INN010 #2 zomer 2014

68
zomer 2014 #02 losse verkoop 6,95 INSPIRATIE UIT INNOVATIE

description

Het B2B-magazine INN010 geeft een podium aan innoverende bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o. Iedere uitgave is gekoppeld aan een netwerkbijeenkomst. Vaste partners zijn: Deloitte, RDM Campus, Stadshavens Rotterdam, gemeente Rotterdam, Van Lanschot Bankiers en R. Smaal B.V. In dit nummer speciale aandacht voor de maritieme en logistieke sector.

Transcript of INN010 #2 zomer 2014

Page 1: INN010 #2 zomer 2014

zom

er 20

14

#02

losse verkoop € 6,95

InspIratIe uIt InnovatIe

Page 2: INN010 #2 zomer 2014
Page 3: INN010 #2 zomer 2014

Voorwoord

Ik ben trots op Rotterdam en alle innovatieve projecten en trajecten die

plaatsvinden in onze wereldhaven. De laatste jaren hebben we als haven en

industriegebied veel stappen gezet. De Tweede Maasvlakte geeft ons als

wereldhaven letterlijk en figuurlijk meer ruimte. De havenactiviteiten en

overslag van goederen verplaatsen zich door schaalvergroting meer buiten

het zichtveld van de stad. We moeten er wel voor waken dat we elkaar niet

uit het oog verliezen. Haven en stad hebben elkaar nodig.

De expansie moeten we vasthouden. Educatie speelt daarin een toonaangevende

rol. Daarin participeert de Broekman Group met overgave en overtuiging.

Veel jongeren hebben onvoldoende weet van al het bijzondere werk dat in het

havengebied wordt geboden. Wij zijn een logistiek bedrijf dat wereldwijd

actief is. Alles wat vervoerd moet worden, krijgen wij via land en water op de

gewenste bestemming. Om veilig op de plaats van bestemming te komen, is

veel specialistische kennis en innovatie nodig.

We hebben onze logistieke dienstverlening opgesplitst in verschillende divisies.

Automotive vormt de logistieke schakel waar veel auto’s van overzee Europa

binnenkomen. Shipping fungeert als agent in Nederland en België voor een

aantal grote rederijen. Logistics is de plek waar alle vormen van transport (weg,

spoor, water, lucht) samenkomen. Met betrekking tot de lading die in containers

zit, verzorgen wij de opslag in loodsen en maken de producten klantspecifiek

voor de Europese markt. Special Products vormt de logistieke draaischijf voor

de staalindustrie in Europa. Daarbinnen valt ook projectlading: het vervoer van

zware objecten zoals motoren of generatoren van 200 tot 600 ton.

Door de groei is de haven op alle functieniveaus op zoek naar personeel.

We zien dat onderwijs- en kennisinstellingen gelukkig weer aansluiten.

De STC-Group bijvoorbeeld heeft fors meer leerlingen aangetrokken.

Ook hogescholen en universiteiten investeren. Op het gebied van

logistiek, innovatie en duurzaamheid is Rotterdam op de goede weg. Niet

voor niets zijn we uitgeroepen tot een van de Smart Cities wereldwijd.

Daarvan getuigen de verhalen in dit tweede nummer van INN010.

Raymond RiemenCEO van de Broekman Group en Havenman van het jaar

pagina 3

Foreword Inn010

I’m proud of Rotterdam and all of the innovative projects and

trajectories that take place in our global harbour. We’ve achieved

a lot in the last few years, as a port as well as an industry.

Maasvlakte 2, the expansion of the global harbour, literally and

figuratively gives us more space. Because of this expansion, the

activities of the port and handling of goods increasingly take

place out of view of the city. But the harbour and city need each

other. We need to ensure that neither loses sight of the other.

The rate of expansion must be maintained. Education plays a

leading role in this, and The Broekman Group is tackling this

challenge with dedication and conviction. A lot of young people are

unaware that the harbour area offers some extraordinary work

opportunities. We are a logistics company that operates worldwide;

we successfully deliver, via land and sea, anything and everything

that needs to be transported. A lot of specialized knowledge and

innovation is employed to get things safely to their destination.

Our logistics services are split into several divisions. The

automotive division is the logistic link where many cars from

overseas enter Europe. The shipping division acts as an agent in

The Netherlands and Belgium for a number of large companies.

Our logistics division is where all forms of transport (road, rail,

water, air) come together. We also arrange for the storage of

container contents in warehouses and make customer-specific

products for the European market. Our special products division

is the logistical hub for the steel industry in Europe. This includes

cargo for large projects and the transport of heavy objects such

as motors or generators weighing 200 to 600 metric tons.

Due to its growth, the harbour needs employees in all areas, on

all levels, and we’re finding that educational and knowledge-based

institutions are happy to act as a link. For example, the STC-Group

has attracted significantly more students, and colleges and

universities are also investing. Rotterdam is on the right track in

the realm of logistics, innovation and sustainability. It’s not for

nothing that we were named one of the world’s Smart Cities.

The stories in this second issue of INN010 bear witness to that.

fotograaf: Roy Borghouts

Voorwoord

Page 4: INN010 #2 zomer 2014

pagina 4

INHOUD#02

Rotterdam bouwt in en om de Stadshavens aan een sterke maritieme en logistieke sector. Het hoofdthema van deze uitgave van INN010 is de innovatie in bovengenoemde sectoren. Op een zonovergoten namiddag komt een aantal vertegenwoordigers van de maritieme sector ...

MaritieMe en logistieke innovaties in groot rotterdaM

6

22

14

Geodis Logistics; logistieke wereldspelerDe naderende Blue Spots zijn niet te missen tussen de stellingen in de enorme opslagruimte van Geodis ...

Het B2B-magazine INN010 geeft een podium aan innoverende bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o. Iedere uitgave is gekoppeld aan een netwerkbijeenkomst. Vaste partners zijn: Deloitte, RDM Campus, Stadshavens Rotterdam, gemeente Rotterdam, Van Lanschot Bankiers en R. Smaal B.V. In dit nummer speciale aandacht voor de maritieme en logistieke sector. Namens Annet Spijkerman en Annemarie Teeken (uitgever A&A Business) en het redactieteam:Yvette van Dael en Ellen Lengkeek.

rotterdam springplank voor innovatieRotterdam zit in de lift. Met de financiën op orde, verbeterde dienst-verlening en betere economische ...

Page 5: INN010 #2 zomer 2014

pagina 5

En meer20 >>Cross-over 28>>Start-ups 42 >>010 in de versnelling 44 >>De FAV010 spots van... 60 >>Made INN010 65 >>INN010 ambassadeur

30

50

20

52

56

47

62

32rotterdam springplank voor innovatie

Ampelmann-systeem offshore verovert woeste wereldzeeënMaritiem personeel ophalen en afzetten van en op offshorefaciliteiten zoals boorplatforms of windturbines is zowel een riskante als ...

experiMenteren in AquA DockStel je eens voor: een dobberend bos, een drijvend hotel, een drijvende weg …

Sociale innovatie heeft meerwaarde

Elk jaar kunnen er leerlingen, soms meteen achterstandspositie, stage lopen bij stukadoors- en spuitbedrijf R. Smaal B.V. ...

Clean Tech Delta Hoe zou het zijn om te leven in een schone wereld? Een wereld waar energie schoon wordt opgewekt, het water helder blijft, transport zonder vervuiling plaatsvindt en alle producten recyclebaar worden geproduceerd? Zo’n wereld komt er. Met cleantech kunnen we de wereld gezonder, rijker, innovatiever, ...

97% van de testrijders komt met een glimlach de auto uit

De aanblik van de enorme showroom met blinkende BMW-modellen en een aparte ...

saMen kanker kansloos MakenHet Erasmus MC is het grootste universitaire medisch centrum van Nederland. In de nieuw-bouw in Rotterdam Centrum wil het Erasmus ...

Is het einde van de ‘plastic soep’ in zicht?In onze oceanen en zeeën drijft steeds meer plastic afval. Het grootste ...

Page 6: INN010 #2 zomer 2014

MaritieMe en logistieke innovaties in groot rotterdaM

Gasten aan de discussietafel

1) Arnout Damen

COO van Damen shipyards group

2) Kees Pieters

lector haveninformatie Hogeschool Rotterdam,

Kenniscentrum RDM

3) Bas Kuper

sales director van Siemens industry software

4) Felix Moonen

director Jules Dock, NL industry shipbuilding Rotterdam

Gespreksleiders

5) Cees Jorissen

international tax partner Deloitte en leader

manufacturing industries

6) Peter Sanders

director strategy en operations marine sector bij Deloitte

7) Joep Arends

director innovations bij Deloitte

Rotterdam bouwt in en om de Stadshavens aan een sterke maritieme en logistieke sector. Het hoofdthema van deze uitgave van INN010 is de innovatie in bovengenoemde sectoren. Op een zonovergoten namiddag komt een aantal vertegenwoordigers van de maritieme sector bijeen in de Maastoren van Deloitte.

321

4

5 6 7

pagina 6

Page 7: INN010 #2 zomer 2014

pagina 7Maritiem & logistiek

Intelligent software solutions bij de bouw van een schip

Van scheepsbouwer naar product-lifecylemanager

Arnout Damen: ‘Wij maken niet alleen schepen voor de private

sector, maar ook voor overheidsinstanties. We zitten in de

jachtbouw, de offshore, havensleepdiensten, bergingswerk en

public transport. Daarnaast bouwen we voor binnenlandse en

buitenlandse marines, politie, kustbewaking, loodswezen en voor

havenbedrijven.

In de laatste jaren hebben wij een grote verschuiving

bewerkstelligd, van pure bouwer naar totaaloplosser. Wij zien

scheepsbouw als lifecycle solution. Dat ligt ook in de lijn van ons

aanbod: R&D, ontwerp, bouw, onderhoud en een breed pakket

gerelateerde diensten voor de eindgebruiker. Damen werkt hard

om op dit gebied de marktleider te worden; de innovator die de

weg wijst. Onze R&D-budgetten zijn daarom fors en structureel

gericht op het behalen van nieuwe eindresultaten. Daarin

betrekken we ook steeds vaker de klant van onze klant – wat

verwacht die eindklant in de toekomst van zijn leverancier en wat

moet Damen vervolgens doen om de leverancier van het juiste

schip te voorzien? We concentreren ons daarbij op vergroening

van schepen, hun CO2-footprint, op de veiligheid op en rond het

schip en op het recyclen van een schip aan het eind van zijn

leven. Onze mindset is veranderd van een meer aanbodgerichte

benadering naar het creëren van partnerships. Dat is een beetje

een modewoord, maar we zijn bij diverse klanten al betrokken bij

de gehele levenscyclus van hun schepen.’

Bas Kuper: ’Siemens heeft in de afgelopen jaren afscheid

genomen van zijn consumentenelektronica en heeft een radicale

verandering gemaakt naar het aanbieden van integrated business

solutions in verschillende onderdelen van de industrie, waaronder

ook de scheepvaart en de logistieke sector. Wij doen dit vanuit

onze IT-consultancyvaardigheden en houden de ontwikkelingen

in deze sector strak in de gaten. Wij voorzien een exponentiële

groei voor ons bedrijf door de opdrachten die we zullen verwerven

in Rotterdam. Hierbij zijn we steeds geïnteresseerd in het

ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsvormen die kunnen

bestaan uit partnerships met de klant, met zijn subcontractors >

MaritieMe en logistieke innovaties in groot rotterdaM

Met een prachtig uitzicht over het Stadshavensgebied spreken

de gesprekspartners over de rol van intelligente software in

de scheepsbouw en logistiek en over andere innovaties die in

de maritieme sector gebruikt en ontwikkeld worden, zoals

bijvoorbeeld additive manufacturing, beheersing van big data,

en de invloed van 3-D design, 3-D printing en augmented reality.

Wat zijn de structurele trends binnen de maritieme sector,

waar staat de sector ten opzichte van de rest van

de wereld, waar gaat hij heen en wat betekent dit voor

de ontwikkelingen in en rond de Rotterdamse haven?

tekst: Deloitte/redactie INN010 fotografie: Freek van Arkel

Page 8: INN010 #2 zomer 2014

pagina 8

en de onze. Ook samenwerking met medetoe-

leveranciers is mogelijk. Zeker als we daardoor de

opdrachtgever een langer lopende relatie kunnen

bieden.’

Invloed uitoefenen door samenwerkingsverbanden

ICT-oplossingen in de scheepsbouw zijn groots.

Deze sector gaat zich nu heruitvinden door 3-D

ontwerpen en vooral ook door digitaal design.

Het is bijzonder om te zien hoe de hele tekening

en daarna ook het hele bouwproces te volgen

zijn in driedimensionale beelden. Die nieuwste

technieken brengen een nieuw businessmodel tot

leven. Zoals eerder al aangehaald door Damen,

verandert daarmee een scheepsbouwer-pur-sang

in totaaloplosser.

Bas Kuper: ‘Verschillende Rotterdamse mari-

tieme iconen investeren op dit moment in hun

ICT-achterhuis om die totaaloplossingen aan te

bieden. Je wilt een lifecycleprogramma aan kunnen

bieden. Van aanbouw tot afbouw eigenlijk. Iedereen

die vooraan in de klas zit, die het voor elkaar krijgt

om de nieuwste technieken en inzichten aan te

wenden, is een gamechanger. Je probeert dit als

scheepsbouwer voor jezelf voor elkaar te krijgen,

maar ook voor de keten waarin je zit en waarvan

je je bedient. Als dat lukt, heb je ook effect op het

verdere ecosysteem. Als je leider kunt zijn in de

huidige innovaties, dan zal je in je industrie een

absolute winnaar zijn. Het mooie is dat dit dan

tegelijkertijd ook geldt voor de mondiaal

opererende klanten van zo’n scheepsbouwbedrijf,

degenen die het vaartuig hebben besteld en

ermee zullen werken. Als het schip eenmaal in de

vaart is, wordt het gevolgd door het ICT-systeem

van de bouwer, die dagelijks monitort wat de

toestand van het schip is. Met de nieuwste

systemen worden dus ook maintenance en repair

in de gaten gehouden en georganiseerd. Dat is

economisch zeer wetenswaardig voor de besteller

en gebruiker van het schip.’

Arnout Damen beaamt dit: ‘Dit zal voor

lifecycle-innovaties in de scheepvaart heel goed

werken en we zijn er al volop mee bezig. Als je

een schip bouwt, doe je dat met verschillende

onderaannemers. En die zitten over de hele

wereld. Simpele zaken als de omvang van de

gaten voor het doorvoeren van kabels moeten

bekend zijn. Dit soort informatie moet je met alle

partijen die meedoen kunnen delen. Vergist een

partner zich, dan is de schade vaak niet te overzien.

Het is daarom belangrijk dat je je subcontractors

goed kent. Je wilt weten met welke ICT ze gewend

zijn te werken en of zij kunnen aankoppelen bij wat

jij hebt. In onze wereld moet iedereen in het proces

geïntegreerd met ons kunnen werken, dus ook een

toeleverancier die in Zuidoost-Azië of China zit.

Bij het kopen van een schip gaat het om de totale

kosten van het operationeel hebben en houden

van je schip. En die zijn afhankelijk geworden van

andere factoren dan de bouwprijs alleen.’

Felix Moonen die veel aan open innovaties doet,

stelt: ‘De conventionele scheepvaartindustrie zal

waarschijnlijk toch de trekker zijn van de

innovaties in de sector. Zij zal aangeven waar

we naartoe groeien. Ik denk zelf dat het daarbij

verstandig is om contact te houden met die

kleinere innovatieve bedrijfjes die we in de

binnenstad aan het opzetten zijn. Zij zijn

uiteindelijk wel de grootste gamechangers in

dit verhaal. En we moeten ons realiseren dat

de technische innovatie vaak een logisch vervolg

is op de stappen die al zijn gezet. Bedenk daarbij

dat de sociale innovatie misschien nog wel

belangrijker is dan de technische. De sociale

gevolgen zijn groot. Denk eraan dat we schepen

volkomen zelfsturend kunnen maken. Wat heb

je dan nog aan een kapitein op de brug? De

regelgever moet dan de verplichting van een

kapitein en een loods wel af willen schaffen.’

Cees Jorissen: ‘Niet alleen toeleveranciers maar

werkelijk alle leden van de supply chain moeten

volledig op elkaar zijn ingespeeld. Wij zien nog

vaak grote muren tussen wat werkelijkheid is en

wat je zou willen bereiken. Het blijft gek dat je in

deze wereld met elkaar communiceert over een

belangrijke fase in de bouw van een schip via

e-mail. Je kunt niet naar een totaaloplossing

toewerken als je nieuwe partners uit China of

Vietnam niet dezelfde ‘maatvoering’ hebben.

En een gelijke maatvoering bij diegenen die de

industrie reguleren is dan natuurlijk ook handig.

Gelukkig doen de gemeente Rotterdam en het

Havenbedrijf Rotterdam vol mee aan de

innovatiedrift, dus als we die op tijd inseinen

komen we een heel eind.’

Big data van een schip

Van ICT-oplossingen komen we op het onderwerp

van big data die in en rond het schip aanwezig zijn.

Kees Pieters die op dit onderwerp zijn studenten

op de Hogeschool Rotterdam bijpraat, heeft een

heldere blik op de big data in het maritieme

terrein: ‘De studenten van onze hogeschool

hebben de haven als speerpunt in de ontwikkeling

van hun vaardigheden. Ikzelf ben aangetrokken als

een van de lectoren in het kenniscentrum Mainport

Innovations. Wij proberen van alles in de maritieme

sector. Ik heb een ICT-achtergrond en begrijp

dus heel goed wat de volgende stappen in de

onderhavige sector moeten zijn. Wij hebben

vanuit de samenwerking met RDM Campus ook

al projecten met het Havenbedrijf Rotterdam

opgezet. We hebben daarbij met studenten

die niets met de sector te maken hebben (qua

opleiding) goede ideeën, waarvan de gevestigde

orde zegt dat die gamechangers kunnen zijn.

En zo willen wij ons vanuit dit kennisinstituut ook

opstellen. Wij vinden conventionele houdingen

en verhoudingen in de grote industriële bedrijven

soms hinderlijk voor verdere en noodzakelijke

ontwikkelingen.

De R&D-afdelingen van een grote industriële

onderneming zijn vaak zo dichtgetimmerd dat je

daar echt eens de bezem doorheen zou willen

halen. Wij proberen bij onze jonge innovators

zoveel mogelijk de opensource-innovatie te

promoten en daarbij zetten wij inderdaad de

klassieke verdienmodellen op hun kop. Dus ook

aan de kennisinstituten in Rotterdam zal het niet

liggen. Wij willen vooruit met dit onderwerp.’

Intelligent software solutions bij gebruik van een schip

Digitalisering van de branche

Volgens de meesten is de auto van de toekomst

een computer op wielen. Denk aan de Tesla en

>> We doen het goed, maar kunnen

niet achterover leunen <<

Page 9: INN010 #2 zomer 2014

hoe verstorend de introductie daarvan was voor de automotive

industrie. Ondanks alles (lobby’s en regels die tegen de

ontwikkeling indruisen) gaat deze computer op wieltjes een

grote invloed hebben op die industrie. Denk dan vervolgens

aan Google in de scheepvaart.

Cees Jorissen: ‘Een schip dat zelf kan varen, inparkeren. Zo’n

schip heeft geen kapitein of loods nodig en kan alle gevaren

die op het schip afkomen zelfstandig verwerken. Op dit

moment is de digitalisering uit de automotive industrie aan

het overwaaien naar de scheepvaart en de logistieke sector.’

Arnout Damen: ‘Die ontwikkeling zien we inderdaad

aankomen. Vooral in de pleziervaart kunnen schepen eigenlijk

al heel lang vrij zelfstandig varen – maar dat is toch iets

anders dan autonoom varen. Ik geloof dat het in de

beroepsvaart technisch mogelijk wordt om een schip van

A naar B te laten varen. Veel systemen aan boord zijn nu al

onbemand, maar manoeuvreren in een drukke haven lijkt mij

nog ver weg.’ Een paar ontwikkelingen zijn hierop van invloed.

Er zijn nu al onbemande vaartuigen voor ‘dull, dirty en

dangerous’ werk, maar voor veel andere doeleinden nog niet.

Tegelijkertijd worden systemen complexer, niet in het minst door

regelgeving op het gebied van duurzaamheid. Verder worden

wereldwijd breedbandverbindingen steeds beter beschikbaar,

waardoor deskundigheid van mensen op de wal makkelijker op

een schip kan worden ingezet, denk aan de reeds bestaande

‘shore-support’ initiatieven.

Toch heb je nog lange tijd handen én hersens nodig aan boord,

denk ik. Je hebt in veel gevallen een robuust en zelfvoorzienend

systeem nodig en daar spelen juist mensen een belangrijke rol

in. Het is dus denkbaar dat een schip in de toekomst op zijn

eigen systemen de wereld overvaart. Dat kan alleen als al die

systemen altijd perfect werken, als alle relevante gegevens >

>> De conventionele scheepvaartindustrie

zal waarschijnlijk toch de trekker zijn van

de innovaties in de sector <<

pagina 9Maritiem & logistiek

Page 10: INN010 #2 zomer 2014

pagina 10

op elk moment beschikbaar zijn en als de

systemen op elke onverwachte situatie adequaat

kunnen reageren. Dat zie ik op korte termijn nog

niet gebeuren. Wel de experimenten, niet de

dagelijkse, wereldwijde praktijk. In die praktijk is

er altijd wat te doen aan boord, denk aan een

onverwachte reparatie in de machinekamer. Veel

structureel onderhoud gebeurt tijdens langere

zeereizen, zodat het geen tijd kost wanneer het

schip in de haven ligt. Een bemanning is ook

nodig om in te kunnen grijpen wanneer de

techniek het laat afweten en om specialistisch

werk te verrichten. Een voorbeeld is ‘even’ een

26-meter lang schip veilig tegen een windturbine

aanzetten in golven van 2.5 meter hoogte,

zodat monteurs of inspecteurs rustig kunnen

overstappen. Of denk eens aan het extra stevig

aan het dek vastsjorren van stukken zware lading

van elk 500-600 ton ter voorbereiding op een

storm…’

Toepassing van innovaties als additive

manufacturing en 3-D printing

Hoe zullen de nieuwste productieprocessen eruit

zien? Met name 3-D printing kan productieprocessen

verstoren. Zonder twijfel zal 3-D printing ook in de

scheepvaart worden toegepast. Deze innovatie

gaat hand in hand met de ontwikkeling van nieuwe

materialen. Er kunnen nu al materialen worden

geprint die veel sterker zijn dan het sterkste staal.

Een schip printen gaat in de eerste 20 jaar

waarschijnlijk nog niet plaatsvinden. Daar

wordt wel naar toegewerkt. Men werkt op allerlei

terreinen samen en gaat eerst in de productie

van de spareparts verder. Het is namelijk heel

aantrekkelijk om onderdelen van motoren en

andere bewegende apparaten erg arbeidsintensief

zijn om te repareren, in een 3-D print te gaan

maken/ontvangen. Dit gaat voor een aantal

makers die verder in de klassieke keten staan

zeer verstorend werken.

Sensoren

Kees Pieters: ‘Nog radicaler wordt het als je nadenkt

over schepen met flexibele en communicerende

rompen. Nee echt, alle nieuwe ontwikkelingen

komen in de scheepvaart samen. En de Rotterdamse

regio is daarin World Class! We richten ons vanaf

de ontwerpfase op het totale leven van het schip.

Dus kijken we ook naar het onderhoud. Een romp

voorzien van een verflaag die zelf aangeeft

wanneer het tijd wordt voor vervanging is er al.

En gewoon van Akzo!’

Intelligent software solutions bij de vergroening van de sector

Cradle-to-cradle en de CO2 footprint

Welke technieken we ook gebruiken, additieve

manufacturing, 3-D printing, digital designs,

het gaat erom een optimaal productieproces in

te richten. Alleen dan krijg je het perfecte

eindproduct en kun je je klant optimaal van

dienst zijn. Het is steeds meer de vraag wat een

eindproduct eigenlijk is. Tegenwoordig gaat het

erom dat een groot schip niet alleen netjes wordt

gebouwd en gevolgd, maar ook op een goede

manier weer wordt afgebroken en gerecycled.

Arnout Damen: ‘Maersk is een grote voorloper

in deze cradle-to-cradle-gedachte in de scheeps-

bouw. Bij de bestelling hebben zij de terugname

Page 11: INN010 #2 zomer 2014

van het schip aan het eind van het operationele gebruik al in

gedachten. En dat is ook wat zij de markt vertellen, waardoor

zij steeds aantrekkelijker worden als transporteur voor grote

consumerbusinesspartijen. Zij hebben een heldere kijk op het

lifecyclemanagement van hun vloot. Het is vanwege dit soort

afnemers dat wij ons in Nederland richten op de cradle-to-cradle-

gedachte. Men wil volledig groen van begin tot eind.’

Praat je over CO2-footprints in transport en logistiek dan kom

je ook bij Maersk uit. Zij verstouwen miljarden containers over

deze wereld en willen naast een duurzame productiewijze ook

nog een zo groen mogelijk vervoer. Dan komt ook de keuze

voor de motoraandrijving aan de orde.

Arnout Damen: ‘Als Maersk duurder is met zijn prijs per mijl,

maar wel groener en daarmee gewilder, dan zal de markt

misschien toch die kant op willen. Dus moeten die schepen groen

gebouwd worden, groen varen en groen afgebouwd worden.

En moeten de sleepboten en de vrachtauto’s die de containers

wegbrengen uiteindelijk ook groen zijn. Dan heb je het weer over

een compleet serviceconcept. Van bouw tot transport tot afvoer.

Bij onze cliënten in de binnenvaart zien we gelukkig nu ook

partijen die het aantrekkelijk vinden om een groen schip te

hebben. Als deze sector groen omarmt, kan die het nieuwe

businessmodel mee pakken. Banken gaan daar vooralsnog nog

niet genoeg in mee. En dat zijn wel belangrijke spelers in het

ecosysteem. Dus moet je de terugverdientijd op zo’n schip

korter maken. Daarin hebben de binnenvaartschippers zelf een

grote rol - zij zullen een ander businessmodel gaan omarmen,

vermoed ik, om op die manier weer financiers aan te trekken.

Enkele grote logistieke ondernemingen geven daarbij al het

juiste voorbeeld.’

Bas Kuper: ‘Open innovatie is heel erg belangrijk op dit terrein,

je moet zorgen voor een zo kort mogelijke infrastructuur bij

de ontwikkeling van een schip en je wilt de nieuwste

navigatieapparatuur. Daarbij wil je als afnemer dat je bouwer

en toeleverancier geïntegreerd werken op een toegankelijk

ICT-platform.’

Arnout Damen: ‘Inderdaad, intelligente software moet op alle

fronten oplossingen bieden voor een winstgevende ontwikkeling

van de logistieke sector. We gaan onze schepen volgen in alles

wat ze doen. En dan zitten we in Rotterdam goed hoor. We

hebben de juiste infrastructuur en ook het juiste ecosysteem.’

Scheepsbouwer Damen neemt zelf de leiding in deze ontwik-

kelingen om zodoende de rol als leider in de wereld vast te houden

en uit te vinden wat de next steps zijn in de markt. Daarbij is het

ook zaak om de juiste talenten aan te kunnen trekken. En er zijn

samenwerkingsmogelijkheden met TU Delft maar ook met de

gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam, met Siemens en

Deloitte. ‘Ik heb de ambitie om ooit, hier in Rotterdam, het

groenste schip van de wereld te bouwen! Dat moeten we doen

met de juiste partijen, ook om zo de hele sector weer op de

kaart te zetten. Een innovatie kost enorm veel tijd en geld

en precies daarom moet je het doen. Ik noem dit het

Kapstokproject, waarin veel partijen, ook concurrenten,

zouden moeten aanhaken en samenwerken - de Hogeschool

Rotterdam, Janzen, ICON centre, IHC, Damen, Boskalis,

Huisman, noem maar op. Dat zou nog eens mooi zijn.’

Cees Jorissen: ‘En als je dit doet als partners in een partnership

kom je voor je open innovatie in aanraking met subsidies uit de

Europese Unie. Daar zijn grote fondsen opgericht met een

meerwaarde voor de sector. Er is in totaal 500 miljard om de

open innovaties te ondersteunen. Laten we daar met de sector

in Rotterdam eens lekker doorheen varen.’ >

>> Ik heb de ambitie om

in Rotterdam het groenste schip

van de wereld te bouwen <<

pagina 11Maritiem & logistiek

Page 12: INN010 #2 zomer 2014

pagina 12

Rotterdam rules the waves

In and around the Stadshavens, Rotterdam is building a strong maritime and logistic

industry. On a sunny afternoon at Deloitte’s Maastoren, with the Stadshaven as back-

ground, representatives of the industry, together with a lector of the Hogeschool

Rotterdam and three Deloitte specialists discuss how intelligent software solutions

can help the industry to grow.

The participants all agree that ICT solutions have become increasingly important in

the maritime industry. Innovations such as additive manufacturing, 3-D designing and

printing, control over big data and augmented reality are influencing the sector, the

ecosystems around the sector and the regulators. In and around the vessels that are

being built today big data rule. They nowadays even indicate when a ship needs to be

repainted, when it needs to come on shore. This and the augmented reality designing

lead to the conclusion that strategic alliances need to be formed. Of course these

alliances have to be closely monitored and have to collaborate on ICT developments.

There is no reason to question the worldwide leadership of the Rotterdam maritime

sector in this respect, which does not mean the sector can be in a relax mode, on the

contrary, the sector needs to be ultra-alert !

Arnout Damen, COO Damen Shipyards Group, states that his company has made a

big shift in the last couple of years: ‘We have changed from a pure ship builder to a total

solutions provider. We look at ship building as a total life cycle solution. You can read

that in the way we conduct our business: we are in R&D, in design, in construction and

maintenance and a broad range of services related to a ships’ life cycle’.

Bas Kuper, Sales Director Siemens Industry Software, states that his company

foresees that 3-D designing will play a leading role in shipbuilding. ‘Not only in digital

design we are making big shifts. Intelligent software solutions in maintenance and repair

are of major economic importance as well. It is all about the ownership of the big

data to be able to provide life cycle solutions to the owner and end user of a vessel’.

Felix Moonen, Jules Dock.NL points out that huge developments in the way

shipbuilders see their products have equally huge social consequences. “For instance,

the ship will need less personnel, the regulator has to be informed so he can facilitate

and help the industry by adapting the rules, the banks will have to adapt the way they

finance big shipbuilding projects’.

Various Rotterdam based ship building icons invest in their ICT environment at

this moment in time, just to be able to provide the total solution that the end user

is requesting for. They do want to be able to provide a life cycle program from the

design and building of the ship all the way up to its desintanglement.

Kuper: ‘Everybody in the front row who is able to integrate the newest techniques,

insights and business models is a game changer. You try to arrange this for yourself as

shipbuilder but also for the eco-chain in which you operate and from which you use the

subcontactors. If you succeed in that you will also be an influencer in the subsequent eco

systems in the industry and this will make you the absolute winner and leader’.

Cees Jorissen, Deloitte Industry Leader: ‘Not only the first tier subcontractors but really all

subsequent members of the supply chain must be able to collaborate with each other. You

can still see huge walls between what is at place right now and what needs to be reached

over time. It still is odd that subcontractors in the chain, helping to build a vessel,

communicate about crucial phases through e-mail! You can never reach an integrated

solution in case if your new partner in China or Vietnam does not have the same

level of maturity or connectedness. The same goes for those whose task it is to regulate

the industry. In that latter area we are blessed with authorities such as the Rotterdam

Municipality or the Rotterdam Port Authority. They are completely involved in our

innovations and steer and guide wherever they can’.

>> Alle nieuwe ontwikkelingen komen in de scheepvaart samen <<

Page 13: INN010 #2 zomer 2014

pagina 13

Kanaalweg 25-37 - 2903 LR Capelle aan den IJssel / t: +31 (0) 10 82 00 852 / www.techarbor.com

Silican Wadi Israël steunt nieuwe noviteit Rotterdam

Met Hans Wetsteijn en Jürgen Schulze heeft Van der Heijden het

bedrijf TecHarbor opgericht. Het heeft kantoren in Rotterdam en

München. Ze zijn alle drie ervaringsdeskundig en brengen

veelbelovende en bewezen technologie op de Europese markt.

Van der Heijden was voorheen verantwoordelijk voor de security-

strategie van CA Technologies in EMEA. Daarvoor leidde hij de

Europese activiteiten van het Israëlische beveiligingsbedrijf

Comsec en de wereldwijde securitydivisie van EDS. Schulze

komt eveneens van de securityafdeling van CA Technologies en

werkte daarvoor bij TechData, Symantec en Mindjet. Wetsteijn is

de oprichter en managing director van hostingbedrijf BlueDome

en maakte deel uit van de board van EuroNet Internet/France

Telecom.

Het wereldwijd toonaangevende Silican Wadi in Israël, waar zich

een hoge concentratie bevindt van hightechbedrijven vergelijkbaar

met Sillicon Valley in Californie, innoveert mee met TecHarbor.

De focus van het bedrijf ligt op Risk Management, Identity Access

Management (IAM), Compliancy en Data Protection. Deze kennis

brengt TecHarbor naar bedrijven en organisaties in Europa.

Van der Heijden: ‘Zie ons als een haven op IT-gebied waar

innovatieve software-oplossingen binnenkomen. TecHarbor als

gateway naar beschermde informatietechnologie. We bieden

geavanceerde security software-oplossingen die zijn opgewassen

tegen de hedendaagse digitale risico’s en uitdagingen. We stellen

mensen in staat informatietechnologie te gebruiken om hun werk

beter te doen, terwijl de risico’s voor het bedrijf en de mede-

werkers worden beperkt. Daarnaast zorgen we ervoor dat een

organisatie complete controle houdt over gevoelige bestanden,

zelfs als die bestanden buiten de organisatie worden gebruikt.’

De belangstelling voor TecHarbor is groot. Zowel internationale

als Nederlandse bedrijven doen al zaken met het bedrijf. <

tecHarbor: een brug naar veilige it binnen europa

Veel ondernemers staan nog altijd

onvoldoende stil bij de beveiliging van hun

bedrijfsinformatie. De voordeur van het

bedrijfspand wordt steevast afgeschermd,

maar intussen zijn de computers binnen

de onderneming één grote openstaande

deur tot belangrijke info en noviteiten.

‘Letterlijk iedereen kan meekijken als IT

niet goed is afgeschermd,’ benadrukt

Henk van der Heijden.

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar

>> Alle nieuwe ontwikkelingen komen in de scheepvaart samen <<

Page 14: INN010 #2 zomer 2014

pagina 14

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar

Geodis Logistics; logistieke wereldspeler

De naderende Blue Spots zijn niet te missen tussen de stellingen in de

enorme opslagruimte van Geodis Logistics in Pernis. Als een geoliede

machine rijden heftrucks door de gangen en kondigen hun aankomst aan

door middel van een blauw licht op de vloer. Wel zo veilig. En dat is

wat Geodis Logistics heel bewust voorstaat in al zijn opslagruimten

(drie miljoen vierkante meter) verdeeld over 170 locaties in Europa.

‘Nieuwe distributiepatronen vanuit hubs met 3-D printers’

Page 15: INN010 #2 zomer 2014

pagina 15

De inzet van het Blue Spot System is tekenend voor de

bedrijfsziel van deze wereldspeler op logistiek gebied. Geodis

Logistics opereert niet alleen met volledig respect voor het

milieu met de geldende wetten als basis, maar staat ook borg

voor sociale duurzaamheid.

‘Onze klanten staan even centraal als onze werknemers,

aandeelhouders en de maatschappij. We werken volgens de

STS-methodiek (Stakeholders Total Satisfaction: volledige

tevredenheid voor alle belanghebbers) en hanteren zeven Gouden

Regels om hen tevreden te stellen. Het uitdragen, toepassen en

meten van hoe we scoren op elk van deze regels helpt ons

hiermee,’ legt Evert van Bree, manager bij Geodis Logistics ter

plekke uit. Geodis Logistics helpt klanten succesvol te zijn

door hun logistieke processen te optimaliseren en ze een hoge

kwaliteit van dienstverlening te bieden. ‘We streven een lange-

termijnontwikkeling na en we willen graag een groeipartner voor

onze klanten zijn. Toewijding, innovatie, vertrouwen, solidariteit

en passie zijn de waarden die we met alle medewerkers binnen

Geodis Logistics delen. Zo stimuleren we de doorstroming en

ontwikkeling van onze medewerkers en veiligheid in onze

warehouses vinden we heel belangrijk.’ Om die reden heeft

Geodis Logistics gekozen voor de inzet van het Blue Spot System

op de werkvloer. Een gepatenteerd visueel waarschuwingssignaal

ontwikkeld door Motrac Linde Material Handling. Het bestaat uit

twee energie efficiënte, zeer heldere en duurzame ledlampen

die aan de daklijst van de beschermkooi zijn gemonteerd. ‘Het

visuele waarschuwingssignaal is ontwikkeld om ongelukken met

heftrucks en voetgangers in magazijnen of productieruimtes te

voorkomen. Het leverde het bedrijf een nominatie op voor de

landelijke Gezondheidsaward. Bijkomend voordeel is dat de Blue

Spot geruisloos is. Heftruckchauffeurs schakelen akoestische

waarschuwingssignalen vaak uit, omdat de schrille tonen ervan

als zeer storend worden ervaren. Hierdoor komt de veiligheid in

het geding. Met BlueSpot is dit verleden tijd. ’

Laagste uitstootGeodis Logistics streeft duurzaamheid na in verschillende

vormen. Bij de realisatie van de nieuwe opslagloods aan de

Seatlleweg is rekening gehouden met een flinke reductie van

het energieverbruik door goede isolatie en door de deuren zo

te positioneren dat de wind er geen vrij spel op heeft. Ook is

overgestapt op ledverlichting in alle kantoorruimten en delen

van het magazijn. De reikwijdte van Geodis Logistics is enorm.

Vandaag de dag beschikt Geodis Logistics alleen al in de

Benelux over 6400 klanten, 1000 medewerkers en 285.000 m2

opslagruimte, verspreid over dertien locaties in onder meer

Rotterdam, Amsterdam, Venlo, Venray, Enschede, Antwerpen,

Almere en Zaventem. Het bedrijf heeft wereldwijd een grondige

kennis van de hightech, retail, FMCG, healthcare en chemische

sector. Speciaal voor deze sectoren ontwikkelt Geodis Logistics

innovatieve oplossingen. In Nederland (zes vestigingen) zijn

alle activiteiten gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001, ISO

14001 en OHSAS 18001. Van Bree: ‘Voor Geodis Logistics is

vooral de vertaling van wet- en regelgeving naar de dagelijkse

praktijk essentieel. Hiervoor is een specifieke checklist

opgesteld. Iedere vestiging kan zo periodiek op praktische

wijze beoordelen of zij de voor haar geldende wet- en

regelgeving naleeft. Uiteraard is het systeem zodanig opgezet

dat deze beoordeling aantoonbaar wordt uitgevoerd.’

Aansluitend op het rondetafelgesprek bij Deloitte volgt

vanzelfsprekend ook Geodis Logistics de laatste noviteiten

binnen de logistieke keten op de voet. Door de introductie

van nanotechnologie, robotisering en 3-D printing zullen

handelsstromen veranderen in de toekomst, zo voorspellen

economen. Evert van Bree: ‘Ik kan mij voorstellen dat er in

de toekomst bepaalde schakels binnen de logistieke keten

zullen vervallen en voorraadvorming meer wordt voorkomen.

De schakels worden directer. Het opkomende 3-D printing

zal voor specifieke doeleinden leiden tot een kortere supply-

chain. Grondstoffen moeten uiteraard nog wel worden

geleverd. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat voor productie van

reserve onderdelen er 3-D printers op centrale hubs worden

ingezet van waaruit nieuwe distributiepatronen zouden

kunnen ontstaan. Heel snel zie ik dat overigens nog niet

gebeuren. Wij zijn hier voorlopig niet weg.’ <

Seattleweg 5, 3195 ND Pernis / t: +31 (010) 494 56 66 / www.benelux.geodis.com

>> De supply chain zal in de toekomst korter worden <<

Geodis Logistic Logistics; logistics world player

The approaching Blue Spots LED visual warning on the fork-lift trucks cannot be missed between the racks

in the enormous warehouse of Geodis Logistic in Rotterdam. They are used to prevent accidents with

fork-lift trucks and pedestrians. This sense of safety is what Geodis Logistic stands for in all its ware-

houses across 170 locations around Europe. “Our clients, but also our employees and stakeholders and

the environment around us are the central focus points for us. We work according to the Stakeholders

Total Satisfaction method (seven golden rules to satisfy all interested parties). Propagating, applying and

measuring our scores on each of these rules help us to achieve our goals”, says Evert van Bree, manager

of the Geodis Logistic location. Dedication, innovation, trust, solidarity and passion are the values that

we share with all employees within Geodis Logistic. This attention for the wellbeing of the employees re-

sulted in a nomination for the Dutch Health Award for companies. The environment is also a topic with

Geodis Logistic. The new location in Rotterdam is twice the size of the old one, but uses half the amount

of energy. Geodis Logistic also follows the latest developments in the logistic world such as 3-D printing

that may shorten the supply chain, according to Evert van Bree, raw material still has to be supplied, but

spare parts could be printed in central hubs. This can result in new distribution patterns. This will not

happen today or tomorrow, so no doubt Geodis Logistic will still be here for quit some time.

Page 16: INN010 #2 zomer 2014

pagina 16

Jordex Shipping & Forwarding in Rhoon is een

ervaren expediteur met 50 medewerkers die zijn

sporen ruimschoots heeft verdiend. De Global

Transport Management-specialist biedt logistieke

diensten en oplossingen van en naar iedere

bestemming wereldwijd. Voor alle soorten

ladingen en modaliteiten, over land, ter zee

en in de lucht. Jordex opereert in een uiterst

competitieve markt. ‘Om te kunnen concurreren,

lopen wij niet in het gelid. We moet onszelf

continu verbeteren door onder meer te

innoveren, met name in automatisering.

Minstens zo belangrijk -ons product is onze

uitstraling- is dat wij veel energie steken in

het selecteren van de juiste mensen’, vertelt

Maaskant. Het levert een schare trouwe

klanten op: ‘Ze vinden Jordex toegankelijk

en veel plezier uitstralen.’

Het personeel is ook trouw, het verloop is

volgens Maaskant verwaarloosbaar. Volgens de

website van Jordex streeft de vervoerder naar

‘fitte, gezonde, maar ook gelukkige werknemers’.

Geen holle frase, zo blijkt tijdens de rondleiding.

Het geluk zit ‘m onder meer in een echt bruin

café met goed gevulde bar en gedecoreerd met

Feyenoord-memorabilia. Maaskant deelt zijn

liefde voor de club en voor voetbal in het

algemeen met zijn medewerkers en zakenrelaties:

‘We hebben twee boxen, bij Feyenoord en bij

Sparta. Buiten dat sponsoren wij ook lokale

voetbalclubs.’ Wegens blessures kan de sportieve

directeur helaas zelf geen balletje meer trappen:

‘Ik doe nu samen met vrienden aan wielrennen.

Jordex ondersteunt bovendien de Alpe d’HuZes

(redactie: deelnemers brengen geld bijeen en

leveren zo een bijdrage aan de strijd tegen

kanker) en draagt Stichting Ambulance Wens een

zeer warm hart toe.’

Geen kroketten Achter een volgende deur gaat een fitnessruimte

schuil, inclusief een kleedruimte met douches.

In een grote zaal staat een veelvoud aan

crosstrainers, krachtstations, loopbanden,

steppers en spinningfietsen. Een groot deel van

de apparaten is duurzaam, omdat ze energie

opwekken. Het adagium ‘een gezonde geest in

een gezond lichaam’ wordt ook doorgevoerd in

de kantine: de brasserie. Aan de steigerhouten

meubels -ook het overige kantoormeubilair is

grotendeels gemaakt van duurzame, gerecyclede

materialen- doen de medewerkers zich tegoed

aan de vers klaargemaakte lunch. Verantwoord

Jordex kleurt groen

‘Kijk,’ wijst hij onder de bureaus waar kartonnen dozen staan alleen

bestemd voor papier, ‘het begint allemaal bij gescheiden afval.

Ik ben daar erg op gebrand, zelf spuug ik nog geen kauwgom-

metje uit.’ Managing Director Ruud Maaskant zit behoorlijk strak

in de People, Planet, Profit-leer. “Ik lees veel kranten en tijdschriften

en de publicaties over bijvoorbeeld het milieu zijn niet om echt vrolijk

van te worden. Ik heb drie kinderen en ik wil graag dat hun toekomst

net zo rooskleurig is als mijn leven tot nu toe. Daar wil ik met alle

liefde mijn steentje aan bijdragen.’

tekst: Karen Auer fotografie: Sjors Massar

Ruud Maaskant: ‘Ons product is onze uitstraling’

>> Wij steken veel energie in het selecteren van de

juiste mensen <<

Page 17: INN010 #2 zomer 2014

voedsel, dat spreekt vanzelf. ‘Kroketten en

frikadellen staan niet op het menu,’ zegt

Maaskant, ‘alhoewel ik daar wel een pot

mayonaise zie staan, maar ja.’

Het nieuwe kantoorgedeelte is een eveneens

met smaak ingerichte ruimte met hoge

plafonds, een steigerhouten leestafel en grote

industriële lampen. De dynamiek is er voelbaar,

een van de pluspunten van het voornamelijk

jonge medewerkersbestand. Maaskant:

‘Natuurlijk moet je een goede balans hebben

tussen jong en oud, maar ik ben geïnteresseerd

in jonge mensen. Jonge mensen zorgen voor

een gezellige sfeer en het is erg motiverend om

te zien hoe ze zich ontwikkelen, ze krijgen hier

de kans om het beste uit zichzelf te halen.’

Laagste uitstootDe rondleiding eindigt bij het parkeerterrein

waar het wagenpark van Jordex de groene parel

aan de kroon is. ‘Als onze medewerkers een jaar of

twee, drie in dienst zijn en goed presteren, krijgen

ze een auto van de zaak. We bieden ook een

fietsplan plus wat financiële compensatie, maar

daar heeft tot nu toe niemand voor gekozen.’

Twee elektrische BMW i3’s, waaronder die van

Maaskant, en diverse VW Golfjes en Renault

Clio’s, alle modellen met de laagste CO2-uitstoot,

staan te blinken in het zonnetje. De directeur laat

er een goedkeurende blik over glijden: ‘Omdat de

afspraak is dat we zo nodig in elkaars auto moeten

kunnen rijden, moeten ze altijd gewassen zijn en

vrij van kinderzitjes en kratten bier.’ <

Postbus 55640, 3008 DC Rotterdam / t: +31 (0)10 283 62 22 / www.jordex.nl

pagina 17

Jordex: People, Planet, Profit

Ruud Maaskant, Managing Director of Jordex Shipping & Forwarding, a global transport management company for every

kind of delivery via land, sea and air, puts a lot of energy into finding the right people. He believes in the ‘People, Planet,

Profit’ mantra, and that shows in Jordex’s workplace, which is complete with a sustainable fitness room, office furniture

made from recycled materials, and a canteen that serves only healthy food. Of his predominantly young workforce Maaskant

says: ‘It’s very motivating to see how they evolve. Jordex gives them the chance to get the best out of themselves.’ And

that, in turn, results in a multitude of loyal customers that find Jordex approachable and a lot of fun to deal with.

Page 18: INN010 #2 zomer 2014

pagina 18

Hans van Driel, Nsecure:

CEO Hans van Driel bevestigt desgevraagd dat innovatiedrang

en het zich willen onderscheiden bij Nsecure tot in de kleinste

details worden doorgevoerd. Hij windt geen doekjes om het

resultaat: ‘Wij zijn toonaangevend in de markt op het gebied

van hoogstaande, vernieuwende beveiligingsoplossingen.’

Nsecure is opgericht in 1995 en is in bijna twintig jaar

uitgegroeid tot een organisatie met 95 medewerkers.

De klanten behoren tot de Top 500 van het Nederlandse

bedrijfsleven. Zo is het bedrijf een van de grote leveranciers voor

de petrochemische industrie in Europoort. Over een recente

opdracht in deze sector vertelt Van Driel: ‘Een van onze relaties

stond aan de vooravond van een turnaround, een ingrijpende

bedrijfsonderhoudsbeurt. Met duizenden, tijdelijke contractors

op de plant was een toegangscontrolesysteem dat veiligheid en

efficiëntie optimaliseert, een must. Nsecure ontwikkelde een

innovatief, kosten- en tijdsbesparend Security Management

Platform, inclusief veiligheidstrainingen in diverse talen.’

RebelAls zelfbenoemde rebel zegt Van Driel: ‘Ik heb helemaal niéts

met traditionele beveiliging. Anders zijn is een doel op zich bij

Nsecure.’ Security heeft volgens hem meer impact dan mensen

denken: ‘Beveiliging werpt vaak en ten onrechte barrières op.

Het maakt bedrijven slecht toegankelijk, minder gastvrij en dus

minder efficiënt. In plaats van letterlijk en figuurlijk deuren dicht

te doen, willen wij ze openzetten voor de mensen die binnen

willen komen.’ Zijn collega general manager Fred van Els knikt

instemmend: ‘Wij spelen niet in op angst en gevaar, maar juist

op vrijheid.’ Van Driel vult aan: ‘Om optimaal tot hun recht te

kunnen komen, moeten mensen zich veilig voelen in hun

omgeving. Alleen dan voelen ze de vrijheid die nodig is voor

goede prestaties.’

Fietsenrek met sensorDe meest recente innovatie uit het lab van Nsecure is

BikeParkControl, vernuftige hard- en software ontwikkeld

voor ProRail. De gratis, ondergrondse fietsenstalling voor

3754 fietsen op station Rotterdam Centraal maakt onderdeel

uit van dit project. Van Els: ‘Op de meeste stations met

gratis stallingen is het een chaos aan (wees)fietsen.

Rondom Rotterdam Centraal mogen er nu geen fietsen

meer bovengronds worden gestald. Wij hebben ieder

fietsenrek uitgerust met een draadloze sensor.

‘Beveiliging werpt vaak en ten onrechte barrières op’

Het pand van Nsecure is een architectonisch hoogstandje dat opvalt in het

verder eenvormige bedrijventerrein in Barendrecht. Ook het design interieur

is het toonbeeld van goede smaak. Behalve de hoofdkleur magenta springt

een grote collectie moderne kunst in het oog.

tekst: Karen Auer fotografie: Nsecure

Postbus 26, 2990 AA Barendrecht / t: +31 (0)180 65 66 66 / www.nsecure.nl

Page 19: INN010 #2 zomer 2014

pagina 19

Door middel van een automatische e-mail informeren wij

dagelijks de stallingsbeheerder over de bezetting van de

fietsenstalling en over de fietsen die er langer staan dan de

gemeentelijke verordening toestaat. De beheerder zet die

fietsen vervolgens apart waardoor er weer ruimte ontstaat.

De reizigers zien op een matrixbord waar er plekken vrij zijn.’

Behalve uiterst efficiënt, is het systeem ook duurzaam:

‘De sensortechnologie die wij toepassen, verbruikt weinig

stroom. Bovendien draagt BikeParkControl bij aan de

toegankelijkheid van het openbaar vervoer.’

Leukste bedrijfHans van Driel is naar eigen zeggen een tevreden mens die

met Nsecure al vele dromen heeft verwezenlijkt. Echter

bovenaan zijn prioriteitenlijst staat onverminderd het

welbevinden van zijn medewerkers. ‘Onze mensen móéten

plezier hebben in hun werk.’ Zonder blikken of blozen besluit

hij: ‘Wij zijn het leukste bedrijf van Rotterdam en omstreken.

Het voelt als familie en iedereen is hier gelijk.’ <

‘Beveiliging werpt vaak en ten onrechte barrières op’

Hans van Driel, CEO of Nsecure, admits: ‘I’m not interested in conventional security.’

It raises too many unjustified barriers.’ Nsecure’s motive is to think differently and to play on

freedom, not fear and danger.

Nsecure’s most recent innovation is BikeParkControl. Rotterdam Central train station’s under-

ground bike parking was a chaos of abandoned bikes. To solve the problem, Nsecure has equip-

ped each bike rack with a wireless sensor. Via a matrix board, customers can see where there’s

room to park their bikes, and a daily email alerts the attendant to bikes that have been parked

there longer than the municipal ordinance allows, so that they can be removed. In this way and

others, BikeParkControl adds to the accessibility of the public transportation system.

Page 20: INN010 #2 zomer 2014

pagina 20

INN010 is meer dan een magazine voor innoverend Rotterdam. De getoonde

cross-overs tussen de sectoren maritiem & logistiek, bouw & gebiedsontwikkeling,

vervoer & logistiek, chemie & biobased, medisch & food zetten zich ook buiten

het magazine voort. INN010 platform verbindt. Een korte impressie.

www.erikvanerk.nl • 06 - 57 32 55 45

crossovers

‘Niet alleen voor producten en diensten zijn we steeds afhankelijker van alles om ons heen,

zowel nationaal als internationaal. Maar ook om de beste mensen aan ons te binden zijn we

daarvan afhankelijk. Daarom hebben bedrijven en instellingen als Deloitte, RDM Campus,

Stadshavens, Van Lanschot Bankiers en de gemeente Rotterdam de handen ineen geslagen

om het innoverend vermogen van Rotterdam letterlijk van tekst en beeldmateriaal te

voorzien: INN010. Voor vernieuwingen zijn twee zaken belangrijk: nieuwe verbindingen

tussen bestaande elementen en mensen die dwars denken en doen. Behoort u ook tot de

grote vernieuwers in de stad en wilt u zich verbinden met anderen, meldt u zich dan bij de

redactie van INN010, [email protected]. Zodat in de volgende nummers nog veel meer

succesverhalen de ronde kunnen doen, goed voor u, Rotterdam en de rest van de wereld.’

Uit het blog van Korrie Louwes, tot juni 2014

onder meer wethouder innovatie van Rotterdam.

...en een bruggenbouwer is voor het bedrijfsleven.

De man die de partners bij elkaar heeft gebracht.

‘Zie ons als een haven op IT-gebied

waar innovatieve software-

oplossingen binnenkomen.’

Uitgevers Annet Spijkerman en Annemarie Teeken van A&A Business.

1

2

2

1 1

3

4

5

3

1

2 3

5

4

Page 21: INN010 #2 zomer 2014

pagina 21

crossovers

HÉT PLATFORM VOOR KENNIS EN BUSINESS

‘We moeten ons realiseren dat de technische innovatie vaak een logisch vervolg is op de stappen die al zijn gezet.’

‘Dat zoek je, mensen die ergens

helemaal voor gaan’

Rotterdam faciliteert

innovatieve ondernemers,

investeerders en beleggers

om hier mogelijk te maken

wat elders niet kan.

Met de snelle boot gaan duizenden

leerlingen naar de RDM Campus

waar innovatie en duurzaamheid

centraal staan.

...en een bruggenbouwer is voor het bedrijfsleven.

De man die de partners bij elkaar heeft gebracht.

Aqua Dock is dé innovatieve test-, demonstreer-, en productielocatie voor innovaties op het water.

‘Rotterdam loopt voorop als het gaat om duurzame gebieds-ontwikkeling en innoveren.’

De INN010-er van de toekomst.

SkylineDX vormt de schakel tussen

onderzoek en praktijk en is als spin-off

van het Erasmus MC ontstaan. Praktijkgericht onderzoek voor

duurzame innovatie in stad en haven,

samen met onderwijs en bedrijven.

www.sparkdesign.nl

6

10

12

6

8

7 8

11

13

14

13

9

9

8

7

6 11

9

12

1312

14

10

Page 22: INN010 #2 zomer 2014

pagina 22

Rotterdam faciliteert innovatieve ondernemers, investeerders en beleggers om hier mogelijk te maken

wat elders niet kan. Wie in de stad en de omliggende regio investeert, krijgt daarvoor de ruimte.

‘Wereldwijd is een geleidelijke beweging gaande naar de nieuwe economie’, vertelt Hans Scheepmaker,

procesmanager business development & nieuwe markten bij Stadsontwikkeling Rotterdam. Die

beweging is ontstaan onder druk van klimaatverandering, energietekorten, vergrijzing en

onbeheersbare financiële dienstverlening. Dichtbevolkte gebieden zoeken naar oplossingen om hun

economie toekomstbestendig te maken. Tel daarbij op de steeds groter wordende schaarste aan

grondstoffen en fossiele brandstoffen, dan is het duidelijk dat een economische versnelling nodig is.

De nieuwe economie is onder meer gebaseerd op kleinschalige, lokaal georganiseerde netwerken van

producenten en consumenten, en biedt ruimte aan technologische innovaties. Scheepmaker: ‘En dan

denk ik met name aan disruptive technology: door bijvoorbeeld robotics en 3-D printing bestaande

economische sectoren omgooien en nieuwe sectoren mogelijk maken.’ Scheepmaker vergelijkt

disruptive technology, ook wel ontwrichtende innovatietechnologie genoemd, met de internetrevolutie

die een kanteling in de communicatie teweegbracht. Hij verwacht dezelfde revolutie, maar dan in het

maken van dingen. En daar zijn mensen voor nodig.

Rotterdam maakt keuzes‘Rotterdam maakt het is ons pitchverhaal. Hiermee geven we aan dat Rotterdam klaar is voor de

versnelling naar de nieuwe economie. Van marktpartijen krijgen we terug dat we én in keuzes én in

besef op de troepen vooruitlopen. Wij kiezen bewust voor een versnelling van de drie clusters waarin

de stad internationaal een sleutelpositie heeft.’ Cleantech met deltatechnologie op het gebied van

energievoorziening, klimaatadaptie en watermanagement. Medical met het Erasmus MC als vliegwiel

voor technologie en gezondheid. En food met Greenport Westland voor innovatieve glastuinbouw en

voedselproductie. ‘Het zijn drie kansrijke clusters, waarbinnen we in de driehoek kennisinstituten,

bedrijven en overheid de slagkracht proberen te versterken.’ Deze clusters zijn niet toevallig gekozen.

In de nieuwe economie ontwikkelen grootstedelijke gebieden zich tot centra voor dienstverlening en

productie van goederen, met een eigen energie- en voedselvoorziening. ‘De gekozen clusters zie ik als

domeinen die elkaar kunnen versterken. Onderling vinden al allerlei cross-overs plaats en die proberen

we nog extra te stimuleren. Een prachtig voorbeeld is het 3-D printen van voedsel, gewrichten en

hightech-producten. Nieuwe (digitale) technieken zorgen er ook voor dat we producten weer lokaal

rotterdamspringplank voor innovatieRotterdam zit in de lift. Met de financiën op orde, verbeterde dienstverlening en betere

economische randvoorwaarden voor ondernemers staat de stad aan de vooravond van een

nieuwe periode van economische groei. Rotterdam nodigt aanpakkers uit om samen de

versnelling te maken in een groeiregio met de beste kaarten voor de toekomst. Wie durft?

tekst: Yvette van Dael fotografie: Rotterdam Marketing, Claire Droppert / CNCservices.eu Rotterdam

In het visiestuk Rotterdam maakt het zet

Rotterdam zichzelf neer als brandpunt van

de nieuwe economie. Voor het aantrekken en

behouden van talent, business en werkgelegenheid

is het cruciaal om een ecosysteem te creëren

waarin bedrijven, kennisinstellingen en overheid

elkaar weten te vinden. De haven functioneert

hierin als logistieke draaischijf voor de invoer en

uitvoer van grondstoffen en voor de recycling

en upcycling van afvalmaterialen.

Page 23: INN010 #2 zomer 2014

pagina 23

www.rotterdam.nl

gaan maken in plaats van tegen hoge

milieubelasting uit China laten komen.’

Voordeel van disruptive technologies: als die

eenmaal in gang zijn gezet, worden ze in

gebruik steeds sneller en goedkoper.

Rotterdam heeft de kans hier maximaal van

te profiteren, zeker met de haven in de

achtertuin. ‘Daar zie je straks geen

containers meer met speelgoed uit China,

maar met grondstoffen voor 3-D printing,

zodat we het speelgoed hier zelf kunnen

maken.’ En volgens Scheepmaker wordt het

pas écht lucratief als je lokale productie

combineert met recycling. ‘Hergebruik is een

dominante factor in de nieuwe (circulaire)

economie. Je kunt beter goud uit mobiele

telefoons halen dan ertsen ontginnen.’

Rotterdam maakt kennis en marktEr zit een enorme potentie in de regio.

Meer dan duizend MKB-bedrijven zijn in

de maakindustrie werkzaam en bezig met

de transitie naar de nieuwe economie.

‘Onder invloed van de technologische

ontwikkelingen hebben wij dus een goede

voedingsbodem voor het benutten van

nieuwe kansen in de maakindustrie, zeker

in combinatie met de haven. Wij doen

ons best het MKB te linken aan de grote

multinationals en kennisinstituten in de

regio. Unilever, DSM, TNO Research, TU

Delft, EMC… Start-ups, multinationals én

techneuten moeten het gevoel krijgen dat

Rotterdam de stad is waar het allemaal

gebeurt. Natuurlijk roept elke stad dat. Maar

Rotterdam concurreert door een aantrekkelijk

vestigingsklimaat, door het bieden van

mentale en fysieke ruimte voor bedrijven

om zich hier te vestigen, en door de keten

van start-ups naar MKB en grote bedrijven

optimaal te organiseren. Ik denk dat we in

bijvoorbeeld het Merwe-Vierhavensgebied,

in samenhang met de RDM Campus, een

goed ecosysteem kunnen neerzetten waar

bedrijven, kennisinstellingen en overheid

zich met elkaar verbinden.’ Rotterdam draagt

ook bij aan de versnelling door publiek/

private innovatie- en ontwikkelfondsen op te

zetten en geldstromen te bundelen.

Waarde makenTot slot mogen investeerders en onder-

nemers rekenen op echt commitment van de

stad. Ook hier geen loze woorden. ‘Wij blijven

zichtbaar investeren. In goed onderwijs, een

klantgerichte organisatie, snelle procedures en

een goede bereikbaarheid van de regio. Het

recent geopende Centraal Station is een inter-

nationale hub.’ En in iconen. ‘De Rotterdam,

de Markthal, de Tweede Maasvlakte… dat

soort iconen maken visueel waar je als stad

naartoe wilt.’ Buitenlandse kranten als de

New York Times hebben het al opgepikt:

‘Rotterdam is the place to be.’ Meer info:

www.rotterdam.nl <

Springboard for innovation

Rotterdam wants to smooth the way for innovative entrepreneurs and investors in a way that isn’t possible

anywhere else. To attract and keep talents, businesses and jobs, it’s crucial to create an ecosystem in which

companies, research institutions and government know how to find each other. There is currently a gradual,

worldwide movement towards a new economy, created by the pressures of climate change, increasing

scarcity of raw materials and fossil fuels, aging populations and unpredictable financial markets. Densely

populated areas are searching for ways to “future-proof” their economies. Rotterdam encourages go-getters

to join together in this new economy to boost an already-growing region, in part, by embracing small-scale,

locally organized networks of producers and consumers, and technological innovations.

Stadshavens

Page 24: INN010 #2 zomer 2014

pagina 24

Met SOFIE gaat Rotterdam door op de ingeslagen weg van

revitalisering van de stadshavens. Denk daarbij aan medische

innovatie en nieuwe vormen van wonen en werken op het water.

Of aan uitbreiding van recreatieve mogelijkheden. Lowtech en

hightech komen bij elkaar met de focus op de clusters

cleantech, medical, food, en maritieme zakelijke dienstverlening.

Het is de verwachting dat de werkgelegenheid in stad en regio

hierdoor een flinke impuls krijgt. Initiatieven en uitdagende

projecten die aantoonbaar bijdragen aan de ontwikkeling van

het stadshavensgebied mogen bij SOFIE aankloppen voor

(co)financiering. Maar let op: in de kas zit een bedrag van

e 6,5 miljoen voor de aanvragen in 2014 en 2015. Daarvan komt

e 4,25 miljoen van het Rijk en EFRO, het Europees Fonds voor

Regionale Ontwikkeling. Rotterdam zelf draagt e 2,5 miljoen bij.

Dit lijkt een groot bedrag, maar bij grote projecten kan het snel

op zijn. Het is dus nú het moment om plannen in te dienen.

Overigens: SOFIE is geen subsidiepot. Het is een revolverend

fonds waaruit leningen worden verstrekt. Het geleende bedrag

wordt maandelijks met rente afgelost. De gemiddelde looptijd

van een lening is vijftien jaar; het rentepercentage is afhankelijk

van het project. De aflossingen komen terug in het fonds en op

die manier weer beschikbaar voor nieuwe projecten. Hierdoor

kunnen nu en in de toekomst sociaal en economisch belangrijke

projecten tóch doorgaan. SOFIE biedt kansen voor ondernemers

met toekomstvisie, ook in deze tijd van crisis en banken met de

hand op de knip.

tekst: Yvette van Dael fotografie: : Stadshavens Rotterdam, Hai Dong Liu

Gunstige financieringen voor kansrijke projecten

In de zomer van 2013 is SOFIE opgericht, het Stadshavens

Ontwikkelingsfonds voor Innovatie en Economie. Het

fonds stelt onder bepaalde voorwaarden geld beschikbaar

voor andere bedrijvigheid in het stadshavensgebied:

het gebied tussen de Erasmusbrug en de Beneluxtunnel in.

Onder meer door verhuizingen van grote bedrijven naar

de Tweede Maasvlakte zijn in dit deel van Rotterdam

grote veranderingen te verwachten. De gemeente wil

het gebied daarom aantrekkelijker maken voor nieuw

ondernemerschap, met innovatie en duurzaamheid

als speerpunten.

SOFIE zoekt ondernemers met toekomstvisie

>> SOFIE biedt kansen voor

ondernemers met toekomstvisie,

ook in deze tijd van crisis <<

Page 25: INN010 #2 zomer 2014

pagina 25Stadshavens

Voorwaarden. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit SOFIE, moet een project

tenminste aan een aantal voorwaarden voldoen:

+ De effecten zijn zichtbaar in het stadshavensgebied

+ De aanvrager moet aantonen dat hij redelijke inspanningen heeft gedaan om maximale

financiering tegen marktvoorwaarden te verkrijgen en dat dit niet gelukt is (marktfalen)

+ Er is sprake van maatschappelijke meerwaarde, zoals nieuwe werkgelegenheid of

vermindering van CO2-uitstoot

+ Het project heeft aantoonbaar financieel rendement en opbrengstpotentieel en de aanvrager

moet aantonen dat hij de lening kan terugbetalen

In een SOFIE-project wordt maximaal 20% risicodragend geparticipeerd. Garanties worden

verstrekt tot maximaal 75% van de investering en leningen tot maximaal 50%.

Info. Het beheer van SOFIE is in handen van stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting

Nederlandse gemeenten. Komt uw project moeilijk tot stand? Kijk op www.svn.nl voor

meer informatie. Of neem voor het aanvragen van een lening contact op met Richard Luigjes,

+31 (0)33 253 95 84 of +31 (0) 6 512 137 24, [email protected]. <

Lekstraat 14 (havennr. 272), 3029 BN Rotterdam / t: +31 (0)10 283 38 00 / www.stadshavensrotterdam.nl

SOFIE seeks entrepreneurs with vision

SOFIE, a development fund for innovation and economy in Rotterdam’s city harbours, was

founded in the summer of 2013. Big changes are anticipated in this part of Rotterdam, in part

because of the relocation of large companies from this area to the newly expanded internatio-

nal harbour, located outside the city. Rotterdam wants to make its former inner harbours more

attractive to new entrepreneurs, with innovation and sustainability as priorities.

SOFIE is Rotterdam’s path to revitalization, providing financing for projects such as medical

innovation, new forms of living and working on water, or expanding recreational opportunities,

while at the same time boosting employment in the city and surrounding areas.

In Europa is steeds meer discussie over

het verstrekken van EFRO-gelden in de vorm

van subsidie. Daarom is binnen EFRO het

JESSICA-programma opgestart, ofwel Joint

European Support for Sustainable Investment

in City Areas. JESSICA heeft als doel in de

stedelijke gebieden duurzame investeringen

en werkgelegenheid te stimuleren in de vorm

van revolving funds. Steden kunnen via

JESSICA ontwikkelingsfondsen opzetten,

zoals SOFIE.

SOFIE heeft onlangs de aanvraag

gehonoreerd voor de herontwikkeling van

de leegstaande, monumentale RET-remise

aan de Waalhaven Oostzijde. De herontwikkeling

gebeurt in een bijzondere alliantie tussen

gemeente, bedrijfsleven en mbo-studenten.

De alliantie ziet het project als een win-winsituatie

voor alle partijen. Ondernemers hebben belang bij

technisch geschoold personeel. Studenten doen in

het project praktijkervaring op en vergroten

daarmee hun kansen op de arbeidsmarkt. En

het project past uitstekend in de innovatieve,

duurzame transformatie van Stadshavens

Rotterdam.

Nóg een investeringsfonds

Ondernemers uit de regio kunnen ook terecht bij InnovationQuarter.

Dit investeringsfonds is bedoeld voor bedrijven die behoefte hebben aan

investeringen om hun producten of diensten naar de markt te brengen.

Het fonds investeert met kapitaal (in de vorm van participaties en/of

achtergestelde leningen), netwerken en kennis. Doelgroep: bedrijven uit

Zuid-Holland, met een gedegen busininessplan en bij voorkeur actief

binnen de sectoren cleantech, life sciences & health en safety & security.

Meer info: www.innovationquarter.nl.

Page 26: INN010 #2 zomer 2014

pagina 26

De vermogensbeheerder draagt zelf ook opvallend

actief bij aan haar naamsbekendheid. Uiteraard ter

meerdere eer en glorie van haar bedrijf Fintessa,

een speelse samenvoeging van ‘financieel’ en

het Italiaanse woord voor betrouwbaar: ‘certezza’.

Zo is Hafkamp regelmatig in beeld bij het

programma Business Class van Harry Mens die

zichtbaar onder de indruk is van haar kennis. Ook is

ze te beluisteren bij BNR’s Zakendoen Met, schrijft

ze columns over haar vakgebied, houdt ze een blog

bij en is ze actief op Twitter en op Facebook; Martine

Hafkamp is inmiddels een sterk merk. ‘We doen dit

heel bewust, juist omdat vermogensbeheer iets heel

persoonlijks is en we op deze manier onze visie

goed uit kunnen dragen.’

Hafkamp, die haar sporen al had verdiend als

vermogensbeheerder, begon met Fintessa in januari

2008. Ondanks de ogenschijnlijk beroerde timing

wisten de klanten het bedrijf te vinden. Fintessa is

zes jaar later uitgegroeid tot een kantoor met

veertien medewerkers die vanuit een monumentale

Baarnse kantoorvilla de vermogens beheren van

particulieren, instituten, stichtingen en ondernemers.

Als kers op de taart is Fintessa door de lezers van het

blad CASH voor het derde jaar op rij uitgeroepen tot

de Beste Vermogensbeheerder van Nederland.

Martine Hafkamp. De naam zal

honderdduizenden doen denken aan

de femme fatale destijds in de soap

GTST. De échte Martine Hafkamp

heeft zich er eerder wel aan gestoord,

maar vindt het nu wel handig. ‘Goed

voor de naamsbekendheid.’

tekst: Karen Auer fotografie: archief Fintessa

Page 27: INN010 #2 zomer 2014

pagina 27

Uw geheim?De algemeen directeur sleepte ook persoonlijke, prestigieuze

trofeeën in de wacht: tweemaal de Gouden Stier voor Beste

Beursvrouw en voor Beste Beleggingsexpert, de Oscar van de

financiële wereld. Het geheim? Hafkamp: ‘Fintessa levert echt

maatwerk en hanteert geen modelportefeuilles. Wij hebben

geen eigen producten en beleggen niet in beleggingsfondsen.

Bij de grootbanken bijvoorbeeld zie je steeds meer

standaardisatie in vermogensbeheer. Ze hijsen hun cliënten

het liefst in allerlei door henzelf in elkaar geknutselde

huisfondsen. Dat is waar Fintessa het verschil maakt;

maatwerk staat nooit stil, maar groeit met een cliënt mee.’

Kan een bepaalde manier van beheren de innovatiekracht van een bedrijf versterken?‘Vaak is het zo dat in een stijgende beurs (bullmarket) de

aandacht voor groeifondsen toeneemt, en dus ook voor

aandelen van bedrijven die bijvoorbeeld actief zijn in

alternatieve energie. Wanneer meer beleggers deze aandelen

kopen stroomt er meer geld naar deze innovatieve bedrijven

en kunnen deze meer investeren. Ook wij doen er als

vermogensbeheerder goed aan om innovatieve bedrijven op te

sporen en daarin te beleggen. Immers, innovatie zorgt ervoor

dat er rendement gemaakt kan worden. Goede voorbeelden

zijn Tesla en Apple met de iPhone en de iPad.’

En wat zijn in het kader van dit themanummer de raakvlakken met vervoer, maritiem en cleantech? ‘Innovatie is overal. In transport bijvoorbeeld valt goed te

beleggen. AP Moller Maersk, ’s werelds grootste container-

vervoerder en een belangrijke partner in Rotterdam, brengt

nieuwe, zuinigere, boten op de markt. Royal Dutch Shell is

op technologisch gebied zeer innovatief in diepzeeboren.

Maar kijk ook verder. Een goed voorbeeld is HAL Trust. Deze

aandelen zijn op de beurs te koop. Hiermee heb je in één keer

niet alleen indirect aandelen Boskalis en Vopak in portefeuille,

maar investeer je ook in opticienketens.’

Op het gebied van cleantech gebeurt er erg veel. Fintessa

belegt vrij vaak in nieuwe energie. Zie hiervoor bijvoorbeeld de

tracker (ETF) Market Vectors Global Alternative Energy. Voor

deze tracker wordt belegd in semiconductor-bedrijven,

autoproducenten, windmolenparken, et cetera. Dit biedt

beleggers niet alleen kansen, maar door hun investeringen in

dit soort ondernemingen bevorderen ze ook de innovatie.

Welke rol kan vermogensbeheer spelen in de ‘circle economy’? ‘Duurzaamheid levert rendement op, dus is het onder

bepaalde voorwaarden verstandig om te beleggen in duurzame

bedrijven. Door bewust duurzame overwegingen mee te

nemen in je beleggingsbeslissingen, draag je bovendien als

vermogensbeheerder of belegger je steentje bij aan een betere

wereld. ‘

Heeft Fintessa raakvlakken met Rotterdam?‘Qua mentaliteit zeker: niet lullen, maar poetsen. Bovendien is

Rotterdam een echte ondernemersstad en mag Fintessa veel

van deze entrepreneurs tot zijn trouwe cliënten rekenen.

Persoonlijk vind ik Rotterdam er alleen maar leuker op worden.

De stad is volop in beweging en heeft steeds meer leuke en

verrassende locaties en buurten.’<

Postbus 418, 3740 AK Baarn / t: +31 (0)35 543 14 50 / www.fintessa.nl

‘Innovatie zorgt voor meer rendement’

Martine Hafkamp, vermogensbeheerder Fintessa:

tekst: Karen Auer fotografie: archief Fintessa

Page 28: INN010 #2 zomer 2014

aangeboden door RDM Campus / Centre of Expertise

Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam

t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl

Jules Dock is een organisatie waar maritieme innovatie, duurzaamheid en

maatschappelijke betrokkenheid hand in hand gaan. Het bestaat uit vier

bedrijfsonderdelen: consultancy, research, development en prototyping.

Felix Moonen is de oprichter: ‘Technische en sociale innovatie dragen bij

aan de verduurzaming van de maritieme sector. Jules Dock integreert deze

harde en zachte kant van innovatie in zijn producten en diensten.’

Jules Dock heeft een kavel in het Rotterdamse Innovation Dock waar het

machinepark staat. Ook is een van de kantoren van de organisatie hier

gevestigd. ‘De bouw van prototypen en het onderzoek vinden vooral plaats

op het RDM-terrein. Jules Dock doet samen met de studenten op

RDM Campus onder meer onderzoek naar antifouling coatings en biofouling’,

licht Felix Moonen toe. Ofwel: ‘Vaartuigen of objecten onder water krijgen te

maken met ongewenste aangroei van organismen. Deze vervuiling van

het oppervlak is afhankelijk van de toepassing, watercondities en andere

omgevingsfactoren. Bepaalde coatings kunnen die aangroei van organismen

tegengaan. Dit testen we via de proefopstellingen die in het water voor de

campus liggen.’

Jules Dock is sterk betrokken bij RDM Campus. Het bedrijf levert

een bijdrage aan het creëren van opleidings- en werkplekken. Er zijn

activiteiten met studenten van het mbo, hbo en wo. ‘De afgelopen jaren

zijn er zo’n 400 studenten bij ons bedrijf binnen geweest. We hebben

onder meer afstudeerders, innovatieteams en zelfs hele klassen begeleid.

Daarnaast hebben meer dan 1600 studenten deelgenomen aan onze

innovatiesessies. Tijdens deze sessies worden innovatievragen van

bedrijven uit de maritieme sector samen met multidisciplinaire

studententeams uitgewerkt. Wij brengen onderwijs naar de bedrijven en

de inhoudelijke vraagstukken van de bedrijven weer naar het onderwijs.’

ComposietlabFelix Moonen vervolgt: ‘Het maritieme cluster is een van sterkste clusters

binnen RDM Campus, maar staat nog in de kinderschoenen. Er zijn veel

kansen, zeker als meer studenten met diverse achtergronden hun weg naar

de campus weten te vinden. Voor de regio is het interessant als dit cluster

zich richt op innovatiethema’s voor de komende 30 jaar. RDM Campus is

dé plek om theoretische concepten in de praktijk te brengen.’

Voor Jules Dock ziet Moonen een grote rol weggelegd bij de transitie naar

meer composiet in de maritieme sector. De materiaaleigenschappen van

composiet bieden tal van mogelijkheden die bijdragen aan verduurzaming

en kostenbesparing in deze sector. ‘Dit valt onder innovatief materiaalgebruik.

Om dit te bewerkstellingen is Jules Dock een composietlab op RDM Campus

gestart. Via onderzoek en prototypebouw willen we het gebruik van

innovatieve materialen in de maritieme sector versnellen.’

startups

pagina 28

tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar

Jules dock: ‘Hard en zacHt in innovaties’

NAAM EIGENAAR Felix Moonen

GESTART 2009

WEBSITE www.julesdock.nl

Page 29: INN010 #2 zomer 2014

pagina 29

Iedereen heeft recht op goedkope stroom. Dat is de persoonlijke visie van

Marinus Mieremet, uitvinder en oprichter van the Archimedes. Mieremet blies de

theorie van de Griekse geleerde Archimedes nieuw leven in door zijn eigen nieuwe

aerodynamische methode hieraan te koppelen. ‘Ontwikkeld voor vloeistoffen

gebaseerd op bio mimicry, dat is technologie geïnspireerd op de natuur. Mijn

inspiratie komt voort uit de theorieën van wiskundige toepassingen, zoals de

spiraalvorm van de nautilus schelp.’ De turbines die ontwikkeld worden door

the Archimedes zijn gebaseerd op deze nieuwe vorm. Mieremet vervolgt:

‘Een vorm uit een plat vlak die toch volumefiguur wordt. Wiskundig gezien

is dat nog onbekend en interessant.’

The Archimedes is een Research & Development bedrijf. Ze zijn onder meer

betrokken bij de ontwikkeling van klimaatneutrale steden in het buitenland,

energiehubs en waterturbines. Het zusterbedrijf bevindt zich in Zuid-Korea,

waar Mieremet het R&D-team aanstuurt. Zijn compagnon en medeoprichter

van het bedrijf Richard Ruijtenbeek stuurt de Nederlandse tak aan, gevestigd

op de RDM Campus. The Archimedes bestaat als bedrijf al geruime tijd, maar

gaat nu voor het eerst met een product de markt op en wel met een stedelijke

mini windturbine, de Liam F1.

Ruijtenbeek vertelt: ‘Tot voor kort werden mini windturbines onderverdeeld in

horizontale as-turbines en verticale as-turbines. Door de komst van de Liam,

de Urban Wind Turbine, bestaat er nu ook de spiraal as-turbine. Een mini

windturbine is een windmolen die gebruikt wordt voor kleinschalige

opwekking van elektriciteit voor bijvoorbeeld huishoudens, VVE’s en

bedrijfsgebouwen. Mini windturbines maken het mogelijk om vrijwel overal

windenergie op te wekken, zowel in de bebouwde omgeving als in landelijke

gebieden. Koppel je dit aan zonnepanelen, dan kun je elektrisch neutraal worden.’

‘Deze windturbine is in de afgelopen tien jaar ontwikkeld en is niet vergelijkbaar

met andere windturbines,’ vervolgt Ruijtenbeek. ‘Door de ongekend grote

instromingshoek en een afwijkend weerstandsprofiel, gaat er bijna geen energie

verloren. Dit heeft het voordeel dat hij niet hoorbaar is en veel meer energie kan

opwekken dan conventionele molens. Hij kan circa 90% van de theoretisch

haalbare energie uit de lucht halen en is gemaakt van licht materiaal waardoor

hij op vrijwel elk dak past.’ De Liam F1 wordt officieel gelanceerd op RDM

Campus en is vanaf juli 2014 te bestellen. Met voldoende wind verdient hij zich

net als zonnepanelen terug. Na de lancering van de Liam F1 zal the Archimedes

zich onder meer gaan richten op de ontwikkeling van een waterturbine. Mieremet:

‘Een waterturbine met deze nieuwe vorm levert circa 800 keer zoveel energie

op. We verheugen ons erop om ook daarmee aan de slag te gaan.’

aangeboden door RDM Campus / Centre of Expertise

Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam

t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl

tHe arcHiMedes

NAAM EIGENAAR Marinus Mieremet, Richard Ruijtenbeek

GESTART 2006

WEBSITE www.thearchimedes.com

Page 30: INN010 #2 zomer 2014

pagina 30

Ampelmann-systeem offshore verovert

woeste wereldzeeën

+ Vloot uitgebreid naar 30 systemen+ Nu ook kantoor in Singapore

Page 31: INN010 #2 zomer 2014

pagina 31

Een omgekeerde vliegtuigsimulator en het

figuurtje op de Berlijnse voetgangerslichten.

Beiden zijn onlosmakelijk verbonden met het

Ampelmann-systeem, ofwel een gangway die de

natuurlijke beweging van de zee kan compenseren.

Het bedrijf van Jan van der Tempel dat de afgelopen

jaren heeft zorggedragen voor een revolutie in de

toegankelijkheid van offshore-structuren, heeft

een hoofdkantoor in de faculteit Luchtvaart- en

Ruimtevaarttechniek in Delft en een productielijn

in een van de loodsen bij de RDM Campus in

Rotterdam.

Van der Tempel kwam op het idee van zijn

vinding tijdens een offshore-windconferentie in

Berlijn in 2002. Daar ontstond het principe van

een gangway, die zo werd ontworpen dat de

natuurlijke beweging van de zee kan worden gecom-

penseerd. De vinding is vernoemd naar het figuurtje

op de Berlijnse verkeerslichten, met de gedachte

om het overstappen naar offshore-werkstructuren

net zo makkelijk te maken als het oversteken van

een straat. Van der Tempel ontwikkelde voorts

een schaalmodel en prototype op ware grootte.

Inmiddels is het Ampelmann-systeem een van

de succesvolste innovaties van de TU Delft.

Van der Tempel: ‘De onafgebroken beweging van

de zee maakt de toegang vanaf een schip moeilijk

en gevaarlijk. Het personeel moet dan vanaf een

bewegend vaartuig overstappen op een niet-

bewegend platform of vice versa. Samen met

onderzoekers van de TU Delft hebben we

het Ampelmann-systeem ontwikkeld. Het

Ampelmann-platform is gebaseerd op dezelfde

technologie die voor de vluchtsimulatoren in

de luchtvaart- en ruimtevaartindustrie wordt

gebruikt. Vluchtsimulatoren zijn uitgerust met

zes hydraulische benen die zes verschillende

soorten bewegingen kunnen maken:

voorwaarts-achterwaarts, omhoog-omlaag en

links-rechts, gecombineerd met rotatie over drie

onafhankelijk van elkaar werkende loodrechte

assen. Voor de verdere ontwikkeling is nauw

samengewerkt met partners uit de industrie,

zoals Shell en andere afdelingen binnen de

TU Delft, zoals het International Research

Institute for Simulation, Motion and Navigation

(SIMONA) en het Delft Center for Systems and

Control.

Intelligente besturingIn de Ampelmann is deze techniek uitgebreid

met nauwkeurige bewegingssensoren en een

intelligente besturing die de kleinste bewegingen

van het schip door de golven meet om deze in

het platform te kunnen compenseren. ‘Het

resultaat is een platform op een schip dat op

open zee volmaakt stabiel blijft. Vanaf het

bewegingloze bovendek en een telescopische

loopbrug kan het personeel veilig overstappen

naar een offshore-structuur. Het overstapplatform

hoeft noch aan de offshore-structuur noch aan

het schip te worden aangepast. Ook op kleine

vaartuigen is het een kwestie van ‘plug & play’.

Daarmee is de vinding niet alleen een werkbaar,

maar ook een aantrekkelijk alternatief voor de

bestaande manieren van offshore-toegang.’ <

Maritiem personeel ophalen en afzetten van en

op offshore-faciliteiten zoals boorplatforms of

windturbines is zowel een riskante als een kostbare

aangelegenheid. Het Ampelmann-systeem, bedacht

door Jan van der Tempel en onderzoekers van de

TU Delft, zorgde voor een doorbraak. Zij ontwikkelden

namelijk een zesbenig hydraulisch platform met

bewegingscompensatie dat de toegang tot offshore-

faciliteiten aanzienlijk vergemakkelijkt en versnelt.

Inmiddels zijn er 30 Ampelmann-systemen op

de markt en breidt de Ampelmann Operations B.V.

uit naar Singapore.

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Ampelmann/Van der Tempel

Kluyverweg 1, 2629 HS Delft / t: +31 (0) 20 240 01 21 / www.ampelmann.nl

Page 32: INN010 #2 zomer 2014

pagina 32

Duurzaam bouwen op water is een van

de prioriteiten in de herontwikkeling van de

Rotterdamse stadshavens. Driekwart van alle

grote steden is gebouwd in deltagebieden,

kampt met ruimtegebrek en staat voor de

opgave om duurzame oplossingen te vinden

voor de gevolgen van klimaatverandering,

zeespiegelstijging en energieschaarste. Bouwen

op water is een van de oplossingen en biedt

ook internationaal marktkansen.

Rotterdam investeert in de verdere ontwikkeling

van kennis over bouwen op water. Uiteindelijk

doel: een drijvende stad realiseren. Om vanuit

idee tot realisatie van een drijvende stad te

komen, is een extra schakel in de keten nodig.

Die schakel is Aqua Dock. Deze testfaciliteit in

de Dokhaven van RDM Campus is een coproductie

van gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam,

Hogeschool Rotterdam en Clean Tech Delta.

Stadsontwikkeling Rotterdam is de opdrachtgever.

Niet zonder reden heeft Rotterdam grote

ambities om de stadshavens in de nabije

toekomst te herontwikkelen. Ruim 40% van het

in totaal ruim 1600 hectare stadshavensgebied

bestaat uit water. Het spreekt voor zich dat

(toekomstige) ontwikkelingen op het water voor

dit gebied van groot belang zijn. Aqua Dock is

dé aanjager om deze ambities waar te maken.

‘Uit de ervaring die we hiermee opdoen kan

Stadshavens Rotterdam lering trekken voor de

grootschalige ontwikkelingen in de Rijnhaven’,

zegt Joep van Leeuwen, senior adviseur bij de

gemeente. ‘Het woord is nu aan het winnende

consortium dat de Rijnhaven mag ontwikkelen;

Aqua Dock kan de plannen faciliteren.’ De inno-

vaties uit Aqua Dock vinden straks niet alleen

hun weg naar de stadshavens van Rotterdam,

maar ook naar andere deltasteden. Zo wordt

Aqua Dock dé versneller op het gebied van

innovaties op het water.

Page 33: INN010 #2 zomer 2014

pagina 33

experiMenteren in AquA Dock

Stel je eens voor: een dobberend bos, een drijvend hotel, een drijvende

weg… sciencefiction? Nee. Sinds maart 2014 zijn de bedrijven

hierachter de pioniers van Aqua Dock, een test-, demonstreer-, en

productielocatie voor innovaties op het water bij de Rotterdamse

RDM Campus. Ook andere ondernemers tonen interesse in het

huren van een waterkavel. De inschrijving is officieel geopend.

tekst: Yvette van Dael fotografie: Freek van Arkel

Bouw- en gebiedsontwikkeling

Proeftuin voor bouwen op water

Jaren van voorbereiding gingen eraan vooraf. Gabrielle Muris,

directeur RDM Campus, vertelt. ‘De eerste plannen dateren al

van 2007; het duurde tot 2011 voordat de ontwikkeling écht

gestalte kreeg. Een aantal zaken kwam toen namelijk samen:

de gemeente Rotterdam was bezig met drijvend bouwen voor

de Rijnhaven, het Havenbedrijf kon voor de planvorming water

beschikbaar stellen en de Hogeschool wilde kennis delen. Ik

heb de partijen aangejaagd om de realisatie van Aqua Dock

mogelijk te maken en tegelijk ook het bedrijfsleven opgezocht.

Het bedrijf Bayards Aluminium had bijvoorbeeld samen met

Rijkswaterstaat een prototype voor een drijvende weg ontwikkeld:

nu de backbone waar de kavels aan liggen. Dit bracht de

ontwikkeling in een stroomversnelling. Aqua Dock is dus ontstaan

vanuit de driehoek kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid.

Zonder deze samenwerking was de faciliteit nooit tot stand

gekomen. De gemeente financiert de aanleg van de drijvende

weg en de voorzieningen eromheen, wat ze overigens weer

terugverdient met de verhuur van de kavels. De overige

voorfinanciering proberen we in SOFIE onder te brengen, een

investeringsfonds voor de stadshavens (zie pagina 24-25).’ >

Page 34: INN010 #2 zomer 2014

pagina 34

Aqua Dock biedt ruimte voor experimenten op water, brengt

onderzoek en productie samen en opent deuren tot kennis,

onderzoek en een netwerk van toppartners. De faciliteit bestaat

uit een drijvende bouwsteiger, voorzien van water en elektra,

waaraan waterkavels worden uitgegeven. Studenten en

bedrijven mogen er binnen een omgeving van Research,

Design & Manufacturing (lees: RDM Campus) volop

experimenteren met innovaties op het water, zoals drijvende

wegen, kassen, waterkeringen en woon- en werkplaatsen.

Cross-overs met andere sectorenDoor de link naar RDM Campus krijgen huurders van de

waterkavels toegang tot de Community of Practice Drijvend

Bouwen en tot studenten en onderzoekers van het Albeda

College en de Hogeschool Rotterdam. Zij beschikken bovendien

over de overige faciliteiten van de Campus: een hoogwaardig

machinepark voor prototyping, startersfaciliteiten via RDM

Makerspace en congresruimte met vergaderfaciliteiten.

Meer weten? Vragen over Aqua Dock of interesse in een kavel?

[email protected]

Community of Practice

Drijvende kracht achter Aqua Dock is de

Community of Practice Drijvend Bouwen. Joep van

Leeuwen: ‘De community is door RDM Campus in

het leven geroepen, met het idee om binnen de

driehoek onderwijs, bedrijfsleven en overheid ideeën

te ontwikkelen, infrastructuur te delen en kennis te

delen en te vergroten. Partners van de community

trekken studenten van de Hogeschool en het Albeda

aan om ideeën uit te werken. De meest bruikbare

ideeën moeten leiden tot prototypes die in Aqua

Dock gebouwd en getest gaan worden. Als dat goed

gaat, kunnen bedrijven met de prototypes de markt

op, voor gebruik in de Rijnhaven of andere plekken

in Rotterdam en daarbuiten.’

De partners van dit moment zijn het ingenieursbureau

van Stadsontwikkeling, Hogeschool Rotterdam,

stichting Platform Drijvend Bouwen, Flexbase,

Hogeschool Inholland Rotterdam, Stichting Stad op

het water en RDM Campus. Andere vernieuwers zijn

van harte uitgenodigd: www.copdrijvendbouwen.nl.

Dobberend Bos

Kunstenaar Jorge Bakker en kunstproducent Mothership kregen de handen

op elkaar voor het eerste experiment van Aqua Dock: een prototype voor het

Dobberend Bos in de Rijnhaven. Een wereldprimeur: een drijvende iep, in

een boei verankerd aan de bodem van de Maas. Iepen zijn het beste bestand

tegen een leven op golven. Het bladgroen kan tegen de weerkaatsing van

zonlicht op het water én tegen opspattend brak water. Als de proef slaagt en

de iep inderdaad bestand blijkt tegen wind, golven en zout, komt er een

vervolg. Dan krijgt die ene iep straks niet alleen gezelschap van vogels, maar

ligt er in 2015 een drijvend bos van twintig boomboeien in de Rijnhaven.

De komende maanden wordt de iep dan ook intensief gemonitord door

de studenten en bedrijven die bij het experiment betrokken zijn.

Experimenting at Aqua Dock

Building sustainably on water is one of the priorities in the redevelopment of the

Rotterdam city harbour area. Three quarters of all large cities are built in delta regions,

each struggling with lack of space and facing the challenge of finding solutions for the

effects of climate change, sea level rise and energy shortages. Building on water is one

of the solutions, and also offers international market opportunities.

Approximately 40% of the 1600-hectare Rotterdam city harbour area is water. It goes

without saying that (future) development on water in this locale is of great impor-

tance. Imagine a floating forest, hotel and road... It may sound like science fiction, but

it’s not. Aqua Dock - a test, demo and production site for innovations on water, located

at Rotterdam RDM Campus - is the driving force that can make those ambitions

happen. It is already experimenting with building floating roads, greenhouses, flood

protection and live-work spaces. Aqua Dock’s innovations will make their way not

only to Rotterdam’s city harbours, but also to other delta cities.

Aqua Dock was formed out of circumstance: the municipality was interested

in floating buildings for the Rijnhaven; the Port Authority freed up water in its

development plan, and the university wanted to share its intellectual resources

– a collaborative triumvirate of research, business and government.

Floating Forest

Artist Jorge Bakker is experimenting with creating the world’s first buoyant forest: a

floating elm in a buoy anchored to the bottom of the Maas River. If the tree survives

the test of wind, waves and salt, the project will be expanded by 2015 the floating

elm will have not only the company of birds, but a floating forest of twenty

“treebuoys” in the Rijnhaven.

Page 35: INN010 #2 zomer 2014

pagina 35Bouw- en gebiedsontwikkeling

kaMer Met uitzicht Rotterdam krijgt de primeur van het eerste drijvende hotel.

Bij RDM Campus, met spectaculair uitzicht op de Maas,

de havens en de rook van havendorp Heijplaat. Aanjager is

Peter van Wingerden van Beladon, ontwikkelaar van drijvende

projecten. ‘Het hotel is voor mij de uitkomst van het drijvend

dorp dat we vijf jaar geleden bedachten.’

Een hotel als dorp, waar iedereen elkaar op het plein ontmoet.

Van Wingerden: ‘Wij willen interactie creëren tussen de hotelgasten

en hen inspireren door de omgeving en het gebouw zelf. En dat

allemaal óp het water.’ Water biedt steden ruimte om te groeien.

‘De wereldbevolking neemt dagelijks met 200.000 mensen toe,

maar we moeten niet alles in beton omzetten. Het ligt dan meer

voor de hand om naar water uit te wijken. Beladon ontwikkelde

al drijvende gebouwen waarvoor diverse componenten van

duurzaamheid zijn gebruikt. In het hotel kunnen we die

componenten samenbrengen.’ De plannen voor een drijvend

hotel in de haven van Rotterdam kwamen op het juiste moment.

‘Onze plannen bleken samen te vallen met de ontwikkeling van

Aqua Dock.’

Het hotel wordt vrijwel geheel zelfvoorzienend. In energie-, water

en voedselproductie. Om te beginnen door het energieverbruik

terug te dringen. ‘We moeten slim zien om te gaan met de grote

vraag, via toepassing van een laagspanningsnetwerk in het

gebouw. Vervolgens gaan we energie opwekken via zon, wind,

getij en vergisting van de afvalresten uit het hele gebouw. Door vergisting produceren we

weer gas en kunnen we stoken. Dan is er de isolatie. We willen geen energie verliezen, maar

het is een drijvend gebouw en daardoor kunnen we geen zware materialen gebruiken. Leem

is een prachtig natuurlijk materiaal, maar te zwaar. We zijn dus op zoek naar evenwicht in

materiaalgebruik.’ Letterlijk en figuurlijk.

Watervoorziening is ook niet vanzelfsprekend. In Nederland valt onvoldoende regenwater

voor de hoeveelheid die een hotel nodig heeft. ‘We gaan daarom ook voor hergebruik van

water. Met TNO zijn we in gesprek om dit spannende proces te engineeren.’

Blijft over: voedsel. ‘Er komt een groenvoorziening in de vorm van een kas, hierover zijn

we met studenten van de Agrarische Hogeschool in gesprek. Het idee is nog niet

helemaal uitgekristalliseerd, maar ik wil meer doen met voedsel. Ik denk bijvoorbeeld

aan sculpturen van voedsel.’

Nog dit jaar start de bouw. Onder de voorwaarde dat alle vergunningen in juni 2014

rond zijn. Samenwerking met onderzoek- en kennisinstellingen is voor ons essentieel.

Kennisopbouw en -overdracht aan studenten is een belangrijk principe op RDM Campus.

De studenten zijn nu bezig om de toepassing van materialen en logistiek te

onderzoeken, want dat laatste wordt met bouwen op water nog een hele klus.’ Zes

maanden later opent het hotel. Het krijgt veertig kamers en wordt opgebouwd uit

containers die refereren aan het industriële karakter van de havens. Van Wingerden

verwacht dat vooral zakelijk publiek van het hotel gebruik gaat maken. ‘Of mensen die

het concept leuk vinden. We creëren natuurlijk wel een havenbeleving!’ Hij vertelt dat

hij momenteel met Microsoft in gesprek is om een digitaal reisconcept te bedenken. ‘Het

zou dan kunnen gebeuren dat je van een andere hotelgast via je tablet een uitnodiging krijgt

om een borrel te drinken.’ Zijn ultieme wens is dat mensen naar huis gaan en rondvertellen

dat je duurzaam en gezond kunt bouwen zonder saai te worden. Waarvan akte. <

Room with a View

In addition, Rotterdam will be home

to the first floating hotel, with forty

rooms made from shipping containers,

referencing the industrial character of

the harbour. The hotel will be almost

entirely self-sufficient in energy, water,

and food production.

Page 36: INN010 #2 zomer 2014

pagina 36

2nd Skin

Met 2nd Skin worden woningen vanaf

de buitenkant gerenoveerd. Ook nieuwe

duurzame installaties voor verwarming,

ventilatie en warmtapwater worden aan

de buitenkant geplaatst. Voordelen:

bewoners hoeven niet te verhuizen, er

gaat geen ruimte verloren binnenin de

woning en ook op kosten voor onderhoud

wordt bespaard omdat bewoners er niet

voor thuis hoeven te blijven. 2nd Skin is

op grote schaal toepasbaar.

tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel

Energieneutraal renoveren

‘Het doel is het eerste prototype van 2nd Skin in 2014 in

of nabij het Concept House Village in Rotterdam Heijplaat

te realiseren. Aan de hand van dit prototype wordt de

renovatiemethode 2nd Skin verder ontwikkeld, uitgetest en

geëvalueerd. Kennis delen, productontwikkeling en opschaling

van de methode staan centraal binnen het project.’ vertelt

Freek den Dulk, lector sustainable energy aan de Hogeschool

Rotterdam. ‘In vervolg op de bouw en evaluatie van het

prototype wordt de 2nd Skin-renovatiemethode toegepast in

een woonblok van 20 tot 40 woningen op Rotterdam-Zuid.

De kennis en ervaring die we daarmee opdoen bieden een

schat aan informatie en leveren een aanpak op waar we

vervolgens weer op kunnen voortbouwen.’ De tweede-huid-

renovatiemethode is ontwikkeld voor portiekwoningen

gebouwd vóór 1970 en is ook geschikt voor andere woningtypes.

Alleen al in Rotterdam zijn 53.100 portiekwoningen, en landelijk

vallen 520.000 woningen binnen deze categorie.

Wat is er eigenlijk innovatief aan 2nd Skin? Den Dulk: ‘Innovatief

is dat de renovatie volledig van buitenaf plaatsvindt, met

modulaire technieken. De installatie wordt geïntegreerd in de

gevel. De nieuwe gevel is licht van gewicht en kan daardoor

zonder aanpassing van de bestaande constructie van de gevel

of fundering worden toegepast.’ In principe hoeft de bestaande

woning binnen de schil niet te worden aangepast. Daardoor

kunnen de bewoners er blijven wonen. ‘De hypothese is dat

met de aanpak van 2nd Skin kosten worden bespaard, de

bouwsnelheid verhoogd en de hinder voor bewoners tijdens

de bouw wordt geminimaliseerd. Er wordt ingezet op energie-

neutraal, kwaliteit, comfort, veiligheid, bedieningsgemak en

flexibiliteit in de installatiekeuze.’

De infrastructuur van de leidingen en de duurzame energie-

installatie voor verwarming en ventilatie worden buiten de

bestaande woning geplaatst en in de nieuwe schil geïntegreerd.

‘In dit type woningen is daar binnen meestal geen ruimte voor.

Voordeel is dat de duurzame installaties van buitenaf zijn

te onderhouden en te vervangen. Daarmee is de woning

toekomstbestendig. Denk daarbij aan veranderingen in de

energievoorziening en bijvoorbeeld omschakeling naar

Page 37: INN010 #2 zomer 2014

pagina 37Bouw- en gebiedsontwikkeling

nieuwe energietechnieken. Deze aanpak biedt ook nieuwe

mogelijkheden voor het exploiteren van de installatie buiten

de huur- of stichtingskosten om. De bewoner neemt dan alleen

warmte af en heeft geen zorg voor het onderhoud van de

installatie. Dit heeft ook voordelen voor de woningcorporatie,

want die is niet meer verantwoordelijk voor de installaties.’

De bedoeling is dat de woning na de renovatie energieneutraal

is. Maar energieneutraal renoveren is niet eens iets van de

verre toekomst. Den Dulk: ‘Volgens de overheid moet iedere

nieuwbouwwoning in 2020 energieneutraal zijn. Dat is al over

zeven jaar! Maar er zijn ook al ambities gesteld voor 2050

waarbij de hele gebouwde omgeving energieneutraal moet

zijn. We hebben het dan wel over de transitie van 7,2 miljoen

woningen, dat zijn 200.000 woningen per jaar.’ Vanuit die

gedachte ontwikkelt Hogeschool Rotterdam een master

Opschalen van de renovatieopgave. ‘Het is hoogst noodzakelijk

dat we nadenken hoe we die ambities kunnen bereiken.

Dat we vooral ook al kijken hoe we de tussenstappen efficiënt

kunnen vormgeven. En als je nú ingrepen doet, welke stappen

zijn er dan nog nodig voordat je volledig energieneutraal bent?

Gek genoeg wordt daar nog te weinig over nagedacht.’

Genoeg werk aan de winkel dus. Studenten van de Hogeschool

Rotterdam doen in samenwerking met studenten en postdocs

van de TU Delft onderzoek naar thema’s als bouwmethodiek,

bouwfysica, bewonersgedrag en -acceptatie, energiebesparing,

kosten en financierings-, exploitatie- en beheermodellen van de

2nd Skin renovatietechniek. Ook de vraag of 2nd Skin biobased

uitgevoerd kan worden is onderwerp van onderzoek. Dat betekent

dat onderzocht wordt in hoeverre materialen en producten

kunnen worden toegepast die duurzaam zijn en deel uitmaken

van de circulaire economie ofwel kringloopeconomie. Dit

economische systeem is bedoeld om herbruikbaarheid van

producten en grondstoffen te maximaliseren en waarde-

vernietiging te minimaliseren.’

2nd Skin, Energy neutral renovation

With 2nd Skin, houses will be renovated from their exterior to include sustainable heating, ventilation and warm tap water features, making them energy

neutral. After the building and evaluation of the first prototype of 2nd Skin in the Rotterdam city harbour this year, the 2nd Skin method of renovation will

be applied to a block of 20 to 40 residences in southern Rotterdam. This method was developed for portico houses built before the 1970s, but is also

suitable for other types of housing, and is easily applied on a large scale. In theory, the inside of the existing residences do not need to be altered, and no

interior living space would be lost in the renovation. In addition, residents does not need to move while the renovation is taking place. The renovation is

integrated into a new, exterior shell, future-proofing the residences for changes in energy sources or in transitioning to new energy technologies.

Het consortium

2nd Skin is een

samenwerkingsverband

tussen TU Delft,

Hogeschool Rotterdam,

Eneco en BAM

Woningbouw.

In 2ndSkin vinden de

renovatie en installatie

geheel van buitenaf

plaats. In bijgaande

illustratie is dit principe

weergegeven. Een

belangrijk punt in

het onderzoek

is de installatie op

architectonisch

verantwoorde wijze in

de gevel te integreren

en tegelijk aan de

energievoorziening te

voldoen met het oog

op bewonersacceptatie

(bron: Hogeschool

Rotterdam i.s.m. BAM

Woningbouw 2014)

Huidige situatie Impressie nieuwe situatie

Page 38: INN010 #2 zomer 2014

tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar

Kwaliteit toevoegen aan de stadEen gesprek over de mooie, monumentale panden van Rotterdam en wat je daar als

ontwikkelaar aan kunt bijdragen. Bob Vreugdenhil is eigenaar van IWB Vastgoed.

Een ontwikkelaar en bouwer die graag ‘iets’ toevoegt aan een pand en dat vooral met

gevoel doet. Compagnon Jos van Essen is eigenaar van Accresco Vastgoed. Als

financieel specialist zorgt hij voor de structuren en de belegging van het vastgoed.

Kwaliteiten die elkaar in gezamenlijke projecten goed aanvullen.

pagina 38

Page 39: INN010 #2 zomer 2014

pagina 39

In projecten die niet voor de hand liggen en waar je wel wat lef voor moet

hebben, zoeken Vreugdenhil en Van Essen elkaar graag op. Hun gezamenlijke

drijfveer? Emotionele meerwaarde creëren. En dan vooral bij mooie, oude

panden of panden waar de hele grote ontwikkelaars niets in zien. Waar, als je

verder durft te kijken dan puur het financiële rendement op korte termijn, wel

degelijk meerwaarde te creëren is.

DrievriendenstraatZo was de Drievriendenstaat achter het Centraal Station jarenlang een doorn

in het oog van vele Rotterdammers. Er werd geen onderhoud meer gepleegd,

de verloedering nam toe en de 19e-eeuwse panden werden gekraakt. Kernvraag

was: renoveren of afbreken? Toen de panden tot historisch erfgoed werden

uitgeroepen was de tijd rijp om erin te springen. Maar dan wel volgens de

principes van Vreugdenhil: ‘De gevels wilde ik optimaal terugbrengen in de

oorspronkelijke stijl. Dan heb ik het bijvoorbeeld over houten kozijnen en over

kleine gebrandschilderde raampjes bovenin die kozijnen. Alles hebben

we met de grootste zorg uitgevoerd. Van binnen ondergingen de

woningen een metamorfose en de fundering werd grondig gerepareerd.’

Die fundering was de reden dat ontwikkelaars en financiers eerder waren

afgehaakt. ‘Funderingsherstel wordt al snel gezien als een te groot risico

en te arbeidsintensief’, vertelt Van Essen. Hij vervolgt: ‘Wij doen

eigenlijk alles zelf. Daarom zijn onze overheadskosten laag. Bovendien

durven wij meer dan gemiddeld risico te nemen. Als we er iets in

zien natuurlijk, wij noemen dat gevoelsprojecten.’

Meerwaarde Lichte materialen, duurzame producten van deze tijd, energielabel A en B,

goeie isolatie, het klinkt allemaal duurzaam. Toch zien beide heren zichzelf

op dat gebied niet als hoogvliegers. Vreugdenhil: ‘Qua duurzaamheid zie ik

onze meerwaarde in de kwaliteit die wij toevoegen aan de panden.’ Van Essen

vult aan: ’Ons project aan de Calandstraat in Rotterdam, waar vroeger de

SKVR (Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam) in zat, is hiervan een goed

voorbeeld. Dat gebouw, voor veel Rotterdammers een herinnering aan een

culturele broedplaats, is een rijksmonument waar we nieuw leven in blazen.

Met onze werkwijze gaan we tot het uiterste. De oude, bijzondere details laten

we weer volledig tot hun recht komen. We laten het glas van die bijzondere

gebogen ramen in dat pand bijvoorbeeld speciaal slijpen.’ Vreugenhil en

Van Essen zijn eensgezind: ‘Bijzondere huizen en gebouwen krijgen door onze

aanpak een tweede leven. Daarmee creëren we meerwaarde voor een gebied en

voor de stad. Dat noemen wij duurzaamheid.’ <

tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar

Kortekade 63a, 3062 GN Rotterdam / t: (+31) 010 892 84 10 / www.accresco.nl

IWB Vastgoed / Hoge Limiet 61 – 3053 KT Rotterdam / t: +31 (0)6 513 411 38

>> Duurzaamheid

gaat over het creëren van

emotionele meerwaarde’ <<

Page 40: INN010 #2 zomer 2014

pagina 40

Naar schatting bedraagt de leegstand in Nederland

op dit moment 7,8 miljoen m2, zo’n 17% van de

totale kantorenvoorraad. Dat is volgens Van Erk niet

alleen zonde van de ruimte, maar het komt ook de

uitstraling van de omgeving niet ten goede. ‘Wij

hebben alle expertise in huis voor de oplossing:

transformatie. Door het onverhuurbare kantoor-

pand een andere bestemming te geven, kan het

worden omgebouwd: studentenkamers, kleine

units voor zzp’ers of appartementen voor starters

of senioren – net waar op dat moment vraag naar

is. Zo wordt het vastgoed weer rendabel.’

Van Erk noemt als voorbeeld een project in

Nieuwegein, waar aan de Erfstede in het centrum

al lange tijd een leeg kantoorpand de omgeving

ontsierde. ‘Er is in Nieuwegein grote vraag naar

starterswoningen voor jongeren. Daar hebben we

met deze ontwikkeling op ingespeeld. Er komen

nu 21 mooie startersappartementen – een enorme

verbetering voor de buurt.’

RevitalisatieprojectenMet revitalisatie van kantoorpanden heeft Van Erk

eveneens goede ervaring: ‘Veel leegstaande

kantoorpanden zijn niet meer van deze tijd.

Met een forse facelift wordt zo’n pand weer het

visitekaartje voor een bedrijf. Onlangs hebben we

een prachtige revitalisatie gedaan in Reeuwijk en

momenteel geven we in Den Bosch een nieuwe

bedrijfshal van 6500 m2 weer een eigentijdse

uitstraling.’

Ook het revitaliseren van bedrijfsterreinen biedt

mogelijkheden. Van Erk: ‘Je kunt verwaarloosde

terreinen een andere bestemming geven. In

Hardinxveld zijn we nu aan het onderzoeken of we

een vervallen industrieterrein kunnen omvormen

tot een wijk met zeventien woningen. Als dat lukt,

creëer je een echte win-winsituatie.’

Erik van Erk ervaart hoe belangrijk het is om

als ontwikkelaar direct betrokken te zijn bij de

koper: ‘Goed luisteren naar de klant en dan

samen met architect, aannemer, makelaar en

gebruiker werken aan het ideale eindproduct.

En daarbij uiteraard voldoen aan de eisen van

milieu, wetgeving en duurzaamheid. Zo wordt

het ontwikkelen van een woning of bedrijfspand

echt een langetermijninvestering.’ <

KantoortransformatieErik van Erk startte als projectontwikkelaar in de tijd dat de woningbouw veranderde

en de kantorenmarkt door leegstand onder druk stond. Juist dat gegeven maakt zijn

aanpak zo succesvol, vertelt hij: ‘De balans tussen kosten en de beleving van het

eindproduct is belangrijker dan ooit. Kwantiteit maakt plaats voor kwaliteit en een

betere afstemming op de vraag. Dat zie je ook duidelijk in de markt.’

Amberhof 7, 3162RA Rhoon / t: 06 57 32 55 45 / www.erikvanerk.nlwww.erikvanerk.nl • 06 - 57 32 55 45

tekst: Marjolijn Bergmann-van Leeuwen fotografie: archief Erik van Erk

Page 41: INN010 #2 zomer 2014

pagina 41

>> Wij creëren

innovatieve oplossingen

voor leegstand <<

Oude en nieuwe situatie na revitalisatie bedrijfsterreinen Hardinxveld

Leeg kantoorpand omgezet naar starterswoningen

Page 42: INN010 #2 zomer 2014

pagina 42

De gemeente Rotterdam geeft de aanzet om voor

eind 2018 tienduizend bestaande woningen te

verduurzamen. Betrouwbare, grote lokale partijen

zoals woningcorporaties, bouwers, banken en

energieleveranciers werken hierin samen met

bewoners. Deze publiek-private samenwerking is

uniek. Een kruisbestuiving waarbij de partijen

elkaar versterken en versnellen. Het gaat om

tenminste zevenduizend corporatiewoningen en

drieduizend particuliere woningen, bij elkaar

een investering van ruim 67 miljoen euro. De

investeringen leiden tevens tot extra werkgelegen-

heid en leerwerktrajecten. Rotterdam neemt hiermee

een voorschot op de uitwerking van het nationale

energieakkoord. In het akkoord zijn maatregelen

aangekondigd om landelijk meer huishoudens

tot energiebesparing aan te zetten.

Rotterdam stimuleert woningbezitters om hun

woning energiezuiniger te maken. De gemeente

informeert bewoners allereerst via de website

SlimWoneninRotterdam.nl. Naast informatie

over de voordelen en kosten van dubbel glas of

vloerisolatie staan op deze website ook ervaringen

en beoordelingen van Rotterdammers die al

investeerden. Hiernaast bezoeken onafhankelijke

deskundigen wekelijks met een bouwkeet een aantal

Rotterdamse straten. Gekoppeld hieraan is een

informatieavond waarbij de partijen aanwezig zijn

om hun producten te tonen. De samenwerkende

marktpartijen ontwikkelden pakketten op maat

waarbij bewoners snel kunnen inschatten wat de

investeringskosten zijn en welke besparingen het

oplevert. Vervolgens is het aan de huiseigenaren

zelf om de laatste stap te zetten en gezamenlijk

te investeren.

Huiseigenaren over de streepHans van de Krogt, directeur Smits

Vastgoedzorg: ‘Door het delen van kennis en

expertise heeft het consortium aantrekkelijke

pakketten voor verduurzaming samengesteld.

Dat betekent: de beste oplossing voor de laagste

prijs. De opgave ligt nu in de vraag: hoe krijg je

010 in de versnelling

Minister Blok - Wonen en Rijksdienst - toont interesse in de Rotterdamse

aanpak om tienduizend woningen versneld te verduurzamen. Diverse

Rotterdamse partijen werken samen aan een integraal product. De uitdaging:

hoe krijgen zij de markt in beweging?

tekst: Madelon Stoele fotografie: Roel Dijkstra

Verduurzaming van tienduizend Rotterdamse woningen

>> Minister Blok:

‘Bijzonder aan de Rotterdamse aanpak is de

samenwerking van zoveel partijen voor

grootschalige verduurzaming van woningen.’ <<

Page 43: INN010 #2 zomer 2014

pagina 43

particuliere huiseigenaren zover? De financiering

vormde een van de belemmeringen. Daarin is

nu meer mogelijk in de vorm van aantrekkelijke

leningen.’ Arjen van Klink van Rabobank Rotterdam

vult aan: ‘We hebben lokaal een scherp en flexibel

product ontwikkeld. Niet alleen aan particulieren,

maar ook bijvoorbeeld aan VVE’s bieden we

pakketten op maat.’

De bewegingToch is de markt moeilijk in beweging te krijgen.

Huiseigenaren blijken onvoldoende op de hoogte

van de mogelijkheden. Daarnaast lijkt investeren

in de eigen woning niet erg populair en hebben

mensen geen zin in het bijbehorende ‘gedoe’.

Arjen van Klink: ‘De uiteindelijke beweging

ontstaat als de partijen echt de wijk in gaan om

hun pakketten en offertes te presenteren aan de

consumenten. Kortom: doen! Beweging ontstaat

door vraag. En daar ligt nu juist de uitdaging. De

particuliere huiseigenaren zullen bereikt moeten

worden.’ Er is al voorzichtig positief nieuws te

melden. Het aantal bewoners dat zich laat

informeren via de bouwkeet en de modelwoning

overtreft de verwachtingen.

MarktkansenHoe meer vraag, hoe meer kansen. De gemeente

doet daarom een oproep aan Rotterdamse

ondernemers om de businesskansen op te

pakken. Groot of klein, een producent voor

zonnepanelen of een zzp’er gericht op verbinding;

het is nú de tijd om te handelen. Van Klink: ‘Niet

alleen de financieringsmogelijkheden, maar het

hele project is schaalbaar en daarom interessant

voor veel ondernemers.’ Jasper Sluimer van

BAM Woningbouw vervolgt: ‘De beweging van

de markt ontstaat juist ook door verdere

opschaling. We maken als bouwers de stap naar

landelijke initiatieven om kennis verder te delen.

Kennis delen is vermenigvuldigen. De aanpak zal

verder worden uitgerold. Het is een grote

en interessante markt, zeker in de toekomst.

Landelijk hebben we het over drie miljoen

woningen. Het gaat om een nieuwe manier van

denken waarin de vraag van de consument

centraal staat.’ <

Pilot Molièrebuurt In de Molièrebuurt vindt een van de pilots plaats. Minister Blok bezocht deze pilot.

Hij toonde bijzondere interesse in het consortium: ‘Bijzonder aan de Rotterdamse

aanpak is de samenwerking van zoveel partijen voor grootschalige verduurzaming

van woningen. Verduurzaming is in eerste instantie vooral goed voor de bewoner.

Men wint aan comfort in de woning en de energielasten worden lager. Tegelijkertijd

is het goed nieuws voor werkgelegenheid in de bouw. En ik wil iedereen erop wijzen

dat je tot 31 december 2014 nog kunt profiteren van het lage btw-tarief voor renova-

tie. Dat is mooi meegenomen.’ Jasper Sluimer, BAM Woningbouw vervolgt: ‘Samen

proberen we zoveel mogelijk bewoners te bereiken via ambassadeurs en sleutelfiguren in

de wijk. Goed voorbeeld doet volgen. Want als de buurman het doet… De modelwoning

werkt ook heel goed. Zo hebben de bewoners uit het blok ertegenover al aangegeven dat

ze gezamenlijk vloerisolatie willen. Uiteindelijk zijn het de bewoners die bepalen.’

Partners in het project zijn: BAM Woningbouw Rotterdam, Dura Vermeer Heyma, Eneco,

Era Contour, gemeente Rotterdam, Havensteder, Nuon, Rabobank Rotterdam,

Smits Vastgoedzorg, Stedin, Vestia, VVE010, Waifer, Woningbouwvereniging Hoek van Holland,

Woonbron, Woonstad Rotterdam

www.rotterdamclimateinitiative.nl

Page 44: INN010 #2 zomer 2014

pagina 44

2

Huib Sneep, Greenwave systems

de favo1o spots van

Huib Sneep is tuin- en landschapsarchitect en

staat landelijk te boek als bomenexpert. De

Schiedammer is een geboren natuurmens met

bijzondere aandacht voor techniek en innovatie.

Die combinatie zorgt al decennia voor een niet te

stuiten nieuwsgierigheid naar optimalisering van

groeiomstandigheden van allerlei stadsgroen en

in het bijzonder van bomen. Daarnaast verdiept

Sneep zich in tal van vraagstukken over

duurzaamheid, in lokale decentrale energie-

opwekking en is hij bijzonder gecharmeerd van

ons havengebied en van wereldwijde expansie.

1

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar

1 Het bedrijventerrein Vijfsluizen tussen Vlaardingen en

Schiedam is een inspirerend gebied. Het ligt ten noorden van

de Beneluxtunnel langs de A4. Het terrein ontleent zijn naam

aan de poldervaart gegraven rond 1280 en de vijf getijdensluizen

van destijds om de afwatering van Midden-Delfland te

verbeteren. Het is ook de plek waar de roemruchte Dok- en Werf

Maatschappij Wilton Feijenoord was gevestigd. Met 9000

medewerkers tussen 1950 en 1970 de grootste werkgever in

de omtrek. Na de teloorgang kon niemand zich bedenken dat

deze zelfde plek ooit weer aan drie keer zoveel mensen werk

zou bieden. Mammoet Salvage heeft er zijn hoofdkantoor,

wereldspelers als Damen en Huisman vind je er vlakbij en er zijn

tal van nieuwe innovatieve bedrijven gehuisvest. Rijkswaterstaat

ontwikkelt op het nog braakliggend terrein binnenkort een

interessant getijdengebied waarin een 100 meter hoge

windturbine komt te staan. Schiedamse particulieren kunnen

een ‘deeltje’ van de windmolen kopen voor hun eigen energie.

Lokale energieopwekking gebaseerd op de historie van

Schiedam, waar ooit 60 molens draaiden. Dat is mooi.’

Page 45: INN010 #2 zomer 2014

pagina 45

Aangeboden door Van Lanschot: Westersingel 74 – 3015 LB Rotterdam / t: +31 (0)10 440 20 20 / www.vanlanschot.nl

2 Het Rotterdamse havengebied is indrukwekkend.

Kijk bijvoorbeeld naar de enorme grote en zware

kranen die worden gebouwd bij Huisman

Equipment aan de Wilhelminahaven bij de

Admiraal Trompstraat. Een prachtig voorbeeld

van hoe we hier grootspeler zijn binnen de

staalbouwsector, wat ooit kansloos leek. Het

bedrijf produceert onder meer zware pijpleg-

systemen voor on- en offshorebedrijven.

Als ware het ‘ijzerdraad’ worden de pijpen

opgerold op kranen rond een ‘haspel’, terwijl

het om hele dikke stalen buizen gaat. Prachtig

om te zien.’

3 ‘In het oudste park van Nederland (1767)

De Plantage aan de Tuinlaan in Schiedam

hebben we met 200 bewoners een Wereldboom

(platanus orientalis) geadopteerd. De groeiplaats

van de boom is zo ingericht dat deze onge-

hinderd door bouwactiviteiten heel oud kan

worden. Er is een grote hangmat bij geplaatst

van waaruit je heerlijk naar de boomtop kan

turen. Kinderen en volwassenen doen dat.

De Stichting Wereldboom stimuleert groepen

mensen een boom op te nemen als het groene

hart van hun gemeenschap. Het is zo een levend

groen monument waaraan we ons hebben

gecommitteerd. Een bijzondere plek.’

4 ‘Aan de gevel van mijn woning heb ik een

kleurrijke tuin ontworpen, die ook in de winter

groen blijft. Tegen 2025 zal maar liefst 60% van

de wereldbevolking in stedelijke of verstedelijkte

gebieden leven. Wetenschap toont aan dat

mensen in een groene omgeving beter werken,

gelukkiger zijn en minder geplaagd worden door

stress en angst. Verticale tuinen tegen gebouwen

en gevels zijn een oplossing. Ik heb het Green-

wavesysteem ontwikkeld waarin bakken van

duurzaam polyethyleen geschakeld kunnen

worden tegen een muur tot de gewenste grootte.‘

3

4

Page 46: INN010 #2 zomer 2014

pagina 46

Page 47: INN010 #2 zomer 2014

In onze samenleving gebruiken we veel

technologieën die niet duurzaam zijn. Wereldwijd

worden we geconfronteerd met grote problemen.

Het klimaat verandert, lucht, water en bodem

raken ernstig vervuild en onze grondstoffen,

fossiele brandstoffen en schoon water worden

schaars of raken op.

‘Een herordening van ons economisch systeem

lijkt onvermijdelijk. De impact van deze

veranderingen op de concurrentiepositie van

de economie in het algemeen en van regio

Delft-Rotterdam-Drechtsteden in het bijzonder

wordt breed onderkend’, zegt Gerrit van

Tongeren, lid van de raad van bestuur en trekker

van de sector biobased economy en duurzame

energie van Clean Tech Delta. Hij vervolgt: ‘De

urgentie om oplossingen te vinden wordt in onze

regio sterk gevoeld. Voor een toekomstbestendige

en concurrerende economie zijn bereidheid en

ruimte nodig om te investeren in schone

technologie.’

Energieopgave gemeenteHet Rotterdam Climate Initiative (RCI) is een

samenwerkingsverband tussen de gemeente

Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam,

Deltalinqs en de DCMR Milieudienst Rijnmond.

Hun gezamenlijke doel is om in 2025 zowel in de

stad als in de haven de helft minder CO2 uit te

stoten, met behoud van de economische groei.

Van Tongeren: ‘Enerzijds richten de doelstellingen

zich op CO2-reductie, anderzijds gaat het om

energie-efficiency. Met de leden van Clean Tech Delta

werken we aan business om ook de werkgelegenheid

te verhogen door innovatieve cleantech-initiatieven

op te pakken. Dat zijn ook echt kenmerken van Clean

Tech Delta. De gemeente wil de doelen in samen-

hang brengen met het bedrijfsleven. Het zijn de

bedrijven die het uiteindelijk moeten doen. Clean

Tech Delta helpt mee om de projecten ook daad-

werkelijk bij de bedrijven van de grond te krijgen. >

Clean Tech Delta

Hoe zou het zijn om te leven in een schone wereld? Een wereld waar energie

schoon wordt opgewekt, het water helder blijft, transport zonder vervuiling

plaatsvindt en alle producten recyclebaar worden geproduceerd? Zo’n wereld

komt er. Met cleantech kunnen we de wereld gezonder, rijker, innovatiever,

productiever en veiliger maken. Een nieuwe industriële revolutie is daarmee

onafwendbaar. Het platform Clean Tech Delta bundelt de krachten en

draagt bij aan de transitie.

tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel

De schone toekomst van Rotterdam

pagina 47Chemie & biobased

Page 48: INN010 #2 zomer 2014

pagina 48

sectoren waar Clean Tech Delta zich op richt:

biofuels, bio-energie en biochemie.

BioforceBioforce is een voorbeeld van een biomassa/

bio-energieproject waarvoor een businessplan is

uitgewerkt. Van Kleef: ‘Het doel van Bioforce is

het realiseren van de logistiek voor grootschalige

verwerking van houtchips in de Rotterdamse

haven. Voor zowel het opwekken van energie als

het op termijn maken van bouwstenen voor de

chemische industrie. Rotterdam kan zeer grote

schepen met hout - zoals chips en pellets - en

andere biomassa ontvangen. Ook kan de haven

de biomassa op grote schaal verwerken tot

biocoal en dit afleveren bij energiecentrales

in de directe omgeving voor bijstook, en aan

de chemische industrie als grondstof. Deze

activiteiten gaan een plek krijgen in de

Rotterdamse delta.’ Van Tongeren vult aan: ‘De

transitie naar een biobased economy vereist een

integrale ketenaanpak. De rol van Clean Tech

Delta is om ontwikkelingen en innovaties binnen

de keten op elkaar af te stemmen. Zo ontstaan

er soms nieuwe, soms onverwachte vormen van

samenwerking. Denk hierbij aan de koppeling

tussen biomassa en afval of tussen afval

en elektriciteit. Er ontstaat een interessante

businesscase als de grote stromen aan elkaar

worden gekoppeld.’

ISO-ButanolHet tweede voorbeeld, genoemd door Van Kleef,

ligt op het vlak van de biochemie. ’Heel eenvoudig

gezegd kun je grondstoffen zoals hout direct

verwerken, zoals bij Bioforce gebeurt, maar je

kunt er ook eerst de waardevolle elementen uit

halen. Dat laatste doen we bij het ISO-Butanol

project. ISO-Butanol kan ook verkregen worden

uit suiker, reststromen, zeewieren en algen. De

stof is veelzijdig en is daardoor breed toepasbaar.

Het vormt de basis voor veel producten uit

de chemische industrie, zoals paraxyleen voor

PET-flessen, vliegtuigbrandstoffen, diesel,

kunstrubber en fijnstof-onderdrukkers (GTBE).

Er is veel ruimte nodig voor de opslag van

De gemeente Rotterdam maakt onderscheid tussen stad en haven als twee aparte

clusters, maar haven en stad zijn ook onverwachte bondgenoten als je cleantech

‘denkt’. Frans van Kleef, businessdeveloper bij Clean Tech Delta: ‘Als het gaat om de

energieopgave is het interessant om juist de verbinding tussen stad en haven te

benoemen. Door het gebruik van fossiele brandstoffen en energie komen in het

havengebied elk jaar grote hoeveelheden CO2 en warmte vrij. Hoe kunnen we deze

CO2 en warmtestromen bijvoorbeeld koppelen aan glastuinbouw die juist behoefte

heeft aan warmte en CO2? Dat zijn interessante opgaven waar we voor staan en met

elkaar naar kijken.’

Biobased economyDe afgelopen jaren is de aandacht voor een economie die gebruikmaakt van

natuurlijke hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiele brandstoffen sterk

gegroeid: de bio-economie of biobased economy. Van Tongeren: ‘De biobased

economy is gebaseerd op het zo efficiënt mogelijk gebruikmaken van gewassen en

biomassa voor onder meer voeding, veevoer, materialen, chemicaliën en brandstof.

Het gaat hierbij om een grotere inzet van natuurlijke materialen en het vernieuwen en

optimaliseren van raffinageprocessen.’ Binnen de biobased economy zijn er drie

>> De biobased economy is gebaseerd op het zo

efficiënt mogelijk gebruikmaken van gewassen en biomassa <<

Page 49: INN010 #2 zomer 2014

pagina 49Chemie & biobased

biomassa, maar Rotterdam is een geschikte

locatie voor de zogenaamde biohub, ook omdat

de biomassa er verwerkt kan worden. Het ISO-

Butanol project loopt al een tijdje. Eerder vormden

de reststoffen van suiker de basis, nu gaat het om

hout. We zitten met de diverse partijen om tafel.’

Van idee tot werkelijkheidHet maken van biokerosine, plastic terug

transformeren naar olie: het zijn allemaal mooie

voorbeelden van projecten waar Clean Tech Delta

bij betrokken is. Het liefst zou Frans van Kleef

ze allemaal beschrijven. Nog één voorbeeld dan.

‘Een aansprekend voorbeeld is het Photanol

project. De start-up Photanol ontwikkelde een

baanbrekende technologie om met CO2 en

zonlicht algen om te zetten in waardevolle

organische verbindingen. Deze toepassing van

technologie kan onder meer gebruikt worden voor

hoogwaardige chemicaliën en biobrandstoffen en

kan de basis vormen voor geur- en smaakstoffen

en productiematerialen zoals plastic. Clean Tech

Delta stimuleert consortiumvorming van grote

partijen zoals DSM en AkzoNobel met relatief

kleine bedrijven zoals Photanol om dit idee

samen te gaan concretiseren. Er wordt nu

gewerkt aan de overgang van de lab-fase naar

de fase waarin in een nieuw te bouwen pilotfabriek

industrieel kan worden geproduceerd. Onze regio

is daarvoor zeer geschikt vanwege de ruime

beschikbaarheid van CO2.’

Businesscases ‘Van Tongeren sluit af: ‘Om het gebruik van

dit soort innovatieve projecten van de grond

te krijgen en duurzaam op te schalen is een

ketenbenadering van groot belang. De ontwik-

kelingen in elk deel van de keten zijn essentieel

om het doel te bereiken. Dat betekent dat allerlei

partijen erbij moeten worden betrokken:

de uitvinders, de industrie, subsidiegevers, noem

maar op. Clean Tech Delta is wat dat betreft een

uniek samenwerkingsverband. Uniek qua samen-

stelling en uniek in zijn missie: economische groei

in de regio door de ontwikkeling en uitvoering

van innovatieve cleantech businesscases.’ <

A healthier world

What would it be like to live in an unpolluted world - a world where clean energy is produced, the water is crystal

clear, transportation is pollution-free and all products are made recyclable? That world is coming. With cleantech we

can make the world healthier, richer, more innovative, productive and safer. A new industrial revolution is inevitable.

Rotterdam’s goal is to cut CO2 emissions in both the city and harbour in half by 2025, while maintaining economic

growth. Clean Tech Delta, a consortium of businesses, educational institutions and government, brings develop-

ments and innovations within that chain together, linking four strong sectors that form the DNA of the region: the

biobased energy sector; the water, delta and maritime sector; infrastructure and mobility; and sustainable construc-

tion and development.

In recent years, the focus on a biobased economy - an economy that uses natural renewable resources instead

of fossil fuels - has grown. Cleantech is the generic term for technologies that optimize the use of those natural

resources and minimize the negative environmental impact, while adding economic value.

Frans van Kleef, a business developer at Clean Tech Delta, says: ‘In terms of energy, it’s interesting to look at the

connection between the city and its harbours, where a great deal of CO2 is released because of the use of fossil

fuels and energy. How could we couple that CO2 and heat flows to greenhouses that need heat and CO2? These are

interesting challenges that we face, and which we’re examining together.’

Gerrit van Tongeren, board member and leader of Clean Tech Delta’s Biobased Economy and Sustainable Energy

sector says: ‘The biobased economy is based on the most efficient use of crops and biomass, including food, feed,

materials, chemicals and fuels as well as renewing and optimizing refining processes.’ Clean Tech Delta focuses on

biofuels, bioenergy and biochemistry, including developing Photanol, woodchip and pellet energy and technologies.

Its mission is to create a strong cleantech cluster with 50 000 jobs, 4000 companies and a top-three position for

the region in knowledge and innovation.

Cleantech wat is het?

Cleantech is de verzamelnaam voor technologieën die het gebruik van natuurlijke hulpbronnen optimaliseren

en de negatieve milieu-impact minimaliseren. Cleantech is ook economisch van toegevoegde waarde, denk

aan werkgelegenheid en milieuwinst. Verwacht wordt dat cleantech in 2020 een van grootste industrieën ter

wereld zal zijn. Er wordt een mondiale omzetgroei van negen procent per jaar verwacht.

Clean Tech Delta

Clean Tech Delta is een samenwerkingsverband tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden.

Het samenwerkingsverband stimuleert innovatie in schone technologie en brengt dit in de praktijk.

De concurrentiepositie van de bedrijven en de regio wordt hiermee vergroot. De missie van Clean Tech

Delta is het creëren van een sterk cleantech cluster met 50.000 banen, 4000 bedrijven en een top

3-positie als kennis- en innovatieregio.

Clean Tech Delta verbindt vier sterke sectoren die het DNA van de regio vormen: de biobased- en

energiesector, de water-, delta- en maritieme sector, infrastructuur en mobiliteit, en ten slotte duurzaam

bouwen en duurzame gebiedsontwikkeling.

Page 50: INN010 #2 zomer 2014

pagina 50

De aanblik van de enorme showroom met blinkende BMW-modellen en een aparte vleugel voor

klassiekers ontlokt een fysieke reactie; het water loopt ons letterlijk in de mond. Een ‘belevings-

centrum’, volgens Aart Jan Witvliet, directeur Breeman Rotterdam Zuid. De ‘mooiste BMW-dealer

van Nederland’, tevens MINI-dealer, blijkt ook nog eens de oudste te zijn. Het ruim een eeuw

oude familiebedrijf werd in 1908 opgericht door Willem Breeman die begon met een bescheiden

loods in Kralingen. Daarna tilden twee opvolgende generaties diverse vestigingen in Rotterdam

en Gouda van de grond. Witvliet: ‘Er zit nog steeds een Breeman in het dagelijks bestuur.’

tekst: Karen Auer fotografie: archief Breeman

Page 51: INN010 #2 zomer 2014

pagina 51

Sales advisor Jouke Baarda heeft de nieuwste, hoogst innovatieve

aanwinst als specialisme. Hij praat enthousiast over BMW i3,

waar hij zelf ook in rijdt: ‘Het is de ultieme manier van rijden,

zeg maar gerust mobiliteit 3.0.’ Het groene wonder uit Beieren,

sinds eind 2013 op de markt, is het eerste, volledig elektrisch

model van BMW i, waarmee de fabrikant volgens kenners

baanbrekend tegemoetkomt aan duurzame mobiliteit.

98% recyclebaar Baarda: ‘Al vanaf de eerste schetsen is de i3 van a tot z op

duurzaamheid gericht. Dat begint bij de productie: BMW heeft

in Amerika een waterkrachtcentrale gemaakt speciaal voor de

carrosserie van carbon fiber. De auto wordt compleet gefabriceerd

in Leipzig en de fabriek daar draait op windenergie.’ Zijn collega

Witvliet vult aan: ‘Een deel van de innovaties gaat BMW straks

toepassen op alle modellen, bijvoorbeeld de ‘Carbon fiber

technology’.’ Bovendien is 98% van de auto recyclebaar.

Spaart de portemonneeDat de BMW i3 behalve het milieu ook de portemonnee spaart,

blijkt al direct bij de pomp. ‘Vergeleken met een auto op

benzine scheelt het tweederde in brandstofkosten. Normaal

betaal je rond de €75 voor een volle tank, terwijl ik maar €25

afreken waarmee ik hetzelfde aantal kilometers kan rijden.

Bijkomend voordeel is dat je tot 2016 geen wegenbelasting

betaalt,’ aldus Baarda. Dat er met een opgeladen accu circa

150 kilometer kan worden gereden, blijkt voor de potentiële

kopers geen struikelblok. Het verbaast de sales advisor niet:

‘Het gros van de rijders legt gemiddeld niet meer dan 50

kilometer per dag af. Bovendien is de i3 ook verkrijgbaar met

een ‘range extender’.

SnelladenOp vakantie naar het buitenland of andere lange tochten: ook

daar heeft BMW aan gedacht. Met de service ‘Add-on mobility’

leen je tijdelijk een andere BMW of MINI met verbrandingsmotor.

Baarda verzekert: ‘Sowieso voor minder geld dan een huurauto

en je i3 wordt netjes door ons gestald op een afgesloten terrein.’

Het opladen van de accu gebeurt vooralsnog via een laadpaal,

gewoon een stopcontact of via een ‘snelle’ wallbox op eigen

terrein. ‘Er komen in Nederland steeds meer laadpalen,’ weet

Baarda. ‘En deze zijn zichtbaar op de ingebouwde navigatie.’

Zelf heeft hij een laadpaal voor zijn appartement staan. De

stadregio Rotterdam maakt het groene rijders extra makkelijk:

‘Inwoners en bedrijven kunnen gratis een laadpaal aanvragen.’

Baarda is ervan overtuigd dat een groeiend aantal snellaad-

netwerken de laatste twijfelaars over de elektrische streep

zullen trekken: ‘Nu duurt het laden ongeveer zes uur, met een

snellaadpaal heb je binnen 20 minuten 80% van je accu gevuld.’

Alles kloptTijdens het proefritje in de futuristisch gelijnde i3 gaat Jouke

Baarda enthousiast verder: ‘Die stilte, dat is toch superrelaxed

rijden? De banden zijn het enige wat je hoort. 97% van de

testrijders komt met een glimlach de auto uit, logisch, hij is

leuk, licht, heeft veel ruimte, een kleine draaicirkel, gewoon

alles klopt. Plus natuurlijk dat je het merk BMW erin terugziet.’

Op een stil stukje weg trapt hij het gaspedaal diep in. De

trekkracht is indrukwekkend, we lijken over de weg te vliegen.

De i3-liefhebber van het eerste uur hoort de loftuitingen met

zichtbaar genoegen aan: ‘Ik zei het toch? Freude am Fahren,

Sheer Driving Pleasure, je kent de BMW-slogans wel.’ <

Driemanssteeweg 130, 3084 CB Rotterdam / t: +31 (0)10 485 44 73 / www.fbreeman.nl

97% van de testrijders komt met een glimlach de auto uit

Jouke Baarda van F. Breeman

Page 52: INN010 #2 zomer 2014

saMen kanker kansloos MakenVan moleculaire biologie tot medicijnen op maat

pagina 52

Page 53: INN010 #2 zomer 2014

Alle oncologieonderzoek, -onderwijs en

-patiëntenzorg zijn sinds september 2013 in het

Erasmus MC Kankerinstituut samengebracht en

worden volgens een geïntegreerde aanpak verder

uitgewerkt. Sonneveld kopt meteen maar in:

‘Amsterdam denkt altijd dat ze de grootste zijn, maar

dat is niet zo. Op het gebied van oncologie zijn

wij veruit de grootste in Nederland, een van de

koplopers in Europa en eigenlijk ook wel wereldwijd.’

In de oncologie volgen de ontwikkelingen elkaar

razendsnel op. ‘Momenteel speelt de overgang

naar een nieuwe basis voor de geneeskunde, de

moleculaire biologie: genetica, DNA-onderzoek.

Hiermee trekken we wetenschappers uit de hele

wereld aan, mits we het goed doen. Om de goede

mensen, ook internationaal, voor het Erasmus MC

aan te trekken en te behouden, proberen we via een

geldinzamelingsactie écht vernieuwende apparatuur

te verkrijgen. Hiermee maken we onderzoek

mogelijk, dat we weer naar de zorg verplaatsen.

En van daaruit innoveren we de zorg.’

Co-creatie met bedrijfslevenSonneveld vertelt over de spin-offs die uit het

onderzoek ontstaan, met onder meer Rotterdam

Science Tower aan de Marconistraat. ‘Wij beoefenen

wetenschap en dat moet vaak worden omgezet in

praktische initiatieven of naar zorg. Daar heb je

bedrijven voor nodig, want wetenschappers gaan

altijd verder met hun onderzoek. Onderzoek valt dus

niet te stoppen, maar het is wel belangrijk dat onze

bevindingen goed worden gebruikt.’ Bedrijven

kunnen het onderzoek weer in praktijk brengen en op

bredere schaal introduceren. ‘Op mijn afdeling,

de afdeling Hematologie, onderzoeken we met

moleculaire testen of aan een tumor te zien is of

een patiënt een goede of slechte prognose heeft.

Op een gegeven moment waren we toe aan

toepassing in de praktijk.’ Hieruit is de spin-off

SkylineDX voortgekomen. SkylineDX vormt de

schakel tussen onderzoek en praktijk. ‘Zij bepalen

aan de hand van een stukje weefsel of een patiënt

een hoog risico heeft om snel te overlijden of

juist niet. Je kunt je voorstellen dat daar

therapiebeslissingen van afhangen.’ >

Het Erasmus MC is het grootste universitaire medisch centrum

van Nederland. In de nieuwbouw in Rotterdam Centrum wil

het Erasmus MC in co-creatie met technische instellingen en

collega-UMC’s doorbraken realiseren, nieuwe technologieën

ontwikkelen en gerelateerde economische kansen stimuleren.

In gesprek met professor dr. Pieter Sonneveld, hoofd van

het Erasmus MC Kankerinstituut, een van de topinstellingen

binnen het centrum.

tekst: Yvette van Dael fotografie: Freek van Arkel, archief Erasmus MC

pagina 53Medisch

Page 54: INN010 #2 zomer 2014

Een ander voorbeeld. De afdeling Genetica van professor dr. Hoeijmakers doet onderzoek naar

veroudering en kanker. ‘Waarom ontstaat kanker vaak bij oudere mensen? Bij iedereen ontstaan

voortdurend afwijkingen in lichaamscellen die mogelijk tot kanker leiden, maar als je jong en gezond

bent worden die cellen vaak herkend en voortijdig afgebroken. Bij oudere mensen is die machinerie niet

meer zo geweldig. Dan gaat het mis en groeien de cellen wél uit tot kanker. In hun kankercellen gebeuren

er andere dingen, waardoor de kanker het hele lichaam doorgaat. Veroudering en kanker hebben dus met

elkaar te maken.’ Hoeijmakers heeft nu een bedrijf opgericht om zijn onderzoek in de vorm van testen

voor de gezondheidszorg beschikbaar te stellen. Zo bestaan er tientallen initiatieven op Hoboken.

Samenwerking met andere ziekenhuizenSamenwerking is een andere rode draad in zijn verhaal. Het afgelopen half jaar heeft het Erasmus MC

een aantal Centers of Excellence gedefinieerd, met elk een eigen superspecialisme. ‘In april 2014 is

bijvoorbeeld het Academisch Borstkankercentrum geopend, een samenwerking tussen Erasmus MC

en het Havenziekenhuis. Het is de bedoeling dat alle patiënten met borstkanker daar worden

beoordeeld en dat bloed en operatiemateriaal worden gebruikt voor onderzoek.’ Op grond daarvan

volgt een beoordeling. Heeft de patiënt een ongecompliceerde vorm van borstkanker die makkelijk in

het Havenziekenhuis te behandelen is? Of is er iets complex aan de hand waardoor de patiënt beter

naar het Erasmus MC kan? Hoog-complexe zorg gaat naar het Erasmus MC, niet-complexe zorg hoort

thuis in de andere ziekenhuizen. ‘Deze verdeling gebeurt op basis van een gezamenlijke beoordeling

door de artsen van beide ziekenhuizen. Zo voorkomen we dat een dokter die er eigenlijk niet voor

geschikt is, de keuze maakt om een patiënt níet naar het Erasmus MC door te sturen.’

Regiovisie BeterKetenEen volgende stap in de geïntegreerde aanpak is de regiovisie BeterKeten: verdere samenwerking met

andere regionale ziekenhuizen op het gebied van patiëntenzorg, opleiding en wetenschap. ‘We zijn

begonnen met de oncologie, maar andere vakgebieden volgen. Het Erasmus MC neemt hierin duidelijk

de regie. Wij zorgen voor een goede afstemming in de regio over portfoliokeuzes: wie doet wat, en iedere

patiënt op de juiste plek.’ Dat moet wel, want elk ziekenhuis heeft een andere expertise. ‘Wij zijn een

kenniscentrum. Bij ons trek je een deur open en dan zit er een geleerde achter. Andere ziekenhuizen zijn

gericht op productie; er komen weliswaar veel patiënten, maar de tijd ontbreekt voor ingewikkelde kwesties.

Met de ziekenhuizen die zich bij BeterKeten aansluiten, willen wij graag kennis en expertise delen en

die portfoliokeuzes samen maken.’ Geld is daarin steeds een spanningsveld, want de zorg is in het

Medical City number one

Nieuwe economie vraagt om een actieve

gemeente die blijft inzetten op kennis en innovatie.

Rotterdam heeft de ambitie om hét medisch

knooppunt van Europa te worden. Maar daar is

volgens Sonneveld meer voor nodig dan het

faciliteren van nieuwe medische bedrijvigheid.

Hij hamert op prioriteiten stellen, durven

investeren en niet alles overlaten aan de markt.

‘Het faciliteren van de nieuwbouw van het

Erasmus MC ligt voor de hand, maar ook

investeren in toptalent, bijvoorbeeld door

beurzen beschikbaar te stellen. En het aantrekken

van vernieuwende bedrijven, met name op het

gebied van biotechnologie.’ Hij denkt aan een bio

sciencepark zoals in Leiden, bijvoorbeeld in het

Merwe-Vierhavensgebied rondom de Rotterdam

Science Tower. Dit zou prima passen in de plannen

van de gemeente, want Rotterdam beoogt een cluster

voor innovatieve bedrijvigheid tussen het Erasmus

MC en het Merwe-Vierhavensgebied. Met de

Rotterdam Science Tower als hotspot voor

internationale life sciences, medische innovaties en

spin-offs van het Erasmus MC. De Rotterdam

Science Tower biedt een unieke mix van laborato-

riumruimte, kantoorruimte en faciliteiten voor

medische educatie, te midden van een academische

omgeving. De diverse bedrijven en instellingen uit het

medische cluster kunnen er over en weer van elkaars

knowhow profiteren en verder groeien in de medische

wereld. SkylineDX is er ooit klein begonnen en is

nu een speler van wereldformaat.

>> Andere ziekenhuizen

moeten ons niet als concurrent

zien, maar als een kans om

méér te doen <<

pagina 54

Page 55: INN010 #2 zomer 2014

Erasmus MC duurder. ‘Verzekeraars zijn voor

ons enorm belangrijk, we proberen ook

in afstemming met hen tot dit soort

portfoliokeuzes te komen. Wanneer we

op deze manier weer materiaal van veel

patiënten toegankelijk maken voor onderzoek,

dan komt het geld ook terug. We hebben een

sterke onderzoekspositie en niet alleen in

tumormateriaal. We zijn onze positie aan het

uitbreiden met population based registries:

registraties die inzicht geven in de kwaliteit

en doelmatigheid van de oncologische zorg.

Je kijkt hoe het met patiënten gaat ná hun

behandeling. Zijn er complicaties, is het effect

van de behandeling goed, worden de juiste

keuzes gemaakt wanneer de tumor

terugkomt? Dat soort vragen willen we beter

in kaart brengen, zodat je ook naar de

toekomst toe andere keuzes kunt maken.’

Sonneveld geeft een voorbeeld. ‘Bij

Hematologie is een centrum opgezet voor

sikkelcelziekte. Deze erfelijke ziekte van het

bloed komt veel voor bij immigranten-

groepen in Rotterdam. De ziekte is een

recessieve bloedziekte, waardoor mensen

een sterk verminderde levensverwachting

hebben. De ziekte is echter nooit systematisch

bekeken of gevolgd. Binnen het centrum

proberen we dus zoveel mogelijk patiënten

en dragers van de afwijking in kaart te

brengen en te volgen. We weten gelukkig

steeds beter wat we eraan kunnen doen.

Maar ook dan is het van belang dat iemand

het overzicht en de regie van de zorg heeft,

en dat er niet een plukje hier behandeld

wordt en een plukje daar.’

Toekomstige ontwikkelingenOp technologisch gebied zijn grote

veranderingen gaande. Sonneveld noemt er

vier. Om te beginnen de ontwikkelingen

binnen de moleculaire genetica, onderzoek

naar afwijkingen in DNA. ‘Je kijkt dan niet

alleen naar de buitenkant waar het fout is

gegaan, maar ook naar de binnenkant en

probeert de fout te identificeren. Is het

een eiwit, een gen of een afwijking in de

kankercel die verantwoordelijk is voor het

probleem? We willen medicijnen ontwikkelen

die het specifieke probleem aanpakken en de

gezonde cellen niet aantasten. Dat noemen

we personalized medicine. Met onze actie

Maak kanker Kansloos maken we ons hier

hard voor. Doel van deze actie is apparatuur

verkrijgen waarmee we fouten identificeren.’

Ten tweede kan met imaging steeds beter

worden afgebeeld wat er aan de hand is. ‘De

stap van een gewone röntgenfoto naar een

CT-scan was al een hele grote, maar dit gaat

verder. Je kijkt nu niet alleen naar de tumor,

maar je laat ook zien dat de tumor actief is,

door een stofje in te spuiten dat zich aan de

tumor bindt. Voor ons is dit een belangrijke

innovatie om het effect van een therapie te

volgen en de therapie daarop aan te passen.’

Ten derde komen er steeds nieuwere operatie-

technieken beschikbaar door robotchirurgie.

Als laatste noemt hij de nieuwe bestralings-

technieken, met veel minder schade dan

voorheen en een doelgericht effect. In dat licht

vindt hij het protonencentrum Nederland een

belangrijke stap. ‘Hier gaan we volgens een

nieuwe bestralingstechniek met protonen

werken. Daarvoor worden units gebouwd in

Delft, in samenwerking met de TU Delft en

LUMC uit Leiden. Het centrum zelf komt

ook in Delft, naast de TU. Het Erasmus

MC is de penvoerder.’

Buitenlandse investeerdersDe focus op een geïntegreerde aanpak werpt

zijn vruchten af. ‘Maar ook daarvoor waren

we al een grote speler. We doen klinische

trials met medicijnen die onder meer in de

Verenigde Staten ontwikkeld worden. Omdat

we goed georganiseerd zijn en in het

Erasmus MC veel experts zitten, zoeken

internationale bedrijven ons op.’ Sonneveld

stapt regelmatig in het vliegtuig naar Boston,

waar een conglomeraat van internationale

farmaceutische bedrijven zit. ‘Na een rondje

onderhandelen halen we dan nieuwe

middelen naar Rotterdam die nog lang niet

beschikbaar zijn voor trials. Hier is veel

innovatie mee gemoeid, én geld. Als die

farmaceutische industrie nou om de hoek

zou zitten, zou je nóg intensiever kunnen

samenwerken, dat zou echt versnelling

brengen in onze innovaties. De gemeente

zou hier een faciliterende rol in kunnen

spelen.’ <

Beating cancer together

Erasmus MC is the largest university medical centre in The Netherlands, with a new building in central

Rotterdam. In co-creation with technical institutes, it is developing new technologies and stimulating related

economic opportunities.

Since September 2013, all oncology research, education and patient care at the Erasmus MC Cancer Institute

has been consolidated and an integrated approach has been inititated. ‘We’re easily the largest oncology

institution in The Netherlands, and one of the leaders in Europe, if not the world,’ says professor and doctor

Pieter Sonneveld, head of the Erasmus MC Cancer Institute.

‘At the moment, the transition is toward a new base for medicine: molecular biology, including genetics, and

DNA research. This attracts scientists from all over the world, and to keep the best of them here we try, via

fundraising, to get the most innovative equipment. That makes our research possible, the results of which

we feed back into our care. And from there we innovate healthcare.’

Co-creating with businesses, where companies can put research into practice on a larger scale, also plays a

role. For example: ‘In the Department of Hematology, we used molecular tests of the tumour to determine

whether the patient’s prognosis is good or bad,’ says Sonneveld. ‘After a certain amount of time, we were

ready to put it into practice.’ This link between research and practice resulted in the spin-off SkylineDX, a

once-small company that is now a world player in diagnostics. ‘They decide on the basis of a piece of

tissue if a patient has a high risk of dying soon. You can imagine that therapeutic decisions depend

on that.’ One of the next steps in the integrated approach is BeterKeten, in which local

hospitals work together in the areas of patient care, education and science. Every hospital has its

own focus of expertise; other institutions shouldn’t be regarded as competitors, but as an opportunity

to do more. By continually exchanging knowhow, the various companies and institutions in the medical

cluster can benefit and grow in the medical world.

Medisch pagina 55

Page 56: INN010 #2 zomer 2014

pagina 56

‘De boot moet Maaswaardig zijn. Hij moet

waterdicht zijn, wendbaar, licht en hij moet

autonoom kunnen varen. Het belangrijkste is dat

hij als eerste de overkant haalt. Er komt dus

nogal wat bij kijken.’ Aan het woord zijn Jorgen

Groeneveld en Michael Verdoold, studenten

scheepsbouwkunde. Ze vertellen enthousiast

over hún wedstrijdboot. De studenten werken toe

naar de wedstrijd Zeeslag, waarbij twee teams de

strijd met elkaar aangaan. De boten of drones

zullen tijdens de Wereldhavendagen 3.5 kilometer

afleggen vanaf het RDM-terrein naar de overkant.

Maarten Ruyssenaers, programmamanager

Community of Practice Maritiem & Offshore op

de RDM Campus vertelt hoe diverse ideeën in

het project Aquatic Drones samenkwamen:

‘Imtech Marine, een bedrijf dat systemen

integreert, wilde een aantal nieuwe technieken

verder ontwikkelen. Wij van de Hogeschool

Rotterdam kwamen met het idee van een

botenwedstrijd. Op de achtergrond speelde mee

dat we een project zochten om ‘techniek is leuk’

onder de aandacht te brengen. De context van de

plastic soep ontstond op hetzelfde moment.’

Mart Hurkmans, coördinator R&D-projecten,

Imtech Marine: ‘Wij wilden studenten een boot

laten ontwikkelen die onbemand en emissievrij

kon varen. Als het principe op een schaalmodel

werkt, dan is het op een groot schip ook toepasbaar.

In vliegtuigen wordt die technologie al gebruikt

en voor de marinesector is dat over vijf of tien jaar

ook de realiteit. Die ontwikkelingen gaan heel snel.’

Autonoom varenIn 2010 werden de eerste drones op schaal door

studenten ontworpen, ontwikkeld en gebouwd. >

Is het einde van de ‘plastic soep’ in zicht?

In onze oceanen en zeeën drijft steeds meer plastic afval. Het grootste deel

hiervan bestaat uit kleine stukjes en vormt een soep van microplastics, ofwel

plastic soep. Twee studententeams ontwikkelen onder leiding van Imtech

Marine, een bedrijf dat technische systemen integreert, de technologie voor

een zeewaardige drone die de plastic soep kan opruimen.

tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel

Techniek achter Aquatic Drones is breed inzetbaar

pagina 56

Page 57: INN010 #2 zomer 2014

pagina 57Plastic soep

Project Aquatic Drones

Samenwerking

Het project Aquatic Drones is onderdeel van de

Community of Practice Maritiem binnen het

Centre of Expertise Sustainable Mainport

Innovation van de Hogeschool Rotterdam.

Hierbinnen werken onderwijs, ondernemers en

onderzoekers met elkaar samen aan complexe en

innovatieve uitdagingen. Daarnaast wordt ook

de samenwerking gezocht met overheden om de

juiste voorwaarden te scheppen rond regelgeving

en beleid.

Technologie

Het project combineert diverse disciplines:

elektrotechniek, werktuigbouwkunde, maritieme

techniek en scheepsbouwkunde. Technisch gezien

worden er een aantal cross-overs gemaakt naar

terreinen als sensoren, autonomie, big data,

3-D printen en scannen.

Betrokken bedrijven

Imtech Marine, IHC Merwede Dredging, MTI

Holland, Jules Dock, Dobots, Twnkls en

specialistische MKB-ers.

Betrokken opleidingen

Hogeschool Rotterdam: Werktuigbouw,

Elektrotechniek, Technische Informatica.

Rotterdam Mainport University:

Scheepsbouw en Marine Officier.

Albeda College: Werktuigbouw en Elektrotechniek.

Page 58: INN010 #2 zomer 2014

pagina 58

Sindsdien voegen elk jaar nieuwe groepen

studenten componenten toe en wordt de techniek

verder geoptimaliseerd. Dit keer is de romp aan de

beurt. Eerder waren dat onder meer de grijparmen

en de aandrijving van de boten. Voor het eerst

zullen de boten dit jaar autonoom varen. Ook

dynamic positioning wordt toegepast, een systeem

dat automatisch de positie en koers van een schip

constant houdt door gebruikmaking van de eigen

schroeven. De technologie achter de Aquatic Drones

is breed toepasbaar. De drones kunnen ingezet

worden om de plastic soep op te ruimen. Maar

denk ook aan drones die kade-inspecties onder

water uitvoeren of die vervuiling opsporen op zee.

Samenwerking bedrijfslevenDe teams bestaan uit twaalf studenten: mbo- en

hbo-studenten scheepsbouw en werktuigbouw, en

een serviceteam met studenten Electrotechniek en

Technische Informatica. Beide teams bedachten

een eigen plan met bijbehorende tactiek en techniek.

Zo heeft de ene boot een vaste schroef met een roer

erachter, de andere boot gebruikt een roerpropeller

als aandrijving. Verdoold: ’In tien weken tijd hebben

wij met ons hele team een ontwerpdocument en de

planning rond gekregen. Het plan wordt door Imtech

Marine beoordeeld, onze opdrachtgever, waarna de

fase van het bouwen kan beginnen. Ook die fase

duurt tien weken, dat betekent flink aanpoten dus.’

Waarom werken bedrijven zoals Imtech Marine

eigenlijk samen met het onderwijs en de kennis-

instellingen? Hurkmans: ‘Studenten komen vaak

met frisse ideeën en creatieve oplossingen en dat

houdt ons scherp. Daarnaast is het een goeie manier

om met getalenteerde studenten in contact te

komen en blijven we op de hoogte van innovatieve

vraagstukken en ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het

gebied van 3-D printing. Bovendien lopen studenten

in dit soort multidisciplinaire projecten tegen

dezelfde dingen aan als waar wij in het bedrijfsleven

ook tegenaan lopen. De werkzame principes achter

integrale samenwerking zijn voor ons interessant.’

Communicatie Een grote uitdaging van het project ligt op het

gebied van communicatie. Want: hoe krijg je

informatie gestroomlijnd tussen zoveel partijen en

studenten onderling? De tijdsdruk speelt daarbij

een rol. Groeneveld: ‘Je moet een superteam

hebben en in heel korte tijd een boot in elkaar

zetten, daar ligt best een uitdaging.’ Verdoold: ‘In

het begin wilden sommige studenten bijvoorbeeld

niet naar de RDM Campus komen. Dat werkte

niet.’ Ruyssenaers vult aan: ’Belangrijk zijn

de regelmatige afstemming en herijking in het

project. Juist omdat er steeds nieuwe studenten

aan het project werken is het belangrijk om

de doelen en werkzaamheden continu af te

stemmen en veranderingen door te voeren.

Het voortbouwen op kennis en ervaring en

het zoeken naar de verbinding van ieders

werkterrein blijft daarbij een uitdaging.’ IT zou

daar wellicht faciliterend in kunnen zijn. Voor

de toekomst wordt gedacht aan een digitale

community waar zoekfuncties aan de

informatie gekoppeld kunnen worden.

Grote teams, veel deeltijdstudenten. Het zijn

uitdagende omstandigheden om aan een

multidisciplinair project te werken. Ruyssenaers:

‘De werkwijze en manier van samenwerking zijn

uniek en vernieuwend. Bedrijven, studenten,

onderzoekers en overheden vullen elkaar

aan vanuit ieders achtergrond en expertise.

Deelnemers en in het bijzonder de bedrijven

stellen zich open op. Iedereen zoekt de ruimte

om samen te werken. Tegelijkertijd is het ook een

uitdaging om een modus operandi te vinden. Wat

werkt er voor al die partijen die allemaal ook nog

eens een andere taal spreken?’ Het voordeel van

de RDM Campus is wel dat je op een laagdrempelige

manier met studenten en andere bedrijven en

disciplines in contact komt.’

Ambachtelijkheid 2.0Aan Kees Pieters, lector haveninformatie,

Kenniscentrum RDM Campus de vraag of deze

werkwijze zich in de toekomst zal voortzetten

en hoe we ons daar op kunnen voorbereiden.

’Als lector ben ik vooral bezig met de vraag wat

de studenten over vijf of tien jaar moeten leren.

Allereerst is dat de ambachtelijkheid 2.0. Dat

betekent dat een student abstract moet kunnen

denken en tegelijk ook fysiek iets moet kunnen

maken. Tegenwoordig zijn hier veel middelen voor,

denk aan het Stadslab Rotterdam en de 3-D printer

op de RDM Campus. Wat daarop aansluit is dat

we technologie echt tastbaar willen maken voor

hbo-studenten. Het project Aquatic Drones is

een goed voorbeeld, het heeft een enorme

Page 59: INN010 #2 zomer 2014

meerwaarde voor studenten. Een onderzoek

alleen op papier uitvoeren is binnenkort echt

verleden tijd. Tenslotte: de wereld verandert

snel. Daarom is het belangrijk dat studenten

leren om flexibel te zijn en zelf de verantwoording

nemen om zich dingen eigen te maken. Voor

ons betekent dat het aanbieden van een klein

curriculum, maar met een grote schil erom

heen.’

Probleem van iedereenAls je niet samenwerkt gaan de ontwikkelingen

aan je voorbij. Alleen om die reden al zullen

we volgens Pieters over tien jaar meer inter-

disciplinair samenwerken bij ingewikkelde

vraagstukken. Deze manier van werken spreekt

de studenten van het project Aquatic Drones

erg aan. Verdoold: ‘Het is een project op schaal

en lijkt op projecten waar we later ook mee te

maken krijgen. Het is een samenspel tussen

studenten van verschillende disciplines waarbij

iedereen zijn eigen expertise en ideeën inbrengt.

Op deze manier leer je veel meer. Groeneveld

valt bij: ‘Je leert samenwerken met andere

disciplines, dat is in de professionele wereld

ook zo.’ Ruyssenaers: ‘Plastic soep is een

probleem van ons allemaal en daarom ook

weer van niemand. Binnen dit project bindt de

context van de plastic soep mensen aan elkaar.

Bovendien geeft het de techneuten een drive

omdat ze contact hebben met een toepassings-

gebied.’

Is there an end in sight for the Pacific Garbage Patch?

Our oceans are filled with more and more plastic garbage. Most of it comes in the form of small pieces that form a

soup of microplastics, or plastic soup. Under the direction of Imtech Marine, a company that integrates technical

systems, two student teams are developing a seaworthy drone that could clean up the plastic soup.

The Aquatic Drones project is a part of the Maritime Community of Practice at the Hogeschool Rotterdam’s Centre

of Expertise Sustainable Mainport Innovation, where educators, students, entrepreneurs, government and researchers

work together on complex and innovative challenges. The project combines several diverse disciplines: electrical

engineering, mechanical engineering, marine engineering and naval architecture. A number of crossovers has

also been made in areas such as sensors, autonomy, big data, 3-D printing and scanning. The technology behind

the Aquatic Drones has many applications. The drones can be used to clean up the plastic soup, but also perform

underwater dock inspections or detect pollution at sea.

Maarten Ruyssenaers, program manager of Maritime & Offshore innovation teams on RDM Campus, says the

diverse ideas in the Aquatic Drones project came together serendipitously when Imtech Marine wanted to further

develop some new techniques. Mart Hurkmans, coördinator of R&D projects at Imtech Marine says: ‘We asked

students to create an unmanned, zero-emission boat. If the principle works on a scale model, then it’s applicable

to a large ship. Things develop fast. This technology is already used in airplanes, and will be a reality in the marine

sector in five to ten years. Plus, the students come with fresh ideas and creative solutions, and that keeps us on our

toes.’

If you don’t work together, developments can pass you by. This collaborative working manner speaks to the

students of the Aquatic Drones project. ‘Plastic soup is everyone’s problem, and no one’s,’ says Ruyssenaers.

‘This project brings people together in the context of plastic soup. Moreover, it motivates the technicians

because they’re working with an application in a concrete way.’

pagina 59Plastic soep

Page 60: INN010 #2 zomer 2014

pagina 60

Zwevend beeldAfbeeldingen ophangen zonder lijst? Dat kan. Het Xpozer systeem

geeft een ongekend mooi en professioneel effect, alsof de afbeelding

voor de muur zweeft. Maximaal effect met minimaal materiaal-

gebruik! Onder meer te koop bij de HEMA.

www.sparkdesign.nl

MadeINNO1O

HufterproefDe award winnende SecuBike fietskluis combineert innovatief

design met gebruiksgemak en veiligheid. Door de ronde vorm

van het dak blijven vuil, bladeren en water niet liggen. De kluis

is met sleutel of eigen OV-chipkaart te openen en ongevoelig

voor inbraak en vandalisme. www.sparkdesign.nl

In vliegende vaartEen baanbrekende verbinding tussen technologie, ontwerp en

experiment maakt het onmogelijke mogelijk. Dit unieke voertuig rijdt

als een auto en vliegt als een gyrocopter. Is vanaf 2016 op de markt.

www.sparkdesign.nl

tekst en samenstelling: Yvette van Dael

Page 61: INN010 #2 zomer 2014

Draagcomfort vooropSpark ontwierp voor Etto een nieuw fietshelm-verstelsyteem.

Dit lichtgewicht systeem sluit goed aan op het hoofd, geeft de

fietser meer comfort en draagt bij aan een betere performance.

www.sparkdesign.nl

Oranje voor INGAchter de knaloranje fronten van de

ING-pinautomaten zit een goed door-

dacht concept met als uitgangspunten:

herkenbaarheid door vormgeving,

duurzaamheid door de intelligente

dimmers voor ledverlichting én

installatiegemak.

www.sparkdesign.nl

Solid as a rock Om een aantal unieke eigenschappen

van solid surface materiaal (met

name gekend onder de merknaam

Corian®) te laten zien heeft Shaped

Solids een vogelhuisje vervaardigd.

De mezen wisten dit stukje vakwerk

snel te vinden.

www.shapedsolids.com

Meer kans op overlevenHet Rescue Tip-Board is een ingenieus opblaasbaar

reddingsvlot waarmee hulpverleners sneller en veiliger

reddingen in het water en op ijs kunnen uitvoeren.

www.sparkdesign.nl

Een tweede levenReclamevlaggen die nog prima te gebruiken zijn. Dat bracht

Janine Sikkink op het idee van Funnyflags. Zij recyclet vlaggen

en banners tot duurzame en unieke producten.

www.funnyflags.nl

pagina 61

Page 62: INN010 #2 zomer 2014

pagina 62

Sociale innovatie heeft meerwaarde

Elk jaar kunnen er leerlingen, soms met een achterstandspositie, stage lopen bij

stukadoors- en spuitbedrijf R. Smaal B.V. uit Portugaal. Het 76 jaar oude familiebedrijf

is dit jaar uit ruim 2000 bedrijven verkozen tot beste leerbedrijf in de afbouwsector in

Nederland. Directeur Rob Smaal: ‘Daar ben ik best trots op. Het is een bekroning op

onze visie, onze inzet en de aandacht die wij besteden aan onze medewerkers.’

tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar

Page 63: INN010 #2 zomer 2014

‘Jongeren die je een kans geeft zijn vaak goeie werknemers,

loyaal en betrokken’, zegt Rob Smaal die het belangrijk vindt

om te investeren in de relatie met zijn personeel. ‘Ik heb een

enorme passie voor dit beroep en die breng ik over op mijn

medewerkers. Ik betrek hen bij alles wat we doen. Dat motiveert

en creëert betrokkenheid. Zij groeien dan ook mee met het

bedrijf. Sommige jongens zijn al bijna dertig jaar bij ons in

dienst. Ook hun gezinnen horen er helemaal bij. Wij hebben veel

expertise in huis en die willen we graag doorgeven aan volgende

generaties. Daarom bieden we elk jaar een paar jongens die zich

willen bekwamen in het stukadoorsvak een leerplek aan.’

Sociaal innoverenSociale innovatie begint bij personen en organisaties die een

maatschappelijk probleem zien en het plan opvatten er iets aan

te doen. Smaal staat voor sociale innovatie binnen zijn eigen

bedrijf maar kijkt ook verder en pleit daarom voor ondersteuning

en beloning voor andere erkende leerbedrijven. Hoe meer

bedrijven zich richten op sociale innovatie, hoe aantrekkelijker

het imago van de hele sector wordt. Technische beroepen krijgen

op die manier ook meer aanzien. ‘Om erkende leerbedrijven in

de toekomst in staat te stellen leerlingen te laten deelnemen aan

het arbeidsproces, moet er meer steun komen vanuit de overheid

door deze bedrijven een voorkeursbehandeling te geven bij

aanbestedingen. De hoofdaannemer moet verplicht worden met

deze bedrijven in zee te gaan.’ Smaal vervolgt: ‘Alleen dan zal er

weer meer interesse komen vanuit de bedrijven om leerlingen op

te leiden en zal de concurrentiepositie ten opzichte van bedrijven

die werken met goedkope arbeidskrachten verbeteren. Scholen

kunnen hun leerlingen weer een stageplaats garanderen en de

werkloosheid onder vaak laag opgeleide jongeren zal afnemen.

De bedrijven kunnen dan als tegenprestatie een carrière

startgarantie geven.’ Ten slotte: ‘Als je weet dat er alleen al op

Rotterdam-Zuid voor 300 miljoen euro gebouwd gaat worden

en de overheid zou deze bedrijven belonen, dan wordt werken

in de afbouwsector weer aantrekkelijk!’ >

pagina 63

>> Uiteindelijk ligt het altijd aan

de mensen die je treft en of zij

bereid zijn je iets te leren <<

Page 64: INN010 #2 zomer 2014

pagina 64

Jermaine Wallé

‘Drie dagen in de week loop ik stage bij

R. Smaal B.V. De rest van de week zit ik

op school waar ik de basisopleiding tot

stukadoor volg. Via school kwam ik in dit

bedrijf terecht. Rob Smaal kwam naar

school om te bepalen of ik in het team zou

passen. Op school leer je een basis die je in

de praktijk verder uitbouwt. Het afgelopen

jaar heb ik vooral veel geleerd op het gebied

van discipline en verantwoordelijkheid.

Inmiddels heb ik mijn praktijkdiploma

gehaald. Ik word heel goed begeleid door

het hele team. In het begin moest ik wel

wennen aan het ritme en kwam ik steeds

te laat. Rob gaf toen een hele grote wekker

cadeau. Vanaf dat moment ben ik elke dag

op tijd gekomen. In een ander bedrijf zou ik

er misschien wel uitgezet zijn. Uiteindelijk

ligt het altijd aan de mensen die je treft en

of zij bereid zijn je iets te leren. Je eigen

instelling en motivatie zijn belangrijk. Hier

kijken ze niet alleen naar mij als werknemer,

maar ook als mens.’

Ben van der Meer

‘Via het UWV kwam ik bij R. Smaal B.V

terecht. Toevallig was ik hen ook zelf via

het internet op het spoor gekomen. De

laatste jaren ging het niet zo goed met mij,

en bij dit bedrijf heb ik een kans gekregen.

Als het goed blijft gaan, krijg ik misschien

wel een halfjaarcontract aangeboden.

’s Avonds ben ik heel moe maar dat hoort

bij het harde werken. In het begin keken

ze naar de kwaliteit van mijn werk, mijn

tempo, dat soort dingen. Ik snap wel dat

ze zijn uitgekozen als beste leerbedrijf. Je

wordt hier namelijk heel goed begeleid,

daar is echt ruimte voor. Als leerling krijg

je een mentor. Die laat mij van mijn fouten

leren. Laatst was ik de kuip vergeten, dat

liet hij gebeuren. Maar in de pauze kwam

hij er even op terug en zei: ‘Je komt er

vanzelf achter, daar leer je van.’ Dat vind

ik ook. Het gaat nu prima en mijn werk

is goed. Dat zal zo blijven.’

Beste leerbedrijf

Stukadoors- en spuitbedrijf R. Smaal B.V. is onlangs verkozen tot

beste leerbedrijf in de afbouwsector in Nederland. Het familiebedrijf

heeft volgens de jury het juiste oog voor vakmanschap, mensen

worden er langdurig opgeleid en het bedrijf biedt mogelijkheden voor

een vast dienstverband. Ook zorgen contacten met aanpalende

bedrijfstakken voor een positieve invloed op de ontwikkeling van

medewerkers. Het bedrijf heeft een goede balans tussen particuliere

en zakelijke klanten, grote en kleine opdrachtgevers. Naast vaste

medewerkers werkt het bedrijf met een pool flexkrachten.

Waddingswaard 1 – 3176 XD Poortugaal / t: +31 (0)10 202 85 55 / www.rsmaalbv.nl

>> Als het goed blijft gaan,

krijg ik misschien wel een

halfjaarcontract aangeboden <<

Page 65: INN010 #2 zomer 2014

pagina 65

De Rotterdamse haven heeft een enorme ambitie: de duurzaamste

haven worden van de wereld. Rotterdam wil tegelijk ook de meest

attractieve stad zijn. Voor de bewoners om in te leven, wonen en

werken en voor het bedrijfsleven om zich in te vestigen. Platform

INN010 ondersteunt deze ambitie en draagt bij aan de verbinding

tussen stad en haven. Een toekomstbestendige en cleantech regio.

Dit magazine informeert bedrijven over ontwikkelingen en

innovatie. Maar INN010 is meer dan een magazine. Tijdens de

releases van elk nummer zullen er discussies en lezingen

worden georganiseerd over innovatie waarbij tussen diverse

sectoren cross-overs gemaakt worden. Dit samenkomen en met

elkaar uitwisselen van informatie leveren ons inspiratie, uitbreiding

van netwerken en nieuwe bedrijvigheid. Heel belangrijk is dat

we de social media nu verder gaan vormgeven; een e-platform,

website en nieuwe manieren voor informatie-uitwisseling.

Platform INN010 brengt sectoren met elkaar in contact en

laat mensen nadenken over oplossingen van vraagstukken

waar we gezamenlijk tegenaan lopen. Nieuwe manieren van

denken en werken zijn nodig. Door de cross-overs tussen

de diverse sectoren komen we terecht bij nieuwe

oplossingen. Een voorbeeld: we kunnen investeren in steeds

grotere vervoersmiddelen, maar we kunnen ook de aan-

sluitingen in het netwerk beter regisseren. Denk ook aan de

rol van ICT en 3-D printen voor de maritieme sector. We hebben

het over ontwikkelingen die enorm bepalend zullen zijn.

Persoonlijk heb ik ook echt een passie voor innovatie. En dat is

precies wat we eigenlijk op RDM Campus doen. Studenten

die eerst in de laidbackmodus zijn zie ik vervolgens bevlogen

werken aan een opdracht uit het bedrijfsleven. Ik geloof ook echt

in de gouden driehoek: onderzoek - onderwijs - bedrijfsleven.

RDM Campus / Centre of Expertise fungeert hierin als de

kennismotor. Door gezamenlijk te werken aan innovatie ontstaat

onderlinge betrokkenheid en dat raakt nu juist de kern. Wij denken

dat de innovatie op het grensgebied ligt tussen de sectoren.

En daar wil ik als ambassadeur verder op voortbouwen. <

In de volgende INN010 geeft Bert Hooijer het stokje door

aan Luuk Prevaes. Hij is programmadirecteur van de organisatie

Stadshavens Rotterdam.

‘De duurzaamste haven van de wereld’

Bert Hooijer is directeur van RDM Campus / Centre of Expertise

en één van de initiatiefnemers van INN010

INN010 ambassadeur

Page 66: INN010 #2 zomer 2014

InspIratIe uIt InnovatIe INN010 geeft nu ook online een podium aan innoverende bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o.

inn010.com

Page 67: INN010 #2 zomer 2014

Juni 2014 / nummer 2

Uitgever: A&A business,Partner in duurzaam ondernemenPostbus 241133007 DC [email protected] Losse verkoop:€ 6,95

Redactieteam en bladmanagement: Yvette van Dael, Ellen LengkeekFreelancers: Karen Aue, Madelon StoeleEngelse vertaling: Anik See, Deloitte

Redactie denktank:Deloitte: Anna-Carlijn van der Wal, Cees Jorissen, Klaas Winters Stadshavens Rotterdam / Gemeente Rotterdam: Jillian Sant-Barendregt, Léon la RivièreRDM Campus / Centre of Expertise: Bert HooijerVan Lanschot Bankiers: Raymond van WijnenR. Smaal BV: Rob Smaal Fotografie:Redactionele pagina’s en cover: Freek van ArkelBedrijfsreportages: Sjors Massar enarchief bedrijven, tenzij anders vermeld Vormgeving:Advice reclame adviesbureau

Art-direction:Jasper Hofman Advertenties:Rob SmaalAnnet SpijkermanAnnemarie Teeken

Informatie:Inn010 verschijnt 2 keer per jaar. Iedere uitgave wordt gelanceerd tijdens een releaseparty. De oplage (5000) wordt verspreid onder bedrijven in de regio Rijnmond die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en vallen onder de topsectoren: agri & food, maritiem, life sciences & health, chemie, hightech, energie, logistiek, creative industrie, bouw & onroerend goed en offshore. Ook ligt Inn010 op de leestafel bij overheidsinstellingen, ambassades en verschillende zakelijke ontmoetingsplekken in de regio.

Voor meer informatie, vragen, adreswijzigingen, advertenties of een bedrijsreportage: neem contact op met A&A business, [email protected], Annemarie Teeken 06-51197588 of Annet Spijkerman 06-23742596. Copyright:niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrecht-hebbenden. Het ongevraagd toesturen van materiaal geschiedt op eigen risico. Aansprakelijkheid:Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De uitgever is echter niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of gevolgen van onvolkomenheden.

Druk:Zalsman Zwolle

pagina 67

colofon

Verdieping Scan de QR-code en kom meer te weten over één van onderstaande Inn010 artikelen.

Partners:

Gunstige financieringen voor kansrijke projecten.

Is het einde van de ‘plastic soep’ in zicht?

Samen kanker kansloos maken. Van moleculaire biologie tot medicijnen op maat.

Page 68: INN010 #2 zomer 2014

inn010.com

twitter.com/inn010

linkedin.com/inn010

Hét kennIs- en busInessplatform voor Innoverend rotterdam