Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den...

80
Gens Nostra Tijdschrift voor familiegeschiedenis Jaargang 74 nummer 3 mei juni 2019 François Voogt, een leven als binnen-scherprechter te Amsterdam (1) De familie Buckincx en de cantorij van Oirschot (1) + Heraldisch Tijdschrift Een Antwerpse familie in Amsterdam

Transcript of Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den...

Page 1: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens NostraTijdschrift voor familiegeschiedenis

Jaargang 74nummer

3meijuni

2019

François Voogt, een leven als binnen-scherprechter te Amsterdam (1)

De familie Buckincx en de cantorij van Oirschot (1)

+HeraldischTijdschrift

Een Antwerpse familie in Amsterdam

Page 2: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

INHOUD

Bij de voorplaat

Schilderij van Pieter Breughel de jongere: Herberg de Zwaan, Hallwyl Museum, Stockholm.

FragmentgenealogieI. Pieter Breughel de Oude, de Boerenbrueghel, geboren circa 1525 in Breugel, overleden 1569, ondertrouwt Antwerpen 25 juli 1563,

trouwt Brussel (Kapellekerk) 1563 Mayken Coecke, dochter van Pieter Coecke van Aelst (zijn vroegere leermeester) en Mayken Verhulst.Uit dit huwelijk minstens:1. Pieter Brueghel de Jonge, geboren Brussel 1564 of 1565, volgt IIa.2. Maria, gedoopt 15663. Jan Brueghel de Oude, geboren 1568, volgt IIb.

IIa. Pieter Brueghel de Jonge, de Helse Brueghel, geboren Brussel 1564 of 1565, overleden Antwerpen, trouwt NN van Coninxloo, zuster van zijn leermeester, Gillis van Coninxloo.

Pieter Brueghel de Jonge werd meester in 1585. Hij ging toen landschappen, religieuze onderwerpen en fantasie-onderwerpen schilderen. Voor de laatste categorie gebruikte hij vaak vuur en groteske wezens, waardoor hij de bijnaam ‘De Helse Brueghel’ kreeg.

IIb. Jan Brueghel de Oude, de Fluwelen Brueghel, geboren 1568, overleden 1625, trouwt (1) Isabella de Jode, trouwt (2) NN.Kinderen, juiste volgorde onduidelijk:1. Jan Brueghel de Jonge, geboren 1601, volgt IIIa.2. Anna, trouwt David Teniers II, geboren 1610, overleden 1690, zoon van David Teniers I.3. Ambrosius, geboren 1617, overleden 1675.4. Pachasia, trouwt Jan van Kessel5. Katharina, trouwt Jan-Baptist Borrekens

IIIa. Jan Brueghel de Jonge, geboren Antwerpen 1601, kunstschilder, overleden Antwerpen 1678, trouwt Antwerpen 5 juli 1626 Anna-Maria Janssens, dochter van Abraham Janssens (kunstschilder).Uit dit huwelijk elf kinderen (van de zeven zonen werden vijf ook kunstschilder), waaronder:1. Abraham Brueghel, gedoopt Antwerpen 28 november 1631, kunstschilder, overleden Napels 1690 of 1697, trouwt Rome 1660

Angela Boratti. Uit dit huwelijk vier kinderen.

132 Mirjam Neuteboom-Dieleman: Een Antwerpse familie in Amsterdam. Deel 1: Vertrokken uit Antwerpen: Cornelis van den Bogaerde, koopman in Keulen en Amsterdam. 142 Aanvullingen en verbeteringen I143 Portret van Geertruid Siert Bouwman en Cornelis Ewes Westerdijk144 Cornelis R.H. Snijder: François Voogt (Vogt, Voges), een leven als binnen-scherprechter te

Amsterdam, 1730-1762.- Deel 1: Een levensschets van de binnen-scherprechter152 Henk Werk: Wie is Hubke Mullens?156 Portret van Gerrit Hendrik Schmitt en Antoinetta Gezina Rotterdam160 Van de tafel van het hoofdbestuur I161 Aanvullingen en verbeteringen II162 Anton Neggers: De familie Buckincx en de cantorij van Oirschot (1)178 Vanalles Antonia Veldhuis180 Boekrecensies181 Aanvullingen en verbeteringen III182 Tijdschriften187 Van de tafel van het hoofdbestuur II188 Ledenonderzoek 2018191 Colofon

130 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Page 3: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 131

VAN DE REDACTIE

We beginnen de uitgave met een bijdrage van Mirjam Neuteboom-Dieleman, Een Antwerpse familie in Amsterdam. Deel 1: Vertrokken uit Antwerpen: Cornelis van den Bogaerde, koopman in Keulen en Amsterdam. Na de ‘Val van Antwerpen’ in augustus 1585 vertrokken vele protestanten naar regio's en landen waar zij hun geloof konden uitoefenen. Tussen 1585 en 1589 verlieten de broers Carel en Cornelis van den Bogaerde Antwerpen en vestigden zich in Keulen. Cornelis vestigde zich later samen met zijn andere broer Jasper in Amsterdam. De geschiedenis van de familie van den Bogaerde in Amsterdam wordt door de auteur in vijf elkaar opvolgende artikelen uit de doeken gedaan. Het geeft een beeld van de wijze waarop deze immigranten families afkomstig uit Antwerpen zich aanpasten en leefden in hun nieuwe vaderland. Het onderhouden en benutten van de uitgebreide familie- en zakennetwerken, inclusief de contacten met Antwerpen, waren daartoe een belangrijk middel.

De volgende bijdrage is van Cees Snijder, François Voogt (Vogt, Voges), een leven als binnen-scherprechter te Amsterdam, 1730-1762. Het eerste deel presenteert een levensschets van de binnen-scherprechter, een homosexuele jongeman met een bewogen dubbelleven van een justitieambtenaar (beul) ten tijde van de sodomieprocessen en de vele grootscheepse vervolgingen. Ook is er aandacht voor zijn afkomst, jeugd, gezin, opleiding, beroep, riskante relaties en arrestatie. In het tweede deel, in de juli uitgave, volgt de genealogische opstelling van zijn familietak uit het aloude Duits-Nederlandse scherprechtersgeslacht Voogt/Voges.

In de Cantorij van Oirschot neemt de auteur Anton Neggers ons mee naar een vrij onbekende bron voor de familiegeschiedenis Buckincx. De familie bezat het collatorschap van de cantorij met de daaraan verbonden inkomsten en het recht om de cantor te benoemen. Hij schetst de ups en downs van dit recht voor de familie in de 17e-19e eeuw. Ook nadat de familie uit Oirschot was weggetrokken bleef ze haar recht uitoefenen totdat zij door maatschappelijke ontwikkelingen werden ingehaald.

In deze uitgave bevinden zich een drietal Portretten: van Henk Krigee en Kineke Beintema-Meijer en van Henk Werk, deze laatste naar aanleiding van een foto van een baby, Wie is Hubke Mullens?Verder bevat deze uitgave een samenvatting van de resultaten van de door Bea Werner, in opdracht van het hoofdbestuur gehouden enquête, de vaste column van Antonia Veldhuis en de bekende rubrieken: boekrecensies, tijdschriften en van de tafel van het hoofdbestuur.

We wensen u veel leesplezier met deze uitgave.Frits van Oostvoorn

VAN DE REDACTIE

Page 4: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

132 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

1. Ds. Herman Faukelius, die eigenlijk Herman Fauckel of Fockel heette (Brugge circa 1560 – Middelburg 9 mei 1625). Het on-derschrift is opmerkelijk Hier Sie ick swart op wit, een blancke lammer huyt GEBRVYNT, maar die ons klaer een witte ziel be-duyt. Bron: Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.

MIRJAM NEUTEBOOM-DIELEMAN

Een Antwerpse familie in AmsterdamDeel 1: Vertrokken uit Antwerpen: Cornelis van den

Bogaerde, koopman in Keulen en Amsterdam

Na de ‘Val van Antwerpen’ in augustus 1585 werd de protestanten door Parma twee keuzes gelaten. De eerste keuze was zich reconciliëren, ofwel alle ketterse ideeën en praktijken afzweren en zich verzoenen met de rooms-katholieke kerk om in Antwerpen te kunnen blijven wonen en werken. De andere keuze was binnen vier jaar je biezen pakken, hetgeen betekende dat je je onroerend goed moest proberen te verkopen en je familie, vrienden en vaderstad moest vaarwel zeggen. En dan op weg te gaan ...

Page 5: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 133

Velen bleven en reconcilieerden zich, velen vertrokken eind 1585 meteen en anderen maakten gebruik van de vier jaar re-spijt en vertrokken pas in 1589. Tijdens die vier jaar bleek wel dat het de protestanten op alle mogelijke manieren onmoge-lijk gemaakt werd hun godsdienst nog te blijven uitoefenen. Alle eredienst buiten de rooms-katholieke was verboden, maar ook andere plechtigheden waarbij andersdenkende gezindheid getoond werd, waren uit den boze. Zo mochten protestanten hun doden alleen ’s nachts en op een afgelegen stukje grond aan de rand van de stad begraven.

Carel en Cornelis van den Bogaerde te Keulen

Tussen 1585 en 1589 verlieten de broers Carel en Cornelis van den Bogaerde Antwerpen en vestigden zich in Keulen. Er was nog een derde die Antwerpen verliet. Jasper van den Bogaer-de vinden we in 1597 in Amsterdam. Hij trouwt daar en laat in de volgende jaren twee dochters dopen. Het lijkt er trouwens sterk op dat deze Jasper van den Bogaerde in 1592 ook in Keulen woonde en daar koopman was. We vinden hem echter niet terug in de handelingen van de kerkenraad te Keulen of in de doop- en trouwboeken van de nederduits-gereformeerde gemeente aldaar. In 1592 treedt hij in Antwerpen op als ge-machtigde van Lucas Verhult, die in hetzelfde jaar in Keulen de weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder dat de ori-ginele bron daarvan bekend is.2 Jaspers dochters en hun nako-melingen zullen aan de orde komen in het vijfde deel van deze serie over de Antwerpse Van den Bogaerdes in Amsterdam.

Wanneer de broers precies naar Keulen vertrokken en of zij dat gezamenlijk deden, wordt niet helemaal duidelijk. De eer-ste Van den Bogaerde die we in Keulen tegenkomen is Carel. Hij woonde daar al op 5 augustus 1587 en laat op die datum door de calvinistische predikant ds. Herman Faukelius zijn zoontje dopen. Dat hij een vurig aanhanger van deze later zeer bekend geworden predikant was, wordt meteen hele-maal duidelijk: het kind wordt Faukelius gedoopt, dus met zijn voornaam vernoemd naar de gelatiniseerde achternaam van de voorganger. Overigens waren er op dat moment al meer familieleden vanuit Antwerpen in Keulen aangekomen. Doop-getuige bij de doop van Faukelius van den Bogaerde was de vrouw van Jan van Zandtfort. Zij was Constantia Hagens, in-derdaad de vrouw van Jan van Santvoort en een dochter van Geertruyd Boot, welke laatste een zuster was geweest van Maria Boot, de moeder van Carel van den Bogaerde. Carel en Constantia waren dus neef en nicht. In 1587 informeerde men vanuit Keulen in Antwerpen naar de antecedenten van Jan van Santvoort, in verband met zijn aanvraag om in Keu-len belijdenis te mogen doen. Men wilde toch wel weten hoe hij zich in Antwerpen tot de calvinisten verhouden had.3 Ook Carel en zijn vrouw Agnete van Gershoven, die eveneens uit

Antwerpen afkomstig was, waren in 1587 nog geen belijdend lid van de Keulse calvinistische gemeente. Pas in januari 1588 deed de vrouw belijdenis, gevolgd door Carel in juli 1588. Ca-rel werd daarna meteen actief betrokken bij het bestuur en het beheer van het geld dat bestemd was voor de armen van de kleine Keulse protestantse gemeente.4 Reeds in oktober 1588 werd hij verkozen tot diaken, voor een ambtsperiode van één jaar. In oktober 1589 liep zijn ambtsperiode af. Op 10 maart 1589 was hij doopgetuige bij de doop van een zoontje van de predikant Herman Faukelius, wat opnieuw aangeeft hoe sterk betrokken de Van den Bogaerdes waren bij de eer-ste Keulse protestantse gemeente. Carel overleed te Keulen rond mei 1590. Behalve het zoontje in 1587 had hij op 5 april 1590 nog een dochter Maykin laten dopen. Van beide kinderen heb ik verder geen spoor gevonden. Zijn weduwe hertrouwde te Keulen op 18 juli 1591 met Lucas Adamszoon Verhult, een eveneens uit Antwerpen afkomstige 20-jarige jonge man, die in 1592 verklaarde dat hij al vijf of zes jaar lang, zowel in Ant-werpen als in Keulen, bij Cornelis van den Bogaerde in de leer was geweest om de coopmans handel te leren.5 In de hande-lingen van de kerkeraad van Keulen komt Cornelis van den Bogaerde pas na het overlijden van zijn broer Carel in beeld. In 1590-1591 bekleedde hij hetzelfde ambt van diaken. Zijn belij-denis vinden we niet terug, wel die van zijn tweede vrouw Ma-ria N.N., in januari 1591. Op 18 juni 1590 liet Cornelis een zoon Abraham dopen en op 13 november 1591 een zoon Constanti-nus. Het tweede kind was in ieder geval uit zijn tweede huwe-lijk. Cornelis van den Bogaerde was te Keulen nog doopgetui-ge op 11 maart 1595. Kort daarna moet hij, zeer waarschijnlijk samen met zijn broer Jasper naar Amsterdam vertrokken zijn. In 1603 woonde hij daar in de Nes.

Gillis van den Bogaerde en Maria Boot

De drie broers Cornelis, Carel en Jasper waren zonen van het Antwerpse echtpaar Gillis van den Bogaerde en Maria Boot. Zij hadden nog twee andere broers: Anthonis en Joris. Joris moet de jongste geweest zijn. Volgens een akte uit 1611 waar-in van hem gezegd wordt dat hij toen 45 jaar oud was, moet hij geboren zijn in 1566, nota bene het jaar waarin zijn vader over-leed.6 Joris bleef waarschijnlijk zijn leven lang in Antwerpen wonen. In 1613 verkochten hij en zijn vrouw Catelyne Stevens aan Joris’ broer Cornelis twee derdedelen in een rente van 50 carolus gulden erfelijk op een opperstal in het Vleeshuis te Antwerpen.7 Ook in een akte van 1618 is nog sprake van Joris van den Bogaerde en zijn vrouw Catharina Stevens.8 Anthonis en Cornelis waren waarschijnlijk de oudste twee van de vijf broers. Op 11 februari 1585 waren zij meerderjarig. Anthonis was al getrouwd, onbekend met wie. Hij overleed niet lang daarna, te Antwerpen. Carel was toen nog minderjarig. Hij moet dus geboren zijn na 1560. Er was verder nog een zuster, Anna van den Bogaerde. Op 11 februari 1585 was zij ongeveer

Page 6: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

134 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

26 jaar oud, dus geboren rond 1559. Op 11 februari 1585 ver-klaarden de meerderjarige kinderen voor zichzelf en Anthonis en hun oom Cornelis van den Bogaerde namens de minderja-rige kinderen dat de nalatenschap van wijlen hun moeder Ma-ria Boot op 29 januari 1585 verdeeld was.9 Hun oom en voogd Cornelis van den Bogaerde verkeerde in financieel zwaar weer en had een grote schuld aan het sterfhuis, naast een schuld van 725 gulden en 13 ½ stuiver, welk bedrag hij geleend had van zijn neef Cornelis van den Bogaerde. Hij kon beide schulden niet terug betalen en moest zijn land en hoveniers-hof buiten de stad er voor verpanden en de inkomsten uit bepaalde landerijen en erfrenten overlaten aan zijn neef Cor-nelis.10 Het valt op dat er in 1585 drie van de zes kinderen van wijlen Gillis van den Bogaerde en Maria Boot nog minderjarig waren, dus geboren na 1560. Dat is opmerkelijk omdat de ou-ders al op 6 januari 1549 trouwden.11 Er moet een groot aantal kinderen op zeer jonge leeftijd overleden zijn, omdat we ook de gebruikelijke vernoemingen naar de grootouders missen.

Gillis en Maria trouwden in 1549 in de Sint Walburgkerk op de Burcht te Antwerpen. Gillis staat aangetekend als noster, hetgeen betekent dat hij tot de parochianen van de Sint Wal-burgkerk behoorde. Maria als Georgij: zij behoorde tot de pa-rochie van Sint Joris. Gillis was geboren in 1516 en op dat mo-ment dus circa 32 jaar oud. Waarschijnlijk was het zijn tweede huwelijk, maar had hij uit het eerste huwelijk geen kinderen.12 Gillis komt aanvankelijk voor als hovenier, later steeds als koopman. Op 5 februari 1527 had hij uit de nalatenschap van zijn vader Gillis een hoeve metter plaetsen, achterhuijse et-cetera in de Kerckhofstrate bij de Meerpoorte in Antwerpen geërfd. Op 18 juli 1549 verkocht hij die aan de doctor in mede-cynen Jacob Savage voor een jaarlijkse erfrente van 65 caro-lus gulden.13 Toen de koopmanszaken nog goed gingen, in de jaren veertig en beginjaren vijftig van de zestiende eeuw, was Gillis mogelijk enigszins boven zijn stand gaan leven. Op 14 april 1551 had hij de omwaterde hoeve, met een stenen huysin-ge en alle toebehoren, waaronder negen à tien bunder land, genaamd Te Boelaer, te Deurne, onder Antwerpen bij de Mo-lenberch gekocht van zijn stiefvader Adriaan Spillemans. Hij liet het buitenverblijf opknappen en verfraaien, maar kon de kosten, mede door de verslechterende conjunctuur die zich eind jaren vijftig en begin jaren zestig van de zestiende eeuw manifesteerde, niet meer opbrengen. In 1563 werd hij onder curatele gesteld. Zijn broer Cornelis van den Bogaerde en mr. Peter Bruynincx werden aangesteld tot curators en adminis-trateurs van den goeden, actien ende crediten van Gielis van den Bogaerde.14 Gillis van den Bogaerde overleed te Antwer-pen op 6 mei 1566 en werd begraven in de Sint Jacobskerk.

Maria Boot bleef achter met zes minderjarige kinderen, van wie een aantal nog zeer jong geweest moet zijn. De staat van

2. Huwelijksinschrijving van Giellis van den Bogaerde, noster en Maria Boot, Georgy, in de Sint Walburgkerk te Antwerpen op 6 januari 1549

3. De buitenplaats Te Boelaer onder Antwerpen (Deurne) in 1678 op een ets van Fr. Ertinger

4. Tekening van de grafsteen van Gillis van den Bogaerde (Gielis van den Bogaerdt), overleden Antwerpen 6 mei 1566 en begraven in de Sint Ja-cobskerk. Toen vele jaren later, op 10 september 1604 zijn broer Cornelis van den Bogaerde overleed en in hetzelfde graf werd begraven, werd er een fout gemaakt met de aanpassing van de tekst op de steen: deze Cor-nelis van den Bogaerdt was niet de zoon van Gillis, maar de broer!

Page 7: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 135

de nalatenschap was zorgelijk. Maria accepteerde de nala-tenschap dan ook slechts onder benefitie van inventaris, wat betekende dat er eerst een inventarisatie van baten en lasten gemaakt werd aleer de nalatenschap aanvaard werd. Marie Boot kreeg daartoe octrooi van koning Philips II op 14 mei 1566, dus al zeer kort na Gillis’ overlijden. Te Boelaer werd op 7 april 1570 door Maria Boot verkocht aan haar aangetrouwde neef, de hierboven al genoemde Jan van Santvoort.15 In 1571 verkocht Marie Boot ook nog een hoeve van 19 bunder onder Deurne.16 Marie Boot leefde nog op 15 september 1583, maar overleed vóór 29 januari 1585. Zij had haar zoon Anthonie een bedrag van 800 carolus gulden geleend en Anthonie verklaar-de op 15 september 1583 haar dat bedrag niet promptelyck terug te kunnen betalen.17 Kunnen we uit het vertrek van de drie broers Van den Bogaerde uit Antwerpen, klaarblijkelijk om godsdienstige redenen, concluderen dat Gillis en Maria ook reeds protestantse sympathieën hadden? Zeker niet. Voor wat betreft Cornelis van den Bogaerde, Gillis’ broer, zijn er aanwijzingen dat hij dat hij martinist, luthersgezind was. Hij bleef echter, waarschijnlijk vanwege zijn hoge leeftijd, sa-men met zijn vrouw na 1585 in Antwerpen en reconcilieerde zich. Gillis zelf overleed dus reeds in 1566. Over zijn religieuze gezindheid en die van zijn vrouw Maria Boot is niets bekend, maar we mogen aannemen dat zij het oude geloof nog trouw gebleven waren. Dat een aantal van hun zonen later streng gereformeerd werd, is ongetwijfeld een gevolg van allerlei externe factoren en omstandigheden geweest en geen keuze die al bepaald was door de ouders. De enige (bekende) doch-ter uit het gezin trouwde in 1587 met Abraham Cuvelier. Deze

Abraham Cuvelier komen we later ook in Amsterdam tegen. Hij is op 13 augustus 1596 doopgetuige bij de doop van Jasper van den Bogaerde, een vroeg overleden zoontje van Cornelis. Ook zij zullen dus overgegaan zijn tot het protestantisme.

Cornelis van den Bogaerde in Amsterdam

In een Franstalige akte van bekendheid van 20 maart 1606 voor schepenen van Antwerpen gaven twee aangetrouwde neven van Cornelis van den Bogaerde een verklaring af dat deze in het jaar 1589 uit Antwerpen vertrokken was naar Holland om daar als koopman zijn zaken te doen. Het waren Frederik de Lutiano, 45 jaar oud en Jacques Janssen 35 jaar oud. Zij worden beiden kooplieden en burgers (van de stad Antwerpen) genoemd, het-geen enigszins bezijden de waarheid was, want Frederik de Luti-ano verbleef in dat jaar weliswaar tijdelijk in Antwerpen om daar zijn tweede huwelijk te sluiten, maar woonde feitelijk in Goes en koopman was hij ook niet. Hij was weduwnaar van Anna van den Bogaerde, een achternichtje van Cornelis. Jacques Janssen was getrouwd met Barbara van den Bogaerde, een nichtje van Cor-nelis. Beide mannen verklaren dat Cornelis te goeder naam en faam bekend stond, dat hij zich nooit gemengd had in de politiek of in de zaak van de oorlog, maar dat hij in alle bescheidenheid en rust zowel in Antwerpen als in Holland gewoond had. Cor-nelis zal deze verklaring ongetwijfeld nodig gehad hebben om waar dan ook handel te drijven, maar dat hij enkel en alleen om de genoemde reden uit Antwerpen vertrokken was, mogen we ernstig betwijfelen, zeker gezien zijn sterke betrokkenheid bij de calvinistische gemeente in Keulen.

5. Franstalige akte van bekendheid, waarin door Fredrico Lutziano en Jacques Janssen verklaard wordt dat Corne-lis van den Bogaerde, geboortig van Antwerpen, zich in 1589 in ‘Holland’ gevestigd had om daar ‘zijn koopmansza-ken uit te oefenen’. (SAA SR 464 f. 324-324v, 20 maart 1606).

Page 8: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

136 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Cornelis van den Bogaerde verliet waarschijnlijk samen met zijn broer Jasper rond 1596 Keulen om zich in Amsterdam te vestigen. Jasper ondertrouwde daar op 12 juli 1597 met Jan-neken Anthonisdochter Backlier (Bacqueler, Bacler, Bakelier, Backeleer). Ook de familie Backlier was afkomstig uit Ant-werpen en al vroeg de protestantse zaak toegedaan. Antho-nis Bacler behoorde in 1566 tot de voornaamste leden van de calvinistische gemeente te Breda. Op 21 augustus 1566 werd in zijn huis in Breda door een aantal Bredase calvinisten het plan gemaakt voor de beeldenstorm van de volgende dag.18 Anthonis Backlier en zijn vrouw Margriet Hagens, welke laat-ste een zuster was van bovengenoemde Constantia Hagens, komen in de periode 1567-1573 voor op een lijst veroordeelden met betrekking tot de godsdiensttroebelen in Antwerpen.19 In Amsterdam was de derde vrouw van Cornelis van den Bo-gaerde Anna Backlier, die in Duisburg geboren was. Anna was ook een dochter van Anthonis Backlier en Margriet Hagens. Zij overleed vóór 9 april 1603, waarna Cornelis voor de vierde keer trouwde. De partnerkeuze van Cornelis van den Bogaer-de is opmerkelijk en interessant omdat deze een beeld geeft van de sterke endogamie binnen de betrekkelijk kleine groep Antwerpse families in de diaspora. In Keulen was Cornelis in eerste huwelijk getrouwd met Anna van Gershoven, een zus-ter van de vrouw van zijn broer Carel, Agnete van Gershoven. De achternaam van zijn tweede vrouw kennen we helaas niet. In derde huwelijk trouwde Cornelis met Anna Backlier, die een zuster was van de vrouw van zijn andere broer, Jasper. Boven-dien was deze derde vrouw familie van hem: een achternicht (zie schema 1).

Ook in 1603 trouwde Cornelis van den Bogaerde opnieuw met een in Antwerpen geboren vrouw: de dertigjarige Maria van de Voorde. Ook zij waren familie van elkaar (zie schema 2). Cornelis van den Bogaerde en Maria van de Voorde lie-ten in Amsterdam twee kinderen dopen: op 27 januari 1604 Jasper, die vernoemd werd naar Cornelis’ overleden broer en op 4 september 1605 Baltasar, die vernoemd werd naar Maria’s broer Balthasar van de Voorde (tussen 1612 en 1633 muntmeester te Middelburg). Welke waar Cornelis van den Bogaer de verhandelde wordt aanvankelijk niet duidelijk. La-ter blijkt dat dat van alles en nog wat was en in de loop van de tijd aan verandering onderhevig was. In 1613 werkte hij sa-men met zijn aangetrouwde neef Anthonie Schorer en diens zwager Willem van Castricum, die handelden op Archangel in Rusland. Zij bevrachtten op 29 april 1613 het schip genaamd Sint Andries dat vanuit Amsterdam naar Archangel zou ver-trekken en vandaaruit weer terug naar Amsterdam moest varen. De handel op Rusland bestond uit allerhande waar: hout, graan, wijn, bont, huiden. Bijzonder informatief is een bevrachtingscontract van 28 oktober 1620, dat geregistreerd werd voor de Amsterdamse notaris Jan Franssen Bruijningh.20 Cornelis van den Bogaerde sloot op die datum voor hemzelf en zijn compagnie een contract af met Pieter Walingen, van Delffshaven, schipper op zijn schip genaamd Sint Andries. Contractanten spraken af dat de schipper opt spoedichste doenlijk zijn schip gereed zou maken en zou voorzien van an-ckers, seijlen, touwen, taeckele, victualien ende andere toe-behooren nootelijckheden en van voldoende scheepsvolk bekwaam om het geschut te bedienen en daarnaast zou voor-

Jan Boot† Antw. vóór 1554

Heylwig de Lathouwer† Antw. vóór 1539

x

5 kinderen o.w.

Anna Boot† Antw. 1606

x Antw. vóór 1544Cornelis v.d. BogaerdeAntw. 1517 - Antw. 1604

Maria Boot† Antw. vóór 1585

x Antw. 1549Gillis v.d. Bogaerde

Antw. 1516 – Antw. 1566

Geertruyd Boot† Antw. vóór 1581x Antw. vóór 1540

François van der Haghen (Haghens)† Antw. vóór 1551

minstens 6 kinderen o.w. 4 dochters o.w.

Margriet Haghensx

Anthonis Backlier

Constantia Haghensx

Jan van Santvoortschepen van Antw.

1577, 1581† Keulen ca. 1591

AnnaBacklier

overl. A’damvóór 1603

Cornelisv.d. Bogaerde

Jasperv.d. Bogaerdex A’dam 1597

Janneken Backlierd.v. Anthonis en Margriet Haghens

zuster van Anna Backlier

nageslacht

x

Schema 1. De verwantschap tussen Cornelis en Jasper van den Bogaerde en hun respectievelijke echtgenotes Anna en Janneken Backlier

Page 9: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 137

zien van tien gootingen (kanonnen) ... stucken, mitsgaders hantgeweer, musquetten, roers, spietsen, cruijt, lootcogels ende ander ammunitie naer advenant.

De koopman, in casu Cornelis van den Bogaerde zou daarna zo spoedig mogelijk het schip, dat hij enkel en alleen voor ei-gen gebruik had afgehuurd, laden of doen laden met soodani-ge ende soo veele waren ende coopmanschappen als hem sal goet duncken. De schipper moest vervolgens in alder diligen-tie, met Gotlijcker hulpen ende den eersten bequaemen we-der ende wint van Amsterdam naar Duinkerken in Vlaenderen zeilen, waar de koopman of zijn commis (agent) het schip ver-der zou doen laden met dertig lasten goed of met zoveel wa-ren ende coopmanschappen die in Duinkerken gereed zouden liggen, dat het schip volledig vol geladen zou zijn. Vervolgens diende de schipper linea recta verder te zeilen naar Napels, waar hij alle goederen moest consigneren, lossen ende wtle-veren aende geene die de voorn. coopman oft commis hem sal ordonneren. Laatstgenoemde zou de goederen binnen drie weken na aankomst van het schip geheel en al moeten lossen. In Napels zou de schipper, in mindering op zijn volle-dige vrachtloon van 4100 carolus gulden, van de ontvanger van de vracht te Napels zoveel voorschot ontvangen als hij nodig zou hebben voor scheepsbehoeften. De koopman be-looft de schipper de rest binnen twee maanden na de lossing en de afrekening te Napels hier ter stede in banco te betalen. Daarnaast vereert de koopman de schipper met een nieuwe vlag van dertig gulden en een caplaecken van vijftig gulden. Uitdrukkelijk wordt bepaald dat de schipper zonder het ex-pliciete consent van de koopman geen goederen van ande-ren in zijn schip mag inladen en vervoeren. Uit dit contract kunnen we afleiden dat Cornelis van den Bogaerde koopwaar verscheepte naar Napels en die koopwaar daar verhandelde en dat hij daar een commis, een agent had, die voor hem ter

plekke de zaken regelde. Uit andere bron weten we dat Cor-nelis ook betrokken was bij de handel op Venetië en dan met name de handel in vloszijde.21 Waarschijnlijk was hij indirect daarbij betrokken, namelijk via zijn neef Maximiliaan van den Bogaerde, die ook in Amsterdam woonde en compagnon was van Lubbert van Axele. In 1617 machtigt een zekere Baldissare Beregani uit Vicenza vier Italianen in Amsterdam om van Cor-nelis van den Bogaerde de opbrengst van de baal zijde nr. 107 uit Vicenza op te eisen, die hij naar Maximiliaan van den Bo-gaerde en Lubbert van Axele had gestuurd en die door deze laatsten doorgegeven was aan Cornelis.22 Ook in een ander opzicht kreeg Cornelis te maken met Venetië. In 1616, tijdens het Twaalfjarig Bestand zocht la Serenissima, de allerdoor-luchtigste Republiek Venetië contact met de Republiek der Verenigde Nederlanden omdat zij in 1615 in oorlog geraakt was met Ferdinand van Habsburg, hertog van Stiermarken en Karinthië, die de Uskokken, een voor Venetië gevaarlijke zee-roverskolonie aan de oostzijde van de Adriatische Zee steun en bescherming bood. Bovendien was er een oorlog uitgebro-ken tussen Spanje en Savoye, waarbij Venetië de hertog van Savoye steunde. Kortom, Venetië voelde zich bedreigd door de Habsburgers, die in grote delen van Italië hun overwicht deden voelen. In juni 1616 zond de stad de diplomaat Chris-toforo Suriano via allerlei Duitse vorstendommen naar Den Haag, waar hij in augustus aankwam. Suriano verbleef als re-sident gedurende zeven jaar In Den Haag. Vervolgens ging de Republiek Venetië in december 1616 een contract aan met de Duitse graaf Georg Ludwig von Levenstein, die 3000 Duitse soldaten voor de Republiek zou werven. Omdat de Alpenpas-sen versperd waren moesten deze soldaten vanuit Hollandse havens naar de Adriatische Zee verscheept worden. Deze hele operatie had uiteraard veel voeten in de aarde, vooral ook op financieel gebied. De bekende Utrechtse historicus P. Geyl wijdde er in 1913 zijn dissertatie aan. Uiteindelijk werden

Gillisvan den Bogaerde

† vóór 1525

x (1515) Mariavan de Maelstedeca.1489 – ca. 1535

JanBoot

† Antw. vóór 1554

Heylwig de Lathouwer

† Antw. vóór 1539

x

Gillisvan den Bogaerde

1516 -1566

Cornelisvan den Bogaerde

1517-1604

MariaBoot

† vóór 1585

AnnaBoot

† 1606

x vóór 1542

x 1549

Adriaenken van den Bogaerdex 1565

Adriaan van de Voorde

Cornelis van den Bogaerde x 1603 Maria van de Voorde* ca. 1574

Schema 2. Verwantschap tussen Cornelis van den Bogaerde en Maria van de Voorde

Page 10: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

138 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

door de Admiraliteiten van Amsterdam, het Noorderkwartier en Rotterdam in totaal twaalf Hollandse schepen gehuurd en uitgerust, voor een totale maandhuur van 26350 gulden. Het eerste en belangrijkste schip van deze vloot was, en ik citeer nu Geyl, een nieuw, nog ongedoopt schip, dat de reeders later bij wijze van beleefdheid aan de Serenissima den naam van San Marco gaven; groot 360 last; huur per maand 3600 gld.; geschatte waarde 52000 gld.; verhuurd door Pieter Claesen van Uitdam, patroon en eigenaar, bijgestaan door Cornelis van den Bogard en Paulus Pelegrom, zijn aandeelhouders.23 Cornelis was dus geen eigenaar van het schip, maar slechts aandeelhouder of reder, voor welk deel weten we niet. Het admiraalschip werd uitgerust met vier koperen stukken (ka-nonnen) en bemand met 176 man, waarvan bijna vijftig gewo-ne matrozen. Uiteindelijk vertrok de vloot onder het bevel van admiraal Melchior van Kerckhoven van de rede van Texel op 18 mei 1618. Voor de Straat van Gibraltar stuitte zij op een Spaanse scheepsmacht, waarmee gedurende een aantal uren strijd geleverd werd, maar die zij wist uit te schakelen. De hele onderneming werd geen succes. De schepen met krijgsvolk zwierven maandenlang doelloos rond in de Golf van Venetië en de Republiek Venetië durfde het niet aan om het tot een treffen met de vijand te laten komen. Er was sprake van zeer slechte omstandigheden voor het scheepsvolk, zoals hitte, gebrek aan levensmiddelen, achterstallige soldij, ziek-ten, kortom voortdurend en hevig ongemak, waardoor uitein-delijk opstand onder de soldaten en matrozen dreigde uit te breken. Velen kwamen trouwens op de een of andere manier om het leven, onder wie admiraal Van Kerckhoven. In juli 1619 ontsloeg de Republiek Venetië al vijf van de twaalf schepen en ook de andere zeven werden in oktober 1619 naar huis ge-stuurd. De San Marco vertrok op 1 november 1619 vanaf het eiland Corfu. In de volgende maanden deden verontrustende berichten de ronde: het schip zou door zeerovers buit ge-maakt zijn. De eigenaars verzekerden daarom het schip op 23 maart 1620 voor 25 procent, maar dat was niet nodig geweest want half april kwam het toch behouden bij Texel aan. De on-enigheid tussen de Republiek en Venetië over de financiële afhandeling bleef nog lang doorgaan. Waarschijnlijk bleef de Admiraliteit van Amsterdam uiteindelijk met een strop van 12000 gulden zitten.24 Hoe Cornelis van den Bogaerde er ten-slotte uitgesprongen is, blijft onduidelijk omdat we door ge-brek aan bronnen niet weten hoeveel hij geinvesteerd had.Wel vond ik in de notariële archieven van Amsterdam twee door hem persoonlijk ondertekende kwitanties voor de ont-vangst van een bedrag van 7200 gulden op 21 februari 1620 en van een bedrag van 10800 gulden in juni 1620.25 In beide gevallen wordt expliciet het schip Sint Marcus genoemd als één van de twaalf door Christophoro Suriano, Venetiaanse re-sident geëquipeerde en door de Admiraliteit van Amsterdam bevrachte schepen. In de eerste kwitantie worden Cornelis van den Bogaerde en Charel Latseur genoemd als reders van het schip, waarvan Pieter Claesse van Uitdam de capitain was. Zowel Van den Bogaerde als Latseur ondertekenden de kwitantie. De tweede kwitantie spreekt van Cornelis van den

Bogaerde en Stefano Pelgrom als reders. De naam van Charel Latseur is hierin doorgestreept. Cornelis bekent beide bedra-gen ontvangen te hebben uit handen van Philippo Calandrini, koopman te Amsterdam, namens de resident Suriano. De pe-riode waarover betaald is, is in het eerste geval twee maan-den, namelijk de achttiende en negentiende maand waarin het schip in dienst was van de Republiek Venetië, in het tweede geval over een periode van drie maanden, namelijk de twintig-ste, eenentwintigste en tweeëntwintigste maand.

In de tussentijd had Cornelis van den Bogaerde het over een andere boeg gegooid en in 1618 een compagnie in het ge-schutgieten opgericht. Zijn compagnons waren zijn zoon Constantijn, Elias van Geel, Paulus Auliander en Reynier Cal-denberch. In september 1618 had de compagnie aanbeve-lingsbrieven gekregen aan de ‘Vorsten gebied hebbende aan de Weser’ voor de tolvrije doorvoer van 500 kanonnen met de daarbij behorende kogels en in februari 1619 werd tot haar behoef eenzelfde verzoek gericht tot de bisschop van Keulen van wie de compagnie een octrooi tot het gieten van geschut verwierf26 Op 6 april 1619 machtigden hij en Elias van Geel hun andere mede-compagnons om ijzer in te kopen dat nodig was voor het geschutgieten en speciaal om daar waar dat aan de orde was met vorsten, overheden van landen, steden of plaat-sen te onderhandelen en contracten af te sluiten tot nut van de compagnie.27 Een paar weken later sloten zij een contract met enige redemeesters van de Hollandse ijzergieterijen te Stadtberg in Thüringen over het gieten van gotelingen, koe-gels, haertysers en anderssints voor een termijn van twee achtereenvolgende jaren.28 Een maand later verzocht de compagnie de Staten-Generaal haar voor twaalf jaren het al-leenrecht toe te kennen om by de rivier van Weser soo onder het Bisdom Coelen als andere Furstendommen geschut te doen gieten en naar de Nederlanden te brengen. Het invoer-monopolie werd de compagnie inderdaad in principe verleend voor een of twee nader door haar aan te wijzen plaatsen.29 De compagnie van Van den Bogaerde kwam hiermee in conflict met Elias Trip die in de Engelse geschuthandel al een mono-poliepositie verworven had, maar bezig was die handel uit te breiden in Westfalen en Waldeck waar hij ‘hutten’ en ijzermij-nen had gekocht en waar hij met aanbevelingsbrieven van de Staten-Generaal onder meer bij de bisschop van Keulen pro-beerde vergunningen tot het gieten van geschut te verkrijgen. De Staten-Generaal probeerden beide partijen in gelijke mate te begunstigen. In januari 1620 wezen zij het monopolie voor Westfalen toe aan de compagnie van Van den Bogaerde en verboden zij Trip uitdrukkelijk zijn concurrenten in haar aen-

6. Handtekeningen van Cornelis van den Bo-gaerde en zijn vierde vrouw Maria van de Voor-de onder hun Amsterdamse ondertrouwakte van 9 april 1603

Page 11: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 139

gevangen werck eenichsints te verhinderen, hen werckvolck t’onttrecken, eenich ysersteen uyt de voors. plaetsen te voe-ren ende eeniche stucken geschuts uyt ’t voorn. furstendom Westphalen hier te lande te brengen30 In hetzelfde jaar 1620 wisten Cornelis van den Bogaerde en zijn compagnons ook nog met de graaf van Lippe een contract voor het gieten van geschut in de wacht te slepen, waarbij zij ook weer de hulp kregen van de Staten-Generaal.31 Toch wist Elias Trip uiteinde-lijk aan het langste eind te trekken. De compagnie van Corne-lis van den Bogaerde stierf een stille dood. Wat de oorzaken daarvan waren is niet bekend, maar de tegenwerking van Elias Trip kan zeker een rol gespeeld hebben. In 1622 was Elias van Geel zo goed als failliet of verkeerde in ieder geval in zware financiële moeilijkheden, toen verschillende van zijn borgen die door zijn schuldeisers aangesproken waren, het recht op uitstaande vorderingen van zijn crediteuren moesten overne-men. Van Cornelis van den Bogaerde vernemen we zoiets niet, maar dat zijn financiële situatie ook niet al te rooskleurig was, kunnen we afleiden uit het volgende. Op 5 maart 1622 mach-tigde Cornelis van den Bogaerde de jonge zijn verwant Corne-

lis van den Voorde en Jacques l’Hermite, beiden kooplieden te Amsterdam (en beiden van Antwerpse afkomst) om voor hem en uit zijn naam uit de boel (boedel) van zijn vader Cornelis van den Bogaerde alles te vorderen, recouvreren, op te beu-ren en te ontvangen wat hem Cornelis de jonge uit die boedel toekwam, zo nodig voor het gerecht.32 Er wordt niet gezegd dat Cornelis failliet was, maar het feit dat er gesproken wordt van een boedel (terwijl Cornelis op dat moment zeker nog in leven was) en het feit dat Cornelis junior met deze actie blijk-baar probeerde te redden wat er te redden viel, wijst er wel op. Overigens is dit de eerste en enige keer dat deze zoon van Cornelis van den Bogaerde, Cornelis junior voor het voetlicht treedt. Daarvoor en daarna vernemen we niets van hem. We weten dus ook niet wie zijn moeder was.Cornelis van den Bogaerde senior behield nog lange tijd ban-den met Antwerpen en kwam daar ook nog een enkele keer om zijn financiële belangen te behartigen. Hij bezat bijvoor-beeld nog steeds een deel in een erfelijke rente van vijftig carolus gulden op een opperstal in het Vleeshuis te Antwer-pen, die hij via zijn moeder geërfd had van een oudoom, die

7. De Nieuwezijds Kapel aan de kant van de Wijde Kapelsteeg te Amsterdam in 1781. (SA Amsterdam, beeldbank).

Page 12: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

140 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

vleeshouwer geweest was. Op 30 maart 1613 nam hij zelfs de twee derde delen die zijn broer Joris bezat in dezelfde rente van hem over.33 Pas op 7 april 1621 verkoopt Cornelis van den Bogaerde via een gemachtigde te Antwerpen de vijftig caro-lus gulden op de opperstal in het Vleeshuis.34 In Amsterdam is de laatste vermelding van Cornelis van den Bogaerde op 4 augustus 1626, wanneer hij zijn aandeel in de eerste tien jaren reeckeninge van de VOC van 600 gulden verkoopt.35 Daarna blijft het stil rond Cornelis. Ik ga er van uit dat hij rond die tijd overleed. Hij is begraven in de Nieuwezijds Kapel. Omdat de begraafregisters van deze kerk van vóór 1657 niet bewaard gebleven zijn, is de datum van zijn overlijden niet bekend.

Wel worden er tot in de achttiende eeuw nazaten van hem begraven in de Nieuwezijds Kapel in Amsterdam int graft van Cornelis van den Bogaerde, bijvoorbeeld zijn zoon Balthasar van den Bogaerde op 13 november 1685, zijn kleinzoon Pieter van den Bogaerde op 24 februari 1732, diens vrouw Josina Oosterland op 25 maart 1721 en zelfs nog zijn achter-achter-kleinzoon Jacob Lodewijk van den Bogaerde op 23 augustus 1729, allemaal in het graf met het nummer 381. In het Graeff-boeck van de Heyliger Stee vinden we onder nr. 381 inderdaad een summier tekeningetje van het graf van Cornelis ande Bogaert (zie afb. 8).36 De Nieuwezijds Kapel, ook bekend als de Heilige Stede werd oospronkelijk gebouwd rond 1347 op de plaats waar volgens de overlevering op 15 maart 1345 het Mirakel van Amsterdam plaatsvond, aan de Kalverstraat. Bij de Alteratie van Amsterdam in 1578 ging het gebouw dat toen dateerde uit de tweede helft van de vijftiende eeuw, over in handen van de Duitssprekende protestanten. De nederlands hervormde gemeente liet het gebouw in 1908 slopen. In 1912 werd een veel kleinere nederlands hervormde kapel gebouwd op een deel van het vrijgekomen terrein. Deze kapel verloor zijn religieuze bestemming in 2005 en bij het archeologisch onderzoek dat daarna plaatsvond kwam de oorspronkelijke vloer met grafzerken en begravingen uit het einde van de zes-tiende eeuw tot het einde van de negentiende eeuw aan het licht. De zerken bleken, blijkens de opeenvolgende numme-ring nog in situ te liggen. Hieronder was ook de zerk met het nummer 381.De zerk is beschadigd (in verschillende stukken gebroken) en van een opschrift is geen spoor meer aanwezig. De ovale cartouche met daarin het wapen is volledig vlak afgesleten, zodanig dat alleen nog het wapenschild zichtbaar is maar het wapen zelf volledig weggesleten is. Onder de cartouche was in een cirkel, die nu juist op een breukvlak ligt, een doods-hoofd aangebracht. Daaronder, nog wel heel duidelijk herken-baar het nummer 381 (zie afb. 8).37

BesluitCornelis’ leven voldoet, voor zover we dat in zeer beperkte mate hebben kunnen reconstrueren en beoordelen, redelijk goed aan de beschrijving die Clé Lesger geeft van de immi-granten die zich eind zestiende eeuw vanuit de Zuidelijke Nederlanden en met name vanuit Antwerpen in Amsterdam

vestigden en daar het koopmansbedrijf beoefenden.38 Vol-gens deze beschrijving en ook die van Gelderblom39 waren de uit de Zuidelijke Nederlanden afkomstige kooplieden bij hun aankomst in de stad relatief jong, weinig kapitaalkrachtig, be-hoorden zij zeker niet tot de allerrijksten en bezaten zij weinig internationale ervaring. Daarnaast wordt gesteld dat de in-ternationale groothandel zich afspeelde binnen uitgestrekte en flexibele netwerken van vertrouwde personen, die vaak streek- of stadgenoten waren en dat daarnaast deze banden versterkt werden door familierelaties. Deze kenmerken wa-ren zeker op Cornelis van den Bogaerde van toepassing. Tot het ‘Antwerpse’ netwerk waartoe Cornelis behoorde, behoor-den ook ‘grote’ namen als Dirck Honckelboer, Marten van Pa-penbroeck en Jacques l‘Hermite. Samen met onder andere de twee eerstgenoemden was Cornelis in 1621 gedupeerde door het faillissement van Lubbert van Axele, die ooit zijn compag-non was geweest.40 Al deze Antwerpenaren troffen elkaar na-tuurlijk ook veelvuldig in de nederduits-gereformeerde kerk, waarvan de kerkenraad streng toezicht hield op een behoor-lijke afhandeling van de veel voorkomende faillissementen. Zolang er geen behoorlijke regeling getroffen was met de schuldeisers, werden de banqueroutiers uitgesloten van het avondmaal. De centrale rol van netwerken blijkt ook uit de grote mate van endogamie onder de Zuid-Nederlandse koop-lieden, waarbij onder de bovenlaag van de Antwerpse migran-tengemeenschap in Amsterdam de endogamie het sterkst was. Cornelis van den Bogaerde behoorde inderdaad tot de 59 procent van de Antwerpse mannen, die met een in Ant-

8. Links, Summiere tekening van grafzerk nr. 381 in de Nieuwezijds Kapel te Amsterdam in 1788. Het wapen Van den Bogaerde was toen blijkbaar nog enigszins herkenbaar (drie kepers en drie sterren, zie hiervoor afb. 4). SA Amsterdam,tg. 378 NZK, inv.nr. 5 fol. 11.

9. Rechts, De in 2005 bij het archeologisch onderzoek van de resten van de oude Nieuwezijds Kapel gevonden grafzerk van Cornelis van den Bo-gaerde

Page 13: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 141

werpen geboren vrouw trouwde, meerdere keren zelfs. Een conclusie van Lesger is dat de migranten ‘geen van huis en haard verjaagde eenlingen waren en dat participatie binnen de Zuid-Nederlandse netwerken de migranten uit het Zuiden tot voordeel strekte’. Daarnaast zegt hij: ‘migratie was binnen een dergelijke netwerkachtige structuur het tegendeel van een breuk met het verleden’. Het mag waar zijn dat zij geen eenlingen waren, maar dat zij van huis en haard verjaagd wa-ren, dat zij abrupt afgesneden waren van de in Antwerpen

achtergebleven familieleden, van de vertrouwde leefomge-ving uit hun jeugd, een omgeving waarin het room-katholieke geloof en de rooms-katholieke kerk een allesoverheersen-de rol had gespeeld in het dagelijks leven, daarvan kan ik mij goed voorstellen dat zij dat toch als een dramatische breuk met het verleden ervaren hebben, ook al was dat alles het ge-volg van hun eigen keuze voor het nieuwe geloof én voor bete-re bestaansmogelijkheden. <<

Gillis van den Bogaerde(Antwerpen 1516-1566)

Maria Boot† Antw. voor 1585x (Antwerpen 1549)

Jasperv.d. Bogaerde

x

JannekenBacklier

Cornelisv.d. Bogaerde

† A'dam na 1626x (4)

A'dam 1603Maria van de Voorde

* Antw. ca. 1574

Carelv.d. Bogaerde

† Keulen 1590x

Agnetevan Gershoven

Anthoniev.d. Bogaerde

Annav.d. Bogaerde

* Antw. ca. 1559x

Antw. 1587AbrahamCuvelier

Jorisv.d. Bogaerde

* Antw. ca. 1566x

CatharinaStevens

uit Cornelis’ 1e huw. onbekend uit welk huw.

Balthasarv.d. Bogaerde

A'dam 1605-1685

Jasperv.d. Bogaerde

A'dam 1604-1668

Constantijn v.d. Bogaerde* Keulen 1591

Cornelis v.d. Bogaerdekomt voor A'dam 1622

Schema 3. Antwerpse afstamming van Cornelis van den Bogaerde en zijn kinderen.

AfkortingenARA Algemeen RijksarchiefNA Nationaal ArchiefSA StadsarchiefSAA Stadsarchief AntwerpenSR Schepen Registers

Noten1. SAA Schepenregisters 409 f. 55 (ongedateerd, datum omstreeks december

1592).2. J.B. Stockmans, ‘Kastelen en lusthoven van Deurne en Borgerhout’, Brecht 1902,

p. 194 zegt: ‘Ongetwijfeld waren hare [= Maria Boots] zonen in de toenmalige godsdienstberoerten ingewikkeld, vermits men er later uitlandig vindt: Gasper bewoonde de stad Frankfort in 1595’. Stockmans noemt geen bron voor dit gegeven.

3. Handelingen van den kerkeraad der Nederlandse Gemeente te Keulen 1561-1591)’, uitgegeven door H.Q. Janssen en J.J. van Toorenenbergen, in: ‘Werken der Marnix-Vereeniging’, serie I, deel III, Utrecht 1881.

Speciaal p. 274-275: ‘Jan Rademaecker sal Leonart Heymans aenspreken ende an hem vernemen naer Jan van Zandfordt, of hy tAntwerpen sich by de kercke heeft gehouden ende wat getuygenisse dat hy van hem heeft, op daten daer naer sien mach of men hem tot den gehoor des woordts sal vermanen’. Dit laatste betekende: ‘of hij belijdenis zou mogen doen’.

J.B. Stockmans, ‘Kastelen en lusthoven van Deurne en Borgerhout’, Brecht 1902, p. 194: Jan van Santvoort had in 1570 ‘de hoeve metten steenen huysinghe rontsomme omwatert wesende’ met verdere toebehoren, genaamd Te Boelaer overgenomen van de weduwe van Gillis van den Bogaerde, Maria Boot, voor een bedrag van 8011 gulden. (zie hierna onder ‘Gillis van den Bogaerde en Maria Boot’).

4. ‘Handelingen van den kerkeraad der Nederlandsche Gemeente te Keulen 1561-1591’, uitgegeven door H.Q. Janssen en J.J. van Toorenenbergen, in: ‘Werken der Marnix-Vereeniging’, serie I, deel III, Utrecht 1881, passim.

5. SAA SR 409 f. 11v (2-6-1592). En passant vernemen we uit deze akte ook nog dat Cornelis van den Bogaerde ook met een dochter van Lambrecht van Gershoven getrouwd was. Zij was Anna van Gershoven, zijn eerste vrouw. Lu-cas Adamszoon Verhult was op 9 augustus 1571 in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen Rooms-Katholiek gedoopt.

6. SAA SR 491 f. 530 (13-8-1611).7. SAA SR 507 f. 255 (30-3-1613).8. SAA SR 532 f. 198-200 (12-6-1618).9. SAA SR 384 f. 165 en f. 570 (11-2-1585).10. SAA SR 384 f. 572v (5.2.1585) en SR 390 f. 23v (9-12-1587).11. 6 januari 1549: in origineel Epiphanie 1548.12. SAA SR 195 f. 492v (21-8-1539). In deze akte is sprake van Gielis van den

Bogaer de, hovenier, die heeft afgerekend over de nalatenschap van zijn overleden vrouw Katline van der Hoffstadt en haar nicht een jaarlijkse erfelijke rente op een hoveniershof op ‘Sint Willeboortsvelt’ (ten noord-oosten van Antwerpen gelegen) heeft toegekend. Hieruit concludeer ik dat er uit dat huwelijk geen kinderen waren. Het is echter niet helemaal zeker deze Gielis van den Bogaerde dezelfde was als degene die later met Maria Boot trouwde.

13. SAA SR 235 f. 239 (18-7-1539).14. SAA SR 292 f. 204 (mei 1563). 15. Dit was de bovengenoemde Jan van Santvoort, die getrouwd was met Con-

stantia Hagens, een dochter van een zuster van Marie Boot, Geertruyt Boot en François Hagens. In 1582, tijdens het calvinistich bewind in Antwerpen was Jan van Santvoort nog schepen van de stad geweest. Na 1585 vertrokken ook Jan van Santvoort en Constantia Hagens uit Antwerpen naar Keulen, waar Jan van Santvoort omstreeks 1591 overleed. Zij hadden een warme band met de leden van de familie Van den Bogaerde die zich ook in Keulen gevestigd hadden en traden onder meer op als doopgetuigen. Constantia Hagens hertrouwde te Keulen op 1 augustus 1592 met Nicolaes Heldewier uit Bergen in Henegouwen. Cornelis van den Bogaerde was daarbij één van haar getuigen.

16. Vlaamse Stam jg. 40 (2004) p. 383.17. SAA SR 376 f. 622 (15-9-1583).18. Mr. F.F.X Cerutti e.a. ‘Geschiedenis van Breda’, deel I De Middeleeuwen, fotogra-

fische herdruk 1976, p. 178-180. ‘Anthonis Backeleer correspondeerde met de consistories van andere plaatsen; te zijnen huize was ook een opslagplaats van wapenen’.

19. ARA Brussel, Chambre des Comptes, Cart. Nr. 129 li. 43, zie ook: ‘Antwerpse Mar-tyrologium, Overzicht van de meeste martelaren in Antwerpen die om hun geloof geëxecuteerd zijn 1522-1585, samenstelling en redactie J.A. Plaisier, M. Akker-mans. Anthonie Bacler en Margriet Hagens zijn niet geëxecuteerd, maar vluchtten naar Breda en later naar Duisburg. Margriet overleed tenslotte in Utrecht.

Page 14: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

142 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Gens Nostra 2019 nummer 1, p. 52: Vanalles

Zoals beschreven in GN 2018 nummer 6 staan er sinds begin 2017 een aantal Surinaamse archieven op de site van het Nati-onaal Archief GaHetNa.nl Op de site van de Stichting voor Surinaamse Genealogie (SSG) staat onder het kopje ‘Genealogisch zoeken’ naast het tien-stappenplan ook een lijst met koppelingen naar inventa-rissen, indexen, etc. die zeer bruikbaar zijn voor onderzoekers met voorouders in Suriname. Deze lijst is zeer bij de tijd.Sinds 1 juli 2018 staat de index op de slavenregisters online bij het Nationaal Archief: http://www.gahetna.nl/collectie/index/nt00451 Deze index bevat nu echter alleen de slavenre-gisters 1851-1863, de oudere registers 1830-1851 komen bin-nen een paar maanden online.

Tenslotte de Tip: deze is onjuist. Slaafgemaakten die hun vrijdom verkregen, hetzij door manumissie, of bij de emanci-patie in 1863, mochten niet zelf hun naam kiezen. Die naam werd hun meestal toegewezen door hun eigenaar, na goed-keuring door het gouvernement. Een van de voorwaarden bij het toewijzen van een achternaam was dat deze niet in Suri-

name mocht voorkomen. Dat een eigenaar ook andere namen toewees vindt u hier: http://www.gahetna.nl/collectie/index/nt00340/view/NT00340_manumissies/q/zoekterm/kra-mer/q/comments/1/page_size/50 of tinyurl.com/GNkramer De naam Klaver werd noch bij de manumissies, noch bij de emancipatie toegewezen.De naam Kenswil werd noch bij de manumissies, noch bij de emancipatie toegewezen, wel de naam Kensmil. Er zijn wel ei-genaren met de naam Kenswil en Wilkens.Bij de emancipatie komt de omkering veelvuldig voor: Madretsma, Nelom, Neslo, Rellum, Reteig, Remak, of letter-grepen: Serkei.Bij de manumissies voor ongeveer 1832 kregen de vrijge-maakten vaak de naam van de eigenaar met ervoor ‘van’, zo is o.a. de naam ‘van van de Vijver’ ontstaan.Meer details over deze regels staan op de GaHetNa site: h t t p : / / w w w. g a h e t n a . n l / c o l l e c t i e / i n d e x / n t 0 0 3 4 0 /a c h t e r g r o n d / w e t - e n - r e g e l g e v i n g # N a a m g e v i n g of tinyurl.com/GNmanum

Huub van Helvoort

20. SA Amsterdam, tg. 5075, inv.nr. 164, f. 149 (28-10-1620).21. Vloszijde is zijde van de buitenste verwarde cocon, die van een slechtere

kwaliteit is, ongetweernde zijde.22. Greta Vos en Wilfrid Brulez, ‘Marchands Flamands à Venise’, II (1606-1621),

Bruxelles/Rome 1986, nr. 3559 (22 juin 1617), 3569 (13 juillet 1617) en nr. 3576 (20 juillet 1617) Maximiliaan van den Bogaerde was de jongste zoon van Gillis van den Bogaerde, die op zijn beurt een zoon was van Cornelis van den Bogaerde, de oom van de Amsterdamse Cornelis. Maximiliaan was dus een achterneef van Cornelis. Maximiliaan betrok uit Venetië ook grote partijen leer die hij via Napels liet verschepen (idem nr. 3241, 8 août 1615). Zijde en leer kunnen retourvrachten geweest zijn vanuit Napels naar Amsterdam, hoewel er in bovengenoemd bevrachtingscontract uit 1620 geen sprake is van retourvracht. Maximiliaan van den Bogaerde en Lubbert van Axele handelden ook in salpeter.

23. Dr. P. Geyl, ‘Christoforo Suriano. Resident van de Serenissime Republiek van Venetië in Den Haag, 1616-1623’, ’s-Gravenhage 1913, p. 234.

24. Geyl, ‘Christoforo Suriano’, p. 273-288.25. SA Amsterdam, tg. 5075, inv.nr. 611b (notarissen Peter en Symon Ruttens) f.

642-643 (21-2-1620) en f. 681v-682v (juni 1620).26. P.W. Klein, De Trippen in de 17e eeuw’, Assen 1965, p. 219, 222. NA, Resoluties van

de Staten-Generaal, 12-9-1618, 15-2-1619).27. SA Amsterdam, tg. 5075, inv.nr. 282, f. 184v (6-4-1619).28. SA Amsterdam, tg. 5075, inv.nr. 363 f. 183 (24-4-1619).

29. NA, Resoluties van de Staten-Generaal, 15-5-1619.30. NA, Resoluties van de Staten-Generaal, 4-1-1620.31. NA, Resoluties Staten-Generaal 31-2-1620, 4-2-1620.32. SA Amsterdam, tg. 5075, inv.nr. 168 (notaris J.F. Bruijningh) f. 150v-151 (5-3-1622).33. Zie hiervoor noot 6.34. SAA SR 551 f. 32-32v (7-4-1621).35. SA Amsterdam, tg. 5061, nr. 21579977 (4-8-1626).36. SA Amsterdam, tg. 378.NZK, inv.nr. 5 ‘Graeffboeck van de Heyliger Stee, waerin

gestelt sijn in goeder ordonnantie de graeven nae ’t Leven om perfectelijck alle dooden te begraven ende sarcken te leggen ende met de Kleyne moeyten een igelijck graaf naem ende merck aen te wijsene ende teyckene’, fol. 11.

37. Jerzy Gawronski en Jørgen Veerkamp, ‘Zerken en graven in de Nieuwezijds kapel’, inventariserend veldonderzoek Rokin (2005) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten 7, 2007.

38. Clé Lesger, ‘Handel in Amsterdam ten tijde van de Opstand. Kooplieden, commerciële expansie en verandering in de ruimtelijke economie van de Nederlanden ca. 1550-ca.1630’, Hilversum 2001, p. 151-166.

39. Oscar Gelderblom, ‘Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum 2000.

40. Herman Willem Roodenburg, ‘Onder censuur. De kerkelijke tucht in de gerefor-meerde gemeente van Amsterdam 1578-1700’, Hilversum 1990, p. 380.

AANVULLINGEN en verbeteringen

Page 15: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 143

PORTRET

3. Cornelis Ewes Westerdijk, geboren Usquert 10 november 1864, overleden aldaar op 19 februari 1870.

4. Berend Kornelis Westerdijk, geboren Usquert 31 decem-ber 1866, landbouwer, wonende Usquert en Haren, over-leden Groningen 5 februari 1958, trouwt Middelstum 23 april 1897 Trientje Krijns Noordhof, geboren Middelstum 24 februari 1872, landbouwersche, wonende Middelstum, Usquert en Haren, overleden aldaar 9 september 1948, dochter van Krijn Sieuwkes Noordhof (landbouwer, wet-houder, loco gemeentesecretaris) en Martje Luilofs Een-kema (landbouwersche).

5. Emke Westerdijk, geboren Usquert 31 december 1866, overleden aldaar 28 februari 1867.

Aanvankelijk huren mijn overgrootouders één van de boerde-rijen behorende bij de ‘Rensumaborg’ te Uithuizermeeden. In 1860 kopen ze ‘Ludema’ te Usquert en na tien jaar verkopen ze deze boerderij weer en gaan dan wonen op de ouderlijke boerderij van Geertruid, ‘Kloosterwijtwerd’, één van de twee kloosterboerderijen te Usquert. Na het overlijden van haar man zet de weduwe het bedrijf voort met haar twee zonen.De foto’s zijn genomen door een onbekende fotograaf, Corne-lis in 1879 en Geertruid in 1875.

Kineke Beintema-Meijer

Cornelis Ewes Westerdijk, zoon van Cornelis Eewes Klaassens Westerdijk (landbouwer) en Emke/Imke Luitjes TerBorg (land-bouwersche), geboren Uithuizen 10 juli 1834, landbouwer, wo-nende Uithuizen en Usquert, overleden aldaar 3 februari 1890, trouwt Usquert 4 november 1858 Geertruid Sierts Bouwman, geboren Uithuizermeeden 8 maart 1839, landbouwersche, overleden aldaar 6 juni 1899, dochter van Siert Jans Bouwman (landbouwer) en Fenje Leulfs van Clooster (landbouwersche).Uit dit huwelijk:1. Fenje Westerdijk, geboren Usquert 5 juni 1859, wonende

Usquert, Schildwolde, Harenermolen, Haren (Groningen) overleden Haren 30 september 1956, trouwt Usquert 29 september 1882 Focko Cornelius Fockens, geboren Mid-wolda 3 april 1857, landbouwer, wonende Schildwolde, Ha-renermolen, overleden Harenermolen 22 november 1941, zoon van Siebold Fockens (landbouwer) en Talle Winter (landbouwersche/landbouwster).

2. Siert Kornelis Westerdijk, geboren Usquert 14 oktober 1860, landbouwer, wonende Usquert, overleden aldaar 2 augustus 1954, trouwt Usquert 27 juni 1890 Grietje van Clooster, geboren Usquert 20 november 1866, overleden aldaar op 18 januari 1953, dochter van Harmannus Henderi-kus Wibbens (koopman) en Grietje Lammerts van Clooster.

Geertruid Siert Bouwman en Cornelis Ewes Westerdijk

Page 16: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

144 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

CORNELIS R.H. SNIJDER

Deel 1: Een levensschets van de binnen-scherprechter

François Voogt (Vogt, Voges), een leven als binnen-scherprechter

te Amsterdam, 1730-1762

Een homosexuele jongeman brengt het tot binnen-scherprechter in Amsterdam. Het bewogen dubbelleven van een justitieambtenaar (beul) ten tijde van de sodomie-processen en de vele grootscheepse vervolgingen. Met aandacht voor zijn afkomst, jeugd, gezin, opleiding, beroep, riskante relaties en arrestatie. In deel 2 vinden we de genealogische opstelling van zijn tak uit het aloude Duits-Nederlandse scherprechtersgeslacht Voogt/Voges.

1. Poort van het Tucht- of Rasphuis in Amsterdam, 1767. Tekening van Reinier Vinkeles (1741-1816). Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Page 17: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 145

Het Amsterdams gerecht sloot in 1762 niemand minder dan hun eigen binnen-scherprechter (stadsscherprechter) in de boeien. Mr. François Voogt, belast met de stedelijke strafvol-trekking, werd na 32 jaar ‘eerlijke en trouwe’ dienst voor sodo-mie aangeklaagd.1 Hij bleek namelijk in zijn huis een jonge man te hebben aangerand. Niet geheel onverwachts ove-rigens. Het daaropvolgend onderzoek toonde aan dat de Amsterdamse scherprechter eigenlijk al meerdere jaren als sodomiet bekend stond. Na een spraakmakend proces werd de man tot tien jaar opsluiting in het Amsterdamse Tucht- of Rasphuis veroordeeld, met verbanning ‘voor al-toos uyt den Landen van Holland en West Vriesland’.2

In de stad Amsterdam waren vroeger twee scherprechters (in de volksmond beulen geheten) werkzaam. Voor de uitvoer van de openbare en capitale vonnissen werd gebruik gemaakt van de scherprechter van het Hof van Holland3. Vanuit zijn stand-plaats Haarlem werd deze heel deftig per koets naar Amster-dam gebracht. Daar had men voor de zogenaamde ‘justitie-dag’ alle vonnissen opgespaard, zodat deze scherprechter op één dag alle (openbare) executies ten uitvoer kon brengen.4 Hoewel er in een grote stad als Amsterdam op meerdere plaatsen berecht werd, vonden deze executies gewoonlijk op de Dam plaats. Hoe vol de Dam dan was hoeft geen betoog. Op genoemde justitiedag werd de bevolking door het gelui van de zogenaamde ‘staclock’ gewaarschuwd en stroomde dan massaal toe. Bredero, onze bekende dichter en toneel-schrijver, spreekt hier al over in zijn ‘Spaanschen Brabander’ (1617)5:

Het Volck loopt na den Dam, wel wat of dat beduydt?Daer sal Justicy schien, want de Ste-klock die luyt,Daar moet ick me na toe, ...

Echter voor de vonnissen die binnenshuis geschiedden – dit betrof vooral het pijnigen en soms ook het geselen – had de stad zijn eigen stadsscherprechter in dienst, de zogenaam-de ‘binnen-scherprechter’. Een enkele keer trad deze bin-nen-scherprechter ook in het openbaar op. Bijvoorbeeld bij het verbranden van verboden boekwerken dan wel als assis-tent van eerdergenoemde scherprechter uit Haarlem. Of bij het ontstaan van een oproer. Dan wilde de stad zo snel moge-lijk handelen door een voorbeeld te stellen. De binnen-scherp-rechter werd dan direct ingezet bij de executie van de rad-draaiers. Zoals bij het zgn. ‘Pachtersoproer’ in 1748, toen twee van de aanvoerders door de toenmalige binnen-scherprechter François Voogt (Vogt, Voges) werden opgeknoopt en door hem uit de ramen van de Waag gehangen (zie afbeelding 3). In zijn eigenhandig geschreven declaratie verklaarde Voogt hierover, dat hij op 26 juni 1748 een persoon ‘die dood geschoten was inde boeijen leggende vandaar gesleept [had] tot voor het Stadhuis’ (en daarna aan de benen aan de galg heeft opgehangen ‘aende

Volewijk’). En vervolgens op 28 juni 1748: ‘Twee aande Waag uyt de Vensters gehangen’, daarna ‘dezelve afgenomen’ en ‘weder-om buyten aen de galge gehangen’ (op het galgenveld de Vole-wijck). Per persoon werd 6 gulden aan ‘touwgeld’ berekend. De totaalsom van Voogt’s declaratie bedroeg 60 gulden en werd hem op 11 juli 1748 voldaan (zie afbeelding 2).6

Bovengenoemde Amsterdamse binnen-scherprechter werd ook wel ‘dienaar der justitie in de boeien’, ‘binnen meester deser steede’ of ‘domesticq scherprechter’ genoemd en was officieel een stedelijk ambtenaar. Direkt na Voogt’s ontslag op 19 oktober 1762 (wegens sodomie) werd er een nieuwe in-structie en eed voor de binnen-scherprechter opgesteld7 (zie Bijlage 1). Daarin is onder meer te lezen dat de ‘binnen Scherp Regter’ iedere dag op de verhoorkamer moest verschijnen. En dat hij het aldaar besprokene geheim moest houden. Ook moest hij op ‘justitiedagen’ verplicht de dan aanwezige scherp rechter van het Hof van Holland (Haarlem) assisteren8. Buiten zijn jaarlijks tractement, dat oorspronkelijk 370, later 400 en tenslotte 500 guldens bedroeg, werd aan de binnen-scherp rechter nog een aparte vergoeding voor het geselen en visiteren van zijn ‘patienten’ verleend.9

Binnen-scherprechter François Voogt

François Voogt werd circa 1698 in het zogenaamde ‘Schar-frichterhaus’ van de Duitse stad Celle geboren. Dit huis was ‘in der Masch’ gelegen (St. Georgstrasse, nr. 16), in het oude stad-deel Blumlage. De plek ook waar de Celler scherprechters al-tijd gewoond hebben. Het oude scherprechtershuis is inmid-dels afgebroken, maar de nabijgelegen straat de ‘Galgenberg’

2. Nota pachtersoproer (‘beulsrekening’) van Fransois Vogt, 11 juli 1748. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Page 18: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

146 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

is aldaar nog steeds aanwezig. François is een telg uit het oude Duitse scherprechtersgeslacht Vogt (Voges, Voigt) en is via zijn overgrootmoeder Ike Clauss (Klages) ook nauw aan de scherprechtersfamilies Clauss en Meisner verwant. Zijn vader Franz Melchior Voigt (zie deel 2, IIIb.) verwierf in 1694 (beëdiging 17 februari 1697)10 het scherprechtersambt van de stad Hannover en trouwde circa 1696 met de Celler scher-prechtersweduwe (Anna) Catharina Müller. Door dit huwelijk verkreeg hij tevens ook het ambt van de stadt Celle. Het ge-zin Voigt woonde tot het overlijden van vader Franz Melchior (eind 1700) voornamelijk in Celle.Moeder (Anna) Catharina Müller hertrouwde in 1701 met de Braunschweiger scherprechterszoon Johannes Andreas Pfeffer. Aangezien de kinderen van de scherprechters-wedu-we nog minderjarig waren, werd stiefvader Pfeffer ‘tijdelijk’ (1701-1728) tot plaatsvervangend scherprechter van de stad Hannover benoemd. Pas op 12 maart 1728 verkreeg Matthias Johann Vogt (Francois Voogt’s oudste broer, zie deel 2, IIIb-1.) van koning Georg II een eigen aanstelling als scherprechter te Hannover.11 De echtelieden Johannes Andreas Pfeffer en Catharina Müller vertrokken hierop weer naar Braunschweig, waar beiden later ook overleden.François Voogt groeide als kind grotendeels op bij zijn moe-

der en stiefvader in Hannover, waar hij van kindsbeen af aan tot scherprechter werd opgeleid. Deze ‘opvoeding’ verliep nogal strak, althans Francois Voogt beklaagde zich hier later over. Hij had een moeizame relatie met zijn stiefvader, wat resulteerde in een vroegtijdig vertrek uit Hannover.12 Op 25 juni 1724 ging François in Haarlem een huwelijk aan met zijn ‘aangetrouwde’ nicht Helena Catharina Claessen. Zij was se-dert 1720 weduwe van Herman Vogt/Voges (zie deel 2, IVa.), een volle neef van François, en de gewezen scherprechter te Haarlem 1713-1720.Kort voor haar huwelijk met François had Helena op 29 mei 1724 de permissie voor het beroep van ledenzetster verwor-ven (‘de const van ledesetten en het cureren van heymelijke ge-breken en toevallen der vrouwen’)13, maar zij kwam al in oktober 1726 te overlijden. Op 26 september 1726 passeerde nog het gezamenlijk testament van François Voges en Helena Claas-sen op de langstlevende.14 Daarin werden onder andere Frans Groot Harmen en Johannes van Vaarlen tot voogden over He-lena’s beide voorkinderen (Peter Hendrik en Frans David) be-noemd. Echter na Helena’s overlijden stond François Voges er helemaal alleen voor. Weliswaar had zijn schoonvader Johann Hermann Claessen in 1724 wederom het belangrijke scherp-rechtersambt van Haarlem (Hof van Holland) in handen gekre-

3. Executie aan de Waag op de Dam tijdens de Pachtersoproer, 28 juni 1748. Strafvoltrekker is hier ‘binnen-scherp rechter’ François Voogt. Gravure naar een ets (1777) van de tekenaar/graveur Simon Fokke (1712-1784). Collectie auteur.

Page 19: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 147

gen, maar hij stond ook bekend om zijn meedogenloosheid. Een harteloze man, zeker naar zijn familie toe. Zelfs dochter Hele-na had als weduwe nooit enige ondersteuning van hem mogen ontvangen! Francois Voogt stond nog wel als assistent-scherp-rechter in dienst van zijn schoonvader, maar dit zal zeker geen vetpot geweest zijn. Het is dan ook begrijpelijk dat François na het overlijden van zijn vrouw een geheel eigen koers probeerde te varen. Helena was daarbij zijn voorbeeld. Met haar benoe-ming tot ledenzetster (1724-1726) had Helena zich immers ge-heel onafhankelijk van haar vader kunnen opstellen!Dit was ook het doel van François Voogt. Als scherprechters-zoon was hij immers van kindsbeen aan ook in de heelkunde opgevoed. Dus kort na het overlijden van zijn vrouw vroeg nu François op zijn beurt de toestemming tot het uitvoeren van het beroep van ledenzetter als wel ‘tot het Cureeren der hij-melycke gebreecken der vrouwen’ (sic). Na ontvangst en lezing van zijn verzoek stelde het Haarlemse stadsbestuur het rekest eerst nog voor beoordeling en advies in handen van het Colle-gium Medicum. Echter dit gemengde collegium van artsen en chirurgijns was op 11 november 1726 de mening toegedaan dat François Voogt niets van doen had ‘aengaende het Leede Set-ten als nogh veel minder tot het Cureeren der hijmelycke ge-breecken der vrouwen’. Dit laatste werd door ‘deecken en Vin-ders vant Collegium Medicum’ zelfs als ridicuul beschouwd. Na enige beraadslagingen nam het stadsbestuur de aanbevelingen van het Collegium Medicum volledig ter harte en werd op 16 no-vember 1726 het verzoek van François Voogt alsnog afgewezen.15

Denkbaar is dat François, na zijn afwijzing als ledenzetter, gewoon assistent-scherprechter in dienst van zijn schoonva-der Claessen in Haarlem is gebleven. Toen deze echter op 1 november 1727 kwam te overlijden werd François niet als zijn opvolger benoemd.16 Waarschijnlijk uit teleurstelling hierover vertrok François ca. eind 1727 van Haarlem naar Amsterdam. Een grote stad met veel Duitsers, waar hij gemakkelijk kon on-derduiken en zich in het geheim met illegaal ‘ledenzetten’ kon bezighouden. De ledenzetter of lidzetter was vroeger een be-handelaar van kreupelheid en dislokaties na fracturen en ver-minking. Toen veelal nog het nevenberoep van de scherprech-ter. Tegenwoordig vergelijkbaar met het beroep van manueel therapeut. Op zeker moment echter kwam François Voogt in aanmerking voor de functie van binnen-scherprechter te Am-sterdam. Wellicht op voorspraak van zijn volle neef Jan Jurriaan Diepenbroek, die 1728-1765 als scherprechter te Haarlem (Hof van Holland) fungeerde en dus ook alle capitale executies van Amsterdam kreeg toegewezen. En zo werd op 3 mei 1730 in Amsterdam ‘de Perzoon van Francois Voogt voor reek[ening] in t gemeen aangesteld tot Dinaar van de Justitie in de boey-en’ (=binnen-scherprechter).17 Hij vervulde zijn Amsterdamse taken altijd naar volle tevredenheid. Uit de vele uitgebreide declaraties (‘beulsrekeningen’) in de periode 1730-1762 blijkt vooral dat hij een druk bezette binnen-scherprechter ge-weest moet zijn18. Bovendien fungeerde hij deze periode op de vaststaande justitiedagen ook nog als assistent van de dan opgeroepen Haarlemse scherprechter (mr. Jan Jurriaan Diepenbroek, zijn volle neef) bij de uitvoering van de openba-

re en capitale executies. Een volledige familieaangelegenheid dus! Ook zijn nevenberoep als ledenzetter zal François Voogt zeker geen windeieren gelegd hebben. Ook na het pijnigen en het geselen werd er door zijn ‘patienten’ dankbaar gebruik ge-maakt van de heilzame inhoud van zijn zalfpot!

Sodomie

Zijn arrestatie en detentie in 1762 betekende de grote omme-keer in François Voogt’s leven. De aanleiding hiertoe vormde een aanklacht wegens aanranding. Deze aanklacht leidde uit-eindelijk tot Voogt’s veroordeling en opsluiting in het Rasp-huis, maar ook tot zijn spoedige overlijden aldaar in april 1763.Gerrit Plate, een 21-jarige Duitse ‘kastenmakersknegt’, woon-de nog maar kort (vanaf de donderdag voor Pasen [=8 april 1762]) in Amsterdam. Op weg naar zijn werk passeerde hij da-gelijks het huis van François Voogt in de Lange Leidsedwars-straat. Op een goede dag sprak de binnen-scherprechter - ‘welke op zijn stoep een pijp tabak zat te rooken’ - hem aan (vrijdag 16 juli 1762). Beiden bleken ‘int Hanoversche’ geboren te zijn19, waarop Voogt hem vriendelijk voor een zondagmid-dag thuis uitnodigde om gezellig een pijpje te komen roken. Op zondag 18 juli 1762 ging Plate op de uitnodiging in, wat tot een bizarre kennismaking zou leiden! Eenmaal binnen sloot Voogt direkt de buitendeur af en vervolgens ook de deur van zijn achterkamer. Na het zetten van een kopje thee ging Voogt heel gericht op zijn doel af en sprak de jonge bezoeker op brutale wijze toe: ‘ik ben een meester, ik zal rys zien of jij een mooye swans hebt’! Daarop pakte hij de jongen vast en begon al direkt zijn broek open te maken. Plate was hier niet van ge-diend, maar liet Vogt ‘uit angst en verlegenheid’ toch zijn gang gaan. Zo kwam het uiteindelijk tot een echte verkrachting. De hevig geschrokken jongen deelde de gebeurtenis dezelfde dag nog met vier van zijn huisgenoten.20 Op hun advies zocht Plate eerst nog kontakt met zijn lutherse predikant, maar deze verbleef helaas buiten de stad. Waarop zij gezamenlijk hun klacht nu bij de Amsterdamse hoofdofficier mr. Willem Huyghens neerlegden. Op Huyghens verzoek lieten Plate, en ook zijn huisgenoten, een notariële getuigenverklaring opte-kenen (notaris Gerardus Wijthoff, 20 juli 1762). De notaris stel-de in ‘meer dan 4 uuren met 5 getuigen’ een ampele verklaring op inzake François Voogt (afbeelding 4).21 Het onderzoek vindt nu vanaf 5 augustus 1762 verder in de verhoorkamer van de ‘boeyen’ (een cellencomplex) plaats. Deze locatie was heel goed bekend bij onze binnen-scherprechter22 Immers con-form zijn officiële taakomschrijving moest de Amsterdamse binnen-scherprechter zich hier gewoonlijk al dagelijks mel-den.

Na de gezamenlijke aanklacht van Plate en zijn vrienden werd er opnieuw een getuige opgeroepen, de 33-jarige Henk Malenstijn. Malenstijn liet in zijn getuigenverklaring (30 juli 1762) optekenen, dat hij François Voogt bijna tien jaar eerder (in 1753) ontmoet had en toen ook al met zijn ‘handtastelijk-heden’ kennismaakte. Malenstijns aanvullend bewijs en diens

Page 20: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

148 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

verklaring dat de binnen-scherprechter in 1753 ook al ‘voor een sodomiet bekend stond’, leidde onherroepelijk tot Voogt’s arrestatie. Op 7 augustus 1762 wordt de ‘gev[angene] Voogt’ in de aanwezigheid van eerdergenoemde Malenstijn verder ge-rechtelijk verhoord, maar de binnen-scherprechter bleef alles ontkennen.23

Voogt’s arrestatie was in de stad natuurlijk niet onopgemerkt gebleven en deed veel stof opwaaien. De binnen-scher-prechter was van zijn voetstuk gevallen en er meldden zich nu meerdere getuigen. Uiteraard stond de zorgvuldigheid in deze zaak voorop. Immers Voogt was decenniënlang ‘dienaar van het gerecht’ geweest en wist natuurlijk als geen ander wat er zich tijdens deze processen afspeelde. Bovendien had Voogt tijdens zijn lange carrière vele personen, die van sodo-mie verdacht werden, aan een stevige tortuur onderworpen!24

De bewijzen stapelden zich nu op. Zo was er op 10 augustus 1762 in de verhoorkamer van de ‘boeyen’ een confrontatie tus-sen Voogt en de herenknecht Martinus Glinthorst. De laatste verklaarde dat hij enige dagen eerder een zalfje bij Voogt had afgehaald25, waarbij de binnen-scherprechter ook handtaste-lijk was geworden. En op 12 augustus getuigde de kruier Nico-laas van Alphen, dat Voogt herhaaldelijk tegen hem was opge-botst en hem daarbij in zijn kruis had gegrepen.26

Uiteindelijk verzocht François Voogt na twaalf dagen (24 au-gustus 1762) om ‘de Heeren te mogen spreeken, en [werd] ten dien Eijnde binne gebragt’ (in de verhoorkamer). Hij verklaar-de zich nu wel schuldig aan de hem ten laste gelegde feiten! Ook stelde hij de heren (hoofdofficier en schepenen) van het bestaan van een tweetal sodomieten-netwerken op de hoog-te. Zo concentreerde zich een eerste vriendenkring rond een boekwinkel op de hoek van de Gapersteeg bij de beurs. Een tweede vriendenkring had een andere boekhandelaar als middelpunt. Op 10 september 1762 werd François Voogt nog verder verhoord, maar hij noemde verder geen namen. Niet zo vreemd eigenlijk. Hij stond onder de Amsterdamse sodo-mieten bekend als de ‘binnen-scherprechter’ en was daar-door geen graag geziene gast natuurlijk. Hij stond immers te dicht bij het gerechtelijk apparaat! Om deze redenen waren

Voogt’s kon takten binnen Amsterdam zeker minimaal te noemen. Zijn vrijwillige bekentenis moet dan ook gezien worden als een ge-baar van goede wil en te-ken van berouw. Om deze redenen werd Voogt op 25 oktober 1762 mogelijk een lichtere straf dan gebruike-lijk opgelegd: ‘Scheepenen confineeren deese gev[an-gene] voor de tijd van Tien Jaaren op de secrete plaats in ’t Rasphuys deeser Stad. Bannen hem verders voor altoos uyt den Landen van

Holland en West Vriesland’.

Na de uitspraak tegen François Voogt werd de Amsterdamse hoofdofficier Willem Huyghens al snel (februari 1763) door Isaac Sweers vervangen. Hoofdofficier Sweers stond bekend als een vrome man en spande zich vooral in om genoemde sodomie-tische praktijken een halt toe te roepen. Hij liet direct de door François Voogt genoemde ontmoetingsplaatsen bewaken. Zo werden onder zijn leiding in de jaren 1763-1764 meer dan tachtig homosexuelen opgespoord en veroordeeld. Hiervan kregen er zeven de doodstraf (gewurgd en in het IJ geworpen!).27

Helena Catharina Claessen (Claasen, Claesz, Claes)

Helena was weduwe van Hermannus Vogt (IVa.), daarna echtgenote van François Voogt (IVb.) en ledenzetster te Haarlem 1724-1726. (Zie hier deel 2.)Helena Catharina Claessen behoorde tot de groep van scherprechters-vrouwen, die zelfstandig een medisch beroep uitoefenden en daarbij ook een goede reputatie opbouwden. De meesten uit deze groep specialiseerden zich als vroedvrouw of waren als ledenzetster doende. Zo ook onze Haarlemse scherprechters-weduwe. Van jongs af aan was zij hiervoor opgeleid. In 1720, na het overlijden van haar eerste echtgenoot Herman Voges, bleef zij alleen achter met twee minderjarige zoontjes (Peter Hendrik en Frans David). Voorwaar geen florissante positie toen.Na het overlijden van haar man kwam het Haarlemse scherprechtersambt tijdelijk (1720-1722) in handen van Helena’s vader: mr. Johann Hermann Claessen (woon-achtig te Kleef).28 In 1722 droeg Johan Herman Claessen het ambt weer op zijn zoon en Helena’s broer over: Phi-lipp Constantinus Claessen. Echter deze kwam al in 1723 te overlijden.29 Tot Helena’s grote ‘leetwesen’ kwam het Haarlemse scherprechtersambt nu wederom in handen van haar vader (6 april 1724).30 Deze was volgens Helena ‘als ontdaan van alle Vaderlyke mededoogen’ niet te be-wegen om zijn dochter financieel te ondersteunen (‘son-

4. Nota van de eerste notariële getuigenverklaring tegen binnen-scherprechter Voogt, 20 juli 1762. Collectie Stads-archief Amsterdam.

5. Advertentie i.v.m. eventuele schulden van Francois Voogd na zijn tuchthuisopname, 1762. Amsterdamsche Cou-rant, 25 december 1762 en 1 januari 1763.

Page 21: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 149

der eenige Last van uytkeeringe’). Door armoede gedwon-gen verzocht Helena het stadsbestuur nu om ‘de const van ledesetten en het cureren (genezen) van heijmelyke gebreken der vrouwen’ te mogen bedienen.31 Het stads-bestuur van Haarlem stelde zich welwillend op, maar won op 27 april 1724 eerst nog het advies in van het Haarlemse Collegium Medicum (om ‘te dienen van haer consideratien in advys’). Het Collegium Medicum was van mening dat ‘selfs wackere en deftige Chirurgijns’ veel werk hebben om de dislocaties en fracturen van schouders, armen en benen te herstellen. En dus niet toevertrouwd ‘aen soo daenig een vrouwe, die eerder in staet is de gesontheijt der Patienten te benemen’ en gaven aldus een negatief advies af.32 Echter het Haarlemmer stadsbestuur was een heel andere mening toegedaan:Waar op gedelibereerd en gesien de consideratie en advys van ‘t Collegium Medicum, is goedgevonden en verstaan, gelijk de Heeren Burgemeesteren en regeerders der stadt Haarlem goedvinden en verstaan bij dese, de suppliante bij provisie en tot weder ordre te accorderen ende toe testaan omme binnen dese stad en vrijdom vandien, de const van ledesetten en het cureren van heymelijke gebreken en toevallen der vrouwen te mogen exerceren.33

Het werd Helena Claessen echter niet toegestaan een winkel-bord aan haar woning uit te hangen met een verwijzing naar haar werkzaamheden.Op 7 juni 1724 verschijnt zij nog als ‘Juffrouw Helena Catharina Claase wed[uwe] van Hermanus Voges’ voor notaris Jan van Dijk te Haarlem. Zij geeft aan binnenkort ‘sullende comen te hertrouwen’ en om die redenen het testament met haar eerste man (de dato 31 oktober 1719) gestand te willen doen. Als boe-delhoudster en enige universele erfgename laat Helena een boedeladministratie opmaken ten behoeve van de weeskamer, mede ook om aan haar beide kinderen een ‘behoorlyk bewijs te doen’ voor een alimentatie van tenminste tweeduizend gul-den.34 Daarna hertrouwt Helena op 25 juni 1724 in Haarlem met François Voges (Vogt), een volle neef van haar overleden man. Helaas kon zij niet lang van haar nieuwe job en tweede huwelijk genieten. Op 26 september 1726 lieten juffrouw Helena Claas-sen (dan al ziek te bed liggend) en monsieur François Voges hun testament op langstlevende passeren.35 En op 22 oktober 1726 werd Helena in Haarlem (Grote kerk) begraven (‘een legerste in de grootekerk voor de vrouw van Fransooys Voogens opt laage koor’, 22 gulden).

Familiegraf Hannover

Op de binnenplaats van het Historisch Museum te Hannover wordt als monument een gezamenlijke grafzerk van de ver-wante scherprechtersfamilies Meisner en Vogt (Voigt, Vo-ges) bewaard, hoogte 154 cm, breedte 62 cm en dikte 12 cm (objektnr. VM 058063). De steen is op meerdere plaatsen beschadigd, maar de opschriften zijn nog redelijk goed te lezen. De tekst bestaat uit twee gedeelten. Het eerste (bo-venste) gedeelte betreft M[eister] Dietrich Meisner, die op

14 september 1608 als scherprechter van de stad Hannover werd aangesteld en aldaar op 31 maart 1628 begraven werd. Ook de na hem (1643) overleden echtgenote Margareta Han-sing wordt hier (zonder datum) vermeld36. Het tweede (on-derste) gedeelte van de tekst toont het overlijden (zonder datum) van M[eister] Marten Vogt/Voigt (zie deel 2, I.), die van 1634-1663 als scherprechter te Hannover fungeerde (scherprechterseed: 21 april 1634).37 Eveneens worden het overlijden (zonder datum) van zijn ‘H[a]v[s]fraw’ Ike Klages en hun 13 kinderen (met bereikte ouderdom) vermeld (afbeel-ding 7). Meerdere persoonsgegevens zijn dus opengelaten en nog niet ingevuld. De preciese datering van de steen ligt volgens dr. Gisela Wilbertz dan ook tussen 1660-1663.38 De steen werd destijds door het echtpaar Vogt voor eigen gezin en hun overleden oom en tante (Dietrich Meisner en Marga-reta Hansing) opgericht.39 Zoon Franz Matthias Vogt (zie deel 2, II.), die zijn vader als scherprechter in Hannover opvolgde, had hierna dus blijkbaar geen interesse meer om de data op de grafsteen verder aan te passen!De grafsteen is als een uniek ‘scherprechters-monument’ te beschouwen en is met enige zekerheid van het voormalige kerkhof van de Hannover Marktkirche (luth.) afkomstig.40

Het (onderste) opschrift van de grafsteen luidde oorspronke-lijk:[DER] EHRBAR VND WOLGEACHTERM. MARTEN VOGIT[S S]CHARFRICHTERALHIE STAR[B 1]6--- DEN --- AETATE--- IAHR SEINE H[A]V[S]FRAW IKEKLAGES STARB 16 --- DEN ---AETATE --- IAHR IHRE LIEBEN KINDER ALS DAVIDT VOGITSAETATE 27 ½ IAHRFRANTZ MATTIAS VOGITS AETATE--- JAHR CASPER VOGITS AETATE

6. Secrete- of geheime binnenplaats van het Tucht- of Rasphuis te Am-sterdam. Tekening Gerrit Lamberts (1776-1850) (Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Page 22: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

150 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

26 IAHR MARGARETA VRSEL VOGITSAETATE --- IAHR ANNA VOGITS AETATE2 ½ IAHR ELISABETH VOGITS AETATE--- IAHR HANS IACOB VOGITSAETATE --- IAHR HANS MARTENVOGITS AETAE 2 ½ IAHRHANS VOGITS AETATE 8 TAGEILSA VOGITS AETATE 2 ½ IAHRCATHARINA VOGITS AETATE 1 ½ IAHR CHRISTOFFERDIEDERICH VOGITS AETATE --- JAHRDIEDERICH VOGITSAETATE 13 WOCHEN

Scherprechters te AmsterdamBinnen-scherprechters te AmsterdamI. Jurriaan Harmensz Havestadt41 (1669)-1680II. Herman Roelofsz ‘van Jever(en)’ 1682-1721III. Andries van Jeveren 1721-1730IV. Franz Henrich Vogt (Voogt, Voges) 1730-1762V. Christoph Carl Kleine (Kleijne) 1762-1784VI. Joannes Conrades (Jan) van Aanhout/Anholt 1784-1795

Stadsscherprechters te AmsterdamVII. Joannes Conrades (Jan) van Aanhout/Anholt 1795-1806VIII. Joannes Gerhardus (Gradus) Jansen 1806-1811Provinciaal scherprechter (standplaats Amsterdam)IX. Joannes Gerhardus (Gradus) Jansen 1811-1826 (Cour d’As-

sises / provincie42)

X. Jacobus Ras 1827-1837XI. Derk (Dirk) Jansen 1837-1851, (tevens voor provincie

Utrecht)

Scherprechter voor Nederland (standplaats Amsterdam)XII. Derk (Dirk) Jansen 1852-1855 (vormde met Johan Paul

Jansen te Arnhem het laatste koppel scherprechters voor Nederland)43

XIII. Derk (Dirk) Jansen 1855-1862 (laatste en enige scherp-rechter voor Nederland, dan wonende in Amsterdam)

Scherprechter voor Nederland (standplaats Arnhem)XIV. Derk (Dirk) Jansen 1862-1870 (laatste en enige scherp-

rechter voor Nederland, dan wonende in Arnhem)<<

Bijlage 1Stadsarchief Amsterdam (SAA), Archief van de Burgemees-ters: groot-memoriaal, toegangsnr. 5023, inv.nr. 12, ‘Groot Memoriaal’ 1758-1775, fol. 82v-83, 19 oktober 1762 (instructie Amsterdamse binnen-scherprechter)

(in margine:) Scherp-regter (binnen) of dienaar der justitie in de boejen - zijne instructieInstructie voor de binnen scherpregter ter secretarie bekend onder den naam van dienaar der justitie inde Boejen.Art[ike]l 1. Zal hij gehouden zijn alle daagen te verschijnen inde verhoor kaamer wanneer de heeren schout ende sche-penen inde boejen fungeeren ten waare hij verlof had om ab-sent te blijven.2. Zal hij het geen inde Boejen verhandeld word secreet hou-den, en aldaar promptelijk executeeren de beveelen van mij-ne heeren van de geregte.3. Wanneer er publijke executien geschieden zal hij gehouden zijn altoos op het Stadhuis præsent te weezen en de ordres die hem als dan door de heer hooft offecier gegeeven mogten worden promptelijk te executeeren zonder ietwes onder welk voorwendzel het zoude moogen zijn, na te laaten.4. Zal hij ook bij de publijque executien moeten adsisteeren om wanneer een lichaam gekist is, het zelve van het schavot na binnen te brengen.5. Zal hij de lichaamen van de geëxecuteerden den dewel-ke van het schavot na beneden gelaaten worden, om na de Volewijk gebragt te worden onder aan het schavot en dus op straat moeten waarneemen, om dezelve op een slede te leggen ofte bij sommige geleegendheeden de stukken van de geëxecuteerde lichaamen na een schuit in den Amrak te draagen: vervolgens zal hij mede gaan na buiten om te adsis-teeren den scherp-regter, die de lichaamen, aan de galge moet hangen, op een rad zetten, etcetera.6. Zal hij gehouden zijn al hetgeen vervolgens bij verandering ofte ampliatie van deeze instructie hem bevoolen word zon-der eenig teegen zeggen te observeeren en na te koomen. Voor alle welke diensten den binnen scherpregter vergunt

7. Afbeelding grafzerk (uitsnede) scherprechtersfamilie Vogt te Hanno-ver. Collectie Historisches Museum Hannover, objectnr. VM 058063.

Page 23: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 151

word boven zijn jaarlijks tractement te moogen declareeren zo veel als voor ieder geval van ouds betaald is geworden en bij extra ordinaire gevallen ofte die voor heen door de binnen scherpregter niet mogten zijn verricht ter discretie van mijne heeren van den geregte.

(in margine:) zijn eedEed voor den dienaar der justitie inde BoejenGy beloovt en zweert dat gij de instructie waarop gij heeden

tot binnen scherpregter deezer stad (ofte dienaar der justitie inde Boejen) zijt aangenomen en die u distinctelijk is voorge-leezen in alle poincten getrouwelijk zult observeeren en na-koomen. En voorts dat gij in alle gevallen u zult gedraagen als een goed ende getrouw dienaar der justitie verschuldigt is te doen. Zoo waarlijk helpe u God almachtigh.

Noten1. Sodomie werd oorspronkelijk alleen voor homoseksueel (anaal) geslachtsver-

keer gebruikt. Later ook voor seks met dieren en andere perversies.2. Stadsarchief Amsterdam (SAA), Archieven Schout en Schepenen, toegangsnr.

5061 (hierna: Schout en Schepenen), inv.nr. 536, Secreet confessieboek 1730-1763, fol. 89-112, 25 oktober 1762 (dossier Francois Voogd ‘van Selle’).

3. De scherprechter van het Hof van Holland had Haarlem als zijn woon- en standplaats. Alle steden in de provincie Holland (m.u.v. Dordrecht) moesten zich bedienen met de scherprechter van het Hof van Holland, ook Amsterdam als grootste stad.

4. Deze traditie leefde nog steeds voort in het aloude poppenkastspel voor de kinderen op de Dam (‘Jan Klaassen en Katrijn’), waarin de beul nog steeds uit Haarlem werd opgeroepen.

5. G.A. Bredero, Moortje en Spaanschen Brabander (Ed. E.K. Grootes, Amster-dam 1999), 304.

6. SAA, Schout en Schepenen, inv.nr. 408, Confessieboek 1748-1749, fol. 13v-15v en 20v; Idem, inv.nr. 123, Declaratie binnenscherprechter François Voogt, ongefolieerd, 11 juli 1748.

7. Deze instructie werd destijds opgemaakt voor Christoph Carl Kleine (Kleijne, Clijn), gedoopt Herford (Jakobi, luth.) 29 nov. 1727, voordien assistent-scher-prechter te Utrecht, daarna binnen-scherprechter te Amsterdam 1762-1784, begraven Amsterdam (Nieuwe Kerk, geref.) 23 april 1787, zoon van Jobst Liborius Kleine, scherprechter te Herford, en Margaretha Gertrud Clauss.

8. SAA, Burgemeesters: dagelijkse notulen, etc., toegangsnr. 5024 (hierna: Dage-lijkse notulen), inv.nr. 37, Notulen 1759-1764, fol. 277, 19 okt. 1762: ‘is Carel Clijn (op zijn Instructie geregestreert ter Secretarie deser Stad) beedigt tot Dinaar van de Justitie in de Boeyen en welkens Tractement verstaan is ingegaan te zijn den 10 September 1762, presentibus alle de Heeren Burgermeesteren’.

9. I.H. van Eeghen, ‘De beul te Amsterdam’, in: Amstelodamum 41 (1954), 120-127, aldaar 121-123.

10. Stadtarchiv Hannover, Stadt-Eidebuch (Nr. 8249), fol. 321 (oud: 261): ‘Den 17. February 1697 hat Mr. Davidt Voigts sein Bruder Mr. Frantz Melchior über obi-ge Articul[os] den darauf folgenden Aydt wircklich praestiret undt abgeleget’; Zie hier ook: Gisela Wilbertz, ‘Zwei Scharfrichterfamilien und ihr Grabstein zu Hannover’, in: Hannoversche Geschichtsblätter Neue Folge 36 (1982), 233-250, ald. 247, noot 64.

11. Wilbertz, ‘Zwei Scharfrichterfamilien’ (1982), 248.12. SAA, Notarissen ter Standplaats Amsterdam, toegangsnr. 5075 (hierna:

Notarissen Amsterdam), inv.nr. 131294, aktenr. 419, 20 juli 1762 (notariële getuigenverklaring Gerrit Plate).

13. Noord-Hollands Archief te Haarlem (NHA), Stadsbestuur van Haarlem, toe-gangsnr. 3993 (hierna: Stadsbestuur Haarlem), inv.nr. 548, Resoluties van de burgemeesters 1724, fol. 84-85, 29 mei 1724 (permissie als ledenzetster).

14. NHA, Oud Notarieel Archief Haarlem (ONAH), toegangsnr. 1617, inv.nr. 818, Minuutakten notaris Hendrick van Eeckhout 1726), aktenr. 110, 26 sept. 1726 (testament).

15. NHA, Collegium Medico-Pharmaceuticum te Haarlem (CMPh), toegangsnr. 3300, inv.nr. 8, Resoluties (met afschrift) 1721-1762, 11 nov. 1726; NHA, Stadsbe-stuur Haarlem, inv.nr. 550, Resoluties van de burgemeesters 1726, fol. 89r+v, 16 nov. 1726.

16. Advertentie in Oprechte Haerlemsche Courant, 27 dec. 1727, nr. 52: ‘Alsoo op den eersten November laetstleden is komen te overlijden Jan Harman Claese, in sijn leven Scherprechter tot Haerlem’.

17. SAA, Dagelijkse notulen, inv.nr. 30, fol. 164, 3 mei 1730 (aanstelling).18. SAA, Schout en Schepenen, inv.nr. 122, 123, 124, 125 en 126, Bijlagen schoutsre-

keningen 1732-1766.19. François Voogt werd ca. 1698 in de stad Celle geboren en groeide als kind op in

de stad Hannover. Gerrit Plate is ca. 1741 in het ambt Steyerberg/Nienburg bij Hannover geboren. Beiden waren dus geboren in het ‘Kurfürstentum Hannover’.

20. Johan Godlieb Pottig, Jan Julius Bien, Hendrik Giesink en Jan ter Huppe.21. SAA, Notarissen Amsterdam, inv.nr. 13294, aktenr. 419 (notariële getuigenver-

klaring, 20 juli 1762); SAA, Schout en Schepenen, inv.nr. 126, Bijlagen bij rekenin-gen hoofdofficier 1760-1766, 20 juli 1762 (‘Debet aan de notaris G. Wijthoff’).

22. SAA, Schout en Schepenen, inv.nr. 536, fol. 89-93v (eerste verhoor van Francois Voogt, 5 aug. 1762).

23. SAA, Schout en Schepenen, inv.nr. 126 (getuigeverklaring Hendrik Malenstijn, 30 juli 1762); Idem, inv.nr. 536, fol. 97v-101v (verhoor Voogt-Malenstijn, 7 aug. 1762).

24. Theo van der Meer, Sodoms zaad in Nederland. Het ontstaan van homoseksu-aliteit in de vroegmoderne tijd, Nijmegen 1995, 139.

25. Behalve zijn justitiële activiteiten had de (binnen-)scherprechter veelal nog een medische praktijk als heelmeester/wondarts. Met name verkrommingen en aangeboren afwijkingen, maar vooral ook foutief gezette of slecht genezen breuken en ontwrichtingen waren hierbij zijn specialiteit.

26. SAA, Schout en Schepenen, inv.nr. 536, fol. 101v-106 (Glinthorst, 10 aug. 1762); Idem, fol. 106-108v (Van Alphen, 12 augustus 1762).

27. SAA, Schout en Schepenen, inv.nr. 536, fol. 110-112, 24 aug., 10 sept. en 25 okt. 1762; Zie hier ook: Ton Jongenelen, ‘De waarneming als constructie. Sodomie en rechtsvervolging in Amsterdam in de achttiende eeuw’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 21 (1998), 33-45, ald. 38-39 (‘Een verdachte binnenbeul’).

28. Nationaal Archief Den Haag (NA), Archief van het Hof van Holland, toegangsnr. 3.03.01.01 (hierna: Hof van Holland), inv.nr. 289, Resoluties 1718-1721, fol. 186v, 4 dec. 1720 (rekest); Idem, inv.nr. 120, Memorialen 1719-1720, fol. 340-343, 4/11 dec. 1720 (aanstelling en eed).

29. NA, Hof van Holland, inv.nr. 122, Memorialen 1722, fol. 417v-421v, 21 okt. 1722 (aanstelling en eed); Philipp Constantinus Claessen, geboren ca. 1689, scherp-rechter te Emden 1713-1715 en Haarlem (Hof van Holland) 1722-1723, begraven Nijmegen (geref.) 19 febr. 1723.

30. NA, Hof van Holland, inv.nr. 124, Memorialen 1724, fol. 259-263, 6 april 1724 (aan-stelling en eed); NHA, Oud Rechterlijk Archief Haarlem (ORAH), toegangsnr. 3111, inv.nr. 189, ‘Stukken betreffende den Scherpregter en Zijne Instructie’, ongefolieerd, april 1724 (begeleidend schrijven Johan Herman Clasen); Idem, 7/13 april 1724 (authentiek afschrift eed en aanstelling).

31. NHA, Stadsbestuur Haarlem, inv.nr. 60, dossiernr. 055, 27 april 1724; NHA, CMPh, inv.nr. 13, Resoluties (met afschrift) 1717-1750, fol. 88, 28 april 1724 (Rekest Helena Claesse).

32. NHA, CMPh, inv.nr. 13, fol. 89, 28 april 1724 (‘Antwoort op den Requeste van Helena Claesse’).

33. Als noot 13.34. NHA, ONAH, inv.nr. 722, Minuten akten notaris Jan van Dijk, 1724, aktenr. 101, 7

juni 1724; NHA, Weeskamer te Haarlem, 1596-1582, toegangsnr. 3441 (hierna: Weeskamer Haarlem), inv.nr. 232, Boedelpapieren, dossiernr. 529.

35. Als noot 14.36. Begraven Hannover (Marktkirche, luth.) 11 juni 1643.37. Stadtarchiv Hannover, Stadt-Eidebuch (Nr. 8249), fol. 33 (oud: 31), 21 april 1634;

Zie ook: Wilbertz, ‘Zwei Scharfrichterfamilien’ (1982), 234 en 244.38. Wilbertz, ‘Zwei Scharfrichterfamilien’ (1982), 243.39. Mogelijk kort voor het overlijden van scherprechter Marten Vogt (begraven

Hannover/Marktkirche/luth. 27 dec. 1663). 40. Dit kerkhof werd in het begin van de negentiende eeuw geruimd. Vriendelijk

mededeling van mevr. dr. Gisela Wilbertz te Hannover, 12 febr. 2018.41. Jurriaan Harmensz Havestadt, gedoopt Breda (Grote kerk, geref.) 13 maart

1639, ledenzetter te Amsterdam (1658), binnen-scherprechter aldaar (1669)-1680, begraven Amsterdam (Leidsche Kerkhof) 23 jan. 1680, zoon van Herman (Jurriens) vander Havestadt, assistent-scherprechter te Zwolle 1636-1638, scherprechter te Breda 1639-1642, Kampen 1642-1646, Zutphen 1646 en wederom Kampen 1646-1652, en Aeltien Christiaens (Wijns).

42. Gerardus Jansen werd benoemd als de scherprechter van het Cour d’Assises in Amsterdam en als zodanig werkzaam voor het Departement van de Zuiderzee en daarna (na het einde van de Franse overheersing tot aan zijn dood in 1826) voor de toenmalige provincie Noord-Holland.

43. Johan Paul Jansen, assistent-scherprechter te Arnhem 1829-1840, scherprech-ter te Arnhem 1829-1840, provinciaal-scherprechter te Arnhem 1840-1851, vormde samen met Dirk Jansen het laatste koppel scherprechters voor Nederland, standplaats Arnhem 1852-1855.

Page 24: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

152 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Wie is Hubke Mullens?

Wie is Hubke Mullens, vroeg de eigenaar van bovenstaande zwart-witfoto zich af. Op de foto een kindje, naar schatting een twee- tot driejarig jongetje, in een fantasie klompbootje dat rust op een schapenvacht. Op het bootje de tekst: ‘HUBKE MULLENS. JANSWEG 20 HAARLEM’. Als decor (op papier?) een idyllisch buitentafereel. Aan de wand drie fotolijsten met (familie?) portretten. Rechtson-der een treinconducteur die het vertreksein geeft. De kapitale tekst was de open deur die uiteindelijk toegang gaf tot de ware identiteit van Hubke Mullens.

1. Hubke Mullens. Fotocollectie Pieneke Wiertz.

HENK WERK

Page 25: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019- Jaargang 74 nummer 3 – 153

Mijn speurtocht begon in de adresboeken van Haarlem. Met twee voltreffers als resultaat: Hotel ’St. Jan’ en bioscoop-bedrijf ‘Alberts Frères’, allebei gelinkt aan de familie Mullens.1 Tot een halve eeuw terug een bekende naam in de amuse-mentswereld: optredend als kermis- en circusartiest, exploi-tanten van kermisattracties en van reizende en vaste biosco-pen en een prominente rol spelend in de circuswereld.

Hotel ‘St. Jan’ / Hotel ‘Des Indes’

In Haarlem aan de Jansweg nummer 20 lag, op steenworpaf-stand van het station, hotel ‘St. Jan’, van 1920 tot 1929 hotel ‘Des Indes’ geheten. Dit hotel was van 1917 tot 1929 eigendom van hotelhouder Hendrik Johannes Alphonse Wesseling. Met zijn echtgenote Maria Catharina Wilhelmina Francisca Mul-lens exploiteerde hij het hotel onder de naam H.J.A. Wesse-ling-Mullens. Op een jong overleden zoon na bleef hun huwe-lijk kinderloos.

Bioscoopbedrijf ‘Alberts Frères’

In de Smedestraat konden Haarlemmers zich vergapen aan de door ‘Alberts Frères’ geprojecteerde filmbeelden. Het bio-scoopbedrijf noemde zich: ‘1e Nederlandsche film en bioscope, verhuur- en verkoopinrichting, gebouw ‘de Kroon’, Smede-straat 34’.2 Geen reisbioscoop dus, die sinds 1900 onder deze naam met een opbouwtent op kermissen stond en geëxploi-teerd werd door de broers Willy en Albert Mullens, of voluit de hierna genoemde Willebrordus en Bernardus Albertus Mul-lens. ‘Alberts Frères’ in de Smedestraat werd van 1909 tot 1911 geleid door Wesseling’s zwager Bernardus Albertus Mullens.

Bernardus Albertus MullensHet eerste kind dat ik, vanwege zijn eerste voornaam Hubert, associeerde met Hubke was Hubert Bernard Sibila Hendrik Mullens, het derde kind van bioscoophouder Bernardus Al-

2. Haarlem, Jansweg. 1904. Links naast het midden is het Hofje van Staats te zien (met torentje). Rechts is nog net het uithangbord van Hotel St. Jan te zien. Beeldbank Noord-Hollands Archief, collectie: Kennemerland, inventaris-nummer: NL-HlmNHA_55001422_02.

3. Haarlem’s Dagblad 1 april 1919. Krantenviewer Noord-Hollands Archief.

Page 26: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

154 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

bertus Mullens en Josephina Maria Jongen. Hubert werd op 20 november 1913 in Amsterdam geboren en bracht daar ook zijn jeugdjaren door. Toen ik de identiteit van Hubke Mullens probeerde te achterhalen was Hubert de enige met die naam in mijn genealogische database. Dat bleek al snel het verkeer-de spoor te zijn toen ik de geboorteakte van zijn tien jaar jon-gere neef Hubert Margaretha Mullens via de Digitale Stam-boom in het Haags Gemeentearchief ontdekte.

Willebrordus Mullens

Hubert Margaretha Mullens was het jongste kind van Wil-lebrordus Mullens en de uit Duitsland afkomstige Anna Sy-billa Schmidt. Acht dagen na zijn geboorte op 15 augustus 1923 overleed moeder Anna Sybilla Schmidt.3 Drie jaar oud verhuisde halfwees Hubert van geboortestad Den Haag naar hotel ‘Des Indes’ in Haarlem, waaruit je mag afleiden dat oom Hendrik en tante Maria Wesseling-Mullens hem in huis na-men.4 Weer drie jaar later vertrok Hubert naar het R.K. jon-gensinternaat Saint Louis in Oudenbosch.5 In Ouwebos, op z’n Brabants, verbleef Hubert negen jaar waarna hij, bijna vijftien jaar oud, terugkeerde bij zijn oom en tante.6 Die woonden in-middels in Amsterdam waar zijn oom de kost verdiende als chef linnenkamer van het Carlton Hotel. Uitgezwaaid door zijn opvoedmoeder, weduwe sinds 1946, verliet Hubert in 1949 het ‘ouderlijk huis’ om te trouwen.7

ConclusieDe keuze tussen de twee neven Hubert Bernard Sibila Hendrik Mullens en Hubert Margaretha Mullens kost na alle opgedoken genealogische informatie geen hoofdbrekens. Niet meer. Met aanvankelijk slechts summiere gegevens beet ik me vast in de oudste van de twee, geboren en wonende in Amsterdam en de enige Hubert in mijn genealogische database, en wellicht op familiebezoek in Haarlem. Maar nadat ik Hubert Margaretha Mullens tegen het lijf liep en zijn doopceel lichtte, was het zon-neklaar. Hubke Mullens is de roepnaam van Hubert Margaretha Mullens. Op driejarige leeftijd in huis genomen door oom en tante Wesseling-Mullens die hotel ‘Des Indes’ in Haarlem ex-ploiteerden en hem na een negenjarig verblijf in Oudenbosch opnieuw in huis namen. Kort na zijn komst in Haarlem eind 1926 zal hij op de kiek zijn gezet. Hubert Margaretha (Hubke) Mullens overleed op 83-jarige leeftijd op 8 december 2006 te Almere.8 Hij verdiende de kost als hotelbediende en als ad-junct-controleur bij de Nederlandse Spoorwegen.9

Genealogieën

Hotelhouders Hotel ‘St. Jan’ / Hotel ‘Des Indes’

Hendrik Johannes Alphonse Wesseling, zoon van Albertus Wil-helmus Wesseling, reiziger, en Johanna Maria Sophia Maats, geboren Amsterdam 24 maart 1884, kantoorbediende, reizi-ger, hotelhouder, chef linnenkamer Carlton Hotel Amsterdam, overleden Amsterdam 30 augustus 1946, trouwt Amsterdam 16 november 1916 Maria Catharina Wilhelmina Francisca Mullens,

geboren Breda 1 april 1885, overleden Amsterdam 20 december 1955, dochter van Albertus Abraham Mullens, (houder van werk-tuigkundige voorstellingen, kunstwerker, kunstenaar, kermisrei-

4. Haarlem’s Dagblad 5 februari 1909. Krantenviewer Noord-Hollands Archief.

Page 27: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 155

ziger, theaterdirecteur, ondernemer van een cagliostrothéâtre) en Christina Catharina Verpoort (reiziger, toneel directrice).Uit dit huwelijk:1. Hendrik Albertus Josephus Wesseling, geboren Haarlem

13 december 1920, overleden Haarlem 4 januari 1921.

Bioscoophouder Bernardus Albertus Mullens

Bernardus Albertus (Albert) Mullens, zoon van Albertus Abraham Mullens en Christina Catharina Verpoort, geboren Harlingen (in een schip in de gracht) 20 juni 1879, bioscoop-houder, handelsreiziger, directeur bioscoop-theatre Alberts Frères (Haarlem 1909-1911), fabrikant, directeur Grand Théât-re in Amsterdam, overleden Amsterdam 18 januari 1941, trouwt Maastricht 12 januari 1909 Josephina Maria Jongen, geboren Maastricht 31 maart 1887, overleden Amsterdam 22 februari 1953, dochter van Hubert Hendrik Jongen (koffiehuis-houder) en Maria Joanna Severijns (koffiehuishoudster).Het echtpaar Mullens-Jongen vestigde zich in 1909 boven de bioscoop aan de Smedestraat op 34 rood en verruilde in 1911 Haarlem voor Amsterdam.10

Uit dit huwelijk:1. Maria Willebrorda Christina Hubertina Mullens, geboren

Haarlem 16 september 1909, overleden Doesburg 12 juli 1991.2. Margaretha Josephina Christina Mullens, geboren Haar-

lem 5 februari 1911, adjunct-assistente laboratorium, hulp in de huishouding, kantoorbediende, overleden Zevenaar 9 februari 1990.

3. Hubert Bernard Sibila Hendrik Mullens, geboren Amster-dam 20 november 1913, acteur, bedrijfsleider hotel-ca-fé-restaurant, overleden Bonn 4 augustus 1969, trouwt Dusseldorf 31 januari 1942 (gescheiden ‘s-Gravenhage 13 maart 1967) Anna Marie Luise Ullrich, geboren Thale (Sa-chsen-Anhalt, Duitsland) 28 januari 1912, overleden Lutje-broek 8 december 1993, dochter van August Wilhelm Ull-rich en Anna Luise Trautewig.

4. Herman Henri Josephina Mullens, geboren Amsterdam 30 maart 1917, overleden Amsterdam 8 augustus 1919.

Bioscoophouder Willebrordus Mullens

Willebrordus (Willy) Mullens, zoon van Albertus Abraham Mullens en Christina Catharina Verpoort, geboren Weesp 4

oktober 1880, houder van een bioscoop, reiziger, filmfabri-kant, directeur van een filmbedrijf, directeur N.V. Haghefilm, Ridder van de Kroon van België, Officier d’ Académie (Frank-rijk), Officier in de Orde van Oranje-Nassau, Ordre national de la Légion d’honneur (Frankrijk), overleden ‘s-Gravenhage 21 april 1952, trouwt (1) Düren (Duitsland) 7 februari 1907 Anna Sybilla Schmidt, geboren Weidenau (Duitsland) 24 juni 1885, overleden ‘s-Gravenhage 24 augustus 1923, dochter van Ma-thias Theodor Schmidt (filmhandelaar) en Elisabeth Wilhel-mine Weidauer, trouwt (2) ‘s-Gravenhage 18 september 1931 Cornelia Hendrika Wilhelmina Engelen, geboren Rotterdam 13 december 1886, overleden ‘s-Gravenhage 15 maart 1958, dochter van Johannes Wilhelmus Engelen (stucadoor) en Ca-tharina Maria Hendrika Vermeulen. Uit zijn eerste huwelijk: drie dochters en vier zonen waar-

onder Hubert Margaretha Mullens. Uit zijn tweede huwelijk: geen nakomelingen. <<

5. Hubke Mullens met (vermoedelijk) zijn pleegmoeder Maria Catharina Wilhelmina Francisca Mullens. Fotocollectie Pieneke Wiertz.

BronnenGenealogie Mullens: http://home.hccnet.nl/h.werk/Mullens.htm

AfkortingenNHA Noord-Hollands ArchiefSAA Stadsarchief Amsterdam

Noten1. NHA, Krantenviewer, Adresboeken Haarlem, edities 1859-1972.2. NHA, Krantenviewer, Adresboeken Haarlem, editie 1 september 1909, blz. 24.3. Digitale Stamboom, Haags Gemeentearchief, BS ‘s-Gravenhage, overlijdensak-

ten 1923, aktenummer 2520.4. Ibidem, Gezinskaart (1913-1939), gezinshoofd Willebrordus Mullens.

5. SAA, Archiefkaarten van Persoonskaarten 1939-1994, Archiefkaart Hubert Margaretha Mullens.

6. West-Brabants Archief, Bevolkingsregister 1926-1940 - 09 Saint Louis 053, volgnummer 1046.7. SAA, Archiefkaarten van Persoonskaarten 1939-1994, Archiefkaarten Hendrik

Johannes Alphonse Wesseling en Hubert Margaretha Mullens.8. CBG Centrum voor Familiegeschiedenis, Den Haag, Gemeentelijke Basisadmi-

nistratie, extract Persoonslijst Hubert Margaretha Mullens.9. SAA, Archiefkaarten van Persoonskaarten 1939-1994.10. NHA, Krantenviewer, Adresboeken Haarlem, editie 1 september 1909, blz. 314

en 746.

Page 28: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

156 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

PORTRET

november 1872, accountant en leraar boekhouden, secre-taris (1900-1901) en voorzitter (1902-) Amstels Gymnas-tiek Vereniging, overleden Amsterdam 4 juni 1952, trouwt Amsterdam 15 december 1904 met Ennij Alice Jaulus, ge-boren Amsterdam 16 augustus 1881, overleden Amster-dam 4 juli 1952, dochter van William Pincus Jaulus en Emily Jane Munday.6

4. Johanna Antoinette Geziena Schmitt, geboren Nijmegen 24 juli 1875, overleden Amsterdam 15 december 1904, trouwt Amsterdam 5 december 1895 Jan Beekman, gebo-ren Amsterdam 19 juni 1877, kelner, buffetchef, boekverko-per, zoon van Adriaan Beekman en Margaretha Catharina Elisabeth van Putten.

5. Gerrit Hendrik Schmitt, geboren Nijmegen 29 juli 1877, portrettekenaar,7 overleden ’s-Gravenhage 5 november 1944,8 trouwt Rotterdam 9 augustus 1906 (huwelijk ont-bonden Amsterdam 5 juli 1913) Klaasje de Boer, geboren Leeuwarden 2 september 1880,9 dochter van Jacob de Boer en Hijlkje de Jong.

6. Johanna Schmitt, geboren Vrijenban 16 oktober 1879, overleden Vrijenban 27 oktober 1879.

7. Johann Henri Antoine Gerrit Schmitt, geboren Vrijenban

Gerrit Hendrik Schmitt, zoon van Maria Elisabeth Schmitt (1813-1887),1 geboren Amsterdam 8 maart 1836, bediende, kastelein2 en portier, overleden Haarlem 5 mei 1919, trouwt Amsterdam 8 april 18693 met Antoinetta Gezina Rotterdam, geboren Amsterdam 29 mei 1841, overleden Amsterdam 31 december 1903, dochter van Harmen Rotterdam (1806-1875) en Joanna Zielhorst (1806-1858).Uit dit huwelijk:1. Henri Antoine Schmitt, geboren Amsterdam 31 januari

1869, procuratiehouder,4 deurwaarder Rechtbank Am-sterdam (1908-1939), drager bronzen Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon,5 mede-oprichter (1902), voorzit-ter (1902-1908) en erelid (1908) Bond van Procureurs- en Deurwaardersklerken in Nederland; bestuurslid Vereni-ging van Gerechtsdeurwaarders (1916-1936); Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (1929), overleden Amsterdam 23 januari 1939, trouwt Amsterdam 12 maart 1903 met Dirk-je Koolman, geboren Abcoude Baambrugge 5 januari 1877, overleden Amsterdam 19 december 1958, dochter van Jan Koolman en Dirkje de Kloet.

2. Een levenloos geboren zoon, Amsterdam 15 april 1871.3. Antoine Joseph Leonard Schmitt, geboren Amsterdam 6

Gerrit Hendrik Schmitt en Antoinetta Gezina Rotterdam

Page 29: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 157

31 augustus 1881, beeldhouwer,10 leraar lichamelijke op-voeding, drager bronzen Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon;11 deelnemer IVe Olympische Spelen (Londen 1908); onderdirecteur turnvereniging Olympia te Amster-dam; directeur turnvereniging Kracht en Vriendschap te Am-sterdam, overleden Amsterdam 12 augustus 1955, trouwt Amsterdam 14 juli 1910 Anna Hendrika Eweg, geboren Amsterdam 20 maart 1889, overleden Amsterdam 25 au-gustus 1975, dochter van Simon Eweg en Anna Henderika Siemer.Uit dit huwelijk:1. Anna Hendrika Schmitt, geboren Amsterdam 14 april

1912, kleuteronderwijzeres, overleden Amsterdam 20 september 1991, trouwt Amsterdam 10 november 1938 met Karel Casper Simons, zoon van Karel Casper Simons en Foekje Oldenburger geboren Amsterdam 29 november 1912, instrumentmaker, overleden (con-centratiekamp) Gross-Rosen (Duitsland) 29 december 1944.

2. Henri Antoine Schmitt, geboren Amsterdam 24 de-cember 1915, bankemployé, overleden Amsterdam 20 oktober 1984, trouwt Amsterdam 18 juli 1946 met Ma-ria Wilhelmina Geerling, dochter van Pieter Geerling en Maria Wilhelmina Leusink, geboren Amsterdam 3 oktober 1918, overleden Amsterdam 14 juni 1980.

De kabinetfoto van Gerrit Hendrik Schmitt werd omstreeks 1900 gemaakt door een onbekende fotograaf.De kabinetfoto van zijn vrouw Antoinetta Gezina en kinderen werd in 1879 of 1880 gemaakt door Cabinet Portrait - Gräfe’s Photograph. Atelier - Zuiderstraat N 136 Delft. Op de voor-grond staan Johanna Antoinette Geziena Schmitt 1875-1904 en Antoine Joseph Leonard Schmitt 1872-1952. Achter hen zien we Henri Antoine Schmitt 1869-1939, Antoinetta Gezina Rotterdam 1841-1903 en Gerrit Hendrik Schmitt 1877-1944.De fotograaf Frederik Christiaan Filip Gräfe, zoon van Johann Carl Julius Gräfe en Leena Henderika Scholten, geboren Am-sterdam 30 januari 1835, geweermaker, fotograaf en druk-ker, overleden Delft 14 mei 1905, trouwt (1) Delft 22 augustus 1860 Maria Amalia Louise Kirchner, geboren Leipzig 18 januari 1833, overleden Delft 2 februari 1883, dochter van Carl Pan-cratius Kirchner en Johanna Friederika Fritzsche; trouwt (2) Delft 25 april 1883 Cornelia Dhiel, geboren Delft 3 december 1856, overleden ’s-Gravenhage 24 januari 1913, dochter van Eduard Alexander Dhiel en Elisabeth van Toorenburg.

Een jubilee (1909)

Gisteren wapperde de vlag van het gebouw der Groote Club! De portier, de heer Schmitt, was 25 jaar in functie! De deftige oude heer - hij is drie-en-zeven-tig - heeft een heele loopbaan achter den rug; maar bescheiden als hij is, wou hij er niet veel van vertel-len. Hij is jaren verbonden geweest aan ‘Felix Meri-tis’(1861-73); hij is kastelein geweest te Nijmegen; hij heeft Reineveld bij Delft gepacht. En nu is hij dan al 25 jaar aan de Groote Club; en ‘t bevalt hem best. ‘Ik ben hier altijd nogal populair geweest, ziet u!’ Dat hij nog ‘populair’is, bewees de toespraak van mr. August Philips, den president van de Groote Club, die de ver-diensten van den ouden getrouwe op het uur dat de sociëteiten het best gevuld plegen te zijn, huldigde, en hem daarbij de groote gouden medaille van den Hôtelhoudersbond, benevens een kleine draagme-daille en diploma, alsmede, een enveloppe overhan-digde, een enveloppe, die gesloten was. Men weet wat dit zeggen wil. Algemeen Handelsblad, 28 maart 1909.

Op 10 oktober 1909 verzond Schmitt vanuit de Groo-te Club een briefkaart aan zijn zoon Anton:Lieve Kinderen! Jelui hartelijke felicitatie / Was mij liever dan spiegeleieren met spinatie / Ik kreeg wat heerlijks te rooken / Helaas je geliefde tegenwoor-digheid werd mij ontbroken / Een prachtig monu-ment was door Joh [Schmitt] opgericht / In de voor-kamer en schitterend verlicht / Jammer! Jelui miste deez prachtig ansicht / Daar stonden veel heerlijke zaken te prijken / Nu zijn het lijken / De Staalmans enz Henri en Chatrien [Schmitt-Koolman] / Hebben dat alles met genoegen gezien / Ook Gerrit [Schmitt] zond mij zijne hulde / Wat mij met dankbaarheid [ver-vulde] / En nu mijn zegen al is het wat spâ / Van je liefhebbende Pa / [w.g.] G.H. Schmitt / Jubilaris

>>

Page 30: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

158 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

4. Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam. Graf van A.G. Schmitt- Rotterdam 1841-1903, G.H. Schmitt 1836-1919, J.A.G. Beekman-Schmitt 1875-1904 en J.A.G. Rotterdam 1834-1912. De laatst genoemde is de dochter van de dochter van Har-men Rotterdam en Joanna Zielhorst, geboren Amsterdam 6 september 1834, overleden Amsterdam 28 september 1912. Het beeldhouwwerk is van J.H.A.G. Schmitt.Foto gemaakt circa 1925.

3. Ingekleurde foto, gemaakt in 1928 ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijk van H.A. Schmitt en D. Schmitt-Kool-man. Voor: Henri Antoine Schmitt 1915-1984, Anna Hendrika Schmitt 1912-1991, Dirkje Schmitt-Koolman 1877-1958, Henri Antoine Schmitt 1869-1939 en Rose Maud Jaulus, dochter van William Pincus Jaulus en Emily Jane Munday, geboren Amsterdam 20 november 1883, modiste, schilde-res, overleden Amsterdam 19 november 1949.Achter: Maria Elisabeth Paans-Verboom 1879-1956, Gerrit Hendrik Schmitt 1877-1944, Anna Hendrika Schmitt-Eweg 1889-1975, Johan Henri Antoine Gerrit Schmitt 1881-1955, Ennij Alice Schmitt-Jaulus 1881-1952 en Antoine Joseph Leonard Schmitt 1872-1952.

Page 31: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 159

Noten1. Volgens het bevolkingregister van Amsterdam was zij van beroep artieste.

Haar vader Jean Pierre Nicolas Schmitt (1781-1839), van beroep kleermaker, was afkomstig uit Neuenkirchen (dept. Moezel).

2. De Harmonie in Nijmegen (1874-1879) en Reineveld in Vrijenban (1879-1884).3. Bij dit huwelijk werd de oudste zoon gewettigd.4. Hij werkte gedurende 23 jaar op het kantoor van advocaat mr. H.J. Keijzer

te Amsterdam. Mr. J. Adriaanse. Jubileum H.A. Schmitt 1908-1933. Justitia, orgaan der vereeniging van deurwaarders, 15 maart 1933.

5. Bij Koninklijk besluit van 2 November 1887 n°. 17 is, als blijk van Zijner Ma-jesteits goedkeuring en tevredenheid, de bronzen medaille en een loffelijk getuigschrift, ingesteld bij Koninklijk besluit van 22 September 1855 n°. 64, toegekend aan: [...] H.A. Schmitt, kantoorbediende te Amsterdam, wegens het met levensgevaar redden van een knaap uit de Nieuwe Achtergracht aldaar, op 14 September 1887. Nederlandsche Staatscourant, 4 november 1887. Zie ook: Algemeen Handelsblad, 17 september 1887.

6. William Pincus Jaulus, zoon van Peter Jaulus en Regina Ehrenwald, geboren Esztergom (Hongarije) 11 oktober 1849 (of 1847), kleermaker, koopman, overle-den Watergraafsmeer 18 december 1915, trouwt Londen (Engeland) 12 februari 1880 met Emily Jane Munday, geboren Londen 10 augustus 1849, overleden Amsterdam 15 juli 1928.

7. Gerrit Schmitt volgde 1892-1897 een opleiding tot decoratieschilder aan de kunstnijverheid-tekenschool Quellinus in Amsterdam.

8. De rouwkaart van Gerrit Hendrik Schmitt was ondertekend door M.E.

Schmitt-Verboom. Zij waren echter niet getrouwd. Maria Elisabeth Verboom, natuurlijke erkende dochter van Elisabeth Verboom, geboren ’s-Gravenhage 1 februari 1879, overleden ’s-Gravenhage 12 april 1956, trouwt Amsterdam 15 oktober 1903 met Johannes Hendricus Paans, geboren Amsterdam 15 maart 1867, onderwijzer openbare lagere school, overleden Doorwerth 14 juni 1918, zoon van Hendrik Bertus Paans en Femmegina te Kaat. Paans werd in maart 1909 opgenomen in het Krankzinnigen Gesticht te Wolfheze. Hij overleed daar ruim 9 jaar later. Aan zijn weduwe werd daarna een pensioen toegekend van ƒ 584 per jaar. Nederlandsche Staatscourant, 27 augustus 1918. Marie Verboom verhuisde in maart 1914 van Amsterdam naar de Valkenboskade 9 in Den Haag. Gerrit Schmitt kwam in mei 1924 bij haar inwonen.

9. Klaasje de Boer woonde in 1909-1910 met haar dochter Antoinetta Johanna Clasina Schmitt (geboren Rotterdam 2 juli 1907) in Antwerpen. Daarna keerden zij terug naar Rotterdam. Moeder en dochter zijn in december 1911 naar Canada geëmigreerd.

10. Joh. Schmitt volgde 1895-1899 een opleiding tot beeldhouwer aan de kunstnij-verheid-tekenschool Quellinus in Amsterdam.

11. Bij Koninklijk besluit van 7 September 1904 n°. 29 is, als blijk van goedkeuring en tevredenheid, de bronzen eere-penning voor menschlievend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift toegekend aan: [...] J. H. A. G. Schmitt, beeldhouwer te Amsterdam, wegens de met levensgevaar verrichte redding van een knaap uit de Heerengracht aldaar, op 28 Juni 1904. Nederlandsche Staatscourant, 10 september 1904. Zie ook: Algemeen Handelsblad, 29 juni 1904.

Op 3 september 1915 verzond deurwaarder Henri An-toine Schmitt aan zijn schoonzuster en jongste broer het volgende ‘exploot’:Heden, in het twaalf en een halve jaar onzes huwelijks,Heb ik, HENRI ANTOINE SCHMITT, deurwaarder bij de Arrondissements-Rechtbank te Amsterdam, wonen-de en kantoor houdende aldaar aan de Keizersgracht no. 796, ten deze, bij uitzondering, niet in of ter uitoefe-ning van dat ambt optredende, Op het onweerstaan-bare verzoek mijner echtgenoote DITJE, door mij steeds genoemd wordende CATHARINA, KOOLMAN en voldoende aan mijn eigen dringend verlangen:Aan Mevrouw Annie Eweg, echtgenoote van den Heer Jo-han Henri Antoine Gerard [sic] Schmitt en dezen Heer J.H.A.G. Schmitt voor zich en tot bijstand zijner Ega, wonende te Amsterdam aan de tweede Helmersstraat 120Geinsinueerd dat,Vermits de insinuanten het hebben onderstaan den twaalfden Maart 1900 drie met elkaar in het huwelijk te treden en zij aldus hopen den twaalfden September dezes jaar een tijdperk van twaalf en een half jarig ge-meenschappelijk lief en leed te herdenken;Vermits zij zoo gaarne bloedverwanten, aangehuwden en vrienden, die in dat tijdperk van hun huiselijk geluk

zoo dikwijls getuigen waren, om zich heen zouden wil-len zien den avond, die het eerste twaalf en een half jarig tijdperk met Gods goedheid zal besluiten;Vermits zij hopen en vertrouwen dat U aan hun vrien-delijk verlangen, door deel te nemen aan een gemeen-schappelijken maaltijd, zult willen voldoen;dat zij daarom U Geinsinueerden bij dezeDagvaardenOm op Zaterdag den elfden September 1900 vijftien, des namiddags te half zeven ure aanwezig te zijn in de bovenzaal van Hotel Krasnapolsky te Amsterdam aan de WarmoesstraatTen eindemede aan te zitten en door Uwe tegenwoordigheid luister bij te zetten aan dien nederigen maaltijd.MetAanzeggingdat wij van af half zes uur aldaar gereed staan om U met open armen te ontvangen.Wordende de geinsinueerden bij niet verschijning reeds nu voor alsdan in gebreke gesteld en aansprake-lijk gemaakt voor de teleurstelling die zulks den insi-nuanten en den anderen genoodigden zal veroorzaken.De kosten dezes zijn onbetaalbaar.

[w.g.] H.A. Schmitt

Henk Krigee

Page 32: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

160 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

VAN DE TAFEL VAN HET HOOFDBESTUURHet hoofdbestuur (HB) houdt u via deze rubriek op de hoogte van zijn vele activiteiten

Het hoofdbestuur en Bob Coret hebben afgelopen najaar een samenwerkingsovereenkomst getekend:de Nederlandse Genealogische Vereniging gaat samenwer-ken met de website Open Archieven van Coret Genealogie.

Dankzij deze samenwerking zal de index van de verzameling bidprentjes en familieberichten (maar niet de scans zelf) voortaan ook via Open Archieven doorzoekbaar zijn. Sinds de ondertekening zijn beide partijen druk bezig geweest met de voorbereidingen om de samenwerking vlekkeloos en veilig te kunnen starten. Nu is die fase afgerond en willen het hoofd-bestuur en Bob Coret deze eerste duurzame samenwerking van de NGV met een externe partij met trots verkondigen.

De NGV en haar leden beschikken over een unieke genealogi-sche bron, die in de loop van jaren dankzij de inspanningen van onze vrijwilligers is opgebouwd. Door deze nieuwe samen-werking kan de NGV deze bron aan een groter genealogisch publiek ter beschikking stellen. De NGV vergroot zo ook haar eigen naamsbekendheid en verwacht daarmee nieuwe leden aan te kunnen trekken, want alleen leden kunnen de scans van de originele bidprentjes en familieberichten inzien.

De ondertekening in Bunnik. Van links naar rechts: Bob Coret, Pe-ter de Bruin (oud-voor-zitter) en Arie van Herk (secretaris).

Open Archieven maakt gegevens van 90 organisaties toegan-kelijk, samen goed voor 204 miljoen historische persoonsge-gevens, wat het een ideale bron voor stamboomonderzoekers maakt. De gegevens op Open Archieven zijn gratis te door-zoeken. Voor extra diensten is er het Open Archieven abonne-ment. Speciaal voor onze leden biedt Open Archieven nu 15% korting aan op dit abonnement. Een abonnement op Open Ar-chieven houdt onder meer het volgende in:- het ontvangen van e-mail notificaties als er nieuwe akten

zijn voor uw zoekopdracht- het downloaden van lijsten van zoekresultaten en akten om

bijv. in Excel te verwerken- direct inzicht krijgen in kinderen en voorouders die in akten

genoemd worden.b

Een abonnement kost normaal € 26,60 maar voor onze leden nu dus slechts € 22,61. U hoeft het Open Archieven abonnement maar één keer te betalen, er zijn geen jaarlijks terugkomende kosten. URL naar de speciale kortingspagina op Open Archie-ven: https://www.openarch.nl/abonnement_voor_ngv_leden <<

Samenwerking met Open Archieven

Page 33: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Heraldisch TijdschriftPeriodiek voor wapen- zegel- en vlaggenkunde

jaargang 25Nummer

3meijuni

2019

Alexandr Grefensjtejn

heraldicus in Rusland

Page 34: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 2019

jaargang 25 nr 3 – mei/juni 2019

Bij de voorplaatHet voor Valerij en Olga Archipovo door de Russische heraldicus Alexandr Grefensjtejn ontworpen wapen werd op 27 mei 2010 in Jekaterinenburg (R) geregistreerd.Spreuk: Factum Fortitudo Fides Familia (daad, kracht, geloof, familie) in zwart op een lint van zilver. Zie het artikel op bladzijde 35 e.v. van dit nummer.Op de zoom onderaan: diverse wapens getekend door Alexandr Grefensjtejn.

Van de redactie Na de val van de Sovjet-Unie heeft de heraldiek in Rusland haar socialistische veren afgeschud. Bernard Grothues beschrijft het werk van Alexandr Gre-fensjtejn (Oeral). Karakteristiek is de aan de eigen krijgsgeschiedenis ontleen-de helm. De redactie heeft hem Bojarenhelm gedoopt naar een op internet gevonden Russische replica die onder die naam te koop werd aangeboden.

In dit nummer de knipoog naar Harry-Potterauteur J.K. Rowling die de wa-pens van toveracademie Hogwarts (Zweinstein) heraldisch beschrijft, maar die in de films en de merchandising met vrijheid werden vormgegeven. Ralf Hartemink in de rubriek Overheidswapens geeft de geschiedenis weer van het wapen van de nieuwe gemeente Gooise Meren. Het heeft de vijf boekweitkorrels van Bussum dat zich daarmee verheven voelde boven Hil-versum dat er maar vier heeft. Illustratief is de enquête met modellen die de Goose Meren onder de bevolking heeft gehouden: het gekozen wapen. Nu de verkozen burgemeester nog! Ook plaatsen wij nu weer vier wapens, nieuw geregistreerd door ons eigen Nederlands College Heraldiek. Nog een leuke vlag en wapen uit de vrije sector, namelijk van het dorp Ferwerd (Fr.). Op de achterzijde ten slotte de wapens van de informele machthebbers van Rotterdam tussen 1508 en 1860, getekend door de latere directeur van het Rijks Museum, Frederik Obreen. Veel kijk- en leesplezier.

Hans de Boo, hoofredacteur

COLOFONRedactie Heraldisch TijdschriftJ.A. de Boo, hoofdredacteurR.W. van Dijk, eindredacteurL.F. van der LindenT. MetselaarsRedactieadres:[email protected]

Het Heraldisch Tijdschrift (HT) wordt uitgegeven door de Nederlandse Genealogische Vereniging. NGV-leden ontvangen het blad als katern in het blad Gens Nostra. Voor een abonnement op uit-sluitend het HT à € 30,- p.j. en € 40,- p.j. bij een buitenlands adres, neemt men contact op met [email protected] onder vermelding ‘Abon-nement HT’. Voor losse nummers: Dienst Bestellingen NGV, Postbus 50, 3980 CB Bunnik, of [email protected]

Het blad biedt enerzijds wetenschappelijk verant-woorde publicaties over heraldische onderwerpen en terreinen die de klassieke heraldiek raken en is anderzijds een laagdrempelig forum dat lezers uit-nodigt tot publiceren van eigen onderzoek.

Taak redactieDe redactie selecteert kopij op bruikbaarheid en maakt deze pasklaar voor publicatie. Dit kan mee-brengen dat een bijdrage tekstueel wordt aange-past. Bij ingrijpende wijzigingen neemt de redactie contact op met de auteur, die zelf verantwoordelijk blijft voor de inhoud van de bijdrage. Artikelen in het HT geven dus niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie weer.

Auteurs leveren kopij MS-Word als platte tekst, uit-sluitend aan via [email protected] worden niet in de tekst, maar separaat bijgeleverd met ten minste 100 pixels per af te druk-ken centimeter (voor bijvoorbeeld een 1 koloms-foto 1000 pixels in de breedte).

Ontvangen artikelen – die niet eerder elders mogen zijn aangeboden - blijven twaalf maanden ter exclu-sieve beschikking van het Heraldisch Tijdschrift. In die periode en na plaatsing kunnen auteurs hun artikel niet elders aanbieden, ook niet in gewijzigde vorm. Auteurs zien af van enige vorm van vergoeding en het HT mag de tekst ongevraagd herdrukken zo-als in bundels, e.d.

Grafische productie: Stip.nl - DriebergenISSN: 1381-6675

Voor aanmelden als lid van de Nederlandse Genealo-gische Vereniging: [email protected]

Het orgaan van de NGV voor wapen-registratie en advies daarbij, is het Nederlands College Heraldiek, secretaris: drs. W.M.T. van Zon, [email protected]

Inhoud / Content ◙ Bernard Grothues: Alexandr Grefensjtejn, heraldicus in Rusland /

Alexandr Grefensjtejn, a Russian heraldist 35

◙ Robert van Dijk: Nooit een slapende draak kietelen / Never tickle a sleeping dragon 38

◙ Ralf Hartemink: Het wapen van de nieuwe gemeente Gooise Meren / The coat of arms of the new municipality of Gooise Meren 40

◙ Hans van Heijningen: Wapen en vlag voor Ferwerd (Fr.) / Coat of arms and flag for the village of Ferwerd (Fr.) 43

◙ Nederlands College Heraldiek: Vier nieuw geregistreerde wapens / Four newly registered coats of arms – Pieper / Harteveld / Rijploeg / Kitzen 44

◙ J.A. de Boo: Volksetymologie in wapens / Folk etymology in coats of arms 46

◙ Robert van Dijk, Wapentableau van de Pensionarissen en Secretarissen van Rotterdam (1508-1860) / Memory plaque with coats of arms of de Pensionaries and Secretaries of Rotterdam (1508-1860) 48

34

Page 35: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

35

Heraldici, wapenontwerpers en tekenaars (29)

Alexandr Grefensjtejn heraldicus in Rusland

Hij werd geboren op 24 augustus 1964 in Krasnotoerinsk in de regio Sverdlovsk, een stad in de centrale Oeral op 350 km afstand van Jeka-terinenburg. Hij studeerde aan de School voor de Kunst in Krasnotoe-rinsk en aan het Medisch Instituut van Sverdlovsk, de huidige Medische Universiteit in de centrale Oeral. Hij is illustrator en ontwerper van meer dan 150 gemeentelijke wapens en vlaggen voor de Russische Federa-tie in de regio’s Sverdlovsk, Tjoemen, Kemerovo en Tsjetsjenië.In zijn werk maakt hij gebruik van diverse computertechnieken. Hij werkt met vector formats en digi-taliseert tevens het werk van zijn Gildecollega’s.

Grefensjtejn is medeoprichter en lid van het Gilde van Russische he-raldische kunstenaars en lid van de Commissie van Symbolen van de regio Sverdlovsk. Tevens is hij me-deoprichter en lid van de Ural Heral-dic Association in Jekaterinenburg.

Socialistische heraldiekHoe is de situatie in de eenentwin-tigste eeuw voor wat betreft de heraldiek in Rusland? De na 1917

ontstane Unie van Socialistische Sovjet republieken had behoefte aan wapens, orden, vlaggen en ze-gels maar wilde geen gebruik meer maken van een overleefde en feo-dale vormentaal. In de eerste jaren na de Russische revolutie bloeide de vormgeving op in de Sovjet-Unie. Kunstenaars zochten en vonden

hhnieuwe stijlen, die in de beelden-de kunst en in de propaganda veel werden toegepast. Men experimen-teerde met lettertypen en druk-technieken. Onder Stalin en zijn opvolgers werd een ambtelijke en meer burgerlijke stijl voorgeschre-ven. Het communistische regime maakte een einde aan abstracte kunsten en het modernisme. Het officiële socialistisch realisme trad in de plaats van de moderne kunst-stromingen en ging ook de heraldiek beïnvloeden. Daardoor ontstond een geheel eigen stijl, die de nadruk legde op het doel van de commu-nisten: een welvarende maatschap-pij steunend op arbeiders. De oude heraldiek was verdacht en werd gezien als een liefhebberij in een oude feodale traditie. Wie zich er-mee bezighield zou licht voor reac-tionair worden versleten en zo zijn werk en zelfs zijn leven en dat van zijn gezin in gevaar kunnen brengen. Kenmerkend voor de socialistische heraldiek waren: hamer en sikkel, rode en gouden sterren, korenscho-ven, kransen en bloemen, tandwie-len, berglandschappen en een op-komende zon. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de politieke omwentelingen in Oost-Europa in

Bernard Grothues

Voor het eerst in deze rubriek ‘Heraldici, wapenontwerpers en tekenaars’ stel ik u een Russische heraldisch kunstenaar voor. Vandaag de dag zijn er door de sociale media geen grenzen meer om kennis te nemen en te maken met heraldici wereldwijd. Zo kwam ik onlangs via Facebook en internet in contact met de 54-jarige heraldicus Alexandr Grefensjtejn uit Jekaterinenburg, een Russische stad in de centrale Oeral.

HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 2019

Het huidige nationale wapen van Rusland

Het wapen van de Sovjet-Unie in de stijl van de socialistische heraldiek

Page 36: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 201936

de jaren negentig is veel socialisti-sche heraldiek vervangen door pre-communistische symbolen of geheel nieuwe wapens; na de revolutie een nieuwe evolutie!

Gilde van heraldisch kunstenaars in RuslandOp 21 februari 2006 werd in St.-Pe-tersburg een Gilde van heraldisch kunstenaars opgericht door vijf toonaangevende Russische heraldi-ci. Alexandr Grefensjtejn maakt hier deel van uit. Verder bestaat het uit Dimitri Ivanov, Michail Medvedev, Je-vgenij Oechnaljov en Michail Sjelk-ovenko. Het is een onafhankelijke organisatie onder de naam: Gilde van heraldisch kunstenaars.

In het Charter is bepaald dat het Gil-de zijn eigen symbolen vaststelt en toekent. Het basisprincipe van het heraldische wapen in het moderne Rusland is voor hen de historische Russische heraldiek. De prerevolutio-naire situatie is niet gekopieerd, maar is ontwikkeld en aangevuld.

Zo mag gebruik gemaakt worden van afbeeldingen van een stalen helm in metaalkleur. De kleuren zijn he-raldisch en van kleurtinten als paars mag gebruik worden gemaakt. Ver-der mag de vorm van het schild rond zijn, zoals we dat bijvoorbeeld zien bij het wapen van Saubanov.

Op 25 februari 2007 werd in St.-Pe-tersburg voor het eerst een tentoon-stelling van werken van Russische heraldisch kunstenaars georgani-seerd. Hieraan namen deel Alexandr Grefensjtejn, Izmail Efimov, Michail Medvedev, Jevgenij Oechnalev en Michail Sjelkovenko. Daarnaast ston-den op de tribunes werken van de kunstenaar Nikolaj Oekolov, evenals gemeentewapens van de overleden heraldicus Robert Malanitsjev.

Een van de meest unieke stukken was het album Golden Wedding, gemaakt in opdracht van Mstislav

Rostropovitsj en Galina Visjnevska-ja met zijn op de cover aangebracht wapenschild en een plaquette met hetzelfde wapenschild gesneden uit mammoetbeenderen. Uit het werk van Alexandr Grefensj-tejn zijn hier enkele voorbeelden genomen.

LykovWapen: In groen een gouden, van de schildranden uitgaande brug van twee halve en een hele steunboog, met daarop twee torentjes met koe-peldak en daartussen een zilveren handschoen; in de middelste boog een zilveren verkort latwerk, met in de vier openingen een klein schijfje.Helm: een stalen aanziende bojaren-helm met als helmteken drie veren, een groene tussen twee gouden, be-laden met een zilveren negenpuntige ster, bestaande uit drie door elkaar geplaatste driehoeken.Dekkleden: groen en goud.Spreuk: (vertaald) met gouden let-ters op een groen lint: eer - geloof - vrijHeid.Het wapen is in 2007 ontworpen door Dimitri Ivanov in samenwerking met Alexandr Grefensjtejn op ver-zoek van Alexander Vitaljevitsj Lykov uit Krasnodar (R).

SaubanovWapen: in een rond, rood en groen ge-deeld schild een rond gouden schild-je, getopt met een gesteelde gouden tulp met twee bladeren, rechts ge-houden door een steigerend zilveren paard met gouden ogen, tong, ma-nen, hoeven, staart en buikriem, links door een zilveren griffioen met gou-den tong, nagels en vleugels.

Helm: een stalen aanziende bojaren-helm met als helmteken een rode en een groene struisveer met daartus-sen twee achtpuntige sterren in zil-ver boven elkaar.Dekkleden: rechts rood en zilver, links groen en zilver.Het wapen werd ontworpen door Alexandr Grefensjtejn in 2008 op verzoek van Rasjid Zijatdinovitsj en Fanyoi Fagimovna Saubanova en ge-registreerd in het register van officië-le symbolen van de regio Sverdlovsk.

RogotnevyWapen: In rood een klimmende beer houdende tussen de voorpoten een paalsgewijs geplaatste lans.Helm: een aanziende bojarenhelm met als helmteken twee afgewende berenkoppen met blauwe ogen en rode tong, met daartussen een zilve-ren struisveer.Dekkleden: rood en goud. Op een rood lint de spreuk dispici corde (leT op HeT HarT) in goud.

Page 37: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

37HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 2019

Het wapen werd ontworpen in 2010 door Alexandr Grefensjtejn met me-dewerking van Nicolaj Tsjernoechin en ontworpen op verzoek van de echtgenoten Vladimir Arkadjevitsj en Olga Anatoljevna Rogotneva in Jeka-terinenburg (R.) Ingeschreven in het heraldisch register van de Republiek Mari El (registratie N 4,35, certificaat uitgegeven op 1 februari 2011).

ArchipovoWapen: zilver en rood doorsneden met een rood en goud doorsneden verkort en versmald breedarmig kruis, de onderste en bovenste arm herkruist, in de hoeken vergezeld boven van twee rode vlammen-de handgranaten, onder van twee granaatappels.

Helm: een gewende bojarenhelm met als helmteken een zilver ge-teugelde en gebreidelde, goud vuur spuwende rode draak, de vleugel beladen met een gouden pijlpunt.Dekkleden: rood en zilver.Spreuk: facTum forTiTudo fides fa-milia (daad, kracHT, geloof, familie) in zwart op een lint van zilver.

Het wapen werd door Alexandr Gre-fensjtejn ontworpen voor Valerij en Olga Archipovo en op 27 mei 2010 in Jekaterinenburg geregistreerd.

Savalyev

Wapen: Doorsneden, boven in zilver een rode, gaande leeuw met gouden halsband, houdende tussen de voor-poten een toegewende rode ade-laarsvleugel, beladen met een gou-den vijfpuntige ster; onder, in rood een omgewende, gouden, gaande leeuw met zilveren halsband, hou-dende tussen de voorpoten een toegewende gouden adelaars-vleugel beladen met een rode vijf-puntige ster; het veld geflankeerd,

doorsneden van het een in het ander.Helm: een bojarenhelm met als helm teken twee toegewende leeu-wenklauwen, houdende een gouden Mercuriusstaf.Dekkleden: rood en zilver. Spreuk: (vertaald) geen obsTakels, maar doelen in zwart op een lint van zilver.

Het wapen werd in 2012 door Alex-ander Grefensjtejn ontworpen voor Valerij Borisovitsj Savaljev en in Je-katerinenburg geregistreerd.

Regiowapen SverdlovskWapen: In rood een zilveren klim-mende vos, houdende in de beide voorpoten een omgekeerde gouden pijl. Het schild gedekt met een gou-den tsarenkroon.Schildhouders: twee gouden griffi-oenen met vlag en stok met gou-den franjes in de kleur van de regio Sverdlovsk, staande op een voet-stuk van gouden cedertakken en bladeren, doorsneden met een lint met gouden randen met daarop de spreuk: (vertaald) regio die de macHT ondersTeunT. Het wapen werd in 2005 door Alexandr Grefensjtejn ontworpen.

Regiowapen Sverdlovsk

Bronnenhttps://de-de.facebook.com/public/

Alexander-Grefensteinhttps://[email protected]@gmail.com

Page 38: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 201938

Bekijk het met een heraldische bril:

Nooit een slapende draak kietelen

Kijk naar de geestige oplossingen en de soepele vormen. De Harry Potter-stijl steekt in ieder geval gunstig af bij de krachteloze Biedermeier-peri-ode die gelukkig ver achter ons ligt. En ja, klassieke heraldici als Thomas de Rouck (1592-1660) pater Sylves-ter Petra Sancta (1590-1647) zijn in Amerika niet bekend - so what - de afbeeldingen zijn er niet minder

contrasterend door. een slapende draak nooiT kieTelen, de spreuk van het wapen van Zweinstein, de Hog-warts School of Witchcraft and Wi-zardry, de school voor magie voor studenten in de leeftijd van 11 tot 18 jaar, uit de Harry Potter-boeken van J.K. Rowling. De letter H in het mid-denschild is van Hogwarts. De vier kwartieren vertegenwoordigen de

vier groepen studenten. J.K. Rowling neemt de heraldiek heel serieus. In haar Harry Potter-boeken beschrijft zij tot in detail de wapens van het instituut Zweinstein en de vier groe-pen studenten. De filmmaatschappij heeft daarin geen inspraak gehad, maar ging kennelijk in de praktijk haar eigen gang. Er zijn op de tover-school in kasteel Zweinstein vier af-delingen studenten, in het Engels: Gryffindor, Slytherin, Ravenclaw en Hufflepuf. De vertaling in het Ne-derlands is: Griffoendor, Zwadderich, Ravenklauw en Huffelpuf. Schrijfster Rowling baseert de wapens op ver-onderstelde karaktertrekken. Kenne-lijk heeft de tekenaar veel vrijheid ge-kregen of genomen bij het afbeelden. Zo is de leeuw omgewend, de raaf is een arend geworden en de kleuren zijn aangepast. Bij toveren kan alles. De vier wapens zijn:

GryffindorGrondlegger was Godric Gryffindor, de eigenaar van de sorteerhoed. Hij gaf de hoed opdracht om voor de afdeling Gryfindor moedige en rid-derlijke studenten te kiezen, maar de hoed koos ook de leden van de andere afdelingen en met andere

roBert van dijkJ.K. Rowling doet haar best om de heraldiek een plaats te geven in haar Harry Potter-boeken. Zo brengt zij de heraldiek binnen de belevingswereld van kinderen. Zij kiest daarvoor dieren, kleuren en Amerikaanse tekenaars hebben er vette wapens van gemaakt. Moeten wij daar nu de neus voor ophalen? Nee, want de tekeningen voldoen aan de klassieke regels van de heraldiek en zijn krachtig en compleet. Ja, modern ook, want de tijd heeft niet stilgestaan.

Page 39: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

39HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 2019

eigenschappen. Harry’s vader Ja-mes en peetvader Sirius Black (Siri-us Zwarts) waren Gryffindors; Dum-bledore (Perkamentus) was ook een Gryffindor en was in zijn tijd zelfs afdelingshoofd. Huidig afdelings-hoofd is Minerva McGonagall (ver-taald als Minerva Anderling), in de films heel soeverein gespeeld door Maggie Smith. Voor J.K. Rowling was Gryffindor de belangrijkste groep en voor haar is moed de belangrijkste eigenschap. Misschien dat daarom het wapen van Gryiffindor in het eerste kwartier staat in het wapen van Zweinstein. Het dier is de leeuw, de kleuren zijn rood en goud en sa-menvattend zijn de karaktertrek-ken van de leden: moedig en rid-derlijk met lef. Desgevraagd deelde Rowling de Britse politicus Gordon Brown in bij Gryffindor (!). De helm en het helmteken zijn klein. Op de wrong is een driehoek te zien met een wassenaar en een vijfpuntige ster, magische symbolen. De helm-kleden zijn goud, gevoerd met rood.

SlytherinGrondlegger van deze afdeling was Salazar Slytherin. Het belangrijkste voormalig lid van afdeling is Tom Riddle (Marten Vilijn), ofwel Lord Voldemort. Een ander bekend lid is Professor Snape (Sneep). Snape was een akelige, gemene man, maar hij werkte wel voor de goede kant: je hoeft niet goed te zijn om goed te doen, is de moraal. J.K. Rowling heeft altijd gesteld dat niet alle leden van Slytherin slecht zijn en dat het geen slechte afdeling is. De mensen met

de eigenschappen die Slytherin be-langrijk vond, hebben helaas de aan-leg voor om de verkeerde kant te kiezen. Hun dier is de slang, de kleu-ren zijn groen en zilver. Veronder-stelde karaktertrekken: ambitieus, vindingrijk en sluw. Als helmteken op de wrong wordt de slang uit het wapen herhaald. De helmkleden zijn zilver, gevoerd met groen.

RavenclawGrondlegger van Ravenclaw is een vrouw: Rowena Ravenclaw. De in het boek beschreven kleuren zijn blauw en brons. Voor Rowling zijn belang-rijk: intelligentie, kennis, snelheid van begrip. Omdat de boeken bepalend zijn en niet de films, constateren wij dat in het authentieke wapen van Zweinstein (want dat is afgebeeld op het titelblad van het eerste boek) de vogel in het kwartier van Ravenclaw een arend is. Rowling heeft in haar boeken de kleuren bepaald op blauw en brons. In de films zien wij echter een raaf in blauw en zilver, zittende op een tak, die is dus niet zoals door

Rowling is aangegeven. Op de helm slechts een wrong, zilver met rood. De zilveren, met blauw gevoerde helmkleden lijken zelf een vogel te vormen met geopende vlucht.

HufflepuffOok van Hufflepuff is de grondleg-ger een vrouw: Helga Hufflepuff. Het dier is een das. Toegedichte eigen-schappen zijn: hard werken, geduld, trouw en eerlijkheid. De kleuren zijn zwart (aarde) en goud (graan). Op de helm wordt het helmteken, een staande das, herhaald. De helmkle-den zijn goud, gevoerd met zwart.Een belangrijk voormalig lid is Newt Scamander, die wij later nog tegen-komen als de auteur van het boek

Fantastic Beasts and Where to Find Them. Hij is een deskundige op het gebied van magische dieren en op Zweinstein leren ze dierkunde uit zijn boek. Er zijn recent ook twee films gemaakt met hem in de hoofdrol. De scripts van de Fantastic Beasts-films zijn geschreven door J.K. Rowling zelf.

De films hebben een enorme spin-off gekregen voor wat betreft mer-chandising. Om het in het Neder-lands te zeggen: er zijn veel artikelen te koop waarop de wapens zijn af-gebeeld, van nette badges voor op een jasje, tot thee-mokken, sleutel-hangers en zo voort.

Dit artikel kwam tot stand met hulp van Nina de Boo, die vanuit Nieuw-Zeeland commen-taar en gegevens leverde. Waarvoor dank!

Page 40: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 201940

Ralf HaRteminkDe nieuwe gemeente Gooise Meren is per 1 januari 2016 ontstaan uit de gemeenten Naarden, Bussum en Muiden. Naarden en Muiden werden gemeenten in het Koninkrijk Holland en van beide werd het wapen bevestigd op 26 juni 1816, net als de meeste andere gemeenten in Noord-Holland. Bussum werd in 1817 afgesplitst van Naarden als een eigen gemeente. Pas op 24 december 1896 werd Bussum een wapen verleend.

Het wapen van de nieuwe gemeente Gooise Meren

NaardenHet wapen van Naarden is sinds 1534 bekend van stadszegels. Naar-den verkreeg stadsrechten in 12551 of rond 1300.2 Of toen al een zegel werd geslagen en wat de voorstelling daarvan was, is niet bekend. Het wel bekende zegel is in ieder geval ouder dan 1534, maar niet is bekend wan-neer het werd geslagen.

De dubbele adelaar is volgens overle-vering de Rijksadelaar van het Heili-ge Roomse Rijk en is in gebruik sinds 1443.3 Daarvoor was de Rijksadelaar éénkoppig. Het zegel en het wapen

dateren dus van na 1443. Waarom Naarden de Rijksadelaar opgenomen zou hebben, is ook niet duidelijk; de stad kreeg stadsrechten van Floris V of een van zijn voorgangers, en werd in 1355 herbouwd door Willem van Beieren als graaf van Holland. De stad is nooit een vrije Rijksstad geweest.Lange tijd vermeldde de gemeente Naarden in publicaties en later op de website ‘Waarschijnlijk werd dit wa-pen reeds in het jaar 936 aan Naar-den geschonken door Keizer Otto II. Zekerheid hieromtrent bestaat niet, hoewel dit wel valt aan te nemen, daar in die tijd dit machtssymbool werd uitgegeven aan steden van welke macht moest uitgaan’.4 Dat de dubbelkoppige adelaar pas 500 jaar later werd ingevoerd was de ge-meente blijkbaar niet bekend!Het Gooi behoorde vanaf het mid-den van de tiende eeuw tot de Ab-dij van Elten, een Rijksabdij (een on-afhankelijke abdij binnen het Rijk), maar in 1280 werden alle rechten over het Naerdincklandt overgedra-gen aan Floris V, dus ver voor het ge-bruik van de dubbelkoppige adelaar. Het is echter wel mogelijk dat de stad later de adelaar heeft opgenomen als historisch element voor de Rijksab-dij, maar dit blijft speculatie. De abdij zelf voerde de Rijksadelaar niet.Het wapen werd in ieder geval al

gebruikt rond 1600. Het komt voor op kaarten en schilderijen. De kleu-ren waren de Rijkskleuren goud en zwart. Dit ‘aloude stadswapen’ werd door de gemeente ingezonden aan de Hoge Raad van Adel en in 1816 bevestigd. De beschrijving van het bevestigde wapen luidt: ‘Van goud, waarop een dubbelden arend van sabel’.

Muiden

Over het wapen van Muiden is niet veel bekend. Muiden verkreeg in 1296 stadsrechten.1 Het oude stads-zegel van Muiden vertoont een kog-ge tussen twee torens,5 latere acht-tiende-eeuwse zegels vertonen een wapen met een dwarsbalk, ge-houden door een meerman en een meermin. Deze laatste voorstelling is

Afb. 1 Wapen van Naarden (1816-2016), uit Gemeentewapens in Nederland,

BNG-uitgave, z.j.

Afb. 2 Wapen van Muiden. De wapenspreuk Sig. Opp. MudenSiS betekent gewoon: zegel van de

stad Muiden

Page 41: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

41HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 2019

ingedienden bevestigd in 1816.De betekenis van de dwarsbalk is niet duidelijk. Het kan de Vecht voorstellen, en/of afgeleid zijn van de middeleeuwse vlag van de stad. Het wapen wordt - zonder de schildhouders - afgebeeld op de kaarten van Blaeu uit de zeventien-de eeuw. Evenmin is de oorsprong van de kleuren bekend.Er bestaat ook een sage over de schildhouders; waarbij een meer-man uit de Zuiderzee opdook en de profetische woorden sprak ‘Mude zal Mude bliven, maar Mude zal noit becliven’. Wanneer de schildhouders precies verschijnen, is echter weer niet bekend. De beschrijving van het verleende wapen luidt ‘Van lazuur beladen met een fasce van zilver. Het schild gehouden door een meer-man en eene meermin’.NB: De meerman en -min zijn van natuurlijke kleur, de meermin houdt een spiegel, de meerman een drie-tand in de vrije hand, over de staar-ten en onder het schild hangt een lint van wit met het opschrift sig.opp.mudensis. Het schild bovendien gedekt met een schelp, waaruit een struik komt, alles van goud.

BussumDe gemeente Bussum was vrij laat met het aanvragen van het wapen. De gemeente was in 1817 ontstaan

uit Naarden en had daar historisch altijd toe behoord. Er waren dan ook geen oude zegels of wapens van het dorp bekend. In 1817 stuurde de toenmalige Schout van Bussum, Thierens, een verzoek voor een wa-pen in met vijf boekweitkorrels (op de tekening zwarte korrels op blauw), zie afbeelding 4.

Het wapen is echter nooit verleend. De reden daarvan is niet duidelijk. Het kan ‘vergeten’ zijn bij de Hoge

Raad van Adel of, zoals het Bussums Historisch Tijdschrift (BHT) be-schrijft: ‘Het boterde niet erg tussen Thierens en de pas ingestelde Bus-sumse gemeenteraad. In 1820 werd hij op verzoek van de gemeenteraad door de koning ontslagen. Mogelijk is de aandacht voor het gemeen-tewapen er daardoor een beetje bij ingeschoten’.6

In ieder geval werd er geen wapen verleend aan Bussum. Pas in 1896 werd hetzelfde wapen opnieuw

Afb. 6. Ontwerpen voor het wapen van Gooise Meren, voorgelegd aan de bevolking

Afb. 3 De oudste zegel van Muiden uit 1350. (Uit : Ewe, 1972)

Afb. 5 Wapen van Bussum (1896-2017)Afb. 4 Het in 1817 aangevraagde wapen van Bussum (Archief Hoge Raad van Adel)

Page 42: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 201942

aangevraagd door de gemeente.

Volgens de gemeente was dit het oude wapen van Bussum en stond het afgebeeld op het oude raadhuis. Op oude foto’s van dit raadhuis (af-gebroken in 1885) staat inderdaad een wapen, het is echter niet meer te zien wat de voorstelling was (zie af-beelding 5).7

Volgens de overlevering was het wa-pen gebaseerd op dat van Hilversum, maar met een extra korrel, omdat Bussum zich verheven voelde boven Hilversum (!). In ieder geval was in het Gooi in de 19e eeuw de boekweitteelt belangrijk; het wapen was dus sowie-so passend voor de gemeente.De beschrijving van het wapen was: ‘In azuur 5 schuinkruiselings gerang-schikte boekweitkorrels van goud, waarvan de 4 in de schildhoeken

geplaatst met de uiteinden naar het schildhart, de eene in het hart ge-plaatste met het uiteinde naar de schildpunt gericht’.Het nieuwe wapen van Gooise Meren bestaat uit elementen van de wa-pens van de opgeheven gemeenten. De zilveren dwarsbalk is afkomstig uit het wapen van Muiden, de ade-laar uit het wapen van Naarden en de boekweitkorrels uit het wapen van Bussum. Het wapen is ontworpen door de Hoge Raad van Adel.Opvallend is dat de kroon is wegge-laten. Deze wordt normaal verleend aan nieuwe gemeenten, maar de ge-meente had acht varianten van het wapen voorgelegd aan de bevolking (zie afbeelding 6) en de meest ge-kozen variant was een wapen zonder kroon (28% van het totaal aantal van

jna 1600 stemmen). De gemeente heeft zich daarbij neergelegd en dus de kroon niet aangevraagd.De acht voorgelegde ontwerpen hadden allen hetzelfde basismotief, uitgevoerd in twee kleuren (zilver en blauw) en al dan niet met kroon en de oude schildhouders uit het wapen van Muiden.8

De gemeente gaf in 2016 aan in een raadsvergadering dat het wapen niet veel gebruikt zou worden.9 Het wordt ook nergens genoemd op de website of in uitingen van de gemeente (mei 2018). Het wapen werd verleend op 8 maart 2017 met de volgende be-schrijving ‘In azuur een dwarsbalk van zilver beladen met een dubbel-koppige adelaar van sabel en ver-gezeld boven van drie en onder van twee boekweit-korrels van goud, alle met de uiteinden naar het schild-hart.’ Zie afbeelding 7.

Noten1. Wikipedia, Lijst van Nederlandse plaatsen met stadsrechten.2. Wikipedia, Naarden.3. Hamkens, F.H., Alte Deutsche Reichsadler. Deutscher Verlag Die Osterlingen, Brussels, 1944.4. Informatie gemeente Naarden, ca. 1995.5. Ewe, H., Schiffe aus Siegeln. VEB Hinstorff Verlag, Rostock, 1972.6. Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 32, nummer 2 (september 2016), pag. 14-17. 7. www.historischekringbussum.nl.8. Rapport onderzoeksbureau Moventem, 2016 i.o.v. de gemeente Gooise Meren.9. Gooi- en Eemlander, 6 oktober 2016.

Afb. 7. Wapen nieuwgevormde gemeente Gooise Meren

Page 43: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

43HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 2019

Vlag en wapen voor Ferwerd (Ferwert)hans van heijninGen, tekeninGen jelle terluin

VooraankondigingIdentities, status and state intervention in Early modern heraldryOnder bovengenoemde titel vindt plaats het 21e Colloquium of the International Academy of Heraldry samen met de 9e Arenberg Confe-rence for History.

Data: van 18 tot 20 september a.s. op het universitair terrein van de stad Antwerpen. Deelnemers beta-len € 100,- of voor één dag € 45,-. Aansluitend, op 21 september kan

worden deelgenomen aan een bege-leide excursie naar Gent (€ 30,-).Contactpersoon is [email protected]. Meer info: zie www.uantwerpen.be.

Het dorp Ferwerd was hoofdplaats van de grietenij, later gemeente Ferwerderadeel. Per 1 januari 2019 is deze ge-meente samengevoegd met de gemeenten Kollumerland & Nieuwkruisland en Dongeradeel tot de nieuwe gemeente Noardeast-Fryslân.

Wapen Ferwerd: Gedeeld van blauw en rood met over alles heen een uit de schildvoet oprijzende gouden terp, beladen met een rood, verkort breedarmig kruisje; het blauw en rood ieder beladen met een zilveren aardappelbloesem met een gouden hart; in het schildhoofd over alles heen een gouden kroon van drie bla-den en twee parels.

Vlag Ferwerd: Een broeking ter leng-te van 1/5 vlaglengte in drie even hoge banen geel-rood-geel met op het rood een zespuntige gele ster; een vlucht in drie even hoge banen blauw-geel-blauw.

Verklaring: Het dorp Ferwerd heeft drie buurten: Hege Buorren, Lyt-se Buorren en Nije Buorren. Daar-om is het wapen in drieën verdeeld. De terp met het kruisje verwijst naar het klooster Foswert en ook naar de

monumentale kerk op de terp. Rood is de kleur van de liefde die uitgangs-punt moet zijn in het christelijk leven.De kroon symboliseert twee zaken:1 De edele families Cammingha,

Burmania en Herjuwsma, die al-len hun stinsen in/om Ferwerd hadden staan, en

2 Ferwerd was eeuwenlang de hoofdplaats van de grietenij/ge-meente Ferwerderadeel.

De aardappelbloesems duiden op de boeren en tuinders die in de omge-ving van Ferwerd op de vruchtbare kleigrond uiteenlopende gewassen verbouwden, zoals aardappels, no-ten, vlas en bieten.De vlag is ook - om eerder genoemde reden - in drieën verdeeld (banen) en is ook een knipoog naar de oude vlag van Ferwerderadeel, waarin zeven sterren stonden. Eén daarvan stond voor Ferwerd en die staat nu aan de broekzijde van de dorpsvlag.

Vlag en wapen zijn ontworpen door Jelle Terluin van de Fryske Rie foar Heraldyk en geregistreerd in het Genealogysk Jierboekje 2018, pag. 268-269.

Page 44: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Nederlands College

Heraldiek

Wapen­registraties

HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 201944

PIEPER (Schoonebeek, Drenthe)

Beschrijving: Schild: in blauw een gouden krukkenkruis vergezeld van vier zilveren vogels (piepers). Helmteken: een gouden gewei. Dekkleden: blauw, gevoerd van goud. Devies: vivaT crescaT floreaT.

Dit wapen is in 2017 ontworpen in samenwerking met aanvrager ten behoeve van de naamdragende nakomelin-gen van de vader van de aanvrager. Aanvrager stamt af van Johann Theodor Pieper, gebo-ren Lingen-Biene of Buren (D.) 16 maart 1767, kolonist te Nieuw-Schoonebeek, overleden aldaar 5 april 1837, zoon van Herman Pieper en N.N.; hij trouwde 1797 met Anna Adelheid Hillen, geboren Schepsdorf of Buren (D.) 1769, overleden Nieuw-Schoonebeek 20 december 1851, doch-ter van Jan Hillen en Anna Hersen.

Geregistreerd op verzoek van Henderikus Theodorus Ma-ria Pieper, geboren Schoonebeek 10 mei 1962, wonende te Schalkhaar, zoon van Hermanus Johannes Maria Pieper en Geesje Maria Lucas.

Registratie NRF 2018.269. Amsterdam, 6 april 2018.

Motivering:Het kruis is gekozen om het r.k.-geloof; het krukkenkruis is deel van het Jeruzalemwapen. De vier vogels zijn een spre-kend element vanwege de naam Pieper. Het gewei verwijst naar de generatielange traditie van het jagen.

HARTEVELD (’s-Gravenhage)

Beschrijving: Schild: in blauw twee schuingekruiste zilveren haringen, vergezeld van vier gouden harten.Helmteken: een acht-spakig gouden stuurrad. Dekkleden: blauw, gevoerd van zilver.

Dit wapen is in 2018 ontworpen door Henk ‘t Jong te Dor-drecht voor de aanvrager en zijn naamdragende nakome-lingen. Aanvrager stamt af van Cornelis Cryne Harteveld, geboren te Zandvoort in 1655, begraven te Scheveningen op 15 februari 1727, zoon van Cryn Willems Harteveld; ge-trouwd te Scheveningen op 7 mei 1684 met Lijsbeth Wou-ters Pronk, gedoopt te Scheveningen op 1 augustus 1655, overleden, begraven aldaar op 14 april 1737.

Geregistreerd op verzoek van Edwin Martinus Harteveld geboren te ’s-Gravenhage op 12 maart 1970, wonende te Musselkanaal, zoon van Martinus Harteveld en Lucia Cor-nelia Hendrika van Dijk.

Registratie NRF 2018.268. Amsterdam, 6 april 2018.

Motivering:De wapenkleuren en de haringen zijn genomen uit de ge-meentewapens van Zandvoort, de bakermat van de fami-lie, en Scheveningen, de uiteindelijke vestigingsplaats. De gouden harten in het schildveld zijn de sprekende elemen-ten van het wapen. Het stuurrad verwijst naar het beroep van zeevaarder dat door verschillende generaties werd beoefend.

Page 45: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

45HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 2019

RIJPLOEG (Appingedam, Groningen)

Beschrijving: Schild: golvend gedwarsbalkt van acht stukken van groen en zilver, over alles heen schuin gekruist een smidshamer en schoenmakershamer, beide van rood.Helmteken: een uit gouden vlammen oprijzende zilveren feniks, goud gebekt en rood getongd, de zilveren vleugels met rode slagpennen en beneden de zilveren borstveren een rood lijf.Dekkleden; groen, gevoerd van zilver.

Dit wapen is in 2015 in samenwerking met aanvrager ontwor-pen door Piet Bultsma-Vos te Oosterwolde, ten behoeve van de naamdragende nakomelingen van Hindrik Harms Rijploeg.Aanvrager stamt af van Hindrik Harms Rijploeg geboren te Weener (D.) 19 december 1765, overleden te Appingedam op 26 april 1830, smid aldaar; trouwde te Appingedam op 15 november 1797 met Henderijka Roelfs de Vries, ge-doopt te Appingedam 3 oktober 1762, overleden aldaar 29 januari 1847, dochter van Roelof Izaaks en Epke Warners.

Geregistreerd op verzoek van Robert Rijploeg, geboren te Groningen op 23 augustus 1966, wonende te Zwolle, zoon van Jacob Rijploeg en Aaltje Willemina Drost.

Registratie NRF 2018.267. Amsterdam, 6 april 2018.

Motivering:Het wapen bestaat uit acht golvende banen van groen en zilver, die verwijzen naar de kleuren van de vlag en wapen van de stad en de provincie Groningen. De golven verwij-zen naar het schippersverleden van de familie. De smids- en schoenmakershamer herinneren aan twee voorouders van de aanvrager, resp. Hindrik Harms Rijploeg, smid van beroep en afkomstig uit Weener (Dld) en Siebe Rijploeg die schoenmaker was.Het helmteken refereert aan de stad Weener, de geboorte-plaats van de stamvader, die de feniks in zijn wapen heeft.

KITZEN (Papenhoven, Limburg)

Beschrijving: Schild: in blauw twee schuin gekruiste zilveren zwaarden met gouden gevest waaroverheen geplaatst een gouden lier, en in een gegolfde gouden schildvoet een schuin ge-kruiste zwarte beitel en hamer der mijnwerkers. Helmte-ken: een onklaar zilveren anker. Dekkleden: blauw, gevoerd van goud.

Dit wapen is in 2017 in samenwerking met aanvrager ont-worpen ten behoeve van de naamdragende nakomelin-gen van Hubertus Kitzen (Urmond 1893 - Sittard 1960), gehuwd met Antje Weeren (1894-1992), grootvader van de aanvrager. De familie stamt af van Lambertus Kitzen, gedoopt te Papenhoven op 1 januari 1727, overleden te Grevenbicht op 17 mei 1804, zoon van Theodorus Kitzen en Odilia van de Weerth; trouwde te Papenhoven op 9 juli 1769 met Maria Vencken, gedoopt te Papenhoven op 12 februari 1750, overleden te Grevenbicht op 18 september 1823.

Geregistreerd op verzoek van Hubertus Joseph Arthur Kit-zen, geboren te Geleen op 1 augustus 1950, wonende te Geleen, zoon van Joseph Arthur Kitzen en Maria Catharina Jacob.

Registratie NRF 2018.270. Amsterdam, 13 juni 2018.

Motivering:De golvende schildvoet staat voor de waterlijn van de zee. De Kitzens hebben zich verspreid over diverse lan-den. De lier verwijst naar het sterrenbeeld Lyra, gebruikt in de zee-navigatie. De gekruiste zwaarden symboliseren rust. Stamvader Hubertus was betrokken bij de mijnbouw evenals vier van zijn zonen, vandaar het mijnwerkerssym-bool in het wapen. Het anker als helmteken wijst naar bin-ding en hoop, die centraal staan bij het maatschappelijk optreden van de familie in beroepen en functies bij over-heid, bedrijfsleven en binnen verenigingen.

Page 46: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 201946

Volksetymologie in wapens

Heraldiek kent een soortgelijk feno-meen: sprekende wapens waarbij de etymologie van de naam niet over-eenstemt met het wapenbeeld. Ik geef vier voorbeelden.

Broek in de naam van de voormali-ge gemeente Abbenbroek verwijst naar het drassige land in en om het dorp, dat oorspronkelijk onder de heerschappij van de abdij van Ech-ternach viel. Er is al een zegel bekend uit 1346 van Jan Aernoutz van den Broeke, met daarop een wapen met een korte broek. Dat is dus kennelijk sprekend bedoeld. In de verschillende bronnen komen verschillende kleuren voor. Het Grand Armorial équestre de la Toison d’or (1429-1461) geeft de kleuren zilver op rood.

Op 24 juli 1816 werd het wapen door de Hoge Raad van Adel bevestigd:

“Van keel, beladen met een broek van zilver”.

De oorsprong van het in 1817 beves-tigde gemeentewapen van Hens-broek: “Van keel met een broek van goud, waarop rustende een hen van zilver”, gaat terug tot in de vijftien-de eeuw. De naam Heynsbroec die al voorkomt al in een charter van 1120, betekent het drassige land van een zekere Heyn. Het oudste wapen ver-toont een hen, staande op een heu-veltje. In die tijd was het dorp nog omgeven door water. 120 jaar later, het Wogmeer en de Heer Hugowaard zijn dan inmiddels drooggelegd, houdt de hen een broek in zijn poot. Het in 1817 geregistreerde wapen zal dus daarna ontstaan zijn. Het wapen doet nu wat koddig aan. Dat zal aan het begin van de zestiende eeuw, toen de etymologie van het woord broek

nog algemeen bekend was als drassig land, zeker niet het geval zijn geweest.Het grafelijk geslacht Henneberg noemde zich naar hun burcht de Henneburg, gelegen op de Henne-berg op de grens van Thüringen en Beieren. Henne heeft hier niets met een hen te maken maar duidt waar-schijnlijk of een voornaam Henne als verbastering van Heinrich.

Nog een Nederlands voorbeeld, het wapen van de Pieter Pietersen Heyn, beter bekend als Piet Hein (1577-1629) de zeeheld uit Delfshaven. Zijn zegelstempel, hierna afgebeeld stamt hoogstwaarschijnlijk uit 1629, het jaar waarin hij schepen van Rot-terdam werd. Het vertoont een vo-geltje (piet) gezeten op een heining.

j.a. de BooVolksetymologie zou men kunnen omschrijven als de vervor-ming van vreemde woorden in Nederlands klinkende. Soms kunnen die verduidelijkend zijn: galerij wordt gaanderij, rotonde wordt rontonde. Soms ook ontstaan er complete onzinwoorden: scorbuut wordt scheurbuik en ook de ons bekende biefstuk is een vernederlandsing van het Engelse beefsteak. Hoewel, niemand herkent biefstuk nog als een vreemd woord.

Henneberg, Zürcher Wappenrolle, circa 1340

Page 47: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

47HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 2019

De wapenkleuren verschillen hier en daar. Op het wapenbord, oorspron-kelijk waarschijnlijk in de Oude kerk te Delft, nu in de collectie van het Museum Rotterdam, zijn ze zwart op goud. Op een gevelsteen aan de Piet Heinstraat 6 te Delfshaven zijn de kleuren zilver op blauw. Het ma-rine-embleem van het fregat Zr. Ms. Piet Hein volgt de kleuren van het rouwbord.

WeselDe beroemde Brabantse arts, An- dreas Vesalius, kwam op 31 decem-ber 1514 in de Brusselse wijk Marol-len, aan de voet van het galgenveld

ter wereld als Andries Wytinck van Wesele. Hij stamde uit een geslacht van vooraanstaande medici, afkom-stig uit het Duitse stadje Wezel. Zijn overgrootvader was de lijfarts van Karel de Stoute; zijn grootvader die van Maximiliaan van Oostenrijk. Zijn vader was apotheker. Later zou hij uitgroeien tot de grondlegger van de moderne anatomie door zijn kennis via de sectie op overledenen, vaak veroordeelde misdadigers. Zijn be-vindingen legde hij neer in een ma-gistrale anatomische atlas De Hu-mani Corporis Fabrica (Over de bouw van het menselijk lichaam, Ba-zel 1543). Het boek is verlucht met prachtige, kunstzinnige houtsneden

– op zichzelf al een novum in die tijd – van de hand van de Italiaanse kunstschilder Johan van Kalkar. Op de voorpagina prijkt onder meer zijn familiewapen met drie onder elkaar geplaatste wezels, verwijzend naar zijn naam en de plaats van herkomst van zijn familie.Maar wat heeft het wapen van de stad Wezel met het marterachtige diertje te maken? Niets.De naam van de stad Wezel of We-sel in het Duits, duikt voor het eerst op in een document uit 1 mei 1065 als Villa Wisele. Over de etymologie van dat woord zijn de geleerden het niet helemaal eens, ‘An der sumpfi-gen Flusswiese’ of ‘Wiesenniederung’ of ‘Wiesengut’. Wel over de beteke-nis: Wiese of weide. Was men twee eeuwen later, in 1269, die betekenis al vergeten? Dan verschijnt er in het tegenzegel van de stad een wezel en voor alle duidelijkheid werd er ook nog eens het woord musTela, dat is Latijn voor wezel aan toegevoegd.Sinds het einde van de veertien-de eeuw (1397) komt in zegels het stadswapen met drie wezels voor. Rond 1600 werd daar het zilveren hartschild uit het wapen van de gra-ven van Kleef, die de stad stadsrech-ten verleenden, aan toegevoegd. De verklaring dat drie zwangere we-zelvrouwtjes met hun nestjes als oorsprong van de stad vormden, kan dus gerust naar het rijk der fabelen worden verwezen.

Bronnen en literatuur- Met dank aan Ralf Hartemink, in wiens di-

gitaal archief ik vrijelijk mocht grasduinen.- Stadt Wesel in : Stadler, Klemens, Deut-

sche Wappen, Bundesrepublik Deut-schland (Bremen 1972) Bd 7 p.100.

Wapen van Pieter Pietersz. Heyn op zijn praalgraf in de Oude Kerk te Delft (1629)

Wapen Andreas Vesalius

Zegel Piet Hein

Page 48: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

HeraldiscH TijdscHrifT jaargang 25, nr. 3 – 201948

De wapenkaart werd in 1864 vervaardigd door F.D.O. Obreen, de latere directeur van het Rijks Museum. Het is een houten bord van 95 bij 87 cm, waarop met waterverf de familiewapens zijn geschilderd. Een pensionaris was de voornaamste adviseur in dienst van de stad ten tijde van de Republiek. Hij trad ook op als secretaris bij vergaderin-gen van burgemeesters, de vroedschap en het gerecht, maar werd later vaak vervangen door een secretaris. Door-dat een pensionaris vast in dienst was - in tegenstelling

tot de bij toerbeurt optredende regenten - kon hij vaak grote invloed uitoefenen op de stedelijke politiek.Bekende pensionarissen van Rotterdam waren Johan van Oldenbarnevelt (1576-1586), zijn broer Elias van Olden-barnevelt (1596-1612), Hugo de Groot (1613-1618) en Gijsbert Karel van Hogendorp (1788-1795).Op de kaart zijn te zien de wapens van de broers Van Ol-denbarnevelt, eerste rij de nummers 9 en 10, met daar-naast het wapen van Hugo de Groot, nummer. 11. (RvD)

Wapenkaart pensionarissen en secretarissen van Rotterdam van 1508 – 1860

Page 49: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 161

Gens Nostra 2019 nummer 2, Arnold Spee: Burgers op genrestukken uit de Gouden Eeuw, identificatie door genealogisch onderzoek, p.91.

AANVULLINGEN en verbeteringen

Gecorrigeerd schema van De Wuijtiers en hun verwantschap met in rood de afgebeelden op de besproken portretten.

Jan Banning Wuijtiers* 1591 - † 1647

HeijndrickBartholdsCromhout

* 1581 - † 1658

x1604

Aagje GovertsWuijtiers

* 1580/1 - † 1642

Levina GovertsWuijtiers

* 1586 - † 1622

x1603

Jacob Poppen* 1576 - † 1624

Jacob Wuijtiers + 1619 - † 1678

Eva GovertsWuijtiers

* 1593 - † 1644

x1613

Jean Baptiste de Wale* 1585 - † 1629

Dirck GovertsWuijtiers

* 1588 - † 1658

x1612

Catarina de Wale

* 1590 - † 1657

Jacob vd Wiele vd WerveHeer v Grijsoord

* 1581 - † 1642

x1606

Adriana Hanneman* 1581 - † 1665

Jacob Cromhout* 1608 - † 1669

x1635

Margaretha Wuijtiers* 1615 - † 1667

Joan de WaleHeer van Ankeveen

* 1620 - † 1691

x1647

Geertruijda Schaeck- † 1677

Johan WuijtiersHeer van Assenburg

en Heemskerk* 1629 - † 1676

x1664

Debora Bake* 1636 - † 1678

Elisabeth vd Wielevd Werve † 1671

Vrouwe v Grijsoord

x1636

Jan Poppen* 1617 - † 1654

Govert WuijtiersHeer van Werve

* 1618 - † 1668

x1654

Maria vd Wielevd Werve

* ca 1635 - † 1691

Willem vd WieleHeer van Werveen Nieuwerkerk

* 1612 - † 1654

x1633

Elisabeth Poppen* 1615 - † 1645

Bartholomeus Cromhout* 1638 - † 1695

x1663

Jacoba vd Wiele vd WerveVrouwe v Nieuwerkerk

* 1643/4 - † 1676

Agatha Cromhout* 1641 - † 1707

Govert Cromhout* 1643 - † 1682

Hendrick Cromhout* 1644 - † 1707

Catarina Cromhout* 1646 - † 1734

x1664

Jacob PoppenHeer van Grijsoord

* 1638 - † 1694

Dirck Cromhout* 1647 - † 1716

x1672

Elisabeth Wuijtiers* 1652/3 - † 1707

Ida Maria Cromhout* 1649 - † 1692

x1669

Mr. Adriaan Roest* 1639 - † 1696

Jacob Cromhout* 1651 - † 1708

x1675

Catharina Wuijtiers* 1657 - † 1686

Dirck WuijtiersHeer v Werve* 1656 - † 1733

x1678

Johanna Lambertinad' Overschie

* 1653 - † 1730

Josephina AdrianaWuijtiers

Vrouwe v Ankeveen* 1663/4 - † 1714

Adriaan Godfriedde Wale

Heer v Ankeveen* 1661 - † 1715

x1683

Elisabeth JacobaCromhout

* 1683 - † 1737

x1702

Jacob Cromhout* 1671 - † 1722

Elisabeth Maria Cromhout* 1712 - † 1770

Page 50: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

162 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

1. Gezicht op Oirschot van de Tilburgse kunstschilder Mattheus Derk Knip (1785-1845). Het landschap ziet er vervreemdend en niet Brabants uit (Romantische school).

De familie Buckincx en de cantorij van Oirschot (1)

Op 4 april 1678 erkennen de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden de dertienjarige Arnoldus Buckincx als collator van het Beneficie der Cantorije van Oirschot1. De cantorij, gesticht in 1501, voorziet de cantor (voorzanger) van de collegiale kerk van St. Peter in Oirschot van zijn inkomsten. Aan de cantorij is ook het benoemingsrecht van de cantor verbonden, dat wordt uitgeoefend door de collator2. Het collatorschap van de cantorij berust vanaf begin 1600 tot ver in de twintigste eeuw bij de familie Buckincx (later Beukenex geheten).

ANTON NEGGERS

Page 51: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019- Jaargang 74 nummer 3 – 163

Na de vrede van Münster, als de gereformeerde religie de staatsgodsdienst wordt en de katholieke eredienst wordt gemarginaliseerd, verandert het cantorschap in een titulair ambt, waaraan echter nog steeds inkomsten verbonden zijn. Op 13 februari 1649 beslissen de Staten-Generaal over het Oirschotse kapittel3.De inkomsten van de cantorij vervallen voor een derde deel aan het land: het overige blijft in handen van de cantor. Arnol-dus Buckincx is de eerste cantor die onder het nieuwe regime wordt benoemd. Het lijkt erop dat hij zowel collator als cantor is: hij geniet in ieder geval ook de opbrengsten van de cantorij.Het is op zijn minst bijzonder dat een rooms-katholieke tie-ner in deze tijd wordt benoemd tot een kerkelijke functie mét verdiensten. De meeste van deze functies worden immers op-geëist door protestantse profiteurs, die geen enkele binding hebben met de oorspronkelijke bedoeling van het ambt.

Op 6 november 1492 wordt ten huize van de Oirschotse ka-pitteldeken Willem Aerts van Leende het testament geopend van Heer Engelbert van den Spijker, in leven kanunnik van de kerk Sankt-Maria im Kapitol te Keulen, die geboren is te Best, onder de jurisdictie van de heerlijkheid Oirschot. Executeurs zijn zijn neven Beertram van den Spijcker uit Best en Govaert van der Donck uit Beek (en Donk)4.Bij zijn testament geeft Heer Engelbert opdracht tot de stich-ting van een cantorij voor de St. Peterskerk in Oirschot naar het voorbeeld van de cantorij, die in de kerk van Hilvarenbeek is opgericht door Heer Giselbert Back. In tegenstelling tot de cantorij in Hilvarenbeek is die van Oirschot eigenlijk geen be-neficie, omdat het bewijs van goedkeuring door het kerkelijk gezag (paus of bisschop) ontbreekt, maar een officie5. Toch wordt in de protocollen over het algemeen over het beneficie van de cantorij van Oirschot gesproken6.Volgens Lijten moet de stichting van de cantorij worden be-schouwd als een poging van de Keulse kanunnik om het con-flict tussen het Oirschotse kapittel en de inwoners van Best over de stichting van een eigen parochie op te lossen7. De stichter bepaalt dat de bezitter van zijn ouderlijke hoeve in Best zal optreden als collator (patrinus), dat wil zeggen de-gene die de cantor ter benoeming zal voordragen aan het ka-pittel. Die bezitter is op dat moment zijn oomzegger Gijsbert Jans die men heijt Beertken8 van de Spijker, kerkmeester te Best. De stichtingsacte van de cantorij wordt, na de dood van heer Engelbert, verleden op 23 juni 1501.De cantor was verantwoordelijk voor de zang tijdens de eredienst. Vóór de oprichting van de cantorij was de rector van de Latijnse school daarmee belast. De cantor gaf lei-ding aan de zang van de kanunniken, en aan de schola can-torum, het koor van de leerlingen van de kapittelschool9. Op grote kerkelijke feesten werd hij door de rector van het al-taar van het H. Kruis en de rector van de Latijnse school ge-

assisteerd bij het zingen van de antifonen en het intoneren van de psalmen gedurende de vespers, de metten en lau-den, en de hoogmis. De cantor werd vele jaren ondersteund door een zangmeester (psaltes)10. De cantor had tijdens de H. Missen een plaats in de kanunnikbanken, en kreeg zijn in-komen uit de cantorij11.

De kerkzang in de Oirschotse kapittelkerk moet indruk-wekkend zijn geweest12. De Sint Peterskerk beschikte over choralen (koorzangers13), maar er werden ook beroepsmu-sici gecontracteerd14. Zo zijn Willem Geraerts van Bilzen en Dirck Weygergancx werkzaam als basconter15. Bij een hoog niveau van koorzang hoort een groot orgel. Henrick Niehoff uit ’s-Hertogenbosch bouwt een orgel van drie klavieren voor de kapittelkerk, dat al in 1550 is geïnstalleerd16. Het is waar-schijnlijk dat de beroemde Oirschotse organist en componist Jan Baptist Verrijt aan dit instrument heeft leren orgelspelen. Zijn oom Antonis Corstiaen van de Rijt was in de St. Peters-kerk zangmeester17. Op Sint Cæcilia (22 november) vierden alle musici op kosten van het kapittel het feest van de patro-nes van de muziek18.De inkomsten van de cantorij bestaan uit de opbrengst van de ouderlijke woning van Heer Engelbert met aanhorig land te Verrenbest, en overige onroerende goederen te Oirschot, Best en Acht. Bovendien vermaakt Engelbert zijn kelk, mis-saal en koornap aan de cantorij19. In de verpondingsboeken is het bezit van de cantorij omschreven als een huis met aanstede, oppervlakte 1½ lopensaet, en 6 percelen land, waarvan één te Naastenbest. In de kadastrale administra-tie krijgt het bezit in de negentiende eeuw de naam de Kan-tersche velden20. Het Beneficie der Cantorij van het Hoog-altaar van de St. Petruskerk te Oirschot is omstreeks de stichting van de gemeente Best in 1821 de achtste in de rij van belangrijkste grootgrondbezitters, met bijna 18 hectare onbebouwde grond21. Ook de hoeve Mensfort (later Canters-hoeve) in Acht behoort tot het bezit van de cantorij, maar wordt aan het eind van de achttiende eeuw door de Franse overheid onteigend. Behalve onroerende goederen bezit de cantorij ook nog een groot aantal jaarpachten22. Lijten stelt dat de inkomsten uit de cantorij in dezelfde orde van groot-te zullen zijn geweest als het inkomen van een Oirschotse kannunik23.In de stichtingsakte wordt ervan uitgegaan dat de oudste zoon van de collator hem zal opvolgen. Indien de oudste zoon clericus is, en graag cantor wil worden, gaat het collatorschap over op een in leeftijd volgende zoon. Bij het ontbreken van nakomelingen in de mannelijke lijn gaat de functie over op de vrouwelijke lijn. De cantor moest een seculier geestelijke zijn onder de jurisdictie van het kapittel. Hij moest geschikt zijn (personam idoneam) en bekwaam (habilis en idoneus), zo mo-gelijk uit de naaste familie van de stichter.

Page 52: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

164 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

De oorspronkelijke Oirschotse cantors zijn inderdaad ver-wanten van Heer Engelbrecht. De eerste is Heer Jacob Beertkens van de Spijker, de zoon van de eerste collator24. De tweede cantor is Heer Eijmbrecht Hoppenbrouwers: hij is de kleinzoon van de eerste collator. Hij wordt opgevolgd door Antonis Henrick Aelbrechts, een achterneef van Heer Eijmbrecht. Omdat Eijmbrecht Hoppenbrouwers nog leeft in 159725, en Antonis is overleden vóór 160026 kan hij nooit lang in functie zijn geweest. Hij komt in protocollen niet als cantor voor, en wordt opgevolgd door zijn halfbroer, Heer Johan Hen-ricks. Een andere achterneef van Heer Eijmbrecht, wordt de volgende cantor. Dat is Heer Philips van der Straten, de latere pastoor van Maasbracht27.

Volgens de stichtingsacte mag de cantor niet ultra montes gaan studeren, dat wil zeggen dat hij zijn opleiding niet aan een universiteit ten zuiden van de Alpen mag volgen. De stichter wilde zijn familieleden niet verleiden tot het aannemen van meer aantrekkelijke functies in Italië: zijn doel was slechts het bevorderen van de eredienst in zijn geboorteplaats28.

In 1599 spant Niclaes Dirck van de Spijker bij de Raad van Bra-bant in Brussel een proces aan tegen de collator, zijn neef Dir-ck Hoppenbrouwers, en tegen zijn familieleden Henrick (Goij-aert) Aelbrechts en de kinderen van Aert van de Straten, die hij onrechtmatige occupateurs noemt van de goederen van de cantorij29. Zijn eis wordt in 1606 niet ontvankelijk verklaard. Na de dood van Dirck Hoppenbrouwers wordt Aert Henrick Buckincx collator. Ook Aert is een afstammeling van Beer-tram van de Spijker: zijn grootmoeder is Anneke, de zus van Heer Eijmbrecht Hoppenbrouwers. Hij benoemt Heer Philips van der Straten, zijn achterneef, tot cantor.Heer Philips is in functie als cantor wanneer de vrede van Münster een einde maakt aan de tachtigjarige oorlog, en de jonge Republiek der Verenigde Nederlanden als souvereine staat wordt erkend. Direct nadat de Staten-Generaal officieel de jurisdictie over Staats-Brabant hebben verworven wordt door middel van wetgeving een aanvang gemaakt met de re-formatie van het nog steeds hoofdzakelijk Rooms-katholieke gewest30. Heer Philips woont echter in Brecht (Maasbracht) in Opper-Gelre31, dat pas bij de vrede van Utrecht in 1715 aan

Gijsbert Beertramvan de Spijker

Heer Engelbertvan de Spijker

Jan Gijsbert Beertramvan de Spijker

Beertkenvan de Spijker

Jacob Beertkenvan de Spijker

Margriet Beertkenvan de Spijker

xHenrick Joorden

Hoppenbrouwers

Heer EijmbrechtHoppenbrouwers

Ermgart HenrickHoppenbrouwers

xAelbrecht Goijaert

Aelbrecht

Heijlwig HenrickHoppenbrouwers

xWerner Simonsvan der Straten

Anneke HenrickHoppenbrouwers

xMarten Thomas

Buckincx

Henrick GoijaertAelbrecht

Aert Wernervan der Straten

Henrick MartenBuckincx

Antonis Henricks

Heer Johan Henricks

Heer Philipsvan der Straten

Aert HenrickBuckincx

Henrick AertBuckincx

ArnoldusBuckincx2. Schema van de onderlinge verwantschap tussen de stichter van de Cantorij en zes cantoren (onderstreept)

Page 53: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 165

de Republiek wordt toegevoegd. Zolang hij in leven is blijft de cantorij ongemoeid.Aert Buckings overlijdt in 1648, en wordt als collator van de cantorij opgevolgd door zijn zoon Henrick Aert Buckincx, poorter van Den Bosch. Philips van der Straten leeft tot circa 1677. Zijn rentmeester van de goederen van de cantorij32 en executeur-testamentair33 is Bartel Buckings, de broer van Henrick. Die is dan waarschijnlijk al overleden, zodat zowel het collatorschap als het cantorschap vacant zijn.Op 2 oktober 1677 verklaart Peter van de Achter, organist van de St. Peterskerk, samen met Jan Leijten, oud-kerkmees-ter en Lambert van Boxtel, oud-choraal34, ten behoeve van Arnoldus, onmondige zoon van Henrick Aert Buckincx, dat diens grootvader meer dan vijftig jaar geleden conform het testament van heer Engelbert van de Spijcker, kanunnik, ge-rechtigd werd om de functie van collator van de cantorij van de St. Peterskerk te bekleden, en dat dat recht nu toekomt aan Arnoldus35. Ofschoon de acte uitdrukkelijk spreekt van collator, komen we Arnoldus later vooral tegen als cantor, en is hij ook gerechtigd tot de inkomsten van de cantorij, zodat het onderscheid tussen het collatorschap en het cantorschap lijkt te zijn vervallen. Arnoldus heeft de functie van cantor nooit uitgeoefend: de Sint Peterskerk is sinds enkele decen-nia in gebruik bij de protestantse gemeente van Oirschot, en

de katholieken maken al jaren gebruik van de schuurkerk op de hoek van de Gasthuisstraat en de Nieuwstraat. Bovendien is hij pas dertien jaar oud als de Staten-Generaal zijn benoe-ming in 1678 erkennen.De belangrijkste reden dat Arnoldus als katholiek benoemd wordt zou kunnen zijn dat de cantorij in die tijd helemaal niet profijtelijk was. Het land zucht nog steeds onder het oorlogs-leed dat het rampjaar 1672 heeft veroorzaakt. Mogelijk zijn de bezittingen van de cantorij in de oorlog, zoals zo veel on-roerend goed in de Meijerij, beschadigd, en gaat er meer geld uit aan reparaties en onderhoud, dan dat er aan inkomsten binnenkomt. Bovendien zijn de belastingen hoog: de Franse koning verplicht de dorpsbesturen nog jarenlang om contri-butie betalen aan zijn vertegenwoordigers36, en die lasten komen bovenop ’s lands belastingen. Uit de biografie van Ar-noldus blijkt bovendien dat hij het, ondanks het cantorschap, niet breed heeft. Hij leeft van de armen, en voor de aankoop van een huis op de Donk krijgt hij vrijstelling van belasting37. In 1709 cedeert Arnoldus ook nog eens de helft van zijn inkom-sten uit het beneficie der Cantorije van Oirschot aan de arm-meesters van Beek en Donk38. Het is dus goed denkbaar dat de goederen van de cantorij aan het einde van de zeventiende eeuw verlieslijdend zijn, en dat betekent dat de cantor uit zijn eigen zak moet bijbetalen.

3. Bladzijden uit een Misale Romanum van circa 1600, een dubbele pagina

Page 54: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

166 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Ook het tijdstip van zijn benoeming kan de katholieke can-tor in 1678 behulpzaam zijn geweest. De Franse inval in 1672 had de Staten-Generaal pijnlijk opmerkzaam gemaakt op de zwakke verdediging van de Republiek, en hieruit was ook het besef gerezen dat een te grote oppressie van het katholieke volksdeel er gemakkelijk toe had kunnen leiden dat Braban-ders massaal de kant van de Fransen zouden kiezen. Als ge-volg van dat besef wordt de actieve protestantisering van de katholieke gebieden verzacht: vanaf nu worden schuurkerken openlijk gedoogd en krijgen katholieken weer meer gelegen-heid om hun geloof te belijden.Ten slotte heeft wellicht ook de positie van de eerste getuige in de notariële acte uit 1677 een rol gespeeld bij de benoeming van Arnoldus tot collator en cantor: organist Peter van de Achter is een notabele Oirschottenaar, en een van de weinige autochtone ingezetenen die na 1648 zijn overgegaan tot de protestantse religie. Hij wordt in 1652 als lidmaat van de ge-reformeerde kerk ingeschreven39. Toch is Peter geen actief protestant: hij komt in het lidmatenboek regelmatig voor als absent bij het avondmaal. De predikant noteert bij het avond-maal van 11 januari 1665: Peter van der Achter communiceert mede, na dat eenige jaren sich hadde geabsenteert40. Het volgend jaar is hij weer absent, en op 19 juli 1665 blijkt dat Pe-ter oock uijt de kerk is getreden41.Peter van de Achter is dubbel verwant met Arnoldus Buckings: hij is broer van diens grootmoeder Maria (en dus een oudoom van Arnoldus), maar bovendien is zijn zoon Jan, een volle neef van Arnoldus’ vader, gehuwd met een zus van diens moeder, en

dus zowel oom als volle achterneef van Arnoldus. Dezelfde Jan van de Achter is bovendien momboir van Arnoldus.Ondanks dat alles wordt de positie van Arnoldus nog eenmaal bedreigd. Op 17 september 1699 behandelt de Staten-Ge-neraal een rekest van ene Gijsbert, zoon van Hendrick van der Plas, van de ware gereformeerde religie, borger ende in-woonder der stadt Hulst, mitsgaders notaris en procureur aldaar42. Hij stelt dat de positie van Arnoldus Buckincx, zijn-de een papist, en tegenwoordige possesseur van de collatie van seeckere contorie tot Oirschot onrechtmatig is. Van der Plas verzoekt de Hoog Mogenden het collatorschap van de cantorij op den suppliant te confereren, en Arnoldus daarvan te doen afstant als ter quader trouwe deselve vercregen hebbende. De Staten-Generaal sturen het rekest door voor advies aan de generaliteijts reecken camer, en die oordeelt dat deze vorm van naasting zelfs in de Republiek te ver gaat, waarop de Staten-Generaal de benoeming van Arnoldus Buc-kincx als collator van de cantorij van Oirschot bevestigen. Zij sturen hem zelfs een kopie van de resolutie43.Vanwege zijn positie maakt Arnoldus al op jeugdige leef-tijd zijn eerste testament, in 168244. Hij is dan woonachtig in het huis van zijn oom en momboir, Jan van de Achter. In 1690 maakt hij een nieuw testament45, dat hij echter nog geen jaar later herroept46. In 1692 treedt de cantor in het huwelijk met Jenneke van der Linden uit de Beeksche Donk. Hij verhuist vervolgens naar Beek en Donk. Arnoldus komt nog in 1729 voor als cantor van de Sint Peterskerk, als hij de hoeve in Best voor zes jaar verhuurt aan Dielis Lambert Boogaarts47.

4. Bladzijden uit een Misale Romanum van circa 1600, een detailopname en een beeldengroep

Page 55: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 167

Na de dood van Arnoldus komt het cantorschap in gerefor-meerde handen. Zijn oudste zoon Hendrick Buckings, wonen-de te Gemert, wordt collator, en benoemt zijn plaatsgenoot, de gereformeerde koopman48 Johannes Herman van Raven-stein tot cantor. Waarschijnlijk is de cantorij weer winstge-vend. Veel keus om een protestant uit Gemert te benoemen heeft de collator niet: bij het aantreden van ds. Van Wijck in 1744 telt de gereformeerde gemeente in Gemert slechts vier lidmaten, waaronder Gijsbertus Ravensteijn, schoolmeester, en zijn zuster Elisabeth49. Mogelijk is de benoeming van de nieuwe cantor onderdeel van een zakelijke overeenkomst: in 1738 verkoopt Henrick Buckems het restant van een schuld van Peter Henricks van Beek aan Joan van Ravensteijn50. Van Ravensteijn bezit een huisinge en twee kleine huijskens en 66 roeden hof aan den Merckt te Gemert, dat hij voor het grootste deel gekocht heeft van jonker Francis Georgius Eijn-houts51. Zijn weduwe, Cornelia Deckers, dan wonende te Til-burg, doet in 1749 afstand van het vruchtgebruik, waarna haar dochter jfr. Allegonda van Ravensteijn het bezit verkoopt aan Henrick van Lieshout52.Na de dood van Johan van Ravensteijn benoemt de collator in 1738 Willem van Ravenstein, koster, schoolmeester en presi-dent-schepen te Bakel, en waarschijnlijk een neef van Johan, tot cantor. Het ‘verheven’ karakter van de functie is aan de laatste niet bepaald besteed: in 1778 bekent Willem van Ra-vesteyn zich schuldig te hebben gemaakt aan een te vroege bijslaap. Hij wordt door de predikant streng onderhouden en voor enkele keren geschorst van deelname aan het Heilig Avondmaal53. Willem van Ravesteijn is gehuwd met Antonia Heikoop en Hendrina van Eeken. Hij wordt op 29 november 1791 te Bakel begraven, nalatende vrouw en kinderen.Na de inval van de Fransen in 1795 verliezen de gereformeer-den hun macht over de katholieke goederen in Brabant. Hen-drik Buckings benoemt in 1800 de priester Cornelis van Lie-venoogen uit Best tot cantor. Deze benoeming honoreert de intenties van de stichter: Cornelis is een achterkleinzoon van Arnoldus Buckings, de laatste katholieke cantor, en dus ook een ver familielid van heer Engelbert van de Spijker.In 1812 worden alle religieuze gemeenschappen opgeheven, en vallen de eigendomsrechten aan de staat. Het enige bezit van het voormalig kapittel van Oirschot dat daaraan ontkomt is de cantorij54. Na de dood van Cornelis van Lievenoogen in 1819 blijft het cantorschap vacant. Op 30 oktober 1828 ver-klaart Hendrik Buckinx, als collator van de cantorij van de parochiekerk van Oirschot, voor notaris Jan Francis Aelders te Gemert, dat gezegde cantorij op 6 februari 1800 geconfe-reerd is geweest aan Cornelis van Lievenoogen, en door diens overlijden vacant geworden55. Hij benoemt de jonge pastoor van Best, Johannes Zwijsen, tot cantor. Zwijsen, de latere bisschop van Den Bosch en aartsbisschop van Utrecht, blijft benificiant tot aan zijn dood in 187756. Hij beschouwt het can-torschap als een persoonlijke prebende. Zwijsen heeft de ver-plichting om als cantor per jaar 60 H.H. Missen te celebreren ad intentionem fundatoris, tegen het niet geringe stipendium van één gulden. De overige inkomsten van de cantorij gebruikt

hij ten dienste van de kerk. Zo laat Zwijsen als beneficiant der cantorij in de St. Pieterskerk te Oirschot op 2 januari 1830 hout op stam verkopen57. De additionele inkomsten bedragen volgens de aantekeningen van Zwijsen in 1829 f 107, in 1830 f 75,77 ½ en in 1831 f 17558.De commissie die advies uitbrengt over de verdeling van de fundaties en gasthuizen tussen de gemeenten Oirschot en Best stelt in 1847 dat de inkomsten van de cantorij wor-den genoten door mgr. J. Zwijsen, bisschop van Gerra59, doch krachtens welken Titel is bij ondergeteekenden onbekend60.Vanaf de dood van Zwijsen gaan de bisschoppen van ’s-Herto-genbosch zich met de benoeming van de cantoren bemoeien. Mgr. Godschalk, kapittelvicaris van het Bisdom, informeert in 1877 bij de deken van Best naar de vacature van cantor. De de-ken meldt dat de heer Buckincx61 (zijn naam is inmiddels ver-basterd tot: Beukenex), wonende te Boxtel, als collator van de cantorij fungeert. In overleg met het bisdom benoemt de collator in 1878 de pastoor van Oirschot, Petrus de Bont, tot cantor.

De beroemde koorbanken van Oirschot werden tussen 1508 en 1511 in opdracht van het kapittel vervaardigd door de Eindhovense beeldsnijder meester Jan Borchmans, die ook het koorgestoelten van de abdijkerk van Averbo-de en de Onze Lieve Vrouwekerk van Aarschot maakte. De rijk versierde koorbanken had oorspronkelijk de vorm van een dubbele winkelhaak, en telde in totaal veertig plaatsen. In 1893 werden ze door Hendrik van der Geld gerestaureerd en voorzien van nieuwe onderdelen. Op 2 oktober 1944 schoten de geallieerden de kerk in brand, waarbij de koorbanken volledig werden verwoest. Voor de oorlog werden de koorbanken door fotografen als Martien Coppens, Hans Sibelee en Jan Verspaandonk op foto vastgelegd.

In 1880 meldt zich echter Wilhelmus van der Hagen, priester in Henderson (Kentucky, U.S.A.) om aanspraak te maken op het cantorschap. Father William van der Hagen is pastoor in Louisville, Kentucky, voordat hij in mei 1873 wordt overge-plaatst naar de Saint Joseph parochie in Henderson. Zijn be-wering dat hij een familielid is van Engelbert van de Spijker62 is op zijn minst vergezocht: Wilhelmus is een neef van de col-lator, maar van moederskant. Hij is de zoon van Embertus van der Hagen, huisschilder en glazenmaker te Sint Oedenrode, de broer van Elisabeth van der Hagen, de moeder van Theo-dorus Beukenex. Kennelijk is zijn benoeming het gevolg van een familie-onderonsje, dat hem en zijn parochie de inkom-sten uit de cantorij oplevert. Toevallig is de grootvader van Wilhelmus van der Hagen, Johannes Klompers, wél uit Best afkomstig, dus wellicht zou de stichter niet geheel ontevre-den zijn geweest met de benoeming van de nieuwe cantor.Na zijn dood benoemen de collatoren, inmiddels woonachtig in Boxtel, priesters uit hun woonplaats tot cantor. Wilhel-mus van de Ven, kapelaan in Boxtel, wordt in 1914 benificiant, en neemt het cantorschap mee als hij in 1926 tot pastoor in

Page 56: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

168 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Luyk sgestel wordt benoemd. In 1944 sluiten de bisschop en de collator, Josephus Beukenex, een accoord waarin wordt be-paald dat de pastoor van Oirschot voortaan qualita qua cantor is in de zin van de stichtingsacte uit 1501. Pastoor Theodorus de Vries wordt de nieuwe cantor. Onder collator Th. Beukenex wordt in 1980 het beheer van de Cantorij opgedragen aan het kerkbestuur van de Sint-Petruskerk. Het is het laatste restant van het ooit eerbiedwaardige kapittel van Oirschot.

Genealogie

De familie Buckincx stamt oorspronkelijk uit Hilvarenbeek. Thomas Buckincx, koopman aan de gemene plaats, heeft meerdere kinderen. Twee van zijn zoons, Cornelis en Marten, vestigen zich in het midden van de zestiende eeuw in Oir-schot. Ze worden in de protocollen meestal van Beeck ge-noemd.Er is, voor zover bekend, geen verwantschap met de familie Buckings/Bukkems63, die afstamt van Michiel Goossens uit Asten. Diens zoon Goossen Michiel, gehuwd met Maria Joost Monis64, wordt ook Buckincx genoemd. Zij wonen op de Wols-berch65. Francis Goossens Buckings, uit Asten, krijgt in 1723 een borgbrief voor zijn vestiging in Lierop66, waar hij op 29 no-vember 1722 huwt met Henrica Anthony van de Goor.

I. Thomas Buckincx, natuurlijke zoon van Merten Maes Moonen, koopman, buitenpoorter van Leuven, woont aan de gemene plaats te Hilvarenbeek67, overleden na 13 mei 1547, trouwt Cathalijn Jan Blanckaerts uit Zierikzee.

Op 13 mei 1547 krijgt Marten, zoon van Thomas, een jaarlijkse

rente van 6 gulden uit een akker in de herdgang Hedel onder Oirschot gevestigd ten behoeve van zijn vader68. Ook Aert en Marie, kinderen van Aert Claes Scepens uit Oirschot, hebben ooit een jaarlijkse rente gevestigd ten gunste van Thomaes Martens te Beeck. De rente wordt door Marten op 6 mei 1553 overgedragen aan Lodewijk Lodewijks Timmermans69.

Uit dit huwelijk onder andere:1. Cornelis Thomas, volgt IIa.2. Marten Thomas Buckings, volgt IIb.

IIa. Cornelis Thomas Buckincx alias van Beeck, overleden tus-sen 18 april en 20 september1556, trouwt vóór 29 januari 1542 Maria Willem van Hersel, dochter van Willem Lode-wijk van Hersel (schepen) en Henrica Jan van Croonen-borg.

Maria van Hersel is sinds de dood van haar vader samen met haar zusters in het bezit van het leengoed ten Hersel on-der Oirschot70. Cornelis wordt door zijn schoonmoeder en schoonzuster Lijsbeth op 29 januari 1542 aangesteld als zaak-waarnemer71.Op 3 oktober 1548 koopt Cornelis Thomassen van Beeck een twaalfde deel in de erfenis van Daniel die Brouwer en Katalijn van de After van Mathijs Willem Sbrouwers, een achterneef van Daniel72. In hetzelfde jaar treedt Cornelis op als vertegen-woordiger van Jacopmijn van Waelem73. In 1549 voert hij voor de Raad van Brabant in Brussel een proces tegen Barbara de weduwe van Willem Smetsers. Hij benoemt zijn broer Marten Thomassen van Beeck en Dirk Henricks van Kuijck als zijn ver-tegenwoordigers74. Het proces wordt in 1555 beëindigd nadat partijen hun geschil hebben bijgelegd75. Waarschijnlijk als ge-

5. De beroemde koorbanken van Oirschot. Beeldbank van de Heemkundekring Oirschot.

Page 57: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 169

volg van de schikking verkoopt Marten Thomaes Martens op 1 februari 1555 een jaarlijkse pacht rogge aan de kinderen van Willem de Metser bij Barbara Henrick Verbeeck, terwijl Cor-nelis dezelfde kinderen een bedrag van 16 gulden toezegt.Van Thomaes, natuurlijke zoon van Willem van de Laeck, koopt hij het erfdeel dan diens vader hem bij testament heeft gelegateerd. Op 15 juni 1554 transporteert hij dat bezit aan Geerit, Andries en Marie, kinderen van Peter van de Laeck76. In 1553 ontstaat er een conflict tussen Cornelis Thomassen van Beeck als man van jouffrouwe Marije, wettige dochter van wijlen Willems van Hersel en Willem Goijaerts van den Maer-selaer. Willem van de Maerselaer bewoont een huis op de No-tel, dat hij via Jan Cornelis Daniels heeft verkregen van de kin-deren van Willem van Hersel. Een commissie ingesteld door de schepenen bepaalt dat hij afstand moet doen van het huis tegen betaling van 100 gulden77. Op 20 november 1553 wordt het huis getransporteerd aan Cornelis78.Op 17 januari 1556 koopt Cornelis een huis te Hedel van Wou-ter Jans van Roe. De verkoper mag het huis met zijn huisgeno-te Goedel Willems van Goorle nog acht jaar bewonen, en krijgt voor dezelfde periode van Cornelis een koe79.Cornelis Thomas van Beeck leeft nog op 18 april 1556, als Jan zoon van Joost Michiels als schuldenaar hem een bedrag van 8 gulden en 8 lopen rogge belooft80. Vóór 20 september is Cornelis overleden: zijn weduwe Juffrouwe Marie van Her-selen benoemt haar zoon Willem met Cornelis Peters van de Ameijden tot haar zaakwaarnemers81.

Uit dit huwelijk:1. Philips Cornelis Thomas, kinderloos overleden in 1562.

Via zijn vaders familie vererft zijn derde deel van het leengoed Hersel aan zijn oom Marten Thomas Buc-kings, die zijn rechten op 9 juni 1597 overdraagt aan zijn zoon Henrick82.

2. Willem Cornelis Thomas, wordt na de dood van zijn va-der op 20 september 1556 door zijn moeder benoemt tot haar zaakwaarnemer83.

IIb. Marten Thomas Buckings alias van Beek, overleden vóór juni 160784, trouwt (1) vóór 4 februari 1544 Anneke Hen-rick Joorden Hoppenbrouwers, overleden na 23 augus-tus 1564, dochter van Henrick Joorden Hoppenbrouwers en Margriet Beertram van de Spijker; trouwt (2) vóór 19 maart 1577 Anneke Adriaen de Bruijn, overleden tussen 28 mei 1597 en 26 februari 1603, weduwe van Henrick Willem Jan de Brouwer.

Bij zijn huwelijk met Anneke krijgt Marten een rente van 36 stuivers van zijn broer Cornelis. In 1594 verkoopt hij die rente aan Dirck Dircks de Hoppenbrouwer85.Op 18 april 1545 deelt Marten met zijn zwagers Jan, Dirck, heer Engelbert priester, Jordaen, Adriaen, Wernaert Jans van der Straten als man van Heijlwigen, Aelbrecht Goijaert Willem Aelbrechts als man van Ermgaerden de nalatenschap van hun tante Jenneken, dochter van Joerden Hoppenbrouwers86. Met de nalatenschap van tante Jenneke wordt door de broers en zwagers, zowel vóór als na de erfdeling veel ‘gewinkeld’. Op

19 mei 1544 verkoopt Joirden Henrick Hoppen-brouwers aan zijn zwa-gers Marten Thomassen en aan Aelbrecht Goijaert Aelbrechts zijn rechten in de nalatenschap van zijn vader en moeder87. Het erfdeel van zijn zuster Luitkenen heeft Joorden al op 4 februari 1544 ver-kocht aan Marten Thomas van Beeck en Wernaert

Snoecks88. Heer Eijmbrecht Henrick Hoppenbrouwers, pries-ter, machtigt op 27 oktober 1544 zijn zwager Marten Thomas om drie erfdelen (van hem, zijn broer Dirck en zijn zuster Luijt-gart) in een erfpacht te transporteren aan Ariaen Thomassen, zijn broer89. Marten op zijn beurt verkoopt twee negende de-len in een jaarlijkse rente van 10 gulden, die hij heeft geërfd van tante Jenneke, en verkregen van Adriaen, zijn zwager, aan heer Eijmbrecht. Wernaert Snoecks tenslotte verkoopt op 24 mei 1546 nog een jaarlijkse pacht van 6 lopen rogge maete van Oir-schot aan Marten Thomassen90. Marten bezit minstens twee huizen aan de Hovel onder Oirschot uit de nalatenschap van zijn schoonfamilie: een daarvan verkoopt hij op 15 maart 1547 aan Dielis Aerts die Cremer91, een ander wordt op 2 mei 1548 transporteert aan zijn zwager Adriaen Henrick Joirden92.Op St. Denijsdag (9 oktober) anno 1543 vestigt Marten een erfpacht van een mud rogge (Bossche maat) op een akkerland onder Hedel ten behoeve van zijn broer Ariaen Thomassen, die in Oisterwijk woont93.Volgens het schepenprotocol maken Marten Thomaessen en Anna dochter van wijlen Henrick Joorden Hoppenbrouwers zijn huijsvrouwe, op 23 augustus 1564 een testament94.Henrick de Brouwer en Anneke de Bruijn hebben eertijds de Brouwershoeve gekocht, zoals Dirck Henrick de Hoppenbrou-wer op verzoek van Henrick Marten Buckings in 1600 voor notaris Aert Schraets verklaart95. Op 19 maart 1577 belooft Mathijs zoon wijlen Willems Brouwers aan Marten Thomas van Beeck als man van Annen dochter van wijlen Adriaens de Bruijn, een erfpacht van 13 lopen rogge met als onderpand de helft van de Brouwershoeve96. In 1591 raakt Marten in geld-nood, als hij de Brouwershoeve, gelegen onder de Kerkhof aan de heij aldaer vernadert van meester Jan Scheijnkels97. Ten behoeve van het daarop volgend proces leent hij 300 gulden van zijn zoon Henrick, met de hoeve als onderpand.Op 23 april 1597 verkopen Marten en Anneke de helft van een stuk land met een nieuw erf, gelegen onder de Kerkhof aan de molen, aan Henrick, de zoon van Marten98. Zijn vrouw, sieck te bedde leggende, legt op 28 mei 1597 voor de schepenen een verklaring af over de hoogte van een vordering op haar zwa-ger Antonis Lenaerts van Tuijl en diens zoon Henrick99. Mar-ten is opnieuw weduwnaar, als hij op 26 februari 1603 de helft van een beemd verkoopt aan Bartholomeus Adriaen van de Achter voor 25 gulden100.

6. Detailopname van de koorbank. Brabant Collectie.

Page 58: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

170 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Na de dood van zijn neef Philip Cornelis Thomas wordt Mar-ten voor een derde deel leenman van de hoeve ten Hersel onder de Notel. De H. Geestmeesters Joirden Aert Smetsers en Peter Bogaerts verkopen op 19 februari 1565 een huis met toebehoren onder Hedel aan Marten Thomassen van Beeck101. Marten betaalt daarvoor 66 Carolus guldens over drie jaar met een rente van 4 gulden per jaar102. Op 12 februari 1571 blijkt Marten zijn schuld nog steeds niet te hebben afgelost, en bo-vendien achter te lopen met de rente. Hij zegt de provisoren van de Tafel van de H. Geest toe 24 gulden ineens te zullen be-talen, en vanaf nu ook de rente tijdig te zullen voldoen103.Op 13 juni 1567 staat Marten voor de schepenbank tegenover secretaris Rutger Jans van Kerkoerle als vertegenwoordiger van Joffrouwe Anna Robbrechts de Caprie104 in een geschil over een huis, tuin, schuur, grond, dries en een akkertje ge-naamd Backerakker, gelegen onder de Notel105. Na lang on-derhandelen bepalen de schepenen dat Marten afstand moet doen van het huis, voor 60 gulden te betalen per St. Jacops-dach aencomende.

Uit het eerste huwelijk:1. Henrick Marten Thomas, volgt III.2. Margriet Marten Buckings, trouwt Jan de Bruin. Hun

dochter Anneke huwt met Willem Wright (ook: Vrecht), afkomstig van Ierland106 en herbergier te Antwerpen.

In 1604 machtigt Willem Wright, man van Anneke dochter van wijlen Jan die Bruijn, als soldaat gelegerd in het garnizoen te Dambrugge buiten de stad Antwerpen, zijn vrouw om haar aan-spraken in een aantal rentes afkomstig van haar moeder, te verkopen aan haar oom Henrick107. In 1607 is Willem gelegerd in het garnizoen op Cattenberg onder kapitein Peter, als hij zijn vrouw machtigt namens hem op te treden in de erfdeling van haar grootvader108. Op 12 juni 1607 verkoopt Anneke, echt-genote van Willem Vrecht, haar rechten in een aantal cijnsgoe-deren onder Oirschot voor ƒ40 aan haar oom Henrick Martens 109. Van heer Eijmbert Hoppenbrouwers, cantor in sijn leven tot Oirschot, erft Anneke een rente uit goederen onder Hedel, die door de debiteur, Daniel Gerard Martens, op 24 juli 1609 wordt afgelost aan Jan Simons van Aalst en Daniel van de Schoot, die op grond van een procuratie voor de schepenen van Antwerpen optreden als gemachtigden van het echtpaar Wright110.

III. Henrick Marten Thomas Buckings alias van Beeck, lid van het corpus van Oirschot van 1591-1618, roedrager (bode of deurwaarder111) van het Oirschotse kapittel 1611, schepen 1618, overleden 3 mei 1618112, trouwt Heijltje Aert Dielis Snellaerts, dochter van Aert Dielis Snellaerts en Maria Aert Jacob.

In 1583 koopt Henrick een tiende deel van de bezittingen van de cantorij van Oirschot, gelegen onder de herdgang Naasten-best, van Henrick Eijmbert Jan Corstiaens113.Op 27 april 1587 verkoopt Jan Mathijs Oerselmans een huis met aangelag, grenzend aan de Schuttershof onder de Kerk-hof, voor ƒ 275 aan Henrick Marten Thomas Buckincks114.Henrick is via zijn stiefmoeder gerechtigd in de helft van de Brouwershoeve onder de Kerkhof. Omdat tussen de recht-

hebbenden in de andere helft, Adriaen Jan Dircks en Margriet Dirck Hoppenbrouwers questien sijn gerezen moet Henrick de hulp van de heer van Oirschot inroepen om tot scheiding van de boedel te komen. Op 13 september 1601 wordt de hoe-ve, na opmeting door Barthlomeus Willem van Geenen, door Peter Anthonis van Esch en Henrick Gijsberts van den Heuvel als naeste buren getaxeerd en verdeeld115. Henrick krijgt het noordelijk deel van de hoeve metten wallen en hauthwassen daer tegen liggende ende toebehorende, soo die bepaelt leecht.Op 11 juni 1607 delen Henrick Marten Buckincx en Anneke dochter Jan de Bruin, vrouw van Willem Vrecht, de goederen van hun vader en grootvader Marten Thomas Buckincx van Beek116. Henrick erft zijn ouderlijk huis op de Kerkhof, Anneke erft de Gorisakker, en een vordering van ƒ 60 op Henrick. De ƒ 60 worden op 4 juli 1607 betaald. Op 3 juli 1607 leent Henrik Marten Buckincx van de voogden van Jan Gerit Lamberts van Crieckenbeek een bedrag van 107 Carolus gulden117.Van Cornelis zoon Dirk Cornelissen, man van Perijntken doch-ter Aerts Wernaerts van der Straeten koopt Henrick op de leste dach van Mert 1609 de rechten in het huis de Cantorije onder Naastenbest118. Op 11 maart 1610 verkoopt Henrick Mar-ten Thomas Buckincks een derde deel van een beemd de Plijs-donck gelegen onder de Notel, aan Dielis Arien Suetrecks119.Aert zoon Henrik Marten Buckings, Gielis zoon Jeronimus de Kelst als man van Catharina, Henrik Aelbert Goorts en Corne-lis Aert Dielis Snellaerts als voogden over Anneken, minderja-rig broer en gezusters verwekt bij vermelde Henrick Marten Buckincks uit Heijlken dochter van Aert Dielis Snellaerts, ma-ken op 1 oktober 1620 een boedelverdeling over de goederen van hun vader. Aert erft het derde deel van de hoeve genoemd van Hersel, Gielis krijgt het oude of grootste woonhuis met de tuin aan de Kerkhof alhier. Anneke erft het nieuwe huis op de Kerkhof, en een huisje bij klein Bijsterveld120.

Uit dit huwelijk:1. Anneke Henrick Buckings, trouwt Oirschot (r.-k.) 30

augustus 1626 Niclaes Jacob Versteijnen, geboren cir-ca 1600121, schepen, zoon van Jacob Henrick Jan Gerae-rt en Mechteld Lenaert van Hersel.

Henrick Aelbert Goorts en Cornelis Aert Dielissen traden na de dood van haar vader op als voogden over Anneken122. Ni-claes Jacobs en Anneken Henrick Buckincx, echtelieden, ma-ken op 29 mei 1651 hun testament voor notaris Johan Goos-sens jr123. Hun kinderen en erfgenamen delen op 15 maart 1673 de nalatenschap van hun ouders124. Het onroerend goed is ge-legen binnen de herdgang Kerkhof neffens Erffve Bootsgast-huis aen beijde seijden.

2. Cathalijn Henrick Buckings, trouwt Gielis Hieronimus van Kelst, overleden Oirschot 1 juni 1640, zoon van Hieronimus van Kelst (secretaris) en Jenneke Gielis Kievits, Gielis trouwt (2) 6 augustus 1634 (met dispen-satie wegens 2e graads bloedverwantschap) met Wil-lemke Willem Peter Goort Schepens. Zij wonen aan de Vrijthof.

3. Aert Henrick Buckings, volgt IV.

Page 59: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 171

IV. Aert Henrick Buckings, geboren circa 1594125, poorter van Den Bosch en schoenmaker126, schepen te Oirschot, colla-tor van de cantorij van Oirschot127, overleden Oirschot 10 augustus 1648, trouwt Maria Bartel van de Achter, begra-ven Oirschot op 6 april 1671, dochter van Bartel Adriaen van de Achter (schepen) en Lijsbeth Mr. Peter Baten.

Aert erft zijn vaders deel in de hoeve van Hersel, die hij be-zit samen met de jonkheren Philip en Henrick van Sevender, zoons van Anna de Lempri, die de dochter was van Lijsbeth van Hersel. In 1621 verhuren Senor Philips van Sevender en Aert Henrick Buckincks de hoeve aan Jan Thomas van den Ec-ker128. Op 10 mei 1634 verheft Aert Henrick Buckingh het der-de deel in het goed te Herselle, met alle sijne toebehooretn appendentien ende dependentien te leen129. Op 4 april 1637 wordt de hoeve van Hersel met bijbehorende bezittingen, gelegen onder Notel, gedeeld tussen Aert soone wijlen Hen-rick Marten Buckinx en Arien Henrick de Cort, vorster, die op-treedt namens de heer van Oirschot en namens de jonkheren Henrick en Philips van Sevender130. Het goed wordt op 12 no-vember 1681 gekocht door mr. Petrus van Andel, licentiaat in de regten, griffier des quartiere van Kempelant en secretaris der vrijheijt Oirschot.Op 25 juni 1627 maken Aert Henrick Buckings en Maijken Bar-tel Ariens hun testament voor notaris Lambrecht van Box-tel131. Aert Buckinx Henrickx treedt in juli 1644 samen met Henrick Geraerts van de Schoot, man van Juliana dochter Je-ronimus van Kelst op als momboir over zijn neven en nichten, de onbejaarde kinderen van wijlen Dielis Jeronimus van Kelst verwekt bij Catharina, zijn eerste huisvrouw, dochter van Hen-rickx Buckinx in de erfdeling tussen de kinderen van Dielis uit diens eerste en tweede huwelijk132. Joorden Jans Verhoeven en de Aert Henrick Buckinx worden op 22 april 1644 beëdigd als gerechtelijke momboiren ende tuteuren over Geriten en Anneken onbejaerde kijnderen wijlen Aerden Willem Sche-pens133.Aert Henrick Buckinx is achtman en collecteur van de Kerk-hof134. Hij betaalt op 20 april 1645 aan mr Henrick Leermakers, rector van de school in Oirschot, ter voldoening van zijn Jaer gagne de som van acht en zeventig guldens135. In 1647 huurt Aert een kamer op de Kerkhof van Isebrandt van Wintelroij, rentmeester van de fundatie Hendrick Verbeeck136.Maeijken van der Achter, weduwe van Aert Buckincx, met heure kinderen, verhuurt haer hoefken, ter Wijntelre aenden Moostheuvel gelegen, op 29 december 1654 aan Jan Peeter Ooms voor de tijd van 8 jaren137. De hoeve wordt dan nog be-woond door Adriaen Henricx. Bartel en Jan Buckings verhuren op 28 oktober 1662 namens hun moeder Maeijken weduwe Aert Buckings een stede met sijn toebehoorten gelegen bin-nen den dorpe van Wintelre aan Jan Adriaans van Empel voor 20 gulden per jaar138. De stede, gelegen aan de Moestheuvel, wordt in 1704 verhuurt aan Govert Wouters van de Loij139.Op 4 augustus 1667 doet Maeijcken van der Achter weduwe wijlen Aert Hendricx Buckincx afstand van de tocht in haar huis en hof in de herdgang van de Kerkhof140. Ze draagt deze over aan Hendrick en Jan, haar zoons, en aan Niclaes Jacobs

en Peter van der Achter als momboiren en tuteuren van ’t on-mundich kindt van Corporael Marten Martens verweckt bij wijlen Maria Buckincx en over de drie onmondige kinderen van wijlen Hans Felten verweckt bij Cornelia Buckincx hunnen respective huisvrouwen, haar dochters. Zij transporteren het huis wittelijck ende erffelijck aan Bartholomeus Aert Buc-kincx, omme bij den selven in eenen vasten coop ten erfrech-te te hebben, houden en in eijgendom te besitten141.

Uit dit huwelijk:1. Maria Aert Buckings, overleden Oirschot 9 november

1651, trouwt Marten Martens, korporaal.2. Cornelia Aert Buckings, trouwt Hans Felter Graep

(ook: Joannes Graep van Lansstoel), magister, overle-den vóór 24 april 1669.

Maeijcken weduwe Aert Buckings doet op 24 april 1669 af-stand in een vierde part in de erfgoederen die Arnoldus, Jan en Magdalena, zuster en broeders, kinderen van wijlen Hans Velten verwekt bij Cornelia dochter Aert Buckings zijn wet-tige huisvrouw, om bij deselve de voors. goederen te mogen belasten met eenen somme van twee hondert en vijftich gul-den142.

3. Henrick Aert Buckings, volgt Va.4. Jan Aert Buckings, volgt Vb.5. Thomas Aert Buckings, gedoopt Oirschot 22 juni 1627.6. Bartel Aert Buckings, volgt Vc.

Va. Henrick Aert Buckings, gedoopt Oirschot 16 juli 1620, rentmeester, droogscheerder, poorter van Den Bosch 1661, collator van de cantorij van Oirschot, overleden vóór 1677, trouwt (1) ‘s-Hertogenbosch (schepenbank) 6 februa-ri 1661 Perijnke Andries van Weert, gedoopt ‘s-Hertogen-bosch 10 april 1628, dochter van Andries Peters van Weert en Maijke Leonards Cranen; ondertrouwt (2) ‘s-Hertogen-bosch (schepenbank) 26 maart 1668 Claudia van Breusi-gon (ook: van Beusekom).

Hij woont voor zijn eerste huwelijk in de Minderbroeder-straat. Henrick en Claudia maken op 4 juni 1671 hun testa-ment143. De testateur is ziek. De momboirs van zijn zoon pro-beren in 1677 het collatorschap van de Cantorij van Oirschot voor hem te verwerven.

Uit het eerste huwelijk:1. Cornelia, gedoopt ‘s-Hertogenbosch 16 december 1661.2. Aert Henrick Buckings, volgt VIa.Uit het tweede huwelijk:3. Petronilla, gedoopt ‘s-Hertogenbosch 15 januari 1668.4. Michael, gedoopt ‘s-Hertogenbosch 22 januari 1669.

Vb. Jan Aert Buckings, gedoopt Oirschot 12 januari 1625, smid, trouwt Oirschot (schepenbank) 26 juni 1650 Margriet Job Hasselmans, gedoopt Oirschot 22 maart 1627, begraven Oirschot 27 februari 1710, dochter van Job Bartel Hassel-mans en Aleijt Jan Venninx.

Op 26-jarige leeftijd daagt Jan Aert Buckincx in 1651 Jan Franssen voor de schepenbank144. De gedaagde heeft de ei-ser, een man met eeren staende ter goeder name fame ende

Page 60: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

172 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

reputatie gewaagd seer atrocelijck te injurieren door hem in het bijzijn van veele eerlijcke persoonen uit te schelden voor een stuck dieffen. Jan Buckincx eist dat de schepenen voor recht verklaren dat Jan Franssen hem qualijck ende tonrecht heeft geiniureert, en dat hij in het openbaar zijn excuses moet maken. Jan Aerdt Buckinghs en Margrieta Joppen Hassel-mans maken op 9 april 1694 hun testament voor notaris Jaco-bus van Nahuijs145.De eersame Jan Aert Buckens leent op 25 oktober 1659 een som van ƒ 40 van Bartel, zijn broeder. Bartel krijgt daarvoor het gebruik in een akker, genaamd de Standert onder de Kerk-hof146. Margrieta, weduwe van Job Jan Buckhens betaalt de schuld op 22 februari 1696 af. In 1664 woont hij met twee vol-wassenen en twee kinderen op de Kerkhof147.In 1660 is Jan getuige van de aanhouding van een katholiek priester door de gereformeerde dienders Joost Peters van Achel en Jurre Jans. Voor notaris Henrick Leermakers legt hij een verklaring af over de scheldkannonade van de waardin te-genover de protestantse gezagsdragers148. Jan Aert Buckings verpacht op 4 maart 1662 een seeckere kelder caemere met het voorhuijs ende solder boven de caemere, met drije roeijen hoofs inden hoff en drije roeijen hoofs inden Standert aan Ja-cob Jansen Vaders149.Anthoni de Craen, schoolmeester en voorsanger, en Goij-aert Jan Wouters, verklaren op 20 juni 1667 voor notaris van Vlodroph, dat Johan Bucken, hun buurman binnen Oirschot is een ‘eerlijck man, staende ter goeden naem en faem’, die de kost moet winnen voor zijn vrouw en arme ‘kleijne onnosele kinderen sijnde noch 8 in getal’. Door ziekte van de kinderen en door de ‘voorgaende duijre jaeren’ is hij nauwelijks in staat zijn woonhuis van regen en ontweder te bevrijden, laat staan dat hij de achterstallige pacht van zijn vervallen huisken aan het kapittel van Oirschot kan vergoeden150. Jan verzoekt daar-om de kanunnikken om hem zijn schuld kwijt te schelden151.De eerwaarde heer pater Theodorus Sijckens huurt op 11 april 1673 als lasthebber van de heer Arnoldus Feij, de be-roemde chirurgijn uit Oirschot, Jan Buckincx in als smid152. Jan belooft de tijt van twee jaeren wel ende trouwelijck als smidt te dienen voor nijmanden anders te wercken, vuijt de stadt van Antwerpen te blijven ende tot Hoboken in egeen herberg te gaan logeren of slaepstede houden. Op 13 de-cember stelt Bartel Buckincx zich borg voor zijn broer153. Jan Aert Buckincx daagt op 22 november 1690 Jan Henricx van den Bichelaer voor de schepenbank vanwege een gelofte van vijftig gulden tegen twee guldens thien stuijvers voor in-terest uit 1672154.Jan is overleden vóór 1705: Margriet wed. Jan Buckinx woont op 1705 op de Kerkhof. Zij is arm. De laatste jaren van haar le-ven wordt ze verzorgd door haar dochter Allegonda en haar man Daniel Moet.

Uit dit huwelijk:1. Allegonda Jan Buckings, gedoopt Oirschot 10 mei

1651, trouwt Oirschot (NG) 29 november 1682 Daniel Moot (ook: Mouat), korporaal in het garnizoen van Den Bosch.

Daniel en Aeltje wonen in 1705 op de Kerkhof. Zij zijn arm. Margriet Hasselmans, weduwe van wijlen Jan Buckincx, de welcke mits haeren hoogen ouderdom van inde tachtentich jaeren en dat haer selven niet langer conde behelpen om te blijven huijshouden ende woonen, verklaart op 2 juli 1707 met Daniel Moet, haar schoonzoon en Allegonda, haar dochter overeen te zijn gekomen dat de laatsten haar in dienste cost drank, vier en licht, wassinghe en plassinghe soo sieck als ge-sont zullen verlenen voor veertig gulden per jaar.155

2. Maria Jan Buckings, gedoopt Oirschot 29 juni 1652, trouwt (1) Oirschot (NG) 31 augustus 1679 Jan Mauraet (ook: Maro, Moero, Monroij), soldaat; trouwt (2) Vught (NG) 11 maart 1691 de weduwnaar Peter Sicot.

Zij maken hun testament op 4 september 1700156. Uit haar eerste huwelijk heeft ze een dochter Josijn Maureat, die ge-huwd is met Charle Punt. Margriet, weduwe van wijlen Jan Buckinx, grootmoeder van Josijn, regelt op 12 januari 1701 voor de schepenen van Oirschot dat Peter Siccot het rechtmatige erfdeel van Josijn moet overdragen157. Zelf schenkt Margriet haer bed en hooft peulinge aan Josijn158.

3. Arnoldus, gedoopt Oirschot 23 april 1654.4. Job Janszoon Buckincx, gedoopt Oirschot 1 oktober

1655, woont te Issum bij Geldern159, trouwt Margriet160.5. Elisabetha, gedoopt Oirschot 25 mei 1657.6. Thomas Jan Buckings, volgt VIb.7. Bartholomeus, gedoopt Oirschot 20 juli 1661.8. Catharina, gedoopt Oirschot 25 april 1664.9. Elisabetha, gedoopt Oirschot 1 februari 1669.

Vc. Bartel Aert Buckings, gedoopt Oirschot 22 oktober 1628, bakker, wever161, (president-)schepen van Oirschot tussen 1669-1697, overleden vóór 9 februari 1708, trouwt Oir-schot (NG) 13 februari 1650 Maria Henrick van Achel, ge-doopt Oirschot 24 september 1629, begraven Oirschot 21 juli 1682, dochter van Henrick Michiel Bernaert van Achel (koopman in koper) en Adraana Peter Verrijt.

Bartholomeus Buckings is bakker van beroep. Met zijn collega Anthonis Anthonis van Esch legt hij op 13 juli 1654 ten behoe-ve van de heer van Oirschot een verklaring af over de stijgen-de graanprijzen162. In 1664 woont hij met twee volwassenen en vier kinderen op de Kerkhof163 waar hij een huijs en hoff bezit. Hij betaalt 1 gulden 17 stuivers 8 penningen verponding164.Bartholomeus Buckincx eist in 1664 in rechte een som van vijftig gulden uit geldlening van Gijsbert Jan Anthonis Pe-ters165. Bartel Buckincx, out ontrent negen en dertich jaeren, verschijnt op 23 mei 1667 voor de schepenen op verzoek van Reijnier Matheijssen van Breberen, deecken van het cuijpers ambacht tot ’s Hertogenbosch, om te getuigen dat hij geen kackstoelen ontfangen en heeft offte den hedigen daeghe bij sijn kennisse verwachtende is166.Bartel Buckings krijgt op 6 april 1671 commissie om de vercof-fte nieuwe erffven te setten in de verpondinge167. Op 18 maart 1671 worden Bartel Buckincx en Jan Anssem Goossens door hun mede-schepenen naar Den Bosch gestuurd, om bij de verpachting van de gemeijne lants middelen allen vleijdt ende

Page 61: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 173

naersticheijt aen te wenden en er op toe te zien dat de belas-tingen voor de vrijheid Oirschot mochte aenges(lage) worden minder en niet hooger als den pacht t vooren is geweest168. Bartel vertegenwoordigt de heerlijkheid Oirschot vaker bij de verpachtingen van ’s lands belastingen in Den Bosch169.In 1679 reist hij naar de Raad van Brabant in Den Haag om na-mens Oirschot te procederen tegen die van Oijsterwijck over de gemeijnt gelegen bij het huis Den Bergh en bij de watermo-len onder Spoordonk170.Op 5 april 1683 wordt Bartel, regerend schepen, naar Den Bosch gestuurd om 3000 gulden te te ne-gotieren en optenieren. In het schepenprotocol is de kopie van de kwitantie d.d. 10 april 1683 opgenomen171. En in 1686 krijgt hij tweemaal procuratie om in naam van de vrijheid Oir-schot 6000 gulden te lenen172.Als privé-persoon treedt Bartel op als procurator van de Hr. François Gast te Antwerpen173, en als curator van de boedel van Jeronimus van Kelst bij den Ed. Rade en Leenhove van Brabant174.Bartel Buckincx bevindt zich op 21 april 1684 namiddag in de voorkamer van herberg de Swaen als wanneer eenige krake-lige woorden en gerucht heeft gehoort beneden in den ganck, en dat hij deponent op t selve gerucht off geroep van de kae-mer aff loopene heeft gesien dat den personen van Johannes van Disseldorp ende Nicolaes van Gerwen, beide deurwaar-ders, vechtenderhandt stonden. Hij pakt van Gerwen bij de arm en zegt: Schaempt ghij u niet dat alhier questie maeckt. Op 13 mei legt hij hierover een verklaring af voor de schepe-nen175.Op 3 augustus 1682 verkopen Anthonij vanden Biggelaer als man van Willemijntij dochter Willems van Collenberg, en Geerit van Gerwen als man van Maria Willem Peters van Col-lenberg, de helft in een hooij en haudt veldt onder de Notel aan Bartel Buckincx176. De andere helft is al in bezit van Buc-kincx. Op 10 september 1674 wordt Bartel met Anthonij Ver-houven uitgezonden naar de stad Antwerpen, om een schuld van vijfduizend Caroli guldens af te lossen die de regenten van Oirschot in december 1673 hadden geleend van de heer Anthoine van Tijen schepen der Stad Antwerpen177.Bartel Buckincx en Maijken van Achel, sieck te bedde, maken op 24 juni 1682 hun testament voor notaris van Audenho-ven178. De kinderen en erfgenamen delen op 9 februari 1708 de nalatenschap van hun ouders179. De erfgenamen van Bartel Buckincx machtigen op 25 juli 1732 Pieter Hoijer, procureur voor de Raad van Brabant, om hen te vertegenwoordigen in een proces tegen Mevrouw Justina Maria de Jong, wedue van Johan de Raat180.

Uit dit huwelijk:1. Aert Bartel Buckings, volgt VIc.2. Maria Bartel Buckings, gedoopt Oirschot 1 januari

1652, begraven Oirschot 18 december 1729, trouwt Oirschot (schepenbank) 17 september 1678 Dielis Bas-tiaan Coopal (ook: van Velthoven), gedoopt Oirschot 15 juni 1652, overleden voor 1703, zoon van Bastiaen Jan Coopal en Maria Laureijs Daniel van Velthoven.

Dielis Bastiaens Coopal en Maria Bartel Buckings maken

op 27 juli 1695 hun testament voor de schepenen181. Maria wed. Dielis Coopal en kinderen wonen in 1705 op de Kerkhof. In 1708 erft zij een huijs aende plaets metten hof int Steen Straetjen uit de nalatenschap van haar ouders182. Op 8 okto-ber 1720 maakt zij haar testament183.

3. Adriana Bartel Buckings, gedoopt Oirschot 10 janu-ari 1654, begraven Oirschot (kerk) 6 augustus 1735, trouwt Oirschot (schepenbank) 12 februari 1681 Joost Peter Schepens, begraven Oirschot (kerk) 21 mei 1738, zoon van Peter Willem Schepens en Cathalijn Joost Jan Goossen van Helmond.

Joost Schepens en Adriaentjen wonen in 1705 op de Kerkhof. Op 13 januari 1717 maken zij hun testament184.

4. Anna Bartel Buckings, gedoopt Oirschot 30 novem-ber 1655, woonde op de Kerkhof 1683, trouwt (1) Oir-schot (schepenbank) 7 juli 1680 Antonis Jan van Roij, gedoopt Oirschot 22 januari 1656, begraven Oirschot 29 september 1683, zoon van Jan Henrick Goris van Roij en Catharina Jan Moescops; trouwt (2) Oirschot (dispensatie wegens 2e graads bloedverwantschap) in april 1688 Jan Jan Moescops, gedoopt Oirschot 23 fe-bruari 1666, zoon van Jan Jan Moescops en Maria Pe-ter van Ostade. Jan trouwt (2) Oirschot (schepenbank) 13 mei 1708 Lijsbeth Laureijs van Overdijk, dochter van Laureijs Jan van Overdijk en Willlemke Rutger Vlem-mincx.

5. Cornelia Bartel Buckings, gedoopt Oirschot 27 maart 1656, trouwt Oirschot (schepenbank) 29 oktober 1685 Peter Jan van Geloven, begraven Veldhoven 26 januari 1733. Zij wonen te Veldhoven.

6. Hendrick Bartel Buckings, gedoopt Oirschot 2 fe-bruari 1660, begraven Oirschot (kerk) 30 april 1716, trouwt (1) Oirschot 9 februari 1680 Barbara Henrick van de Velde, begraven Oirschot 8 mei 1689, dochter van Henrick Antonis van de Velde; trouwt (2) Oirschot (schepenbank) 13 juli 1692 IJke Jacob Coppens, ge-doopt Oirschot 27 december 1649, begraven Oirschot 19 december 1709, dochter van Jacob Jan Coppens en Aleijt Abraham Alemans; trouwt (3) St. Michielsgestel (r.-k.) 18 mei 1710 Maria Wouter van de Steen. Zij her-trouwt Oirschot (schepenbank) 14 januari 1720 Jan van de Weegh. Uit het eerste huwelijk vijf jong overleden kinderen, gedoopt Oirschot tussen 1680-1689.

Henr. Bartel Buckinx en IJken sijn wijff wonen in 1705 op de Kerkhof. De nagelaten goederen van ‘Ida huijsvrouw Hendrick Buckums’ worden op 28 januari 1710 getaxeerd. Ze bezit een houtveltje genaamd het Helders veltje onder Straten, t.w.v. 20 gulden185. Met zijn derde echtgenote maakt Henrick Buckincx op 24 april 1716 een testament voor notaris Heribert van Au-denhoven186. Hij sterft zonder wettige geboorte na te laten. Maria weduwe Henderick Buckings doet als erfgename op 8 juni 1716 aangifte van zijn nalatenschap187. Hij bezit een huijs-ken onder de haertganck van den Kerckhof. De totale waarde van de nalatenschap bedraagt 402 gulden.

7. Lijsbeth Bartel Buckings, gedoopt Oirschot 21 sep-

Page 62: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

174 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

tember 1662, trouwt Oirschot (schepenbank) 12 juni 1686 Adriaen Henrick Kievits, geboren Dussen Muijl-kerk, uit dit huwelijk de tweeling Henricus en Maria, gedoopt Loon op Zand 23 juni 1688. Hij trouwt (2) Til-burg (schepenbank) 21 mei 1699 Cornelia Adriaen Ze-gers, weduwe van Gerit Jan Smolders.

8. Joannes, gedoopt Oirschot 30 januari 1665, jong ge-storven.

9. Lucia Theresia, gedoopt Oirschot 8 februari 1667, jong gestorven.

10. Michiel Bartel Buckings, gedoopt Oirschot 2 maart 1669, commies ontvanger te Vlodrop, begraven Oir-schot (kerk) 15 november 1737 voor drie gulden188.

Namens sr. Michiel Buckincx, mitsgaeders Henderick en Bar-tel kinderen van Adriaen Kievits, dagvaart vorster Soetens op 19 februari 1716 Bartel van de Wal, om te komen sien vernieu-wen en executabel verclaeren den overjaerde vonnisse van heeren schepenen alhier in dato den 7e novemb. 1714189.Voor de collaterale successie wordt de totale waarde van Mi-chiels nalatenschap aanvankelijk getaxeerd op 192 gulden 2 stuivers en 8 penningen190, maar Jacobus Schippers, noie ux. een der mede erfgenamen, doet op 22 januari 1738 aangifte van de goederen die buiten Oirschot zijn gelegen, bestaande uit twee stukken akkerland gelegen onder Oisterwijk. De to-tale waarde bedraagt 317 gulden 2 stuivers en 8 penningen, waarvan den 20e penning 15 gulden 17 stuivers 2 penningen191. Tot de allodiale erfgoederen behoort een huijs en aenstede bij Coolmont, groot ontrent een lopen veertigh roeden. Michiel blijkt ingewoond te hebben bij zijn zwager Joost Schepens en diens dochter Catrien (die hij nog 11 gulden en 9 stuivers ver-schot en costgelt schuldig is) op de Kerkhof nummer 186192.Michiel heeft aan zijn neven Arnoldus, Bartel en Michiel grond gelegateerd, met de belasting dat ‘sijnen voorn. erffgen. den testateur een fatsoenelijcke begrafenisse sullen moeten ae-ndoen, en voor de noot drufftigen laten backen ende uijtreijc-ken vijffitgh vaeten rogge’. De uijtspijndinge193 van 50 vaten rogge zijn geleverd en gebakken door Jan Donckers, Ariaen van Dooren en Hendrick van Mol.

Op 17 december 1739 wordt de inventaris opgemaakt van de goederen van wijlen Monsieur Michiel Buckincx194. Daarin onder andere: een rijpaerd met zadel en toom, drie rocken en twee camisolen en één witte en twee qua-de slaapmutsen. Bij Joost Schepens heeft Michiel goud en silver gelt in bewaring gegeven. Jacobus Schippers, man van Helena Bartel Buckincx, en de momboiren over de onmondige kinderen van Bartel Aert Buckincx verwekt bij Anne Dircx van den Bigelaer, met name Arnoldus, Bar-tel en Michiel Bartel Buckings, tezamen erfgenamen van Michiel Bartel Buckincx, ‘in sijn leven Commis ontfanger ende besiender vande inkomende en uijtgaende Reghten tot Vlodrop’, op grond van diens testament van 1 novem-ber 1735 voor notaris Theodorus van Heijmenbergh te Alkmaar, delen de nalatenschap195.

11. Heijltje Bartel Buckings, gedoopt Oirschot 1 septem-ber 1675, begraven Oirschot 29 februari 1740, trouwt Oirschot (schepenbank) 16 augustus 1699 Jacob Cor-stiaen Schippers, gedoopt Oerle 22 december 1683, schepen, begraven Oirschot 25 september 1754, zoon van Corstiaen Jan Dirck Schippers en Heijltje Jan Bo-gers.

Jacobus Schippers en Helena wonen in 1705 op de Kerkhof nummer 86196, waar ze twee huizen bezitten: huis en hof ge-naemt den Bonte Osch aent Mercktvelt en huijs Het hart197. Op 28 juni 1706 maken zij hun testament voor notaris Heribert van Audenhoven198. Helena tekent met een kruisje, verclae-rende mits haere sieckte hoeren naeme niet te connen teec-kenen ofte schrijven. Het huishouden van Jacobus Schippers bestaat in 1738 uit zes volwassenen en twee koeien. De erfde-ling tussen hun kinderen vindt plaats in 1755199, maar op 3 mei 1758 delen Christiaen, Jan en Jacobus, en Pieter Sangers, als man van Lucia, nogmaals200. Huis den Bonte Osch gaat naar Pieter, Jan erft huis het Hart.

VIa. Arnoldus Henrick Buckings, geboren ‘sHertogenbosch circa 1665, klompenmaker, collator en cantor van de St. Petruskerk vanaf 1678, overleden ná 1729201, trouwt Oir-schot (schepenbank) 25 januari 1692 Jenneke Henrick Henrick van der Linden, geboren Beeksche Donk (Beek en Donk) circa 1665, begraven Beek en Donk 27 februari 1709.

Zijn momboirs Jan Jasper van Belsen en Gerrit Vervoort de-len op 10 januari 1673 namens hem in de nalatenschap van zijn grootouders Andries Peters van Weert en Maijke Leon-arts Cranen202. Jan van de Achter, momboir over het kind van Henrick Buckings, machtigt op 31 mei 1674 Solomon Wouters om van Jan Lambrechts, wonende te Maastricht, 500 gulden Maestrichter loopender gelt met den interest van dien te vor-deren203.Op 24 april 1682 maakt Arnoldus, cantor vanden capittule en kercke van St. Peeters alhier ende teghenwoordelijck siec-kelijck te bedde liggende ten huize van zijn oom Jan van de Achter, zijn testament voor notaris van Audenhoven204. Hij maakt legaten aan zijn drie moeijtkens van sijns moeders weghen, Cathelijn, Anneke en Mechteld, en aan zijn twee oo-men van sijns vaders weghen, Jan en Bartel. Tot zijn erfgena-me benoemt hij Anna Maria van der Achter, dochter van Peter van der Achter en Anna van Opbergen, zijn nicht. Op 10 de-cember 1690 maakt hij een nieuw testament205. Hij benoemt nu Jan van der Achter en Anneken Andriessen van Weerdt tot zijn erfgenamen, en in cas van henne afflijvichheijt Jan soon Peeter van de Achter. Arnoldus herroept dat testament op 18 augustus 1691206.Jan van der Achter, momboir van Arnoldus onmondige zoon van wijlen Henrick Buckinx, verhuurt op 2 februari 1677 een huis en aangelag onder Naastenbest aan Willem Thomassen Verschueren207. Hetzelfde huis wordt op 14 januari verhuurt aan Frans Huijberts208. Arnoldus Buckincx, dan wonende op de Donck onder Beeck bij Aerle, verhuurt het huis op 28 decem-ber 1700 aan Laureijs Janssen Goorts van Geloven209.

Page 63: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 175

In 1700 koopt Arnoldus Buckums seecker huijs, hoff ende ae-ngelegen erffenisse, gelegen op de Donck, van Coen Janssen Verhoeven210. De schepenen van Beek verklaren op 27 de-cember 1700 dat Arnoldus Henricx Buckums, wonend op de Donck is creupel ende vermingkt aen sjjn leden en oversulcx incapabel tot enig werck. Hij moet een vrouw en drie kinderen onderhouden. Voor de aankoop van een huis op de Donk krijgt hij vrijstelling van belasting211.Tijdens een storm op 8 december 1703 is het huis omge-waaijd212. Na de dood van zijn vrouw worden zijn zes kinderen onderhouden door de armentafel van Beek en Donk. Op 5 maart 1709 geeft Arnoldus de armmeesters toestemming om al zijn goederen te verkopen, en cedeert ook nog eens de helft van zijn inkomsten uit het beneficie der Cantorije van Oirschot aan de armentafel213.

Uit dit huwelijk:1. Henrick Aert Buckings, volgt VIIa.2. Peternel Aert Buckings, gedoopt Oirschot 3 januari

1694, begraven Best 18 oktober 1748, trouwt Oirschot NG 12 mei 1720 Gerrit Henrick van de Sande, gedoopt Best 23 juni 1686, begraven Best 19 mei 1727, zoon van Henrick Gerrit van de Sande en Esther Jan van Door-malen.

Goort van Lievenoogen als man van Jenneke, en Maria Gerrits van de Sande, delen op 25 maart 1780 de nalatenschap van hun ouders214. Zij woonden onder de herdgang van Naasten-best. Goort erft een huijs, hof en aangelagh. Maria erft de som van een hondert guldens eens te trecken en te profiteren van Goort van Lievenoogen nomine uxoris. De zoon van Goort van Lievenoogen en Jenneke van de Sande is Cornelis van Lieve-nogen, gedoopt Best 26 maart 1768 en overleden te Kevelaer 21 september 1819. Hij wordt in 1800 door collator Hendrik Buckings benoemd tot cantor.

3. Jenneke, gedoopt Beek en Donk 29 juni 1695.4. Catharina, gedoopt Beek en Donk 8 augustus 1696.5. Catharina Aert Buckings, gedoopt Beek en Donk 28

september 1697, trouwt Jan Dirck van Lieshout.6. Jan, gedoopt Beek en Donk 1 juni 1701.7. Maria Aert Buckings, gedoopt Beek en Donk 5 augus-

tus 1702, begraven Gemert 10 juni 1736, trouwt Gemert (r.-k.) 28 augustus 1731 Henrick Jan Clabbers, afkom-stig van Hassem (Kleef). Zij wonen op Fellenoordt.

8. Peter, gedoopt Beek en Donk 28 oktober 1704.

VIb. Thomas Jan Buckings, geboren circa 1660215, begraven Bergeijk 29 april 1741, huwt Dimpna Janssen.

Aert Bartel Buckincx en zijn neef Thomas Jan Buckincx verkla-ren op 2 mei 1673 ter instantie van Jaspar Michielsen, coop-man van mager beesten, dat deze twintig magere beesten heeft gekocht216.Thomas Jan Buckings, out ontrent twintich jaeren, verklaart op 6 januari 1680 voor notaris Johan Leermakers, dat hij het jaar ervoor in de herberg van Peter Henrick van de Looij in Wintelre getuige geweest is dat Jan Marcelis Vlemincx aldaar groot crakeel en questie was soeckende en maeckende door

onder andere eenene bierpot inde handt dije hij noch tegens de aerde was smijtende. Vlemmincx blijkt zelfs Aeltien doch-ter Gerit Henricks van Beers, in een poging hem tot bedaren te brengen, van de selve wierde gebeten en gequetst haeren cleijnen vingeer van haer slinckeer handt217.In 1683 krijgt Thomas binnen één week tijd bij twee verschil-lende vrouwen in totaal drie onwettige kinderen. Hij verhuist daarna naar Bergeijk. Kinderen uit zijn relatie met Maria, dochter van Corstiaen

Goris (van Cuijck) bij Magdalena Willem Daniel van de Ven:1. Magdalena, gedoopt Oirschot 2 juni 1683, tweeling

met2. Goortje Thomas Buckings, gedoopt Oirschot 2 juni

1683, trouwt Oirschot (r.-k.) 17 januari 1717 Francis Jan van Elmpt218, gedoopt Oirschot 1 maart 1695, begraven Oirschot 13 december 1737, zoon van Jan Wouter van Elmpt en Anneke Daniel Coopmans.

Uit zijn relatie met Maria van Dipten:3. Aert Thomas Buckings, volgt VIIb.Uit zijn relatie met Maria Pauwels:4. Petronella, gedoopt Moergestel 13 januari 1687.

Op 24 augustus 1736 belooft Thomas voor de schepenen van Bergeijk een bedrag van 140 gulden aan zijn dochter Petronel-la, wegens jarenlange hulp en bijstand219.

Uit zijn huwelijk met Dimpna:5. Petronella Buckings, gedoopt Bergeijk 11 november

1687, begraven Bergeijk 25 september 1751, trouwt Bergeijk 2 oktober 1741 Jan Francis Caris, van Weert.

Zij maken op 23 januari 1742 hun testament voor de schepe-nen van Bergeijk220. Jan Francis gaat op 16 oktober 1751 in on-dertrouw met Elisabeth Croners uit Westerhoven.

6. Henrick Buckums, volgt VIIc.

VIc. Aert Bartel Buckings, gedoopt Oirschot 20 december 1649, pachter van de waag te Oirschot (zijn vader Bartel is borg), begraven Oirschot (kerk) 5 september 1713, trouwt (1) Oirschot (schepenbank) 25 juli 1675 Jenneke Henrick Coppens, gedoopt Oirschot 3 september 1646, overleden vóór 1691, dochter van Henrick Jan Coppens (kapitein van de Kerkhof) en Jenneke Peter Lambert Coremans; trouwt (2) Oirschot (schepenbank) 5 juni 1691 (huwelijkse voor-waarden 5 mei 1691221) Engelien van Kerckoirle, gedoopt Oirschot op 13 december 1634, dochter van Willem Jan van Kerkoerle en Lijsbeth Henrick de Crom (waardin).

Aert Bartel Buckings en Jenneke Henricx Coppens maken op 9 november 1690 hun testament222. Jenneke ligt ziek te bed. Van haar vader erft Aert een huijs en hoff op de Kerkhof, later geheten: den Oijevaer223.Aert Buckings en Jenneken wonen in 1705 op de Kerkhof. Wil-lemijntje Mathijsse dient als meid bij hen. Bij vonnis van 5 sep-tember 1708 veroordelen de schepenen Aert Bartel Buckincx tot levering van thien ellen hempt linwaet, vijff ellen groff linwaet, een mutse, een onderstien, een paer koussen ende schoen met een paer blocken en socken en vijff stuivers gelts als gedaagde ter saecke van een jaer huere en dienstbode-

Page 64: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

176 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

loon verscheenen Ste Peter Lestleden aan de huisvr. van de aalegger is schuldigh ende rest gebleven. De eiser is Nicolaes van de Werff als man en momboir van Willemijntie Mathijs-se224.Op 16 november 1707 wijzen de schepenen vonnis voor Jan Jans van de Ven, voormalig borgemeester, ten laste van de kinderen van Bartel Buckincx, namelijk: Aert, de weduwe Die-lis Coopal, Henrick Buckincx, Joost Schepens en Jacobus225. Zij veroordelen de erfgenamen Buckincx tot betaling van het restant van twee en dertich gulden thien stuivers salvo justo.Op 3 september 1713, tussen drie en vier uur ’s middags, valt Aert Buckums, vóór het huis van de kinderen van Goort van Geloven op de Notel, van een kar. Hij breekt zijn nek, en is op slag dood. Een dag later wordt zijn lichaam gevisiteerd door de schepenen Gerart van Heumen en Hendrick van de Schoot, en mr. Theodorus Messemaeckers, chirurgijn. De laatste ver-klaart bij visitatie ‘aen het selve lighaem bevonden den darm-breuck vande groote ontrent een kinderhooft uijtgestoten te zijn mitsgaders naer gedaen incisie bevonden den halff uijt een te weesen, te weeten het tweede wervelbeen van den halss naer het hooft op soodanigh dat den genoempde chri-rugijn zijn vinger tusschen de wervelbenen conde insteeken, welke uijt barste vanden breuck ende het uijt een zijn van den halfs of wervelbeenen, hetgeen de dood heeft veroorzaakt’226.Jan Bartels van Gestel huurt in 1714 een huis - den Oijevaer - staende over de Lieve vrouwekerck op den Hoeck van het Steenstraetie in de Oolen off Heijstraet van de kinderen van Aert Bartel Buckincx. De schepenen inspecteren op zijn ver-zoek het huis op 18 oktober, en constateren nootsaeckelijcke reparatie aen de glaesen, de achterhuijsinge voor het mee-rendeel boven open en ondeckt, op de neere227 onder meest open en out want de neeren sonder deuren en nootsaec-kelijcke reparatie aan het bezetten van de pannen, allen het welcken voors wij hebben gesien en wel geexamineerdt ende bevonden de aghterhuijsinge niet bewoon noch gebruickbaer, soo datter nootsaeckelijkce reparatie aan dack, mueren, wanden vensters en deuren moet geschieden, soude de huijs-inge comen bewoont blijven228. Uiteindelijk verkopen de kin-deren het huis aan Jan Baptist Smits, zaedelmaeker229.

Uit het eerste huwelijk:1. Joannes, gedoopt/begraven Oirschot 5 augustus/10

december 1677.2. Bartel Aert Buckings, volgt VIId.3. Jenneke Aert Buckings, gedoopt Oirschot 21 mei 1681,

begraven Oirschot 13 april 1748, trouwt Oirschot (sche-penbank) 30 januari 1707 Jan Willem van Berendonk, gedoopt Oirschot 26 juni 1683, begraven Oirschot 9 november 1746, zoon van Willem Jan van Berendonk en Lijsbeth Gijsbert Vlemmincx.

Jan Willem van Berendonck woont met drie volwassenen in 1738 op de Kerkhof nummer 226230.

4. Maria Aert Buckings, gedoopt Oirschot 11 september 1683.

Bij het transport van het huis genaamd den Ooijevaer gelegen in de Moolestraet aan Jan Baptist Smits is voor 100 gulden hypotheek verleend tegen 4 procent rente per jaar, die toe-komt aan Maria Buckincx. Smits heeft het huis doorverkocht aan Jan Bartels van Gestel op 30 november 1714, waarbij ook de hypothecaire verplichtingen zijn overgegaan. Omdat Jan van Gestel in gebreke blijft bij de betaling daagt Bartel Buc-kincx, inwoonder tot Tilborgh, als last ende procuratie heb-bende van Maria sijne suster woonende tot Antwerpen, hem op 7 februari 1720 voor de schepenbank231.

5. Henrick Aert Buckings, gedoopt Oirschot op 2 de-cember 1685, begraven Oirschot (kerk) 27 augustus 1714, trouwt Oirschot (schepenbank) 3 mei 1711 Mar-got Leenaert, geboren Kontich (Antwerpen), begraven Oirschot (kerk) 1 november 1730. Uit dit huwelijk twee dochters: Joanna Maria, gedoopt Oirschot 31 januari 1712, en Maria Catharina, gedoopt Oirschot 1 maart 1713.

(wordt vervolgd)

Literatuur:De koorbanken van Oirschot, fotografisch gezien door Martien Coppens met tekst van P. Concordius van Goirle, Eindhoven 1941;De koorbanken van Oirschot en Aarschot, gezien door de lens van Hans Sibbelee en Jan Verspaandonk, Jos Koldeweij (red)., Nijmegen 1991;Christel Theunissen, Koorbanken in Brabant 1425-1550, ‘Van Goeden houte gemaekt’, Nijmegen 2017.

AfkortingenBHIC Brabants Historisch Informatie CentrumFAA Felixarchief AntwerpenGAGB Gemeentearchief Gemert-BakelNA Nationaal Archief ‘s-GravenhageRAT Regionaal Archief TilburgRHCe Regionaal Historisch Centrum EindhovenSAsG Stadsarchief ‘s-GravenhageSAsH Stadsarchief ’s-Hertogenbosch

Noten1. J.W.M. Peijnenburgh, De Cantorij

van Oirschot, een laatste restant van het Middeleeuws kapittel, in: De comme geopend, geschied-kundige opstellen uit de Kempen, Eindhoven 1983, pag. 64.

2. collator, ook: kerkheer: degene met het recht om kerkbedienaren te benoemen.

3. J.G.M. Sanders, Inventaris van het archief van het kapittel vaRHCe N Oirschot (1261) 1328-1911, ’s-Her-

togenbosch 1994, pag. 23.4. J. Lijten, De stichting van de

Oirschotse Cantorij, Campinia XXIV (1994) pag. 3.

5. Lijten, De stichting, a.w. pag 11, stelt dat de al of niet aanwezige kerkelijke goedkeuring niets af doet aan de status van beneficie of officie.

6. Peijnenburgh, De Cantorij, a.w. pag. 63.

7. J. Lijten, Een parochie in wording,

Best 1340-1600, in: De comme geopend, geschiedkundige op-stellen uit de Kempen, Eindhoven 1983, pag. 40.

8. RHCe R Oirschot 2356 f. 25: het is niet onlogisch dat de roepnaam van Gijsbert Bert of Beertken is.

9. J.H.G.M. Deckers, Kapittels en kanunniken in de Meierij, Boxtel (ongedateerd), pag. 34.

10. J. Lijten, De functionarissen van het Oirschotse kapittel, Campinia

XXVI (1996), pag. 6.11. Lijten, De stichting, a.w. pag. 11.12. F.P.M. Jespers, Orgelspel en

kerkzang in de Oirschotse kerken, H.J.M. Mijland (red), Oog op Oirschot, pag. 219.

13. RHCe R Oirschot 2374 f. 74v14. F.P.M. Jespers, ‘Loflyk werk

der Engelen’ Kerkmuziek in Noord-Brabant 17e-19e eeuw, deel LXXVIII van de Bijdragen tot de geschiedenis van het zuiden van

Page 65: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 177

Nederland, Tilburg 1988, pag. 32.15. Lijten, De functionarisen, a.w.,

pag. 7.16. Jespers, Orgelspel, a.w. pag. 220.17. Lijten, De functionarisen, a.w.,

pag. 8; Jespers, Orgelspel, a.w. pag. 221.

18. Jespers, Orgelspel, a.w. pag. 220.19. Peijnenburgh, De Cantorij, a.w.

pag. 62.20. R. Rosier, De Kantersche velden in

Best, Campinia XXIII (1993) pag. 171.

21. J.W.M. Peijnenburg, Joannes Zwijsen, bisschop, Tilburg 1996 pag. 25.

22. Lijten, De stichting, a.w. pag. 14.23. Lijten, De stichting, a.w. pag. 11.24. SAsH R ‘s-Hertogenbosch 1848 f.

486.25. RHCe R Oirschot 2374 (los stuk).26. RHCe N Oirschot 2 f. 38.27. RHCe N Oirschot 47 f. 48.28. Lijten, De stichting, a.w. pag. 12.

Alleen van Philips van der Straten is bekend dat hij in Leuven gestu-deerd heeft; H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse stu-denten 1550-1750, deel XLIV van de Bijdragen tot de geschiedenis van het zuiden van Nederland, Tilburg 1979, nr. 5017.

29. Peijnenburgh, De Cantorij, a.w. pag. 63.

30. Ch. de Mooij, Reformatie tegen wil en dank, in: R. van Uytven (red.), Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden, Leuven, pag. 405.

31. RHCe N Oirschot 147 nr. 91.32. RHCe N Oirschot 232 f. 42.33. RHCe R Oirschot 2416 f. 386,

f. 388, f. 399, f.400, RHCe R Oirschot 2417, f. 72, f. 83.

34. choraal: koorzanger.35. RHCe N Oirschot 146 nr. 66.36. Ch. de Mooij, Verschuivende

grenzen, in: R. van Uytven (red.), Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden, Leuven, pag. 387.

37. RHCe R Beek en Donk 65 f. 156.38. RHCe R Beek en Donk 66 f. 78v.39. RHCe DTB Oirschot 21 f. 3.40. RHCe DTB Oirschot 21 f. 19.41. RHCe DTB Oirschot 21 f. 19v.42. NA Resoluties Staten Generaal

3340 f. 272v.43. Peijnenburgh, De Cantorij, a.w.,

pag. 64.44. RHCe N Oirschot 151 nr. 17, nr. 21.

Het eerste testament is kennelijk een duplicaat.

45. RHCe N Oirschot 159 nr. 113.46. RHCe N Oirschot 162 nr. 270.47. RHCe N Oirschot 194 f. 268.48. GAGB R Gemert 136 nr. 57.49. GAGB DTB Gemert 20 f. 1.50. GAGB R Gemert 130 nr. 167.51. GAGB R Gemert 130 nr. 238.52. GAGB R Gemert 143 nr. 134/135.53. H.Th.M. Roosenboom, De

dorpsschool in de Meierij van ’s-Hertogenbosch van 1648 tot 1795, Tilburg 1997, pag. 156.

54. Lijten, De stichting, a.w. pag. 25.55. GAGB N Gemert 2137 nr. 106.56. Peijnenburg, a.w. pag. 26.57. N Oirschot 360 nr. 282.

58. Peijnenburg a.w. pag. 27.59. Zwijsen werd bij zijn bisschops-

wijding in 1842 titulair bisschop van Gerra (Zwitserland).

60. H. Mijland, De afscheiding van Best en de verdeling der gasthui-zen en fundaties, Campinia XV (1985) pag. 189.

61. Peijnenburgh, De Cantorij, a.w., pag. 65, identificeert hem als Arnoldus Buckincx/Beukenex, maar omdat deze in 1874 is over-leden betreft het waarschijnlijk diens oudste zoon, Theodorus Beukenex.

62. Peijnenburgh, De Cantorij, a.w., pag. 67.

63. L. Bukkems, Genealogie familie Bukkems van 1640 tot 1995: geschiedenis van een familie, Deurne 1996.

64. RHCe R Asten 79 f. 71.65. RHCe R Asten 72 f. 97.66. RHCe OAA Lierop L376.67. L.F.W. Adriaenssen, Hilvarenbeek

onder de hertog en onder de generaliteit : sociale en ekono-mische geschiedenis van een Kempens dorp tussen 1400 en 1800, Hilvarenbeek 1987, pag. 70.

68. RHCe R Oirschot 2366 f. 46v.69. RHCe R Oirschot 2367 f. 55v.70. A. Neggers, De Hersel de Oorschot,

Gens Nostra LXII (2007) pag. 449.71. RHCe R Oirschot 2364 f. 13v.72. RHCe R Oirschot 2366 f. 91v.73. RHCe R Oirschot 2366 f. 95v

[losse akte].74. RHCe R Oirschot 2366 f. 72.75. RHCe R Oirschot 2367 f. 23v.76. RHCe R Oirschot 2367 f. 71v.77. RHCe R Oirschot 2367 f. 428.78. RHCe R Oirschot 2367 f. 109.79. RHCe R Oirschot 2368 f. 4.80. RHCe R Oirschot 2368 f. 52.81. RHCe R Oirschot 2368 f. 77v.82. RHCe R Oirschot 2374 f. 507.83. RHCe R Oirschot 2368 f. 77v.84. RHCe R Oirschot 2376 f. 169.85. RHCe R Oirschot 2374 f. 219.86. RHCe R Oirschot 2365 f. 56.87. RHCe R Oirschot 2365 f. 13sub.88. RHCe R Oirschot 2365 f. 27.89. RHCe R Oirschot 2365 f. 34.90. RHCe R Oirschot 2365 f. 34.91. RHCe R Oirschot 2366 f. 31v.92. RHCe R Oirschot 2366 f. 55.93. RHCe R Oirschot 2365 f. 43v.94. RHCe R Oirschot 2370 f. 78v.95. RHCe N Oirschot 2 f. 37.96. RHCe R Oirschot 2372 f. 22v.97. RHCe R Oirschot 2373 f. 449.98. RHCe R Oirschot 2374 f. 500.99. RHCe R Oirschot 2374 f. 507.100. RHCe R Oirschot 2375 f. 363v.101. RHCe R Oirschot 2369 f. 32.102. RHCe R Oirschot 2369 f. 33v.103. RHCe R Oirschot 2371 f. 117.104. Zij is de dochter van Lijsbeth van

Hersel en Robbrecht de Lempri (van Lumprij, Lemper, alias de Capri).

105. RHCe R Oirschot 2370 f. 252.106. RHCe R Oirschot 2376 f. 169v.107. RHCe R Oirschot 2375 f. 457.108. RHCe R Oirschot 2376 f. 169.109. RHCe R Oirschot 2376 (losse akte

achterin).110. RHCe R Oirschot 2378 f. 294v.

111. J. Lijten, De functionarissen, a.w. pag. 10.

112. RHCe R Oirschot 2379 f. (schut-blad).

113. RHCe R Oirschot 2372 f. 443.114. RHCe R Oirschot 2373 f. 250v.115. RHCe R Oirschot 2375 f. 273.116. RHCe R Oirschot 2376 f. 169v.117. RHCe R Oirschot 2376 f. 175v.118. RHCe R Oirschot 2376 f. 329.119. RHCe R Oirschot 2377 f. 149.120. RHCe R Oirschot 2379 f. 132.121. RHCe N Oirschot 113 f. 18.122. RHCe R Oirschot 2379 f. 68.123. RHCe N Oirschot 28 f. 38.124. RHCe R Oirschot 2414 f. 72.125. RHCe R Oirschot 2400 f. 706.126. RHCe N Oirschot 14 f. 124.127. RHCe N Oirschot 146 nr. 66.128. RHCe R Oirschot 2379 f. 119.129. BHIC Raad van Brabant 113 f.

2208.130. RHCe R Oirschot 162, f. 157.131. RHCe N Oirschot 15 f. 197v.132. RHCe R Oirschot 2399 f. 580.133. RHCe R Oirschot 2399 f. 722v.134. RHCe R Oirsch’-ot 2400 f. 706.135. RHCe R Oirschot 2400 f. 631.136. RHCe N Oirschot 24 f. 13.137. RHCe N Oirschot 71 f. 5v.138. RHCe N Oirschot 97 f. 117.139. RHCe N Oirschot 229 nr. 179.140. RHCe R Oirschot 2412 f. 225.141. RHCe R Oirschot 2412 f. 226.142. RHCe R Oirschot 2412 f. 545.143. SAsB N ’s-Hertogenbosch 2772 f.

357.144. RHCe R Oirschot 1345.145. RHCe N Oirschot 219 f. 174.146. RHCe N Oirschot 95 f. 69.147. RHCe OAA Oirschot 1406.148. RHCe N Oirschot 75 f. 130.149. RHCe N Oirschot 97 f. 80.150. RHCe N Oirschot 129 f. 23.151. RHCe N Oirschot 129 f. 24.152. RHCe N Oirschot 136 f. 215.153. RHCe N Oirschot 136 f. 250.154. RHCe R Oirschot 805.155. RHCe N Oirschot 172 f. 136.156. SAsB N ’s-Hertogenbosch 2682

nr. 77.157. RHCe R Oirschot 2426 f. 83.158. RHCe R Oirschot 2426 f. 83v.159. L. Lijten, Oirschotse emigranten

naar Frankrijk en elders, Campinia XXII (1992) pag. 143.

160. RHCe N Oirschot 95 f. 69.161. RHCe OAA Oirschot 1406.162. RHCe N Oirschot 31 f. 13.163. RHCe OAA Oirschot 1406.164. Huizen en hun bewoners te Oir-

schot van de zeventiende tot de twintigste eeuw, Campinia I (1971) pag. 203.

165. RHCe R Oirschot 707.166. R Oirschot 3936.167. RHCe R Oirschot 2413 f. 306.168. RHCe R Oirschot 2413 f. 342.169. RHCe R Oirschot 2415 f. 136,

RHCe R Oirschot 2417 f. 372.170. RHCe R Oirschot 2417 f. 326.171. RHCe R Oirschot 2419 f. 324, f.

325.172. RHCe R Oirschot 2420, f. 63, f. 65,

f. 67.173. RHCe R Oirschot 2416 f. 321.174. RHCe R Oirschot 2416 f. 435.175. RHCE R Oirschot 147.176. RHCe R Oirschot 2419 f. 39.

177. RHCe R Oirschot 2415 f. 42.178. RHCe N Oirschot 151 nr. 38.179. RHCe R Oirschot 2433 f. 15.180. RHCe N Oirschot 257 nr. 116.181. RHCe R Oirschot 2423 f. 133.182. Huizen en hun bewoners te Oir-

schot van de zeventiende tot de twintigste eeuw, Campinia I (1971) pag. 203.

183. RHCe N Oirschot 185 f. 105.184. RHCe N Oirschot 182 f. 353.185. RHCe R Oirschot 4036, 28 januari

1710.186. RHCe N Oirschot 181 f. 290.187. RHCe R Oirschot 4036.188. RHCe DTB Oirschot 60 f. 4: Den 15

dito (november 1737) in de kerck begr. Magiel Buckins 3’0’0.

189. RHCe R Oirschot 2105.190. RHCe R Oirschot 4038 f. 241.191. RHCe R Oirschot 4038 f. 244.192. RHCe OAA Oirschot 6644.193. spende, spijnde: spijsuitdeling

aan de armen.194. RHCe R Oirschot 2468 f. 28.195. RHCe R Oirschot 2468 f. 36.196. RHCe OAA Oirschot 6644.197. RHCe R Oirschot 2473 f. 276v.198. RHCe N Oirschot 172 f. 56.199. RHCe R Oirschot 2473 f. 11v (de

akte is niet gedagtekend of ondertekend).

200. RHCe R Oirschot 2473 f. 276v.201. RHCe N Oirschot 194 f. 268.202. SAsH R ‘s-Hertogenbosch 1647A

f. 64v.203. RHCe N Oirschot 137 f. 77.204. RHCe N Oirschot 151 nr. 17, nr. 21.

Het eerste testament is kennelijk een duplicaat.

205. RHCe N Oirschot 159 nr. 113.206. RHCe N Oirschot 162 nr. 270.207. RHCe N Oirschot 146 nr. 16.208. RHCe N Oirschot 158 nr. 7.209. RHCe N Oirschot 144 nr. 66.210. RHCe R Beek en Donk 49 f. 173.211. RHCe R Beek en Donk 65 f. 156.212. RHCe R Beek en Donk 66 f. 31v.213. RHCe R Beek en Donk 66 f. 78v.214. RHCe R Oirschot 2476 f. 167v.215. RHCe N Oirschot 233 f. 178.216. RHCe N Oirschot 136 f. 219.217. RHCe N Oirschot 233 f. 178.218. Anton Neggers, Wouter van

Elmpt, schout van Oirschot, en zijn familie, Br.L. LVIII (2009) pag. 173.

219. RHCe R Bergeijk 81 f. 124v.220. RHCe R Bergeijk 91 f. 31v.221. RHCe R Oirschot 2422 f. 63.222. RHCe N Oirschot 136 nr. 109.223. Huizen en hun bewoners te Oir-

schot van de zeventiende tot de twintigste eeuw, Campinia XVII (1987) pag. 181.

224. RHCe R Oirschot 102 f. 5v.225. RHCe R Oirschot 102 f. 2v.226. RHCe R Oirschot 2462 f. 250.227. Neer: vloer, bodem.228. RHCe R Oirschot 2462 f. 84.229. RHCe R Oirschot 1682.230. RHCe OAA Oirschot 6644.231. RHCe R Oirschot 1682.

Page 66: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

178 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

In mijn Webdigit@@l nummer 71 (2016, op de website NGV) schreef ik over een online encyclopedie met beschrijvingen van 6000 plaatsen en plaatsjes in Nederland, u kon (en kunt de bijgewerkte versie) vinden op www.plaatsengids.nl.We kregen een mail van de maker van de site, Frank van den Hoven, dat hij intussen dit werk heeft uitgebreid. Per plaats vindt u een stukje geschiedenis en nuttige links die verwijzen naar wat er elders aan interessants hierover te vinden is, de oudere schrijfwijzen van de plaatsnaam, onder welke gemeen-te die viel, het huidige inwonertal en de volkstelling van 1840.

Frank vertelt hoe het begon: In 1993 wilde ik, in verband met heemkundige interesse, een boek kopen met meer dan mar-ginale beschrijvingen van alle plaatsen in ons land. Het bleek dat op dat gebied er alleen het 14-delige ‘Aardrijkskundige woordenboek der Nederlanden’ van A.J. van der Aa uit 1839-1851 was. Onder het mom van als niemand het doet, laat ík het dan maar doen heb ik er een geactualiseerde versie van ge-maakt. In 1998 is als beginnetje mijn ‘Topografische gids van Nederland’ verschenen, een 800 pagina’s tellend boek met beschrijvingen van circa 15.000 plaats- en andere topogra-fische namen (zie voor bespreking boek de Telegraaf via https://tinyurl.com/ydb27g2e). Daarna schreef ik nog enkele meer uitgewerkte streekdelen over West-Brabant, Zuid-Lim-burg en de Krimpenerwaard/Lopikerwaard. In 2008 besloot ik er een website van te gaan opbouwen. Na 25 jaar onderzoek en veel schrijven en schrappen kan ik nu zeggen dat het project ‘nieuwe Van der Aa’ (maar dan nog veel uitgebreider) af is. Ge-

nealogen kunnen (uiter-aard) gratis bij ‘hun’ plaats een oproepje plaatsen. Dit heeft vaak succes om-dat daar lokale ingewij-den op reageren.Meer info over Frank en waarom hij deze site en boeken maakte, is te vinden op www.plaatsen-gids.nl onder de kopjes Sitetips, Over ons en Nieuws.

In mijn derde Vanalles (september/oktober 2018) schreef ik over de website www.rijksmuseum.nl waar u gratis afbeel-dingen kunt downloaden. Deze mag u vrij gebruiken. Mits u uiteraard aan bronvermelding doet. Als illustratie daarbij gaf ik een paar portretten van voorouders. Bij één zo’n download

ging er even iets mis en kreeg ik slechts een deel van het ge-wenste portret. Toch vond ik het bij nader inzien een bijzonder mooi resultaat. Hierbij dus de tip om eens een uitsnede van een schilderij of foto bij uw publicatie te doen. Ik deed dit in mijn artikel Joost Jans, des baljuws dochter in Gens Nostra ja-nuari/februari 2019. De illustratie hieronder toont details van de portretten van Dirk Volckerts Coornhert (broer van Catryn Volckerts Coornhert, mijn voorouder kwartiernummer 20.135) en van Johannes Borgesius, med. doct. (1654). Zie voor de vol-ledige portretten bovengenoemde Vanalles.

Heeft u dat nu ook wel eens? Een onderzoek afgesloten, de gegevens verwerkt en/of een artikel afgerond en dan vind je ineens nog van alles erbij. In mijn 5e Vanalles (Gens Nostra januari/februari 2019) heb ik een paar bronnen genoemd voor het zoeken in Nederlands-Indië. In een nieuw lopend onder-zoek kwam ik een paar nieuwe namen tegen die uit dat land kwamen. Uiteraard heb ik eerst op de door mij genoemde sites gezocht. Op openarch.nl vond ik een ‘nieuwe’ bron. De volledige carrière van ‘mijn’ drie mannen (Ungerer, Veenhuij-zen en Patiwael) kon ik lezen op hun stamkaart. Documenten betreffende hun loopbaan met daarop alle wijzigingen, ziek-tes, wanneer men verlof had om naar Europa te gaan en het tijdstip van (eervol) ontslag. Via google.nl kwam ik ook nog op https://myindoworld.com, een website vol met informatie uit en over dat land: verhalen, genealogie, Indo news & Link en Pictures. Bij Vertalen kunt u de taal kiezen.

Over www.openarch.nl nog even dit: op deze site staan ge-nealogische gegevens van Nederland en België. 203 miljoen persoonsvermeldingen van 84 archieven en verenigingen, een initiatief van (Bob) Coret Genealogie. Gegevens worden er verrijkt met andere open data zoals weerkundige omstandig-heden, historische kaarten en volkstellingen.Bij sommige aktes (bijvoorbeeld een huwelijksakte) staat er een soort driehoekje naast. Het aanklikken ervan geeft een schema over zijn/haar familie c.q. voorouders. Als u op de

1. Plaatsen.nl

2. Detail portretten

column, websites

afbeeldingen, kranten, boeken

In deze rubriek Vanalles kunt u van alles verwachten wat met genealogie te maken heeft. Het is een wegwijzer in het digitale doolhof van websites, boeken, tijdschriften en regels. In deze rubriek geven we u tips, trucs en adressen. Vanalles is een inspiratiebron voor de genealoog. Het is een leidraad voor uw naspeuringen met Vanalles om uw onderzoek

gemakkelijker te maken. En het mooiste van alles: ook uw tips, stukjes, trucs enz. zijn (meer dan) welkom. Kortom een rubriek over van alles. Geschreven door Antonia Veldhuis, met dank aan Robyn Steensma. [email protected]

VANALLES

Page 67: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 179

ANTONIA VELDHUIS

twee horizontale balkjes voor de namen gaat staan, dan krijgt u de kinderen van dat echtpaar. Mits u daarvoor betaalt.Naast het tonen van de gegevens uit een akte - en waar die beschikbaar is - staat er een scan van de akte. Open Archie-ven vindt ook automatisch gelinkte akten en aanvullende in-formatie over personen en context. Deze website is daarmee een zeer handig hulpmiddel voor elke stamboomboomonder-zoeker, aldus de site zelf.

Zoeken op www.books.google.nl (boeken) en op www.goog-le.nl kunt u vergemakkelijken door de gezochte naam tussen aanhalingstekens te plaatsen. De zoekmachine ziet de zoek-term dan als één woord. Bijvoorbeeld ‘Dirk van Teijlingen’. Het intikken van dirk.van.teijlingen (dus met een punt tussen de voor- en achternaam) geeft overigens hetzelfde resultaat. Als u het woord Alkmaar toevoegt krijgt u eerst alleen de treffers van websites waarop ook dat woord staat. Het minteken (pal voor een term) sluit websites uit waarop betreffend woord staat. Als u een pagina op google eerder opende dan staat (vaak) onderaan de treffer: U heeft deze pagina ... (aantal) keer bezocht. Laatste bezoek was ... (datum).

Op Tools (onder uw zoekscherm op de startsite van google) klikken geeft: Elk land, Elke taal, Elke periode en Alle resulta-ten. Bij Elke periode kunt u aangeven over welk tijdsbestek u sites wilt zien. Dit voorkomt dat u weer allerlei sites krijgt die u eerder bezocht en waarop niets is veranderd.Kijkt u ook eens bij Afbeeldingen of video’s. Onder Afbeel-dingen kunt u, onder Tools, zien of een afbeelding vrij mag worden gebruikt. Deze informatie is te vinden onder Gebrui-kersrechten. Ik heb even gezocht op mijn naam en vond diver-se eigen foto’s die door mij als illustratie in artikelen zijn ge-bruikt Bij deze, zie afbeelding 3.Als u een eerder geopende website wilt bekijken, kunt u na het openen van de browser een commando geven waardoor het geheugen opent en de opgeslagen sites worden getoond. Bij Chrome is dat ctrl h. Een woord van de site of een deel van het adres intikken geeft de websites.

Zoek ook eens in de breedte via broers, zussen of kinderen van de door u gezochte personen. Niet alle huwelijksaktes en huwelijksbijlagen geven dezelfde gegevens over bijvoorbeeld ouders weer. Zo was van Melle Entes bekend dat hij in 1809

van huis was vertrokken en dat men niet wist waar hij was. In één van de huwelijksbijlagen vond ik zijn overlijden in de ge-vangenis van Vilvoorde. Had ik alleen de bijlage van de twee andere kinderen doorgenomen, waar dat niet in staat, dan had ik niet geweten waar pa gebleven was. Ik schreef hierover in 11 en 30, het NGV magazine voor Friesland.Een ander geval van ‘via een omweg vinden’ is mijn Angeniete Vree. Ze zat in 1795 80 dagen gevangen bij de Stadsgeweldi-ge in Groningen, een veroordeling van haar vond ik niet. Tot ik ineens opmerkte dat er tegelijk met haar nog vijf andere vrouwen werden opgesloten, die even lang in detentie za-ten. Een proces van haar had ik dus niet, wel dat van vier van de andere vrouwen. Het nalezen van 150 bladzijden proces-stukken leerde me dat Angeniete daarin niet expliciet wordt genoemd, maar dat er diverse keren door getuigen wordt ge-noemd ‘de zes vrouwen die thans bij de Stadsgeweldige zijn gedetineerd’ en ’de zes die thans in de Hoofdwacht zijn gear-resteerd’ met de reden waarom. Ik had dus via een omweg ge-vonden waarom ze in het gevang zat. Ze was Oranjegezind en had dat iets te duidelijk laten blijken.

In de DigitaalGids van september/oktober 2018 las ik op bladzijde 44 onder tips & trucs over de website Netwerk Oor-logsbronnen: www.oorlogsbronnen.nl. Kenniscentrum gefaci-liteerd door het NIOD. Dat maakte de kennis van de oorlog-serfgoedsector van musea, stichting en kenniscentra via dit netwerk toegankelijk. Er is van alles doorzoekbaar gemaakt en er kan op thema worden gezocht. Via een kaart zijn alle kampen uit de tweede wereldoorlog in Nederland en in voor-malig Nederlands-Indie te vinden. Het menu (de drie horizon-tale balkjes linksboven) geeft toegang tot de subsites.

Mocht u websites tegenkomen die naar uw idee interes-sant zijn: mail ze me. Ook tips en trucs zijn uiteraard wel-kom. Deze rubriek is niet alleen door mij en voor u, maar ook door u en voor u. <<

4. Tekst zes vrouwen

3. De drie afbeeldingen uit Gens Nostra die ik volgens internet Tools mag gebruiken mits ik toestemming heb

Page 68: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

180 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

BOEKRECENSIESDe in deze rubriek besproken boeken zijn, tenzij anders vermeld, te raadplegen in het Informatiecentrum, Kosterijland 3-5, 3981 AJ Bunnik. Schriftelijke informatie kan gevraagd worden via [email protected], of Postbus 50, 3980 CB Bunnik

TON BRUIJNIS HANS VAN FELIUS

Ї Herman van Twillert: Van Twillert schrijft geschiedenis, kroniek en genealogie van de geslachten van Twiller(t) vanaf de middeleeuwen. Uitgave in eigen beheer, 2018; ISBN 978-90-828370-0-1; 508p.; ill; index.

De kroniek van het geslacht Van Twillert voert door zeven eeuwen Veluwse geschiedenis. Vanaf de late middeleeuwen

gaat het door de donke-re veertiende en vijftien-de eeuw met oorlogen, ziekten, plundering en verwoesting. In Scher-penzeel, eertijds een be-twiste Veluwse enclave in het Sticht (de latere provincie Utrecht), werd al vóór 1372 de Twiller-hoeve bewoond, blijkens het oude document van ene Ghiselbert, die er blijkbaar zijn naam aan ontleende. Daar ligt de oorsprong van het ge-

slacht Van Twillert, waarvan men nog steeds de sporen aan-treft. Van Scherpenzeel verhuisde het geslacht naar Nijkerk, waar Wolter en Segher, twee zonen van Gijsbert, succesvol werden. Met name Wolter en zijn gezinsleden behoorden al snel tot de patriciërs en gingen op in de Veluwse elite. Van de patriciërs zijn echter geen mannelijke nakomelingen overge-bleven; deze tak is uitgestorven.De tak van Segher waren boeren op het vrij-horig goed Cleijn Twiller op het Slichtenhorst, even ten oosten van Nij-kerk. Vanwege pestepidemieën, stadsbranden en de schrale zandgronden vertrok de boerentak na twee eeuwen naar an-dere oorden, onder andere naar het huidige Amerika. Maar ze trokken ook naar Amsterdam en Bunschoten, waar de fami-lienaam via de vrouw werd doorgegeven en behouden. In Bun-schoten ontstond zo het geslacht Van Twillert, van boeren en molenaars en in Amsterdam de tak Van Twiller die met loon-werk en noeste arbeid de kost verdienden.De auteur heeft een boeiende kroniek van de familie Van Twil-lert opgesteld in het licht van de geschiedenis van de regio’s waar de voorvaderen leefden. Terecht merkt de auteur op dat de geschiedenis niet door hem, maar door alle Van Twiller’s en Van Twillert’s is geschreven. (TB)

Ї Frans Winkens: Geboren uit warme landen, een Indische familiegeschiedenis ‘David’. Uitgave in eigen beheer 2017, ISBN 978-9463422451; 310p.; ill; index; info: [email protected]

Dit boek beschrijft de familiegeschiedenis van de familie Da-vid, die haar wortels heeft in Nederlandsch-Oost Indië (het te-

genwoordige Indonesië). De stamvader van deze familie is Paulus David, die vóór 1788 moet zijn geboren en afkomstig was uit Besbrien/Be-sbrum. Ondanks inten-sieve naspeuringen is de auteur er niet in ge-slaagd te achterhalen welke stad/dorp daar-mee wordt bedoeld. Deze Paulus David was militair (dragonder) en trouwde Siempen, een

vrije inlandse vrouw. De nakomelingen van dit echtpaar wor-den in een parenteel weergegeven welke doorloopt tot en met de achtste generatie en waarvan de kinderen zijn gebo-ren na het jaar 2000.Daarnaast is in deze uitgave een kwartierstaat opgenomen met als kwartierdrager Beatrix Maria Johanna(Bea) David, de echtgenote van de auteur. In de familiekring van de auteur werd ze vaak gekscherend het ‘meisje geboren uit de warme landen’ genoemd, hetgeen de titel van dit boek verklaard. Van elk ouderpaar die in deze kwartierstaat voorkomt, zijn in meer of mindere mate gegevens opgenomen over hun levens-loop.Het spreekt vanzelf dat de auteur ook aandacht geeft aan de geschiedenis van Indonesië en aan diverse aspecten van dat land, zoals flora en fauna, bevolking en de bestuurlijke inde-ling. Het is een prachtige uitgave van een familiegeschiedenis, die rijkelijk is voorzien van familiefoto’s van vooral de laatste generaties van de familie David. (TB)

Ї Martinus den Dekker: Van Sinderen van Zinderen, ... het begon in ‘de IJseren Hoet’. Uitgave in eigen beheer, 2018, 540 p; ill; index; info:[email protected]

De eerste Van Sinderens, door de historie met die naam ge-tooid, zijn Evert Jansz, Abraham Jansz en Izaäk Jansz, drie Utrechtse broers uit het begin van de zeventiende eeuw. Ze wonen in het huis De IJseren Hoet aan de Oudegracht. Aan

Page 69: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 181

Evert Jansz, die trouwde met de uit Sloten af-komstige Ybeltje Tho-masdochter, is het nage-slacht te danken. Evert Jansz, toen soldaat en knopenmaker (eigenlijk meer een soort sier-smid), verhuisde in 1633 naar Sneek, zijn nazaten belandden in Dokkum. Daar werd de eerste pre-dikant van het geslacht geboren, Ulbe Hotzes

van Sinderen (1672-1753), ook wel Ulpianus van Sinderen.Ulbe studeerde theologie aan de universiteit van Franeker, voltooide zijn studie in 1695 en was vervolgens vijf jaar hulp-predikant in Aalsum, tot hij in 1700 een betrekking kreeg als huisleraar bij de adellijke Augustinus Lycklama à Nijeholt (1670-1744) in Beetsterzwaag, de grietman van Opsterland. Daar trad hij in het huwelijk met Hendrikje Halbertsma (1676-1737), de dochter van een advocaat uit het Hof van Friesland. Na vijftien jaar huisleraar en pedagoog te zijn geweest, werd hij beroepen als predikant in Beesterzwaag.Eén van zijn zonen (Ulpianus jr.) emigreerde naar de Verenigde Staten van Amerika en was de laatste door de Nederlandse classis benoemde predikant van New York. Hij werd de stam-vader van steenrijke Amerikaanse nazaten. Naar deze do-minee is de New Yorkse verkeersader Van Sinderen Avenue genoemd. Zijn kleinzoon Adriaen van Sinderen was president van de Brooklyn Savings Bank en vervulde belangrijke kerke-lijke en maatschappelijke functies.Zeer bijzonder is dat in de familie Van Sinderen een uitvoeri-ge brief bewaard is gebleven die één van Ulbes zonen in 1753 heeft geschreven aan de Amerikaanse Ulpianus jr. en dat van deze Ulpianus onder meer een zeer uitvoering dagboek is be-waard gebleven van zijn zeereis naar Amerika in 1746-1747. De auteur maakt dan ook dankbaar gebruik van deze beide histo-rische documenten.De diverse takken van de familie – de Amerikaanse en Friese Van Sinderens, de Van Zinderens en de Van Zinderen Bak-kers – tot de jongste generaties zijn door de auteur in kaart gebracht. Steeds is, waar mogelijk, een illustratie bijgevoegd (familiefoto’s, handschriften, stads- en dorpsgezichten, oude kaarten, advertenties enzovoort). Ook de grafisch weerge-geven deelstambomen maken het de lezer gemakkelijk om in één oogopslag te zien waar de beschreven persoon zich be-vindt in de stamreeks zodat men de draad niet hoeft kwijt te raken. Registers op voor- en achternamen completeren het geheel.Deze uitgave, waaraan de auteur twintig jaar heeft gewerkt, is het prachtige resultaat van een intensieve genealogische studie. (TB)

Ї René Lutte: Het ontstaan van Assendelft tot aan de volkstelling in 1829, De bewoners en hun huizen volgens het kadaster; Assendelft 2018, eigen uitgave, ISBN978-909030831-9, 256 p; ill; index.

Foto’s van huizen die voorkomen op de eerste kadastrale minuutplans (gemaakt tussen 1812 en 1832) vormen het uit-gangspunt voor dit boek. Alle percelen, sloten, dijken en ge-bouwen hebben in het toen opgezette kadastrale systeem een eigen codering (letter en cijfer) gekregen en zijn vastge-legd in de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (OAT). Door oude foto’s te koppelen aan de kadastrale kaarten/ gege-vens maakt de auteur duidelijk waar welk huis of boerderij heeft gestaan. Voorts zijn de gegevens uit de volkstelling uit 1829 door de auteur gebruikt om de personen uit deze volk-stelling te linken aan de kadastrale gegevens, hetgeen geen eenvoudige opgave leek te zijn. Vooral de rijkere eigenaren die meerdere huizen in bezit hadden en deze weer onderver-huurden, bleken niet gemakkelijk te koppelen. Het resultaat is een boek dat circa 100 gebouwen en ruim 20 windmolens uit

het begin van de negentiende eeuw beschrijft met hun be-woners en de kadastrale aan-duiding volgens de OAT.De auteur be-steedt ook aan-dacht aan het

ontstaan van Assendelft, de eerste bewoning en de ontwik-keling van het dorp, waardoor het een zeer compleet boek is geworden, dat is voorzien van veel mooie foto’s en uitsneden van de kadastrale kaarten. (TB)

Aanvullingen en verbeteringen

Registers en inhoudsopgave 2018

Colofon, p. 404.Bij de vermelding van de ereleden is per abuis de vermelding van mevrouw M. Vulsma-Kappers weggevallen.

Page 70: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

182 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Enkele gebruikte afkortingen: aanv. = aanvulling(en)afk. = afkomstigafl. = afleveringcorr. = correctie(s)exm. = ex matregen. = generatie(s)jg. = jaargangkwst. = kwartierstaatkwn. = kwartierenverv. = vervolg.

Van in deze rubriek vermelde artikelen, alsook van vroeger versche-nen nummers, kunnen fotokopieën worden aangevraagd bij de Dienst Bestellingen, p/a Postbus 50, 3980CB Bunnik, of per e-mail via [email protected] (onder vermelding van de volledige referentie). De aanmaak van fotokopieën kan aan beperkingen onderhevig zijn. Tijdschriften wor-den niet uitgeleend.De hier gepresenteerde rubriek tijdschriften is verzorgd door het team Tijdschriften, bestaande uit: Jos Kaldenbach (Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Groot-Brittannië, Noord-Amerika, Zuid-Afrika, Austra-lië, Nieuw-Zeeland,) Bert Kamp (België, Luxemburg, Frankrijk, Italië) en Rob Dix (Nederland, Scandinavië en coördinator).

TIJDSCHRIFTEN

Zicht op Haringcarspel, jg. 27, 2018 nr. 54. D. de Kraker: De Eeuwige Dokter Groenhart (2) [verv.; Vos, Brouwer, Havik]; S. Schipper: Notaris in de fout [Teunis Waagmeester hield als ontvanger van de Geestmerambachtsgelden in 1830 bijna ƒ 5000,00 achter; loopbaan, gezinsstaat, gevangenis, afwikke-ling schuld]; S. Schipper: Emigratie naar Amerika in 1847 [echt-paar Paarlberg-Waagmeester; Christelijk afgescheidenen]; M. Groot: Van kapsalon tot ijssalon [bedrijfshistorie kleine zelf-standige in Tuitjenhorn; Hoogeboom]; W. Kok, J. Bijpost: Een rondje Sint Maarten [jeugdherinneringen]; H. Dekkers: Herin-neringen aan de hongerwinter [vanuit Utrecht naar Kalverdijk 1944/45]; S. Schipper: Opening vaarveiling Warmenhuizen [1928]; T. Koenis: Crabbendam en Schoorldam [beschrijving uit ‘van der Aa’].

Zijper Historie Bladen, jg. 36, 2018-1. F. Rikhof: Kunst in de gym-naastiekzaal (2) [verv. evacuatie kunst uit Rijksmuseum naar Schagerbrug]; D. Jimmink: ‘t Zand (NH) in prentbriefkaarten (2). Idem, 2018-2. J. Boots: Het Zijper Landbouwhuis [Nobel, Dekker, Jonker]; F. Rikhof: Kunst in de gymnastiekzaal (3); R. Vriend-Visser: Café ‘Het Zijper Welvaren’ [Visser, Klaver, Delver].

Afdelingsbladen11 en 30 [Friesland], jg. 23, 2018 nr. 90. I. Naafs-Loman: Albert Pomper [(1862-1917), door oogletsel blind geworden 1868,

opgeleid tot chirurgijn en leraar, organist; Leu-ning]; G. van der Plaats: Geneagram Hennie Brouwer en Margaretha Geertruida Zelle (Mata Hari) [gemeenschappe-lijk ouderpaar: Reiner Ynses (1684->1767) en Aaltje Romkes (1686-<1767); van der Veen, Boonstra, Berkebijl, Palsma, Hamstra]; S. Giezen: Voorouders van

Maurits Cornelis Escher [(1898-1972), graficus; Gleichman, Pit, Havelaar, van Hall]. Idem, 2018 nr. 91. T. Fahner: Een groot gezin [Mulder, 2 huw., 21 kinderen 1817-1871]; M. Krips: Dickens in Wommels [Sjoerd Halbes Algera (1764-1841), onderwijzer, organist en veldwachter; van der Vliet, Ringer]; B. van der Meulen: Kinder-tal [overzicht gezinnen met 10-22 kinderen tussen 1790-1951]; H. Lindeboom: Hiltje Rinderts Bronsma [akten, levensschets; Wenning].

1340 [Rotterdam e.o.], jg. 31, 2018 nr. 2. R. Vennik: Drie militante vrouwen uit Rotterdam [Caat Mossel, Ruige Keet, Oranjemeid; Mulder, Toppen, Verreijn]; R. Vennik: Het raadsel Vos van Ave-zathe [verkenning met vraagtekens en onjuistheden in de BS].

Amstelland, 2018 nr. 109. Achter de schermen van Verborgen Verleden; T. van Gestel: Erven en DNA; E. Wiersma: Goed be-zig? [DNA-test]; M. Vulsma-Kappers: uit het protocol van not. Jan Coemans [22 zeer diverse akten, tientallen namen; Swa-nenwerff, Forckenbeeck, Ammerman, Bervelinck, Geuteken/Gödicke, van de Ouwe Leij, Cormarie, van Raephorst, Ouver-lander]. Met naamregister 2017. Idem, 2018 nr. 111. W. Overmars: Willem Overmars, daad-krachtig burgemeester [(1866-1919), fragm.-kwst. 7 gen.; van de Haar, Kloosterman, Schiphorst, Westenenk, Wieten]; Kwar-tierstaat Remco Campert [*1929, 6 gen., met hiaten; van Hall, Broedelet, van den Heuvel, von Baumhauer, van Schermbeek, Croese, Rengers, van Lintelo]; Kwartierstaat Willy Kroes [*1944, 6 gen.; Halbesma, Banis, Tucke, Boom, Pogboer, Koelink, Sendermans]; H. Snel: 450 jaar in het vlees! Gaus & Zahnenbenz [historie, onderzoek; stamreeks Gaus 15 gen., stamreeks Zah-nenbenz 12 gen., met parenteel in Nederland vanaf 1768].

Bulletin Achterhoek en Liemers, jg. 26, 2018-1. Vervolg van Jan Rikkers naar Wilterdink [gen.Vj-VIIf; Poppink, Simmelink, te Brummelstroete, Lichtenbelt, Dull, Groot Landeweer, Blek-kink]. Idem, 2018-2. Restant van Jan Rikkers naar Wilterdink [verv.; 19e-20e eeuw]; D.H. Keuper: Kwartierstaat Maria Magdalena Vinkenvleugel [*1842, emigreert met ouders, broers en zusters in nov. 1847 naar Amerika; 85 kwn.; Oos-

Page 71: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 183

tendorp, ten Haken, te Greve, Bussink, Radstacke]; E. Wijers: Kwartierstaat Arent Lenderinck [*ca. 1650, 9 kwn., Berents, van Huseloo].

Genever [Zuid-Limburg], jg. 21, 2018-3. Genealogie per compu-ter [tips]; W. Nolten; Raad van Brabant (2) [civiele processen; tientallen namen]; A. Plasier: Uit de analen van pastoor Ema-nuel Joors en zijn opvolgers (4) [Schinveld 1861/62]; Genealo-gie van Joannes Petrus Buijsers (IVa) en Carolus Theodorus Buijsers (Va) [6 gen., ca. 1690-1938; Henskens, Langhoir, Broo-rens, Smeets, Daelmans, Mohren]; Nederlandse mijnwerkers bij de fa. Wérister nabij Luik (19) [lijst Vanwersch-Vrösch].

Gens Propria [Kennemerland], 2018-02 nr. 90. M. Bultink: De Bollenstreek, landschap en erfgoed van de bloembollencul-tuur; J. van Holsteijn: Verborgen Verleden [kijkje achter de schermen].

Gepermeteerd [HTB], jg. 20, 2018 nr. 77. P.J.C. Elema: Cox in ‘s-Hertogenbosch [zoektocht naar militairen; 3 gen., ca. 1731-1868; Kreté (Kredie/Gredig), Prevot, Thorn, van Wijnbergen]; A. Neggers: Arm en rijk in de 17e en 18e eeuw [verslag lezing, bronnenonderzoek]; B. Coret: Open Archieven genereert au-tomatisch kwartierstaten [methodiek, tips].

Groningen, jg. 25, 2018-2. A. Dijkstra: Het raadsel van de naam (van) Streun; P. Wijkens: Drie grafzerken in de Marktpleinkerk

van Winschoten [Oom-kens, Fopkens, Mesting, Homfeld]; P.J.C. Elema: Naamlijsten XLIX [mo-lenaars stad Groningen 1780, 15 namen]; A. van der Laan: Wolter van Bij-ler en zijn vrouwen [3 gen., 1602-1744; Hubbelinck, Abels, Munninck, Crans-sen, Alberthoma, Braa]; H. Werk: De weduwe die een dwaalspoor achterliet [C.C. Ombach, wed. Ren-sema (Rinsma), 1841-1931, carrouselhoudster].

Hollands Noorderkwartier, jg. 32, 2018 nr. 114. J. Breggeman: Kwartierstaat Veronique Blok [kwn. 1-23; Charbo, Mol, San-ders, Wiepjes, Velthuis]; P. Meijering, M. van Brenk-Hooge-boom: Hoe is het Albert gegaan? [verv. van nr. 111; emigratie naar Chicago].

Koggenland, jg. 33, 2018-1. B. de Haan-Appel: Van bloemkool, drank en chocolade (4) [verv. en slot; Kreuk]; M. Vijn-van Hout: Een ‘aangeklede’ stamreeks Vijn [12 gen., ca. 1650-heden; Hei-lig, Schagen, Koopman, Kruyf, Appelman]; D. Westhoven: Ever-wijn Swidde, Luthers predikant [1663-1713].

Idem, 2018-2. Nieuws van het Westfries Archief; D. West-hoven: Everwijn Swidde, Luthers predikant [verv. en slot; Reek, Eijken, Schoorl, Roosboom, Visser, Bier; NB: in het arti-kel lopen 2 nummersystemen door elkaar zonder generatie-aanduiding waardoor je als lezer het spoor bijster raakt!].

Mededelingenblad [Delfland], jg. 27, 2018-1. Nieuwe website Nationaal Archief in den Haag [samenvoeging twee bestaan-de websites]; R. Philippo: Macht, malaise en migratie tussen 1500 en 1700 in de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk. Idem, 2018-2. Kwartierblad P.H.H. Scharp [*1938; -, Nu-mans, Halberstadt, Dozy]; F. Assenberg: De rijwielbrancard in Schiedam [index op boek]; R. Philippo: Praktijkonderzoek België en Frankrijk, aandachtspunten [plus verslag lezing migratie 1500-1700 in de Zuidelijke Nederlanden en Frank-rijk].

Rijnland, jg. 23, 2018 nr. 67. J. Tolboom: Soms komen door scherven herinneringen boven [methode om ook nu nog fo-toglasplaten te kunnen afdrukken!]; J. Koolloos: Fragmentge-nealogie van Adriaan Arissen van Immerseel [5 gen., ca. 1633-1858; Verdel, Vechter, Smetser, Niens, Davoux, Orlemans]; Vragen over familie Van den Bosch/Bos [4 gen., 1705-1870; Akerboom, Zuijdervliet, de Rijk, van Heusden].

Threant, jg. 29, 2018-2. J. van der Sleen: Een turfgraver die veldwachter werd op een tropisch eiland [Gerhardus van der

Weide (1877-1945), als gevolg van zijn militai-re diensttijd op de Ned. Antillen; van Wijhe, Lam-ping]; G. Martijn: On-derduikershol in Exloo [Pruisscher, Klasens]; H. van de Beukel: Mijn ken-nismaking met DNA in relatie tot genealogie.

Idem, 2018-3. G. Martijn: Een vergissing maken is menselijk [fou-tieve geboortedatum overledene en verbas-tering moeders naam;

Borcheld]; W.C. Emmens, A. Pol-Snippe: Janna Hof-Biestehier-de, vroedvrouw te Drenthe, 1909-1947 [met stamreeks 5 gen.; Hof, Keen, Habing, Reinders, Schutman; en stamreeks Hof 5 gen.; Snippe, Bouwknegt, Nijk, Peters].

De Twee Kwartieren, jg. 26, 2018-2. D. Jager: Twee moederslij-nen [met geneagrammen, van Henny Janssen 10 gen., oudste: Boon, Smit, Mooijweer, van Jeanne Bodaan 14 gen., oudste: Soutendam, voor den Dam, de Rijke, van der Slikke]; Het fo-tobidprentje van G.B. Buunk (1917-1945) [gefusilleerd]; A. Neggers: Gezocht: voorouder (m/v) [de Croon]; D. Jager: Lite-ratuur en genealogie (4): Misschien Esther [met kwst. 4 gen.];

Page 72: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

184 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

P. Roosenboom: Stamboomonderzoek digitaal: wiewaswie.nl [beter benutten mogelijkheden].

Twente Genealogisch, jg. 34, 2018-1. H. Huiskes: Historisch boerderij-onderzoek in Vriezenveen en verhalen daarom-

heen [methodiek, uitleg, voorbeelden, kadaster; Wissen, Smelt, Caete, Bartelinck, Santboer]; R. Boxman: Van Coster tot Koster (1) [linnenre-ders in Almelo en Borne, vooral Doopsgezinde geslachten, historie fa-miliebedrijf].

Idem, 2018-2. R. Box-man: De Spaanse Griep en andere nare gevol-gen van de Grote Oorlog 1914-1918; A. Platvoet: Hout- en bouwmateria-

lenhandel & Pakkistenfabriek Beltman [familiebedrijf, 3 gen. 1870-1970]; G. Schafraad: Pottenbakkers-Kiepenkerls-Land-gänger; M. Scholten-Sijses: Transcriptie Trouwboek Ger. Gem. Haaksbergen 1666-1780; H. Kok: Wederzijdse Repressie en burgemeester Thummius [over onwilligen en deserteurs resp. onterechte opsporingen 1812/13, 4 voorbeelden: Bolhaar, Geu-verink, Heutink, Stubert]; R. Boxman: Van Coster tot Koster (2) [verv., 18e-19e eeuw; met overzichtsschema].

West-Brabanders onder elkaar, jg. 28, 2018-1. Losse berich-ten, meest over DNA en over de nieuwe privacywet.

Wij van Zeeland, jg. 20, 2018-3. J. Midavaine: Leven en wer-ken op het Thoolse platteland I: 300 jaar familie Franke [met stamboom 4 gen., 1725-1854; d’Ooge, Gijzeling]; W. van Mee-gen: Havenoord en hoeve Naaldwijk [Beveland; van de Blocqe-rij, Overbeeke]; A. Prins: De erfenis van Ome Jacob in 1977; S. Hoornick: Parenteel van François Carel [uit Browy in Artois en Herzeele; 10 gen., 1647-1982; Janssoone, Declunder, Clement, Bourel, van de Velde].

FamiliebladenAfmanuscript, 2018 nr. 36. Hans Kasper Afman (1941-2017); De kippen van Tijl [herinneringen aan mobilisatietijd 1914-18, schildersbedrijf, bestuurstijd bij de NNC afd. ten Post en zijn hobby: kippen]; De achternaam Afman [Volkstelling 1947, 2007]; R. Dickens-Afman: The Alkare Foundation [weeshuis in Zambia, gefundeerd ter nagedachtenis aan Karla Afman 1989].Aldfaers Erf [Schotanus], jg. 61, 2017 nr. 216. Mist [boek met her-inneringen die vanuit de mist steeds scherpere contouren krij-gen; Puite]; Potje stambomen [mogelijkheden voor onderzoek].

Idem, 2018 nr. 217. Gens Schotanus anno 2018; Hanso Henricus Schotanus à Steringa – Idzerda (1885-1944) [oprich-ter-directeur Nederlandsche Radio-Industrie]; Verf, zand en turf [schilder Jelle Schotanus]. Idem, 2018 nr. 218. Klaas Schotanus (1932-2017); Familie-berichten.Alweer een Vermeer, jg. 22, 2018 nr. 43. Genealogisch over-zicht van de Opheusdense Vermeers [vanaf 1735]; R. Vermeer:

DNA & genealogie; Gale-rij Vermeer [de luitspeel-ster]; Joris Vermeer heeft het maar druk; De eigen duikschool van Ro-bert Rhemrev; Leonieke Vermeer oneens met koers politiek [geschie-denisonderwijs]; Dapper-heidsonderscheidingen (2) [verv. overzicht en toekenningen aan naam-genoten]; Aanvullingen Waalwijkse Vermeers; Genealogisch overzicht van de Tilburgse (5), Loon

op Zandse en Turnhoutse Vermeers [8 gen., ca. 1612-1940; van Spaendonk, van Heijst].Andringa Staach Nijs, 2018 nr. 67. Casey Andringa [goud op Olypische Winterspelen 2018]; Andringa state Skingen/Sweins en Klaes Posthuma; Douwe en Wieke Andringa-Lont in Feanwalden; 1945 – Arrestatie Andries Roelof Andringa [door de Sicherheitsdienst; lid ondergrondse]; Op bezoek bij Jan & Janke v.d. Schaaf-Andringa. Idem, 2018 nr. 68. Op bezoek bij Andries Andringa [inter-view]; Mijmeringen door Johan Andringa; Hans en Remco, twee Andringa journalisten ...J; De stormruiter, het Bildt en de Andringa’s; Ontmoetingen met Andringa’s.De Dobbel-beker, jg. 48, 2018-1. Het leven zoals het was in 1806 [in Knesselare; 6 onwettige kinderen van Jacoba The-resia Dobbelaere van de man waarmee zij in 1811 huwt, Jan Francies Thijs, maar van haar stiefvader Thomas Lievens]; Op speurtocht in Gaasbeek [nieuwe familietak De Dobbeleer, nr.

74: Gaasbeek-Oudena-ken-Sint Pieters Leeuw, 12 gen., 1620-heden; Walravens, Goossens, van Cutsem, de Beijs, de Coster]; Nieuwe aan-vullingen op tak 22, tak 7 (Landegem) valt samen met tak 12/13/9; Dobbe-laeres in Boekhoute, het vroegere vissersdorp [tak 65; zoektocht ver-der in Bassevelde, perio-de 1585-1672].

Page 73: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 185

Idem, 2018 nr. 2. M. Van Stappen, F. Dobbelaer: Stoppel-dijkse verhalen (2) [17e eeuw, resulteert in samengaan van de takken 31/33/40 en 23/29/34 tot één groot familiecomplex, daarnaast is een kleine afwijkende groep te onderscheiden]; M. van Stappen: Op zoek naar De Dobbeleer in Tollembeek [samenhang takken 55 en 60, 17e eeuw]. Idem, 2018-3. Stoppeldijkse verhalen (3) [emigratie fami-lietakken geplaatst in historische context 80-jarige oorlog]; Oudste bidprentje in de verzameling [1855]; Dobbelaeres te Zeveren en Meigem [16e en 17e eeuw]; Jongeman verdronken in de Dender (1791) [maar ook Guillelmus De Dobbeler 1680]; Over een familie van Gentse ijzergieters [20e eeuw]; Dobbe-laeres te Oedelem en hun stamvader [veel nieuwe 17e eeuwse gegevens, herziening stamvader; Over de voorouders van pa-ter Vincentius Dobbelaere [(1694-1757) = Judocus Ferdinan-dus D.; 2 gen., 1630-1757].Door ‘n Roosje, jg. 28, 2017 nr. 57. G. & P. Olthof: De grote Oost-Europa trip (3).Drudenvoet [Klapwijk], jg. 26, 2017-3. H.T. Huber: Mijn opa Hen-drik Klapwijk [x 1909 Catharina Gloudie; herinneringen, feiten en fictie]; Peter Paul Klapwijk [*1962; interview]; Samen naar New York voor het goede doel [marathon lopen, goede doel: realisatie Familiehuis Daniel den Hoed te Rotterdam]. Idem, 2018-1. Clara van Sparwoude: wie was zij? [fonds waaruit huwelijksgiften voor nakomelingen, waaronder Klap-wijk]; Interview met Therry Klapwijk; Vervolg Vier Eeuwen Klapwijk: Pijnackerse tak. Idem, 2018-2. Toepassing AVG in de familievereniging.De Eendenkooi, jg. 45, 2018 nr. 159. B-stam of Alblasser-waardse Van der Kooij; Naamgenoten in Delfshaven en Schoonderloo; Verswinkel/kwekerij G.J. Van der Kooij; Monni-kenwerk voor energietransitie. Idem, 2018 nr. 160. Midden Delfland dag in Polder Schie-veen; Friese tak [aparte groep binnen de organisatie]; W.B. Van der Kooi terug in Jelsum.De Engelenbrug, jg. 20, 2018 nr. 42. Feest op Scheveningen [Toet, Taal, Hoogenraad, van Engelenburg]; Lakzegels met het wapen Engelenburg [1860]; De Top-10 populairste Van Enge-lenburg voornamen; Stand van zaken DNA-onderzoek; Van Engelenburgen in het nieuws; De opa en oma van... [van de Weerd, Sukkel]. Idem, 2018 nr. 43. Privacyverklaring van de Familievereni-ging en betekenis voor de leden; Uit het archief: Een nieuw licht op onze stamvader; Op zoek naar de hoedenmakers in Amsterdam [18e eeuw]; 100-jarigen in onze familie? [nee, wel 90-plussers]; Promotie Ruud Kootte; Uit het archief: De loop-baan van een schoolmeester; Aanvulling (van) Engelenburg-wapens.Faber!, jg. 38, 2018. 100-jarige Fabers; Erelijst van Gevallenen 1940-1945 [bevat 12 Fabers, met antecedenten]; H. Faber: Jan Faber en Klaasje Ferwerda vieren hun platina huwelijksjubi-leum [70j.]; H. Faber: Ekke faber (1929-1985) van administra-teur tot directeur woningstichting en vice-voorzitter Nationa-le Woning Raad; G. en A. Faber: In de voetsporen van Wolter Faber (1929-1995) met een bijzondere ontmoeting [met ge-

neagram 4 gen.]; H. Fa-ber: Lykele Faber (1919-2009), Engelandvaarder en zijn vervolgopdracht direct na de bevrijding; J. en A. Faber: Jan Lamber-tus Faber (1875-1958) [de rode dominee, lid Twee-de Kamer voor de SDAP; met fragm.-gen.]; A. Fa-ber: Een Haarlemse mug met Friese genen [inter-view met Corrie Hoek-stra [met geneagram 7

gen.; Faber, Asma, de Roos, Riemersma, Laagland, Schoon]; W. en H. Faber: Gilden en broederschappen [St. Eloy, ijzersme-den, in Amersfoort]; H. Faber: De Symbolen van Friesland [ge-schiedenis vlag, wapen en volkslied; idem van Leeuwarden]; H. Faber: Sytze Faber (1861-1929), apostel in Argentinië [met fragm.-gen.]. Met index op namen.Familiebulletin de Heus, jg. 31, 2017-1. Fruit uit de Betuwe [fa-miliebedrijf]; Wouter en Truda de Heus, hedendaagse nazaten van de IJsselsteinse tak (2); Het Opa en Oma boek (1) [Venicz, Verzijl].Familiegemeenschap ‘Ter Laeck’, 2018 nr. 74. Familiekroniek [allerhande familieberichten]; Archief en archivalia [aanwin-sten en aanvullingen 17e-20e eeuw]; Voor u gelezen [uit tijd-schriften en boeken].Familiekrant Stam Joosten, jg. 29, 2018 nr. 113. Red.: Ontmoe-ting met Guido en Elly Smits-Pellens [interview met geneagram van Pellens-Didden-van den Rul in 6 gen. naar Pellens-Joos-ten-Davidts]; Hubertus J.J. Joosten [(1955-2017), met stam-reeks 7 gen.]; Familiegeschiedenis: Schenking staand uurwerk van het Maaseiker klokkenmakersgeslacht Joosten [Donders, Steyvers].

Idem, 2018 nr. 114. Overlijdensberichten met familiege-schiedenis [Norbert Joosten, 1946-2018; kwst.: Lamberigts, Trines, Perebooms, Haenraets, Coffeng]; [Engelbert Joosten, 1924-2009;stamreeks 4 gen.]; [François Joosten, 1934-2018; stamreeks 6 gen.]; [Martin Joosten, 1939-2018; kwst. 1-23,

Seelkens, van de Moes-dijk, van Luyt, Feijen, Geven]; Bewoning hoeve Belle 1700-2016 [verv.]. Idem, 2018 nr. 115. Be-treffende een arrest van het Verbrekingshof dd. 30-6-1879 over de inschrijving voor de lote-ling der jongelingen van Nederlandse oorsprong [3 gevallen]; Overlijden Maria Joosten-Boonen [gezinsstaat met kinde-ren en kleinkinderen];

Page 74: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

186 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Overlijden Marie-Thérèse Hamer-Joosten [met kwartierstaat (stamreeks!) 6 gen.]; Vervolg Familiegeschiedenis (3) [staand uurwerk van klokkenmakersgeslacht Joosten uit Maaseik, met stamreeks 8 gen., ca. 1623-1867].Familiestichting Moret, 2018 nr. 49. Doorwerken zolang ik fit blijf [interview]; Tiny Hartog-de Bruin, een vrouw met een missie [Rode Kruisvrijwilligster]; Parenteel van Dirksje Moret [(1905-1967), exm. Smaal; 3 gen.]; Genealogie en familieboek.Familiestichting Overmars(ch), jg. 22, 2018 nr. 40. Laatste nummer! Jan Willem en de Haagse Jazz Club; Mobilisatie 1914-1918.Festina Lente [van der Bijl], 2018 nr. 59. Erven en DNA.Graafwerk, jg. 19, 2018-1. A. de Graaf: Toevallige ontmoeting met een de Graaff die in de stamboom past; Parenteel van Gijsbertus Teunis (Bert) de Graaff, *29-3-1908 [4 gen.; Ned.-In-dië, Amsterdam]; K. de Graaff: Graven naar Graven (2): paren-teel van Johanna de Graaff [verv.; uit Almkerk Uitwijk]; W. de Graaf: Ron (Ronald) de Graaf, dealer en eigenaar van ‘Harley Davidson Rotterdam’ [interview]; Herinneringen aan de wa-tersnoodramp van 1 februari 1953; A. de Graaf: Boeven [4-tal voorbeelden 19 eeuw].Haselhoff Bulletin, jg. 28, 2017-2. Potdichte ziekenkamer [over schrijver Max Dendermonde en de zg. Oostenrijkse wo-ningen in Haamstede]; Berends brief van het Russische front [Berend Hazelhoff Roelfzema; geeft volmacht in Tilsit 1812,

met zegel; Niemeijer, Mennes]; De redding van de passagiers en beman-ning van de H.M.T. Em-pire Windrush door de M.S. Mentor van kapitein Geert Hazelhoff [1954]; Vader en zoon Hazelhoff, beiden voor de rechter [1880, 1883, 1904, 1906]. Idem, 2018-1. Onze fa-milie stond in de krant [1953]; Lich, een familie afkomstig uit het land van de Nassau’s [eind 17e en 18e eeuw; Buck,

Hooft, Valverdinck];Hoorngeschal, 2017 nr. 70. R. Hoorweg: Bericht uit Indië [1929, tocht vanuit Balipapan]; C. Hoorweg-Klein: Onderwijzeres in Indië [een drietal benoemingen met bijzonderheden]; C. Hoor-weg-Klein: Familie? [oplossing van ingezonden vragen]. Idem, 2018 nr. 71. De nieuwe privacywetgeving; R. Hoor-weg: Bericht uit Indië [verv., 1929]; C. Hoorweg-Klein: Bijzon-derheden uit het familie-archief [2 portretfoto’s van voor 1870, echtpaar Hoorweg-Smit].Idema, jg. 49, 2017 nr. 54. Emigreren naar Canada: ‘Ik was van het avontuur. Ik wou wat’; I. Schout: Met lei en griffel [de Boer, Wijnoldy Daniëls, Westerbrink, Idema]; Gijs Idema loopt zich warm voor een master jazzgitaar in New York; Wonen in een rijksmonument [Gorechtboerderij gerestaureerd; Idema,

Kingma].De Ielstekker [Elgersma], 2017-nov. Een bijdrage van Hendrik en Catrijn in de studiekosten [oud studieleen uit Bolsward; in dit geval van Hendrik Nannes x Catrijn Epes, een rijk kinder-loos echtpaar, 1511; Elgersma, Schilstra, Douwama, Buma]; T. & J. Elgersma: Perseverance for Pleasure and Profit [ervaringen uit Australië]; R. Elgersma: Uit de oude doos.In ‘t zelfde Schu-y-i-ij-tje, jg. 32, 2017 nr. 124. Misdaad [diverse gevallen, zowel dader als slachtoffer]; Verander de wereld en begin bij jezelf... [meevaren met Loes]; Een trieste gebeurte-nis [schippersfamilie, verdronken baby]; Henk en Imi [gouden

bruiloft met familiege-schiedenis]; Margaretha en haar twee mannen [complexe relaties uit-eengerafeld; Amsterdam eerste helft 19e eeuw; van Rheden, de Noël, Tielkens, Leijbrink, Kie-hn].

Idem, 2018 nr. 125. Het Vredegerecht [voog-dijstellingen begin 19e eeuw als oplossing voor familieverbanden]; In-terview Evert Schuit [uit Harderwijk]; Loes en

Afrika [vrijwilligerswerk]; Schu-y-i-ij-ten in het nieuws; Straf-vonnissen [uit het archief in Haarlem, 184-1914, 55 akten waar-van 8x Nathan Schuit]. Idem, 2018 nr. 126. Loes en Afrika [verv.]; Schuite in Zeel-and [Schore en Zierikzee, elk 4 gen., 1680-1867; Passchier, de Kok, de Boot]; Raadselen rond Trijntje Schuit opgelost. Idem, 2018 nr. 127. Teunis Schuit, de stamvader van de Zeeuwse tak; De visleurders en visleursters van Arnemuiden [19e-20e eeuw; Schuit].Kikkert, jg. 66, 2017-1. Stichting Hendrik Kikkert Fonds [opge-richt 1979]; M. & A.J. Kikkert: Interview Jeanette v.d. Beek-Kik-kert [geëmigreerd naar Hongarije].Het Le(e)ver orgaan, jg. 35, 2017-2. B. Lever: Scandaleuze as-pecten van Groninger Levers [bezit zakpistool, mishandelin-gen, openbare dronkenschap e.d.]; F. Koot-Lever: Voetballer op Haagse speelvelden, Hendrik Philip Lever (1905-1999); H. Leever: Foto’s uit de oude doos, mijn jeugd in Alblasserdam. Idem, 2018 nr. 1. H. Leever: Waar komen we nou eigenlijk vandaan?; P. Lever: De big bang van de Antwerpse Levers [uit tak Groningen]; F. Koot-Lever: Nagelaten kleding van Petro-nella Lever-Donker uit 1760 [boedelinventaris 1761, waarde kleding geschat op ƒ1371.-!]; B. Lever: Mijmeringen; Bert Lever erelid bij Historische Vereniging Oud-Bennekom.Mededelingenblad Studiegroep Geslachten Drost, jg. 26, 2017-4. Emigratie na de Tweede Wereldoorlog (2); Jan Drost met fotoschat op zolder [maakte 47 jaar foto’s voor PEC Zwolle]; Johannes Gutenberg; Vroeger en Nu [grossierderij Drost uit Musselkanaal met gezinsstaat]; Gedrost (16).

Page 75: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 187

VAN DE TAFEL VAN HET HOOFDBESTUURHet hoofdbestuur (HB) houdt u via deze rubriek op de hoogte van zijn vele activiteiten

Algemene Vergadering (AV) op 25 mei a.s.Het Hoofdbestuur heeft begin april de stukken naar de Afde-lingsbesturen verzonden en u heeft ze kunnen lezen op onze website in het agenda-item over de AV en bij ‘Publicaties van het Hoofdbestuur’. In de Afdelingsledenvergadering (ALV) kunt u vragen stellen over de inhoud en daar uw mening in-brengen in de besluitvorming in die ALV. De Afdelingsafge-vaardigde bespreekt dit standpunt in de AV. Op deze wijze is de inbreng in de besluitvorming binnen onze vereniging ge-borgd overeenkomstig de statuten.

Wijziging invulling bezetting leden hoofdbestuur

Volgens het rooster van aftreden is Arie van Herk aftredend. Hij is, op eigen verzoek, niet meer beschikbaar voor een her-benoeming. In de AV van 25 mei a.s. wordt Jan Buzepol voor-gedragen voor een benoeming tot Secretaris. Verder heeft Maarten van der Voort aangegeven dat hij per 4 juli a.s. van-wege een wisseling in zijn werkzaamheden zijn deelname als lid van het hoofdbestuur beëindigd.

Website Ontdekjouwverhaal

Vanaf september 2017 is onze website (OJV) in gebruik. Een nieuwe huisstijl en met een andere opzet dan de vorige web-

site. Het is een sterke verbetering in de structuur bij het be-schikbaar stellen van de zeer grote hoeveelheid informatie waarover we beschikken. Het vasthouden van de structuur wordt uitgevoerd door de Webredactie waarin een aantal personen van verschillende disciplines zitting hebben. Het IT-team voert vervolgens de wijzigingen door. Een mega klus. Het Hoofdbestuur bedankt al deze personen, die veelal achter de schermen hun activiteiten invullen. Er wordt regel-matig gemopperd over zaken die niet goed lopen of te lang duren voor ze beschikbaar komen. We zien momenten dat de responsetijd terugloopt en dat is eigenlijk een goed teken, we hebben dan veel bezoekers en onze databases worden veelvuldig bevraagd. Opschalen van computercapaciteit vraagt dan ook weer inzet van het IT-team en aanschaf van extra hardware. De beveiliging van technische zaken en de toewijzing van autorisaties om de techniek en functionaliteit te beheren en te gebruiken is een dagtaak. De AVG vraagt om strakke procedures en afspraken. De communicatie naar bui-ten dient via de juiste route te verlopen om boetes voor ver-zending van spam te voorkomen. Kortom, het gaat niet alleen over informatie en communicatie, maar ook over techniek, procedures en heldere afspraken. Het Hoofdbestuur is aan-sprakelijk als dingen verkeerd gaan en doet er alles aan om misstanden te voorkomen.

Idem, jg. 27, 2018-1. Verwantschap families Dijkstra en Drost [verhalend]; Nieuws van internet [archiefwereld]; Emi-gratie na WO II (3) [verv.]; Zo maar een Drost [18e eeuw]. Idem, 2018-2. Wat betekent de AVG voor leden van de Stu-diegroep?; In memoriam Freddy Drost uit Staphorst; Johan-na, haar vader ds. Johannes, zus Betsy en broer Klaas Drost (Haastrecht) [extra info uit een serie boeken bijeen gebracht]; Zomaar een Drost (2).Millenaers Koerier, jg. 26, 2017 nr. 63. P. Millenaar: Een Mille-naar in Italië... [verbonden aan de Internationale School in Flo-rence]; Martine Zoeteman, collega en familielid vertelt haar verhaal; voorts Engelstalige bijdragen. Idem, 2018 nr. 64. Daniel Millenaar, makelaar te Amstel-veen; Millenaar, groente- en fruitkwekers; Het Millenaarwa-pen; Wat doet het bestuur van de Stichting familie Millenaar?; Vrijheid; De prinses van Zaloela (2) [verv.].

Niet zo benauwd [van der Linden], 2017 nr. 60. Huizen in Alp-hen van betekenis voor de ‘Niet zo benauwd’ stamboom; ICT generaties – een sprookje?; In archieven voelde ik mij veilig [interview met oom Aad vdL]; Glaucoom – een familieziekte?; Van tak tot tak [nieuwtjes].Nieuwsbrief Hettinga Stichting, 2017 nr. 33. Bijzondere ont-hulling paneel van Hettinga [in de kerk van Langweer, waar het vermoedelijk omstreeks 1795 uit was verdwenen]; ‘Ik heb de neiging te enthousiast te zijn’ [interview met diplomaat Renée Jones-Bos, exm. Hettinga, nu ambassadeur in Moskou]; Boek kwartierstaat Sible Hettinga [(1946-2015), met tientallen be-kende Friese families, teruggaande tot ca. 1450, 950 blz. met index].

Page 76: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

188 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Betaling contributie

Wij vragen u zoveel mogelijk om via de in de factuur opgeno-men betaallink te betalen. Het proces verloopt via een veilige verbinding vanuit onze website naar de door u gekozen bank. Volg de instructies nadat u bent ingelogd, dan verloopt het geheel correct. Na uw betaling ontvangt u een bevestiging van de betaling per e-mail.We krijgen veel vragen waarom we geen gebruik maken van de afgegeven machtiging voor de incasso van het lidmaat-schap via de ING. Deze zijn vervallen. In de huidige administra-tie kunt u binnenkort voor het jaar erop een machtiging voor incasso instellen. Zodra dit beschikbaar komt berichten wij hierover.

Vacatures

Activiteiten binnen de NGV worden uitgevoerd op basis van vrijwilligheid met als uitgangspunt dat inzet niet vrijblijvend is. Het Hoofdbestuur bedankt al die mensen die nu taken bin-nen de vereniging uitvoeren. Het ambitieniveau om het leden-aantal te laten groeien en het volume van genealogische en heraldische informatie te laten stijgen is hoog. Dit vraagt wel

om beschikbaarheid van extra mensen. Heb je belangstelling en tijd om hieraan bij te dragen, kijk dan via de knop ‘Vacatu-res’ in de rechter bovenhoek op de homepage van onze web-site.

Persoonlijk bericht van Arie van Herk

Vanaf 2013 heb ik invulling gegeven aan de functie van ‘Se-cretaris van de Vereniging’. Met veel plezier en toewijding heb ik deze taak vervuld. Met een geweldig team heb ik sa-mengewerkt en veel hobbels genomen om de vitaliteit van de vereniging maximaal ingevuld te krijgen. Dit heeft geleid tot veel neventaken en dat gaat gepaard met een aanslag op mijn beschikbare tijd. Om die reden ga ik niet voor nog een termijn van drie jaar als Secretaris. Wel blijf ik actief als Voorzitter van de afdeling Nationaal, Administrateur (leden- en contri-butieadministratie, webwinkel), Lid van de webredactie en Lid van het IT-team. Er is dus geen sprake van afscheid maar verschuiving van invulling van mijn beschikbare tijd. Bedankt voor de leuke contacten die ik heb ervaren en wellicht spre-ken we elkaar binnen of buiten de NGV.

Ledenonderzoek 2018Afgelopen september heeft de NGV een uitgebreid onder-zoek gehouden onder haar leden, om te achterhalen hoe we leden beter tegemoet kunnen komen en waar de belangrijk-ste pijnpunten liggen, kortom hoe we de vereniging kunnen verbeteren. In dit artikel rapporteren we de belangrijkste resultaten. Maar niet zonder eerst alle deelnemers (en dat waren er veel) heel erg hartelijk te bedanken voor hun mede-werking!

Onderzoek en respons

In het sept/okt-nummer van Gens Nostra was een losse vra-genlijst bijgevoegd. Hiermee zijn 5.679 leden bereikt. Men kon de vragenlijst schriftelijk beantwoorden en gratis retourne-ren of men kon naar een website-adres, waar men de enquête digitaal kon invullen. Helaas, en tot verdriet van een aantal le-den, kon men niet terecht op de NGV-website voor het invul-len van de enquête. Dit zal bij een volgend onderzoek verbe-terd worden.Daarnaast werden 1.148 leden, die Gens Nostra digitaal kun-nen lezen, benaderd met een e-mail, waarin een link naar de vragenlijst op internet.Zodoende hebben 6.827 leden de mogelijkheid gekregen hun mening kenbaar te maken.Hier hebben 1.925 leden gebruik van gemaakt. Ofwel een res-

pons van 28,2%. Dat is een bijzonder hoog percentage. (De gemiddelde respons bij dit soort vragenlijsten ligt tussen de 15 en 20%.)Van deze 1.925 responses ontvingen we er 1.493 (78%) via internet en 432 (22%) via een handmatig ingevulde en gere-tourneerde vragenlijst.De leden die Gens Nostra digitaal ontvangen hebben relatief minder gerespondeerd, dan de leden die Gens Nostra per post ontvangen, maar nog altijd een aanzienlijke 24,2%.De relatief meeste responses kwamen van leden aangesloten bij de afdelingen West Noord-Brabant, Kempen- en Peelland, Hollands Noorder Kwartier en Achterhoek en Liemers.

Belangrijkste redenen om lid te worden

We vroegen in de enquête naar de redenen waarom men (des-tijds) lid was geworden en welke hiervan de doorslaggevende reden was geweest.De belangrijkste redenen waren:Ik wilde graag in contact komen met andere genealogen 31%Ik vond Gens Nostra een mooi en interessant tijdschrift 29%Ik zocht informatie, die ik alleen via de NGV (of een van de af-delingen) kon krijgen 26%Ik vond het belangrijk een vereniging te steunen, die zich inzet voor het zo breed mogelijk toegankelijk maken van de Neder-

Page 77: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 189

landse genealogie en heral-diek 25%Het contact met andere ge-nealogen was de nummer één doorslaggevende reden om lid te worden: 17% van de respon-denten gaf dit antwoord. Op nummer twee zien we – met 16% - ‘Ik zocht naar informa-tie die ik alleen via de NGV (of een van de afdelingen) kon krijgen’.Ook uit de vele opmerkingen, die gemaakt zijn in de vragen-lijsten, blijkt dat er een grote behoefte bestaat bij leden om andere leden te zoeken en te vinden, die met ongeveer het-zelfde onderzoek bezig zijn. Uiteraard verbindt de vereniging hier de nodige consequenties aan. Het weer kunnen zoeken naar andere leden (op verschillende aspecten) heeft hoge prioriteit gekregen. E.e.a. is echter complexer dan op het eer-ste gezicht lijkt. We hebben hier te maken met de AVG en de toestemming die leden geven voor het beschikbaar stellen van hun gegevens, anderzijds met de techniek. Maar er wordt door onze vrijwilligers hard aan gewerkt.

Gens Nostra

Ons vlaggenschip Gens Nostra (tegenwoordig uitgebreid met het Heraldisch Tijdschrift) wordt goed gelezen en daar zijn we uiteraard heel blij mee. 87% van alle respondenten leest per jaar alle zes afleveringen! En 72% van de respondenten be-steedt hier meer dan een halfuur per aflevering aan.

Het is opmerkelijk hoeveel opmerkingen er – door de hele en-quête heen - geplaatst worden over Gens Nostra. Heel veel in positieve zin (‘Het tijdschrift Gens Nostra boeit mij elke keer weer, fantastisch, hoe dit iedere keer weer interessant is en wat moet hier een werk aan zitten.’), maar even zovele nega-tieve opmerkingen (Minder oeverloze genealogieën in Gens Nostra en meer kortere informatieve stukken over (resulta-ten van) onderzoek, nieuwe bronnen, cursussen, ervaringen van leden, etc.).De meeste opmerkingen betreffen echter de digitale uitgave van Gens Nostra en het niet downloadbaar zijn van een PDF. De vele klachten hierover zijn voor het hoofdbestuur een re-den om deze beslissing van de Algemene Vergadering in her-overweging te nemen.

Maandelijkse nieuwsbrief

Van alle respondenten leest 63% de digitale nieuwsbrief die elke 1e van de maand door de NGV wordt verstuurd aan alle le-den waarvan een e-mailadres bekend is.11% van alle respondenten geeft aan nooit een digitale

nieuwsbrief te ontvangen (waarvan de afzender overigens ‘Ontdek Jouw Verhaal’ is). Van de meesten van deze leden ont-brak in onze administratie een e-mailadres of hadden we nog een heel oud e-mailadres. We hebben dat gelukkig voor een groot aantal van hen kunnen oplossen. Indien u wel over een e-mailadres beschikt, maar onze nieuwsbrief niet ontvangen (en dat wél wilt), checkt u dan nog even onder ‘Mijn Gegevens’ op onze website of daar een (correct) e-mailadres is geregis-treerd!

Website

Van alle respondenten had (in september 2018) 42% onze website (ontdekjouwverhaal.nl) korter dan 4 weken geleden bezocht.Van deze 800 respondenten, geven 345 (43%) aan tevreden te zijn met de website. Dat is uiteraard een veel te laag per-centage. Er wordt dan ook heel hard gewerkt aan het verbete-ren van de website. De belangrijkste items zijn:Beter vindbaar en doorzoekbaar zijn van (veel meer) digitale informatie, zoals scans van familiedrukwerk, bidprentjes etc.Herintroductie van de stamboomcontainersLeden zoeken (en vinden) ledenDaarnaast zijn wel heel erg veel commentaar tegen gekomen op de URL van de website: ontdekjouwverhaal.nl. De roep om terug te gaan ngv.nl is groot. Uiteraard begrijpen en onderken-nen we deze wens, daarom wordt ook daar hard aan gewerkt.

Verbeterpunten

Een vraag in de enquête luidde:Voldoet de NGV als vereniging aan uw verwachtingen of zijn er zaken die we kunnen of moeten verbeteren? Van alle 1.925 respondenten hebben 1.837 de vraag beantwoord. Hiervan geeft 78% aan (zonder meer) ‘tevreden’ te zijn en 22% (407 respondenten) maakt gebruik van de mogelijkheid om verbe-terpunten aan te geven. Dit waren overigens niet uitsluitend echte verbeterpunten. Een deel van de respondenten vulde hier in ‘zou het niet weten’, ‘nog te kort lid om een oordeel te

1. Respons

Page 78: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

190 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

geven’ etc. Dat was een enorm scala aan zaken die de vereniging c.q. het hoofdbestuur zou kunnen verbeteren. Dat de meeste opmerkingen Gens Nostra betreffen ligt voor de hand: het is het voor iedereen meest ‘tastbare’ en ‘zichtbare’ van de NGV. Het probleem is echter dat waar het ene lid zegt dat Gens Nostra te veel en te lange verha-len bevat over families die hen niet interesseren, zegt de ander dat Gens Nostra vooral méér van dit soort artikelen zou moeten bevatten. Het is onmogelijk het iedereen naar de zin te maken.Ook kwamen er veel opmerkingen over het feit dat de artikelen met name over families in de Randstad gaan en zelden of nooit over families van ‘onder de grote rivieren’ of andere delen van het land. Hier kunnen we alleen van zeggen dat alle artikelen in Gens Nostra van de leden zelf komen en dat door de redactie geen selectie op regio wordt toepast! We willen hierbij dan ook leden, waar ze ook wonen, oproepen hun verhalen in te sturen. Op onze website vindt u onder ontdekjouwverhaal.nl/gens-nostra/richtlijnen-gens-nostra hoe u dat het beste kunt doen.Andere, veel aangedragen verbeterpunten betroffen uiter-aard de website, veel zaken die eerder ook al aan de orde wa-ren geweest. Alle verbeterpunten zijn in kaart gebracht en er wordt door het hoofdbestuur hard gewerkt aan het doorvoe-ren van de praktisch haalbare suggesties.

Vragen en opmerkingen

De laatste vraag in onze enquête was de volgende: ‘Indien u vragen of opmerkingen heeft, die hiervoor niet aan de orde zijn geweest, maar die u toch kwijt wilt, dan kunt u die hieron-der vermelden.’Totaal hebben 374 mensen van de gelegenheid gebruik ge-maakt om hun vraag/opmerking kenbaar te maken. 117 men-sen wilden hierover teruggemaild worden en twintig mensen wilden hierover worden opgebeld. De vragen en opmerkingen waren zeer uiteenlopend van aard en varieerden van het niet kunnen inloggen op de site, tot hulpvragen aangaande GensDataPro (of zijn voorgangers) en van heel positief (‘Ga zo door! Ik ben inmiddels zo’n 25 jaar lid van de NGV en vind het heel goed en fijn dat vereniging met de tijd is meegegaan. Een vereniging die trots op z’n presta-ties mag zijn!’) tot zeer kritisch (‘Alles doet zo schoolmeester-achtig aan. De schrijfwijzer, het laatste item over de wet op de privacy. Stop eens met dat opgeheven vingertje!’) Uiteraard worden alle opmerkingen serieus genomen en proberen wij er als vereniging ons voordeel mee te doen.Nog twee opvallende zaken, die we veel tegenkwamen en die we hier hopelijk kunnen verduidelijken.

Afdelingen

Het blijkt dat lang niet elk lid weet dat het heel simpel is om bij een andere dan de afdeling waar de woonplaats onder valt, aangesloten te worden. Stuur daarvoor een mailtje aan NGV Ledenadministratie: [email protected]. U kunt ook een brief sturen: NGV Ledenadministratie, Postbus 50, 3980 CB Bunnik.Een andere – niet voor iedereen duidelijke – mogelijkheid is om aangesloten te worden bij meer dan één afdeling. U ont-vangt dan van alle afdelingen, waarbij u bent aangesloten het afdelingsblad en (indien aanwezig) de digitale nieuwsbrieven. Dit kost € 11 per afdeling per jaar. Ook hiervoor stuurt u of een e-mail aan [email protected] of een brief aan NGV Ledenadministratie, Postbus 50, 3980 CB Bunnik.

Hulp

Veel leden lopen ergens in hun onderzoek tegen vragen of problemen aan. De NGV is ervoor om deze leden met raad en daad terzijde te staan. Om te beginnen kunt u zich altijd wen-den tot de secretaris van de afdeling, waarbij u bent aange-sloten. Hij of zij is thuis in de regio en kan u in de meeste ge-vallen goed verder helpen. Komt u er daar niet uit, dan kunt u zich altijd wenden tot ons Informatiecentrum in Bunnik. Het makkelijkste gaat dat per e-mail: [email protected], maar telefo-neren (tijdens openingstijden: op donderdag of een eerste zaterdag van de maand tussen 10:00 en 17:00 uur) of een brief schrijven kan natuurlijk ook.Tenslotte hebben veel leden baat bij het plaatsen van een vraag of probleem op ons Prikbord (op de homepage, hele-maal onderaan). Daar geplaatste oproepen en vragen worden vrijwel altijd beantwoord door andere leden.

Tenslotte willen we iedereen die een vragenlijst heeft inge-vuld heel hartelijk danken voor de moeite! U heeft ons enorm geholpen.

Jos Taalman, voorzitter, namens het hoofdbestuur

2. Aantal afleveringen dat men leest

Page 79: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

COLOFON

Lidmaatschap van de Nederlandse Genealogische VerenigingAdreswijzigingen, bericht van overlijden en andere mutaties op-geven via het profiel op de website, of melden via het emailadres [email protected] of per post aan nevenstaand adres.

Opzegging lidmaatschap Schriftelijk vóór 1 december van het lopende kalenderjaar via het profiel op de website, of aan [email protected] of per post aan nevenstaand adres.

Contributie en bijdragen (bedragen per jaar)Gewoon lidmaatschap (met gedrukte Gens Nostra en Heraldisch Tijdschrift): € 45.Digitaal lidmaatschap (met Gens Nostra en Heraldisch Tijdschrift le-zen op een beeldscherm, zonder mogelijkheid tot downloaden): € 36.Beide vormen zijn inclusief de inschrijving bij één afdeling.Buitengewoon lidmaatschap voor organisaties (met Gens Nostra en Heraldisch Tijschrift digitaal, respectievelijk gedrukt): € 36 of € 45.Voor in het buitenland wonende leden of organisaties kost toe-zending van Gens Nostra per post € 24 extra.Gezinslid: € 11 (zonder Gens Nostra).Lidmaatschap van een extra afdeling: € 11.Abonnement Heraldisch Tijdschrift: niet leden € 30 en in het bui-tenland € 40.

Betaling contributie en bijdragenIn het verleden verleende machtigingen kunnen helaas niet meer gebruikt worden.Een verzoek tot betaling van contributie en bijdragen wordt per e-mail verzonden via ‘Mollie’ als inningsorgaan. De wijze van be-taling kan zelf worden gekozen, b.v. iDeal. Leden zonder e-mail-adres ontvangen een factuur per post.Ook betalingen vanuit landen buiten Europa vinden plaats via Mollie en PayPal op [email protected]. Cheques worden, vanwege de hoge kosten, niet meer geaccepteerd.

Informatiecentrum, Kosterijland 3 te BunnikIn het Informatiecentrum zijn beschikbaar: bibliotheek met boe-ken en tijdschriften, cd-roms, biografische documentatie, heral-disch archief en microfiches.Openingstijden: woensdag op afspraak, elke donderdag en elke tweede zaterdag van de maand van 10 - 16 uur (behalve op feest-dagen). Vrije toegang voor leden en niet-leden.Het centrum is telefonisch bereikbaar via 085-105-1199 (tijdens de openingstijden).Er zijn gratis parkeerplaatsen aanwezig en het centrum is vanaf sta-tion Utrecht bereikbaar met bus 41 of per trein naar station Bunnik.

Doelstelling Vereniging De vereniging heeft ten doel het bevorderen van de beoefening van de genealogie en heraldiek, de verbreding en verbreiding van de kennis daarvan en van al hetgeen daar aan verwant is. De vereniging beoogt daarmee zonder winstoogmerk het algemeen nut te dienen.

ANBI: De Nederlandse Genealogische Vereniging is aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling. Dit houdt in dat de NGV geen erf- of schenkbelasting hoeft te betalen over ontvan-gen erfenissen en schenkingen.Degene die de NGV een schenking doet, kan zijn gift van de in-komsten- of vennootschapsbelasting aftrekken (binnen de daar-voor geldende regels).

Gens Nostra is een uitgave van de Nederlandse Genealogische Vereniging.Het adres van de vereniging is: Postbus 50, 3980 CB [email protected] • www.ontdekjouwverhaal.nl • Facebook: Nederland-se Genealogische Vereniging

Losse exemplarenLosse exemplaren van Gens Nostra met Heraldisch Tijdschrift kosten € 7,70 en losse exemplaren van Heraldisch Tijdschrift kos-ten € 4,00, exclusief verzend- en administratiekosten; aanvragen bij de Dienst Bestellingen. Na betaling van de toegezonden fac-tuur worden de tijdschriften toegezonden.

WebsiteOp de website van de NGV is onder https://ontdekjouwverhaal.nl/gens-nostra/ voor ingelogde leden Gens Nostra op het beeldscherm te lezen en is er aanvullende informatie over het blad te vinden.

RedactieRob Dix, Frits van Oostvoorn (hoofdredacteur) en Maja Westhoff.Redactiemedewerkers: Ton Bruijnis, Hans van Felius, Laurens Hoog-teijling, Jos Kaldenbach, Bert Kamp, Leny van Lieshout, Mirjam Neu-teboom-Dieleman, Bart Schuurman en Harmen Snel.

Aan dit nummer werkten meeKineke Beintema-Meijer, Bilderdijkstraat 46, 8914 AC Leeuwarden, [email protected] Krigee, J. Kruijverstraat 84, 1507 WK Zaandam, [email protected] Neggers, Langeakker 29, 5283 TE Boxtel, [email protected] Neuteboom-Dieleman, Postbus 25, 5110 AA Baarle-Nassau, [email protected] Snijder, Pastoor Scheepersstraat 11, 6325 CH Berg en Terblijt, [email protected] Werk, [email protected]

RedactiesecretariaatPostbus 50, 3980 CB [email protected]

Richtlijnen voor auteursZijn te vinden op https://ontdekjouwverhaal.nl/gens-nostra

Vormgeving en opmaakStip.nl - DriebergenGebruikt lettertype: Apex New

Druk en afwerkingDrukkerij Roelofs, Enschede

OplageGens Nostra wordt gedrukt in een oplage van 7000 exemplaren.

De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de on-dertekende stukken. Voor het overnemen van artikelen of delen daarvan, is toestemming nodig van de redactie en de auteur.

ISSN 0016-6936, © NGV, Bunnik

Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3 – 191

Page 80: Jaargang 7 Gens Nostra 3...160 Van de tafel van het hoofdbestuur I ... weduwe van Carel van den Bogaerde getrouwd had.1 Er is ook een vermelding van hem in Frankfurt in 1595, zonder

192 – Gens Nostra 2019 - Jaargang 74 nummer 3

Jouw verhaal voor altijdAmsterdamsestraatweg 656 d • 3555 HX Utrecht • 030 303 95 98 • [email protected] • www.probook.nl

Je hebt een verhaal en wil

een boek maken?Dan ben je welkom op

www.probook.nl! Probook is dé specialist in het met garen

gebonden boeken maken.

De voordelen van Probook• Kleine en grote oplages bestellen, zelfs vanaf 1 exemplaar Een kleine of grote familie? Geen probleem. Bij Probook bestel je je eigen boek al vanaf één

exemplaar. Eerst een ongebonden proef ontvangen? Ook dat is mogelijk. Zo controleer je je boek nog even voordat de hele oplage wordt gemaakt.

• Met garen gebonden boeken Onze boeken zijn genaaid gebonden: de binnenwerken worden dus met garen genaaid. Zo wordt

het boek duurzaam en kan het nog jaren mee.

• Hardcover of softcover Met een eigen ontwerp, fotocover, linnen- of kunstleeromslag. Een groot of klein boek, de mogelijk-

heden zijn divers.

• Gratis downloads: praktische handleidingen Aan de slag met je boek? Voor beginnende en gevorderde boekenmakers hebben we een aantal

handige tools voor het opmaken van de bestanden. De handleidingen en templates zijn gratis te downloaden voor Microsoft Word en Adobe InDesign. Of download onze eigen Boekensoftware.

• Eenvoudig offerte aanvragen via onze website De prijs van je boek bereken je heel gemakkelijk zelf op onze website. Vul de specificaties in en

ontvang de offerte als pdf in je mailbox. De offertetool is 24/7 beschikbaar.

Jouw verhaal voor altijdAmsterdamsestraatweg 656 d • 3555 HX Utrecht • 030 303 95 98 • [email protected] • www.probook.nl

Je hebt een verhaal en wil

een boek maken?Dan ben je welkom op

www.probook.nl! Probook is dé specialist in het met garen

gebonden boeken maken.

De voordelen van Probook• Kleine en grote oplages bestellen, zelfs vanaf 1 exemplaar Een kleine of grote familie? Geen probleem. Bij Probook bestel je je eigen boek al vanaf één

exemplaar. Eerst een ongebonden proef ontvangen? Ook dat is mogelijk. Zo controleer je je boek nog even voordat de hele oplage wordt gemaakt.

• Met garen gebonden boeken Onze boeken zijn genaaid gebonden: de binnenwerken worden dus met garen genaaid. Zo wordt

het boek duurzaam en kan het nog jaren mee.

• Hardcover of softcover Met een eigen ontwerp, fotocover, linnen- of kunstleeromslag. Een groot of klein boek, de mogelijk-

heden zijn divers.

• Gratis downloads: praktische handleidingen Aan de slag met je boek? Voor beginnende en gevorderde boekenmakers hebben we een aantal

handige tools voor het opmaken van de bestanden. De handleidingen en templates zijn gratis te downloaden voor Microsoft Word en Adobe InDesign. Of download onze eigen Boekensoftware.

• Eenvoudig offerte aanvragen via onze website De prijs van je boek bereken je heel gemakkelijk zelf op onze website. Vul de specificaties in en

ontvang de offerte als pdf in je mailbox. De offertetool is 24/7 beschikbaar.