HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL REPORTAGE …€¦ · laten sensoren weten hoe het ermee gaat. ......
Transcript of HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL REPORTAGE …€¦ · laten sensoren weten hoe het ermee gaat. ......
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
‘We kunnen patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we helpen om een oogje in het zeil te
houden.’‘ HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke applicaties er
zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et
cetera.’ HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS
De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).
HET INTERNET VAN ALLES EN OVERAL
REPORTAGE
DE DINGEN DE
BAAS De slimme koelkast uit het Huis van de Toekomst is
nog niet te koop bij de keukengigant. Toch is het
internet der dingen bezig aan een snelle opmars.
Van lantaarnpaal tot kantoor tot oceaan, overal
laten sensoren weten hoe het ermee gaat.
MARJOLEIN VAN TRIGT
De belofte van the internet of things, het internet der dingen, is al zo oud als
het Huis van de Toekomst. Van 1989 tot 1999 toonde TROS Wondere
Wereld-presentator Chriet Titulaer in dit huis in Rosmalen hoe slimme
technologie het dagelijks leven zou beïnvloeden. Onder invloed van
sensoren en connectiviteit zouden verzamelingen apparaten uitgroeien tot
zelfdenkende netwerken. Wekten de zonnepanelen genoeg energie op, dan
zette de wasmachine zichzelf aan. Was de melk op? Dan deed de koelkast
een bestelling bij de winkel. Titulaer had het vaak bij het rechte eind met
zijn voorspellingen, al miste hij de stormachtige opkomst van de
smartphone.
De ontwikkelingen zijn echter lang niet altijd zo snel gegaan als hij dacht.
De connected koelkast en wasmachine zijn weliswaar verkrijgbaar, maar om
nu te zeggen dat ze gemeengoed zijn geworden? Volgens een rapport van
het Pew Research Center uit 2014 zijn consumenten nog niet overtuigd van
het nut van domotica, zoals slimme huishoudelijke apparaten worden
genoemd. Er zijn ook nog te veel beperkingen: een thermostaat van Nest
werkt samen met een rookmelder van Nest, maar niet met een slimme
rookmelder van een ander merk. Daarnaast kampt het slimme huishouden
met een imagoprobleem. Typerend is het reclamespotje van verzekeraar
Centraal Beheer: terwijl een Steve Jobs-achtige figuur demonstreert hoe hij
zijn huis op afstand kan besturen, roven inbrekers het leeg.
SLIMME THERMOSTAAT
De industrie heeft er desondanks alle vertrouwen in dat het internet der
dingen de volgende stap wordt in de digitale revolutie. Volgens het eerder
genoemde rapport zal het internet der dingen in 2025 tot volledige wasdom
zijn gekomen. Niet alleen huishoudelijke apparaten zijn dan met het internet
verbonden, maar ook wearables die het lichaam monitoren,
distributiesystemen voor energie en water, infrastructuren, fabrieken,
boerderijen en akkers. Bossen en oceanen zullen via sensoren communiceren
over luchtkwaliteit en vervuiling, koeien appen wanneer ze moeten worden
gemolken. Volgens technologie-onderzoeksbedrijf Gartner hebben we tegen
die tijd gemiddeld vijfhonderd slimme apparaten in huis, die in staat zullen
zijn om samen scenario’s op te volgen. Als de elektrische auto wordt gestart,
weet de stofzuiger bijvoorbeeld dat hij zijn programma mag starten en gaat
de verlichting in huis automatisch uit. Wereldwijd communiceren er volgens
Gartner tegen die tijd 20 miljard apparaten met elkaar.
Voor de doorbraak van domotica is een centrale rol toebedeeld aan de
smartphone. Die zou gaan dienen als centrale afstandsbediening voor het
huishouden. Sommige domotica werken al met een app, zoals het
muzieksysteem Sonos en slimme thermostaten zoals Toon. Het is natuurlijk
niet gezegd dat dit de reden is dat deze slimme apparaten wél aanslaan.
‘Toon geeft direct inzicht in het energiegebruik en doet dat op een opvallend
scherm aan de muur. Dat begrijpen en waarderen mensen,’ zo verklaart
Michel Muurmans, manager van Toon, het succes. De Nederlandse
marktleider Eneco verkocht tot dusver 225.000 exemplaren. Eneco heeft
ambitieuze plannen met Toon. De slimme thermostaat moet op termijn een
platform worden voor allerhande diensten op het gebied van domotica.
‘Onze strategie is om niet te concurreren op de prijs van energie, maar op
energiezuinigheid en comfort in huis,’ zegt Muurmans. Dus zet Eneco vol in
op slimme technologie, onder meer door samenwerkingen met start-ups en
elektrische autoproducent Tesla. Binnenkort is Toon onder voorwaarden
toegankelijk voor derden. Softwareontwikkelaars mogen zelf diensten
bedenken die aansluiten op de infrastructuur van Eneco. Verzekeraars zien
bijvoorbeeld graag dat Toon aangeeft of de batterij van de rookmelder moet
worden vervangen. Toon zou ook de luchtkwaliteit in huis kunnen
monitoren.
Voor klanten die dat willen, benadrukt Muurmans, kan Toon op allerlei
terreinen ondersteuning bieden. Behoedzaam formulerend: ‘Met een hoge
resolutie aan energiedata kunnen we patronen ontdekken in een huishouden.
Daarmee kunnen we bijvoorbeeld helpen om een oogje in het zeil te houden
bij alleenstaande ouderen. Als we herleiden dat er minder beweging in een
huis plaatsvindt dan normaal, kunnen we checken: bent u oké? Zo voorkom
je dat mensen dagenlang onder aan de trap liggen.’
En als we nou niet willen dat onze energiemaatschappij oma in de gaten
houdt? ‘Dan doe je het niet.’ Maar hebben we straks nog wel de
mogelijkheid om ons af te schermen voor slimme technologie? Er klinkt een
diepe zucht. ‘Ik geef hier graag mijn persoonlijke mening over. Als het om
technologie gaat, klinken er altijd dit soort vooringenomen posities. Toen de
eerste treinen gingen rijden, vreesde men ook dat koeien geen melk meer
zouden geven. Ik begrijp die angst wel, maar wij hebben ook een naam hoog
te houden. Ons verdienmodel is niet het verkopen van data. Uiteindelijk
maken mensen voor zichzelf de afweging of ze voordeel hebben van een
dienst. Privacy is niet zwart of wit.’
SMARTCAM
Varianten op de angst voor de eerste trein komen langs in elk interview voor
dit artikel. De diepe zucht is ook nooit ver weg. De pleitbezorgers van het
internet der dingen verdedigen zichzelf vaker dan ze willen. Natuurlijk
moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk is een
zorgvuldige omgang met data een vereiste. Feit is echter dat het internet der
dingen er komt en dat het voordelen oplevert, zowel voor consumenten,
bedrijven en overheden als voor het milieu.
Over de voordelen voor consumenten blogt Verdi Heinz op
www.huisvandetoekomstnu.nl. Zijn Bredase huis maakt deel uit van de
eerste energieneutrale buurt van Nederland. Heinz, groot fan van TROS
Wondere Wereld, schreef elektronicaproducenten aan met de vraag of hij
met zijn gezin nieuwe producten voor langere tijd mag uitproberen. Op zijn
blog beschrijft hij alleen positieve bevindingen. Heinz: ‘We geven altijd
onze feedback aan de fabrikant, maar ik besteed geen aandacht aan slechte
producten op mijn blog.’
Liever schrijft hij over toepassingen die het gezinsleven verrijken, zoals de
Withings Home. Deze SmartCam is een beveiligingssysteem,
communicatiemiddel en homecamera ineen. ‘Buitenshuis kunnen we zien
wat er in huis gebeurt,’ zegt Heinz. ‘Ik begrijp dat niet iedereen zich daar
prettig bij zou voelen. Maar de SmartCam geeft me ook spontane foto’s en
video’s van mijn kinderen. Ze voelen zich veilig door de aanwezigheid van
een camera in hun slaapkamer. En elke avond bekijken mijn vrouw en ik een
samenvatting van de dag.’
Een feestje bij de familie Heinz is niet compleet zonder een link naar de
videocompilatie die Withings Home zelf heeft samengesteld. Daarna willen
de meeste gasten weten hoe zij dit thuis kunnen realiseren, aldus Heinz. Met
niet aflatend enthousiasme propageert hij de slimme wasmachine, usb-
stekkers, robotstofzuigers en de waterdichte tablet waarop hij onder de
douche ziet welke route hij moet nemen om files te vermijden. Heinz: ‘Zijn
domotica nodig? Nee. Maken ze ons gezinsleven mooier? Absoluut.’
Dat de meeste koelkasten nog steeds niet in staat zijn om een vers ei van een
bedorven exemplaar te onderscheiden, is een kwestie van tijd, stelt hij. ‘Over
een jaar of tien zul je je best moeten doen om nog een domme koelkast te
vinden. Op een zeker moment is het makkelijker en goedkoper voor een
fabrikant om chips in alle modellen te stoppen dan om een groep uit te
sluiten.’
ONBEMAND SUPERINTERNET
Maar niet iedereen zit op de slimme koelkast te wachten. Voor Wienke
Giezeman is het vooral frustrerend dat journalisten altijd maar over die
koelkast beginnen. ‘De directe behoeftevervulling van de consument is
helemaal niet de kern van het internet der dingen,’ zegt de oprichter van The
Things Network. ‘Het gaat vooral veel betekenen voor onze economie. Dat
het logistieke systeem van Bol.com straks bestaat uit robots, drones en
dynamische magazijnen heeft geen direct effect op jou. Je merkt alleen dat
je pakketje binnen een uur arriveert.’
Giezeman is een aanhanger van econoom Jeremy Rifkin, schrijver van The
Zero Marginal Cost Society. In dat boek beargumenteert Rifkin dat het
kapitalisme zijn langste tijd heeft gehad. Door aan elk onderdeel van de
waardeketen van de economie sensoren aan te brengen, ontstaat er een
onbemand superinternet dat fungeert als een intelligent brein, schrijft Rifkin.
Big data over energie, communicatie en logistiek creëren straks genoeg
informatie om de economie vrijwel zelfstandig te laten functioneren.
Momenteel schrijft Rifkin op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb
van Rotterdam een roadmap next economy, waarin hij uitwerkt wat deze
ontwikkeling betekent voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam.
Met The Things Network werkt Giezeman aan het realiseren van Rifkins
toekomstvisie. Om een internet der dingen buitenshuis mogelijk te maken,
is er andere technologie nodig dan Bluetooth, wifi of domoticaprotocollen.
Het netwerk dat de dingen op afstand met elkaar verbindt, moet goedkoop
zijn, veel bereik hebben en weinig stroom verbruiken. De technologie
LoraWAN (long range Wide Area Network) voldoet aan deze voorwaarden.
Giezeman berekende dat hij slechts tien gateways in Amsterdam hoefde op
te hangen om de stad van een dergelijk netwerk te voorzien. In de zomer van
2014 begon The Things Network een campagne om Amsterdammers ertoe
te bewegen een gateway ter waarde van 1200 dollar te installeren. Binnen
zes weken was de hele stad gedekt. Er volgde een kickstartercampagne om
goedkopere gateways te ontwikkelen. Met deze kastjes van 200 dollar per
stuk kunnen vrijwilligers wereldwijd hun eigen netwerk optuigen.
Uiteenlopende plekken als Mekka, Teheran en Boekarest zijn inmiddels
voorzien. Het is de ambitie van The Things Network om tegen het einde van
2016 in elke grote stad ter wereld aanwezig te zijn.
In 2015 kondigde KPN aan dat het stapsgewijs een Lora-netwerk in
Nederland zal uitrollen. Is het werk van Giezeman dan vergeefse moeite
geweest? Giezeman: ‘Integendeel. Op den duur wordt het netwerk zo
kritisch voor de economie, dat je niet wilt dat één partij er de macht over
heeft. Het internet bestaat uit allerlei netwerken die gedecentraliseerd en
gefragmenteerd aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor zijn blokkades altijd te
omzeilen. Wij streven er als gemeenschap naar dat er geen single point of
control of single point of ownership voor het internet der dingen mag
ontstaan.’
SLIMSTE GEBOUW TER WERELD
In The Edge, het nieuwste kantoor van consultancy- en accountantsbedrijf
Deloitte op de Zuidas, geeft Giezeman een presentatie voor een evenement
van VNO/NCW Amsterdam. Thema: digitale ecosystemen in een
metropoolomgeving. De verzamelde ondernemers hebben moeite om The
Things Network te duiden. Wat is het verdienmodel? Is het een non-
profitorganisatie? Wat wil hij precies met het netwerk? Giezeman: ‘We
geloven dat de toepassingen vanzelf komen als het netwerk er eenmaal ligt.’
Een voorbeeld is de toepassing HoosJeBootje. Detecteert een sensor water
in een boot in de gracht, dan krijgt de eigenaar een berichtje en komt het
bedrijfje op aanvraag om de boot te hozen. Giezeman verwacht dat hij op
den duur verdient aan het begeleiden van dergelijke en ingewikkeldere use
cases.
Het evenement vindt plaats op een toepasselijke locatie. The Edge is volgens
Bloomberg Business het slimste en meest duurzame gebouw ter wereld.
Extreem efficiënte zonnepanelen wekken meer energie op dan nodig is voor
de warmte-koude installatie, alle smartphones en laptops in het gebouw en
alle elektrische auto’s die door de werknemers gebruikt worden. Wie wil
weten hoe het internet der dingen het dagelijks leven zal beïnvloeden, hoeft
maar om zich heen te kijken. In het gebouw zijn 28.000 sensoren verwerkt,
bedoeld om het comfort van de medewerkers zo groot mogelijk te maken.
Al hun communicatie met het gebouw verloopt via een app. De sensoren in
de lichtpunten laten de schoonmakers weten welke gedeelten van het
gebouw het intensiefst zijn gebruikt. De sensoren in de parkeergarage wijzen
de weg naar een parkeerplek. De sensoren in de koffieautomaten weten hoe
iedereen zijn koffie drinkt. Wat opvalt, is vooral dat het niet opvalt. Dat zegt
ook senior manager bij Deloitte Marc van Rooijen. ‘Van echt slimme
innovaties vergeet je het bestaan. Met mijn smartphone kan ik de verlichting
en het klimaatsysteem aanpassen naar mijn eigen voorkeuren. Dat vind ik
heel prettig. Maar wie er niets mee wil doen, hoeft dat ook niet.’ Het grootste
nadeel van het slimme kantoor is de menselijke eigenschap om er niet op te
vertrouwen, zegt hij. ‘In het begin had iedereen de neiging om
vergaderruimten lang van te voren te overboeken, om maar verzekerd te zijn
van een plek.’
Voelt hij zich niet in het oog gehouden, zo omringd door glazen wanden en
verborgen sensoren? ‘Er zijn goede afspraken gemaakt over onze privacy.
We worden afgerekend op onze effectiviteit. Het lijkt me niet meer dan
logisch dat Deloitte de data, die niet te herleiden zijn naar individuele
werknemers, zal benutten. Andere bedrijven proberen ook te sturen op
trends. Deloitte heeft nu meer onderbouwing.’
OVERHEID ALS APPSTORE
Zoals bedrijven toptalent zullen lokken met comfortabele, slimme kantoren,
zo zullen ook steden concurreren op basis van hun slimme toepassingen. Dat
verwacht Ger Baron, CTO (chief technologie officer) van Amsterdam. ‘De
leefbaarheid van een stad wordt onder meer bepaald door de mate waarin
technologie wordt ingezet,’ zegt hij. ‘Als je ergens wilt wonen, kijk je welke
applicaties er zijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, et cetera.
De Randstad concurreert dan met steden als Stockholm, Berlijn, San
Francisco en Boston.’
Hoe blijven we de concurrentie voor? ‘Door productiever dan anderen na te
denken over de consequenties. Wat is de impact van de deeleconomie op de
arbeidsmarkt, sociale cohesie en duurzaamheid? En door na te denken over
de rol van de overheid. Op het nadenken volgt experimenteren en daaruit
volgt beleid.’
De rol van de overheid is volgens Baron te vergelijken met die van de
AppStore van Apple: anderen mogen de toepassingen ontwikkelen, maar de
overheid bepaalt welke protocollen en regels er gelden. ‘Enerzijds maken
we zelf gebruik van slimme technologie om onze doelstellingen te behalen.
Bij de aanbesteding van nieuwe lantaarnpalen eisen we bijvoorbeeld dat de
paal over een sensor beschikt die een seintje geeft als de lamp kapot is. Nu
zijn we nog afhankelijk van bewoners die een melding doen, of een
ambtenaar die langsfietst. Anderzijds hebben we de taak om ontwikkelingen
die buiten ons om plaatsvinden te reguleren. Daar zijn we nog zoekende.
Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat iedereen profiteert van de nieuwe
technologie?’
Hij verwacht niet dat het platteland zal achterblijven. ‘De technologie is
relatief goedkoop en makkelijk te verspreiden. Juist de agrarische industrie
is het meest geavanceerd. Moderne tractors adviseren de boeren op basis van
data wanneer ze weer moeten gaan rijden.’
Het voornaamste kenmerk van de slimme stad, of het slimme dorp, is dat het
leven van de bewoners ongemerkt wordt geoptimaliseerd. Een aantal
stadsdelen in Amsterdam beschikt al over ondergrondse afvalcontainers die
zelf hun vullingsgraad doorgeven. Er loopt een proef met sensors voor
slimme verlichtingsscenario’s. De fietsenstalling naast Paradiso checkt met
behulp van sensoren of en waar er nog een plekje is. Maar of dat genoeg is
om de kosmopoliet ervan te weerhouden om naar Kopenhagen te verhuizen,
waar intelligente verkeerslichten altijd voorrang verlenen aan fietsers?
Met dank aan Bas Leerintveld van De Datacorporatie / International Center
for Civic Hacks (ICX).