INFOBROCHURE EN SCHOOLREGLEMENT · 2020. 8. 23. · Christelijk. geïnspireerd onderwijs. Na tien...

Schoolreglement versie schooljaar 2020 – 2021 Opmaak : 26-06-2020 mededeling aan ouders : augustus-2020 Gesubsidieerde Vrije Basisschool De Putse Knipoog Partizanenstraat 5 2950 Putte-Kapellen 1

INFOBROCHURE EN SCHOOLREGLEMENT

Deel 2: specifiek schooleigen deel (Wat niet voor heel Vlaanderen, gelijk kan zijn maar specifiek voor onze school kenmerkend is.

Schooleigen maar binnen de regels van zorgvuldig bestuur) Wijzigingen t.a.v. het reglement van vorig schooljaar vindt u terug in rode tekst.

De inschrijving van je kind op onze school houdt in dat je akkoord gaat met het volledige schoolreglement. Soms is het nodig om het schoolreglement aan te passen. Wijzigingen aan het

pedagogisch project en aan het eigenlijke reglement worden opnieuw ter akkoord aan je voorgelegd.

Alle delen van het schoolreglement worden op de schoolraad besproken. De regelgeving schrijft voor dat kinderen van ouders die niet ondertekenen voor akkoord, worden uitgeschreven op de laatste dag van volgend schooljaar.

GESUBSIDIEERDE VRIJE BASISSCHOOL DE PUTSE KNIPOOG

PARTIZANENSTRAAT 5 2950 KAPELLEN

TEL: 03 / 664.79.20 FAX : 03 / 315 73 42 E-MAIL: [email protected]

Website: http://www.deputseknipoog.be

mailto:[email protected]

http://www.deputseknipoog.be/


INHOUDSOPGAVE

Deel 2: SPECIFIEK SCHOOLEIGEN DEEL

2.1. ONZE SCHOOL EN HAAR OPVOEDINGSPROJECT 2.1.1. Portret van onze school 2.1.2. De pijlers van ons opvoedingsproject 2.1.3. Onze opvoeding is gericht op het leven 2.1.4. De uitgangspunten van onze christelijke identiteit 2.1.4.1. Als katholieke dialoogschool (met respect voor elke levensbeschouwelijke of religieuze achtergrond) 2.1.5. Onze opvoeding streeft naar de totale persoonsvorming 2.1.6. We kiezen voor een doeltreffende aanpak en een stimulerend opvoedingsklimaat 2.1.7. Onze opvoeding neemt het op voor de zwaksten, vanuit een brede zorg werken aan de

ontplooiing van elk kind 2.1.8. Onze opvoeding steunt op een persoonsbevorderende relatie 2.1.9. Onze school haalt kracht uit een goede samenwerking 2.1.10. Heel eigen accenten van ons project sinds het nieuwe schoolbestuur (1982) de

eindverantwoordelijkheid overnam. 2.2. Onze oproep aan de kinderen 2.3. Een dag of week op onze school (uurregeling – speeltijden – middagpauze) 2.4. Agenda – huiswerk – lessen 2.5. Wetenswaardigheden over lessen : onze didactische aanpak 2.5.1. Leeruitstappen en schoolreizen 2.5.2. Het zorgteam biedt extra ondersteuning 2.5.3. ICT-op school 2.5.4. Sport op school 2.6. Leerlingenevaluatie ( en rapport) 2.6.1. beleid op individuele leerlingenbegeleiding 2.6.1.1.1. Het zogcontinuüm 2.6.1.1.2. de 4 beleidsdomeinen waarop school en CLB samenwerken 2.7. Toelichtingen bij de pedagogische aanpak 2.7.1. Nieuwe organisatie kleuteronderwijs met gedeeltelijke leefgroepen vanaf 2017-2018 2.8. Ruime contactmogelijkheden 2.9. De voor- en naschoolse kinderopvang 2.10. Preventie – veiligheid – welzijn – hygiëne 2.10.1. Preventie en veiligheid; afspraken en leefregels 2.10.1.1. Toegang tot de lokalen 2.10.1.2. Binnen blijven 2.10.1.3. Verkeersveiligheid 2.10.1.4. Specifieke verkeersveiligheid : fietshelm en fluohesje 2.10.1.5. Verbod voor dieren op speelplaats en in de klassen 2.10.2. Welzijn; afspraken en leefregels 2.10.2.1. Uiterlijk en kledij 2.10.2.2. Snoep en speelgoed 2.10.3. Hygiëne; afspraken en leefregels 2.10.3.1. Koeken en koekendoosjes 2.10.3.2. Drank op school 2.11. Medische aspecten 2.12. Schriftelijke communicatie door of via de school 2.13. Losse afspraken en leefregels 2.13.1. Losse afspraken : algemeen 2.13.2. Losse afspraken : specifieke voor onze kleuters 2.13.3. Losse afspraken : specifiek voor de leerlingen van de lagere school 2.14. En tot slot : tips en suggesties bij een nieuw begin 2.15. Vakanties en vrije dagen


II. 1. ONZE SCHOOL EN HAAR OPVOEDINGSPROJECT 2.1.1. PORTRET VAN ONZE SCHOOL Onze school behoort tot het vrij onderwijs. Ze werd opgericht in 1879 door de toenmalige pastoor Smets. De zusters Annonciaden van Veltem verzorgden het onderwijs van 1889 tot 1982. De schoolgebouwen groeiden mee. Zo waren er bouwwerven in de jaren 1922, 1951, 1957, 1962, 1992 en 1994. De huidige school behoort uiteraard tot de “koepel” van het katholieke onderwijs en is als zodanig aangesloten bij het Vlaams Verbond van het Katholieke Basisonderwijs “VVKBaO” Guimardstraat 1, 1040 Brussel. Tel 02/507 06 66 2.1.2. DE PIJLERS VAN ONS OPVOEDINGSPROJECT Onze school koos reeds sinds 1879, en kiest nog steeds op de eerste plaats voor Christelijk geïnspireerd onderwijs. Na tien jaar (1889) namen de zusters Annonciaden van Veltem de leiding van de school over voor bijna honderd jaar (1982). Zij hebben zich al die jaren ingezet om onderwijs te verschaffen aan de armen zoals hun stichter pastoor De Clerck van Veltem in 1787 in zijn “Schole van Bermhertigheyt” deed. (Beschouw Jezus Christus zelf in de kinderen: Zie Hem vooral als twaalfjarige: hoe Hij, temidden van de leraars gezeten, naar hen luisterde, hen vragen stelde, hen antwoordde) Met de toename van de welstand en de financiële ondersteuning van de overheid is de nadruk meer te leggen op het onderwijs aan de armen … van geest, onderwijs door vakbekwame leerkrachten aan die kinderen die het moeilijker hebben dan de gemiddelde leerlingen. En dit, zonder de andere leerlingen tekort te doen. Door differentiatie willen wij elk kind voor nieuwe maar haalbare uitdagingen stellen. Het is dan ook het doel van onze opvoeding om de persoonlijkheid van elk kind met zijn / haar talenten zover mogelijk te ontwikkelen. Ook het Christelijk geloof en de dienstbaarheid en liefde voor elkaar willen we hen meegeven en in hen tot ontplooiing laten komen. 2.1.3. ONZE OPVOEDING IS GERICHT OP HET LEVEN. Uw kind is op zoek naar geluk. Met andere kinderen kijkt het uit naar mensen die de weg tonen naar het goede leven. Daarom willen wij als opvoeders - zoals u thuis doet - hen waarden voorleven waarin we zelf geloven: zin voor waarheid en schoonheid, verantwoordelijkheidsbesef, solidariteit, verdraagzaamheid, vrede, rechtvaardigheid en vele andere. We zullen hen evenwel ook helpen zelf waarden te ontdekken. Onze kinderen moeten immers voelen dat we samen op zoek zijn naar waarden waar onze toekomst nood aan heeft.


2.1.4. DE UITGANGSPUNTEN VAN ONZE CHRISTELIJKE IDENTITEIT

Wij zijn een katholieke school en willen een pedagogisch verantwoord onderwijs en een kwaliteitsvolle opvoeding aanbieden. Onze inspiratie vinden wij in het evangelie en in de katholieke traditie. Wij zijn een dienst van de kerkgemeenschap aan jonge kinderen. Wij gaan ervan uit dat je mens wordt in een verbondenheid met anderen, met de wereld en met jezelf In deze verbondenheid ervaren we God als dragende grond en krijgt ook de verbondenheid met het mysterie concreet gestalte. Vanuit onze verbondenheid met God durven we als katholieke basisschool de toekomst hoopvol tegemoet zien en vertrouwen we erop dat onze inspanningen niet op niets uitlopen. Vanuit ons christelijk geïnspireerd mensbeeld geven we voorrang aan waarden als: het unieke van ieder mensenkind, de verantwoordelijkheid van ieder mens voor zijn handelen, verbondenheid en solidariteit met anderen, vertrouwen in het leven (hoop), genieten van en dankbaar zijn voor wat ons gegeven is, openheid, respect en zorg voor mens en natuur, verwondering door het gewone als ongewoon te ervaren, vergeving kunnen geven en ontvangen als herstel van verbondenheid, zorgzame nabijheid en troost voor mensen in moeilijke situaties, …

Wij bieden in onze school gevarieerde en zinvolle pastorale activiteiten aan. We nodigen alle leerlingen regelmatig uit op activiteiten die gericht zijn op: de ontmoeting van elkaar in verbondenheid; de verdieping in de Bijbelse Boodschap; de dienstbare en solidaire inzet voor anderen dichtbij en veraf; het vieren van belangrijke gebeurtenissen in het leven op school, in verbondenheid met elkaar en

(waar het kan) in verbondenheid met God. In de godsdienstlessen die door alle leerlingen verplicht gevolgd worden komt de christelijke levensbeschouwing uitdrukkelijk ter sprake. De godsdienstlessen ondersteunen de levensbeschouwelijke ontwikkeling van de kinderen. Ons doel is de kinderen te helpen om competente vertellers te worden van het levensbeschouwelijke in hun eigen levensverhaal. We brengen kinderen thuis in de verhalen uit de eigen traditie, en leren hen de verbinding leggen tussen deze verhalen en de existentiële vragen en grenservaringen uit het eigen leven en uit het leven van andere mensen. Dat veronderstelt communicatie. Het inzicht in de eigen traditie kan verdiept worden door de dialoog met andere levensvisies. Zonder de verankering in een traditie heeft de dialoog echter geen grond onder de voeten. Er bestaat geen levensbeschouwelijke benadering van de werkelijkheid los van een levensbeschouwelijke traditie. In onze school opteren we uitdrukkelijk voor de benadering van de levensbeschouwelijke dimensie vanuit de christelijke godsdienst en de katholieke traditie. In onze school bekennen we kleur. We vinden het jammer dat in deze tijd God in sterke mate doodgezwegen wordt, want Hij toont vele wegwijzers naar groot en innig geluk. We geloven dat ‘kleine en grote mensen’ door eerlijk en goed te leven elkaar veel te bieden hebben. Maar we willen de kinderen die ons worden toevertrouwd ook spreken over de ongeëvenaarde goedheid van God en hen helpen ontdekken hoe het evangelie een verrassende reisgids is naar een rijk en zalig leven. Hopelijk zullen uw kind en u dit ervaren door de levensstijl die we voorleven en de cultuur die op onze school voelbaar is. Ook de zinvragen die zich aandienen in de andere leergebieden komen daar uitdrukkelijk aan bod.


2.1.4.1. ALS KATHOLIEKE DIALOOGSCHOOL (met respect voor elke levensbeschouwelijke of religieuze achtergrond) Het pedagogisch project van onze school is ingebed in het project van de katholieke dialoogschool. Op onze school verwelkomen we gastvrij iedereen, van welke levensbeschouwelijke of religieuze achtergrond ook. Als katholieke dialoogschool verwachten we dat ouders echte partners zijn voor de opvoeding en vorming die de school hun kinderen verstrekt. Kiezen voor een katholieke dialoogschool houdt voor iedereen een engagement in. Daarom mogen ouders van de school verwachten dat ze hen zoveel mogelijk betrekken in het samen school maken. Ouders verwachten dat de school voor hun kinderen een leer- en leefwereld is die bijdraagt aan de opvoeding die ze hen zelf willen geven. Ouders die kiezen voor een katholieke school geven aan dat ze vertrouwen stellen in de wijze waarop scholen vandaag in verscheidenheid gestalte geven aan het project van de katholieke dialoogschool. We verwijzen hierbij ook naar de wettelijk verplichte bijzondere engagementsverklaring tussen ouders en school die u bij de eerste inschrijving hebt meegekregen ter ondertekening voor akkoord. We verwijzen hierbij ook naar de algemene engagementsverklaring van het katholiek onderwijs die je online op onze website kan terugvinden onder de link https://www.deputseknipoog.be/informatie/reglement 2.1.5. ONZE OPVOEDING STREEFT NAAR DE TOTALE PERSOONSVORMING VIA EEN DEGELIJK EN SAMENHANGEND INHOUDELIJK AANBOD. We staan stil bij wat kinderen moeten leren om op te groeien tot ‘goede ‘ mensen. De uniekheid van elk kind staat voorop. Ons aanbod is gericht op de harmonische ontwikkeling van de totale persoon: hoofd, hart en handen.

HOOFD: Doorheen ons aanbod brengen we kinderen in contact met alle componenten van de cultuur: de wereld van taal en communicatie de wereld van het muzische de wereld van cijfers en feiten de wereld van de techniek de wereld van het samenleven de wereld van verleden en heden de wereld van het goede de wereld van zingeving

In ons aanbod is een logische samenhang te vinden: We werken met leerlijnen waarin het ene logisch volgt uit het andere. We bouwen voort op wat kinderen reeds beheersen. We zorgen er ook voor dat alles wat kinderen leren in de verschillende leergebieden en leerdomeinen zinvol samenhangt. We willen dat wat kinderen leren deel wordt van hun zijn, van hun persoon. Het is niet voldoende dat kinderen beschikken over een aantal weetjes of dat ze een aantal vaardigheden kunnen toepassen als de leerkracht het vraagt. Waar het uiteindelijk op aan komt, is dat kinderen leren met het oog op het leven. Dat ze de dingen die ze leren kunnen plaatsen en gebruiken in hun leven. Dat is leren dat zin heeft en zin geeft. Daarom proberen we ze vooral bij te brengen hoe ze zelfstandig nu en later problemen kunnen aanpakken.

https://www.deputseknipoog.be/informatie/reglement


HART: We wensen ze ook te leren leven: zowel in een kleine kring als in de grote maatschappij. We hopen ze op weg te zetten naar persoonlijk geluk. We wensen ze ook uit te nodigen en voor te bereiden om straks als ‘jonge burgers’ mee te werken aan een meer rechtvaardige samenleving. Een maatschappij die uitgaat van respect voor de medeburgers, voor alle rassen en standen, voor armen en rijken, voor validen en andersvaliden, voor bollebozen en mensen met minder verstandelijke vermogens; kortom voor Jan en Alleman. We beginnen daarmee op het kleine oefenveld van onze school. HANDEN: Vanuit die ruimere blik op de maatschappij willen we kinderen gevoelig maken om mensen te aanvaarden zoals ze zijn; geen spel van oordelen en veroordelen. Een mens dwingt nu eenmaal meer respect af met zijn innerlijkheid, zijn totale persoonlijkheid. Niet alleen wat je weet is van belang, zeker ook wat je kan en nog meer wie je bent. En dit “kunnen” komt tot expressie in je motorische of creatieve vaardigheden met handen en voeten. Niet ieder kind hoeft een wandelend encyclopedie te zijn. Wij dragen deze ontwikkeling van vaardigheden dan ook hoog in ons vaandel; o.a. in de lessen van bewegingsexpressie of muzische vorming maar zeker ook in de vele vakdoorbrekende initiatieven in of buiten de school. 2.1.6. WE KIEZEN VOOR EEN DOELTREFFENDE AANPAK EN STIMULEREND OPVOEDINGSKLIMAAT. We zoeken naar de beste aanpak om het leren van de kinderen te ondersteunen en te begeleiden. Wij nemen kinderen serieus. Kinderen staan positief tegenover het leven en de wereld. Wij willen aansluiten bij die positieve ingesteldheid. Leren is niet een vullen van vaten met alle mogelijke kennis. Kinderen zijn zelf actief betrokken in het leren. Ze bouwen nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden op, bouwen voort op wat ze reeds kennen en kunnen. Onze opvoeding wordt gedragen door :

onze gerichtheid op de uniekheid van ieder kind. We stemmen ons aanbod en het leerproces zoveel mogelijk af op de ontwikkeling van ieder kind

de pedagogie van verbondenheid. Leren is een sociaal gebeuren. Leren is samen leren, wederzijdse verrijking.

de pedagogie van de hoop. We hebben een optimistische visie op de ontwikkeling van kinderen. We geloven in de groeikansen van kinderen en dat ze ondanks hun grenzen, hun beperkingen, hun onmogelijkheden , toch kansen hebben en begeleid kunnen worden in hun groei.

De pedagogie van het geduld. Onderwijs en opvoeding afstemmen op de mogelijkheden van kinderen vraagt veel geduld opdat de hoop niet zou omslaan in wanhoop, want dan is opvoeding onmogelijk.

Van onze leerkrachten verwachten we dat ze:

model staan voor goed leren strategische vragen stellen aansluiten bij wat de leerlingen reeds beheersen zinvolle contexten aanbieden interactieprocessen begeleiden peilen naar de vorderingen helpen en coachen


2.1.7. ONZE OPVOEDING NEEMT ’T OP VOOR DE ZWAKSTEN, VANUIT EEN BREDE ZORG WERKEN AAN DE ONTPLOOIING VAN ELKE KIND Alle kinderen zonder onderscheid van rang of stand, kleur of ras zijn bij ons welkom. We proberen oog te hebben voor de behoefte van elk kind. Natuurlijk rekenen we ook op een oprechte inzet van elk kind zelf. We merken ook dat kinderen soms lijden aan een vorm van ‘moderne armoede’: zij zijn arm aan relatiewarmte, arm aan cultuur, arm aan hoop of geluk. Voor deze ‘armoede’ proberen we ook aandacht te hebben.

Als opvoeders hebben we ook veel oog voor leerzwakke en leervertraagde leerlingen. Voor deze groep zoeken we naar aangepaste leerhulp en begeleiding, zonder onze andere meisjes en jongens te vergeten. Deze aangepaste leerhulp omvat onze brede zorg met twee dimensies. We hebben aandacht voor de ‘gewone zorgvragen’ van alle kinderen. Ieder kind is anders, uniek en heeft eigen vragen, problemen en mag daarvoor aanspraak maken op de nodige zorg. Wij worden uitgedaagd om het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op de noden van de kinderen, bijvoorbeeld door te diagnosticeren en te differentiëren. We verbreden onze zorgen voor kinderen wiens ontwikkeling anders verloopt dan verwacht (sneller of trager). Hier stoten we op ‘bijzondere zorgvragen’. Voor deze bijzondere noden doen wij in eerste instantie beroep op het eigen zorgteam: beleidsondersteuner – zorgcoördinator – GOK-leerkracht. Indien nodig vragen we dan verder de ondersteuning van het CLB of andere externe hulpverleners. We delen onze zorg voor kwaliteitsvol onderwijs dus met:

de ouders als eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van uw kinderen. Daarom streven we naar een goede communicatie en een zo groot mogelijke betrokkenheid van ouders bij de school;

het schoolbestuur dat de eindverantwoordelijk draagt voor het beleid van de school; externe begeleiders die ons ondersteunen , vormen en ons helpen bij onze professionalisering. de lokale kerkgemeenschap die verwijst naar de traditie en het geloof van waaruit in de school

gewerkt wordt. De lokale gemeenschap waarin we gestalte geven aan onze opvoedings- en onderwijsopdracht.

2.1.8. ONZE OPVOEDING STEUNT OP EEN PERSOONSBEVORDERENDE RELATIE. Om uw kind te helpen groeien willen we nabij zijn, het warmte en aandacht bieden. Daarom kiezen we voor een relatiestijl die vrij is van overbodige macht en sterkte. We spreken een omkeerbare taal, zodat kinderen die ons nadoen hoffelijk en tactvol zijn. We geloven sterk in de kracht van de hartelijkheid: kinderen moeten voelen dat we van ‘harte’ les geven en dat we ‘een hart’ hebben voor wat hen raakt en bezig houdt. Deze tijd vraagt echter ook om vastberadenheid in de opvoeding: kinderen hebben nood aan opvoeders die neen durven zeggen en hen durven confronteren met grenzen. Van het kind verwachten we dat het onze ‘neen’ ook leert aanvaarden en respecteren.


2.1.9. ONZE SCHOOL HAALT KRACHT UIT EEN GOEDE SAMENWERKING. Als schoolbestuur en schoolteam zullen we hard werken om dit opvoedingsproject in praktijk om te zetten. Vanzelfsprekend rekenen we op de inzet en de goede wil van uw kind. Zonder deze ‘samenwerking’ lukt het ons niet. Gelukkig kunnen we ook rekenen op vele deskundige helpers zoals het CLB en op de steun van de lokale gemeenschap. Vooral ook hopen wij op uw individuele bereidheid als ouder en uw medewerking als oudergroep. Dit levens- en leerproject zal immers maar lukken als we samen streven naar éénsgezindheid rond het essentiële, elkaar bemoedigend om ieder zijn of haar bijdrage te leveren in de opvoeding van onze kinderen. 2.1.10. EIGEN ACCENTEN VAN ONS PROJECT SINDS HET NIEUWE SCHOOLBESTUUR (1982) DE VERANTWOORDELIJKHEID OP ZICH NAM. Ondertussen richt ons onderwijs zich uiteraard naar alle kinderen van onze gemeenschap maar zeker ook naar hen die het iets moeilijker hebben dan de gemiddelde leerlingen. We hebben dan zeker aandacht voor iedereen, ook voor de sociaal zwakkere, de verstandelijke, de emotionele zorgenkinderen. Het "nieuwe" schoolbestuur van na 1982 omschreef het doel van onze basisschool als volgt : Onze vrije basisschool wil zich inzetten voor de ganse gemeenschap en wil zo meewerken om de persoonlijkheid van elk kind met zijn of haar talenten op zich zoveel en zover mogelijk te ontwikkelen. Ook het Christelijk geloof en de dienstbaarheid en liefde voor elkaar willen we hen meegeven en in hen tot ontplooiing laten komen. Zo zal deze ontwikkeling ten goede komen van de ganse gemeenschap. We willen in geen geval nivelleren naar onderen. Dit komt de democratie niet ten goede en laat ze alleen afglijden naar een leven waarin het consumeren de drijfveer wordt. We hebben geen nood aan een elite die los leeft van de maatschappij. Wel heeft onze maatschappij nood aan mensen die hun talenten, veel of weinig, grote of kleine optimaal ontwikkelen en die ze niet onderontwikkeld laten. Zo zullen onze kinderen in de toekomst een maatschappij kunnen helpen opbouwen waar de kwaliteit van het leven bergop gaat. Hoe trachten wij dit te realiseren ?

o We ijveren voor een milieuvriendelijke en natuurlijke groene school o We promoten samenspraak, luisterbereidheid, solidariteit, respect, verdraagzaamheid, sociaal

gedrag en verantwoordelijkheidszin. o We streven naar het creëren van een sfeer waarin de kinderen zich gelukkig, veilig en geborgen

kunnen voelen binnen een vast kader. o We oefenen de kinderen in het creatief omgaan met hun eigen mogelijkheden en beperkingen en

met de dingen om hen heen. o We streven naar het creëren van een sfeer waarin de kinderen zich gelukkig, veilig en geborgen

kunnen voelen binnen een vast kader. o We oefenen de kinderen in het creatief omgaan met hun eigen mogelijkheden en beperkingen en

met de dingen om hen heen. o We waarderen een positieve kijk van iedereen op iedereen en op de samenleving.

We genieten van het genieten Laat dit het project zijn waaraan in onze vrije basisschool wordt gewerkt en moet gewerkt worden en waarvan we met z'n allen, kinderen, leerkrachten, directie en schoolbestuur, dromen.


2.2. ONZE OPROEP AAN DE KINDEREN

1. Op school respecteer ik de leefregels Algemeen Ik doe niet aan een ander wat ik zelf niet graag heb dat men aan mij doet. Ik probeer vriendelijk te zijn tegen de andere kinderen. Ik toon respect voor de anderen. Vechten, ruzie maken of pesten doe ik niet. Ik zet anderen niet aan om iets verkeerds te doen. Als ik onbeleefd was of iemand pijn deed, verontschuldig ik me spontaan. Op school gebruik ik een voorname taal, ik spreek Algemeen Nederlands. In de gang, op de trappen en bij de deur geef ik voorrang aan bezoekers en leerkrachten. Eerlijk en behulpzaam zijn wordt erg gewaardeerd bij ons op school. Mijn voorkomen en kledij zijn verzorgd zonder opvallend te zijn. Veiligheid Ik zorg dat ik thuis ruim op tijd vertrek en tijdig op school ben. Van huis naar school en terug neem ik de kortste of veiligste weg. Onderweg let ik erg goed op de verkeersregels. Ik verlaat de school nooit zonder toelating en steeds met de passende rij. Ik ga rustig van en naar de klassen en op de trappen. Bij alarm volg ik heel nauwkeurig de richtlijnen. Bij een ongeval verwittig ik meteen een volwassene in de school. Tijdens de speeltijden Tijdens de pauze blijf ik zonder toelating van de leerkracht niet in de klas. Ik speel sportief zonder ruw te zijn. Ik blijf niet rondhangen in de toiletten of de gangen. Ik draag mee zorg voor het groen op onze speelplaats. Afval sorteer ik netjes in de geschikte vuilnisbak. Problemen meld ik aan de leerkracht met toezicht. Bij het signaal stop ik met spelen en ga ik meteen naar de rij. In de eetzaal Mijn eten breng ik mee in een brooddoos met mijn naam er op. Ik breng alleen gezonde versnaperingen mee. Aan tafel blijf ik rustig en verzorg ik mijn houding.

2. Op school volg ik ook de leerregels In de klas doe ik mijn best om goed mee te werken. Als ik iets niet begrijp vraag ik om uitleg voor, tijdens of na de les. Ik leer mijn lessen en maak mijn huiswerk. Ik zorg ervoor dat ik altijd het nodige schoolgerei bij heb, ook voor het zwemmen en de turnles.


II.3. EEN DAG OF WEEK OP ONZE SCHOOL UURREGELING : De lessen beginnen en eindigen in de voormiddag om 08u35 en 12u10 en in de namiddag om 13u20 en 15u15. De schoolpoort is 's morgens open vanaf 08u20 en 's middags vanaf 13u05. De schoolpoort is tijdens de lesuren gesloten, evenals 's middags van 12u20 tot 13u05. SPEELTIJDEN : De pauzes zijn als volgt: Kleuterschool: ’s voormiddags van 10u15 tot 10u30 en ’s namiddags van 14u10 tot 14u25. Lagere school: ’s voormiddags van 10u15 tot 10u30 en ’s namiddags van 14u10 tot 14u25. Voetballen kan enkel bij mooi weer en dan uitsluitend op het grasveld en nooit met een lederen bal. De vlaggen zijn regelgevend. De toiletten worden gebruikt tijdens de speeltijden. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan het toegestaan worden om tijdens de lesuren naar het toilet te gaan. Het past niet om drank en eetwaren mee naar het toilet te nemen. In de toiletten is het rustig, er wordt niet gespeeld of geroepen. Iedereen wacht er zonodig rustig zijn of haar beurt af. De speelplaats wordt rein gehouden. Alle vuil, groot of klein, moet in de vuilbakken verdwijnen. MIDDAGPAUZE : Tijdens de middagpauze kunnen de leerlingen in de school hun boterhammen opeten in de refters. Hiervoor wordt een reftervergoeding aangerekend. Kinderen die blijven ineten betalen, sinds de invoering van het facturatiesysteem, volgens de werking met een 20-beurten-refterkaart en dit wanneer deze kaart volledig ingevuld is. Een niet volle kaart wordt overgedragen naar een volgend leerjaar. Wanneer deze kaart op het einde van het zesde leerjaar nog niet volledig ingevuld kon worden, zullen de aangeduide reftermomenten per beurt aangerekend worden via de facturatie. De juiste bedragen hiervoor worden bij het begin van elk schooljaar vermeld in de bijlagen van het schoolreglement In de reftervergoeding is het verbruik van melk, chocomelk, yoghurtdrank, fruitsap (appel of appelsien), water of thee inbegrepen. Wegens dit ruime aanbod en op basis van gelijkheid zijn geen eigen andere dranken toegestaan. Ook snoep wordt verboden. Ook in de voormiddag wordt de mogelijkheid geboden uw kind op school te laten drinken. Na overleg met ouders en leerkrachten werd geopteerd om de kinderen enkel water aan te bieden; gratis en in redelijke hoeveelheden. U leest hierover meer elders in deze brochure OPVANG VOOR EN NA, … EN TIJDENS DE MIDDAGPAUZE : Het toezicht door de school ’s morgens georganiseerd begint om 08.20 uur. Er is toezicht op de speelplaats tot 08.35 uur. Het toezicht door de school ’s middags georganiseerd begint om 13.05 uur. Er is toezicht op de speelplaats tot 13.20 uur. Het toezicht door de school ’s avonds georganiseerd begint om 15.15 uur. Er is toezicht op de speelplaats tot 15.30 uur. De leerlingen die vóór 08.20 uur aanwezig zijn, moeten naar de Buitenschoolse Kinder Opvang (BKO) Sint-Dionysiusstraat 30 2950 Kapellen onder verantwoordelijkheid van de gemeentelijke organisatie. contactgegevens : tel. tel: 0494 80 63 08 of mail : [email protected] Alle informatie over deze opvangdienst is op school te bekomen met de brochure “Huishoudelijk Reglement” BKO of via de website : https://www.kapellen.be/bko De leerlingen hebben voor en na die uren geen toelating om zonder toezicht op de speelplaats te zijn.


II.4. AGENDA - HUISWERK - LESSEN Dit artikel werd herschreven in bijlage 3.5.”visietekst lessen en huiswerk” en dus te vinden in de bijlagenbundel.

II.5. Wetenswaardigheden over lessen : onze didactische aanpak

2.5.1. leeruitstappen en schoolreizen Goed onderwijs brengt met zich mee dat we ook het klaslokaal moeten verlaten om buiten de school dingen te gaan waarnemen. Deze bezoeken worden degelijk voorbereid en verwerkt. Regelmatig maken onze leerlingen ook didactische en pedagogische uitstappen volgens het principe van we reizen om te leren. De planning van de uitstappen en reizen van het nieuwe schooljaar zal u voorgesteld worden tijdens de ouderavond begin september. De totale kostprijs zit vervat in de bijdrage maximumfactuur (lees deel 1 schoolreglement onder art. 1.12.1.) Veiligheid en vlotte organisatie zijn ontegensprekelijk een essentiële voorwaarde voor een geslaagde schoolreis. Daarom vragen wij aan alle ouders om uw kinderen NIET af te halen aan de schoolpoort maar op de speelplaats waar wij eerst onder de luifel in rij verzamelen. Het spreekt voor zich dat u wel uw kind(eren) wuivend mag begroeten wanneer hij/zij met de bus aankom(t)(en) maar geef eerst de leerkracht de kans om met ALLE kinderen te verzamelen zodat wij zeker zijn dat ELK kind met een ouder VEILIG naar huis vertrokken is.

2.5.2. Het zorgteam biedt extra ondersteuning.

(zie vooral bijlage 3..13 “onze zorgvisie): Heel wat kinderen van de lagere school hebben het, zeker in de aanvangsjaren, nodig om individueel of in kleine groepjes geholpen te worden om kleine leermoeilijkheden te overwinnen. Ook kinderen die wegens langdurige ziekte achterop zijn geraakt, kunnen hier geholpen worden. Deze hulp wordt tijdens de gewone schooluren gegeven. Onze school beschikt dan ook over enkele zorgcoördinatoren die deze zorgopdracht vervullen. Sinds het schooljaar 2003-2004 verdween de functie van taakleerkracht ten gunste van “zorgcoördinatoren” bij besluit van het departement Onderwijs. Deze nieuwe functie moet dan ook in een veel ruimer kader bekeken worden op 3 niveaus: ondersteuning voor leerlingen (uiteraard), maar ook op niveau van de leerkrachten en op schoolniveau. Aangezien wij als school het belangrijk blijven vinden dat kinderen individuele ondersteuning kunnen krijgen, behouden wij in praktijk deze functie van de klassieke vroegere taakleerkracht / zorgcoördinator. Zij het dat de andere benadering van deze functie, de individuele ondersteuning beperkt tot uitzonderlijke situaties. Zijn / haar taak is echter een welomschreven onderdeel van het ganse ZORGBELEID dat de school uitstippelde om kinderen met tijdelijke of blijvende leermoeilijkheden bij te werken en / of te begeleiden. Een gedifferentieerde aanpak speelt hierin een sleutelrol. Zij werken hiervoor nauw samen met de klasleerkracht (die voor het eerste zorgniveau de spilfiguur is en blijft) , de beleidsondersteuners, de directie en de afgevaardigden van het CLB. Alle mogelijke zorgen worden voortaan dus niet meer gedragen door één persoon maar door een “ZORGTEAM”. HET ZORGTEAM: Het zorgteam draagt mede de verantwoordelijkheid voor de gedifferentieerde zorgwerking alsook voor het GOK-beleid (Gelijke Onderwijs Kansen). GOK werd ondertussen volledig geïntegreerd in het totale zorgbeleid van onze school ▬ De zorgcoördinator / zorgbegeleider (elk lid van het zorgteam), vrij van een vaste leerlingengroep,

werkt echter op 3 niveaus: o “Leerlingenniveau”: te vergelijken met de vroegere taakleerkracht(e).


o “leerkrachtenniveau”: Ter ondersteuning van de klastitularis om een gedifferentieerde aanpak adequater te organiseren met als uiteindelijk doel ELKE leerling meer aan zijn of haar trekken te laten komen.

o “Op schoolniveau”: Door het bewaken of verder uitbreiden van de verticale samenhang doorheen de ganse school op didactisch, pedagogisch of organisatorisch vlak zal de doorstroming naar de verschillende klassen moeten versoepelen door een grotere herkenbaarheid.

NIVEAUWERKING: Wij proberen zoveel mogelijk te werken 'op maat van elk kind'. Daartoe zoeken we gedifferentieerde handboeken, werken we met het takenbord en in niveaugroepen en doen contract- en hoekenwerk (BKD). Op de ouderavond van september wordt dit telkens concreet toegelicht. 2.5.3. ICT op school. ICT (Informatie en Communicatie Technologie): Vereenvoudigd mag dit omschreven worden als in hoofdzaak alles wat met de “computer” te maken heeft. Dat dit medium nu eenmaal een zeer dominante rol is gaan spelen in onze maatschappij, betekent dat wij niet achter kunnen blijven en onze leerlingen een zekere notie over het gebruik, doel en nut ervan moeten bijbrengen. Concreet betekent dit voor onze school: ▬ Het gebruik van de pc in de klas georganiseerd binnen de lessen en projecten. (klastitularis) ▬ Een cursorisch opgebouwde leerlijn doorheen de verschillende leerjaren om de verscheidene

vakoverschrijdende eindtermen hieraan verbonden te realiseren (groeit vanuit regelmatig teamoverleg maar gestuurd door de ICT-coördinator).

▬ Het ook extern kunnen inzetten van computergebruik bij bijvoorbeeld huiswerk via online-programma’s

2.5.4. Sport op school. SPORTACTIVITEITEN: Dank zij de belangeloze inzet van leerkrachten en ouders kunnen we deelnemen aan tal van naschoolse activiteiten als korfbal, zweminstuif, zwemwedstrijden, triatlon, netbal enz. Deelnemen vinden we belangrijker dan winnen. De deelnameprijs zit vervat in de bijdrage “maximumfactuur” (lees in deel 1) voor zover dit gaat om activiteiten binnen de lesuren. TURNEN: Lichamelijke opvoeding is terecht een verplicht vak op school. Wekelijks krijgen onze leerlingen van de lagere school 1 turnles onder leiding van een bijzondere leermeester. Voor de kleuterschool zijn er 2 turnuren voorzien die tevens door de bijzondere leermeester gegeven worden. Gezien de terechte verplichting van dit onderwijsvak, kan er slechts om zeer ernstige redenen vrijstelling van deze les gegeven worden. Dit kan enkel met een briefje van de huisarts waarop de reden duidelijk vermeld staat. Voor de turnles hebben de kinderen turnpantoffels zonder veters nodig en de kinderen van de lagere school dragen een turnuniform dat op de school kan aangekocht worden. Het turnuniform en de pantoffels met elastische sluiting worden in een linnen zakje opgeborgen.(alles voorzien van naam) Minstens tweemaal per trimester wordt alles mee naar huis genomen voor een wasbeurt.


SCHOOLZWEMMEN: Regelmatig zwemmen de leerlingen vanaf de derde kleuterklas in het gemeentelijk zwembad van Kapellen. De kinderen worden door onze leraren lichamelijke opvoeding en de klasleerkracht begeleid en onderricht. Hun vorderingen kunnen de leerlingen regelmatig onderstrepen door het behalen van zwemdiploma's en uitslagen in diverse zwemproeven. Zowel inkom als het busvervoer vallen verplicht ten laste van de ouders, behalve voor het zesde leerjaar, maar zitten net als de andere sportieve activiteiten vervat binnen de bijdrage “maximumfactuur” en dit voor zover dit gaat om de zwemactiviteiten binnen de lesuren. Gezinsabonnementen zijn niet geldig bij het schoolzwemmen. Het zwemgerief wordt genaammerkt en gaat na elke zwembeurt mee naar huis. In afspraak met het zwembad en de andere scholen uit de omgeving wensen we de volgende verplichte afspraken in voege zien gaan vanaf 1 september 2005: - Voor meisjes worden géén bikini’s meer toegestaan; enkel nog “badpakken”. - Voor jongens vragen we een “korte zwemshort” - “Nep-tattoos” die soms bij snoepverpakking te vinden zijn en onder de kledij zouden worden aangebracht, zijn niet toegestaan. Omdat we het als schoolteam belangrijk vinden dat de kinderen goed en technisch vaardig leren zwemmen, in het belang van hun eigen veiligheid, gezondheid en sportiviteit, wordt een behoorlijk niveau nagestreefd, echter zonder de mogelijkheden van elk kind apart uit het oog te verliezen. Onze leerkrachten nemen zelf testen af en beoordelen zelf de vaardigheden van ieder kind, net zoals in elke andere les! De afgenomen brevetten zijn: 25, 50, 100, 200, 400, 800 m - brevet A (eenvoudig reddingsbrevet) - en voor het zesde leerjaar ook het trimbrevet waarbij alle zwemafstanden worden opgeteld met een minimum van 3000 m. Net als voor de turnles, maakt het zwemonderricht integraal deel uit van ons lessenpakket en kan het niet deelnemen hieraan enkel gerechtvaardigd worden via een doktersattest.


II. 6. LEERLINGENEVALUATIE EN RAPPORT Voorop staat onze opvatting betreffende leren. Leren is voor ons geen wielerwedstrijd waarin iedereen probeert de anderen achter zich te laten en als eerste aan te komen. Voor ons is leren het beklimmen van een berg waarbij wij trachten iedereen over de top te krijgen, ook al moet dat gebeuren met extra hulp. Toetsen zijn voor ons geen prijskampen maar bewakingsinstrumenten van het leerproces. Ten tweede vinden wij het belangrijk dat de kinderen echt kennen wat ze leren. Liever wat minder leerstof, maar echt goed verworven, dan heel veel dingen oppervlakkig leren, die na een vakantieperiode haast weer helemaal vergeten zijn. Ten derde dienen de kinderen een echte leerhouding te verwerven.

TOETSEN EN RAPPORT: Regelmatig worden de leerlingen mondeling en schriftelijk overhoord en worden er toetsen afgenomen. Aan de hand hiervan worden punten, letters of symbolen toegekend en wordt gerapporteerd naar de ouders toe. De kinderen krijgen ongeveer zes maal per schooljaar hun rapport mee naar huis. Rapporten worden door de ouders ter kennisname gehandtekend. In december en juni hebben proefwerken plaats, topt nader order voor het derde tot het zesde leerjaar. ”Overhoringen en proefwerken hebben tot doel het kind, de leerkracht én de ouders correct te informeren over de schoolse vorderingen. Deze toetsen MOETEN dan ook zinvol worden opgemaakt en in een sfeer van inzet en concentratie worden afgenomen; zonder dat andere leerlingen met een andere activiteit een storende factor kunnen zijn of zeker NIET tijdens een speeltijd waarbij de aandacht sowieso daalt. Om die reden worden principieel geen proefwerken ingehaald in geval van ziekte of de leerkracht zelf zou oordelen dat dit echt wenselijk is. De toets heeft geen NULWAARDE maar telt gewoon niet mee en is dan ook niet van invloed op het algemene resultaat. En voor een antwoord op de vraag: “Wat kan / kent mijn kind op dit ogenblik voor dat vakonderdeel ?” , kan de leerkracht vanuit zijn / haar competentie en waarneming van de afgelopen periode u perfect te woord staan. Voor de bepaling van overgang naar een volgend schooljaar wordt niet alleen gekeken naar de rapporten maar vormt het leerlingdossier in haar totaliteit de basis om te oordelen. Rapport, toetsen en proefwerken maken hiervan slechts één – doch niet onbelangrijk – deel uit. Het rapport bestaat uit 4 delen : 1. Het puntenrapport (met alle resultaten op alle toetsen) – 2. Het syntheserapport (met de totalen om ook te vergelijken naar vorige rapporten) – 3. De beoordeling rond vakoverschrijdende doelen – 4. Het sportrapport. Dit geheel is zo rijk aan informatie dat het jammer zou zijn het slechts met één oogopslag te lezen en te ondertekenen. Hoe lees je dit dan best om alle informatie in haar juiste context te interpreteren ? Hiervoor verwijzen we naar het toegevoegde blad dat u vooraan in de rapportbundel kan terugvinden.

2.6.1. beleid op individuele leerlingbegeleiding Met betrekking tot “leerlingbegeleiding” focussen wij ons op vooral 2 domeinen m.n. 2.6.1.1. het zorgcontinuüm (als decretale verplichting) en 1.6.1.2. de 4 beleidsdomeinen waarvoor school en CLB samenwerken.


2.6.1.1. het zorgcontinuüm Als school hebben wij de opdracht om voor elke leerling in kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding te voorzien. Dit doen wij door – zoals de overheid dit verwacht – het zorgcontinuüm als uitgangsbasis en reflectiecriterium te hanteren. Fase 0 : “de brede basiszorg” in elke klas Wat hebben leerlingen nodig om te leren? Dit is wat alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden. De school biedt voor alle leerlingen dezelfde brede basiszorg met aandacht voor de noden van elke leerling. Volgende krachtlijnen streven we in deze fase na : - het klasklimaat bouwen tot een krachtige leeromgeving - stimuleren – differentiëren en remediëren - betrekken en opvolgen van alle leerlingen Wanneer de brede basiszorg niet meer volstaat, meldt de leerkracht dit aan bij het zorgteam en stapt het zorgteam over naar fase 1. In onze school gebeurt dit structureel – om geen kind over het hoofd te zien – vanuit minimaal één trimestrieel overleg tussen zorgcoördinator en klastitularis waarbij vanuit een onderbouwde screening elk kind van de klas onder de loep wordt genomen om te bekijken of deze brede basiszorg van deze leerling voldoende is. Fase 1 : “de verhoogde zorg” Wat als een leerling meer nodig heeft om te leren? Een leerling heeft soms meer zorg nodig dan de brede basiszorg. De school beslist dan samen met ouders en leerling om over te stappen naar verhoogde zorg. Het zorgteam van de school bekijkt samen met leerling, ouders en leerkracht hoe de leerling op school extra zorg kan krijgen met als doel : “Maatregelen aanbieden aan leerlingen bij wie ongerustheid over leerontwikkeling ontstaat zodat de gestelde leerdoelen toch bereikt kunnen worden”. We trachten dit doel te bereiken door : - remediëring - differentiatie - compensatie en of dispensatie - ... In deze fase 1 komen de leden van het zorgteam en de titularis komen op regelmatige basis samen en houden een brede kijk op het functioneren van de leerling. Ouders en leerling worden – indien nodig geacht - sowieso betrokken en krijgen inspraak om een goede samenwerking en afstemming tussen alle betrokkenen mogelijk te maken. Mogelijke acties die hieruit volgen : - Verzamelen van informatie - Onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften bepalen - Aanpak bepalen - Plannen, handelen en evalueren - … Indien vanuit deze evaluaties blijkt dat deze “verhoogde zorg” nog onvoldoende is, informeert de school het CLB. Daarmee zijn we dan in fase 2 belandt. Fase 2: “de uitbreiding van zorg” (fase waarin het CLB betrokken wordt) Wat als extra zorg op school nog niet voldoende is voor een leerling? Of wat als school, leerling of ouders niet goed weten wat de leerling nodig heeft om te leren of zich goed te voelen? Het zorgteam van de school vraagt dan aan de leerling en zijn ouders toestemming om de hulp van het CLB in te schakelen. Het CLB-team gaat na wat de leerling nodig heeft om te leren. Hiervoor werkt het CLB-team samen met de leerling, zijn ouders en de school. De leerling of zijn ouders kunnen ook rechtstreeks aankloppen bij het CLB. Het CLB-team bekijkt dan met de leerling of zijn ouders welke zorg nodig is.


De individuele leerlingenbegeleiding door het CLB kan in deze fase van uitbreiding van zorg verschillende vormen aannemen: - een handelingsgericht diagnostisch traject - informatie- en adviesverstrekking zonder HGD-traject - kortdurende begeleiding - samenwerking met een netwerk - afspraken over plannen, handelen en evalueren van dat advies - … Op het einde van Fase 2 nodigt het CLB-team leerling, ouders en schoolteam uit voor een adviesgesprek. In dit gesprek wordt besproken: - wat de leerling nodig heeft om de leerdoelen te bereiken - welke aanpassingen voldoende en redelijk zijn voor school en leerlinG Wanneer hieruit blijkt dat de aanpassingen die nodig zijn om een leerling binnen de school mee te nemen binnen een gemeenschappelijk curriculum ofwel niet redelijk ofwel onvoldoende zijn, wordt overgegaan naar een individueel aangepast curriculum in fase 3. Fase 3: “individueel aangepast curriculum” (fase waarin het CLB betrokken blijft). Hierin wordt samen met alle betrokken partijen bekeken wat het kind nog aangeboden wordt in deze school (in deze fase kan het behalen van het getuigschrift geen evidentie meer zijn). Tevens kan de overweging gemaakt worden of een stap naar bijzonder onderwijs gewenst is.

2.6.1.2. de 4 beleidsdomeinen waarop school en CLB samenwerken

a. Onderwijsloopbaan : We willen voor elke leerling de gezondheid, groei en ontwikkeling bewaken en bevorderen. We willen leerlingen ondersteunen bij het leren, bij het maken van keuzes en bij het uitbouwen van hun talenten. We willen alle ouders die het wensen en nodig hebben, helpen zoeken naar een gepaste ondersteuning bij de opvoeding en begeleiding van hun kinderen. We willen scholen ondersteunen in hun taak om alle leerlingen maximale ontwikkelingskansen te bieden. Het CLB ondersteunt de school daarvoor via :

a. Een onthaalteam : Zij zijn de eerste contactpersonen voor school , ouders en leerlingen die via gerichte beeldvorming trachten om snel en adequaat bij te staan.

b. Het trajectteam : zetten zich in om ontwikkelingskansen van leerlingen te optimaliseren en de veiligheid te garanderen bij verontrustende situaties of bij situaties die naar schatting een langere periode van ondersteuning vragen

c. Het OLB (Onderwijs Loopbaan team) : Verzorgt collectieve infosessies in functie van keuzemomenten naar en binnen het secundair onderwijs en aansluitend bij het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt.

d. Het ondersteuningsnetwerk dat met school en CLB samenwerkt: voor kinderen van fase 2 in het zorgcontinuüm (zie hoger) die aangemeld werden, kan extra expertise nodig zijn tot op de klasvloer en dit van leerkrachten met ervaring in het buitengewoon onderwijs om vanuit hun vakkundigheid begeleidingsstrategieën mee op te nemen opdat het kind met aangepast traject (wel of niet met het behalen van het getuigschrift) toch zijn / haar loopbaan kan verder zetten in het gewoon onderwijs en dit voor zolang als mogelijk.


b. Leren en studeren : School en CLB slaan de handen in elkaar om elke individuele leerling op maat te bedienen in zijn / haar ontwikkelingskansen door :1. Het zorgbeleid op elkaar af te stemmen en 2. na grondige beeldvorming via tips en trics in te zetten op een differentieerd aanbod.

c. Psychisch en sociaal functioneren : School en CLB organiseren ad hoc overlegsessies met het ganse team (of deel van het team) waarin dit thema met de nodige aandacht voor ambts- en beroepsgeheim worden besproken

d. Preventieve gezondheidszorg : Enerzijds neemt CLB (met de decretaal verplichte medewerking van ouders) de draaischijffunctie op zich m.b.t. individuele gezondheidszorg met aandacht voor consultaties , vaccinaties , … Anderzijds begeleidt CLB de school ook voor thema’s als begeleidingsplan t.a.v. luizenproblematiek , gezonde voeding , ziek en toch naar school , e.a.

II. 7. TOELICHTINGEN BIJ DE PEDAGOGISCHE AANPAK WIE ZIJN WE ? WAARVOOR STAAN WE ? WAT VERWACHTEN WE ?: Hiervoor verwijzen we naar ons opvoedingsproject in art. 2.1. OMGANGSVORMEN: Respect voor elkaar in woord en daad, een verzorgd voorkomen, een keurig taalgebruik dragen allemaal bij tot een aangenaam leefklimaat. We streven een fijne levensstijl na t.o.v. leerkrachten, andere volwassenen en medeleerlingen zowel binnen als buiten de school. Onze leerlingen spreken met twee woorden en letten op hun uitspraak, groeten beleefd als ze iets komen vragen, spreken duidelijk en staan niet met de handen in de zakken. De leerlingen gaan in stilte en in rij naar de klaslokalen en speelplaats. Ze onthouden zich van geroep, gegil en gefluit. Een gevallen kledingstuk wordt opgeraapt, papier en etensresten worden nooit achteloos op de grond gegooid, er staan voldoende afvalbakken. Elk jaar wordt een bepaald aandachtspunt van deze omgangsvormen in een jaarthema uitgewerkt. SOLIDARITEITSACTIES: We voeden onze leerlingen op met open ogen voor de wereld. Zo doen we jaarlijks mee met de actie “kom-op-appels”, waarbij we ook inhoudelijk aandacht besteden aan kankerpatiëntjes uit onze eigen maatschappij, ondersteunen we een vastenproject t.a.v. missionaire opvoeding en steunen we onze Foster Parents kinderen.


2.7.1. Van leeftijdsklassen per geboortejaar naar gedeeltelijke leefgroepen. Wat vooraf is gegaan : Op basis van het M-decreet, de maatschappelijke evolutie met grote diversiteit, onze integrale kwaliteitszorg (doen we de dingen goed of kan het nog beter ?), het komende nieuwe leerplanconcept ZILL, enz … hebben we “differentiatie” tijdens de schooljaren ‘15-‘16 en ’16-’17 als onze hoofdprioriteit naar voren geschoven. We lieten ons hierbij ondersteunen door onderwijsdeskundigen die zich beroepen op ervaringen, wetenschappelijk onderzoek en resultaten. Hamvraag hierbij was : “We willen niet meer lesgeven of onderwijsaanbod aanreiken aan het gemiddelde kind / kleuter maar trachten ELK kind zoveel mogelijk individueel te benaderen om zijn / haar ontwikkelingsgroei maximaal te laten ontplooien. Maar hoe doe je dit ?? Vanuit de eigen kracht, inzet, geloof, vertrouwen en motivatie binnen het team en de ondersteuning van externe deskundigen vonden we de oplossing in het aanbod van een “ zo rijk mogelijk” klasmilieu wat binnen de eigen klassen leidde tot herorganisatie van een meer uitdagend en doelgericht aanbod in hoeken. Na 2 jaar werd nu de tijd rijp om als school in kwaliteit verder te evolueren door niet alleen binnen de klassen te focussen op max. groei maar tevens op niveau van de hele kleuterschool te herstructureren. Want elk kind is nog meer gebaat met niet meer alleen de verantwoordelijkheid van 1 juf maar wel deze van het hele team. Klasdoorbrekend of leeftijdsdoorbrekend denken en handelen.

Vanaf schooljaar 2017 – 2018 starten we op onze school met gemengde leefgroepen of combi-klassen. We zijn er van overtuigd dat binnen combi-groepen er meer mogelijkheden zijn en kansen gecreëerd worden om een ononderbroken ontwikkelingslijn voor elk kind te garanderen. Daarom hebben we ervoor gekozen om vanaf volgend schooljaar te starten met: - 4 klassen jongste kleuters = JK (2,5j – 3j kleuters ) + 1 flexi-juf (nu instapklas + 1K) - 5 klassen oudste kleuters = OK (4j – 5j kleuters ) of (nu 2K + 3K) Rond de krokusvakantie (mogelijks vroeger of later en afhankelijk van de aantallen per klas en de te voorziene inschrijvingen) start de flexi-juf met een instapklas (2,5 jarige kleuters).

Het belangrijkste doel is dat kleuters zich goed voelen. Dit staat in onze combi-groepen steeds voorop, of m.a.w. gericht zijn op de betrokkenheid en het welbevinden van een kleuter. Het is belangrijk dat kleuters graag naar school komen, heel veel uitdagend aanbod krijgen zodat ze openstaan om nieuwe dingen te leren. Kleuters leren dingen op hun eigen tempo, volgens hun eigen vermogen en interesses. Doordat we met 2 leeftijdsgroepen tegelijk werken, zijn er meer mogelijkheden voor het individuele kind. Kleuters zoeken aansluiting bij een bepaalde leeftijdsgroep en leren van elkaar ! De tijd die hiervoor vrij komt, kan de juf inzetten om zeer doelgericht te werken aan individuele noden; niet alleen voor de zwakken, ook voor de gemiddelde kleuter of het hele sterke kind.

De eigenheid van de kleuters, hun eigen manier van denken en handelen wordt optimaal gestimuleerd. We zorgen voor een rijk klasmilieu, zodat elke kleuter zijn talent kan ontdekken en verder kan ontwikkelen. Het belangrijkste is het proces dat een kleuter volgt, niet het product !

Zelfstandigheid en zelfredzaamheid staan voorop en daar proberen we hen optimaal in te motiveren en stimuleren.

De kleuterleidster is de spil van de klas: - Gedurende het ganse schooljaar zal ze observeren en werken aan de naaste ontwikkeling van elke kleuter. - Wij zien er ook op toe, dat de oudste kleuters voldoende uitdaging krijgen in hun spel, zodat ze op een

speelse manier voorbereid zijn op het 1e leerjaar. - De integratie- activiteiten met het 1e leerjaar vinden we zeer belangrijk en deze activiteiten gaan zeker

verder. Deze activiteiten zijn enkel voor de 5-jarige kleuters. Op dat moment worden er aangepaste activiteiten gepland voor de 4-jarige kleuters.

We zijn er van overtuigd dat het werken in combi-klassen een winst is voor ALLE kleuters, op gebied van: - Taalontwikkeling - Denkontwikkeling - Emotionele ontwikkeling - Welbevinden en betrokkenheid KWALITEITSVOL kleuteronderwijs voor ELK kind in de Putse Knipoog ; dus ook voor UW KIND !!!


II. 8. RUIME CONTACTMOGELIJKHEDEN Een vlot contact tussen ouders en school is essentieel voor de opvolging van opvoeding en ontwikkeling van uw kind. Elke ouder toont zich hiervoor bereid via de ondertekening van de wettelijk verplichte engagementsverklaring dat u bij de inschrijvingsdocumenten hebt meegekregen. Indien er vragen of problemen zijn, dringen wij er op aan dat u deze NIET LAAT AANSLEPEN en direct contact opneemt met de school: in de eerste plaats met de leerkracht zelf, en slechts indien het probleem onopgelost blijft, of er vragen blijven, is het aangewezen contact op te nemen met de directie of het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). In de lagere school is het ook nodig de agenda van uw zoontje of dochtertje geregeld na te kijken en te ondertekenen; bij voorkeur dagelijks. Op deze wijze krijgt u nuttige informatie doorgespeeld en weten wij dat deze informatie door u werd gelezen. We bevelen aan de huistaken en de verbeteringen op te volgen: zo volgt u eveneens de ontwikkeling van uw kind. Vanzelfsprekend is ook het rapport een belangrijk communicatiemiddel tussen u en de school. Elk schooljaar voorzien we oudercontactavonden: - begin september: een infoavond over de werking in de klas van uw kind (zowel voor kleuterschool als de lagere school) - n.a.v. de specifieke schoolrijpheid bij de overgang van kleuterschool naar 1° leerjaar organiseren we voor deze eerste klas het individuele oudercontact reeds vroeger dan voor de andere leerjaren lager onderwijs en dit m.n. nét voor de herfstvakantie. We doen dit ook voor het 2° leerjaar. - in januari voor een individueel gesprek met de klasleerkracht (enkel voor de lagere school; derde tot vijfde leerjaar) - rond de carnavalvakantie zal het individuele oudercontact plaatsvinden voor onze kleuters waarbij we aan de hand van het volledige kleutervolgsysteem (dossier per kleuter) elk kind apart met de ouders individueel bespreken. Ook heeft dan het tweede individuele oudercontact plaats voor de 1° graad (1L + 2L). - omstreeks de maanden februari / maart het individuele oudercontact t.a.v. de leerlingen zesde leerjaar op basis van de ingevulde BaSo-fiche dewelke een goed overzicht geeft van de schoolloopbaan tot dan toe waarop een advies naar het secundair onderwijs gebouwd kan worden. - Op het einde van het jaar n.a.v. de afgelegde toetsen, het globale beeld van uw kind gesteund vanuit het individuele dossier en / of de eindrapporten. Traditioneel vindt dit plaats tijdens de laatste schooldag, de proclamatie of op een door de school gevraagde afspraak. Deze avonden geven u de gelegenheid persoonlijk te spreken met de mensen die in onze school betrokken zijn bij de opvoeding en het onderwijs van uw kind of ze worden ingericht om ouders op één of ander domein bijkomende informatie te geven. Via een aparte brief, onze website of via de Belleman (schoolkrantje) zal u tijdig verwittigd worden van deze contactavonden. Indien u een persoonlijk contact wenst met de directeur, één van de leerkrachten of begeleiders kan dat liefst op afspraak (om te vermijden dat de betrokken persoon niet bereikbaar is en u dus voor niets bent gekomen). Ouders, die buiten de gewone oudercontacten, de klastitularis wensen te spreken maken vooraf een afspraak. Dit kan via het algemeen tel. nr. van de school 03 / 664 79 20 of via de rechtstreekse werkmailadressen (te vinden in het schoolkrantje Belleman – edities juni en september - dat u online kan raadplegen via https://www.deputseknipoog.be/informatie/schoolkrantje In geen geval kan dit tijdens de lessen dus ook niet na het belteken van 8.35 uur of 13.20 uur.

https://www.deputseknipoog.be/informatie/schoolkrantje


II. 9. DE VOOR- EN NASCHOOLSE KINDEROPVANG (BKO)

's Morgens is er voorbewaking vanaf 07u00 en 's avonds is er nabewaking tot 18u30.

De voor- en de nabewaking bevinden zich in de oude ¨Putse bibliotheek, Sint-Dionysiusstraat 30 en is te bereiken via 0494 80 63 08. De kinderen kunnen op gelijk welk ogenblik worden afgehaald. Wat de intekenprocedure betreft :

• Voor niet ingeschrevenen waarvan de ouders oorspronkelijk dachten nooit op BKO beroep te moeten doen : In geval van nood worden deze kinderen nog onmiddellijk bij de eerste opvangbeurt in het lokaal van de Buitenschoolse kinderopvang ingeschreven

• Voor wie wél verwacht op BKO een beroep te moeten doen (als is het slechts 1 keer tijdens het schooljaar) U neemt contact op met de dienst BKO op het administratief Centrum Kapellen (Antwerpsesteenweg 130 2950 Kapellen) voor een informatief gesprek met de verantwoordelijken voor deze opvangdienst en dit via tel : 03 660 67 43 of mail : [email protected] of [email protected] .

Ook op woensdag is er kinderopvang tot 18u30.

De voor- en nabewaking valt VOLLEDIG onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Kapellen, via de Buitenschoolse Kinderopvang ; genaamd “ ’t Egeltje “. De begeleiders van de kinderopvang voor onze school (Sint-Dionysiusstraat 30) hebben een eigen GSM nummer waarop u hen tijdens hun diensturen in een noodgeval kan bereiken. Dit nummer is: 0494/ 80 63 08 Het is wenselijk dit nummer van de opvangplaats van uw kind steeds bij u te hebben.

De reglementering werd om noodzakelijke redenen aangepast via een nieuw Huishoudelijk Reglement (HHR) van deze dienst BKO. Het is absoluut aan te raden, in ’t belang van uw kind en uzelf, deze nieuwe brochure grondig gedetailleerd door te nemen omtrent rechten en plichten t.o.v. deze dienst maar bijvoorbeeld ook m.b.t. de inschrijvingen voor de vakantieopvang. Deze brochure wordt bij elke inschrijving overhandigd aan de ouders.

De betaling van deze dienstverlening gebeurt via een factuur van het gemeentebestuur.

Vanaf het aanslagjaar 2005 is de voor- en naschoolse opvang in België fiscaal aftrekbaar. Voor meer inlichtingen of attesten verwijzen we u graag naar het gemeentebestuur. Ook voor de ouders uit Nederland is een tegemoetkoming hiervoor mogelijk. Om voor deze tegemoetkoming in aanmerking te komen, moet de school kunnen aantonen dat de kwaliteit van de opvang voldoet aan de vereisten zoals door de Nederlandse wetgeving voorgeschreven. Onze opvang werd goedgekeurd en van daaruit geregistreerd onder het nummer “B 61” in het centrale register voor buitenlandse kinderopvang. Andere bepalende factoren zijn o.a.: “situatie met betrekking tot het werk – inkomen of uitkering”. Voor verdere info verwijzen we naar Ministerie van soc. zaken en werkgelegenheid, postbus 90801 2509 LV Den haag Anna Van Hannoverstraat 4 tel: (0031) ((0)70) 333 44 44. Zeer praktische afspraken kunnen van jaar tot jaar in details worden aangepast. Deze vindt u terug in de jaarlijkse startmededeling die telkens op de eerste schooldag met de ouders wordt meegegeven.




II. 10. PREVENTIE – VEILIGHEID – WELZIJN - HYGIËNE

2.10.1. PREVENTIE

2.10.1.1. toegang tot de lokalen De kinderen gaan nooit in de gangen of lokalen zonder toelating van een leerkracht. Tijdens de speeltijden zijn alle kinderen op de speelplaats en blijven niet zonder toezicht achter in de klas of in de gangen. Ouders die een leerkracht wensen te spreken verwittigen de leerkracht aan de poort. Tijdens de lessen gaan de ouders niet naar de klassen maar wenden zich tot het secretariaat of de directeur.

2.10.1.2. binnen blijven Wie gezond genoeg is om naar school te komen, kan ook tijdens de korte pauzes naar het toilet gaan en even een frisse neus halen op de speelplaats. Binnenblijven zonder toezicht is dan ook niet toegestaan. Bij aanbeveling van de arbeidsgeneesheer worden principieel geen geneesmiddelen toegediend. Uitzonderingen hierop worden steeds gemaakt in overleg met de directie en de klastitularis. Enkele voorbeelden: a. In acute gevallen is het kind uiteraard te ziek om naar school te komen en blijft het kind thuis en wordt daar dan ook met medicatie verzorgd. b. Bij een chronische pathologie (astma, suikerziekte, …) stelt het team zich bereid hierop in te gaan na grondige bespreking met de ouders en eventueel (CLB-) arts. c. In sommige omstandigheden kan de arts oordelen dat het kind voldoende genezen is waarbij het wenselijk is dat het kind het schoolgaan hervat doch … de medicatie nog even moet doornemen. Ook hierbij kan de leerkracht gevraagd worden deze medicatie verder toe te dienen mits schriftelijke bevestiging van de dokter dat dit wenselijk is. U gebruikt hiervoor de door de arts in te vullen bijlage 3.12. van de bijlagenbundel.

2.10.1.3. verkeersveiligheid De veiligheid verhoogt als iedereen zich houdt aan de verkeersreglementen. We vragen uitdrukkelijk aan de ouders de parkeerregels aan de schoolpoort strikt toe te passen, ook als ze kinderen komen brengen of halen tijdens de kinderopvang. Parkeren op de strook voorbehouden voor de bus of op de plaatsen voorbehouden voor het personeel kan en mag niet. Kinderen die per fiets naar school komen, hebben zowel wat betreft veiligheid als verkeerstechnisch hun fiets volledig in orde. Op het schoolterrein gaan de fietsers bij het begin of op het einde der lessen met de fiets aan de hand (met uitzondering van de kinderen van de eerste kleuterklas). Om de verplaatsing van de rijen voetgangers en fietsers snel en overzichtelijk te laten verlopen, vragen we u beleefd, omstreeks 5 minuten na het einde der lessen en dus bij het laatste belsignaal, de strook tussen de speelweide en de gele lijn vrij te houden. Kinderen nemen steeds dezelfde rij. Indien uitzonderlijk toch een andere rij genomen moet worden, zullen de ouders dit (liefst) schriftelijk melden aan directie, secretariaat of klastitularis. Geen enkel kind verlaat de school alleen, noch tijdens de klasuren, noch nadien! De kinderen verlaten ordelijk de school in rij met de leerkrachten of met de ouder(s)(of hun vervangers) Kinderen die ziek worden op school sturen we niet zelf naar huis. We proberen u te bereiken en zullen u vragen uw kind op school te komen ophalen, anders blijft uw kind op de school.


2.10.1.4. specifieke verkeersveiligheid : fietshelm en fluohesje Wat baat het voor de geestelijke gezondheid een prima school te zijn op pedagogisch- didactisch en organisatorisch vlak; als door gebrek aan aandacht voor veiligheid de fysieke gezondheid van het kind in ’t gedrang dreigt te komen. Daarom werd na overleg binnen het schoolteam, de oudervereniging een advies bekomen van de schoolraad dat als volgt bekrachtigd werd op de schoolbestuurvergadering van 01-03-2011 :

- Alle kinderen van 3e tot 6e leerjaar krijgen GRATIS een fietshelm met de naam van de school. - Het dragen van de fietshelm en een hesje wordt contractueel verplicht bij alle door de school

georganiseerde fietshappenings via het schoolreglement; mogelijk vanuit dit gratis karakter. - Kinderen die hun helm niet bij hebben, fietsen niet mee ! - Wie zijn helm verliest of beschadigt, koopt een nieuwe aan op de school. - Het dragen van een fietshelm bij kinderen die met de fiets naar school komen wordt aangemoedigd

maar de verantwoordelijkheid blijft bij de ouders. - Het gebruik van de helm buiten de schooluren wordt toegestaan.

Vanaf deze leeftijd zullen de kinderen dan ook blijvend door de school een GRATIS fietshelm worden aangeboden. Dit neemt niet weg dat we ervan overtuigd zijn dat heel wat kinderen op jongere leeftijd reeds over een persoonlijke fietshelm beschikken. Het gebruik ervan zullen we dan misschien niet verplichten, met allerlei acties of aanmoedigingen zullen wij dit op zachte wijze blijven stimuleren; net zoals het dragen van fluohesjes (zeker in de donkere periode). 2.10.1.5. verbod voor dieren op de speelplaats en in de klassen Ondanks een goede opleiding en een perfecte vertrouwensrelatie tussen een huisdier en zijn / haar baasje, blijft het gedrag van een dier nooit voor 100 % voorspelbaar. Zeker wanneer kinderen in de buurt zijn en deze het dier spontaan aanhalen of liefkozen, kunnen onverwachte reacties optreden. De school is dan ook om veiligheidsredenen genoodzaakt, een strikt verbod op dieren te laten toepassen. Wanneer echter in ’t kader van didactische doelstellingen (bijvoorbeeld een spreekbeurt) de aanwezigheid van een dier gewenst kan zijn; zal dit steeds voorafgaandelijk via de klastitularis met de directie besproken moeten worden.

2.10.2. WELZIJN

2.10.2.1. uiterlijk en kledij De kinderen dragen geen uniform, maar wel degelijke en verzorgde kleding. Strandkledij is niet toegelaten. Topjes met schouderbandjes, korte truitjes tot boven de navel, kledij met agressieve afbeeldingen of teksten, sportkledij van één of andere sportclub zijn niet gepast op school. Kousen of sokjes zijn verplicht voor de kleuterschool; wenselijk voor de lagere school. Hoofddeksels zijn in de klas verboden. We vragen geen aanstekertjes te dragen maar wel schoeisel dat vast rond de voet past en dit in het kader van vlot bewegen tijdens het spel of een leerwandeling. Enkel natuurlijke haarkleuren worden toegestaan, geen make-up en nagellak. Oorstekertjes en andere kleine sieraden worden toegelaten, oorringen en piercings daarentegen zijn niet toegestaan. Een zakdoek is aanbevolen want reinheid en netheid zijn basiswaarden voor een gezond lichaam. Aanvulling op advies van de schoolraad en bevestigd in laatste trimester schooljaar 2013-2014 : “schoolkledij is geen strand- of vrije tijdskledij. Te korte rokjes of shorts horen niet thuis op school. Kledij heeft echter ook te maken met o.a. de leeftijd, lichaamsbouw, ontwikkeling van een kind. Vandaar geen strikte norm maar een uitgangspunt : “Indien rok of short niet komen tot de vingertoppen bij een gestrekte arm naast het lichaam , zal dit een aanleiding vormen om als leerkracht in overleg te gaan met ouders. Weet dat dit enkel bedoeld is om reacties t.a.v. uw kind te vermijden. De school zal na dit overleg een standpunt innemen voor elk individueel kind”


2.10.2.2. snoep en speelgoed Snoep is op school verboden. Algemene richtlijn: chocolade aan de buitenkant mag niet.( geen Mars, Chacha…). Enkel rond Pasen en bij een geboorte kan een uitzondering gelden. Als verjaardagspresentje vinden creatieve ouders zeker een zinvol alternatief. Als u mocht twijfelen of iets snoep is, dan is het snoep. Ook in de refter wordt geen snoep toegelaten. In principe wordt geen speelgoed mee naar school gebracht. Dit kan enkel op uitdrukkelijke vraag van de kleuterleidster of de juf en bedenk dan nog dat speelgoed in handen van twintig kleuters meer dan twintig maal sneller stuk kan gaan. Tijdens de speeltijden spelen de kinderen geen gevaarlijke spelletjes. Gevaarlijke voorwerpen zoals parapluutjes of messen zijn uit den boze. Voorwerpen of speelgoed meegebracht met het doel te imponeren of te provoceren zullen onherroepelijk bij het “groot” vuil belanden en zullen dus nooit terugbezorgd kunnen worden. Elektronische spellen en GSM-toestelletjes zijn te kwetsbaar en horen NIET op school. Vanaf 2012-2013 wordt KLEIN speelplaatsmateriaal “bikkels – knikkers – springtouwen – elastieken – tollen - …” ook toegelaten. Doel van een speelpauze is tenslotte kinderen SPEELKANSEN geven. Enkele opmerkingen toch voor de goede orde : - Het is de leerkracht met toezicht die bepaalt of het meegebrachte materiaal / speelgoed kan toegelaten worden. Het is niet mogelijk alles wat mag en niet mag netjes op te sommen en vandaar dit beslissingsrecht voor deze juf of meester. - Speelplaatsmateriaal dient om SAMEN te spelen m.a.w. “Deze bal is van / voor mij alleen” zijn uitspraken die we niet wensen. - Speelgoed gaat in handen van velen echter veel sneller stuk dan in de handen van een individuele eigenaar. Vandaar dat computerspelletjes bijv: verboden zullen blijven. Hou hiermee dus ook rekening als u speelgoed met uw kind meegeeft. - Om ruzies te voorkomen, vragen we uitdrukkelijk aan onze kinderen, NIET te ruilen van speelgoed of dit moest inherent verbonden zijn aan het doel van het spel. Maar ook hiervoor moet goede communicatie met de leerkracht aan voorafgegaan zijn.

2.10.3. HYGIËNE

2.10.3.1. koeken en koekendoosjes Sinds het schooljaar 2008-2009 krijgen nieuwe kleuters / leerlingen bij de inschrijving een koekendoosje gratis aangereikt vanwege de school. We vragen het doosje te voorzien van foto, naam (met permanentstift of sticker) en eventueel de klas. Doel van deze actie is de afvalberg papier en plastiek waarin deze koeken meestal verpakt zijn aan banden te leggen. Tevens zijn we ervan overtuigd dat dit de orde en hygiëne in de boekentassen en jassen ten goede komt. Bij verlies kan een nieuw exemplaar op het secretariaat aan kostprijs bekomen worden. U mag in dat geval ook zelf een nieuw doosje aanschaffen; terug voorzien van naam en voornaam. Wij rekenen op uw medewerking waarvoor dank !


2.10.3.2. drank op school Na overleg in de bevoegde organen – personeelsteam, oudervereniging, schoolraad – werd als unaniem advies gegeven aan het schoolbestuur, en door deze voor akkoord bekrachtigd in de vergadering van 29-11-2011, dat voortaan de school tijdens de voormiddag enkel nog zorgt voor gratis waterbedeling. Factoren die hierbij een rol hebben gespeeld zijn : “gratis – gezondheid – administratieve planlast – e.a.”. De hoeveelheid water die onze kinderen zullen krijgen, is principieel niet beperkt (enkel de organisatie van de bedeling zal afhankelijk zijn van leeftijd en leerkracht). De school zorgt ZELF voor het water. Het zou fijn zijn mocht ieder kind van de lagere school ZELF een persoonlijke beker meebrengen die hij / zij het hele jaar in de klas zal laten; uiteraard onbreekbaar en dus niet van glas of porselein. T.a.v. de kleuters zal de school zelf voor bekers zorgen. Tijdens het middagmaal worden ook andere dranken aangeboden – verrekend via de refterkaart – zoals besproken wordt bij elke inschrijving.

II. 11. MEDISCHE ASPECTEN

HOOFDLUIS : We verwittigen de ouders wanneer in de klas van uw kind hoofdluizen opgemerkt of gemeld worden. Gelieve dan bij uw kind de hoofdharen grondig na te kijken en eventueel onmiddellijk met de behandeling te beginnen. Mocht u bij uw kind(eren) hoofdluis constateren, gelieve dan meteen de leerkracht op de hoogte te brengen. BEZOEK AAN ARTSEN : Afspraken met dokter, tandarts of andere paramedici worden bij voorkeur buiten de schooltijd gemaakt. Enkel bij hoogdringendheid – of zeker na contact met de directie of klastitularis - kan een uitzondering aanvaard worden.


II. 12. SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE DOOR OF VIA DE SCHOOL

VERSPREIDING VAN DRUKWERK : Er wordt geen enkel drukwerk verspreid in, maar ook niet buiten de school onder naam van de school of de klas, of via de school, zonder voorafgaandelijke toestemming van de directeur. Met het schoolbestuur werden 3 criteria overeengekomen waaraan zeker voldaan moet worden :

- Van Putte (B of NL) – Kapellen of Stabroek. - T.a.v. kinderen of het goede doel. - Het commerciële nooit op de voorgrond

Deze regel geldt eveneens voor alle geldomhalingen en acties ten voordele van om het even welke organisatie.

Communicatie met ouders die uit de echt gescheiden zijn : Zorg en aandacht voor het kind : Scheiden is een emotioneel proces. Voor kinderen die deze ‘verliessituatie’ moeten verwerken, wil de school een luisterend oor, openheid , begrip en wat extra aandacht bieden.

Neutrale houding tegenover de ouders : De school is bij een echtscheiding geen betrokken partij. Beide ouders, samenlevend of niet, staan gezamenlijk in voor de opvoeding van hun kinderen, binnen de grenzen die gebeurlijk door een rechter bepaald zijn met betrekking tot het ouderlijk gezag. Wanneer de ouders niet meer samenleven, maakt de school met beide ouders afspraken over de wijze van informatiedoorstroming en de manier waarop beslissingen over het kind worden genomen. Deze procedure – na overleg met schoolbestuur en afvaardiging van de leerkrachten vastgelegd – werd als volgt omschreven : o Het adres van het kind is het adres dat bij de inschrijving – indien niet gewijzigd op de inlichtingenfiche

van 1 september – op het inschrijvingsformulier werd genoteerd. o Enkel een uitspraak van de rechtbank, waarbij één van de ouders zou ontvoogd worden, kan beslissen om

de informatie naar deze partij ongedaan te maken. o Gewone briefwisseling gaat mee via het kind naar de ouder die op dat ogenblik voor de opvang van de

kinderen verantwoordelijk is. Ouders worden uitdrukkelijk gevraagd om deze info onderling aan elkaar door te geven op welke wijze dan ook. Indien gewone briefwisseling vanuit een probleemsituatie wordt achtergehouden, kan de andere partij deze ten allen tijde op het directiebureel komen inkijken of opvragen. Voor algemene informatie die per e-mail verspreid wordt, kunnen beide ouders hun mailadres opgeven om deze snel aan te krijgen

o Rapporten kunnen in tweevoud opgemaakt worden op vraag van de ouders waarbij: o Het originele wordt meegegeven zoals de andere info met het kind naar de ouder die op dat ogenblik

verantwoordelijk is. o Het duplicaat kan op het directiebureel worden opgevraagd met telkens vermelding van

“DUPLICAAT – datum – handtekening van de ouder voor ontvangst – handtekening van de directie als aanbieder”

o Enkel op vraag van de andere ouder kan het duplicaat “aangetekend” verstuurd worden; en dit op kosten van de ouder(s).

o Persoonlijke briefwisseling voor kinderen wordt door de school doorgestuurd naar het gekende adres (zie punt 1) en wordt niet meegegeven op school.

o Ouders kunnen hun kinderen niet bezoeken tijdens de schooluren en binnen de schoolmuren. o Oudercontacten: o Deze kunnen apart als ouders dit uitdrukkelijk wensen én wanneer dit organisatorisch op een

menselijke manier haalbaar is: 1 ouder komt op de ouderavond zelf De andere ouder wordt uitgenodigd op het ogenblik dat dit voor de leerkracht het best uitkomt

(tijdens dezelfde infoavond of op een later moment)


II. 13. LOSSE AFSPRAKEN

. 2.13.1. Losse afspraken : algemeen

SCHOOLBENODIGDHEDEN : Schoolboeken en andere schoolbenodigdheden worden in een degelijke, stevige boekentas opgeborgen. Studieboeken zijn erg duur. We vragen nadrukkelijk ze met zorg te behandelen. Wie schade berokkent, zal deze vergoeden. In het begin van het schooljaar wordt in elke klas opgegeven welk materiaal de leerlingen bij voorkeur zelf dienen aan te schaffen; volledig VRIJBLIJVEND vanwege de wetgeving “kosteloosheid basisonderwijs.. Knutselmateriaal dat nodig is voor eventuele creatieve namiddagen wordt met de leerlingen afgesproken.

AFSPRAKEN ROND VERJAARDAGEN : Vanaf het schooljaar ’06 – ‘07 brengen de leerlingen geen individuele spulletjes meer mee als traktatie voor de andere leerlingen maar “vrijblijvend” wel iets voor de klas, zoals bijvoorbeeld een cake of een boek, …

. 2.13.2. Losse afspraken : specifiek voor onze kleuters

ZINDELIJK ZIJN : Uw kleuters zijn welkom vanaf de eerste instapdatum na hun inschrijving vanaf de leeftijd van twee jaar en zes maanden, daarenboven is het gewenst dat zij zelf tijdig kunnen duidelijk maken wanneer het toilet hoognodig is. Fopspeen (of tut), luierbroekjes en luiertoestanden zijn om begrijpelijke redenen absoluut te ontraden en hieromtrent wordt desgevallend steeds overleg met directie en de leidster verwacht. BRENGEN EN AFHALEN VAN UW KLEUTER + (KORTE CONTACTMOMENTJES) : De kleuters worden 's morgens en/of 's middags (door de ouders of bekenden) gebracht tot aan de poort tr hoogte van gebouw noord, waar een kleuterleidster de verantwoordelijkheid overneemt. Gelieve de mededelingen daar te beperken tot het allernoodzakelijkste en verlaat in het belang van de kinderen onmiddellijk het schoolterrein. Afscheid nemen behoort nu eenmaal ook tot de opvoeding. De kleuters spelen dan voorbij de tweede witte lijn en zeker niet op of rond de ijzeren trap. Tijdens het speelkwartiertje spelen de kleuters buiten op hun eigen speelplaats of in de speeltuin met een eigen zandbak en aangepaste speeltuigen. Kleuterfietsjes worden vooraf in de aparte fietsenstalling geplaatst. De kleuters van de derde kleuterklas worden 's middags en 's avonds afgehaald op de banken onder de grote luifel. De ouders of ... komen zeker tot onder de luifel ; eerst dan mogen de kleuters naar U toekomen. Dit is een geschikte moment voor een praatje met de leidster. De kinderen van de eerste en tweede kleuterklas worden afgehaald in de klasjes. Contactavonden met de kleuterleidster worden ook voorzien maar wacht niet tot dan indien U een punt ter sprake zou willen brengen of indien U en/of Uw kleuter een probleem ervaren. Maak een afspraak!

MATERIAAL – SNOEP – SPEELGOED – E.A. : Parapluutjes worden aan de ouders ter bewaring mee terug gegeven. De kleding van onze kleuters is zoveel mogelijk genaammerkt. Boekentassen, brooddozen ook niet vergeten te naammerken. De kleuters mogen tijdens de speeltijd een zelfmeegebrachte koek of boterham eten. In principe wordt er geen speelgoed mee naar school gebracht. Dit kan enkel op uitdrukkelijke vraag van de kleuterleidster en bedenk dan nog dat speelgoed in handen van twintig kleuters meer dan twintig maal sneller stuk kan gaan. Indien uw kleuter iets speciaals moet meebrengen naar school, wordt dit tijdig en schriftelijk door de leidster gevraagd.


MAANDAG ÉN WOENSDAG IS FRUITDAG VOOR ONZE KLEUTERS : We vragen de ouders te willen meewerken om op deze dagen ook geen koeken of dergelijke mee naar school te geven voor de pauze maar enkel fruit. Let op ! Op maandag vragen we de ouders zélf fruit mee te geven. ’s Namiddags kan een koek in het koekendoosje wel. Probeer op voorhand problemen te vermijden zoals bijvoorbeeld het schillen van een sinaasappel bij kleine kinderen. Met wat creativiteit (bijv: de partjes reeds los in een klein potje of zilverpapier of …) kan hieraan zeker een oplossing gegeven worden. Op woensdag is dit niet nodig want wordt er sinds 2009-2010 – via deelname aan het project Tutti-Frutti – door vrijwillige ouders fruit naar school gebracht, gesneden of geschild en verdeeld over de klassen. SPECIALE MOMENTEN : De kleuterschool zet haar deuren wijd open tijdens een open-klasdag, en bij gelegenheid van het grootouderfeest. Ook aan Kerstmis, Pasen, Sinterklaas en Dierendag wordt extra aandacht besteed.

. 2.13.3. Losse afspraken : specifiek voor de leerlingen van de lagere school

LESSEN BEWEGINGSOPVOEDING EN ZWEMMEN : Voor de turnles hebben de kinderen turnpantoffels zonder veters nodig en een turnuniform dat men op school kan aanschaffen. Kinderen met lange haren voorzien de mogelijkheid dit bijeen te houden tijdens de turnlessen opdat het vlotte bewegingen niet zou hinderen. Regelmatig zwemmen onze leerlingen in het gemeentelijk zwembad van Kapellen. Ook in de lagere school is het nuttig kleding, turngerief, zwemgerief en schoolgerief met de naam van de leerling te merken. Het turnuniform, volgens schoolmodel, en de witte turnpantoffels met elastische sluiting bergen we op in een linnen zakje van de school. We voorzien minstens tweemaal per trimester een wasbeurt. Het zwemgerief gaat na elke zwembeurt mee naar huis. Zwemlessen en gymlessen behoren tot het lessenpakket van de lagere school. Kinderen die om medische redenen niet mogen deelnemen, brengen een doktersattest binnen. Afwezigheden wegens ziekte op schooldagen met speciale activiteiten moeten steeds, zonder uitzondering, gewettigd worden door een doktersattest.

CONTACTMOMENTEN : Persoonlijk en klassikaal contact tussen de ouders en leerkrachten worden regelmatig voorzien. Bovendien zijn leerkrachten en directeur altijd bereid tot een persoonlijk gesprek. Ook hier geldt de regel dat we in principe eerst een afspraak maken en dat een gesprek met een leerkracht slechts kan op een kindvrij moment en dus zeker niet na het belteken van 8.35 uur of 13.20 uur.

BRENGEN EN AFHALEN : Indien u uw kind komt afhalen, wacht u best op het hellend vlak voor de speelplaats. Wacht u uw kind echter op straat op, dan moet het met de rij de school verlaten.

AFSPRAKEN OM DE GOEDE ORDE : De leerlingen maken hun werk met zorg en leren hun lessen naar best vermogen. Na het belsignaal bij het begin van de lessen staan de leerlingen stil en zwijgend in hun eigen rij. De schoolagenda wordt minstens eenmaal per week (maar liefst dagelijks) gehandtekend door de

ouders en mag gerust gebruikt worden als contactmiddel met de school. De klastitularis kijkt regelmatig de agenda na en tekent op zijn / haar beurt af.


GEBRUIK VAN DE TOILETTEN : De toiletten worden gebruikt tijdens het vrij kwartiertje. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan het toegestaan worden om tijdens de lesuren naar het toilet te gaan. Het past niet om drank of eetwaren mee naar het toilet te nemen. In de toiletten is het rustig, er wordt niet gespeeld of geroepen. Iedereen wacht er zonodig rustig zijn of haar beurt af. BEZOEK AAN DE BIBLIOTHEEK MET DE SCHOOL / KLAS : In overleg met de gemeente plannen we een vierwekelijks klasbezoek aan de Putse bibliotheek waarbij “ELK KIND” één boek mag ontlenen; via de kaart van de leerkracht. Opgelet !!! Bij elke organisatie horen goede afspraken en regels. We vragen echter niets speciaals zo blijkt uit de ervaring. De data waarop per klas naar de bibliotheek gegaan wordt, zullen u op een schema perfect bezorgd worden. Ook via het klasagenda zal een week voordien nog eens hieraan herinnerd worden. Het bibliotheekboek MOET het kind dus bij hebben. Laat het misschien altijd in de boekentas ?? Indien toch eenmaal vergeten, wordt de uitleenperiode automatisch met vier weken verlengd. Een tweede verlenging kan niet. Hierop volgt dan een kleine boete zoals dit overal gebruikelijk is. Dit is uiteraard ook in het geval van ernstige beschadiging of verlies. Maar een gewoon schoolboek wordt in dat geval ook aangerekend waardoor dus eigenlijk niets speciaals gevraagd wordt. Deze boete zal via de schoolrekening vereffend worden.


II. 14. EN TOT SLOT : TIP EN SUGGESTIES BIJ EEN NIEUW BEGIN

Elke mens ervaart bij de aanvang van iets nieuws een stukje twijfel, onzekerheid en angst. Wat zal het worden? Hoe zal het voor mij zijn? En wat telt voor ons volwassenen zal zeker zo zijn voor de kleinsten onder ons. Voor het eerst naar de kleuterschool. --------------------------------------------- Ook voor een kleine kleuter is er onzekerheid of angst voor het nieuwe milieu. Ook de ouders stellen zich terecht vragen omtrent het goedvoelen van hun kindje op school : "Is mijn kindje er reeds klaar voor?" Inderdaad, eer het kind naar de kleuterschool gaat, moet het al over enkele vaardigheden beschikken en al wat zelfstandig geworden zijn : ... moet het schoolrijp zijn. Enkele tips die U kunnen helpen vaststellen in hoeverre uw kind reeds "rijp" is voor de grote stap naar de kleuterschool. - Kan uw kind al rustig een aantal uren achtereen zonder uw aanwezigheid doorbrengen ? - Kan uw kind zich al enigszins verstaanbaar maken? Vb. : Kan het al zijn naam zeggen of zeggen dat het honger of dorst heeft, dat het warm of koud heeft , dat het naar het toilet moet? - Verwittigt uw kind tijdig wanneer het naar het toilet moet? Een "ongelukje" af en toe mag nog wel. - Kan uw kind al een beetje samenspelen met andere kinderen? Kan het zijn speelgoed al delen met een ander kind? - Kan uw kind eenvoudige opdrachten uitvoeren? bijv. Deur dicht doen ...blokjes in de doos opbergen ... - Heeft uw kind al enig tijdsbesef? Begrijpt het bijv. :"Straks komt papa of mama terug". Indien uw kind deze vaardigheden meester is, zal het zich vlug, gemakkelijk en graag aanpassen aan die nieuwe leefsituatie die "kleuterschool" heet. Begin indien mogelijk met halve dagen. U probeert een hele dag als blijkt dat het kind opgewassen is tegen de vermoeidheid.

Ouders kunnen helpen voor de eerste schooldag! -------------------------------------------------------------- Praat met uw kindje over de school en wat het daar zal doen. Probeer dit wel op een aangename manier te doen zodat uw kindje ervaart dat het naar school mag en niet moet. Kleuterboekjes rond dit thema kunnen een hulp zijn om uw kleuter te vertellen wat er op school zal gebeuren.

Leg vooraf met uw kindje de weg af van school naar huis. Kijk eens naar kleuters die de school binnengaan, die op de speelplaats spelen. Zorg dat uw kleuter echt zindelijk is.

Kan uw kleuter eenvoudige dingen, verstaanbaar voor vreemden, zeggen? Probeer ervoor te zorgen dat de eerste schooldagen niet samenvallen met grote veranderingen in het gezin (bijv. verhuis, geboorte van een baby, nieuw bed voor uw kleuter, reis van een van de ouders, dood van een bekend persoon ...) opdat uw kleuter zich niet achtergelaten voelt.

Als u zelf problemen voorziet of als uw kind extra zorgen nodig heeft, licht de school dan vooraf in. (bijv. ziekte, bepaalde gewoonten of uitdrukkingen, gedrag, allergieën) Zo kan er vanaf het eerste moment gepast gereageerd worden. Dring er niet teveel op aan dat uw kleuter "flink" of "groot" moet zijn of "niet mag huilen". Elk kind heeft het recht dit moeilijke moment op eigen wijze te verwerken.


Ouders kunnen helpen de eerste schooldag zelf. -------------------------------------------------------- Geef Uw kleuter een tasje mee met een eenvoudige sluiting, dat het zelf kan openmaken. In dit tasje zitten best een zakdoekje, een reservebroekje, een koek (zonder chocolade) ( maar mét de naam van uw kleuter ) of een appel. Geef Uw kind gerust een knuffeldier of knuffeldoek mee. Bij de moeilijke momenten zal het die zeker nodig hebben en later zal Uw kind ze zelf wel thuis laten. Geef in geen geval een fopspeen mee naar school want die gaat in een onbewaakt moment toch zo gemakkelijk van mond tot mond ... Trek gemakkelijke kleren aan zodat het niet teveel hulp nodig heeft bij het aan- en uitkleden en opdat "ongelukjes" zoveel mogelijk vermeden zouden worden. Het is voor de juf een grote hulp indien alles wat Uw kleuter bijheeft met zijn / haar naam getekend is. Het is voor de leidster immers onmogelijk al die dingen van alle nieuwe kleuters te kennen. Wees tijdens het afscheid zelf kalm en ontspannen. Zeg Uw kind duidelijk dat u zelf of .... het straks komt afhalen. Probeer het afscheid niet te lang te maken. Eens uw kleuter bij de leidster is, zeg je kort en hartelijk dag aan uw kind (zoals het in andere situaties gewoon is) en vertrek je. Zorg ervoor niet zichtbaar te blijven door het raam of naast de muur, hek of poort : dat maakt het extra moeilijk voor Uw kind en voor sommige andere kinderen ! Probeer altijd tijdig op school te zijn om uw kind af te halen : beter 5 minuten te vroeg dan één minuut te laat. Die minuut kan voor uw kind een drama zijn want alle mama's zijn er (in zijn / haar ogen toch) en zijn mama niet. Ouders kunnen helpen het hele jaar rond. ----------------------------------------------------- De eerste schooldagen zijn erg belastend en vermoeiend voor Uw kleuter. Daardoor kan hij thuis extra druk zijn, eventueel meer wenen, meer aandacht vragen, ook dromen kunnen meer optreden. Probeer daarvoor begrip en geduld op te brengen. Hij heeft zoveel nieuwe indrukken te verwerken. Sommige kinderen gaan de eerste dagen heel enthousiast naar school zelfs zonder huilen. Na enkele dagen willen ze niet meer ... huilen ze. Probeer hen toch vriendelijk maar kordaat te brengen. Ook de zogezegd "flinke" kleuters moeten kans en vooral tijd hebben om te wennen aan deze nieuwe situatie. In het begin vertellen vele kleuters meestal zeer weinig of niets over wat ze op school deden. Dring er dan niet teveel op aan dat uw kleuter veel vertelt. Maar geef het wel alle gelegenheid om te vertellen wanneer het dat wil. Soms zelfs vlak voor het slapengaan ! Geef de werkjes die uw kindje van school meebrengt een plaats in uw huis. Toon je blij om zijn werkjes, ook al zie je enkel "krabbels". Voor uw kindje is het een prestatie. Je zal merken dat zijn/ haar tekeningen steeds anders worden en opeens dan tekent hij zeker een ... kindje. Spreek met je kleuter over het werkje, over de kleuren en hoe hij het maakte. Gooi ze zeker niet weg. Dit zou uw kleuter zeker niet aanzetten tot veel en vlot "werken".


Praat bij gelegenheid op het einde van de schooldag in het bijzijn van uw kind even kort met de leidster. Op die manier voelt uw kind dat u de leidster kent en volledig vertrouwt. Uw kind zal dit vertrouwen overnemen en ervaren dat u samen bekommerd is om hem. Je kan natuurlijk altijd terecht bij de leidster van uw kind met vragen en opmerkingen. Zij zal zo goed mogelijk helpen. Maar op ogenblikken dat een kleuterleidster met een groep kinderen bezig is, is een ernstig en verantwoord gesprek onmogelijk. Maak een afspraak ! Dikwijls komen kleuters met fantastische verhalen thuis, soms is het zinvol even bij de leidster te informeren hoe de vork echt aan de steel zit. Onze school heeft een actieve oudervereniging. ------------------------------------------------------------ Alle ouders die kinderen hebben op school zijn lid van deze vereniging en het lidmaatschap ervan is volledig gratis. De bedoeling van de oudervereniging is een vlotte samenwerking tussen school en ouders te verwezenlijken, zodat uw kinderen ook daar de sfeer en de opvoeding vinden die u voor hen wenst. Regelmatig zijn er algemene vergaderingen waarop ALLE ouders uitgenodigd worden. Ook directie en een afvaardiging van de leerkrachten zijn dan aanwezig. Er worden voorstellen van ouders en leerkrachten besproken en praktische afspraken gemaakt. Tevens wordt allerlei informatie doorgegeven. Strikt persoonlijke zaken komen NIET aan bod. Deze worden tussen ouders en leerkrachten of directie afgehandeld. Verder organiseert de oudervereniging ook gespreksavonden met onderwerpen die zowel ouders als kinderen aanbelangen. Ook meer feestelijke activiteiten komen aan bod. Ouders die wensen, kunnen ook actief meehelpen in de school bij het opknappen van allerhande klusjes, zowel praktische als meer creatieve. Wij hopen dan ook u spoedig op de vergaderingen te mogen begroeten. Hopelijk kreeg u hiermee een beknopt beeld van de geest en de werking van de oudervereniging op onze school. Tevens leerde U de "Belleman" kennen, het info-blaadje van school en oudervereniging. Dit krantje verschijnt regelmatig tijdens het schooljaar met nieuws, verslagen, praktische informatie, stukjes van en voor de kinderen ... (en is tevens op onze website terug te vinden)

Tot weldra !

II. 15. Vakanties en vrije dagen

Deze info wordt jaarlijks kenbaar gemaakt via het schoolkrantje; edities september en juni en digitaal te vinden via URL : https://www.deputseknipoog.be/informatie/schoolkrantje Hierin worden ook de 2 facultatieve dagen vermeld (dagen waarop noch kinderen, noch personeel op school verwacht worden) Hierin worden ook de 2 pedagogische studiedagen vermeld (dagen waarop geen kinderen, maar wel het personeel op school verwacht wordt). Deze info wordt ook halverwege het schooljaar via mail aan alle ouders bezorgd.

https://www.deputseknipoog.be/informatie/schoolkrantje

INFOBROCHURE EN SCHOOLREGLEMENT · 2020. 8. 23. · Christelijk. geïnspireerd onderwijs. Na tien...

Documents

Transcript of INFOBROCHURE EN SCHOOLREGLEMENT · 2020. 8. 23. · Christelijk. geïnspireerd onderwijs. Na tien...