Impressionisme - PBworks

5
Impressionisme Wanneer? Aan het einde van de negentiende eeuw lopen verschillende stijlen door elkaar. Je had de postromantiek in Duitsland, die verder gingen in romantische stijl met vooral Wagner als voorbeeld. In Rusland wordt er nationalistische muziek gecomponeerd. En in Frankrijk ontstaat er rond 1870 een nieuwe stijl: het impressionisme. Deze stijl zal voornamelijk in Frankrijk een bloeiperiode kennen tot 1910. Kenmerken van muziek uit het impressionisme 1. Sfeer weergeven Impressionisten willen de sfeer van een bepaald ogenblik weergeven. Ze hebben een voorkeur voor onderwerpen met beweging, zoals de zee, wolken, sneeuw, wind, ... Ze geven hun stukken poëtische titels als Reflets dans l’eau, Le jardin sous la pluie, Clair de lune, ... Hun muziek is dus vaak programmamuziek. 2. Klankkleur op één In plaats van het meeste belang te hechten aan melodie en ritme, die eeuwen lang de hoofdrol speelden, kwamen bij impressionisten andere parameters op de eerste plaats: samenklank, dynamiek en klankkleur. Ze gaan op zoek naar nieuwe combinaties van instrumenten en duiden zeer precies aan op de partituur hoe een noot gespeeld moet worden. Instrumenten die vaak gebruikt worden zijn piano, harp en fluit. Bij de piano spelen de pedalen ook een veel grotere rol dan voorheen. De melodie is er natuurlijk nog wel, maar speelt een minder grote rol. Vaak zijn er geen duidelijke zinnen en is de melodie erg fragmentarisch: ze lijkt wel in stukken geknipt. Het ritme wordt veel vrijer. Vaak gaat hierdoor het maatgevoel verloren. 3. Gebruik van vreemde toonladders In de muziek van impressionisten kom je niet enkel grote en kleine tertstoonladders tegen, maar ook andere soorten toonladders, zoals heletoonstoonladders, pentatonische reeksen, chromatiek en modi. Pentatonisch Bij een pentatonische ladder worden er slechts vijf noten gebruikt. De intervallen tussen de noten zijn grote secunden en tertsen. Er zijn verschillende mogelijkheden.

Transcript of Impressionisme - PBworks

Impressionisme

Wanneer? Aan het einde van de negentiende eeuw lopen verschillende stijlen door elkaar. Je had de

postromantiek in Duitsland, die verder gingen in romantische stijl met vooral Wagner als voorbeeld.

In Rusland wordt er nationalistische muziek gecomponeerd. En in Frankrijk ontstaat er rond 1870

een nieuwe stijl: het impressionisme. Deze stijl zal voornamelijk in Frankrijk een bloeiperiode kennen

tot 1910.

Kenmerken van muziek uit het impressionisme 1. Sfeer weergeven

Impressionisten willen de sfeer van een bepaald ogenblik weergeven. Ze hebben een voorkeur voor

onderwerpen met beweging, zoals de zee, wolken, sneeuw, wind, ... Ze geven hun stukken poëtische

titels als Reflets dans l’eau, Le jardin sous la pluie, Clair de lune, ... Hun muziek is dus vaak

programmamuziek.

2. Klankkleur op één

In plaats van het meeste belang te hechten aan melodie en ritme, die eeuwen lang de hoofdrol

speelden, kwamen bij impressionisten andere parameters op de eerste plaats: samenklank,

dynamiek en klankkleur. Ze gaan op zoek naar nieuwe combinaties van instrumenten en duiden zeer

precies aan op de partituur hoe een noot gespeeld moet worden. Instrumenten die vaak gebruikt

worden zijn piano, harp en fluit. Bij de piano spelen de pedalen ook een veel grotere rol dan

voorheen. De melodie is er natuurlijk nog wel, maar speelt een minder grote rol. Vaak zijn er geen

duidelijke zinnen en is de melodie erg fragmentarisch: ze lijkt wel in stukken geknipt. Het ritme wordt

veel vrijer. Vaak gaat hierdoor het maatgevoel verloren.

3. Gebruik van vreemde toonladders

In de muziek van impressionisten kom je niet enkel grote en kleine tertstoonladders tegen, maar ook

andere soorten toonladders, zoals heletoonstoonladders, pentatonische reeksen, chromatiek en

modi.

Pentatonisch

Bij een pentatonische ladder worden er slechts vijf noten gebruikt. De intervallen tussen de noten

zijn grote secunden en tertsen. Er zijn verschillende mogelijkheden.

Doordat er geen halve tonen tussen de noten zijn, kunnen al deze noten samen klinken, zonder dat

dit vals klinkt.

Heletoonstoonladder

Het woord zegt het zelf: enkel hele tonen in deze toonladder. Deze toonladder heeft 6 noten.

Chromatiek

Een chromatische toonladder bestaat enkel uit halve tonen. Hierdoor komen in een volledige

chromatische toonladder alle twaalf noten voor.

4. Akkoorden zijn niet met functies aan elkaar verbonden

Impressionisten denken niet meer in functie van tonica en dominant. Ze gebruiken dan ook geen

cadenzen, zoals je die bij Mozart wel veel tegenkomt. impressionisten gebruiken een akkoord om

een sfeer of een stemming uit te beelden. Deze akkoorden waren zelden gewone drieklanken, maar

4- of 5-klanken, of bijvoorbeeld kwartakkoorden.

Componisten uit het impressionisme De belangrijkste componist uit het impressionisme is Claude Debussy. Ook Maurice Ravel, Ottorino

Respighi en Manuel De Falla hebben impressionistische werken gecomponeerd. Eric Satie is de

voorloper van het impressionisme.

Voorbeelden Welke toonladders worden hier gebruikt?

Debussy: Children’s Corner: Jimbo’s Lullaby

Children’s corner is een suite voor piano die Debussy voor zijn dochter gecomponeerd had. De

deeltjes verwijzen naar herinneringen uit de kindertijd en kinderspeelgoed.

Jimbo's Lullaby is eigenlijk een foutieve benaming voor het deel. Debussy doelde op de bekende

olifant Jumbo. Het werk is een slaapliedje. De onhandige stappen van de olifant worden in muziek

verwerkt door samenvallende secunden in de baslijn.

_______________________________________________________

Debussy: Prelude à l’après-midi d’un faune

Dit symfonisch gedicht is gebaseerd om een gedicht van Stéphane Mallarmé. Debussy gebruikt voor

dit stuk een vrij klein, klassiek orkest.

________________________________________

Debussy: preludes: voiles

Debussy schreef 2 boeken van elk 12 preludes voor piano. Dit zijn stukken die een vrije vorm hebben

en elk een titel meegekregen hebben die op het eind van het stuk staat.

_______________________________________________________

Ravel: Ma mère l’oye: Pavane de la belle au bois dormant

Ravel zette in Ma mère l’oye (de sprookjes van moeder gans) een aantal sprookjes op muziek. Hij

componeerde het eerst voor piano vierhandig, maar later orkestreerde hij het ook. Het eerste stukje,

Pavane de la belle au bois dormant is typisch impressionistisch: het stukje vertelt het verhaal niet,

maar geeft de sfeer weer waarin het verhaal zich afspeelt. Het stukje staat in la klein, maar Ravel

gebruikt enkel de antieke wending, waardoor er nergens een leidtoon in het stukje voorkomt. Wel

komt er regelmatig een chromatische lijn voor in de begeleiding.