H 27: Kostprijs bij homogene productie.

7
H 27: Kostprijs bij homogene productie. Wat verstaan we onder de kostprijs? De noodzakelijk te maken kosten om 1 product te fabriceren en/of te verkopen. Waarom moet je de kostprijs (voorcalculatorisch) berekenen? 1 – De klant wil de verkoopprijs weten. Er is namelijk geen klant die iets koopt als hij niet weet wat hij er voor moet betalen. 2 – M.b.v. de kostprijs weet je wat een product kost en weet je ook hoeveel materialen (grondstoffen, personeel) je gereed moet hebben om te kunnen produceren. 3: De kostprijs is altijd voorcalculatorisch. D.w.z. gebaseerd op verwachtingen. Achteraf kun je kijken of de verwachtingen overeen komen met de werkelijkheid (=nacalculatorisch). Dat kan o.a. m.b.v. bijvoorbeeld prijs- en efficiencyverschillen (H26)

description

H 27: Kostprijs bij homogene productie. Wat verstaan we onder de kostprijs?. De noodzakelijk te maken kosten om 1 product te fabriceren en/of te verkopen. Waarom moet je de kostprijs ( voorcalculatorisch ) berekenen? - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of H 27: Kostprijs bij homogene productie.

Page 1: H 27: Kostprijs bij homogene productie.

H 27: Kostprijs bij homogene productie.

Wat verstaan we onder de kostprijs?

De noodzakelijk te maken kosten om 1 product te fabriceren en/of te verkopen.

Waarom moet je de kostprijs (voorcalculatorisch) berekenen?

1 – De klant wil de verkoopprijs weten. Er is namelijk geen klant die iets koopt als hij niet weet wat hij er voor moet betalen.2 – M.b.v. de kostprijs weet je wat een product kost en weet je ook hoeveel materialen (grondstoffen, personeel) je gereed moet hebben om te kunnen produceren.3: De kostprijs is altijd voorcalculatorisch. D.w.z. gebaseerd op verwachtingen. Achteraf kun je kijken of de verwachtingen overeen komen met de werkelijkheid (=nacalculatorisch). Dat kan o.a. m.b.v. bijvoorbeeld prijs- en efficiencyverschillen (H26)

Page 2: H 27: Kostprijs bij homogene productie.

Wat verstaan we onder homogene productie?

Er is dan sprake van massaproductie of ook wel industriële productie. M.a.w. er wordt geen rekening gehouden met individuele wensen van klanten.

Voorbeeld: suikerklontjes, luciferstokjes, pindakaas, spijkers.

Ook in dit hoofdstuk speelt de formule C/N + V/B een belangrijke rol. Aangezien het om fabriceren en/of verkopen gaat wordt de formule ook gesplitst in 2 afzonderlijke formules.

Als het alleen gaat om het fabriceren ontstaat de fabricagekostprijs. Deze bereken je m.b.v. de volgende formule:

CF/NP + VF/BP

Cf = constante fabricagekostenNp = normale productieVf = variabele fabricagekostenBp = begrote productie

Page 3: H 27: Kostprijs bij homogene productie.

Als we het product ook verkopen (en dat is natuurlijk de bedoeling) dan gaat dat meestal ook gepaard met kosten. Namelijk Cv en Vv.

Op dezelfde manier als bij de fabricage kostprijs ontstaat dan de commerciële kostprijs.

De commerciële kostprijs bereken je als volgt:

de fabricage kostprijs + (Cv/Na + Vv/Ba)

Cv = constante verkoopkostenNa = normale afzetVv = variabele verkoopkostenBa = begrote afzet

• De commerciële kostprijs + winst = verkoopprijs• Verkoopprijs + BTW = consumentenprijs

Page 4: H 27: Kostprijs bij homogene productie.

Voorbeeld:

Cf = € 937.500Np = Na = 50.000 stuksVf = € 823.500Bp = Ba = 54.000 stuksCv = € 962.500Vv = € 364.500

De winst bedraagt 40% van de (commerciële) kostprijs; het BTW-tarief is 21%.

1: Bereken de fabricagekostprijs.2: Bereken de commerciële kostprijs.3: Bereken de verkoopprijs.4: Bereken de consumentenprijs.5: Bereken BEA en BEO.6: Bereken de verwachte winst.

Page 5: H 27: Kostprijs bij homogene productie.

Antwoorden:1: 937.500/ 50.000 + 823.500/54.000 = 18,75 + 15,25 = € 342: 34 + 962.500/50.000 + 364.500/54.000 = 34 + 19,25 + 6,75 = € 603: 60 x 1,4 = € 844: € 84 x 1,21 = € 101,645: (937.500 + 962.500)/(84 -22) = 30.645 stuks (BEA) 30.645 x 84 = € 2.574.100 (BEO)6: 1e manier = TO – TKT0 = 54.000 x 84 = € 4.536.000TK = Cf = € 937.500 = Vf = € 823.500 = Cv = € 962.500 = Vv = € 364.500

€ 1.448.000

2e manier: Ruilwinst + of – totale bezettingsresultaatRuilwinst = 54.000 x (€ 84 - € 60) = € 1.2960.00 (+)Bezettingsresultaten: afdeling fabricage = (54.000 – 50.000) x 18,75 = € 75.000 (+) : afdeling verkoop = (54.000 – 50.000) x 19,25 = € 77.000(+)

€ 1.448.000 (+)

Page 6: H 27: Kostprijs bij homogene productie.

Formule ruilwinst = Ba x (verkoopprijs – commerciële kostprijs)

(aangeven positief of negatief)

Formule bezettingsresultaten (zie ook H 26)

• Afdeling fabricage = (Bp – Np) x (Cf/Np)

(aangeven positief of negatief)

• Afdeling verkoop = (Ba – Na) x (Cv/Na)

(aangeven positief of negatief)

• De 2 bezettingsresultaten bij elkaar opgeteld geven samen het totale bezettingsresultaat.

Page 7: H 27: Kostprijs bij homogene productie.

Voorbeeld:

Cf = € 2.041.250Np = 115.000 stuksNa = 110.000 stuksVf = € 1.543.500Bp = Ba = 126.000 stuksCv = € 742.500Vv = € 1.039.500

De winst bedraagt 40% van de verkoopprijs; het BTW-tarief is 21%.

1: Bereken de fabricagekostprijs.2: Bereken de commerciële kostprijs.3: Bereken de verkoopprijs.4: Bereken de consumentenprijs.5: Bereken BEA en BEO.6: Bereken de verwachte winst.7: Bereken bij welke productie en afzet er een winst gemaakt wordt van € 1.400.000.