Hein Offermans Martijn Bosman · Guus Meeuwis. Martijn: ‘Klopt, wij speelden als sessiemuzikanten...

1
Jullie kenden elkaar al ver voordat jullie samen op ’t podium stonden bij Guus Meeuwis. Martijn: ‘Klopt, wij speelden als sessiemuzikanten al de soloplaten in, dus wij kenden Guus en Guus kende ons. Toen de drummer vertrok, werd ik gebeld om te komen spelen in 2010. Ik heb ja gezegd.’ Hein: ‘Net voor de nieuwe plaat Armen Open (2011) kwam ik erbij. In het beginproces van een nieuwe plaat, dat is de mooiste periode om bij een bandje te komen. Want dan wordt er nog volop gewerkt aan nieuwe nummers en dan kun je tijdens het repeteren nog je eigen ding kwijt in de muziek.’ Waarom hebben jullie ja gezegd om te spelen bij Guus Meeuwis? ‘Ik beschouw het als een buitenkans om met Guus te mogen spelen’, zegt Hein. ‘Ik speel van geïmproviseerde muziek tot pop. Ik was nieuws- gierig, want Guus had een alleraardigst bandje bij elkaar. Ook het grote werk, de stadionconcerten, dat had ik nog nooit gedaan. Ik ben ’t avon- tuur aangegaan en heb er geen moment spijt van gehad! Bovendien is het ook gewoon werk; veel jongens hebben het tegenwoordig lastig.’ Martijn: ‘En daarnaast, dat geldt voor ons beiden, we vinden de liedjes ook gewoon heel erg tof. We houden van de muziek! Ook als we de 6/8 van Brabant weer inzetten genieten we. Ook al hebben we die al heel erg veel gespeeld. Maar het belangrijkste, ik heb in geen andere band zo veel gelachen en lol gehad als bij Guus.’ ‘Het sociale aspect is ontzettend belangrijk’, beaamt Hein. Martijn: ‘Als het niet klopt, keert het zich tegen je en uiteindelijk merkt het publiek dat.’ Hoe werkt de ritmetandem in de band van Meeuwis? ‘Wij beschouwen ons niet echt als een ritmetandem’, vertelt Hein. ‘We zijn gewoon twee muzikanten in de band. Martijn drumt toevallig, ik speel basgitaar. Ik speel met Martijn net zoals ik speel met de andere muzikanten in de band. Het klikt goed tussen ons.’ Martijn: ‘Wij zijn ook niet de tandem waarbij drums en bas precies gelijk met elkaar de maat bijhouden voor de rest van de band, want Hein is meer een melodische en erg elegante bassist. Ik ben als drummer dan maar diegene die de maat doorslaat.’ Hein, lachend: ‘En dat doet hij dan weer fantastisch.’ En andersom, wat is er nou zo fantastisch aan Martijn? ‘De intensiteit waarmee hij speelt. “To the point” en altijd honderd pro- cent inzet. Zijn spel heeft altijd direct een lekkere feel. Martijn houdt het levendig zonder te freaken en te laten zien wat hij kan. Hij verwerkt zijn grote talent en kundigheid in de intensiteit waarmee hij speelt en dan klinkt een liedje na driehonderd keer nog steeds zo fris als de allereer- ste keer.’ ‘Ik speel veel om de zang van Guus heen’, vervolgt Hein, ‘zonder hem daarbij in de weg te zitten. Martijn is steady en ik hoef me nooit zorgen te maken. Ik kan de vrijheid nemen.’ Martijn: ‘En dat is dan weer genieten voor mij. Ik ga inderdaad gewoon door... haha!’ Hein: ‘Ik vind grooven ook te gek, maar ik ben niet iemand die altijd helemaal in die groove duikt.’ Martijn: ‘En dát vind ik heel prettig aan Hein.’ Hein: ‘Misschien is dat wel de contrabassist in mij. Mijn opleiding als improviserend jazzmuzikant is erg belangrijk geweest en heeft mijn rugzak met smaken en stijlen nog verder gevuld. Maar ik ben altijd in bandjes blijven spelen. Alles door elkaar heen, en dat doe ik nog steeds. Contrabas is daarbij heel belangrijk voor mij.’ Hoe kunnen jullie je eigen sound kwijt in de liedjes van Guus Meeuwis? Martijn: ‘Dat gaat volgens mij vanzelf, want je neemt jezelf altijd mee. Ik heb niet één sound, jij ook niet Hein. Je draagt altijd een rugtas vol met ervaringen en eigen smaak met je mee en daarin zit altijd wel iets wat voor dat bepaalde liedje is te gebruiken.’ Hein: ‘Als je letterlijk over sound wilt spreken... je kunt vijf andere drum- mers achter Martijns kit zetten, ze klinken allemaal anders. Martijn: ‘Het is mijn stellige overtuiging dat je sound in je vingers zit en niet in je instrument.’ Met Guus spelen jullie van het stadion tot theaters in de verste hoeken van het land. Wat is het leukste om te doen? Martijn: ‘De afwisseling. Theaters zijn leuk, festivals zijn tof, maar de ‘Grootse met een zachte G’-concerten in het stadion blijven ieder jaar weer bijzonder. De grootsheid, al die mensen, de ontzettend leuke sfeer... als ik dan over mijn kit kijk zie ik alleen maar mensen, van het veld tot in de hoeken van de tribunes.’ Hein: ‘Martijn heeft de mazzel dat ie achter zijn kitje kan blijven zitten. Wij moeten af en toe de catwalk op en ik kan je vertellen, er zijn gevaar- lijke momenten waarin je in bierdouche belandt, haha. Het komt dan nog van de tweede ring van ’t stadion naar beneden, haha!’ (Beide heren schateren van ’t lachen.) Martijn, weer serieus: ‘Maar ook de the- aters zijn altijd erg mooi. Daar halen we ook voldoening uit.’ Hein: ‘We spelen hier in ’t theater zachter en zonder in-ears. Dat speelt anders en ik vind het prettiger. In de stadions speel ik over een Aguilar DB750 met drie 12” Aguilar-kabinetten. Maar hier heb ik een oud Trace Elliot-combo met een 15”-woofer mee. Dat ding staat al sinds mensen- Hein Offermans & Martijn Bosman De Tandem Tekst: Vincent Moes * Foto: Erik Jan Bruggink heugenis bij Guus in de oefenruimte. Het liefste zou ik op mijn 60’s Ampeg Fliptop spelen, maar die is zo gevoelig, tijdens een tour gaat dat onherroepelijk fout. Met die Trace Elliot wil je niet worden gezien, maar hij doet wat hij moet doen en vooral niet meer dan dat. Liever een combo met ballen dan een stack op volume -1. In de theaters heb ik mijn ’63 Fender Precision en ’65 Fender Jazz bij me. In feesttenten neem ik mijn actieve Celinder mee. Daar is het gewoon “gas d’r op” en niet zeu- ren over kleine soundverschillen, maar in een mooi theater is dat toch anders. De kleine nuances in sound zijn hier functioneel.’ Martijn: ‘Ik speel deze tour op mijn oude Ludwig-kit met diepe snare- drums en Sabian-bekkens met een donkere sound. Een heerlijk geluid!’ Jullie hebben naast Guus ook nog veel andere bezigheden. Hebben jul- lie de andere bands nodig om scherp te blijven? Hein: ‘Ik speel veel met mijn vriendin en gitariste Corrie van Binsbergen. We organiseren al meer dan tien jaar literaire concerten, waarbij we met gerenommeerde schrijvers spelen. Corrie schrijft muziek bij de verhalen, die dan live worden verteld en gespeeld. Het improvisatiegehalte ligt er hoog en we spelen veel akoestisch. Héél anders dan de muziek van Guus Meeuwis, maar net zo leuk en uitdagend om te doen. De afwisseling is goed. In een andere scene gaan mensen anders met elkaar om en dat werkt verfrissend. Ik kan daar altijd weer naar uitkijken.’ Martijn: ‘Ik heb samen met Anneke van Giersbergen nog een jeugdthe- ater. Verder heel veel losse dingen en ook veel sessiewerk in de studio. Net als Hein vind ik de afwisseling in genres prettig.’ Tot slot: welke song speel je nou het liefste en welke speel je het liefste nooit weer? Martijn, direct en op volle sterkte: ‘Het Dondert En Het Bliksemt!’ (Hein schiet spontaan in de lach.) Dat vind ik écht het allerleukste liedje om te spelen. We spelen het live niet zo vaak, maar als we het spelen, dan gaat het publiek altijd hélemaal los. Van voor tot achter op het veld. Alsof er een vat buskruit ontploft.’ Hein: ‘Ik vind Nergens Zonder Jou van de laatste plaat Armen Open altijd erg leuk om te spelen, ook omdat ik daar nog steeds niet helemaal uit ben. Dat is een van de nummers waarmee ik nog steeds aan het stoeien ben.’ Martijn: ‘Met Kedeng Kedeng heb ik ’t wel gehad. We spelen hem haast nooit meer. Alhoewel we hem vorig jaar hebben voorzien van een nieuw arrangement en dat was wel weer een feest.’ Ze zetten het Philips Stadion ondersteboven, maar spelen ook klein en ingetogen in theaters. Van geïmproviseerde jazz tot jeugdtheaterliedjes, van Herman van Veen tot Kane: samen bestrijken ze het hele palet van de Nederlandse muziek. Samen zijn ze ritmisch en melodisch tegelijk. Dit alles komt samen in de band van Guus Meeuwis, waar ze twee handen op één buik zijn. Maak kennis met Martijn Bosman en Hein Offermans. VLNR: Martijn Bosman & Hein Offermans 34 deBassist deBassist 35

Transcript of Hein Offermans Martijn Bosman · Guus Meeuwis. Martijn: ‘Klopt, wij speelden als sessiemuzikanten...

Page 1: Hein Offermans Martijn Bosman · Guus Meeuwis. Martijn: ‘Klopt, wij speelden als sessiemuzikanten al de soloplaten in, dus wij kenden Guus en Guus kende ons. Toen de drummer vertrok,

Jullie kenden elkaar al ver voordat jullie samen op ’t podium stonden bij Guus Meeuwis.Martijn: ‘Klopt, wij speelden als sessiemuzikanten al de soloplaten in, dus wij kenden Guus en Guus kende ons. Toen de drummer vertrok, werd ik gebeld om te komen spelen in 2010. Ik heb ja gezegd.’Hein: ‘Net voor de nieuwe plaat Armen Open (2011) kwam ik erbij. In het beginproces van een nieuwe plaat, dat is de mooiste periode om bij een bandje te komen. Want dan wordt er nog volop gewerkt aan nieuwe nummers en dan kun je tijdens het repeteren nog je eigen ding kwijt in de muziek.’

Waarom hebben jullie ja gezegd om te spelen bij Guus Meeuwis? ‘Ik beschouw het als een buitenkans om met Guus te mogen spelen’, zegt Hein. ‘Ik speel van geïmproviseerde muziek tot pop. Ik was nieuws-gierig, want Guus had een alleraardigst bandje bij elkaar. Ook het grote werk, de stadionconcerten, dat had ik nog nooit gedaan. Ik ben ’t avon-tuur aangegaan en heb er geen moment spijt van gehad! Bovendien is het ook gewoon werk; veel jongens hebben het tegenwoordig lastig.’ Martijn: ‘En daarnaast, dat geldt voor ons beiden, we vinden de liedjes ook gewoon heel erg tof. We houden van de muziek! Ook als we de 6/8 van Brabant weer inzetten genieten we. Ook al hebben we die al heel erg veel gespeeld. Maar het belangrijkste, ik heb in geen andere band zo veel gelachen en lol gehad als bij Guus.’‘Het sociale aspect is ontzettend belangrijk’, beaamt Hein. Martijn: ‘Als het niet klopt, keert het zich tegen je en uiteindelijk merkt het publiek dat.’

Hoe werkt de ritmetandem in de band van Meeuwis?‘Wij beschouwen ons niet echt als een ritmetandem’, vertelt Hein. ‘We zijn gewoon twee muzikanten in de band. Martijn drumt toevallig, ik speel basgitaar. Ik speel met Martijn net zoals ik speel met de andere muzikanten in de band. Het klikt goed tussen ons.’Martijn: ‘Wij zijn ook niet de tandem waarbij drums en bas precies gelijk met elkaar de maat bijhouden voor de rest van de band, want Hein is meer een melodische en erg elegante bassist. Ik ben als drummer dan maar diegene die de maat doorslaat.’ Hein, lachend: ‘En dat doet hij dan weer fantastisch.’

En andersom, wat is er nou zo fantastisch aan Martijn?‘De intensiteit waarmee hij speelt. “To the point” en altijd honderd pro-

cent inzet. Zijn spel heeft altijd direct een lekkere feel. Martijn houdt het levendig zonder te freaken en te laten zien wat hij kan. Hij verwerkt zijn grote talent en kundigheid in de intensiteit waarmee hij speelt en dan klinkt een liedje na driehonderd keer nog steeds zo fris als de allereer-ste keer.’ ‘Ik speel veel om de zang van Guus

heen’, vervolgt Hein, ‘zonder hem daarbij in de weg te zitten. Martijn is steady en ik hoef me nooit zorgen te maken. Ik kan de vrijheid nemen.’ Martijn: ‘En dat is dan weer genieten voor mij. Ik ga inderdaad gewoon door... haha!’Hein: ‘Ik vind grooven ook te gek, maar ik ben niet iemand die altijd helemaal in die groove duikt.’ Martijn: ‘En dát vind ik heel prettig aan Hein.’ Hein: ‘Misschien is dat wel de contrabassist in mij. Mijn opleiding als improviserend jazzmuzikant is erg belangrijk geweest en heeft mijn rugzak met smaken en stijlen nog verder gevuld. Maar ik ben altijd in bandjes blijven spelen. Alles door elkaar heen, en dat doe ik nog steeds. Contrabas is daarbij heel belangrijk voor mij.’

Hoe kunnen jullie je eigen sound kwijt in de liedjes van Guus Meeuwis?Martijn: ‘Dat gaat volgens mij vanzelf, want je neemt jezelf altijd mee. Ik heb niet één sound, jij ook niet Hein. Je draagt altijd een rugtas vol met ervaringen en eigen smaak met je mee en daarin zit altijd wel iets wat voor dat bepaalde liedje is te gebruiken.’Hein: ‘Als je letterlijk over sound wilt spreken... je kunt vijf andere drum-mers achter Martijns kit zetten, ze klinken allemaal anders. Martijn: ‘Het is mijn stellige overtuiging dat je sound in je vingers zit en niet in je instrument.’

Met Guus spelen jullie van het stadion tot theaters in de verste hoeken van het land. Wat is het leukste om te doen?Martijn: ‘De afwisseling. Theaters zijn leuk, festivals zijn tof, maar de ‘Grootse met een zachte G’-concerten in het stadion blijven ieder jaar weer bijzonder. De grootsheid, al die mensen, de ontzettend leuke sfeer... als ik dan over mijn kit kijk zie ik alleen maar mensen, van het veld tot in de hoeken van de tribunes.’Hein: ‘Martijn heeft de mazzel dat ie achter zijn kitje kan blijven zitten. Wij moeten af en toe de catwalk op en ik kan je vertellen, er zijn gevaar-lijke momenten waarin je in bierdouche belandt, haha. Het komt dan nog van de tweede ring van ’t stadion naar beneden, haha!’ (Beide heren schateren van ’t lachen.) Martijn, weer serieus: ‘Maar ook de the-aters zijn altijd erg mooi. Daar halen we ook voldoening uit.’Hein: ‘We spelen hier in ’t theater zachter en zonder in-ears. Dat speelt anders en ik vind het prettiger. In de stadions speel ik over een Aguilar DB750 met drie 12” Aguilar-kabinetten. Maar hier heb ik een oud Trace Elliot-combo met een 15”-woofer mee. Dat ding staat al sinds mensen-

Hein Offermans& Martijn Bosman

De Tandem Tekst: Vincent Moes * Foto: Erik Jan Bruggink

heugenis bij Guus in de oefenruimte. Het liefste zou ik op mijn 60’s Ampeg Fliptop spelen, maar die is zo gevoelig, tijdens een tour gaat dat onherroepelijk fout. Met die Trace Elliot wil je niet worden gezien, maar hij doet wat hij moet doen en vooral niet meer dan dat. Liever een combo met ballen dan een stack op volume -1. In de theaters heb ik mijn ’63 Fender Precision en ’65 Fender Jazz bij me. In feesttenten neem ik mijn actieve Celinder mee. Daar is het gewoon “gas d’r op” en niet zeu-ren over kleine soundverschillen, maar in een mooi theater is dat toch anders. De kleine nuances in sound zijn hier functioneel.’ Martijn: ‘Ik speel deze tour op mijn oude Ludwig-kit met diepe snare-drums en Sabian-bekkens met een donkere sound. Een heerlijk geluid!’

Jullie hebben naast Guus ook nog veel andere bezigheden. Hebben jul-lie de andere bands nodig om scherp te blijven?Hein: ‘Ik speel veel met mijn vriendin en gitariste Corrie van Binsbergen. We organiseren al meer dan tien jaar literaire concerten, waarbij we met gerenommeerde schrijvers spelen. Corrie schrijft muziek bij de verhalen, die dan live worden verteld en gespeeld. Het improvisatiegehalte ligt er hoog en we spelen veel akoestisch. Héél anders dan de muziek van Guus Meeuwis, maar net zo leuk en uitdagend om te doen. De afwisseling is

goed. In een andere scene gaan mensen anders met elkaar om en dat werkt verfrissend. Ik kan daar altijd weer naar uitkijken.’ Martijn: ‘Ik heb samen met Anneke van Giersbergen nog een jeugdthe-ater. Verder heel veel losse dingen en ook veel sessiewerk in de studio. Net als Hein vind ik de afwisseling in genres prettig.’

Tot slot: welke song speel je nou het liefste en welke speel je het liefste nooit weer?Martijn, direct en op volle sterkte: ‘Het Dondert En Het Bliksemt!’ (Hein schiet spontaan in de lach.) Dat vind ik écht het allerleukste liedje om te spelen. We spelen het live niet zo vaak, maar als we het spelen, dan gaat het publiek altijd hélemaal los. Van voor tot achter op het veld. Alsof er een vat buskruit ontploft.’Hein: ‘Ik vind Nergens Zonder Jou van de laatste plaat Armen Open altijd erg leuk om te spelen, ook omdat ik daar nog steeds niet helemaal uit ben. Dat is een van de nummers waarmee ik nog steeds aan het stoeien ben.’ Martijn: ‘Met Kedeng Kedeng heb ik ’t wel gehad. We spelen hem haast nooit meer. Alhoewel we hem vorig jaar hebben voorzien van een nieuw arrangement en dat was wel weer een feest.’

Ze zetten het Philips Stadion ondersteboven, maar spelen ook klein en

ingetogen in theaters. Van geïmproviseerde jazz tot jeugdtheaterliedjes,

van Herman van Veen tot Kane: samen bestrijken ze het hele palet van de

Nederlandse muziek. Samen zijn ze ritmisch en melodisch tegelijk. Dit

alles komt samen in de band van Guus Meeuwis, waar ze twee handen op

één buik zijn. Maak kennis met Martijn Bosman en Hein Offermans.

VLNR: Martijn Bosman & Hein Offermans

34 deBassist deBassist 35