HANDLEIDING VOOR BEDIENING, SERVICE & …...1 De specificaties en technische kenmerken in dit boekje...
Transcript of HANDLEIDING VOOR BEDIENING, SERVICE & …...1 De specificaties en technische kenmerken in dit boekje...
1
De specificaties en technische kenmerken in dit boekje worden alleen ter informatie verschaft. De fabrikant behoudt zich het recht voor om deze zondervoorafgaande kennisgeving of verplichting te wijzigen of om eerder geleverde apparatuur op een vergelijkbare wijze te wijzigen.
2.- BINNENOPSTELLING BLADZIJDE
BLADZIJDE3.- INSTALLATIE EN BEDIENING
BLADZIJDE4.- ONDERHOUD
INHOUD
1.- KENMERKEN BLADZIJDE
BLADZIJDE 2INSTALLATIEGEGEVENS UNIT
1.1.- TECHNISCHE GEGEVENS1.2.- ELEKTRISCHE GEGEVENS1.3.- COMPONENTEN1.4.- WERKINGSLIMIETEN1.5.- WATERZIJDIG DRUKVERLIES1.6.- HYDRAULISCHE SYSTEEMGEGEVENS1.7.- BEVEILIGINGEN1.8.- LEIDINGTEKENINGEN1.9.- AFMETINGEN1.10.- OPTIONEEL
3-45-7
89-10
1112
13-1415-1617-1920-21
222223
24-2526
2.1.- VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUIK2.2.- ONTVANGST UNIT2.3.- INSTALLATIERUIMTE2.4.- INSTALLATIE VAN DE UNIT2.5.- ELECTRISCHE AANSLUITINGEN
272829
3.1.- INSTALLATIE VAN UNIT STAPSGEWIJS3.2.- WATERDOORSTROMING CONTROLEREN3.3.- CORROSIEGEVOELIGHEID VAN KOPER EN ROESTVRIJ STAAL VAN PLAATWISSELAAR
4.1.- PREVENTIEF ONDERHOUD4.2.- REPARATIE4.3.- DIAGNOSE VAN DE STORING
303132
Lennox levert al sinds 1895 oplossingen voor diverse omgevingen. Onze serie luchtgekoelde koelsystemen is geheelconform de standaarden die van LENNOX een begrip hebben gemaakt. Mooie, flexibele oplossingen die voldoenaan UW wensen en waarbij op ieder detail is gelet. Lange levensduur, eenvoudig in onderhoud en vanzelfsprekendvan grote klasse.
Lennox maakt onderdeel uit van het Eurovent-certificatieprogramma.The ECOLEANTM Lennox chillers worden getest en gecertificeerd inovereenstemming met de Eurovent-certificatieprogramma.
Onze producten voldoen aan Europese standaards.
De productie van ECOLEANTM-koelmachines voldoet aan het ISO 9001-kwaliteitscontrolesysteem.
COD : MIL76D-1102 / 12-2002
2
UNIT: SERIENR.:
ADRES VAN INSTALLATIE:
INSTALLATEUR: TEL. INSTALLATEUR:
CONTROLE:
VOEDINGSPANNING:
GEGEVENSINVOER:
ºC
DATUM INSTALLATIE:
ADRES INSTALLATEUR:
NOMINALE SPANNING VAN DE UNIT:
ºC
ºC
IDENTIFICATIECODE BEDIENINGSPANEEL:
Compressor 1
Ventilator 1
Compressor 1
Ventilator 1
(Amp.)
ºC
ºC
ºC
HYDRAULISCHE CONNECTION
ONTLUCHT BIJ INSTALLATIE
Compressor 2
Ventilator 2
Compressor 2
Ventilator 2
Temperatuur inlaatlucht, element:
JA NEE
HOOFDAANSLUITING STROOM
AANSLUITING BEDIENINGSPANEEL (OPTIONEEL)
KOELCYCLUS VERWARMINGCYCLUS
Temperatuur uitlaatwater:
Temperatuur inlaatwater:
Hoge druk:
Lage druk:
Geïnstalleerde opties:
CONTROLELAMPJE OLIEPEIL COMPRESSOR
UNIT OP RUBBER TRILLINGSDEMPERS
ELEKTRISCH STROOMVERBRUIK
Opmerkingen:
Temperatuur inlaatlucht, element:
Temperatuur uitlaatwater:
Temperatuur inlaatwater:
Hoge druk:
Lage druk:
INSTALLATIEGEGEVENS UNIT
Temperatuur inlaat/uitlaatwater
Hoge/lage druk
3
HYDRAULISCHE VERSIE / HYDRON VERSIE
Expansievat
Capaciteit
Capaciteit
Buffervat (***)
Pomp type:
Veiligheidskleppen
Expansievat
INGESTELDE DRUK
EAR MODELLEN
Verwarmingscapaciteit (**)
Koelcapaciteit (*)
EAR MODELLEN
Compressor
Hydraulische verbindingen
Min. water rate
Verwarmingscapaciteit (**)
Koelcapaciteit (*)
Compressor
Hydraulische verbindingen
Min. water rate
Meercellige, centrifugale pomp met één snelheid
bar
bar
l/h.
kW.
kW.
l/h.
kW.
kW.
EAC MODELLEN
Compressor Aantal/Type:
Hydraulische verbindingen
Minimale hoeveelheid water
Koelcapaciteit (*)
0091SK 0111SK 0151SK 0191SK 0211SK 0251SK 0291SK 0351SK 0431SK 0472SK 0552SK 0672SK 0812SK
l/h.
kW.
Koudemiddel R-407C kg.
Koudemiddel R-407C kg.
Koudemiddel R-22 kg.
Netto-gewicht
kg.kg.kg.
Aantal/Type:
Aantal/Type:
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
0091SA 0111SA 0151SA 0191SA 0211SA 0251SA 0291SA 0351SA 0431SA 0472SA 0552SA 0672SA 0812SA
0091SK 0111SK 0151SK 0191SK 0211SK 0251SK 0291SK 0351SK 0431SK 0472SK 0552SK 0672SK 0812SK
1"G 1"G 1"G 1"G 1"G 1 1/2"G 1 1/2"G 1 1/2"G 1 1/2"G 2"G 2"G 2"G 2"G
1"G 1"G 1"G 1"G 1"G 1 1/2"G 1 1/2"G 1 1/2"G 1 1/2"G 2"G 2"G 2"G 2"G
5L 5L 5L 5L 5L 12L 12L 12L 12L 18L 18L 18L 18L
50 L 50 L 50 L 50 L 50 L 75 L 75 L 75 L 75 L 100 L 100 L 100 L 100 L
8,5 10,5 12,5 17,0 18,5 22,5 26,0 32,0 38,5 44,0 51,0 62,5 75,0
8,7 10,7 13,0 17,6 19,9 23,8 26,7 33,4 41,3 46,6 52,3 65,4 81,0
8,5 10,5 12,5 17,0 18,5 22,5 26,0 32,0 38,5 44,0 51,0 62,5 75,0
9,0 11,0 13,4 18,1 20,5 24,5 27,5 34,5 42,5 48,0 54,0 67,5 83,5
1 / Scroll 2 / Scroll
1 / Scroll 2 / Scroll
19,8 24,6 29,4 40,2 43,8 53,4 61,2 75,6 91,2 103,8 120,6 147,6 177,0
19,8 24,6 29,4 40,2 43,8 53,4 61,2 75,6 91,2 103,8 120,6 147,6 177,0
1"G 1"G 1"G 1"G 1"G 1 1/2"G 1 1/2"G 1 1/2"G 1 1/2"G 2"G 2"G 2"G 2"G
8,5 10,5 12,5 17,0 18,5 22,5 26,0 32,0 38,5 44,0 51,0 62,5 75,0
1 / Scroll 2 / Scroll
19,8 24,6 29,4 40,2 43,8 53,4 61,2 75,6 91,2 103,8 120,6 147,6 177,0
147 155 168 181 245 272 281 309 345 540 551 596 670156 173 186 199 263 297 296 324 360 590 581 626 700--- --- --- --- --- 317 316 344 380 630 621 666 740
*** Alleen in units met hydronische module
* Koelcapaciteit: Buitentemperatuur: 35ºC / Intrede/Uittrede water temperatuur: 12/7ºC** Verwarmingscapaciteit: Buitentemperatuur: 7ºCDB / 6ºC WB / Intrede/Uittrede water temperatuur: 45/50ºC
TYPE SYTEEM ECOLEANTM
WATERKOELER
EA C 035 1 S K HY FP
CA. NOMINALE CAPACITEIT IN Kw
AANTAL COMPRESSOREN
C: KOLEINGR: VERWARMING
A: KOUDEMIDDEL R-22K: KOUDEMIDDEL R-407C
TYPE COMPRESSOR: S-SCROLL
--- : StandaardHY: Hydraulische versieHN: Hydron versie
Modellen met hoge statische druk:FP: model 0091 tot en met 0211FP1: model 0251 tot en met 0812FP2: model 0251 tot en met 0812
Netto-gewicht kg.
kg.
kg.159 176 190 204 268 302 301 332 368 599 592 642 716--- --- --- --- --- 322 321 352 388 639 632 682 756
150 158 172 185 250 277 285 317 353 549 561 612 685StandaardFP-FP1FP2
Netto-gewicht
kg.kg.kg.
150 158 172 185 250 277 285 317 353 549 561 612 685159 176 190 204 268 302 301 332 368 599 592 642 716--- --- --- --- --- 322 321 352 388 639 632 682 756
StandaardFP-FP1FP2
1.- KENMERKEN
1.1.- TECHNISCHE GEGEVENS
WARMTEPOMP R-407C
WARMTEPOMP R-22
ALLEEN KOELING R-407C
3,0 3,0 3,4 4,0 5,5 6,0 6,5 8,2 9,5 12,0 14,0 17,6 20,5
3,1 3,1 3,9 5,0 6,5 6,2 7,0 9,0 10,5 2 x 6,2 2 x 7,0 2 x 9,0 2 x 10,5
3,3 3,3 4,3 5,3 6,3 7,1 7,8 9,5 12,8 2 x 7,1 2 x 7,8 2 x 9,5 2 x 12,0
StandaardFP-FP1FP2
Hoge/lage druk
4
set
mode
on off
• ••
• •
1,95
1,8
1,65
1,5
6700 6300
1 2 2
23000 21000
2,45
2,4
2,3
2,4
2,3
4,9
4,9
4,6
4,8
4,6
5
4,7
4,5
4,9
4,6
350
150
200
250
300
2
2
0211S-FP0191S-FP0151S-FP
0351S-FP1 0431S-FP1 0472S-FP1 0812S-FP1
6400 1,5 6400 1,5 6100 1,5 5800 1,5 3 3
0351S-FP2 0431S-FP2 0472S-FP2 0812S-FP2
3
Aantal ventilatoren
Type ventilator
Beschikbarestatische druk Pa
MODELLEN 0111S-FP0091S-FP
50
100
150
200
Opgenomenvermogen
Aantal ventilatoren
MODELLEN
Type ventilator
0091S 0111S 0151S 0191S 0211S 0251S 0291S 0351S 0431S 0472S 0552S 0672S 0812S
Lucht hoeveelheid
kW
0251S-FP1 0291S-FP1 0552S-FP1 0672S-FP1
Aantal ventilatoren
Type ventilator
Beschikbarestatische druk Pa
MODELLEN
0251S-FP2 0291S-FP2 0552S-FP2 0672S-FP2
Aantal ventilatoren
Type ventilator
Beschikbarestatische druk Pa
MODELLEN
Luchthoeveel-
heid
STANDAARDSYSTEMEN MET AXIALE VENTILATOR
UNITS MET HOGE STATISCHE DRUK
MAXIMAAL BESCHIKBARE STATISCHE DRUK 200 Pa - FP VERSIE
Centrifugal - Direct gedreven 1450 tpm
21
3500
2700
2500
2200
0,9
0,8
0,75
0,7
Opge-nomen
vermogenkW
6500
5700
5200
4700
1,9
1,75
1,6
1,45
5900
5400
4900
6500
5700
5200
4700
1,9
1,75
1,6
1,45
5500
5000
4500
1,85
1,7
1,55
1,4
1N~230V
Axiaal - Direct gedreven 900 tpm
1
11000 10500 19000 23000 22000 210003500 6500 6700 6500 6300 9500 11500m /h3
0,85 0,83 1,50 1,80 1,70 1,660,15 0,30 0,32 0,30 0,28 0,75 0,90
1N~230V
Opge-nomen
vermogenkW
Opge-nomen
vermogenkW
Opge-nomen
vermogenkW
Opge-nomen
vermogenkW
MAXIMAAL BESCHIKBARE STATISCHE DRUK 120 Pa - FP1 VERSIE
1
150
50
75
100
125
11500
9600
7200
8500 8100
6900
9200
1100011500
8500
7200
9600
1,7
1,65
1,55
1,6
1,7
1,6
1,65
1,55
1,65
1,6
1,5
1,55
10500
8800
6600
7700
1,65
1,55
1,6
1,5
12800
17000
14400
19200
3
3,4
3,3
3,1
3,2
12800
23000
17000
14400
19200
3,4
3,3
3,1
3,2
12200
22000
18400
13800
16200
3,3
3,1
3,2
3
11600
15400
13200
17600
3,3
3,2
3,1
1N~230V
MAXIMAAL BESCHIKBARE STATISCHE DRUK 350 Pa - FP2 VERSIE
Axiaal "short case" - Direct gedreven 1450 rpm
1
6800
12400
9200
7800
10800
2,45
2,3
2,4
2,45
2,3
6800
12400
10800
7800
9200
2,45
2,45
2,3
2,3
2,4
6500
8800
7500
10400
11900
6250
11500
10000
7250
8500
2,5
2,35
2,3
2,25
2,45
13600
18400
15600
21600
24800
13600
24800
18400
15600
21600
4,9
4,9
4,6
4,8
4,6
13000
23800
20800
15000
17600
4,9
4,8
4,6
4,6
4,8
12500
17000
14500
20000
23000
3~230V/3N~400V
3
m /h3
set
mode
on off
• ••
• •
1.- KENMERKEN
1.1.- TECHNISCHE GEGEVENS
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Luchthoeveel-
heidm /h3
Opg.verm.
kW
Opg.verm.
kW
Opg.verm.
kW
Opg.verm.
kW
Opg.verm.
kW
Opg.verm.
kW
Opg.verm.
kW
Opg.verm.
kW
Luchthoeveel-
heidm /h3
Opg.verm.
kW
Luchthoeveel-
heidm /h3
Opg.verm.
kW
Luchthoeveel-
heidm /h3
Opg.verm.
kW
Luchthoeveel-
heidm /h3
Opg.verm.
kW
Luchthoeveel-
heidm /h3
Opg.verm.
kW
Luchthoeveel-
heidm /h3
Opg.verm.
kW
Luchthoeveel-
heidm /h3
Opg.verm.
kW
Luchthoeveel-
heidm /h3
Opg.verm.
kW
Axiaal - Direct gedreven 1450 rpm
5
0251S 0291SEAC / EAR MODELLEN 0091S 0111S 0151S 0191S 0211S
V/f (50 Hz)Bedrijfsspanning
0672S 0812SEAC / EAR MODELLEN 0351S 0431S 0472S 0552S
V/f (50 Hz)Bedrijfsspanning
Maximumvermogen
Compressor kW.
Ventilator kW.
kW.Totaal vermogen
Maximumstroom
Compressor A
Ventilator A
ATotaal stroom
HYDRAULISCHE VERSIE / HYDRON VERSIE
Waterpomp
kW.
A
V/f (50 Hz)
Maximum stroom
Nominaal vermogen
Maximumstroom
Maximumvermogen
Compressor kW.
Ventilator kW.
kW.Totaal vermogen
Compressor A
Ventilator A
ATotaal stroom
LRC ATotaal stroom
LRC ATotaal stroom
A
kW.
V/f (50 Hz)Waterpomp
Maximum stroom
Nominaal vermogen
HYDRAULISCHE VERSIE / HYDRON VERSIE
1N~230V
3~230V - 3N~400V
3~230V - 3N~400V
4,05 8,627,605,784,70
0,15 0,280,300,320,30
4,20 8,907,906,105,00
0,80 1,601,601,601,60
12,12 17,32 21,48 27,71 26,157,00 10,00 12,40 16,00 15,10
23,10
0,49
1N~230V
0,72 0,720,720,720,490,49
3~230V - 3N~400V
32,60 39,80
1,70 1,66
30,90 38,14
27,30
1,80
25,50
23,60
1,50
22,10
20,60
0,83
19,77
16,40
0,85
15,55
25,60 29,80 36,00 41,40 51,20 59,6044,34 51,61 62,35 71,70 88,68 103,22
7,00 7,007,006,003,503,50
29,10 33,30 42,00 48,40 58,20 66,6047,84 55,11 68,35 78,70 95,68 110,22
282,50 333,50 243,70 262,70 324,10 382,00161,50 192,50 138,00 152,30 187,00 222,00
11,15 12,90
0,75 0,90
11,90 13,80
3,00 3,50
31,17 35,8518,00 20,70
95,8091,80 99,60 134,60 179,60 167,6044,30 51,60 63,60 97,40 95,60 119.00
213,00 227,50130,50
3~230V - 3N~400V
1,101,10
3,003,00
1,551,551,171,17
3,00 4,804,803,00
12,92 18,92 23,08 29,31 27,757,80 11,60 14,00 17,60 16,70
23,9034,17 39,3521,00 24,20
2,30 2,30 2,302,40 2,40 2,40 2,401,40 1,40 1,40 1,40
1,701,70 1,70 2,802,801,70
1.- KENMERKEN
1.2.- STANDAARD ELEKTRISCHE GEGEVENS
3~230V3N~400V
1N~230V
3~230V3N~400V
1N~230V
3~230V3N~400V
1N~230V
3~230V3N~400V
1N~230V
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
6
0251S 0291S
0091S 0111S 0151S 0191S 0211S
V/f (50 Hz)
0672S 0812S 0351S 0431S 0472S 0552S
V/f (50 Hz)
EAC / EAR MODELLEN
Bedrijfsspanning
EAC / EAR MODELLENBedrijfsspanning
Maximumstroom
LRC
Compressor A
Ventilator A
ATotaal stroom
ATotaal stroom
Maximumvermogen
Compressor kW.
Ventilator kW.
kW.Totaal vermogen
kW.
V/f (50 Hz)
A
HYDRAULISCHE VERSIE / HYDRON VERSIE
Waterpomp
Maximum stroom
Nominaal vermogen
Maximumstroom
Maximumvermogen
Compressor kW.
Ventilator kW.
kW.Totaal vermogen
Compressor A
Ventilator A
ATotaal stroom
LRC ATotaal stroom
kW.
V/f (50 Hz)
A
HYDRAULISCHE VERSIE / HYDRON VERSIE
Waterpomp
Maximum stroom
Nominaal vermogen
1N~230V
3~230V - 3N~400V
4,00 8,008,008,008,00
16,12 25,32 29,48 35,71 34,1511,00 18,00 20,40 24,00 23,10
27,10
99,0095,00 106,00 141,00 186,00 174,0047,50 58,00 70,00 103,80 102,00
12,12 17,32 21,48 27,71 26,157,00 10,00 12,40 16,00 15,10
23,10
4,95
0,90
4,05
10,47
1,85
8,62
9,50
1,90
7,60
7,73
1,95
5,78
6,60
1,90
4,70
1,101,10 1,551,551,171,170,720,72
3~230V - 3N~400V
8,00 8,00
39,17 43,8526,00 28,70
218,00 232,00135,00
31,17 35,8518,00 20,70 25,60
44,34
8,00
33,6052,34
287,00166,00
29,8051,61
8,00
37,8059,61
338,00197,00
36,0062,35
16,00
52,0078,35
253,68148,00
41,4071,70
16,00
57,4087,70
271,66161,30
51,2088,68
16,00
67,20104,68
333,06196,00
59,60103,22
16,00
75,60119,22
390,98231,00124,00
0,49
1N~230V
2,30
0,720,720,49
2,30
0,49
2,402,402,30
3~230V - 3N~400V
1,401,40
3,00 4,802,40 2,40 3,00 3,00 3,00 4,801,70 2,801,40 1,40 1,70 1,70 1,70 2,80
12,85 14,60
1,70 1,70
11,15 12,90
34,20 41,44
3,30 3,30
30,90 38,14
28,90
3,40
25,50
25,50
3,40
22,10
21,42
1,65
19,77
17,20
1,65
15,55
3~230V - 3N~400V
1.- KENMERKEN
1.2.- UNITS MET HOGE STATISCHE DRUK ELEKTRISCHE GEGEVENS FP VERSION
FP1 VERSION
3~230V3N~400V
1N~230V
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
1N~230V
3~230V3N~400V
1N~230V
3~230V3N~400V
1N~230V
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
7
Waterpomp
kW.
V/f (50 Hz)
Maximum stroom
Nominaal vermogen
A
HYDRAULISCHE VERSIE / HYDRON VERSIE
0251S 0291S 0672S 0812SEAC / EAR MODELLEN 0351S 0431S 0472S 0552S
V/f (50 Hz)Bedrijfsspanning
Maximumstroom
Maximumvermogen
Compressor kW.
Ventilator kW.
kW.Totaal vermogen
Compressor A
Ventilator A
ATotaal stroom
LRC ATotaal stroom
1,101,10 1,551,551,171,170,720,72
3,00 4,802,40 2,40 3,00 3,00 3,00 4,801,70 2,801,40 1,40 1,70 1,70 1,70 2,80
3~230V - 3N~400V
8,00 8,00
39,17 43,8522,50 25,20
218,00 232,00131,50
31,17 35,8518,00 20,70 25,60
44,34
8,00
30,1052,34
287,00162,50
29,8051,61
8,00
34,3059,61
338,00193,50
36,0062,35
16,00
45,0078,35
253,68141,00
41,4071,70
16,00
50,4087,70
271,66154,30
51,2088,68
16,00
60,20104,68
333,06189,00
59,60103,22
16,00
68,60119,22
390,98224,00120,50
13,60 15,35
2,45 2,45
11,15 12,90
35,70 42,84
4,80 4,70
30,90 38,14
30,40
4,90
25,50
27,00
4,90
22,10
22,12
2,35
19,77
17,95
2,40
15,55
4,50 4,50 4,50 4,50 9,00 9,00 9,00 9,00
3~230V - 3N~400V
1.- KENMERKEN
1.2.- UNITS MET HOGE STATISCHE DRUK ELEKTRISCHE GEGEVENS
FP2 VERSION
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
3~230V3N~400V
8
Het ECOLEANTM -systeem bevat een waterkoeler of lucht-/water warmtepomp in combinatie met een reekshydraulische accessoires waarmee de unit naar hydraulisch of hydronisch kan worden omgebouwd.accessories.
COMPONENTEN:HYDRON VERSIE: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10, 11HYDRAULISCHE VERSIE: 1,4,5,6,7,8,9,10,11
1.- Verwijderbaar waterfilter2.- Buffervat3.- Verwarmingselement buffervat (optie)4.- Veiligheidsklep5.- Manometer6.- Expansievat
7.- Waterpomp 8.- Ontluchtingsklep 9.- Platenwisselaar10.- Stromingsschakelaar11.- Afvoerklep12.- Water isolatieklep (optie)
Thermische unit binnen
Thermische unit binnen
Hydraulische verbindingen
Hydraulische verbindingen
7 65
4
211
1
10
7
6
5
4
11
1
10
9
11
89
8
3
8
12
12
12
12
1.- KENMERKEN
1.3.- COMPONENTEN
HYDRAULISCHE VERSIE
HYDRON VERSIE
9
KOELING
VERWARMING
VERWARMING
KOELINGMODELLEN
Gekoeldwater intrede
Gekoeldwater uittrede
EAC / EAR 0091S 0111S 0151S 0191S 0211S 0251S 0291S 0351S 0431S 0472S 0552S 0672S 0812S
MODELLEN
Warmwater uittredetemperatuur (werking)
Warmwater inttredetemperatuur (tijdens start)
Luchtintredetemperatuur
EAR 0091S 0111S 0151S 0191S 0211S 0251S 0291S 0351S 0431S 0472S 0552S 0672S 0812S
Verschil warmwaterintrede/uittrede
R-407C
R-22
Luchtintrede temperatuur
Minimum: +5°C
Minimum: +10 °C
Maximum: +46°CMinimum: -10°C
Maximum: +17°C
Maximum: +12°C
Maximum: +48°C
Minimum: +25°C
Minimum: +10 °C
Maximum: +8°CMinimum:+3°C
Maximum: +43°C
Maximum: +50°C
Maximum: +23°CMinimum: -10°C
Minimum: -10°C
STANDAARDSYSTEMEN MET AXIALE VENTILATOR ZONDER LUCHTKANALEN
NEEM CONTACT MET ONS OP BIJ AFWIJKENDE CONDITIES
NB: Voeg glycol toe bij buitentemperaturen lager dans +5°C.
NB: Voeg glycol toe bij buitentemperaturen lager dans +5°C. De unit bevat standaard een ventilatorsnelheidsregelingwaarmee de unit bij temperaturen tot -10ºC kan worden gebruikt.
1.4.- WERKINGSLIMIETEN
1.- KENMERKEN
-1º-10º
23º
25° 50°5º 12º
(2)
-10º
42°9º
(1)
(2)
(1)
ºCºC
Wateruittrede temperatuurWateruittrede temperatuur
Luch
intre
de te
mpe
ratu
ur
46ºC R-407C48ºC R-22
ºC ºC
44ºC R-407C46ºC R-22
STANDAARDSYSTEMEN MET AXIALE VENTILATOR MET LUCHTKANALEN
R407C-modellen R22-modellenBeschikbare statische druk PaMaximale buitenlucht temperatuur ºC
30 30 5050 30 30 5050
0091 to 0211 0251 to 0812S 0091 to 0211S 0251 to 0812S
42 38 46 44 45 434043
MAXIMAAL BESCHIKBARE DRUK 50 Pa
MAXIMAAL BESCHIKBARE DRUK 50 Pa
30 30 5050 30 30 5050-6-8 -6-8 -6-8 -6-8
R407C-modellen R22-modellen
0091 to 0211S 0251 to 0812S 0091 to 0211S 0251 to 0812S
Beschikbare statische druk PaMinimale buitenlucht temperatuur ºC
KOELING VERWARMING
Luch
intre
de te
mpe
ratu
ur
KOELING
10
UNITS MET HOGE STATISCHE DRUK1.4.- WERKINGSLIMIETEN
1.- KENMERKEN
50 150 200100 50 150 200100
50 150 200100 50 150 20010041 38 48 47 44 424546
VERWARMING
1
2
3
4
5
6
7
8
9ºC
-10 -8 -6 -4 -2 0 2 4 6 8 10Uittrede water temperatuur ºC
TEMPERATUURVERSCHIL (intrede water/uittrede water)
Maximaal temperatuurverschil
Minimaal temperatuurverschil
Nominaal temperatuurverschil
UNITS MET KIT VOOR LAGE WATERTEMPERATUUR (OPTIE)
50 100 12575 150 50 100 12575 15035 ---4346 39 43 404850 45
150 250 300200 350 150 250 300200 350
384447 41 35 444850 46 42
Beschikbare statische druk PaMaximale buitenlucht temperatuur ºC
MAXIMAAL BESCHIKBARE DRUK 200 PaFP VERSION
MODEL 0091 tot en met 0211S-FP
50 100 12575 150 50 100 12575 150
150 250 300200 350 150 250 300200 350
-10 -8 -6-10 -8 -6-10 -10
-10 -8 -6 -5-10-10 ----8 -6 -5
-10 -8 -6 -5 -11 -10 -8 -6-10 -10
MAXIMAAL BESCHIKBARE DRUK 120 PaFP1 VERSION
MODEL 0251 tot en met 0812S-FP
Beschikbare statische druk PaMaximale buitenlucht temperatuur ºC
MAXIMAAL BESCHIKBARE DRUK 350 PaFP2 VERSION
MODEL 0251 tot en met 0812S-FP
Beschikbare statische druk PaMaximale buitenlucht temperatuur ºC
Beschikbare statische druk PaMinimale buitenlucht temperatuur ºC
Beschikbare statische druk PaMinimale buitenlucht temperatuur ºC
Beschikbare statische druk PaMinimale buitenlucht temperatuur ºC
R407C-modellen R22-modellen
R407C-modellen R22-modellen
R407C-modellen R22-modellen
R407C-modellen R22-modellen
R407C-modellen R22-modellen
R407C-modellen R22-modellen
MAXIMAAL BESCHIKBARE DRUK 200 PaFP VERSION
MAXIMAAL BESCHIKBARE DRUK 120 PaFP1 VERSION
MAXIMAAL BESCHIKBARE DRUK 350 PaFP2 VERSION
MODEL 0091 tot en met 0211S-FP
MODEL 0251 tot en met 0812S-FP
MODEL 0251 tot en met 0812S-FP
11
DRUKVERLIES INWARMTEWISSELAAR
(STANDAARDUNIT)
Water hoeveelheid m3/h
Dru
kver
lies
KP
a
Water hoeveelheid m3/h
DRUKVERLIES INWARMTEWISSELAAR + WATERFILTER (*)
Dru
kver
lies
KP
a
1.- KENMERKEN
1.5.- WATERZIJDIGE DRUKVERLIEZEN
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
A
B
C/D E F H I J
KG/L
M
N
O
5
15
25
35
45
55
65
75
85
95
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
A
B C
D
E F G H NJIK
0
L
M
Unit Kromme
AAB
B
C
DE
F
G
L
HM
I
N
JO
K
EAC/EAR 0091SEAC/EAR 0111S
EAC/EAR 0151SEAC/EAR 0191S
EAC/EAR 0211S
EAC/EAR 0251S
EAC/EAR 0291S
EAC/EAR 0351S
EAC/EAR 0431S
EAC 0472S
EAR 0472SEAC 0552S
EAR 0552SEAC 0672S
EAR 0672SEAC 0812S
EAR 0812S
INSTALLATIEADVIESDe units MOETEN zijn uitgerustmet een waterfilter bij de inlaatnaar de unit (om deeltjes met eendiameter groter dan 1 mm tegente houden).
(*) Waterfilter is een optie voor destandaardunits. Waterfilter wordtmeegeleverd in de hydron enhydraulische versies.
12
MODEL
m3/hkPa
l/s
MODEL
m3/hkPa
l/s
MODEL
m3/hkPa
l/s
MODEL
m3/hkPa
l/s
MODEL
m3/hkPa
l/s
MODEL
m3/hkPa
l/s
Water hoeveelheid
Beschikbare statis. druk
Water hoeveelheid
Beschikbare statis. druk
Water hoeveelheid
Beschikbare statis. druk
Water hoeveelheid
Beschikbare statis. druk
Water hoeveelheid
Beschikbare statis. druk
Water hoeveelheid
Beschikbare statis. druk
Watervolume in liters
Water + 10% gyt
Water + 20% gyt
Water + 30% gyt
009/021 025/043 047/081Oplossing
Type
Water 225 550
175 400
150 350
850
650
575
125 300 450
1,19
222
1,48
204
1,76
200
1,33
215
1,62
193
1,91
186
1,48
208
EAC / EAR 009 1S K-A
1,76
178
EAC / EAR 011 1S K-A
2,05
181
EAC / EAR 015 1S K-A
EAC / EAR 029 1S K-A
1,62
193
1,91
166
2,20
170
1,76
182
2,16
153
2,59
140
EAC / EAR 035 1S K-A EAC / EAR 043 1S K-A
EAR 047 2S K-A EAR 055 2S K-A EAR 067 2S K-A
EAR 081 2S K-A EAC 047 2S K EAC 055 2S K
EAC 067 2S K EAC 081 2S K
0,33 0,41 0,490,37 0,45 0,530,41 0,49 0,570,45 0,53 0,610,49 0,60 0,72
3,67
168
4,54
208
5,57
167
4,03
155
4,90
192
5,83
141
4,39
139
5,26
178
6,19
135
4,75
120
5,62
148
6,55
119
5,36
102
6,59
108
7,96
25
1,02 1,26 1,521,12 1,36 1,621,22 1,46 1,721,32 1,56 1,821,49 1,83 2,21
6,23
164
7,24
151
8,86
227
6,94
149
7,95
141
9,57
213
7,65
138
8,66
132
10,28
192
8,36
123
9,37
116
10,99
169
9,07
113
10,51
97
12,89
119
1,73 2,01 2,461,93 2,21 2,662,13 2,41 2,862,32 2,60 3,052,52 2,92 3,58
10,62
199 166 154
11,33
185 151 145
12,04
169 140 137
12,75
139 130 119
15,48
42 118 108
2,95 3,15 3,35 3,54 4,30
229 205214 192195 177173 148126 55
2,41
181
2,63
184
3,20
182
2,56
175
2,77
176
3,56
162
2,70
168
EAC / EAR 019 1S K-A
2,92
165
EAC / EAR 021 1S K-A
3,92
143
EAC / EAR 025 1S K-A
2,84
160
3,06
155
4,28
132
3,49
139
3,82
128
4,64
115
0,67 0,73 0,890,71 0,77 0,990,75 0,81 1,090,79 0,85 1,190,97 1,06 1,29
6,23 6,94 7,65 8,36 9,07
1,73 1,93 2,13 2,32 2,52
7,24 7,95 8,66 9,37 10,51
2,01 2,21 2,41 2,60 2,92
8,86 9,57 10,28 10,99 12,89
2,46 2,66 2,86 3,05 3,58
10,62 11,33 12,04 12,75 15,48
2,95 3,15 3,35 3,54 4,30
Waar het watervolume van de installatie groter is dan aangeduid in de tabel, moet er een extra expansievat wordentoegevoegd.
MINIMUM WATER HOEVEELHEIDDe installatie mag nooit met minder dan de minimum waterhoeveelheid werken (zie tabel) omdat het de volgendeproblemen kan veroorzaken:
i. - Bevriezing van de waterwarmtewisselaarii - Vervuiling van de warmtewisselaar.
MAXIMALE WATER HOEVEELHEIDZie de maximum waterhoeveelheid die in de tabellen wordt aangeduid. Minimum ∆T van 3 K vereist in de warmtewisselaar.MAXIMAAL WATERVOLUME IN DE INSTALLATIEDe units met hydron of hydraulische module zijn voorzien van een expansievat.De tabel geeft het maximale watervolume aan.
1.- KENMERKEN
1.6.- HYDRAULISCHE SYSTEEMGEGEVENSWATER HOEVEELHEID EN STATISCHE DRUK (inclusief fabrieksinstelling waterpomp en inclusief filter)
NB: De in de tabel weergegeven waterhoeveelheden liggen tussen de minimaal en maximaal toegestane waterhoeveelheden.In geval van twee pompen ligt de beschikbare statische druk 5% lager dan hierboven wordt aangegeven.Omrekening gebruikte eenheden:Druk 1KPa = 1/9,8 m.c.a = 0,01 bar1bar = 10 m.c.a = 100 KPa
13
ELEKTRISCHE BEVEILIGINGEN
BEVEILIGINGEN IN HET KOELSYSTEEM
1.- KENMERKEN
1.7.- BEVEILIGINGEN
AFSTELLINGEN
Hogedrukpressostaat (bar)
Lagedrukpressostaat koelcyclus (bar)
Hogedrukpressostaat verwarmingcyclus (bar)
Lagedrukpressostaat timer (minuten)
Instelling
Standaard unit
Unit met kit voor lage watertemperatuur
Reset
2,7 3,2
2 2,51,5 2
0,8 1,3
27,5 22
0,5 1,5
2'
0ºC
-5ºC
-10ºC
Het is strikt verboden een veiligheidsvoorziening te modificeren of te verwijderen.Indien een beveiliging in werking treedt, dient de unit gecontroleerd te worden door gekwalificeerdpersoneel en dient het probleem te worden verholpen.NB: Voordat u de beveiliging reset, moet de oorzaak bekend zijn en het probleem worden opgelost.Pas dan kunt u de unit opnieuw starten.
De ECOLEANTM-units zijn voorzien van de volgende veiligheidsvoorzieningen:1.- Elektrische beveiligingen.2.- Beveiligingen in het koelsysteem.3.- Beveiligingen in het watersysteem.Op deze manier is de unit onder zowel normale als ongebruikelijke omstandigheden beveiligd.
Het bedieningsysteem is door middel van een magnetische thermoschakelaar beveiligd tegen overbelasting enkortsluiting. De compressor is eveneens beveiligd tegen overbelasting en kortsluiting door middel van een inwendigebeveiliging en het externe thermische relais. Wanneer de elektrische spanning onder de ingestelde waarde komt,worden deze beveiligingen automatisch in werking gesteld, met uitzondering van het thermische relais dat handmatiggeactiveerd wordt. De motoren van de ventilatoren worden ook beveiligd door middel van een interneveiligheidsvoorziening. Indien de temperatuur van de motorspoel een ingestelde waarde bereikt, wordt het elektrischecircuit door de isolator onderbroken.
AFSTELLINGEN
Compressorfuses
Waterpompfuses
Ventilatorfuses
A (3N~400V)
0091S 0111S 0151S 0191S 0211S 0251S 0291S 0351S 0431S 0472S 0552S 0672S 0812S
A (3~230V)A (1N~230V)
A (3N~400V)A (3~230V)
A (1N~230V) 1x6 1x6 1x6
FP2
Standaard A (1N~230V)
--FP
A (3N~400V) -- -- -- -- 6x16 6x16 6x16-- 6x16
A (3~230V) -- -- -- -- 3X10 6x10 6x10 6x10-- 6x103X10 3X10 3X10
3X16 3X16 3X16 3X16
FP1 A (1N~230V) -- -- -- -- 1x10 1x20 1x20 1x201x10 1x201x101x10--
Units
3X203X10
3X253x16
3X253x16
3X323x20
3X403x25
3X503x25
3X623x32
3X803x40
6x506x25
6x636x32
6x806x40
3X403x20
6x406x25
1X32 -- -- -- -- -- -- -- -- -- ---- --
3x6 3x6 3x6 3x6 3x6 3x6 3x6 3x63x6 3x63x6 3x6 3x6 3x6 3x6 3x6 3x6 3x63x6 3x6
-- -- -- -- -- -- -- -- 1x16 1x16 1x16-- 1x16
-- -- -- -- -- -- -- -- -- -- ---- --
-- -- ---- -- --
-- -- -- -- -- -- -- ---- --
DrukschakelaarsTer voorkoming dat de druk in het koelsysteem te hoog wordt en schade aan de unit toebrengt, zit er boven in hetkoelsysteem een hogedrukschakelaar, een elektrische beveiliging (druk op RESET in de controller om deze teresetten). Onder in het systeem zit een automatische (elektrisch, indien de unit binnen een uur twee keer geresetmoet worden) lagedrukschakelaar die voorkomt dat de unit bij extreme lage druk in bedrijf is. De koelers van dewarmtepomp hebben twee lagedrukschakelaars omdat de minimale druk in de verwarmingstand lager is dan in dekoelstand. De lagedrukschakelaars hebben een tijdvertraging.
14
OVERIGE BEVEILIGINGENCarterverhitter van de compressorDeze beveiliging zit rond de compressor en wordt geactiveerd wanneer de compressor afslaat.Hierdoor blijft de compressorolie op temperatuur, zodat de olie niet door het koelmiddel wordt verdund.
3.- AntivriesbeveiligingDeze beveiliging wordt geactiveerd door de besturing van het systeem.Hij gaat AAN wanneer de temperatuursonde voor het afvoerwater (ST2), die in de waterwisselaar zit,een bepaalde temperatuur meet en UIT wanneer de temperatuur van het afvoerwater weer op de ingestelde waardeis. Zie ook de volgende tabel:
- Indien de unit in de verwarmingstand staat: de elektrische verhitter van de watertank en de elektrische verhittervan de warmtewisselaar van het water slaan aan en de injectieklep voor heet gas wordt geactiveerd (mits deunit voorzien is van deze opties).- Indien de unit in de koelstand staat: de elektrische verhitter van de watertank en de elektrische verhitter vande warmtewisselaar van het water slaan aan (mits de unit voorzien is van deze opties).
4.- AntivriesalarmDit alarm wordt geactiveerd wanneer de temperatuursonde van het afvoerwater (ST2) een bepaalde temperatuurmeet, waarna de unit afslaat. Zie ook de volgende tabel:
BEVEILIGINGEN IN HET WATERSYSTEEM (units met een hydraulische of hydronische module)Deze systemen zijn van diverse beveiligingen voorzien, zodat de watertemperatuur niet zodanig kan zakken dat hetsysteem schade oploopt.1.- Stromingsschakelaar (optioneel voor standaardsysteem)Zet de unit uit als deze te weinig water bevat. De unit mag niet in bedrijf zijn als het waterpeil te laag is.2.- Waterfilter (optioneel voor standaardsysteem)Het waterfilter zorgt ervoor dat er geen deeltjes in het circuit terecht kunnen komen. De units dienen te zijnvoorzien van een waterfilter.
Indien de beveiliging wordt geactiveerd, gebeurt er het volgende:Indien de unit STAND-BY staat: de waterpomp slaat aan, evenals de elektrische verhitter van de verdamper en deelektrische verhitter van de watertank (indien aanwezig).
HET IS NOODZAKELIJK DAT U EEN WATERFILTER IN DE WATERINLAAT VAN DE UNIT PLAATST
SCHAKEL DE STROOM NIET UIT, ANDERS WERKT DE BEVEILIGING NIET
Beveiliging AAN
Beveiliging UIT
STANDAARDUNIT (ºC)
UNIT MET KIT VOOR LAGE WATERTEMPERATUUR0ºC -5ºC -10ºC
+5ºC
+6ºC
-2ºC
0ºC
-7ºC
-5ºC
-12ºC
-10ºC
Alarm ON0ºC -5ºC -10ºC
+3ºC -3ºC -8ºC -13ºC
SCHAKEL DE STROOM NIET UIT, ANDERS WERKT DE BEVEILIGING NIET
1.- KENMERKEN
1.7.- BEVEILIGINGEN
STANDAARDUNIT (ºC)
UNIT MET KIT VOOR LAGE WATERTEMPERATUUR
15
Stromingsschakelaar (optioneel voor standaardsysteem)
Platenwisselaar
FilterdrogerExpansieventiel
Batterij
Ventilator
Heetgasinjectieklep(optie)
Waterintrede
Wateruittrede Compressor scroll
Compressor scroll
Compressor scroll
Waterintrede
Wateruittrede
Platenwisselaar
FilterdrogerExpansieventiel
Batterij
Ventilator
Heetgasinjectieklep(optie)
1.- KENMERKEN
1.8.- LEIDINGTEKENINGEN
ALLEEN KOELING UNITS EAC 0091S A 0431S
ALLEEN KOELING UNITS EAC 0472S A 0812S
Manometer
Sonde voor inlaatwater (inlaatwaterregulering)
Sonde voor uitlaatwater (antivriesbeveiliging)
Spoelsonde (regeling ventilatorsnelheid )
Lagedrukpressostaat
Hogedrukpressostaat
CH Carterverwarming
16
Vloeistofvat Begrenzer Retentieklep
Compressor scrollPlatenwisselaar
Filterdroger
Expansieventiel
Batterij
Ventilator
Heetgasinjectieklep(optie)
Compressor scroll
Platenwisselaar
Expansieventiel
Batterij
Ventilator
Heetgasinjectieklep(optie)
Begrenzer
Heetgasinjectieklep(optie)
Batterij
Ventilator
Vloeistofvat Retentieklep
FilterdrogerExpansieventiel
Waterintrede
Wateruittrede
Waterintrede
Wateruittrede
Filterdroger
BegrenzerVloeistofvat Retentieklep
1.- KENMERKEN
1.8.- LEIDINGTEKENINGEN
WARMTEPOMP UNITS EAR 0472S A 0812S
WARMTEPOMP UNITS EAR 0091S A 0431S
CH Carterverwarming
Lagedrukpressostaat verwarmingcyclus
Lagedrukpressostaat koelcyclus
6Spoelsonde circuit 2 (regeling ventilatorsnelheid enontdooiing warmtepomp)
Spoelsonde circuit 1 (regeling ventilatorsnelheid enontdooiing warmtepomp)
Sonde voor uitlaatwater (antivriesbeveiliging)
Sonde voor inlaatwater (inlaatwaterregulering)
Stromingsschakelaar (optioneel voor standaardsysteem)
Manometer
Einde ontdooiing pressostaat circuit 2D
Einde ontdooiing pressostaat circuit 1D
Hogedrukpressostaat circuit 2
Hogedrukpressostaat circuit 1
Hogedrukpressostaat
Lagedrukpressostaat verwarmingcyclus circuit 2
Lagedrukpressostaat koelcyclus circuit 2
Lagedrukpressostaat verwarmingcyclus circuit 1
Lagedrukpressostaat koelcyclus circuit 1
17
1.195
WATER INTREDE
WATER UITTREDE
660
1.375AANSLUITINGSTROOMKABEL
BEDIENINGSDISPLAY
HOOFDSCHAKELAAR(OPTIE)
ELEKTRISCH PANEEL
1.195660
1.375
BEDIENINGSDISPLAY
1.195
WATER INTREDE
WATER UITTREDE
660
1.375AANSLUITINGSTROOMKABEL
BEDIENINGSDISPLAY
HOOFDSCHAKELAAR(OPTIE)
ELEKTRISCH PANEEL
1.195660
1.375
BEDIENINGSDISPLAY
set
mode
on off
• ••
• •
set
mode
on off
• ••
• •
COMPRESSOR
ELEKTRISCH PANEEL
1195
660
WATERWISSELAAR
BATTERIJ
STROMINGSSCHAKELAAR
WATERFILTER
WATERPOMP
EXPANSIEVAT
COMPRESSOR
ELEKTRISCH PANEEL
1195
660
WATERWISSELAAR
BATTERIJ
STROMINGSSCHAKELAARWATERFILTER
WATERPOMP
EXPANSIEVAT
BUFFERVAT
COMPRESSOR
ELEKTRISCH PANEEL
1195
660
WATERWISSELAAR
BATTERIJ
1.9.- AFMETINGEN
1.- KENMERKEN
EAC/EAR0091S
EAC/EAR0091S FP
EAC/EAR0111S-0151S-0191S-0211S
EAC/EAR0111S-0151S-0191S-0211S FP
305 233 305267
316,5111,5
POSITIE COMPONENTENUNIT MET HYDRAULISCHE VERSIE
POSITIE COMPONENTENSTANDAARD VERSIE
POSITIE COMPONENTENUNIT MET HYDRON VERSIE
HOOFDSCHAKELAAR(OPTIE)
AANSLUITINGSTROOMKABEL
ELEKTRISCH PANEEL
WATER INTREDE
WATER UITTREDE
HOOFDSCHAKELAAR(OPTIE)
AANSLUITINGSTROOMKABEL
ELEKTRISCH PANEEL
WATER INTREDE
WATER UITTREDE
set
mode
on off
• ••
• •
305547,5
set
mode
on off
• ••
• •
267
316,5
18
A ∅B
FP1 version 240 630
425 710FP2 version
9801.195
1.375
BEDIENINGSDISPLAY
WATERINTREDE
WATERUITTREDE
9801.195
1.375
AANSLUITINGSTROOMKABEL
BEDIENINGSDISPLAY HOOFDSCHAKELAAR
(OPTIE)
ELEKTRISCH PANEEL
ELEKTRISCH PANEEL
WATERWISSELAAR
set
mode
on off
• ••
• •
COMPRESSOR
BATTERIJ
1195
980
ELEKTRISCH PANEEL
STROMINGSSCHAKELAARWATERFILTER
WATERPOMP
EXPANSIEVAT
COMPRESSOR
1195
980
WATERWISSELAAR
BATTERIJ
STROMINGSSCHAKELAAR
WATERFILTER
WATERPOMP
EXPANSIEVAT
BUFFERVAT
COMPRESSOR
1195
980
WATERWISSELAAR
BATTERIJ
ELEKTRISCH PANEEL
1.9.- AFMETINGEN
1.- KENMERKEN
EAC/EAR0251S-0291S-0351S-0431S FP1/FP2
EAC/EAR0251S-0291S-0351S-0431S
POSITIE COMPONENTENSTANDAARD VERSIE
POSITIE COMPONENTENUNIT MET HYDRAULISCHE VERSIE
POSITIE COMPONENTENUNIT MET HYDRON VERSIE
HOOFDSCHAKELAAR(OPTIE)
AANSLUITINGSTROOMKABELWATER
UITTREDE
WATER INTREDEset
mode
on off
• ••
• •
∅B
A
19
A ∅B
FP1 version 240 630
425 710FP2 version
BEDIENINGSDISPLAY
1195
1.375
1.960
BEDIENINGSDISPLAY
HOOFDSCHAKELAAR(OPTIE)
AANSLUITINGSTROOMKABEL
WATER INTREDE
WATER UITTREDE
ELEKTRISCH PANEEL
1195
1.375
1.960
AANSLUITINGSTROOMKABEL
HOOFDSCHA-KELAAR(OPTIE)
1.195
1.960
1.195
1.960
1.195
1.960
COMPRESSORENELEKTRISCH PANEEL
WATERWISSELAARBATTERIJEN
WATERFILTER
WATERPOMP
EXPANSIEVAT
BUFFERVAT COMPRESSOREN
ELEKTRISCH PANEEL
WATERWISSELAARBATTERIJEN
STROMINGSSCHAKELAAR
EXPANSIEVAT
WATERFILTER
WATERPOMP
STROMINGSSCHAKELAAR
COMPRESSOREN
ELEKTRISCH PANEEL
WATERWISSELAARBATTERIJEN
1.- KENMERKEN
1.9.- AFMETINGEN
EAC/EAR0472S-0552S-0672S-0812S FP1/FP2
EAC/EAR0472S-0552S-0672S-0812S
POSITIE COMPONENTENSTANDAARD VERSIE
POSITIE COMPONENTENUNIT MET HYDRON VERSIE
POSITIE COMPONENTENUNIT MET HYDRAULISCHE VERSIE
ELEKTRISCH PANEEL
WATER INTREDE
WATER UITTREDE
AANSLUITINGSTROOMKABEL
AANSLUITINGSTROOMKABEL
A∅B
set
mode
on off
• ••
• •
set
mode
on off
• ••
• •
20
Hydronischeversie
Hydron (1)versie
Standaardversie
HoofdschakelaarStromingsschakelaarWaterfilterAntivriesverhitter op verdamperBorg van condensorelementHeetgasinjectieklepFasebewakingMetersVoorgecoat elementAfstandbedieningAfsluitersRubber trillingsdempersAkoestische kast voor compressorSoft starter (alleen op 3N~400V-systemen)Plenum luchtinvoerPlenum luchtafvoer (2)Kit voor lage watertemperatuurWaterpompKit voor twee pompenAntivriesverhitter
X geleverd geleverd
XXXXXXXXXXXXXX
geleverdniet leverbaarniet leverbaar
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
niet leverbaarniet leverbaar
Xgeleverdgeleverd
XXXXXXXXXXXXXX
geleverdXX
X Optioneel(1) Buffervat geleverd(2) Alleen op de FP1 en FP2-systemen
N.B.: Alle opties worden geleverd en gemonteerd op de unit, met uitzondering van het waterfilter, water afsluiters,rubber trillingsdempers, afstandbediening and plenum luchtinvoer. Deze worden los geleverd en dienen teworden gemonteerd tijdens de installatie.
HOOFDSCHAKELAARDeze zit op de schakelkast van de unit.
STROMINGSSCHAKELAAR (units met een hydraulische of hydronische module)De stromingschakelaar schakelt het systeem uit indien er minder water doorstroomt dan minimaal vereist.
WATERFILTER (units met een hydraulische of hydronische module)In de waterinlaat van het systeem moet een waterfilter aangebracht worden. Hiermee wordt voorkomen dat er deeltjes (groter dan1 mm) in het watercircuit terechtkomen en dat de waterwisselaar vervuild raakt.
ANTIVRIESVERHITTER OP VERDAMPERDeze antivriesverhitter voorkomt dat de unit te koud water gebruikt.
BORG VAN CONDENSORELEMENTMet het beschermingsrooster van het condensorelement wordt lichte schade aan het element tijdens installatie en transportvoorkomen. Het rooster biedt geen bescherming bij zeer zware schokken.
HEETGASINJETIEKLEPZorgt voor heet gas dat aan het gas van de verdamper wordt toegevoegd om de aanzuigdruk te verhogen indien de temperatuurvan het gekoelde water te veel daalt. Hiermee kan het systeem op een lagere capaciteit werkenals de watertemperatuur onderde ingestelde waarde komt (5º C). De controller van de microprocessor schakelt hem IN op bijvoorbeeld 5 ºC en UIT bij 6ºC.Deze optie is NIET leverbaar voor systemen die voorzien zijn van een beveiliging voor lage watertemperatuur.
FASEBEWAKINGDe functie bevindt zich in de elektrische kast van het systeem en zorgt ervoor dat het systeem niet start indien de fasen van decompressor niet juist zijn. Mocht dit voorkomen, schakel dan over op twee fasen.
METERSDeze visualiseren de hoge en lage druk van het koelcircuit.
VOORGECOAT ELEMENTSpeciale bescherming van de aluminium lamellen van het condensorelement tegen agressieve externe omgevingsomstandigheden.
AFSTANDSBEDIENINGRegelt en visualiseert de werking van het systeem en kan op een maximale afstand van 50 meter van het systeem geplaatst worden.
1.- KENMERKEN
1.10.- OPTIONEEL
21
Models
Bedrijfsspanning v
047/081025/043
AntivriesverhitterAntivriesverhitter en extra verhitter* kW
009/021
kW3~230V - 3N~400V
2,252,25129
1N~230V
2,256
AFSLUITERSTer bevestiging op de waterinlaat en –uitlaat van de unit. Isoleert de unit van het watercircuit, waardoor service en onderhoudvan de unit eenvoudiger zijn..
RUBBER TRILLINGSDEMPERSVoor installatie onder het systeem. Voorkomt tijdens bedrijf transmissie van trillingen op de vloer waarop de unit is geïnstalleerd.
AKOESTISCHE KAST VOOR COMPRESSORAlle compressoren zijn voorzien van een akoestische kast die het geluid van de compressor dempt wanneer de unit in bedrijf is.
SOFT STARTER (alleen op 3N~400V-systemen)Dit elektronische element reduceert de piekstroom tijdens het starten van de compressor met maximaal 40%.
PLENUM LUCHTINVOER (alleen op modellen 0251 tot en met 0812)Met deze accessoire kan de luchtinvoer van de condensor worden aangepast aan een kanaal.
PLENUM LUCHTAFVOER (alleen op de FP1 en FP2-systemen)Dit plenum wordt gevormd door één of twee vierkante frames, zodat de luchtafvoer van het systeem past op een vierkant kanaal.
WATERPOMP (units met een hydraulische of hydronische module).
KIT VOOR TWEE POMPEN (alleen op hydronisch systeem en modellen van 0251 tot en met 0812)De kit bestaat uit twee waterpompen die parallel aan elkaar worden gemonteerd en dezelfde kenmerken hebben als één enkelepomp. Slechts één pomp werkt, de andere staat stand-by.Wanneer de pomp die in bedrijf is, uitvalt en uitgeschakeld wordt, start de stand-by waterpomp automatisch.Met de externe schakelaar die bij de kit wordt geleverd, kunt u zelf kiezen welke van de twee pompen werkt.In het geval van twee pompen ligt de beschikbare statische druk 5% lager dan in het geval er slechts één pomp is aangesloten.
ANTIVRIES EN AANVULLENDE VERHITTER (alleen leverbaar voor hydronisch model):er kan een dompelaar met veiligheidsthermostaat en pressostaat in de buffertank geleverd worden of een antivriesverhitter enaanvullende verhitter (alleen op systemen met warmtepomp).Antivriesverhitter: alleen op koeling en warmtepompunits. De verhitter start wanneer de watertemperatuur in de buffertank lageris dan +5 ºC (niet op units met lagewatertemperatuurkit).Antivriesverhitter en extra verhitter: alleen warmtepompunits. De verwarming werkt alleen als antivriesverhitter zoals hierbovenis beschreven, en als extra verhitter wanneer door een onafhankelijk, meegeleverd thermostaat wordt gemeten dat de temperatuurvan het warme inlaatwater onder een bepaalde waarde ligt, bijvoorbeeld 30 ºC.
KIT VOOR LAGE WATERTEMPERATUURNodig als het afvoerwater een temperatuur onder de +5 ºC heeft. Er zijn drie verschillende kits. Welke u nodig hebt, hangt af vande gewenste temperatuur van het water. Zie ook onderstaande tabel:
De stroomtoevoer is:
(*) Alleenwarmtepompunits
Inschakeling bij temperatuur afvoerwater
KIT LAGE WATERTEMPERATUUR 0 ºCKIT LAGE WATERTEMPERATUUR -5ºC
KIT LAGE WATERTEMPERATUUR -10ºC
Voor watertemperaturen tussen 5ºC en 0 ºCVoor watertemperaturen tussen 0ºC en -5ºC
Voor watertemperaturen tussen -5ºC en -10ºC
Gewichtsklasse
1.- KENMERKEN
1.10.- OPTIONEEL
1195
149
1195
790
416
605
416
848
101
246
Discharge plenum
Air intake plenum
Air intake plenum
Discharge plenumsquare 848x848
980
149
1195
1209
416
790
790
416
1195
101
246
101
10162
Modellen van 025tot en met 043
Modellen van 047tot en met 081
1195
416
848
31
101
22
U wordt aangeraden de unit uit te pakken op de plaats waar deze zal worden geïnstalleerd, zodat schade tijdensverplaatsing wordt voorkomen.
De unit moet HORIZONTAAL op metalen grondplaatprofielen worden vervoerd.Indien u de unit in een andere positie vervoert, kan de unit hierdoor ernstige schade oplopen.Bij ontvangst van de unit dient u deze aan de hand van de instructies op de verpakking direct te controleren opdeuken en andere schade. In geval van schade kunt u de unit weigeren door contact op te nemen met het LENNOXDistributiecentrum en op de vrachtbrief van de vervoerder te vermelden waarom u de unit niet accepteert. Klachtenof claims die u voor deze vorm van schade op een later tijdstip indient bij het LENNOX Distributiecentrum, vallenniet onder de garantie.U dient zorg te dragen voor voldoende ruimte zodat de unit eenvoudiger geplaatst kan worden. De unit kanbuitenshuis worden geïnstalleerd. Er is in principe geen kans op overstroming indien de unit op de vloer wordtgeplaatst.
INSTALLATIE-, SERVICE- en ONDERHOUDWERKZAAMHEDEN dienen doorGEKWALIFICEERD PERSONEEL te worden uitgevoerd
Let er bij het plaatsen van de unit op dat het typeplaatje zichtbaar is. U hebt deze gegevensin geval van onderhoud nodig.
set
mode
on off
• ••
• •
set
mode
on off
• ••
• •
set
mode
on off
• ••
• •
2.1.- VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUIK
2.- BINNENOPSTELLING
2.2.- ONTVANGST UNIT
De unit takelenIndien u bij het laden en plaatsen gebruikmaakt van een kraan, bevestig de hijskabels dan als aangegeven in deafbeelding. De unit kan uitsluitend aan de onderkant worden gehesen en verplaatst.
Gebruikseparators
Gebruikseparators
23
(*) Zorg dat er voor service en onderhoud voldoende ruimte rond alle units is.
set
mode
on off
• ••
• •
1 meter (*)
1 meter (*)
3 meter ( *)
1 meter (*)
1 meter (*)
3 meter ( *)
set
mode
on off
• ••
• •
1 meter (*)
1 meter (*)
3 meter ( *)
set
mode
on off
• ••
• •
1 meter (*)
1 meter (*)
1 meter (*)
1 meter (*)
1 meter (*)
1 meter (*)
o/ 14
130
25
1145
1195
400
660
o/ 1490
25
11451195
400
980
400
o/ 14
197,5
25
955
1960
400
1195
400
955
EAC/EAR0091S-0111S-0151S-0191S-0211S
EAC/EAR0251S-0291S-0351S-0431S
EAC/EAR0472S-0552S-0672S-0812S
2.3.- INSTALLATIERUIMTE
2.- BINNENOPSTELLING
MONTAGEPLATENINSTALLATIERUIMTE
afmetingen in mm
24
In units die niet zijn voorzien van een hydronische of hydraulische module, moet een zeeffilterworden aangebracht. De gaatjes van de zeef mogen niet groter zijn dan 1 mm.
8.- Gebruik indien nodig een ontkalkingmiddel.9.- De unit moet op het laagste punt worden gevuld met het water dat naar het circuit wordt toegevoerd. Zorg datalle ontluchtingskleppen openstaan zodat er geen lucht in het systeem blijft hangen.10.- Installatie binnen:
6.- De waterstroom moet tijdens koelen even groot zijn als tijdens verwarmen.7.- Breng een waterfilter aan in de inlaat van de unit.
Indien de buitentemperatuur in de ruimte waar de unit wordt geplaatst, onder 0 ºC kan zakken,is het mogelijk noodzakelijk onder de elementen een elektrische verhitter te plaatsen, zodatzich op het element geen ijs kan vormen.
Neem voor installatie binnen, het volgende advies in acht:- Tijdens de ontdooicyclus voor de warmtepompunits komt er een grote hoeveelheid smeltwater vrij doordat het ijsvan de batterijen smelt.Als u het water wilt afvoeren, moet een extra lekbak onder de unit worden geïnstalleerd, zodat het water wordtopgevangen voor afvoer elders.- Luchtkanaalinstallatie:Als een luchtkanaal is geïnstalleerd, de limieten voor werking worden verlaagd (zie het hoofdstuk over limieten indeze handleiding).
2.4.- INSTALLATIE VAN DE UNIT
2.- BINNENOPSTELLING
Uitlaatlucht
Inlaatlucht Unit
Extra lekbak(warmtepompunit)
Uitlaatluchtkanaal (2)
Inlaatluchtkanaal (1)
set
mode
on off
• ••
• •
1.- De ECOLEANTM-units kunnen zowel binnen als buiten worden geïnstalleerd.2.- Houd rekening met de minimale vrije ruimte (zie schema) zodat u bij de unit kunt en de luchttoevoer naar de elementen in het verwarmingsdeel van de unit voldoende is (zie pagina 23).3.- Plaats de unit op een stabiele, bij voorkeur betonnen, ondergrond. Ter voorkoming van trillingen mag het beton niet in contact staan met de fundering van het gebouw.4.- Aanbevolen wordt de unit op schokdempers te plaatsen.5.- In de verwarmingstand (koelers van de warmtepomp) vormt zich ijs in de elementen. In de verwarmingstand wordt het ontdooiproces in de warmtepompunits in werking gesteld wanneer de buitentemperatuur laag is en het buitenelement zou kunnen bevriezen. Om het ijs te doen smelten schakelt de ontdooifunctie de unit voor een korte periode over naar de koelstand. Zodra de temperatuur van de verdampte lucht begint te dalen, start de ontdooiing en wordt er voldoende warmte gegenereerd. Tijdens het ontdooien smelt het ijs op de elementen. IJs wordt water en dat moet worden verwijderd.
Indien in warmtepompenmet dubbele circuits slechtséén kanaal wordtgeïnstalleerd, moet er vooriedere ventilator eengereguleerde drukdemperworden geplaatst, zodat ergeen lucht meer door deventilator kan stromen alsdeze uitgeschakeld is.
(1) Met het plenum voor luchtinvoer, dat leverbaar is voor de modellen 0251 tot en met 0812, kan het luchtinlaatkanaal eenvoudiger worden geïnstalleerd (zie pagina 21).(2) Op het uitlaatplenum kan een vierkant uitlaatkanaal voor de FP1- en FP2-units met een hoge statische druk worden geïnstalleerd (zie pagina 21).
25
KOELING VERWARMINGETHYLEENGLYCOL %
DRUKVERLIES CAPACITEITMINIMALE BUITENLUCHTTEMPERATUUR OF WATERUITTREDE TEMPERATUUR
WATERHOEVEELHEID
temp. van +5º C tot en met 0ºCtemp. van 0º C tot en met -5ºC
temp. van -5º C tot en met -10ºC
10 %20 %30 %
1,051,101,15
1,021,051,08
0,990,980,97
0,9940,9930,99
BELANGRIJK
Ook wordt aanbevolen een verhitter te gebruiken op de "auto-trace heater" van de waterwisselaar.
Indien u de instructies aangaande wisselaars, leidingen, apparaten enz. niet opvolgt, kan dit schade totgevolg hebben.
Optioneel is er een dompelaar met veiligheidsthermostaat en pressostaat leverbaar die in de buffertankvan de koelunit kan worden geplaatst. Een vergelijkbare optie is leverbaar voor de warmtepompen in devorm van een extra warmtebron (hydronische units).
Voorbeeld: 10 % glycol in EAC0091SKHNMin. debiet: 1,19 m3/u x 1.02Drukverlies x 1.07Systeemcapaciteit x 0.99
2.4.- INSTALLATIE VAN DE UNIT
2.- BINNENOPSTELLING
Indien de buitentemperatuur in de ruimte waar de ECOLEANTM-unit wordt geïnstalleerd onder de5 °C kan zakken, is het van groot belang dat u de volgende voorzorgsmaatregelen neemt zodat hetwater in het circuit niet bevriest. Als dat wel gebeurt, kunnen de componenten hierdoor schade oplopen.
-Indien de unit bij een lage buitentemperatuur werkt: ∗ Sluit de stroomtoevoer niet af. De waterpomp zal dan starten wanneer de watertemperatuur onder +5 ºC zakt (units met een hydraulische of hydronische module).
∗ Als de kans groot is dat de buitentemperatuur in de ruimte waar het systeem wordt geïnstalleerd onder 5 ºC zakt, is het van groot belang dat u glycol als antivries gebruikt. De vereiste hoeveelheid antivries is afhankelijk van de minimale buitenluchttemperatuur of wateruittrede temperatuur. Naarmate het percentage glycol toeneemt, neemt de standaard waterhoeveelheid af, het drukverlies toe en de koel-en verwarmingscapaciteiten af. Daarom moet de minimale waterhoeveelheid worden vermenigvuldigd met de coëfficiënt in de tabel:
11.- Voor units met een koel- en warmtepomp moeten de instellingen van de componenten van het hydraulische systeem, zoals pomp, buffertank, expansie-inrichting, veiligheidsklep enz. worden berekend en ingevoerd.12.- Tel de drukval van de unit op bij de drukval in de leidingen om de totale drukval van het systeem te berekenen.13.- Wanneer de metingen juist zijn, installeert u een reduceerventiel zodat de druk voor de waterpomp voldoende is om het drukverlies te compenseren.
26
Gewapende kabel met eendwarsdoorsnede van 1 mm2
PE L2L1 L3PE NL L2L1 L3PE N
*
230V DRIEFASENUNITS 400V DRIEFASENUNITS230V EENFASE-UNITS
UNITMODEL
MODELLEN BEDRIJFSSPANNING LIMIET
AANSLUITING
009-011-015-019
009
019-021-025-029-035-043-047-055-067-081
0091S
0111S
0151S0191S
0211S0251S
0291S0351S0431S
0472S
0552S0672S0812S
AANTAL DRADEN per SECTIE
3 ~ 230V - 50 Hz + PE 3N ~ 400V - 50 Hz + PE1N ~ 230V - 50 Hz + PE
1N~230V-50Hz3~230V-50Hz
3N~400V-50Hz
3~230V-50Hz3N~400V-50Hz
- EN: Elektrisch Noodelement- De secties kunnen geplaatst worden tot op 50 meter afstand en zijn geschikt voor een lage spanning van 10V. Start de unit niet indien hieraan niet wordt voldaan.- De bedrading en stroomonderbrekers die in het systeem worden geïnstalleerd, dienen te voldoen aan de geldende regelgeving.- De aarddraden dienen op de juiste manier te worden aangesloten en langer te zijn dan de fasedraden.
- CONTROLEER OF ALLE STROOMONDERBREKERS OPEN STAAN VOORDAT U DE ELEKTRA AANSLUIT.- MAAK BIJ AANSLUITING VAN DE ELEKTRA GEBRUIK VAN HET INSTALLATIESCHEMA DAT BIJ DE UNIT WORDT GELEVERD.
Met EN Met EN Met EN
2.5.- ELECTRISCHE AANSLUITINGEN
2.- BINNENOPSTELLING
Schakelkast op de unit
MAXIMALE LENGTE 50 meter
1N~198-264V-50Hz3~180-242V-50Hz
3N~342-462V-50Hz3~198-264V-50Hz
3N~342-462V-50Hz
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
3 x 4 mm2
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
3 x 4 mm2 24 x 4 mm
24 x 4 mm24 x 6 mm24 x 10 mm24 x 10 mm24 x 10 mm24 x 10 mm24 x 16 mm24 x 16 mm24 x 25 mm24 x 25 mm24 x 35 mm24 x 50 mm
24 x 6 mm24 x 6 mm24 x 10 mm24 x 10 mm24 x 10 mm24 x 10 mm24 x 16 mm24 x 25 mm24 x 25 mm24 x 35 mm24 x 35 mm24 x 50 mm24 x 50 mm
2 5 x 2,5 mm2 5 x 2,5 mm2 5 x 4 mm2
5 x 4 mm2 5 x 4 mm2 5 x 4 mm2 5 x 6 mm2
5 x 10 mm2
5 x 10 mm2 5 x 10 mm2 5 x 16 mm2
5 x 16 mm2 5 x 16 mm
2 5 x 4 mm2 5 x 4 mm2 5 x 4 mm2
5 x 4 mm2 5 x 4 mm2 5 x 6 mm2 5 x 10 mm2
5 x 10 mm2
5 x 10 mm2 5 x 16 mm2 5 x 16 mm2
5 x 25 mm2 5 x 25 mm
Zonder EN Zonder EN Zonder EN
MINIMALE/MAXIMALESPANNING
Optioneel is een controller op afstand leverbaar.Deze optionele controller op afstand installeert u als volgt:- Sluit deze aan zoals in het installatieschema wordt aangegeven.- De draad mag niet langer zijn dan 50 meter.
De drie draden waarmee het toetsenbord wordtaangesloten op de voedingskast, dienen gescheiden teblijven van andere kabels door middel van een apartekabelgoot. Gebruik gewapende kabels met eendwarsdoorsnede van 1 mm.2
2
1x 1000
*Aansluiting door installateur
Aansluitblok Afstandsbediening (optie)
27
VOORDAT U BEGINTControleer de volgende punten voordat u de unit installeert:1.- Controleer of de spanning gelijk is aan de spanning die staat aangegeven op het typeplaatje.2.- Controleer of de stroom naar het regelpaneel conform het installatieschema is aangesloten.3.- Controleer of de hoofdschakelaar op AAN staat (indien aanwezig).4.- Zorg dat het water goed is aangesloten en de aansluitingen niet zijn verwisseld. De stromingsverdeler werkt niet goed als de aansluitingen niet kloppen.5.- Controleer of de ventilator vrij kan draaien.6.- Controleer in welke richting de waterpomp draait.7.- Controleer of er geen lucht in het watersysteem zit. Ontlucht indien nodig.8.- De compressor mag pas worden gestart als de carterverhitter minimaal acht uur heeft aangestaan.
- De compressor is voorzien van een elektrisch eenfaseverwarmingselement waardoor het koelmiddel en de olieniet met elkaar in aanraking komen. Dit element treedt in werking wanneer de compressor uitstaat en wordtuitgeschakeld als de compressor aanstaat. Circa acht uur voordat u de unit wilt gebruiken of nadat u de unit lang niet gebruikt hebt, dient u spanning opde unit te zetten zodat het element geactiveerd wordt.- Controleer of de compressor na twee minuten start.- Zet de unit op koelen of verwarmen. Wanneer de compressor start, draaien de ventilatoren korte tijd op volle snelheid. Daarna draaien ze overeenkomstig de temperatuur/druk van de condensatie.
Voordat de unit start, dient te worden gecontroleerd of de compressor in de juiste richting middels eendriefasenbeveiliging draait. Scroll-compressoren comprimeren slechts in één draairichting. Eenfasemodellenstarten altijd in de juiste richting, maar de richting van de driefasenmodellen is afhankelijk van het aantalfasen van de stroomvoorziening. Het is dan ook essentieel dat de fasen van scroll-compressoren juist wordenaangesloten: de compressor draait in de juiste richting indien de zuigdruk afneemt en de uitlaatdruk toeneemtals de compressor werkt. Is de compressor niet juist aangesloten, dan draait deze in tegengestelde richting,wat gepaard gaat met veel lawaai en een lager stroomverbruik. In dat geval zorgt de interne beveiliging vande compressor ervoor dat de unit uitgeschakeld wordt. Het probleem kan worden opgelost door twee dradente verwisselen en de drie draden opnieuw aan te sluiten).
3.- INSTALLATIE EN BEDIENING
3.1.- INSTALLATIE VAN UNIT STAPSGEWIJS
- Het kan voorkomen dat u bij het in- en uitschakelen van de compressor een metaalachtig geluid hoort. Dit is normaal, het zijn de spiralen van de compressor.- Controleer via het kijkglas aan de zijkant van de compressor het oliepeil: het peil op het kijkglas moet tussen 1/4 en 3/4 zijn, en als de compressor draait tussen 3/4 en vol).- Sluit de manometers voor hoge en lage druk aan en controleer of de werkdruk juist is.- Meet het stroomverbruik van de unit en controleer of dat in de buurt ligt van het verbruik dat op het typeplaatje staat aangegeven.- Controleer of het stroomverbruik van de compressor en de ventilatoren overeenkomt met de specificaties op de informatiebladen.- Wijzig in het geval van een warmtepompunit op het bedieningspaneel de cyclus om te controleren of de vierwegafsluiter de verandering juist uitvoert. Controleer de druk in de nieuwe cyclus.- Vergeet niet dat de lagedrukschakelaar automatisch wordt gereset en de hogedrukschaleaar elektronisch.- Onthoud dat het lage pressostaat automatisch wordt gereset, tenzij het binnen een uur drie keer uitvalt. Indat geval dient u het handmatig te resetten via het bedieningspaneel van de unit.
VERGEET NIET DAT DE COMPRESSOR EEN SCROLL-COMPRESSOR IS
28
T (intrede watertemperatuur - uittrede watertemperatuur)
Buitentemperatuur ºCUitlaatwater ºC 15 30 35 40 45
7911
20 25
T (intrede watertemperatuur - uittrede watertemperatuur)
Buitentemperatuur ºC W.B.
Uitlaatwater ºC -6 12 180 6
6,1 5,3 5,0 4,7 4,46,5 5,6 5,3 5,0 4,77,0 6,7 6,4 6,0 5,7 5,4 5,0
5,8 5,56,2 5,9
35 4,5 7,5 8,550 4 7 8
5,5 6,55 6
Indien de unit in de verwarmingcyclus moet worden gestart en u nominale koeling wenst, kunt u hieronder zienwat ongeveer het verschil in temperatuur tussen het inlaat- en uitlaatwater onder diverse omstandigheden is.
NB: Op het bedieningspaneel van de unit wordt de temperatuur van het inlaat- en uitlaatwater weergegeven. Ziehet hoofdstuk "Bediening".
Controleer of de juiste waterpomp is geselecteerd en houd daarbij rekening met het drukverlies in het hydraulischesysteem. Het is gevaarlijk om het systeem met te weinig water te laten werken. Storingen die daaruit voortvloeien,vallen niet onder de garantie.
Start de airconditioning of de ventilatoren niet voordat het water de ingestelde temperatuur heeft, of gebruik eenautomatische regelaar die ervoor zorgt dat de airconditioning niet werkt indien de installatie niet in orde is.
Als alles goed werkt, leest u alle gegevens af en vult u het installatieformulier in.
3.2.- WATERDOORSTROMING CONTROLEREN
3.- INSTALLATIE EN BEDIENING
Het is van groot belang dat de unit de juiste hoeveelheid water bevat. Het is gevaarlijk omde unit met te weinig water te laten draaien. Dit kan grote schade toebrengen aan de componenten ende waterwisselaar. Ook als de unit te weinig water bevat, zal deze niet optimaal presteren.U kunt de doorstroming het best bepalen door het temperatuurverschil tussen hetinlaat- en uitlaatwater te meten.
Waterdoorstroming controleren (het is belangrijk dit te doen op het warmste punt) (Standaardunit)Voor nominale en minimale waterdoorstroming moet het verschil tussen de temperatuur van het in- en uitlaatwater5K zijn (uitsluitend koel- en warmtepompen in koelcyclus) bij een inlaattemperatuur van 12 °C, een uitlaattemperatuurvan 7 °C en een buitentemperatuur van 35 °C. Veranderen de omstandigheden, dan verandert ook de capaciteit vande unit en zal in het geval van nominale doorstroming het verschil tussen de temperatuur van het inlaat- en hetuitlaatwater iets groter of kleiner zijn dan 5K. Zie ook onderstaande tabel die is gebaseerd op nominale doorstroming.
29
KOPERAISI 316CONCENTRATIE(mg/l of ppm)
WATER MET
Alcanity (HCNO3)
Sulfaat (SO42-)
HCO3 / SO42-
Elektrische geleiding
pH
Ammonium (NH3)
Chloroides(Cl-)
Vrij chloor (Cl2)
Waterstofsulfide (H2S)
Vrije (agressieve) kooldioxide (CO2)
Totale hardheid (ºdH)Nitraat (NO3)
IJzer (Fe)
Aluminium (Al)
Mangaan (Mn)
0+0+--+-0+000+0+0-+0+0-+-+0-
+0+0+0+0
+
+++++0+++++0
0/+++++++0++
0/+++++++++++++++
<7070-300>300<70
70-300>300>1.0<1.0
<10 µS/cm10-500 µS/cm>500 µS/cm
<6.06.0-7.57.5-9.0
>9.0<2
2-20>20
<300>300
<11-5>5
<0.05>0.05
<55-20>20
4.0-8.5<100>100<0.2>0.2
<0.1>0.1
<0.2>0.2
WATER IN HET CIRCUIT ANALYSERENOnderstaand overzicht geeft u een beeld van de corrosieweerstand van roestvrij staal van het type AISI 316 en purekoper in water onder verschillende chemische omstandigheden.Corrosie is een zeer complex proces dat beïnvloed wordt door een combinatie van verschillende factoren.Deze tabel is dan ook een simpele weergave en is niet meer dan een grove indicatie.Verklaring van de tekens:
+ Goede weerstand onder normale omstandigheden.0 Er kan corrosie optreden, met name wanneer de waarde van de factoren wordt bepaald op 0.
- Gebruik wordt afgeraden.
3.3.- CORROSIEGEVOELIGHEID VAN KOPER EN ROESTVRIJ STAAL VAN PLAATWISSELAAR
3.- INSTALLATIE EN BEDIENING
30
MET PREVENTIEF ONDERHOUD VOORKOMT U HOGE REPARATIEKOSTEN.Wij raden u aan de LENNOX-unit regelmatig grondig te laten servicen. Vraag uw dealer naaronderhoudscontracten. Let bij onderhoud op de volgende punten (afhankelijk van debedrijfsomstandigheden is een servicebeurt iedere 6 maanden nodig).
4.1.- PREVENTIEF ONDERHOUD
4.- ONDERHOUD
- ALGEMENE STAAT VAN DE KAST: Kast, verf, verslechtering door deuken, roestplekken, waterpas en steunen, staat van de schokdempers, mitsaanwezig, vastgeschroefde panelen, enz.
- ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN: Staat van de slangen, aandraaimoment van de schroeven, aarding, stroomschema van de compressor en ventilatorenen controle of de unit de juiste spanning krijgt.
- KOELCIRCUIT: Controleer de druk en kijk of er geen sprake van lekkage is. Controleer of de isolatie van de leiding niet beschadigdis, de accu’s in goede staat zijn en de luchtstroom niet wordt geblokkeerd door deeltjes of aangekoekt vuil, enz.
- COMPRESSOR:Controleer het oliepeil, indien er een kijkglas is.Inspecteer de staat van de armaturen van de compressor.
- VENTILATOR:Controleer of de ventilatoren vrij en in de juiste richting draaien en geen overmatig lawaai maken.
- REGELING: Controleer de instelpunten en of de unit normaal werkt.
- WATER:Controleer regelmatig de staat van het antivriesmiddel, indien aanwezig, en of het water schoon is.
- WATERFILTER:Maak indien nodig het filter bij de waterinlaat schoon.
- WATERPOMP:Wanneer het systeem gebruikt zal worden met een percentage glycol van maximaal 20% en bij een watertemperatuuronder de –5 ºC, wordt, zelfs als u een speciale afdichting voor de waterpomp gebruikt, aanbevolen de afdichting vande waterpomp iedere 18 maanden te reinigen om lekkage door kristallisatie te voorkomen.
- PLAATWISSELAAR: Verifieer de algemene staat van de isolatie en controleer de wateraansluitingen.
31
Indien u een onderdeel in het koelcircuit moet worden vervangen, volg dan onderstaande instructies:- Gebruik altijd originele onderdelen.- Tap al het koelmiddel via de Schrader kleppen op de unit af. Creëer uit veiligheidsoogpunt een klein vacuüm.- Conform de wet mag het koelmiddel niet worden afgegeven aan de atmosfeer.- Gebruik pijpsnijders indien nodig. Gebruik geen zagen of ander gereedschap dat vijlsel geeft.- Al het soldeerwerk dient plaats te vinden in een omgeving met stikstof om roestvorming te voorkomen.- Gebruik voor het solderen een zilverlegering.- Zorg dat de vlam van de soldeertang niet in de richting van het onderdeel dat moet worden gelast, wijst en isbedekt met een natte lap ter voorkoming van oververhitting.
- Wees met name voorzichtig bij het vervangen van vierwegafsluiters. Deze bevatten componenten die zeer hittegevoelig zijn, zoals kunststof, teflon enz.- Indien een compressor vervangen moet worden, sluit de elektra dan af en verwijder de zuig- en uitlaatleidingen met behulp van een soldeertang. Verwijder de bevestigingsschroeven en vervang de oude compressor door de nieuwe. Controleer het oliepeil van de compressor, schroef hem vast op de grondplaat en sluit de leidingen en elektra aan.- Creëer zowel boven als onder via de Schrader-afsluiters een vacuüm tot het niveau van -750 mm Hg is bereikt. Zodra dit niveau is bereikt, laat u de pomp minimaal een uur draaien. GEBRUIK DE COMPRESSOR NIET ALS VACUÜMPOMP.- Vul de unit met koelmiddel conform de specificaties op het typeplaatje en controleer de unit op lekkage.
BELANGRIJKSLUIT EERST DE STROOM AF WANNEER U WERKZAAMHEDEN AAN DE MACHINE VERRICHT
Bij gebruik van R-407C-koelmiddel dienen de volgende voorzorgsmaatregelen in acht genomen teworden:- De vacuümpomp moet zijn voorzien van een keerklep of elektromagnetische klep.- Er dient gebruikgemaakt te worden van manometers en slangen die speciaal bestemd zijn voor gebruik met het R-407C-koelmiddel.- Het vullen dient plaats te vinden in de vloeistoffase.- Gebruik altijd een weegschaal om het gewicht van de vulling vast te stellen.- Gebruik de lekdetector uitsluitend voor R-407C-koelmiddel.- Gebruik geen minerale olie, maar alleen synthetische om de aansluitingen te maken of te vergroten.- Houd de leidingen afgesloten tot u deze in gebruik neemt, en wees alert op mogelijk vuil (stof, vijlsel, slijpsteen, enz.).- In geval van lekkage tapt u het koelmiddel af, creëert u een vacuüm in de unit en vult u de unit helemaal opnieuw met nieuw R-407C-koelmiddel.- Soldeer altijd in een omgeving met stikstof.- Pijpfrezen moeten altijd geslepen zijn.- De fles met koelmiddel moet minimaal 10% van de totale inhoud bevatten.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK VAN R-407C-KOELMIDDEL
Richting van de vlam
ZilverlegeringNatte lap
Onderdeel dat gelast wordt
Stikstof
4.2.- REPARATIE
4.- ONDERHOUD
32
PROBLEEM OORZAAK ACTIE
De unit start niet meer.
* Stroom afgesloten.* Hoofdschakelaar staat op STOP.* Geen water.* Zekeringen zijn doorgeslagen.* Te lage spanning.* Eén van de beveiligingen is geactiveerd.* Compressorstoring.* Te lage watertemperatuur.
* Controleer de stroomvoorziening.* Sluit hoofdschakelaar aan.* Start waterpomp (en controleer lucht
in systeem).* Controleer spanning.* Controleer antivriesthermostaat.* Controleer hogedruk-
/lagedrukschakelaar.* Vervang compressor.* Creëer vraag naar koeling.
De ventilator werkt niet(terwijl compressor in bedrijfis).
* Interne beveiliging staat open.* Onjuist aangesloten.* Slechte regeling van condensatie.
* Laat de motor afkoelen.* Sluit ventilator goed aan.* Controleer de werking.
De compressor stopt als dehogedrukschakelaar uitstaat.
* Accu geblokkeerd.* Unit werkt niet binnen limieten.* Ventilatoren werken niet goed.
* Onderhoud accu.* Controleer de ventilatoren.
De compressor stopt als delagedrukschakelaar uitstaat.
* Onvoldoende R-22.* De waterwisselaar is geblokkeerd (aan zijde water).* Geen water.
* Controleer de R-22.* Onderhoud de wisselaar.* Zorg voor voldoende water.
Het oliepeil in de compressoris zeer laag.
* De carterverhitter werkt niet. * Vervang de carterverhitter en vul deze met olie.
Als de compressor veel lawaaimaakt en de druk hoog of laagis, is iets niet goed.
* De fasen voor de stroomvoorziening van de compressor zijn niet juist aangesloten.
* Wissel de draden van twee fasen van de stroomvoorziening van de compressor om.
4.3.- DIAGNOSE VAN DE STORING
4.- ONDERHOUD
www.lennoxeurope.com
COD : MIL76D-110212-2002
LENNOX BENELUX N.V./S.A.Tél : + 32 3 633 30 45Fax : + 32 3 633 00 89e-mail : [email protected]
LENNOX DEUTSCHLAND GmbHTél : + 49 69 42 09 79 0Fax : + 49 69 42 09 79 40e-mail : [email protected]
LENNOX INDUSTRIES LtdTél : + 44 1604 669100Fax : + 44 1604 669150e-mail : [email protected]
LENNOX FRANCETél : + 33 1 64 76 23 23Fax : + 33 1 64 76 35 75e-mail : [email protected]
LENNOX BENELUX B.V.Tél : + 31 33 2471 800Fax : + 31 33 2459 220e-mail : [email protected]
LENNOX DISTRIBUTION KIEVTél : + 380 44 219 23 23Fax : + 380 44 213 14 21e-mail : [email protected]
LENNOX POLSKA Sp. z o. o.Tél : + 48 22 832 26 61fax : + 48 22 832 26 62e-mail : [email protected]
LENNOX PORTUGAL Lda.Tél : + 351 22 998 33 70Fax : + 351 22 998 33 79e-mail : [email protected]
LENNOX JANKA a.s.Tél : + 420 2 510 88 111Fax : + 420 2 579 10 393e-mail : [email protected]
LENNOX DISTRIBUTION MOSCOWTél : + 7 095 233 29 55Fax : + 7 095 926 56 50e-mail : [email protected]
LENNOX SLOVENSKO s.r.o.Tél : + 421 2 44 87 19 27Fax : + 421 2 44 88 64 72e-mail : [email protected]
LENNOX REFAC S.A.Tél : + 34 915 40 18 10Fax : + 34 915 42 84 04e-mail : [email protected]
LENNOX DISTRIBUTIONTél : + 33 4 72 23 20 14Fax : + 33 4 72 23 20 28e-mail : [email protected]
BELGIEN,LUXEMBURG :
DUITSLAND :
ENGELAND,IERLAND :
FRANKRIJK :
NEDERLAND :
OEKRAÏNE :
POLEN :
PORTUGAL :
REPUBLIEKEN TSCJECHIË :
RUSLAND :
SLOVAKIJE :
SPANJE :
ANDERE EUROPESELANDEN,AFRIKA,
MIDDEN-OOSTEN :
Als gevolg van Lennox's continue streven naar kwaliteitsverbeteringen kunnen specificaties en afmetingen wijzigen zonder voorafgaande meldingenen aansprakelijkheidsstelling. Onjuiste installatie, instellingen, opstellingen, service of onderhoud kan tot schade of persoonlijk gevaar leiden.Installatie en service dient door gekwalificeerde installateurs en serviceagenten te worden uitgevoerd