ONGEREMDE AANHANGWAGENS

We bes preken even de reglementering die van toepassing is op de ongeremde aanhangwagens, zijnde de aanhangwagens met een Maximaal Toegelaten Massa (MTM)1 kleiner dan of gelijk aan 750 kg.

Wat

Deze aanhangwagens kunnen zelf gebouwd worden en zijn niet onderworpen aan een Technische Controle. Hierdoor wordt valselijk de indruk gewekt dat deze aanhangwagens aan geen enkele reglementering onderworpen zijn.

Belangrijk bij dit soort van aanhangwagens is dat de wetgever kijkt naar de MTM van de aanhangwagen om te bepalen of uw voertuig deze aanhangwagen mag slepen of niet.

Het is zeker niet zo dat elke personenwagen een kleine aanhang-wagen met een MTM = 750 kg mag slepen.

Algemene regel hierbij is dat de MTM van de aanhangwagen niet groter mag zijn dan de helft van de Tarra2 van het trekkend voertuig + 75 kg.

U begrijpt dat om een aanhangwagen van 750 kg te mogen slepen u reeds over een personenwagen moet beschikken met een Tarra van minimum 1350 kg, hetgeen veel is.

Verder bepaalt de wetgever ook dat elke aanhangwagen uitge-rust wordt met een chassisnummer3 en een identificatieplaatje, ook de zelfgebouwde aanhangwagens.

Dit identificatieplaatje vermeldt steeds, het merk en/of naam van de aanhangwagen, het chassisnummer en de MTM.

Wanneer u nu een aanhangwagen bezit waarvan de MTM op het identificatieplaatje overeenstemt of kleiner is dan het maximum gewicht dat uw voertuig mag slepen, dan bent u in orde met deze wetgeving, zolang u de aanhangwagen niet overlaadt.

In het andere geval, wanneer de bezitter van een aanhangwagen geen identificatieplaatje heeft dan wordt de ongeremde aanhang-wagen beschouwd als zijnde een aanhangwagen met een MTM = 750 kg en kan, zoals eerder omschreven, de bestuurder van de personenwagen reeds met een lege aanhangwagen ‘overladen’ zijn.

In de praktijk komt het er dus op neer dat men bij aankoop van een aanhangwagen steeds gaat kijken wat het maximum gewicht is dat men ongeremd mag slepen (staat op schouwingsbewijs want de trekhaak moet gekeurd worden) en dat men dan deze Maximale Toegelaten Sleepbare Massa op het identificatie-plaatje van de aanhangwagen vermeldt als MTM.

Inschrijving / Nummerplaat

Een aanhangwagen met een MTM = 750 kg moet niet worden ingeschreven. Deze aanhangwagen moet wel een reproductie dragen van de nummerplaat van het trekkend voertuig. Deze reproductie moet :

• Een retroreflecterende achtergrond hebben.

• Achteraan bevestigd worden, hetzij in het midden, hetzij op de linker helft en voorzien van een nummer-plaat verlichting.

• Nagenoeg verticaal en loodrecht op het symmetrievlak bevestigd.

• Stevig vastgemaakt en max. 02 meter hoog. Er is een verbod om handelingen uit te voeren op de kenteken-plaat of de reproducties dewelke aanleiding kunnen geven tot verwarring. De kentekenplaten mogen niet overdekt worden, ook niet met doorzichtige stof.

Keuring

Elke personenauto, auto voor dubbel gebruik en minibus dient gekeurd te worden van zodra het voertuig uitgerust is met een trekhaak4.

Verzekering

Volgens art. 1 van de wet van 21-11-1989 worden alle aanhang-wagens gelijkgesteld met motorvoertuigen met uitzondering van de aanhangwagens met een MTM = 500 kg. Algemeen zullen de meeste verzekeringsmaatschappijen de aanhangwagens tot 750 kg gratis verzekeren samen met het voertuig en wordt dit op het verzekeringsdocument van het trekkend voertuig vermeld met de code F.

1 Maximaal Toegelaten Massa is het maximum totaalgewicht van de aanhangwagen samen met de lading = vaste waarde. 2 Tarra is het gewicht van het rijklaar voertuig, dus zonder inbegrip van lading en of personen. Deze waarde vind je terug op het COC van de auto. 3 De zelfbouwers dienen dit chassisnummer zelf samen te stellen met min. 3 en max. 17 karakters. 4 Zie ook www.goca.be – autokeuring - personenwagen

Belangrijke opmerking : Hoewel de brochure is samengesteld aan de hand van wetteksten en reglementeringen vervangt ze deze niet. Dit bundel geeft GEEN volledige op-somming van de wetgeving in verband met aan-hangwagens.

Lokale politie

Brugge

V.U

. Sta

dsse

cre

tari

s, J

oha

n C

oens

Dienst motorrijders

Wettelijke uitrusting

Koppeling Hulpkoppeling

Neuswieltje

of steun

Zijreflector

Spatbord

Nummerplaat

Achterlichten +

reflector

Hulpkoppeling 1. Nooit hulpkoppeling met losbreekrem samen gebruiken. 2. Aanhangwagens zonder losbreekrem MOETEN altijd hulpkoppeling

hebben. 3. Hulpkoppeling: 1 of 2 kabels / ketting eveneens bevestigd aan trek-

kend voertuig ==> mag niet breken bij lossen van de aanhangwagen. 4. Hulpkoppeling mag slechts werken bij losraken van de koppeling.

Verplichte lichten en reflectoren - Standlicht aanhangwagen : voor aanhangwagens breder dan 1.60 meter, an-ders mag witte reflector.

- Achterlichten.

- Stoplichten.

- Nummerp laatverlichting.

- Achtermistlicht.

- Achterreflector : verplicht een driehoek met punt omhoog.

- Omtreklichten : voor aanhangwagens breder dan 2.5 meter.

- Zijreflectoren : voor aanhangwagens langer dan 3 meter dissel inbegrepen.

- Richtingslichten.

Neerwaartse kracht op koppeling - Eén-assige aanhangwagen : er moet een neerwaartse druk op de koppeling zijn.

- Deze neerwaartse druk mag niet onder 2% zijn en n iet meer dan 10% van MTM aanhangwagen bedragen.

MTM 750kg: 2%=15kg, 10%=75kg.

Identi ficatie van de koppeling De koppeling moet voorzien zijn van identificatie (plaat je of ingeslagen) met vermeld ing van Merk + type. Dit kan ook in de bol ingeslagen zijn.

Chassisnummer Elk chassis of zelfd ragend koetswerk ,ook aanhangwagen, verplicht voorzien van chassisnummer:

• minimum 3 en maximum 17 karakters

• karakterhoogte min imum 7 mm

Identi ficatieplaatje

- Merk + type voertuig.

- Chassisnummer.

- PVG-nummer (indien er één bestaat :niet verplicht) .

- MTM voertuig voor de AHW.

Chassisnummer +

identificatieplaatje

Spatborden Zodanig gebouwd of ingericht dat achterwaarts en zijwaarts opspattend water wordt beperkt. Banden mogen niet buiten de spatborden steken.

Koppeling 1. Een enkele stijve en sterke koppeling. 2. Koppeling goedgekeurd (E-nummer). 3. Koppeling met sluit inrichting met borging. 4. Bevestiging koppeling aan trekkend voertuig aan langsligger

chassis, of dwarsbalken of andere delen van het chassis. 5. Koppeling mag max 15cm u it voertuig uitsteken. 6. Bij ontkoppelen mogen geen delen van de koppeling de

grond raken (wieltje o f steun).

! Enkel aanhangwagens die hoofdzakelijk buiten de openbare weg worden gebruikt en “bootaanhangwagens” mogen uitgerust worden met een af-neembare lichtinstallatie.