Webwerken

Hoe kun je online leren en werken in organisaties en netwerken stimuleren?

Boekje: experimenteren met webtools

Joitske Hulsebosch, Sibrenne Wagenaar, Simon Koolwijk, Elmine Wijnia, 2009

De Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk delen 3.0 Nederland Licentie is van toepassing op dit werk. Ga naar http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/nl/ of stuur een brief naar Creative Commons, 171 Second Street, Suite 300, San Francisco, California, 94105, VS om deze licentie te bekijken.

1. Delicious: oefenen met Social Bookmarking

Iedere keer dat je in je browser een pagina opslaat onder je favorieten, ben jij de enige die de links kan terugvinden. Links die relevant zijn voor jou, zijn echter misschien ook relevant voor je collega's. Zou het dan niet veel handiger zijn om je favorieten online op te slaan en te delen met anderen? Social bookmarking doet precies dat. Je slaat je favorieten op, op een webpagina. Deze pagina is ook toegankelijk voor andere mensen. Door 'tags' toe te voegen aan de webpagina die je bewaart op de webpagina, geef je aan waar de pagina met name over gaat, en kun je ze later weer terugvinden.

Maak een del.icio.us account aan

1. Surf naar http://del.icio.us 2. Klik op register in de rechterbovenhoek.

3. Vul de velden in. Kies een naam en wachtwoord. Gebruik je eigen naam als je wilt dat andere mensen je bookmarks kunnen vinden. Het is handig je email adres in te vullen, zodat ze je wachtwoord opnieuw kunnen toe sturen als je hem kwijt zou zijn. Typ de letters na (spam verificatie).

4. Klik op register als je klaar bent.

5. Sla de install buttons stap over en klik op ‘stap 3’ en ‘view your saved pages’.

6. Je staat nu op je eigen del.ico.us pagina.

Bookmark een aantal van je favoriete websites over leren.

1. Open een nieuw tabblad in je browser en ga naar een website van je keuze. 2. Klik op post in je del.icio.us. Kopieer de link (URL) van de website uit de browser

naar je del.icio.us pagina.

3. Vul de andere velden in: description (titel pagina), notes (opmerkingen), tags (trefwoorden die op de website slaan).

Webwerken – experimenteren met tools 2

4. Kies “webwerken” als een van de tags. Dit is een unieke tag die ons in staat stelt om samen een archief van relevante online websites samen te stellen.

5. Klik op save. Je hebt nu je eerste pagina gebookmarked!

Webwerken – experimenteren met tools 3

Gebruik maken van de favorieten van anderen

1. Bekijk je gebookmarkte pagina(s). Onder je bookmark zie je in rose: ‘saved by XX other people’. Klik hierop.

2. Je ziet nu een lijstje van mensen die dezelfde website interessant vonden. Bekijk hun bookmarks en hun tags. Surf rond in hun bibliotheek. Vind je andere interessante links? Dan kun je ze toevoegen aan jouw eigen del.icio.us account door op ‘save this’ te klikken. Dit staat achter de bookmarks van anderen. Als iemand heel interessant lijkt kun je hem toevoegen aan je network. Klik op ‘add xx to your network’ in de lichtblauwe balk bovenaan.

3. Bekijk http://del.icio.us/tag/webwerken. Dit is een lijst van websites die we samen gemaakt hebben. Via /tag/ kun je speciale tags bekijken.

Bekijk de instructievideo

Op de volgende wiki vind je een instructie video over social bookmarking met del.ico.us waar je het bovenstaande nog eens kunt bekijken en kunt zien hoe je buttons in je browser kunt installeren waardoor bookmarken nog makkelijker wordt. Zie: http://werkenmetweb2.wikispaces.com/Social+bookmarking

Webwerken – experimenteren met tools 4

2. Netvibes: oefenen met RSS feeds

Een RSS-feed wordt gebruikt om inhoud van webpagina's die snel veranderen te publiceren, zoals nieuwspagina's en blogs. In de feed wordt dan de inhoud van een artikel gepubliceerd. RSS is een afkorting voor Rich Site Summary of ook wel Real Simple Syndication. Via een RSS feed reader kan je bijhouden welke nieuwe berichten zijn toegevoegd aan sites met een RSS feed. Meestal krijg je de titel te zien, en kan je erop klikken voor meer informatie. Als je weblogs wilt volgen, kan je via een RSS feed reader zorgen dat je geen blogpost mist.

Zoeken van RSS feeds

Surf naar je favoriete

webpagina's en kijk of ze

RSS-feeds aanbieden.

RSS feeds herken je aan

de tekens zoals hiernaast

afgebeeld.

Netvibes account maken

1. Surf naar http://netvibes.com. Klik op inloggen. Er verschijnt een dialoogvenster in het

midden van het scherm.

2. Klik op aanmelden (onder Nog geen lid?). Vul je e-mailadres in en kies een

wachtwoord. Vink aan dat je akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden;

Je bent nu ingelogd en kunt de pagina gaan vullen met je eigen feeds.

Webwerken – experimenteren met tools 5

3. Kijk nu eerst eens rustig rond op de pagina. Klik alles aan, probeer eens een blokje te

verwijderen of te verplaatsen. Tip: Je kunt ook het uiterlijk van de pagina naar je eigen smaak

aanpassen.

RSS feeds toevoegen aan Netvibes

1. Ga naar een webpagina die je graag wilt volgen. Zoek naar de RSS-feeds.

2. Kopieer de link naar de RSS-feed. Ga vervolgens naar Netvibes (je moet natuurlijk wel

ingelogd zijn om je persoonlijke pagina te zien en aan te kunnen passen) en klik op Inhoud

toevoegen (linker bovenhoek).

3. Ga naar 'Een feed toevoegen”, plak de URL die je hebt gekopieerd in het witte veld in het

rechter scherm en klik op 'Voeg feed toe'. Er verschijnt nu een blokje onder het witte veld.

Sleep het blokje naar de plek op de pagina waar je de feed wilt hebben. That's it!

Snel toevoegen

Je kunt bij 'Een feed toevoegen' ook gewoon de URL van de hoofdpagina van een website

invullen. Netvibes zoekt dan zelf naar beschikbare feeds van die website. Type maar eens de

URL een favoriete webpagina in en klik op 'toevoegen'.

Webwerken – experimenteren met tools 6

3. Oefenen met Ning, een discussieforum

Aanmelden bij NING

1. Surf naar http://webwerk.ning.com/

2. Klik op inschrijven in de rechterbovenhoek.

3. Vul de velden in. Kies een wachtwoord. Invullen van je emailadres is nodig om berichten uit

Ning te kunnen ontvangen. Typ de letters na (spam verificatie).

4. Klik op inschrijven als je klaar bent. Je komt dan op een pagina waar je je profiel kunt

invullen. Vul de velden in en klik op deelnemen als je klaar bent. Je komt dan op de

hoofdpagina.

Webwerken – experimenteren met tools 7

Je persoonlijke pagina inrichten

1. In de rechterbovenhoek zie je een kadertje met onder meer ‘instellingen’. Klik hierop en pas

de instellingen aan naar eigen voorkeur. Je kunt bijvoorbeeld je foto opladen of je profiel

antwoorden veranderen.

2. Je eigen pagina kan je helemaal zelf inrichten. Links vind je bijvoorbeeld ‘mijn foto’ of ‘thema’

wijzigen. Alle onderdelen op de pagina kan je zelf bewerken.

3. Je hebt ook de mogelijkheid om een eigen blog bij te houden. Schrijf bijvoorbeeld een kort

stukje over je eerste ervaring met NING. Als je klaar bent met schrijven klik je op ‘tekst

publiceren’ onderaan de pagina.

4. Je gaat terug naar de startpagina door in de bovenbalk op ‘startpagina’ te klikken.

Webwerken – experimenteren met tools 8

Meedoen aan een discussie

1. Op de startpagina zie je een kolom genaamd ‘Forum’. Daaronder staan de discussies die

lopen en waar je op kunt reageren. Klik op een van de discussies en lees de berichten die er

bij horen.

2. Onderaan de berichtenlijst zie je een leeg tekstvak. Reageer door in dit tekstvak je reactie te

schrijven. Klik op Antwoord Toevoegen als je klaar bent.

3. Je kunt ook zelf een discussie starten. Zowel op de startpagina als op de Forumpagina vind

je een groen kruisje met daarachter ‘Discussie starten’. Klik daar op. Geef de discussie een

titel en schrijf het eerste bericht. Klik vervolgens op Discussie Starten.

Contact met andere leden

Het forum met lopende discussies is natuurlijk een goede manier om onderling contact te

hebben. Vaak heeft zo’n discussie een inhoudelijke focus. Er zijn nog andere manieren voor

onderling contact:

Je kunt naar de pagina van een van je vrienden gaan via de tab ‘Leden’ of door op een foto

te klikken en daar een berichtje achterlaten voor hem of haar op het prikbord. Dit bericht is

persoonlijk geadresseerd en zichtbaar voor iedereen.

Je kunt iemand een mailtje sturen via Ning. Je

gaat naar de persoonlijke pagina en onder de foto

links in het scherm klik je op ‘een bericht sturen’.

Webwerken – experimenteren met tools 9

Start een eigen NING

Wil je een eigen NING starten, dan gaat dat als volgt.

1. Ga naar http://www.ning.com/

2. Bedenk een naam voor het netwerk en het webadres dat je ervoor wilt gaan gebruiken. Klik

daarna op Create.

3. Vervolgens kom je in een soort ‘wizard’ die je helpt om je Ning omgeving in te richten zoals jij

het wilt. Volg de vragen die je gesteld worden en klik op de blauwe pijl met NEXT als je klaar

bent. Middels deze wizard kan je aangeven of je ning omgeving open of prive is, in welke taal

je het wilt, en welke elementen je op de hoofdpagina wilt hebben.

4. Heb je de wizard doorlopen dan kom je in de Ning omgeving die je net hebt gemaakt. Middels

de tab Beheren kan je er verder aan werken, leden uitnodigen. Hier kan je ook enkele

startvragen maken die leden krijgen als ze zich voor het eerst aanmelden (klik op

profielvragen). Een mooie manier om een persoonlijk profiel vorm te geven!

4. Oefenen met Twitter: micro-blogging

Maak je eigen Twitter account aan

1. Surf naar www.twitter.com en klik op Get Started- Join!

Webwerken – experimenteren met tools 10

2. Vul de velden in en klik daarna op ‘create my account’. De username zal je Twitternaam

worden. Onze Twitter namen zijn Joitske (www.twitter.com/joitske) en Sibrenne

(www.twitter.com/sibrenne).

3. De volgende stap sla je over. Klik op skip this step. Deze stap kun je wel nemen als je wilt

weten wie uit je adresboek al op Twitter ziet.

4. De volgende stap kun je ook overslaan. Als je de vinkjes laat staan heb je automatisch 18

mensen die je al volgt op Twitter. Als je dit niet wilt moet je de vinkjes uitzetten. Klik dan op

Finish. Je hebt nu een Twitter account! In principe kun je nu gaan Twitteren. Je typt dan in

het vakje een bericht van maximaal 140 karakters en

klikt op update. Wat makkelijker is om eerst een

aantal mensen te volgen op Twitter en zo te leren

over de ‘Twitter cultuur’. Het is bijvoorbeeld

gebruikelijk om te antwoorden met @. Dus @joitske

of @sibrenne als je aan ons wilt antwoorden.

Bekijk een uitleg over Twitter op video:

Surf naar http://www.commoncraft.com/Twitter en bekijk het korte filmpje over Twitter

Zoek interessante mensen om te volgen op Twitter

Er zijn twee soorten Twitter accounts: mensen die je altijd kunt volgen, en mensen die je

toestemming moet vragen om te mogen volgen.

1. Klik op Find People in de rechterbovenhoek.

2. Je kunt via de echte naam of Twitter naam zoeken naar bekenden die je zou willen volgen.

Zoek een aantal mensen en voeg ze toe door op hun pagina op Follow te klikken. Als zij kun

account beschermd hebben moet je eerst wachten op hun goedkeuring voor je hun ‘tweets’

ziet.

3. Een aantal mensen met publieke accounts die je zou kunnen volgen zijn:

Erwin Blom - https://twitter.com/erwblo - twittert over sociale media en online communities van uit media perspectief

Willem Karssenberg- http://twitter.com/trendmatcher- Als trendmatcher, blogger en innovator leg ik verbanden tussen trends op internet en het gebruik dat we ervan kunnen maken in de onderwijs praktijk.

Maxime Verhagen - http://twitter.com/MaximeVerhagen Onze meest fanatiek twitterende minister.

Webwerken – experimenteren met tools 11

Davied van Berlo- http://twitter.com/Davied Davied is projectleider van ambtenaar2.0. Tevens initiatiefnemer van het netwerk Ambtenaar 2.0 en schrijver van het boek Ambtenaar 2.0.

4. Een andere manier om te zoeken naar interessante twitteraars is via search:

http://search.twitter.com. Je kunt hier zoektermen invoeren en kijken wie over deze termen

twitteren. Ook kun je natuurlijk kijken wie andere mensen volgen. Bij following in een

persoonlijk profiel kun je dit zien. Als je wilt kun je zo nieuwe contacten leggen.

5. Oefenen met Wikispaces, een WIKI

Een wiki is een webpagina waar iedereen tegelijk informatie aan kan toevoegen, net zo makkelijk als een worddocument. De kracht zit in het samen kunnen werken aan een document. Je werkt allemaal aan dezelfde tekst, iedereen kan veranderingen doorvoeren en deze zie je ook van elkaar.

Meld je aan bij wikispaces

1. Surf naar http://werkenmetwiki.wikispaces.com2. In de rechter bovenhoek kan je je aanmelden. Klik daarvoor op ‘Join In’. Onderstaand

dialoogvenster verschijnt.

Webwerken – experimenteren met tools 12

3. Vul je username, password en e-mail adres in.

4. De startpagina van de wiki verschijnt.

Werken aan een wiki-paginaEen wiki is eigenlijk een document bestaande uit verschillende pagina’s die aan elkaar zijn gelinked. In elke pagina kan je als deelnemer van de wiki werken.

1. In de linkerkolom van de wiki vind je de inhoudsopgave. Klik op ‘werkvormen’. Je komt dan op een pagina waar je met elkaar (in dit geval) korte beschrijvingen van werkvormen verzamelt.

2. Klik vervolgens op de button ‘Edit this page’. Bovenin je scherm vind je nu een werkbalk.

3. Beschrijf kort een werkvorm die je kent en maak gebruik van de opties in de werkbalk om de tekst op te maken naar eigen smaak

4. Als je klaar bent druk je op ‘save’ om je tekst te bewaren.

Nog wat meer experimenteren?

Webwerken – experimenteren met tools 13

Met dit icoontje kan je een afbeelding toevoegen aan je tekst. Een afbeelding moet je eerst uploaden. Dan dubbelklik je op de afbeelding en het verschijnt in je tekst. Hiermee kan je ook documenten uploaden die je bijvoorbeeld in Word of PowerPoint hebt gemaakt.

Hiermee kan je een tabel maken in de pagina.

Dit icoontje gebruik je als je in de tekst een link wilt maken naar een internetpagina. Of naar een andere pagina in deze wiki.

Door op dit icoontje te klikken kan je een widget toevoegen aan je wiki. Een widget is een klein programma of bestand dat je upload uit een ander programma. Denk aan een slideshow, een kaart van een gebied, een korte vragenlijst die je mensen wil voorleggen.

Een nieuwe pagina aanmaken

1. Klik linksboven op ‘New Page’.2. Geef de pagina een naam en druk op ‘Create’.

3. De nieuwe pagina verschijnt en hier kan je in werken. Als je klaar bent druk je op ‘Save’.

4. Je nieuwe pagina is aangemaakt, maar er is nog geen link tussen deze nieuwe pagina en de andere pagina’s. Dat is wel handig, want dan vind je de pagina makkelijk terug. Je kunt de pagina bijvoorbeeld toevoegen aan het menu. Dit doe je door te klikken op ‘Edit Navigatie’.

5. Je voegt de naam van de nieuwe pagina aan het lijstje toe en je maakt een link naar de nieuwe pagina. Deze keer kies je in het dialoogvenster Create Link voor ‘Choose an existing page’. In het overzicht wat verschijnt als je daarop klikt staat de naam van de door jou aangemaakte nieuwe pagina. Die kies je, en je klikt op OK. Je pagina is toegevoegd aan de inhoudsopgave.

Een discussie online

Je kan elkaar als groep ook mailen via de wiki. Dit kan handig zijn om alle communicatie rondom dit project op 1 online plek te laten plaatsvinden. Je vindt het ook weer makkelijk terug.

1. Klik op het tabblad ‘Discussion’.2. Eerst zie je een overzicht van lopende discussies. Door op de naam van een discussie te

klikken kan je alle posts lezen. En een reactie toevoegen.

Webwerken – experimenteren met tools 14

3. Je kan ook zelf een nieuwe discussie starten. Dan ga je weer naar de beginpagina van ‘Discussion’ (bijvoorbeeld door op de betreffende tab te klikken) en je schrijft je mail in het tekstvak.

Start een eigen wiki

Je kan heel gemakkelijk een eigen wiki starten. Doe dan het volgende:

1. Klik op WIKISPACES, helemaal rechts bovenin het scherm.2. Klik nu op ‘Make a new wiki’.

3. Volg alle dialoogvensters tot je in de nieuwe wiki bent. Als je al eens ben ingelogd bij Wikispaces (zoals bij deze oefening), dan kan je dezelfde inloggegevens gebruiken.

4. Ga je nu in de nieuwe wiki naar de homepage, dan zie je links in het kader ook een optie ‘Manage Space’. Jij bent nu manager van deze omgeving, wat maakt dat je meer rechten hebt dan een deelnemer. Als je op deze optie klikt, dan verschijnt er een scherm met allerlei iconen. Neem wat tijd om hiermee te experimenteren, veel opties zijn heel helder en zeggen gelijk wat ze doen.

Verder lezen over ‘Werken met Web2.0’?

Web2.0 Tools zoeken en vinden

Webwerken – experimenteren met tools 15

Er zijn een aantal sites die een goed startpunt zijn om je zoektocht te beginnen als je op zoek bent naar een nieuwe tool:

100 tools van 223 professionals die met leren bezig zijn http://www.c4lpt.co.uk/recommended/top100.html

De site van de Seomoz web2.0 awards voor de beste web2.0 services http://www.seomoz.org/web2.0

Go to Web2.0. Hier kun je per tag of per categorie naar tools zoeken http://www.go2web20.net/

RSS feeds en RSS readers

Meer lezen via http://werkenmetweb2.wikispaces.com/RSS+feeds+en+RSS+readers

Een voorbeeld: Betabibliotheek heeft RSS feeds verzameld over het Darwin Jaar

http://www.netvibes.com/betabibliotheek#Darwinjaar

Weblogs en bloggen

Een weblog, vaak een blog genoemd, is een site in een dagboek-stijl. De maker, de weblogger of blogger, schrijft regelmatig een stukje tekst wat op de blog geplaatst wordt, het meest recente stukje komt bovenaan te staan. Je kunt gratis een weblog aanmaken op sites zoals Blogger, www.blogger.com, Wordpress http://www.wordpress.com/, of een Nederlandse site www.web-log.nl. Idealware heeft een artikel waarmee je verschillende blog software kunt vergelijken: http://www.idealware.org/blogging_software/index.php?redirect=http://www.idealware.org/blogging_software/2006/06/introduction.php

Meer blog tips op:

Basic blogging for women (ook voor mannen) http://basicbloggingforwomen.blogspot.com/ Onze weblog pagina in de werken met web2 wiki

http://werkenmetweb2.wikispaces.com/Weblogs

Better Business Blogging – een weblog over corporate blogging http://www.betterbusinessblogging.com/

Twee voorbeelden:

VSO biedt de mogelijkheid aan vrijwilligers om te bloggen over hun ervaringen (www.vso-stories.net)

Cap Gemini heeft een thematisch blog over technologie http://www.capgemini.com/technology-blog/

Wikis

Webwerken – experimenteren met tools 16

Een aantal bekende wiki services zijn:

Pbwiki (www.pbwiki.com) Wikispaces (www.wikispaces.com)

Wetpaint (www.wetpaint.com)

Google docs (www.docs.google.com) niet een echte wiki maar een word-achtig document waar je samen aan kunt werken online.

Wikimatrix (www.wikimatrix.org) is een site waar de functionaliteiten van verschillende wikis vergeleken wordt.

Drie voorbeelden:

De birdflu (vogelgriep) wiki Het Ruud de Moor Centrum gebruikt wikis in sharepoint voor definities

http://cop.rdmc.ou.nl/WikiRdMC/Wikipagina's/Forms/AllPages.aspx

CGIAR heeft een wiki om methoden en werkvormen te verzamelen http://www.kstoolkit.org/

Een goed boek over het gebruik van wikis in organisaties is: Wikipatterns. A practical guide to improving productivity and collaborator in your organization. Met als auteur Stewart Mader.

Online discussie forums

Je kunt zelf maken een discussieforum starten voor een specifieke groep, of over een specifiek onderwerp. Een platform waar mensen elkaar online kunnen ontmoeten en kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. Er zijn verschillende programma's die dit mogelijk maken, vaak variërend in uiterlijk en mogelijkheden. Welke tools zijn er?1. Email based discussion forums- forums waarbij alle berichten in je inbox komen. Google Groups is een gratis forum waarbij je kunt kiezen of je een openbaar toegankelijk

forum start of een forum voor een selecte groep. Indien je voor een selecte groep kiest, zijn de bijdragen niet voor andere mensen buiten de groep te lezen. Je kunt documenten opladen, de deelnemers zien, en de berichten. Alle deelnemers ontvangen alle berichten via de email, tenzij ze instellen dat ze dit niet willen.

Yahoo Groups is erg vergelijkbaar met Google Groups.

2. Online discussion forums- forums waarbij je in principe de berichten online leest. Hierbij kun je verschillende discussies 'threads' tegelijk hebben lopen, waarbij niet iedereen aan alle discussies meedoet. Microsoft Sharepoint is een programma wat vaak gebruikt wordt, door de combinatie met

andere Microsoft pakketten. Ning (www.ning.com) is een programma wat je met advertenties gratis kunt gebruiken. Je

betaald voor het weghalen van de advertenties of het hosten van een Ning omgeving op je eigen domein naam. Je kunt de vormgeving voor een groot deel zelf bepalen. Ook kan je

Webwerken – experimenteren met tools 17

kiezen van welke mogelijkheden je gebruik wilt maken. Denk bijvoorbeeld aan een forum, notities, chatruimte, blog, ruimte voor foto's. Elke deelnemer heeft tevens een eigen pagina en er is een mailfunctie zodat je ook met specifieke leden kunt communiceren.

Tangler (www.tangler.com), Socialgo (www.socialgo.com) en collectivex (www.collectivex.com) zijn vergelijkbaar met Ning.

Een voorbeeld:

Open Universiteit heeft een online cursus introductie netwerkleren voor het onderwijs in

sharepoint http://www.ou.nl/eCache/DEF/2/07/400.html

Goed boek op dit gebied:

Managing online forums. Everything you need to know to create and run successful community discussion boards. Geschreven door Patrick O’Keefe

Verder vind je veel informatie over online faciliteren op: http://onlinefacilitation.wikispaces.com/

Social Networking tools

In het Nederlands noemen we het, heel verrassend, sociale netwerken. Overal waar er sprake is van groepsvorming bestaat er een sociaal netwerk. Ieder mens maakt deel uit van meerdere sociale groepen. De buurt, de school, de sportvereniging, het werk, de woonplaats en ga zo maar door. Deels overlappen deze netwerken elkaar, vaak ook niet. Bij sommige sociale netwerken voel je meer betrokkenheid dan bij anderen.

Op het internet verstaan we onder social networking alle sites die tot doel hebben om mensen met elkaar te verbinden. Het zijn sites waar je een persoonlijk profiel aanmaakt en vervolgens contacten legt met anderen. Meestal leg je contact met anderen door formeel te bevestigen dat je elkaas 'vriend' bent. De meeste social networking-sites bieden de ruimte om foto's, video's en tekst te delen. Vaak is er ook de mogelijkheid om elkaar berichten te sturen en een status-update te geven (een kort bericht wat je nu aan het doen bent).

De bekendste Nederlandse social networking-site is Hyves met inmiddels meer dan 7 miljoen gebruikers. LinkedIn is op dit moment in Nederland een veelgebruikte site om zakelijke contacten te leggen.

Een voorbeeld:

Fris in je hoofd is een online network forum waar de vergader gelegenheid Seats2meet contact houdt met klanten en anderen http://www.mindz.com/plazas/Fris_in_je_hoofd_

Webwerken – experimenteren met tools 18

Project management tools

Er zijn tools waarmee je met een project team makkelijk een online plek kunt maken waar je deadlines in kunt zetten en kunt monitoren, kunt overleggen en document kunt bewaren. Twee voorbeelden (beiden niet gratis) zijn:

Basecamp http://www.basecamphq.com/ Activecollab http://www.activecollab.com/

Sharepoint http://office.microsoft.com/en-us/sharepointtechnology/default.aspx

Meer informatie:

Een aantal online tools voor team samenwerking: http://www.collegiateproject.com/articles/Collaborative%20Online%20Tools.pdf

Tools voor teams, artikel over het gebruik van web2.0 tools voor team communicatie

Sharepoint

Review van goede en mindere functionaliteiten van Sharepoint met suggesties voor plug-ins: http://www.personalinfocloud.com/2009/03/sharepoint-2007-gateway-drug-to-enterprise-social-tools.html

Newsgator een plug-in voor Sharepoint ‘corporate social networking’ http://www.newsgator.com/business/socialsites/default_what.aspx

Veiligheid

De belangrijkste veiligheidsvragen bij het gebruik van web2.0 waar IT-afdelingen en management zich over moeten buigen zijn:

Het risiko van het binnen brengen van virussen bij software die je moet downloaden en op je computer installeren (zoals bij skype).

Risiko’s voor inbraakpogingen om toegang te krijgen tot bedrijfsgeheimen. Alle verbindingen met je computer kunnen potentieel toegang geven tot ook bij andere informatie via je computer. (voorbeeld via Adobe air).

Een aanslag op je capaciteit en het verhogen van gebruikte bandbreedte. Sommige applicaties (opnieuw voorbeeld: skype) maken gebruik van de capaciteit van het gehele netwerk. Dit kan bv. extra kosten opleveren als er een organisatie quotum is voor internet bandbreedte. 

Verlies van gegevens. Informatie bewaard in web2.0 services zoals delicious kan verloren gaan als het bedrijf failliet gaat. Het gebeurt niet vaak, maar er wordt vaak geen garantie gegeven.

Als laatste wordt een minder technisch (maar groter?) risiko gevormd door het plaatsen van bedrijfsinformatie door werknemers via sociale media op het internet, zoals weblogs.  Medewerkers zijn zich er niet altijd van bewust wat publiek zichtbaar is, en van het feit dat je informatie moeilijk weer weg krijgt.

Webwerken – experimenteren met tools 19

Een aantal dingen die je kunt doen:

Stel richtlijnen op voor het delen van informatie over het bedrijf op internet. Als je geen richtlijnen geeft, gaan mensen het zelf verzinnen. Het kan goed zijn een code of conduct op te stellen, te bespreken en levend te houden.

Creëer bewustzijn onder de medewerkers over bovengenoemde issues. Het is bv. belangrijk om werknemers te helpen met een goede strategie voor wachtwoorden- niet overal hetzelfde wachtwoord gebruiken, maar ook bewust maken van het feit dat sommige informatie op internet anderen in gevaar kan brengen.

Kies software paketten met web2.0 functie die je alleen intern binnen de firewall gebruikt. Ipv web2.0 software online gebruiken, kun je sommige software ook downloaden en in eigen beheer gebruiken. Een voorbeeld hiervan is Wordpress voor blogs, of het Winkwaves kenniscafe voor intern social bookmarking. Het nadeel hiervan is natuurlijk dat je de informatie ook afschermt en deelname door mensen buiten de organisatie erg moeilijk (zo niet onmogelijk) maakt.

Verder lezen:

Andrew Mcafee heeft een blogpost over ‘enterprise2.0’ en security issues. Is het goed of slecht dat concurrenten kunnen meelezen? http://andrewmcafee.org/blog/?p=189

Web2.0 veiligheidsissues voor IT professionals bij de overheid https://sites.google.com/site/munigov20/web-2-0-security

Blogpost: ‘deelnemen in het verkeer is ook levensgevaarlijk’ http://www.joitskehulsebosch.nl/?p=111

Conferenties en web2.0

Web2.0 kun je ook inzetten om interactie tussen deelnemers van een conferentie en de sprekers en deelnemers van een conferentie te stimuleren. Hiervoor wordt ook wel het woord ‘unconference’ gebruikt. Sociale media maken het mogelijk om een conferentie interactiever te maken. Zo kan een wiki een middel zijn waarmee de deelnemers gezamenlijk het programma in elkaar zetten.

Een voorbeeld is de Picnic conferentie. Voor de conferentie kunnen deelnemers zich online aanmelden en alvast gaan netwerken. Een belangrijk middel is het gebruik van een unieke tag (in dit geval Picnic08) voor alle content zoals fotos, blogposts die over Picnic gaan. Deze tag maakt het mogelijk alles terug te vinden en op de website weer te geven. Ook worden alle presentaties per video gelivestreamd, dus gelijktijdig op de website getoond. Zie ook www.picnicnetwork.org.

Meer lezen:

Six steps for using twitter for your conference ore vent http://www.twitip.com/twitter-trumps-online-conference-six-steps-for-using-twitter-for-your-conference-or-event/

Webwerken – experimenteren met tools 20

Veel goede ideeen vind je hier bij ‘it’s time for conference2.0’ http://network.nature.com/people/mfenner/blog/2008/09/12/its-time-for-conference-2-0

Webwerken – experimenteren met tools 21