Handleiding Olympus 500

128
Overzichtstekening Voordat u gaat fotograferen Wat u moet weten voordat u gaat fotograferen Het juiste programma kiezen voor een bepaalde situatie Diverse fotografeerfuncties Scherpstelfuncties Belichting, beeld en kleur Beelden weergeven Instellingen en functies aanpassen volgens uw wensen Printen Beelden overbrengen naar een computer Appendix Informatie Accessoires NL Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees, voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken, deze handleiding aandachtig door om alle mogelijkheden van de camera te leren benutten en om te zorgen dat u lang plezier beleeft aan deze camera. In deze handleiding vindt u uitleg over geavanceerde functies voor het maken en weergeven van foto's, over het aanpassen van functies en instellingen, over het overzetten van de opgenomen beelden naar een computer, enz. Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken om vertrouwd te raken met uw camera. De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt. Neem de veiligheidsmaatregelen in acht die achteraan in deze handleiding worden vermeld. DIGITALE CAMERA HANDLEIDING

description

Handleiding voor de Olympus 500 fotocamera

Transcript of Handleiding Olympus 500

Page 1: Handleiding Olympus 500

Overzichtstekening

Voordat u gaat fotograferen

Wat u moet weten voordat u gaat fotograferen

Het juiste programma kiezen voor een bepaalde situatie

Diverse fotografeerfuncties

Scherpstelfuncties

Belichting, beeld en kleur

Beelden weergeven

Instellingen en functies aanpassen volgens uw wensen

Printen

Beelden overbrengen naar een computer

Appendix

Informatie

Accessoires

NL

• Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees, voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken, deze handleiding aandachtig door om alle mogelijkheden van de camera te leren benutten en om te zorgen dat u lang plezier beleeft aan deze camera.

• In deze handleiding vindt u uitleg over geavanceerde functies voor het maken en weergeven van foto's, over het aanpassen van functies en instellingen, over het overzetten van de opgenomen beelden naar een computer, enz.

• Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken om vertrouwd te raken met uw camera.

• De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.

• Neem de veiligheidsmaatregelen in acht die achteraan in deze handleiding worden vermeld.

DIGITALE CAMERA

HANDLEIDING

Page 2: Handleiding Olympus 500

2 NL

Voor klanten in Europa

Handelsmerken• IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.• Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.• MacIntosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.• xD-Picture Card™ is een handelsmerk.• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken en/of han-

delsmerken van de betreffende rechthebbenden.• De in deze handleiding vermelde normen voor opslagsystemen van camerabestanden zijn de

door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association) opge-stelde DCF-normen (Design Rule for Camera File System).

Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden

Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU (Europese Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieu-aspecten en bescherming van de gebruiker. Apparaten met het keurmerk “CE“ zijn bedoeld voor de Europese markt.

Dit symbool [een doorgekruiste verrijdbare afvalbak AEEA bijlage IV] geeft aan dat in de EU-landen alle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur apart moet worden ingezameld en verwerkt.Gooi daarom afgedankte apparaten nooit in de vuilnisbak.Maak in plaats daarvan gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land voor de afvoer van dit soort producten is opgezet.Dit product en al zijn accessoires voldoen aan de WEEE-normen.

Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen bij de bediening kun-nen leiden. Daaronder ook waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te vermijden.

TIPS Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw camera.

g Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.

Hoe leest u de instructies

Page 3: Handleiding Olympus 500

NL 3

Overzichtstekening

Camera

Monitorg blz. 11, blz. 102

Zoeker

S wissen g blz. 63

INFO informatiescherm g blz. 56

MENU-knop g blz. 13

q weergave g blz. 53

WB witbalans g blz. 47

# flitser aan/uit g blz. 29

AEL / AFL-knop g blz. 430 beeldbeveiliging g blz. 63

< / Y / j afstandsbediening/zelfontspanner/serie-opname g blz. 32, blz. 33, blz. 34

kopiëren/printen g blz. 62, blz. 84

AF-kader (autofocus) g blz. 36

Indicatielampje dataverkeer g blz. 16

Pendelknop g blz. 13

i g blz. 13

ISO-knop g blz. 44

lichtmetingg blz. 41

AF scherpstelmethode g blz. 37

Dioptrieinstelknop

V witbalans met 1 knopg blz. 25, blz. 48, blz. 71

Multiconnectorg blz. 84, blz. 91

Klepje over de connector

Klepje over de kaartsleuven

xD-kaartsleuf

Uitwerpknop

CF-kaartsleuf

instelknopg blz. 12, blz. 71

Flitsschoen g blz. 30

Camera aan/uit-schakelaar

Ontspanknop g blz. 16

Functieknopg blz. 9

SSWF-indicatielampje g blz. 100

F belichtingscorrectieg blz. 42

CCD-markering(Bij het scherpstellen meet u de afstand tot het onderwerp vanaf dit punt)

Page 4: Handleiding Olympus 500

Overzichtstekening

4 NL

Deze camera werkt op de volgende batterijen. Drie CR123A-lithiumbatterijen g “Gebruik van de LBH-1 lithiumbatterijhouder“ (blz. 116)

Een lithium-ion-batterijLaad de batterij op in de lithium-ion-batterijlader BCM-2. g “Batterij laden“ (blz. 112) Bij aankoop is de batterij niet volledig opgeladen. Daarom dient u deze vóór gebruik eerst helemaal op te laden.

Flitserg blz. 29Zelfontspanner/Afstandsbediening lampje/Ontvanger afstandsbediening g blz. 35

Spiegel

Lensvergrendelingspen

LensontgrendelknopMarkering voorlenskoppeling

Lensvatting(Zet, nadat u de cameradop verwijderd heeft, meteen de lens op de camera om te voorkomen dat vuil en stof het camerahuis binnendringen.)

Vergrendelknop van het batterijvak

Klepje van het batterijvak

Statiefaansluiting

De batterij gereedmaken voor gebruik

1

Voor

dat u

gaa

t fot

ogra

fere

n

Page 5: Handleiding Olympus 500

NL 5

Batterij inzetten

1 Zorg dat de aan/uit-schakelaar van de camera op OFF staat. g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Schuif de vergrendelknop van het batterij-vak naar ) en open het klepje.

3 Zet de batterij in zoals aangegeven in de afbeelding.

4 Schuif de vergrendelknop van het batterij-vak naar =.

Batterij uitnemen• Controleer of de aan/uit-schakelaar van de camera op

OFF staat en of het dataverkeer-lampje niet knippert. • Verschuif de vergrendelknop van het batterijvak en verwij-

der de batterij.• Als het klepje van het batterijvak losraakt, brengt u dit

weer aan door het opnieuw in de scharniertjes te hangen.

1 Leid een uiteinde van de riem door het bevestigingsoog op de camera.

2 Vervolgens leidt u het uiteinde door het ringetje, en daarna door de klem zoals aangegeven door de pijlen.

3 Steek de riem terug door het andere gat in de klem.

4 Trek de andere kant van de riem strak zodat de riem stevig vast zit.

5 Herhaal de stappen 1-4 om het andere uiteinde van de riem aan het andere bevestigingsoog vast te maken.

Vergrendelknop van het batterijvak

Klepje vanhet batterij-

vak

Vergrendelknop van het batterijvak

Positioneringsmarkering

Camerariem bevestigen

1

Voordat u gaat fotograferen

Page 6: Handleiding Olympus 500

6 NL

Info over lenzen

Toepasbare lenzen

Selecteer de lens waarmee u wilt fotograferen. Gebruik een Four Thirds-lens (Four Thirds-lensvatting). Als u een andere lens gebruikt, zal de AF (autofocus) en de lichtmeting niet goed werken. Soms zullen ook andere functies niet werken. Four Thirds-lensvattingDeze compleet nieuwe verwisselbare lenzen met Four Thirds-lensvatting zijn speciaal voor digitale camera's optisch opnieuw berekend en ontwikkeld.

ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens Verwisselbare Four Thirds-lens, ontworpen om bestand te zijn tegen hardhandig professioneel gebruik. Bij het Four Thirds-systeem met een beeldverhouding van 4:3 kan een lens compacter en lichter worden uitgevoerd. Het assortiment aan verwisselbare Four Thirds-lenzen bestaat onder andere uit de volgende producten: ZUIKO DIGITAL ED 50-200 mm F 2.8-3.5:

Supertele-zoomlens, vergelijkbaar met een 100-400 mm-lens op een kleinbeeldcamera.ZUIKO DIGITAL 40-150 mm F 3.5-4.5:

Tele-zoomlens, vergelijkbaar met een 80-300 mm-lens op een kleinbeeldcamera.

Een lens op de camera bevestigen

1 Zorg dat de aan/uit-schakelaar van de camera op OFF staat.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Verwijder de beschermkap van de lens

3 Verwijder de beschermkap van de camera.

Opmerkingen• Bij het bevestigen of verwijderen van de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting het beste naar

beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke in de camera terecht kunnen komen.

• Op stoffige plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens verwisselen. • Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en zelfs brand ver-

oorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een vergrootglas. • Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt. • Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera bevestigen om te

voorkomen dat er stof binnendringt.

Achterkap van de lensBeschermkap van de camera

1

Voor

dat u

gaa

t fot

ogra

fere

n

Page 7: Handleiding Olympus 500

NL 7

4 Houd de rode koppelingsmar-kering op de lens tegenover de rode markering op de camera, en steek de lens in het camera-huis. Draai de lens rechtsom tot u een klik hoort.

5 Verwijder de lensdop.

De lens uit de camera verwijderen

1 Zorg dat de aan/uit-schakelaar van de camera op OFF staat.

2 Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt, draait u de lens linksom tot u deze kunt verwijderen.

Toepasbare geheugenkaarten

Met een “geheugenkaart“ bedoelen we in deze handleiding een opslagmedium. In deze camera kunt u de volgende geheugenkaarten gebruiken: CompactFlash, Microdrive en xD-Picture Card (optioneel).

Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een MicrodriveEen Microdrive is in feite een compacte harde schijf. Omdat deze harde schijf ronddraait, is een Microdrive niet zo goed bestand tegen trillingen en schokken als andere geheugenkaarten. Houd hier rekening mee als u een Microdrive gebruikt (met name tijden het opslaan en weergeven) door de camera niet bloot te stellen aan trillingen of schokken. Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voordat u een Microdrive gaat gebruiken. Bestudeer ook de handleiding van uw Microdrive. • Wees voorzichtig als u de camera neerzet terwijl deze bezig is met het opslaan van gegevens.

Zet de camera voorzichtig neer op een stabiel oppervlak. • Draagt u de camera aan de riem, zorg dan dat de camera nergens tegenaan botst.

CompactFlash Een CompactFlash-kaart bevat een chip met een groot flashgeheugen. Deze kaarten zijn gewoon in de winkel verkrijgbaar.

Microdrive Een Microdrive is in feite een compacte harde schijf met veel opslagruimte. U kunt alle Microdrives gebruiken die de standaard CF+type II ondersteunen (Compact Flash-uitbreidingsstandaard).

xD-Picture CardUiterst compact opslagmedium. Geheugencapaciteit tot 1 GB.

Lensdop

Positione-ringsmarke-

ring (rood)

Markering voor lenskoppeling (rood)

Lensontgrendelknop

Info over geheugenkaarten

1

Voordat u gaat fotograferenInfo over lenzen

Page 8: Handleiding Olympus 500

8 NL

• Gebruik de camera niet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan trillingen of heftige schok-ken, zoals op bouwplaatsen of in rijdende auto's op een slecht wegdek.

• Houd een Microdrive uit de buurt van sterke magnetische velden.

Een geheugenkaart plaatsen

1 Open het klepje van het geheugenkaartvak.

2 Een geheugenkaart plaatsen.

3 Sluit het klepje van het geheugenkaartvak.

Geheugenkaart verwijderen

1 Controleer of het dataverkeer-lampje gedoofd is. g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Open het klepje van het geheugenkaartvak.

3 Verwijder de geheugenkaart.

4 Sluit het klepje van het geheugenkaartvak.

Compact Flash/Microdrive xD-Picture CardSteek de geheugenkaart met de contactpunten naar voren in de sleuf zoals aangegeven in de afbeelding.

Houd de kaart vast zoals aangegeven in de afbeelding en steek de kaart in de sleuf.

Opmerkingen• Druk de kaart niet naar binnen met een pen of een ander hard of spits voorwerp.• Zolang de camera is ingeschakeld, mag u de klepjes van het batterijvak en het geheugenkaartvak niet

openen en de batterij of kaart niet verwijderen. Als u dit doet, kunnen de gegevens op de kaart worden beschadigd. Eenmaal beschadigde gegevens kunnen niet worden hersteld.

Compact Flash/Microdrive xD-Picture Card• Druk zachtjes op de uitwerpknop, laat deze uitspringen,

en druk deze knop dan helemaal in. De kaart komt dan een stukje naar buiten zodat u deze uit kunt nemen.

• Als u de uitwerpknop te hard indrukt, kan de kaart uit de camera springen.

• Neem de kaart eruit.

• Druk op de kaart zoals aangege-ven in de afbeelding. De kaart wordt dan uitgeworpen.

CF-kaartsleufxD-kaartsleuf

Uitwerpknop

Info over geheugenkaarten

1

Voor

dat u

gaa

t fot

ogra

fere

n

Page 9: Handleiding Olympus 500

NL 9

Dioptrie van de zoeker instellenVerwijder de lensdop. Terwijl u door de zoeker kijkt, verdraait u langzaam de dioptrieinstel-knop. Zodra u het autofocuskader goed en scherp kunt zien, bent u klaar.

Met de functieknop kunt u kiezen tussen de volgende programma's.

Programma's voor gemakkelijk fotograferen

Deze camera heeft 6 creatieve programma's en 15 motiefprogramma's waarbij het onderwerp auto-matisch optimaal wordt belicht.

AUTO Volledig automatisch fotograferenHierbij wordt het diafragma (de F-waarde) en de sluitertijd door de camera zelf ingesteld. Bij weinig licht springt de flitser automatisch omhoog en zal daarna flitsen. Deze stand wordt aanbevolen bij fotograferen onder normale omstandigheden.

i PortretVoor een portret van een persoon.g blz. 19

l LandschapVoor landschappen en andere buitenopnamen.g blz. 19

& MacroVoor dichtbij-opnamen (close-ups) g blz. 19

j SportVoor scherpe opnamen van snelbewegende onderwerpen. g blz. 19

/ Portretten bij nachtlichtVoor scherpe opnamen van het onderwerp mét achtergrond bij nachtlicht. g blz. 19

MotiefprogrammaIn deze stand kunt u kiezen tussen 15 verschillende motiefprogramma's voor diverse situaties. Zodra u de functieknop in deze stand zet, verschijnt het motiefmenu. g blz. 20

AF-kader (autofocus)

Zoeker

Dioptrieinstelknop

Gebruik van de functieknop

1

Voordat u gaat fotograferen

Page 10: Handleiding Olympus 500

10 NL

Geavanceerde programma's

Met de vier onderstaande programma's beschikt u bij het fotograferen over diverse geavanceerde mogelijkheden.

P programmagestuurd fotograferenHierbij kiest de camera zelf een combinatie van diafragma en sluitertijd. g blz. 21

A (Aperture) diafragmavoorkeuzeHierbij stelt u zelf het gewenste diafragma in. De camera kiest automatisch de bijpassende sluiter-tijd. g blz. 22

S (Shutter) sluitertijdvoorkeuzeHierbij stelt u zelf de gewenste sluitertijd in. De camera kiest automatisch het bijpassende dia-fragma. g blz. 23

M (Manual) handmatig fotograferenHierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma. g blz. 24

Automatisch omhoogspringende flitserAls u bij weinig licht gaat fotograferen in een van de onderstaande standen, zal de flitser automa-tisch omhoog springen.• AUTO i & / • En bij de volgende motiefprogramma's: B U g

BatterijcontroleNa het inschakelen en tijdens het gebruik van de camera kunt u op de monitor de batterijspanning controleren.

Camera inschakelen

SSWF-indicatielampje Zet de aan/uit-schakelaar op ON.Om de camera uit te schakelen, zet u de aan/uit-schakelaar op OFF.

INFO-knop

MonitorZodra u de camera inschakelt, verschijnt het bedieningspa-neel op de monitor.Verschijnt het bedieningspaneel niet, druk dan op de knop INFO.

Zet de functieknop op AUTO.

Resterende batterijspanning: Leeg.

Brandt (groen) “BATTERY EMPTY” (batterij leeg) verschijnt.

Brandt *1 (rood)

Resterende batterijspan-ning: Hoog *2

Resterende batterijspan-ning: Laag *3

Gebruik van de functieknop

1

Voor

dat u

gaa

t fot

ogra

fere

n

Page 11: Handleiding Olympus 500

NL 11

*1 Knippert in de zoeker. *2 Het stroomverbruik van uw camera varieert afhankelijk ven het gebruik en de omstandigheden bij het

bedienen. Onder sommige omstandigheden kan de camera zichzelf uitschakelen zonder een waarschu-wing te geven dat de batterij leegraakt.

*3 BLM-1 lithium-ion-batterij: Laad de batterij op. g “Batterij laden“ (blz. 112)CR123A-lithiumbatterijen: Zorg dat u enkele nieuwe batterijen bij de hand hebt. g “Gebruik van de LBH-1 lithiumbatterijhouder“ (blz. 116)

Automatische stofreductieZodra u de camera inschakelt, wordt automatisch de functie stofreductie geactiveerd. Hierbij worden met behulp van ultrasone trillingen stof en vuil verwijderd van het oppervlak van de CCD-chip. Tijdens deze reiniging knippert het SSWF-lampje (Super Sonic Wave Filter).

Scherm met bedieningspaneel

1 Zodra u de aan/uit-schakelaar van de camera op ON zet, verschijnt op de monitor het bedieningspaneel met informatie.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)• Verschijnt het bedieningspaneel niet, druk dan op de knop INFO. • Zodra u de functieknop op zet, verschijnt het motiefmenu. g blz. 20

2 Telkens als u op de INFO-knop drukt, krijgt u een ander scherm:

Functies instellen

Deze camera beschikt over diverse functies die bedoeld zijn voor verschillende fotografeeromstan-digheden. U kunt bepaalde instellingen ook aanpassen aan uw eigen voorkeuren zodat u sneller kunt werken. U kunt de functies van deze camera op drie manieren instellen.

Instellen met behulp van de directe knoppen Instellen op het scherm met het bedieningspaneel Instellen in het menu

Door vertrouwd te raken met deze methodes, zult u de veelzijdige functies van deze camera beter gaan benutten. Welke functies beschikbaar zijn, hangt steeds af van het gekozen programma.

Scherm met bedieningspaneel en functie-instellingen

Normaal Gedetailleerd Uit

Camera inschakelen

1

Voordat u gaat fotograferen

Page 12: Handleiding Olympus 500

12 NL

Instellen met behulp van de directe knoppen

1 Druk op de directe knop die bestemd is voor de functie die u wilt instellen.Het directmenu verschijnt dan. g “Overzichtstekening“ (blz. 3)Voorbeeld: Bij het instellen van de witbalans

2 Stel dit in met instelknop .• Als u na het instellen enkele seconden wacht (“Button timer

(knoptimer)“ g blz. 78), verschijnt het bedieningspaneel opnieuw en wordt uw instelling opgeslagen. U kunt uw instel-ling ook opslaan met knop i.

Lijst met directe knoppen

Instellen op het scherm met het bedieningspaneel

1 Druk op knop i. g “Overzichtstekening“ (blz. 3)• Op het scherm met het bedieningspaneel verschijnt de cursor.

2 Met de pendelknop verplaatst u de cursor naar de functie die u wilt instellen.Voorbeeld: Bij het instellen van de witbalans

3 Druk op knop i. • Het directmenu verschijnt.

4 Stel dit in met instelknop .• Na het voltooien van stap 2 kunt u deze instelknop ook gebruiken voor andere instellingen

op het scherm met het bedieningspaneel.

Directe knoppen Functie Zie blz.1 WB witbalans Witbalans instellen blz. 462 AF scherpstelmethode Scherpstelmethode kiezen blz. 373 ISO-knop Lichtgevoeligheid (ISO) instellen blz. 444 AF-kader selecteren (autofocus) AF-kader selecteren (autofocus) blz. 365 lichtmeting Lichtmeetmethode kiezen blz. 41

6< / Y / j afstandsbediening/zelfont-spanner/serie-opname

Afstandsbediening/zelfontspanner/serie-opname instellen

blz. 32, blz. 33blz. 34

7 F belichtingscorrectie Belichtingscorrectie instellen blz. 428 # flitserfunctie Flitserfunctie kiezen blz. 28

Directmenu

Scherm met het bediening-spaneel

Directmenu

Scherm met bedieningspaneel en functie-instellingen

1

Voor

dat u

gaa

t fot

ogra

fere

n

Page 13: Handleiding Olympus 500

NL 13

• Als u na het instellen enkele seconden wacht (“Button timer (knoptimer)“ g blz. 78), ver-schijnt het bedieningspaneel opnieuw en wordt uw instelling opgeslagen. U kunt uw instel-ling ook opslaan met knop i.

Instellen in het menu

1 Druk op de MENU-knop. • Het menu verschijnt op de monitor.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Selecteer het gewenste tabblad met .• De functies zijn gerangschikt in tabbladen.

Soorten tabbladenFotofuncties instellen.Fotofuncties instellen.

q Weergavefuncties instellen.Programma's aanpassen.Functies instellen waarmee u de camera efficiënt kunt gebruiken.

In deze handleiding worden de procedures bij gebruik van het bedieningspaneel (tot het moment waarop een direct-menu verschijnt) als volgt aangegeven.Voorbeeld: Bij het instellen van de witbalansi WB i

Procedures bij gebruik van het bedieningspaneel

Onderaan op het scherm staan de bedieningsaan-wijzingen.CANCEL : Druk op MENU om de instelling

ongedaan te maken.SELECT : Selecteer het gewenste item met

dac.De pijltjes op het scherm komen overeen met de onderstaande pen-delknopsymbolen.

: a : c : d : bGO : Bevestig de gemaakte instelling

door op i te drukken.

druk

druk

druk

Hiermee gaat u naar functies bin-nen het geselec-teerde tabblad.

De huidige instelling ver-schijnt.

Tab-blad

Scherm met bedieningspaneel en functie-instellingen

1

Voordat u gaat fotograferen

Page 14: Handleiding Olympus 500

14 NL

3 Selecteer een functie.

4 Selecteer een instelling.

5 Druk meerdere keren op i tot het menu verdwijnt. • Het normale fotografeerscherm verschijnt dan weer.

Hiermee gaat u naar het instelscherm van de geselecteerde functie. (Sommige functies kunt u in het menu instellen.)

druk

druk

druk

Functie

druk druk

Instelscherm

Instelling

In deze handleiding wordt het gebruik van de menu's als volgt voorgesteld.Voorbeeld: Bij het instellen van de witbalansMenu [ ] [WB] Instelling

Procedures bij het gebruik van menu's

Scherm met bedieningspaneel en functie-instellingen

1

Voor

dat u

gaa

t fot

ogra

fere

n

Page 15: Handleiding Olympus 500

NL 15

Het gebruik van geheugenkaartenDeze camera is voorzien van twee kaartsleuven waardoor u tegelijkertijd zowel een CompactFlash- of Microdrive-kaart als een xD-Picture Card kunt gebruiken.

Het kaarttype selecteren

Selecteer het kaarttype dat u gaat gebruiken (xD-Picture Card of CompactFlash).

1 Menu [ ] [CF / xD]

2 Stel dit in met . [CF] CompactFlash[xD] xD-Picture Card

3 Druk op knop i.

De geheugenkaart formatteren

Alleen op een correct geformatteerde geheugenkaart kunnen beelden worden opgeslagen. Kaarten van andere merken dan Olympus, en kaarten die op een computer zijn geformatteerd, moet u eerst met deze camera formatteren voordat u ze kunt gebruiken. Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op de kaart staan, ook eventuele beveiligde opnamen. Gaat u een gebruikte kaart formatteren, controleer dan eerst of deze kaart geen opna-men bevat die u wilt bewaren.

1 Menu [ ] [CARD SETUP]

2 Selecteer [FORMAT] met Druk op knop i.

3 Selecteer [YES] met ac. Druk op knop i. • De kaart wordt dan geformatteerd.

Het autofocussysteem van de camera kan in de onderstaande gevallen niet goed scherpstellen op het onderwerp (bijv. als het onderwerp niet in het midden van het AF-kader staat, als het onder-werp een lager contrast heeft dan zijn omgeving, enz.). Als dit gebeurt, kunt u het beste het scherpstelgeheugen (focus lock) gebruiken.

Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen

Als het scherpstellen niet lukt

Het AF-teken knippert,de camera kan niet goed scherpstellen op het onderwerp.

Onderwerp met weinig contrast

Extreem fel licht in het midden van het beeld

Een onderwerp met patronen die zich her-halen

2

Wat u m

oet weten voordat u gaat fotograferen

Page 16: Handleiding Olympus 500

16 NL

Scherpstellen met het scherpstelgeheugen (focus lock) (als het onderwerp zich niet in het midden van het AF-kader bevindt)

1 Richt het AF-kader op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Druk de ontspanknop half in tot het AF-teken stopt met knipperen.• De ingestelde scherpstelling wordt vastgehouden.

Het AF-teken en en het AF-kader verschijnen in de zoeker.• Als het AF-teken nog steeds knippert, drukt u de ontspan-

knop opnieuw half in.• Het scherm met het bedieningspaneel verdwijnt.

3 Terwijl u de ontspanknop nog steeds half inge-drukt houdt, kiest u de gewenste uitsnede (compositie).

4 Druk dan de ontspanknop helemaal in.• Het dataverkeer-lampje knippert terwijl de foto op de geheu-

genkaart wordt opgeslagen.

Als het onderwerp een lager contrast heeft dan zijn omgevingStel scherp (met focus lock) op een onderwerp met een hoog contrast dat even ver van de camera verwijderd is als het onderwerp dat u wilt fotograferen, kies daarna de gewenste uitsnede en maak de opname. Als het onderwerp geen verticale lijnen bevat, houdt u de camera verticaal, u stelt scherp (met focus lock), en daarna houdt u de camera weer horizontaal om de foto te maken.

U kunt de beeldkwaliteit kiezen waarmee de foto wordt opgeslagen. Kies de beeldkwaliteit die het best past bij het doel waarvoor u de foto wilt gebruiken (printen, bewerken op een PC, bewerken voor een website, enz.). Meer informatie over beeldkwaliteiten en het aantal pixels vindt u in de tabel op blz. 18.

Het AF-teken brandt constant, maar het onderwerp is toch onscherp.

Objecten op verschil-lende afstanden

Snel bewegende onder-werpen

Het onderwerp valt niet binnen het AF-kader

AF-kader (autofocus)

AF-teken

Helemaal indrukken

Half indrukken

De beeldkwaliteit selecteren

Als scherpstellen op het onderwerp niet lukt

2

Wat

u m

oet w

eten

voo

rdat

u g

aat f

otog

rafe

ren

Page 17: Handleiding Olympus 500

NL 17

Soorten beeldkwaliteiten

Als beeldkwaliteit (record mode) voor uw opnamen kunt u kiezen tussen com-binaties van aantallen pixels en com-pressiefactoren. Beelden zijn opge-bouwd uit pixels (puntjes). Als u een beeld gaat vergroten, ziet u bij een laag aantal pixels eerder een mozaïekpa-troon verschijnen. Bij een beeld met een groot aantal pixels neemt beeldbestand meer geheugen-ruimte in beslag waardoor u op de geheugenkaart minder beelden kunt opslaan. Het beeldbestand wordt kleiner naarmate u een hogere compressie kiest. In dat geval is het beeld echter minder hel-der als u het gaat weergeven.

De beeldkwaliteit kiezen

1 Menu [ ] [D]

2 Stel dit in met . [RAW] / [TIFF] / [SHQ] / [HQ] / [SQ] / [RAW+SHQ] / [RAW+HQ] / [RAW+SQ]

3 Druk op knop i.

Het instellen van het aantal pixels en de compressiefactor

1 Menu [ ] [HQ] Menu [ ] [SQ]

2 Volg de stappen die horen bij de beeldkwaliteit die u hebt geselecteerd.[HQ]1) Met stelt u de gewenste compressiefactor in.

[1/4] / [1/8] / [1/12][SQ]1) Met stelt u het gewenste aantal pixels in.

[3200 x 2400] / [2560 x 1920] / [1600 x 1200] / [1280 x 960] / [1024 x 768] / [640 x 480]

2) Met stelt u de gewenste compressiefactor in.[1/2.7] / [1/4] / [1/8] / [1/12]

3 Druk op knop i.

Toepassing Aantal pixelsKwaliteit (compressie)

Geen compressie1 / 1

Lage compressie1 / 2.7

Hoge compressie1 / 4

Hoge compressie1 / 8

Hoge compressie1 / 12

Afhankelijk van het gewenste printfor-

maat

3264 x 2448 TIFF SHQ HQ3200 x 24002560 x 19201600 x 12001280 x 9601024 x 768 – SQ

Voor kleine prints en websites 640 x 480

Beeld met een hoog aantal pixels

Beeld met een laag aantal pixels

Het a

anta

l pix

els

wor

dt h

oger

Het beeld wordt helderder

De beeldkwaliteit selecteren

2

Wat u m

oet weten voordat u gaat fotograferen

Page 18: Handleiding Olympus 500

18 NL

Beeldkwaliteit

De in de tabel aangegeven bestandsgrootte is een schatting.

Beeldkwaliteit Aantal pixels(PIXEL COUNT) Compressiefactor Bestandstype Bestandsgrootte (MB)

RAW

3264 x 2448

Geen compressie ORF 13.6TIFF Geen compressie TIFF 24.5SHQ 1/2.7

JPEG

6.4

HQ1/4 4.51/8 2.5

1/12 1.8

SQ

3200 x 2400

1/2.7 6.21/4 4.41/8 2.4

1/12 1.8

2560 x 1920

1/2.7 3.71/4 2.51/8 1.3

1/12 0.8

1600 x 1200

1/2.7 1.51/4 1.01/8 0.5

1/12 0.4

1280 x 960

1/2.7 0.91/4 0.61/8 0.3

1/12 0.2

1024 x 768

1/2.7 0.61/4 0.41/8 0.2

1/12 0.2

640 x 480

1/2.7 0.31/4 0.21/8 0.1

1/12 0.1

Opmerkingen• Het aantal beelden dat nog kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het onderwerp en van factoren

zoals eventueel opgegeven printreserveringen. In de zoeker of op de monitor verschijnt normaliter hoe-veel foto's u nog kunt maken, maar soms verandert dit aantal niet, ook niet als u nieuwe foto's maakt of opgeslagen beelden wist.

• Hoe groot het beeldbestand in feite wordt, is afhankelijk van het onderwerp.

De beeldkwaliteit selecteren

2

Wat

u m

oet w

eten

voo

rdat

u g

aat f

otog

rafe

ren

Page 19: Handleiding Olympus 500

NL 19

FotofunctieMet de functieknop kunt u kiezen tussen de volgende programma's.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)Programma's voor gemakkelijk fotograferen AUTO, i, l, &, j, /, Geavanceerde programma's P, A, S, MAUTO – aanbevolen bij fotograferen onder normale omstandigheden. De door de camera gekozen combinatie van sluitertijd en diafragma verschijnt in de zoeker en op het scherm met het bedieningspaneel. Zodra u de camera op zet, verschijnt het motiefmenu.

SluitertijdaanduidingAls de sluitertijd korter is dan 1 seconde, ver-schijnt alleen de noemer van die breuk, dus 250 in plaats van 1/250 seconde, en bij sluitertijden van 1 seconde of langer verschijnt een dubbel aanhalingsteken, dus 2“ in plaats van 2 secon-den.

Als u een programma voor een bepaalde situatie kiest, past de camera zijn instellingen optimaal aan op die situatie.

Creatieve programma's

1 Zet de functieknop op het gewenste programma.AUTO Volledig automatisch fotograferen

Aan de hand van de helderheid van het onderwerp kiest de camera een optimale combinatie van diafragma en sluitertijd. Bij weinig licht springt de flitser automa-tisch omhoog en zal daarna flitsen. AUTO - aanbevolen bij fotograferen onder nor-male omstandigheden.

i Portretl Landschap& Macroj Sport/ Nacht + portret*

De camera beschikt over 15 verschillende motiefprogramma's. g “Motiefpro-gramma's“ (blz. 20)

2 Druk de ontspanknop half in.• De camera stelt scherp en het AF-teken in de zoeker brandt

constant.• De door de camera gekozen combinatie van sluitertijd en dia-

fragma verschijnt in de zoeker.

3 Druk de ontspanknop helemaal in.• Het beeld wordt opgeslagen op de geheugenkaart.

Scherm met het bedieningspaneel Zoeker

Fotofunctie voor gemakkelijk fotograferen

Sluitertijd

AF-teken

Diafragmawaarde

Zoeker

3

Het juiste program

ma kiezen voor een bepaalde situatie

Page 20: Handleiding Olympus 500

20 NL

Motiefprogramma's

1 Zet de functieknop op .• Het motiefmenu verschijnt.

2 Selecteer met ac het gewenste motiefprogramma. • Er verschijnt een voorbeeld van het geselecteerde motief.

3 Druk op knop i. • De camera is nu klaar om te fotograferen.• Om de instelling te wijzigen, drukt u nogmaals op i. Het motiefmenu verschijnt.

I 1 PORTRAIT (portret)Voor een portretopname van een persoon. Alleen het onderwerp wordt scherp afgebeeld tegen een onscherpe achtergrond.

L 2 LANDSCAPE (landschap)Voor landschappen en andere buitenopnamen. Blauwe en groene tinten worden levendig weergegeven.

K 3 LANDSCAPE + PORTRAIT (landschap + portret)Voor foto's waarbij zowel het onderwerp als de achtergrond scherp moeten worden afgebeeld. Bij het scherpstellen kijkt de camera zowel naar het onderwerp als naar de achtergrond.

G 4 NIGHT SCENE (nachtscène)Voor buitenopnamen ‘s avonds en ‘s nachts.• Omdat hierbij een lange sluitertijd wordt gekozen, dient u de camera stabiel op te stellen.

? 5 NIGHT + PORTRAIT (nacht + portret)Voor scherpe opnamen van het onderwerp mét achtergrond bij nachtlicht. Omdat hierbij een lange sluitertijd wordt gekozen, dient u de camera stabiel op te stellen.• De flitser werkt in de stand waarbij rode ogen worden onderdrukt. g “Gebruik van de flitser“

(blz. 26)

6 CHILDREN (kinderen)Omdat hierbij de autofocus continu blijft werken, zullen foto's van spelende kinderen altijd scherp zijn.

J 7 SPORTVoor scherpe opnamen van snel bewegende onderwerpen.

8 HIGH KEY (overbelichten)Speciaal voor opnamen met veel lichte partijen. De lichte partijen in het onderwerp worden een beetje overbelicht, wat een speciaal effect geeft.

9 LOW KEY (onderbelichten) Speciaal voor opnamen met veel donkere partijen. De donkere partijen in het onderwerp worden iets onderbelicht zonder dat de schaduwen donker worden.

10 MACRODe camera kiest een kleine diafragmaopening (een hoge F-waarde) waardoor bij macro-opnamen (close-ups) de scherptediepte toeneemt, d.w.z. het beeld blijft over een groter dieptebereik scherp, bijv. van 10 tot 20 cm.

Programma's voor gemakkelijk fotograferen

3

Het

juis

te p

rogr

amm

a ki

ezen

voo

r een

bep

aald

e si

tuat

ie

Page 21: Handleiding Olympus 500

NL 21

• Als u hierbij de flitser gebruikt, krijgt u storende schaduwen en kan de belichting mislukken.

& 11 CANDLE (kaarslicht)Voor fotograferen bij kaarslicht. Hierbij krijgt u warme kleuren.• De flitser kunt u hierbij niet gebruiken.

* 12 SUNSET (zonsondergang)Zorgt voor levendige rode en gele kleuren.• De flitser kunt u hierbij niet gebruiken.• Omdat hierbij een lange sluitertijd wordt gekozen, dient u de camera stabiel op te stellen.

( 13 FIREWORKS (vuurwerk)• Omdat hierbij een lange sluitertijd wordt gekozen, dient u de camera stabiel op te stellen.• De flitser kunt u hierbij niet gebruiken.• Scherpstellen met AF (autofocus) is niet mogelijk. Stel hierbij handmatig scherp (MF - Manual

Focus).

@ 14 DOCUMENTS (documenten)Voor het fotograferen van documenten enz. Verhoogt het contrast tussen de letters en de achter-grond.• De flitser kunt u hierbij niet gebruiken.

g 15 BEACH & SNOW (strand & sneeuw)Voor sneeuwlandschappen, witte zandstranden, zeezichten enz.

Voor geavanceerde en creatieve opnamen kunt u het diafragma en de sluitertijd zelf instellen.

P : Programmagestuurd fotograferen

Aan de hand van de helderheid van het onderwerp kiest de camera een optimale combinatie van diafragma en sluitertijd. Dit is een goede functie als u de flitser liever niet wilt gebruiken. Met Ps (Program Shift) kunt u de combinatie van sluitertijd en diafragma naar wens aanpassen met behoud van de juiste belichting (EV-waarde = Exposure Value).

1 Zet de functieknop op P.

2 Druk de ontspanknop half in.• De camera stelt scherp en het AF-teken in de zoeker stopt met

knipperen.• De door de camera gekozen combinatie van sluitertijd en dia-

fragma verschijnt in de zoeker.

3 Druk de ontspanknop helemaal in.• Het beeld wordt opgeslagen op de geheugenkaart.

Geavanceerde programma's

Sluitertijd

Programma

Diafragmawaarde

Zoeker

P

AF-teken

Programma's voor gemakkelijk fotograferen

3

Het juiste program

ma kiezen voor een bepaalde situatie

Page 22: Handleiding Olympus 500

Geavanceerde programma's

22 NL

Diafragmawaarden en sluitertijden in de stand PIn de stand P is de camera zo geprogrammeerd dat deze aan de hand van de helderheid van het onderwerp automatisch het diafragma en de sluitertijd kiest zoals hieronder wordt aangegeven.

Programma-aanpassing (Program shift - Ps)Door in de stand P de instelknop te verdraaien, kunt u de combinatie van diafragma en sluitertijd wijzigen terwijl de belichting optimaal blijft.Na het maken van de foto blijft deze instelling actief. Om deze aanpassing ongedaan te maken, draait u aan de instelknop tot in de zoeker de indi-catie % verandert in P, of u schakelt de camera uit. Bij gebruik van een flitser is er geen programma-aanpassing mogelijk.

A : Diafragmavoorkeuze

De camera kiest automatisch de sluitertijd die past bij het diafragma dat u hebt ingesteld. Naarmate u het diafragma verder opent (door een kleinere F-waarde te kiezen), neemt de scherptediepte verder af waardoor de achtergrond eerder onscherp wordt. Als u daaren-tegen het diafragma verder sluit (door een hogere F-waarde te kiezen), neemt de scherptediepte juist toe en worden objecten op andere afstanden dan het scherpstelpunt ook scherper afgebeeld. Voordat u de foto gaat maken, kunt u met de preview-functie controleren hoe scherp of onscherp de achtergrond in beeld komt.

1 Zet de functieknop op A.

2 Stel het diafragma (de F-waarde) in met instelknop .

Sluitertijd

Dia

frag

ma

wa

ard

e

Bij gebruik van de ED 50 mm/F 2 macrolens(bij een EV-waarde van bijv. 7 wordt het diafragma F2 gekozen met als sluitertijd 1/30 s.)Bij gebruik van de 14-54 mm/F 2.8-3.5 zoomlens (brandpuntsaf-stand: 54 mm)

Bij gebruik van de 14-54 mm/F 2.8-3.5 zoomlens (brandpunts-afstand: 14 mm)

Programma

DiafragmawaardeZoeker

AF-teken

Sluitertijd

Bij een verder geopend dia-fragma (een lage F-waarde)

Bij een verder gesloten dia-fragma (een hoge F-waarde)

Diafragma verder openen (F-waarde wordt lager)

Diafragma verder sluiten(F-waarde wordt hoger)

3

Het

juis

te p

rogr

amm

a ki

ezen

voo

r een

bep

aald

e si

tuat

ie

Page 23: Handleiding Olympus 500

Geavanceerde programma's

NL 23

3 Druk de ontspanknop half in.• De camera stelt scherp en het AF-teken in de zoeker brandt. • De door de camera gekozen sluitertijd verschijnt in de zoeker.

4 Druk de ontspanknop helemaal in.

TIPSDe sluitertijdaanduiding blijft knipperen, ook al hebt u het diafragma veranderd.→ Als bij een korte sluitertijd de sluitertijdaanduiding knippert, zet u de ISO-lichtgevoeligheid op

een lagere waarde, of gebruikt u een apart verkrijgbaar ND-filter (Neutral Density- of grijsfilter) om de hoeveelheid invallend licht aan te passen.g “ISO – de gewenste lichtgevoeligheid instellen“ (blz. 44)

→ Hebt u een lange sluitertijd ingesteld en de sluitertijdaanduiding blijft knipperen, dan zet u de ISO-lichtgevoeligheid op een hogere waarde.g “ISO – de gewenste lichtgevoeligheid instel-len“ (blz. 44)

De interval van belichtingsstappen (EV-stappen) wijzigen:→ In het menu kunt u de interval van EV-stappen instellen op 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV.

g “EV-stap“ (blz. 68)De scherptediepte bij de ingestelde diafragmawaarde controleren:→ Zie “Preview-functie“ (blz. 25)

s] Sluitertijdvoorkeuze

De camera kiest automatisch de diafragmawaarde die past bij de sluitertijd die u hebt ingesteld. Stel de sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken: met korte sluitertijden kunt u snelbewe-gende onderwerpen toch scherp op de foto krijgen, terwijl u met een lange sluitertijd juist bewe-gingsonscherpte krijgt, waarmee u een gevoel van snelheid of beweging kunt oproepen.

1 Zet de functieknop op S.

2 Stel de sluitertijd in met instelknop .

Onderbelicht als de sluitertijdaanduiding knippert. Kies een lagere F-waarde (diafragma verder openen).

Overbelicht als de sluitertijdaanduiding knippert. Kies een hogere F-waarde (diafragma verder sluiten).

AF-teken

DiafragmawaardeDiafragmawaarde Sluitertijd

AF-teken

Sluitertijd

Zoeker Zoeker

Een korte sluitertijd kan een snelle actie “bevriezen“ zon-der bewegingsonscherpte.

Bij een lange sluitertijd wordt een bewegend onderwerp onscherp afgebeeld, wat juist een krachtige indruk van beweging kan geven.

Langere sluitertijd

Kortere sluitertijd

3

Het juiste program

ma kiezen voor een bepaalde situatie

Page 24: Handleiding Olympus 500

Geavanceerde programma's

24 NL

3 Druk de ontspanknop half in.• De camera stelt scherp en het AF-teken in de zoeker brandt. • De door de camera gekozen diafragmawaarde (F-waarde) verschijnt in de zoeker.

4 Druk de ontspanknop helemaal in.

TIPSDe foto is onscherp.→ Tijdens macro- en ultrateleopnamen is het risico groot dat u de camera niet stil genoeg houdt

waardoor de opname onscherp wordt. Om dit te voorkomen, kiest u een kortere sluitertijd, of gebruikt u een statief met 1 of 3 poten.

De diafragma-aanduiding blijft knipperen, ook al hebt u de sluitertijd veranderd. → Als hoogst mogelijke diafragmawaarde blijft knipperen, zet u de ISO-lichtgevoeligheid op een

lagere waarde, of gebruikt u een apart verkrijgbaar ND-filter (Neutral Density- of grijsfilter) om de hoeveelheid invallend licht aan te passen. g “ISO – de gewenste lichtgevoeligheid instellen“ (blz. 44)

→ Als laagst mogelijke diafragmawaarde blijft knipperen, zet u de ISO-lichtgevoeligheid op een hogere waarde. g “ISO – de gewenste lichtgevoeligheid instellen“ (blz. 44)

M : Handmatig fotograferen (Manual)

U stelt dan zelf het diafragma en de sluitertijd in terwijl u blijft kijken naar de lichtmeter. Hierbij hebt u creatief de vrije hand om elke gewenste instelling te maken, onverschillig of de opname goed belicht wordt of niet. U kunt zo ook tijdopnamen maken van bijv. de sterrenhemel of vuurwerk.

1 Zet de functieknop op M.

2 Stel de gewenste waarden in met instelknop .• Standaard fabrieksinstellingen van de instelknop:

Sluitertijd instellen: Verdraai de instelknop.Diafragmawaarde instellen: Verdraai de instelknop terwijl u knop F (belichtingscorrectie) ingedrukt houdt.Door de instelling te veranderen in [DIAL] wijzigt u de functie van de instelknop zodat u om het diafragma te wijzigen alleen maar de instelknop hoeft te verdraaien.

• Het aantal beschikbare diafragmawaarden hangt af van het gebruikte lenstype.• De sluitertijd kunt u instellen tussen 1/4000 – 60" (sec.) of [bulb] (tijdopname).• Bij het verdraaien van de instelknop wijzigen de diafragmawaarde en de sluitertijd in stap-

pen van 1/3 EV.

AF-teken

DiafragmawaardeDiafragmawaarde Sluitertijd

AF-teken

Sluitertijd

Zoeker Zoeker

* Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en van de brandpuntsafstand ervan.

Als laagst mogelijke diafragmawaarde blijft knippe-ren*, is er geen correcte belichting mogelijk (onder-belicht). Kies in dit geval een langere sluitertijd.

Als hoogst mogelijke diafragmawaarde blijft knippe-ren*, is er geen correcte belichting mogelijk (overbe-licht). Kies in dit geval een snellere sluitertijd.

3

Het

juis

te p

rogr

amm

a ki

ezen

voo

r een

bep

aald

e si

tuat

ie

Page 25: Handleiding Olympus 500

NL 25

• Op het scherm met het bedieningspaneel verschijnt de belichtingsmeter die het verschil aangeeft (binnen een bereik van –3 EV tot +3 EV) tussen de belichting volgens uw huidige instelling (diafragma en sluitertijd), en de opti-male belichting zoals de camera die heeft berekend.

Als het verschil in belichting tussen uw instelling en de optimale belichting groter is dan het schaal-bereik (–3 EV tot +3 EV), gaat links of rechts van de belichtingsmeter of knipperen.

3 Maak uw opname.

Ruis in foto'sBij het fotograferen met lange sluitertijden (30 seconden of langer), kan op het scherm beeldruis verschijnen, of het beeld linksboven op het scherm kan te licht zijn. Deze verschijnselen kunnen optreden als in delen van de CCD-chip die normaliter niet aan licht worden bloot-gesteld, kleine elektrische stromen worden opgewekt die de temperatuur in de CCD-chip of in de CCD-elektronica doen stijgen. Dit kan ook gebeuren als u met een hoog ingestelde ISO-waarde fotografeert in een omgeving waar een hoge temperatuur heerst. Deze ruis kunt u onderdrukken met de functie NOISE REDUCTION (ruisonderdrukking). g “Ruisonderdrukking“ (blz. 52)

TijdopnamenBij een tijdopname maakt u een foto waarbij de sluiter open blijft staan zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt (maximaal 8 minuten). Kies programma M (Manual) en zet de sluitertijd op [bulb] (tijdopname). U kunt ook tijdopnamen maken met de apart verkrijgbare afstandsbediening (RM-1). g “Tijdopnamen met de afstandsbediening“ (blz. 35)

Als u op knop V (witbalans met één knop) drukt, verschijnt in de zoeker de bij het huidige dia-fragma horende scherptediepte (het gebied tussen het dichtstbijzijnde en het verste punt dat als “scherp“ wordt waargenomen). Programmeer de preview-functie van tevoren onder de V -knop. g “De functie van knop V“ (blz. 71)

1 Druk op de knop V.

Opmerkingen• In de preview-stand kunt u de waarden van de belichtingsmeting niet wijzigen.

Belichtingsmeter

Onderbelichting

Overbelichting

Optimale belichting

Preview-functie

3

Het juiste program

ma kiezen voor een bepaalde situatie

Geavanceerde programma's

Page 26: Handleiding Olympus 500

26 NL

Auto bracketingU kunt fotograferen met gecorrigeerde waarden voor bijvoorbeeld belichting en witbalans. Dit is handig bij het bepalen van de optimale instelling. Met deze camera kunt u de volgende soorten auto bracketing uitvoeren:

* WB bracketing kunt u tegelijkertijd gebruiken met andere bracketing-functies.

Flitserfunctie

De camera kiest de flitserfunctie aan de hand van diverse factoren zoals een reeks flitsen en het flitsmoment. Welke flitserfuncties beschikbaar zijn, hangt af van het gekozen programma. De flit-serfuncties zijn ook beschikbaar op apart verkrijgbare externe flitsers.Als de functieknop op AUTO staat, zal de ingebouwde flitser bij weinig licht automatisch omhoog springen.

Autoflitsen AUTOBij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.Om een onderwerp bij tegenlicht te fotograferen, richt u het AF-kader op het onderwerp.

Flitsen met onderdrukken van rode ogen !In de stand “Flitsen met onderdrukken van rode ogen“ ont-steekt de hoofdflits pas na een reeks inleidende flitsen. Hierdoor wennen de ogen van de persoon aan het heldere licht waardoor de kans op rode ogen wordt verkleind.

Trage synchronisatie/flitsen met onderdruk-ken van rode ogen/ HSLOW(traag)De trage synchronisatieflits is bedoeld voor lange sluitertijden. Normaliter kunt u bij het foto-graferen met een flitser geen al te lange sluiter-tijden instellen om camerabewegingen te voor-komen. Maar als u een onderwerp tegen een nachtelijke achtergrond fotografeert, wordt bij snellere sluitertijden de achtergrond te donker. Met trage synchronisatie kunt u zowel de achter-grond als het onderwerp goed belichten. Hierbij kunt u ook rode ogen onderdrukken. Omdat u met een lange sluitertijd werkt, gebruikt u een statief om camerabewegingen te elimineren.

1e gordijnNormaliter ontsteekt de flitser direct nadat de sluiter volledig geopend is. Dit wordt het 1e gordijn genoemd. Tenzij u dit verandert, is dit de standaardmanier waarop de flitser ontsteekt.

Auto bracketing Vergelijking Zie blz. AE bracketing (belichting variëren) Maakt meerdere opnamen met verschillende belichtingen. blz. 44

WB bracketing* (witbalans variëren)

Maakt meerdere opnamen met verschillende witbalansinstellin-gen. blz. 49

MF bracketing (scherp-stelling variëren)

Maakt meerdere opnamen met verschillende scherpstelpun-ten. blz. 39

Flash bracketing (flitssterkte variëren)

Maakt meerdere opnamen met telkens een andere hoeveel-heid flitslicht. blz. 30

Gebruik van de flitser

De ogen van uwonderwerp zien

er rood uit.

4

Div

erse

foto

graf

eerf

unct

ies

Page 27: Handleiding Olympus 500

Gebruik van de flitser

NL 27

Trage synchronisatie/flitsen met onderdrukken van rode ogen/ HSLOW2 (traag-2)Bij een “2e gordijn-flits“ ontsteekt de flitser pas net voordat de sluiter dichtgaat. Door het flitsmoment te wijzigen, kunt u interessante effecten bereiken, bijvoorbeeld het suggereren van beweging door de ach-terlichten van een rijdende auto als strepen weer te geven. Hoe langer de sluitertijd, des te sterker zal het effect zijn. Wat de langst mogelijke sluitertijd is, hangt af van het gekozen programma.Als de sluitertijd op 2 seconden is gezet

Invulflits #Å@De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht. Deze functie dient om schaduwen op het gelaat van personen op te heffen bijvoorbeeld de schaduw van boombladeren en bij tegenlichtop-namen, maar ook om kleurverschuivingen te corrigeren die veroorzaakt worden door kunstlicht (met name van TL-lampen).

Flitser uit $De flitser ontsteekt niet. In deze stand kunt u de flitser als AF-lichtbron gebruiken (mits de flitser omhoog staat). g “AF-lichtbron“ (blz. 40)

FlitssynchronisatiesnelheidU kunt de sluitertijd veranderen die wordt gebruikt bij het ontsteken van de ingebouwde flitser. g “Flitssynchronisatie“ (blz. 70)

Handmatig flitsen (Manual)

Hiermee kunt u de ingebouwde flitser een door u in te stellen hoeveelheid licht laten afgeven. Als u [MANUAL FLASH] op [ON] (g blz. 70)zet, kunt u bij de instelling flitserfunctie de gewenste hoeveelheid licht kiezen. Bij handmatig flitsen is de F-waarde die u moet instellen afhankelijk van de afstand tot het onderwerp.

Bereken met de onderstaande formule de F-waarde die u moet instellen

Diafragma (F-waarde) =

Opmerkingen• Als de flits ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/180 seconde of korter. Als u met de invulflits een

onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de achtergrond overbelicht zijn. In dit geval gebruikt u de optionele externe flitser FL-50/FL-36 en fotografeert u in de stand Super FP.

Hoeveelheid licht naar verhou-ding

RG: Richtgetal van de flitserIngebouwde flitser F-36 externe flitser (optioneel)

VOL (1/1) 13 361/4 6 18

1/16 3 91/64 1.5 4.5

2e gordijn 1e gordijn

1

2 sec 0

2 sec

Sluiter helemaal openSluiter gaat dicht 2e sluitergordijn: flitser ontsteekt1e sluitergordijn: flitser ontsteekt

RG x ISO-waarde

Afstand tot het onderwerp in meters

4

Overige fotografeerfuncties

Page 28: Handleiding Olympus 500

Gebruik van de flitser

28 NL

ISO-lichtgevoeligheid

Flitserfuncties die beschikbaar zijn in verschillende programma's

*1 Met de flitser in de stand Super FP detecteert de flitser eerst het tegenlicht alvorens de flits te ontsteken. g “Super FP-flitser“ (blz. 31)

*2 In de stand / zijn AUTO, !, # en $ niet beschikbaar.

De flitserfunctie instellen (flash mode)

1 i Flash mode i

2 Stel dit in met instelknop . In de standen P / A / i / & / l / j / / :AUTO / ! / !SLOW / #SLOW / #SLOW2 / # / $In de standen S / M : # / H / #SLOW2 / $

ISO-waarde 100 200 400 800 1600Correctiecoëfficiënt 1.0 1.4 2.0 2.8 4.0

Pro-gramma

Weergave in bedieningspa-

neel / menu Flitserfunctie

Synchroni-satiemo-

mentOntstekingsmo-

mentBeperkte slui-

tertijden

P

A

i

&

l

/ *2

j

AUTO Autoflitsen

1e gordijn

Ontsteekt auto-matisch in het donker en bij tegenlicht *1

1/30 s – 1/180 s! Autoflitsen

(rode ogen onderdrukken)

# Invulflitsen Ontsteekt altijd 60 s – 1/180 s

$ Flitser uit – – –

!SLOW Trage synchronisatie(rode ogen onderdrukken) 1e gordijn

Ontsteekt auto-matisch in het donker en bij tegenlicht *1 60 s –

1/180 s

#SLOW Trage synchronisatie (1e gordijn)

#SLOW2 Trage synchronisatie (2e gordijn) 2e gordijn

#FULL Handmatig flitsen (volle sterkte)

1e gordijn

#1/4 Handmatig flitsen (1/4)#1/16 Handmatig flitsen (1/16)#1/64 Handmatig flitsen (1/64)

S

M

# InvulflitsenOntsteekt altijdH Invulflitsen

(rode ogen onderdrukken)$ Flitser uit – – –

#SLOW2Invulflits/

trage synchronisatie/ (2e gordijn)

2e gordijn

Ontsteekt altijd 60 s – 1/180 s

#FULL Handmatig flitsen (volle sterkte)

1e gordijn#1/4 Handmatig flitsen (1/4)#1/16 Handmatig flitsen (1/16)#1/64 Handmatig flitsen (1/64)

4

Ove

rige

foto

graf

eerf

unct

ies

Page 29: Handleiding Olympus 500

Gebruik van de flitser

NL 29

3 Druk op knop i.

Gebruik van de ingebouwde flitser

Bij gebruik van een lens met een brandpuntsafstand van minder dan 14 mm (vergelijkbaar met een 28 mm lens op een kleinbeeldcamera) kunnen bij het licht van de ingebouwde flitser de randen van de foto donkerder worden (vignettering). Of dit effect inderdaad optreedt, hangt af van het lenstype en de omstandigheden (zoals de afstand tot het onderwerp).

1 Zet de aan/uit-schakelaar op ON. Druk op # (flitser) om de flitser omhoog te laten springen. • Bij de hieronder vermelde programma's zal de ingebouwde flitser bij weinig licht of bij

tegenlicht automatisch omhoogspringen en ontsteken.AUTO / i / & / / / B / U / / / g

2 Druk de ontspanknop half in.• Als # constant brandt, is de flitser gebruiksklaar. Als dit teken

knippert, is de flitser bezig met opladen. Wacht in dit geval tot het opladen is voltooid.

3 Druk de ontspanknop helemaal in.

Regelen van de flitssterkte

U kunt instellen hoe sterk het flitslicht moet zijn. Bij sommige situtaties krijgt u betere resutaten als u de flitssterkte aanpast, bijv. bij het fotograferen van kleine objecten en bij een verre achtergrond. Op deze wijze kunt u het contrast verbeteren (het onderscheid tussen lichte en donkere partijen) waardoor uw foto's levendiger worden.

1 Menu [ ] [w]

2 Stel de correctiewaarde in met .

3 Druk op knop i. TIPS

Om de instelling w snel op te roepen:→ Als u de knoppen # (flitser) en F (belichtingscorrectie) tegelijkertijd indrukt, verschijnt het

scherm w. Stel met de instelknop de gewenste waarde in.

Opmerkingen• Dit werkt niet als de externe flitser is ingesteld op MANUAL. • Als u de flitssterkte op de externe flitser hebt ingesteld, wordt dit gecombineerd met de flitssterkte-instel-

ling van de camera. • Bij de flitssterkte-instelling wordt rekening gehouden met een eventuele belichtingscorrectie. Als

[w+F] op [ON] staat, wordt een eventuele belichtingscorrectie ook meegenomen bij het berekenen van de correctiewaarde voor de flitssterkte.

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [FLASH MODE] Instelling

Zoeker: Autoflitsen: Rode ogen onderdrukken: Trage synchronisatie (1e gordijn): Trage synchronisatie (2e gordijn): Flitser uit

Flitser stand-by-teken

Zoeker

4

Overige fotografeerfuncties

Page 30: Handleiding Olympus 500

Gebruik van de flitser

30 NL

Flash bracketing (flitssterkte variëren)

De camera maakt meerdere opnamen met telkens een andere hoeveelheid flitslicht.

1 Menu [ [FL BKT]

2 Stel dit in met . [OFF] / [3F 0.3EV] / [3F 0.7EV] / [3F 1.0EV]• In het CUSTOM-menu kunt u de interval van van de EV-stappen wijzigen. g “EV-stap“

(blz. 68)

3 Druk op knop i. • Als u de ontspanknop indrukt. maakt de camera 3 opnamen, de eerste met de

optimale hoeveelheid licht, de tweede met wat minder licht (–), en de derde met wat meer licht (+).

Externe elektronenflitsers (optioneel)

Naast de ingebouwde flitser kunt u ook gebruik maken van externe flitsers die geschikt zijn voor deze camera. Hiermee beschikt u bij flitsopnamen over een groter aantal mogelijkheden bij verschil-lende opnamesituaties. De externe flitsers communiceren met de camera, zodat u de flitserfuncties van de camera kunt uit-breiden met andere flitserfuncties zoals TTL, AUTO en Super FP. De externe flitser kunt u bevesti-gen op de flitsschoen van de camera. Meer informatie vindt u in de handleiding van de externe flit-ser.Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers

Gebruik van een externe elektronenflitser

Schakel de flitser altijd pas in nadat u hem op de camera hebt bevestigd.

1 Schuif het afdekkapje uit de flitsschoen zoals aangegeven door de pijl in de afbeelding.

2 Schuif de flitser in de flitsschoen. • Als de vergrendelpen uitsteekt, verdraait u de ver-

grendelring zo ver mogelijk in de tegengestelde rich-ting van de pijl LOCK. Hierdoor wordt de vergren-delpen naar binnen getrokken.

Optionele flitser FL-50 FL-36 FL-20 RF-11 TF-22

Flitsregeling TTL AUTO, AUTO, MANUAL,FP TTL AUTO, FP MANUAL

TTL AUTO, AUTO, MANUAL TTL AUTO, MANUAL

RG (richtgetal) (ISO100)

RG 50 (85 mm*)RG 28 (24 mm*)

RG 36 (85 mm*)RG 26 (24 mm*)

RG20(35 mm*) RG11 RG22

* Berekend op basis van een kleinbeeldcamera.

Opmerkingen• De optionele externe flitsers kunt u niet samen met de ingebouwde flitser gebruiken. • De optionele flitser FL-40 kunt u niet gebruiken.

Vergrendelpen Vergrendelring

4

Ove

rige

foto

graf

eerf

unct

ies

Page 31: Handleiding Olympus 500

Gebruik van de flitser

NL 31

3 Schakel de flitser in. • Zodra het oplaadlampje op de flitser stopt met knipperen en

continu brandt, is de flitser opgeladen. • De flitser is gesynchroniseerd met de camera bij sluitertijden

van 1/180 seconde of korter.

4 Selecteer een flitserfunctie.

5 Selecteer de gewenste flitsregeling. • Kies voor normaal gebruik de instelling TTL

AUTO.

6 Druk de ontspanknop half in. • De camera en de flitser wisselen nu informatie uit

over de ISO-waarde, de diafragmawaarde en de sluitertijd.

• In de zoeker brandt # constant.

7 Druk de ontspanknop helemaal in.

Super FP-flitser

De flitsers FL-50 en FL-36 beschikken over de stand Super FP. Een Super FP-flits duurt langer dan een gewone flits. Dit houdt in dat u hiermee foto's kunt maken met een kortere sluitertijd dan bij normale flitsopnamen. Ook invulflitsen met een ver geopend diafragma (zoals bij portretopnamen buitenshuis) zijn mogelijk met Super FP. Meer informatie vindt u in de handleiding van de externe flitser.

Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers

Bij gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers dan de speciaal voor deze camera bedoelde flitsers dient u het programma M (Manual) te kiezen. Meer informatie over flitser die niet speciaal op deze camera zijn afgestemd, vindt u op blz. 32.

1 Schuif het kapje uit de flitsschoen om de externe flitser te kunnen bevestigen.

2 Selecteer het programma M (Manual) en stel vervolgens het dia-fragma en de sluitertijd in. • Zet de sluitertijd op 1/180 s of langzamer. Bij snellere sluitertijden zijn andere, in de handel

verkrijgbare flitsers onbruikbaar. • Bij een lange sluitertijd is de kans op onscherpe foto's groter.

3 Schakel de flitser in. • Zorg dat u de flitser pas inschakelt zodra deze op de camera is bevestigd.

Opmerkingen• Bij fotograferen met de flitsregeling in de stand TTL-AUTO, ontsteekt de hoofdflits pas na een reeks

inleidende flitsen. • Met de flitsregeling op TTL-AUTO, of bij een onderwerp op grotere afstand met een ISO-waarde van

400 of hoger, zal de nauwkeurigheid van de flitsregeling afnemen.

# brandt constant:

Het opladen is voltooid.

# knippert:Flitser is

bezig met opladen.

Zoeker

Super FP-flitser

4

Overige fotografeerfuncties

Page 32: Handleiding Olympus 500

32 NL

4 Stel op de camera de ISO-waarde en het diafragma zo in dat dit over-eenkomt met de instelling van de flitser. • Raadpleeg de handleiding van de flitser voor de wijze waarop u de flitser instelt.

In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld

Voordat u een andere dan een van de aanbevolen flitsers gaat gebruiken, leest u de onderstaande tekst zorgvuldig door om te kunnen bepalen of u die flitser wel op deze camera kunt gebruiken.1) Om flitsopnamen te kunnen maken, moet u de externe flitser kunnen instellen. Als u de

externe flitser in de stand Automatisch gebruikt, stelt u op de flitser en de camera dezelfde waarden in voor het diafragma (F-waarde) en de lichtgevoeligheid (ISO).

2) Zelfs als de F-waarde en de ISO-gevoeligheid overeenkomen, is het mogelijk dat, afhankelijk van de lichtomstandigheden, de opnamen toch niet altijd correct worden belicht. In dergelijke gevallen past u de F-waarde of ISO-gevoeligheid op de flitser aan, of berekent u in de stand M (Manual) zelf de instelling aan de hand van de afstand tot het onderwerp.

3) Gebruik een flitser met een verlichtingshoek die past bij de brandpuntsafstand van de lens. Bij een kleinbeeldcamera is de brandpuntsafstand van de lens ca. tweemaal zo groot als de brandpuntafstanden van de lenzen die speciaal voor deze camera werden ontwikkeld.

4) Als een flitser of een ander flitseraccessoire over nog andere communicatiefuncties beschikt dan die in de door ons aanbevolen flitsers, is het mogelijk dat deze functies niet normaal wer-ken en zelfs de camera-elektronica kunnen beschadigen.

Enkelbeeldopnamen o Maakt telkens één foto als de ontspanknop wordt ingedrukt. (de normale fotografeerstand)

Repeterende opnamen j Maakt minimaal 4 foto's met 2,5 beeld/s (in de beeldkwaliteit SHQ, HQ of SQ), en blijft foto's maken zolang u de ontspanknop inge-drukt houdt. Bij alle foto's wordt de scherpstelling en de belichting van de eerst opname aangehouden.

1 Druk op knop < / Y / j (Afstandsbediening/zelfontspanner/serie-opnamen). g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Stel dit in met instelknop . o Enkelbeeldopnamenj Repeterende opnamen

3 Maak de opname door de ontspan-knop helemaal in te drukken. • Druk de ontspanknop helemaal in en houd

deze ingedrukt. De camera neemt achter elkaar foto's tot u de knop loslaat.

Opmerkingen• De flitser ontsteekt telkens als u de ontspanknop (helemaal) indrukt. Als u de flitser even niet wenst te

gebruiken, schakelt u de flitser gewoon uit. • Controleer vooraf of de gebruikte flitser wel gesynchronisserd is met de camera. • Bij sommige programma's kan de ingebouwde flitser automatisch omhoog springen en daarbij de

externe flitser raken.• Dit kunt u voorkomen door de functie die de flitser automatisch omhoog laat springen, uit de schakelen. g “Automatisch omhoogspringende flitser“ (blz. 70)

Enkelbeeldopnamen/repeterende opnamen j

: Enkelbeeldopnamen

Zoeker

: Repeterende opnamen

4

Ove

rige

foto

graf

eerf

unct

ies

Gebruik van de flitser

Page 33: Handleiding Olympus 500

NL 33

Deze functie maakt fotograferen met de zelfontspanner mogelijk. U kunt hierbij de camera zo instel-len dat de foto óf na 12 seconden, óf na 2 seconden wordt gemaakt. Bij opnamen met de zelfont-spanner kunt u de camera het beste op een statief zetten. De zelfontspanner instellen

1 Druk op knop < / Y / j (Afstandsbediening/zelfontspanner/serie-opnamen).g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Stel dit in met instelknop . Y12S 12 s zelfontspannerY2S 2 s zelfontspanner

Gebruik van de zelfontspanner

3 Druk de ontspanknop helemaal in.• De foto is gemaakt. • De scherpstelling en de belichting worden vastgehouden als de ontspanknop half wordt

ingedrukt.

Opmerkingen• Repeterende opnamen zijn niet mogelijk als [NOISE REDUCTION] (g blz. 52) op [ON] staat. • Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen, stopt de camera

met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op de geheugenkaart. Als de batterijspanning te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's opslaan.

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [Y / < / j] Instelling

Bedieningspaneel-instelprocedure

i Serie-opnamen i

Fotograferen met de zelfontspanner Y

: zelfontspanner na 12 s

Zoeker

: zelfontspanner na 2 s

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [Y / < / j] Instelling

Bedieningspaneel-instelprocedure

i Serie-opnamen i

Enkelbeeldopnamen/repeterende opnamen

4

Overige fotografeerfuncties

Page 34: Handleiding Olympus 500

34 NL

• Als u Y12S hebt geselecteerd: Het zelfontspannerlampje brandt eerst ca. 10 seconden continu, begint dan ca. 2 seconden lang te knipperen, en daarna wordt de foto gemaakt. Als u Y2S hebt geselecteerd: Het zelfontspannerlampje brandt ongeveer 2 seconden, waarna de opname gemaakt wordt.

• Om de ingeschakelde zelfontspanner voortijdig te stoppen, drukt u op knop < / Y / j. g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

ZoekerafdekkapjeAls u bij het fotograferen niet door de zoe-ker kijkt, bijvoorbeeld bij gebruik van de zelf-ontspanner, schuift u het zoekerafdekkapje over de zoeker om te voorkomen dat hier-langs licht binnenkomt wat de lichtmeting kan beïnvloeden. Om het zoekerafdek-kapje te kunnen aanbrengen, verwijdert u eerst het oogkapje zoals aangegeven in de afbeelding. Bij het aanbrengen van het optionele oogkapje gaat u op dezelfde wijze te werk.

Met behulp van de optionele afstandsbediening RM-1 kunt u een zelfportret of een opname bij nachtlicht maken zonder dat u de camera hoeft aan te raken. U kunt de camera zó instellen dat, na het indrukken van de ontspanknop op de afstandsbediening, de foto onmiddellijk of pas na 2 secon-den wordt gemaakt. Met de optionele afstandsbediening kunt u ook tijdopnamen maken.

De afstandsbediening instellen

1 Druk op knop < / Y / j (Afstandsbedie-ning/zelfontspanner/serie-opnamen).g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Stel dit in met instelknop .<0S De opname wordt onmiddellijk gemaakt. <2S De opname wordt 2 seconden later gemaakt.

Opmerkingen• Druk de ontspanknop niet in terwijl u recht voor de camera staat omdat de camera dan bij een half-inge-

drukte ontspanknop gaat scherpstellen op het verkeerde onderwerp.

Oogkapje Zoekeraf-dekkapje

Fotograferen met de afstandsbediening <

: 0 seconden

Zoeker

: 2 seconden

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [Y / < / j] Instelling

Bedieningspaneel-instelprocedure

i Serie-opnamen i

Fotograferen met de zelfontspanner

4

Ove

rige

foto

graf

eerf

unct

ies

Page 35: Handleiding Olympus 500

Fotograferen met de afstandsbediening

NL 35

Gebruik van de afstandsbediening

1 Gebruik een statief of zet de camera op een stabiele ondergrond.

2 Richt de afstandsbediening op de ontvanger op de camera en druk op de ontspanknop van de afstandsbediening. • Als u <0S hebt geselecteerd:

De scherpstelling en belichting worden vastgehouden, het afstandsbedieningslampje knip-pert en de foto wordt gemaakt.

• Als u <2S hebt geselecteerd: Het zelfontspannerlampje brandt ongeveer 2 seconden, waarna de opname gemaakt wordt.

Effectief bereik van de afstandsbedieningRicht de afstandsbediening op de ontvanger op de camera binnen het bereik dat hieronder staat aangegeven. Felle lichtbronnen zoals direct zonlicht, TL-lampen of apparaten die elektrische of radiogolven produceren, kunnen het effectieve bereik beperken.

TIPSHet afstandsbedieningslampje knippert niet als u op de knop van de afstandsbediening drukt. → Het uitgezonden signaal bereikt de camera niet als de ontvanger op de camera wordt blootge-

steld aan fel licht. Houd de afstandsbediening dichter bij de camera en druk opnieuw op de ont-spanknop van de afstandsbediening.

→ Het uitgezonden signaal bereikt de camera niet als de afstand tot de camera te groot is. Houd de afstandsbediening dichter bij de camera en druk opnieuw op de ontspanknop van de afstandsbediening.

→ Het signaal wordt gestoord. Wijzig het zendkanaal zoals aangegeven in de handleiding van de afstandsbediening.

Het fotograferen via de afstandsbediening uitschakelen:→ Na het fotograferen via de afstandsbediening wordt deze functie niet automatisch uitgescha-

keld. Dit gaat alleen door een andere functie te kiezen. Gebruik van de ontspanknop op de camera tijdens het fotograferen via de afstandsbediening:→ De ontspanknop op de camera werkt altijd, ook in de stand “Fotograferen via de afstandsbediening“.

Tijdopnamen met de afstandsbedieningZet de functieknop op M (Manual) en dan de sluitertijd op [bulb] (tijdopname).

Opmerkingen• Er wordt geen foto gemaakt als de camera niet heeft kunnen scherpstellen op het onderwerp. • Bij fel licht is het afstandsbedieningslampje moeilijk te zien waardoor u moeilijk kunt bepalen of de foto

wel gemaakt is. • Met de afstandsbediening kunt u niet in- of uitzoomen.

Ontvanger van afstandsbedienings-signalen

AfstandsbedieningCa. 5 m (16.4 pėdos) (binnenshuis)

Ca. 3 m (9.8 pėdos) (buitenshuis)

Ca.i 3 m (9.8 pëdos) (binnenshuis)Ca. 2 m (6.6 pëdos) (buitenshuis)

Ca.i 3 m (9.8 pëdos) (binnenshuis)Ca. 2 m (6.6 pëdos) (buitenshuis)

Druk bij de afstandsbediening op knop W om desluiter te openen. Zodra na het indrukken van knopW 8 minuten zijn verstreken, gaat de sluiter automa-

tisch dicht.Druk op knop T om de sluiter te sluiten.

4

Overige fotografeerfuncties

Page 36: Handleiding Olympus 500

36 NL

AF-kader selecterenNormaliter meet de camera de afstand tot het onderwerp met behulp van de drie AF-kaders in de zoeker en selecteert vervolgens het meest geschikte scherpstelpunt. Met deze functie kunt u één bepaald AF-kader selecteren.

(AUTO) Scherpstelling met behulp van de drie AF-kaders.Scherpstelling via het linker AF-kader Scherpstelling via het centrale AF-kader Scherpstelling via het rechter AF-kader

1 Druk op knop (AF-kader selecteren) g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Stel dit in met instelknop . AUTO / / /

3 Maak de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken.

Centraal AF-kaderZoeker

LinkerAF-

kader

Rechter AF-kader

Menu-instelprocedure

Menu [ ] Instelling

Bedieningspaneel-instelprocedure

i AF-kader i

5

Sche

rpst

elfu

nctie

s

Page 37: Handleiding Olympus 500

NL 37

ScherpstelmethodeDeze camera beschikt over drie scherpstelmethoden: S-AF (eenmaal AF), C-AF (continu AF) en MF (handmatig scherpstellen).

1 Druk op knop AF (scherpstelmethode).g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Stel dit in met instelknop . S-AF / C-AF / MF / S-AF+MF / C-AF+MFg “S-AF - fotograferen met eenmaal scherpstel-

len“ (blz. 37), “De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF)“ (blz. 37), “C-AF - fotograferen met continu scherpstel-len“ (blz. 38), “De methodes C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF)“ (blz. 38), “Handmatig scherpstellen (MF - Manual Focus)“ (blz. 39)

S-AF - fotograferen met eenmaal scherpstellen

Zodra u de ontspanknop indrukt, stelt de camera éénmaal scherp. Als het scherpstellen mislukt, laat u de ontspanknop los en drukt u deze nog-maals half in. Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of nauwelijks bewegende onderwerpen.

1 Druk de ontspanknop half in. • Zodra de camera heeft scherpgesteld, licht AF-teken op. • U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met scherpstel-

len.

2 Druk de ontspanknop helemaal in.

De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF)

Met deze functie kunt u, nadat de camera heeft scherpgesteld met de methode S-AF, de scherp-stelling handmatig bijregelen met de scherpstelring van de lens.

1 Druk de ontspanknop half in om de camera te laten scherpstellen. • Zodra de camera heeft scherpgesteld, licht AF-teken

op.

2 Terwijl u de ontspanknop nog steeds half ingedrukt houdt, kunt u de scherpstelling corrigeren met de scherpstelring.

AF

S-AF

Zoeker

C-AFMFC-AF+MF

C-AF+MF

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [AF MODE] Instelling

Bedieningspaneel-instelprocedure

i Scherpstelmethode i

AF-teken

Zoeker

Scherpstelring

5

Scherpstelfuncties

Page 38: Handleiding Olympus 500

Scherpstelmethode

38 NL

3 Maak de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken.

C-AF - fotograferen met continu scherpstellen

De camera blijft continu bezig met scherpstellen. Als het onderwerp zich verplaatst, blijft de camera de scherpstelling continu aanpassen (Predictive AF). Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de compositie van de foto, de camera blijft bezig met scherpstellen.

1 Druk de ontspanknop half in en blijf hem in deze stand houden. • Zodra de camera klaar is met scherpstellen, licht AF-teken op. • Het AF-teken licht niet op, ook al is de scherpstelling in orde. • De camera blijft continu bezig met scherpstellen. Ook al beweegt het onderwerp, en zelfs

als u de compositie van de foto wijzigt: de camera blijft steeds bezig met scherpstellen. • Na de tweede keer scherpstellen met Continu AF klinkt de pieptoon niet meer, ook niet als

de camera zich heeft scherpgesteld.

2 Druk de ontspanknop helemaal in.

De methodes C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF)

Met deze functie kunt u, nadat de camera heeft scherpgesteld met de methode C-AF, de scherp-stelling handmatig bijregelen met de scherpstelring van de lens.

1 Druk de ontspanknop half in om de camera te laten scherpstellen.

2 Regel de scherpstelling bij met de scherpstelring.

3 Maak de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken. TIPS

Een andere manier om handmatig scherp te stellen met de methode C-AF:→ Zet in het CUSTOM-menu bij de AEL/AFL-instelling de scherpstelmethode C-AF in de stand

3 of 4. g “AEL/AFL-functie“ (blz. 67)

Opmerkingen• Drukt u, na het fijninstellen van de scherpstelling met de scherpstelring, opnieuw op de ontspanknop,

dan wordt het autofocus geactiveerd en gaan uw instellingen verloren.

Opmerkingen• Drukt u, na het fijninstellen van de scherpstelling met de scherpstelring, opnieuw op de ontspanknop,

dan wordt het autofocus geactiveerd en gaan uw instellingen verloren.

5

Sche

rpst

elfu

nctie

s

Page 39: Handleiding Olympus 500

NL 39

Handmatig scherpstellen (MF - Manual Focus)

Hierbij kunt u met de hand scherpstellen op een onderwerp terwijl u door de zoeker kijkt.

1 Stel scherp met de scherpstelring.

2 Maak de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken.

Draairichting van de scherpstelringU kunt de draairichting van de scherpstelring naar eigen voorkeur instellen: rechtsom of juist linksom naar de stand oneindig. g “Scherpstelring“ (blz. 72)

Hulp bij het scherpstellenAls u de lens handmatig scherpstelt op een onderwerp (door de scherpstelring te verdraaien), licht het AF-teken op. Heeft u 3 AF-kaders geselecteerd, dan stelt de camera scherp op het centrale AF-kader.

De camera maakt meerdere foto's en kiest bij elke foto een iets andere scherpstelling. De verschil-lende foto's worden opgeslagen op de geheugenkaart in deze volgorde: de foto met het handmatig ingestelde scherpstelpunt, de foto met het scherpstelpunt iets verder weg, de foto met het scherp-stelpunt iets dichterbij.

1 Menu [ ] [MF BKT]

2 Stel dit in met instelknop . [OFF] / [5F 1STEP] / [5F 2STEP] / [7F 1STEP] / [7F 2 STEP]EV-stap : 1STEP, 2STEPAantal beelden

2 opnamen met een scherpstelpunt dat dichterbij ligt dan dat wat door u met de hand werd ingesteld, en 2 opnamen met een scherpstelpunt dat verder weg ligt: In totaal 5 opnamen. 3 opnamen met een scherpstelpunt dat dichterbij ligt dan dat wat door u met de hand werd ingesteld, en 3 opnamen met een scherpstelpunt dat verder weg ligt: In totaal 7 opnamen.

3 Druk op knop i.

4 Stel in de stand MF scherp op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop helemaal in. • Zodra u de ontspanknop helemaal hebt ingedrukt, maakt de camera een serie opnamen:

de opname met het handmatig ingestelde scherpstelpunt, de opnamen met het scherpstel-punt iets verder weg, en de opnamen met het scherpstelpunt iets dichterbij.

• Het aantal opnamen waarbij het scherpstelpunt naar achteren of naar voren is verschoven ten opzichte van met handmatig ingestelde scherpstelpunt, kan variëren afhankelijk van de lens en van de omstandigheden bij het fotograferen.

• Als het onderwerp niet in het midden van het beeld staat, of een lager contrast heeft dan de omgeving, is het mogelijk dat de camera een groot aantal foto's maakt waarbij het scherpstelpunt naar achteren of naar voren wordt verschoven.

• Bij het fotograferen met MF bracketing (MF BKT) kunt u de camera het beste op een statief of iets dergelijks zetten.

MF bracketing (scherpstelling variëren)

Scherpstelmethode

5

Scherpstelfuncties

Page 40: Handleiding Olympus 500

NL 40

AF-lichtbronDe ingebouwde flitser kan als AF-lichtbron fungeren. In de stand AF (autofocus) vergemakkelijkt dit het scherpstellen bij het fotograferen bij weinig licht.

1 Menu [ ] [AF ILLUMINATOR]

2 Selecteer [ON] of [OFF] met behulp van .

3 Druk op knop i.

Normaliter kunt u geen foto maken terwijl AF (autofocus) bezig is met scherpstellen of terwijl de flit-ser wordt opgeladen. Als u toch een foto wilt kunnen maken voordat de camera er helemaal klaar voor is, gebruikt u de volgende instelling. Bij de scherpstelmethoden S-AF (g blz. 37) en C-AF (g blz. 38) kunt u als volgt sluitertijdvoorrang selecteren. Als u [RELEASE PRIORITY C] op [ON] hebt gezet, is de functie predictive af niet beschikbaar.

1 Volg de stappen die horen bij de scherpstel-methode die u hebt geselecteerd. Scherpstelmethode S-AFMenu [ ] [RELEASE PRIORITY S]Scherpstelmethode C-AFMenu [ ] [RELEASE PRIORITY C]

2 Selecteer [ON] of [OFF] met behulp van .

3 Druk op knop i.

Sluitertijdvoorrang

5

Sche

rpst

elfu

nctie

s

Page 41: Handleiding Olympus 500

NL 41

Lichtmeting – lichtmeetmethode wijzigen De camera kan de helderheid van het onderwerp op vijf manieren meten: Digitale ESP-lichtmeting, gemiddelde waardemeting met nadruk op het beeldmidden, en drie soorten spotmeting. Selecteer de methode die het beste bij uw onderwerp past.

1 Druk op de lichtmeetknop .g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Stel dit in met instelknop . / 4 / n / n HI / n SH

Digitale ESP-meting De camera meet de lichtniveaus en berekent de lichtniveauverschillen op 49 verschillende plaatsen van het beeld. Dit systeem zorgt voor een exacte lichtmeting, ook al bestaat er een groot contrast-verschil tussen het centrum van het beeld en het gebied daaromheen, zoals onderwerpen bij tegen-licht en opnamen bij fel licht. Deze methode wordt aanbevolen voor normaal fotograferen.

4 Gemiddelde waardemeting met nadruk op het beeldmidden

Deze meetmethode berekent het gemiddelde van de lichtni-veaus van het onderwerp en de achtergrond, maar het cen-trum van het beeld telt hier zwaarder mee. Kies deze metho-de als u wilt voorkomen dat het lichtniveau van de achter-grond de belichting van het onderwerp te sterk beïnvloedt.

n SpotmetingDe camera meet het lichtniveau binnen een heel klein gebied dat in de zoeker wordt aangegeven door het spotmetingskader. Gebruik deze methode bij opnamen met fel tegenlicht.

nHI-spotmeting – bij veel lichte partijenAls de achtergrond over het algemeen erg licht is, zullen bij een normale automatische belichting de witte partijen grijs worden. Met deze lichtmeetmethode gaat de camera een beetje overbelichten zodat de witte partijen wit blijven. Het meetgebied is hetzelfde als bij spotmeting.

nSH-spotmeting – bij veel lichte partijenIs achtergrond over het algemeen erg donker, dan worden de zwarte partijen bij een normale automatische belichting grijs. Met deze lichtmeetmethode gaat de camera een beetje onderbelichten zodat de zwarte partijen ook zwart worden weergegeven. Het meetgebied is hetzelfde als bij spotmeting.

: Spotmeting – bij veel schaduwpartijen

: Digitale ESP-meting: Gemiddelde waardemeting met nadruk op het beeldmidden: Spotmeting

: Spotmeting – bij veel lichte partijen

Zoeker

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [METERING] Instelling

Bedieningspaneel-instelprocedure

i Lichtmeetmethode i

Meetgebied

6

Belichting, beeld en kleur

Page 42: Handleiding Olympus 500

42 NL

Belichtingscorrectie – de helderheid van het beeld variëren

Soms kunt u betere resultaten krijgen als u de belichting die de camera heeft berekend, handmatig bijregelt. Vaak komen heldere onderwerpen (zoals sneeuw) donkerder op de foto dan ze in feite zijn. Door een beetje over te belichten (belichtingscorrectie richting +) gaan deze tinten eruitzien zoals ze in werkelijkheid zijn. Op dezelfde wijze kunt u de tinten van donkere onderwerpen corrige-ren, maar nu in de richting –. U kunt de belichting stapsgewijs corrigeren binnen een bereik van –5,0 EV tot +5,0 EV. Belichtingscorrectie kunt u het beste toepassen bij gemiddelde waardemeting met nadruk op het beeldmidden (4) en bij spotmeting (5).

1 Terwijl u knop F (belichtingscorrectie) ingedrukt houdt, stelt u met instelknop de gewenste waarde van de belichtingscorrectie in.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)• Instellen in de richting +: max. +5.0 EV

Instellen in de richting –: max. –5,0 EV• Als interval van EV-stappen kunt u kiezen tus-

sen 1/3 EV, 1/2 EV en 1 EV. g “EV-stap“ (blz. 68)

• U kunt de functie van de instelknop ook zo wij-zigen dat u bij belichtingscorrectie alleen maar deze instelknop hoeft te verdraaien zonder dat u daarbij knop F hoeft in te drukken. g “De functie van de instelknop aanpassen“ (blz. 71).

Hoe interpreteert u de belichtingscorrectie-indicatie

• Als de belichtingscorrectiewaarde groter is dan het schaalbereik van de belichtingscorrectie-indi-catie, zal het teken – of + rood oplichten.

• Bij een belichtingscorrectie met de waarde 0 zal de belichtingscorrectie-indicatie verdwijnen.

F

–2.0 EV ±0 +2.0 EV

instelknopInstellen in de richting +Instellen in de

richting –

Belichtingscorrectie-indicatie

Belichtingscor-rectiewaarde

Belichtingscorrectie-indicatie in stappen van 1/3 EV

Belichtingscorrectie-indicatie in stappen van 1/2 EV

1/3 EV

1/2 EV

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [F] Belichtingscorrectie-indicatie

6

Bel

icht

ing,

bee

ld e

n kl

eur

Page 43: Handleiding Olympus 500

NL 43

De gemeten belichtingswaarde kunt u vasthouden met knop [ (AE lock). Gebruik AE lock als u een andere belichting wilt toepassen dan de gebruikelijke belichting bij deze situatie. Door de ont-spanknop half in te drukken worden normaliter zowel de scherpstelling AF (autofocus) als de auto-matische belichting AE vastgehouden, maar u kunt ook alleen de belichting vasthouden met behulp van knop [. Zodra u de belichting vasthoudt, wordt automatisch de in het menu gekozen licht-meetmethode toegepast (digitale ESP-meting, gemiddelde waardemeting met nadruk op het beeld-midden, of spotmeting). g “AEL-lichtmeting“ (blz. 68)

1 Richt de camera op het onderwerp

2 Houd knop [ (AE lock) ingedrukt.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)• De gemeten belichting wordt vastgehouden.• B verschijnt in de zoeker.

3 Kies de gewenste foto-uitsnede (compositie). Ter-wijl u knop [ ingedrukt houdt, drukt u de ont-spanknop half in.• De ingestelde scherpstelling wordt vastgehouden.

4 Druk de ontspanknop helemaal in.• Door knop [ los te laten, wordt AE lock opgeheven.• In het CUSTOM-menu kunt u AE lock zo instellen dat dit niet wordt opgeheven als u knop

AEL loslaat. g “AEL/AFL-functie“ (blz. 67)

Opmerkingen• Belichtingscorrectie is alleen mogelijk bij de programma's P, A en S.

AE lock – de belichting vasthouden [

AE lock

Zoeker

Belichtingscorrectie – de helderheid van het beeld variëren

6

Belichting, beeld en kleur

Page 44: Handleiding Olympus 500

44 NL

ISO – de gewenste lichtgevoeligheid instellenHoe hoger de ISO-waarde, hoe hoger de lichtgevoeligheid van de camera en hoe minder licht u nodig hebt om te kunnen fotograferen. Bij hoge ISO-waarden gaat uw foto's er echter korrelig uitzien.

1 Druk op de ISO-knop.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Stel met instelknop de gewenste ISO-waarde in.

De camera neemt automatisch meerdere opnamen en belicht hierbij elke opname telkens een beetje anders. Zelfs in situaties waarbij het moeilijk is om een juiste belichting te krijgen (bijv. bij tegenlicht of in het halfduister), kunt u uit de serie foto's met verschillende belichtingsinstellingen (belichtings- en correctiewaarden) de foto kiezen die u het beste bevalt. De foto's worden in deze volgorde gemaakt: Foto met optimale belichting, foto met belichtingscorrectie in de richting –, foto met belichtingscorrectie in de richting +.

Belichtingscorrectiewaarde: 0,3, 0,7 of 1,0De belichtingscorrectiewaarde is afhankelijk van de ingestelde interval voor EV-stappen (die u in het menu kunt wijzigen). U kunt de belichtingscorrectie instellen binnen het bereik –1,0 tot +1,0. g “EV-stap“ (blz. 68)

Aantal beelden 3

1 Menu [ ] [AE BKT]

2 Stel dit in met instelknop .[OFF] / [3F 0.3EV] / [3F 0.7EV] / [3F 1.0EV]

Opmerkingen• In de stand AUTO hanteert de camera gewoonlijk de waarde ISO 100. Als het onderwerp te ver weg ligt

om te kunnen flitsen, kiest de camera automatisch een hogere ISO-waarde.

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [ISO] Instelling

Bedieningspaneel-instelprocedure

i ISO i

AE bracketing (belichting variëren)

Voorbeeld:U hebt BKT (bracketing) inge-steld op [3F 1.0 EV]

±0 +1,0 EV–1,0 EV

AE BKT

OFF3F 0.3EV

6

Bel

icht

ing,

bee

ld e

n kl

eur

Page 45: Handleiding Olympus 500

NL 45

3 Druk op knop i.

4 Begin met fotograferen.Enkelbeeldopnamen

Telkens als u de ontspanknop helemaal indrukt, krijgt de foto een andere belichting. • De instelling voor de volgende opname verschijnt in de

zoeker. Repeterende opnamen

Houd de ontspanknop ingedrukt tot het geselec-teerde aantal foto's is genomen. Elke foto krijgt een andere belichting. • Zodra u de ontspanknop loslaat, stopt het fotograferen met auto bracketing.

Hoe corrigeert AE bracketing de belichting bij elk programmaAfhankelijk van de gekozen belichtingsfunctie wordt de belichting als volgt gecorrigeerd:

AUTO : Diafragmawaarde en sluitertijdP : Diafragmawaarde en sluitertijdA : SluitertijdS : DiafragmawaardeM : Sluitertijd

TIPSAE bracketing toepassen op de belichtingswaarde die u hebt gecorrigeerd:→ Corrigeer de belichtingswaarde en gebruik daarna de functie AE bracketing. AE bracketing

wordt nu toegepast op de belichtingswaarde die u hebt gecorrigeerd.

Opmerkingen• Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen, stopt de camera

met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op de geheugenkaart. Als batterijspanning te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's opslaan.

EV-stap

Zoeker

De belichtingscorrectiewaarde die u hebt ingesteld

De belichtingscorrectiewaarde die u hebt ingesteld

6

Belichting, beeld en kleur

AE bracketing (belichting variëren)

Page 46: Handleiding Olympus 500

46 NL

Witbalans – de kleurtint aanpassenDe kleurweergave varieert altijd naargelang de lichtomstandigheden. Als u bijvoorbeeld daglicht en het licht van een gloeilamp afwisselend op een blad wit papier laat schijnen, ziet u dat de kleur wit telkens een andere tint heeft. Een digitale camera kan met zijn digitale processor de kleur van het wit aanpassen zodat de kleur er natuurlijker uitziet. Dit mechanisme noemen we de witbalans. Met deze camera kunt u de witbalans (WB) op vier manieren aanpassen. Witbalans automatisch instellenDe camera detecteert dan in de beelden automatisch de witte partijen en past aan de hand daarvan de kleurbalans aan. Dit is bij de meeste opnamen de beste stand. Als het beeld echter nauwelijks witte kleuren bevat, is het mogelijk dat de witbalans van de foto niet correct is. Om in dergelijke gevallen een correcte witbalans te krijgen, gebruikt u een vooringestelde witbalans (preset WB) of de witbalansinstelling met behulp van slechts één knop (one-touch WB). Vooringestelde witbalansIn deze camera zijn 7 verschillende kleurtemperaturen voorgeprogrammeerd die geschikt zijn voor een groot aantal verlichtingssituaties, zowel binnenshuis als buitenshuis, inclusief TL- en gloei-lampverlichting. Gebruik bijv. een vooringestelde witbalans om meer rood te krijgen in een opname van een zonsondergang, of creëer hiermee een warm effect bij kunstlichtopnamen. Probeer de ver-schillende vooringestelde witbalans eens uit om te zien wat het effect ervan is. VoorkeurwitbalansU kunt de kleurtemperatuur van een van de vooringestelde witbalans zelf naar wens aanpassen. g “Voorkeurwitbalans instellen (custom WB)“ (blz. 48)Aangepaste witbalans U kunt voor een bepaalde belichtingssituatie de optimale witbalans instellen door de camera op een wit object te richten, bijv. een wit stuk papier. De witbalans die zo wordt ingesteld, wordt opgeslagen als een van de vooringestelde witbalans. g “Een one-touch WB instellen (witbalans met één knop)“ (blz. 48)

KleurtemperatuurDe spectrale verdeling van verschillende witte licht-bronnen wordt aangeduid met een kleurtemperatuur-waarde, een natuurkundige meetwaarde op basis van de Kelvin-temperatuurschaal (K). Hoe hoger de kleurtemperatuur, hoe voller de blauwe tinten en hoe bleker de rode tinten, en omgekeerd: hoe lager de kleurtemperatuur, hoe voller de rode tinten en hoe bleker de blauwe tinten. Hieronder wordt uitgelegd waarom de kleurtemperatuur van TL-verlichting (fluo-rescentielampen) deze lampen eigenlijk ongeschikt maakt als kunstlichtbron. In de kleurschakering van TL-lampen zitten hiaten. Als deze hiaten klein zijn, kan er toch een kleurtemperatuur worden berekend die we in dit geval een toegevoegde kleurtemperatuur noemen. De vooringestelde witbalans 4000 K, 4500 K en 6600 K in deze camera zijn toegevoegde kleurtemperatuur, en mogen niet als kleurtemperatuur beschouwd worden. Gebruik deze instellingen bij het fotograferen bij TL-verlichting.

TIPSWitbalans met een flitser:→ Bij flitsopnamen wordt de stand Auto WB aanbevolen.

Wilt u echter een vooringestelde witbalans gebruiken, selecteer dan de kleurtemperatuur 6000 K. Bij flitsopnamen kunt het beste de gemaakte foto's weergeven en de kleur op het scherm controleren. Diverse omstandigheden hebben invloed op de kleurtemperatuur en hoe kleur wordt weergegeven op het scherm.

Opmerkingen• De kleurtemperaturen van de lichtbronnen in de schaalverdeling hierboven zijn bij benadering aangege-

ven Dit zijn geen exacte kleurtemperatuurwaarden. Het zonlicht op dit moment is nooit precies 5300 K, en TL-licht nooit exact 4000 K.

Sch

ake

ring

op

h

eld

ere

da

g

Da

glic

ht-T

L

Be

wo

lkt

He

lde

re d

ag

nte

nsie

f-wit

TL

-lich

t

Wit T

L-lic

ht

Wa

rm-w

itte

glo

eila

mp

Sfe

erlic

ht

Meer rod Meer blauw

6

Bel

icht

ing,

bee

ld e

n kl

eur

Page 47: Handleiding Olympus 500

Witbalans – de kleurtint aanpassen

NL 47

Auto WB/preset WB instellen

U kunt de witbalans instellen door de juiste kleurtemperatuur voor de heersende lichtomstandighe-den te kiezen.

1 Druk op knop WB (witbalans)g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Stel dit in met instelknop . AUTO / 5 / 3 / 2 / 1 / w / x / y / V / CWB

TIPSAls onderwerpen zonder witte beeldpartijen op de foto staan mét witte partijen→ In de stand Auto WB kan de juiste witbalans niet worden bepaald als er binnen het zoekerbeeld

geen witte partijen voorkomen. Probeer het in dit geval met de instelling one-touche WB of met een van de preset-WB's.

WB-stand Lichtomstandigheden

AUTO Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden (als in de zoeker een witte beeldpartij zichtbaar is) Gebruik deze stand bij normaal fotograferen.

5 5300K Voor buitenopnamen op een heldere dag, of voor meer rode tinten bij een een zonson-dergang, of voor meer kleuren bij vuurwerk.

3 6000K Voor buitenopnamen op een bewolkte dag (bij gebruik van de flitser)2 7500K Voor buitenopnamen in de schaduw op een heldere dag1 3000K Voor fotograferen bij het licht van gloeilampenw 4000K Voor fotograferen bij wit TL-lichtx 4500K Voor fotograferen bij een neutraal-wit TL-lichty 6600K Voor fotograferen bij het licht van daglicht-TL-lampen

V De bij “one-touche WB“ ingestelde kleurtemperatuur g “Een one-touch WB instellen (witbalans met één knop)“ (blz. 48)

CWBDe kleurtemperatuur die is ingesteld in het menu Custom WB. Als hier geen waarde is ingesteld, staat deze op 3000 K. De kleurtemperatuurweergave wordt aangepast aan uw CWB-instelling.

Zoeker

: AUTO

: Preset WB

: Custom WB (uw eigen witbalans)

Verschijnt niet als u de witbalans op AUTO zet.

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [WB] Instelling

Bedieningspaneel-instelprocedure

i WB i

6

Belichting, beeld en kleur

Page 48: Handleiding Olympus 500

Witbalans – de kleurtint aanpassen

48 NL

Voorkeurwitbalans instellen (custom WB)

1 Druk op knop WB (witbalans)g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Selecteer uw eigen witbalans met .

3 Terwijl u knop F (belichtingscorrectie) ingedrukt houdt, stelt u met instelknop de gewenste waarde in. • U kunt de eigen witbalans (custom WB) instellen tussen 2000 K en 14.000 K

Een one-touch WB instellen (witbalans met één knop)

Dit komt van pas als de gewenste witbalans nauwkeuriger moet zijn dan de beschikbare preset WB's. Om de witbalans te bepalen richt u de camera op een wit vel papier dat verlicht wordt door de gewenste lichtbron. De op deze wijze bepaalde witbalans kunt u opslaan in de camera. Dit is handig als u een onderwerp niet alleen bij natuurlijk licht fotografeert, maar ook bij andere licht-bronnen met verschillende kleurtemperaturen.

1 Richt de camera op een wit vel papier. • Houd het papier zó dat het de hele zoeker vult. Zorg dat er geen

schaduwen zichtbaar zijn.

2 Terwijl u knop V (one-touch WB) ingedrukt houdt, drukt u de ontspanknop helemaal in. • Het scherm V verschijnt dan.

3 Druk op knop i. • De witbalans is nu vastgelegd. • De vastgelegde witbalans wordt in de camera opgeslagen als een

van de preset WB's. De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt.

TIPSNa het indrukken van de ontspanknop verschijnt [WB NG RETRY]. → Het vastleggen van de witbalans is mislukt om een van de volgende redenen: het beeld bevatte

te weinig wit, het beeld is te licht of te donker, of de kleuren zien er onnatuurlijk uit. Wijzig het diafragma en de sluitertijd en herhaal de procedure vanaf stap 1.

Witbalanscorrectie

Hiermee kunt u de instelling van Auto WB en Preset WB bijregelen.

1 Menu [ ] [WB]

Menu-instelprocedure

Menu [ ] [WB] CWB

Bedieningspaneel-instelprocedure

i CWB i

De bij het fotografe-ren gebruikte verlichting

6

Bel

icht

ing,

bee

ld e

n kl

eur

Page 49: Handleiding Olympus 500

Witbalans – de kleurtint aanpassen

NL 49

2 Selecteer met de witbalans die u wilt aan-passen.

3 Selecteer de kleurrichting met . R-B rood – blauwG-M groen – magenta• U kunt beide kleurrichtingen instellen. De witbalans instellen in de richting R-B.

Afhankelijk van de oorspronkelijke witbalans kan het beeld roder worden telkens als u op adrukt, en blauwer telkens als u op cdrukt.

De witbalans instellen in de richting G-M.Afhankelijk van de originele witbalans kan het beeld groener worden telkens als u op adrukt, en purper-kleuriger telkens als u op cdrukt. • De witbalans kunt u in elke richting (R, B, G en M) in 7 stappen instellen.

4 Druk op knop i. • Uw aanpassing is opgeslagen.

TIPSDe aangepaste witbalans controleren:→ Na het uitvoeren van stap 3 richt u de camera op het onderwerp om testopnamen te maken.

Als u op knop [ drukt, verschijnen de testbeelden die u met de huidige witbalansinstellin-gen hebt gemaakt.

Alle instellingen van de witbalans in één keer aanpassen:→ “Alle witbalansen corrigeren“ (blz. 69)

WB bracketing (witbalans variëren)

Bij één opname worden automatisch drie foto's genomen met verschillende witbalansen (aange-past in de opgegeven kleurrichtingen). Eén foto heeft de opgegeven witbalans, en de andere twee tonen hetzelfde beeld, maar aangepast in verschillende kleurrichtingen. De drie beelden worden opgeslagen op de geheugenkaart.

1 Menu [ ] [WB BKT]

2 Selecteer de kleurrichting met R-B rood – blauwG-M groen – magenta• U kunt beide kleurrichtingen instellen.

3 Stel de correctiewaarden in met .

4 [OFF] / [3F 2STEP] / [3F 4STEP] / [3F 6STEP]

5 Maak uw opname. • Als u de ontspanknop helemaal indrukt, worden automatisch foto's gemaakt die aangepast

worden in de opgegeven kleurrichtingen.

TIPSWB bracketing toepassen op de witbalans die u hebt ingesteld:→ Stel eerst met de hand de witbalans in en gebruik vervolgens WB bracketing. WB bracketing

wordt toegepast op uw witbalansinstelling.

6

Belichting, beeld en kleur

Page 50: Handleiding Olympus 500

50 NL

Hiermee kunt u beeldtonen selecteren om unieke effecten te creëren. Beeldparameters zoals con-trast en scherpte kunt u in iedere stand fijninstellen.

1 Menu [ ] [PICTURE MODE].

2 Selecteer met de stand beeldeffecten. [VIVID] Voor levendige kleuren. [NATURAL] Voor natuurlijke kleuren. [MUTED] Voor afgevlakte tinten. [MONOTONE] Voor zwart/witte tinten. [SEPIA] Voor een sepia-tint.

3 Met kunt u de onderstaande punten aanpas-sen. Welke parameters u kunt aanpassen, hangt af van de geselecteerde stand.Bij [VIVID] / [NATURAL] / [MUTED]

[CONTRAST] Het verschil tussen lichte en donkere partijen.

[SHARPNESS] De scherpte van het beeld.[SATURATION] De kleurdiepte van het beeld.

Bij [SEPIA] / [MONOTONE][CONTRAST] Het verschil tussen lichte en donkere par-

tijen.[SHARPNESS] De scherpte van het beeld.[B&W FILTER] Hiermee maakt u een zwart-wit beeld. De filterkleur wordt lichter en

de complementaire kleur wordt donkerder.[N: NEUTRAL] Hiermee creëert u een normale zwart/wit-foto. [Ye: YELLOW] Geeft mooi doortekende wolken tegen een helderblauwe lucht. [Or: ORANGE] Accentueert een beetje de kleuren in blauwe luchten en zonson-

dergangen. [R: RED] Accentueert in sterke mate kleuren in blauwe luchten en de helder-

heid van karmozijnrood gebladerte. [G: GREEN] Accentueert in sterke mate kleuren in rode lippen en groene

bladeren. [PICT. TONE] Kleurt zwart-wit beelden.

[N: NEUTRAL] Hiermee creëert u een normale zwart-wit foto. [S: SEPIA] Sepia[B: BLUE] Blauw[P: PURPLE] Purper[G: GREEN] Groen

4 Druk op knop i.• Uw aanpassing wordt opgeslagen.

Opmerkingen• Bij WB bracketing kan de camera geen repeterende opnamen maken als op de geheugenkaart onvol-

doende geheugen beschikbaar is om het geselecteerde aantal beelden op te slaan.

Beeldeffecten - creatieve opties

Witbalans – de kleurtint aanpassen

6

Bel

icht

ing,

bee

ld e

n kl

eur

Page 51: Handleiding Olympus 500

NL 51

Gradatie U kunt twee soorten gradatie instellen.

HIGH KEY : Meer gradaties in de lichte beeldpartijen.LOW KEY : Meer gradaties in de donkere beeldpartijen.

1 Menu [ ] [GRADATION]

2 Stel dit in met . [HIGH KEY] / [NORMAL] / [LOW KEY]• In de meeste gevallen kunt u [NORMAL] gebruiken.

3 Druk op knop i.

Bij gebruik van sommige lenzen kunnen de beeldranden schaduwen gaan vertonen. Deze functie maakt donkere beeldranden lichter. Dit komt met name van pas bij gebruik van groothoeklenzen.

1 Menu [ ] [SHADING COMP.]

2 Selecteer [ON] of [OFF] met behulp van .

3 Druk op knop i.

Opmerkingen• Contrastaanpassing werkt niet in de stand HIGH KEY of LOW KEY.

Opmerkingen• Deze functie werkt niet als op de camera een teleconverter, tussenring of balgapparaat wordt gemon-

teerd. • Bij hoge ISO-waarden kan de ruis in de beeldhoeken erg gaan opvallen.

HIGH KEYGeschikt voor onderwerpen met veel lichte tinten.

LOW KEYGeschikt voor onderwerpen met veel schaduwtinten.

Schaduwen in beeldhoeken corrigeren

6

Belichting, beeld en kleur

Page 52: Handleiding Olympus 500

52 NL

RuisonderdrukkingHiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange sluitertijden. Met name bij nachtelijke opna-men gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. Als [NOISE REDUC-TION] op [ON] is gezet, onderdrukt de camera automatisch deze beeldruis zodat de foto's helderder worden. Daarbij duurt het maken van een foto echter ongeveer twee keer langer dan normaal. Meer over het optreden van beeldruis bij lange sluitertijden leest u op blz. 25

1 Menu [ ] [NOISE REDUCTION] [ON]

2 Druk op knop i.

3 Maak uw opname. • Na de opname start het proces waarmee de beeldruis wordt onderdrukt. • Tijdens het ruisonderdrukkingsproces knippert het dataverkeer-lampje. U kunt de volgende opname

pas maken zodra het dataverkeer-lampje is gedoofd. • [busy] verschijnt in de zoeker terwijl het ruisonderdrukkingsproces bezig is.

Hiermee kunt u selecteren hoe kleuren door de monitor of printer worden weergegeven. Het eerste teken in de bestandsnaam geeft aan welk kleurenpalet op dat moment is ingesteld. g “AF-lichtbron“ (blz. 40)

[sRGB] Genormaliseerd kleurenpalet voor Windows[Adobe RGB] Kleurenpalet dat met Adobe Photoshop kan worden gekozen.

1 Menu [ ] [COLOR SPACE]

2 Met kunt u [sRGB] of [Adobe RGB] selecte-ren.

3 Druk op knop i.

Opmerkingen• Als u op ( hebt gezet, blijft [NOISE REDUCTION] steeds op [ON] staan.• Repeterende opnamen zijn niet mogelijk als [NOISE REDUCTION] op [ON] staat. • Bij sommige omstandigheden en onderwerpen werkt deze functie niet optimaal.

ON

OFF

Kleurruimte

Pmdd0000.jpg P: sRGB _ : Adobe RGB

6

Bel

icht

ing,

bee

ld e

n kl

eur

Page 53: Handleiding Olympus 500

NL 53

Anti-shock - trillingen voorkomen

Deze functie vermindert de door de bewegingen van de spiegel veroorzaakte trillingen. U kunt de interval instellen tussen het moment waarop de camera de spiegel omhoogklapt, en het moment waarop de sluiter opengaat.

1 Menu [ ] [ANTI-SHOCK]

2 Selecteer met [OFF] of [1SEC] – [30SEC].

3 Druk op knop i.

U kunt beelden op verschillende manieren bekijken en bewerken. Voordat u dit gaat doen, dient u echter eerst stap 1 hieronder uit te voeren.

1 Druk op knop q (weergave).g “Overzichtstekening“ (blz. 3)• Als u binnen ca. 1 minuut niets doet, schakelt de monitor zich-

zelf uit. Als u de camera ongeveer 1 uur lang niet bedient, schakelt de camera zichzelf uit. Schakel de camera weer in.

2 Selecteer met de beelden die u wilt bekijken.

• Om te stoppen met de weergave drukt u op knop q. • Zodra u de ontspanknop half indrukt, kunt u weer fotograferen.

Enkelbeeldweergave

Het laatst opgenomen beeld verschijnt.

a Toont het beeld dat 10 opnamen geleden is gemaakt.

c Toont het beeld dat 10 opnamen later is gemaakt.

d Geeft het vol-gende beeld weer.

b Geeft hetvoorgaandebeeld weer.

7

Beelden w

eergeven

Page 54: Handleiding Olympus 500

54 NL

Gezoomd weergevenHiermee kunt u de beelden vergroten die op de monitor verschij-nen. Dit is handig als u bepaalde beelddetails wilt controleren.

1 Telkens als u instelknop in de rich-ting U verdraait, wordt het beeld ver-groot in stappen van 2x – 14x. g “Overzichtstekening“ (blz. 3)• Door instelknop in de richting G te draaien,

gaat u terug naar de vorige vergrotingsstap.

Close-up-positie wijzigen

1 Tijdens gezoomd weergeven kunt u met de close-up naar een ander deel van de foto ver-plaatsen. • Zodra de close-up het einde van het beeld

bereikt, verdwijnt [\]^ .

Close-up-positie weergeven

1 Druk tijdens gezoomd weergeven op de INFO-knop. • Rondom het vergrote gedeelte verschijnt een kader.

Beeld-voor-beeld-weergave tijdens het bekijken van close-ups.

1 Druk op de INFO-knop.

2 Selecteer met bd de beelden die u wilt bekijken.

3 Telkens als u een close-up wilt bekijken of terug wilt keren naar het hele beeld, drukt u op de INFO-knop.

Tijdens close-up-weergave (g blz. 54) kunt u meerdere beelden tegelijk weergeven. Dit is handig bij het controleren van beelden die u met bracketing hebt opgenomen.

1 Druk tijdens de enkelbeeldweergave op knop V (one-touch WB). Het beeld wordt 10 keer vergroot en verschijnt binnen een kader.g “Overzichtstekening“ (blz. 3) • Met selecteert u het deel van het beeld dat u wilt vergroten,

en vervolgens drukt u opnieuw op knop V. Close-up-weer-gave is hierbij mogelijk.

2 Druk op knop (AF-kader selecteren)g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

U

Het weergegevengebied

Het hele beeld

Lichtbakweergave

7

Bee

lden

wee

rgev

en

Page 55: Handleiding Olympus 500

NL 55

• Het beeld dat u als eerste vergroot, verschijnt op de linkerhelft van het scherm, en het vol-gende beeld verschijnt met dezelfde vergroting op de rechterhelft van het scherm.

3 Selecteer een beeld met bd.• U kunt dit beeld beveiligen, wissen of kopiëren.

4 Druk op knop om terug te keren naar close-up-enkelbeeldweer-gave.

Met deze functie kunt u op de monitor verschillende beelden tegelijkertijd weergeven. Dit is handig als u tussen een aantal foto's een bepaalde foto wilt opzoeken.

1 Telkens als u instelknop in de richting G verdraait, wijzigt het aantal beelden dat wordt weergegeven van 4 naar 9 naar 16 naar 25.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)b : Om naar het vorige beeld te gaan. d : Om naar het volgende beeld te gaan. a : Om de vorige index weer te geven (van de beelden

vóór het beeld linksboven). a : Om de volgende index weer te geven (van de beelden

ná het beeld rechtsonder).

Met kalenderweergave kunt u de op de geheugenkaart opgeslagen beelden op datum gesorteerd weergeven. Als u op één datum meerdere foto's hebt gemaakt, verschijnt de foto die op die dag als eerste werd gemaakt.

1 Vanuit de indexweergave (g blz. 55)draait u instelknop in de richting G tot het kalenderscherm verschijnt.

2 Selecteer met de beelden die u wilt bekijken.

Opmerkingen• Bij lichtbakweergave kunt u de vergrotingsmaatstaf niet veranderen.

Indexweergave G

instelknop

Kalenderweergaveg blz. 55

Kalenderweergave

Lichtbakweergave

7

Beelden w

eergeven

Page 56: Handleiding Olympus 500

NL 56

InformatieschermHiermee kunt u gedetailleerde informatie over een foto oproepen. Informatie over de beeldhelder-heid kunt u ook laten weergeven met een histogram en highlight-weergave (lichte partijen).

1 Druk meerdere keren op de INFO-knop tot de gewenste informatie verschijnt.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)• Deze instelling wordt opgeslagen en verschijnt zodra u een volgende keer informatie

oproept.

Informatie 1Beeldnummer, printreservering, beveiliging, beeldkwaliteit, aantal pixels en bestandsnummer.

Informatie 2Beeldnummer, printreservering, beveiliging, beeldkwaliteit, compressie, datum en tijd, en bestand-snummer.

HistogramToont de verdeling van de helderheid in de gemaakte foto's. Door het histogram te bestuderen kunt u de volgende opnamen nauwkeuriger belichten. Ook de ingestelde beeldkwaliteit verschijnt.

INFO

Highlight-weergave (lichte partijen)

Shadow-weergave (scha-

Opnamegegevens

Highlight-weergave (lichte partijen)

Algemene informatieHistogram

Het beeld alleen Informatie 1 Informatie 2

Donker Licht

Histogram

OverbelichtingOnderbelichtingVerdeling van de helderheid

7

Bee

lden

wee

rgev

en

Page 57: Handleiding Olympus 500

Informatiescherm

NL 57

Hoe interpreteert u het histogramIn het histogram kunt u zien of de lichtste partijen en de donkerste schaduwen correct belicht zijn. Als in het histogram de balken rechts hoger zijn dan links, is de foto misschien te licht (overbelicht). En als de balken links hoger zijn dan rechts, is de foto misschien te donker (onderbelicht). Corrigeer indien nodig de belichting of maak de foto nogmaals.

Highlight-weergave (lichte partijen)De overbelichte partijen in de foto knipperen. Ook de ingestelde beeldkwaliteit verschijnt.

Shadow-scherm (schaduwpartijen)De onderbelichte partijen in de foto knipperen. Ook de ingestelde beeldkwaliteit verschijnt.

Algemene informatieToont tegelijkertijd de opnamegegevens, het histogram en de highlight-weergave.

7

Beelden w

eergeven

Page 58: Handleiding Olympus 500

58 NL

DiashowHierbij worden de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, één voor één weergegeven. De dia-show begint bij het beeld dat op het scherm staat, en laat de volgende beelden 5 seconden lang op het scherm verschijnen. U kunt de diashow starten vanuit de indexweergave. Het aantal beelden dat de diashow laat zien, kunt u instellen op 1, 4, 9, 16 of 25.

1 Menu [q] [m]

2 Stel dit in met . [ ] Enkelbeeldweergave[ ] 4 beelden weergeven[ ] 9 beelden weergeven[ ] 16 beelden weergeven[ ] 25 beelden weergeven

3 Druk op i om de diashow te starten.

4 Druk op i om de diashow te stoppen.

Hiermee kunt u beelden kantelen (roteren) en ze verticaal op de monitor laten verschijnen. Dit is handig bij het bekijken van foto's waarbij u de camera verticaal hebt gehouden.

1 Menu [q] [y] [ON]

2 Druk op knop i.

3 Telkens als u op knop F (belichtingscorrectie) drukt, wordt het beeld geroteerd.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)• Na het roteren wordt het beeld opgeslagen op de geheugen-

kaart

Opmerkingen• Als u de diashow langer dan ca. 30 minuten laat draaien, schakelt de camera zichzelf uit.

Als u hebt geselec-teerd

Beelden roteren

Origineel beeld vóór het roteren

7

Bee

lden

wee

rgev

en

Page 59: Handleiding Olympus 500

NL 59

Beelden weergeven op het tv-schermGebruik de bijgeleverde videokabel om opgenomen beelden op uw tv weer te geven.

1 Schakel eerst de camera en de tv uit en sluit de videokabel aan zoals aangegeven in de afbeelding.

2 Zet de tv aan en zet deze in de stand video. Raadpleeg hiervoor de handleiding van uw tv.

3 Schakel de camera in en druk op knop q (weergeven).

Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto. Welke bewerkingen u kunt uitvoeren, hangt af van de bestandsindeling waarmee de foto is opgeslagen. JPEG- en TIFF-bestanden kunt u ongewijzigd printen. RAW-bestanden kunt u echter niet onbewerkt printen. Om een RAW-bestand te kunnen printen, moet u dit eerst met de RAW-bewerkingsfunctie converteren naar een JPEG-bestand.

Als RAW-bestand opgeslagen beelden bewerken.De camera gaat de gegevens uit het RAW-bestand (zoals de witbalans en de scherpstelling) ver-werken, en slaat het verwerkte beeld op als een nieuw TIFF- of JPEG-bestand. Terwijl u de opge-slagen beelden controleert, kunt u ze desgewenst bewerken. De beeldverwerking wordt uitgevoerd aan de hand van de actuele camerainstellingen. Als u bij het bewerken andere instellingen wilt gebruiken, wijzigt u eerst de actuele camerainstellingen.

Als JPEG- of TIFF-bestand opgeslagen beelden bewerken.[BLACK & WHITE] Hiermee maakt u een beeld zwart/wit. [SEPIA] Voor beelden in sepia-tinten. [REDEYE FIX] Voor het corrigeren van rode ogen op flitsopnamen. [SATURATION] Voor het instellen van de kleurdiepte (kleurverzadiging). [Q] Om de foto te converteren naar 1280 x 960, 640 x 480 of 320 x 240 pixels.

Opmerkingen• Sluit de camera met de bijgeleverde videokabel aan op de tv. • Zorg dat het type tv-signaal van de camera overeenkomt met dat van de tv.g “Vóór aansluiting op de tv eerst het type tv-signaal selecteren“ (blz. 78)

• Zodra u de videokabel aansluit op de camera, schakelt de cameramonitor zichzelf uit. • Bij sommige tv's verschijnt de foto niet in het midden van het tv-scherm.

Multiconnector

Knop q

Videokabel

Video-ingang

Foto's bewerken

7

Beelden w

eergeven

Page 60: Handleiding Olympus 500

60 NL

1 Menu [q] [EDIT]

2 Selecteer met de beelden die u wilt bekijken. Druk op knop i. • De camera herkent het format van de opname.

3 Welk instelscherm verschijnt, hangt af van het format van de opname. Selecteer de gewenste bewerking en volg de stappen die bij het betreffende format horen.

SEPIA g blz. 61 SATURATION g blz. 61REDEYE FIX g blz. 61 Q g blz. 61

RAW-bestanden bewerken

1 Selecteer [YES] met ac.

2 Druk op knop i. • Om een ander beeld te bewerken, selecteert u het gewenste beeld met bd. • Om te stoppen met bewerken drukt u op de MENU-knop.

BLACK & WHITE

1 Met knop ac selecteert u [BLACK & WHITE]. Druk op knop i.

2 Met knop ac selecteert u [YES]. Druk op knop i. • Om een ander beeld te bewerken, selecteert u het gewenste beeld met bd. • Om te stoppen met bewerken drukt u op de MENU-knop.

Opmerkingen• De TIFF-opname wordt opgeslagen als een SHQ-beeld.

Foto in het bestandstype RAW Foto in het JPEG/TIFF-bestandstype

Een RAW-beeldbestand bewerken.De RAW-bewerking gebeurt aan de hand van de actuele camera-instellingen De voorkeursinstel-lingen kiest u in voordat u gaat fotograferen.

Een JPEG/TIFF-beeldbestand bewerken.[BLACK & WHITE] / [SEPIA] / [REDEYE FIX] / [SATURATION] / [Q]

Foto's bewerken

7

Bee

lden

wee

rgev

en

Page 61: Handleiding Olympus 500

NL 61

SEPIA

1 Met knop ac selecteert u [SEPIA]. Druk op knop i.

2 Selecteer [YES] met ac. Druk op knop i. • Om een ander beeld te bewerken, selecteert u het gewenste beeld met bd. • Om te stoppen met bewerken drukt u op de MENU-knop.

REDEYE FIX

1 Met knop ac selecteert u [REDEYE FIX]. Druk op knop i. • Zodra de [BUSY]-balk verschijnt, krijgen de te corrigeren gebieden een blauw kader.

2 Selecteer [YES] met ac. Druk op knop i. • Om een ander beeld te bewerken, selecteert u het gewenste beeld met bd. • Om te stoppen met bewerken drukt u op de MENU-knop.

SATURATION

1 Met knop ac selecteert u [SATURATION]. Druk op knop i.

2 Met ac kunt u de helderheid aanpassen. Druk op knop i.

3 Selecteer [YES] met ac. Druk op knop i. • Om een ander beeld te bewerken, selecteert u het gewenste

beeld met bd. • Om te stoppen met bewerken drukt u op de MENU-knop.

Het aantal pixels wijzigen Q

1 Met knop ac selecteert u [Q]. Druk op knop i.

2 Selecteer het gewenste aantal pixels met knop ac en druk vervolgens op knop i. • Tijdens deze bewerking verschijnt de [BUSY]-balk. • Het gewijzigde beeld wordt opgeslagen als een nieuw beeld. • Om een ander beeld te bewerken, selecteert u het gewenste

beeld met bd. • Om te stoppen met bewerken drukt u op de MENU-knop.

Opmerkingen• In RAW- en TIFF-beelden kunt u geen rode ogen corrigeren.• Het is mogelijk dat bij sommige foto's de rode-ogen-correctie niet werkt. De rode-ogen-correctie kan

naast de ogen ook andere delen van de foto beïnvloeden.

Opmerkingen• In de volgende gevallen kunt u het aantal pixels niet wijzigen:

Als het beeld is opgeslagen in het bestandstype RAW, als een beeld op een pc is bewerkt, als er onvol-doende ruimte is op de geheugenkaart, als de foto met een andere camera is gemaakt.

• Bij het wijzigen van het aantal pixels kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen dan dat van de originele opname.

Foto's bewerken

7

Beelden w

eergeven

Page 62: Handleiding Olympus 500

62 NL

Beelden kopiërenHiermee kunt u beelden van de ene naar de andere geheugenkaart kopiëren, van xD-Picture Card naar CompactFlash/Microdrive, en omgekeerd. U kunt dit menu selecteren als er twee geheugen-kaarten in de camera zitten. De geselecteerde kaart is de bron van waaruit u gaat kopiëren.

Alle beelden kopiëren

1 Menu [q] [COPY ALL]

2 Druk op knop d .

3 Selecteer [YES] met ac.

4 Druk op knop i.

Geselecteerde beelden kopiëren

1 Druk tijdens het weergeven van beelden op knop i.

2 Zodra het beeldselectievenster verschijnt, selecteert u met bd de beelden die u wilt kopiëren en drukt u vervolgens op knopi.• De geselecteerde beelden krijgen een rood kader.• Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u nogmaals op i.

3 Zodra u de beelden hebt geselecteerd die u wilt kopiëren, drukt u op knop (kopiëren).g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

4 Selecteer [YES] met ac. Druk op knop i. • Om te stoppen met kopiëren drukt u op de knop MENU . • U kunt ook beelden kopiëren vanuit de indexweergave.

Enkelbeeldkopie

1 Selecteer het gewenste beeld en druk op knop .

2 Selecteer [YES] met ac . Druk op knop i.

7

Bee

lden

wee

rgev

en

Page 63: Handleiding Olympus 500

NL 63

Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissenBeveilig de beelden die niet mogen worden gewist. Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de functie “geselecteerd beeld/alle beelden wissen“.

1 Roep op het scherm het beeld op dat u wilt beveiligen. g blz. 53

2 Druk op de knop AEL / AFL / 0 (beveiligen). • Op het scherm verschijnt 9.

De beveiliging opheffenRoep op het scherm de beveiligde beelden op en druk op knop AEL / AFL / 0.

Hiermee kunt u opnamen wissen. U kunt kiezen tussen “enkel beeld wissen“ waarbij alleen de foto die op het scherm staat, wordt gewist, en “alle beelden wissen“ waarbij alle beelden worden gewist die op de geheugenkaart staan.

Een enkel beeld wissen S

1 Roep op het scherm het beeld op dat u wilt wissen.

2 Druk op knop S (wissen).g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

3 Selecteer [YES] met ac. Druk op knop i.

TIPSOnmiddellijk wissen:→ Als u [QUICK ERASE] (g blz. 73) op ON hebt gezet, kunt u met knop S een beeld onmid-

dellijk wissen.

Alle beelden wissen R

1 Menu [ ] [CARD SETUP]

2 Selecteer [ALL ERASE} met . Druk op knop i.

3 Selecteer [YES] met ac . Druk op knop i. • Alle beelden worden gewist.

Opmerkingen• Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde beelden. g blz. 15

• Beveiligde beelden kunt u niet meer roteren (kantelen).

Opmerkingen• Beveiligde beelden kunt u niet wissen. Als u de beveiliging van de beelden opheft, kunt u ze wél wissen. • Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. g blz. 63

0

Beveiligingsteken

Beelden wissen7

Beelden w

eergeven

Page 64: Handleiding Olympus 500

64 NL

Geselecteerde beelden wissen

Hiermee kunt u in de indexweergave de geselecteerde beelden in één keer wissen. Tijdens enkel-beeldweergave kunt u na elkaar de beelden selecteren die u wilt wissen.

1 Roep de indexweergave op. g blz. 55

2 Selecteer met bd de beelden die u wilt wissen en druk vervolgens op knop i. • De geselecteerde beelden krijgen een rood kader. • Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u op knop i .

3 Zodra u het beeld hebt geselecteerd dat u wilt wissen, drukt u op knop S (wissen).

4 Selecteer [YES] met ac.

5 Druk op knop i.

VoorrangsinstellingIn het menu kunt u onder [PRIORITY SET] (g blz. 73) de instelling van de cursor op [YES] zetten.

Onmiddellijk wissenIn het menu kunt u [QUICK ERASE] (g blz. 73) activeren waardoor u een beeld onmiddellijk kunt wissen met knop S .

Normaliter blijven uw camerainstellingen (inclusief uw wijzigingen) bewaard als u de camera uit-schakelt. Bij deze camera kunt kunt u met [RESET] de standaard fabrieksinstellingen herstellen, en u kunt onder [RESET1] en [RESET2] twee verschillende reset-instellingen vastleggen die u later kunt gebruiken.

Reset-instellingen vastleggen

1 Menu [ ] [CUSTOM RESET SETTING]

2 Stel dit in met . [RESET 1] / [RESET 2]

• Als u deze menu-instellingen al hebt vastgelegd, verschijnt naast de betreffende reset-optie de indicatie [SET].

3 Selecteer [SET] met . • De huidige instelling verschijnt op de monitor. Reeds vastgelegde instellingen ongedaan makenSelecteer [RESET] met . • De vastgelegde instellingen worden ongedaan gemaakt.

4 Druk op knop i.

Uw eigen reset-instelling

Beelden wissen

8

Inst

ellin

gen

en fu

nctie

s aa

npas

sen

volg

ens

uw w

ense

n

Page 65: Handleiding Olympus 500

NL 65

Reset-instellingen gebruikenAls u de camera inschakelt, kunt u de in [RESET1] of in [RESET2] vastgelegde instellingen oproe-pen, of u kunt de standaard fabrieksinstellingen herstellen [RESET].

1 Menu [ ] [CUSTOM RESET SETTING]

2 Stel dit in met . [RESET] Herstelt de standaard fabrieksinstellingen.[RESET 1] / [RESET 2] Herstelt de door u vastgelegde instellingen.

3 Druk op knop i .

4 Selecteer [YES] met ac.

5 Druk op knop i .

Functies die u kunt vastleggen onder CUSTOM RESET SETTING, en functies waarvan de standaard fabrieksinstellingen worden hersteld

Functie Fabrieksinstelling Vastleggen als custom reset

Vastleggen als MY MODE

PICTURE MODE VIVIDGRADATION NORMAL

D HQF ±0

NOISE REDUCTION OFFWB AUTOISO AUTO

METERING ESPFLASH MODE Autoflitsen*1

B / j oAF S-AF

AUTOAE BKT OFFWB BKT OFFFL BKT OFFMF BKT OFF

ANTI-SHOCK OFF –

Stand Weergeven Enkelbeeldweergave (zonder informatie) – –

ISO STEP 1/3 EV –ISO BOOST OFF –ISO LIMIT OFF –EV STEP 1/3 EV –ALL > ±0 – –

HQ 1/8 –SQ 1280 x 960, 1/8 –

MANUAL FLASH OFF –w+F OFF –

#X-SYNC 1/180AUTO POP UP ON –

DIAL Ps*1 –

Uw eigen reset-instelling

8

Instellingen en functies aanpassen volgens uw w

ensen

Page 66: Handleiding Olympus 500

Uw eigen reset-instelling

66 NL

: Kan worden vastgelegd.— : Kan niet worden vastgelegd. Als u de instellingen van [RESET1] / [RESET2] toepast, houden de functies

met het teken “—” hun huidige instelling. De fabrieksinstellingen worden niet hersteld. *1 : Afhankelijk van de geselecteerde belichtingsfunctie. *2 : Afhankelijk van de geselecteerde scherpstelfunctie zal de fabrieksinstelling wijzigen. *3 : Welke fabrieksinstellingen worden toegepast, is afhankelijk van het land waar u deze camera hebt

gekocht.

AEL/AFL mode1*2 –AEL/AFL MEMO OFF –

AEL METERING Gesynchroniseerd met licht-meetmethode. –

QUICK ERASE OFF –RAW+JPEG ERASE RAW+JPEG –

V FUNCTION V –MY MODE SETUP – –

FOCUS RING –AF ILLUMINATOR ON

RESET LENS ON – –RELEASE PRIORITY S OFFRELEASE PRIORITY C ON

X 2005.01.01 00:00 – –CF/xD CF –

FILE NAME AUTO – –EDIT FILENAME OFF – –

s 0 – –W NEDERLANDS –

VIDEO OUT *3 – –8 ON –

REC VIEW OFF –SLEEP 1 MIN –

4h TIMER 4h – –BUTTON TIMER 3 SEC – –

SCREEN OFF – –CTL PANEL COLOR COLOR1 – –

PRIORITY SET NO –USB MODE AUTO – –

COLOR SPACE sRGB –SHADING COMP. OFFPIXEL MAPPING – – –

CLEANING MODE – – –FIRMWARE – – –

Functie Fabrieksinstelling Vastleggen als custom reset

Vastleggen als MY MODE

8

Inst

ellin

gen

en fu

nctie

s aa

npas

sen

volg

ens

uw w

ense

n

Page 67: Handleiding Olympus 500

NL 67

AEL/AFL-functieFuncties die worden uitgevoerd zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt• AF start - de camera gaat scherpstellen (autofocus)• Focus lock• AE lockkan worden vastgelegd onder de AEL-knop.Voorbeelden:• Na het vasthouden van de scherpstelling houdt u de belichting vast om de foto te maken. • Na het vasthouden van de belichting houdt u de scherpstelling vast om de foto te maken. • Na het vasthouden van de belichting en de scherpstelling kunt u het goede moment afwachten

waarop u de foto wilt maken. U kunt functies selecteren onder S-AF, C-AF en MF (g blz. 37).

1 Menu [ ] [AEL / AFL]

2 Selecteer met de scherpstelfunctie. [S-AF] / [C-AF] / [MF]

3 Selecteer met de AEL/AFL-methode. [S-AF] U kunt functie 1, 2 of 3 kiezen.[C-AF] U kunt functie 1, 2, 3 of 4 kiezen.[MF] U kunt functie 1, 2 of 3 kiezen.

4 Druk op knop i. Beschikbare functies in de stand S-AF

Beschikbare functies in de stand C-AF

Beschikbare functies in de stand MF

Stand

Ontspanknopfunctie Functie van de AEL-knop

Half indrukken Helemaal indrukken Als u de AEL-knop ingedrukt houdt

Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichtingstand 1 Vastgehou-

denVastgehou-

den – – – Vastgehouden

stand 2 Vastgehou-den – – Vastgehou-

den – Vastgehouden

stand 3 – Vastgehou-den – – Vastgehouden –

Stand

Ontspanknopfunctie Functie van de AEL-knop

Half indrukken Helemaal indrukken Als u de AEL-knop ingedrukt houdt

Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting

stand 1Het scherp-

stellen begint.

Vastgehou-den

Vastgehou-den – – Vastgehouden

stand 2Het scherp-

stellen begint.

– Vastgehou-den

Vastgehou-den – Vastgehouden

stand 3 – Vastgehou-den

Vastgehou-den – Het scherpstel-

len begint. –

stand 4 – – Vastgehou-den

Vastgehou-den

Het scherpstel-len begint. –

Stand

Ontspanknopfunctie Functie van de AEL-knop

Half indrukken Helemaal indrukken Als u de AEL-knop ingedrukt houdt

Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichtingstand 1 – Vastgehou-

den – – – Vastgehouden

stand 2 – – – Vastgehou-den – Vastgehouden

stand 3 – Vastgehou-den – – S-AF –

8

Instellingen en functies aanpassen volgens uw w

ensen

Page 68: Handleiding Olympus 500

NL 68

AEL / AFL memoMet knop [ kunt u AE lock in- en uitschakelen.

1 Menu [ ] [AEL / AFL MEMO]

2 Selecteer [ON] of [OFF] met behulp van .

3 Druk op knop i.

Kies eerst de lichtmeetmethode voordat u de belichting gaat vasthouden met knop [. Zo han-teert de camera automatisch de geselecteerde lichtmeetmethode als u de functie AE lock gebruikt (g blz. 43).

1 Menu ] [AEL METERING]

2 Stel dit in met . [AUTO] / [4] / [5] / [5 HI] / [5 SH]

3 Druk op knop i.

Hiermee kunt u de EV-stap wijzigen die wordt toegepast bij de belichtingsparameters zoals sluiter-tijd, diafragmawaarde, belichtingscorrectie enz.

1 Menu [ ] [EV STEP]

2 Stel dit in met . [1/3 EV] / [1/2 EV] / [1 EV]

3 Druk op knop i.

Hiermee kunt u de correctiestappen voor de ISO-waarde wijzigen.

1 Menu [ ] [ISO STEP]

2 Stel dit in met . [1/3 EV] / [1 EV]

3 Druk op knop i. T

AEL-lichtmeting

EV-stap

ISO-stap

8

Inst

ellin

gen

en fu

nctie

s aa

npas

sen

volg

ens

uw w

ense

n

Page 69: Handleiding Olympus 500

NL 69

ISO boost - ISO-waarde verhogenHiermee kunt u instellen dat u naast de standaardwaarden ISO 100-400 ook de waarden ISO 800-1600 kunt gebruiken. [ON+NF] beperkt de beeldruis die bij hoge ISO-waarden optreedt zodat u betere foto's krijgt.

1 Menu [ ] [ISO BOOST]

2 Stel dit in met . [OFF] / [ON+NF] / [ON]

3 Druk op knop i.

Hiermee kunt u een maximale ISO-waarde instellen om in een lichte omgeving onscherpte te voor-komen.

1 Menu [ ] [ISO LIMIT]

2 Stel dit in met . [OFF] / [100] / [200] / [400] / [800]

3 Druk op knop i.

Hiermee kunt u in één keer dezelfde correctiewaarde toepassen op alle beschikbare witbalansen.

1 Menu [ ] [ALL >]

2 Stel dit in met . [ALL SET] Bij alle witbalansen wordt dezelfde correc-

tiewaarde toegepast. [ALL RESET] De op alle witbalansen toegepaste correc-

tiewaarde wordt hiermee in één keer onge-daan gemaakt.

3 Druk op knop i.

4 Volg de stappen die bij de door u gewenste instelling horen:Als u [ALL SET] hebt geselecteerd1) Selecteer met bd de gewenste kleurrichting.

R-B rood – blauwG-M groen – magenta

2) Selecteer met ac de gewenste correctiewaarde. g “Witbalanscorrectie“ (blz. 48)• U kunt de aangepaste witbalans controleren.

Opmerkingen• Als u [ISO BOOST] op [ON+NF] hebt gezet, duurt het maken van een opname langer dan normaal.

ISO-grenswaarde

Alle witbalansen corrigeren

8

Instellingen en functies aanpassen volgens uw w

ensen

Page 70: Handleiding Olympus 500

70 NL

Als u [ALL RESET] hebt geselecteerd1) Selecteer [YES] met ac.

5 Druk op knop i.

Hiermee kunt u de ingebouwde flitser een vast ingestelde hoeveelheid licht laten afgeven. Als u [MANUAL FLASH] op [ON] hebt gezet, kunt u bij de instelling van de flitserfunctie de gewenste hoe-veelheid licht kiezen (FULL, 1/4, 1/16, of 1/64).

1 Menu [ ] [MANUAL FLASH]

2 Selecteer [ON] of [OFF] met behulp van .

3 Druk op knop i.

U kunt de sluitertijd instellen die wordt gebruikt als de ingebouwde flitser ontsteekt. U kunt deze slui-tertijd instellen tussen 1/60 en 1/180 s in stappen van 1/3 EV.

1 Menu [ ] [#X-SYNC]

2 Selecteer met de gewenste sluitertijd.

3 Druk op knop i.

Als u foto's maakt in de standen AUTO, i, & of / zal de ingebouwde flitser bij weinig licht of bij tegen-lichtopnamen automatisch omhoogspringen. Als u dit zelf wilt bepalen, zet u deze functie op OFF.

1 Menu [ ] [AUTO POP UP]

2 Selecteer [ON] of [OFF] met behulp van .

3 Druk op knop i.

Opmerkingen• Voor meer informatie over de flitssynchronisatie van in de handel verkrijgbare flitsers raadpleegt u de

handleiding van die flitser.

Handmatig flitsen (Manual)

Flitssynchronisatie

Automatisch omhoogspringende flitser

Alle witbalansen corrigerenAlle witbalansen corrigeren

8

Inst

ellin

gen

en fu

nctie

s aa

npas

sen

volg

ens

uw w

ense

n

Page 71: Handleiding Olympus 500

NL 71

De functie van de instelknop aanpassenDe instelknop heeft de volgende fabrieksinstellingen:P programmagestuurd fotograferen

De instelknop verdraaien : Programma aanpassen (Program shift - Ps) De instelknop verdraaien terwijl u knop F (belichtingscorrectie) ingedrukt houdt : Belichtingscorrectie instellen

M (Manual) handmatig fotograferenDe instelknop verdraaien : Sluitertijd instellenDe instelknop verdraaien terwijl u knop F (belichtingscorrectie) ingedrukt houdt : Diafragma (F-waarde) instellen

Door [DIAL] in te stellen krijgt u de volgende mogelijkheden:P Eenvoudig de belichtingscorrectie instellen door de instelknop te verdraaien.M Eenvoudig het diafragma (de F-waarde) instellen door de instelknop te verdraaien.

1 Menu [ ] [DIAL]

2 Met selecteert u[P] of [M].Als u [P] selecteert1) Stel dit in met ac .

[Ps] Programma-aanpassing[F] Belichtingscorrectie

Als u [M] selecteert1) Stel dit in met ac .

[Fno.] Diafragma-instelling (F-waarde)[SHUTTER] Sluitertijdinstelling

3 Druk op knop i.

Hiermee kunt u onder knop V (one-touch WB) een andere functie vastleggen.

1 Menu [ ] [V FUNCTION]

2 Stel dit in met . [V] One-touch witbalansknop (fabrieksinstelling)[TEST PICTURE]

Met de functie [REC VIEW] kunt u een zojuist gemaakte foto op de monitor bekij-ken zonder dat deze wordt opgeslagen op de geheugenkaart. Dit is handig als u eerst wilt kijken of een foto goed gelukt is voordat u deze gaat opslaan.

[MY MODE]Terwijl u knop V ingedrukt houdt, kunt u foto's maken met de camerainstellin-gen die u eerder hebt vastgelegd onder [MY MODE SETUP] (g Zie hieronder).

[PREVIEW]Terwijl u knop V ingedrukt houdt, kunt u de preview-functie gebruiken. (g blz. 25)

3 Druk op knop i.

De functie van knop V

8

Instellingen en functies aanpassen volgens uw w

ensen

Page 72: Handleiding Olympus 500

72 NL

My Mode-instellingU kunt twee verschillende combinaties van camerainstellingen vastleggen, en later bij het maken van een foto één van deze combinaties tijdelijk oproepen. Zo'n vastgelegde combinatie kunt u oproepen terwijl u knop V (one-touch WB) ingedrukt houdt.

1 Menu [ ] [MY MODE SETUP]

2 Stel dit in met . [MY MODE1] / [MY MODE2] • Als u deze menu-instellingen al hebt vastgelegd, verschijnt naast de betreffende reset-

optie de indicatie [SET].

3 Selecteer [SET] met . • De huidige instelling verschijnt op de monitor.

Reeds vastgelegde instellingen ongedaan makenSelecteer [RESET] met . • De vastgelegde instellingen worden ongedaan gemaakt.

4 Druk op knop i.

Hiermee kunt u de scherpstelling van de lens weer op de afstand “oneindig“ zetten als u de camera uitschakelt.

1 Menu [ ] [RESET LENS]

2 Selecteer [ON] of [OFF] met behulp van .

3 Druk op knop i .

Hiermee kunt u kiezen wat voor u de meest logische draairichting van de scherpstelring is.

1 Menu [ ] [FOCUS RING]

2 Met selecteert u [ ] of [ ].

3 Druk op knop i.

De lens resetten

Scherpstelring

VERAF (∞)

VERAF (∞)DICHTBIJ

DICHTBIJ

8

Inst

ellin

gen

en fu

nctie

s aa

npas

sen

volg

ens

uw w

ense

n

Page 73: Handleiding Olympus 500

NL 73

VoorrangsinstellingVoor het kiezen van de voorkeurspositie van de cursor (YES of NO) als beginpositie op het scherm [ALL ERASE], [ERASE] of [FORMAT].

1 Menu [ ] [PRIORITY SET]

2 Selecteer [YES] of [NO] met .

Hiermee kunt u de foto die u zojuist hebt gemaakt onmiddellijk wissen met knop S (wissen).

1 Menu [ ] [QUICK ERASE]

2 Stel dit in met . [OFF] Als knop S wordt ingedrukt, verschijnt het bevestigingsscherm waarin wordt

gevraagd of u de foto wilt wissen.[ON] Als u op knop S drukt, wordt de foto onmiddellijk gewist.

3 Druk op knop i.

Hier kunt u kiezen welk type bestand er gewist moet worden als u een foto op de geheugenkaart gaat wissen.

1 Menu [ ] [RAW+JPEG ERASE]

2 Stel dit in met . [JPEG] Wist alle JPEG-beeldbestanden.[JPEG] Wist alle RAW-beeldbestanden.[RAW+JPEG] Wist tegelijkertijd zowel RAW- als JPEG-beeldbestanden.

3 Druk op knop i.

Als u een foto maakt, slaat de camera die foto onder een unieke bestandsnaam op in een map. De map en de bestandsnamen kunt u later gebruiken voor het openen van bestanden op een com-puter. Hoe bestandsnamen worden toegekend, ziet u in de onderstaande afbeelding.

1

2MENUMENUCANCEL GOSELECT

NOYES

SCREENCTL PANEL COLORPRIORITY SET

Onmiddellijk wissen

RAW- en JPEG-bestanden wissen

Bestandsnaam

Alle mappen Mapnaam

Kleurruimte

Maand

Dag ( wordt A, B, C)

Kleurruimte

BestandsnummerAls u foto’s gemaakt heeft, wordt de teller teruggezet op voor de volgende foto, bij het mapnummer wordt de waarde opgeteld om een nieuwe map te benoemen en aan te leggen waarin het volgende beeld (bestand) is opgeslagen.

8

Instellingen en functies aanpassen volgens uw w

ensen

Page 74: Handleiding Olympus 500

74 NL

1 Menu [ ] [FILE NAME]

2 Stel dit in met . [AUTO] Zelfs als u een nieuwe geheugenkaart inzet, worden de mapnummers aan-

gehouden van de vorige kaart. Als de nieuwe kaart een foto bevat met het-zelfde bestandsnummer als een foto die op de vorige kaart is opgeslagen, krijgen de foto's op de nieuwe kaart een bestandsnummer dat aansluit op het hoogste nummer van de vorige kaart.

[RESET] Als u een nieuwe kaart inzet beginnen de mapnummers met 100 en de bestandsnummers met 0001. Als u een kaart inzet waarop al foto's staan, beginnen de nieuwe bestandsnummers met het nummer dat volgt op het hoogste bestandsnummer dat al op de kaart stond.

3 Druk op knop i.

U kunt aan beeldbestanden een nieuwe naam geven zodat u ze gemakkelijker kunt terugvinden en organiseren.

1 Selecteer [sRGB] of [Adobe RGB]. g blz. 52

2 Menu [ ] [EDIT FILENAME]

3 Voer het eerste teken in met ac. Druk op d om naar de volgende positie te gaan, en voer dan met ac het tweede teken in.

4 Druk op knop i.

Opmerkingen• Als zowel het mapnummer als het bestandsnummer de maximumwaarde bereikt (999/9999), kunt u op

deze geheugenkaart helemaal geen foto's meer opslaan, ook niet als de kaart nog niet helemaal vol is. U kunt dan geen foto's meer maken. Vervang de geheugenkaart door een nieuwe.

Bestanden een nieuwe naam geven

sRGB : Pmdd0000.jpg

U kunt het eerste teken wijzigen in OFF, A – Z of 0 – 9.

AdobeRGB : _mdd0000.jpg

Bestandsnaam

8

Inst

ellin

gen

en fu

nctie

s aa

npas

sen

volg

ens

uw w

ense

n

Page 75: Handleiding Olympus 500

NL 75

REC VIEW – onmiddellijk na de opname de foto controleren

Hiermee kunt u de zojuist gemaakte foto weergeven op de monitor terwijl de foto op de geheugen-kaart wordt opgeslagen, en u kunt instellen hoe lang de foto wordt weergegeven. Dit is handig als u de foto die u zojuist heeft genomen even wilt controleren. Door tijdens REC VIEW de ontspanknop half in te drukken, kunt u onmiddellijk doorgaan met fotograferen.

1 Menu [ ] [REC VIEW]

2 Stel dit in met . [OFF] De foto die op de geheugenkaart wordt opgeslagen, wordt niet weergege-

ven. [1 SEC] – [20 SEC]

Hiermee selecteert u het aantal seconden dat de foto moet worden weer-gegeven. Dit kunt u instellen in stappen van 1 seconde.

3 Druk op knop i.

De camera piept als er toetsen worden ingedrukt. De camera piept ook om u attent te maken op waarschuwingen. Met deze functie kunt u de pieptoon in- en uitschakelen.

1 Menu [ ] [8]

2 Selecteer [ON] of [OFF] met behulp van .

3 Druk op knop i.

Met deze functie kunt u de helderheid van de monitor instellen op een optimale weergave.

1 Menu [ ] [s]

2 Met kunt u de helderheid aanpassen.

3 Druk op knop i.

Als de camera gedurende een bepaalde tijd niet wordt bediend, springt hij automatisch op stand-by (sleep) om de batterijen te sparen. In het menu SLEEP activeert u deze functie door de gewenste tijd in te stellen waarna de camera op stand-by moet springen. Met [OFF] schakelt u de sleep timer uit. De camera komt weer uit de stand-by-stand zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, pendelknop, enz.).

Waarschuwingssignaal instellen

Helderheid van de monitor instellen

Sleep timer

8

Instellingen en functies aanpassen volgens uw w

ensen

Page 76: Handleiding Olympus 500

76 NL

1 Menu [ ] [SLEEP]

2 Stel dit in met . [OFF] / [1 MIN] / [3 MIN] / [5 MIN] / [10 MIN]

3 Druk op knop i.

Met de bijgeleverde USB-kabel kunt u de camera rechtstreeks op een computer of printer aanslui-ten. Als u van tevoren opgeeft op welk apparaat u de camera aansluit, kunt u de instelprocedure voor de USB-aansluiting overslaan die normaliter verschijnt als u de kabel aansluit op de camera. Voor meer informatie over hoe u de camera op een apparaat aansluit, raadpleegt u hoofdstuk 9 “Printen“ (blz. 81) en hoofdstuk 10 “Beelden overbrengen naar een computer“ (blz. 87).

1 Menu [ ] [USB MODE]

2 Stel dit in met . [AUTO] Het selectiescherm voor de USB-aanslui-

ting verschijnt telkens als u de camera op een computer of printer aansluit.

[STORAGE] Voor het aansluiten op een pc en het over-zetten van gegevens naar die pc. Selec-teer deze stand ook als u via een pc-aansluiting de OLYMPUS Mas-ter-software wilt gebruiken.

[CONTROL] Hiermee kunt u de camera via een pc bedienen met behulp van de optionele OLYMPUS Studio-software.

[< EASY] Voor aansluiting op een printer die compatibel is met PictBridge. Hier-mee kunt u foto's rechtstreeks vanuit de camera afdrukken zonder dat u een pc nodig hebt. g “Camera aansluiten op een printer“ (blz. 84)

[< CUSTOM] Voor aansluiting op een printer die compatibel is met PictBridge. Hier-bij kunt u foto's printen met vooraf gekozen instellingen voor het aan-tal prints, de papiersoort enz.g “Camera aansluiten op een printer“ (blz. 84)

Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels ook andere talen kiezen.

1 Menu [ ] [W]

2 Selecteer met de gewenste taal.

3 Druk op knop i. • Met de bijgeleverde OLYMPUS Master-software kunt u nog

andere talen naar de computer importeren. Raadpleeg voor meer informatie de Help-gids.

USB-functie

Een andere taal kiezen voor de schermteksten

Sleep timer

8

Inst

ellin

gen

en fu

nctie

s aa

npas

sen

volg

ens

uw w

ense

n

Page 77: Handleiding Olympus 500

NL 77

1 Controleer of uw pc verbinding heeft met het internet. Start de OLYMPUS Master-software en selecteer in het startvenster “Browse Images” (in beelden bladeren).• Ga in het hoofdmenu naar de Online-

Service en kies "Camera Update" (camera actualiseren).

• Na het selecteren van de functie "Camera Update" (Camera actualiseren) toont OLYMPUS Master een venster met veiligheidsadviezen.

2 Steek de USB-plug van het kabeltje in de USB-connector van de computer.

3 Steek de andere USB-plug van het kabeltje in de USB-connector van de camera.• De camera wordt automatisch ingeschakeld.• De monitor van de camera wordt ingeschakeld, met daarin het instelmenu voor de USB-

aansluiting.

4 Selecteer [PC] en druk op Z.

5 Druk op Z.• OLYMPUS Master herkent nu de feitelijke

versie van uw camera.• Klik op “Check for latest Version” (zoek

meest actuele versie) en de software zoekt op de homepage van Olympus naar nieuwe firmwareversies voor de camera en naar extra talen. Vervolgens kunt u een extra taal selecteren.

6 Na selectie van de Update Button gaat OLYMPUS Master nu de nieuwe taal downloaden op uw camera. Verwijder geen kabeltjes of batterijen terwijl de camera hiermee bezig is.

7 Na het downloaden verschijnt OK op het scherm van de camera. U kunt nu de kabels verwijderen en de camera uitschakelen. Na het herstarten van de camera kunt u de functies in de nieuwe taal kiezen.

Zorg dat de batterij helemaal opgeladen is!

Een andere taal kiezen voor de schermteksten

8

Instellingen en functies aanpassen volgens uw w

ensen

Page 78: Handleiding Olympus 500

78 NL

Vóór aansluiting op de tv eerst het type tv-signaal selecteren

Kies het type tv-signaal dat wordt gebruikt in het land waar u verblijft: NTSC of PAL . Op vakantie in het buitenland moet u deze instelling misschien wijzigen. Zorg dat u het juiste type tv-signaal hebt geselecteerd voordat u de videokabel aan gaat sluiten. Als u het verkeerde type tv-signaal hebt geselecteerd, worden de foto's niet goed weergegeven op uw tv.

1 Menu [ ] [VIDEO OUT]

2 Selecteer met [NTSC] of [PAL].

3 Druk op knop i.

Typen tv-signalen in de belangrijkste landenControleer het type tv-signaal voordat u de camera op de tv gaat aan-sluiten.

U kunt opgeven hoe lang een instelscherm zichtbaar blijft vanaf het moment dat u een of andere knop loslaat.

1 Menu [ ] [BUTTON TIMER]

2 Stel dit in met . [3 SEC] U hebt 3 seconden de tijd om de functie op het huidige scherm in te stellen. [5 SEC] U hebt 5 seconden de tijd om de functie op het huidige scherm in te stellen. [HOLD] U krijgt alle tijd om de functie op het scherm in te stellen. Het huidige

scherm verdwijnt pas als u de knop nogmaals indrukt.

3 Druk op knop i.

Om de batterijen te sparen, schakelt de camera zichzelf helemaal uit als hij 4 uur lang niet wordt bediend. Als u de camera lange tijd paraat en gebruiksklaar moet hebben, kunt u deze functie resetten.

1 Menu [ ] [4h TIMER]

2 Selecteer met [OFF] of [4h].

3 Druk op knop i.

NTSC Noord Amerika, Taiwan, Korea, JapanPAL Europese landen, China

Button timer (knoptimer)

Automatisch uitschakelen

8

Inst

ellin

gen

en fu

nctie

s aa

npas

sen

volg

ens

uw w

ense

n

Page 79: Handleiding Olympus 500

NL 79

OpstartschermZodra u de camera inschakelt, verschijnt direct na het opstartscherm het bedieningspaneel op de monitor. Als u het opstartscherm helemaal weg wilt laten, zet u deze functie op [OFF].

1 Menu [ ] [SCREEN]

2 Selecteer [ON] of [OFF] met behulp van .

3 Druk op knop i.

U kunt de achtergrondkleur van de monitor wijzigen.

1 Menu [ ] [CTL PANEL COLOR]

2 Selecteer met [COLOR1] of [COLOR2].

3 Druk op knop i.

Als u informatie gaat inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software wilt downloaden, moet u weten over welke firmwareversie uw product beschikt.

1 Menu [ ] [FIRMWARE]

2 Druk op d. De firmwareversie van uw product verschijnt.

3 Druk op i om terug te keren naar het vorige scherm.

Monitorkleur wijzigen

Firmware 8

Instellingen en functies aanpassen volgens uw w

ensen

Page 80: Handleiding Olympus 500

80 NL

Datum en tijd instellenInformatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op het kaartje. Het bestandsnr. is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.

1 Menu [ ] [X]

2 Gebruik om één van de volgende datumnota-ties: Y-M-D (Jaar / Maand / Dag), M-D-Y (Maand / Dag / Jaar), D-M-Y (Dag / Maand / Jaar). Druk daarna op d. • De nu volgende stappen laten zien hoe datum en tijd worden

ingesteld wanneer als datumnotatie Y-M-D is geselecteerd.

3 Gebruik ac om het jaartal in te stellen en druk op d om naar de instelling van de maand te gaan. • Wilt u naar de voorgaande instelling terugkeren, dan drukt u op b. • De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.

4 Herhaal deze procedure tot u datum en tijd volledig heeft ingesteld. • De tijd verschijnt in 24-uurs formaat. Bijvoorbeeld twee uur 's middags verschijnt als 14:00

5 Druk op knop i. • Voor een nauwkeurigere instelling drukt u op i op het moment dat de klok 00 seconden

aanwijst. De klok start als u de knop indrukt.

Opmerkingen• De datum en tijd worden naar de standaardinstellingen af fabriek hersteld als ca. 1 dag geen batterij in

de camera zit. Deze instellingen kunnen eerder verloren gaan als de batterij maar gedurende een korte tijd in de camera heeft gezeten voordat deze eruit werd gehaald. Controleer, voordat u belangrijke foto’s gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.

8

Inst

ellin

gen

/ fun

ctie

s va

n uw

cam

era

aanp

asse

n

Page 81: Handleiding Olympus 500

NL 81

Printreservering (DPOF)Het printreserveringssysteem biedt u de mogelijkheid om samen met de op het kaartje opgeslagen beelden ook printgegevens (het aantal kopieën en datum- en tijdinformatie) op te slaan. DPOF is een genormaliseerd bestandstype voor het opslaan van printinformatie vanuit digitale camera’s. U kunt foto's geheel automatisch printen, thuis of in een fotospeciaalzaak, door gegevens zoals de foto's die u wenst te printen en het aantal gewenste kopieën op een kaartje op te slaan. De met printreservering opgeslagen beelden kunt u op de volgende manieren printen.

Laten printen door een voor DPOF ingerichte foto-ontwikkelcentraleHier kunnen foto’s geprint worden aan de hand van de printreserveringen.

Printen met een voor DPOF geschikte printerHet is mogelijk om rechtstreeks van het kaartje met reserveringsgegevens te printen zonder tussen-komst van een PC. Voor details raadpleegt u de handleiding van de printer. Het is mogelijk dat u, afhankelijk van de printer, een PC-kaartadapter nodig heeft.

Formaat van de foto en printenDe resolutie van een computer / printer wordt gewoonlijk uitgedrukt in een aantal dots (pixels) per inch. Dit wordt dpi (dots per inch) genoemd. Hoe hoger de dpi-waarde, des te beter de printresulta-ten. Denk eraan dat de dpi-waarde van de foto niet wijzigt. Dit betekent dat de grootte van de geprinte foto kleiner wordt als u een foto met een hogere resolutie print. Houd er rekening mee dat de beeldkwaliteit verslechtert als de beelden vergroot worden. Als u grote foto's van hoge kwaliteit wilt printen, zet dan de beeldkwaliteit zo hoog mogelijk als u de foto's maakt. g “De beeldkwaliteit selecteren“ (blz. 16)

Werkvolgorde voor printreservering

Er zijn twee printreserveringfunctie en beschikbaar: reservering van een enkel beeld < of reservering van alle beelden U. Zet de camera in de stand Weergeven(g blz. 53) en daarna het volgende.

Opmerkingen• Het is mogelijk dat DPOF-reserveringen die werden ingesteld met een ander apparaat, met deze

camera niet gewijzigd kunnen worden. Eventuele wijzigingen moet u dan aanbrengen met het oorspron-kelijke apparaat.

• Bevat een kaartje DPOF-reserveringen die met een ander apparaat werden gespecificeerd, dan worden met deze camera de oorspronkelijke reserveringen gewist.

• Is op het kaartje onvoldoende geheugenruimte beschikbaar, dan verschijnt de melding CARD FULL en is het mogelijk dat reserveren van printen niet lukt.

• Op een en hetzelfde kaartje kunt u DPOF-reserveringen specificeren voor maximaal 999 beelden.• Het is mogelijk dat bepaalde printers of fotospeciaalzaken niet over alle functies beschikken.• Printreservering kan een tijdje duren als printgegevens op een kaartje worden opgeslagen.

Selecteer de functie printreservering. g blz. 82

Selecteer de beelden die u wilt printen(alleen als u < geselecteerd heeft). g blz. 82

Stel de printgegevens in. g blz. 82

Bevestig de printreservering die u heeft ingesteld. g blz. 82

<

Volg de hier getoonde bedienings-aanwijzingen.

Menu [q] [<]

9

Printen

Page 82: Handleiding Olympus 500

Printreservering (DPOF)

82 NL

De stand Printreservering selecteren <

Selecteer of u printreservering toepast op geselecteerde beelden of op alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen. [<] Past de functie Printreservering toe op geselecteerde beelden.[U] Past de functie Printreservering toe op alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen. Foto's

die gemaakt werden na de reservering van alle beelden en opgeslagen zijn op hetzelfde kaartje worden niet geprint.

Als er reeds printreserveringsgegevens op het kaartje zijn opgeslagenHet venster voor het selecteren van RESET / KEEP verschijnt. Hier kunt u kiezen of u de gegevens wilt annuleren of behouden. g “Printreservering annuleren“ (blz. 82)

De beelden die u wilt printen selecteren

Past de functie Printreservering toe op geselecteerde beelden. Open het beeld dat u wilt printen en selecteer het gewenste aantal kopieën. Er kunnen maximaal 10 prints gemaakt worden. Als het aantal prints op 0 is ingesteld, wordt de printreservering niet toegepast. Als de reservering van alle beelden gebruikt wordt na de reservering van een enkel beeld, worden de gegevens die het aantal prints betreffen overschreven en er wordt slecht één kopie van elk beeld geprint.

Printgegevens instellen

U kunt de datum en het tijdstip van fotograferen afdrukken op alle voor het printen geselecteerde foto's.[NO] De beelden worden zonder datum en tijd geprint.[DATE] Op alle beelden wordt de fotodatum afgedrukt.[TIME] Op alle beelden wordt het tijdstip van fotograferen afgedrukt.

Uw printinstellingen aanpassen

[SET] Bevestigt de printreservering die u heeft gemaakt.[CANCEL] Annuleert de printreservering en het q menu verschijnt opnieuw.

Printreservering annuleren

Hiermee kunt u de printreserveringsgegevens annuleren. U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor geselecteerde beelden.

1 Zet de camera in de stand Weergeven. (g blz. 53)

2 Menu [q] [<]

3 Gebruik om [<] of [U] te selecteren.[<] Selecteer deze functie als u de printreserveringsgegevens voor een geselec-

teerd beeld wilt annuleren.[U] Selecteer deze functie als u de printreserveringsgegevens voor alle beelden

wilt annuleren.

4 Druk op knop i.• Als er al printreserveringsgegevens op het kaartje zijn opgeslagen, verschijnt het venster

voor het selecteren van RESET / KEEP waarin u kunt kiezen of u de gegevens wilt annu-leren of behouden.

5 Volg de stappen die horen bij de printreserveringfunctie die u hebt geselecteerd:

9

Prin

ten

Page 83: Handleiding Olympus 500

NL 83

Annuleren van de printreserveringsgegevens van een geselecteerde foto1) Gebruik ac om [KEEP] te selecteren en druk daarna op i.2) Gebruik bd om het beeld te selecteren met printre-

serveringsgegevens die u wilt annuleren en druk daarna op c om het aantal prints op 0 te zetten.• Om printreserveringsgegevens of andere beelden te

annuleren, dient u deze stap te herhalen.3) Druk op i als u klaar bent.

• Het X-scherm wordt weergegeven.4) Gebruik ac om [NO], [DATE] of [TIME] te selecteren.

Druk op i.• Deze instelling wordt op alle beelden met printreserve-

ringsgegevens toegepast.5) Gebruik ac om [SET] te selecteren en druk daarna

op i.• De instelling is dan opgeslagen.• Het q-menu wordt opnieuw weegegeven.

Printreserveringsgegevens van alle foto's annuleren1) Gebruik ac om [RESET] te selecteren en druk

daarna op i.2) Druk op de MENU-knop.

• Het q-menu wordt opnieuw weegegeven.

Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen. Met de camera aangesloten op de printer, selecteert u in de monitor van de camera de beelden die u wilt printen en specificeert u het aantal kopieën. U kunt ook beelden printen waarvoor reserveringsgegevens zijn gespecificeerd g “Printreserve-ring (DPOF)“ (blz. 81). Om vast te stellen of uw printer wel of niet geschikt is voor PictBridge raad-pleegt u de handleiding van de printer.PictBridgeDe norm die het u mogelijk maakt om digitale camera's en printers van verschillende merken op elkaar aan te sluiten en u toelaat om foto's rechtstreeks van de camera te printen.

< STANDARDAlle printers die PictBridge ondersteunen beschikken over standaard printinstellingen. Door [< STANDARD] te selecteren in het instelmenu (g blz. 85), kunt u foto's overeenkomstig deze instellingen printen. Voor details over de standaardinstellingen van uw printer raadpleegt u de hand-leiding ervan of neemt u contact op met de fabrikant.VerbruiksartikelenVoor details over de soorten printerpapier, inktcassettes, enzovoort, raadpleegt u de handleiding van de printer.

Opmerkingen• Houd de ladingstoestand van de batterij in het oog. Indien u de batterij gebruikt, dient u ervoor te zorgen

dat deze volledig is opgeladen. Stopt de camera terwijl dataverkeer met de printer plaatsvindt, dan is het mogelijk dat dat de juiste werking van de printer verstoort of dat beeldmateriaal verloren gaat.

• Beelden opgenomen met bestandstype RAW kunnen niet geprint worden.• De camera kan de sluimerstand niet aannemen, omdat hij verbonden is met het USB-kabeltje.

Ingesteld op 0.

Rechtstreeks printen (PictBridge)

Printreservering (DPOF)

9

Printen

Page 84: Handleiding Olympus 500

Rechtstreeks printen (PictBridge)

84 NL

Camera aansluiten op een printer

Sluit de camera aan op een met PictBridge compatibele printer met het meegeleverde USB-kabeltje.

1 Schakel de printer in en steek de plug van het USB-kabeltje in de USB-connector van de printer.• Voor details over hoe u de printer inschakelt en over de plaats van de USB-connector,

raadpleegt u de handleiding van de printer.

2 Steek de andere plug van het USB-kabeltje in de multiconnector van camera en zet de camera aan.g “Overzichtstekening“ (blz. 3) • Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding wordt weergegeven.

3 Gebruik om [< EASY] of [< CUSTOM] te selecteren.Als u [< EASY] selecteert

Ga naar “Eenvoudig printen“ (blz. 84).Als u [< CUSTOM] selecteert

De melding ONE MOMENT verschijnt terwijl camera en printer met elkaar ver-bonden worden. Op de monitor verschijnt het instelmenu PRINT MODE SELECT. Ga naar “Werkvolgorde voor printen volgens specificaties van de klant“ (blz. 84).

Eenvoudig printen

1 Geef het beeld weer dat u wilt printen.

2 Druk op de knop (print).

Werkvolgorde voor printen volgens specificaties van de klant

Opmerkingen• Als het venster na een paar minuten niet verschijnt, zet u de camera uit en start u opnieuw vanaf stap 2.

Selecteer de printerfunctie. g blz. 85

Selecteer de instellingen voor het printpapier. g blz. 85

Selecteer de beelden die u wilt printen. g blz. 85

Stel de printgegevens in. g blz. 85

Beelden printen. g blz. 86

Volg de hier getoonde bedienings-aanwijzingen.

9

Prin

ten

Page 85: Handleiding Olympus 500

Rechtstreeks printen (PictBridge)

NL 85

Printerfunctie selecteren

Selecteer de manier van printen (printerfunctie) U kunt beelden een voor een printen of meerdere beelden op een enkel blad papier.

[PRINT] Print geselecteerde beelden.[ALL PRINT] Print u alle beelden die opgeslagen zijn op het kaartje en maakt van elke foto

een print.[MULTI PRINT] Print meerdere kopieën van dezelfde foto als afzonderlijke beelden op een

enkel blad.[ALL INDEX] Print een index van alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen.[PRINT ORDER] Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft. Als er geen

foto met printreservering bestaat, is deze functie niet beschikbaar.

Printerfuncties en instellingenDe beschikbare printerfunctien en instellingen, zoals papierformaat, zijn afhankelijk van het type printer. Voor details raadpleegt u de handleiding van de printer.

De eigenschappen van het printpapier instellen

Deze instellingen variëren, afhankelijk van het type printer. Als alleen de [< STANDARD]-instel-ling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.[SIZE] Stelt het papierformaat in dat de printer onder-

steunt.[BORDERLESS] Selecteert of de foto op een volledige pagina

wordt geprint of binnen een blanco rand.[PICS / SHEET] Selecteert het aantal beelden per blad. Dit ver-

schijnt als u de functie [MULTI PRINT] heeft geselecteerd.

De beelden die u wilt printen selecteren

Selecteer de beelden die u wilt printen De geselecteerde beelden kunnen later worden geprint (reservering van een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan rechtstreeks worden geprint.PRINT ( ) Print de foto die actueel wordt weergegeven. Als er een foto bestaat

waarop SINGLE PRINT reservering reeds werd toegepast, zal alleen deze foto met SINGLE PRINT reservering worden geprint.

SINGLE PRINT ( ) Past printreservering toe op de foto die actueel wordt weergegeven. Als u de printreservering op andere beelden wilt toepassen, drukt u op bd om deze te selecteren.

MORE ( ) Stelt het aantal prints in en andere eigenschappen van het actueel weergege-ven beeld, en of u dit wilt printen of niet. g “Printgegevens instellen“ (blz. 85)

Printgegevens instellen

Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op de foto wilt afdrukken.

9

Printen

Page 86: Handleiding Olympus 500

Rechtstreeks printen (PictBridge)

86 NL

[<x] Hiermee stelt u het aantal kopieën in.[X] Print de datum en het tijdstip, die bij het beeld zijn

opgeslagen.[FILE NAME] Print de bestandsnaam die bij het beeld is opgesla-

gen.

Printen

Print, als u de beelden die geprint moeten worden en de printgegevens hebt ingesteld.[OK] Brengt de beelden die u wilt printen over naar de printer.[CANCEL] Annuleert de instellingen. Alle printreserveringsgegevens gaan dan verloren. Als

u de printreserveringsgegevens wilt behouden en andere instellingen wilt maken, drukt u op b. Hiermee keert u terug naar de vorige instelling.

Om te stoppen en het printen te annuleren, drukt u op de knop i.[CONTINUE] Het printen wordt voortgezet.[CANCEL] Het printen wordt geannuleerd. Alle printreserveringsgegevens gaan dan verloren.

Als een foutcode verschijnt

Verschijnt tijdens het instellen van direct printen of tijdens het printen zelf een foutcode, dan kunt u daar onderstaande tabel op naslaan. Voor details over mogelijke oplossingen raadpleegt u de handleiding van de printer. Als andere codes verschijnen, raadpleegt u de “Error codes” (foutcodes) (p. 95).

Indicatie op de monitor Mogelijke oorzaak Oplossing

NO CONNECTION

De camera is niet op de juiste wijze op de printer aangesloten.

Koppel de camera los en sluit hem opnieuw, maar nu goed, aan.

NO PAPER

De papiervoorraad van de printer is op.

Leg een nieuwe voorraad papier in de printer.

NO INK

De inktvoorraad van de printer is op.

Vervang de inktcassette in de printer.

JAMMED

Het papier in de printer is vastge-lopen.

Haal het papier dat de printer blok-keert uit de printer.

SETTINGS CHANGED

De papiercassette van de printer is verwijderd of de printer werd bediend, terwijl de instellingen op de camera gemaakt werden.

Bedien de printer niet, terwijl u instel-lingen op de camera maakt.

PRINT ERROR

Er heeft zich een probleem met de printer en/of de camera voor-gedaan.

Schakel camera en printer uit. Con-troleer de printer en hef eventuele storingen op voordat u beide appara-ten weer inschakelt.

CANNOT PRINT

Het is mogelijk dat foto's die met andere camera's gemaakt zijn, niet op deze camera geprint kun-nen worden.

Gebruik een computer om de foto's te printen.

9

Prin

ten

Page 87: Handleiding Olympus 500

NL 87

WerkvolgordeSluit de camera met het USB-kabeltje aan op een computer. Met de meegeleverde OLYMPUS Mas-ter software kunt u nu eenvoudig beelden die op het kaartje zijn opgeslagen overbrengen naar de computer.

OLYMPUS Master installeren g blz. 88

De camera op de computer aansluiten met het meegeleverde USB-kabeltje g blz. 91

OLYMPUS Master starten g blz. 91

Beelden opslaan op de computer g blz. 92

De camera loskoppelen van de computer g blz. 93

Opmerkingen• Houd de ladingstoestand van de batterij in het oog. Als de batterijen leeg raken kan de camera stoppen

met werken terwijl hij met de computer verbonden is. Dit kan de juiste werking van de computer versto-ren en het beeldmateriaal dat wordt overgebracht kan verloren gaan.

• Open nooit het klepje van het batterijcompartiment / het geheugenkaartje van de camera, terwijl de indi-catie-LED Dataverkeer knippert. Zo kunt u het beeldmateriaal beschadigen.

• Als de camera via een USB-hub aangesloten is op de computer en doen zich problemen voor met de compatibiliteit tussen computer en hub, dan kan geen betrouwbare werking worden gegarandeerd. In dat geval sluit u de camera rechtstreeks aan op de computer, zonder een USB-hub te gebruiken.

• Vergeet vooral niet de beelden eerst naar uw computer over te brengen voordat u ze met grafische soft-ware gaat bewerken. Afhankelijk van de gebruikte applicatiesoftware, kan bewerken van beeldbestan-den (zoals draaien van de beelden, enz.) terwijl die nog op het kaartje opgeslagen zijn, de beeldbestan-den beschadigen.

• Als uw computer de beeldbestanden van de camera niet kan lezen via de USB-verbinding, kunt u een optionele PC-kaartadapter gebruiken of andere media-adapters om beelden over te brengen van een CompactFlash of xD Picture Card naar de computer.Voor details raadpleegt u de website van Olympus.

10

Beelden overbrengen naar een com

puter

Page 88: Handleiding Olympus 500

88 NL

De meegeleverde OLYMPUS Master software gebruikenInstalleer de OLYMPUS Master software van de meegeleverde CD-ROM om beelden op uw com-puter te bewerken en te beheren.

Wat is OLYMPUS Master?

OLYMPUS Master is een beeldbeheerprogramma met functies om beelden die u met uw digitale camera gemaakt heeft te bekijken en te bewerken. Als u de software op uw computer hebt geïnstal-leerd, kan u gebruik maken van volgende mogelijkheden.

Voor informatie over de andere mogelijkheden van OLYMPUS Master en voor details over het gebruik van de software raadpleegt u de OLYMPUS Master Help-gids of de OLYMPUS Master gebruiksaanwijzing.

Installeren van OLYMPUS Master

Identificeer het besturingssysteem op uw computer voor u de software installeert. Voor de meest recente informatie over compatibele besturingssystemen bezoekt u de website van OLYMPUS (http://www.olympus.com)

Systeemeisen

WindowsBesturingssysteem Windows 98SE / Me / 2000 Professional / XPCPU Pentium III 500 MHz of snellerRAM 128 MB of meer (256 MB of meer aanbevolen)HD space 300 MB of meerInterface USB-connectorMonitor 1024 x 768 pixels of meer, minimum 65.536 kleuren

Beelden en videobeelden bekijkenU kunt ook genieten van diashows en geluid afspelen.

Beelden groeperen en organiserenU kunt beelden organiseren door ze in kalender-formaat weer te geven. Met de datum van foto-graferen of trefwoorden kunt u gezochte beel-den snel terugvinden.

Beelden corrigeren met filters en cor-rectiefuncties

Diverse printformatenU kunt in diverse formaten printen, zoals indexprints, kalenders, ansichtkaarten en nog meer.

Panoramabeelden makenU kunt een panorama maken van de foto's die u met de panoramafunctie gemaakt hebt.

Beelden bewerkenU kunt beelden draaien, deelvergrotingen maken of de resolutie wijzigen.

Beelden overbrengen van de camera of verwisselbare media naar uw com-puter

10

Bee

lden

ove

rbre

ngen

naa

r een

com

pute

r

Page 89: Handleiding Olympus 500

De meegeleverde OLYMPUS Master software gebruiken

NL 89

MacintoshBesturingssysteem Mac OS X 10.2 of laterCPU Power PC G3 500 MHz of hogerRAM 128 MB of meer (256 MB of meer aanbevolen)HD space 300 MB of meerInterface USB-connectorMonitor 1024 x 768 pixels of meer, minimum 32,000 kleuren

Hoe installeren

Windows

1 Start uw computer op en leg de OLYMPUS Master CD in het CD-ROM-station.• Het OLYMPUS Master setup menu wordt automatisch geactiveerd.• Verschijnt het menuvenster van OLYMPUS Master niet automatisch, dan dubbelklikt u op

het pictogram [My Computer] (Deze computer) en daarna op het CD-ROM-pictogram.

2 Klik op de knop [OLYMPUS Master].• Het QuickTime setup programma wordt automatisch gestart.• QuickTime heeft u nodig om met OLYMPUS Master te kunnen

werken. Als QuickTime 6 of later geïnstalleerd is op uw com-puter, zal het setup programma niet opstarten. In dat geval gaat u verder met stap 4.

3 Klik op de [Next]-knop en volg daarna de aanwij-zingen op het scherm om met de installatie van het programma door te gaan.• Als het venster met de software-licentieovereenkomst ver-

schijnt, leest u deze tekst en klikt u op [Agree]. • Het OLYMPUS Master installatievenster verschijnt.

Opmerkingen• Alleen vooraf geïnstalleerde besturingssystemen worden ondersteund.• Om OLYMPUS Master te installeren op een computer onder besturing van Windows 2000 Professional

of Windows XP, dan moet u zich aanmelden als gebruiker met beheerderaccount.• QuickTime 6 of later en Internet Explorer moeten op voorhand op uw computer geïnstalleerd zijn.• Bij Windows XP wordt Windows XP Professional / Home Edition ondersteund.• Bij Windows 2000 wordt alleen Windows 2000 Professional ondersteund.• Bij Windows 98SE wordt automatisch een USB-driver geïnstalleerd.

Opmerkingen• Als uw Macintosh geen ingebouwde USB-connector heeft, wordt zijn functie niet gegarandeerd als de

camera via USB is aangesloten op de computer.• QuickTime 6 of later en Safari 1.0 of later moeten geïnstalleerd zijn op uw computer.• Voordat u onderstaande handelingen uitvoert, moet u er voor zorgen dat u het kaartje verwijdert (sleep

het op het prullenbak-pictogram en zet het daar neer). Als u deze procedure overslaat, is het mogelijk dat de computer niet optimaal functioneert en dat hij vraagt om opnieuw op te starten.

• Koppel het kabeltje tussen de camera en de computer los.• Schakel de camera uit.• Het klepje over de kaartsleuf openen.

10

Beelden overbrengen naar een com

puter

Page 90: Handleiding Olympus 500

De meegeleverde OLYMPUS Master software gebruiken

90 NL

4 Volg de aanwijzigingen op het scherm om met de installatie van het programma door te gaan.• Als het venster met de software-licentieovereenkomst verschijnt, leest u deze tekst en klikt

u op [Yes]. • Als een dialoogvenster verschijnt dat u om gebruikersinfor-

matie vraagt, voert u uw naam in en het serienummer van OLYMPUS Master dat op de verpakking van de CD-ROM is afgedrukt. Selecteer uw land en klik op [Next].De installatie begint. Als het venster met de licentieovereen-komst van DirectX verschijnt, leest u die aandachtig door en klikt u op [Yes] om met de installatie door te gaan.

• In het bevestigingsvenster dat nu geopend wordt, wordt u gevraagd of u Adobe Reader al dan niet wilt installeren. Adobe Reader moet geïnstalleerd zijn om de OLYMPUS Master handleiding te kunnen lezen. Is op uw computer Adobe Reader reeds geïnstalleerd, dan verschijnt dit dialoogvenster niet.

5 Als u Adobe Reader wilt installeren, klikt u op [OK].• Wilt u het programma niet installeren, dan klikt u op [Cancel].

Ga naar stap 7.• Het Adobe Reader installatievenster verschijnt.

6 Volg de aanwijzigingen op het scherm om met de installatie van het programma door te gaan.• In een venster wordt aangegeven wanneer de installatie voltooid is.

7 Klik op [Finish] (Voltooien).• Nu wordt weer het setup menu voor de Olympus software geopend.

8 Als het venster verschijnt waarin u gevraagd wordt of u de computer opnieuw wilt starten, selecteert u de optie om onmiddellijk opnieuw te starten en klikt u dan op [OK].• De computer wordt opnieuw gestart.

Macintosh

1 Leg de CD met de OLYMPUS Master software in het CD-ROM-station.• Nu wordt automatisch het CD-ROM-venster geopend.• Verschijnt het venster niet, dan dubbelklikt u op het pictogram van de

CD-ROM op het bureaublad.

2 Dubbelklik op de map met de gewenste taal.

3 Dubbelklik op het pictogram [Installer] (Installatiepro-gramma).• Volg de aanwijzigingen op het scherm om met de installatie van het

programma door te gaan. OLYMPOS Master Installer wordt automa-tisch geactiveerd.

• Als het venster met de software-licentieovereenkomst verschijnt, leest u deze tekst en klikt u op [Continue] en [Agree].

• In een venster wordt aangegeven wanneer de installatie voltooid is.

4 Klik op de knop [Quit] (Afsluiten).

5 Haal de CD uit het CD-ROM-station en klik op [Restart].

10

Bee

lden

ove

rbre

ngen

naa

r een

com

pute

r

Page 91: Handleiding Olympus 500

NL 91

Aansluiten van de camera op een computerSluit de camera aan op uw computer met het meegeleverde USB-kabeltje

1 Steek de gemarkeerde plug van het meegeleverde USB-kabeltje in de USB-connector van de computer.• De plaats van de USB-connector is afhankelijk van het soort computer. Voor details raadpleegt u de

handleiding van de computer.

2 Steek de andere plug van het meegeleverde USB-kabeltje in de multiconnector.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

3 Zet de aan/uit-schakelaar van de camera op ON.• Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding wordt weerge-

geven.

4 Gebruik ac om [STORAGE] te selecteren. Druk op knop i.

5 De computer herkent de camera als een nieuw apparaat.• Windows

De eerste keer dat u de camera op uw computer aansluit, herkent de computer automa-tisch de camera.Klik op [OK] als de melding verschijnt dat de installatie voltooid is.De computer herkent de camera als een [Removable Disk ] (Verwisselbare schijf).

• MacintoshiPhoto is de standaard software voor het beheren van beelden voor Mac OS. Sluit u uw digitale Olympus-camera voor de eerste keer aan, dan wordt automatisch het applicatie-programma iPhoto opgestart. Sluit iPhoto en start OLYMPUS Master.

Windows

1 Dubbelklik op het pictogram (OLYMPUS Master) op het bureau-blad.• Nu verschijnt het hoofdmenu van OLYMPUS Master.

Macintosh

1 Dubbelklik op het pictogram (OLYMPUS Master) in de map [OLYMPUS Master].• Nu verschijnt het hoofdmenu van OLYMPUS Master.• De eerste keer dat u het programma start, verschijnt het dialoogvenster waarin u om uw

gebruikersinformatie wordt gevraagd. In dit venster voert u uw naam in en het serienummer van OLYMPUS Master, zoals dat is afgedrukt op het etiket van OLYMPUS Master. Vervolgens selecteert u uw land.

Opmerkingen• Sluit u de camera aan op een computer, dan zijn alle knoppen van de camera buiten bedrijf.

OLYMPUS Master starten

10

Beelden overbrengen naar een com

puter

Page 92: Handleiding Olympus 500

92 NL

OLYMPUS Master sluiten

1 Klik op (Exit) in het hoofdmenu.• Het OLYMPUS Master programma wordt gesloten.

Beelden overbrengen om ze op te slaan op uw computer

Breng beelden vanuit de camera over naar uw computer om ze daar op te slaan.

1 Klik in het hoofdmenu van OLYMPUS Master op de knop [Beelden overbrengen].• Het keuzemenu voor de mappen met daarin de bestanden die u wilt kopiëren verschijnt.

2 Klik op (Van camera).• Het venster met daarin de bestanden die u wilt kopiëren ver-

schijnt. Getoond worden de thumbnails (miniatuurbeelden) van alle in de camera opgeslagen beelden.

3 Selecteer het beeldbestand dat u op de computer wilt opslaan en klik dan op de knop [Transfer Images] (Beelden overbrengen).• Er verschijnt een venster waarin u om bevestiging wordt

gevraagd.

1 Knop [Transfer Images] (Beelden overbrengen)Met deze knop kunt u beelden vanaf de camera of vanaf verwisselbare media overbrengen.

2 Knop [Browse Images] (In beelden bladeren)Met deze knop kunt u in de opgeslagen beelden bladeren.

3 Knop [Online Print] (Online printen)Met deze knop wordt het venster voor online printen weergegeven.

4 [Print Images at Home] (Beelden thuis printen)Met deze knop opent u het menu voor het printen van beelden.

5 Knop [Create and Share] (Maken en delen)Met deze knop opent u menu's waarmee u beelden met anderen kunt delen.

6 Knop [Backup Images] (Beelden reservekopiëren)Met deze knop kunt u reservekopieën maken van de beelden op verwisselbare media.

7 Knop [Upgrade] Met deze knop opent u het dialoogvenster waarmee u het programma kunt opwaar-deren naar OLYMPUS Master Plus.

Beelden vanuit de camera weergeven op uw computer

OLYMPUS Master starten

10

Bee

lden

ove

rbre

ngen

naa

r een

com

pute

r

Page 93: Handleiding Olympus 500

Beelden vanuit de camera weergeven op uw computer

NL 93

4 Klik op de knop [Browse images now] (Nu in beelden bladeren).• Nu worden de naar het Browse-venster overgebrachte beelden

weergegeven.• Om naar het hoofdmenu terug te keren klikt u in het Browse-venster op de knop [Menu].• Open nooit het klepje van het batterijcompartiment / het geheugenkaartje van de camera,

terwijl de indicatie-LED Dataverkeer knippert. Zo kunt u het beeldmateriaal beschadigen.

Camera loskoppelen van de computer

Nadat u de beelden vanuit de camera heeft overgebracht naar uw computer, kunt u de camera afkoppelen van uw computer.

1 Controleer of de indicatie-LED Dataverkeer niet meer knippert.g “Overzichtstekening“ (blz. 3)

2 Voer volgende stappen uit overeenkomstig het besturingssysteem van uw computer.Voor Windows 98 SE1) Dubbelklik op het pictogram [My Computer] (Deze computer) en

open het menu door met de rechtermuisknop op [Removable Disk] (Verwisselbare schijf) te klikken.

2) Klik in het snelmenu op [Eject].

Voor Windows Me / 2000 / XP1) Klik in de taakbalk op het pictogram [Remove Hardware]

(Hardware verwijderen) .2) Klik op de getoonde melding.3) Klik op [OK] in het venster [Safe to Remove Hardware].

Voor Macintosh1) Het pictogram van de prullenbak verandert in een ver-

wijderpictogram als u het pictogram “Untitled“ (Zon-der titel) of “NO_NAME“ (Naamloos) op het bureau-blad sleept. Sleep dit pictogram op het verwijderpictogram en zet het daar neer.

3 Trek de plug van het USB-kabeltje uit de camera.

Opmerkingen• Voor Windows Me / 2000 / XP:

Als u op [Unplug or Eject Hardware] (Hardware loskoppelen of uitwerpen) klikt, is het mogelijk dat er een waarschuwing verschijnt. Gebeurt dat inderdaad, dan controleert u of de camera bezig is met het lezen van beeldmateriaal of dat applicatiesoftware actief is met het openen van camera beeldbestanden. In dat geval sluit u de applicatiesoftware, geeft u de opdracht [Unplug or Eject Hardware] opnieuw en kop-pelt u het kabeltje af.

10

Beelden overbrengen naar een com

puter

Page 94: Handleiding Olympus 500

94 NL

Stilstaande beelden bekijken

1 Klik in het hoofdmenu van OLYMPUS op de knop (In beelden bladeren).• Hiermee opent u het Browse-venster.

2 Dubbelklik op het miniatuurbeeld van het beeld dat u wilt bekijken.

• Het monitorbeeld wisselt nu naar de stand Weergeven en het beeld wordt vergroot weergegeven.

• Om naar het hoofdmenu terug te keren klikt u in het Browse-venster op de knop [Menu].

Het programma beschikt over tal van printmenu's zoals [Photo] (Foto's), [Index] (Indexbeelden), [Postcard] (Ansichtkaart), [Calendar] (kalender) enz. In de volgende voorbeelden is gebruik gemaakt van het menu [Photo].

1 Klik in het hoofdmenu van OLYMPUS Master op (Beelden thuis printen).• Het printmenu verschijnt.

2 Klik op (Foto).• Het venster voor het printen van foto's verschijnt.

3 Clik op (Instellingen) in het dialoogvenster Photo Print. • Het dialoogvenster voor de printerinstellingen verschijnt. Kies

de gewenste instellingen.

4 Selecteer de pagina-indeling en het formaat van het beeld dat u wilt printen.• Om foto's met datum of datum en tijd te printen, klikt u in het

keuzevakje [Print Date] (Datum printen) en selecteert u [Date] of [Date & Time].

5 Selecteer de thumbnail van het beeld dat u wilt printen en druk vervolgens op de knop [Add] (Toevoegen).• Van het geselecteerde beeld wordt nu een controlebeeld weergegeven.

6 Stel het aantal kopieën in dat moet worden geprint.

7 Klik op de knop [Print].• Om naar het hoofdmenu terug te keren klikt u in het dialoogvenster Photo Print op de knop [Menu].

Miniatuurbeeld

Beelden printen

10

Bee

lden

ove

rbre

ngen

naa

r een

com

pute

r

Page 95: Handleiding Olympus 500

NL 95

Beelden overbrengen naar uw computer zonder OLYMPUS Master te gebruiken.

Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden overbrengen naar een computer door de camera met het meegeleverde USB-kabeltje op een computer aan te sluiten. Dit kan zelfs zonder dat u hiervoor OLYMPUS Master gebruikt. De volgende besturingssys-temen ondersteunen de USB-aansluiting:Windows : Windows 98 / 98 SE / Me / 2000 Professional / XPMacintosh : Mac OS 9.0-9.2 / X

Foutcodes

Opmerkingen• Op computers die onder besturing van Windows 98SE werken moet u een USB-driver installeren. Voor-

dat u de camera met het USB-kabeltje op uw computer aansluit, dubbelklikt u op het bestand in de vol-gende map op de meegeleverde CD-ROM met OLYMPUS Master. Installeert u OLYMPUS Master, dan wordt tegelijkertijd de USB-driver geïnstalleerd.De driver naam is: \USB\INSTALL.EXE

• Ook als uw computer over een USB-connector beschikt, is het toch mogelijk dat de gegevensoverdracht niet goed werkt wanneer u met een van de hieronder genoemde besturingssystemen werkt of wanneer in de computer een USB-uitbreidingskaart e.d. is ingebouwd.• Windows 95 / 98 / NT 4.0.• Windows 98SE opgewaardeerd vanuit Windows 95 / 98.• Mac OS 8.6 of eerder• De overdracht van gegevens wordt niet gegarandeerd voor zelfgebouwde computers of voor compu-

ters waarin het besturingssysteem niet door de fabriek werd geïnstalleerd.

Indicaties in de zoeker

Indicaties op de monitor Mogelijke oorzaak Oplossing

Normal indica-tion

qNO CARD

U heeft geen kaartje in de camera geplaatst of het kaartje wordt niet herkend.

Steek een kaartje erin of steek een ander kaartje erin.

qCARD ERROR

Er is een probleem met het kaartje. Plaats het kaartje opnieuw in de camera. Blijft het probleem bestaan, dan moet u het kaartje formatteren. Als het kaartje niet geformatteerd kan worden, kan dit niet gebruikt wor-den.

qWRITE PRO-

TECT

Opslaan op dit kaartje is niet toege-staan.

Met de computer werd het kaartje beveiligd tegen schrijven (Alleen lezen). Annuleer deze instelling met de computer.

Geen indicatie qCARD FULL

Het kaartje is vol. Er kunnen geen foto's meer worden genomen of er kan geen informatie, zoals printre-servering, meer worden opgesla-gen.

Vervang het kaartje door een ander of wis overbodige beelden. Breng belangrijke beelden over naar een computer voordat u beelden gaat wissen.

Geen indicatie LNO PICTURE

Er zijn geen foto's op het kaartje opgeslagen.

Het kaartje bevat geen foto's. Sla enkele beelden op.

Als u op problemen stuit

11

Appendix

Page 96: Handleiding Olympus 500

96 NL

Storingen opheffen

Geen indicatieq

PICTURE ERROR

Er heeft zich een probleem met het geselecteerde beeld voorgedaan, waardoor dit beeld met de camera niet kan worden weergegeven. Of het beeld kan met deze camera niet worden weergegeven.

Gebruik de beeldbewerkingssoft-ware om het beeld op een PC te bekijken. Lukt dat niet, dan is het beeldbestand beschadigd.

CARD-COVER OPEN

Het klepje van het kaartje is open. Sluit het klepje van het geheugen-kaartvak.

qCARD ERROR

Het kaartje is niet geformatteerd. Formatteer het kaartje.

Geen indicatieg

BATTERY EMPTY

De batterij is uitgeput. Laad de batterij op.

Mogelijke oorzaak Oplossing Zie blz.De camera schakelt niet in of de functieknoppen reageren niet.De camera is uitgeschakeld. De camera schakelt automatisch uit als hij gedu-

rende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt. Zet de aan/uit-schakelaar op ON.

De camera gaat in de sluimer-stand.

Druk de ontspanknop half in. blz. 75

De batterij is uitgeput. Laad de oplaadbare batterij op. Als u lithiumbatte-rijen gebruikt, vervangt u deze door nieuwe.

De batterij werkt tijdelijk niet wegens een te lage temperatuur.

Warm de batterij op door ze een tijdje in uw jaszak te houden.

De camera is aangesloten op een PC.

Is de camera aangesloten op een PC, dan werkt de camera niet als zodanig. Om dit op te lossen stelt u de stand [CONTROL] in en heeft u de optionele OLYMPUS Studio software nodig.

blz. 76

Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt.De batterij is uitgeput. Laad de oplaadbare batterij op. Als u lithiumbatte-

rijen gebruikt, vervangt u deze door nieuwe.–

De camera kan zich moeilijk scherpstellen op het onderwerp (de AF-functie werkt niet goed).

Stel handmatig scherp of gebruik het scherpstelge-heugen (AF-memory) om scherp te stellen op het onderwerp en neem vervolgens de foto.

blz. 16blz. 39

Foto's worden opgeslagen op een kaartje.

Tijdens repeterende opnamen kunt u niet fotografe-ren wanneer het interne geheugen van de camera vol is.

De flitser is nog niet geheel opgeladen.

Laat de ontspanknop los en wacht tot het pictogram # niet meer knippert. Druk de ontspanknop weer in.

blz. 29

Het kaartje is vol. Wis ongewenste beelden of steek een nieuw kaartje in de camera. Breng belangrijke beelden over naar een computer voordat u beelden gaat wissen.

blz. 63blz. 92

Indicaties in de zoeker

Indicaties op de monitor Mogelijke oorzaak Oplossing

Als u op problemen stuit

11

App

endi

x

Page 97: Handleiding Olympus 500

Als u op problemen stuit

NL 97

De batterij is uitgeput geraakt tijdens het fotograferen of ter-wijl de beelden naar het kaartje werden geschreven. (de moni-tor dooft nadat de melding “BATTERY EMPTY” (Batterij leeg) verscheen).

Laad de batterij op. (Wacht tot de indicatie-LED Dataverkeer niet meer knippert.)

Er is een probleem met het kaartje.

Raadpleeg de foutmeldingen. blz. 95

De zoeker is niet goed ingesteld.De dioptrie is niet bijgesteld. Stel de dioptrie zo in, dat het autofocuskader

scherp zichtbaar is.–

Op de lens of de zoeker heeft zich condens* gevormd.

Schakel de camera uit en wacht tot hij droog is. Ter-wijl de temperatuur van de camera zich aanpast aan de omgeving droogt hij vanzelf op.

Met het beeldmateriaal wordt een verkeerde datum opgeslagen.Datum en tijd zijn niet inge-steld.

Stel datum en tijd in. De klok is in de fabriek niet op de juiste tijd ingesteld.

blz. 80

De camera bleef lange tijd zon-der batterij liggen.

Indien de camera lange tijd zonder batterije blijft lig-gen, gaan de instellingen voor datum en tijd verlo-ren. Stel datum en tijd opnieuw in.

blz. 80

* Condens: Als het buiten koud is, koelt waterdamp in de lucht snel af en verandert in druppeltjes water. Condens treedt op als de camera abrupt van een koude plaats naar een warme ruimte wordt gebracht.

Uitschakelen van de camera herstelt de opgeslagen instellingen niet.Bij deze camera blijven de opgeslagen instellingen behouden als u de camera uit-schakelt.

Uitschakelen van de camera herstelt de opgesla-gen instellingen niet.Zet [CUSTOM RESET SETTING] op [RESET] en schakel daarna de camera uit.

blz. 64

Het beeld is onscherp.Het onderwerp is te dicht bij. Ga verder wegstaan van uw onderwerp, tot de

kleinste scherpstelafstand van uw lens en maak dan uw foto.

De camera kan zich moeilijk scherpstellen op het onderwerp (de AF-functie werkt niet goed).

Stel handmatig scherp of gebruik het scherpstelge-heugen (AF-memory) om scherp te stellen op het onderwerp en neem vervolgens de foto.

blz. 16blz. 39

Het onderwerp is donker. Stel de functie [AF ILLUMINATOR] in het menu op [ON] en laat de flitser omhoog springen.

blz. 40

Op de lens of de zoeker heeft zich condens* gevormd.

Schakel de camera uit en wacht tot hij droog is. –

De foto is wazig.Het gefotografeerde object kon niet automatisch scherpge-steld worden.

Stel handmatig scherp of gebruik het scherpstelge-heugen (AF-memory) om scherp te stellen op het onderwerp en neem vervolgens de foto.

blz. 16blz. 39

De camera werd bewogen toen de ontspanknop werd ingedrukt.

Bewegingen van de camera veroorzaken een wazig beeld. Houd de camera op de juiste wijze vast en druk de ontspanknop rustig in. Wanneer u een telelens gebruikt moet u hier extra op letten.

Mogelijke oorzaak Oplossing Zie blz.

11

Appendix

Page 98: Handleiding Olympus 500

Als u op problemen stuit

98 NL

In een donkere omgeving is de ISO-waarde op auto ingesteld.

Bij langere sluitertijden wordt bewegen van de camera duidelijk merkbaar. Gebruik de flitser of kies een hogere ISO-gevoeligheid. U doet er goed aan een statief te gebruiken.

blz. 26blz. 44

[RELEASE PRIORITY S] of [RELEASE PRIORITY C] is ingesteld op [ON].

Met de functies [RELEASE PRIORITY S] & [RELEASE PRIORITY C] op deze camera kunt u de ontspanner precies op het juiste moment loslaten.Maar, als [RELEASE PRIORITY S] of [RELEASE PRIORITY C] ingesteld is op [ON], zal de foto gemaakt worden ook als de camera zich niet heeft kunnen scherpstellen op het onderwerp.Controleer dat [RELEASE PRIORITY S] of [RELEASE PRIORITY C] ingesteld is op [OFF] of dat de AF-teken knippert op de zoeker voor u de knop volledig indrukt.

blz. 40

De lens is vuil. Maak de lens schoon. Verwijder stof met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje en door licht wrij-ven met een lensreinigingsdoekje. Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schim-melvorming op de lens optreden.

blz. 100

Het beeld is te helder.Het beeldmidden was te don-ker.

Als het beeldmidden te donker is, worden de ran-den van het beeld helder afgebeeld ongeacht het gebruikte lichtmeetsysteem. Corrigeer de belichting in negatieve (–) zin.

blz. 42

De ISO-waarde is hoog inge-steld.

Stel de ISO-waarde in op auto of op 100. Indien dat geen verbetering oplevert, moet u een ND-filter gebruiken dat op de lens past.

blz. 44

In de stand A (M) is een lage diafragmawaarde ingesteld.

Verhoog de diafragmawaarde. blz. 22, blz. 24

In de stand S (M) is een lange sluitertijd ingesteld.

Kies een kortere sluitertijd. blz. 23, blz. 24

Het beeld is te donker.Het object was te klein en stond in tegenlicht.

Stel het lichtmeetsysteem in op spotmeting. Of gebruik de flitser.

blz. 26 blz. 41

Het beeldmidden was te hel-der.

Als het beeldmidden te helder is, wordt het hele beeld te donker afgebeeld, ongeacht het gebruikte lichtmeetsysteem. Corrigeer de belichting in posi-tieve (+) zin.

blz. 42

In de stand A (M) is een hoge diafragmawaarde ingesteld.

Verlaag de diafragmawaarde. blz. 22, blz. 24

In de stand S (M) is een korte sluitertijd ingesteld.

Kies een langere sluitertijd. blz. 23, blz. 24

De kleuren van opnamen die binnenshuis genomen werden ogen onnatuurlijk.Verlichting binnenshuis beïn-vloedt de kleuren van de foto.

Pas de witbalans aan aan de lichtbron. Met de aan-gepaste witbalans (one-touch WB) kunt u natuurlij-ker kleuren reproduceren.

blz. 48

De witbalans is verkeerd inge-steld.

Pas de witbalans weer aan aan de lichtbron. blz. 47

Mogelijke oorzaak Oplossing Zie blz.

11

App

endi

x

Page 99: Handleiding Olympus 500

Als u op problemen stuit

NL 99

Overstraling (halovorming) zorgt voor onnatuurlijke kleuren in het beeld.Dit kan worden veroorzaakt door overmatig helder ultravio-let licht op het onderwerp, zoals zonlicht dat door het gebladerte van de bomen valt, helder verlichte vensters in de nacht, metaalreflecties in direct zonlicht enz.

• Gebruik een in de handel verkrijgbaar UV-filter. Omdat een dergelijk filter de algehele kleurbalans kan verstoren, gebruikt u een dergelijk filter uit-sluitend onder de hiernaast links beschreven omstandigheden.

• Bewerk het beeld met grafische applicatiesoft-ware die geschikt is voor JPEG (zoals Paint Shop Pro, Photoshop, enz.) Nadat u bijvoorbeeld onna-tuurlijke kleuren met een selectiehulpmiddel of iets dergelijks heeft opgepakt, kunt u kleurvlakken selecteren en proberen kleuren te converteren of de kleurverzadiging aan te passen. Voor details raadpleegt u de handleiding van de applicatie die u gebruikt.

De linkerbovenhoek van het beeld ziet er te helder uit.Als u met lange sluitertijden fotografeert, kan beeldruis ont-staan als gevolg van een tem-peratuurstijging in de stuur-schakelingen van de CCD.

Stel de functie [NOISE REDUCTION] in op [ON] voordat u gaat fotograferen.

blz. 52

De beelden kunnen niet worden weergegeven op de monitor.Er zijn geen foto's op het kaartje opgeslagen.

Op de monitor verschijnt de melding “NO PIC-TURE”. Sla enkele beelden op.

Er is een fout met het kaartje. Raadpleeg de foutmeldingen. blz. 95Er wordt geen foto weergegeven op de televisie bij een aansluiting op de camera.Het videokabeltje is niet goed aangesloten.

Sluit het kabeltje goed aan volgens de aanwijzin-gen.

blz. 59

Het video-uitgangssignaal van de camera is niet juist.

Stel het uitgangssignaal van de video in op basis van het land van gebruik.

blz. 78

Het TV-uitgangssignaal van de camera is niet juist.

Zet de televisie op de videostand. –

De monitor is lastig te zien.De helderheid is niet bijge-steld.

Stel met behulp van het menu de helderheid van de monitor in.

blz. 75

Het zonlicht valt recht op de monitor.

Scherm de monitor af met uw hand. –

De camera wordt niet herkend door de PC.De camera is niet ingescha-keld.

Zet de aan/uit-schakelaar op ON. –

De installatie van de USB-dri-ver is niet geslaagd.

Installeer OLYMPUS Master. blz. 88

De camera staat in de stand [CONTROL].

Stel [USB MODE] in op [AUTO] of [STORAGE]. Als u [auto] instelt, wordt telkens wanneer u het USB-kabeltje op de camera aansluit, het instel-menu voor de USB-aansluiting geopend.

blz. 76

Mogelijke oorzaak Oplossing Zie blz.

11

Appendix

Page 100: Handleiding Olympus 500

100 NL

Onderhoud van de camera

Reinigen en opbergen van de camera

Reinigen van de cameraSchakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.Camerahuis:→ Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in

een een mild sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek af. Heeft u de camera op het strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek.

Monitor en zoeker:→ Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.Lens, spiegel en scherpstelscherm:→ Verwijder stof van lens, spiegel en scherpstelscherm met een in de handel verkrijgbaar blaas-

kwastje. Wrijf de lens met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon. Gebruik geen reiniger onder druk. Als er hogedrukgas op de lens, spiegel of scherpstelscherm wordt gespoten door ongeautoriseerde personen, raakt de camera beschadigd.

Opbergen van de camera• Haal de batterij en het kaartje uit de camera als u denkt de camera langere tijd achtereen niet te

gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats.• Plaats de batterij van tijd tot tijd in de camera en controleer de functies van de camera.

Reinigen en controleren van de CCDDeze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen stof op de CCD komt en om stof of vuil van het CCD-oppervlak te verwijderen met ultrasone trillingen. Stofreductie functioneert als de de aan/uit-schakelaar van de camera op ON staat.Omdat de stofreductie elke keer dat de camera aangezet wordt gesctiveerd wordt, moet de camera rechtop gehouden worden voor een effectieve stofreductiefunctie. Het SSWF-indicatielampje knip-pert terwijl de stofreductie uitgevoerd wordt.

Reinigingsfunctie – Stof van de CCD verwijderen

Als er stof of vuil op de CCD komt, kunnen er zwarte stippen op de foto verschijnen. Als dit gebeurt, neem dan contact op met uw geautoriseerde servicecentrum van Olympus om de CCD te laten reinigen. De CCD is een precisiecomponent dat gemakkelijk beschadigd raakt. Als u de CCD zelf renigt, dient u de instructies hieronder op te volgen. Als er een batterij wordt gebruikt en deze raakt leeg tijdens het reinigen, gaat de sluiter dicht. Dit kan ertoe leiden dat het sluitergordijn en de spiegel stukgaan.

1 De lens uit de camera verwijderen.

2 Zet de aan/uit-schakelaar op ON.

3 Menu [ ] [CLEANING MODE]

4 Druk op d, druk daarna op de i-knop.

Opmerkingen• Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of met chemicaliën behandelde reinigings-

doekjes.• Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera te beschermen

tegen roest.• Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden.• Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt. Maak een proefop-

name om te controleren dat de camera naar behoren werkt, voordat u belangrijke foto's maakt.11

App

endi

x

Page 101: Handleiding Olympus 500

Onderhoud van de camera

NL 101

• De camera gaat in de reinigingsstand.

5 Druk de ontspanknop helemaal in.• De spiegel gaat omhoog en het sluitergordijn gaat open.

6 Reinig de CCD.• Blaas voorzichtig het stof van het oppervlak van de CCD met behulp van een in de handel

verkrijgbaar blaaskwastje.

7 Zorg ervoor dat het blaaskwastje niet vast komt te zitten in de sluiter als u de camera uitschakelt om de reiniging te beëindigen.• Als de camera uitschakelt, gaat het sluitergordijn dicht, waardoor de spiegel daalt.

Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties

Met de functie Pixel Mapping kan de camera de CCD en de beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. U hoeft deze functie niet vaak uit te voeren. Wij raden u aan dit één keer per jaar te doen. Als u de monitor heeft gebruikt of continu foto's gemaakt heeft, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie pixel mapping gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt.

1 Menu [ ] [PIXEL MAPPING]

2 Druk op d, druk daarna op de i-knop.• Tijdens het controleren van de beeldbewerkingfuncties geeft

een [BUSY]-balk in het monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties afgesloten is, verschijnt het menu weer.

Opmerkingen• Zorg ervoor dat het blaaskwastje (in de handel verkrijgbaar) de CCD niet aanraakt. Als het blaaskwastje

de CCD aanraakt, beschadigt de CCD.• Plaats het blaaskwastje nooit achter de lensvatting. Als de camera uitschakelt, gaat de sluiter dicht,

waardoor het sluitergordijn stukgaat.• Gebruik niets anders dan het blaaskwastje. Als er hogedrukgas op de CCD wordt gespoten, bevriest het

op het oppervlak van de CCD, waardoor deze beschadigd raakt.

Opmerkingen• Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfubcties de camera uitschakelt, begint u opnieuw

vanaf stap 1.

11

Appendix

Page 102: Handleiding Olympus 500

102 NL

Namen van onderdelen

Indicaties in de zoeker

Scherm met het bedieningspaneel

Items Voorbeelden van indica-ties Zie blz.

1 AF-kader (autofocus) blz. 362 Diafragmawaarde blz. 22 – 243 Sluitertijd

Beeldkwaliteitblz. 23 – 24

4 AF-teken ( blz. 165 Flitser blz. 296 Witbalans blz. 477 AE-lock blz. 438 Aantal stilstaande beelden dat kan worden

opgeslagen (verschijnt tijdens de instelling van de beeldkwaliteit)Indicatie belichtingscorrectiewaarde(verschijnt tijdens belichtingscorrectie)

blz. 42

9 Lichtmeetfunctie , 4, 5 blz. 4110 Batterijcontrole (knippert) –11 Belichtingsfunctie P, %, A, S, M blz. 21 – 24

Normaal Gedetailleerd

1 2 3 4 1 2 4 6

578

911

6

10

1712 13 14 16 22 13 16

58

20

310

19

21

15

1812

Info

rmat

ie

Page 103: Handleiding Olympus 500

Namen van onderdelen

NL 103

Items Voorbeelden van indicaties Zie blz.1 Batterijcontrole , –2 Sluitertijd 1 / 2000 blz. 23 –

blz. 243 Belichtingscorrectie-indicatie

BelichtingsmeterFlitssterkte-indicatie

blz. 42

blz. 25blz. 29

4 Diafragmawaarde F2.8 blz. 22 –blz. 24

5 Belichtingsfunctie AUTO, P, A, S, M, i, l, &, j, / blz. 196 Belichtingscorrectie +2.0 blz. 427 Datum / Tijd

Auto bracketingRuisonderdrukking

’05.12.23, 21:56 blz. 80blz. 26blz. 52

8 ISO AUTO, 100, 200, 400 blz. 449 Witbalans 1, 5 blz. 4710 Beeldeffecten - creatieve

optiesVIVID blz. 50

11 Flitserfunctie H, # blz. 2812 Beeldkwaliteit RAW+SHQ blz. 1813 Kaartje xD, CF blz. 1514 Regelen van de flitssterkte #+2.0 blz. 2915 Stand Lichtmeting , 4, 5, 5HI, 5SH blz. 4116 Aantal stilstaande beelden

dat kan worden opgeslagen135 –

17 Scherpstelfunctie S-AF blz. 3718 Super FP-flitser

Ruisonderdrukkingblz. 31 blz. 52

19 WitbalansWitbalanscorrectie

1, 5R+3, G-2

blz. 47blz. 48

20 FlitserfunctieRegelen van de flitssterkteLichtmeetfunctieScherpstelmethodeAF-kader (autofocus)Zelfontspanner / afstandsbe-diening / serie-opnameAuto bracketingAF-lichtbron

H#+2.0

, 4, 5S-AF

<, Y, j

blz. 28blz. 29blz. 41blz. 37blz. 36

blz. 32 – 34

blz. 26blz. 40

21 KleurruimteScherpteContrastKleurintensiteitGradatie

sRGB, Adobe RGBN+2J+2T+2

, H, L

blz. 52blz. 50blz. 50blz. 50blz. 51

22 BeeldkwaliteitResolutie

RAW+SHQ1280 x 960

blz. 18

12

Informatie

Page 104: Handleiding Olympus 500

104 NL

Veiligheidsmaatregelen

Lees alle gebruiksaanwijzingen – Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle gebruiksaan-wijzingen.

Bewaar deze instructies – Bewaar alle veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen om deze later nog eens te kunnen raadplegen.

Neem waarschuwingen in acht – Lees alle waarschuwingen op het product en in de instructies zorgvuldig en volg ze op.

Volg de instructies op – Volg alle instructies die met het product zijn meegeleverd.Reinigen – Gebruik uitsluitend een vochtige doek om het apparaat schoon te maken. Gebruik nooit

vloeibare of aërosole reinigingsmiddelen, of welk soort organische oplosmiddelen dan ook, om het apparaat te reinigen.

Accessoires – Gebruik, uit oogpunt van uw eigen veiligheid of om beschadigingen van het appa-raat te voorkomen, uitsluitend de door Olympus aanbevolen accessoires.

Water en vocht – Gebruik dit product nooit in de buurt van water (badkuip, gootsteen, wasteil, vochtige kelder, zwembad of in de regen).

Plaats van opstelling – Om schade aan het product en persoonlijk letsel te voorkomen mag het product nooit op een instabiel(e) standaard, statief, beugel, tafel of wagen. Gebruik alleen een stabiel(e) statief, standaard of beugel. Volg de instructies die beschrijven hoe u het product veilig kunt bevestigen, en gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen bevestigingsproducten.

Elektrische voedingsbronnen – Sluit de camera uitsluitend aan op de in de technische gegevens beschreven elektrische voedingsbron. Als u niet zeker bent over het soort stroomvoorziening in uw huis, raadpleeg dan uw plaatselijke energiebedrijf. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor informatie over de werking van het product met batterij.

Vreemde objecten, morsen van vloeistof – Steek nooit een metalen object in het product, om per-soonlijk letsel door brand of elektrische schok door contact met interne onderdelen onder hoog-spanning te voorkomen. Vermijd gebruik van het product als er risico is op morsen.

Hitte – Gebruik of bewaar de camera nooit in de buurt van een warmtebron zoals een radiator, ver-warmingsrooster, kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip van stereo-versterkers.

Uitvoeren van een servicebeurt – Laat het uitvoeren van een servicebeurt over aan erkende tech-nici. Als u probeert de behuizing te verwijderen of het product te ontmantelen, kunt u blootgesteld worden aan gevaarlijk punten die onder hoogspanning staan.

Schade waarbij service nodig is – Als u één van onderstaande toestanden constateert, dient u het uitvoeren van service over te laten aan erkende technici: a) Er is vloeistof gemorst op het product of er is een ander object op gevallen. b) Het product is blootgesteld aan water.

Algemene voorzorgsmaatregelen

LET OP:OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN,MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN.

LAAT DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.

Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt u voor de aanwezigheid van open spanningen in het product dieeen ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.

Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op belangrijke aanwijzingen in de bij deze camerageleverde documentatie ten aanzien van de bediening en het onderhoud ervan.

WAARSCHUWING !STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER EN GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID.

LET OPGEVAAR VOOR ELEKTRISCHE

SCHOK – NIET OPENEN

12

Info

rmat

ie

Page 105: Handleiding Olympus 500

Veiligheidsmaatregelen

NL 105

c) Het product functioneert niet goed ondanks het opvolgen van de gebruiksaanwijzing. Pas alleen de instellingen aan die in de gebruiksaanwijzing beschreven worden. Incorrecte aan-passing van andere instellingen kan het product beschadigen en vergt intensieve reparatie door een gekwalificeerde technicus.

d) Het product is gevallen of op een of andere manier beschadigd.e) Het product vertoont een sterke afwijking in prestatie.

Vervangende Onderdelen – Als u reserve-onderdelen nodig heeft, zorg er dan voor dat het servicecentrum alleen onderdelen gebruikt met dezelfde karakteristieke eigenschappen als de originele delen, die aanbevolen zijn door de fabrikant. Onoordeelkundige vervanging van onderdelen kan leiden tot brand, elektrische schok of andere gevaren.

Veiligheidsinspectie – Vraag nadat de servicebeurt of reparatie voltooid is aan de service-technicus om de veiligheid te controleren om er zeker van te zijn dat het product naar behoren functioneert.

WAARSCHUWING• Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen.

Er kan brand of een explosie ontstaan. • Maak nooit van dichtbij flitsfoto’s van personen (zuigelingen, kleine kinderen, enzovoort).

Als u flitst, moet u zich minimaal op 1 m (3 ft.) afstand van de gezichten van de te fotograferen perso-nen bevinden. Het te dicht bij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk gezichts-verlies veroorzaken.

• Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en zuigelingen. Al u dit niet doet, kunnen de volgende situaties zich voordoen: • Verward raken in de riem van de camera, wat verstikking tot gevolg kan hebben. Als dit gebeurt,

dient u de aanwijzingen van de arts op te volgen. • Per ongeluk inslikken van de batterij of andere kleine onderdelen.• Per ongeluk ontsteken van de flitser terwijl ze in de flitser kijken of vlak voor de ogen van andere

kinderen. • Per ongeluk letsel oplopen door bewegende delen van de camera.

• Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten. Het gebruiken of opbergen van de camera in stoffige of vochtige ruimten kan leiden tot brand of een elektrische schok.

• Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand. Dek de flitser niet af en raak hem niet aan direct nadat hij herhaaldelijk geflitst heeft. De flister kan heet zijn en kleine brandwonden veroorzaken.

• Haal de camera niet uit elkaar en verander hem niet. Probeer de camera nooit uit elkaar te halen. De interne circuits bevatten punten onder hoogspanning die ernstige brandwonden of een elektrische schok kunnen veroorzaken.

• Zorg dat er geen water of vreemde objecten in de camera komen. Er kan brand of een elektrische schok ontstaan. Als de camera per ongeluk in het water gevallen is, of als er vloeistof op de camera gemorst is, dient u het gebruik ervan af te breken, de camera te laten drogen en daarna de batterij te verwijderen. Neem contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum van Olympus.

• Raak de batterij of het laadapparaat voor de batterij niet aan als de batterij wordt opgeladen. Wacht totdat de batterij volledig is opgeladen en afgekoeld. De batterij en het laadapparaat worden heet tijdens het laden. Ze kunnen dan lichte brandwonden ver-oorzaken.

Hanteren van de camera

GEVAAR Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool ver-strekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.

WAARSCHUWING Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool ver-strekte informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.

LET OPGebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool ver-strekte informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, schade aan apparatuur, of het verlies van waardevolle data tot gevolg hebben.

12

Informatie

Page 106: Handleiding Olympus 500

Veiligheidsmaatregelen

106 NL

• Gebruik geen batterijen en / of laadapparaten die niet op deze camera zijn afgestemd. Als u dit toch doet kan dat leiden tot storing van de camera of de batterij en tot andere onverwachte onregelmatigheden. Onregelmatigheden die voortkomen uit het gebruik van niet op de camera afge-stemde apparatuur worden niet vergoed.

LET OP• Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook, gebruik

de camera dan onmiddellijk niet meer. Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook terwijl u hem gebruikt, schakel hem dan onmiddellijk uit – en verwijder de batterij. Geef de camera een paar minu-ten tijd om af te koelen. Breng de camera naar buiten, weg van brandbare objecten en verwijder voor-zichtig de batterij. Verwijder de batterij nooit met blote handen. Neem onmiddellijk contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum van Olympus.

• Gebruik de camera niet met vochtige handen. Er kan schade of een elektrische schok ontstaan. U dient ook nooit met natte handen de netstekker aan te sluiten of los te koppelen.

• Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt.De riem kan achter een vreemd voorwerp blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken.

• Laat de camera niet achter op plaatsen die zijn blootgesteld aan extreem hoge temperaturen. Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit gaan en in som-mige gevallen zelfs brand worden veroorzaakt.

• Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich bran-den. Let daarom op het volgende:

• Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera in deze toe-stand, dan kan dat een verbranding veroorzaken.

• Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het camera-huis lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen als u de camera bij lage temperaturen hanteert.

• Voorkom beschadigingen aan het stroomsnoer.Trek niet aan het snoer van het laadapparaat en breng geen ander snoer aan. Zorg ervoor dat u de stekker vasthoudt terwijl u het snoer van het laadapparaat aansluit of loskoppelt. Als de volgende gevallen zich voordoen, dient u het gebruik te stoppen en contact op te nemen met een Olympus-dealer of een erkende klantendienst. • De stekker of het snoer produceert hitte, een branderige geur of rook. • De stekker of het snoer is gebarsten of gebroken. Het contact van de stekker is slecht.

Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen

Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat de batterij gaat lekken, oververhit raakt, ontbrandt, explodeert of elektrische schokken of verbrandingen veroorzaakt.

GEVAAR• Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur. • Verbind de (+)- en (-)-polen niet met elkaar met metalen objecten. • Bewaar de batterij niet op een plaats waar hij in aanraking zou kunnen komen met metalen

objecten, zoals sieraden, pennen, paparclips enzovoort.• Berg de batterij nooit op op plaatsen waar deze blootgesteld kan worden aan direct zonlicht of

aan hoge temperaturen zoals bijvoorbeeld in een afgesloten auto in de zon, in de buurt van warmtebronnen, enzovoort.

• Probeer de batterij nooit uit elkaar te halen of op een of andere manier aan te passen, bijvoor-beeld door er aan te solderen, enzovoort. Dit kan ertoe leiden dat de contacten stukgaan of de batterijvloeistof eruit komt, wat weer kan leiden tot brand, explosie, lekken van de batterij, oververhitting of andere schade.

• Als batterijvloeistof in uw ogen terechtkomt, kan dit leiden tot blindheid. Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, wrijf er dan niet in. Spoel uw ogen onmiddellijk met schoon, koud stromend water en raadpleeg onmiddellijk een arts.

12

Info

rmat

ie

Page 107: Handleiding Olympus 500

Veiligheidsmaatregelen

NL 107

WAARSCHUWING• Houd de batterij altijd droog. Zorg ervoor dat de batterij nooit in contact komt met water. • Raak de batterij niet met natte handen aan. • Indien de oplaadbare batterij niet binnen de gespecificeerde tijd opgeladen is, laad deze dan

niet verder op en gebruik de batterij niet meer. Anders bestaat er gevaar voor brand, explosie, ontbranding of oververhitting.

• Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is. Dit kan letsel of brandwonden veroorzaken.

• Stel de batterij nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen. Dit kan letsel of brandwonden veroorzaken.

• Probeer nooit het batterijcompartiment in de camera te veranderen, stop nooit iets anders dan de gespecificeerde baterij in het compartiment.

• Is een batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt deze zich op een of andere manier afwijkend, gebruik dan de camera niet meer. Neem contact op met uw dealer of een servicecentrum van Olympus. Verder gebruik kan leiden tot brand of een elektrische schok.

• Is batterijvloeistof op uw kleding gelekt, trek het kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk met veel, stromend schoon water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met uw huid in aanraking is gekomen.

LET OP• Verwijder de batterij nooit uit de camera direct nadat u de camera lang achtereen met de bat-

terij gebruikt heeft. Dit kan leiden tot brandwonden.

• Verwijder de batterij uit de camera als u de camera lange tijd niet gaat gebruiken. Anders kan de batterij gaan lekken of oververhit raken en brand of letsel veroorzaken.

Camera• Laat de camera, ter bescherming van de hoge-precisietechnologie die er aan ten grondslag ligt, nooit

achter op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag. • Plaatsen met hoge temperaturen en/of vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties in de tem-

peratuur optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt van warm-tebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers.

• In zanderige of stoffige omgevingen. • In de buurt van brandbare stoffen of explosieven. • In natte ruimten, zoals in de badkamer of in de regen. • In ruimten waar sterke trillingen kunnen optreden.

• Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen. • Laat de camera niet achter met de lens op de zon gericht. Daardoor kan de lens beschadigd raken

en kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op de CCD optreden en kan zelfs brand ontstaan. • Er kan condensvorming plaatsvinden in de camera bij een plotselinge temperatuursovergang

(bijvoorbeeld als u van binnen naar buiten gaat). Laat de camera acclimatiseren (bijv. door de camera in een plastic zak te stoppen) voordat u hem gebruikt.

• Als u de camera lange tijd niet heeft gebruikt, kan er schimmelvorming optreden of kunnen er storin-gen optreden. Controleer dat de camera correct werkt, voordat u hem gebruikt.

• Laat de elektrische contacten van de camera en verwisselbare lenzen ongemoeid. Vergeet niet de cameradop terug te zetten op de camera als u de lens verwijdert.

• Plaats de camera niet in de buurt van objecten die beïnvloed kunnen worden door magnetische vel-den (bijv. credit card, floppy disk enz.). Dit kan verlies van de gegevens op deze voorwerpen tot gevolg hebben.

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik en opslag

12

Informatie

Page 108: Handleiding Olympus 500

Veiligheidsmaatregelen

108 NL

LCD-monitor • Oefen geen overmatige kracht uit op de monitor. Daardoor kan het beeld vaag worden, waardoor een

storing in de weergave of beschadigingen aan de monitor veroorzaakt kunnen worden. Als de monitor beschadigd is, zorg er dan voor dat u geen vloeibare kristallen van de monitor in uw mond krijgt. Als u vloeibare kristallen op uw lichaam of uw kleding krijgt, spoel deze dan af.

• Er kan een streep licht aan de boven- / onderkant van de monitor verschijnen. Dit wijst echter niet op een defect.

• Kijkt u met de camera schuin naar een object, dan kunnen de contouren van het beeld in de monitor er gerafeld uitzien, maar dat wijst niet op een defect. Met de camera in de stand weergeven is dit ver-schijnsel minder opvallend.

• Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen optreden kan het enkele momenten duren voordat de LCD-monitor oplicht of kunnen tijdelijke kleurverschuivingen optreden. Gebruikt u de camera op extreem koude plaatsen, dan is het een goed idee om de camera tussen de opnamen op een warme plaats op te bergen. Een LCD-monitor die slecht presteert als gevolg van lage temperaturen herstelt zich weer zodra de temperatuur weer normale waarden aanneemt.

• De LCD-monitor is met hogeprecisie technologie gemaakt. Maar er kunnen zwarte of lichte punten op de LCD-monitor verschijnen. Deze punten zijn niet gelijkmatig van kleur en helderheid, afhankelijk van hun kenmerken of van de hoek waaronder u de monitor bekijkt. Dit wijst echter niet op een defect.

Wettelijke en andere bepalingen

• Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die voortvloeien uit onoordeelkundig gebruik van dit apparaat.

• Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit het verloren gaan van beeldmateriaal.

Beperkte aansprakelijkheid

• Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aan-vaard, ten aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan in geen enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende garantie met betrekking tot de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving van inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van zakelijke informatie) die voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het geschreven materiaal of van de software of van de apparatuur. Sommige landen accepteren een dergelijke uitsluiting of beperking op de aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade niet, zodat de hierboven opgesomde beper-kingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.

• Olympus behoudt zich alle rechten van deze handleiding voor.

Waarschuwing

• Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het auteursrecht van toepassing is kan schen-ding van het auteursrecht betekenen. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongeautoriseerd fotograferen, voor het gebruik van de apparatuur of voor handelingen die in strijd zijn met de rechten van belanghebbenden.

12

Info

rmat

ie

Page 109: Handleiding Olympus 500

NL 109

Informatie

Technische gegevens

Soort cameraSoort camera : Eénogige digitale spiegelreflexcamera met verwisselbaar lenssys-

teem Lens : Zuiko Digital, Four Thirds-systeem lens Lensvatting : Four Thirds-lensvatting Equivalent brandpuntsafstand op een kleinbeeldcamera : Ong. twee keer de brandpuntsafstand van de lens

Beeldopneemelement Producttype : 4/3 type volledig scherm overdracht primaire kleuren CCD Totaal aantal pixels : Ong. 8.880.000 pixels Aantal effectieve pixels : Ong. 8.000.000 pixels Schermgrootte : 17,3 mm x 13,0 mm (h x b) Breedte-hoogteverhouding : 1,33 (4 : 3)

ZoekerProducttype : Eénogige reflexzoeker op ooghoogte Gezichtsveld : Ong. 95% (voor gezichtsveld op opgenomen beelden) Vergroting van de zoeker : Ong. 0,9x (–1 m-1, 50mm lens, oneindig) Oogpunt : 16 mm (–1 m-1) Oogcorrectiebereik : –3.0 – +1.0 m –1 m-1 Breking optisch traject : Halfdoorlatende vlug-terugspiegelScherptediepte : Kan gecontroleerd worden met de V (one-touch WB)-knop

(als PREVIEW geregistreerd is) Scherpstelscherm : Vast Oogdop : Verwisselbaar

MonitorProducttype : 2.5" TFT kleuren-LCD (Hyper crystal LCD) Totaal aantal pixels : Ong. 215.000 pixels

Sluiter Producttype : Automatische spleetsluiter Sluiter : 1/4000 – 60 sec

Handmatige bediening: Tijdopname (limiet: 8 min.)

AutofocusProducttype : TTL fasecontrast detectiesysteem Scherpstelpunt : 3-punts meervoudig AF (links, midden, rechts) AF verlichtingsbereik : EV 0 – EV 19 Selectie van : Auto, Optioneel scherpstelpuntAF-lichtbron : De ingebouwde flitser fungeert als hulplichtbron (ook een externe

flitser kan als hulplichtbron fungeren).

12

Informatie

Page 110: Handleiding Olympus 500

Informatie

110 NL

BelichtingsregelingLichtmeetsysteem : TTL volledig diafragma lichtmeetsysteem

(1) Digitale ESP lichtmeting (49-segmenten multi pattern meting) (2) Gemiddelde waardemeting met nadruk op het beeldmidden

(49-segmenten multi pattern meting) (3) Spotmeting (ong. 2% van het zoekerbeeld)

Meetbereik : (1) EV 1 – 20 (Digitale ESP-meting, Gemiddelde waardemetingmet nadruk op het beeldmidden)

(2) EV 3 – 17 (Spotmeting) (Bij normale temperatuur, 50 mm F2, ISO 100)

Belichtingsfunctie : (1) AUTO: Full auto(2) P: Program AE (Programma-aanpassing mogelijk)(3) A: Diafragmavoorkeuze AE:(4) S: Sluitertijdvoorkeuze AE (5) M: Handmatig

ISO-gevoeligheid : 100 – 400 (Hoge ISO-waarden (800 – 1600) zijn beschikbaar) Belichtingscorrectie : De belichting kan over een bereik van + 5 EV tot – 5 EV worden

gecorrigeerd in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV.

WitbalansProducttype : CCD Functie-instelling : Auto, Vooraf ingestelde WB (7 instellingen), Voorkeursinstelling WB,

WB met 1 knop

Opnemen Geheugen : CF-kaartje (compatibel met type I en II)

Microdrive (compatibel met FAT 32) xD-Picture Card

Opslagsysteem : Digitaal opslagsysteem, TIFF (niet-gecomprimeerd), JPEG (in over-eenstemming met Design Rule for Camera File system [DCF]), RAW data

Compatibel met de normen : Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III en PictBridge

Beelden weergevenStand Weergeven : Enkelbeeldweergave, gezoomd weergeven, indexweergave, beeld

draaien, diashow, lichtbakweergave, kalenderweergave Informatieweergave : Informatieweergave, histogramweergave

SluiterfunctieSluiterfunctie : Enkelbeeldopnamen, repeterende opnamen, zelfontspanner,

afstandbediening Repeterende opnamen : 2,5 beeld/s (max. aantal repeterende beelden dat kan worden opge-

slagen: 4 beelden in RAW / TIFF) Zelfontspanner : Vertragingstijd: 12 sec., 2 sec. Optische afstandsbediening :Vertragingstijd: 2 sec., 0 sec. (direct fotograferen)

(RM-1 Remote Control [optioneel])

FlitserSynchronizatie : Gesynchroniseerd met de camera op 1/180 sec. of minder Flitsregeling : TTL-AUTO (TTL voorflitsfunctie), AUTO, MANUAL Bevestigingspunt externe flitser:Flitsschoen

12

Info

rmat

ie

Page 111: Handleiding Olympus 500

Informatie

NL 111

Externe connector USB-connector / Multiconnector

EnergievoorzieningBatterij : BLM-1 lithium-ionbatterij x1 / CR123A lithiumbatterij x3 (voor gebruik

met LBH-1 lithiumbatterijhouder)

Afmetingen / massaAfmetingen : 129,5 mm x 94,5 mm x 66,0 mm (b x h x d) (niet gemeten over

uitstekende delen)Massa : Ong. 435 g (1,0 lb.) (zonder batterij)

BedrijfsconditiesTemperatuur : 0 – 40°C (32°F – 104°F) (bediening) /

–20 – 60°C (–4°F – 140°F) (opslag) Relatieve Vochtigheid : 30 – 90 % (bediening) / 10 – 90 % (opslag)

WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER VOORAFGAANDE KEN-NISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN DE FABRIKANT.

12

Informatie

Page 112: Handleiding Olympus 500

112 NL

BLM-1 litium-ionbatterij / BCM-2 lithium-ion laadappa-raat voor batterijen

Batterij laden

1 Sluit het stroomsnoer stevig op het laadapparaat aan.

2 Verwijder de beschermkap en schuif de batterij zoals afgebeeld in het laadapparaat.

3 Sluit het andere uiteinde van het stroom-snoer stevig op een stopcontact aan.

4 De indicator voor laadtoestand gaat branden en het laden begint. Het laden is klaar als de indicator groen wordt. Als het laden klaar is, kunt u de stekker uit het stopcontact trekken en daarna de batterij uit het laadapparaat halen.

* In de volgende gevallen dient u het stroomsnoer los te koppe-len van de contactdoos en contact met Olympus op te nemen.

• Laden is na 10 uur nog niet klaar. • De indicator knippert rood hoewel de batterij goed geplaatst is.

VeiligheidsmaatregelenDeze handleiding gebruikt verschillende gebruikelijke symbolen en pictogrammen om u te helpen het product op de juiste manier te behandelen en gebruiken, en om u te waarschuwen voor moge-lijke gevaren voor uzelf en anderen en eigendommen. Deze symbolen en hun betekenis worden hieronder beschreven.

GEVAAR• Het BCM-2 lithium-ionbatterij laadapparaat (hierna “laadaparaat“ genoemd) is bedoeld voor

gebruik met de BLM-1 lithium-ionbatterij (hierna “batterij” genoemd). Probeer geen droge batte-rijen of andere soorten oplaadbare batterijen op te laden. Dit kan leiden tot brand, oververhitting, explosie of lekken van vloeistof.

• Verbind de batterijpolen niet met elkaar met een metalen voorwerp. Als u de batterij vervoert of opbergt, bedek de polen dan met de meegeleverde beschermkap. Het is gevaarlijk om onafgedekte batterijen mee te nemen in een tas, zak enz.

• Probeer een batterij die beschadigd, nat of lek is, niet op te laden. • Als batterijvloeistof in uw ogen terechtkomt, kan dit leiden tot blindheid. Spoel uw ogen met

schoon water zonder erin te wrijven en raadpleeg onmiddellijk een arts. • Plaats een batterij niet met de +/- polen verkeerd om in het laadapparaat. Als de batterij niet goed

in hat laadapparaat past, oefen dan geen kracht uit. Dit zou kunnen leiden tot brand, oververhit-ting, explosie, lekken van vloeistof of andere schade.

Status van de indicator voor laadtoestand

Status van het laden

Uit Batterij is niet aangesloten.

Lampje is rood Laadt op.

Lampje is groen Laden is klaar.

Lampje knippert rood Fout bij laden (onderbreking, temperatuurfout).*

Lampje is rood Stand by voor temperatuurbescherming.

–contact

+contact Bescherm-kap

Netstekker

Indicator voor laadtoestand

1

2

3

Lithium-ionbatterij

13

Acc

esso

ires

Page 113: Handleiding Olympus 500

BLM-1 litium-ionbatterij / BCM-2 lithium-ion laadapparaat voor batterijen

NL 113

• Soldeer de batterij / het laadapparaat nooit, en probeer niet ze te repareren, vervormen, wijzigen of demonteren.

• Stel de batterij / het laadapparaat nooit bloot aan water of vocht, ook niet aan regen, zeewater en dierlijke urine. Raak de batterij / het laadapparaat niet aan als het nat is of als uw handen nat zijn. Gebruik de batterij / het laadapparaat niet in vochtige ruimtes (zoals een badkamer).

• Laad de batterij niet op en bewaar batterij en laadapparaat niet in ruimtes waar ze blootgesteld kunnen worden aan hoge temperaturen. Laat ze bijvoorbeeld niet op het dashboard van een auto liggen of in de buurt van een verwarming.

• Houd de batterij / het laadapparaat buiten bereik van kinderen. Het doorslikken van een batterij kan zeer gevaarlijk zijn. Als een kind een batterij doorslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.

• Gebruik de batterij / het laadapparaat niet op een plaats waar de temperatuur op kan lopen, zoals onder een kussen.

• Gebruik de batterij / het laadapparaat niet in de buurt van ontvlambaar gas. Anders kan er een explosie veroorzaakt worden.

• Gebruik het laadapparaat niet voor andere doeleinden dan het opladen van de gespecificeerde batterijen. Gebruik het apparaat bijvoorbeeld niet als voedingsbron voor gelijkspanning.

• Steek geen metalen voorwerpen zoals een kabelin het laadapparaat, om brand, oververhitting en elektrische schokken te voorkomen.

• Sluit het laadapparaat altijd aan op de in de handleiding voorgeschreven elektrische spanning.• Gebruik geen ander stroomsnoer dan het meegeleverde snoer of een exemplaar dat ontworpen

is voor dit laadapparaat. • Steek de netstekker altijd volledig en stevig in het stopcontact. Gebruik het laadapparaat niet als

de netstekker niet helemaal in het stopcontact is gestoken. WAARSCHUWING

• Stel de batterij niet bloot aan heftige schokken, gooi er niet mee en beschadig hem niet, om brand, oververhitting, explosie of lekken te voorkomen.

• Plaats de batterij nooit in een magnetron of onder hoge druk. Dit kan leiden tot brand, lekken, oververhitting of een explosie.

• Als de batterij lekt of een branderige geur verspreidt, houd hem dan uit de buurt van warmtebronnen. Weggelekte vloeistof kan vlam vatten, waardoor de batterij kan gaan roken, branden of exploderen.

• Als batterijvloeistof op uw huid of kleding komt, kan dit tot letsel leiden. Spoel het onmiddellijk met schoon water af en raadpleeg een arts.

• Als het laden niet binnen de gespecificeerde tijd voltooid wordt, dient u het laden af te breken om brand, oververhitting en explosie te voorkomen.

• Als u de batterij afvoert, dient u hem met de meegeleverde beschermkap af te dekken (gebruik plakband om de kap vast te zetten) of gebruik plastic tape om de polen te isoleren. Anders kun-nen de batterijen kortgesloten worden en brand oververhitting of een explosie veroorzaken.

• Raak de batterij / het laadapparaat niet aan tijdens het laden. Langdurig contact kan leiden tot kleine brandwonden.

• Gebruik het laadapparaat niet als het laadapparaat, het stroomsnoer of de batterij beschadigd is. Raak geen interne onderdelen aan die onder spanning gestaan kunnen hebben, om een elek-trische schok of letsel te voorkomen. Als het laadapparaat of het stroomsnoer beschadigd is, koppel het snoer dan los en neem contact op met het servicecentrum van Olympus bij u in de buurt voor reparatie.

• Als u afwijkingen constateert zoals lekken, verkleuring, vervorming, oververhitting of geur, kop-pel dan het snoer onmiddellijk los en gebruik het laadapparaat niet meer. Als u het apparaat toch blijft gebruiken, kan dit leiden tot brand, oververhitting of explosie. Neem contact op met het ser-vicecentrum van Olympus bij u in de buurt voor reparatie.

• Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Om elektrische schokken of letsel te vermijden, mogen kinderen het laadapparaat niet gebruiken, behalve onder toezicht van een ouder of verzorger.

LET OP• Gebruik de batterij / het laadapparaat niet met niet hierop afgestemde apparatuur. • Laad de batterij niet langer dan 24 uur op. Dit kan leiden tot brand, oververhitting of lekken. • Als het laden niet voltooid is nadat meer dan 10 uur zijn verstreken na de gespecificeerde tijd,

dient u het laden af te breken om brand, oververhitting en explosie te voorkomen. Neem in dat geval contact op met uw Olympus servicecentrum.

13

Accessoires

Page 114: Handleiding Olympus 500

BLM-1 litium-ionbatterij / BCM-2 lithium-ion laadapparaat voor batterijen

114 NL

• De batterij wordt heet na langdurig gebruik in de camera. Om brandwonden te voorkomen, dient u de batterij niet direct na gebruik uit de camera te verwijderen.

• Plaats de batterij niet op een instabiel oppervlak zoals een scheve of wankele tafel. Als de batterij valt, kan dit leiden tot beschadiging of letsel.

• Schud het laadapparaat niet als er een batterij in zit. De batterij zou uit het laadapparaat kunnen vliegen en letsel of schade kunnen veroorzaken.

• Plaats geen zwaar voorwerp op het laadapparaat of het stroomsnoer. Zorg er ook voor dat u het laadapparaat of het stroomsnoer niet gebruikt of opslaat op een plek waar ze zouden kunnen vallen, zoals bijvoorbeeld bovenop een TV-toestel.

• Gebruik het laadapparaat niet op plaatsen waar het blootgesteld kan worden aan vocht of sterke stofvorming en sla het daar niet op. Zorg ervoor dat u stof verwijdert van de netstekker voordat u het op een stopcontact aansluit.

• Laad een batterij niet op in een extreem warme of koude omgeving. De optimale omgevingstem-peratuur voor het opladen van een batterij ligt tussen 10°C en 30°C (50°F en 86°F). Buiten dit bereik kan er een vermindering van de batterijprestaties optreden.

• Houd het stroomsnoer los van een stopcontact behalve als u het laadapparaat gebruikt. • Trek niet aan het snoer als u het stroomsnoer loskoppelt van een stopcontact. Pak de stekker

vast om hem los te koppelen. Buig het snoer niet extreem, trek er niet hard aan en plaats er geen zwaar voorwerp op. Een beschadigd stroomsnoer kan brand, oververhitting of elektrische schok-ken veroorzaken.

Voorzorgsmaatregelen

Op het moment van aanschaf• De batterij is niet opgeladen in de fabriek. Laad hem op voor gebruik. Laad hem ook opnieuw

op als hij lange tijd niet gebruikt is. • Controleer voor gebruik of de batterijpolen schoon zijn. Als ze vuil zijn, kan storing in het con-

tact leiden tot problemen bij het laden of de werkingstijd van de batterij na laden verkorten.

Onderhoud• Reinig de batterij / het laadapparaat en de polen door ze af te wrijven met een zachte, droge doek.

Gebruik nooit een natte doek, alcohol, verfverdunner, benzeen of reinigingsmiddel.

Bedrijfstemperatuur• Gebruik de batterij in het temperatuurbereik dat voor de camera is aangegeven. • Zelfs binnen het aangegeven temperatuurbereik vermindert de werking van de batterij als de

temperatuur daalt. Bij lage temperaturen wordt aanbevolen een opgeladen reservebatterij mee te nemen en warm te houden in een zak, tas o.i.d. Als u een batterij in uw zak heeft, dient u ervoor te zorgen dat de polen afgedekt zijn met de meegeleverde beschermkap om kortsluiting te voorkomen. Stop niets anders bij de batterij in uw zak.

• De optimale omgevingstemperatuur voor het opladen ligt tussen 10°C en 30°C (50°F en 86°F).• Als een batterij warm of heet is, zoals wanneer hij net gebruikt is, zou het laden niet correct

kunnen gebeuren. Voor het beste resultaat dient u te wachten tot de temperatuur van de bat-terij gedaald is voor u hem oplaadt.

Vervoer en opslag• Laat de batterij niet in de camera of het laadapparaat zitten. Zelfs als de camera uit staat, blijft

er een beetje stroom lopen, wat kan leiden tot vermindering van de batterijprestatie. Als u de batterij niet gebruikt, bevestig dan de beschermkap en berg de batterij op op een koele, droge plaats met een temperatuur tussen 15°C en 25°C (59°F en 77°F).

• Als u de batterij vervoert op opslaat, bevestig dan de beschermkap om kortsluiting van de + / – polen te voorkomen. Stop geen metalen voorwerpen, inclusief sieraden, in een tas of la bij een batterij. Dit kan leiden tot brand, lekken, oververhitting of een explosie.

Levensduur• De batterijprestatie neem geleidelijk af na herhaaldelijk op- en ontladen. Als de werkingstijd

significant is afgenomen, zou het kunnen dat u de batterij moet vervangen. De capaciteit van de batterij is meestal tot de helft gereduceerd na ong. 500 laad- / ontlaadcycli (dit is echter afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden).

13

Acc

esso

ires

Page 115: Handleiding Olympus 500

BLM-1 litium-ionbatterij / BCM-2 lithium-ion laadapparaat voor batterijen

NL 115

Recyclen van de batterij• Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien.

Zorg er bij de afvoer van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke voorschriften en regelgeving in acht.

Opmerkingen over laden• Het laadapparaat en de batterij worden warm tijdens het laden. Dit wijst echter niet op een

defect. • TV- en radio-ontvangst kunnen gestoord worden tijdens het laden. Dit wijst echter niet op een

defect. Om storing te voorkomen, kunt u het laadapparaat verder weg zetten van de TV of radio.

Gebruik overzee• Om het laadapparaat in een ander land te gebruiken, zou het kunnen zijn dat u een verloop-

stekker nodig heeft die aangesloten kan worden op de stopcontacten in dat land. Om erachter te komen wat voor soort verloopstekker of adapter u nodig heeft, kunt u een reisagent raad-plegen. Gebruik geen elektronische omvormer (reisconverter), dit leidt tot storingen.

Belangrijkste technische gegevens

Lithium-ionbatterij blm-1 Typenummer : PS-BLM1Type : Oplaadbare lithium-ionbatterijNominale uitgangsspanning : 7.2 V DCNominale capaciteit : 1500 mAhAantal maal laden / ontladen : Ong. 500 cycli. (Afhankelijk van de omstandigheden bij het bedie-

nen.)Omgevingstemperaturen : 0°C tot 40°C (32°F tot 104°F) voor opladen,

–10°C tot 60°C (14°F tot 140°F) voor bediening, –20°C tot 35°C (–4°F tot 95°F) voor opslag.

Afmetingen : Ong. 39,0 mm x 55,0 mm x 21,5 mm (1.5 x 2.2 x 0.8 in) (b x d x h)Massa : Ong. 75 g (2.6 oz) (zonder kap)

BCM-2 laadapparaat voor lithium-ionbatterijenTypenummer : PS-BCM2Nominale netspanning : 100 tot 240 V AC (50 / 60 Hz) Nominale uitgangspanning : 8,35 V DC, 400 mALaadtijd : Ong. 300 min. (Omgevingstemperatuur: met de BLM-1-batterij) Omgevingstemperaturen : 0°C tot 40°C (32°F tot 104°F) voor bediening,

–20°C tot 60°C (–4°F tot 140°F) voor opslag. Afmetingen : Ong. 62,0 mm x 83,0 mm x 26,0 mm (2,4 x 3,3 x 1,0 in) (b x d x h)Massa : Ong. 72 g (2 oz) (zonder stroomsnoer)

Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering zijn voorbehouden zonder voorafgaande kennis-geving.

13

Accessoires

Page 116: Handleiding Olympus 500

116 NL

Gebruik van de LBH-1 lithiumbatterijhouderU heeft drie CR123A lithiubatterijen nodig (in de handel verkrijgbaar).

1 Haal de batterijhouder uit het doosje.

2 Verwijder de klep van de houder terwijl u het gedeelte dat op de afbeelding met een pijl wordt aangegeven tegenhoudt.

3 Plaats de batterijen in de batterijhouder zoals aangegeven op de afbeelding.

4 Plaats de klep op de houder zoals afgebeeld.

Beschikbare apparaten• E-500, E-1, E-300 Digitale camera's• HLD-3 Power batterijhouder

Veiligheidsmaatregelen• Gebruik de batterijhouder niet met niet hierop afgestemde apparatuur. • Als u de LBH-1 lithiumbatterijhouder gebruikt met een apparaat waarin meer dan één batterijhou-

der of batterij geplaatst kan worden, gebruik dan niet tegelijkertijd de BLM-1 lithium-ionbatterij.• De CR123A lithiumbatterij is geen oplaadbare batterij. Plaats de batterij niet in een laadapparaat

voor batterijen. Plaats de batterij ook niet verkeerd om in de batterijhouder. Dit kan leiden tot brand of explosie.

• Als u de batterijhouder vervoert met batterijen erin, plaats de batterijhouder dan in het meegele-verde doosje om contact met andere metalen voorwerpen die kortsluitng kunnen veroorzaken te voorkomen. Zorg er ook voor dat er geen metaal tussen de batterijen in de houder terechtkomt.

• Verhit de batterijhouder nooit, gooi hem niet in het vuur, stel hem niet bloot aan water of vocht. Dit kan leiden tot brand of explosie.

Voorzorgsmaatregelen• Als u de batterijhouder vervoert met batterijen erin, plaats de batterijhouder dan in het meegele-

verde doosje. • Bewaar de batterijhouder niet op plaatsen die blootgesteld zijn aan hoge temperaturen (bijv. op

het dashboard van een auto, in de buurt van een verwarming enz.).• Vervang alle batterijen tegelijkertijd.• Gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar.• Combineer geen verschillende merken of types batterijen.

Klep van houder

Doosje (meegeleverd)

13

Acc

esso

ires

Page 117: Handleiding Olympus 500

Gebruik van de LBH-1 lithiumbatterijhouder

NL 117

Voorzorgsmaatregelen voor batterijen• Gebruik de batterijen op de juiste manier. Incorrect gebruik van batterijen kan leiden tot lekken,

oververhitting en andere schade. Let er bij het vervangen van batterijen op dat de polariteit ([+]- en [-]-polen) juist is.

• Sluit batterijen nooit kort, haal ze niet uit elkaar, gooi ze niet in het vuur. Dit kan leiden tot brand of elektrische schokken.

• Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Als een kind een batterij doorslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.

• De batterijprestatie kan tijdelijk teruglopen bij lage temperaturen. Als u batterijen buiten gebruikt bij koud weer, houd ze dan warm in uw kleding of in een tas of zak. Als de prestaties teruggelo-pen zijn in de kou, zullen de batterijen zich herstellen zodra ze weer op temperatuur gekomen zijn.

• Vet of zweet op de polen kan leiden tot een storing in het contact. Reinig de polen voor gebruik met een droge doek.

• Het is aan te bevelen reservebatterijen mee te nemen op langere uitstapjes, zeker als u naar het buitenland reist. In sommige streken kunnen batterijen moeilijk verkrijgbaar zijn.

• Let op aanwijzingen op de batterij.• Voer lege batterijen af volgens de voorschriften en regelgeving voor de afvoer hiervan.• Als u de camera langere tijd niet gebruikt, haal de batterijen dan uit de camera om lekken te voor-

komen. Bewaar de batterijen op een koele, droge plaats (ca. 20°C met lage luchtvochtigheid).Belangrijkste technische gegevensModel nummer : PS-LBH1Afmetingen : Ong. 39,0 mm x 55,0 mm x 21,5 mm (b x d x h)Massa : Ong. 20 g (zonder doosje)

* Voor de toepasbaarheid van Olympus digitale camera's enz. die in de toekomst op de markt komen, kunt u op de Olympus-website kijken of contact opnemen met de Olympus klantendienst.

13

Accessoires

Page 118: Handleiding Olympus 500

118 NL

ZUIKO DIGITAL verwisselbare lenzen

Veiligheidsmaatregelen

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

Kijk niet door de lens naar de zon. Richt de cameralens niet op de zon. Hierdoor kan het zonlicht zich in de lens bundelen en zich verza-melen in de camera, wat kan lei-den tot een storing of brand.

Plaats het kapje altijd terug op de lens. Als er zonlicht gebundeld wordt door de lens, kan er brand ontstaan.

Temperatuurbereik voor bediening

Abrupte temperatuurom-slag

Plaats de lens niet met de contacten naar beneden.

Te hoge druk

Raak de lens niet aan. Onderdompeling Raak de contacten niet aan.

Laat niet vallen

Organische oplosmidde-len

Extreme vochtigheid Magnetisme Houd de camera niet vast aan het deel van de lens dat uitgeschoven is bij het scherpstellen.

13

Acc

esso

ires

Page 119: Handleiding Olympus 500

ZUIKO DIGITAL verwisselbare lenzen

NL 119

ZUIKO DIGITAL 14-45mm f3.5-5.6

Belangrijkste kenmerken• De 14-45mm is een lens met een hoge beeldcapaciteit, exclusief ont-

worpen voor Olympus FOUR THIRDS eenogige digitale spiegelreflex-camera's.

• Standaard zoomlens komt overeen met een 28-90 mm zoomlens van een kleinbeeldcamera.

• Zoomlens met 12 elementen in 10 groepen, inclusief twee asferische elementen.

• Geschikt voor gebruik met de optionele EC-14 teleconverter in de stand Handmatig scherpstellen (MF).

• Geschikt voor gebruik met de optionele EX-25 tussenring onder de volgende voorwaarden:

Voorzorgsmaatregelen voor opslag

Plaats het kapje op de lens als deze niet wordt gebruikt.

Reinigen van de lens Mottenballen Neem contact op met het servicecentrum van Olympus bij u in de buurt, indien er zich problemen voordoen.

Brandpunts-afstand

Scherpstelinstel-ling Afstand

Vergroting( ): Berekend op basis van een klein-

beeldcamera.

14mm Er kan niet gefotografeerd worden omdat er niet scherpgesteld kan worden op de objecten met deze brandpuntsafstand.

25mm MF 15,3cm -15,7cm (15,24cm -157,48mm) 0,99X – 1,14X (1,98X – 2,28X)

45mm MF 20,8cm -23,5cm (20,83cm -236,22mm) 0,57X – 0,78X (1,14X – 1,56X)

Opmerkingen over fotograferen• De randen van foto's zouden afgesneden kunnen worden als er meer dan één filter gebruikt wordt of als

er een dik filter wordt gebruikt.

Reinigen van de lensZakdoekje of zachte doek

JA

Configuratie van de lens

13

Accessoires

Page 120: Handleiding Olympus 500

ZUIKO DIGITAL verwisselbare lenzen

120 NL

Terminologie1 Vatting Zonnekap2 Filterdraad3 Zoomring4 Scherpstelring5 Uitrichtteken6 Elektrische contacten7 Voordop8 Achterdop9 Lenskap

Bevestigen van de kap

Opbergen van de kap

Belangrijkste technische gegevensLensvatting : Four Thirds-lensvattingScherpstelafstand : 14 – 45mmMax. diafragma : f3,5 – 5,6Beeldhoek : 75° – 27°Configuratie van de lens : 10 groepen, 12 lenzen

Meerlaags-coating (gedeeltelijk enkellaags)Diafragmabereik : f3,5 – f22Scherpstelbereik : 0,38m (1,2ft) – ∞ (oneindig)Scherpstelinstelling : AF/ MFMassa : 285g (10,1oz) (zonder zonnekap en lensdop)Afmetingen : Grootste diameter Ø 71 x Totale lengte 86,5mm (8,64cm)Bevestiging Zonnekap : BajonetDiameter filterdraad : 58 mm

1

23

45

6

7 8

9

Fotografeert u een object in tegenlicht, gebruik dan de zonnekap.

13

Acc

esso

ires

Page 121: Handleiding Olympus 500

ZUIKO DIGITAL verwisselbare lenzen

NL 121

ZUIKO DIGITAL 17,5-45mm f3.5-5.6

Belangrijkste kenmerken• De 17,5-45mm is een lens met een hoge beeldcapaciteit, exclusief ont-

worpen voor Olympus FOUR THIRDS eenogige digitale spiegelreflexca-mera's.

• Standaard zoomlens komt overeen met een 35-90 mm zoomlens van een kleinbeeldcamera.

• Zoomlens met 7 elementen in 7 groepen, inclusief twee asferische ele-menten.

• Geschikt voor gebruik met de optionele EC-14 teleconverter in de stand Handmatig scherp-stellen (MF).

• Geschikt voor gebruik met de optionele EX-25 tussenring onder de volgende voorwaarden:

Terminologie1 Achterdop2 Filterdraad3 Zoomring4 Scherpstelring5 Uitrichtteken6 Elektrische contacten7 Voordop

Belangrijkste technische gegevensLensvatting : Four Thirds-lensvattingScherpstelafstand : 17,5 – 45mmMax. diafragma : f3,5 – 5,6Beeldhoek : 63° – 27°Configuratie van de lens : 7 groepen, 7 lenzenDiafragmabereik : f3,5 – f22Scherpstelbereik : 0,28m (1,2ft) – ∞ (oneindig)Scherpstelinstelling : AF / MFMassa : 210g (7,4oz) (zonder zonnekap en lensdop)Afmetingen : Grootste diameter Ø 71 x Totale lengte 70,0 mm (2,8in)Diameter filterdraad : 52 mm

Scherpste-lafstand

Scherpstelinstel-ling Afstand

Vergroting( ): Berekend op basis van een klein-

beeldcamera.

17,5mm Er kan niet gefotografeerd worden omdat er niet scherpgesteld kan worden op de objecten met deze brandpuntsafstand.

28mm MF 15,1cm -15,9cm (14,99cm -160,02mm) 0,89X – 1,16X (1,78X – 2,32X)

45mm MF 18,4cm - 22,4cm (18,29cm -226,06mm) 0,57X – 0,91X (1,14X – 1,82X)

Opmerkingen over fotograferen• Bij fotograferen met de brandpuntsafstand op 17,5 mm, geeft de monitor “17 mm“ aan.

1

2 34

5

6

7

Houd het buitenste deel van de filtervatting vast als u het filter op de lens plaatst.

13

Accessoires

Page 122: Handleiding Olympus 500

ZUIKO DIGITAL verwisselbare lenzen

122 NL

Garantiebepalingen1. Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstem-

ming met de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en gebruiksaanwijzingen), wordt dit product, gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum van verkoop, bij een geautoriseerde Olympus-dealer binnen het zakengebied van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald in de lijst met geautoriseerde dealers, gerepareerd of, naar Olympus’ keuze, kostenloos vervangen. Voor aanspraak op deze garantie dient de klant, voor afloop van de garantieperiode van twee jaar, het product en deze garantieverklaring mee te nemen naar de dealer waar het product aangeschaft is of iedere andere servicedienst van Olympus binnen het zakengebied van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald in de lijst met geautoriseerde dealers. Tijdens de World Wide Warranty-periode van één jaar kan de klant het product terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus. Let erop dat niet in alle landen een dergelijke servicedienst van Olympus gevestigd is.

2. De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van Olympus te brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product.

3. Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de repa-ratiekosten, zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde garantieperiode.(a) Elk gebrek dat optreedt wegens ondeskundig, onreglementair gebruik (zoals handelingen die

niet worden genoemd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.).(b) Ieder gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd

door Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus.(c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, vallen, stoten, etc. na aankoop

van het product.(d) Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming, bliksem-

inslag, andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen.(e) Ieder gebrek dat optreedt wegens het onzorgvuldig of ongeschikt opbergen (zoals opbergen op

een plaats die is blootgesteld aan hoge temperaturen en vochtigheid, nabij insectenwerende middelen zoals naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc.

(f) Ieder gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc.(g) Ieder gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is geko-

men.(h) Indien deze garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product.(i) Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar,

de maand en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van de dealer, en het serienummer.

(j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt.4. Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op

ieder ander toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen.5. Olympus’ enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het

product. Iedere verplichting voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend, op enigerlei wijze opgelopen door de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle soorten ver-lies of schade veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren dat bij het pro-duct hoort of ieder soort verlies dat het resultaat is van een vertraagde reparatie of gegevensver-lies, is uitgesloten. Deze bepalingen hebben geen invloed op de wettelijke dwingende regelgeving.

Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud1. Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is uitgevoerd door Olym-

pus of een geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn. Con-troleer daarom of uw naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum van aankoop volledig zijn ingevuld, of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van de naam van de dealer, de datum van aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is toegevoegd. Olympus behoudt zich het recht voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien noch de garantieverklaring volledig is ingevuld, noch het bovengenoemde document toege-voegd is of indien de informatie die daar in staat onvolledig of niet leesbaar is.

2. Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek bewaard te worden.• Raadpleeg de toegevoegde lijst voor het geautoriseerde, internationale servicenetwerk van

Olympus.

13

Acc

esso

ires

Page 123: Handleiding Olympus 500

ZUIKO DIGITAL verwisselbare lenzen

NL 123

Beperkte aansprakelijkheidOlympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan in geen enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende garantie bij de aankoop met betrekking tot de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving van inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van zakelijke informatie) die voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het geschreven materiaal of van de software of van de apparatuur. Sommige landen of staten accepteren een dergelijke uitsluiting of beperking op de aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade niet, zodat de hierboven opgesomde beperkingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.

13

Accessoires

Page 124: Handleiding Olympus 500

124 NL

Indexw+F ..............................................................29

(AF-kader selecteren)................................368 (Piepgeluid) ................................................754 (Lichtmeting met nadruk op het

centrum)........................................................41< CUSTOM...............................................76, 84X (Instellen datum / tijd) ................................80

(digitale ESP-meting) ................................41< EASY.....................................................76, 84F (Belichtingscorrectie) .................................42w (Regelen van de flitssterkte) ......................29V FUNCTION................................................71y (Beeld draaien)............................................58W (Taalkeuze) ............................................76s (lderheid van de monitor aanpassen)........75< (Printreservering).........................................81D (Beeldkwaliteit) ...........................................16Q (Formaat wijzigen).....................................61Y / < / j (Zelfontspanner /

afstandsbediening / serie-opnamen).32, 33, 34m (Diashow) ..................................................58n (Spotmeting) ..............................................41

/ (Fotografeermenu)....................................#X-SYNC ........................................................70

4h TIMER .........................................................78

AAantal pixels .....................................................17Adobe RGB ......................................................52AE BKT.............................................................44AEL / AFL .........................................................67AEL / AFL MEMO.............................................68AEL-METING ...................................................68AE-vergendeling...............................................43AF ILLUMINATOR............................................40AF MODE.........................................................37ALL > (Witbalanscorrectie).........................69ANTI-SHOCK ...................................................53Auto bracketing ................................................26AUTO POP UP.................................................70Autoflitsen.........................................................26Autofocus .........................................................15

BBatterij ............................................................112Batterijhouder .................................................116BEACH & SNOW (strand & sneeuw) ...............21Beschermen van beelden.................................63BLACK & WHITE..............................................60BUTTON TIMER ..............................................78

CC-AF.................................................................37C-AF+MF..........................................................37CANDLE...........................................................21

CARD SETUP (kaartinstelling) .........................15CF / xD .............................................................15CHILDREN (kinderen) ......................................20CLEANING MODE (Stand Reinigen) .............100COLOR SPACE (Kleurruimte)..........................52CompactFlash ..................................................15Compressiefactor .............................................17COPY ALL........................................................62CTL PANEL COLOR ........................................79CUSTOM RESET SETTING ............................64Custom witbalans .............................................48

DDiafragmavoorkeuze A....................................22DIAL..................................................................71DOCUMENTS ..................................................21DPOF................................................................81

EEDIT .................................................................60EDIT FILENAME ..............................................74Een enkel beeld reserveren..............................63Enkelbeeldopnamen.........................................32Enkelbeeldweergave ........................................53EV STEP ..........................................................68

FFILE NAME.......................................................73FIREWORKS (vuurwerk)..................................21FIRMWARE......................................................79FL BKT .............................................................30FLASH MODE (flitserfunctie)............................26Flitsen met onderdrukken van rode ogen.........26Flitser uit ...........................................................27FOCUS RING (scherpstelring) .........................72FORMAT ..........................................................15

GGRADATION ....................................................51

HHandmatig fotograferen M (Manual)...............24HIGH KEY ........................................................20Histogram .........................................................56HQ ....................................................................17Hulp bij het scherpstellen .................................39

IIndexweergave .................................................55ISO ...................................................................44ISO BOOST......................................................69ISO LIMIT .........................................................69ISO STEP.........................................................68

13

Acc

esso

ires

Page 125: Handleiding Olympus 500

Index

NL 125

JJPEG / TIFF EDIT ............................................59

KKleurtemperatuur..............................................46

LLANDSCAPE (landschap)................................20LANDSCAPE+PORTRAIT

(landschap + portret).....................................20LOW KEY.........................................................20Laadapparaat voor batterijen .........................112

MMACRO............................................................20MANUAL FLASH (handmatig flitsen) ...............27METERING (meten) .........................................41MF ....................................................................37MF BKT ............................................................39Motiefprogramma's...........................................20MY MODE SETUP ...........................................72

NNIGHT SCENE (nachtscène) ...........................20NIGHT+PORTRAIT..........................................20NOISE REDUCTION........................................52NTSC................................................................78

OOLYMPUS Master............................................88

PPAL...................................................................78PictBridge .........................................................83BEELDEFFECTEN...........................................50PIXEL MAPPING............................................101PORTRAIT (portret) .........................................20Preview.............................................................25PRIORITY SET ................................................73Programmagestuurd fotograferen P ................21Programma-aanpassing ..................................22

QQUICK ERASE.................................................73

RRAW EDIT........................................................60RAW+JPEG ERASE ........................................73REC VIEW........................................................75Rechtstreeks printen ........................................83REDEYE FIX ....................................................61RELEASE PRIORITY C ...................................40RELEASE PRIORITY S ...................................40Repeterende opnamen.....................................32RESET LENS...................................................72

SS-AF .................................................................37S-AF+MF ..........................................................37SATURATION ..................................................61Scherpstelgeheugen.........................................16Scherpstelmethode...........................................37SCREEN...........................................................79SEPIA...............................................................61SHADING COMP .............................................51SHQ..................................................................17SLEEP..............................................................75Sluitertijd...........................................................22Sluitertijdvoorkeuze S ......................................23SPORT .............................................................20SQ ....................................................................17sRGB................................................................52STORAGE..................................................76, 91SUNSET...........................................................21SUNSET...........................................................21

TTIFF............................................................17, 59Tijdopnamen...............................................25, 35Trage synchronisatie ........................................26

UUSB MODE ......................................................76

VVIDEO OUT......................................................78Volledig automatisch fotograferen AUTO...........19Vooraf ingestelde witbalans..............................46

WWB....................................................................48WB BKT............................................................49Weergave close-up...........................................54Witbalans..........................................................46Witbalans automatisch instellen .......................46Witbalans met één knop...................................48Witbalanscorrectie ............................................48

XxD-Picture card.................................................15

ZZoeker ............................................................102Zoekerafdekkapje.............................................34ZUIKO DIGITAL..............................................118

Page 126: Handleiding Olympus 500

126 NL

MEMO

Page 127: Handleiding Olympus 500

NL 127

MEMO

Page 128: Handleiding Olympus 500

http://www.olympus.com/

©2005

Shinjuku Monolith, 3-1 Nishi-Shinjuku 2-chome, Shinjuku-ku, Tokyo, Japan

2 Corporate Center Drive, P.O. Box 9058, Melville, NY, 11747-9058, U.S.A., Tel. 631-844-5000

Technische service (USA)24/7 automatische online help: http://www.olympusamerica.com/supportTelefonische klantenondersteuning: Tel. 800-260-1625-4448 (gratis)Onze telefonische klantenondersteuning is bereikbaar van 8 uur 's ochtends tot 10 uur 's avonds (maandag t/m vrijdag) ETE-mail: [email protected] van de Olympus software zijn verkrijgbaar onder: http://www.olympus.com/digital

Vestiging: Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, DuitslandTel.: +49 40 - 23 77 3-0 / Fax: +49 40 - 23 07 61

Afleveradres goederen: Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, DuitslandCorrespondentieadres: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland

Europese Technische klantendienst:Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.comof bel ons GRATIS NUMMER*: 00800 - 67 10 83 00

voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland.• Sommige (mobiele) telefoon services / providers geven geen toegang of hebben een

extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereikenop de hierboven vermelde nummers, maak dan a.u.b. gebruik van de volgendeBETAALDE NUMMERS. +49 180 5 - 67 10 83 of +49 40 - 23 77 38 99.Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 09.00 uur en 18.00 uur (MET).

Gedrukt in Duitsland · OE · 4.7 · 11/2005 · Hab. · E0417146