene vergadering besloten deze bestemmingsreserve op te heffen en de vrijgekomen gelden toe te voegen aan de algemene reserve watersysteemtaak.

Bestemmingsreserve buitendijksOp 25 september 2012 heeft de Algemene vergadering het voornemen uitgesproken om bij een positief jaarresultaat 2012 op de watersysteemtaak een bestemmingsreserve buitendijks van € 500.000 te vormen om de benodigde maatregelen voor het op orde brengen van de buitendijkse gebieden uit te kunnen voeren. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 in de Algemene Vergadering van 28 mei 2013 is definitief besloten tot instelling van deze bestemmingsreserve. In 2013 zijn geen gelden aan deze bestemmingsreserve onttrokken.

Bestemmingsreserve windpark NOPOp 30 oktober 2012 heeft de Algemene vergadering het voornemen uitgesproken om bij een positief jaarresultaat 2012 op de watersysteemtaak een bestemmingsreserve in te stellen van € 150.000 ten behoeve van het toezicht op de realisatie van het windpark Noordoostpolder. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 in de Algemene Vergadering van 28 mei 2013 is definitief besloten tot instelling van deze bestemmingsreserve. Op 26 november 2013 heeft de Algemene Vergadering ingestemd met een onttrekking van maximaal € 150.000 uit deze bestemmingsreserve. In 2013 is een bedrag van € 25.179 aan deze bestemmingsreserve onttrokken. Door de onttrekking in het jaar 2013 resteert nog een bestemmingsreserve windpark NOP van € 0,1 miljoen.

Bestemmingsreserve huisvesting, ICT en mobiele communicatieOp 28 mei 2013 is bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 door de Algemene Vergadering besloten om vanuit het positieve jaarresultaat 2012 een bestemmingsreserve in te stellen van € 850.000 ten behoeve van maatregelen in huisvesting, ICT en mobiele communicatie. In 2013 zijn geen gelden aan deze bestemmingsreserve onttrokken.

VOORZIENINGEN

ARBEIDSGERELATEERDE VERPLICHTINGEN STAND PRIMO MUTATIE STAND ULTIMO

Pensioenen voormalige bestuurders 1.415 22 1.437Wachtgelden voormalige bestuurders 53 41 94Personele reorganisatie 1.218 - 50 1.167

Baggeren en saneren van waterlopen

Baggeren 870 288 582

Overige onderhoudswerkzaamheden

Groot onderhoud 93 28 65

Belastingen

Watersysteemheffing gebouwd - 528 528

Totaal voorzieningen 3.649 224 3.873

In bijlage 11.1.5 is de staat van voorzieningen opgenomen. In deze staat worden de stand aan het begin van het jaar 2013, de onttrekkingen aan de voorzieningen in het jaar 2012 en de stand ultimo 2013 overzichtelijk weergegeven. De voorzieningen zijn bestemd voor de volgende zaken:

Page 77: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 77

Pensioenen voormalige bestuurdersDeze voorziening heeft tot doel de pensioenverplichtingen van het waterschap naar bestuurders zichtbaar te maken. Aan het begin van 2013 was deze voorziening ruim € 1,4 miljoen groot. In 2013 is aan deze voorziening voor € 60.377 onttrokken ten behoeve van pensioenbetalingen. Op basis van een actuariële berekening van de toekomstige pensioen opgaven van de huidige en voormalig bestuurders is er in 2013 € 82.062 toegevoegd aan de voorziening, waardoor de voorziening ultimo boekjaar ruim € 1,4 miljoen bedraagt. Het Kabinet is voornemens de Wet APPA (Algemene Pensioenwet Politieke Ambtdragers) aan te passen en de pensioenen van de bestuurders onder te brengen bij het ABP. De in de voorziening opgebouwde bedragen zullen dan worden overgeboekt naar het ABP. De vermoedelijke ingangsdatum is 1 januari 2016.

Wachtgelden voormalige bestuurdersDeze voorziening heeft tot doel de wachtgeldverplichtingen van het waterschap naar bestuurders zichtbaar te maken. Aan het begin van 2013 was deze voorziening minder dan € 0,1 miljoen groot. In 2013 is aan deze voorziening voor € 46.555 onttrokken ten behoeve van wachtgeldbetalingen en is een bedrag van € 87.707 toegevoegd, waardoor de voorziening ultimo boekjaar bijna € 0,1 miljoen bedraagt.

Personele reorganisatieDeze voorziening heeft tot doel de verplichtingen van het waterschap naar voormalig personeel zichtbaar te maken. Aan het begin van 2013 was deze voorziening ruim € 1,2 miljoen groot. In 2013 is aan deze voorziening voor € 483.151 onttrokken ten behoeve van betalingen van de uitkeringen. In 2013 is € 432.738 aan de voorziening toegevoegd, waardoor de voorziening ultimo boekjaar nu bijna € 1,2 miljoen bedraagt.

BaggerenEr is een integrale gebiedsdekkende baggervisie opgesteld op basis waarvan de keuze is gemaakt om voor de komende jaren tot een effectief uitvoeringsprogramma te komen en daarna de achterstand in een periode van 10 jaar weg te werken. Het plan is in de Algemene vergadering van 10 oktober 2006 vastgesteld en in 2011 en 2012 geactualiseerd. Er wordt grote waarde gehecht aan de uitvoering van het totale plan van stedelijk water en baggeren. Daarom worden schommelingen in de uitvoering opgevangen door een uit de totaal beschikbare middelen te creëren voorziening. De voorziening was aan het begin van 2013 bijna € 0,9 miljoen groot. In het jaar 2013 is er een bedrag van € 1.741.136 aan deze voorziening gedoteerd en is er € 2.029.205 onttrokken aan de voorziening baggeren, waardoor de voorziening ultimo boekjaar nog bijna € 0,6 miljoen bedraagt.

Groot onderhoudIn de afgelopen jaren zijn een viertal objecten na de verplichte huurperiode van negen kalenderjaren en een dag overgenomen van de Waterlandstichting. Naast de overname van de desbetreffende objecten en bijbehorende financiering wordt ook de opgebouwde onderhoudsvoorziening van de Waterlandstichting overgenomen. Uit de voorziening wordt het groot onderhoud van zuiveringstechnische werken gefinancierd. In 2010 is het laatste object van de waterlandstichting overgenomen. Aan het begin van 2013 was deze voorziening nog € 0,1 miljoen groot. In 2013 is aan deze voorziening voor € 27.773 onttrokken voor onderhoud aan de overgenomen objecten, waardoor de voorziening ultimo boekjaar minder dan € 0,1 miljoen bedraagt.

Watersysteemheffing gebouwdIn het jaar 2013 heeft GBLT de WOZ waarde over het belastingjaar 2011 ontvangen van het duurste object binnen ons beheergebied en heeft op basis hiervan een aanslag Watersysteemheffing gebouwd opgelegd. De waarde van het object is door de gemeente Lelystad bepaald op iets meer dan één miljard euro. Deze waarde wordt betwist door de eigenaar. Op basis hiervan is een voorziening opgenomen van dat deel van de aanslag dat betwist wordt.

Page 78: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D78

VASTE SCHULDEN

De opgenomen vaste schulden vallen in de categorie onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen. Het zijn langlopende geldleningen met een looptijd langer dan één jaar ter financiering van de investeringen. Het verloopoverzicht is als volgt:

Stand begin boekjaar 76.951Nieuw aangegane geldleningen 5.000Af: aflossingen - 8.958Saldo langlopende geldleningen 72.993

De aflossingsverplichting van de aangegane geldleningen voor het boekjaar 2014 is € 8.753.714. Voor een uitgebreid overzicht van de langlopende geldleningen verwijzen wij u naar bijlage 11.1.6

NETTO VLOTTENDE SCHULDEN

Rekening-courant banken 13.489Schulden aan leveranciers 6.604Reservering vakantietoeslag 15Reservering verlofrechten 807Netto salarissen 10Loonheffing en sociale lasten 1.001Omzetbelasting 61Saldo netto vlottende schulden 21.987

De netto vlottende schulden van het waterschap zijn op basis van nominale waarde gewaardeerd. Door de invoering van het IKB (Individueel Keuze Budget) voor werknemers valland onder de SAW Waterschappen, wordt er vanaf het jaar 2012 alleen nog vakantiegeld gereserveerd voor de leden van het college van Dijkgraaf en Heemraden. Zij vallen namelijk niet onder de SAW Waterschappen, maar onder de sector Rijk.

OVERLOPENDE PASSIVA

Rente langlopende schulden 1.771Bijdragen aan derden 23Energie 464Afvalinzameling en slibafvoer 65Onderhoud 58Advies en onderzoek 235Grond 125Overige nog te betalen bedragen 333Vooruit ontvangen bedragen 288Saldo overlopende passiva 3.362

Volgens het Waterschapsbesluit worden onder de overlopende passiva de nog te betalen lasten opgenomen, waarvan in het jaar 2013 geen factuur van is ontvangen, maar wel conform het stelsel van baten en lasten ten laste van het jaar 2013 moeten worden gebracht. Ook de vooruit ontvangen opbrengsten worden in deze post opgenomen.

Page 79: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 79

8.2.3 NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN

WKK-INSTALLATIE GEMAAL VISSERING Eén van onze rechtsvoorgangers, het voormalig Waterschap Noordoostpolder is eind jaren ’90 een sale en lease-back overeenkomst aangegaan met Mees & Pierson ten behoeve van de WKK-installatie van Gemaal Vissering. Het betreft een financial-lease met een looptijd van 18 jaar. De leaseverplichting is bij vooruitbetaling gedaan en staat in een depot bij ABN AMRO Equipment Leasing xvi b.v. bank.

LEASEVERPLICHTING WAGENPARK

Het wagenpark van het waterschap wordt geleased. Het totaal aan verplichtingen ingevolge de totale looptijd van de overeenkomsten met de leasemaatschappijen bedraagt op de balansdatum € 2.327.128. Voor het jaar 2014 bedraagt de verplichting € 585.749.

LEASEVERPLICHTING PRINT- EN KOPIEERMACHINES

De print- en kopieermachines van het waterschap worden geleased. Het totaal aan verplichtingen ingevolge de looptijd van de overeenkomst met de leasemaatschappij bedraagt op de balansdatum € 557.668. Voor het jaar 2014 bedraagt de verplichting € 247.853.

JURIDISCHE CLAIMS

Het Waterschap wordt met enige regelmaat geconfronteerd met juridische claims betreffende schade als gevolg van wateroverlast bij extreme weersomstandigheden. Het standpunt van het Waterschap hierin is dat zij hiervoor niet aansprakelijk is, tenzij de schade is ontstaan door nalatigheid van het Waterschap.

8.2.4 SPECIFICATIE ONDERHANDEN WERKEN ULTIMO 2013

Artikel 4.42 lid 6 van het Waterschapsbesluit schrijft voor dat in de toelichting op de balans een totaaloverzicht wordt gegeven van alle onderhanden werken, waarbij de verwachtingen worden gegeven over het vervolg van deze werken.

PROJECTGEVOTEERD

KREDIETUITGAVEN

ULTIMO 2012 VERWACHTING

721110 Automatisering stuwen 342 137 Conform planning721306 Wateraanvoer westelijk NOP 50 15 Conform planning724070 Bodemsanering grond Wortman - - 197 Conform planning736031 Renovatie AWZI Dronten 10.590 5.359 Conform planning736062 Beluchting en besturingsysteem

AWZI Almere 110 94 Conform planning736067 Slibinstallatie Tollebeek 600 22 Conform planning

740502 Schadeherstel Regiokantoor Noord 50 7 Conform planningSaldo onderhanden werken 11.742 5.437

In de separate investeringsrapportage wordt nader ingegaan op de verwachtingen.

Page 80: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D80

Page 81: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 81

9 EXPLOITATIEREKENINGHet waterschapsbesluit schrijft voor dat de exploitatierekening in drie verschillende indelingen wordt gepresenteerd in de jaarrekening, te weten naar kosten- en opbrengstsoorten, naar programma’s en naar kostendragers.

9.1 EXPLOITATIEREKENING NAAR KOSTEN- EN OPBRENGSOORTEN

(Bedragen x e 1.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Lasten4.1 Rente en afschrijvingen 13.875 13.875 13.417 13.9274.2 Personeelslasten 19.971 20.627 21.325 19.5544.3 Goederen en diensten van derden 38.641 36.627 36.344 36.9514.4 Toevoegingen voorzieningen /

onvoorzien 630 601 3.423 773Subtotaal lasten 73.117 73.370 74.319 73.855

Baten8.1 Financiële baten 1.200 1.200 1.200 1.0008.2 Personeelsbaten - - 349 618.3 Goederen en diensten aan derden 823 1.159 1.198 4.7888.4 Bijdragen van derden 2.101 2.250 2.734 2.7138.5 Waterschapsbelastingen 67.445 67.445 68.604 66.2198.6 Interne verrekeningen 688 688 488 579

Subtotaal baten 72.257 72.742 74.573 75.360

Saldo van baten en lasten - 860 - 628 254 1.5059.1 Inzet tarief egalisatiereserve 860 860 - -9.2 Inzet bestemmingsreserves - - 897 1.192

Gerealiseerd resultaat - 232 1.151 2.697

De omschrijvingen in bovenstaande tabel zijn in vergelijking met voorgaande jaren licht gewijzigd als gevolg van wijzigingen in de Waterschapswet.

9.2 TOELICHTING OP DE EXPLOITATIEREKENING

In de nu volgende paragraaf wordt een toelichting gegeven op de exploitatierekening. Om niet teveel in herhaling te vervallen zal in de exploitatierekening naar programma’s en naar kostendragers veelal worden verwezen naar eerder gegeven toelichtingen.

9.2.1 WAARDERINGSGRONDSLAGEN

ALGEMEEN

Belangrijke verschillen tussen de begroting en realisatie zijn nader toegelicht. De hierbij gepresenteerde begroting is, conform het Waterschapsbesluit, de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzingen. Een analyse van de afwijkingen tussen de primitieve begroting én de primitieve begroting inclusief alle begrotingswijzingen is te vinden in hoofdstuk 1: Analyse begroting en resultaat.

Page 82: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D82

VALUTA EN NOTATIE

Alle bedragen worden weergegeven in duizenden euro’s. In de toelichtende teksten worden de bedragen weergegeven in hele euro’s.

BATEN EN LASTEN

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden genomen zodra deze gerealiseerd. Verliezen worden verwerkt als de verliezen zich aftekenen.

9.2.2 TOELICHTING OP DE LASTEN

RENTE EN AFSCHRIJVINGEN

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Rente 4.821 4.821 4.453 4.508

Afschrijvingen en duurzamewaardeverminderingen 9.054 9.054 8.964 9.419Totaal 13.875 13.875 13.417 13.927

De lasten van rente en afschrijvingen vallen lager uit door een lage korte en lange rente als gevolg van de kredietcrisis. Wat betreft de korte rente was rekening gehouden met een percentage van 2,5%, de realisatie was minder dan 0,25% op jaarbasis. Omdat met name de korte rente extreem laag is, wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het maximum van de kasgeldlimiet. Deze ligt op ruim € 16 miljoen.

Het vastgestelde activabeleid geeft aan dat wanneer er sprake is van een duurzame waardevermindering, waarbij de actuele waarde van een activum langdurig lager ligt dan de boekwaarde, deze lagere actuele waarde moet worden gehanteerd. Het verschil tussen de boekwaarde en de lagere actuele waarde wordt door middel van een waardevermindering tot uitdrukking gebracht. Op basis van het vastgestelde activabeleid moet 50% van de aanschafprijs van duurzame oevers als waardevermindering in de exploitatie worden meegenomen. De duurzame waardevermindering bedroeg in het jaar 2013 een bedrag van € 137.830. In de begroting was rekening gehouden met deze duurzame waardevermindering.

PERSONEELSLASTEN

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Salarissen personeel en bestuur 15.263 14.118 13.485 13.198Sociale premies 3.292 3.423 3.451 3.139Overige personeelslasten 1.263 1.095 1.094 1.311Personeel van derden 153 1.991 3.295 1.905Totaal 19.971 20.627 21.325 19.554

Voor een detailoverzicht van de personeelskosten verwijzen wij u naar de bijlage. De post personeel van derden wordt gebruikt in die gevallen dat een reguliere formatieplaats tijdelijk niet wordt ingevuld met eigen personeel, maar met tijdelijke krachten. Door de vacaturestop, die was ingesteld in het kader van het reorganisatieproces Water Werkt, was een aantal formatieplaatsen tijdelijk ingevuld met externen. De dekking van deze tijdelijke krachten vindt plaats uit het totaal van de personeelslasten en de overige aan de afdelingen toegewezen budgetten.

Page 83: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 83

GOEDEREN EN DIENSTEN VAN DERDEN

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Duurzame gebruiksgoederen 1.035 1.220 1.307 1.106Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen 2.035 2.069 1.807 1.869Energie en water 4.630 4.840 4.906 4.632Huren, pachten en rechten 1.214 1.225 1.293 1.196Verzekeringen 127 126 124 88Belastingen 47 47 46 45Onderhoud door derden 12.420 12.414 13.175 3.058Overige diensten derden 17.134 14.686 13.686 24.957Totaal 38.641 36.627 36.344 36.951

Duurzame gebruiksgoederenGebruiksgoederen die bestemd zijn voor gebruik gedurende één jaar of langer, behoren in beginsel niet in de exploitatierekening te worden verantwoord, maar te worden geactiveerd. Indien met de stichting of aankoop hiervan slechts een relatief gering bedrag gemoeid is, komt het echter in de praktijk voor dat de betreffende uitgaven niet worden geactiveerd, maar in één keer ten laste van de exploitatierekening worden gebracht. Deze verantwoording kan op deze kostensoort gebeuren. De kostensoort omvat dan ook de aanschaf van goederen met een economische levensduur van één jaar of langer die in de exploitatierekening worden verantwoord. Op de kostensoort gebruiksgoederen is € 87.000 meer uitgegeven dan was begroot.

Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen De kostensoort omvat alle kosten die samenhangen met de aankoop van goederen die bestemd zijn voor gebruik en verbruik binnen de productieprocessen en minder dan een jaar ten dienste van het waterschap staan (en geen brandstoffen zijn). Gebruiksgoederen die bestemd zijn voor gebruik gedurende één jaar of langer en die in de exploitatierekening worden verantwoord, worden niet tot deze kostensoort gerekend, maar tot de kostensoort ‘Duurzame gebruiksgoederen’. Op de kostensoort ‘Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen’ is € 262.000 minder uitgegeven dan was begroot.

Energie en waterDeze kostensoort heeft betrekking op het energieverbruik van het waterschap, alsmede op de aankoop van energiedragers. Op de kostensoort energie en water is € 66.000 meer uitgegeven dan begroot. Ook dit jaar is de inschatting van de neerslag en de benodigde bemaling bijna juist geweest.

Huren, pachten en rechtenDeze kostensoort omvat de betaalde huren alsmede de betaalde recognities, precariobelasting, licentie–, auteurs–, repro– en octrooirechten en alle andere betaalde rechten. De huren kunnen betrekking hebben op onroerende goederen zoals gebouwen, (dienst)woningen en opstallen, en roerende goederen zoals vervoermiddelen, rollend en varend materieel, machines, werktuigen, gereedschappen, apparatuur, instrumenten en kantoormachines. Op de kostensoort huren, pachten en rechten is € 68.000 meer uitgegeven dan was begroot. Deze niet begrote uitgaven waren hoofdzakelijk uitgaven aan huur van vervoermiddelen.

VerzekeringenTot de kostensoort ‘Verzekeringen’ worden gerekend de door het verzekeringswezen verrichte diensten, met uitzondering van de diensten van sociale verzekeringsinstellingen (deze worden tot de kostensoort ‘sociale lasten’ gerekend). Tot de kostensoort behoren: brand–, inbraak– en stormschadeverzekering, glasschadeverzekering, verzekering wettelijke aansprakelijkheid, schadeverzekering roerende en onroerende goederen, verzekering van onderhoudswerkzaamheden, transportverzekering, fraude– en geldwaardeverzekering, reconstructieverzekering en de collectieve ongevallenverzekering. Op de kostensoort verzekeringen is € 2.000 minder uitgegeven dan was begroot.

Page 84: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D84

BelastingenTot de ‘belastingen’ worden gerekend de kostprijsverhogende belastingen die door derden aan het waterschap worden opgelegd. Hieronder valt de gemeentelijke belastingen, zoals de onroerend–goedbelasting en rioolbelasting. Tot de kostensoort worden niet gerekend de bij levering van goederen en diensten verschuldigde belastingen zoals omzetbelasting, invoerrechten, accijnzen en assurantiebelasting. Deze laatste belastingen worden gerekend tot de kostensoort waartoe de betreffende levering van goederen of diensten behoort; ook in de gevallen waarin die belastingen afzonderlijk worden betaald. Op de kostensoort belastingen is € 1.000 minder uitgegeven dan was begroot.

Onderhoud door derden‘Onderhoud door derden’ omvat de door het waterschap aan derden uitbestede werkzaamheden die tot doel hebben een bepaald object in stand te houden. Tot deze kostensoort behoort ook het groot onderhoud, dat nodig is om een verwaarloosd object weer in goede staat te brengen, mits de kosten van dit onderhoud niet worden afgeschreven. Indien in de aan derden te betalen vergoeding ook een bedrag voor verbruikt materiaal is opgenomen, wordt dit ook op deze kostensoort geboekt. Tot het ‘Onderhoud door derden’ behoren: onderhoud waterkeringen, onderhoud watergangen en kunstwerken, het onderhoud zuiveringsinstallaties, transportsystemen en slibverwerkingsinstallaties, schoonmaakwerkzaamheden, onderhoud kantoorgebouwen en daarbij behorende tuinen, alsmede van de in de gebouwen aanwezige inventaris en de daartoe behorende installaties, onderhoud kantoormachines zoals kopieermachines, computers en randapparatuur, onderhoud van software, onderhoud werkplaatsen, magazijnen en laboratoria, alsmede van de daarin aanwezige inventaris en de daartoe behorende installaties en het onderhoud aan rijdend en varend materieel. Op de kostensoort onderhoud is € 761.000 meer uitgegeven dan was begroot. Het overgrote deel van deze meeruitgaven komt door zaken waar de Algemene Vergadering toestemming voor heeft gegeven en waar een ‘opbrengst’ door middel van een onttrekking aan een bestemmingsreserve tegenover staat.

Overige diensten derdenTot deze kostensoort behoren de door het waterschap aan derden uitbestede werkzaamheden en de door derden geleverde diensten voor zover deze niet behoren tot één van de voorgaande kostensoorten en waarvoor geldt dat er een rechtstreeks verband is tussen de geleverde dienst en de bijbehorende lasten. Tot de ‘Overige diensten door derden’ worden onder andere gerekend: juridische, financiële, technische en overige adviezen door derden, contributies en bijdragen aan verenigingen en stichtingen die prestaties leveren ten behoeve van het functioneren van het waterschap (Unie van Waterschappen, STOWA, enz.), diensten van taxateurs, notarissen, makelaars en andere tussenpersonen, proces– en gerechtskosten, honoraria van accountants, artsen en anderen met een vrij beroep, controle op geldelijk beheer, boekhouding en jaarrekening, diensten van het bankwezen, advertentie– en reclamekosten, telefoonkosten, portokosten, perceptiekosten bij uitbestede belastingheffing, incassokosten, dienstverleningen computerservicebureaus (externe gegevensverwerking),bewaking en beveiliging, kaartvervaardiging en luchtkartering, vergunningen (inclusief leges), opdrachten aan externe onderzoeksbureaus, bijdragen aan de publicatie van brochures, boeken enz., aan derden uitbetaalde schadevergoedingen, gegevensverstrekking door derden (onder andere Kadaster en gemeenten), afvoer van afval, vuil en reststoffen (bijvoorbeeld van zuiveringsinstallaties en kantoorgebouwen), gemeentelijk reinigingsrechten, slibverwerking en –afvoer door derden, betalingen aan Rijk, provincies, gemeenten, andere waterschappen en overige publiekrechtelijke organen en particulieren voor door hen uitgevoerde werkzaamheden in het kader van de exploitatie (een voorbeeld is de aan een ander waterschap betaalde vergoeding voor de zuivering van grensoverschrijdend afvalwater). Op de kostensoort ‘Overige diensten derden’ is € 1.000.000 minder uitgegeven dan was begroot.

Begin 2013 is de allocatie van de kostensoorten gewijzigd als gevolg van de uniformering van de financiële administratie naar inkooppakketten en is een deel van het budget ‘Goederen en diensten van derden’ overgeboekt naar de ‘Personeelslasten’ onder de post ‘Personeel van derden’.

Page 85: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 85

TOEVOEGINGEN AAN VOORZIENINGEN / ONVOORZIEN

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Voormalig bestuur en personeel - - 602 782Dubieuze belastingdebiteuren 500 500 362 435Baggeren - 1.741 1.741 2.206Watersysteemheffing gebouwd - - 528 -Onvoorzien 130 - - -Totaal 630 2.241 3.233 3.423

Tot de kostensoort toevoegingen aan voorzieningen behoren bedragen die in het jaar aan de voorzieningen zijn toegevoegd.

De toevoeging aan de voorziening voormalig bestuur en personeel komt voort uit nieuwe actuariële berekeningen van pensioenen en personeelsregelingen.

De voorziening dubieuze belastingdebiteuren was primitief begroot op € 500.000. De uiteindelijke dotatie bedraagt € 362.253. Een dotatie aan de voorziening dubieuze (handels)debiteuren wordt niet noodzakelijk geacht.

Het genoemde bedrag van € 1,7 miljoen voor baggeren is de jaarlijkse dotatie aan deze voorziening. De jaarlijkse uitgaven van baggerprojecten worden ten laste van deze voorziening gebracht (zie ook paragraaf 8.2.3 onderdeel voorzieningen).

In het jaar 2013 heeft GBLT de WOZ waarde over het belastingjaar 2011 ontvangen van het duurste object binnen ons beheergebied en heeft op basis hiervan een aanslag Watersysteemheffing gebouwd opgelegd. De waarde van het object is door de gemeente Lelystad bepaald op iets meer dan één miljard euro. Deze waarde wordt betwist door de eigenaar. Op basis hiervan is een voorziening opgenomen van dat deel van de aanslag dat betwist wordt.

ONVOORZIEN

Tot ‘onvoorzien’ behoren de op de begroting te ramen lasten die dienen om onvoorziene lasten te kunnen financieren. Op deze kostensoort worden geen bedragen verantwoord. In de primitieve begroting is voor onvoorziene uitgaven een bedrag van € 130.000 opgenomen. De post onvoorzien is in 2013 geheel benut. Hiervan is € 92.000 besteed aan de extra kosten die voortkwamen uit Water Werkt en Rijn-Oost en € 38.000 ter dekking van de gemaakte kosten voor Flevokust.

9.2.3 TOELICHTING OP DE BATEN

FINANCIËLE BATEN

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Interne rentebaten 1.200 1.200 1.200 1.000

Dividend - - - -Totaal 1.200 1.200 1.200 1.000

Deze opbrengstsoort heeft betrekking op de door derden aan het waterschap betaalde vergoedingen in verband met vorderingen en verstrekte leningen, de tegenboeking van de berekende, bespaarde rente over eigen financieringsmiddelen (interne rentebaten) en de door bedrijven uitgekeerde opbrengsten uit

Page 86: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D86

bedrijfsvoeringen wegens kapitaaldeelneming van het waterschap in de vorm van aandelen of anderszins.De interne rentebaten hebben betrekking op de bespaarde rente over het eigen vermogen. Deze rente wordt zowel onder de baten als de lasten opgenomen.

Het waterschap heeft aandelen van de NV Nederlandse Waterschapsbank, waarop jaarlijks dividend wordt ontvangen. In 2011 is voor het laatst dividend ontvangen. Voor de komende jaren is de verwachting dat er geen dividend zal worden ontvangen.

PERSONEELSBATEN

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Uikeringen personeel - - 183 61Uitlening personeel - - 166 -Totaal - - 349 61

Tot deze opbrengst behoren de baten van de overige loonkostenvergoedingen die ontvangen zijn van derden, zoals de uitkering van het UWV voor zwangerschaps- en bevallingsverlof. Ook heeft de opbrengstsoort betrekking op de vergoeding die het waterschap ontvangt indien het personeel aan derden beschikbaar stelt.

GOEDEREN EN DIENSTEN AAN DERDEN

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Retributies 117 317 338 164Inkomsten bestuursdwang - - - 2Bijdrage exploitatie overheden 183 225 142 246Opbrengst materialen en diensten 10 9 12 69Levering elektriciteit 125 150 124 131Levering warmte 12 12 23 14Grondverkopen - - 9 3.742Opbrengst uit eigendommen 376 446 549 420Totaal 823 1.159 1.198 4.788

Op de opbrengstsoort goederen en diensten aan derden is volgens bovenstaande specificatie € 39.000 meer ontvangen dan was begroot.

BIJDRAGEN VAN DERDEN

De bijdragen van derden omvatten vooral bijdragen van derden aan het waterschap waarbij geen rechtstreeks verband is tussen de bijdrage en de door het waterschap verrichte dienst of uitgevoerd werk.

Ook de ‘opbrengsten’ kostendeling wordt op deze post verantwoord. Het totaal aan niet begrote opbrengsten bedroeg € 484.000. In het overgrote deel van de gevallen gaat het om een bijdrage in de kostendeling van gemeenschappelijk uitgevoerde projecten.

Page 87: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 87

WATERSCHAPBELASTINGEN

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Watersysteemtaak 40.252 40.252 41.508 39.170Zuiveringstaak 27.193 27.193 27.096 27.049Totaal 67.445 67.445 68.604 66.219

WatersysteemheffingWatersysteemheffing ingezetenen 10.443 10.443 10.426 10.256Watersysteemheffing gebouwd 20.441 20.441 20.649 20.502Watersysteemheffing ongebouwd 8.231 8.231 8.231 7.668Watersysteemheffing natuur 867 867 867 841Verontreinigingsheffing 867 867 867 891Watersysteemheffing voorgaande jaren - - 1.022 - 418Subtotaal watersysteemheffing 40.849 40.849 42.062 39.740

ZuiveringsheffingZuiveringsheffing huishoudens 21.433 21.433 21.497 21.114Zuiveringsheffing bedrijven 6.875 6.875 6.785 6.547Zuiveringsheffing voorgaande jaren - - - 173 444Subtotaal zuiveringsheffing 28.308 28.308 28.109 28.105

OverigKwijtschelding watersysteemheffing - 596 - 596 - 554 - 570Kwijtschelding zuiveringsheffing - 1.115 - 1.115 - 1.013 - 1.056Subtotaal overig - 1.711 - 1.711 - 1.567 - 1.626

Totaal 67.445 67.445 68.604 66.219

De aanslagoplegging en invordering van de waterschapsbelastingen geschiedt door het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT). De gerealiseerde belastingopbrengsten zijn ontleend aan het jaaroverzicht belastingopbrengsten 2013, die is opgesteld door GBLT. De controle op de volledigheid van de belastingopbrengsten maakt onderdeel uit van het controleprogramma van de accountant van GBLT.

De gerealiseerde watersysteemheffing ingezetenen blijft iets achter bij de begroting. De gerealiseerde watersysteemheffing gebouwd is € 0,2 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Door turbulente marktontwikkelingen is de inschatting van de WOZ waarde in het beheergebied, de grondslag van de aanslagoplegging watersysteemheffing gebouwd, lastig in te schatten.

De gerealiseerde watersysteemheffing ongebouwd, de watersysteemheffing natuur en de verontreinigingsheffing zijn gelijk aan de begroting. De gerealiseerde watersysteemheffing over voorgaande jaren laat een positief resultaat zien van ruim € 1,0 miljoen. In zijn totaliteit is de realisatie van de watersysteemheffing € 1,2 miljoen boven de begroting.

Bij de zuiveringsheffing huishoudens is sprake van een licht negatieve realisatie van € 0,2 miljoen. Er is bij de zuiveringsheffing woningen sprake van een licht hogere realisatie dan begroot en bij de zuiveringsheffing bedrijven sprake van een licht lagere realisatie dan begroot. De gerealiseerde zuiveringsheffing over voorgaande jaren laat een negatief resultaat zien van bijna € 0,2 miljoen. Dit komt vooral omdat de definitieve aanslagen zuiveringsheffing bedrijven 2011 lager lagen dan de voorlopige aanslagen. In zijn totaliteit is de realisatie van de zuiveringsheffing € 0,2 miljoen onder de begroting.

De gerealiseerde kwijtschelding wijkt € 0,1 miljoen positief af van de begrote kwijtschelding.

Page 88: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D88

In de onderstaande tabellen worden de begrote en gerealiseerde belastingeenheden weergegeven, exclusief de in het jaar 2013 gerealiseerde eenheden over voorgaande jaren.

Eenheden watersysteemheffing (x 1.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Watersysteemheffing ingezetenen 153 153 153 152Watersysteemheffing gebouwd 39.400 39.400 39.787 40.121Watersysteemheffing ongebouwd 109 109 109 103Watersysteemheffing natuur 119 119 119 117Verontreinigingsheffing 15 15 15 16

Eenheden zuiveringsheffing (x 1.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Zuiveringsheffing huishoudens 371 371 372 369Zuiveringsheffing bedrijven 119 119 117 114Totaal 490 490 489 483

INTERNE VERREKENINGEN

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Onttrekkingen aan voorzieningen - - - 40Geactiveerde lasten 688 688 488 539Totaal 688 688 488 579

De eigen bijdrage aan investeringen, zoals het inzetten van eigen personeel, wordt conform het activabeleid geactiveerd en opgenomen in de post geactiveerde lasten.

ONTTREKKING AAN BESTEMMINGSRESERVES

De inzet van de bestemmingsreserves is gelijk aan de door de Algemene Vergadering vastgestelde lasten te dekken uit bestemmingsreserves.

De werkelijke lasten zijn opgenomen in de exploitatierekening. De lasten zijn niet begroot, omdat vaak niet duidelijk is in welk jaar een bepaalde activiteit wordt uitgevoerd, waarvan de lasten worden gedekt door een onttrekking van eenzelfde bedrag aan de daarvoor ingerichte bestemmingsreserve.

Page 89: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 89

9.3 EXPLOITATIEREKENING NAAR PROGRAMMA’S

ALGEMEEN

In deze paragraaf is de realisatie van de begroting naar programma’s opgenomen. De gerealiseerde bedragen worden per programma in beeld gebracht conform de door de Algemene Vergadering vastgestelde programma-indeling. In het jaarverslag zal op de realisatie van de beoogde resultaten en de realisatie van de geplande activiteiten worden ingegaan. Voor een goede vergelijkbaarheid van de cijfers zijn zowel de baten als de lasten van de zaken die via de bestemmingreserves lopen in de overzichten opgenomen.

SYSTEMATIEK VAN KOSTENTOEREKENING

Bij Waterschap Zuiderzeeland wordt het principe van integrale kostentoerekening toegepast. Dit betekent dat zowel directe als indirecte kosten, zoveel mogelijk aan een product worden toegerekend ten behoeve van de berekening van een kostprijs. Alle kosten, die een direct verband hebben met het product, worden toegerekend. Hieronder vallen materiële kosten, loonkosten en kapitaallasten.

Onder indirecte kosten wordt verstaan de kosten die niet rechtstreeks samenhangen met een product. Deze indirecte kosten worden vaak aangeduid als overheadkosten. Voorbeelden van overheadkosten zijn onder andere managementkosten, huisvestingskosten en automatiseringskosten. Deze kosten worden met een verdeelsleutel verdeeld over afdelingen of producten, waaraan zij een bijdrage leveren. De wijze waarop overhead wordt toegerekend is de kostenplaatsenmethode. Dit betekent dat de indirecte kosten eerst worden geadministreerd bij de afdeling waar ze worden gemaakt op een hulpkostenplaats. Vervolgens worden de indirecte kosten op basis van een verdeelsleutel doorbelast naar een andere afdeling (hoofdkostenplaats).

PROGRAMMA VEILIGHEID

Om de polders te beschermen tegen het water uit het IJsselmeer, het Markermeer, het IJmeer en de randmeren, onderhoudt en beheert Waterschap Zuiderzeeland ruim tweehonderd kilometer waterkeringen.

Overzicht programma Veiligheid (bedragen x e 1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Algemeen 0,6 0,3 0,3 0,6

Primaire keringen 5,4 5,3 5,1 5,2

Regionale keringen 0,3 0,4 0,3 0,4

Doorbelastingen 0,9 0,9 0,9 1,0Totaal programmalasten 7,2 6,9 6,6 7,2

De realisatie van de lasten van het programma Veiligheid wijkt € 0,3 miljoen af van de bijgesteld begrote cijfers. Procentueel is de afwijking klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 90: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D90

PROGRAMMA VOLDOENDE WATER

In het programma Voldoende water gaat het om het voorkomen van wateroverlast. Water komt door regenbuien de polder in, maar ook doordat kwelwater vanuit de ondergrond omhoog komt en door dijken heen sijpelt. Als er in een korte tijd heel veel neerslag valt, is de kans groot dat delen van de polders onder water komen te staan. Het wateroverschot wordt met behulp van zeven hoofdgemalen van het waterschap uit de polders gepompt. Aan de andere kant kan het, als er lange tijd geen neerslag valt, soms ook te droog worden in de polder. Zorgen voor voldoende water betekent de ene keer water wegpompen en de andere keer juist binnenlaten.

Overzicht programma Voldoende water (bedragen x e 1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Voorkomen wateroverlast 0,8 0,8 0,8 0,4

Anticiperen op watertekort 0,2 0,2 0,0 0,1

Goed functionerend watersysteem 23,6 23,6 23,5 19,3

Doorbelastingen 3,6 3,6 3,7 3,9Totaal programmalasten 28,2 28,2 28,0 23,7

De realisatie van de lasten van het programma Voldoende water wijkt € 0,2 miljoen af van de bijgesteld begrote cijfers. Procentueel is de afwijking zeer klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

PROGRAMMA SCHOON WATER

Waterschap Zuiderzeeland werkt aan schoon water in het gehele beheergebied. Schoon water betekent een goed watersysteem. Het watersysteem wordt als goed beoordeeld als het goed is vanuit zowel chemisch oogpunt (niet vervuild), vanuit biologisch oogpunt (goede leefomgeving) en vanuit het oogpunt van de gebruikers (belevingswaarde). De belevingswaarde is met name relevant voor het stedelijk waterbeheer.

Daarnaast zuivert Waterschap Zuiderzeeland het afvalwater uit de provincie in vijf afvalwaterzuiveringsin-stallaties (AWZI´s). Dit afvalwater wordt merendeels aangevoerd via de gemeentelijke riolering. Na zuivering in de AWZI´s wordt het teruggebracht naar het oppervlaktewater. Waterschap Zuiderzeeland stelt strenge vergunningseisen aan bedrijven die afvalwater willen lozen. Ook worden er maatregelen genomen ten behoeve van het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater.

Overzicht programma Schoon water (bedragen x e 1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Goede structuurdiversiteit 0,4 0,6 0,6 0,4

Goede waterkwaliteit 4,4 4,4 4,5 4,5

Goed omgaan met afvalwater 23,6 23,5 22,6 22,8

Doorbelastingen 4,5 4,5 4,6 4,9Totaal programmalasten 32,9 32,9 32,3 32,6

De realisatie van de lasten van het programma Schoon water wijkt € 0,6 miljoen af van de bijgesteld begrote cijfers. Procentueel is de afwijking zeer klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 91: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 91

ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft de omslagen en de zuiveringsheffing. De omslagen zijn ter financiering van de watersysteemtaak, de zuiverings-heffing ter financiering van de zuiveringstaak.

Overzicht algemene dekkingsmiddelen (bedragen x e 1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Programma Veiligheid 7,2 6,9 6,6 7,2Programma Voldoende water 28,2 28,2 28,0 23,7Programma Schoon water 32,9 32,9 32,3 32,6Totaal programmalasten 68,3 68,0 66,9 63,5

Belastingopbrengsten 67,4 67,4 68,1 66,2Te verdelen resultaat - 0,9 - 0,6 1,2 2,7

Het totaal van de programmalasten wijkt € 1,1 miljoen af van de bijgesteld begrote lasten. Deze afwijking is procentueel ongeveer twee procent.

De gerealiseerde belastingopbrengst is € 0,7 miljoen hoger dan de bijgestelde begrote belastingopbrengst. In paragraaf 9.2.3 onderdeel Waterschapsbelastingen wordt uitgebreid ingegaan op de belangrijkste oorzaak van dit verschil.

9.4 EXPLOITATIEREKENING NAAR KOSTENDRAGER

ALGEMEEN

In deze paragraaf is de realisatie van de begroting naar de wettelijke kostendragers opgenomen. Voor een analyse van het resultaat wordt verwezen naar de voorgaande paragrafen. Voor wat betreft de systematiek van kostentoerekening wordt verwezen naar de vorige paragraaf.

WATERSYSTEEMTAAK

De watersysteemtaak omvat de taken van het waterschap op het gebied van het waterkeringsbeheer, het waterkwantiteitsbeheer en het kwaliteitsbeheer van oppervlaktewateren, voor zover die activiteiten niet vallen onder het transporteren en/of behandelen van afvalwater.

Overzicht kostendrager watersysteem (bedragen x e 1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Netto lasten 41,1 41,0 39,7 38,0

Belastingopbrengsten 40,2 40,2 41,0 39,2Saldo van baten en lasten - 0,9 - 0,8 1,3 1,2

Onttrekking tarief egalisatiereserve - 0,9 - 0,9 - -

Onttrekking bestemmingsreserves - - 0,9 1,1Gerealiseerd resultaat - 0,1 0,4 2,3

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 92: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D92

ZUIVERINGSTAAK

De zuiveringstaak omvat het transporteren en/of behandelen van afvalwater.

Overzicht kostendrager zuiveren (bedragen x e 1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Netto lasten 27,2 27,1 26,3 26,7

Belastingopbrengsten 27,2 27,2 27,1 27,0Saldo van baten en lasten 0,0 0,1 0,8 0,3

Onttrekking tarief egalisatiereserve 0,0 0,0 - -

Onttrekking bestemmingsreserves - - - 0,1Gerealiseerd resultaat - 0,1 0,8 0,4

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

9.5 MELDING IN HET KADER VAN DE WNT

In deze paragraaf is de verplichte melding in het kader van de WNT weergegeven. Naast de in de wet opgenomen verplichte vermelding van de secretaris van het waterschap conform artikel 1.1 van de WNT zijn er in het jaar 2013 geen werknemers in dienst geweest, waarvoor een melding in het kader van de WNT noodzakelijk is.

WNT MELDING

Naam J.B. van der Veen

Functie Secretaris-directeur

Duur dienstverband in het boekjaar 01-01 tot en met 31-12

Omvang dienstverband in het boekjaar Fulltime

Beloning € 136.148

Belastbare onkostenvergoedingen Geen

Voorzieningen betaalbaar op termijn Geen

Beëindiginguitkeringen Geen

Jaarbeëindiging Geen

Motivering Niet van toepassing

Page 93: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 93

Page 94: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D94

10 OVERIGE GEGEVENS

10.1 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen te melden na balansdatum die van invloed kunnen zijn op het vermogen van het Waterschap dan wel het resultaat over het boekjaar.

10.2 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT

Aan de Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland te Lelystad VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de in deze jaarstukken in hoofdstuk 8, 9 en 11 opgenomen jaarrekening 2013 van Waterschap Zuiderzeeland te Lelystad gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de exploitatierekeningen naar programma’s, naar kostendragers en naar kosten- en opbrengstsoorten over 2013 met de toelichtingen, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Het college van Dijkgraaf en Heemraden van Waterschap Zuiderzeeland is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het in Nederland geldende Waterschapsbesluit en de Beleidsregels normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het in Nederland geldende Waterschapsbesluit. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder verordeningen van het waterschap zelf en het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Het college van Dijkgraaf en Heemraden is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, hetdoor het waterschap opgestelde controleprotocol en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Page 95: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 95

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties,gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het waterschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van Dijkgraaf en Heemraden van het waterschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Deze financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door de Algemene Vergadering op 8 oktober 2013. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 5.2, lid 7 Waterschapsbesluit is deze goedkeuringstolerantie door de algemene vergadering bij hetav-besluit van 25 september 2012 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. OORDEEL BETREFFENDE DE JAARREKENING Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Waterschap Zuiderzeeland een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met relevante wet- en regelgeving waaronder de verordeningen van het waterschap/hoogheemraadschap zelf en het Controleprotocol van de Beleidsregels toepassing WNT. VERKLARING BETREFFENDE OVERIGE BIJ OF KRACHTENS DE WET GESTELDE EISEN Ingevolge artikel 109, lid 3 onder d Waterschapswet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Arnhem, 15 mei 2014 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: M.C.J.M. Bekker RA

Page 96: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013
Page 97: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

BIJLAGEN

Page 98: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D98

11 FINANCIËLE BIJLAGENIn dit hoofdstuk zijn de bijlagen bij de financiële jaarverantwoording opgenomen. Achtereenvolgens vindt u de volgende bijlagen:

• Exploitatierekening naar BBP beleidsveld• Staat van immateriële vaste activa• Staat van materiële vaste activa• Staat van reserves• Staat van voorzieningen• Staat van vaste schulden• Staat van personeelslasten

11.1 EXPLOITATIEREKENING NAAR BELEIDSVELD

ALGEMEEN

In deze paragraaf is de realisatie van de begroting naar beleidsvelden opgenomen. De gerealiseerde bedragen worden per beleidsproduct in beeld gebracht conform de door de Unie van Waterschappen opgestelde BBP-structuur. Voor een analyse van het resultaat wordt verwezen naar paragraaf 9.2.

Overzicht exploitatie naar beleidsveld (bedragen x e 1.000.000)

OMSCHRIJVING

PRIMITIEVE BEGROTING

2013

BIJGESTELDE BEGROTING

2013REALISATIE

2013REALISATIE

2012

Planvorming 4,6 4,8 4,7 4,4Aanleg en onderhoud waterkeringen 5,7 5,6 5,6 6,0Inrichting en onderhoud watersystemen 25,2 25,2 25,7 21,4Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken 22,2 22,1 21,5 21,7Vergunningverlening en handhaving keur 0,4 0,2 0,0 0,2Beheersing van lozingen 2,8 2,8 2,5 2,5Grondwaterbeheer 0,2 0,2 0,1 0,1Heffing en invordering 3,4 3,4 3,1 3,4Bestuur en communicatie 3,8 3,8 3,7 3,8Netto lasten 68,3 68,1 66,9 63,5Belastingopbrengsten 67,4 67,4 68,1 66,2Gerealiseerd resultaat - 0,9 - 0,6 1,2 2,7

11.2 STAAT VAN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

(Bedragen x e 1.000)

WER

KEN

IN

EX

PLO

ITA

TIE

AA

NSC

HA

FWA

AR

DE

TOTA

AL

AFS

CH

RIJ

VIN

G

BO

EKW

AA

RD

E P

ER

01

-01

OV

ERB

OEK

ING

ON

DER

-H

AN

DEN

WER

K

WA

AR

DEV

ER-

MIN

DER

ING

EN

AFS

CH

RIJ

VIN

GEN

PER

B

OEK

JAA

R

AA

NSC

HA

FPR

IJS

TOTA

AL

AFS

CH

RIJ

VIN

G

BO

EKW

AA

RD

E P

ER

31

-12

TOEG

EREK

END

E R

ENTE

TOTA

AL

KA

PIT

AA

L-LA

STE

N

Software 2.565 2.041 525 585 - 349 3.151 2.390 761 19 368

Page 99: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 99

11.3 STAAT VAN MATERIËLE VASTE ACTIVA

(Bedragen x e 1.000)

W

ERK

EN I

N E

XP

LOIT

ATI

E

AA

NSC

HA

FWA

AR

DE

TOTA

AL

AFS

CH

RIJ

VIN

G

BO

EKW

AA

RD

E P

ER 0

1-0

1

OV

ERB

OEK

ING

ON

DER

HA

N-

DEN

WER

K

WA

AR

DEV

ER-

MIN

DER

ING

EN

AFS

CH

RIJ

VIN

GEN

PER

B

OEK

JAA

R

AA

NSC

HA

FPR

IJS

TOTA

AL

AFS

CH

RIJ

VIN

G

BO

EKW

AA

RD

E P

ER 3

1-1

2

TOEG

EREK

END

E R

ENTE

TOTA

AL

KA

PIT

AA

LLA

STE

N

AlgemeenKantoren en centrale werkplaatsen 10.874 4.523 6.351 382 10.874 4.905 5.970 229 611

Bedrijfs middelen 518 442 76 56 518 498 20 3 59

Hardware 1.032 413 620 424 255 1.457 668 789 22 277

Water keringen

Water keringen 5.575 1.205 4.370 244 199 5.819 1.403 4.415 158 356

Gemalen, kunstwerken en water gangen

Gemalen 25.247 8.190 17.057 140 1.243 25.387 9.432 15.955 616 1.858

Onder bemaling 4.969 322 4.647 71 194 5.040 516 4.524 168 362

Kunstwerken 8.090 1.910 6.180 1.167 347 9.258 2.257 7.001 223 570

Waterlopen 4.103 1.154 2.949 592 116 4.695 1.270 3.425 106 223

Zuiverings-technische werken

AWZI 99.602 44.227 55.375 - 28 3.684 99.574 47.911 51.663 1.999 5.683

Slibontwatering-installaties 10.290 9.115 1.174 280 10.290 9.395 894 42 322

Rioolgemalen 15.180 5.712 9.469 1.347 799 16.527 6.511 10.016 342 1.141

Persleidingen 18.697 14.163 4.534 152 486 18.850 14.649 4.201 164 649

IBA 6.874 953 5.921 32 230 6.906 1.183 5.723 214 444

Verbeteringswerken 356 96 260 19 356 115 241 9 29

Sanering waterbodems 1.285 292 993 64 1.285 357 928 36 100

Wateraanvoer 3.850 1.014 2.836 1 124 3.851 1.138 2.713 102 226

Totaal (exclusief onder-handen werk)

216.544 93.732 122.812 4.144 - 8.477 220.688 102.209 118.479 4.434 12.911

Page 100: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D100

11.4 STAAT VAN RESERVES

(Bedragen x e 1.000)O

MSC

HR

IJV

ING

STA

ND

P

ER 0

1-0

1

INTE

RN

E R

ENTE

OV

ERIG

E

VER

MEE

RD

ER-

ING

EN

INTE

RN

E V

ERM

IND

ERIN

G

EXTE

RN

E V

ERM

IND

ERIN

G

STA

ND

P

ER 3

1-1

2

Risico reserve per taak

Watersysteemtaak 5.940 - - - - 5.940

Zuiveringstaak 3.960 - - - - 3.960

Algemene reserve

Watersysteemtaak 3.121 - 139 - - 3.260

Zuiveringstaak 3.401 - - - - 3.401

Tariefegalisatie reserve

Watersysteemtaak (basis deel) 1.500 - - - - 1.500

Zuiveringstaak (basis deel) 1.000 - - - - 1.000

Watersysteemtaak (flexibel deel) 8.000 - - - - 8.000

Zuiveringstaak (flexibel deel) - - - - - -

Bestemmingsreserves

Baggeren Almere 815 - - 344 - 471

Stedelijk water 2.264 - - 527 - 1.737

Duurzame oevers 1.021 - - - - 1.021

Vervanging pompen 139 - - 139 - -

Buitendijks 500 - - - - 500

Windpark NOP 150 - - 25 - 125

Huisvesting, ICT en mobiele communicatie 850 - - - - 850

Nog te bestemmen resultaat 2013 - - 1.151 - - 1.151

Totaal 32.661 - 1.290 1.035 - 32.915

In het bovenstaande overzicht is de voorgestelde resultaatbestemming van het jaar 2013 nog niet verwerkt.

Page 101: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 101

11.5 STAAT VAN VOORZIENINGEN

(Bedragen x e 1.000)O

MSC

HR

IJV

ING

STA

ND

P

ER 0

1-0

1

INTE

RN

E R

ENTE

OV

ERIG

E

VER

MEE

RD

ERIN

-G

EN

INTE

RN

E V

ERM

IND

ERIN

G

EXTE

RN

E V

ERM

IND

ERIN

G

STA

ND

P

ER 3

1-1

2

Arbeidsgerelateerde verplichtingen

Pensioenen (voormalige) bestuurders 1.415 34 48 - 60 1.437

Wachtgeld voormalige bestuurders 53 2 85 - 46 94

Personele reorganisatie 1.218 23 410 - 483 1.167

Baggeren en saneren van waterlopen

Baggeren 870 - 1.741 - 2.029 582

Overige onderhoudswerk-zaamheden

Groot onderhoud 93 - - - 28 65

Belastingen

Watersysteemheffing gebouwd - 528 - - 528

Totaal 3.649 59 2.812 - 2.646 3.873

De voorziening dubieuze debiteuren is opgenomen als minpost onder de rubriek debiteuren en maakt geen onderdeel uit van deze staat.

Page 102: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

WAT E R S C H A P Z U I D E R Z E E L A N D102

11.6 STAAT VAN VASTE SCHULDEN

(Bedragen x e 1.000)

GEL

DG

EVER

REN

TEP

ERC

ENTA

GE

ING

AN

GSD

ATU

M

RES

TER

END

E LO

OP

TIJD

IN

JA

REN

SC

HU

LD P

ER

01

-01

VER

MEE

RD

ERIN

GEN

VER

MIN

DER

ING

EN

SC

HU

LD P

ER3

1-1

2

AFL

OSSIN

GS-

VER

PLI

CH

TIN

G

VO

LGEN

D

BO

EKJA

AR

REN

TELA

STE

N

BO

EKJA

AR

NWB 100.12352 6,950 23-02-1993 0 204 - 204 - - 2

NWB 100.12858 6,650 12-01-1994 6 1.059 - 151 908 151 61

NWB 100.12859 6,650 12-01-1994 6 1.059 - 151 908 151 61

NWB 100.13736 7,320 25-10-1995 7 968 - 121 847 121 69

NWB 100.13737 7,320 25-10-1995 7 847 - 106 741 106 61

NWB 100.14029 7,250 26-06-1996 8 2.178 - 242 1.936 242 149

NWB 100.14235 6,550 10-10-1996 8 2.178 - 242 1.936 242 139

NWB 100.14780 6,300 10-10-1997 9 757 - 76 681 76 47

NWB 100.14798 6,070 20-10-1997 9 1.815 - 182 1.634 182 108

NWB 100.15603 4,820 14-12-1998 10 5.990 - 545 5.445 545 287

NWB 100.15818 4,700 24-03-1999 11 2.178 - 182 1.997 182 96Waterschap Groot Salland 6,300 01-01-2000 2 2.108 - 703 1.405 703 89

NWB 100.20318 5,950 14-04-2000 7 5.083 - 635 4.447 635 275

NWB 100.21610 4,510 01-11-2001 3 1.210 - 303 908 303 52

NWB 100.23988 3,200 19–09-2005 7 2.667 - 333 2.333 333 82

NWB 100.24264 3,668 13-02-2006 8 3.000 - 333 2.667 333 99

NWB 100.24704 3,995 13-12-2006 8 3.600 - 400 3.200 400 143

NWB 100.24761 4,300 24-01-2007 14 3.750 - 250 3.500 250 151

NWB 100.25429 4,420 22-01-2008 15 4.800 - 300 4.500 300 200

NWB 100.26019 4,720 11-12-2008 5 6.000 - 1.000 5.000 1.000 281

NWB 100.26057 4,260 06-02-2009 6 7.000 - 1.000 6.000 1.000 260

NWB 100.26442 3,300 18-12-2009 6 7.000 - 1.000 6.000 1.000 230

NWB 100.27092 3,410 31-01-2011 7 4.500 - 500 4.000 500 138

ASN 123927 3,770 26-01-2012 13 7.000 - - 7.000 - 264

NWB 100.27873 3,320 01-02-2013 14 - 5.000 - 5.000 - 152Totaal vaste schulden 76.951 5.000 8.958 72.993 8.754 3.495

Page 103: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

J A A R S T U K K E N 2 0 1 3 103

11.7 STAAT VAN PERSONEELSLASTEN

(Aantallen in fte, bedragen x e 1.000.000)

SEC

TOR

BEG

RO

TE

FOR

MA

TIE

20

13

GER

EALI

SEE

RD

E FO

RM

ATI

E 2

01

3

GER

EALI

SEE

RD

E FO

RM

ATI

E 2

01

2

BEG

RO

TEP

ERSO

NEE

LSLA

STE

N

20

13

GER

EALI

SEE

RD

E P

ERSO

NEE

LSLA

STE

N

20

13

GER

EALI

SEE

RD

E P

ERSO

NEE

LSLA

STE

N

20

12

Werkorganisatie 260,3 231,2 235,7 20,0 20,7 19,1

Bestuur Nvt Nvt Nvt 0,6 0,6 0,5

Totaal 260,3 231,2 235,7 20,6 21,3 19,6

De bezettingsgraad (werkelijke bezetting ten opzichte van de begrote formatie) bedroeg in 2013 gemiddeld 89%. Op een groot deel van deze vacatureruimte wordt tijdelijk ingehuurd, mede door de vacaturestop als gevolg van reorganisatieproces Water Werkt. In de gerealiseerde personeelslasten zijn de kosten van het tijdelijk personeel meegenomen. De dekking van de tijdelijke krachten heeft deels plaatsgevonden uit de overige aan de afdelingen toegewezen budgetten.

Het reorganisatieproces Water Werkt heeft geleid tot een nieuw organisatieschema, dat op 1 september 2013 in werking is getreden. Om deze reden is het niet mogelijk om de staat van personeelslasten voor het jaar 2013 uit te splitsen naar organisatieonderdelen.

Page 104: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

COLOFON

REDACTIE

Waterschap Zuiderzeeland

ONTWERP EN OPMAAK

Simons en Boom

FOTOGRAFIE

Aatjan RendersWaterschap Zuiderzeeland

WATERSCHAP ZUIDERZEELAND

Lindelaan 20Postbus 2298200 AE Lelystadtelefoon (0320) 274 [email protected]

Page 105: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013
Page 106: Jaarverslag Waterschap Zuiderzeeland 2013

Postbus 229 - 8200 AE LelystadLindelaan 20 - 8224 KT Lelystad

T (0320) 274 911 F (0320) 247 919

[email protected]