Hoofdstuk

21

description

Hoofdstuk. 14. Gegevens verzamelen in het veld, non-responsefouten en screening van vragenlijsten. Niet-steekproefgebonden fouten in marktonderzoek. Niet-steekproefgebonden fouten omvatten: alle soorten non-responsefout fouten in het verzamelen van data fouten in de behandeling van data - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Hoofdstuk

Page 1: Hoofdstuk
Page 2: Hoofdstuk

Hoofdstuk 14

Gegevens verzamelenin het veld, non-responsefoutenen screening vanvragenlijsten

Page 3: Hoofdstuk

Niet-steekproefgebonden fouten in marktonderzoek

• Niet-steekproefgebonden fouten omvatten:• alle soorten non-responsefout• fouten in het verzamelen van data• fouten in de behandeling van data• fouten in de analyse• interpretatiefouten

Page 4: Hoofdstuk

Uit de praktijkDe vooringenomenheid van de interviewer heeft invloed op de kwaliteit van de gegevens. Om het vergaren van gegevens zo homogeen mogelijk te maken moet je interviewers trainen op neutrale toon indringend door te vragen. Suggestieve vragen of aanzienlijke veranderingen in de stembuiging hebben een subtiele invloed op de respons die je vergaart tijdens het interview, die niet kan worden opgespoord met online bewaking of validatie door opnieuw te bellen (callback validation).Je garandeert kwaliteit in het verzamelen van gegevens door voor het begin van het onderzoek veel aandacht te schenken aan de interviewers en de training die ze krijgen. Dit ene aspect is de belangrijkste bron van niet-steekproefgebondenfouten.

Howard GershowitzExecutive vice-presidentMktg Inc.

Page 5: Hoofdstuk

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

• Uitvoerderfouten: fouten die worden gemaakt door degenen die de vragenlijsten uitvoeren.

• Respondentfouten: fouten die moeten worden toegeschreven aan de respondent.

Page 6: Hoofdstuk

Niet-steekproefgebonden fouten

Page 7: Hoofdstuk

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

Opzettelijke uitvoerderfouten

• Opzettelijke uitvoerderfouten: wanneer de verzamelaar van de gegevens met opzet de eisen van de onderzoeker aan zijn laars lapt.• fraude van de interviewer: wanneer de

interviewer opzettelijk de respondenten onjuist weergeeft.

• de respondent in een bepaalde richting sturen: de interviewer beïnvloedt de antwoorden van de respondent door de formulering.

Page 8: Hoofdstuk

• Onopzettelijke uitvoerderfouten: wanneer een interviewer een fout begaat terwijl hij in de veronderstelling is dat hij zijn taak correct uitvoert• Persoonskenmerken van de interviewer:

onopzettelijke interviewerfouten doen zich voor door de persoonskenmerken van de interviewer, zoals accent, sekse of gedrag.

• Misverstanden: als de interviewer meent te weten hoe hij een survey moet uitvoeren, maar het toch niet goed doet.

• Vermoeidheid: fouten die de interviewer maakt doordat hij vermoeid raakt door de monotonie van het werk dat zich kenmerkt door herhaling.

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

UitvoerderfoutenOnopzettelijk

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

Onopzettelijke uitvoerderfouten

Page 9: Hoofdstuk

• Opzettelijke respondentfouten: wanneer respondenten opzettelijk onjuiste antwoorden geven in surveys.• Liegen: wanneer respondenten in een survey

niet de waarheid spreken.• Non-response: houdt in dat een potentiële

respondent niet deelneemt aan een survey of bepaalde vragen uit de vragenlijst niet beantwoordt.

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

RespondentfoutenOpzettelijk

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

Opzettelijke respondentfouten

Page 10: Hoofdstuk

• Onopzettelijke respondentfouten: wanneer het antwoord van een respondent niet valide is, hoewel hij zelf meent dat het juist is.

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

RespondentfoutenOnopzettelijk

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

Onopzettelijke respondentfouten

Page 11: Hoofdstuk

• Misverstanden: houdt in dat de respondent een antwoord geeft zonder dat hij de vraag en/of de bijgaande instructies begrijpt.

• Gokken: een respondent geeft een antwoord terwijl hij niet weet of dit klopt.

• Verslapping van de aandacht: de respondent verliest de belangstelling voor het survey.

• Afleiding: men wordt bijvoorbeeld gestoord tijdens het invullen van de vragenlijst.

• Vermoeidheid: wanneer de respondent het survey zat wordt, zal hij minder nadenken en delibereren.

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

RespondentfoutenOnopzettelijk

Mogelijke fouten bij het vergaren van data in het veld

Onopzettelijke respondentfouten

Page 12: Hoofdstuk

Kwaliteitsmaatregelen voor verzamelen van data in het veld

Page 13: Hoofdstuk

Kwaliteitsmaatregelen voor verzamelen van data in het veld

Page 14: Hoofdstuk

Kwaliteitsmaatregelen voor verzamelen van data in het veld

Page 15: Hoofdstuk

Fouten in het verzamelen van data in online surveys

• Dezelfde respondent dient meerdere lijsten in

• Pseudo-respondenten en/of pseudo-response

• De populatie is niet representatief

Page 16: Hoofdstuk

Non-responsefouten

• Non-response: niet-deelname van potentiële respondenten aan een survey of het niet beantwoorden van specifieke vragen in de vragenlijst.• Een potentiële respondent weigert deel te

nemen aan het survey• Een respondent staakt zijn medewerking of

stopt midden in het survey met de beantwoording

• Weigering om specifieke vragen te beantwoorden of items overslaan.

• Complete interviews moeten gedefinieerd worden

Page 17: Hoofdstuk

Non-responsefouten

• Responsepercentage: het percentage van de totale steekproef waarmee interviews zijn voltooid.• Weigering om deel te nemen aan het survey• Afbreken tijdens het interview• Niet-beantwoording van specifieke vragen

(item omission)

Page 18: Hoofdstuk

Non-responsefouten

• CASRO-formule voor responsepercentage:

Page 19: Hoofdstuk

Non-responsefouten verminderen

• Mail surveys:• Kennisgeving vooraf• Geldelijke incentives• Vervolgcontact

• Telefonische surveys:• Opnieuw bellen

Page 20: Hoofdstuk

Screening van vragenlijsten

• Niet-systematische en systematische controle van voltooide vragenlijsten.

• Waarnaar je zoekt bij een controle van de vragenlijsten:

Onvolledige vragenlijst?Niet-beantwoording van specifieke vragen?Ja- of nee-patronen?Geen-meningpatroon?

Page 21: Hoofdstuk

Onbetrouwbare antwoorden

• Als de antwoorden duiden op een inconsistente of onbetrouwbare respondent dan moeten die worden geëlimineerd uit de steekproef.