Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

24
Het inzicht bestaat uit verteerde herinneringen jwr47 Opvallend in mijn biografie is het aantal thema's, dat begint als een onbegrepen ontwikkeling, die pas in de loop van het verdere leven begrepen wordt. Het inzicht ontstaat daarbij door het verteren van levenservaringen. In dit overzicht beschrijf ik in Strijp de interessante scheppingslegende, die 1954 tijdens de godsdienstles letterlijk opgetekend werd en vervolgens tot het inzicht in het symbolisme der kleuren, vocalen en persoonlijke voornaamwoorden heeft geleid. Ook het schrijven zelf heeft zich vanaf een eerste auteurservaring 1956 tot een elementaire bezigheid ontwikkeld. Lisa is het hoofdstuk, waarin een eerste liefde (1964) met het door Saint-Exupery in Terres des Hommes geanalyseerde gedrag van jonge meisjes vergeleken wordt. De rol van de HBS baseert op de analyse van een vermoedelijk tot een fysisch kabinet van de HBS behorende vonkboogantenne, die ter bestudering van de elektromagnetische golven oorspronkelijk door Heinrich Hertz is ontworpen. Een mislukt examen documenteert de spontane verandering in het geplande levenspatroon, waaraan men door een liefdesavontuurtje van een hoogleraar blootgesteld kan worden... Al deze inzichten zijn als onbegrepen ontwikkeling vóór de 25-jarige leeftijd - tijdens mijn jeugd - geïnitieerd en pas later verduidelijkt en begrepen. Het inzicht ontstaat dus door het verteren van herinneringen. Appendix I – De vocalenrijke namen van God is een chronologische documentatie van de vocale combinaties voor de goddelijke naam. Overzicht 1. Strijp (1947)..............................................................................................................................2 2. Schrijven (1956)..................................................................................................................... 11 3. Lisa (1964)..............................................................................................................................14 4. De rol van de HBS (1965)...................................................................................................... 17 5. Een mislukt examen (1971)....................................................................................................19 6. Appendix I – De vocalenrijke namen van God...................................................................... 24

description

Opvallend in mijn biografie is het aantal thema's, dat begint als een onbegrepen ontwikkeling, die pas in de loop van het verdere leven begrepen wordt. Het inzicht ontstaat daarbij door het verteren van levenservaringen.In dit overzicht beschrijf ik in Strijp de interessante scheppingslegende, die 1954 tijdens de godsdienstles letterlijk opgetekend werd en vervolgens tot het inzicht in het symbolisme der kleuren, vocalen en persoonlijke voornaamwoorden heeft geleid. Ook het schrijven zelf heeft zich vanaf een eerste auteurservaring 1956 tot een elementaire bezigheid ontwikkeld.Lisa is het hoofdstuk, waarin een eerste liefde (1964) met het door Saint-Exupery in Terres des Hommes geanalyseerde gedrag van jonge meisjes vergeleken wordt.De rol van de HBS baseert op de analyse van een vermoedelijk tot een fysisch kabinet van de HBS behorende vonkboogantenne, die ter bestudering van de elektromagnetische golven oorspronkelijk door Heinrich Hertz is ontworpen.Een mislukt examen documenteert de spontane verandering in het geplande levenspatroon, waaraan men door een liefdesavontuurtje van een hoogleraar blootgesteld kan worden...Al deze inzichten zijn als onbegrepen ontwikkeling vóór de 25-jarige leeftijd - tijdens mijn jeugd - geïnitieerd en pas later verduidelijkt en begrepen. Het inzicht ontstaat dus door het verteren van herinneringen.1. Strijp (1947)2. Schrijven (1956)3. Lisa (1964)4. De rol van de HBS (1965)5. Een mislukt examen (1971)

Transcript of Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Page 1: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Het inzicht bestaatuit verteerde herinneringen

jwr47

Opvallend in mijn biografie is het aantal thema's, dat begint als een onbegrepen ontwikkeling, diepas in de loop van het verdere leven begrepen wordt. Het inzicht ontstaat daarbij door het verterenvan levenservaringen.

In dit overzicht beschrijf ik in Strijp de interessante scheppingslegende, die 1954 tijdens degodsdienstles letterlijk opgetekend werd en vervolgens tot het inzicht in het symbolisme derkleuren, vocalen en persoonlijke voornaamwoorden heeft geleid. Ook het schrijven zelf heeft zichvanaf een eerste auteurservaring 1956 tot een elementaire bezigheid ontwikkeld.

Lisa is het hoofdstuk, waarin een eerste liefde (1964) met het door Saint-Exupery in Terres desHommes geanalyseerde gedrag van jonge meisjes vergeleken wordt.

De rol van de HBS baseert op de analyse van een vermoedelijk tot een fysisch kabinet van de HBSbehorende vonkboogantenne, die ter bestudering van de elektromagnetische golven oorspronkelijkdoor Heinrich Hertz is ontworpen.

Een mislukt examen documenteert de spontane verandering in het geplande levenspatroon, waaraanmen door een liefdesavontuurtje van een hoogleraar blootgesteld kan worden...

Al deze inzichten zijn als onbegrepen ontwikkeling vóór de 25-jarige leeftijd - tijdens mijn jeugd -geïnitieerd en pas later verduidelijkt en begrepen. Het inzicht ontstaat dus door het verteren vanherinneringen.

Appendix I – De vocalenrijke namen van God is een chronologische documentatie van de vocalecombinaties voor de goddelijke naam.

Overzicht

1. Strijp (1947)..............................................................................................................................22. Schrijven (1956).....................................................................................................................113. Lisa (1964)..............................................................................................................................144. De rol van de HBS (1965)......................................................................................................175. Een mislukt examen (1971)....................................................................................................196. Appendix I – De vocalenrijke namen van God......................................................................24

Page 2: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Strijp (1947)Kort na de bevrijding en de terugkeer uit evacuatiegebieden trouwden mijn ouders 1946 in een totnoodkerk omgebouwde manege en verhuisde het pasgetrouwde echtpaar naar twee kamertjes op deeerste etage van een woonhuis in Strijp, de snelstgroeiende wijk van de stad Eindhoven, waar ik inmaart '47 ter wereld kwam.

Het jonge gezinnetje woonde in onderhuur bij ome Gerrit en tante Lena, die al tot de generatie dervijftigers behoorden. Kinderloos gebleven voldeden zij in de naoorlogse woningnoodperiode aan deverwachting, dat iedereen zo goed mogelijk woonruimte deelde met pasgetrouwde familieleden.Wel moest er nog een duur, houten keukentje worden getimmerd op een balkon. Dat keukentje werdook gebruikt voor alle wasbeurten, met name voor de wekelijkse reiniging in de teil. Speelgoedvoor het pasgeboren zoontje bestond vooral uit de lege kartonnen dozen, die er in het huishouden afen toe in allerlei formaten overbleven.

Gerrit was glasblazer van beroep en moest in een ongezonde werkomgeving hard werken, zodat hijper dag een halve liter melk extra te drinken kreeg. Desondanks is hij later zwaar ziek geworden enwerd hij later in de zondagse voorkamer verpleegd. Niet lang daarna is hij aan die ziekte gestorven.

Na enkele jaren verdiende mijn vader door het meewerken als bouwvakker in de huizenbouw hetrecht op een klein, maar nieuw rijtjeshuis. Bij koud weer besloegen de stalen ramen van onze ademen bevroren dan tot de prachtigste ijsbloemen, die je je kon voorstellen. De badkamer bevatte eenheuse, stenen kuip met een kleine zitting, maar voor kleuters was dit een uitstekende oplossing. Inde keuken stond een tweepits gasstel en een grote brander voor de maandagse was. Verwarmd werdde huiskamer door een kolenhaard. De kolenopslag bevond zich in een schuurtje, dat met enkelefietsen, een aardappelkist, een gereedschapskist en een grasmaaier al gauw goed gevuld was. Dekolen werden in een kolenkit naar de kachel gedragen. Het keldertje was niet meer dan een kleineuitdieping onder de steile trap naar de bovenverdieping. Op die trap kon men gemakkelijk uitglijdenen van alles breken, maar de botten van kinderen zijn daarop berekend en kunnen tegen een stootje.

Mijn moeder plantte in het tuintje gladiolen en leerde ons te controleren, hoe de spitse punten uit degrond opdoken en de plantenstengel zich ontplooide. Van de opa kreeg ik een handvol uitlopers vanaardbeiplantjes, die zichzelf jaar in, jaar uit vermeerderden. Dit onderricht begon al in de vroegstejaren en werd systematisch uitgebouwd. Elk van de kinderen, twee zonen en een dochter, kreeg eeneigen tuintje van een vierkante meter. Op dat akkertje werd geleerd, hoeveel moeite het kweken vangladiolen en aardbeien kostte.

Na een eerste reeks lessen in de Fröbelschool leerde ik vanaf 1952 op een Strijpse lagere schoolschrijven. Tussen de twee plaatsen aan de lessenaar bevond zich een inktpotje met dekseltje, waarinde leerlingen hun kroontjespennen doopten. De hoge kunst van het schrijven werd bemoeilijkt doorhet grote risico, dat er op de weg van de inktpot naar het schrift een druppel van de pen kon vallenof er een pen in het blad papier bleef steken en bij het losschieten een reeks spetters produceerde.Wie erg mooi schrijven kon, werd daarvoor met een stempeltje in rood, blauw of groen beloond.

Tante Lena overleefde ome Gerrit nog enkele jaren als kinderloze weduwe met een grote zwartehond Nora in een veel te groot rijtjeshuis. Zij beschikte over een van de eerste televisies, waarop wijals kinderen eenmaal per week in zwart/wit naar de Verrekijker en tante Hanni mochten komenkijken. Later leed zij aan vergeetachtigheid en moest naar een verzorgingshuis verhuizen. Enkelejaren later is zij overleden...

Page 3: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Rood & Blauw in Eindhoven (1954)

In september 1954 kwam er voor de godsdienstles een katholieke priester op school, die plechtig hetdubbele bord als twee altaarvleugels opende en een tevoren getekende, schitterend ingekleurdekrijttekening presenteerde. Het schilderstuk vormde een afbeelding van de scheppingslegende,waarin Adam tot kort voor de zondeval een rode, en Eva een blauwe kledij droegen. Na de zondevalging ging de gouden hemelpoort dicht werden Adam en Eva, vanaf nu gekleed in paarse kleding,door een engel uit het paradijs verdreven1. Aan de fantastische orgie van kleuren kan ik mij goedherinneren en ook aan de overgang van rood en blauw in de paarse kledij. Door een wonder heeftjuist dit schrift alle navolgende verhuizingen onbeschadigd overleefd...

Of ik mij al afgevraagd heb waarom juist deze kleuren in de schepping toegepast werden,kan ik mij niet herinneren. Zelfs als de herinnering mij een gedachte uit die tijd ingeeft, weetik dat het vaak een fata morgana is. Op die leeftijd werden wij ongetwijfeld geïndoctrineerden slikten alles, wat ons voorgezet werd. Inderdaad leerde ik later, dat 7 jaar de leeftijd is,waarop de Jezuïeten de zevenjarige jongetjes opnemen om hen tot priesters te kunnenomvormen2. Zelfs een onderzoekersgeest is op zevenjarige leeftijd nog niet in staat depriester of leraar te vragen, wat de kleuren rood, blauw en paars betekenen. Het wordtgeaccepteerd als een integraal deel van de scheppingslegende.

Na deze lagere school volgde een kort intermezzo door een emigratie van het gehele gezin naarCaracas, Venezuela in 1959. Er werd gezocht naar een passende middelbare school, maar in Zuid-Amerika werd er geen bruikbaar instituut gevonden. Om die redenen belandde ik september 1960als 13-jarige in een katholiek internaat te Roermond, dat destijds als een oud gebouw in het centrumvan de stad was ontstaan. De eerstejaars werden er in de verst verwijderde chambrettesondergebracht. Centrale wastafels boden een twijfelachtig was- en poetscomfort. Douches werdeneenmaal per week volgens een vast tijdsschema in de gymnastiekzaal op de cour aangeboden.

De helft van de leraren waren leken, de andere helft priesters. Het onderricht was uitstekend, maarde opsluiting in een vrijwel permanent gesloten gebouwencomplex vormde een sterk, deprimerendcontrast tot de vrije natuur. Op de cour stond een dozijn bomen, die vrijwel de enigste band met denatuur en de natuurlijke wisseling der jaargetijden vormden. In de gebouwen zelf was rennenverboden en alleen op die cour en de verafgelegen sportvelden van Schöndeln mochten wij onzejeugdige energie uitleven in voetballen.

Elke dag begon met een vroege mis, waaraan de deelname althans in de laagste klassen verplichtwas. De indoctrinatie in de katholieke leer was deprimerend voor studenten, die eenwetenschappelijk, kritisch standpunt ten opzichte van elke theorie moesten leren innemen. Kritischevragen met betrekking tot de religie durfde vrijwel niemand te stellen, omdat het schoolreglementeen instemming en beleving van de religieuze overtuiging vastlegde. Wie deze leer afwees, konwegens defaitistische houding van school worden gestuurd. Dat althans was mijn overtuiging, dieook de vertrouwensrelatie tot het lerarenkorps onmogelijk maakte.

De draadomroep is meestal op een kanaal met Arbeidsvitaminen ingesteld, waar men steevast eenhitparade met afschuwelijke Duitse volksmuziek afspeelt, zoals Freddy Quinn met "Junge KommBald Wieder" (1963), Gert Timmerman met "Ik heb eerbied voor jouw grijze haren” (1963) ofGigliola Cinquetti - Non ho l'età (1964).

De schoolbibliotheek van het internaat omvat goedkope romannetjes en jongensboeken, waar ik naeen paar maanden op uitgekeken ben. De oude zwart/wit televisie wordt alleen op hoogtijdagenzoals de maanlanding en een bokswedstrijd aangeschakeld.

1 Godsdienstles 1954-19552 Give me the child for the first seven years and I will give you the man. Ignatius of Loyola – Wikiquote ; Jesuit

maxim widely attributed to Ignatius Loyola; according to Three Myths, by A. Beichman et al. (1981), p. 48, thissaying was "attributed to him (perhaps mischievously) by Voltaire."

Page 4: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Rood & Blauw in Roermond (1961)

In de nabijgelegen Munsterkerk ontdekte ik vermoedelijk al in het eerste schooljaar '60-'61 opAswoensdag3 de rode en blauwe kledij der stichters Gerard III van Gelre en zijn vrouw Margarethavan Brabant.

Na drie dagen van uitgelaten levensvreugde (carnaval) begint de vastentijd met het tekenvan de vergankelijkheid: de as. Op Aswoensdag 15. Februari 1961 ga ik dus naar deMunsterkerk om de zegen van Blasius te halen, waartoe mij twee kaarsen kruiselings om dehals worden gelegd. De zegen wordt afgesloten met een askruisje. Gelovigen laten zichdaarmee op Aswoensdag tekenen. Op het BC moet je voor je fatsoen de hele dag met eenzichtbaar askruisje lopen...

Wellicht heb ik bij deze gelegenheid ook het praalgraf van graaf Gerard III van Gelre en zijnvrouw Margaretha van Brabant in de kerk bewonderd.

Ongetwijfeld had ik het 8 jaar oude schrift met de scheppingslegende uit 1953 destijds ineerste instantie vergeten. Beide gebeurtenissen werden weliswaar door de kleurenverbonden, maar deze werd nog zonder symbolische betekenis gevoerd. Ook waren mij de25 citaten uit het oude testament nog niet opgevallen, die eveneens rood, blauw en paars alsgoddelijke voorschriften voor de priesterkledij documenteren. En nog minder was ikingelicht over de vertaalfouten, die mij later in de Nederlandse en Duitse Bijbelvertalingenzijn opgevallen4.

In de loop der jaren wende ik aan de eenzaamheid van het internaat, waarbij ik mij steeds meer aande regels probeerde te onttrekken. Vrienden waren er weinigen en zelden bleven zij klasgenoten.Velen bleven zitten of wisselden van school tijdens een grote vakantie.

Rood en Blauw in de tempels

Vele antieke tempels blijken – bij nader inzien – opvallend kleurrijk te zijn uitgevoerd5. De primairekleuren rood, blauw, groen en geel hebben in deze versieringen de hoofdrol gespeeld.

Ook de schilderijen en fresco's werken met dezelfde kleurpatronen, waarbij met name de goddelijkeen heiligste symbolen (God, Jezus, Maria) statistisch gezien hoofdzakelijk in rood en blauw wordenafgebeeld. Geel en groen zijn voor de heiligste symbolen (God, Jezus, Maria) een uitzondering.

Blauw wordt op het altaar als symboolkleur geweerd6 en geel is vaak gereserveerd als symboolkleurvoor het verraad7.

De kleurencode van Goethe8

Goethe baseert zijn primaire kleuren geel en blauw op eigen onderzoekmethoden. Roodwordt daarbij als derde “primaire kleur” beschouwd.

Ter afsluiting van zijn werk Zur Farbenlehre vat Goethe samen:9

Er zijn slechts twee zuivere kleuren, blauw en geel, een kleureigenschap, die aan beidevoldoet, rood, en twee mengkleuren, groen en paars; de rest bestaat uitongeconcentreerde of onreine vormen van deze kleuren.

3 15. Februari 1961- Aswoensdag – Dagboekfragmenten (1960-1972)4 Over de Vertaalfouten in Exodus 25-45 Red and Blue in Architecture and Artwork – Coloured Idols - The international exhibition Bunte Götter 6 Liturgical (and Royal) Colours – The Hermetic Codex II - Bipolar Monotheism7 Yellow for Judas & Yellow for Saint Peter– Color Coding in the Last Supper (by Leonardo Da Vinci) – Color Codings in the Last Supper (Overview)8 De kleurenbetekenis in de filosofie9 Farbenlehre

Page 5: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Blauw en geel zijn dus tegenpolen, die toevallig met de antipoden in Ewald Hering's kleurencirkelovereenkomen.

De tegenpolen zijn volgens Goethe ook in de chemie waarneembaar:

„Geel en geelrood vindt men bij zuren, blauw en blauwrood bij alkalische elementen“10

Bij de kleur rood is er sprake van een spraakverwarring. Goethe gebruikt naam purper, waar hijrood bedoelt. In dit bericht pas ik daarom op die plaatsen purperrood toe.

Purperrood is een bijzonder geval:

„Purper11 vormt de hoogste stap, omdat zich daarin de tegenpolen uitbalanceren12“.

Purperrood wordt ook als derde primaire kleur beschouwd:

Goethe's kleurentheorie baseert op slechts twee reine kleuren13. Goethe wijst er echterop, dat purperrood niet als mengsel van andere kleuren kan worden opgebouwd.Daarom past hij als primaire verfkleuren geel, blauw en purperrood toe.

Bij het aanschouwen van kleuren vormen onze ogen vanzelf de complementairekleuren14, wat Goethe motiveert om deze kleurparen in een cirkel diametraal tegenoverelkaar te plaatsen.

Daarnaast gaat hij uit van de intensivering der kleuren in richting van purperrood, wathij dan ook bovenaan in zijn kleurcirkel plaatst. Daartegenover moet dan groen alscomplementaire kleur en tegenpool van purperrood liggen.

Links van groen ligt blauw en aan de rechterzijde van groen bevindt zich geel, diesamen als mengkleur (blauw & geel =) groen vormen. Tussen geel en purperroodbevindt zich geelrood en tussen blauw en purperrood blauwrood15.

Goethe plaatst purperrood dus bovenaan in zijn kleurcirkel, dat als echt rood “niet in het gele nochin het blauwe inspeelt” en noemde deze kleur “purper”, wat “koninklijk rood” betekent. Hij wees erechter op, dat het oude purperrood wat te blauwachtig bijkleurt. In feite bedoelt hij een kleur, diewij tegenwoordig karmijnrood noemen16.

De vrijmetselaar Goethe17 (1780)

Goethe heeft zich 1780 in de vrijmetselaarsloge Amalia te Weimar als vrijmetselaaringeschreven. In Weimar heeft hij het grootste deel van zijn leven doorgebracht. Enkelejaren na deze episode heeft hij 1785 Zuid-Amerikaanse vrijheidsheld Francisco de Mirandaontmoet18.

Na een discussie met Goethe past de Zuid-Amerikaanse vrijheidsheld de Miranda de kleurenblauw, geel en rood toe als basiselementen voor het ontwerp van de Groot Columbia,waaruit uiteindelijk de drie vlaggen van Columbia, Venezuela en Ecuador zijn ontstaan.

10 Farbenlehre (Goethe) – 1, 20311 Ook in dit citaat is natuurlijk purperrood bedoeld12 Farbenlehre13 Geel en blauw14 Sukzessivkontrast15 Goethes Farbenlehre (in de rechter cirkel zijn de kleuren echter horizontaal verkeerd gespiegeld ingetekend.)16 Die Farbenlehre Goethes 17 Goethe Freemason - Ps Review Of Freemasonry18 Miranda's Conversation With Goethe in Weimar (1785)

Page 6: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Miranda heeft later die discussie in brieven gedocumenteerd en uitgelegd, dat hij in zijn ontwerpvoor de vlag van Groot Columbia om deze redenen de primaire kleuren geel, blauw en rooduitgekozen had. Deze vlag is vervolgens voor de landen Columbia, Venezuela en Ecuador in eigenvlaggen uitgewerkt19.

Opvallend is, dat Miranda in zijn beschrijving niet van purper of purperrood, maar gewoon dekleurnaam rood gebruikt.

De kleurencode van Francisco de Miranda

In een brief aan graaf Semyon Vorontsov van 1792 schrijft Miranda, dat de primaire kleuren (d.w.z.geel, blauw, rood) op Goethe's kleurentheorie baseren, die hij destijds 's avonds in Weimar in dewinter van 1785 met Goethe besproken heeft. Gefascineerd door Miranda's revolutionaireavonturen moet Goethe toen hebben gezegd20:

„Het is u gegeven in uw land een plek te vinden, waarop de primaire kleurenonbeschadigd bewaard blijven21“.

Vervolgens vermeldt hij:

„Allereerst transformeert de iris de drie primaire kleuren …. daarna beschreef hij, datgeel de warmste, edelste kleur is en het wit het meest benaderde, dat blauw een synthesevan opwinding en gelijkmoedigheid symboliseert en dat rood de ultieme expressie vangeel en blauw vormt, de synthese, het verdwijnen van licht in de schaduw22.“

„Het is niet de wereld uit geel, blauw en rood; het is de oneindige veelvoud aancombinaties van die drie kleuren, die wij mensen waarnemen […].

Een Land [zo luidt de samenvatting van Goethe] begint met een naam en een vlag enwordt dan ook zo, zoals een mens zijn bestemming vindt...“23

Deze uitleg is ongetwijfeld realistisch, net als de daarop volgende waarneming van de standaard vande Hamburger burgerwacht.

De vlag van de Hamburger Burgerwacht

In zijn militaire dagboek levert Miranda daarnaast een andere uitleg: Geel, blauw en rood stammendaarin van de vlag van de Hamburger Burgerwacht, die hij op zijn reis door Duitsland destijds heeftwaargenomen.

19 Bronvermelding: Flag of Colombia#History20 Aan mijn vertaling voeg ik de originele Engelse citaten uit de bron Venezuelan flag toe.21 "Your destiny is to create in your land a place where primary colors are not distorted.” (Quelle: Venezuelan flag)22 First he explained to me the way the iris transforms light into the three primary colors […] then he proved to me

why yellow is the most warm, noble and closest to [white] light; why blue is that mix of excitement and serenity, a distance that evokes shadows; and why red is the exaltation of yellow and blue, the synthesis, the vanishing of light into shadow. (Quelle: Venezuelan flag)

23 It is not that the world is made of yellows, blues and reds; it is that in this manner, as if in an infinite combination of these three colors, we human beings see it. […]

A country [Goethe concluded] starts out from a name and a flag, and it then becomes them, just as a man fulfils his destiny. (Quelle: Venezuelan flag)

Page 7: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

De kleurencodes van Musil

In “De man zonder eigenschappen” past Robert Musil de kleurenbetekenis toe om descheppingslegende der mensheid te illustreren, die tevoren al door Plato uitvoerig beschreven is. De tegenstelling van man en vrouw worden door Musil met behulp van het kleurenduo blauw engeel gekarakteriseerd, wat ook door Goethe tevoren al als antipoden aangeduid had.In de ogen van Musil behoren echter ook groen en rood tot de tegenpolen, waartegen paars en violetdaarentegen versmeltingen symboliseren.

Wij kunnen nu Musils beschrijving van de kleurenbetekenis in hoofdstuk 25 “Het Siamesetweelingpaar” met de bekende kleurentheorieën vergelijken, waarbij wij op Ewald Hering'skleurentheorie stoten, die rond 1874 een 4-polig kleurensysteem met de bijbehorende kleurencirkelontwerpt, dat hij als “het natuurlijke systeem der kleurwaarnemingen” beschouwt.

De symbolische kleuren rood en blauw der graftombes

In de loop der jaren ontdekte ik een groot aantal graftombes, die door hoofdzakelijk door detoepassing van rood en blauw opvallen. Daaruit kan wellicht de symbolische betekenis van rood enblauw worden afgeleid. De navolgende voorbeelden zijn door mij gedocumenteerd:

1. Het graf van de Keltenvorst in Hochdorf (500 v.C.) in rood, blauw en paars24 2. Widukind's graftombe in Enger (Westfalen, ca. 777 AD) in rood, blauw en paars25

3. De graven der Plantagenet dynastie in Fontevraud Abbey (rood en blauw, 1189-1246)26 4. De graven van Gerhard IV. (Geldern) & diens echtgenote in Roermond (rood en blauw,

1240)27 5. Het graf in rood & blauw van Kuno II. von Falkenstein in de Basilika St. Kastor in Koblenz

(†1388)6. Het graf van Werner von Falkenstein in de Basilika St. Kastor in Koblenz (†1418)28

In de Basilika St. Kastor in Koblenz werd het Frankenrijk van Karel de Grote onder de driestadhouders Lothar I, Karl II de Kale en Ludwig de Duitser opgedeeld29.

Kunst

Na een aantal pentekeningen en aquarellen (rond 1980) werd ik rond 1995 geïnspireerd een cursusschilderen te volgen. Het werken met olieverf resulteerde in een reeks van honderden werken, diegrotendeels in een soort grafisch dagboek gedocumenteerd zijn: A Lifetime's Coloring Book (1954-2014). Een groot aantal motieven baseert op de portretten van androgyne paren.

24 Hochdorf Revisited - A reconstructed Celtic Site – Blue and Red in Medieval Garments25 Widukind's Tomb – Grabrelief Widukinds in der Engeraner Kirche Enger, Widukind-Museum 26 Een Kleine Legende Van Rood, Wit en Blauw27 Rood en Blauw in Roermond28 De kleur van dit graf is hoofdzakelijk in blauw of groen, wat door de slechte verlichting nauwelijks te onderscheiden

is.29 Vertrag von Verdun 843

Page 8: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

In de naam van God (1995)

Uit de bestudering van de kleurencodes ontstond min of meer automatisch de these, dat de kleurenen de vocalen religieuze symbolen vormen, de godennamen oorspronkelijk uit vocalen warenopgebouwd en de godennamen met de ego-pronomina verwant zijn.

Plato

Als gymnasiast kon men uit Plato's geschriften aflezen, dat de Grieken destijds de 7 hemellichamenin twee groepen indeelden:

• de 3 hemellichamen (“planeten”) Zon, Mercurius, Venus met synchrone omloopbanen en

• de 4 hemellichamen Maan, Saturnus, Mars, Jupiter met eigen, onafhankelijkeomloopbaansnelheden.30

Alleen de (androgyne) maan en de daarboven zwevende hemellichamen werden als perfect(mannelijk), de daaronder liggende aarde werd als imperfect (vrouwelijk) beschouwd31.

Op het gymnasium leerde ik, dat het Hebreeuws geen vocalen schreef, maar dat bleek achteraf opeen misverstand te bestaan. Vocalen werden niet geschreven, omdat zij zo belangrijk waren.

De vocalen werden niet geschreven, maar aangeduid door onopvallende tekens, die men deleesmoeders noemde. De hiervoor gebruikte medeklinkers zijn32:

• plaatsvervanger voor een ā, e of ē, soms ook ō – (hee) ה

• plaatsvervanger voor een u of ō - (waw) ו

• plaatsvervanger voor een e, ē of i – (jod) י

• .plaatsvervanger voor alle lange vocalen – (allef) א

JHVH

De reeks namen, die voor de naam van God (JHVH) in de loop der eeuwen zijn toegepast, bestaatgrotendeels uit klinkers en is in het westerse standaardalfabet ook vele eeuwen land hoofdzakelijkmet klinkers geschreven33:

Yehua, Yawhanan (Yôhanan), Ia-u-a (Ia-u), YHW, Yah, Jehovah, YH (Yah), Yahu(Hebreeuws), ΙΑΗΟ (Iaho in Latijn), Ia & Iaô (Grieks), IAΩ, ΙΕΗΩΟϒΑ, Iaoue, IAÔ (Ιαωin Grieks en [Iah] in Latijn), Iabe (voor Sameritanen), respectievelijk Aïa voor de Joden,IOA (ΙΩΑ), Ieue, Ieue, Yohoua, Yohouah, Ieoa, Ihehoua, Jehovah, Hiehouahi, Ihevhe, Ioua,Iehoua (← Ioua /Ioue - Jupiter), Iohauah, Iehouah (in plaats van Ioua), Iehue, Ιαουε →Iaoouee, Iabe, Iäouiee.

De naam van God bestaat niet alleen uit klinkers, maar lijkt alle klinkers te omvatten, waarbij devolgorde een variabel patroon vertoont. De naam begint meestal met een “I” en vaak volgt daaropeen reeks klinkers.

30 Symboliek der Eeuwigheid31 Notes to Plato's Timaeus and Symposium 32 Mater lectionis33 Zie voor nadere uitleg: The Vowels in the Divine Name(s) – Het Ik, dat uit het Woord geworden is

Page 9: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

De “Y” van Claudius (40 AD)34

Keizer Claudius heeft rond 40 AD drie nieuwe letters in het Latijnse alfabet, die voor een korte tijdgebruikt werden in enkele officiële documenten. Na de dood van de keizer vielen ze geheel inonbruik. Van deze letters is de “Y” als vocaal met een tweeslachtige I/U-klank het opvallendste,religieuze symbool, dat wellicht een androgyne positie tussen de mannelijke “I” en de vrouwelijke“U” inneemt. Men kan deze tweeslachtigheid nog steeds waarnemen in de uitspraak variërendtussen “gimnasium” en “gumnasium” voor het woord “gymnasium”.

De letter “E” boven de ingang van de tempel van Apollo te Delphi35

En ook de letter “E” boven de ingang van de tempel van Apollo te Delphi, die door Plutarchuswordt beschreven, behoort tot de symbolische klinkers, die de religie der vocalencombinatiesaanduiden36.

Op het gymnasium werd niet geleerd, dat de klinkers en primaire kleuren in de religie eenbijzondere symbolische betekenis toegekend werd. Het “heidense” symbolisme van de vocalenwerd tegengesproken en uit alle macht geweerd.

IAΩ

Het aantal klinkers is vaak gereduceerd tot 3, bijvoorbeeld in de naam “ IAΩ” of “IAÔ”. Uit deweekdagen kan men afleiden in welke varianten de patroon (Jupiter/Jovis) voor de donderdag werdgeschreven37:

iaou, jous, Yow, Yaou, ĵaŭ, jeu, joi, Jov, Jou or Jovis, gio, joi, jue, Iau

Wellicht heeft men destijds Jupiter en God (JHVH) gelijkgesteld. Tegen deze kennelijk wijdverspreidde mening werd door de Kerk

Dantes “I” (1300)

Zelfs Dante beschrijft rond 1300 in Divina commedia - Paradiso, Canto XXVI38 de eerste naamvoor God als één enkele, losse letter “I”:

I :Pria ch'i' scendessi a l'infernale ambascia, 133 'Voordat ik in de afschrikwekkende Hel afdaalde, I s'appellava in terra il sommo bene 134 was I de naam van de goede God op aarde, onde vien la letizia che mi fascia; 135 …

Het AEIOU-zegel (1436-1482)

Opvallend is ook de vocalencombinatie AEIOU, die de Habsburgse keizer Frederik III (1415-1493)als een soort devies op veel representatieve gebouwen in Wenen liet aanbrengen en in Wikipedia alseen mogelijk anagram van Ieoua (Jehova) wordt aangeduid39. Als een 20-jarige prins had Frederikop een pelgrimsreis naar Jeruzalem (143640) de letters AEIOU in een notitieboekje op de eerstebladzijde vermeld41.

34 De Symbolische Betekenis Van de Letter Y35 Over de letter "E" in Delphi. Plutarchus, ong. 46 - 120 n. C36 E - of the E-symbol Engraven Over the Gate of Apollos Temple & E for Enigma (An Overview)37 Symboliek der Eeuwigheid38 Quelle : Divina commedia - Paradiso, Canto XXVI39 AEIOU – 40 Der Ritterorden vom Heiligen Grab - Ein Almanach - Scribd41 The A.E.I.O.U-device of Frederick III

Page 10: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Ook de hertogin Hedwig von Mecklenburg, abdis van het klooster Ribnitz, 1423, † 1467,enElisabeth von Meklenburg, dochter van Hendrik III van Mecklenburg-Schwerin (abdis 1467 †1503) pasten enkele jaren later een soortgelijk AEIOU-zegel om documenten te ondertekenen42. Dezegels omvatten ook de afbeelding van een stierkop en werden voor het zegelen van minstens tweedocumenten toegepast. Deze documenten worden op 1469 respectievelijk 1482 gedateerd.

De Yahoo (1720-1725)

Opvallend is ook de naam Yahoo, die door Jonathan Swift in Gullivers Reizen (1720-1725) als denaam voor “de mens” wordt toegepast. Het is duidelijk, dat Swift in deze satire “de mens” alsevenbeeld van de vocalennaam Ieoua43 heeft aangeduid.

Swift's suggestie de mens naar diens Schepper Yahoo te noemen44, werd door de Victoriaanse critici(met name door Bulwer-Lytton) als “belediging van God en de mens” opgevat45, zodat “het boek uitelke fatsoenlijk gezin moest worden geweerd”.46

Er is dus een vrijwel ononderbroken stroom van goddelijke namen, die op vrijwel zuivere vocalenof vocale reeksen baseren. Deze symbolen worden geheim gehouden. Op geen enkele school werddaaraan aandacht besteed, terwijl juist deze archaïsche fundamenten de religie interessant maken.Het waren de elementen, die het ongeletterde volk eeuwenlang overgeleverd heeft. Men herkendehet verraad aan het geel, de heiligen aan rood en blauw. Enkelingen, die al de eerste schreden in deleeskunsten hadden gezet, identificeerden Zeus aan de “E”, Jupiter aan de “I”, Jahweh aan de Y, Aen Ω.

Ongetwijfeld behoorde daartoe ook veel bijgeloof, maar het bijgeloof is vaak indrukwekkender danhet “echte” geloof.

Ego-pronomina

Uit dit overzicht blijkt welke grote rol de klinkers bij de naamgeving der Goden, Ego-pronomina1en jawoorden hebben gespeeld. De I en U gelden weliswaar als de prominente mannelijke,respectievelijk vrouwelijke symbolen, maar het heiligste een meest verzwegen symbool schijntalthans in Griekenland en in het Midden-Oosten de klinker “E”, ofwel de-klinker “Æ” (Eta ,“H”) tezijn geweest.

Er bestaat dus een duidelijke correlatie tussen de Ego-pronomina “ieu”, “iau”, “iu” en “iou” en degoddelijke namen “Dieu”, “Diau”, “Iu” of “Diu” en “iou”, resp. “Diou”, die het duidelijkst uit de inde Middeleeuwen hoog aangeziene taal “Provençaals” kan worden afgelezen. In het Provençaals ishet Ego-pronomen “ieu” en de naam van God “Dieu”47.

42 Georg Christian Friedrich Lisch : Siegel der Herzogin Hedwig von Meklenburg, Aebtissin des Klosters Ribnitz, 1423, + 1467, und der Herzogin Elisabeth, Hedwigs Nachfolgerin In: Jahrbücher des Vereins für Mecklenburgische Geschichte und Altertumskunde, Band 21 (1856), S. 314-315

43 Von Den Ursprüngen Der Yahoos44 page 206 in Die Klassiker der englischen Literatur - Katalog der … - Authors Uwe Böker, Horst Breuer and Rolf

Breuer, ETB – ECON Taschenbuch Verlag). Documented (in German) in Von Den Ursprüngen Der Yahoos45 A Letter-Based HuMan – Een Geheel Op Letters Gebaseerde Mens46 Especially the Yahoos in the fourth book of Gullivers Travels had been accused by Victorian critics as a „defamation

of God and the human being“ (Bulwer-Lytton), which had to bann this tool „from any decent household“ (E. Gosse)47 De Ontsleuteling van het Ego-Pronomen („Ik“) – Het Ontstaan Van de West-Europese Ego-Pronomina (overzicht)

Page 11: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Schrijven (1956)Als 9-jarige scholier maakte ik de eerste ervaring met het schrijven van verhalen. Het schoolschriftmet de titel “Dagboekfragmenten 1956 (Spookjes en Vertellingen II)” bevat 16 verhalen vanuiteenlopende lengte. Uit de titels kan man het behandelde thema en de bijbehorende, bij mijnleeftijd passende belangstelling aflezen. Enkele verhalen zijn duidelijk door een film,respectievelijk een kinderverhaal geïnspireerd. De in totaal 78 bladzijden zijn in een tijdsbestek van2 weken volgeschreven. De startimpuls werd kennelijk geleverd door de Spaanse film MarcelinoPan Y Vino uit het jaar 1955, die nog in1956 vermoedelijk in een katholiek Eindhovens instituut aande jeugd werd vertoond. Ook Lassie, waaraan drie verhalen zijn gewijd behoorde tot deinspirerende thema's. Poliemoris baseert op de cyclopenlegende van Homerus. De inspiratiebronnenvoor de overige verhalen zijn mij niet bekend.

Vanaf dit eerste schrift behoorde schrijven tot een van de meest inspirerende bezigheden, met namehet vasthouden van biografische ervaringen, schetsen en grotesken, waarin ik door navolging mijnbewondering voor de grote auteur Dürrenmatt wil formuleren. Een van deze half biografischegroteske is de “De betoverende geur van een ontluikende lotus” uit Het dagboek dergeurherinneringen.

De betoverende geur van een ontluikende lotus (1967)

Als wij haast vergeten geuren waarnemen, stuurt het reukorgaan een code aan onzehersenen, waarop de oudste jeugdherinneringen worden afgespeurd. Deze zoektocht behoorttot de archaïsche mechanismen uit de strijd om het overleven van de soort, die departnerkeuze bij voorkeur aan de geuren overlaat48.

De lotus in de titel is slechts een symbool. De lotusgeur behoort tot de klasse afrodisiaca,een zinnebeeld voor het hormonenmengsel, dat onze geslachtsdrift beheerst, maar de mensis de verkeerde bevruchtingspartner voor die bloem. De geur van de menselijke lotus,jasmijn, doornappel en heliotroop ontluikt meestal 's nachts, in het donker en wordt somsslechts twee- of driemaal in het leven waargenomen...

13 April 2014, Pulkowo

De landing van de overvolle A320-200 verloopt vlekkeloos en de machine spoedt zich laat in denamiddag over een gigantisch open plein naar een van de slap op het beton neerhangende slurven.Sinds een paar weken beschikt Sint-Petersburg over een splinternieuw vliegveld met de naamPulkowo en dat predicaat “nieuw” betekent, dat de reizigers nog maanden- of jarenlang allerleiprovisoria moeten verdragen. De slurven maken dan ook geen aanstalten om ons op te nemen en hetvliegtuig parkeert op een veilige afstand van twee lage autobussen, die met verveeld voor zich uitstarende chauffeurs staan te wachten.

Bij het afdalen van de vliegtuigtrap waait ons een frisse wind tegemoet. 15°C en een stralendelentezon had de Lufthansa-piloot ons kort voor de landing beloofd. Dat was voor 13 april nietslecht. Strategisch gezien had ik een prima zitplaats gereserveerd en kwam nog op tijd om in deeerste bus een zitplaats in te kunnen nemen.

Kort voor het inchecken in Frankfurt had de Lufthansa al enkele malen laten omroepen, dat depassagiers zelfs nog kort vóór het instappen een te omvangrijke of gewichtige handbagagekosteloos mochten inchecken, maar aan dat soort onbeduidende bijkomstigheden besteden Russenen Russinnen geen aandacht. Enorme staketsels, volumineuze, zwaargewicht koffers en uitpuilendeinkoopzakken waren de passagierscabine binnengesleept en moesten nu na de landing weer wordenbijeengezocht. Het uitstappen duurde een hele tijd en ik was allang blij de laatste zitplaats te hebben

48 De geur van verleiding

Page 12: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

ingenomen. Rechts naast mij zat aan het busraam een volumineuze reiziger met een al even enormetas op schoot. Voor onze voeten werden op twee vierkante meter vrije ruimte kinderwagens, dozen,tassen en koffers gestapeld. Druppelsgewijs vulde zich de bus met mensen en enorme hoeveelhedenbagage. Er was echter genoeg te zien en door de open busdeuren woei van tijd tot tijd een westelijkezeebries naar binnen. Het was fris genoeg om een winterjas te dragen.

Op dat moment zag ik een modieus geklede, jonge vrouw op hoge hakken naar binnen stappen endrong zich naar een staanplaats aan mijn linkerzijde. In de vóórrevolutionaire tijd had ik haarwellicht als een van de jonge tsarendochters ingeschat, maar die tijden waren voorbij. Nu heten zijwellicht oligarchendochters.

De tsarendochter naast mij droeg een open jas en op handbreed afstand van haar riemgesp voelde ikhaar aangename lichaamswarmte mijn oren en wangen strelen. Slechts zelden was ik de nabijheidvan een vreemde in deze lichaamshouding gewaar geworden. Onderbewust bespeurde ik eenintimiteit, die door een diepere ademhaling nog intensiever werd.

Eerlijk gezegd verwachtte ik een parfum of een deodorant, maar dat was niet het geval. Hetwaargenomen geurmengsel baseerde op een zwakke ondertoon van een moderne spijkerbroek,waaruit gaandeweg een vertrouwelijke, oude bekende tot mij doordrong. Mij concentrerend sloot ikmijn ogen en haalde haar uit de allang vervlogen herinneringen naar voren. Dat was de geur, die mijaan Lisa herinnerde.

Lisa

Het moet de hoogzomer van 1967 zijn geweest, dat ik haar voor het eerst geroken heb, die tedere,zoete geur van de opengaande bloesem. Destijds was ik als 20-jarige student met de 19-jarigeanaliste Lisa gelieerd. Het waren de jaren der jonge onderzoekers en in de lentes stoeiden wij op deopen hei tussen de bossen achter onze ouderlijke huizen. Alleen als de R uit de maandennaamverdwenen was, mochten ondeugende meisjes zich op de grond neer vleien. Deugende meisjesdeden dat nooit.

Ach, het waren nog jaren zonder aids, infectieuze teken en andere enge ziektes. In het katholiekedorp werden zelfs voorbehoedmiddelen scheef aangezien en door de drogist aan de pastoor gemeld.Om een ongewenste zwangerschap te ontlopen moesten wij dus extra voorzichtig zijn en onsperiodiek aan het ritme van de eisprong aanpassen.

Kort voor zo'n eisprong veranderde Lisa's lange haar en ik herinnerde mij de purperglans van dezijdeachtige lange golven in een ondergaande avondzon, waarin zij zich kamde. Dit is mijbijgebleven, omdat ik het destijds in kleuren op diafoto's heb vastgelegd. Van alle kleurenfoto's uitdie tijd zijn die dia's de enigste herinneringen, die dat purper onvervalst hebben kunnen bewaren.Alleen daarom blijft de herinnering bewaard.

En dan zijn er nog de brieven, die wij elkaar wekelijks schreven. Zij verhalen van onzevrijersavonturen, de namen, die wij elkaar, onze lichaamsdelen en onze handelingen gaven, deopmerkingen van broers en zussen, maar ook de wilde capriolen, die de huishonden vertoonden. Ja,er waren van die dagen, dat de honden helemaal wild werden, als zij roken, wat wij kort tevoren opde heide hadden uitgehaald. En niemand wist, waaraan dat lag...

“Die het oe geer! Da ziede wel”, zei dan Lisa's 12-jarige broertje in zijn brede Brabantse dialect, alszijn hond weer eens tegen een van ons opsprong. Wij wisten echter, dat het de rozengeur van deliefde was, die de honden zo verwilderden. Lisa's huishond was een bijna volwassen reu uit defamilie der Mechelse herders, een stevige hond, die mij zo nodig met zijn bijna 40 kilo gewoononderste boven liep. Als een herdershond wist het beest heel goed, wat wij dan die middag haddenuitgehaald. Hij danste dan van vreugde om zijn aaneengesloten kudde schapen heen en begroettemij als een teruggekeerde, verre huisgenoot, die een interessante geur aan handen en klerenmeedraagt. Als wij te voet een wandeling wilden maken, stuurde Lisa's moeder de hond vaak achter

Page 13: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

ons aan, zodat wij onmogelijk ondeugend konden worden. De herder sprong als een wildeman overde hekken en joeg ongedisciplineerd achter de koeien aan. Geen enkel commando was hem heilig.En geen van ons beiden accepteerde hij op zo'n tochtje als leider. Het was zijn opgave, ons tedisciplineren en wij leerden al vlug, dat wij op vrijersvoeten met de fiets op stap moesten gaan.

De betoverende geur van de eisprong

De diepst ingekerfde herinnering reikt echter terug tot de hoogzomerdag, waarop Lisa mijverklaarde, dat zij die dag een eisprong verwachtte en wij ons daarop met hoogste waakzaamheidmoesten instellen.

Het was uitgerekend een van die zonovergoten, zomerse hoogtijdagen, waarop wij met de fiets eengeschikte eenzame heivlakte zochten. Fietsers en wandelaars met honden werden gemeden en wijkenden enkele plekjes, die ons aan het hart gegroeid waren. Picknickplekjes noemden wij dieheiligdommen, maar het waren de liefdesnesten van de jonge onderzoekers. Er waren niet veel vandie hoogtijdagen. Op werkdagen werd er gewerkt en het grootste deel van het jaar waren deweekeinden verregend, onaangenaam koud en soms zelfs ronduit vervelend.

Het moet die zaterdagmiddag midden in augustus 1967 geweest zijn, dat ik haar knuffelde op haargeheime plekje, zoals zij dat noemde, en de zich openende orchidee in het warme zonlichtbewonderde. Aanvankelijk rook haar in de zon verwarmde huid naar dopheide, de paarse Erika,naar berkenhout, het donkergroene mos en kruiden en daarna naar het vrijen en vochtige liefde.Niets is liefelijker dan de aanblik en de reuk van een zich uitstrekkend knuffeldier en die dagherinner ik mij als de dag van de ontluikende roos. Dat was de geur, die ik mij herinnerde, de geurvan die middag met Lisa's warmende huid. En in onze fantasievolle, wekelijkse liefdesbrievenkreeg haar orchidee van ons allerlei bloemennamen, zoals lotus, jasmijn, orchidee of roosje.

Ontwaken uit een droom...

Op dat moment wekte mij de buschauffeur met een aantal onverstaanbaar geprevelde woordenRussisch. De busdeuren sloten zich met een hijgend gesis en de splinternieuwe bus zette zichzuchtend in beweging. De tsarendochter verplaatste zich een kwartslag om de voetenpositie beteraan de rijbeweging aan te passen. De lucht verplaatste zich en koelde mijn linker gezichtshelft.

De betovering was verbroken en ik keerde terug in de realiteit van april 2014. Hoe lang was datallemaal geleden? Bijna een halve eeuw. En binnen slechts enkele minuten bespeurde ik dank zij detsarendochter voor het eerst weer eens die wonderlijke geur van de opengaande roos. Dat allesduurde slechts zo kort en was zo intensief, dat de warmte en de bijbehorende geur in feite direct,zonder omwegen op het geheugen moeten kunnen inwerken. Het is waarachtig een archaïscheervaring na een halve eeuw weer eens de geur van een ontluikende lotus waar te kunnen nemen.

Page 14: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Daphne (1964)

Billets doux

In september 1964 verhuisden ons huisgezin terug naar Eindhoven en kwam er wat leven inde brouwerij door een dansles. 1964 is het enigste jaar van de middelbare schooltijd waaraanik dankbaar terugdenk, omdat Daphne een van de weinige lichtblikken in deze periodevormde.

Bij de dansschool van Pietje Moors49 mogen wij op zondag, 20 september 1964 in een ongezelligzaaltje met en lange rij stoelen en kleine tuimelraampjes de eerste dansles beginnen met hetcommando "Pak vast!".

Op zaterdag was er bij de dansschool Moors steeds oefen-avond, waarop je alleen met stropdas eneen colbert werd binnengelaten. Een afspraak op een zaterdag betekent dus een oefenavond, eenafspraak op zondag een dansles.

Onwennig leren wij de eerste danspassen van de standaard-dansen Quickstep, Engelse wals, tango,maar later ook een moderne dans: de Sirtaki naar de muziek van Mikis Theodorakis, die in dat jaarvia Zorba de Griek de bioscopen veroverd heeft. De beroemde scène waarin Anthony Quinn deSirtaki danst, is ontstaan op het strand van het stadje Ierapetra aan de zuidkust van Kreta.

Het spannendste van het dansen is echter, dat de jongens daarna een meisje hand in hand naar huismogen brengen. Het meisje, dat ik na het dansen naar thuis mag begeleiden, heette Daphne – ditwas de alias, die in mijn schoolagenda werd teruggevonden. Zij wordt op 21 september 16 jaar.

Zelf beleefde zij die tijd even spannend en schreef later:

“De danslessen staan me nog helder op het netvlies, we waren geen van beiden sterren.Maar dat werd voor mij goedgemaakt doordat je mij naar huis bracht na het dansen. Datwas spannender dan de hele dansles.

Ik was in die tijd een onzeker meisje en voor mij ben je altijd mijn eerste vriendjegebleven die mij het gevoel gaf dat ik als meisje goed was zoals ik was en dat is heelwaardevol geweest.”

Op een dinsdag 17 november 1964 bezoek ik haar thuis onder het wakend ook van de moeder omplaten te draaien. In feite behoort de intern natuurlijk op deze vrije middag naar Schöndeln tefietsen en zich aan de sport over te geven...

Vanaf die tijd schreven wij elkaar wekelijkse brieven – billets doux. En wij leenden elkaargrammofoonplaten en boeken, zoals Le Petit Prince in de originele versie met vertaalhulp.

Ik herinner mij, dat uitgerekend “de kleine prins” door ons beiden samen werd gelezen. Zij voegdeaan de tekst niet alleen talloze extra vertalingen, maar ook enkele opmerkingen toe, die ik pas laterheb teruggevonden.

49 Ter hoogte van de Pijpenfabriek bevindt zich een voormalige “smederij”. Deze smederij (gebouwd rond 1940;Nadien vanaf zestiger jaren de eertijds alom bekende: “Dansschool Pietje Moors”), is bereikbaar middels eenmonumentale inrijpoort aan de Godsweerdersingel 18.

Page 15: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Veel later stuurt Daphne op naam van haar meisjesnaam een verhuiskaart met eenadreswijziging gedateerd op april 1980 naar Amersfoort. In 1978 hebben wij voor het laatstdaarvoor schriftelijk contact gehad, waarin zij in een afsluitende brief haar studie met eenafstudeerdatum beschrijft. Nu werkt zij in vaste dienst en volgt nog een cursus voorpsychotherapeut.

Met de verhuiskaart in de hand ga ik ervan uit, dat zij met haar man bij een baanwisselinghebben besloten van woonplaats te veranderen en schrijf haar terug met felicitaties voor deafgesloten studies en mijn beste wensen voor een gelukkige toekomst.

Deze inschatting blijkt achteraf onjuist te zijn. Zij is gescheiden en is van woonplaatsverwisseld zonder mij het slechte nieuws te verraden. Na deze verhuiskaart verliezen wijelkaar uit het oog. Pas in 2010 ben ik in staat via haar ex-man haar adres te ervaren en neemde correspondentie weer op.

Is het denkbaar, dat ik Daphne destijds als vijftienjarige heb ontmoet en haar gestalte alseeuwig ideaal heb gefixeerd?

In Terres des Hommes beschrijft Antoine de Saint-Exupery de jonge meisjes, die hij bij eennoodlanding in Concordia (Argentinië) leert kennen, poëtischer als volgt50:

Vanonder de wimpers bestudeerden zij mij tijdens het ontvouwen der servetten. Zijnamen in stilte maat, of ik tot de aangename huisdiersoorten behoorde. Zwijgendkeken zij mij aan alsof er een regel bestond voor het eerste woord tussen man envrouw.

Traditioneel behoorde de mannelijkheid der gasten bij de eerste ontmoeting op eenschaal tussen 11 en 19 worden beoordeeld. De zusjes echter onderscheidden aan degang der huisdieren de individuele op die dag aangename of onuitstaanbarestemming.

Aan tafel was het stil, maar af en toe ritselde er iets. “Het zijn de gifslangen”, sprakde ene. Haar zusje keek van opzij hoe ik reageerde. “Echt waar? Gifslangen?”,herhaalde ik toonloos, onschuldig. Er was iets aan mijn benen voorbij geschoven enhad mij aangeraakt. Gelukkig had ik daarbij geglimlacht.

“Ja, het nest bevindt zich in een gat onder de tafel.”, zei de ander. “Zo rond tienen”,sprak haar zusje, “komen zij terug van de jacht”. Fijntjes lachten zij om dezeovermacht over een volwassen man.

50 Inspiratiebronnen Voor Antoine de Saint-Exupéry

Fig. 1: “de kleine prins” met Lisa's handschrift

Page 16: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Vandaag heb ik daarover nagedacht en gedroomd. Het is alles zo lang geleden. Zijndie meisjes intussen getrouwd? Wat is er uit hun vriendschap met dieren en slangengeworden?

Op een dag wordt de vrouw in het meisje oppermachtig en wil zij een “negentiener”vinden. Dan schuift zij alle waarschuwingen in de wind en begrijpt de stunteligeverzen van een stommeling als perfecte gedichten. Zij denkt dat hij zich als een pasjageëerd voelt, als hij een gifslang tussen zijn benen dansen voelt. De vrouw schenkthem een hart en een wilde paradijstuin, alhoewel hij zich eigenlijk alleen in eengoed onderhouden park thuis voelde. En die stommeling voert zijn prinses weg – inde slavernij.

De wijsheid in Terres des Hommes

In november 1967 schrijft Daphne mij het ouderlijk huis zo snel mogelijk te willen verlaten.

“Voor de rest gaat alles goed, ik ga 4 dagen naar huis, op vakantie voor Sinterklaas;mijn vriend is terug sinds Allerheiligen, hij gaat over een jaar afstuderen en wiltrouwen, liefst zo vlug mogelijk. Je ziet maar weer hoe een mensenleven vlug voorbijgaat. Tot ziens,

Daphne”

Mij was duidelijk, dat mijn studieplannen niet aan haar verwachtingen konden voldoen en dat zijhaast had het ouderlijk huis te verlaten.

Pas veel later herkende ik die situatie, die Saint-Ex in Terres des Hommes beschrijft: Daphnetrouwt 1970 kort na haar 21e verjaardag een vier jaar oudere student. Deze “negentiener”zakt binnen enkele jaren tot een onvoldoende af. De documentaire vermeldt het woord“imbeciel”, dat in de Duitse vertaling tot “Dummkopf” (stommeling) wordt verzacht.

1980 volgt de scheiding, waarop zij allebei vrijwel direct een ander huwen...

Was het de vrouw in het meisje, dat te vroeg haar hart geschonken had? Ik weet het niet,omdat wij nooit meer vertrouwelijk over die levensfase hebben kunnen spreken.

Ikzelf was natuurlijk per definitie van Saint-Ex terecht ook zo'n “imbeciel”, die enkele jarenlater zelf als eerstejaars student een twee jaar jonger meisje vond...

De problematische fase is de acute nood, die de jonge vrouwen te vroeg uit het ouderlijkhuis dringt. Ik had daarbij nog het geluk, dat mijn meisje het ouderlijk huis tijdens destudiejaren nog een tijdlang bleef accepteren. Meer geluk dus dan verstand...

Het leven ging gewoon door en werd door de studie Elektrotechniek en een nieuwe liefde gevuld.Mijn plan om gewoon in Nederland een bestaan op te bouwen, te trouwen en kinderen op te voedenom de familietraditie voort te zetten, werd echter doorkruist door het liefdesavontuurtje van eenhoogleraar met diens secretaresse.

Alhoewel ik het met mij gespeelde spelletje doorzag, ontbraken mij de bewijzen en moest iktoezien, hoe mij een jaar levenstijd gestolen werd. Dit verlies werd echter goedgemaakt door dekansen, die ons latere leven gunstigere randvoorwaarden bood.

Page 17: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

De rol van de HBS (1965)

De vonkboogantenne uit het fysisch kabinet van de HBS

De radioclub van het internaat beschikte over een groot en groeiend aantal sloopradio's, oudeluidsprekers, antieke versterkers van de radio-omroep, bandrecorders en bouwdozen, waaraan naarhartenlust gesloopt, gesleuteld en geëxperimenteerd kon worden.

Tot deze merkwaardige verzameling behoorde ook de merkwaardige vonkboogantenne, die ik pasveel later heb leren analyseren als een nagebouwde Hertzantenne. Pas na mijn studie heb ik ervaren,dat deze antenne tot het fysisch kabinet van het Bisschoppelijk College moet hebben gehoord51.

De HBS

In het begin van de vorige eeuw maakte de Nederlandse natuurwetenschap een grotebloeiperiode door. Kort achter elkaar kregen Nederlandse natuurwetenschappers als Van’t Hoff (1901), Lorentz (1902), Zeeman (eveneens in 1902), Van der Waals (1910) enKamerlingh Onnes (1913) een Nobelprijs uitgereikt. Een belangrijk aandeel in ditsucces is geleverd door HBS-ers. De natuurkundige laboratoria de Hogereburgerscholen(HBS) vormden destijds een belangrijke basis voor de opleiding van de studenten intechnische beroepen en in deze opleidingen hebben de natuurkundige laboratoria deropleidingen een beslissende rol gespeeld.

Door een toeval vond ik onlangs een afbeelding van het fysisch kabinet van hetBisschoppelijk College te Roermond, waardoor mij de door mij tijdens mijn studietoegepaste vonkbrug-“paraboolantenne” min of meer kon worden gedateerd. Uit devorm kan ik afleiden, dat zich de vonkbrug in het brandpunt van een parabool bevindt.Dit concept duidt op een ontwerp, waarin een stralenbundeling voorop staat. Verdereaanwijzingen omtrent de datering van het antenneontwerp blijven aanvankelijk eenraadsel.

De Hogere Burger School is in 1862 opgericht door minister van Binnenlandse ZakenJohan Thorbecke. De HBS-laboratoria waren vaak even goed uitgerust alsuniversiteitslaboratoria.

Heinrich Hertz

In 1886 bouwde Heinrich Hertz een oscillator bestaande uit een batterij gevoede vonkinductorwaaraan twee metalen bollen waren bevestigd met een kleine opening ertussen. Op 13. December1888 publiceerde hij zijn onderzoeksresultaat in het bericht „Über Strahlen elektrischer Kraft“.

Aan de elektroden van de vonkbrug kan men het gebruik van de antenne aflezen. Hertz beschrijft,welke belangrijke rol de voortdurende reiniging en het polijsten van de elektroden voor een goedewerking speelde. Omdat de elektroden vrij zwaar beschadigd zijn is het denkbaar, dat de vonkbrug-“paraboolantenne” op gegeven moment als onbruikbaar voor verdere experimenten kan zijnbeschouwd en aan het radiolaboratorium werd afgestaan.

De vonkbrug -“paraboolantenne” leek wel wat op de antenne, waarmee Heinrich Hertz op 11november1886 de elektromagnetische straling had aangetoond:

51 Het fysisch kabinet van het Bisschoppelijk College te Roermond - de belangrijke rol van de HBS

Page 18: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

In 1886 bouwde Hertz een oscillator bestaande uit een batterij gevoede vonkinductorwaaraan twee metalen bollen waren bevestigd met een kleine opening ertussen. Eenelektrische stroom zorgde ervoor dat op geregelde tijdstippen een vonk oversprong van deene op de andere bol. Onmiddellijk dacht hij aan de elektromagnetische vergelijkingen vanMaxwell waarmee hij vertrouwd was. Deze gaven aan dat een oscillerende ladingelektromagnetische straling moest uitzenden. Was het mogelijk, zo vroeg hij zich af, dat zichonzichtbare stralingsgolven door zijn laboratorium bewogen als er een vonk heen en weersprong?

Om de aanwezigheid van deze straling aan te tonen maakte hij een eenvoudige rondedraadboog met bovenin een kleine opening. Op het moment dat een elektromagnetische golfde draadboog bereikte werd door inductie een elektrische stroom opgewekt die zichtbaarwas als een kleine vonk over de draadopening. Door de boog naar verschillende plaatsen inzijn laboratorium te bewegen kon Hertz deze straling opsporen. Bovendien kon hij degolflengte van de straling bepalen door te kijken hoe de sterkte en vorm van de vonkveranderde met de positie. Deze bedroeg bijna 61 meter, een miljoen maal groter dan degolflengte van zichtbaar licht.

Op 13. December 1888 publiceerde hij zijn onderzoeksresultaat in het bericht „Über Strahlenelektrischer Kraft“.

Zoals zoveel wetenschappers uit die tijd zag ook Hertz (1857-1897) geen praktische toepassingvoor zijn ontdekking. Zo zei hij eens:

"Het is van geen enkel nut... Het is slechts een experiment wat bewijst dat MaestroMaxwell gelijk had. We hebben slechts deze mysterieuze elektromagnetische golven diewe met het blote oog niet kunnen zien, maar ze zijn er wel."

Er toen een van zijn studenten hem vroeg: "Wat nu?" antwoordde hij: "Niets, denk ik."

Men kan zich afvragen, waarom Hertz in zijn experimentele fase geen toekomst in de golven heeftgezien. Ongetwijfeld gold hem het enorme ontwikkelingspotentiaal op het gebied van de destijdsnog volledig onbekende detectoren en filtertechnieken als onvoorstelbaar.

Hertz was echter een buitengewoon goed experimentator. Zijn werk heeft zich als baanbrekend voorde telecommunicatie ontplooid. Dit kan aan een aantal voorbeelden met betrekking tot deparaboolantenne worden toegelicht.

Hertz registreert diverse golflengten in zijn experimenten. Voor een van de metingen van 188752

wordt een golflengte van 2,8m vermeld. In andere experimenten bedraagt de golflengte enkelemeters53 - in een van de meetopstellingen bijvoorbeeld 4m54.

Alhoewel Hertz talloze experimentele meetopstellingen en ontwerpen heeft gedocumenteerd,behoort de vonkbrug -“paraboolantenne” op basis van de overeenkomsten van een groot aantaldetails vrijwel zeker tot de nagebouwde versies, waarmee talloze natuurkundigen rond 1890 deexperimenten hebben getest.

Omdat de elektroden vrij zwaar beschadigd zijn is het denkbaar, dat de vonkbrug-“paraboolantenne” op gegeven moment als onbruikbaar voor verdere experimenten kan zijnbeschouwd en aan het radiolaboratorium werd afgestaan.

52 Elektrische Kraft Hertz:122 53 Elektrische Kraft Hertz:137 54 Elektrische Kraft Hertz:143

Page 19: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Een mislukt examen (1971)55

Na een weekeinde vol intensieve studie stapte ik 22 februari 1971 rond het middaguur op mijnMobylette en reed door een passabel ochtendverkeer naar E-hoog, parkeerde de brommer en gingmet de lift naar de zevende verdieping, afdeling digitale technieken en rekenmachines. Nogvertrouwde ik vol op mijn ervaring en kennis op het gebied van de TTL-logica enschakeltechnieken, dat tot de stof voor een van mijn laatste tentamens in elektrotechnische studiesaan de TH behoorde.

De deur van het secretariaat stond wijd open, maar het kamertje was leeg. De doorgangsdeur naarhet bureau van de hoogleraar was echter gesloten. Ik was aan de vroege kant en rook een spoortjeparfum in de lucht. Het was aangenaam en niet overdreven. Een attractieve geur van jongevrouwen.

Ik besloot af te wachten tot juffrouw Y. misschien met een kop koffie uit de afdelingskeuken zouterugkeren. Er gebeurde echter niets en niemand bevond zich in een van de direct naburigewerkkamers. Ik ging eens kijken in het keukentje en inspecteerde de gang naar de andere zijde vanhet gebouw, waar zich de kopieermachine bevond, maar niemand kwam vandaar opdagen.

Ik liep terug en wachtte nog een paar minuten. Na een kwartier besloot ik dan toch maar eens op dekamer van de professor te kloppen. Misschien was de secretaresse ziek en had hij de deur geslotenom zich op zijn werk te concentreren. Open deuren waren destijds voor dat soort bureaus heelgewoon.

Niets gebeurde daarop en ik wachtte nog enkele minuten. Toen echter werd de deur plotselinggeopend en kwam juffrouw Y. naar buiten in haar kamertje. Zij bloosde wat tussen haar blonde haar,mompelde “hallo” en boog zich snel over haar bureautafel, om een pen en papier bijeen te zoeken.

“Hallo, mevrouw Y.”, groette ik haar.

Ik kende haar wel en had haar voor het laatst twee maanden geleden, op het kerstfeestje, ontmoet. Infeite was professor H. de assistent hoogleraar voor mijn afstudeerproject, wat een digitaaldataverwerkingssysteem omvatte. Op het kerstfeest had iedere medewerker van de afdeling eenexemplaar van het boek “De naakte Aap” van Desmond Morris gekregen, dat nu als bestseller in hetNederlands was vertaald. Bij de uitnodiging had H. mij als medewerker vergeten. Zijn secretaresseY. had het echter gemerkt, mij alsnog uitgenodigd en de professor erop attent gemaakt, dat er nogeen extra boek nodig was. Op die korte termijn was er echter geen extra exemplaar van de tophitverkrijgbaar. H. haalde dus voor mij een ander werkje uit zijn boekenkast: “Nieuwe mathematiek”of zo. Zijn naam stond nog met rode inkt op de eerste pagina en herinnerde mij nog enkele jaren aandit kerstfeest.

“O, sorry, meneer R.! Wat kan ik voor u doen?, antwoordde zij en bestudeerde nog even haarpapieren.

“Ik heb om twee uur een afspraak voor een mondeling bij professor H., digitale schakeltechniekIII”, zei ik.

Zij legde haar papier neer en bladerde wat door haar kalender. “Nee hoor, vandaag staat er niets ophet programma”, zei ze met een gefronst voorhoofd. Met een steeds roder wordend hoofdbestudeerde zij de kalender een aantal dagen naar achteren en naar voren.

Ik wist dat Y. mijn ontbreken op de lijst voor de kerstparty had bemerkt en kon nauwelijks geloven,dat mijn naam in de kalender ontbrak. Als een gewone dorpspummel dacht ik, dat de arme meid zobloosde, omdat zij mijn tentamen vreesde te hebben vergeten, terwijl zij bezig was een steno op hetkantoor van die prof op te nemen.

55 Het dagboek der geurherinneringen

Page 20: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

“Ik heb u twee maanden geleden hier op kantoor bezocht en mij voor het tentamen opgegeven”,probeerde ik haar te helpen.

Op dat moment trad de H. de kamer binnen vanuit zijn bureau en vroeg “Wat is er aan de hand? Iser iets mis?.

“Wij controleren meneer R.'s tentamendatum voor een mondeling digitale schakeltechniek III, datvoor vanmiddag om twee uur is afgesproken. Iets moet er in de kalender misgegaan zijn.”,antwoordde juffrouw Y. Haar gezicht was nu zo rood als dat van een meisje, dat een uur langintensief tennis heeft gespeeld.

“Dat geeft niks. Komt u maar binnen.”, zei de professor en nodigde mij uit aan een klein tafeltjevoor zijn bureau plaats te nemen.

Hij trok zijn colbert aan en sloot het kleine tuimelraam, dat wat frisse koude winterlucht naarbinnen had gelaten. De raampjes waren klein gehouden om zelfmoorden te verhinderen en warenniet lang genoeg open geweest om die speciale vrijerslucht te verwijderen, die ik van mijn eigenerotische avontuurtjes zo goed kende. Wellicht was de juffrouw nu net mevrouw geworden dacht iknog, maar wijdde mij al snel de ernstigere thema's. Ik was hier om een van mijn laatste tentamens tehalen.

H. nam eveneens plaats en begin uit zijn hoofd vragen over de oude logica families te stellen. Ikprobeerde mij te concentreren op mijn antwoorden. Wij waren beide geïrriteerd en het kon eigenlijkniet uitblijven, dat hij mij een onvoldoende gaf. Het werd dus een vijf.

Ik vroeg hem wanneer ik nog eens kon terugkomen voor een herkansing, omdat dit onderwerp eenvan mijn laatste tentamenvakken in mijn studie was. Als student was ik gewend over een maand ofzo een tweede kans voor een mondeling te kunnen waarnemen.

“Nee, dat gaat niet zomaar” zei hij, “dit soort tentamens kunnen maar éénmaal per jaar wordenherhaald. Volgend jaar om deze tijd kunt u weer eens komen”.

Hij gaf mij ook geen cijferpapiertje, omdat ik officieel niet eens een tentamenafspraak had gemaakt.Met deze slag vielen mijn toekomstplannen in duigen en ik herinner mij de dag als een groteverandering in mijn leven, alhoewel die later toch positief zou uitvallen. In terugblik geloof ik, datde prof zich door mij in zijn coïtus geïnterrumpeerd moet hebben gevoeld.

Ik verliet het bureau en zag, dat Y. verdwenen was. Ook haar raampje stond nu open en dewinterkoude lucht woei een aantal papieren over de vloer. Ik raapte deze niet op, om niet ook nogvan nieuwsgierigheid bij het lezen van professorale privépapieren te kunnen worden beschuldigd.H. had mij duidelijk laten voelen, met welke overmacht een leraar een lastpost de deur uit kanwerken.

Het kostte mij nogal wat tijd om het tijdschema weer aan de nieuwe randvoorwaarden aan tepassen. Het extra jaar was te lang om alleen maar een paar tentamens te doen. Ik nam dus een paarmaanden een baantje aan als ambtenaar aan de TH.

Het baantje begon in mei en eindigde oktober 1971. Het leverde wat geld op om mijnverzekeringen, de huur, een brommer en de auto te betalen. Ik leefde in een comfortabelezolderkamer en genoot met een werkende vriendin van het leven. Aan de verlangzaming begonnenwij te wennen. Niemand spoorde mij aan harder te werken. Ik oefende wat in het schrijven vansollicitaties, maar bespeurde al gauw een teruggang in de uitnodigingen voor gesprekken. Wijvervloekten professor H., die mijn laatste examen minstens een half jaar had vertraagd.

Achteraf gezien moet ik professor H. danken, dat deze mij heeft gedwongen mijn horizon naar hetbuitenland te verleggen. Het kostte wat meer moeite, maar de ervaring was de moeite waard.

Page 21: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Een systematische onteigening (1971)

Mijn vader vertelde mij hoe rond het begin der zeventiger jaren medewerkers van eenwereldconcern werden beroofd van hun pensioengelden en werden gedwongen winkeltjes inte richten, waardoor de omzet van het concern kon worden vergroot56.

Inmiddels is er een nieuwe manipulatiemethode uitgevonden, die nu als een gifcocktail vanuit hetcentrum der criminele bankensector tot in de laatste Afrikaanse Achterhoek overal wordt verspreid.Het nieuwe geneesmiddel moet het BNP verveelvoudigen en wel zonder noemenswaardigekrachtsinspanning. Dit is dermate winstgevend, dat iedere staatsboekhouder de vingers jeuken omook een dergelijke balans in te tikken. Terugwerkend worden ook de afgelopen jaren opnieuwbeoordeeld en wordt er historisch gezien een rooskleurige zweem over de zwart/wit-beelden gelegd.Aan de productiviteit van de economie verandert er niets. Waarschijnlijk is de uitwerking van eennieuwe boekhouding zelfs negatief, omdat er na een profitabel jaar ongetwijfeld loonsverhogingenworden vastgelegd, die in geen enkel opzicht de werkelijke efficiëntie van de economie weergeven.Het is echter de Vanitas, die de moderne economie aandrijft en die de bonussen van de managers totongekende hoogte zal stuwen.

Onlangs heb ik nogmaals geanalyseerd welke rol Nederland in de ontwikkeling van het bedrieglijkeFiatgeld heeft gespeeld57. Daarin heeft Jelle Zijlstra geprobeerd de Amerikanen tot een verhogingvan de goudprijs te overtuigen. Daarin is hij niet geslaagd. De goudprijs werd niet verhoogd, maarverlaagd. Deze maatregel is in verhevigde mate ook vandaag nog geldig en houdt de dollar nogsteeds in wankel evenwicht op de plaats als globale sleutelvaluta. Sinds 1999 concurreert de euromet de dollar om deze positie.

Zijlstra was zich zeer goed bewust van de rol, die het goud speelde. Goud was in zijn ogen hetcentrum van de monetaire kosmos. Goud liet geen bedrog of Vanitas (“leegheid”) toe. Zijlstra wasovertuigd, dat men in de geldmiddelen bedrog moest kunnen uitsluiten. Dat gaat alleen metedelmetalen en dan ook nog met moeite.

Om het bedrog te laten winnen, moest het goud worden afgeschaft. Zijlstra heeft zich tegen dezeafschaffing verzet. Op 7 juli 1971 vlogen Volcker en Daane naar Amsterdam om de Nederlanders teovertuigen om geen dollar reserves meer in goud om te wisselen58. Zijlstra wisselde echter toch eendestijds aanzienlijk bedrag om in goud, met als gevolg, dat Nixon enkele maanden later, in augustus1971, de goudstandaard en de omwisseling van fiatgeld naar goud afschafte (de Nixon Shock).

De Nixon Schok (1971)59

Midden in mijn baantje als TH-medewerker tekende die goede oude Nixon dus op 15augustus 1971 de Executive Order 11615, waarin het goudvenster gesloten werd. Niet-Amerikaanse regeringen konden vanaf dat moment geen dollars meer tegen goudinwisselen. Ik was geen buitenlandse staat en interesseerde mij ook niet voor dat goud. Ergerwas, dat alle Nederlandse firma's hun sollicitatievensters eveneens sloten. Op sollicitatiesantwoordde nu niemand meer. De crisis was in een nachtmerrie overgegaan.

Intussen hadden mijn medestudenten allemaal prima banen aan universiteiten, bij de overheid of inlaboratoria gevonden. Nu vielen de deuren in Nederland dicht en moest ik mijn zoekcirkel drastischverruimen.

56 Theo's Strategy57 It's Not a Plunge Protection Team but a Plunge Projection Team58 Late Central Banker and BIS Head Zijlstra Revealed Currency Valued in Gold, Paper Gold Acceptable59 Vanitas Vincit – Het laatste reddingsanker

Page 22: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Na een jaar meldde ik mij weer aan voor de digitale schakeltechniek III. Bij het aanmelden van mijntentamenafspraak zag ik de secretaresse weer opnieuw blozen. Ook de professor herinnerde zichwat er was gebeurd en grijnsde mij op vertrouwelijke wijze toe. Hij beschouwde mij kennelijk alseen soort medeplichtig bondgenoot. Alle raampjes waren nu gesloten, want het was buiten al evenkoud als het jaar tevoren.

Ditmaal verliep het tentamen zo soepel als een trein. Het was mijn laatste horde. De prof wist datnatuurlijk allang, maar toch wilde hij mij nog even intimideren door mijn cijfer een ongewoon kortegeldigheidsduur mee te geven: 1 februari 1973. Dat was hoogst ongewoon, want alle andereexamens waren zoals gebruikelijk vijf jaar geldig. Ik moest nu nog een paar weken wachten totdater een afstudeerzitting plaatsvond, maar op 9 maart 1972 was het dan zover. Het was uiteraard eenandere hoogleraar, die mij het diploma uitreikte en feliciteerde.

Ik was nu afgestudeerd, maar aan dit soort kennis bestond nu geen navraag meer. Er waren maarenkele Nederlandse firma's, die überhaupt ingenieurs konden gebruiken en die ondernemingenwachtten allemaal het einde van de crisis af, voordat zij weer nieuwe mensen aannamen. Ik moetdus noodgedwongen elders, in het buitenland gaan solliciteren...

De emigratie naar Duitsland (1972)

De emigratie naar het oostelijke buurland was dus een direct gevolg van deliefdesavontuurtje van professor H. en de goudaankopen van Zijlstra. Achteraf ben ik echterdankbaar, dat de beide hoge machthebbers mij dwongen te emigreren.

De sollicitaties en de voorbereidingen voor de verhuizing naar Duitsland duurden tot 1 November1972. Na een korte proefperiode bevestigde ik de succesvolle aanstelling en startte devoorbereidingen voor een trouwpartij kort voor kerstmis 1972. Begin 1973 begonnen we alsechtpaar een nieuw leven in een splinternieuwe huurwoning.

Destijds was een verhuizing naar Duitsland nog een echt avontuur, te vergelijken met een emigratienaar een ver land. Nog steeds waren er in de steden en laboratoria de gevolgen van de afgelopenwereldoorlog te bespeuren en te zien. Er waren nog talloze zelfgebouwde instrumenten tebewonderen, die bijvoorbeeld een draaitafel met een tandwielbak vol dubbele tandwielen, die doormiddel van een veer de dode gang konden elimineren. Voor de aandrijving hadden de slimmeontwerpers een oude startmotor van een Volkswagen toegepast.

De kasten waren oud. Er werd veel gewerkt met kladpapier, maar er stond een kleine bibliotheekmet uitstekende boeken in Engels en Duits ter beschikking.

Binnen de firma, maar ook op de markten beleefde ik talrijke turbulenties en chaotischeherstructureringen. Uitgerekend rond 2007, tijdens de financiële crisis der Lehmann catastrofe,ondertekende ik het overgangscontract voor een VUT-regeling, waardoor ik in het jaar 2010 depensioengerechtigde leeftijd bereikte. Op dat moment begon de rente te dalen en bereikte hetmonetaire systeem op globale schaal een dieptepunt, waarin vrijwel alle centrale banken de rente op0% lieten zakken en vrijwel alle gelddrukpersen op een maximale geldvloed werdenovergeschakeld. De bankensector en nagenoeg alle staten waren de facto failliet. Niemand durfdedeze wijsheid echter hardop uit te spreken. Verzekeringen, banken en pensioenfondsen zijn nietmeer in staat op normale wijze een rendement op investeringen te verdienen.

De olieprijs is min of meer gehalveerd ten opzichte van de dollar. De Euro heeft ongeveer een derdeverloren.

Page 23: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

Appendix I – De vocalenrijke namen van GodDe chronologische formulering van de godennaam Jahweh luidt als volgt60:

• (11,000 BCE Atum-Iu, born son of Ptah documented by Massey in Ancient Egypt61 )

• 1,400 BCE yehua (inscription dated at Amenhotep III - circa 1400 BCE - found at Soleb)

• 1,100 BCE Yawhanan (Yôhanan) (oldest likely theophoric name, in paleo-Hebrew)

• 900 BCE Ia-u-a (Ia-u) (in Shalmaneser III's texts - In the Assyrian black obelisk62)

• 900 BCE YHW (Kuntillet Ajrud's writings, dated from the ninth century BCE)

• 600 BCE Yah (from the Babylonian king Nebuchadnezzar, ca. 600 BCE)

• 539 BCE Jehovah (from: Cyrus, who used the name Jehovah in Ezr 1:2)63.

• 500 BCE YH (Yah) & Yahu (Hebrew) and Ia & Iaô (Greek) (numerous witnesses)

• 350BCE (Singing) A-E-H-I-O-Y-Ω64 in Demetrius On style ( De elocutione)65

• 300 BCE - Introduction of the Substitute Adonay (Lord) for the Great Name -• 50 BCE IAΩ66 (Diodorus Siculus translates the Tetragrammaton to IAΩ. )

• 50 BCE ΙΕΗΩΟϒΑ' (Supreme Being with seven Greek vowels in 'Treatise on Interpretations' )

• 200 CE Iaoue (explained by Clement of Alexandria as "the one who is and who will be"67. )

• 200 CE IAÔ (Ιαω in Greek, [Iah] in Latin) (explained by Irenaeus of Lyons, 130-202)

• 420 CE Iabe (for Samaritans) – resp. Aïa for the Jews68. (by Theodoret of Cyrus)

• 500 CE IOA (ΙΩΑ) (by Church Father Severus of Antioch (465-538) and in Codex Coislinianus)

• 1195 CE Ieue (Translation of the Divine Name by Joachim of Fiore)

• 1200 CE Ieue (Translation of the Divine Name by Pope Innocent III)

• 1278 CE Yohoua (Translation of the Divine Name by Ramón Martí)• 1303 CE Yohouah (Translation of the Divine Name by Porchetus de Salvaticis)

• 1455 CE Ieoa, Ihehoua, Jehovah69 (Translation of the Divine Name by Nicholas of Cusa)

• 1474 CE Hiehouahi (Translation of the Divine Name by Marsilio Ficino)

• 1509 CE Ihevhe (Translation of the Divine Name by Jacques Lefèvres d' É taples)

• 1555 CE Ioua (Translation of the Divine Name by Sébastien Chateillon)

• 1490 CE Iehoua, (According to John Pic della Mirandola a derivation from Ioua /Ioue - Jupiter)

• 1480 CE Iohauah (used in ‘Our Father’70 by Johannes Wessel Gansfort - 1480)

• 1535 CE Iehouah (instead of Ioua – by the French translator Pierre Robert Olivétan )

• 1568 CE Iehue (resp. the verbal form Iehoua or Iihue 71) by Archbishop Gilbert Génébrard

• 1901 CE Ιαουε72 → Iaoouee, Iabe, Iäouiee73 as a translation for YHWH in Jewish Encyclopedia

60 The Timeline of Vowel Symbolism → Detailed documentation in The Vowels in the Divine Name(s)61 Atum-Iu may be an undocumented record.62 Black Obelisk of Shalmaneser III63 The Name Of God Yehowah. Its Story, By Gérard Gertoux64 The Mystery of the Seven Vowels 65 Demetrius, of Phaleron, b. 350 B.C. Spurious and doubtful works 66 The Name ΙΑΩ67 The Name Of God Yehowah. Its Story, By Gérard Gertoux68 Quaestiones in Exodum cap. XV – quoted in The Name Of God Yehowah. Its Story, By Gérard Gertoux69 The Name Of God Yehowah. Its Story, By Gérard Gertoux A7 - Is Galatino the first who introduced the name

Jehovah in 1518? 70 The Name Of God Yehowah. Its Story, By Gérard Gertoux71 not derived from Ioue (Jupiter!), but from from Aramaic yihweh, respectively Hebrew Iehoua72 However, there are other equally reputable scholars who can provide evidence that the underlying Greek of Jave is

"ιαου" and not "ιαουε".73 London Papyri. Xlvi, 446-482

Page 24: Inzicht bestaat uit verteerde herinneringen

InhaltsverzeichnisStrijp (1947)..........................................................................................................................................2

Rood & Blauw in Eindhoven (1954)...............................................................................................3Rood & Blauw in Roermond (1961)................................................................................................4Rood en Blauw in de tempels..........................................................................................................4De kleurencode van Goethe.............................................................................................................4

De vrijmetselaar Goethe (1780)..................................................................................................5De kleurencode van Francisco de Miranda......................................................................................6

De vlag van de Hamburger Burgerwacht....................................................................................6De kleurencodes van Musil..............................................................................................................7De symbolische kleuren rood en blauw der graftombes..................................................................7Kunst................................................................................................................................................7In de naam van God (1995).............................................................................................................8

Plato............................................................................................................................................8JHVH..........................................................................................................................................8De “Y” van Claudius (40 AD)....................................................................................................9De letter “E” boven de ingang van de tempel van Apollo te Delphi...........................................9IAΩ..............................................................................................................................................9Dantes “I” (1300)........................................................................................................................9Het AEIOU-zegel (1436-1482)...................................................................................................9De Yahoo (1720-1725)..............................................................................................................10Ego-pronomina..........................................................................................................................10

Schrijven (1956).................................................................................................................................11De betoverende geur van een ontluikende lotus (1967).................................................................11

13 April 2014, Pulkowo............................................................................................................11Lisa............................................................................................................................................12De betoverende geur van de eisprong.......................................................................................13Ontwaken uit een droom...........................................................................................................13

Daphne (1964)....................................................................................................................................14Billets doux....................................................................................................................................14De wijsheid in Terres des Hommes...............................................................................................16

De rol van de HBS (1965)..................................................................................................................17De vonkboogantenne uit het fysisch kabinet van de HBS.............................................................17De HBS..........................................................................................................................................17Heinrich Hertz................................................................................................................................17

Een mislukt examen (1971)................................................................................................................19Een systematische onteigening (1971)..........................................................................................21De Nixon Schok (1971).................................................................................................................21De emigratie naar Duitsland (1972)...............................................................................................22

Appendix I – De vocalenrijke namen van God..................................................................................23