Handleidingvoor installateur AMS10 · 24 Hoofdstuk3|Hetontwerpvandewarmtepomp AMS10....

Handleiding voorinstallateur

LE

K

LE

K

LE

K

LE

K

UN

AMS 10AMS 10-6 / 10-8 / 10-12 / 10-16

Lucht/water-warmtepomp

IHB NL 1746-1331951

Inhoudsopgave

41 Belangrijke informatie4Systeemoplossing

4Veiligheidsinformatie

7Serienummer

7Terugwinning

7Informatie met betrekking tot milieueffecten

8Checklijst: Controles vóór inbedrijfstelling

92 Bezorging en verwerking9Transport en opslag

9Montage

14Verwijderen van de buitenmantel

163 Het ontwerp van de warmtepomp16Positie van onderdelen AMS 10

21Elektrisch paneel

23Sensorplaatsing

264 Aansluiting van de leidingen

275 Elektrische aansluitingen27Algemeen

28Elektrische onderdelen

28Toegankelijkheid, elektrische aansluiting

29Aansluitingen

326 Inbedrijfstelling en afstelling32Compressorverwarming

337 Bediening - Warmtepomp EB101

348 Storingen in comfort

359 Alarmlijst

3810 Accessoires

3911 Technische gegevens39Afmetingen

43Geluidsdrukniveaus

44Technische specificaties

52Energielabel

57Elektrisch schema

62Index

63Contactgegevens

3Inhoudsopgave |AMS 10

SysteemoplossingAMS 10 is bedoeld voor installatie met NIBE SPLITBoxHBS05 enbinnenmodule (VVM)of regelmodule(SMO) voor een complete systeemoplossing.

VeiligheidsinformatieIn deze handleiding worden de installatie- en onder-houdsprocedures voor uitvoering door specialisten be-schreven.

De handleiding moet bij de klant worden achtergelaten.

Dit apparaat kan worden gebruikt doorkinderen vanaf 8 jaar en personen meteen verminderde lichamelijke, zintuiglijkeof geestelijke gesteldheid of gebrek aanervaring en kennis wanneer zij begeleidworden of instructies hebben ontvangenom het apparaat veilig te gebruiken enzij de gevaren begrijpen. Het product isbedoeld voor gebruik door experts ofgetrainde gebruikers in winkels, hotels,verlichtingsindustrie, landbouw enz.

Kinderen moeten worden geïnstru-eerd/begeleid worden om te voorkomendat zij met het apparaat spelen.

Voorkom dat kinderen het apparaatzonder toezicht schoonmaken of onder-houden.

Dit is een vertaling van de originelehandleiding. De handleiding mag nietworden vertaald zonder goedkeuringvan NIBE.

Rechten om ontwerpwijzigingen doorte voeren zijn voorbehouden.

©NIBE 2017.

Symbolen

Voorzichtig!

Dit symbool duidt aan dat een persoon of demachine gevaar loopt.

LET OP!

Dit symbool duidt belangrijke informatie aanover wat u in de gaten moet houden tijdensonderhoud aan uw installatie.

TIP

Dit symbool duidt tips aan om het gebruik vanhet product te vergemakkelijken.

Keurmerk

Het CE-keurmerk is verplicht voor de meeste pro-ducten die in de EU worden verkocht, ongeachthet land waar ze zijn gemaakt.

CE

Classificatie van behuizing van elektrotechnischeapparatuur.

IP21

Gevaar voor personen of de machine.!

Lees de gebruikershandleiding.

Veiligheidsmaatregelen

Let opInstalleer het systeem volledig volgens de instructies in de in-stallatiehandleiding.Een onjuiste installatie kan leiden tot barsten, persoonlijk letsel,waterlekkage, lekkage van koudemiddel, elektrische schokken enbrand.

Let op de meetwaarden voordat u aan het koelsysteem gaatwerken, met name bij onderhoud in kleine ruimtes, zodat degrens voor de concentratie van het koudemiddel niet wordtoverschreden.Raadpleeg een expert voor de interpretatie van de meetwaarden.Als de concentratie van het koudemiddel boven de grens ligt, kanbij lekkage zuurstoftekort optreden, wat tot ernstig letsel kan lei-den.

Gebruik voor de installatie originele accessoires en de aange-geven onderdelen.Indien gebruik wordt gemaakt van niet-aangegeven onderdelen,kunnen waterlekkage, elektrische schokken, brand en persoonlijkletsel optreden doordat de eenheid mogelijk niet correct werkt.

Zorg ervoor dat uwwerkgebied goed ventileert. Er kan tijdensde onderhoudswerkzaamheden koudemiddel weglekken.Als het koudelmiddel in aanraking komt met open vuur, ontstaateen giftig gas.

Installeer de eenheid op een locatiemet eengoedeondersteu-ning.Bij ongeschikte installatielocaties kan de eenheid vallen en leidentot schade en letsel. Installatie zonder voldoende ondersteuningkan ook leiden tot trillingen en lawaai.

Zorg ervoor dat de eenheid bij installatie stabiel is, zodat dezebestand is tegen aardbevingen en krachtige winden.

AMS 10Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatie4

1 Belangrijke informatie

Bij ongeschikte installatielocaties kan de eenheid vallen en leidentot schade en letsel.

De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door eengekwalificeerde elektrotechnicus enhet systeemmoetwordenaangesloten als een afzonderlijk circuit.Voeding met onvoldoende capaciteit en een onjuiste werkingkunnen leiden tot elektrische schokken en brand.

Gebruik voor de elektrische installatie de aangegeven kabels,zet de kabels goed vast in de klemmenstroken en ontlast debedrading op de juiste manier om overbelasting van de klem-menstroken te voorkomen.Losse verbindingen of kabelaansluitingen kunnen leiden tot abnor-male warmteproductie of brand.

Controleer, als u klaar bent met de installatie- of onderhouds-werkzaamheden, of er geen koudemiddel uit het systeem lektin de vorm van gas.Als er koudemiddelgas in het huis lekt en in aanraking komt meteen aerotemp, een oven of een ander heet oppervlak, worden ergiftige gassen geproduceerd.

Schakel de compressor uit voordat u het koudemiddelcircuitopent/doorbreekt.Als het koudemiddelcircuit wordt doorbroken/geopend terwijl decompressor draait, kan er lucht in het procescircuit stromen. Ditkan tot ongebruikelijk hoge druk in het procescircuit leiden, diebarsten en persoonlijk letsel kan veroorzaken.

Schakel bij service of inspectie de voeding uit.Als de voeding niet wordt uitgeschakeld, bestaat gevaar voorelektrische schokken en schade door de draaiende ventilator.

Laat de eenheid niet draaien als er panelen of beschermings-middelen verwijderd zijn.Het aanraken van draaiende apparatuur, hete oppervlakken ofonderdelen onder hoge spanning kan leiden tot letsel door beknel-ling, brandwonden of elektrische schokken.

Schakel de stroom uit voordat u aan elektrische werkzaamhe-den begint.Als u de stroom niet uitschakelt, kan dit leiden tot elektrischeschokken, schade en een onjuiste werking van de apparatuur.

ZorgvuldigheidWees zorgvuldig bij het uitvoeren van de elektrotechnischewerkzaamheden.Sluit de massakabel niet aan op de gasleiding, waterleiding, verlich-tingsleiding of de massakabel van de telefoonleiding. Een onjuistemassaverbinding kan leiden tot fouten in eenheden, zoals elektri-sche schokken vanwege kortsluiting.

Gebruik eenhoofdschakelaarmet voldoendeuitschakelvermo-gen.Als de schakelaar onvoldoende uitschakelvermogen heeft, kunnenstoringen en brand optreden.

Gebruik altijd een zekering met de juiste capaciteit op deplekken waar zekeringen moeten worden gebruikt.Het aansluiten van de eenheid met draad van koper of ander metaalkan leiden tot storing in de eenheid en brand.

Breng de kabels zo aan dat ze niet beschadigd raken doormetalen kanten of beklemd zitten tussen panelen.Onjuist installeren kan elektrische schokken, warmteontwikkelingen brand veroorzaken.

Installeer de eenheid niet in debuurt van locatieswaar lekkagevan brandbare gassen mogelijk is.Indien weggelekte gassen zich ophopen rondom de eenheid, kaner brand ontstaan.

Installeer de eenheid niet op plaatsen waar corrosief gas (bij-voorbeeld nitreuze dampen) of brandbare gassen of stoom(bijvoorbeeld verdunner en petroleumgassen) zich kunnenvormen of ophopen of waar met vluchtige brandbare stoffenwordt gewerkt.Corrosief gas kan leiden tot corrosie aan de warmtewisselaar,breuken in kunststof onderdelen enz. en brandbare gassen ofstoom kunnen brand veroorzaken.

Gebruik de eenheid niet op plaatsen waar water kan spatten,bijvoorbeeld in wasserijen.Het binnendeel is niet waterdicht en er kan daarom sprake zijn vanelektrische schokken en brand.

Gebruik de eenheid niet voor de speciale doeleinden, zoalsopslag van voedsel, het koelen van precisie-instrumenten,conservering door bevriezing van dieren, planten of kunst.De artikelen kunnen hierdoor beschadigd raken.

Installeer en gebruik het systeem niet in de buurt van appara-tuur die elektromagnetische velden of hoogfrequente tonengenereert.Apparatuur zoals inverters, stand-bysets, hoogfrequente medischeapparatuur en telecomapparatuur kan van invloed zijn op de een-heid en leiden tot storingen en uitval. De eenheid kan ook van in-vloed zijn op medische apparatuur en telecomapparatuur, zodatdeze niet goed of helemaal niet werkt.

Installeer de buiteneenheid niet op de hieronder aangegevenlocaties.- Locaties waar lekkage van brandbare gassen kan optreden.- Locaties waar koolstofvezel, metaalpoeder of ander poeder in delucht kan komen.- Locaties waar stoffen kunnen voorkomen die van invloed kunnenzijn op de eenheid, zoals zwavelgas, chloor, zure of alkalischestoffen.- Locaties die direct zijn blootgesteld aan olienevel of stoom.- Voertuigen en schepen.- Locaties waar machines worden gebruikt die hoogfrequente tonengenereren.- Locaties waar vaak cosmetische of speciale sprays worden ge-bruikt.- Locaties met een mogelijk zoute atmosfeer. In dit geval moet debuiteneenheid worden beschermd tegen direct binnenkomendezoute lucht.- Locaties waar grote hoeveelheden sneeuw voorkomen.- Locaties waar het systeem wordt blootgesteld aan schoorsteen-rook.

Als het onderframe vanhet buitendeel verroest is of op anderewijzebeschadigd is door langdurigbedrijf,magdit nietwordengebruikt.Het gebruik van een oud of beschadigd frame kan de eenheid doenvallen en tot persoonlijk letsel leiden.

Zorg er bij solderen in de buurt van de eenheid voor dat hetsoldeerresidu de lekbak niet beschadigt.Als er tijdens solderen soldeerresidu in de eenheid komt, kunnener kleine gaten in de bak komen die tot waterlekkage leiden. Laat,om schade te voorkomen, het binnengedeelte in zijn verpakkingzitten of dek het af.

Laat de afvoerpijp niet uitlopen in kanalenwaar giftige gassen,bijvoorbeeld met sulfiden, kunnen voorkomen.Als de pijp uitloopt in een dergelijk kanaal, zullen eventuele giftigegassen in de ruimte stromen en daar ernstige gevolgen hebbenvoor de veiligheid en gezondheid van de gebruiker.

Isoleer de aansluitleidingen van de eenheid, zodat het vochtuit de omgevingslucht er niet op neerslaat.Onvoldoende isolatie kan leiden tot condensatie, die weer kanleiden tot vochtschade aan dak, vloer, meubels en waardevollepersoonlijke spullen.

Installeer het buitendeel niet op een locatie waar insecten enkleine dieren kunnen verblijven.Insecten en kleine dieren kunnen de elektronische onderdelenbinnendringen en daar schade en brand veroorzaken. Geef de ge-bruiker de instructie om de omringende apparatuur schoon tehouden.

Wees voorzichtig als u het apparaat met de hand draagt.Als de eenheid meer weegt dan 20 kg, moet deze worden gedragendoor twee mensen. Draag handschoenen om het gevaar voorsnijwonden tot een minimum te beperken.

Gooi verpakkingsmateriaal op de juiste manier weg.Eventueel achterblijvend verpakkingsmateriaal kan leiden tot per-soonlijk letsel. Het kan namelijk spijkers en hout bevatten.

Raak geen knoppen aan met natte handen.Dit kan leiden tot elektrische schokken.

5Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatieAMS 10

Raak geen koudemiddelleidingen aan met uw handen terwijlhet systeem in bedrijf is.Tijdens bedrijf worden de leidingen uitzonderlijk heet of uitzonder-lijk koud, afhankelijk van de bedrijfsmethode. Dit kan leiden totbrandwonden of bevriezingswonden.

Schakel de voeding niet uit direct nadat dewerking is gestart.Wacht minimaal 5 minuten, omdat anders gevaar bestaat voorwaterlekkage of uitval.

Bedien het systeem niet met de hoofdschakelaar.Dit kan leiden tot brand of waterlekkage. Bovendien kan de venti-lator onverwacht starten, wat tot persoonlijk letsel kan leiden.

Met name voor eenheden bedoeld voor R410A- Gebruik voor het koudemiddel alleen R410A. R410A betekentdat de druk ongeveer 1,6 keer zo hoog is als bij reguliere koude-middelen.

- Gebruik geen vulflessen (charging bottles). Dit type flessen veran-dert de samenstelling van het koudemiddel, waardoor de prestatiesvan het systeem verslechteren.

- Bij het bijvullen van koudemiddel moet het koudemiddel altijd invloeibare vorm uit de fles komen.


SerienummerU vindt de servicecode en het serienummer (PF3) op derechterkant van de AMS 10.

PF3LEK

PF3

LEK

PF3

LET OP!

U hebt de servicecode en het serienummer vanhet product nodig voor onderhoud en onder-steuning.

TerugwinningLaat het afvoeren van de verpakking over aande installateur van het product of aan specialeafvalstations.

Doe gebruikte producten niet bij het normalehuishoudelijke afval. Breng het naar een speciaal

afvalstation of naar een dealer die dit type service aan-biedt.

Het onjuist afvoeren van het product door de gebruikerleidt tot boetes volgens de actuele wetgeving.

Informatie met betrekking totmilieueffectenDe apparatuur bevat R410A, een gefluoreerd broeikas-gas met een GWP-waarde (aardopwarmingsvermogen)van 2088. Laat dit niet ontsnappen R410A naar de atmos-feer.

7Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatieAMS 10

Checklijst: Controles vóór inbedrijfstellingGecontroleerdOpmerkingenKoudemiddelsysteem

Leidinglengte

Hoogteverschil

Druktest

Lekkagetest

Einddruk vacuüm

Leidingisolatie

GecontroleerdOpmerkingenElektrische installatie

Hoofdzekering pand

Groepszekering

Vermogensregeling / stroomsensor (sluitaan op binnenmodule / regelmodule.)

KVR 10

Controleer bij het installeren van deAMS 10-6 / HBS 05-6 of de softwareversievan de binnenmodule/regelmodule tenminste v8320 is.

GecontroleerdOpmerkingenKoeling

Leidingsysteem, condensatie-isolatie


Transport en opslagDe AMS 10 moet verticaal worden getransporteerd enopgeslagen.

Voorzichtig!

Zorg ervoor dat de warmtepomp niet kankantelen tijdens transport.

Montage Plaats de AMS 10 buiten op een stevige, vlakke onder-

grond die bestand is tegen het gewicht, bij voorkeureen betonnen ondergrond. Als er betonnen platenworden gebruikt, moeten deze gelegd zijn op asfaltof grind.

De betonnen ondergrond of platen moeten zo wordengeplaatst dat de onderste rand van de verdamper opgelijk niveau komt met de gemiddelde sneeuwdiepteter plekke, met een minimale hoogte van ten minste300 mm. Zie onze steunen en beugels op pagina 38.

AMS 10 mag niet worden geplaatst in de buurt vangehorige muren, bijv. naast een slaapkamer.

Zorg er ook voor dat de plaatsing geen overlast ople-vert voor de buren.

AMS 10 mag niet dusdanig worden geplaatst dat re-circulatie van buitenlucht op kan treden. Dit zorgt vooreen lager vermogen en mindere efficiëntie.

De verdamper moet worden afgeschermd tegenrechtstreekse wind, aangezien dit een negatieve in-vloed op de ontdooifunctie heeft. Plaats de AMS 10tegen de verdamper op een plaats die is afgeschermdtegen de wind.

Er kunnen grote hoeveelheden condenswater ensmeltwater door ontdooiing worden geproduceerd.Condenswater moet via een afvoer of iets vergelijk-baars worden weggevoerd (zie pagina10).

Wees bij de installatie voorzichtig, zodat u geen kras-sen veroorzaakt op de warmtepomp.

LEK

XX mm300 mm

Plaats de AMS 10 niet direct op het gazon of een andereniet-stevige ondergrond.

Als er een kans is dat de sneeuw op het dak kan gaanschuiven, moet er een beschermend dak of een afdek-king worden geplaatst om de warmtepomp, inclusiefleidingen en bedrading te beschermen.

9Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingAMS 10

2 Bezorging en verwerking

Van de straat heffen om op de locatie op testellen.Als de ondergrond dit toestaat, is het het eenvoudigsteom een pallettruck te gebruiken om de AMS 10 te ver-plaatsen naar de definitieve locatie.

Voorzichtig!

Door de zwaartekracht helt het product overnaar één kant (zie print op de verpakking).

Als de AMS 10 over een zachte ondergrond moet wordenvervoerd, zoals een gazon, dan wordt het gebruik vaneen kraan aangeraden die het product direct tot op dedefinitieve locatie kan tillen. Als de AMS 10 door eenkraan is opgeheven, moet de verpakking onbeschadigdzijn en de belasting worden verdeeld met een zwaaiarm,zie de bovenstaande afbeelding.

Als er geen kraan kan worden gebruikt, kan de AMS 10worden vervoerd met behulp van een extra langesteekwagen. De AMS 10 moet worden vervoerd op dezijkant gemarkeerd met "zware zijde" waarbij er tweemensen nodig zijn om de AMS 10 op te tillen.

Til het product van de pallet op naar dedefinitieve positieVerwijder de verpakking en de bevestigingsband naarde pallet voor het tillen.

Plaats hefbanden rond alle poten van de machine. Voorhet heffen van de pallet naar de basis zijn vier personennodig, waarbij iedere persoon een band vasthoudt.

Het is niet toegestaan de machine aan een ander onder-deel dan aan de poten te tillen.

AfdankenBij het afdanken moet het product in omgekeerdevolgorde worden verwijderd. Til het product aan de on-derpaneel op in plaats van een pallet!

Weglopende condensCondenswater loopt op de grond onder de AMS 10. Omschade aan het huis en de warmtepomp te voorkomen,moet het condenswater worden opgevangen en afge-voerd.

Voorzichtig!

Voor het functioneren van de warmtepomp ishet belangrijk dat condenswater wordt afge-voerd en dat de condenswaterafvoer niet dus-danig wordt geplaatst dat dit tot schade aande woning kan leiden.

Voorzichtig!

Om de werking te garanderen, moet accessoireKVR 10 worden gebruikt. (Niet bijgeleverd)

Voorzichtig!

De elektrische installatie en bedrading moetenworden uitgevoerd onder toezicht van eengekwalificeerde elektricien.

Voorzichtig!

Sluit geen zelfregulerende verwarmingskabelsaan.

Het condenswater (tot 50 liter / 24 uur) dat in de op-vangbak wordt verzameld, moet via een leiding naareen geschikte afvoer worden geleid, waarbij de kortstmogelijke route buitenshuis wordt aanbevolen.

De leidingsectie die kan bevriezen moet worden ver-warmd via de verwarmingskabel om bevriezing tevoorkomen.

Leg de leiding vanaf de AMS 10 schuin naar benedenaan.

De uitlaat van de leiding voor condenswater moet opeen vorstvrije diepte of binnenshuis zitten (ondervoorbehoud van lokale verordeningen en voorschrif-ten).

Gebruik een waterzak voor installaties waarbij luchtcir-culatie kan optreden in de leiding voor condenswater.

De isolatie moet strak langs de onderkant van de op-vangbak van condenswater liggen.

Lekbakverwarming, bediening

De lekbakverwarming wordt voorzien van voedingwanneer er aan een van de volgende voorwaarden wordtvoldaan:1. De compressor is al minstens 30 minuten na de

laatste start in bedrijf.2. De omgevingstemperatuur is lager dan 1 °C.

AMS 10Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking10

Aanbevolen alternatief voor het afvoeren vancondenswater

Afvoer binnenshuis

Waterafdichting

Verbinding

Het condenswater wordt naar een afvoer binnenshuisgeleid (onder voorbehoud van plaatselijke wet- en regel-geving).

Leid de leiding omlaag van de lucht/water-warmtepompweg.

De condenswaterleiding moet zijn uitgerust met eenwaterafsluiter om luchtcirculatie in de leiding te voorko-men.

KVR 10 gesplitst zoals afgebeeld. Leidingen in huis nietinbegrepen.

Caisson van steen

LEK

Frostfritt Vorstbestendige

diepte

Als de woning over een kelder beschikt, moet de caissonvan steen zo worden geplaatst dat het condenswatergeen nadelige effecten heeft op de woning. Eventueelkan de caisson van steen direct onder de warmtepompworden geplaatst.

De uitlaat van de leiding voor condenswater moet zichop een vorstvrije diepte bevinden.


Doorspoelen afvoerkanaal

Voorzichtig!

Buig de slang in de vorm van een waterslot, zieafbeelding.

LEK

Frostfritt

djup

Waterafdichting

Vorstvrijediepte

Waterafdichting

LEK

Van lucht/water-warmtepomp

De uitlaat van de leiding voor condenswater moet zichop een vorstvrije diepte bevinden.

Leid de leiding omlaag van de lucht/water-warmte-pomp weg.

De condenswaterleiding moet zijn uitgerust met eenwaterafsluiter om luchtcirculatie in de leiding te voor-komen.

De installatielengte wordt afgestemd op de lengte vanhet waterslot.

LET OP!

Als geen van deze aanbevelingen wordt ge-bruikt, moet er worden gezorgd voor eengoede afvoer van condenswater.

InstallatiegebiedDe aangeraden afstand tussen de AMS 10 en de muurvan de woning moet minimaal 15 cm zijn. De vrijeruimte boven de AMS 10 moet minimaal 100 cm zijn.De vrije ruimte ervoor moet voor toekomstige serviceechter 100 cm zijn.


150 mm

300 mm 300 mm

5 m

Minimale vrijeruimte

Minimale afstand tijdens gebruikvan meerdere AMS 10

30 cm

Minimaal 100cm

Vrije ruimte achter15 cm

30 cm

Voor toekomstige service moet de vrije ruimte ervoor echter 100cm zijn


Verwijderen van de buitenmantel

AMS 10-6

LEK

LEK

LEK

AMS 10-8

LE

K

LE

K

AMS 10-12


LEK

LEK

AMS 10-16


Positie van onderdelenAMS10Positie van onderdelen AMS 10-6 (EZ101)

UN

FM01

CM

XL53

EEV

XL52

20S

TB

PWB1

DH

QM36

QM37

EB11

GQ1

X1

QN1

GQ10

XL21

PF3

AMS 10Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepomp16

3 Het ontwerp van de warmtepomp

Positie van onderdelen AMS 10-8 (EZ101)LEK

EEV-H

FM01

XL53

EEV-C

LPT

XL52

PWB3

20S

PWB2

TB

PWB1

63H1

QM35

QM36

GQ1

DH

EB11

X1

QN1

GQ10

QN2

CM

CH XL21

XL21

17Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepompAMS 10

Positie van onderdelen AMS 10-12 (EZ101)

LEK

EEV-H

FM01

CM

XL53

EEV-C

LPT

XL52

TB

63H1

20S

PWB1

PWB2

PWB3

DH

QM36

QM35

GQ1

EB11

X1

QN1

GQ10

QN2

CH

XL21LEK

PF3


Positie van onderdelen AMS 10-16 (EZ101)

LEK

DH FM02 CM

PF3

EEV-H

LPT

XL52

XL53

EEV-C

20S

63H1

TB

PWB2

PWB1

PWB3

FM01

QM36

QM35

GQ1

GQ2EB11

X1

QN1

GQ10

QN2

XL21


Lijst van onderdelen AMS 10 (EZ101)

4-wegklep20SHogedrukpressostaat63H1CompressorCM (GQ10)LekbakverwarmingDH (EB11)Expansieklep, koelingEEV (QN1)Expansieklep, verwarmingEEV-H (QN2)VentilatorFM01 (GQ1)VentilatorFM02 (GQ2)LagedrukzenderLPTRegelprintPWB1InverterprintPWB2FilterprintPWB3Serviceklep, vloeistofzijdeQM35Serviceklep, gaszijdeQM36Klemmenstrook, ingaande voeding encommunicatie

TB (X1)

Aansluiting, serviceXL21Aansluiting, gasleidingXL52Aansluiting, vloeistofleidingXL53

KoedemiddelonderdelenVerdamperEP1

DiversenSerienummerplaatjePF3

Aanduidingen in onderdeellocaties volgens de standaarden IEC 81346-1 en 81346-2.


Elektrisch paneel

Positie van onderdelen AMS 10

AMS 10-6

TB

PWB1

UN

Kabelhouder

TB

AMS 10-8

LEK

PWB3

PWB2

TB

PWB1

LEK

Kabelhouder

TB


AMS 10-12 / AMS 10-16

Främre el

Bakre el

DH

PWB3

CH

FM01TBF

PWB1

Främre el

Bakre el

PWB2

Diodemodule

AF-module

Reactor

Condensator

Elektrische onderdelen AMS 10

CompressorverwarmingCHLekbakverwarmingDHZekeringFVentilatormotorFM01RegelprintPWB1InverterprintPWB2FilterprintPWB3Klemmenstrook, ingaande voeding en commu-nicatie

TB

Aanduidingen in onderdeellocaties volgens de standaarden IEC 81346-1 en 81346-2.


SensorplaatsingTemperatuursensor plaatsen

BE1QN2GQ1

GQ10

BuitenmoduleAMS 10-6

Ingaande voeding

QN1EEV-H

BT28

BP2

BP1

BE1QN2

GQ1

GQ10

BuitenmoduleAMS 10-8/AMS 10-12

Ingaande voeding

QN1 QN3EEV-H EEV-C

BT28


BP2

BP1

BE1QN2

GQ1

GQ2

GQ10

BuitenmoduleAMS 10-16

Ingaande voeding

EEV-CEEV-HQN1 QN3

BT28

StroomsensorenBE1 (CT)Temperatuursensor, buitenluchtBT28 (Tho-A)HogedrukpressostaatBP1 (63H1)Druksensor, lage drukBP2 (LPT)VentilatorGQ1 (FM01)VentilatorGQ2 (FM02)CompressorGQ10 (CM)Expansieklep, verwarmingQN1 (EEV-H)4-wegklepQN2 (20S)Expansieklep, koelingQN3 (EEV-C)Temperatuurvoeler, heet gasTho-DTemperatuursensor, warmtewisselaar uitTho-R1Temperatuursensor, warmtewisselaar inTho-R2Temperatuurvoeler, aanzuiggasTho-S


Gegevens voor sensor in AMS 10-6

Tho-D

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150

Motstånd (kΩ)

Temperatur (°C)Tho-D

Weerstand

Temperatuur (°C)

Tho-A, R

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Motstånd (kΩ)

Temperatur (°C)Tho-A, R

Weerstand

Temperatuur (°C)

Data voor sensor in AMS 10-8, -12, -16

Tho-D

Motstånd (kΩ)

Temperatur (°C)Tho-D

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

0 20 40 60 80 100 120 140 160

Weerstand

Temperatuur (°C)

Tho-S, Tho-R1, Tho-R2

Motstånd (kΩ)

Temperatur (°C)Tho-S, Tho-R1, Tho-R2

5

0

10

15

0 20 40 60 80 100

Weerstand

Temperatuur (°C)

BT28 (Tho-A)

0

5

10

15

20

25

30

35

10 20 30 40 500

Motstånd (kΩ)

Temperatur (°C)Tho-A

Weerstand

Temperatuur (°C)


Voorzichtig!

Voor informatie: zie hoofdstuk “Leidingaanslui-tingen” in de installatiehandleiding voor deHBS 05.

AMS 10Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen26

4 Aansluiting van de leidingen

AlgemeenDe AMS 10 en HBS 05 hebben geen werkschakelaar opde ingaande voeding. Daarom moeten de toevoerkabelselk met een eigen schakelaar worden verbonden meteen schakelafstand van minimaal 3 mm. De ingaandevoeding moet 230V ~50Hz zijn en verlopen via eenelektrische verdeelkast met zekeringen. Ontkoppel de SPLIT box HBS 05 en de buitenmodule

AMS 10, voordat u een isolatietest van de bedradingin het pand uitvoert.

Kijk voor de zekeringcapaciteit bij de technische gege-vens bij “Zekering".

Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschakelaar,moet de AMS 10 worden voorzien van een afzonder-lijke aardlekschakelaar.

De elektrische installatie en eventuele servicewerkzaam-heden moeten worden uitgevoerd met toestemmingvan de energieleverancier en onder toezicht van eenerkende elektrotechnische installateur.

Breng de kabels zo aan dat ze niet beschadigd rakendoor metalen kanten of beklemd zitten tussen pane-len.

De AMS 10 is voorzien van een enkelfasige compressor.Dat houdt in dat een van de fasen tijdens bedrijf vande compressor met een bepaald aantal A wordt belast.Controleer de max. belasting in de tabel hieronder.

Maximale stroom (A)Buitendeel

15AMS 10-616AMS 10-823AMS 10-1225AMS 10-16

De max. toegestane fase-afname kan worden beperkttot een lagere max. stroom in het binnendeel of debedieningsmodule.

Voorzichtig!

De elektrische installatie en het onderhoudmoeten worden uitgevoerd onder toezicht vaneen erkend elektrotechnisch installateur.Schakel, voordat u met het onderhoud aan-vangt, de stroom uit met de aardlekschakelaar.De elektrische installatie en de bedradingmoeten worden uitgevoerd conform de gelden-de landelijke voorschriften.

Voorzichtig!

Controleer voordat het apparaat wordt gestartde aansluitingen, de netspanning en de fase-spanning om schade aan de elektronica vande lucht/water-warmtepomp te voorkomen.

Voorzichtig!

Tijdens het aansluiten moet rekening wordengehouden met de externe regeling.

Voorzichtig!

Als de voedingskabel beschadigd is, mag dezeuitsluitend worden vervangen door NIBE, zijnservicevertegenwoordiger of een soortgelijkeerkende persoon om gevaar en schade tevoorkomen.

27Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenAMS 10

5 Elektrische aansluitingen

Principetekening, elektrische installatie

NEP L1 L2 L3Elektrischehoofdverdeelkast Werkschakelaar Ingaande voeding

Communicatiekabel

HBS 05

AMS 10

Aansluitkabel

*Stroomsensor

NIBE VVM

* Alleen in een 3-fase-installatie.

Elektrische onderdelenZie de positie van onderdelen in hoofdstuk Het ontwerpvan de warmtepomp, Elektrisch paneel op pagina 21.

Toegankelijkheid, elektrischeaansluiting

Verwijderen van de buitenmantelZie hoofdstuk Verwijderen van de buitenmantel op pa-gina 14.

AMS 10Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen28

Aansluitingen

Voorzichtig!

Om interferentie te voorkomen, mogen niet-afgeschermde communicatie- en/of sensorka-bels naar externe aansluitingen niet dichterdan 20 cm bij een kabel met hoge spanningworden gelegd.

Spanningaansluiting AMS 10LEK

LEK

LEK

Ingaande voeding

Kabeldoorvoer


LEK

Ingaande voeding

LEK L

EK

Kabeldoorvoer

AMS 10Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen30

Communicatieaansluiting

TB

De communicatie wordt aangesloten op klemmenstrookTB. Zie ook het bedradingsschema op pagina 57.

U kunt meer informatie vinden in de installatiehandlei-ding voor de SPLIT box HBS 05.

Accessoires aansluitenInstructies voor het aansluiten van accessoires vindt u inde bijgeleverde installatie-instructies voor het betreffen-de accessoire. Zie pagina 38 voor de lijst met accessoiresdie kunnen worden gebruikt met de AMS 10.

Voorzichtig!

Voor meer informatie: zie hoofdstuk “Elektri-sche aansluitingen” in de installatiehandleidingvoor de HBS 05.


CompressorverwarmingAMS 10 is uitgerust met een compressorverwarming(CH) die de compressor voor het opstarten opwarmt alsde compressor koud is (geldt niet voor de AMS 10-6).

Voorzichtig!

De compressorverwarming moet gedurende6 – 8 uur vóór de eerste start worden aangeslo-ten, zie het hoofdstuk “Opstarten en inspectie”in de installatiehandleiding voor het binnen-deel of de bedieningsmodule.

Voorzichtig!

Voor informatie: zie hoofdstuk “Inbedrijfstel-ling en inregeling” in de installatiehandleidingvoor de HBS 05.

AMS 10Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling32

6 Inbedrijfstelling en afstelling

Voorzichtig!

Voor informatie: zie hoofdstuk “Controle –Warmtepomp EB101” in de installatiehandlei-ding voor de HBS 05.

33Hoofdstuk 7 | Bediening - Warmtepomp EB101AMS 10

7 Bediening - Warmtepomp EB101

Voorzichtig!

Voor meer informatie: zie hoofdstuk “Versto-ringen van comfort” in de installatiehandlei-ding voor de HBS 05.

AMS 10Hoofdstuk 8 | Storingen in comfort34

8 Storingen in comfort

Kan de volgende oorzaken hebben:BeschrijvingAlarmtekst op de dis-play

Alarm

Laag debiet tijdens verwarming

Te hoog ingestelde temperaturen

Te hoge temperatuur vanuit de conden-sor. Zelf-resettend.

Condensor uit hoog162

Temperatuur gegenereerd door eenandere warmtebron

Te hoge temperatuur bij ingaan van decondensor. Zelf-resettend.

Condensor in hoog163

Verschijnt als de warmtepomp de ont-dooiingsprocedure uitvoert

Geen alarm, maar een bedrijfsstatus.Bezig met ontdooien183

Onvoldoende luchtcirculatie of geblok-keerde warmtewisselaar

Open circuit of kortsluiting op ingangvoor hogedrukschakelaar (63H1)

Defecte hogedrukschakelaar

Expansieklep onjuist aangesloten

Serviceklep gesloten

Defecte besturingskaart in de AMS 10

Laag of geen debiet tijdens verwarming

Defecte circulatiepomp

Defecte zekering, F(4A)

De hogedrukschakelaar (63H1) is 5 keergeactiveerd binnen 60 minuten of continugedurende 60 minuten.

Hogedrukalarm220

Open circuit of kortsluiting op ingangvoor lagedruksensor

Defecte lagedruksensor (LPT)


Open circuit of kortsluiting op ingangvoor zuiggassensor (Tho-S)

Defecte zuiggassensor (Tho-S)

Te lage waarde op de lagedruksensor(LPT) 3 keer binnen 60 minuten.

Lagedrukalarm221

Willekeurige werkschakelaars voorAMS 10 uit

Kabeltracé onjuist

Communicatie tussen de besturingskaarten de communicatiekaart is onderbroken.Er moet 22 volt gelijkstroom (DC) opschakelaar CNW2 van de besturingskaart(PWB1) staan.

BE Com.fout223

De ventilator kan niet vrij ronddraaien


Defecte ventilatormotor

Besturingskaart in de AMS 10 vuil

Zekering (F2) doorgeslagen

Afwijkingen in de ventilatorsnelheid in deAMS 10.

Ventilatoralarm224

Sensor werkt niet (zie hoofdstuk "Com-municatieaansluiting")


Als de fout tijdens koeling blijft bestaan,is er mogelijk te weinig koudemiddel.


Temperatuurafwijking heetgassensor(Tho-D), twee keer in 60 minuten of con-tinu gedurende 60 minuten.

Continu hoog heet gas230

AMS 10 is spanningsloos

Fout in de communicatiekabel.

Communicatiefout met accessoirekaartCommunicatiefout254

35Hoofdstuk 9 | AlarmlijstAMS 10

9 Alarmlijst


Alarm

Sensor werkt niet (zie hoofdstuk "Storin-gen in comfort")



Te veel koudemiddel

Temperatuurafwijking sensor warmtewis-selaar (Tho-R1/R2), vijf keer in 60 minutenof continu gedurende 60 minuten.

Hoge temperatuur inwarmtewisselaar

261

Kan zich voordoen wanneer de 15 Vvoeding naar de inverter-PCB onstabielis.

Wanneer de IPM (intelligente vermogens-module) vijf keer het FO-signaal (uitvoer-fout) weergeeft in 60 minuten.

Vermogenstransistor teheet

262

Storing ingaande voeding


Onvoldoende koudemiddel

Compressorfout

Defecte printplaat voor inverter in deAMS 10

Spanning van de inverter vier keer binnen30 minuten buiten de parameters.

Inverterfout263

Open circuit in aansluiting tussenprintplaten



Communicatie tussen printplaat voor in-verter en regelplaat uitgevallen.

Inverterfout264

Defecte ventilatormotor


Doorlopende afwijking op vermogenstran-sistor gedurende 15 minuten.

Inverterfout265


Losse verbinding sensor (BT15, BT3)

Defecte sensor (BT15, BT3)

Te weinig koudemiddel

Onvoldoende koudemiddel gedetecteerdtijdens het opstarten in de koelmodus.

Onvoldoende koudemid-del

266



Compressorfout

Start voor compressor misluktInverterfout267

Plotselinge stroomonderbrekingOverstroom, Inverter A/F-moduleInverterfout268 Koude weersomstandigheden

Sensorfout

Temperatuur van de BT28 (Tho-A) onderde waarde waarbij bedrijf is toegestaan

Koude buitenlucht271

Warme weersomstandigheden

Sensorfout

Temperatuur van de BT28 (Tho-A) bovende waarde waarbij bedrijf is toegestaan

Warme buitenlucht272

Open circuit of kortsluiting sensorin-gang



Sensorfout, warmtewisselaar in deAMS 10(Tho-R).

Sensorfout Tho-R277




Sensorfout, buitentemperatuursensor inde AMS 10 BT28 (Tho-A).

Sensorfout Tho-A278

AMS 10Hoofdstuk 9 | Alarmlijst36


Alarm




Sensorfout, heet gas in de AMS 10 (Tho-D).

Sensorfout Tho-D279




Sensorfout, zuiggas in de AMS 10 (Tho-S).Sensorfout Tho-S280




Fout in het koudemiddelcircuit

Sensorfout, lagedrukzender in de AMS 10.Sensorfout LPT281

Buiten- en binnenmodule (VVM) / regel-module (SMO) zijn niet compatibel.

Warmtepomp en binnenmodule (VVM) /regelmodule (SMO) werken niet goed sa-men vanwege technische parameters.

Niet-compatibele buiten-lucht-warmtepomp

294

37Hoofdstuk 9 | AlarmlijstAMS 10

Niet alle accessoires zijn verkrijgbaar op alle markten.

BinnenmoduleVVM 310Art.nr. 069 430

VVM 310

Met ingebouwde EMK 310

Onderdeelnr. 069 084

VVM320

Koper, 3x400 V

Art.nr. 069 108

Roestvrij staal, 3x400 V


Emaille, 3x400 V

Met ingebouwde EMK 300






VVM 500

Art.nr. 069 400

Houder en beugels

GrondhouderVoor AMS 10-6, -8, -12, -16

Art.nr. 067 515

WandsteunVoor AMS 10-6, -8, -12

Art.nr. 067 600

Leiding voor condenswaterKVR 10-10 F2040 / HBS05

1 meterArt.nr. 067 233

KVR 10-30 F2040 / HBS05


KVR 10-60 F2040 / HBS05


Lucht/water-warmtepomp

SPLIT box HBS 05HBS 05-6Art.nr. 067 578

HBS 05-12Art.nr. 067 480

HBS 05 -16Art.nr. 067 536

Regelmodule

SMO 20

BedieningsmoduleArt.nr. 067 224

SMO 40

BedieningsmoduleArt.nr. 067 225

Set voor koudemiddelleiding1/4“ / 1/2”, 12 meters, geïsoleerd,voor HBS05-6 en AMS 10-6

Art.nr. 067 591

3/8" – 5/8", 12 meters, geïsoleerd,voor HBS 10-12/16 en AMS 10-8/12/16

Art.nr. 067 032

AMS 10Hoofdstuk 10 | Accessoires38

10 Accessoires

Afmetingen

AMS 10-6

43

93

640

40º

40º

12

148 34

89

51

44

290

84

510

327

201 18

800

12

71

352

313

24

15

39Hoofdstuk 11 | Technische gegevensAMS 10

11 Technische gegevens

AMS 10-8

30º

30º

188 25

750

24

61

340

4851

12

150

223 310

580

61

150 32

880 88418

380

19

49

104

Gasleiding

Vloeistofleiding

Opening voor leidingen bedrading

Aftapgat

Klemmenstrook

Voorkant

Boven

Rechts

AMS 10Hoofdstuk 11 | Technische gegevens40

AMS 10-12

388

190

60

580 200

262

38

40

50

370

410

20

40

60 15602

0

970

50

55

15

845

10

50

110

195

242

279

50

27 50

52

195

110

100

40

51

36

50

150

70

15 50

40

103

15

Vloeistofleiding

Gasleiding

Gasleiding

Vloeistofleiding

Kabeldoorvoer

Opening voor leiding enbedrading

Opening voor leiding en bedrading


Aftapgat

Kabeldoorvoer


Kabeldoorvoer

Voorkant

Onder

Boven

Achterkant

Rechts

Links


AMS 10-16

970

50

55

15

970

113

46

10

50

27 50

50

50

110

195

195

612

624

50

50

110

325

190

60

580 200

265

50

150

70

15 50

40

38

40

50

370

410

20

40

103

60 15

15

6020


Aftapgat

Gat voor verankeren

Gasleiding

Vloeistofleiding

Kabeldoorvoer


Kabeldoorvoer

Gasleiding

Vloeistofleiding


Kabeldoorvoer

Voorkant

Onder

Boven

Achterkant

Rechts

Links

Klemmenstrook


GeluidsdrukniveausDe AMS 10 wordt normaal gesproken naast een muurvan een huis geplaatst. Dat levert een geluidsdistributieop in een bepaalde richting. Hiermee moet rekening

worden gehouden. Probeer dan ook altijd om een locatiete vinden langs de zijde waar de minst geluidsgevoeligezone aan grenst.

De geluidsdrukniveaus worden verder beïnvloed doormuren, stenen, verschillen in bodemniveaus enz. Dezemoeten dan ook puur als richtwaarden worden be-schouwd.

2 m

LEK

AMS10-16AMS10-12AMS10-8AMS10-6Geluid

62585551LW(A)Geluidsniveau, in overeenstemming met EN12102 bij 7/35°C (nominaal)*

48444132dB(A)Geluidsdrukniveau bij 2 m vrijstaand (nominaal)*

* Vrije ruimte.


Technische specificaties IP 21

AMS 10-16AMS 10-12AMS 10-8AMS 10-6Buitendeel

VermogensgegevensNominaalNominaalNominaalNominaalBuitentem-

peratuur/Aanvoer-

temp.

Verwarming

7,03/1,45/4,855,21/1,09/4,783,86/0,83/4,652,67/0,5/5,327/35 °C(vloer)

Vermogensgegevens overeen-

komstig EN14511 ΔT5K9,33/2,38/3,926,91/1,79/3,865,11/1,36/3,762,32/0,55/4,22/35 °C

(vloer)Capaciteit / toegevoerd vermogen/ COP (kW/kW/-)

6,75/1,74/3,885,00/1,31/3,823,70/1,00/3,702,28/0,63/3,627/45 °C9,18/2,98/3,086,80/2,24/3,045,03/1,70/2,961,93/0,67/2,882/45 °C

Max.Max.Max.Max.Buiten-temp.:

/Aanvoer-temp.

Koeling

13,30/3,99/3,339,87/3,16/3,137,52/2,37/3,175,87/1,65/3,5627/7 °CVermogensgegevens overeen-

komstig EN14511 ΔT5K 17,70/4,52/3,9111,70/3,32/3,5211,20/3,20/3,507,98/1,77/4,5227/18 °C13,04/4,53/2,889,45/3,41/2,777,10/2,65/2,684,86/1,86/2,6135/7 °CCapaciteit / toegevoerd vermogen

/ EER 15,70/5,04/3,1211,20/3,58/3,129,19/2,98/3,087,03/2,03/3,4535/18 °C

Elektrische gegevens230V 50 Hz, 230V 2AC 50HzNominale spanning

25231615ArmsMax. stroom

25251616ArmsAanbevolen zekering

5ArmsStartstroom

6 0004 3803 0002 530m3/hMax. ventilatordebiet (verwarming,nominaal)

2X868650WVentilatorcapaciteit120100110WLekbakverwarming (ingebouwd)

Omgekeerde cyclusOntdooien

Koudemiddel systeemR410AType koudemiddel2 088GWP koudemiddel

Twin RotaryCompressor4,02,902,551,5kgHoeveelheid koudemiddel

8,356,065,323,13tCO2-equivalent

4,15 (41,5)-MPa (bar)Uitschakelwaarde, drukschakelaar,hoge druk

4,5 (45)MPa (bar)Afschakelwaarde hoge druk0,079 MPa (0,79)-MPa (bar)Uitschakelwaarde, drukschakelaar,

lage druk (15 s)30*mMax. lengte, koudemiddelleiding,

één richting7mMax. hoogteverschil, koudemiddel-

leiding


AMS 10-16AMS 10-12AMS 10-8AMS 10-6Buitendeel

Gasleiding: OD15,88 (5/8")Vloeistofleiding: OD9,52 (3/8")

Gasleiding:OD12,7 (1/2")

Vloeistofleiding:OD6,35 (1/4")

Afmetingen, koudemiddelleiding

Aansluiting van de leidingenOnder /

rechterkant /achterkant

Onder /rechterkant /

achterkant

RechterkantRechterkantOptie leidingaansluiting

FlareAansluiting van de leidingen

Afmetingen en gewicht970970880 (+67 klepbe-

veiliging)800mmBreedte

370 (+ 80 met voetrail)340 (+ 110 metvoetrail)

290mmDiepte

1 300845750640mmHoogte105746046kgGewicht

DiversenIP24Veiligheidsklasse

064 035064 110064 033064 205Art. nr.

*AMS 10-6: Als de koudemiddelleidingen langer dan 15 m zijn,moet er extra koudemiddel worden bijgevuld met 0,02 kg/m.

AMS 10-8/12/16: Als de koudemiddelleidingen langer dan 15 mzijn, moet er extra koudemiddel worden bijgevuld met 0,06 kg/m.


SCOP & Pdesign

SCOP & Pdesign AMS 10 volgens EN 14825

AMS 10-16 /HBS 05-16

AMS 10-12 /HBS 05-12

AMS 10-8 /HBS 05-12

AMS 10-6 /HBS 05-6

Buitenunit /SPLIT box

SCOPPdesignSCOPPdesignSCOPPdesignSCOPPdesign4,4814,54,4311,54,388,24,84,8SCOP 35 Gemiddeld

klimaat3,43143,38103,257,03,465,3SCOP 55 Gemiddeld

klimaat3,68153,6311,53,5593,654,0SCOP 35 Koud klimaat2,9162,85132,78102,975,6SCOP 55 Koud klimaat

5,95155,8125,786,454,2SCOP 35 Warm klimaat4,8154,7124,5884,584,76SCOP 55 Warm klimaat


Werkbereik, compressorbedrijf - verwarming

AMS 10

Verwarmingsstand

65

58

55

40

60

50

45

35

25

30

20

154340302520100-10-20-30 50

Utomhustemperatur (°C)

35

30

15

25

20

12

7

10

5

04540 43353025201510 50

Vattentemperatur (°C)



Watertemperatuur °C

Buitenluchttemperatuur °CFramledning

Returledning

Framledning

Returledning

Aanvoertemperatuur

Retourtemperatuur

Tijdens kortere tijden zijn lagere werktemperaturen aan de waterzijde toegestaan, bijv. tijdens opstarten.


Werkbereik, compressorbedrijf - koeling

AMS 10

Koelstand

65

58

55

40

60

50

45

35

25

30

20

154340302520100-10-20-30 50


35

30

15

25

20

12

7

10

5

04540 43353025201510 50




Watertemperatuur °C

Buitenluchttemperatuur °CFramledning

Returledning

Framledning

Returledning

Aanvoertemperatuur

Retourtemperatuur


Vermogen en COP bij verschillendeaanvoertemperaturenMaximumcapaciteit inclusief ontdooien.

Max. gespecificeerd vermogen AMS 10-6

0,00

1,00

2,00

3,00

4,00

5,00

6,00

7,00

8,00

9,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10

Uppvärmningskapacitet (kW)


F2040-6 Max avgiven effekt

35

45

55

Framledningstemperatur (°C)

354555

Verwarmingsvermogen (kW)Verwarmingsvermogen (kW)

Aanvoertemperatuur (°C)

Buitentemperatuur (°C)

COP AMS 10-6

0,00

0,50

1,00

1,50

2,00

2,50

3,00

3,50

4,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10

COP


F2040-6 COP


35

45

55

COP

Aanvoertemperatuur (°C)Buitentemperatuur (°C)


0,00

2,00

4,00

6,00

8,00

10,00

12,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15




354555


354555

Verwarmingsvermogen (kW)




COP AMS 10-8

0,00

1,00

2,00

3,00

4,00

5,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15

COP


F2040-8 COP


35

45

55

COP







0,00

2,00

4,00

6,00

8,00

10,00

12,00

14,00

16,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15

354555


354555

Verwarmingsvermogen (kW)Verwarmingsvermogen (kW)



COP AMS 10-12

0,00

1,00

2,00

3,00

4,00

5,00

6,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15

COP


F2040-12 COP


35

45

55

COP






0,00

5,00

10,00

15,00

20,00

25,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15


354555

354555





COP AMS 10-16

0,00

1,00

2,00

3,00

4,00

5,00

6,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15

COP


F2040-16 COP


35

45

55

COP



Uitgang bij lagere zekeringcapaciteit danaanbevolen

Capaciteit AMS 10-12, zekeringwaarde 16A

0,00

2,00

4,00

6,00

8,00

10,00

12,00

14,00

16,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15



Avgiven effekt F2040-12, avsäkring 16A


35

45

55






0,00

5,00

10,00

15,00

20,00

25,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15





35

45

55






0,00

5,00

10,00

15,00

20,00

25,00

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15





35

45

55






EnergielabelInformatieblad

NIBENaam leverancier

AMS 10-16 / HBS05-16

AMS 10-12 / HBS05-12

AMS10-8 / HBS 05-12

AMS10-6 / HBS 05-6

Model leverancier

35 / 5535 / 5535 / 5535 / 55°CTemperatuurtoepassing

A++ / A++A++ / A++A++ / A++A++ / A++Efficiëntieklasse ruimteverwarming, gemiddeld klimaat

15 / 1412 / 108 / 75 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), gemid-deld klimaat

6 702 / 8 4315 382 / 6 1363 882 / 4 4472 089 / 3 248kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, gemid-deld klimaat

176 / 134174 / 132172 / 127188 / 131%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,gemiddeld klimaat

35353535dBGeluidsniveau LWA binnen

15 / 1612 / 139 / 104 / 6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), koudklimaat

15 / 1512 / 128 / 84 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), warmklimaat

10 040 / 13 6297 798 / 11 1976 264 / 8 8442 694 / 4 610kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, koud kli-maat

3 370 / 4 1832 759 / 3 4191 879 / 2 333872 / 1 398kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, warmklimaat

144 / 113142 / 111139 / 108143 / 116%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,koud klimaat

235 / 189229 / 185225 / 180252 / 179%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,warm klimaat

62585551dBGeluidsniveau LWA buiten

Gegevens voor energiezuinigheid, pakket

AMS 10-16 / HBS05-16

AMS 10-12 / HBS05-12

AMS10-8 / HBS 05-12

AMS10-6 / HBS 05-6

Model leverancier

SMOSMOSMOSMOModel regelmodule

35 / 5535 / 5535 / 5535 / 55°CTemperatuurtoepassing

VIRegelaar, klasse4,0%Regelaar, bijdrage aan efficiëntie

180 / 138178 / 136176 / 131192 / 135%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,gemiddeld klimaat

A+++ / A++A+++ / A++A+++ / A++A+++ / A++Jaarenergiezuinigheidsklasse ruimteverwarming,pakket, gemiddeld klimaat

148 / 117146 / 115143 / 112147 / 120%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,koud klimaat

239 / 193233 / 189229 / 184256 / 183%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,warm klimaat

De vermelde efficiëntie van het systeem houdt ook rekening met de regelaar. Als er een externe aanvullende ketel of zonnewarmte aanhet systeem wordt toegevoegd, moet de totale efficiëntie van het systeem opnieuw worden berekend.


Technische documentatie

AMS 10-6 / HBS 05-6Model leverancier

Lucht-water

Ventilatielucht-water

Brine-water

Water-water

Type warmtepomp

Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp

Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming

Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp

Gemiddeld Koud WarmKlimaat

Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing

EN14511 / EN14825 / EN12102Toegepaste standaarden%131ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW5,3PratedNominaal verwarmingsvermogen

Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj

Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarming bij deellast en een buitentem-peratuur Tj

-1,88COPdTj = -7 °CkW4,7PdhTj = -7 °C-3,26COPdTj = +2 °CkW2,8PdhTj = +2 °C-4,72COPdTj = +7 °CkW1,8PdhTj = +7 °C-6,47COPdTj = +12 °CkW2,7PdhTj = +12 °C-1,88COPdTj = bivkW4,7PdhTj = biv-1,77COPdTj = TOLkW4,1PdhTj = TOL-COPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)

°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-7TbivBivalentietemperatuur

-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C58WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt

BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand

kW1,2PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,007POFFUit-stand

kW0,012PTOUit-stand thermostaat

ElektrischType ingaande energiekW0,012PSBStand-bymodus

kW0PCKCarterverwarmingsstand

Overige punten

m3/h2 526Nominale luchtstroom (lucht-water)VeranderlijkCapaciteitsregeling

m3/hNominaal debiet klimaatsysteemdB35 / 51LWAGeluidsniveau, binnen/buiten

m3/hBrine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen

kWh3 248QHEJaarlijks energieverbruik

NIBE Energy Systems – Box 14 – Hannabadsvägen 5 – 285 21 Markaryd – SwedenContactgegevens



Lucht-water


Brine-water

Water-water

Type warmtepomp






EN14825 / EN14511 / EN12102Toegepaste standaarden%127ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW7PratedNominaal verwarmingsvermogen










kW0,030PCKCarterverwarmingsstand

Overige punten


m3/h0,60Nominaal debiet klimaatsysteemdB35 / 55LWAGeluidsniveau, binnen/buiten






Lucht-water


Brine-water

Water-water

Type warmtepomp

















Overige punten







Elektrisch schemaAMS 10-6

AMS 10-8

POWER SOURCE

230V 50Hz

DH

IPM

OR

GR

BK o

r WH

BK o

r WH

3

t°t°t°t°t° ° t

MS3 ~

CNW(WH)

CNW2(OR)

OR

Y BL

BR

RD

CNEEV2(RD)

CNEEV1(WH)

LED1 LED2

CNFAN(WH)

CNQ1(WH)

CNQ1 SW5

SW3 SW7

SW8SW9

1 2 31 2 3 4

1 2 3 1 2 34

ON

ON ON

ON

(WH)

CNQ2(BK)

CNQ2(BK)

CNSP(WH)

CNB(RD)

CNTH(WH)

CNH(P)

8 7 6 5 4 3 2 1

CNN(Y)

CNS(RD)

CNR(WH)

CNA2RD

RD

WH

RD

BL

BL

BL

RDBL

BL

BL

BK

(WH)

CNA1(WH)

CNI3(WH)

CNI2(WH)

(WH)CNG2

CNO2

(BK)

(WH)

F6 (5A)

F(20A)

(4A)

GR

6 5 4 3 2 1 6 5 7 6 5 4 14 3 2 1

BR

11 33

F

T21

WH

RD

TB

TB

L1

N

1

2

Y/G

N

Y/GN

RD

RD

WH

WH

WH

OR

OR

Y BL

BL

BR

BR

RD

RD

WH

WH

BK

6

BK

6

SM1

M M M

SM2 FM01

T22

T2 T1

T13

T10

T11

CNO1

CNI4

T26

C1

CM

W V

W V U

U

92T 03T

T25

T24

T8

T9

Y

L1

T28 T27(WH)

CNI1(WH)

CNG1(BK)

CNIP(Y)

CH

BR

BR

BL

BK

BK

BK

BK

BK

BK

BK

BK

BK

BK

BK

BK

BK

WH

RD

BK

BKBL

20S

Tho-IPM Tho-R2Tho-DTho-R163H1 Tho-S Tho-A

LPT

+

PWB2 INVERTER

52X1 52X3

52X4

PWB1

F/N 3BWP

230V ~ 50Hz


AMS 10-12

L1RD

F (30A) F (8A)

WH

RD

WH2

1

RD

WH

RD

BL

RD

WH

BL

RD

WH

L1o No

TB

TB

N

P1 N1

RDR

D

WH

BL

BL

BK R

D

BL

P2 N2U V W

UV W

P N2

DM

NOISE FILTER PWB3

PWB2 INVERTER

1 2 3 4

SW3LED1 SW1LED2

BL

CT

CNW(BK)

CNW2(OR)

CNEEV1(WH)

6

CNI2(WH)

CNI4(WH)

CNI1(WH)

CNI3(WH)

CNA2(WH)

CNACT1(WH)

IPM

CNA1(WH)

BL

RD

BL

RD

BL

PWB1

BL

4

OR

3

Y

2

WH

1

RD

CNEEV2(RD)

CNPS(RD)

CNB(RD)

6

BL

4

OR

3

Y

2

WH

1

WH

RD

BK

CNIP(Y)

Tho-PB

K

BK

OR

CNFAN1(WH)

BL

7

BR

6

WH

5 4

RD

1

CNH(BR)

63H1Two fanunit only

Two fanunit only

BK

BK

CNS(RD)

CNR(WH)

CNF(BK)

BL

BL

CH

BR

BR

Tho-D

BK

BK

Tho-R1

BK

BK

CNTH(WH)

Tho-S

RD

RD

Tho-A

YY

52X1 52X3

DH

BK

or

WH

BK

or

WH

＋＋

－

＋－

A/F MODULEP

N2L1

L

L2

1

2

3

SM1 SM2

MS3～

MM

CM

FM01

20S

CNN1(Y)

BL

BL

SV1

LPT

t° t° t° t° t° t°

Tho-R2

BK

BK

OR

CNFAN2(WH)

BL

7

BR

6

WH

5 4

RD

1

M

FM02

M

GNE

GNE

52X2 52X4

F (4A)

Two fan motorunit only

GN

Y/GN

POWER SOURCE 1 ～ 230V230V ~ 50Hz


AMS 10-16POWER SOURCE 1 ～ 230V230V ~ 50Hz


BeschrijvingAandui-ding

Solenoïde voor 4-wegklep20SHulprelais (voor CH)52X1Hulprelais (voor DH)52X2Hulprelais (voor 20S)52X3Hulprelais (voor SV1)52X4Hogedrukpressostaat63H1CondensatorC1CompressorverwarmingCHCompressormotorCMKlemmenstrookCnA~ZStroomsensorenCTLekbakverwarmingDHDiodemoduleDMZekeringFVentilatormotorFM01,

FM02Intelligente vermogensmoduleIPMInductiespoelL/L1Indicatielamp (rood)LED1Indicatielamp (groen)LED2LagedrukzenderLPTExpansieklep voor verwarmingQN1 (EEV-

H)Expansieklep voor koelingQN3 (EEV-

C)PumpdownSW1, 9Lokale instellingenSW3, 5, 7,

8KlemmenstrookTBTemperatuursensor, buitenluchtBT28

(Tho-A)Temperatuurvoeler, heet gasTho-DTemperatuursensor, warmtewisselaar uitTho-R1Temperatuursensor, warmtewisselaar inTho-R2Temperatuurvoeler, aanzuiggasTho-STemperatuursensor, IPMTho-P


Vertalingstabel

VertalingEnglish

2 keer2 times4-wegklep4-way valveAlarmAlarmAlarmuitgangAlarm outputSensor omgevingstemperatuurAmbience tempzwartBlackblauwBluebruinBrownLaadpompCharge pumpCommunicatie-ingangCommunication inputCompressorCompressorBedieningControlCPU-kaartCPU cardCompressorverwarmingCrank case heaterLekbak verwarming/verwarming opvangbak van condens-water

Drip tray heater

Verdamper, temperatuursensorEvaporator temp.Externe communicatieExternal communicationExterne verwarmerExternal heater (Ext. heater)VentilatorFanVentilatorsnelheidFan speedFerrietFerriteVloeistofleiding, temperatuursensorFluid line temp.VerwarmingHeatingHogedrukpressostaatHigh pressure pressostatgn/ye (groen/geel)gn/ye (green/yellow)LagedrukpressostaatLow pressure pressostatVolgende eenheidNext unitOnderdrukkerNoise filterVoedingMain supplyAan/UitOn/OffOptieOptionVorige eenheidPrevious unitAutomatische beschermingRCBORoodRedRetourleiding, temperatuursensorReturn line temp.Aanvoerleiding, temperatuursensorSupply line temp.Ingaande voeding/spanningSupply voltageTemperatuurvoeler, heet gasTemperature sensor, Hot gasTemperatuurvoeler, aanzuiggasTemperature sensor, Suction gasAlleen de eenheid met twee ventilatorenTwo fan unit onlyWitWhite


Index

AAansluitingen, 29Aansluiting van de leidingen, 26Accessoires, 38Accessoires aansluiten, 31Afmetingen, 39Alarmlijst, 35Algemeen, 27

BBediening - Warmtepomp EB101, 33Belangrijke informatie, 4

Systeemoplossing, 4Terugwinning, 7Veiligheidsinformatie, 4

Bezorging en verwerking, 9Installatiegebied, 12Montage, 9Transport en opslag, 9Verwijderen van de buitenmantel, 14

CChecklijst: Controles vóór afstelling, 8Communicatieaansluiting, 31Compressorverwarming, 32

EElektrische aansluitingen, 27

Aansluitingen, 29Accessoires aansluiten, 31Algemeen, 27Communicatieaansluiting, 31Elektrische onderdelen, 28Spanningaansluiting, 29Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 28

Elektrische onderdelen, 28Elektrisch schema, 57

Vertalingstabel, 61Energielabel, 52

Gegevens voor energiezuinigheid, pakket, 52Informatieblad, 52Technische documentatie, 53

GGeluidsdrukniveaus, 43

HHet ontwerp van de warmtepomp, 16

Elektrische onderdelen AMS 10, 22Lijst met onderdelen AMS 10 (EZ101), 20Positie componenten AMS 10, 16Positie onderdelen elektrisch paneel, 21

IInbedrijfstelling en afstelling, 32

Compressorverwarming, 32Informatie met betrekking tot milieueffecten, 7Installatiegebied, 12

KKeurmerk, 4

LLijst met onderdelen AMS 10 (EZ101), 20Locatie onderdelen, elektrisch paneel, 21

MMontage, 9

PPositie componenten AMS 10, 16

Problemen oplossenSensorplaatsing, 23

SSensorplaatsing, 23Serienummer, 7Spanningaansluiting, 29Storingen in comfort, 34Symbolen, 4Symbolen op AMS 10, 4Systeemoplossing, 4

TTechnische gegevens, 39, 44

Afmetingen, 39Elektrisch schema, 57Energielabel, 52Geluidsdrukniveaus, 43Technische gegevens, 44

Terugwinning, 7Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 28Transport en opslag, 9

VVeiligheidsinformatie, 4

CE-merk, 4Checklijst: Controles vóór afstelling, 8Informatie met betrekking tot milieueffecten, 7Serienummer, 7Symbolen, 4Symbolen op AMS 10, 4Veiligheidsmaatregelen, 4

Veiligheidsmaatregelen, 4Verwijderen van de buitenmantel, 14

AMS 10Hoofdstuk 12 | Index62

12 Index

ContactgegevensKNV Energietechnik GmbH, Gahberggasse 11, AT-4861 SchörflingTel: +43 (0)7662 8963 E-mail: [email protected] www.knv.at

AT

NIBE Wärmetechnik c/o ait Schweiz AG, Industriepark, CH-6246 AltishofenTel: +41 58 252 21 00 E-mail: [email protected] www.nibe.ch

CH

Druzstevni zavody Drazice s.r.o, Drazice 69, CZ - 294 71 Benatky nad JizerouTel: +420 326 373 801 E-mail: [email protected] www.nibe.cz

CZ

NIBE Systemtechnik GmbH, Am Reiherpfahl 3, 29223 CelleTel: +49 (0)5141 7546-0 E-mail: [email protected] www.nibe.de

DE

Vølund Varmeteknik A/S, Member of the Nibe Group, Brogårdsvej 7, 6920 VidebækTel: +45 97 17 20 33 E-mail: [email protected] www.volundvt.dk

DK

NIBE Energy Systems OY, Juurakkotie 3, 01510 VantaaTel: +358 (0)9-274 6970 E-mail: [email protected] www.nibe.fi

FI

NIBE Energy Systems France Sarl, Zone industrielle RD 28, Rue du Pou du Ciel, 01600 ReyrieuxTel : 04 74 00 92 92 E-mail: [email protected] www.nibe.fr

FR

NIBE Energy Systems Ltd, 3C Broom Business Park, Bridge Way, S419QG ChesterfieldTel: +44 (0)845 095 1200 E-mail: [email protected] www.nibe.co.uk

GB

NIBE Energietechniek B.V., Postbus 634, NL 4900 AP OosterhoutTel: 0168 477722 E-mail: [email protected] www.nibenl.nl

NL

ABK AS, Brobekkveien 80, 0582 Oslo, Postadresse: Postboks 64 Vollebekk, 0516 OsloTel: +47 23 17 05 20 E-mail: [email protected] www.nibeenergysystems.no

NO

NIBE-BIAWAR Sp. z o. o. Aleja Jana Pawła II 57, 15-703 BIALYSTOKTel: +48 (0)85 662 84 90 E-mail: [email protected] www.biawar.com.pl

PL

© "EVAN" 17, per. Boynovskiy, RU-603024 Nizhny NovgorodTel: +7 831 419 57 06 E-mail: [email protected] www.nibe-evan.ru

RU

NIBE AB Sweden, Box 14, Hannabadsvägen 5, SE-285 21 MarkarydTel: +46 (0)433 73 000 E-mail: [email protected] www.nibe.se

SE

Voor landen die niet in deze lijst staan kunt u contact opnemen met Nibe Sweden of kunt u kijken op www.nibe.euvoor meer informatie.

WS name: Eva-LenaWS version: a1 (working edition)Publish date: 2017-12-18 14:54

NIBE AB Sweden

Hannabadsvägen 5Box 14 SE-285 21 [email protected]

331951

Handleidingvoor installateur AMS10 · 24 Hoofdstuk3|Hetontwerpvandewarmtepomp AMS10....

Documents

Transcript of Handleidingvoor installateur AMS10 · 24 Hoofdstuk3|Hetontwerpvandewarmtepomp AMS10....