Harry Stijger De ene glassoort is de ander nietusers.telenet.be/vanlooverenactueel/Artikel...
Transcript of Harry Stijger De ene glassoort is de ander nietusers.telenet.be/vanlooverenactueel/Artikel...
14
Float glasGlas wordt gemaakt van een mengsel van silicium
(zand), kalk, soda en nog een kleine hoeveelheid borium
en andere stofjes. Aan dit mengsel is 20% scherfglas toe-
gevoegd om voor luchtigheid te zorgen tijdens het opwar-
men. Het mengsel wordt gesmolten in een oven van zo’n
1550°C.
Het gesmolten glas vloeit uit de oven en gaat bij het
float-procédé horizontaal over een tinbad van 100ºC.
Het vloeibare glas drijft als het ware op de vloeibare tin
en krijgt daardoor een heel glad oppervlak en een egale
dikte van bijvoorbeeld 4 mm. Het glaslint gaat vervolgens
door een afkoeltunnel. Door de horizontale afkoeling
blijft het float glas volledig vrij van inwendige spannin-
gen, waardoor het zijn sterkte krijgt. Uit breukproeven
blijkt dat float glas 30% sterker is dan getrokken glas.
Wereldwijd is de standaardbreedte van een glaslint 3,21
m. Voor de normale glashandel maakt de fabriek snijpla-
ten van 6 x 3,21 m. Het tuinbouwglas wordt in de fabriek
direct op maat gesneden. De glasmaat van 1,67 m breed
is een dure maat, omdat er geen twee ruiten uit het 3,21
m brede glaslint kunnen.
Getrokken glasBehalve float glas is er ook getrokken glas, het goedko-
pere alternatief, waarop de typische treklijnen te zien
zijn. Doordat dit glas niet over een tinbad gaat, heeft het
getrokken glas een ruwere structuur. Dit geeft een snel-
lere vervuiling, wat niet goed is voor de lichtdoorlatend-
De ene glassoort is de ander niet
Harry Stijger
heid. Getrokken glas heeft een lichtverlies van circa 8 tot
10% in 10 jaar. Bij float glas is dat maar 6% per 10 jaar.
Bij toepassing van het goedkopere getrokken glas in het
kasdek, zal een teler ook moeten investeren in een kas-
dekreiniger om geen extra lichtverlies te hebben.
Bovendien is getrokken glas breukgevoeliger dan float
glas. In Europa vindt behalve in Polen geen productie
van getrokken glas meer plaats; wel nog in de landen
van de voormalige Sovjetunie en in China.
Gegoten glasEen derde glassoort is het gegoten glas. Dit productie-
proces is zelfs ouder dan het float- en getrokken glaspro-
cédé. Het vloeibare glas wordt hierbij uitgegoten en bij
nog hoge temperatuur tussen twee rollen platgewalst.
Vandaar ook wel de benaming gewalst glas. Wanneer
de walsrollen voorzien zijn van een figuur (bijvoor-
beeld palmbomen) of structuur, drukken ze een bepaald
patroon in het glas. Gehamerd glas is de bekendste glas-
soort volgens dit procédé. Dit 4 mm dikke glas geeft dif-
fuus licht en vindt zijn toepassing in kasgevels.
Een groot nadeel van gegoten glas is de breukgevoelig-
heid. Hierdoor is het gewalste en gehamerde glas niet
geschikt als dekglas. In het verleden is dat wel toegepast,
maar zelfs bij kleine afmetingen kwam er veel breuk
voor en ontstond er altijd veel schade na een storm en/
of na een hagelbui.
Andere glassoortenHortifrost, een alternatieve glassoort voor gehamerd
glas, is tevens een gegoten en gewalste glassoort. Het
glas heeft een hele fijne tekening en lijkt net een bevro-
ren ruit. Hortifrost is uniformer qua dikte dan gehamerd
glas, dat veel dikteverschil kent, en is geschikt als gevel-
glas voor kassen.
Hortiplus is floatglas waarop een metaaloxide is aange-
bracht. Vroeger had het een blauwgroene weerschijn,
Tuinbouwglas is geen alledaags
product. Het moet aan bepaalde
eisen voldoen, een nauwkeurige
maatvoering en een hoge licht-
doorlatendheid hebben, maar
mag niets kosten. De breukgevoe-
ligheid van het glas verschilt per
glassoort en verschillende facto-
ren beïnvloeden dat.
Glasfabrikanten maken geen glas
speciaal voor de tuinbouw. Deze
sector is maar een kleine afnemer,
zo’n 5% van de totale glasproduc-
tie. Het glas van A-kwaliteit kun-
nen de producenten in andere
sectoren verkopen voor een twee
tot drie keer zo hoge prijs als in
de tuinbouw. De glasgroothandel
moet dus echt op zoek naar glas-
producenten die geïnteresseerd
zijn in de tuinbouw.
Wereldwijd zijn er maar een
handje vol glasproducenten. Grote
producenten zijn onder andere
Glaverbel en Guardian, een sterk
Amerikaans bedrijf met onder
andere vestigingen in Engeland
en Israël.
“Bij telers gaat het bij glas altijd over een hoge lichtdoorlatendheid.”
15
De ene glassoort is de ander niet
maar tegenwoordig heeft het een heldere coating.
De coating geeft een isolerende werking van 25% ten
opzichte van gewoon glas. Nadeel van Hortiplus is het
verlies van 2% aan lichtdoorlatendheid. Tijdens de ener-
giecrisis van de jaren zeventig is dit glas veel toegepast
als dekglas en als onderste ruiten van de gevels.
Pittsburgh glas, een gecontroleerde methode van getrok-
ken glasproductie, is de naam van het Hortilight glas uit
de Poolse fabriek. Het glas is harder en dikker: 4,0 mm
in plaats van 3,85 mm. Tevens zijn de randen van het
glas afgescherpt, waardoor het minder breekbaar wordt.
Onderzoeksresultaten hebben nog niet aangetoond dat
het glas ook echt sterker is dan floatglas.
Gehard glas Gehard glas is op maat gesneden floatglas dat door een
hardingsoven van 600°C gaat. Hierin wordt het snel
opgewarmd en daarna snel afgekoeld. De temperatuur-
verschillen, die spanningen in het glas creëren, maken
het glas sterker.
Als gehard glas kapot gaat, valt het in duizenden kleine
stukjes uiteen. Die kleine brokjes glas geven geen ver-
wonding. Gehard glas wordt daarom in corridors en
boven een betonpad toegepast, zodat medewerkers, bij-
voorbeeld bij een hagelbui, de kas veilig kunnen verlaten.
Arbotechnisch heeft gehard glas bij grote ruiten voorde-
len voor het beglazen. Gehard glas heeft ook een belang-
rijk nadeel. Als een grote ruit breekt, valt deze in kleine
stukjes uiteen. Er zit dan direct een groot gat van bijvoor-
beeld 3,6 m2 in het dek. Bij gewoon glas barst de ruit
wel, maar valt er meestal niet uit en dat geeft dus nau-
welijks extra warmteverlies. Voor gehard glas betaalt de
teler bovendien de dubbele prijs van gewoon glas.
17
Hoge lichtdoorlatendheidBij telers gaat het bij glas altijd over een hoge lichtdoor-
latendheid. Ze projecteren de vuistregel van ‘1% licht is
1% productie’ alleen op het glas. Een paar procent meer
lichtdoorlatendheid van het glas is eigenlijk een beetje
onzinnig, omdat het er uiteindelijk om gaat hoeveel licht
de plant krijgt. Andere factoren hebben hier ook invloed
op, zoals kasonderdelen die licht wegnemen en vuil glas.
Bovendien is glas met een hoge lichtdoorlatendheid min-
der sterk dan gewoon glas.
Standaard float glas heeft een lichtdoorlatendheid van
88 - 89%, gemeten volgens NEN 2675, in het PAR-licht-
spectrum (400 - 700 nanometer). Om ‘hoog licht’ glas
te produceren is het ijzergehalte in het silicium van
belang. Hoe lager het ijzergehalte (low iron silicium),
hoe beter het is voor een hoge lichtdoorlatendheid. Niet
in de buurt van iedere glasfabriek is zand met een laag
ijzergehalte beschikbaar en moet dan van elders wor-
den aangevoerd. Nadeel is ook dat met low iron silicium
de glasfabriek de oven hoger in temperatuur (1800ºC)
moet stoken. Een glasoven kan 10 tot 12 jaar mee, maar
bij een hogere oventemperatuur is sprake van extra slij-
tage, waardoor deze eerder aan z’n einde is. Produceren
van hoog lichtdoorlatend glas brengt dus een financi-
eel plaatje met zich mee. Bovendien is de vraag naar dit
duurdere glas vanuit andere sectoren (bijvoorbeeld auto,
meubel, zonnecollector, mobiele telefoon) erg groot.
De vraag vanuit de tuinbouw naar ‘hoog licht’ glas zal
nog stijgen. Het aanbod zal dalen, omdat glasproducen-
ten niet meer geïnteresseerd zijn in tuinbouwglas, van-
wege de nauwkeurige maatvoering en de beste licht-
doorlatendheid voor een lage prijs. Toch probeert de
Belgische glasgroothandel Van Looveren steeds weer de
producenten ervan te overtuigen dat ze hoog lichtdoor-
latende glas (89,7 - 90,2%) moeten maken om voldoende
van dit glas beschikbaar te hebben.
DiamantglasHet Diamantglas, een merknaam van glasproducent
Saint-Gobain-Glass voor float glas, heeft een hoge licht-
doorlaatbaarheid van 90,5% en soms 91% (PAR-licht
gemeten volgens NEN 2675). Niet bekend is hoeveel UV-
licht dit glas doorlaat, omdat dat spectrum buiten de
normmeting valt.
In het gewone float glas met een hoge lichtdoorlaatbaar-
heid is 90%, met een maximale afwijking van plus en
min 0,2%, de hoogste waarde. De lichtdoorlaatbaarheid
in het plantgevoelige spectrum (400 - 700 nanometer)
19
van Diamantglas en ‘hoog licht’ float glas is dus verge-
lijkbaar. Voor een behoorlijke meerprijs is er dus geen
grote lichtwinst ten opzichte van gewoon ‘hoog licht’
float glas. Diamantglas heeft wel een verhoogde licht-
doorlaatbaarheid in het UVA- en UVB-spectrum (zie
grafiek op pagina 17). UVB-licht heeft effect op de plant,
waaronder de kleur en zorgt er voor dat de plant korter
blijft door remming van de strekkingsgroei.
Het Diamantglas dat de producent beschikbaar heeft
voor de tuinbouw is een aanloop- en afloopproductie
naar de zogenaamde A-kwaliteit voor de normale glas-
handel. De doorlaatbaarheid van UV-licht kan hierdoor
ook variëren. Daarnaast is op voorhand niet bekend hoe-
veel Diamantglas er van de totale productie naar de tuin-
bouw gaat. Vanwege de productietechnische en logistieke
moeilijkheden met het Diamantglas biedt Van Looveren
een alternatief aan onder eigen naam: Briljantglas.
Geëtst glasGeëtst glas wordt tot nu toe op kleine schaal in de tuin-
bouw toegepast vanwege een nog hogere lichtdoorla-
tendheid. Van geëtst glas is het glasoppervlak zo behan-
deld dat er minder lichtreflectie (terugkaatsing) is. Door
de zogenaamde antireflectie(AR)-behandeling valt er
meer licht door dit glas heen. De antireflectie kan op
twee manieren bereikt worden, door:
• een AR-coating, die op iedere glassoort aan te brengen
is. Dit glas wordt veel voor ontspiegeling van winkel-
ruiten toegepast.
• een etsbehandeling van (alleen) getrokken glas. Dit
etsen zorgt voor een opruwing van een microscopische
dunne glaslaag (100 nanometer), waardoor de reflec-
tie voor 75% is gereduceerd. Het toegepaste behande-
lingsprocédé vindt zijn oorsprong in de solarindustrie
en wordt uitgevoerd in een fabriek in Denemarken.
Informatiebron:
Van Looveren, groothandel in tuinbouwglas
en kunststoffen
De lichtwinst met AR-glas is 6%. Uitgaande van stan-
daard glas van 89% gaat de lichtdoorlatendheid na de
AR-behandeling naar 95% en bij ‘hoog licht’ glas van
90% naar 96%. De UV-lichtdoorlating is niet anders dan
van gewoon glas.
Grote glasmatenGlas van 4 mm dik mag een variatie hebben tussen
3,8 - 4,2 mm. Fabrikanten produceren circa 3,85 mm
dik glas. Bij kassen met een 5 m vakmaat en 4 ruiten
van 1,25 x 2,55 m moet de dikte van het float glas vol-
gens het computerprogramma CASTA/Kassenbouw 4
mm of dikker zijn. Tot en met de glasmaten 1,67 x 2,14
m en 1,12 x 2,54 m mag het 4 mm glas ongehard zijn.
Daarboven moet het glas, volgens CASTA/Kassenbouw,
gehard zijn. De verzekeraars stellen dezelfde eisen aan
het glas vanwege de sterkte van de kas. n
Zonwerend tuinbouwglasVan Looveren heeft in haar uitgebreide leveringsprogramma ook floatglas met een coatingslaag
die zonwerend is. Hortiwhite® van 4mm dik heeft op één zijde een volwitte ceramische coating.
De coating wordt ingebakken tijdens het hardingsproces van het glas. Met de eigenschappen van
gehard floatglas is het te gebruiken als veiligheidsbeglazing. Het is geschikt als kasbedekkingsma-
teriaal voor de technische- en behandelingsruimtes, omdat het verschillende aspecten combineert,
zoals gebruiksgemak, veiligheid, zonnewering en esthetiek.
Sundim® van 4mm dik is op één zijde voorzien van een harde duurzame coating met een brons-
bruine kleur. De gecoate zijde dient naar buiten geplaatst te worden. Het is geschikt als dekglas
boven technische ruimten om zon te weren.
Daar waar Sundim 50% van het zonlicht weert, zorgt het Hortiwhite voor een zonnewering van
98%. De witte coating reflecteert 74% van het licht en absorbeert nog eens 24%. Het glas en de
coating zelf worden dus weinig of niet opgewarmd. De witte coating weerkaats bovendien het
beschikbare binnenlicht (het ingevallen daglicht of kunstlicht) voor 74% terug naar binnen.
Dit zorgt voor een hoog rendement van het binnenlicht, zonder dat dit gepaard gaat met extra
opwarming van de onderliggende ruimte.