2017

Het Studieplan

Individuele leerlijn p2

Marijn Hoppenbrouwers 2116498

InhoudBeeld van het beroep.............................................................................................................................3

Inleiding..............................................................................................................................................3

Gastcollege Annemarie Vrijenhoek & Natascha Peers.......................................................................3

Verslag............................................................................................................................................3

Wat vond ik ervan?.........................................................................................................................4

Gastcollege Leon van der Elsen..........................................................................................................5

Verslag............................................................................................................................................5

Wat vond ik ervan?.........................................................................................................................5

Gastcollege Jasper Ragetlie................................................................................................................6

Verslag............................................................................................................................................6

Wat vond ik ervan?.........................................................................................................................7

Gastcollege Judith Hendriks...............................................................................................................7

Verslag............................................................................................................................................7

Wat vond ik ervan?.........................................................................................................................8

Excursie Antwerpen............................................................................................................................8

Verslag............................................................................................................................................9

Wat vond ik ervan?.........................................................................................................................9

Reflectie...........................................................................................................................................10

Kennis en vaardigheden van een bestuurskundige......................................................................10

Werkveld bestuurskundige...........................................................................................................11

Interessante vraagstukken...........................................................................................................11

Beeld eigen studiehouding...................................................................................................................12

Inleiding............................................................................................................................................12

SLB-gesprek......................................................................................................................................12

Workshops.......................................................................................................................................12

Mindset........................................................................................................................................12

Manier van studeren....................................................................................................................13

Persoonlijke Analyse............................................................................................................................14

JOHARI Venster................................................................................................................................14

Reflectie........................................................................................................................................15

Kernkwadranten...............................................................................................................................16

Uitleg............................................................................................................................................17

1

Belbin teamrollen profiel..................................................................................................................17

Reflectie........................................................................................................................................18

Samenwerking P1.............................................................................................................................18

Smartdoel.........................................................................................................................................18

Reflectie model door middel van STARR-model...............................................................................19

Brief voor de toekomst.........................................................................................................................20

Actieplan IL P3......................................................................................................................................22

Inleiding............................................................................................................................................22

Waarom een actieplan voor IL P3?...............................................................................................22

Ontwikkelingen en overwegingen................................................................................................22

Het actieplan................................................................................................................................22

Evaluatie actieplan.......................................................................................................................24

2

Beeld van het beroep

InleidingWanneer ik mensen vertel dat ik bestuurskunde studeer weten ze vaak niet wat het is. Bij bestuurskunde denken mensen vaak aan het besturen van een bedrijf zoals Shell of andere multinationals. Vaak zijn ze dan ook verbaast wanneer ik vertel dat een bestuurskundige een ambtenaar is die vaak werkt bij de gemeente. Dat veel mensen een verkeerd beeld hebben over bestuurskunde kan ik ze niet kwalijk nemen. Voordat ik bij de open dag was geweest had ik ook maar een vaag idee wat bestuurskunde was. Eenmaal begonnen met de opleiding wist ik wel wat je studeerde maar wist echter niet wat voor werk een bestuurskundige doet. In ‘Beeld van het beroep’ probeer ik voor mijzelf een beter beeld te scheppen over het beroep van een bestuurskundige.

Gastcollege Annemarie Vrijenhoek & Natascha PeersHet eerste gastcollege van dit blok werd gehouden door twee dames uit Bergen op Zoom. Annemarie Vrijenhoek is hoofd van de stedelijke ontwikkeling en directeur Aangenaam Bergen op Zoom. Natascha Peers is de teammanager van economie bij de afdeling Stedelijke Ontwikkeling in gemeente Bergen op Zoom en eigenaar van INSPIRATUM. Deze gastsprekers gingen vanuit hun werkervaringen vertellen over het onderwerp agendering. De hoofdvraag van dit gastcollege was dan ook: hoe komt een maatschappelijk probleem op de lokale politieke/bestuurlijke agenda?

Om deze vraag te beantwoorden en om een beter beeld te scheppen bij agendering werden er verschillende deelvragen beantwoord.

Welke maatschappelijke problemen kun je aan denken? Wanneer komt iets op politieke/ bestuurlijke agenda? Wie agendeert?

Verder werden er door de gastsprekers nog twee voorbeelden gegeven vanuit hun eigen ervaring. Deze voorbeelden waren de agendering rond het sluiten van de sigarettenfabriek Phillip Morris en de leegstand in de binnenstad van Bergen op Zoom.

VerslagVolgens de gastsprekers zijn er vele manieren om iets op de politieke agenda te krijgen. Agenderen is nu makkelijker dan in het verleden doordat de overheid zich tegenwoordig faciliterend opstelt. De media zorgt voornamelijk dat iets op de agenda komt, maar ook burgers kunnen dit. De burgers kunnen actiegroepen beginnen maar ook door brieven te sturen of door alleen maar op de tribune te gaan zitten tijdens raadsvergaderingen.

Recent sloot Philip Morris haar deuren om elders te gaan produceren. Philip Morris is een sigarettenfabriek die al jaren voor veel werkgelegenheid zorgt voor Bergen op Zoom en de directe omgeving. Het is dan ook niet gek dat door het sluiten van Philip Morris er veel werkeloosheid is ontstaan. De gastsprekers Annemarie en Natascha zijn leden van de taskforce die de problemen die zijn ontstaan door het sluiten van Philip Morris tegen te gaan. Om de werkeloosheid tegen te gaan moet er geld komen. Door aandacht te vragen aan de media wordt er druk gezet op het ministerie van economische zaken en ministerie van sociale zaken en gedeputeerden. Hierdoor komt dus op de agenda van deze politieke instanties. Door druk te zetten op deze belangrijke instanties komt er meer

3

geld vrij waardoor er meer kans is op succesvol beleid. Druk zetten door middel van media is dus een manier om je beleid te laten slagen.

Net als in ‘mijn’ Roosendaal is de leegstand in Bergen op Zoom is erg hevig. Kleine steden worden zwakker en grote steden worden sterker. Om dat in Bergen op Zoom tegen te gaan is er samengewerkt met de burgers (faciliteren). Een van deze maatregelen is ‘Lab’. Lab is een muur waar burgers briefjes aan kunnen hangen met ideeën om het probleem oplossen. Dit is een voorbeeld van dat de gemeente anders handelt dan in het verleden.

Wat vond ik ervan?Dit gastcollege was mijn eerste gastcollege en ik vond het zeer interessant. Dat komt ten eerste omdat ik zelf in de buurt van Bergen op Zoom woon waardoor ik de situatie rond Phillip Moris zelf heb meegekregen. Ook in Roosendaal (waar ik woon) hebben mensen hun werk verloren door het sluiten van de deuren van de sigarettenproducent. Ook het probleem leegstand spreekt mij erg aan omdat ik recent mijn onderzoek over de leegstand in Roosendaal heb afgerond. Beide onderwerpen spraken mij dus erg aan.

Ik was erg verbaasd dat de gemeente daadwerkelijk de media opzoekt om druk te zetten op de landelijke overheid. Hoewel ik wist dat plaatselijke politiek naar de media grijpt om de aandacht voor hun probleem aan te kaarten wist ik niet dat dit was om meer geld te ontvangen. Ik dacht dan ook dat de gastsprekers een grapje maakte toen ze dit vertelden. Achteraf gezien is het wel logisch dat ze dit doen. Het geld moet ergens vandaan komen en het geld voor de gemeentes is op lange na niet gelijk verdeeld over de Nederlandse gemeentes.

Het aantrekken van de media lijkt mij een erg interessant vakgebied. Ik vind het altijd al interessant hoe de media werkt en daarom lijkt me een baan waarin je zo met de media te maken hebt erg leuk. Een ander leuk aspect van het werk van de gastsprekers is dat je in contact komt met belangrijke mensen die hoger in de politieke wereld actief zijn. Ik zie mezelf in de toekomst wel in een overleg met de minister van economische zaken zitten.

Na dit gastcollege heb ik uit pure interesse nog wat research gedaan naar gemeentes en hun betrekking tot de landelijke media. Ik ben er wel mee eens dat gemeentes te duur en inefficiënt zijn. Een oplossing voor dit probleem zou zijn om gemeentes te fuseren. Door grotere gemeentes kun je problemen op grotere schaal aanpakken. Een goed voorbeeld daarvan is de het probleem leegstand. Annemarie Vrijenhoek en Natascha Peers gaven aan dat de leegstand een groot probleem is voor Bergen op Zoom. Doordat ik onderzoek heb gedaan voor mijn beroepsproduct over dit probleem weet ik dat Roosendaal en vele andere middelgrote steden met dit probleem kampen. Het probleem is vaak dat er te weinig geld beschikbaar is om het plaatselijke probleem op te lossen. Wanneer bijvoorbeeld Bergen op Zoom en Roosendaal samen één gemeente zouden vormen zou er meer geld zijn om dit op te lossen.

Achteraf gezien vond ik dit gastcollege erg leuk en erg leerzaam. Ik had een goede hoop dat het volgende gastcollege net zo interessant zou worden.

4

Gastcollege Leon van der ElsenHet tweede gastcollege werd gegeven door Leon van der Elsen. Leon heeft in Amsterdam geschiedenis gestudeerd en was tot recent onderzoeker van FNV, bestuurder in de gemeente Deurne en een journalist. Tijdens het gastcollege vertelde hij over zijn werk als onderzoeker en journalist.

Zijn meest recente werk was bij de FNV. De FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging) is de grootse vakbond van Nederland. De FNV is voor mensen die werk zoeken, in de bijstand zitten en een pensioen opbouwen maar ook gewoon voor mensen die werken. Als journalist was Leon hoofdredacteur en redactiechef van HR Rendement en Intermediair PW. Beide tijdschriften zijn tijdschriften die ik nooit van mijn leven zal aanraken, laat staan lezen.

In zijn gastcollege vertelde hij over hoe de politieke agenda wordt beïnvloed door acties van burgers en de media. Met acties worden onder andere burgerinitiatieven bedoeld. Leon heeft namelijk vaak te maken gehad met burgerinitiatieven tijdens zijn opdracht voor FNV.

VerslagLeon van der Elsen kwam voor het eerst in aanraking met agendering tijdens zijn tijd als onderzoeker voor FNV. Het FNV gaf hem de opdracht om zorginstellingen te onderzoeken. Er zijn de laatste tijd zware bezuinigen gedaan in de zorg. Veel mensen, voornamelijk oudere, waren afhankelijk van de buurtzorg. De zorginstellingen worden niet meer volledig betaald door de overheid en moet tegen elkaar concurreren op de vrije markt. Volgens Leon is het een zware tijd voor de zorg.

Veel mensen in de buurtzorg klagen omdat ze niet krijgen wat ze willen. Er wordt te veel gecontroleerd door de overheid en vaak krijgen ze niet de spullen die zo nodig hebben of krijgen ze deze spullen helemaal niet. Leon concludeerde uit zijn onderzoek dat mensen in de buurtzorg meer verantwoordelijkheid zouden moeten krijgen. Volgens Leon moet de patiënten van de buurtzorg zelf hun spullen moeten kunnen aanschaffen. Dit zou zorgen voor veel vrijheid en minder bureaucratie. Volgens Leon zal zijn onderzoek binnenkort in het nieuws komen.

Leon ging verder nog in op het markwerken van de zorg. Volgens hem werken de genomen maatregelen averechts. Ondanks dat de nieuwe maatregelen wat betreft de zorg nog jong zijn zou de meerderheid van de tweede kamer er alweer vanaf willen. Leon vindt deze vorm van politiek slecht. Volgens hem weet niemand in de politiek meer waar het naar toe moet gaan met de zorg. Hij ondersteunden zijn argument door de stelling van Anomie Durkheim te gebruiken; “Wanneer oude normen en waarden verdwijnen zijn er niet meteen weer nieuwe normen en waarden”.

Verder ging het in het gastcollege over burgerinitiatieven. Tijdens zijn onderzoek kwam de gastspreker in aanraking met een actiegroep. Deze actiegroep stuurde een brief met honderden handtekeningen betreft naar de zorg naar de gemeente. Wat volgde was veel gedoe. De brief zou niet hebben voldaan aan de eisen waardoor de handtekeningen ongeldig werden verklaard. De actiegroep was woedend dat ze werden genegeerd. Niet veel later kreeg pikte de media dit op en publiceerde over de situatie rondom de brief. Hierdoor werd het initiatief toch doorgevoerd.

Wat vond ik ervan?Hoewel ik het een erg interessant gastcollege vond stoorde ik me aan de gastspreker. Leon van der Elst liet namelijk wel erg nadrukkelijk zijn politieke kleuren zien tijdens het gastcollege. Hoewel ik mijzelf in sommige uitspraken wel kon vinden, vond ik het niet kunnen. Ik vind dat een gastspreker zich moet houden bij de informatie zodat de studenten zelf een mening kunnen vormen.

Wat ik erg interessant vond aan dit gastcollege was Leon een journalist is geweest. Bij de meeste gastcolleges krijg je vaak de mening/optiek van de politieke actor te horen en niet van de andere

5

actoren die meespelen in bestuurskunde. Leon liet duidelijk zien wat de rol is van de media in het hele proces van agendering.

Hoewel ik het werk als journalist nooit heb overwogen lijkt het me wel erg interessant. Als journalist zit je het dichts bij de actualiteit, en kun je met een goed artikel grote invloed hebben op de maatschappij. Een artikel over bijvoorbeeld de zorg kan een hele grote groep activeren om in actie te komen. Als journalist kan je dus maatschappelijke thema’s op de publieke en politieke agenda krijgen.

Het werk als onderzoeker sprak me erg aan. Je verdiepen in een bepaald onderwerp voor je opdrachtgever lijkt me erg leuk. Hoewel Leon van der Elsen geschiedenis heeft gestudeerd, kun je als bestuurskundige ook die richting op gaan.

Gastcollege Jasper RagetlieHet interessantste gastcollege van dit blok vond ik het college van Jasper Ragetlie. Jasper is momenteel bestuurder bij de LEVgroep, een groep die zich voornamelijk bezighoudt met het verbinden van buurten doormiddel van vrijwilligerswerk. Hiervoor werkte hij als raadsgriffier en wethouder in de gemeente Deurne en daarvoor ook nog in de Koninklijke Landmacht.

Het onderwerp van het gastcollege was “Agendavorming bezien vanuit de praktijk”. In het gastcollege werden vooral de systemen rond agendavorming besproken.

Onderwerpen van het gastcollege:

Agendavorming als fase in beleidsproces Agendavorming als wisselwerking Agenda-setting wordt agenda-netting?

VerslagHet eerste wat me opviel tijdens dit gastcollege was de opmaak van de presentatie. Vergeleken met de afgelopen gastcolleges had deze presentatie veel afbeeldingen. Verder was ik niet erg enthousiast. Dit was immers alweer het derde gastcollege en het onderwerp agendering begon me al een beetje de keel uit te hangen.

Jasper begon als eerst te vertellen over zijn vorige banen. Ik was verbaasd toen hij vertelde dat hij in het leger had gezeten. Jasper vertelde dat hij gediend had in Joegoslavië en dat hij niet lang geleden door het leger was gevraagd om in Uruzgan onderzoek te doen naar het gemeentelijke bestuur in de streek. Jasper is namelijk een reservist waardoor hij nog altijd kan worden opgeroepen door het leger. In Uruzgan heeft Jasper meerdere raadsdebatten gevolgd. In deze raadsvergaderingen kwamen naast de heersende oorlog ook normalen zaken aan bod. Zo werd er geklaagd dat de wegen slecht te berijden waren door het zand op de weg.

Na te hebben verteld over zijn avonturen bij het leger vertelde Jasper ons over de opleiding bestuurskunde. Bestuurskunde is volgens Jasper een hele brede opleiding. Je kunt zelfs in het leger komen! Maar meestal kom je in de gemeentes terecht. Omdat Jasper in de gemeente Deurne had gewerkt vertelde hij over de commotie rond doodgeschoten crimineel door de eigenaar van de plaatselijk juwelenzaak. Nadat dit op het nieuws was gekomen kwam veiligheid en integratie op de politieke agenda in Deurne.

6

Verder ging het gastcollege over de rol van de burger in het proces van agendering. Volgens Jasper zijn maar weinig inwoners betrokken bij het gemeentelijk bestuur. Alleen wanneer het ze persoonlijk aangaat komen de inwoners pas in actie. Deze actie bestaat voornamelijk uit zeuren bij de gemeente. Het kan overigens lastig zijn om iets op de politieke agenda te krijgen doordat er veel concurrentie is tussen de burgers. Er zijn namelijk veel mensen met verschillende belangen.

Verder raden hij iedereen aan om op de agenda van zijn of haar gemeente te kijken. Het is volgens Jasper heel makkelijk om de agenda van jouw gemeente op internet te vinden.

Wat vond ik ervan?Zoals ik al eerder heb aangegeven vond ik dit het interessantste college. Dat kwam echter niet omdat ik zo geïnteresseerd ben in Deurne, maar omdat ik het verhaal over zijn tijd bij het leger erg interessant vond. Hoewel ik zelf nooit in het leger zou gaan weten veteranen vaak wel interessante verhalen te vertellen.

Verder vond ik de schema’s van agendering zeer handig. Hoewel ik er nu ondertussen genoeg over heb gelezen en gezien vind ik schema’s toch verhelderend en duidelijk. Wat Jasper bij de schema’s vertelde was ook erg ondersteunend. Ik vond hem dan ook een goede spreker aangezien hij zijn boodschap goed kon overbrengen.

Wat me erg aansprak is het werken over de grenzen. Ik heb het altijd leuk gevonden om naar buitenland te gaan. Een baan waarbij je vaak naar het buitenland moet reizen is voor mij dan ook een plus punt.

Ondanks dat ik het een erg interessant gastcollege vond raakte ik aan het einde toch mijn concentratie kwijt. Ik was overigens niet de enige aangezien het erg rumoerig werd in de zaal. Ik denk niet dat dit te verwijten is aan de gastspreker maar van de omstandigheden. Het college was een uur verzet en de meeste van de studenten hadden al een lange dag achter de rug.

Gastcollege Judith HendriksJudith Hendriks is een raadslid in Den Bosch. Ze is fractievoorzitter en enige lid van de Bossche Groenen. Ze heeft sociologie gestudeerd en is sinds haar achtentwintigste politiek actief in Den Bosch. Ze vertelde ons over de rol van een lokale politieke partij in de agendering van een maatschappelijk probleem. Ook vertelde ze over de rol van burgers in dit proces. Verder belichten Judith de rol van de Bossche Groenen tijdens de agendering van het kunstgras probleem.

VerslagHet gastcollege begon met een blunder. In plaats van een PowerPoint had Judith Hendriks een soort groot kladbord meegenomen. Omdat je wanneer je zoals ik achter in de zaal zit niks van het kladbord kan lezen gaf ze het college zonder enige ondersteuning. Doordat er geen PowerPoint voor dit college was om informatie voor je verslag af te halen werden er veel aantekeningen gemaakt.

Zoals ik hierboven al heb vermeld is Judith al vanaf haar achtentwintigste in de lokale politieke aanwezig. Ze begon echter niet bij haar huidige partij. Voordat ze de Bossche Groenen oprichten was Judith namelijk raadslid van GroenLinks. Nadat ze tien jaar lid was van GroenLinks kreeg ze een uitval met haar partijgenoten. Na veel drama stapte ze uit de partij om met haar nieuwe partij een doorstart te maken. Haar andere reden voor de scheiding was dat GroenLinks niet groen genoeg meer was. Afgelopen verkiezingen kwamen de Bossche Groenen met 1 zetel in de raad. Die zetel nam ze uiteraard zelf in beslag.

7

Haar voornaamste taak als fractievoorzitster van de Bossche Groene waren onderwerpen, die voornamelijk over ‘groen’ gingen, aan te kaarten en op de agenda te zetten. Verder is voor Judith de ombudsfunctie erg belangrijk.

Er is veel veranderd met de agenda bepaling. Burgers bepalen steeds meer wat wel en wat niet op de agenda komt in de gemeenteraad. Er zijn steeds meer actiegroepen en er worden steeds meer e-mails verstuurd. Volgens Judith is daardoor de burger steeds nadrukkelijker in het beeld. Zelf heeft Judith veel contact met deze burgers.

Judith gaf in haar college een voorbeeld uit 2012 waarin zij met haar partij een onderwerp op de landelijke agenda had gekregen. Dit onderwerp was kunstgras. Judith kreeg ze steeds meer klachten te horen over keepers die ziek werden wanneer ze op kunstgras speelde. Uit bezorgdheid diende de Bossche Groene daarom een motie in om kunstgras te verbieden. Niet veel later nam de Volkskrant contact op met de Bossche groenen over deze motie. Niet veel later was het kankerverwekkende kunstgras landelijk nieuws.

Wat vond ik ervan?Ondanks het gebrek aan een PowerPoint vond ik dit een erg interessant gastcollege. Hoewel we al in het vorige gastcollege (van Jasper Ragetlie) al de invalshoek van de politiek hadden behandeld was het goed om te horen wat een raadslid met agendering te maken had. Wat ik alleen wel jammer vond was de keuze van de gastspreker. Een één-mans fractie van een plaatselijke partij is toch minder interessant dan een grotere landelijke partij. Wel vond ik het goed dat Judith wel de fractievoorzitter is haar partij is. Doordat ze fractievoorzitter is heeft ze toch meer inzicht wat er allemaal gebeurt binnen een partij.

Het maatschappelijk probleem de kunstgrasvelden sprak mij erg aan. Ik voetbal regelmatig op kunstgrasvelden waardoor ik de hectiek van dit thema zelf meekreeg. Ik denk dat wanneer een onderwerp dichter bij je staat je het automatisch interessanter vind. Dit is bij mij in ieder geval het geval. Toen dit onderwerp erg ‘hot’ was wilden ik erg graag meer over weten. Tijdens dit college is dit gebeurt.

Ik heb veel geleerd tijdens dit gastcollege. Zo ben ik meer te weten gekomen over de agendering van het kunstgras probleem. Ondanks dat dit alweer het vierde college was en omdat ik al redelijk ver was met mijn eigen beroepsproduct dat over dit onderwerp gaat, wist mevrouw Hendriks met haar presentatie de laatste touwtjes voor mij aan elkaar te binden. Dit deed ze door uit te leggen hoe het contact tussen een politieke partij en haar kiezers gaat. Dit was mij hiervoor niet helemaal duidelijk.

Excursie AntwerpenDonderdag 12 januari ben ik samen met mijn medestudenten van de opleiding bestuurskunde naar Antwerpen gegaan. Het doel van deze excursie was voor mij erg vaag. Er werd mij verteld dat deze excursie bij zou dragen aan blok vier van dit jaar aangezien dat blok over buitenlands beleid gaat. “Blok vier?” Dacht ik. “Dat is toch pas aan het eind van het jaar? Waarom wordt deze excursie dan niet gehouden wanneer we bij blok vier zijn? Moet ik dit allemaal gaan onthouden tot we gaan beginnen met blok vier? Kan ik deze dag niet beter gebruiken om voor mijn tentamens te leren en aan mijn individuele leerlijn te werken?” Veel van deze vragen bleven onbeantwoord.

8

VerslagIk kwam een aantal medestudenten tegen aan de voorkant van het station Breda. In de toelichtingsbrief van de excursie stond dat we in Belcrumkant zouden worden opgepikt. Ik was dan ook niet zeker dat dit Belcrumkant was aangezien mijn telefoon aangaf dat Belcrumkant nog een aantal kilometer van het station vandaan was. Mijn medestudenten wisten dit ook niet en bleven gewoon staan. Ik bleef uiteindelijk ook maar staan hopend dat we op de juiste plek stonden. Vijf minuten na negen kwam de bus aan. We stonden dus goed.

Na een lange reis stapte we uit bij de ISVAG-afvalverwerkingsfabriek. We zouden hier een presentatie van de directrice, een rondleiding door de fabriek en een presentatie over het gemeentelijke bestuur van de stad Antwerpen krijgen. Ik was benieuwd.

De directrice Karin Nauwelaerts vertelde tijdens haar presentatie over het bedrijf ISVAG. ISVAG-afvalverwerkingsfabriek verwerkt het afval dat niet gerecycled kan worden. Dat is ongeveer 20% van al het afval dat de Belgen jaarlijks produceren. Dit restafval wordt verwerkt om er nog maximale uit te halen. Zo wordt de warmte die ontstaat door het smelten van het afval gebruikt om energie op te wekken en de as gebruikt om wegen aan te leggen. Verder ging ze nog in op de afvalsector zelf. De afval wereld is volgens mevrouw Nauwelaerts een echte mannenwereld en het was dan ook lastig om als vrouw de leiding te hebben over het bedrijf. Toen ze zes jaar geleden was aangesteld aan het hoofd van het bedrijf reageerden de mensen dan ook verbaasd. Wellicht zou misschien ook zijn gekomen doordat ze een jurist is. Een jurist verwacht je niet snel aan het hoofd van een fabriek natuurlijk.

Ook vertelde ze over de bestuurskundige kant van het bedrijf. ISVAG’s verzorgingsgebied is de regio Antwerpen en in plaats van vuilnis bij te kopen zoals in Nederland, teert ISVAG puur op het afval van hun eigen regio. In deze regio was het de afgelopen jaren flink te doen geweest over het bedrijf. De geheimzinnige houding van het bestuur zorgde voor veel wantrouwen in de omgeving. Om wantrouwen tegen te gaan heeft ISVAG een paar jaar geleden de koers gewijzigd en publiceert sindsdien alles wat het bedrijf doet online om zo open mogelijk te zijn. Na deze presentatie kregen we een filmpje over het bedrijf te zien. Vervolgens werden we opgedeeld in drie groepen voor de rondleiding door de fabriek. Hoewel ik het niet echt bij de opleiding vond passen vond ik het erg interessant hoe het in zo’n fabriek allemaal aan toe gaat.

Nadat de rondleiding af was gelopen kregen we een presentatie over het besturingssysteem van de gemeente Antwerpen. Toen Antwerpen groeide kwamen ze ruimte te kort waardoor de stad gemeentes ging opslokken. Deze gemeentes verloren hun autonomie en werden sectoren. In deze presentatie werd uitgelegd hoe dit allemaal in elkaar stak.

Eenmaal terug in de bus reden we door naar Antwerpen centraal. Hier kregen we een rondleiding door het Schipperskwartier. Het Schipperskwartier is een wijk in Antwerpen waar voorheen veel armoede en prostitutie aanwezig was. Tijdens de rondleiding kregen we veel oude maar ook nieuwe gebouwen te zien. We werden rondgeleid door de wijk en zagen hoe de prostitutie steeds verder werd verdrongen van het centrum vandaan. Veel van deze gebouwen hadden een intrigerend verhaal. Aan het einde van de rondleiding kregen we de huidige plek van prostitutie te zien. Vervolgens hadden we nog een uurtje om door Antwerpen te struiven voordat de bus ons weer terug naar Nederland bracht.

Wat vond ik ervan?Naar mijn idee was dit een vreemde excursie. Het doel van deze excursie was mij dan ook volledig onbekend. Achteraf gezien denk ik niet dat ik erg veel heb geleerd wat mijn studie zal ondersteunen.

9

Ook de combinatie van afval en hoeren vond ik een vreemde. Tenzij de opleiding op een originele manier wilden laten zien dat hoeren het afval zijn van de samenleving.

Desondanks heb ik me tijdens de excursie op zekere momenten erg geamuseerd. Er heerst een erg goede sfeer in mijn klas en dat maakte het erg gezellig. Daarom vond ik het ook zo raar dat onze klas constant werd opgedeeld in andere groepen. Toch denk ik dat excursies zoals deze zorgen voor (nog) meer samenhang in de groep.

Ik heb veel geleerd over de stad Antwerpen. Het districtenstelsel, het anti-hoeren beleid en de afvalverwerking in Antwerpen waren allemaal dingen die ik nog niet wist over de stad. Daarvan vond ik de eerste twee erg interessant. De reden daarvan is doordat je in beide gevallen bestuurskunde in de praktijk aan het werk zag gaan. Het beleid rond het Schipperskwartier voornamelijk. Het probleem in die wijk was de prostitutie en de criminaliteit en om dat probleem te verhelpen is er beleid gemaakt om dat probleem te verhelpen. Door te revitaliseren door bijvoorbeeld het afbreken van de kroten om vervolgens nieuwe huurhuizen neer te zetten verdween de criminaliteit en werd de wijk aantrekkelijker.

Het meest verbaasd was ik over de prostituees. Ik had voor deze trip nog nooit prostituees gezien en wist niet goed wat ik van een hoerenbuurt moest verwachten. Ik verwachten natuurlijk schaars geklede dames achter een raam waar zo nu en een man naar binnen glipte, maar ik had niet verwacht dat het er allemaal zo schimmig aan toe ging. Alle bezoekers liepen met een capuchon op en alle prostituees keken erg ontevreden. Het voelde ongemakkelijk om naar de dames te kijken waardoor ik toch maar snel weg keek.

ReflectieNa al deze gastcolleges en de excursie is mijn beeld over het beroep van een bestuurskundige breder geworden. Ik had natuurlijk al een beeld over het vak na blok 1, maar ik heb nu het gevoel dat dit beeld scherper is geworden. Dit beeld zal ik hieronder beschrijven.

Kennis en vaardigheden van een bestuurskundige Een bestuurskundige heeft natuurlijk bepaalde kennis en vaardigheden nodig om goed te zijn in zijn vak. In blok 1 zag ik een bestuurskundige als iemand die zijn mening voor zich hield en zijn onderzoek deed zonder daarbij te worden beïnvloed door zijn werkgever. Voor een bestuurskundige is het belangrijk een ‘open mind’ te houden over het betreffende onderwerp en het probleem vanuit verschillende oogpunten te bekijken. Nu weet ik dat dat niet altijd je mening op de achtergrond hoeft te houden. Soms kan je je eigen visie uiten in je onderzoek. Een bestuurskundige in de politieke sector zal soms moeten proberen andere te overtuigen van zijn visie over welk beleid er moet worden uitgevoerd.

Het belang van goed kunnen interviewen blijkt erg belangrijk voor een bestuurskundige. In het vorige blok dacht dat interviewen maar een bijzaak was. Nu weet ik dat dat juist het tegenovergestelde is. Een bestuurskundige doet vooral kwalitatief onderzoek en daar horen interviews bij. Het is mij ook opgevallen wat een verschil het is wanneer een interview wordt gehouden door een goede interviewer.

Ook heb ik tijdens de gastcolleges gezien hoe belangrijk het is om goed te kunnen spreken. Door interessant te presenteren luisteren mensen beter naar je dan wanneer je mompelt. Zo vond ik dat

10

gastspreker Jasper Ragetlie veel interessanter sprak dan Judith Hendriks waardoor ik aandachtiger heb geluisterd naar de eerste. Presenteren is een vaardigheid waar je echt op moet trainen.

Werkveld bestuurskundigeAan het einde van het eerste blok dacht ik dat, op een paar uitzonderingen na, alle bestuurskundige wel bij de overheid terecht kwamen. Ook dit beeld bleek incorrect. Hoewel de meerderheid inderdaad in die sector terecht komt zijn er werkvelden voor een bestuurskundige. Zo zat Jasper Ragetlie in het leger en was Leon van der Elsen een journalist. Dit vind ik fijn aangezien ik nog niet zeker weet welke kant ik op wil gaan na mijn studie.

Toch denk ik dat echt gemeentewerk niks voor mij is. Naar mijn idee is de werkvariatie in een gemeente erg klein en niet uitdagend. Veel interessanter vind ik de landelijke politiek. De variatie en grote van je werk is dan veel groter. Alleen heb ik wel gehoord dat wanneer je als bestuurskundige in de landelijke politiek wil werken je wel je master nodig hebt. Dus als ik dat echt wil zal ik nog even door moeten werken.

Interessante vraagstukkenTijdens dit blok heb ik kennis gemaakt met veel nieuwe vraagstukken. Voorbeelden hiervan zijn de kunstgrasvelden die kankerverwekkend zijn, de toenemende leegstand in mid-grootte steden en de problemen die zijn ontstaan door het op de markt brengen van de zorg. Natuurlijk zaten daar vraagstukken bij die mij meer aanspraken dan anderen. Toch vond ik de meeste vraagstukken erg interessant.

Het interessantste vraagstuk vind ik de leegstand van binnensteden. Ik heb hier onderzoek naar gedaan voor mijn beroepsproduct en ik vond het een erg interessant onderzoek. Het mooie aan dit onderwerp vind ik dat er geen simpele oplossing voor is. Mensen blijven online hun spullen kopen en winkels zullen failliet blijven gaan. Kijken we misschien niet verkeerd naar het probleem? Moeten we wel proberen om die lege panden te vullen met winkels? Is er geen betere oplossing?

11

Beeld eigen studiehouding

InleidingDe overstap van Havo naar Hbo is een grote. De tijd van een beetje achteruit hangen zijn voorbij. Hier moet je echt werken. Als je mij twee jaar had verteld dat ik even 5000 woorden moet schrijven over mijn studie verloop, had ik je hard uitgelachen. In dit hoofdstuk van dit product zal ik op mijn eigen studiehouding reflecteren.

SLB-gesprekWanneer we de kans kregen om ons in te schrijven voor het SLB-gesprek schreef ik me zo snel mogelijk in. Door een ongeval dat een paar weken geleden had plaats gevonden had ik er baat bij om zo snel mogelijk een gesprek te hebben. Doordat we maar twintig minuten hadden en veel stof om over te praten hadden is het onderwerp studiehouding nauwelijks ter sprake gekomen. Wel hadden we besproken dat ik mijn ouders minder zou gaan betrekken bij mijn studie. Dit is het afgelopen blok redelijk goed gegaan. Ik heb mijn studie meer voor mijzelf gehouden en minder om hulp gevraagd.

WorkshopsDit blok waren de tutorlessen anders dan we gewend waren. In plaats van wat uitleg en wat tijd om aan je beroepsproduct te werken kregen we twee workshops. De eerste workshop ging over mindsets en de tweede over de manier van leren. Beide workshops waren bedoeld om je studiehouding te verbeteren.

MindsetDe eerste workshop ging over mindset. Er zijn twee mindsets; de fixed mindset en de growth mindset. Waar het op neem komt is het volgende;

Iemand met een fixed mindset gaat uit dat intelligentie vast staat. Hij vermijdt uitdagingen uit de angst om fouten te maken en volgens hem draait alles om succes. Inspanning is zinloos en kritiek is een bedreiging. Deze mindset beperkt prestaties en zorgt voor een slechte leermethode. Daarnaast heb je ook een growth mindset. Iemand met een growth mindset gaat ervan uit dat iedereen in staat is te veranderen door te leren en ervaring op te doen. Hij geeft niet op bij uitdagingen en zien kritiek als iets om jezelf te verbeteren.

In veel situaties vond ik dat ik dat ik een fixed mindset had. Voor mij staat succes vaak voorop en ik vind het vervelend om kritiek te ontvangen. Daarentegen denk ik wel dat intelligentie niet vast staat en dat je nooit te oud bent om te leren.

Hoewel ik in blok 1 vaak met een fixed mindset te werk ging had ik besloten om er in blok 2 meer op te letten. Ik denk dat dat goed is gelukt totdat ik onder stress kwam te staan toen de deadlines naderden. Toen ik een onvoldoende terug kreeg voor mijn plan van aanpak was ik dan ook in eerste instantie erg boos. Later besefte ik dat dit niet de juiste manier van denken is en besloot ik te kijken wat ik verkeerd had gedaan en hoe ik dat beter kon doen. De kritiek liet mij mijn fouten inzien zodat ik het de volgende keer beter kan doen. Ik had een growth mindset.

Terwijl ik over fixed mindset zat te schrijven dacht ik over mijn verlegenheid in nieuwe situaties. Die verlegenheid maakt dat ik het moeilijk vind nieuwe uitdagingen aan te gaan (dit lijkt fixed mindset) en nieuwe mensen en nieuwe omgevingen te leren kennen. Dit belemmert eigenlijk mijn ontwikkeling en maakt mij passief.

12

Manier van studerenDe tweede workshop ging over de manier van studeren. Er werden tips en trucs gegeven hoe je beter en efficiënter kon leren. Daarna vertelde we aan elkaar hoe we zelf leren en vertelde we elkaar wat je nog extra kon doen ter voorbereiding van de tentamens. Zelf denk ik dat ik in blok 1 een goede manier van leren voor mijzelf heb gevonden. Voor de tentamens van blok 1 ik leerde ik voornamelijk de dia’s en mijn aantekeningen. Mijn boek raakte ik nauwelijks aan. Deze manier van leren zorgt ervoor dat je in weinig tijd zo veel mogelijk stof leert. Hoewel leraren vaak waarschuwen dat er ook stof is de tentamens komen die niet in de dia’s staan pas ik mijzelf daar niet op aan. Wellicht mis je dan paar vragen wel, maar zijn die extra punten wel al die tijd studeren waard?

Naast de dia’s leren schrijf ik alles op. Wanneer ik dingen opschrijf onthoud ik ze beter. Meestal schrijf ik de belangrijkste stof dan op in overzichtelijke schema’s om die vervolgens uit mijn hoofd te leren. Ook maak ik altijd de oefententamens de dag voordat het echte tentamen is. Wanneer ik dan op iets stuit dat ik niet weet steek ik daar nog extra tijd in.

Mijn grote valkuil bij het studeren van mijn tentamens is het plannen. Ik heb geen goed besef van tijd en tijdsinzet. Ik weet ook niet goed waar ik mee moet beginnen. Daarom begin ik vaak niet en uiteindelijk te laat. Dus een goede prioritering en planning lukt me vaak niet. Juist een goed planning zou mij goed helpen voor het verdere jaar.

13

Persoonlijke Analyse

JOHARI Venster

JOHARI Venster Bekend aan jezelf Onbekend aan jezelfBekend aan andere Open Ruimte

RustigBetrouwbaar

AarzelendAfwezig

GeslotenLui

VerlegenOnzeker

BedachtzaamTraag

Kan relativerenCynischGeremd

MildWaait met alle winden mee

AfstandelijkSarcastisch

NuchterSlordig

OngedisciplineerdHumoristischAnalytischGevoelig

BesluiteloosIntelligent Kan goed luisteren

Chaotisch

Blinde Vlek

SerieusToegewijd

Te kritischOpofferend

OnverschilligZorgzaam

PessimistischDoorzetter

OngeduldigOntspannenBescheiden

Niet directVerdraagzaam

PassiefEvenwichtigEerlijk

BevooroordeeldBetweterig

BemiddelaarBemoeizuchtig

VerantwoordelijkOptimistisch

Bot

Onbekend aan anderen Verborgen Gebied

InlevingsvermogenOnzelfstandig

OnhandigOverbezorgd

SpeelsVrolijkTactvolRespectvolOplettend

Onbekend Gebied

14

ReflectieHet eerste wat me opviel tijdens het invullen van mijn JOHARI-venster is de tegenstrijdigheid van sommige eigenschappen. Ik word optimistisch én pessimistisch, lui én een doorzetter, afstandelijk én bemoeizuchtig gezien en zo gaat het maar door. Een verklaring kan gevonden worden in het feit dat aan verschillende mensen is gevraagd om mij als persoon en de daarbij behorende persoonskenmerken te beschrijven. Dat varieerde van familieleden tot klasgenoten. Maar dan nog, je bent toch één persoon? Hoewel de mate waarin iemand je kent natuurlijk mede bepaalt hoe iemand je ziet, blijft het vreemd om zulke van elkaar afwijkende beschrijvingen van jezelf te zien. Om toch meer duidelijkheid te scheppen, zal ik dit venster uitleggen en proberen de verschillen te verklaren.

Als ik naar mezelf kijk zie ik vooral een introverte jongen. Ik ben rustig, nuchter, mild, analytisch, bedachtzaam. Ik ben een goed luisteraar en kan goed relativeren. Zoals het JOHARI-venster aangeeft, word ik ook zo gezien door de mensen om mij heen. Een mogelijke oorzaak van mijn introvertheid ligt in de omstandigheden waarin ik ben opgegroeid. Heel mijn leven ben omringd door extroverte personen. Mijn moeder en mijn zusje, maar ook mijn vrienden waren en zijn altijd erg dominant aanwezig waardoor ik zelf minder de kans had om mezelf te uiten en de aandacht op te eisen. Een andere mogelijke reden is dat ik ben opgegroeid met gescheiden ouders. Hoe je het ook wendt of keert, je bent vaker alleen met alleenstaande ouders. Hierdoor ben ik toch individualistischer en in mezelf gekeerd geworden.

Aan introvert zijn zitten ook negatieve kanten. Sommige ‘goede’ eigenschappen kunnen worden vervormd. Ik ben zo rustig dat ik als passief word gezien. Anderen interpreteren mijn rustige houding weer als gesloten en afstandelijk. Hetzelfde gebeurt bij het kenmerk bedachtzaamheid. Omdat ik vaak langer denk voordat ik iets zeg, vinden mensen mij afwezig en verlegen. Anderzijds leggen mensen deze houding uit als cynisch en bot. Doordat ik analytisch ingesteld ben, lijk ik traag en aarzelend. Door mijn milde houding ben ik weer te onzeker en te geremd. En omdat ik naar iedereen luister, waai ik met alle winden mee en lijk ik onverschillig.

Mijn ouders hebben allebei een universitaire opleiding voltooid. Ze vinden dat je altijd het beste uit jezelf moet halen en dat geldt zeker ook voor je opleiding. Intelligentie is bij ons altijd een belangrijke factor geweest. Daarbij komt dat mijn moeder en stiefvader op een middelbare school werkten en werken. Het was voor mij een enorme teleurstelling dat ik niet door kon gaan op het Vwo en naar Havo moest overstappen. Ik weet dit altijd aan mijn luiheid, slordigheid en ongedisciplineerde houding. Tegenover de verwijten aan mezelf staat de trots van mijn ouders over het behalen van een Havodiploma met hele goede cijfers. Zij denken dat ik door mijn toewijding, mijn serieuze houding, mijn verantwoordelijkheidsgevoel en mijn doorzettingsvermogen zo ver ben gekomen. Deze kwaliteiten herken ik juist niet zozeer bij mezelf.

Een aantal jaar geleden ben ik getest op ADD. Die werd bij mij vastgesteld. Mijn omgeving zag dat als een verklaring van mijn chaotische en slordige inslag. Een goed voorbeeld daarvan is mijn kamer waar ik dit nu typ. Die ligt vol troep, mijn boeken liggen overal verspreid over de vloer. Her en der stapeltjes bladen die, wanneer ik ze nodig heb, nergens meer te vinden zijn.

Het bijzonderste van dit onderzoek is dat ik als optimistisch en pessimistisch word gezien. Hoewel ik mezelf niet herken in beide, geeft het wel weer hoe compleet verschillend mensen kunnen zien. Mijn zusje vond mij pessimistisch terwijl mijn broertje mij optimistisch vindt. Dat is vreemd aangezien ze me beiden evengoed kennen. Wellicht heeft het ermee te maken dat ik anders praat tegenover mijn zusje dan tegenover mijn broertje.

15

Kernkwadranten

1. Kernkwaliteit = Rustig Valkuil = Verlegen Uitdaging = Spontaan Allergie = Onrustig

2. Kernkwaliteit = Humoristisch Valkuil = Niet serieus Uitdaging = Serieus Allergie = Humeurig

3. Kernkwaliteit = Toegewijd Valkuil = Fanatiek Uitdaging = Rustig Allergie = Afwezig

UitlegIk heb voor deze kernkwadranten gekozen omdat ik die drie kernkwaliteiten zeker bezit. Ik vulde ze in om erachter te komen of het klopt. De allergieën komen overeen met zaken waaraan ik een hekel heb.

De eerste kernkwadrant klopt omdat ik van nature rustig ben en ik word snel opgefokt wanneer mensen onrustig doen. Een goed voorbeeld daarvan is mijn vorige bijbaan bij Albert Hein. Mijn ‘baas’ was altijd erg spontaan terwijl ik meer een verlegen type ben. Wij stoorden ons allebei aan elkaar.

16

De tweede kernkwadrant was een makkelijke. Ik ben iemand die het altijd wel leuk vindt om een grapje te maken. Dat geldt niet voor mijn rijinstructeur. Wanneer ik grapjes maak tijdens het rijden vindt hij dat ik de lessen niet serieus neem. Ik vind hem weer te serieus waardoor hij erg humeurig overkomt.

De derde kernkwadrant is er eentje die ik tijdens het maken van mijn eerste beroepsproduct tegenkwam. Wanneer ik ergens echt toegewijd aan ben, in dit geval het beroepsproduct, word ik wel fanatiek. Een lid van mijn beroepsproduct groepje was er steeds maar half bij met zijn aandacht. Achteraf gezien zal dit wel de reden zijn geweest waarom het niet zo lekker liep in ons groepje.

Belbin teamrollen profiel

Mijn score:

1. Plant2. Zorgdrager 3. Groepswerker

Plant

Dominant, zeer hoge intelligentie, introvert. De man met de plotselinge ideeën. ‘Ingeplant’ in rustige teams om creativiteit te genereren: hij maakt nieuwe openingen. Een plant roept weerstanden op door gebrek aan praktische zin en door kritische houding ten opzichte van ‘domheid’.

Zorgdrager

Rustig, introvert. Houdt in de gaten dat er niets wordt overgeslagen: hij volgt alleen iedereen rusteloos, zorgzaam en wat beschroomd ten opzichte van anderen. Hij ‘absorbeert’ als het ware de stress (maagzweertype); de man achter de schermen die het planmatige verloop voor zijn rekening neemt.

Groepswerker

Stabiel, extrovert, weinig overheersend. Stimuleert en ondersteunt de teamleden, bevordert de communicatie en de teamgeest. Hij integreert mensen en hun activiteiten, is sociaal opmerkzaam en kan goed luisteren. Geschikt voor een leidinggevende rol: groepswerkers hebben een sterk verlichtend effect op teams.

ReflectieIk kan me maar moeilijk in een van de teamrollen plaatsen. Het klopt dat ik de meest overeenkomsten heb met een plant. Toch komt een aantal eigenschappen niet overeen. Ik ben introvert en ik denk ook wel intelligent, maar ik ben absoluut niet dominant. In een groep heb ik vaak goede ideeën maar ben altijd heel terughoudend om mijn plan voort leggen.

De zorgdrager vind ik het minst bij mij passen. Hoewel ik rustig en introvert ben, zie ik voor de rest geen gelijkenissen tussen die zorgdrager en mij. Ik ben juist iemand die de rest zijn gangetje laat gaan en stress mijdt.

De groepswerker heeft weer wat meer gelijkenissen met mij dan de zorgdrager. Ik denk dat ik in een groep redelijk stabiel ben en zeker niet overheersend ben. Het extroverte is daarmee weer niet in overeenstemming, ik ben eerder introvert.

17

Ik denk dat ik in een rustige groep wel als een plant kan functioneren. Omdat ik niet erg overheersend ben moet ik wel de ruimte krijgen om mijn ideeën te delen. Ik zou de zorgdrager kunnen zijn in een situatie waarin een ander groepslid de rol van plant op zich heeft genomen. Wanneer ik geen directe taak heb, zou ik de andere groepsleden ondersteunen. Ik kan me opstellen als een groepswerker wanneer ik de mensen met wie ik werk beter ken. Wanneer alles volgens schema verloopt en er dus minder haast is om iets af te maken, zou ik proberen het groepje wat gezelliger te maken.

Samenwerking P1De samenwerking in het beroepsproductgroepje in P1 ging naar mijn idee redelijk. In de eerste weken probeerde Judith mij en Fabio aan het werk te krijgen. Met weinig resultaat, wat haar duidelijk frustreerde. Fabio en ik haalden de deadlines vaker niet dan wel. Toch vond ik dat Judith haar boosheid weinig liet blijken.

Halverwege het blok drong het toch tot me door dat ik echt moest gaan werken als ik een voldoende wilden halen. Ik heb vanaf dat moment erg hard gewerkt. Ik kwam met ideeën en haalde mijn deadlines. Fabio daarentegen bleef zijn deadlines missen. Dat frustreerde Judith enorm.

In de eerste weken van ons blok 1 maakte ons groep je dus geen progressie. Hierdoor besloot Judith de leidende rol op te pakken. Deze rol zou je volgens het belbin teamrollen model kunnen zien als de voorzitter. Judith stuurde de groep en nam als het ware de leiding. Toch denk ik dat wanneer Judith in een andere groep zat waar al een voorzitter in zat, ze een andere rol zou aannemen. Welke dat zou zijn weet ik niet.

De rol van Fabio was voor mij eerst onduidelijk. Fabio hield zich erg afzijdig van de groep en leek niet erg geïnvesteerd in het groepsproces. Hij deed niet veel meer dan wat hem werd opgelegd. Hierdoor was het moeilijk te ontdekken welke team rol Fabio vervulde. Toch denk ik dat Fabio in onze groep de groepswerker was. Fabio zorgde bij onze bijeenkomsten voor een goede sfeer door het maken van humoristische opmerkingen. Dit zorgde dat het groepswerken allemaal wat makkelijker ging en het ijs brak.

Nadat ik eenmaal begon te werken aan het project vond ik dat er creativiteit miste in ons beroepsproduct. Ik kwam steeds met nieuwe ideeën waarvan een hoop werden verwerkt in het product. Ik nam dus de rol van de plant in. Ik ben echter wel erg chaotisch wat niet altijd ten goede komt tijdens opdrachten zoals deze. Judith, de voorzitter van de groep, zorgde voor orde en duidelijkheid in de groep. Die orde heb ik nodig om goed te functioneren.

Zoals al gemeld vervulde Fabio de rol van de groepswerker. Hij brak het ijs wat ik erg fijn vond omdat ik nogal verlegen was. Het was het begin van het jaar en ik kende nog niemand. Door de goede sfeer was ik toch wat mondiger waardoor ik meer kon bijdrage aan de groep. Ik heb nu eenmaal een goede sfeer in de groep nodig om mijzelf te kunnen uiten als een plant.

Achteraf gezien denk ik we een goede groep hadden qua belbin rollen betreft. We hadden Judith de voorzitter die de leiding, Fabio de voorgever die zorgde voor een goede sfeer in de groep en ik de plant die zorgde voor de benodigde creativiteit en ideeën. Onze rollen vulde elkaar naar mijn idee erg goed aan en zorgde dat ik beter kon presteren. Ondanks de opstart problematiek haalde we toch een zes. Daarmee was ik, net zoals de rest van het groepje, tevreden mee.

18

SmartdoelOm dit in de toekomst te voorkomen heb ik een smartdoel opgesteld. Hoewel ik mijn twijfels heb dat wanneer je het woord ‘smart’ achter doel zet je je doelen ineens wel gaat halen, zal ik het wel proberen. Ik wil natuurlijk niet dat het lijkt dat ik een fixed-mindset heb. Hier volgt mijn eerste smartdoel:

“Ik ga in de eerste week van het nieuwe blok al beginnen met het doorlezen en plannen van het beroepsproduct zodat ik stress kan mijden en een beter punt kan halen.”

Dit doel is erg specifiek gericht op mijn studie. Ik heb de afgelopen blokken erg in de problemen gekomen doordat ik te laat en verkeerd ben begonnen met mijn beroepsproduct. Door slecht te plannen en door alles uit te stellen heb ik veel onnodige stress gehad. In blok 1 ben ik te laat begonnen waardoor we erg moesten haasten waardoor we een lager punt hebben gehaald. In blok 2 ben ik wél op tijd begonnen maar had ik het blokboek niet gelezen. Hierdoor had ik de opdracht niet goed begrepen waardoor ik het mezelf onnodig moeilijk heb gemaakt. Dit probeer ik dus te voorkomen in blok 3 doormiddel van mijn smartdoel.

Hoe ik dit doel wil bereiken lijkt me helder. De eerste les van blok 3 is een introductie van het blok. In deze introductie wordt het beroepsproduct besproken. Ik ga tijdens deze introductie aantekeningen maken en zal vragen stellen wanneer ik het niet volg. Wanneer ik dan weer thuis kom en het begrijp zal ik een planning maken. Hierbij hou ik rekening met de andere opdrachten en het rooster voor de komende weken. Verder zal ik proberen de hoeveelheid werk goed te verspreiden over het blok zodat ik niet in één week heel veel moet doen. Verder zal ik zorgen dan ik één week van tevoren klaar ben zodat ik die laatste week als buffer heb wanneer ik de planning toch niet kan halen.

Vervolgens is hier mijn tweede doel:

“Ik ga voordat de zomervakantie is begonnen door minder te eten en wekelijks te sporten drie kilo afvallen zodat ik me comfortabeler voel in mijn zwembroek.”

Dit doel is wat persoonlijker dan het vorige en niet erg origineel. Zoals vele in de hedendaagse maatschappij ben ik wat zwaarder dan ik zou willen. Dit is bijzonder confronteerden wanneer het weer zomer is en iedereen weer in hun zwemoutfit gaan zwemmen. Die extra kilo’s vind ik zelf erg vervelend waardoor ik me oncomfortabel voel. Hier heb ik al jaren last van en is dus niet nieuw. Een uitzondering was vorig jaar. Ik had vorig jaar een tussenjaar waarin ik fysiek arbeid verrichte. Dit was na een paar maanden werken goed te zien wat mij erg gelukkig stemde. Het is dan ook niet verassend dat de klap extra hard aankwam toen ik merkte dat ik weer zwaarder werd. Het vele studeren heeft toch zijn tol geëist. Maar daar wil ik nu wat aan gaan doen.

Ik heb twee manieren om die drie kilo kwijt te raken; sporten en minder eten. Doordat ik veel tijd steek in mijn studie is het sporten bij mij op een zijspoor gekomen. Dit wil ik weer oppikken door minimaal één keer per week te sporten. Natuurlijk is één keer per week sporten nog steeds weinig, maar wel haalbaar. Ik blijf het druk hebben waardoor bijvoorbeeld vijf keer per week te sproten onrealistisch is. Verder ga ik minder eten. Met minder eten bedoel ik simpele dingen. Zo ga ik bijvoorbeeld niet twee keer opscheppen tijdens het avondeten en ga ik vet eten mijden. Hoewel veel

19

mensen dit erg lastig schijnen te vinden denk ik dat dit wel moet lukken wanneer ik er meer bewust van ben wat ik eet. Dit ga ik bijvoorbeeld doen door te kijken naar hoeveel calorieën een product bevat.

Reflectie model door middel van STARR-model

Reflectie 1Situatie

Voor mijn beroepsproduct moest ik drie betrokkenen interviewen. Mijn eerste interview was met het Roosendaalse D’66 raadslid Alex Raggers twee maanden geleden. Het interview zou bij hem thuis om 9 uur ‘s avonds worden gehouden. Ik zou vragen gaan stellen over de leegstand in Roosendaal, het onderwerp van mijn vorige beroepsproduct. Dit interview was overigens een erg belangrijk interview omdat meneer Raggers tevens mijn opdrachtgever was. Dat en het feit dat ik nog nooit iemand had geïnterviewd maakte me erg zenuwachtig.

Taak

Mijn taak als interviewer was door de juiste vragen te stellen de gewilde informatie te verkrijgen. Dit wilde ik bereiken door goed door te vragen. Alex Raggers verwachten uiteraard dat ik goed was voorbereid en dat ik me had ingelezen in het onderwerp. Verder voelde ik erg de druk om beleeft en vriendelijk over te komen. Hoewel het niet nodig was wilde ik erg graag een goede indruk achterlaten.

Actie

Om te zorgen dat ik de juiste vragen had, had ik al mijn vragen uitgetypt en uitgeprint. Die vragen zou ik gebruiken als basis waarop ik zou doorvragen op de gegeven antwoorden. Nadat ik me had voorgesteld en thee had aangenomen begon ik met een kort praatje. Dit leek me wel zo vriendelijk. Vervolgens stelde ik de vragen van mijn lijstje en bleef ik doorvragen. Tijdens het gesprek kwamen de twee jonge dochters van Raggers naar me toe om zich voor te stellen. Ik had geen idee wat de juiste manier was om je voor te stellen aan jonge kinderen. Uiteindelijk gaf ik ze een handje.

20

Ik vond het moeilijk om in te schatten wat Raggers vond van het interview. Zijn emoties waren erg moeilijk om van zijn gezicht af te lezen. Na het interview hadden we nog een gesprek over de landelijke politiek. Hoewel ik deze informatie niet nodig had voor mijn interview vond ik het wel interessant. Volgens mij vond Raggers het een interessant onderwerp aangezien hij er gepassioneerd over vertelde.

Resultaat

Achteraf gezien denk ik dat het interview succesvol was. Ik had de antwoorden die ik nodig had en ik had een fijn gesprek gehad. Doordat ik door vroeg bleef het gesprek levend. Of meneer Raggers het een goed interview vond en mij beleeft vond durf ik niet te zeggen. Zoals ik al zij was het moeilijk om van Raggers gezicht te lezen en verder gaf hij geen feedback over het interview.

Reflectie

Ik ben wel tevreden over het gesprek en mijn acties. Waar ik de volgende keer wel beter op zou moeten letten is de hoeveelheid vragen. Ik was erg snel door mijn vragen heen. Dit kwam doordat meneer Raggers meerdere vragen beantwoorden in een antwoord. Hierdoor moest ik zelf vragen verzinnen om het gesprek te verlengen. Dit zorgde ervoor dat ik soms dingen vroeg die ik niet nodig had voor mijn interview. Tijdens het interview herinnerde ik nog een belangrijke vraag die ik niet had opgeschreven. Ik wilden vragen over een bepaalde organisatie die met leegstand bezig was. Helaas was ik de naam vergeten van deze organisatie waardoor Alex Raggers niet begreep wat ik bedoelde. Dat was wel een blunder wat ik er vervelend vond. Om dat de volgende keer te voorkomen moet ik zorgen dat ik meer vragen heb voorbereid. Vervolgens zal ik die vragen nog een extra keer moeten checken om te zorgen dat alle vragen in het lijstje staan.

Reflectie 2Situatie

Toen ik vorig jaar nog bij de Albert Hein werkte als vakkenvuller moest ik veel overwerken waar ik vervolgens niet voor betaald kreeg. Dit vond ik natuurlijk erg vervelend. Om te voorkomen dat dit vaker zou gebeuren besloot ik om mijn leidinggevende hierop aan te spreken. Dit vond ik erg moeilijk omdat mijn leidinggevende mijn baas was en ik wilden niet dat mijn baas me ging ontslaan.

Taak

Mijn doel was zorgen dat ik minder onbetaalde overuren zou moeten maken. Dit wilde ik bereiken door vriendelijk, maar niet te vriendelijk, te zijn. Ik wilde niet op verkeerde voet komen met mijn baas maar wilde wel gehoord worden. Ik was er boos om en dit wilde ik ook laten merken. Van mijzelf weet ik dat ik het moeilijk vind om dit soort gesprekken te voeren. Wanneer ik aan iemand kritiek geef word ik makkelijk omgepraat. Ik neem mijn woorden vaak terug en ben niet daadkrachtig. Dit wilde ik voorkomen.

Actie

Nadat ik klaar was met werken zocht ik mijn baas op. Ik wachten tot hij klaar was met een gesprek en stapte op hem af. Ik vertelde direct wat me dwars zat. Ik probeerde serieus en zelfverzekerd over te komen. Mijn baas keek me aan en liet me zonder te onderbreken door praten. Nadat ik was uitgepraat reageerde mijn baas door te zeggen dat ik sneller moet werken. Hij vertelde dat bij de hoeveelheid rijen die je moet vullen een bepaalde tijd wordt geschat. Deze geschatte tijd was nooit hoger dan mijn aantal werkuren. Ik reageerde hierop door te vragen of dan iedereen sloom werkte

21

omdat ik nooit iemand deze geschatte tijd haalden. Mijn baas werd geïrriteerd door deze opmerking en vertelde dat dat niet waar was. Ik vertelde dat dit wel zo was en dat wanneer ik niet betaald krijg voor deze uren ik weg zou gaan. Mijn baas zij dat hij hierop zou gaan letten.

Resultaat

Na dit gesprek veranderde erg weinig. Het lijk voor mij wel alsof ik alleen maar meer werk kreeg waardoor ik steeds langer moest overwerken. Volgens mijn leidinggevende was dit zeker niet het geval. Omdat ik genoeg had van deze situatie en mijn baas nam ik niet veel later ontslag. Mijn baas vond dit ‘spijtig’ en gaf me bij mijn vertrek een te goed bon van vijf euro voor de Albert Hein. Op dat moment wilde ik graag dat mijn baas zou stikken in die te goed bon. Dit heb ik overigens niet gezegd.

Reflectie

Achteraf gezien was ik tevreden met wat ik had gezegd. Ik was vriendelijk gebleven en mijzelf duidelijk gemaakt. Ik liet me niet ompraten door mijn baas. Toch was het resultaat niet zoals ik had gewild. Ik vond bij de Albert Hein werken helemaal niet zo vervelend en ik kon het geld goed gebruiken. Ook denk ik dat ik mijn frustratie niet genoeg heb geuit. Verder voelt het voor mij een beetje alsof ik ben weggepest door mijn baas. Dit had ik kunnen voorkomen door hierover te praten met mijn collega’s. Wellicht had ik hun steun gekregen en kon ik echt wat veranderen.

Bijlage

Opdracht kernkwadraat

Kernkwaliteit = Inlevingsvermogen Valkuil = Onhandig Uitdaging = Handig Allergie = Onverschillig

Dit kernkwadrant maak ik vaak mee. Mijn inlevingsvermogen is groot, maar ik vind het lastig om dat te laten blijken. Ik ben daar onhandig in. Mijn zusje altijd heel goed wat en hoe ze iets moet zeggen. Maar wanneer ze niet haar best doet merk je dat ze heel onverschillig is.

Opdracht STARR-reflectie verslag

Situatie

Vorige week was mijn zusje jarig. Op haar verjaardag kwamen mijn opa en oma op visite. Ik hou er nooit zo van om te praten met mijn opa en oma en probeer ze daarom vaak te mijden.

Taak

Mijn doel was daarom ook dit keer om gezellig met ze te zitten en een gesprek aan te knopen. Zelf had ik er, ondanks onze grote verschillen, goede hoop in. Ik zou gewoon over koetjes en kalfjes te praten tot de avond voorbij was.

22

Actie

Toen het eenmaal zover was kwam ik er snel bijzitten en ging naast mijn oma zitten. Toen oma begon met me te praten probeerde ik geen afgekapte antwoorden te geven en ook vragen te stellen. Oma leek lichtelijk verbaast op mijn open houding. Helaas liep al snel het gesprek stil en ging alles weer als vanouds.

Resultaat

Zoals ik hierboven heb vermeld ging het even goed maar kwam het gesprek weer snel op een dood spoor. Achteraf was mijn poging toch voor niks geweest. Er was bij oma een schijn van verbazing te bekennen toen ik begon terug te praten.

Reflectie

Ik was aan de ene kant blij dat ik daadwerkelijk een poging had ondergaan. Het resultaat was helaas geen succes. Hoewel het begin goed ging kon ik het gesprek niet gaande houden. Hier zou ik de volgende keer meer op moeten richten. Ik zou zelf bewuster moeten zijn wanneer het gesprek op gang is gekomen en door doorvragen en samenvatten. Wellicht zou ik ook opzoek kunnen gaan naar gespreksonderwerpen waar we beiden geïnteresseerd in zijn. Hoe moeilijk dat ook lijkt.

Brief voor de toekomst

Roosendaal, 23 juli 2020

Beste Marijn,

Vandaag heb ik mijn diploma ontvangen, er is veel veranderd sinds ik begon met de opleiding. Ik snap nu beter wie ik ben en wat ik in de toekomst op de arbeidsmarkt wil doen. Doordat ik meer inzicht heb in mijzelf ben ik alerter geworden op mijn handelen en ken ik mijn zwakke en sterke punten. Ik voel aan wanneer ik extra mijn best moet doen om tot goede resultaten te komen.

Als een zenuwachtige wat verlegen jongen kwam ik de eerste keer de school binnen. Ik durfde geen praatje te maken en ging alleen aan een tafel zitten. De mentor moest zo’n beetje informatie uit mij trekken om ook maar iets van mij te weten te komen.

Ik wist dat ik verlegen en gesloten was, maar gedurende het eerste jaar op school kwam ik er achter dat medestudenten mij meer eigenschappen toeschreven dan dat ik mij bewust was. De aanduidingen varieerden van zorgzaam, bescheiden, eerlijk en bemiddelend tot aan pessimistisch, ongeduldig en betweterig. Kortom er was werk aan de winkel!

Vandaag staat er een ‘young professional’ die in wezen niet veel veranderd is, maar voldoende gereedschap aangereikt heeft gekregen waarmee hij zich goed kan bewegen in een professionele

23

omgeving zoals de overheid is. Ik ben me nu terdege bewust van mijn valkuilen, maar ook zeker van mijn kwaliteiten. Valkuilen kan ik nu vermijden en mijn kwaliteiten kan ik nu positief inzetten.

Ik ben nog steeds ‘inlevend’, ‘toegewijd’, humoristisch’, en ‘rustig’. Deze kenmerken zijn zo sterk in mijn persoonlijkheid dat dit niet anders wordt, maar ook zeker niet hoefde te worden.

In de afgelopen vier jaar was ik wel volop in ontwikkeling. Ik heb vanuit mijn kernkwaliteiten mijn valkuilen en blinde vlekken moeten overwinnen om hier, op deze dag met een diploma in de hand, te staan. Ik durf nu op iemand af te stappen om iemands hulp of advies te vragen. Ik lever actief een bijdrage in een bijeenkomst en probeer tijdens een presentatie ervoor te zorgen dat mijn beker niet op het randje van de tafel staat zodat deze, niet zoals vroeger, door mij zelf van de tafel wordt gestoten.

De studie heeft mij veel gebracht. Met de kennis die ik heb, kan ik nu daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de samenleving. Voordat ik de opleiding begon wist ik niet eens wat beleid was, maar nu draai ik mijn hand er niet meer voor om een beleidsstuk te schrijven!

De overheid is geen bedrijf. Het is voortdurend het afwegen van verschillende belangen. Toen wij in het eerste jaar naar Antwerpen gingen en de hoerenbuurt bezochten, realiseerde ik me dat de gemeente ook in het belang van prostituees en die van ‘bezoekers’ moet handelen en niet alleen naar het reguliere toerisme moet kijken. Ik besef dat belangenafweging cruciaal is.

We startten vier jaar geleden met een klas met veel verschillende mensen. Al in het eerste half jaar van de opleiding werd onze klas een hechte groep. We trokken veel met elkaar op. En dat doen we nog steeds. Zelfs nu, na de diploma-uitreiking gaan we met de hele groep uiteten. Dat is leuk en tegelijkertijd ook heel waardevol. Ik hoop dat we elkaar blijven zien in de toekomst.

Ik heb gedurende de opleiding o.a. stagegelopen bij gemeenten en ben actief geworden in de politiek. Deze ervaringen in combinatie met mijn interesse in de vluchtelingenproblematiek hebben ervoor gezorgd dat ik binnenkort kan starten -vanuit mijn stageplek- als beleidsmedewerker bij het ministerie van veiligheid en justitie.

Kortom er staat mij een mooie toekomst te wachten als bestuurskundige uit Den Bosch. Dat had je vier jaar geleden nooit kunnen bedenken!

Hartelijke groeten,

Marijn

24

Actieplan IL P3

InleidingDit actieplan is een vervolg op mijn bevindingen in de andere onderdelen uit de individuele leerlijn. Ik ben op basis hiervan gekomen tot een aantal punten waarop ik mij nog moet ontwikkelen. Hiervoor maak ik een actieplan.

Waarom een actieplan voor IL P3?Na het doorlopen van twee IL’s heb ik een beeld gevormd van het beroep van de bestuurskundige, maar zeker ook een beeld van mijn eigen studiehouding. Ook heb ik een persoonlijke analyse gemaakt. Uit deze IL’s blijken wel wat mijn sterke kanten zijn, maar zijn mij ook een aantal valkuilen en minder sterke punten van mijzelf naar voren gekomen.

Omdat ik nu ook iets beter weet wat ik met de studie wil bereiken en wat ik zeker nog moet veranderen aan mijn studiehouding en mijn persoon, kan ik een plan opstellen voor het komende blok om uiteindelijk mijn eerste grote doel (het halen van propedeuse) te halen.

Omdat we in de IL P3 20 uur vrije keuzeruimte hebben, kan ik in het actieplan activiteiten gaan zoeken die mij dichter bij mijn doel kunnen brengen en kunnen helpen in mijn ontwikkeling.

Ontwikkelingen en overwegingenIn deze IL P2 blijkt dat ik nog wel wat stappen te maken heb om uiteindelijk met een diploma de opleiding te kunnen verlaten. Er zijn wel een aantal onderdelen waaraan ik moet werken. Er zijn er op dit moment 3 het meest van belang. Deze wil ik dan ook opnemen in het actieplan voor IL P3.

1. Uit onderdeel 2 ‘studiehouding’ in Il P2 als ook in mijn persoonlijke analyse bleek dat ik verlegen ben en dat ik volgens anderen passief ben. Dit zorgt ervoor dat ik niet op iemand durf af te stappen of bij een groep met vreemden durf te gaan staan.

2. In de IL komt naar voren dat ik lui ben en moeite heb met plannen en coördineren (voortkomend uit mijn ADD) waardoor ik vaak te laat begin. In de eerste twee blokken constateerde ik dan ook mijn planning niet op orde is. Ik vind het moeilijk in te schatten hoeveel tijd iets kost en vind het moeilijk om echt met iets te starten. Om dit in de toekomst te voorkomen, heb ik een smartdoel opgesteld in de persoonlijke analyse.

‘Ik ga in de eerste week van het nieuwe blok al beginnen met het doorlezen en plannen van het beroepsproduct zodat ik stress kan mijden en een beter punt kan halen.’

3. Omdat ik graag meer wil weten over politiek en over inhoudelijke onderwerpen die in de gemeentelijke politiek en overheid worden besproken wil /moet ik ergens ervaring en kennis op gaan doen.

Het actieplanIk kies ervoor om mee te lopen met de steunfractie van de PvdA Roosendaal. Deze actie helpt mij om mijzelf op de verschillende punten te verbeteren zoals ik hierboven heb beschreven. Ik moet bijvoorbeeld op een bepaalde tijd ergens naar toe, ik ontmoet andere mensen, ik maak deel uit van een groep waarin ik ook een bijdrage moet leveren en leer tegelijkertijd meer over onderwerpen die

25

in de gemeente spelen. De andere actie is dat ik naar een coach toe ga die mij gaat helpen met plannen. Ik kan nu een heel concrete vraag wegleggen bij de coach omdat ik graag hulp krijg bij het beroepsproduct.

Hieronder heb ik aan de acties activiteiten gekoppeld die op hun beurt weer gekoppeld zijn aan mijn ontwikkelpunten 1,2,3 zoals hierboven beschreven.

IL P3

Activiteit Wat doen? Gelinkt aan welke ontwikkeling?

Tijd in uren (totaal20)

1 Een raadsvergadering of een commissievergadering bezoeken

Voorbereiden, luisteren, raadsleden spreken

na afloop vergadering

3 / 1: hiervoor over verlegenheid heen stappen en actief zijn.

6 (2 tot 3 keer)

2 Fractievergaderingen bijwonen

Nieuwe mensen ontmoeten en

actief met mensen omgaan en

praatje maken. Onderdeel zijn van

steunfractie Van te voren

onderwerpen voorbereiden,

reageren en discussiëren

3/ 1: hiervoor over verlegenheid heen stappen en actief zijn.

Ook rekening houden met planning: wanneer wat voorbereiden

6 (4 keer)

3 Inlezen in onderwerpen door lezen raadsvoorstellen en andere stukken, maar ook info van organisaties

volgens de agenda van de raad inlezen in onderwerpen

3: hierdoor meer kennis op doen over onderwerpen die spelen in de gemeente

4 (moeilijk in te schatten)

4 Samen met een coach tot een goede planning komen voor beroepsproduct

afspraak al vast zetten met een coach als stok achter de deur

eerst zelf planning maken

bespreken en bijstellen en dan aan de slag met beroepsproduct

2; hierdoor meer idee over een goede planning, op tijd beginnen en smart doel dat ik mij zelf gesteld heb, halen.

2

5 Samen met coach bijstellen planning en tussentijds

agenda bijhouden planning bijhouden logboek bijhouden

over voortgang contact met coach

2; hierdoor meer idee over een goede planning, op tijd beginnen en smart doel dat ik mij zelf gesteld heb, halen.

2

26

Evaluatie actieplan Op het einde van de derde periode zal ik evalueren of mijn acties geholpen hebben. Ik kijk dan naar:

-mijn ervaringen rond het maken van o.a. het beroepsproduct en of ik mijn planning goed heb gemaakt en ook goed heb kunnen volgen.

-mijn ervaringen in het ontmoeten van nieuwe mensen bij organisaties en mijn houding en gedrag hierin.

- of ik met de activiteiten die ik vervuld heb voldoende ervaring en kennis opgedaan heb op specifieke thema’s die binnen de gemeente spelen.

27

28