Energiezuinig leven in woningen met erfgoedwaarde (februari 2013)
Het rendement van een investering in energiezuinig wonen · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN...
Transcript of Het rendement van een investering in energiezuinig wonen · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN...
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE
ACADEMIEJAAR 2007 – 2008
Het rendement van een investering in energiezuinig wonen
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van
Master in de bedrijfseconomie
Leen Deburghgraeve
onder leiding van
Prof. Koen Schoors
PERMISSION
Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden , mits bronvermelding.
Deburghgraeve Leen
I
WOORD VOORAF
In het kader van mijn opleiding Master Bedrijfseconomie heb ik voor mijn thesis het onderwerp
energiezuinig wonen gekozen. Deze keuze is in samenhang met mijn vorige opleiding als Industrieel
Ingenieur Bouwkunde.
Vermits de samenleving tegenwoordig geconfronteerd wordt met tekorten aan o.a. fossiele
brandstoffen, dienen huishoudens hun verantwoordelijkheid op te nemen. Mijn thesis heeft de
bedoeling om een beter inzicht te krijgen in het overvloedig aanbod van energiebesparende
maatregelen en welke nu precies de financieel interessantste is.
De realisatie van deze thesis, is natuurlijk niet enkel mijn eigen verdienste. Bij deze wil ik mijn dank
betuigen aan al diegenen die hebben bijgedragen tot het verwezenlijken van deze thesis.
de eerste plaats dank ik mijn promotor Prof. Koen Schoors voor zijn begeleiding en advies. Verder
zou ik een woord van dank willen richten tot de personen die mij de nodige informatie hebben
bezorgd: bouwkantoor kantoor Danneels, Commercieel adviseur Hans Pauwelyn van Waeyaeart
Vermeersch isolatie, Kurt De Buck van warmtepompen Masser, Jan Huyghe directeur KBC-bank
Woumen.
Laatst maar niet in het minst dank ik mijn ouders, schoonouders, zussen, broer, vriend voor hun
geduld en morele steun tijdens het hele proces van deze thesis.
Bron: URL:<http://www.energiesparen.be>
II
INHOUDSOPGAVE
WOORD VOORAF I
INHOUDSOPGAVE II
LIJST MET FIGUREN VII
LIJST MET GRAFIEKEN VIII
LIJST MET TABELLEN IX
LIJST MET AFKORTINGEN XI
LIJST MET EENHEDEN XII
HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1
1.1. Probleemstelling 1
1.2. Onderzoeksvraag 1
1.3. Methodologie 1
HOOFDSTUK 2: ENERGIEPROBLEMATIEK 2
2.1. Energieprijzen 2
2.2. Broeikaseffect 4
2.3. Kyoto Protocol 5
2.4. Fossiele brandstofreserves 5
HOOFDSTUK 3: OPLOSSINGEN 6
3.1. REG 6
3.2. Hernieuwbare energie 6
HOOFDSTUK 4: INVESTERINGSANALYSE 7
4.1. Terugverdientijd of Pay-back methode (PB) 7
4.2. Netto Contante waarde (NCW) of Net Present Value (NPV) 7
4.3. Verdisconteerde Terugverdientijd 8
4.4. Interne Opbrengstvoet, (IOV), Interne Rendementsgraad (IRG) 8
III
4.5. Kost van de kWh bespaarde energie (KBE) 8
HOOFDSTUK 5: REGELGEVING DUURZAAM BOUWEN 9
5.1. Energieprestatieregelgeving 9
5.1.1. Europese richtlijn 9
5.1.2. Vlaamse Energieprestatieregelgeving 9
5.1.3. Energiebegrippen 10
5.1.3.1. Karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik 10
5.1.3.2. E-peil 10
5.1.4. EPB-eisen 11
5.1.5. Energieprestatiecertificaat 12
5.1.6. Boetes en Controles 12
5.2. Vergunningen 13
5.2.1. Bouwvergunning 13
5.2.2. Milieuvergunning 13
5.3. Financiële steunmaatregelen 14
5.3.1. Federale overheid 14
5.3.1.1. Belastingsvermindering 14
5.3.1.2. 6 % BTW tarief 15
5.3.2. Vlaamse overheid 15
5.3.2.1. Groenstroomcertificaten 15
5.3.2.2. Terugdraaiende kilowattuurmeter 15
5.3.2.3. Verbeterings- en aanpassingspremie 15
5.3.2.4. Renovatiepremie 16
5.3.3. Netbeheerder 16
5.3.4. Gemeente- of provinciebestuur 16
5.3.4.1. Premies 16
5.3.4.2. Vermindering gemeentebelasting 17
5.3.5. Leningen 17
5.3.5.1. Belastingsaftrek voor hypothecaire leningen 17
5.3.5.2. Groene lening 17
IV
HOOFDSTUK 6: DUURZAAM BOUWEN 19
6.1. Compactheid 19
6.2. Oriëntatie 19
6.3. Isolatie 20
6.3.1. Parameters voor de isolatiekwaliteit 20
6.3.1.1. λ-waarde 20
6.3.1.2. R-waarde 21
6.3.1.3. U-waarde 21
6.3.1.4. K-peil 22
6.3.2. Thermische isolatie 22
6.3.2.1. Vloerisolatie 23
6.3.2.2. Muurisolatie 23
6.3.2.3. Dakisolatie 23
6.3.2.4. Raamprofielen en beglazing 23
6.3.2.5. Koudebruggen 24
6.4. Ventilatie 24
6.4.1. Waarom ventileren? 24
6.4.2. Hoe ventileren? 25
6.4.2.1. Ventilatiesysteem A 25
6.4.2.2. Ventilatiesysteem B 25
6.4.2.3. Ventilatiesysteem C 25
6.4.2.4. Ventilatiesysteem D 26
6.5. Verwarmingsinstallaties 27
6.5.1. Energiebron 27
6.5.1.1. Elektrische verwarming 28
6.5.1.2. Aardgas en stookolie 28
6.5.2. Verwarmingssysteem 28
6.5.3. Verwarmingstoestel 28
6.5.3.1. Hoogrendementsketel (HR) 28
6.5.3.2. Condensatieketel 29
6.5.3.3. Open versus gesloten toestellen 29
6.5.3.4. CV-ketels op pellets 29
6.5.3.5. Plaatselijke verwarmingstoestellen 30
V
6.6. Hernieuwbare energie 30
6.6.1. Zonneboiler 30
6.6.1.1. Werking 31
6.6.2. Fotovoltaïsche zonne-energie 32
6.6.2.1. Werking 33
6.6.3. Warmtepomp 34
6.6.3.1. Werking 34
6.6.4. Windmolen 35
HOOFDSTUK 7: INVESTERINGSMOGELIJKHEDEN 36
7.1. Isolatie en ventilatie 36
7.1.1. Plaatsing dakisolatie 36
7.1.1.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen 37
7.1.1.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen 38
7.1.2. Plaatsing 8 cm muurisolatie i.p.v. 5 cm 39
7.1.2.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen 40
7.1.3. Plaatsing vloerisolatie 42
7.1.3.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen 43
7.1.3.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen 43
7.1.4. Plaatsing hoogrendementsglas 45
7.1.4.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen 46
7.1.4.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen 47
7.1.5. Ventilatie met warmteterugwinning 49
7.2. Verwarming 50
7.2.1. Vervanging van stookketel door condensatieketel 50
7.2.1.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen 51
7.2.1.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen 51
7.3. Fotovoltaïsche zonne-energie 53
7.3.1. Opbrengsten 53
7.3.2. Investeringsanalyse 53
7.3.2.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen 54
7.3.2.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen 55
7.3.2.3. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen en prijsdaling
materialen van 3% 57
VI
7.4. Zonneboiler 58
7.4.1. Opbrengsten 58
7.4.2. Investeringsanalyse 59
7.4.2.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen 60
7.4.2.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen 60
7.5. Warmtepomp 62
7.5.1. Opbrengsten 62
7.5.2. Investeringsanalyse 63
7.5.2.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen 64
7.5.2.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen 64
7.6. Samenvatting 66
HOOFDSTUK 8: BESLUIT 67
LIJST VAN DE GERAAADPLEEGDE WERKEN XIII
BIJLAGEN XVIII
VII
LIJST MET FIGUREN
Figuur 1: het broeikaseffect ..................................................................................................................... 5
Figuur 2: warmteverliezen met infrarood............................................................................................... 20
Figuur 3: procentuele warmteverliezen ................................................................................................. 22
Figuur 4: ventilatiesystemen.................................................................................................................. 26
Figuur 5: werking condensatieketel ....................................................................................................... 29
Figuur 6: diffuse lichtstraling.................................................................................................................. 31
Figuur 7: werking zonneboiler ............................................................................................................... 32
Figuur 8: werking van een kristallijn silicium zonnecel .......................................................................... 33
Figuur 9: werking warmtepomp ............................................................................................................. 35
Figuur 10: totale kosten van zes CV-installaties ................................................................................... 62
VIII
LIJST MET GRAFIEKEN
Grafiek 1: evolutie elektriciteitsprijzen €/100 kWh/ 1januari/ zonder BTW.............................................. 2
Grafiek 2: prijsstijging elektriciteit 2007-2008.......................................................................................... 3
Grafiek 3: evolutie aardgasprijzen €/GJ/1 januari/ taksen inbegrepen ................................................... 3
Grafiek 4: prijsstijging gas 2007-2008 ..................................................................................................... 4
Grafiek 5: evolutie van de groenstroomproductie.................................................................................... 6
Grafiek 6: invloed oriëntatie op E-peil ................................................................................................... 19
Grafiek 7: invloed van WTW op E-peil .................................................................................................. 27
Grafiek 8: NCW voor plaatsing dakisolatie............................................................................................ 39
Grafiek 9: NCW voor plaatsing extra gevelisolatie ................................................................................ 41
Grafiek 10: NCW voor plaatsing vloerisolatie........................................................................................ 44
Grafiek 11: NCW voor hoogrendementsglas......................................................................................... 48
Grafiek 12: NCW voor condenserende ketel......................................................................................... 52
Grafiek 13: NCW voor PV-installatie ..................................................................................................... 56
Grafiek 14: NCW PV-panelen met prijsdaling materialen 3% ............................................................... 57
Grafiek 15: invloed van de dakhelling op de opbrengst ........................................................................ 58
Grafiek 16: NCW voor zonneboiler........................................................................................................ 61
Grafiek 17: NCW voor zonneboiler........................................................................................................ 65
IX
LIJST MET TABELLEN
Tabel 1: stijging energieverbruik in Vlaanderen in 2008 ......................................................................... 2
Tabel 2: boetes voor aangifteplichtige en verslaggever........................................................................ 12
Tabel 3: belastingsvermindering............................................................................................................ 14
Tabel 4: landa-waarde isolatiemateriaal................................................................................................ 21
Tabel 5: U-waarde constructiedelen...................................................................................................... 24
Tabel 6: soorten energiebronnen .......................................................................................................... 27
Tabel 7: rendement afhankelijk van type silicium.................................................................................. 33
Tabel 8: rendement dakisolatie ............................................................................................................. 37
Tabel 9: energiewaarden dakisolatie..................................................................................................... 37
Tabel 10: NCW en IRG voor de plaatsing van dakisolatie zonder financiële steun............................. 37
Tabel 11: terugverdientijden voor de plaatsing van dakisolatie zonder financiële steun ...................... 38
Tabel 12: NCW en IRG voor plaatsing dakisolatie met financiële steun............................................... 38
Tabel 13: terugverdientijden van plaatsing dakisolatie met financiële steun ........................................ 39
Tabel 14: rendement extra gevelisolatie ............................................................................................... 40
Tabel 15: energiewaarden extra gevelisolatie....................................................................................... 40
Tabel 16: NCW en IRG voor plaatsing van extra gevelisolatie ............................................................. 41
Tabel 17: terugverdientijden voor de plaatsing van extra gevelisolatie ................................................ 41
Tabel 18: rendement vloerisolatie ......................................................................................................... 42
Tabel 19: energiewaarden vloerisolatie................................................................................................. 42
Tabel 20: NCW en IRG voor vloerisolatie zonder financiële steun ....................................................... 43
Tabel 21: terugverdientijden voor vloerisolatie zonder financiële steun ............................................... 43
Tabel 22: NCW en IRG voor vloerisolatie met financiële steun ............................................................ 44
Tabel 23: terugverdientijden voor vloerisolatie met financiële steun..................................................... 44
Tabel 24: rendement hoogrendementsbeglazing.................................................................................. 45
Tabel 25: energiewaarden hoogrendementbeglazing........................................................................... 46
Tabel 26: NCW en IRG voor hoogrendemetsglas zonder financiële steun .......................................... 46
Tabel 27: terugverdientijden voor hoogrendementsglas zonder financiële steun................................. 47
Tabel 28: NCW en IRG voor hoogrendementsglas met financiële steun ............................................. 47
Tabel 29: terugverdientijden van hoogrendementsglas met financiële steun ....................................... 48
Tabel 30: rendement ventilatiesysteem D met warmteterugwinning..................................................... 49
Tabel 31: energiewaarden ventilatiesysteem D met warmteterugwinning ............................................ 49
Tabel 32: rendement condenserende ketel........................................................................................... 50
Tabel 33: energiewaarden condenserende ketel .................................................................................. 50
Tabel 34: NCW en IRG van een condenserende ketel zonder financiële steun................................... 51
Tabel 35: terugverdientijden van een condenserende ketel met financiële steun ................................ 51
Tabel 36: NCW en IRG voor een condenserende ketel met financiële steun....................................... 52
Tabel 37: terugverdientijden van een condenserende ketel met financiële steun ................................ 52
Tabel 38: rendement van een PV-installatie ......................................................................................... 54
Tabel 39: energiewaarden PV-systeem ................................................................................................ 54
X
Tabel 40: NCW en IRG van een PV-installatie zonder financiële steun ............................................... 55
Tabel 41: terugverdientijden van PV-installatie zonder financiële steun............................................... 55
Tabel 42: NCW en IRG voor PV- installatie met financiële steun ......................................................... 56
Tabel 43: terugverdientijden van PV-installatie met financiële steun................................................... 56
Tabel 44: NCW en IRG voor PV-installatie met prijsdaling van 3% en energiestijging van 5% ........... 57
Tabel 45: terugverdientijden van PV-installatie met financiële steunmaatregelen............................... 57
Tabel 46: rendement van een zonneboiler............................................................................................ 59
Tabel 47: energiewaarden zonneboiler ................................................................................................. 59
Tabel 48: NCW en IRG van zonneboiler zonder financiële steun......................................................... 60
Tabel 49: NCW en IRG van zonneboiler met financiële steun.............................................................. 61
Tabel 50: terugverdientijden van zonneboiler met financiële steun ...................................................... 61
Tabel 51: rendement van een warmtepomp.......................................................................................... 63
Tabel 52: energiewaarden warmtepomp............................................................................................... 63
Tabel 53: NCW en IRG van warmtepomp zonder financiële steun...................................................... 64
Tabel 54: terugverdientijden warmtepomp zonder financiële steun...................................................... 64
Tabel 55: NCW en IRG voor warmtepomp met financiële steun .......................................................... 65
Tabel 56: terugverdientijden van zonneboiler met financiële steunmaatregelen .................................. 65
Tabel 57: samenvatting investeringen bij nieuwbouw........................................................................... 66
Tabel 58: samenvatting investeringen bij renovatie .............................................................................. 66
XI
LIJST MET AFKORTINGEN
ANRE Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie ( van het Ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap) nu omgevormd tot Vlaams Energieagentschap
(VEA)
At Warmteverliesoppervlakte
BBL Bond Beter Leefmilieu
COP Coefficient of Performance
EEA European Environment Agency
Emis Energie en Milieu Informatiesysteem voor het Vlaamse gewest
EPB Energieprestatie- en binnenklimaateisen
FOD financiën Federale Overheidsdienst Financiën
GREG Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas
GSC Groen stroom certificaat
HR Hoog Rendement
ODE-Vlaanderen Organisatie voor Duurzame Energie Vlaanderen
REG Rationeel Energie Gebruik
V Beschermt volume
VEA Vlaams Energie Agentschap
VREG de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt
WTW Warmte Terugwinning
WWK Warmte Kracht Koppeling
TRDE Technisch Reglement Distributie Elektriciteit
LOA Lening Op Afbetaling
VVGS vzw Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten
OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn
RO Ruimtelijke Ordening
VIBE Vlaams instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen
PUR Polyurethaan
EPS geëxpandeerd polystyreen
XPS geëxtrudeerd polystyreen
XII
LIJST MET EENHEDEN
°C graden Celsius
J Joule (= N*m)
K Kelvin
KWh Kilowattuur ( 1 kWh = 3600000 J = 3.6 MJ)
L liter
m meter
m² vierkante meter
m³ kubieke meter
N Newton
S seconde
W Watt (= J/s)
V Volt
A Ampère
P vermogen (U x I) (W)
Ps schijnbaar vermogen (U x I x cos phi) (VA)
Cos cosinus
m (10-3) milli
c (10-2) centi
k (103) kilo
M (106) mega
G (106) giga
1
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.1. Probleemstelling
Steeds.vaker heeft België te kampen met extreme weersomstandigheden met klimatologische en
economische gevolgen. Het broeikaseffect en het gerelateerde Kyoto-protocol zijn niet meer uit de
nieuwsberichten weg te slaan. Bovendien dreigen de fossiele brandstoffen, die aan de bron van deze
problemen liggen, in de nabije toekomst ook uitgeput te geraken. Hierdoor verhoogt de druk op de
energieprijzen. Grote vervuilers, zoals de industrie en de transportsector, nemen al verschillende
initiatieven om de uitstoot te reduceren. Om de broeikasgasemissies nog sterker terug te dringen,
moeten ook de Vlaamse huishoudens een aanzienlijke inspanning leveren.
Door deze bovenstaande problemen wordt het concept duurzaam bouwen steeds meer op de
voorgrond gebracht. Een wijziging van de traditionele bouwcultuur lijkt onvermijdelijk. Heel wat
gezinnen zijn reeds bereid om hun steentje bij te dragen, indien deze bijdrage voor hen ook wat
opbrengt.
1.2. Onderzoeksvraag Het succes van duurzaam bouwen hangt echter in eerste instantie af van de rendabiliteit ervan voor
de eigenaars. Een particulier investeert immers doorgaans slechts indien hij de garantie heeft dat het
op termijn winst oplevert. Vandaar de onderzoeksvraag van mijn thesis:
“Hoe rendabel is een investering in duurzaam bouwen .”
1.3. Methodologie
Het onderzoek vangt aan met een literatuurstudie. Op basis hiervan gaat hoofdstuk 2 dieper in op de
geformuleerde probleemstelling. Vervolgens worden een aantal oplossingen voor deze problematiek
beschreven in hoofdstuk 3. Voor de analyse van een investering worden een aantal
evaluatiemethoden aangehaald in hoofdstuk 4. Gebaseerd op een juridische literatuurstudie, biedt
hoofdstuk 5 een overzicht van de wettelijke bepalingen voor de duurzaamheid van een bouwproject.
Vooral de energieprestatieregelgeving staat hier centraal. Verder gaat dit hoofdstuk in op de
beschikbare financiële steunmaatregelen voor duurzame bouwtechnieken. In hoofdstuk 6 worden de
verschillende aandachtspunten opgesomd om duurzaam te bouwen. Ook worden de mogelijkheden
voor het gebruik van hernieuwbare energie aangehaald. Hoe rendabel deze toepassingen nu precies
zijn berekenen we in de investeringsanalyse van hoofdstuk 7. De verschillende
investeringsmogelijkheden worden aangehaald. We bepalen de uitsparing van de energiefactuur met
het EPB-programma toegepast op een standaardwoning en berekenen daarmee de NCW en de IRG.
Met deze waarden bepalen we welke investering nu het meeste opbrengt zowel voor nieuwbouw als
renovatie. Tot slot vat hoofdstuk 8 de conclusies van dit onderzoek samen.
2
Bron: FOD economie, 2007, de elektriciteitsprijzen voor huishoudelijk gebruik, URL:< http://mineco.fgov.be/energy/energy_statistics/Statistics_nl_020.htmb > , (25/02/08)
Bron : Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, 2008, Zelfs met hoge energieprijzen op de
internationale markten kan de stijging van de eindfactuur van de Belgische verbruiker worden ongedaan gemaakt, Brussel
HOOFDSTUK 2: ENERGIEPROBLEMATIEK
2.1. Energieprijzen Iedereen heeft het wel al gemerkt aan zijn energiefactuur, de prijzen stijgen de laatste tijd de lucht in
en de toekomst ziet er niet rooskleurig uit. In vergelijking met 2007 zal een gemiddeld Vlaams
huisgezin in 2008 € 300 meer betalen voor zijn energiefactuur. Voor elektriciteitsverbruik zal dit € 100
toenemen en voor gasverbruik € 200. De reden is de gevoelige stijging van de distributienettarieven
(CREG, 2008).
Hieronder vind je een tabel met de energiestijging in 2008 met uitgangspunt:
Elektriciteit: 2.696 kWh dag, 1.695 kWh nacht, totaal 4.391 kWh/ jaar
Aardgas: 15.462 kWh/jaar
Tabel 1: stijging energieverbruik in Vlaanderen in 2008
De huishoudens staan in voor ongeveer 30% van het eindenergieverbruik in Vlaanderen. Hierna volgt
het gemiddeld verbruik van een gezinshuishouden. (Vreg, 2007)
• Elektriciteit:
2200 kWh/j overdag
1300 kWh ‘s nachts =€ 560
• Verwarming (+ sanitair warm water):
23260 kWh/j
2300 m² gas =€ 1020
Grafiek 1: evolutie elektriciteitsprijzen €/100 kWh / 1januari/ zonder BTW
3
Bron: FOD economie, 2007, de aardgasprijzen voor huishoudelijk gebruik, URL: < http://mineco.fgov.be/energy/energy_statistics/Statistics_nl_022.htm >, (25/02/08)
Bron: Creg, 2008b, Vergelijking van de prijzen op de vrijgemaakte elektriciteitsmarkten met die welke voor de vrijmaking
werden toegepast, URL:< http://www.creg.be/pdf/Tarifs/EvolutionPrix/E/032008nl.pdf >, (09/02/08)
Categorieën:
Da: 3 kW; 600 kWh/jaar dagtarief
Db: 3-4 kW; 1200 kWh/jaar dagtarief
Dc: 4-9 kW; 3500 kWh/jaar waarvan 2.200 dagtarief en 1.300 nachttarief
Dd: 6-9 kW; 7500 kWh/jaar waarvan 5.000 dagtarief en 2.500 nachttarief
De: 9 kW; 20.000 kWh/jaar waarvan 5.000 dagtarief en 15.000 nachttarief
Grafiek 2: prijsstijging elektriciteit 2007-2008
Grafiek 3: evolutie aardgasprijzen €/GJ/1 januari/ taksen inbegrepen
Categorieën:
D1: 2326 kWh/jaar
D2: 4653 kWh/jaar
D3: 23560 kWh/jaar
D3b: 34890 kWh/jaar
D4: 290750 kWh/jaar
4
Bron: Creg, 2008, Evolutie van de gasprijzen op de reisidentiële markt – maart 2008, URL:<
http://www.creg.be/pdf/Tarifs/EvolutionPrix/G/032008nl.pdf > (09/04/08)
Grafiek 4: prijsstijging gas 2007-2008
Je ziet dus dat de prijzen gevoelig stijgen en met een niet al te positief vooruitzicht is het van groot
belang dat we de mogelijkheden om energie te besparen eens nader bekijken.
2.2. Broeikaseffect In de atmosfeer zijn er broeikasgassen aanwezig die invallende zonnestralen doorlaten maar de
teruggekaatste straling van het opgewarmde aardoppervlak gedeeltelijk absorberen. Een aantal
atmosferische gassen zorgen zo voor het natuurlijke broeikaseffect waarvan het leven op aarde zijn
bestaan dankt. Als dit natuurlijke effect niet zou bestaan zou de gemiddelde temperatuur op aarde
slechts -18°C bedragen. Door de grote additionele h oeveelheden geloosde broeikasgassen (CO2,
CH4, N2O) in de atmosfeer stijgt de gemiddelde aardtemperatuur. Dit heeft een gevolg van het smelten
van de ijskappen waardoor de zeespiegel stijgt. En dit zorgt op zijn beurt voor het stijgende aantal
overstromingen. Door de hogere temperatuur worden ook steeds meer warmtegerelateerde ziektes
zoals o.a. malaria en gele koorts vastgesteld. Het is dus niet enkel voor onze portefeuille dat we
energie moeten besparen, maar ook om de uitstoot van onder andere CO2 te verminderen. Zodat we
ook onze nakomelingen een leefbaar klimaat kunnen geven.
5
Bron: Emis, 2007, het Broeikaseffect, URL:<http://www.Emis.vito.be> , (25/02/08)
Figuur 1: het broeikaseffect
2.3. Kyoto Protocol Het protocol heeft tot doel dat geïndustrialiseerde landen hun CO2- equivalente emissies tegen de
periode 2008-2012 terugdringen tot 5.2% onder het niveau van 1990. De reductiestellingen variëren
van land tot land. Het EEA verklaart dat de Europese Unie zich heeft verbonden tot een totale reductie
van 8%. België verbindt zich meer bepaald tot een emissievermindering van 7.5%.
2.4. Fossiele brandstofreserves De oneindige beschikbaarheid van energie en energiebronnen is niet langer vanzelfsprekend. De
oliecrisissen van 1973 en 1979 waren daarin wellicht een keerpunt. Toekomstige generaties zullen
geconfronteerd worden met de eindigheid van de reserves: steenkool, aardolie en aardgas raken ooit
op. En terwijl de voorraad slinkt, neemt de vraag toe. De wereldbevolking groeit aan en het
energievergebruik per hoofd stijgt. Deze energiebronnen zijn dus begrensd, in tegenstelling tot de
energie van natuurlijke verschijnselen zoals zon, wind, water die we als oneindig kunnen beschouwen.
6
Bron: Organisatie voor Duurzame energie Vlaanderen, ODE-Vlaanderen 2007d, Duurzame
Energie, Wegwijzer 2007, kessel-Lo.
HOOFDSTUK 3: OPLOSSINGEN
3.1. REG Rationeel energiegebruik (REG) is spaarzaam en efficiënt omgaan met energie. Met ander woorden
door wat te letten op je levenswijze, kan je al heel wat energie besparen. Denk maar aan het gebruik
van spaarlampen,…
3.2. Hernieuwbare energie Een tweede belangrijk punt is het aanwenden van hernieuwbare energiebronnen. De laatste decennia
werden doeltreffende technologieën ontwikkeld voor het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in
huishouden, industrie en transport. Windenergie, waterkracht en alle vormen van zonne-energie en
biomassa putten hun energie-inhoud rechtstreeks of onrechtstreeks uit de zon. Men noemt ze
‘hernieuwbaar’ omdat ze zich telkens hernieuwen. Ze worden beschouwd als onuitputtelijk, want het
gaat niet om een bepaalde eindige voorraad zoals die van olie of steenkool. De lijst van hernieuwbare
energiebronnen kan in drie groepen worden ingedeeld.
� Alle stromingsbronnen: getijden-, golf-, en oceaanstromingsenergie, waterkracht, windenergie,
actieve zonne-energie en passieve zonne-energie (thermische, fotovoltaïsche) en passieve
zonne-energie worden als hernieuwbare energiebron beschouwd.
� Benutting van omgevings- en aardwarmte
Warmtepompen en warmte/koude (seizoens)opslag zijn energiebesparingopties die men
echter dikwijls ook bij de hernieuwbare energiebronnen rekent.
� Energie uit afval en biomassa. (ODE-Vlaanderen, 2007d)
Grafiek 5: evolutie van de groenstroomproductie
7
HOOFDSTUK 4: INVESTERINGSANALYSE
Een investeringsproject is het uitgeven van een belangrijke som geld en het is in vele gevallen
helemaal niet zeker welke financiële consequenties zullen zijn van dit nieuw project. Daarom is het
nuttig de financiële kant van de investering zo goed mogelijk in te schatten. In de financiële wereld
werden hiervoor enkele interessante werkinstrumenten ontwikkeld.
In ons geval is het dus van belang een aantal methoden te bepalen voor het rendement van
investering in energiezuinig wonen. Als je een groot bedrag spendeert aan een dergelijke investering
wil je natuurlijk weten wat het je dan opbrengt.
4.1. Terugverdientijd of Pay-back methode (PB)
De terugverdien- of paybackmethode is het aantal jaren dat noodzakelijk is om de begininvestering
terug te verdienen. Hoe lager investeringsprojecten scoren op dit criterium, hoe beter aangezien de
kosten dan sneller vereffend worden. De terugverdientijd houdt echter geen rekening met de
tijdswaarde van geld. De methode van de terugverdientijd kan daarom beter gebruikt worden als een
randbeperking waaraan voldaan moet worden.
nontvangsteJaarlijkse
teringBegininvesenperiodeterugverdi =
4.2. Netto Contante waarde (NCW) of Net Present Val ue (NPV)
Een meer geschikte maatstaf voor de beoordeling van investeringen die rekening houdt met de
tijdswaarde van geld vormt de netto contante waarde. Hierin worden alle toekomstige inkomsten en
uitgaven teruggerekend naar huidige waarden met een discontopercentage (verdisconteerde waarden
of netto contante waarden1). Deze discontovoet is ongeveer gelijk aan kapitaalsrente op een rekening
min de inflatie. Het is het netto rendement van vastgezet kapitaal. Indien de netto contante waarde
groter is dan of gelijk is aan 0, wordt het project aanvaard. Zo niet, wordt het verworpen. Investeringen
met de hoogste NCW genieten normaliter de voorkeur.
inkomstenetoekomstigA
teringbegininvesA
entimumrendemvereistek
waardeteconnettoNCWmet
k
A
k
A
k
A
k
AANCW
t
n
tt
tn
n
==
==
+=
+++
++
++= ∑
=
0
02
21
10
min
tan
)1()1(...
)1()1(
1 Netto contante waarde: de waarde in jaar X van een geldbedrag in jaar Y. Als jaar Y ten opzichte van jaar X in de toekomst ligt, welk bedrag dient dan uit te worden gereserveerd (rekenend met een bepaalde rente en inflatie) om in jaar Y over eenzelfde bedrag te beschikken.
8
4.3. Verdisconteerde Terugverdientijd
In tegenstelling tot de conventionele terugverdientijd houdt deze maatstaf wel rekening met de
tijdswaarde van geld. De verdisconteerde terugverdientijd geeft namelijk weer hoeveel tijd nodig is om
de contante waarde van de kasstromen van negatief naar positief te brengen. Dit criterium combineert
de positieve aspecten van de netto contante waarde en van de traditionele terugverdientijd.
4.4. Interne Opbrengstvoet, (IOV), Interne Rendemen tsgraad (IRG) of Internal Rate of Return (IRR)
inkomstenetoekomstigA
teringbegininvesA
graadrendementsernermet
r
A
r
A
r
A
r
AA
t
n
tt
tn
n
==
−=
=+
=+
+++
++
+ ∑=
0
02
21
10
int
0)1()1(
...)1()1(
Zoals de formule aangeeft, is de interne rendementsgraad een maat voor het rendement waarbij de
netto contante waarde exact gelijk aan nul gesteld wordt. Hier staat de parameter r voor de IRG. Een
hoge r-waarde levert een aanzienlijk rendement op. Indien de interne-rendementsgraad groter is dan
het a priori vooropgestelde vereiste rendement op het investeringsproject, dan wordt het project
aanvaard. Zo niet wordt het verworpen.
4.5. Kost van de kWh bespaarde energie (KBE)
Kost van de kWh bespaarde energie (KBE)
Als de exploitatiekost bijna nul is, dan is het investeringsbedrag gelijk aan de totale kost om een
zekere hoeveelheid brandstof te besparen.
teringbegininvesA
projecthetvanlevensduurn
energiebespaardedhoeveelheijaarlijkseQmet
nQ
AKBE
kWh
kWh
==
=×
=
/0
0
9
HOOFDSTUK 5: REGELGEVING DUURZAAM BOUWEN
Er zijn in het verleden al onnoemlijk veel richtlijnen, wetten, decreten en besluiten verschenen
aangaande de verschillende aspecten van duurzaam bouwen. Dit hoofdstuk beperkt zich echter tot de
belangrijkste en meest recente wijzigingen in de wetgeving en de financiële steunmaatregelen voor
investeringen in duurzaam bouwen.
5.1. Energieprestatieregelgeving
5.1.1. Europese richtlijn
Opdat de uitstoot van CO2 door gebouwen effectief zou verminderen en de afspraken van het Protocol
van Kyoto zouden worden nageleefd, waren er dwingendere en specifiekere maatregelen nodig voor
de bouwsector. Deze maatregelen zijn vastgelegd in de Europese richtlijn betreffende de
energieprestaties van gebouwen2, goedgekeurd op 16 december 2002. Deze richtlijn wil het
verbeteren van de energieprestaties van gebouwen in de Europese Unie stimuleren.
De richtlijn bevat vijf verplichtingen voor de EU-lidstaten:
1. ze moeten beschikken over een methode om de energieprestaties van gebouwen te
berekenen.
2. ze moeten minimumeisen formuleren voor de energieprestaties van nieuwe gebouwen.
3. ze moeten ook minimumeisen formuleren voor de energieprestatie van grote gebouwen die
ingrijpende renovatie ondergaan.
4. de richtlijn verplicht de lidstaten ertoe een energieprestatiecertificaat in te voeren dat
beschikbaar moet zijn bij de bouw, de verkoop of de verhuur van gebouwen.
5. de richtlijn verplicht de lidstaten ertoe een regelmatige keuring in te voeren van centrale
verwarmingsketels met een vermogen van minstens 20 kW die werken op vloeibare of vaste,
niet-hernieuwbare brandstof.
Op 4 januari 2003 is deze richtlijn in het Publicatieblad van de Europese Unie verschenen.(ANRE,
2005)
5.1.2. Vlaamse Energieprestatieregelgeving
Het energieprestatiedecreet3 is bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 7 mei 2004 en op 30 juli
2004 is het gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de eisen op het vlak van de
energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen die daaruit volgde, werd op 11 maart 2005
goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het geeft de uitvoering aan de volgende decretaal
vastgelegde zaken:(ANRE, 2005)
• Het opleggen van de methode waarmee de energieprestatie van gebouwen wordt
berekend.
2 DPBD of Energy Performance of Buildings Directive 3 Decreet houdende eisen en handhavingmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat
10
• Het vastleggen van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat
van gebouwen.
• Het bepalen van de gebouwen of het werk waarvoor uitzondering of afwijking op de EPB-
eisen of vrijstelling van een of meer eisen kan worden verkregen.
• Het vastleggen van de effectieve invoeringsdatum van de energieprestatieregelgeving;
5.1.3. Energiebegrippen
5.1.3.1. Karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik
De term karakteristiek betekent dat er wordt uitgegaan van een aantal veronderstellingen, zoals een
bepaald klimaat, een vaste binnentemperatuur van 18°C en forfaitaire interne warmtewinsten.
Hierdoor wordt het mogelijk verschillende gebouwen met elkaar te vergelijken. Er wordt dus geen
werkelijk energieverbruik berekend. Dat is te veel afhankelijk van factoren die niet te voorspellen zijn,
zoals het instellen van de binnentemperatuur voor de gebruikers, het aantal gebruikers en het aantal
uren dat het gebouw gebruikt wordt. Die verschillen creëren een moeilijke vergelijkingsbasis.(ANRE,
2005)
Zie ook bijlage 5
Karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik=
1. Primair energieverbruik voor ruimteverwarming
+
2. Primair energieverbruik voor warm tapwater
+
3. Primair energieverbruik door helpfuncties en ventilatoren
+
4. Primair energieverbruik voor koeling
+
5. Primaire energiewinst door PV-panelen en WKK
5.1.3.2. E-peil
Het E-peil vormt een maatstaf voor de energetische prestatie van een woning. Des te lager de waarde
van deze parameter is, des te energiezuiniger is het gebouw.
100100≤×bruikenergieverprimairjaarlijkstiekkarakterisvanwaardereferentie
bruikenergieverprimairjaarlijkstiekkarakteris
Het linkerlid wordt het E-peil of ‘peil van primair energieverbruik’ genoemd. De
energieprestatieregelgeving bepaalt (voor elke bouwvergunning na 12/2005) een maximaal E-peil van
100. Zie bijlage 5
11
debietventilatiealumebeschermvoaakiesoppervlwarmteverlawaarderefernetie ×+×+×= 321
Om het niveau van het geëiste maximale E-peil 100 vast te leggen is de overheid uitgegaan van een
referentiepakket met concrete technieken en prestaties van materialen en installaties. De constanten
a1, a2 en a3 zij zo bepaald dat het referentiepakket maatregelen, toegepast op tweehonderd
geometrieaspecten van woongebouwen, gemiddeld in een E-peil 100 resulteert. (ANRE, 2005)
(a1=115, a2=70, a3=105)
5.1.4. EPB-eisen
Het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 voert EPB-eisen in voor alle nieuwe
gebouwen en voor alle bestaande gebouwen die verbouwd, uitgebreid, … worden. De eisen zijn van
toepassing als het gebouw verwarmd of gekoeld wordt voor mensen die er wonen, werken, winkelen,
sporten,.. en als er na 1 januari 2006 een stedenbouwkundige vergunning voor de uitvoering van het
werk aangevraagd wordt. Er zijn EPB-eisen te onderscheiden op het vlak van: thermische isolatie,
energieprestatie, binnenklimaat.(ANRE, 2005)
• Thermische isolatie-eisen
Er zijn twee eisen op het vlak van thermische isolatie: de maximale eis van de globale warmte-isolatie
K van het gebouw en de maximale warmtedoorgangscoëfficiënten of U-waarden van de
scheidingsconstructies. Zie bijlage 8.
• Energieprestatie-eis
De belangrijkste nieuwe eis in de energieprestatieregelgeving is het maximale E-peil. (voor bepaling
zie energiebegrippen)
• Binnenklimaateisen voor de ventilatie
Een eerste is de minimumeisen voor ventilatievoorzieningen voor woongebouwen die moeten voldoen
aan de bepalingen van de Belgische norm NBN D50-001 van 1991 en de bepaling van bijlage V van
het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005.
Een tweede is de beperking van het risico op oververhitting in de zomer. Gebouwen met een grote
beglazingsoppervlakte in verhouding tot het beschermde volume kunnen in de zomer oververhit raken.
Een doordachte oriëntatie, voldoende zonnewering, het gebruik van beglazing met een hoge
zonnetoetredingsfactor (g-waarde), … beperken dat risico aanzienlijk. Zodat geen onnodige energie
verspild wordt aan koelinstallaties. Deze wordt bepaald door een oververhittingsindicator die berekend
wordt aan de hand van overtollige warmtewinsten.
De EPB-eisen die van toepassing zijn op een bepaald gebouw zijn afhankelijk van:
• De ‘aard van het werk’ (nieuwbouw, verbouwing, functiewijziging,..)
• De bestemming van het gebouw (wonen, kantoor, school, industrie,…)
Zie bijlage 7
12
5.1.5. Energieprestatiecertificaat
De Europese richtlijn legt niet enkel energieprestatie-eisen op, ze stelt ook een
energieprestatiecertificaat verplicht bij de bouw, de verkoop en de verhuur van gebouwen, en voor
publieke gebouwen.
Dit energieprestatiecertificaat bevat informatie over de energetische kwaliteit of energieprestatie van
het gebouw. Een goede energieprestatie leidt immers tot een laag energieverbruik en dus een lage
energiefactuur. Daarnaast informeert het enrgieprestatiecertificaat over de energiebesparende
investeringen die op korte termijn terugverdienbaar zijn. Met dit document kunnen potentiële kopers
en huurders de energetische kwaliteit van gebouwen op de markt vergelijken en afwegen. Vanaf 2008
is het energieprestatiecertificaat bij de verkoop van woongebouwen verplicht, en in 2009 bij de
verhuur van woongebouwen.
5.1.6. Boetes en Controles
Om de energieprestatieregelgeving op een efficiënte manier te handhaven, geven overtredingen
aanleiding tot administratieve boetes. Volgens de energieprestatieregelgeving is de aangifteplichtige4
verantwoordelijk voor het tijdig aanleveren van de nodige documenten en voor het naleven van de
EPB-eisen in het gerealiseerde gebouw. De architect staat de aangifteplichtige bij voor het vervullen
van deze taken. De verslaggever5 is verantwoordelijk voor het correct rapporteren van de
werkzaamheden in de EPB-aangifte.
Tabel 2: boetes voor aangifteplichtige en verslagge ver
aangifteplichtge
het niet naleven van de vormvereisten en termijnen voor het indienen van de EPB-aangifte
€ 250 + €1,00 per m³ nieuw beschermd volume6
niet voldoen aan EPB-eisen thermische isolatie-eisen
energieprestatie eisen
ventilatie-eisen
eisen op vlak van oververhitting
€ 60,00 per W/K x afwijking7
€ 0,24 per MJ/jaar x afwijking
€ 40 per m²/h x afwijking
€ 0,48 per 1000 Khm³ x afwijking
niet indienen van de EPB-aangifte en niet voldoen aan de eisen na controle
(€ 250 + €1,00 per m³ nieuw beschermd volume) + 2 x (boete voor afwijking tussen vaststelling ter plaatse en EPB-eis)
Verslaggever
werkelijke toestand van het gebouw niet correct beschreven
thermische isolatie-eisen
energieprestatie eisen
ventilatie-eisen
eisen op vlak van oververhitting
€ 60,00 per W/K x afwijking
€ 0,24 per MJ/jaar x afwijking
€ 40 per m²/h x afwijking
€ 0,48 per 1000 Khm³ x afwijking
4 De aangifteplichtige is de houder van de stedenbouwkundige vergunning, meestal de bouwheer. 5 De verslaggever is niet noodzakelijk een extra persoon in het bouwproces. De enige vereiste die gesteld wordt aan de verslaggever is dat deze beschikt over een diploma van architect, burgerlijk ingenieur- architect, burgerlijk ingenieur of industrieel ingenieur. 6 Nieuw beschermd volume= beschermd volume na de werkzaamheden – beschermd volume voor de werkzaamheden 7 Telkens het verschil in aangegeven waarde en de geëiste waarde. Hier: afwijking = (Uaangifte - Ueis) x Aaangrifte
Bron: zelfgemaakte excel-tabel met gegevens van Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen
en Energie, ANRE 2005, Energieprestatieregelgeving, module 1: algemeen kader, Brussel.
13
Als vastgesteld wordt dat een waarde in de EBP-aangifte niet overeenstemt met de werkelijkheid,
geeft die foutief opgegeven waarde slechts aanleiding tot één boete, ook al heeft de waarde invloed
op verschillende eindresultaten. Bv: een foutieve U-waarde heeft zowel invloed op het K-peil als op
het E-peil, toch wordt enkel een boete aangerekend voor de foutieve U-waarde. Men kan over het
algemeen aan de opgelegde energieprestatie- en binnenklimaateisen voldoen door middel van een
aantal kosteneffectieve investeringen die binnen acht jaar terug te verdienen zijn door de
gerealiseerde energiebesparingen.
In bijlage 6 bevindt zich een schema met bouwproces en EPB-verplichtingen.
5.2. Vergunningen
5.2.1. Bouwvergunning
Voor fotovoltaïsche zonnepanelen is volgens het decreet over de ruimtelijke ordening van mei 2000
niet altijd een stedenbouwkundige vergunning nodig. Artikel 3 stelt de volgende werken vrij van
bouwvergunning:
a) dakvlakvensters en/of fotovoltaïsche zonnepanelen en/of zonneboilers in het dakvlak, tot
een maximum van 20% van de oppervlakte van het dakvlak in kwestie beslaat;
b) fotovoltaïsche zonnepanelen en/of zonneboilers op een plat dak;
De bovengrens van 20% van het dakvlak is geldig in verhouding tot de oppervlakte van het zuidgericht
dakvlak, niet voor het totale dakoppervlak van alle dakhellingen samen. In de meeste gevallen zal dus
een bouwvergunning nodig zijn.(RO, 2000)
5.2.2. Milieuvergunning
Warmtepompen:
• indien een voor huishoudelijke doeleinden zeer grote warmtepomp wordt toegepast (met een
totale geïnstalleerde drijfkracht van de warmtepomp van meer dan 200 kW);
• indien grondwater (met pomp- en retourput) als warmtebron wordt toegepast;
• indien een verticale bodemwarmtewisselaar als bron wordt toegepast waarbij tot op een diepte
van meer dan 50 meter onder het maaiveld wordt geboord;
• indien een horizontale of verticale bodemwarmtewisselaar wordt toegepast met daarin een
warmtedragend medium met gevaarlijke stoffen zoals bedoeld in bijlage 2B van Vlarem I. (Ode
Vlaanderen, 2008)
14
Bron: Vlaams Energieagentschap, VEA 2008, Energie besparen bij u thuis, premies in
Vlaanderen, Brussel.
5.3. Financiële steunmaatregelen
5.3.1. Federale overheid
5.3.1.1. Belastingsvermindering
Sinds 2003 kunnen belastingplichtigen voor een aantal energiebesparende investeringen een
belastingvermindering krijgen van 40% op de investering. Als je in 2008 energiebesparende
investeringen laat uitvoeren door een geregistreerde aannemer kan je die in 2009 inbrengen in je
belastingsaangifte in het kader van de personenbelasting. Deze moeten worden bewezen met
facturen van de werkzaamheden en uitgevoerd worden door een geregistreerde aannemer. De
betalingsdatum van de factuur bepaalt het inkomstenjaar voor de fiscale aangifte ( bv. alle betaalde
facturen in het jaar 2008 kan je inbrengen in je betalingsaangifte voor uw inkomsten van 2008). De
belastingvermindering voor energiebesparende investeringen is van toepassing voor eigenaars,
huurders, erfpachters, vruchtgebruikers op voorwaarde dat u de investeringen in een woning kunt
bewijzen met een factuur op uw naam. (VEA, 2008)
Tabel 3 geeft aan voor welke investeringen u aanspraak kunt maken op belastingvermindering.
Tabel 3: belastingsvermindering
15
5.3.1.2. 6 % BTW tarief
Woningen ouder dan 5 jaar (i.p.v. 15 jaar) kunnen genieten van een voordelig BTW-tarief van 6% i.p.v.
21% bij renovatie.
5.3.2. Vlaamse overheid
5.3.2.1. Groenstroomcertificaten
Door de productie van groene stroom en dus ook elektriciteit met fotovoltaïsche panelen kan je
groenstroomcertificaten verkrijgen. De groenestroomproducent ontvangt van de VREG één
groenstoomcertificaat per 1000 kWh geproduceerde elektriciteit. Deze worden gegarandeerd over 20
jaar. U kunt uw certificaten verkopen aan uw distributiebeheerder voor € 450 per certificaat. U kunt
beroep doen op de administratieve afspraak tussen de VREG en de netbeheerders. U hoeft dan niet
zelf contact op te nemen met uw netbeheerder en de verkoop meedelen aan de VREG. De VREG
geeft uw rekeningnummer door aan de netbeheerder zodat die € 450 per certificaat kan storten op uw
rekening.
Iedere elektriciteitsleverancier is verplicht om, vanaf 1 januari 2002, een minimumaandeel van zijn
verkoop aan eindafnemers te betrekken uit hernieuwbare energiebronnen. Dit minimumaandeel loopt
op tot 2% in 2004 en 6% in 2010. Een leverancier kan aan deze verplichting voldoen door zelf groene
stroom te produceren of door groenestroomcertificaten aan te kopen op de markt. Indien de
elektriciteitsleveranciers niet voldoende certificaten kunnen voorleggen, wordt per groene kWh
waarvoor certificaten ontbreken een boete aangerekend van € 125 per ontbrekend certificaat.( Ode
Vlaanderen, 2006)
5.3.2.2. Terugdraaiende kilowattuurmeter
Bij netgekoppelde fotovoltaïsche zonnepanelen bepaalt het VREG dat de particulier een compensatie
krijgt voor de geleverde energieproductie door het terugdraaien van de elektriciteitsverbruikmeter. Dit
gebeurt als u op een bepaald ogenblik meer elektriciteit produceert dan zelf verbruikt, en u dus netto
elektriciteit injecteert in het net. Achteruitdraaiende kWh-meters zijn echter enkel toegelaten als het
totaal geïnstalleerd vermogen voor eigen elektriciteitsproductie niet groter is dan 10 kilowatt van de
omvormer. Als het vermogen groter is, moet de afname van elektriciteit uit het net, en de injectie van
elektriciteit in het net, apart worden gemeten. De bijhorende terugleververgoeding is afhankelijk van
de elektriciteitsleverancier en varieert doorgaans tussen de 0.15 en 0.17 €/kWh. Wel is de
terugvergoeding beperkt tot het volledige eigen jaarlijkse verbruik, m.a.w. netto teruggeleverde
energie “onder 0” op jaarbasis wordt niet automatisch vergoed.(Ode Vlaanderen, 2006)
5.3.2.3. Verbeterings- en aanpassingspremie
De Vlaamse renovatiepremie ondersteunt eigenaars, huurders die een eigen woning willen aanpassen
of verbeteren. De verbeterings- en aanpassingpremie is ondermeer van toepassing voor
16
dakwerkzaamheden, buitenschrijnwerk, behandelen van optrekkend vocht, plaatsen van sanitaire
installaties,… voor elk werk is er een vast premiebedrag voorzien.
Om in aanmerking te komen voor de premie, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen, onder
andere een bepaald maximuminkomen, de woning moet minstens 20 jaar oud zijn, KI van woning is
kleiner dan of gelijk aan € 1200, eigenaar-bewoner, huurder of verhuurder aan een sociaal
verhuurkantoor zijn. De investering moet minstens het dubbele zijn van de premie. (wonen
Vlaanderen, 2007)
5.3.2.4. Renovatiepremie
De Vlaamse renovatiepremie ondersteunt eigenaars die een eigen woning willen renoveren. Zo
krijgen ze de kans om de kwaliteit van hun woning aanzienlijk te verbeteren. De renovatiepremie is
ondermeer van toepassing voor dakisolatie, vloerisolatie, muurisolatie, vervanging van ramen met
enkele beglazing door ramen met hoogrendementsbeglazing, plaatsing van condensatieketel,
zonneboiler en warmtepomp. De premie bedraagt 30% van de aanvaarde kostprijs, exclusief BTW,
met een maximum van € 10000.
Om in aanmerking te komen voor de premie, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen, onder
andere een bepaald maximuminkomen, de woning minstens 25 jaar oud zijn, U moet eigenaar-
bewoner zijn of verhuurder aan een sociaal verhuurkantoor. De investering moet minstens 10.000
euro bedragen (exclusief BTW) U mag ook geen andere woning hebben of gehad hebben tot drie jaar
terug.
U kunt de renovatiepremie echter niet cumuleren met de verbeteringspremie, zodat u een keuze
tussen beide zal moeten maken.( wonen Vlaanderen, 2007)
5.3.3. Netbeheerder
De Vlaamse netbeheerders zijn verplicht om bij hun afnemers energiebesparing te stimuleren, onder
andere door een aantal energiebesparende maatregelen financieel te ondersteunen. Iedere
netbeheerder mag zelf kiezen welke acties hij uitvoert. De premie wordt rechtstreeks aangevraagd bij
de netbeheerder. Hij heeft de precieze informatie over de grootte van de premie en over de
toekenningsvoorwaarden. Een aanvraagformulier wordt eveneens bij de netbeheerder aangevraagd.
Deze zijn ook beschikbaar op de websites van de netbeheerder.
Onder Eandis vallen: Gasselwest, Imea, Imewo,Intergem, Intermosane, Iveka, Iverlek en Sibelgas
Onder Infrax vallen: Interelectra, Iveg en WVEM.
In bijlage 9 vindt u een lijst met de premies voor alle investeringen per netwerkbeheerder.
5.3.4. Gemeente- of provinciebestuur
5.3.4.1. Premies
Sommige gemeenten en provincies geven aanvullende premies voor een aantal energiebesparende
investeringen. De grootte van de premies en de specifieke voorwaarden kunnen sterk variëren van
17
gemeente tot gemeente. Meestal is het een percentage van de investeringskost met een bovengrens
van 250 tot € 1000. Ruim de helft van de Vlaamse gemeenten geeft een aanvullende premie voor wie
investeert in zonne-energie (zonneboiler of fotovoltaïsche zonnepanelen). Daarnaast geven enkele
gemeenten ook nog een premie voor dakisolatie, hoogrendementsbeglazing, de plaatsing van een
condensatieketel, de investering in een warmtepomp…
Voor eventuele energiepremies kan je steeds bij uw gemeente- of provinciebestuur informeren.
5.3.4.2. Vermindering gemeentebelasting
Door de belastingvermindering betaalt u ook minder gemeentebelasting. Bv. bij een
belastingvermindering van 3440 euro, aan 7,5 % gemeentebelastingen komt het totale uitgespaarde
bedrag door belastingvermindering op 3440 + 7,5 % = 3698 euro.
5.3.5. Leningen
5.3.5.1. Belastingsaftrek voor hypothecaire leningen
Sinds januari 2005 is voor de fiscale aftrek van hypotheekleningen een nieuw systeem ingevoerd (de
vroegere regeling blijft voor oudere leningen). Alle kosten van een hypothecaire lening mogen
afgetrokken worden van de personenbelasting tot aan een bovengrens, die afhangt van de
gezinssituatie. Voor 2008 bedraagt deze € 1990 en een toeslag voor de eerste 10 jaar van € 660 + €
70 vanaf 3 kinderen. De voorwaarde voor de lening is een looptijd van minstens 10 jaar en aangegaan
voor het verwerven van een eigen en enige woning. (dus aankoop, nieuwbouw of renovatie).
Indien er een hypothecaire lening is aangegaan voor de woning en deze is bv. al voor € 20.000
afbetaald kan er voor hetzelfde bedrag terug bijgeleend worden bv. voor zonnepanelen bij dezelfde
hypotheek (maximum ongeveer 30j). Zodat de hypotheekkosten niet opnieuw betaald moeten worden.
Voor aflossingstabel van een hypotheeklening van € 10000 zie bijlage 2.(kbc, Woumen) In dit
voorbeeld betaal je maandelijks € 103,41 of over 10 jaar.
Totale rente € 2512,61
Hypotheek kosten € 919,00
Dossierkosten € 250,00
Totaal € 3681,61
Aftrekbaar per jaar 103,41 x 12 x 33% = € 409.50 /j (ong 33% belasting op je loon)
Aftrekbaar over volledige periode van 10 jaar € 4095.04
€ 4095,04 – € 3681,61 = € 413,43
Je kan dus alle kosten van je lening terugvorderen, plus nog € 413,43 van je geleende bedrag.
5.3.5.2. Groene lening
Een aantal banken geven een groene energielening voor energiebesparende maatregelen aan een
voordeliger tarief.
18
De financiering is meestal van toepassing op aanpassingswerkzaamheden in de woning die voor
minstens 50% bestaan uit volgende voornaamste investeringen:
• vervanging van een oude stookketel
• installatie van een zonneboiler
• plaatsing van zonnecelpanelen
• plaatsing van een warmtepomp of andere systemen voor geothermische
energieopwekking
• plaatsing van thermostatische kranen of kamerthermostaat met tijdschakelklok
• plaatsing van hoogrendementsbeglazing
• isolatie van daken
• uitvoeren van een energieaudit van de woning
Deze lening op afbetaling wordt verleend aan een rentevoet tussen de 5 en de 6% afhankelijk van de
bank. Toch blijkt het nog steeds voordeliger om een hypothecaire lening aan te gaan. De kosten zijn
wel een pak groter maar de fiscale voordelen en de rentevoet zijn veel beter. Op het einde van de
lening heeft men een stuk minder betaald dan bij een groene lening.(Immotheker, 2008)
Voor aflossingstabel van lening op afbetaling voor een bedrag van € 10000 met gelijke
terugbetalingen zie bijlage 3. (kbc, Woumen). Deze lening wordt afbetaald op 4 jaar met een
maandelijks bedrag van € 238,64.
Groene lening Totale rentekosten ( 5.48 %) € 1129,76 Lening op afbetaling Totale rentekosten (7,00 %) € 1454,72 Zoals je kan zien is een groene lening wel een stuk goedkoper dan een gewone lening op afbetaling,
maar heel wat duurder dan een hypothecaire lening.
19
Bron: Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2005,
Energieprestatieregelgeving, module 1: algemeen kader, Brussel.
HOOFDSTUK 6: DUURZAAM BOUWEN
6.1. Compactheid De compactheid van een gebouw is de verhouding tussen het beschermde volume (V)8 en het
verliesoppervlak (At)9. Een bol stelt de meest ultieme compacte vorm. Een kubus benadert deze vorm
vervolgens het beste voor een huis. Een compact gebouw heeft een groot beschermd volume en een
klein verliesoppervlak. Een gebouw wet twee gevels is compacter dan een gebouw met hetzelfde
beschermde volume maar met drie gevels of vier gevels. Als in beide gebouwen dezelfde
isolatiemaatregelen, installaties, enz., toegepast worden, is het compacte gebouw energiezuiniger.
6.2. Oriëntatie Een goede oriëntatie van de woning zorgt ervoor dat de energie die de zon levert maximaal kan benut
worden. Weinig gebruikte ruimtes, zoals o.a. garage, toilet en bergruimte, zijn best op het noorden
gericht. Zo kunnen deze kamers een buffer vormen tussen de koude buitenlucht en het noorden en de
te verwarmen leefruimtes, welke bij voorkeur zuidelijk georiënteerd zijn. Anderzijds moet er ook
rekening gehouden worden dat teveel glas het risico op oververhitting in de zomer doet stijgen.
Zongericht ontwerpen mag niet leiden tot het noodgedwongen installeren van een koelsysteem. Een
goede zonnewering minimaliseert dit probleem. Een bijkomende vuistregel is om de totale beglazing
te begrenzen tot 1/5 à 1/6 van de volledige vloeroppervlakte van de woning.
Grafiek 6: invloed oriëntatie op E-peil
8 “Het beschermd volume (V in m³) van een gebouw is het volume van alle kamers en ruimten van het gebouw die men thermisch wil beschermen tegen warmteverliezen naar de omgeving, naar de grond en naburige ruimten die niet tot beschermd volume behoren.” 9 “Het warmteverliesoppervlakte (At in m²) van een gebouw is de som der oppervlakten van alle wanden of wanddelen die het beschermd volume van het gebouw scheiden van de buitenomgeving, van de grond, van naburige ruimten die niet tot het beschermd volume behoren.”
20
Bron: Livios, 2007, spoor de zwakke plekken van je huis op met infrarood, URL:<http://www.livois.be> , (17/02/08)
6.3. Isolatie Isoleren is veruit de belangrijkste ingreep die je kan treffen om energie (en tegelijk veel geld) te
besparen. Bij een gemiddelde Vlaamse woning staat de verwarming in voor de helft van de totale
energiefactuur.
Het overgrote deel van deze verwarmde lucht gaat bovendien al snel verloren door dak, ramen,
vloeren en muren. Een goede isolatie is dus onontbeerlijk voor elke woning. Het verhoogt trouwens
het thermische comfort van de woning en verlaagt de energiekosten. Door een lagere
energiebehoefte, daalt uiteindelijk de luchtverontreiniging en de uitputting van de fossiele
brandstofreserves.
Figuur 2: warmteverliezen met infrarood
6.3.1. Parameters voor de isolatiekwaliteit
Isoleren betekent in principe het verminderen van geleidings- of transmissieverliezen10. De beste
isolatie bestaat trouwens uit droge, stilstaande lucht. Om de kwaliteit van andere isolatiemethodes te
beoordelen, maakt men gebruik van een aantal parameters. Meer uitleg hierover volgt in
onderstaande paragrafen.
6.3.1.1. λ-waarde
De λ-waarde, uitgedrukt in W/mK, duid aan in welke mate een bepaald materiaal de warmte geleidt.
Deze warmtegeleidingcoëfficiënt meet de hoeveelheid warmte die per tijdseenheid door een
oppervlakte van één vierkante meter met een dikte van één meter verloren gaat bij een
temperatuurverschil van één graad Celsius. Hoe lager de waarde van deze parameter, des te beter
isoleert het betreffende materiaal en houdt het warmteverliezen tegen. Materialen die een λ-waarde
kleiner dan 0.065 W/mK bezitten, worden officieel erkend als isolerende materialen. .(ANRE, 2005)
10 Dit zijn warmteverliezen die verloren gaan doorheen het buitenoppervlak van de woning.
21
Bron: Vlaams Energieagentschap, VAE 2006, Praktische gids voor als u binnenkort
gaat bouwen of verbouwen, Brussel.
Tabel 4: landa-waarde isolatiemateriaal
6.3.1.2. R-waarde
Deze maatstaf, uitgedrukt in m²K/W, geeft de warmteweerstand weer van een volledig constructie-
onderdeel. Aangezien bijvoorbeeld een muur bestaat uit verschillende materialen met diverse diktes,
dient de architect hierbij voor elke substantie apart te bepalen in welke mate het de warmte
tegenhoudt. Tenslotte kan hij op basis van de bekomen afzonderlijke waardes de totale R-waarde van
het constructie-onderdeel berekenen. Een hogere warmteweerstand wijst hierbij op een betere
isolatiewaarde.(ANRE, 2005)
vingbinnenomgeeenenwandeentussendgangsweerswarmteover
materiaalhetvandikted
ficiëntidingscoëfwarmtegele
vingbuitenomgeeenenwandeentussendgangsweerswarmteover
dR
i
e
ie
tan1
tan1
11
===
=
++=
α
λα
αλα
6.3.1.3. U-waarde
De U-waarde (of k-waarde) wordt uitgedrukt in W/m²K. De U-waarde van een constructiedeel geeft
aan hoeveel warmte er per tijdseenheid en per vierkante meter verloren gaat als er tussen “binnen” en
“buiten” een temperatuursverschil is van 1°C. Deze warmtedoorgangscoëfficiënt is best zo klein
mogelijk.(ANRE, 2005)
22
Bron:Cedubo, 2007, Gooi geen energie door ramen en deuren, URL:<http://www.cedubo.be> , (18/02/08)
ingrsverandertemperatuuT
ailmetervierkanteperverliesetwarmtedebiq
TUq
=∆=
∆×=det)(
RU
1=
Vb. Rotswol: λ = 0,042 W/mK
Dikte van uitvoering: 7cm
WKm
dR
ietot
/²835.123
1
042.0
07.0
8
1
11
=
++=
++=αλα
6.3.1.4. K-peil
Het K-peil staat voor het globale isolatieniveau van een woning. Deze maatstaf houdt rekening met de
afzonderlijke warmteverliezen van alle wanden en met de compactheid van het totale huis. Hoe lager
een woning scoort op deze parameter, hoe beter.
6.3.2. Thermische isolatie
Figuur 3: procentuele warmteverliezen
KmW
RU
²/54.0835.1
1
1
=
=
=
23
6.3.2.1. Vloerisolatie
Gemiddeld bedraagt de verliesoppervlakte van de vloer ongeveer 15% van de totale
verliesoppervlakte van een woning. Het warmteverlies door een vloer is verschillend bij een vloer op
volle grond, bij een vloer boven een kruipruimte of kelder (al dan niet sterk verlucht) of bij een vloer
boven buitenomgeving. De nodige dikte van de vloerisolatie is hierdoor verschillend voor de
verschillende soorten vloeren. U kunt isoleren aan de onderzijde van de draagvloer of tussen de
draagvloer en de gewapende dekvloer. U hebt de keuze tussen een isolatiemateriaal (voorbeeld
drukvaste isolatieplaten of een gespoten isolatiemateriaal) of een isolerende uitvullingslaag
(bijvoorbeeld een isolerende chape).
Dikte: 4 => 10 cm (traditioneel =>energiezuinig)
6.3.2.2. Muurisolatie
De meest traditionele manier om een muur te bouwen in België is de geïsoleerde spouwmuur.
Gewoonlijk bevat deze spouwmuur vijf lagen namelijk de gevelsteen, de luchtspouw, de thermische
isolatie, de binnenmuur en de binnenbepleistering. Als isolatiemateriaal opteert de particulier hierbij
meestal voor zacht of halfstijve isolatiematten in minerale wol of voor stijve kunstofplaten in
polyurethaanschuim (PUR), geëxpandeerd polystyreenschuim (EPS) of geëxtrudeerd
polystyreenschuim (XPS). De warmteverliezen van een woning zijn groter bij woningen met veel
buitenwanden. Het is daarom belangrijk om de buitenwanden goed te isoleren. Volgens de nieuwe
energieprestatieregelgeving mag de U-waarde van een buitenmuur maximaal 0,6W/m²K bedragen.
Dikte: 5=>10 cm (traditioneel=>energiezuinig)
6.3.2.3. Dakisolatie
Dakisolatie mag in geen enkele woning ontbreken. Een slecht geïsoleerd dak kan namelijk
verantwoordelijk zijn voor 26% van de totale energieverliezen van een woning. Het isoleren van een
dak zal dus een grote energiebesparing opleveren, zeker als de zolder verwarmd wordt. Het plaatsen
van dakisolatie vermindert tocht en koude-uitstraling en zal het comfort van de woning dus verhogen.
Volgens de nieuwe energieprestatieregelgeving moet de isolatiewaarde van een dak verbeterd
worden tot 0,4 W/m²K .
Dikte: 10=>20 cm (traditioneel=>energiezuinig)
6.3.2.4. Raamprofielen en beglazing
De vensters zijn vanuit het oogpunt van verwarming steeds ‘koudegaten’ in de woning. Ze laten meer
warmte door dan geïsoleerde muren, daken en vloeren. Een gewone dubbele beglazing beperkt te
weinig die grote warmteverliezen. Daarom is het nodig te kiezen voor een hoogrendementsbeglazing:
het zogenaamde 1,3- of 1,1-glas. Hoogrendementsglas isoleert twee tot drie keer beter dan gewoon
dubbel glas.
24
Bron: Vlaams Energieagentschap, VAE 2006, Praktische gids voor als u binnenkort gaat bouwen
of verbouwen, Brussel.
6.3.2.5. Koudebruggen
Een koudebrug is een plaats in het constructiedeel waar de thermische isolatie tussen “binnen” en
“buiten” onderbroken is. Op de plaatsen waar de thermische isolatie dus niet doorloopt of het
isolatiemateriaal niet op elkaar aansluit, gaat veel warmte verloren en dringt koude naar binnen. Als
warme binnenlucht afkoelt, bijvoorbeeld in contact met een koud oppervlak waar isolatie ontbreekt,
kan condensatie ontstaan. Condensatie betekent vocht op het oppervlak en kan aanleiding geven tot
geurhinder, schimmelvorming…
Delicate plaatsen om contact tussen binnen en buiten te vermijden zijn de balken boven vensters en
deuren, de dorpels, de funderingsaansluiting of balkons die doorlopen tussen binnen en buiten.
Tabel 5: U-waarde constructiedelen
6.4. Ventilatie
6.4.1. Waarom ventileren?
Een gezond binnenklimaat is zeer belangrijk voor iedere bewoner van de woning. Minimaal en
voldoende ventileren is noodzakelijk voor de gezondheid van de bewoners en voor een hoog
wooncomfort.
Er zijn drie goede redenen waarom voldoende ventileren zo belangrijk is:
� door te ademen gebruiken mensen zuurstof, terwijl ze koolstofdioxide en waterdamp afgeven.
Onvoldoende zuurstoftoevoer door ventilatie maakt de lucht muf. Voldoende aanvoer van
zuurstof is belangrijk voor de gezondheid van mensen en huisdieren.
� elk gezin produceert per dag 10 à 20 liter woonvocht door te koken, te wassen, te douchen…
Die vochtige vervuilde lucht naar buiten afvoeren en voldoende verse lucht in de woning
binnenbrengen geeft de bewoners ademruimte. Ventileren vermindert de kans op geuren,
allergieën en het vermijdt condensatie en schimmelvorming op de muren.
� door te ventileren voorkomt u dat hinderlijke of schadelijke stoffen die in de woning vrijkomen
daar blijven en zich opstapelen.
25
De Belgische ventilatienorm (NBN D50-001) streeft na dat 3.6 m² lucht per uur en per vierkante meter
vloeroppervlakte van de ruimte kan toe- en afgevoerd worden
6.4.2. Hoe ventileren?
6.4.2.1. Ventilatiesysteem A
Systeem A houdt een natuurlijke toevoer van verse lucht in de droge ruimtes in. Deze aanvoer vindt
meestal plaats via zelfregelende roosters in de ramen. Verder zorgen roosters in de binnenmuren of
–deuren doorgaans voor de doorstroming van de lucht. Hiervoor zijn spleten onder de binnendeuren
van ongeveer een centimeter ook voldoende. Verticale afvoerkanalen met afsluitbare roosters zijn
vervolgens verantwoordelijk voor de natuurlijke afvoer van vervuilde lucht in de vochtige ruimtes.
Dit ventilatiesysteem kost uiteraard het minst van de vier beschikbare systemen. Bovendien vergt het
heel weinig onderhoud, verbruikt het geen elektriciteit en is het zeer eenvoudig te plaatsen. Een
nadelig aspect van systeem A bestaat uit de beperkte regelbaarheid ervan. Op esthetisch vlak scoren
hoog uitstekende afvoerkanalen bovendien niet zo goed. Daarenboven kunnen grote warmteverliezen
optreden bij veel wind. Het koudegevoel dat soms optreedt bij de roosters vormt een laatste nadeel
van systeem A.(VAE, 2006)
6.4.2.2. Ventilatiesysteem B
Systeem B is veeleer een theoretisch ventilatiesysteem en kent uiterst weinig toepassingen in de
praktijk. Hierbij voeren elektrische ventilatoren verse lucht toe en zorgen verticale afvoerkanalen voor
de natuurlijke afvoer van de vervuilde lucht. Dit systeem behaalt beter de ventilatienorm dan systeem
A. Bovendien heeft de eigenaar bij een ventilator meer opties voor de plaats van de
toevoeropeningen. Ook bestaat de mogelijkheid voor korte intensieve ventilatie door het debiet van de
ventilatoren tijdelijk te verhogen. Systeem B vereist uiteraard wel meer energie dan systeem A.
Zelfregelende roosters zorgen voor een continue hoeveelheid verse lucht, onafhankelijk van de
windsnelheid. Hierdoor kan er nooit een tochtgevoel optreden. (VAE, 2006)
6.4.2.3. Ventilatiesysteem C
Ventilatiesysteem C omvat een natuurlijke aanvoer van verse lucht via toevoerroosters in ramen of
muren. Naderhand regelen elektrische ventilatoren de mechanische afvoer van de vervuilde lucht.
Systeem C biedt aan de consument dezelfde voordelen als systeem B. Ook verbruikt het meer
energie dan systeem A. Bovendien moeten de bewoners hierbij opletten dat ze geen onderdruk
creëren. Wanneer de particulier systeem C gebruikt in combinatie met de werking van de dampkap,
bestaat immers de kans dat het de rookgassen van kachel of open haard naar binnenzuigt. (VAE,
2006)
26
Vlaams Energieagentschap, VAE 2006, Praktische gids voor als u binnenkort gaat bouwen of
verbouwen, Brussel.
6.4.2.4. Ventilatiesysteem D
Elektrische ventilatoren zijn bij dit systeem zowel verantwoordelijk voor de toevoer van verse lucht als
voor de afvoer van de vervuilde lucht. Ook systeem D biedt de particulier meer mogelijkheden
betreffende de plaatsing van de toevoeropeningen en inzake het uitvoeren van een korte intensieve
ventilatie. Bovendien heeft het systeem minder problemen met onderdruk. Vanzelfsprekend verbruikt
dit systeem het meeste energie van de vier ventilatiemogelijkheden. Indien de particulier opteert voor
volledige mechanische ventilatie en een zeer luchtdichte woning bezit, investeert hij ook best in een
systeem met warmterecuperatie. De uitgaande lucht warmt hierbij de aangevoerde verse lucht op.
(VEA, 2006)
Figuur 4: ventilatiesystemen
In het WTW systeem worden toe- en afvoerlucht door een warmteterugwinunit geleidt. De afvoerlucht
geeft in de unit, via de warmtewisselaar, warmte af aan de toevoerlucht, welke op die wijze
voorverwarmd de woning binnentreedt. Afhankelijk van het type unit en wisselaar worden
rendementen bereikt tussen 65 en 95%. Hierdoor kan een aanzienlijke besparing worden bereikt op
de toe te voeren energie voor het verwarmen van de woning. Units met een rendement van 95% en
voorzien van gelijkstroommotoren, maken het mede mogelijk de EPN11 norm van 1 te behalen. Met
het WTW systeem wordt gerealiseerd dat er altijd verse (voorverwarmde) buitenlucht in de ruimten
wordt toegevoerd.
11 De ventilatievoorzieningen moeten voldoen aan minimumeisen, deze worden beschreven in bijlage VI van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005.
27
Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2005,
Energieprestatieregelgeving, module 1: algemeen kader, Brussel.
Bron: <livios, 2007, vergelijking energiebronnen, URL:< http://www.livios.be/nl/_build/_guid/_ener/_comp/index.asp?content=Vergelijking%20energiebron
nen.be> , (19/02/08)
Grafiek 7: invloed van WTW op E-peil
6.5. Verwarmingsinstallaties
6.5.1. Energiebron
Tabel 6: soorten energiebronnen
28
6.5.1.1. Elektrische verwarming
• Zeer goedkoop in installatie (goedkope toestellen, geen ketel, stookkamer, schoorsteen
nodig), maar zeer duur in verbruik.
• Gemakkelijk te installeren (geen ketel, geen verbinding tussen toestellen onderling, ...)
• Directe elektrische verwarming is het goedkoopst en comfortabelst, maar is af te raden,
omwille van het hoge verbruik.
• Indirecte elektrische verwarming: goedkoper, maar minder comfortabel omdat je warmte niet
meer kan sturen overdag. (livios, 2007d)
6.5.1.2. Aardgas en stookolie
• Aardgas is duurder in verbruik, maar installatiekosten zijn lager (geen opslagvat, ketel is
goedkoper, geen stookkamer nodig, ketel kan op zolder, schoorsteen niet verplicht).
• Op termijn: weinig prijsverschil.
• Stookolieketel moet jaarlijks gecontroleerd worden; niet verplicht maar wel aan te raden voor
aardgas.
• Aardgas is iets beter voor milieu, maar het verschil is zeer miniem. (livios, 2007d)
6.5.2. Verwarmingssysteem
Een woning kan op heel wat manieren opgewarmd worden. Algemeen wordt aangenomen dat een
ketel bij een lagere temperatuur energiezuiniger kan stoken. Het energieverbruik van wand- en
vloerverwarming ligt lager dan bij radiatoren. Dit omdat hier een minder hoge koelwatertemperatuur
vereist is om hetzelfde binnenklimaat te creëren. Verder kan ook heel wat energie bespaard worden
door de verwarmingsleidingen te isoleren. Het is ook altijd nuttig om een aparte temperatuurregeling
per kamer te hebben. Dit kan eenvoudig verwezenlijkt worden door het plaatsen van thermostatische
kranen of door het gebruik van een kamerthermostaat. Er moet wel op gelet worden dat er geen
thermostatische kranen geplaatst worden in dezelfde ruimte als een kamerthermostaat. Ze kunnen
elkaar namelijk tegenwerken. Verder is het ook goed om een buitenvoeler te plaatsen. Zo wordt de
ketelwatertemperatuur automatisch aangepast aan de weersomstandigheden.
6.5.3. Verwarmingstoestel
6.5.3.1. Hoogrendementsketel (HR)
Een hoogrendementsketel of HR-ketel is een verwarmingsketel op gas die ten opzichte van een
conventionele gasketel een hoger rendement heeft, waardoor het gasverbruik lager is.
Deze stookinstallaties hebben een rendement dat gemiddeld 20% hoger ligt dan bij gewone ketels.
Hoogrendementsketels kunnen werken op aardgas of op stookolie. Wanneer ze op stookolie werken
zijn ze herkenbaar aan het optimazlabel, terwijl ze een HR+-label dragen als ze op aardgas werken.
29
Bron: eandis, 2007, De condensatieketel op aardgas, de absolute presatiekampioen, URL:<http://www.eandis.be> , (19/02/08)
6.5.3.2. Condensatieketel
Een ander systeem is een condensatieketel op aardgas. Deze ketels zijn zo ontworpen dat er
permanent een belangrijk deel van de waterdamp in de verbrandingsgassen gecondenseerd wordt in
een warmtewisselaar12. Op deze manier wordt nog meer nuttige warmte vrijgemaakt. Bij een klassieke
installatie gaat die warmte verloren door de schoorsteen. In vergelijking met een hoogrendementsketel
kan met een condensatieketel nog een extra energiebesparing van meer dan 10% gehaald worden.
Condensatieketels op aardgas zijn herkenbaar aan het HR-toplabel. Er zijn op de markt ook al zeer
energiezuinige stookolieketels verkrijgbaar die voorzien zijn van de condensatietechniek.
Figuur 5: werking condensatieketel
6.5.3.3. Open versus gesloten toestellen
Een andere vernieuwing dat het rendement van de ketels ten goede komst, is het systeem van de
gestuwde afvoer. Ketels die uitgerust zijn met deze techniek noemt men ook gesloten ketels in
tegenstelling tot de traditionele atmosferische of open toestellen. Via een ventilator worden zowel de
rookgassen weggeblazen als de verbrandingslucht aangezogen. Omwille van de nauwkeurige
dosering van de aangevoerde lucht halen de ketels meestal een hoger rendement. Bovendien hebben
deze ketels geen traditionele schoorsteen nodig. Een afvoerpijp door de gevel of het dak volstaat.
Meestal worden deze toestellen verbonden met een speciale concentrische dubbelwandige buis.
Langs de buitenste opening wordt lucht via een ventilator aangezogen, langs de binnenste buis
worden de verbrande gassen afgevoerd.(livios, 2007e)
6.5.3.4. CV-ketels op pellets
12 Een warmtewisselaar is een apparaat dat warmte van het ene medium (vloeistof, gas) overbrengt naar het andere.
30
Pellets, kleine korrels op basis van houtafval, zijn al langer bekend als brandstof voor kachels, maar
doen nu ook hun intrede als energiebron voor cv-ketels. En pelletsinstallatie vergt een grotere
investering dan een traditionele ketel op gas of stookolie. De ketel kost 2.5 à 3 keer zoveel als een
ketel op gas of stookolie. Qua verbruik ben je echter veel goedkoper af dan met een traditionele cv-
ketel. De importeurs van deze ketels spreken over een besparing van 40% op de stookkosten
waardoor je de meerprijs op termijn terugverdient. (livios, 2007e)
6.5.3.5. Plaatselijke verwarmingstoestellen
Ook plaatselijke kachels moeten een hoog rendement hebben. Daarom is het af te raden om te
werken met de klassieke individuele gas-, kolen- of stookoliekachels. Deze hebben namelijk maar een
rendement van 50 tot 70%. Bovendien halen deze kachels hun zuurstof uit de binnenruimten. Dit kan
leiden tot CO-vergiftiging, vocht en tocht in de woning. Een type van plaatselijke
verwarmingstoestellen dat wel geplaatst kan worden zijn de gesloten gevelkachels. Deze kachels
hebben een rendement dat hoger ligt dan 85%. Gesloten gevelkachels worden dwars door de
buitenmuur op de buitenlucht aangesloten. Op deze manier zuigen ze hun verbrandingslucht zelf van
buiten aan. Gesloten gevelkachels moeten altijd aangesloten zijn met een dubbelwandige buis. Het
middelste deel van deze buis dient dan als schoorsteen, terwijl door het buitenste deel de verse lucht
aangezogen wordt.(VAE, 2006)
6.6. Hernieuwbare energie
6.6.1. Zonneboiler
De zon levert gemiddeld over het hele jaar, gratis de helft van de energie die we nodig hebben om ons
sanitair water op de gewenste temperatuur te brengen. Per jaar en per m² aardoppervlak betekent dit
gemiddeld iets minder dan 2.000Kwh/m² jaar in de Benelux ontvangen wij ongeveer 1.000 kWh/m²
jaar. Door de hogere breedtegraad (52° noorderbreed te) levert de zoninstraling minder energie per
m², en door de vaak voorkomende daglicht bij volledig bewolkte hemel. Maar ook bij heldere hemel is
een klein deel van de lichtstraling diffuus – vandaar de helderblauwe kleur van de hemel. Over een
heel jaar bereikt ongeveer 60% van de totale zoninstraling ons hier in de vorm van diffuus licht, dat
ook in nuttige energie wordt omgezet door zonne-energiesystemen.
Een zonneboiler zet zonnestraling om in warmte en slaat die warmte op in een voorraadvat met water.
Geeft de zon niet voldoende warmte, dan zorgt de naverwarming ervoor dat we altijd voldoende warm
water beschikbaar hebben. De hoofdonderdelen van een zonneboiler zijn de zonnecollector, de
leidingen, het voorraadvat, de regeling en de naverwarming. (ANRE, 2007b)
31
Bron: Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2007b, Warmte uit zonlicht, Brussel
Figuur 6: diffuse lichtstraling
6.6.1.1. Werking
1. De zonnecollector vangt het invallende zonlicht op en zet het, via de absorber, om in warmte.
De absorber geeft de warmte door aan de warmtetransporterende vloeistof die door de absorber
stroomt. De warmtetransporterende vloeistof brengt de zonnewarmte van de collector naar de
warmteopslag.
2. In de primaire kringloop circuleert de warmtetransporterende vloeistof tussen de collector en de
warmtewisselaar van de warmteopslag. De vloeistof neemt warmte op in de collector en geeft
die af aan de warmteopslag, daarna keert ze terug naar de collector om zich weer op te laden.
3. De warmteopslag zorgt ervoor dat de door de zon geproduceerde warmte gestockeerd wordt tot
wanneer we ze kunnen gebruiken. Gedurende zes maanden per jaar kan in de warmteopslag
een temperatuur van meer dan 40°C bereikt worden. D e resterende periode varieert die
temperatuur tussen 15 en 40°C.
32
Bron: Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2007b, Warmte uit zonlicht, Brussel
Figuur 7: werking zonneboiler
4. De randapparatuur: eventueel zorgt een circulatiepomp voor het rondpompen van de
warmtetransporterende vloeistof in de primaire kringloop. Het regelsysteem zorgt ervoor dat de
opgeslagen warmte niet opnieuw verloren gaat wanneer de zon niet schijnt. Het beschermt
eveneens tegen bevriezing en oververhitting.
5. De naverwarming: aangezien in Vlaanderen de temperatuur in de warmteopslag van een
zonneboiler niet altijd volstaat voor direct gebruik, wordt de warmteopslag bijna altijd gekoppeld
aan een naverwarming. Die brengt het door de zon voorverwarmde water op de gevraagde
temperatuur. Zo krijgt het gebruikswater, onafhankelijk van het afnamepatroon, steeds de
gewenste temperatuur. De warmtebron van de naverwarming is meestal aardgas, stookolie of
elektriciteit. (ANRE, 2007b)
6.6.2. Fotovoltaïsche zonne-energie
In een zonnecel wordt licht rechtstreeks omgezet in elektriciteit. Ze worden geschakeld in modules, die
op hun beurt stroom leveren via omvormers aan het stroomnet. Het geheel van modules en
randapparatuur vormt een fotovoltaïsch systeem of PV-systeem.
33
Bron: Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE
2007c, Elektriciteit uit zonlicht, Brussel.
Bron: <ODE-Vlaanderen, 2007, Elektriciteit uit zonlicht URL:<http://www.ODE.be> , (21/02/08)
6.6.2.1. Werking
Een zonnecel bestaat uit een dun plaatje met aan de bovenzijde een negatieve lading en aan de
onderzijden een positieve lading.
Figuur 8: werking van een kristallijn silicium zonn ecel
Dit plaatje is gemaakt van halfgeleidend materiaal, meestal silicium, dat alleen maar goed geleidt als
er licht op valt. De energie van het invallende licht brengt dan een elektrische stroom op gang van
dunne metalen vingers op de voorkant van de cel via de elektrische toepassing terug naar de metalen
achterkant van de zonnecel. Afhankelijk van het type silicium zal de cel een groter of kleiner aandeel
van het zonlicht omzetten in elektriciteit.
Tabel 7: rendement afhankelijk van type silicium
Een standaardzonnecel van 10 bij 10 cm levert ongeveer 1,3 W. Met losse zonnecellen kan men dus
in de praktijk niet aan de slag. Ze wekken niet alleen weinig elektriciteit op, maar ze zijn ook breekbaar
en vochtgevoelig. Daarom worden zonnecellen onderling verbonden en samen in een zogenaamd PV-
34
paneel13 geplaatst. De voorkant van de PV-panelen is een glasplaat, de achterkant wordt afgewerkt
met een waterdichte folie. Bestaat de achterkant ook uit een glasplaat, dan spreken we van semi-
transparante panelen. Die laten licht door tussen de cellen. Bij woningbouw worden de PV-panelen
meestal netgekoppeld, daarbij wordt de gelijkspanning van de fotovoltaïsche panelen omgevormd tot
normale wisselspanning die rechtstreeks aan het elektriciteitsnet geleverd kan worden. Dat gebeurt
via een invertor of omvormer. (ANRE, 2007c)
6.6.3. Warmtepomp
Een warmtepomp kan warmte op relatief lage temperatuur benutten voor toepassingen op hogere
temperatuur. Ze kan warmte uit de omgeving (lucht, water of bodem, voor voor- en nadelen zie bijlage
4) op voldoende hoge temperatuur brengen voor de toepassing van verwarming en sanitair warm
water. Warmtepompen hebben een goede winstfactor wanneer ze toegepast worden in combinatie
met een verwarmingssysteem op lage temperatuur (vloerverwarming, wandverwarming). Deze
verwarmingssystemen kunnen enkel toegepast worden in gebouwen met een lage warmtebehoefte.
Het is dus van groot belang dat je woning voldoende geïsoleerd is. (ANRE 2007a)
6.6.3.1. Werking
De aandrijfenergie voor een warmtepomp in de woningbouw bestaat meestal uit mechanische energie
(compressiewarmtepomp). Om een warmtepompcyclus te doorlopen, heeft men een compressor, een
condensor, een verdamper en een ontspanner nodig. Aan de warmtebron wordt warmte onttrokken,
aan het warmteafgiftesysteem wordt warmte afgegeven. Een warmtedragend medium stroomt tussen
de warmtebron en het warmteafgiftesysteem. Het warmtedragend medium verdampt op lage druk in
de verdamper en neemt hierbij warmte (Q1) op vanuit de warmtebron. De compressor zuigt de gassen
uit de verdamper en drukt deze samen waardoor de temperatuur en het kookpunt verhogen. De
compressor levert hierbij arbeid (W). Deze gassen onder hoge druk en op hogere temperatuur
stromen door de condensor waardoor ze afkoelen en van gasvormige toestand terug vloeibaar
worden. Hierbij staan ze warmte (Q2) af aan het warmteafgiftesysteem. In de ontspanner keren ze
terug naar hun oorspronkelijke druk. De afgegeven warmte is de opgenomen warmte + de arbeid die
door de compressor geleverd wordt: Q2=Q1+W.(ANRE, 2007a)
13 PV-paneel is afkomstig van het Engels: photovoltaic
35
Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2007a,
Warmtepompen voor woningverwarming, Brussel.
Figuur 9: werking warmtepomp
6.6.4. Windmolen
Daar een windmolen voor particulieren niet rendabel is, doordat er te weinig wind is in Vlaanderen en
het trouwens heel moeilijk is hiervoor een vergunning te verkrijgen ga ik niet verder in op dit
onderdeel.
36
HOOFDSTUK 7: INVESTERINGSMOGELIJKHEDEN
De eeuwige discussie blijft, is het nu voordeliger te investeren in energiebesparende maatregelen of
brengen aandelen je meer op. De meningen verschillen, mensen zijn namelijk vaak nog meer bezorgd
over de inhoud van hun portefeuille dan over de inhoud van de omgevingslucht. In dit hoofdstuk wordt
bepaald hoe rendabel je investering nu juist is. Er komen een aantal investeringsmogelijkheden aan
bod die telkens toegepast worden op een standaardwoning (zie bijlage 1). We berekenen de
uitgespaarde energie en kosten aan de hand van het EPB-programma die de energiewaarde van een
woning bepaalt. Voor de energiekosten wordt gerekend met de waarden van Vreg in december 2007,
deze zijn voor de gasprijs 4.83 eurocent/kWh en voor elektriciteitsprijs € 0.17/kWh. In februari 2008
was de aardgasprijs al gestegen tot 5.94 eurocent/kWh. Toch wordt er gerekend met de laagste prijs
daar in het persbericht van januari 2008 eventuele maatregelen worden vermeld om in de toekomst de
prijzen terug te laten dalen. Je kan ook de waarden voor energieprijs van februari bekijken door de
energieprijsstijging van 18% te volgen
7.1. Isolatie en ventilatie
7.1.1. Plaatsing dakisolatie
heel wat oude huizen zijn gebouwd zonder dakisolatie, wat een heel groot verlies aan warmte
betekent. Indien de standaardwoning geen dakisolatie heeft, heb je een verlies van 43355.7 MJ/jaar.
De kostprijs bedraagt € 8.3/m² voor de materialen en 13/m² voor de plaatsing. De berekening wordt
enkel gedaan voor een woning die meer dan 5 jaar oud is met een BTW % van 6. Een nieuwbouw
wordt namelijk standaard gebouwd met dakisolatie.
jkWhcjkWh
jkWhMJ
jMJ
kWhcvregbrondecjsaardgasprigem
MJJkWh
/€69.581/83.4/25.12043
/25.120436.3
/7.43355
/83.4)(2007
6.336000001
=×
=
===
37
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>, Waeyaert-Vermeers
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Tabel 8: rendement dakisolatie
Tabel 9: energiewaarden dakisolatie
Woning met dakisolatie
woning zonder dakisolatie
E-peil E90 E145
K-peil K41 K86
energiebesparing 43355,70 MJ/j
12043,25 kWh/j
daling energiefactuur € 581,69
vermindering CO2 uitstoot 4014,29 kg/j
vermindering CO2 uitstoot in % 36,76%
7.1.1.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen
Voor de berekeningen van de netto contante waarde en de interne opbrengstvoet beschouwt de
analyse een termijn van 20 jaar, om de vergelijking te kunnen maken met de andere
investeringsmogelijkheden die een levensduur van 20 jaar hebben. Tabel 10 laat zien dat de plaatsing
van dakisolatie bij een bestaande woning een heel interessante investering is.
Tabel 10: NCW en IRG voor de plaatsing van dakisol atie zonder financiële steun NCW Energie-
Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 9.989,92 € 13.986,28 € 19.753,76 € 28.115,14 € 40.267,78 € 57.945,70 € 83.646,88
plaatsen dakisolatie met λ-waarde= 0,04 eenheid
>5 jaar (BTW 6%)
<5jaar (BTW 21%)
prijs per m² opp x 21.3 €/m² € 1643,68 oppervlakte dak m² 72,80 opbrengst MJ/jaar 43355,70 kWh/j 12043,25 aftrek premies € 997,98
Federale overheid 40% belastingsvermindering max 2650 € 657,47
7,5% gemeentebelasting € 49,31 netbeheerder 4 €/m² voor bestaande woning € 291,20 Gemeente € - % van het investeringsbedrag % 60,72% investeringsbedrag € 645,70 kostprijs aardgas c/kWh 4,83 energiekostenbesparing per jaar €/j 581,69 terugverdientijd j 1,11
38
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
3,00% € 7.010,25 € 9.651,08 € 13.396,88 € 18.744,46 € 26.412,16 € 37.434,33 € 53.293,51
6,00% € 5.028,14 € 6.826,47 € 9.331,41 € 12.849,49 € 17.820,88 € 24.875,52 € 34.911,41
10,00% € 3.308,49 € 4.435,15 € 5.965,85 € 8.066,89 € 10.974,70 € 15.024,73 € 20.691,38
IRG 35,31% 38,29% 41,28% 44,26% 47,24% 50,22% 53,20%
Tabel 11: terugverdientijden voor de plaatsing van dakisolatie zonder financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 3 3 3 3 3 3 3
3,00% 3 3 3 3 3 3 3
6,00% 4 4 3 3 3 3 3
10,00% 4 4 4 4 4 3 3
7.1.1.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen
Ook hier gebruikt men voor de berekening van de netto contante waarde een termijn 20 jaar. Zoals je
ziet in tabel 9 wordt het investeringsbedrag teruggebracht op € 581.69 door financiële
steunmaatregelen. De terugverdientijd is in elke situatie minder dan 2 jaar. De interne
rendementsvoeten verdubbelen door de financiële steunmaatregelen. Dit komt door dat het
investeringsbedrag gehalveerd wordt.
Tabel 12: NCW en IRG voor plaatsing dakisolatie met financiële steun NCW Energie-
Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 10.978,90 € 14.975,26 € 20.742,74 € 29.104,12 € 41.256,76 € 58.934,68 € 84.635,86
3,00% € 7.999,23 € 10.640,06 € 14.385,86 € 19.733,44 € 27.401,14 € 38.423,31 € 54.282,49
6,00% € 6.017,12 € 7.815,45 € 10.320,39 € 13.838,47 € 18.809,86 € 25.864,50 € 35.900,39
10,00% € 4.297,47 € 5.424,13 € 6.954,83 € 9.055,87 € 11.963,68 € 16.013,71 € 21.680,36
IRG 88,85% 91,85% 94,85% 97,85% 100,85% 103,85% 106,85%
39
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Grafiek 8: NCW voor plaatsing dakisolatie
€ 0,00
€ 10.000,00
€ 20.000,00
€ 30.000,00
€ 40.000,00
€ 50.000,00
€ 60.000,00
€ 70.000,00
€ 80.000,00
€ 90.000,00
0,00% 3,00% 6,00% 10,00%
0,00%
3,00%
6,00%
9,00%
12,00%
15,00%
18,00%
Tabel 13: terugverdientijden van plaatsing dakisola tie met financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 2 2 2 2 2 2 2
3,00% 2 2 2 2 2 2 2
6,00% 2 2 2 2 2 2 2
10,00% 2 2 2 2 2 2 2
7.1.2. Plaatsing 8 cm muurisolatie i.p.v. 5 cm
De standaardwoning heeft een gevelisolatie van 5 cm Mupan Facade, deze heeft een kostprijs van
€ 18.60/m² geleverd en geplaatst exclusief BTW. Indien je een gevelisolatie van 8 cm plaatst van
€ 21.70/m² bespaar je hierbij jaarlijks 5575 MJ/j. De geveloppervlakte bedraagt 157.52 m². Deze
analyse wordt enkel bij nieuwbouw berekend, daar het te ingewikkeld is om bij een bestaande woning
de gevelisolatie te vervangen.
40
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>, Waeyaert-Vermeers
31.488€²52.157²)/60.18€²/70.21(€
/80.74€/83.4/61.1548
/61.15486.3
/00.5575
/83.4)(2007..
6.336000001
=×−=×
=
===
mmm
jkWheurocentjkWh
jkWhMJ
jMJ
kWheurocentvregbrondecjsaardgasprigem
MJJkWh
Tabel 14: rendement extra gevelisolatie
Tabel 15: energiewaarden extra gevelisolatie
woning met 5 cm muurisolatie
woning met 8 cm muurisolatie
E-peil E90 E86 K-peil K41 K37 energiebesparing 5575,00 MJ/j 1548,61 kWh/j daling energiefactuur € 74,80 vermindering CO2 uitstoot 307,57 kg/j vermindering CO2 uitstoot in % 4,66%
7.1.2.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen
Hier wordt enkel een financiële analyse gemaakt voor investering zonder financiële maatregelen daar
er voor deze investering geen steun is voor een nieuwbouw. Voor de berekeningen van de netto
contante waarde en de interne opbrengstvoet beschouwt de analyse een termijn van 20 jaar, om de
vergelijking te kunnen maken met de andere investeringsmogelijkheden die een levensduur van 20
jaar hebben. De levensduur van de gevelisolatie is natuurlijk langer, namelijk de levensduur van de
woning geschat op 40 jaar.
8cm muurisolatie in plaats van 5 cm muurisolatie met λ-
waarde= 0,023 W/mK eenheid >5 jaar (BTW
6%) <5jaar (BTW
21%) prijsverschil 5-8 cm incl. btw en installatiekosten opp x € 3,10 /m² € 590,79 oppervlakte geveloppervlak m² 157,52 opbrengst MJ/jaar 5575,00 kWh/j 1548,61 aftrek premies € 0,00 Federale overheid € 0,00 € 0,00 netbeheerder € 0,00 Gemeente € 0,00 % van het investeringsbedrag % 0,00% investeringsbedrag € 590,79 kostprijs aardgas c/kWh 4,83 energiekostenbesparing per jaar €/j 74,80 terugverdientijd j 7,90
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
41
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Tabel 16: NCW en IRG voor plaatsing van extra gevel isolatie
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 905,21 € 1.419,11 € 2.160,77 € 3.235,99 € 4.798,73 € 7.071,99 € 10.376,98
3,00% € 522,05 € 861,64 € 1.343,32 € 2.030,98 € 3.017,00 € 4.434,37 € 6.473,75
6,00% € 267,16 € 498,41 € 820,53 € 1.272,93 € 1.912,22 € 2.819,39 € 4.109,94
10,00% € 46,02 € 190,91 € 387,74 € 657,92 € 1.031,85 € 1.552,65 € 2.281,34
IRG 11,13% 14,00% 16,86% 19,72% 22,58% 25,43% 28,28%
Tabel 17: terugverdientijden voor de plaatsing van extra gevelisolatie
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 4,00% 8,00% 12,00% 16,00% 20,00% 24,00%
0,00% 8 7 7 6 6 6 5
3,00% 10 8 8 7 6 6 6
6,00% 12 10 8 8 7 7 6
10,00% 17 12 10 9 8 7 7
Grafiek 9: NCW voor plaatsing extra gevelisolatie
€ 0,00
€ 2.000,00
€ 4.000,00
€ 6.000,00
€ 8.000,00
€ 10.000,00
€ 12.000,00
0,00% 3,00% 6,00% 10,00%
0,00%
3,00%
6,00%
9,00%
12,00%
15,00%
18,00%
42
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>, Waeyaert-Vermeers
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
7.1.3. Plaatsing vloerisolatie
Bij de plaatsing van de vloer op volle grond worden de nieuwbouw of bij renovatie de leidingen in
schuimbeton gelegd als isolatie. Dit kan ook gebeuren met gespoten PUR die een veel groter
isolatiewaarde heeft. Het prijsverschil is € 6.8 (exclusief BTW). Er wordt enkel een vergoeding
gekregen van de netbeheerder en dit enkel voor bestaande huizen. De besparing bedraagt 8112 MJ/j.
jkWhcjkWh
jkWhMJ
jMJ
kWheurocentvregbrondecjsaardgasprigem
MJJkWh
/83.108€/83.4/2553
/22536.3
/8112
/83.4)(2007..
6.336000001
=×
=
===
Tabel 18: rendement vloerisolatie
Tabel 19: energiewaarden vloerisolatie
woning zonder vloerisolatie
woning met vloerisolatie
E-peil E96 E90
K-peil K45 K41
energiebesparing 5575,00 MJ/j
1548,61 kWh/j
daling energiefactuur € 108,83
vermindering CO2 uitstoot 431,18 kg/j
vermindering CO2 uitstoot in % 5,88%
7cm PUR met λ-waarde= 0,026 W/mK in plaats van 7 cm
schuimbeton (standaard) met λ-waarde= 0,093 W/mK eenheid
>5 jaar (BTW 6%)
<5jaar (BTW 21%)
prijsverschil incl. btw en installatiekosten opp x € 6,8/m² excl BTW € 1030,74 1176,60 oppervlakte geveloppervlak m² 143,00 143,00 opbrengst MJ/jaar 8112,00 8112,00 kWh/j 2253,00 2253,00 aftrek premies € 572,00 0,00 Federale overheid € 0,00 0,00 € 0,00 0,00 netbeheerder € 4/ m² € 572,00 0,00 Gemeente € 0,00 0,00 % van het investeringsbedrag % 55,49% 0,00% investeringsbedrag € 458,74 1176,60 kostprijs aardgas c/kWh 4,83 4,83 energiekostenbesparing per jaar €/j 108,83 108,83 terugverdientijd j 4,22 10,81
43
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
7.1.3.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen
Voor de berekeningen van de netto contante waarde en de interne opbrengstvoet beschouwt de
analyse een termijn van 20 jaar, om de vergelijking te kunnen maken met de andere
investeringsmogelijkheden die een levensduur van 20 jaar hebben. De analyse wordt doorgevoerd
voor een bestaande woning daar deze de interessantste is door lagere BTW % en steunmaatregelen.
Tabel 20: NCW en IRG voor vloerisolatie zonder fina nciële steun NCW Energie-
Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 1.145,86 € 1.893,56 € 2.972,64 € 4.537,02 € 6.810,73 € 10.118,20 € 14.926,78
3,00% € 588,38 € 1.082,46 € 1.783,29 € 2.783,80 € 4.218,40 € 6.280,60 € 9.247,79
6,00% € 217,53 € 553,99 € 1.022,66 € 1.680,87 € 2.611,00 € 3.930,90 € 5.808,57
10,00% -€ 104,21 € 106,58 € 392,97 € 786,07 € 1.330,11 € 2.087,85 € 3.148,06
IRG 8,49% 11,33% 14,16% 17,00% 19,82% 22,64% 25,46%
Tabel 21: terugverdientijden voor vloerisolatie zon der financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 10 9 8 8 7 7 7
3,00% 12 10 9 8 8 7 7
6,00% 15 12 11 9 9 8 8
10,00% 21 17 13 11 10 9 9
7.1.3.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen
Ook hier gebruikt men voor de berekening van de netto contante waarde 20 jaar. Zoals je ziet in tabel
18 wordt het investeringsbedrag teruggebracht op € 458.74 door financiële steunmaatregelen. De
terugverdientijd is in elke situatie verminderd met ongeveer 4 jaar. De interne rendementsvoeten
nemen met meer den 10% toe door de financiële steunmaatregelen.
44
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Tabel 22: NCW en IRG voor vloerisolatie met financi ële steun
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 1.717,86 € 2.465,56 € 3.544,64 € 5.109,02 € 7.382,73 € 10.690,20 € 15.498,78
3,00% € 1.160,38 € 1.654,46 € 2.355,29 € 3.355,80 € 4.790,40 € 6.852,60 € 9.819,79
6,00% € 789,53 € 1.125,99 € 1.594,66 € 2.252,87 € 3.183,00 € 4.502,90 € 6.380,57
10,00% € 467,79 € 678,58 € 964,97 € 1.358,07 € 1.902,11 € 2.659,85 € 3.720,06
IRG 23,37% 26,32% 29,28% 32,23% 35,17% 38,12% 41,06%
Grafiek 10: NCW voor plaatsing vloerisolatie
€ 0,00
€ 2.000,00
€ 4.000,00
€ 6.000,00
€ 8.000,00
€ 10.000,00
€ 12.000,00
€ 14.000,00
€ 16.000,00
€ 18.000,00
0,00% 3,00% 6,00% 10,00%
0,00%
3,00%
6,00%
9,00%
12,00%
15,00%
18,00%
Tabel 23: terugverdientijden voor vloerisolatie met financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 5 5 4 4 4 4 4
3,00% 5 5 5 4 4 4 4
6,00% 6 5 5 5 5 4 4
10,00% 6 6 5 5 5 5 5
45
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
7.1.4. Plaatsing hoogrendementsglas
Stel dat er in de woning van bijlage 1 gewoon dubbel glas geplaatst is met een U-waarde van 3,1
W/m²K (wat nog in heel wat bestaande woningen het geval is). Dan zouden we deze vervangen door
een hoogrendementsbeglazing met een U-waarde van 1.1 W/m²K. Uiteraard zullen we dit enkel
bepalen voor een bestaande woning daar de nieuwbouwwoningen rechtstreeks met
hoogrendementsbeglazing geplaatst worden. Het is namelijk onmogelijk om aan de EPB-voorwaarden
te voldoen met gewone dubbele beglazing. Bij deze investering wordt enkel rekening gehouden met
de vervanging van het glas. In veel gevallen zal bij vervanging van glas ook het raam vervangen
worden. De belastingsvermindering geldt voor de investering van glas en van ramen.
De energiebesparing van de plaatsing van dubbel glas bedraagt 12755 MJ/j.
jkWhcjkWh
jkWhMJ
jMJ
kWheurocentvregbrondecjsaardgasprigem
MJJkWh
/13.171€/83.4/06.3543
/06.35436.3
/00.12755
/83.4)(2007..
6.336000001
=×
=
===
Tabel 24: rendement hoogrendementsbeglazing
vervanging gewoon dubbel glas door glas met U-waarde= 1,1 W/m²K eenheid
>5 jaar (BTW 6%)
<5jaar (BTW 21%)
aankoopprijs incl. btw en installatiekosten opp x € 140/m² € 2614,81 oppervlakte m² 17,62 opbrengst MJ/jaar 12755,00 kWh/j 3543,06 aftrek premies € 1124,37
Federale overheid 40% belastingsvermindering max 2650 € 1045,92
7,5% gemeentebelasting € 78,45 netbeheerder enkel van Eandis, PBE, en GHA € - Gemeente € - van het investeringsbedrag % 43,00% investeringsbedrag € 1490,44 kostprijs aardgas c/kWh 4,83 energiekostenbesparing per jaar €/j 171,13 terugverdientijd j 8,71
46
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Tabel 25: energiewaarden hoogrendementbeglazing
woning standaard met gewoon dubbel glas
woning met glas U-waarde 1,1 W/m²K
E-peil E99 E90
K-peil K49 K41
energiebesparing 12755 MJ/j
3543,06 kWh/j
daling energiefactuur € 171,13
vermindering CO2 uitstoot 494,75 kg/j
vermindering CO2 uitstoot in % 6,69%
Door de vervanging van het dubbel glas verbeteren zowel de het E-peil als de K-waarde aanzienlijk.
7.1.4.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen
Voor de berekeningen van de netto contante waarde en de interne opbrengstvoet beschouwt de
analyse een termijn van 20 jaar, om de vergelijking te kunnen maken met de andere
investeringsmogelijkheden die een levensduur van 20 jaar hebben. Tabel 26 verduidelijkt dat de
vervanging van glas wat de netto contante waarde betreft voor bijna alle scenario’s een positieve
waarde bekomt.
Tabel 26: NCW en IRG voor hoogrendementsglas zonder financiële steun
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 807,79 € 1.983,52 € 3.680,31 € 6.140,22 € 9.715,52 € 14.916,36 € 22.477,63
3,00% -€ 68,83 € 708,10 € 1.810,12 € 3.383,37 € 5.639,21 € 8.881,92 € 13.547,69
6,00% -€ 651,96 -€ 122,89 € 614,06 € 1.649,08 € 3.111,66 € 5.187,13 € 8.139,68
10,00% -€ 1.157,88 -€ 826,42 -€ 376,09 € 242,04 € 1.097,51 € 2.289,03 € 3.956,15
IRG 2,71% 5,47% 8,22% 10,97% 13,72% 16,46% 19,19%
47
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Tabel 27: terugverdientijden voor hoogrendementsgla s zonder financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 16 13 12 11 10 9 8
3,00% 21 16 14 12 11 10 9
6,00% 21 21 17 14 12 11 10
10,00% 21 21 21 19 15 13 12
7.1.4.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen
Ook hier gebruikt men voor de berekening van de netto contante waarde een termijn van 20 jaar.
Zoals je ziet in tabel 10 wordt het investeringsbedrag teruggebracht tot € 1490.44 door de financiële
steunmaatregelen bij een BTW-% van 6 %. De terugverdientijd komt hierdoor op ongeveer 9 jaar
zonder energieprijsstijging en zonder rekening te houden met de tijdswaarde van geld. De interne
rendementsvoeten nemen zo’n 8% toe door de financiële steunmaatregelen. Alle interne
rendementsgraden overstijgen hier de rente van een spaarboekje. Zoals je kan zien op grafiek 7 levert
het hoogrendementsglas je met een energieprijsstijging van 3% en een discontovoet van 3 % je na 20
jaar ongeveer € 1800.
Tabel 28: NCW en IRG voor hoogrendementsglas met fi nanciële steun
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 1.932,16 € 3.107,89 € 4.804,68 € 7.264,59 € 10.839,89 € 16.040,73 € 23.602,00
3,00% € 1.055,54 € 1.832,47 € 2.934,49 € 4.507,74 € 6.763,58 € 10.006,29 € 14.672,06
6,00% € 472,41 € 1.001,48 € 1.738,43 € 2.773,45 € 4.236,03 € 6.311,50 € 9.264,05
10,00% -€ 33,51 € 297,95 € 748,28 € 1.366,41 € 2.221,88 € 3.413,40 € 5.080,52
IRG 9,67% 12,52% 15,37% 18,22% 21,06% 23,89% 26,73%
48
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Grafiek 11: NCW voor hoogrendementsglas
-€ 5.000,00
€ 0,00
€ 5.000,00
€ 10.000,00
€ 15.000,00
€ 20.000,00
€ 25.000,00
0,00% 3,00% 6,00% 10,00%
discontovoet
NC
W
0,00%
3,00%
6,00%
9,00%
12,00%
15,00%
18,00%
Tabel 29: terugverdientijden van hoogrendementsglas met financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 9 8 8 7 7 6 6
3,00% 11 9 9 8 7 7 7
6,00% 13 11 10 9 8 8 7
10,00% 21 15 12 10 9 9 8
49
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
7.1.5. Ventilatie met warmteterugwinning
Stel dat de woning van bijlage 1 voorzien is van een ventilatiesysteem D met warmteterugwinning.
Deze investering heeft een aangenaam binnenklimaat. Er zijn extra kosten voor de elektriciteit van de
ventilatoren, zo’n 695 kWh/j, maar de verwarmingskosten liggen heel wat lager door de
warmteterugwinning van de binnenlucht het voordeel is 5361.11 kWh/j.
79.140€
15.118€/17.0€/695
94.258€/83.4/11.5361
/17.0€)(2007..
/83.4)(2007..
=×−=×
==
kWhjkWh
kWheurocentjkWh
kWhvregbrondecitsprijselekticitegem
kWheurocentvregbrondecjsaardgasprigem
Tabel 30: rendement ventilatiesysteem D met warmtet erugwinning
Tabel 31: energiewaarden ventilatiesysteem D met wa rmteterugwinning
woning standaard woning met ventilatiesysteem D
E-peil E90 E81
K-peil K41 K41
energiebesparing 12952,00 MJ/j
3597,78 kWh/j
daling energiefactuur € 140,90
vermindering CO2 uitstoot 477,73 kg/j
vermindering CO2 uitstoot in % 6,92%
Bij de analyse van ventilatiesysteem D zie je dat de terugverdientijd veel hoger ligt dan deze van
andere investeringsprojecten. De meerwaarde van deze investering bevindt zich ook hoofdzakelijk in
het extra comfort wat je dus niet in geldwaarde kan uitdrukken, daarom laat ik voor de analyse deze
investering achterwege.
ventilatiesysteem D met warmteterugwinning eenheid
>5 jaar (BTW 6%)
<5jaar (BTW 21%)
prijs opp x 9,75 €/m² € 4770,00 5445 oppervlakte m² 286,00 286,00 opbrengst MJ/jaar 12952,00 12952,00 kWh/j 3597,78 3597,78 aftrek premies € 150,00 150,00 Federale overheid - € 0,00 0,00 - € 0,00 0,00 netbeheerder 150 € € 150,00 150,00 Gemeente € - - % van het investeringsbedrag % 3,14% 2,75% investeringsbedrag € 4620,00 5295,00 kostprijs aardgas c/kWh 4,83 4,83 energiekostenbesparing per jaar €/j 140,79 140,79 terugverdientijd j 32,81 37,61
50
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
7.2. Verwarming
7.2.1. Vervanging van stookketel door condensatieketel
Stel dat in de standaardwoning van bijlage 1 wordt verwarmd met een stookketel met een rendement
van 70% en we vervangen deze door een condenserende ketel met een rendement van 104%.
Hierdoor krijgt men een energiewinst van 39047 MJ/j. Deze is natuurlijk ook afhankelijk van hoe de
woning is geïsoleerd, hier wordt gerekend met de waarden van de standaardwoning.
jkWheurocentjkWh
jkWhMJ
jMJ
kWheurocentvregbrondecjsaardgasprigem
MJJkWh
/88,523€/83.4/39.10849
/39.108496.3
/39047
/83.4)(2007..
6.336000001
=×
=
===
Tabel 32: rendement condenserende ketel
Tabel 33: energiewaarden condenserende ketel
woning met oude stookketel
woning met nieuwe condenserende ketel
E-peil E117 E90
K-peil K41 K41
energiebesparing 39047 MJ
10846,39 kWh/j
daling energiefactuur € 523,88 /j
vermindering CO2 uitstoot 1967,96 kg/j
vermindering CO2 uitstoot i % 22,18%
vervanging oude stookketel met rendement van 70% door
nieuwe condensatieketel rendement 104% eenheid
>5 jaar (BTW 6%)
<5jaar (BTW 21%)
aankoopprijs incl. btw en installatiekosten € 3816,00 opbrengst MJ/jaar 39047,00 kWh/j 10846,39 aftrek premies € 1765,88
Federale overheid 40% belastingsvermindering max 2650 € 1526,40
7,5% gemeentebelasting € 114,48 netbeheerder € 125 € 125,00 Gemeente € - van het investeringsbedrag % 46,28% investeringsbedrag € 2050,12 kostprijs aardgas c/kWh 4,83 energiekostenbesparing per jaar €/j 523,88 terugverdientijd j 3,91
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
51
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Het vervangen van een verwarmingsketel gebeurt pas na een aantal jaar vandaar dat de berekening
met een BTW percentage van 21% niet bepaald is. Met een stookketel met rendement 70% kan de
woning niet voldoen aan de EPB-voorwaarden. Het E-peil is maar liefst 17 te hoog. Ook de CO2-
uitstoot wordt verminderd met een vierde.
7.2.1.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen
Voor de berekeningen van de netto contante waarde en de interne opbrengstvoet beschouwt de
analyse een termijn van 20 jaar, deze is ongeveer de levensduur van de ketel. Deze kan ook vroeger
vernieuwd worden maar om een vergelijking te kunnen maken met andere investeringen wordt er 20
jaar gebruikt. Tabel 34 toont aan dat de vervanging van de ketel een interessante investering is, zelfs
zonder financiële steunmaatregelen leidt deze tot aanzienlijke interne rendementsgraden.
Tabel 34: NCW en IRG van een condenserende ketel zo nder financiële steun
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 6.661,60 € 10.260,85 € 15.455,24 € 22.985,76 € 33.930,83 € 49.852,14 € 72.999,46
3,00% € 3.978,01 € 6.356,43 € 9.730,02 € 14.546,22 € 21.452,00 € 31.378,93 € 45.662,23
6,00% € 2.192,86 € 3.812,50 € 6.068,53 € 9.237,02 € 13.714,42 € 20.068,06 € 29.106,70
10,00% € 644,09 € 1.658,79 € 3.037,39 € 4.929,66 € 7.548,53 € 11.196,11 € 16.299,68
IRG 12,40% 15,29% 18,17% 21,04% 23,91% 26,77% 29,64%
Tabel 35: terugverdientijden van een condenserende ketel met financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 8 7 7 6 6 6 6 3,00% 9 8 7 7 7 6 6 6,00% 10 9 8 8 7 7 6
10,00% 14 11 10 9 8 7 7
7.2.1.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen
Ook hier gebruikt men voor de termijn van de netto contante waarde de levensduur van de ketel,
namelijk 20 jaar. Zoals je ziet in tabel 32 wordt het investeringsbedrag teruggebracht tot € 2050.12
52
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
door de financiële steunmaatregelen bij een BTW-% van 6 %. De terugverdientijd komt hierdoor op
ongeveer 4 jaar zonder energieprijsstijging en zonder rekening te houden met de tijdswaarde van
geld. De interne rendementsvoeten nemen zo’n 12% toe door de financiële steunmaatregelen. Alle
interne rendementsgraden overstijgen hier de rente van een spaarboekje.
Tabel 36: NCW en IRG voor een condenserende ketel m et financiële steun
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 8.427,48 € 12.026,73 € 17.221,12 € 24.751,64 € 35.696,71 € 51.618,02 € 74.765,34
3,00% € 5.743,89 € 8.122,31 € 11.495,90 € 16.312,10 € 23.217,88 € 33.144,81 € 47.428,11
6,00% € 3.958,74 € 5.578,38 € 7.834,41 € 11.002,90 € 15.480,30 € 21.833,94 € 30.872,58
10,00% € 2.409,97 € 3.424,67 € 4.803,27 € 6.695,54 € 9.314,41 € 12.961,99 € 18.065,56
IRG 25,27% 28,23% 31,19% 34,15% 37,11% 40,06% 43,01%
Grafiek 12: NCW voor condenserende ketel
€ 0,00
€ 10.000,00
€ 20.000,00
€ 30.000,00
€ 40.000,00
€ 50.000,00
€ 60.000,00
€ 70.000,00
€ 80.000,00
0,00% 3,00% 6,00% 10,00%
0,00%
3,00%
6,00%
9,00%
12,00%
15,00%
18,00%
Tabel 37: terugverdientijden van een condenserende ketel met financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 4 4 4 4 4 4 4
3,00% 5 5 4 4 4 4 4 6,00% 5 5 5 4 4 4 4
10,00% 6 5 5 5 5 5 4
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
53
7.3. Fotovoltaïsche zonne-energie
7.3.1. Opbrengsten
De bepaling van de opbrengst is van verschillende factoren afhankelijk:
� oriëntatie en hellingshoek van de PV-panelen
� beschaduwingen: de schaduw van andere gebouwen, bomen, lantaarnpalen, dakvensters,
schouwen, enzovoort op het PV-paneel vermindert de opbrengst aanzienlijk.
� ventilatie van PV-panelen: bij hogere temperatuur van een kristallijn-silicium zonnecel daalt
het elektrisch rendement relatief met ongeveer 0.5% per graad boven 25°C. Als ventilatie
mogelijk is achter de panelen om de warmte af te voeren, blijft het verlies beperkt.
� soort PV-panelen
Referentiewaarden:
� systeemrendement: 5-15% afhankelijk van type zonnecel.
� het vermogen van een PV-systeem wordt uitgedrukt in Wp. De jaarlijkse opbrengst van een
optimaal hellend PV-systeem met een vermogen van 1000Wp (1kWp) bedraagt onder de
Belgische zon gemiddeld 840 kWp
� een PV-systeem van 1 kWp heeft ong. een oppervlakte van 6 tot 7.4 m². De gemiddelde
jaarlijkse opbrengst van een PV-systeem is dus iets meer dan 100 kWh/m².
7.3.2. Investeringsanalyse
Indien in de standaardwoning van bijlage 1 een PV-installatie geplaatst wordt van 3 kWp heeft dit een
kostprijs van ongeveer € 19080 (inclusief 6 % BTW) . Met het EPB programma wordt het verschil in
energieverbruik berekend, namelijk 2581.40 kWh/j.
84.438€/17.0€/40.2581
/17.0)(2007..
1/850.
=×
=
kWhjkWh
kWheurocentvregbrondeceitsprijselectricitgem
kWpkWhgemVlaanderenzonnewinst
54
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Tabel 38: rendement van een PV-installatie
Tabel 39: energiewaarden PV-systeem
woning standaard met zonneboiler
E-peil E90 E74
K-peil K41 K41
energiebesparing 2581,4 kWh/j
daling energiefactuur € 438,84
vermindering CO2 uitstoot 1840,02 kg/j
vermindering CO2 uitstoot in % 26,65%
Het is interessanter om een PV-installatie te plaatsen in een bestaande woning dan in een
nieuwbouw, door het verschil in BTW % krijg je toch een terugverdientijd die 2 jaar langer duurt. Zowel
de standaardwoning als de woning met PV-installatie voldoen aan de EPB-voorwaarden ( <K45 –
<E100). Door de plaatsing van zonnepanelen verbetert het E-peil met 16, ook wordt er heel wat
minder CO2 uitgestoten, namelijk een vierde van de totale uitstoot.
7.3.2.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen
Voor de berekeningen van de netto contante waarde en de interne opbrengstvoet beschouwt de
analyse een termijn van 20 jaar, daar deze de levensduur is van de PV-installatie. Tabel 40
verduidelijkt dat de PV-installatie wat de netto contante waarde betreft in weinig situaties in een
zonnepanelen 3kWp eenheid
>5 jaar (BTW 6%)
<5jaar (BTW 21%)
aankoopprijs incl. btw en installatiekosten € 19080,00 21780 vermogen kWp 3,00 3,00 opbrengst 840 kWh wisselstroom/kWp kWh/j 2581,40 2581,40 aftrek premies € 3998,00 3998,00
Federale overheid 40% belastingsvermindering max 3440 € 3440,00 3440,00
7,5% gemeentebelasting € 258,00 258,00 Gemeente 15% van de kostprijs, max 300€ € 300,00 300,00 van het investeringsbedrag % 20,95% 18,36% investeringsbedrag € 15082,00 17782,00
Vlaamse overheid groenstroomcertificaten 450€/1000 kWh € 1147,50 1147,50
kostprijs elektriciteit €/kWh 0,17 0,17 energiekostenbesparing per jaar €/j 438,84 438,84 besparing per jaar €/j 1586,34 1586,34 terugverdientijd j 9,51 11,21
55
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
aantrekkelijke investering resulteert. De terugverdientijden liggen veel te hoog. Zeker als je weet dat er
aan deze installatie ook risico’s op schade en dergelijke bestaat.
Tabel 40: NCW en IRG van een PV-installatie zonder financiële steun NCW Energie-
Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% -€ 10.303,20 -€ 7.288,20 -€ 2.937,01 € 3.371,11 € 12.539,49 € 25.876,34 € 45.266,22
3,00% -€ 12.551,17 -€ 10.558,83 -€ 7.732,87 -€ 3.698,47 € 2.086,32 € 10.401,84 € 22.366,56
6,00% -€ 14.046,54 -€ 12.689,82
-€ 10.800,00
-€ 8.145,84 -€ 4.395,24 € 927,03 € 8.498,45
10,00% -€ 15.343,91 -€ 14.493,91
-€ 13.339,10
-€ 11.754,00 -€ 9.560,24 -€ 6.504,76 -€ 2.229,64
IRG - -3,89% -1,32% 1,25% 3,82% 6,39% 8,95%
Tabel 41: terugverdientijden van PV-installatie zon der financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 21 21 21 19 17 15 14
3,00% 21 21 21 21 20 17 15
6,00% 21 21 21 21 21 20 18
10,00% 21 21 21 21 21 21 21
7.3.2.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen
Hier gebruikt men voor de berekening van de netto contante waarde een levensduur van de
zonnepanelen, namelijk 20 jaar. Zoals je ziet in tabel 38 wordt het investeringsbedrag teruggebracht
tot € 15082.00 door de financiële steunmaatregelen bij een BTW-% van 6 %. De terugverdientijd komt
hierdoor op ongeveer 10 jaar zonder energieprijsstijging en zonder rekening te houden met de
tijdswaarde van geld. De interne rendementsvoeten nemen zo’n 16% toe door de financiële
steunmaatregelen. Alle interne rendementsgraden overstijgen hier de rente van een spaarboekje.
Zoals je kan zien op grafiek 7 levert de PV-installatie met een energieprijsstijging van 3 % en een
discontovoet van 3 % na 20 jaar ongeveer € 15.500 op een terugverdientijd van 10 jaar .
56
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Tabel 42: NCW en IRG voor PV- installatie met finan ciële steun
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 16.386,80 € 27.285,55 € 43.014,45 € 65.817,34 € 98.959,67 € 147.170,35
€ 217.261,81
3,00% € 8.260,73 € 15.462,72 € 25.678,16 € 40.261,91 € 61.173,03 € 91.232,37 € 134.483,04
6,00% € 2.855,19 € 7.759,54 € 14.590,94 € 24.185,34 € 37.743,16 € 56.982,36 € 84.351,92
10,00% -€ 1.834,59 € 1.238,00 € 5.412,49 € 11.142,37 € 19.072,47 € 30.117,57 € 45.571,49
IRG 8,21% 11,04% 13,87% 16,70% 19,52% 22,34% 25,16%
Grafiek 13: NCW voor PV-installatie
-€ 50.000,00
€ 0,00
€ 50.000,00
€ 100.000,00
€ 150.000,00
€ 200.000,00
€ 250.000,00
0,00% 3,00% 6,00% 10,00% IOV
discontovoet
NC
W
0,00%
3,00%
6,00%
9,00%
12,00%
15,00%
18,00%
Tabel 43: terugverdientijden van PV-installatie me t financiële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 10 9 8 8 7 7 7
3,00% 12 10 9 9 8 7 7
6,00% 15 12 11 10 9 8 8
10,00% 21 18 14 12 10 9 9
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
57
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
7.3.2.3. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen en prijsdaling materialen van 3%
Veronderstellen we nu een prijsdaling van de PV-panelen van 3% per jaar en een stijging van de
energieprijzen van 5 % per jaar dan bekomen we volgende resultaten. Indien je dan bijvoorbeeld
binnen 20 jaar investeert, zal je NCW 20 jaar later € 7000 meer bedragen dan indien je nu investeert.
Tabel 44: NCW en IRG voor PV-installatie met prijsd aling van 3% en energiestijging van 5%
NCW Investering Disconto- voet
nu binnen 5 jaar
binnen 10 jaar
binnen 15 jaar
binnen 20 jaar
binnen 25 jaar
binnen 30 jaar
0,00% € 37.113,85 € 39.414,85 € 41.370,70 € 43.033,17 € 44.446,27 € 45.647,41 € 46.668,37
3,00% € 21.394,76 € 23.695,76 € 25.651,61 € 27.314,09 € 28.727,19 € 29.928,33 € 30.949,29
6,00% € 12.093,15 € 14.394,15 € 16.350,00 € 18.012,47 € 19.425,58 € 20.626,71 € 21.647,68
10,00% € 4.733,04 € 7.034,04 € 8.989,89 € 10.652,37 € 12.065,47 € 13.266,61 € 14.287,57
IRG 12,93% 15,29% 17,90% 20,82% 24,11% 27,85% 32,14%
Grafiek 14: NCW PV-panelen met prijsdaling material en 3%
€ 0,00
€ 5.000,00
€ 10.000,00
€ 15.000,00
€ 20.000,00
€ 25.000,00
€ 30.000,00
€ 35.000,00
€ 40.000,00
€ 45.000,00
€ 50.000,00
0,00% 3,00% 6,00% 10,00%
discontovoet
NC
W
nu
binnen 5 jaar
binnen 10 jaar
binnen 15 jaar
binnen 20 jaar
binnen 25 jaar
binnen 30 jaar
Tabel 45: terugverdientijden van PV-installatie me t financiële steunmaatregelen
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Investering Disconto- voet
nu binnen 5 jaar
binnen 10 jaar
binnen 15 jaar
binnen 20 jaar
binnen 25 jaar
binnen 30 jaar
0,00% 9 8 7 6 5 4 4
3,00% 10 8 7 6 6 5 4
6,00% 11 10 8 7 6 5 4
10,00% 15 12 10 8 7 6 5
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
58
Bron: Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2007b, Warmte uit zonlicht, Brussel
7.4. Zonneboiler
7.4.1. Opbrengsten
De bepaling van de opbrengst van een zonneboiler is niet van zelfsprekend, die is namelijk van
verschillende factoren afhankelijk:
� karakteristieken van de collector (eigenschappen van de zwarte laag, isolatiekwaliteit)
� rendement van de naverwarming
� opbouw van het systeem (bv. de lengte van primaire kringloop)
� de aftaphoeveelheid en het aftappatroon (gespreid over de dag of alleen ’s avonds)
� klimaatzone
� dakhelling waarop de zonnecollector gesplaatst is
Grafiek 15: invloed van de dakhelling op de opbreng st
Referentiewaarden:
� dekkingsgraad: dit is het deel dat bespaard wordt op warmwaterbereiding. Een dekkingsgraad
van 60% betekend dat 60 % wordt bespaard op de energiekosten voor warm water, 60 %
minder CO²
� systeemrendement: verhouding tussen nuttige energie en invallende zonne-energie, meestal
20% - 40%, afhankelijk van de watertemperatuur en dus van de dekkingsgraad.
� opbrengst uitgedrukt in Gj/jaar tussen 30-45
� per m² collector neemt men een voorraadvat van 40 tot 60l. Voor een gezin van 3 tot 8
personen neemt men bijvoorbeeld een collectoroppervlakte van 3 tot 8 m² en een voorraadvat
met een inhoud van 100 tot 500 liter.
� kostprijs: 2.000 tot € 5.000 (exclusief BTW en installatiekost). De installatiekosten komen neer
op ongeveer € 800.
59
7.4.2. Investeringsanalyse
Indien in de standaardwoning een zonneboiler geplaatst wordt van 300 l met een collector oppervlakte
van 4.2 m² heeft dit een kostprijs van ongeveer € 4240,00 (inclusief 6% BTW). Met het EPB
programma wordt het verschil in energieverbruik berekend, namelijk 6895,00 MJ/j.
Tabel 46: rendement van een zonneboiler
Tabel 47: energiewaarden zonneboiler woning standaard met zonneboiler
E-peil E90 E85
K-peil K41 K41
energiebesparing 6895 MJ/j
1915,28 kWh/j
daling energiefactuur € 128,48
vermindering CO2 uitstoot 347,48 kg/j
vermindering CO2 uitstoot in % 5,10%
Het is interessanter om een zonneboiler te plaatsen in een bestaande woning dan in een nieuwbouw,
door het verschil in BTW % krijg je toch een terugverdientijd die 3 jaar langer duurt. Zowel de
zonneboiler eenheid >5 jaar (BTW 6%)
<5jaar (BTW 21%)
aankoopprijs incl. btw en installatiekosten
€ 4240,00 4840
oppervlakte m² 4,20 4,20 opbrengst MJ/jaar 6895,00 6895,00 kWh/j 1915,28 1915,28 aftrek premies € 2648,20 2906,20 Federale overheid 40% belastingsvermindering
max. € 3440 € 1696,00 1936,00
7,5% gemeentebelasting € 127,20 145,20 netbeheerder 75€/m² min. 525, max. € 1500 € 525,00 525,00 Gemeente 15% van de kostprijs, max. € 300 € 300,00 300,00 % van het investeringsbedrag % 62,46% 60,05% investeringsbedrag € 1591,80 1933,80 kostprijs aardgas c/kWh 4,83 4,83 energiekostenbesparing per jaar
€/j 128,48 128,48
terugverdientijd j 12,39 15,05
jkWhjkWh
jkWhMJ
jMJ
kWheurocentvregbrondecjsaardgasprigem
vantnsrendemenjaarseizoenetto
MJJkWh
/48.128€72.0
/0483.0€/28.1915
/27.19156.3
/00.6895
/83.4)(2007..
%72
6.336000001
=×
=
=
==
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
60
standaardwoning als de woning met zonneboiler voldoen aan de EPB-voorwaarden ( <K45 – <E100).
Door de plaatsing van de zonneboiler verbetert het E-peil met 5, ook wordt er heel wat minder CO2
uitgestoten.
7.4.2.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen
Voor de berekeningen van de netto contante waarde en de interne opbrengstvoet beschouwt de
analyse een termijn van 20 jaar, daar deze de levensduur is van de zonneboiler. Tabel 18 verduidelijkt
dat de zonneboiler wat de netto contante waarde betreft slechts bij heel hoge prijsstijgingen in een
aantrekkelijke investering resulteert. Zelfs dan zijn alle terugverdientijden groter dan 20 jaar, slechts bij
enkele scenario’s slaagt de installatie er dus in om zichzelf terug te verdienen voor het einde van haar
levensduur.
Tabel 48: NCW en IRG van zonneboiler zonder financi ële steun
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% -€ 1.670,40 -€ 787,69 € 486,21 € 2.333,05 € 5.017,30 € 8.921,95 € 14.598,76
3,00% -€ 2.328,54 -€ 1.745,24 -€ 917,88 € 263,28 € 1.956,90 € 4.391,45 € 7.894,39
6,00% -€ 2.766,34 -€ 2.369,13 -€ 1.815,85 -€ 1.038,78 € 59,28 € 1.617,49 € 3.834,19
10,00% -€ 3.146,18 -€ 2.897,32 -€ 2.559,23 -€ 2.095,15 -€ 1.452,88 -€ 558,32 € 693,31
IRG -4,36% -1,73% 0,89% 3,51% 6,12% 8,73% 11,33%
7.4.2.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen
Ook hier gebruikt men voor de termijn van de netto contante waarde de levensduur van de
zonneboiler namelijk 20 jaar. Zoals je ziet in tabel 46 wordt het investeringsbedrag teruggebracht tot
€ 1591.8 door de financiële steunmaatregelen. De terugverdientijd komt hierdoor op ongeveer 13 jaar
zonder energieprijsstijging en zonder rekening te houden met de tijdswaarde van geld. De interne
rendementsvoeten nemen zo’n 10% toe door de financiële steunmaatregelen. Alle interne
rendementsgraden overstijgen hier de rente van een spaarboekje. Zoals je kan zien op grafiek 7 levert
de zonneboiler met een energieprijsstijging van 3% en een discontovoet van 3 % na 20 jaar ongeveer
€ 900 op met een terugverdientijd van 16 jaar . 16 jaar is toch nog een lange periode, er hangen
namelijk ook wat risico’s aan de installatie vast.
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
61
Tabel 49: NCW en IRG van zonneboiler met financiële steun
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 978,60 € 1.861,31 € 3.135,21 € 4.982,05 € 7.666,30 € 11.570,95 € 17.247,76
3,00% € 320,46 € 903,76 € 1.731,12 € 2.912,28 € 4.605,90 € 7.040,45 € 10.543,39
6,00% -€ 117,34 € 279,87 € 833,15 € 1.610,22 € 2.708,28 € 4.266,49 € 6.483,19
10,00% -€ 497,18 -€ 248,32 € 89,77 € 553,85 € 1.196,12 € 2.090,68 € 3.342,31
IRG 5,08% 7,87% 10,66% 13,44% 16,22% 19,00% 21,77%
Grafiek 16: NCW voor zonneboiler
-€ 2.000,00
€ 0,00
€ 2.000,00
€ 4.000,00
€ 6.000,00
€ 8.000,00
€ 10.000,00
€ 12.000,00
€ 14.000,00
€ 16.000,00
€ 18.000,00
€ 20.000,00
0,00% 3,00% 6,00% 10,00%
discontovoeten
NC
W
0,00%
3,00%
6,00%
9,00%
12,00%
15,00%
18,00%
Tabel 50: terugverdientijden van zonneboiler met fi nanciële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 13 11 10 9 9 8 8
3,00% 16 13 12 10 9 9 8
6,00% 21 17 14 12 11 10 9
10,00% 21 21 19 15 13 11 10
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
62
7.5. Warmtepomp
7.5.1. Opbrengsten
Ook hier is de bepaling van de opbrengst van verschillende factoren afhankelijk:
� warmtemedium (grond, water of lucht)
� type verwarmingssysteem
� soort pomp
� warmtebehoefte van de woning
Referentiewaarden:
� rendement bepaald door nuttige afgifte14/ geleverde energie aan de motor van de compressor.
Deze verhouding heet men Coëfficiënt Of Performance (COP), deze situeert zich gewoonlijk
rond 4. Dus voor 1 eenheid verbruikte elektrische energie om de werking van de compressor
te verzekeren zal de warmtepomp in de buiten omgeving ongeveer 3 eenheden kosteloze
energie opnemen. Resultaat: een globaal calorisch vermogen van 4 eenheden, hetzij een
winstfactor van 3.
� prijs: € 75 à € 100 /m², voor een woning van 200m² zal die dus € 17.400,00 (exclusief BTW)
bedragen.
� verbruik voor een verwarmingsseizoen: 30kWh/verwarmde m², voor een woning van 200m²
zal het elektrisch verbruik dus 6.000tot 6.500 kWh bedragen.
� de captatieoppervlakte in de tuin dient overeen te komen met 1.3 maal de oppervlakte van de
verwarmingsvloer bij medium grond.
Figuur 10: totale kosten van zes CV-installaties
14 De som van de twee energiehoeveelheden die afgegeven worden aan de condensor, t.t.z. de gratis energie opgenomen door de verdamper + de elektrische energie die opgeslorpt wordt door de motor van de compressor.
• Bron: Hogeschool voor wetenschap en kunst, De Nayer Instituut, 2001, Rapport: Randvoorwaarden van de
economische analyse van verwarmingssystemen, Waver.
63
7.5.2. Investeringsanalyse
Bij deze analyse zullen we werken met het medium grond. De prijs is in functie van de omvang van de
woning, het isolatieniveau,…Hier werken we met een prijs van € 80/m² te verwarmen oppervlak. En
€ 500 voor het ingraven van het captatienet. Daarbij kom je aan een prijs van € 23380. Indien je deze
toepast op een nieuwbouw moet je eigenlijk enkel rekening houden met de meerprijs van een
aardgasinstallatie, die bedraagt zo’n € 8380. De warmtepomp heeft een vermogen van 9kW.
Tabel 51: rendement van een warmtepomp
Tabel 52: energiewaarden warmtepomp
woning standaard woning met warmtepomp
E-peil E90 E86
K-peil K41 K37
energiebesparing 5575,00 MJ/j
1548,61 kWh/j
daling energiefactuur € 74,80
vermindering CO2 uitstoot 307,57 kg/j
warmtepomp eenheid >5 jaar (BTW
6%) <5jaar (BTW
21%)
prijs € 80,00/m² x € 80 + € 500 € 8882,80 10139,80 oppervlakte m² 286,00 286,00 opbrengst MJ/jaar 32138,00 32138,00 kWh/j 8927,23 8927,23 aftrek premies € 4360,75 4360,75
Federale overheid 40% belastingsvermindering max. € 2650 € 2650,00 2650,00
7,5% gemeentebelasting € 198,75 198,75
netbeheerder € 210 per kVA, min € 850, max. € 1680 € 1512,00 1512,00
Gemeente € 0,00 0,00 % van het investeringsbedrag % 49,09% 43,01% investeringsbedrag € 4522,05 5779,05 kostprijs aardgas c/kWh 4,83 5,83 energiekostenbesparing per jaar €/j 431,19 520,46 terugverdientijd j 10,49 11,10
jkWhjkWh
jkWhMJ
jMJ
kWheurocentvregbrondecjsaardgasprigem
MJJkWh
kVAkW
VAIUvermogenschijnbaarP
WIUvermogenwerkelijkP
s
/19.431€/0483.0€/23.8927
/23.89276.3
/32138
/83.4)(2007..
6.336000001
2.79
)()85.0(cos
)(
=×
=
===
=±××==
×==ϕ
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
64
7.5.2.1. Financiële analyse zonder financiële steunmaatregelen
Voor de berekeningen van de netto contante waarde en de interne opbrengstvoet beschouwt de
analyse een termijn van 20 jaar, de levensduur van een warmtepomp is wel langer, maar we nemen
20 jaar om de vergelijking te maken met andere investeringsprojecten. Zoals we kunnen zien in tabel
51 is bij een energieprijsstijging van 3% en disconto van 3% de investering niet rendabel.
Tabel 53: NCW en IRG van warmtepomp zonder financi ële steun NCW Energie-
Prijs- stijging Disconto- voet 0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% -€ 259,00 € 2.703,44 € 6.978,78 € 13.176,93 € 22.185,49 € 35.289,85 € 54.341,71
3,00% -€ 2.467,78 -€ 510,18 € 2.266,53 € 6.230,60 € 11.914,54 € 20.085,10 € 31.841,25
6,00% -€ 3.937,08 -€ 2.604,01 -€ 747,14 € 1.860,76 € 5.545,97 € 10.775,46 € 18.214,90
10,00% -€ 5.211,84 -€ 4.376,66 -€ 3.241,98 -€ 1.684,51 € 471,00 € 3.473,22 € 7.673,82
IRG -0,28% 2,43% 5,13% 7,82% 10,52% 13,20% 15,89%
Tabel 54: terugverdientijden warmtepomp zonder fina nciële steun
Verdisconteerde terugverdientijd in jaren
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 21 17 14 13 11 11 10
3,00% 21 21 17 15 13 12 11
6,00% 21 21 21 18 15 13 12
10,00% 21 21 21 21 20 16 14
7.5.2.2. Financiële analyse met financiële steunmaatregelen
Ook hier gebruikt men voor de berekening van de netto contante waarde een termijn van 20 jaar.
Zoals je ziet in tabel 51 wordt het investeringsbedrag teruggebracht tot € 4522.05 door de financiële
steunmaatregelen. De terugverdientijd komt hierdoor op ongeveer 11 jaar zonder energieprijsstijging
en zonder rekening te houden met de tijdswaarde van geld. De interne rendementsvoeten nemen zo’n
7% toe door de financiële steunmaatregelen. Zoals je kan zien op grafiek 17 levert de warmtepomp
met een energieprijsstijging van 3% en een discontovoet van 3 % na 20 jaar ongeveer € 3800 op en
deze is terugverdiend na 13 jaar .
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
65
Tabel 55: NCW en IRG voor warmtepomp met financiële steun
NCW Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% € 4.101,75 € 7.064,19 € 11.339,53 € 17.537,68 € 26.546,24 € 39.650,60 € 58.702,46
3,00% € 1.892,97 € 3.850,57 € 6.627,28 € 10.591,35 € 16.275,29 € 24.445,85 € 36.202,00
6,00% € 423,67 € 1.756,74 € 3.613,61 € 6.221,51 € 9.906,72 € 15.136,21 € 22.575,65
10,00% -€ 851,09 -€ 15,91 € 1.118,77 € 2.676,24 € 4.831,75 € 7.833,97 € 12.034,57
IRG 7,13% 9,95% 12,77% 15,59% 18,39% 21,20% 24,00%
Grafiek 17: NCW voor zonneboiler
-€ 10.000,00
€ 0,00
€ 10.000,00
€ 20.000,00
€ 30.000,00
€ 40.000,00
€ 50.000,00
€ 60.000,00
€ 70.000,00
0,00% 3,00% 6,00% 10,00%
0,00%
3,00%
6,00%
9,00%
12,00%
15,00%
18,00%
Tabel 56: terugverdientijden van zonneboiler met fi nanciële steunmaatregelen
Verdisconteerde terugverdientijd
Energie- Prijs- stijging Disconto- voet
0,00% 3,00% 6,00% 9,00% 12,00% 15,00% 18,00%
0,00% 13 11 10 9 9 8 8
3,00% 16 13 12 10 9 9 8
6,00% 21 17 14 12 11 10 9
10,00% 21 21 19 15 13 11 10
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen grafiek: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
66
7.6. Samenvatting
Tabel 57: samenvatting investeringen bij nieuwbouw
nieuwbouw
investering terugverdientijd begininvestering
met steun
NCW na 20 jaar bij 3% disconto en 3% energieprijsstijging
IRG bij 3% energieprijs-
stijging
8 cm muurisolatie ipv 5 cm 7,9 € 590,79 € 861,64 14,00% vloerisolatie PUR 10,81 € 1.176,60 € 1.654,46 26,32% warmtepomp 11,1 € 5.779,05 € 2.593,57 6,94% zonnepanelen 11,21 € 17.782,00 € 13.020,72 9,10% zonneboiler 18,42 € 1.933,80 € 561,76 5,64%
Tabel 58: samenvatting investeringen bij renovatie
renovatie: woning > 5 jaar
investering terugverdientijd begininvestering
met steun
NCW na 20 jaar bij 3% disconto en 3% energieprijsstijging
IRG bij 3% energieprijs-
stijging
dakisolatie plaatsen 1,11 € 645,70 € 10.640,06 91,85% vervangen ketel 3,91 € 2.050,44 € 8.122,31 28,23% vloerisolatie PUR 4,22 € 458,74 € 1.682,46 11,33% extra isolerend glas 8,71 € 1.490,44 € 1.832,47 12,52% zonnepanelen 9,51 € 15.082,00 € 15.462,72 11,04% warmtepomp 10,49 € 4.522,05 € 3.850,57 9,95% zonneboiler 15,16 € 1.591,80 € 903,76 7,87%
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
Bron: eigen tabellen: zelf berekend met gegevens van URL:<http://www.energiesparen.be>
67
HOOFDSTUK 8: BESLUIT
Deze thesis beoogde het “begrip duurzaam” bouwen te doorgronden en vooral meer inzicht te
verschaffen in de rendabiliteit ervan. De verhandeling ging van start met een literatuurstudie. Daarna
volgde een eigen onderzoek waarbij de financiële haalbaarheid van een aantal investeringen werd
bepaald op basis van een vergelijking met een standaard gebouwde woning. De 2 variabelen bij de
investeringsanalyse zijn de energieprijzen en de discontovoeten. Uit dit onderzoek kwam ik tot een
aantal conclusies.
Eerst en vooral kan ik besluiten dat het heel vaak voordeliger is om je huis beter te isoleren dan
meteen te kiezen voor systemen op zonne-energie die grote investeringsbedragen vragen. Het is toch
de bedoeling om de meeste energie te besparen met de minste kost. Zoals je kan zien in de tabellen
op pagina 66 zijn de investeringen met de hoogste interne rendementsgraden vaak de investeringen
in verband met isolatie. Verder is het ook interessant, als je nog met een oudere verwarmingsketel
verwarmt, deze te vervangen door een condensatieketel.
Indien er in systemen met hernieuwbare energie geïnvesteerd wordt, dient het te worden aangehaald
dat de financiële steunmaatregelen noodzakelijk zijn voor het voldoende renderen van deze
investeringen. Nemen we bijvoorbeeld de zonnepanelen of zonneboiler, dan zien we dat geen van
beide investeringen zichzelf terugverdient binnen zijn levensduur zonder financiële steun.
Het is altijd interessanter om de hernieuwbare energie toe te passen bij renovatie van een woning dan
bij een nieuwbouw, dit is vooral te wijten aan het verschil in BTW percentage namelijk 6% bij renovatie
ten opzichte van 21% bij nieuwbouw. Ook wordt voor een aantal energiebesparende maatregelen
enkel premies gegeven bij renovatie.
Een ander belangrijk aspect waarmee we rekening moeten houden is de daling van de
materiaalprijzen. Zonnepanelen bijvoorbeeld zijn nu in volle opmars. Dit wil ook zeggen dat er steeds
verbeterde en goedkopere versies op de markt komen.
Indien er geen voldoende eigen middelen aanwezig zijn om de investering te bekostigen kan je ook
beroep doen op een lening. Bij een aantal banken worden de groene leningen gepromoot. Nochtans is
het veel voordeliger om met een hypothecaire lening of een uitbreiding van de bestaande
hypothecaire lening te financieren. Daar met deze een belastingvoordeelkan bekomen worden.
Als algemene conclusie geldt dat “duurzaam bouwen” rendabel kan zijn, mits de juiste maatregelen de
voorkeur krijgen. Om de winstgevendheid voor de particulier te garanderen, moeten de overheden
echter hun financiële ondersteuning op zijn minst behouden. De rendabiliteit van “duurzaam bouwen”
zal naar alle waarschijnlijkheid zelfs geleidelijk aan toenemen.
XIII
LIJST VAN DE GERAAADPLEEGDE WERKEN
Artikels
• De zon aftappen hoe doe je dat?, 2007, Infrazine, herfst 2007, p. 8-9.
• Een energieaudit kan je energiefactuur halveren, Gerard Kaiser, 2008, Beter bouwen en
verbouwen, jg. 27, nr. 236, februari 2008, p. 110-113
• Haal energie uit de natuur, Jean-Luc Hoste en Léa Bierlin, 2007, Ik ga bouwen, Cassas, jg. 36, nr.
303, september 2007, p. 97-106
Bezoeken
• Bouwbeurs Roeselare, 15/02/08
• Bouwbeurs Batibouw, 08/03/08.
• KBC Bank Kantoor Wouwen, 03/04/08
Boeken
• Ooghe H., Deloof M. en Manigart S., 2003, handboek bedrijfsfinanciering, 2de druk, Antwerpen.
Brochures
• Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw, 2007, Open huizendagen, meer comfort met minder
energie, Brussel.
• Hogeschool voor wetenschap en kunst, De Nayer Instituut, 2001, Rapport: Randvoorwaarden van
de economische analyse van verwarmingssystemen, Waver.
• Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE
2007a, Warmtepompen voor woningverwarming, Brussel.
• Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE
2007b, Warmte uit zonlicht, Brussel.
• Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE
2007c, Elektriciteit uit zonlicht, Brussel.
• Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE
2005, Energieprestatieregelgeving, module 1: algemeen kader, Brussel.
• Organisatie voor Duurzame energie Vlaanderen, ODE-Vlaanderen 2005, Bouwen met
fotovoltaïsche zonne-energie, Kessel-Lo.
• Organisatie voor Duurzame energie Vlaanderen, ODE-Vlaanderen 2007a, Fotovoltaïsche zonne-
energie, elektriciteit uit de zon, Kessel-Lo.
• Organisatie voor Duurzame energie Vlaanderen, ODE-Vlaanderen 2007b, zonneboilers, Warm
water met de zon,Kessel-Lo.
• Organisatie voor Duurzame energie Vlaanderen, ODE-Vlaanderen 2007c, Warmtepompen, de
natuur als bron van verwarming, Kessel-Lo.
XIV
• Organisatie voor Duurzame energie Vlaanderen, ODE-Vlaanderen 2007d, Duurzame Energie,
Wegwijzer 2007, Kessel-Lo.
• PV Domsys Project, 2002, kosten-batenanalyse van PV-systemen, steunprogramma voor
netgekoppelde PV-systemen in België, Brussel.
• Vlaams Energieagentschap, VAE 2006a, Praktische gids voor als u binnenkort gaat bouwen of
verbouwen, Brussel.
• Vlaams Energieagentschap, VAE 2006b, Warmtepompen voor woningverwarming, Brussel.
• Vlaams Energieagentschap, VAE 2007a, Ideeën voor energiezuinig wonen, Brussel.
• Vlaams Energieagentschap, VAE 2007b, energie besparen bij U thuis, Premies van uw
netbeheerder in 2007, Brussel.
• Vlaams Energieagentschap, VAE 2007c, Duurzame energiebronnen, Windenergie winstgevend,
Brussel.
• Vlaams Energieagentschap, VEA 2008, Energie besparen bij u thuis, premies in Vlaanderen,
Brussel.
• Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen, 2004, Energiezuinig (ver)bouwen: Dik
isoleren of een dure installatie?
Folders
• Masser, 2007, warmtepomp, Brussel.
• Natex, 2008,fotovoltaïsche zonne-energie, Ravels.
• Sanisolar, 2007, zonlichtenergie, Gavere
• Velux, 2008, Milieuvriendelijk, goedkoop en toch zeer mooi, Waver.
Internetbronnen
• BDO Atrio, 2007, Investeringsanalyse- algemene beginselen, URL: <
http://www.bdo.be/user_docs/11investeringsanalyse.doc >. (25/10/07)
• Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw, 2007, Verklarende woordenlijst, URL: <
http://www.bblv.be/jklimaatnet.laagernergeiwoningen/index.php/240 >. (25/10/07)
• Brussels instituut voor milieubeheer, 2006, Energiebesparingen synthese, Hoe 30% besparen
voor constructie of renovatie zonder meer geld uit te geven, URL: <
http://www.ibgebim.be/Templates/Home.aspx?langtype=2067>. (03/11/07)
• Cedubo, 2007, Gooi geen energie door ramen en deuren, URL:<http://www.cedubo.be>,
(18/02/08)
• Creg, 2000, De berekening van de tarieven handicap door het beheerscomité van de
elektriciteitsonderneming in nota BCEO 3945 van 20 november 2000, URL:<
http://www.creg.be/pdf/Studies/F089NL.pdf>, (26/02/08)
• Creg, 2008a, Evolutie van de gasprijzen op de residentiële markt – maart 2008, URL:<
http://www.creg.be/pdf/Tarifs/EvolutionPrix/G/032008nl.pdf > (09/04/08)
XV
• Creg, 2008b, Vergelijking van de prijzen op de vrijgemaakte elektriciteitsmarkten met die welke
voor de vrijmaking werden toegepast, URL:<
http://www.creg.be/pdf/Tarifs/EvolutionPrix/E/032008nl.pdf >, (09/02/08)
• Dirk Sabbe, 2006, Renoveren en restaureren, krediet energiebesparende investeringen,
URL:<http://www.renoveren-restaureren.be/2006/02/kredeit-energiebesparende.html >, (8/11/07)
• Eandis, 2007, De condensatieketel op aardgas, de absolute prestatiekampioen,
URL:<http://www.eandis.be>, (19/02/08)
• Ecoline, 2007, De financiële balans, URL: < http://
www.ecoline.org/verde/puplicatie/energie/energiezuinigewoning.shtml >. (25/10/07)
• Emis, 2007, het Broeikaseffect, URL:<http://www.Emis.vito.be>, (25/02/08)
• Eurostat, Environment and energy, URL: <
http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page?_pageid=1996,45323734&_dad=portal&_schema=P
ORTAL&screen=welcomeref&open=/H/H2/H21&language=en&product=Yearlies_new_environme
nt_energy&root=Yearlies_new_environment_energy&scrollto=0 >. (25/02/08)
• FOD economie, 2007, de elektriciteitsprijzen voor huishoudelijk gebruik, URL: <
http://mineco.fgov.be/energy/energy_statistics/Statistics_nl_020.htmb >, (25/02/08)
• Fortis,2008, U wilt energie besparen,
URL:<www.fortisbanking.be/pics/BE/F/nl/aono/priv/living/needs/energie_besparende.html >
(8/11/07)
• Immotheker, 2008, Een groene lening voor verbouwingswerken is veel duurder dan een
hypothecaire lening, URL: <
http://www.immotheker.be/Immotheker3/Site/Default.asp?WPID=38&L=N&MIID=7&ItemID=936 >,
(12/03/08)
• Livios, 2007a, Fiscale aftrek voor energiezuinige investeringen, URL:<
http://www.livios.be/nl/_build/_guid/_buyg/_ perm/1823.asp >. (25/10/07)
• Livios, 2007b, Investeren in een energiezuinige cv-ketel, URL: <
http://www.livios.be/nl/_build/_guid/_ener/_poss/2504.asp >. (25/10/07)
• Livios, 2007c, spoor de zwakke plekken van je huis op met infrarood, URL:<http://www.livois.be>,
(17/02/08)
• Livios, 2007d, Vergelijking energiebronnen, URL:<
http://www.livios.be/nl/_build/_guid/_ener/_comp/index.asp?content=Vergelijking%20energiebronn
en.be>, (19/02/08)
• Livios, 2007e, Welke verwarmingsketel kiezen?, URL:<
http://www.livios.be/nl/_build/_guid/_ener/_prop/1798.asp?content=Welke%20verwarmingsketel%
20kiezen?>, (19/02/08)
• Livios, 2008c, De zon als bondgenoot, URL:<http://www.livois.be>, (17/02/08)
• Masser, 2008, behandeling van warmtepompen met directe verdamping en directe condensatie in
de EPB-regelgeving, URL: <
http://www.masser.be/images/Behandeling%20van%20warmtepompen%20met%20directverdamp
XVI
ing%20en%20directcondensatie%20in%20de%20EPB-regelgeving_draft_20061215.pdf >,
(04/04/08)
• Ode Vlaanderen, 2004,Technisch Reglement Distributie Elektriciteit Vlaams Gewest, URL: <
http://www.vreg.be/vreg/documenten/technische%20reglementen/TRDE30112004.pdf >,
(12/03/08)
• Ode Vlaanderen, 2006, Zonnepanelen in 10 stappen, schema voor het installeren van een PV-
systeem < 10 kW op een woning, URL: <
http://www.groenstroom.be/pdf/ZPV_PV_stappenplan_particulier_060907%5B1%5D.pdf >
(12/03/08)
• Ode Vlaanderen, 2007, Fotovoltaïsche zonne-energie voor particulieren voerzicht subsidies 2007,
URL: < http://ode.be/uploads/images/ZPV_subs2008_particulier_0802.pdf >, (12/03/08)
• Ode Vlaanderen, 2007, thermische zonne-energie voor particulieren overzicht subsidies mei 2007,
URL:< http://ode.be/images/stories/ZonWarmte/001_02c_doorklik1.pdf >, (12/03/08)
• Ode Vlaanderen, 2007, warmtepompen voor particulieren overzicht subsidies mei 2007, URL: <
http://ode.be/images/stories/Warmtepompen/001_04d_subsidies%20voor%20particulieren_07022
7.pdf >, (12/03/08)
• Ode Vlaanderen, 2008, vergunning warmtepomp, URL:<
http://ode.be/index.php?page=waterpomp-beleid-vergunning >, (13/02/08)
• Premiezoeker, 2008, Alle premies voor uw woning op een rijtje, URL: <
http://www1.premiezoeker.be/premiejager.cgi > (12/03/08)
• Rehau, 2007, Meerwaarde realiseren – kosten sparen, oplossingen voor energie-efficiënt bouwen
en moderniseren, URL: <http://www.rehau.be/files/ENERGIE_EFFICIENTIE_BE.pdf.>. (03/11/07)
• Ruimtelijke ordening,2000, Besluit van de Vlaamse regering van 14 april tot de bepaling van de
vergunningspichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor
geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, URL: <
http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/Nwetgeving/uitvoeringsbesluiten/vrijstelling-vergunning.html
>, (12/03/08)
• Vlaams energie agentschap, 2008, energieprestatie van gebouwen, URL: <
http://www.energiesparen.be/energieprestatie/index.php > (12/011/07)
• Vlaams energie agentschap, 2008, subsidies en calculators, URL: <
http://www.energiesparen.be/subsidies/index.php > (12/011/07)
• Vreg, 2007, Groene stroom certificaten voor zonnepanelen in dienst genomen na 1 januari 2006,
URL: <www.vreg.be/nl/04_prive/03 groenestoom.asp.>. (19/11/07)
• Vreg, 2007, Marktmonitor 2007, URL: < http://www.vreg.be/vreg/documenten/rapporten/RAPP-
2007-7.pdf .>. (01/04/08)
• Vreg, 2007, Marktrapport: De Vlaamse energiemarkt in 2006, URL: <
http://www.vreg.be/vreg/documenten/rapporten/RAPP-2007-2.pdf .>. (01/04/08)
• Vreg, 2007, Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en gasmarkt
met betrekking tot het al dan niet gebruiken van een compenserende kWh-meter voor de
XVII
compensatie van de in het distributienet geïnjecteerde elektriciteit, URL: <
http://www.vreg.be/vreg/documenten/mededelingen/MEDE-2007-2.pdf >, (12/03/08)
• VVGS voor gemeenten en OCMW, 2006, nieuw energieprestatiedecreet, stand van zaken, URL: <
http://www.vvsg.be/cmsmedia/SVdms11476%20stand%20van%20zaken%20energieprestatiedecr
eet%20(website).pdf?uri=ff8080810ae96222010af6058e140092&action=viewAttachement >,
(13/03/08)
• Wikipedia, 2007, U-waarde , URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/U-waarde >. (25/10/07)
• Wikipedia, 2007, warmtepomp, URL: < http://nl.wikipedia.org/wiki/Warmtepomp >. (25/10/07)
• Wonen Vlaanderen, 2007, De verbeterings- en aanpassingspremie, URL: <
http://www.bouwenenwonen.be/uploads/b2250_vaptoelichtingsfolder_west-
vlaanderen144722.pdf> (12/03/08)
Persberichten
• Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, 2008, Zelfs met hoge
energieprijzen op de internationale markten kan de stijging van de eindfactuur van de Belgische
verbruiker worden ongedaan gemaakt, Brussel
Offertes
• Earth wind & solar energy, 2008, voorstel: fotovoltaïsche elektriciteitscentrale 3 kilowattpiek, Aalst.
• Ese ultimate solar heat, 2008, prijslijst excl. BTW maart 2008, Rochefort.
• Natec, 2008, Somulator fotovoltaïsch systeem, Ravels.
• Solar energy systems, 2008, netgekoppeld PV-systeem van 3.42 kWp, Gavere.
• SunTechnics, 2008, prijsindicatie VOLTA (PV inbouw), Lille.
XVIII
BIJLAGEN
Bijlage 1: standaardhuis ...................................................................................................................... XIX
Bijlage 2: aflossingsplan Lening op afbetaling ................................................................................. XXVII
Bijlage 3: aflossingplan KBC-woningkrediet..................................................................................... XXVII
Bijlage 4: voor- en nadelen warmtebronnen warmtepomp.............................................................. XXVIII
Bijlage 5: berekening jaarlijks primair energieverbruik en E-peil....................................................... XXIX
Bijlage 6: schema EPB-verplichtingen in bouwproces ....................................................................... XXX
Bijlage 7: algemeen overzicht van de eisen op het vlak van energieprestatie en binnenklimaat ..... XXXI
Bijlage 8: maximale U-waarden of minimale R-waarden ................................................................. XXXII
Bijlage 9: subsidies netbeheerders ................................................................................................. XXXIII
Bijlage 10: E-peil en K-peil van de woning met zonnepanelen .......................................................XXXIV
XIX
Bijlage 1: standaardhuis
Grondplan
XX
Verdiepingsplan
XXI
Doorsnede A-A’
XXII
Gevels
XXIII
XXIV
XXV
XXVI
Bron: URL:<http://www.energiesparen.be>
XXVII
Bijlage 2: aflossingsplan lening op afbetaling
Bijlage 3: aflossingplan KBC-woningkrediet
XXVIII
Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2007a,
Warmtepompen voor woningverwarming, Brussel.
Bijlage 4: voor- en nadelen warmtebronnen warmtepom p
XXIX
Bron: Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2005,
Energieprestatieregelgeving, module 1: algemeen kader, Brussel.
Bijlage 5: berekening jaarlijks primair energieverb ruik en E-peil
XXX
Bron: zelfgemaakte excel-tabel met gegevens van Ministerie van de Vlaamse gemeenschap,Afdeling Natuurlijke Rijkdommen
en Energie, ANRE 2005, Energieprestatieregelgeving, module 1: algemeen kader, Brussel.
Bijlage 6: schema EPB-verplichtingen in bouwproces
Bouwvergunningaanvraag en EPB-voorstel
Bouwvergunning verleend
Begin van de werken
< 6 maand: EPB-aangifte aan ANRE
Controle ontvankelijkheid inbreng in energiedatabak
Controle ontvankelijkelijkheid inbreng in RO-databank
Aanstellen EPB-verslaggever
< 8 dagen ervoor: startverklaring aan ANRE
Controleontvankelijkheid inbreng in energiedatabank
door ANRE
Niet of laattijdig: na aanmaning: boete € 250
Niet of laattijdig: na aanmaning: boete € 250 + € 1/m³
EPB-aangifte onvolledig: na aanmaning boete € 250 + € 1/m³
EPB-aangifte volledig
Conclusie EPB- verslaggever positief
Conclusie EPB- verslaggever negatief
ANRE: boete Contole ter plaatse door ANRE ( ongeveer 2% van de gevallen)
Indien EPB-aangifte onjuist: boete aan verslaggever
Ingebruikname
XXXI
Bron: Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2005,
Energieprestatieregelgeving, module 1: algemeen kader, Brussel.
Bijlage 7: algemeen overzicht van de eisen op het v lak van energieprestatie en
binnenklimaat
XXXII
Bron: Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, ANRE 2005,
Energieprestatieregelgeving, module 1: algemeen kader, Brussel.
Bijlage 8: maximale U-waarden of minimale R-waarden
XXXIII
Bron: Vlaams Energieagentschap, VEA 2008, Energie besparen bij u thuis, premies in
Vlaanderen, Brussel.
Bijlage 9: subsidies netbeheerders
XXXIV
Bron: formulier aangemaakt met de EPB-software versie 1.1
Bijlage 10: E-peil en K-peil van de woning met zonn epanelen
XXXV
XXXVI