Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

59
Herijking Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente 8 November 2013

Transcript of Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Page 1: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente

8 November 2013

Page 2: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 2 -

Page 3: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 3 -

Inhoudsopgave

Voorwoord

pagina 7

Hoofdstuk 1 Inleiding 9

1.1 Aanleiding 9

1.2 Doel en kaders 9

1.3 Wat hebben we gedaan na de vaststelling van de vorige visie 9

1.4 Leeswijzer 10

Hoofdstuk 2 De huidige situatie op de bedrijventerreinen 13

2.1 Productiestructuur 13

2.2 Werkgelegenheid op bedrijventerreinen 13

2.3 Bedrijventerreinen 14

2.4 Vastgoed 16

2.5 Herstructurering en transformatie 16

2.5.1 Almelo 17

2.5.2 Borne 18

2.5.3 Enschede 18

2.5.4 Hengelo 19

2.5.5 Oldenzaal 21

2.6 Thematische terreinen 21

2.6.1 XL Businesspark Twente 21

2.6.2 Luchthaven Twente 21

2.6.3 Natte bedrijventerreinen 22

Hoofdstuk 3 Actualisatie van de ruimtevraag en -aanbod tot 2040 25

3.1 Analyse van de ruimtevraag tot 2040 25

3.1.1 Autonome ruimtevraag 25

3.1.2 Ruimtevraag als gevolg van verhuizingen en frictie 26

3.1.3 Ruimtevraag als gevolg van transformatie 26

3.1.4 Ruimtevraag naar natte bedrijventerreinen 26

3.1.5 Ruimtevraag bij de Luchthaven Twente 27

3.1.6 Samenvatting ruimtevraag 27

3.2 Korte en middellange termijn vraaganalyse 28

3.2.1 Achtergrond 28

3.2.2 Onderbouwing aanpak 28

3.2.3 Resultaten 29

3.3 Analyse ruimteaanbod bedrijventerreinen 29

3.3.1 Aanbod bedrijventerreinen kwantitatief 30

3.3.2 Aanbod bedrijventerreinen kwalitatief 31

3.3.3 Matching kwaliteit vraag en aanbod 32

3.3.4 Conclusie aanbod bedrijventerreinen 32

Hoofdstuk 4 Realisatiestrategie 35

4.1 Programmering van de bedrijventerreinen Netwerkstad Twente 35

4.1.1 Totaaloverzicht kwantitatieve match vraag en aanbod 36

4.1.2 Criteria programmeren bedrijventerreinen 36

4.1.3 Kwantitatief en kwalitatief programma 37

4.1.4 Provinciaal Grondfonds 38

Page 4: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 4 -

4.1.5 Strategisch programmeren in de toekomst 38

4.1.6 Strategische voorraad als planningsinstrument 39

4.2 Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid 39

4.3 Kwaliteitsbeheer 41

4.4 Gronduitgifteprotocol 42

4.5 Fysieke en digitale bereikbaarheid 42

4.6 Regionale samenwerking 43

4.7 Acquisitie 44

4.8 Monitoren 44

Begrippenlijst 45

Bijlagen

1 K

orte termijnvisie Ecorys, juni 2013 48

2 A

ctualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040 (Ecorys, 2013) 50

3 C

PB-scenario’s nader toegelicht 54

4 T

oedelingsschema Gezamenlijk programmeren korte en middellange termijn. 56

5 E

corysrapport 2013 58

Page 5: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 5 -

Page 6: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 6 -

Page 7: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 7 -

Voorwoord

In 2010 hebben we met de vijf Netwerkstadgemeenten een gezamenlijke visie op de ontwikkeling

van onze bedrijventerreinen gemaakt. De economie en de ruimtevraag verandert voortdurend,

zeker nu. We hebben te maken met een langdurige financiële crisis, hoge werkloosheid,

toenemende leegstand en een grote herstructureringsopgave, waardoor er minder

bedrijventerrein is uitgegeven in de afgelopen periode, dan was voorzien. Er zijn echter ook

kansen, mede door de regionale focus op innovatie in de High Tech Systems en Materials.

Ondanks vele tegenvallers in het bedrijfsleven zien we ook groei, innovatie en voeren we

serieuze gespreken met kandidaten voor onder meer het XL Businesspark. In de afgelopen twee

jaar is ruim 30 ha. bedrijventerrein uitgegeven in de Netwerkstad en op het gebied van bestaand

vastgoed is ook veel beweging te zien. Er wordt geïnvesteerd in bereikbaarheid en nieuwe kades.

Ook zien we een revival van de (nieuwe) maakindustrie, dynamiek in de logistiek door de e-

commerce en een verdergaande koppeling van kennis- en maakindustrie. Daarom is er niet

alleen een evaluatie gemaakt maar vooral ook een herijking.

De ruimtelijke weerslag van de genoemde ontwikkelingen is niet alleen terug te vinden op de

bedrijventerreinen, maar ook op het Kennispark in Enschede, de diverse kantorenlocaties en

andere economische zones. In de voorliggende herijking hebben we de economische

ontwikkeling vertaald naar ruimtevraag, echter alleen die vraag die op de bedrijventerreinen

betrekking hebben.

Al met al negatieve maar vooral ook positieve geluiden, die vragen om een gezamenlijke aanpak.

Dit hebben we vorm geven in het strategisch programmeren van de uit te geven terreinen. Zodat

we in de komende periode nog beter de ruimtevraag van de bedrijven kunnen bedienen, om de

economische ontwikkeling te ondersteunen en te versterken.

Marijke van Hees,

Voorzitter Bestuurlijk Overleg Ruimte, Economie en Grondzaken

Regio Twente Netwerkstad

Page 8: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 8 -

Page 9: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 9 -

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De

vijfTwentsegemeentenAlmelo,Borne,Enschede,HengeloenOldenzaalvormensamendeNetwerkstad

Twente. Samenwerking,organisatieencoördinatie staan binnen de

Netwerkstadcentraalopuiteenlopendewerkvelden.Hieropinspelend heeft NetwerkstadTwente in

2010

eengezamenlijkeBedrijventerreinenvisieopgesteldominzichtteverkrijgenindehuidigeentoekomstige

bedrijventerreinenmarkt. Om vinger aan de pols te houden en reëel zicht op de

bedrijventerreinenontwikkeling te houden is in 2010 afgesproken dat in 2013 een evaluatie en zo

nodig actualisatie van de gegevens nodig is. Dit is vooruitlopend op de gewenste midterm

evaluatie van de provincie Overijssel in 2015. Ook zijn er aanvullingen gedaan op andere

onderdelen van de visie en uitvoeringsstrategie naar aanleiding van de huidige situatie op de

bedrijventerreinenmarkt.

Bij de evaluatie en actualisatie wordt van dezelfde methodiek uitgegaan als in 2010.Aanvullend

op de langere termijn prognose heeft Ecorys voor het strategisch programmeren een extra korte

termijn prognose opgesteld, die direct rekening houdt met vraaguitstel en uitval door de recessie.

Voor de lange termijn heeft dit geen effect, omdat net als bij het Rijk uitgegaan wordt van het CPB

TM scenario.

1.2 Doel en kaders

NetwerkstadTwentewileenpassend aanbod bieden aan de ruimtevraag van bestaande en nieuwe

bedrijven. Door de groei van en in bedrijvenkomt extra en nieuwe werkgelegenheid tot stand en het heeft

zo een positieve invloed op de welvaart in de regio.

In 2013 is een ruimtelijke Ontwikkelagenda voor Netwerkstad Twente opgesteld inde vorm van

een Ontwikkelingsperspectief. Een aantalruimtelijke opgaven zijn hierin opgenomen, zo ook de

programmering van woon- en werklocaties. Er is hierin aangegeven dat de (structurele) uitval van

de vraag naar woon- en werklocaties leidt tot groeiende gemeentelijke tekorten op

planexploitaties. Het bijstellen van ambities is niet voldoende. Er zijn fundamenteleingrepen

nodig: we moeten plannen schrappen en faseren, ook zijn er nieuwe verdienmodellen nodig. Voor

een toekomstbestendige Netwerkstad is het nodig omgezamenlijk strategisch te programmeren:

gericht op hetduurzaam en toekomstbestendig ontwikkelen van woon- enwerkmilieus die

aansluiten bij die veranderende vraag.In het ontwikkelingsperspectief, maken we, metbehoud van

de identiteit van de afzonderlijke gemeenten,gezamenlijke ruimtelijk-economische keuzesom de

ambitie voor Twente waar te maken. De ontwikkelopgaveligt vooral in het huidige stedelijk gebied:

transformerenen herstructureren, in plaats van uitbreiden. De huidigestedelijke contouren blijven

grotendeels zoals ze nu zijn. Waar we nog extra of tervervanging bouwen, moet dit echt

aansluiten op de vraag.Ook moeten we flexibel inspelen op verandering van dievraag. Al geven

prognoses aan dat er dekomendejaren nog een toenemende vraag is naar woningen

enbedrijfslocaties, wij kiezen ervoor om daar behoedzaam meeom te gaan. Investeren in het

bestaande stedelijk gebiedis belangrijk om de kwaliteit op niveau te brengen.

1.3 Wat hebben we gedaan na de vaststelling van de vorige visie

Naar aanleiding van de visie in 2010 zijn er van de toenmalige zachte plannen voor

bedrijventerreinen 22 hectare geschrapt in Borne, 5 ha. in Enschede. Ook is afgesproken dat de

Page 10: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 10 -

overige zachte plannen in de Netwerkstad tot nader orde niet ontwikkeld worden. Daarbij wordt er

elk jaar gemonitord en vindt elke drie jaar een herijking van de analyse plaats, zo ook in 2013.

Daarnaast zijn grote stappen gezet in de uitvoering van de herstructureringsplannen in alle

gemeenten. Een aantal zijn al deels weer uitgegeven. Een uitgebreide toelichting hierop wordt in

hoofdstuk 2.5 gegeven.

Ook is er veel aandacht geweest voor de (her)ontwikkeling van natte kavels en vervoer over

water. De resultaten hiervan worden in hoofdstuk 2 en 4 weergegeven.

De samenwerking in de Netwerkstad op het gebied van accountmanagement is verder

vormgegeven. Gezamenlijke acquisitie was een ander doel. De gemeenten hadden wel de

ambitie om dit vorm te geven, maar niet de financiële middelen om nu hierin te investeren. Dit

wordt nu door onze partners Port of Twente en Kennispark, met financiële bijdragen van de Regio

Twente en de Provincie Overijssel, in samenwerking met Oost NV vormgegeven.

1.4 Leeswijzer

Indezevisiewordtinhoofdstuk 2een helderedefiniëringencategoriseringvandebedrijventerreinen en

eentotaaloverzichtvande(plan)voorraadaanbedrijventerreinen gegeven. Ook wordt hier

ingegaanopde huidige situatie van de bedrijventerreinen.Hoofdstuk3behandeltde analyse van vraag

en aanbod, inclusief de

kwantiteitendekwaliteitvanhetaanbodaanbedrijventerreinenindeNetwerkstadregioTwente.Deversc

hillendebedrijventerreinenindegemeentewordenbeoordeeldengerangschiktopbasisvanhunkwaliteit

en.Inhoofdstuk4tenslotte,wordt in de realisatiestrategie aangegeven hoe wij onze doelen denken te

bereiken. Hier matchenweonder andere de vraagenaanbod (programmering).

Page 11: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 11 -

Page 12: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 12 -

Page 13: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 13 -

Hoofdstuk 2 De huidige situatie op de bedrijventerreinen

De inventarisatie van de huidige stand van zaken van de bedrijventerreinen in de Netwerkstad is

één van de bouwstenen voor de bedrijventerreinenstrategie. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op

de productiestructuur van het gevestigde bedrijfsleven en de kenmerken van de

bedrijventerreinen. Ook wordt ingegaan op herstructurering en transformatie van

bedrijventerreinen. Tot slot wordt een beschrijving gegeven van de thematische terreinen.

2.1 Productiestructuur

Netwerkstad Twente telt in 2012 ruim 22.000 bedrijven. In absoluut aantal bedrijven is de sector

groot- en detailhandel het meest vertegenwoordigd, gevolgd door bedrijven in de sector

advisering, onderzoek en overige speciale zakelijke dienstverlening. Verder is ook de bouwsector

nog steeds goed vertegenwoordigd.

Netwerkstad Twente telt in 2012 (CBS) een totaal arbeidsvolume werknemers van circa 144.900

arbeidsjaren.In 2012biedt de Netwerkstad Twente aan meer dan 191.000 mensen (dit is inclusief

uitzendkrachten) een arbeidsplaats. In Netwerkstad zijn qua aantal werkzame personen de

gezondheids- en welzijnszorg, industrie en groot- en detailhandel de grootste sectoren.

Figuur 1.1 Procentueel aandeel aantal arbeidsplaatsen in de Netwerkstad, 2012

Bron: Biro, 2012

Het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) in juli 2013 is in Netwerkstad Twente 20.384

personen. Dit is 13,4% van de totale beroepsbevolking. Binnen de Netwerkstad is het aantal

NWW-ers in Enschedehet hoogste.

2.2 Werkgelegenheid op bedrijventerreinen

In 2012werken 70.133 personen op een bedrijventerrein (BIRO, 2012). De meeste personen op

een bedrijventerrein zijn werkzaam in de sector industrie en groot- en detailhandel gevolgd door

de sector bouw.

Page 14: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 14 -

Uitgaande van een totaal van 1.580 ha. netto uitgegeven bedrijventerrein in Netwerkstad (zie

paragraaf 2.3), betekent dit dat er gemiddeld 44,4 werkzame personen zijn per ha.

2.3 Bedrijventerreinen

Netwerkstad Twente heeft in 2012 circa 1.910netto hectare aan bedrijventerrein1. Hiervan is

1.580 hectare uitgegeven aan bedrijven.De 1.910 netto hectare is verspreid over circa 60

bedrijventerreinen, waarvan op 28 nog één of meerdere kavels uit te geven zijn.Het gaat

overwegend om kleinere terreinen:

Figuur 1.3 Grootte van de bedrijventerreinen in de Netwerkstad

Grootte in netto ha. Aantal

< 5 ha. 19

5,1 – 10 ha. 6

10,1 – 25 ha. 14

25,1 – 50 ha. 7

>50 ha. 13

Deterreinen in de grootste categorie nemen gezamenlijk 2/3 van het totaaloppervlak voor haar

rekening (+/- 1290 hectare).

Figuur 1.4 De 10 grootste bestaande bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (o.b.v.netto

oppervlakte) per 1 januari 2013

Plaats Terrein Oppervlakte

netto

Uitgegeven Startjaar

uitgifte

Hengelo Twentekanaal 270 246 1935

Almelo Bedrijvenpark Twente 174 172 1982

Enschede Havengebied 134 133 1930

Enschede Boeldershoek-Twence 125 125 1980

Almelo XL Businesspark Twente 121 11 2008

Hengelo Westermaat (Zuid en Campus) 104 93 1950

Almelo Turfkade e.o. 103 98 1905

Oldenzaal Eekte-Hazewinkel 87 87 1965

Almelo Bornsestraat 76 76 1991

Enschede Euregio bedrijvenpark 60 50 1974

TOTAAL 1254 1091

Het grootste deel van de terreinen is aangelegd (of ontstaan) in de vorige eeuw. Na 2000 is

gestart met de uitgifte op 16 nieuwe terreinen. Van de 60 terreinen wordt 1/3 deel als verouderd

bestempeld. Op de meeste hiervan zijn herstructureringsprojecten gestart of al zover afgerond

dat de heruitgifte is gestart. Zie hiervoor ook paragraaf 2.5.

1 Dit is zonder de locaties gericht op specifieke, thematische invulling (bijvoorbeeld zorg, detailhandel,

kantoren en luchthavengebonden bedrijvigheid), zie hiervoor paragraaf 2.6.

Page 15: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 15 -

Figuur 1.2. De bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente per 1 juli 2013

Bron: IBIS 2013 en opgaves gemeenten Netwerkstad Twente

Page 16: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 16 -

2.4 Vastgoed

Bij de leegstand van bedrijfsruimten in Twente gaat het grotendeels om frictieleegstand (in deze

visie is uitgegaan van een gemiddelde frictieleegstand in Nederland van 6%). Zodra de leegstand

de frictieleegstand overtreft, is er vaak meer aan de hand. Het is dan een signaal om te kijken of

vanuit het oogpunt van doelmatigheid en noodzaak het terrein in aanmerking komt voor

revitalisering of herstructurering. Door de recessie neemt de langdurige leegstand toe, vooral bij

grote (verouderde) distributiecentra, die niet meer aansluiten op de eisen van de gebruiker.

Het aanbod aan bedrijfspanden voor de vier grote steden is het afgelopen jaar gestegen tot

434.500 m2 (per 1 juli 2013). Het leegstandspercentage komt daarmee uit op 8,6% waarvan 2,4%

langdurige leegstand. Deze laatste is dus ook gestegen in vergelijking met 2012. Almelo en

Hengelo scoren het laagste met resp. 4,0 en 7,7 %. Voor Enschede is het 10% en Oldenzaal

10,5%. Opvallend is dat er in alle plaatsen meer frictieleegstand is dan langdurige. Dit komt

omdat er nog veel nieuw aanbod bij komt op de markt.(Vastgoedrapportage Twente, 2013).

Onderstaande figuur laat het aanbod en de opname van bedrijfsruimte in de Netwerksteden zien.

De opname in de eerste helft van 2013 toont een lichte stijging ten opzichte van 2012. Vooral in

Enschede en Hengelo zijn grote opnames geweest in 2013. De markt voor bedrijfsruimte heeft

net als de andere onderdelen van de vastgoedmarkt te kampen met de gevolgen van de

economische tegenwind. Dat komt niet in de laatste plaats omdat vooral het MKB, als

belangrijkste gebruiker van bedrijfsmatig vastgoed, op dit moment hard wordt geraakt.

Figuur 1.5 Aanbod en opname bedrijfsruimte in m2 in de Netwerkstad2

Aanbod per 1 juli Opname

2012 2013 2012

Gehele jaar

2013

1e half jaar

Enschede 163.600 177.300 87.600 58.400

Hengelo 88.400 86.100 24.000 14.200

Almelo 70.900 86.200 25.700 4.700

Oldenzaal 84.400 84.900 23.100 11.800

Totaal 407.300 434.500 160.400 89.100

Bron: Vastgoedrapportage Twente 2013

2.5 Herstructurering en transformatie

De bestaande bedrijventerreinen zijn een belangrijke pijler voor ruimte voor economische

ontwikkeling en ondernemersklimaat in de Netwerkstad. De SER-ladder wordt met het bestaande

beleid in feite al lange tijd gehanteerd in de Netwerkstad. Zowel per gemeente als in het

gezamenlijke beleid is dit op verschillende manieren vastgelegd waarvan het meest recente

voorbeeld de Ontwikkelagenda Twente (2013) is.

Beleidsmatig wordt tevens het belang onderschreven om een deel van de bestaande

bedrijventerreinen kwalitatief te verbeteren en met nadruk ook duurzaam in te richten(zie ook

hoofdstuk 4). Hiermee blijven locaties aantrekkelijk voor bestaande en ook nieuwe bedrijven en

hoeft niet snel te worden uitgeweken naar nieuw te ontwikkelen locaties. Ook worden lege

plekken in de stad en op bestaande terreinen voorkomen.

2 Borne wordt in de Vastgoedmonitor niet apart genoemd en kan dus niet in deze tabel worden opgenomen.

Page 17: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 17 -

De noodzaak voor herstructurering treedt op als een gebied sterk verouderd is. Dit uit zich in de

uitstraling en de wisselende kwaliteit van de gebouwen, in de niet altijd optimaal benutte

bedrijfspercelen, de matige kwaliteit van de openbare ruimte en de verouderde weginfrastructuur.

Daarbij kan herstructurering, afhankelijk van de soort veroudering en locatiekenmerken, in drie

groepen worden ingedeeld:

• Revitalisering: forse integrale verbetering van een verouderd terrein met behoud van

bestaande economische functie;

• Herontwikkeling/herprofilering: wijziging van de werkfunctie van bestaande bedrijfsactiviteiten

ten gevolge van economische veroudering;

• Transformatie: ombouwen, waarbij de functie wijzigt in een andere functie. In dit laatste geval

wordt het terrein onttrokken aan de voorraad bedrijventerrein.

De doelstellingen van herstructurering zijn velerlei:

• Vergroten (en/of behouden) van de werkgelegenheid;

• Intensiever en/of efficiënter ruimtegebruik van de gronden;

• Kwaliteitsverbetering en verhoging functionaliteit van de openbare ruimte;

• Verbreden van de economische basis van een terrein (geschikt maken voor nieuwe soorten

bedrijven);

• Stimuleren van duurzaamheid;

Zoals in paragraaf 2.3 beschreven, hebben we in de regio veel oudere terreinen en wordt een

groot deel als (potentiële) herstructureringslocatie aangewezen. Via de provinciale kwaliteitsscan

is voor een aantal terreinen duidelijk in beeld gebracht waar ‘het probleem zit’. Het gaat om

Buitenhaven (Almelo), Molenkamp (Borne), de Reulver (tevens afrondingsscan uitgevoerd),

Rigtersbleek, Euregio I (Enschede), Timmersveld, twentekanaal-noord, Twentekanaal-Zuid,

Westermaat-Zuidwest (Hengelo),Eekte-Hazewinkel (Oldenzaal). Voor Turfkade en Buitenhaven

(Almelo) volgen scans in 2014.

Een gerichte aanpak op meerdere fronten tegelijk maakt de projecten niet eenvoudiger maar wel

sterker: werd vroeger met name gekeken naar een aanpak van de openbare ruimte, nu wordt

actief samengewerkt met externe partners (Oost NV, HMO, Kamer van Koophandel, Ministeries),

gezocht naar kansen voor het aantrekken van nieuwe soorten bedrijven (door bijvoorbeeld gericht

te werken aan ‘natte’ kavels), leefbaarheid en vooral een veel intensievere samenwerking met de

ondernemers.

Hieronder wordt per gemeente kort de stand van zaken van herstructureringslocaties toegelicht.

2.5.1 Almelo

Dollegoor/Slachthuiskade

De herstructurering van dit bedrijventerrein wordt binnenkort afgerond. Eén van de doelstellingen

van het herstructureringsproject Dollegoor was het gebied zo te herontwikkelen dat sprake is van

het juiste bedrijf op de juiste plaats in specifieke clusters. Aan de noordelijke Slachthuiskade zijn

op de locatie van een voormalige meubelfabriek conform de doelstelling nieuwe representatieve

bedrijven gevestigd in lagere milieucategorieën dan voorheen. Tussen de eerste en tweede

havenarm is de versterking van het high tech cluster gerealiseerd. Voor het overig deel van

Dollegoor blijft er ruimte voor bedrijven in de zwaardere milieucategorieën, watergebonden

activiteiten en representatieve bebouwing langs de Schuilenburgsingel. Om deze clusters ook in

de toekomst te behouden en, waar mogelijk, te versterken, wordt het bestemmingsplan in 2013

aangepast aan de nieuwe situatie. Daarnaast hebben onder meer verouderde opstallen

plaatsgemaakt voor nieuwe of nieuw uit te geven kavels en is de verouderde bovengrondse en

ondergrondse infrastructuur vernieuwd. Dit samen levert een ruimtewinst op van ruim 7,5 ha.

Page 18: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 18 -

Buitenhaven

Deze herstructurering is enkele jaren geleden ingezet met het vernieuwen van de openbare laad-

en-loskade, de sanering van een zeer vervuild perceel en de aanleg van een verkeersinstallatie.

Deze investeringen hebben tot gevolg gehad dat ook marktpartijen gingen investeren in

Buitenhaven. Diverse ongebruikte percelen en opstallen zijn vernieuwd en weer in gebruik

genomen. Dit heeft een ruimtewinst opgeleverd van ruim 2,5 hectare. Als gevolg van de

herstructureringsactiviteiten is er inmiddels een ondernemersvereniging op beide terreinen actief.

Turfkade

Voor Turfkade wordt in 2013 de resterende omvang van de herstructureringsopgave onderzocht

nu het Indiëterrein grotendeels wordt getransformeerd naar woningbouw. Hiervoor wordt een

kwaliteitsscan uitgevoerd. Daaruit zal onder meer duidelijk moeten worden of sprake kan zijn van

revitalisering dan wel een diepgaander herstructurering en voor welke delen van het terrein dit

betreft. Op het Indiëterrein is momenteel nog 2,5 ha van het bedrijventerrein van totaal 4,7 ha

groot voor heruitgifte beschikbaar.

2.5.2 Borne

Molenkamp

De herstructureringsopgave op het bedrijventerrein Molenkamp (27 ha) moet in de periode 2014-

2015 in uitvoering worden genomen (3e tranche). De herstructurering zal zich richten op een

opwaardering van het totale bedrijventerrein, dat bovendien zal resulteren in een netto

ruimtewinst van 1 ha. In 2009 is een kwaliteitsscan uitgevoerd en zijn 2 sterren ‘behaald’. De

potentie is bepaald op 3 sterren. Kwaliteits- en ruimtewinst is voor een belangrijk deel te halen uit

een betere interne milieuzonering, segmentering en clustering van bedrijven.

In 2011 is gestart met planvorming voor de herstructurering van het bedrijventerrein Molenkamp.

Ondertussen zijn er contacten tussen projectontwikkelaar, HMO, NV-Oost en Gemeente Borne.

Gemeente Borne kan slechts faciliteren, omdat bijna het gehele aangemerkte terrein privaat

eigendom is en weinig openbare ruimte kent. Verder ligt er een opgave op het gebied van de

beeldkwaliteit en de groene aankleding. Met het verder bepalen en uitwerken van de

verschillende verbeterpunten is in 2012 een start gemaakt. Ruimtewinst kan gecreëerd worden

door verdichting en een aantal percelen transformeren tot bedrijfskavel.

Een concreet en actueel probleem betreft de desolate situatie op het perceel Jonge Poerink,

gelegen op de hoek van de Oonksweg en de Prins Bernhardlaan, een belangrijke

beeldbepalende entree voor Borne en het bedrijventerrein Molenkamp.

Met de herstructurering is door de verbeterde indeling en segmentering, ca. 1 ha ruimtewinst te

behalen.

2.5.3 Enschede

Roombekerveld / Hardick & Seckel / Bleekerij / Unisson

Voor deze terreinen is de uitgifte inmiddels gestart en zijn de terreinen al deels weer bebouwd.

Het gaat bij allen om herontwikkeling door sloop van grote panden en herverkaveling naar

kleinschalige kavels, soms gemengd met wonen. De provincie heeft bijgedragen aan de

financiering van Hardick & Seckel.

‘t Sander

De zittende ondernemers hebben in eigen regie het terrein opnieuw ingericht en de panden

opgeknapt. De eerder beoogde subsidie van de provincie is niet ingezet.

Page 19: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 19 -

Havengebied

Het Havengebied is de grootste herstructureringslocatie van Enschede. In 2005 is het Masterplan

Havengebied Enschede vastgesteld. Op basis van de kaders in dit Masterplan wordt de

herstructurering per deelgebied en/of thema uitgevoerd. Vier projecten zijn al uitgevoerd:

verbetering Handelskade inclusief infrastructuur; herstructurering De Ossenboer, herstructurering

zuidzijde H. ter Kuilestraat en het project Woonarken. De financiering komt van verschillende

partijen: Gemeente, Provincie, Rijk, EU en de ondernemers en pandeigenaar.

Sinds 2008/2009 werken de gemeente en ondernemers (Belangenvereniging Ondernemers

Havengebied en individuele ondernemers) samen aan de herontwikkeling van het deelgebied de

Binnenhaven e.o. Hieronder valt de Binnenhaven (30ha) maar ook enkele andere

deelgebieden/kavels verspreid over het Havengebied. In 2012zijn de baggerwerkzaamheden

uitgevoerd, in 2013 volgt het oever- en kadeherstel alsmede aanleg van nieuwe kades en de

aanpak van de weg. Tegelijkertijd zullen een aantal ondernemers investeren in hun terrein,

gebouwen en bedrijfsvoering daar zij willen overstappen op goederenvervoer over water.In 2013

is ook gestart met het project Leefbaarheid waarin wij ons met name richten op de werknemers in

het Havengebied.

De Reulver

Op de Reulver bestond met name een bereikbaarheids- en parkeerproblematiek. Door een aantal

ingrepen in de openbare ruimte is dit verbeterd. In 2012 is een herijking geweest van de

kwaliteitsscandie dit ook aantoont met een hogere score in aantal sterren. Bij de ondernemers

bestaat nog wel een wens om de uitstraling van de oudere panden te verbeteren, dit moet echter

in eigen regie worden opgepakt. De subsidie van de provincie kon hier niet worden ingezet omdat

bij de uitvoering van de werkzaamheden nog geen projectplan was opgesteld.

Euregio I

Voor Euregio I is – met medefinanciering van de provincie - een scan uitgevoerd. Dit terrein staat

niet op het meerjarenprogramma van de provincie. De gemeente en ondernemers willen echter

wel een aantal herstructureringsacties voor dit gebied gaan oppakken.

Westerval

Het terrein Westerval-zuid is deels opnieuw uitgegeven. Recent is ook de locatie van de

voormalige ijsbaan geherstructureerd.

Zuiderval (Transformatie)

De Zuiderval is als één van de belangrijkste entrees van Enschede getransformeerd tot een

hoogwaardige, gemengde locatie voor o.a. zakelijke dienstverlening, hotel, detailhandel en

wonen. Voor het deelgebied Janninkskwartier, wat als te herontwikkelen bedrijventerrein in de

plannen stond, is recent besloten naar een andere invulling te zoeken.

Op de Brouwerij / CeeCee (Transformatie)

De voormalige locatie van Grolsch is omgevormd tot een creatieve campus voor media, design,

cultuur en art in combinatie met winkels en horeca. Daaromheen worden opnieuw kavels

uitgegeven voor kantoren en kantoorachtige panden waarbij deels gecombineerd kan worden met

wonen.

Polaroidlocatie (Transformatie)

Na een aantal jaren van leegstand heeft de voormalige Polaroidlocatie een nieuwe bestemming

gevonden en wordt nu gevuld met sport, welzijn en diverse sociale voorzieningen. Het

bestemmingsplan zal worden aangepast.

Page 20: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 20 -

Werkparken Luchthaven (De Strip / Oostkamp / Deventerpoort)

De werkparken liggen ten zuiden van de Luchthaven Twente en zijn gezamenlijk ca. 50 ha. bruto

groot. De terreinen zijn in gebruik geweest als onderdeel van de militaire luchthaven en ook als

zodanig ingericht met onder meer munitiebunkers, shelters en een airstrip. In het door de

gemeenteraad van Enschede in 2012 vastgestelde Ontwikkelingsplan is aangegeven dat er

gestreefd wordt naar herontwikkeling van het gebied en gebouwen in een nichemarkt met

leisure/innovatieve bedrijvigheid. Een deel van de gebouwen is al als zodanig in (tijdelijk) gebruik.

Om de bedoeldeorganische ontwikkeling mogelijk te maken is een bestemmingsplan in

voorbereiding.

2.5.4 Hengelo

Bedrijvenpark Twentekanaal

De bedrijvenlocatie Twentekanaal is, inclusief de grotendeels op grondgebied Enschede gelegen

afvalverwerkingslocatie Boeldershoek, netto 370 ha groot. Daarmee is Twentekanaal één van de

grootste bedrijventerreinen in Overijssel. De locatie speelt een centrale rol in de regionale

economie en biedt ruimte aan meer dan 300 lokaal, regionaal en (inter)nationaal opererende

bedrijven. Momenteel zijn logistiek, recycling en hightech speerpunten in de ontwikkelingsvisie

van ondernemers en gemeente. De trimodale ontsluiting is van bovenregionale betekenis. In

2001 is de Container Terminal Hengelo in gebruik genomen. Deze is inmiddels zo succesvol

gebleken - op korte termijn wordt een doorgroei verwacht naar 200.000 teu overslag op jaarbasis-

dat op XL Businesspark Twente een tweede terminal wordt gerealiseerd.

Voor de verbetering van het bedrijventerrein is in 2004 een masterplan vastgesteld waarin de

gewenste en mogelijke ontwikkelingsrichtingen zijn opgenomen en waarin deelprojecten voor de

korte en middellange termijn zijn geformuleerd. In het masterplan zijn als sterke punten

aangemerkt: de centrale ligging binnen de regio, de trimodale ontsluiting, de ruime

mogelijkhedenvoor kwalitatieve en kwantitatieve ruimtewinst en de gezamenlijke ambitie van

overheid en bedrijfsleven om op het terrein te investeren. Het ‘Masterplan Verbetering

Bedrijventerrein Twentekanaal ’is in 2011 geactualiseerd. Voor Twentekanaal-Noord en

Twentekanaal-Zuid zijn afzonderlijk kwaliteitsscans uitgevoerd door adviesbureau DHV.

De totaal vanaf 2005 te behalen ruimtewinst op Twentekanaal wordt momenteel geschatop circa

65 ha netto. Daarvan is inmiddels circa 35 ha in gebruik genomen. Resteert derhalve nog een te

realiseren ruimtewinst van 30 ha netto.

Inmiddels zijn diverse projecten gerealiseerd: de herontwikkeling van de voormalige Holec-locatie

op Twentekanaal-Noord (Kanaalkwartier), de herstructurering van het deelgebied waarin de

puinbreker is gelegen (Topper I), de verbetering van de hoofdontsluiting over weg en water

(reconstructie Diamantstraat en Boekeloseweg, uitbaggeren insteekhavens, Topper II), het

versterken van damwanden, de aanleg van een stoomleiding tussen de bedrijven Twence en

Akzo Nobel, de uitbreiding van de containerterminal en de ontwikkeling van Strootbeekcampus

(voormalige Akzo-Technologylocatie).

Twentekanaal-Noord / Kanaalzone (watergebonden bedrijvigheid)

Hengelo wil haar positie als grote binnenhaven versterken door het vervoer over water te

stimuleren en ruimte te creëren voor watergebonden bedrijvigheid direct grenzend aan het

Twentekanaal. De openbare kade en de damwanden van de insteekhavens zijn daartoe

(gedeeltelijk) vernieuwd. De herontwikkelingslocatie Kanaalzone, tegenover de Akzo, is recent in

ontwikkeling genomen. Op deze locatie zal Stork Technical Services nieuw gaan bouwen zodat

op de oude locatie ruimte vrijgemaakt kan worden voor doortrekking van de Laan Hart van Zuid

naar het station.

Page 21: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 21 -

Thaleslocatie

De planvorming met betrekking tot de Thaleslocatie is in een stroomversnelling geraakt. Thales

zal haar eigen bedrijfsactiviteiten concentreren op het noordoostelijke deel van de huidige locatie

en zal de vrijkomende ruimte op de markt brengen voor vestiging van technologisch

hoogwaardige industriële bedrijven. Ambitie is de totstandkoming van een bedrijvencluster

rondom high tech systemen. Om de vestiging van nieuwe bedrijven mogelijk te maken zal een

deel van de vrijkomende ruimte op korte termijn bouwrijp moeten worden opgeleverd.

Aandachtspunten daarbij zijn de externe en interne ontsluiting, de elektriciteitsvoorziening,

parkeren en de landschappelijke inpassing. Het bedrijvenpark krijgt een hoogwaardige uitstraling

met een shared facilitycentre voor alle bedrijven. Op eigen terrein bouwt Thales momenteel een

nieuw hoofdkantoor, een centraal voorraadmagazijn en een nieuwe printplatenfabriek.

Westermaat-Zuidwest

De deellocatie Westermaat Zuidwest kan worden getypeerd als een gemengd bedrijventerrein

met relatief veel bedrijven in de groothandel en de traditionele perifere detailhandel (ABC

goederen). Ook voor dit terrein is een kwaliteitsscan uitgevoerd door DHV met het oog op

toekomstige plannen voor herstructurering. Inmiddels is op de voormalige Expo-locatiehet

beursgebouw ontwikkeld tot een datacentre in combinatie met nieuwbouw van het hoofdkantoor

van de ODIN-groep. Onderdeel van de plannen voor herontwikkeling van de voormalige

expolocatie en het aangrenzende gebied is de verbetering van de ontsluiting richting toekomstige

voorstadhalte en Bornsestraat. Met de provincie zijn afspraken gemaakt over een bijdrage uit het

fonds Vitale Bedrijventerreinen (3e tranche).

Timmersveld

Timmersveld is een relatief klein, binnenstedelijk bedrijventerrein in het reguliere gemengde

segment. Er zijn circa 40 bedrijven gevestigd. Ook voor dit terrein heeft DHV in opdracht van de

gemeente een kwaliteitsscan uitgevoerd. Inmiddels is het terrein gerevitaliseerd.

2.5.5 Oldenzaal

Eekte-Hazewinkel

Uit de door DHV uitgevoerde kwaliteitsscan in 2008 bleek dat er een herstructureringsopgave

lagvoor het terrein Eekte-Hazewinkel. Dit terrein is circa 87 ha netto en vertoonde

verouderingskenmerken. Bepaalde delen van het terrein hebben een kwaliteitsimpuls nodig zoals

het gedeelte tussen Eektestraat en Jaartsveldstraat en de Enschedesestraat. Na het verkrijgen

van een provinciale subsidie is de herstructurering in oktober 2010 gestart. De openbare ruimte

en infrastructuur worden aangepakt: de huidige wegenstructuur dateert nog uit de jaren zeventig

en voldoet niet meer aan de huidige eisen. Er worden plaatselijk nieuwe regenwaterriolen

aangelegd en regenwater afgekoppeld. De natuurlijke berging in de Stakenbeek wordt benut en

er wordt een groen bergingsgebied aangelegd in het Elsmorsgebied (verlengde Jufferbeekzone).

Het onderzoek naar parkeerproblemen is afgerond en een lichtmastenonderzoek is uitgevoerd.

Van de lichtmasten wordt 18% vervangen en waar mogelijk voorzien van energiezuinige

verlichting. Bovendien zijn verspreid over het terrein nog een aantal woningen die niet meer

gewenst zijn.

De eerste concrete stappen zijn al gezet. Een drietal bedrijven kampte met ruimtegebrek en had

zich ingeschreven voor nieuw bedrijfsterrein met een totale vraag van circa 4 ha. Nu hebben ze

een naastgelegen perceel gekocht en zorgen met de deels nieuw op te richten panden en

inrichting van de openbare ruimte voor een kwaliteitsimpuls in het gebied. Daarmee is de

prestatie van 2 ha ruimtewinst gehaald.

Page 22: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 22 -

2.6 Thematische terreinen

De bedrijventerreinen in de Netwerkstad hebben allen hun eigen specifieke karakter door onder

andere hun ligging, grootte, ontsluiting en kavelgrootte. Een aantal terreinenzijn en/of worden

echter via onder meer de toegestane bestemmingen met een specifieke profielontwikkeld.In

onderstaande paragrafen lichten we deze terreinen kort toe.

2.6.1 XL Businesspark Twente

Hoogwaardige vestigingslocatie voor grootschalige bedrijven (groter dan 2 ha.) in de logistiek,

transport, distributie en industrie. Eigenaar is het Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijventerrein

Twente (RBT), een samenwerking van provincie en de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en

Hengelo. Binnenkort wordt gestart met de aanleg van kades en containeroverslag aan het

Twentekanaal waardoor het terrein multimodaal ontsloten is.

2.6.2 Luchthaven Twente

Op het terrein van de Luchthaven Twente kan ruimte worden geboden (20 ha. netto) aan

luchthavengebonden bedrijvigheid. Het gaat dan om bedrijven die functioneel aan een luchthaven

gerelateerd zijn en/of producten en/of diensten aanbieden die in relatie staan met het

functioneren van een luchthaven.

N.B. Daarnaast zijn in het ontwikkelgebied bij de Luchthaven nog drie werkparken die via

herstructurering opnieuw op de markt komen (zie paragraaf 2.5.3).

2.6.3 Natte bedrijventerreinen

De ambities van Twente

om zich meer te profileren

als logistieke hotspot

brengt mee dat

multimodale ontsluiting

van de bedrijventerreinen

nog belangrijker wordt (zie

ook hoofdstuk 3 en4.5).

Een groot aantal

bedrijvenmaakt al (in)direct

gebruik van het

Twentekanaal en vervoer

over water.

Zoals uit figuur 1.6 blijkt

zijn de terreinen in Hof van

Twente (Overig regio

Twente) bijna volledig

uitgegeven. In totaal is er

momenteel nog ruim 44 hectare terrein uitgeefbaar op de natte bedrijventerreinen. Deze terreinen

zijn niet allemaal kadegebonden.In de Netwerkstad worden op verschillende plekken nieuwe

kades aangelegd. Het gaat hierbij om XL Businesspark (380 meter), Kanaalzone Hengelo (330

meter) en Havengebied Enschede (500 m.).

Page 23: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 23 -

Figuur 1.6 Overzicht beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven in regio Twente3

Gemeente Terrein Kade m. Netto

oppervlak

Nog

uitgeefbaar

Hengelo Twentekanaal 2200 306,3 24,46

Almelo Buitenhaven 400 17,37 1,92

Dollegoor 1410 40,44 4,62

Bedrijvenpark

Twente

330 174,11 1,56

XL Businesspark 380 in aanleg 10 (nat terrein) 10

Enschede Havengebied 1100 133,8 1,4

Hof van Twente Schneiderbos I II 300 17,3 0

Haven Twentekanaal 800 30 0,3

Twentekanaal 310 + insteek 14 0

Bron: Ecorys (2013)

Naast de havengebonden bedrijven, is Twente rijk aan havengerelateerde bedrijven. Deze maken

vooral gebruik van containervervoer over water. Dat dit een sterk groeiende vervoersmodaliteit is,

blijkt uit de gerealiseerde containeroverslag in Twente (bij CTT in Hengelo). Deze overtreft

eerdere prognoses uit de Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010).

3 Daarnaast zijn er laad- en loskades in Vroomshoop, maar deze worden niet meer gebruikt voor

goederenoverslag.

Page 24: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 24 -

Page 25: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 25 -

Hoofdstuk 3. Actualisatie van de ruimtevraag tot 2040

3.1 Analyse van de ruimtevraag tot 2040

De ruimtevraag naar bedrijventerreinen wordt voor een belangrijk deel bepaald door autonome

groeiverwachtingen in de eigen regio. De vraag naar ruimte als gevolg van vestiging van

bedrijven van buiten Netwerkstad Twente is door bureau Ecorys dus niet berekend. Hierop is een

uitzondering gemaakt voor de vraag naar natte kavels, omdat deze naar verwachting relatief sterk

zal stijgen door het toenemende containervervoer over water.

Naast de autonome vraag heeft Ecorys ook de ruimtebehoefte door frictie als gevolg van

verhuizingen, door onttrekking als gevolg van transformatie tot bijvoorbeeld woongebieden en

zoals gemeld de vraag naar natte kavels berekend. Hieronder worden deze elementen die de

ruimtebehoefte beïnvloeden toegelicht.

3.1.1 Autonome ruimtevraag

Voor de actualisatie van de ruimtebehoefte raming uit 2010, heeft bureau Ecorys opnieuw het

ruimtebehoeftemodel SPECTRA gebruikt. Er is sprake van drie componenten in het model die

zoveel mogelijk aansluiten bij de actuele regionale situatie in de Netwerkstad Twente, namelijk:

• de totale werkgelegenheid en de werkgelegenheid specifiek op bedrijventerreinen;

• per sector het ruimtegebruik per werknemer in de Netwerkstad Twente;

• de locatietypevoorkeuren per sector in Twente.

Bij deze vraagprognose is opnieuw de groei per cluster in beeld gebracht en zijn de

locatievoorkeuren per sector en het ruimtegebruik per werknemer voor de verschillende sectoren

geactualiseerd. In de vraagraming is ook het vergezicht 2040 opgenomen om gelijk op te lopen

met de planningshorizon van de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente. De dynamiek in de

locatietype-voorkeuren en het ruimtegebruik per werknemer is voor de periode 2030-2040

constant gehouden. Met andere woorden, er is met eenzelfde kengetal per sector gerekend als in

de periode ervoor.

Van belang bij de interpretatie van de autonome ruimtebehoefte is:

• Bij de berekende ruimtebehoefte betreft het alleen extra ruimte als gevolg van economische

groei bij het bedrijfsleven in de Netwerkstad Twente zelf;

• De vervangingsvraag als gevolg van onttrekkingen van het aanbod door bijvoorbeeld

transformatie naar woonbestemmingen maakt geen onderdeel uit van de berekende

ruimtebehoefte;

• Er is - conform de afspraken tussen Rijk, provincies en gemeenten - gewerkt met een

regiospecifieke versie van het door het CPB gehanteerde TM (Transatlantic Market)-

scenario;

• De ruimtebehoefte wordt weergegeven in netto uitgeefbare hectares en is afgerond op 5-

tallen.

Figuur 3.1 Autonome ruimtevraag tot 2040 naar cluster in Netwerkstad Twente

2011-2020 2021-2030 2031-2040

Industrie en bouw 80 5 0

Transport, groothandel& distr. 100 25 5

Consumentendiensten 40 10 0

Dienstverlening 45 10 10

Totaal 265 50 15

Page 26: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 26 -

Op basis van het TM-scenario (zie bijlage 3)is de autonome ruimtevraag van de Netwerkstad

geraamd op circa 265 tot en met 2020. Dit is 50 hectare meer dan op basis van het scenario TM+

werd geraamd in 2011.

Inmiddels zijn de uitgiften van bedrijventerreinen gedurende de jaren 2011 (21,7 ha.) en 2012 (9,4

ha.) ook bekend. Dat leidt tot een vermindering van de ruimtebehoefte in Netwerkstad Twente

van afgerond 30 ha. De resterende vraag vanaf 2013 tot 2020 komt daarmee uit op 235 ha.

netto.

3.1.2 Ruimtevraag als gevolg van verhuizingen en frictie

Zoals aangegeven in de Visie Bedrijventerrein Netwerkstad Twente 2011 is de (extra)

ruimtevraag als gevolg van verhuizingen zeer beperkt. Verplaatsingen vinden meestal plaats

binnen de eigen gemeentegrens. Relevanter in dit perspectief is frictie. In een vitale samenleving

zal, zelfs als de beroepsbevolking of de economie niet groeit, toch behoefte zijn aan ruimte voor

nieuwe bedrijvigheid.

Er is dynamiek in de economie (vraag van consumenten naar nieuwe producten) en de

levensloop van bedrijven. Als een bedrijf wil verhuizen en zich wil vestigenop een nieuwe locatie

is daarvoor uiteraard nieuwe ruimte nodig. De locatie die het bedrijf achterlaat en dus de ruimte

die op de bedrijvenmarkt wordt aangeboden zal niet direct worden opgenomen. Er is dus tevens

ruimte nodig om de frictie tussen aanbod en vraag naar ruimte op de bestaande

bedrijfsgebouwenmarkt op te kunnen vangen. Daarbij wordt door Ecorys een frictiepercentage

van 6 procent gehanteerd. Bij een normale bedrijfsgebouwenmarkt hoort een frictieleegstand van

6 à 7 procent. Dit betekent een extra vraag tot 2020 in de Netwerkstad van afgerond 15 ha.

netto.

3.1.3 Ruimtevraag als gevolg van transformatie

Functies veranderen in de loop van de tijd. Het omzetten van een bedrijventerrein naar een

woonlocatie is vooral bij binnenstedelijke bedrijventerreinen een normaal verschijnsel geworden.

Met deze vervangingsvraag, als gevolg van verminderd aanbod, moet dus ook rekening worden

gehouden. In de Netwerkstad wordt met een onttrekking, en een daaruit voortvloeiende

vervangingsvraag, rekening gehouden van ca. 11 ha. netto. In de periode 2010-2012 zijn de

terreinen Polaroid en Jannink – samen 10 ha. – onttrokken aan de voorraad.

3.1.4 Ruimtevraag naar natte terreinen

Uit recent onderzoek (Ecorys 2013) – uitgevoerd in opdracht van Businesspark XL Twente en de

Netwerkstad - blijkt een groeiende vraag naar de zgn. ‘natte kavels’ in Twente. De vraag naar

natte kavels komt van bedrijven die voor het transport van goederen (mede) afhankelijk zijn van

vervoer over water. Deze bedrijven hebben behoefte aan een eigen kavel, direct aan het water

(kadegebonden), overslagbedrijven en terminals. Het vervoer van deze bedrijven over water

betreft voornamelijk bulkgoederen. Daarnaast zijn er bedrijven die wel gebruik maken van

goederenvervoer over water, maar niet zelf een kade nodig hebben. Dit betreft vooral bedrijven

die goederen per container vervoeren of stukgoederen, zoals grote constructies. Deze bedrijven

vestigen zicht het liefst nabij een kade of bij een (container)terminal. Dit zijn haven- of

kadegerelateerde bedrijven die zich ook op natte bedrijventerreinen vestigen.

Verdere groei van vervoer over water in Twente is mogelijk gezien de recente uitbreiding van

kade en faciliteiten van CTT in Hengelo en de afspraken van Havenbedrijf Rotterdam met de

containerterminals op Maasvlakte 1 en 2 over (veel) meer vervoer per binnenvaart. Voor

Page 27: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 27 -

havengerelateerde bedrijven is geen rechtstreekse vertaling van de overslag in containers naar

de ruimtevraag te maken. Deze vraag betreft vooral vestigende bedrijven van buiten de regio, in

het bijzonder grote logistieke dienstverleners en Europese distributiecentra.

De berekende additionele vraag van 22,5 ha. naar natte kavels is dus vooral het gevolg van groei

van de goederenoverslag tot 2020. Een deel van deze extra overgeslagen goederen zal terecht

komen bij bestaande bedrijven (met deze groei wordt in de autonome ruimtevraagprognose

rekening gehouden), de overige groei komt van nieuwe vestigers of eventueel door verplaatsing

van bedrijven die voorheen nog niet aan een kade zaten en nu van plan zijn zich aan een kade te

vestigen om goederen over water te vervoeren. De groei zal voornamelijk terecht komen op de

beschikbare natte deelterreinen in Hengelo en Enschede en op het XL Businesspark (dus in

Netwerkstad Twente), in overig Twente zijn de natte terreinen bijna volledig uitgegeven.

De geprognosticeerde ruimtevraag naar natte kavels beschouwen we als additionele ruimtevraag

bovenop de berekende autonome ruimtevraag. In de overzichtstabellen hanteren we voor de

weergave het gemiddelde van de bandbreedte voor de periode 2013-2020, te weten 22,5 hectare

netto.

Figuur 3.2 Extra ruimtevraag natte bedrijventerreinen o.b.v. ruimteproductiviteit in Twente

Overslag

(mln.ton)

Groei t.o.v. 2010

(mln. ton)*

Ruimteproductiviteit

(ton/ha.)

Extra ruimte-

vraag (ha)

2010 5,4 - 26.600 -

2020 SE 6,2 0,8 29.383 26

2030 SE 6,4 1,0 30.886 32

2040 SE 6,7 1,2 32.465 38

2020 GE 6,8 1,4 35.748 39

2030 GE 7,6 2,2 37.576 59

2040 GE 8,5 3,0 43.620 70

* door afrondingsverschillen kan dit getal iets afwijken van het verschil uit de 2e kolom.

Bron: Ecorys (2013)

Figuur 3.3 Overzicht ruimtelijke opgave voor natte bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente

(in netto hectares)

2011-2020

Additionele vraag natte kavels 26 tot 39 ha

Bron: Ecorys (2013)

3.1.5 Ruimtevraag door de Luchthaven Twente

Indien Luchthaven Twente tot ontwikkeling wordt gebracht zal dit ook leiden tot extra ruimtevraag.

Het bedrijventerrein op de Luchthaven Twente is specifiek bedoeld voor luchthavengebonden

bedrijvigheid. Deze additionele ruimtevraag is verbondenaan de ontwikkeling van de luchthaven

zelf en valt zodoende niet onder de autonome ruimtevraag van reguliere bedrijvigheid. Zij wordt in

de rest van dit document dus ook niet meegenomen in de berekeningen van vraag en aanbod.

3.1.6 Samenvattingvan de ruimtevraag

In onderstaande tabellen is voor de Netwerkstad Twente de totale ruimtelijke opgave voor

bedrijventerreinen weergegeven. We geven hier expliciet de periode 2013-2020 weer en de

vergezichten 2021-2030 en 2031-2040.

Page 28: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 28 -

Figuur 3.4 Overzicht ruimtelijke opgave voor bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in

netto ha) op basis van het TM-scenario.

2013-2020 2021-2030 2031-2040

Autonome ontwikkeling vraag

(TM-scenario)

235 ha 50 ha 15 ha

Frictieruimte 15 ha

Transformatie 11 ha

Extra ruimtevraag natte terreinen 22,5 ha

Totale ruimtebehoefte 283,5 ha 50 ha 15 ha 350 ha4

De autonome ruimtevraag is berekend op basis van een gemiddelde groei over een langere

periode. De mogelijke ontwikkeling van de goederenoverslag op Luchthaven Twente, bij CTTen

de nieuwe natte terreinen zullen naar verwachting belangrijke aanjagers zijn voor de groei van

bedrijven en dus de ruimtevraag. Het gaat dan om de groei van grote ruimtevragers zoals

overslagbedrijven, distributiecentra en platformgebonden maar ook door het aantrekken van

nieuwe bedrijven. Zoals eerder toegelicht is de verwachting dat de ruimtevraag naar natte

terreinen voornamelijk in Netwerkstad Twente zal neerslaan.

3.2 Korte en middellange termijn vraaganalyse

3.2.1 Achtergrond

Ten behoeve van de herijking van de bedrijventerreinenvisie is een raming gemaakt van de vraag

op de lange termijn tot 2040 gebaseerd op het TM-scenario (paragraaf 3.1). In de raming staat

centraal of er voldoende aanbod of planvoorraad beschikbaar is om de in deze raming verwachte

vraag te kunnen accommoderen.

Daarnaast is er voor het project strategisch programmeren behoefte aan een vraagraming op de

korte en middellange termijn. In deze paragraaf worden de aanpak en de resultaten van deze

nieuwe vraagraming behandeld (zie ook bijlage 1).

3.2.2 Onderbouwing aanpak Op verzoek van de Netwerkstad zijn een aantal aanpassingen in het ruimtelijk-economisch model

REPROG van Ecorys, gericht op deze vraagraming, gemaakt:

• Schatting van de werkgelegenheid in de Netwerkstad Twente in de jaren 2011 en 2012, op

basis van:

a. de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde per sector 2011-2012,

b. het aantal banen in 2011 per gemeente en de regio,

c. de verhouding tussen het aantal banen en fte per sector in 2011,

d. de sectorsamenstelling in 2011,

e. de verwachte arbeidsproductiviteit in 2012, en

f. het werkgelegenheidsaandeel van de Netwerkstad in de regio Twente in 2012.

• Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de jaren 2013

en 2014, op basis van de meest recente nationale ramingen van het CPB (Policy brief, 6 juni

2013);

• Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de periode

2015-2020 op basis van de twee CPB-scenario’s die vanaf 2008 de

4 Afgerond.

Page 29: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 29 -

werkgelegenheidsontwikkeling in Nederland het beste benaderen, namelijk Regional

Communities (RC) en Strong Europe (SE).

Daarmee wordt voor de korte en middellange termijn de meest realistische benadering gekozen

die gebruikt kan worden om de komende jaren prioriteiten te stellen als het gaat om ontwikkelen,

uitfaseren of afstoten.

3.2.3 Resultaten korte en middellange termijnraming

In 2013 en 2014 zal de werkgelegenheid, evenals dat het geval is geweest in 2012, verder dalen.

Een en ander wordt duidelijk in de volgende tabel:

Figuur 3.5 Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2011-2014

2011 2012 2013 2014

Netwerkstad Twente 147,2 144,9 142,8 141,8

Bron: Ecorys, 2013

Voor de middellange termijn is er sprake van een bandbreedte op basis van de twee op dit

moment meest realistische scenario’s. Deze kunnen als volgt worden weergegeven:

Figuur 3.6 Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2015-2020

2015 2020

Regional Communities (RC) 141,5 141,3

Strong Europe (SE) 142,1 143,5

Bron: Ecorys, 2013

In het RC-scenario zet de daling van de werkgelegenheid zich verder voort, al gaat het in totaal

maar om een verlies van 500 arbeidsjaren. Daarentegen herstelt de werkgelegenheid zich licht in

het SE-scenario. Ook hier gaat het om een beperkte groei van 1.400 arbeidsjaren. Ter

vergelijking, in het TM-scenario gaat het in deze korte en middellange termijnraming om een groei

van 1.700 arbeidsjaren (van 142,2 naar 143,9).

Vervolgens is gekeken naar de gevolgen voor de ruimtebehoefte. In deze raming is gebruik

gemaakt van dezelfde locatietypevoorkeur en ruimte intensiteit in gebruik als bij de lange termijn

is gedaan.

Figuur 3.7 Autonome ruimtevraag bedrijventerreinen 2013-2020 naar cluster in ha.

Regional Communities Strong Europe

Industrie en bouw 25 30

Transport, groothandel en distr. 35 35

Consumentendiensten 20 20

Dienstverlening 45 45

Totaal 125 130

Bron: Ecorys, 2013

De verschillen tussen de twee scenario’s zijn onderling klein. In vergelijking met het TM-scenario

voor de lange termijn (235 ha.) is de autonome ruimtevraag fors lager. Verder valt op dat de

clustersamenstelling in de ruimtebehoefte verandert. In deze twee scenario’s is de ruimtebehoefte

van de lokale en regionale verzorgende werkgelegenheid veel belangrijker dan in het TM-

scenario, waar logistiek en industrie domineren. Deze verzorgende bedrijven zullen vooral

belangstelling hebben voor gemengde terreinen in de eigen gemeente.

Page 30: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 30 -

3.3 Analysevan het ruimteaanbod bedrijventerreinen

Voor de Netwerkstad zijn de veranderingen in het aanbod sinds 2010 in kaart gebracht. Hierin zijn

de plannen die zijn verwezenlijkt, op- of afgevoerd, terreinen die zijn uitgegeven en/of in de SER-

ladder opgeschoven verwerkt. De in 2010 voor de bedrijventerreinenvisie gemaakte locatie-

profielen zijn geactualiseerd en aangevuld. Hieronder volgt een nadere analyse van het

vernieuwde aanbod.

3.3.1 Aanbod bedrijventerreinen kwantitatief

Voor het confronteren van de toekomstige ruimtebehoefte met het aanbod aan bedrijventerreinen

zijn alleen die terreinen interessant waar nu en in de toekomst ruimte beschikbaar komt. Voor het

in beeld brengen van het aanbod aan bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente is gekeken naar:

• De huidige terreinen met terstond beschikbaar uitgeefbaar terrein (= bestaand) en

vastgestelde plannen (conform IBIS);

• De terreinen waar door herstructurering nieuwe ruimte beschikbaar komt;

• Het aanbod in zachte plannen (overige plannen).

Netwerkstad Twente heeft deze analyse uitgevoerd (peildatum juli 2013) en verwerkt in de

verdere confrontatie van vraag en aanbod. In onderstaande tabellen is het huidige en toekomstig

beschikbare aanbod per ‘status’ weergegeven.

Figuur 3.8 Bestaand aanbod in Netwerkstad Twente

Gemeente Bestaand aanbod Netto ha

(afgerond)

Beschikbaarheid

Almelo Bleskolk 4 per direct

Almelo Bedrijvenpark Twente 5 per direct

Almelo Twentepoort 2 per direct

Almelo Bedrijvenpark Twente Noord 38 per direct

Almelo Aadijk 7 per direct

Almelo Dollegoor/slachthuiskade 3 per direct

Almelo Buitenhaven 2 per direct

Almelo Turfkade 5 per direct

Almelo/

Netwerkstad

XL Businesspark Twente

112

per direct

Borne Buren- De Veldkamp 26 per direct

Enschede Euregio BP 10 per direct

Enschede Josink Es 7 per direct

Enschede Marssteden 2 per direct

Enschede De Bleekerij 1 per direct

Enschede Roombekerveld 2 per direct

Enschede Hardick&Seckel 1 per direct

Enschede Westerval 1 per direct

Enschede Usseler Es 58 per direct

Enschede Unisson Boekelo 1 per direct

Hengelo t Oosterveld 13 per direct

Hengelo Westermaat Noord II 11 per direct

Oldenzaal Hazewinkel Noordwest 2 per direct

Oldenzaal Jufferbeek Zuid 21 per direct

Totaal 333

Het verschil in de tabellen en totalen met het rapport van Ecorys (bijlage 5) wordt veroorzaakt

door het verschil in peildata.

Page 31: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 31 -

Figuur 3.9 Ruimtewinst door herstructurering in Netwerkstad Twente

Gemeente Herstructurering Netto ha

(afgerond)

Beschikbaarheid

Borne De Molenkamp 1,0 2015

Hengelo Twentekanaal (incl. Thales) 24,0 per direct

Enschede Havengebied 2,5 per direct

Totaal 27,5

Figuur 3.10 Zachte plannen in Netwerkstad Twente

Gemeente Zachte plannen

HERSTRUCTURERING

Bruto ha

(afgerond)

Beschikbaarheid

Enschede Werkpark Luchthaven, Deventerpoort 5 p.m.

Enschede Werkpark Luchthaven, de Strip 20 Economische zone

Enschede Werkpark Luchthaven, Oostkamp 23 Economische zone

Zachte plannen

Netto ha

(afgerond)

Beschikbaarheid

Almelo Aadijk Noord (overig) 21 Uitgefaseerd

Almelo Buitenhaven West 27 Uitgefaseerd

Hengelo Boeldershoek Oost 5 Geschrapt muv 5 ha

Oldenzaal Hanzepoort-West 5 Uitgefaseerd

Oldenzaal Hanzepoort-Oost 10 Uitgefaseerd

Oldenzaal Jufferbeek-Noord 12 Gesprekslocatie

Oldenzaal Elsmors Uitbreiding 13 Uitgefaseerd

Totaal 130-1405

(netto/bruto)

3.3.2 Aanbod bedrijventerreinen kwalitatief

Niet ieder terrein is geschikt voor het accommoderen van hetzelfde type bedrijvigheid. Het ene

terrein is voornamelijk bedoeld (en geschikt) voor logistiek en distributie, het andere terrein is

meer gericht op hoogwaardige bedrijvigheid. Daarom wordt naast een kwantitatieve match tussen

vraag en aanbod ook gekeken naar de kwalitatieve match.

Locatieprofielen per bedrijventerrein

Voor de waardering van de kwaliteit van het aanbod is dezelfde methodiek toegepast als in de

‘Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente’ in 2011. Het verschil met 2011 is dat een aantal

terreinen niet langer zijn opgenomen omdat deze terreinen geen aanbod meer hebben of zijn

geschrapt. Tevens zijn er enkele nieuwe terreinen toegevoegd. Voor elk terrein is een

locatieprofiel opgesteld (zie bijlage 5), dat wil zeggen dat de terreinen beoordeeld zijn op hun

locatiekwaliteiten.

Hierbij zijn op hoofdlijnen de volgende locatiefactoren meegenomen:

• uitgifteprijs;

• ligging;

• bereikbaarheid (auto en ov);

• fysieke omgeving (o.m. stedenbouwkundige uitstraling en kavelomvang);

• beoogde doelgroepen;

• nabijheid clusters en/of speciale voorzieningen (haven en stedelijke voorzieningen).

5 Door de organische herontwikkeling van de werkparken is nog geen netto aantal ha. te noemen. Omdat de

andere aanbodcijfers in netto ha. wordt gegeven gaan we in de rest van het document uit van een inschatting

van 130 ha. netto aan zachte plannen.

Page 32: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 32 -

De gegevens hiervoor zijn afkomstig uit deIBIS 2010, www.twentsebedrijventerreinen.nl,desk

research,input werkgroep bedrijventerreinen Netwerkstad Twente en de expertise van Ecorys.

Per locatiefactor zijn de bedrijventerreinen gewaardeerd op een schaal van 1 (laagste

waardering) tot en met 5 (hoogste waardering). Het betreft een relatieve beoordeling, waarbij de

bedrijventerreinen ten opzichte van elkaar zijn afgezet. Terreinen die op een bepaalde

locatiefactor het beste presteren krijgen hierbij de hoogste waardering. Per locatiefactor is

weergegeven wat als achtergrond heeft gefunctioneerd voor de weging. De verwachting is dat

hoe hoger een locatie scoort hoe eerder het zal worden uitgegeven.

3.3.3 Matching kwaliteit vraag en aanbod

Op basis van het programma van eisen per bedrijfscluster en de waardering van de

bedrijventerreinen is de geschiktheid van deze terreinen voor de clusters bepaald.Per

locatiefactor is het belang uit het programma van eisen (schaal 1-5) vermenigvuldigd met de

waardering van de terreinen (schaal 1-5). Hierbij is een wegingsfactor per cluster gehanteerd voor

de locatiefactoren.De resulterende score per bedrijventerrein per de cluster is vervolgens

omgerekend naar een rapportcijfer (zie p. 19 t/m 21 van de Ecorysrapportage).

Door deze wijze van presenteren wordt in een oogopslag duidelijk of een bedrijventerrein goed is

toegerust voor bepaald cluster. De scores per cluster leveren het eerste inzicht in de match of

mismatch tussen de (kwalitatieve) behoeften van de markt en de beschikbaarheid van het

aanbod. Deze exercitie is bedoeld om te voorkomen dat specifieke ruimtevraag uit een cluster

toebedeeld wordt aan een bedrijventerrein dat dit helemaal niet goed kan accommoderen. Een

terrein met een rapportcijfer van een 7,4 is niet per definitie beter dan een terrein met een 6,3,

maar sluit wel beter aan bij de wensen vanuit dat specifieke cluster.

3.3.4 Conclusie aanbod bedrijventerreinen

Kwantitatief gezien is er - inclusief de zachte plannen - een ruim voldoende aanbod in de

Netwerkstad om aan de vraag te kunnen voldoen. Als alleen gekeken wordt naar de harde

plannen en herstructureringswinst (incl. heruitgifte), is er sprake van een licht overaanbod.

Kwalitatief gezien geldt dat in de Netwerkstad Twente door het grote aanbod aan gemengde

bedrijventerreinen in zekere mate alle typen bedrijvigheid geaccommodeerd kunnen worden. Er is

vanuit kwalitatief oogpunt geen directe mismatch tussen de kwalitatieve vraag en het kwalitatieve

aanbod aan bedrijventerreinen.In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de programmering van het

aanbod.

Figuur 3.11 Vraag en aanbod in netto ha. kwantitatief tot 2040 op basis van het TM-scenario.

Vraag Aanbod

350

Harde plannen 333

Herstructurering 27

Zachte plannen 130

Totaal 490

Page 33: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 33 -

Page 34: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 34 -

Page 35: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 35 -

Hoofdstuk 4. Realisatiestrategie

In de vorige hoofdstukken is weergegeven wat de stand van zaken is en de verwachtingen zijn op

het gebied van bedrijventerreinen in de Netwerkstad Twente. Om ons doel van voldoende

kwantitatief en kwalitatief aanbod te realiseren wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de

programmering van de terreinen maar ook op acties die worden uitgevoerd op onder meer het

gebied van beheer, bereikbaarheid, grondbeleid en acquisitie.

4.1 Programmering van bedrijventerreinen in de Netwerkstad Twente

De ruimtevraag in Netwerkstad Twente is vanuit de economische clusters herijkt en

geactualiseerd. In deze paragraaf koppelen we de vraag- en aanbodzijde van de regionale

bedrijventerreinenmarkt. De vraag wordt hierbij afgezet tegen de kwantiteit en kwaliteit van het

huidige aanbod op de bedrijventerreinen in Netwerkstad, zoals dat door de gemeenten in de

aangevulde en aangepaste locatieprofielen is vermeld. Per cluster is zo inzicht te geven in de

verhouding tussen vraag en aanbod.

Voordat kan worden ingegaan op de mogelijke programmering,is bepaald vanuit welke clusters

de terreinen de meeste vraag mogen verwachten. Dit is gebeurd op basis van de match tussen

de gevraagde kwaliteit per cluster en de huidige c.q. geplande geboden kwaliteit per terrein.

Welke terreinen zijn geschikt voor meerdere clusters of zijn juist bijzonder geschikt voor één enkel

cluster (thematisch terrein)? Vervolgens is voor elk bedrijventerrein bepaald welke clusters hier

het beste kunnen worden geaccommodeerd: het ‘matchen’ van vraag en aanbod. Het

belangrijkste uitgangspunt hierbij is de kwaliteit van het terrein voor het betreffende cluster. Dit

levert als concreet resultaat een duidelijk gewenst profiel per terrein

4.1.1 Totaaloverzicht kwantitatieve match vraag en aanbod

Wanneer op Netwerkstad niveau gekeken wordt naar de kwantitatieve match tussen vraag en

aanbod (figuur 3.11) dan wordt in een oogopslag duidelijk dat het bestaande aanbod aan

bedrijventerreinen aan de geprognosticeerde vraag tot en met 2040 voldoet.

De geprognosticeerde ruimtevraag op Netwerkstad niveau kan echter niet zomaar toegedeeld

worden naar de gemeenten die ruimte hebben om deze vraag te accommoderen. Een

(aanzienlijk) deel van de ruimtevraag zal lokale vraag betreffen. Verder heeft het XL Business

Park een bijzondere positie in Netwerkstad Twente, zij is bedoeld voor (boven)regionale

bedrijvigheid met een ruimtebehoefte van meer dan 2 hectare. Met 112 hectare kan het terrein

uitstekend de toekomstige ruimtevraag accommoderen.

In de praktijk is het niet mogelijk de geprognosticeerde ruimtevraag volgens de SER-ladder direct

te sturen. Er moet met een aantal aspecten rekening gehouden die van invloed zijn op de

werkelijke accommodatie van de ruimtevraag:

• De ruimtevraag zal geen constante vraag zijn, het verleden laat zien dat de werkelijke uitgifte

het ene jaar hoog kan zijn en het volgende jaar laag. Afhankelijk van het beschikbare aanbod

en de kwaliteit van de vraag betekent dit dat bedrijven zich ergens anders kunnen/moeten

vestigen dan nu (in theorie) is voorzien of verplaatsing uitstellen;

• Beleidsmatige ambities van de gemeenten zijn niet meegenomen in de toedeling van de

ruimtevraag. Er kan een grote beleidsmatige voorkeur zijn voor het vestigen van bedrijven op

terrein A in plaats van terrein B. Ook het type ruimtevraag kan veranderen door strategische

acquisitie en beleid vanuit een gemeente of de Netwerkstad;

• De voorkeur van bedrijven voor vestiging op een bedrijventerrein is meegenomen in de

analyse, maar niet naar welk bedrijventerrein. In theorie voldoet een bepaald terrein aan de

Page 36: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 36 -

eisen vanuit een specifiek cluster, maar de voorkeur van de ondernemer kan toch anders

zijn.

4.1.2 Criteria Programmerenbedrijventerreinen

Afgestemd ontwikkelen van goede werklocaties is dé belangrijkste succesfactor en voorwaarde

voor een toekomstbestendige Netwerkstad Twente. We doen dit in de vorm van strategisch

programmeren.

De actieve grondpolitiek van gemeenten heeft veel grondposities opgeleverd die in de huidige tijd

moeilijk of niet tot ontwikkeling komen. Door te prioriteren op basis van een gezamenlijke visie en

programma ontstaan weer kansrijke locaties. Hierbij is het van belang dat wij binnen de

Netwerkstad, op den duur liefst binnen de regio, elkaar niet beconcurreren en maximaal van

elkaars kennis gebruik maken. Gezien de krimpende gemeentelijke organisaties is het des te

belangrijker in deze tijd om samen te werken.

In het Ontwikkelingsperspectief Netwerkstad Twente zijn hierover de volgende afspraken

gemaakt:

• De NT gemeenten gaan vanaf nu gezamenlijk strategisch programmeren op het gebied van

wonen en werken;

• Gezamenlijk verkennen we de mogelijkheden van een provinciaal grondfonds waarmee

mogelijk een financieringsconstructie wordt geboden voor de financiële consequenties die zijn

verbonden aan het schrappen of verkleinen van geplande of potentiële ontwikkellocaties.

Hiervoor volgen we een stapsgewijze aanpak;

• We maken programma’s in de vorm van overzichten van de locaties waar we op inzetten de

komende vijf jaar, de locaties die vervallen en de locaties die we achter de hand houden om

eventueel in de toekomst te ontwikkelen.

Vanuit bovenstaand gedachtengoed zijn keuzes gemaakt voor de werklocaties. Strategische

programmering wordt gedaan op basis van de inhoud, in het licht van de visie voor 2040. Daarbij

wordt gekeken naar nut en noodzaak van de programma’s vanuit Netwerkstad als geheel.De

volgende criteria zijn daarbij gehanteerd:

• We maken werklocaties mogelijk op die plekken waar dat voor de Netwerkstad Twente als

geheel het meeste rendement en onderscheidende toegevoegde waarde heeft;

• We zetten primair in op herstructurering en/of transformatie van het bestaande terreinen

(SER ladder);

• Als door herstructurering of transformatie niet in de regionale vraag kan worden voorzien,

kiezen we gezamenlijk voor een uitbreidingslocatie die het best past bij de vraag en

multimodaal is/wordt ontsloten;

• We houden rekening met het gevoerde grondbeleid van afzonderlijke gemeenten.

Voor bedrijventerreinen worden daarbij de criteria en wegingsfactoren, zoals opgenomen in de

Bedrijventerreinenvisie 2011 engeactualiseerd in 2013, als uitgangspunt genomen. Het gaat om

de criteria die gebruikt zijn bij de toedeling van de vraag per cluster naar het beschikbare en

toekomstige aanbod:

1. Aansluiting bij de economische speerpunten Netwerkstad en Innovatiedriehoek: De

speerpunten zijn in de regionale werkgelegenheidsprognose verwerkt. De Innovatie-driehoek

heeft vooral betrekking op niet-bedrijventerreinen (o.m. stationslocaties en Kennispark);

2. Grootschalige (> 2 ha) activiteiten op XL Businesspark: In het toedelingsmodel kan geen

onderscheid worden gemaakt tussen grote en kleine ruimtevragers. Wel zal deze behoefte

vooral voorkomen in de clusters transport c.a. (m.n. groothandel en opslag) en industrie &

bouw;

Page 37: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 37 -

3. Profielen van de terreinen moeten passen bij beroepsbevolking: De beroepsbevolking is nu

nog relatief laag opgeleid. Deze komt het best tot zijn recht in de clusters transport en

dienstverlening op bedrijventerreinen, wat ook gezamenlijk het grootste aandeel van de

ruimtevraag betreft. Daarnaast is het cluster industrie en bouw van belang;

4. Flexibiliteit in de fasering: er is altijdeen minimaal bepaald aantal hectare aanbod aanwezig.

De fasering is toegepast, met name in de periode 2013-2020;

5. Terreinen inzetten om lokaal gebonden bedrijvigheid te accommoderen: Zoveel mogelijk

accommoderen en gemeentelijk spreiden over kleine bedrijventerreinen of terreinen met een

klein aanbod. Is toegepast in de toedeling;

6. Een aantal terreinen moet multimodaal worden ontsloten (incl. water): Dit geldt in het

bijzonder voor de logistieke sector. Hiermee is rekening gehouden in de toedeling;

7. Goede bereikbaarheid over de weg: Dit wordt zichtbaar in de rapportcijfers bij de

locatieprofielen, waar dit relatief zwaar meeweegt.

4.1.3 Kwantitatief en kwalitatief programma

Zoals in hoofdstuk 3 beschreven, is er voor de bedrijventerreinen in de Netwerkstad onderzocht

of er sprake is van overprogrammering, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit heeft geresulteerd in

de vraag-aanbodanalyse, die als basis geldt voor de programmering. Uit deze herijking op basis

van het TM-scenario, blijkt dat er een autonome vraag naar bedrijventerreinen is van ca. 350 ha

tot 2040. Deze behoefte vormt wederom de basis voor strategisch (gezamenlijk) programmeren.

Figuur 4.2 Aanbod bedrijventerreinen kwantitatief tot 2040 volgens de SER-ladder.

Met de (definities van de) SER-ladder als basis zijn alle terreinen en plannen ingedeeld in

‘bestaand aanbod’, ‘herstructurering’, ‘(harde) plannen’ (280 ha.) en ‘zachte plannen’ (130 ha.).

De eerste twee categorieën vallen niet onder gezamenlijk programmeren, zij zijn al grotendeels

uitgegeven en bouwrijp. Het gaat hier om ca. 80 ha. netto van het totale harde aanbod. Bij de

zgn. (harde) plannen gaat het om de terreinen waarvoor wel een bestemmingsplan is vastgesteld

maar nog weinig of niets is uitgegeven.

Daarnaast is een korte termijn prognose op basis van een mix van de RC en SE-scenario’s

opgesteld. Hierin is de verwachte uitgifte tot 2020 in beeld gebracht, als specificatie van de lange

termijn vraagprognose. Uit de korte termijnanalyse volgt een behoefte van 50 ha. t/m 2015 en 110

ha. voor de periode 2016 t/m 2020. Voor de korte termijn is er meer voorraad dan vraag.

Bij de programmering wordt uiteraard rekening gehouden met de kwaliteit van vraag en aanbod.

Zo is in de analyse heel specifiek gekeken naar onder meer locaties voor de logistieke sector

zoals ‘natte kavels’.

Figuur 4.3 De vraag op basis van de korte en langetermijnprognoses, toegedeeld naar

periode in netto ha.

Autonome Vraag Extra vraag

2013-2015 50

2016-2020 110

2021-2040 190

Vraag door acquisitie PM (aanname 11 ha tot 2020)

Totaal 350 11

Tot 2040 Aanbod in netto ha.

Bestaand + herstructurering 80

(Harde) plannen 280

Totaal aanbod hard 360

Zachte plannen 130

Page 38: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 38 -

Op basis van bovenstaande is een schema opgesteld met de verwachte uitgifte naar periode. Dit

schema is in bijlage 4 opgenomen.

Periode 2013 t/m 2015:

- Uitgifte van 25 ha. van bestaande (overwegend binnenstedelijk) terreinen en

herstructureringwinst;

- Uitgifte van 27 ha. terreinen die vallen onder gezamenlijk programmeren.

Op de andere beschikbare terreinen wordt tot 2016 waarschijnlijk niets uitgegeven.

Periode 2016 t/m 2020:

- Uitgifte van 36 ha. van bestaand aanbod en herstructurering. Daarmee is nagenoeg het

gehele bestaande aanbod uitgegeven. Alleen als het aanbod kwalitatief niet past bij de vraag

zal er meer bestaand aanbod overblijven. Het gaat dan om een kwalitatieve mismatch in

plaats van een kwantitatieve;

- Uitgifte van ca. 70 ha. van die terreinen, die vallen onder gezamenlijk programmeren. Een

opsomming van deze terreinen staat in het programmeringsvoorstel zoals in de Actualisatie

van de bedrijventerreinenvisie (2013) is weergegeven. Deze lijst zal elke drie jaar

geactualiseerd worden.

In de periode 2016 t/m 2020 zullennaar verwachting dus (nagenoeg) alle terreinen, die niet onder

programmering vallen, uitgegeven worden. Alleen als het aanbod kwalitatief niet past bij de vraag

zal er aanbod overblijven. Het gaat dat om een kwalitatieve mismatch, in plaats van een

kwantitatieve.

Periode 2021 en verder:

Na 2020 kan verder worden uitgegeven op die terreinen die dan nog beschikbaar zijn waaronder

nog een klein deel van het bestaande aanbod en herstructurering.

Conclusie De Netwerkstad Twente heeft als geheel voldoende ruimte beschikbaar en gereserveerd in de

diverse categorieën bedrijventerreinen (bestaand – herstructurering – harde plannen – zachte

plannen) om in de verwachte vraag tot 2040 te kunnen voorzien. Per gemeente zijn er echter

verschillen. Dit betekent dat er regionaal zorgvuldig geprogrammeerd zal moeten worden om het

bestaande aanbod zo optimaal mogelijk voor de bedrijven in de Netwerkstad als geheel te

kunnen inzetten.Van een forse kwantitatieve overprogrammering aan harde plannen is in de

Netwerkstad geen sprake, te meer daar de kwalitatieve marktvraag complex is en niet exact is in

te schatten voor de langere termijn.

4.1.4 Provinciaal Grondfonds

De intentie is om tot een pilot provinciaal grondfonds te komen. De vorm en inhoud van het fonds

is nog in ontwikkeling. Zodra de inhoud en spelregels ervan bekend zijn kan een goede

inschatting worden gemaakt welk locaties binnen Netwerkstad Twente hiervoor in aanmerking

komen. Daarbij spelen behalve programmatische ook financiële en boekhoudkundige

overwegingen een rol.

4.1.5. Strategisch programmeren in de toekomst

De behoefte en vraag ontwikkelen zich zowel kwantitatief als kwalitatief. Gezamenlijk strategisch

programmeren betekent dat periodiek de programmering herijkt wordt.

De vraag- en aanbodverhouding zal tussen 2020-2024 een kantelpunt laten zien, maar wanneer

en hoe is nu nog niet exact aan te geven. Beslissingen over het uit de markt nemen van terreinen

door bestemmingsplannen om te zetten naar groene bestemmingen, ligt daarom nu niet voor de

hand. Uitfasering van betreffende terreinen kan wel aan de orde zijn.

Page 39: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 39 -

Juist vanwege het strategisch, meer op korte termijn programmeren, nemen we geen voorschot

meer op toekomstig te ontwikkelen terreinen. Op basis van regelmatige monitoring en

programmering zullen de toekomstige ontwikkelingen in gang gezet worden. Als er voldoende

vraag blijkt te zijn, zal in ieder geval Jufferbeek-Noord worden ontwikkeld.

Om op tijd de goede voorraad beschikbaar te hebben is monitoring en actualisatie van vraag- en

aanbodanalyses elke drie jaar zinvol ten behoeve van een goede planning van uitgeefbare

terreinen.

4.1.6 Strategische voorraad als planningsinstrument

Eenstrategische voorraad is geen onderdeel van de totale ruimtevraag. Feitelijk gaat het om

aanbod aan bedrijfsruimte dat beschikbaar moet zijn om de vraag op te kunnen vangen in de

periode tussen start van de ontwikkeling en de uiteindelijke oplevering van een bedrijventerrein.

Zodra het werkelijke totale aanbod kleiner is dan de strategische voorraad is het raadzaam om de

ontwikkeling van nieuw aanbod op te starten.

Hoe groot moet die voorraad dan zijn om te voorkomen dat er (tijdelijk) geen of te weinig aanbod

is? In onderstaande figuur wordt uitgegaan van de ruimtevraag tot 2020, de (theoretische)

gemiddelde jaarlijkse uitgifte en de in het Actieplan Bedrijventerreinen2004-2006 (Min. EZ, 2004)

gestelde vuistregels. Tweemaal de gemiddelde jaarlijkse vraag dient direct beschikbaar te zijn.

Zesmaal de gemiddelde jaarlijkse behoefte moet in bestemmingsplannen beschikbaar zijn om het

direct uitgeefbare aanbod snel te kunnen aanvullen. In figuur 4.4 wordt de gemiddelde uitgifte op

basis van de prognose vergeleken met de gemiddelde historische uitgifte van de afgelopen tien

jaar. Met een voorraad van 360 ha. waarvan 80 ha. in bestaand aanbod in harde plannen voldoet

de Netwerkstad aan een voldoende groot strategische voorraad.

Figuur 4.4 Benodigde strategische voorraad in netto hectares voor Netwerkstad Twente

Ruimtevraag 2011-

2020 (TM-scenario)

Gemiddelde jaarlijkse

uitgifte prognose 2011-

2020 (10 jaar)

Gemiddelde jaarlijkse

historische uitgifte

2005-2012 (8 jaar)

Strategische

voorraad

265 ha 26,5 ha 18,7 ha 75 ha

4.2 Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid

Bedrijventerreinen leggen een grote claim op de weinige ruimte die we in Nederland en meer in

het bijzonder in Twente hebben. Duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit vormen de rode draden in

de Omgevingsvisie van de provincie Overijssel.De provincie heeft de ambitie om essentiële

gebiedskenmerken te verbinden met nieuwe ontwikkelingen. Deze gebiedskenmerken vormen

het uitgangspunt.

Ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid

De Netwerksteden hebben zich tot doel gesteld door op de bestaande en de nieuw te ontwikkelen

bedrijfsterreinen de landschappelijke kenmerken zoveel mogelijk te handhaven.

Ruimtelijke kwaliteitwordt gedefinieerd als het – bedoeld en onbedoeld – resultaat van menselijk

handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens,

plant en dier belangrijk is.

Duurzaamheidwordt gedefinieerd als een duurzame ontwikkeling die voorziet in de behoeften

van de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te

brengen om ook in hun behoeften te voorzien.

Page 40: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 40 -

Vele uren per dag vormen bedrijventerreinen de leefomgeving voor grote aantallen mensen.

Aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit en de openbare aspecten van deze gebieden is dan ook

van belang. Imago en uitstraling van het bedrijf en het terrein zijn voor veel ondernemers en voor

het vestigingsklimaat belangrijk. Ook voor werknemers wordt het bedrijfsterrein aantrekkelijker om

te verblijven. Medewerkers lopen vaak een rondje in hun pauze en dan is het prettig als een

bedrijventerrein er goed uitziet. Goed ingerichte bedrijfsterreinen die zo mogelijk in het landschap

worden ingepast (een parkachtige opzet), goede fietsverbindingen hebben en waarbij wordt

ingezet op gestructureerd parkeren zijn aantrekkelijk en functioneren in economische zin beter.

Het bedrijfsterrein wordt in de toekomst veel meer een werklandschap dat duurzaam is opgezet.

Leefbaarheid wordt dus meegenomen in de (her)ontwikkelingsplannen voor bedrijventerreinen.

Duurzaam

Toch kan er een spanningsveld ontstaan: bedrijfsterreinen/werklandschappen zijn vooral bedoeld

om bedrijvigheid te huisvesten die vanwege milieu- of verkeersaspecten niet in een woon- of

centrumomgeving thuishoort. Aan bedrijven moet voldoende ruimte kunnen worden geboden om

ook de bedrijvigheid in zwaardere milieucategorieën te kunnen huisvesten.

Zowel voor bestaande als nieuwe bedrijfsterreinen krijgen duurzaamheidaspecten in toenemende

mate de aandacht. De gemeenten hebben duurzaamheidsbeleid of er is beleid in wording. Ook in

de in 2013 opgestelde Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente wordt aandacht besteed aan

duurzaamheid. Als belangrijke thema’s worden genoemd:

• Energiebesparing en lokale hernieuwbare energieopwekking in de gebouwde omgeving;

• Grootschalige (duurzame) energieproductie en distributie;

• Commercialisering van innovatieve en schone energietechnologie;

• Mobiliteit en transport.

Elk van de vijf Netwerkstadsteden zet in op energiebesparing. Daarbij valt te denken aan het

warmtenet Hengelo, het inzetten op het verminderen van uitstoot CO-2 in Almelo en Enschede en

drie gemeenten (Enschede, Almelo en Oldenzaal) hebben een energieloket speciaal voor

bedrijven. Hier wordt advies gegeven over energieverbruik en advies over mogelijkheden met

betrekking tot subsidies en belastingaftrek bij investeringen in energiebesparing. Op dit moment

kan het MKB tegen een gereduceerd tarief een energiescan laten uitvoeren en krijgen ze een

advies op maat. (dit alles weer met subsidies van provincie). Gemeenten gaan meer inzetten op

energiebesparing bij controle en handhaving en bij vergunningverlening.

Naast energiebesparing wordt in de steden ook het gebruik van duurzame energie gestimuleerd

zoals zonnepanelen, Warmte- Koude opslag (WKO), en koude uit Leemslagenplas zoals in

Almelo (zijn bezig met aanbestedingstraject.). In Oldenzaal wordt voor haar rekening voor het

energiebewust ontwerpen op Jufferbeek Zuid een adviseur aan ondernemers aangeboden.

Op de bedrijfsterreinen, zowel de bestaande als de nieuwe, worden maatregelen getroffen op het

gebied van infiltratie schoon hemelwater en het afkoppelen van verhard oppervlak en wordt

gebruik gemaakt van bestaande waterlopen en realisatie van waterbergingsgebieden. Zo

ontstaan er duurzame watersystemen

Zorgvuldig ruimtegebruik

De steden streven naar zorgvuldig ruimtegebruik en vergroting van de ruimtelijke kwaliteit. Met

betrekking tot dit laatste zijn voor de nieuwste bedrijfsterreinen zoals De Veldkamp, Het

Hazewinkel Noord West, Usseler Es en Jufferbeek Zuid beeldkwaliteitplannen opgesteld. Daarin

wordt veel aandacht besteed aan kwaliteitskenmerken van de gebouwen, maar ook met

betrekking tot de inrichting van de private kavels en de openbare ruimte. De natuurlijke

waardevolle elementen worden zoveel mogelijk gespaard, daar waar nodig versterkt of er wordt

nieuwe natuur gerealiseerd. Met al deze ingrediënten is een hoge kwaliteit bedrijventerrein

Page 41: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 41 -

afgegeven. Nieuwbouwplannen en de bijbehorende inrichtingsplannen worden aan het

beeldkwaliteitplan getoetst.

Het plannen van nieuwe bedrijfsterreinen wordt in de Netwerkstad afgestemd. De grootste vraag

bestaat naar ‘gemengd bedrijventerrein’. Ter ondersteuning van specifieke ambities en profilering

is gezamenlijk gekozen voor de ontwikkeling van werklocaties met een eigen profiel, bijvoorbeeld:

• XL Businesspark, geheel gericht op grote ruimtevragers, ook zeer geschikt voor

(watergebonden) transport en logistieke bedrijven;

• Kennispark Enschede (business- en sciencepark): gereserveerd voor hightech bedrijven met

vraag naar een kantoor(achtig) pand;

• Luchthavengebonden bedrijvigheid bij de Luchthaven Twente;

• Hart van Zuid: kantorenlocatie en business-district;

• Herontwikkeling Thales-terrein ten behoeve van hightech maakindustrie

4.3 Kwaliteitsbeheer

Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de economische ontwikkeling van de regio maar staan niet

op hoog op de prioriteringslijst bij beheer en onderhoud van de ruimte en gebouwen. Om de

terreinen aantrekkelijk te houden, tijdig mee te laten gaan in veranderingen in vestigingseisen en

dus toekomstige grootschalige herstructurering te voorkomen, is beheer essentieel. Hiervoor zijn

meerdere instrumenten in te zetten (bijvoorbeeld parkmanagement, BIZZ, kwaliteitsscans) en is

samenwerking tussen de belanghebbenden belangrijk.

In de Netwerkstad wordt al een mix aan instrumenten ingezet, afhankelijk van de karakteristieken

van het terrein en wensen van de ondernemers. Er is met name ervaring opgedaan met

parkmanagement op nieuw uit te geven terreinen maar ook met uitgifte in erfpacht zodat de

gemeente in de toekomst grip houdt op de gronden. Op een aantal (bestaande) terreinen hebben

de ondernemers zelf het beheer georganiseerd via een ondernemersvereniging.

Instellen van parkmanagement op bestaande terreinen verloopt stroef. Er is geen deelname

afdwingbaar en welwillende ondernemers komen zodoende voor hoge kosten te staan. In

Hengelo zou in 2010 een ondernemersfonds worden ingesteld voor de bekostiging van de

parkmanager en de activiteiten voor veiligheid en collectieve inkoop. Dit is helaas niet

doorgegaan. Ook in de andere Netwerkstadgemeenten zijn pogingen ondernomen om interesse

te wekken voor parkmanagement op bestaande terreinen. Daarbij wordt de herstructurering van

een terrein (bijv. op de Molenkamp en het Havengebied) aangegrepen om een vorm van

parkmanagement te bewerkstelligen waarbij de focus vooral gelegd wordt op duurzaamheid.

Op het gebied van parkmanagement zijn dus al vele stappen gezet, met verschillend resultaat. Er

is hier nog het nodige te behalen om de voortzetting te garanderen en de doelstelling te behalen.

Regionale samenwerking (uniformiteit van dienstverlening en organisatievormen), uitbreiding van

het aanbod (duurzaamheid, digitale diensten) en sterker betrekken van partners (provincie, Oost

NV etc.) kunnen hierbij helpen.

In de Netwerkstad is parkmanagement aanwezig op de terreinen XL Businesspark (Almelo),

De Veldkamp (Borne), Hardick en Seckel, Roombekerveld, Euregio bedrijvenpark, Josink Es,

Marssteden en straks Usseler Es (Enschede), Twentekanaal, Oosterveld, Veldkamp,

Westermaat-Plein en Westermaat Campus (Hengelo), Hazewinkel Noord-west en Jufferbeek

Zuid. Daarnaast wordt gezamenlijke beveiliging georganiseerd via de ondernemersvereniging-

en op de meeste overige terreinen.

Page 42: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 42 -

4.4 Gronduitgifteprotocol

De Netwerkstadsteden hanteren een uitgifteprotocol dat garanties biedt voor een zorgvuldig en

efficiënt grondgebruik. Belangrijke elementen daarin zijn:

• Grond wordt pas definitief geleverd als alle vergunningen zijn verleend;

• Verplichting om binnen vastgelegde periode bouw te realiseren;

• Mogelijkheid om de grond terug te vorderen als er niet is gebouwd.

In principe wordt er gehandeld volgens de SER-ladder. Daarbij wordt, voordat er sprake is van

uitgifte van nieuw terrein, eerst nauwkeurig bezien of de uitbreidingsvraag niet ter plekke kan

worden opgelost, eventueel met medewerking van buurbedrijven. Vervolgens wordt bekeken of

bestaande gebouwen en percelen beschikbaar zijn die geschikt zijn of geschikt zijn te maken.

Pas in laatste instantie vindt uit uitgifte van nieuw terrein plaats. Vanzelfsprekend moet een bedrijf

voldoen aan de eisen die voor het betreffende terrein worden gesteld. Kortom inbreiding gaat

voor uitbreiding.

Binnen Netwerkstad wordt al enkele jaren gewerkt op het gebied van de grondprijs. Het gaat hier

niet om collectieve afspraken voor grondprijs(verhoging) maar om de berekeningswijze van de

kavelprijs. De in Nederland veel besproken kwestie over te lage grondprijzen (verkopen onder de

kostprijs) speelt niet in de Netwerkstad. Het hanteren en regelmatig bijstellen van marktconforme

prijzen (minimaal de kostprijs) is in de Netwerkstad al geëffectueerd.

4.5 Fysieke en digitale bereikbaarheid

Met de Economische Motor Twente (2012) en de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente (2013) is

een duidelijke lijn uitgezet voor de economische ontwikkeling van onze regio. Een goede

bereikbaarheid voor personen en goederen is een basisvereiste voor de economie van de

Netwerkstad en Twente als geheel. In het verband van Regio Twente wordt ingezet op een

robuust en betrouwbaar netwerk van externe en interne verbindingen, in alle modaliteiten.

De sterke (groei)sectoren zullen voor een groot deel ook hun ruimte vragen op de

bedrijventerreinen. Zowel via de stimulering van HTSM (denk aan de innovatieve industrie bij

Thales, Stork, Apollo Vredestein, etc.) als de logistieke sector neemt de druk op de ruimtevraag

toe maar ook op de bereikbaarheid. De export in Twente groeit bijvoorbeeld al vele jaren sneller

dan in de rest van Nederland.

De (internationale) uitgangspositie van Twente is goed door haar strategische ligging aan

snelweg, spoorweg, vaarwater en luchtverkeer. De A1 verbindt de Randstad en Twente met

Duitsland en Noord- en Oost-Europa. Niet alleen over de weg, maar ook over water is Twente

goed ontsloten: het telt enkele grote binnenhavens, waarvan de haven in Hengelo één van de

grootste is van Nederland. Deze beschikt over de modernste watergebonden inland-

combiterminal van Nederland. De (HSL) Berlijnlijn, CST en het onderliggend spoornet zorgen

voor goede (inter)nationale spoorverbindingen. Twente is daarmee een kansrijke schakel voor

mainports in hun toegang naar Duitsland en Noord- en Oost-Europa en omgekeerd. De

aanwezige voorzieningen en infrastructuur van de Luchthaven bieden mogelijkheden de (inter-

)nationale bereikbaarheid verder te vergroten. De A1, de Twentekanalen en de Berlijnlijn zijn

onderdeel van het Trans-Europees Netwerk (TEN-T). Dit netwerk omvat de belangrijkste

vervoersassen (weg, water, spoor) in Europa en verbindt de belangrijkste economische gebieden

in Europa met elkaar. De Oost-West Corridor door Twente behoort tot de tien belangrijkste

corridors in het TEN-T.

Naast de (inter)nationale bereikbaarheid is ook de regionale en lokale bereikbaarheid van belang:

Twente fungeert als een daily urban system, waarin wonen, werken, recreëren en verplaatsen

Page 43: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 43 -

steeds meer op regionaal schaalniveau plaatsvinden. Om de bedrijventerreinen bereikbaar te

houden voor bijvoorbeeld werknemers en goederen zijn goede alternatieven voor het

toenemende wegverkeer noodzakelijk en wordt gewerkt aan verbetering van de (H)OV,

fietswegen maar ook stadsdistributie.

Niet alleen de fysieke bereikbaarheid maar ook de digitale is belangrijk voor economische groei.

De hoeveelheid data die wordt gestuurd en ontvangen groeit explosief. Steeds meer nieuwe

diensten worden op het netwerk aangeboden. Het beschikbaar zijn van glasvezel is essentieel

voor bedrijven. Zij hebben belang bij goede beschikbaarheid en goede toegankelijkheid voor hun

ICT toepassingen.

De Netwerkstad zet in op:

•••• Synchro-modaliteit, dat wil zeggen: optimale afstemming tussen de verschillende

vervoersmogelijkheden, kan de regio goed profiteren van de verschillende goederenstromen

die het gebied doorkruisen;

•••• Een verdiept en verruimd Twentekanaal, zowel in de richting van Almelo en XL Business

Park als naar Hengelo en Enschede. Het doorzetten van de plannen voor verruiming naar

CEMT-klasse Va is topprioriteit en maakt de weg vrij voor meer transport over water;

•••• Meer natte bedrijventerreinen. Op bedrijvenpark Twentekanaal is via herstructurering ruimte

gecreëerd (4,5 hectare) voor uitbreiding van containeropslagcapaciteit. Op het XL

Businesspark Twente wordt een kade aangelegd en een tweede containerterminal voor

Twente. Het Havengebied in Enschede wordt heringericht en er worden extra kades

aangelegd. Hengelo beschikt over de modernste watergebonden inland-combiterminal van

Nederland. Uiteindelijk resultaat is dat naar verhouding minder vracht van en naar Rotterdam

per as wordt vervoerd ten gunste van transport over water;

•••• verbeteren van de bereikbaarheid van de vestigingslocaties van bedrijven

(Innovatiedriehoek, XL businesspark, Twentekanaal, stations en binnensteden) via de

stadsassen vanaf de A1 en de A35 en de verdere uitbouw van het Agglonet. De (HSL)

Berlijnlijn, CST en het onderliggend spoornet zorgen voor goede (inter)nationale

spoorverbindingen. Luchthaven Twente zorgt voor een nieuwe modaliteit voor personen en -

in beperkte mate – goederenvervoer;

•••• Stadsdistributie:Enschede heeft een start gemaakt met goederendistributie van de

bedrijventerrein naar de binnenstad. Dus geen verschillende grote vrachtwagens van

verschillende ketens meer in binnenstad maar alles naar een gebouw op bedrijventerrein en

van daaruit een elektrische vrachtauto naar binnenstad die op terugweg bijvoorbeeld weer

karton meeneemt of retourzendingen. Binnen de regio wordt bekeken of dit voor andere

steden interessant is;

•••• De gemeenten stimuleren de aanleg van glasvezel (via zgn. open netwerken) op de

bedrijfsterreinen.

4.6 Regionale samenwerking

Vanuit de samenwerking van de Netwerksteden is in het voorjaar van 2013 bestuurlijk opdracht

gegeven om intensivering van de samenwerking van de afdelingen EZ te onderzoeken en vorm te

geven. In de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente (2013) is dit opgenomen onder ‘Excellente

Overheid’ en is opdracht gegeven tot een plan van aanpak en de opstart van de intensivering van

de samenwerking. Op veel gebieden wordt echter al intensief samengewerkt. De totstandkoming

van de bedrijventerreinenvisie in 2010 is hiervan een voorbeeld.

Met betrekking tot samenwerking op het gebied van accountmanagement is een aantal jaren

geleden, naar aanleiding van het eerste rapport Bedrijventerreinenvisie, al een aanzet gegeven.

Page 44: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 44 -

Binnen de Regio Twente is er actief beleid voor innovatie, de Innovatiesprong, met het

Innovatiefonds. Op het gebied van bedrijventerreinen is er geen samenwerking of afstemming.

4.7 Acquisitie

Samen met Kennispark Twente en Port of Twente wordt gerichte en succesvolle bedrijfsacquisitie

opgezet. In het voorjaar van 2013 is de aftrap geweest. De vijf Netwerkstadsteden richten samen

een digitaal acquisitieloket in waar alle vragen over bedrijfshuisvesting worden verzameld en

beantwoord. Hiervoor wordt optimaal gebruik gemaakt van digitale hulpmiddelen, in combinatie

met de typisch Twentse persoonlijke benadering: iedere lead krijgt een eigen contactpersoon.

Naast de focus op het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid door acquisitie, moeten gemeenten

veel aandacht besteden aan accountmanagement en dienstverlening gericht op bestaande

bedrijven. De accountmanagers van de vijf steden komen elke maand bijeen om informatie uit te

wisselen en zaken op elkaar af te stemmen.

4.8 Monitoren

De behoefte aan en vraag naar werklocaties ontwikkelen zich, zowel kwantitatief als kwalitatief.

Gezamenlijk strategisch programmeren betekent dat periodiek de programmering herijkt wordt.De

vakwethouders zullen eens per jaar - op basis van de actuele ontwikkelingen - het programma

beoordelen en zo nodig bijstellen, inclusief de locatiekeuzes. Eens per vier jaar wordt er een

nieuwe vraaganalyse gemaakt op basis waarvan het gezamenlijke ontwikkelprogramma voor de

jaren erna vastgesteld wordt. Bij deze herijking worden de afspraken die gemaakt zijn om tot een

gezamenlijk vertrekpunt te komen, in stand gehouden tenzij de actuele vraagontwikkeling het

noodzakelijk maakt daarin aanpassingen te doen. Bij de jaarlijkse monitoring wordt gebruik

gemaakt van de gegevens uit de IBIS-enquête, de Vastgoedmonitor en het Vestigingenregister.

Page 45: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 45 -

Begrippenlijst

Bedrijventerrein

een werklocatie van minimaal 1 ha bruto bestemd en geschikt voor gebruik door handel,

nijverheid en industrie. Op deze terreinen kan ook enige commerciële en niet-commerciële

dienstverlening (zoals kantoorgebouwen, detailhandel) aanwezig zijn, maar deze hebben samen

een minderheidsaandeel in de terreinoppervlakte. De volgende terreinen vallen er niet onder: een

zeehaventerrein, een economische zone, een kantorenlocatie, een terrein voor

grondstoffenwinning, een terrein voor olie- en gaswinning, een terrein voor waterwinning, een

terrein voor agrarische doeleinden, een terrein voor afvalstort (IBIS 2013).

Economische zone

een werklocatie van minimaal 1 ha bruto bestemt en geschikt voor commerciële en niet-

commerciële dienstverleningdienstverlening of bedrijvigheid in een specifieke sector. Op deze

terreinen kan ook enige handel, nijverheid en industrie aanwezig zijn, maar deze hebben samen

een duidelijk minderheidsaandeel in de terreinoppervlakte. Onder economische zones vallen

terreinen met een van de volgende (of combinaties van) functies zoals:

- Retail, meubelboulevards

- Onderwijslocaties

- Zorglocaties

- Platformgebonden bedrijvigheid

- Agribusinesscomplexen

(IBIS 2013).

Arbeidsvolume

De hoeveelheid arbeid die is ingezet in het productieproces uitgedrukt in arbeidsjaren.

Werknemers, die een deeltijdbaan hebben tellen slechts mee voor het gedeelte dat ze hebben

gewerkt (www.economische begrippen.nl).

NIEGG

Dit betreft de gronden die door de gemeente anticiperend of strategisch zijn aangekocht. Een

vastgesteld plan inclusief grondexploitatie is nog niet aanwezig. Het reëel en stellig voornemen

dat de grond op termijn wordt ontwikkeld dient te blijken uit het raadsbesluit op basis waarvan de

grond is verworven.

Page 46: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 46 -

Page 47: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 47 -

Bijlagen

1 Korte en middellange termijnraming vraag naar bedrijventerreinen Netwerkstad Twente,

Ecorys, juni 2013

2 Actualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040, Ecorys, 2013

3 CPB-scenario’s nader toegelicht

4 Toedelingsschema Gezamenlijk programmeren korte en middellange termijn.

5 Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad, Ecorys 2013

Page 48: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 48 -

Bijlage 1 Korte en middellange termijnraming vraag naar bedrijventerreinen

Netwerkstad Twente

Aan: Werkgroep bedrijventerreinen Netwerkstad Twente

Van: Gerlof Rienstra en Joost de Koning

Onderwerp Korte en middellange termijnraming vraag naar bedrijventerreinen Netwerkstad Twente

Datum: 28 juni 2013 Onze ref. cfm. verzoek

Achtergrond In het rapport ten behoeve van de herijking van de bedrijventerreinenvisie is een raming gemaakt van de vraag op de lange termijn. Het gaat daarbij om de perioden 2011-2020, 2021-2030 en 2031-2040. In de raming staat centraal of er voldoende aanbod of planvoorraad beschikbaar is om de in deze raming verwachte vraag te kunnen accommoderen. Daarbij is zoals afgesproken tussen Rijk, provincies en gemeenten het TM-scenario (Transatlantic Market) van het CPB leidend in de vraaganalyse. Het bestaande aanbod, ruimtewinst uit herstructurering, eventuele harde en zachte plannen worden daarna in het allocatiemodel kwantitatief en kwalitatief gekoppeld aan de ruimtebehoefte (autonome vraag + frictie + transformatie), rekening houdend met een strategische voorraad als buffer bij hoogconjunctuur. Daarnaast is er voor het project strategisch programmeren behoefte aan een vraagraming op de korte en middellange termijn. In dit memo worden de aanpak en de resultaten van deze nieuwe vraagraming behandeld. Onderbouwing aanpak Het verzoek van de Netwerkstad leidt tot een aantal aanpassingen in het ruimtelijk-economisch model REPROG van Ecorys gericht op deze vraagraming:

- Schatting van de werkgelegenheid in de Netwerkstad Twente in de jaren 2011 en 2012, op basis van:

a. de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde per sector 2011-2012, b. het aantal banen in 2011 per gemeente en de regio, c. de verhouding tussen het aantal banen en fte per sector in 2011, d. de sectorsamenstelling in 2011, e. de verwachte arbeidsproductiviteit in 2012, en f. het werkgelegenheidsaandeel van de Netwerkstad in de regio Twente in

2012. - Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente

in de jaren 2013 en 2014, op basis van de meest recente nationale ramingen van het CPB (Policy brief, 6 juni 2013)

- Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de periode 2015-2020 op basis van de twee CPB-scenario’s die vanaf 2008 de werkgelegenheidsontwikkeling in Nederland het beste benaderen, namelijk Regional Communities (RC) en Strong Europe (SE).

Daarmee wordt voor de korte en middellange termijn de meest realistische benadering gekozen die gebruikt kan worden om de komende jaren prioriteiten te stellen als het gaat om ontwikkelen, uitfaseren of afstoten.

Page 49: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 49 -

Resultaten In 2013 en 2014 zal de werkgelegenheid, evenals dat het geval is geweest in 2012, verder dalen. Een en ander wordt duidelijk in de volgende tabel:

Tabel 1: Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2011-2014

Regio 2011 2012 2013 2014

Netwerkstad Twente 147,2 144,9 142,8 141,8

Bron: eigen berekeningen Ecorys o.b.v. CBS (2011-2012) en CPB (2013-2014)

Voor de middellange termijn is er sprake van een bandbreedte op basis van de twee op dit moment meest realistische scenario’s. Deze kunnen als volgt worden weergegeven:

Tabel 2: Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2015-2020 in de Netwerkstad Twente

WLO-scenario 2015 2020

Regional Communities (RC) 141,5 141,3

Strong Europe (SE) 142,1 143,5

Bron: eigen berekeningen Ecorys o.b.v. CPB Welvaart en Leefomgeving (2006)

In het RC-scenario zet de daling van de werkgelegenheid zich verder voort, al gaat het in totaal maar om een verlies van 500 arbeidsjaren. Daarentegen herstelt de werkgelegenheid zich licht in het SE-scenario. Ook hier gaat het om een beperkte groei van 1.400 arbeidsjaren. Ter vergelijking, in het TM-scenario gaat het in deze korte en middellange termijnraming om een groei van 1.700 arbeidsjaren (van 142,2 naar 143,9) Vervolgens richten we ons op de gevolgen voor de ruimtebehoefte. In deze raming maken we van dezelfde locatietypevoorkeur en ruimte intensiteit gebruik als we bij de lange termijn hebben gedaan.

Tabel 3: Autonome ruimtevraag bedrijventerreinen 2013-2020 in de Netwerkstad Twente, in ha. *

WLO-scenario

Cluster

Regional

Communities

Strong Europe

Industrie en bouw 25 30

Transport, groothandel en distributie 35 35

Consumentendiensten 20 20

Dienstverlening 45 45

Totaal 125 130

*Afgerond op 5-tallen

Bron: SPECTRA

De verschillen tussen de twee scenario’s zijn onderling klein. In vergelijking met het TM-scenario voor de

lange termijn (235 ha.) is de autonome ruimtevraag fors lager. Verder valt op dat de clustersamenstelling in

de ruimtebehoefte verandert. In deze twee scenario’s is de ruimtebehoefte van de lokale en regionale

verzorgende werkgelegenheid veel belangrijker dan in het TM-scenario, waar logistiek en industrie

domineren. Deze verzorgende bedrijven zullen vooral belangstelling hebben voor gemengde terreinen in de

eigen gemeente.

Page 50: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 50 -

Bijlage 2 Actualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040 (Ecorys, 2013)

We baseren de marktvraag naar ruimte voor natte terreinen (bestemd voor

kadegebonden en watergerelateerde bedrijven) in de regio Twente op de

prognose voor de goederenoverslag en de ruimteproductiviteit. Deze methode

biedt naar onze mening de meest betrouwbare raming voor dit type bedrijvigheid.

Voor de goederenoverslag zijn landelijke groeiscenario’s beschikbaar die wij

vertaald hebben naar de regio Twente en in eerdere studies getoetst zijn bij

marktpartijen. Onder ruimteproductiviteit verstaan we de feitelijk geproduceerde

of vervoerde eenheden per hectare per jaar. Op basis van ruimteproductiviteit

vertalen we de groei van bulkgoederen in tonnage in een groei in hectares.

De vraag naar natte bedrijventerreinen komt van bedrijven die voor het transport

van goederen (mede) afhankelijk zijn van vervoer over water. Deze bedrijven

hebben behoefte aan een eigen kavel, direct aan het water en worden

kadegebonden genoemd. Het vervoer van deze bedrijven over water betreft

voornamelijk bulkgoederen. Andere kadegebonden bedrijven zijn

overslagbedrijven en terminals.

Daarnaast zijn er bedrijven die wel gebruik maken van goederenvervoer over

water, maar niet zelf een kade nodig hebben. Dit betreft vooral bedrijven die

goederen per container vervoeren of stukgoederen, zoals grote constructies.

Deze bedrijven vestigen zicht het liefst nabij een kade of bij een

(container)terminal. Dit zijn haven- of kadegerelateerde bedrijven die zich ook

op natte bedrijventerreinen vestigen.

Aanbod van natte terreinen in Twente

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de beschikbare terreinen voor

kadegebonden bedrijven binnen Twente. Daarnaast zijn er laad- en loskades in

Vroomshoop, maar deze wordt niet meer gebruikt voor goederenoverslag.

Tabel 1. Overzicht beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven in regio Twente

Gemeente Terrein Kade (openbaar) m. Netto oppervlak Nog uitgeefbaar

Hengelo Twentekanaal 2200 (700) 306,3 24,46

Almelo Buitenhaven 400 (400) 17,37 1,92

Dollegoor 1410 (1000) 40,44 4,62

Bedrijvenpark Twente 330 (80) 174,11 1,56

XL Businesspark 380 (380) in aanleg 10 (nat terrein) 10

Enschede Havengebied 1100 (300) 133,8 1,4

Hof van

Twente

Schneiderbos I II (Delden) 300 (155) 17,3 0

Haven Twentekanaal (Goor) 800 (800) 30 0,3

Twentekanaal (Markelo) 310 + insteek (310) 14 0

Bron: cijfers gemeentes, Binnenhavenvisie Twente (Ecorys, 2008), Havenatlas Twente (BCI, 2010), IBIS (2012),

Page 51: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 51 -

In totaal is er momenteel nog ruim 44 hectare terrein uitgeefbaar, voornamelijk in

Hengelo en op het XL Businesspark (Almelo).

Ruimtevraag kadegebonden kavels

Voor kadegebonden bedrijven hebben we o.b.v. de prognose van de

(bulk)goederen de ruimtebehoefte bepaald. Hierbij is een update gemaakt van de

prognoses die Ecorys eerder voor de Binnenhavenvisie Twente (2008) en de

Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010) heeft opgesteld. Deze

update is in lijn met de analyse die in 2012 voor XL Businesspark is opgesteld.

In deze visie en capaciteitsanalyse is, zoals gebruikelijk bij

goederenstroomramingen, gebruik gemaakt van de lange termijn scenario’s

Global Economy (GE) en Strong Europe (SE). Voor goederenstromenramingen

bestaat geen TM- en RC-scenario zoals het CPB heeft opgesteld voor de

ontwikkeling van werkgelegenheid en toegevoegde waarde.

Figuur 1. Overslag van bulkgoederen per binnenvaart in Twente (mln. ton) 2001-2009 en prognoses 2020 (GE

en SE scenario)

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

2000 2005 2010 2015 2020

Overs

lag

in

mln

. to

n

jaar SE GE

Bron: Ecorys.

De overslag van bulkgoederen in Twente is de afgelopen jaren verder doorgegroeid, zoals uit bovenstaande

figuur blijkt. De gerealiseerde overslag is binnen de bandbreedte van beide prognoses (SE- en GE-

scenario), maar benadert (tot en met 2009) het groeipad van het scenario met de hoogste groei, GE. De

huidige crisis zorgt voor een afzwakking van de groei, maar er is geen aanleiding om de prognoses voor

2020 aan te passen.

De huidige prognose voor 2020 is een verwachte overslag van 6,2 tot 6,8 miljoen

ton bulkgoederen en stukgoed (dus exclusief containers). Dit is iets lager dan de

bedrijven in 2008 verwachte 7 miljoen ton, maar nog in lijn met de prognose uit

Page 52: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 52 -

de Binnenhavenvisie Twente (2008) en Landelijke Capaciteitsanalyse

Binnenhavens (2010).

Tabel 2. Extra ruimtevraag natte terreinen o.b.v. ruimteproductiviteit

Overslag

(mln.ton)

Groei t.o.v. 2010

(mln. ton)*

Ruimteproductiviteit

(ton/ha.)

Extra

ruimtevraag (ha)

2010 5,4 - 26.600 -

2020 SE 6,2 0,8 29.383 26

2030 SE 6,4 1,0 30.886 32

2040 SE 6,7 1,2 32.465 38

2020 GE 6,8 1,4 35.748 39

2030 GE 7,6 2,2 37.576 59

2040 GE 8,5 3,0 43.620 70

* door afrondingsverschillen kan dit getal iets afwijken van het verschil uit de 2e kolom.

Bron: Ecorys.

Vertaling van de verwachte groei in goederenoverslag tot 2020 (o.b.v. de WLO-

scenario’s) in hectares levert een nieuwe ruimtevraag op van 26 tot 39 hectare

tot 2020. Na 2020 blijft er extra ruimtevraag, maar het tempo neemt af in

vergelijking met de periode tot 2020.

Deze vertaling is gemaakt door gebruik te maken van de ruimteproductiviteit, de

goederenoverslag /verwerking (in tonnen) per uitgegeven natte hectare. Deze

ruimteproductiviteit op watergebonden bedrijventerreinen neem toe in de

toekomst. De intensivering van het ruimtegebruik op de Twentse natte terreinen

verschilt per toekomstscenario en is sterk afhankelijk van het type bedrijvigheid.

Basis is de Twentse ruimteproductiviteit in 2010.

Ruimtevraag haven-/ kadegerelateerde kavels Havengerelateerde bedrijven maken vooral gebruik van containervervoer over water. De gerealiseerde

containeroverslag in Twente (bij CTT in Hengelo) overtreft de eerdere prognose uit de Landelijke

Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010), zie onderstaande figuur. De groei van de containeroverslag was

de afgelopen jaren hoger dan het groeipad van de twee scenario’s aangeeft (voor 2020 65 tot 109 duizend

TEU).

Naar onze mening is verdere groei mogelijk, gezien de recente uitbreiding van kade en faciliteiten van CTT

in Hengelo en de afspraken van Havenbedrijf Rotterdam met de containerterminals op Maasvlakte 1 en 2

over (veel) meer vervoer per binnenvaart. Dit vormt een goede basis voor verdere ontwikkeling. Bovendien

maakt een hoge frequentie van aangeboden diensten de regio aantrekkelijk. De meest recente prognoses uit

de studie Multimodaal internationaal containernetwerk (NEA/TNO, 2012) gaan uit van 0,34 tot 0,54 mln. TEU

aan overgeslagen containers in 2040.

Page 53: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 53 -

Figuur 2 Overslag van containers per binnenvaart in Twente (10.000 TEU) 2001-2009 en prognoses 2020 (GE

en SE scenario)

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

2000 2005 2010 2015 2020

Ove

rsla

g in

TE

U

jaar

SE oud GE oud SE nieuw GE nieuw

Bron: Ecorys.

Voor havengerelateerde bedrijven is geen rechtstreekse vertaling van de

overslag in containers naar de ruimtevraag te maken. Deze vraag betreft vooral

vestigende bedrijven van buiten de regio, in het bijzonder grote logistieke

dienstverleners en Europese distributiecentra. De regio kent een belangrijk

concurrentievoordeel voor de goederenstromen vanuit de mainports richting

Noord-Duitsland (Bremen, Hamburg) en Scandinavië. De uitbreiding van

voorzieningen zoals de containerterminal is daar mede debet aan. Het is

belangrijk om te beseffen dat de belangrijkste logistieke hot spot in Nederland,

West-Brabant, ook nog maar recent die status heeft verworven door de

combinatie van een gunstige ligging, een goede bereikbaarheid, ruimte voor

logistieke activiteiten en een actief acquisitiebeleid.

Voor grootschalige distributiecentra en logistieke dienstverleners is het XL

Businesspark een logische vestigingsplaats binnen Twente.

Conclusie Vertaling van de verwachte groei in goederenoverslag tot 2020 (o.b.v. de WLO-scenario’s) in hectares levert

een nieuwe ruimtevraag op van 26 tot 39 hectare tot 2020. Na 2020 blijft er extra ruimtevraag, maar het

tempo neemt af in vergelijking met de periode tot 2020.

Een deel van de extra overgeslagen goederen zal terechtkomen bij de bestaande bedrijven. Met deze groei

van de ruimteproductiviteit hebben we in de prognoses rekening gehouden. De overige groei komt van

nieuwe vestigers of eventueel verplaatsing van bedrijven die voorheen nog niet aan een kade zaten en nu

van plan zijn aan een kade te vestigen om goederen over water te vervoeren. Wij gaan er vanuit dat de

aangegeven ruimtevraag additioneel is ten opzichte van de autonome ruimtevraag.

Page 54: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 54 -

De terreinen in Hof van Twente (Overig regio Twente) zijn bijna volledig uitgegeven. Wij gaan er daarom

vanuit dat de groei terecht komt op de beschikbare kavels in vooral Hengelo en op het XL Businesspark (dus

in Netwerkstad Twente).

Tabel 3 Overzicht ruimtelijke opgave voor natte bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto hectares)

Netwerkstad Twente 2011-2020

Additionele vraag natte kavels 26 tot 39 ha

Totaal 26 – 39 ha.

Page 55: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 55 -

Bijlage 3 CPB-scenario’s nader toegelicht

Hieronder volgt een korte toelichting op de vier vergezichten. Voor meer informatie raden we aan

om de studie: “Welvaart en Leefomgeving, een scenariostudie voor Nederland in 2040” uit 2006

te raadplegen. In onderstaande toelichting is gekeken naar de kenmerken van elk van deze

scenario’s tegen de achtergrond van de twee sleutelonzekerheden: 1) soevereiniteit versus

samenwerking, en 2) publieke versus private aanpak van problemen.

Global Economy

In het scenario Global Economy breidt de EU zich nog verder naar het oosten uit. Naast Turkije

worden ook landen als Oekraïne lid. De WTO-onderhandelingen zijn succesvol, en daar vaart de

internationale handel wel bij. De deelnemende landen integreren echter niet in politiek opzicht.

Internationale samenwerking op andere gebieden dan handelsvraagstukken mislukt. Net als in

Transatlantic Market benadrukt de overheid in dit scenario de eigen verantwoordelijkheid van

burgers. Vergeleken met Transatlantic Market groeit de arbeidsproductiviteit in dit scenario nog

extra door de sterke wereldwijde economische integratie. De groei van zowel de materiële

welvaart als van de bevolking (vooral door immigratie) is in dit scenario dan ook het hoogst. Net

als in Transatlantic Market komt er geen overeenkomst om grensoverschrijdende

milieuvraagstukken aan te pakken. Dit en de wereldwijde hoge economische groei leiden tot forse

milieuvervuiling. Wel leidt de hoge groei tot lokale milieu-initiatieven.

Strong Europe

In het scenario Strong Europe is er veel aandacht voor internationale samenwerking. De

Europese instituties worden succesvol hervormd en landen geven een deel van hun soevereiniteit

op. Daarmee wordt Europa een invloedrijke speler op het economische en politieke wereldtoneel,

en internationale milieuvraagstukken kunnen gecoördineerd aangepakt worden. Europa doet

enige concessies aan de Verenigde Staten, die daarna het Kyotoverdrag ratificeren. Turkije treedt

toe tot de Europese Unie. Het sociaal-economisch beleid is net als in het scenario Regional

Communities gericht op solidariteit en op een gelijkmatige inkomensverdeling, al vinden er wel

enige hervormingen plaats. Door deze hervormingen, door hogere investeringen in onderwijs en

onderzoek, en door de grotere markt groeit de arbeidsproductiviteit meer dan in Regional

Communities. Ook de economische groei en de bevolkingsgroei, vooral door immigratie, zijn in dit

scenario hoger.

Transatlantic Market

In het scenario Transatlantic Market wordt de uitbreiding van de Europese Unie geen politiek

succes. Daarvoor hechten landen te veel aan hun soevereiniteit: ze lossen problemen liever op

nationaal niveau op. Wel wordt de handel tussen de Verenigde Staten en Europa vérgaand

geliberaliseerd, waardoor op termijn een nieuwe interne markt ontstaat. Dit scenario kenmerkt

zich door een overheid die de eigen verantwoordelijkheid van burgers benadrukt. De

verzorgingsstaat wordt ingeperkt en publieke voorzieningen worden versoberd. Hierdoor neemt

de inkomensongelijkheid toe. Doordat de macht van vakbonden afneemt, wordt de arbeidsmarkt

flexibeler. Door de versobering van de sociale zekerheid groeit de arbeidsparticipatie, de

internationale concurrentie verhoogt de prikkel om te innoveren, en de grotere

inkomensverschillen maken studeren aantrekkelijk. De groei van de arbeidsproductiviteit en de

economische groei zijn hoger dan in het scenario Strong Europe, terwijl de bevolking slechts

matig toeneemt. Grensoverschrijdende milieuvraagstukken worden in dit scenario niet opgepakt.

Lokale milieu-initiatieven gericht op bijvoorbeeld geluid- en stankoverlast kunnen zich wel

voordoen.

Page 56: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 56 -

Regional Communities

In het scenario Regional Communities hechten landen sterk aan hun eigen soevereiniteit.

Daardoor slaagt de Europese Unie er niet in om institutionele hervormingen door te voeren. Ook

mondiale handelsliberalisatie komt niet van de grond, waardoor de wereld uiteenvalt in een aantal

handelsblokken. Internationale milieuvraagstukken worden niet aangepakt. Toch is de milieudruk

relatief laag, omdat de bevolkingsgroei en de economische groei bescheiden zijn.

De collectieve sector wordt in dit scenario nauwelijks hervormd. Collectieve regelingen blijven in

stand, waarbij de nadruk erop ligt de inkomens gelijkmatig te verdelen en solidair te zijn. Door

geringere prikkels in de sociale zekerheid en de hoge belasting- en premietarieven is de

arbeidsparticipatie relatief laag en de werkloosheid hoog. Minder concurrentie remt de noodzaak

voor bedrijven om te innoveren. De verbrokkelde markten belemmeren dat kennis zich snel

verspreidt, en door de kleine inkomensverschillen is de stimulans om te investeren in onderwijs

beperkt. De arbeidsproductiviteit stijgt jaarlijks maar weinig en de economische groei is gering.

Belangrijkste uitkomsten vier scenario’s. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de

belangrijkste macro-economische uitkomsten in de vier scenario’s.

Macro-economische uitkomsten vier scenario’s:

Bron: CPB, Welvaart en Leefomgeving, 2006

Page 57: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 57 -

Bijlage 4 Toedelingsschema gezamenlijk programmeren voor de korte en middellange termijn (apart bijgevoegd)

Page 58: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 58 -

Page 59: Herijking bedrijventerreinenvisie 2013

Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013

- 59 -

Bijlage 5 Analyse vraag en aanbod door Ecorys