home.kpn.nlhome.kpn.nl/naga/transcriptie.docx · Web viewEen dagbrief waarby iemand word gedagvaard...

12
Transcriptie 239-1 252 (zonder boedelbeschrijving) Toelichting In het archief van het Hof van Utrecht (raadsherenhof: 239-1, 252) bevindt zich de boedelbeschrijving van ca. december 1658 vanwege de nalatenschap van Jacob. Deze beschrijving is opgemaakt wegens mandamenten van benificie van inventaris op 20 november 1658 verleent aan ‘de mondige mitsgaders den mombers van den onmondige kinderen van Jacob Jans van Werckhoven’. De transcriptie staat hieronder. Betreffende stuk maakt duidelijk dat Jacob Jansz van Werckhoven al enige jaren daarvoor is overleden. Uit de boedelbeschrijving zelf valt namelijk op te maken dat er al voor meerdere jaren (rente)schulden onbetaald zijn gebleven, waaruit kan worden afgeleid dat Jacob mogelijk al eind 1652 of voorjaar 1653 is overleden, maar dat nalatenschap wegens de schuldeisers nog niet over de erven was verdeeld. Mogelijk was er sprake van een geschil tussen de weduwe en de kinderen van Jacob. Na zijn overlijden wordt de weduwe (zonder verdere naamsvermelding) van Jacob Jans van Werckhoven in het register van het leenhof in 1658 vermeld als tegenwoordige eigenaresse van de tegelbakkerij. Mandement van beneficie va inventaris: een dagbrief (bevel) van Boedelbeschryving. Een dagbrief waarby iemand word gedagvaard om een beschryving van een boedel of eenige goederen te geeven. Beneficie van Inventaris: voorrecht van Boedelbeschryving, het welk mede brengt dat den Erfgenaam niet verder in de Schulden des Boedels gehouden is, als de goederen van den Overledenen mogen toereiken TRANSCRIPTIE Mandement van Benificie van Inventaris Acgtervolgende der mandamenten van benificie van inventaris in sake den 20 november 1658 voorleden verleent de mondige mitsgaders den mombers van den onmondige kinderen van Jacob Jans van Werckhoven in zijn leven gewoont hebbende onder de gerecgte van Maersen waer bij ick Abraham van Karckraad raedt commissaris inden selven hoven gecommitteerd ben te procederen ter essentie enz. fine als inder selfer mandamenten Ben ick commissaris tot mijn adjunct hebbende Cornelis Portenger substituijt griffier inden selve

Transcript of home.kpn.nlhome.kpn.nl/naga/transcriptie.docx · Web viewEen dagbrief waarby iemand word gedagvaard...

Transcriptie 239-1 252 (zonder boedelbeschrijving)

Toelichting

In het archief van het Hof van Utrecht (raadsherenhof: 239-1, 252) bevindt zich de boedelbeschrijving van ca. december 1658 vanwege de nalatenschap van Jacob. Deze beschrijving is opgemaakt wegens mandamenten van benificie van inventaris op 20 november 1658 verleent aan ‘de mondige mitsgaders den mombers van den onmondige kinderen van Jacob Jans van Werckhoven’. De transcriptie staat hieronder. Betreffende stuk maakt duidelijk dat Jacob Jansz van Werckhoven al enige jaren daarvoor is overleden. Uit de boedelbeschrijving zelf valt namelijk op te maken dat er al voor meerdere jaren (rente)schulden onbetaald zijn gebleven, waaruit kan worden afgeleid dat Jacob mogelijk al eind 1652 of voorjaar 1653 is overleden, maar dat nalatenschap wegens de schuldeisers nog niet over de erven was verdeeld. Mogelijk was er sprake van een geschil tussen de weduwe en de kinderen van Jacob. Na zijn overlijden wordt de weduwe (zonder verdere naamsvermelding) van Jacob Jans van Werckhoven in het register van het leenhof in 1658 vermeld als tegenwoordige eigenaresse van de tegelbakkerij.

Mandement van beneficie va inventaris: een dagbrief (bevel) van Boedelbeschryving. Een dagbrief waarby iemand word gedagvaard om een beschryving van een boedel of eenige goederen te geeven.

Beneficie van Inventaris: voorrecht van Boedelbeschryving, het welk mede brengt dat den Erfgenaam niet verder in de Schulden des Boedels gehouden is, als de goederen van den Overledenen mogen toereiken

TRANSCRIPTIE

Mandement van Benificievan Inventaris

Acgtervolgende der mandamenten van benificie van inventaris in sake den 20 november 1658 voorleden verleent de mondige mitsgaders den mombers van den onmondige kinderen van Jacob Jans van Werckhoven in zijn leven gewoont hebbende onder de gerecgte van Maersen waer bij ick Abraham van Karckraad raedt commissaris inden selven hoven gecommitteerd ben te procederen ter essentie enz. fine als inder selfer mandamenten Ben ick commissaris tot mijn adjunct hebbende Cornelis Portenger substituijt griffier inden selve Hove ende voorts geselschapt met mr. Floris van Ewijck advocaat van deselfer kinderen ende mombers op huijden den 27 december 1658 ter versoecken van deselven te schuijten gerijst uijt Utrecht tot Maerssen inden sterfhuijsen vanden overledene ende hebben aldaer door schrijven deeser inventaris.

INVENTARIS

Op huijden der 12 januari 1658 (1659?) ter acht uren voor noen ben ick commissaris ter versoecken vande erffgenaemen van benefiere van inventaris wederom te schuijten

gereijst uijt Utrecht tot inden dorpe van Maerssen inde sterfhuijse van Jacob Janssen van Werckhoven voornoemt alwaer mede verschenen Steven van Suijlen schout, Albert Martens ende Aert Cornelissen Schepenen mitsgaders Jacob Augustijns secretaris tot Maerssen voornoemt behoorlijck versocgt zijnde vande voornoemde erffgenamen welcke erffgenamen geassisteert met mr. Floris van Ewijck haerlieden advocaat versochten dat mij commisaris believen wilde van ter vorderen effecten vander voors. Mandementen te procederen den voors. Schout ende scheepenen mitsgaders secretaris ten authoriseren tot het estimeren vanden verschr. inventariseerde goederen dien daer authorisatie van mij commisaris onder den eedt bij gene int aenvange van haerl. officier gedaen de selve hebben geestimeert naer haer beste kennisse weerdicg te zijn sulx als metten handt vander substituijt griffier Portenge door ordere van mij commissaris achter de respectieve posten is aengeteeckent volgens summiert calculatieve tesaemen te somme van drijen duijsent ses hondert vier ende t sesticg gulden omme welcken goederen wel ten bewaren ende daer mede ten doen voldoeninge in conformitie vanden voorts mandamenten van beneficiere van inventaris Cornelis Jans van Roijen woonenden op Groenendael onder de gerechten van Achtienhoven sich borgen als publ. constituerenden onder renuntiatieven van de exceptie van excussie aller andere exceptie ter bedwang vans gemelten hoven mogende lijde dat hij daer inden op rapport van mij commissaris bijder selver hoven werden geconst. Des eener orivenden bijden selven onderteeckent tot Maerssen den 12 Januari 1658.

Ondertekent: Steven van Suijllen, Aelbert Maertens, Augustijns (schrijft als jaar 1659), Aert Cornelis, Cornelis Janssen van Roijen (tekent kruis)