H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

23

Transcript of H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Page 2: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

H3 Van Mohammed tot Karel de Grote

Tijd van Monniken en Ridders 500-1000

Vroege Middeleeuwen

Page 3: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Kenmerken (blz 71)

• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur (3.1)

• De verspreiding van het christendom (3.2)• De vrijwel volledige vervanging in West- Europa van de

agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid (3.3)

• Het ontstaan en de verspreiding van de islam (3.4)

Page 4: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Kernbegrippen (blz 71)

• Agrarisch- urbaan• Aurtarkie/ zelfvoorziening• Feodalisme• Hofstelsel• Horigen/ horigheid• Islam

Page 5: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

3.1 Leenmannen en leenheren Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

• Clovis• Merovingers• Frankische Rijk• Hofmeijer• Pepijn de Korte• Karolingers• Karel de Grote

• 482-511• 751• 768

Noteer de volgende namen,begrippen en jaartallen. Schrijf de betekenis er achter tijdens de uitleg.

Page 6: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

3.1 Leenmannen en leenheren Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Page 7: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Merovingische dynastie482-511 Clovis maakt een einde aan de Romeinse heerschappij en sticht een christelijk Frankenrijk

In de 8e eeuw worden de Merovingische koningen overvleugeld door hun hofmeijers (belangrijkste dienaar)

Deze hofmeijers worden zo machtig dat de paus in 751 Pepijn de Korte tot koning zalfde

Begin Karolingische dynastie

Page 8: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

• Clovis• Merovingers• Frankische Rijk• Hofmeijer• Pepijn de Korte• Karolingers• Karel de Grote

• 482-511• 751• 768

Noteer de volgende namen,begrippen en jaartallen. Schrijf de betekenis er achter tijdens de uitleg.

Page 9: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Noteer de volgende namen,begrippen en jaartallen. Schrijf de betekenis er achter tijdens de uitleg.

• Feodalisme• Leenheer• Leenman• Vazal• Graafschap• Zendgraven• Markgraven• Personaliteitsbeginsel• Palts

Page 10: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Feodalisme of Leenstelsel

Geeft stuk grond in leen Belooft heer met ‘raad en

daad’ ter zijde te staan

Niet alleen grond in leen gegeven, ook bestuursfuncties of geldelijke inkomstenbronnen (tol)

Eenvoudige mannen konden ook vertrouweling van de koning worden. Zij kregen geen land maar werden wel door de koning onderhouden→ vazal genoemd

Page 11: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Uitbouw feodale stelsel onder Karel de Grote

Ook Karel de Grote trok rond door zijn rijk→ controleren leenmannen of om oorlog te voeren

Page 12: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Kenmerken bestuur Karel de Grote

• Feodalisme• Rechtspraak volgens personaliteitsbeginsel

(iedereen werd gevonnist volgens regels van de eigen groep of het volk waartoe men behoorde)

• Geen vaste verblijfplaats→ Palts• Koning mee als opperbevelhebber in oorlog

Page 13: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Noteer de volgende namen,begrippen en jaartallen. Schrijf de betekenis er achter tijdens de uitleg.

• Feodalisme• Leenheer• Leenman• Vazal• Graafschap• Zendgraven• Markgraven• Personaliteitsbeginsel• Palts

Page 14: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Vergelijk het bestuur van de Frankische koningen met de Romeinse keizertijd. Welke verschillen zijn er?

Romeinen:• Centrale hoofdstad• Overheid zorgde voor orde

en veiligheid• Handhaafde recht volgens

geschreven regels• Groot ambtenaren-

apparaat die in vaste dienst waren

Franken:• Rondreizende hofhouding• Wegen niet meer

onderhouden dus heersers hadden gezag in klein gebied

• Alleen geestelijken konden lezen en schrijven dus geen bestuur volgens geschreven wetten en regels

• feodalisme→ persoonlijke band basis bestuur

Page 15: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Kerstnacht 800

Page 16: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Voor- en nadelen feodale stelsel

Voordelen leenman:Leenman krijgt inkomstenen mag er wonen

Voordelen leenheer:Trouwe dienaren die heer taken uit handen nemen

Nadelen leenman:Grond was te leen, moest na zijn dood terug naar zijnleenheer

Nadelen leenheer:Leenmannen gaven grond toch vaak door aan zonen→

leenheer verliest zeggenschap

Page 17: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Rijk Karel na zijn dood in 814

Page 18: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Bedreigingen buiten Frankische Rijk

Page 19: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Oorzaken verval rijk

• Versnippering van het gezag door feodale structuur

• Delingen van het rijk volgens het Frankisch erfrecht

• Nieuwe invallers

Page 20: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Kenmerk:

Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Kernbegrippen: Feodalisme

Page 21: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Opdrachten 3.1

Opdracht 6 Bedoelde en onbedoelde gevolgenKarel de Grote bouwde het leenstelsel verder uita Welke doelen streefde Karel de Grote na met de verdere

uitbouw van het stelsel?Beter bestuur, betere rechtsspraak, beveiliging van grenzen

B Welke twee onbedoelde gevolgen had het stelsel?Hij verloor inkomsten van de kroondomeinen aan leenmannen. Leenmannen deden of lenen hun eigen bezit waren en gaven het door aan hun zonen daardoor verloor de koning zijn bezit helemaal.

C Beredeneer of dat gevolgen zijn op korte of op lange termijnverlies van inkomsten→ korte termijnde grond doorgeven aan hun zonen→ lange termijn

Page 22: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Opdracht 7In de geschiedenis is sprake van Gebeurtenissen→ feiten

Verschijnselen→ samenhangende gebeurtenissen met een duidelijk doel,

er verandert niets, het is er

Ontwikkelingen→ gebeurtenissen en verschijnselen samen

Lees bron 15 en beredeneer van de onderstaande zinnen en

begrippen of het een gebeurtenis, verschijnsel of ontwikkeling is:• 781 Lodewijk wordt onderkoning van Aquitanië• Kroondomeinen• De leenmannen krijgen de kroondomeinen steeds meer in eigen handen• Leenstelsel

Page 23: H3 Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 Vroege Middeleeuwen.

Opdacht 8afbeeldingen analyseren (zie ook blz 331 Kijkwijzer)

• Wat is er te zien? personen, voorwerpen, achtergrond

• Welke effecten, overdrijving of vertekening zijn er te zien?

• Titel afbeelding?• Wie is de maker?• Wie is de opdrachtgever?• Afbeelding te zien voor publiek?• Is er gebruik gemaakt van

symboliek?• Met welke doel is de afbeelding

gemaakt?• Wat zegt de afbeelding over de

tijd waarin het is gemaakt?