Het Alfabeestje en de letterman4 spelling • Woorden met ont-: ik hoor de t niet altijd en dan...

45
1 spelling Het Alfabeestje zucht soms even. Wat is dat voor een leven? Wie zegt tegen zoveel woorden: stop! Hoe krijg ik ze allemaal in mijn kop? Woorden dwarrelen uit de lucht. Wel duizend spreeuwen in de vlucht. Ze strijken neer op mijn papier van bladzijde één tot bladzijde vier. Woorden druppelen in een glas. Dat wordt een hele grote plas. Het Alfabeestje slurpt ze allemaal op. Zo geraken die woorden in zijn kop! Het Alfabeestje en de letterman

Transcript of Het Alfabeestje en de letterman4 spelling • Woorden met ont-: ik hoor de t niet altijd en dan...

1

sp

ellin

g

Het Alfabeestje zucht soms even.Wat is dat voor een leven?

Wie zegt tegen zoveel woorden: stop!Hoe krijg ik ze allemaal in mijn kop?

Woorden dwarrelen uit de lucht.Wel duizend spreeuwen in de vlucht.

Ze strijken neer op mijn papiervan bladzijde één tot bladzijde vier.

Woorden druppelen in een glas.Dat wordt een hele grote plas.

Het Alfabeestje slurpt ze allemaal op.Zo geraken die woorden in zijn kop!

Het Alfabeestje en de letterman

01_45_Alfabeestje4.indd 1 19/12/14 10:56

2

sp

ell

ing

Het alfabet en het alfabetlied

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

01_45_Alfabeestje4.indd 2 19/12/14 10:56

3

sp

ellin

g

• De letters van het alfabet zijn de bouwstenen van klanken.

e + i = ei a + u = au e + e + u + w = eeuw n + g = ng

• Klanken zijn de bouwstenen van woorden.

n + ieuw + s = nieuws v + oe + d + s + e + l = voedsel

• Woorden bestaan uit deeltjes die je in een keer kunt uitspreken.

1 2 3 4 5 paard paar-den ver-tel-len bo-ter-ham-men on-ge-hoor-za-me groot gro-te be-ta-len ver-keers-bor-den za-ter-dag-a-vond

• Woorden vormen samenstellingen.

kaas + schaaf = kaasschaaf rij + bewijs = rijbewijs morgen + ochtend = morgenochtend brood + doos = brooddoos peren + bomen = perenbomen rol + trappen = roltrappen

brand + weer + mannen = brandweermannen

• Woorden hebben soms voorvoegsels en achtervoegsels.

• Woorden met be-, ver-, ge-, me-, te-: ik vergeet de afspraken niet!

be- beleefd bewoners me- mevrouw mekaar ver- verpleger verstand te- terug terecht ge- getallen gezicht

• Woorden met on-: ik vergeet de afspraken niet!

on- ongelijk onzinnig onjuist onbewoond

Woorden zijn als huizen.Je kunt ze bouwen of afbreken.Je kunt er lichten in aansteken.

Dan zitten we met zijn allen binnenen maken van vele woorden zinnen.

En zinnen worden een heerlijk verhaal.Elk in onze eigen taal.

01_45_Alfabeestje4.indd 3 19/12/14 10:56

4

sp

ell

ing

• Woorden met ont-: ik hoor de t niet altijd en dan onthoud ik het woord.

ont- ontmoeten ontbijt Let op voor: ontdekken ontvlambaar onthaal ontdooien

• Ik schrijf een verkleinwoord: ik vergeet de afspraken niet!

+je drankje brandje +tje dochtertje duwtje +etje spelletje oefeningetje +pje boompje geheimpje

Let op voor woorden op -s: muisje meesje

• Ik schrijf een meervoud: ik vergeet de afspraken niet!

middelen meubelen vergeten boterhammen

• Groot, groter, grootste: ik vergeet de afspraken niet!

+er mooier nieuwer +st mooist nieuwst +ere oudere bekendere +ste oudste bekendste

• Ik hoor een ander achtervoegsel: ik vergeet de afspraken niet!

+te warmte dikte verte grootte +eren kinderen eieren beenderen wonderen +erij boerderij schilderij bakkerij batterij +ig zonnig angstig verstandig eeuwig +ige zonnige angstige verstandige eeuwige +lijk vriendelijk belachelijk mannelijk vreselijk +lijke vriendelijke belachelijke mannelijke vreselijke +ing botsing vergissing woning richting +ingen botsingen vergissingen woningen richtingen

• Ik let op voor woorden op -em, -el en -els.

adem bodem stiekem bloesem appel sleutel spiegel Brussel appels sleutels spiegels

01_45_Alfabeestje4.indd 4 19/12/14 10:56

5

sp

ellin

g

De spellingafspraken van het vierde leerjaar

1 Ik luister naar wat ik schrijf.2 Ik twijfel, ik zoek het op.3 Ik schrijf een zin: ik zoek het onderwerp en de persoonsvorm.4 Ik schrijf een hoofdletter waar nodig.5 Samenstellingen schrijven: woorden aan elkaar kleven.6 Tweeklanken: die veranderen nooit!7 Ng en nk: nooit meer dan twee!8 D of t? Ik hoor ‘t’ aan het eind van een woord,

ik maak het woord langer. Een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd verleng ik niet!9 Woorden met g, ch, gt en cht • Woorden met ch moet ik onthouden. • Na een korte klinker (a, e, i, o, u), schrijf ik -cht. 10 Woorden met meerdere deeltjes:

ik denk aan de kattenafspraak! en de apenafspraak!11 Ei of ij? Woorden met ei staan in het ei-verhaal.12 Au, ou, auw of ouw? • Woorden met au staan in mijn au-lijst. • Ik hoor ‘w’ aan het eind van het woord, ik schrijf auw of ouw.

Hoor ik een andere medeklinker, dan schrijf ik au of ou.13 Ik schrijf een werkwoord: ik denk aan het schema! • Ik schrijf een zin: ik zoek het onderwerp en de persoonsvorm. • In welke tijd staat de persoonsvorm? ➔ t.t. of v.t. • Tegenwoordige tijd: ik zoek de stam. Ik werk en werk jij? Jij werkt en hij werkt. Wij werken. Ik antwoord en antwoord jij? Jij antwoordt en hij antwoordt. Wij antwoorden. • Verleden tijd: persoonsvorm zonder klankverandering:

ik zoek de stam en schrijf stam + te(n) of + de(n). hij rustte wie antwoordde? • Verleden tijd: persoonsvorm met klankverandering:

D of t achteraan? Ik luister naar de wij-vorm in de verleden tijd: ik vond (vonden) ik wist (wisten)

• De werkwoordsvorm is geen persoonsvorm: ik vergeet mijn andere spellingafspraken niet!

01_45_Alfabeestje4.indd 5 19/12/14 10:56

6

sp

ell

ing

1SPELLING-AFSPRAAK

Ik luister naar wat ik schrijf.

Op het blauwe tafelkleed ligt een korst van een oud brood.

Schrijf ik wat ik hoor?ik schrijf wat ik hoor korst

Is er een afspraakstukje?

ik maak een afspraak

tafelkleedligtoudbrood

Is er een onthoudstukje?

ik onthoudblauweoud

Zal ik een woord opzoeken?

ik zoek het op

2SPELLING-AFSPRAAK

Ik twijfel, ik zoek het op.

Jouw juffrouw houdt misschien wel van thee.

• Ik gebruik een woordenlijst. ik zoek het op • Ik ken het alfabet. of • Ik vraag hoe je het woord schrijft.

SPELLING-AFSPRAAK

01_45_Alfabeestje4.indd 6 19/12/14 10:56

7

sp

ellin

g

De jongen vindt speelgoed op zolder.

Je zoekt altijd het onderwerp en de persoonsvorm in de zin.Verandert het onderwerp, dan verandert ook meestal de persoonsvorm.

De jongen vindt speelgoed op zolder. De jongens vinden speelgoed op zolder. Vind jij speelgoed op zolder?

3SPELLING-AFSPRAAK Ik schrijf een zin:

ik zoek het onderwerp (ond.) en de persoonsvorm (pv.).

• bij het eerste woord van een zin Oei! Vind je de weg niet?

• bij een naam en een voornaam Jan en Anna wonen in de • bij een straat en een stad of gemeente Schoolstraat in Gent. • bij wie of wat heilig is Daar staat een beeld van de

heilige Antonius.

• bij kerkelijke en andere feestdagen Met Pasen rapen de kinderen paaseieren.

Op 1 mei vieren we de Dag van de Arbeid.

Ik schrijf een hoofdletter:4SPELLING-AFSPRAAK

01_45_Alfabeestje4.indd 7 19/12/14 10:56

8

sp

ell

ing

Met mijn zwemmuts op spring ik van de duikplank in het zwembad.

1 Ik hoor een samenstelling.2 Ik verdeel de samenstelling.3 Welke spellingafspraak hoort bij de delen?4 Ik kleef de delen weer aan elkaar.

zwembad = zwem + bad

ik verleng

boterhammen = boter + hammen

de apenafspraak! de kattenafspraak!

rauwkost = rauw + kost

de au-lijst ik verleng

prullenmand = prullen + mand

de kattenafspraak! ik verleng

Let op voor de medeklinker: ik hoor er maar één maar schrijf er twee!

muisstil vissaus brooddoos afval afwrijven

Samenstellingen schrijven: woorden aan elkaar kleven.5

SPELLING-AFSPRAAK

01_45_Alfabeestje4.indd 8 19/12/14 10:56

9

sp

ellin

g

De leeuwen verblijven in nieuwe fraaie kooien.

aai ooi oei eeuw ieuw uwpapegaai ooievaar moeilijk geeuwen nieuwe afschuwronddraaien eierdooiers handboeien Sneeuwwitje kieuwen sluwezwaailicht fooien geknoei eeuwig nieuwsgierig zenuwenkraaien bestrooien goeiendag schreeuwen opnieuw zwaluwen

Een koe heeft een uieren een baby een luier.In het water gooien we keienen in de lucht zoemen de bijen.We schreien van de uien, en we schuilen voor de buien.

* Term ‘tweeklank’ enkel leerplan OVSG, maar wel nodig in Kameleon Spelling

* Tweeklanken: die veranderen nooit!6SPELLING-AFSPRAAK

De jongste zanger drinkt een fris drankje.

ng ngt nk nkt inghangkast hij verlangt dankbaar wie dankt hem? beloninghongerig wie springt? pikdonker hij drinkt beslissingangst wat hangt daar? zandbank Sofie wenkt vernieuwing

Tip: ngt of nkt?Twijfel je? Verleng het woord, dan hoor je het beter.

Emma zingt een lied en drinkt graag water. zingen drinken

Ng en nk: nooit meer dan twee!7SPELLING-AFSPRAAK

01_45_Alfabeestje4.indd 9 19/12/14 10:56

10

sp

ell

ing

SPELLING-AFSPRAAK

8D of t? Ik hoor 't' aan het eind van een woord,

ik maak het woord langer.

Op het sportveld heft een hondje zijn poot op.

Dat beeldje weegt loodzwaar. beelden loden

Op de Noordzee zorgen zware windstoten voor noodweer. noorden winden noden.

Het kindje speelt op het voetpad. kinderen voeten

paden

Op het sportveld heft een hondje zijn poot op. sporten honden poten

velden

Let op: een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd verleng ik niet!

De jongen speelt nog op straat. Mama roept hem. Hij loopt naar huis. Mama zegt: ‘Je bloost zo door het lopen!’

01_45_Alfabeestje4.indd 10 19/12/14 10:56

11

sp

ellin

gSPELLING-AFSPRAAK

9 Woorden met g, ch, gt en cht

De juf zegt: ‘Kijk vlug, daar beweegt een lichtje. Je ziet het toch?’

Woorden met ch moet ik onthouden.

TipWoorden met ch staan in mijn kachel-verhaal.

Ach,wat heeft Jan toch pech!Hij vergat zijn jas en nu heeft hij het koud.Zijn hele lichaam rilt. Hij begint zelfs te kuchen. Hij kan er niet om lachen.‘Kom naar binnen’, juicht zijn vriend. Even goochelen met papier, hout en een stekje en meteen brandt de kachel. ‘Is dat niet heerlijk?’ pocht zijn vriend.Jan kan zich verwarmen. Eindelijk! Hij geniet. Kijk maar naar zijn glimlach.

Na een korte klinker (a, e, i, o, u) schrijf ik -cht.

aandacht, slechtste, gerucht, verlichting, vochtigachtergrond, rechtbank, luchtbed, potdicht, fietstocht

beweegt, verdroogt, liegt, krijgt, vraagt

Let op voor de persoonsvorm!

De soldaat is moe. Hij legt zijn geweer neer.Hij ligt in zijn bed. En hij zegt niets meer.

01_45_Alfabeestje4.indd 11 19/12/14 10:56

12

sp

ell

ing

10 Woorden met meerdere deeltjes

Ik schrijf woorden met meerdere deeltjes.

de korte*

klinker a e i o u

Katten kunnen lekker

liggen rollen.

Ik schrijf

de medeklinker

dubbel.

De kattenafspraak!

één medeklinker na

de lange* klinker

aa ee oo uu

Apen lopen

tegen muren.

Ik schrijf

de lange klinker

enkel.

De apenafspraak!

ik hoor

SPELLING-AFSPRAAK

* klinkt kort * klinkt lang

01_45_Alfabeestje4.indd 12 19/12/14 10:56

13

sp

ellin

g

een ander woord

• Wilde honden

met scherpe tanden

spurten.

• Vreemde paarden

schuurden zich

aan poorten.

• poezen aaien

honden janken

bloemen geuren

paarden geeuwen

groenten zijn gezond

Ik schrijf wat ik hoor,

maar vergeet mijn gewone afspraken niet.

01_45_Alfabeestje4.indd 13 19/12/14 10:56

14

sp

ell

ing

De meisjes kijken naar de kleine geitjes in de wei.

Ei of ij? Woorden met ei staan in het ei-verhaal: op pagina 22 en 23 in het Alfabeestje.11

SPELLING-AFSPRAAK

Op de mouwen van de oude blauwe jas van papa kleeft een beetje saus.

Wanneer schrijf ik een w na de au of de ou?

Ik hoor ‘w’ aan het eind van het woord, ik schrijf auw of ouw. Hoor ik een andere medeklinker, ik schrijf au of ou.

saus flauwoud mouwautomaat nauwelijksouderwets trouwfeestoerwoud vouwenpauze benauwd

Let op! Nou, ik wou dat ik zou kunnen zeggen: ik hou van jou, ook in de kou. En ik hou vooral van jouw mooie ogen.

Au, ou, auw of ouw?Woorden met au staan in mijn au-lijst:

op pagina 28 in het Alfabeestje.12SPELLING-AFSPRAAK

01_45_Alfabeestje4.indd 14 19/12/14 10:56

15

sp

ellin

gSPELLING-AFSPRAAK

13 Werkwoorden schrijven

Stap 1 Ik schrijf een zin: ik zoek het onderwerp (ond.) en de persoonsvorm (pv.).

Stap 1

Stap 2 In welke tijd staat de persoonsvorm:de tegenwoordige tijd of de verleden tijd ?

Stap 2

De tegenwoordige tijd (t.t.) De verleden tijd (v.t.)

Stap 3 Wat is het onderwerp?Ik zoek de stam.

Is het een persoonsvorm met klankverandering?

Stap 3

Ik schrijf alleen de stam.

Jij schrijft de stam + t

maar stel jij een vraag, dan wil je geen t!

De kameleon schrijft de stam + t.

Wij/Zij schrijven de infinitief-vorm*.

ja

De kameleon vond een schat.

Wij liepen naar onze fiets en vonden de weg.

nee

De kameleon rustte.

Hij antwoordde, speelde en werkte niet meer.

Stap 4 De werkwoordsvorm is geen persoonsvorm: ik vergeet mijn andere spellingafspraken niet!

De kameleon heeft veel gelopen, gespeeld en gewerkt. Hij is nu aan het slapen.

Stap 4

* maar niet bij werkwoorden als langskomen (wij komen langs), bijhouden (zij houden bij)

01_45_Alfabeestje4.indd 15 19/12/14 10:56

16

sp

ell

ing

Stap 1 Ik schrijf een zin: ik zoek het onderwerp (ond.) en de persoonsvorm (pv.). Stap 1

Stap 2 In welke tijd staat de persoonsvorm: de tegenwoordige tijd of de verleden tijd ? Stap 2

Nu: de tegenwoordige tijd (t.t.) Vroeger: de verleden tijd (v.t.)

Stap 3 Wat is het onderwerp? Is het een persoonsvorm met klankverandering? Stap 3

ik

jij na de pv.

hijzij, het, een ander … jij voor de pv.

wij,jullie, zij, anderen …

ja nee

Ik zoek de stam: Ik … nu.D of t achteraan?

Ik luister naar de wij-vorm in de

verleden tijd.

Ik zoek de stam: Ik … nu.

stam stam + t infinitiefvorm* stam + de(n)

stam + te(n)

werkenspelenrustenantwoorden

lopenvinden

ik werk, werk jij?

ik rust, rust jij?ik antwoord, antwoord jij?

hij werkt

hij rusthij antwoordt

wij werken

pa en ma rustenwij antwoorden

ik liep, jij liep en wij liepenjij vond, ik vond en zij vonden

ik werkte en wij werktenjij speelde en zij speelden! ik rustte en jullie rustten! ik antwoordde en zij antwoordden

Stap 4 De werkwoordsvorm is geen persoonsvorm: ik vergeet mijn andere spellingafspraken niet! Ik wil spelen. Hij heeft veel gebabbeld. Ik zal lopen. Heb je juist geantwoord?

Stap 4

* maar niet bij werkwoorden als langskomen (wij komen langs), bijhouden (zij houden bij) ...

In welke persoon staat het vervoegd werkwoord?

1e persoon: ik, wijik speel, wij spelen2e persoon: jij, je, julliejij speelt, je loopt, jullie komen3e persoon: hij, zij, hethij roept, zij vindt, hij valt, zij spelen

01_45_Alfabeestje4.indd 16 19/12/14 10:56

17

sp

ellin

g

Stap 1 Ik schrijf een zin: ik zoek het onderwerp (ond.) en de persoonsvorm (pv.). Stap 1

Stap 2 In welke tijd staat de persoonsvorm: de tegenwoordige tijd of de verleden tijd ? Stap 2

Nu: de tegenwoordige tijd (t.t.) Vroeger: de verleden tijd (v.t.)

Stap 3 Wat is het onderwerp? Is het een persoonsvorm met klankverandering? Stap 3

ik

jij na de pv.

hijzij, het, een ander … jij voor de pv.

wij,jullie, zij, anderen …

ja nee

Ik zoek de stam: Ik … nu.D of t achteraan?

Ik luister naar de wij-vorm in de

verleden tijd.

Ik zoek de stam: Ik … nu.

stam stam + t infinitiefvorm* stam + de(n)

stam + te(n)

werkenspelenrustenantwoorden

lopenvinden

ik werk, werk jij?

ik rust, rust jij?ik antwoord, antwoord jij?

hij werkt

hij rusthij antwoordt

wij werken

pa en ma rustenwij antwoorden

ik liep, jij liep en wij liepenjij vond, ik vond en zij vonden

ik werkte en wij werktenjij speelde en zij speelden! ik rustte en jullie rustten! ik antwoordde en zij antwoordden

Stap 4 De werkwoordsvorm is geen persoonsvorm: ik vergeet mijn andere spellingafspraken niet! Ik wil spelen. Hij heeft veel gebabbeld. Ik zal lopen. Heb je juist geantwoord?

Stap 4

* maar niet bij werkwoorden als langskomen (wij komen langs), bijhouden (zij houden bij) ...

01_45_Alfabeestje4.indd 17 19/12/14 10:56

18

sp

ell

ing

De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

ik …

stam

jij … je …

stam + t

… jij … je

stam

hij, zij, het, een ander …

stam + t

meervoud: wij, zij, jullie,

anderen …infinitiefvorm

werken spelenlopen

zeggen vragen slapen lachen

schrijven blazen

rusten praten

wachten heten zetten

antwoorden

kleden bloeden

vinden rijden

worden houden

staan gaan doen

zijn

hebben

werkspeelloopzeg

vraagslaaplach

schrijfblaas

rustpraatwachtheetzet

antwoord kleedbloed

vindrijd

wordhoud

staga

doe

benheb

werktspeeltlooptzegt

vraagtslaapt lacht

schrijftblaast

rustpraat

wachtheetzet

antwoordt kleedtbloedt

vindtrijdt

wordthoudt

staatgaatdoet

benthebt

werkspeelloopzeg

vraagslaaplach

schrijfblaas

rustpraatwachtheetzet

antwoord kleedbloed

vindrijd

wordhoud

staga

doe

benheb

werktspeeltlooptzegt

vraagtslaapt lacht

schrijftblaast

rustpraat

wachtheetzet

antwoordt kleedtbloedt

vindtrijdt

wordthoudt

staatgaatdoet

isheeft

werkenspelenlopen

zeggenvragenslapenlachen

schrijvenblazen

rustenpraten

wachtenhetenzetten

antwoorden kleden

bloeden

vindenrijden

wordenhouden

staangaandoen

zijnhebben

01_45_Alfabeestje4.indd 18 19/12/14 10:56

19

sp

ellin

g

Woorden met een onthoudstukje

in het vierde leerjaar

ik zoek het op

ik onthoud

01_45_Alfabeestje4.indd 19 19/12/14 10:56

20

sp

ell

ing

Wij spreken Nederlands. In Frankrijk spreken de mensen Frans en in Engeland Engels. In Spanje spreekt men Spaans en in Portugal Portugees. En sommige kinderen leren Latijn en Grieks. Wij spreken Nederlands, maar gebruiken heel wat woorden die uit andere talen komen. Willen we die woorden correct schrijven, dan moeten we goed onthouden hoe we ze schrijven.

Dit moet je niet leren, het zijn weetjes.

Ons woord Uit welke taal komt het?Van welk vreemd woord komt het?

absoluut agendaagent alarm

alfabetananas

apparaatavontuurbanaanbrutaalfantasiefazant

fotograafhotel

interessantjaloers

kalenderkanaalkanariekanon

Latijn : absolutus (volstrekt, geen twijfel)Latijn : agendum (een aantekenboek)Latijn : agens (iemand die iets doet) Frans : alarme (een noodsein)Latijn : alphabetumSpaans : ananasLatijn : apparatusFrans : aventurePortugees : bananaFrans : brutalGrieks : antasia (= fantasia)Grieks : asian (= fasianos)Frans : photographeFrans : hôtelFrans : intéressantFrans : jalouxFrans : calendrierFrans : canalSpaans : canarioFrans : canon

Woorden komen soms uit andere talen.

01_45_Alfabeestje4.indd 20 19/12/14 10:56

21

sp

ellin

g

kapotkatoenkonijnlokaalmaniermodernnatuurpapier

parapluparasolperronpraline

programmapuzzelraketrobot

saladetapijtterrasterreintomaattotaal

telefoonuniformvalieswagonzebra

Duits : kaputtFrans : cotonLatijn : cuniculusFrans : local Frans : manièreLatijn : modernusFrans : natureLatijn : papyrusFrans : parapluieFrans : parasolOudfrans : perron (een grote stenen blok)De uitvinder van de praline is geboren in 1598 in Frankrijk en heette Du Plessis-Praslin.Frans : programmeEngels : puzzleDuits : raketeTsjechisch : robot (slaaf)Frans : saladeOudgrieks : tai (= tapeis)Frans : terrasseFrans : terrainSpaans : tomateLatijn : totalisOudgrieks : t (= tele) + n (= fone) Frans : uniformeFrans : valiseEngels : wagonPortugees : zebra

01_45_Alfabeestje4.indd 21 19/12/14 10:56

t h e m a 1 w e l k o m

t h e m a 1

22

ik onthoud

sp

ell

ing

w e l k o m

Het ei-verhaal

Kamperen in de Ardennen

Op een van de laatste dagen van de grote vakantie vertrekken we erg vroeg. Op het stationsplein neemt Emma uitgebreid afscheid van haar beide ouders en hun kleine meid, Louise, haar zusje. De meisjes zitten vooraan in de trein. De conducteur geeft een sein. En daar gaan we, op reis. Het is een heel eind. Emma merkt weinig reizigers.

Onderweg picknicken we. In haar eigen rugzak vindt Emma een boterham met gebakken eieren, een boterham met aardbeiengelei en een stuk marsepein. Rond drie uur bereiken we eindelijk de camping. De eigenares toont waar we op het terrein onze tenten kunnen opslaan. Mevrouw Dufour heeft de leiding over het kampeerterrein dat bovendien haar eigendom is.

Die eerste middag is er al een voettocht. Ellen weigert mee te gaan. Misschien is ze een beetje ziek. Eerst stappen we over een stukje heide waar enkele geiten mekkeren. We wandelen langs een weiland. We stappen door een eikenbos en bekogelen elkaar met eikels. Jan is onze leider. Maken we ruzie, dan is Jan steeds bereid om scheidsrechter te spelen. We dalen af langs steile paadjes en steken op een veilige plaats over naar een eilandje midden in de rivier. Het peil van het water is gelukkig laag. Vanaf de steiger stappen we van kei naar kei. ‘Dat is ons geheim plekje’, zegt Jan.

De onderstreepte woorden zijn de nieuwe ei-woorden van het vierde leerjaar.

01_45_Alfabeestje4.indd 22 19/12/14 10:56

t h e m a 1 w e l k o m 23

sp

ellin

g

Wanneer we ’s avonds terugkomen, drinken we preisoep en eten we allerlei belegde broodjes. Rob zingt het kamplied. Luid zingen we het refrein mee. Na het eten mogen we kiezen: beeldjes kneden met klei of een sjaaltje breien.

De tweede dag varen we in kleine zeilbootjes op een meer. Wanneer we terugkeren, staan we in een file. De aanleiding is een kapotte brug. Arbeiders herstellen ze. We komen langs een kapel met een leien dak. Voor de kapel spuit er een fontein.

De laatste dag bezoeken we uiteindelijk toch nog een groot kasteel. Aan de ingang staat een beeld van de patroonheilige van de honden en de hondenliefhebbers: Sint-Rochus.

Zo eindigt de reis. Thuis wachten Emma’s ouders haar allebei op. Eigenlijk mocht de vakantie nog wat langer duren. Morgen is het alweer school. Op de eerste schooldag mocht Emma haar reisverhaal doen. Haar juf zei: ‘In de maand mei gaan we ook op schoolreis naar een kasteel. Het is dan een mooi seizoen om te reizen.’In de les geschiedenis leren we veel boeiende feitjes. Wist je dat Nero een keizer was en in een groot paleis woonde? Nero droomde van oneindige roem en eiste dat iedereen naar hem luisterde.

01_45_Alfabeestje4.indd 23 19/12/14 10:56

t h e m a 1 w e l k o m24

sp

ell

ing

De ei-woorden van het vierde leerjaar alfabetisch gerangschikt

aanleidingaardbei, aardbeienafscheidallebeiallerleiarbeid, arbeider, arbeidersbeide, beidenbereidbereiken, ik bereik, wie bereikt?breien, ik brei, ma breitc d ei, eieren, paaseieigen, eigenaar, eigendomeigenlijkeik, eiken, eikenboseikel, eikelseiland, eilanden, eilandjeeind, einde, eindje, eindelijkeindigen, het eindigteisen, ik eis, de juf eistfeit, feiten, feitjesfontein, fonteintjegeheim, geheime, geheimpjegeheimzinniggeit, geiten, geitjegeleihei, heideheilig, heiligei j kei, keien, keitjekeizer, keizerin, keizerskleiklein, kleine, kleinere, kleintjelei, leienleiden, ik leid, Jan leidt

leider, leiders, leidsterleiding, waterleidingmarsepeinmei, meimaandmeid, meidenmeisje, meisjesn oneindig, oneindigeonveilig, onveiligepaleis, paleizenpeil, waterpeilplein, pleinen, pleintjeprei, preisoepq refrein, refreintjereis, reizen, reisjereiziger, reizigersreizen, ik reis, pa reistscheiden, scheiding scheidsrechtersein, seinen, seintjeseinen, ik sein, de soldaat seintseizoen, seizoenensteiger, steigerssteil, steileterrein, terreinentrein, treinen, treintjeuitbreiden, uitgebreiduiteinde, uiteindelijkveilig, veiligewei, weide, weilandweigeren, ik weiger, zij weigertweinig, weinigex y zei, hij zei, wij zeidenzeil, zeilen, zeilbootjeszeilen, ik zeil, zus zeilt

01_45_Alfabeestje4.indd 24 5/01/15 12:44

25

Woorden met een onthoudstukje

ik onthoud

sp

ellin

g

t h e m a 2

w a a r i k w o o n , w a a r a n d e r e n w o n e n

t h e m a 2 w a a r i k w o o n , w a a r a n d e r e n w o n e n

Ik woon in een klein dorp

Ik woon niet ver van een kanaal. Op de hoek van de straat staat een kapelletje. Op nummer 15 woont de wijkagente. Zij draagt steeds een uniform. In ons dorp is er geen hotel. De bieb is erg klein en er staan weinig boeken. Elke dinsdagmorgen is er markt. Dan kan mama boodschappen doen.

Wij wonen op nummer 21. We hebben een modern huis. Toch stoken we dikwijls de houtkachel. Mijn pa vindt dat gezellig. Een tijdje geleden plaatste hij een brandalarm. ‘Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn’, glimlacht hij.Als het mooi weer is, eten we elke avond op het terras, midden in de natuur. Mijn broertje heeft wel wat pech. Hij heeft astma en kucht veel.

Ik zou misschien liever eens in de stad wonen. Sarah, mijn vriendin, juicht als ik op bezoek kom. In de stad is er veel meer te doen. Maar er is ook wel veel lawaai!

Acht nieuwe woorden voor het vierde leerjaar

agent agente, agentenalarm avond avondjebieb boodschap boodschappendikwijls glimlachen ik glimlach, jij glimlachthotel hotelsjuichen ik juich, wie juicht?kachel kachelskanaal kanalen, kanaaltjekapel kapelletje

kuchen ik kuch, mijn broer kuchtlachen ik lach, pa lachtlawaaimarktmisschienmodern modernenatuurpechsteedsterras terrasjetochuniform uniformpje

01_45_Alfabeestje4.indd 25 19/12/14 10:56

d i e r e n p a s s e n z i c h a a n

t h e m a 3 d i e r e n p a s s e n z i c h a a n

t h e m a 3

ik onthoud

Woorden met een onthoudstukje

Dieren vallen op of zijn onzichtbaar

Nogal wat dieren merk je niet meteen op. Eekhoorns verdwijnen in de boomkruinen. Ook konijnen zie je amper. Je merkt wel een wit vlekje op hun rechtstaand staartje. Kameleons veranderen zelfs van kleur wanneer het nodig is. Dieren hebben veel manieren om zich te verbergen. Een natuurfotograaf bouwt soms een schuilhut om dichter bij de dieren te komen. Er zijn echter ook dieren die opvallen.

Bij de fazant is het wijfje bruin, maar het mannetje is felgekleurd.Ook bij ons zijn er mensen die meer of minder opvallen. Onze buurvrouw wandelt in de zomer met een felgekleurde parasol en ze draagt grote juwelen. Maar je kan ook opvallen door te rijden in een speciale auto of op een luidruchtige motor.

26

sp

ell

ing

Een kip zei: ‘Die wrede man met een wrat op zijn neus wringt onze nek om, wrijft ons in met zout en bakt ons in de pan. We zullen ons wreken en onze wraak zal zoet zijn. We zetten hem op een wrak op volle zee. Wat zal hij wroeging hebben!’

Veertien nieuwe woorden voor het vierde leerjaar

eekhoorn eekhoorntjesfazant fazantenfotograaf fotografenjuweel juwelen, juweeltjeskonijn konijnen, konijntjesmanier manieren, maniertjemotor motorfietsparasol parasolletje

wraak wraak nemenwrak autowrakwrat wrattenwreed wrede mensenwreken ik wreek mij, wie wreekt zich?wrijven ik wrijf, hij wrijftwringen ik wring, jij wringt wroeging spijt hebbenwrok wraaklust, je willen wreken

Wo

ord

en

me

t wr-

01_45_Alfabeestje4.indd 26 19/12/14 10:56

27

ik onthoud

sp

ellin

g

t h e m a 4

w e r k e n n o e m t m e n e e n j o b

t h e m a 4 w e r k e n n o e m t m e n e e n j o b

Dieren verzorgen is ook een job

In de maand augustus, midden in de grote vakantie, gaan we naar de dierentuin van Antwerpen. We vertrekken al heel vroeg. Door de ochtenddauw zijn de ruiten van de auto beslagen. Het wordt een mooie dag met veel zon en een heerlijke blauwe lucht.

Met ons ticket stappen we door een nauwe ingang naar binnen. Overal zijn er dieren. Het eerste wat we zien, zijn pauwen met prachtige veren. Kijk, hoog in een boom zit een poesje te miauwen. Overal zijn er verzorgers: mensen die voor de dieren zorgen. We gaan gauw kijken naar de leeuwen. Een verzorger gooit enkele brokken rauw vlees. Met hun scherpe klauwen haken ze in het vlees. Sommige leeuwen snauwen naar elkaar. Dan beginnen ze op het vlees te kauwen. Ik zou ook eens graag tussen de leeuwen wandelen. Maar ik durf niet. Misschien ben ik een beetje flauw. Ik zou wel durven, maar dan alleen in een pausmobiel.

We zijn moe van het slenteren. We nemen een korte pauze en drinken uit onze drinkbus. Door de warmte is het water lauw geworden. Straks gaan we iets eten en drinken. Misschien krijgen we wel frietjes met saus.

De apen lijken moe. Ze slapen. Eén aap doet zijn ogen even open. Hij heeft lange wenkbrauwen. Bij de rendieren besproeien de verzorgers het gras. Het gras ziet er grauw uit door het droge weer. De verzorgers werken heel hard en verdienen een hartelijk applaus.

De onderstreepte woorden zijn de nieuwe au-woorden van

het vierde leerjaar

01_45_Alfabeestje4.indd 27 19/12/14 10:56

28

sp

ell

ing

t h e m a 4 w e r k e n n o e m t m e n e e n j o b

applaus applausjeaugustusauto automaat, autootjeblauw blauwedauw ochtenddauwflauw flauwegauwgrauw grauwekauwen ik kauw, de poes kauwtklauw klauwen, klauwtjeslauw lauwemiauwen de poes miauwt, miauw!nauw nauwepaus pausmobielpauw pauwenpauzerauw rauwe, rauw vlees, rauwkostsaus sausen, sausjesnauwen de leeuw snauwtwenkbrauw wenkbrauwen

ik onthoud

De au-lijst van het vierde leerjaar alfabetisch gerangschikt

01_45_Alfabeestje4.indd 28 19/12/14 10:56

29

Woorden met een onthoudstukje

ik onthoud

sp

ellin

g

t h e m a 5

v r i j e t i j d = d r u k k e t i j d

t h e m a 5 v r i j e t i j d = d r u k k e t i j d

Oma en opa zijn met pensioen

Oma en opa zijn met pensioen. Nu hebben ze veel vrije tijd en toch hebben ze een erg druk programma. Ze zijn voortdurend bezig. Oma schrijft alle activiteiten op een kalender en als je opa iets vraagt, neemt hij zijn agenda om te kijken of hij wel vrij is.’s Ochtends ontbijten ze. Wanneer ik naar school fiets, kom ik dikwijls opa tegen. Hij gaat dan wandelen met de hond. Hij heeft meestal een paraplu bij zich, want hij heeft een hekel aan de regen.

Daarna lossen ze puzzels op. Oma houdt van kruiswoordraadsels. Erna wachten de karweitjes: de tuin onderhouden, gelei maken van allerlei soorten zelfgekweekt fruit, tomaten plukken, salade planten, een apparaat nazien en enkele e-mails versturen. Na de middag gaan ze meestal wandelen of fietsen. Maar ze hebben ook nog enkele valiezen gekocht om op reis te gaan.

’s Avonds zegt opa soms dat hij moe is. ‘Dat is de leeftijd’, zegt hij dan. ‘Jullie zijn jong en nooit moe.’ Hij is wat jaloers op de jeugd. Ik vind echter dat ik soms ook moe ben en mijn pa valt soms in slaap voor de tv. Dus opa hoeft absoluut niet jaloers te zijn.

Vijftien nieuwe woorden voor het vierde leerjaar

absoluut absoluteagendaapparaat apparaten, apparaatjee-mail e-mailsgeleijaloers jaloersejeugd jeugdigjulliekalender

ontbijten ik ontbijt, wie ontbijt?paraplu parapluutjeprogrammapuzzel puzzelsraadsel raadsels, raadseltjesalade saladestomaat tomatenvalies valiezen, valiesjevoortdurend zich

01_45_Alfabeestje4.indd 29 19/12/14 10:56

30

ik onthoud

sp

ell

ing

t h e m a 6

h e t s t a a t i n d e k r a n t

t h e m a 6 h e t s t a a t i n d e k r a n t

Woorden met een onthoudstukje

Naar de planeet MarsHet zal nog wel wat duren, maar het ontbreekt de Amerikanen niet aan fantasie. Ze hebben reeds plannen om naar de planeet Mars te vliegen. Het ruimteschip wordt voortgestuwd door een grote raket, maar vliegt niet rechtstreeks naar Mars. Het vliegt eerst rond de aarde om snelheid te winnen. Aan boord zit een robot. De cabine zal landen op een vlak terrein. De robot zal er niemand ontmoeten. Het is er ontzettend koud. Het ijs ontdooit er nooit.

Het wordt dus geen warm onthaal. De Amerikanen hopen van alles te ontdekken. Hopelijk wordt het geen ontgoocheling.

Onze koningin op bezoekGisteren bezocht de koningin een ziekenhuisafdeling voor kinderen in Brugge. De burgemeester en de bisschop waren er ook. Voor de kinderen had ze een hele grote fruit-

korf meegebracht, met appels, peren, bananen, ananas en druiven. Iemand van de kinderen gaf de koningin een doos pralines.

Brand geblustIn een bedrijf in Stekene bij Sint- Niklaas woedde een hevige brand in een opslagplaats waar een grote voor-raad licht ontvlambare stoffen waren opgeslagen. Met erg veel moed kon de brandweer de brand blussen.

Zestien nieuwe woorden voor het vierde leerjaar

ananas ananassenbanaan bananenbisschop bisschoppenfantasieiemandkoninginmoed moedigniemandpraline pralinesraket rakettenrechtstreeksreedsrobot robottenterrein terreinenvoorraad

ontbijtontbreken het ontbreekt mij

aan …ontdekken wat ontdek je?ontdooien het ontdooitontgoochelen wie ontgoochelt mij?

ontgoochelingonthaalontmoeten ik ontmoetontvlambaar ontvlambaar productontzettend ontzettend erg

Wo

ord

en

me

t he

t vo

orv

oe

gs

el o

nt-

01_45_Alfabeestje4.indd 30 19/12/14 10:56

ik onthoud

31

sp

ellin

g

t h e m a 7 i k w i l k o n i n g w o r d e n

t h e m a 7

i k w i l k o n i n g w o r d e n

Albert I, koning-soldaat

Albert I was de derde koning van België. Hij was koning toen de grote wereldoorlog uitbrak in 1914. Die brutale oorlog duurde vier jaar. Het was een totale oorlog: heel veel landen waren erbij betrokken. De koning bleef aan het front aan de IJzer bij

zijn soldaten. De kanonnen schoten er spoedig alles kapot. De IJzervlakte werd het toneel van veel ellende. De mensen gingen op de vlucht en de soldaten verschansten zich in loopgraven waar ze honger, dorst en kou leden. Soldaat zijn was zeker niet avontuurlijk. Het was hard. Velen zijn gesneuveld. Nog elk jaar komen duizenden Engelsen naar Vlaanderen om er de doden te eren.

In West-Vlaanderen kun je nog tal van kerkhoven bezoeken waar heel veel lichamen begraven zijn van soldaten van overal, die hier zijn komen vechten. De kerkhoven zijn een blijvende herinnering aan die grote oorlog. Het is belangrijk de wreedheid te onthouden om niet opnieuw dezelfde fouten te maken.

Drie nieuwe woorden voor het vierde leerjaar

avontuur avonturen, avontuurlijkbrutaal brutaleherinneren ik herinner mij,

zus herinnert zich, herinnering

kanon kanonnen

kapot kapottekoulichaam lichamen, lichaampjeonthouden ik onthoud,

de juf onthoudttoneel toneeltjetotaal totale

Woorden met een onthoudstukje

01_45_Alfabeestje4.indd 31 19/12/14 10:56

32

ik onthoud

sp

ell

ing

t h e m a 8

p r o e v e n v a n p r o e f j e s

Woorden met een onthoudstukje

Jongens, meisjes en wetenschap … 1

Onze juffrouw heeft thuis een telescoop. Daar kun je mee naar de sterren en de planeten kijken. Ze vindt dat we ook eens mogen pochen over onze Belgische wetenschappers.

Onlangs vertelde ze over de Belg Georges Lema tre. Die mijnheer was priester, maar ook wiskundige en astronoom. Een wiskundige goochelt met getallen en een astronoom of sterrenkundige bestudeert de sterren.

Er zijn miljarden sterren en onze zon is er eentje van. De aarde is een planeet die rond de zon draait. Er is leven op aarde en daarom is het een zeldzame planeet. Sterren zijn enorme vuurballen met heel veel kracht en energie. Lema tre ontdekte iets dat interessant was. Hij zei dat al die kracht heel lang geleden samengebundeld zat in één kern. Toen kwam er een enorme explosie en zo ontstonden de sterren en de planeten. Die explosie noemt men de ‘big bang’.

t h e m a 8 p r o e v e n v a n p r o e f j e s

Vier nieuwe woorden voor het vierde leerjaar

goochelen ik goochel, zus goochelt

interessant interessantejuffrouwmijnheer

ontstaan er ontstaat …pochen ik poch, wie pocht?zeldzaam

01_45_Alfabeestje4.indd 32 19/12/14 10:56

ik onthoud

33

sp

ellin

g

t h e m a 9

Jongens, meisjes en wetenschap … 2

Als ik in het klaslokaal op een schakelaar duw, gaat het licht aan. Heel veel piepkleine deeltjes stromen dan door draden naar de lamp. Daar zorgen ze voor licht. Die piepkleine deeltjes noemt men elektronen. De deeltjes hebben een positieve of een negatieve lading.

Wanneer de draden beschadigd zijn en tegen elkaar komen, dan ontstaat er kortsluiting: ofwel ontstaat er brand, ofwel springt er een zekering. Kom asjeblief nooit aan een kapotte draad. Anders zou het wel eens kunnen gebeuren dat je ouders moeten telefoneren naar de 100. Je kunt hierdoor immers verbrand zijn en erg veel pijn hebben.

Bliksem is ook een soort kortsluiting. In de wolken zijn er dan positieve en negatieve deeltjes die zorgen voor een enorme lichtflits. Wanneer het bliksemt, staat de brandweer altijd paraat om onmiddellijk uit te rukken wanneer er ergens brand uitgebroken is.

i n v u u r e n v l a m

Woorden met een onthoudstukje

t h e m a 9 i n v u u r e n v l a m

lokaal lokalentelefoneren telefoon

ik telefoneer, mama telefoneert

houjoukounouwouzou

Nou, ik wou dat ik zou kunnen zeggen: ik hou van jou, ook in de kou. En ik hou vooral van

jouw mooie ogen .

Wo

ord

en

op

-ou

01_45_Alfabeestje4.indd 33 19/12/14 10:56

34

ik onthoud

sp

ell

ing

Jongens, meisjes en wetenschap … 3

Vanwaar komen de erwtjes op mijn bord?De tuinder zaait, wiedt, bemest, plukt en rijdt met kisten vol peulen naar de veiling. De fabriek koopt ze. Machines doen de erwten uit de peulen, sorteren ze en diepvriezen ze. Daarna gaan ze naar de supermarkten en winkels. Mama of papa koopt, kookt en stooft de erwtjes en zo komen ze op ons bord. Al ons voedsel legt een lange weg af.Vanwaar komt het papier waarop ik teken? Mooi papier wordt gemaakt van katoenen vezels. Men kan hiervoor gebruik maken van gebruikte weefsels zoals lompen van oude kleren. Aan die weefsels worden tal van producten toegevoegd. Dat alles wordt langdurig geweekt in heel veel water en door machines omgeroerd en gemalen. Zo krijg je een dikke pap. Die papierpap wordt gezeefd, gedroogd en glad gestreken. Grote rollen papier versnijden ze tot kleine bladen waarop wij kunnen tekenen.Vanwaar komt dat wollen tapijt? Mijn oma heeft een met de hand geknoopt wollen tapijt. Het heeft een lengte van twee meter en een breedte van één meter en zestig centimeter. Het heeft veel geld gekost. Om zo’n tapijt te maken, heb je wol nodig. De wol komt van schapen. Eenmaal per jaar scheert men de schapen. Dan wast men de wol en spint men de wol tot draden. Dikke plukken woldraden worden dan plukje bij plukje geknoopt op een ondertapijt. Het tapijt werd gemaakt in Egypte. Oma denkt dat men er lang aan heeft gewerkt.

v a n p r o d u c e n t t o t c o n s u m e n t

Woorden met een onthoudstukje

t h e m a 1 0 v a n p r o d u c e n t t o c o n s u m e n t

t h e m a 10

Twee nieuwe woorden voor het vierde leerjaar

breedte breedte = breed + teerwt erwten, erwtjesgeldkatoenpapiersupermarkttapijt tapijtenvoedsel

gouden bruiloft papieren hoedjeshouten balken rubberen leidingijzeren staaf wollen tapijtkatoenen vezels zilveren ringloden buis

He

t sto

ffelijk

bijv

oe

glijk

na

am

wo

ord

01_45_Alfabeestje4.indd 34 19/12/14 10:56

ik onthoud

35

sp

ellin

g

Woorden met een onthoudstukje

h e t l e v e n i s m o o i

Een prettige verrassing

Het is vakantie en ik verveel me een beetje. Plotseling gaat de telefoon en oma vraagt of ik geen zin heb om naar zee te komen. ‘Je kunt toch met de trein komen?’ Mama zet me af aan het station. Ze gaat mee naar het loket om een kaartje te kopen. Ik zit in de tweede wagon. Het is spannend om alleen naar de zee te sporen.

In Oostende staan mijn opaatje en mijn omaatje al te wachten. We gaan naar het strand. Eerst steken we het zebrapad van een drukke weg over. Het is eb of laagwater. Met opa maak ik een flinke zandberg om het water tegen te houden.

’s Avonds eten we in de flat. Mijn grootouders hebben hun kanarievogel meegebracht. Hij kon toch niet alleen achterblijven!

‘En morgen gaan we varen’, zegt opa. ‘Eerst doe ik nog een tochtje met mijn motorfiets en na de middag gaan we met ons autootje naar mijn vriend. Hij heeft een zeilbootje met een mooie kajuit. We mogen vast en zeker mee.’

Als dat geen prettige verrassing is!

t h e m a 1 1 h e t l e v e n i s m o o i

t h e m a 11

Vijf nieuwe woorden voor het vierde leerjaar

eb eb en vloedkajuit kajuitjekanarie kanarietjeloket lokettenwagon wagons,

wagonnetjezand zebra zebrapad

autofotomenupapaparapluslasleesnee

autootjefotootjemenuutjepapaatjeparapluutjeslaatjesleetjesneetje

Le

t op

! V

oo

r he

t a

ch

terv

oe

gs

el -tje

sc

hrijf ik

de

lan

ge

klin

ke

r a

, o, u

en

ee

du

bb

el.

01_45_Alfabeestje4.indd 35 19/12/14 10:56

36

ik onthoud

sp

ell

ing

t h e m a 1 2 é é n k o p e n , v i j f g r a t i s

Beste kinderen

Welke datum is het vandaag? Hoeveel dagen nog voor de grote vakantie begint? Hebben jullie al inkopen gedaan voor het afscheidsfeestje in de klas? Is de zomer eigenlijk al begonnen? Je weet toch dat de zomer begint op 21 juni?

En wat ga je doen in de grote vakantie? Ga je op reis? Op sportkamp? Op kamp met de jeugdbeweging? Ga je naar zee? Naar de Ardennen? Naar een vreemd land?

Ik ga hard werken aan een nieuw werkboek en een nieuw Alfabeestje voor het vijfde leerjaar. In dat Alfabeestje zal er geen woordenlijst meer zitten. Jullie kennen nu het alfabet en vanaf volgend schooljaar zul je woorden moeten leren opzoeken in een echt woordenboek. Opzoeken van woorden blijft erg belangrijk. Je weet toch nog wat de tweede spellingafspraak is: ‘Ik twijfel, ik zoek het op.’

Zo, beste kinderen, ik wens jullie een prettige vakantie en tot volgend schooljaar!

Je kameleon

é é n k o p e n , v i j f g r a t i s

t h e m a 12

Woorden met een onthoudstukje

Het laatste nieuwe woord voor het vierde leerjaar

alfabetdatum

01_45_Alfabeestje4.indd 36 19/12/14 10:56

37

sp

ellin

g

Alle woorden

met een onthoudstukje

van het vierde leerjaar.

Ken je het alfabet?

Wat is de eerste letter van het woord?

Luister ook naar de tweede letter.

Twijfel je aan een woord,

dan zoek je het woord op.

ik zoek het op

01_45_Alfabeestje4.indd 37 19/12/14 10:56

38

sp

ell

ing

abc def ghij klmn opq rst uvw xyz

Aaanleidingaanwijzing, aanwijzingenaardbei, aardbeienabsoluut, absoluteachademafscheidaftelrijmpjeagenda agent, agentenalarm alfabetallebeialtijdananas, ananassenantwoordapparaatantwoorden, ik antwoord, jij antwoordt, ik antwoordde apparaat, apparaten applaus arbeid, arbeider, arbeidersarts, artsenasjebliefaugustusauto, autootjeautomaat, automatenautoweg, autowegenavond, avonden, avondjeavondetenavondmaalavontuur, avonturen

Bbakkerijbanaan, bananenbatterijbedrijf, bedrijvenbedspreibeenhouwer beide, beidenbelangrijk, belangrijke, belangrijkstebenauwd bereidbereiken, ik bereik, jij bereikt, ik bereikteberggeitbergweide

beschrijvingbevrijdingbewijs, bewijzenbiebbij, bijen, bij iemandbijbel, bijbelsbijdragebijeen, bijeenkomstbijl, bijlenbijnabisschop, bisschoppenblauw, blauweblij, blijeblijken, het blijkt, het bleekblijven, ik blijf, jij blijft, ik bleef boerderij, boerderijenboodschap, boodschappen, boodschapjeboodschappenlijstboodschappentas bouwen, ik bouw, jij bouwt, ik bouwdebouwterrein brandhout brandveilig, brandveiligebreedtebreien, ik brei, jij breit, ik breidebreiwol broekspijpbrutaal, brutalebuikpijnbuurvrouw, buurvrouwen

C

Ddaarbijdakterrasdame, damesdamesfietsdatum dauw dichtbijdijk, dijken dikwijls

Eebeekhoorn, eekhoorntje

01_45_Alfabeestje4.indd 38 19/12/14 10:56

39

sp

ellin

g

abc def ghij klmn opq rst uvw xyz

eenvoudig, eenvoudige ei, eieren, eitjeseierdop, eierdopjeeigeneigenaar, eigenareseigendomeigenlijk, eigenlijkeeik, eikeneikel, eikelseikenblad, eikenblaadjeseikenboom, eikenbomeneikenbos, eikenbosseneikenhout, eikenhouten tafel eiland, eilanden, eilandjeeind, einde, eindjeeindelijkeindigen, ik eindig, jij eindigt, ik eindigdeeisen, ik eis, jij eist, ik eistee-mail erbijerwt, erwteneverzwijn

Ffabrieksarbeiderfantasiefazant, fazantenfeit, feitenfijn, fijneflauw, flauwefontein, fonteinen, fonteintjefoto, fotootjefotograaf, fotografenfototoestelfout, fouten, foutjefoutloos

Ggasleidinggauwgeheim, geheime, geheimpjegeheimzinnig, geheimzinnigegeit, geitengeldgeleigelijk, gelijkeglijbaan

glijden, ik glijd, jij glijdt, ik gleed glimlachglimlachen, ik glimlach, jij glimlacht, ik glimlachtegoochelaar, goochelaarsgoochelen, ik goochel, jij goochelt, ik goocheldegordijn, gordijnengoud, gouden tandgrauw, grauwegrijpen, ik grijp, jij grijpt, ik greepgrijs, grijzegroepsleidergroepsreis, groepsreizengrondzeil

Hhandleidinghebben, ik heb, jij hebt, hij heeft, ik hadhei, heideheidebloem, heidebloempjeheidehoningheilig, heiligeherinnering, herinneringenhoerahoofdpijnhotel, hotelshou, ik hou van jouhoudinghout, houten paardhouterig, houterige huishouden

Iiemandijs, ijsjeijsvrijijverig, ijverigeijzer, ijzeren staafinhoud, inhoudeninteressant, interessante

Jjachtterreinjaloers, jaloersejeugd, jeugdigjou, ik heb jou gezien

01_45_Alfabeestje4.indd 39 19/12/14 10:56

40

sp

ell

ing

abc def ghij klmn opq rst uvw xyz

jouw, ik hou van jouw ogenjuffrouw, juffrouwenjuichen, ik juich, jij juicht, ik juichtejullie, ik ben bij julliejuweel, juwelen

Kkabouter, kabouters, kaboutertjekachel, kachels, kacheltjekajuit, kajuiten, kajuitjekalender kampeerterrein kanaal, kanalen, kanaaltjekanarie, kanarieskanarievogelkanon, kanonnen kapel, kapelletjekapot, kapottekatoen, katoenen hemdkauwen, ik kauw, jij kauwt, ik kauwdekauwgomkei, keienkeihard, keihardekeizer, keizerskeizerin, keizerinnenkijken, ik kijk, jij kijkt, ik keekklauw, klauwenkleikleigrondklein, kleine, kleinere, kleinstekleindochterknijpen, ik knijp, jij knijpt, ik kneep konijn, konijnen, konijntjekonijnenhokkoning, koningen, koninkjekoningin, koninginnenkoukoud, koudekous, kousenkrijgen, ik krijg, jij krijgt, ik kreegkrijgertjekrijsen, ik krijs, jij krijst, ik krijste of ik kreeskuchen, ik kuch, jij kucht, ik kuchtekwijlen, ik kwijl, jij kwijlt, ik kwijldekwijt

Llachen, ik lach, jij lacht, ik lachte landbouwlauw, lauwelawaai, lawaaierigleeftijdleggen, ik leg, jij legt, ik legdelei, leienleiden, ik leid, jij leidt, ik leidde de groepleider, leiders, leidsterleidinglichaam, lichamen, lichaampjeliggen, ik lig, jij ligt, ik lag lijden, ik lijd, jij lijdt, ik leed veel pijnlijf, lijfjelijken, ik lijk, jij lijkt, ik leek lijm, lijmenlijn, lijnen, lijntjelijst, lijsten, lijstjelokaal, lokalen, lokaaltje loket, loketten

Mmaaltijdmama, mamaatjemanier, manieren, maniertjesmarkt, markten marktpleinmarsepeinmedelijdenmeimeid, meiden, meidjemeikever meimaandmeisje, meisjesmeneermevrouwmiauwen, de kat miauwt, de kat miauwdemij, geef het aan mijmijnheermijtermisschienmodern, modernemoed, moedig motor, motorenmotorboot

01_45_Alfabeestje4.indd 40 19/12/14 10:56

41

sp

ellin

g

abc def ghij klmn opq rst uvw xyz

motorfietsmouw, mouwen, mouwtjes

Nnabijnamenlijst natuur, natuurlijknauw, nauwenauwelijksnauwkeurig, nauwkeurige niemandnijpen, ik nijp, jij nijpt, ik neep nijptang nou

Ooerwoud onbelangrijk, onbelangrijkeonderwijs, onderwijzer, onderwijzeresoneindig, oneindigeontbijtontbijten, ik ontbijt, jij ontbijt, ik ontbeet ontbijtgranenontbijtkoekontbijttafelontbreken, het ontbreekt, het ontbrakontdekken, ik ontdek, jij ontdekt, ik ontdekteontdekkingontdooien, het ontdooit, het ontdooideontgoochelen, ik ontgoochel, jij ontgoochelt, ik ontgoocheldeontgoochelingonthaalonthaalmoederonthouden, ik onthoud, jij onthoudt, ik onthieldontmoeten, ik ontmoet, jij ontmoet, ik ontmoetteontmoetingontvlambaarontzettend onveilig, onveiligeopzijoud, oude, ouder, oudsteoudejaar ouders

ouderwets overeindoverlijden, hij overlijdt, hij overleed

Ppaasei, paaseierenpaleis, paleizenpapa, papaatjepapier, papieren hoedjeparaplu, parapluutje, paraplubak parasol, parasolsparkeerterreinpartij, partijenpaus, pausmobielpauw, pauwenpauze pechpeil, waterpeilperronpiekfijnpijl, pijlen, pijl en boogpijnpijnlijk, pijnlijkepijp, pijpen, pijpjeplein, pleinen, pleintjepochen, ik poch, jij pocht, ik pochtepraline, pralinesprei, preienprijs, prijzen, prijsjeprogramma puntenslijper puzzel, puzzels

Q

Rraadsel, raadsels, raadseltjeraket, rakettenrauw, rauwerechtstreeksreedsrefrein, refreintje reis, reizen, reisjereisleiderreiziger, reizigersrij, rijenrijbewijsrijden, ik rijd, jij rijdt, ik reed

01_45_Alfabeestje4.indd 41 19/12/14 10:56

42

sp

ell

ing

abc def ghij klmn opq rst uvw xyz

rijk, rijkerijkdomrijmen, ik rijm, jij rijmt, ik rijmde rijmpje, rijmpjes rijmwoord, rijmwoordenrijp, rijperijstrijtuig, rijtuigen robot, robotten

Ssalade, saladessaus, sausen, sausjeschatteneilandscheiden, ik scheid, jij scheidt, ik scheidde scheidingscheidsrechter, scheidsrechtersschijf, schijvenschijnen, de zon schijnt, de zon scheenschilderij, schilderijenschoolagendaschouder, schoudersschouwburgschrijfgereischrijven, ik schrijf, jij schrijft, ik schreefschrijver, schrijversschuurpapiersein, seintjesla, slaatjeslijk slijm, slijmen slijpen, ik slijp, jij slijpt, ik sleep slijper, slijpers snauwen, ik snauw, jij snauwt, ik snauwdesnijden, ik snijd, jij snijdt, ik sneedspeelgoed, speelgoedjespeelterreinspiegeleispijker, spijkersspijtsprei steedssteiger, steigers steil, steile bergen

stijf, stijvestijgen, ik stijg, jij stijgt, ik steegstijgingstout, stoutestrijden, ik strijd, jij strijdt, ik streedstrijken, ik strijk, jij strijkt, ik streek strijkijzer strijkplank

Ttapijt, tapijten, tapijtjetegelijktekenpapiertelefoon, telefoontjeterras, terrasjeterrein, terreinenterugterwijltevoorschijntijd, tijden, tijdjetijdenstijdigtijdschrift tijger, tijgerstoch tomaat, tomaten toneel, toneeltjetotaal, totaletouw, touwen, touwtjetrein, treinen, treintjetreinbestuurder treinreizigertrouwtrouwen, ik trouw, jij trouwt, ik trouwde trouwfeesttuinkabouter tussenbeide

Uuiteinde, uiteindelijkuitgebreid uniform

Vvalies, valiezenveeartsveilig, veilige

01_45_Alfabeestje4.indd 42 19/12/14 10:56

43

sp

ellin

g

abc def ghij klmn opq rst uvw xyz

verblijven, ik verblijf, jij verblijft, ik verbleefverbouwingverdwijnen, ik verdwijn, jij verdwijnt, ik verdweenverdwijningverkeersagentverkeerspleinverkleinwoord, verkleinwoordjeverkoudenvijand, vijandenvijandig, vijandigevijf, vijfdevijfhoekvijftienvijftigvijver, vijversvissausvleessausvlijtig, vlijtigevoedselvonnisvoorbijvoorraadvoortdurendvouwen, ik vouw, jij vouwt, ik vouwde vrij, vrijevrijdag vrijgevig, vrijgevigevrouw, vrouwen

Wwaarschijnlijkwagenwijdwagon, wagonswasserijwaterkanonwaterleidingwaterpeilwedstrijd, wedstrijdenwei, weide weigeren, ik weiger, jij weigert, ik weigerdeweilandweinig, weinigewenkbrauw, wenkbrauwenwereldreis

wijd, de wijde zeewijk, wijkenwijn, wijnenwijs, wijzewijzen, ik wijs, jij wijst, ik weeswoestijn, woestijnenwoning, woninkjewoonwijk wouwoud wraakwrakwratwreedwreken, ik wreek mij, hij wreekt zich, ik nam wraakwrijven, ik wrijf, jij wrijft, ik wreefwringen, ik wring, jij wringt, ik wrongwroegingwrok

X

Y

Zzandzandbakzaterdagavondzebrazebrapadzeggen, ik zeg, jij zegt, ik zei zeil, zeilenzeilbootzeilen, ik zeil, jij zeilt, ik zeildezeilschip, zeilschepen zeilwedstrijdzeldzaam, zeldzamezichzijde, een zijden sjaalzijkantzijn, ik ben, jij bent, ik waszijn, zijn jaszilverpapierzouzout, zoutezwijn, zwijntje

01_45_Alfabeestje4.indd 43 19/12/14 10:56

44

sp

ell

ing

ik zoek het op

Het Alfabeestje en de letterman 1

Het alfabet en het alfabetlied 2

De bouwstenen van onze woorden Woorden met voorvoegsels en achtervoegsels

3-4

De spellingafspraken van het vierde leerjaar 5

1 Ik luister naar wat ik schrijf. 6

2 Ik twijfel, ik zoek het op. 6

3 Ik schrijf een zin: ik zoek het onderwerp en de persoonsvorm. 7

4 Ik schrijf een hoofdletter waar nodig. 7

5 Samenstellingen schrijven Het is muisstil in het zwembad.

8

6 Woorden met tweeklanken Leeuwen stoeien in hun fraaie kooien.

9

7 Woorden met ng en nk Ma zingt een liedje en pa drinkt een drankje.

9

8 D of t aan het eind van een woord, ik maak het woord langer. een kindje met een hondje aan de halsband

10

9 Woorden met g, ch, gt en cht Ik lig in de gracht en kan niet lachen.

11

10 Woorden met meerdere deeltjes over katten, apen, honden, paarden en andere woorden

12-13

11 Ei of ij? 14

12 Au, ou, auw of ouw? 14

13 Werkwoorden schrijven 15-18

01_45_Alfabeestje4.indd 44 19/12/14 10:56

45

sp

ellin

g

Woorden met een onthoudstukje 19

Woorden komen soms uit andere talen. 20-21

thema 1

welkomKamperen in de ArdennenHet ei-verhaalDe ei-woorden van het vierde leerjaar

22-24

thema 2 waar ik woon, waar anderen wonenIk woon in een klein dorp 25

thema 3 dieren passen zich aanDieren vallen op of zijn onzichtbaar 26

thema 4werken noemt men een jobDieren verzorgen is ook een jobDe au-lijst van het vierde leerjaar

27-28

thema 5 vrije tijd = drukke tijdOma en opa zijn met pensioen 29

thema 6 het staat in de krant 30

thema 7 ik wil koning wordenAlbert I, koning-soldaat 31

thema 8 proeven van proefjesJongens, meisjes en wetenschap … 1 32

thema 9 in vuur en vlamJongens, meisjes en wetenschap … 2 33

thema 10 van producent tot consumentJongens, meisjes en wetenschap … 3 34

thema 11 het leven is mooiEen prettige verrassing 35

thema 12 één kopen, vijf gratisBeste kinderen 36

Opzoeklijst

Alle woorden met een onthoudstukje van het vierde leerjaar37-43

01_45_Alfabeestje4.indd 45 19/12/14 10:56