GROESWEG BEGANE GROND - irp-cdn.multiscreensite.com

1
1 2 3 4 44400 voorbeeld indeling Showroom / kantoor wc Infiltratiegreppel 40500 Perceeloppervlakte ca. 1804 m2 hekwerk hekwerk Project Opdrachtgever Onderwerp Datum Schaal 1:100 Onderwerp Formaat Getekend A0 J. Gerhards Projectnummer Tekeningnummer Deze tekening is eigendom van BLOX%28: HQ PDJ ]RQGHU YRRUDIJDDQGH VFKULIWHOLMNH WRHVWHPPLQJ QLHW GRRU GHUGHQ JHEUXLNWJHNRSLHsUG ZRUGHQ Bosweg 24 5927 PL Venlo Tel. 077 8515533 [email protected] www.bloxbouw.nl Bloxbouw, Bosweg 24, 5927PL, Venlo Begane grond en gevelaanzichten Schetsontwerp 2018- 047 S-01 Nieuwbouw bedrijfspand aan de Groesweg/Wattstraat te Maasbree 19-03-2019 BEGANE GROND GROESWEG WATTSTRAAT 1 11000 VOORGEVEL 5110+ 4110+ 6850+ 3000+ 2400+ Peil = 0 100 2 5500 3 5500 4 5500 5500 7 11000 100 Overheaddeur, 4000x4500 mm (bxh) Elektrisch bediend, kleur Ral 9005 Aluminium kozijnen, kleur Ral 9005 HR++glas, kleur helder Sandwichpaneel d=60 mm + punt-profiel 19/470, kleur Seren Black Horizontaal gemonteerd 6 5500 v. v. 5 5500 11000 v. v. v. v. A 10750 RECHTER ZIJGEVEL 100 5375 C E B 5375 10750 5375 D 5375 MAASBREE 1 2 3 LOGO LOGO LOGO RENVOOI BOUWKUNDIG (conform Bouwbesluit 2012) Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid Afdeling 2.1. Algemene sterkte van de bouwconstructie - Zie renvooi constructief Afdeling 2.2. Sterkte bij brand - Een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert, bezwijkt niet binnen 30 minuten bij brand in een subbrandcompartiment waarin die vluchtroute niet ligt. Afdeling 2.3. Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan - Een vloerafscheiding als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid, heeft een hoogte van ten minste 1 m, gemeten vanaf de vloer. - Openingen in vloerafscheidingen mogen maximaal 20 cm zijn. Afdeling 2.4. Overbrugging van hoogteverschillen - Een hoogteverschil van meer dan 0,21 m tussen vloeren waarover een vluchtroute voert wordt overbrugd door een vaste trap of een vaste hellingbaan. Afdeling 2.5. Trap - Een trap als bedoeld in artikel 2.27, heeft afmetingen die voldoen aan tabel 2.33. Min. breedte 0,80 m, minimum vrije hoogte 2,30 m, minimum aantrede 0,22 m, maximum hoogte optrede 0,188 m Afdeling 2.6. Hellingbaan - Een hellingbaan als bedoeld in artikel 2.27 en 6.49 heeft; afmetingen die voldoen aan artikel 2.43; een geleiderand die voldoet aan artikel 2.45 Afdeling 2.8. Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie - Materiaal ter plaatse van of nabij een stookplaats voldoet aan de eis in artikel 2.57 - Materiaal toegepast aan de binnenzijde van een schacht, een koker of een kanaal grenzend aan meer dan een brandcompartiment of subbrandcompartiment met een inwendige doorsnede groter dan Pð YROGRHW DDQ GH HLV LQ DUWLNHO - Een afvoervoorziening voor rookgas is brandveilig, bepaald volgens NEN 6062. - Een opstelplaats voor een open verbrandingstoestel ligt niet in een toiletruimte, een badruimte, of een ruimte voor het stallen van motorvoertuigen. Afdeling 2.9. Beperking van het ontwikkelen van brand en rook - Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de binnenlucht voldoet aan de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse en aan rookklasse s2, beide bepaald volgens NEN-EN 13501-1. - Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de buitenlucht voldoet aan de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse, bepaald volgens NEN-EN 13501-1. - Een deur, een raam, een kozijn en een daaraan gelijk te stellen constructieonderdeel voldoet aan brandklasse D, bepaald volgens NEN-EN 13501-1. - Voor de bovenzijde van een voor personen bestemde vloer, een trap en een hellingbaan die grenst aan de binnenlucht geldt rookklasse s1fl en de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse, beide bepaald volgens NEN-EN 13501-1. - Voor een bovenzijde van een voor personen bestemde vloer, een trap en een hellingbaan die grenst aan de buitenlucht geldt de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse, bepaald volgens NEN-EN 13501-1. Afdeling 2.10. Beperking van uitbreiding van brand - Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat de kans op een snelle uitbreiding van brand voldoende wordt beperkt, conform art. 2.81 t/m 2.85 Afdeling 2.11. Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook - Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat uitbreiding van brand in verdergaande mate wordt beperkt dan is beoogd met paragraaf 2.10.1 en dat veilig kan worden gevlucht, conform art. 2.91 t/m 2.95 Afdeling 2.12. Vluchtroutes - Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige vluchtroutes dat bij brand een veilige plaats kan worden bereikt, conform art. 2.101 t/m 2.109 - Een vluchtroute heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste 0,85 m en een hoogte van ten minste de in tabel 2.101 aangegeven waarde. Dit geldt niet voor zover de vluchtroute over een trap voert. Afdeling 2.15. Inbraakwerendheid, nieuwbouw - Deuren, ramen, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen in een scheidingsconstructie van een niet-gemeenschappelijke ruimte die volgens NEN 5087 bereikbaar zijn voor inbraak, hebben een volgens NEN 5096 bepaalde inbraakwerendheid die voldoet aan de in die norm aangegeven weerstandsklasse 2. Hoofdstuk 3. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid Afdeling 3.1. Bescherming tegen geluid van buiten, nieuwbouw - Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering met een minimum van 20 dB. Afdeling 3.2. Bescherming tegen geluid van installaties, nieuwbouw - Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een warmwatertoestel, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift veroorzaakt in een op een aangrenzend perceel gelegen verblijfsgebied een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste 30 dB Afdeling 3.3. Beperking van galm, nieuwbouw - Een te bouwen woongebouw heeft in een gemeenschappelijke verkeersruimte een zodanige geluidsabsorptie, dat geluidhinder door galm wordt beperkt. Afdeling 3.4. Geluidwering tussen ruimten van verschillende gebruiksfuncties, nieuwbouw - Een te bouwen bouwwerk biedt bescherming tegen geluidsoverlast tussen gebruiksfuncties en tussen ruimten in een woonfunctie voor zover in het bouwwerk een woonfunctie ligt, conform art. 3.15 t/m 3.18 Afdeling 3.5. Wering van vocht - Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies dat de vorming van allergenen door vocht in verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten voldoende wordt beperkt, conform art. 3.20 t/m 3.24 Afdeling 3.6. Luchtverversing (HQ YHUEOLMIVJHELHG RI HHQ YHUEOLMIVUXLPWH KHEEHQ HHQ YRRU]LHQLQJ YRRU OXFKWYHUYHUVLQJ PHW HHQ YROJHQV 1(1 EHSDDOGH FDSDFLWHLW YDQ WHQ PLQVWH GPñV SHU Pð YORHURSSHUYODNWH PHW HHQ PLQLPXP YDQ GPñV - Een verblijfsgebied of een verblijfsruimte, met een opstelplaats voor een kooktoestel als bedoeld in artikel 4.38 een voorziening voor luchtverversing met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van WHQ PLQVWH GPñV (HQ YRRU]LHQLQJ YRRU OXFKWYHUYHUVLQJ YDQ HHQ WRLOHWUXLPWH KHHIW HHQ FDSDFLWHLW YDQ WHQ PLQVWH GPñV HQ YDQ HHQ EDGUXLPWH YDQ WHQ PLQVWH GPñV EHSDDOG YROJHQV 1(1 (HQ JHPHHQVFKDSSHOLMNH YHUNHHUVUXLPWH KHHIW HHQ QLHW DIVOXLWEDUH YRRU]LHQLQJ YRRU OXFKWYHUYHUVLQJ PHW HHQ YROJHQV 1(1 EHSDDOGH FDSDFLWHLW YDQ WHQ PLQVWH GPñV SHU Pð YORHURSSHUYODNWH YDQ die ruimte. (HQ UXLPWH PHW HHQ RSVWHOSODDWV YRRU HHQ JDVPHWHU KHHIW HHQ QLHW DIVOXLWEDUH YRRU]LHQLQJ YRRU OXFKWYHUYHUVLQJ PHW HHQ YROJHQV 1(1 EHSDDOGH FDSDFLWHLW YDQ WHQ PLQVWH GPñV SHU Pð YORHURSSHUYODNWH YDQ GLH UXLPWH PHW HHQ PLQLPXP YDQ GPñV - De toevoer van verse lucht veroorzaakt, in de leefzone van een verblijfsgebied, een volgens NEN 1087, bepaalde luchtsnelheid die niet groter is dan 0,2 m/s - Ventilatie d.m.v. deurspleet (overstroomprincipe) Afdeling 3.7. Spuivoorziening - Een te bouwen bouwwerk heeft een voorziening voor het zo nodig snel kunnen afvoeren van sterk verontreinigde binnenluch, conform art. 3.41 t/m 3.44 Afdeling 3.8. Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas - Een te bouwen bouwwerk met een opstelplaats voor een verbrandingstoestel heeft zodanige voorzieningen voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas, dat een voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht wordt voorkomen, conform art. 3.48 t/m 3.55 Afdeling 3.9. Beperking van de aanwezigheid van schadelijke stoffen en ioniserende straling Afdeling 3.10. Bescherming tegen ratten en muizen - Een uitwendige scheidingsconstructie heeft geen openingen die breder zijn dan 0,01 m. Dit geldt niet voor een afsluitbare opening en een uitmonding van: een afvoervoorziening voor luchtverversing; een afvoervoorziening voor rook, en een ont- en beluchting van een afvoervoorziening voor huishoudelijk afval. Afdeling 3.11. Daglicht (HQ YHUEOLMIVJHELHG KHHIW HHQ YROJHQV 1(1 EHSDDOGH HTXLYDOHQWH GDJOLFKWRSSHUYODNWH LQ Pð ZDDUYDQ GH JHWDOVZDDUGH QLHW NOHLQHU LV GDQ GH JHWDOVZDDUGH YDQ KHW LQ WDEHO DDQJHJHYHQ GHHO YDQ GH YORHURSSHUYODNWH LQ Pð YDQ GDW YHUEOLMIVJHELHG Hoofdstuk 4. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid Afdeling 4.1. Verblijfsgebied en verblijfsruimte - Conform art. 4.1 t/m 4.4 Afdeling 4.2. Toiletruimte - Een toiletruimte als bedoeld in artikel 4.8, heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,9 m x 1,2 m, minimale hoogte 2,3 m Afdeling 4.3. Badruimte, nieuwbouw (HQ EDGUXLPWH DOV EHGRHOG LQ DUWLNHO KHHIW HHQ YORHURSSHUYODNWH YDQ WHQ PLQVWH Pð HQ HHQ EUHHGWH YDQ WHQ PLQVWH P PLQLPDOH KRRJWH P (HQ EDGUXLPWH DOV EHGRHOG LQ DUWLNHO GLH LV VDPHQJHYRHJG PHW HHQ WRLOHWUXLPWH DOV EHGRHOG LQ DUWLNHO KHHIW HHQ YORHURSSHUYODNWH YDQ WHQ PLQVWH Pð HQ HHQ EUHHGWH YDQ WHQ PLQVWH P minimale hoogte 2,3 m Afdeling 4.4. Bereikbaarheid en toegankelijkheid - Een doorgang heeft een vrije breedte van ten minste 0,85 m en een vrije hoogte van ten minste 2,3 m (nieubouw) - Alle binnendeuren 880x2315 mm, tenzij anders vermeld. - Een verkeersroute die begint bij een doorgang als bedoeld in artikel 4.22, loopt door een ruimte met een vrije breedte van ten minste 0,85 m en een vrije hoogte van ten minste 2,3 m. Dit geldt niet voor zover de verkeersroute over een trap voert. Hoofdstuk 5. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu, nieuwbouw Afdeling 5.1. Energiezuinigheid, nieuwbouw (QHUJLHSUHVWDWLHFRsIILFLHQW (HQ NDQWRRUIXQFWLH KHHIW HHQ YROJHQV 1(1 EHSDDOGH HQHUJLHSUHVWDWLHFRsIILFLHQW YDQ Thermische isolatie: - Gevelisolatie Rc min. 4,50 m2K/W - Dakisolatie Rc min. 6,00 m2K/W - Vloerisolatie kantoor Rc min. 3,50 m2K/W Afdeling 5.2. Milieu Hoofdstuk 6. Voorschriften inzake installaties Afdeling 6.1. Verlichting, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 6.2. Voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie, nieuwbouw en bestaande bouw - Een voorziening voor elektriciteit voldoet aan NEN 1010 bij lage spanning, en aan NEN-EN-IEC 61936-1 en NEN-EN 50522, bij hoge spanning. - Een te installeren voorziening voor gas voldoet aan NEN 1078 bij een nominale werkdruk van ten hoogste 0,5 bar, en aan NEN-EN 15001-1 bij een nominale werkdruk hoger dan 0,5 bar en lager dan 40 bar. - Een te bouwen bouwwerk met een in artikel 6.10 bedoelde aansluiting op het distributienet voor gas heeft, voor die aansluiting, leidingdoorvoeren en een mantelbuis die voldoen aan NEN 2768. Afdeling 6.3. Watervoorziening, nieuwbouw en bestaande bouw - Een voorziening voor drinkwater voldoet aan NEN 1006 - Een voorziening voor warmwater voldoet aan NEN 1006 Afdeling 6.4. Afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater, nieuwbouw en bestaande bouw - Een afvoervoorziening voor huishoudelijk afvalwater heeft: bij een te bouwen bouwwerk: een capaciteit, een lucht- en waterdichtheid en een uitmonding en capaciteit van de ontspanningsleiding die voldoen aan NEN 3215; bij een bestaand bouwwerk: een zodanige capaciteit dat elk daarop aangesloten lozingstoestel binnen 5 minuten kan worden geleegd en een lucht- en waterdichtheid die voldoen aan NEN 3215. - Een dak van een te bouwen bouwwerk heeft een voorziening voor de opvang en afvoer van hemelwater met een volgens NEN 3215 bepaalde capaciteit van ten minste de volgens die norm bepaalde belasting van die voorziening. - Het materiaal, de sterkte en de vorm van buizen en hulpstukken van een gebouwaansluiting voldoet aan: NEN 7002; NEN 7003; NEN 7013; NEN-EN 1401-1; NEN-EN 295-1; NEN-EN 295-2, en NEN-EN 295-3. Afdeling 6.5. Tijdig vaststellen van brand, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 6.6. Vluchten bij brand, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 6.7. Bestrijden van brand, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 6.8. Bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 6.9. Aanvullende regels tunnelveiligheid, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 6.10. Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 6.11. Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 6.12. Veilig onderhoud gebouwen, nieuwbouw Hoofdstuk 7. Voorschriften inzake het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen Afdeling 7.1. Voorkomen van brandgevaar en ontwikkeling van brand, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 7.2. Veilig vluchten bij brand, nieuwbouw en bestaande bouw Afdeling 7.3. Overige bepalingen veilig en gezond gebruik, nieuwbouw en bestaande bouw Hoofdstuk 8. Bouw- en sloopwerkzaamheden Afdeling 8.1. Het voorkomen van onveilige situaties en het beperken van hinder tijdens het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden Afdeling 8.2. Afvalscheiding Leveren van duidelijke gebruiksaanwijzing van onderdelen die onderhoud behoeven b.v. installaties. Leveren van duidelijke gebruiksaanwijzing en/of beschrijving van toegepaste verfproducten. Electrische installatie nog nader uit te werken, door installateur. Drinkwaterinstallatie nog nader uit te werken, door installateur. Alle maten in mm! Alle materialen verwerken en aanbrengen volgens voorschriften leverancier ! Alle maten in het werk controleren ! Alle kozijn details en bouwkundige aansluitingen volgens opgave leverancier! Brandwerende deur (30 minuten) Brandwerende zelfsluitende deur (30 minuten) 30 30 30 30 Sandwichpanelen, verticaal gemonteerd, Kleur bi: Ral 9002, kleur bui: Ral 7016 Rc>4,5 m2K/W Blind bevestigd 0LFUROLQLsULQJ = Metal stud scheidingswanden, C75 profielen, d=100 mm, beide zijden gipsplaat 12,5 mm, 45 mm glaswol = 0HWDO VWXG YRRU]HWZDQGHQ & SURILHOHQ G PP ppQ ]LMGH JLSVSODDW PP 45 mm glaswol = Bestaand metselwerk = *HwVROHHUGH SUHIDE EHWRQSDQHOHQ Bi: glad grijs, bui: Metselwerk, kleur bruin/rood Rc>4,5 m2K/W = = = Paniekslot PS = Houten deurkozijn, gegrond, incl. aanslagrubber. Dichte stompe binnendeur 880x2315 = Gevelmetselwerk, d=100 mm = Kalkzandsteen metselwerk, d=100 mm = Gevelisolatie = Nooduitgang Nooduitgang rechts Brandslanghaspel De brandslanghaspels met maximaal 30m1 slanglengte aangesloten op de waterleiding te voldoen aan het gestelde in NEN-EN 671-1. De capaciteit bedraagt tenminste 1,3 m3/h met een min. statische druk bij het mondstuk van 100 kPa bij gelijktijdig gebruik van twee haspels. = Nooduitgang links = = Uitgang-/ vluchwegrichting-pictogram conform NEN 6088/1, voorzien van noodstroom. Deuren te openen zonder gebruikmaking van losse voorwerpen (vluchtdeuren) De vluchtroute aanduiding conform NEN 6088 in combinatie met noodverlichting als verlichtingsarmaturen uit te voeren 3RHGHUEOXVVHU NJ DEFSRHGHU GULMIJDV VWLNVWRI EDU ELM & = = B.M.I. O.A.I. A.N.V. Brandmeldinstallatie Ontruimingsalarminstallatie Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 2.2.1, eerste lid, heeft een ontruimingsalarminstallatie type B, die voldoet aan NEN 2575: 2004 en aan een door burgemeester en wethouders goedgekeurd Programma van Eisen als bedoeld in deze norm. Het beheer, de controle en het onderhoud van een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in eerste tot en met derde lid voldoet aan NEN 2654-2: 2004. (Gebruiksbesluit artikel 2.3.6 lid 1 en 4) Algemene Noodverlichting Noodverlichting aanbrengen conform NEN-EN 1838. Minimaal 1 lux op de vloer en 5 lux t.p.v. blusmiddelen. = = = rm Doorgekoppelde rookmelder vlgs NEN2555 = SITUATIE Gemeente Peel en Maas Sectie R nr: 769 Schaal 1:1000 N 5000 39400 5000 35500 21900 12150 6450 5000 33400 6000 116 m2 116 m2 116 m2 116 m2 2000 2000 verdiepingsvloer 30 m2 10925 10675 10850 10675 10925 10675 10925 10675 1 11000 100 2 5500 3 5500 4 5500 5500 7 11000 100 6 5500 v. v. 5 5500 11000 v. v. v. v. 6 5 4 5110+ 4110+ 6850+ 3000+ 2400+ Peil = 0 ACHTERGEVEL LOGO LOGO LOGO mk verdiepingsvloer 30 m2 10925 10675 10850 10675 5 116 m2 6 116 m2 1 2 3 4 7 6 5 A B C E D 100 E 10750 LINKER ZIJGEVEL 100 5375 C A D 5375 10750 5375 B 5375 100 A 10750 DOORSNEDE 100 5375 C E B 5375 10750 5375 D 5375 100 6850+ 3000+ Peil = 0 4500+ verdiepingsvloer 30 m2 4110+ 6850+ 3000+ 2400+ Peil = 0 verdiepingsvloer 30 m2 verdiepingsvloer 30 m2 mk mk mk mk mk

Transcript of GROESWEG BEGANE GROND - irp-cdn.multiscreensite.com

Page 1: GROESWEG BEGANE GROND - irp-cdn.multiscreensite.com

1 2 3

4

44400

voorbe

eld ind

eling

Showroom / kantoor

wc

Infiltr

atieg

repp

el

4050

0

Perceeloppervlakte ca. 1804 m2

hekwerk

hekwerk

Project

Opdrachtgever

Onderwerp

Datum

Schaal 1:100

Onderwerp

Formaat

Getekend

A0

J. Gerhards

Projectnummer Tekeningnummer

Deze tekening is eigendom van BLOXBOUW en mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming niet door derden gebruikt/gekopieërd worden!

Bosweg 24

5927 PL Venlo

Tel. 077 8515533

[email protected]

www.bloxbouw.nl

Bloxbouw, Bosweg 24, 5927PL, Venlo

Begane grond en gevelaanzichten Schetsontwerp

2018- 047 S-01

Nieuwbouw bedrijfspand aan de Groesweg/Wattstraat te Maasbree

19-03-2019

BEGANE GROND

GROESWEG

WA

TTS

TRA

AT

111000

VOORGEVEL

5110+

4110+

6850+

3000+

2400+

Peil = 0

100

2

5500

3

5500

4

5500 5500

711000 100

Overheaddeur, 4000x4500 mm (bxh)Elektrisch bediend, kleur Ral 9005

Aluminium kozijnen, kleur Ral 9005HR++glas, kleur helder

Sandwichpaneel d=60 mm + punt-profiel 19/470,kleur Seren BlackHorizontaal gemonteerd

6

5500

v.

v.

5

5500

11000

v.

v.

v.

v.

A10750

RECHTER ZIJGEVEL

100

5375

C EB

5375

10750

5375

D

5375

MAASBREE

1 2 3

LOGO LOGOLOGO

RENVOOI BOUWKUNDIG (conform Bouwbesluit 2012)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheidAfdeling 2.1. Algemene sterkte van de bouwconstructie- Zie renvooi constructiefAfdeling 2.2. Sterkte bij brand- Een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert, bezwijkt niet binnen 30 minuten bij brand in een subbrandcompartiment waarin die vluchtroute niet ligt.Afdeling 2.3. Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan- Een vloerafscheiding als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid, heeft een hoogte van ten minste 1 m, gemeten vanaf de vloer.- Openingen in vloerafscheidingen mogen maximaal 20 cm zijn.Afdeling 2.4. Overbrugging van hoogteverschillen- Een hoogteverschil van meer dan 0,21 m tussen vloeren waarover een vluchtroute voert wordt overbrugd door een vaste trap of een vaste hellingbaan.Afdeling 2.5. Trap- Een trap als bedoeld in artikel 2.27, heeft afmetingen die voldoen aan tabel 2.33. Min. breedte 0,80 m, minimum vrije hoogte 2,30 m, minimum aantrede 0,22 m, maximum hoogte optrede 0,188 mAfdeling 2.6. Hellingbaan- Een hellingbaan als bedoeld in artikel 2.27 en 6.49 heeft; afmetingen die voldoen aan artikel 2.43; een geleiderand die voldoet aan artikel 2.45Afdeling 2.8. Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie- Materiaal ter plaatse van of nabij een stookplaats voldoet aan de eis in artikel 2.57- Materiaal toegepast aan de binnenzijde van een schacht, een koker of een kanaal grenzend aan meer dan een brandcompartiment of subbrandcompartiment met een inwendige doorsnede groter dan 0,015 m², voldoet aan de eis in artikel 2.58- Een afvoervoorziening voor rookgas is brandveilig, bepaald volgens NEN 6062.- Een opstelplaats voor een open verbrandingstoestel ligt niet in een toiletruimte, een badruimte, of een ruimte voor het stallen van motorvoertuigen.Afdeling 2.9. Beperking van het ontwikkelen van brand en rook- Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de binnenlucht voldoet aan de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse en aan rookklasse s2, beide bepaald volgens NEN-EN 13501-1.- Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de buitenlucht voldoet aan de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse, bepaald volgens NEN-EN 13501-1.- Een deur, een raam, een kozijn en een daaraan gelijk te stellen constructieonderdeel voldoet aan brandklasse D, bepaald volgens NEN-EN 13501-1.- Voor de bovenzijde van een voor personen bestemde vloer, een trap en een hellingbaan die grenst aan de binnenlucht geldt rookklasse s1fl en de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse, beide bepaald volgens NEN-EN 13501-1.- Voor een bovenzijde van een voor personen bestemde vloer, een trap en een hellingbaan die grenst aan de buitenlucht geldt de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse, bepaald volgens NEN-EN 13501-1.Afdeling 2.10. Beperking van uitbreiding van brand- Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat de kans op een snelle uitbreiding van brand voldoende wordt beperkt, conform art. 2.81 t/m 2.85Afdeling 2.11. Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook- Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat uitbreiding van brand in verdergaande mate wordt beperkt dan is beoogd met paragraaf 2.10.1 en dat veilig kan worden gevlucht, conform art. 2.91 t/m 2.95Afdeling 2.12. Vluchtroutes- Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige vluchtroutes dat bij brand een veilige plaats kan worden bereikt, conform art. 2.101 t/m 2.109- Een vluchtroute heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste 0,85 m en een hoogte van ten minste de in tabel 2.101 aangegeven waarde. Dit geldt niet voor zover de vluchtroute over een trap voert.Afdeling 2.15. Inbraakwerendheid, nieuwbouw- Deuren, ramen, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen in een scheidingsconstructie van een niet-gemeenschappelijke ruimte die volgens NEN 5087 bereikbaar zijn voor inbraak, hebben een volgens NEN 5096 bepaalde inbraakwerendheid die voldoet aan de in die norm aangegeven weerstandsklasse 2.

Hoofdstuk 3. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheidAfdeling 3.1. Bescherming tegen geluid van buiten, nieuwbouw- Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering met een minimum van 20 dB.Afdeling 3.2. Bescherming tegen geluid van installaties, nieuwbouw- Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een warmwatertoestel, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift veroorzaakt in een op een aangrenzend perceel gelegen verblijfsgebied een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste 30 dBAfdeling 3.3. Beperking van galm, nieuwbouw- Een te bouwen woongebouw heeft in een gemeenschappelijke verkeersruimte een zodanige geluidsabsorptie, dat geluidhinder door galm wordt beperkt.Afdeling 3.4. Geluidwering tussen ruimten van verschillende gebruiksfuncties, nieuwbouw- Een te bouwen bouwwerk biedt bescherming tegen geluidsoverlast tussen gebruiksfuncties en tussen ruimten in een woonfunctie voor zover in het bouwwerk een woonfunctie ligt, conform art. 3.15 t/m 3.18Afdeling 3.5. Wering van vocht- Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies dat de vorming van allergenen door vocht in verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten voldoende wordt beperkt, conform art. 3.20 t/m 3.24Afdeling 3.6. Luchtverversing- Een verblijfsgebied of een verblijfsruimte hebben een voorziening voor luchtverversing met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 0,9 dm³/s per m² vloeroppervlakte met een minimum van 7 dm³/s.- Een verblijfsgebied of een verblijfsruimte, met een opstelplaats voor een kooktoestel als bedoeld in artikel 4.38 een voorziening voor luchtverversing met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 21 dm³/s.- Een voorziening voor luchtverversing van een toiletruimte heeft een capaciteit van ten minste 7 dm³/s en van een badruimte van ten minste 14 dm³/s, bepaald volgens NEN 1087.- Een gemeenschappelijke verkeersruimte heeft een niet afsluitbare voorziening voor luchtverversing met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 0,5 dm³/s per m² vloeroppervlakte van die ruimte.- Een ruimte met een opstelplaats voor een gasmeter heeft een niet afsluitbare voorziening voor luchtverversing met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 1 dm³/s per m² vloeroppervlakte van die ruimte, met een minimum van 2 dm³/s.- De toevoer van verse lucht veroorzaakt, in de leefzone van een verblijfsgebied, een volgens NEN 1087, bepaalde luchtsnelheid die niet groter is dan 0,2 m/s- Ventilatie d.m.v. deurspleet (overstroomprincipe)Afdeling 3.7. Spuivoorziening- Een te bouwen bouwwerk heeft een voorziening voor het zo nodig snel kunnen afvoeren van sterk verontreinigde binnenluch, conform art. 3.41 t/m 3.44Afdeling 3.8. Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas- Een te bouwen bouwwerk met een opstelplaats voor een verbrandingstoestel heeft zodanige voorzieningen voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas, dat een voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht wordt voorkomen, conform art. 3.48 t/m 3.55Afdeling 3.9. Beperking van de aanwezigheid van schadelijke stoffen en ioniserende stralingAfdeling 3.10. Bescherming tegen ratten en muizen- Een uitwendige scheidingsconstructie heeft geen openingen die breder zijn dan 0,01 m. Dit geldt niet voor een afsluitbare opening en een uitmonding van: een afvoervoorziening voor luchtverversing; een afvoervoorziening voor rook, en een ont- en beluchting van een afvoervoorziening voor huishoudelijk afval.Afdeling 3.11. Daglicht- Een verblijfsgebied heeft een volgens NEN 2057 bepaalde equivalente daglichtoppervlakte in m² waarvan de getalswaarde niet kleiner is dan de getalswaarde van het in tabel 3.74 aangegeven deel van de vloeroppervlakte in m² van dat verblijfsgebied

Hoofdstuk 4. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheidAfdeling 4.1. Verblijfsgebied en verblijfsruimte- Conform art. 4.1 t/m 4.4Afdeling 4.2. Toiletruimte- Een toiletruimte als bedoeld in artikel 4.8, heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,9 m x 1,2 m, minimale hoogte 2,3 mAfdeling 4.3. Badruimte, nieuwbouw- Een badruimte als bedoeld in artikel 4.18 heeft een vloeroppervlakte van ten minste 1,6 m² en een breedte van ten minste 0,8 m, minimale hoogte 2,3 m- Een badruimte als bedoeld in artikel 4.18 die is samengevoegd met een toiletruimte als bedoeld in artikel 4.9 heeft een vloeroppervlakte van ten minste 2,2 m² en een breedte van ten minste 0,9 m, minimale hoogte 2,3 mAfdeling 4.4. Bereikbaarheid en toegankelijkheid- Een doorgang heeft een vrije breedte van ten minste 0,85 m en een vrije hoogte van ten minste 2,3 m (nieubouw)- Alle binnendeuren 880x2315 mm, tenzij anders vermeld.- Een verkeersroute die begint bij een doorgang als bedoeld in artikel 4.22, loopt door een ruimte met een vrije breedte van ten minste 0,85 m en een vrije hoogte van ten minste 2,3 m. Dit geldt niet voor zover de verkeersroute over een trap voert.

Hoofdstuk 5. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu, nieuwbouwAfdeling 5.1. Energiezuinigheid, nieuwbouwEnergieprestatiecoëfficient:- Een kantoorfunctie heeft een volgens NEN7120 bepaalde energieprestatiecoëfficient van 0,8Thermische isolatie:- Gevelisolatie Rc min. 4,50 m2K/W- Dakisolatie Rc min. 6,00 m2K/W- Vloerisolatie kantoor Rc min. 3,50 m2K/WAfdeling 5.2. Milieu

Hoofdstuk 6. Voorschriften inzake installatiesAfdeling 6.1. Verlichting, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 6.2. Voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie, nieuwbouw en bestaande bouw- Een voorziening voor elektriciteit voldoet aan NEN 1010 bij lage spanning, en aan NEN-EN-IEC 61936-1 en NEN-EN 50522, bij hoge spanning.- Een te installeren voorziening voor gas voldoet aan NEN 1078 bij een nominale werkdruk van ten hoogste 0,5 bar, en aan NEN-EN 15001-1 bij een nominale werkdruk hoger dan 0,5 bar en lager dan 40 bar.- Een te bouwen bouwwerk met een in artikel 6.10 bedoelde aansluiting op het distributienet voor gas heeft, voor die aansluiting, leidingdoorvoeren en een mantelbuis die voldoen aan NEN 2768.Afdeling 6.3. Watervoorziening, nieuwbouw en bestaande bouw- Een voorziening voor drinkwater voldoet aan NEN 1006- Een voorziening voor warmwater voldoet aan NEN 1006Afdeling 6.4. Afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater, nieuwbouw en bestaande bouw- Een afvoervoorziening voor huishoudelijk afvalwater heeft:

bij een te bouwen bouwwerk: een capaciteit, een lucht- en waterdichtheid en een uitmonding en capaciteit van de ontspanningsleiding die voldoen aan NEN 3215;bij een bestaand bouwwerk: een zodanige capaciteit dat elk daarop aangesloten lozingstoestel binnen 5 minuten kan worden geleegd en een lucht- en waterdichtheiddie voldoen aan NEN 3215.

- Een dak van een te bouwen bouwwerk heeft een voorziening voor de opvang en afvoer van hemelwater met een volgens NEN 3215 bepaalde capaciteit van ten minste de volgens die norm bepaalde

belasting van die voorziening.

- Het materiaal, de sterkte en de vorm van buizen en hulpstukken van een gebouwaansluiting voldoet aan: NEN 7002; NEN 7003; NEN 7013; NEN-EN 1401-1; NEN-EN 295-1; NEN-EN 295-2, en NEN-EN

295-3.Afdeling 6.5. Tijdig vaststellen van brand, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 6.6. Vluchten bij brand, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 6.7. Bestrijden van brand, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 6.8. Bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 6.9. Aanvullende regels tunnelveiligheid, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 6.10. Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 6.11. Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 6.12. Veilig onderhoud gebouwen, nieuwbouw

Hoofdstuk 7. Voorschriften inzake het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinenAfdeling 7.1. Voorkomen van brandgevaar en ontwikkeling van brand, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 7.2. Veilig vluchten bij brand, nieuwbouw en bestaande bouwAfdeling 7.3. Overige bepalingen veilig en gezond gebruik, nieuwbouw en bestaande bouw

Hoofdstuk 8. Bouw- en sloopwerkzaamhedenAfdeling 8.1. Het voorkomen van onveilige situaties en het beperken van hinder tijdens het uitvoeren vanbouw- en sloopwerkzaamhedenAfdeling 8.2. Afvalscheiding

Leveren van duidelijke gebruiksaanwijzing van onderdelen die onderhoud behoeven b.v. installaties.Leveren van duidelijke gebruiksaanwijzing en/of beschrijving van toegepaste verfproducten.Electrische installatie nog nader uit te werken, door installateur.Drinkwaterinstallatie nog nader uit te werken, door installateur.

Alle maten in mm!Alle materialen verwerken en aanbrengen volgens voorschriften leverancier !Alle maten in het werk controleren !Alle kozijn details en bouwkundige aansluitingen volgens opgave leverancier!

Brandwerende deur (30 minuten)

Brandwerende zelfsluitende deur (30 minuten)

30

3030

30

Sandwichpanelen, verticaal gemonteerd, Kleur bi: Ral 9002, kleur bui: Ral 7016Rc>4,5 m2K/WBlind bevestigdMicro-liniëring

=

Metal stud scheidingswanden, C75 profielen, d=100 mm, beide zijden gipsplaat 12,5 mm,45 mm glaswol

=

Metal stud voorzetwanden, C75 profielen, d=88 mm, één zijde gipsplaat 12,5 mm,45 mm glaswol

=

Bestaand metselwerk=Geïsoleerde prefab betonpanelenBi: glad grijs, bui: Metselwerk, kleur bruin/roodRc>4,5 m2K/W

=

=

=

PaniekslotPS=

Houten deurkozijn, gegrond, incl. aanslagrubber.Dichte stompe binnendeur 880x2315

=

Gevelmetselwerk, d=100 mm=Kalkzandsteen metselwerk, d=100 mm=Gevelisolatie=

Nooduitgang

Nooduitgang rechts

BrandslanghaspelDe brandslanghaspels met maximaal 30m1 slanglengte aangesloten op de waterleidingte voldoen aan het gestelde in NEN-EN 671-1.De capaciteit bedraagt tenminste 1,3 m3/h met een min. statische druk bij het mondstukvan 100 kPa bij gelijktijdig gebruik van twee haspels.

=

Nooduitgang links=

=Uitgang-/ vluchwegrichting-pictogram conform NEN 6088/1, voorzien van noodstroom.Deuren te openen zonder gebruikmaking van losse voorwerpen (vluchtdeuren)De vluchtroute aanduiding conform NEN 6088 in combinatie met noodverlichting alsverlichtingsarmaturen uit te voeren

Poederblusser 6 kg abc-poeder, drijfgas stikstof 13,5 bar bij 20°C=

=

B.M.I.

O.A.I.

A.N.V.

Brandmeldinstallatie

OntruimingsalarminstallatieEen gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 2.2.1, eerste lid,heeft een ontruimingsalarminstallatie type B, die voldoet aan NEN 2575: 2004 enaan een door burgemeester en wethouders goedgekeurd Programma van Eisenals bedoeld in deze norm. Het beheer, de controle en het onderhoud van eenontruimingsalarminstallatie als bedoeld in eerstetot en met derde lid voldoet aan NEN 2654-2: 2004. (Gebruiksbesluit artikel 2.3.6 lid 1 en 4)Algemene NoodverlichtingNoodverlichting aanbrengen conform NEN-EN 1838. Minimaal 1 lux op de vloer en 5 lux t.p.v.blusmiddelen.

=

=

=

rm Doorgekoppelde rookmelder vlgs NEN2555=

SITUATIE

Gemeente Peel en MaasSectie R nr: 769Schaal 1:1000

N

500039400

5000

3550

021

900

1215

064

50

5000 33400 6000

116 m2 116 m2 116 m2

116 m2

2000

2000

verdie

pingsv

loer 30

m2

10925

1067

5

10850

1067

5

10925

1067

5

10925

1067

5

111000 100

2

5500

3

5500

4

55005500

711000100

6

5500

v.

v.

5

5500

11000

v.

v.

v.

v.

654

5110+

4110+

6850+

3000+

2400+

Peil = 0

ACHTERGEVEL

LOGOLOGOLOGO

mk

verdie

pingsv

loer 30

m2

10925

1067

5

10850

1067

5

5116 m2

6116 m2

1 2 3 4 765

A

B

C

E

D

100

E10750

LINKER ZIJGEVEL

100

5375

C AD

5375

10750

5375

B

5375

100

A10750

DOORSNEDE

100

5375

C EB

5375

10750

5375

D

5375

100

6850+

3000+

Peil = 0

4500+

verdie

pingsv

loer 30

m2

4110+

6850+

3000+

2400+

Peil = 0

verdie

pingsv

loer 30

m2

verdie

pingsv

loer 30

m2

mk mk

mk mk mk