INHOUD

1. De wijk

pagina 1

2. De woning 2.1. Inrichting

3. Elektriciteit 3.1. plaats teller 3.2. aanwezige infrastructuur 3.3. plaats aansluiting telefoon en TV

4. Onderhoud 4.1. richtlijnen

5. Apparaten 5.1. droogkast en wasmachine 5.2. dampkap 5.3. koelkast en fornuis 5.4. ketel 5.5. Kamerthermostaat

6. Centrale verwarming 6.1. beschrijving installatie 6.2. thermostaat, radiatorkranen, thermostatische kranen

7. Afrekening

8. Ventilatie 8.1. beschrijving installatie 8.2. gebruik en onderhoud

9. Aandachtspunten

10. Handleidingen 10.1. thermostaat 10.2. dampkap 10.3. ketel

1. DE WIJK

2

De wijk bestaat uit 57 gerenoveerde woningen, 2 nieuwbouw appartementen “Trein” en 3 nieuwbouw appartementen “Toren”. De woningen zijn oorspronkelijk gebouwd in 1953-1954 door de architecten Leon Stynen en Paul De Meyer en zijn in 1999-2001 gerenoveerd door de architecten Ludo Bekker, Johan Cokelaere en Jan Berckmans van de architectenassociatie A33. Er zijn een aantal verschillende types:

Woningen op het gelijkvloers met 1 slaapkamer en tuin.

Woningen op de verdieping met 1 slaapkamer en balkonnetje.

Woningen over twee verdiepingen met 2 slaapkamers en tuin.

Woningen over twee verdiepingen met 3 slaapkamers en tuin.

Woningen over twee verdiepingen met 4 slaapkamers en tuin. Iedere woning heeft een aparte inkom en een aparte kelder. De woningen met tuin hebben allemaal een tuinberging. In de wijk zijn in totaal 34 garageboxen voorzien, waarvan er 4 samen met een woning worden verhuurd. De overige 30 worden afzonderlijk verhuurd.

3

2. DE WONING

2.1. inrichting Zoals hierboven al vermeld zijn er 5 verschillende types woningen. De inrichting van de verschillende types is nagenoeg gelijk, op het aantal slaapkamers na.

Kelder en bergplaats Iedere woning beschikt over een kelder. In elke woning is een berging voorzien naast de keuken, de woningen met tuin hebben ook een tuinberging.

Woonkamer In de woonkamer zijn de aansluitingen voor TV en telefoon voorzien. Vanuit de woonkamer heb je toegang tot de tuin of tot het balkon.

Keuken De keuken kan niet worden afgesloten van de woonkamer. In de keuken zijn keukenkasten en een dampkap voorzien. Het fornuis, de koelkast en eventueel een vaatwasmachine zijn door de huurder te voorzien. Er kan zowel op gas als op elektriciteit gekookt worden.

Slaapkamers In de slaapkamers van enkele types zijn inbouwkasten voorzien. In de overige slaapkamers moet de huurder zelf kasten plaatsen.

Badkamer In de badkamer van de woningen op de verdieping met 1 slaapkamer is een douche voorzien, in alle andere badkamers staat een bad. Overal zijn thermostatische kranen geplaatst. In elke badkamer hangt boven de wastafel een spiegel en een tabletje waar u wat gerief op kwijt kan. De kasten in de badkamer moeten door de huurders zelf worden voorzien.

WC Bij de woningen op de verdieping met 1 slaapkamer staat de WC in de badkamer, de andere woningen hebben een aparte WC.

4

3. ELEKTRICITEIT

3.1. plaats teller

De tellers van gas, water en elektriciteit bevinden zich in de kelder.

3.2. aanwezige infrastructuur In alle bergingen, kelders en badkamers zijn lampen met een armatuur voorzien. De huurder moet de lampen vervangen indien deze kapot zijn en dient zorg te dragen voor het armatuur. De armaturen mogen niet verwijderd worden.

3.3. plaats aansluiting telefoon en TV De aansluitingen voor telefoon en TV bevinden zich in de woonkamer. De draad is al door Dijledal getrokken, de afdekplaatjes worden door de televisie- en telefoonmaatschappijen geleverd.

4. ONDERHOUD

4.1. Richtlijnen De huurders moeten de woning, tuin, tuinberging, balkon en kelder netjes en proper houden.

dampkappen De filters van de dampkappen moeten regelmatig worden gereinigd.

linoleum De vloeren van hal, woonkamer, keuken en slaapkamers zijn in linoleum. Ze mogen enkel gereinigd worden met een vochtige dweil. U mag zeker geen emmer water uitgieten omdat de aansluitingen aan de plinten niet waterdicht zijn, en teveel water plekken in de muren zou kunnen maken. De linoleum kan gestofzuigd worden of gedweild. Voor het dweilen gebruikt men best een neutraal, niet bijtend schoonmaakmiddel, opgelost in lauw water. Eventueel kan u vloerzeep met lijnolie gebruiken, zo blijft de vloer soepel en glanzend.

Linoleum is goed bestand tegen brandvlekken van sigaretten. De meeste vlekken kunnen verwijderd worden door ze met een vochtige spons af te vegen. Hardnekkige vlekken kunnen voorzichtig worden weg gewreven met staalwol en zeep, waarna een paar druppels zelfglans emulsie wordt aangebracht (vragen aan de drogist). Was- en olievlekken moeten met een oplosmiddel worden verwijderd.

5

5. APPARATEN

5.1. Droogkast en wasmachine

In de badkamer of de berging zijn aansluitingen voorzien voor een wasmachine en een droogkast.Opgelet: de droogkast moet van het type zijn waarbij waterdamp gecondenseerd wordt tot water dat in een bak of lade wordt verzameld. Droogkasten waarbij de waterdamp rechtstreeks naar

de buitenlucht wordt afgevoerd d.m.v. een flexibele buis mogen niet gebruikt worden.In de handel bestaan hulpstukken om uw droogkast aan te passen. U kan zich hiervoor het best bevragen in een gespecialiseerde zaak.

5.2. Dampkap Voorzien door Dijledal, handleiding zie achteraan dit boekje.

5.3. Koelkast en fornuis Te voorzien door de huurder.

5.4. Ketel Gaswandketel met warmwatervoorziening, opgehangen in de kelder of de badkamer. De ketel wordt onderhouden door een externe firma. Bij problemen belt u het beste eerst naar Dijledal. Handleiding zie achteraan dit boekje.

5.5. Kamerthermostaat Handleiding zie achteraan dit boekje.

6

6. CENTRALE VERWARMING

6.1. beschrijving installatie

Iedere woning en appartement wordt individueel verwarmd met een gaswandketel, merk Vaillant.In elke ruimte (uitgezonderd de bergingen en kelders) staan radiatoren.

6.2. thermostaat, radiatorkranen, thermostatische kranen In de woonkamers hangt een kamerthermostaat. In alle andere kamers kan de temperatuur ingesteld worden met thermostatische radiatorkranen

7. AFREKENING De afrekening van gas, water en elektriciteit gebeurt rechtstreeks door de nutsmaatschappijen. U krijgt geen aparte afrekening van Dijledal.

8. VENTILATIE

8.1. beschrijving installatie

In de ramen zijn verluchtingen voorzien om de woning te verzekeren van verse lucht.In de WC is een mechanische ventilatie voorzien die aangaat als het licht wordt aangedaan. In alle lokalen waar ramen staan is minstens één van de ramen te openen.

8.2. Gebruik en onderhoud Het doel van de roosters is niet het omhoog jagen van de kosten voor verwarming. Vroeger hadden woningen enkel glas, waren ze vaak niet goed geïsoleerd en had je veel kieren. De woningen van vandaag zijn goed geïsoleerd, hebben dubbel glas en hier zijn nagenoeg alle kieren dichtgestopt. Waar er vroeger verse lucht binnenkwam door de spleten en kieren en langs het enkele glas, is een woning van vandaag bijna luchtdicht. Een mens kan natuurlijk niet constant dezelfde lucht inademen, dit is verre van gezond. Daar om plaatsen we nu verluchtingsroosters in de ramen, en voorzien we afzuiging in de WC. Ook kokers waar gasleidingen door lopen worden verlucht, om ophoping van gas te verhinderen.

Verluchtingsroosters worden dus geplaatst voor uw veiligheid en gezondheid.

Elke huurder er daarom zorg voor dragen dat deze verluchtingsrooster ten allen tijde open zijn.

U mag verluchtingsroosters nooit dichtplakken of er iets voor plaatsen

9. AANDACHTSPUNTEN

7

Belangrijkste punten van de handleiding nog eens samengevat

10. HANDLEIDINGEN: Dampkap

8

HANDLEIDING THERMOSTAAT

Inhoud Mogelijkheden tot energiebesparing Instellingen aan de ruimtetemperatuurregelaar Schakelklok instellen Ruimtetemperatuur instellen Verwarmtijden programmeren Speciale functies Figuren

Mogelijkheden tot energiebesparing

TIP Ruimtetemperatuur begrenzen Stel de temperatuur zo hoog in, dat het voor jou behaaglijk is. Hou er rekening mee dat elke graad die je hoger instelt, een energieverspilling van ongeveer 6% betekent.

TIP Het verlagen van de kamertemperatuur Verlaag dan de temperatuur als je slaapt of als je niet aanwezig bent.

TIP Vervroegen van de nachtverlaging Stel de nachtverlaging zo vroeg mogelijk in. Het gebouw houdt de warmte nog een tijdje vast nadat de verwarming afgesprongen is. Als je om 22u gaat slapen, stel dan bijvoorbeeld de nachtverlaging in vanaf 21u.

TIP Kort, maar krachtig ventileren Open de ramen nooit om af te koelen, enkel om te ventileren. Probeer te vermijden dat er tegelijk geventileerd en verwarmd wordt. De meeste ramen hebben een ventilatierooster. Laat dit constant open staan en zet de ramen enkel open als de verwarming af staat.

TIP Verwarm enkel in de lokalen die je gebruikt Probeer in zoveel mogelijk de radiatorkranen dicht te zetten in kamers die je minder gebruikt. In slaapkamers is het bijvoorbeeld niet nodig dat er een hele dag verwarmd wordt. Vooral in het tussenseizoen warmt de kamer vaak genoeg op door lichaamswarmte, omdat de kamers niet te groot zijn. Ook ’s nachts is niet altijd een verwarming nodig, met een dikker donsdeken of een extra sprei heb je vaak warm genoeg. Het is bovendien gezonder.

TIP Kamerthermostaat op een vrij wandoppervlak Probeer de wand waar de kamerthermostaat op staat zoveel mogelijk vrij te houden. Verstop de thermostaat vooral niet in een kast of achter een gordijn.

TIP Radiatorkranen volledig open In de kamer waar de kamerthermostaat hang moeten alle radiatorkranen steeds volledig open

9

staan. Hier regel je de temperatuur met de thermostaat en niet met de radiatorkranen.

Instellingen aan de ruimtetemperatuurregelaar Met de keuzeschakelaar (afb. 1.2) kan je de verwarmingsinstallatie naar je eigen wensen laten werken. Afhankelijk van de opwarmtijd van je woning of appartement en van de buitentemperatuur, zal na een bepaalde tijd de door jou gevraagde kamertemperatuur bereikt worden.

In stand , wordt de kamertemperatuur – zonder beïnvloeding van de schakelklok – op de ingestelde

dagtemperatuur gehouden (afb. 1.1).

In stand , wordt de kamertemperatuur – zonder beïnvloeding van de schakelklok – op de

nachttemperatuur gehouden (fabrieksinstellling 15°C)

In positie , wordt de kamertemperatuur automatisch volgens het ingestelde verwarmingsprogramma

geregeld (zie hoofdstuk 5).

Schakelklok instellen 3.1. Schakelkok instellen De ruimtetemperatuurregelaar VRT-QZA heeft een dag-verwarmprogramma met een schakelklok, wxaarvan de 24-urenschaal één maal per etmaal draait. Aan de wijzers van de klok lees je de actuele tijd af. Het > pijltje (4) duidt de tijd aan, bijvoorbeeld 15u. Hou er rekening mee dat de schakelklok een schijf heeft van 24 uren, in de namiddag om 15u moet de pijl > (4) op “15” staan en niet op “3”. Tijd instellen Klap het zichtvenster van de schakelkok aan de linkerkant naar rechts open. Draai de minutenaanwijzer (3) in wijzerszin (naar rechts) totdat de pijl > (4) bij de juiste tijd staat, bijvoorbeeld “15”. Voorbeeld: Je schakelt de klok ’s middags om 15u aan. Draai de minutenwijzer in klokrichting totdat de pijl > (4) voorbij de “15” staat. Wijst de pijl > (4) “3” aan, dan staat de klok 12 uur later ingesteld. De precieze tijd stel je in met de minutenwijzer.

Ruimtetemperatuur instellen Dagtemperatuur kiezen De kamertemperatuur die voor jou aangenaam is, stel je in met de temperatuurkiezer (1, afb. 1). Onthoud dat elke graad hoger en onnodig extra energieverbruik van ongeveer 6% betekent! Tijdens de uren die je instelt met de schakelruiters (afb. 1, 5a), regelt de kamerthermostaat de dagtemperatuur. De ruiters zijn op de binnenste schaal gedrukt. Advies: Stel de dagtemperatuur (afb. 1.1) tussen 18°C en 20°C in. Nachttemperatuur (nachtverlaging) kiezen

10

De kamertemperatuur wordt automatisch op een lagere waarde (15°C) gehouden buiten de uren die je hebt ingesteld met de schakelruiters. Hiermee daalt je gasverbruik.

Verwarmtijden programmeren Aanduiding van de verwarmingsperiode De verwarmingsperiode voor de dagtemperatuur wordt geregeld door de schakelruiters die op de binnenrand gedrukt zijn. De verwarmingsperiode voor de nachtverlaging wordt geregeld door de schakelruiters die op de buitenrand gedrukt zijn. Basisprogramma Nadat je de juiste tijd en de gewenste dagtemperatuur hebt ingesteld, wordt de temperatuur in je woning automatisch door de kamerthermostaat geregeld volgens vooringestelde uren: Dagtemperatuur van 6.00u tot 22.00u Nachtverlaging van 22.00u tot 6.00u Verwarmingsperiode instellen De optimale verwarmingsperiode bepaal je zelf, in functie van je leefgewoonten. Vanaf de door jou te kiezen uren zal de temperatuur veranderd worden. Afhankelijk van de woning en de buitentemperatuur duurt het even voor de gevraagde temperatuur bereikt wordt. Je kan hiermee rekening houden bij het instellen van de uren met de schakelruiters, door bijvoorbeeld de dagtemperatuur in te stellen vanaf 7.00u tot 22.00u als je opstaat om 8.00u en gaat slapen om 23.00u. Zo is ’s morgens je woning al opgewarmd tegen de tijd dat je opstaat, en na 22u houdt de restwarmte je woning nog warm tot je gaat slapen. Dus: beginuur 1 uur vroeger instellen en einduur 1 uur later instellen dan je “leefuren” Het instellen Klap het venster naar rechts open en stel de schakelruiters (afb. 1.5a en 1.5b) als volgt in: Voor de uren waarin tot de dagtemperatuur moet verwarmd worden, druk je de schakelruiters op de binnenrand (afb. 1.5a). Voor de uren waarin de nachtverlaging geldt, druk je de schakelruiters op de buitenrand (afb. 1.5b).

Speciale functies Gebruik tijdens het weekend of bij speciale gelegenheden (bijvoorbeeld een feest) Als je tijdens het weekend of een feest de nachtverlaging tijdelijk wilt uitschakelen (vermijden dat ’s nachts je

verwarming afslaat), kan je de voorkeuzeschakelaar (afb.1.2) op stand draaien.

Als je het ingestelde programma weer wilt aanzetten, schakel je gewoon terug over op stand . In de warme zomermaanden

Stel in de warme maanden de bedrijfssoortschakelaar (2) op stand in. Zo wordt de verwarming

constant op nachttemperatuur geregeld. Vorstbeveiliging

11

Om de radiatoren in kamers die niet worden verwarmd te beschermen tegen kapotvriezen, moet je de thermostatische radiatorkranen altijd op het sterretje laten staan.

Als je in de winter weggaat, stel dan de kamerthermostaat in op stand (afb. 1.2) en stel de

dagtemperatuur in op 5°C (afb. 1.1). Wat als de elektriciteit uitvalt Uit milieuoverwegingenzit er geen accu in de klok. Bij een elektrische pannen zal de klok stilvallen. De instellingen van de kamerthermostaat (uren voor dag of nachttemeperatuur) blijven behouden. Als de elektrische storing verholpen is, moet je dus gewoon de klok terug juist zetten (hoofdstuk 3).

Figuren