Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de...

68
Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde :'. . . -' -••'• .. V V? C7 "-^r-,;**:._.. : :.,:,.- 1998 t/m 2003 £öa .OLLAND

Transcript of Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de...

Page 1: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Inzicht in toezicht

AfvalbemngOërde:'. . . - ' -••'• . . V V? C7 "-^r-,;**:._.. : :.,:,.-

1998 t/m 2003

£öa

.OLLAND

Page 2: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

ZICHT IN TOEZICHT

AFVALBERGING DERDE MERWEDEHAVEN

Rapportage toezichtperiode 1998 t/m 2003

Deze rapportage is vastgesteld doorGedeputeerde Staten van Zuid-Holland

op 18 mei 2004

p r n c e

Page 3: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD 5

SAMENVATTING 7

1 INLEIDING 9

1.1 ONTWIKKELING VAN DE AFVALBERGING DERDE MERWEDEHAVEN 91.2 ONAFHANKELIJK TOEZICHT 101.3 INZICHT IN TOEZICHT 11

2 VERGUNNINGEN 13

3 BEDRIJFSVOERING 15

3.1 INRICHTING AFVALBERGING 153.2 VOORZIENINGEN 163.3 MELDINGEN, INCIDENTEN EN MAATREGELEN 19

4 INSPECTIES 23

4.1 TECHNISCH TOEZICHT 234.2 TOEZICHT OP DE ACCEPTATIE VAN AFVALSTOFFEN 284.3 ADMINISTRATIEF TOEZICHT 304.4 TOEZICHT DOOR RIJKSWATERSTAAT EN ZHEW 32

5 BESTUIJRSRECHTEUJKE-STRAFRECHTELIJKE HANDHAVING NA.V. TOEZICHT 35

6 VERZOEKEN TOT HANDHAVING 39

7 KLACHTEN 45

8 ONDERZOEKEN 49

9 GEURHINDER 53

9.1 INTENSIEF (GEUR)KLACHTENONDERZOEK DOOR PROVINCIE ZUID-HOLLAND IN 1999 539.2 GEURBELEID 539.3 ONDERZOEK DOOR BURO BLAUW IN 2001/2002 53

10 TOEKOMST 59

10.1 TOEZICHTPLAN 2004 5910.2 NAZORG 59

11 CONCLUSIES 61

BIJLAGEN 63

BIJLAGE i. VERKLARING GEBRUIKTE TERMINOLOGIE 63BIJLAGE 2. LIJST VAN AFKORTINGEN 67

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 4: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

4 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 5: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Voorwoord

De Afvalberging Derde Merwedehaven is mij niet onbekend. In mijn jaren als lid van GedeputeerdeStaten van Zuid-Holland stond de problematiek rondom deze inrichting geregeld op de agenda. Sindsapril 2003 maakt Handhaving deel uit van mijn portefeuille en heeft het toezicht op de afvalbergingmijn speciale belangstelling.

Mij is gebleken dat, zowel door de exploitant van de afvalberging als door de inspecteurs van deafdeling Handhaving en de medewerkers van de afdeling Vergunningen van de Directie Groen, Wateren Milieu, grote inspanningen zijn geleverd. Deze waren er vooral op gericht om de geurhinder voorde omgeving tot een minimum te beperken. Sinds het voorjaar van 2002 werpt dat zijn vruchten af.Het aantal klachten over de afvalberging is terug op het niveau van de eerste helft van 1998; vóór deproblemen met de stortgasonttrekking in dat najaar.

De geurproblematiek is nu grotendeels verleden tijd. De uitspraak van de Raad van State vandecember 2003 in de bodemprocedure heeft duidelijkheid verschaft over de voorschriften van derevisievergunning. Deze zijn leidend voor de bedrijfsvoering bij de afvalberging en het toezichtdaarop. Dit is uitgewerkt in het Toezichtplan 2004. Net als bij andere afvalverwerkende bedrijvenworden prioriteiten gesteld voor het toezicht en zal het toezicht planmatig verlopen. Er zal weerruimte komen om deze rapportage jaarlijks op te stellen en in het eerste kwartaal volgend op hetverslagjaar uit te brengen.

Den Haag, mei 2004

Leen van der Sar,gedeputeerde Handhavingprovincie Zuid-Holland

Inzicht ia toezicht 1998 t/m 2003 -Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 6: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

6 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalbergjng Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 7: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Samenvatting

Het toezicht op de Afvalberging Derde Merwedehaven in Dordrecht (hierna te noemen deafvalberging) is in de jaren 1998 tot en met 2003 in belangrijke mate beïnvloed door geurhinder inhet nabijgelegen Sliedrecht. Daarover zijn ruim 3800 klachten ontvangen bij de Milieutelefoon vande provincie Zuid-Holland. Een klein deel van die klachten had betrekking op andere zaken dan geur,zoals geluid - en stofoverlast.

De geurhinder werd veroorzaakt door het vrijkomen van stortgas, met H2S (zwavelwaterstof) alsbelangrijkste geurcomponent. Denk aan de geur van rotte eieren. Het stortgas wordt gevormd in deafvalberging door biologisch afbreekbare componenten in de afvalstoffen die in de beginjaren zijngestort. Om diffuse uittreding van stortgas tegen te gaan was een systeem voor stortgasonttrekkingaangelegd. Eind 1998 was sprake van overvloedige neerslag, waardoor dat systeem enige tijd buitenbedrijf raakte. Nadat hiervoor door de provincie Zuid-Holland een handhavingtraject werd gestart,werd bij de afvalberging besloten om het systeem uit te breiden. Daarvoor moest gegraven worden inhet afvalpakket. De combinatie van graven, neerslag en verminderde stortgasonttrekking leidde totdiffuse emissie van stortgas en geurhinder in (met name) Sliedrecht.

Provinciale inspecteurs hebben veel van de klachten in Sliedrecht geverifieerd. Vaak meer dan éénklacht tegelijk. De afhandeling van de klachten heeft een enorm beslag gelegd op de toezicht-capaciteit. Van augustus 2001 tot en met maart 2002 werd dit dagelijks van 06.00 tot 22.00 uur doorBuro Blauw gedaan, in opdracht van de provincie. Daartoe werd een medewerker in Sliedrechtgestationeerd. Een dergelijk intensief en kostbaar onderzoek was uniek. De geurproblematiek heeftgeleid tot veel publiciteit, veel vragen van omwonenden, belangengroepen en Burgemeester enWethouders van de gemeenten Sliedrecht en Dordrecht. Diverse verzoeken tot handhavend optredenzijn gericht aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland.

Met de handhavingpartners Zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden (ZHEW), Rijkswaterstaat,VROM-inspectie en de politie Zuid-Holland Zuid (Regionaal Bureau Milieuzaken) zijn door de jarenheen gemiddeld vier integrale inspecties per jaar gedaan. Daarbij zijn veel aspecten van de bedrijfs-voering bij de afvalberging aan de orde geweest. Daarnaast hebben inspecteurs van Regiobureau Zuidvan de afdeling Handhaving diverse inspecties bij de afvalberging gedaan; periodieke controles,voorvalcontroles, hercontroles.

hl de loop van 2001 is het traject gestart voor vernieuwing van de vergunning, die een looptijd hadtot oktober 2002. De nieuwe vergunning (revisievergunning) is op 18 juli 2002 in werking getreden,met de wettelijk maximaal toegestane looptijd van tien jaar. De verwachting is dat de exploitatie vande afvalberging in 2017 eindigt.

Tegen de revisievergunning is beroep ingesteld door zowel de exploitant van de afvalberging als dooromwonenden en Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht. In deze beroepsprocedure is op17 december 2003 uitspraak gedaan door de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hetgrootste deel van de beroepen werd ongegrond verklaard. Een viertal beroepen was gegrond. De geur-voorschriften, waarin de geurcontouren waren vastgelegd, werden geschrapt, zonder te bepalen datnieuwe voorschriften hiervoor aan de vergunning verbonden moesten worden. Dat betekent dat hettoezicht gericht zal zijn op de middelvoorschriften. Dus de voorschriften die geurhinder moetenvoorkomen. De geluidsvoorschriften moeten deels worden herzien. Er moet een beschikking komenomtrent de financiële zekerheidsstelling voor de kosten van de bovenafdichting. En het onderscheidbij baggerspecie tussen gevaarlijk en niet gevaarlijk afval moet opnieuw worden gedefinieerd. Deherstelbeschikking komt in 2004 tot stand.

Op basis van de revisievergunning is een nieuw toezichtplan gemaakt; het Toezichtplan 2004. Aan dehand van de vergunningvoorschriften zijn checklists opgesteld. Daarbij is onderscheid gemaakt inkernvoorschriften, aanvullende voorschriften en resterende voorschriften. Afhankelijk van hetgewicht van het voorschrift zal het vaker of minder vaak onderdeel zijn van het toezicht. Doorprioriteiten te stellen, zal de benodigde toezichtcapaciteit bij de afvalberging meer in lijn zijn metdie bij andere afvalverwerkende inrichtingen in Nederland.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 8: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

8 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberghlg Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 9: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

l Inleiding

l .1 Ontwikkeling van de Afvalberging Derde Merwedehaven

Eindjaren tachtig is in de provincie Zuid-Holland onvoldoende stortruimte beschikbaar. Afvalstoffenworden noodgedwongen elders in Nederland gestort en zelfs naar België en Duitsland getranspor-teerd. De provincie Zuid-Holland richt in april 1990 het provinciaal AfvalverwijderingsbedrijfZuid-Holland NV (PROAV NV) op om nieuwe verwerkingsmogelijkheden te creëren. Een van de eersteactiviteiten van PROAV is het realiseren van een doelmatige afvalverwijderingsstructuur met eenverantwoorde verwijdering van afvalstoffen.

De Derde Merwedehaven is - als haven - in de zestiger jaren aangelegd in opdracht van de gemeenteSliedrecht. De haven en de directe omgeving behoren dan tot het grondgebied van de gemeenteSliedrecht. Bij Wet van 15 januari 1970 wordt het Eiland van Dordrecht opnieuw ingedeeld. Daardoorwordt de Derde Merwedehaven eigendom van de gemeente Dordrecht.

De Derde Merwedehaven ligt ten oosten van de stad Dordrecht aan de rivier de Beneden-Merwede.Het is een industriegebied dat moeizaam tot ontwikkeling komt. In twintig jaar tijd vestigen zichslechts drie bedrijven op deze locatie. Vanaf 1971 wordt de haven gebruikt voor het storten vanverontreinigde baggerspecie uit de gemeente Dordrecht zonder dat daar milieutechnischevoorzieningen voor getroffen zijn. Terreinen naast de haven worden gebruikt voor grondopslag.Eveneens zonder voorzieningen.

In 1986 blijkt dat de waterbodem van de haven ernstig verontreinigd is. De haven behoort tot de toptien van te saneren locaties. In september 1987 vraagt het College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de gemeente Dordrecht medewerking te verlenen aan het inrichten van de DerdeMerwedehaven als stortplaats voorbouw- en sloopafval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval,verontreinigde grond en baggerspecie. Op 14 november 1989 wordt tussen de provincie Zuid-Hollanden de gemeente Dordrecht hiervoor een convenant gesloten.

PROAV NV krijgt van GS de opdracht om de locatie te ontwikkelen. In 1993 start de exploitatie. Dan isde prognose dat jaarlijks één miljoen ton afvalstoffen wordt verwerkt. Al gauw blijkt dit veel minderte zijn, waardoor de discussie op gang komt over verlenging van de exploitatieperiode van tien jaar.In 1997 wordt overeenstemming bereikt met de gemeente Dordrecht om tot 2017 door te gaan.

Vanaf 1998 bestaat de gedachte om de afvalberging te vervreemden van de provincie. De provincie is100% aandeelhouder van PROAV NV en tevens vergunningverlener en toezichthouder. Aan het eindvan de jaren negentig neemt Phoenyx Holding de afvalberging over. PROAV blijft grondeigenaar entevens eigenaar van een aantal voorzieningen zoals de dichtingwand en de stortgasonttrekkings-installatie. PROAV verhuurt de grond aan Phoenyx. IGATBV, als dochterbedrijf van Phoenyx, wordtde exploitant. IGAT moet aan PROAV kunnen aantonen dat de voorzieningen in goede staat wordengehouden. In 2001 wordt Phoenyx verkocht aan Delta Nutsbedrijven NV in Zeeland. Eind 2003 wordtde naam IGAT BV gewijzigd in Derde Merwedehaven BV. Derde Merwedehaven BV is een dochter-bedrijf van Delta Milieu Verwerking BV.

Door de inrichting van de Afvalberging Derde Merwedehaven worden de bestaande verontreini-gingen van de waterbodem geïsoleerd, zodat nadelige gevolgen daarvan voor mens en milieu wordenvoorkomen. De afvalberging Derde Merwedehaven is de eerste afvalberging in Nederland waar hetprincipe van geohydrologische isolatie is toegepast. Er wordt gebruik gemaakt van de aanwezigenatuurlijke onderafdichting; de laag van Kedichem, een slecht doorlatende bodemlaag.

De totale capaciteit van de afvalberging is gesteld op maximaal 10,3 miljoen m3. Eind 2003 is daarvantweederde benut, dus 6,6 miljoen m3. De restcapaciteit is dan 3,7 miljoen kubieke meter. Het terreinis 60 hectare groot, de eindhoogte van de afvalberg is circa 35 meter boven NAP.

Vanaf het moment dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een sluitingsverklaring voor de stort-plaats afgeeft (2017), wordt de bovenafdichting aangelegd, waarna het terrein wordt ingericht alsrecreatiegebied. Het Natuur en recreatieschap De Hollandse Biesbosch bepaalt hoe het gebied wordtingericht en krijgt het beheer. GS is organisatorisch, financieel en inhoudelijk verantwoordelijk voorde nazorg.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 10: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

1.2 Onafhankelijk toezicht

Op 21 februari 1991 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland een motie aangenomen waarin het College vanGedeputeerde Staten wordt opgeroepen een beleid te ontwikkelen voor onafhankelijk toezicht op de stort vanafval en baggerspecie. Dit gebeurt naar aanleiding van de stortingen van baggerspecie in de Braassemermeer,waarvoor het Hoogheemraadschap van Rijnland beherende, vergunningvragende, vergunningverlenende entoezichthoudende instantie is. Tot 2001 is PROAV NV eigenaar en exploitant van de afvalberging, terwijl deprovincie Zuid-Holland 100% aandeelhouder is van PROAV. Dus vergunningverlening, toezicht en exploitatiezijn niet strikt gescheiden.

In maart 1992 geeft de provincie Zuid-Holland het adviesbureau Bisschop en Partners opdracht voor een studienaar de haalbaarheid van onafhankelijk toezicht op stortplaatsen. In december 1992 levert Bisschop en Partnersde eindrapportage.De aanbevelingen van Bisschop en Partners zijn in essentie als volgt:'het toezicht moet op een zodanige -wijze worden opgezet dat zowel de daadwerkelijke uitvoering van het toezichtals de resultaten daarvan inzichtelijk zijn voor belanghebbenden'.

Gedeputeerde Staten geven in 1993 opdracht aan BDO-CampsObers om het toezicht op de afvalberging DerdeMerwedehaven uit te voeren in de vorm van een proefproject, met een voor derden meer inzichten'jke wijze vanuitoefening van toezicht (proefproject 'Inzicht in Toezicht' Afvalverwerking Merwedehaven). Daartoe wordt in1994 - in samenwerking met de afdeling Handhaving van de provincie - een toezichtplan opgesteld, waarinonder meer de frequentie en de wijze van toezicht zijn beschreven.

Het baggerdepot met - ten noorden daarvan - het actuele stortvak (anno 2003). Aan de overzijde van de rivier (deBeneden-Merwede) een deel van Sliedrecht.

10 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 11: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

l .3 Inzicht in toezicht

In april 1994 is het Toezichtplan geïmplementeerd. In totaal is sindsdien drie keer, middels derapportages 'Inzicht in Toezicht', gerapporteerd over het toezicht op de afValberging; de laatste keerover de periode juli 1996 tot en met december 1997. Die rapportage wordt tegelijkertijd uitgebrachtmet het 'Evaluatieverslag milieueffectrapportage Derde Merwedehaven periode i april 1994 t/m31 december 1997'.

hi deze - u voorliggende - rapportage wordt het toezicht beschreven over de periode januari 1998 toten met december 2003. Dit tijdvak is ruimer dan gewenst; dat heeft alles te maken met degeuroverlast vanaf november 1998. De gevolgen hiervan hebben een enorm beslag gelegd op detoezichtcapatiteit van de afdeling Handhaving. Afgezet tot vergelijkbare afValverwerkendeinrichtingen worden tot 30 keer meer manuren besteed aan de afValberging. Prioriteit is gegevenaan:

het daadwerkelijk toezicht op de afValberging;de begeleiding van de diverse uit te voeren onderzoeken;de afhandeling van klachten;de vele verzoeken tot handhavend optreden;het geven van informatie.

Het opstellen van de rapportage 'Inzicht in toezicht' is in die periode achterwege gebleven.

Omgevingscommissie AfValberging Derde MerwedehavenDe Omgevingscommissie is ingesteld om belanghebbenden te informeren over de activiteiten opde stortplaats. Leden zijn onder andere de ondernemers in de directe omgeving van deafValberging en vertegenwoordigers van inwoners van Dordrecht en Shedrecht. Adviserendeleden zijn de exploitant van de afValberging en de provincie Zuid-Holland, afdeling Handhaving.

Het overleg is circa één keer per zes weken. Eind 1998 wordt de Omgevingscommissie forsuitgebreid met een aantal belanghebbenden uit de gemeenten Sliedrecht en Dordrecht,waaronder de Werkgroep Derde Merwedehaven en de Werkgroep Bedrijven Kerkerak. DeOmgevingscommissie richt zich met name op hinderaspecten. De Omgevingscommissie heefteen afstemmende en informatieve functie naar haar leden. Tevens adviseert deOmgevingscommissie de exploitant van de afValberging.

hi de toezichtperiode heeft de Omgevingscommissie verschillende brieven verstuurd aan deprovincie Zuid-Holland waarin een oplossing is gevraagd voor de problemen met geurhinder.Voorts zijn brieven gestuurd over de aanvraag van de revisievergunning en de vergunningenvan andere bedrijven aan De Staart. Verder zijn de verlengde openstelling van de AfValbergingDerde Merwedehaven, de evaluatie van de Milieu Effect Rapportage (MER), 'Inzicht in toezicht'en de richtlijnen voor de MER uitgebreid aan de orde geweest. Waar nodig heeft de commissie deverschillende stukken schriftelijk becommentarieerd.

Duidelijk is dat de Omgevingscommissie heeft voorzien in een behoefte, met name toen sprakewas van grote overlast. De Omgevingscommissie vervult een belangrijke rol in het kader van'Toetsing Toezicht'.

Toetsing ToezichtVanaf het moment dat op i juni 1993 de berging van afvalstoffen is gestart, wordt door deMilieudienst Zuid-Holland Zuid (MZHZ), in opdracht van Burgemeester en Wethouders vanDordrecht, getoetst of het toezicht door het bevoegd gezag afdoende is. De provincie Zuid-Holland isbevoegd gezag voor de Wet milieubeheer; Rijkswaterstaat en Zuiveringschap Hollandse Eilanden enWaarden (ZHEW) zijn dat voor de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. De Regionale Milieu-inspectie (RMH), tegenwoordig VROM-inspectie, is verantwoordelijk voor het 2de-lijns toezicht. Eindoktober 1993 brengt MZHZ de eerste rapportage uit.

Er zijn vier rapportages 'Toetsing Toezicht' geweest in de periode 1998 - 2003:1998 t/m april 1999;mei 1999 t/m maart 2000;april 2000 t/m maart 2001;april 2001 t/m december 2002.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - AfValberging Derde Merwedehaven, mei 2004 11

Page 12: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

De belangrijkste conclusies zijn:er zijn grote inspanningen geleverd door het bevoegd gezag;de provincie Zuid-Holland heeft klachten, reacties en adviezen uit de omgeving van de DerdeMerwedehaven betrokken in het toezichtbeleid en heeft de nodige onderzoeken laten uitvoeren.Over de resultaten is op transparante wijze schriftelijk - en waar nodig mondeling -gecommuniceerd;in de periode dat veel klachten werden ontvangen, was met name de terugmelding aan deklagers voor verbetering vatbaar;de rapportage 'Inzicht in Toezicht' is uitgebleven en daarmee wordt afbreuk gedaan aan deactualiteitswaarde;het uitblijven van een geactualiseerd toezichtplan is een knelpunt.

Stuurgroep AfValberging Derde MerwedehavenIn het najaar van 1999 is de Stuurgroep AfValberging Derde Merwedehaven, met daarin degedeputeerde Milieu van Zuid-Holland en de wethouders milieu van Dordrecht en Sliedrecht,opgericht. Het doel van deze stuurgroep is 'het maken van afspraken over de wijze en momentenwaarop zij met elkaar en hun omgeving willen communiceren of informatie verstrekken over dehuidige en toekomstige ontwikkelingen rond de afValberging'. Hiervan maken de onderwerpenvergunningverlening, toezicht, handhaving en klachtenafhandeling in ieder geval deel uit.

Werkgroep AfValberging Derde Merwedehaven en Crayenstein-West (WAQIn november 1998 wordt een werkgroep ingesteld waardoor medewerkers van de afdelingenVergunningen, Handhaving en het Stafbureau Handhaving van de provincie Zuid-Holland eenplatform voor iirformatie-uitwisseling hebben. Van november 1998 tot en met 2003 zijn ruim 1100stukken ingebracht, besproken en afgehandeld. Variërend van rapporten van onderzoeken tot aanverzoeken tot handhaving, verzoeken om informatie en bestuurlijke handhavingbrieven.

hi het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de vergunningen. Dat zijn er vier; voor de Wetmilieubeheer, de Grondwaterwet en twee op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.

12 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - AfValberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 13: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

2 Vergunningen

Op 2 januari 2001 neemt DELTA Nutsbedrijven het aandelenpakket van Phoenyx Holding BV over.Dus ook IGAT BV als dochterbedrijf van Phoenyx Holding en exploitant van de afvalberging gaat overnaar Delta. Aangezien de afvalberging vóór oktober 2002 moet beschikken over een nieuwevergunning wordt in 2001 een vergunningaanvraag bij GS ingediend.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland ontvangen op i juni 2001 een gecombineerde aanvraag vanIGAT BV voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer, de Grondwaterwet en de Wetverontreiniging oppervlaktewateren.

De vergunning ingevolge de Wet milieubeheer wordt aangevraagd voor (in het kort) de volgendeactiviteiten:1. het storten van afval;2. het afscheiden van herbruikbaar zand uit bagger, grond, zeefzand;3. biologische grondreiniging;4. het aanleggen van doorgangsdepots voor het rijpen van bagger;5. het gebruik van de kade voor op- en overslag.De activiteiten onder 3, 4 en 5 betreffen nieuwe activiteiten ten opzichte van de dan vigerendevergunning.

De afvalstoffen waarvoor stortvergunning wordt aangevraagd zijn:bouw - en sloopafval;grof huishoudelijk afval;bedrijfsafval (echter geen integraal kantoor-, winkel- en dienstenafval en daarmee vergelijkbaarindustrieel afval);niet reinigbare verontreinigde grond;baggerspecie en bagger scheidingsresidu.

Op 2 april 2002 verlenen GS aan IGAT BV een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer, vooreen termijn van tien jaar na inwerkingtreding van de beschikking of tot aan het moment dat detotale stortcapatiteit van 10.300.000 m3 is benut, indien dit binnen tien jaar wordt bereikt.De aanvraag ingevolge de Grondwaterwet betreft een wijziging van de beschikking van 29 juni 1992aan PROAV. De wijziging gaat om het permanent onttrekken van grondwater voor degeohydrologische isolatie van de Afvalberging Derde Merwedehaven. GS besluiten aan IGAT BVvergunning te verlenen voor het permanent onttrekken van grondwater tot een maximum van600.000 m3 per jaar.IGAT BV dient tevens een aanvraag krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in bij hetZuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden (ZHEW) voor het lozen van afvalwater op degemeentelijke riolering en bij Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland, voor het lozen van afvalwaterop het oppervlaktewater van de Derde Merwedehaven. De provincie draagt zorg voor gecoördineerdebehandeling van de aanvragen. De vergunningen worden door ZHEW en Rijkswaterstaat oprespectievelijk 26 maart 2002 en 2 april 2002 verleend.

Inzake de vergunningen worden bezwaarschriften ingediend door het College van Burgemeester enWethouders van Sliedrecht, door IGAT BV, door de Werkgroep Derde Merwedehaven, door deWerkgroep Bedrijven Kerkerak e.o. en door een inwoner van Sliedrecht. Uiteindelijk leidt dit tot eenberoepsprocedure bij de Raad van State, die ter zitting wordt behandeld op 17 juni 2003, en waarinuitspraak wordt gedaan op 17 december 2003.

Bodemprocedure bij de Raad van State inzake het verstrekken van de revisievergunning van 2002;zittingsdatum 17 juli 2003. Uitspraak 17 december 2003.

De uitspraak is in het kort:De Raad van State oordeelt dat de beroepen voor het overgrote deel ongegrond zijn. Gegrond is hetberoep voor de geurcontouren en de daarmee samenhangende onderzoeksverplichtingen. DeAfdeling heeft deze voorschriften (5.13.1, 5.13-2, 5.14-1, 5.14.2,5.15, 5.16, 5.17 en 5.22) vernietigdzonder GS op te dragen om nieuwe voorschriften op te stellen. Gegrond is ook het beroep tegen hetontbreken van een voorschrift voor de financiële zekerheidstelling voor de kosten van de boven-afdichting en de geluidsvoorschriften voor de referentiepunten bij het Budgethotel en restaurantMerwelanden in Dordrecht. Daarin is ten onrechte geen rekening gehouden met het geluid van de

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 13

Page 14: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

aditeruitrijdsignalering, aldus de Afdeling. Tenslotte is het beroep gegrond verklaard voor dedefinitie van gevaarlijk afval inzake baggerspecie. De Afdeling draagt GS op om binnen 12 weken nade datum van de uitspraak opnieuw een besluit te nemen voor de financiële zekerheid, de geluids-voorschriften en de definitie van gevaarlijk afval. Vóór 10 maart 2004 moet een herstelbeschikkingtot stand komen.

Doordat de voorschriften inzake de geurimrnissienorrnen volgens de Raad van State voor vernietigingin aanmerking komen zal het toezicht zich in de toekomst vooral richten op de'middelvoorschriften'. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voorschriften voor de acceptatie vanafvalstoffen en het afdekken van afvalstoffen.

VergunningDe revisievergunning bestaat uit bijna 400 voorschriften, beschreven op 63 pagina's.

De hoofdstukindeling is als volgt:1. Acceptatie; beschrij ft in grote lijnen welke afvalstoffen, bouwstoffen, grondstoffen en producten mogen

worden geaccepteerd op de afvalberging. Deze voorschriften zijn uitgewerkt door de exploitant van deafvalberging in een stortreglement, als bedoeld in voorschrift 1.3 van de revisievergunning. Het beschrijft deacceptatie - en controleprocedure. Een geactualiseerde versie is ingediend en na beoordeling en aanpassingis het Stortreglement AfValberging Derde Merwedehaven, versie oktober 2003 goedgekeurd;

2. Registratie; beschrijft welke gegevens van de aan- en afgevoerde (afval)stoffen moeten wordengeadministreerd en welke gegevens per kwartaal en per jaar moeten worden gerapporteerd aan deprovincie. Deze voorschriften zijn uitgewerkt door de exploitant van de afvalberging in een logboek, alsbedoeld in voorschrift 2.2.1 van de revisievergunning. Een geactualiseerde versie is, ter beoordeling engoedkeuring ingediend in 2003. De goedkeuring zal plaatsvinden in 2004;

3. Bedrijfsvoering; 22 pagina's met uiteenlopende voorschriften, variërend van hekwerk, werktijden,transportbewegingen, grondwallen, afdekken van afvalstoffen tot aan het stortplan. Het stortplan isbeoordeeld, besproken en aangepast, waarna het Stortplan 2002-2017, versie oktober 2003 is goedgekeurd.Het stortplan beschrijft - conform voorschrift 3.18.2 van de revisievergunning - hoe de stortwerkzaamhedenworden uitgevoerd, dus - populair gezegd - hoe de afvalberg wordt opgebouwd;

4. Bodem; bevat voorschriften voor de monitoring van (grondwaterstanden, stijghoogten, het plaatsen vanpeilbuizen, bodembeschermende maatregelen en de bovenafdichting. Een belangrijk deel van deze voor-schriften is uitgewerkt door de exploitant van de afvalberging in een controleprotocol, als bedoeld in voor-schrift 4.1.1 van de revisievergunning. In de laatste versie moeten de door de Raad van State geschorste - enna de uitspraak van december 2003 van kracht zijnde - voorschriften worden opgenomen. Een geactualiseer-de versie van het controleprotocol wordt in de loop van 2004 ter goedkeuring aan de provincie aangeboden;

5. Lucht; de voorschriften hebben betrekking op het voorkomen van geurhinder door preventieve controles,het afdekken van plaatsen waar langere tijd niet gestort zal worden, het voorzien van de buitentaluds meteen afdichtende grondlaag en voorschriften voor het systeem voor stortgasonttrekking. Dit hoofdstukbevatte tevens de voorschriften voor de geurimmissiecontouren, die door de uitspraak van de Raad van Statevoor vernietiging in aanmerking kwamen. Het vereiste deel van de voorschiften is door de exploitant van deafvalberging verwerkt in hiervoor genoemd controleprotocol;

6. Geluid; een viertal voorschriften is gericht op het beperken van geluidsoverlast voor de omwonenden;7. Afvalwater; een zestal voorschriften in aanvulling op de vergunningen ingevolge de Wet verontreiniging

oppervlaktewateren (ZHEW en RWS);8. Veiligheid; bevat voorschriften gericht op het werken met gevaarlijke stoffen, blusmiddelen en

bedrij fsnoodplan;9. Energie; energieverbruik moet worden geregistreerd;10. Evaluatie; aan GS moet alle informatie worden verstrekt die voor evaluatie van de MER van belang is;11. Nazorg; voor de nazorg is een nazorgplan goedgekeurd door GS. Ongeveer eenmaal per 5 jaar (afhankelijk

van ontwikkelingen op gebied van nazorgbeleid of locatiespedfieke ontwikkelingen) wordt het nazorgplangeactualiseerd. Het goedgekeurde nazorgplan is van 2001 (beschikking DWM/200i/5igiB);

12. Slotbepalingen; GS stellen nadere eisen aan de plannen die op grond van de vergunningvoorschriften doorde exploitant van de afvalberging moeten worden opgesteld.

In het volgende hoofdstuk Bedrijfsvoering staan achtereenvolgens de inrichting van de afvalberging en devoorzieningen die emissies (naar zwoel de lucht als naar de bodem) moeten voorkomen beschreven. Tevens iseen greep uit de meldingen en incidenten van de jaren 1998-2003 opgenomen.

14 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 15: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

3 Bedrijfsvoering

3.1 Inrichting afvalbergingDe afvalberging is gelegen aan de Baanhoekweg te Dordrecht en grenst ten noorden aan de rivier deBeneden-Merwede. Het terrein heeft een oppervlakte van 60 ha, waarvan 6 ha wordt gebruikt voor deopslag van maximaal i miljoen m3 verontreinigde baggerspecie, circa 50 ha voor de opslag van9,3 miljoen m3 droge afvalstoffen, en 4 ha voor de aanleg van een rondweg met leidingenstrook.

Het inrichten van de Derde Merwedehaven als afvalberging is begin 1993 gestart. De exploitatiebegint op i juni 1993. De inrichting van de stortplaats (met uitzondering van compartiment 3 in hetnoordoostelijke deel van de stortplaats) wordt halverwege 1997 voltooid. De bestekken zijn opgestelddoor ingenieursbureau Haskoning, dat tevens de directie voert op het werk. De werken zijnuitgevoerd door een combinatie van zeven aannemers, verenigd in de Aannemingscombinatie DOPDordrecht VOF (ACDD).

Het 6 ha grote compartiment 3, dat gedurende een aantal jaren in gebruik was als opslagdepot vangrond, vrijgekomen bij het bouwrijp maken van de stortplaats, is in 2001 ingericht. Vanaf begin 2002is dit vak in exploitatie.

Overzicht van de afvalberging Derde Merwedehaven:^. ingang afvalberging;2. loswal voor overslag vanaf schepen;3. baggerscheidingsinstallatie;4. droge stort (de plaats waar droge afvalstoffen zijn gestort);5. doorgangsdepot (ontwatering van baggerspecie);6. gronddepot (opslag van bouwstoffen voor grondwallen en afdekking);7. baggerdepot;8. actueel stortvak anno 2003 (compartiment 3);9. Sliedrecht.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 -Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 15

Page 16: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

3.2 Voorzieningen

3.2.1 Geohydrologisdibeheerssyteem

Opzet geohydrologisch beheerssysteemDe inrichting van de afvalberging is gebaseerd op geohydrologische isolatie. De afvalberging kanworden vergeleken met een kuip. De bodem van de kuip bestaat uit een natuurlijke, slechtdoorlatende kleilaag 'de Laag van Kedichem'. De wanden (dichtingwanden) bestaan uit een mengselvan bentoniet en cement; met een lengte van 3,5 kilometer, een breedte van 60 on en een hoogte van33 meter. In de voormalige haven is geen dichtingwand aangebracht, maar een stalen damwand. Dedichtingwand is tot twee meter diep in de Laag van Kedichem geplaatst. Door verlaging van degrondwaterstand binnen de dichtingwand ontstaat een permanente kwelsituatie ten opzichte van dedirecte omgeving, waarbij water vanuit de omgeving naar de afvalberging toestroomt en nietandersom. De wanden, en de bodem van de kuip zijn in grote mate waterondöorlatenu, maar metvolledig waterdicht. In het oorspronkelijke plan is voorzien in een bovenafdichting van een nagenoegwaterdichte zand-bentonietlaag, een drainagelaag en een toplaag van schone grond die beplant zalworden. Het hoogste punt van de afValberging zal - na klink - op NAP +35 meter komen te liggen.

Om de grondwaterstand te beheersen zijn er twee bemalingsystemen. Eén systeem voor het schonewater uit het eerste watervoerend pakket en één systeem voor de afvoer van het vuile water uit dezooidrainage. Voor de bemaling van het eerste watervoerend pakket wordt gebruik gemaakt van vijfbronputten, die geplaatst zijn langs de rand van de berging. Het opgepompte water wordt viazuivering B geloosd op de Beneden-Merwede. Het afvalwater uit de droge stort en de terreinrioleringvan de berging wordt afgevoerd naar zuivering A, die zijn effluent loost op de gemeentelijkeriolering. Vandaar komt het terecht bij de AWZI Dordrecht, in beheer bij het ZHEW (ZuiveringsschapHollandse Eilanden en Waarden).

Zooidrainagehi de MER (milieueffectrapportage) en de vergunningaanvraag is aangegeven dat de zooidrainage vande droge stort na de eindzetting op NAP -2.8 meter komt te liggen. Bij een bemaling van het eerstewatervoerend pakket tot NAP -3,5 meter is de in de vergunning vereiste drooglegging van 70 cmgerealiseerd. De droogleggingeis van het afval is bedoeld om te voorkomen dat de kwaliteit van hetwater in het eerste watervoerend pakket ongunstig wordt beïnvloed.

Toezicht op het geohydrologisch isolatie- en beheerssysteemBij de bewaking van dat systeem is de controle enerzijds gericht op het operationeel zijn van denoodzakelijke voorzieningen (pompen, drainageleidingen, zuiveringsinstallatie) en anderzijds op demonitoring van het beheerssysteem. Dat betreft onder andere de kwaliteit van het grondwater,debieten en kwaliteit van waterstromen, grondwaterstanden, stijghoogten en zettingen. In het kadervan de MER-evaluatie is in de loop van 1998 een inhaalslag gemaakt met de interpretatie van demonitortngsgegevens.

MonitoringssysteemOm de werking van de beheersmaatregelen te controleren is een systeem van monitoring opgezet,bestaande uit technische voorzieningen en procedures voor metingen en bemonsteringen. Detechnische voorzieningen bestaan onder andere uit:a) monitoring binnen de dichtingwand:

- peilbuizen in het eerste watervoerend pakket (t.b.v. stijghoogtemetingen en bemonstering van dewaterkwaliteit);

- peilbuizen in de holocene laag;- meetpunten in de drainerende voorzieningen onder de afvalberging;- waterspanningsmeters rondom de afValbergrng (t.b.v. het verloop van de zettingen de stabiliteit);- zakbakens binnen de afvalberging (t.b.v. het verloop van de zettingen);- meetpunten voor neerslag;- meetpunten voor het debiet van het percolatiewater;- meetpunten voor spanningsbemaHng uit het eerste watervoerend pakket;- controleputten in de ringleiding rondom de afvalberging en in de afvoerleiding van het

baggerspeciedepot.b) monitoring buiten de dichtingwand:

- peilbuizen in het eerste en tweede watervoerend pakket (t.b.v. stijghoogtemetingen enbemonstering van de waterkwaliteit);referentiepeilbuizen in de holocene laag.

16 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 17: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Bemalingproef en pompproefTer controle van de dichtingwand en installatie van de bemalingvoorzieningen is in november 1996een bemalingproef uitgevoerd (november 1996, Haskoning). De bemalingproef bestond uit tweeaspecten; meting van de waterdoorlatendheid van de dichtingwand met peilbuismetingen, en hetopstellen van een waterbalans. De resultaten uit de bemalingproef waren de aanleiding voor hetuitvoeren van de zogenoemde pompproef. De resultaten van de pompproef hebben geleid tot eenreparatie van de dichtingwand nabij peilbuis Ci6. Deze reparatie is uitgevoerd in februari 1999. Metpeilbuismetingen is vastgesteld dat de reparatie goed was uitgevoerd.

Toezicht op grondwateronttrekking en -monitoringDe opgepompte hoeveelheden water worden gemeten met debietmeters. Hiervan wordt een registra-tie bijgehouden. Op een groot aantal plaatsen, zowel in de omgeving van de afvalberging als op deafvalberging zelf, wordt in zogenoemde peilbuizen de grondwaterstand conform de vergunning-voorschriften gemeten. Hierbij zijn geen overtredingen van vergunningvoorschriften geconstateerd.

Het reguliere toezicht op de Grondwaterwet heeft in de beschouwde periode vooral een administra-tief karakter gehad, toegespitst op beoordeling van de door IGAT aangeleverde grondwater-monitoringgegevens en rapportages. Incidenteel is op locatie de grondwateronttrekkingsinstallatievisueel gecontroleerd. Hierbij zijn geen bijzonderheden inzake de naleving van de vergunninggeconstateerd.

MonitoringNaar verwachting sluit de afvalberging in 2017. In de tussenliggende periode zal bij het toezicht hetaccent mede liggen op de monitoring van de afvalberging. Het controleprotocol is hierbij eenbelangrijk toetsingsinstrument. De voorschriften van de revisievergunning geven onder andere aan:'het controleprotocol beschrijft de monitoring van stijghoogten, grondwaterstanden, grondwaterkwaliteit,kwaliteit en debiet van vrijkomende waterstromen, zettingen en het open zijn van de zoóldrainage'.

Het controleprotocol moet geactualiseerd worden na de uitspraak van de Raad van State in debodemprocedure. De voorschriften 4.2.2,4.2.3,4.2.4,4.3.1 en 4.3.2, die geschorst waren, zijn na deuitspraak onherroepelijk geworden en moeten in het controleprotocol worden verwerkt. Dezevoorschriften bepalen onder andere dat jaarlijks een ter zake kundige onderzoek doet naar:- de grondwaterstanden;- de geohydrologische situatie en de invloed van de afvalberging daarop;- de zettinggevoeligheid van de bodem.

Een geactualiseerd controleprotocol wordt in 2004 ter goedkeuring aangeboden aan het hoofd vanhet Regiobureau Zuid van de afdeling Handhaving.

3.2.2 Stortgasonttrelddngssysteem

hi 1994 is PROAV gestart met de aanleg van een stortgasonttrekkingssysteem, één van debelangrijkste maatregelen om geurhinder te beperken. Het systeem bestaat uit een groot aantalverticale en horizontale onttrekkingsbronnen met filterbuizen. Deze buizen zijn via telescopischeverbindingen - in verband met optredende zettingen - verbonden met transportleidingen die het gasnaar verzamelputten (gascollectorputten) leiden, vanwaar het gas via aan de rand van de stortplaatsgelegen verzamelbuizen naar een afzuiginstallatie gaat. De bovengrondse leidingen zijn voorzien vantracing (warmtelint) en isolatie om bevriezing tegen te gaan. Anno 2003 strekt het stortgas-onttrekkingssysteem zich uit over een gebied van 40 ha.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 17

Page 18: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Voorbeeld van een gascollectorput, waarvan er 22 verspreid over de afvalberging geplaatst zijn.

AfzuiginstallatieIn 1999 is een afzuiginstallatie bijgeplaatst met een aanzienlijk grotere capaciteit dan de bestaandeinstallatie. In september 2002 is deze in gebruikgenomen. In de huidige praktijk wordt afhankelijkvan de weersomstandigheden 1.700 tot 1.900 m3/uur onttrokken.

StortgasbenuttingsinstallatieVanuit de Bijzondere Regeling (BR), opgesteld in de Nederlandse Emissierichtlijn (NeR) wordt aan-gegeven dat gestreefd dient te worden naar een nuttige toepassing van de energetische inhoud vanstortgas. Voor de nuttige toepassing van de energetische inhoud (calorische waarde) van stortgas isvanaf medio maart 1999 op de afvalberging een benuttingsinstallatie in gebruik genomen. Er zijnmotoren opgesteld, die als brandstof het door onttrekking vrijgekomen stortgas gebruiken. Degasmotoren drijven generatoren aan die vervolgens elektriciteit opwekken. De warmte van de gas-motoren wordt door middel van luchtkoeling afgestaan aan de buitenlucht.

Op 14 januari 1998 is een aanvraag ingediend voor een Stortgasbenuttingsinstallatie. Bij beschikkingvan 27 februari 1998 (kenmerk DWM/i52307) is vergunning verleend voor onttrekking en affakkelingvan 1.500 Nm3/h stortgas en bij beschikking van 27 oktober 1998 (kenmerk DWM/i63625) voor benut-ting van 2.000 Nm3/h stortgas in de Stortgasbenuttingsinstallatie. Deze laatste betreft het bijplaatsenvan een tweede afzuigmotor om meer stortgas vanuit de afvalberging te kunnen onttrekken.Vanaf eind 1999 wordt de opgewekte energie middels een contract met ENECO geleverd aan hetelektriciteitsnet en wordt het benut als 'groene stroom'. Eind 2003 is een vierde motor bijgeplaatst,die in 2004 in gebruik wordt genomen.

FakkelinstallatieDe onttrokken gassen moeten worden verbrand in een fakkelinstallatie, indien en voor zoverbenutting ervan in de benuttingsinstallatie niet mogelijk is. Bij het affakkelen moet een nagenoegvolledige verbranding plaatsvinden.

18 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 19: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Meetgegevens van hiervoor genoemde installaties (in normaal nf, bij l Bar en 20° C)Jaar Onttrokken (Nm3) Benut (Nm3) Afgefakkeld (Nm3)19992OOO2O012OO2

2OO3

8-908.802

11.109.24712.884.27115.480.91814.567-556

4.284.5987-833-2576.516.6887.092.5406.529.060

4.614-3443-275-9906.367.5838.388.3787-938.490

OntzwavelingsinstallatieVoorschrift 5.44 van de revisievergunning van 2002 luidt: 'alvorens het stortgas wordt verbrand in defakkel of in de gasmotoren van de benuttinginstallatie dient het stortgas door middel van eenOntzwavelingsinstallatie te worden ontzwaveld'.

Naar aanleiding van een verzoek tot handhaving is in 2003 een last onder dwangsom opgelegd aanIGAT BV met eenbegunstigingstennijn van vijf maanden, die liep tot 9 oktober 2003. Bij de aanvraagvan de bouwvergunning bleek dat voor de Ontzwavelingsinstallatie zélf geen bouwvergunning nodigwas, maar wél voor het noodzakelijke meet- en regelstation bij de installatie, bestemd voor regel-apparatuur en verwarming. Dit paste niet binnen het bestemmingsplan 'Opgecomen Landen', daarmeer dan de vergunde 1200 m2 bebouwd was. GS hebben middels een opschortingsbesluit debegunstigingstermijn met drie maanden verlengd tot9 januari 2004. Op 9 december 2003 is een voorbereidingsbesluit voor wijziging van hetbestemmingsplan door de Gemeenteraad van Dordrecht goedgekeurd. Bij de afvalberging is indecember 2003 de ontzwavelings-installatie in gebruik genomen.

3.3 Meldingen, incidenten en maatregelen

In het overzicht is een greep uit de meldingen, incidenten en getroffen maatregelen weergegeven.

April 1998 Er ontstaat een lek in de opslag van waterig slib. Hiervandaan wordt waterig slibdoorgevoerd naar de baggerscheidingsinstallatie. PROAV meldt dit direct aan deprovincie en treft maatregelen voor herstel van de opslag.

Juli 1998 Baggerscheidingp- en indïkkinginstallatie PECOSBij besluit van GS van Zuid-Holland van 15 juli 1998 is aan PROAV een veranderings-vergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend voor de uitbreiding van deinrichting met een baggerscheiding- en indikkinginstallatie. De activiteiten vandeze installatie hebben betrekking op het afscheiden van de zandfractie uit veront-reinigde baggerspecie en vervolgens het ontwateren en indikken van de sh'bfractie.Het betreft de verwerking van klasse 2,3 en 4 baggerspecie. De baggerspecie isafkomstig van waterbodemsaneringen en onderhoudswerken. De baggerscheidings-installatie is in 1999 om economische redenen stilgelegd en deels ontmanteld. In2002 is een deel van de installatie, aangevuld met vervangende delen, weer ingebruikgenomen.

November 1998 PROAV start met het uitbreiden van het stortgasonttrekkingssysteem.

November 1998

November 1998

Januari 2000

PROAV meldt dat de fakkelinstallatie enkele malen is uitgevallen en weer isopgestart. Uiteindelijk is de installatie niet meer op te starten. Oorzaak is de enormeregenoverlast van oktober, plusminus 200 mm neerslag, waardoor de transport-leiding voor stortgas vol water zit. Er wordt een poging ondernomen om het waterweg te pompen, het resultaat is dat het water blijft toestromen. Pas na een drogeperiode - een week later - levert het pompen resultaat op.

In november meldt PROAV als gevolg van bovenstaande calamiteit het diffuusvrijkomen van stortgas.

Vanaf i januari 2000 wordt door PROAV maandelijks de sulfaatconcentratie bepaaldvan het effluent van de waterzuivering. Daarnaast wordt ieder kwartaal een analyseuitgevoerd naar het gehalte aan H2S in het onttrokken stortgas.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Meiwedehaven, mei 2004 19

Page 20: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Januari 2000 Conform de adviezen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM),na een onderzoek in opdracht van de provincie om stortgasonttrekking,maatregelen, geurhinder en klachtenpatroon te onderzoeken, worden bij deafvalberging de volgende maatregelen getroffen:

geen verwerking meer van afvalstoffen die door biologische afbraak bijdragenaan stortgasvonning;afdekken van afvalstoffen. Registratie van dagelijkse, tijdelijke en eind-afdekking. Wekelijks wordt geregistreerd waar het stortfront zich bevindt, waarde diverse soorten afdekmateriaal en de transportbanen zich bevinden. Dezewerkzaamheden zijn geborgd in het milieuzorgsysteem;controle stortgasuittreding en beheer stortgasonttrekking. IGAT inspecteertdagelijks de stortgasemissie;klachtenregistratie. IGAT wordt via de provincie op de hoogte gesteld van deklachten. Verificatie op de afvalberging geschiedt meestal gezamenlijk met eenprovinciaal inspecteur;concentraties zwavelwaterstof en sulfaat. De toenemende H2S-concentratie lijkteen probleem voor de hele sector van stortplaatsen. Daarom zal IGAT initiërendat de sector onderzoek uitvoert naar deze problematiek;IGAT concludeert op basis van ervaringsgegevens dat een uitbreiding van deonttrekkingscapaciteit met circa 500 m3/uur op termijn wenselijk is.

Oktober 2000 In oktober 2000 informeert PROAV de provincie schriftelijk over het tijdelijk buitenbedrijf stellen van de baggerscheidingsinstallatie. Een gedeelte van deze installatiewerd door PECOS B.V. gehuurd.

Oktober 2000 Plaatselijk wordt een dikke (circa 2 meter) grondlaag aangebracht als tijdelijkealternatieve bovenafdichting. Deze zal bestaan uit grond, die afkomstig is uit hetbinnen de inrichting aanwezige gronddepot. Deze grond bestaat uit klei en veen datten tijde van de aanleg van de zooidrainage is ontgraven en in depot gezet tenbehoeve van de eindafdichting (leeflaag). De laag zal na het aanbrengen wordenvoorzien van een beplanting waardoor de beoogde landschappelijke inpassing wordtgerealiseerd.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland ontvangen op i juni 2001 een gecombi-neerde aanvraag van IGAT BV voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer,Grondwaterwet en Wet verontreiniging oppervlaktewateren voor de afvalbergingDerde Merwedehaven gelegen aan de Baanhoekweg 92a te Dordrecht.

IGAT BV heeft in juni 2002 de stortgasonttrekkingsinstallatie uitgebreid doormiddel van plaatsing van een tweede afzuigmotor en een nieuw besturingssysteem.Hiervoor moet de stortgasonttrekkingsinstallatie op twee dagen enkele uren buitenbedrijf worden gesteld, hetgeen niet leidt tot extra klachten.

Op zondag 15 september doet zich op het terrein van de afvalberging DerdeMerwedehaven een smeulbrand voor. De smeulbrand is ontstaan in stort-compartiment 3; het meest oostelijk - en dichtst bij Sliedrecht - gelegencompartiment. Het inbrand staande materiaal betreft shredderafval, dat gebruiktwordt als afdekmateriaal voor de transportbanen. Het verbrande oppervlak heefteen afmeting van ongeveer 20 bij 40 meter. De oorzaak van deze smeulbrand ismoeilijk aan te geven. In het verleden is het wel eens gebeurd dat een depotshreddermateriaal door broei in de brand is geraakt. Hier is echter sprake van eenlaag van slechts 30 cm dikte.

Oktober 2002 IGAT BV neemt in oktober een proefopstelling in gebruik voor zuivering van hetafvalwater. Dit gebeurt met een zogenoemde membraanbioreactor (MBR);biologische zuivering gecombineerd met filtering door een membraan. Het doelhiervan is om te bepalen of deze techniek geschikt is om het CZV-gehalte(zuurstofbindend vermogen) en stikstofgehalte in het afvalwater te verlagen,hi mei 2003 wordt deze proef afgerond. IGAT BV bekijkt aan de hand van deresultaten of een full-scale installatie tot de mogelijkheden behoort.

Juni 2001

Juni 2002

September 2002

20 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 21: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Januari 2003 Door kortsluiting ontstaat op i januari 2003 een storing in het stortgasonttrekkings-systeem. De storing leidt niet tot klachten over geurhinder.

Maart 2003 In maart 2003 meldt IGAT het in gebruik nemen van doorgangsdepots. Licht totmatig verontreinigde baggerspecie wordt hier ontwaterd, waarna de ingediktebaggerspecie als afdekmateriaal gebruikt kan worden op de afvalberging. Hetvrijgekomen water uit de baggerspecie wordt samen met het percolaatwaterweggepompt naar de waterzuivering van de afvalberging.

Op de voorgrond twee doorgangsdepots. Relatief schone baggerspecie wordt ontwaterd, opdat het daarna alsafdekmateriaal gebruikt kan worden op de afvalberging.

Maart 2003

December 2003

IGAT BV meldt dat begonnen wordt met het storten van asbesthoudende grond inbulk, conform arbobeleidsregel 4.45 van het Ministerie van Sociale Zaken enWerkgelegenheid. De voorschriften van het Arbeidsomstandighedenbesluit en hetAsbestverwijderingsbesluit die betrekking hebben op werkzaamheden aanasbesthoudende materialen worden geacht niet van toepassing te zijn indien deasbestconcentratie in deze materialen lager is dan 100 mg/kg. Dit betekent dat hetgebruik van afgesloten lekdichte containers voor de meeste partijen asbest-houdende grond en putn(granulaat) volstaat en het gebruik van big bags ofcontainerbags alleen nog nodig is bij partijen grond en puin die verontreinigd zijnmet zeer hoge concentraties asbest. Dit interim-beleid geldt vanaf i maart 2003; deervaringen met uitvoering en handhaving worden door de Minister van VROMgebruikt bij het opstellen van de integrale beleidslijn 'asbest in bodem, grond enpuin(granulaat)', die wordt verwacht in 2004.

Derde Merwedehaven BV vraagt vergunning aan voor plaatsing van een installatiedie alle waterstromen zal zuiveren, volgens de membraan bioreactormethode (MBR).

December 2003 Derde Merwedehaven BV neemt de ontzwavelingsinstallatie in gebruik.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 21

Page 22: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

22 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 23: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

4 Inspecties

Aan de orde komen achtereenvolgens: het technisch toezicht, het toezicht op de acceptatie vanafvalstoffen, het administratief toezicht en het toezicht door de waterkwaliteitsbeheerders(Rijkswaterstaat en het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden).

4.1 Technisch toezichtProjectgroep APINIn 1999 en 2000 is de projectgroep ArValbergjng Derde Merwedehaven/ PROAV InventarisatieNaleefgedrag (APIN), bestaande uit inspecteurs van ZHEW, provincie Zuid-Holland , Rijkswaterstaat,VROM-inspectie, OP en politie, diverse keren bijeen geweest Het doel van het project is om hetnaleefgedrag van alle toepasselijke wetgeving in kaart te brengen, evenals de risicomomenten. In2000 verschijnt de rapportage van deze projectgroep. Er wordt een aantal knelpunten in dehandhavingsfeer genoemd. Tevens worden risicomomenten aangegeven, onder andere bij deacceptatie van afvalstoffen en handhaafbaarheid van de vergunningvoorschriften. De werkwijze bijPROAV wordt daarop aangepast. Bij het opstellen van de revisievergunning van 2002 zijn deaanbevelingen verwerkt.

Gezamenlijke periodieke controlesVanaf begin 1998 doen inspecteurs van de provincie Zuid-Holland gezamenlijk periodieke controlesmet collega's van de handhavingpartners Rijkswaterstaat, Zuiveringschap Hollandse Eilanden enWaarden, VROM-inspectie Zuid-West en van het Regionaal Bureau Milieuzaken van de politie Zuid-Holland Zuid. Naar aanleiding daarvan wordt de bedrijfsvoering op veel aspecten verbeterd ofaangepast.

Een opsomming van zaken die onder andere aan de orde komen:opslag autobanden nabij PECOSoverzichtskaart afdekplaninrichting (administratief) baggerdepot en toepassen gerijpte specie als (tijdelijk) afdekmateriaaladministratieve controle acceptatie afvalasbestincidentPAIS-code brandbaar bsainstructie controleursemissie stortgasonttrekkingspunt 28verwerking schoon puin (intern vrijgekomen)overloop bufferdepot i/aanbrengen inloopbeveiligingbassins waterzuiveringacceptatie brandrestengebruik loswal door derdeninrichting stortplaats (grondwal)actualisering vergunningenmapafwatering bij PECOScontrole sproei-installatie OC-hal op goede werkingopslag zeecontainers nabij loswalKGA-opslag in Romney-loods en verfopslag in container-herstelwerkplaatsstortkleppen containersontluchting rioleringsputlozingspunt naar oppervlakte water.lekbakken KGApiepschuimbolletjespompput PECOSopslag producten in Romneyloodsreparatie beschadigde overheaddeurvloeistofdichtheid vloeren van herstelwerkplaats materieel en container-herstelwerkplaatsstortgaslucht Noordertalud t.h.v. gascollectorput 17, 2de platbermromney-hut; oliefilters en olie in lekbakkenpompputten; aanduiding bij kraanproefopstelling waterzuivering

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 23

Page 24: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Gezamenlijke inspectie door Politie Zuid-Holland Zuid, ZHEW, Rijkswaterstaat, VROM-inspectie en provincie Zuid-Holland

Overzicht inspectiesNaast de gezamenlijke controles doet de provincie diverse inspecties. Geurklachten uit Sliedrechtworden - bij voorkeur samen met de klager - geverifieerd in Sliedrecht. Als geurhinder wordtwaargenomen bezoekt de inspecteur de afvalberging. Daarnaast worden geplande (periodieke)controles en voorvalcontroles uitgevoerd. Het heet voorvalcontrole als er een directe of indirecteaanleiding is.

199819992OOO

20012O02

2OO3

SliedrechtPreventief(i)

---

8311061

SliedrechtGeurklacht(2)

-

19538018912736

(Geur)klachtafvalberging(3)

-171827158

Gezamenlijk

743533

Periodiek

(4)72

9355

Voorval

(5)812

881618

Administratief

iii2

0

2

1i) Preventieve geurcontrole in Sli edrecht.(2) Klacht geverifieerd in Sliedrecht (het getal geeft het aantal bezoeken weer; per bezoek kan meer

dan één klacht geverifieerd zijn).(3) Klacht geverifieerd bij de afvalberging.(4) Gepland inspectiebezoek.(5) Inspectie met aanleiding.

1998In de maanden februari, maart, mei, juni, september en november houdt de provincie Zuid-Hollandmet de handhavingpartners zeven gezamenlijke controles.

Naar aanleiding van de inspecties worden onder andere de volgende zaken behandeld:een niet vergund gronddepot;leidingen op het PECOS-terrein;klachten over waaivuil in de haven;een scheiding in het baggerdepot om gevaarlijke baggerspecie (bijvoorbeeld asbesthoudendebaggerspecie) separaat te kunnen bergen van niet-gevaarlijke baggerspecie;

24 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 25: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

het inzaaien van de (buiten)taluds met gras;het opheffen van een onbewaakte ingang nabij restaurant de Merwelanden (als gevolg van hetplaatsen van bouwketen);de registratie van afvalstoffen die vrijkomen bij PECOS.

In mei brengt de provincie Zuid-Holland een controlebezoek aan de afValberging naar aanleiding vangeurhinder door baggerspecie waarvan de gemeente Dordrecht de ontdoener is. PROAV besluit omdeze afvalstroom verder te weigeren. Er wordt door de provincie Zuid-Holland nader onderzoek ge-daan naar aanleiding van geruchten dat baggerspecie opgemengd zou zijn met grond. De geruchtenworden ontzenuwd.

AdministratieEr worden verschillen aangetroffen in door PROAV aan GS gezonden afvalstoffenregistraties. Soortenen hoeveelheden afvalstoffen komen niet overeen. Ook zijn nog niet alle stromen secundairebouwstoffen geregistreerd. PROAV levert een nieuw overzicht van de aangeboden afvalstoffen perafvalstroom over 1997. Dit wordt goedgekeurd.

1999Gedurende het jaar 1999 doet de provincie Zuid-Holland vier gezamenlijke controles met dehandhavingpartners. Daarnaast bezoeken de inspecteurs van het regiobureau Zuid totaal 36 keer deafvalberging:

17 x naar aanleiding van klachten;12 x voorvalcontroles;

2 x periodieke controle;i x administratieve controle;4 x regulier overleg.

Naar aanleiding van de inspecties komen onder andere de volgende zaken aan de orde:tijdelijke afdekking van de stortplaats met een minimale dikte van 30 cm;gebruikt shreddermateriaal;verwerking stortgas;opslag klein gevaarlijk afval (KGA) en andere materialen in Romney-loods;acceptatie van schone grond voor de eindafdekking;bouwvergunning voor het plaatsen van luchtkoelers;opslag van goederen/materialen/ en (secundaire) grondstoffen;werkzaamheden aan de noordzijde van compartiment 4;controle van de olie/vetafscheiders, zowel fysiek als administratief;stofvorming bij lossen schip.

Naar aanleiding van geurklachten heeft de provincie Zuid-Holland 195 keer de klachten geverifieerdin Sliedrecht. Bij één inspectie worden meestal meer dan één en soms meer dan 20 klachtenafgehandeld. Deze klachten worden vaak niet bij de afvalberging geverifieerd, omdat het probleemmet diffuse uittreding van stortgas bekend is. Daarvoor is geen ad-hoc oplossing voorhanden.

2000De gezamenlijke controles vinden plaats in de maanden februari, mei en augustus. Zaken die aan deorde komen zijn onder andere; afdekplan, inrichting baggerdepot, administratieve controle op deacceptatie van afval, emissie stortgas, gebruik loswal, geluidsoverlast door de stortkleppen vanvrachtwagens/containers, KGA-depot en pompputten.

Het overig toezicht is vooral gericht geweest op het implementeren van de geurbeperkendemaatregelen zoals deze door het RIVM (zie hoofdstuk 8 en 9) zijn aanbevolen en door GS van deprovincie Zuid-Holland zijn overgenomen. Daarnaast is veel tijd gestoken in het afhandelen vanklachten en het doen van preventieve geurcontroles. Tot november 2000 wordt gemiddeld één tottwee keer per week 'preventief' gecontroleerd in Sliedrecht; dat wil zeggen dat controle opgeurhinder gedaan wordt in Sliedrecht, ook al is geen klacht ontvangen. Met ingang van novemberwordt, volgens een rooster, met regelmaat op werkdagen tussen 07.00 en 09.00 uur preventiefgecontroleerd.

Bij 13 preventieve controles in november wordt twee keer geur afkomstig van de afvalbergingwaargenomen. Ook wordt twee keer een olielucht geroken, veroorzaakt door een lozing vanbilgewater van een schip op de Beneden-Merwede. In december worden elf preventieve controles

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 25

Page 26: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

uitgevoerd, waarbij drie keer geurhinder wordt waargenomen, waarvan twee keer afkomstig van deafvalberging en één keer vermoedelijk van een ander bedrijf aan de Baanhoekweg in Dordrecht.

2001De gezamenlijke inspecties zijn dit jaar in de maanden januari, april, juli, september en december.Zaken die aan de orde komen zijn onder andere; opslag van goederen, werkplaats, vloeistofdichtevloeren, lozingspunt oppervlaktewater, acceptatie afval.

Tijdens de inspectiebezoeken aan de stortplaats is gecontroleerd op diverse aspecten van debedrijfsvoering, onder andere de hoogte van de grondwal langs de Beneden-Merwede, de werking vande stortgasonttrekkingsinstallatie, baggerstort, asbestverwerking, diverse geur- en geluidsaspecten,het affakkelen van stortgas, acceptatie, monitoring, kwaliteit afval en fysieke en administratieveacceptatie van bouw- en sloopafval. Preventieve geurcontroles in Sliedrecht zijn door de provincieZuid-Holland dit jaar tot en met de maand juli 82 keer gedaan en vanaf augustus slechts eenmaal; ditiTi verband met ^ermanente klachtenvalidatie door Buro Blauw in het kader van de opdracht van <ieprovincie (zoals onder andere beschreven in hoofdstuk 9).

Het door het RIVM in haar rapportage aanbevolen meteostation wordt geplaatst in Sliedrecht. Degegevens worden ontvangen op een computer in het kantoor van regiobureau Zuid in Dordrecht. Hetmeteostation is vanaf i november 2001 operationeel en de data kunnen vanaf dat moment dag ennacht on line geraadpleegd worden. Aan de hand van gegevens als de lokale windrichting,windsnelheid, temperatuur en luchtvochtigheid, kan beter in beeld gebracht worden wat demogelijke oorzaak (en wie de mogelijke veroorzaker) is van de geurhinder.

2002De gezamenlijke periodieke controles vinden dit jaar plaats in de maanden mei, september endecember.Het totaal aantal inspecties in 2002 bedraagt 39. Deze inspecties hebben zich vooral gericht op deimplementatie van geurbeperkende maatregelen op de afvalberging.

De inspecties kunnen als volgt worden onderverdeeld:5 periodieke controles;15 naar aaanleiding van geurklachten;11 themacontroles;2 naar aaanleiding van vermeend verkeerd storten;i wegens het uitvallen van het stortgasonttrekkingssysteem;i wegens smeulbrand;i wegens een handhavingsverzoek;3 gezamenlijke periodieke inspecties.

2003De gezamenlijke periodieke controles zijn in dit jaar gedaan in de maanden maart, juli en december.Zaken die hierbij aan de orde komen zijn onder andere; emissie stortgas, Romney-loods, pompputten,proefopstelling waterzuivering. Bij de gezamenlijke inspectie in december zijn drie inspecteurs vanVROM aanwezig voor een zogenaamd 2de lijns toezicht op stortplaatsen. Alle zaken die in de jaren2000 tot en met 2003 tijdens de gezamenlijke inspecties naar voren kwamen, waren medio 2003afgehandeld.

Er wordt 61 keer een preventieve geurcontrole gedaan in Sliedrecht. Daarbij wordt door deprovinciaal inspecteur een enkele keer geurhinder door de afvalberging waargenomen. Dat betreftechter geen stortgas. De geurhinder in het eerste halfjaar van 2003 wordt voornamelijk veroorzaaktdoor afzonderlijke partijen of vrachten afvalstoffen; denk aan shredderafval en residu van RKG (riool,kolken en gemalen) - slib. Er is geen structurele hinder door stortgas meer. Daarom wordt medio2003 besloten alleen nog preventief te controleren als de wind uit het derde kwadrant komt; dustussen zuid en west.

Tijdens ruim dertig bezoeken in Shedrecht worden 119 geurklachten geverifieerd. Er worden 18klachten niet geverifieerd omdat op het moment van ontvangst van de klacht daarvoor geenambtenaar beschikbaar is. In totaal 65 klachten worden gegrond verklaard en 4 klachten worden alsongegrond aangemerkt, althans wat de relatie met de afvalberging betreft. De geur die de inspecteurwaarneemt is duidelijk anders is dan de geuren die op de afvalberging voorkomen. Of dewindrichting is dusdanig (noord, noordoost) dat de geur onmogelijk van de afvalberging kan zijn.

26 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 27: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Een voorbeeld van de beoordeling van de klachten (in dit geval van 2003)Aantal Gegrond Toelichting gegrond Ongegrond Geen geur Niet

klachten waargenomen geverifieerdJanFebMrtApr

MeiJunJulAugSepOktNovDec

1110

330

243933122

5l

1--

23

1611l39-l-

i stortgas--19 schip, i stortgas en3 shredderafvali geluid, 15 stortgas11 RKG-residui geluidi geluid, 2 RKG-residu9 RKG-residu 2

2

i geluid-

392

5

521--

1-

4-

1ll2

372-

--

• -

1

In de gevallen dat de provinciaal inspecteur de hinder waarneemt, blijken afvalstoffen bij deafvalberging daarvoor verantwoordelijk, hi één geval betreft het een schip met shredderafval dat eenammoniakgeur verspreidt (19 klachten), in een paar gevallen gaat het om shredderafval dat alsafdekmateriaal wordt gebruikt over de gestorte afvalstoffen (3 klachten). Daarnaast gaat het omresidu van RKG-shb. Bij de afvalberging wordt besloten om enkele partijen RKG-residu niet meer teaccepteren. Door de provincie wordt een bestuurlijk handhavingtraject gestart. In de loop van detweede helft van 2003 wordt bij de afvalberging besloten om standaard een kraan aanwezig te latenzijn tijdens het storten van de wél geaccepteerde vrachten. De kraan dekt de vrachten kort na hetstorten af met grond. Daarmee wordt hinder vrijwel uitgesloten. Na september wordt daarvan bijinspectie geen hinder meer waargenomen.

Naar aanleiding van vier klachten vanuit Sliedrecht over geluidsoverlast in de vroege ochtenduren,worden vijf inspecties gedaan vanaf circa 06.15 uur. De voorschriften 3.10.1 en 3.10.2 van derevisievergunning beperken het transport en de verwerking van afvalstoffen tot werkdagen van07.00 tot 19.00 uur. De conclusie is dat geen afvalstoffen worden gestort buiten de vergunde uren,maar dat wél nu en dan andere activiteiten plaatsvinden; met name het bevochtigen van detransportbanen om stofoverlast tegen te gaan (conform vergunningvoorschrift 5.25.1). Daar deklachten ook betrekking hebben op geluidhinder door de achteruitrijdsignalering en het dichtslaanvan de stortkleppen van vrachtwagens, wordt eind 2003 geluidsonderzoek geïnitieerd. Dit wordtuitgevoerd door geluidsdeskundigen van de afdeling Handhaving. In 2004 wordt het rapportverwacht.

Inspectiepad aan de zuidzijde van de afvalberging anno 2003.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 27

Page 28: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

4.2 Toezicht op de acceptatie van afvalstoffen

De acceptatie van afvalstoffen gebeurt op basis van een door de provincie Zuid-Holland goedgekeurdstortreglement, waarin de acceptatie - en controleprocedure is beschreven. Hierin zijn drie stappen teonderscheiden:- de administratieve acceptatie; door de ontdoener worden documenten overlegd die getoetst

worden aan de acceptatielijst, Euralcode (Europese afvalstoffenwetgeving), ontheffing Stortverbod(Bssa, Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen), analysegegevens, SCG-verklaring (SCG isService Centrum Grond) en eventuele aanvullende criteria. De eerste twee zijn voor alleafvalstoffen van toepassing, de rest is afhankelijk van de aangeboden afvalstof. Pas na eenpositieve beoordeling wordt de afvalstof administratief geaccepteerd en wordt eenafvalstroomnummer en een omschrijvingsfonnuüer aangemaakt. Aanvullende criteria zijnbijvoorbeeld arbeidsomstandigheden of verpakkingseisen;

- administratieve en fysieke controle bij aanbieding; toetsing van begeleidende documenten,weging en controle van de afvalstof op (chemische) samenstelling;

- registratie en rapportage; alle documenten van de administratieve acceptatie, het omschrijvings-formulier en de rransportdocumenten worden geadministreerd. Elk kwartaal wordt doorDerde Merwedehaven BV opgave aan de provincie gedaan van de ontvangen afvalstoffen.

Het stortreglement is in de loop der jaren een aantal keren aangepast. De meest recente versie is vanoktober 2003.

Wijzigingen in de acceptatie- en controleprocedure die de vergunninghouder wil doorvoeren,moeten daaraan voorafgaand schriftelijk aan het hoofd van regiobureau Zuid van de afdelingHandhaving ter goedkeuring worden voorgelegd. Recentelijk zorgde de invoering van de RegelingEuropese Afvalstofferdijst (Eural), ingegaan op i mei 2002, voor aanzienlijke wijzigingen in de lijstvan te accepteren afvalstoffen. Met het in werking treden van Eural werd het Baga (Besluitaanwijzing gevaarlijke afvalstoffen) ingetrokken. De beoordelingssystematiek, om te bepalen of eenafvalstof gevaarlijk of niet-gevaarlijk afval betreft, volgt vanaf dan uit Eural in plaats vanuit Baga.

Aan de exploitant van afvalberging Derde Merwedehaven kan onder voorwaarden door GS ontheffingworden verleend voor het storten van afvalstoffen zoals genoemd in het Besluit stortplaatsen enstortverboden afvalstoffen (Bssa), om daarmee de continuïteit in de afvalverwerking veilig te stellen.Dit kan alleen nadat door de Minister van VROM in het kader van artikel 4, lid 3 van het Bssa eenverklaring is afgegeven dat voor de aangevraagde afvalstoffen in de aangevraagde periode geenandere verwerkingswijze dan storten voorhanden is.

De vergunninghouder moet aan personen en rechtspersonen die afvalstoffen, (secundaire)bouwstoffen en producten aanbieden schriftelijk meedelen welke stoffen en producten door devergunninghouder geaccepteerd mogen worden.Indien blijkt, bij aanbieding bij de afvalberging, dat een partij niet voldoet aan de acceptatiecriteria,moet de vergunninghouder:

het hoofd van regiobureau Zuid in kennis stellen van de weigering om de afvalstoffen enproducten te accepteren (dit gebeurt middels een fax 'probleemvrachtformulier');in overleg met de aanbieder van de desbetreffende partij maatregelen treffen om herhaling tevoorkomen;de partij, voor zover die niet geaccepteerd mag worden, terugzenden aan de aanbieder, dan welafvoeren naar een inrichting, die beschikt over een toereikende vergunning om deze stoffen teontvangen;de geweigerde vracht registeren.

28 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 29: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Ontvangen afvalstoffen

Een globale weergave van de ontvangen afvalstoffen, bouwstoffen en baggerspecie

Jaar droge afvalstoffen bouwstoffen baggerspecie

1998199920OO

2O01

2O02

2003

* 794.385,338

650.093,520

458.735,444

262.465,914

168.323,448

226.107,067

55-212,440

40.388,460

2.820,240

O

0

35.847,447

74.947,80463.656,55729.911,03998.391,856

119.090,742

101.495,058

* De getallen zijn tot l januari 2002 opgegeven in m ; met ingang van 2002 is de opgave in tonnen (kg) gedaan.

Meldingen - onderzoekenHieronder een overzicht van diverse zaken die met de acceptatie en verwerking van afvalstoffen temaken hebben.

1998 In januari vindt onderzoek plaats naar het storten van met dioxine verontreinigdebaggerspecie. Conclusie daarvan is dat de baggerspecie weliswaar licht verontreinigd is metdioxine, maar dat de dioxine onomkeerbaar is gebonden aan zwevende delen en niet uitloogt.Het gehalte van 0,004 mg dioxine per kg baggerspecie ligt ruimschoots onder de grens voorgevaarlijk afval, conform Saga (Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen) van 50 mg/kg.

1998 Bij een tweetal controles wordt geconstateerd dat de voorschriften voor acceptatie wordennageleefd. Er wordt een visuele controle gedaan van de gestorte afvalstoffen op het stortfronten in de ontvangsthal. Tevens blijken de geleidebüjetten in orde te zijn.

1998 In februari wordt een partij (ongeveer 2.000 ton) afvalstoffen gestort, die vrijgekomen is bij eenbrand. GS geven hiervoor toestemming.

1998 hl februari 1998 doet PROAV bij brief melding van overslag van huishoudelijk afval afkomstigvan de GEVUDO. Het gaat om 1.500 ton huishoudelijk afval.

1998 Bij besluit van 17 februari 1998 verleent GS aan PROAV toestemming voor het storten vanactueel overaanbod van brandbaar bedrijfsafval. Conform voorschrift 4.1 van dit besluit biedtPROAV een rapportage ter goedkeuring aan de provincie Zuid-Holland aan, waarin isopgenomen welke maatregelen worden getroffen om geurhinder als gevolg van het overslaanvan brandbare bedrijfsafvalstoffen aanzienlijk te beperken.

1999 Conform artikel 44.E van de Wet roüieubeheervergunning is voor 1999 door GS - bij gebrekaan AVI-capaciteit - goedkeuring verleend voor het storten van brandbare bedrijfsafvalstoffenen daarmee vergelijkbaar grof huisvuil. In 1999 is in totaal 62.555 ton brandbaar afval gestort.

2000 De aanvoer van afvalstoffen neemt af. Dat heeft te maken met hogere belasting op storten inNederland en daardoor 'export' naar omringende landen, met name Duitsland.

2001 Tijdens een uitgebreid administratief onderzoek houden administratief inspecteurs van deprovincie Zuid-Holland in februari de door IGAT gehanteerde acceptatieprocedure bij dezogenoemde SCG (Stichting Centrum Grondreiniging)-stromen gedurende de periode 1997 t/m2000 tegen het licht. Hierbij zijn 25 afvalstroomnummers (grondstromen) onderzocht. Deconclusie hiervan is dat in het algemeen de juiste procedures worden gehanteerd bij deafvalberging. In een paar gevallen is de niet-reinigbaarheids verklaring pas afgegeven, nadat degrond al was gestort. De werkwijze bij de afvalberging is daarop aangepast.

2003 Op i april blijkt, tijdens het lossen van een schip met shredderafval, een sterke ammoniakgeurvrij te komen. Dit leidt tot circa 20 klachten van geurhinder. Verder is dit aanleiding voor veelpubliciteit en een verzoek tot handhaving. Het lossen van het schip wordt gestaakt en het algeloste materiaal is onmiddellijk afgedekt. Bij nader onderzoek blijkt dat de ammoniakgeurvermoedelijk veroorzaakt wordt doordat nog geheel of gedeeltelijk gevulde afgekeurdebrandblusapparaten zijn geshredderd. Uiteindelijk is het schip elders gelost. Daar de ladingverder niet geaccepteerd wordt, wordt voldaan aan het voorschrift 1.23.2 van derevisievergunning, zijnde het niet accepteren van afvalstoffen die geurhinder kunnenveroorzaken. Een verzoek tot handhaving van voorschrift 1.23.2 wordt derhalve afgewezen.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 29

Page 30: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

2O03 Bij een administratieve lijncontrole blijkt dat de administratieve organisatie bij deafvalberging inzichtelijk is. De onderzoeksrapporten, analyserapporten en andere bescheidendie ten grondslag liggen aan de administratieve acceptatie (conform acceptatievoorwaarden)worden per afvalstroomnummer bewaard bij het omschrijvingsformulier. Ditomschrijvingsformulier komt pas tot stand als de benodigde bescheiden ontvangen zijn. Deweeggegevens worden bij de weegbrug geprint op de begeleidingsbrief, die wordt bewaard bijde factuur.

2003 Sinds juni 2002 is bij de afvalberging baggerspecie gestort, afkomstig uit de Amstel nabijUithoorn. De provincie Noord-Holland is ontdoener. Eind 2003 komt dit in de publiciteit naaraanleiding van foto's van vaten die tijdens het baggeren naar boven gehaald worden. Dezevaten hadden chemicaliën van Cindu bevat. De vaten zouden in het verleden ter plaatsegedumpt zijn door schippers. De vraag is of deze baggerspecie wel gestort mag worden bij dearValberging. En of de vaten en het gif bij de afvalberging terecht zijn gekomen. Het antwoorddaarop is dat de baggerspecie bij de afvalberging is gestort in het baggerdepot. Voorafgaandaan de acceptatie zijn onderzoeksrapporten aan IGAT overlegd, waaruit blijkt dat debaggerspecie aan de acceptatievoorwaarden voldoet. Het is niet aannemelijk dat de vaten inhet baggerdepot terecht zijn gekomen, omdat de baggerspecie twee keer is opgepakt met eenknijper; eerst bij het laden van het schip en bij de afvalberging tijdens het lossen. Verder zijnde vaten in de loop der jaren doorgeroest, en is de inhoud in het milieu terechtgekomen.Verontreinigingen van de baggerspecie als gevolg hiervan, zijn derhalve meegenomen in deonderzoeken naar de kwaliteit van de baggerspecie.

Geweigerde vrachten

1998 114 Er zijn 114 vrachten geweigerd en aan de aanbieder geretourneerd. Deweigeringgronden variëren van ongewenste componenten in het afval enadministratieve onjuistheden (begeleidingsbrieven niet in orde) tot afwijkingen van deaanleveringvoorwaarden. Bij dit laatste gaat het voornamelijk om asbestvrachtenwaarvan de verpakking niet aan de wettelijke eisen voldoet.

2000 Er worden zeventien vrachten geweigerd omdat deze snel afbreekbare organischebestanddelen bevatten. Twee vrachten worden geweigerd omdat ze geurhinderveroorzaken.

2001 22 hl 2001 is geen afval meer geaccepteerd dat door snelle biologische afbraak bijdraagtaan stortgasproductie. Het aangeboden afval is gecontroleerd op aanwezigheid vansnel biologisch afbreekbare fractie. Dat heeft geleid tot weigering van dertien vrachten.Tevens zijn negen vrachten geweigerd op grond van geuremissie.

2003 30 In 2003 wordt een dertigtal vrachten geweigerd om verschillende redenen zoals het tezwaar beladen zijn en het niet aanleveren conform de aanleveringvoorwaarden. Intwee gevallen blijkt na het storten op het stortfront dat de als asbesthoudend bouw -en sloopafval aangeboden afvalstof een andere lading bevat. In één geval zijn debevindingen teruggekoppeld naar de milieu-inspecteur van het, eveneens onderbevoegd gezag van de provincie vallende, bedrijf van de ontdoener. In het andere gevalis gelijktijdig een strafrechtelijk onderzoek gestart naar de ontdoener.

4.3 Administratief toezicht

Het toezicht op de afvalberging Derde Merwedehaven blijft niet beperkt tot het technisch toezicht, ervindt ook toezicht plaats op de administratieve organisatie. De eerste inspectie op de administratieveorganisatie is sterk gericht op de opzet van de administratie, een duideh'jke functiescheiding bij demedewerkers en de overige maatregelen voor interne controle. Betrouwbare registraties maken toe-zicht achteraf mogelijk. De vervolginspecties zijn gericht op de continuïteit van de administratieveorganisatie en procedures en (de beoordeling van) eventuele wijzigingen daarin, alsmede de toetsingvan de betrouwbare werking ervan.

30 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 31: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

In de beschouwde periode is een viertal specifieke administratieve controles gedaan, te weten:1. in februari/maart 2000 een diepgaand administratief onderzoek bij Afvalberging Derde

Merwedehaven;2. in 2001 onderzoek naar acceptatie van niet-reinigbare grond in relatie tot de SCG-verklaring;3. in januari 2003 een beperkt Administratief Toezicht samen met de VROM-inspectie naar het

storten van afvalstoffen met ontheffing van het Bssa (Besluit stortplaatsen en stortverbodenafvalstoffen) in het derde kwartaal van 2002;

4. in november 2003 een onderzoek in het kader van 2de lijns toezicht door de VROM-inspectie, diegericht is op de doorwerking van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen.

Ad 1. Administratie f onderzoek afvalberging Derde Merwedehaven februari/maart 2000In de maanden februari en maart van 2000 vindt een diepgaand administratief toezichtonderzoekplaats in een aaneengesloten periode van 5 weken. Het doel van het onderzoek is om deadministratieve organisatie te beoordelen, evenals de afvalstoffenregistratie en de door PROAVingezonden rapportages.

Conclusie van het onderzoekteam:de afValstoffenregistratie geeft een betrouwbaar beeld van de aangeboden afvalstoffen, een en anderbinnen de reikwijdte van het onderzoek.

Ad 2. Onderzoek naar acceptatie van niet-reinigbare grond in relatie tot de verklaring van deStichting Centrum Grondreiniging (SCG)In het eerste kwartaal van 2001 is een uitgebreid administratief onderzoek bij IGAT BV gedaan om tecontroleren of bij acceptatie van verontreinigde grond een SCG-verklaring aanwezig is. Dit in hetkader van een strafrechtelijk onderzoek naar het gebruik en de toepassing van SCG-verklaringen. Ditonderzoek is met name gericht geweest op de NV Stichting Centrum Grondreiniging en de SCG-verklaringen waaruit blijkt dat het niet-reinigbare grond betreft. NV Stichting CentrumGrondreiniging is de organisatie die de SCG-verklaringen afgeeft. Het onderzoek is uitgevoerd over dejaren 1998,1999 en 2000. Er zijn uiteindelijk 25 afvalstroomnummers nader onderzocht.

Conclusies:- bij elke gestorte partij grond, gecontroleerd tijdens dit onderzoek, is een SCG-verklaring

aanwezig. (In een paar gevallen is de SCG-verklaring pas afgegeven, nadat de grond al gestort is.Dit is niet van dien aard dat dit leidt tot bestuurlijk of strafrechtelijk optreden.);

- de analyseresultaten van de controlebemonsteringen worden bij de afValberging - conformstortreglement - getoetst aan Baga-normen. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de SCG-verklaringen ligt niet bij afvalberging;

- bij overschrijding van de hoeveelheid grond, vermeld in de SCG-verklaring, wordt over hetmeerdere afvalstoffenheffing betaald;

- er zal op eenvoudiger wijze inzicht te verkrijgen moeten zijn in de bemonsteringsfrequentie vande aangevoerde vrachten. IGAT BV heeft daarop zijn werkwijze aangepast.

Ad 3. Beperkt Administratief Toezicht met VROM-inspectie op afvalstoffen die met ontheffing vanhet Bssa zijn gestort in het derde kwartaal 2002.Doel van de controle is het nagaan van de verbanden tussen weegbruggegevens, de afvalstoffen-administratie en de financiële administratie, en het leggen van een link tussen de ontvangenhoeveelheden afvalstoffen en de afdrachtplicht op grond van de Wet belastingen op milieugrondslag.De controle beperkt zich tot de afvalstoffen die zijn gestort met ontheffing van het Besluitstortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Bssa) in het derde kwartaal van 2002.

Bevindingen:- door middel van een lijn- en verbandscontrole is vastgesteld dat de gegevens in de administratieve

systemen zijn terug te vinden;- van sommige van de aangeleverde partijen is geen administratie van de aard en samenstelling van

de afvalstof, wat wél van belang is voor de controle op de ontheffingen van het Bssa. Dit is voor deVROM-inspectie geen aanleiding om daaraan consequenties te verbinden. Dit wordt welingebracht in het landelijk onderzoek naar stortplaatsen dat in november 2003 heeftplaatsgevonden;

- in 2002 is een afwijking in de opgave van de afvalberging ontstaan door een softwarefout. Desoftware is aangepast en de fout is hersteld.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 31

Page 32: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Ad 4.2de Lijns toezicht door VROM-inspectie - november 2003 - op de doorwerking van het (Bssa).

De resultaten van dit landelijk onderzoek worden in de eerste helft van 2004 verwacht.

Stort van verpakt asbesthoudend afval. De 'rook' is condens door de warmte van het afdekmateriaal.

4.4 Toezicht door Rijkswaterstaat en ZHEW

Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland, en het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden(ZHEW) houden toezicht op de naleving van de voorschriften, verbonden aan de vergunningeningevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). Rijkswaterstaat controleert daarnaastook nog de voorschriften van de vergunning verleend op grond van de Rivierenwet.

4.4.1 Toezicht door RijkswaterstaatRijkswaterstaat legt minimaal zes bezoeken per jaar af bij de afvalberging. Tevens wordt in het kadervan de Wvo toezicht gehouden op de op- en overslag van afvalstoffen en wekelijks wordt met eendienstvaartuig de haven bezocht voor een globale inspectie in het kader van de Rivierenwet op dewerken aldaar.

Over het toezicht op de lozingsaspecten is in het verleden de afspraak gemaakt dat Rijkswaterstaat enZHEW nauw samenwerken. Onderdeel van de afspraken is dat er over en weer monsters wordengenomen bij lozingspunten. Er zijn twee zuiveringsinstallaties, waarvan zuivering A zijn effluentloost op de gemeentelijke riolering en zuivering B zijn effluent direct loost op het oppervlaktewater(Beneden-Merwede). Het op de gemeentelijke riolering geloosde effluent van zuivering A wordtgezuiverd in de AWZI van het ZHEW.

32 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 33: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Overslag van baggerspecie bij de loswal van de afvalberging.

In 1999 heeft Rijkswaterstaat, naast de gezamenlijke controles, vijf controlebezoeken gebracht.Tijdens een van de vijf controlebezoeken wordt bij de grondwaterbemaling, meetpunt 101, eenoverschrijding geconstateerd van een van de parameters. Middels een handhavingbrief is aan IGAT BVbericht dat bij een volgende overschrijding strafrechtelijk en/of bestuursrechtelijk opgetreden zalworden. Driemaal heeft er in 1999 een effluentkwaliteitsmeting bij zuivering B plaatsgevonden entweemaal bij zuivering A. Bij deze metingen zijn geen overschrijdingen van de grenswaardengeconstateerd. In het jaar 2000 vermeldt Rijkswaterstaat in de rapportage over de controlebezoekendat de algemene indruk goed is, dat de kade op diverse plaatsen is opgeknapt en dat de overslag vancontainers goed verloopt. Ook tijdens de zes controles op de grondwaterbemaling voldoen dewaarden aan de gestelde normen.

hi 2001 zijn zes bedrijfscontroles door Rijkswaterstaat uitgevoerd. Tijdens het controlebezoek op28 september wordt de morsvoorziening niet doelmatig gebruikt. De lading die uit de grijper viel,kwam in het gangboord terecht en niet op de morsvoorziening. Men heeft de morsklep onmiddellijklaten zakken, zodat de grond wel op de morsvoorziening viel. Bij de overige controlemetingen bij dezuivering B (4x) en bij zuivering A (sx) en bij de vier metingen van de diep grondwaterbemaling isalles binnen de gestelde normen. Bij latere inspecties wordt geconstateerd dat de morsvoorziening opdoelmatige wijze wordt gebruikt.

hl 2003 zijn drie bedrijfscontroles gedaan, waarbij weer wordt geconstateerd dat de kade en hetterrein aan de waterkant voldeden. De monstervoorziening voldoet op dat moment echter niet.Afgesproken wordt dat een anti vlokmiddel wordt toegevoegd om overlopen te voorkomen. Degemeten waarden op 3 maart en 19 mei 2003 bij de grondwaterbemaling en de beide zuiveringenblijven binnen de normen. IGAT heeft in de beschouwde periode steeds zowel bemonsteringen perkwartaal als doorlopende debietmetingen van het effluent van zuivering B en van het onttrokkendiepe grondwater gedaan.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 33

Page 34: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

4.4.2 Toezicht door ZHEWDe productgroep Lozingen van het ZHEW verricht toezicht op de Wvo-aspecten van de afvalberging.Het Zuiveringsschap is bevoegd gezag omdat een deel van het afvalwater dat op de afvalbergingvrijkomt via de zuiveringsinstallatie A geloosd wordt op de riolering.

De controle van het Zuiveringsschap bestaat uit:- beperkte controles (rondgang zuiveringsinstallatie en eventuele monsterneming);- uitgebreide controles (doorlopen vergunningvoorschriften, rondgang zuiveringsinstallatie en

eventuele monsterneming) en afvalwateronderzoeken met een meetwagen (hierbij wordenvolumeproportionele ermaahnonsters gedurende i tot 2 weken genomen).

In het kader van de Wvo-vergunning is de afvalberging verplicht zelf periodiek bemonsteringen ophet influent en effluent van de zuiveringsstraat te doen. De gegevens hiervan worden ter beoordelinggezonden aan het ZHEW. IGAT heeft wel aan de bemonsteringsverplichting voldaan, maar heeftenkele malen verzuimd de rapportage te verzenden.

In onderstaand overzicht zijn globaal de werkzaamheden van het ZHEW en de resultaten van hettoezicht gedurende de periode 1998 - 2003 vermeld.

OnderwerpControles

Bemonsteringen(excl. monsters door RWS)

GeconstateerdeovertredingenWvo (AMvB)Afhandeling

Geloosde hoeveelheidbedrijfsafvalwater (in m3)

VervuiMngwaarde (in v.e.,vervuüingeenheden)

SoortBeperkte controleUitgebreide controleContinue afvalwateronderzoekZuivering A (riolering) steekproefmonsterZuivering A (riolering) etmaalmonsterZuivering B (oppervlaktewater)steekproefmonsterGebaseerd op analyseresultaten van IGAT en

ZHEWGebaseerd op controlebevindingenAanschrijving / WaarschuwingProces-verbaal199819992000

2001

2OO2

2003 (pm)199819992OOO20012O022003 (pm)

Aantal40

75

194510

o

i2

O

46.675250.181

269.069

276.715

243-949

2.9767.009

6.585

9-4959.258

34 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 35: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

5 Bestuursrechtelijke - strafrechtelijke handhaving n.a.v. toezicht

Het toezicht op de afvalberging, in combinatie met klachten en verzoeken tot handhaving, heeftgeleid tot een aantal bestuursrechtelijke handhavingtrajecten jegens de exploitant van deafvalberging. Tevens is een aantal keer aangifte gedaan bij het Regionaal Bureau Milieuzaken van depolitie Zuid-Holland Zuid.

Omschrijving Aan PROAV NV voor het, in een aantal gevallen in 1997, niet volgens de regelsaccepteren van afvalstoffen (DWM/155145).

Omschrijving Aan PROAV NV voor het bewerken van verontreinigde met een mobiele zeefzonder vergunning (DWM/158216).

Omschrijving Aan PROAV NV om de uitbreiding van het stortgasonttrekkingssvsteein teversnellen (DWM/i684og).

Omschrijving Voor overtreding van voorschrift 3.11. - het indringen van hemelwater(DWM/i 7441). Dit betreft het onvoldoende afdekken met grond van plaatsenwaar gedurende langere tijd niet wordt gestort.

us de overtreding- ö

Omschrijving Voor overtreding van voorschrift 3.14 - afdekken grondlaag (DWM/i82g23).Uiterlijk aan het eind van de werkdag moeten de op die dag geaccepteerdeafvalstoffen worden verwerkt en verdicht en afgedekt met grond of eenandere geschikte afdeklaag.

'Jtfloop IGAT BVHeêft^jn^TKSr^ïsyoêlcir^^aarop^aangèpasti dus dlTovertreding werd""—r^~ -^ ongedaan gemaakt/81 ~ * * '*'*" " ^ * - " "*"'""' *• " " ^ * """ " ^ ^ f"

2001 Traject _ ^ Last onder dwangsom ^ocesj-verbaaL nee ̂ „__ ~Omschrijving Aan IGAT B.V. voor overtreding van voorschrift 7.28 - akoestische

achteruitrijdsignalering (DWM/2ooi/2o8oA).Afloop De dwangsombescMkking voor de achfèruiüijdsignalering wordt in juli 2001

^ J' geschórstjdoor de Raad van State omdat de Raad vaa State oordeelt dat de EG-richth'jn g8/37/EGvan 2 2 juni 1998, inzake dé onderlinge aanpassing van de

- ' -, Ewetgevmg^ylfi^eHdstatenbetrefrendeTnachines, naoest prevaleren bovenhet in SUedrechtlioprbaar zijn van de achteruitrijdsignalering.

hizicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 35

Page 36: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Omschrijving Naar aanleiding van een verkeerscontrole op 11 oktober 2001(DWM/2ooi/io88i). Ingeval van geweigerde vrachten, die retour gezondenworden aan de ontdoener, moet uit de begeleidingsbrief duidelijk blijken dathet een geweigerde vracht betreft.

Omschrijving Aan IGAT BV voor overtreding van overtreding voorschrift 7.26 - grondwal van3,5 meter rondom stortvak (DWM/2ooi/i487).

~ Afloop -,_ De grbndwaljs doofIGATrop hoogte gebracht, dusTde overtreding werd

Omschrijving Aan IGAT B.V. voor het niet zo spoedig als mogelijk melden van een ongewoonvoorval (DGWM/2O02/5584). Dit zijn de voorschriften 17.1 en 17.2 van derevisievergunning. Het betreft in dit geval een technisch defect aan destortgasinstallatie.

issisMiëim^S^mmmmifimMttai

Omschrijving Aan IGAT B.V. voor overtreding van voorschrift 3.37.2 van de revisie-vergunning het niet tijdig indienen van een stortplan.

Omschrijving In januari wordt een handhavingtraject (DGWM/2oo3/i66s) opgestart voorvoorschrift 5.2.1 van de revisievergunning (Op locaties waarvan bekend is dataldaar gedurende een periode langer dan twee weken niet zal worden gestort,dient binnen twee weken na beëindiging van de stortactiviteiten eenafdeklaag van ten minste 30 cm te worden aangebracht.)

36 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 37: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Omschrijving Aan IGAT B.V. voor overtreding van voorschrift 544 - het niet ontzwavelen vanstortgas (DGWM/2oo3/23oo). Na een verzoek tot handhaving wordt in januarieen handhavingtraject opgestart voor voorschrift 544 van de revisie-vergunning (Alvorens het stortgas wordt verbrand in de fakkel of in degasmotoren van de benuttinginstallatie dient het stortgas door middel vaneen ontzwaveUngsinstallatie te worden ontzwaveld). De begunstigingstermijnwordt gesteld op 5 maanden, zodat de installatie op 9 oktober 2003operationeel moet zijn. Medio augustus 2003, op de dag dat de heipalen voorde fundering zouden worden geslagen, wordt bekend dat bezwaar wordtgemaakt tegen de door Burgemeester en Wethouders van Dordrecht gevolgdeprocedure inzake de bouwvergunning. Het bestemmingsplan staat uitbreidingvan de bebouwing niet toe. IGAT BV kan de begunstigingstermijn van 9oktober niet meer halen. Op grond van de bevindingen wordt door GS debegunstigingstermijn opgeschort met 3 maanden, tot 9 januari 2004. Tegendit opschortingsbesluit wordt bezwaar gemaakt. Door Burgemeester enWethouders van de gemeente Dordrecht wordt een voorbereidingsbesluit totwijziging van het bestemmingsplan genomen, dat op 9 december door degemeenteraad van Dordrecht wordt goedgekeurd. IGAT BV, inmiddels DerdeMerwedehaven BV, plaatst de ontzwaveüngsinstallatie, die in december 2003in gebruik wordt genomen.

Omschrijving Start procedure dwangsombeschikking aan Derde Merwedehaven BV inverband met geurhinder veroorzakende afvalstoffen en het direct afdekkendaarvan (voorschriften 3.27.1, 3.27.3,3.27.5, 5.19.1 en 5.20).

Afloop -- 'T*' hbé SescMk1^g\komtiiL2oo4 tot stand tot stand.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 37

Page 38: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Stortcompartiment3-hetactueelstortvak anno2003.

38 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 39: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

6 Verzoeken tot handhaving

In de periode 1998 - 2003 zijn vele verzoeken gedaan tot bestuursrechtelijk optreden bij deafValberging.

hi de beschikkingen op verzoeken tot handhaving wordt vrijwel standaard de volgende passageopgenomen:'Artikel 18.16, eerste lid, van de Wet milieubeheer bepaalt dat een beschikking op een verzoek tot bestuurlijkoptreden zo spoedig mogelijk dient te worden gegeven, doch uiterlijk vier weken na de datum waarop het verzoekis ontvangen. Hoewel de termijn van vier weken op is verstreken, betekent dit niet dat wij nadien geenbeslissing op uw verzoek meer zouden kunnen nemen. Ook na het verstrijken van de termijn van vier weken kannog een beslissing op het verzoek worden genomen' Deze termijn van vier weken blijkt vaak niet haalbaar.Dat heeft onder meer te maken met de te volgen procedures, zoals de hoorplicht, en de vereistezorgvuldigheid. Voor de afgelopen zes jaar geldt dat de termijn in een aantal gevallen ruim isoverschreden. Er zijn maatregelen getroffen om doorlooptijden te bekorten.

In het overzicht staan 21 verzoeken tot handhaving. In een aantal gevallen is een gelijkluidendverzoek tot handhaving gedaan door meer dan één belanghebbende.1

Omschrij vin Het verzoek tot handhaving betreft het storten van 15.000 m3 met dioxineg verontreinigde baggerspecie. De grenswaarde van Baga wordt niet over-

schreden; de baggerspecie mag derhalve bij de afValberging ontvangen engestort worden.

ïaSÏSiSffi SESPW^SsSiip^Pl fB'^^ïf^pWfWjilsjpTpjjH

2 _ __ _ _ _ _ ,_ _ _ „ _ „

Omschrijvin Het verzoek tot handhaving wordt ingegeven door overlast door emissie vang stortgas en betreft hét strikter handhaven van vergunningvoorschriften, of het

aanpassen van de voorschriften. De overlast is een gevolg van het diffuusuittreden van stortgas.

Omschrijvin Dit betreft het stopzetten van de aanvoer van afvalstoffen, strikte handhavingg vandevergiUTnmgvooredbriften(metri^

strikt toezicht op de stortgasonttrekkingsinstallatie, strikt toezicht op deafdekking. Verder wordt verzocht tot sluiting van de afValberging tot op hetmoment dat een adequate oplossing is gevonden voor de geurproblemen.

Omschrijvin Een gezamenlijk verzoek tot handhavend / bestuursrechtelijk optreden, door 8g verzoekende partijen, die met name gericht zijn tegen de opgetreden

geurhinder.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - AfValberging Derde Merwedehaven, mei 2004 39

Page 40: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

-20JDQ- Door wie-;Omschrijvin In augustus wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake de voorschriften:g

-'

7.23 - het equivalente geluidsniveau;7.24 - het maximale geluidsniveau;7.26 - de hoogte van de grondwal (als geluidwerende voorziening);7.28 - de akoestische achteruitrijdsignalering.

L liet;VjSspeïtot hand&Hdng^v^vooisc^^if atfitemitrijd^i^al^ongiwo^dj: u^ewiUigd^Daarvopr wordteen last onder.4 dwaTigsmn npgeleg^aaT^TCATBV'. T^fvCTzbf'Vtnf-haTid'hq'CTng'yan de

f voorschriften' 7.23^ 7.24yen 7^2^wordta^ewezen;{DWSl/2Ooi./2o8o). De-^,^~ J :in juïï^ooo.

dei4^weigevingen van»de ïidsratenOTefïen^jmahuies,jnoet prevaleren borenlietinSKedreclntJioorba^ajavartdeacKeruftriJlïsigi^ering. _ "^

2001 Door wie Werkgroep Derde Merwedeliaven. - z __^~Omschrijvin In januari wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake voorschrift 3.22 -g het steeds aanbrengen van een grondwal van 3,5 meter hoogte boven het

niveau waarop wordt gestort.

Omschrijvin In maart wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake voorschrift 7.22 -g het achterwege laten van onderhoudswerkzaamheden aan de stortgas-

onttrekkingsinstallatie als de weersomstandigheden dat niet toelaten.

Omschrijvin In augustus wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake voorschrift 3.23g van de vergunningWet milieubeheer -het plaatsen van hekken of schermen

voor het tegengaan van waaivuil.

Omschrijvin m januari en februari wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzakeg voorschrift 3.29 (het handhaven van een ordelijk toestand bij de inrichting) en

voorschrift 3.33 (het treffen van maarregelen vanwege het langs voorkeurs-kanalen uittreden van stortgas).

40 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 41: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

IQ

Omschrijvin In mei wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake de voorschriften 7.24g (maximaal geluidsniveau) en 3.22 en 7.26 inzake de hoogte van de grondwal.

SÉffiSii_ __ __ ______ _ _

Omschrijvin In mei wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake voorschrift 5.3.1 - 'deg buitentaluds dienen te worden voorzien vaneen afdichtende grondlaag (met bijvoorbeeld

klei of leem) die met grassen dient te worden ingezaaid'. De voor het afdekkengebruikte grond zou geen voldoende afdichtende laag vormen voor hettegengaan van diffuse uittreding van stortgas.

12 ___ __ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ ___ , ._ , ___________ .__

Omschrijvin In juli wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake het ontbreken vang deugdehjke afsluitingen op gascollectorputten en peilbuisputten en het risico

van het aftluiten of ontregelen van het stortgasonttrekkingssysteem doorbuitenstaanders.

' ' L' ' ' '

Omschrijvin In juli wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake het naleven vang geuremissies en werktijden zoals die zijn aangegeven in tabel 4.2 van

deelrapport 4 van de vergunning-aanvraag. En tevens voor het beperken ofstopzetten van alle activiteiten op de afvalberging totdat is aangetoond dat aande emissies van tabel 4.2 kan worden voldaan.

14

Omschrijvin In november wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake het ontbrekeng van een geactualiseerd stortplan.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 -Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 41

Page 42: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Omschrijvin In november wordt een verzoek tot handhaving gedaan voor het vermeendg graven in de afvalberg ter hoogte van het noordertalud, wat zou kunnen leiden

tot geurhinder.

16

Omschrijvin In december wordt een verzoek tot handhaving ontvangen inzake een defectg (gedurende twee weken) aan de stortgasonttrekkingsinstallatie en/of

energieinstallatie, het niet ontzwavelen van stortgas (voorschrift 5.44), alsmedehet in onvoldoende mate op voorraad zijn van kritische onderdelen voor hetinstandhouden van installaties (voorschrift 3.1.4).

Omschrijvin In december worden - gelijkluidende - verzoeken tot handhaving ontvangeng voor:

- het meer geuremissies veroorzaken door de afvalberging dan is toegestaanvolgens tabel 4.2 (tabel 4.2 is als emissievoorschrift aan de vergunningtoegevoegd door de voorlopige voorziening van de Raad van State);

- hetwerken van 9 uur bij de afvalberging, terwijl dat 8 uur mag zijn volgenstabel 4.2;

- het ontbreken van voldoende hoge grondwallen aan de buitenzijde van hetstortfront, zodat zicht blijft op het storten van afval (voorschrift 3.24);

- het laten verifiëren van stankklachten door inspecteurs met eengecertificeerde neus.

18

Omschrijvin rn december 2002 en februari 2003 wordt een verzoek tot handhavingg ontvangen voor het vermeend niet van kracht zijn van de revisievergunning,

vanwege het ontbreken van een bouwvergunning van Burgemeester enWethouders van Dordrecht voor de baggerscheidingsinstallatie op deafvalberging.

42 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 43: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

_I9__ _ , ^ , _ _ _ _ _ . ,2003„ Door wie ^ Werkgroep Dejde Merwedéhaven -~- J„ _

Omschrijvin In april 2003 wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake voorschriftg 1.23.2 -het niet accepteren van geurhinder veroorzakende afvalstoffen.Afloop" x ~ H Ditlioudt verbandjnét «enuschip met shïedderafval dat een ammoniaklucht i

., ^ - _,' r ?-£ vërepreidt DèJading^olStyerder niet geaccepteerd als de geurhinder is -C_'. _ "-,zr-n_~ onderkend enJiainterverMefloorpiovinciareinspecteurs. De Werkgroep,,- ~^-

_ ^i""~ DerdeMei^dehavenrrekyietverzoektpth^dïayü^m _ " _ -

2 0 _ _ „ _ ^

2003 Doorwie ^ Werkgroep Derde MerwedehaveiT ,_- _~Omschrijvin In juni 2003 wordt een verzoek tot handhaving gedaan inzake voorschrift 5.3.1g - het inzaaien van het buitentalud (in dit geval noordertalud).Afloop --- Bij de^arvalber^ngTvordfnaa^^anleïding hiervan opnieuw'ingezaaid; het

^ __ _ J- ^ vefzoelctothaüdhaving wordt ingetrokken.

Dooïwfe- WerkgroepDerdeMerwedéhaven ^ -Omschrijvin Eind oktober 2003 wordt bezwaar gemaakt tegen het opschortingbesluit van deg begunstigingstermijn inzake de dwangsombeschikking voor overtreding van

voorschrift 5.44; het niet ontzwavelen van stortgas.Afloop - Bëtbezwaar tegen het opschorthigbesluit wordt behandeltfÜTeÊn^trlng van,

~ ~^~ deAwb-COTUnissie v^üti'iS decejnber 2003, Het hezwaartegéiLhet"~^~:~ „-_^"~V-_ -' 'opsl^örMgbësluitTvqrdttijdens dezitöhgangetrokke^i. als duidehj'kwordt'

~~~"L datdeontzwaveKnjï^mstaUidlffiinnüddelsJngebnrikK

212003

Conclusies:- enerzijds hebben de verzoeken tot handhaving geleid tot een enorme werkdruk bij de

desbetreffende afdelingen van de provincie, anderzijds heeft dit geleid tot aanscherping van devoorschriften. De verzoeken hebben zich vooral gericht op hinder door geur, geluid of zicht, maarook op bijvoorbeeld de acceptatie van afvalstoffen, installaties en bouwvergunningen;

- het lijkt alsof veel verzoeken tot handhaving zijn afgewezen. De werkelijkheid is genuanceerder.Door de handhavingverzoeken hebben de desbetreffende voorschriften van de vergunning extraaandacht gekregen. Meer dan eens heeft dit geleid tot aanpassingen in de bedrijfsvoering bij deafvalberging. Daarmee verviel de grond voor bestuursrechtelijk optreden en werd hethandhavingverzoek / verzoek tot bestuursrechtelijk optreden derhalve afgewezen.

Het storten van dakleer en dakafval.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 43

Page 44: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

44 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 45: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

7 KlachtenGedurende de jaren 1998 tot en met 2003 zijn alle klachten bijgehouden, die ontvangen zijn bij deprovinciale milieutelefoon.

Klachtenoverzicht 1998 t/m 2003hi november 1998 begint over de afvalberging een klachtenregen. Daardoor was afvalbergingjarenlang 'koploper' bij de provinciale milieutelefoon. Door het storten van organische afvalstoffenin de beginjaren vormt zich ia de loop der jaren stortgas (zwavelwaterstof- H2S) in het afvalpakket.Door enorme regenval lopen de buizen van het stortgasonttrekkingsysteem vol en treedt het stortgasdiffuus uit. Teneinde het stortgasonttrekkingsysteem eind 1998 uit te breiden, moet gegravenworden in het afval, waardoor extra geuroverlast ontstaat.

Geurhinder in SliedrechtMet name in Sliedrecht ondervindt men veel geurhinder. In maart 1999 leidt dat tot maar liefst 245klachten. De klagers spreken van een sterke onaangename geur, die lang blijft hangen. De aard vande klachten verandert in de loop van 1999. In de tweede helft van 1999 ruiken de klagers het stortgasnog in lichte mate en 'met vlagen'. Het gereedkomen en in gebruik nemen van de uitbreiding van destortgasonttrekkinginstallatie heeft dus kennelijk resultaat.

Totaal overzicht van het verloop van de aantallen klachten per maand 1998-2003

300

-1998

-1999

2000

2001

-2002

-2003

O

Toelichting grafiek:Dit is een weergave van de aantallen klachten per maand. Duidelijk is dat in de loop van 2002 het aantalklachten significant afneemt. Die trend zet zich door in 2003.

Daling klachtenIn 2002 zet een dalende tendens in, die zich voortzet in 2003. In de maanden april, mei en juni 2003komen nog betrekkelijk veel klachten binnen; gemiddeld 31 klachten per maand. Deze hebben niette maken met stortgas, maar zijn rechtstreeks te herleiden tot afzonderlijke partijen of vrachtengeurhinder veroorzakende afvalstoffen. Deze problemen zijn te verhelpen door de afvalstoffen directaf te dekken of door ze niet te accepteren op de afvalberging. Van de ingediende klachten, betrekkinghebbende op de afvalberging, worden maandelijks overzichten samengesteld ten behoeve vanderden. In de vorm van een klachtenoverzicht wordt door de provincie periodiek gerapporteerd aande Omgevingscommissie Derde Merwedehaven. Sinds oktober 1999 wordt hierin ingegaan op hetmoment, de herkomst en aard van de klacht.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 45

Page 46: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

1998

Maand 11 58 59

Halfjaar 13 128

Het jaar 1998 begint rustig. In het tweede kwartaal worden dertien klachten uit Sliedrecht ont-vangen. Het betreft twaalf stankklachten en één stankklacht gecombineerd met een gezondheids-klacht. De gezondheidsklacht is doorgegeven aan de GGD. In het derde kwartaal worden elfstankklachten ontvangen, waarvan één uit Dordrecht en één uit Hardinxveld-Giessendam.

In november begint een stroom van klachten. Alleen al op deze dag dertien stankklachten. Alleafkomstig uit Sliedrecht. In het hele vierde kwartaal van 1998 komen er meer klachten binnen danhet totaal aan klachten vanaf de start van de exploitatie in het eerste kwartaal 1993. Het aantal bij demilieutelefoon van de provincie Zuid-Holland geregistreerde klachten in het gehele jaar 1998bedraagt 141, waarvan 27 meldingen vóór 17 november en 114 meldingen erna. Hiervan komennegentien meldingen uit Dordrecht, één uit Hardinxveld - Giessendam en 121 uit Sliedrecht.Er is sprake van drie stankperioden:- een eerste van 17 november tot en met 19 november, met een totaal van 21 meldingen;- een tweede over de periode van 23 tot en met 27 november, met een totaal van 31 meldingen, met

26 en 27 november als piekdagen met negentien meldingen.- een derde op 21 en 22 december, met vijftien meldingen op 21 december en vier meldingen op

22 december.

1999

Maand 79 152 259 145 112 216 98 71 110 97 48 95

Het merendeel van de klachten betreft geurhinder. Andere klachten gaan over; stofhinder, hinderdoor waaivuü, geluidhinder, hinder door vogeluitwerpselen, visuele hinder of combinaties hiervan.Ook wordt een aantal malen gewag gemaakt van gezondheidsklachten.

De aard van de geurklachten verandert in de loop van het jaar 1999. In de periode van het vierdekwartaal 1998 en het eerste kwartaal 1999 wordt door klagers gesproken over een sterke, gedurendelangere perioden aanwezige, geurhinder. Deze geurhinder wordt ook door provinciale inspecteurswaargenomen.

In het derde en vierde kwartaal van 1999 is met name geklaagd over geurhinder die met vlagenwordt waargenomen. Doordat er sprake is van vlagen kunnen de klachten vaak niet wordenbevestigd door de eigen waarnemingen van de inspecteurs van provincie Zuid-Holland.

Duidelijk is dat het klachtenpatroon een dalende tendens vertoont en dat in de tweede helft van 1999er ruim 400 klachtenmeldingen minder zijn dan in de eerste helft van dat jaar. Vermoedelijk alsgevolg van het gereedkomen van de uitbreiding van de stortgasonttrekkingsinstallatie.

2000

Maand 90 119 137 59 77 70 39 40 53 41 36 23

Halfjaar 552 232

hl het jaar 2000 zijn bij de milieutelefoon 784 klachten ontvangen, waarvan negen klachten uitDordrecht en de rest vanuit Sliedrecht. Het overgrote deel van de klachten heeft betrekking opstankoverlast. Enkele klachten werden geuit over geluidsoverlast en enkele klachten over stofhinder.

46 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 47: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

In de eerste vier maanden van het jaar komen er 26 klachten meer binnen dan in de overige achtmaanden, hetgeen er op kan duiden dat de inspanning om de overlast terug te dringen effectsorteert.

2001

Maand

In de maanden januari tot en met juli 2001 worden bij de milieutelefoon 451 klachten gemeld.Hiervan zijn vier klachten afkomstig uit Dordrecht; de rest uit Sliedrecht. De inspecteurs vanregiobureau Zuid hebben in deze maanden bij 189 inspecties 286 klachten geverifieerd, waarbij 90keer geurhinder is waargenomen en waarvan afvalberging Derde Merwedehaven 88 keer devermoedelijke veroorzaker is. Verder zijn in deze maanden 38 andere klachten geregistreerd,waarvan 25 maal over geluidhinder en dertien maal over stofhinder. Preventiefis er in deze periode82 keer in Sliedrecht gecontroleerd door medewerkers van het regiobureau Zuid, waarbij er dertienmaal geurhinder is geconstateerd.

Van augustus 2001 tot en met maart 2002 wordt, met uitzondering van de maand december, doorBuro Blauw BV dagelijks van 06.00 tot 22.00 uur een gecertificeerde meldpostmedewerker inSliedrecht gestationeerd, die de geurklachten in genoemde periode verifieert. Bij verificaties doorBuro Blauw wordt 368 keer geurhinder waargenomen In de maanden augustus tot en met decemberworden gemiddeld per maand aanzienlijk meer klachten (101) ontvangen dan in de hieraanvoorafgaande maanden (64) met als uitschieter de maand oktober met 182 klachten. Volgens BuroBlauw BV wordt dit hoge cijfer (mogelijk) mede veroorzaakt door:- het uitrijden van mest gedurende de maand oktober;- toename van publiciteit;- bekendheid met het onderzoek;- meteorologische omstandigheden.

2002 _ _ _ _ _ _ , _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _Jait Feb , Mrt Apr Mei* JüST "ju! Aug Sep OMJ Noir Dec

Maand 82 93 88 20 32 41 22 16 16 22 21 4

Halfjaar 356 101" " -_TT _1 457 ̂ T -

In het gehele jaar 2002 zijn bij de milieutelefoon 457 klachten met betrekking tot de afvalbergrngopgetekend. Van de klachten zijn 371 door inspecties geverifieerd. Tijdens de verificaties is geblekendat 211 klachten zijn toe te schrijven aan de afvalberging. Het klachtenpatroon in 2002 vertoont eenduidelijk dalende trend, met in het eerste halfjaar 356 klachten. Het tweede halfjaar zijn het er 101.De 47 klachten in het vierde kwartaal vormen een absoluut laagterecord ten opzichte van allevoorgaande kwartalen sinds 1998. Daaruit mag voorzichtig geconcludeerd worden dat deinspanningen, geleverd door alle betrokken partijen, nu eindelijk zijn vruchten gaan afwerpen. Naastde hiervoor genoemde inspecties zijn door provinciale inspecteurs 110 preventieve geurcontroles inSliedrecht gedaan, waarbij slechts enkele malen geurhinder wordt waargenomen.

2003 __ __ _ __ __'~ ~ Jan FeïT Mrt Apr Mei' Jurt Jul Aug Sep Okt Nbv Dec

Maand 5 10 3 30 24 38 2 2 9 1 6 iKwIrtaaL ~_^__i8 T, __ _9Ü „ _ 13 _ „T& _ __ THalfjaar 110 21Jaar ~ I - - _ - •* _ w

In 2003 zijn in relatie tot de afvalberging Derde Merwedehaven 131 klachten ontvangen. Dit zijnhoofdzakelijk klachten over geurhinder. Daarnaast is sprake van een tiental klachten over geluid;veroorzaakt door de achteruitrijdsignalering van machines en transportwagens, en door het geluiddat veroorzaakt wordt door het dichtvallen van de stortkleppen bij het lossen van afvalstoffen. Verder

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalbergrng Derde Merwedehaven, mei 2004 47

Page 48: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

worden klachten geuit over werktijden, hoogte van de grondwal langs de Merwede en de begroeiingvan het talud.

Circa zestig klachten zijn direct te herleiden tot afzonderlijke partijen of vrachten afvalstoffen diegeurhinder veroorzaken. Dat betreft dan residugrond van RKG-sh'b (riool, kolken en gemalen) of hetshredderafval dat wordt gebruikt als afdekmateriaal voor transportbanen. RKG-sh'b is zeer wisselendvan samenstelling, en daardoor is vaak niet te voorzien of een dergeh'jke afvalstof tot geurhinder zalleiden. In de loop van 2003 is hiervoor een handhavingtraject gestart.

Van de totaal 131 klachten in 2003 worden er slechts 21 ingediend in de tweede helft van het jaar.

Totaal klachten per jaar

1998 1999 2000 2001 2002 2003

Verloop klachten per maand 1998-2003

jan juli jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul1998 1998 1999 1999 2000 2000 2001 2001 2002 2002 2003 2003

48 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 49: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

8 Onderzoeken

1998

Onderzoek door de GGDIn de periode van maart tot en met juni 1998 doet de GGD Zuid-Holland Zuid, in opdracht van degemeente Dordrecht, een inventariserend onderzoek of gezondheidsklachten in Sliedrecht inverband gebracht kunnen worden met de activiteiten bij de afvalberging Derde Meiwedehaven.

Het onderzoek omvat een gesprek met bewoners van Sliedrecht. Daarnaast wordt een schriftelijkeenquête gedaan onder de huisartsen. Op grond hiervan is een beeld gevormd van de problemen diedoor bewoners van Sliedrecht worden ervaren. Daaruit komt naar voren dat de klachten met namebetrekking hebben op stank, vuil en stof en nadrukkelijk in verband worden gebracht met activitei-ten bij de afvalberging. Er worden diverse gezondheidsklachten genoemd. De GGD adviseert extraaandacht te hebben voor de visuele hinder door de afvalberging en daarnaast een inventarisatie tedoen van emissies van bedrijven aan de Staart. Tevens adviseert de GGD aan de bewoners gelegenheidte bieden om een bezoek te brengen aan de afvalberging. Daarenboven adviseert de GGD hetonderzoek naar gezondheidsklachten voort te zetten in een tweede onderzoeksfase. Een en ander isweergegeven in de GGD-rapportage 'Afvalverwerkingsinrichting Merwedehaven: bron vangezondheidsklachten? Een eerste inventarisatie van door de bewoners ervaren problemen'.

Onderzoek door Tauw BVIn opdracht van PROAV wordt in augustus door Tauw BV uit Deventer een emissieonderzoekuitgevoerd aan de gesloten fakkelinstallatie van de afvalberging, voor onder andere het maken vaneen risicobeoordeling en het uitvoeren van verspreidingsberekeningen.

1999

Onderzoek door de Arbeidsinspectie regio Zuidwest (ARZ)In februari 1999 wordt door een inspecteur van de Arbeidsinspectie nader onderzoek gedaan naarvrijkomende gassen, met name in compartiment 4. Personeel van de afvalberging wordt aan dezegassen blootgesteld.Mogelijke blootstelling aan stoffen maakt onderdeel uit van een risico-inventarisatie en evaluatie.ARZ concludeert dat voldoende voorzieningen zijn getroffen om het vrijkomen van gassen tebeperken en dat het personeel geen onverantwoorde risico's loopt.

Onderzoek door de GGDDoor de klachten en onrust bij met name inwoners van Sliedrecht besluit de gemeente Dordrecht tothet instellen van een vervolg gezondheidsonderzoek. Het totale onderzoek wordt in drie fasen doorde GGD Zuid-Holland Zuid uitgevoerd. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat in Sliedrechtmeer hinder wordt ondervonden van luchtverontreiniging, stank en stof of roet dan elders in deregio Rijnmond. Het gaat hierbij om allerlei klachten, maar vooral om hoofdpijn, ademhalings-problemen, vermoeidheid en oogklachten.In de wijken die het dichtst bij de Merwede zijn gelegen, worden meer hinder en meer klachtengerapporteerd dan in de wijken die verder van de rivier afliggen. Er is geen relatie met een bron ofeen oorzaak van de klachten onderzocht, maar de inwoners van Sliedrecht geven in hun antwoordenvaak aan dat de klachten worden veroorzaakt door de bedrijven aan de Dordtse kant van de Merwede,waaronder de Afvalberging Derde Merwedehaven. Gebleken is dat de bewoners van Sliedrecht, alsgevolg van gezondheidsklachten en ziekten, niet meer belemmeringen ondervinden om deel tenemen aan dagelijkse activiteiten, dan andere inwoners van Nederland.

Onderzoek door het RIVMIn opdracht van de provincie Zuid-Holland stelt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu(RIVM) in het voorjaar van 1999 een onderzoek in gericht op:

beoordeel de afvalberging op zijn technische merites, waaronder de capaciteit, dedimensionering en de uitvoering van het stortgasonttrekkingssysteeni;beoordeel en lever commentaar op het bergen van afvalstoffen bij de afvalberging evenals deaanvullende maatregelen tot het vermijden van overlast; geurhinder in het bijzonder;maak een analyse van het klachtenpatroon in de periode november 1998 tot en met maart 1999.En leg daarbij een relatie tussen het daadwerkelijk storten en stankklachten.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 49

Page 50: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

De adviezen van het RIVM zijn (zoals vermeld in § 2.2.2);geen verwerking meer van afvalstoffen die door biologische afbraak bij dragen aanstortgasvorming;afdekken van afvalstoffen. Registratie van dagelijkse, tijdelijke en eindafdekking. Wekelijkswordt geregistreerd waar het stortfront zich bevindt, waar de diverse soorten afdekmateriaal ende transportbanen zich bevinden. Deze werkzaamheden zijn geborgd in het milieuzorgsysteem;controle stortgasuittreding en beheer stortgasonttrekking. IGAT inspecteert dagelijks destortgasemissie;klachtenregistratie. IGAT wordt via de provincie op de hoogte gesteld van de klachten. Verificatieop de afvalberging geschiedt meestal gezamenlijk met een provinciaal inspecteur;concentraties zwavelwaterstof en sulfaat. De toenemende H2S-concentratie lijkt een probleemvoor de hele sector van stortplaatsen. Daarom zal IGAT initiëren dat de sector onderzoek uitvoertnaar deze problematiek;het RIVM heeft in haar rapportage aanbeveling gedaan tijdig de capaciteit van de stortgas-onttrekkin^installatie ts verhogen zodat deze capaciteit niet de bemerkende factor voor deonttrekking zal worden. IGAT heeft op basis van ervaringsgegevens geconcludeerd dat eenuitbreiding van de onttrekkingscapaciteit met circa 500 m3/uur op termijn wenselijk is.

Onderzoek door ingenieursbureau Tauw BVhi augustus 1999 wordt door Tauw in opdracht van de provincie Zuid-Holland opnieuw eenemissieonderzoek uitgevoerd. In het onderzoek wordt het effect van het uitvallen van de fakkel-installatie meegenomen. Er wordt uit de metingen geconcludeerd dat 35-47 % van het stortgasdiffuus wordt geëmitteerd. De toxicologische grenswaarde van 15 (Jg/m3 voor zwavelwaterstof wordtniet overschreden ter plaatse van de aaneengesloten woonbebouwing in Sliedrecht.

Op de voorgrond het actueel stortvak (eind 2003) met daarachter het baggerdepot

2000

Onderzoek door het RIVM (RIVM 2)Er is behoefte aan aanvullende informatie omtrent de vraag of de gezondheid van de bewoners vanSliedrecht kan worden beïnvloed door de Afvalberging Derde Merwedehaven of door andereindustriële activiteiten in de omgeving van de Tweede en Derde Merwedehaven. Daarom geeft deprovincie Zuid-Holland opdracht aan het RIVM voor nader onderzoek, met gebruikmaking vanbestaande en nieuwe gegevens.De opdracht aan het RIVM bestaat uit vier onderdelen:1. stel vast wat de aard en omvang van hinder en eventuele gezondheidsrisico's is als gevolg van de

emissies van stoffen van de afvalberging en van de bedrijven aan de Baanhoekweg;2. beoordeel de effecten van de al genomen maatregelen op de emissies en op de gezondheid;3. beoordeel of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn;4. doe aanbevelingen voor de effectiviteit van deze maatregelen op lange termijn.

50 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 51: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

De gemeten en berekende concentraties schadelijke stoffen in de omgeving blijken ver beneden denormen voor de gezondheid te liggen. Wel treedt nog steeds geurhinder op wat kan leiden totgezondheidsklachten. In het rapport wordt een aantal aanbevelingen gedaan met betrekking tot deafvalberging Derde Merwedehaven. Het betreft het beëindigen van het storten van biologischafbreekbaar afval, het vergroten van het inzicht in de behandeling van klachten, het inrichten vaneen meteostation, onderzoek naar geuruitstoot.

Overzicht Afvalberging Derde Merwedehaven, gezien vanaf de westzijde. Op de voorgrond de Baarihoékweg,daarachter de 'droge stort', rechts het Vecam-gëbouw (met kantoor van Derde Merwedehaven W), op deachtergrond het baggerdepot.

2001

Onderzoek door TNOIn het kader van een door IGAT BV gestarte vergunningprocedure voor verlenging van deexploitatieperiode heeft de provincie Zuid-Holland aan TNO een bijdrage gevraagd met betrekkingtot de volgende onderwerpen:

het optimaliseren van de aanbevelingen uit de studies van RIVM/ TNO naar handhaafbarevergunningvoorschriften;het nader inhoud geven aan het begrip 'acceptabel hinderniveau'.

Deze bijdrage door TNO heeft geleid tot de samenstelling van het rapport TNO-MEP - R 2001/089,de titel 'Omgaan met geuremissies van stortplaats 3e Merwedehaven: Aanbevelingen voor hetbevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving'. Uitgegeven februari 2001. Deaanbevelingen worden verwerkt in de revisievergunning van juni 2002.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 -Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 51

Page 52: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Onderzoek door Buro Blauw BVGeurhinder is een subjectief begrip; de hinder die iemand ondervindt van geur is erg persoons-gebonden. Mede door de op stapel staande revisievergunning voor de afvalberging is er behoefte omde geurhinder, zoals deze in Sliedrecht wordt ervaren, te objectiveren. De provincie geeft daartoeopdracht aan Buro Blauw uit Wageningen, een gespecialiseerd ingenieursbureau op het gebied vangeur. De opdracht is zeer breed en uniek in Nederland.

Buro Blauw krijgt de opdracht om in Sliedrecht:gedurende 6 maanden, 7 dagen in de week, gedurende 16 uur per dag alle klachten te verifiërenen te valideren;snuffelploegmetingen uit te voeren (6 runs);onderzoek te doen onder de bevolking met zogenoemde hinderdagboekjes (8 weken);de resultaten van de hiervoor genoemde onderzoeken te integreren.

Zie hoofdstuk 9 (Geurhinder) voor een uitgebreide beschrijving van het onderzoek en van de resultaten.

2002

hl de periode augustus 2001 tot en met maart 2002 zijn, als vervolg op de notitie 'Stankbeleidtoegepast op de Afvalberging Derde Merwedehaven (SCGWM 01-33)'. extra toezichtactiviteitenontwikkeld. Dit is gedaan in de vorm van een onderzoek naar de geuremissie van de afvalberging ende omvang van de geurhinder. Dit onderzoek is opgedragen aan Buro Blauw uit Wageningen.

hi juni 2002 verschijnt de eindrapportage van Buro Blauw 'Evaluatie geuremissie en geurhinder vande afvalberging Derde Merwedehaven' en onderliggende deelrapporten. Tevens heeft Buro Blauw opverzoek van GS een rapport uitgebracht inzake de verificatie van klachten.Zie hoofdstuk 9 (Geurhinder) voor een uitgebreidere beschrijving van het onderzoek en van de resultaten.

2003

Snuffélonderzoek door Buro Blauwhi maart wordt door de provincie Zuid-Holland opdracht gegeven aan Buro Blauw om in 2003 eendrietal snufFelploegmetingen te doen. Op de eerste dag -1 april - vindt het incident met het schip metshredderafval plaats dat tot veel geurklachten leidt. De eerste meting is daardoor niet representatiefen is in augustus opnieuw gedaan. In totaal zijn 6 runs uitgevoerd op 3 dagen.

De belangrijkste conclusies van Buro Blauw zijn:het snuffelploegonderzoek heeft zich toegespitst op alle geuren afkomstig van de afvalberging;maar op grotere afstand konden enkele panelleden de waargenomen geur niet meer omschrijvenen is dit derhalve toegeschreven aan stortgas;de gemiddelde geuremissie bedraagt 236*io6 se/uur. Uit het onderzoek van 2001 werd eengemiddelde berekend van 428*io6 se/uur, terwijl in 1999 8oo*io6 se/uur werd gemeten. In 2003wordt een geuremissie gemeten die 29 % is van de geuremissie in 199;

19998oo*io6 se/uur

2001

428*io6 se/uur2003236*io6 se/uur

de geuremissie van shredderafval (als afdekmateriaal) lijkt te zijn toegenomen. Het is ookmogelijk dat de shreddergeur nu, door de afname van de geuremissie van stortgas, beterwaarneembaar is dan in 1999 en 2001.

Snuffélonderzoek in opdracht van IGATIn opdracht van IGAT heeft ook PRA een tweetal snuffelploegmetingen uitgevoerd. De rapportagedaarvan wordt in het eerste kwartaal van 2004 verwacht.

52 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 53: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

9 Geur-hinderVeel van de onderzoeken rondom de afvalberging hebben zich in de afgelopen jaren gericht op het inkaart brengen van de geurhinder. In hoofdstuk 8 zijn deze onderzoeken al aangestipt. In dithoofdstuk worden de onderzoeken uitgebreider beschreven.

9.1 Intensief (geur)klachtenonderzoek door provincie Zuid-Holland in 1999Vanaf november 1998 heeft stortgas tot zeer veel stankoverlast in Sliedrecht geleid. Na het in gebruiknemen van de uitgebreide stortgasonttrekkingsinstallatie op de afvalberging in maart 1999, was deverwachting dat het aantal klachten snel zou afnemen. Dit was echter niet het geval, de klachtenbleven. Om een beter inzicht te krijgen in het klachtenpatroon in Sliedrecht, is door de provincieZuid-Holland besloten om gedurende 4 weken, van 14 juni tot en met 11 juli 1999 nadrukkelijk tecontroleren op geurhinder van de afvalberging.

Door de permanente aanwezigheid van een inspecteur van de provincie Zuid-Holland in of in denabijheid van Sliedrecht werd getracht kort na het uiten van een klacht samen met de klager de aarden de omvang van de hinder vast te stellen (binnen 10 a 15 minuten). Een 'achterwacht' vanregiobureau Zuid in Dordrecht, moest de bron van de hinder opsporen, zodat op de afvalbergingmaatregelen getroffen konden worden om de geurhinder op te heffen. In ruim 25% van de gevallenwas het aannemelijk dat de geur afkomstig was van de afvalberging; gezien de aard van de geur (doorklager en inspecteur herkend als stortgas) en de op dat moment heersende windrichting. Meestalwerd de geur alleen bij vlagen waargenomen. Op 28 en 29 juni was de geur min of meer permanentaanwezig. In een beperkt aantal (11) gevallen werd een andere oorzaak aangegeven dan deafvalberging; denk aan uitgereden mest en een in werking zijnde heistelling in Sliedrecht.

In veel gevallen kan de klacht noch de bron worden bevestigd. Dit wil zeggen dat op het moment vanverificatie van de klacht geen sprake meer is van geurhinder.Conclusies:- de geurhinder in de onderzochte periode heeft geen permanent karakter;- de geur is minder intens dan de hinderlijke geur die eind 1998 en begin 1999 wordt ervaren.

9.2 GeurbeleidIn het begin van 2001 heeft de provincie twee rapporten opgesteld over geur; het 'provinciaalgeurbeleid' en 'geurbeleid toegepast op de Afvalberging Derde Merwedehaven'. In het laatst-genoemde rapport wordt uitgebreid ingegaan op de effecten van de door het RIVM aanbevolenmaatregelen. Het rapport wordt ondersteund door een omvangrijk onderzoeksrapport van TNO. Alleaanbevelingen voor maatregelen ter beperking van geurhinder, genoemd in het RIVM-n rapport, zijndoor het provinciaal bestuur overgenomen. TNO heeft in opdracht van de provincie Zuid-Holland hette verwachten effect van de maatregelen beoordeeld. In februari 2001 heeft TNO hierovergerapporteerd in rapportnummer R 2001/089 'Omgaan met geuremissies van stortplaats 3e Merwedehaven:aanbevelingen voor het bevoegd gezag m.b.t. vergunningverlening en handhaving1. Dezeaanbevelingen zijn verwerkt in de voorschriften van de revisievergunning van 2002.

9.3 Onderzoek door Buro Blauw in 2001/2002Geurhinder is een subjectief begrip; de hinder die men ondervindt van geur is erg persoonsgebonden.De behoefte ontstaat om de geurhinder, zoals deze in Sliedrecht wordt ervaren, te objectiveren. Deprovincie geeft daartoe Buro Blauw uit Wageningen, een gespecialiseerd ingenieursbureau op hetgebied van geur, opdracht om deze - in Sliedrecht ervaren - geurhinder in kaart te brengen. Deopdracht is zeer breed en uniek in Nederland.

Buro Blauw krijgt de opdracht om:- gedurende 6 maanden, 7 dagen in de week, gedurende 16 uur per dag alle klachten te verifiëren

en te valideren (zie verder onder: A. Klachtenonderzoek);- geurhinder onder de bevolking te monitoren (periode van 8 weken) met behulp van

hinderdagboekjes (zie verder onder: B. Belevingsonderzoek);- snuffelploegmetingen (6 runs) uit te voeren (zie verder onder: C. Snuffelploegonderzoek);- de resultaten van de verschillende onderdelen van het onderzoek te integreren (zie verder onder:

D. Integratie van de onderzoeken);- te adviseren omtrent de te volgen procedure voor het valideren van geurklachten (zie verder

onder E. Advies klachtenvalidatie).

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 53

Page 54: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

De doelstelling van deze klachtenverificatie en klachtenvalidatie is het objectief vaststellen van hetaantal geurklachten in Sliedrecht en het achterhalen van de oorzaken van deze klachten. Dit doorenkele minuten na de klachtmelding ter plaatse van de klager de klacht te verifiëren, tekarakteriseren, te valideren en met behulp van de lokale windrichting de veroorzaker van degeuroverlast te bepalen. Hiertoe wordt een vaste meldpost in Sliedrecht ingericht. Een woning aanhet Bonkelaarsplein in Sliedrecht is daarvoor gebruikt. Vanuit deze meldpost zijn alle locaties inSliedrecht binnen tien minuten bereikbaar.

De procedure voor het valideren van de gemelde geurklachten is als volgt:- een klacht wordt gemeld bij de müieutelefoon van de provincie Zuid-Holland;- de meldpost medewerker wordt (telefonisch en per fax) op de hoogte gebracht van de geuite

klacht;- de klacht wordt door de meldpost medewerker binnen 10 minuten ter plaatse geverifieerd. Dat

wil zeggen, er wordt geroken of er geurhinder is;- tevens worden de lokale windrichting en windsnelheid vastgesteld en worden deze parameters ter

plaatse van de klager met professionele handapparatuur gemeten;- indien een geur wordt waargenomen wordt de stankpotentie vastgesteld. Dit betreft een

omschrijving van de waargenomen geur (geurtype), de waargenomen geurintensiteit, dehedonische waarde van de waargenomen geur, en een inschatting van de hinderlijkheid van dewaargenomen geur;

- een klacht wordt gegrond verklaard wanneer een geur door de waarnemer wordt waargenomenen deze afkomstig is van industrie, landbouw of verkeer;

- de klager wordt schriftelijk en zo mogelijk mondeling op de hoogte gesteld van de waarnemingvan de meldpost medewerker;

- als er geen geur wordt waargenomen, wordt de klager gemeld dat de oorzaak van de klachtonbekend is.

De validatie kan de volgende uitkomsten hebben:1. de klacht wordt gegrond verklaard als de geurwaarnemer ter plaatse van de klager een geur

afkomstig van industrie, landbouw of verkeer heeft waargenomen;2. de klacht wordt niet gegrond verklaard als de geurwaarnemer ter plaatse van de klager een

omgevingsgeur waarneemt, die aantoonbaar niet afkomstig is van de bovengenoemde bronnen.Dit kan bijvoorbeeld een geur zijn die afkomstig is van de buren;

3. de klacht wordt als onbekend bestempeld als de geurwaarnemer ter plaatse geen geur heeftwaargenomen.

Om de geurbelasting te kunnen valideren - ook gedurende de tijd dat er niet wordt geklaagd - wordendagelijks door de meldpost medewerker iedere 8 uur twee zogenaamde 'snuffelrondes' uitgevoerd.Hiermee wordt indicatief de geurbelasting in Sliedrecht vastgesteld. De windrichting en windsnel-heid worden vier keer per dag, met behulp van professionele handapparatuur, door de meldpostmedewerkers ter plaatse vastgesteld. Bovendien is in Sliedrecht in november 2001 een meteostationopgericht, waarmee on line gegevens als windsnelheid, windrichting, temperatuur en relatieveluchtvochtigheid kunnen worden geraadpleegd en in het onderzoek worden gebruikt. Het onderzoekis gestart in augustus 2001 en is afgesloten in april 2002.

Overeenkomstig de opdracht heeft Buro Blauw in december 2001 de Tussentijdse rapportage'Evaluatie geuremissie en geurhinder van de Afvalberging Derde Merwedehaven' (Rapportnr.BL2OO1.1995.04, Wageningen, 2ooia) uitgebracht. In die rapportage zijn de tussentijdse resultaten envoorlopige conclusies van het door Buro Blauw verrichte onderzoek opgenomen. Daarbij werd hetvolgende betrokken: de resultaten van de snuffelploegmetingen in Sliedrecht, de gegevens van deeerste vier weken van het onderzoek met hinderdagboekjes en de verificatie van klachten over demaanden augustus, september en oktober 2001. Belangrijk is te vermelden dat de tussentijdseresultaten en voorlopige conclusies van de Tussentijdse rapportage zijn gebruikt bij het opstellen vande definitieve revisievergunning van 2002 voor de afvalbergrng.

De definitieve resultaten van het klachtenonderzoek, het belevingsonderzoek en hetsnuffelploegonderzoek zijn in aparte deelrapporten gerapporteerd. Buro Blauw heeft van het heleonderzoek een eindrapport opgesteld, met de resultaten en conclusies van de deelonderzoeken. In ditrapport wordt verder ingegaan op de integratie van de resultaten, waarbij de relaties tussen klachtenen hinder, tussen geurbelasting en geurhinder en tussen hinderpotentie en hinder nader zijnuitgewerkt. Bovendien wordt in het rapport, met gebruikmaking van de resultaten van hetonderzoek, een evaluatie gemaakt van de verleende revisievergunning voor de afvalberging.

54 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 55: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

De Eindrapportage van Buro Blauw 'Evaluatie geuremissie en geurbinder van de afvalberging DerdeMerwedehaven' en onderliggende deelrapporten is in juni 2002 uitgebracht. De Eindrapportage vanBuro Blauw is breed verspreid: handhavingpartners in de regio Zuid-Holland Zuid, Burgemeester enWethouders van Dordrecht, Sliedrecht en Papendrecht, Werkgroep Derde Merwedehaven Sliedrecht,de in het rapport genoemde bedrijven aan de Baanhoekweg te Dordrecht, de OmgevingscommissieDerde Merwedehaven, Bewonersgroep Leef-Omgeving Staart te Dordrecht, Bewonersorganisatie Kopen Staart te Dordrecht en de Werkgroep Kerkerak e.o. in Sliedrecht.

De belangrijkste gegevens en conclusies uit het onderzodeA. Klochtenonderzoek:1. bij de klachtenvalidatie, gedurende 6 maanden en 16 uur op een dag, is 81% van alle gemelde

klachten gegrond verklaard, bij 16% van de klachten wordt geen geurhinder waargenomen en derest is niet gevalideerd of niet gegrond verklaard;

2. van de gevalideerde klachten wordt ruim 60% toegewezen aan de afvalberging DerdeMerwedehaven;

3. het overgrote deel van de klachten (42%) is afkomstig van de dichtst bij de stortplaats gelegeneerste (afstands)schil in Sliedrecht en van het eveneens in deze schil gelegen industrieterreinKerkerak;

4. de klachten van mensen uit de woonomgeving komen van een groot aantal mensen, die in deperiode van 6 maanden i tot 3 keer hebben geklaagd;

5. de klachten afkomstig van het industrieterrein worden voor meer dan 90% geuit door tweepersonen, die i tot 6 keer per dag klagen.

Gedurende de periode waarin klachten zijn geverifieerd door Buro Blauw, zijn viermaal daags op 15punten in Sliedrecht geurwaarnemingen gedaan. Daarbij is gebleken dat stortgas, afkomstig van deafValberging, 9 -16% van de tijd waargenomen kan worden in schil i (30 - 60% van de tijd dat de winduit zuidoostelijke tot westelijke richtingen waait).

B. Belevingsonderzoek:1. aan het onderzoek met hinderdagboekjes (gedurende 8 weken 2 keer daags invullen van een

dagboekje) wordt deelgenomen door een bevolkingspanel van 254 mensen, verdeeld over drieafstandsschillen in Sliedrecht, en door een groep van 14 frequente klagers;

2. het bevolkingspanel blijkt representatief ten aanzien van een aantal demografische gegevens; derespons is groot en voldoende om statistisch betrouwbare uitspraken te doen over het geurhinder-niveau in Sliedrecht;

3. geconcludeerd wordt dat de geurhinder in Sliedrecht voornamelijk veroorzaakt wordt door degeuremissies van de afvalberging;

4. in het onderzoek is het hinderpercentage bepaald (uitgedrukt in het percentage gehinderden ineen dagdeel):- in schil i is een hinderpercentage gemeten van 13%;- zowel in schil 2 als in schil 3 van de woonbebouwing is een hinderpercentage gemeten van 2%;- het hinderpercentage van de groep frequente klagers was 22%;

5. in verhouding tot de gemeten geurhinder in andere overlastsituaties is de geurhinder inSliedrecht niet extreem hoog; het hinderniveau van de groep frequente klagers komt overeen metde geurhinder in stedelijke gebieden;

6. in pieksituaties is sprake van grote hinder, waarbij dan 30 - 40% van de mensen in schil igeurhinder ondervindt;

7. ondanks deze pieksgewijze grote geurhinder is een grote meerderheid van het bevolkingspaneltevreden over de kwaliteitvan de woonomgeving en aanwezige voorzieningen. Slechts 3-8% geeftduidelijk aan ontevreden te zijn.

C. Snuffelploegonderzoëk:1. de metingen - zes in totaal - zijn uitgevoerd op vier dagen, waarbij de twee metingen op de laatste

meetdag (05-10-02) verricht werden bij een aanzienlijk hogere geuremissie in vergelijking tot devoorgaande metingen;

2. de gemiddelde geuremissie bij ongestoorde bedrijfsvoering bedraagt 428.10^ se.u"1; de gemetengeuremissie op 05-10-02, in de situatie waarin stortgas vrijkwam via incidentele,ongecontroleerde, onbedoelde emissies uit voorkeurskanalen in het noordelijk talud, isgemiddeld 1407.10^ se.u"1;

3. de hierboven aangegeven waarde van de geuremissie bij ongestoorde bedrijfsvoering betekent eenreductie van de emissie ten opzichte van de metingen in 1999 van circa 50%. Dit komt overeen

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 55

Page 56: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

met de door TNO ingeschatte minimale effectiviteit van de getroffen geurreducerendemaatregelen;

4. de gemiddelde geuremissie over alle metingen (636.1 o6 SC.U"1) houdt in dat de getroffen maat-regelen een reductie van 25% hebben opgeleverd;

5. de in dit onderzoek vastgestelde geurconcentraties bij hedonische waarden H= -i en H= -2 wijkensignificant niet af van eerder vastgestelde concentraties.

D. Integratie van onderzoekenBuro Blauw heeft onderzoek gedaan naar verbanden tussen de resultaten van de afzonderlijkeonderzoeken. Tevens is een vergelijking gemaakt met de in de vergunning opgenomen geur-contouren.Een en ander leidt tot de volgende conclusies:1. het aantal klachten dat gemeld is uit schil i is statistisch aantoonbaar recht evenredig aan de in

het belevingsonderzoek gemeten geurhinder. Voor de groep frequente klagers bleek dezeevenredigheid niet aantoonbaar. Deze groep ondervindt, ook bij lage geurbelasting in dewoonomgeving, reeds veel geurhinder;

2. het aantal gevalideerde geurklachten uit schil i van de woonbebouwing van Sliedrecht is eengoede maat voor het monitoren van de geurhinder in Sliedrecht;

3. er is een statistisch significante relatie gevonden tussen de geurbelasting en het aantal mensen datgehinderd is. In de situatie dat de afValberging voldoet aan het provinciaal vergunningvoorschriftvan 1,4 se.m~3 als gS-percentiel blijkt uit deze relatie dat dan minder dan 4 % van de bewoners inschil i (het meest zuidelijke deel van Sliedrecht) gehinderd is. In die situatie zullen geengeurklachten worden gemeld vanuit Sh'edrecht;

4. er is een statistisch significante relatie gevonden tussen de bij de klachtenvalidatie beoordeeldehinderlijkheid van de geur en de in het belevingsonderzoek in schil i gemeten geurhinderveroorzaakt door de afValberging;

5. gelet op de gevonden relaties tussen de geurbelasting en de geurhinder en tussen het aantalklachten en de geurhinder is de klachtenvalidatie een krachtig instrument voor het monitorenvan geurhinder in Sliedrecht en voor het handhaven van de milieuvergunning van deafvalberging, mits het klachtenpatroon niet wordt beïnvloed door externe factoren;

6. de afValberging blijkt, in de situatie waarin meer dan eens stortgas vrijkomt via voorkeurskana-len in de taluds, niet te voldoen aan de in de vergunning opgenomen geurcontour van 1,4 se.ni"3,welke door de woonwijk aan de zuidelijke rand van Sliedrecht loopt. Anderzijds geldt dat, indienmen deze emissies onder controle kan krijgen, waarschijnlijk voldaan wordt aan genoemdecontour en dan weinig klachten te verwachten zijn.

E. Advies te volgen procedure voor het valideren van IdachtenMet gebruikmaking van de resultaten van het onderzoek heeft Buro Blauw aanbevelingen opgesteldvoor de afhandeling van geurklachten uit Sliedrecht. In het advies van Buro Blauw worden de aan-bevelingen toegespitst op de afValberging omdat deze een dominante bron van geurbelasting is en deoorzaak is van geurhinder en grote aantallen klachten. Buro Blauw heeft bij haar advies als uitgangs-punt genomen de door haar gedurende zes maanden gevolgde procedure bij de afhandeling vanklachten in Sliedrecht, met als kanttekening dat de toekomstige klachtenafhandeung praktischuitvoerbaar en binnen redelijke financiële kaders realiseerbaar moeten zijn. Voortzetting vanbijvoorbeeld een extern bemenste meldpost in Sliedrecht wordt in dit licht niet haalbaar geacht.De belangrijkste kenmerken van de in het onderzoek door Blauw gevolgde procedures zijn in hetrapport opgenomen: gecertificeerde geurwaarnemers, snelheid van afhandelen klacht, viermaaldaags geurwaarnemingen op diverse locaties en identificatie van de veroorzakers op basis van hetwaargenomen geurtype en de lokaal gemeten windrichting. In het rapport wordt vervolgensingegaan op de hardheid van bovengenoemde kenmerken.

Een en ander leidt tot het advies van Blauw om de klachtenvalidatie in Sliedrecht (of rondom deMerwedehavens) te laten uitvoeren door op geurgevoeligheid geteste medewerkers van de provincieZuid-Holland en overeenkomstig de door Blauw gehanteerde werkwijze voor het afhandelen vanklachten.

56 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - AfValberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 57: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

De procedure voor het valideren van klachten moet zoveel mogelijk worden uitgevoerde volgens dein het onderzoek gevolgde procedure, en wel als volgt:1. Advies: er wordt een voldoende grote groep van op geurgevoeligheid geteste en getrainde

verificateurs gevormd, die bij toerbeurt, op afroep beschikbaar zijn.Uitvoering: in november en december 2002 zijn bij een elftal sessies in het geaccrediteerdegeurlaboratorium van Buro Blauw in totaal 37 inspecteurs van de provincie Zuid-Holland getestop hun individuele reukcapaciteiten; 51% voldoet aan de criteria van NVN 2820; dat wil zeggendat deze inspecteurs beschikken over een gemiddelde reukdrempel, en 22% wordt afgekeurdomdat zij een te gevoelige neus hebben. De provincie Zuid-Holland zet voor het valideren vanklachten alleen de goedgekeurde inspecteurs in of de inspecteurs met een te gevoelige neus.

2. Advies: klachten worden gemeld bij de provinciale milieutelefoon.Uitvoering: vrijwel elke klacht wordt eerst ontvangen bij de milieutelefoon. Zou dat op anderewijze verlopen dan wordt de klacht alsnog aan de milieutelefoon doorgegeven.

3. Advies: deze klachten worden volgens de bestaande procedures geadministreerd.Uitvoering: een inspecteur wordt door de medewerker van de milieutelefoon per fax met eenmeldingsformulier op de hoogte gesteld van de klacht. De inspecteur, die de klacht verifieert,koppelt de afhandeling van de klacht en zijn bevindingen terug aan de milieutelefoon viadatzelfde formulier. Zowel bij de milieutelefoon als bij regiobureau Zuid worden de meldings-formulieren geadministreerd.

4. Advies: de administratief medewerker voert op basis van de heersende windrichting in Sliedrecht,en de omschrijvmg van de aard van de geur door de klager, een administratieve bronidentificatieuit.Uitvoering: deze beoordeling van de klacht, op basis van windrichting en de aard van de klacht,wordt in de meeste gevallen gedaan door een inspecteur van regiobureau Zuid. Hij of zij isimmers op de hoogte van de plaatselijke situatie en kan beschikken over de gegevens van hetmeteostation in Sliedrecht.

5. Advies: klachten die worden toegeschreven aan bedrijven waarvoor GS niet bevoegd gezag is,worden doorgegeven aan de desbetreffende milieudienst.Uitvoering: dit wordt meestal al gedaan door de medewerker van de milieutelefoon, tenzij zulkspas blijkt tijdens de verificatie van de klacht. Dan wordt het gedaan door de inspecteur.

6. Advies: de inspecteur valideert de klacht binnen de kortst mogelijke tijd en rapporteert zijnbevindingen op het meldingsformulier.Uitvoering: normaliter wordt - tijdens kantooruren - de klacht in behandeling genomen door eeninspecteur van regiobureau Zuid. Dan wordt de klacht na circa een halfuur geverifieerd inSliedrecht. Buiten kantooruren wordt de klacht doorgegeven aan een dienstdoende inspecteurvan het bureau Bijzondere Bedrijven en Opsporing van de afdeling Handhaving. Dan is de snel-heid van afhandeling van de klacht afhankelijk van meer factoren, zoals beschikbaarheid van deambtenaar (hij kan elders bezig zijn met een klacht) en reistijd. De inspecteur, die de klachtverifieert, koppelt de afhandeling van de klacht en zijn bevindingen terug aan de milieutelefoonvia datzelfde meldingsformulier. Zowel bij de milieutelefoon als bij regiobureau Zuid worden demeldingsformulieren geadministreerd.

7. Advies: bij de eerste klacht op een dag en als de geurhinder niet wordt waargenomen, doet deinspecteur geurwaarnemingen op vooraf vastgestelde plaatsen in Sliedrecht.Uitvoering: in zulke gevallen en bij preventieve geurcontroles worden geuiwaarnemingen gedaanop de Industrieweg, langs de Beneden Merwede en in de direct daarachter gelegen woonwijk. Degevolgde route wordt vermeld in het bezoekrapport dat wordt opgemaakt.

8. Advies: met het meldingsformulier wordt per fax een terugmelding gedaan aan de milieu-telefoon, gearchiveerd en gebruikt voor het opstellen van een maandelijkse klachtenrapportage.Uitvoering: de huidige werkwijze is conform het advies. Een uitvoerige rapportage wordtopgesteld door regiobureau Zuid, onder andere ten behoeve van de OmgevingscommissieAfvalberging Derde Merwedehaven.

9. Advies: de inspecteur bezoekt het overlast veroorzakende bedrijf en controleert de vergunning-voorschriften.Uitvoering: de inspecteur bezoekt de afvalberging alleen als de aard van de geur in relatie kanworden gebracht tot de afvalberging en/of als de wind (richting, kracht) het aannemelijk maaktdat de afvalberging de veroorzaker van de geurhinder is. Bij de afvalberging wordt op zoek gegaannaar de bron van de geurhinder. Al naar gelang de omstandigheden worden maatregelengetroffen om de hinder op te heffen. De bevindingen worden vermeld op het meldingsformulieren in een bezoekrapport.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 57

Page 58: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

lo.Advies: de provinciale milieutelefoon, de verificateur en de klager(s) worden geïnfonneerd over deoorzaken van de klacht.Uitvoering: als de oorzaak van de klacht bekend is, geeft de medewerker van de müieutelefoondeze direct door aan de klager. Latere bevindingen worden telefonisch aan de klager doorgegeven(tenzij deze daarop geen prijs stelt), en in een enkel geval schriftelijk.

In afwijking van het voorgaande geldt het volgende (conform advies van Buro Blauw):- de klachten afkomstig van het industrieterrein worden, bij gelijkblijvende meteorologische

omstandigheden, alleen bij de eerste klacht op een dag gevalideerd. Als daarbij geen geurhinderwordt waargenomen, dan wordt een volgende klacht alleen geverifieerd als er ook klachten uit dewoonwijken worden ontvangen;

- een volgende klacht van dezelfde klager wordt, bij gelijkblijvende meteorologische omstandig-heden, niet in behandeling genomen;

- indien in een bepaalde situatie een groot aantal klachten (bijvoorbeeld 8 tot 11) van verschillendemensen uit de woonomgeving gevalideerd is, gegrond verklaard en toegeschreven aan deafValberging, worden de volgende klachten administratief afgehandeld door de provincialemüieutelefoon;

- de inspecteur bezoekt de afvalberging om na te gaan of de voorgestelde maarregelen zijnuitgevoerd.

58 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 59: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

10 Toekomst

10.1 Toezichtplan 2004In 2002 is een begin gemaakt met een nieuw toezichtplan gebaseerd op de revisievergunning.Allereerst zijn checklists gemaakt aan de hand van de vergunningvoorschriften. Vervolgens is eenhandleiding uitgeschreven voor de inspecteur.

Deze handleiding richt zich onder andere op de volgende aspecten:inrichting van de afValberging en de voorzieningen zoals stortgasonttrekkingsinstallatie,ontzwavehngrnstallatie, baggerscheidinginstallatie, dagelijkse, tijdelijke en eindafdekkingen;administratieve en registratieverphchtingen;acceptatie;instandhouding en werking van de geohydrologische isolatie;veiligheid;geuremissie.

Bij de voorschriften wordt onderscheid gemaakt in kernvoorschriften, aanvullende voorschriften enresterende voorschriften. Daar het aantal voorschriften in de revisievergunning van de afValbergingte omvangrijk is om bij elke inspectie mee te nemen, wordt - al naar gelang het gewicht van hetvoorschrift - de frequentie bepaald waarmee hierop toezicht wordt gehouden. In het toezichtplanwordt aangegeven hoe dit onderscheid wordt gemaakt. Het toezichtplan bevat de checklists voor allevoorschriften, maar ook een drietal checklists op onderwerp:

alle voorschriften die gericht zijn op het voorkomen van geurhinder;alle voorschriften gericht op de monitoring (grondwateronttrekking, geohydrologisch systeem,stortgasonttrekking);alle voorschriften die betrekking hebben op plannen die goedkeuring behoeven en rapportagesen registraties waarvan een deel per kwartaal en een ander deel per jaar aan de provincie moetworden gezonden. Denk aan kwartaalrapportages van de ontvangen afvalstoffen en de gegevensvan de monitoring die elk jaar vóór i juli in eenjaarverslag aan de provincie moeten wordengezonden.

Volgens planning is het Toezichtplan 2004 omstreeks april 2004 afgerond, waarna aanbelanghebbenden een exemplaar wordt verzonden.

10.2 Nazorg

Ook op de middellange en lange termijn moet de stortplaats worden beheerd. Er moet wordenvoorkomen dat nadelige milieuhygiënische effecten optreden als gevolg van de gesloten stortplaats.De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de nazorg ligt bij Gedeputeerde Staten. De nazorgvangt voor de provincie aan op het moment dat GS een sluitingsverklaring voor de stortplaats afgeeft.Vanaf dat moment is de provincie organisatorisch, financieel en inhoudelijk verantwoordelijk.

De provincie betaalt de kosten voor de nazorg uit het bij de provincie beheerde nazorgfonds. Deprovincie heeft daartoe op basis van een goedgekeurd nazorgplan de kosten voor de nazorg berekenden brengt navenant heffingen in rekening bij de exploitant van de afValberging. Deze heffingenworden in het nazorgfonds gestort.

Voor de nazorgfase is een nazorgplan opgesteld. Het meest recent goedgekeurde nazorgplan is vanmaart 2001 (goedgekeurd door GS bij beschikking van 10 juli 2001, DWM/2ooi/5igi). Het nazorgplanis opgesteld in opdracht van IGAT BV door Ingenieurs - en Architectenbureau Haskoning. Ongeveereenmaal per 5 jaar (afhankelijk van de ontwikkelingen op gebied van nazorgbeleid of locatie-specifieke ontwikkelingen) wordt het nazorgplan geactualiseerd.

Het nazorgplan beschrijft alle activiteiten die in de nazorgfase uitgevoerd moeten worden om eenverantwoord milieuhygiënisch beheer te waarborgen. Naast onderdelen over controle en monitoring,onderhoud, inspecties en vervangingen is ook een hoofdstuk over de voorzienbare technische risico'sopgenomen.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - AfValberging Derde Merwedehaven, mei 2004 59

Page 60: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

De nazorg van gesloten stortplaatsen wordt bij de provincie Zuid-Holland uitgevoerd door het bureauNazorg van de afdeling Vergunningen.

Stortcompartiment 3.

60 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 61: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

11 Conclusies

1. In de verslagperiode 1998 tot en met 2003 heeft het toezicht op de afvalberging DerdeMerwedehaven vooral in het teken gestaan van de plotselinge opkomst, het gedurende lange tijdervaren van door de afvalberging veroorzaakte geuroverlast en het vervolgens met succes onder-drukken daarvan. Vanaf november 1998 nam het aantal - voornamelijk uit Sliedrecht afkomstige- geurklachten explosief toe tot meer dan 250 per maand, terwijl het aantal klachten in 1996 en1997 zo rond de dertig per jaar schommelde. De oorzaak van de klachten was het diffuus vrij-komen van stortgas als gevolg van omzetting van organisch materiaal, dat in de daaraan vooraf-gaande jaren op de afvalberging was gestort. Mede door toepassing van bestuursrechtelijkehandhavingmiddelen zijn bij de afvalberging vanaf 1999 tal van geurbeperkende maatregelengetroffen die hebben geleid tot het bijna klachtenvrij exploiteren van de afvalberging in detweede helft van 2003.

2. In de beschouwde periode zijn, mede in opdracht van de provincie Zuid-Holland, onderzoekengedaan naar de effecten van de bij de afvalberging vrijkomende stoffen op de gezondheid vaninwoners in Sliedrecht en Dordrecht. Daarnaast zijn diverse - soms unieke - opdrachten gegevenvoor het op objectieve wijze in kaart brengen van de geurhinder, de mogelijk te treffen maat-regelen en de te verwachten effecten van die maatregelen op de korte en langere termijn. Dezepositieve effecten zijn vervolgens ook daadwerkelijk waargenomen bij geurmetingen in 2003.Verder is in opdracht van de provincie een advies opgesteld inzake het valideren van klachten.Het advies is geïmplementeerd in de dagelijkse afhandeling van klachten.

3. Tussen 1998 en 2003 is het aanbod en de samenstelling van de gestorte afvalstoffen aanzienlijkgewijzigd. Deze wijzigingen zijn het gevolg van de invoering van stortverboden en het afbuigenvan afvalstromen naar met name Duitsland. De hoeveelheid bij de afvalberging verwerkteafvalstoffen nam af van circa 870.000 m3 in 1998 tot 330.000 ton in 2003 (tot i januari 2002 werdde opgave in m3 gedaan, daarna in tonnen kilogram). Dat is een afname van circa 75%. Desamenstelling van de afvalstoffen was in 1998 nog divers, met - organisch materiaal bevattend -brandbaar bedrijfsafval. In 2003 wordt voornamelijk baggerspecie en bouw- en sloopafval gestort.Als onderdeel van de geurbeperkende maatregelen, worden in 2003 in het geheel geenafvalstoffen meer gestort die eenvoudig afbreekbare organische componenten bevatten.

4. In 2002 is aan IGAT een revisievergunning verleend waarin een groot aantal voorschriften isopgenomen en waarvan de inhoud in grote lijnen is bepaald door de ervaringen die zijnopgedaan gedurende de eerste negen jaar van de exploitatie van de stortplaats. Tevens zijn dewijzigingen van diverse wettelijke regelingen verwerkt in de voorschriften, waaronder debepalingen van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen. Vanuit de afdelingHandhaving is uitdrukkelijk aandacht gevraagd en gekregen voor de handhaafbaarheid van devoorschriften.

5. Mede als gevolg van de problematiek bij deze stortplaats en de voortdurende belangstelling vande pers, de landelijke, provinciale en gemeentelijke bestuurders en niet in de laatste plaats vaninwoners van Sliedrecht, heeft de afdeling Handhaving zeer veel tijd besteed aan het houden vantoezicht op de afvalberging, het begeleiden van onderzoeken, het verifiëren van klachten, hetcommuniceren met de omgeving en het geven van advies.

6. De afhandeling van verzoeken tot handhaving heeft vaak veel meer tijd gevergd dan de vierweken zoals bepaald in artikel 18.16, eerste lid, van de Wet milieubeheer. Er zijn maatregelengetroffen om de doorlooptijden te bekorten.

7. De rapportage 'Inzicht in Toezicht' zal voortaan jaarlijks worden uitgebracht.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 61

Page 62: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

62 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 63: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Bijlagen

Bijlage l. Verklaring gebruikte terminologie

Afzuig- enfakkelinstallatie

Asbesthoudend afval

Baggerspecie

Bedrijfsafval

Benuttingsinstallatie

Biologisch afbreekbareorganische fractie

Bodem

Bouw- en sloopafval

Bouwstof

Bouwstoffenbesluit

installatie bedoeld voor de afzuiging van het stortgas (compressor) enverbranding van het stortgas (fakkel).

afval bestaande uit materialen of producten waarin asbest is verwerkt,dan wel afvalstoffen verontreinigd met asbest of asbesthoudendematerialen of producten.

vast of vloeibaar materiaal van de waterbodem dat opgebaggerd is omhavens, vaarwegen, beken, sloten en vijvers op diepte te houden oftekrijgen, onderverdeeld in kwaliteitsklassen (van niet verontreinigd totzwaar verontreinigd: klassen o tot 4).

afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, autowrakken ofgevaarlijke afvalstoffen.

installatie voor de productie van elektriciteit middels verbranding vanstortgas (gasmotoren/generatoren).

het gedeelte van het afval dat onder aërobe omstandigheden (aan hetstortfront) door verzuring van deze fractie bijdraagt aan de geuremissieen dat door anaërobe biochemische processen (in het stortlichaam)wordt omgezet in stortgas (voornamelijk bestaande uit methaan enkooldioxide, CH4 en CO2) waarin zwavelhoudende verbindingen (onderandere H2S) bijdragen aan geurhinder. Het betreft afvalstoffen, zoals metGFT vergelijkbaar afval, groenafval, maaisel, swill en dergelijke.Brandbare stoffen zoals hout, papier, karton, teerhoudendasfaltgranulaat, dakleer, kunststoffen en dergelijke vallen hier nietonder.

het vaste deel van de bovenlaag van de aarde met de zich daarinbevindende vloeibare en gasvormige bestanddelen en organismen.

afval bestaande uit bouwafval, renovatie- en sloopafval dat vrijkomt bijhet bouwen, onderhouden, renoveren en slopen van gebouwen enandere bouwwerken en wegen.

steenachtig materiaal in de hoedanigheid waarin het is bestemd in eenwerk te worden gebruikt en waarin de totaalgehalten aan silicium,calcium of aluminium tezamen meer dan 10% (m/m) van dat materiaalbedragen.

Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming(Staatsblad 567,1995), besluit van 23 november 1995 houdende regelsmet betrekking tot het op of in de bodem dan wel in hetoppervlaktewater gebruiken van bouwstoffen. Tevens horen hierbij deaan het Bouwstoffenbesluit gerelateerde Ministeriële Regelingen zoalsde Vrijstellingsregeling grondverzet, de Vrijstellingsregelingsamenstellings- en immissiewaarden Bouwstoffenbesluit en deUitvoeringsregeling met bijlagen.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 63

Page 64: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Bssa

Bufferen

Categorie i-bouwstoffen

Categorie 2-bouwstoffen

Geureenheid

Gevaarlijk afval

Gevaarlijke baggerspecie

Grenswaarde

Grond

Hedonische waarde

Hoofd regiobureau Zuid

Logboek

Milieutelefoon

Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen zoals vastgesteld bijBesluit van 5 juli 2001 tot wijziging van het Inrichtingen- envergunnüigenbesluit milieubeheer en enige andere besluiten teruitvoering van richtlijn iggg/si/EG van de raad van de Europese Unievan 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (Stb. 336,2001), voorheen Besluit stortverbod afvalstoffen.

voorraadvorming en tijdelijke opslag ten behoeve van nuttige toepas-sing, of ten behoeve van bewerking om nuttige toepassing mogelijk temaken.

(secundaire) bouwstoffen (inclusief niet-schone grond) die geen van desamenstellingswaarden voor organische en anorganische parameters eningeval het grond betreft, geen van de immissiewaarden voor anorgani-sche stoffen bij ongeïsoleerde toepassing, zoals aangegeven in bijlage 2van het Bouwstoffenbesluit, overschrijdt.

(secundaire) bouwstoffen (inclusief niet-schone grond) die geen van desamenstellingswaarden voor organische en anorganische parameters en,ingeval het grond betreft, geen van de immissiewaarden voor anorgani-sche stoffen, zoals aangegeven in bijlage 2 van het Bouwstoffenbesluit,overschrijdt bij toepassing metbodembeschermende voorzieningenwaarvan verwacht wordt dat de bodem met maximaal 6 mm percolaatper jaar wordt belast.

een dusdanige hoeveelheid van een gasvormige stof of mengsel vanstoffen die, verdeeld in i m3 geurvrije lucht, door de helft van een panelwaarnemers wordt onderscheiden van geurvrije lucht.

afvalstoffen die op grond van de Regeling Europese afvalstoffenlijst alsgevaarlijke afvalstoffen moeten worden beschouwd en als zodanig in deafvalstoffenhjst met een asterisk zijn aangegeven.

baggerspecie wordt - in afwijking van de Regeling Europeseafvalstoffenhjst - gekenschetst als gevaarlijke baggerspecie, indien deaanwezige verontreinigingen zich in een hogere concentratie in debaggerspecie bevinden dan in bijlage 4 van deze vergunning isweergegeven.

waarde waarmee het gehalte verontreinigde stoffen in grond wordenvergeleken teneinde een uitspraak te doen over de toepassings-mogelijkheden.

niet-vonngegeven bouwstof met een vaste structuur, die van natuurlijkeoorsprong is en niet door de mens is geproduceerd.

karakterisering van een geur aan de hand van de relatie tussen deconcentratie, intensiteit en de kwaliteit.

het hoofd van regiobureau Zuid van de afdeling Handhaving van dedirectie Groen, Water en Milieu van de provincie Zuid-Holland, Postbus24,3300 AA Dordrecht, telefoon (078) 613 13 99.

de verzameling van alle geregistreerde gegevens. De registraties kunnenop afzonderlijke locaties worden uitgevoerd, maar vormen uiteindelijkeen overzichtelijk geheel van alle op de locatie Derde Merwedehavengeregistreerde gegevens met betrekking tot alle uitgevoerde activiteiten.

Milieutelefbon van de provincie Zuid-Holland, telefoon (070) 441 6111.De Milieutelefoon is dag en nacht bereikbaar voor mih'euklachten en-meldingen.

64 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 65: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Milieuzorgsysteem

Monitoring

Niet-gevaarlijkebaggerspecie

Opslaan

Partij

gS-percentielwaarde

Regeling Europeseafvalstoffenlijst

Richtlijn dichteeindafwerking

Richtlijn drainage- encontrolesystemen

het samenhangend geheel van beleidsmatige, organisatorische enadministratieve maatregelen gericht op het inzicht krijgen in, hetbeheersen en waar mogelijk verminderen van de effecten van debedrijfsvoering op het milieu.

het met een doelmatige frequentie in de nabijheid van een potentiëlebron met gerichte technieken detecteren van (het ontstaan van)milieueffecten van een bepaalde activiteit.

is baggerspecie waarin de verontreinigende stoffen zich in een lagereconcentratie bevinden dan in bijlage 4 van deze vergunning isaangegeven.

tijdelijke opslag van afvalstoffen in afwachting van verdere verwerking,met het oogmerk deze op een later tijdstip af te (doen) voeren voornuttige toepassing dan wel verwerking binnen of buiten de inrichting.

een hoeveelheid (van afvalstoffen, (secundaire) grond- of bouwstoffen ofproducten die uit het oogpunt van een (deel)proces, oorsprong ofsamenstelling en uit het oogpunt van wijze van opslag als eenheidworden beschouwd.

bij een gS-percentielwaarde is er sprake van een overschrijdinggedurende 2% van het jaarlijks aantal uren (175 uur/jaar).

Regeling gepubliceerd in de Staatscourant nummer 62 van 28 maart2002, die het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (Baga, inclusiefRaga en Raaga, Regeling [aanvulling] aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen)en de Nederlandse afvalstoffencodelijst vervangt.

Richtlijnen voor dichte eindafwerking op afval- en reststoffenbergingen.Publicatiereeks bodembescherming, VROM, 1991/2.

Richtlijn drainage- en controlesystemen grondwater voor stort- enopslagplaatsen, Publicatiereeks bodembescherming, VROM, 1993/1.

Richtlijn geohydrologischeisolatie :

Richtlijnonderafdichtingen

Samenstellingswaarde :

Schone grond :

Secundaire bouwstoffen :

Secundaire grondstoffen :

Richtlijn geohydrologische isolatie van bestaande stortplaatsen is eenuitgave van de Vereniging van Afvalverwerkers (WAV), Utrecht, juli1997, Pubh'catienummerWAv~97023S.R, ISBN go-73573-22-X.

Richtlijn onderafdichtingsconstructies voor stort- en opslagplaatsen.Publicatiereeks bodembescherming, VROM, 1993/2.

waarde waarmee het gehalte verontreinigende stoffen in secundairebouwstoffen wordt vergeleken teneinde een uitspraak te doen overtoepassingsmogelijkheden van deze secundaire bouwstof.

grond die geen van de samenstellingswaarden voor anorganische enorganische parameters, zoals aangegeven in bijlage i van hetBouwstoffenbesluit, overschrijdt.

uit afvalstoffen verkregen steenachtige materialen -niet zijnde schonegrond- die kunnen worden ingezet als bouwstof.

uit afvalstoffen verkregen materialen - niet zijnde een bouwstof of grond- die kunnen worden ingezet als grondstof voor nuttige toepassing.

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 65

Page 66: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Signaalwaarde

Snuffeleenheid

Stortgasonttrekkings-installatie

Stortgasonttrekkings-systeem

Stortplan

Stortreglement

Transportbanen

Vergunninghouder

waarde van een parameter in grondwater. De signaalwaarde van een stofis:a. het rekenkundig gemiddelde van de achtergrondwaarden van die

parameter in het grondwater die op een referentiemeetpunt zijngemeten vermenigvuldigd met 1,3, indien minder dan 30 metingenop een referentiepunt zijn verricht, dan wel;

b. de waarde waar beneden 98% van de waarnemingen liggen, indienmeer dan 30 metingen op een referentiepunt zijn uitgevoerd.

de eenheid van geurconcentratie ter plaatse van de waarneming in hetveld;i snuffeleenheid per m3 (i se/m3) wordt gevonden op die afstand tot debron waarop juist 50% van de snuffelploegleden de geur minstensgedurende één minuut heeft waargenomen.

het stortgasonttrekkingssysteem en de afzuig- en (ai)fakkelinstallatie.

installatie bedoeld voor afzuiging van het stortgas (compressor) enverbranding van het stortgas.

plan met het geheel aan activiteiten met betrekking tot de opbouw vanhet stort, inclusief de hoogten van het storth'chaam, de toe te passenafvalstoffen en bouwstoffen, de stabiliteit van het stortlichaam en dewanden, de verwachte zettingen en de monitoring daarvan; een enander conform het MER uit 1991 en de daarop gevolgde evaluaties.

het geheel aan regels en procedures met betrekking tot de acceptatie,controle en wijze van verwerking van de afvalstoffen binnen deinrichting.

tijdelijke wegen over het stort voor transport van (afval)stoffen tijdensde exploitatiefase van het stort.

degene die de inrichting drijft, waarvoor de vergunning is verstrekt.

66 Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004

Page 67: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

Bijlage 2. lijst van afkortingen

AAK Afvalstoffen Administratie KantoorAPIN afvalberging Derde Merwedehaven/PROAV Inventarisatie NaleefgedragARZ Arbeidsinspectie regio ZuidwestAVI AfvalverbrandingsinstallatieAw AfvalstoffenwetAwb Algemene wet bestuursrechtAWZI Afvalwaterzuiveringsinstallatieb.a./BA bedrijfsafvalBACA Besluit Aanwijzing Chemische Afvalstoffen, is in 1994 gewijzigd in BAGABAGA Besluit Aanwijzing Gevaarlijke AfvalstoffenB & W Burgemeester en Wethoudersb.s.a./BSA bouw- en sloopafvalBssa Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffenCIP Coördinatie- en Informatie PuntdB(A) decibel(auditief)DGWM Directie Groen, Water en MilieuEural Regeling Europese afvalstoffenlijstGS College van Gedeputeerde Staten provincie Zuid-HollandGww GrondwaterwetKGA klein gevaarlijk afvalKMD KlachtenmeldingendienstMER Milieueffectrapportm.e.r. milieueffectraportagemg/1 milligram per literMZHZ Milieudienst Zuid-Holland ZuidNAP Normaal Amsterdams PeilNAZ Bureau NazorgNEN door het Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven normPMV Provinciale milieuverordeningPRA Project Research AmsterdamPROAV Provinciaal Afvalverwijderingsbedrijf Zuid-Holland NVPS Provinciale Staten van Zuid-HollandRMH Regionale Inspectie MilieuhygiëneRIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en MilieuRKG riool, kolken en gemalen (slib of residu)Rw RivierenwetRWS RijkswaterstaatRvC Raad van CommissarissenRvS Raad van StateSe snuffeleenheidSNA Stichting Nazorg AfValverwijderingsinrichtingenUsb Uivoeringsregeling stortbesluit bodembeschermingVba Verordening bodem en afvalstoffenVBA bureau Vergunningen Bodem en AfvalstoffenV&W ministerie van Verkeer en WaterstaatVROM ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en MilieubeheerVSO Vereniging Sliedrechtse OndernemersWAC Werkgroep afvalberging Derde Merwedehaven/Crayestein-WestWm Wet milieubeheerWvo Wet verontreiniging oppervlaktewaterenZHEW Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden

Inzicht in toezicht 1998 t/m 2003 - Afvalberging Derde Merwedehaven, mei 2004 67

Page 68: Inzicht in toezicht AfvalbemngOërde - Dordrecht · 1 inleiding 9 1.1 ontwikkeling van de afvalberging derde merwedehaven 9 1.2 onafhankelijk toezicht 10 1.3 inzicht in toezicht 11

20032626