Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn....

71

Transcript of Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn....

Page 1: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal
Page 2: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal
Page 3: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

Het Gewoon Vreemd

Paleis

Een educatief spellencircuit

over

vooroordelen, de zondebok, de grootste schat ter wereld

en democratie

HANDLEIDING

RIC Foyer Brussel/stichting Vredeseducatie Utrecht

Page 4: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

Het ‘Gewoon Vreemd Paleis’ is een project van RIC Foyer Brussel i.s.m. Stichting

Vredeseducatie Utrecht en mogelijk gemaakt door:

De Vlaamse Gemeenschapscommissie en het Impulsfonds

© 2016 Foyer Brussel / Stichting Vredeseducatie Utrecht

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt in enige vorm of

op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Het is

instellingen voor jeugd- en jongerenwerk, en onderwijs toegestaan om voor intern gebruik uit

deze handleiding te kopiëren

Page 5: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

3

Inhoudsopgave

1. Inleiding ..................................................................................................................... 4

2. Gewoon Vreemd Paleis ........................................................................................... 5

De achtergronden van vooroordelen, discriminatie, democratie en de

pedagogische perspectieven

3. De voorbereiding ...................................................................................................... 10

Doelstelling

Uitnodigingsbrief

Extra voorbereiding voor taalzwakke kinderen

Gedicht

Een voorbereidende workshop rond democratie

4. Het bezoek aan het Gewoon Vreemd Paleis ........................................................ 20

Achtergronden

Subdoelen

Werkvormen

Organisatie

De inhoud van de negen thema’s

5. Fiches met verwerkingssuggesties en activiteiten per thema ............................. 24

Gewoon of vreemd?

Waar of niet waar?

Feit of mening?

De grootste schat

Vooroordelen

Het is maar hoe je het bekijkt

Democratie

Democratie versus dictatuur

De zondebok

6. Bronnen...................................................................................................................... 67

7. Colofon ...................................................................................................................... 68

Page 6: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

4

Inleiding

In de Brusselse wijk Molenbeek is een paleis voor kinderen gebouwd: Het Gewoon Vreemd

Paleis. Het is een paleis voor nieuwsgierige kinderen. Het is betoverend ingericht en de naam

zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle

kinderen koning of koningin kunnen zijn.

Na het onthaal gaan de kinderen twee aan twee op pad met een Koninklijke uitnodiging in

de vorm van een routekaart. Het wordt een ontdekkingstocht door de zalen van het paleis.

Op de binnenplaats worden ze aan het twijfelen gebracht. Wat waar leek, blijkt bij nader

inzien toch niet waar te zijn. Wat een feit leek, blijkt een mening te zijn. Wat ze altijd heel

vreemd hebben gevonden, blijkt voor een ander normaal te zijn. Wat waar scheen te zijn, is

een vooroordeel.

De portrettengalerij in het trappenhuis met al haar vreemde effecten leidt de kinderen naar

de spiegelzaal waar ze zittend op de troon een geheim kunnen ontsluieren. Ze loeren door

de spiegelkast, ze zien zichzelf in lachspiegels en werken met het beweegbare, interactieve

schilderij getiteld: ‘de hele wereld woont in Brussel’. Ze vergelijken een democratie met een

dictatuur aan de hand van allerlei interactieve opdrachten. In de werkkamer van de koning

vormen de kinderen een politieke partij en denken na over welke rol zij zelf kunnen spelen in

een democratie.

Het muziektempeltje voert hen 4000 jaar terug toen de mensen in het Midden- Oosten één

keer per jaar op grote verzoendag al hun zonden op een levende bok legden: de zondebok.

Zondebokken bestaan nog steeds. Dat ontdekken de kinderen in het diorama waar een

eigentijdse zondebok geplaagd wordt door een pester terwijl de meelopers toekijken.

Na anderhalf uur is iedereen weer terug in het onthaal: veel ervaringen rijker en met een

schat aan gereedschap voor de multiculturele samenleving.

Het paleis is geschikt voor kinderen van de hoogste twee klassen van het lager onderwijs en

de eerste klassen van het secundair onderwijs. Omdat in het paleis weinig leesteksten zijn

opgenomen en de kinderen vooral activiteiten moeten doen, is onze paleis-drempel zeker

niet hoog voor minder taalvaardige kinderen.

We wensen u veel genoegen bij het bezoek aan Het Gewoon Vreemd Paleis. Opmerkingen

en suggesties zijn van harte welkom.

Page 7: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

5

“Het Gewoon Vreemd Paleis”

De achtergronden van vooroordelen, discriminatie, democratie en de pedagogische

perspectieven.

Nederlanders zijn gierig, Marokkanen zijn agressief, gehandicapten zijn zielig, Derde

Wereldkinderen zijn bedelaars en vluchtelingen zijn profiteurs. Allemaal vooroordelen. Het zijn

beweringen die bij nadere beschouwing niet waar of maar voor een klein deel waar zijn.

Soms zijn vooroordelen grappig, bijvoorbeeld in de reclame. Meestal zijn ze hardnekkig en

schadelijk voor groepen mensen. Vooroordelen ontmaskeren en andere mensen ontmoeten,

zien wij als de uitdaging van Het Gewoon Vreemd Paleis. In dit hoofdstuk worden enkele

achtergronden van vooroordelen en discriminatie besproken. Ook gaan we in op de

educatieve mogelijkheden voor jeugdwerkers en onderwijsgevenden.

Vooroordelen

Ieder mens heeft vooroordelen. Wie let er

bij lange rijen voor de loketten van het

postkantoor niet op wie er staan te

wachten? U bent wel gek als je de rij kiest

met een bejaard echtpaar, een vrouw

met een hoofddoek en een man in een

rolstoel. ‘Hoezo vooroordeel?’ horen we u

denken. ‘Waarom zouden mijn

vooroordelen allemaal slecht zijn?’ werpt u

tegen. Inderdaad, niet al uw vooroordelen

zijn slecht. Vooroordelen heeft iedereen.

Vooroordelen zijn zelfs een zekere

bescherming. Een bescherming tegen het

onbekende. Het gaat echter mis indien er

helemaal geen sprake is van reële

bedreigingen door die onbekenden en

het kan uit de hand lopen als groepen

mensen een negatieve stempel krijgen.

Toch heeft het niet zoveel zin om aan het

begrip vooroordeel direct het etiket te

plakken: ‘Het mag niet, het is fout’.

Nochtans zeggen we: ‘Vergissen is

menselijk’. Een gezegde dat we horen als

mensen zich bewust worden van een

vergissing. Mensen kunnen blijkbaar van

hun fouten leren. Mensen kunnen

vooroordelen ontmaskeren en andere

mensen werkelijk ontmoeten. Een

vooroordeel hebben is geen misdaad,

iedereen heeft er, maar we kunnen er wel

aan werken om ze te herkennen en te

ontkrachten.

Positief en negatief

Zoals gezegd, een vooroordeel is een

bewering over mensen waarvan u denkt

dat deze waar is maar het is gedeeltelijk of

helemaal niet waar. Een vooroordeel is dus

een voorbarig oordeel. Een vooroordeel

hoeft niet per definitie negatief te zijn want

we kennen positieve en negatieve

vooroordelen. De beweringen: vrouwen

kunnen niet auto rijden, zwarten zijn lui,

waarderen velen negatief. Volgens ons

terecht omdat er sprake is van onware

generalisaties. De bewering: vrouwen zijn

gevoeliger dan mannen, is positief gericht

maar net zo onwaar als de negatieve

vooroordelen. Vooroordelen zijn bijna altijd

stereotiep. Een bepaald kenmerk van een

groep wordt zeer sterk benadrukt en dit

kenmerk wordt toegeschreven aan alle

leden van die groep. Zowel negatieve als

positieve vooroordelen bevinden zich in

ons denken en ze zijn gekoppeld aan

emoties. Daarom zijn ze zo hardnekkig en

niet eenvoudig tegen te gaan.

Vreemd en onbekend

Meestal hebben vooroordelen te maken

met onbekendheid, dingen eng, vreemd

of gek vinden, ergens onzeker of angstig

over worden. Op zich is dat heel normaal.

Indien we nieuwe dingen tegenkomen of

nieuwe ervaringen opdoen, bijvoorbeeld

iemand ontmoeten die er heel anders

uitziet of heel anders doet, dan kan dat

bedreigend zijn. Meestal is dat een

Page 8: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

6

onbewuste en begrijpelijke reactie. Het

vreemde of de vreemdeling stelt

ongevraagd onze wijze van leven ter

discussie. We ervaren iets als: er zijn ook

andere manieren van leven die misschien

wel net zo goed zijn als de onze. Welnu,

het is van belang dat we leren om over

die eerste waarneming, die onzekerheid

oproept, heen te stappen. Meestal

gebeurt dat ook. Soms wel een paar keer

per dag en het is minder moeilijk dan het

lijkt. Het kan bijvoorbeeld door een

vragende houding aan te nemen. Vragen

naar de levensomstandigheden van de

ander, de overeenkomsten en verschillen

tussen ons. Op die manier kunnen we ons

van onze vooroordelen bewust worden en

er iets mee doen.

Hardnekkig

Van Albert Einstein is de uitspraak dat het

eenvoudiger is om een atoom te splitsen

dan iemand met een vooroordeel te

overtuigen van het tegendeel. Iemand die

een vooroordeel heeft, is geneigd om

vanuit het vooroordeel selectief waar te

nemen. Indien mensen iets meemaken dat

in strijd is met het vooroordeel, en dat komt

heel vaak voor, zeggen ze: ‘Ja, maar dat

is een uitzondering.’ En prompt stellen ze er

weer een verhaal tegenover dat het

negatieve vooroordeel bevestigt. Nu

zouden we kunnen stellen dat

vooroordelen niet zo’n groot probleem zijn

omdat mensen allerlei bizarre gedachten

kunnen hebben. In zekere zin is dit wel

waar, maar gedachten worden

gemakkelijk omgezet in gedrag en

houdingen en dat kan negatief uitpakken

voor groepen mensen die het aangaat.

Goed beter best

Het hebben van vooroordelen is meer

een zaak van juist of onjuist dan van goed

of slecht. Het wordt problematisch indien

vooroordelen gebaseerd zijn op het idee

dat we ons een tikkeltje beter voelen dan

de ander en die ander negatieve

gevolgen van ons gedrag gaat

ondervinden: als we mannen meer status

geven dan vrouwen, als we blanken toch

iets beter vinden dan zwarten, als we

Belgen toch iets aardiger vinden dan

Nederlanders en landgenoten

vredelievender vinden dan die

oorlogszuchtige Duitsers.

Het (negatieve) oordeel over de ander

maakt dat ‘wij’ beter zijn. Op een

onverbloemde manier komen we het

tegen in een oud prentenboek. “God

made the little niggers. He made them in

the night. He made them in a hurry. And

forgot to make them white.”

Superieur

Waarom zouden we negatieve

vooroordelen en generalisaties bestrijden?

In de eerste plaats zijn ze uitermate

onplezierig voor degenen die het betreft.

Het doet grote groepen mensen tekort.

Het bevordert een superioriteitsgevoel en

staat gelijkwaardigheid in de weg. Daar

komt bij dat we ons niet graag met

mensen identificeren die we iets minder

achten en dit staat ontmoeting in de weg.

Ook kunnen groepen mensen met een

stempel gemakkelijk tot zondebok

gemaakt worden. Ze krijgen als groep

onterecht de schuld van

maatschappelijke problemen. Maar ook

kunnen mensen individueel tot zondebok

worden gemaakt. Op kantoren, bedrijven

en scholen. Op heel veel scholen zitten

kinderen die bijna dagelijks gepest

worden.

Page 9: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

7

Zondebokverschijnsel

Als een groep of een individu een negatief

imago heeft en er sprake is van

vooroordelen dan is de kans groot dat er

zondebokken gemaakt worden. Het

zondebokmechanisme staat of valt met

het aantal meelopers. Alle meelopers

moeten in dezelfde richting

beschuldigingen uiten. Een enkeling kan

een ander wel tot zondebok maken maar

het werkt pas als er bijval van anderen

komt. Daarom zijn vooroordelen een

vruchtbare bodem om zondebokken te

maken.

Als iemand eenmaal een negatieve

stempel heeft, krijgt hij vaak de schuld van

iets waar hij niks kan aan doen. Iedereen

vindt het aangenaam om zo nu en dan

iemand anders de schuld te geven om

zichzelf vrij te pleiten. Naarmate de druk

op een groep groter is, is men sterker

geneigd zondebokken te maken. Als de

samenleving onder druk staat van

werkloosheid krijgen ‘de buitenlanders’ de

schuld. Als een voetbalclub slecht

presteert, is het de schuld van de trainer. In

een groep met een slechte sfeer zijn meer

zondebokken te vinden dan in een groep

met een goede sfeer. We kunnen het

zondebokmechanisme met behulp van

een driehoekschema verhelderen. Er is

een pester, er is een zondebok en er is een

groep meelopers.

De pester heeft de meelopers nodig.

Overigens is de pester vaak in een andere

rol (bijvoorbeeld thuis) zelf ook een

zondebok. De meelopers doen vaak niets

uit angst zelf doelwit te worden van

pesterijen.

De bok krijgt de schuld

Het is een herkenbaar gegeven dat

mensen geneigd zijn om succes aan

zichzelf te danken en teleurstelling of falen

aan anderen te wijten. Iemand die zijn

teen pijnlijk tegen de tafel stoot, zegt

meestal direct ‘rottafel’ in plaats van de

oorzaak bij zichzelf te zoeken. Daarom is

het zondebokverschijnsel voor bijna alle

mensen herkenbaar. We zien dit ook terug

in oude culturen. Het woord zondebok

komt voort uit een oude joodse legende.

In de verhalen van het slavenvolk Israël

gaven ze een dier de schuld van het

collectieve falen. Eenmaal per jaar, op

Grote Verzoendag kwam het hele volk

bijeen. De hogepriester nodigde iedereen

uit om de zonden, het falen en de schuld

van het afgelopen jaar bij hem te

brengen.

Op het hoogtepunt van het feest legde de

hogepriester op een rituele wijze de

zonden en tekortkomingen van de

mensen op de rug van een bok. De

onschuldige bok kreeg alle schuld,

vandaar het begrip zondebok. De

zondebok werd onder luid geroep de

woestijn ingejaagd en mocht niet meer

terugkeren. De mensen voelden zich

bevrijd en konden er weer een jaartje

tegen.

Discriminatie

Als negatieve vooroordelen in

handelingen omgezet worden dan

noemen we dit discriminatie. Discriminatie

betekent letterlijk: onderscheid maken.

Meestal gebruiken we het woord

Page 10: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

8

discriminatie in negatieve zin. Dan gaat

het om een groep mensen die negatief

behandeld en onderscheiden wordt van

anderen. Deze vorm van discriminatie is in

België verboden. Het is in strijd met de wet

waarin staat dat een ieder gelijk

behandeld dient te worden, zonder

onderscheid te maken naar ras,

godsdienst, levenswijze en

levensbeschouwing. We noemen dit artikel

ook wel het discriminatieverbod of het

gelijkheidsbeginsel. Negatieve

vooroordelen kunnen gevaarlijk zijn voor

kwetsbare groepen indien ze in daden

worden omgezet. Bovendien roept het

angst op bij de gediscimineerde groep en

een gevoel van miskenning en

onzekerheid over de toekomst.

Democratie

In een democratie heeft iedereen

inspraak. Vanaf 18 jaar mogen we in

België gaan stemmen en hebben we op

die manier inspraak in het beleid. Als

mensen gaan stemmen, kiezen ze de

vertegenwoordigers die wetten maken en

het land besturen. In een democratie is

iedereen vrij en gelijk voor de wet. Maar

we moeten ons wel houden aan de regels

die de meerderheid bepaalt. Het is de

beste manier om iedereen bij de politiek te

betrekken. Toch is er in veel landen nog

geen democratie. Een klein groepje

mensen beslist er alles. Dat noemt men

een dictatuur.

In een samenleving die steeds meer divers

wordt, vindt Foyer het van groot belang

dat de waarde en de inhoud van het

concept democratie ook door kinderen

en jongeren goed begrepen wordt. De

democratie is immers de ideale biotoop

voor een multiculturele samenleving,

waarin mensen, met respect voor elkaars

eigenheid, in vrijheid kunnen leven.

De rol van het onderwijs

Het onderwijs kan een bijdrage leveren

aan een manier van denken en handelen,

die gericht is op een grotere mate van

gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid,

niet alleen in eigen land maar wereldwijd.

Indien we dit vertalen naar een

doelstelling, dan luidt deze als volgt:

Het bewust worden en tegengaan van

vooroordelen en etnocentrisme door het

bevorderen van een nieuwsgierige, open

en tolerante houding voor mensen in de

eigen omgeving en elders in de wereld.

Het stimuleren van een actieve en

onderzoekende houding en het leren

stellen van vragen over het waarom en

waartoe, spelen een belangrijke rol bij het

tegengaan van vooroordelen. Het bewust

worden en tegengaan van vooroordelen

is onlosmakelijk verbonden met het

bevorderen van een open en tolerante

houding ten opzichte van andere mensen.

Door intercultureel onderwijs verwerven

jongeren kennis en inzicht over zichzelf en

hun eigen culturele achtergronden en

waarden. Deze persoonlijke identiteit

vormt de basis voor een nieuwsgierige

houding naar, en respect voor, mensen

die vanuit een andere culturele

achtergrond en andere waarden denken

en handelen. Het is de economische en

sociale ongelijkheid tussen groepen

mensen, zowel binnen, als tussen landen,

die een voedingsbodem vormt voor

negatieve vooroordelen van de

meerderheid over de minderheid, van

rijkeren over armen, van machtigen over

zwakkeren.

Kennis en inzicht kunnen leiden tot een

zeker cultuurrelativisme en een zekere

mate van besef wat de bestaande

ongelijkheid in de wereld in stand houdt.

Hierdoor wordt de leerling in staat gesteld

Page 11: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

9

zich in te zetten voor verandering in deze

situatie.

Verborgen leerplan

Naast het uitvoeren van activiteiten met

kinderen en jongeren om hen bewust te

maken van vooroordelen en de

voorbeeldfunctie van de

onderwijsgevenden moet de school ook

alert zijn voor ‘verborgen’ vooroordelen in

lesmethoden en boeken. Een voorbeeld

van verborgen ‘racisme’ is een roze

kleurkrijtje waarop staat ‘huidskleur’. De

vraag is: wiens huidkleur is dat? Jongeren

met een andere huidskleur dan roze,

kunnen daar niet veel mee.

Identiteit en imago

Het jeugdwerk en de school kan er aan

bijdragen dat kinderen en jongeren

zichzelf leren vertrouwen als basis voor een

respectvol samenleven met mensen die

anders zijn. Zo kunnen kinderen en

jongeren hun eigen wortels en identiteit

beleven en kan een positief zelfbeeld

worden gestimuleerd, dat de basis is voor

een respectvolle houding ten opzichte van

anderen. De persoonlijke identiteit is altijd

verbonden met het imago. Dat is het

beeld dat anderen van ons hebben. Tal

van onderzoeken maken duidelijk dat er

een direct verband is tussen de

waardering voor de eigen culturele

identiteit en het respect waar we anderen

mee tegemoet treden. Daar willen we in

het Gewoon Vreemd Paleis aan werken.

Page 12: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

10

De voorbereiding in de klas

Doelstelling

De kinderen worden van tevoren geïnformeerd over het bezoek aan ‘Het Gewoon Vreemd

Paleis’. Omdat het bij het bezoek vooral gaat om ontdekken, beleven en handelen, is het

van belang dat de werkvormen een verrassing blijven. De kinderen worden in de

voorbereidingsfase vooral gemotiveerd en met mondjesmaat geïnformeerd. In het Paleis is

rekening gehouden met taalzwakke kinderen. Moeilijke woorden zijn zoveel mogelijk

vermeden. Toch kunnen we sommige begrippen niet vermijden. Deze begrippen kunt u

desgewenst oefenen met de kinderen (zie verder).

Uitnodigingsbrief

Ter voorbereiding wordt de uitnodigingsbrief gekopieerd voor alle kinderen. Voor een kwart

van de groep wordt de ‘normale’ brief gekopieerd. Voor de hele groep wordt de

spiegelbeeldbrief gekopieerd.

U vertelt dat u een brief hebt ontvangen van het ‘Gewoon Vreemd Paleis’ en daarom voor

iedereen een kopie heeft gemaakt. U deelt de brief uit met de blanco achterkant naar

boven. De brief mag pas op uw teken omgedraaid worden.

Een kwart van de kinderen die in de buurt van elkaar zitten krijgen de normale brief. De rest

krijgt de brief met de tekst in spiegelbeeld. U vraagt om aandacht en zegt dat niemand

meer mag praten.

Op uw teken draait iedereen zijn blad om en u vraagt iemand met de normale brief een stuk

te lezen. Nadat een zin gelezen is, geeft u de beurt aan iemand met een spiegelbeeldbrief.

Het kind zal een beetje onbeholpen reageren. U treedt ‘streng’ op en zegt dat dit te lang

duurt en geeft vervolgens de beurt aan iemand met een normale brief. Die wordt beloond

na twee zinnen en u geeft vervolgens weer de beurt aan iemand met een spiegelbeeldbrief.

U reageert weer kribbig en herhaalt het nog een paar keer.

Als het iedereen duidelijk wordt wat er aan de hand is, legt u uit wat voor trucje u uitgehaald

heeft. U vraagt de reactie van enkele ‘domme’ kinderen en hoe ze zich voelden. Wat

dachten ze? U vraagt dit ook aan de ‘slimme’ lezers. Voelden zij zich ‘beter’? U vraagt de

kinderen of zij wel eens eenzelfde ervaring hebben gehad als ze op vakantie zijn in een

ander land. U vraagt of ze zich kunnen voorstellen hoe het is als je vanuit een ander land in

België komt. In het gesprekje gebruikt u begrippen als: vreemd, anders, gewoon en

gewoonten.

Vervolgens gaat u in op de inhoud van de brief en vertelt de kinderen wanneer zij op bezoek

zullen gaan bij het ‘Gewoon Vreemd Paleis’.

De kinderen die de spiegelbeeldbrief nog niet hadden, krijgen er nu ook één om mee naar

huis te nemen.

Page 13: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

11

Page 14: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

12

Page 15: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

13

Moeilijke woorden

In het ‘Gewoon Vreemd Paleis’ is bewust weinig tekst gebruikt. De ervaring leert immers dat

sommige kinderen moeite hebben met de taal. Indien uw leerlingen problemen hebben met

moeilijke woorden kunt u desgewenst de volgende lessuggesties gebruiken ter voorbereiding.

Laat de kinderen zinnen maken, een synoniem of omschrijving geven, of er vragen over

stellen. Stel zelf vragen die peilen naar de kennis van de kinderen omtrent dit woord.

Voorbeeld:

Schutting: zin: Tussen het huis van Kemal en Jan staat een schutting.

synoniem: houten hek.

omschrijving: een schutting is een houten hek tussen twee

tuinen.

vragen: Staat er bij jullie thuis een schutting? Staat er op school

een schutting?

Vleesetende planten: Planten die vliegjes en mugjes kunnen vangen door hun

blaadjes te sluiten of door middel van een kleverige stof.

Pestkoppen: Kinderen die anderen pesten.

Migranten: Mensen die uit het buitenland in België komen wonen.

Asielzoekers: Mensen die in hun eigen land vervolgd worden, gevlucht zijn

en in België om bescherming vragen.

Kleurling: Iemand met een gekleurde, niet blanke huid.

Milieuvervuiling: Vervuilen van water, lucht of de grond door het storten van

afval of uitlaatgassen van auto’s.

Zigeuners: Rondtrekkende mensen zonder vaste woning.

Discrimineren: Anders behandelen.

Racisten: Mensen die anderen discrimineren omwille van hun huidskleur.

Vooroordeel: Een mening die je hebt over iets vooraleer je het kent.

Feit: Een uitspraak of bewering die altijd waar is.

Mening: Een idee, opvatting van iemand.

Excuses maken: Zeggen dat het je spijt.

Dictatuur: Is een vorm van bestuur waarbij 1 persoon (of 1 partij) alle

macht in handen heeft, de mening van het volk telt niet mee.

Democratie: Betekent letterlijk: het volk aan de macht. Het is een vorm van

bestuur waarbij het volk vertegenwoordigers kiest die de

wetten maken en het land regeren.

Burgers: De inwoners van een land.

Page 16: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

14

Lees het volgende gedichtje vooraf al eens samen en laat de

kinderen er vrij op reageren.

Wie ben ik?

als ik in de zon lig, ben ik zwart

als ik kwaad ben, ben ik zwart

als ik ziek ben, ben ik zwart

als ik het koud heb, ben ik zwart

als ik het warm heb, ben ik zwart

als ik dood ben, ben ik zwart

als jij in de zon ligt, ben je bruin

als jij kwaad bent, ben je rood

als jij ziek bent, ben je grijs

als jij het koud hebt, ben je blauw

als jij het warm hebt, ben je rood

als jij dood bent, ben je wit

en dan noemen ze mij een kleurling.

Page 17: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

15

Voorbereidende workshop als kennismaking met democratie

Trek je graag wat meer tijd uit om in je klas te werken rond democratie, maar vind je het

thema niet zo eenvoudig om te behandelen? Foyer ontwikkelde onderstaande workshop om

de leerlingen op een leuke en interactieve manier kennis te laten maken met democratie.

Doelen

De leerlingen kunnen:

met eigen woorden vertellen wat een democratie is.

met voorbeelden aangeven hoe er binnen een democratie gewerkt wordt.

met eigen woorden vertellen hoe de Belgische democratie georganiseerd is en

kunnen daarbij volgende begrippen correct gebruiken: stemmen, partij,

volksvertegenwoordigers, parlement, regering.

Duur

Ongeveer 3 uur

Materiaal

Hoepels, 7x4 identieke voorwerpen, A5-bladen, stembriefjes en een stembus, posters voor de

partijstandpunten, stiften in verschillende kleuren, plakband of magneten om de bladen op

het bord te bevestigen, functiekaartjes met daarop de taakomschrijving van de rollen per

partij, foto van de regering.

Verloop van de workshop

1. Kwartetspel buiten of in de sportzaal:

Nodig: voor een groep van 20: 5 hoepels, 7x4 identieke voorwerpen

De hoepels worden op gelijke afstand van elkaar gelegd. Het kan ook interessant zijn om 1

hoepel verder weg te leggen. In elke hoepel liggen verschillende voorwerpen. Van elk van

de voorwerpen zijn er in totaal 4.

De klas is verdeeld in 5 groepen (3 groepen van 4 en 2 groepen van 5).

Doel spel: zo veel mogelijk kwartetten verzamelen.

Stap 1

Elk groepje gaat bij een hoepel staan. Je legt het spel uit: verzamel zo veel mogelijk

kwartetten. Start.

Tijdens het spel goed observeren wat er gebeurt en hiernaar verwijzen tijdens de

nabespreking.

De kinderen starten het spel zonder verdere regels. Waarschijnlijk ontstaat er al snel ruzie. Na

5 min wordt het spel stilgelegd.

Page 18: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

16

Nabespreking:

Wat ging er fout?

Waarom hebben jullie ruzie?

Hoe zouden we dit probleem kunnen oplossen?

Welke spelregels zouden we samen kunnen afspreken? Het is belangrijk dat de

kinderen zelf de nieuwe regels bepalen. Vb: Hoeveel voorwerpen tegelijk nemen?

Wat met volledige kwartetten? Mag je je hoepel verdedigen? Alle hoepels even ver

van elkaar? …

Stap 2

De voorwerpen worden herverdeeld. De leerlingen hervatten het spel en spelen het volgens

afgesproken regels.

Nabespreking:

Hoe verliep dit spel?

Ging het beter dan het eerste spel? Waarom?

Welke afspraken hebben jullie gemaakt om het tweede spel te spelen?

Hebben jullie deze afspraken allemaal zelf uitgevonden of heb je je gebaseerd op

bestaande spelen?

Heb je al vaak zelf de spelregels mogen bepalen voor een spel?

Wat vond je er van om zelf de afspraken te mogen bepalen?

Waarom hadden we die afspraken nodig?

Wat gebeurt er met leerlingen die de regels niet naleven? Wat moet er met hen

gebeuren?

Besluit:

Regels zorgen ervoor dat we beter kunnen samenleven. (Het zelf kunnen beslissen over

afspraken zorgt voor grotere gedragenheid en gevoel van zinvolheid).

2. Politieke partij (in de klas)

Terug in de klas vraagt de leerkracht:

Ging het eenvoudig om afspraken te maken met de klas? Waarom wel/ niet?

Hoe groter de groep, hoe moeilijker het is om afspraken te maken (veel verschillende

meningen die in rekening moeten worden gebracht).

Stel dat de school beslist dat er op de school een aantal dingen mogen veranderen

en dat jullie met de hele school afspraken daarover mogen maken, zou het dan

eenvoudig zijn om met 200 lln. afspraken te maken? Waarom (niet)?

Hoe zou je dat kunnen aanpakken?

Voorstel: We maken een schoolparlement. In dat parlement zitten 2 lln. uit elke klas. De vraag

is nu welke twee leerlingen in dat parlement mogen zetelen. Je zou de mooiste, leukste,

populairste leerlingen kunnen kiezen maar het lijkt ons het best dat er twee leerlingen in het

Page 19: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

17

parlement zetelen die goede ideeën hebben voor de ‘vernieuwde school’, ideeën waar de

meeste kinderen van de klas zich in kunnen vinden.

Er worden twee leerlingen gezocht aan de hand van een spel.

Opdracht 1: idealen

Ieder kind krijgt een A5-blad. Ze noteren daarop wat ze willen veranderen op school (+ hun

naam).

Al deze ideeën komen aan het bord. Je clustert daarna de ideeën: gelijkaardige

standpunten leg je bij elkaar. (Standpunten die nergens bij horen, laat je heel even buiten

beschouwing).

Je vertelt dat de groepen die we clusterden (minimum 3 lln.) samen een klaspartij zullen

vormen.

Standpunten die nergens bij horen, kiezen bij welke partij ze zich aansluiten op basis van de

reeds gehoorde ideeën.

Minimum 3 partijen, minimum 3 per groep, oneven aantallen zijn beter voor de stemrondes.

Opdracht 2: partijprogramma

Binnen elke partij zijn er drie functies. De lln. krijgen kaartjes met daarop de functie en kiezen

in onderling overleg, wie welke rol op zich neemt.

Woordvoerder (kan goed praten voor een groep, vertolkt de mening van de partij).

secretaris (kan duidelijk schrijven, noteert voorstellen).

voorzitter (zorgt dat elk partijlid aan het woord komt en gerespecteerd wordt, blijft

rustig en kan mensen kalmeren).

De opdracht die ze krijgen is samen met hun partij tot 5 dingen te formuleren die ze willen

veranderen op school. Belangrijk hierbij is dat alle leerlingen van de partij het eens zijn met

deze 5 wensen. Deze wensen noteren ze op een poster.

Op de poster staat: Wij willen…

1. …

2. …

3. …

4. …

5. …

Je vermeldt hierbij dat je de wensen de ‘programmapunten’ van de partij noemen. Je

observeert het groepswerk en noteert eventueel de werking binnen de groep. Hoe vulden

de woordvoerder, secretaris en de voorzitter hun rol in? Werd er echt gestreefd naar wensen

waarmee iedereen het eens is? Wat doen ze als ze het niet eens geraken?

Page 20: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

18

Opdracht 3: naam en kleur

De groepen die klaar zijn, bedenken een naam en een kleur voor hun partij.

Nabespreking:

Alle posters worden aan het bord gehangen. De woordvoerders stellen hun

programmapunten voor.

Hoe hebben de voorzitter, woordvoerder en secretaris hun rol vervuld?

Was het eenvoudig om tot 5 programmapunten te komen waarmee iedereen het

eens is?

Wat deden jullie als jullie het niet eens konden worden?

Eventueel kan je de begrippen ‘overleg, consensus, stemmen, compromis,… inbrengen.

Wat heb je geobserveerd?

Opdracht 4: stemmen

Er mogen maar twee kinderen naar het schoolparlement gaan, dat maakt het niet

gemakkelijk. We zullen eerst stemmen op de 2 partijen die de beste programmapunten

opstelden. Iedere lln. krijgt 2 briefjes. Ze schrijven op het eerste briefje welke partij volgens hen

de beste programmapunten heeft. Ze nemen vervolgens het tweede briefje en noteren

daarop welke partij volgens hen de 2de beste programmapunten heeft. Ze mogen hierbij 1

keer op de eigen partij stemmen, indien ze dit willen.

Alle briefjes worden vervolgens in een stembus gestoken. Het resultaat wordt pas bekend

gemaakt na de theorie die de leerlingen nu nog krijgen.

3. ‘Democratie’

Begrip democratie

Hoe werden de twee klasafgevaardigden voor het schoolparlement gekozen?

Standpunten verenigen in een partij

Programmapunten opstellen

Stemmen voor een partij die aansluit bij jouw ideeën

2 afgevaardigden van de gekozen partijen gaan naar het schoolparlement

Om afspraken te maken voor heel België wordt er gewerkt volgens hetzelfde principe:

Afgevaardigden worden ‘volksvertegenwoordigers’ genoemd en komen samen in het

‘parlement’. In het parlement worden de wetten (de regels) bepaald.

Het is dus niet de koning of de eerste minister die alles bepaalt in het land maar het volk.

Daarom noemen we België een ‘democratie’. Democratie komt van het Grieks: δῆμος

(dèmos), "volk" en κρατέω (krateo), "macht".

Het tegenovergestelde van democratie is wanneer niet het volk maar 1 persoon alle wetten

bepaalt. Hoe heet dit? (dictatuur).

Page 21: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

19

Regering

De kinderen krijgen in duo’s foto’s van de regering. Bekijk deze foto. Wat zie je er op?

(ministers)

Zijn ministers en volksvertegenwoordigers hetzelfde? Neen, volksvertegenwoordigers worden

gekozen door het volk en bepalen de wetten. Alle volksvertegenwoordigers samen vormen

het parlement.

De ministers vormen samen de regering. Zij maken geen wetten maar zorgen ervoor dat de

wetten worden uitgevoerd.

Als in het parlement (door het volk) wordt bepaald dat iedereen in de auto een gordel moet

dragen (= wet), dan zal de regering nadenken over hoe ze die wet kunnen laten uitvoeren.

Dit kan bijvoorbeeld door de wet bekend te maken en de politie te laten controleren of

iedereen het ook doet.

Welke ministers herken je?

Welke minister staat er in het midden van de eerste rij?

Wat is zijn rol? Hij is de eerste minister, het hoofd van de regering.

Resultaten van de stemming

Je maakt de resultaten van de stemming bekend. De woordvoerders van de partijen die de

meeste stemmen haalden, mogen naar het schoolparlement. Je neemt een kort interview af

met de woordvoerders. Zijn ze blij met hun overwinning? Wat zal hun eerste verwezenlijking

worden op school?

Afronden

Wat heb je vandaag geleerd? Wat blijft je bij?

Wat betekent democratie voor jou?

Page 22: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

20

Het bezoek aan “Het Gewoon Vreemd Paleis”

Achtergronden

De migratie en de komst van vluchtelingen en asielzoekers dragen er toe bij dat België zich

ontwikkeld heeft tot een multiculturele samenleving. Dit heeft ons land veel nieuwe dingen

gebracht. Positieve en negatieve. Kinderen van tegenwoordig denken veel internationaler

dan vroeger. Hun blik wordt verruimd. Hun smaak is mondiaal aan het worden. Of het nu om

eten of om mode gaat. Eén van de negatieve effecten van de toenemende diversiteit is

vreemdelingenhaat en onbegrip tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Kinderen

kunnen weliswaar niets of nauwelijks iets aan de oorzaken van dit probleem doen, maar wel

kan bij hen tolerantie en begrip ontwikkeld worden. Door het multi-etnische karakter van

onze samenleving, is een open houding en wederzijds begrip voor elkaars leefwijze en cultuur

noodzakelijk. Het ontdekken dat wat in de ene cultuur gewoon is en in een andere cultuur als

vreemd wordt ervaren en het ontwikkelen van een tolerante houding ten opzichte van

immigranten spelen hierin een belangrijke rol. Daarnaast willen we met kinderen en jongeren

vooroordelen en stereotiepe beeldvorming ten opzichte van anderen ontmaskeren. Het is

van belang om met de kinderen en jongeren de grenzen van respect en tolerantie te

verkennen. Dit zijn immers belangrijke waarden binnen onze democratie, waarin juist de

gelijkwaardigheid en de eigenheid van mensen beschermd wordt. Daarom leren de

bezoekers van het Gewoon Vreemd Paleis ook wat het verschil is tussen democratie en

dicatuur, wat de basisbegrippen van de democratie zijn en hoe zij zelf aan democratie

kunnen werken.

Doelen

Samengevat komen we tot de volgende doelen:

Het verwerven en versterken van een persoonlijke identiteit.

Het formuleren van een eigen mening en aanvaarden dat niet iedereen dezelfde

mening heeft.

Het leren waarderen en relativeren van de eigen cultuur in relatie tot andere

samenlevingen.

Het ontmaskeren van stereotypen en racistische vooroordelen met het oog op het

creëren van een respectvolle houding ten aanzien van mensen die ‘anders’ zijn.

Het ontwikkelen van inzicht en handelingsperspectief in situaties waarin sprake is van

discriminatie en het zondebokverschijnsel.

Kennismaken met de voornaamste begrippen uit de democratie.

De verschillen kennen tussen een dictatuur en een democratie.

Nadenken over waarden binnen een democratie.

Nadenken over welke waarden je zelf wil verdedigen.

Page 23: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

21

Werkvormen

De werkvormen in het ‘Paleis’ zijn uitdagend en interactief gestructureerd. Dat wil zeggen

dat de kinderen op een creatieve manier betrokken worden bij de genoemde thematiek. Ze

worden uitgedaagd om antwoorden te bedenken, meningen te geven, oplossingen te

zoeken en samen te werken. De kernwoorden van de te volgen methodiek zijn: ontdekken,

beleven en handelen. Door middel van kleurige en aantrekkelijke materialen zoals spiegels,

kijkgaten, puzzels, diaviewers, beweegbare paneeltjes wordt de appèlwaarde vergroot.

De kinderen worden uitgedaagd tot:

Analytisch waarnemen

Samenwerken en overleggen

Vragen stellen

Inleven in de situatie van andere mensen

Zoeken naar oplossingen

Vormen van een eigen mening

Maken van keuzes ten aanzien van handelingsperspectieven

Organisatie

De kinderen worden van te voren door de begeleider ingedeeld in tweetallen. Bij een

oneven aantal wordt ook een groepje van drie gevormd. Elk kind krijgt een routekaart en

een startnummer (per tweetal hetzelfde startnummer). In het ‘Paleis’ zijn alle opdrachten

genummerd. Elk tweetal begint bij een ander nummer om de groep te spreiden. Uiteindelijk

komen alle kinderen bij elke opdracht.

De inhoud

Het spelencircuit is gestructureerd in negen thema’s:

Vreemd of gewoon

Waar of niet waar

Feit of mening

Vooroordelen

’t is maar hoe je het bekijkt

Werken aan democratie

De hele wereld woont in Brussel

Democratie versus dictatuur

Zondebok

Thema 1: Gewoon of vreemd

De kinderen ontdekken dat wat in de ene cultuur gewoon is, in een andere cultuur vreemd is:

Je neus in een zakdoek snuiten, varkensvlees eten, opa en oma die in een rusthuis wonen,

een cadeautje uitpakken waar de gever bij is, vijf keer per dag bidden, jongens die verliefd

worden op jongens, een hekel hebben aan iemand vanwege een andere huidskleur…

Thema 2: Waar of niet waar

Page 24: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

22

Wat voor de één waar is, hoeft voor de ander nog niet waar te zijn. Het hangt af van de

kennis die je hebt of vanuit welk gezichtspunt je iets beoordeelt. ‘Je kunt Belgen herkennen

aan hun blanke huidskleur.’ is dat waar of niet waar? Wat dan met onze voetballer Romelu

Lukaku?

Thema 3: Feit of mening

Een feit is altijd waar en een mening kan waar zijn maar is gebonden aan de persoonlijke

opvatting. ‘Bananen zijn krom’, dat is een feit. ‘Bananen zijn lekker’, dat is een mening. De

kinderen ontdekken het verschil spelenderwijs. Ze beantwoorden 6 vragen door een keuze te

maken tussen feit of mening. De goede antwoorden corresponderen met een getal. Na het

optellen van deze getallen verkrijgen ze de code van een cijferslot. Nu kunnen ze de

gesloten schatkist openen waar op staat: ‘Hierin zie je de grootste schat van de wereld.’ Als

ze vervolgens de kist openen, zien ze… zichzelf in een spiegel.

Thema 4: Vooroordelen

‘Gehandicapten zijn zielig’, ‘Vluchtelingen zijn profiteurs’. Twee beweringen over groepen die

niet juist zijn. De kinderen wordt uitgelegd wat een vooroordeel is. Een vooroordeel is een

vergissing. Het is een oordeel dat gebaseerd is op gebrekkige informatie. Het is een voorbarig

oordeel dat bij nader inzien niet waar blijkt te zijn. Iedereen vergist zich regelmatig en

iedereen heeft ook vooroordelen. Door middel van verschillende activiteiten oefenen de

kinderen in het onderkennen van vooroordelen. Dan moeten ze kiezen: gaan ze door de

poort voor kinderen zonder vooroordelen, of gaan ze door de poort voor kinderen met

vooroordelen.

Thema 5: ‘ t Is maar hoe je het bekijkt

De kinderen komen bij een onaardige man die toch ook aardig kan zijn. Ze komen bij een

‘vreemde’ klok die toch heel ‘gewoon’ is. Ze zien vreemde schilderijen die je van ‘2 kanten

kunt bekijken’. Pijlen wijzen zowel naar links als naar rechts. Geld ligt voor het grijpen, of toch

niet?

Thema 6: Werken aan democratie

De leerlingen maken kennis met basiswaarden binnen een democratie: vrijheid,

gelijkwaardigheid en solidariteit. Wat betekenen deze termen precies? Wat vind ik

belangrijk? De leerlingen staan hierbij stil door aan te geven wat zij voor de democratie

zouden willen doen. Als politieke partij moeten ze samen een top 5 kiezen uit verschillende

standpunten. Vervolgens gaan de kinderen zoeken naar een compromis bij een conflict.

Thema 7: De hele wereld woont in Brussel.

Er is een interactief schilderij gemaakt van Molenbeek. Het schilderij bevat veel elementen uit

de wijk maar wie niet uit Molenbeek komt, zal net zo goed de opdrachten kunnen uitvoeren.

In het schilderij zitten elementen van de grootstedelijke problematiek verstopt. De kinderen

kunnen door luikjes te openen zien hoe de wijk veranderd is, ze ontdekken dat er meer

Nederlandse woorden uit het Arabisch komen dan men denkt en ze zien hoe multicultureel

Brussel is.

Page 25: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

23

Thema 8: Democratie versus dictatuur

Wat is het verschil tussen een democratie en een dictatuur? Hoe zit ons land precies in

elkaar? Heeft iedereen in de wereld evenveel inbreng als wij? Wat zijn vrije verkiezingen? In

dit onderdeel ontdekken de leerlingen verschillende kenmerken die gekoppeld zijn aan een

dictatuur en een democratie.

Thema 9: De zondebok

Met deze oefeningen ontdekken de kinderen de kenmerken van het zondebokverschijnsel in

hun eigen leefwereld. Een zondebok is iemand die herhaaldelijk de schuld krijgt van iets waar

hij of zij niets aan kan doen. Een zondebok wordt gepest of buitengesloten. Er is meestal één

pester en een groepje meelopers.

Page 26: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

24

Fiches met verwerkingssuggesties en activiteiten per

thema.

Wil je na het bezoek aan het Gewoon Vreemd Paleis bepaalde concepten verder uitdiepen,

dan geven we graag enkele lessuggesties.

Thema 1: Gewoon vreemd................................................................ 25

Werkvorm: wat voor mij gewoon is, is voor een ander vreemd.

Thema 2: Waar of niet waar? ............................................................ 26

Werkworm: stellingenspel ‘waar of niet waar?’

Thema 3: Feit of mening? ................................................................... 28

Werkvorm: feiten en meningen in de actualiteit

Thema 4: De grootste schat .............................................................. 39

Werkvorm 1: een kijkdoos maken

Werkvorm 2: hoe goed ken je een ander?

Thema 5: Vooroordelen ..................................................................... 42

Werkvorm 1: Op het eerste gezicht: Amélie Poulain

Werkvorm 2: Interview

Werkvorm 3: Wie is wie?

Werkvorm 4: Echte kerels

Thema 6: ’t is maar hoe je het bekijkt ............................................. 50

Werkvorm: zie jij wat ik zie?

Thema 7: Democratie ......................................................................... 53

Werkvorm 1: Het verhaal van Koning Juliaan

Werkvorm 2: Samen bouwen aan een piramide

Thema 8: Democratie versus dictatuur ........................................... 59

Werkvorm 1: Geen speeltijd meer!

Werkvorm 2: Een stripverhaal maken

Thema 9: De zondebok ...................................................................... 61

Werkvorm 1: de zondebok. Gedicht en foto’s.

Page 27: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

25

Gewoon of vreemd?

Wat voor mij gewoon is, is voor een ander vreemd

Je kan de werkvorm „gewoon-vreemd“ in groepsverband

herhalen met voorbeelden uit de leefwereld van de kinderen.

Doel

De leerlingen staan stil bij gelijkenissen en verschillen tussen mensen, groepen van mensen

en culturen en gaan hier op een respectvolle manier mee om.

Uitwerking

Leerlingen zoeken (eventueel samen met hun ouders) naar een voorbeeld van iets dat die

voor henzelf heel gewoon is maar voor andere groepen vreemd zou kunnen zijn. Belangrijk

hierbij is om interculturaliteit niet te beperken tot etnische cultuur. Er bestaan immers ook

veel culturele verschillen tussen de mensen van 1 volk en elk individu is lid van meerdere

‘culturen’. (Beroepscultuur, schoolcultuur, sociale klasse, vrouwen- en mannencultuur,

jongerencultuur, gezinscultuur …)

De kinderen maken ieder voor zich een bordje met daarop hun voorbeeld. Zo mogelijk

maken ze ook een toelichting met een illustratie op de achterkant. De bordjes van de

verschillende leerlingen worden naast mekaar opgehangen en de leerlingen kunnen kiezen

bij elk plakkaat of ze het gewoon of vreemd vinden. Ze kunnen bijvoorbeeld een blauwe

bol op het bord plakken wanneer ze het gewoon vinden en een gele wanneer ze het

vreemd vinden. Zo zie je op het einde hoeveel personen iets gewoon vonden en hoeveel

het vreemd vonden…

Bijvoorbeeld: een Japanner maakt eerder een buiging dan u een hand te geven. Wat de

één doet gruwelen is voor de ander een lekkernij: bijen in chocola, ratelslangfilet, gegrilde

kakkerlakken, rauw vlees, varkensvlees... Er kunnen streekgebonden voorbeelden zijn maar

er kunnen ook gebruiken binnen families of gezinnen voorkomen die ‘vreemd’ zijn voor

anderen, bijvoorbeeld op het gebied van kleding, humor, huisdieren, godsdienst, hygiëne,

eetgewoonten en dergelijke meer. Zo is het in sommige families vreemd als je op een bruiloft

met een cadeautje komt want het is gebruikelijk om een geldbedrag te geven dat

ongeveer overeenkomt met de hapjes en drankjes die je die avond gebruikt. In de ene

familie wordt er volop gepraat aan tafel, in de andere eet men in stilte.

Page 28: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

26

Waar of niet waar?

Stellingenspel ‘waar of niet waar?’

In deze werkvorm wordt duidelijk dat ons intuïtieve idee

over wat waar en niet waar is, niet altijd klopt. Bij nader

inzien blijkt het soms anders te zijn en soms is iets waar en

onwaar tegelijk.

Een stellingenspel kan gebruikt worden als inleiding,

maar het biedt ook de mogelijkheid om in te spelen op

de beginsituatie en de voorkennis van de leerlingen.

Doel

De leerlingen kunnen hun mening op een correcte manier formuleren en

beargumenteren. Ze leren omgaan met (verschillende) meningen van anderen.

Stellingenspel: “waar of niet waar?”

Alle leerlingen krijgen een groen (waar) en een rood (niet waar) papiertje. U leest de

volgende beweringen. Steeds geven de kinderen hun mening.

Alle ballen zijn rond. (Niet waar: rugbyballen zijn niet rond)

Een duizendpoot heeft duizend poten? (Niet waar)

Bananen zijn krom. (Waar)

Eskimo’s zijn indianen. (Waar, Eskimo’s, of liever Inuït, worden gerekend tot de

indianen.)

Juffen zijn aardiger dan meesters. (Niet waar, niet altijd)

Stellingenspel: “de dubbele kring”

De leerlingen vormen twee kringen, een binnenste en een buitenste kring. Deze twee

kringen kijken elkaar aan. Iedere leerling heeft op die manier een discussiepartner voor

zich staan.

De leerkracht leest een stelling voor. De leerlingen starten een discussie met hun

discussiepartner waarbij ze een eigen mening over deze stelling trachten te verwoorden

en beargumenteren. Wanneer de leerkracht de tweede stelling voorleest, schuift de

binnenste kring één plaats door, waardoor alle leerlingen tegenover een andere

discussiepartner komen te staan.

Page 29: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

27

Enkele stellingen:

Jongens zijn slordiger dan meisjes.

Mannen kunnen beter autorijden dan vrouwen.

Vrouwen kunnen beter koken dan mannen.

Alle Aziatische mensen eten met stokjes.

Rijke mensen zijn gelukkiger dan arme mensen.

Alle motorrijders hebben tatoeages.

Eventuele klassikale bespreking:

Hadden je altijd dezelfde mening als je gesprekspartner?

Hoe reageer je wanneer iemand een andere mening heeft?

Waren er stellingen waarmee jullie allebei helemaal (niet) akkoord waren?

Veranderde je tijdens de discussie soms van mening?

Heb je ooit al eens gehoord dat iemand zei dat jongens slordiger zijn dan

meisjes, …? Hoe was je reactie toen? Hoe zal je nu reageren?

Stellingenspel “Ja of nee”

U legt in één hoek van de klas een groot papier met “ja” of “waar”, in de andere hoek

van de klas legt u een papier met “nee” of “niet waar” op. U leest een stelling voor, de

leerlingen verzamelen zich in de hoek met hun antwoord. Deze werkvorm laat toe dat

kinderen zich ergens midden in de ruimte positioneren. Dan kan u vragen waarom ze in

het midden staan, of toch net iets meer naar “ja” toe. Beide groepen argumenteren hun

keuze.

Conclusie

Sommige dingen zijn bewijsbaar waar (feiten) en andere dingen zijn bewijsbaar onwaar,

maar veel beweringen zijn noch waar noch onwaar. Mensen kunnen van mening

verschillen. Je kan soms ook van mening veranderen.

Page 30: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

28

Doel

De leerlingen kunnen een kritische houding aannemen ten aanzien van allerlei vormen van

berichtgeving.

De leerlingen kunnen voorbeelden geven van feiten en meningen in de krant.

De leerlingen kunnen verschillende soorten krantenkoppen onderscheiden: een nieuwskop,

een appetizerkop en een citaatkop.

De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van medeleerlingen

meewerken.

De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale

achtergrond, geslacht en etnische origine.

Werken met kranten

Inleiding: Neem je krant van thuis. Wat heb je mee? Kan je ook de reden geven waarom je

ouders voor deze krant kiezen? (op voorhand een brief meegeven en vermelden dat de lln.

een krant van thuis moeten meenemen en waarom).

Wat denk je dat er in kranten staat, feiten of meningen? We gaan eens samen kijken.

De klas wordt opgedeeld in groepjes van 4 à 5 leerlingen. We hebben voor elke leerling een

rol:

een tijdsbewaker: zorgt er voor dat de opdracht binnen de afgewerkte tijd volbracht

wordt.

een reporter: brengt aan het einde van de opdracht verslag uit aan de rest van de

klas.

een redacteur: zorgt ervoor dat de groep bij zijn opdracht blijft. Als iemand begint te

vertellen over wat hij dit weekend gedaan heeft, grijpt de redacteur in.

een secretaris: noteert de antwoorden.

In groepjes van 5 zijn er twee secretarissen. De rolverdeling gebeurt toevallig. De

leerlingen kiezen een kaartje uit een zak, waar een rol op staat.

Feit of mening?

Feiten en meningen in de actualiteit

Bestuderen van krantenartikels om het verschil tussen een

feit en een mening beter te begrijpen.

Page 31: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

29

Er zijn drie opdrachten die eerst klassikaal worden uitgelegd.

Groep 1: krijgt krantenkoppen (van de drie soorten) uit de krant. Ze moeten nadenken

waarover het artikel zou gaan dat bij de kop hoort. De artikels worden erbij genomen.

Waarover gaat het artikel? Komt het overeen met de verwachtingen? Welke soort

krantenkoppen kan je onderscheiden? Waarom kiest een krant voor een titel? (bv. om de

aandacht te trekken).

Soorten krantenkoppen: een nieuwskop, een appetizerkop en een citaatkop.

werkblad 1

Groep 2: krijgt verschillende krantenartikels over hetzelfde nieuws. Ze lezen de artikels en

zoeken wat in de artikels hetzelfde is en wat er verschillend is. Meestal zullen de dingen die

gelijk zijn, de feiten zijn en wat verschillend is, interpretaties of meningen zijn.

Wij zorgen vooraf ook voor verschillende kranten van dezelfde dag en laten nu zelf

voorbeelden zoeken van verschillende artikels over verschillende onderwerpen. De leerlingen

kijken naar de verschillen in kop, foto’s, lengte, meningen en feiten.

werkblad 2

Groep 3: krijgt een samengesteld dossier met daarin een krantenartikel (een nieuwsbericht en

achtergrondinformatie), een lezersbrief, een poll, een recensie,… De leerlingen verbinden het

artikel met de naam van zo’n artikel (recensie, interview…). Ze kleuren in elk artikel de

meningen geel en de feiten roos.

Wat leert deze oefening hen?

werkblad 3

Nabespreking

Na de groepsopdrachten komen de leerlingen samen en vertellen wat ze in hun groepje

gedaan en geleerd hebben.

Bestaat er een neutrale krant? Waarom niet? Kunnen ze daar voorbeelden van geven?

Hoe verliep het groepswerk? Heeft ieder zijn taak gedaan zoals gevraagd? Wat was er goed

en wat kon er beter?

Page 32: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

30

Werkblad 1

Page 33: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

31

Page 34: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

32

Page 35: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

33

Komt het artikel overeen met wat je na het lezen van de kop verwachtte?

Waarom (niet)?

De journalist koos een krantenkop die nieuwsgierigheid opwekt. Welke andere

krantenkoppen op de eerste pagina zijn soortgelijk?

KOkKOMt het arti

Page 36: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

34

Komt het artikel overeen met wat je na het lezen van de kop verwacht had?

Waarom (niet)?

Deze krantenkop vat samen waarover het artikel gaat. Welke andere

krantenkoppen op de vorige pagina zijn gelijkaardig?

Page 37: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

35

Werkblad 2

Page 38: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

36

Page 39: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

37

Werkblad 3

Page 40: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

38

Page 41: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

39

De Grootste Schat

Doel:

Het versterken van een positief zelfbeeld draagt in grote mate bij tot het vermogen van

mensen om respect en tolerantie voor andere mensen en gewoonten op te brengen. De

kinderen ontdekken dat ieder mens positieve kwaliteiten heeft. Tevens willen we hen laten

ervaren dat het krijgen van een compliment hun zelfbeeld versterkt. Ze ontdekken dat zoiets

een prettig gevoel geeft.

Introductie

U herinnert aan de schatkist in het Gewoon Vreemd Paleis. Een aantal kinderen vertellen wat

ze dachten toen ze in de schatkist keken. Wat vonden ze ervan toen ze zichzelf zagen.

Het is belangrijk om van jezelf te houden om ook op een fijne manier met anderen om te

kunnen gaan.

De kijkdoos

De kinderen gaan zelf een geluksdoos maken, waarin ze andere mensen kunnen laten kijken.

Hoe ga je te werk:

1. Materiaal: een doos en een spiegel, spiegelstickers of spiegelpapier. Schaar, lijm,

kleurtjes of stiften, lichtdoorlatend papier.

2. Recht tegenover het kijkgat wordt het spiegeltje bevestigd met lijm of tweezijdige

tape.

3. Voor de spiegel wordt een verschuifbaar kartonnetje gemaakt, zodanig dat de

spiegel niet meteen zichtbaar is. Op dit schuifje schrijf je ‘ hier zie je de aardigste mens

ter wereld.’

Schat 1: de kijkdoos met de aardigste mens ter wereld

We maken een kijkdoos om andere mensen in te laten kijken met

de aankondiging dat ze ‘de leukste persoon ter wereld’ zullen zien.

Achterin de doos zit een spiegeltje.

Page 42: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

40

4. Het kijkgat met groot zijn, zodat het gezicht van de kijker zichtbaar is.

5. De bovenzijde van de doos bestaat uit lichtdoorlatend papier.

6. Binnen- en buitenzijde van de doos kunnen verder versierd worden met portretten uit

tijdschriften, tekeningen, …

Presentatie

De kinderen oefenen om anderen in hun geluksdoos te laten kijken.

Ze kunnen vragen: “wie vind je heel aardig? Waarom? “ Daarna zeggen ze: in deze doos kan

je de aardigste mens van de wereld zien, wil je eens kijken? “ Als de kijker begint te lachen,

kunnen ze vragen waarom. Vindt deze persoon zichzelf ook de aardigste mens ter wereld?

Ze kunnen uitleggen waarom ze deze doos gemaakt hebben. Als mensen voelen dat

anderen hun graag hebben, gaan ze vaak ook liever zijn voor anderen.

Variatie: de kijkkast

Er kan klassikaal een grotere versie van de kijkdoos, namelijk een kijkkast, gemaakt worden,

waarin de aardigste mens ter wereld verstopt zit. Deze kan dan tentoon gesteld worden

tijdens een themaweek, op een schoolfeest of een ontmoetingsmoment met de ouders. Er

moet dan gezorgd worden voor kijkgaten op verschillende hoogten, zodat zowel kinderen

als volwassenen de aardigste mens ter wereld kunnen ontdekken. Voor het kijkgat kan een

doek of gordijntje gehangen worden.

Page 43: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

41

Schat 2: hoe goed ken je een ander?

De kinderen lezen een gedicht dat hen doet nadenken

over hoe goed je een ander kent. Via een speelse

opdracht komen ze meer te weten over mekaar.

Doel

De leerlingen zien in dat iedereen verschillend is en gaan hier op een respectvolle manier

mee om.

Gedicht: „Een ander weet nooit helemaal hoe je bent” - Nannie Kuiper

Een ander weet nooit helemaal hoe je bent,

Al denkt hij wel dat hij je helemaal kent.

Hij weet wel dat jij in een spijkerbroek loopt

En dat je het liefst kleine autootjes koopt;

En dat je kunt schreeuwen, dat weet iedereen -

Maar dat je soms bang bent, dat weet jij alleen.

Hij weet wel dat jij met je hamstertje praat

En dat je graag naar de dierentuin gaat;

en dat je kunt vechten, dat weet iedereen -

Maar dat je geen held bent, dat weet jij alleen.

Hij weet wel dat jij vaak met hardlopen wint

En dat je pianoles waardeloos vindt;

En dat je jaloers bent, dat weet iedereen,

Maar dat je dat naar vindt, dat weet jij alleen.

Een ander weet nooit helemaal hoe je bent,

Al denkt hij wel dat hij je helemaal kent.

Opdracht

De leerlingen krijgen na het lezen van het gedicht de opdracht om enkele zaken over

zichzelf neer te schrijven die de andere leerlingen niet weten (bijvoorbeeld: angsten, iets

waar ze heel fier op zijn, waar ze heel goed in zijn, wat hun droom is, iets belangrijks in het

leven of iets wat ze meegemaakt hebben…) Dit wordt niet aan elkaar gezegd. Vervolgens

worden alle briefjes samengebracht en opnieuw willekeurig uitgedeeld. De leerlingen

moeten raden bij wie het briefje hoort. Indien je denkt dat dit te veel tijd zou innemen,

kunnen er ook kleine groepjes van 4 à 5 leerlingen gemaakt. Zij moeten vervolgens in hun

eigen groepje op zoek gaan naar de eigenaar van het tekstje. Vervolgens volgt een korte

nabespreking:

Kwamen de briefjes soms bij de verkeerde persoon terecht? Hoe voelt het wanneer je

het verkeerde briefje toegewezen krijgt? Wist je veel van je klasgenoten? Wat was

nieuw? Wat heeft je verbaasd?

Page 44: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

42

Vooroordelen

Doel

De leerlingen staan stil bij de vooroordelen die ze dagelijks vormen.

De leerlingen ontdekken dat onze indrukken over een persoon niet altijd met de

werkelijkheid overeen komen. We laten ons vaak beïnvloeden door het uiterlijk en het

gedrag van een persoon. Wanneer we vinden dat deze persoon wat meer afwijkt van het

‘normale’, gaan we sneller vooroordelen hebben.

Materiaal

De film ‘ Le fabuleux destin d’Amélie Poulain’, een computer of dvd-speler om de film af

te spelen. De leerkracht bekijkt de film op voorhand om te weten waar de personages

zich voorstellen, zodat enkel die stukjes afgespeeld kunnen worden. Doosjes met foto’s

van personages uit de film Amélie Poulain, briefjes, werkblaadje ‘ik hou van… ik haat…’

Opdracht

De leerlingen krijgen per groep een doosje met enkele foto’s (zie bijlage) uit de film ‘ Le

Fabuleux Destin d’ Amélie Poulain’ en lege briefjes. Elk groepje gaat verschillende

vooroordelen neerschrijven over de 2 personages en plaatst deze in het doosje. Daarna

schuiven de groepjes door en kijken we in alle doosjes welke kenmerken/vooroordelen de

leerlingen gekoppeld hebben aan de personages. Komen deze overeen of niet? Dan

wordt er gekeken naar de filmfragmenten waar de personages zichzelf voorstellen.

Klopten de kenmerken die je toeschreef aan de personen? Wat verschilde er? Waarop

had je je gebaseerd om bepaalde kenmerken aan een persoon toe te kennen?

Er wordt geconcludeerd dat er sommige zaken overeen kwamen en anderen helemaal

niet. Het is van belang dat we voorzichtig zijn met de eerste indrukken die we van een

persoon hebben. Laten we mensen nog de kans om anders te zijn dan we dachten?

Extra

Als slot kunnen de leerlingen elk neerschrijven (werkblad in bijlage) waar ze van houden

en wat ze haten (net zoals de personages in de film). Deze fiches worden door de

leerkracht willekeurig op iemands rug gekleefd. De leerlingen moeten de fiches lezen en

deze op de juiste persoon plakken.

1. Op het eerste gezicht: Amélie Poulain

We beoordelen de personages uit de film ‘le fabuleux

destin d’Amélie Poulain’ aan de hand van foto’s. Nadien

mogen de personages zichzelf voorstellen. Was onze

eerste indruk juist?

Page 45: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

43

Bijlage

Personages in de film:

Georgette

Suzanne

De Vader van Amélie Poulain

De Moeder van Amélie Poulain

Joseph ‘Glasman’

Film: Le Fabuleux Destin d’ Amélie Poulain van Jean-Pierre Jeunet

Voorstelling van de personages.

Page 46: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

44

Werkblaadje ‘ik hou van… ik haat…’

Ik hou van … Ik haat…

Ik hou van… Ik haat…

.. Ik hou het meeste van .............................................................

Ik haat ………………………………………………………………………………….

Ik eet het liefst……………………………………………………………………..

Ik word heel gelukkig

als………………………………………………………………………………………….

Ik word heel boos als

……………………………………………………………………………………………..

Ik word heel verdrietig

als…………………………………………………………………………………………

Ik luister het liefst naar

……………………………………………………………………………………………

Ik kijk het liefst

naar………………………………………………………………………………………

Page 47: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

45

Vooroordelen

Doel

De leerlingen staan stil bij de vooroordelen die ze vormen op basis van uiterlijke zaken zoals

huidskleur, geslacht, gelaatsuitdrukking, leeftijd, kledij, …

Materiaal

Digitaal fototoestel, werkblaadje interview en identiteitskaart, goede locatie waar lln.

mensen kunnen interviewen, doosjes waarin foto’s, voorwerpen en identiteitskaart passen.

Interview en verwerkingsactiviteit in de klas

De leerkracht zorgt ervoor dat de leerlingen op voorhand weten hoe een interview verloopt,

wat belangrijk is en welke vragen er gesteld moet worden (~taalles). De klas wordt in

groepjes van drie gedeeld (interviewer, secretaris en fotograaf) en de leerlingen gaan op

pad. Ze maken foto’s van personen op straat en stellen hen vragen. Op basis van de

antwoorden maken ze een identiteitskaart. In de klas moeten de leerlingen nu doosjes

proberen samenstellen met de foto’s, voorwerpen en identiteitskaarten die bij mekaar horen.

De leerlingen mogen enkel proberen om de doosjes te maken van personen die ze niet zelf

interviewden.

2. Interview

Deze activiteit sluit aan bij de vorige activiteit. Amélie vindt

in de film een schatkistje van een kind, met allerlei

voorwerpen die iets vertellen over dat kind. De leerlingen

maken nu doosjes van mensen op straat.

Page 48: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

46

Doel

De leerlingen zien in dat uiterlijk en lichaamstaal invloed hebben op de vooroordelen die we

vormen.

Materiaal

Prenten met tekstjes (zie bijlage)

Verwerkingsactiviteit

De tekstjes worden los van de prenten aangeboden, zonder naam.

De leerlingen kijken naar de verschillende prenten en koppelen de tekstjes aan de foto’s. De

leerlingen gaan verschillende hypothesen opstellen. Er wordt geconcludeerd dat we vaak

worden beïnvloed door wat we zien. De juiste oplossingen worden gegeven.

De leerlingen maken kennis met stereotiepe beelden: iemand met een bril wordt vaak gezien

als slim, wijsneus, boekenwurm; domme blondjes; dikke mensen zijn gezellig… Al deze

stereotiepe beelden hebben invloed op de manier waarop we denken, waardoor we heel

wat vooroordelen hebben.

Vervolgens kunnen de leerlingen een collage magen van zichzelf; hoe ze eruit zien of eruit

willen zien. Vervolgens kunnen de leerlingen bij elkaar op zoek gaan of dit overheen komt

met de persoonlijkheid van de leerling. De leerling legt ook telkens uit waarom hij/zij

bepaalde keuzes heeft gemaakt.

3: Wie is wie?

De leerlingen denken na over uiterlijk, lichaamstaal en

vooroordelen. Ze concluderen dat uiterlijke kenmerken

vaak invloed hebben op de manier van kijken en omgaan

met mensen.

Page 49: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

47

Bijlage : verbind de tekstjes met de juiste prent

Adam

Milan

Sara

Lina

Leest graag spannende boeken.

Schrijft graag gedichten en verhalen.

Wil later auteur worden.

Is de slimste van de klas en wil dokter

worden. Leert graag nieuwe dingen

Doet graag aan sport, zwemmen,

tafeltennissen en atletiek. Houdt

enorm van balletdansen en hoopt

ooit beroemd te worden.

Eet heel graag zoete dingen zoals

chocolade en koekjes. Lievelingsvak is

schilderen. Wil graag artiest worden

Page 50: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

48

Oplossing

Adam doet graag aan sport,

zwemmen, tafeltennissen en atletiek.

Houdt enorm van balletdansen en

hoopt ooit beroemd te worden.

Milan is de slimste van de klas en wil dokter

worden. Leert graag nieuwe dingen

Sara eet heel graag zoete dingen

zoals chocolade en koekjes.

Lievelingsvak is schilderen. Wil graag

artiest worden

Lina leest graag spannende boeken.

Schrijft graag gedichten en verhalen. Wil

later auteur worden.

Page 51: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

49

4. Echte kerels

We lezen voor uit het prentenboek “Echte Kerels”, van

Manuela Olten. Dit prentenboek is heel geschikt voor

taalzwakkere kinderen (niveau eerste graad). Er worden

stereotypen aangehaald die herkenbaar zijn voor

kinderen. Dit boek zal spontaan veel reacties

teweegbrengen bij de kinderen. Maak hier voldoende tijd

voor vrij en ga hier dieper op in. Probeer een actief debat

los te krijgen bij de kinderen.

Doel

De leerlingen denken na over vooroordelen.

Materiaal

Het prentenboek “Echte Kerels” van Manuela Olten.

Richtvragen

Is alles wat in het verhaal voorkomt een feit?

Is het zo dat meisjes alleen maar met poppen spelen?

Als het niet allemaal waar is, waarom wordt dat dan toch gezegd?

Was het vroeger misschien zo? Is het nu nog zo? Wat doen jongens/meisjes nu?

Zijn er veel verschillen/gelijkenissen tussen jongens en meisjes?

Ken je meisjes die ook “typische jongensdingen” doen of omgekeerd?

Samenvatting boek

Het boek gaat over twee stoere jongens die vertellen wat zij

van meisjes vinden. “Meisjes zijn bang van spoken en

kammen altijd hun haren”, zijn enkele voorbeelden van de

uitspraken die in dit prentenboek aan bod komen. Het boek

heeft een verrassende plot waardoor alle voorgaande

uitspraken gerelativeerd worden. Dit boek lokt spontane

reacties en standpunten uit en kan een instap zijn om het

thema van stereotiepe beelden aan te brengen bij kinderen.

Page 52: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

50

Zie jij wat ik zie?

We kijken naar optische illusies en afbeeldingen

waar verschillende dingen in gezien kunnen

worden.

Doel

De leerlingen zien in dat je kritisch moet zijn en alles steeds langs verschillende kanten

moet bekijken. De leerlingen leren onderhandelen en elkaars visie respecteren. Ze leren

ook dat ze niet altijd de hele werkelijkheid zien.

Verwerking

In de bijlage vindt u afbeeldingen ‘die je van twee kanten kunt bekijken’. De één ziet

het zus de ander ziet het zo. Er zijn verschillende mogelijkheden.

Deze afbeeldingen helpen kinderen om te beseffen dat niet iedereen altijd hetzelfde

ziet. De werkelijkheid is voor iedereen een beetje anders. Wanneer 2 personen 2

verschillende dingen zien, is er niet noodzakelijk 1 van de 2 fout.

Dat geldt in sommige situaties ook. De werkelijkheid heeft vaak meerdere kanten. De

leerlingen kunnen aan mekaar uitleggen wat ze zien, misschien zien ze dingen die ze

eerder niet zagen. En hoe reageren ze als ze écht niet zien wat de ander ziet? Proberen

ze de ander te overtuigen, of vinden ze de ander fout? Kunnen ze een andere visie

aanvaarden?

.

Het is maar hoe je het bekijkt

Page 53: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

51

Bijlage

Wat zie je in onderstaande tekeningen?

Zijn de lijnen recht of krom?

Page 54: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

52

Oplossing

Konijn eend

De rug van een eskimo of het gezicht van een indiaan

Alle lijnen zijn recht

Page 55: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

53

Democratie

1. Koning Juliaan: van dictator tot democraat

We lezen het verhaal van koning Juliaan en bekijken dan in

groepjes waar het fout of goed loopt en waarom. Speelt hij

de baas of luistert hij ook naar de mening van anderen?

Houdt hij rekening met de noden van zijn volk?

Doel

De leerlingen kunnen aan de hand van het verhaal Koning Juliaan de kenmerken van

een dictatuur en democratie herkennen.

Materiaal

Verhaal Koning Juliaan (zie bijlage), werkblaadjes

Samenvatting verhaal

In het land van koning Juliaan, gaat het niet goed. Er heerst hongersnood, chaos,

armoede… Koning Juliaan wilt echter de ideeën en raad vanuit zijn omgeving niet

accepteren. Wat hij beslist en denkt, is de enige oplossing. Sommige mensen proberen

hier tegen in te gaan, maar dit loopt nooit goed af. Later beslist hij dat de

volksvertegenwoordigers de beslissingen nemen over het land omdat zij er meer over

weten. De koning kijkt de wetten enkel nog na.

Verwerkingsactiviteit

De leerlingen worden in groepjes opgedeeld. Elk groepje krijgt een deel van het verhaal

(deel 1, deel 2, deel 3). De leerlingen bespreken telkens het gedrag van koning Juliaan in

de verschillende delen. Hoe handelt koning Juliaan in het eerste/tweede/derde deel? Is

iedereen het daarmee eens? Wat wordt er voorgesteld? Waarom wordt dit voorgesteld?

Hoe reageert de koning hierop?

Extra

De leerlingen kunnen enkele fragmenten uit het verhaal spelen waar koning Juliaan heel

streng is en niet luistert naar zijn volk/raadgevers (= dictatuur). Daarna kunnen er ook

verschillende fragmenten gespeeld worden uit het verhaal waar koning Juliaan rekening

houdt met het volk. De leerlingen mogen de karaktereigenschappen van de koning vergroten.

Page 56: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

54

Bijlage

Het verhaal van koning Juliaan kan geraadpleegd worden op http://www.dekrachtvanjestem.be/kvjsd/leerkrachten/bestanden/Basisond_mod2.pdf pg 45-

48

Voor het uitbeelden van de scènes:

Scene deel 1: Bloedneus wordt uitgebeeld.

Mogelijke vragen:

- Wie zijn de hoofdpersonages in dit toneeltje?

Prinses Emma en koning Juliaan.

- Wat vraagt prinses Emma?

Waarom alle jongeren alleen maar tot het lager onderwijs naar school mogen.

- Hoe reageren de andere tafelgenoten?

Verbaasd, ze hebben er nooit bij stilgestaan.

- Welke karaktertrekken herken je?

Opvliegend, boos en vermoeid.

- Hoe is de koning?

- Waarom is hij zo boos?

Hij wil er niet over praten en wil een rustige avond. Hij wil niet dat iemand hem

tegenspreekt.

- Ben je het eens met de koning? Heeft hij gelijk?

- Waarom wel of waarom niet?

Scene deel 2: Hersenschudding wordt uitgebeeld

Mogelijke vragen:

- Hoe noemt men de mannen die door de koning worden ontboden?

Raadgevers

- Wat komen ze doen?

Ze komen vertellen hoe de stand van zaken is in zijn land.

- Wat gebeurt er in het land?

Het gaat niet goed; er dreigt hongersnood, armoede, alles is oud,…

- Waarom is het volk niet tevreden?

Het heeft honger en wil goed onderwijs. Op die manier kan het land

vooruit gaan.

- Hoe reageert de koning op het nieuws dat hem wordt gebracht?

Woedend. Hij accepteert niet dat de kinderen naar school willen gaan. Het is

nooitl zo geweest dus waarom zou het nu moeten veranderen?

- Wat vind je van die reactie?

Page 57: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

55

Scene deel 3: Volledig herstel wordt uitgebeeld

Mogelijke vragen:

- Wat zijn volksvertegenwoordigers?

Mensen die worden verkozen door het volk. Zij vertegenwoordigen het volk.

- Hadden zij tot dan toe die belangrijke functie goed uitgeoefend?

Nee, de koning nam nog steeds alle beslissingen.

- Welke beslissing neemt de koning?

Hij brengt de volksvertegenwoordigers samen om een oplossing te vinden. Hij

ziet namelijk in dat het zo niet verder kan met het land.

- Vind je dat de juiste beslissing? Waarom?

Meerdere personen weten meer dan één persoon.

- Wat was het gevolg van die beslissing?

Bron: Vlaams Parlement. (n.b.). Lesmateriaal: 3de graad basisonderwijs- lesmap voor leraren

en leerlingen. Module 2: democratie of dictatuur (p. 49).

http://www.dekrachtvanjestem.be/kvjsd/leerkrachten/bestanden/Basisond_mod2.pdf

Page 58: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

56

2. samen bouwen aan een piramide

De leerlingen krijgen de opdracht om in groepjes piramides

te bouwen. Ze krijgen elk een andere rol.

Doel

De leerlingen ontdekken dat samenwerken niet altijd vanzelfsprekend is. In een

regering is het vaak zo dat er heel wat verschillende meningen zijn. Het vergt dan

ook heel wat tijd om op een democratische manier dingen te beslissen.

Materiaal

Kaartjes met verschillende rollen, opdrachtenkaarten ( zie bijlage), turnzaal

Verwerkingsactiviteit

De leerlingen worden in groepjes verdeeld. Elk groepje krijgt een opdrachtkaart.

Op die kaart staan er verschillende piramides op die de leerlingen moeten

uitvoeren. Enkele leerlingen of een leerling in het groepje krijgt een rol van de

leerkracht (bijvoorbeeld: groep 1: 1 lln. werkt niet mee, groep 2: iedereen werkt

goed mee, groep 3: 2 lln. werken niet mee, groep 4: 1 lln. werkt niet mee…)

De leerlingen mogen niet aan elkaar vertellen welke rol ze hebben. (Zie bijlage)

Vervolgens is er een nabespreking:

Hoe hebben jullie het ervaren? Verliep het vlot/niet vlot? Vond je het

leuk/niet leuk? Waarom wel/niet? Hoe komt het dat het gemakkelijk/moeilijk

vooruit ging? Hoe had je het anders kunnen doen?

Dit wordt opnieuw gespeeld maar er worden andere rollen uitgedeeld.

Bijvoorbeeld: 1 lln. mag praten, 2 lln. mogen praten, iedereen mag praten,…

Vervolgens is er een korte nabespreking:

Hoe verliep het nu? Hoe komt dit? Vond je het gemakkelijker of moeilijker?

Extra

De leerlingen kiezen een piramide uit en werken in volgende stappen:

Maak enkele afspraken.

Oefen.

Demonstreer.

Bespreek welke afspraken je vooraf had gemaakt. Waren er voldoende

afspraken? Teveel? Te weinig?)

De leerkracht concludeert samen met de leerlingen dat het samen uitvoeren

van een opdracht niet altijd even gemakkelijk is. Je hebt een andere manier van

communiceren, je vindt andere dingen belangrijk, … Dit kan sterk vergeleken

worden met een regering. Het is daarom heel belangrijk dat er afspraken

gemaakt worden.

Page 59: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

57

Bijlage

Bron: Vlaams Parlement. (n.b). Lesmateriaal: 3de graad basisonderwijs- lesmap voor leraren en

leerlingen. Module 1. Geraadpleegd op 28 januari 2013 via

http://www.dekrachtvanjestem.be/kvjsd/leerkrachten/bestanden/Basisond_mod1.p

df

Page 60: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

58

Rolverdeling per ronde en per groep voor de piramides

Eerste ronde

Groep 1: één lid werkt niet mee

Groep 2: twee leden werken niet mee

Groep 3: iedereen werkt mee

Groep 4: één lid werkt niet mee

Tweede ronde

Groep 1: niemand mag praten

Groep 2: slechts één leerling mag praten

Groep 3: iedereen mag praten

Groep 4: niemand mag praten

Page 61: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

59

Democratie vs Dictatuur

1. Geen speeltijd meer!

Deze activiteit maakt het verschil tussen een democratie

en een dictatuur duidelijk aan de kinderen door de

verschillen zelf te ervaren, in hun leefwereld, gaan ze deze

beter begrijpen en onthouden.

Doel

De leerlingen kunnen het verschil tussen een dictatuur en een democratie verwoorden en

ze begrijpen hoe deze bestuursvormen functioneren.

Activiteit

Je begint de dag (of namiddag) met de mededeling dat de punten voor rekenen

(gebruik hier het meest toepasselijke voorbeeld) in de klas, beneden alle peil zijn.

Daardoor ben je genoodzaakt om enkele maatregelen te nemen. Je zegt dat je beslist

hebt dat de klas tijdens elke speeltijd zal binnenblijven om extra oefeningen te maken. Dit

totdat de resultaten van de klas beter zijn.

De leerlingen zullen allicht onmiddellijk reageren en misschien zullen ze ook direct enkele

argumenten aanbrengen.

Je zegt dat je alle macht hebt in de klas, dat jij beslist en dat de mening van de leerlingen

niet meetelt! Indien de leerlingen blijven protesteren, blijf je streng en indien ze niet

luisteren, zullen er nog sancties volgen.

Wanneer de speeltijd aangebroken is, houd je voet bij stuk en je deelt de extra oefeningen

uit. Pas dan leg je uit hoe de vork in de steel zit: je deed een experiment met de kinderen

en je brengt de term dictatuur aan (1 persoon heeft alle macht en houdt geen rekening

met anderen).

Na de bespreking vraag je hoe jullie de lage rekencijfers kunnen ophalen. Je vraagt de

leerlingen hoe we tot een goede oplossing kunnen komen (stemmen, compromis sluiten,

een klasvertegenwoordiger aanduiden…). Je brengt de term democratie aan.

Page 62: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

60

2. Stripverhaal maken

We maken een stripverhaal. De leerlingen kiezen of ze een

democratie of een dictatuur gaan uitbeelden. Nadien

raden de andere leerlingen welk van beide de strip

uitbeeldt.

Doel

De leerlingen kunnen tonen dat ze de begrippen dictatuur en democratie onder de knie

hebben en van elkaar kunnen onderscheiden.

Activiteit

De leerlingen worden in groepjes opgedeeld en gaan per groep een kort stripverhaal

maken. De leerlingen kiezen vooraf of ze een stripverhaal maken over een dictatuur of

een democratie, dit vertellen ze niet aan de andere groepen.

Het is de bedoeling dat in de strip de kenmerken van een democratie of een dictatuur

duidelijk aan bod komen. U kan de leerlingen een hulpkaart met stappenplan aanbieden

om dit goed te laten verlopen.

Nadien bekijken de leerlingen elkaars resultaten. Ze proberen te raden om welke

bestuursvorm het hier gaat.

Extra

Indien er binnen deze activiteit nog tijd is, kunnen de leerlingen de stripverhalen

dramatiseren. Hiervoor moeten ze wel voldoende ruimte, materiaal (verkleedkledij) en tijd

hebben.

Page 63: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

61

Doel

Leerlingen gaan nadenken over het zondebokmechanisme en leren zich in de verschillende

actoren te verplaatsen. Ze begrijpen beter wat pesten is en hoe het voelt voor de betrokken

personen.

Introductie

De leerkracht verheldert het zondebokmechanisme met een driehoek: een zondebok, één of

meer pesters en een groep meelopers. Zonder die meelopers heeft de pester geen succes.

Activiteit 1: Gedichten

De kinderen lezen drie gedichtjes, gemaakt door een pester, een meeloper en een

zondebok (zie bijlage). De situatieschets is voor veel kinderen zeer herkenbaar. Ze worden

uitgedaagd om zich te verplaatsen in de ander. Je vraagt waarom Lex pest, waarom de

meelopers niets doen. Je laat de kinderen een oplossing zoeken voor de zondebok.

Je bespreekt daarna de antwoorden. Er zijn meerdere goede antwoorden mogelijk. Je legt

uit dat de pester niet altijd een pester is. De pester kan bijvoorbeeld thuis de zondebok zijn.

Misschien pest hij of zij wel zoveel omdat hij/zij zelf ook vaak gepest is. De meelopers durven

niks te doen uit angst dat zij het slachtoffer worden.

Activiteit 2: Foto’s

Met behulp van de fotocollages in bijlage kunt u praten over het zondebokmechanisme. In

deze bijlage zijn kopieervellen opgenomen. Deze vellen kunnen desgewenst verknipt worden

zodat je beschikt over 9 foto’s. Je kan drie sets samenstellen van alle foto’s met nummer 1,

met nummer 2 en met nummer 3. Elke fotoset beeldt zo het zondebokverschijnsel uit. De

kinderen praten over de foto’s in groepjes. Vervolgens worden er foto’s geruild. Er volgt dan

een groepsgesprek waarbij je in eerste instantie dichtbij de foto’s blijft. ‘Wat zie je? Wat denkt

dat kind? Waarom wordt er gepest? Waarom doen de meelopers niets?’ De leerkracht

hanteert opnieuw het driehoeksschema: pester, meeloper, zondebok.

De zondebok

De zondebok:

De werkvorm zondebok in het ‘Paleis’ kan heel

verschillende reacties kan oproepen. Veel kinderen en

jongeren hebben zelf ervaringen met situaties waar

iemand de zondebok was.

Page 64: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

62

Na het gesprek krijgt de groep volgende mogelijkheden:

een gedicht maken

een stripverhaal maken (waarbij de drie partijen aan bod komen)

een eigen ervaring opschrijven

Hierna kan je de resultaten bespreken met de groep. Je beschermt hierbij de kinderen die

vaak het slachtoffer zijn van pesterijen. Je zegt dat kinderen die gepest worden altijd in

vertrouwen met jou kunnen komen praten en dat je dan samen zal zoeken naar een

oplossing. Steun de slachtoffers altijd. Dit hoeft echter niet in alle gevallen openlijk te

gebeuren omdat deze directe steun weer aanleiding kan zijn voor nieuwe pesterijen.

Besteed ook aandacht aan de pesters en meelopers. Vaak wordt een pester thuis gepest.

Daardoor kent de pester de gevoelens van het slachtoffer zo goed. Meelopers doen vaak

niets uit angst om zelf slachtoffer te worden.

Page 65: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

63

Bijlage

De pester

Ik ben Lex.

Ik pest en weet het best.

Vooral als ik me sterk voel.

Duffie, schele, stinkerd, troel.

Het is niet al te fraai.

Maar het leven is anders zo saai.

Lekker lachen met z’n allen,

als ik iemand weer laat vallen.

Lekker schelden dat is fijn.

want schelden doet toch niemand pijn?

Ik pest uit gewoonte

en uit verveling.

Als iemand in de vernieling raakt,

dan is dat toch niet mijn zaak.

De meeloper

Ik ben Aron.

Ik wou dat ik helpen kon.

Het valt niet mee partij te kiezen.

Als er iemand wordt gepest,

doe ik voor ik het weet weer mee,

nog harder dan de rest.

Achteraf heb ik dan spijt

en heb ik medelij.

Maar de keer erop,

dan ben ik weer van de partij.

De zondebok

Ik ben Linda.

Ze noemen me altijd Linda Pinda.

Altijd sta ik alleen.

Ze slaan en haken mijn been.

Moet ik alles maar slikken

of bij de meester gaan klikken?

Dan stoppen ze misschien.

Al moet ik dat eerst nog zien.

Wat moet ik doen?

Terugslaan en schelden.

Me meer laten gelden.

Maar dat durf ik niet.

Wie is er die mij een oplossing biedt?

Page 66: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

64

De pester(s)

Page 67: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

65

De meelopers

Page 68: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

66

De zondebok

Page 69: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

67

The app “The Fennek”

Wie een tablet of smartphone heeft, kan in de Play Store de app “The Fennek”

vinden. Deze Fennek is een snel en pienter woestijnvosje dat de bezoekers van het

Gewoon Vreemd Paleis na afloop van het bezoek nog eens meeneemt langs een

reeks dilemma’s en doordenkertjes gebaseerd op de tentoonstelling.

Een eenvoudige quiz van 8 vragen laat de jongeren toe te testen of ze het verschil

tussen een feit, een mening en een vooroordeel goed begrepen hebben.

Daarnaast zitten er in de app drie doe-opdrachten rond de thema’s van de

tentoonstelling. Bij wijze van nabespreking in de klas kan je vragen of iemand een

doe-opdracht uit de app kan aanbrengen. Vervolgens kan de opdracht in de klas

worden uitgevoerd.

De drie mogelijke doe-opdrachten zijn de volgende:

1. Wat is democratie? Maak je eigen stripverhaal.

Verdeel de groep in kleinere groepjes van 3 of 4 en maak samen een stripverhaal.

Gebruik niet te veel tekst! Spreek af of je strip ‘dictatuur’ of ‘democratie’ uitbeeldt.

Vertel dit nog niet aan de anderen. Als iedereen klaar is, kunnen jullie elkaars strips

bekijken en raden of ze dictatuur of democratie uitbeelden.

2. Krantenkoppen: het nieuws en de feiten

Wat denk je dat er in de kranten staat: feiten, meningen of beide?

Sjoemelde Jean-Marie?

Beyoncé ontgoochelt in Sportpaleis

4 op 10 kinderen dragen een beugel

Denk je dat je vooral veel feiten zal lezen in de artikels die bij deze titels horen, vooral

een opinie, of is het niet meteen duidelijk?

Verzamel kranten en ga samen met je leerkracht op zoek naar feiten en meningen

in artikels, recensies, lezersbrieven. Kleur alle meningen in dezelfde kleur en de feiten

in een andere kleur. Wat stel je vast? Bestaat er een neutrale krant? Waarom (niet)?

3. De grootste schat van de wereld

Stel je voor: je komt naar school met een nieuw kapsel. Wanneer je de klas

binnenkomt, zegt de populaire jongen meteen: “Dat is het belachelijkste kapsel

ooit!”

Is dit een feit of een opinie?

Zoiets horen is natuurlijk niet leuk. Wat zou je tegen jezelf kunnen zeggen om je beter

te voelen?

Page 70: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal

68

Bronnen

Internet:

Vlaams Parlement. (n.b.). Educatief materiaal. Geraadpleegd op 28 januari 2013 via

www.dekrachtvanjestem.be

Vlaams Parlement. (n.b.). Lesmateriaal: 3de graad basisonderwijs- lesmap oor leraren en

leerlingen. Module 2: democratie of dictatuur. Geraadpleegd op 28 januari 2013 via

http://www.dekrachtvanjestem.be/kvjsd/leerkrachten/bestanden/Basisond_mod2.pdf

Vlaams Parlement. (n.b.). Lesmateriaal: 3de graad basisonderwijs- lesmap voor leraren en

leerlingen. Module 1. Geraadpleegd op 28 januari 2013 via

http://www.dekrachtvanjestem.be/kvjsd/leerkrachten/bestanden/Basisond_mod1.pdf

De foto’s in de werkbladen komen uit:

www.tumblr.com

Depestaanpesten.blogspot.com

http://cyberpesten-info.webklik.nl/page/gevolgen

http://calemita.files.wordpress.com/2009/04/acoso-escolar.jpg?w=450

www.goedgevoel.be

www.vredeseducatie.nl

nl.wikipedia.org

Eindwerk:

Bettens, H., Christiaens, N., Vankeymeulen, B. (2006-2007). Eindwerk: Muzisch Intercultureel

project- Vertel me wat! Brussel, Hogeschool Universiteit Brussel.

Rogier, E., Vandenkerckhove, C. (2009-2010). Eindproef: Verschil ik van jou of jij van mij?

Creatief en ludiek omgaan met vooroordelen en stereotypen in het lager onderwijs. Brussel,

Hogeschool Universiteit Brussel.

Andere:

Tuinier, J.D., Visser, G.,(1998). Het gewoon vreemd paleis, een educatief spellencircuit over

vooroordelen, de zondebok en de grootste schat van de wereld. Foyer Brussel/Stichting

Vredeseducatie Utrecht.

Callebaut, I., Geerts, J., Geerts, M., Van Gorp, K., Wijnants, J. (2007). Handleiding Wereldkuren

– Wereldoriëntatie voor de derde graad: Wie denk je dat ik ben? Mechelen, Wolters Plantyn.

Callebaut, I., Geerts, J., Geerts, M., Van Gorp, K., Wijnants, J. (2007). Werkboek Wereldkuren –

Wereldoriëntatie voor de derde graad: Wie denk je dat ik ben? Mechelen, Wolters Plantyn.

Coeck, J., Leicher, B., Naulaerts, L., van Stappen, L. (2008). Handleiding voor 6de leerjaar:

Muzignaal – bronnenboek voor muzische vorming. Mechelen, Plantyn.

Deboutte, G., (1995). ‘Pesten, gedaan ermee’, een boek met tips voor ouders en

leerkrachten en begeleiders. Brussel, BDJ-jeugd en Vrede in Brussel.

Knooppunt Democratie, Art of Games, (2005). Democracity, didactisch spel over de

basisprincipes vab een democratische samenleving. Brussel, Koning Boudewijnstichting.

Page 71: Het Gewoon Vreemd Paleis - Foyer · zegt het al: het is een paleis waar vreemde zaken gewoon zijn. Het is een paleis waar alle kinderen koning of koningin kunnen zijn. Na het onthaal